A
gemeente Eindhoven
Inboeknummer Verslagnummer Bladnummer 1 Aanwezig 42 leden 10 november 2011
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 4 oktober 2011, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 19.30 uur, schorsing 19:00 uur, vervolg 20:00 uur, schorsing 23:00 uur. Uitnodiging aan
R. van Gijzel drs. W.G.F. Aarts mw. A.M.J. van den Berkvan Bragt dr. B. Bonsen M. Bouassria H. Bouteibi F. van den Broek F.J.A.G. Depla M. van Dorst J.A.A.M. van Erp mw. J.W.H.M. HeesterbeekSenders M.J. Houben MBA E. Isik mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij mw. B.G.M.W. van Kaathoven mr. P.P.H.A. Leenders ing. J.R. Legrom mw L.H. Lioe-Anjie mw drs. M.C.T.M. List-de Roos E.R. Maas A. Meulensteen ing. P.A. Mulder ing. T.J.H. van den Nieuwenhuijzen
Aanw.
Uitnodiging aan
voorzitter D66 TROTS
X X X
drs. J. Verheugt F.A.M. Noldus M.F. Oosterveer
griffier OAE VVD
X X X
D66 GL PvdA VVD PvdA D66 SP SP
X X
VVD D66 PvdA LPF OAE GL LE D66
X X X X X X X
CDA PvdA VVD
X X X
drs. M.G. Punte mw. drs. E. Quanten A.W.C.M. Raaijmakers R.G.J. Reker A.J.A. Rennenberg mw. drs. R.J.A. Richters K.M. Rijnders mw. M.J.S. de RooijDriessen ir. J. Rozendaal Mw. A.J.M. Schoots mw. P. Sodenkamp
VVD PvdA FPS
X X X
SP CDA VVD PvdA VVD
X X X X X
N.H. Stoevelaar C.M. Stroek ir. E. Thewissen Y. Torunoglu MA mw drs. W.C.F.M. Verhees
CDA LPF VVD PvdA PvdA
X X X
SP PvdA FM GL
X X X X
R. Verkroost mw. drs. K. Wagt C.H.B. Weijs A.J.O. Wijbenga
D66 CDA CDA CDA
X X X X
J.F.A. van Zijl
GL
X
X X X X X
Aanw.
X
A
Verslagnummer
Wethouders: H. Brink ir. G.C.S.M. Depla mw. drs. M.C.T. Fiers mw. drs. P. Pistor
X X X gem.secr.
ir. J.B. Helms mw. drs. H.T.M. Scholten mw. drs. M.-A. Schreurs
X
Afwezig met kennisgeving: de heer H. Bouteibi, mevrouw E. Quanten en de heer Y. Torunoglu.
2
X X X
A
Verslagnummer
Verslag van het gesprokene 1.
Opening en mededelingen.
1.1.
Bijzondere gebeurtenis; Ereteken voor Joke de Haas.
[Aanwezigen gaan staan en applaudisseren als Joke de Haas binnenkomt.] Voorzitter: U mag weer gaan zitten hoor. Goedenavond, dames en heren, leden van de raad, mensen thuis en op de tribune. Een volle zaal, Joke in het midden en Henk Schreurs ernaast, als haar ‘maatje’ zoals ze dat zelf zegt. Joke gaat zo meteen een Duitse lezing houden. Dat heeft ze net verteld. Er zou een Duitse minister komen die zeer geïnteresseerd is in hoe wij dat allemaal regelen met zelfhulpgroepen. Wij hadden al gevraagd of ze dat in het Duits voorbereid had, maar dat was niet het geval. Dat deed ze gewoon uit de losse pols. Welkom bij deze bijzondere raadsbijeenkomst, speciaal ook voor de mensen op de tribune. Wij zijn heel blij met uw komst. U weet volgens mij niet precies waarvoor u gekomen bent. U raadt dat wel en nu is het allemaal een stuk duidelijker geworden, en het is goed dat u hier bent. Als u goed om u heen kijkt, merkt u dat u elkaar mogelijkerwijs kent op een of andere manier via het netwerk van het Zelfhulp Netwerk Zuidoost Brabant. Dat is ook de reden waarom wij hier zijn. Wij zijn hier allemaal voor jou, Joke. Joke de Haas – ja, van ‘mevrouw’ wil ze niets weten... ‘Mevrouw’ laten we thuis. Joke, je zit hier niets voor niets. Je bent nog ontwetend over wat je te wachten staat – althans dat was je tot een half uurtje geleden, maar je begint nu wel een beetje aan te voelen waar dit allemaal naartoe gaat. Uit het diepst van ons hart vinden wij het hier allemaal geweldig dat dit vanavond gaat gebeuren. Ik ga eerst wat historische lijnen proberen te schetsen over de zelfhulpgroepen. Daarna kom ik uit in het heden. Ik begin bij eind jaren zeventig en begin jaren tachtig. Je zag toen in heel veel terreinen van de samenleving een soort golf van democratisering. Dat gold ook voor de gezondheidssector. Iedereen die wat ouder is, weet wel dat het gezag van de instituten, de arts, de hulpverleners, onaantastbaar was. Die kwam toen steeds meer onder druk te staan. De alwetendheid (de arts wist alles, wij mochten van onszelf niks weten) was natuurlijk aan de orde van de dag op dat moment. Dat moest echt veranderen. Een thema daarbij was dat niet de kwaal centraal moest staan, maar heel de mens. In die tijd wordt dan ook een begin gemaakt met het versterken van de positie van de cliënten, onder andere door de vorming van cliëntenraden. Niet alleen binnen het zorgsysteem veranderde het een en ander, maar ook daarbuiten en vooral in het informele circuit. Cliënten/patiënten en slachtoffers bleken vooral behoefte te hebben om elkaar op te zoeken, met elkaar uitwisselingen te doen, elkaar te ontmoeten, elkaar te informeren, maar misschien wel bovenal: elkaar te ondersteunen. Er was een behoefte om leed en ervaringen met lotgenoten en elkaar te delen, om zo verder te komen. Dat zijn allemaal vormen van zelfhulp. Daaruit ontstond het idee dat er een netwerk gecreëerd moest worden van groepen die actief waren met deze vorm van zelfhulp. De heer en mevrouw Flaman – dat zegt nu nog wel wat – kwamen met het idee om dat vanuit hun eigen ervaring te organiseren. Door formalisering en samenwerking kon men zich ontwikkelen tot een goede gesprekspartner voor zorginstellingen en andere instanties.
3
A
Verslagnummer
En toch was het niet zo gemakkelijk zo’n netwerk op te zetten. Het was eigenlijk best ingewikkeld. Er waren twijfels of dat überhaupt wel iets zou opleveren. Het ging langs de instituties heen. Wat konden mensen daar nou allemaal organiseren? Het zou misschien ook wel veel te veel bureaucratiseren. ‘Zelfstandigheid’ zagen diverse groepen als een grote verworvenheid, dus dat allemaal organiseren met elkaar, zag men niet erg zitten. Uiteindelijk werd toch ook wel breed ingezien dat het netwerk vooral ook een praktische wijze zou kunnen zijn om het functioneren beter te kunnen ondersteunen, onderdak en ook faciliteiten te bieden. Inmiddels wordt de zelfhulp als een belangrijk middel gezien in het kader van onder andere de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en ook in het nieuwe sociale beleid. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat zelfhulp duidelijk een aantal voordelen voor het geestelijke, sociale en lichamelijke welzijn van de aangesloten deelnemers heeft. Dat vind ik een heel mooi tekstje: ‘Het geneest niet, maar je wordt er wel beter van’. Een bijdrage leveren aan de kostenbesparing van de volksgezondheid doet het in ieder geval ook. Bij het netwerk zijn inmiddels 57 zelfhulpgroepen aangesloten, met in totaal ruim 2500 actieve deelnemers en vrijwillige begeleiders. U moet dan denken aan groepen als mensen met een depressie, een eetstoornis, een borderlinesyndroom of groepen met anonieme alcoholisten of de partners daarvan. Van alles! Het is eigenlijk een heel bont patroon.
Even terug naar de begintijd aan het begin van de jaren negentig, wat wij noemen: de initiatieffase van de Stichting Netwerk Zelfhulp Zuidoost Brabant. Tijdens de opstartfase ging jij, Joke, al heel snel het toneel op. Dat is meer dan twintig jaar geleden. Ik ga ook nog wat over jou zeggen. Je had zelf van de vruchten van de zelfhulp mogen proeven, als deelnemer aan een zelfhulpgroep voor mensen met een fobie. Je werd daarna warm voorstander van het idee van netwerkorganisaties. Niet voor niets werd je ook wel eens de ‘moeder van de zelfhulp’ genoemd, maar zelf denk ik dat je liever aangeduid wordt als een soort dieselmotor die maar doorgaat. Dat is niet oneerbiedig bedoeld. Jouw betrokkenheid ging zelfs zo ver dat één van jouw slaapkamers dienst ging doen als hoofdkantoor van jouw organisatie. Maar ook weer niet zo lang – we hebben het er net over gehad – want na enige tijd kon de stichting beschikken over een eigen ruimte op de Bomanshof 6. Ze heeft net verteld aan mij dat we daar wat aan moeten doen, want het staat al veel en veel te lang leeg in de omgeving. Dat is ook niet goed. Bovendien zei ze net ook: ‘Jullie luisteren als politiek ook nog niet goed genoeg naar wat wij allemaal te vertellen hebben’. Dus let op! Als je dadelijk Joke spreekt, heeft ze nog een boodschap voor iedereen die politiek bemoeienis heeft. Ze zei: ‘Dat is van alle tijden, maar het is ook zeker van deze tijd dat mensen aan de onderkant te weinig gehoord worden en eigenlijk toch gewoon door de politiek niet verstaan worden’. Op de Bomanshof 6 nam jij als vrijwilliger de dagelijkse leiding van het netwerk op je. Dat deed je eigenlijk met een tomeloze inzet. Ik geloof dat je je wel 50 uur per week daarvoor inzette. Je vervulde binnen de stichting de functie van secretaris van het bestuur en dat deed je allemaal als vrijwilliger. In 2010 zette je een stap terug en op dit moment ben je nog adviseur van de stichting. Een goeie adviseur? Je durft niks anders te zeggen, natuurlijk, maar het lijkt mij wel goed om iemand met zo veel ervaring aan je zijde te hebben. Dit alles bracht al eerder – in 1997 - Hare Majesteit de Koningin tot de overtuiging dat je in aanmerking moest komen voor een Koninklijke onderscheiding. Daarna werd je tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau benoemd. Eerder ontving je de Vrijwilligerspenning van de stad Eindhoven. Nu is het, denk ik, nog bijzonderder, want de gemeenteraad wil jouw inzet voor het belangrijke werk voor onze stad eren en je onderscheiden met het Ereteken van de stad Eindhoven. Dat is de allerhoogste onderscheiding die wij in onze stad kennen. Met die onderscheiding willen we jou, alle mensen om je heen en iedereen die bij de zelfhulpgroepen betrokken zijn geweest, in het zonnetje zetten. Ik dank jou, Joke,
4
A
Verslagnummer
ontzettend voor je inzet voor de stad en ik vind het volstrekt terecht dat je het Ereteken krijgt. Dank je wel. [Applaus] [Alle aanwezigen gaan staan en Joke de Haas krijgt van burgemeester Van Gijzel, onder het flitsen van fotografen, de gouden brochette van het ereteken opgespeld. Hierna volgt applaus en krijgt zij een corsage opgespeld en een plaquette in handen. Henk Schreurs krijgt een bos bloemen.] Voorzitter: Joke kennende, wil ze gewoon wat terugzeggen… Kom maar Joke! Dat kan hier. Ik was een beetje snel over de schorsing. We gaan nog even door.
