Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening
Onderzoek Externe Veiligheid en Milieuzonering Molenstraat te Hellevoetsluis
Aqua-Terra Nova BV Zuidweg 79 2671 MP Naaldwijk telefoon 0174 – 625246 fax 0174 – 629744 www.aquaterranova.nl
Opdrachtgever: Maasdelta Groep
te Spijkenisse
Datum Rapportnummer
: 13 april 2010 : 29153/AQT303bEV/PA
© 2010 Aqua-Terra Nova B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Colofon
Titel
: Onderzoek Externe Veiligheid en Milieuzonering Molenstraat te Hellevoetsluis
Opdrachtgever
: Maasdelta Groep te Spijkenisse
Projectteam Projectmanager Contactpersoon Auteur Kwaliteitsborging
: ing. A.P. Wubben (Aqua-Terra Nova BV) : ing. M.C.A. Vollebregt (Aqua-Terra Nova BV) : dr. P.A.M. Arts (Aqua-Terra Nova BV) : ing. M.C.A. Vollebregt (Aqua-Terra Nova BV)
Projectnummer
: 29153
Datum vrijgave
Status
13-4-2010
Definitief
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
Goedkeuring projectmanager
Goedkeuring kwaliteitsborging
2
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING .............................................................................................................................4 1.1 INLEIDING ................................................................................................................... 4 1.2 METHODE .................................................................................................................... 5 2 BELEID....................................................................................................................................6 2.1 EXTERNE VEILIGHEID .................................................................................................. 6 2.2 MILIEUZONERING ........................................................................................................ 7 2.3 BESTEMMINGSPLANNEN .............................................................................................. 8 3 PLANGEBIED ........................................................................................................................9 3.1 BESCHRIJVING PLANGEBIED ........................................................................................ 9 3.2 HET PLANGEBIED EN DE OMGEVING .......................................................................... 10 3.3 HET BESTEMMINGSPLAN ........................................................................................... 11 4 RISICOCATEGORIEËN EN NORMEN...........................................................................12 4.1 BESLUIT EXTERNE VEILIGHEID INRICHTINGEN ......................................................... 12 4.2 WET MILIEUBEHEER .................................................................................................. 12 4.3 TRANSPORTROUTES GEVAARLIJKE STOFFEN, WEGVERKEER ...................................... 12 4.4 TRANSPORTROUTES GEVAARLIJKE STOFFEN, BUISLEIDINGEN.................................... 13 4.5 RESUMÉ .................................................................................................................... 13 5 INVENTARISATIE RISICO OMLIGGENDE BEVI-BEDRIJVEN ..............................14 5.1 BEDRIJVEN MET EEN AMMONIAKKOELINSTALLATIE .................................................. 14 5.2 LPG-TANKSTATIONS ................................................................................................. 14 5.3 OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN ........................................................................ 14 5.4 GASDRUKREGEL- EN MEETSTATIONS (GOS) ............................................................. 14 5.5 OVERIGE INRICHTINGEN ............................................................................................ 14 6 INVENTARISATIE BEDRIJVEN MET MILIEUZONERINGEN ................................15 6.1 MOLENBIOTOOP ........................................................................................................ 15 6.2 DETAILHANDEL AAN DE WESTKADE ......................................................................... 17 6.3 MACH ........................................................................................................................ 17 6.4 SCOUTING ................................................................................................................. 17 7 INVENTARISATIE RISICO’S OMLIGGENDE ROUTES GEVAARLIJKE STOFFEN EN EXPLOSIEVEN .................................................................................................18 7.1 WEGVERKEER ........................................................................................................... 18 7.2 GEVAARLIJK TRANSPORT OVER WATER ..................................................................... 18 7.3 BUISLEIDINGEN ......................................................................................................... 18 7.4 OVERIGE ASPECTEN................................................................................................... 18 8 CONCLUSIES.......................................................................................................................19 9 BRONVERMELDING .........................................................................................................21 BIJLAGE 1: TOELICHTING BEGRIPPEN............................................................................22 BIJLAGE 2: PROJECTPLAN EN BESTEMMINGSPLAN...................................................24 BIJLAGE 3: ROUTERINGBESLUIT GEMEENTE HELLEVOETSLUIS .........................25 BIJLAGE 4: RISICOKAART ZUID-HOLLAND ....................................................26 BIJLAGE 5: SIGNALERINGSKAART HELLEVOETSLUIS ..............................................27 BIJLAGE 6: BASISNET WATER .............................................................................................28
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
3
1 1.1
INLEIDING Inleiding
Maasdelta is voornemens tot nieuwbouw van 11 startersappartementen en 16 parkeerplaatsen aan de Molenlaan te Hellevoetsluis. Het totale plangebied bedraagt ongeveer 1.620 m2. Op het plangebied staan momenteel garageboxen. Op het perceel zal een nieuw appartementengebouw worden gerealiseerd. Voor het project is een bestemmingsplanprocedure nodig. Ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing voor deze procedure heeft de gemeente verzocht om een toetsing aan de waarden voor plaatsgebonden en groepsrisico voor externe veiligheid en milieuzonering. Zie figuur 1 voor de ligging van het plangebied. In opdracht van Maasdelta, heeft Aqua-Terra Nova BV een onderzoek Externe veiligheid en milieuzonering uitgevoerd.
