A
gemeente Eindhoven
Inboeknummer Verslagnummer 11 Bladnummer 1057 13 januari 2003
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 30 en 31 oktober 2002, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 30 oktober 2002: 19.30 uur, schorsing 22.06 uur; vervolg 31 oktober 2002: 9.30 uur, einde 23.06 uur. Uitnodiging aan
dr. R.W Welschen mw. A.C. van Alphen de VeerPaulen J.G.J.M. van den Biggelaar mw. S. Bulut-Kapucu M.J.A.M. van Bussel M.H.P. van Dam H.W.A. van Dijck P.B.A. Driessen A.J.W.M. Geerts mw. H.J.M.C. van Herk J.A.G. van Hout drs. H.M.F. Janssen mw. M.T. Kamphorst mw. N.G.E.C. Keunen-Habets K.T. Kocak P.J. van Liempd mw. ing. S.E. de Niet M.P.M.G. den Ouden mw. A.A.H.M. Pax mw. R.B. Dos RamosVerstraeten ing. R.A.M. Rooijakkers mr. M.C.J. de Schepper N.H. Stoevelaar A.H.C. Vestjens
Aanw
burgem. VVD PvdA PvdA LE PvdA LE SP LE CDA CDA PvdA SP LE CDA PvdA GL OAE LE CDA LE D66 CDA CDA
Uitnodiging aan
drs. J. Verheugt mw. mr. dr. G.J.M. van den Biggelaar mw. drs. J.G.C.L. Breuers W.J. Burema mw. L.M.P. van DootinghHeijungs G.J.H. Dijsselbloem mw. drs. M.C.T. Fiers B.J.M. Gerard mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij mw. E.M.H. Joosten R.M. Kerkwijk drs. H.J. Kielenstijn mr. P.P..H.A. Leenders J.J. van der Meer mw. J.A. Oomen S. Panchoe J.B.W.M. Peters A.J.A. Rennenberg mw. mr. A. Romijn ir. J. Rozendaal J.C. Schut mr. P.H.F.G. Verhaegh dr. ir. J.M. Vleeshouwers
Aanw.
griffier PvdA GL PvdA D66 D66 PvdA SP VVD CDA GL LE CDA PvdA LE CDA LE OAE VVD VVD VVD VVD Stadspartij
A
Verslagnummer 11
Wethouders: ir. W.G.J. Claassen mw. ir. J. Kuppens A.M.C.J. Pastoor drs. C.A.M. Tetteroo
P.J.C. van der Grinten mw. drs. G.M. Mittendorff mw. drs. M. Schreurs gem. secr.
Afwezig met kennisgeving op 30 oktober 2002: de dames H.J.M.C. van Herk (CDA) en mr. A. Romijn (VVD) en de heer mr. P.P.H.A. Leenders (CDA). Afwezig met kennisgeving op 31 oktober 2002: mevrouw mr. A. Romijn (VVD).
1058
A
Verslagnummer 11
Overzicht van het behandelde Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 2 september 2002. (het ontwerp heeft voor de leden van de raad ter inzage gelegen).
1060
Voorstel tot het vaststellen van de begroting 2003. (voorstel 02.207.001).
1060
Voorstel tot programmatische uitwerking van Samen Stad, eerste begrotingswijziging. (voorstel 02.205.001).
1213
Raadsnotities
1214
Voorstel tot het bekrachtigen van een noodverordening in verband met de ruiming van een vliegtuigbom op 18 oktober 2002. (voorstel 02.035.004).
1214
Voorstel inzake het nemen van een beslissing tot het plaatsen van het 1214 burgerinitiatief inzake opvang van verslaafden op ’t Eindje op de raadsagenda. (voorstel 02.240.001). Ingekomen stukken
1215
Sluiting
1216
Besluiten nrs. 1 t/m 4
1217
1059
A
Verslagnummer 11
Verslag van het gesprokene De Voorzitter opent om 19.30 uur de vergadering en vraagt enkele ogenblikken stilte voor gebed of overdenking. I.1.
Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 2 september 2002. (het ontwerp heeft voor de leden van de raad ter inzage gelegen).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van de openbare vergadering van 2 september 2002 ongewijzigd vastgesteld. III.1.
Voorstel tot het vaststellen van de begroting 2003. (voorstel 02.207.001).
De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. Het kan in de politiek snel verkeren en dan bedoel ik niet alleen De Effenaar, die zijn belangen hier op zo'n creatieve manier behartigt. Eerst verkeerde het de ene kant op, waarschijnlijk verkeert het vanavond de andere kant op. Ik ben ervoor De Effenaar volgens het oorspronkelijke plan te bouwen, zelfs al vond ik dat plan te duur. Nu kunnen wij daarop niet meer terugkomen. De kleinste partij in de raad is de grootste geworden. Eerst groeiden de bomen tot in de hemel, nu groeien zij de andere kant op. Het vorige college kende krachtige intellectuele concepten, dit college kent geen concept: het politieke vacuüm regeert. Wij hadden de arrogantie van de macht, nu hebben wij de onzekerheid van de macht. Voor die onzekerheid is reden. Partijen, die niet logisch bij elkaar passen, werken samen. Niemand in het college heeft ooit eerder in Eindhoven geregeerd, sterker: slechts één partij in het college heeft recente bestuurservaring. Nu de sterkere leden in het college zitten, maakt de achtergebleven fractie een verweesde indruk. Leefbaar Eindhoven wekt zelfs de indruk dat zij nooit politieke ouders heeft gehad met de bijpassende politieke opvoeding. Dat kan ook moeilijk anders met een pastoor als voorganger. Dat gebeurt alles op een moment waarop het maatschappelijk flink tegen zit; ik heb bijna met het college te doen. Vanuit onze optiek biedt de nieuwe situatie kansen en toch is de totaalindruk niet positief. Dit college luistert tot nu toe iets beter naar de SP dan het vorige. Het vorige college had ik na jarenlang aanhouden zo ver dat het ƒ 25 miljoen uittrok voor onderwijshuisvesting, zij het dat daarvan nog niets is uitgegeven; het nieuwe college begint ermee. € 17 miljoen, € 1,5 miljoen per jaar, is niet niets voor een doel dat mij na aan het hart ligt. Toch zint het mij niet omdat wat met het geld gebeurt zo ontzettend vaag blijft. "Uitbouw van de samenwerking vanuit het onderwijs, van de spilfunctie van het onderwijs in de buurt, zorg voor de eigen inbreng van opvoeders en jeugd" klinkt sympathiek, maar wat staat er precies? Wordt de spilfunctie gevormd
1060
A
Verslagnummer 11
door de Spilcentra of is de aanduiding alleen bedoeld als beeldspraak? De Spilcentra waren voor mij van ondergeschikt belang, wij kunnen ze alleen betalen door elders op de begroting een ravage aan te richten. Is € 1,5 miljoen bestemd voor de Spilcentra, voor nieuwe wc-blokken in basisscholen of voor brandveiligheid en ARBOeisen? Ik heb hierbij gemengde gevoelens. Ik stel de aandacht voor dit onderwerp zeer op prijs, maar de greep op de materie lijkt te ontbreken. Uiteindelijk kies ik ervoor deze post grotendeels in tact te laten in afwachting van meer duidelijkheid, behoudens een uitzondering. Het vorig jaar heb ik gepleit voor een doelgerichter gemeentelijk integratiebeleid. De programmatische uitwerking zegt hierover vrijwel niets nieuws, het mag ook niets kosten, en wat er staat is niet te volgen. Ik beschouw dat als een van de grootste zwaktes van het stuk. De recente periode en ook Venlo leren dat wij elke instelling moeten koesteren die integrerend en socialiserend werkt met jongeren. Het vorig jaar noemde ik de georganiseerde sport en het actieplan cultuurbeleid. Ik wijs er met extra klem op, want deze begroting richt op dit gebied een ravage aan. Wie de tarieven in de sportsector met 8% à 12% verhoogt, jaagt de doelgroep weg die hij wil binnenhalen. Wie maanden achtereen het expertisecentrum culturele uitingen etnische minderheden traineert, wil het afschaffen. Wie dat soort dingen wil, is gek. Op dit punt staat de mening van het college recht tegenover die van de SP, wat betekent dat de inzichten een hoek van 180 graden met elkaar maken. De wiskunde drukt een te gering stempel op de Nederlandse taal. De SP zal op dit punt twee amendementen indienen. Het ene stelt voor dat de gemeente de structurele kosten van bestrijding van de legionellabacterie voor haar rekening neemt, wat € 200.000,-per jaar kost. Dat scheelt de verenigingen 2% à 6% boven de inflatie van 6%, wat ook al een hoog percentage is. Ik wil dat betalen door een verschuiving van programmalijn S2 naar S3. Ik wil dat heel graag, ook als ik daarvoor een andere dekking moet accepteren. Het tweede amendement stelt voor een formatieplaats vrij te maken voor het op te richten expertisecentrum voor de uitwerking van het actieplan cultuurbeleid. Ik taxeer de kosten op € 65.000,-- per jaar, die ik weghaal bij het Van Abbemuseum. Hieraan ligt een expliciete politieke gedachte ten grondslag, te weten dat ik in de huidige maatschappelijke omstandigheden het expertisecentrum culturele uitingen minderheden belangrijker vind dan het ambitieniveau van het Van Abbemuseum. Bij het museum dekken de inkomsten 6% van de kosten, na alle bezuinigingen wordt dat 13%. Dat lijkt mij nog steeds heel edelmoedig. Ook hier geldt dat over de dekking zeker valt te praten als een meerderheid het idee omarmt. U gaat een historisch feit meemaken, de SP pleit voor een verhoging van het leed dat OZB heet. De OZB is en blijft een gedrocht, maar het is het enige ruwe middel om op gemeentelijk niveau aan inkomenspolitiek te doen. Wij stellen voor de OZB te verhogen met 13% in plaats van 6% en de afvalstoffenheffing te verlagen met 2% in plaats van de verhoging met 5%. Het omslagpunt bij deze operatie ligt bij woningen met een WOZ-waarde van € 120.000,--. Beneden die grens hebben gezinnen een licht voordeel en direct erboven een klein nadeel. Ver boven de grens betaalt men
1061
A
Verslagnummer 11
onevenredig meer -- dat is ook de bedoeling -- aan continuering van de activiteiten van Loket W en de voortzetting van de multimediafunctie van de bibliotheek. Dit is de enige manier om de dreigende ravage te voorkomen. De opbrengst van deze operatie bedraagt structureel ongeveer € 1,5 miljoen, daarmee kunnen de volledige voortzetting van de activiteiten van Loket W en drie kwart van de middelen die de bibliotheek nodig heeft voor het multimediaproject, zij het zonder video, wat wij steeds als prestigeproject hebben beschouwd, worden betaald. De incidentele vraag van Loket W tot een bedrag van € 850.000,-- in verband met onkosten van de reorganisatie, willen wij dekken uit programmalijn R1. Ook daarover zal ik een amendement indienen. Wij hebben nooit de zin gezien van ongerichte stedelijke propaganda, ook niet voor het thema technologie. Elke gemeente probeert de wereld te overtuigen van haar uiterst speciale centrumfunctie. Op een bol zijn alle punten gelijk, het ene geeft alleen meer geld uit dan het andere. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat een gemeente haar eigen propaganda gelooft en zelf voorop gaat lopen in technologie? Een verstandig mens doet dat niet. Hij laat anderen de kinderziektekastanjes uit het vuur halen, loopt een jaar achter het front aan en koopt als het enigszins mogelijk is goede off the shelf-technologie, die zich heeft bewezen, zeker als die verstandige mens met belastinggeld werkt. Elke kritische zin van het huidige en het vorige college lijkt te verdampen bij projecten in het kader van Kenniswijk en/of de superpilot. Sommige projecten daarbinnen kunnen gewoon worden gemist, zonder dat iemand erom treurt. Onder normale omstandigheden zou er niet aan zijn begonnen. Ik heb drie amendementen die geld moeten opleveren. De eerste betreft herinvoering van de lichtknop in de vergaderkamer, hij komt voort uit balorigheid in verband met de gramschap over mijn nieuwe computer die een waslijst aan gebreken vertoont. De beide andere zijn serieus: structureel 10% ofwel € 260.000,-bezuinigen op communicatie en stadspromotie en € 200.000,-- bezuinigen op Kenniswijk. Daarmee willen wij de intensivering van de handhaving in programmalijn B4 betalen. Daarvoor wordt terecht € 600.000,-- uitgetrokken, maar de dekking klopt van geen kanten. Daarbij wordt uitgegaan van een forse bezuiniging op de Milieudienst en de brandweer en voor onbepaalde tijd een greep in de bijzondere bijstand. De rest van het bedrag wordt in afwachting van de groslijst gehaald uit programmalijn F7. Wij willen niet dat u aan de bijzondere bijstand komt. Punt 3 mag u van de groslijst schrappen en wij hebben twee amendementen die moeten bewerkstelligen dat de middelen voor bijzondere bijstand worden opgebruikt, namelijk voor de reductieregeling en de toegang voor bepaalde doelgroepen. Wij zijn het niet eens met de spreektijdregeling, die partijen, die veel hebben te zeggen, weinig tijd geeft. Wie na lezing mijn uitleg over de rentevrije reserve niet begrijpt, zal ik het in de wandelgangen nader uitleggen.