Joke de Haas: Lieve mensen. Ontzettend bedankt voor wat jullie me nu gegeven hebben! Een blijk van waardering. Ik weet dat ik veel gedaan heb, maar ik weet nog veel meer dat ik nog veel moet doen. Ik heb daar de gemeente bij nodig. Als ik zelfhulp in het land ga veroveren, moet ik wel iets achter me hebben. ‘Heb je nog wensen?’ Ja, ik heb nog wensen: zelfhulp moet in Nederland komen. Veruit. Ik ben met een werkgroepje bezig en ik wil nog wel eens een keer met de wethouder praten over hoe ik het beter handen en voeten kan geven. Vooral dank ik mijn mensen van het netwerk - want zonder hen was ik niet gekomen waar ik nu sta. En een fantastisch bestuur, gigantisch goeie mensen om een netwerk mee handen en voeten te geven en ‘er te zijn’ voor de mensen die het hard nodig hebben, zo veel als mogelijk is. Bedankt. Ik ben meer dan blij. Dank je wel. [Applaus] Voorzitter: Als u allemaal even blijft zitten, heeft Joke de gelegenheid naar beneden te gaan. Daar houden we dan de receptie. [Schorsing voor de receptie] Voorzitter: Ik open de vergadering en verzoek de leden hun plaats in te nemen. Ik zou graag om een moment stilte willen verzoeken om het werk van de raad te kunnen overdenken. [Stilte] Dank u wel. Welkom aan de belangstellenden op de publieke tribune, de mensen thuis via de internetverbinding en uiteraard de leden van de raad. Er zijn berichten van verhindering binnengekomen van mevrouw Quanten wegens ziekte. En van de heer Depla? Mevrouw Verhees: Die is wat later, maar komt wel. Voorzitter: Die is wat later. De heer Torunoglu in verband met verblijf in het buitenland en de heer Bouteibi in verband met ziekte. De fractie van de Partij van de Arbeid is dus uitgedund. [Lachend] Grijp uw kans, zou ik zeggen! [Gelach] Zijn er nog andere meldingen? Dat is niet het geval. Mevrouw Heesterbeek heeft gevraagd of zij een moment uw aandacht mag hebben voor een korte mededeling. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Ik heb niets nieuws meer te melden, want dankzij tweets en Twitter en dat soort zaken, mijn eigen schrijfsels naar de pers en naar jullie allemaal, weten jullie al wat ik wil zeggen, neem ik aan. Ik heb anderhalve week geleden het fractievoorzitterschap van de SP overgedragen aan Bianca van Kaathoven. Voor sommige mensen was dat een schok en een complete verrassing, maar voor ons niet. Wij hadden dat plan om dit te doen in deze raadsperiode al lang geleden gemaakt, eigenlijk al einde vorige raadsperiode. De
5
A
Verslagnummer
reden om het nu te doen – plotseling? Nou eigenlijk al voor de vakantie dus ook niet weer zo plotseling – is dat ik het op mijn werk stukken drukker heb gekregen. Ik doe graag een heleboel dingen. Ik ben best actief, maar ik wil de dingen die ik doe graag heel goed doen. Zo goed mogelijk. Daar werd ik een beetje ongelukkig van, maar ik werd weer helemaal gelukkig toen Bianca die functie accepteerde en ik haar met een gerust hart het fractievoorzitterschap kon overdragen. Zoals jullie in de krant hebben gelezen – het klopt echt – is zij dertig jaar jonger dan ik. Zij is flitsend jong van geest, kan veel sneller denken dan ik; kortom: een hele goede opvolger, een verbetering. Ik ben er heel blij om. Jullie wisten het allemaal al, maar nogmaals, ik vind het beleefder om het hier nog even te zeggen. Dat was ik altijd al van plan, maar goed, toen kwam het nieuws al naar buiten. Voor zover het nog nieuws is? Ach, het is een beetje nieuws onder ons, hè? Maar goed, bij dezen dank ik jullie ook allemaal voor de prettige samenwerking de afgelopen jaren. Die blijft gewoon voortgaan, alleen ik doe misschien hier en daar net een beetje minder. Dank jullie wel. [Applaus]
Voorzitter: Dank u wel. In ieder geval bedankt voor de collegialiteit in het presidium, want daar gaan we je wel missen. Mevrouw Van Kaathoven gefeliciteerd. Wat is nou mooier om een besluit te nemen waar twee mensen gelukkig van worden! 2.
Vaststellen van de volgorde van de agenda.
Voorzitter: Is er iemand die daar opmerkingen over heeft? Dat is niet het geval.
6
A 3.
Verslagnummer
Vaststellen van de notulen van de vergadering van 5 juli 2011.
Voorzitter: Er zijn geen berichten binnengekomen over eventuele aanpassingen of correcties. Dat is nu ook niet het geval. U kunt instemmen met het vaststellen. Dat is wel het geval. Daarmee zijn ze vastgesteld, onder dankzegging aan de notulist. 4.
Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad.
Voorzitter: Er zijn geen vragen voor het vragenhalfuur. Dit agendapunt slaan wij over. 5.
Onderwerpen waarover geen amendementen en/of moties zijn aangekondigd.
5.1.
Raadsvoorstel Dekking bijdrage in kosten sluizen Zuid-Willemsvaart.
Voorzitter: We beginnen bij 5.1 waar de CDA-fractie kort iets over wil meedelen. Ik kom dan zo meteen bij 5.2 en dan doe ik een procedurevoorstel, omdat u dat de vorige keer zo gevraagd heeft. Allereerst de CDA-fractie bij 5.1. Mevrouw Wagt: Ik wil eigenlijk alleen een stemverklaring afleggen… Na de commissiebehandeling was er bij mij behoefte om datgene wat er besproken was nog even terug te koppelen met de fractie. Wij hebben erover gesproken en hebben afgesproken om de uitleg van de wethouder te accepteren en in te stemmen met het raadsvoorstel. Toch is er bij ons de behoefte om uit te spreken dat wij het belangrijk vinden dat het voor ons de laatste keer is dat wij instemmen met het rechtstreeks verschuiven van geld dat over is van het ene project naar het andere project. Het is immers de afspraak dat geld eerst naar de algemene middelen terug moet, alvorens een andere bestemming te krijgen. Voorzitter: Dank daarvoor. Is er iemand die hier stemming over wenst? Dat is niet het geval. Dan is het voorstel aangenomen. 5.2 5.3 5.4 5.5
Raadsvoorstel Financiering Warmte-Koude Opslaginstallatie Botenlaan Herzien ontwerp raadsbesluit: Rapport Wmo-raad "Wmo-gerelateerde projecten in de gemeente Eindhoven” Raadsvoorstel Verklaring van geen bedenkingen voor de bouw van een appartementencomplex aan de Scheerderstraat Raadsvoorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan II Gestel buiten de Ring 2005 (Brahmslaan 47)
Voorzitter: Dan kom ik nu bij het voorstel zoals dat de vorige keer in het presidium is besproken. Het voorstel is om agendapunten 5.2 tot en met 5.5 in één keer in behandeling te nemen. Is er iemand die over één van die onderwerpen het woord wenst te voeren? Is er iemand die er een stemverklaring over wenst af te leggen? Is er iemand die over één van deze agendapunten wil stemmen? Dat is niet het geval. Dan zijn de agendapunten 5.2 tot en met 5.5 aangenomen.
7
A
Verslagnummer
6.
Onderwerpen waarover wel amendementen en/of moties zijn aangekondigd.
6.1.
Raadsvoorstel herverdeling gemeentelijk kunstbezit (BKR-collectie).
Voorzitter: Ik zie dat de heer Houben naar voren loopt. Dat is ook helemaal terecht want hij gaat als commissievoorzitter een korte toelichting geven over de bespreking in de commissie. De heer Houben. De heer Houben: Voorzitter, dank u wel. Concreet: agendapunt 6.1 heet ‘Herverdeling gemeentelijk kunstbezit’, oftewel BKR-collectie en de raad wordt vanavond gevraagd in te stemmen met het voorliggende raadsvoorstel. Dat betreft een zestal beslispunten. Ten eerste zegt het raadsvoorstel dat als een organisatie wordt opgeheven, de kunstwerken van de BKR dan niet terug naar de gemeente gaan. Het voorstel geeft aan dat herstel- en restauratiekosten voor de bruikleennemer zijn en de resterende kunstwerken worden verkocht na teruggave aan de kunstenaars. De laatste drie beslispunten waar wij het vanavond over hebben, is dat er een tweede ronde voor de teruggaaf aan de kunstenaars komt, dat er een fysieke en een internetveiling wordt georganiseerd, waarbij mensen kunnen bieden op de BKRkunstwerken. En het raadsvoorstel zegt dat de netto-opbrengsten rechtstreeks naar de reserve stadsverfraaiing gaan. Over dit raadsvoorstel hebben wij in de commissie van 27 september uitgebreid gesproken. Een complicerende factor was dat daar veel vragen zijn gesteld die vanwege de afwezigheid van wethouder Schreurs niet behandeld konden worden, maar die zijn afgelopen vrijdag via de mail weer aan de raadsleden rondgestuurd. Er resteren vanavond voor de discussie nog twee punten. Het eerste is dat de vraag kan worden gesteld of de herstel- en restauratiekosten voor rekening van de bruikleengever wel te handhaven zijn. Daarover heeft de SP een amendement aangekondigd. Het tweede discussiepunt zou over de vraag kunnen gaan of de eventuele opbrengsten naar het voorgestelde doel, in dit geval reserve stadsverfraaiing, gaan, of, zoals we hebben afgesproken, naar de algemene middelen. Daarover heeft de VVD een amendement aangekondigd. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Punte namens de VVDfractie. De heer Punte: Dank u wel, voorzitter. We hebben in de vorige raad, waar ik nog niet in zat, afgesproken dat netto-opbrengsten - eigenlijk alles wat vrijkomt - altijd teruggaan naar de algemene middelen. Dat lijkt mij in dit geval ook de Koninklijke weg, vandaar dat wij menen dat het zo hoort. Voorzitter: Dank u wel. Dan mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Ik kan ook heel kort zijn. Wij zijn het heel erg eens met het raadsvoorstel en we zijn het ook heel erg eens met het amendement van de VVD. Eén klein puntje: als je de kunstwerken schenkt aan de organisaties en als zij zelf verantwoordelijk zijn voor herstel en restauratie, dan geeft dat mij het gevoel van (oneerbiedig gezegd): ‘daar zijn we vanaf!’. Zo bedoel ik het niet, maar het is wel duidelijk: het was van ons, en nu is het elders. Ik denk dat je dan ook honderd procent helder moet zijn; de voorwaarde dat het werk goed beheerd wordt, is volgens mij heel moeilijk te controleren. Ik vraag me ook sterk af of we dat zouden moeten willen. Samen met Trots op Nederland en de LPF dienen wij dus een amendement in om die regel te schrappen uit het beslispunt 1b. Dank u wel.
8
A
Verslagnummer
Voorzitter: Zijn er nog anderen die het woord wensen te voeren? Dat is niet het geval. De wethouder. De heer Aarts: Voorzitter? Dank u wel. Ik had één vraag aan mevrouw Heesterbeek. In de technische antwoorden van de wethouder staat dat het auteursrechtelijk verplicht is om dit te doen. Ik vroeg mij af hoe mevrouw Heesterbeek dit zag. Mevrouw Heesterbeek: Dat is een beetje ’n moeilijke. Zullen we het de wethouder mij iets duidelijker laten uitleggen, dan? In principe vind ik: ‘weg is weg’. Ik bedoel: dan is het over. Ik ben niet overtuigd door het antwoord van de wethouder, maar daar wacht ik graag op. Dank u wel. Voorzitter: De heer Weijs. De heer Weijs: Wij zijn ook benieuwd naar hoe de wethouder staat tegenover het bestemmen van de opbrengst. Wij kunnen ons daar als CDA heel goed in vinden, omdat wij dat natuurlijk in de stad vaker doen. Bijvoorbeeld vastgoed gaat ook niet naar de algemene middelen, maar gaat gewoon naar het vastgoedbedrijf. Dan is het misschien ook belangrijk om door u overtuigd te worden van het uitstekende en zeer goede doel, waar u het geld aan wilt besteden. Voorzitter: De wethouder. De heer Van Dorst: Voorzitter, mag ik daar iets op vragen? Voorzitter: U wilt iets aan de heer Weijs vragen? De heer Van Dorst: Ja, ik wil iets aan de heer Weijs vragen en mevrouw Wagt hoorde ik trouwens net uitspreken dat dit de allerlaatste keer was dat zij zou instemmen met het besteden van middelen die overblijven naar een ander potje dan algemene middelen. Ik ben dus even benieuwd of ik dat goed gehoord of begrepen heb. Dank u wel. De heer Weijs: Er is een verschil tussen bestemmingsreserves en voorzieningen. Laten we daarover even heel duidelijk zijn. Jan-Carel Schut heeft het gehad over bestemmingen en voorzieningen en het gerommel van colleges om achter de schermen geld van de ene voorziening naar de andere bestemming over te hevelen. Daar heeft hij honderd procent gelijk mee gehad. Hier gaat het als het ware om een stukje tafelzilver - weliswaar met wat vlekjes… zoveel is het niet meer met dat BKR – maar uiteindelijk is het toch iets anders dan de bestemmingen en de reserves waar Jan-Carel Schut zijn uitspraak toen raadsbreed mee ondersteund zag. De heer Oosterveer: Dat heeft Thorbecke ook al gevonden. [Gelach] Voorzitter: De wethouder. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, mijnheer Weijs heeft natuurlijk volkomen gelijk: het gaat naar een voorziening. Ik zou bijna zeggen: in tegenstelling tot de verschuiving bij het Beatrixkanaal, waar helemaal geen sprake is van een voorziening. Mevrouw Wagt heeft volledig gelijk om te zeggen dat dat niet via de Koninklijke weg is gegaan. In dit geval is er vooral het respect - om op een bepaalde manier om te gaan met wat mensen gemaakt hebben. Volgens de regels van toen en de regels van nu is er kunst geproduceerd, waar je ook een financiële waarde aan kunt hechten. Volgens de regels van de waarde van de kunst en het auteursrecht, bied je het in
9
A
Verslagnummer
eerste instantie aan de maker terug. Als zij dat afwijzen, stellen zij het feitelijk ter beschikking van het algemeen belang, zoals het eigenlijk al eerder een onderdeel geweest is van de gemeenschap. Het is dan in onze optiek logisch om de opbrengsten daarvan (na aftrek van de kosten van de veiling) ook weer in te zetten voor iets wat de stad algemeen verfraait, net zoals die kunstobjecten de particuliere plekken en algemene plekken waar ze terechtkomen verfraaien. Dat is de reden dat wij zeiden: het is in dit geval wel aardig om gewoon recht te doen aan waar het ooit vandaan kwam en aan het auteursrecht waar mensen eigenlijk afstand van hebben gedaan door het op een vergelijkbare manier weer in deze stad in te zetten. Maar het is aan u om te beslissen hoe u ermee omgaat.
