JAARSTUKKEN JAARSTUKKEN GEMEENTE GRAVE HOOFDSTUK 3 5

JAARSTUKKEN

2014

JAARSTUKKEN 2014 - GEMEENTE GRAVE | HOOFDSTUK 3 5

Legenda realisatie

2

✓ ✚

Gerealiseerd (uitvoering conform planning) Deels gerealiseerd (in behandeling) (Nog) niet gerealiseerd (planning niet gehaald)

Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3

Inleiding Jaarstukken 2014 Voorwoord Resultaat van baten en lasten Indeling Jaarstukken

4 5 6 8

2 Jaarverslag 2.1 Programmaverantwoording 2.1.1 Programma 1 – Dienstverlening, veiligheid en bestuur 2.1.2 Programma 2 – Openbare ruimte 2.1.3 Programma 3 – Bouwen, wonen en milieu 2.1.4 Programma 4 – Kind, cultuur en sport 2.1.5 Programma 5 – Maatschappelijke zaken 2.1.6 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 2.2 Paragrafen 2.2.1 Paragraaf 1 Lokale heffingen 2.2.2 Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2.2.3 Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen 2.2.4 Paragraaf 4 Financiering 2.2.5 Paragraaf 5 Bedrijfsvoering 2.2.6 Paragraaf 6 Verbonden partijen 2.2.7 Paragraaf 7 Grondbeleid

10 11 11 23 35 53 61 73 77 77 80 87 91 94 95 109

3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6

116 117 118 133 134 137 152

Jaarrekening Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Balans Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans Verantwoording Specifieke Uitkeringen (SISA)

Bijlagen Bijlage 1 Beleidskaders per programma Bijlage 2 Lijst met gebruikte afkortingen

154 154 158

JAARSTUKKEN 2014 - GEMEENTE GRAVE | INHOUDSOPGAVE 3

4


1

INLEIDING JAARSTUKKEN 2014

1.1 Voorwoord Voor u liggen de Jaarstukken 2014, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaar 2014 kan gekenschetst worden als een jaar van veranderingen: een nieuwe raad, een nieuw college, de invoering per 1-1-2015 van de 3 Transities in het sociale domein waarvan de voorbereidingen in 2014 moesten plaatsvinden en de start van de nieuwe werkorganisatie voor de 3 gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert. In maart hebben de verkiezingen plaatsgevonden die uiteindelijk hebben geresulteerd in een nieuwe coalitie. Samen met de inwoners gaan we verder op de ingezette lijn, onderhouden we wat we hebben en verbeteren dit zo nodig. Nieuwe ontwikkelingen worden op hun merites beoordeeld. Er wordt een verantwoord financieel beleid gevoerd, wat leidt tot een begroting die meerjarig in evenwicht is. Economisch bevinden we ons in moeilijke jaren. Daarom moeten wij alert blijven op onze financiële positie. Om te zorgen dat onze financiële toekomst voldoende geborgd is, heeft de raad in juli-september een takendiscussie gevoerd met de inwoners van Grave. Dit heeft geleid tot een begroting die in de toekomst sluitend is, maar waarvoor het noodzakelijk was om in de begroting de nodige bezuinigingsmaatregelen te treffen. De ingrepen moeten de komende jaren uitgevoerd worden. Onze gemeente werd voor de grote uitdaging geplaatst om ervoor te zorgen dat de voorbereidingen voor de invoering van de nieuwe wetten op het gebied van de Jeugdzorg, Wmo en de Participatiewet goed en tijdig afgerond zouden worden. Onze inzet was erop gericht om onze burgers binnen de kaders van de nieuwe wetten zo min mogelijk te belasten met alle overgangsmaatregelen. Ondanks dat wetgeving pas heel laat de benodigde duidelijkheid verschafte, zijn wij van mening dat de noodzakelijke voorbereidingen en maatregelen tijdig zijn gerealiseerd. Dat betekent niet dat hiermee de transities zijn afgerond: de materie is dermate omvangrijk en complex dat het cruciaal is om ontwikkelingen te volgen en eventuele nadelige gevolgen binnen onze mogelijkheden op te vangen.

2014 was ook het eerste jaar dat er sprake is van één ambtelijke organisatie voor 3 gemeenten, waaronder de onze. Deze nieuwe organisatie werd meteen voor grote uitdagingen geplaatst. Niet alleen moest “tijdens de verbouwing de winkel gewoon open blijven”, ook moest gelijk-tijdig gezorgd worden voor alle werkzaamheden ter voorbereiding van de invoering van de 3 transities. Desondanks bleken aanloop problemen vrij snel overwonnen te zijn en konden de voorbereidingen en de besluitvorming voor de transities, ondanks de vaak zeer late duidelijkheid die de rijksoverheid verschafte, tijdig verricht worden. Op het financiële vlak zijn er positieve resultaten geboekt door de werkorganisatie CGM die ten goede komen aan onze gemeente en deels verwerkt zijn in deze jaarrekening. 2014 kenmerkt zich ook als het jaar waarin de basis is gelegd voor het afsluiten van een hoofdstuk in het dossier Wisseveld en de ontwikkelingen gezamenlijk met de ontwikkelaar, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, voor de toekomst vorm te geven. De eerste bouwkundige resultaten worden in 2016 verwacht. Ook bood 2014 de mogelijkheid tot de aankoop van het Visio-terrein waardoor de mogelijkheid is ontstaan om het historisch karakter van de stad naar de toekomst toe nog zichtbaarder te maken. Ook op het gebied van toerisme en recreatie zijn er grote stappen gezet om te komen tot een toeristisch platform, een toeristische visie en een raad van inspiratie. Er is sprake van een positief jaarrekeningresultaat ter grootte van € 85.814. Er zijn incidentele budgetten welke niet gebruikt zijn waarvan voorgesteld wordt om deze over te hevelen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 185.661. Voorgesteld wordt om het resultaat en de overheveling te bestemmen via de algemene reserve. 26 mei 2015 burgemeester en wethouders van Grave,

J.J.L. Heerkens secretaris

A.M.H. Roolvink burgemeester


resultaat genoemd. Na verwerking van alle begrotingswijzigingen 2014 werd een positief resultaat geraamd van € 1.866.587.

1.2 Resultaat van baten en lasten De jaarrekening 2014 sluit met een positief saldo van € 85.814 Het voordelige rekeningresultaat van bestaat uit het saldo van de totale lasten en baten inclusief de mutaties in de reserves. Dit rekeningresultaat wordt ook wel het gerealiseerde

1.2.1. Analyse De belangrijkste verschillen groter dan € 50.000 (niet limitatief) zijn in onderstaand overzicht opgenomen.

Programma Omschrijving

voordelen

nadelen

(bedragen x € 1.000) 1

Bijdrage veiligheidsregio lager dan begroot Extra storting in voorziening pensioenaanspraken

125

2

Aanwending voorziening openbare verlichting Kosten bijdrage waterschap overnamepunt vervallen door eenmalige afkoop van dubbelfunctie van deze gemalen Overschot kostendekkendheid riolering Aanwending voorziening (aansluiting VGRP) Externe advieskosten, waarvan een substantieel gedeelte betrekking heeft op advieskosten project uitvoering snippergroen

148 55

3

Onvoorziene uitgaven, taakstelling overhead omgevingsdienst Brabant Noord is financieel niet gecompenseerd Bijdrage gemeenschappelijke regeling Overige opbrengsten afvalinzameling valt hoger uit de gepland (met name textiel) Bijdrage gemeenschappelijke regeling bestuurscommissie afvalinzameling Aanwending reserve (geen onttrekking)

4

Subsidie openbaar basisonderwijs Sport algemeen: bijdrage aan derden

5

Algemene uitkering Wet Buig Minder uitkeringen BBZ, WWB, IOAW, IOAZ verstrekt Inkomensoverdracht vanuit het rijk Wet Buig Minder inkomsten vanuit bijdrage rijk, te hoog geraamd voor werk en activering Kosten voor inburgering Uitvoeringskosten WMO

188 61

66 60 240

108 78

53 51 269 85 72 75

Algemene dekkingsmiddelen

Mutaties in de reserves Gefaseerde lening onder gunstigere rentevoorwaarden Aanvullende uitkering gemeentefonds OZB opbrengst

228 71 60

Algemeen

Kapitaallasten

211

Een specificatie van de voor- en nadelen per programma, en een overzicht van incidentele baten en lasten met een toelichting is opgenomen

6

466

288

282 94

346

in de toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening (hoofdstuk 3.2).

JAARSTUKKEN 2014 - GEMEENTE GRAVE | HOOFDSTUK 1

1.2.2. Bestemming gerealiseerd resultaat Bij de vaststelling van de jaarstukken wordt voorgesteld het resultaat 2014 als volgt te bestemmen: 85.814 -185.661 -99.847

Gerealiseerd resultaat Overheveling niet benutte budgetten 2014 naar 2015 Saldo (te onttrekken aan de algemene reserve) Overheveling budgetten 2014 naar 2015 Voorgesteld wordt om voor een bedrag van € 185.661 niet benutte budgetten van 2014 over te hevelen naar de begroting 2015 zodat deze

middelen in 2015 beschikbaar zijn. Hiervan kan € 85.814 worden gedekt uit het rekeningresultaat 2014 en het restant wordt dan gedekt uit de algemene reserve.

Toelichting over te hevelen budgetten: Omschrijving budget

Toelichting

Chicane Trompetterstraat, drempelplateau.

Bij de 2e bestuursrapportage 2014 is budget beschikbaar gesteld. Werk wordt in 2015 uitgevoerd.

22.500

Chicane Trompetterstraat, voetgangersoversteek.

Bij de 2e bestuursrapportage 2014 is budget beschikbaar gesteld. Werk wordt in 2015 uitgevoerd.

7.500

Combinatiefunctionarissen/ buurtsportcoaches

In 2014 heeft het college besloten om deel te gaan nemen aan het JOGG. Ook heeft de gemeente een deelnameverplichting ondertekend waarin ze zich bereid heeft verklaard om uitvoering te geven aan de combinatiefunctionarissen. Aan de concrete invulling van de combinatiefunctionaris JOGG is invulling gegeven waarbij de beschikbare middelen van 2014, als onderdeel van het plan, nodig zijn in 2015.

54.600

Verhoging Uitvoeringskosten WMO

Vanaf 2011 zijn er invoeringsmiddelen beschikbaar gesteld om de implementatie van de transitie AWBZ uit te voeren. Voor 2015 zijn de resterende middelen noodzakelijk om de implementatie succesvol af te ronden.

75.083

Inhuur personeel i.v.m. inschrijving asielzoekers in de basisregistratie personen (BRP)

In de algemene uitkering 2014 is budget faciliteitenbesluit opvangcentra € 36.716 opgenomen. Hiervan in 2014 besteed aan o.a. inhuur personeel inschrijving asielzoekers € 16.700. Op grond van collegebesluit € 20.000 overhevelen naar 2015 i.v.m. bovenmatige opvang en inschrijving asielzoekers in 2015.

20.000

Kosten IBN t.b.v. digitaliseren milieudossiers.

Door interdisciplinair intern overleg binnen de organisatie kon eerst aanvang januari 2015 worden gestart met de betreffende werkzaamheden ter nakoming van de met de Omgevingsdienst Brabant-Noord gemaakte afspraken.

5.978

Totaal over te hevelen budgetten

Bedrag

185.661


1.3 Indeling Jaarstukken De indeling correspondeert met de in het ‘Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten’ (BBV) voorgeschreven opzet van de gemeentelijke jaarstukken. De jaarstukken vormen het finale verantwoordingsdocument voor het jaar 2014 voor de gemeenteraad. In dit document treft u de complete financiële stand van zaken aan, gekoppeld aan de binnen de diverse programma’s bereikte resultaten. De Jaarstukken bestaan uit: Het jaarverslag (Hoofdstuk 2) onderverdeeld in: • de programmaverantwoording; • de paragrafen. De jaarrekening (Hoofdstuk 3) onderverdeeld in: • overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de toelichting; • de balans en de toelichting; • de bijlage met verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen.

toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en het gerealiseerde resultaat. Van de voornaamste afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de gerealiseerde baten en lasten is per programma een analyse met toelichting opgenomen. De jaarrekening bestaat verder uit de balans met toelichting. De balans geeft de stand van zaken weer voor wat betreft de omvang en samenstelling van het vermogen. Het laatste onderdeel van de jaarstukken betreft de verantwoording over specifieke uitkeringen. Van een groot aantal specifieke uitkeringen van het rijk en de provincie dient verantwoording afgelegd te worden via een apart overzicht in de jaarrekening. Er is hierbij sprake van het principe van single information, single audit (SiSa). Dit houdt in dat er jaarlijks eenmalig informatieverstrekking en accountantscontrole plaatsvindt.

Jaarverslag Het jaarverslag volgt de indeling van de programmabegroting. In de programmaverantwoording zijn de drie ‘w-vragen’ beantwoord: • wat wilden we bereiken? • wat hebben we daarvoor gedaan? • wat heeft het gekost? Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de in de programma’s opgenomen beleidsdoelstellingen en subdoelstellingen één op één afkomstig zijn uit de programmabegroting 2014. De voorgeschreven zeven paragrafen, met elk een specifiek aandachtsveld, vormen een dwarsdoorsnede van de jaarrekening. Jaarrekening In de Jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de gerealiseerde baten en lasten per programma evenals een overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen. Verder wordt inzicht gegeven in het gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten, de werkelijke

8



4 10


2

JAARVERSLAG

2.1 Programmaverantwoording 2.1.1 Programma 1 Dienstverlening, veiligheid en bestuur

Portefeuillehouder: A.M.H. Roolvink Omschrijving programma Dit programma omvat de bestuurlijke organisatie, de relatie tussen bestuur en burgers, inclusief de ondersteuning door de griffie aan de (leden van de) raad, het presidium en de raadscommissies, de dienstverlening door de CGM-organisatie aan de burger van Grave en overige belanghebbenden en ons streven naar een veilige leef- en werkomgeving.

mogelijk te beperken, is dit niet in alle gevallen gelukt. In de loop van 2014 zijn de problemen verholpen.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling CGM levert een efficiënte en klantgerichte dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen tegen acceptabele kosten en werkt vraaggericht. De organisatie biedt de klant keuzevrijheid via welk kanaal (internet, telefonie, post en balie) het met ons zaken wil doen. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • We leveren een klantgerichte dienstverlening. • We maken de dienstverlening zo simpel en slank als mogelijk (efficiënt) en leveren deze sam. • Preventie identiteitsfraude.

✓ ✓ ✓

2.1.1.1 Dienstverlening Context en achtergronden De gemeente Grave wordt per 1 januari 2014 ondersteund door de uitvoeringsorganisatie CGM. De nieuwe organisatie werkt met één dienstver leningsvisie, die is uitgewerkt in een uitvoeringsplan met bijhorende activiteiten. In 2014 werd de dienstverlening verder volgens de visie en het uitvoeringsplan ingericht. Bij de vaststelling van de programmabegroting hielden we rekening met het feit dat de overgang naar de nieuwe organisatie gepaard zou gaan met perikelen in de dienst verlening. Hiermee bedoelden we dat systemen nog ingeregeld moesten worden, medewerkers getraind moesten worden voor eventuele nieuwe functies, etc. We namen ons voor er alles te doen om de mogelijke effecten voor onze burgers en bedrijven tot een minimum te beperken en, sterker nog, zo snel mogelijk de vruchten te plukken van de opschaling van de dienstverleningsorganisatie. Begin 2014 waren er inderdaad opstartproblemen. Hoewel we geprobeerd hebben de overlast zoveel


Beleidsdoelstelling 1: We leveren klantgerichte dienstverlening Subdoelstelling Activiteit(en) We leveren vraaggerichte en geïntegreerde diensten en communiceren hierover op een begrijpelijke en toegankelijke wijze.

Bij de aansturing van de uitvoerende medewerkers besteden de leidinggevenden aandacht aan deze subdoelstelling op zowel collectief als individueel niveau, door middel van trainingen, opleiding, intervisie, etc. Daarnaast worden vragen, opmerkingen, tips etc die wij ontvangen over taalgebruik, als input gebruikt om verbeteringen door te voeren in standaard brieven en beschikkingen.

We zijn bereikbaar en beschikbaar op passende momenten en plaatsen; passend is een gevolg van onze eigen afweging, de klantbehoefte en de kenmerken van het product.

1. Er is een nieuwe productencatalogus online op onze website beschikbaar gekomen, waarmee inwoners nog beter dan voorheen 24/7 product informatie kunnen inzien. 2. Ook is er een breed assortiment van digitale diensten op onze website beschikbaar gekomen. Hiermee kunnen inwoners 24/7 op veilige wijze diensten bij ons afnemen en zaken met ons regelen. 3. Inwoners die ons bellen worden door deskundige medewerkers van het Telefonisch Informatie Centrum zoveel als mogelijk in een keer met hun vraag geholpen. 4. Wij hebben de wekelijkse avondopenstelling van de balies verlengd tot 20.00 uur. 5. Inwoners kunnen hun baliebezoek van te voren inplannen door een afspraak te maken. Een afspraak kan via de website worden geregeld en telefonisch via het Telefonisch Informatie Centrum.

We monitoren de kwaliteit van onze dienstverlening.

1. Wederom namen we deel aan het onderzoek ‘Waar staat je gemeente’, waarmee we voor de dienstverlening een overall beeld hebben gekregen van de beleefde kwaliteit. Het gemiddelde rapportcijfer van de algehele dienstverlening bedroeg een 6,2. In de programmabegroting zijn streefwaarden opgenomen, gebaseerd op de Burgerpeiling Waar staat je gemeente. De opzet van dit onderzoek is echter in 2014 gewijzigd, waardoor de indicatoren niet meer valide te vergelijken zijn en de resultaten gezien moeten worden als een 0-meting. Voorheen werden de resultaten in een cijfer uitgedrukt, nu in een percentage. Zie hiervoor ook de Raadsinformatiebrief Resultaten burgerpeiling Waar staat je gemeente van 19 februari 2015. De nieuwe indicatoren zullen de basis vormen voor de streefwaarden in de programmabegroting en in de toekomst gebruikt gaan worden. 2. Periodiek is de inhoudelijke kwaliteit van de Basisregistratie personen (BRP, voorheen de gemeentelijke basisadministratie - GBA) getoetst aan hand van de kwaliteitsmonitor van het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR). Deze toetsing toont aan dat we beschikken over foutloze persoonslijsten en een betrouwbare leverancier van persoonsgegevens naar onze afnemers (o.a. belastingdienst) zijn. 3. We voerden de zelfevaluatie BRP en waardedocumenten uit. Onderdeel hierin vormde de zojuist genoemde kwaliteitsmonitor. Zodoende weten we dat de processen binnen burgerzaken goed zijn ingericht en correct worden uitgevoerd.

12


Beleidsdoelstelling 2: We maken de dienstverlening zo simpel en slank als mogelijk (efficiënt) en leveren deze samen Subdoelstelling Activiteit(en) We richten de dienst verlening in vanuit het perspectief van de klant en willen de klant meer gemak en een goede service bieden.

1. Bij de inrichting van het digitaal loket is gekozen voor de meest gevraagde producten die zich lenen voor digitale afhandeling. 2. Er is gestart met het werken op afspraak, waardoor de inwoner en de medewerker beiden goed voorbereid zijn en in veel gevallen er met één bezoek volstaan kan worden. 3. De inwoner die belt wordt in het TIC zoveel als mogelijk geholpen. In 2014 was dit 50%. Wanneer het TIC de vraag niet zelfstandig kan afhandelen wordt de inhoudelijke relevante informatie doorgegeven aan de backoffice. Dit gebeurt mondeling bij het doorverbinden of via e-mail met een terugbelnotitie.

Beleidsdoelstelling 3: Preventie identiteitsfraude Subdoelstelling Activiteit(en) We willen de kans op identiteitsfraude tot een minimum beperken.

De bestaande processen zijn alle doorlopen op frauderisico en waar nodig aangescherpt. Bij twijfel wordt contact opgenomen met de (vreemdelingen)politie.

Indicator Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 Aantal gesignaleerde onrechtmatigheden in overlegde documenten (paspoort, ID-kaart, rijbewijs).

n.n.b.

2.1.1.2 Veiligheid Context en achtergronden Het programma Veiligheid omvat een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde integrale voorbereiding en uitvoering van de hulpverlening op het gebied van openbare orde en veiligheid, alsmede voor rampen- en crisisbeheersing.

Rampen- en crisisbeheersing Op het gebied van de rampen- en crisisbeheersing wordt nauw samen gewerkt met de Veiligheidsregio Brabant-Noord, conform de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord. Op basis van de Wet Veiligheidsregio zijn regionaal het Risicoprofiel, Crisisplan en Beleidsplan vastgesteld.

0

Nieuwe ontwikkelingen: • Effectuering van organisatorische en beleids wijzigingen in de Veiligheidsregio Brabant-Noord m.i.v. 2014, om reden van bezuinigingen. Integrale Veiligheid / kernbeleid Veiligheid Het Uitvoeringsplan van de Kadernota Integrale Veiligheid bevat acties en maatregelen voor de jaren 2013 en 2014. In het uitvoeringsplan bij het thema Jeugd zijn ook de activiteiten opgenomen van het Veiligheidsarrangement Jongeren, alcohol, drugs en vandalisme. Tot het thema Integriteit van het Kernbeleid Veiligheid behoren onder andere de Beleidsregels Wet Bibob. Nieuwe ontwikkelingen: • Verdere ontwikkeling en uitbreiding van de boapool Maas en Leijgraaf.


• Samenwerking en doorontwikkeling veiligheidshuizen in Oost-Brabant. • Implementatie van het Drank- en Horecabeleid. • Wijziging beleidsregels Wet Bibob door wetswijzigingen.

Openbare orde en veiligheid Ten aanzien van de openbare orde en veiligheid wordt verwezen naar onder andere de Algemene plaatselijke verordening Grave, Verordening binnentreden Noodverordeningen en Beleidsregels bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast. Nieuwe ontwikkelingen: • Verder ontwikkelen van de structuur en organisatie nationale politie.

Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Conform Wet op de Veiligheidsregio zorg dragen voor een adequate uitvoering proces bevolkingszorg. • Uitvoering geven aan de Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2014 (IV) op basis van de methodiek Kernbeleid Veiligheid. • Borgen van een veilige leefomgeving binnen de gemeente Grave, waarbij de nadruk ligt op het voorkomen en beheersen van onveilige situaties. • Doorontwikkeling van de ambtelijke samenwerking CGM op het gebied van openbare orde en veiligheid en rampen- en crisisbeheersing.

✓

✓

✓

✓

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Het integraal, gecoördineerd en georganiseerd uitvoering geven op het gebied van openbare orde en veiligheid en rampen- en crisisbeheersing. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de veiligheidsketen (pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg).

Beleidsdoelstelling 1: Conform Wet op de Veiligheidsregio zorg dragen voor een adequate uitvoering proces bevolkingszorg Subdoelstelling Activiteit(en) Inrichting processen bevolkingszorg.

Het adequaat inrichten van de lokale processen Bevolkingszorg conform de nieuwe structuur Bevolkingszorg Brabant-Noord d.d. 1 april 2013. Resultaat 2014: CGM is voorbereid op het handelen tijdens een crisis. In het beleidskader 2016 van de Veiligheidsregio is de oprichting van een regionaal programma Bevolkingszorg opgenomen. Hiermee zullen ook meer regionale functionarissen geworven worden. In 2015 en 2016 zullen deze processen verder worden ingericht.

Opleiding en training.

Het opstellen van een opleidings-, trainings- en oefenings- (OTO) plan voor de gemeentelijke processen Bevolkingszorg. Resultaat 2014: Regionaal zullen door expertteams takenkaarten opgesteld worden ter ondersteuning van het OTO traject. Gezien de regionale ontwikkelingen is een pas op de plaats gemaakt met het ontwikkelen van een opleidings-, trainings- en oefeningsplan. In 2015 en 2016 zal dit verder worden geconcretiseerd.

14


Indicator

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

Oefenen gemeentelijk beleidsteam. Casus oefening experts processen Bevolkingszorg.

1 1

1 1

Beleidsdoelstelling 2: Uitvoering geven aan de Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2014 (IV) op basis van de methodiek Kernbeleid Veiligheid Subdoelstelling

Activiteit(en)

Prioritering Kadernota IV.

De prioriteiten uit de Kadernota IV zijn: • Geweld in de publieke domein • Integriteit van de woning • Jeugdproblematiek • Verkeer en verkeersveiligheid • Milieu en milieuhandhaving

• Drugs criminaliteit en problematiek • Boa convenant • Integrale Handhaving • Leefbaarheid

Resultaat 2014: In het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2013-2014 is extra aandacht besteed aan de prioriteiten, door onder andere de aansluiting bij het RIEC, het houden van een witte voetjesactie in het kader van donkere dagen offensief, het houden van integrale controles en periodiek overleg met diverse partners over veiligheidsthema’s. Ten aanzien van het Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid volgt er in nog een uitgebreide evaluatie. Uitvoeringsprogramma IV 2013-2014.

Uitvoering geven aan de prioriteiten uit de Kadernota IV op basis van het Uitvoeringsprogramma IV 2013-2014. Resultaat 2014: In 2014 is uitvoering gegeven aan de Kadernota Integrale Veiligheid 2011-2014 en het Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2013-2014. De trends en ontwikkelingen zijn frequent gemonitord en waar nodig is hier extra op ingezet. Bovenstaand is aangegeven welke activiteiten in ieder geval hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de prioriteitstelling. Naast de uitvoering van het huidige beleid is in 2014 het Integraal Veiligheidsplan 2015 t/m 2018 opgesteld. Hiervoor zijn prioriteiten vastgesteld op landelijk, regionaal en gemeentelijk niveau.

Veiligheidsarrangement Jongeren, alcohol, drugs en vandalisme 2011-2014.

Uitvoering geven aan het Veiligheidsarrangement Jongeren, alcohol, drugs en vandalisme (zie thematiek Jeugdproblematiek Kadernota IV). Resultaat 2014: In 2014 zijn individuele jongeren en jeugdgroepen regulier besproken in het Jong in de Buurt overleg. Naar aanleiding hiervan zijn afspraken gemaakt tussen de partners. Uit de Jeugdanalyse Oost-Brabant 2014 is gebleken dat de gemeente Grave op dit moment 1 overlastgevende jeugdgroep en 1 hinderlijke jeugdgroep heeft.

Indicator Evaluatie Uitvoeringsprogramma IV (gemeenteraad). Evaluatie Veiligheidsarrangement. Regionaal beleidsplan Oost-Brabant. Shortlist Beke (jeugdgroepen).

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

1 n.n.b.

1 Meegenomen in opstelling Integraal veiligheidsplan. 1 1

1 1


Beleidsdoelstelling 3: Borgen van een veilige leefomgeving binnen de gemeente Grave, waarbij de nadruk ligt op het voorkomen en beheersen van onveilige situaties Subdoelstelling

Activiteit(en)

Borging door integrale samenwerking ketenpartners met aandacht voor rechtszekerheid, rechtmatigheid en rechtvaardigheid.

Het integraal koppelen van de thema’s Integrale Veiligheid, Integrale Handhaving en rampen- en crisisbeheersing om te komen tot een borging van een veilige leefomgeving. Resultaat 2014: Thema’s binnen Integrale Veiligheid, Integrale Handhaving en rampen- en crisisbeheersing zijn integraal opgepakt. Dit heeft onder andere zijn uiting gehad in het opstellen van de Integraal Veiligheidsplan. Hiervoor heeft afstemming plaatsgevonden met diverse partners. Op de landelijke lijst van meest onveilige gemeentes is de gemeente Grave gedaald met 124 plaatsen naar plaats 272.

Indicator

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

Evaluatie IH en IV (Gemeenteraad). Evaluatie innovatieplan fysieke leefomgeving CGM.

1 1

1 0*

* Er is wel een evaluatie handhaving opgesteld over het jaar 2014, maar het project IFO is nog niet afgerond; het loopt door in 2015. Dit project heeft vertraging opgelopen. Vandaar dat er nog geen sprake was van een eind-evaluatie van het project in 2014. Deze eind-evaluatie zal wel eind 2015 plaatsvinden en worden afgerond. Beleidsdoelstelling 4: Doorontwikkeling van de ambtelijke samenwerking CGM op het gebied van openbare orde en veiligheid en rampen- en crisisbeheersing Subdoelstelling

Activiteit(en)

Het intergemeentelijk vullen van de Communicator.

Doorontwikkeling van de borging experts, medewerkers en teamleiders ten tijde van een ramp en/of crisis in CGM-verband. Resultaat 2014: De communicators van de CGM gemeenten zijn aan elkaar gekoppeld om zo een betere bezetting van de processen te hebben. Op regionaal niveau wordt op dit moment gewerkt aan een regionale invulling van teamleider functies.

Indicator

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

Alarmeringsoefeningen Communicator Veiligheidsregio Brabant-Noord.

2

2

16


2.1.1.3 Bestuur

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan?

Context en achtergronden Gemeenteraad In maart 2014 is een nieuwe gemeenteraad geïnstalleerd.

Programma-doelstelling Bestuur Het besturen van de gemeente Grave op een effectieve, efficiënte en maatschappelijk verantwoorde wijze.

Regionale samenwerking Samen staan we sterk. Een goede onderlinge samenwerking met overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven in de regio is van groot belang voor het effectief uitvoeren van onze taken als eerste overheid. We kijken over onze grenzen heen en gaan allianties aan met bovenstaande partners in de regio. Deze allianties moeten bijdragen aan het bereiken van onze doelen en ambities. Daarbij blijven we openstaan voor nieuwe kansen en mogelijkheden in de regio. • L and van Cuijk: Bestuurlijke samenwerking krijgt steeds meer vorm en inhoud. De strategische visie Land van Cuijk en de uitvoeringsagenda zijn concrete voorbeelden daarvan. De visie kent een vijftal thema’s te weten: - agrofood; - verbetering vestigingsfactoren; - recreatie en toerisme; - leefbaarheid en zorg; - sociaal domein. De uitvoeringsagenda van de visie wordt in 2015 verder geconcretiseerd. •R egio NO Brabant: Het ligt in de lijn der verwachtingen dat na ondertekening van het bestuursconvenant voor de Regio NO Brabant en de doorontwikkeling van de governance deze samenwerkingsvorm ook een grotere rol van betekenis zal gaan vervullen. •E uregio: de gemeenten uit het Land van Cuijk zijn lid van de Euregio Rijn Waal. Met het nieuwe Interreg V zien wij mogelijkheden voor cofinanciering van projecten. • PNM: Het Platform Noordelijke Maasvallei is een samenwerkingsverband tussen ondernemers, onderwijs, zorg, volkshuisvesting en overheid. Er worden initiatieven ontwikkeld die ook raakvlakken hebben met de thema’s uit de strategische visie. Daarom is het wenselijk dat er inhoudelijke afstemming en borging gerealiseerd wordt.

Communicatie Grave is van ons allemaal, dus betrekken wij onze inwoners, instellingen, verenigingen en bedrijven op een actieve wijze bij de voorbereiding, de vorming en de uitvoering van beleid. Wij bieden burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen en om deel te nemen. Wij streven bij de uitkomsten van beleidsvoorbereiding en -uitvoering naar een zo breed mogelijk draagvlak. Om gezamenlijk te werken aan deze uitgangspunten is goede en tijdige communicatie van essentieel belang. Representatie en kabinetszaken Er zijn geen actuele ontwikkelingen te melden. Juridische aangelegenheden Het is van belang om constant aandacht te blijven schenken aan de kwaliteit van het de gemeentelijke regelgeving en de rechtmatigheid van besluiten. In het kader van CGM zal de nadruk meer komen te liggen op het vormgeven van juridische kwaliteitszorg. Gelet op de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is het van belang om de beslistermijnen bij bezwaarschriften te blijven monitoren. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Op het juiste moment en op basis van de juiste informatie worden op maatschappelijk verantwoorde wijze democratische besluiten genomen. • Burgers betrekken bij totstandkoming en uitvoering beleid. • Het bestuur vervult een voorbeeldfunctie • Het bestuur is toegankelijk en zichtbaar in de lokale samenleving. • Het bestuur staat open voor klachten en bezwaren en streeft naar een vlotte en zorgvuldige afhandeling daarvan.

✓

✓ ✓ ✓ ✓


Beleidsdoelstelling 1: Op het juiste moment en op basis van de juiste informatie worden op maatschappelijk verantwoorde wijze democratische besluiten genomen Subdoelstelling

Activiteit(en)

De raad wordt adequaat ondersteund bij zijn volksvertegenwoordigende, zijn kaderstellende en zijn controlerende rol.

Conform de vastgelegde afspraken en regelgeving wordt de raad geïnformeerd en ondersteund. Een voorbeeld hiervan is de ambtelijke ondersteuning bij de raadswerkgroep Takendiscussie. In opdracht van deze werkgroep zijn er informatieavonden georganiseerd om samen met de inwoners van de kernen van Grave het gesprek aan te gaan over de bezuinigingsmogelijkheden.

Raadsvragen ex art. 39, overige vragen.

Er zijn 50 vragen ex art. 39 gesteld.

Indicator Aantal termijnoverschrijdingen. Aantal termijn overschrijdingen raadsvragen ex artikel 39.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

n.n.b. n.n.b.

n.n.b. n.n.b.

Beleidsdoelstelling 2: Burgers betrekken bij totstandkoming en uitvoering van beleid Subdoelstelling Inwoners, ondernemers, verenigingen en andere maatschappelijke organisaties betrekken bij de totstandkoming en uitvoering van beleid.

Activiteit(en) In 2014 zijn diverse initiatieven geweest om burgers, ondernemers, verenigingen en andere maatschappelijke organisatie te betrekken. O.a. rondom de takendiscussie is mogelijkheid geboden om mee te praten over de financiële toekomst van Grave. Maar ook in de diverse economische platforms is gesproken over beleid en uitvoering van Beleid. Zo is in 2014 de aanzet geweest om samen met de ondernemers uit de toeristische branche te komen tot een toeristisch visie.

Beleidsdoelstelling 3: Het bestuur vervult een voorbeeldfunctie Subdoelstelling

Activiteit(en)

Transparantie.

De besluitenlijsten van het college worden online gepubliceerd op de website van de gemeente Grave en in de app Raaddigitaal.

Integriteit.

In 2014 is er een werkbijeenkomst georganiseerd voor Raads- en Collegeleden om met elkaar in gesprek te zijn over integriteit.

Declaratiegedrag.

De declaraties van het college worden gepubliceerd op de website.

18


Beleidsdoelstelling 4: Het bestuur is toegankelijk en zichtbaar in de samenleving Subdoelstelling

Activiteit(en)

Zichtbaarheid in de samenleving.

In 2014 is het college op bezoek geweest bij de wijken dorpsraden en zijn er diverse bedrijfsbezoeken geweest. Er is op gepaste wijze stil gestaan bij de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en is Operatie Market Garden uitgebreid herdacht. Dit zijn slechts enkele voorbeelden.

Toegankelijkheid.

De deur van de collegeleden staat altijd open voor inwoners en onder nemers. Hier is in 2014 met grote regelmaat gebruik van gemaakt.

Beleidsdoelstelling 5: Het bestuur staat open voor klachten en bezwaren en streeft naar een vlotte en zorgvuldige afhandeling daarvan Subdoelstelling

Activiteit(en)

Zorgvuldige en snelle afhandeling van klachten.

• Er is een klachtencoördinator en een vervangend klachtencoördinator aangewezen die toezicht houden op de zorgvuldige en snelle afhandeling van klachten. • Er is een klachtenregeling vastgesteld. • Gestreefd wordt naar zoveel mogelijk informele afhandeling van klachten.

Zorgvuldige en snelle afhandeling van bezwaren.

•D e taakverdeling tussen de vakafdeling en de secretaris van de bezwarencommissie is vastgelegd en gecommuniceerd. • De bezwaarprocedure wordt gebruikt als heroverweging. Soms komt de vakafdeling tijdens de heroverweging tot het inzicht dat het oorspronkelijke besluit kan of moet worden herzien. Behandeling in de commissie bezwaarschriften is dan niet meer nodig. •B ij WIZ is in 2014 een start gemaakt met ambtelijk horen. •W aar nodig worden extra hoorzittingen gepland. •W aar mogelijk wordt tijdig verdaagd en/of bezwaarde gevraagd met verder uitstel in te stemmen.

Indicator

Streefwaarde 2014

Aantal ontevreden burgers dat zich tot het college wendde.

n.n.b.

Percentage gegronde klachten. Gemiddelde behandelingstermijn klachten in weken. Percentage houdbare beslissingen in beroepsprocedures. Percentage gegronde bezwaarschriften. Gemiddelde behandelingstermijn bezwaren in weken.

n.n.b. n.n.b. n.n.b. 11% 13

Realisatie 2014

38 bezwaarschriften tegen besluiten van de gemeente Grave en 1 klacht tegen een bestuurder. 0% Gemiddeld 11 weken 90% 18% Hiervoor verwijzen we u naar het jaar verslag van de commissie-bezwaarschriften dat op het moment van opstellen van de jaarrekening nog niet is afgerond.


Wat heeft het gekost? In onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Omschrijving beleidsproduct

Begroot voor wijziging

Voor een toelichting op de belangrijkste afwijkingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3.2.1.1.

Begroot na wijziging

Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 1.1 Dienstverlening 781 767 709 58 V 1.2 Veiligheid 959 1.849 1.898 -50 N 1.3 Bestuur 1.222 1.412 1.714 -302 N Totaal Lasten 2.961 4.027 4.321 -294 N 1.1 Dienstverlening 222 204 206 -1 V 1.2 Veiligheid 15 1.559 1.613 -54 V 1.3 Bestuur -12 1 1 0 Totaal Baten 225 1.764 1.820 -56 V Saldo 2.737 2.263 2.501 -238 N

20



22


2.1.2 Programma 2 Openbare ruimte

Portefeuillehouder: H.A.W.M. Daandels en J. Joon (Recreatie en Toerisme) Omschrijving programma Het programma ‘Openbare ruimte’ omvat het voorbereiden en uitvoeren van beleid met betrekking tot: •2 .2.2.1 Wegen. •2 .2.2.2 Waterwegen en havens •2 .2.2.3 Openbaar groen •2 .2.2.4 Recreatie en toerisme •2 .2.2.5 Riolering en waterbeheer •2 .2.2.6 Gemeentelijke eigendommen

2.1.2.1 Wegen en parkeren

• Planstudie N324 De planstudie en het principeplan voor N324 is uitgevoerd door de Provincie Noord-Brabant. In het programma Provinciale Wegen 2013-2017 is de realisatiefase de N324 Grave-Oss (fase 1) opgenomen. In de meerjaren doorkijk 2018-2022 is fase 2 opgenomen.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling De openbare ruimte dusdanig inrichten en onderhouden zodat deze voor alle gebruikers aangenaam, leefbaar, verkeersveilig en prettig te gebruiken is. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Het onderhoudsniveau van de wegen op peil houden. • Voldoende en veilige openbare verlichting. • Doelmatige inrichting van de openbare ruimte voor de verkeersdeelnemers. • Een schone openbare ruimte. • Schoon en veilig straatmeubilair.

✓ ✓ ✓ ✓ ✓

Context en achtergronden • In 2014 is een nieuw beheerplan Wegen opgesteld 2015-2018 • In 2014 is een nieuw Beleidsplan Openbare Verlichting 2015-2018 deel 1 t/m 3 opgesteld.

Beleidsdoelstelling 1: Het onderhoudsniveau van de wegen op peil houden Subdoelstelling Activiteit(en) Met minimale kosten het wegennet in stand houden.

• In 2014 zijn alle wegen geïnspecteerd en de resultaten zijn ingevoerd in het beheersysteem. Tevens hebben er naar aanleiding van de inspectie mutaties plaats gevonden aan het beheersysteem. • Met behulp van het beheersysteem en de laatste inspectieresultaten is een meerjarenplanning voor het noodzakelijk onderhoud aan de wegen opgesteld. Op basis van de meerjarenplanning is het onderhoudsprogramma bepaald. In 2014 is samen met de gemeente Cuijk en gemeente Mill & Sint Hubert een meerjarig onderhoudsbestek aan besteed. De werkzaamheden voor 2014 zijn voor een deel uitgevoerd. Het restant wordt in het voorjaar van 2015 uitgevoerd. • In 2014 zijn de projecten Hart van Grave, Burgemeester Raaijmakerslaan en Herinrichting Julianaplein afgerond/uitgevoerd. • In 2014 is het beheerplan wegen 2015-2018 vastgesteld, waarbij het uitgangspunt is het wegenareaal op een minimumniveau (kwaliteit C) te onderhouden.


Beleidsdoelstelling 2: Voldoende en veilige openbare verlichting Subdoelstelling

Activiteit(en)

Voldoende lichtsterkte in de openbare ruimte.

• Er heeft geen areaaluitbreiding plaatsgevonden en bij reconstructies is bereikt dat met minder lichtmasten hetzelfde of zelfs beter licht op straat is verkregen. • 6 wekelijks werd er een lichtcontrole uitgevoerd door de buitendienst. Dit betreft circa 2900 lichtmasten. De lampen/armaturen/masten die kapot/doorgeroest zijn worden hierbij vervangen.

Indicator

Streefwaarde 2014

Wegwerken achterstand vervangingen. 30% * door bezuinigingen op openbare verlichting is de achterstand niet verminderd.

Realisatie 2014 0%*

Beleidsdoelstelling 3: Doelmatige inrichting van de openbare ruimte voor de verkeersdeelnemers Subdoelstelling

Activiteit(en)

Zo veilig mogelijke wegen en fiets paden in alle weersomstandigheden.