Figuur 1: ligging en omgeving plangebied
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
= plangebied
4
1.2
Methode
In dit onderzoek externe veiligheid wordt toegelicht onder welke risicocategorie het project valt en welke veiligheids- en milieuaspecten daaraan verbonden zijn. Vervolgens wordt op basis van een locatiebezoek en informatie van derden een inventarisatie gemaakt van: 1. Risicovolle bedrijven en activiteiten om de projectlocatie heen. 2. Relevante transportroutes voor gevaarlijke stoffen. Hierbij worden, in een straal van ca. 1,5 km, inrichtingen in kaart gebracht die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) vallen. In een straal van ca. 100 m om het plangebied worden inrichtingen geïnventariseerd, die in het kader van de Wet milieubeheer vergunningplichtig zijn of onder een AMvB vallen. De transportroutes gevaarlijke stoffen betreffen zowel verkeersroutes als buisleidingen. Geïnventariseerd wordt of aan de omliggende inrichtingen en transportroutes veiligheids- en milieucontouren zijn verbonden en of deze van invloed zijn op het project. In dit onderzoek is op een adequate en zorgvuldige wijze getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de externe veiligheidsrisico’s aan de hand van de meest recente en beschikbare informatie. Niettemin kunnen aan dit onderzoek geen rechten worden ontleend.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
5
2 2.1
BELEID Externe veiligheid
Het beleid voor externe veiligheid is momenteel sterk in ontwikkeling. Het externe veiligheidsbeleid van de rijksoverheid (NMP4) richt zich op de beheersing van risico’s voor de omgeving van: • Het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen) • Het transport van gevaarlijke stoffen (wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen) • Het gebruik van luchthavens Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van degenen die niet zelf bij de risicovolle activiteit zijn betrokken, maar als gevolg van de activiteit wel risico kunnen lopen, zoals omwonenden. Op 27 oktober 2004 is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) van kracht geworden. Het Besluit legt veiligheidsnormen en zoneringen op aan bedrijven (inrichtingen) die een risico vormen voor personen. Dit betreft o.a. chemische fabrieken, LPG-tankstations, bedrijven met grote ammoniakkoelinstallaties en bedrijven die grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opslaan. Betreffende het transport van gevaarlijke stoffen, inclusief buisleidingen, zijn er circulaires van kracht waarin veiligheidsnormeringen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (inclusief buisleidingen) zijn vastgelegd. Dit betreft: • Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984) • Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2004) • De Circulaire zonering langs K1-,K2-, en K3-transportleidingen (1991) is vervangen door het interim-beleid ‘Externe Veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1-, K2- en K3 in de interim periode (2008)’. Momenteel wordt er gewerkt aan nieuw beleid en regelgeving voor het transport van gevaarlijke stoffen. Ten aanzien van buisleidingen zal er een structuurvisie worden opgesteld en een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). In het kader van de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen (2006) zal ook de wetgeving voor transport over weg, spoor, water en via lucht worden vervangen door nieuwe regelgeving. Dit betreft het vastleggen van een zogenaamd Basisnet met gebruiksruimtes en veiligheidszones en het ontwikkelen van nieuwe instrumenten (zorgsystemen en registraties). Momenteel wordt deze regelgeving nader uitgewerkt. In dit onderzoek wordt uitgegaan van de vigerende regelgeving. Visie externe Veiligheid 2008-2017 Hellevoetsluis (februari 2008) De gemeente Hellevoetsluis heeft de Beleidsvisie externe veiligheid Hellevoetsluis opgesteld. De beleidsvisie deel A geeft een overzicht van huidige en toekomstige situatie op het gebied van externe veiligheid binnen de gemeente. Dit is vastgelegd in de Signaleringskaart. Deze kaart zal jaarlijks worden geactualiseerd. Zie bijlage 6. Beleidsvisie deel B geeft een scenario analyse en deel C gaat over de verantwoording. De visie geeft in hoofdlijnen de praktische uitvoering aan van de verantwoording van het groepsrisico. In het kader van het BEVI, de Circulaire Risiconormering gevaarlijke stoffen en
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
6
de nog te publiceren AMvB buisleidingen moet het bevoegd gezag (gemeente) deze verantwoordingsplicht invullen. Dit betekent dat wijzigingen in het groepsrisico moeten worden onderbouwd en worden verantwoord. Daarnaast worden in de visie afspraken gemaakt over de rol van betrokken partijen, zoals brandweer, veiligheidsregio, provincie en anderen.
2.2
Milieuzonering
In het kader van de Wet milieubeheer kunnen er veiligheidszoneringen en milieuzoneringen zijn vastgelegd tussen inrichtingen en gevoelige bestemmingen. Dit betreft o.a. voorschriften ten aanzien van geur, geluid en veiligheid. Inrichtingen zijn gehouden aan deze voorschriften die zijn vastgelegd in de milieuvergunning of in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Op 6 november 2007 is het Besluit houdende algemene regels voor inrichtingen gepubliceerd, ook wel het Activiteitenbesluit genoemd. Dit Activiteitenbesluit is op 1 januari 2008 van kracht geworden en vervangt een groot deel van de milieuvergunningen en AMvB’s. De VNG heeft het zogenaamde groene boekje opgesteld: “Bedrijven en milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk” (2007). Deze handreiking geeft informatie over de ruimtelijk relevante milieuaspecten van diverse bedrijfsactiviteiten. Tevens geeft het boekje een richtafstand voor het ontwikkelen van bedrijfsactiviteiten in de omgeving en voor het inpassen van gevoelige functies nabij bedrijven. In Bedrijven en milieuzonering (VNG, 2007) worden de volgende richtafstanden per bedrijfstype geadviseerd voor nieuwe bestemmingsplannen (tabel 1). Tabel 1: milieuzonering Milieucategorie Richtafstanden tot omgevingstype rustige woonwijk en rustig buitengebied 1 10 m 2 30 m 3.1 50 m 3.2 100 m 4.1 200 m 4.2 300 m 5.1 500 m 5.2 700 m 5.3 1.000 m 6 1.500 m
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
7
2.3
Bestemmingsplannen
Naast de hierboven besproken wettelijke normering en richtafstanden, kunnen er in het kader van het bestemmingsplan eveneens veiligheids- en milieuzones zijn vastgelegd. De VNG heeft in opdracht van het Ministerie van VROM, de “Handreiking verankering Externe Veiligheid in ruimtelijke plannen” (2007) opgesteld. Deze handreiking geeft adviezen betreffende het vastleggen van veiligheidsnormen in ruimtelijke procedures.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
8
3 3.1
PLANGEBIED Beschrijving plangebied
Het plangebied ligt op de hoek van de Molenstraat en de Haerlemmerstraat. Het plangebied heeft een oppervlak van ca. 615 m2 en bestaat uit garageboxen en een stuk openbaar groen aan de overzijde van de Molenstraat,. Zie figuur 2 voor contour plangebied van de huidige situatie. Zie foto 1 en 2. De nieuwbouw betreft een pand van 3 bouwlagen met een kap, waarin ca. 11 appartementen worden gerealiseerd voor starters. Aan de overzijde van de Molenstraat worden een aantal parkeerplaatsen gerealiseerd. Zie bijlage 2. Ten behoeve van het projectplan is door gemeente Hellevoetsluis een inrichtingsschets gemaakt, zie figuur 3 voor de nieuwe situatie.