Het andere is: dit college hecht eraan om geen dingen op te schrijven die zij niet in staat is te handhaven. Vandaar dat wij de motie van de SP afwijzen. Wij snappen dat u juist uiting geeft aan de waarde van het kunstwerk. Wij gaan ervan uit dat de instellingen die het in bezit krijgen het zelf ook waarderen (want anders zouden ze het ook gewoon weer ter beschikking kunnen stellen) en zij zullen er zorgvuldig mee omgaan. Als ze dat niet meer zelf willen doen, kunnen ze het vervreemden en heeft iemand anders natuurlijk moreel de opdracht om daar goed voor te zorgen. We verwachten dat het vanuit zichzelf al genoeg aanleiding geeft om er zorgvuldig mee om te gaan. Voorzitter: Oké. Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Voorzitter, dank u wel. Mevrouw de wethouder, begrijp ik dat wij nu eigenlijk een heel talige discussie voeren en dat we eigenlijk precies hetzelfde bedoelen? Mevrouw Schreurs: Ja, maar als u wilt dat wij het gewoon op deze manier opschrijven, betekent het dat wij de verplichting hebben om te gaan controleren of er goed mee is omgegaan. Dat gaan wij gewoon niet doen. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek denkt er nog over na. Mevrouw Heesterbeek: … Ja. Voorzitter: Ik kijk of er nog behoefte is aan een tweede termijn. De heer Punte? Nee? De heer Punte: Nee, er is geen behoefte, maar wij dienen het amendement gewoon in. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek, een tweede termijn? Mevrouw Heesterbeek: Ja, voorzitter, ik zeg het maar eerlijk: ik heb het gevoel dat wij langs elkaar heen praten. Ik snap het niet meer precies. Ik ga ervan uit dat als je werk aan die organisatie schenkt, je dan niet meer de mogelijkheid hebt om te controleren (of moet je dat niet meer willen). Daarom dien ik dit amendement in. Volgens mij is dat precies hetzelfde als wat de wethouder zo-even zei. Maar goed… Voorzitter: De heer Weijs? Anderen nog? Heeft de wethouder nog behoefte om te reageren? Mevrouw Schreurs: Voorzitter, omdat mevrouw Heesterbeek het zo expliciet stelt, verzoek ik om gewoon door te gaan met de rest van de vergadering. Dan zal ik even kijken of er inderdaad geen licht zit tussen wat de SP-fractie van het college vraagt en de positie van het college.
10
A
Verslagnummer
De heer Rozendaal: Voorzitter, mag ik ook nog even iets? Ik ben als raadslid wiens portefeuille dit niet is, teksten aan het lezen. Als ik de tekst lees in het amendement van de SP, staat daar letterlijk dezelfde tekst als in het voorstel van het college. Kan iemand mij uitleggen wat het verschil is?
Voorzitter: Dat gaat de wethouder dadelijk doen. Dat was een ordevoorstel; om een exegese te doen op de tekst en daarover zo meteen een nadere mededeling te doen. Het voorstel is om dit punt even op te schorten in de behandeling en te hervatten nadat we agendapunt 6.2 hebben behandeld. Kunt u daarmee instemmen? Dan komen we zo terug bij de behandeling van 6.1. 6.2.
Raadsvoorstel tot gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Bedrijventerrein GDC-Noord 2009”.
Voorzitter: Allereerst geeft de heer Oosterveer als voorzitter van de commissie een korte toelichting. Daarna heb ik woordmeldingen van de heer Rijnders en de heer Van Erp. De heer Oosterveer. De heer Oosterveer: Dank u wel, voorzitter. In de vergadering van 27 september hebben we uitvoerig over dit onderwerp gesproken. We hebben met name veel gesproken over de externe veiligheid die in het bestemmingsplan is toegevoegd. De raad heeft op 19 mei 2009 de Visie externe veiligheid; risico’s de maat genomen vastgesteld. De visie is juridisch vertaald in een bestemmingsplan en in de visie is GDC-Noord uitdrukkelijk aangewezen als een bedrijventerrein waar uitbreiding van bestaande en nieuwe vestigingen van risicovolle bedrijven is toegestaan onder voorwaarden. De opname in het bestemmingsplan geeft de gemeente extra instrumenten om die risico’s zo klein mogelijk en beheersbaar te maken. We hebben daar met elkaar over gediscussieerd. ‘leefbaar eindhoven’ heeft een amendement aangekondigd om de huidige situatie met maximaal drie jaar te bevriezen. De commissie zelf heeft verdeeld geadviseerd, dus ik verwacht hier nogal een vrij uitvoerige discussie over. Drie fracties zijn negatief. Vier fracties hebben een stemvoorbehoud. Vier fracties hebben in principe positief geadviseerd. Eén fractie was niet aanwezig. De drie moties en het amendement (A2) zijn tijdens de vergadering niet expliciet aangekondigd. Tot zover mijn introductie over dit onderwerp. Voorzitter: Dank u wel. Zoals gezegd, heb ik woordmeldingen van de heer Rijnders en de heer Van Erp. Zijn er nog andere woordmeldingen? … [Schrijft meerdere namen op] Dan is nu het woord aan de heer Rijnders. De heer Rijnders: Dank u wel, voorzitter. In de commissie noemde ik het al een ‘pijndossier’ en ik ben daar niet vanaf geweken, zeker niet na de inspanningen die ik de afgelopen week na de commissie heb geleverd om nog meer duidelijkheid te krijgen in het dossier. Voorzitter, het eens zo idyllische kerkdorpje Acht is in de loop der jaren volledig ingelijfd door de grote stad Eindhoven. Dat heeft zo zijn voordelen gehad, maar ook nadelen. Laten we eerlijk zijn: er is niet meer veel van het idyllische over. Zelfs het adviesrecht dat gebruikt werd voor de leefbaarheid van de omgeving wordt ze afgenomen. Maar dat terzijde. Inmiddels is Acht, op de zuidelijke zijde na, omsloten door industrie, zware industrie, zelfs tot in de lucht. Om dat allemaal mogelijk te maken zijn er vele besluiten genomen, waarvan je je op dit moment mag afvragen of ze wel zo goed zijn geweest. Nu ligt er weer een besluit, waarin aan de ene kant expliciet wordt gekeken naar de borging van de veiligheid van omwonenden – dat is dus een goede zaak – maar
11
A
Verslagnummer
waarin anderzijds de mogelijkheid wordt geschapen om nog meer (voorzitter, laat ik maar ongenuanceerder zijn…) ‘bagger’ binnen het gebied te brengen.
Voorzitter, kijkend in de spiegel vraag ik me af – ik denk met recht – of dit wel zo verantwoord is en is geweest. Oké, ontwikkelingen houd je niet tegen, vooruitgang ook niet - dat willen wij ook niet - maar er zijn wel grenzen. Wij, ‘leefbaar eindhoven’ denken op dit moment wel dat met dit voorstel zoals het er ligt, de grens van verantwoordelijkheid op grove wijze wordt overschreden. Temeer daar dit dossier niet volledig is, met het oog op de ontwikkelingen rond de Airport, het rangeerterrein, het NS-station, de toe- en afrit van de A2, de landelijke norm van VROM en (zoals we dit vandaag hebben kunnen ervaren) landelijk Strijp. De vraag is dus of we hier onomkeerbare besluiten moeten nemen, met alle gevolgen van dien. Daarnaast, vindt ‘leefbaar eindhoven’ dat als je als stadsbestuur de verantwoordelijkheid hebt om de burgers optimaal te beschermen (in het bijzonder voor factoren zoals deze) men dat niet doet om wederom een besluit te nemen over een onvolledig gewijzigd bestemmingsplan. Derhalve, voorzitter, kan het niet zo zijn dat je omwille van het één, het ander moet accorderen en vraag ik de raad zich hier eens goed in te verdiepen, over een aanpassing in dezen en daarover te discussiëren, wat tijdens de commissie niet echt goed tot zijn recht is gekomen. Dat is ook wel begrijpelijk, want het is een heel groot technisch dossier. De heer Rozendaal verwoordde het in de commissie eigenlijk best goed: je hebt emotionele aspecten en rationele aspecten. Hij vergat echter de verantwoordelijkheden te benoemen en dat, voorzitter, was kort door de bocht, zeker gelet op wat in het verleden allemaal is gebeurd en is besloten. Daarom heb ik enkele mogelijkheden onderzocht en aangedragen – ik hoef ze niet allemaal voor te lezen – voor het debat en zal na beraadslagingen datgene inbrengen waarvan wij vinden dat ze noodzakelijk zijn in dezen. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Van Erp, namens de SPfractie. De heer Van Erp: Dank u wel, voorzitter. De SP had eigenlijk het liefst gezien dat er een bestemmingsplanwijziging was voorgelegd dat bedrijvigheid mogelijk maakt met beperkte en acceptabele risico’s en effecten voor het milieu en de veiligheid. Op de eerste plaats voor de inwoners van Acht, maar zeker ook voor de mensen die straks op het industrieterrein komen te werken. Met de vestiging van een risicovol bedrijf als Van den Anker, heeft de SP altijd grote moeite gehad, maar die ontwikkeling is kennelijk niet meer terug te draaien. We richten ons daarom vooral op het beperken van de gevolgen voor het milieu en de veiligheid. We hebben daarom moeten constateren dat het voorliggende bestemmingsplan onvoldoende rekening houdt met de optelsom van de effecten van zowel dit bedrijventerrein als van Eindhoven Airport, de verbreding van de A2, het railverkeer en de toekomstige ontwikkelingen daarvan, en misschien nog wel het allerbelangrijkste: de ontwikkeling van Landelijk Strijp, waar het bedrijventerrein straks middenin komt te liggen. Het is uit de stukken en tijdens de besprekingen onvoldoende duidelijk geworden of en in hoeverre plannen voor bijvoorbeeld een nieuw treinstation, een rangeerterrein, door kunnen gaan of belemmerd worden door gevaarlijke en vervuilende industrie op het bedrijventerrein. Ook is het niet duidelijk aan welke milieu- en veiligheidseffecten bewoners van Acht en de mensen die op het bedrijventerrein werken, blootstaan of bloot komen te staan. Wij staan daarom achter de overwegingen bij de moties en amendementen van ‘leefbaar eindhoven’ en zullen ze zoveel mogelijk steunen. Zelf overwegen we een motie in te dienen die beoogt om
12
A
Verslagnummer
de effecten in en om het gebied beter in kaart te krijgen en zo nodig het beleid erop af te stemmen. Dank u. Voorzitter: Dank u wel, dan is nu het woord aan de heer Rennenberg namens het OuderenAppèl Eindhoven.