1062
A
Verslagnummer 11
De heer Dijsselbloem: Mijnheer de voorzitter. Dit zijn de eerste algemene beschouwingen onder het duale regime, bovendien de eerste algemene beschouwingen waarbij het nieuwe college, na de verkiezingen van maart, de programmatische uitwerking van het beleidsdocument Samen Stad presenteert en verdedigt. Het college beweert dat gezien de economische omstandigheden forse bezuinigingen of ombuigingen -- het college spreekt van herprioriteringen -noodzakelijk zijn. Er is dan ook reden te over om te spreken van een bijzondere vergadering. In feite dienen wij besluiten te nemen over de programmatische uitwerking van Samen Stad als eerste begrotingswijziging en over de begroting 2003. Daaronder liggen stukken, niet direct ter besluitvorming, maar wel ter opiniëring en bespreking, over bezuinigen en ombuigen. Over deze stukken is in de commissievergaderingen al ruimschoots gediscussieerd, de fractie van D66 heeft al goeddeels aangegeven waar haar prioriteiten liggen. Ik zal ze kort samenvatten en toelichten en daarbij moties en amendementen indienen. Het college biedt 28 programmalijnen aan als praktische vertaling van Samen Stad. Zij kunnen in principe de goedkeuring van mijn fractie wegdragen. Natuurlijk zijn deze programmalijnen nog een beetje vaag en oppervlakkig geformuleerd, maar wij hebben er alle vertrouwen in dat het college in staat zal zijn ze verder te vertalen in projecten. Het belangrijkst is dat zulke projecten worden uitgevoerd, de raad zal ze te zijner tijd evalueren. Het college geeft vier thema's aan. Mijn fractie ziet vooral in de programmalijnen van de bestuurlijke en de ruimtelijke pijler veel punten die haar bijzonder aanspreken, wat niet wil zeggen dat wij de sociale en de economische pijler minder belangrijk vinden. Met name het accent op inburgering in de sociale pijler achten wij van belang. Voor mijn fractie dient het handelen van de overheid te worden gekenmerkt door transparantie, inzichtelijkheid, herkenbaarheid van beleid, helderheid van structuren en regels, doelmatigheid, doelgerichtheid en betrouwbaarheid. Voor de gemeentelijke en tarieven en belastingen wordt voorgesteld uit te gaan van een verhoging met 6%. Het CPB geeft aan dat tussen september 2001 en september 2002 de totale gezinsbestedingen zijn gegroeid met 3,4%. In dezelfde periode zijn de tarieven van de overheidsdiensten gestegen met 3,9%. De overheid moet niet extra prijsopdrijvend en inflatiebevorderend bezig zijn. Daarom stellen wij voor de gemeentelijke tarieven en belastingen met niet meer dan 3,9% te laten stijgen. In ons oorspronkelijke stuk stond 4%, ik kon de neiging tot afronden niet onderdrukken, maar achteraf kon ik de logica daarvan toch niet inzien. De opbrengst van de OZB vertoonde in 2002 al een stijging van 7%, daarbij speelt ook een toename van het aantal panden mee waarover deze belasting wordt geheven. Wij zullen op dit punt samen met het CDA een motie indienen. De heer Van Dam: Het zou wel goed zijn te weten hoe u dat wilt dekken.
1063
A
Verslagnummer 11
De heer Dijsselbloem: Mevrouw Joosten zal de motie indienen, daarbij zal hierop worden ingegaan. De heer Van Dam: Ik heb de motie toevallig al gezien, ik heb daarin geen dekking gevonden. Mevrouw Joosten: Voor de fijnproevers hebben wij een speciaal A4-tje met een keur van dekkingsmogelijkheden. Er zijn er zo veel dat het college kan kiezen. De heer Van den Biggelaar: U moet die keuze maken. De Voorzitter: U hebt ongeveer de hele begroting als keuzemogelijkheid aangeboden. Mevrouw Joosten: Het gaat alleen om punten waarvan het beleid geen schade kan lijden. De heer Dijsselbloem: Het Historisch Openluchtmuseum heeft de afgelopen jaren ruim 40.000 bezoekers per jaar getrokken en zal in de toekomst meer bezoekers kunnen en willen trekken. Wij achten het in het belang van de toeristischeconomische structuur dat het museum in de vergrote opzet zijn taak versterkt kan uitvoeren. Voor de betere infrastructuur, zoals toilet- en expositieruimte, willen wij eenmalig € 100.000,-- uittrekken. Wij zullen een daartoe in te dienen motie van het CDA steunen. Daarnaast wil mijn fractie niet alleen incidenteel bijdragen aan het museum. Wij willen € 100.000,-- structureel subsidiëren ter versterking van de professionaliteit van de organisatie. Ik zal daarover een motie indienen. De voorgestelde bezuinigingen op de dorpsraad Acht en de wijkraad VaartbroekHeesterakker-Bokt speelt weliswaar pas in 2006, maar ik wil er toch iets van zeggen. Wij zijn stadsdeelgericht gaan werken. Deze organisaties zijn in die context wellicht ietwat vreemde eenden in de bijt. Wij vinden het van belang dat eenduidig en transparant wordt gewerkt. Wij kunnen dan ook instemmen met beëindiging van de financiering van deze organisaties. Wij beschouwen dat niet als een bezuiniging, het is van belang dat de communicatie met bewoners versterkt doorgaat. Wij zullen in een motie voorstellen dit geld te laten vrijvallen ten behoeve van de stadsdeelkantoren ter versterking van de communicatiefunctie. De voorgestelde bezuiniging op De Effenaar heeft onze goedkeuring niet. De raad heeft indertijd een budget toegezegd, hij heeft het volste recht op eerdere besluiten terug te komen, maar in dit geval moet hij dat niet doen, ook vanuit de overweging dat de overheid consistent moet opereren. Zij moet geen konijnen uit de hoge hoed toveren waarvan burgers schrikken. Daarnaast zal verlaging van het nieuwbouwbudget nopen tot het maken van nieuwe plannen, waardoor tijdverlies zal ontstaan. Dat willen wij voorkomen. Bovendien zal het maken van nieuwe plannen extra geld kosten. Het belang van een goed functionerende Effenaar mag
1064
A
Verslagnummer 11
niet worden onderschat. In verband met het beeld dat de lokale overheid oproept willen wij de bezuiniging schrappen en steunen daarom de door GroenLinks in te dienen motie. Wij zijn er niet gelukkig mee dat de onderuitputting bijzondere bijstand wordt gezien als bezuiniging. Er zijn mensen die recht hebben op bijzondere bijstand, blijkbaar maakt een aantal van hen geen gebruik van dat recht. Een aanzienlijk deel van die groep lijkt te bestaan uit ouderen. De lokale overheid moet haar uiterste best doen die mensen te bereiken. Wij willen u de kans geven ons ervan te overtuigen dat u al het mogelijke hebt gedaan, bijvoorbeeld door de consulenten van de dienst WZI een veel actievere rol te laten spelen, om de onderuitputting te voorkomen. Afhankelijk van uw reactie zullen wij een motie indienen. Mevrouw Joosten: De raad heeft nog niet lang geleden besloten om het niet-gebruik terug te dringen. Uw fractie was daarmee akkoord. Ik vind het een beetje tegenstrijdig het college nu te vragen aan te tonen dat dat is gebeurd. De heer Dijsselbloem: Wij zijn het erover eens dat het moet, ik wil dit punt dan ook als bezuiniging van de lijst geschrapt zien. In de 28 programmalijnen missen wij binnen de ruimtelijke pijler een aanduiding van het belang van de rol van de lokale overheid binnen de openbare ruimte. De overheid dient daar de centrale regiefunctie te vervullen, zij moet beschikken over voldoende instrumenten om de ontwikkelingen binnen de openbare ruimte te blijven sturen. Deze instrumenten moeten worden versterkt. Als het gaat om de vormgeving van de openbare ruimte en het afstemmen van plannen door de stad heen, zou een stadsbouwmeester of -architect een belangrijke rol kunnen spelen. Het uitgangspunt van helderheid van beleid en bestuur geldt ook voor de vraag hoe wij omgaan met allerlei voorzieningen in de begroting. Voor allerlei doeleinden worden voorzieningen gecreëerd, er worden bedragen in gestort en aan onttrokken. Is het college in staat meer duidelijkheid te verschaffen over de systematiek of methode die hierbij wordt gevolgd? Wij hebben de indruk dat er nogal wat onduidelijkheid heerst. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter. Als wij in de stad navragen waarover deze algemene beschouwingen zouden kunnen gaan, komen wij tot een aanzienlijke lijst onderwerpen. De lijst bevat allerlei punten waarover in de stad collegebesluiten worden verwacht. Zulke besluiten vergen keuzen en het college heeft die keuzen nog niet gemaakt. Heel wat organisaties en mensen wachten daarop. Ik zal mij beperken tot een punt dat er bovenuit steekt, namelijk de betrouwbaarheid van bestuur. In gesprekken in de stad komt dat punt vaak aan de orde, bijvoorbeeld als mensen het nieuws hebben gelezen over de voorstellen rond De Effenaar. Die voorstellen hangen als een donkere wolk boven deze begrotingsbehandeling, er staat ook heel wat op het spel. Niet alleen de vraag of De Effenaar verder kan
1065
A
Verslagnummer 11