• De bestaande borden zijn op de gebruikelijke wijze onderhouden. • De VRI’s (Verkeersregelinstallaties) aan de St. Elisabethstraat zijn volgens het contract met de provincie onderhouden. • De gemeente Grave neemt deel aan het GGA NoordOost-Brabant (GebiedsGerichte Aanpak, regionaal samenwerkingsverband met 11 gemeenten). Ook wordt samengewerkt met de GGA-regio Den Bosch, onder meer bij het opstellen van een Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (Mobiliteitsvisie), afgerond in 2014. • De Brabant-brede campagne ‘Help Brabant op weg naar nul verkeersslachtoffers’ is ook in 2014 ondersteund. Hierbij is in juni 2014 een regionale actiedag georganiseerd door en voor de 5 gemeenten in het Land van Cuijk. • Het project, verbeteren van de toegankelijkheid van de bushaltes is conform afspraken afgerond. • Er zijn tijdige en preventieve maatregelen getroffen bij dreigende gladheid situaties. Daarbij is ook het strooimaterieel in goede staat onderhouden en is er voldoende strooizout op voorraad gehouden.

Beleidsdoelstelling 4: Een schone openbare ruimte Subdoelstelling

Activiteit(en)

Gemeente zo veel mogelijk vrij houden van afval.

Het vegen van de straten en pleinen is volgens de vooraf afgesproken frequenties uitgevoerd. Daarnaast zijn, na de in de gemeente gehouden evenementen, de wegen en terreinen zorgvuldig schoongemaakt. De afvalbakken die her en der geplaatst zijn, zijn periodiek door de IBN geledigd dit ter voorkoming van zwerfvuil. Het opruimen van zwerfafval tijdens onderhoud groenvoorzieningen heeft de nodige aandacht gekregen en er zijn tussentijds door gerichte inzamelingsacties uitgevoerd.

Beleidsdoelstelling 5: Schoon en veilig straatmeubilair Subdoelstelling

Activiteit(en)

Aangenaam en doelmatig te gebruiken straatmeubilair.

Wij hebben het aanwezige straatmeubilair zoals banken, fietsenrekken, afvalbakken, afzetpaaltjes, bloembakken op de vereiste wijze onderhouden door periodiek het straatmeubilair te reinigen en de afvalbakken te legen.

24


2.1.2.2 Waterwegen en havens Context en achtergronden •D e haven van Grave ligt binnendijks en wordt verhuurd aan watersportvereniging de Stuw welke ook het beheer en onderhoud heeft van het clubhuis en steigers etc.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Een aantrekkelijke haven voor watertoeristen. Beleidsdoelstelling • Toegankelijke haven van Grave.

Beleidsdoelstelling 1: Toegankelijke haven van Grave Subdoelstelling Creëren van voldoende diepte in de vaarweg.

Activiteit(en) In 2014 hebben wij de haven gepeild. Uit uitgevoerde metingen blijkt dat er onvoldoende diepgang is.

Indicator Peilen van de haven.

2.1.2.3 Openbaar groen Context en achtergronden •H et beheerplan Groen richt zich hoofdzakelijk op het renovatieonderhoud aan de openbare groenvoorzieningen. • In het beheerplan Groen is ook de vervanging van speelvoorzieningen opgenomen. Op basis van inspecties op het veilig functioneren van de speelvoorzieningen worden deze zo nodig gerepareerd of vervangen. Bij het uitvoeren van renovaties wordt een gehele speelplek aangepakt. • Ontwikkeling groenbeleidsplan in CGM-verband, mogelijk hierop volgend een gemeentelijk groenstructuurplan. •D oor bezuinigingen op het renovatiebudget worden alleen nog de grootste knelpunten in de wijk aangepakt.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

nee

ja

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Een duurzame groenvoorziening met veilige en uitdagende speelplekken, die bijdraagt aan een prettige, veilige en leefbare woon- en werkomgeving. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • De belevingswaarde van de groene openbare ruimte (natuur en groen) in de leefomgeving in stand houden en waar mogelijk verbeteren. • Duurzame groenvoorziening met positieve uitstraling. • Veilige speelplekken.

✓ ✓ ✓


Beleidsdoelstelling 1: De belevingswaarde van de groene openbare ruimte (natuur en groen) in de leefomgeving in stand houden en waar mogelijk verbeteren Subdoelstelling Groenrenovatie. Beleidsontwikkeling.

Activiteit(en) In 2014 hebben geen renovaties plaatsgevonden. In 2014 is het beeldkwaliteitsplan vastgesteld.

Indicator (Afschrijving) groen, gemiddeld bedrag voor renovatie/ groot onderhoud, 1x per 30 jaar. Bijhouden beheergegevens groen. Afschrijvingen speeltoestellen, gemiddelde levensduur 15 jaar. Bomenzorg, VTA , cyclus 4 jaar.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

7%

7%

100% 17

50% 17

25%

25%

Beleidsdoelstelling 2: Duurzame groenvoorziening met positieve uitstraling Subdoelstelling Op orde houden van het openbaar groen. Bescherming en herstel van natuur. Versterken ecologische verbindingsstructuren. Veilig groen.

Activiteit(en) • Onderhoudsbestek is opgesteld en opdrachtverlening vindt plaats in 2015. • Regulier onderhoud is grotendeels in eigen beheer verricht. In 2014 is het integraal Gebiedsplan Velp vastgesteld. De uitvoering vindt plaats in 2015. In 2014 geen concrete activiteiten ontplooid. De gemeentelijke bomen worden structureel onderhouden. Voor de gemeentelijke bossen dient nog een plan opgesteld te worden.

Beleidsdoelstelling 3: Veilige speelplekken Subdoelstelling Veilige speelplekken.

Activiteit(en) Speelplekken zijn geïnspecteerd en onderhouden. Zo is bijvoorbeeld het speelterrein bij het Oranje Bastion opgeknapt.

2.1.2.4 Recreatie en toerisme Context en achtergronden Lokaal: • De ontwikkeling van Toerisme & Recreatie is een van speerpunten van gemeentelijk beleid; • De ontwikkeling richt zich op vestingstad Grave, Velp, Gassel, Escharen en het buitengebied;

26

• Voor stad Grave gaan we ons specifiek richten om onze kansen van de ligging aan de Maas te benutten zoals verwoord in de Visie Waterfront. Er wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld (vooral gericht op “laaghangend fruit”). • De beleidsmatige-ruimtelijke aspecten van de Visie Waterfront worden opgenomen in de Structuurvisie Grave; • Met name voor het buitengebied, Velp, Gassel en Escharen wordt een relatie gelegd met de IDOP’s (uitvoeringsprogramma).


Regionaal: •R ecreatie en toerisme als nieuwe economische trekker is een van de ambities van de Strategische Visie Land van Cuijk; •D aarbij is de nota Identiteit van het Land van Cuijk het gezamenlijk concept en vertrekpunt om die ambitie waar te maken; •D e concretisering gebeurt door middel van een uitvoeringsprogramma; •D it programma is een gezamenlijk product van gemeenten en toeristische ondernemers (verenigd in de Stichting Platform Recreatie en Toerisme Land van Cuijk).

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Positionering van de gemeente Grave als interessant toeristisch-recreatieve gemeente binnen de verdere ontwikkeling van toerisme & recreatie in het Land van Cuijk (Strategische Visie). Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Stimuleren/aanjaagfunctie van toerisme en recreatie, lokaal en regionaal. • Stimuleren van watertoerisme. • Verblijfsmogelijkheden voor toeristen vergroten.

✓ ✓ -

Beleidsdoelstelling 1: Stimuleren/aanjaagfunctie van toerisme en recreatie, lokaal en regionaal Subdoelstelling Activiteit(en) Meer toeristen naar de gemeente Grave trekken.

Met sleutelpersonen zijn gesprekken gevoerd om te komen tot een krachtiger samenwerking en effectieve structuur op toeristisch gebied. Vanuit Graveon is een kerngroep Toerisme opgericht, die uitgebouwd wordt tot een toeristisch Platform voor de gemeente. Dit platform werkt in afstemming met het Uitvoeringsprogramma Identiteit Land van Cuijk en het Regionaal Bureau voor Toerisme Land van Cuijk. De gemeente trekt mede aan de oprichting van het Platform en houdt nauw contact met de kerngroep Toerisme.

Toerisme als nieuwe economische trekker maken voor het Land van Cuijk (Strategische Visie Land van Cuijk).

• Voor het Land van Cuijk is in samenwerking met het Regionaal Bureau voor Toerisme (RBT) een nieuwe toeristische structuur opgezet met o.a. Toeristische Ontmoetingspunten en Groeters. • Voor de Groeters is een opleiding verzorgd via de Land van Cuijk Academie. • Het RBT heeft, mede op verzoek van de gemeenten, een contract getekend met VVV Nederland om gebruik te kunnen maken van de data en het logo van deze organisatie. Dit in verband met de herkenbaarheid van het VVV beeldmerk voor de toerist. • In de gemeente Grave zijn diverse Ontmoetingspunten opgericht, waaronder een VVV Toeristisch Ontmoetingspunt in het historisch stadhuis. In de aanloop naar de opening van dit Ontmoetingspunt heeft vanuit de gemeente intensief contact plaatsgevonden met de reeds bestaande groep VVV-vrijwilligers. Vóór het zomerseizoen 2014 is het VVV Toeristisch Ontmoetingspunt open gegaan en in de zomer is ook een contract tussen het Ontmoetingspunt en het RBT Land van Cuijk getekend. Alle VVV vrijwilligers in Grave zijn actief op de nieuwe locatie. Na intensieve begeleiding vanuit de gemeente zijn deze zaken gerealiseerd. • Via columns in regionale kranten, de site www.heerlijkeontmoetingen.nl en de Toeristische Gids Land van Cuijk is door het RBT in samenspraak met de gemeenten promotie gemaakt voor de regio.


Beleidsdoelstelling 2: Stimuleren van watertoerisme Subdoelstelling Meer watertoeristen (recreatie- en cruisevaart) naar Grave trekken.

Activiteit(en) 1. Structuurvisie is vastgesteld 2. S amenwerking met Waterschap is gestart om een Waterweetjeswandeling te ontwikkelen.

Indicator Aantal watergerichte arrangementen.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

1

n.n.b.

Beleidsdoelstelling 3: Verblijfsmogelijkheden voor toeristen vergroten Subdoelstelling Toeristen met campers naar Grave trekken.

Activiteit(en) Drie camperplaatsen zijn in 2014 aangelegd, te weten: Koninginnedijk, nabij het Arsenaal, Escharen (plein), Velp.

Indicator Indicatoren zullen nog worden opgezet, zoveel mogelijk in CGM/Land van Cuijk verband. Bij de Land van Cuijk 0-meting in 2015 worden ook de verblijfsmogelijkheden meegenomen.

2.1.2.5 Riolering en waterbeheer Context en achtergronden • In 2014 is in samenwerking met de overige gemeenten binnen het Land van Cuijk het vGRP herzien. • Op grond van het Nationaal Bestuursakkoord Water moeten wij middels een doelmatigere organisatie, bestuur en uitvoering komen tot een besparing van circa 8% en daar bovenop nog een gezamenlijke besparing van kosten van 5% met het waterschap; • Naast deze besparing ook inzetten op kwaliteitsverbetering en vermindering van de kwetsbaarheid; 28

Streefwaarde 2014 n.n.b.

Realisatie 2014 n.n.b.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Zorgen voor een kwalitatief verantwoorde inzameling van afvalwater en regenwater ter bescherming van de volksgezondheid en het milieu en het voorkomen van wateroverlast tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Een goed functionerend rioleringssysteem voor het inzamelen en vervoeren van afval water en regenwater. • Beheerssystemen op orde. • Naleving van het Nationaal Bestuursakkoord Water.

✓ ✓ ✓


Beleidsdoelstelling 1: Een goed functionerend rioleringssysteem voor het inzamelen en vervoeren van afvalwater en regenwater Subdoelstelling Schone rioolleidingen. Functionerende kolken. Voorkomen van slechte rioolleidingen. Functionerende rioolgemalen en randvoorzieningen. Verstopte rioolleidingen dienen snel te worden opgelost.

Activiteit(en) De rioolleidingen worden éénmaal in de 7 jaar gereinigd. De straatkolken zijn tweemaal gereinigd. De rioolleidingen worden éénmaal per 7 jaar geïnspecteerd op schades, breuken en dergelijke. De hoofdgemalen, drukrioolgemalen en bergbezinkbassins zijn geïnspecteerd en gereinigd. Voor het verhelpen van storingen zijn afspraken gemaakt met de buitendienst en zijn contracten met derden afgesloten. Het waterschap Aa en Maas voert het onderhoud van de gemalen in Grave uit. Voor het ontstoppen van leidingen zijn contracten afgesloten met gespecialiseerde bedrijven uit de regio.

Indicator

Klachten van verstoppingen van hoofdrioolleidingen. Verstoppingen in de kolkaansluitingen circa 4300 stuks. Herstel storingen in het drukrioleringssysteem (143 stuks) en het terugdringen van het aantal storingen.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

0 10 18

2 5 18

Beleidsdoelstelling 2: Beheerssystemen op orde Subdoelstelling Revisiegegevens van hoofdleidingen op orde. Revisiegegevens van huis- en kolkaansluitingen op orde. Gegevens van 11 hoofdgemalen en 3 randvoorzieningen op orde.

Activiteit(en) Via het beheerprogramma Observ en tekenprogramma Microstation worden de gegevens bij gehouden. De huis- en kolkaansluitingen zijn gedigitaliseerd in het tekenprogramma Microstation. Dit jaar is de overstap van Aquaview naar I-View gemaakt voor het beheer en op afstand aansturen van de gemalen en randvoorzieningen. Voor het beheren van de drukriolering is het beheerpakket SAM aangeschaft. Dit pakket wordt in 2015 gevuld en operationeel.

Indicator Nieuwe revisiegegevens conform de Wet Wion binnen 30 dagen na aanleg verwerken.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

30

30


Beleidsdoelstelling 3: Naleving van het Nationaal bestuursakkoord Water Subdoelstelling Samenwerking met overige gemeente binnen het Land van Cuijk en waterschap.

Activiteit(en) Na de gezamenlijke uitvoering en afronding van de optimalisatie afvalwaterstudie (OAS) is de samenwerking verder voorgezet. Doel van deze verdere samenwerking is om de kosten te verlagen. Een en ander conform de doelstellingen uit het nationaal Bestuursakkoord Water. In 2014 is gezamenlijk het VGRP opgesteld.

Indicator

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

Verlaging van de meerkosten tot het jaar 2020.

-3%

-3%

2.1.2.6 Gemeentelijke eigendommen Context en achtergronden • De verkoop van groenstroken is onderdeel van de ombuigingsopgave waarvoor de gemeente staat. Tegelijk zijn op grote schaal gemeentelijke gronden zonder toestemming door particulieren in gebruik genomen. Afgelopen mei is het project snippergroen opgestart om deze zaken gecombineerd aan te pakken. • Toenemende leegstand van vastgoed is een landelijke trend die ook in Grave waarneembaar is. Dit geldt onder meer voor buurtcentra, bedrijfsruimten en kantoren. De exploitatie van gemeentelijk vastgoed vergt een gewijzigde aanpak waarbij meer aandacht voor kosten minimalisatie en opbrengstenmaximalisatie van belang is. De vastgoedportefeuille dient gerelateerd te zijn aan de programmadoelstellingen van de gemeente.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Een efficiënte en effectieve inzet van gemeentelijke eigendommen bij het realiseren van ruimtelijke, financiële en maatschappelijke gemeentelijke doeleinden. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Aanpak groenstrokenproblematiek. • Waardecreatie bij de gebruikers van gemeentelijk vastgoed. • Optimaliseren beheer gemeentelijke onroerende zaken.

-

Beleidsdoelstelling 1: Aanpak groenstrokenproblematiek Subdoelstelling

Activiteit(en)

Terugdringen onrecht matig grondgebruik.

Het privaatrechtelijk traject loopt nog steeds.

Verhogen van de op brengsten uit verkoop van gemeentelijke groenstroken.

Groenstroken die op basis van de uitgiftecriteria voor verkoop in aan merking komen worden aan de burgers te koop aangeboden.

30


Beleidsdoelstelling 2: Waardecreatie bij de gebruikers van gemeentelijk vastgoed Subdoelstelling

Activiteit(en)

De vraag van gebruikers zoveel mogelijk koppelen aan de vastgoedexploitatie.

Nieuwe initiatieven en alternatieven tot exploitatie worden, voor zover dit past binnen het financieel en juridisch kader van de vastgoedexploitatie afgewogen.

Toegevoegde waarde bij leegstand.

Leegstaande objecten worden tijdelijk beheerd door een leegstandbeheerder. Bij keuze van de gebruiker is rekening houden met aard en omgeving object en de daarbij passende exploitatie (detailhandel, maatschappelijk, medisch of anderszins)

Beleidsdoelstelling 3: Optimaliseren beheer gemeentelijke onroerende zaken Subdoelstelling

Activiteit(en)

Minimaliseren kosten.

In 2014 is een traject opgestart om beter inzicht te krijgen in alle onroerende zaken.

Maximaliseren opbrengsten.

Zodra bovengenoemd traject is afgerond kunnen mogelijke opbrengsten in beeld gebracht worden.

Schoolgebouwen Beleidskader In de begroting 2014 was een krediet opgenomen ad € 80.000 voor het uitvoeren van het beheerprogramma schoolgebouwen. Er waren echter geen toegekende aanvragen betreffende onderhoud schoolgebouwen. Het afgelopen jaar stond in het teken van de wetswijziging tot overheveling van de zorgplicht voor het buitenonderhoud van gemeente naar schoolbesturen. Per 1 januari 2015 is deze wetswijziging van kracht. Daarmee is de gemeentelijke zorgplicht voor onderhoud komen te vervallen. In samenspraak met de school-

besturen is middels een opgestelde notitie in kaart gebracht wat de inhoudelijke en financiële gevolgen zijn van de overheveling van de zorgplicht voor het onderhoud om zo te zorgen voor een goede overdracht. Dit zal zijn vertaling krijgen in een nulmeting als onderdeel van een op te stellen strategisch huisvestingsplan. Een nieuw 4-jarig beheerplan 2015-2018 is daarmee niet meer aan de orde. Wel zal over het meerjaren onderhoud aan de brede scholen in Velp en Grave Oost een afspraak/regeling moeten komen met de schoolbesturen, omdat die ge bouwen in eigendom zijn van de gemeente Grave.

Financiële consequenties beleidskader Omschrijving beheerplan Beheerplan schoolgebouwen 2011-2014.

Begroot 2014 Voor wijziging 80.000

Begroot 2014 na wijziging

Realisatie 2014

Dekking uit

1.155

Krediet BHP jaarschijf 2014.







Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 2.1 Wegen en parkeren 1.376 1.409 1.245 163 V 2.2 Waterbeheer 48 48 35 13 V 2.3 Openbaar groen 1.083 1.003 1.146 -143 N 2.4 Recreatie en toerisme 87 79 116 -37 N 2.5 Riolering en waterbeheer 1.109 1.102 994 108 V 2.6 Gemeentelijke eigendommen 314 314 260 54 V Totaal Lasten 4.018 3.954 3.795 159 V 2.1 Wegen en parkeren 341 382 68 314 N 2.2 Waterbeheer 0 0 0 0 2.3 Openbaar groen 17 21 15 6 N 2.4 Recreatie en toerisme 2 14 14 0 2.5 Riolering en waterbeheer 1.193 3.198 3.674 -476 V 2.6 Gemeentelijke eigendommen 236 158 190 -32 V Totaal Baten 1.789 3.775 3.963 -188 V Saldo 2.228 179 -168 346 V

32



34


2.1.3 Programma 3 Bouwen, wonen en milieu

Portefeuillehouder: H.A.W.M. Daandels en J. Joon Omschrijving programma Het programma ‘bouwen, wonen en milieu’ omvat het voorbereiden en uitvoeren van beleid met betrekking tot ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, cultuurhistorie en archeologie, afvalverwijdering en -verwerking, vergunningverlening en handhaving in het kader van de leefomgeving. Het programma omvat het voorbereiden en uitvoeren van beleid met betrekking tot: •2 .2.3.1 Omgevingsrecht • 2.2.3.2 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting •2 .2.3.3 Economische zaken •2 .2.3.4 Afvalinzameling •2 .2.3.5 Grondexploitatie

2.1.3.1 Omgevingsrecht Context en achtergronden Milieu •H et bestuursakkoord 2010-2014 voor Grave bevat geen eigen ambities behoudens Duurzaam Bouwen, waardoor de rijks- en provinciaal met de gemeenten overeengekomen ambities in hun verplichtende vorm gelden als kader. •M et betrekking tot bedrijven (inrichtingen) is van belang dat vergunningverlening, meldingen en handhaving op het gebied van milieu in 2013 is overgedragen aan de Regionale Uitvoeringsdienst ODBN. • Specifiek is het noodzakelijk om op het gebied van behoud en verbetering van de bodem kwaliteit een actualiseringslag te maken omdat in 2013 de geldigheid van de bodemkwaliteitskaart is afgelopen.

Vanaf 1 september 2013 vallen de basistaken en gekozen verzoektaken Milieu onder de Omgevingsdienst Brabant-Noord. In het kader van de ambtelijke samenwerking CGM is aan het Innovatieplan Fysieke Leefomgeving (Integraal toezicht en handhavingsplan) uitvoering gegeven. Met dit plan is een volgende, innovatieve, stap in de bedrijfsvoering op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving gezet. Het plan is gericht op uitvoeringsbeleid, met keuzemenu’s voor de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert. Hierdoor worden de werkprocessen in het kader van de fysieke leefomgeving geoptimaliseerd.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Milieu Het doelmatig en efficiënt uitvoeren van de wettelijke milieutaken waarbij milieu meer en meer gezien wordt als onderdeel van het totale omgevingsbeleid en duurzaamheid in brede zin het uitgangspunt is. Handhaving Het integraal, gecoördineerd en georganiseerd uitvoering geven op het gebied van (integrale) vergunningverlening, toezicht en handhaving conform de kwaliteitscriteria Wabo en vooruit lopend op de 2.1 VTH Kwaliteitscriteria provincie Noord-Brabant.

Handhaving Het Uitvoeringsplan bevat door te voeren acties en maatregelen voor het jaar 2014 en sluit aan op het kader en de hoofdlijnen zoals deze zijn beschreven in de Kadernota Integrale Handhaving. JAARSTUKKEN 2014 - GEMEENTE GRAVE | HOOFDSTUK 2 35

Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling Milieu • Het verduurzamen van nieuwe en bestaande gebouwen. • Inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer in bedrijf laten zijn volgens de regels en ambities zoals die voortkomen uit de Wet milieubeheer. • Behoud en verbetering van de kwaliteit van het milieu en de volksgezondheid op lokaal niveau.

✓

✓

Handhaving • Uitvoering geven aan de Kadernota Integrale Handhaving 2011-2014 (IH) conform de kwaliteitscriteria Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). • Komen tot een nieuwe variant van de collegiale doorlening binnen het basisteam Nationale politie Maas en Leijgraaf en daaraan uitvoering geven. • Professionalisering van de Buitengewoon opsporingsambtenaren.

✓

✓

✓

Beleidsdoelstelling 1: Het verduurzamen van nieuwe en bestaande gebouwen Subdoelstelling

Activiteit(en)

Verlaging van gebruikskosten.

Het convenant Duurzaam Bouwen wordt ingezet bij de verkoop van de grond voor nieuwbouw. Er zijn geen licenties GPR-gebouw uitgegeven; dit aspect is vooralsnog onvoldoende geborgd in organisatie door onbekendheid. Door duurzaam te bouwen, lees vooral ook energiezuinig worden de gebruikskosten voor gebruiker/bewoner verlaagd. In het convenant duurzaam bouwen is met de woningbouwverenigingen afgesproken dat bij renovatie energiebesparende maatregelen getroffen worden.

Vergroten van de bruikbaarheid van gebouwen.

Onder de noemer van duurzame verstedelijking (zuinig ruimtegebruik, voorkomen van kapitaalvernietiging etc.) zijn op lokaal, regionaal en landelijk niveau initiatieven in gang gezet. Er wordt meer gericht gekeken naar de bestaande voorraden (woningen, kantoren, winkelareaal, bedrijventerreinen etc.). Op het niveau van het Land van Cuijk is een aanvang gemaakt met een project gericht op een betere afstemming op de onderdelen wonen-zorg-welzijn waarmee de bestaande woningvoorraad beter wordt benut.

Draagvlakvergroting.

Het bewustmaken van de eindgebruiker van de meerwaarde van duurzame gebouwen en de mogelijkheden voor het terugdringen van energielasten heeft in geringe mate plaatsgevonden. Er is ingezet op communicatie over het convenant duurzaam bouwen, daar waar mogelijk.

Indicator

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

Totaal aantal verleende licenties GRP-gebouw.

11

0

36


Beleidsdoelstelling 2: Inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer in bedrijf laten zijn volgens de regels en ambities zoals die voortkomen uit de Wet milieubeheer Subdoelstelling Voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningverlening, toezicht en handhaving krachtens de Wabo.

Activiteit(en) De landelijke kwaliteitscriteria zijn nog geen wettelijk vereiste geworden. De criteria zullen ook niet meer worden vastgelegd in een wet, maar het voornemen bestaat om criteria op te nemen in een gemeentelijke verordening. In de loop van 2015 wordt Brabantbreed een verordening opgesteld welke door de gemeenteraden dient te worden vastgesteld. Binnen de gemeente wordt vervolgens een plan opgesteld, mede aan de hand van de scores uit de zelfevaluatie, om te kunnen gaan voldoen aan de in de verordening vastgelegde kwaliteitscriteria. De basistaken en bepaalde verzoektaken in dezen zijn overgeheveld naar de Omgevingsdienst Brabant-Noord, evenals de basistaken asbest. De Omgevingsdienst Brabant-Noord zal ook moeten gaan voldoen aan de kwaliteitscriteria.

Indicator Aantal bezwaar- en beroepschriften. Jaarverslag Kwartaalrapportages m.b.t. Dienstverleningsovereenkomst (DVO) ODBN.

Streefwaarde 2014 n.n.b. 4x

Realisatie 2014 3 4

Beleidsdoelstelling 3: Behoud en verbetering van de kwaliteit van het milieu en de volksgezondheid op lokaal niveau Subdoelstelling

Activiteit(en)

Duurzame ruimtelijke ontwikkeling, maatschappelijk verantwoord ondernemen bij bedrijven, energie besparing en duurzame energie, duurzame mobi liteit, duurzaam gebruik van biomassa en afval.

De Regionale Duurzaamheids-agenda 2010-2014 is uitgevoerd. Hiervan zal verslag gedaan worden in het Jaarverslag 2014. Voor het jaarverslag is de gemeente afhankelijk van de ODBN. De Regionale Duurzaamheids-agenda is beëindigd omdat onvoldoende draagvlak bestond onder de gezamenlijke RMB-gemeenten voor samenwerking op dit onderwerp. De ‘Land van Cuijkgemeenten’ hebben besloten om een vervolg te geven aan de samen werking op schaal Land van Cuijk.

Bescherming van milieu en volksgezondheid.

Uitvoering is gegeven aan alle milieuregelingen, afspraken en bovenlokale ambities. Dit heeft betrekking op alle milieuwetten, beleidsplannen van rijk, provincie en gemeente.

Integrale besluitvorming.

Bij alle ruimtelijke trajecten is de benodigde milieu-informatie verstrekt voor een goede ruimtelijke onderbouwing.

Indicator Jaarverslag uitvoeringsprogramma Regionale Duurzaamheidagenda.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

1x

Jaarverslag 2013 ODBN.


Beleidsdoelstelling 4: Uitvoering geven aan de Kadernota Integrale Handhaving 2011-2014 (IH) conform de kwaliteitscriteria Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Subdoelstelling Kadernota IH 2011-2014.

Activiteit(en) De prioriteiten en toezichtvelden uit de Kadernota Integrale Handhaving zijn in 2014: • Tafel van 11 (risicoprofiel) • Gebiedsgericht toezicht • Vergunningsgericht toezicht • Juridische handhaving • Objectgericht toezicht • Klachtentoezicht Uitvoering is gegeven aan de prioriteiten uit de Kadernota Integrale Handhaving. In het eerste kwartaal van 2015 wordt een evaluatieverslag toezicht en handhaving opgesteld over het jaar 2014.

Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving 2014.

Uitvoering is gegeven aan de prioriteiten uit de Kadernota Integrale Handhaving op basis van het Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving 2014. Vooruitlopend op het nieuw vast te stellen Integraal toezicht en handhavingsplan 2015 is in 2014 uitvoering gegeven aan de toezicht- en handhavingstaken. In het eerste kwartaal van 2015 wordt, conform de vereisten van het Interbestuurlijk toezicht (IBT) van de Provincie Noord-Brabant, een evaluatieverslag toezicht en handhaving opgesteld over het jaar 2014.

Omgevingsdienst Brabant Noord.

Door de Omgevingsdienst Brabant Noord zijn de basistaken alsmede de opgedragen verzoektaken op het gebied van milieu (en asbest) uitgevoerd. In 2014 is het uitvoeringsprogramma voor de activiteit milieu, op twee controles na, door de ODBN uitgevoerd. Deze controles zijn begin 2015 alsnog uitgevoerd.

Beleidsdoelstelling 5: Komen tot een nieuwe variant van de collegiale doorlening binnen het basisteam Nationale politie Maas en Leijgraaf en daaraan uitvoering geven Subdoelstelling Adequaat integraal toezicht en handhaving domein I en II.

Activiteit(en) Samen met de Nationale Politie is invulling gegeven aan het integrale toezicht Openbaar Domein I en II. Door de juridische constructie van BOA POOL kon hiervan bij piekbelasting gebruik worden gemaakt. Het integrale toezicht is verder verwerkt in het Uitvoeringsprogramma ITHP (Integraal Toezicht- en Handhavingsplan).

Beleidsdoelstelling 6: Professionalisering van de Buitengewoon opsporingsambtenaren Subdoelstelling Permanente her- en bijscholing.

38

Activiteit(en) De Buitengewoon opsporingsambtenaren volgen de verplichte her- en bijscholingscursus in de vorm van een HTV MBO 3 module van drie jaar. Naast deze cursus volgen de Boa’s een aparte cursus RTGB (regeling toetsing geweldsbeheersing BOA). Hiermee wordt voldaan aan de kwaliteitscriteria vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie.


2.1.3.2 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Context en achtergronden •E en duurzame ruimtelijke ontwikkeling wordt gekenmerkt door een lange termijnvisie op de ontwikkelingsrichting van de gemeente Grave. Basis daarvoor is de nieuwe structuurvisie Grave 2020 en kent een uitvoeringsprogramma dat in de loop van de komende jaren in uitvoering dient te worden genomen. De structuurvisie vervangt diverse in het verleden opgestelde visiedocumenten. Actualisatie van beleid en herijking van doelstellingen is een continu proces en moet de komende jaren weer ingevuld worden. • Het opstellen van Cultuurhistorische waardenkaart heeft in nauwe samenwerking met de gemeente Mill en Sint Hubert plaatsgevonden. • De Monumentennota 2003 is begin 2014 vervangen door de erfgoednota waarbij niet alleen aandacht is voor monumenten als zodanig maar met het erfgoedveld als geheelMonumenten, archeologie en cultuurlandschapook immaterieel erfgoed (tradities en gebruiken) komt zijdelings aan bod in het kader van Immaterieel erfgoedverdrag van Unesco 2012(zie ook programma 2.4.2). • Door de aanhoudend slechte economische situatie het gemeentelijk woningbouwprogramma jaarlijks aanpassen en afstemmen op de lokale behoefte. Deze afstemming vindt plaats in samenhang met het regionale woningbouwprogramma Land van Cuijk / regionale woningmarktstrategie.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Duurzame inrichting van de ruimte binnen de gemeente ten behoeve van de functies wonen, werken, recreatie, landbouw, natuur en landschap. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Een adequaat en up-to-date planologisch kader voor de hele gemeente. • Toekomstbestendige woningmarkt. • Het borgen van een hoge milieukwaliteit/ kwaliteit gebouwde omgeving. • Zorgen voor behoud, versterking en duurzame ontwikkeling van erfgoed. • Vergroten van kennis, belangstelling en waardering bij publieke en eigenaren voor cultuurhistorische waarden.

✓ ✓ ✓ ✓ ✓


Beleidsdoelstelling 1: Een adequaat en up-to-date planologische kader voor de hele gemeente Subdoelstelling

Activiteit(en)

Ruimtelijk toekomst perspectief bepalen.

In de raadsvergadering van 28 januari 2014 is de Structuurvisie gemeente Grave 2025 (‘Vitale vestinggemeente aan de Maas’) vastgesteld.

Actuele bestemmings plannen.

De herziening van de bestemmingsplannen is een continu proces in de gemeentelijke werkzaamheden. De actualiseringslag – met uitzondering van de bedrijventerreinen - is afgerond. De bestemmingsplannen ‘Kerkdorpen”, “Woonwijken’, ‘Centrum’ en ‘Buitengebied’ zijn allemaal tijdig (voor 1 juli 2013) geactualiseerd. In een aantal gevallen (‘Centrum’ en ‘Buitengebied’) was beroep ingesteld bij de Raad van State waarvan behandeling heeft plaatsgevonden. Voormelde bestemmingsplannen zijn inmiddels onherroepelijk.

Beleidsregels op orde.

Er zijn 3 overkoepelende parapluplannen opgesteld en in procedure gebracht. Dit betreft het parapluplan archeologie (wordt in 2015 ter vaststelling worden aangeboden), het parapluplan waardevolle bomen en panden (in 2015 wordt de ontwerpfase opgestart) en het parapluplan seksinrichtingen (inmiddels vastgesteld). Tevens is er een voorbereidingsbesluit genomen voor wat betreft boomteelt en wordt er gewerkt aan een bestemmingsplan Boomteelt.

Indicator

Resterend aantal bestemmingsplannen waartegen beroep is ingesteld dat nog niet is behandeld bij de Raad van State. Resterend aantal vast te stellen paraplubestemmingsplannen.

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 2

2

3

2

Beleidsdoelstelling 2: Toekomstbestendige woningmarkt Subdoelstelling Woningbouwprogramma afgestemd op lokale vraag.

Activiteit(en) 1. Herverdeling en (betere) fasering van de woningcontingenten volgens het gemeentelijke woningbouwprogramma waarbij aanbod beter wordt afgestemd op de vraag per kern. Deze nieuwe aanpak heeft onder meer geleid tot de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Hof van Esteren’ waarmee langdurig in de lokale woonbehoefte kan worden voorzien. 2. H et in 2013 vastgestelde woningbouwprogramma is, voor het eerst na vaststelling, geactualiseerd en er is een concrete activiteitenplanning toegevoegd. 3. Bij de herverdeling van de plancapaciteit (woningbouw) wordt niet alleen rekening gehouden met ‘grootschalige projectbouw’ maar is (via de ‘reservecapaciteit’) ook ruimte voor kleine initiatieven en particuliere zelfbouw.

Indicator Geplande woningbouwproductie.

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014* 90

17 in aanbouw, 15 particuliere kavels, 1 woning toegevoegd.

* Zie voor uitgebreide informatie raads-informatiebrief 2014-45 40


Beleidsdoelstelling 3: Het borgen van een hoge milieukwaliteit / kwaliteit gebouwde omgeving Subdoelstelling

Activiteit(en)

Integraal beleid ten aanzien van VROM-taken.

Binnen de CGM-kaders is gekomen tot 1 nieuwe werkorganisatie op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Fysieke Omgeving. Hiervoor is een ‘Innovatieplan Fysieke Omgeving’ opgesteld om zoveel mogelijk te komen tot harmonisatie van uitvoeringsbeleid en richtlijnen tussen de 3 gemeenten. Het daaruit ontstane Integraal toezicht en handhavingsplan (ITHP) is vastgesteld door het college. Verder zijn op adequaat niveau de wettelijke VROM taken uitgevoerd.

Indicator

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 100 75 32

Aantal omgevingsvergunningen.* Aantal vooroverleggen. Aantal sloopmeldingen.

128* 117 30

*: bestaande uit 251 deelactiviteiten

Beleidsdoelstelling 4: Zorgen voor behoud, versterking en duurzame ontwikkeling van erfgoed Subdoelstelling Gebouwen en objecten met monumentale waarde beschermen.

Activiteit(en) De volgende activiteiten hebben bijgedragen om gebouwen met een monumentale waarde te beschermen: 1. Adequaat adviseren bij verlenen omgevingsvergunning activiteit monumenten, archeologie en beschermd stadsgezicht. 2. C ultuurhistorische waarden zijn in ruimtelijke ordeningsprocessen als specifieke identiteit van Grave ingebed onder andere door advisering van de Commissie ruimtelijke kwaliteit. 3. Er is subsidie verstrekt voor onderhoud gemeentelijke monumenten op grond van de subsidieverordening gemeentelijke monumenten waarbij eigenaren van gemeentelijke monumenten eenmaal per 5 jaar maximaal 2.500 euro aan tegemoetkoming in kosten van onderhoud kunnen aanvragen. Daarnaast is subsidie verleend voor onderhoud van de rijks monumentale molen in Gassel en restauratie van PKN kerkje in Grave. 4. V oor eigenaren monumenten fungeert de gemeente als vraagbaak. 5. Er is handhavend opgetreden ten behoeve van behoud van cultuur historische waarden.

Indicator Aantal rijksmonumenten. Aantal gemeentelijke monumenten.

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 175 136

175 136


Beleidsdoelstelling 5: Vergroten van kennis, belangstelling en waardering bij publieke en eigenaren voor cultuurhistorische waarden Subdoelstelling Gebouwen en objecten met monumentale waarde beschermen.

Activiteit(en) 1. Er is een bijdrage geleverd aan de Open monumentendag. 2. De samenwerking tussen verschillende beleidssectoren is geoptimaliseerd (erfgoed, toerisme en recreatie etc.). 3. De samenwerking tussen verschillende gemeenten binnen en buiten Land van Cuijk is ten behoeve van de ontwikkeling van de zuider waterlinie en het Kroonwerk Coehoorn geoptimaliseerd. Diepgaande contacten zijn gelegd met Heumen, Oss en Cuijk. 4. E r is een start gemaakt met het opstellen van een kerkenvisie, de inventarisatie van grote leegstaande monumentale objecten en het traject van herbestemming daarvan. 5. Het erfgoedplatform is in het leven geroepen als klankbordgroep en vergadert op reguliere basis. 6. Het erfgoedplan ‘erfgoed voor het voetlicht’ + bijbehorende erfgoedagenda is vastgesteld en de Cultuurhistorische waardenkaart is vastgesteld.

2.1.3.3 Economische zaken Context en achtergronden Weekmarkt Grave Iedere vrijdagochtend vindt de weekmarkt te Grave plaats. Ongeveer 22 marktkooplieden nemen hier een vaste standplaats in. In 2012 is een Marktcommissie in het leven geroepen ter bevordering van de samenwerking tussen marktkooplieden en de gemeente.

Economische zaken • Het Economisch Platform Grave (EPG) is in 2011 van start gegaan. Dit platform is dé vertegenwoordiging van het lokale bedrijfsleven, waarin de gemeente en het bedrijfsleven als gelijkwaardige partners gezamenlijk participeren, met als doel de economie te stimuleren en het ondernemersklimaat te verbeteren. Met de Economische nota (2011) als leidraad geeft het EPG strategisch sturing aan het vastgesteld uitvoeringsplan. • De 21 samenwerkende gemeenten in Noordoost Brabant en de provincie hebben impulsen gegeven op het gebied van regionale afstemming voor

42

de ruimtelijke inbedding van de verschillende technologieën, zoals Food, Machines en Systemen, Logistiek, Zorg en Farma en Recreatie en Toerisme. Grave kan invulling geven aan de sectoren zorg (Grave een Bastion van Zorg) en Recreatie en Toerisme.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Voorwaarden scheppen en randvoorwaarden creëren voor een gezonde economische ont wikkeling van de gemeente Grave door het bevorderen van een aantrekkelijk vestigingsklimaat van winkels, bedrijven en (zorg-) voorzieningen en het stimuleren economische leefbaarheid in kerkdorpen en het platteland. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Het creëren van een economisch draag krachtige en leefbare weekmarkt in Grave. • Historisch koop- en verblijfsgebied met een (boven)regionale uitstraling realiseren. • Ruimte voor lokaal ondernemerschap en welzijn van de bevolking. • Ondernemersvriendelijke dienstverlening bieden met rendement door samenwerking.

✓ ✓ ✓ ✓


Beleidsdoelstelling 1: Het creëren van een economisch draagkrachtige en leefbare weekmarkt in Grave Subdoelstelling Ondernemers betrekken bij beleidsdoelstellingen.

Activiteit(en) Door structureel overleg binnen de Marktcommissie is een feestelijke heropening van de markt tot stand gekomen.

Indicator Vergaderingen Marktcommissie.

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

Divers

1

Beleidsdoelstelling 2: Historisch koop- en verblijfsgebied met een (boven)regionale uitstraling Subdoelstelling

Activiteit(en)

Zorgen voor een goede balans en een aantrekkelijk winkel- en verblijfsgebied.

Centrummanagement is verder uitgebouwd door inzet verschillende werkgroepen.

Versterken van de toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht.

Het Centrummanagement is financieel ondersteund voor o.a. de opstartfase, de ontwikkeling van de website www.beleefgrave.nl en sfeerverlichting. Nieuwe ontwikkelingen worden gerealiseerd binnen de kaders van het beschermd stadsgezicht.

Verbinden van stad en buitengebied.