Foto1: Plangebied
Foto 2: Plangebied
Figuur 2: globale contour plangebied
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
9
Figuur 3: inrichtingsschets
3.2
Het plangebied en de omgeving
Het plangebied ligt in de historische kern 'Vesting' van Hellevoetsluis op de hoek van de Molenstraat en de Haerlemmerstraat. Aan de overzijde van de garageboxen ligt een groenstrook grenzend aan de vestingswallen, het Fort Haerlem en het Plein Fort Haerlem. In Fort Haerlem is de scouting en horecagelegenheid Mach gevestigd. Het plangebied grenst aan de achterzijde aan de bebouwing van de Westkade. De Westkade ligt aan de haven van Hellevoetsluis. Aan de Westkade bevinden zich (boven-)woningen en diverse detailhandelbedrijven. In noordelijke richting aan de Molenstraat bevindt zich molen “De Hoop”. Zie foto 3 t/m 6.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
10
Foto3: Fort Haerlem met scouting
Foto 4: Molen “De Hoop”
Foto 5: Detailhandel aan de Westkade
Foto 6: Mach
3.3
Het bestemmingsplan
Op het plangebied is het bestemmingsplan Vesting van de gemeente Hellevoetsluis van toepassing, vastgesteld door de Gemeenteraad op 16 februari 1989. Het perceel heeft de bestemming “Bedrijven, Verkeer en Groenvoorzieningen”. Het plangebied grenst aan het plangebied van het bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Vesting”. Zie bijlage 2.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
11
4
RISICOCATEGORIEËN EN NORMEN
In deze paragraaf wordt toegelicht onder welke risicocategorie het project valt en welke normen daaraan verbonden zijn. Voor een toelichting op de begrippen zie bijlage 1. 4.1
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen
Gemeente en provincie kunnen veiligheidsafstanden (plaatsgebonden risicocontour) en invloedsgebieden (groepsrisico) rond risicovolle inrichtingen of activiteiten (BEVI) bepalen op grond van berekende risico’s. Binnen de veiligheidsafstanden (PR-contour) mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten liggen of komen te liggen. Binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit dient het groepsrisico nader te worden bepaald. • Object Woningen zijn een ‘kwetsbaar object’, waarvoor in het kader van het BEVI ‘grenswaarden’ voor ‘plaatsgebonden risico’ en ‘oriëntatiewaarden’ voor ‘groepsrisico’ gelden, ten opzichte van ‘risicovolle inrichtingen’. • Inrichting Woningen zijn zelf geen risicovolle inrichting in het kader van BEVI. 4.2
Wet milieubeheer
Op grond van de Wet milieubeheer kunnen gemeente en provincie milieu- en veiligheidsafstanden rond inrichtingen/activiteiten vaststellen. Deze afstanden zijn in de milieuvergunning of AMvB van de inrichting/activiteit opgenomen. Binnen deze milieu- en veiligheidsafstanden moet worden voldaan aan de voorschriften met betrekking tot gevoelige objecten. • Object Woningen zijn een ‘(geluid-) gevoelig object’ en een ‘kwetsbaar object’. Hiervoor gelden milieu- en veiligheidsafstanden ten opzichte van installaties, voorzieningen en / of inrichtingen, die onder de Wet Milieubeheer vallen. • Inrichting Woningen zijn geen inrichting in het kader van de Wet Milieubeheer. 4.3
Transportroutes gevaarlijke stoffen, wegverkeer
Of een transportroute in de omgeving van een plangebied relevant is, wordt beoordeeld na toepassing van risicoatlassen, lokale routeringen en / of vuistregels, hetzij na toepassing van de risicoanalyses, zoals de RBMII rekenmodel. Aan de hand van berekeningen worden isorisicocontouren voor plaatsgebonden risico, als zones langs wegen gevormd, met een even hoog veiligheidsrisico. Binnen deze risicocontouren mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten liggen of komen te liggen. Binnen het invloedsgebied van een risicovol transport dient het groepsrisico nader te worden bepaald.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
12
In de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen (2006) is vastgelegd dat er in principe geen beperkingen gelden aan het ruimtegebruik in een gebied dat op meer dan 200 meter van een route of tracé ligt. • Object Woningen in het projectgebied zijn een ‘kwetsbaar object’. Hiervoor worden langs de relevante transportroutes ‘grenswaarden’ voor ‘plaatsgebonden risico’ en ‘oriëntatiewaarden’ voor ‘groepsrisico’ als normen gesteld. 4.4
Transportroutes gevaarlijke stoffen, buisleidingen
Voor het transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen zijn er veiligheidsrisico’s berekend op basis van risicoanalyses (QRA). Op basis van de berekende risico´s zijn afstandsnormen tot (kwetsbare) objecten vastgelegd. Deze normen zijn opgenomen in de ‘Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984)’ en het interim-beleid ‘Externe Veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1-, K2- en K3 in de interim periode (2008)’. • Object De objecten zijn in deze circulaires in verschillende gebiedsklassen ingedeeld. Het plangebied valt hierbij binnen ´gebiedsklasse 3´:woonwijken. Tot de buisleidingen zijn er ‘zakelijk recht zones’, ‘toetsingsafstanden’ en ‘bebouwingsafstanden’ vastgelegd. 4.5