bouwen, dat is een redelijk overzienbare kwestie, maar ook de bestuursstijl van het college is in het geding. Het besluit om een grote verbouwing in een cultureel centrum terug te draaien, wordt niet zomaar genomen. Daarvoor zijn in elk geval twee voorwaarden nodig. In de eerste plaats moet worden aangetoond dat het geld elders nodig is, daarop had het college antwoord moeten geven. Als het college dat zou hebben gedaan, zou nog een tweede vraag moeten worden beantwoord, namelijk waarom voor De Effenaar is gekozen om geld te halen. Waarom is niet gekozen voor de stadsschouwburg, Dynamo of een andere instelling? Deze punten zijn in de commissie uitgebreid aan de orde geweest en de antwoorden zijn zeker nog niet duidelijk. Het enige wat duidelijk is geworden, is dat het college geld nodig heeft; waarvoor het het geld nodig heeft, blijft vaag. Wij hebben het al uitgebreid gehad over de 28 programmalijnen, ik kan er geen wijs uit en ik weet niet waar het geld precies naar toe gaat. De urgentie is onduidelijk en ook de afweging, waarbinnen voor De Effenaar is gekozen, is nog steeds niet helder. Dat is extra vervelend omdat wij hier niet met een klein besluit hebben te maken. Het besluit over De Effenaar is na lange discussies genomen en kan alleen al om die reden niet worden teruggedraaid. Deze organisatie moet kunnen bouwen op dit besluit. Erger is dat wij met dit college het risico lopen dat wij zulke voorstellen vaker zullen krijgen. Wat nu gebeurt met De Effenaar kan in de ogen van veel mensen in de stad even goed gebeuren met de stadsschouwburg, het zwembad en allerlei andere projecten. Mensen zijn er om twee redenen bang voor. Het programma Samen Stad is daar debet aan. Wij hebben in mei, toen dit programma werd gepresenteerd, al gezegd dat wij het niet realistisch vonden. Wij misten vooral ook duidelijke keuzen. Destijds is beloofd dat zij bij de begrotingsbehandeling in oktober zouden komen, maar ik zie ze nog steeds niet. Samen Stad is een collage van verschillende partij- en verkiezingsprogramma's, een echte eenheid ontbreekt. Wij hebben een discussie gehad over de vraag of wij dat visieloos of richtingloos moeten noemen, mij maakt dat niet veel uit, maar de neuzen staan duidelijk niet in een richting. Daardoor is Samen Stad een basis voor willekeur, het besluit over De Effenaar zal daardoor niet een eenmalig slecht besluit zijn. Er zullen er waarschijnlijk meer volgen. De organisaties in de stad reageren daarnaar. Mensen die geld tegoed hebben van de gemeente of bezig zijn met gemeentelijke subsidies, kruipen in hun schulp. De organisaties die goede contacten hebben met het bestuur, gebruiken ze om extra garanties te krijgen om te bereiken dat hun belangen gewaarborgd blijven. Ik zie al aankomen dat de achterkamertjes weer worden betrokken en dat is niet het soort bestuur dat wij voorstaan. Ook als het voorgestelde besluit over De Effenaar niet wordt genomen, is het kwaad al geschied. Het vertrouwen van een groot aantal organisaties in het college is verloren gegaan, dat zal voorlopig nog niet zijn teruggewonnen. De gemeenteraad kan daarop maar op een manier reageren, namelijk door het college voor te houden dat de lijn uit het verleden dient te worden gehandhaafd, dat het oorspronkelijke besluit over De Effenaar niet wordt teruggedraaid, en door duidelijk te maken dat dit
1066
A
Verslagnummer 11
niet de manier is waarop wij de stad willen besturen. Ik zal hierover een amendement indienen. Er komt een vergelijkbaar amendement van GroenLinks met dekking. Mijn amendement heeft geen dekking om duidelijk te maken dat het mij er niet om gaat geld van de ene naar de andere bestemming te schuiven, maar om aan te geven dat deze aanpak een slechte manier van besturen is. Alleen op deze manier kunnen wij hopen dat wij het vertrouwen enigszins kunnen herstellen. Mevrouw Joosten: Mijnheer de voorzitter. "Vitale wijken, sterke stad" luidde de titel van het CDA verkiezingsprogramma van maart van dit jaar. Uitgangspunt was voor ons dat we de signalen van de burgers serieus nemen. Het verbeteren van de kwaliteit van het samenleven in de wijken is voor ons de groene draad om het voorgestelde beleid bij de uitwerking van "Samen Stad" te toetsen. Voordat het CDA wil reageren op de voorgestelde prioriteiten en vervolgens op de voorgestelde ombuigingen, willen we eerst onze zorg uitspreken over de onrust en de gevoelens van onveiligheid waarmee we ook in Eindhoven geconfronteerd worden. De manier waarop mensen soms met elkaar omgaan is onacceptabel. Een klein beetje respect is soms al te veel gevraagd. De landelijke discussie over normen en waarden moet er komen, maar voor de CDA-fractie telt ook de eigen verantwoordelijkheid van de lokale politiek om alvast in onze stad tot actie over te gaan. Het initiatief van kerken en moskeeën om met elkaar in gesprek te gaan, vinden we een goede start. Toch denken we dat ook andere groepen mensen in onze stad initiatieven zouden moeten ontwikkelen om de leefbaarheid en de veiligheid in Eindhoven te bevorderen. We denken aan sportverenigingen, welzijnsinstellingen, ouderenbonden, horecakringen, ouderverenigingen en politie. De maatregelen die preventief kunnen bijdragen aan een fatsoenlijke manier waarop mensen met hun eigen opvattingen, anderen in hun waarde laten, zouden in een soort stadsgesprek met diverse vertegenwoordigers besproken kunnen worden en vervolgens kunnen leiden tot afspraken waaraan men zich dan ook houdt. Is het college bereid initiatieven te ontplooien om dergelijke stadsgesprekken te organiseren? Door inwerkingtreding van de nieuwe Vreemdelingenwet op 1 april 2001 passen wij in ons land een aangescherpt terugkeerbeleid toe voor uitgeprocedeerde asielzoekers en vluchtelingen. De CDA-fractie is van mening dat de wet uitgevoerd dient te worden, maar in het verlengde van deze nieuwe Vreemdelingenwet voorziet het rijk niet in een regeling waardoor uitgeprocedeerde asielzoekers ook daadwerkelijk worden verwijderd uit Nederland. De regelgeving bepaalt dat het de verantwoordelijkheid van de uitgeprocedeerde asielzoeker is om Nederland uiterlijk op de 29ste dag na ontvangst van de negatieve beschikking van de IND te verlaten. De periode van 28 dagen blijkt in de praktijk doorgaans tekort en dan belandt een uitgeprocedeerde asielzoeker vaak in de illegaliteit. Zo lang de regering niet voor opvang zorgt, worden de consequenties van de negatieve beslissing op een asielaanvraag afgewenteld op de gemeente. Een gemeentebestuur zal in het algemeen belang maatregelen moeten nemen om te voorkomen dat deze illegale
1067
A
Verslagnummer 11
uitgeprocedeerde asielzoekers op straat zwerven. De CDA-fractie ziet graag een collegevoorstel waarin het accent komt te liggen op het stimuleren en motiveren van de uitgeprocedeerde asielzoeker om terug te keren naar het land van herkomst. Wellicht kan in een intensieve samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie op individuele basis actie ondernomen worden om de terugkeer te "begeleiden" en te "ondersteunen". Gezamenlijk met andere partners zal bekeken moeten worden op welke wijze verhoging van de motivatie om terug keren te bewerkstelligen is. Daarnaast kan het college, in samenwerking met de regio en de provincie, bij het rijk erop aandringen de wet en de uitvoering daarvan te verbeteren. Hoe wil het college een humanitair beleid voeren dat niet strijdig is met de wetgeving? De heer Van Dam: Wij zijn door het college geïnformeerd over het beleid dat het wil voeren. Bent u daarmee niet tevreden? Mevrouw Joosten: Als er maar tien opvangplaatsen zijn voor alle asielzoekers die nu in een gat vallen, is het beleid niet voldoende. De heer Van Dam: Wat vindt u dan van het principe dat het college alleen mensen opvangt die een perspectief hebben op hier blijven of terugkeren? Er komen ook mensen op straat te staan die geen perspectief hebben op terugkeer. Mevrouw Joosten: Daarom vragen wij om met organisaties die hiervoor zijn toegerust middelen te zoeken om mensen te motiveren daadwerkelijk te vertrekken als zij geen perspectief hebben op een verblijfsstatus. De heer Van Dam: Het gaat mij om mensen die van het rijk moeten terugkeren, maar geen perspectief hebben op terugkeer. U weet dat het rijk ook mensen wil laten terugkeren naar gebieden waar grote twijfels bestaan over de veiligheid. Mevrouw Joosten: Ik heb er al op gewezen dat het op individuele basis moet. Er moet maatwerk worden geleverd, maar omdat de situaties heel ingewikkeld en divers zijn, kan ik mij voorstellen dat een heel stringent beleid nodig is, dat achteraf toetsbaar is. Het beleid moet niet te coulant, maar wel humaan zijn. De verzoening daartussen vormt het probleem. De heer Van Dam: De collegeplannen leiden ertoe dat mensen die geen perspectief hebben op terugkeer en ook niet kunnen blijven op straat komen te staan. Steunt u deze aanpak? Mevrouw Joosten: Daarom vraag ik het college steun te zoeken bij de regio en de provincie en allerlei organisaties om voor die mensen een pardon te krijgen. Wij moeten ons wel indekken opdat ons, wat wij doen, niet achteraf kan worden