De heer Rennenberg: [Heeft een stapel papierwerk bij zich.] Voorzitter, vrees niet, ik ga hier niet uit voorlezen, maar het zijn documenten die een raadslid moet bekijken als wij het bijvoorbeeld hebben over bedrijfsplan in Acht. Dat wil zeggen dat je heel goed beslagen ten ijs moet komen, wil je alles weten. Ik ben er ook van overtuigd dat het college de zaak goed heeft onderzocht en dat het college zo min mogelijk risico wil lopen, ook voor de mensen in Acht. Maar als je het hebt over ‘bedrijven met een risico’ houdt het woord ‘risico’ al in dat je risico loopt. We hebben hier in de afgelopen jaren stevige discussies gevoerd over de cirkels waarin de mensen die in Acht wonen gevaar zouden kunnen lopen als er een calamiteit zou plaatsvinden. Ik moet u zeggen - het is wel iets van een oude beroepsmatigheid – dat ik zelf ook wel schrik als ik die stukken allemaal lees. We hebben het juridisch allemaal mooi vertaald. Maar de juridische vertaling in een stuk kan de angst bij mensen niet verminderen. Als je gisteravond (hoorde ik van collega’s die daar gisteravond zijn geweest) de mensen in Acht hoort… een volle zaal die toch afstand neemt van hetgeen het college wil beslissen, dan zit er voor een simpel raadslid, die zoveel documenten moet nalezen, eigenlijk maar één ding op: om de gevoelens van het volk in Acht te vertalen en dat zijn angstgevoelens. Dat wil ik doen. Daarom zal mijn partij in ieder geval niet voor stemmen en de amendementen en moties zullen wij ook niet ondersteunen, want het gaat over risico en wij willen risico uitsluiten. Die mensen woonden daar eerder als dat er bedrijven werden gevestigd. Ik moet mijn hand ook in eigen boezem steken. Ik vind dat wij in het verleden niet goed hebben gekeken wat daar allemaal staat te gebeuren en ik vind gewoon dat daar toch paal en perk aan moet worden gesteld. Maar ik weet ook wel, voorzitter, dat mijn ‘nee’ het niet zal halen. Voorzitter: Dank u wel. De heer Rijnders heeft een vraag aan de heer Rennenberg. De heer Rijnders: Mijnheer Rennenberg. Ik hoor u zeggen dat je alles moet doen om de veiligheid van de bewoners daar te waarborgen. Niets doen is in dezen geen optie. Als je niets doet, hoe denkt u dan in de huidige situatie de zaak onder controle te krijgen? We hebben kunnen kijken naar de juridische procedures die de gemeente heeft gepleegd om de zaak wel onder controle te krijgen – wat niet is gelukt. Vandaar dat hier een ander bestemmingsplan is gekomen, dan wel de externe veiligheidsvisie is opgelegd. De heer Rennenberg: We hebben gezegd dat er niet gehandhaafd kon worden. Nu hebben we de zaak juridisch zo ingekaderd dat er wel gehandhaafd kan worden. Maar handhaven of niet handhaven, het risico blijft er en dat komt neer op mensen en wij moeten er als raad voor instaan dat die mensen een veilige woonomgeving hebben. Dat hebben ze volgens mij op dit moment niet. Daarom stem ik overal tegen. Voorzitter: Ik ben bang dat u niet het antwoord krijgt wat u zoekt, mijnheer Rijnders. De heer Reker. De heer Reker: Voorzitter, dank u wel. Het voorstel tot wijziging van het bestemmingsplan GDC-Noord 2009 moet het mogelijk maken om niet alleen de huidige situatie te kunnen handhaven, maar dan is ook de weg vrij voor meerdere risicovolle bedrijven om zich daar te vestigen. Dat hebben wij begrepen uit de stukken. Risicovolle bedrijven die een reëel gevaar kunnen betekenen voor omwonenden horen dus niet thuis op een bedrijventerrein dat direct tegen een
13
A
Verslagnummer
drukke woonwijk, Acht, is gelegen en ook binnen de grenzen ligt van een stad met 200.000 inwoners. Voor dit soort bedrijven moet je andere locaties zoeken. Meerdere daar in Acht gevestigde bedrijven vrezen te maken te krijgen met ongekende, extreme en kostbare veiligheidsmaatregelen, die nu niet nodig zijn. Ook de weerstand van de Achtse bevolking tegen het onacceptabele voorstel is ongekend groot. Wij als Lijst Pim Fortuyn willen rekening houden met niet alleen de inwoners van Acht, maar ook met alle inwoners van onze stad Eindhoven, en tot ver in deze regio. Mijn fractie zal dan ook tegen dit voorstel stemmen en ook het amendement en de moties zullen wij niet ondersteunen. Voorzitter: Dank u wel. De heer Stoevelaar.
De heer Stoevelaar: Voorzitter, als je naar dit voorstel kijkt, zijn er twee aspecten die heel sterk meespelen: het technische aspect en het emotionele aspect. Waarom is dit voorstel er gekomen, moet je je dan afvragen. Dat is heel simpel: omdat wij op dit ogenblik alleen maar een bescherming hebben tegen milieuschade. Dat wil zeggen: met het huidige bestemmingsplan hebben we geen enkele bescherming tegen gevaren. Met het voorstel dat nu komt, gaan we de gevaren wel inbinden en beperken, doordat de externe veiligheid nu ook als eis in het voorstel staat. Wij vinden dit een heel goed voorstel. Het biedt Acht veel meer bescherming als wat er in het verleden was. Daarom zullen wij ook zeker instemmen met dit voorstel. De amendementen en moties doen daar heel iets aan af. Die gaan richting het emotionele stuk. Die zullen we wel steunen want wij denken dat dit toch wel een verbetering is. Dank u wel. Mevrouw Sodenkamp: Mag ik een vraag stellen aan mijnheer Stoevelaar? Voorzitter: Mevrouw Sodenkamp. Mevrouw Sodenkamp: U zegt dat wij eigenlijk blij moeten zijn dat de gevaren beperkt worden, maar hoe kunt u tegelijkertijd toestaan dat wij gevaren gaan toevoegen? De heer Stoevelaar: Wij hebben als beleid dat ook hier bedrijven met gevaarlijke stoffen gevestigd mogen worden. Dat beleid is niet veranderd. Heel simpel: het is heel goed mogelijk dat die bedrijven met gevaarlijke stoffen komen. Alleen nu, met deze toevoeging, kunnen we die gevaren heel sterk beperken. We krijgen de contouren waarbinnen de gevaren blijven en dat is veel beter dan wat wij hadden, want dat was geen enkele beperking. Daar kon je honderd ton dynamiet neerzetten en alleen maar op milieuaspecten controleren en niet op externe veiligheid. Daarom is dit duidelijk veel en veel beter. Voorzitter: Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Rozendaal. De heer Rozendaal: Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij dat de heer Rijnders mijn verhaal goed vond. Dat vind ik heel fijn. Ik denk alleen dat hij niet goed begrepen heeft dat het wel degelijk over verantwoordelijkheden ging en over verantwoordelijkheid nemen. Juist het feit dat de gemeente de risico’s in kaart heeft gebracht en heeft aangegeven waar welke risico’s liggen en hoe groot die zijn, geeft aan dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt met dit voorstel. Waarom doen wij dit? Heel simpel: het leven heeft altijd risico’s. Als u de straat oversteekt heeft u ook een risico. Als u thuis de stekker in het stopcontact steekt, heeft u ook een risico. Dat zijn dingen die u gewoon doet. We willen niet dat een industrieterrein met risicovolle bedrijven, de risico’s onaanvaardbaar verhoogt. Als u kijkt naar de manier waarop dat in elkaar zit en als u de risicocirkels ziet - daarom zijn die ook zo gemaakt – dan is de conclusie simpelweg: (emotioneel gezien misschien niet altijd even duidelijk, maar zakelijk gezien wel simpel) de inwoner van Acht heeft
14
A
Verslagnummer
meer kans om zich ’s ochtends te elektrocuteren als hij zijn broodrooster aanzet dan om te komen door een incident op het bedrijventerrein. Dat wil niet zeggen dat de inwoner van Acht zich daar fijn bij voelt. Dat ben ik met u eens. Voorzitter: Mevrouw Sodenkamp.
Mevrouw Sodenkamp: Maar deze inwoner van Acht beslist wel ’s morgens zelf of hij zijn broodrooster aan zet en dit wordt hem door zijn strot geduwd. De heer Rozendaal: Ja, dat is zo, maar er zijn natuurlijk een paar andere apparaten waar hij niet meer buiten kan, zoals zijn iPod, zijn televisie, zijn auto, zijn fiets, de straat die hij oversteekt. Het leven, mevrouw Sodenkamp, is één groot risico. Of u het leuk vindt of niet, er kan altijd iets gebeuren wat u niet zou willen. En ja, er kan op het bedrijventerrein Acht iets gebeuren wat wij niet willen. En ja, dat zou een impact kunnen hebben. Alleen het is zo ingedeeld dat de kans dat er bij de bewoning iets gebeurt zo klein is, dat de kans veel kleiner is dan wat er gewoonlijk in het dagelijks leven over u heen kan komen. Dat is een manier van risicoanalyse. Zo maak je dit soort dingen. Dat is juist bedoeld om mensen te beschermen. Dit verhaal zit zo in elkaar dat mensen geen onaanvaardbaar hoog risico lopen en daar is ook de mogelijkheid op gemaakt dat er uitbreiding van andere bedrijven komt. Daarmee wordt het risico voor de mensen in Acht niet groter of onaanvaardbaarder dan het nu is. Met dit plan wordt het zelfs beter en duidelijker dan het tot nu toe is. Ik denk dat wij het als raad de mensen in Acht niet mogen onthouden om dit voorstel aan te nemen. Voorzitter: Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Ja, u moet mij even iets uitleggen over de orde van de vergadering. Volgens mij bespreken we hier nu alleen nog moties en amendementen. De heer Rozendaal: Ja… Mevrouw Verhees: Ik heb net de heer Stoevelaar gehoord, en u nu ook. U geeft geen toevoegingen aan wat u vond in de commissie. Ik bedoel, prima, ik ben het met u eens, daar gaat het niet om… De heer Rozendaal: Het is even een korte reactie op de heer Rijnders en ik wil daarna ingaan op zijn amendementen, maar u heeft wel gelijk. Mevrouw Verhees: Maar zijn die al ingediend, of niet? Want, een stemverklaring willen wij ook wel doen, maar ik begrijp nu even niet meer waar we mee bezig zijn. Voorzitter: Ik proef ook een beetje in de discussie met de heer Rennenberg en anderen, dat in algemene zin, een uitwisseling over dit onderwerp toch nog op zijn plaats zou kunnen zijn. Mevrouw Verhees: Ja, maar u vraagt vooraf een woordmelding…. De heer Rozendaal: Ik had mij aangemeld omdat ik dit kort nog even wilde zeggen. Ik wil ook even met name op de heer Van Erp ingaan, want hij zegt: we weten niet wat voor risico’s de mensen op het bedrijventerrein lopen. Dan moet u dus even naar die cirkels kijken, want die geven juist heel duidelijk aan welke risico’s men wel en niet loopt. Dat wil niet zeggen dat u daar geen risico loopt. Dat wil niet zeggen dat u dat aanvaardbaar moet vinden, maar die kunt u wel afleiden. Voorzitter: De heer Van Erp.
15
A
Verslagnummer
De heer Van Erp: Er zijn inderdaad een aantal risico’s in kaart gebracht, maar over een hoop risico’s (bijvoorbeeld groepsgebonden risico luchtvaartverkeer) lezen we niets terug. En er staan ook nog andere dingen… De heer Rozendaal: Dat klopt. Het is ook aangegeven dat dit er nog niet is. Dan komen we op een heel ander punt… Dan gaat het dus niet over lopen over het industrieterrein, want het vliegtuig kan ook naast het industrieterrein vallen en als u daar staat, krijgt u het ook op uw hoofd. Dat is dus niet het punt. U zei: iemand die op het industrieterrein werkt, weet niet aan welk risico hij is blootgesteld. Dat weet hij wel. Met dit verhaal is dat wel duidelijk. Dan kom ik op de amendementen van de heer Rijnders. Er zit namelijk wel een aardig aspect aan want hij zegt: er zijn nog andere aspecten die wij niet hebben meegenomen. Dat heeft de wethouder ook aangegeven. Daar hebben we nog geen gegevens over, dus die kunnen we niet meenemen. Aan de andere kant is het natuurlijk zo dat het vervelend zou zijn als het aannemen van dit bestemmingsplan er straks voor gaat zorgen dat wij de noodzakelijke uitbreiding van Eindhoven Airport niet meer zouden kunnen realiseren. Wij willen dus wel even van de wethouder horen hoe die verhoudingen in die twee dingen liggen. Als wij straks geen goederendistributiecentrum meer kunnen aanleggen in … De heer Meulensteen: Voorzitter, we doen eigenlijk een beetje de commissie weer over. De heer Oosterveer: Ik zat even te wachten. Ik vond het niet helemaal ‘overdoen’ want hij ging nu in op het amendement. De heer Rozendaal: De heer Rijnders heeft een amendement ingediend waarin hij heel duidelijk stelt dat de effecten van het spoorstation en de luchtvaart meegenomen moeten worden. Ik geef even aan wat ik daar het belang van vind en op welke vraag ik graag van de wethouder nog een antwoord zou willen hebben. Voorzitter: Nee, nu gaat u echt een debat uitlokken. Zeg dan gewoon wat u ervan vindt. De heer Rozendaal: Ik zei: ik vind het heel belangrijk dat we die dingen wel goed kunnen meenemen en dat we niet straks een plan aannemen en daarmee het vliegveld niet meer kunnen uitbreiden of geen spoorstation meer kunnen aanleggen. Ik wil dus graag van de wethouder op die aspecten nog een antwoord hebben. Het antwoord daarop zal bepalen hoe onze houding is ten aanzien van de amendementen van de heer Rijnders. Voorzitter: Dan is nu het woord aan de wethouder. Mevrouw Fiers: Dank u wel, voorzitter. We hebben in de vorige raad de Visie externe veiligheid vastgesteld en daarin met elkaar een heel stevig debat gehad over op welke plekken in de stad risicovolle bedrijven op een goede plek zijn. Tot nu toe konden ze bijna op alle locaties terechtkomen. Dat betekent ook dat de aanvoer van stoffen en de afvoer van stoffen door woonwijken heen ging. Er is dus heel bewust gekozen; op welke bedrijventerreinen willen we dat wel toelaten en op welke niet. De Visie externe veiligheid, die unaniem door de raad is vastgesteld (volgens mij waren wij ook één van de eerste gemeenten in Nederland die zo’n visie heeft vastgesteld) is nu vertaald in een bestemmingsplan. Dit is het eerste bestemmingsplan dat u krijgt en er volgen er nog meer.