Resumé
In de tabel 2 worden de categorieën en normen samengevat. Tabel 2 categorieën en normen: BEVI Inrichting Object Norm plaatsgebonden risico Norm groepsrisico Wet milieubeheer Inrichting Object Norm Transportroutes Object transport Norm plaatsgebonden risico Norm groepsrisico Buisleiding Object buisleiding Norm
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
Woningen Geen BEVI-inrichting Kwetsbaar object Grenswaarde (PR 10-6) Oriëntatiewaarde met motiveringsplicht Woningen Geen Wm-inrichting (Geluid-)gevoelig object en kwetsbaar object Milieuvergunning of AMvB Woningen Kwetsbaar object Grenswaarde (PR 10-6) Oriëntatiewaarde met motiveringsplicht Woningen Gebiedsklasse 3: woonwijken Zakelijk recht zone, bebouwingsafstand en toetsingsafstand
13
5
INVENTARISATIE RISICO OMLIGGENDE BEVI-BEDRIJVEN
Op basis van een locatiebezoek, internet en informatie van de gemeente en de provincie ZuidHolland zijn de veiligheidsaspecten van omliggende risicovolle bedrijven en activiteiten geïnventariseerd in een straal van ca. 1,5 km. Voor een toelichting op de begrippen en normen wordt verwezen naar hoofdstuk 2. Voor de risicokaart van de provincie Zuid-Holland, zie bijlage 4 en voor de Signaleringskaart risicovolle activiteiten van de gemeente Hellevoetsluis, zie bijlage 5. 5.1
Bedrijven met een ammoniakkoelinstallatie
Binnen een straal van 1,5 km bevinden zich geen inrichtingen met een ammoniakkoelinstallatie welke relevant zijn in het kader van het BEVI. 5.2
LPG-tankstations
Binnen een straal van 1,5 km bevinden zich geen LPG-tankstations welke relevant zijn in het kader van het BEVI. 5.3
Opslag van gevaarlijke stoffen
Binnen een straal van 1,5 km bevinden zich geen inrichtingen met opslag van gevaarlijke stoffen welke relevant zijn in het kader van het BEVI. 5.4
Gasdrukregel- en meetstations (GOS)
Binnen een straal van 1,5 km bevinden zich geen gasdrukregel- en meetstations (GOS) welke relevant zijn in het kader van het BEVI. 5.5
Overige inrichtingen • •
Op ca. 1.040 m ten noordwesten van het plangebied ligt een propaantank bij Camping Caravanpark ‘t Weergors, Zuiddijk 2 te Hellevoetsluis. De risicocontour bedraagt 40 m. Het plangebied ligt hier ver buiten. Er bevinden zich geen windturbines in de omgeving van het plangebied.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
14
6
INVENTARISATIE BEDRIJVEN MET MILIEUZONERINGEN
Voor het oprichten van woningen, (geluid-)gevoelige objecten, dient bepaald te worden of deze in een milieuzone liggen van omliggende Wm-inrichtingen (zie figuur 4). Op basis van een locatiebezoek, internet en informatie van de gemeente en de provincie Zuid-Holland zijn de veiligheids- en milieuaspecten van omliggende bedrijven en activiteiten geïnventariseerd in een straal van ca. 100 m rondom het plangebied. Voor een toelichting op de begrippen en normen, zie hoofdstuk 3. Fort Molen Mach Haerlem De Hoop
Figuur 4: Omgeving plangebied
6.1
Detailhandel Westkade
Jachthaven Westkade
= plangebied
Molenbiotoop
Op ongeveer 135 m afstand van het plangebied aan de Molenstraat staat de Korenmolen “De Hoop”. “De Hoop” is een stellingmolen. Deze korenmolen werd in 1801 opgericht. Gemeente
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
15
Hellevoetsluis kocht de molen in 1960 en er werd een restauratie gestart in 1963. Van 1963 tot 1993 hebben een architectenbureau, een edelsmid en diverse kunstenaars de molen gebruikt. Thans bewoont de molenaar de begane grond en eerste verdieping van de molen. Op de tweede zolder zit een bezoekerscentrum. In de Nota Regels voor ruimte (versie 1 januari 2007) van de provincie Zuid-Holland is vastgelegd dat voor ruimtelijke plannen binnen 100 m, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, geen bebouwing of beplanting mag zijn hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek. Afwijking is mogelijk na schriftelijke verklaring van de eigenaar en eventuele beheerder van de molen. Binnen de straal van 100 tot 400 meter (beschermingszone) geldt voor stedelijk gebied de 1 op 30-regel. Dit betekent dat de maximale hoogte van de bebouwing/beplanting niet hoger mag zijn dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk/beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek (zie figuur 5). De molenbiotoop staat in het bestemmingsplan “Partiële herziening bestemmingsplan Vesting” (zie bijlage 2). In de voorschriften is opgenomen dat binnen de beschermingszone de 1 op 30 regel geldt voor het oprichten van bebouwing en beplanting.