1068
A
Verslagnummer 11
verweten. De aanpak mag ook geen aanzuigende werking hebben op mensen vanuit het idee dat het beleid in Eindhoven soepeler is dan elders. De heer Kerkwijk: Betekent dit in uw optiek dat opvang noodzakelijk is als de organisatie ontstaat, ook als dat meer vraagt dan het aantal plaatsen dat het college voorstelt? Ik ga ervan uit dat u de plannen niet wilt waarmaken met mensen die op straat staan. Mevrouw Joosten: Als mensen in nood zijn, moet humaan worden gehandeld, maar Eindhoven moet dat niet in zijn eentje doen. Eindhoven moet partners zoeken om steun te krijgen voor het beleid. De heer Kerkwijk: Daarbinnen valt tijdelijke opvang. Mevrouw Joosten: Om de ambities uit de bestuurlijke visie van "Samen Stad" te realiseren, kiest het college voor vier prioriteiten. De CDA-fractie is content met deze keuze en zij wil graag bij ieder beleidsveld wat accenten leggen, soms met financiële consequenties. Wat in de commissies door collegae is ingebracht, zal ik niet herhalen. Een vaak gebruikte zegswijze is: "Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst" en dit gezegde past prima bij deze keuze. De jeugd heeft recht op de beste omstandigheden om gelukkig op te groeien en op optimale ontplooiingskansen. Zonder afbreuk te doen aan goede initiatieven voor een gezonde vrijetijdsbesteding, willen we in het bijzonder pleiten voor faciliteiten voor de breedtesport. Heel veel vrijwilligers zetten zich in om onze jeugd op een verantwoorde manier haar vrije tijd samen op een plezierige manier te laten doorbrengen. De jongens en meisjes leren hoe ze met elkaar op een faire manier kunnen omgaan. De regels die in de sport zonder meer geaccepteerd worden, maken duidelijk dat in het maatschappelijk verkeer ook afspraken en regels noodzakelijk zijn. In onze contacten met sportverenigingen is ons duidelijk geworden dat het achterstallig onderhoud van kleedruimtes, kantines en sportvelden de animo om zich te blijven inzetten, onder druk zet. De CDA-fractie wil een incidenteel budget, van € 800.000,-- voor het jaar 2003 om het mogelijk te maken dat de amateursportverenigingen met voorzieningen die er het beroerdst aan toe zijn, al komend jaar kunnen renoveren. Bij de Voorjaarsnota zullen wij de consequenties voor de volgende jaren bezien. Over dit onderwerp bieden wij u een motie aan, die mede is ondertekend door het OAE. Dekking kan worden gevonden in de aangekondigde meevaller van de septembercirculaire. Op 1 januari krijgt de gemeente een extra taak in de jeugdgezondheidszorg als gevolg van de wet "Tijdelijke Regeling Vroegsignalering" waardoor zij de regie voor de jeugdgezondheidszorg krijgt. Ook de preventieve zorg moet dan een belangrijke plaats krijgen binnen de organisaties die zich om onze jeugd bekommeren. Heeft het college al voorbereidingen getroffen om deze nieuwe taak doelmatig te kunnen vervullen?
1069
A
Verslagnummer 11
Er zijn ook jongeren en oudere jongeren die al jaren wachten op een functioneel poppodium. Sinds de start van de vorige raadsperiode staat de nieuwbouw van De Effenaar regelmatig op de agenda. Nu, jaren later, zijn de plannen klaar. Twee zalen moeten het mogelijk maken dat Eindhoven de positie van vijfde stad in het land, ook wat popmuziek betreft, handhaaft en zo mogelijk verbetert. In de CDA-fractie hebben we lang stilgestaan bij de voornemens van het college om gezien de zorgelijke financiële omstandigheden van dit najaar, een andere nieuwbouw voor De Effenaar voor te stellen. Wij hebben zorgvuldig de begroting bestudeerd en bekeken waar nog incidentele middelen te vinden zijn die we voor de geplande Effenaar zouden kunnen aanwenden. Bovendien weten we sinds enkele dagen dat de septembercirculaire een aanzienlijke meevaller in het vooruitzicht stelt. Het huidige ontwerp heeft al veel geld en tijd gekost. Nu we de mogelijkheid zien om De Effenaar met twee zalen te financieren, kiezen we daarvoor. We willen geen tempoverlies en het bedrag voor wijzigingskosten is in onze ogen weggegooid geld. Daarom kiest mijn fractie ervoor om de voorgestelde bezuiniging niet te steunen. Wel geven we het signaal dat de exploitatie van De Effenaar in de toekomst kostendekkend moet zijn. Op welke termijn kunnen wij de exploitatiebegroting verwachten? Zoals de zaken er nu voorstaan zal de Effenaar het moeten doen met de meerkosten die nu reeds in de begroting zijn opgenomen. De subsidie voor de Effenaar zal op een gelijke wijze met die voor andere instellingen gewogen worden. Kan het college duidelijkheid geven over het turnkey opleveren, de definitieve toezegging van de verwachte subsidiegelden en de sponsorgelden? De tweede prioriteit is veiligheid, leefbaarheid en handhaving. Wij zijn blij met de poging van het college om een tijdelijke dagopvang voor verslaafden te creëren. Een mogelijke locatie ligt tussen de spoorlijn en de Fuutlaan. Dit moet niet alleen goed met de omgeving gecommuniceerd worden, we moeten er ook alles aan doen om gevoelens van onveiligheid weg te nemen. Overlast en criminaliteit zullen door de politie adequaat aangepakt dienen te worden. De gemeentelijke bijdrage zou kunnen zijn dat in de omgeving van de Fuutlaan tot het Stationsplein en op de Dommelstraat camerabewaking wordt ingesteld. De CDAfractie is steeds voorstandster geweest van een pilot en heeft in de vorige periode een motie dienaangaande van de VVD gesteund. Samen Stad ziet cameratoezicht als een laatste middel. Het kan op gespannen voet staan met het streven te kiezen voor instrumenten die de eigen verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers versterken. Daarnaast zou de bescherming van privacy in het geding kunnen zijn. Echter, de keuze om in dit gebied waar al de nodige overlast bestaat als gevolg van het uitgaansleven, en ook door het reguliere binnenstedelijke gebeuren, de druk op de leefbaarheid te vergroten door een opvang voor verslaafden te creëren, mag er ons inziens toe leiden dat eerder naar het middel wordt gegrepen, uiteraard onder de voorwaarden die in Samen Stad geformuleerd staan op blz. 7.
1070
A
Verslagnummer 11
De heer Kerkwijk: De voorwaarden zijn redelijk duidelijk, er staat bij dat eerst andere middelen moeten zijn geprobeerd. Kunt u uitleggen of alles is geprobeerd, zodat u voor een pilot kunt kiezen? Mevrouw Joosten: Ook sinds Samen Stad is geschreven zijn ontwikkelingen in de samenleving doorgegaan. Vanochtend hoorde ik dat er cameratoezicht in de bussen komt. U weet dat er een nieuwe wettelijke regeling komt voor cameratoezicht. Een pilot in de omgeving waar een opvang voor verslaafden wordt ingericht en waar het al druk is, lijkt ons zeker mogelijk. Als mensen zich daardoor veiliger voelen, kunnen wij best met een pilot beginnen. Wij doen daarmee geen afbreuk aan wat wij in Samen Stad hebben geschreven. De heer Kerkwijk: Dan wil ik graag het debat over de tekst van Samen Stad en de voorwaarden die daar zijn vermeld, met u aan. U weet dat met betrekking tot cameratoezicht een compromis is geformuleerd, dat mede onderwerp van debat kan worden bij dit soort voorstellen. Wij hebben echt afgesproken dat cameratoezicht het laatste redmiddel is. Wij zullen alles moeten hebben geprobeerd en dan moet zijn gebleken dat het niet werkt. Ik heb het gevoel dat u de grenzen van de afspraken in Samen Stad overschrijdt. Mevrouw Joosten: Misschien is het feit dat er een pilot met cameratoezicht wordt gehouden in de wijk waar de opvang komt voor de bewoners reden om mee te doen. De heer Van Dam: De heer Kerkwijk geeft aan dat het CDA over de randen van de afspraken van de coalitie heengaat. Vindt de heer Kerkwijk het acceptabel dat het CDA deze lijn doorzet? De heer Kerkwijk: Het CDA heeft aangegeven dat het er de discussie over aan wil gaan. Bij die gelegenheid zal ik het CDA houden aan de afspraken in Samen Stad. Dan kunnen wij een tekstexegese doen om te zien wat daarvan de betekenis is. De heer Gerard: Bent u daarmee klaar voor morgenavond? De heer Kerkwijk: Dat weet ik niet, maar ik neem aan dat u even hard als ik zult meedoen aan een open discussie over cameratoezicht. Mevrouw Joosten: De CDA-fractie is tevreden met de start van de stadsdeelkantoren op hun definitieve locaties. De discussies over de taakpakketten zijn nog niet naar tevredenheid gevoerd. De afstemming tussen de diverse afdelingen moet beter worden. De budgetten die via de stadsdeelkantoren beschikbaar kunnen worden gesteld, moeten eveneens de uitvoering bespoedigen. Wanneer kunnen we de notitie over de rol van de stadsdeelkantoren en de stadsdeelcommissies verwachten?
