Directie Bestuur & Organisatie
Ingekomen stuk D6
Directie Algemeen Stadscontroller
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Aan de gemeenteraad van Nijmegen
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 329 22 92
E-mail
[email protected]
Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Ons kenmerk
Contactpersoon
8 november 2005
Datum uw brief
C140/05.0031020
Twan Jetten
Onderwerp
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
onderzoek ex art 213a gemeentewet naar de samenhang tussen de 3 Wvragen in de programmabegroting
2
3299630
In het kader van de Verordening voor periodiek onderzoek is geregeld dat het college onderzoek doet naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college van de gemeente Nijmegen gevoerde bestuur (art 213a Gemeentewet). In dat kader hebben wij onderzoek gedaan naar de samenhang tussen de 3 W-vragen in de programmabegroting. Aanleiding om dit onderzoek te doen is onder meer geweest het onderzoek van de gezamenlijke rekenkamers van Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen naar de kwaliteit van de programmabegrotingen in 2004. Het onderzoek is uitgevoerd door Stadscontrol en heeft tot doel om de transparantie te toetsen in de programmabegrotingen 2005 en 2006, zodat ons college maatregelen kan nemen om de informatie in de begroting te verbeteren om zodoende meer inzicht te verkrijgen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering. Ingevolge artikel 5 van de verordening bieden wij u hierbij aan het eindrapport behorende bij dit onderzoek, alsmede de maatregelen die wij naar aanleiding van dit rapport zullen treffen. De voornaamste conclusies zijn dat de programmabegroting 2005 nog niet voldoende inzicht verschaft om uitspraken te doen over de doeltreffendheid van beleid, de doelmatigheid van beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering. Ten aanzien van de doeltreffendheid van beleid is de conclusie dat de programmabegroting 2006 een aanmerkelijke verbetering laat zien ten opzichte van 2005. Hieruit leiden wij af dat wij op de goede weg zijn met het proces om te komen tot verbetering van de kwaliteit van de begroting, maar dat wij nog de nodige inspanningen moeten leveren om over de gehele linie te komen tot het gewenste kwaliteitsniveau.
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
Aanbiedingsbrief raad rapport onderzoek samenhang begroting def
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Directie Algemeen Stadscontroller
Vervolgvel
1
We hebben ook vastgesteld dat het streven naar perfectie kan leiden tot overmatige omvang en een gebrek aan toegankelijkheid en inzichtelijkheid voor de Raad. Dat vraagt om nadere analyse en goed overleg met U. Daartoe hebben wij de volgende, in het rapport geformuleerde, aanbevelingen overgenomen: • We gebruiken de doelenboom jaarlijks als instrument voor het opstellen van de begroting. De doelenboom is een instrument om de relatie tussen doelen, activiteiten en kosten in beeld te brengen, en daarmee de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering inzichtelijk te krijgen. • We hanteren SMART zodat doelstellingen meetbaar gemaakt worden. Doelen die niet meetbaar zijn dienen integraal buiten beschouwing te worden gelaten. • We beperken het verplicht benoemen van prestatie-indicatoren tot activiteiten die een repeterend karakter hebben. • We streven er naar op programmaniveau maximaal 4 hoofddoelstellingen op te nemen. Dit voorstel zal leiden tot een reductie van 55% in het aantal hoofddoelstellingen. • We streven er naar om per productgroep één hoofddoelstelling uit te werken met het doel om de programmastructuur en de W-vragen beter op elkaar te laten aansluiten. Het gevolg hiervan kan zijn een vermindering van het aantal productgroepen met 35%. • We relateren de activiteiten aan de producten, waardoor de relatie tussen activiteiten en kosten zichtbaar wordt. • We nemen de bovenstaande aanbevelingen op in de begrotingsbrief voor 2007, waarin het praktisch werkbaar wordt gemaakt. Daarnaast pleiten wij ervoor ook het aantal programma’s geleidelijk te verminderen om te bewerkstelligen dat de sturing door uw Raad effectiever kan zijn. Daartoe zullen wij per programma voorstellen doen. We stellen u voor om bij aanvang van een nieuwe collegeperiode samen met de Raad een onderzoek uit te voeren naar de door de Raad gewenste inrichting van haar informatieproducten en deze vast te leggen in raadsbesluiten. We zullen u ondersteunen bij de analyse van de prioriteiten, het belang en de mate waarin indicatoren de gewenste prestatie echt beschrijven. We stellen voor om gezamenlijk zeker te stellen dat de hoeveelheid informatie overzichtelijk blijft en produceerbaar is. Uiteraard zullen deze maatregelen niet alle met de begroting 2007 geïmplementeerd kunnen worden. We verwachten wel dat op deze wijze een grote verbetering mogelijk is. Wij hebben de gemeentesecretaris verzocht verder uitvoering te geven aan de implementatie van deze aanbevelingen. Verder hebben wij hem gevraagd aan de hand van de begroting 2007 vast te laten stellen dat de implementatie daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, en hierover aan ons college te rapporteren.
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
Aanbiedingsbrief raad rapport onderzoek samenhang begroting def
Gemeente Nijmegen Directie Bestuur & Organisatie Directie Algemeen Stadscontroller
Vervolgvel
2
Met vriendelijke groet, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris,
mevr. dr. G. ter Horst
ir. H.K.W. Bekkers
Nijmegen, de oudste stad van Nederland. Kijk op www.nijmegen2000.nl
Aanbiedingsbrief raad rapport onderzoek samenhang begroting def
“Gebroken Verbinding” Eindrapport naar aanleiding van het onderzoek naar de samenhang tussen de drie W-vragen in de programmabegroting
Auteurs Afdeling Datum
:Twan Jetten & Bjorn Dammers :Stadscontrol :01-11-2005
INHOUDSOPGAVE BESTUURLIJKE SAMENVATTING....................................................................................................................................... 3 HOOFDSTUK 1 PROBLEEMOMSCHRIJVING ..................................................................................................................... 7
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Inleiding ............................................................................................................................................... 7 Aanleiding onderzoek .......................................................................................................................... 7 Doelstelling onderzoek ........................................................................................................................ 7 Reikwijdte onderzoek .......................................................................................................................... 8 Onderzoeksvragen................................................................................................................................ 8 Normenkader........................................................................................................................................ 9 Gehanteerde normen ............................................................................................................................ 9
HOOFDSUK 2 AANPAK ONDERZOEK ............................................................................................................................ 11
2.1 2.2 2.3
Aanpak onderzoek 2005..................................................................................................................... 11 Aanpak 2006 ...................................................................................................................................... 12 Vergelijking 2005/2006 ..................................................................................................................... 12
HOOFDSTUK 3 BEVINDINGEN 2005 en 2006 .................................................................................................................... 13
3.1 3.2
Bevindingen 2005 .............................................................................................................................. 13 Bevindingen vergelijking 2005/2006................................................................................................. 14
HOOFDSTUK 4 OORDELEN................................................................................................................................................. 15
4.1 4.2 4.3
Oordelen 2005.................................................................................................................................... 15 Beperking scorecard........................................................................................................................... 15 Oordelen 2005/2006........................................................................................................................... 16
HOOFDSTUK 5 CONCLUSIES ............................................................................................................................................. 17 HOOFDSTUK 6 AANBEVELINGEN .................................................................................................................................... 18
2 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
BESTUURLIJKE SAMENVATTING Inleiding In artikel 213a, van de Gemeentewet wordt het college opgedragen zelfonderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid. In dat kader is onderzoek gedaan naar de samenhang tussen de W-vragen in de programmabegroting. Het onderzoek is uitgevoerd door de afdeling Stadscontrol. De aanleiding voor dit onderzoek is onder meer geweest het rapport van gezamenlijke rekenkamers Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen met betrekking tot de programmabegrotingen in 2004. In dit rapport is aangetoond dat de noodzakelijke samenhang tussen doelen, activiteiten en kosten ontbreekt. Deze samenhang is noodzakelijk om het college en de raad inzicht te verschaffen in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering. Dit eindrapport is bedoeld om het college handreikingen te bieden om de huidige besturingspraktijk te verbeteren. Achtergrond De begroting dient om het bestuur (College en Raad) in staat te stellen om op basis van relevante informatie afwegingen te maken tussen verschillende alternatieve bestedingen van middelen en de daarvoor benodigde door burgers af te dragen belastingen. Dat stelt eisen aan de inzichtelijkheid van de informatie, inzicht in alternatieven en de relevantie van informatie. De begroting dient ook om de Raad in staat te stellen haar budgetrecht in te vullen door het College te autoriseren tot het doen van uitgaven en het uitvoeren van plannen. Dat autorisatiekarakter stelt extra eisen. De Raad dient inzicht te krijgen in de samenhang tussen gewenste effecten, de doelen, uit te voeren activiteiten en de daarvoor te besteden middelen. Tenslotte dient de begroting om het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid mogelijk te maken. Dat kan alleen wanneer de begrotingsinformatie ook in de dagelijkse praktijk kan worden gevolgd, “produceerbaar is” en wanneer er een nulmeting beschikbaar is. Dat is de aanleiding voor dit onderzoek. De vraag is: voldoet de begroting 2005 van Nijmegen aan bovenstaande eisen? Omdat er een eerder onderzoek door de rekenkamer Nijmegen is uitgevoerd is tevens interessant om te bezien of de daarin verwoorde adviezen effect hebben gehad. Wordt de begrotingsinformatie van Nijmegen beter? In dit rapport worden die vragen beantwoord met “nee, de begroting 2005 was nog niet goed genoeg”, “ja de begrotingsinformatie van Nijmegen wordt in 2006 beter, de adviezen hebben effect gehad” en “de begrotingsinformatie is nog niet goed genoeg, verdere verbetering is nodig”. Het leidt tot de aanbeveling om de instrumenten en de organisatie van het begrotingsproces verder aan te scherpen. Daarmee komt tegelijk een achterliggende vraag aan de orde, namelijk of de begroting “perfect” zal zijn wanneer alle aanbevelingen volledig zijn opgevolgd. Eigenlijk is dat een vraag naar de gehanteerde norm. In dit rapport wordt op basis van BBV en VBTB getoetst of er samenhang is tussen effecten, hoofddoelen, activiteiten, indicatoren en middelen. Die samenhang is nog niet goed genoeg en nog niet volledig, daar komt de naam van het rapport “gebroken verbinding” vandaan. Maar is de informatie perfect wanneer voor alle programma’s alle effecten zijn vertaald in meerdere hoofddoelen, de hoofddoelen in meerdere prestatiedoelen en die vervolgens in meerdere indicatoren? Kan er dan goed worden gekozen en kan er dan goed (regelmatig, tijdig, diepgaand en analytisch) worden verantwoord? Wij menen dat dat niet het geval is. Het zou bij 44 programma’s , bijna 400 hoofddoelen en een veelvoud daarvan aan prestatiedoelen met de bijbehorende indicatoren leiden tot desinformatie en het in ere herstellen van de dikke boekwerken van weleer. De informatie is dan niet meer transparant, niet meer relevant en zeker niet doelmatig. Het opzetten van de bijbehorende administratie om uiteindelijk verantwoording te kunnen afleggen zou onnodig veel geld onttrekken aan het primaire proces waar burgers direct iets van merken. Voor raadsleden dreigt ontoegankelijkheid en onoverzichtelijkheid. 3 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
Ook hier geldt “in de beperking toont zich de meester”. De programma’s dienen de prioriteiten van de Raad te omvatten en de door de Raad gewenste prioritaire maatschappelijke effecten. Die kunnen worden vertaald in de belangrijkste hoofddoelen, met daaraan gekoppeld prestatiedoelen, kritische prestatie indicatoren en de bijbehorende middelen. Kortom minder maar aanzienlijk betere en relevantere informatie. Daarmee introduceren we een nieuwe (onderzoekers-) norm. De woorden prioritair, belangrijkste en kritische. Hoe die woorden inhoud moeten worden gegeven kan Stadscontrol niet zelf beantwoorden, daarvoor is primair de Raad aan zet. We zijn wel graag bereid om het College en de Raad daarbij te ondersteunen. Het leidt tot een aanvullende aanbeveling aan het College: voer bij aanvang van een collegeperiode samen met de Raad een onderzoek uit naar de door de Raad gewenste inrichting van haar informatieproducten, leg deze vast in raadsbesluiten. Baseer dat op een analyse van de prioriteiten, het belang en de mate waarin indicatoren de gewenste prestatie echt beschrijven. Stel in dat proces zeker dat de hoeveelheid informatie overzichtelijk blijft en produceerbaar is. Conclusies Stadscontrol heeft vastgesteld dat de kwaliteit van de begroting in 2005 onvoldoende basis gaf om het benodigde inzicht te verkrijgen in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering. Voor 2006 is er geconstateerd dat er op het gebied van de doeltreffendheid van het beleid een aanzienlijke verbetering heeft plaats gevonden. Dit komt tot uitdrukking in de onderstaande tabel. Daarin zijn 6 programma’s op 8 verschillende criteria getoetst. Dit geeft een totaal van 48 scores die verdeeld zijn over de genoemde categorieën. categorie Goed Matig-redelijk Onvoldoende
2005 24 8 16
2006 31 8 9
Enkele Goed voorbeelden Mobiliteit 2005 Inkomen1 Economische Ontwikkeling 2006 Mobiliteit Openbare Ruimte
Matig
Onvoldoende
Openbare Ruimte
Economische Ontwikkeling. Kunst en Cultuur Kunst en Cultuur
Wijkaanpak Veiligheid
Het onderzoek heeft tevens uitgewezen dat er in 2005 gemiddeld zo’n 9 hoofddoelstellingen (= streven naar een maatschappelijk effect) per programma worden genoemd. Indien dit aantal geëxtrapoleerd wordt naar het totaal aantal programma’s in 2005 zou dit betekenen dat de raad dit jaar op 9 x 44 = 396 hoofddoelstellingen moest sturen. Hierin schuilt het gevaar van een “informatieoverlast”, met als risico dat er op niets wordt gestuurd.
Aanbevelingen • Gebruik de doelenboom jaarlijks als instrument voor het opstellen van de begroting. De doelenboom is een instrument om de relatie tussen doelen, activiteiten en kosten in beeld te brengen, en daarmee de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering inzichtelijk te krijgen. 1
Inkomen is voor 2006 niet getoetst.
4 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
• • • •
• •
Hanteer SMART zodat doelstellingen meetbaar gemaakt worden. Doelen die niet meetbaar zijn dienen buiten beschouwing te worden gelaten. Beperk het verplicht benoemen van prestatie-indicatoren tot activiteiten die een repeterend karakter hebben. Neem op programmaniveau maximaal 4 hoofddoelstellingen op. Dit voorstel zal leiden tot een reductie van 55% in het aantal hoofddoelstellingen. Werk op productgroep één hoofddoelstelling uit met het doel om de programmastructuur en de W-vragen beter op elkaar te laten aansluiten. Het gevolg hiervan is tevens een vermindering van het aantal productgroepen van 271 naar 176 (35%). Relateer de activiteiten aan de producten, waardoor de relatie tussen activiteiten en kosten zichtbaar wordt. Neem de bovenstaande aanbevelingen op in de begrotingsbrief voor 2007, waarin het praktisch werkbaar wordt gemaakt
Doelstelling onderzoek
Het onderzoek had de volgende doelstelling: “Het toetsen van de transparantie in de programmabegrotingen 2005 en 2006 zodat het college maatregelen kan nemen om de informatie in de begroting te verbeteren en zodoende meer inzicht krijgt in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering”. Reikwijdte onderzoek In het onderzoek is nagegaan in hoeverre er in Nijmegen sprake is van een heldere samenhang tussen de W-vragen. We hebben uitsluitend getoetst of de systematiek klopt. De inhoud van het gegeven antwoord op de W-vragen is geen object van het onderzoek geweest. In het onderzoek zijn de volgende 13 programmabegrotingen uit 2005 getoetst: Mobiliteit, Ruimtelijke Ontwikkeling, Leefomgevingskwaliteit, Wijkaanpak, Openbare Ruimte, Economische Ontwikkeling, Ruimtelijke inrichting en vormgeving, Inkomen, Maatschappelijke zorg en dienstverlening, Kunst en cultuur, Veiligheid, Integraal Jeugdbeleid, Externe Betrekkingen. Voor het onderzoeken van de programmabegrotingen van 2006 heeft Stadscontrol de keuze gemaakt om uit de hierboven genoemde programma’s de speerpunten voor het komende jaar er uit te lichten: Mobiliteit, Wijkaanpak, Openbare Ruimte, Economische Ontwikkeling, Kunst en Cultuur en Veiligheid. Onderzoeksvragen Aan de hand van de doelstelling zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd 1. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doeltreffendheid van het Nijmeegs beleid? 2. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doelmatigheid van de bedrijfsvoering? 3. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doelmatigheid van het beleid? 4. Is het inzicht op het punt van transparantie van de doeltreffendheid van het beleid in 2006 verbeterd? Normenkader Stadscontrol heeft drie soorten normen toegepast in dit onderzoek. Externe normen Dit zijn normen die opgenomen zijn in wetten en verordeningen. In dit onderzoek zijn de volgende externe normen gebruikt: • Artikel 213a uit de Gemeentewet • Het “Besluit Begroten en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). (art. 7 en 8).
5 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
Interne normen Dit zijn de interne spelregels zoals die door de eigen organisatie formeel zijn vastgelegd, bijvoorbeeld raadsbesluiten, collegebesluiten en DT-besluiten. De volgende interne normen zijn gehanteerd: • Begrotingsbrief 2005 • Begrotingsbrief 2006 • In het Rekenkamer rapport over de programmabegroting (2004) worden de W-vragen in verband gebracht met Bbv Eigen normen Dit zijn normen van buitenaf, bijvoorbeeld vermeld in wetenschappelijke onderzoeken/ publicaties en door de onderzoekers zelf gehanteerde normen. De volgende eigen normen zijn gebruikt: • Het programma “Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording” (VBTB). Gehanteerde normen Voor het geven van een oordeel over de transparantie van de programmabegroting zijn er 10 specifieke normen gehanteerd die op basis van het normenkader zijn geformuleerd. Aanpak onderzoek/ verantwoording vooraf Achtereenvolgens zijn de volgende stappen doorlopen. a) De programmabegrotingen van 2005 (en productgroepteksten) en de programmateksten van 2006 zijn als input gebruikt voor de analyses. b) Om de samenhang te toetsen is de zogenaamde methodiek van de doelenboom gebruikt. Dit is een methodiek om doelstellingen en bijbehorende prestatiegegevens van de organisatie in kaart te brengen. c) De doelenbomen zijn vervolgens gebruikt om de bevindingen te projecteren in een zogenaamde scorecard. d) Het principe van hoor en wederhoor is toegepast.
6 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
HOOFDSTUK 1
PROBLEEMOMSCHRIJVING
1.1 Inleiding In artikel 213a, van de Gemeentewet wordt het college opgedragen zelfonderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde beleid. In dat kader is onderzoek gedaan naar de samenhang tussen de W-vragen in de programmabegroting. Het onderzoek is uitgevoerd door de afdeling Stadscontrol. 1.2 Aanleiding onderzoek De per 1 januari 2004 verplichte programmabegroting dwingt de gemeentelijke organisatie om politieke doelstellingen te formuleren in termen van maatschappelijke effecten. Te bereiken doelstellingen dienen gekoppeld te worden aan de daartoe te leveren prestaties en in te zetten middelen. Een eerste onderzoek naar de programmabegroting is uitgevoerd in 2004 door de rekenkamers Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen (2004). In dat gezamenlijk onderzoek hebben de rekenkamers hun programmabegrotingen van 2004 doorgelicht. Het beantwoorden van de drie W-vragen (Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten) wordt in dat rapport gezien als een methode om te voldoen aan de verplichte programmabegroting. Uit het onderzoek (2004) is gebleken dat het in de praktijk lastig is vast te stellen wat exact de samenhang is tussen de drie W-vragen. De rekenkamers zijn in 2004 tot de conclusie gekomen dat de begroting van de gemeente Nijmegen in 2004 niet voldeed aan een aantal belangrijke criteria. Ter illustratie van de kritiek het volgende citaat uit het gezamenlijk onderzoek, 2004: “In de programmabegroting van de gemeente Nijmegen is niet aan de hand van de voorgeschreven vragen over doelen, activiteiten en kosten gewerkt. Daardoor is de samenhang tussen deze drie zogenaamde W-vragen minder zichtbaar. Bij de kwaliteit van de informatie in de programma’s kan worden geconstateerd dat de kaders van het bestaande beleid nog onvoldoende zichtbaar zijn en dat de beleidsmatige en financiële relatie tussen bestaand en nieuw beleid niet overal expliciet is. Daarmee bieden de programma’s nog niet de onderlegger voor de politieke discussies in de raad”.