Figuur 5: Overzicht 1:30-regeling Molenbeschermingszone. Vastgesteld wordt dat het plangebied in de molenbeschermingszone (400 m) ligt van de Molen “De Hoop”. De hoogte van de stelling van de molen bedraagt 10 m; de onderste punt van de verticale wiek zit op 10,2 m. Het voorliggende bouwplan heeft een maximale bouwhoogte van maximaal 10,5 m. Op basis van de 1 op 30 regel mag de maximale bouwhoogte op een afstand van ca. 135 m niet hoger zijn dan 14,6 m. Het bouwplan zal deze hoogte niet overschrijden. Voor het goed functioneren van de molen is een goede windtoetreding van groot belang. De meest voorkomende windrichting in Nederland is tussen zuid en west. De planlocatie ten ligt ten zuiden van de molen. Aangezien tussen de planlocatie en de molen al huizen staan met dezelfde hoogte als het bouwplan zal er geen belemmering op de vrije windtoetreding zijn.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
16
6.2
Detailhandel aan de Westkade
Op ca. 25 m afstand aan de Westkade bevinden zich diverse winkels/horeca, zoals een fietsenwinkel, buurtsupermarkt, pizzeria, kledingwinkel en kantoor. In het Groene boekje (VNG, 2007) worden de volgende richtafstanden geadviseerd voor detailhandel (categorie 1) en horeca (categorie 1) ten opzichte van gevoelige objecten in een rustig gebied: 10 m voor geluid, 0 m voor geur en 0 m voor stof. Geconcludeerd wordt dat het bouwplan hieraan voldoet. Bovendien zijn er al woningen dichter bij deze inrichtingen gelegen. Het wettelijk kader is geregeld in het Activiteitenbesluit. De bedrijven dienen te voldoen aan de normen uit het Activiteitenbesluit (2008). Hierin zijn geen veiligheidsafstanden opgenomen. De belangrijkste zoneringscriteria betreffen geluidsnormen. Aangezien er al woningen dichterbij de bedrijven zijn is de verwachting dat de bedrijven aan de geluidsnormen kunnen voldoen. Geconcludeerd wordt dat het bouwplan geen invloed heeft op de bedrijfsvoering van omliggende detailhandels- en horecabedrijven aan de Westkade. 6.3
Mach
Op ca. 45 m afstand aan het plein Fort Haerlem bevindt zich Mach. Mach is een muziek- en theatercafé met vier oefenruimtes. De inrichting Mach valt onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. In het kader van het Activiteitenbesluit is akoestisch onderzoek industrielawaai uitgevoerd. Dit betreft: • Akoestisch onderzoek horecalawaai (AV.0670H-1, d.d. 23 december 2009) • Aanvullend akoestisch onderzoek horecalawaai (AV.0670H-2, d.d. 8 maart 2010). Uit de onderzoeken komt naar voren dat het bouwplan onder voorwaarden te realiseren is. In overleg met het bedrijf Mach zullen hierover nadere afspraken worden gemaakt. 6.4
Scouting
Op ca. 40 m afstand aan de Molenstraat bevindt zich Scouting Hellevoetsluis. De scouting is een jeugd- en jongerenorganisatie. In het Groene boekje (VNG, 2007) worden de volgende richtafstanden geadviseerd voor clubhuizen (categorie 2) ten opzichte van gevoelige objecten in een rustig gebied: 30 m voor geluid, 0 m voor geur en 0 m voor stof. Het bouwplan voldoet aan de maximale afstand van 30 m. Het wettelijk kader is geregeld in het Activiteitenbesluit. De scouting dient te voldoen aan de normen uit het nieuwe Activiteitenbesluit (2008). Hierin zijn geen veiligheidsafstanden opgenomen. De belangrijkste zoneringscriteria betreffen geluidsnormen. Aangezien er al woningen dichterbij de scouting zijn is de verwachting dat de scouting aan de geluidsnormen kan voldoen. Geconcludeerd wordt dat het bouwplan geen invloed heeft op de activiteiten van de scouting.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
17
7
INVENTARISATIE RISICO’S OMLIGGENDE ROUTES GEVAARLIJKE STOFFEN EN EXPLOSIEVEN
Op basis van een locatiebezoek, internet en informatie van de gemeente en de provincie ZuidHolland zijn de veiligheidsaspecten van omliggende risicovolle routes geïnventariseerd in een straal van ca. 500 m. 7.1
Wegverkeer
De gemeente Hellevoetsluis heeft routes voor gevaarlijk transport aangewezen in een Routeringsbesluit (juli 2007), zie bijlage 3. Door DCMR Milieudienst Rijnmond zijn de veiligheidsaspecten van deze routes onderzocht (november 2006). Een algemene stelregel omtrent het vervoer van gevaarlijke stoffen is dat het risico verwaarloosbaar is op een afstand groter dan 200 meter van een route aangewezen voor gevaarlijk transport. De wegen in de omgeving van het plangebied zijn geen aangewezen route voor transport van gevaarlijke stoffen. Geconcludeerd wordt dat het transport over de omliggende wegen geen gevaar vormt voor de veiligheid. Het project is niet gelegen in een risicozone van een route gevaarlijke stoffen. Er is dan ook geen nader onderzoek naar de risico’s van vervoer van gevaarlijke stoffen via het wegtransport nodig. 7.2
Gevaarlijk transport over water