1071
A
Verslagnummer 11
De bereikbaarheid van Eindhoven (van buiten) en de Eindhovense binnenstad baart zorgen. De doorstroming van het verkeer is niet alleen van economisch belang. Het stilstaand verkeer leidt tot veel milieuoverlast. Irritaties van weggebruikers kunnen tot onveilige verkeerssituaties leiden. Het college moet zich beijveren voor het zo snel mogelijk aanleggen van de spitsstroken rond Eindhoven; dit lijkt op de lange baan geschoven te worden door de rijksoverheid. Wij vragen van uw college actie op dit punt. Daarnaast zal daadwerkelijk uitvoering moeten worden gegeven aan het vastgestelde mobiliteitsplan. Wij willen op korte termijn een discussie over het uitvoeringsprogramma. In dat verband hebben wij aangegeven de programmalijn R8 "Benutting parkeercapaciteit" voorbarig te vinden. Het voorstel om deze programmalijn te wijzigen in "Uitvoering mobiliteitsplan" hebt u in de commissie terecht omarmd. In dat verband kunnen dan zaken als benutting parkeercapaciteit, maar wat ons betreft zeker ook een ergernis als de matige afstelling van verkeersregelinstallaties (per kruispunt, maar ook in onderling verband) besproken worden. Op welke termijn kunnen we hierover gegevens van het college verwachten zodat we deze zaken in de commissie kunnen bespreken? Mijn fractie verbaast zich over het feit dat het college meldt dat er jaren nodig zijn om de bestemmingsplannen op orde te brengen. Deze inhaalslag kost extra geld, bovendien kunnen de verkopen niet in een gewenst tempo plaatsvinden, zodat de noodzakelijke inkomsten stagneren. Kan het college aangeven over hoeveel bestemmingsplannen het gaat en met welke extra kosten we moeten rekenen voor 2003? Al jaren is de status van het onderhoud van onze stad onderwerp van grote ergernis en kritiek. Het is terecht dat deze zaak een van de prioriteiten is geworden. Enkele leden van mijn fractie hebben een verhelderend gesprek gehad met vertegenwoordigers van Het Historisch Openlucht Museum Eindhoven. De CDAfractie vindt dat HOME voor Eindhoven en de regio zowel voor gezinsuitstapjes als voor educatieve doeleinden steun verdient om zijn toekomstplannen een kans van slagen te geven. We willen de activiteiten van HOME extra ondersteunen met een incidentele subsidie om achterstallig onderhoud weg te werken en we stellen voor een bedrag van € 100 000,-- beschikbaar te stellen. We bieden u hierover een amendement aan. Uit de opbrengst van de Toeristenbelasting willen we voor 2003 en volgende jaren ook een bedrag voor Home reserveren. Bovendien vinden we het gerechtvaardigd dat de organisatie met WZI gaat onderhandelen over de vergoeding voor de activeringstrajecten van enkele medewerkers die bij HOME zinvol aan de slag zijn gegaan. Dat zou dan min of meer als een structurele bijdrage gerekend kunnen worden. In de raadsvergadering van september hebben meerdere fracties hun twijfels geuit over het te hanteren percentage van de inflatiecorrectie. Er zijn meerdere definities in gebruik. In het CDA-verkiezingsprogramma hebben we de burgers geen algemene lastenverzwaring boven de inflatiecorrectie beloofd. In Samen Stad is gekozen voor afzien van verhoging van de OZB exclusief inflatiecorrectie. U begrijpt dat we met spanning uitkijken naar de cijfers die ons vertellen hoe hoog die inflatiecorrectie voor
1072
A
Verslagnummer 11
het komend jaar is. Het Centraal Bureau voor de Statistiek noemt voor de gezinsconsumptie 3,4% en voor de overheidsconsumptie 3,9%. In de beleidsnota zien we dat het college voorstelt de gemeentelijke belastingen voor 2003 te verhogen met 6%. Deze belastingverhoging wil het college benutten om de begroting sluitend te krijgen. De CDA-fractie is van mening dat de kostenkant van de begroting gereduceerd moet worden. De burgers van Eindhoven mogen niet meer stijging van kosten ondervinden dan de stijging van de overheidsconsumptie van 3,9%. Wij dienen daarover een amendement in dat mede is ondertekend door D66 en de VVD. Met de heer Gerard vinden wij dat de kosten van de bestrijding van de legionellabacterie voor rekening van de gemeente en niet van de sportverenigingen moet komen. Ik heb geen spreektijd meer, maar eigenlijk zou ik een actuele motie willen indienen naar aanleiding van een artikel in het Eindhovens Dagblad van vandaag over Sinterklaas. Sinterklaas is volop bezig zijn komst naar Nederland voor te bereiden, veel kleine en grote mensen kijken daarnaar uit. Met spijt heb ik moeten lezen dat de geplande feestelijke intocht in Eindhoven op 16 november nog niet definitief is geregeld omdat er een financieel probleem zou zijn. In het verleden zijn afspraken gemaakt met diverse partijen, nu het erop aankomt is er een gaatje in de begroting. Wie de spreekwoordelijke Zwarte Piet verdient, is voor mijn fractie op dit moment niet belangrijk, wij willen wel morgen de zak met de noodzakelijke € 5.000,-- aan de organisatie kunnen aanbieden. Zo nodig zullen wij daarvoor morgen een amendement indienen. De heer Gerard: Gaat het CDA voor Sinterklaas spelen? Mevrouw Joosten: Ik heb de indruk dat meer leden van de raad Sinterklaas spelen en voor andere bedragen dan € 5.000,--. Wij kunnen toch niet opnieuw de intocht van Sinterklaas tot punt van discussie maken? Het is eigenlijk te gek voor woorden dat dit na zo veel jaar nog steeds niet structureel is geregeld. De heer Vleeshouwers: Ik heb het CDA en Leefbaar Eindhoven uitgenodigd een standpunt in te nemen met betrekking tot Museum Kempenland, omdat zij er in februari zo positief over waren. Ik ben benieuwd of wij tussen de moties van het CDA ook een motie over Museum Kempenland zullen aantreffen. Mevrouw Joosten: Wij dragen Museum Kempenland en andere instellingen een warm hart toe, maar ik heb gezien dat eerst een inventarisatie moet plaatsvinden en dat wij daarna opnieuw bekijken welke instellingen wij overeind willen houden en wat eventueel niet meer kan worden betaald. Wij kiezen ervoor eerst af te maken wat is beloofd, daarna kijken wij verder.
1073
A
Verslagnummer 11
De heer Kerkwijk: Mijnheer de voorzitter. Toen GroenLinks op 13 mei instemde met de strategische visie Samen Stad deden wij dat uit volle overtuiging. Wij gingen ervan uit dat we met onze idealen een aantal zaken konden regelen die goed zijn voor deze stad. Vandaag en morgen bepalen wij of wij vinden dat Samen Stad op een goede manier richtinggevend is neergeschreven in de prioriteiten en programmalijnen. Wij zullen ons vooral op dat document richten en ingaan op bezuinigingsvoorstellen zoals ze soms concreet worden gedaan en soms als onderzoeksopdracht worden geformuleerd. U zult het mij niet euvel duiden dat in mijn acht minuten de inbreng wat meer gaat over de zaken die wij nog willen of waarmee wij het niet eens zijn, dan over die zaken waar we al tevreden over zijn. De tijd is zelfs voldoende om de moties die ik zal indienen toe te lichten. Het moest allemaal anders. De missie uit Samen Stad is "het systematisch werken aan de verbetering van de kwaliteit van wijken en buurten, en dat met de daadwerkelijke wil om burgers en partners daarbij een meer actieve rol te geven". Ik geloof echt dat het college meent wat hier is opgeschreven en dat het de intentie heeft om daaraan te werken, maar als raadslid moet je ook controleren en zonder daar al te veel moeite voor te doen, kun je constateren dat aan deze missie al struikelend vorm wordt gegeven. Bij 't Eindje worden de buurt en de gebruikers van het gebouw verrast door een collegevoornemen over een tijdelijke opvang van verslaafden die in kannen en kruiken lijkt te zijn. Van een actieve rol van de buurt is in het voortraject geen sprake. De buurt is wel actief geworden, maar pas nadat het college zijn voornemen bekend maakte. Ik wil u nu al meegeven dat het alternatief 't Eindje voor de opvang die u voor ogen heeft niet aanvaardbaar is voor mijn fractie, ook als het aan de Stationsweg niet doorgaat. Indien u 't Eindje doorzet, hoeft u nergens in de stad nog te proberen een tijdelijke voorziening te vestigen, want dat krijgt u dan niet rond. Op de vrijdagochtend waarop de directeur van De Effenaar werd bericht dat het plan voor De Effenaar niet zou doorgaan, zaten andere directeuren van instellingen erbij. Dat is een manier waarop men niet met elkaar kan omgaan. Zoiets dient individueel te worden gemeld, daarna is een sessie met vier of vijf acceptabel, maar zo'n voornemen dient vooraf individueel kenbaar te worden gemaakt. Het was stuitend. Ook in de verhouding tussen de raad, de commissie en de wethouders is het nog wennen. Ik zal daarover een voorstel doen. De raad wil antwoord op zijn vragen en dat lukt tot nu toe niet altijd. Als de commissies vergaderen, dienen wethouders aanwezig te zijn. Anders kan de raad zijn werk niet doen. Ik geloof in de goede bedoelingen, maar het moet op onderdelen beter. Ten aanzien van de prioriteiten die het college zichzelf stelt, dien ik een tweetal moties in die voor zichzelf spreken. Wij missen, zeker na de brief van maandag, in de prioriteitsstelling de sociale agenda. Aangezien in de sociale pijler de meeste programmalijnen zijn uitgewerkt, zou het logisch zijn de sociale agenda toe te voegen. Ook vinden we onderhoud van de stad te beperkt als prioriteitsstelling en willen daar graag verbreding naar het Groen Beleidsplan. Dat dekt de lading beter. De programmalijn Groen Beleidsplan is inmiddels toegevoegd, dat lijkt ons logisch.