Het kritiekpunt van de rekenkamers had met name betrekking op het ontbreken van de drie W-vragen. De operationele verankering van de W-vragen in de programmabegroting ontbrak. Als antwoord op de kritiek zijn de W-vragen in de programmabegroting van 2005 opgenomen en beantwoord. 1.3
Doelstelling onderzoek
Het onderzoek heeft de volgende doelstelling: “Het toetsen van de transparantie in de programmabegrotingen 2005 en 2006 zodat het college maatregelen kan nemen om de informatie in de begroting te verbeteren en zodoende meer inzicht krijgt in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering”. Transparantie betekent dat de W-vragen zijn terug te vinden in de begroting én in samenhang gepresenteerd worden. De begroting is namelijk hét document waarop de raad, het college en de ambtelijke organisatie sturen. Aan de hand van inzicht betreffende de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en de bedrijfsvoering kan het college maatregelen nemen om beter te kunnen sturen.
7 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
1.4 Reikwijdte onderzoek In het onderzoek is nagegaan in hoeverre er in Nijmegen sprake is van een heldere samenhang tussen de W-vragen. We hebben uitsluitend getoetst of de systematiek klopt. De inhoud van het gegeven antwoord op de W-vragen is geen object van het onderzoek geweest. In aansluiting op een initiatief van de Commissie Algemeen Bestuur voor een verbetertraject naar 2006 is de keuze gemaakt om dezelfde onderzoeksobjecten, ofwel programma’s te hanteren. In het onderzoek zijn de volgende 13 programmabegrotingen uit 2005 getoetst: Mobiliteit, Ruimtelijke Ontwikkeling, Leefomgevingskwaliteit, Wijkaanpak, Openbare Ruimte, Economische Ontwikkeling, Ruimtelijke inrichting en vormgeving, Inkomen, Maatschappelijke zorg en dienstverlening, Kunst en cultuur, Veiligheid, Integraal Jeugdbeleid, Externe Betrekkingen. Voor het onderzoeken van de programmabegrotingen van 2006 heeft Stadscontrol de keuze gemaakt om uit de hierboven genoemde programma’s de speerpunten voor het komende jaar er uit te lichten: Mobiliteit, Wijkaanpak, Openbare Ruimte, Economische Ontwikkeling, Kunst en Cultuur, Veiligheid. Deze keuze is gebaseerd op een overzicht van programma’s en programmamanagers waarin de speerpunten voor het komende jaar zijn aangegeven. 1.5 Onderzoeksvragen Aan de hand van de doelstelling zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd 5. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doeltreffendheid van het Nijmeegs beleid? 6. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doelmatigheid van de bedrijfsvoering? 7. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doelmatigheid van het beleid? 8. Is het inzicht op het punt van transparantie van de doeltreffendheid van het beleid in 2006 verbeterd? In de onderzoeksvragen worden de begrippen doeltreffendheid en doelmatigheid gebruikt. Deze begrippen worden uitgelegd aan de hand van de onderstaande afbeelding.
Bron afbeelding: Ministerie van Financiën, 2001
In de afbeelding worden een aantal belangrijke begrippen uit de onderzoeksvragen met elkaar in verband gebracht. Daarin zijn tevens de W-vragen te herkennen. Het begrip Input heeft betrekking op de derde W-vraag, output op de tweede W-vraag en outcome op de eerste W-vraag. In het onderzoek heeft de transparantie van de begroting betrekking op de samenhang tussen de begrippen input, output, en outcome.
8 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
1.6 Normenkader In deze paragraaf zal worden aangegeven welke normen Stadscontrol heeft gehanteerd in dit onderzoek. Er wordt daarbij een onderscheidt gemaakt in drie soorten normen: Externe normen Dit zijn normen die opgenomen zijn in wetten en verordeningen. In dit onderzoek zijn de volgende externe normen gebruikt: • Artikel 213a uit de Gemeentewet • Het “Besluit Begroten en Verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). BBV schrijft het verplicht gebruik van de programmabegroting voor en stelt eisen aan de opzet en inhoud daarvan. (artikel 7 en 8). Interne normen Dit zijn de interne spelregels zoals die door de eigen organisatie formeel zijn vastgelegd, bijvoorbeeld raadsbesluiten, collegebesluiten en DT-besluiten. De volgende interne normen zijn gehanteerd: • Begrotingsbrief 2005 • Begrotingsbrief 2006 • In het Rekenkamer rapport over de programmabegroting (2004) worden de W-vragen in verband gebracht met Bbv: “per programma dient expliciet te worden ingegaan op de maatschappelijke effecten en de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te verwezenlijken. Dit dient te worden gedaan aan de hand van de volgende drie vragen: Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Wat gaat dat kosten? De gedachte hierachter is dat de gemeenteraad door het beantwoorden van deze vragen zijn kaderstellende rol goed kan invullen”. Eigen normen Dit zijn normen van buitenaf, bijvoorbeeld vermeld in wetenschappelijke onderzoeken/ publicaties en door de onderzoekers zelf gehanteerde normen. De volgende eigen normen zijn gebruikt: • Het programma “Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording” (VBTB). In het jaar 1999 kwam de overheid met een initiatief om overheidsorganisaties transparanter te maken door de toepassing van prestatiemanagement. Centraal in het programma VBTB staat de ambitie om te komen tot een duidelijke koppeling tussen beleid, prestaties en geld, met als belangrijkste doel vergroting van de informatiewaarde en toegankelijkheid van de begroting en het jaarverslag. Het toepassen van het programma VBTB binnen overheidsorganisaties heeft consequenties voor de wijze waarop de begroting wordt ingevuld. De begroting volgens VBTB stijl wordt namelijk vorm gegeven aan de hand van drie specifieke vragen: 1. Wat willen we bereiken (effecten, resultaten)? 2. Wat gaan we daarvoor doen (producten, diensten)? 3. Wat mag het kosten? Indien gekeken wordt naar de gehele cyclus van het opstellen van de begroting tot aan het afleggen van verantwoording daarvan stellen we dat het goed formuleren van de W-vragen een voorwaarde is om uiteindelijk verantwoording af te leggen. Daarvoor worden de zogenaamde Hvragen gebruikt: 1. Hebben we bereikt wat we wilden bereiken? 2. Hebben we gedaan wat we wilden doen? 3. Heeft het gekost wat het mocht kosten? 1.7 Gehanteerde normen Om een oordeel te kunnen geven over de transparantie van de programmabegroting zijn in dit onderzoek een aantal specifieke normen gehanteerd. Deze normen zijn tot stand gekomen aan de hand van het normenkader. Beantwoording 1e W-vraag 1. Het uitgangspunt van een programma dient een maatschappelijke effect te zijn. Om de eerste W-vraag goed te kunnen beantwoorden is het belangrijk dat het programma aangeeft welke maatschappelijke effecten worden nagestreefd. Dit vertaald zich vervolgens in het formuleren van één of meerdere hoofddoelstellingen. 9 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
2. Het maatschappelijk effect dient vertaald te worden in één of meerdere hoofddoelstellingen. 3. Er dienen geen hoofddoelstellingen benoemd te worden op een lager sturingsniveau dan dat van het programma. Uit het oogpunt van autorisatie door de gemeenteraad mogen er op productgroepniveau dus geen ‘nieuwe’ hoofddoelstellingen worden geformuleerd. Daarom dienen alle hoofddoelstellingen op het sturingsniveau van het programma te worden opgenomen. 4. Elke hoofddoelstelling dient voorzien te zijn van een effect-indicator. Een hoofddoelstelling dient bij te dragen aan een beoogd maatschappelijk effect. Om een doelstelling te kunnen toetsen is het van belang dat er één of meerdere effect-indicatoren worden geformuleerd. 5. Elke genoemde effect-indicator moet voorzien zijn van een norm. Het benoemen van een effect-indicator zonder daaraan een norm aan te verbinden lijkt niet effectief uit het oogpunt van sturing. Relatie tussen 1e en 2e W-vraag 6. Elke hoofddoelstelling dient expliciet vertaald te zijn in één of meerdere activiteiten? om de tweede W-vraag te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk dat een hoofddoelstelling vertaald wordt in één of meerdere activiteiten. De activiteiten dienen een bijdrage te leveren in het realiseren van de doelstelling. 7. Elke activiteit dient expliciet gekoppeld te zijn aan een genoemde hoofddoelstelling? om de samenhang tussen de eerste en tweede W-vraag volledig transparant te maken is het noodzakelijk dat aangegeven wordt aan welke doelstelling(en) een activiteit bijdraagt. Uitwerking 2e W-vraag 8. Activiteiten waarbij sprake is van een repeterend karakter dienen in ieder geval voorzien te zijn van een prestatie-indicator. Het hanteren van dit criterium voor het jaar 2005 betekent dat 109 (van de in totaal 337) activiteiten een repeterend karakter hebben. 9. Elke genoemde prestatie-indicator dient voorzien te zijn van een norm. Het benoemen van een prestatie-indicator zonder daaraan een norm te verbinden lijkt niet effectief uit het oogpunt van sturing. Relatie tussen 2e en 3e W-vraag 10. Elke activiteit dient herkenbaar te zijn in de financiële productbegroting? Om de samenhang tussen de tweede en derde W-vraag transparant te maken is het noodzakelijk dat de genoemde activiteiten herkenbaar zijn in de financiële productbegroting. De scores op de bovenstaande 10 normen zijn gebruikt om de bevindingen weer te geven. Daarbij zijn de scores op de normen verdeeld over drie categorieën: • Goed (groen): 90% van de norm is gerealiseerd. • Matig-redelijk (geel): 50-90% van de norm is gerealiseerd. • Onvoldoende (rood): minder dan 50% van de norm is gerealiseerd. .
10 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
HOOFDSUK 2
AANPAK ONDERZOEK
2.1 Aanpak onderzoek 2005 In deze paragraaf zal uitgelegd worden welke stappen er achtereenvolgens zijn doorlopen om te komen tot een oordeel over de wijze waarop de W-vragen al dan niet in samenhang gepresenteerd worden. a) De stadsbegroting 2005-2008 (deel II) is als input gebruikt voor het maken van een analyse van programma’s. Vanuit het Dynamisch Informatiesysteem Beleid en Beheer (DIBB) is zowel de informatie van het programma als ook de daarbij horende productgroepen gebruikt om een volledige inventarisatie te maken van de wijze waarop doelen, activiteiten en indicatoren gepresenteerd worden1. b) Bij het oordelen over de samenhang tussen de eerste en tweede W-vraag zijn de volgende twee veronderstellingen gemaakt: ten eerste is er alleen daar sprake van een samenhang tussen hoofddoelstelling (eerste W-vraag) en activiteit (tweede W-vraag) indien dat expliciet wordt vermeld in het programma of de productgroep¹. Hierbij is bijvoorbeeld gelet op woorden als ‘door’, ‘door middel van’ en ‘via’. Ten tweede is aangenomen dat er sprake is van een samenhang tussen hoofddoelstelling en activiteit indien er in een productgroep één hoofddoelstelling wordt genoemd of herhaald. In dat geval wordt verondersteld dat alle genoemde activiteiten in de betreffende productgroep ook daadwerkelijk bijdragen aan de hoofddoelstelling. c) Om te komen tot een oordeel over de samenhang tussen de tweede en derde W-vraag is de volgende systematiek gebruikt. Uit zowel de programma’s als de productgroepen zijn alle activiteiten opgesomd. Vervolgens is er vanuit het Nieuw Financieel Informatie Systeem een overzicht van het betreffende programma uitgedraaid. Zo’n overzicht geeft feitelijk een hiërarchische indeling van het programma: benaming programma, benaming productgroepen, benaming producten. Door na te gaan of de genoemde activiteiten in verband konden worden gebracht met de producten is de relatie tussen de tweede en derde W-vraag transparant gemaakt. Er is in dit geval sprake van een relatie indien de definitie van de activiteit grote gelijkenissen vertoont met de omschrijving van producten. d) Om de samenhang te toetsen is de zogenaamde methodiek van de doelenboom gebruikt. Dit is een methodiek om doelstellingen en bijbehorende prestatiegegevens van de organisatie in kaart te brengen. e) De doelenbomen zijn vervolgens gebruikt om de bevindingen te projecteren in een zogenaamde scorecard. De scorecard geeft exact aan waar de aanknopingspunten voor verbetering liggen. f) Wij hebben het principe van hoor en wederhoor toegepast. De bevindingen uit de programmabegrotingen zijn besproken met de betrokken programmamanagers. Er is bewust gekozen om opmerkingen van programmamanagers ten aanzien van de interpretatie van bijvoorbeeld doelstellingen en activiteiten niet mee te nemen in de definitieve bevindingen. Ter illustratie het volgende voorbeeld: voor een programmamanager is het wellicht logisch dat activiteit A bij hoofddoelstelling 2 hoort. In de programmatekst staat dat echter niet expliciet vermeld.
1
Voor Economische Ontwikkeling is alleen gekeken naar de tekst van het programmaniveau. Op programmaniveau wordt aangegeven dat er een nieuwe indeling voor productgroepen komt. Deze nieuwe indeling is op het moment van het onderzoek nog niet terug te vinden in de begroting.
11 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
Indien dergelijke wijzigingen zouden worden meegenomen in de definitieve bevindingen leidt tot een verschuiving van scores in de scorecard. De gesprekken hebben voornamelijk gediend om de bruikbaarheid van de doelenboom als onderzoeksinstrument te toetsen. g) De bevindingen zijn tot slot ter indicatie integraal aan de programmamanagers voorgelegd. 2.2
Aanpak 2006
a) Een aantal van de onderzochte programma’s die gebruikt zijn voor de toetsing in 2005 zijn in 2006 een speerpunt voor de gemeente Nijmegen. Deze 6 speerpuntprogramma’s zijn gebruikt voor een (korte) inventarisatie van de transparantie in 2006. b) Beperking: op het moment van schrijven van dit rapport waren de teksten voor 2006 nog niet volledig uitgewerkt naar de productgroepen. Er is dan ook gekozen om alleen te kijken naar de teksten zoals die op programmaniveau zijn beschreven. Daardoor is alleen het inzicht in de doeltreffendheid van het beleid, ofwel de samenhang tussen de eerste en tweede W-vraag getoetst. 2.3
Vergelijking 2005/2006
Om de bevindingen van 2006 te kunnen vergelijken met 2005 is het noodzakelijk dat de speerpuntprogramma’s van 2006 uit de scorecard van 2005 ‘gefilterd’ worden. Dat houdt in de betreffende programma’s voor 2005 uitsluitend zijn getoetst op het programmaniveau.
12 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
HOOFDSTUK 3
BEVINDINGEN 2005 en 2006
3.1 Bevindingen 2005 Voor 2005 hebben we 13 programma’s getoetst aan de hand van de 10 genoemde criteria. Het onderstaande overzicht geeft een totaal beeld van de onderzoeksresultaten die in de bijlagen bij dit rapport zijn opgenomen. 2005 Criteria
Norm
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd
ja
Antwoord nee
totaal
min. 1
14
0
14
2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd
min. 1
118
0
118
3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau
100%
78
40
118
4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator
100%
35
83
118
5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm
100%
68
28
96
6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten?
100%
84
34
118
7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
100%
207
130
337
8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
43
66
109
9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
100%
65
52
117
10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
146
191
337
13 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
3.2 Bevindingen vergelijking 2005/2006 Voor de vergelijking van 2006 ten opzichte van 2005 hebben we 6 programma’s getoetst aan de hand van 8 criteria. 2005 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7 Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
2006
Norm
Antwoord nee
ja
totaal
min. 1
6
0
6
min. 1
30
0
30
100%
17
13
30
100%
49
9
58
100%
15
15
30
100%
32
33
65
100%
4
17
21
100%
8
8
16
Norm
Criteria
Antwoord ja
nee
totaal
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd?
min. 1
6
0
6
2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd?
min. 1
25
0
25
3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator?
100%
14
11
25
4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm?
100%
44
5
49
5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten?
100%
28
0
28
6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
100%
137
0
137
7. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
11
31
42
8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
100%
16
0
16
14 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
HOOFDSTUK 4
OORDELEN
4.1 Oordelen 2005 Hieronder worden de oordelen uit het onderzoek gepresenteerd in een zogenaamde scorecard, gebaseerd op de 10 normen waaraan ieder programma is getoetst. Voor het presenteren van de oordelen worden drie categorieën gehanteerd: • Goed (groen): 90% van de norm is gerealiseerd. • Matig-redelijk (geel): 50-90% van de norm is gerealiseerd. • Onvoldoende (rood): minder dan 50% van de norm is gerealiseerd. SCORECARD Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd?
1
2
3
AANTAL PROGRAMMA'S 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 13
2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau ?
13 3
6
4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator?
9
5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 4
7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
4
10. Is iedere activiteit terug te vinden in de financiële productbegroting?
3
5
6. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten?
8. Is iedere activiteit met een repeterend karakter voorzien van een prestatieindicator? 9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
4
4
4
4
5 6
8 5
3
3 3
8
1
2 5 5
De aantallen die vermeld staan in de scorecard duiden op het aantal van de onderzochte programma’s die in de betreffende categorie vallen. De scorecard maakt inzichtelijk dat het merendeel van de onderzochte programma’s scores hebben in de rode en gele categorie 4.2 Beperking scorecard Ten aanzien van criteria 6 en 7 is het belangrijk op te merken dat we in een aantal gevallen hebben geconstateerd dat alle doelstellingen in een programma ‘samenhangen’ met alle activiteiten en ook andersom. Er is dus sprake van een m-n-relatie. Dat zou betekenen dat de scores op het 6e en 7e criterium in de groene categorie zouden vallen. Indien alles met alles samenhangt is er feitelijk nog geen enkele sprake van transparantie. De scorecard heeft hier geen rekening mee gehouden. Ofwel er is wel sprake van volledigheid maar niet van consistentie.
15 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
4.3
Oordelen 2005/2006
SCORECARD 2006
AANTAL PROGRAMMA'S
Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd?
JAAR 2005
1
2
3
4
5
6
6 2006 6
2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd?
2005 6 2006 6
3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator?
2005 3
1
2
2006 1 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm?
3
2
3
2
2005 1 2006 1
5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten?
5
2005 3
2
1
2006 6 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
2005 3
1
2
1
2
2006 6 7. Hoeveel routine matige activiteiten hebben een prestatie-indicator?
2005 3 2006 1
5 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
2005 3
3
2006 2
4
De onderstaande tabel is een kwantitatief totaaloverzicht van de scores per categorie. categorie Groen Geel Rood
2005 24 8 16
2006 31 8 9
16 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
HOOFDSTUK 5
CONCLUSIES
In dit hoofdstuk zullen de onderzoeksvragen worden beantwoord zoals die in het eerste hoofdstuk van dit rapport zijn vermeld: 1. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doeltreffendheid van het Nijmeegs beleid? Op basis van de bevindingen en oordelen concluderen we dat deze vraag niet positief beantwoord kan worden. Door een onvolledige samenhang tussen de eerste en tweede W-vraag is het voor het college onmogelijk om uitgaande van de begroting de doeltreffendheid van het Nijmeegs beleid te toetsen. Bovendien kan het college onmogelijk sturen op hoofddoelstellingen waarvan geen effectindicatoren worden benoemd. Ook het niet benoemen van prestatie-indicatoren in die gevallen waar dat wel mogelijk wordt geacht zorgt er voor dat het voor het college lastiger wordt om de doeltreffendheid van het Nijmeegs beleid inzichtelijk te krijgen. 2. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doelmatigheid van de bedrijfsvoering? Op basis van de bevindingen en oordelen concluderen we dat deze vraag niet positief beantwoord kan worden. Door een onvolledige samenhang tussen de tweede en derde W-vraag is het voor het college onmogelijk om uitgaande van de begroting de doelmatigheid van de bedrijfsvoering te toetsen. 3. Stellen de programmabegrotingen van 2005 het college in staat om een uitspraak te kunnen doen over de doelmatigheid van het beleid? Op basis van de bevindingen en oordelen uit concluderen we dat deze vraag niet positief beantwoord kan worden. Hierbij is de (indirecte) samenhang tussen doelen (eerste W-vraag) en middelen (derde W-vraag) relevant. Het antwoord op deze vraag volgt dan logischerwijs uit de twee voorgaande conclusies. 4. Is het inzicht op het punt van de transparantie van de doeltreffendheid van het beleid in 2006 verbeterd? Deze vraag dient met ‘ja’ te worden beantwoord. In 2006 is het inzicht aanzienlijk verbeterd. Dit blijkt uit de tabel met kwantitatieve gegevens. De scores in de rode categorie zijn aanzienlijk verminderd. In de groene categorie is een toename van de aantallen zichtbaar. Voor wat betreft de relatie tussen hoofddoelstellingen en activiteiten kan de conclusie getrokken worden dat in 2006 sprake is van volledige transparantie. Alle onderzochte programma’s scoorden op criteria 5 en 6 maximaal. Indien echter gekeken wordt naar de overige criteria dan concluderen we dat er nog het nodige te verbeteren valt. Met name op het gebied van het benoemen van effect-indicatoren en prestatieindicatoren. Een conclusie over de doelmatigheid van bedrijfsvoering en van het beleid is niet te geven omdat de daarvoor benodigde detailanalyse niet binnen de beschikbare tijd kon worden uitgevoerd.