Het plangebied grenst aan het Haringvliet. Over het Haringvliet vindt transport over het water plaats. De veiligheidsaspecten van het vervoer van gevaarlijke stoffen over water wordt landelijk in het Basisnet water vastgelegd. Dit Basisnet is echter nog niet vastgelegd. Voorlopige conclusies geven aan dat er knelpunten worden verwacht bij Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Duitsland. In de omgeving van Hellevoetsluis worden geen knelpunten verwacht. Het Basisnet water gaat uit van 3 categorieën vaarwegen, zie bijlage 6: • Zeevaartroutes met veiligheidszones van 40 meter (rood) • Binnenvaartroutes met veiligheidszones van 25 meter (zwart) • Binnenvaartroutes met heel weinig brandbare vloeistoffen en geen veiligheidszone (groen) Het plangebied ligt op een afstand van >40 meter van het Haringvliet. Geconcludeerd kan worden dat het potentiële vervoer van gevaarlijke stoffen over het Haringvliet geen beperkingen oplevert voor het project. 7.3
Buisleidingen
Om te controleren of er leidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen door het gebied lopen zijn leidingentracés op de risicokaart van de provincie Zuid-Holland geïnventariseerd, zie bijlage 4. Hierbij kwamen geen leveranciers van buisleidingen naar voren. Indien de bouwwerkzaamheden van start gaan zal er een Klic-melding moeten worden gedaan om de exacte tracés van de ondergrondse leidingen te achterhalen. 7.4
Overige aspecten •
De locatie is direct bereikbaar voor brandweer en ambulances.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
18
8
CONCLUSIES
Algemeen Maasdelta is voornemens tot nieuwbouw van 11 startersappartementen en 16 parkeerplaatsen aan de Molenlaan te Hellevoetsluis. Het totale plangebied bedraagt ongeveer 615 m2. Op het plangebied staan momenteel garageboxen. Op het perceel zal een nieuw appartementengebouw worden gerealiseerd. In dit Onderzoek Externe Veiligheid en Milieuzonering is beschreven onder welke risicocategorie het project valt en welke milieu- en veiligheidsnormen daaraan verbonden zijn. In de inventarisatie zijn risicovolle activiteiten, inrichtingen en transportroutes in de omgeving van de locatie beschreven. Onderzocht is of het projectplan in een risicocontour ligt of een milieuzone. Hieronder wordt dit kort samengevat. Momenteel is de regelgeving ten aanzien van externe veiligheid sterk in ontwikkeling. In dit onderzoek is uitgegaan van de vigerende regelgeving. Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) De woning in het plangebied is een kwetsbaar object, waarvoor grenswaarden voor plaatsgebonden risico en oriëntatiewaarden voor groepsrisico gelden, ten opzichte van risicovolle inrichtingen. Uit de inventarisatie komen de volgende veiligheidsaspecten naar voren: • Binnen een straal van 1.500 m van het plangebied bevinden zich geen Bevi-inrichtingen. • De dichtstbijzijnde propaantank bevindt zich op ca. 1.040 m afstand van het plangebied. Het betreft een propaantank bij Camping Caravanpark ‘t Weergors. De risicocontour bedraagt 40 m. Gezien deze afstand hoeft bij de ontwikkeling van het plangebied geen rekening gehouden worden met de aanwezigheid van deze propaantank. • Binnen een straal van 1.500 m van het plangebied bevinden zich geen windturbines. Geconcludeerd wordt dat het projectplan niet binnen een plaatsgebonden risicocontour ligt en geen invloed heeft op het groepsrisico van omliggende BEVI-inrichtingen. Wet milieubeheer (Wm) Woningen zijn (geluid-) gevoelige en kwetsbare objecten, waarvoor veiligheids- en milieuzoneringen ten opzichte van Wm-inrichtingen en -installaties gelden. Uit de inventarisatie komt het volgende naar voren: • Het projectplan ligt niet binnen een milieuzone of veiligheidszone van omliggende bedrijven. • Op ca. 45 m afstand aan het plein Fort Haerlem bevindt zich Mach. In het kader van het Activiteitenbesluit is akoestisch onderzoek industrielawaai uitgevoerd. Uit de onderzoeken komt naar voren dat het bouwplan onder voorwaarden te realiseren is. In overleg met het bedrijf Mach zullen hierover nadere afspraken worden gemaakt.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
19
•
De locatie ligt binnen de molenbeschermingszone van molen “De Hoop”. De maximale bouwhoogte van het bouwplan mag de 14,6 m niet overschrijden. Het bouwplan voldoet hieraan.
Transportroutes Woningen zijn kwetsbare objecten, waarvoor grenswaarden en richtwaarden voor plaatsgebonden risico en oriëntatiewaarden voor groepsrisico gelden, ten opzichte van relevante transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Met betrekking tot buisleidingen valt het projectgebied onder gebiedsklasse 3, waarvoor bebouwings- en toetsingsafstanden gelden. Uit de inventarisatie komen de volgende veiligheidsaspecten naar voren: • Binnen een straal van 500 m bevinden zich geen relevante wegen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze vormen geen belemmering voor de ontwikkeling van het plangebied. Het plangebied ligt buiten de contouren voor het plaatsgebonden risico en buiten het invloedsgebied waarvoor het groepsrisico verantwoord dient te worden. • Het potentiële vervoer van gevaarlijke stoffen over het Haringvliet levert geen beperkingen op voor het project. • Binnen een straal van 500 m bevinden zich geen buisleiding voor gevaarlijke stoffen. Deze vormen geen belemmering voor de ontwikkeling van het plangebied. Het plangebied ligt buiten de contouren voor het plaatsgebonden risico en buiten het invloedsgebied waarvoor het groepsrisico verantwoord dient te worden. Overige aspecten •
De locatie is direct bereikbaar voor brandweer en ambulances.