16
A
Verslagnummer
Het is, denk ik, heel erg goed om even aan te geven dat we redelijk ver gaan in wat wij in een bestemmingsplan regelen ten aanzien van externe veiligheid. Wij hadden bij de commissie ook bedrijven die inspraken en die zich wat zorgen maakten over wat wij nu met elkaar in dit bestemmingsplan regelen, dus ik kan u juist zeggen dat wij bij dit bestemmingsplan juist meer in handen hebben dan in het huidige. De heer Stoevelaar zei het ook al. Ik roep u ook echt op om het bestemmingsplan vast te stellen, want daarmee hebben we een juridisch kader. Er is ook nog een nadere toelichting gekomen. Daar heb ik nog niemand over gehoord, maar het besluit is straks inclusief de criteria die in de nadere toelichting zijn gekomen. Die [criteria] zijn naar aanleiding van de bespreking in de commissie nog toegevoegd. Dan ga ik even stuk voor stuk langs de amendementen. Het eerste is het amendement van ‘leefbaar eindhoven’, die vraagt om een tijdelijke beperking van de uitbreiding van gevaarlijke stoffen op bedrijven op GDC-Noord. Dat is juridisch eigenlijk onmogelijk. U bent vóór het bestemmingsplan en dan stemt u vóór, of u bent tegen, en dan stemt u tegen. Een amendement aannemen om in één zin te zeggen: drie jaar wel of niet, dat kan niet. Als u dit amendement aanneemt, bent u ook gewoon tegen het bestemmingsplan zoals het voorligt. Dan gaan we naar het volgende amendement – dat is ook van ‘leefbaar eindhoven’ – en dat is de ‘verantwoorde uitbreiding’. Als ik het goed begrepen heb, vind ik het eigenlijk wel een raar besluit, want bij het eerste besluit stelt u eigenlijk gewoon vast om het bestemmingsplan vast te stellen zoals het is gemaakt. Dat is namelijk inclusief te vertaling van de visie externe veiligheid, dus ik denk: dat is een raar besluit. Het is helemaal niet nodig, want dat doet u door in te stemmen met het bestemmingsplan. Bij het tweede geeft u het college de opdracht om te gaan werken aan een nieuw bestemmingsplan. Dat lijkt mij een beetje voorbarig. Natuurlijk is het zo dat mogelijke toekomstige ontwikkelingen betekenen dat je met aangepaste bestemmingsplannen moet komen, maar daar hebben we wel wat meer gegevens voor nodig om tot een goed en gedegen bestemmingsplan te komen. Dus het moment waarop de ontwikkelingen opportuun zijn (nu loop ik al een beetje vooruit op een motie die zo meteen van de SP komt) is het moment dat wij met elkaar zullen kijken of er een aanpassing nodig is en in welke zin. Het is dus voorbarig om onderdeel 2 van dit amendement te doen. Dan kom ik op motie M1, ‘Parkeerverbod van vrachtwagens op de openbare weg binnen het bestemmingsplan’, van ‘leefbaar eindhoven’. Als ik de motie goed begrijp, gaat het eigenlijk om het parkeren van vrachtwagens met gevaarlijke stoffen, in de veronderstelling dat daar, als zij daar staan, niet gehandhaafd kan worden. Ik zal het u besparen, maar ik heb hier van de deskundigen alle wetboeken op basis waarvan gehandhaafd kan worden door de Inspectie Verkeer en Waterstaat, het Korps Controle Gevaarlijke stoffen; als het gelinkt is aan een bedrijf wat eigenlijk een soort permanente bedrijfsvoering op de weg aan het voeren is, kan het ook in het kader van de omgevingsvergunning van het bedrijf. Als u het dus voor de handhaving vraagt, is het niet nodig, want het kan gehandhaafd worden. Daarnaast is er een verkeersbesluit in voorbereiding wat over zes weken van kracht wordt, waarmee ook het parkeren aangepakt kan worden. Volgens mij is deze motie dus ook overbodig. Dan komen we bij de motie ‘Meldingsplicht uitbreiding gevaarlijke bedrijven binnen bestemmingsplan GDC-Noord’ [M2] van ‘leefbaar eindhoven’. Daarin vraagt u eigenlijk om bij elke individuele invulling dan wel uitbreiding van een categorie 5, om aanvullend informatie te verstrekken aan omwonenden. Daar zitten twee elementen in: u verwijst naar een categorie 5, maar dat is eigenlijk niet zo relevant. Of het nou een categorie 5, 4 , 3 of iets anders is, het gaat erom dat het binnen de contouren blijft van het bestemmingsplan. Dat is het enige wat telt. Of het dus een 5
17
A
Verslagnummer
is, of een 4, is niet zo relevant. U koppelt het aan een categorie 5, maar dat is eigenlijk in het kader van het bestemmingsplan heel vreemd. Aan de andere kant vraagt u om actieve communicatie. Misschien is het wel goed dat ik de toezegging doe om eens te kijken naar een risicocommunicatie met de omgeving wanneer wij spreken van bedrijventerreinen waar wij met risicovolle bedrijven werken. Maar dan meer in algemene zin, zonder het nu te koppelen aan een categorie 5, want dat is minder relevant. Ik begrijp wel uw zorg - en die heb ik ook geproefd in de commissie bij meerdere raadsleden – dat wij met omwonenden en verenigingen kunnen kijken naar hoe wij ervoor zorgen dat er een goede communicatie is. Daar kunnen de bedrijven zelf natuurlijk een belangrijke bijdrage aan leveren door te laten zien wat ze doen; niet alleen hun bedrijfsproces, maar ook wat zij allemaal aan veiligheidsmaatregelen nemen. Misschien dat dat een toezegging is waardoor die motie van tafel kan. Dan nog de motie van de SP. Dat is eigenlijk hetzelfde als wat ik net zei over het amendement van ‘leefbaar eindhoven’. Natuurlijk is het zo dat je, als er nieuwe ontwikkelingen zijn, moet kijken naar wat daar de ruimtelijke implicaties van zijn en of dat tot andere bestemmingsplannen leidt. Alleen door nu op de kort mogelijkste termijn ‘op te roepen tot…’, is weinig effectief. Er komt ongetwijfeld een moment dat bepaalde ontwikkelingen in het gebied leiden tot ruimtelijke procedures, maar het lijkt mij niet verstandig om dat nu op te starten. Dat komt ongetwijfeld later. Misschien is het nog wel goed om even te melden dat in het kader van het planMER bij dit bestemmingsplan ook de afslag en het station qua ontwikkelingen zijn doorgerekend, voor zover we daar nu gegevens over hebben. Dan zou ik dus ook deze motie ontraden. De heer Stoevelaar: Voorzitter, ik heb één vraag aan de wethouder: ik heb niet goed begrepen wat haar advies is over A1.
Mevrouw Fiers: A1 was het juridisch onhaalbare advies. Volgens mij kunt u het zo niet vaststellen. Als u dat vaststelt, dan stemt u dus tegen het bestemmingsplan. Voorzitter: De heer Rennenberg. De heer Rennenberg: Voorzitter, de wethouder gaf juist een mooie toezegging om de bewoners te informeren, maar dat hebt u na een brief die wij aan u gezonden hebben in januari al toegezegd, dus ik neem aan dat dat er zal komen. Mevrouw Fiers: Volgens mij was het geen vraag, maar een stelling. Voorzitter: Goed. Ik kijk wie eventueel een tweede termijn wil. Mijnheer Van Zijl. De heer Van Zijl: Wat volgens mij impliciet met amendement A4 van de heer Rijnders gevraagd wordt, is: zitten wij met dit bestemmingsplan onszelf niet in de weg bij mogelijke ontwikkelingen als we gaan kijken naar Landelijk Strijp, de A2 en de mogelijke aanleg van een station? Hoe zit dat dan precies? Gaan wij het onszelf daarmee niet heel erg moeilijk maken? Mevrouw Fiers: Voor zover wij dat nu kunnen zien en hebben doorgerekend in het planMER, ‘nee’. Dit plan moet je nu vaststellen om in GDC überhaupt een basis te hebben om in het kader van externe veiligheid te kunnen sturen. Waar wij bij het planMER de ontwikkelingen hebben kunnen inschatten (onder andere de afslag en de ontwikkeling van Eindhoven Airport) hebben we daarin de gegevens (voor zover we die hadden) meegenomen. Dat is dus de basis om dit nu zo te doen. Niet vaststellen is ook geen optie, want dan vallen we terug op een oud plan, waar wij niets hebben. Volgens mij moet u dit nu vaststellen, om de basis voor GDC-Noord te hebben en
18
A
Verslagnummer
betekent het dat we, zodra het luchthavenbesluit is genomen en een aantal ontwikkelingen echt opportuun zijn (dat er locatiebepalingen moeten komen voor het station), opnieuw naar de situatie moeten kijken, ruimtelijke onderzoeken doen en mogelijk een bestemmingsplanwijziging doen. Het faseverschil in de tijd maakt dat je… Voorzitter: Uw antwoord is nu wel duidelijk, volgens mij. Dank u wel. Ik kijk naar de heer Rijnders.
De heer Rijnders: Dank u, voorzitter. De wethouder haalde precies de spagaat aan waarin wij als raadsleden zitten. Dat is de ene keer wel iets accorderen, omwille van het andere. Ik heb het al benoemd. Ik had in de eerste termijn nog niets ingediend en dat ga ik dus nu toelichten. Ik had iedereen in beginsel amendement A1 doorgestuurd, waarin ik gepoogd heb om een vertraging te bewerkstellingen om gevaarlijke bedrijven ‘erin te fietsen’, die in dit bestemmingsplan expliciet staan aangeduid als zijnde ‘mogelijk toe te voegen’. Nou weet ik ook – dat bleek ook in het onderzoek – dat dat wel mogelijk is, want: de raad besluit. Als de raad het ene besluit en daaroverheen een ander besluit neemt, dan is dat gewoon een vaststaand feit. De raad bepaalt in dezen, maar juridisch ligt het een tikje gevoelig. Daarom heb ik amendement A4 gemaakt, waarin ik expliciet heb vermeld dat de contouren van de externe veiligheidsvisie, zoals ook weergegeven in het raadsvoorstel, voor ons leidend zijn in het geheel, om de bescherming van de omwonenden en het natuurlijk het bedrijventerrein zelf, te waarborgen. Daarnaast hebben we allen kunnen constateren dat het bestemmingsplan niet compleet is. Met allerlei postzegeltjes binnen een bestemmingsplan gaan werken, is ook niet wenselijk. Gelet op het feit dat het dus niet compleet is, heb ik in het amendement voorgesteld om het college wel met de toezegging om de externe veiligheidsvisie van toepassing te laten zijn op het huidige bestemmingsplan. Wat juridisch mogelijk is, heb ik getoetst, samen met de jurist van het bestemmingsplan. Dat je dan alle gegevens bij elkaar krijgt en dat je zo een overkoepelend geheel nieuw bestemmingsplan creëert. Dat is een hele vraag, het is een hele mond vol en dat gaat ook niet vandaag of morgen lukken, want de cijfers zijn er nog niet. De ontwikkelingen zijn er nog niet, maar het is wel van essentieel belang om binnen dat gebied juist de veiligheid te waarborgen. Natuurlijk, als alles zwart op wit staat en er gebeurt helemaal niets, dan is er ook niets aan de hand. Maar o wee, als er iets gebeurt! Onlangs zijn er nog twee wagons van de trein afgekukeld, vlakbij een transformatorhuisje ter hoogte van GDC-Noord. Niemand heeft er waarschijnlijk iets van gehoord. Het is wel gebeurd. We hebben ook kunnen zien hoe het in Moerdijk is gegaan en we hebben ook kunnen zien hoe het in Valkenswaard is gegaan… Voorzitter: Zullen we even kijken naar het amendement? De heer Rijnders: … dus die contouren, die in de externe veiligheidsnota zijn opgenomen, wel toe te laten, maar het college een overall opdracht te geven, inclusief Landelijk Strijp, om zo te komen tot een volledig bestemmingsplan. Voorzitter: Ik probeer u even te volgen… u heeft nog niets ingediend. U zegt: ik ga nu indienen. Heeft u amendement op stuknummer A1 ingediend? Die dient u niet in? De heer Rijnders: Nee. Die dien ik niet in. Voorzitter: En het amendement op stuknummer A4 wel?
19
A
Verslagnummer
De heer Rijnders: Ja. Over dat amendement praten wij.