17 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
HOOFDSTUK 6
AANBEVELINGEN
Onderstaand worden aanbevelingen gegeven die bij kunnen dragen aan het verbeteren van de informatie in de begroting waardoor meer inzicht wordt verkregen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en de doelmatigheid van de bedrijfsvoering”. Deze aanbevelingen zijn uiteraard gebaseerd op de conclusies uit het vorige hoofdstuk. Een belangrijke opmerking is dat de aanbevelingen algemeen van aard zijn. Gezien de diversiteit aan programma’s die de gemeente heeft kan dit betekenen dat in sommige gevallen een aanbeveling makkelijker toepasbaar is in een programma. Niet elk programma kan even concreet worden uitgewerkt en ook qua omvang en inhoud is het ene programma complexer dan het andere. 1. Doelenboom In het onderzoek is gebleken dat de doelenboom een praktisch instrument is om de W-vragen in kaart te brengen. Gezien het feit dat er voor 2006 uitsluitend is gekeken naar de transparantie van de informatie op programmaniveau raden we aan om met behulp van de doelenboom voor elk programma een analyse te maken. Dan kan er ook een oordeel worden gegeven in hoeverre de informatie op productgroep niveau consistent is met het programmaniveau. De bevindingen uit 2005 wijzen uit dat dit een belangrijk knelpunt is. De doelenboom zou jaarlijks door de programmamanager als instrument kunnen worden ingezet bij het opstellen van de begroting. 2. Effect- en prestatie-indicatoren Indien de SMART criteria worden gehanteerd in het formuleren van doelstellingen draagt dat er toe bij dat alleen dié doelstellingen in de programma’s worden opgenomen die meetbaar zijn en waar dus effect-indicatoren bij worden benoemd. Doelstellingen die niet meetbaar zijn dienen in de programma’s buiten beschouwing te worden gelaten. Voor het benoemen van prestatie-indicatoren raden we aan om een activiteit te toetsen aan het volgende criterium: - is de activiteit repeterend of niet? Het consequent hanteren van deze vraag bevordert het sturen op output. Door de vraag in de begrotingsregels op te nemen wordt het belang van prestatie-indicatoren onderstreept, zonder dat er verwacht wordt dat elke activiteit meetbaar wordt gemaakt. Dat zou immers afbreuk doen aan datgene waar prestatie-indicatoren voor bedoeld zijn. Het middel mag nooit een doel op zich worden. 3. Informatiepiramide en de W-vragen Uit de bevindingen is duidelijk geworden dat het toepassen van de W-vragen nog niet volledig aansluit op de uitwerking van een programma naar productgroepen en producten. Een belangrijk aspect is het denken volgens de ‘informatiepiramide’. Deze lijkt in vergelijking tot het denken in termen van Wvragen veel sterker in de organisatie te zijn verankerd. Het concept van het denken volgens de Wvragen lijkt ondergeschikt te zijn aan de ‘informatiepiramide’. Een mogelijke ‘systeemverklaring’ kan gezocht worden in de gehanteerde definities van productgroep en product (Verbetering BBI: verbinding en transparantie, 2001): “Productgroep: een productgroep omvat een logisch samengesteld geheel van een aantal producten (meestal meer dan 1; streefcijfer is maximaal 10). Een productgroep geeft het College en de Raad relevante beleidsinformatie, d.w.z. dat met de productgroep kan worden aangegeven dat daarmee direct of indirect een door beleid of wet bepaald maatschappelijk effect wordt nagestreefd. T.o.v. de producten is sprake van een hoger aggregatieniveau van informatievoorziening (optelling producten)”.
18 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
“Product: een product kan worden beschreven als ‘het resultaat van samenhangend gezamenlijk handelen ingegeven door uitgangspunten voor beleid en beheer, meetbaar gemaakt in tijd, geld en kwaliteit en dat bestaat uit een unieke combinatie van gegevens’ (= definitie VNG). Belangrijk is derhalve de koppeling tussen beleidsen beheersinformatie”.
De bovenstaande definities zijn vrij abstract te noemen. Indien de gemeente een stap voorwaarts wil maken naar een transparante begroting en daarvoor de W-vragen als denkkader gebruikt dan dienen de bovenstaande definities aangepast c.q. gewijzigd te worden. a) Een voorstel is om op programmaniveau maximaal 4 hoofddoelstellingen te benoemen. Deze norm is gebaseerd op het gemiddeld aantal gevonden hoofddoelstellingen in de onderzochte programma’s voor 2006. De hoofddoelstellingen dienen vervolgens elk in één productgroep uitgewerkt te worden. Dit heeft consequenties voor de huidige indeling van programma’s in productgroepen. In 2005 zijn er in totaal 44 programma’s én 261 productgroepen. Het bovenstaande voorstel zou betekenen dat er maximaal 44 x 4 = 176 hoofddoelstellingen worden geformuleerd en dús ook 176 productgroepen. Dit leidt tot een minimale reductie van 85 productgroepen. b) Ten aanzien van een aanpassing in de definitie van product zou er in een nieuwe definitie een link gelegd moeten worden naar de activiteiten. Dit met de bedoeling om de relatie tussen activiteiten en kosten inzichtelijk te maken. Dit zou dan tevens in de programmabegroting zichtbaar gemaakt moeten worden: bij elke genoemde activiteit op productgroepniveau dient te worden aangegeven in welk product deze is begoot. Indien een activiteit niet is te herleiden naar een product dient dat te worden toegelicht. We doen de aanbeveling om de bovenstaande voorstellen op te nemen in de begrotingsbrief voor 2007, waarin deze praktisch werkbaar worden gemaakt.
19 Onderzoek naar de kwaliteit en toepassing van prestatie-indicatoren in de programmabegroting
BIJLAGEN “Gebroken Verbinding” Eindrapport naar de aanleiding van het onderzoek naar de samemhang tussen de drie W-vragen in de programmabegroting
Auteurs Afdeling Datum
:Twan Jetten & Bjorn Dammers :Stadscontrol :01-11-2005
INHOUDSOPGAVE Inleiding........................................................................................................................................................................................................................3 Totale Bevindingen.......................................................................................................................................................................................................4 Economische Ontwikkeling..........................................................................................................................................................................................7 Externe Betrekkingen..................................................................................................................................................................................................13 Inkomen.......................................................................................................................................................................................................................16 Integrale Jeugdzorg.....................................................................................................................................................................................................19 Kunst en Cultuur.........................................................................................................................................................................................................22 Leefomgevingskwaliteit..............................................................................................................................................................................................31 Maatschappelijke Zorg en Dienstverlening.................................................................................................................................................................35 Mobiliteit.....................................................................................................................................................................................................................38 Openbare Ruimte.........................................................................................................................................................................................................45 Ruimtelijke Inrichting en Vormgeving.......................................................................................................................................................................53 Ruimtelijke Ontwikkeling...........................................................................................................................................................................................56 Veiligheid....................................................................................................................................................................................................................59 Wijkaanpak..................................................................................................................................................................................................................69
INLEIDING In dit document zijn de specifieke resultaten per programma opgenomen. Per programma worden de doelenbomen en scorecards weergegeven waarover in het eindrapport wordt gesproken. Voor 2005 zijn er 13 doelenbomen en 13 scorecards. Ten aanzien van de vergelijking van 2005/2006 zijn er voor 6 programma’s doelenbomen en scorecards opgenomen die alleen betrekking hebben op het programmaniveau in de begroting. Ten aanzien van het lezen van de doelenbomen dient nog het volgende te worden toegelicht: a) Een doelenboom moet van links naar rechts worden gelezen. Zo wordt de samenhang tussen de W-vragen, die zijn weergegeven in de kolomkoppen, inzichtelijk gemaakt Van ‘boven’ naar ‘beneden’ bestaat de doelenboom feitelijk uit drie delen: in eerste instantie worden er doelstellingen en activiteiten weergegeven die direct met elkaar in relatie kunnen worden gebracht. Vervolgens worden die doelstellingen genoemd waarbij niet direct een relatie is geconstateerd naar activiteiten. Als laatst worden in de doelenboom die activiteiten weergegeven waarvan niet is aangegeven met welke doelstelling deze samenhangen. b) In de doelenboom geven de gekleurde vakken de hiaten weer. In de volgende gevallen is er sprake van een hiaat: • Een hoofddoelstellingen zonder effect-indicator. • Een effect-indicator zonder norm. • Een hoofddoelstelling die niet expliciet vertaald is in één of meerdere activiteiten. • Een activiteit die niet expliciet gekoppeld is aan een hoofddoelstelling. • Een activiteit zonder prestatie-indicator. • Een prestatie-indicator zonder norm. De gevonden hiaten bij deze redeneringen zijn lichtoranje (donkerder) gemaakt. Bij het beoordelen van de activiteiten is een onderscheidt aangebracht tussen activiteiten met een repeterend karakter en activiteiten zonder repeterend karakter. Activiteiten waarbij sprake is van een repeterend karakter dienen in ieder geval voorzien te zijn van een prestatie-indicator. Deze activiteiten zijn lichtoranje (lichter) gemaakt, de overige lichtgeel. In de scorecards worden de bevindingen en oordelen met betrekking tot de gehanteerde onderzoeksnormen gepresenteerd.
Totale bevindingen 2005 Voor 2005 hebben we 13 programma’s getoetst aan de hand van de 10 genoemde criteria. Het onderstaande overzicht geeft een totaal beeld van de onderzoeksresultaten die in de bijlagen bij dit rapport zijn opgenomen. 2005 Criteria
Norm
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd
ja
Antwoord nee
totaal
min. 1
14
0
14
2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd
min. 1
118
0
118
3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau
100%
78
40
118
4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator
100%
35
83
118
5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm
100%
68
28
96
6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten?
100%
84
34
118
7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
100%
207
130
337
8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
43
66
109
9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
100%
65
52
117
10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
146
191
337
Totale bevindingen vergelijking 2005/2006 Voor de vergelijking van 2006 ten opzichte van 2005 hebben we 6 programma’s getoetst aan de hand van 8 criteria. 2005 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7 Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Norm ja
Antwoord nee
totaal
min. 1
6
0
6
min. 1
30
0
30
100%
17
13
30
100%
49
9
58
100%
15
15
30
100%
32
33
65
100%
4
17
21
100%
8
8
16
Voor de bevindingen van 2006 zie ommezijde.
2006 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Norm
Antwoord nee 0
min. 1
ja 6
totaal 6
min. 1
25
0
25
100%
14
11
25
100%
44
5
49
100%
28
0
28
100%
137
0
137
100%
11
31
42
100%
16
0
16
Doelenboom Economische Ontwikkeling 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Creëren en behouden van de groei van de 1. Behouden en groeien van werkgelegenheid voor de nijmeegse de werkfunctie van de stad beroepsbevolking voor de huidige en toekomstige beroepsbevolking
2. Verbeteren van het ondernemersklimaat 3. Verbetering van het vestigingsklimaat voor kennisintensieve bedrijven, inclusief medische technologie
Effect-Indicator a) aantal banen t.o.v. de beroepsbevolking van Nijmegen in vergelijking tot de 25 grootste gemeenten
b) toename zakelijke dienstverlening waardering van het ondernemersklimaat
van plaats 15 naar top 10
b) saldo toe- en afname aantal banen in 2006 a) omzetontwikkeling nijmeegse bedrijfsleven in 2005 t.o.v. 2004 b) exportontwikkeling nijmeegse bedrijfsleven in 2005 t.o.v. 2004 c)% investerende bedrijven in 2005 t.o.v. 2004
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten maken van een plan van aanpak tbv vergroting aandeel van de commerciële dienstverlening in de werkfunctie in Nijmegen
Norm
vindplaats begroting 2005 prog
Wat mag het kosten? Terug te vinden in financiën nee
starten met de implementatie van dit plan van aanpak
prog
nee
6,3
prog
voortzetten bedrijvenloket (uit lopende GSB programma) realiseren van 5 nieuwe clusters tbv kennisuitwisseling tussen bedrijven en kennisinstellingen realiseren van 15 starterstrajecten tbv ondersteuning van starters en doorstarters van kennisintensieve bedrijven
prog
ja, product: bedrijvenloket
prog
nee
prog
Het continueren van het platform Health Valley
prog
ja, producten activiteitenbudget en ontwikkeling&uitvoering. Maar pas herkenbaar op het niveau van productspecificatie nee
prog
ja, product: revitalisering
prog
>=0
prog
>0
prog
>=0
prog
>=0
prog
>=0
prog
prog
prog
kwalitatieve en kwantitatieve voorraad
voldoende voor 15 jaar
prog uitvoering revitalisering en herstructurering van bestaande en verouderde bedrijventerreinen
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
PrestatieIndicator
prog
7. Goed functioneren van de Allochtone Ondernemersvereniging Nijmegen 8. Instandhouden van de kwaliteit van bedrijventerreinen
9. Creëren van voldoende ruimte voor bedrijvigheid
vindplaats begroting 2005 prog
prog
4. Creëren van een betere positie op de arbeidsmarkt voor de minder kansrijken 5. Handhaven van de a) saldo toe- en afname ontwikkeling van de aantal banen in 2005 werkgekegenheid in nijmegen op de landelijke trend
6. Versterken van de structuur en de performance van het nijmeegse bedrijfsleven
Norm
aantal hectare in de komende 5 jaar
7
Doelenboom Economische Ontwikkeling 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats begroting 2005
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten uitvoeren van projecten tbv verbeteren aantrekkingskracht aanloopstraten en ringstraten afronden onderzoek naar technische kwaliteit Waalkade en Waalhaven
voorbereiden ontwikkeling nieuw bedrijventerrein aan de A73 ontwikkelen bedrijfsgerichte maatregel om ruimte intensief te bouwen Nijmeegs Innovatie Platvorm
PrestatieIndicator
Norm
vindplaats begroting 2005 prog
prog
Wat mag het kosten? Terug te vinden in financiën nee
prog
ja, product: beheer en toezicht. Maar pas op het niveau van productspecificatie herkenbaar nee
prog
nee
prog
nee
Voor Economische Ontwikkeling is alleen gekeken naar de tekst van het programmaniveau. Op programmaniveau wordt aangegeven dat er een nieuwe indeling voor productgroepen komt. Deze nieuwe indeling is op het moment van het onderzoek nog niet terug te vinden in de begroting. daarom is deze doelenboom ook gebruikt voor de vergelijking van 2006.
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
8
Economische Ontwikkeling 2005 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
min. 1 min. 1
9
9
9
100%
9
9
100%
100%
5
4
9
56%
100%
8
1
9
89%
100%
3
6
9
33%
100%
6
7
13
46%
100%
1
3
4
25%
9. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
1
1
0%
9
13
31%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
100%
4
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
ja 1
9
Economische Ontwikkeling 2005 vergelijking Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
Antwoord nee
min. 1 min. 1
9
100%
5
4
9
56%
100%
8
1
9
89%
100%
3
6
9
33%
100%
6
7
13
46%
100%
1
3
4
25%
1
1
0%
100%
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
ja 1
9
9
10
Doelenboom Economische Ontwikkeling 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
1. Een goed ondernemersklimaat Dat de juiste voorwaarden zijn geschapen voor en werk voor Nijmegenaren ondernemingen in Nijmegen. Dat knelpunten waar de overheid wat aan kan doen zijn opgeheven en daar waar nodig een goed vestigings- en productieklimaat voor ondernemers in Nijmegen wordt gestimuleerd. Bovendien zorgen wij als lokale overheid voor voldoende groei van bedrijvigheid zodat we werkgelegenheid voor de Nijmeegse beroepsbevolking creëren en behouden.
2. Goede en voldoende ruimte voor bedrijvigheid in Nijmegen
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Effect-Indicator waardering van ondernemers in 2006
saldo toe- en afname aantal banen in 2006
komst aantal kennisintensieve bedrijven naar Nijmegen t/m 2009 aantal ha verouderde bedrijventerreinen aangepakt aantal ha uitgegeven bedrijventerreinen
Norm 6,3
>0
vindplaats begroting 2005 prog
prog
5
prog
10 ha t/m 2009
prog
prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten Het ondersteunen van startende bedrijven samen met Kvk via het Startersplatform Start nieuw Equal project in 2006 Het realiseren van kennisclusters
PrestatieIndicator
vindplaats begroting 2005 prog
Norm
prog aantal clusters tot 2009
5
Kennisintensieve bedrijven naar nijmegen te halen Acties samen met winkeliersverenigingen n.a.v. de detailhandelstructuurvisie De betekenis van evenementen voor de Nijmeegse economie vergroten Nijmeegs Innovatie Platform Promotie van Nijmegen: locaties op Winkelsteeg en Mercator Science Park
prog prog prog prog prog aantal klantcontacten Bedrijvenloket 2006 aantal klantcontacten Bedrijvenloket 2007 aantal klantcontacten Bedrijvenloket 2008 aantal klantcontacten Bedrijvenloket 2009 aantal bedrijfsbezoeken 2006 aantal bedrijfsbezoeken 2007 aantal bedrijfsbezoeken 2008
2000
prog
2000
prog
2000
prog
2000
prog
150
prog
150
prog
150
prog
uitvoering van revitalisering en herstructurering van bestaande en verouderde bedrijventerreinen (gebruikmaking van de Topper-regeling)
prog
In 2006 zal op Winkelsteeg het 52-degrees project vorm krijgen Vernieuwing van de damwand van de Waalkade Onderzoek en voorbereidende werkzaaamheden ivm damwand waalkade)
prog prog prog
11
Economische ontwikkeling 2006 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten?
min. 1 min. 1
2
2
2
100%
2
2
100%
100%
4
100%
5
5
100%
6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
100%
41
41
100%
7. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
3
3
100%
8. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm?