Naast bovenstaande zijn er geen aanvullende veiligheidsaspecten aan het licht gekomen.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
20
9
BRONVERMELDING
1. ‘Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer (Besluit externe veiligheid inrichtingen)’, Staatsblad van het koninkrijk der Nederlanden, nr 250, jaargang 2004. 2. ‘Regeling externe veiligheid inrichtingen’, Ministerie van VROM, Staatscourant 23 september 2004, nr 183, pagina 12. 3. ‘Nota Vervoer gevaarlijke stoffen’, Ministerie van Vereer en Waterstaat, 2006 4. ‘Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2004. 5. ‘Circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen’, Ministerie van VROM, 1984. 6. ‘Externe Veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1-, K2- en K3 in de interim periode(2008)’ 7. ‘Risicoanalyse voor buisleidingen met brandbare vloeistoffen’, RIVM, 2006. 8. ‘Inventarisatie van EV-risico’s bij het vervoer van gevaarlijke stoffen’, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2006. 9. ‘Informatieblad Besluit externe veiligheid’, Ministerie van VROM, Den Haag, januari 2006. 10. ‘Informatieblad Groepsrisico’, Ministerie van VROM, Den Haag, januari 2006. 11. ‘Informatieblad Risicoanalyse en Risicomodellering’, Ministerie van VROM, Den Haag, januari 2006. 12. ‘Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen’, Informatiebijeenkomst VNG, d.d. 30 oktober 2006. 13. ‘Inleiding Externe veiligheid’, module 1, cursusprogramma Externe Veiligheid, Saxion Hogescholen bijdrage AVIV BV, november 2006. 14. ‘Nota Regels voor Ruimte’, Gedeputeerde Staten, Provincie Zuid-Holland, januari 2007. 15. ‘Bedrijven en milieuzonering’, VNG, april 2007. 16. ‘Naar een veilige bestemming’, Handreiking verankering externe veiligheid in ruimtelijke plannen, juni VNG 2007. 17. ‘Handreiking verantwoording groepsrisico, VROM, november 2007. 18. ‘Beleid t.a.v. toepassing artikel 19 lid 2, WRO’, Provincie Zuid-Holland, oktober 2007. 19. ‘Besluit algemene regels voor inrichtingen, milieubeheer’, Staatsblad nr. 415, 2007. 20. ‘Wijziging Regeling Externe veiligheid Inrichtingen’, Staatscourant nr. 249, 2007. 21. Voornemen structuurvisie buisleidingen, Ministerie van VROM, 2008. 22. Externe Veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3 in de interim periode, augustus 2008, VROM. 23. Tussenstand concept-ontwerp basisnet, 2009. 24. Bijeenkomst structuurvisie buisleidingen, Ministerie van VROM, januari 2009. 25. Akoestisch onderzoek horecalawaai (AV.0670H-1), 23 december 2009. 26. Aanvullend akoestisch onderzoek horecalawaai (AV.0670H-2), 8 maart 2010. Locatiespecifieke informatie 27. www.risicokaartpubliek.zuid-holland.nl: interactieve risicokaart Provincie Zuid-Holland 2009. 28. www.gemeentehellevoetsluis.nl. 29. Bestemmingsplan “Vesting”, gemeente Hellevoetsluis 1989. 30. Route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, W00-09-0.295, gemeente Hellevoetsluis, juli 2007. 31. Visie Externe Veiligheid 2008-2017 Hellevoetsluis, februari 2008 32. Partiële herziening bestemmingsplan Vesting, 2002. 29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
21
BIJLAGE 1: TOELICHTING BEGRIPPEN BEVI Kwetsbaar object • Woningen (uitgezonderd: verspreid liggende woningen maximaal 2 per ha. en dienst- en bedrijfswoningen) • Gebouwen voor verblijf (al dan niet een gedeelte van de dag) van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals ziekenhuizen, bejaarden- en verpleeghuizen, scholen en dagopvang. • Gebouwen waarin grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals kantoorgebouwen en hotels vloeroppervlak >1500 m2, winkel (complexen) waarin een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd (complexen > 5 winkels en gezamenlijk vloeroppervlak > 1000 m2 of winkelvloeroppervlak. > 2000 m2 per object). • Kampeer- en andere recreatieterreinen voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen van het jaar. Beperkt kwetsbaar object • Verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal 2 woningen per ha en dienst- en bedrijfswoningen van derden. • Kantoorgebouwen en hotels met een vloeroppervlak < 1500 m2. • Restaurants als geen grote aantallen personen gedurende groot gedeelte van de dag aanwezig zijn. • Winkels met een vloeroppervlakte < 2000 m2, voorzover geen winkelcomplex met > 5 winkels en > 1000 m2 vloeroppervlak en geen supermarkt, hypermarkt of warenhuis. • Sporthallen, zwembaden en speeltuinen. • Sport-, kampeer-, en recreatieve terreinen voorzover geen verblijf > 50 personen gedurende meerdere dagen • Bedrijfsgebouwen waarin geen grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn. • Objecten die gelijkgesteld kunnen worden aan bovenstaande beperkt kwetsbare objecten. • Objecten met een hoge infrastructurele waarde zoals een telefoon- of elektriciteitscentrales. Het individueel risico, ofwel het plaatsgebonden risico (PR), is het