Voorzitter: Oké. Dan maakt amendement A4 deel uit van de beraadslagingen. De heer Rijnders: Dan kom ik nog even op de moties, want ook die had ik nog niet ingediend, conform de afspraak die we hebben gemaakt in deze raad. Over de motie ‘parkeerverbod’ heeft de wethouder ook iets gezegd. Er is inderdaad een parkeerverbod in de maak. Het college heeft daarover gestemd en heeft daar toestemming voor gegeven, maar dat behelst de periode van 6.00 uur ’s morgens tot 18.00 uur ’s avonds. Ik heb het hier over gevaarlijke stoffen 24/7, dus 24 uur per dag, zeven dagen in de week. Gisteravond om 00.00 uur, na het bezoek aan Dorpsraad Acht, ben ik toch nog even over het GCD gereden en je ziet daar de vrachtwagens staan. Er staan er enkele met een open klep – die zijn leeg. De andere zijn gesloten en die staan langs de kant van de weg. God weet wat erin zit. Daarnaast moet ik ook aangeven dat als je ter hoogte van het bedrijf van Van den Anker kijkt, dat alle vrachtwagens daar op het terrein, buiten staan, weliswaar voor de laaddeur en die gaan de volgende dag weer weg… Voorzitter: Ik vind echt dat u nu erg veel tijd neemt voor een nadere toelichting van de moties. U heeft een eerste termijn gehad, en we hebben een gedachtewisseling met de wethouder gehad. Ik wil u echt verzoeken om nu meer puntiger toe te lichten waarom u al dan niet een motie indient. De heer Rijnders: Maar, voorzitter, de wethouder heeft ook aangegeven dat het in voorbereiding is en dat dit eraan komt, dat het een aanvulling is en zo eenvoudig kan worden meegenomen. Motie M2 had ik eigenlijk een beetje als reserve. Mocht er niets doorgaan, dan hebben we hier in elk geval nog een meldingsplicht vanuit het college, zodat wij ook van de hoed en de rand weten wat er allemaal op GDC-Noord staat te gebeuren. Dus ook deze ga ik indienen. Voorzitter: Moties op stuknummer M1 en M2 maken deel uit van de beraadslagingen. Dan is nu het woord aan de heer Van Erp. De heer Van Erp: Dank u wel. Ik zal even kort ingaan op wat de wethouder heeft gezegd. Zij spreekt op een bepaald moment over het planMER. Volgens mij is dat een vrij oud stuk, uit 2007, en het gaat volgens mij ook alleen maar in op de gevolgen van het industrieterrein op de omgeving en over de optelsom waar ik het in de motie over heb. Verder gaat het over de gevolgen voor zover deze zijn te overzien en over de gegevens, voor zover we die hebben. In die zin is dat voor ons reden genoeg om bij onze motie te blijven. Voorzitter: Ik dank u wel. Ik kijk of de heer Rennenberg behoefte heeft aan een tweede termijn. De heer Reker? De heer Stoevelaar? De heer Rozendaal? De heer Rozendaal: Heel kort. Gezien de antwoorden van de wethouder is het ons duidelijk dat het aannemen van dit bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de door ons gewenste toekomstige ontwikkelingen. Wij zullen daarom de moties en amendementen in dezen niet steunen. Voorzitter: De wethouder? Mevrouw Fiers: Volgens mij hebben we alles gewisseld. Het is misschien goed om nog iets te zeggen in het kader van het parkeerverbod. Daarin ben ik niet helemaal volledig geweest: het is een parkeerverbod wat voornamelijk overdag geldt, dus ‘s
20
A
Verslagnummer
avonds is het wel de bedoeling dat daar kan worden geparkeerd, want het is ook een plek waar vrachtwagens kunnen staan overnachten zonder dat er allerlei dingen gebeuren die we niet willen. Het is dus een parkeerverbod gedurende de dag en ik zou ook niet willen adviseren om die motie aan te nemen, want dan kunnen we helemaal niets meer.
Voorzitter: Oké. Daarmee zijn we aan het einde van de beraadslagingen gekomen. We gaan over tot stemming. Is er iemand die een stemverklaring wil afleggen? De heer Van Zijl: Voorzitter, GroenLinks zou graag even willen schorsen. Voorzitter: Is dat akkoord? Ik schors de vergadering voor vijf minuten. [5 minuten schorsing] Voorzitter: U heeft tijd voor de schorsing gehad. Ik neem aan dat dit betrekking had op uw stemgedrag en dat het niet noodzakelijk is dat u een toelichting geeft. De heer Van Zijl: Inderdaad. Voorzitter: Dan gaan wij nu over tot stemming. De heer Van Zijl: Wij zouden dan wel een stemverklaring willen afleggen. Voorzitter: Ja, ja, een stemverklaring maakt onderdeel uit van de stemming. We gaan over tot de stemming. Dat betekent het beëindigen van de beraadslagingen en dat ik vraag wie er een stemverklaring wenst af te leggen. De heer Van Zijl. De heer Van Zijl: Hoewel het ons heel erg zou spijten om een bestemmingsplan wat een verbetering zou kunnen betekenen voor de veiligheidshandhaving af te stemmen, vinden wij toch dat er op dit moment te weinig aandacht is voor de stapeling van risico’s binnen het GDC-bestemmingsplan, zodat wij daar mogelijk onszelf in de weg komen te zitten of tegen hoge kosten oplossingen moeten gaan bedenken in een later stadium. Daarom zullen wij in ieder geval het amendement van ‘leefbaar eindhoven’ A4, steunen en als hij er komt: motie M3 van de SP. Het aannemen van beide is voor ons cruciaal. Voorzitter: Ja. De heer Meulensteen. De heer Meulensteen: Dank u wel, voorzitter. We hebben bijna heel de commissie overgedaan. Voorzitter, wij gaan akkoord vanwege de toegevoegde criteria die in het stuk zijn opgenomen. We zijn overtuigd dat het onderdeel externe veiligheid de beste garantie geeft voor de veiligheid van omwonenden in Acht. Indien externe veiligheid geen onderdeel zou zijn van dit bestemmingsplan, zouden zij tegenstemmen. We hebben nu een extra instrument, naast bestemmingsplan en omgevingsvergunning, om te handhaven. Ik denk dat wij daar een goede stap mee hebben gezet om in ieder geval meer veiligheid te creëren, waardoor wij ook wat meer risico kunnen nemen. Voorzitter: Zijn er nog andere stemverklaringen? Mijnheer Van Dorst. De heer Van Dorst: Heel kort, voorzitter. Wij hebben in de commissie al aangegeven dat we heel positief staan tegenover het voorstel. Eindelijk een regeling met externe veiligheid voor het bedrijventerrein en voor de inwoners van Acht. We zullen daarom voor het voorstel stemmen en de ingediende moties en amendementen brengen ons niet van ons stuk; daar zullen wij tegen stemmen.
21
A
Verslagnummer
Voorzitter: Anderen nog? De heer Van Erp.
De heer Van Erp: Wij zullen vóór amendement A4 stemmen en zullen uiteraard onze motie indienen. Voorzitter: Mevrouw Sodenkamp. Mevrouw Sodenkamp: Hoewel ik natuurlijk voor extra veiligheid ben, ben ik tegen het uitbreiden van risicovolle bedrijven, dus daarom zal ik tegen het bestemmingsplan stemmen. De intentie achter het parkeerverbod, motie M1, vind ik goed, alleen is een parkeerverbod, denk ik, verkeerd gesteld. Ik denk dat daar beter had kunnen staan dat er gecontroleerd moet worden op wat er in die vrachtwagens zit, maar omdat de intentie goed is, stem ik voor motie M1. Voorzitter: Mevrouw Van den Berk. Mevrouw Van den Berk: We hebben al in de commissie aangegeven dat wij voor het voorstel zijn en wij zullen ook de moties en amendementen niet ondersteunen. Voorzitter: De heer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Voorzitter, ik had aangegeven dat wij alle moties en amendementen zouden steunen. Ik moet echter zeggen dat de wethouder ons voor motie M1 heeft overtuigd om dit niet te gaan doen. Verder – ik heb het al eerder gezegd – vinden wij dit een perfect voorstel dat zonder meer doorgezet moet worden. Wij zullen dus voor het voorstel zijn. Voorzitter: Anderen nog? Dat is niet het geval. Dan gaan wij nu over naar de stemming. Allereerst komen we bij de amendementen. Er is één amendement dat hierop betrekking heeft, A4, ingediend door ‘leefbaar eindhoven’. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Voor het amendement hebben gestemd de fracties van ‘leefbaar eindhoven’, CDA, GroenLinks en SP. Daarmee is het amendement verworpen. De heer Mulder: Voorzitter, mag ik even vragen of u de fractie Mulder heeft… Voorzitter: Sorry! De heer Mulder: Het komt bij herhaling voor bij de raadsvergadering. Voorzitter: Ja, dat klopt. Daar heeft u helemaal gelijk in. De heer Mulder: Ik ben daar niet blij om. Dank u wel. Voorzitter: Ik ook niet. Dat komt omdat… Nou ja, ik hoeft dat verder niet uit te leggen. Ik zal proberen het zo goed mogelijk herstellen in de toekomst. De fractie Mulder was ook voor het amendement. Het amendement is wel verworpen. Dan komt nu het voorstel in stemming en daarna de moties. Het voorstel is ongewijzigd. Wie is voor het voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Voor het voorstel hebben gestemd de fracties van CDA, D66, VVD, Partij van de Arbeid, Trots op Nederland. Daarmee is het voorstel aangenomen en komen we nu bij de moties.
22
A
Verslagnummer
Allereerst motie op stuknummer M1 met betrekking tot het parkeerverbod. Wie is voor die motie? [Stemmen bij handopsteken] Voor de motie hebben gestemd Fractie Petra Sodenkamp, SP, Fractie Mulder en ‘leefbaar eindhoven’. Daarmee is de motie verworpen. Dan kom ik bij de meldingsplicht uitbreiding gevaarlijke bedrijven op stuknummer M2. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Voor dat voorstel hebben gestemd de fracties van ‘leefbaar eindhoven’, CDA en Fractie Mulder. Het voorstel is verworpen.
We komen bij M3, ‘milieu- en veiligheidseffecten industrieterrein’ van de SP. Wie is voor die motie? [Stemmen bij handopsteken] Voor de motie hebben gestemd de fracties van de SP, GroenLinks, Fractie Mulder, CDA en ‘leefbaar eindhoven’. Daarmee is het voorstel verworpen. Daarmee zijn wij gekomen aan het einde van de stemming. Vervolg 6.1. Raadsvoorstel herverdeling gemeentelijk kunstbezit (BKR-collectie). Voorzitter: We hebben net de behandeling met betrekking tot het voorstel op stuknummer 6.1 geschorst. Daar bleven we hangen bij de amendementen en met name op het punt van het amendement van de fractie van de SP op stuknummer A2. Daar zou de wethouder zich even op beraden en daar kan zij nu een mededeling over doen. Mevrouw Schreurs: Voorzitter, mevrouw Heesterbeek had volkomen gelijk. Er zit geen licht tussen haar visie en de visie van het college op dit punt en haar tekstuele aanpassing was daadwerkelijk een verbetering. Voorzitter: De heer Aarts. De heer Aarts: Nou ben ik toch een beetje verbaasd, want bij de beantwoording van de technische vragen stond dat er een juridische overweging was vanwege het auteursrecht. Misschien kan de wethouder dat dan nog toelichten? Mevrouw Schreurs: Waar mevrouw Heesterbeek op wijst is dat je dat niet moet formuleren alsof je gaat handhaven. Je kunt het dus nog wel in een overdrachtsregiem neerleggen, maar wij handhaven het niet. Daar heeft zij op gewezen, dus in zoverre zit er een verschil tussen wat je gebruikt in het overdrachtsmoment en of je als overheid bereid bent om daar daadwerkelijk controlerend op te acteren en hiermee, in uw besluit, geeft u aan dat u dat niet bent. [De heer Aarts knikt.] Voorzitter: Goed. Hebben wij de beraadslagingen in voldoende mate behandeld? Mevrouw Heesterbeek? Mevrouw Heesterbeek: Met dank aan de wethouder. Ik ben blij dat ik het wel allemaal goed gesnapt had en haar woorden ook goed begreep en dat mijn amendement wel een andere tekst was, dan het origineel, mijnheer Rozendaal (want toen schrok ik helemaal!) Ik heb er echt iets uitgehaald om het te verbeteren. Dan is er nu wel een heel aparte situatie. De wethouder zegt dus dat met mijn amendement de tekst wordt zoals zij die bedoeld had. Dat is volgens mij een extra aanbeveling om hem te steunen. Ik zal hem dus wel moeten indienen, willen indienen. Dank u wel. Voorzitter: Ja, dat zou ik in uw situatie ook zeggen. Dan kijk ik even naar de fractie van de VVD met betrekking tot het amendement op stuknummer A3. U dient dat
23
A
Verslagnummer
amendement in? Ja. Dan maakt dat deel uit van de beraadslagingen. Ik weet niet of er nog behoefte is om daar nog uitvoerig over van gedachten te wisselen of dat wij tot stemming kunnen overgaan. De stemverklaring hoort bij het stemmen. Dus: beraadslagingen, einde, stemmen, en daar hoort een stemverklaring bij. Dan stoppen we nu de beraadslagingen en kunnen stemverklaringen afgelegd worden. De heer Weijs.