100%
8
8
100%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
1
totaal 1
Waardering 0-50% 50-90%
ja 1
5
90-100% 1
80%
12
Doelenboom Externe Betrekkingen 2005 vindplaats
Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
begroting 2005
Een zo effectief en doelmatig mogelijke 1. Communicatie met burgers: communicatie, zowel extern als intern a) het tijdig en toegankelijk informeren van burgers over voor hen belangrijke of interessante onderwerpen b) Eerlijk, helder en open communiceren met bij planen beleidsontwikkeling betrokken burgers c) De manier van communiceren draagt bij aan draagvlak voor gemeentelijk beleid d) Communicatie draagt bij aan een positief beeld van de gemeente
prog
2. Communicatie met relaties:
prog
a) de persoonlijke contacten van het gemeentebestuur dragen bij aan wederzijds begrip b) Het actief onderhouden van de stedenbanden c) Het effectief gebruiken van contacten om belangen van Nijmegen te behartigen, o.a verwerven van financiële bijdrage 3. Promotie: a) Het bevorderen van een door de gemeente gewenste beeldvorming van Nijmegen b) Het zorgen voor een goed doordachte afstemming van identiteit en imago van Nijmegen (citymarketing) c) Het signaleren van maatschappelijke ontwikkelingen en het vertalen ervan naar advisering voor strategische bestuurlijke (beleids)keuzes 4. Gemeentelijke betrokkenheid bij evenementen:
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten
Prestatie-Indicator Norm
Het geven van publieksvoorlichting via a) openingsduur na het gemeentelijk informatiecentrum Open kantoortijden Huis (mondeling/schriftelijk/digitaal) b) aantal geholpen klanten binnen 15 minuten
3 uur
c) aantal aangenomen tel. Gesprekken binnen 15 seconden
85%
80%
WAT MAG HET KOSTEN? begroting 2005 Terug te vinden in financiën ja, product: PG Publieks publieksvoorlichting voorlichting algemeen PG Publieks voorlichting
PG Publieks voorlichting
PG Publieks voorlichting
prog
Coördinatie evenementen
PG Publieks voorlichting PG Publieks voorlichting prog
nee
prog
nee
Promotie-activiteiten Het open staan voor signalen uit de samenleving
prog prog
nee nee
Opstellen van een jaarlijks evenementenprogramma
Coördinatie evenementen
nee
Het duurzaam onderhouden van belangrijke relaties en het leggen van voor de gemeente belangrijke nieuwe contacten Het monitoren van ontwikkelingen die kunnen wijzen op de wenselijkheid van het leggen van nieuwe contacten
a) Het bieden van activiteiten waar Nijmeegse burgers actief of passief plezier aan beleven b) Het stimuleren van sociale, culturele en economische dynamiek c) het bijdragen aan een positief imago van de stad
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
13
Doelenboom Externe Betrekkingen 2005 vindplaats
Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
begroting 2005
5. Het verder ontwikkelen van een visie op de invloed die de netwerksamenleving heeft op de publieke dienstverlening en de gemeentelijke organisatie
E-gemeente
6. De grootstedelijke problematiek van Nijmegen in regionale kaders plaatsen en via adequate regionale bestuursvormen aanpakken en oplossen
PG Regionale samenwerking
7. Communicatie met de medewerkers van de gemeente: a) B&W en DT informeren de medewerkers tijdig en toegankelijk over voor hen belangrijke of interessante onderwerpen b) Eerlijk, helder en open communiceren waardoor de medewerkers een faire kans krijgen hun zienswijzen kenbaar te maken c) De manier van communiceren draagt bij aan enthousiasme en tevredenheid van de werknemers
Activiteiten Het digitaal verlenen van diensten: De diensten dienen 7 dagen per week en 24 uur per dag electronisch beschikbaar te zijn en onafhankelijk van de locatie te kunnen worden bereikt
Prestatie-Indicator Norm
WAT MAG HET KOSTEN? begroting 2005 Terug te vinden in financiën E-gemeente ja, product: Egemeente
prog
Aangaan van nieuwe en hernieuwen van bestaande contacten met onze Oosterburen Het verder ontwikkelen van het Burgerjaarverslag Ontplooiing van nieuwe initiatieven op het gebied van internationale samenwerking
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
PG Regionale samenwerking PG Burger jaarverslag PG Steden banden
ja, product: regionale samenwerking ja, product: burger jaarverslag ja, product: beleid stedenbanden
14
Scorecard Externe Betrekkingen 2005 Criteria
Norm
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
min. 1
ja 1
min. 1
18
100%
5
9. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
100%
Antwoord nee
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
18
18
13
18
28%
18
18
0%
0
0%
100% 100%
14
4
18
78%
100%
7
3
10
70%
100%
3
2
5
60%
100%
3
100%
5
3 5
10
100% 50%
15
Doelenboom Inkomen 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Het voorzien van een inkomen aan degenen die (nog) niet zelfstandig door middel van arbeid in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, en die ook geen aanspraak kunnen maken op een ander soort uitkering
1. Het voorkomen dat de Nijmeegse burgers onder de armoedegrens (= 90% van het wettelijk minimum loon) terecht komen
Effect-Indicator
2. Het afvlakken van de stijging van ontwikkeling het aantal verstrekte uitkeringen in klantenbestand Nijmegen in de komende periode en het uitkomen daarvan op het landelijk gemiddelde
3. Het voorkomen dat inwoners van Nijmegen in financiële problemen dreigen te komen
Norm
ultimo 2005: 7100, stijging 4%
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 prog
Activiteiten/ maatregelen
prog
prog/ PG Schuldhulpverlening
Prestatie-Indicator
Toepassing Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw) en de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (Iaoz) Voeren van een actief arbeidsmarktbeleid (zie programma Arbeidsmarktbeleid)
prog
nee
Intensivering van de samenwerking met het UWV en het CWI
prog
nee
Sluitende aanpak voor de klant en hoogwaardig handhaven Verstrekking uitkeringen
prog
nee
Aanbieden van schuldhulpverlening (budgetbegeleiding, budgetbeheer, saneringskrediet, schuldregeling)
a) afronding 95% aanvragen levensonderhoud binnen 8 weken b) Het percentage van lager dan 1% financiële tekortkomingen in de Wwb, Iaow, Iaoz en BBZ c) het aantal lager dan 20% afgewezen aanvragen
PG Ink. nee Voorziening
d) Het aantal opgevoerde fraudevorderingen e) Het aantal gegronde bezwaarschriften f) afronding aantal bezwaarschriften binnen 10 weken a) wachttijd
PG Ink. Voorziening
b) aantal gerealiseerde schuldhulpverlenings trajecten c) aantal geslaagde trajecten d) bezettingsgraad schuldhulpverlenings trajecten e) Programmakosten schuldhulpverlenings trajecten f) uitval uit trajecten g) uitval uit trajecten
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
vindplaats WAT MAG HET KOSTEN? begroting Te vinden in financiën? 2005 prog ja, producten: IOAW, IOAZ, WWB
lager dan 9%
PG Ink. Voorziening
PG Ink. Voorziening
minder dan 21%
70%
PG Ink. Voorziening
3 weken
prog/ PG ja, producten: schuldhulp. schuldhulp.
PG Schuldhulp.
PG Schuldhulp. PG Schuldhulp. PG Schuldhulp. PG Schuldhulp. PG Schuldhulp. 16
Doelenboom Inkomen 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
4. Het bestrijden van armoede en maatschappelijk isolement als gevolg van een laag inkomen. Tegengaan van het niet-gebruik van regelingen is een belangrijk doel
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten/ maatregelen
Prestatie-Indicator
Preventie door voorlichting (o.a via folders)
a) aantal aanvragen (vermindering) b) aantal en aard van preventie-activiteiten aantal klantcontacten
PG Inkomens aanvullende maatregelen
Actieve informatieverstrekking over landelijke en gemeentelijke inkomensaanvullende voorzieningen via Balans Invoering inkomensondersteuningsloket
besparing minimabeleid
Houden van het voorzieningenniveau van het minimabeleid op het niveau van 2003 en 2004 a) besparing kosten Vereenvoudigen van minimabeleid 2005 afhandelingsprocedures herhalingsaanvragen bijzondere bijstand door koppeling en hergebruik van klantgegevens en beperking van klantstromen b) besparing minimabeleid 2006 c) besparing minimabeleid 2007 d) besparing minimabeleid 2008 Het kwijtschelden van het gebruikersdeel aantal huishoudens OZB, compensatie groene huisvuilzak en eventueel kwijtschelding hondenbelasting voor 8000 huishoudens Aanbieden bijzondere bijstand
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
PG Schuldhulp. PG Schuldhulp. PG Inkomens aanvullende maatregelen (IAM) PG IAM
nee
PG IAM
nee
€175.000,-
prog/ PG IAM
ja, product: bijzondere bijstand
€215.000,-
prog
€265.000,-
prog
19.000
€300.000,-
€400.000,-
nee
ja, product: info/advies op maat
prog
8000
PG IAM
ja, product: kwijtschelding
a)aantal afgehandelde 8600 aanvragen
PG IAM
ja, product: bijzondere bijstand
b) afronding aantal aanvragen binnen 8 weken CAZ aantal deelnemers CAZ Het afhandelen van 1200 aanvragen voor aantal aanvragen de Vangnetregeling huursubsidie Verstrekken sociaal krediet aantal aanvragen Strategische visie Wet werk en bijstand Raadsvoorstel risicovoorziening Minimabeleid in de Wet werk en bijstand Handhaving in het kader van de Wet werk en bijstand Beleidsplan reïntegratie in de Wet werk en bijstand Het ontwikkelen van een effectief debiteurenbeleid in 2005
Norm
vindplaats WAT MAG HET KOSTEN? begroting Te vinden in financiën? 2005
60%
PG IAM
9254
PG IAM
nee
1200
PG IAM
nee
2500
PG IAM prog prog prog
nee ja, product WWB nee ja, product WWB
prog
ja, product WWB
prog
ja, product WWB
prog
nee
17
Scorecard Inkomen 2005 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau ? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
Antwoord nee
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
min. 1
ja 1
min. 1
4
100%
3
1
4
100%
1
3
4
100%
1
1
100%
100%
4
4
100%
100%
16
100%
11
100%
19
8
27
100%
10
12
22
4
6
4 75% 25%
22
73%
11
100% 70% 45%
18
Doelenboom Integraal Jeugdbeleid 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Het creëren van optimale ontwikkelingskansen voor alle Nijmeegse jeugd tot 18 jaar en voor ddie jonge volwassenen van 18-25 jaar die nog extra steun nodig hebben
1. Een op basis van de evaluatie 2004 te bepalen percentage van de Nijmeegse jeugd is in 2007 probleemarm (gedateerd!!)
Effect-Indicator
Norm
2. Een op basis van de evaluatie 2004 te bepalen percentage in de positieve beoordeling door jeugdigen en volwassenen in 2007 over hun onderlinge omgang (gedateerd!!) 3. Tegengaan van verzwaring van de problematiek van de probleemrijke Nijmeegse jongeren (17%) op de terreinen opleiding, criminaliteit en welbevinden.
a) Verminderen van voortijdige schooluitval in 2006 b) Daling van de jongeren (12-17) die strafbare feiten plegen 4. Stimuleren van het bezoek aan het consultatiebureau van de 0-4 jarigen in Dukenburg en Lindenholt.
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
aantal jongeren dat strafbare feiten plegen aantal 0-4 jarigen dat het consultatiebureau 1 keer per jaar bezoekt bezoekt
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 prog
Activiteiten/ maatregelen
Prestatie-Indicator
Norm
Faciliteren van een basis- en plusaanbod (op basis van nog te formuleren jeugdbeleid vanaf 2005!!) Bevorderen van jeugdparticpatie (op basis van nog te formuleren jeugdbeleid vanaf 2005!!)
vindplaats WAT MAG HET KOSTEN? begroting Terug te vinden in 2005 financiën prog nee
prog
nee
Meer samenhang en afstemming met Jeugdzorg: verbetering van het samenhangend pakket voor 0-19 jarigen en gericht onderzoek via E-MOVE
prog
nee
Meer samenhang en afstemming met Welzijn: a) Uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het aanbod kinderopvang en peuterspeelzaalwerk b) Experiment signalering en verwijzing 04 jarigen in Dukenburg en Lindenholt c) Uitbreiding accommodaties en aanbod naschoolse opvang en overig sociaal cultureel werk d) Uitbreiding vrijwillig jeugd- en jongerenwerk Meer samenhang en afstemming met GOA-aanpak 2002-2006 a) Verbetering aanpak en opvang voortijdig schoolverlaten b) Project homoseksualiteit in het voortgezet onderwijs c) Verbetering aansluiting onderwijs en jeugdhulpverlening Meer samenhang en afstemming met Spel/sport/ontmoeting en openbare a) Realisering van een beleidskader speelvoorzieningen 12b) Uitbreiding sport- en ontmoetingsplekken 12+
prog prog
nee
prog
nee
prog
PG RPJ
3,8%
PG RPJ
35%
PG RPJ
100%
PG RPJ
nee
prog prog prog
ja, product: vrijwillig jeugdwerk nee nee
prog
nee
prog prog
nee nee
19
Doelenboom Integraal Jeugdbeleid 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten/ maatregelen
Prestatie-Indicator
Norm
c) Realisering nieuw sportbeleid, waaronder verbetering binnensportaccommodaties t.b.v jeugd Meer samenhang en afstemming met Cultuur met uitbreiding cultuurparicipatie door (allochtone) jeugd: a) Realisering nieuw jeugdtheater b) Inzet van Lindenberg in de Open wijkscholen Meer samenhang en afstemming met Veiligheid: a) Het aanbieden van criminaliteitspreventie bij jeugd b) Projecten De Buurt Ons Huis Bevorderen van afstemming onderwijs en jeugdhulpverlening via School en Hulp Participatie via adviesorgaan Jongeren aan Zet en directe praktische participatieprojecten op scholen en in wijken Meer samenhang en afstemming met Informatie via uitbreiden van monitoring bij o.a onderwijs en openwijkscholen Meer samenhang en afstemming met Openwijkscholen: a) Realisering van openwijkscholen aantal wijkscholen op locaties b) Uitbreiding van het activiteitenbudget activiteitenbudget met €600.000,- op jaarbasis Meer samenhang en afstemming met Overleg- en samenwerkingsstructuur door verbetering van regionaal en lokaal bestuurlijk en ambtelijk overleg- en samenwerkingsstructuren Uitvoeren van de nota "Opvoeden doe je schooluitval niet alleen"
prog nee nee prog nee
prog
nee ja, producten: school en hulp nee
prog
nee
prog 12 op 14 locaties €600.000,-
nee nee prog
nee
3,80%
PG RPJ
Aanbieden van School en Hulpteams en schoolmaatschappelijk werk op alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs in Nijmegen Aanbieden van opvoedingsondersteuning in de OWS
a) aantal scholen 100% primair onderwijs b) aantal scholen 100% voortgezet onderwijs Bereik jongeren 50%
PG RPJ
ja, product: uitbr. Opvoedingsonderste uning ja, producten: school en hulp
PG RPJ
Het door Tandem laten verzorgen van een vrijetijdsaanbod in achterstandssituaties
Bereik jongeren
PG RPJ
Sluiten budgetovereenkomst 2004-2005 met Tandem
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats WAT MAG HET KOSTEN? begroting Terug te vinden in 2005 financiën prog nee
a) 1000 per week b) 20% alle jeugd c) 10% risico jeugd
PG RPJ ja, product: uitbr. Opvoedingsonderste uning nee
PG RPJ PG RPJ PG RPJ
nee
20
Scorecard Integraal Jeugdbeleid 2005 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
Antwoord nee
min. 1
ja 1
totaal 1
0-50%
min. 1
5
100%
2
3
5
40%
100%
2
3
5
40%
100%
3
100%
1
4
5
20%
100%
2
26
28
7%
100%
5
4
9
100%
6
100%
5
Waardering 50-90% 90-100% 1
5
5
3
100%
56%
6 23
28
100% 18%
21
Doelenboom Kunst & Cultuur 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
1. Het versterken van de identiteit van 1. Het creëren van een aantrekkelijk woon- en de stad Nijmegen leefklimaat (filmstad, muziekstad, rijk verleden) 2. Het stimuleren van de deelname aan kunst en cultuur en het faciliteren van de professionele kunst- en cultuurproductie en amateuristische kunstbeoefening
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten
prog/ PG VERB
Het aanhalen van de contacten met de RU (voorheen KUN) en HAN
Prestatie-Indicator
Norm
nee
2. Vergroten van het cultuurbereik door het aanspreken van nieuwe groepen zoals jeugd 3. Het zichtbaar worden van cultuur in de buurten
PG VERA
4. Stimulering van de amateurkunstbeoefening in de meest ruime zin
PG VERA
PG VERA
5. Het stimuleren van de kunstzinnige bedrijvigheid 6. Het zorgen voor een nieuwe omgeving waarin kunstenaars en productiegezelschappen inspiratie vinden om bij te dragen aan een vernieuwend aanbod en artistieke kwaliteit 7. Het versterken van de economische infrastructuur en een betere wisselwerkingtussen het culturele veld en andere domeinen (economie, toerisme, recreatie) in Nijmegen LUX : aantal bezoekers
Een betere wisselwerking tussen het culturele veld en andere domeinen in Nijmegen (economie, toerisme, recreatie)
PG VERB
Het instandhouden van de basisinfrastruuctuur van beeldende kunst door verschuiving van middelen in de cultuurbegroting
PG VERB
Het promoten van de stad Nijmegen Het ontwikkelen van een culturele website Het uitvoeren van projecten in het kader van het Actieprogramma Cultuurbereik, cultuureducatie en allerlei vormen van amateuristische kunstbeoefening Het samenwerken van De Lindenberg met het Steigertheater, de koepelorganisaties van amateurs en met de amateurgroepen zelf
PG VERBI PG VERBI PG VERA
Het subsidiëren van projecten en groepen op het gebied van zang, muziek en theater Het krijgen van ondersteuning van De Lindenberg, de open wijkscholen en de stichting Edu-Art
PG VERA
PG VERA
Steigertheater : aantal bezoekers Doornroosje : aantal bezoekers Keizer karel podia: aantal bezoekers Museum 'Het Valkhof : aantal bezoekers
nee ja, product: beeldende kunst (maar in andere PG!!) nee nee ja, product: actieprogramma cultuurbereik ja, producten: Steigertheater (andere PG!!) en cultuureducatie ja, product: amateurkunst
PG VERA ja, product: cultuureducatie
prog prog
PG CI/ PG VERB
prog/PG CI
LUX: aantal filmvoorstellingen
201.000
8.050 prog/ PG CI
prog/PG CI
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats WAT MAG HET KOSTEN? begroting Terug te vinden 2005 in financiën PG VERBI
9.000 prog/PG CI 35.000 prog/PG CI 250.000 85.000
PG CI
LUX: aantal debatten LUX: aantal theatervoorstellingen LUX: aantal muziekvoorstellingen Keizer Karel Podia: aantal voorstellingen Schouwburg en concertgebouw KKP: aantal kleine voorstellingen
50 PG CI 55 PGCI 60 prog/PG CI
250 prog 60 22
Doelenboom Kunst & Cultuur 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten
Prestatie-Indicator
vindplaats WAT MAG HET KOSTEN? begroting Terug te vinden 2005 in financiën
Norm
Museum Het Valkhof : aantal vaste tentoonstellingen 3 per 5 jaar MHV: aantal kleine 8-10 per presentaties jaar MHV: aantal 4 per jaar wisseltentoonstellingen 8. Het handhaven van het aantal deelname % inwoners inwoners dat deelneemt aan 18 jaar en ouder kunst en cultuur 9. Stimulering van vraag naar kunst en cultuur
80%
PG CI PG CI
prog
PG VERA het aanbieden van cursussen door de Lindenberg Het aanbieden van kunst en cultuur door de gezamenlijke amateur theater- en dansgezelschappen Het bereiken van leerlingen door de stichting Edu Art
PG VERA 1) aantal voorstellingen
ja, product: cultuureducatie
300 PG VERA
2) aantal bezoekers 1) aantal leerlingen basisonderwijs 2) aantal leerlingen voortgezet onderwijs
33.000 PG VERA 19.000 PG VERA 17.000 PG VERA
Het verrichten van onderzoek naar de mogelijkheden om de inkomsten te verhogen (in overleg met De Lindenberg) Het bieden van handvatten voor samenwerking tussen de podia door het uitvoeren van publieksonderzoeken Het beter verkennen van de samenwerkingsmogelijkheden met het aangrenzende Rijnland Het overleggen met woningbouwverenigingen om een invulling te geven aan de culturele broedplaats Grote Broek en de woonwerkvoorziening van kunstenaars op de Limos
ja,product: amateurkunst
ja, product: cultuureducatie
PG VERA ja, product: cultuureducatie PG VERBI nee PG VERBI nee prog
Het verspreiden van de bibliotheekvoorzieningen over de stad (pilot Neerbosch Oost) Verhoudingsgetal tussen aantal uitleningen en aantal inwoners aantal abonnementen totaal aantal abonnementen jongeren tot 18 jaar contributievrijstelling voor jongeren van 14 t/m 17 jaar Aantal bibliotheek vestigingen Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
PG CI
getal blijft gelijk met het landelijk gemiddelde voor grote steden prog/ PG CI 38.000
PG CI
13.000
PG CI
100%
PG CI
10
nee ja, product: openbare bibliotheek nijmegen
prog/ PG IC 23
Doelenboom Kunst & Cultuur 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten
Het afronden van belangrijke kunstprojecten in de Waalsprong Het starten (in 2005) van de uitvoering van het beleidskader Nijmeegse podia Het waarborgen van het voortbestaan van vier kunstinstellingen Het starten van de verbouwing van de Marienbrugkapel eind 2005 Het openen van een nieuwe theatervoorziening in Woonpark Oosterhout, 2004
Prestatie-Indicator
Norm
vindplaats WAT MAG HET KOSTEN? begroting Terug te vinden 2005 in financiën prog nee prog nee PG VERB nee PG VERB nee PG VERA
Het vormgeven van speerpunten film en muziek via de kadernotitie
PG VERBI
Het verstrekken van subsidies aan culturele evenementen op basis van het beleidsplan 2005-2008 Het afsluiten van een nieuwe budgetsubsidie overeenkomst met De Lindenberg Het mogelijk maken van de exploitatie van de bibliotheek middels de budgetsubsidie overeenkomst Het vertalen van de financiële ambitie van Doornroosje Het voorbereiden van een nieuwe budgetovereenkomst met de Keizer Karel podia, in 2005 het realiseren van 4 culturele broedplaatsen in de collegeperiode 2003-2006 Het aanbieden van stadsdeelvoorzieningen Aldenhof in Dukenburg en Oosterhout in de Waalsprong Het zoeken naar nieuwe huisvesting voor de Lindenberg samen met het Steigertheater Het aanbieden van ruimte in het Arsenaal en de Marienburgkapel Het kennismaken met kunst en cultuur via projecten buiten het onderwijs om Het aanbieden van een digitaal beeldenboek Het integreren van cultuureducatieprogramma's op de 14 open wijkscholen
PG VERB
Toezien op gezonde bedrijfsvoering van instellingen door het analyseren van de begroting en jaarrekening van culturele instellingen Het herhalen van bevolkings- en publieksonderzoek naar de cultuurparticipatie
nee ja, product: speerpunten nijmegen.. ja, product: astructurele subsidies
prog ja prog
prog
ja ja, product: Doornroosje
prog nee prog nee prog nee prog nee prog nee prog prog prog
nee nee ja, product: cultuureduacatie
PG CI
nee PG CI nee
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
24
Scorecard Kunst & Cultuur 2005 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten?