1074
A
Verslagnummer 11
Wij hebben in onze fractie stevig gediscussieerd over de uitwerking van de programmalijnen. Hoewel de brief meer licht in de duisternis heeft gebracht, zult u dat merken in onze amendementen. In het Groen Beleidsplan geven wij uitdrukking aan een omslag in het denken over groen en natuur. Dat is een kernkwaliteit van stad en regio, daarmee is het van grote economische en sociale betekenis. Uitvoering van dit plan is voor ons een prioriteit. Daarom waren wij blij met de toevoeging van de afgelopen week, nu willen wij het over het geld hebben. In de papieren staat dat € 2,3 miljoen beschikbaar is voor een periode van twee jaar. Wij hebben ook nog € 900.000,-- structureel voor onderhoud. Ik zou graag op een rijtje willen hebben welke middelen beschikbaar zijn voor dit beleidsplan, of zij zijn bedoeld voor twee jaar en wat wij daarna doen. Het Groen Beleidsplan is een heel breed programma. Samen Stad geeft aan dat het een goed programma is dat prioriteit moet krijgen. Er moet flink aan worden getrokken en ik meen dat mevrouw Schreurs dat goed kan. Ik vond het opmerkelijk dat in dit plan Van der Grinten als verantwoordelijke wethouder werd genoemd. Het hoort bij mevrouw Schreurs. In Samen Stad staat over asielzoekers: "De klaarblijkelijk moeilijke uitvoerbaarheid voor zowel het rijk als de gemeenten leidt tot humanitaire problemen, een gebrek aan perspectief, overlast en het bestendigen van een cultuur van gedogen in onze stad." Het college heeft hard gewerkt aan een nota die nog in de commissie moet worden behandeld, maar GroenLinks is, evenals mevrouw Joosten, niet tevreden met deze nota. De gekozen oplossing past niet bij de formulering van Samen Stad. Zo lang het rijk niet consequent mensen uit Nederland verwijdert, kan de gemeente niet overgaan tot op straat zetten van deze kwetsbare groep mensen. De voorgestelde maatregelen lijken niet voldoende om het probleem op te lossen. Er is meer nodig. Goede opvang is van belang voor veel groepen, het gaat onder meer om zorg voor veiligheid, leefbaarheid en gezondheid. Migratie is een gegeven, mensenstromen hebben oorzaken die onvoldoende worden aangepakt. De opvang volgens de nieuwe nota gaat de goede kant op, maar de hoeveelheid bevalt ons niet: te weinig plaatsen en te weinig doelgroepen. Maak er werk van en zeg meer toe dan tot heden in de pen zit, zodat wij tevreden kunnen blijven met het gevoerde beleid. Het gaat ook om herkenbaarheid. Wij hebben op dit punt een motie achter de hand. In de groslijst formuleert u onderzoeksopdrachten, bij de Voorjaarsnota zouden wij daarvan een beeld moeten krijgen. Ik ben heel benieuwd wat de onderzoeken zullen opleveren, maar ik wil daarbij een schot voor de boeg geven. Op het moment waarop de ombuigingen, die fors moeten zijn, leiden tot een kaalslag -- de heer Den Ouden heeft dat bij een eerdere bezuinigingsronde eens gezegd -- moet u overwegen of de ambitie van Samen Stad niet een tandje lager mag. Bij de bezuiniging van ƒ 25 miljoen is destijds gebleken dat kaalslag op veel plekken pijn doet. De naweeën ervan duren erg lang. In de sector kunst en cultuur is de situatie problematisch. U hebt een bezuiniging van € 1,5 miljoen ingeboekt en daarbij aangegeven dat dat nooit kan. Wij zijn bezig met een nieuwe beleids- en subsidiesystematiek waarin steeds wordt gesteld dat
1075
A
Verslagnummer 11
instellingen gezond moeten zijn als wij die nieuwe systematiek invoeren. Nu zijn lang niet alle instellingen gezond, directeur Janssen van het Centrum voor de Kunsten stuurt ons al jaren brieven om duidelijk te maken dat het water hem aan de lippen staat. Aan de problematiek van de bibliotheek hebben wij nog niets gedaan. Als wij niets doen, worden de problemen alleen maar groter. Daarom zal ik in een motie voorstellen de € 1,5 miljoen als onderzoeksopdracht nog even niet in te vullen en een inventarisatie te maken van de noden in deze sector. Dan kunnen wij in 2003 bij de Voorjaarsnota aan de hand van dat overzicht, waarbij de raad ook kan aangeven wat hij wenst op het gebied van kunst en cultuur, beslissingen nemen. Ik vraag in de motie ook om plannen van aanpak of saneringsplannen. Wij snappen ook dat niet alles kan. Buiten hebben wij gemerkt dat in de ogen van veel mensen de huisvesting van De Effenaar moet. In de vorige periode hebben wij vol overtuiging voor de nieuwbouwplannen gestemd, ondanks onze rolwisseling is die mening niet veranderd. De Effenaar had al met de bouw willen beginnen, maar moest in verband met budgettaire problemen het plan aanpassen. Als dat probleem er niet zou zijn geweest, zou men al lang bezig zijn geweest. Dan had het college niet met zijn voorstel kunnen komen. Een en ander is in volle voorbereiding, het is nog maar de vraag of de beoogde bezuiniging wordt binnengehaald als de plannen moeten worden aangepast. Ook dat kost geld. Er is veelvuldig gegist naar de werkelijke reden voor dit voorstel. Ik weet het niet, ik begrijp het niet en misschien wil ik het niet weten. Een meerderheid van de raad lijkt het voorstel niet te willen volgen, het is goed dat de raad die mogelijkheid nu en dan benut. Wij houden vast aan het eerdere besluit met betrekking tot het investeringsbedrag en de exploitatiekosten, al was het maar omdat het niet netjes is op deze termijn het besluit terug te draaien. Wij willen een Effenaar als culturele broedplaats met een prominente plek in de Eindhovense, regionale en straks ook landelijke jongerencultuur. Dan is steun voor het bouwplan een noodzaak voor de stad. Uitstel of afstel brengt veel kosten met zich mee. Ik heb een motie die erop is gericht het besluit van de raad te handhaven. Zij wordt breed ondersteund, onder meer door PvdA, VVD, D66 en SP. De heer Rooijakkers: Mijnheer de voorzitter. Nog geen twee jaar geleden werd Leefbaar Eindhoven opgericht. Inzet van de partij was en is het beleid van de stad Eindhoven beter af te stemmen op wat de bewoners belangrijk vinden. Eindhoven moet leefbaar, veilig, bereikbaar en duurzaam worden. Dat was de boodschap aan de kiezers, het antwoord dat de kiezers hebben gegeven, is u bekend. De inwoners van Eindhoven hebben een duidelijk signaal afgegeven, te weten dat de tijd rijp is voor een herwaardering van het gemeentelijke beleid. Dit college, met een breed palet van politieke kleuren, heeft zijn eerste begroting gepresenteerd met daadkracht en realiteitszin. De prioriteiten die het college heeft gesteld, worden door Leefbaar Eindhoven onderschreven. Wel zien wij graag veiligheid, leefbaarheid en handhaving als belangrijkste prioriteiten. Gelet op de
1076
A
Verslagnummer 11
missie uit Samen Stad is dit een logische volgorde. Ook aan versterking van de sociaal-economische structuur hechten wij grote waarde. Inwoners verwachten van een stad een sterke economische structuur als motor; een omgeving waar het prettig en veilig wonen, leven en recreëren is, een stad om trots op te zijn qua cultuur en historie en een stad waarin samenwerking centraal staat. Vanuit deze achtergrond zal ik commentaar geven op de diverse beleidsterreinen die ons in de begroting voor 2003 zijn voorgelegd. Veiligheid, leefbaarheid en handhaving behoren de komende periode veel meer aandacht te krijgen. Te denken is aan het beëindigen van tolerantie ten opzichte van criminaliteit, vandalisme en vervuiling; doorvoeren van een lik-op-stukbeleid; toezien dat wetten worden gehandhaafd; instellen van een veiligheidsloket voor burgers en bedrijven en betrekken van buurtbewoners bij beleidsvorming. Veel van deze punten zien wij terug in de programmalijnen B 1 t/m 4. De wijkwethouder is een feit. Leefbaar Eindhoven zal het opheffen van dorps- en wijkraden niet steunen voor is aangetoond dat de stadsdeelkantoren goed functioneren. Op het gebied van onderwijs en jeugd wil Leefbaar Eindhoven neer ruimte en voorzieningen voor jeugd op alle dagen van de week; veilige scholen, betaalbare en toegankelijke kinderopvang en terugbrengen van megascholen tot een beheersbare omvang. In plaats van brede scholen willen wij inzetten op de Spilcentra. Voor onderwijs is een bedrag van € 16,7 miljoen begroot... De heer Gerard: U wilt in plaats van op brede scholen inzetten op Spilcentra. Hebt u daarvoor een argumentatie? In de vorige periode werden brede scholen gezien als de meest extreme vorm van Spilcentra. De heer Rooijakkers: Daar streven wij niet naar, wij kiezen voor Spilcentra die zijn toegesneden op de wensen in de wijken. Wij willen niet overal zonder meer de maximale vorm realiseren. De heer Gerard: Dat is ook geen bestaand beleid. Brede scholen zijn voorzien voor achterstandswijken. De heer Rooijakkers: Het lijkt mij te ver gaan dit nu uit te diepen... De heer Gerard: Waarom zoudt u niet gewoon uitleggen waarom u iets zegt? De heer Rooijakkers: Ik heb het idee duidelijk weergegeven. Wij kiezen voor Spilcentra in vormen die passen bij de wijken. Mevrouw Van den Biggelaar: Spilcentra zijn bedoeld voor opvoeding van kinderen, brede scholen hebben een plek in de wijk. Dat is een verschil. Wij hebben een discussie over de bedoelingen met spilcentra en brede scholen hard nodig.