De maatschappelijke acceptatie van de agrarische sector is versterkt door samenwerking met ZLTO, o.a. door deelname in het Economisch Platform Grave is er meer kennis gekomen bij de andere belangenverenigingen over de economische ontwikkelingen in het buitengebied en worden leden van het ZLTO gevraagd wordt om deel te nemen aan evenementen die plaatsvinden in de binnenstad.


Beleidsdoelstelling 3: Ruimte voor lokaal ondernemerschap en welzijn van de bevolking Subdoelstelling

Activiteit(en)

Zorgen voor voldoende werklocaties.

Uitvoering is gegeven aan de actiepunten Economisch Uitvoeringsplan zoals realisatie van Centrummanagement, Kwaliteitsimpuls Bedrijventerreinen, Ontwikkeling Parkmanagement op de bedrijventerreinen, Versterken Maatschappelijke Acceptatie Agrarische Ondernemers. De uitvoering verloopt volgens plan. Op dit moment heeft Grave voldoende werklocaties gezien de tendens voor de komende 20 jaar, niettemin blijft het een punt van aandacht. Eerst dienen de huidige werklocaties en inbreidingslocaties gevuld te worden. Uitbreidingsmogelijkheden zijn te vinden in o.a. vrijkomende gebouwen en leegstaande bedrijfspanden etc.

Van kwantiteit naar kwaliteit in de agrarische sector.

De maatschappelijke acceptatie van de agrarische sector is versterkt door samenwerking met ZLTO door onder andere de realisatie van de ‘Ezeltjesroute’ in Gassel, waarbij via een recreatieve opzet wandelaars kennis kunnen maken met buitengebied ondernemers. Met de gemeenten Landerd en Mill en Sint Hubert zijn juridische en financiële afspraken gemaakt over de beëindiging van deelname van de gemeente Grave aan het LOG Graspeel. In de raadsvergadering van 16 december 2014 is daartoe een afrondend besluit genomen door de gemeenteraad. Deelname aan het LOG heeft geleid tot de uitplaatsing van een agrarisch bedrijf.

Pro-actieve en selectieve acquisitie nastreven.

Binnen de werkorganisatie CGM is het accountmanagement verder geprofessionaliseerd. De gemeente, met name de bedrijfscontactfunctionaris, faciliteert geïnteresseerde bedrijven bij vestigingsvraagstukken.

Versterken van de kwaliteit van lokale bedrijventerreinen noodzakelijk.

Het project ‘Kwaliteitsimpuls Bedrijventerreinen Grave’ is in uitvoering en budget is beschikbaar gesteld. De eerste projecten zijn gerealiseerd zoals organisatie van parkmanagement passend bij Grave, nieuwe bewegwijzering, sloop van gemeentelijke panden op Wisseveld, opstart van ‘Keurmerk Veilig Ondernemen’.

Verbindingen leggen tussen de lokale arbeidsmarkt en onderwijsinstellingen.

Met het instellen van het stagebureau wordt verbinding gemaakt tussen de lokale arbeidsmarkt en onderwijs.

Ondernemerschap on losmakelijk van belang voor het welzijn van de bevolking.

Bij de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2014 zijn de mogelijkheden voor bedrijven verruimd voor bijvoorbeeld de te ontplooien nevenfuncties bij agrarische bedrijven en de ontwikkelingsmogelijkheden voor vrijkomende agrarische bedrijfslocaties.

Indicator Aantal bedrijven. Werkgelegenheid. Aantal Starters. Koopkrachtbehoud en koopkrachttoevloeiing.

44

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 940 3.740 75 n.n.b.

741 3.751 n.n.b.


Beleidsdoelstelling 4: Ondernemersvriendelijke dienstverlening bieden met rendement door samenwerking Subdoelstelling

Activiteit(en)

Professionaliseren van de dienstverlening.

Binnen de werkorganisatie CGM is getracht de dienstverlening verder te professionaliseren, onder meer door: 1. Het oppakken van eerstelijns vragen van ondernemers door het Telefonisch Informatie Centrum. 2. M eer kennisdeling waardoor dit heeft geleid tot een betere dienst verlening aan de ondernemers. 3. Verbetering van de economische informatie op de gemeentelijke websites. Overigens is de informatie nog onvoldoende zichtbaar voor Ondernemend Grave en gaat dit in 2015 verbeteren.

Samen aan de slag.

Gezamenlijk met bedrijfsleven zijn projecten opgepakt, zoals het project ‘Kwaliteitsimpuls Bedrijventerreinen Grave’.

Profiteren van regionale samenwerking.

Uit de samenwerking Land van Cuijk en Noordoost Brabant strategische visie Land van Cuijk zijn projecten tot stand gekomen, onder meer is een gezamenlijke visie op detailhandel in voorbereiding.

Positionering Grave.

Met het Economisch Platform Grave en Centrummanagement Grave is aangestuurd op verbetering van de positionering van Grave. Onder meer door realisatie van de website www.beleefgrave.nl en de werkgroep Vastgoed (Centrum Management) gaat een folder realiseren voor beschikbaar vastgoed in Grave.


2.1.3.4 Afval inzameling Context en achtergronden De inzameling van huishoudelijk afval vindt plaats via de Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel (BCA). Deze bestuurscommissie bestaat 25 jaar op 1 november 2013. Zowel het Europese als landelijke afvalbeleid steekt in op verdergaande reductie van restafval en een toename van de gescheiden inzameling, dit zowel vanuit milieudoelstellingen alsook om gebruik te maken van toenemende schaarste van grondstoffen. De afgelopen jaren zijn daarom verschillende gemeenten gestart met nieuwe inzamelproeven in het kader van ‘omgekeerd inzamelen’. Daarbij wordt de nadruk gelegd op de inzameling van herbruikbare grondstoffen bij de inzameling van huishoudelijk afval. Bij dit dienstverleningsconcept ligt de focus op hergebruik van grondstoffen, in plaats van de frequentie van de gemeentelijke afvalinzameling. Dit uit zich in beloningen voor goed scheidingsgedrag, een hoogwaardige dienstverlening bij aanbod van waardevolle grondstoffen, en laagwaardige dienstverlening op restafval, teneinde goed scheidingsgedrag te stimuleren. Restafval wordt zodoende bijzaak. De BCA-gemeenten volgen deze ontwikkelingen met belangstelling.

46

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Het op duurzame wijze zorg dragen voor doel matige en efficiënte verwijdering en verwerking van huishoudelijk afval. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Het beschikken over een goed functionerend systeem voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. • Het bevorderen van hergebruik en afval scheiding zodat de restafvalstroom wordt gereduceerd. • Het beperkt houden van de hoeveelheid zwerfafval.

✓ ✓


Beleidsdoelstelling 1: Het beschikken over een goed functionerend systeem voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval Subdoelstelling Regelgeving LAP.

Activiteit(en) Door middel van haal- en brengvoorzieningen worden zoveel mogelijk categorieën afval gescheiden ingezameld en ter verwerking aangeboden. Haal: GFT, kunststof, bruikbaar huisraad, grof snoeiafval en grof huis houdelijk afval. Breng: glas, oud papier, kca, groenafval, textiel, puin, afvalhout, metalen, asbest, schone grond, bruin- en witgoed, elektrische apparaten, dakleer, autobanden, luiers, frituurvet, hard plastic, piepschuin en gipsplaten. Er wordt ruimschoots voldaan aan de doelstelling uit het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP). Doelstelling uit het LAP is het behalen van 60% afvalscheiding, echter de inwoners in het Land van Cuijk en Boekel scheiden ruim 85% van het huishoudelijk afval. De streefwaarde voor het behalen van 50 kg fijn restafval per inwoner in 2014 is echter niet behaald. Dit kan verschillende oorzaken hebben. In 2015 zullen ook drankpakken en blik apart worden ingezameld worden. Hierdoor zal naar verwachting meer huishoudelijk afval gescheiden worden.

Inzamelresultaten: Soort afval Kg 2013 Kg 2014 Glas 345.000 297.000 Oud papier 1.142.000 1.070.000 Textiel Onbekend 63.000 Kca 18.000 18.000 Kunststof 243.000 218.000 Gft 2.089.000 2.288.000 Restafval 686.000 695.000 Groenafval (ms) 948.000 998.000 Puin (ms) 1.057.000 1.057.000 Afvalhout (ms) 326.000 306.000 Metalen (ms) 30.000 28.000 Grof restafval 212.000 176.000 Klanttevredenheid.

Over de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval wordt op diverse manieren gecommuniceerd (afvalbrochure, afvalwijzer, website, AfvalApp, redactionele artikelen). De communicatie is er onder andere op gericht inwoners bewust te maken van de milieuvoordelen van gescheiden afvalstromen ook is de nieuwe website www.afvalaanbieden.nl gepromoot. Op deze vernieuwde site kunnen inwoners alle informatie vinden over de huishoudelijke afvalinzameling. Via de website en de afval-infolijn kunnen inwoners vragen stellen of klachten/meldingen doorgeven. Deze dienstverlening werkt naar tevredenheid.


Vervolg Beleidsdoelstelling 1: Het beschikken over een goed functionerend systeem voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval Subdoelstelling Kostenbeheersing.

Activiteit(en) Contractbeheer/aanbestedingen: De volgende overeenkomsten zijn operationeel en hebben een looptijd van drie jaar en een maand (vanaf 1 januari 2014): 1. Huis-aan-huis inzameling van restafval, gft en kunststof (Van Kaathoven) 2. Inzameling glas en onderhoud aan glascontainers (Van Gansewinkel) In de aanbesteding hebben wij een positief resultaat behaald bij de aanbesteding van de inzameling van kunststof afval. Het resultaat van de aanbesteding van de inzameling van glas en restafval is marktconform (indexering van de bestaande overeenkomst). De overeenkomst voor het inzamelen van textiel (Humana) heeft een looptijd van twee jaar met optioneel de keuze het contract twee keer met een jaar te verlengen. De verkregen marktprijs per kg textiel is marktconform.

Beheer openbare ruimte.

Ondergrondse inzameling van glas en/of restafval schept nieuwe mogelijkheden bij het beheer van de openbare ruimte. Deze inzamelmethode wordt binnen de BCA als algemene optie voor gemeenten meegenomen.

Social return.

Stichting Actief zamelt onder andere voor de BCA bruikbaar huisraad in en grof huishoudelijk afval. Inzet van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt maakt een belangrijk onderdeel uit van hun bedrijfsvoering.

Klanttevredenheid en kostenbeheersing

Minimaal een keer per vier jaar wordt een optimalisatieonderzoek uitgevoerd waarbij het inzamelsysteem en klanttevredenheid wordt getoetst. Het eerstvolgende onderzoek zal in 2015 plaats gaan vinden.

Indicator Huishoudelijk afval per inwoner (kg).

48


598,6


Beleidsdoelstelling 2: Het bevorderen van hergebruik en afvalscheiding zodat de restafvalstroom wordt gereduceerd Subdoelstelling

Activiteit(en)

Stimuleren hergebruik.

Naast de huidige aparte ingezamelde afvalstromen is onderzoek gedaan naar de aparte inzameling van matrassen, tapijt, vloerbedekking en drankenkartons. Voor wat betreft drankenkartons wordt in 2015 nogmaals naar de mogelijkheden gekeken. De gescheiden inzameling van de overige afvalstromen is echter financieel niet haalbaar gebleken.

Stimulering afvalscheiding.

Inwoners kunnen de meeste categorieën afval gratis wegbrengen naar de milieustraat. Voor (grof) huishoudelijk restafval worden echter wel kosten in rekening gebracht.

Sturing afvalscheiding.

De inwoners worden zoveel mogelijk gestimuleerd om afval te scheiden. Inwoners moeten een bedrag betalen voor het aanbieden van (grof) huishoudelijk afval via de blauwe tariefzak of aan de poort bij de milieustraat. Andere afvalstromen zoals kunststof afval, gft, oud papier of glas mag men gratis aanbieden. Beperking van de kostentoerekening herbruikbare materialen stimuleert afvalscheiding.

Toepassing afvalscheiding.

Zie antwoord “stimuleren hergebruik”

Verbetering afvalscheiding.

Er is een afvalproef uitgevoerd in Westerbeek, gemeente Sint Anthonis, om ervaring op te doen voor een andere wijze van inzameling van huishoudelijk afval en de inzamelresultaten en kosten hiervan in kaart te brengen. Naast deze afvalproef heeft de BCA een aantal andere onderzoeken lopen naar nieuwe manieren van afvalinzameling en –verwerking.

Indicator Restafval per inwoner (kg).


54,7


Beleidsdoelstelling 3: Het beperkt houden van de hoeveelheid zwerfafval Subdoelstelling Preventie.

Repressie.

Kwaliteit.

Activiteit(en) In de gemeente zijn enkele blikvangers langs ‘snoeproutes’ geplaatst. Bovendien heeft de BCA een zwerfafvalprogramma vastgesteld, waarin ‘hotspots’ worden benoemd en activiteiten worden ontplooid om het zwerfafvalprobleem verder aan te pakken. Deze activiteiten kunnen worden uitgevoerd met behulp van een subsidie van Nederland Schoon. Vier groepen en een basisschool hebben deelgenomen aan de Landelijke Opschoondag. Op deze dag maken inwoners hun omgeving vrij van zwerfafval. Bovendien heeft de opschoonactie ook een educatieve functie voor de leerlingen. Zwerfafval trekt zwerfafval aan. Een schone leefomgeving draagt bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Door inwoners te stimuleren zwerfafval op te ruimen, jongeren te leren niets op straat te gooien en hotspots waar vaak veel zwerfafval ligt aan te pakken realiseer je een structurele verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving.

Indicator Aantal deelnemende groepen LOD.

50


5


2.1.3.5 Bouwgrondexploitatie Voor de bouwgrondexploitatie verwijzen wij u naar paragraaf 7 Grondbeleid.



Wat heeft het gekost? In onderstaande tabel zijn de lasten en baten opgenomen die aan het programma verbonden zijn. Voor een toelichting op de belangrijkste afwijkingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3.2.1.3.


Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 3.1 Omgevingsrecht. 599 616 717 -101 N 3.2 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. 902 906 858 47 V 3.3 Economische zaken. 143 143 313 -170 N 3.4 Afvalinzameling. 1.121 1.113 994 119 V 3.5 Bouwgrondexploitatie. 369 369 244 125 V Totaal Lasten 3.134 3.147 3.126 21 V 3.1 Omgevingsrecht. 229 306 325 -20 V 3.2 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. 40 63 74 -11 V 3.3 Economische zaken. 24 24 25 -1 V 3.4 Afvalinzameling. 926 961 1.143 -182 V 3.5 Bouwgrondexploitatie. 281 431 341 90 N Totaal Baten 1.499 1.785 1.908 -124 V Saldo 1.636 1.362 1.218 144 V


52


2.1.4 Programma 4 Kind, cultuur en sport

Portefeuillehouder: J. Joon en A.M.H. Roolvink Omschrijving programma Het programma ‘Kind, cultuur en sport’ omvat het voorbereiden en uitvoeren van beleid ten aanzien van onderwijs, kinderopvang & peuterspeelzalen, cultuur en sport.

2.1.4.1 Onderwijs en kinderopvang

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Kinderen en leerlingen in de gemeente Grave krijgen optimale kansen om hun talenten en vaardigheden te ontwikkelen met als doel volwaardig te kunnen participeren in de samenleving. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Kwalitatief goed en bereikbaar onderwijs huisvestingsaanbod. • Bevordering ontwikkelingsniveau 2 tot 23-jarigen. • Kwalitatief goede opvang voor kinderen.

✓ ✓ ✓

Context en achtergronden Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben (passend onderwijs). De verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van schoolgebouwen zal vanaf 2015 van de gemeente worden overgeheveld naar de schoolbesturen (voornemen van rijksoverheid tot doordecentralisatie primair onderwijs). De gemeente houdt toezicht op de Leerplichtwet 1969. Gemeente Grave heeft deze werkzaamheden uitbesteed aan het Regionaal Bureau voor Leerplicht en voortijdig en schoolverlaten Brabant Noordoost (RBL BNO). De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op kinderopvang en peuterspeelzalen.


Beleidsdoelstelling 1: Kwalitatief goed en bereikbaar onderwijshuisvestingsaanbod Subdoelstelling Adequate onderwijs huisvesting.

Activiteit(en) 1. Er is uitvoering gegeven aan het beheerplan voor het onderhoud van schoolgebouwen. 2. M et de schoolbesturen Optimus, Invitare en Visio is overleg gevoerd over een nieuw wettelijk kader voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. Het gevolg van dit nieuwe wettelijke kader is dat de schoolbesturen met ingang van 2015 financieel verantwoordelijk zijn voor al het binnen en buitenonderhoud en de aanpassingen van schoolgebouwen en terreinen. Daarnaast is vooroverleg gevoerd over de hiertoe nog aan te passen verordening onderwijshuisvesting. 3. Brede School Grave West: het bouwheerschap voor de integratiebouw (Raamdonk en Wegwijzer) is overgedragen aan het schoolbestuur Optimus. Als de verbouwing gereed is zal ook de Wegwijzer haar intrek nemen in de Brede School. 4. Brede School Grave Oost: na het besluit om ook basisschool Hartenaas te huisvesten in de nieuw te bouwen Brede School Grave Oost zijn de voorbereidingen gestart. Het Programma van Eisen is vastgesteld.

Indicator Aantal brede scholen in de gemeente. Percentage uitgevoerd onderhoud aan schoolgebouwen conform verleende beschikking op aanvraag van scholen.

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 1 100%

1 100%

Beleidsdoelstelling 2: Bevordering ontwikkelingsniveau 2 tot 23-jarigen Subdoelstelling Verbetering van de startcondities van leerlingen in het onderwijs en bij toetreding tot de arbeidsmarkt.

54

Activiteit(en) 1. Subsidies zijn verstrekt waardoor voorzien is in een aanbod voorschoolse educatie via het peuterwerk. 2. O uders waarvan het kind een indicatie heeft voor deelname aan voorschoolse educatie ontvangen een financiële tegemoetkoming via een subsidieregeling. 3. Aan 2 basisscholen zijn volgens afspraak subsidies verstrekt voor een schakelklas en extra taalactiviteiten. 4. Met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs zijn afspraken gemaakt over de afstemming onderwijs-jeugdhulp. Daarnaast is een gezamenlijke ontwikkelagenda vastgesteld voor de thema’s leerplicht, leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting, verwijzingen voor dyslexie en de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt in relatie tot passend onderwijs. 5. Door handhaving van de leer- en kwalificatieplicht is het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters beperkt tot 1,9%. Landelijk bedraagt dit percentage 2%. 6. In het kader van het leerlingenvervoer is nadrukkelijk ingezet op gebruik van het openbaar vervoer of eigen vervoer. Hierdoor is de zelfredzaamheid van deze leerlingen vergroot.


Indicator

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014

Percentage van doelgroepkinderen (gewichtenleerlingen) dat deelneemt aan het VVE-aanbod. Aantal meldingen relatief schoolverzuim. Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters. Percentage leerlingen dat gebruik maakt van openbaar vervoer of (brom)fiets vervoer voor bezoek speciaal onderwijs. Klanttevredenheid onder gebruikers leerlingenvervoer

> 75%

*

36 2,4% 12%

66 1,9% 19%

8

Enquête in 1e helft 2015

* Cijfers over 2014 volgen bij de verantwoording van de verstrekte subsidies.

Beleidsdoelstelling 3: Kwalitatief goede opvang voor kinderen Subdoelstelling Toezicht op kwaliteit opvang voor kinderen.

Activiteit(en) In opdracht van de gemeente is het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang uitgevoerd door de GGD. Uit deze inspecties blijkt dat de kwaliteit over het algemeen in orde is. Daar waar onderdelen als niet voldoende werd beoordeeld, is de opdracht gegeven dit te herstellen. Hierna heeft de GGD in alle gevallen geconcludeerd dat na herstel werd voldaan aan de kwaliteits eisen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Indicator Jaarlijkse uit te voeren inspecties van alle kinderopvanglocaties en peuterspeelzalen.

2.1.4.2 Cultuur Context en achtergronden In 2014 is de nieuwe beleidsvisie Biblioplus in de 5 gemeenten in het Land van Cuijk en in de gemeenten Gennep en Bergen geïmplementeerd. Het Graafs Museum is officieel opgenomen in het Landelijke Museumregister. De afgelopen jaren is het museum, dat in de Hampoort is gehuisvest, uitgebreid met een depot met klimaatbeheersing. Voor het beheer en de exploitatie is een verdergaande professionalisering doorgevoerd. Gemeente Grave heeft een rijk verenigingsleven op sociaal-cultureel terrein (variërend van kinderfolklore en gildes tot carnavalsverenigingen en muziek- en toneelgezelschappen).

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 100%

100%

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Gemeente Grave is een aantrekkelijke gemeente voor bewoners en bezoekers, met oog voor cultuur (immaterieel erfgoed) en educatie. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Cultuur(historische) waarden (immaterieel erfgoed) in de gemeente blijven behouden en worden waar mogelijk versterkt. • Inwoners hebben vrije en laagdrempelige toegang tot media en bronnen van kennis en cultuur waarbij ze zich kunnen ontplooien, vaardigheden kunnen ontwikkelen en kunnen deelnemen aan activiteiten op het gebied van ontmoeting en ontspanning.

✓

✓

Volgens het regionale Wmo-beleidsplan 2012-2015 is het versterken van sociale relaties benoemd als 1 van de 3 regionale speerpunten.


Beleidsdoelstelling 1: Cultuurhistorische waarden (immaterieel erfgoed) in de gemeente blijven behouden en worden waar mogelijk versterkt Subdoelstelling Behouden van cultuurvoorzieningen en cultuuruitingen

Activiteit(en) Subsidiëren van het Graafs museum, het Filmcafé en lokale sociaal- culturele (vrijwilligers)organisaties.

Beleidsdoelstelling 2: Inwoners hebben vrije en laagdrempelige toegang tot bronnen van kennis en cultuur waarbij ze zich kunnen ontplooien, vaardigheden kunnen ontwikkelen en kunnen deelnemen aan activiteiten op het gebied van ontmoeting en ontspanning Subdoelstelling

Activiteit(en)

Toegankelijke bibliotheek faciliteit voor alle inwoners.

In het centrum van Grave is een bibliotheek gevestigd. In Gassel een lees- en afhaalpunt in combinatie met een schoolbibliotheek en verder zijn op alle andere basisscholen schoolbibliotheken aanwezig.

Graafs Museum als laagdrempelige voorziening voor jeugd tot 18 jaar.

Het Graafs Museum was ook in 2014 vrij toegankelijk voor jeugd tot 18 jaar. Van de in totaal 6.900 bezoekers van het museum en bijbehorende kazematten waren 1.804 bezoekers jonger dan 18 jaar.

Veelzijdig en interessant aanbod aan kunstzinnige vorming en kunstbeoefening door amateurs.

Evenals voorgaande jaren zijn subsidies verleend aan lokale organisaties voor uitvoering van activiteiten die zijn gericht op kunstzinnige vorming en kunstbeoefening door amateurs.

Veelzijdig en interessant aanbod aan volkscultuur en podiumkunsten.

Een divers aanbod aan volkscultuur en podiumkunsten is gesubsidieerd, e.e.a. volgens de subsidiegrondslag voor openbare optredens door zangen muziekgezelschappen. Het gaat hierbij om optredens die voor alle inwoners gratis toegankelijk zijn.

Betaalbare contributie voor de jeugd (sociaal)-culturele activiteiten.

Er is voor 2120 jeugdleden een jeugdledensubsidie verstrekt aan de lokale verenigingen.

Indicator Percentage inwoners dat lid is van Biblioplus. Aantal bezoekers Graafs Museum (> 17 jaar). Aantal bezoekers Graafs Museum (< 18 jaar).

56

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 25% 4.250 750

25% 5.096 1.804


2.1.4.3 Sport

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan?

Context en achtergronden In juni 2011 heeft het kabinet middels een beleidsbrief de kaders voor het sportbeleid van de komende jaren bekend gemaakt. De belangrijkste aandachtspunten zijn sport en bewegen in de buurt, een veilig sportklimaat en talentontwikkeling. Op gebied van sport wordt steeds meer integraal samengewerkt met andere beleidsterreinen. Het is niet alleen een doel op zich, maar ook een middel tot gezondheidsbevordering en sociale ontwikkeling. Sportstimulering vormt een belangrijk thema in het lokale gedeelte van het regionaal Wmo-beleid en regionaal gezondheidsbeleid Land van Cuijk.

Programma-doelstelling Alle inwoners kunnen op een verantwoorde manier deelnemen aan enige vorm van sportbeoefening. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Sportstimulering: (Meer) inwoners doen mee aan sporten beweegactiviteiten. • Vergroten van de maatschappelijke rol van verenigingen.

✓ -

Beleidsdoelstelling 1: Sportstimulering: (Meer) inwoners doen mee aan sporten beweegactiviteiten Subdoelstelling

Activiteit(en)

Het stimuleren van sporten beweegactiviteiten voor alle inwoners van de gemeente Grave.

1. Buurtsportcoach/combinatiefunctionaris is nog niet gerealiseerd in afwachting op de ontwikkelingen omtrent het JOGG. 2. M et het project ‘Sjors Sportief & creatief’ zijn er 69 sport introductie cursussen aangeboden om kennis te kunnen maken met andere sporten. 3. De Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk Grave biedt zes keer peer week beweegactiviteiten voor ouderen aan.

Meer mogelijkheden voor sporten voor mensen met een beperking.

Om dit te realiseren is aansluiting gezocht bij Gehandicaptensport Brabant. De samenwerking heeft als doel te komen tot een provinciale transparante, efficiënte en effectieve sportinfrastructuur voor de gehandicaptensport in de regio Noordoost-Brabant.

Ontwikkelen van een programma rond sport en bewegen in de wijk.

Dit staat in relatie met de ontwikkelingen rondom de buurtsportcoach. In 2015 wordt dit verder onderzocht.

Indicator Aantal leerlingen dat gebruik maakt van aanbod uit Sjors Sportief. Aantal jeugdleden dat gesubsidieerd wordt via beleidsregel jeugdledensubsidie. Percentage inwoners dat voldoet aan de beweegnorm.


686

1.500*

1.088*

n.n.b.

n.n.b.

* De streefwaarde was bepaald op basis van alle jeugdledensubsidie. Het realisatiegetal betreft puur de jeugdsportledensubsidie.


Beleidsdoelstelling 2: Vergroten van maatschappelijk rol van verenigingen Subdoelstelling

Activiteit(en)

Sportverenigingen doen aan ‘maatschappelijk actief zijn’.

Er zijn via Actieradius diverse cursussen/workshops aangeboden met de samenwerkende gemeenten waar ‘de maatschappelijke rol van verenigingen’ onderdeel van uitmaakte.

Meer sportverenigingen werken met elkaar samen.

Met drie voetbalverenigingen is vergaand overleg over samenwerking onder andere op het gebied van arbitrage, trainingen en vrouwen- / meisjesvoetbal. Samenwerkingskansen worden daar waar mogelijk actief ondersteund en gestimuleerd. Een voorbeeld is een voorbeeld hiervan is de succesvolle samenwerking tussen Grave atletiek en de voetbalvereniging Estria.

Indicator


Aantal sportverenigingen dat maatschappelijk actief is. Sportraad in Grave.

4 1

4 0






Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 4.1 Onderwijs en kinderopvang 1.272 1.189 1.271 -81 N 4.2 Cultuur 1.196 1.152 1.156 -4 N 4.3 Sport 500 495 440 55 V Totaal Lasten 2.969 2.837 2.867 -30 N 4.1 Onderwijs en kinderopvang 281 267 1.128 -861 V 4.2 Cultuur 26 24 3 21 N 4.3 Sport 25 25 24 1 N Totaal Baten 332 315 1.155 -840 V Saldo 2.637 2.521 1.712 809 V

58



4 60


2.1.5 Programma 5 Maatschappelijke zaken

Portefeuillehouder: A. Henisch Omschrijving programma Het programma maatschappelijke zaken omvat het scheppen van goede mogelijkheden voor alle inwoners, die, al dan niet tijdelijk, niet of onvoldoende in staat zijn om zelfstandig in hun bestaan te voorzien optimaal te ondersteunen door het aanbieden van voorzieningen.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Een leefbare, sociaal betrokken gemeente. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • De leefbaarheid in de woonkernen in stand houden en waar mogelijk en noodzakelijk verbeteren (toekomstbestendige leefomgeving). • Inwoners zijn directer betrokken bij en verantwoordelijk voor hun eigen woon- en leefomgeving.

✓

-

2.1.5.1 Leefbaarheid Context en achtergronden In 2013 is de strategische visie voor het Land van Cuijk vastgesteld waarin de ambitie wordt uitgesproken op regionaal niveau voorzieningen te spreiden en op elkaar af te stemmen. In 2013 is op deze schaal gestart met een grondige analyse (kernenbarometer Land van Cuijk) van de beschikbare voorzieningen, de aanwezige (zorg) structuren en netwerken en de bereidheid van inwoners om zelf bij te dragen, zelf de drager te zijn. Dit geeft in termen van leefbaarheid inzicht in de kracht en de zwaktes op dit vlak binnen onze regio. Volgens het Regionaal Wmo-beleidsplan 20122015 zijn de Toekomstbestendige leefomgeving, het Versterken van sociale relaties en de Kracht van onze inwoners benoemd als speerpunt. Het convenant wijken dorpsraden gemeente Grave is in 2012 door de 3 dorpsraden onder tekend. De wijkraden hebben het convenant niet ondertekend.


Beleidsdoelstelling 1: De leefbaarheid in de woonkernen in stand houden en waar mogelijk en noodzakelijk verbeteren (toekomstbestendige leefomgeving) Subdoelstelling

Activiteit(en)

Het waarborgen van leefbaarheid, de kwaliteit en toegankelijkheid van voorzieningen.

1. In het kader van de Uitvoeringsagenda Strategische Visie Land van Cuijk is een rapportage/inventarisatie over de aanwezige maatschappelijke voorzieningen in de dorpen en wijken opgeleverd en besproken. Kwantiteit en kwaliteit van deze voorzieningen wordt gezien als graadmeter van leefbaarheid. Deze inventarisatie voor de gemeente Grave is in overeenstemming met het algemene beeld in Land van Cuijk, namelijk dat het gebied goed voorzien is. Daarbij staan wel m.n. de scholen, in het bijzonder in de kleine keren, onder druk van een snelle ontgroening. Voor Grave is nog de feitelijke overgangssituatie van de gemeenschapsaccommodaties/ scholen in beeld gebracht (afstoten en ver(nieuw) bouwen is niet verwerkt). In het Portefeuillehouders-overleg LvC is besloten tot een vervolgrapportage. Die moet verder ingaan op mogelijke toekomstscenario’s en vooral ook kwalitatieve gegevens m.b.t. kosten en gebruiksintensiteit opdiepen. 2. Subsidiëren exploitatie en beheer van de gemeenschaps-accommodaties is volgens plan verlopen. Met betrekking tot het Multi Functioneel Centrum Catharinahof is een specifieke overeenkomst gesloten.

De wijken en dorpen kennen een wijk- of dorpsraad die fungeert als klankbord voor beleidsvorming en/of andere zaken die hun wijk of dorp aangaan.

1. Naar aanleiding van de ingediende subsidieaanvragen is aan 3 dorps raden en 2 wijkraden in 2014 subsidie verleend voor uitvoering van hun klankbordfunctie en/of activiteitenfunctie. Door 2 wijkraden is geen aanvraag ingediend. 2. In de wijken de Zittert / Rode dorp en Estersveld / de Stoof zijn collegebezoeken afgelegd. Ook zijn gesprekken gevoerd met portefeuillehouder en beleidsmedewerkers. Dit geldt ook voor de kernen Velp, Gassel en Escharen. 3. Het betrekken van de wijken dorpsraden bij beleidsvorming steeds beter en is een blijvend aandachtspunt.

Beleidsdoelstelling 2: Inwoners zijn directer betrokken bij en verantwoordelijk voor hun eigen woon- en leefomgeving Subdoelstelling De inwoners dragen zelf bij aan en zijn drager van de leefbaarheid in de wijk/het dorp.

62

Activiteit(en) 1. Aan 6 wijken dorpsraden is subsidie verleend voor het uitvoeren van activiteiten in het kader van de iDops. Deze subsidie is, onder andere, ingezet voor: project verkeersveiligheid (Velp), groenproject (Binnenstad), heropening Julianaplein (Gassel), ondergrondse glasbakken (Estersveld/ de Stoof), speelvoorzieningen (Mars/blauwe dorp), en voor een voetveer over de Raam (Escharen) 2. A an de 3 dorpsraden en 1 wijkraad is subsidie verleend voor het uitvoeren en/of het ondersteunen van activiteiten in de wijk of het dorp. Hiermee worden activiteiten en initiatieven die een positieve invloed hebben op de leefbaarheid en sociale samenhang van de wijk/het dorp financieel ondersteund.


2.1.5.2 Welzijn en gezondheidszorg Context en achtergronden De maatschappelijke opgave voor het welzijnswerk en de zorg verandert. Er moet anders worden gedacht over welzijn en zorg: burgers worden veel meer aangesproken op hun eigen kracht en vraaggericht werken door instellingen is het uitgangspunt. Het gaat om een transformatie in denken en doen. Deze transformatie geven we lokaal, maar ook samen met de gemeenten in het Land van Cuijk, Brabant Noordoost en met instellingen in de regio vorm. In 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor veel nieuwe taken in het kader van de Jeugdwet, als gevolg van de transitie Jeugdzorg. In 2014 zijn deze taken (verder) voorbereid.

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Een samenleving waarin alle mensen mee kunnen doen, waarbij uitgegaan wordt van de zelfredzaamheid, talenten en eigen kracht van mensen. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Mensen kunnen zo lang mogelijk lichamelijk en geestelijk gezond leven in een situatie van welbevinden. • Kinderen/jongeren kunnen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen aan de samenleving. • Inwoners zijn meer zelfredzaam en kunnen zelfstandig participeren in de samenleving.

✓

✓ ✓

Gemeenten worden per 1-1-2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de gehele (jeugd)zorg voor kinderen, jongeren (0-18 jaar) en hun opvoeders. Hiermee ontstaat een ander en nieuw ingericht jeugdzorgstelsel, waarbij de regierol bij de gemeente ligt. De zorg omvat jeugd en opvoedhulp, jeugd geestelijke gezondheid en hulp aan kinderen en jeugdigen met beperkingen. De financiële middelen gaan in één uitkering via het Rijk naar de gemeente, de gemeente wordt hiermee verantwoordelijk voor de uitvoer en de bekostiging van deze zorg. Dit is de transitie van middelen en verantwoordelijkheden. Deze transitie geven we waar nodig vorm met de gemeenten in Brabant NO. Het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Land van Cuijk is de plek waar ouders, opvoeders, jongeren, professionals en vrijwilligers terecht kunnen met al hun vragen over gezond opvoeden en opgroeien. Binnen de gezondheidszorg verandert veel. Niet alleen de transities Jeugdzorg en AWBZ hebben gevolgen voor de gemeenten. Ook hebben de veranderingen in de GGZ (plannen voor basis GGZ) indirect gevolgen voor gemeenten.


Beleidsdoelstelling 1: Mensen kunnen zo lang mogelijk lichamelijk en geestelijk gezond leven in een situatie van welbevinden Subdoelstelling

Activiteit(en)

Bevorderen van de gezondheid van onze inwoners.

1. Aan de GGD Hart voor Brabant is een bijdrage verleend voor uitvoering van het basistakenpakket voor de volksgezondheid en jeugdgezondheidszorg. 2. H et uitvoeringsprogramma 2014 van het regionaal gezondheidsbeleid Land van Cuijk 2013-2016 is uitgevoerd. Er zijn naar aanleiding hiervan preventieve activiteiten uitgevoerd op het gebied van de drie speerpunten: alcoholgebruik, overgewicht en ouderenzorg. Enkele voorbeelden van activiteiten worden in de drie onderstaande blokken genoemd.

Verminderen van alcoholgebruik onder doelgroepen.

1. Aan het bovenregionale alcoholpreventieproject ‘Think before you drink’ 2013-2016 is deelgenomen. 2. L okale accent- uren van de GGD zijn ingezet op uiteenlopende inter venties met betrekking tot preventie alcoholgebruik jongeren, zoals de uitrol van het protocol vroeg signalering alcohol jeugd. 3. Meer zichtbaarheid van de inzet van Novadic Kentron in het Land van Cuijk als het gaat om het thema alcoholgebruik. Novadic Kentron participeert o.a. in ‘Uit met Ouders’ en het Jong in de Buurt overleg. 4. Overmatig alcoholgebruik onder volwassenen en ouderen is bespreekbaar gemaakt en bewustwording is gecreëerd voor signalering van deze problematiek door o.m. het plaatsen van advertenties en het organiseren van een bijeenkomst ‘Gezonde leefstijl’ voor ouderen.

Stabiliseren of verminderen van overgewicht.

Lokale accent-uren van de GGD zijn ingezet op uiteenlopende interventies over voeding en beweging ter preventie van overgewicht; hieronder valt ook het opzetten van een sociale kaart preventie overgewicht.

Percentage kwetsbare ouderen niet verder laten stijgen.

We hebben de samenwerking tussen partijen die zich bezighouden met preventieve ouderenzorg verstrekt door deel te nemen aan het Geriatrisch Netwerk. Ook is er overleg gevoerd met partijen in de eerste lijn (waaronder Robuust en Syntein) om, onder meer het gemeentelijk beleid uit te dragen.

Indicator


Percentage jongeren onder de 16 jaar dat eerste glas alcohol drinkt. Percentage overmatig alcoholgebruik onder volwassenen.

11% 14%

Percentage overmatig alcoholgebruik onder ouderen.

10%

Percentage jongeren met overgewicht.

11%

Percentage volwassenen met ernstig overgewicht.

10%

Percentage ouderen met ernstig overgewicht.

17%

Percentage kwetsbare ouderen.

18%

Resultaten GGD monitor 2016.* Resultaten GGD monitor 2016.* Resultaten GGD monitor 2016.* Resultaten GGD monitor 2016.* Resultaten GGD monitor 2016.* Resultaten GGD monitor 2016.* Resultaten GGD monitor 2016.*

* Bij gezondheidsbeleid zijn we afhankelijk van de vierjarige monitor van de GGD. Tussentijds zijn er geen cijfers. 64


Beleidsdoelstelling 2: Kinderen/jongeren kunnen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen aan de samenleving Subdoelstelling

Activiteit(en)

Een sterke en positieve basis in de lokale samenleving voor jeugdigen en hun ouders.

1. Integrale afstemmingsoverleggen ‘Jong in de Buurt’ hebben plaatsgevonden. 2. O mdat prioriteit is gegeven aan alle werkzaamheden inzake de transitie jeugdzorg is de organisatie van een politieke jongerendag niet uitgevoerd; deze dag wordt nu in 2015 georganiseerd. 3. Door het boekje Sjors sportief/Sjors creatief en jeugdledensubsidies aan verenigingen is deelname aan sporten culturele activiteiten gestimuleerd. 4. Radius ontvangt subsidie voor jongerenparticipatie en Radius creëert kansen met, voor en door jongeren, zodat zij kunnen opgroeien tot volwaardige en actieve burgers van Grave. Hiervoor is jongerencentrum “Offstreet” twee middagen en twee avonden in de week geopend voor jeugdigen. De opkomst van deze openstellingen is wisselend en varieert van gemiddeld 15 tot 40 jongeren per openstelling. Samen met de jongeren is er dit jaar geïnvesteerd in het pand. Er zijn activiteiten georganiseerd voor groep 7 en 8 en de oudere jongere (14+). Samen met Jong in de Buurt zijn er voorlichtingsactiviteiten georganiseerd gericht op “risicovolle jeugd”. In samenwerking met het Centrum Jeugd en gezin zijn er specifiek activiteiten georganiseerd voor meisjes.

Realiseren van een samenhangende zorgstructuur die erop is gericht de opvoeding niet over te nemen maar zoveel mogelijk te versterken. Jongerenoverlast en -criminaliteit nemen af.

1. In 2014 is het beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 en de verordening Jeugdhulp 2015-2018 vastgesteld. 2. Centrumregeling inkoop jeugdhulp Noordoost Brabant is vastgesteld. 3. Het implementatieplan Jeugdhulp is opgesteld en door het college vastgesteld. 4. H et Centrum Jeugd en Gezin LvC is met ingang van 1 januari 2015 omgevormd tot een basisteam jeugd en gezin. De samenhang van de zorgstructuur en het versterken van het opvoedingsklimaat wordt gerealiseerd door een nieuwe werkwijze. Samen met de jeugdige en/of de ouders wordt de hulpvraag, de behoefte en gewenste resultaten verhelderd. Daarnaast wordt onderzocht hoe de jeugdige op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of het sociale netwerk verder kan. Hierbij kan, indien nodig, aanvullend gebruik gemaakt worden van een algemene, overige, of individuele voorziening. De ouders blijven eigenaar van het klantplan of persoonlijk plan (bij het PGB) En er wordt gewerkt met het principe “een gezin, een plan, een regisseur”.

Jongerenoverlast en -criminaliteit nemen af.