min. 1
ja 2
min. 1
9
100%
5
4
9
100%
2
7
9
100%
6
100%
4
5
9
44%
7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8 Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
9
28
37
24%
100%
3
4
7
43%
9. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
18
100%
16
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
totaal 2
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 2
9
9 56% 22%
6
100%
18 21
37
100% 43%
25
Doelenboom Kunst & Cultuur 2005 vergelijking Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect 1. Het versterken van de identiteit van de stad Nijmegen 2. Het stimuleren van de deelname aan kunst en cultuur en het faciliteren van de professionele kunsten cultuurproductie en amateuristische kunstbeoefening
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
1. Het creëren van een aantrekkelijk woon- en leefklimaat 2. Het stimuleren van de kunstzinnige bedrijvigheid 3. Het zorgen voor een nieuwe omgeving waarin kunstenaars en productiegezelschappen inspiratie vinden om bij te dragen aan een vernieuwend aanbod en artistieke kwaliteit
vindplaats begroting 2005 prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten
Prestatie-Indicator
Norm
LUX: aantal filmvoorstellingen
8.050
prog prog
LUX : aantal bezoekers Steigertheater : aantal bezoekers
prog 201.000
prog
prog
prog
9.000
50 LUX: aantal debatten Keizer Karel Podia: aantal voorstellingen Schouwburg en concertgebouw 250
prog Doornroosje : aantal bezoekers
35.000 prog
4. Het handhaven van het aantal inwoners dat deelneemt aan kunst en cultuur
Keizer karel podia: aantal bezoekers 250.000 80% deelname % inwoners 18 jaar en ouder
prog
prog KKP: aantal kleine voorstellingen
60
prog
prog
Het overleggen met woningbouwverenigingen om een invulling te geven aan de culturele broedplaats Grote Broek en de woonwerkvoorziening van kunstenaars op de Limos
Het verspreiden van de bibliotheekvoorzieningen over de stad (pilot Neerbosch Oost)
Het afronden van belangrijke kunstprojecten in de Waalsprong Het starten (in 2005) van de uitvoering van het beleidskader Nijmeegse podia Het afsluiten van een nieuwe budgetsubsidie overeenkomst met De Lindenberg
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats begroting 2005
getal blijft gelijk met het landelijk gemiddelde Verhoudingsgetal tussen aantal uitleningen en aantal voor grote steden inwoners Aantal bibliotheek vestigingen 10
prog prog prog prog
prog
26
Doelenboom Kunst & Cultuur 2005 vergelijking Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats begroting 2005
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten Het mogelijk maken van de exploitatie van de bibliotheek middels de budgetsubsidie overeenkomst
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Prestatie-Indicator
Norm
vindplaats begroting 2005 prog
Het vertalen van de financiële ambitie van Doornroosje
prog
Het voorbereiden van een nieuwe budgetovereenkomst met de Keizer Karel podia, in 2005
prog
het realiseren van 4 culturele broedplaatsen in de collegeperiode 2003-2006
prog
Het aanbieden van stadsdeelvoorzieningen Aldenhof in Dukenburg en Oosterhout in de Waalsprong
prog
Het zoeken naar nieuwe huisvesting voor de Lindenberg samen met het Steigertheater Het aanbieden van ruimte in het Arsenaal en de Marienburgkapel Het kennismaken met kunst en cultuur via projecten buiten het onderwijs om
prog
Het aanbieden van een digitaal beeldenboek Het integreren van cultuureducatieprogramma's op de 14 open wijkscholen
prog
prog prog
prog
27
Scorecard Kunst en Cultuur 2005 vergelijking Criteria
Antwoord nee totaal
Norm ja
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm?
0-50%
min. 1
1
1
1
min. 1
4
4
4
100%
1
100%
5
3
4
25%
5
100%
5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten?
100%
4
4
0%
6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
100%
15
15
0%
1
2
7 Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Waardering 50-90% 90-100%
100%
1
100%
6
6
50% 100%
28
Doelenboom Kunst & Cultuur 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect Bijdragen aan een levendig stedelijk klimaat, dat aantrekkelijk is voor bewoners en bezoekers
Hoofddoelstelling 1. Het creeëren van een prettige woonen leefomgeving waarin bewoners zich kunnen ontspannen , zich kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten in hun gebruikmaking van het culturele aanbod: de instellingen, hun programmering en de activiteiten
2. Het zorgen voor een omgeving waarin kunstenaars en productiegezelschappen inspiratie vinden om bij te dragen aan de ontwikkeling van de kunsten in het algemeen en aan een nijmeegs cultureel productieklimaat in het bijzonder
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Effect-Indicator
Norm
vindplaats begroting 2005 prog
prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten Het instandhouden van het aanbod culturele infrastructuur (Keizer Karel podia, Doornroosje, Lux, Steigertheater, De Lindenberg, Bibliotheek, Museum 't Valkhof, Natuurmuseum, Openluchttheater)
PrestatieIndicator
Norm
vindplaats begroting 2005 prog
Het subsidiëren van culturele activiteiten en evenementen (van Internationale Orgeldagen tot Music Meeting) Het subsidiëren van amateuristische kunstbeoefening Het bevorderen van de participatie van jongeren aan kunst en cultuur d.m.v cultuureducatie Het subsidiëren van productiegezelschappen (Kwatta, Muziekhuis, De Wintertuin) Het realiseren van kunstwerken in de stad ter versterking van de beleving en kwaliteit van de openbare ruimte De ontwikkeling van culturele broedplaatsen (Krayenhoff, Grote Broek en Vasim)
prog
De subsidiëring van werk- en presentatieruimtes voor professionele kunstenaars (Stichting Dak, Centrum Beeldende Kunst Nijmegen, Extrapool en Pu)
prog
prog prog
prog
prog
prog
29
Scorecard Kunst & Cultuur 2006 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten?
min. 1 min. 1
2
100%
2
2
100%
6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
100%
8
8
100%
7. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
8. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm?
100%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
100%
totaal 1
Waardering 0-50% 50-90%
ja 1
2 2
100%
7
90-100% 1 2
2
0%
0
0%
7
0%
0
0%
30
Doelenboom Leefomgevingskwaliteit 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
een veilige en gezonde leefomgeving
Behouden en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit in de stad
Aantal actuele vergunningen;
Norm 2005 80%, 2006 100%
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 prog
Taktisch/operationeel doel verlenen van milieuvergunningen
opstellen jaarlijks vergunningenprogrogramma beoordelen van meldingen
vindplaats PrestatieIndicator aantal vergunningen binnen de wettelijke termijn verleend
aantal 8.19 meldingen aantal 8.40 meldingen
Norm
???? ????
verlenen van ontheffingen bijdragen aan beleid vervoer gevaarlijke stoffen bijdragen aan bedrijvenloket opstellen uitgangspunten en randvoorwaarden vergunningverlening en handhaving opstellen evaluatie vergunningverlening, handhaving, klachtenafhandeling en samenwerking in de regio overleg voeren met handhavingspartners Voldoen aan de landelijke 100% milieuhandhavingscriteria:
prog
handhaven van milieuvoorschriften
MKB integrale controles
Industrie hercontroles
???
adviseren over de gevolgen van Europese, landelijke en provinciale handhavingsprogramma's opstellen jaarlijks handhavingsprogramma uitvoeren van handhavingsprojecten
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
prog, pf afval
ja ja
ja ja ja ja
pg MKB, pg ja Indus 770 prog, pg ja MKB, pg Indus
Industrie integrale controles
2005 58%, 2006 60%
pg MKB, pg Indus pg MKB, pg Indus pg MKB, pg Indus pg MKB, pg Indus pg MKB, pg Indus pg MKB, pg Indus pg MKB, pg Indus
ja
pg MKB, pg ja Indus
MKB hercontroles ???
Bevorderen afvalpreventie en Hergebruik huishoudelijk afval ; scheidingsgedrag
begroting 2005 80% prog, pg MKB, pg Indus
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën?
bedrijfsinspecties besluit risico's zware aantal ongevallen adviezen vergunningverlening bedrijven onder provinciaal gezag realiseren van het plan van aanpak huishoudelijke afvalstoffen 2004-2008 onderzoek naar nascheiding huishoudelijk afval inrichten aparte inzamelstructuur luierafval evalueren proefproject inzameling gft hoogbouw
????
prog, pg MKB, pg Indus 247 prog, pg MKB, pg Indus prog, pg MKB, pg Indus pg MKB, pg nee Indus pg MKB, pg ja Indus pg MKB, pg ja Indus pg Indus ja pg Indus
nee
prog, pg afval prog
nee
pg afval
ja
pg afval
nee
ja
31
Doelenboom Leefomgevingskwaliteit 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effectieve en efficiënte inzameling en milieuhygiënische en kostenverantwoorde verwerking van diverse soorten afval Terugdringen uitstoot luchtverontreinigende stoffen door bedrijven, mobilliteit en huishoudens
Effect-Indicator
Norm
Voldoen aan de wettelijke grenswaarde stikstofoxide/dioxide in 2010 opheffen plandrempeloverschrijding en in rapportage 2003 in 2010 Voorkomen van toekomstige voverschrijdingen va fijnstof
Beheersen en beperken van aantal inwoners dat het aantal geluidsgehinderden aangeeft hinder te ondervinden van geluid in de buurt aantal geluidsgehinderden dat aangeeft hinder te ondervinden van wegverkeer
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Taktisch/operationeel doel
ja
pg afval
ja
voorkomen toekomstige overschrijdingen wegvak A325 bij Lent in 2010
prog
nee
opstellen verslag luchtkwaliteit
prog
ja
prog
terugdringen aantal lokale bronnen fijnstof
prog
nee
pg lucht
ja
pg lucht
ja
pg lucht
ja
pg lucht
ja
pg lucht
ja
prog, pg geluid
actualiseren uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit 2003-2006 realiseren uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit uitvoeren EFRO-project monitoring luchtkwaliteit onderzoeken geurbeleving Noord-Oost Kanaalhaven uitvoeren aanbevelingen fijnstofonderzoek Nijmegen-West adviseren over luchtemissies bedrijven monitoren luchtkwaliteit in Nijmegen realiseren Uitvoeringsplan verbetering luchtkwaliteit Nijmegen 2003-2007
pg lucht pg lucht prog, pg leefomg kwal alg
nee nee ja
prog
nee
daalt naar prog, pg 40% (niveau geluid 2000: 44%)
PrestatieIndicator verlenen inzamelvergunningen textielafval aantal beschikkingen ondersteunen bij jaarlijkse vaststelling dienstverleningsovereenkomst afvalinzameling
Norm
uitvoeren van milieugedragsonderzoek
realiseren meerjarenprogramma gevelisolatie 2004-2008 aanbrengen van geluidsmaatregelen uitvoeren van geluidsonderzoeken beheren en registreren van akoestische informatie adviseren ondersteunen bij handhaving behandelen van geluidsklachten beheren van geluidszones industrieterreinen Nijmegen-West/Weurt, Winkelsteegh, de Grift realiseren stiller wegdek
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën?
begroting 2005 5 pg afval
pg lucht, prog
blijft 40% (niveau 2000)
vindplaats
aantal woningen
reactietermijn
aantal m2
27 prog, pg geluid prog pg geluid pg geluid
max 5 dagen
???
ja nee nee nee
pg geluid pg geluid pg geluid
ja ja ja
pg geluid
ja
pg geluid
ja
32
Doelenboom Leefomgevingskwaliteit 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
Verantwoord en efficiënt omgaan met de binnen stad aanwezige bodem, grondstromen over de gemeentegrenzen heen worden beperkt.
Stimuleren van miliebewust gedrag bij m.n. jongeren
aantal basisscholieren dat 2005 49%, wordt bereikt met natuur- 2006 60% en milieueducatie:
Communiceren met doelgroepen over de bereikte resultaten Bij vergunningverlening, aantal beroepszaken beleids- en planontwikkeling tegen verleende betrekken van vergunningen: milieubeweging, bedrijven en bewoners Verbeteren van de leeomgevingskwaliteit in Nijmegen-West
Voldoen aan het verdag van Aarhus
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 pg bodem
Taktisch/operationeel doel controleren van bodemsaneringen
prog, pg leefomg kwal alg
realiseren van integraal handhavingsbeleid implementeren gemeentelijk asbest-inbodembeleid toetsen van bodemkwaliteitsgegevens adviseren opstellen van een toezichtsprogramma verstrekken van subsidie aan het Milieu Educatie Centrum (MEC) op basis van een budgetovereenkomst
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën?
begroting 2005 pg bodem
ja
pg bodem
nee
pg bodem
nee
pg bodem pg bodem pg bodem pg leefomg kwal alg
ja ja nee ja
uitwerken intentieverklaring miliebeleidskader Nijmegen-West/Weurt i.s.m. Gelderland en Beuningen
prog
ja
starten digitaal milieuplatform NijmegenWest/Weurt Beschikbaar stellen van digitale milieuinformatie, Aarhus-proof, conform ministeriële richtlijn ontwikkelen van gebiedsgericht milieubeleid implementeren handreiking rijk milieu in de leefomgeving opnemen van een integraal milieuadvies bij alle stedelijke ontwikkelingsplannen
pg lucht
ja
prog, pg leefomg kwal alg prog
ja
PrestatieIndicator
Norm alle
prog
30% lager dan in 2003
prog
prog
prog
stimuleren en waar mogelijk ondersteunen van initiatieven m.b.t. leefbaarheid in wijken beheren van het milieustimuleringsfonds aanpassen APV registreren van klachten en zorgen voor adequate afhandeling opstellen milieujaarverslag
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats
pg leefomg kwal alg prog, pg leefomg kwal alg prog, pg leefomg kwal alg pg leefomg kwal alg pg afval prog, div pg's prog, pg leefomg kwal alg
nee nee nee
nee
ja nee ja ja
33
Scorecard Leefomgevingskwaliteit 2005 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm min. 1
ja 1
min. 1
11
100%
10
100%
Antwoord nee
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
11
11
1
11
91%
6
5
11
55%
100%
7
3
10
70%
100%
9
2
11
82%
100%
52
8
60
87%
100%
8
17
25
100%
6
6
12
100%
55
5
60
32% 50% 92%
34
Doelenboom Maatschappelijke Zorg 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Verbeteren van de sociale kwaliteit van de Verbeteren van de samenleving zelfredzaamheid van dak- en thuislozen, personen in crisis, verslaafden en personen met sociaal-maatschappelijke problemen
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 prog, pg MZ
Activiteiten / maatregelen Prestatieafspraken met NIM
vindplaats begroting PrestatieNorm 2005 Indicator 1785 prog af te sluiten dossiers Algemeen Maatschappe lijk Werk
af te sluiten dossiers R'75 Burgers in staat stellen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te bl;ijven functioneren Integraal inzetten op de leefgebieden wonen,werk, inkomen, zorg en welzijn Bestrijden van huiselijk geweld
daling van het aantal meldingen van huiselijk geweld daling van het aantal meldingen van herhaling van huiselijk geweld
62 prog
pg MZ
Uitvoering geven aan informele zorg (door middel van subsidies)
pg MD
ja
prog
Regiseren van de afstemming en samenwerking tussen betrokken organisaties Uitvoeren project ter bestrijding huiselijk geweld
prog
nee
prog
ja
Samenwerkingspartners en doelgroepen interactief te betrekken bij de formulering van interventies Realiseren van een Sociaal Pension
prog
nee
prog
ja
prog
prog
Draagvlak creëren voor de inbedding van beleidsdoelen
prog
Verminderen van de overlast aantal meldingen overlast door dakloze harddrugsverslaafden en verbeteren van hun leefsituatie aantoonbare verbetering gezondheid van de doelgroep MFC aantoonbare verbetering deelname aan dagactiviteiten van de doelgroep MFC aantoonbare verbetering motivatie tot resocialisatie van de doelgroep MFC
prog
Het oplossen, verminderen en voorkomen van sociaaljuridische problemen in het bijzonder bij mensen met lage inkomens en lage opleidingen.
pg SJD
prog
Uitvoering geven aan de nota verslavingsbeleid
prog
ja
prog
Uitvoering geven aan de sluitende aanpak van dak- en thuisloze jongeren
prog
ja
prog
Aanbieden van sociaal-juridische dienstverlening
norm wachttijden
pg SJD
ja,
Intensiveren van contacten en afstemming met andere gemeentelijke bureau's
telefonische bereikbaarhe id en afhandeling klanttevreden heid
pg SJD
nee
pg SJD
nee
signaleren van onvoorzienen gevolgen vabngelegeving of onvolkomenheden in de uitvoeringspraktijk Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? nee
35
Doelenboom Maatschappelijke Zorg 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten / maatregelen Faciliteren van het Rechtwinkelwerk door middel van subsidie Wijzigen van budgetafspraken met de uitvoerende instellingen in afspraken over de inkoop van de diverse producten tegen een vooraf bepaalde prijs
Voorkomen dat mensen een beroep doen op of afhankelijk worden van opvang- en zorginstellingen Verbeteren van de door- en aantal cliënten dat bereikt is door de verslavingszorg uitstroom in de maatschappelijke opvang, verslavingszorg en vrouwenopvang afname gemiddelde verblijfsduur in de maatschappelijke opvang toename bezettingsgraad maatschappelijk opvang instroom- en doorstroompercentages monitoring dak- en thuislozen bezettingsgraad MFC aantal trajecten keten- en casemanagement dak- en thuislozen aantal opgevangen jopngeren aantal jongeren dat aan projecten/trajecten deelneemt
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats PrestatieIndicator
Norm
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën?
begroting 2005 prog
ja
pg MZ
nee
prog, pg MD
stiging met 5%
prog
prog
neemt toe van 90% naar 95%
prog
prog prog prog prog
prog prog
afstemmen van vraag en aanbod, zodat hulp effectief is en terugval wordt voorkomen
pg MZ
toegang tot de zorg is laagdrempelig een evenwichtig over de stad verspreid aanbod van algemeen maatschappelijk werk, dat algemeen toegankelijk, lagdrempelig en kostenloos is.