1077
A
Verslagnummer 11
De heer Rooijakkers: Bij onderhoud van de stad willen wij meer groen, stevige bomenrijen, minder onkruid, geluidsschermen en tegengaan van grondwateroverlast. Als het aan Leefbaar Eindhoven ligt, krijgt het onderhoud in de wijken meer prioriteit dan de verfraaiing van het stadshart. De gemeente moet extra druk uitoefenen op het waterschap en de provincie om het grondwaterpeil omlaag te krijgen. Door veel bomen aan te planten leveren wij een bijdrage aan vermindering van milieuproblemen. De heer Gerard: Als u dit allemaal zo belangrijk vindt, waarom is er dan geen nieuw geld bij? Bij onderhoud van de openbare ruimte wordt alleen maar met € 900.000,-geschoven. De heer Rooijakkers: Het gaat erom het geld de goede kant op te schuiven. Wij hebben geen onuitputtelijke zak geld. De heer Gerard: Het geld waarmee u schuift was al bestemd voor onderhoud van de stad. U schuift geld voor onderhoud van de stad naar onderhoud van de stad. De heer Rooijakkers: Als u het zo ziet, is het prima. De heer Gerard: Zo staat het in de programmalijn, ik kan ook niet helpen dat u het zo opschrijft. De heer Van Dam: Mag ik vragen of de heer Rooijakkers gewoon inhoudelijk op punten kan ingaan. Er wordt allerlei gezegd, er worden proefballonnetjes opgelaten, maar als er vragen over komen, wordt geen enkel inhoudelijk antwoord gegeven. In de commissie gebeurde dat ook. Hoe kunnen wij op deze manier een debat voeren? De heer Rooijakkers: Volgens mij kan alleen een beleidsuitvoerder proefballonnetjes oplaten. Een raadslid kan alleen voorstellen doen of ideeën opperen. De heer Gerard: Een raadslid kan zelfs besluiten nemen en ze door amendementen en moties uitlokken. De heer Schut: Een raadslid kan zelfs vragen beantwoorden! De heer Rooijakkers: Ik begin opnieuw bij het onderhoud van de stad... De Voorzitter: Dat lokt vragen uit, u kunt beter doorgaan. De heer Rooijakkers: In verband met de sociaal-economische structuurversterking wil Leefbaar Eindhoven oprichting van een ondernemersloket voor het MKB, daarover zullen wij een motie indienen...
1078
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Dat zit toch al in de collegevoorstellen? Programmalijn E4 noemt het oprichten van een ondernemersloket. De heer Kielestijn: Als u de motie leest, zult u zien dat er verschil is tussen de inhoud van de motie en wat in Samen Stad staat. Als u even geduld hebt en de heer Rooijakkers laat uitspreken, zullen wij u die gelegenheid ook bieden als u een goed verhaal hebt. De heer Rooijakkers: Verder denken wij aan het aanpakken van files, de afstemming van verkeerslichten, meer parkeerplaatsen, gratis parkeervergunningen voor aanwonenden en koesteren van Eindhovens cultuurhistorisch erfgoed. De heer Gerard: Hebt u een concreet voorstel voor het koesteren van het cultuurhistorisch erfgoed? U mag als raadslid voorstellen doen, zoals u al opmerkte, en wij mogen er zelfs "ja" tegen zeggen. Als wij er met een meerderheid "ja" tegen zeggen, wordt zo'n voorstel zelfs uitgevoerd. De heer Rooijakkers: Wij hebben moties klaarliggen, aan het einde van mijn bijdrage kom ik daarop terug. Eindhoven is een van de economische trekkers, maar de bereikbaarheid laat sterk te wensen over. Wij hebben inmiddels een permanent vekeersinfarct rond onze stad. Verkeersaders slibben dicht. In de stad verslechtert de situatie van jaar tot jaar, er komen meer en meer verkeersdrempels, chicanes en andere remmers. De verkeersdrempels blijken een behoorlijke negatieve invloed te hebben op de aanrijtijden van brandweer en ambulance. Wij wensen een snelle actualisering van het mobiliteitsplan, met name ter verbetering van de verkeersdoorstroming. Verder pleiten wij met kracht voor herinvoering van de groene golf op hoofdverkeersaders in de stad. De heer Kerkwijk: U pleit voor actualisering van het mobiliteitsplan, maar in Samen Stad is afgesproken dat dat plan moet worden uitgevoerd. Ik kan mij niet voorstellen dat wij aan actualisering toe zijn op het moment waarop nog met de uitvoering moet worden begonnen. De heer Rooijakkers: Het blijkt dat het enorm lang duurt. Als het door veranderende omstandigheden niet meer duidelijk is, kan best worden gevraagd om een actualisering. De heer Gerard: Zonder het met zo veel woorden te zeggen, pleit de heer Rooijakkers voor afschaffing van chicanes, verkeersdrempels en dergelijke. Is GroenLinks het daarmee eens? Wil de heer Kerkwijk dat er harder wordt gereden? Ik kan mij voorstellen dat de noodzaak van korte aanrijtijden voor ambulances dan groter wordt.
1079
A
Verslagnummer 11
De heer Kerkwijk: Ik heb aangegeven dat ik mij houd aan de afspraken in Samen Stad. Zij zijn volstrekt helder, voorstellen in deze zin zitten er niet in. De heer Rooijakkers: Bij de moties zullen wij een en ander toelichten. Allerlei werkplekken bij aan de gemeente verbonden instellingen zijn incidenteel opgevuld met Melkert- en ID-banen. Voor deze werkplekken is zelden of nooit structurele financiële ruimte gecreëerd. De gemeente heeft geprofiteerd, maar niet gereserveerd. De welwillende medewerkers van De Effenaar, Plaza Futura en Loket W, die op deze wijze zijn aangesteld, hebben nu mogelijk het nakijken en zijn dan slachtoffer van het gevoerde kortzichtige beleid. Eindhoven is het economische hart van Zuid-Nederland, er is veel te doen. Beleid gericht op het vasthouden van kennis door het intensiveren van samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid blijft belangrijk. Het vrije ondernemerschap is de basis voor optimale marktwerking. De rol van de gemeente is primair faciliterend en stimulerend. Onze MKB-ers verdienen een ondernemersloket, waar voor alle ondernemers relevante informatie op een transparante wijze wordt aangeboden. Leefbaar Eindhoven wil meer dynamiek in de stad door fantastische evenementen. Voor de bestrijding van de kosten hiervan willen wij de Toeristenbelasting verhogen, in plaats van € 1,-- per nacht moet de belasting 5% van de kamerprijs bedragen. De meeropbrengst is naar verwachting € 0,5 miljoen. Wij vragen een indirecte versterking van loket W, daarvoor willen wij € 600.000,-beschikbaar stellen van de stadsdeelkantoren die dan desgewenst diensten kunnen inkopen. Wij dragen Museum Kempenland een warm hart toe, in een motie vragen wij het voor de toekomst veilig te stellen. Wij stellen voor twee maal per jaar wijkmilieudagen te organiseren en dan ook grof huisvuil op te halen. Zulke gezamenlijke activiteiten zijn belangrijk voor een wijk. In het belang van efficiency stellen wij voor de ombudsfunctie onder te brengen bij het SRE. Verder zullen wij moties indienen waarin wordt voorgesteld maandag aan te wijzen als gratis museumdag; voorbereidingen te treffen voor een functionele annexatie ten aanzien van de planning van de hoofdwegenstructuur, de woningbouwplanning en planning van bedrijventerreinen; voor verbetering van de parkeerroutes; een andere bestemming voor het Evoluon, een prachtig stukje image voor Eindhoven dat wij graag willen uitbuiten... De heer Schut: Het Evoluon is toch geen gemeentelijke eigendom? Wilt u het kopen? De heer Rooijakkers: In de motie is precies uitgelegd wat de bedoeling is. Wij stellen voor een gratis parkeerkaart in te voeren voor aanwonenden en tot slot een holdingstructuur op te richten voor de drie culturele tempels: het Van Abbemuseum, het Muziekcentrum en de schouwburg.
1080
A
Verslagnummer 11
De start van dit college is goed ingezet, verdere verbetering zal volgen. Leefbaar Eindhoven wil het college graag over twee jaar evalueren. De Effenaar is de laatste jaren uitgebreid besproken. Gisteravond ben ik verschillende malen opgebeld door mij niet bekende ondersteuners van De Effenaar. Buiten kijf staat dat wij voorstanders zijn van een goede voorziening, er is nu € 12,6 miljoen voor gereserveerd, maar er is nog geen krediet verstrekt. Daardoor kan verwarring zijn ontstaan. Een exploitatiebegroting ontbreekt, wij hebben geprobeerd haar te achterhalen, zij blijkt niet geactualiseerd. Wij zijn zeer benieuwd naar het standpunt van het college. De heer Gerard: Er is een exploitatiebegroting voor De Effenaar, gebaseerd op de vroegere begroting. Daaraan is op een gegeven moment twee of tweeëneenhalve ton toegevoegd. De heer Rooijakkers: Een exploitatiebegroting voor de nieuwbouw ontbreekt. Morgen zullen wij daarop uitgebreid terugkomen, nu wachten wij het standpunt van het college af. De heer Vleeshouwers: Ik begrijp niet goed welke informatie de heer Rooijakkers van het college verwacht die iets toevoegt aan alles wat wij al weten. Welke informatie van het college kan zijn standpunt nog beïnvloeden? De heer Van Bussel: Er is op dit moment geen exploitatiebegroting. Wij weten niet wat de huur zal worden. Mevrouw Appelboom heeft gezegd dat de accountant op dit moment de hele zaak doorrekent en dat waarschijnlijk in maart 2003 een goede begroting gereed zal zijn. Zij heeft erop gewezen dat de begroting uit 1999 absoluut niet meer van toepassing is. Die begroting is waarschijnlijk nog voor de verhoging van het budget opgesteld. Dat is de mening van de directie van De Effenaar, als u het daarmee niet eens bent , moet u dat tegen haar zeggen. Het is haar verantwoordelijkheid de begroting van de stichting te leveren. Het is onze verantwoordelijkheid te zorgen voor een gebouw dat tegen een acceptabele prijs kan worden verhuurd. Als wij subsidies verstoppen in de te berekenen huur, zijn wij verkeerd bezig. Het CDA heeft laten blijken dat het een bepaald bedrag extra wil bijdragen, een en ander is niet los te zien van de te berekenen huur. Als wij de huur in relatie tot de bouwsom niet kennen, terwijl er ook nog onvoorziene kosten zijn, is het moeilijk een beslissing te nemen. De Voorzitter: Een interruptie moet wel een interruptie blijven. De heer Van Bussel: Ik doe het maar zelden en de heer Rooijakkers is ruim binnen de tijd gebleven.