1. E r is uitvoering gegeven aan het veiligheidsarrangement Jongeren, alcohol, drugs en vandalisme 2011-2014. Hierin wordt voorzien in de realisatie van een Jongeren ontmoetingsplek (JOP). Op juridische gronden is realisatie van eenhangplek op de gewenste locatie in de Stoof niet mogelijk gebleken. 2. In het overleg ‘Jong in de buurt’ heeft informatieoverdracht plaatsgevonden en zijn afspraken gemaakt met voogden en reclasseringsmedewerkers over de aanpak van een groep probleemjongeren. 3. Afspraken in de vorm van gesprekken met ouders en een omgangsverbod van een jongere met andere specifieke probleemjongeren. 4. O m overlast tegen te gaan zijn er diverse gesprekken gevoerd met jongeren en zijn jongeren verbaliseerd. Ook zijn er gesprekken geweest met ouders over het niet langer beschikbaar stellen van een schuur in een woonwijk als hangplek voor jongeren. 5. Er zijn diverse jongerenactiviteiten en voorlichtingsavonden georganiseerd inzake drugs, alcohol en seks in jongerencentrum Off Street. 6. 44 keer is er een jongerenspreekuur gehouden in het jongerencentrum.


Beleidsdoelstelling 3: Inwoners zijn meer zelfredzaam en kunnen zelfstandig participeren in de samenleving Subdoelstelling

Activiteit(en)

Kwetsbare inwoners worden ondersteund wanneer zij moeite hebben om zelfstandig te participeren in de samenleving, en voor zover er geen oplossing kan worden gevonden binnen het sociale netwerk.

Subsidie is verstrekt aan het ouderenwerk (RIGOM), het maatschappelijk werk (RMC), het vluchtelingenwerk (Radius) en Slachtofferhulp met daarbij afspraken over prestaties en te behalen resultaten. Radius heeft als welzijnsorganisatie de opdracht gekregen om kwetsbare inwoners te ondersteunen. Dit deed Radius op vier prestatievelden, jeugd, vrijwilligers, dorpen-wijken- en buurten en vluchtelingen. Het RIGOM is verantwoordelijk voor het ouderenbeleid. Radius werkt vanuit empowerment, het werken aan eigen kracht, zelfvertrouwen en positief zelfbeeld geven aan de burger. Het versterken en inzetten van het sociale netwerk, individuele benadering en maatwerk en vraaggericht werken.

Zoveel mogelijk inwoners (waaronder ouderen) zijn actief als vrijwilliger.

Het vrijwilligerssteunpunt Actieradius heeft subsidie ontvangen om bemiddeling mogelijk te maken tussen vrijwilligers en vrijwilligers organisaties, maar ook advies te geven en ondersteuning te bieden aan vrijwilligers. Via het regionale vrijwilligerssteunpunt Actieradius worden alle potentiële vrijwilligers gestimuleerd om een actieve bijdrage aan de samenleving te leveren. In het kader van deskundigheidsbevordering zijn er een aantal cursussen aangeboden.

2.1.5.3 Inkomensvoorziening Context en achtergronden De ingangsdatum van de Transitie Participatiewet wordt voorzien per 01-01-2015. Door de aanhoudende crisis en de verkorte WW-duur zullen de gemeenten naar verwachting een groei van het bijstandsvolume (Buig ) te verwerken krijgen. Door toevoeging van de Wsw en een groot deel van de Wajong aan de Participatiewet wordt het financieel risico aanzienlijk vergroot. Ter informatie: het macrobudget voor Buig / participatie en Wsw bedraagt 8,4 miljard, Wajong 2,9 miljard (ter vergelijk: Transitie jeugdzorg een kleine 1,8 miljard per 2015).

66

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling In het kader van de Wwb heeft de gemeente de verplichting om aan iedereen die hiervoor in aanmerking komt een uitkering te verlenen onder de voorwaarden zoals deze in de wet worden genoemd. Hierbij worden inwoners nadrukkelijk ook gewezen op de eigen verantwoordelijkheid om in levensonderhoud te voorzien. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Het verstrekken van uitkeringen aan inwoners die (tijdelijk) werkloos zijn en geen rechten meer hebben op een inkomen vanuit een andere instantie.

✓


Beleidsdoelstelling 1: Het verstrekken van uitkeringen aan inwoners die (tijdelijk) werkloos zijn en geen rechten meer hebben op een inkomen vanuit een andere instantie. Subdoelstelling Het verstrekken van een inkomen indien men tijdelijk niet zelf in staat is dit te vergaren.

Activiteit(en) De ingediende aanvragen zijn tijdig afgehandeld. Het aantal afgehandelde aanvragen is lager uitgekomen omdat het aantal van geprognotiseerde aanvragen gebaseerd was op het aantal uit 2013 plus een groei van 4%. De prognose van hoeveel aanvragen er in een jaar ingediend zullen gaan worden is moeilijk te voorspellen. We hanteren ervaringscijfers maar deze kunnen per jaar nogal fluctueren.

Indicator Aantal klanten Grave. Aantal aanvragen.

2.1.5.4 Werk en activering Context en achtergronden Het toeleiden naar een zo zelfstandig mogelijke positie in de maatschappij waarbij duurzame economische zelfredzaamheid het maximaal te bereiken doel is. Indien economische zelfredzaamheid (nog) niet haalbaar is trachten wij onze klanten een stap hoger op de participatieladder te brengen. Door de aangekondigde vertraging in de voorziene Participatiewet (nu voorzien per 01-01-2015) en het feit dat er nog geen nieuw wetsvoorstel openbaar is gemaakt, is het niet duidelijk welke veranderingen er op het gebied van werk en inkomen zullen gaan ontstaan. De informatie bestaat momenteel enkel uit kamerbrieven en verzamelbrieven.

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 144 117

148 80

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Zoveel mogelijk inwoners zelfstandig in hun bestaan te laten voorzien en waar dit niet mogelijk is hen te laten deelnemen aan de maatschappij door middel van toeleiding naar de arbeidsmarkt (inclusief sociale activering). Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Zoveel mogelijk inwoners op basis van individueel maatwerk naar een zo zelfstandig mogelijk positie in de maatschappij te begeleiden, waarbij duurzame economische zelfredzaamheid het maximaal te bereiken doel is. De missie is om perspectieven te openen zodat klanten aan het werk kunnen of kunnen meedoen in deze maatschappij.

✓


Beleidsdoelstelling 1: Zoveel mogelijk inwoners op basis van individueel maatwerk naar een zo zelfstandig mogelijk positie in de maatschappij te begeleiden, waarbij duurzame economische zelfredzaamheid het maximaal te bereiken doel is. De missie is om perspectieven te openen zodat klanten aan het werk kunnen of kunnen meedoen in deze maatschappij Subdoelstelling

Activiteit(en)

Het bevorderen van het zelfstandig verwerven van inkomen.

Mensen zijn aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Via werkgeversbenadering, job-hunting, scholing en het aanbieden van re-integratietrajecten is ondersteuning verleend. Samen met ROC de Leijgraaf zijn projecten uitgevoerd waarbij kandidaten d.m.v. een voortraject geplaatst zijn op MBO niveau-1 of -2 opleidingen.

Het integreren van inburgeraars in de Nederlandse samenleving.

Deze taak is uitgevoerd voor een steeds kleiner wordende groep inburgeringsplichtigen die nog onder de verantwoordelijkheid van gemeenten valt. Per 01-01-2013 is immers deze taak voor nieuwe inburgeringsplichtigen van gemeenten naar de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) overgegaan.

Het bieden van een passende werkomgeving voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking (wettelijk lage beleidsvrijheid).

Deze taak is uitgevoerd door het Werkvoorzieningsschap Noordoost Brabant en de IBN. De Rijkstaakstelling is geheel uitgevoerd in 2014.

Indicator Aantal trajecten (educatie en re-integratie). Aantal handhavingsonderzoeken. Rijkstaakstelling.

2.1.5.5 Minimabeleid Context en achtergronden Het doel van het gemeentelijke minimabeleid is het bevorderen van de economische en sociale zelfredzaamheid door ondersteuning te bieden voor financiële tegenslagen en bijzondere kosten. Daarbij wordt de deelname of terugkeer aan het arbeidsproces niet geblokkeerd. In dit kader is begin 2012 het minimabeleid geactualiseerd. Hierbij is de Reductieregeling tot stand gekomen, waarmee minima een tegemoetkoming krijgen voor de kosten van maatschappelijke participatie. Tenslotte is in december 2012 het beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening vastgesteld.

68

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 47 10 92

91 19 109

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Het gemeentelijke minimabeleid heeft als doelstelling om randvoorwaarden voor het meedoen in de maatschappij te garanderen door op specifieke onderdelen ondersteuning te verlenen zodat men kan participeren in de samenleving. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Inkomensondersteuning mag de deelname of terugkeer naar het arbeidsproces niet in de weg staan, maar moet daar waar nodig een financieel vangnet bieden voor de meest kwetsbare burgers en een sociaal isolement voorkomen.

✓


Beleidsdoelstelling 1: Inkomensondersteuning mag de deelname of terugkeer naar het arbeidsproces niet in de weg staan, maar moet daar waar nodig een financieel vangnet bieden voor de meest kwetsbare burgers en een sociaal isolement voorkomen Subdoelstelling De koopkracht van de meest kwetsbare burgers op peil houden en het voorkomen van sociaal isolement.

Activiteit(en) 1. Algemene voorlichting heeft plaatsgevonden door publicaties in de MaasDriehoek, via ketenpartners en via de regionale folder Participatiewet. Daarnaast is individuele voorlichting gegeven over de Regeling Compensatie Zorgkosten (RCZ). 2. A anvragen voor de diverse onderdelen van het Minimabeleid zijn afgehandeld. Bij de Reductieregeling is een doelmatigere en snellere werkwijze geïmplementeerd die laagdrempeliger is en leidt tot snellere doorlooptijden. 3. Schuldhulpverlening, zowel minnelijk als wettelijke trajecten, is aangewend. Daarnaast is ingezet op een pilot schuldpreventie in samenwerking met Radius Land van Cuijk om jongeren bewust te maken van hun uitgaven en inkomsten.

Indicator Burgers worden geïnformeerd via lokale media. Aanvragen bijzondere bijstand. Aanvragen reductieregeling. Aanvragen langdurigheidstoeslag. Aanvragen schuldhulpverlening.

2.1.5.6 Maatschappelijke zorg Context en achtergronden • Vanaf 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor veel nieuwe taken in het kader van de Wmo, als gevolg van de transitie AWBZ. Het gaat om de functies begeleiding en persoonlijke verzorging. De gemeente ontvangt hiervoor budget vanuit het rijk (met een korting). In 2014 bereidt de gemeente deze taken (verder) voor in de regio’s Land van Cuijk en Brabant Noordoost. • Door de vaststelling van een nieuwe verordening en een nieuw Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning in 2012 is het proces van de kanteling ook beleidsmatig verankerd.

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 2x / jaar 357 120 40 40

4x 225 70 35 42

Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • De gemeente biedt een vangnet voor mensen die zelf en/of met steun van zijn of haar sociale omgeving niet voldoende kunnen participeren in de samenleving. • Alle inwoners zijn (naar vermogen) in staat via de eigen kracht, de sociale omgeving/ netwerk en zo nodig met ondersteuning van de gemeente in staat om deel te nemen aan het maatschappelijk leven. • Inwoners met complexe problemen zijn in staat samenhangende zorg te ontvangen, waardoor zij zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en kunnen deelnemen in de samenleving.

✓

-

-

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling Inwoners kunnen zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen en participeren in de maatschappij.


Beleidsdoelstelling 1: De gemeente biedt een vangnet voor mensen die zelf en/of met steun van hun sociale omgeving niet voldoende kunnen participeren in de samenleving Subdoelstelling

Activiteit(en)

Inwoners kunnen adequate mantelzorg verlenen, zodanig dat draaglast en draagkracht zo goed mogelijk in evenwicht zijn.

1. Uitvoeren van het regionaal mantelzorgbeleid Land van Cuijk 2013. De meeste activiteiten zijn uitgevoerd door het steunpunt Mantelzorg, met subsidie van de gemeente. Uitvoering gegeven aan het beleidsplan. De vrijwillige thuiszorgorganisatie Blink verleent respijtzorg om de mantelzorger tijdelijk ondersteuning te bieden. Het gesprek wordt waar mogelijk met zorgvrager en mantelzorger samen gevoerd. De mantelzorger is ook hulpvrager. 2. S teunpunt Mantelzorg geeft informatie, advies en handige tips aan mantelzorgers. Dit kan individueel door middel van telefonisch contact, een persoonlijk gesprek of via de website. Ook worden er verschillende themabijeenkomsten, workshops en/of cursussen georganiseerd. Maandelijks zijn er mantelzorggroepen, waarbij informatieve onder werpen en /of ontspannende activiteiten worden gecombineerd met het ontmoeten van lotgenoten. 3. Door het Steunpunt Mantelzorg en de gemeenten Land van Cuijk is een platform opgericht. Deelname is voor zorginstellingen en organisaties die zich richten op mantelzorgondersteuning in het Land van Cuijk. Het doel is tot afstemming en verdere samenwerking te komen tussen de mantelzorgers, de organisaties en de gemeenten om de mantelzorg ondersteuning te verbeteren. 4. D e ontwikkeling van een mantelzorgvriendelijk woonbeleid is gestart, maar nog niet afgerond. De gemeenten Land van Cuijk nemen daarin de regie en werken in de uitwerking nauw samen met woningbouw corporaties woon-zorgcomplexen.

Mantelzorgers worden tijdelijk ontlast doordat de zorgbehoevende respijtzorg ontvangt.

Evenals in voorgaande jaren is Blink, een organisatie die respijtzorg levert, gesubsidieerd.

70


Beleidsdoelstelling 2: Alle inwoners zijn (naar vermogen) via de eigen kracht, de sociale omgeving/netwerk en zo nodig met ondersteuning van de gemeente in staat om deel te nemen aan het maatschappelijk leven Subdoelstelling

Activiteit(en)

Bevorderen van de eigen mogelijkheden van burgers en verbeteren van de mogelijkheden van algemene en voorliggende voorzieningen.

1. Het ondersteunen en adviseren van inwoners over eigen mogelijkheden en de mogelijkheden van algemene voorzieningen en, indien nodig, het verstrekken van individuele maatwerkvoorzieningen. 2. In ‘het gesprek’ inwoners meer bewust maken van de eigen kracht en mogelijkheden en die van de directe woon- en leefomgeving. 3. Het verzorgen van voorlichting via traditionele media (publicaties) en digitale media (o.a. gemeentelijke website). 4. H et verzorgen van laagdrempelige toegang tot de zorg, Wmo-loket en het daarbij behorende dienstverleningsconcept. Om contact op te kunnen nemen met de Wmo consulenten is voor de burgers (met een hulpvraag) een apart telefoonnummer in gebruik. Daarnaast is het Welzijnsplein in Cuijk zonder problemen toegankelijk voor mensen met een beperking.

Adequate voorbereiding van de transitie AWBZ.

Ter voorbereiding op de uitvoering van de nieuwe wet Maatschappelijke ondersteuning 2015, waarbij een aantal taken vanuit de AWBZ worden overgeheveld naar de Wmo, zijn zowel in het Land van Cuijk als op regionaal niveau in Brabant Noordoost ambtelijke werkgroepen geformeerd. Hierdoor is een groot aantal beleidsdocumenten opgesteld en ter besluitvorming aan de Gemeenteraden en Colleges van B&W aangeboden, zoals Het Beleidsplan Transformatie AWBZ naar Wmo deel I en II, de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015, de Nadere Regels Maatschappelijke Ondersteuning 2015, de Centrumgemeente regeling (ten behoeve van de inkoop van de nieuwe gemeentelijke zorgtaken als begeleiding, dagbesteding en individuele ondersteuning) en het opstellen van de basisovereenkomst en deelovereenkomsten voor het afsluiten van contracten met de zorgaanbieders voor het leveren van deze zorg.

Indicator Aantal gebruikers Hbh (zorg in natura). Aantal gebruikers Hbh (Pgb). Aantal gebruikers CVV (Regiotaxi). Aantal uitstaande rolstoelvoorzieningen. Aantal uitstaande vervoersvoorzieningen.

Streefwaarde 2014 Realisatie 2014 256 34 391 69 27

250 35 380 70 25


Beleidsdoelstelling 3: Inwoners met complexe problemen zijn in staat samenhangende zorg te ontvangen, waardoor ze zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en deelnemen in de samenleving Subdoelstelling Bieden van maatschappelijke opvang, advies en begeleiding aan personen die, door één of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving, verslaafden en (ex-)GGZ-cliënten.

Activiteit(en) Doordat te subsidiëren kunnen onderstaande organisaties de omschreven werkzaamheden uitvoeren: 1. Het Verdihuis voor het bieden van maatschappelijke opvang, begeleiding en geven van informatie en advies aan mensen die opvang nodig hebben. Dit is regionaal afgestemd met de gemeente Oss als centrumgemeente. 2. N ovadic-Kentron en GGZ Oost-Brabant voor het uitvoeren van hun activiteiten ‘collectieve preventie GGZ’. Dit is regionaal afgestemd met de gemeente Oss als centrumgemeente. 3. Stichting Door en Voor voor het stimuleren van participatie door ervaringsdeskundigen. Dit is regionaal afgestemd met de gemeente Oss als centrumgemeente. 4. H et GGZ-BNO voor het ‘toeleiden’ van kwetsbare personen met een vermoeden van een psychiatrische aandoening of verslaving naar passende zorg via Centrale Toegang Bemoeizorg (CTB). Dit is regionaal afgestemd met de gemeente Oss als centrumgemeente.






Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 5.1 Leefbaarheid 1.056 1.008 707 301 V 5.2 Welzijn en gezondheidszorg 1.097 1.151 1.335 -184 N 5.3 Inkomensvoorziening 2.794 2.874 2.395 479 V 5.4 Werk en activering 2.678 2.760 2.701 59 V 5.5 Minimabeleid 155 389 496 -107 N 5.6 Maatschappelijke ondersteuning 1.742 1.553 1.352 200 V Totaal Lasten 9.520 9.736 8.987 748 V 5.1 Leefbaarheid 46 0 0 0 5.3 Inkomensvoorziening -57 -97 56 -153 V 5.4 Werk en activering 1.473 2.025 1.842 183 N 5.5 Minimabeleid 2.540 2.628 2.560 68 N 5.6 Maatschappelijke ondersteuning 109 121 23 98 N Totaal Baten 4.481 5.055 4.743 312 N Saldo 5.040 4.681 4.245 436 V

72


2.1.6

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: J. Joon Omschrijving programma ‘Algemene middelen en onvoorzien’ zijn formeel gezien geen programma, maar heeft betrekking op een overzicht van alle baten en lasten die niet specifiek aan een programma zijn toe te rekenen. Dit betreft bijvoorbeeld de algemene uitkering en niet-gebonden belastingen zoals de onroerende zaakbelastingen (OZB).

Wat hebben we bereikt en wat hebben we daar voor gedaan? Programma-doelstelling • Het uitgangspunt is een solide financieel beleid met een zo hoog mogelijk realiteitsgehalte en een duurzaam sluitende begroting. De komende jaren staan in het teken van beperking van de kosten en ombuigingen op alle beleidsterreinen. • In het bestuursakkoord 2010 – 2014 is opge nomen dat de OZB geen sluitpost mag zijn van de begroting. Beleidsdoelstelling Beleidsdoelstelling • Structurele uitgaven met structurele middelen dekken.

-

Context en achtergronden Gelet op de beperkte middelen in deze bestuursperiode weegt budgetcontrole en financiële control in zijn geheel, extra zwaar om daarmee tot een doelmatige en efficiënte besteding van beschikbare middelen te komen. Dit vraagt om het nauwgezet sturen op de budgettaire verantwoordelijkheden van de organisatie. Door rijksbezuinigingen wat onder andere tot uitdrukking komt ineen verlaging van de algemene uitkering en de decentralisatie van taken in het sociaal domein met efficiencykortingen zijn ingrijpende beleidskeuzes en ombuigingen noodzakelijk om een sluitende (meerjaren)begroting te kunnen presenteren. De OZB is een relatief kleine belasting voor de burger in vergelijking tot de inkomstenbelasting. Maar wel erg zichtbaar voor de burger. In de jaarrekening is als onderdeel van de ombuigingen een extra opbrengst onroerende zaakbelastingen verwerkt van 2,45% per jaar.

Beleidsdoelstelling 1: Structurele uitgaven met structurele middelen dekken Subdoelstelling Reëel sluitende begroting 2014.

Activiteit(en) Door de inzet van ombuigings/bezuinigingsvoorstellen en de algemene reserve kon een sluitende begroting 2014 worden aangeboden. Het financieel meerjarenperspectief is sluitend.


Wat heeft het gekost? Hieronder een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen (inclusief onvoorzien).





Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) Lokale heffingen, waarvan besteding niet gebonden is 166 162 244 Overige algemene dekkingsmiddelen -889 10.633 5.619 Saldo van de financieringsfunctie 488 434 198 Totaal Lasten -235 11.229 6.061 Algemene uitkering 11.005 11.205 11.277 Lokale heffingen, waarvan besteding niet gebonden is 2163 2.163 2.207 Dividend 256 256 266 Overige algemene dekkingsmiddelen 618 8.610 1.819 Totaal Baten 14.042 22.234 15.569 Saldo -14.277 -11.006 -9.509

74

-82 5.014 236 5.168

N V V V

-71 N -44 -10 6.791 6.666

V V N N

-1.498 N



76


2.2 Paragrafen 2.2.1 Paragraaf 1 Lokale heffingen Inleiding Met deze paragraaf wordt beoogd de relevante informatie die met de gemeentelijke belastingen en heffingen te maken heeft op één plaats te concentreren. Beleidsmatige uitgangspunten Voor het belastingtarievenbeleid 2014 golden de volgende uitgangspunten: 1. Voortzetten van de gemaakte keuzes vanuit het verleden. Voorwaarde hierbij is dat deze keuzes nog voldoende aansluiten bij de huidige situatie; 2. H et profijtbeginsel, het draagkrachtbeginsel en het beginsel van maximale realisatie (kostenbewust, efficiënt en effectief belastingheffen met oog voor de positie van de belastingplichtige)

Soort heffing

Begroot 2014 primitief

3. Voor de heffingen en leges uitgaan van het principe van kostendekkend werken; 4. De tarieven hondenbelasting, leges, marktgelden en lijkbezorgingsrechten volgen in beginsel de jaarlijkse stijging wegens inflatie van 1,6%; 5. Verhoging van de opbrengsten onroerende zaakbelastingen (OZB) met 4,1%. Deze verhoging is na amendement nader vastgesteld op 2,45%; 6. Verhoging van de tarieven rioolheffing met vooralsnog 1,6% conform de rioleringsplanning (VGRP) 7. De tarieven reinigingsheffingen worden in principe verhoogd met 1,6% Deze, op onderdelen bijgestelde, uitgangspunten zijn integraal verwerkt in het pakket belastingmaatregelen 2014 dat op 17 december 2013 door uw raad is vastgesteld. Geraamde opbrengsten In onderstaand overzicht zijn de gerealiseerde opbrengsten 2014 en de geraamde opbrengsten 2014 van alle lokale heffingen weergegeven.

begroot 2014 na wijziging

Realisatie 2014

Verschil realisatiebegroot na wijziging

Verschil in %

2.087 1.196 873 304 178 49 77 50 26 5 19 -76 4.788

14 12 25 29 18 -25 3 24 26 0 -2 -15 109

0,7 1,0 2,9 10,5 11,3 -33,8 4,1 92,3 100,0 0,0 -9,5 24,6 2,3

(bedragen x € 1.000) Onroerendezaakbelastingen Rioolheffing Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Leges (omgevingsvergunningen) Leges (reisdocumenten/rijbewijzen) Leges (overige secretarieleges) Hondenbelasting Lijkbezorgingsrechten Reclamebelasting Baatbelastingen Marktgelden af: Kwijtschelding Totaal

2.073 1.184 848 216 170 74 74 56 0 5 21 -65 4.656

2.073 1.184 848 275 160 74 74 26 0 5 21 -61 4.679


Omschrijving en toelichting per heffing Hierna volgt een omschrijving van de belangrijkste heffingen in onze gemeente. Daarnaast is bij afwijkingen van meer dan 10% een toelichting gegeven.

tarieven vastgesteld. Deze bruto-meeropbrengst van 11% of € 18.000 is daar in hoofdzaak het gevolg van. Bruto omdat in het tarief een component rijksleges (+ € 10.000) is opgenomen die moet worden afgedragen.

Onroerende zaakbelastingen Onder de naam onroerendezaakbelastingen (OZB) worden een gebruikers- en een eigenarenbelasting geheven. Op basis van de wet waardering on roerende zaken (wet WOZ) wordt van elke, niet vrijgestelde, onroerende zaak de waarde vastgesteld. De WOZ-waarde vormt de grondslag voor de berekening van de gemeentelijke OZB-aanslag(en). De OZB-opbrengstramingen 2014 waren gebaseerd op het tarief 2013, vermeerderd met 2,45% (definitieve verhoging na amendement). Bij de vaststelling van de tarieven voor 2014 is ook rekening gehouden met de jaarlijkse waardeontwikkelingen van de woningen en de bedrijven.

Leges (overige secretarieleges Onder de verzamelnaam secretarieleges zijn met name de opbrengsten verantwoord van vergunningen bijzondere wetten, drank- en horecavergunningen, naturalisatieverzoeken, burgerlijke stand (waaronder huwelijksleges) en APV-vergunningen. De lagere opbrengst van € 23.000 (-/- 26%) wordt met name veroorzaakt door: • Minder monumentenvergunningen € 14.000 • Minder drank- en horecavergunningen € 8.000

Rioolheffing De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Hierdoor kan de gemeente naast de zorg voor het riool tevens voorzieningen bekostigen die het mogelijk maken in te spelen op de zorg voor het hemel water en grondwater binnen de gemeente. Een belangrijk deel van deze nieuwe zorgtaken is opgenomen in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan. Daar is ook het tarievenbeleid op gebaseerd. In 2014 zijn de tarieven daarom ook verhoogd met 1,6%. Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Afvalstoffenheffing wordt geheven voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Reinigingsrecht wordt geheven voor het ophalen van klein bedrijfsafval. Het tarief van de reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrecht) is ten opzichte van 2013 met 1,6% verhoogd. Leges (omgevingsvergunnigen: onderdeel bouwen) De raming is bij de Tweede Bestuursrapportage (2e Burap) al verhoogd met met € 59.000. Uiteindelijk is op deze post € 29.000 of 10,5% meer verantwoord dan was ingeschat. Leges (reisdocumenten/rijbewijzen) Er gelden vanaf 9 maart 2014 nieuwe wettelijke maximumtarieven voor reisdocumenten. De geldigheidsduur is per die datum verlengd van 5 tot 10 jaar. Om deze redenen heeft uw raad op 18 februari 2014 hiervoor nieuwe (hogere) 78

Hondenbelasting De bevoegdheid om hondenbelasting te heffen is vastgelegd in artikel 226 van de Gemeentewet. Hondenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel dat geheven wordt van de houder van één of meer honden. In Grave wordt een deel van de hondenbelasting aangewend ter bestrijding van de hondenoverlast. Het grootste deel wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Dat dit is toegestaan heeft de Hoge Raad in zijn arrest van 18 oktober 2013 nadrukkelijk uitgesproken. Reclamebelasting In 2013 zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot de invoering van een reclamebelasting vanaf 2014. De opbrengst van deze reclame belasting wordt vanaf 2014 na aftrek van de perceptiekosten via een subsidie beschikbaar gesteld aan de Stichting Centrummanagement Grave. Bij raadsbesluit van 17 december 2013 is deze reclamebelasting definitief ingevoerd. De geraamde bruto-opbrengst ad € 26.500 was echter – in tegenstelling tot was aangekondigd in het raadsvoorstel tot invoering – abusievelijk nog niet geraamd. In 2014 was de werkelijke opbrengst € 25.830.

Lijkbezorgingsrechten Deze rechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de gemeentelijke begraafplaatsen. De hogere opbrengsten (+ 92%/+ € 24.000) zijn vooral veroorzaakt doordat bij de 2e Burap de raming bij nader inzien ten onrechte is verlaagd JAARSTUKKEN 2014 - GEMEENTE GRAVE | HOOFDSTUK 2

met € 30.000 wegens de afname van het aantal begravingen (door toename aantal crematies) en door minder verlengingen van het grafrecht. Tot opzichte van de primitieve begroting (raming € 56.000) is uiteindelijk € 6.000 minder ontvangen dan geraamd.

Kwijtschelding In 2014 is aan in totaal 198 huishoudens voor een totaalbedrag van € 76.000 kwijtschelding van de gemeentelijke belastingaanslag verleend. € 15.000 meer dan geraamd. Bij nader inzien was deze raming, gezien de economische crisis, in eerste aanleg al te laag. Het gaat daarbij om kwijtschelding van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. In 2013 waren dat nog 182 huishoudens. Budgettair heeft dit geen gevolgen omdat voor- en nadelen op de beleidsproducten Afval en Riolering worden afgewikkeld via de daarvoor gevormde Voorzieningen. Algemeen In de paragraaf lokale heffingen van de Programmabegroting 2014 is een aantal (beleids)ontwikkelingen op het lokale belastinggebied opgesomd. In deze jaarrekening wordt op de stand van zaken ingegaan.

Lastendruk Het totaalbedrag van de gemeentelijke belastingaanslag 2014 voor een gemiddeld huishouden, de zogenaamde gemeentelijke lastendruk, was voor een huurder 1,6% (€ 6) per jaar hoger dan in 2013. Dit is gelijk aan de raming. Voor een eigenaar/ bewoner zou de lastendruk aanvankelijk gemiddeld 2,63% (€ 17) per jaar hoger uitvallen. In dit percentage was nog rekening gehouden met een OZB-verhoging van 4,1 %. De aanpassing van deze verhoging naar 2,45 % heeft er toe geleid dat de lastendruk voor een eigenaar/ bewoner in 2014 met gemiddeld 1,95% (€ 13) per jaar is toegenomen. Macronorm OZB 2014 De maximale toegestane OZB -stijging 2014 na correctie met de overschrijdingen 2012-2013 (macronorm 2014) was vastgesteld op 2,45%. Dat is een bestuurlijke afspraak met het Rijk. Met de vastgelegde verhoging met 2,45 % heeft onze gemeente zich exact aan de norm gehouden. Ontwikkelingen Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Nog maar 2 gemeenten zijn in 2014 aangesloten

op de landelijke voorziening WOZ (LV WOZ) bij het Kadaster. De openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen, die onder meer moet leiden tot meer transparantie en minder bezwaren is daarom ook tot nader order uitgesteld. Mogelijk zal dat per 1 juli 2015 mogelijk worden. De gemeenten, dus ook onze gemeente, zijn nog steeds druk doende met alle verplichte voorbereidingen om op tijd de aansluiting op de LV WOZ te realiseren.

No cure-no-pay-bureaus en WOZ-bezwaren Gemeenten ondervonden en ondervinden nog steeds “last” van de activiteiten van adviesbureaus die werken op basis van “no cure no pay”. Die bureaus maken kosteloos bezwaar namens belanghebbenden. Alleen bij een gegrond bezwaar worden kosten doorberekend die de belanghebbende aan zo’n bureau moet afstaan. Men heeft als gemachtigde dus een financieel belang bij de uitkomst van de procedure. De inschakeling van de no-cure-no-pay-bureaus leidt naar onze mening ook tot ongewenste formalisering van het contact met belanghebbenden. Juist met de informele heroverweging in de bezwaarfase worden momenteel successen geboekt. De ‘gratis’ bezwaren staan ook de goede invoering van de openbaarheid van de WOZ-waarde in de weg. De VNG vindt daarom invoering van een adequaat besluit proceskosten WOZ noodzakelijk, vóórdat sprake kan zijn van openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen. Het Kabinet is – zoals eigenlijk was verwacht - in het najaar van 2014 helaas niet met een nieuw besluit gekomen waarin aan de wensen van de VNG en dus de gemeenten tegemoet is gekomen. Daarom voert de VNG opnieuw overleg met het Ministerie. Verhuurdersheffing Er is een verhuurdersheffing ingevoerd. De verhuurdersheffing wordt geheven bij verhuurders van huurwoningen in de gereguleerde sector. De grondslag voor de heffing wordt gevormd door de totale WOZ-waarde van de huurwoningen. Het tarief is een afgeleide van de beoogde opbrengst. Voor 2013 wordt, uitgaande van een opbrengst van € 5 miljoen, een tarief voorgesteld van 0,0014% en per 1 januari 2014, uitgaande van een opbrengst van € 800 miljoen, een tarief van 0,231%. De bedragen lopen de komende jaren nog verder op. De verhuurderheffing wordt uitgevoerd en gehandhaafd door de Belastingdienst.


De gemeenten leveren de WOZ-waarden aan de Belastingdienst. Er zijn ondanks de in de programmabegroting 2014 uitgesproken verwachtingen naar aanleiding van deze verhuurdersheffing in 2014 geen bezwaren van verhuurders tegen de WOZ-waarden ingediend.

Maximumtarief leges rijbewijs Er is zoals meerdere jaren al was aangekondigd uiteindelijk toch met ingang van 2014 een wettelijk maximumtarief voor een rijbewijs vastgesteld. Die bedroeg in 2014 € 38,48. Conclusie/slotopmerking Met deze paragraaf is beoogd de relevante verantwoordingsinformatie die te maken heeft met de gemeentelijke belastingen en heffingen in 2014 op één plaats te concentreren.

2.2.2 Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële tegen vallers op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn gesloten. In schema:

Weerstandsvermogen: Risico’s

Relatie

Weerstandscapaciteit

Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar zelf, maar ook voor de meerjarenramingen. Beleid weerstandsvermogen Hoe hoog het weerstandsvermogen van een gemeente moet zijn, of welke algemene norm

80

hiervoor gehanteerd kan worden, is niet eenduidig te beantwoorden. Dit komt omdat de risico’s die gemeenten lopen onderling verschillen. Vanuit het provinciaal toezicht zijn hiervoor ook geen gerelateerde normen gegeven. De provincie ziet er wel op toe, dat de algemene en vrije reserves een bepaalde omvang hebben. Het gevoerde beleid ten aanzien van het weerstandsvermogen bestaat uit een periodieke risicoanalyse op diverse beleidsterreinen. Weerstandscapaciteit Weerstandscapaciteit: middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet voorziene financiële tegenvallers te dekken. De hoogte van de weerstandscapaciteit wordt bepaald door de gehele of gedeeltelijke sommatie van reservecomponenten op de balans, zoals daar zijn: • de in de begroting opgenomen ruimte in de stelpost onvoorziene uitgaven; • het vrij aanwendbare deel van de algemene reserve; • de onbenutte belastingcapaciteit; • de stille reserves, zijnde die activa waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde en die direct verkoopbaar zijn. Weerstandscapaciteit

JaarBegroting rekening 2014 2014

(bedragen x € 1.000) Weerstandscapaciteit exploitatie: Onbenutte belastingcapaciteit: • OZB • Afvalstoffenheffing • Rioolrechten Onvoorzien Totaal structureel Weerstandscapaciteit vermogen: Rekeningsresultaat Vrij aanwendbare reserves Stille reserves Totaal incidenteel Totaal weerstandscapaciteit

429 0 0 0 429

429 0 0 25 454

86 5.813

n.v.t. 3.772

PM 5.899

PM 3.772

6.328

4.226


Stelpost onvoorziene uitgaven In de begroting 2014 is de hoogte van deze post vastgesteld op € 25.000. Het bedrag dient voor het opvangen van tegenvallers of onverwachte uitgaven gedurende het jaar 2014. Er zijn in het jaar 2014 geen tegenvallers of onverwachte uitgaven geweest.

Om een evenwichtig financieel beleid te kunnen voeren is het van belang dat periodiek een zo breed mogelijke analyse wordt opgesteld van de gevaren die kunnen leiden tot verstoringen van het (meerjarige) budgettaire beeld. Een risico analyse, onderdeel van risicomanagement, is hiervoor een geschikte methode.

Vrij aanwendbare deel van de algemene reserve In de gemeente Grave bedroeg de vrij aanwendbare algemene reserve op begrotingsbasis € 4.172.000. Hiervan was een deel beklemd omdat deze gebruikt werd ter afdekking van kapitaallasten van investeringen. Het betreft een totaalbedrag aan investeringen van € 400.000. Hierna resteert een bedrag van € 3.772.000. Op basis van de jaarrekening 2014 bedraagt het saldo van de algemene reserve € 8.117.000.

De risico’s kunnen worden ingedeeld in: • risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid; • risico’s voortvloeiend uit het beleid van een andere overheid; • risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties; • risico’s voortvloeiend uit het doen/nalaten van derden; • risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente niet te beïnvloeden (autonome) ontwikkelingen.

Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit voor de jaar rekening 2014 is gelijk aan het bedrag wat in de begroting 2014 is bepaald, omdat het beleid omtrent heffing OZB niet is gewijzigd. Afvalstoffenheffing en rioolrechten zijn kostendekkend en daarom draagt dit niet bij aan de weerstandscapaciteit. Stille reserves De stille reserves betreffen alle activa die tegen nul zijn gewaardeerd of waarvan de boekwaarde beduidend onder de handelswaarde ligt. De mogelijke meeropbrengsten die bij verkoop ontstaan, kunnen worden meegenomen bij de berekening van de weerstandscapaciteit. Dit geldt uiteraard alleen voor die bezittingen die op de markt te verkopen zijn. Risico’s Hieronder wordt een overzicht gegeven van de risico’s die de financiële positie van onze gemeente kunnen beïnvloeden. Het inzicht in de potentiële risico’s geeft een beter fundament voor het oordeel over de financiële positie. Een risico kan worden omschreven als het gevaar voor schade of verlies ten gevolge van interne en/of externe omstandigheden waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen omdat het niet mogelijk is een redelijke inschatting van het bedrag van de schade of het verlies te maken.


Risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid

Onderwerp

Risicobeschrijving

MFC: Lagere opbrengst uit verkoop accommodaties.

De gemeenteraad heeft in 2009 besloten tot realisering van een multifunctioneel centrum binnen het nieuwe Maaszicht. De oplevering van Catharinahof is in 2013 gerealiseerd. Gezien de huidige vastgoedmarkt is er een reëel risico dat de opbrengst uit de verkoop van de accommodaties Katrien, Westhoek en Esterade lager zijn dan ten tijde van het raadsbesluit in 2009. Bij de kredietverlening is tot een bedrag van € 675.000 in het financieel risico voorzien. De kans blijft bestaan dat dit niet voldoende is. Daarom is € 100.000 extra opgenomen in de risicoanalyse.

Maximaal risico

Kans

€ 100.000.

Bijna zeker.

Onderwerp

Risicobeschrijving

Decentralisatie sociaal domein.

Per 1 januari 2015 hebben gemeenten binnen het sociale domein nieuwe taken erbij gekregen. Dit in het kader van de Jeugdzorg, de Wmo en de Participatiewet. Op dit moment kan nog niet beoordeeld worden in hoeverre de daarvoor beschikbaar gestelde rijks middelen ook toereikend zullen zijn om deze taken binnen de financiele kaders te kunnen uitvoeren. Voor de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geldt 2015 overigens als overgangsjaar.

Maximaal risico

Kans

€ 150.000.

Mogelijk. Voor de Wmo 2015 geldt dat er feitelijk pas bij de 2de bestuurs rapportage voldoende ervaringscijfers voorhanden zijn waarop een goede inschatting gemaakt kan worden. Mocht het risico zich aandienen dan wordt voor nu ingeschat dat dit maximaal 10% van het beschikbare budget zal zijn.

82


Onderwerp

Risicobeschrijving

Effecten van personele fricties.

Er lopen enkele trajecten ten aanzien beëindiging van het dienstverband en/of begeleiding van medewerkers naar alternatieve werkplekken (Van werk naar werk). De oorzaken van deze trajecten zijn te zoeken in de doorgevoerde bezuinigingen waarbij werkzaamheden zijn afgestoten, geen plaatsing in de CGM organisatie of door het bereiken van de maximale ziekteduur. Door de vigerende rechts positionele bepalingen kleven er aan deze trajecten extra kosten. Kosten in het kader van flankerend personeelsbeleid, zoals juridische begeleiding, loopbaantrajecten en/of minnelijke regelingen.

Maximaal risico

Kans

€ 250.000.

Mogelijk.

Onderwerp

Risicobeschrijving

Gewaarborgde geldleningen.

De gemeente staat garant voor een aantal leningen. Deze gewaarborgde leningen betreffen de zorgsector (1 lening) en diverse plaatselijke sporten culturele verenigingen. De risico’s die de gemeente op dit gebied loopt zijn zeer moeilijk in te schatten. Het bedrag aan gewaarborgde geldleningen bedraagt afgerond € 1.029.000.

Maximaal risico

Kans

€ 1.029.000.

Zelden.

Onderwerp

Risicobeschrijving

Arbeidsongeschiktheid bestuurders.

Vanwege de hoge kosten die met een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor bestuurders gepaard gaan is er door de gemeente Grave voor gekozen geen verzekering hiervoor af te sluiten. Hierdoor ligt het risico van de kosten bij arbeidsongeschiktheid van bestuurders bij de gemeente.

Maximaal risico

Kans

€ 150.000.

Zelden.


Risico’s voortvloeiend uit het beleid van een andere overheid

Onderwerp

Risicobeschrijving

Participatiewet: Wet werk en bijstand (I-deel) / Wet werken naar vermogen.

De inkomsten komen (niet geoormerkte doeluitkering) van het rijk. De kosten zijn afhankelijk van de ingediende aanvragen en verstrekte uitkeringen. Deze zijn zo goed mogelijk ingeschat, maar blijven onzeker. De verschraling van de voorliggende voorzieningen WW en Wajong/WSW leidt tot een sneller en groter beroep op bijstand. Het risico voor de gemeenten is niet beperkt Gezien de aanhoudende tegenvallende werkloosheidscijfers is het zeer waarschijnlijk dat de gemeente geconfronteerd wordt met hogere uitkeringslasten. Vanaf 2015 zal een nieuw verdeelmodel worden toegepast. Herverdeeleffect risico’s zijn hier aanwezig. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) berekende het risico om als gemeente met herverdeeleffect geconfronteerd te worden op gemiddeld 13 procent. Dit zegt echter niets over het percentage van herverdeeleffect indien een gemeente hiermee geconfronteerde wordt.