pg MZ pg MZ
36
Scorecard Maatschappelijke Zorg 2005 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
Antwoord nee
min. 1
ja 1
totaal 1
0-50%
min. 1
12
100%
8
4
12
100%
3
9
12
25%
100%
2
13
15
13%
100%
7
5
12
100%
13
0
13
100%
4
5
9
44%
100%
2
3
5
40%
100%
5
8
13
38%
Waardering 50-90% 90-100% 1
12
12 67%
58% 100%
37
Doelenboom Mobiliteit 2005 vindplaats
Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Blijvende lokale en regionale bereikbaarheid Bijdragen aan het openbaar van Nijmegen, in balans met leefbaarheid, vervoer als duurzame verkeersveiligheid en duurzaamheid vervoerswijze
Effect-Indicator % Nijmegenaren dat tevreden is over het openbaar vervoer
Versterken van de fiets als duurzame vervoerswijze
% Aandeel van de fiets in het woon-werk verkeer in Nijmegen Waardering van de bereikbaarheid van het stadscentrum per fiets Waardering van de fietdenstallingen door binnenstadbezoekers Betere benutting van de Verkeersafwikkeling op bestaande infrastructuur door het Nijmeegse gemotoriseerd verkeer hoofdwegennet, indicator in ontwikkeling Duurzaam veilig verkeer- en Aantal geregistreerde vervoerssyteem dodelijke slachtoffers a.g.v. ongevallen in Nijmegen Aantal geregistreerde ziekenhuisopnamen a.g.v. ongevallen in Nijmegen
Evenwicht tussen gastvrijheid Waardering van de en mobiliteitsbeleid bereikbaarheid van het stadscentrum per auto % Nijmegenaren dat tevreden is over de parkeergelegenheid in de eigen buurt
Rapport Gebroken Verbinding
Norm begroting 2005 78% Prog, PG oV
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen Vaststellen programma van eisen t.b.v. aanbesteding OV KAN-Zuid
PrestatieIndicator
Norm
begroting 2005 Prog
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? nee
Continueren KAN-kaartje Realiseren busbaan Heijendaal Aanleggen Haltevoorzieningen busroute Waalkade Uitvoeren short-list-projecten Toegankelijk maken haltes servicelijn Uitvoeren programma doorstromingsmaatregelen Implementeren kwaliteitsverbetering RIS
PG OV PG OV
nee inv proj inv proj
PG OV PG OV PG OV
inv proj inv proj inv proj
PG OV
inv proj
Uitvoeren investeringsprogramma OV inzetten van VCC Oost
Prog inv proj Prog en PG nee verk
Uitvoeren fietsinvesteringsprogramma
Prog en PG inv proj verk
Prog, PG verk
vaststellen DVM nota
PG verk
nee
5
Prog, PG verk
Bijdragen aan verkeersveiligheidscampagnes
PG verk
nee
69
Prog, PG verk
Realiseren Duurzaam Veilig-programma
Prog en PG inv proj verk
PG verk PG verk Prog
inv proj ja inv proj
51%
Prog en PG verk
7,5 Prog en PG verk 7
Prog, PG park
6,0
Prog, PG park
Opheffen Black Spots Doen van verkeersonderzoek Uitvoeren uitvoeringsprogramma parkeren
64%
Prog, PG park
Opstellen nota beter benutten bestaande parkeerareaal
PG park
nee
Opstellen nota prijsbeleid parkeren Afronden locatiestudie uitbreiding parkeerareaal centrum Uitvoeren van een onderzoek naar het vrijmaken van bezoekersplaatsen in het centrum tbv bewoners Bijdragen aan de week van de mobiliteit
PG park PG park
nee nee
PG park
nee
PG verk
nee
treffen van verkeersbesluiten uitvoeren Integrale parkeervisie Nijmegen
PG verk PG park
ja nee 38
Scorecard Mobiliteit 2005 Criteria
Norm
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
min. 1
ja 1
min. 1
6
100%
6
100%
9. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
0
100%
10
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Antwoord nee
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
6
6
0
6
100%
6
0
6
100%
100%
8
1
9
100%
6
0
6
100%
21
3
24
100%
89% 100% 88%
0
0%
24
24
0%
14
24
42%
39
Doelenboom Mobiliteit 2005 vergelijking Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect Blijvende lokale en regionale bereikbaarheid van Nijmegen, in balans met leefbaarheid, verkeersveiligheid en duurzaamheid
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Bijdragen aan het openbaar vervoer als duurzame vervoerswijze
% Nijmegenaren dat tevreden is over het openbaar vervoer
Versterken van de fiets als duurzame % Aandeel van de fiets in vervoerswijze het woon-werk verkeer in Nijmegen Waardering van de bereikbaarheid van het stadscentrum per fiets Waardering van de fietdenstallingen door binnenstadbezoekers Duurzaam veilig verkeer- en Aantal geregistreerde vervoerssyteem dodelijke slachtoffers a.g.v. ongevallen in Nijmegen Aantal geregistreerde ziekenhuisopnamen a.g.v. ongevallen in Nijmegen
51%
Evenwicht tussen gastvrijheid en mobiliteitsbeleid
Betere benutting van de bestaande infrastructuur door gemotoriseerd verkeer
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats Norm begroting 2005 78% Prog, PG oV
Waardering van de bereikbaarheid van het stadscentrum per auto % Nijmegenaren dat tevreden is over de parkeergelegenheid in de eigen buurt Verkeersafwikkeling op het Nijmeegse hoofdwegennet, indicator in ontwikkeling
Prog en PG verk
7,5 Prog en PG verk 7
Prog, PG park
5
Prog, PG verk
69
Prog, PG verk
6,0
Prog, PG park
64%
Prog, PG park
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen Vaststellen programma van eisen t.b.v. aanbesteding OV KAN-Zuid
PrestatieIndicator
Norm
vindplaats begroting 2005 Prog
Uitvoeren investeringsprogramma OV inzetten van VCC Oost
Prog Prog en PG verk
Uitvoeren fietsinvesteringsprogramma
Prog en PG verk
Realiseren Duurzaam Veilig-programma
Prog en PG verk
Uitvoeren uitvoeringsprogramma parkeren
Prog
Prog, PG verk
40
Scorecard Mobiliteit 2005 vergelijking Criteria
Antwoord nee totaal
Norm ja
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7 Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Rapport ebroken Verbinding - Bijlagen
Waardering 50-90% 90-100%
0-50%
min. 1
1
1
1
min. 1
5
5
5
100%
5
5
100%
100%
8
1
9
89%
100%
4
1
5
80%
100%
6
6
100%
100%
0
0%
100%
0
0%
41
Doelenboom Mobiliteit 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Blijvende lokale en regionale bereikbaarheid van Nijmegen Bijdragen aan het op peil houden % Nijmegenaren dat tevreden in balans met leefbaarheid, verkeersveiligheid en van het openbaar vervoer, zodat is over het openbaar vervoer duurzaamheid het aantal mensen dat tevreden is over het openbaar vervoer zo min mogelijk daalt
We willen het gebruik van de fiets aandeel fiet in woonals duurzaam vervoermiddel werkverkeer Nijmegen bevorderen, cq instandhouden waardering bereik stadscentrum per fiets
We streven naar een betere benutting van de Nijmeegse wegen zodat de verkeersafwikkeling op het hoofdwegennet toeneemt en de doorstroming verbetert
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm 78%
vindplaats begroting 2005 prog
uitwerking HOV studie
vindplaats begroting 2005 Prog
besluitvorming spoorlijn Nijmegen Kleef
Prog
Besluitvorming over spoorlijn Nijmegen Kleef Evaluatie P+R Lent / Toekomst ketenmobiliteit Eind 2005 wordt het gebruik van P+R Lent geëvalueerd. De resultaten van deze meting tellen mee in de besluitvorming over ketenmobiliteit in 2006. We maken de busbaan van de Annastraat naar Heijendaal via de Spoorkuil af, een project van totaal EUR 13 miljoen. We investeren in de busbaan Fruitlaan.
Prog
Prog Prog Prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen
PrestatieIndicator
Norm
Prog Prog
Prog
51%
prog
Zie verder shortlist investeringen. Evaluatie betaald stallen in het centrum
7,5
prog
Onderzoek Belevingsonderzoek fiets
Prog
De weggebruiker wordt gevraagd hoe zij de toegenomen kwaliteit van het fietsnetwerk waarderen. Dit wordt toegespitst op al aangelegde (snelfiets)routes. Route MaldenNijmegen Aanpakken oversteek Scheidingsweg, Verbeteren afstelling verkeerslichten; Aanpakken fietspad Houtlaan, Verbeteren parallelwegen Uitvoering autoluwe dijken In april 2006 worden op de Oosterhoutse-, Bemmelse- en Ooysedijk jaarlijks weekendafsluitingen voor gemotoriseerd verkeer ingesteld in de zomerperiode. Uitbreiding van de openbare stallingruimte op aantal het station plaatsen
Prog
Prog Prog Prog Prog Prog Prog
2700 Prog
BBKAN!
Prog
Evaluatie DVM-Singels
Prog
42
Doelenboom Mobiliteit 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
max aantal doden in verkeer We dragen bij aan een veilig verkeer- en vervoerssysteem zodat het aantal slachtoffers in het wegverkeer afneemt max aantal ziekenhuisopnanes agv ongevallen
We willen evenwicht tussen mobiliteit, gastvrijheid en leefomgevingskwaliteit
waardering bezoekers bereikbaarheid stad per auto % burgers tevreden over parkeren in eigen burrt aantal auto's parkeren op afstand in Lent
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm 5
vindplaats begroting 2005 prog
69
6,0
64% 60
prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen In 2006 stellen wij een uitvoeringsgericht Verkeersveiligheidsplan vast.
PrestatieIndicator
Norm
vindplaats begroting 2005 Prog
Wij voeren een zestal verkeerseducatieprojecten uit.
Prog
Wij verlenen subsidie aan 3VO, CROW en Stichting Verkeersbrigadiers. - 30 km-zones afronden Duurzaam Veilig I, pilot DV II en voorbereiding DV II In 2006 voltooien wij de implementatie van 30km-zones in de stad. Wij voeren een pilot Duurzaam Veilig 2 uit. Vervolgens worden de voorbereidingen voor de tweede fase gestart. In 2006 verbeteren we op 5 tot 10 lokaties de oversteekvoorzieningen bij basisscholen.
Prog Prog Prog Prog Prog Prog
Wij stellen in 2006 een stedelijke DVM-nota vast.
Prog
O.a. actualisatie van de Nota Mobiliteit in Balans(2001-2006) voor Nijmegen. Op regionaal niveau zal hierbij met name aandacht worden gevraagd voor de realisering/financiering van de Stadsbrug/ aanpakA325. De in 2005 gestarte uitvoering van de actiepunten uit de Parkeervisie Nijmegen worden voortgezet. Wij zijn in 2006 actief met de planvorming rond de nieuwe ondergrondse parkeergarages Van Schaeck Mathon Singel en Achter de Hezelpoort. In 2006 wordt uitvoering gegeven aan het programma zoals opgesteld bij het Convenant in de zomer van 2005.
Prog Prog
Prog
Prog
Prog
43
Scorecard Mobiliteit 2006 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
Antwoord nee
totaal 1
Waardering 0-50% 50-90%
min. 1
ja 1
min. 1
5
100%
4
100%
8
8
100%
100%
5
5
100%
100%
33
33
100%
100%
1
100%
1
5 1
2
5
5
3 1
90-100% 1
80%
33% 100%
44
Doelenboom Openbare Ruimte 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Nijmeegse wijken zijn schoon, heel en veilig en buegers voelen zich thuis in de openbare ruimte
Verbetering van de beleving van % inwoners dat Nijmegen de openbare ruimte een schone stad vindt mate van verloedering door de burgers ervaren aantal meldingen bij de bel en herstellijn % Nijmegenaren dat tevreden is over hun melding % Nijmegenaren dat zich inzet voor schoonhouden en onderhouden van de buurt % Nijmegenaren dat (zeer) tevreden is over natuurlijk groenbeheer % Nijmegenaren dat tevreden is over groenvoorzieningen in de buurt
Norm 50%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
% burgers met onveiligheidsgevoelens in de buurt
begroting 2005 prog
Activiteiten / maatregelen
vindplaats Prestatie-Indicator
beheren van wijken conform IBORstrategie opstellen van 8 nieuwe wijkbeheerplannen
13.500 prog
handhaven Bel- en herstellijn als laagdrempelig meldpunt voor klachten actualiseren kwaliteitscatalogus IBOR en vaststellen reéle onderhoudsbudgetten op wijkniveau inventarisatie bestaande initiatieven in het kader van mede- en zelfbeheer door bewoners
70%
PG IntBehOR
5%
prog
75%
prog
75%
prog
prog
aantal vernielingen straatmeubilair
handhaafbaar, doelmatig en veilig gebruik van wegen, straten en pleinen, waaronder fiets- en voetpaden en parkeerplaatsen
Wat gaan we daarvoor doen?
4,2 prog
Structurele verbetering van het aantal lozingen stortvuil netheidsniveau van de openbare ruimte
Effiviënt instandhouden van de % Nijmegenaren dat Nijmeegse Openbare tevreden is over Verlichting straatverlichting vermindering storingsgevoeligheid Nijmeegse netwerk
vindplaats
prog
81%
25%
Norm
begroting 2005 prog, PG IntBehOR
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? ja
prog, PG IntBehOR prog, PG IntBehOR PG IntBehOR
nee
PG IntBehOR
nee
leggen van contacten met bedrijven op de terreinen waar komende jaren revuitaliseringsoperaties plaats vinden beheren van groen conform IBORstrategie
PG IntBehOR
nee
prog
ja
maken van een afzonderlijke beheersopzet voor de groetere stadparken Ontwikklen van een pilot beeldbestekken openbaar groen verwijderen van straat- en zerfvuil, onkruid, hondenuitwerpselen en graffiti in de openbare ruimte en op gemeentelijke eigendommen intensiveren schoonmaak graffitigevoelige plaatsen doorzetten zwerfvuilaanpak
PG OpenbGr
nee
PG OpenbGr prog, StrRein
nee
ja nee
ja
prog, nee StrRein prog, ja StrRein prog, PG ja Openb Verl
PG Openb Verl
instandhouden van de openbare verlichting
PG Openb Verl
opstellen en laten vaststellen van een beleidsplan Openbare Verlichting en programmering vervangingsinvesteringen
PG Openb Verl
nee
inspelen op leidingswerkzaamheden van externe leidingbeheerders
PG Openb Verl
nee
instandhouden, beheren en onderhouden van verkeersvoorzieningen en verkeersregelinstallaties
prog
ja
opstellen en laten vaststellen van een beleidsplan verkeersregelinstallaties onderzoeken en herijken van het bestaande stelsel van routes voor gevaarlijke stoffen
PG VRI&VV nee
prog
PG VRI&VV nee
45
Doelenboom Openbare Ruimte 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten / maatregelen
vindplaats Prestatie-Indicator
uitvoeren van de nodige maatregelen tav specifieke bebording en bewegwijzering uitvoeren van algemeen toezicht, haventoezicht, markttoezicht, inbraakpreventie, fietsregulering en fietsbeheer, milieutoezicht, bostoezicht, en toezicht op huisuitzettingen conformhandhavingsprogramma 2005
Doelmatig beheer van infrastructuur
% burgers dat tevreden is over onderhoud wegen en fietspaden
65%
prog
begroting 2005 PG VRI&VV ja
300 prog, pg TzOR
ja
inzetten van een wijkteam bij veiligheidsen leefbaarheidsproblemen in wijken
prog
nee
beheren en onderhouden van verhardingen, buggen, tunnels en viaducten (wettelijke taak wegbeheerder)
prog, PG Weg&KW
ja
verrichten van kwaliteitsmetingen tav grotere infrastructuur stellen van prioriteiten tav vervangs- en onderhoudsinvesteringen tav grotere infrastructuur geven van specifiek aandacht aan structurele boomwortel-aanpak beheren en onderhouden van 30kmzones, waaronder woonstraten, parkeerplaatsen, fiets en voetpaden confrom IBOR-systematiek Vermindering van de hoeveelheid te onderhouden verharding in Hatert en Neerbosch-Oost
PG Weg&KW PG Weg&KW
ja
PG Weg&KW PG Weg&KW
nee
PG Weg&KW
nee
verzamelen en verwijderen van huishoudelijk afval bestrijden van schadelijke dieren
prog, PG Inz HHA prog, PG Inz HHA prog, PG Inz HHA prog, PG Inz HHA, PG StrRein PG Tz OR
ja
instellen van telefonisch meldpunt voor vragen en klachten van burgers bestrijden van overlast door sneeuw en gladheid uitvoeren van toezicht voor derden, toezicht bedrijfsverzamelgebouw CWI en tbv GKB bestrijden van onkruid zonder voor het milieu schadelijke middelen
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
aantal klachten over toezicht
Norm
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën?
nee
ja
ja nee ja
nee
PG StrRein nee
inzichtelijk maken beheers-, onderhouds en toezichtskosten Waalsprong
PG IntBehOR
nee
inzichtelijk maken areaaluitbreidingen
PG IntBehOR
nee 46
Doelenboom Openbare Ruimte 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten / maatregelen inzichtelijk maken van de extra kosten van beheer en onderhoud in het kader van beheersbewuste planvorming bij grotere projecten (o.m. Plein 1944, Winkelsteeg, Dobbelmannterrein, Hessenberg, Waalsprong)
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats Prestatie-Indicator
Norm
begroting 2005 PG IntBehOR
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? nee
47
Scorecard Openbare Ruimte 2005 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten?
min. 1 min. 1
5
100%
4
1
5
80%
100%
4
1
5
80%
100%
10
3
13
77%
100%
5
0
5
7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling?
100%
27
9
36
8. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
1
23
24
9. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
1
0
1
100%
15
21
36
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
ja 1
5
5
100%
75%
4%
100% 42%
48
Doelenboom Openbare Ruimte 2005 vergelijking Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect Nijmeegse wijken zijn schoon, heel en veilig en buegers voelen zich thuis in de openbare ruimte
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Verbetering van de beleving van de % inwoners dat Nijmegen openbare ruimte een schone stad vindt mate van verloedering door de burgers ervaren aantal meldingen bij de bel en herstellijn % Nijmegenaren dat zich inzet voor schoonhouden en onderhouden van de buurt
Structurele verbetering van het netheidsniveau van de openbare ruimte
% Nijmegenaren dat (zeer) tevreden is over natuurlijk groenbeheer % Nijmegenaren dat tevreden is over groenvoorzieningen in de buurt aantal lozingen stortvuil
Norm 50%
4,2 prog 13.500 prog
% burgers met onveiligheidsgevoelens in de buurt
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen
Prestatie-Indicator
beheren van wijken conform IBOR-strategie
opstellen van 8 nieuwe wijkbeheerplannen handhaven Bel- en herstellijn als laagdrempelig meldpunt voor klachten
prog
75%
prog
75%
prog
beheren van groen conform IBOR-strategie
prog
prog
verwijderen van straat- en zerfvuil, onkruid, hondenuitwerpselen en graffiti in de openbare ruimte en op gemeentelijke eigendommen intensiveren schoonmaak graffiti-gevoelige plaatsen doorzetten zwerfvuilaanpak
prog, StrRein
prog
25%
prog
instandhouden, beheren en onderhouden van verkeersvoorzieningen en verkeersregelinstallaties
65%
prog
prog, StrRein prog, StrRein prog
300 prog, pg TzOR
inzetten van een wijkteam bij veiligheids- en leefbaarheidsproblemen in wijken
prog
beheren en onderhouden van verhardingen, buggen, tunnels en viaducten (wettelijke taak wegbeheerder)
prog, PG Weg&KW
verzamelen en verwijderen van huishoudelijk afval
prog, PG Inz HHA prog, PG Inz HHA prog, PG Inz HHA prog, PG Inz HHA, PG StrRein
bestrijden van schadelijke dieren instellen van telefonisch meldpunt voor vragen en klachten van burgers bestrijden van overlast door sneeuw en gladheid
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats begroting 2005 prog, PG IntBehOR prog, PG IntBehOR prog, PG IntBehOR
aantal klachten over uitvoeren van algemeen toezicht, haventoezicht, markttoezicht, inbraakpreventie, fietsregulering en toezicht fietsbeheer, milieutoezicht, bostoezicht, en toezicht op huisuitzettingen conformhandhavingsprogramma 2005
Doelmatig beheer van infrastructuur % burgers dat tevreden is over onderhoud wegen en fietspaden
Norm
5%
aantal vernielingen straatmeubilair
handhaafbaar, doelmatig en veilig gebruik van wegen, straten en pleinen, waaronder fiets- en voetpaden en parkeerplaatsen
vindplaats begroting 2005 prog
49
Scorecard Openbare Ruimte 2005 vergelijking
Criteria Norm ja 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd min. 1 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd min. 1 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator 100% 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm 100% 5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 100% 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 100% 7 Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 100% 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm? 100%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Antwoord nee
totaal
Waardering 50-90% 90-100%
0-50%
1
1
1
4
4
4
4
4
100%
8
2
4
10 4
11
5
16
1
10
11
1
80%
1
100% 69% 9% 100%
50
Doelenboom Openbare Ruimte 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect We willen een schoon, heel en veilig Nijmegen. Een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving waar burgers zich thuis voelen.
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats begroting 2005 prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen Met de DAR worden via het DVO afspraken gemaakt over de resultaten die hiervoor geboekt moeten worden. Eén van de prioriteiten is in 2006 onkruidbestrijding. We zetten een nieuwe techniek hiervoor in. In het proces van verzakelijking, dat ontstaan is als gevolg van de verzelfstandiging van de DAR zal het toezicht hierop door de gemeente steeds verder aangescherpt worden.
Norm
vindplaats begroting 2005 prog
we willen bereiken dat de waardering % inwoners dat Nijmegen een schone stad vindt van burgers voor netheid, onderhoudstoestand en veiligheidsgevoel van de openbare ruimte verbetert.