De heer Weijs: Dank u wel, voorzitter, wij zullen voor amendement A2 van de SP en ook voor A3 van de VVD stemmen. Niet omdat het moet, maar omdat wij als raad de volstrekte vrijheid hebben om te besluiten dat iets inderdaad naar de algemene middelen kan. Voorzitter: Zijn er nog anderen met een stemverklaring? Dat is niet het geval. Dan komen we eerst bij de amendementen. Het amendement op stuknummer A2, ‘Herverdeling gemeentelijk kunstbezit’ van de fractie van de SP. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is dat met algemene stemmen aangenomen. We komen bij amendement op stuknummer A3 van de fracties van de VVD, ‘leefbaar eindhoven’ en D66. Wie is voor dat amendement? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Ik zat even te kijken naar mijnheer Mulder, maar die is voor het amendement. Daarmee is ook dat amendement aangenomen. Dan het nader gewijzigde voorstel, zoals het nu voorligt. Wie is voor het nader gewijzigde voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is ook dat voorstel met algemene stemmen aangenomen en hebben we agendapunt 6.1 behandeld. 7.
Actuele moties.
Voorzitter: Aan de orde is de actuele motie op stuknummer AcM2, ‘Meer ruimte voor mussen en gierzwaluwen in Eindhoven’. Ik weet niet wie daar het woord over wil voeren? Mijnheer Van den Nieuwenhuijzen, namens de fracties van GroenLinks en de SP. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Voorzitter, vogels maken een stad levendiger. Veel mensen genieten van merels, roodborstjes en mezen, die ze rond hun huis horen en zien. Huismussen komen we steeds minder tegen in Eindhoven en ook het aantal gierzwaluwen lijkt achteruit te gaan. Stadsvogels zijn voor een groot deel afhankelijk van ons, de stadsbewoners. In de stad moeten zij hun eten kunnen vinden, een plek om te broeden, en – ook niet onbelangrijk – een plek om te schuilen bij gevaar. Met veranderingen aan huizen, tuinen en in het groen, verdwijnen die mogelijkheden nogal eens, maar als we rekening houden met de vogels, levert een verandering ook een verbetering voor hen op. Eindhoven heeft een aantal mooie projecten voor deze vogels gerealiseerd, zoals de dakpannen bij de renovatie van het Vondelkwartier, de ingebouwde neststenen in Meerhoven, en het vorige week door wethouder Fiers geopende kunstwerk in de Bergen, voor te broeden. Daar mogen we als stad trots op zijn. Toch gaat het niet zo goed met de bestaande kolonies huismussen in onze stad. De groepen zijn verzwakt. Zij hebben een omgeving nodig waarin zij kunnen nestelen, waarin zij kunnen jagen en drinken, en waarin zij zich kunnen verstoppen. Deze tijd van financiële krapte vraagt echter om creatieve oplossingen met effect; hoe klein dan ook. Realiserend dat wij er met een paar oplossingen niet zijn, wil GroenLinks toch samen met deze raad en dit college een volgend stapje zetten in de juiste richting.
24
A
Verslagnummer
Voorzitter, Eindhoven heeft zich kandidaat gesteld als meest duurzame stad van Nederland voor 2011. We hebben een wethouder duurzaamheid en een wethouder dierenwelzijn. Laten we als stad nu doorpakken en de kansen benutten om met relatief weinig inspanning en nauwelijks kosten, de biodiversiteit in Eindhoven te bevorderen en de vogels een betere kans te geven om in Eindhoven neer te strijken. Wij stellen daarom voor om de gemeenteraad van Eindhoven een steentje te laten bijdragen aan het voorkomen van de verdere achteruitgang van het aantal huismussen en gierzwaluwen in onze stad en het college te verzoeken tot het stimuleren van vogelvriendelijke maatregelen door dit als voorwaarde op te nemen in de aanbestedingen van nieuwbouw in de stad. Daarbij wil ik opmerken dat wij daarbij bedoelen: de aanbestedingen die de gemeente zelf doet op dit moment, vanuit haar voorbeeldfunctie. Daarnaast willen wij het college verzoeken tot het stimuleren van het plaatsen van nestkasten voor zowel huismussen als gierzwaluwen door bij vergunningaanvragen voor dakrenovaties te adviseren een vogelvide te plaatsen en tot slot, er bij groeninrichting en het beheer op toe te zien dat bestaande en nog te plannen groenvoorzieningen in de wijken, afdoende diversiteit hebben om stadsvogels voldoende kans te geven, zodat zij voor de stad behouden kunnen worden. Dank u wel. Voorzitter: Zijn er andere fracties die het woord wensen te voeren?
De heer Verkroost: Als D66 vinden wij natuur en dat soort zaken erg belangrijk en dit voorstel is erg interessant en u vertelt dat het weinig financiële gevolgen zal hebben, maar we zijn toch benieuwd wat die weinige financiële gevolgen dan zijn. Ook wat het voor gevolgen heeft aan extra regels en bureaucratie. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Dank u wel. Qua financiële gevolgen betreft dit vooral uren van mensen in hun dagelijkse werkzaamheden. Dat betekent dat als wij een aanbesteding hebben, dat wij er even zelf aan moeten denken, zodat dit idee in het hele grote plaatje wordt meegenomen. Als wij bezig gaan met onze nieuwe maaiplannen, betekent dit dat wij samen moeten nadenken over wat dit plan voor invloed heeft op de natuur en op de vogels die we hebben. Dat zijn de minimale kosten waar ik het over heb. Onderaan de streep denk ik dat wij zelfs bij de groenvoorzieningen een stukje kunnen besparen, door bijvoorbeeld minder te maaien. Voorzitter: De heer Wijbenga. De heer Wijbenga: Ja, het CDA staat er positief tegenover want, u weet, wij zijn dierenvrienden. [Onverstaanbare reactie] Ja, wij zijn constructief ook… Wat wij ook heel belangrijk vinden is dat de dierenopvang een eerste prioriteit heeft en daarna pas de mussen. We gaan ervan uit dat het geen geld kost en zoals met het dossier van de Ventoseflat, bijvoorbeeld, vinden wij het natuurlijk heel erg dat er nogal wat nesten zijn geruimd. Laten wij hier in de toekomst, als er zulke projecten zijn, goed op gaan letten. Voorzitter: Ja, dat was meer een opmerking. Mijnheer Mulder. De heer Mulder: Het betoog van collega Wijbenga spreekt de Fractie Mulder bijzonder aan, met name dat wij een urgente taak hebben om te zorgen dat de dieren goed worden opgevangen in een dierenasiel of dierenopvangcentrum. Dat heeft meer prioriteit dan dit. Voorzitter: Mevrouw Verhees.
25
A
Verslagnummer
Mevrouw Verhees: Voorzitter, wij zijn ook in principe positief gestemd over dit initiatief. We zijn wel benieuwd naar de reactie van de wethouder over punt nummer 1. Voorzitter: De heer Reker. De heer Reker: Ook onze fractie vindt huismussen en andere vogeltjes erg belangrijk, zeker ook wilde dieren in het circus en vissen in een aquarium, maar en actuele motie indienen voor zoiets vinden wij te ver gaan. Voorzitter: Mijnheer Rennenberg. De heer Rennenberg: Voorzitter, wij vinden het ook echt een sympathiek voorstel, alleen ik woon in een wijk waar je zo’n 200 à 300 kraaien ziet, en daar wordt niets aan gedaan. En om dan een beetje grappig te zijn: ik mis eigenlijk de roepieroepievogel. [Gelach] De heer Van den Nieuwenhuijzen: Misschien kunt u daar ook gewoon een nestkast voor ophangen, mijnheer Rennenberg! Voorzitter: De heer Punte. De heer Punte: De VVD-fractie vindt het heel sympathiek om juist op dierendag deze actuele motie in te dienen. Wij zijn altijd voor ‘stimuleren’, maar ‘voorwaarden’ en ‘toezien’, vinden wij altijd lastig. Er zijn dus wat extra regels. Wij willen graag kijken wat de wethouder daarvan vindt. Voorzitter: De heer Rijnders. De heer Rijnders: Als het om dieren gaat zijn wij natuurlijk positief gestemd, maar zoals de heer Wijbenga het heeft gezegd, er zijn andere prioriteiten in de stad. Zoals ik al zei in een andere bespreking, was ik gisteren bij de dorpsraad Acht en daar klaagde men over de ganzen. [Gelach] als je naar de prioriteit kijkt, en de veiligheid van de stad en de Boschdijk, dan denk ik dat je daar eerst een keer naar moet kijken. Voorzitter: Voordat wij een vreemdevogeldiscussie krijgen, de wethouder. [Gelach] Mevrouw Fiers: We hebben even nagedacht over wie hier zou antwoorden, want wij kunnen de wethouder aanbesteding aan laten rukken, de wethouder dierenwelzijn, de wethouder vastgoed… Verkeer? Met die ganzen misschien… We gaan er een duopresentatie van maken, want wethouder Schreurs gaat zo meteen ook nog even vooral op punt 3 in. Ik sta hier ook even voor het historisch besef van deze raad, omdat de vorige raad namelijk in al haar wijsheid heeft besloten om af te stappen van verschillende lijstjes – of het nou de huismus is of de gans, of de kikker of een zonnepaneel. U heeft gezegd: we stoppen met al die aparte lijstjes en stimuleringsregelingen, die allemaal heel sympathiek zijn – dat hoor ik u allemaal zeggen – die vervolgens allemaal niet wettelijk verplicht zijn, waarmee onze ambtenaren bij de vergunningverlening of als projectmanager met al die stapels lijstjes zitten, zo van: ‘kunt u dit ook nog even doen?’ U heeft gezegd: dat doen we niet meer. We gaan met de GPR werken (een betere naam is er nog steeds niet), de gemeentelijke praktijkrichtlijn, waarin u heeft gezegd: op ambitie stellen wij een zeven. U kunt een aantal maatregelen nemen aan een bouwwerk (een watervoorziening, maar ook biodiversiteit, want je kunt ook punten scoren met vogelkastjes) en als je die ambitie zeven haalt, zijn wij daar als gemeente tevreden mee. Dat is namelijk bovenop het bouwbesluit. Daar laat je wel ambitie mee zien, maar zeg je niet voor ieder pand ‘dit ook nog’ en ‘dat ook nog’. Ik
26
A
Verslagnummer
zou u dus willen oproepen, hoe sympathiek ook, om niet terug te vallen in de reflex van ‘een lijstje hier en een lijstje daar’. Dat was even het historisch besef. Voorzitter: Oké. Nou gaat wethouder Schreurs daar nog overheen. Mevrouw Schreurs: [Lacht] Ik heb een ander beeld.
Het goede nieuws is dat de huismus de meest getelde vogel in 2011 in Eindhoven was, dus er zit weer een mooie opgaande lijn in. Het is een sympathiek voorstel, maar het is inderdaad wel een beetje topdown. Zoals u weet, hebben wij in ons coalitieakkoord aangegeven dat wij willen dat de dingen niet alleen in samenspraak, maar vooral ook met de stad samen gecreëerd worden. Wat betreft biodiversiteit heeft u gezien dat wij dat heel sterk naar buiten hebben gebracht via trefpunt groen, waar al die organisaties prachtige natuur- en milieuzaken organiseren, en het voortvarend opgepakt hebben. Dat wordt gecontinueerd en, als het even kan, uitgebreid. Aan de andere kant hebben we de beweging dat we de beslissingen over het ‘groen’, die te maken hebben met allerlei interventies en het maaien enzovoort, met de buurten gaan afspreken en in de buurten zelf neer gaan leggen. Vanuit die beweging zie je dus dat het belang voor de directe omgeving ook vertaald wordt in de plannen van die directe omgeving. In algemene zin kun je zeggen dat alles wat met biodiversiteit te maken heeft, net als bij u, ook bij alle mensen in de buurt goed valt. Wij verwachten dat op de manier ‘van onderaf’ juist veel makkelijker gaat dan als wij het ‘van bovenaf’ gaan regelen, want dan maak je echt de kracht van de stad zelf vrij. Dat is niet een dooddoener, het is echt wat er aan de hand is, want dat kunnen we constateren met de beweging rond biodiversiteit. Voorzitter: Dank u wel. Dan zijn we nu toegekomen aan de stemming. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Ik wou vragen of ik daar nog even op mag reageren, voorzitter. Voorzitter: Eigenlijk hoort dat niet bij de actuele moties. U heeft uw toelichting kunnen geven, de raad heeft daarover van gedachten kunnen wisselen en dan kunnen we nu overgaan tot stemming, tenzij de raad vindt dat u daar nog de gelegenheid voor moet krijgen om daarop te reageren. Is daar bezwaar tegen? Nee. Dan krijgt u de gelegenheid om te reageren. De heer Van den Nieuwenhuijzen: Ik wilde kort reageren. Enerzijds op ‘GPR’ van wethouder Fiers. Dat is natuurlijk een heel goed streven voor deze stad. Het is natuurlijk wel zo dat GPR heel eenzijdig kan zijn, want als iedereen kiest voor een zonnepaneel op zijn dak, dan doen we niets voor de vogels in deze stad. Topdown is het absoluut niet, want we geven een voorbeeld en daarbij laten we het. We laten de stad verder hun eigen keuze maken. Hoewel mussen het meest getelde vogeltje zijn in Nederland, loopt hun aantal zo hard terug dat ze inmiddels op de oranje lijst staan, dus het is echt wel een probleem, waar wij hier tegen aankijken. Het maaien van het groen regelen we volgens mij nog steeds zelf als stad, en het zijn niet de buurten die bepalen of er wordt gemaaid. Voorzitter: Nee, maar hier was ik al bang voor. Nu krijgen we een dialoog. Dat gaan we dus niet doen. De raad heeft u nu de gelegenheid gegeven om te reageren. We gaan over tot de besluitvorming. We gaan over tot stemming van de actuele motie. Wie is… Mevrouw Verhees: Een stemverklaring?