Maximaal risico

Kans

€ 450.000.

Mogelijk.

Risico’s voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten of instanties Onderwerp

Risicobeschrijving

Realisatie brede scholen.

In het totale traject spelen een aantal risico’s. Het totale project is van een zodanige omvang dat de risico’s in het kader van het risicomanagement benoemd en gekwantificeerd wordt. Voor de inschatting van het risico wordt als maatstaf 10% van de investering. aangehouden.

Maximaal risico

Kans

€ 654.000.

Mogelijk.

84


Risico’s voortvloeiend uit het doen/nalaten van derden

Onderwerp

Risicobeschrijving

Naheffing Afvalinzameling.

De gemeenten hebben voor de verwerking van (grof) huishoudelijk restafval een contract met Attero. De Brabantse gewesten hebben de gezamenlijke verplichting om tot 1 februari 2017 jaarlijks 510 kton (grof) huishoudelijk restafval (HRA) aan Attero aan te leveren. Voor het eerst per 2011 wordt niet meer voldaan aan deze gezamenlijke volumeplicht. Op 23 mei 2014 heeft Attero Zuid B.V. een factuur gestuurd aan de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN). De hoogte van het factuurbedrag voor het voormalige gewest RMB (13 gemeenten) voor de periode 2011 tot en met 2013 is volgens Attero € 2.796.108,74 (excl. BTW en handelsrente). Echter, als een naheffing al gegrond is, is dit bedrag volgens de ODBN niet gebaseerd op de juiste verdeelsleutel conform overeenkomst, Addendum en de ontvangen juridische adviezen. Voor Cuijk, Mill en Grave is door de Bestuurscommissie Afval inzameling Land van Cuijk en Boekel (BCA) desondanks een reservering in de begroting opgenomen. Verwacht wordt dat de positieve saldo’s van de BCA over 2013, 2014 en de reservering in de begroting 2015 voldoende zullen zijn om de reëel veronderstelde naheffing te kunnen financieren. De gemeenten hoeven dan geen eigen middelen in te zetten om de naheffing te betalen. Hierbij is geen rekening gehouden met de wettelijke handelsrente (8,25 %) die Attero in rekening brengt bij het niet tijdig betalen van de facturen. De feiten met betrekking tot het tekort en de hoogte van de naheffing zijn momenteel nog niet duidelijk. Momenteel bestaat dus discussie over de juistheid van de naheffing, over de hoogte van de naheffing en over de verdeling daarvan tussen de gewesten.

Maximaal risico

Kans

Risico is opgenomen in begroting Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel.

Mogelijk.


Kans en gevolg Voor wat betreft de kans dat een risico zich daadwerkelijk voordoet, wordt uitgegaan van de volgende tabel: Kans

waarde tussen

1. Zelden 2. Onwaarschijnlijk 3. Mogelijk 4. Waarschijnlijk 5. Bijna zeker

0 – 20% 20 – 40% 40 – 60% 60 – 80% 80 – 100%

is gemiddeld 10% 30% 50% 70% 90%

Door middel van een toetsing met de beschikbare middelen en het aanwezig financieel weerstandsvermogen kan een evenwichtiger beeld wordt gevormd van de financiële positie van een gemeente en de ontwikkeling daarvan. Inschatting risico’s Bij het inschatten van de risico’s is rekening gehouden met het maximale bedrag van het risico en de kans dat dit zich voor doet. De inschatting van de hiervoor genoemde risico’s levert het onderstaande beeld op.

Risicoanalyse Omschrijving risico

I/S

Max. risico in €

Kans

MFC: lagere opbrengst uit verkoop accommodaties Effecten van personele fricties Gewaarborgde geldleningen Arbeidsongeschiktheid bestuurders WWB I-deel/Wet werken naar vermogen Realisatie brede scholen Naheffing afvalinzameling Totaal incidentele risico’s

I I I I I I I

100.000 250.000 1.029.000 150.000 450.000 654.000

90% 50% 10% 10% 50% 50% 50%

Decentralisatie sociaal domein Totaal structurele risico’s

S

Benodigde weerstandscapaciteit

2.633.000 150.000 150.000

Berekend risico in € 90.000 125.000 102.900 15.000 225.000 327.000 884.900

50%

75.000 75.000 959.900

Conclusie Op basis van de geïnventariseerde risico’s en de kansberekening dat deze risico’s zich daadwerkelijk voor zullen doen is berekend dat het benodigde weerstandsvermogen € 959.900 bedraagt. Er is op dit moment in de algemene reserve € 1.143.000 algemeen weerstandsvermogen beschikbaar. Het weerstandsvermogen is daarom ruim voldoende voor de opvang van de nu bekende risico’s. De weerstandstandscapaciteit bedraagt per 31-12-2014 € 6.328.000.

86


2.2.3 Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding In deze paragraaf worden de beleidsuitgangs punten en de financiële consequenties voor het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen weergegeven. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningen-

niveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten. Het beleid over deze kapitaalgoederen is verwerkt in beheerplannen die voor verschillende kapitaalgoederen worden opgesteld. Beleidskader en financiële consequenties De volgende beheerplannen zijn het afgelopen jaar door de raad vastgesteld (geactualiseerd). Hiermee zijn alle beheerplannen actueel. In Programma 2 (Openbare ruimte) is ook per beheerplan uiteengezet wat we het afgelopen jaar hebben uitgevoerd.

Beheerplan Beheerplan wegen. Beheerplan riolering (VGRP). Beleidsplan openbare verlichting. Beheerplan civiele objecten. Gebouwenbeheerplan. Beheerkwaliteitsplan groen, beheerplan groen en spelen.

Beheerplan wegen Beleidskader Uit het gegevensbestand van de gemeente Grave blijkt dat de gemeente circa. 730.500 m2 verhardingen in beheer heeft. Dit totaal is onder te verdelen in 324.000 m2 asfaltverhardingen, 390.000 m2 elementverhardingen en 16.500 m2 betonverhardingen. Naast deze verhardingen heeft de gemeente ook nog 85.000 m2 halfverhardingen in beheer. De lengte van het verharde wegennet bedraagt ongeveer 100 kilometer. Met het uitvoeren van een globale visuele inspectie is inzicht verkregen in de actuele onderhoudstoestand van de verhardingen in beheer bij de gemeente Grave. Geconcludeerd kan worden dat het onderhoudsniveau van de asfalt- en elementenverhardingen in de gemeente Grave matig is. Deze beoordeling is gerelateerd aan een landelijk goed en evenwichtig onder houden wegennet. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van het beheerplan Wegen gekozen voor variant 1:

raadsbesluit raadsbesluit raadsbesluit raadsbesluit raadsbesluit raadsbesluit

datum vaststelling

cyclus

jaar herziening

04-11-2014 16-12-2014 4-11-2014 14-10-2014 14-10-2014 4-11-2014

2017 2017 2017 2018 2018 2018

2018 2018 2018 2018 2018 2018

de absolute minimumvariant. De kosten voor groot onderhoud zijn bij deze minimum variant gebaseerd op de CROW-systematiek (systematiek voor wegbeheer conform de CROW-publicatie 147, uitgave november 2005). Hierbij is gebruik gemaakt van het door Grontmij ontwikkelde computerprogramma dg DIALOG-wegen, dat op deze systematiek is gebaseerd. Deze gaat uit van een wegennet dat kwalitatief net voldoet aan de minimale eisen voor verantwoord wegbeheer. In de praktijk zijn de berekende bedragen absolute minima in de zin van het uitvoeren van onderhoud. De schade die aan de bovenzijde aanwezig is, wordt weggewerkt, niet meer en niet minder. In veel gevallen is na 5 jaar weer onderhoud nodig. Er is geen ruimte om tegenvallers op te vangen, zoals extra schadeontwikkeling als gevolg van strenge winters of langdurige natte perioden. Het uitvoeringsprogramma van 2014 is bepaald aan de hand van de globale weginspectie welke eind 2013 is uitgevoerd. Om de ombuigingen 2014-2017 te realiseren wordt de jaarschijf 2014 van het beheerplan wegen met € 16.000,- verlaagd.


Financiële consequenties beleidskader Omschrijving beheerplan Onderhoud wegen.

Begroot 2014 Voor wijziging


Realisatie 2014

Dekking uit

19.000

19.000

19.000

Exploitatie

Beheerplan riolering (VGRP) Beleidskader Riolering wordt aangelegd en in stand gehouden om drie redenen: • het beschermen van de volksgezondheid; • waterafvoer vanuit het bebouwd gebied; • het beschermen van de kwaliteit van de leefomgeving en het milieu.

Wettelijk kader De gemeente Grave heeft het VGRP Grave op laten stellen. Dit plan vigeert voor de jaren 2010 t/m 2015. In december 2014 is een nieuw VGRP opgesteld samen met de overige vier gemeenten in het Land van Cuijk en het waterschap Aa en Maas. Het hebben van een actueel en geldig gemeentelijk rioleringsplan is een wettelijke verplichting vanuit, onder andere, de Wet Milieubeheer. Sinds 1 januari 2008 heeft de Rijksoverheid de zorgplichten ten aanzien van riolering uitgebreid naar drie zorgplichten: • Zorgen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater naar een geschikt lozingspunt;

• Zorgen voor de inzameling, het transport en de verwerking van hemelwater, voor zover dit niet van particulieren verwacht kan worden; • Zorg dragen voor het in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grond waterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. In het VGRP staat hoe de gemeente Grave de komende jaren invulling wil geven aan haar zorgplichten ten aanzien van afvalwater, hemelwater en grondwater. De kosten van de riolering komen voor rekening van de burgers van de gemeente Grave door middel van de rioolheffing. Hiermee is het product “Rioolbeheer” budgettair neutraal. Gezien de hoeveelheid en diversiteit van de werkzaamheden verwijzen wij u voor het uitvoeringsprogramma naar het VGRP.

Financiële consequenties beleidskader Omschrijving beheerplan Onderhoud. Uitvoeringsprogramma rioolbeheer 60 jaar. Afkoppeling hemelwater.

88

Begroot 2014 Voor wijziging 56.000 679.000 122.000

Begroot 2014 na wijziging 225.000

Realisatie 2014

Dekking uit

50.500 255.000

Voorziening Voorziening

0

Voorziening


Beleidsplan openbare verlichting Beleidskader Het doel van de openbare verlichting is om bij duisternis het openbare leven zo goed mogelijk te laten functioneren: •w aarbij men geen gevoel van onveiligheid ervaart; •w aarbij de weggebruiker zich op een veilige wijze moet kunnen verplaatsen; •w aarbij verlichting de leefbaarheid (herkenbaarheid, sfeer) vergroot en de ruimtelijke inrichting wordt versterkt. Uit deze doelstelling komen de volgende aspecten naar voren: • Sociale veiligheid: een omgeving waar men zich zonder direct gevoel voor dreiging of confrontatie met geweld kan bewegen; • Verkeersveiligheid: een veilige en gepaste afwikkeling van verkeer bij duisternis;

• Leefbaarheid: het bevorderen van de herkenbaarheid of sfeer; • Ruimtelijke inrichting: het benadrukken van het bijzondere karakter van de openbare ruimte (bijvoorbeeld het verlichten van een monumentaal bouwwerk). Uit het beheerplan openbare verlichting blijkt dat het verlichtingsniveau in zijn algemeenheid genomen slecht of onvoldoende is ten opzichte van de geldende normen. Een algemene opwaardering naar het minimale niveau is noodzakelijk. Volgens het uitvoeringsprogramma van het beheerplan openbare verlichting staan diverse straten in het uitvoeringsprogramma gepland. Om de ombuigingen 2014-2017 te realiseren is de jaarschijf 2014 van de Openbare verlichting met € 137.000,-- verlaagd. Het uitvoeringsprogramma wordt op deze wijze getemporiseerd.

Financiële consequenties beleidskader Omschrijving beheerplan Onderhoud. Aanwending uit voorziening. Investeringen.



26.000 155.000 23.000

Beheerplan civiele objecten Beleidskader Voor het opstellen van het beheerplan civiele objecten 2014 – 2018 (vastgesteld oktober 2014) is een overzicht gemaakt voor wat betreft de hoeveelheid, omvang, vervangingswaarde en de onderhoudsbehoefte van de diverse geïnspecteerde objecten. De onderhoudsbehoefte is ten opzichte van het

Realisatie 2014 24.000 7.000 500

Dekking uit Exploitatie Voorziening Voorziening

eerdere beheerplan aanzienlijk toegenomen. In de onderhoudsopzet is de hoogste prioriteit gegeven aan de technische en constructieve instandhouding van kunstwerken en het borgen van de publieke veiligheid van de overige projecten. Er is in 2014 conform het besluit van de raad geen onderhoud uitgevoerd aan de civiele objecten. Gewezen wordt op het feit dat uitstel van onderhoud uiteindelijk tot hogere uitgaven zal leiden.

Financiële consequenties beleidskader Omschrijving beheerplan Onderhoud objecten.



Realisatie 2014 0

Dekking uit Voorziening


Gebouwenbeheerplan Beleidskader De gemeente heeft diverse gebouwen in beheer. In 2010 is een kwaliteitsniveau (conditiescore) vastgesteld voor de gemeentelijke gebouwen. Met dit als basis zijn er meerjarenonderhoudsbudgetten met een planhorizon van 20 jaar opgesteld die als input hebben gediend voor het opstellen van de beheerplannen 2011-2014. Naast de groot onderhoudsuitgaven zijn ook de jaarlijkse kosten voor calamiteiten en de kosten voor het contractonderhoud opgenomen in het beheerplan gemeentelijke gebouwen.

In 2014 is deze cyclus opnieuw doorlopen als basis voor het opstellen van het beheerplan 2015-2018 (vastgesteld in oktober 2014). Het onderhoud voor de gemeenschapsaccommodaties Katrien, Esterade en de Westhoek zal tot een minimum worden beperkt vanwege de beoogde verkoop van deze panden. In de beheerplannen is nog tot en met 2014 budget gereserveerd voor deze gebouwen. Het onderhoud van het stadhuis en het nieuwe MFC Catharinahof zal worden geregeld vanuit de desbetreffende VVE’s. De financiële middelen hiervoor worden niet opgenomen in het beheerplan gemeentelijke gebouwen.

Financiële consequenties beleidskader Omschrijving beheerplan Onderhoud gemeentelijke gebouwen.



211.000

Beheerkwaliteitsplan groen, beheerplan groen en spelen Beleidskader In het in oktober 2014 vastgestelde beheerplan 2015-2018 is een totaaloverzicht van het groen in de gemeente Grave opgenomen. Het beheerplan bestaat uit de volgende onderdelen: • Groenrenovatie • Kleinschalige groenrenovaties • Bijhouden groenbeheergegevens • Bomenzorg (VTA en bomenlijst) • Vervangen speelvoorzieningen Het beheerplan richt zich met name op renovatie-

Realisatie 2014 206.000

Dekking uit Voorziening

onderhoud aan groenvoorzieningen. De gebruikte hoeveelheden cq groenarealen zijn gebaseerd op de groeninventarisatie die in 2014 is uitgevoerd. Dit beheerplan geeft inzicht in de jaarlijkse afschrijvingen van zowel de groen- als de speelvoorzieningen binnen en buiten de kom van de gemeente Grave. Met de inzet van het jaarlijks te begroten budget dat is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse afschrijving kan een acceptabel kwaliteitsniveau worden gewaarborgd. Bij deze lang cyclische benadering wordt ervan uitgegaan dat het noodzakelijke onderhoud op het juiste moment wordt uitgevoerd, waarbij geen sprake is van achterstallig onderhoud.

Financiële consequenties beleidskader Omschrijving beheerplan Onderhoud groen.

90



Realisatie 2014

Dekking uit

52.000

Voorziening


Schoolgebouwen In de begroting 2014 was een krediet opgenomen ad € 80.000 voor het uitvoeren van het beheerprogramma schoolgebouwen, jaarschijf 2014. In 2014 waren er echter geen toegekende aanvragen onderhoud schoolgebouwen. Het jaar 2014 stond in het teken van de wetswijziging tot overheveling van de zorgplicht voor het buitenonderhoud van gemeente naar schoolbesturen. Per 1 januari 2015 is deze wetswijziging van kracht. Daarmee is de gemeentelijke zorgplicht voor onderhoud komen te vervallen. In samenspraak met de schoolbesturen is in 2014 middels een opgestelde notitie in kaart Omschrijving beheerplan


Beheerplan schoolgebouwen 2011-2014.

80.000

2.2.4 Paragraaf 4 Financiering Inleiding Deze paragraaf vloeit voort uit bepalingen van de Wet financiering decentrale overheden (wet fido). Deze wet beoogt het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van decentrale overheden en het beheersen van financiële risico’s. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv) schrijft voor dat in ieder geval de beleidsvoornemens van het risicobeheer van de financieringsportefeuille genoemd worden in deze paragraaf. Deze financieringsparagraaf is zowel voor de begroting als voor de jaarstukken een belangrijk instrument voor het transparant maken, het sturen, het beheersen en het controleren van de financieringsfunctie. Treasuryfunctie De treasuryfunctie van onze gemeente dient tot: •h et verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; •h et beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële

gebracht wat de inhoudelijke en financiële gevolgen zijn van de overheveling van de zorgplicht voor het onderhoud om zo te zorgen voor een goede overdracht. Dit zal zijn vertaling krijgen in een nulmeting als onderdeel van een op te stellen strategisch huisvestingsplan. Een nieuw 4-jarig beheerplan 2015-2018 is daarmee niet meer aan de orde. Wel zal over het meerjaren onderhoud aan de brede scholen in Velp en Grave Oost een afspraak/regeling moeten komen met de schoolbesturen, omdat die gebouwen in eigendom zijn van de gemeente Grave.


Realisatie 2014 1.155

Dekking uit Krediet BHP jaarschijf 2014.

risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, valuta risico’s, kredietrisico’s, interne liquiditeitsrisico’s; • het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; • het optimaliseren van renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van de financiële verordening. Rentevisie De rentevisie is de toekomstverwachting over de renteontwikkeling, op basis waarvan een financierings- en beleggingsbeleid wordt gevoerd. Afstemming van het beleid op de rentevisie betekent bijvoorbeeld het uitstellen van uit zettingen met een lange looptijd op het moment dat rentestijging wordt verwacht. Onze gemeente laat zich bij de rentevisie leiden door rentevisies van grote banken en andere grote (financiële) instellingen zoals o.a. de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Risicobeheer De financiële risico’s bestaan uit renterisico’s, koersrisico’s, valutarisico’s, interne liquiditeits risico’s en kredietrisico’s.


Renterisico Het renterisico is het risico dat de gemeente wordt geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor geldleningen. Renterisicobeheer is het bewust beperken van de negatieve invloed van toekomstige rentewijzigingen. Het renterisico kan o.a. beperkt worden door de aflossingen renteherzieningsmomenten van leningen goed te spreiden bij het aantrekken van nieuwe leningen en/of vervroegd af te lossen. In de wet fido zijn een kasgeldlimiet en een renterisiconorm vastgelegd om het renterisico bij decentrale overheden te beheersen. Rapportering over deze normen vindt plaats door middel van de paragraaf financiering. Koers- en valutarisico Van koersrisico is sprake als financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Onze gemeente heeft 2 langlopende uitzettingen lopen, waarop koersontwikkelingen van toepassing zijn. Jaarlijks wordt bezien of dit leidt tot negatieve koerseffecten. Ultimo 2014 bleek sprake van een negatieve koersontwikkeling, waardoor € 7.290 afgeboekt is ten laste van het rekeningresultaat 2014. Valutarisico’s worden in de gemeente Grave uitgesloten. Er worden uitsluitend leningen verstrekt, aangegaan of gegarandeerd in euro’s.

Intern liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat de gemeente op korte termijn niet genoeg geld in kas heeft om aan haar verplichtingen te voldoen. Dit kan tot gevolg hebben dat de gemeente (tijdelijk) een lening moet aantrekken of tussentijds een uitzetting moet verkopen. In beide gevallen kan dit negatieve financiële gevolgen hebben. In 2014 was het niet nodig om kortlopende middelen aan te trekken, aangezien een langlopende geldlening is opgenomen. Kredietrisico Het kredietrisico is het risico op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de financiële verplichtingen door de tegenpartij. In de financiële verordening van de gemeente Grave en in de Regeling uit zettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) zijn daarom richtlijnen opgenomen die aangeven bij welke financiële ondernemingen uitzettingen plaats mogen vinden. Er worden bijvoorbeeld eisen gesteld aan de kredietwaardigheid van deze ondernemingen. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de kredietrisico’s op het gebied van de verstrekte langlopende geldleningen:

Omschrijving

zekerheid

restantschuld 1 januari 2014 (bedragen in €)

Stimuleringsfonds Bouwfonds. Lening Jeu de Boules Vereniging Grave. Hypothecaire geldlening rechtspersoon. Hypothecaire geldlening personeel. Totaal

n.v.t. n.v.t. Gebouw Woning

236.250 12.750 68.000 163.000 480.000

92

voorzienbare waardedaling in % 0 0 0 0 0


Kasgeldlimiet 2014 Begrotingstotaal (totaal lasten) Percentage regeling Kasgeldlimiet

x € 1.000 22.400 8,50% 1.904

Kwartaal 1 2 3 4 Vlottende schuld Vlottende middelen * Saldo Toegestane kasgeldlimiet Ruimte (+) / overschrijding (-)

217 555 338 1.904 2.242

0 2.686 2.686 1.904 4.590

0 5.410 5.410 1.904 7.314

0 5.034 5.034 1.904 6.938

De gemeente is geheel 2014 onder de kasgeldlimiet gebleven.

Renterisiconorm Voor de lange termijn wordt de renteonzekerheid uitgedrukt in het renterisico. In de wet fido is een renterisiconorm voor decentrale overheden vastgelegd. Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende schulden (leningen met een looptijd van langer dan één jaar). Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen, dat een groot deel

van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten. De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dat wil zeggen dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Hierbij is een minimumbedrag bepaald van € 2,5 miljoen.

Renterisiconorm

Begroot 2014

Realisatie 2014

48 55 103 22.400* 20% 4.480 4.377

0 135 135 22.400** 20% 4.480 4.345

(bedragen x € 1.000) 1 Renteherzieningen 2 Aflossingen 3 Renterisico (1+2) 4a Begrotingstotaal 4b Percentage regeling 4 Renterisiconorm (4a x 4b) 5a Ruimte onder renterisiconorm (4 > 3) 5b Overschrijding renterisiconorm (3 > 4)

In 2014 werd over de leningenportefeuille geen renterisico gelopen. * afgerond ** exclusief begrotingswijzigingen


Financiering Financiering met vaste geldleningen De leningenportefeuille bestaat uit 2 vaste geldleningen met een restantschuld per 31 december 2014 van € 10.865.363 en een gemiddeld rentepercentage van 2,88%. De totale aflossing in 2014 bedraagt € 134.637.

Dag- en kasgeldleningen In januari 2014 is een kasgeldlening uit 2013 afgelost. Het was in 2014 niet nodig om nieuwe kasgeldleningen aan te trekken, omdat er een vaste geldlening is opgenomen. Rekening courant Met de huisbankier Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag is een financieringsovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst is een krediet arrangement opgenomen waarin o.a. de kredietlimiet in rekening courant is vastgesteld op € 2,4 miljoen. Tevens zijn basisafspraken vastgelegd over de te ontvangen respectievelijk te betalen rente en de daarbij behorende tarieven. Verder wordt een rekening courantrekening zonder krediet aangehouden bij de Rabobank en de ING Bank. Bij een (tijdelijk) overschot aan liquide middelen wordt dit in rekening courant aangehouden ten

behoeve van het dagelijkse betalingsverkeer en boven een drempelbedrag van € 250.000 worden overtollige middelen bij het Rijk gestald (schatkistbankieren). Overige uitzettingen Vastrentende uitzettingen In de tabel bij kredietrisico’s wordt een overzicht gegeven van de verstrekte geldleningen.

Rentefonds Europa 1-3 Onze gemeente heeft in het verleden 2 beleggingen gedaan in het Rentefonds Europa 1-3. De marktwaarde van deze beleggingen bedraagt per 31 december 2014 € 2.064.560. De boekwaarde van deze beleggingen was hoger dan de marktwaarde en is conform weten regelgeving naar beneden bijgesteld met € 7.290. Dit is eerder in deze paragraaf vermeld bij koersrisico’s. Garantieproduct Onze gemeente heeft in het verleden een belegging gedaan in een garantieproduct. De vervaldatum van dit product is 1 december 2017. De marktwaarde bedraagt per 31 december 2014 € 7.528.991 en de boekwaarde bedraagt € 5.000.000. Het is op grond van weten regelgeving niet mogelijk om de boekwaarde (tegen historische kostprijs) te verhogen tot de marktwaarde.

2.2.5 Paragraaf 5 Bedrijfsvoering Voor het onderdeel bedrijfsvoering verwijzen wij u naar de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling Werkorganisatie CGM.

94


2.2.6 Paragraaf 6 Verbonden partijen Inleiding In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de relaties en verbindingen van de gemeente met (verbonden) derde partijen, waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend én waarmee financieel belang is gemoeid. Met ‘bestuurlijk belang’ wordt bedoeld: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met ‘financieel belang’ wordt bedoeld, dat de gemeente de middelen die zij ter beschikking heeft gesteld kwijt is in geval van een faillissement van de verbonden partij en/of dat er in geval van financiële problemen bij de verbonden partij, verhaal op de gemeente kan plaatsvinden. Subsidies bijvoorbeeld vallen veelal niet onder het criterium ‘verbonden partijen’, omdat deze zich vaak beperken tot slechts een financieel belang.

Gezien het grote aantal verbonden partijen hebben gemeenten in de regio Brabant Noordoost een adoptieregeling afgesproken. Dit houdt in dat een klein aantal gemeenten de kadernota, begroting en jaarstukken van een verbonden partij analyseert en overleg heeft met de betreffende verbonden partij hierover. Hierover worden de overige deelnemende gemeenten door de adoptiegemeenten geadviseerd. Voor verbonden partijen waarbij de jaarrekening 2014 gereed is, zijn de financiële cijfers over het jaar 2014 opgenomen. Voor de andere verbonden partijen zijn de meest recente financiële cijfers opgenomen, over het jaar 2013.

Voor het inzicht van de gemeenteraad is het van belang, dat de relatie tussen verbonden partijen en het publieke belang, zoals geconcretiseerd in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De verbonden partij wordt in die situatie gemandateerd door de gemeente. De gemeente of samenwerkende gemeenten, blijven de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. De raad heeft echter een kaderstellende en controlerende taak bij de programma’s. Vooral dient afgevraagd te worden of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd kunnen worden. Andere belangrijke aspecten bij verbonden partijen zijn de kosten en de financiële risico’s die dat met zich meebrengt.


1. Gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal te Kleve Doel.

Het bevorderen, ondersteunen en coördineren van de regionale grensoverschrijdende samenwerking van de deelnemers op diverse beleidsterreinen. Via de gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal worden projecten uitgevoerd, zoals op het gebied van onderwijs, economie, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, rampenbestrijding, ruimtelijke ordening, recreatie en toerisme. Er worden middelen gevraagd en verstrekt van en aan derden. Ook vindt er advies plaats bij grensoverschrijdende activiteiten en vindt er begeleiding plaats bij problemen met meerdere belanghebbenden.

Partijen.

Diverse gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen.

Bestuurlijk belang.

Het college van burgemeester en wethouders is vertegenwoordigd in de Euregioraad door de burgemeester. Als plaatsvervanger is aangewezen wethouder J. Joon. De raad is vertegenwoordigd in de Euregioraad door de heer Ben Peters. Als plaatsvervanger is aangewezen de heer Rick Joosten.

Financieel belang.

De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. Bij opheffing van de Gemeenschappelijke regeling is de gemeente verplicht om naar rato van de hoogte van haar deelnemersbijdrage een extra bijdrage te verstrekken om te voldoen aan de verplichtingen die resteren na verzilvering van het vermogen. Hieronder vallen ook de verplichtingen die bij derden ontstaan, doordat zij personeel ter beschikking hebben, waarvoor als gevolg van de liquidatie geen werk meer is. De gemeentelijke bijdrage is gebaseerd op een bedrag per inwoner en de hoogte daarvan wordt jaarlijks in de begroting/rekening tot uiting gebracht. De bijdrage voor 2014 bedraagt € 3.575,-

Risico’s.

Eigen Vermogen: per 31-12-2012 € 1.307.417 per 31-12-2013 € 1.203.157

Vreemd Vermogen: per 31-12-2012 € 2.462.000 per 31-12-2013 € 2.350.000

Resultaat: 2013: € 5.563 Beleidsvoornemens.

Binnen het Europees subsidieprogramma Interreg IV A dat betrekking heeft op het hele Nederlands – Duitse grensgebied (vier Euregio’s), worden samen met de partners aantal projecten opgepakt en uitgevoerd binnen de ‘prioriteiten’ 1. Economie, technologie en innovatie 2. Duurzame regionale ontwikkeling en 3. Maatschappij en integratie. Van een directe Cuijkse betrokkenheid is sprake bij de projecten ‘Duits lijntje’ en ‘Gesunde Kinder in Gesunden Kommunen’. Voor het overige blijven we de ont wikkelingen binnen dit samenwerkingsverband volgen en sluiten wij aan waar dat inhoudelijk en financieel (in relatie tot evt. subsidieverstrekking) mogelijk respectievelijk gewenst is.

Ontwikkelingen.

• Voorbereiden verdeling Interreg VA. • De gemeente Grave is vanaf maart 1996 aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling Euregio Rijn-Waal.

96


2. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord te ‘s Hertogenbosch Publiek belang.

Artikel 3.1 van de gemeenschappelijke regeling luidt als volgt: “De veiligheidsregio Brabant-Noord behartigt het belang van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde, waar mogelijk integrale, uitvoering van de hulpverlening in het werkgebied evenals de voorbereiding daarop”. De Veiligheidsregio heeft taken op het terrein van de regionale brandweerzorg, op het terrein van de geneeskundige hulpverlening, op het terrein van het gemeenschappelijke meldcentrum en op het terrein van het veiligheidsbureau.

Partijen.

De Veiligheidsregio Brabant-Noord omvat Brandweer Brabant-Noord, de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Brabant-Noord en het Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord. In de veiligheidsregio werken 19 gemeenten, de GGD en de Politie Brabant-Noord samen. Verder werken ook het Waterschap Aa en Maas, het Waterschap De Dommel en het Regionaal Militair Commando-Zuid in de veiligheidsregio samen.

Bestuurlijk belang.

De voorzitter van de raad (de burgemeester) is lid van het algemeen bestuur. Wethouder A.M. Henisch treedt op als plaatsvervangend lid.

Financieel belang.

De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie middels een bedrag per inwoner. Per 1 oktober 2010 is de Wet op de Veiligheidsregio’s in werking getreden. Sindsdien is het voor de deelnemende gemeenten niet meer mogelijk om betaalde BTW van de GHOR en het GMC te compenseren. Om dit verlies voor de gemeenten te compenseren zal een extra bijdrage aan de Brede Doeluitkering worden toegevoegd. Deze bijdrage zal de Veiligheidsregio doorbetalen aan de deelnemende gemeenten. Voor 2014 is de bijdrage van de gemeente voor de Veiligheidsregio € 744.179,-

Risico’s.



Resultaat: 2013: € 732.000 Het verschil in de stijging van het vreemd vermogen wordt verklaard door de overname van de brandweerkazernes.


2. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord te ‘s Hertogenbosch (vervolg) Beleidsvoornemens.

Gemeenten blijven de opdrachtgevers en belangrijkste financiers van de veiligheidsregio’s. Verdere versterking van de betrokkenheid tussen met name de gemeenteraden en veiligheidsregio’s zal worden versterkt. In samenhang met deze ontwikkelingen heeft het Veiligheidsberaad in het voorjaar van 2014 een voorwaartse strategische agenda voor de veiligheidsregio’s ontwikkeld. Kernthema’s in deze strategische agenda zullen naar verwachting zijn het versterken van risicobeheersing, sturen op effecten, versterken rol en betrokkenheid gemeenten, versterken interdisciplinaire en intersectorale samenwerking. De Wet veiligheidsregio´s (Wvr) en de Wet publieke gezondheid (Wpg) hebben geleid tot een heroriëntatie op de taken en verantwoordelijkheden van de GHOR, waarmee vooral een sterkere verbinding tussen publieke gezondheid en veiligheid wordt beoogd. De totstandkoming van het Bureau Grootschalige Publieke Gezondheid (BGPG) is het zichtbare resultaat van de verbinding tussen de beide terreinen. Het BGPG wil zich profileren als de professionele crisisorganisatie volks gezondheid binnen de GHOR/GGD‐combinatie op de schaal van Brabant-Noord en Midden- en West-Brabant. Met ondertekening van het transitieakkoord op 16 oktober 2013 is een beslissende stap gezet naar de meldkamer van de toekomst. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende partijen over de bijdrage die een ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid levert in de transitiefase, aan de samenvoeging van meldkamers en de totstandkoming en werking van de Landelijke meldkamer organisatie (LMO). Voor de realisatie van de LMO is echter wel wetswijziging noodzakelijk. Naar aanleiding van de parlementaire behandeling en wetswijzigingstraject kan het nodig zijn deze afspraken alsnog aan te passen. In het transitieakkoord is opgenomen dat er teruggegaan wordt van 22 regionale meldkamerlocaties naar maximaal 10 meldkamerlocaties waarbij al is uitge sproken dat voor de regio Oost-Brabant gekozen wordt voor locatie Den Bosch.

Ontwikkelingen.

Het veiligheidsveld maakt grote organisatorische veranderingen door. Zo zal de vorming van de Nationale Politie in het algemeen en van de regionale eenheid Noord en Zuidoost-Brabant in het bijzonder leiden tot een herinrichting van de samenwerking. De plannen om het aantal meldkamers terug te brengen heeft bij de vijf zuidelijke veiligheidsregio’s tot het ontwikkelen van een business case naar de vorming van een gemeenschappelijk meldcentrum geleid. Hierover vindt afstemming plaats met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De veranderende rol van de GHOR steeds meer een beroep worden gedaan op de verantwoordelijkheid van de witte ketenpartners. Niet langer alleen op het gebied van Opleiden, Trainen en Oefenen, maar ook voor de inhoudelijke uitvoering van crisistaken. Zo zal het huidige model ten behoeve van grootschalige geneeskundige bijstand bij rampen worden herzien. Per 1 januari 2016 zal dit nieuwe model in werking treden. Ook neemt de GGD Hart voor Brabant nadrukkelijk haar rol in het kader van rampen en crises. De werkstructuur van het GGD Rampen Opvang Plan (GROP) en de Psychosociale Hulpverlening bij incidenten (PSHi) wordt momenteel herzien, waarna de coördinatie van beide processen zal worden ondergebracht bij het BGPG.

98


3. Gemeenschappelijke regeling Brabants Historisch Centrum te ‘s Hertogenbosch Publiek belang.

Op grond van artikel 2 van de gemeenschappelijke regeling is het doel ‘de belangen van de minister, de gemeenten en de waterschappen bij alle aangelegenheden betreffende de archiefbescheiden en collecties die berusten in de rijksarchiefbewaarplaats in de provincie Noord-Brabant en de archiefbewaarplaatsen van de gemeenten en de waterschappen, in gezamenlijkheid te behartigen’.

Partijen.

Het Rijk, 18 gemeenten en 2 waterschappen.

Bestuurlijk belang.

Het algemeen bestuur en dagelijks bestuur bestaat uit zes leden, de minister wijst drie leden aan en de raden van de gemeenten en de algemene besturen van de waterschappen wijzen uit hun midden, de voorzitters van die raden en die algemene besturen inbegrepen, of uit de kring van wethouders, gezamenlijk drie leden aan. De gemeente Grave is in het portefeuillehoudersoverleg vertegenwoordigd door de burgemeester.

Financieel belang.

•G edurende de periode 2013-2016 blijft de operationele missie ‘meer publiek, meer divers publiek’ onverkort van kracht. Nieuw beleid wordt budgetneutraal gerealiseerd. •D e bijdrage per inwoner is € 3,92. Er is een 0-lijn doorgevoerd op basis van het ‘bijdrageniveau’ 2009. Deze 0-lijn wordt al gehanteerd vanaf 2009. Vanuit dit perspectief is al een structurele bezuiniging doorgevoerd van 7%. •V anaf 2012 is een aanvullende, structurele bezuiniging opgelegd van 3%. Op basis van de toekomstvisie is bezuinigd op rijksvoorzieningen en is een taakstellende bezuiniging ingeboekt op de organisatiekosten van het BHIC. Met deze maatregelen werd voldaan aan de wens om in totaal 10% te korten op de gemeenschappelijke regelingen. • In de meerjarenbegroting 2013-2016 is, vanuit de onzekere financiële situatie, een budgetindex van 0% doorgerekend. • In het afstemmingsproces ‘gemeenten en gemeenschappelijke regelingen’ is een 10%-korting in de periode 2012-2015 vanaf de begroting 2011 vastgelegd. •D e bijdrage voor 2014 van de gemeente aan het Brabants Historisch Centrum is € 47.100,-.

Risico’s.

Eigen Vermogen: per 31-12-2013 € 411.234 per 31-12-2014 € 1.207.596

Beleidsvoornemens.

Het BHIC zal zich in de toekomst vooral gaan richten op digitale dienstverlening. Het zogenaamde e-depot is een majeur project. Dit gaat het digitale depot worden, waar digitale archiefbescheiden, welke van de gemeente naar het BHIC moeten worden overgedragen, langdurig bewaard gaan worden. Het rijk neemt het initiatief bij de ontwikkeling van het digitale depot. Eerst zullen de digitale archieven van de ministeries en de Hoge Colleges van Staat worden gebruikt om het e-depot bij de overheid te gaan vullen. Hierna zullen de digitale over te dragen archieven van de gemeenten volgen. Digitalisering zal op den duur de dure zogenaamde fysieke dienstverlening gaan ontlasten. Via Internet kan het geïnteresseerde publiek de informatie zonder tussenkomst van een medewerker bereiken. Het bestuur van BHIC heeft besloten om de leeszaal in Grave met ingang van 1 januari 2017 te sluiten. Er wordt gezocht naar een passende oplossing om het archief toegankelijk te houden.

Ontwikkelingen.

Als vervolg op het beleidsplan 2009-2012 is in 2011 de beleidsvisie “Gegist bestek: het BHIC in 2019” verschenen. In deze notitie worden de meerjarige trends onderscheiden die de toekomstagenda van het BHIC zullen bepalen: verdere daling van het fysieke publieksbereik, sterke stijging van het digitale publieksbereik, voorts de noodzaak tot toenemende samenwerking met andere erfgoedaanbieders en verdere afslanking van de eigen organisatie.


Resultaat: 2014: € 2.851


4. Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Noordoost-Brabant te Oss Publiek belang.

De Wsw is een vrijwillige voorziening voor een aparte groep van arbeidsgehandicapten die vanwege de ernst van hun lichamelijke, verstandelijke en/of psychische handicap aangewezen zijn op aangepaste arbeid in het kader van de Wsw, omdat zij duurzaam geen reguliere arbeid kunnen verrichten, ook niet met inzet van re-integratievoorzieningen. Doel van de Wsw is om aan zoveel mogelijk arbeidsgehandicapten die zijn geïndiceerd voor de Wsw, aangepaste arbeid te bieden die aansluit bij de capaciteiten en mogelijk heden van de Wsw-geïndiceerden. Vooral wordt bevorderd dat inwoners uit de regio Noordoost-Brabant met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt hulp wordt geboden bij het verkrijgen van betaald werk’.

Partijen.

Gemeenten Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Bernheze, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden en Veghel.

Bestuurlijk belang.

Wethouder A.M. Henisch neemt deel in het algemeen bestuur. Als plaatsvervanger is aangewezen wethouder J. Joon.

Financieel belang.

In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt daartoe regels op. Naast een bijdrage per inwoner in de bestuurs- en secretariaatskosten stelt de gemeente de rijksbijdrage WSW 2014 beschikbaar aan het Werkvoorzieningsschap. Het werkvoorzieningsschap stort jaarlijks 50% van de uit te keren winst in de zogenaamde algemene gemeentelijke reserve (AGR). Dit dividend is gerelateerd aan de mate waarin de gemeente diensten van de IBN heeft afgenomen. Uit deze reserve kan de gemeente incidentele opdrachten aan de IBN verstrekken, welke hieruit worden betaald. De bijdrage voor 2014 bedraagt € 2.417.039 inclusief rijksbijdrage WSW 2014.

Risico’s.

De materiële uitvoering van de WSW is opgedragen aan de 100% deelneming IBN-Holding B.V. In een sociaal-economisch contract zijn de wederzijdse rechten en verplichtingen vastgelegd. De bevoegdheden van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden uitgeoefend door het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningsschap Noordoost-Brabant. De bedrijfsvoering risico’s zijn hiermee indirect voor de deelnemende gemeenten. Eigen Vermogen: Vreemd Vermogen: Resultaat: per 31-12-2012 € 45.600.000 per 31-12-2012 € 28.500.000 2013: € 4.000.000 per 31-12-2013 € 46.900.000 per 31-12-2013 € 28.200.000

Beleidsvoornemens.

