Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,
Het valt mij steeds weer op: Wil je iets begrijpen van het evangelie van Matteüs, dan moet je het Oude Testament er bij houden. Op belangrijke momenten in het evangelie, wijst Matteüs steeds naar de oude verhalen. De boeken van Mozes, de Thora, de profeten, en dan vooral Jesaja, en de andere boeken uit de Hebreeuwse Bijbel, de geschriften, zoals de psalmen. Kerst en Pasen zitten bij Matteüs vol met verwijzingen naar het Oude Testament, en ook het verhaal van vandaag, de doop van Jezus in de Jordaan, krijgt kleur en invulling door teksten van de profeet Jesaja.
Jezus wordt gedoopt door Johannes, en als hij uit het water komt, klinken woorden uit Jesaja 42: ‘Dit is mijn dienaar, mijn zoon, in hem vind ik vreugde’. De Geest van God daalt neer in de vorm van een duif, en ook dat wijst naar Jesaja 42: ‘Ik heb hem met mijn geest vervuld’.
Als we willen begrijpen wat er gebeurt in Matteüs 3, dan is het goed om eerst naar Jesaja 42 te kijken. 1
Wat mij opviel aan Jesaja 42, is dat over God wordt gesproken als: “de HEE R, die de hemel heeft geschapen en uitgespannen, die de aarde heeft uitgehamerd”. Een machtige, almachtige God, die alles lijkt te kunnen. Als iemand hemel en aarde kan maken, dan moet orde scheppen in de puinhoop die de wereld is, een fluitje van een cent zijn. Dat hoor ik ook vaak teug in gesprekken: ‘Als God er is, waarom doet hij er niets aan? De oorlog in Syrië en her en der in Afrika. Het geweld en de onrecht. Maar vooral: de ziekte en dood van mensen waarvan we houden. Waarom doet God er niets aan?’
Maar zo werkt het dus niet. De God die hemel en aarde heeft gemaakt is geest, ongrijpbaar. Je kunt er je hand niet op leggen. En je kunt God zeker niet naar je hand zetten. God is geest, en waait, broedt, inspireert. God is de levensadem van de schepping, de levensgeest van al wat leeft. 2
God is geest, Spirit. En God werkt door inspiratie. Gods werk, Gods scheppingswerk gaat door, door mensen te inspireren, door mensen in beweging te zetten.
Als Jesaja vertelt over Gods toekomst, dan vertelt hij niet over een God, die ‘zelf even orde op zaken komt stellen’ door de wereld op z’n kop te zetten. Jesaja vertelt over Gods dienaar. God roept, God inspireert een mens om te doen wat goed is. God inspireert mensen om de schepping voort te zetten en af te maken. God inspireert mensen om de krachten van chaos en onderdrukking, krachten, die de schepping dreigen te vernietigen, om die te stoppen en om te keren.
God inspireert een mens, die werkt in de geest van God: hij brandt de mensen niet af, maar richt ze op en helpt ze. Hij zet zich in voor Gods zaak, voor dat wat God na aan het hart ligt: en dat is: Gods verbond met de mensen. God, die zich onvoorwaardelijk verbindt met ons, om ons te genezen van wat ons beschadigd heeft en om ons te bevrijden van wat ons gevangen houdt. 3
Dat is de weg die God wijst, in de Thora, de boeken van Mozes, door de profeten en in de geschriften. Door nadrukkelijk te verwijzen naar Jesaja 42, laat Matteüs zien dit dat ook de weg van Jezus is. Jezus wil de weg van Gods gerechtigheid gaan en dat laat hij zien door zich te laten dopen. Door zich te laten dopen, laat Jezus zien dat hij meedoet. Dat hij meedoet in die doorgaande beweging, van schepping en herschepping, die leidt naar Gods rijk van recht en vrede: het koninkrijk der hemelen.