27
A
Verslagnummer
Voorzitter: Wie wil een stemverklaring afleggen met betrekking tot de actuele motie. De heer Wijbenga.
De heer Wijbenga: Naar aanleiding van de reacties van het college en onderling contact met mijn fractieleden, gaan wij toch tegen stemmen. Voorzitter: Mevrouw Verhees. Mevrouw Verhees: Dezelfde reactie als de heer Wijbenga. Ik zou dan de heer Van den Nieuwenhuijzen willen uitnodigen om dan over de GPR een discussie aan te gaan. Wij vinden dit dan toch te kort door de bocht om daar hier ‘ja’ tegen te zeggen. Voorzitter: Zijn er nog anderen voor een stemverklaring? Dan gaan we nu over tot stemming. Wie is voor de actuele motie met betrekking tot mussen en gierzwaluwen? [Stemmen bij handopsteken] Voor gestemd hebben de fracties van de SP, GroenLinks, OuderenAppèl Eindhoven. Daarmee is het voorstel verworpen. 8.
Initiatiefvoorstellen.
8.1.
Initiatiefvoorstel tot het aanpassen van de doelstellingen van het Van Abbemuseum.
Voorzitter: De heer Raaijmakers van de PvdA-fractie heeft een initiatiefvoorstel ingediend. Dat gaat over de doelstellingen van het Van Abbemuseum. Hij krijgt nu de gelegenheid om het kort toe te lichten. Het woord is aan de heer Raaijmakers. De heer Raaijmakers: Dank u wel, voorzitter, voor deze mogelijkheid om het initiatiefvoorstel toe te lichten. Kunst en cultuur zijn belangrijk en voor iedereen en gemeenschapsgeld moet goed besteed worden. Dit zijn de twee uitgangspunten voor het voorliggende initiatiefvoorstel. We gaan als gemeente stevig bezuinigen; onder meer € 6,6 miljoen in de cultuursector. Dit is helaas noodzakelijk gebleken. Echter, we hebben geconstateerd dat de breedte, onder andere het CKE en de bibliotheek, relatief zwaar wordt belast ten opzichte van de topinstellingen. Derhalve is de PvdA in de culturele sector op zoek gegaan naar additionele bezuinigingsmogelijkheden en uitgekomen bij het Van Abbemuseum. Laat ik vooraf stellen dat de Partij van de Arbeid trots is op ons 75-jarig Van Abbemuseum, een museum waarvan de schenker, Henri van Abbe, in 1936 vond dat het een plek moest worden waar de hele bevolking kennis kon maken met de geheimen van hedendaagse kunst en daarvan kon genieten. De hele bevolking dus. En genieten! Tot zover het historisch perspectief. Wat houdt het initiatiefvoorstel van de Partij van de Arbeid in? Ten eerste dat het Van Abbe weer een breed toegankelijk museum wordt, van en voor de stad, resulterend in 220.000 bezoekers in 2015. Ten tweede realiseert het Van Abbe op basis van deze extra bezoekers meer structurele inkomsten in 2015, ten bedrage van € 900.000,Deze bezuiniging kan dan, last but not least, conform de geldige methodiek terugvloeien naar de algemene middelen. Dit klinkt simpel, maar welke onderbouwing en argumenten liggen hieraan ten grondslag? Allereerst is bezuinigen niet alleen een kwestie van kosten snijden, maar kan dit zeker ook middels het realiseren van meer inkomsten. Een benchmark onder vijf andere vergelijkbare musea in Nederland, topmusea ook, toont aan dat er geweldig veel potentieel ligt voor het Van Abbe om het aantal betalende bezoekers substantieel te verhogen. Het Gemeentemuseum Den Haag trekt bijvoorbeeld bijna
28
A
Verslagnummer
vijf maal zoveel betalende bezoekers als het Van Abbe. Ruim 240.000 ten opzichte van net iets meer dan 50.000 in het Van Abbe. Deze kans moeten we pakken. Immers: meer bezoekers betekent meer inkomsten. Daarom moet het Van Abbe dus weer een breed toegankelijk museum worden, waarin de levendigheid terug is. Een museum ook waar cultuur en kunst getoond wordt voor meer dan alleen de kunstelite. Kunst mag soms toch ook gewoon mooi zijn en voor mooie dingen betalen veel mensen gewoon graag geld. Om dit te bereiken zullen de kernwaarden van het Van Abbe herijkt moeten worden. Door de Van Abbe-directie is de afgelopen jaren te veel nadruk gelegd op de kernwaarde radicalisme. De andere kernwaarden - gastvrijheid, diversiteit en kennisuitwisseling - zijn, lijkt het, deels uit het oog verloren. Het museum lijkt de weg kwijt en ook het hooggeëerd publiek heeft dus afgehaakt, omdat het zich bij het Van Abbe allang niet meer zo hooggeëerd voelt. Met het verliezen van het publiek is ook de politieke en financiële realiteit uit het oog verloren. Waar gaat dit initiatiefvoorstel dan over? Gaat het om een aardverschuiving? Wil de Partij van de Arbeid subsidie voor moderne kunst afschaffen? Nee. We vragen ook niet aan het Van Abbe om een tweede Groningermuseum te worden. Het gaat erom dat we in ons Van Abbe de kunst uit het vacuüm willen halen of, conform de oorspronkelijke gedachte van Henri van Abbe, de hele bevolking laten kennismaken en genieten. Is kwaliteit dan niet belangrijk meer? Jawel, natuurlijk is kwaliteit belangrijk, maar het is een pertinente misvatting dat het streven naar meer bezoekers ten koste zou gaan van kwaliteit. Dus ja, kwaliteit en inhoud blijven zeer belangrijk. Dit laten we dan ook graag over aan de directie en medewerkers van het Van Abbemuseum, die wij hier zeer wel toe in staat achten. We gaan dus niet op de stoel zitten van de directie van kunst- en cultuurinstellingen als het op de inhoud aankomt. Maar, mogen we als politiek wel kaders stellen? Mogen we zeggen: ‘de kunst moet toegankelijk zijn’? En mogen we kwantitatieve doelen stellen als tegenprestatie voor de gemeenschapsmiddelen die we beschikbaar stellen? Sterker nog: het is geen kwestie van mogen, het is een kwestie van moeten. Immers, we moeten helder en duidelijk afwegen welke middelen we aan wie ter beschikking stellen en welke maatschappelijke doelen we hiermee beogen. Zeker in deze tijd, waar het toch al moeilijk genoeg is om de kwetsbaren in onze samenleving voldoende te blijven steunen. Over de keuzes die we maken moeten we afrekenbaar zijn. Dus: heldere taal en transparantie, ook richting de kunst en cultuur. Dat niet alle outcome direct meetbaar is, lijkt me duidelijk, want hoe meet je ‘genieten’ of hoe meet je ‘mooi’? Voor die zaken die wel meetbaar zijn, zijn we het aan onze stad en haar inwoners verplicht om hier ordentelijk mee om te gaan, al was het maar om draagvlak te houden in de maatschappij. De vinger aan de pols dus, op basis van heldere doelen. Voor ik afsluit wil ik eerst nog de griffie en diegenen, met name in de kunstsector, die mij hebben geholpen bij het schrijven van dit initiatiefvoorstel hartelijk danken voor hun ondersteuning. Dat was erg belangrijk. Concluderend: het Van Abbe wordt weer een museum van en voor de stad; niet alleen voor de kunstelite, maar ook voor een breder publiek. Deze andere koers wordt vastgelegd in een nieuw vierjarenplan, waarin de kernwaarden radicalisme, gastvrijheid, diversiteit en kennisuitwisseling worden herijkt. Op naar 220.000 bezoekers in 2015 en € 900.000,- aan extra inkomsten. Ik kijk uit naar het komende debat, ook met de kunstsector, dat dit initiatiefvoorstel zeker zal oproepen. Laten we deze gesprekken met open vizier voeren en vanuit het inzicht dat verandering vraagt om een begin. Ik hoop dus dat wij gezamenlijk op zoek gaan naar waarom iets wel kan, in plaats van aan elkaar proberen duidelijk te maken waarom het niet kan. De
29
A
Verslagnummer
Partij van de Arbeid vindt u aan uw zijde als dit het uitgangspunt is. Dank voor uw aandacht. Voorzitter: Dank u wel. Het presidium heeft erover vergaderd, maar ik begreep dat mevrouw List nog iets over het voorstel wil zeggen.
Mevrouw List: Ik had een korte opmerking, voorzitter, want het is procedureel zo dat het naar de commissie gaat. Dat is heel logisch, maar ik had een kleine, niet zozeer inhoudelijke, aanvulling. Ik ondersteun van harte de manier waarop u kritisch kijkt naar het Van Abbe. Ook wij kijken kritisch naar allerlei instellingen in het kader van de bezuinigingen, maar wij moeten toch wel heel duidelijk met dit soort dingen onze taak van ‘kaders stellen’ in gedachten houden. U zegt het zelf ook al: we willen niet op de stoel van de bedrijfsleiding van het Van Abbe gaan zitten. We hebben met elkaar kaders gesteld en ik wil er verder niet inhoudelijk op ingaan, maar we willen wel graag als aanvulling op uw initiatiefvoorstel met een korte commissienotitie komen, waarin wij ook binnen die kaders kijken wat de mogelijkheden zijn. Misschien sluit dat dan ook aan bij uw ‘open vizier’, zoals u dat zelf zegt. Ik zie dat als een aanvulling. Ik wil dat toch graag zeggen, omdat het … Voorzitter: Maar dat staat eenieder vrij, volgens mij. Mevrouw List: Ja, dus ik wilde dat toevoegen, omdat het ‘open vizier’ niet zozeer blijkt uit dat wat wij op papier hebben van het initiatiefvoorstel. Voorzitter: Maar goed, volgens mij ligt er een initiatiefvoorstel van één van de leden van de raad. Dat kan gewoon in procedure genomen worden. U kunt daar in de commissiebehandeling op reflecteren zoals u dat wilt. U kunt daar aanvullingen of wijzigingsvoorstellen op doen. Dat staat u vrij. [Reagerend op opmerking buiten bereik van de microfoon] ... Als dat alleen procedureel is. Ik begrijp niet wat de discussie dan… De heer Raaijmakers: Geeft u mij één zin. Voorzitter: Ja? De heer Raaijmakers: Ik waardeer de inbreng van de VVD. Ik heb er ook helemaal geen probleem mee. Alleen vind ik het jammer dat u in het initiatiefvoorstel het woordje ‘open vizier’ eruit haalt. Voorzitter: Nee, we gaan niet naar een inhoudelijke discussie. Dat moeten we niet doen. De heer Raaijmakers: … want het is wel met een open vizier geschreven en er is ook overleg geweest met het Van Abbemuseum. Voorzitter: Kijk, dit is precies wat ik niet wilde. Als u een initiatiefvoorstel inbrengt, vind ik dat dit ook gewoon de behandeling moet krijgen die het verdient. U heeft daar veel tijd in gestoken, dus dat betekent dat de raad daar op een ordentelijke manier naar moet gaan kijken, met alle recht die daarbij hoort. Mevrouw Verhees: Voorzitter, sorry hoor, dan toch een puntje van orde. U geeft mevrouw List het woord… Voorzitter: Zeker. Dat komt omdat het gemeld is dat de VVD-fractie een korte reactie wilde geven en ik ook niet precies wist waar dat over ging. Ik heb daar de gelegenheid voor gegeven en probeer dat nu te corrigeren.
30
A
Verslagnummer
Aan de orde is nu het voorstel zoals het presidium dat gedaan heeft. Het presidium heeft voorgesteld om het voorstel te behandelen bij de commissievergadering van 18 oktober. Kunt u daarmee instemmen? De heer Weijs. De heer Weijs: Een stemverklaring. Het CDA onderschrijft inderdaad de urgentie, ook gezien onze eigen actuele motie, die wij dan ook graag bij de beraadslagingen in de commissie willen inbrengen. Wij zijn dus voor het voorstel van behandeling. Voorzitter: Oké. Anderen nog? Dan wordt het stuk conform het voorstel van het presidium verder behandeld. Ik wens u heel veel succes met de behandeling en verdediging van uw voorstel. 9.
Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
Voorzitter: Dan komen we bij de raadsinformatiebrieven, die ter kennisname zijn voorgelegd. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. 10.
Ingekomen stukken.
Voorzitter: Voorgesteld wordt om de stukken onder A voor kennisgeving aan te nemen. Kunt u daarmee instemmen? Dat is het geval. 11.
Sluiting.
Voorzitter: Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de vergadering. Ik dank u voor uw inbreng en aanwezigheid en wens u een goede reis naar huis. Ik sluit de vergadering.
rhu/HA11038757
31