De ontwikkelingen met betrekking tot de WSW en andere regelgeving op het terrein van Werk en Inkomen blijven punten van aandacht. In samenwerking met de deelnemende gemeenten wordt gekomen tot afstemming en coördinatie van activiteiten op het terrein van het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid. De samenwerking en communicatie met het UWV verdient het komende jaar extra aandacht. Zij zijn verantwoordelijk voor de indicatiestelling Wsw. In overleg met de gemeenten wordt aandacht besteed aan het verder vormgeven en inrichten van een nieuwe brede regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt en WSW.

Ontwikkelingen.

Structurele samenwerking met gemeenten, UWV en bedrijfsleven staan komende jaren op de voorgrond. Bezuinigingen van het Rijk op de WSW zullen de exploitatie onder druk zetten.

100


5. Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst ‘Hart voor Brabant’ te ‘s Hertogenbosch Publiek belang.

Op grond van artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling is het doel ‘een bijdrage te leveren aan de openbare gezondheidszorg’. De gemeente Grave heeft daartoe de volgende taken overgedragen: de uitvoering van de gemeentelijke taken genoemd in de Wet publieke gezondheid en de toezichtstaken die worden genoemd in de Wet kinderopvang.

Partijen.

27 Brabantse gemeenten.

Bestuurlijk belang.

De gemeente wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door wethouder A.M. Henisch. Als plaatsvervanger is wethouder J. Joon aangewezen.

Financieel belang.

De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie op basis van de af te nemen diensten/ producten. In geval van opheffing op basis van een besluit van het Algemeen bestuur, is de gemeente partij in de liquidatie. De bijdrage voor 2014 sluit aan bij de afspraken, gemaakt in het Algemeen Bestuur van de GGD. De totale bijdrage voor 2014 is als volgt te specificeren: - Basispakket € 171.647 - Autonome kosten € 1.400 - Bijdrage 0-4 € 173.092 - Bijdrage Elektronisch Kinddossier (EKD) € 15.921 Totaal € 362.060

Risico’s.



Resultaat: 2014: € 144.222 De algemene reserve van € 2.786.065 per 31 december 2014 is toereikend om de risico’s op te vangen. Beleidsvoornemens.

De GGD bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van iedereen, met speciale aandacht voor risicogroepen. Dit doen ze door risico’s voor de gezondheid te voorkomen en de gezondheid van alle inwoners te bevorderen. Verwezen wordt naar de vijf programma’s, te weten: Zicht op gezondheid, Jeugd, gezin en school, Leefstijl, Infectieziektebestrijding en Geestelijke gezondheidszorg en Crisisaanpak.

Ontwikkelingen.

In 2008 is de nieuwe Wet publieke gezondheid in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet collectieve preventie volksgezondheid, de infectieziektewet en de Quarantainewet. Naast de verbeterde samenhang in de infectieziektebestrijding wordt in deze wet ook aandacht gevraagd voor ouderen en de sociaal economische gezondheidsverschillen. Een ander belangrijk onderdeel is de verplichte invoering van het Elektronisch Kinddossier. Vanaf 2009 presenteert de GGD haar activiteiten in een nieuwe indeling van vijf programma’s. Elke gemeente dient in samenwerking met de GGD een eigen gezondheidsbeleid vast te stellen.


6. Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden – West – Noord te ’s Hertogenbosch Publiek belang.

Op grond van artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling is het doel ‘het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg’. ‘Het openbaar lichaam tracht dit doel te bereiken met alle wettelijke toegestane middelen die daaraan naar zijn mening kunnen bijdragen’. De GR RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tot taak: •H et instellen en in stand houden van een Regionale Ambulancevoorziening ten behoeve van het werkgebied Midden- en West-Brabant en Brabant-Noord; •H et in stand houden van een meldkamer ambulancezorg ten behoeve van het werkgebied Midden- en West-Brabant en Brabant-Noord; •H et vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan van de regio’s Midden- en West-Brabant en Brabant-Noord; •H et (doen) leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en de Hulpverleningsdienst Brabant-Noord.

Partijen.

47 gemeenten in Noord-Brabant.

Bestuurlijk belang.

De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder Gezondheidszorg of door een collegelid dat reeds lid is van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Hart voor Brabant. Voor Grave is aangewezen wethouder A.M. Henisch. Als plaatsvervanger is wethouder J. Joon aangewezen.

Financieel belang.

Het financieel belang van de gemeenten beperkt zich tot een relatief klein deel van de exploitatiekosten die niet door zorgverzekeraars worden gedekt. In geval van opheffing besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt een liquidatieplan op. De gemeentelijke bijdrage voor de ambulancevoorziening is komen te vervallen vanaf 2011. Het vervallen van de gemeentelijke bijdrage en de invoering van de Tijdelijke Wet Ambulancezorg waardoor de zeggenschap over de ambulancezorg exclusief de bevoegdheid is van de minister van VWS, zorgen ervoor dat de ambulancezorg als gemeentelijke taak komt te vervallen.

Risico’s.

Externe ontwikkelingen zoals rijksbezuinigingen en/of kostensaneringen bij de zorgverzekeraars kunnen leiden tot een (hogere) gemeentelijke bijdrage. Eigen Vermogen: Vreemd Vermogen: Resultaat: per 31-12-2012 € 8.998.218 per 31-12-2012 € 17.090.035 2013: - € 76.699 per 31-12-2013 € 8.921.520 per 31-12-2013 € 18.430.561

Beleidsvoornemens.

In 2014 is aandacht besteed aan de volgende beleidsthema’s: • Implementatie Wet Ambulancezorg (WAZ) •O pschaling meldkamers •E fficiencykorting Ambulancesector •H et efficiënt en zorgvuldig afhandelen van de meldingen die binnenkomen op de meldkamer ambulancezorg, en het stellen van de juiste indicatie en urgentie; •H et optimaal inzetten van de beschikbare ambulances door de meldkamer. De aansturing door de meldkamer heeft direct effect op de overschrijdingspercentages van het spoedvervoer; •V erbetering van de prestatie op de meldingsverwerkingstijden van het spoedvervoer; •O ptimaal gebruik van het nieuwe meldkamersysteem ProQA.

Ontwikkelingen.

De bijdrage die de gemeenten vanaf 2006 hebben moeten betalen voor de dekking van de meerkosten voor de Regeling Bezwarende Functies is grotendeels komen te vervallen. De Zorgverzekeraars nemen deze kosten voor 95% voor hun rekening. De nieuwe Wet op de Ambulancezorg zou op 1 januari 2011 in werking treden, waarbij onder andere de marktwerking ingevoerd zou worden. Met de komst van het nieuwe kabinet werd dit traject bevroren. De minister heeft per 1-1-2012 een voorlopige vergunning voor 5 jaar toegewezen aan de huidige RAV’s. De gemeente Grave neemt vanaf de oprichting (oktober 2005) deel aan deze gemeenschappelijke regeling.

102


7. Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) te Cuijk Publiek belang.

Volgens artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling heeft het RMB/Omgevingsdienst als doel ‘de behartiging van de gemeenschappelijke belangen op het gebied van milieuzorg’. Dit houdt in doelmatig en milieuvriendelijk inzamelen, afvoeren en verwerken van afval door preventie, hergebruik, nuttige toepassingen, verbranden en storten. Ook ligt er een taak op het gebied van voorlichting, monitoring, beleidsontwikkeling en advisering.

Partijen.

Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, St. Anthonis, Sint Oedenrode, Uden, Veghel, ’s Hertogenbosch, Boxtel, Sint-Michielsgestel, Vught, Schijndel en Haaren.

Bestuurlijk belang.

De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder Openbare Ruimte.

Financieel belang.

De Omgevingsdienst werkt met tariefdifferentiatie, waarbij het tarief is gekoppeld aan de inschaling van de functie van de betreffende medewerker. Het gemiddeld uurtarief 2014 bedroeg € 79,50. De taak samenwerkingsbudget (in het verleden type-1 taken) zijn in 2014 beëindigd. Conform de gemeenschappelijke regeling zal de bijdrage van die gemeenten voor deze taak worden afgebouwd over een periode van 4 jaren.

Risico’s.


Beleidsvoornemens.

De strategische visie “RMB Strategie 2014” is begin 2010 verschenen. De Omgevingsdienst (OBDN) wil zich ontwikkelen tot een expertisecentrum voor de aangesloten gemeenten en haar kennis en ervaring verdiepen op het gebied van duurzame streekontwikkeling. De traditionele toezichthoudende dienstverlening zal steeds meer een integraal karakter krijgen. Invoering van de omgevingsvergunning en de verandering van het vergunningenstelsel heeft voor de OBDN de nodige gevolgen gehad. In opdracht van het bestuur verbreedt de OBDN haar dienstverlening van milieu naar Ruimte, Bouwen en Milieu. De voorgenomen projecten op basis van de strategische visie worden gelet op de bezuinigingstaakstelling geparkeerd.

Ontwikkelingen.

De omgevingsdienst Brabant Noord is op 1 september 2013 gestart en vervangt dan het Regionaal Milieubedrijf (RMB)


Resultaat: 2013: € 1.137.122


8. Gemeenschappelijke regeling Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel te Cuijk (m.i.v. 1 sept. 2013 ODBN) Publiek belang.

Het doel van de bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk en Boekel is het ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.

Partijen.

Gemeenten Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en St. Anthonis

Bestuurlijk belang.

De gemeente is vertegenwoordigd in het bestuur door wethouder H.A.W.M. Daandels.

Financieel belang.

De gemeente draagt jaarlijks bij aan de exploitatie via een bedrag per inwoner. De bijdrage op basis van alle 98.180 inwoners bedraagt € 45,56 per inwoner.

Risico’s.

De kosten afvalverwerking worden voor 100% doorberekend in de tarieven reinigingsrechten. De gemeentelijke voorziening bedraagt op 31-12-2013 € 585.552.

Beleidsvoornemens.

De beleidsontwikkelingen voor 2014 waren: • Aanbestedingsprocedure afvalovereenkomsten • Afvalbrochure • Voorlichting aan scholen • Kunststof vergoeding • Ondergrondse inzameling restafval.

Ontwikkelingen.

Niet van toepassing.

104


9. Gemeenschappelijke regeling Kleinschalig Collectief Vervoer Brabant-Noordoost te Uden Publiek belang.

Op grond van artikel 3 van de regeling is het doel: ‘het tot stand brengen, ontwikkelen en in stand houden van een stelsel van kwalitatief hoogwaardig kleinschalig vervoer.

Partijen.

Provincie Noord-Brabant en de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel.

Bestuurlijk belang.

De gemeente is in de gemeenschappelijke regeling vertegenwoordigd in het algemeen bestuur en dagelijks bestuur door een lid van de raad of van het college van burgemeester en wethouders. Voor Grave is dit de portefeuillehouder leerlingen- en zorgvervoer.

Financieel belang.

Jaarlijkse bijdrage aan de vervoerskosten van WMO-reizigers. Tevens betaalt de gemeente een jaarlijkse bijdrage aan het projectbureau. Er is geen sprake van een financieel belang in de zin van een kapitaaldeelname.

Risico’s.

Eigen Vermogen: per 31-12-2012 € 790.795 per 31-12-2013 € 1.381.043

Beleidsvoornemens.

Het Servicepunt Regiotaxi is in 2012 begonnen met de doorontwikkeling van kennis en ondersteuning op het gebied van het WMO en OV personenvervoer. Vanaf 2014 is het Servicepunt een regionale vraagbaak waar gemeenten, cliënten, vervoerders en ketenpartijen terecht kunnen met hun vragen op dit terrein. De GR-KCV ontvangt jaarlijks een Samenwerkingsbijdrage OV van de Provincie Noord-Brabant. Deze bijdrage wordt ingezet om deze doorontwikkeling tot regionale vraagbaak te realiseren. In het kader van de OV Visie en Keuzenotitie 2011 - 2015 wordt onderzocht hoe de Regiotaxi en / of aanverwant personen ingezet kan worden om het wegvallen van OV-haltes op het platteland op te vangen.

Ontwikkelingen.

In 2011 is gestart met project substitutie van Wmo naar OV. Dit is een project onder leiding van de provincie, waarvoor medewerking wordt gevraagd aan de gemeenten op basis van de samenwerkingsovereenkomst Regiotaxi 2011-2015. Vanaf 2013 is het aan de regionale projectbureaus om de jaarlijkse substitutie van 2% zelf te realiseren.

Vreemd Vermogen: per 31-12-2012 € 933.294 per 31-12-2013 € 1.495.113

Resultaat: 2013: € 444.836


10. Gemeenschappelijke regeling openbaar basisonderwijs gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert. Publiek belang.

Op grond van artikel 3 van de gemeenschappelijke regeling is het doel als volgt verwoord: ‘Het gemeenschappelijk orgaan coördineert en oefent de bevoegdheden van de gemeenteraad uit als bedoeld in artikel 48 Wet primair onderwijs en in de statuten van de stichting, met uitzondering van de opheffing van scholen’. In de praktijk betekent dit het belang waarborgen van het openbaar onderwijs bij de betrokken deelnemers.

Partijen.

De gemeenten Bergen, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave en Mill en Sint Hubert.

Bestuurlijk belang.

De gemeente is vertegenwoordigd in het gemeenschappelijk orgaan door de portefeuillehouder onderwijs en neemt deel aan het bestuurlijk overleg.

Financieel belang.

De uitvoering van het secretariaat van het gemeenschappelijk orgaan wordt door de gemeente Cuijk verzorgd. De overige gemeenten dragen ieder hier financieel € 250 per jaar aan bij.

Risico’s.


Beleidsvoornemens.


Ontwikkelingen.

Het Gemeenschappelijk Orgaan heeft op 18 december 2008 ingestemd met een wijziging van de statuten van de Stichting A73. Het scheiden van de rollen van toezicht houden en het besturen, binnen het huidige bestuur van de Stichting, wordt vormgegeven door een raad van toezicht en een college van bestuur.

106


11. Stichting Beheer en Exploitatie Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf te Oss Publiek belang.

De instandhouding van de voorziening en het faciliteren van het personeel en de organisatie van het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf (RVML).

Partijen.

Gemeenten Oss, Bernheze, Maasdonk, Uden, Veghel, Sint Anthonis, Grave, Landerd, Cuijk, Boxmeer, Mill en Sint Hubert, Boekel.

Bestuurlijk belang.

Bestuurslidmaatschap van de raadsvoorzitter. Een wethouder treedt op als plaatsvervangend lid.

Financieel belang.

Jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bijdrage per inwoner. In geval van liquidatie zullen de resterende kosten worden verdeeld. Deze zijn gering omdat het veiligheidshuis geen personeel in dienst heeft. De bijdrage over 2014 bedraagt € 9.777.

Risico’s.

Eigen Vermogen: per 31-12-2012 € 86.064 per 31-12-2013 € 72.969

Beleidsvoornemens.

De herziene begroting 2014 liet al een daling zien in de bijdrage van de werkplekvergoedingen van ketenpartners. Dit werd o.a. veroorzaakt door het vertrek van het Openbaar Ministerie uit het Veiligheidshuis door de komst van ZSM. Ketenpartners hebben daarnaast nieuwe eisen/wensen ten aanzien van de werkplekken het geen naar de toekomst toe zeker opnieuw onderwerp van gesprek zal worden in het kader van ‘het nieuwe werken’. Daarnaast leiden centralisatie van ZSM maar ook die van het toekomstige AMHK tot een herbezinning op de huisvestingsvisie.

Ontwikkelingen.

Het Veiligheidshuis is volop in verandering. Daar waar het Landelijk Kader Veiligheidshuizen richting geeft over de kerntaken van het Veiligheidshuis, geven de lopende transities in het sociale domein de richting aan voor wat betreft de herpositionering op de aansluiting en verbinding met het nieuw in te richten sociale domein. Wanneer de reguliere samenwerking vanuit het lokale veld een ‘andere’ interventie nodig heeft, kan men opschalen/routeren naar het Veiligheidshuis. De verbinding met de nieuwe ‘sociale kaart’ is noodzakelijk om ook vanuit het Veiligheidshuis weer tijdig te kunnen afschalen naar de lokale zorg(overleggen). De kracht zit nog steeds in de netwerk-samenwerking, maar zeker ook de aansluiting op de lokale samenwerkingsverbanden.

Vreemd Vermogen: per 31-12-2012 € 74.517 per 31-12-2013 € 62.773

Resultaat: 2013: - € 13.095


12. Gemeenschappelijke regeling Cuijk, Grave en Mill & Sint Hubert (CGM) te Grave Doel.

Doel van de regeling is het bewerkstelligen van een kwalitatief hoogwaardige- en een doelmatige uitvoering door de werkorganisatie CGM van de door de deelnemende gemeenten aan de werkorganisatie CGM opgedragen taken. Dit op basis van een jaarlijkse dienstverleningsovereenkomst. In voorkomende gevallen is het mogelijk dat er tussentijds in een separate deelopdracht taken door de deelnemende gemeenten aan de werkorganisatie CGM worden opgedragen.

Partijen.

De gemeenten Cuijk, Grave en Mill & Sint Hubert.

Bestuurlijk belang.

Het algemeen bestuur bestaat uit een lid per deelnemende gemeente. De colleges en de burgemeesters wijzen, in onderling overleg, uit hun midden de leden en de plaatsvervangende leden per gemeente aan.

Financieel belang.

De begroting van CGM is gebaseerd op de uitkomsten van de dienstverleningsovereenkomsten die de deelnemende gemeenten met de werkorganisatie CGM afsluiten. In de jaarstukken 2014 zijn de bijdragen voor de drie deelnemende gemeenten opgenomen. De bijdrage 2014 voor de gemeente Grave bedraagt € 7.414.886,-.

Risico’s.

Reserves en voorzieningen worden gevormd overeenkomstig de door het Algemeen Bestuur uitgevaardigde richtlijnen. Binnen de Gemeenschappelijke Regeling wordt geen eigen vermogen gevormd. De gemeenten dragen er zorg voor dat de werkorganisatie CGM te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te voldoen.

Beleidsvoornemens.

Te komen tot een slagvaardige organisatie die de gemeentelijke taken zakelijk en professioneel uitvoert en tevens vorm kan geven aan de lokale ambities van de drie gemeentebesturen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de drie gemeenten (raad, college en burgemeester) en de gemeenten als rechtspersoon zelfstandig blijven.

Ontwikkelingen.

Om de ontwikkelingen van de tarieven te beheersen is een strakke sturing noodzakelijk op alle bedrijfsvoeringskosten. De financiële ontwikkelingen binnen werkorganisatie CGM zullen daarom nauwgezet worden gevolgd middels managementrapportages en rapportages ten behoeve van het bestuur CGM. Wanneer er afwijkingen dreigen ten opzichte van de geplande afname/ kosten per gemeente zal hierover gerapporteerd worden aan de colleges en gemeenteraden.

108


2.2.7 Paragraaf 7 Grondbeleid Inleiding De wetgever schrijft in artikel 16 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (kortweg: BBV) voor dat een gemeente in de jaarlijks bij de programmabegroting op te nemen paragraaf grondbeleid inzicht geeft in de navolgende zaken. •E en visie op het grondbeleid in relatie tot de te realiseren doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; •E en aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd; •E en actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale bouwgrondexploitatie; •E en onderbouwing van de geraamde winstneming; •D e beleidsuitgangspunten met betrekking tot de reserves bouwgrondexploitatie in relatie tot de risico’s van de grondzaken. Daarnaast is in de financiële verordening (artikel 18) van de gemeente Grave opgenomen dat er aandacht moet zijn voor de verwerving van gronden en de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten. De verantwoording met betrekking tot de grondexploitaties vindt twee keer per jaar (bij de jaarrekening en begroting) plaats om zodoende het proces te verankeren in de P&C-cyclus. Verder worden de tussentijdse bestuurlijke rapportages van de P&C-cyclus gebruikt om –zo nodig- verantwoording af te leggen over de grondexploitaties van de gemeente. Beleid Structuurvisie De structuurvisie Grave 2025 is begin 2014 vastgesteld. De inhoud van de structuurvisie houdt verband met de mogelijkheden tot kostenverhaal voor wat betreft bovenwijkse voorzieningen en bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen. Grondbeleid In 2013 is de nota grondbeleid herzien. In de herziene vastgestelde nota is het concept Sturend grondbeleid toegelicht. Dit concept gaat uit van een manier van werken die, door de inzet van

grondbeleidsinstrumenten welke worden toegespitst op de locatie en situatie, leidt tot de tijdige bestuurlijke gewenste verandering in het ruimtelijk grondgebruik. Het doel hiervan is het voeren van de regie over een ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast is het doel het kostenverhaal (verhaal van de kosten als gevolg van een door een marktpartij gewenste planologische verandering) zeker te stellen. Gezien de beperkte grondposities van de gemeente Grave en de verruimde mogelijkheden ten aanzien van het kostenverhaal was een heroverweging van de te hanteren strategie van groot belang. Het op actieve wijze voeren van het grondbeleid is omgezet in een faciliterende opstelling van de gemeente met behoud van de regie over de ruimtelijke ontwikkelingen. Dit geldt zowel voor projecten die reeds in gang zijn gezet als voor projecten die nog opgestart worden. Een verdere toelichting vindt u in de Nota grondbeleid 2013.

Grondprijsbeleid In de Nota grondbeleid 2013 is opgenomen op welke wijze de gemeente invulling geeft aan haar grondprijsbeleid. Per locatie (waar sprake is van gemeentelijk eigendom) wordt bezien welke grondprijsmethode(n) de meest aangewezen is (zijn). Dit sluit aan bij het in de Nota grondbeleid 2013 omschreven concept sturend grondbeleid. Mogelijk dat op termijn een heroverweging en harmonisatie van het grondprijsbeleid op regionaal niveau plaatsvindt.

De parameters in de grondexploitatie De invloed van gebruikte parameters in lang lopende grondexploitaties is groot. Daarom is het van belang deze parameters zorgvuldig vast te stellen en jaarlijks te monitoren. De trends en ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan zijn hierbij van belang. Daarnaast zijn recente marktontwikkelingen van belang voor de verwachting van de ontwikkeling van de para meters in de komende periode. In onderstaande tabel zijn de parameters verwerkt zoals we deze hanteren binnen de grondexploitatieprojecten. Het gehanteerde rentepercentage sluit aan op de rekenrente van de algemene dienst.


Parameters 2015 2016 2017 2018 2019 Rente 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% 3,00% Kostenstijging 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% Opbrengstenstijging 0,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% Soorten (grond)projecten We kunnen 4 soorten (grond)projecten van de gemeente onderscheiden, namelijk de volgende.

Bouwgrond in exploitatie (BIE) BIE is een grondexploitatie in uitvoering. De gemeenteraad heeft dan de grondexploitatiebegroting vastgesteld die wordt uitgevoerd. De grondexploitatiebegroting geeft inzicht in de vervaardigingkosten van bouwrijp en woonrijp maken van de locatie. Die kosten worden geactiveerd ofwel bijgeschreven op het balansactief. Activering van de gemaakte kosten is acceptabel omdat grondexploitatie geen éénjarig proces is. Is er sprake van een gepland tekort dan wordt dat verlies onmiddellijk genomen in de vorm van een voorziening. Is er echter sprake van een gepland overschot dan wordt het resultaat gewoonlijk genomen voor zover dat met voldoende zekerheid gerealiseerd is of bij voortdurende onzekerheid pas geheel aan het einde van het proces. Niet in exploitatiegenomen grond (NIEGG) Niet in exploitatie genomen (bouw)grond (NIEGG) is meestal anticiperend of strategisch aangekocht. Er is dan nog geen grondexploitatiebegroting, maar de grond past wel in gedachten (verwachtingen) over gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Voor deze grond moet een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode. NIEGG bevindt zich dan als het ware op de startlijn van de ‘vervaar digingfase’ vanwege de intenties met de grond. Verspreide gronden Hieronder vallen de zogenoemde ruilgronden. Deze gronden zijn dus niet aangekocht met het stellige voornemen tot toekomstige bouw, maar om op afzienbare termijn te ruilen voor gronden waarop wel een toekomstige bouw is c.q. wordt voorgenomen. Omdat er voor deze ruilgronden geen vervaardigingproces zal gaan plaatsvinden, kan er geen sprake zijn van activeerbare vervaardigingkosten.

110

BGE gerelateerde projecten Er zijn ook ruimtelijke projecten waarbij de gemeente niet zelf verantwoordelijk is voor de grondexploitatie, maar slechts een faciliterende rol vervult. Dit zijn aan de bouwgrondexploitatie (BGE) gerelateerde projecten. De gemeente dient in dit soort projecten aan kostenverhaal te doen in het kader van de grondexploitatiewet. De te ontvangen vergoedingen (exploitatiebijdragen) en te maken kosten worden bij de algemene dienst geadministreerd, uitgevoerd en verantwoord. Uitvoering van het grondbeleid Bouwgrond in exploitatie (BIE) Binnen de gemeente is het volgende drietal grondexploitaties actief. Bouwgrond in exploitatie De Bons Dorpshart Velp De Stoof fase 2 Voor de gronden die in eigendom zijn van de gemeente zijn grondexploitatieberekeningen gemaakt en vastgesteld. Deze zijn geactualiseerd per 1 januari 2015. Een financieel en programmatisch overzicht van de grondexploitaties is opgenomen in de tabel onder ‘Resultaten bouwgrondexploitatie’.

Niet in exploitatiegenomen grond (NIEGG) Op dit moment zijn er in Grave geen gronden als NIEGG gecategoriseerd. Verspreide gronden De gemeente is eigenaar van ca. 110 ha. landbouwgrond, waarvan ca. 70 ha. in reguliere pacht is uitgegeven. Deze pachtvorm wordt telkens van rechtswege met 6 jaar verlengd. De overige ca. 40 ha. wordt in geliberaliseerde pacht uitgegeven en is na verloop van de pachttermijn direct beschikbaar om ingezet te worden bijvoorbeeld voor compensatiedoeleinden of ten behoeve van de verkoop. De opbrengst van de door de gemeente pacht uitgegeven 110 ha. grond is geraamd op € 70.000,-


per jaar. Voor wat betreft de reguliere pacht gronden is de hoogte van de pachtopbrengst onder andere afhankelijk van het periodiek door de rijksoverheid vast te stellen pachtnormenbesluit.

BGE gerelateerde projecten De verantwoording in deze paragraaf beperkt zich tot de grondexploitaties waarbij de gronden in eigendom van de gemeente zijn. Er is een aantal projecten waarbij de gemeente niet over eigendom beschikt, maar slechts een faciliterende rol vervult, de hiervoor beschreven bouwgrondexploitatie (BGE) gerelateerde projecten. Dergelijke projecten worden geheel voor rekening en risico van een marktpartij ontwikkeld. Wel dient de gemeente aan kostenverhaal op basis van de grondexploitatiewet te doen. Dit kostenverhaal kan plaatsvinden middels het sluiten van een exploitatieovereenkomst met een ontwikkelaar of het vaststellen van een exploitatieplan tegelijk met het bestemmingsplan. Overeenkomsten kunnen voorafgaand (anterieure overeenkomst) aan de vaststelling van een exploitatieplan worden gesloten. Nadat het bestemmingsplan en het exploitatieplan zijn vastgesteld is een privaatrechtelijke overeenkomst ook mogelijk (posterieure overeenkomst) maar die moet dan overeenkomen met de bepalingen uit het exploitatieplan. De te verhalen kosten zijn opgenomen in de kostensoortenlijst in het Bro (Besluit ruimtelijke ordening). De aard en de omvang van de (maximaal) verhaalbare plankosten zijn opgenomen in het ontwerp van de ministeriële regeling plan kosten exploitatieplan. Deze regeling is nog niet formeel vastgesteld en heeft nog geen rechtskracht. Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer deze regeling definitief wordt. De in de kostensoortenlijst opgenomen kostenelementen en de plankosten kunnen afdwingbaar worden verhaald via of de omgevingsvergunning dan wel via een overeenkomst. De taak van de gemeente binnen de BGE gerelateerde projecten is met name toetsend en faciliterend. Het gaat dan onder meer om het controleren van namens marktpartijen opgestelde bestemmingsplannen en input geven voor een programma van eisen inzake de civieltechnische werkzaamheden als gevolg van het plan.

Plankosten initiatieffase Iedere ruimtelijke ontwikkeling van betekenis kent een eerste stadium waarin het niet duidelijk is of er überhaupt een concreet plan bij de gemeente wordt ingediend. In deze fase is er vaak overleg nodig tussen gemeente en ontwikkelaar om te kunnen bepalen of de voorgestelde ontwikkeling kans van slagen heeft. Het is in deze fase nog niet bekend of partijen met elkaar gaan contracteren en het doorlopen van een planologische procedure nodig is. De gemeente heeft er belang bij zo weinig mogelijk tijd te besteden aan een plan zonder contract, maar tegelijk is het onmogelijk zonder enige vorm van verkenning van de haalbaarheid een ruimtelijk plan al dan niet in behandeling te nemen. Om deze reden is er een budget ‘Plankosten initiatieffase projecten algemeen’ ter grootte van € 10.000,00 vrijgemaakt. Dit budget wordt aangewend voor de kosten die de gemeente maakt tijdens de initiatieffase zonder uitzicht op een overeenkomst (en vergoeding van die kosten). Zodra er overeenstemming is bereikt met de ontwikkelende partij over een exploitatiebijdrage vindt er een verrekening plaats met deze post. Zo blijft er inzicht in en controle op de ten behoeve van het plan te maken (ambtelijke) kosten. Resultaten bouwgrondexploitatie Hoewel er tekenen van herstel zichtbaar zijn verkeert de woningmarkt nog steeds in onrustig vaarwater. De financiële ontwikkeling van de grondexploitaties heeft dan ook aanhoudend bijzondere aandacht. Alle grondexploitaties zijn cijfermatig herzien per prijspeil 1 januari 2015. De volgende vijf P’s vormen de leidraad bij de inhoudelijke herziening: programma, planning, parameters, prijs en plankosten. Door de grondexploitaties op basis van deze onderdelen te actualiseren blijven de uitgangspunten zo realistisch mogelijk. In de tabel op de volgende pagina is een overzicht opgenomen van alle actieve grondexploitaties binnen de gemeente Grave. Per grondexploitatie is aangegeven wat de netto contante waarde is, het verschil met de netto contante waarde van de vorige herziening, de hoogte van de eventuele voorziening, de looptijd en de programmering.


112


Winstnemingen De regels met betrekking tot de winstneming zijn in 2012 door de commissie BBV aangescherpt. In deze notitie staan zogenaamde stellige uitspraken en aanbevelingen waar gemeenten rekening mee moeten houden bij hun grondexploitaties. Ten aanzien van de winstnemingen heeft de commissie in zijn aanbevelingen aandacht gevraagd voor het voorzichtigheidsbeginsel. Er is momenteel geen sprake van tussentijdse winstnemingen binnen de Graafse grondexploitatie. Reserves, Voorzieningen en Weerstands vermogen De vermogenspositie van de grondexploitatie bestaat uit diverse reserves en voorzieningen die van voldoende niveau moeten zijn om de grondexploitatie te kunnen ‘betalen’ totdat de projecten volledig zijn gerealiseerd.

Reserves Net als bij de voorzieningen (zie hierna) is onderscheid gemaakt in grondexploitatieprojecten en overige projecten waarin de gemeente participeert (BGE-gerelateerde projecten). Voor de grond exploitaties is een risicoanalyse uitgevoerd. Deze analyse heeft ertoe geleid dat de risicobuffer is gesteld op € 0,00 voor de reguliere grondexploitaties. Geen van de grondexploitaties heeft een negatief bij een pessimistisch scenario. Bestemmingsreserve Wisseveld Voor de financiële afwikkeling met GBB is bij de jaarrekening 2013 een bestemmingsreserve Wisseveld gevormd. Deze reserve is in 2014 gevoed met de uit het depot vrijgekomen middelen door de opbrengst van gronden voor de bouw van Catharinahof. Voorzieningen Voorziening verliesgevende complexen Deze voorziening dient om grondexploitaties die in de toekomst naar verwachting verliezen zullen opleveren te dekken. Aangezien er per 1 januari 2015 en na de in deze nota voorgestelde besluitvorming geen complexen zijn met een geprognosticeerd verliesgevend resultaat is de stand van deze voorziening 0. Voorziening (her)inrichting openbare ruimte Wisseveld Deze voorziening diende ter dekking van de te

maken kosten in relatie tot de ontwikkeling Wisseveld. Een groot deel van deze voorziening is in 2013 en 2014 besteed aan begrootte te maken kosten, waardoor slechts een klein gedeelte van de oorspronkelijke voorziening resteert.

Weerstandsvermogen Het totale bedrag aan toekomstige opbrengsten (€ 969.898) voor de grondexploitatieprojecten is aanzienlijk hoger dan de boekwaarde van deze projecten ad € 375.428 (per 1-1-2015). Met andere woorden: in casu is voldoende weerstandsvermogen aanwezig. Zakelijke toelichting grondexploitatieprojecten Hieronder is een korte stand van zaken weer gegeven ten aanzien van de grondexploitatie projecten binnen de gemeente Grave. Het gaat slechts om projecten waar de gemeente een eigen grondpositie heeft.

De Bons De realisatie van een campusachtig bedrijven terrein op het voormalige terrein Generaal De Bons Kazerne. De gemeente is initiatiefnemer van het project en is grondeigenaar. Er worden bedrijfskavels en kavels voor bedrijfswoningen (werken en wonen) aangeboden. Publiekrechtelijk is de gemeente faciliterend via onder meer het beeldkwaliteitplan, de te volgen ruimtelijke procedures en vergunningaanvragen. De privaatrechtelijke rol van de gemeente is als ontwikkelaar van het gebied, eigenaar van de grond (openbare ruimte en de te verkopen kavels) en als deelnemer in de vereniging van eigenaren door kavelbezit. In 2014 is op basis van een herverkaveling een nieuw bestemmingsplan opgesteld voor het ‘Zuidelijk Hof’. Daarnaast is het voormalige gebouw X, aan de overzijde van de gemeentewerf, gesloopt. De Stoof fase 2 De afronding van een woonwijk in Grave. De gemeente is initiatiefnemer van het project en is grondeigenaar. Het project is op de ontwikkeling van 1 kavel na afgerond. In de notitie ‘Woningbouwprogrammering Grave’ is ruimte geboden voor de ontwikkeling van maximaal 15 woon eenheden. De rol van de gemeente is primair als ontwikkelaar van het gebied omdat de gemeente eigenaar is van de grond (openbare ruimte en de te verkopen kavels). In 2014 zijn gesprekken gevoerd


met een aantal geïnteresseerden partijen. Doel is om in 2015 een ontwikkelovereenkomst te sluiten.

Dorpshart Velp De eerste fase van Dorpshart Velp is afgerond, de tweede fase dient nog gerealiseerd te worden. Het woningbouwprogramma (WBP) Inleiding Het Actuele WBP voor de periode 2012-2027 is in 2011 vastgesteld. Het WBP bestaat uit het basiswoningbouwprogramma dat steunt op het meest recente rapport van Companen, en de zogenoemde werklijst woningbouwprogramma die een vertaling is van het basiswoningbouwprogramma naar projectlocaties. Het WBP is enerzijds een kompas voor de uitvoering van plannen op korte termijn en geeft anderzijds speelruimte aan het college en aan de gemeenteraad om te anticiperen op eventuele marktinitiatieven.

Regionale woningmarktstrategie Land van Cuijk In maart 2013 is de Regionale woningmarkt strategie Land van Cuijk vastgesteld.

114

De regionale woningmarktstrategie is een gemeenschappelijk product van de samenwerkende gemeenten in het Land van Cuijk en de in de regio werkzame woningcorporaties Mooiland en Wonen Vierlingsbeek. De regionale woningmarktstrategie kent twee belangrijke opgaven. Enerzijds is er sprake van teruglopende verkoopcijfers, waardoor nieuwbouwprojecten moeizaam van de grond komen. Anderzijds is er nog steeds sprake van een groeiende behoefte aan woonruimte. De opgave is hiermee tweeledig: a. aanpak van de huidige woningmarkt en het vlottrekken daarvan; b. faciliteren van de duurzame vraag; zorgdragen voor voldoende woningen in aantallen en kwaliteit.

De planning uit het WBP In onderstaand schema zijn per kern de geprogrammeerde woningaantallen tot en met 2024 weergegeven.



4 116


3

JAARREKENING

3.1 Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Programma

Primitieve begroting Lasten Baten Saldo

Begroting na wijziging

Realisatie

Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo

(bedragen x € 1.000) 225 2.737 4.027 1.764 2.961 1. Dienstverlening, veiligheid en bestuur. 4.018 1.789 2.228 3.954 3.775 2. Openbare ruimte. 3.147 1.785 3. Bouwen, wonen en milieu. 3.134 1.499 1.636 332 2.637 2.837 315 4 Kind, cultuur en sport. 2.969 9.520 4.481 5.040 9.736 5.055 5. Maatschappelijke zaken. Totaal programma’s 22.602 8.326 14.278 23.701 12.694 Omschrijving algemene dekkingsmiddelen: 162 2.163 Lokale heffingen 166 2.163 -1.997 0 11.205 Algemene uitkering 0 11.005 -11.005 256 -256 0 256 Dividend 0 Saldo financieringsfunctie 488 0 488 434 0 Overige algemene -963 618 -1.581 7.403 8.279 dekkingsmiddelen Subtotaal algemene -309 14.042 -14.351 7.999 21.903 dekkingsmiddelen Onvoorzien 74 0 74 95 0 Gerealiseerde totaal 22.369 22.369 0 31.795 34.597 saldo van baten en lasten Toevoeging/onttrekking 0 0 0 1.268 331 reserves per programma: -Algemene dekkings-middelen en onvoorzien Gerealiseerde resultaat 22.369 22.369 0 33.063 34.928

2.263

4.322

1.820

179 3.795 3.963 1.362 3.126 1.908 2.521 2.867 1.155 4.681 8.987 4.743 11.006 23.097 13.589

2.502 N -168 1.218 1.712 4.245 9.508

V N N N N

-2.001 -11.205 -256 434 -876

244 2.207 -1.963 V 0 11.277 -11.277 V 0 266 -266 V 198 0 198 N 1.750 524 1.226 N

-13.904

2.192 14.274 -12.082 V

95 0 0 -2.803 25.289 27.863 937

3.763

0 -2.574 V

1.275

2.488 N

-1.867 29.052 29.138

-86* V

* Voordelig resultaat € 86.000


3.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 3.2.1

Analyse per programma

3.2.1.1. Toelichting bijdrage CGM De begrote bijdrage aan CGM is gebaseerd op de gemeentelijke inbreng van de bedrijfsvoeringskosten (inclusief salariskosten). Voor gemeente Grave bedroeg dit € 7.348.609 voor 2014. Dit bedrag is op basis van voorschotten betaald aan de werkorganisatie CGM. Omschrijving beleidsproduct

De werkelijke bijdrage is gebaseerd op de werkelijke urenafname van CGM. Hierbij is de kostenverdeelsystematiek gebruikt zoals deze door de drie gemeenteraden in juni 2013 is vastgesteld. Gemeente Grave heeft in 2014 28,73% (begroot was 28,47%) van de totale uren afgenomen. De werkelijke bijdrage 2014 aan CGM kwam hiermee uit op € 7.414.886. Gemeente Grave heeft voor 2014 een bedrag van € 66.277 aan extra uren afgenomen van de werkorganisatie CGM. Een groot deel hiervan wordt veroorzaakt doordat er tijdelijk uren van de griffie zijn afgenomen bij CGM. Hiervoor is dekking binnen de jaarrekening van € 63.000.



Realisatie

Saldo

709 1.898 1.714 4.321

58 -50 -302 -294

(bedragen x € 1.000) 1.1 Dienstverlening. 1.2 Veiligheid. 1.3 Bestuur. Totaal Lasten 1.1 Dienstverlening. 1.2 Veiligheid. 1.3 Bestuur. Totaal Baten Saldo

781 959 1.222 2.961 222 15 -12 225 2.737

767 1.849 1.412 4.027 204 1.559 1 1.764 2.263

206 1.613 1 1.820 2.501

V N N N*

-1 V -54 V 0 -56 V -238 N

* Rechtmatigheid Het BBV schrijft voor toe te lichten als er sprake is van overschrijding van de lasten op programmaniveau en aan te geven of deze overschrijding rechtmatig is. De overschrijding op dit programma is onrechtmatig, maar telt niet mee voor het accountantsoordeel, omdat de overschrijding past binnen bestaand beleid/genomen besluiten (kosten wethouderspensioenen).

3.2.1.2. Programma 1 Dienstverlening, veiligheid en bestuur De voornaamste verschillen (> € 10.000) zijn: Omschrijving

voordelen

nadelen

(bedragen x € 1.000)

1.1 Dienstverlening - Presentiegelden verkiezingen - Leges rijbewijzen 1.2 Veiligheid - Bijdrage veiligheidsregio - Externe advieskosten 1.3 Bestuur - Voorziening pensioenaanspraken 118

12 38 34 15 288 JAARSTUKKEN 2014 - GEMEENTE GRAVE | HOOFDSTUK 3

Korte toelichting op de voornaamste verschillen: 1.1 Dienstverlening Presentiegelden verkiezingen Het budget verkiezingen was in 2014 naar beneden bijgesteld als extra bezuiniging. Doordat er in 2014 twee verkiezingen waren, is deze bezuiniging niet gehaald. De betaalde presentiegelden (als vergoeding voor de stembureauleden en de tellers) bij de gemeenteraadsverkiezingen bedragen € 6.350 en bij de verkiezingen voor het Europees parlement € 5.675. De presentiegelden bij de verkiezing van het Europees Parlement zijn lager, omdat er minder stembureauleden en tellers zijn ingezet. De uitslag mocht pas na het weekend bekend gemaakt worden. Bij deze verkiezingen waren 9 stembureaus ingericht.