50%
% burgers tevreden over onderhoud fietspaden en wegen % inwoners tevreden over groen in eigen buurt
58%
continuering aanpak zwerfvuil
prog
75%
In 2005 is het uitvoeringsplan overlast hondenpoep gemeente Nijmegen opgesteld. In 2006 zal met de verschillende maatregelen uit het uitvoeringsplan de overlast van de hondenpoep worden aangepakt.
prog
volgens afspraak aanpak van bel- en herstelklachten door wijkonderhoudsteams
we willen het onderhoudsniveau van schaalscore verloedering de openbare ruimte binnen 5 jaar op woonbuurt het met de raad afgesproken IBORambititieniveau brengen en houden, conform IBOR beleidsplan (2001) aantal meldingen bel- en herstellijn aantal storingen openbare verlichting
we handhaven de afgesproken aantal lozingen stortvuil regels bij gebruik van wegen, straten en pleinen % burgers met onveiligheidsgevoelens
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Prestatie-Indicator
4,2 prog
13.500
25%
toezicht op naleving van de regels verbeteren onderhoudstoestand vergroten betrokkenheid burgers bij programmering van onderhoudsactiviteiten opstellen 8 nieuwe wijkbeheerplannen in aantal nieuwe samenwerking met de bewoners wijkbeheerplannen
uitvoering geven aan de reeds opgestelde wijkbeheerplannen besluitvorming over strategisch onderhoudsaanpakplan voor hoofdinfrastructuur inhaalslag "noodfonds onderhoud wegen" ten hoogte van EUR 1.3 miljoen
prog
tevredenheid bel- en herstellijn
inzet van een flexibel wijkteam voor tijdelijk intensief toezicht, afhankelijk van de problematiek in de wijk uitvoering geven aan de invoering van de wet bestuurlijke boete kleine ergernissen
uitvoering aantal wijkbeheerplannen
85% prog
prog prog prog 8 prog
32 prog prog prog
prog
prog
51
Scorecard Openbare Ruimte 2006 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
Antwoord nee
90-100% 1
min. 1 min. 1
3
3
3
100%
3
3
100%
100%
6
100%
3
3
100%
100%
13
13
100%
100%
3
100%
3
2
10
totaal 1
Waardering 0-50% 50-90%
ja 1
8
13 3
75%
30% 100%
52
Doelenboom Ruimtelijke Inrichting en Vormgeving 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
0 Bevorderen en bewaken van Kwaliteit van het wonen, werken en de ruimtelijke kwaliteit, en verblijven positief beïvloeden door optimale tegelijk zoveel mogelijk recht bestemming, inrichting en vormgeving van te doen aan private belangen de ruimte, en het bieden van optimale die in het geding zijn, met het rechtszekerheid oog op het geven van optimale rechtszekerheid.
Effect-Indicator actualiteit bestemmingsplannen in overeenstemming met WRO, maximale leeftijd 10 jaar
bestemmingsplannen voldoende flexibel 1 optimaal evenwicht tussen de verschillende functies in de stad als geheel en de stadsdelen in het bijzonder 2a Specifieke identiteit en ruimtelijke kenmerken van Nijmegen 2b Waardering van de de stad door burgers, ondernemenrs en bezoekers 3 Dfferentiatie en variatie tussen de verschillende woon, werk-, en verblijfsgebieden in de stad 4 Waar nodig versterking van de ruimtelijke kwaliteit van woon-, werk-, en leefgebieden en infrastructuur 5 Behouden van bestaande kwaliteiten en toevoegen van nieuwe kwaliteiten 6 Bestemmingsplannen zijn actueel, en digitaal raadpleegbaar 7 Bestemmingsplannen zijn voldoende flexibel 8 Duidelijkheid bieden over de gewenste beeldkwaliteit
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 prog + PG RuimPLan
Activiteiten / maatregelen
prog + PG RuimPLan prog
Afronden actualisering van bestemmingsplannen Nijmegen-Zuid, Nijmegen-Midden, Oud-West, Winkelsteeg/Goffert, Dukenburg
vindplaats draagt bij aan doelst 1,4,6,7,0
PrestatieIndicator
Norm
begroting 2005 prog + PG RuimPLan
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? nee
Starten met actualisering bestemmingsplannen Lindenholt en Centrum
1,4,6,7,0
prog + PG RuimPLan
nee
1,2,3,4
prog + PG RuimPLan
nee
prog
Integreren van vrijstellingen en postzegelplannen in actualisering bestemmingsplannen afgeven vijstellingen ex art 15 WRO
1,2,3,4
aantal
75 prog + PG RuimPLan
ja
prog
procedures ex art 19, lid 2 WRO
1,2,3,4
aantal
30 prog + PG RuimPLan
ja
prog
maken van postzegelplannen
1,2,3,4
aantal
25 prog + PG RuimPLan
ja
prog
Begeleiden van de productie van 1,2,3,5,7,0 bestemmingsplannen deelgebieden Waalsprong: Groot Oosterhout, Centrum/Citadel, Noordrand Bestemmingsplannen digitaal 6 beschikbaar stellen en raadpleegbaar maken Evalueren van de werking van de 2,5,8 Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit Opstellen beeldkwaliteitplannen voor nade2,3,4,5,8 te bepalen gebieden
prog
prog
prog prog
prog + PG RuimPLan
nee
prog + PG RuimPLan
ja
prog + PG BelRIV prog + PG BelRIV
nee ja
53
Doelenboom Ruimtelijke Inrichting en Vormgeving 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling 9 Vergroten van het draagvlak en de waardering voor, kennis over en bewustzijn van de specifieke Nijmeegse identiteit
10 Geven van een toekomstbeeld voor wijken in sociaal, economisch en fysyiek opzicht
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Effect-Indicator
Norm
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 prog
Activiteiten / maatregelen
PG wijkvis
2,5,8 Opstellen beelkwaliteitscriteria voor dakopbouwen in Hatert en andere naoorlogse wijken, en voor reclameuitingen, met name in het centrum stimuleren van bijzondere kwaliteit 2,5 (supervisor, ontwerpatelier, prijsvraag) in samenwerking met ontwikklenede partijen bij deelopgaven in de Waalsprong
prog + PG Arch
nee
prog + PG Arch
nee
Ondersteunen van bijzonder projecten: 2,4,5 Architectuurcentrum Nijmegen, Dag en Nacht van de Architectuur Actief communiceren van het 8 beeldkwaliteitsbeleid naar de burger Actief communiceren van het 2,3,4,5,8 beeldkwaliteitsbeleid naar ontwikkelaars
prog + PG prom
nee
prog + PG prom prog + PG prom
ja
Opstellen van wijkvisies Wolfskuil, Hatert, 10 Willemskwartier, Dukenburg, Waterkwartier en Lent Orienteren op visie-ontwikkeling 10 Lindenholt en Neerbosch-Oost Analyseren van de onwikkelingen waarbij inschakeling van de Architectuur Kwaliteitsgroep wenselijk is
prog + PG wijkvis
nee
PG wijkvis
nee
PG Arch
ja
Begeleiden van stedenbouwkundige planontwikkeling en inrichting van: deelgebieden Waalsprong (Centrum en Oosterhout); De dijkteruglegging (varianten Brokx en Lentse Warande); centrumlocaties Heesenberg, Josephhof, Plein 1944, Joris Ivensplein en Nassausingel; deelgebeiden Spoorzone/Stationsomgeving Van Schaeck Mathonsingel, locaties Roc, TPG, Metterswaene, Hezelpoort, Arbeidsbureau; Bedrijventerrein Winkelsteeg; PBCI (philips); Inrichtingsplan locatie Dobbelmann en Limos (Dunklerstraat); Knoop Heijendaal en locatie voormalige ijsbaan; ntwikkelingslocaties in Hatert (Centrale zone, locatie Fleuren), Willemskwartier (genestetlaan, Hermesterrein), Dukenburg (uitwerking deelgebieden); sportpark Nijmeegse Baan/Driehuizerweg
vindplaats
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? nee
vindplaats
draagt bij aan doelst 2,3,4,5
PrestatieIndicator
Norm
begroting 2005 prog
ja
54
Score Ruimtelijke Inrichting en Vormgeving 2005 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 9. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm min. 1
ja 1
min. 1
11
100%
10
100%
Antwoord nee
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
11
11
1
11
91%
1
10
11
9%
100%
0
2
2
0%
100%
10
1
11
91%
100%
18
1
19
95%
100%
3
2
5
100%
3
0
3
100%
13
6
19
60% 100% 68%
55
Doelenboom Ruimtelijke Ontwikkeling 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Door te zorgen voor een optimale benutting van de beschikbare ruimte willen we de ruimtelijke mogelijkheden voor en de kwaliteit van het wonen, werken en verblijven in Nijmegen optimaal aanwenden
1. Er is voldoende ruimte om ruimtevragende functies (wonen, werken, recreëren) te faciliteren (dynamische stad)
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
vindplaats
begroting 2005
Activiteiten
prog
Het monitoren van ruimtelijke trends en ruimtebehoeften primair 3, Continueren van de ruimtelijk onderbouwing van wijkvisies voor secundair alle Wolfskuil, Hatert, Willemskwartier, overige doelen Dukenburg, Waterkwartier en Lent
Draagt bij aan doelstelling 1 t/m 7
PrestatieIndicator
Norm
begroting 2005 prog
WAT MAG HET KOSTEN? Terug te vinden in financiën nee
PG Beleidkaders
nee
2. De beschikbare ruimte wordt zo efficiënt en duurzaam mogelijk (her) gebruikt (duurzame stad)
prog
3. De ruimtelijke kwaliteit van woongebieden, werkgebieden, groengebieden en infrastructuuur wordt waar nodig versterkt 4. Er is een optimaal evenwicht tussen de verschillende functies (bebouwde/openbare ruimte, dynamiek/rust, hogere/lagere dichtheid) in de stad (stad in balans)
prog
Oriënteren op (eventuele) visieontwikkeling voor Lindenholt en Neerbosch-Oost Actief meedenken over gewenste ruimtelijke ontwikkelingen (Regionaal structuurplan KAN en Streekplan Gelderland)
primair 3, secundair alle overige doelen 1,4,5
PG Beleidkaders prog
Het vertalen van ruimtelijk beleid naar concrete voorgenomen ontwikkelingen als onderdeel van de integrale Randvoorwaarden en Richtlijnen Het verrichten van planologisch onderzoek: * Onderzoek naar potentiële bedrijventerreinen in de A73 en A15-zone * Ontwikkeling van een groene geleding van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen * Meerjarenontwikkelingsplan stedelijk groen * Uitwerking Voorkeursmodel Waalsprong * Uitvoeringsstrategie Koers West
1 t/m 7
prog
1 t/m 6
prog
1 en 2
1 en 4
PG Planolo gische studies (PS) PG PS
1 en 4
PG PS
1, 2, 4 t/m 6
PG PS
1, 2 en 4
PG PS
* Samenhangende strategie voor 1, 2 en 4 ontwikkelingen in het stadscentrum * Ontwikkelingsregie woningbouw 1, 3 en 6
PG PS
nee
nee
PROG
nee nee
nee
nee nee nee nee
nee PG PS nee
* Revitalisering en intensivering bestaande bedrijventerreinen * Herijking stedelijk detailhandelsbeleid * Woonmilieuverbetering (Grote Stedenbeleid) * Uitwerking Kansenboek * Uitwerking kadernota Beeldkwaliteit (zie ook programma Ruimtelijke ordening en inrichting)
1, 2 en 3
PG PS
1, 4 en 6
PG PS
3 en 6
PG PS
5 5
PG PS PG PS
nee nee nee nee
nee 5. Bij ontwikkelingen wordt aansluiting gezocht bij en gebruik gemaakt van de specifieke ruimtelijke kenmerken van nijmegen
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
prog
Maken van ruimtelijke visies voor 1, 3, 5, 7 de Kanaalzone en de Waalzone, alsmede de Groene Stadsrand
prog
nee
56
Doelenboom Ruimtelijke Ontwikkeling 2005 vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten
6. Er is sprake van voldoende differentiatie en variatie tussen de verschillende woon-, werken verblijfmilieus (variatie in stad)
prog
Opstellen ontwikkelingsgerichte ruimtelijke visies
7. Bestaande kwaliteiten blijven zoveel mogelijk behouden en nieuwe kwaliteiten worden toegevoegd (continuïteit en verbetering)
prog
Organiseren van actieve communicatie over de Uitwerkingsnota Kansenboek
Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats Draagt bij aan Prestatiedoelstelling Indicator ten behoeve van: deelgebieden Waalsprong: 1 t/m 7, tweede Stadsbrug 1, 3, 4, 5, de dijkteruglegging 3,5,7, Koers West 1 t/m 7, bedrijventerreine n (Winkelsteeg, Noord-OostKanaalhavens, Westkanaaldijk) 1 t/m 4, 6
Norm
begroting 2005 prog
WAT MAG HET KOSTEN? Terug te vinden in financiën
nee 1 t/m 7
prog
Organiseren van actieve 1 t/m 7 communicatie over mogelijkheden en condities van hoogbouw in Nijmegen 8 Het optimaal zoeken naar aansluiting bij de activiteiten rondom Nijmegen 2000 (focus op Koers West, Waalsprong en Stadscentrum)
prog
nee
8. Het creëren van draagvlak bij burgers, bedrijven en andere marktpartijen voor: beleid gericht op versterking imago Nijmegen; de faciliterende rol van gemeente; kaders die de gemeente stelt
9. De ruimtelijke en financiële mogelijkheden optimaal benutten, zodat de ruimtelijke mogelijkheden voor en de kwaliteit van het wonen, werken en verblijven in Nijmegen verder verbetert (in feite doel 1, 2 en 3?!)
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
PG Stadspromotie
nee PG Stadspromoti e (SP)
Het deelnemen aan exposities 8 8 Het op verzoek van derden verzorgen van presentaties gericht op de deelnemers met een bestuurlijke en/of professionele achtergrond Het op verzoek van derden 8 verzorgen van rondleidingen Organiseren van vakinhoudelijke 8 uitwisseling met andere steden
PG SP PG SP
Afronden Masterplan Spoorzone
PG ruimtelijke ontwikkelings visies
nee nee
ja, product: promotie/present aties PG SP nee PG SP nee
PG ruimtelijke ontwikkelings visies
nee
57
Scorecard Ruimtelijke Ontwikkeling 2005 Criteria
Norm
1. Is er een beoogd maatschappelijk min. 1 effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere min. 1 hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen 100% genoemd op programma niveau ? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien 100% van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator 100% voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet 100% vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld 100% aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit 100% gekoppeld aan een prestatie-indicator? 9. Is iedere genoemde prestatie-indicator 100% voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in 100% de productbegroting?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
ja 1
Antwoord nee
9 7
totaal 1
0-50%
9
9
2
9
78%
9
9
0%
0
0%
8
1
9
26
1
27
3
3
0%
3
3
0%
26
27
4%
1
Waardering 50-90% 90-100% 1
89% 96%
58
Doelenboom Veiligheid 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Burgers van Nijmegen voelen zich veilig
het voorkomen van inbreuken op en het handhaven van de openbare orde
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005 prog, pg OO
Activiteiten / maatregelen
PrestatieIndicator
evalueren van de integrale aanpak drugspanden voortzetten integrale aanpak drugspanden i.s.m. politie en woningcorporaties onderzoek naar de mogelijkheid om de bestuurlijke boete in te zetten evalueren van de tippelzone
toename nalevingsgedrag van burgers en bedrijven
pg Kwal zorg HH
criminaliteit in risicogebieden aantal overlastmeldingen op straat door jongeren, dak- en thuislozen rn spychisch hulpbehoevenden aantal psychisch hulpbehoevende overlastgevers in de maatschappelijke opvang verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid in probleemwijken zo veel mogelijke beperken van de gevolgen van calamiteiten en rampen
pg OO
nee
prog, pg OO nee
implementatie toetsingsinstrument wet BIBOB investeren in extra capaciteit handhaving
pg OO pg Kwal zorg HH pg Kwal zorg HH prog
nee nee
nee
ja
prog, pg Uitvprog IV
starten ketenaanpak jeugdige veelplegers
prog, pg Uitvprog IV
continueren van de ketenaanpak verslaafde veelplegers
prog
nee
prog, pg Uitvprog IV
ontwikkelen van een keten van preventie , opvang, behandeling en nazorg t.a.v. huiselijk geweld
prog
nee
prog, pg Uitvprog IV prog, pg Uitvprog IV prog
maken van een veiligheidsparagraaf voor 2 wijkplannen oplossen van 3 acute wijkveiligheidsproblemen
prog
nee
prog
nee
aanpakken van 1 specifiek risicogebied
prog
nee
prog
realiseren projecten uitvoeringsprogramma 2004
pg Coord IV ja pg Coord IV nee pg Coord IV nee
pg Joris
opstellen uitvoeringsprogramma 2005-2009 realiseren van samenwerking tussen gemeente en overige IV-partners uirvoering project Joris
35%
25%
prog, pg ramp
Vaststellen nieuw rampenplan door het college voor 1 juli 2005 cf Wet kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding Vastellen regionaal beheersplan door het veiligheidscollege begin 2005 Monitoren van de deelplannen van de actiecentra opleiden sleutelfiguren rampenorganisatie
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
prog, pg OO nee
uitvoeren project kwaliteitszorg handhaving % van de bevolking dat zich wel eens onveilig vegroten van de sociale veiligheid voelt % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt criminaliteit door volwassenen en jeugdige veelplegers huiselijk geweld
begroting 2005 prog
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? nee
vindplaats
aantal van de sleutelfiguren bezit het certicaat van de Opleiding Crisisbeheersin g en Rampenbestrijding
prog, pg Joris pg Ramp
ja nee
pg Ramp
nee
pg Ramp
nee
90% pg Ramp
nee
59
Doelenboom Veiligheid 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
vindplaats
begroting 2005
Activiteiten / maatregelen
begroting 2005 pg Ramp
vergroten van de kwaliteit van de handhaving
prog
een betrouwbare overheid zijn die de regels goed toepast
prog
PrestatieNorm Indicator 80% oefenen van bereikbaarheid van de leden van het aantal functies beleidsteam op verschillende tijdstippen in het beleidsteam en het het gemeentelijk rampenmanage mentteam kunnen worden bezet in een rampsituatie
aantal oefeningen per jaar aantal oefenen van gemeentelijk oefeningen per rampenmanagementteam en de actiecentra afzonderlijk en gezamenlijk, beleidsteam, regionaal jaar operationeel team uitvoeren van het integraal handhavingsprogramma (relatie naar andere programma's) afronden project kwaliteitszorg vergunningen, aantal waaronder het ontwikkelen van vergunning kwaliteitsindicatoren voor de vergunningverlening binnen wettelijke termijn afgehandeld per soort
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën? nee
8 pg Ramp
1 pg Ramp
nee
prog
nee
80% prog, pg Verg, pg BijzWet
nee
deel van de ingediende bezwaarschrifte n dat gegrond is per soort aantal aanvragen per soort aantal verleende vergunningen per soort
10% pg BijzWet
aantal geweigerde vergunningen per soort aantal termijnoverschri jdingen per soort aantal ingediende bezwaarschrifte n per soort
Prog
Prog
Prog
Prog
Prog
60
Doelenboom Veiligheid 2005 vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
Norm
begroting 2005
Activiteiten / maatregelen
verbeteren van de leefbaarheid en waardering Kolpingbuurt veiliheid in achterstandsgebieden door bewoners
6,2
pg OBAZ
Uitvoering project OBAZ Kolpingbuurt
vergroten van de btrokkenheid van beleving sociale kwaliteit bewoners bij hun buurt en bij elkaar van de woonomgeving Kolpingbuurt bewustwording en preventie van discriminatie
6
pg OBAZ
Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
pg AntiDisc
vindplaats begroting PrestatieNorm 2005 Indicator Prog aantal ingediende beroepschriften per soort aantal fte's per Prog soort vergunning 100% pg BijzWet telefonische bereikbaarheid bureau Vergunningen tussen 9.00 en 17.00 pg OBAZ
Wat mag het kosten? Te vinden in financiën?