risico buiten een inrichting (uitgedrukt in kans per jaar) dat één persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Bij ´kwetsbare objecten´ worden hiervoor grenswaarden als norm opgelegd. De grenswaarden kunnen worden omgerekend tot een veiligheidscontour. Bij ‘beperkt kwetsbare objecten’ gelden richtwaarden. Dit betekent dat om gewichtige redenen mag worden afgeweken van de richtwaarden. Het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kans (per jaar) dat minstens 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en zich een ongewoon voorval voordoet binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Bij zowel ’kwetsbare objecten’ als ‘beperkt kwetsbare objecten’ worden hiervoor oriëntatiewaarden als norm opgelegd. Afwijkingen van deze
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
22
waarden zijn mogelijk, mits goed onderbouwd. Dit is de motiveringspicht. De oriëntatiewaarden kunnen worden omgerekend tot een invloedsgebied. De gestelde normen en contouren betreffen afstanden tot risicovolle inrichtingen en transportroutes voor gevaarlijke stoffen. Een risicovolle inrichting is een vergunningsplichtige inrichting (op grond van Wm), die zeer grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen bewerkt en / of opslaat. Dit zijn bijvoorbeeld alle bedrijven die onder het ‘Besluit zware ongevallen 1999’ vallen. Dit zijn inrichtingen voor opslag en vervoer van gevaarlijke (afval-) stoffen in emballage (bijvoorbeeld > 10.000 kg bestrijdingsmiddelen), chemische fabrieken, LPG-tankstations, inrichtingen met koel- en vriesinstallatie >400 kg ammoniak en spoorwegemplacement waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen worden gerangeerd. Transportroutes spoor, weg en water Voor transportroutes over spoor, weg en water wordt aangesloten bij de in het BEVI gehanteerde begrippen. Buisleidingen Betreffende buisleidingen voor gevaarlijke stoffen geldt dat binnen de zakelijk recht zone, geen bebouwing is toegestaan. Tussen de zakelijk recht zone en de bebouwingsafstand is geen woonbebouwing en bebouwing uit de gebiedsklassen 3 en 4 toegestaan. In de zone tussen de bebouwingsafstand en de toetsingsafstand mag bebouwing slechts plaatsvinden indien planologische, technische en economische belangen van overwegende aard daartoe noodzaken en er maatregelen worden getroffen op basis van een indeling in gebiedsklassen. Gebiedsklasse 1: overige objecten en /of geen of uitsluitend incidentele woonbebouwing. Gebiedsklasse 2: bijzondere objecten categorie II. Gebiedsklasse 3: woonwijken (met onderlinge afstand tussen de woningen van <10 meter), recreatie- dan wel industrieterreinen. Gebiedsklasse 4: flatgebouwen en / of bijzondere objecten categorie I. Categorie I: bejaardentehuizen en verpleeginrichtingen, scholen en winkelcentra, hotels en kantoorgebouwen met >50 personen, objecten met een hoge infrastructurele waarde, objecten die door secundaire effecten een verhoogd risico met zich meebrengen. Categorie II: sporthallen en zwembaden, weidewinkels, hotels en kantoorgebouwen niet categorie I, industriegebouwen (productiehallen en werkplaatsen) niet categorie I. Wet milieubeheer Een ´gevoelig object´ is een gebouw of gedeelte van een gebouw dat voor bewoning wordt gebruikt of daartoe is bestemd.
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
23
BIJLAGE 2: PROJECTPLAN EN BESTEMMINGSPLAN
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
24
BIJLAGE 3: ROUTERINGBESLUIT GEMEENTE HELLEVOETSLUIS
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
25
BIJLAGE 4: RISICOKAART ZUID-HOLLAND
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
26
Page 1 of 1
http://geo.zuid-holland.nl/risicokaart_publiek/
28-9-2009
BIJLAGE 5: SIGNALERINGSKAART HELLEVOETSLUIS
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
27
Arkenbout
Ho
ru k ged aar dga
idin sl e g
Vijfwinkel
N57
g lw e alle Pa r
Nieu we w
Eneco
eg
Internationalla nesty an Am
R.J. Walters CZAV
Camping de Quack Parkweg 3
Lito BV Den Hartog
Citta Romana
Magetikoi
Legenda Bedrijf N57
Lokale wegen
Plaatsgebonden risicocontour (10-6) Veiligheidsafstand, Niet-Beviplichtig
Invloedsgebied, bestrijdingsmiddelen
Invloedsgebied, brandbare vloeistoffen
Helvoet BV
Moree V.O.F.
Sportcentrum De Eendracht Camping 't Weergors
Quick-Fit
Halfords 0
250
500
OPDRACHTGEVER
Gemeente Hellevoetsluis PROJECTOMSCHRIJVING
1 000
1 500
GIS SPECIALIST
T.E. Bont
PROJECTLEIDER
KAARTTITEL
Effectgebied, Niet-Beviplichtig
Definitief
Signaleringskaart risicovolle activiteiten
2 000 m SCHAAL
1:30 000
R.H.E. Bronckers
FORMAAT
A4
BLAD IN BLADEN
Hellevoetsluis externe veiligheidsvisie
Invloedsgebied, toxische vloeistoffen Invloedsgebied, brandbare gassen
BP
1 IN 1
KAARTNUMMER
171452-S
WIJZ.NR
D0
STATUS
R:\00170000\00171452\GIS\maps\171452-S.mxd
BIJLAGE 6: BASISNET WATER
29153/AQT303bEV/PA Definitieve rapportage 13 april 2010
28