Leges Rijbewijzen De afgelopen jaren zijn de geraamde opbrengsten voor gemeentelijke leges rijbewijzen te hoog geweest en niet bijgesteld aan de hand van de overzichten met verwachte aanvragen van RDW. RDW verwachtte voor 2014 760 aanvragen, dit zijn er werkelijk 992 geworden (gemeentelijke leges bedragen € 28,75 per rijbewijs = € 28.520).

Spoedaanvragen zijn 17 stuks. (gemeentelijke leges bedragen € 34,10 = € 580). 1.2 Veiligheid Bijdrage veiligheidsregio De bijdrage Veiligheidsregio is lager uitgevallen dan begroot. Dit komt door de restitutie van de afrekening van de brandweer over 2013 van € 15.500 en de hogere brede doeluitkering van € 18.000.

Externe advieskosten Voor het jaar 2014 stond een budget geraamd voor het uitvoeren van de Veiligheidsmonitor. Doordat in de Driehoek Maas en Leijgraaf is besloten om de Veiligheidsmonitor 2014 niet uit te voeren zijn de externe advieskosten lager uitgevallen. 1.3 Bestuur Extra storting in voorziening pensioenaanspraken Na de verkiezingen in maart 2014 is de samenstelling van het college gewijzigd. Hierdoor heeft een bijstelling van de toekomstige pensioenaanspraken moeten plaatsvinden.

3.2.1.3. Programma 2 Openbare ruimte Omschrijving beleidsproduct



Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 2.1 Wegen en parkeren. 2.2 Waterbeheer. 2.3 Openbaar groen. 2.4 Recreatie en toerisme. 2.5 Riolering en waterbeheer. 2.6 Gemeentelijke eigendommen. Totaal Lasten 2.1 Wegen en parkeren. 2.2 Waterbeheer. 2.3 Openbaar groen. 2.4 Recreatie en toerisme. 2.5 Riolering en waterbeheer. 2.6 Gemeentelijke eigendommen. Totaal Baten Saldo

1.376 48 1.083 87 1.109 314 4.018

1.409 48 1.003 79 1.102 314 3.954

1.245 35 1.146 116 994 260 3.795

163 13 -143 -37 108 54 159

341 0 17 2 1.193 236 1.789

382 0 21 14 3.198 158 3.775

68 0 15 14 3.674 190 3.963

314 N 0 6 N 0 -476 V -32 V -188 V

2.228

179

-168

346 V

V V N N V V V


De voornaamste verschillen (> € 10.000) zijn: Omschrijving

voordelen

nadelen


2.1 Wegen en parkeren - Verwijderen chicane Trompetterstraat - Kapitaallasten - Voorziening openbare verlichting 2.2 Waterbeheer - Stortkosten afval 2.4 Recreatie en toerisme - Subsidie toeristische impuls. - Kapitaallasten 2.5 Riolering en waterbeheer - Elektriciteitsverbruik - Externe advieskosten - Onderhoud software - Kapitaallasten - Overschot kostendekkendheid riolering - Aanwending voorziening (aansluiting VGRP) - Baten rioolheffing 2.6 Gemeentelijke eigendommen - Gas, water, licht, zakelijke lasten - Externe advieskosten - Ontvangen huren - Opbrengsten grondverkopen

30 75 148

11

18 13

14 24 10 15 188 466 10

25 77 18 18

Korte toelichting op de voornaamste verschillen: 2.1 Wegen en parkeren Verwijderen chicane Trompetterstraat Voor het verwijderen van de chicane aan de Trompetterstraat en de hieruit voortvloeiende aanleg van het drempelplateau en de voetgangersoversteekplaats is budget aangevraagd bij de 2e bestuursrapportage. Deze werkzaamheden starten echter pas in 2015, dit budget wordt bij de resultaatbestemming overgeheveld naar 2015.

2.2 Waterbeheer Stortkosten afval De samenwerking CGM heeft tot besparingen geleid, daarnaast is er ook kritisch gekeken naar de uitgaven. Er zijn geen kosten besteed aan bijdrage waterschap overnamepunt. Deze kosten zijn komen te vervallen door de eenmalige afkoop van de dubbelfunctie van deze gemalen die wij vorig jaar gedaan hebben. In het nieuwe VGRP zijn deze kosten ook niet opgenomen.

Aanwending voorziening openbare verlichting De resterende investering is een bijdrage in de vervanging van de openbare verlichting rondom Wisseveld. De werkzaamheden zijn afhankelijk van de definitieve plannen van Wisseveld.

2.4 Recreatie en toerisme Subsidie toeristische impuls Er zijn minder subsidies verstrekt voor Toeristische impuls. Dit saldo in 2015 in te zetten voor aanleg tijdelijke camperplaatsen.

120


2.5 Riolering en waterbeheer Elektriciteitsverbruik De definitieve eindafrekening heeft nog niet plaatsgevonden.

Externe advieskosten De werkzaamheden rondom het nieuwe VGRP dat samen met de 5 gemeenten in het Land van Cuijk is opgesteld en in december 2014 door de raad is vastgesteld zijn goedkoper uitgevallen dan vooraf geraamd. Onderhoud software Door de samenwerking binnen CGM zijn de licentiekosten lager uitgevallen en is er een besparing behaald. In het onlangs vastgestelde VGRP is hiermee rekening gehouden. Overschot kostendekkendheid riolering De kostendekkendheid van het product riolering is berekend. Het overschot aan middelen is aan de voorziening riolering toegevoegd. Aanwending voorziening (aansluiting VGRP) In de raadsvergadering van 16 december 2014 heeft uw Gemeenteraad het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2015-2019 vastgesteld. Met de aanwending van de voorziening is aansluiting gevonden met het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan.

Baten rioolheffing De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Hierdoor kan de gemeente naast de zorg voor het riool tevens voorzieningen bekostigen die het mogelijk maken in te spelen op de zorg voor het hemelwater en grondwater binnen de gemeente. Een belangrijk deel van deze nieuwe zorgtaken is opgenomen in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan. Daar is ook het tarievenbeleid op gebaseerd. In 2014 zijn de tarieven daarom ook verhoogd met 1,6 %. In totaliteit bedraagt het verschil op de baten 1% van de begrote baten. Zie de paragraaf lokale heffingen voor de tabel met geraamde versus gerealiseerde opbrengsten.

De gasvoorschotten hebben op deze panden betrekking en waren niet geraamd.

Externe advieskosten De Gemeente Grave heeft besloten dat het oneigenlijk grondgebruik van de gemeentegrond (snippergroen) wilde terugdringen. Hiertoe zijn alle oneigenlijke gebruikers van gemeentegroen voor de keuze gesteld om het groen te kopen of af te staan om verjaring van eigendom te voorkomen. Een extern adviesbureau heeft dit proces in goede banen geleid. Dit heeft de gemeente € 77.000 aan advieskosten gekost. Tegenover deze kosten staan ook inkomsten die geboekt staan onder opbrengsten grondverkopen. Conform afspraak met de uitvoerende partij is dit minimaal kostenneutraal. Ontvangen huren In het laatste kwartaal zijn nota’s betreffende gemeentelijke eigendommen naar betrokken partijen gestuurd. Waar in het verleden inkomsten verspreid zaten in de gemeentelijke exploitatie zijn inkomsten gebundeld en op het product gemeentelijke eigendommen geboekt. Denk hierbij aan de retributie van de zendmast aan de Stoofweg, de huur van de kantoorruimte door de Politie Brabant-Noord, de huur van de kantine en toiletfaciliteiten door Arriva, maar ook gemeentegrond, jachtrechten en visrechten. De exercitie is na het opstellen van de 2e bestuursrapportage gebeurd, waardoor het budget niet kon worden bijgesteld. Opbrengsten grondverkopen Als gevolg van de keuze om oneigenlijke gebruikers van snippergroen de mogelijkheid te bieden om snippergroen aan te kopen, hebben in het laatste kwartaal van 2014 een aantal grondtransacties plaatsgevonden ten gunste van de gemeente waardoor de ontvangen inkomsten de begrote inkomsten hebben overstegen. Tegenover deze opbrengsten staan ook de kosten van de externe adviseurs zoals hierboven beschreven.

2.6 Gemeenschappelijke eigendommen Gas, water, licht, zakelijke lasten Aanvankelijk is men ervan uitgegaan dat er geen panden binnen het budget gemeentelijke eigendommen vielen. Thans zitten in dit budget toch de panden Dr. Wiersstraat 1b en de Brugstraat 13.


3.2.1.4. Programma 3 Bouwen, wonen en milieu Omschrijving beleidsproduct



Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 3.1 Omgevingsrecht. 3.2 R uimtelijke ordening en volkshuisvesting. 3.3 Economische zaken. 3.4 Afvalinzameling. 3.5 Bouwgrondexploitatie. Totaal Lasten 3.1 Omgevingsrecht. 3.2 R uimtelijke ordening en volkshuisvesting. 3.3 Economische zaken. 3.4 Afvalinzameling. 3.5 Bouwgrondexploitatie. Totaal Baten Saldo

599 902

616 906

717 858

143 1.121 369 3.134

143 1.113 369 3.147

313 994 244 3.126

229 40

306 63

325 74

24 926 281 1.499

24 961 431 1.785

25 1.143 341 1.908

-1 -182 90 -124

1.636

1.362

1.218

144 V

-101 N 47 V -170 119 125 21

N V V V

-20 V -11 V V V N V


voordelen

nadelen


3.3 Economische zaken Lidmaatschappen en contributies 3.4 Afvalinzameling Overige opbrengsten afvalinzameling Bijdrage gemeenschappelijke regeling Aanwending reserve

23

240 108 78

3.5 Bouwgrondexploitatie zie paragraaf grondbeleid

122


Korte toelichting op de voornaamste verschillen: 3.3 Economische zaken Lidmaatschappen en contributies Deze post is het werkbudget economische zaken. Een aantal activiteiten zijn niet in dit tijdvak uitgevoerd waardoor de uitgaven niet zijn gedaan. 3.4 Afvalinzameling Overige opbrengsten afvalinzameling en bijdrage gemeenschappelijke regeling De gemeente ontvangt jaarlijks een bijdrage van de stichting Afvalfonds voor het inzamelen van kunststofafval. Dit bedrag wordt beheerd door de Bestuurscommissie Afvalinzameling Land van Cuijk. Voor de uitvoering van de inzameling krijgen wij een rekening. De inkomsten en uitgaven zijn jaar overschrijdend waardoor de verschillen in de jaarrekening ontstaan.

Aanwending reserve Bij het opstellen van de begroting was verwacht dat er een bijdrage uit de voorziening nodig was om alle kosten te kunnen betalen. Uit de werkelijke kosten blijkt dat de aanwending niet noodzakelijk was. Daarom is er geen beroep gedaan op de voorziening. 3.5 Bouwgrondexploitatie Zie paragraaf grondbeleid


3.2.1.5. Programma 4 Kind, cultuur en sport Omschrijving beleidsproduct



Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 4.1 Onderwijs en kinderopvang. 4.2 Cultuur. 4.3 Sport. Totaal Lasten 4.1 Onderwijs en kinderopvang. 4.2 Cultuur. 4.3 Sport. Totaal Baten Saldo

1.272 1.196 500 2.969

1.189 1.152 495 2.837

1.271 1.156 440 2.867

-81 -4 55 -30

281 26 25 332

267 24 25 315

1.128 3 24 1.155

-861 21 1 -840

2.637

2.521

1.712

N N V N * V N N V

809 V

* Rechtmatigheid Het BBV schrijft voor toe te lichten als er sprake is van overschrijding van de lasten op programmaniveau en aan te geven of deze overschrijding rechtmatig is. De overschrijding op dit programma is onrechtmatig, maar telt niet mee voor het accountantsoordeel, omdat de overschrijding past binnen bestaand beleid/genomen besluiten (kosten wethouderspensioenen).


voordelen

nadelen


4.1 Onderwijs en kinderopvang Subsidie openbaar basisonderwijs Leerlingenvervoer 4.2 Cultuur Natuur en landschap projecten 4.3 Sport Sport algemeen: bijdragen aan derden Korte toelichting op de voornaamste verschillen: 4.1 Onderwijs en kinderopvang Subsidie openbaar basisonderwijs Op de post subsidie openbaar basisonderwijs is minder subsidie uitgegeven dan ontvangen. Dit komt onder andere door het in 2013 opheffen van de vestiging van de ZMOK-school De Korenaer. In 2014 is hiermee de jaarlijkse gemeentelijke subsidie komen te vervallen. Leerlingenvervoer Door een nadrukkelijk beroep op de zelfredzaamheid van leerlingen is in plaats van taxivervoer vaker een vergoeding openbaar vervoer, eigen vervoer of een fietsvergoeding verstrekt. Daarnaast wordt toezicht uitgevoerd op de efficiency van de ritindeling. Door deze inzet zijn de kosten van leerlingenvervoer gedaald. 124

53 16 18 51 4.2 Cultuur Natuur en landschap projecten De oorspronkelijke bijdrage aan de Provincie voor de te maken kosten betreffende het stimuleringskader Groen Blauwe Diensten zijn door ombuigingen in het verleden naar beneden bijgesteld waardoor nu een tekort ontstaat op deze begrotingspost. 4.3 Sport Sport algemeen: Bijdragen aan derden Door de mutaties binnen het budget Sport is er nu een overschot ontstaan. Er is (nog) geen uitvoering gegeven aan de impuls combinatiefunctionarissen/buurtsportcoaches. Dit budget wordt overgeheveld naar 2015. Dit gebeurt met de resultaatbestemming.


3.2.1.6. Programma 5 Maatschappelijke zaken Omschrijving beleidsproduct



Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) 5.1 Leefbaarheid. 5.2 Welzijn en gezondheidszorg. 5.3 Inkomensvoorziening. 5.4 Werk en activering. 5.5 Minimabeleid. 5.6 Maatschappelijke ondersteuning. Totaal Lasten 5.1 Leefbaarheid. 5.2 Welzijn en gezondheidszorg. 5.3 Inkomensvoorziening. 5.4 Werk en activering. 5.5 Minimabeleid. 5.6 Maatschappelijke ondersteuning. Totaal Baten Saldo

1.056 1.097 2.794 2.678 155 1.742 9.520

1.008 1.151 2.874 2.760 389 1.553 9.736

707 1.335 2.395 2.701 496 1.352 8.987

301 -184 479 59 -107 200 748

V N V V N V V

46 -57 1.473 2.540 109 370 4.481

0 -97 2.025 2.628 121 378 5.055

0 56 1.842 2.560 23 262 4.743

-153 183 68 98 116 312

0 V N N N N N

5.040

4.681

4.245

436 V


voordelen

nadelen


5.1 Leefbaarheid Kapitaallasten

97

5.2 Welzijn en gezondheidszorg Verhaal/terugvordering cliënten 5.3 Inkomensvoorziening Onderzoekskosten fraudebestrijding Algemene uitkering Uitkeringen Verhaal/terugvordering cliënten 5.4 Werk en activering Bijdrage rijk Inburgering 5.5 Minimabeleid Eenmalige uitkering minimabeleid Bijzondere bijstand Kwijtschelding van belastingen en retributies 5.6 Maatschappelijke ondersteuning Uitvoeringskosten WMO Subsidie vreemdelingen

19 36 197 307 33 94 52 15 15 19 75 11


Korte toelichting op de voornaamste verschillen: 5.1 Leefbaarheid Kapitaallasten De kapitaallasten van gemeenschapsaccommodatie Catharinahof vallen lager uit dan begroot doordat het krediet, in afwachting van een uitspraak van de belastinginspecteur, nog niet is afgesloten. 5.2 Welzijn en gezondheidszorg Verhaal/terugvordering cliënten De terugvordering van cliënten van diverse voorzieningen (collectief vervoer e.d.) valt lager uit dan begroot.

inburgeraar zelf. Er zijn echter wel nog oude lopende verplichtingen die kosten meebrengen.

Inburgering Voor inburgering werd in 2014 geen Rijksbudget verstrekt wegens wegvallen gemeentelijke taak. Wel is het oorspronkelijk bedrag nog opgenomen in de begroting als vangnet voor de kosten die samenhangen met de kosten van inburgeringsverplichtingen waarvoor geen middelen meer worden ontvangen. De kosten vallen echter lager uit dan begroot.

5.3 Inkomensvoorziening Onderzoekskosten fraudebestrijding De onderzoekskosten fraudebestrijding vallen lager uit doordat minder onderzoeken zijn uitgevoerd dan vooraf was gepland. Er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd. Als iemand binnen 6 maanden weer terug komt in de uitkering werden de gemaakte kosten door de organisatie die deze onderzoeken uitvoerde gecrediteerd.

5.5 Minimabeleid Eenmalige uitkering minimabeleid De door het rijk toegekende eenmalige koopkracht tegemoetkoming, (ad € 33.000), is toegevoegd aan de begrotingspost Minimabeleid. De uitgaven in het kader van de eenmalige koopkracht tegemoetkoming bedragen € 18.030. Per saldo heeft de eenmalige koopkracht tegemoetkoming geleid tot een voordelig resultaat van € 15.000.

Algemene uitkering De begin 2014 voorlopig toegekende Rijksbijdrage is ultimo het jaar door het Rijk naar beneden bijgesteld als gevolg van de landelijk lagere verwachting van het aantal bijstandsgerechtigden.

Bijzondere bijstand Het aantal aanvragen voor bijzondere bijstand heeft geleid tot individuele hogere uitkeringen waardoor de uitgaven hoger uitvallen dan oorspronkelijk was begroot.

Uitkeringen Het uitkeringsbedrag dat gepaard gaat met aantal verstrekte uitkeringen in het kader van de Wet Buig (WWB; BBZ; IOAW en BBZ starters) is ten opzichte van de in de gemeentelijke begroting opgenomen bedragen, lager.

Kwijtschelding van belastingen en retributies Er is meer uitgegeven aan kwijtschelding van belastingen en retributies. Ten opzichte van 2013 (182 huishoudens) hebben 16 huishoudens meer een beroep gedaan op “kwijtschelding”.

Verhaal/terugvordering cliënten De opbrengsten van cliënten betreffende verhaal/ terugvorderingen van verstrekte WWB uitkeringen vallen hoger uit dan oorspronkelijk was begroot. 5.4 Werk en activering Bijdrage rijk Er zijn geen inkomsten vanuit de rijksbijdrage omdat er kortingen betreffende de inburgeraars zijn doorgevoerd. De verwachte bijdragen waren derhalve te hoog geraamd in de begroting. De inkomsten inburgering zijn uit het participatiebudget gehaald per 01-01-2014. Inburgering dient voortaan betaald te worden door de

126

5.6 Maatschappelijke ondersteuning Uitvoeringskosten WMO Van de beschikbaar gestelde uitvoeringskosten voor de transitie Wmo is minder uitgegeven. Voorgesteld wordt om het restantbedrag via de resultaatbestemming over te hevelen naar 2015.

Subsidie vreemdelingen Verklaring voor het overgebleven budget is dat de subsidie aan Radius Vluchtelingenwerk voor 2014 te ruim in de begroting staat. Dit had afgeraamd moeten worden maar is niet gebeurd.


3.2.1.7. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Omschrijving beleidsproduct



Realisatie

Saldo

(bedragen x € 1.000) Lokale heffingen, waarvan besteding niet gebonden is. Overige algemene dekkingsmiddelen. Saldo van de financieringsfunctie. Totaal Lasten Algemene uitkering. Lokale heffingen, waarvan besteding niet gebonden is. Dividend. Overige algemene dekkingsmiddelen. Totaal Baten Saldo

166

162

244

-82 N

-889 488 -235

10.633 434 11.229

5.619 198 6.061

5.014 V 236 V 5.168 V

11.005 2.163

11.205 2.163

11.277 2.207

-71 V -44 V

256 618 14.042 -14.277

256 8.610 22.234 -11.006

266 1.819 15.569 -9.509

-10 V 6.791 N 6.666 N -1.498 V


voordelen

nadelen


Lokale heffingen Meer toekenningen kwijtscheldingen OZB opbrengst eigenaren Opbrengst gebruikers Opbrengst reclamebelasting

18 60 42 26

Overige algemene dekkingsmiddelen Mutaties reserves. Saldo van de financieringsfunctie Gefaseerde lening onder gunstiger rentevoorwaarden. Rente rekeningcourant.

6.445

6.791

228 8

Algemene uitkering Aanvullende uitkering gemeentefonds 2013 en 2014.

71

Dividend Hogere uitkering BNG

10


Korte toelichting op de voornaamste verschillen: Lokale heffingen Meer toekenningen kwijtscheldingen van belastingen en retributies in verband met de economische crisis. Per saldo is de OZB opbrengst eigenaren hoger dan geraamd. De opbrengst gebruikers is lager door meer leegstaande panden. Opbrengst reclamebelasting t.b.v. Centrum Management was niet begroot (zie paragraaf Lokale heffingen)

Onvoorzien Het verloop van de post onvoorzien is als volgt: Omschrijving Stand 1 januari Vrijval afschrijving 2014 van de brandweerkazerne (voordeel) Restant 31 december

Bedragen x € 1.000 73.604 20.920 94.524

Overige algemene dekkingsmiddelen Dit betreft met name mutaties in de reserves, zie toelichting balans paragraaf 3.3. Saldo van de financieringsfunctie Doordat een aangetrokken geldlening gefaseerd beschikbaar komt en onder gunstiger rentevoorwaarden is afgesloten, levert dit een aanzienlijk voordeel op ten opzichte van het begrote bedrag. Algemene uitkering Het positieve verschil op de uitkering gemeentefonds wordt met name verklaard door een aanvullende uitkering over 2013 van € 30.000. Verder zijn de verschillende maatstaven aangepast wat geleid heeft tot een hogere uitkering over 2014.

128


3.2.2

Incidentele baten en lasten Op grond van artikel 28, lid c van het BBV dient in de toelichting een overzicht van de incidentele baten en lasten opgenomen te worden. Baten en lasten voortkomende uit éénmalige activiteiten en projecten, afwikkelingsverschillen, onvoorziene inkomsten en uitgaven alsmede (eenmalige) onttrekkingen aan de algemene reserve worden als incidentele baten en lasten beschouwd.

Als definitie van het begrip ‘incidenteel’ is, conform de toelichting op artikel 19, lid c BBV, uitgegaan van lasten en baten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. De belangrijkste incidentele baten en lasten (groter dan € 10.000) treft u in het volgende overzicht per programma aan:

Programma Omschrijving

Begroting 2014 na wijziging

Rekening 2014

(bedragen x € 1.000) 1

2

3 4 5

6

Incidentele lasten Afboeken boekwaarde grond en gebouw brandweerkazerne. Aanvullend budget CGM. Chicane Trompetterstraat: Drempelplateau / voetgangersoversteek. Eenmalige extra storting in voorziening civiele objecten. Vrijval algemene reserve RMB. Inzameling textiel (doorbetaling aan ODBN). Samenwerkingsovereenkomst De Eerste Stap. Speelvoorzieningen. Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg. Koopkrachttegemoetkoming huishoudens sociaal minimum. Afschrijving boekwaarde ondergrond en gebouw brandweerkazerne in verband met overdracht aan de Veiligheidsregio. Totaal incidentele lasten

1 2 3 6

Incidentele baten Overdracht brandweerkazerne aan Veiligheidsregio. Bijdrage Veiligheidsregio in exploitatie brandweerkazerne. Vrijval twee miljoen uit voorziening rioolbeheer. Inzameling textiel (inkomsten vanuit Afvalfonds). Overdracht brandweerkazerne aan Veiligheids regio (rente-inkomsten). Totaal incidentele baten

0

868

100 30

100 0

18

18

0 30 21 10 40 33

17 30 21 10 40 33

165

165

447

1.302

0

1.544

15

0

2.000 30 54

2.000 30 0

2.099

3.574


3.2.3

Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Op grond van artikel 28, lid d van het BBV dient in de toelichting een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves opgenomen te worden. Er is alleen sprake van structurele onttrekkingen. Deze reservemutaties hebben allen betrekking op “programma” algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Structurele onttrekkingen aan reserves: Totaal structurele onttrekkingen reserves Reserve Omschrijving toevoeging

Raming Waarvan Reali- Waarvan 2014 na structu- satie structuwijziging reel 2014 reel

(bedragen x € 1.000) Algemene reserve

Dekking kapitaallasten Herbestemming historisch stadhuis Algemene reserve Dekking kapitaallasten Parkeren en circuleren binnenstad Grave Algemene reserve Dekking kapitaallasten Portaalborden bebouwde kom Algemene reserve Dekking kapitaallasten Parkeerterrein Loswal Algemene reserve Dekking kapitaallasten Reconstructie kruising Essinklaan/Estersveldlaan Reserve nieuwbouw stadhuis Dekking kapitaallasten Nieuw stadhuis koopsom Totaal structurele onttrekkingen reserves

130

13

13

0

0

1

1

2

2

1

1

1

1

3

3

0

0

11

11

11

11

0 29

0 29

102 116

102 116


3.2.4

Wet Normering Topinkomens (WNT) Op grond van artikel 28, lid e van het BBV dient in de toelichting informatie in verband met de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen opgenomen te worden. Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Gemeente Grave van toepassing zijnde regeling: Het algemene WNT-maximum.

Het bezoldigingsmaximum in 2014 voor Gemeente Grave is € 230.474. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctio narissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte.

Bezoldiging topfunctionarissen Bedragen x € 1

Functie Duur dienstverband in 2014. Omvang dienstverband (in fte). Gewezen topfunctionaris. (fictieve) dienstbetrekking. Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam. Bezoldiging Beloning. Belastbare onkostenvergoedingen. Beloningen betaalbaar op termijn. Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum.

J.A.M. Roelofs Griffier 1/1 - 31/12 1,0 ja nee nee € 35.294,63 € 333,90 € 4.190,45 € 39.818,98 € 230.474,00

J.J.L. Heerkens* B&W Secretaris 1/2 - 31/12 1,0 nee nee ja € 61.176,75 € € 536,58 € € 10.075,01 € € 71.788,34 € € 230.474,00

* In dienst van werkorganisatie CGM

Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Niet van toepassing. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren

een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Bezoldiging of ontslaguitkering niet-topfunctionarissen Niet van toepassing.


3.3 Balans ACTIVA

31-12-2014

31-12-2013

20.394 4.485

26.419 0

2.345 27.224

1.955 28.374

0 1.506 343 7.350 78 9.276

237 0 267 7.199 80 7.783

36.500

36.157

376 376

112 112

Uitzettingen met rentelooptijd korter dan 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen. Overige vorderingen. Overige uitzettingen. Totaal uitzettingen rentelooptijd korter dan 1 jaar

4.355 637 1.575 6.567

1.397 6.475 0 7.873

Liquide middelen Banksaldi. Totaal liquide middelen

4.705 4.705

2.159 2.159

Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen. Nog te ontvangen bedragen. Totaal overlopende activa Totaal vlottende activa

723 82 805 12.453

0 646 646 10.789

TOTAAL ACTIVA

48.953

46.947

(bedragen x € 1.000) Vaste activa

Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut. Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Totaal materiële vaste activa Financiële vaste activa Leningen aan woningbouwcorporaties. Leningen aan overige verbonden partijen. Overige langlopende leningen. Overige uitzettingen met een rentelooptijd van 1 jaar of langer. Bijdragen aan activa in eigendom van derden. Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa

Voorraden Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie. Totaal voorraden

132


PASSIVA

31-12-2014

31-12-2013

15.097 9.567 86 24.750

11.808 8.212 2.155 22.176

4.157 12 4.784 8.953

10.962 274 0 11.236

Vaste schulden Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Waarborgsommen. Totaal vaste schulden

10.865 2 10.867

7.000 2 7.002

Totaal vaste passiva

44.570

40.414

0 0 3.631 3.631

1.000 2.030 2.868 5.898

387 50 315 752

0 32 603 635

4.383

6.533

48.953

46.947

1.029

1.069

(bedragen x € 1.000) Vaste passiva

Eigen vermogen Algemene reserve. Bestemmingsreserves. Gerealiseerd resultaat jaarrekening. Totaal eigen vermogen Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s. Voorzieningen ter egalisering van lasten. Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden Totaal voorzieningen

Vlottende passiva

Netto vlottende schulden Overige kasgeldleningen. Banksaldi. Overige schulden. Totaal netto vlottende schulden Overlopende passiva Verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen. Van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen. Overige vooruitontvangen bedragen. Totaal overlopende passiva Totaal vlottende passiva TOTAAL PASSIVA Borg- en garantstellingen.


3.4 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Algemene uitgangspunten In het BBV zijn de algemene uitgangspunten geformuleerd waaraan de in de jaarrekening toe te passen grondslagen van waardering en resultaatbepaling dienen te voldoen.

De belangrijkste uitgangspunten luiden: • de jaarstukken geven volgens normen die voor gemeenten als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de baten en de lasten. • de jaarstukken geven getrouw, duidelijk en stelselmatig: - de baten en lasten van het begrotingsjaar weer, alsmede het saldo ervan; - inzicht in de financiële positie aan het eind van het begrotingsjaar. Andere relevante uitgangspunten zijn: • waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten; • de baten en lasten van het boekjaar worden in de jaarrekening opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid (toerekeningsbeginsel); • winsten worden slechts opgenomen voor zover zij zijn verwezenlijkt (realisatiebeginsel); • verliezen en risico’s die de oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar moeten in acht worden genomen indien deze bekend zijn geworden vóór het opmaken van de jaarrekening (voorzichtigheidsbeginsel); • de afschrijvingen en waardeverminderingen van activa dienen onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking te worden genomen.

134

Waarderingsgrondslagen

Vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval, dan worden deze investeringen voortaan op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Investeringen inzake aanleg en renovatie van rioleringen worden annuïtair afgeschreven. Overige investeringen met economisch nut De materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven. Ter bepaling van de lengte van de afschrijvingsduur van een activum wordt de economische levensduur van het onderhavig activum aangehouden. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen en activa welke via tarieven aan derden in rekening kunnen worden gebracht. Deze laatstgenoemde soorten worden altijd geactiveerd. Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Onder activa met een maatschappelijk nut worden verstaan investeringen in de openbare ruimte (zoals aanleg en reconstructie van wegen, fietspaden, voetpaden, openbare verlichting, bruggen, openbaar groen), die geen economisch nut hebben, hetgeen wil zeggen dat deze investeringen niet verhandelbaar zijn en/of niet bijdragen aan het genereren van middelen. Aankoop en vervaardiging van activa, die een meerjarig maatschappelijk nut hebben, worden onder aftrek van eventuele bijdragen van derden en bestemmingsreserves geactiveerd. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken.


Het actief wordt lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur. In artikel 7 van de “Financiële verordening gemeente Grave 2014” zijn de afschrijvingstermijnen beschreven per soort activum. Deze afschrijvingstermijnen zijn van toepassing

op nieuwe investeringen met ingang van 2014. Reeds eerder gedane investeringen worden overeenkomstig de oorspronkelijk vastgestelde termijn afgeschreven (tenzij het BBV verplicht tot een aanpassing). Over het algemeen wordt de lineaire afschrijvingsmethode toegepast. De belangrijkste uitzondering hierop is het hanteren van de annuïtaire methode voor rioleringswerken. Afschrijvingstermijn in jaren

Omschrijving activum Gebouwen (nieuwbouw/permanent), aanleg wegen en fietspaden, lichtmasten, aanleg bomen en bossen Parkeervoorzieningen Aanleg sportvelden, renovatie/ restauratie/ verbouwingen en uitbreiding gebouwen, aanleg voetpaden, groenvoorzieningen, (openbare) verlichting, aanleg speeltuinen Technische installaties gebouwen, nieuwbouw tijdelijke voorzieningen, verkeersregelinstallaties, renovatie sportvelden Inventaris, (kantoor)meubilair, speeltoestellen en straatmeubilair, bewegwijzering, telefooncentrale, bekabeling ten behoeve van netwerk, aanhangers Vervoermiddelen, (elektrische) gereedschappen Hard- en software Betonbuizenstelsel, renovatie/conventionele vervanging riolering Bouwkundig: gemalen, drukriolering, (berg-) bezinkbassins, randvoorzieningen en persleidingen Mechanisch/elektrisch: gemalen, drukriolering, (berg-) bezinkbassins, randvoorzieningen

Financiële vaste activa Deze groep activa bestaat uit de volgende investeringen: •k apitaalverstrekkingen aan deelnemingen (aandelen), gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen; • leningen aan woningbouwcorporaties, deel nemingen en overige verbonden partijen; • overige langlopende leningen u/g; • overige uitzettingen met een rentelooptijd van één jaar of langer; • bijdragen aan activa in eigendom van derden. De waardering is gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de aflossingen op geldleningen en jaarlijkse afschrijvingen. Op de deelnemingen wordt in principe niet afgeschreven, tenzij de werkelijke waarde lager is dan de boekwaarde. Indien de werkelijke waarde van deelnemingen hoger is dan de boekwaarde,

Methode

40

Lineair

25 20

Lineair Lineair

15

Lineair

10

Lineair

5-10 0-5 60 45

Lineair Lineair Annuïtair Annuïtair

15

Annuïtair

maar niet in de balanswaardering meegenomen. Dit overeenkomstig de bepalingen van het BBV.

Vlottende activa Voorraden De voorraden bestaan in hoofdzaak uit grondvoorraden (wel en niet in exploitatie genomen gronden). Deze zijn gewaardeerd tegen de historische kostprijs of lagere marktwaarde, verhoogd met de gemaakte kosten voor het bouwrijp maken c.a. en verminderd met de gerealiseerde verkoop-opbrengsten. Op de boekwaarden van de niet in exploitatie genomen bouwgronden worden voorzieningen voor financieel technische verliezen in mindering gebracht. Op de boekwaarden van de in exploitatie genomen gronden worden voorzieningen voor gecalculeerde verliezen in mindering gebracht.


Uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar De uitzettingen bestaan uit: • vorderingen op openbare lichamen; • verstrekte kasgeldleningen; • rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen; • overige vorderingen; • overige uitzettingen.

voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op vastgestelde beheerplannen en meerjarenramingen, zoals is weergegeven in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.

De uitzettingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor de dubieuze debiteuren zijn voorzieningen getroffen, welke in mindering zijn gebracht op de boekwaarde van de vorderingen. Voor belastingvorderingen worden geen voorzieningen getroffen, maar oninbare vorderingen worden in mindering gebracht op de belastingopbrengst.

De rioolvoorziening is verwerkt op basis van nominale waarde en met inachtneming van art. 44 lid 2 BBV. Vanuit het VGRP is er geen inzicht in de wijze waarop het riooltarief is opgebouwd en is een voorziening op basis van art. 44 lid 1 BBV niet mogelijk.

Overige balansposten De overige balansposten van de vlottende activa (liquide middelen en overlopende activa) zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Vaste passiva

Vaste schulden De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. Overeenkomstig het BBV, zijn ook de aflossingsverplichtingen voor het komende jaar onder de vaste schulden opgenomen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit: • algemene reserve; • bestemmingsreserves; • gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten.

Vlottende passiva Overige balansposten De overige balansposten van de vlottende passiva (netto vlottende schulden en overlopende passiva) zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Kenmerk van de bestemmingsreserves is dat de raad hieraan een specifieke bestemming heeft gegeven; dit in tegenstelling tot de algemene reserve en het gerealiseerde resultaat. Alle reserves zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Rekening is gehouden met de nota reserves en voorzieningen 2006.

Resultaatbepaling Overeenkomstig het BBV is het resultaat op de volgende wijze gepresenteerd: • gerealiseerde saldo van baten en lasten (exclusief reservemutaties); • reservemutaties; • gerealiseerde resultaat.

Voorzieningen Er zijn een viertal categorieën voorzieningen: • voorzieningen voor verplichtingen en risico’s; • voorzieningen ter egalisering van kosten; • voorzieningen voor de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven • van derden verkregen middelen waarvan de bestemming gebonden is. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen het nominale bedrag van de verplichting c.q. het

136


3.5 Toelichting op de balans

3.5.1 Activa

Vaste activa Het verloop van de vaste activa was in 2014 als volgt: Omschrijving

boekwaarde 1-1-2014

Herrubricering (*)

Investering

Desinvestering

afschrij- boekving/ waarde aflossing 31-12-2014


Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut: Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Investeringen met een maatschappelijk nut. Totaal materiële vaste activa Financiële vaste activa Leningen aan woningbouwcorporaties. Leningen aan overige verbonden partijen. Overige langlopende leningen. Overige uitzettingen met een rentelooptijd van 1 jaar of langer. Bijdragen aan activa in eigendom van derden. Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa

26.419

- 4.468

1.517

4.468

96

1.955 28.374

0

237

-237

-1.575

-1.499

20.394

-79

4.485

981

-525

-66

2.345

2.593

-2.100

-1.644

27.224

1.506 267

99

7.200

139

1.506

35

80

- 23

244

- 23

7.212

-2

78

7.784

0

1.541

0

-48

9.277

36.158

0

4.135

-2.100

-1.692

36.500

(*) In de regelgeving BBV is opgenomen dat per balansdatum de investeringen met economisch nut een categorie dient te bevatten met investeringen waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.


Materiële vaste activa Op basis van artikel 52, lid 1 van het BBV is de onderverdeling van de materiële vaste activa als volgt:

Omschrijving

boekwaarde 1-1-2014

Herrubricering (*)

Investering

Desinvestering

afschrij- boekving/ waarde aflossing 31-12-2014

(bedragen x € 1.000) Gronden en terreinen. Woonruimten. Bedrijfsgebouwen. Grond-, wegen waterbouwkundige werken: - economisch nut. - economisch nut (heffing) - maatschappelijk nut. Vervoermiddelen. Machines, apparaten en installaties: - economisch nut. - maatschappelijk nut. Overige materiële vaste Activa: - economisch nut. - maatschappelijk nut.

1.477 72 17.753

Totaal materiële vaste activa

28.374

4.601

2

- 4.468 4.468

804 246

1.453

-139 -16 -1.252

1.310 56 17.954

96 278

-13 - 79 -14

120 4.485 992 0

-30

-76 -246

1.297

63

-341

-75

944

972 1.152

702

-959 -449

-3 -52

10 1.353

2.594

-2.101

1.644

27.224

0

(*) In de regelgeving BBV is opgenomen dat per balansdatum de investeringen met economisch nut een categorie dient te bevatten met investeringen waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

138


In het volgende overzicht wordt conform artikel 51 van het BBV aangegeven welke investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte worden geactiveerd en welke reserves hiervoor beschikbaar zijn:

Omschrijving Activa met maatschappelijk nut Aanleg parkeerplaatsen woonwijken. Reconstructie kruising Essinkln/Estersveldln. Portaalborden bebouwde kom. Parkeren en circuleren binnenstad Grave. Parkplan de Kat. Loswal. Bushaltes en 60 km zone Hogeweg 2013. Julianaplein Gassel. Voorber.kstn Centraal Orgaan opvang Asielz. 2012. Bewegwijzeringsborden in Grave. BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2007. Wabo (omgevingsvergunning). BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2010. BHP Openb. verlichting, jaarschijf 2011. APV vergunningen in WABO applicatie. Project Binnengemeent. gebruik BAG (BGB). AS400 (SAP, verv.door Windows machine). MI2 groenapplicatie vervanging. Pc`s Vervanging. Basisregistr.Grootsch.Topografie (BGT). Multifunctifunct. Centrum Overige kosten. Ontwikkeling Hof van Esteren. Ontwikkeling Marieendaal. Openbare ruimte Hart van Grave. Aanleg wandelknooppuntensysteem.

Afs.termijn 20 jaar 40 jaar 20 jaar 10 jaar 25 jaar 25 jaar 20 jaar 25 jaar 20 jaar 10 jaar 20 jaar 8 jaar 20 jaar 20 jaar

Beschikbare reserve Niet van Toepassing op de in dit overzicht vermelde activa.

1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 25 jaar 1 jaar 1 jaar 20 jaar 10 jaar


Financiële vaste activa De post leningen aan overige verbonden partijen is als volgt samengesteld: Omschrijving

Boekwaarde 31-12-2014 (bedragen x € 1.000) 1.506 1.506

Veiligheidsregio Brabant-Noord Totaal De post overige langlopende leningen is als volgt samengesteld: Omschrijving

Boekwaarde 31-12-2014 (bedragen x € 1.000) 13 68 163 99 343

Jeu de Boulesvereniging Grave Hypothecaire geldlening Laco Hypothecaire geldleningen personeel Verstrekte lening SVN Totaal De post overige uitzettingen met een rentelooptijd van 1 jaar of langer is als volgt samengesteld: Omschrijving

Boekwaarde 31-12-2014 (bedragen x € 1.000) 5.000 840 1.231 140 139 7.350

Loyalis FS Garantieproduct Dow Jones Eurostoxx 50, 10 jaar Loyalis FS Rente Plus Fonds Europa 1-3 jaar Escrow FS Rente Plus Fonds Europa 1-3 jaar Lening BNG (betreft verkoop HNG) Rekening-courant bij Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Totaal De post bijdrage aan activa in eigendom van derden is als volgt samengesteld: Omschrijving

Boekwaarde 31-12-2014 (bedragen x € 1.000)

Kinderboerderij Velp Totaal

140

78 78


Vlottende activa Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Het verloop van deze post was in 2014 als volgt:

(bedragen x € 1.000) Boekwaarde begin boekjaar 2014 (excl. correctie voorzieningen tekorten complexen). Mutaties 2014. Boekwaarde ultimo boekjaar 2014. Correctie voorzieningen tekorten. Boekwaarde na waardecorrectie

112 264 376 0 376

De boekwaarde is als volgt samengesteld: 1-1-2014

31-12-2014

111.550 0 111.550

375428 0 375.428

(bedragen x € 1.000) De boekwaarde is excl. correctie voorzieningen tekorten. De stand van de voorziening is. Gecorrigeerde boekwaarde

Het geraamde eindresultaat bedraagt:

(bedragen x € 1.000) Boekwaarde ultimo boekjaar. Geraamde opbrengsten – geraamde nog te maken kosten. Geraamd eindresultaat

376 594 970

Specificatie boekwaarde per complex: Naam complex

Boekwaarde 31-12-2013

Investeringen

Desinvesteringen

Winstuitname

Boekwaarde 31-12-2014

Voorziening verlieslatend complex

Balanswaarde 31-12-2014

BIE-complexen De Bons

109.839

De Stoof Dorpshart Velp Totaal BIE

262.450

372.289

372.289

502

502

502

1.711

926

2.637

2.637

111.550

263.878

375.428

375.428

Bovengemelde resultaten per complex zijn gebaseerd op kostprijsberekeningen ultimo 2015. Voor een specificatie van de boekwaarde van de

voorraden en de geraamde eindresultaten per complex wordt verwezen naar het verloopoverzicht in de paragraaf grondbeleid.


Uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar De post uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar is als volgt samengesteld:


Vorderingen op openbare lichamen

4.355

Overige vorderingen - algemene vorderingen. af: voorziening dubieuze debiteuren algemene vorderingen. blijft: netto saldo algemene overige vorderingen. - gemeentelijke belastingen. - diverse voorschotten sociale zaken. - diverse vorderingen sociale zaken. af: voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken. blijft: netto saldo vorderingen sociale zaken. Totaal overige vorderingen

508 -135 373 414 8 43 -201 -158 637

Overige uitzettingen Rente gegarandeerd beleggingsproduct. Totaal overige uitzettingen.

1.575 1.575

Totaal uitzettingen met een rentelooptijd korter dan 1 jaar

6.567

Liquide middelen De post liquide middelen is als volgt samengesteld:


Banksaldi: - Rabobank - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - ING Bank Totaal liquide middelen

142

74 4.630 1 4.705 4.705


Op basis van artikel 52c van het BBV wordt het volgende aangegeven: Drempelbedrag begrotingsjaar: € 250.000 Het bedrag aan middelen, bedoeld in artikel 2, lid 4 van de Wet FIDO, dat in het kader van het drempelbedrag door de gemeente buiten ’s Rijks schatkist is gehouden: Kwartaal 1: € 555.000 Kwartaal 2: € 2.680.000 Kwartaal 3: € 5.400.000 Kwartaal 4: € 5.000.000 Bovengenoemde bedragen zijn afgerond en ultimo per kwartaal.

Overlopende activa De post overlopende activa is als volgt samengesteld:

(bedragen x € 1.000) Vooruitbetaalde bedragen. - Kruisposten (facturen betrekking op boekjaar 2015). - Kruisposten doorbelasting Cgm. - Kruisposten (overigen).

270 441 12

Subtotaal. Nog te ontvangen bedragen.

723 82

Totaal overlopende activa

805

Hieronder een overzicht van de van overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen naam uitkering

verstrekker uitkering

Individuele Aanvullende Uitkering Wet Buig Totaal

Ministerie van Sociale Zaken

saldo 1-1-2014 0

specifieke uitkeringen als bedoeld in art. 52a lid 2 BBV: toevoegingen

84.000 84.000

ontvangen bedragen

saldo 31-12-2014

0

84.000 84.000

Niet in de balans opgenomen vorderingen Niet van toepassing.


3.5.2 Passiva Vaste passiva

Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen was in 2014 als volgt: Omschrijving

Saldo 1-1-2014

bestemming resultaat 2013

vermindering t.b.v. afschrijvingen

toevoeging

onttrekking

Saldo 31-122014


Algemene reserves Totaal Bestemmingsreserves Totaal Gerealiseerd resultaat Totaal eigen vermogen

144

11.808 11.808 8.212 8.212 2.155 22.176

160 160 1.995 1.995 -2.155 0

14 14 102 102

3.143 2.305 620 620

1.159 1.159

115

3.763

1.159

15.097 14.260 9.567 9.567 86 24.750


Hieronder wordt per reserve de aard en de mutaties weergegeven: Omschrijving

Saldo 1-1-2014

bestemming resultaat 2013

vermindering t.b.v. afschrijvingen

toevoeging

onttrekking

Saldo 31-122014


Algemene reserves Algemene reserves (geblokkeerd). Algemene reserves Algemene Weerstandsvermogen. Totaal Bestemmingsreserves Huisvesting en onderwijs AZC-scholen. Mobiliteitsfonds. ICT. Nieuwbouw Stadhuis. Materieel Buitendienst. Stimulering deelnemers FPU lokaal niveau. Reconstructie algemeen (v/h groenfonds). Gemeentelijke Monumenten. Opleidingsfonds. Bestemmingsreserve Wisseveld. Exploitatieres. verk brandweerkaz. Veiligheidsregio. Gerealiseerde opslag “Bovenwijkse voorzieningen. Totaal Gerealiseerd resultaat Totaal eigen vermogen

5.000

5.000

5.665 1.143

160

14

2.305 838

8.117 1.981

11.808

160

14

3.143

15.097

100

100

538 2.197 4.046 406 19

538 1.926 3.944 406 19

271 102

140

470

378

232

58

58

28

28 1.655

1.995

341 480

352

480

170

182

8.212

1.995

102

620

1.159

9.567

2.155 22.176

-2.155 0

115

3.763

1.159

86 24.750


Per reserve wordt onderstaand de reden van de reserves toegelicht. Aard reserve Algemene reserves (geblokkeerd)

Reden reserve Inzichtelijk maken van de hoogte van de liquide middelen, die niet besteed mogen worden om de dekking van de begroting niet in gevaar te brengen.

Algemene reserves

Deze reserve vervult een bufferfunctie voor het opvangen van alle niet voorziene risico’s en tekorten in de exploitatie zoals vermeld in de paragraaf weerstandsvermogen.

Algemene Weerstandsvermogen

Dit is het afgezonderde deel van het eigen vermogen van de gemeente dat volgens de normen van de provincie Noord-Brabant in het kader van het begrotingstoezicht verplicht aangehouden moet worden als buffer voor toekomstige tekorten op de jaarrekening en als algemeen weerstandsvermogen.

Huisvesting en onderwijs AZC-scholen

Dit betreft een gemengde reserve ter dekking van de incidenteel hogere lasten als gevolg van het Asielzoekerscentrum. Uit deze reserve worden lasten gedekt voor het schoolgebouw op het AZC, extra personeel op de openbare basisschool voor de eerste opvang van asielzoekersleerlingen en andere kosten inzake het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.

Mobiliteitsfonds

Private bijdrage van projectontwikkelaars aan de Gemeente Grave om Grave bereikbaar te houden o.a. mbt de parkeergelegenheden in de gemeente. Het fonds initieert en voert projecten uit om de doelstellingen te bereiken.

ICT

Dekking en egalisatie van de lasten in de exploitatie voor de aanschaf van software en advies- en ondersteuningswerkzaamheden en dekking van de kapitaallasten en de exploitatie van investeringen in hardware conform het beheerplan ICT.

Nieuwbouw Stadhuis

Deze bestemmingsreserve is ingesteld bij raadsbesluit van 8 juli 2003 en is bestemd voor de opvang van de kapitaallasten voor de nieuwbouw stadhuis.

Materieel Buitendienst

Deze reserve is ingesteld voor de vervanging van de vervoermiddelen en het motormateriaal. De reserve wordt gevoed door een jaarlijkse storting uit de exploitatie. Aanschaffingen vinden plaats op basis van het meerjarig uitvoeringsprogramma gekoppeld aan het beheerprogramma.

Stimulering deelnemers FPU lokaal niveau

Voor de aanvullende uitkering voor de medewerker die (geheel of gedeeltelijk) met FPU-ontslag gaat. Deze ontvangt een FPU-uitkering van het ABP en daarop een aanvulling van de werkgever. Iinmiddels ingezet voor personeelknelpunten.

Reconstructie algemeen (v/h groenfonds)

Egalisatie van de exploitatielasten voor duurzame instandhouding, herstel en ontwikkeling van het landschap in het buitengebied.

Gemeentelijke Monumenten

Realisatie van het gemeentelijk monumentenbeleid indien het reguliere budget tekort schiet. Gemaximeerd op € 25.000.

Opleidingsfonds

Dekking van de lasten uit het Opleidingsplan.

Bestemmingsreserve Wisseveld

Vormt een bufferfunctie voor de verdere ontwikkeling van Wisseveld.

Exploitatieres.verk brandweerkaz. Veiligheidsregio

Ingesteld ter afdekking van het groot onderhoud voor de komende 32 jaar. De raad heeft aangegeven dat de overdracht geen toekomstige negatieve financiële mag hebben voor de gemeente Grave.

Gerealiseerde opslag Bovenwijkse voorzieningen

De gerealiseerde opslagen bovenwijkse voorzieningen zijn bedragen die opgenomen zijn in de grondexploitaties en die gereserveerd zijn voor kosten aan voorzieningen die door een of meer plangebieden worden veroorzaakt, maar die buiten het plangebied liggen. De opslag is een vast bedrag per m2 te verkopen grond (€ 6,22).

146


Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen was in 2014 als volgt: Omschrijving

Saldo 1-1-2014

toevoeging

vrijval

aanwending

Saldo 31-122014

(bedragen x € 1.000) Diverse voorzieningen. Totaal voorzieningen

11.235 11.235

1.421 1.421

2.838 2.838

865 865

8.953 8.953

Hieronder wordt per voorziening de aard en de mutaties weergegeven: Omschrijving

Saldo 1-1-2014

toevoeging

vrijval

aanwending

Saldo 31-122014


Voorzieningen Wijk- en Dorpsbeheer. Pensioenaanspraken wethouders. Egalisatievoorz. arbeidsvoorwaarden personeel en opleiding. Voorziening vervroegde uittreding / Stuwmeer uren. Huisvesting scholen. Egalisatie afvlakking tarief reinigingsheffing Vervanging riolering (rioolbeheersplan). Onderhoud gemeentelijke gebouwen. Onderhoud openbare verlichting. Onderhoud wegen en fietspaden (wegennota). Vz openbare ruimte en civiele objecten. Vz groen. Vz Egalisatie toerisme en recreatie. Voorziening woonrijpmaken afgesloten complexen. Voorziening Herinrichting openb.ruimte Wisseveld. Totaal voorzieningen

2 524

2 865

341

31

31

72

72

1.224 217

65

838

12 42

439 175

6.632

446

2.000

468

4.609

984

121

119

985

7

433

440 192

255

49

398

50

68

101

17

-19 26

126

21 14

86 11

38

38

822

822

11.235

1.421

2.838

865

8.953


Per voorziening wordt onderstaand de aard en reden van de voorziening toegelicht. Aard voorziening Wijk- en Dorpsbeheer

Reden voorziening Elke wijken buurtvereniging krijgt een jaarlijks budget, waarbij zij ook mogen sparen. De spaarsaldi kunnen de besturen elk moment aanwenden en dit kunnen zij zelf besluiten. Deze voorziening is het spaarsaldo.

Pensioenaanspraken wethouders

Voldoen van toekomstige financiële verplichtingen als gevolg van opgebouwde pensioenrechten van wethouders en voor pensioenoverdracht na beëindiging van het wethoudersschap.

Egalisatievoorz. arbeidsvoorwaarden personeel en opleiding

In het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (loga) is besloten om ten behoeve van het gemeentepersoneel gelden beschikbaar te stellen, die lokaal aangewend dienen te worden voor arbeidsvoorwaarden.

Voorziening vervroegde uittreding / Stuwmeer uren

Deze dient ter afdekking van personeelslasten voor reeds gemaakte overtollige uren. Het betreft noodzakelijke formatie uren die door omstandigheden voorheen niet ingevuld waren of waar onvoldoende formatie voor beschikbaar was.

Huisvesting scholen

Het integraal beheer en onderhoud van de gemeentelijke schoolgebouwen vindt plaats op basis van een beheerprogramma met jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. Besloten is tot de instelling van een reserve huisvesting schoolgebouwen met de werking van een schommelfonds om sterke fluctuaties in het jaarlijks te storten bedrag te voorkomen.

Vervanging riolering (rioolbeheersplan)

Deze voorziening is ingesteld voor planmatig onderhoud en vervangingsinvesteringen van de rioleringen. De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse dotatie uit de exploitatie. Onderhoud vindt plaats op basis van het meerjarig uitvoeringsprogramma gekoppeld aan het beheerprogramma.

Onderhoud gemeentelijke gebouwen

Deze voorziening is ingesteld voor planmatig onderhoud van de gebouwen en civiele objecten. De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse dotatie uit de exploitatie. Onderhoud vindt plaats op basis van het meerjarig uitvoeringsprogramma gekoppeld aan het beheerprogramma.

Onderhoud openbare verlichting

Deze voorziening is op incidentele basis gevormd. Aan de hand van het op te stellen openbare verlichtingsplan zal besluitvorming dienen plaats te vinden voor instelling van een voorziening met structurele voeding voor het planmatig onderhoud.

Onderhoud wegen en fietspaden (wegennota)

Deze voorziening is ingesteld voor planmatig onderhoud van de wegen en de fietspaden. De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse dotatie uit de exploitatie. Onderhoud vindt plaats op basis van het meerjarig uitvoeringsprogramma gekoppeld aan het beheerprogramma.

Openbare ruimte en civiele objecten

Deze voorziening is ingesteld voor planmatig onderhoud van openbare ruimte en civiele objecten. De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse dotatie uit de exploitatie. Onderhoud vindt plaats op basis van het meerjarig uitvoeringsprogramma gekoppeld aan het beheerprogramma.

Groen

Deze voorziening is ingesteld voor planmatig groenonderhoud. De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse dotatie uit de exploitatie. Onderhoud vindt plaats op basis van het meerjarig uitvoeringsprogramma gekoppeld aan het beheerprogramma.

Egalisatie toerisme en recreatie

Deze voorziening is ingesteld om planmatig activiteiten op het gebied van recreatie en toerisme uit te voeren. Over een periode van 4 jaren heeft de raad € 200.000 beschikbaar gesteld. Het plafond is gemaximeerd tot € 50.000.

Egalisatie afvlakking tarief reinigingsheffing

In de raadsvergadering van 11/12 december 2000 is besloten tot instelling van deze egalisatiereserve. De doelstelling is om tariefschommelingen op te vangen en/of tariefverhogingen geleidelijk en gefaseerd door te voeren.

Woonrijpmaken afgesloten complexen

Deze dient ter afdekking van de kosten voor de definitieve afronding van woonrijpmaken (plan is financieel afgewikkeld).

Herinrichting openbare ruimte Wisseveld

Deze dient ter afdekking van de toekomstige inrichting of herinrichting van complex Wisseveld

148


Vaste schulden De post vaste schulden is als volgt samengesteld:

(bedragen x € 1.000) 10.865 2 10.867

Onderhandse leningen van binnenlandse banken. Waarborgsommen. Totaal vaste schulden De rentelast van alle vaste schulden bedroeg € 209.546 in 2014.

Vlottende passiva

Netto vlottende schulden De netto vlottende schulden zijn als volgt samengesteld:

(bedragen x € 1.000) 3.631 3.631

Overige schulden. Totaal netto vlottende schulden

Overlopende passiva De overlopende passiva zijn als volgt samengesteld:

(bedragen x € 1.000) 387 50 315 752

Nog te betalen bedragen. Van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen. Vooruitontvangen bedragen. Totaal overlopende passiva

Overzicht van de van overheidslichamen ontvangen voorschotten specifieke uitkeringen als bedoeld in art. 52a lid 1 BBV: Naam uitkering

project

Onderwijs achterstanden bestrijding. Participatie vergoedingen.

OAB gelden.

Totaal

Participatie budget.

verstrekker uitkering Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

saldo 1-1-2014

toevoeging

vrijval

Saldo 31-122014

8.752

1.648

10.400

22.544

20.359

3.873

39.030

31.296

22.007

3.873

49.430


Posten buiten balanstelling

Waarborgen en garanties De post borgen garantstellingen is als volgt samengesteld:

(bedragen x € 1.000) Borgstellingen. Garantstellingen. Totaal borgen garantstellingen

1.000 29 1.029

De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Geborgde geldleningen

Oorspronkelijk bedrag

percentage borgstelling

Saldo 1-1-2014

Saldo 31-122014

(bedragen x € 1.000) Geborgde geldleningen zorginstellingen St. Mooiland Vitalus Sportverenigingen Totaal geborgde geldleningen

1.361 545 299 2.205

100% 100% 100%

726 236 107 1.069

681 218 101 1.000

Uit hoofde van borgen garantstellingen hebben tot en met 2014 geen betalingen plaatsgevonden.

Garantstellingen geborgde Volkshuisvestingsgeldleningen (buiten de balans) waarvoor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

garant staat. Wettelijk staan het rijk en de gemeenten bij calamiteiten ieder voor 50% als achtervang garant.

Bedragen x € 1.000: Stichting Mooiland Leningnr. BNG 40.105368 € 10.000 Stichting Mooiland Leningnr. BNG 40.81693.01 € 1.214 Stichting Mooiland Leningnr. Waterschapsbank 1001.12119 € 1.061 Stichting Mooiland Leningnr. Waterschapsbank 1001.12055 € 540 Stichting Mooiland Leningnr. Waterschapsbank 1001.12828 € 2.034 Totaal € 14.849

150

(voor 50% als achtervang garant) (voor 50% als achtervang garant) (voor 50% als achtervang garant) (voor 50% als achtervang garant) (voor 50% als achtervang garant)


Aan het einde van de 20e eeuw heeft de Nederlandse regering de woningcorporaties op afstand geplaatst. In de zogenaamde bruteringsoperatie was een verzelfstandiging van de sociale huursector voorzien. Voor de bruteringsoperatie konden corporaties géén actief financieringsbeleid voeren en hadden zij ook geen financieel belang bij een optimaal rentebeheer, omdat lagere rentes zouden leiden tot lagere subsidies. Door de bruteringsoperatie zijn deze banden verbroken. De sociale sector werd volledig verantwoordelijk voor haar eigen financiering en hieraan verbonden risico’s. Voor de brutering lagen deze risico’s bij het Rijk, deze was actief als kapitaalverschaffer en als verstrekker van garanties. Deze rollen zijn na de brutering komen te vervallen. Hiervoor zijn in de plaats gekomen de garanties van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De WSW werkt hierbij nauw samen met het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. De WSW garandeert de schulden van de corporaties aan banken en andere kapitaalverschaffers. De WSW wordt op haar beurt geborgd door het Rijk en alle gemeenten. In geval dat het WSW geld nodig heeft om aan haar verplichtingen te voldoen zullen Rijk en gemeenten elk 50% van de benodigde bedragen voldoen bovenop de aan het WSW door corporaties afgegeven obligo’s. Stichting Mooiland heeft in het verleden kennelijk tweemaal gebruik gemaakt van deze regeling waarvoor het Rijk en alle gemeenten als achtervang dienen zodra Mooiland zijn betalingsverplichtingen niet meer kan nakomen.

Niet uit de balans blijkende verplichtingen Hieronder worden de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld waaraan de gemeente Grave is verbonden: Niet in de balans opgenomen verplichtingen De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende verplichtingen, die niet uit de balans blijken. De belangrijkste verplichtingen per jaar) zijn: Contractant Omschrijving Centraal Beheer Verzekeringen (eigendom en aansprakelijkheid) OGB Brand- en stormverzekering Simgroep Abonnement raadsinformatie- systeem ABS Operationeel onderhoudscontract rioolpompinstallaties Aquaco Onderhoudsabonnement beregeningsinstallaties Gebeurtenissen na balansdatum Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum.

Garantstellingen (buiten de balanstelling) Door de gemeente Grave zijn de volgende garantiestellingen afgegeven: Garant stelling Kringloopbedrijf Land van Cuijk 15.882 1) Stichting Dorpsbelang Gassel 13.613 2) Totaal 29.495 1) Dit betreft een garantstelling aan Stichting Actief voor Kringloopbedrijf (winkel) in de gemeente Cuijk (borgstelling voor Grave ƒ 35.000) (raadsbesluit 1 juni 1999). 2)

it betreft een garantstelling voor de overdracht D van woningen van Stichting Dorpsbelang Gassel aan woningstichting St. Willebrord (thans Mooiland Maasland) (raadsbesluit 9 september 1999).


3.6 Verantwoording Specifieke Uitkeringen (SISA)

OCW

D9

SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Besteding (jaar T) aan overige Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo Onderwijsachterstandenb Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor activiteiten (naast VVE) voor afspraken over voor- en (jaar T-1) eleid 2011-2015 (OAB) voorschoolse educatie die leerlingen met een grote vroegschoolse educatie met voldoen aan de wettelijke achterstand in de Nederlandse bevoegde gezagsorganen van Deze indicator is bedoeld voor kwaliteitseisen (conform artikel taal (conform artikel 165 WPO) scholen, houders van de tussentijdse afstemming 166, eerste lid WPO) kindcentra en van de juistheid en Gemeenten peuterspeelzalen (conform volledigheid van de artikel 167 WPO) verantwoordingsinformatie Aard controle R Indicatornummer: D9 / 01

I&M

E27B

Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden

€ 96.258 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02

€ 58.000 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen


€0 Overige bestedingen (jaar T)

Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01

1 C2102552/ 3343371 2 C2102558/ 3343396 3 C2137913 Kopie beschikkingsnummer

G1

SZW

G1A

Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie

Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie

1 C2102552/ 3343371

€ 4.129

€ 1.032

2 C2102558/ 3343396

€ 76.400

€ 77.707

SZW

G2

3 C2137913 € 663 Het totaal aantal geïndiceerde Volledig zelfstandige inwoners van uw gemeente dat uitvoering Ja/Nee een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een Wet sociale dienstbetrekking als bedoeld in werkvoorziening (Wsw) artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op Alle gemeenten 31 december (jaar T) verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam Aard controle R Aard controle n.v.t. waren bij een Openbaar Indicatornummer: G1 / 01 Indicatornummer: G1 / 02 lichaam o.g.v. de Wgr. Nee 0,00 Hieronder per regel één Het totaal aantal gerealiseerde Wet sociale gemeente(code) uit (jaar T-1) arbeidsplaatsen voor werkvoorziening selecteren en in de kolommen geïndiceerde inwoners in (jaar (Wsw)_totaal 2013 ernaast de T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; verantwoordingsinformatie Wet sociale voor die gemeente invullen werkvoorziening (Wsw)

Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08

Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde overige bestedingen

Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen

Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen

€ 929 € 76.400 €0 Toelichting

€ 232 € 77.707 €0 Eindverantwoording Ja/Nee

Aard controle R Indicatornummer: E27B / 04

Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 09

Per abuis was bij de einddeclaratie de reeds verrekende BTW meegenomen in de afrekening Er zaten fouten in de ingediende eindafrekening, echter heeft dit geen gevolgen voor het subsidiebedrag

€ 166



Ja

Ja

Nee

Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;

inclusief deel openbaar lichaam inclusief deel openbaar lichaam Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01

1 60786 Grave 2 3 4 5 Gebundelde uitkering op Besteding (jaar T) algemene bijstand grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Gemeente Alle gemeenten I.1 Wet werk en bijstand verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar (WWB)

T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.

152


Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014

Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na


€ 800 €0 € 166 Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)


SZW


€ 3.200 €0 € 663 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)


€ 8.747 Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van provinciale middelen

Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02

92,00

6,41

Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)

Besteding (jaar T) IOAW

Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)

Besteding (jaar T) IOAZ

Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)

Gemeente

Gemeente

Gemeente

Gemeente

Gemeente

I.1 Wet werk en bijstand (WWB)

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01

€ 1.775.044

Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03


€ 40.639


€ 200.859

SiSa-bijlage 2014 versie 2 januari 2015


€ 3.288


€ 31.437


€0


Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.

SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa - d.d. 2 januari 2015 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

Baten (jaar T) WWIK (exclusief Volledig zelfstandige uitvoering Rijk) Ja/Nee

Gemeente

Gemeente

Gemeente

I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)

I.4 Besluit bijstandverlening I.6 Wet werk en inkomen zelfstandigen 2004 kunstenaars (WWIK) (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)


SZW

G3

€0 Besluit bijstandverlening Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen 2004 zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief levensonderhoud Aard controle R beginnende Indicatornummer: G3 / 01 zelfstandigen)_gemeente € 1.561 2014 Baten (jaar T) Bob (exclusief Besluit bijstandverlening Rijk) zelfstandigen (Bbz) 2004

SZW

G5

Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.


€0 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen



Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10

€0 Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)

Ja Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)

€0 Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004

€ 2.553 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee

€ 2.498

€ 2.542

€0

€0

Ja

Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's

Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget

Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s

Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )

Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee

€0 Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02




Besteding (jaar T) Bob Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) Aard controle R Indicatornummer: G3 / 05



Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07 Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01

172 Besteding (jaar T) participatiebudget


€ 145.629


€ 27.584


€ 1.110


€0


€0

De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06 Ja



Bijlagen Bijlage 1 Beleidskaders per programma Programma 1 – Dienstverlening, veiligheid en bestuur Dienstverlening Beleidskaders • Notitie ‘Investeren in kwaliteit’ • Dienstverleningsvisie Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert, november 2012 • Uitvoeringsplan dienstverlening, juli 2013 • Concept servicenormen Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert • Nationaal uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (i-NUP) • Antwoord© • De Burgerservicecode • Wet BRP • Verordening gegevensverstrekking BRP • Regeling Beheer en Toezicht BRP • Regeling Gegevensverstrekking BRP • Operatie BRP • Reglement Burgerlijke Stand 1999 • Informatiebeveiligingsplan • Rijkswetgeving • Rijkswet op het Nederlanderschap • Kieswet • Paspoortwet • Wegenverkeerswet • Wet op de lijkbezorging • Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Grave Veiligheid Beleidskaders • Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord 2011 • Risicoprofiel Veiligheidsregio Brabant-Noord • Regionaal crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord • Regionaal beleidsplan Veiligheidsregio Brabant-Noord • Kadernota Integrale Veiligheid Gemeente Grave 2011-2014 • Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Gemeente Grave 2013 2014 • Veiligheidsarrangement Jongeren, alcohol, drugs en vandalisme 2011-2014

154

• Algemene plaatselijke verordening Grave • Verordening binnentreden Noodverordeningen • Beleidsregels bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast • Beleidsregels Wet Bibob Bestuur Beleidskaders • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Verordening toekenning erepenning. • Inspraakverordening. • Verordening Burgerinitiatief. • Verordening op de Rekenkamercommissie Grave • Verordening op de raadscommissies • Verordening commissie bezwaarschriften. • iDop Grave, Gassel, Velp en Escharen.

Programma 2 – Openbare ruimte Wegen en parkeren Beleidskaders • Beheerplan Wegen 2011-2014 • Herziening Beleidsplan Openbare Verlichting 2011-2014 • College besluit (d.d. 28 mei 2013) toerekening uren inzet buitendienst Waterwegen en havens Beleidskaders • Vergunning haveningang oever Maas. • Gebruiksovereenkomst met Watersportvereniging de Stuw. Openbaar groen Beleidskaders • Beheerplan Openbaar Groen en speelvoorzieningen • Waardevolle bomenlijst van Grave • Bomenverordening groene kaart van Grave • Reconstructieplan Peel en Maas Recreatie en toerisme Beleidskaders • Beleidsnota Toerisme en Recreatie 2010-2020 • Visie Waterfront Grave


• Strategische Visie Land van Cuijk • Nota Identiteit Land van Cuijk Riolering en waterbeheer Beleidskaders • Wet Milieubeheer; • Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2010-2015; • Gemeentelijk Waterplan 2010-2015; • Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2013 • Bestuursakkoord Doelmatige Samenwerking Afvalwaterketen Gemeentelijke eigendommen Beleidskaders • Nota grondbeleid 2013 • Beleidsregel verkoop en verhuur van groenstrookjes 2004 • Verordening staangeld 2008 • Richtlijn anti-kraak 2005

Programma 3 – Bouwen, wonen en milieu Omgevingsrecht Beleidskaders •R egionaal Convenant Duurzaam Bouwen 2013-2016 •B eleidsregel Hogere Geluidsgrenswaarden Wet Geluidhinder •R egionale Duurzaamheidagenda 2010-2014 •R egionale beleidsvisie externe veiligheid Land van Cuijk • Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010 •V erordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 •K adernota Integrale Handhaving 2011-2014 •U itvoeringsprogramma Integrale Handhaving 2014 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Beleidskaders Vooral landelijke wetgeving is van toepassing. Op het gebied van de Wet ruimtelijke ordening is het hebben van een structuurvisie voor het gehele grondgebied een vereiste. Vaststelling daarvan is voorzien in de raadsvergadering van 17 december 2013. De gemeentelijke bestemmingsplannen zijn gebaseerd op de structuurvisie en zijn het instrument voor ons om de lokale ruimtelijke ontwikkeling te sturen.

Daarnaast hebben we te maken met (wettelijke) regelingen zoals: • de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) met als instrument de omgevingsvergunning; • het beeldkwaliteitsplan (Koninginnedijk, De Bons, Dorpshart Velp, Gassel, Hof van Esteren); • de Welstandsnota; • het Ruimtelijk Toetsingskader; • de StructuurvisiePlus; • het Uitwerkingsplan Land van Cuijk (streekplan); • Verordening Ruimte provincie Noord-Brabant. • Wet ruimtelijke ordening • de Monumentennota Grave 2003 - wordt vervangen door Erfgoednota en Cultuurhistorische waardenkaart (vastgesteld begin 2014); • de Herziene Monumentenwet 1988; • de Wet op de archeologische monumentenzorg; • Archeologisch beleidsplan; • Europese richtlijnen (verdrag van Malta); • Regionale Woningmarktstrategie; • Gemeentelijk woningbouwprogramma; • Prestatieafspraken met woningcorporatie. Economische zaken Beleidskaders • Marktverordening Grave 2010 • Marktreglement Grave 2010 • Reglement Marktcommissie Grave 2012 • Verordening Marktgelden • Beleidsnota Economie 2012-2015: ‘Van stilstand naar vooruitgang: Grave bekent kleur!’ Afvalinzameling Beleidskaders • Afvalstoffenverordening regio Land van Cuijk en Boekel • Verordening reinigingsheffingen Grave • Verordening verlenen van inzamelvergoedingen aan non-profit inzamelaars van oud papier • L andelijk afvalbeheerplan (LAP) • Raamovereenkomst verpakkingen en verpakkingenbelasting


Programma 4 – Kind, cultuur en sport

Programma 5 – Maatschappelijke zaken

Omgevingsrecht Beleidskaders • Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Grave • Verordening leerlingenvervoer gemeente Grave 2013 • Beleidsnota RBL BNO 2013-2016 • Nota Lokale Educatieve Agenda 2013-2016 (LEA, nog vast te stellen) • Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (wet OKE) • Wet op het primair onderwijs / Wet op het Voortgezet onderwijs / Wet op de expertisecentra • Leerplichtwet 1969

Leefbaarheid Beleidskaders • Kadernota beheer en exploitatie gemeenschaps-accommodaties 2010 • Strategische visie voor het Land van Cuijk • Regionaal Wmo-beleidsplan Land van Cuijk 2012-2015 • Beleidsnotitie Wijk- en dorpsbeheer gemeente Grave • Convenant wijken dorpsraden gemeente Grave • Beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning, welzijn en zorg 2006 • Algemene subsidieverordening Grave 2011 en de hieraan gekoppelde beleidsregels

Cultuur Beleidskaders • Biblioplus, beleidsvisie 2011-2015: kiezen voor jeugd, kwaliteit en toegankelijkheid • Samenwerkingsovereenkomst bibliotheek Land van Cuijk en Maasduinen • Algemene subsidieverordening Grave (ASV) 2011 en de hieraan verbonden beleidsregels, met name Subsidiëring Cultuur en kunstbeoefening 2011; Subsidiëring Vorming, Educatie en Media 2011 • Meerjarige producten prestatieovereenkomst met de Stichting Graeft Voort voor het beheer en de exploitatie van het Graafs Museum evenals met de stichting Maaspodium voor het Filmcafé Grave Sport Beleidskaders • Regionaal Wmo-beleidsplan Land van Cuijk 2012-2015 • Regionaal gezondheidsbeleid Land van Cuijk 2013-2016 • Beleidskader maatschappelijke ondersteuning 2006 • Beleidsregel Sport • Privatiseringsovereenkomsten onderhoud voetbalvelden • Privatiseringsovereenkomsten verenigingen • Privatiseringsovereenkomst LACO

156

Welzijn en gezondheidszorg Beleidskaders • Wet publieke gezondheid (Wpg) • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) • Regionaal gezondheidsbeleid Land van Cuijk 2013-2016 • Regionaal Wmo-beleidsplan Land van Cuijk 2012-2015 • Actieplan vrijwilligersbeleid Grave • Concept beleidskader Transformatie van AWBZ naar Wmo • Concept visie op welzijn Brabant Noordoost-oost • Kadernota Integraal jeugdbeleid 2011-2014 • Visie transitie Jeugdzorg NOB • Jong geleerd 2.0 • Bedrijfsplan en convenant Centrum jeugd en Gezin Land van Cuijk (CJG LvC) • Versnelling (transitie Jeugdzorg) Inkomensvoorziening Beleidskaders • W WB, IOAW, IOAZ, WSW en BBZ • Afstemmingsverordening WWB,IOAW en IOAZ 2013 • Handhavingsverordening WWB,IOAW en IOAZ 2013 • Re-integratieverordening WWB,IOAW en IOAZ 2013 • Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012 • Verordening Wet inburgering gemeente Grave 2012 • Verordening bestuurlijke boete bij recidive 2013 • Verordening Kinderopvang 2009 • GR Werkvoorzieningsschap Noordoost-Brabant • Kadernota Participatie Land van Cuijk JAARSTUKKEN 2014 - GEMEENTE GRAVE | HOOFDSTUK 3

Werk en activering Beleidskaders •W WB, IOAW, IOAZ, WSW en BBZ •A fstemmingsverordening WWB,IOAW en IOAZ 2013 •H andhavingsverordening WWB,IOAW en IOAZ 2013 •R e-integratieverordening WWB,IOAW en IOAZ 2013 •V erordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012 •V erordening Wet inburgering gemeente Grave 2012 •V erordening bestuurlijke boete bij recidive 2013 •V erordening Kinderopvang 2009 •G R Werkvoorzieningsschap Noordoost-Brabant •K adernota Participatie Land van Cuijk

De uitgangspunten van de begroting zijn in paragraaf 1.3 weergegeven. In 2013 zijn de financiële beleidsdocumenten herzien zoals de nota treasury- het rentebeleid en de rentetoerekening. In het kader van de samenwerking CGM zijn eind 2013 de voornoemde beleidsdocumenten geactualiseerd. • De bevoegdheid om OZB te heffen is vastgelegd in artikel 220 van de Gemeentewet.

Minimabeleid Beleidskaders •W et werk en bijstand (Wwb) •W et gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) •D e verordening Reductieregeling •D e verordening Langdurigheidstoeslag •B eleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening •B eleidsnotitie Minimabeleid Maatschappelijke zorg Beleidskaders •W et Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) •V erordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 •B esluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 •R egionaal Wmo-beleidsplan Land van Cuijk 2012-2015 • Regionaal Mantelzorgbeleid Land van Cuijk 2013 •B eleidskader Wmo prestatievelden 7, 8, 9 BNO 2012-2015 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Beleidskaders •D e financiële kaderstelling gaat uit van de Financiële Verordening Grave 2014 en de bijbehorende kaderstelling in de begroting. De uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie zijn geüniformeerd binnen de Werkorganisatie CGM.


Bijlage 2 Lijst met gebruikte afkortingen Organisatorisch Afd. Afdeling BV Bedrijfsvoering CGM Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert P&O CGM Personeel & Organisatie Cuijk, Grave en Mill Overig AMHK Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling APV Algemene Plaatselijke Verordening ASV Algemene subsidie verordening AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten AZC Asielzoekerscentrum BBV Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten BBZ Besluit bijstandverlening zelfstandigen BCA Bestuurscommissie Afvalinzameling BGE Bouwgrondexploitatie BGPG Bureau Grootschalig Publieke Gezondheid BHIC Brabants Historisch Centrum BIBOB Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur BIE Bouwgrond in Exploitatie BNG Bank Nederlandse Gemeente BOA Buitengewoon opsporingsambtenaar BPR Burgerparticipatieraad Bro Besluit ruimtelijke ordening BRP Basisregistratie personen Brp Basisrioleringsplan BTW Belasting toegevoegde waarde (= omzetbelasting) Buig Bundeling uitkeringen inkomensvoorziening gemeente Burap bestuursrapportage (ten behoeve van de raad) BV / B.V. Besloten Vennootschap B&W (college van) burgemeester en wethouders CIE Commissie CJG Centrum Jeugd en Gezin C.q. Casu quo CTB Centrale toegang bemoeizorg CVV Collectief vraagafhankelijk vervoer D.m.v. Door middel van DUO Dienst Uitvoering Onderwijs

158

E.e.a. Een en ander EKD Elektronisch Kind Dossier EPG Economisch Platform Grave Etc. Et cetera FTE / fte Fulltimerequivalent GBA Gemeentelijke Basisadministraties GBB Grond- en Bouwbedrijf GBB GFT Groente-, Fruit- en Tuinafval GGA Gebiedsgerichte Aanpak verkeer en vervoer GGD Gemeenschappelijke gezondheidsdienst GGZ Geestelijke gezondheidszorg GHOR Geneeskundige hulpverlening organisatie in de regio GMC Gemeenschappelijke MeldCentrale GPR Gemeentelijke Praktijk Richtlijn GR Gemeenschappelijke Regeling GROP Gemeentelijke Rampen opvang plan GRP Gemeentelijk rioleringsplan Ha Hectare Hbh Hulp bij het huishouden Hra Huishoudelijk restafval HTV Handhaver toezicht en veiligheid IBN Integrale Bedrijven Noordoost Brabant IBT Inter Bestuurlijk Toezicht ICT Informatisering- en Communicatietechnologie IDOPS Integrale dorpsontwikkelingsplannen IH Integrale Handhaving IKC Integraal Kindcentrum IOAW Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers IOAZ Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze zelfstandigen ITHP Integraal toezicht en handhavingsplan IV Integrale Veiligheid I.v.m. In verband met JOP Jongeren ontmoetingsplek KCV Kleinschalig Collectief Vervoer Kg Kilogram LAP Landelijk afvalbeheerplan LEA Lokale educatieve agenda LMO Landelijke meldkamer organisatie LOD Landelijke Opschoondag LOG Landbouw ontwikkelingsgebied


LV Landelijke voorziening LvC Land van Cuijk LVWOZ Landelijke Voorziening WOZ MBO Middelbaar Beroeps Onderwijs M.b.t. Met betrekking tot MFC Multifunctioneel Centrum NIEGG Niet in exploitatie genomen grond N.n.b. Nog niet bekend NO Noordoost NUP Nationaal Uitvoeringsprogramma NV / N.V. Naamloze Vennootschap N.v.t. Niet van toepassing O.a. Onder andere OAS Optimalisatie Afvalwater Studie ODBN Omgevingsdienst Brabant Noord OTO Opleidings-,trainings- en oefeningsplan OV Openbaar Vervoer en Openbare Verlichting OZB Onroerende zaakbelastingen Pag. Pagina P&C Planning & Control PGB Persoonsgebonden Budget Pm pro memorie (= ter herinnering) PNM Platform Noordelijke Maasvallei Poho Portefeuillehoudersoverleg PSHi Psychosociale hulpverlening bij incidenten RAV Regionale Ambulancevoorziening RBL Regionaal Bedrijvenpark Laarakker RBL-BNO Regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten Brabant Noordoost RBS Raadsbesluit RBT Regionaal Bureau voor Toerisme RCZ Regionale compensatie zorgkosten REC Regionaal Expertise Centrum REV Rentabiliteit Eigen Vermogen RIEC Regionaal Informatie en Expertise Centrum RIGOM Regionaal Instituut Gecoördineerd Ouderenwerk Maasland RMB Regionaal Milieubedrijf RMC Regionaal Maatschappelijk Centrum RO Ruimtelijke Ordening ROC Regionaal opleidingscentrum RTGB Regeling toezicht geweldsbeheersing BOA RUDDO Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden RVML Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf SCP Sociaal Cultureel Planbureau SISA Single Information, Single Audit

T.b.v. Ten behoeve van TIC Telefonisch Informatie Centrum T.o.v. Ten opzichte van UWV Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen VGRP Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten VRI verkeersregelinstallatie VROM (ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VTA Visual Tree Assesment VTH Veiligheid Toezicht en Handhaving VVE Vereniging van Eigenaren VVV Verenigingen voor Vreemdelingenverkeer VWS (ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport WABO Wet algemene bepalingen omgevingsrecht WAJONG Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor Jonggehandicapten WAZ Wet ambulancezorg WBP Woningbouwprogramma (wet) FIDO (wet) Financiering Decentrale Overheden (wet) Oké (wet) Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (wet) Woz (wet) Waardering onroerende zaken WGS Wet gemeentelijke schuldhulpverlening WI Wet Inburgering Wion Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten WIZ Werk, Inkomen en Zorg Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning WNT Wet Normering Topinkomens WPG Wet publieke gezondheid Wvr Wet veiligheidsregio’s WSW Wet sociale werkvoorziening WW Werkloosheidswet WWB Wet werk en bijstand ZLTO Zuidelijke land- en tuinbouw organisatie Z.s.m. Zo spoedig mogelijk


grave.nl

JAARSTUKKEN JAARSTUKKEN GEMEENTE GRAVE HOOFDSTUK 3 5

Recommend Documents