Lieve mensen van de Brugkerk, wij staan als gemeente van Jezus Christus, in deze traditie, en ook wij worden uitgenodigd om deze weg te gaan. Ik geloof dat God ook vandaag werkt door mensen te inspireren, te roepen. Zijn schepping gaat door en krijgt vorm door u en door mij. Wij zijn allemaal mensen, die zijn geroepen om iets van Gods toekomst te laten zien. Op je eigen manier en op je eigen plek, kunnen kleine wonderen van schepping en herschepping gebeuren: 4
Mensen die opbloeien doordat ze vertrouwen krijgen. Mensen die langzaam genezen van de wonden van het leven, door de liefde die we delen. Mensen van wie de ogen opengaan, voor wie ze mogen zijn, zoals ze zijn, als we elkaar blijven vertellen dat we geliefde en gekende kinderen van God zijn, allemaal, zonder iemand buiten te sluiten.
Ik zei het net: ik geloof dat God ook vandaag werkt door mensen te inspireren, te roepen. Dat zien we in het bijzonder bij de ambtsdragers: mensen die zich geroepen voelen, om de gemeente te dienen en voor te gaan in die weg van God, die weg van het vervullen van Gods gerechtigheid. Ouderlingen en diakenen, predikanten en kerkrentmeesters: in de vraag van de gemeente om ambtsdrager te worden, herkennen ze iets van de roeping, de inspiratie van God, om zich in te zetten voor wat goed is. Ze stappen in de rij van de ‘dienaren van God’, de mensen die Gods wil willen doen. En net als bij Jezus, wil Gods geest zich aan hen verbinden.
5
En als teken van die geest krijgt ieder ambtsdrager bij de bevestiging de handen opgelegd. En dan zegt God: ‘Ook jij bent mijn geliefde dienaar, jou zal ik steunen. Ik word er blij van dat je dit doet, in jou vind ik vreugde’.
Gemeente van Jezus Christus, wij worden gevraagd om de weg van God te gaan, om bevrijding en genezing in de praktijk te brengen en zo Gods gerechtigheid te vervullen. Daarom is het goed dat er steeds weer nieuwe mensen zijn, die zich daarvoor willen inzetten. Daarom ben ik blij met de keus van Miny Roessink en Gerda van Beesten om een taak als ambtsdrager op zich te nemen. Miny als ouderling-kerkrentmeester, Gerda als ouderling-scriba. En daarom vind ik het jammer, dat er geen nieuwe diakenen zijn gevonden. Want als er één groep is, die zich praktisch en concreet inzet voor gerechtigheid, en voor hulp aan hen die dat nodig hebben, dan zijn het de diakenen. De dienst van Gods mensen aan de wereld, is vooral aan hen toevertrouwd. Het diaconale werk maakt van Gods kerk een geloofwaardige gemeenschap. en de diakenen helpen ons om naar buiten blijven kijken. Diakenen zijn onmisbaar voor de kerk en diakenen zijn onmisbaar voor de wereld. 6
Gemeente van Jezus Christus, wij worden als gemeente gevraagd om de weg van God te gaan. Iedereen, of je nu ambtsdrager bent of niet. Iedereen, op je eigen manier en je eigen plek. We worden gevraagd om de weg te gaan van de Wet en de Profeten, in het spoor van Jezus Christus. U kent het evangelie en u weet dat de weg die Jezus ging, geen makkelijke weg was. De doop symboliseert dat al: het is een weg door de diepte. Door het water van de dood.
Gods weg roept weerstand op. Ook bij onszelf. Teleurstelling, tegenvallers, frustratie soms. Of moedeloosheid: waar doe je het allemaal voor?
Maar het verhaal van het evangelie, is ook een verhaal van opstanding. Opstaan uit het water, opstaan uit de dood. 7
Door de dood heen ontstaat nieuw leven. Gods toekomst van recht en vrede komt. Zo gaan wij als gemeente de weg van God. In het spoor van de opgestane Christus. Jezus Christus, die het levende voorbeeld was van de woorden Jesaja: ‘Ongebroken en vol vuur, zal hij het recht op aarde vestigen.’
Ongebroken en vol vuur.
Daartoe helpe ons God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
G: AMEN
8