ja
Uitvoering van de stimuleringsregeling professionalisering antidiscriminatiebureaus
pg AntiDisc ja
onderbrengen van het huidige ADB bij een derde instelling voeren van het secretariaat van het driehoeksoverleg
pg AntiDisc nee pg Coord IV nee
61
Scorecard Veiligheid 2005 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
min. 1
ja 1
min. 1
10
100%
6
4
10
100%
3
7
10
30%
100%
4
5
9
44%
100%
10
0
10
100%
1
28
29
100%
4
9. Is iedere genoemde prestatieindicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
7
7
14
100%
6
23
29
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
10
10 60%
100% 3%
4
100%
50% 21%
62
Doelenboom Veiligheid 2005 vergelijking Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect Burgers van Nijmegen voelen zich veilig
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
het voorkomen van inbreuken op en het handhaven van de openbare orde
vegroten van de sociale veiligheid
% van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt criminaliteit door volwassenen en jeugdige veelplegers huiselijk geweld criminaliteit in risicogebieden aantal overlastmeldingen op straat door jongeren, dak- en thuislozen rn spychisch hulpbehoevenden aantal psychisch hulpbehoevende overlastgevers in de maatschappelijke opvang
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
vindplaats begroting 2005 prog, pg OO
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen
PrestatieIndicator
evalueren van de integrale aanpak drugspanden
Norm
vindplaats begroting 2005 prog prog, pg OO
onderzoek naar de mogelijkheid om de bestuurlijke boete in te zetten evalueren van de tippelzone
prog, pg OO
prog, pg Uitvprog IV
starten ketenaanpak jeugdige veelplegers
prog
prog, pg Uitvprog IV
continueren van de ketenaanpak verslaafde veelplegers
prog
prog, pg Uitvprog IV
ontwikkelen van een keten van preventie , opvang, behandeling en nazorg t.a.v. huiselijk geweld
prog
prog, pg Uitvprog IV prog, pg Uitvprog IV prog
maken van een veiligheidsparagraaf voor 2 wijkplannen oplossen van 3 acute wijkveiligheidsproblemen
prog prog
aanpakken van 1 specifiek risicogebied
prog
prog
35%
25%
prog
vergroten van de kwaliteit van de handhaving
prog
uitvoeren van het integraal handhavingsprogramma (relatie naar andere programma's)
een betrouwbare overheid zijn die de regels goed toepast
prog
afronden project kwaliteitszorg vergunningen, aantal waaronder het ontwikkelen van kwaliteitsindicatoren vergunning voor de vergunningverlening binnen wettelijke termijn afgehandeld per soort
80% prog, pg Verg, pg BijzWet
aantal aanvragen per soort aantal verleende vergunningen per soort
Prog
aantal geweigerde vergunningen per soort aantal termijnoverschri jdingen per soort
Prog
Prog
Prog
63
Doelenboom Veiligheid 2005 vergelijking Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
zo veel mogelijke beperken van de gevolgen van calamiteiten en rampen
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Effect-Indicator
Norm
vindplaats begroting 2005
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen
PrestatieNorm Indicator aantal ingediende bezwaarschrifte n per soort aantal ingediende beroepschriften per soort aantal fte's per soort vergunning
vindplaats begroting 2005 Prog
Prog
Prog
prog, pg ramp
64
Scorecard Veiligheid 2005 vergelijking Criteria Norm ja 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd min. 1 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd min. 1 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator 100% 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm 100% 5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 100% 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 100% 7 Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 100% 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm? 100%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Antwoord nee
totaal
0-50%
Waardering 50-90% 90-100%
1
1
1
5
5
5
1
4
5
20%
2
5
7
29%
4
1
5
80%
9
9
100%
1
1
100%
1
7
8
13%
65
Doelenboom Veiligheid 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm
% van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt
We willen de objectieve veiligheid en het veiligheidsgevoel van de burgers van Nijmegen positief beïnvloeden. Ook willen we de veiligheidsrisico's beperken.
vindplaats begroting 2006 prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen
PrestatieIndicator
vindplaats begroting 2006
Norm
35% % van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt
We verminderen de criminaliteit door volwassen en jeugdige veelplegers
We verminderen het begbruik van huiselijk geweld
% van de volwassen veelplegers een resocialisatietraject wordt aangeboden % de volwassen veelplegers dat gemiddeld de helft van het jaar in detentie zit % van de jeugdige veelplegers dat een resocialisatietraject krijgt aangeboden toename van het aantal eerste meldingen huiselijk geweld afname aantal herhaalmeldingen
we verminderen criminaliteit in risicogebieden
We verminderen de overlastmeldingen veroorzaakt door personenen
aantal overlastmeldingen veroorzaakt door jongeren
prog 25% prog
organiseren ketenaanpak jeugdige veelplegers
prog
prog
Aanpak ernstige overlast
prog
50%
50% prog
33,3% prog
opstellen convenant
prog
realiseren advies- en meldpunt
prog
aanpakken risicogebied
prog
formuleren veiligheidsparagraaf in aantal wijkaanpakplannen oplossen acute wijkveilighiedsproblemen aantal terugdringen overlast centrum opstellen convenant maisonettes NeerboschOost aanpak problemen flats Neerboscheweg en Tubaplein aanpak problemen Wolfskuil aanpak kleine criminaliteit Nijmegen Oost aanpak multiculturele problemen Dukenburg continueren/starten 12 min-porjecten
10% 10%
aantal overlastmeldingen veroorzaakt door dak- en thuislozen
We verminderen intimidatie, met name burenoverlast
2 3
continueren/starten BOOGprojecten
prog
uitvoering focusprojecten crisisinterventies bij acute jongerenoverlast opstellen plan van aanpak intimidatie
aantal aantal
3 4
vastleggen prestatieafspraken gemeente woningcorporaties Verbeteren kwaliteit fysieke handhaving bouwen en wonen en ruimte Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
prog
uivoeren porject kwaliteitszorg handhaving
66
Doelenboom Veiligheid 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Verbeteren kwaliteit van vergunningen
Effect-Indicator
Norm
vindplaats begroting 2006
prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten / maatregelen
PrestatieIndicator
Norm
vindplaats begroting 2006
ontwikkeling en invoering dienstverleningsconcept handhavers inzetten van extra handhavingscapaciteit evalueren handhavingsprogramma 200-2006 vastleggen an afstemmen risicovolle vergunningprocedures
verder ontwikkelen van kengetallen om de doelmatigheid te ondersteunen
We willen zo goed mogelijk voorbereid zijn op aanpak van calamitietien en rampen
prog
nieuwe medewerkers volgen de opleiding voor crisisbeheersing en rampenbestrijding
per kwartaal bereikbaarheidsoefeningen
Beheersbaar maken van de overlast door overlastgevende drugspanden
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
prog
volge en aanpakken van overlastgevende drugspanden
67
Scorecard Veiligheid 2006 Criteria 1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7. Is iedere routine matige activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm
Antwoord nee
totaal 1
Waardering 0-50% 50-90%
90-100% 1
min. 1
ja 1
min. 1
9
100%
3
6
9
33%
100%
7
2
9
78%
100%
9
9
100%
100%
28
28
100%
100%
4
100%
4
9
6
10 4
9
40% 100%
68
Doelenboom Wijkaanpak 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Sterke wijken, sociale stad'. 'Schoon, heel, 1. Het vergroten van de veilig en sociale samenhang' zijn belangrijk betrokkenheid van de bewoners bij hun dagelijkse elementen. Daarop aansluitend is het verbeteren van de dagelijske leefomgeving 2.Het stimuleren van het en het versterken van sociale banden in de gebruik en bezoek van stad essentieel wijkaccomodaties door (allochtone) jongeren
3. Het stimuleren van het gebruik van de wijkpost
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten (per stadsdeel uit PG)
prog/ PG flex
Lik op stuk beleid van honoreren
PG Wijkacc
Inzet van wijkaccommodaties: a) Periodiek wordt een tevredenheidsonderzoek gehouden onder de gebruikers van wijkaccommodaties
bezoekers aantallen
4. Het verbeteren/bevorderen 1. algemene oordelen van de leefbaarheid en het (waardering) van de eigen versterken van de sociale buurt: relaties en samenhang
2. De beleving van de sociale aspecten
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Norm (in PG)
vindplaats
Stijging van 5% t.o.v PG wijkp. periode 2003/2004
vindplaats PrestatieIndicator
Norm
begroting 2005 PG flex
WAT MAG HET KOSTEN? Terug te vinden in financiën nee
prog/ PG wijkacc PG Wijkacc
ja, product: wijkaccomodaties ja, product: wijkaccomodaties
PG Wijkacc
ja, product: wijkaccomodaties
PG Wijkacc
ja, product: wijkaccomodaties
b) Beheers- en activiteitencommissies zorgen voor voldoende activiteiten in de wijkaccommodaties c) Waar Open Wijkscholen van start zullen gaan sluiten wijkaccommodaties aan d) Waar sprake is van Woonzorgvoorzieningen sluiten de wijkaccommodaties aan e) Het maken van Voorzieningenharten
PG Wijkacc
ja, product: wijkaccomodaties
PG Wijkacc
ja, product: wijkaccomodaties
f) Inzet van de welzijnsstichting Tandem
PG Wijkacc
g) Gemeentelijke subsidie voor huisvesting Wijkposten in Willemskwartier, Oud West, Titus Brandsma en Waterkwartier, Hatert en Neerbosch Oost
PG Wijkacc
ja, product: wijkaccomodaties ja, product: wijkaccomodaties ja, bij de producten van de diverse stadsdelen (alleen wijkpost Titus Brandsma is niet te plaatsen)
PG Wijkp
prog Dukenburg = 7 Lindenholt = 6,9 Midden-Zuid = 7,7 Nieuw-West = 7,2 Oud-Oost = 7,8 Oud-West = 6,5 Stadscentrum = 7,3 Waalsprong = 7,5 Zuidrand = 7,2 prog Dukenburg = 5,8 Lindenholt = 6 Midden-Zuid = 6,6 Nieuw-West = 6 Oud-Oost = 6,6 Oud-West = 5,7 Stadscentrum = 5,7 Waalsprong = 7,2 Zuidrand = 6,2
69
Doelenboom Wijkaanpak 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
5. Het oppakken en financieren van de initiatieven van de bewoners 6. Het snel faciliteren van bewoners 7. Het ondervinden van een imuls van het vraaggericht en resultaatsgericht werken 8. Het anticiperen op meerjarenbeleidsplanning en uitvoering 9. Het beïnvloeden van het beleid en de werkwijze van de gemeentelijke organisatie
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Effect-Indicator
Norm (in PG)
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten (per stadsdeel uit PG)
vindplaats PrestatieIndicator
Norm
begroting 2005
WAT MAG HET KOSTEN? Terug te vinden in financiën
PG flex
PG flex PG flex
PG flex
prog
Wijkbezoeken
prog
Opbouwen en benutten van de netwerkstructuur (per stadsdeel worden er voorbeelden gegeven). Maken van integrale plannen: Dukenburg: op gang brengen dan wel voortzetten van wijkontwikkelingsprocessen, het structureren van bewonersoverleggen/ platforms; instellen buurtbemiddeling Meijhorst; het reaiseren van een JOP in de Malvert; een jongerenproject in Tolhuis; structureel overleg met bewonerscommissie; bespreken herstructurering Teersdijk; woonomgevingsplan Zwanenveld; masterplanproces Hart voor Dukenburg Lindenholt: overlegplatform bewonersorganisaties; actief aanwezig open wijkschool in de Ackerwijken;beschikking Lindenholt samen met Dukenburg over een budgethoudende bewonersorganisatie (Solid); invoering beheerplan openbare ruimte Midden-Zuid: uitvoeringsprogramma Willemskwartier; wijkaanpakprogramma 'onze Kolpingbuurt blijft aan Zet'; participantenoverleg Goffert/Willemskwartier; opbouwen wijkplatform; samenwerking Klankbordgroep Willemskwartier en de stichting Op Weg; contacten 20 bewonersgroepen; samenwerking met politie en tandem; samenwerking met "Op Weg"
prog
ja, product: wijkbezoeken zie hieronder
PG Dukenburg ja, verspreid over de producten uit de productgroep
PG Lindenholt ja, verspreid over de producten uit de productgroep
PG Middenzuid
ja, verspreid over de producten uit de productgroep
70
Doelenboom Wijkaanpak 2005 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm (in PG)
vindplaats
Wat gaan we daarvoor doen?
begroting 2005
Activiteiten (per stadsdeel uit PG)
PrestatieIndicator
Norm
begroting 2005
WAT MAG HET KOSTEN? Terug te vinden in financiën
Nieuw-west: overlegplatform bewonersorganisaties; open wijkscholen Heseveld en Neerbosch-oost; beschikking van Nieuw-west over twee budgethoudende bewonersorganisaties
PG Nieuwwest
ja, verspreid over de producten uit de productgroep
Oud-oost: afronding herstructurering Rooie Dorp; integratie van de Limos met de aanliggende wijken en het asielzoekrscentrum; continueren project Jasmijn; oprichting buurtbeheerbedrijf; bebouwing van het Dobbelmannterrein; bouw van het ROC naast het station
PG Oud-oost
ja, verspreid over de producten uit de productgroep
Oud-west: vervolgen van het uitvoeringsprogramma Wolfskui; wijkoverleg Oud-west; platform ons waterkwartier; platform met wijkraad Wolfskuil; stuurgroep Oud West; contacten bewonersverenigingen; aanpak jongerenoverlast met de politie en tandem; doorgaan samenwerking Stichting Toekomst Oud West Stadscentrum: uitvoering WAP Binnenstad; opstellen WAP Benedenstad; overleg bewonersorganisaties, ondernemersorganisaties en overige partners; evaluatie OBAZ projecten; samenwerking partners rond Multifunctioneel centrum
PG Oud-west ja, verspreid over de producten uit de productgroep
Waalsprong: inventarisatie voorzieningen jongeren, met name het voorzieningenhart in Oosterhout; actief ondersteunen bewonersinitiatieven Zuidrand: ontwikkeling van de centrale
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats
PG ja, verspreid over de stadscentrum producten uit de productgroep
PG Waalsprong
ja, verspreid over de producten uit de productgroep
PG Zuidrand
ja, verspreid over de
71
Scorecard Wijkaanpak 2005 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Worden alle hoofddoelstellingen genoemd op programma niveau? 4. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 5. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 6. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten?
min. 1
ja 1
min. 1
9
100%
3
6
9
33%
100%
2
7
9
22%
100%
19
100%
3
6
9
33%
7. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 8. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator?
100%
9
10
19
47%
3
3
0%
9. Is iedere prestatie-indicator voorzien van een norm? 10. Is iedere activiteit terug te vinden in de productbegroting?
100%
0
0%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
100%
100%
17
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
9
9
19
2
19
100%
89%
72
Doelenboom Wijkaanpak 2005 vergelijking Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect
Hoofddoelstelling
Effect-Indicator
Norm (in PG) Sterke wijken, sociale stad'. 'Schoon, heel, veilig 1. Het verbeteren/bevorderen van de 1. algemene oordelen Dukenburg = 7 leefbaarheid en het versterken van de (waardering) van de eigen Lindenholt = 6,9 en sociale samenhang' zijn belangrijk sociale relaties en samenhang elementen. Daarop aansluitend is het Midden-Zuid = 7,7 buurt: verbeteren van de dagelijske leefomgeving en Nieuw-West = 7,2 het versterken van sociale banden in de stad Oud-Oost = 7,8 essentieel Oud-West = 6,5 Stadscentrum = 7,3 Waalsprong = 7,5 Zuidrand = 7,2 2. De beleving van de sociale aspecten
Dukenburg = 5,8 Lindenholt = 6 Midden-Zuid = 6,6 Nieuw-West = 6 Oud-Oost = 6,6 Oud-West = 5,7 Stadscentrum = 5,7 Waalsprong = 7,2 Zuidrand = 6,2
vindplaats begroting 2005 prog
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten (per stadsdeel uit PG)
Norm
vindplaats begroting 2005
prog
2. Het vergroten van de betrokkenheid van de bewoners bij hun dagelijkse woon- en leefomgeving en het stimuleren van het zelforganiserend vermogen van wijkbewoners
prog
3. Het beïnvloeden van het beleid en de werkwijze van de gemeentelijke organisatie
prog
Opbouwen en benutten van de netwerkstructuur Maken van integrale plannen: wijkaanpakplannen, convenanten, wijkvisies, experimenten Wijkbezoeken Wijkposten Wijkaccomodaties Flexibele wijkaanpak
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
PrestatieIndicator
prog prog
prog prog prog prog
73
Scorecard Wijkaanpak 2005 vergelijking Criteria
Norm ja
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling explictiet vertaald in één of meer activiteiten? 6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7 Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
Antwoord nee
totaal
0-50%
Waardering 50-90% 90-100%
min. 1
1
1
1
min. 1
3
3
3
100%
1
100%
18
2
3
33%
18
100%
100%
3
3
0%
100%
6
6
0%
100%
3
3
0%
0
0%
100%
74
Doelenboom Wijkaanpak 2006 Wat willen we bereiken? Beoogd maatschappelijk effect De leefbaarheid in de wijken verbeteren en bevorderen en om sociale relaties en samenhang te versterken. Werken aan de leefbaarheid betekent ook dat de Wijkaanpak de ogen en oren van de wijk op het stadhuis en van het stadhuis in de wijk wil zijn.
Hoofddoelstelling 1. Het college wil voor de stadsdelen in 2006 bereiken dat de scores op de indicatoren 'waarderin over deiegen buurt'en 'beleving sociale aspecten': in Dukenburg en het Stadscentrum tenminste gelijk blijven; In de Waalsprong en Oud oost gelijk blijven; In Lindenholt, Nieuw west, Oud west teminste gelijk blijven; in Midden zuid en Zuidrand verbeteren, richting het stedelijk gemiddelde
Effect-Indicator
Norm
1. waardering eigen buurt
Dukenburg 7,0 Stadsecntrum 7,3 Waalsprong 7,5
2. Beleving sociale aspecten
Oud-oost 7,8 Lindenholt 6,9 Nieuw-west 7,1 Oud-west 6,5 Midden-zuid 7,7 Zuidrand 7,2 Dukenburg 5,8 Stadsecntrum 5,7 Waalsprong 7,2 Oud-oost 6,6 Lindenholt 6 Nieuw-west 6 Oud-west 5,7 Midden-zuid 6,6 Zuidrand 6,2
2. Het stimuleren van het gebruik en bezoek van wijkaccomodaties door (allochtone) jongeren
3. Het stimuleren van het gebruik van bezoekersaanta de wijkpost llen
4. Vergroten van de betrokkenheid en het zelforgansierend vermogen van de bewoners bij hun dagelijkse woon- en leefomgeving door medesturing aan andere programma's
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
vindplaats begroting 2005 prog
Flexibel geld inzetten voor een flexibele wijkaanpak Doorgaan met wijkbezoeken Inzet van wijkacoomodaties Het onderhouden en uitbouwen van de netwerkstructuren in de stadsdelen Maken van integrale plannen:wijkvisies, wijkaanpakprogramma's, convenanten , experimenten
Prestatie- Norm Indicator
vindplaats begroting 2005 prog prog prog prog
prog
prog
prog
stijging 5%
Wat gaan we daarvoor doen? Activiteiten
prog
prog
Jongerenactiviteiten in Hatert en in de Ark Het geschikt maken van wijkcentrum Schalmei voor jongerenactiviteiten Maken van voorzieningenharten Inzet van de welzijnsstichting Tandem Gemeentelijke subsidie voor huisvesting Ervoor zorgen dat de wijkposten bemenst zijn en voldoende gefaciliteerd De doelgroepen worden zoveel mogelijk uitgenodigd richting een wijkpost, door activiteiten op te zetten die gericht zijn op de ontwikkelingen en gebeurtenissen in de wijk Mogelijkheid creëren voor het houden van spreekurenzodat een intensiever gebruik wordt gemaakt van wijkposten door interne en externe functionarissen Relatiemanagement door de wijkmanagers
prog prog
prog prog prog prog
prog
prog
prog
75
Scorecard Wijkaanpak 2006 Criteria
Norm
Antwoord nee
1. Is er een beoogd maatschappelijk effect benoemd? 2. Zijn er één of meerdere hoofddoelstellingen benoemd? 3. Is iedere hoofddoelstelling voorzien van een effect-indicator? 4. Is iedere genoemde effect-indicator voorzien van een norm? 5. Is iedere hoofddoelstelling expliciet vertaald in één of meer activiteiten?
min. 1 min. 1
4
100%
2
100%
19
19
100%
100%
4
4
100%
6. Is iedere activiteit expliciet gekoppeld aan een hoofddoelstelling? 7. Is iedere repeterende activiteit gekoppeld aan een prestatie-indicator? 8. Is iedere genoemde prestatie-indicator voorzien van een norm?
100%
14
14
100%
Rapport Gebroken Verbinding - Bijlagen
100% 100%
totaal 1
0-50%
Waardering 50-90% 90-100% 1
ja 1
4 2
6
4
4
50%
6
0%
0
0%
76