1081
A
Verslagnummer 11
De heer Schut: Ik begrijp uit het betoog van de heer Van Bussel dat wij pas in maart weten waarom het draait. Betekent dat dat Leefbaar Eindhoven in maart een beslissing over De Effenaar wil nemen? De heer Van Bussel: Als u, net als wij, afwacht wat het college hierover heeft te zeggen... De heer Schut: Nu vindt het debat plaats, daarom vraag ik nu wat uw mening is. De heer Van Bussel: Wij zijn benieuwd naar de mededelingen van het college, daarna zullen wij hierop verder ingaan. De heer Gerard: Ik vind het een beetje flauw dat vertegenwoordigers van partijen, zoals Leefbaar Eindhoven en het CDA, die voldoende spreektijd hebben, verwijzen naar toelichtingen in allerlei moties die wij niet hebben en dan ontsnappen naar veilige zitplaatsen, waarna wij achteraf moeten bekijken of de gepresenteerde uitleg ergens op slaat. Ik zou het op prijs stellen als sprekers, als zij op het spreekgestoelte staan, kunnen worden ondervraagd en de beantwoording niet uitstellen tot het moment waarop zij weg zijn. Mevrouw Joosten: U hebt van mij antwoord gekregen op uw vragen. U zoudt iets zorgvuldiger moeten formuleren. De heer Van Dam: Mijnheer de voorzitter. Zelfs nu ik in deze zaal zit, houd ik contact met mensen in de stad. Zo-even kreeg ik een SMS van mensen die buiten staan en niet naar binnen zouden mogen. Zij kwamen voor Theo Maassen, maar hadden ook het betoog van de heer Rooijakkers willen horen. Ik weet niet hoe het zit, als het hele plein naar binnen wil, zal dat misschien geen succes zijn. Met veel gekwaak werd op 13 mei een totaal nieuw college benoemd. Eindhoven zou leefbaarder, veiliger, socialer, schoner en leuker worden. Bovendien zou Eindhoven een nieuwe bestuurscultuur krijgen. Samenwerken met de Eindhovenaren was het devies. Geen achterkamertjes meer. De praktijk was anders. CDA en Leefbaar Eindhoven bespraken de begroting uitgebreid met hun eigen wethouders in de fractie en de coalitie vergaderde al twee maal in de beslotenheid van de achterkamertjes. Dus de kans is groot, zo schreef ik, dat het publiek vandaag en morgen een zorgvuldig geregisseerd toneelstukje voorgeschoteld krijgt. Gelukkig is het iets anders gelopen. De heer Rooijakkers: Komt het u zo bekend voor? De heer Kerkwijk: U zegt eigenlijk dat het overleg niet zo zou moeten.
1082
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: In het nieuwe systeem kunnen wij ons afvragen waar wij het debat willen voeren. De heer Kerkwijk: Ik ben het deels met u eens, los van de vraag wie waar op welk moment is. Gaat uw idee zo ver dat het college zonder enige overleg met coalitiepartners met voorstellen moet komen zodat alles in de raad moet gebeuren en moet worden afgewacht hoe de hazen lopen? Dat is het effect van die opvatting, volgens mij wilt u ook niet op die manier besturen. De heer Van Dam: Het is maar de vraag waar u het debat wilt voeren. Natuurlijk wordt in de wandelgangen gelobbyed, maar de vraag is of een meerderheid van de raad en petit comité alles moet regelen. De heer Kerkwijk: Nu even serieus. Toen de PvdA in een college zat, wat in het verleden geregeld voorkwam, en allerlei ideeën had, was zij hierin even gemakkelijk. Zij zou dat nu opnieuw doen. Natuurlijk zou zij contact zoeken met coalitiepartners om te proberen het over ideeën eens te worden. Mij lijkt dat vanzelfsprekend, u moet er niet krampachtig over doen. De heer Van Dam: Ik doe er niet krampachtig over, ik stel alleen deze aanpak aan de orde. Blijkbaar heb ik een gevoelige snaar geraakt. De heer Kerkwijk: Neen, ik wil alleen graag weten hoe u het zou inrichten. Dat zegt u niet. De heer Van Dam: Ik heb een voorkeur voor het debat in de raad, zoals dat bij het nieuwe systeem past. Het college doet voorstellen en wij reageren in de raad. Ik was bang dat alles vooraf zou worden geregisseerd. De heer Kerkwijk: Ik geloof u echt niet.
De heer Van Dam: Dat is uw probleem. Ik heb de nieuwe coalitie in mei vergeleken met een kruiwagen met kikkers, waarmee je voorzichtig moet rijden om ze allemaal aan boord te houden. Voorzichtig rijden brengt ook risico's met zich mee. Waar politieke bewegingen met tegenovergestelde grondslagen met elkaar moeten samenwerken, ontstaat het risico dat beleid kleurloos en richtingloos wordt. Nu het eindelijk oktober is en de lang verwachte uitwerking van het collegeprogramma voor ons ligt, kan niet anders geconstateerd worden dan dat het college in zijn eigen val gelopen is. De voornemens van het college vallen te typeren met de drie V's: Visieloos, Vaag en Verontrustend. Visieloos, omdat het college geen duidelijke richting aangeeft. De keuzen zijn hapsnapkeuzen. Keuzen die iedere partij tevreden moeten stellen, maar voor de stad geen wezenlijke veranderingen realiseren.
1083
A
Verslagnummer 11
De heer Rooijakkers: Dit gaat echt te ver. Als u de visie niet kunt volgen, wil dat niet zeggen dat er geen visie is. De heer Van Dam: De visie is vaag omdat het college zijn plannen nog niet uitwerkt. Die uitwerking schuift het college weer voor zich uit. De beoogde resultaten van het collegebeleid worden niet vermeld. De collegeplannen zijn allesbehalve concreet. De plannen zijn verontrustend, omdat het college tal van proefballonnetjes oplaat over mogelijke bezuinigingen en deze een half jaar boven de markt wil laten hangen. De aanpak is vooral verontrustend, omdat het college er geen blijk van geeft dat het de werkelijke problemen in de stad kent en wil aanpakken. Daarop wil ik ingaan, ik zal mij beperken tot hoofdlijnen. Ik zou kunnen ingaan op alle 28 programmalijnen, maar dan zou ik te veel tijd bezig zijn met grappen maken. Ik wil daarom over een vijftal zaken met deze raad de discussie voeren, die ons verontrusten, omdat het college er onvoldoende oog voor heeft. Over de gemeente en haar bestuur, over welvaart en welzijn, over wonen en leefbaarheid, over samenhang en diversiteit en over mobiliteit en bereikbaarheid. In mei kondigde de coalitie een vernieuwing van de bestuurscultuur aan: meer samenwerken, meer zeggenschap voor de mensen in de stad. Prima doelstellingen, maar nauwelijks terug te zien in de plannen van het college. Sterker nog, stadsdeelgericht werken, dat in de vorige periode met veel trots is opgebouwd, wordt uitgekleed. Beleid en dus keuzen maken samen met de bevolking is van de baan. Wij zijn het daar niet mee eens. Wij ontmoeten steeds weer mensen die teleurgesteld zijn in de slagkracht van stadsdeelkantoren en stadsdeelcommissies. Daarom dienen we een motie in om de beleidsfunctie van de stadsdeelkantoren niet te beperken tot de centrefunctie, maar samen met de mensen beleid te maken. Wij hebben in de vorige periode gesteld dat door stadsdeelgericht werken efficiencyvoordelen moesten worden behaald. Wij zullen een amendement indienen dat erop is gericht de inverdieneffecten te realiseren en niet zomaar af te boeken. Een betere dienstverlening blijft het streven. We hebben begrepen dat er momenteel een grote achterstand is in de verwerking van bezwaarschriften. Het college schijnt hiervan op de hoogte te zijn en maatregelen te willen nemen. Ik zie daarvan niets in de begroting. Waarom is dat niet terug te vinden? Hoe wil het college deze maatregelen betalen? Onder een betere dienstverlening valt ook het communiceren van prestaties en prestatiebeloften. We dienen een motie in om te komen tot een kwaliteitshandvest voor de gemeente, over de beloften van de gemeente over de prestaties die zij de burgers in de stad levert Als het gaat om besturen komt ook De Effenaar ter sprake. Eén zin is voldoende: afspraak is afspraak! Het college heeft de betrouwbaarheid van de gemeente te grabbel gegooid. Op een afspraak met de gemeente moet je kunnen rekenen, onafhankelijk van de vraag hoe de politieke wind waait. Wij willen de mening
1084
A
Verslagnummer 11
hierover horen van de coalitiefracties. De heer Vleeshouwers heeft in verband hiermee uitdagende uitspraken gedaan. Wat ook niet netjes is, is aan de bevolking beloven dat de OZB en andere tarieven niet harder gaan stijgen dan de inflatie en dat vervolgens toch doen. Helemaal verbazingwekkend is de stijging van de sporttarieven met 8_12%, terwijl het college beweert breedtesport centraal te stellen. Ja, breedtesport centraal in de klopjacht naar centjes! Ons tegenvoorstel: de tariefverhogingen van de OZB, de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en de sportaccommodaties reduceren tot 3,4%, het huidige inflatiecijfer. Dat kan gedekt worden door te besparen op inhuren van personeel van derden. Dat is elk jaar bij de jaarrekening een doorn in het oog van veel fracties. Overigens is er één tarief waarvoor wij, evenals Leefbaar Eindhoven, graag een uitzondering maken. Om meer middelen te genereren mag wat ons betreft de toeristenbelasting verder worden verhoogd als algemeen dekkingsmiddel. Wij gaan iets minder ver dan Leefbaar Eindhoven, wij stellen voor de opbrengst te verhogen tot ongeveer € 400.000,-- wat een tariefstijging van ongeveer 30% betekent. De heer Van Bussel: Wilt u een verhoging met een percentage of in harde munt? Wilt u dat de duurste kamer het meest betaalt? De heer Van Dam: Dat is een sympathieke gedachte waarnaar wij serieus zullen kijken. Tot slot vragen we u om een onderzoek naar een andere verdeling van de gemeentelijke lasten door rioolrecht en afvalstoffenheffing geheel of gedeeltelijk uit de OZB te financieren. Elders in het land zijn daarvan voldoende voorbeelden te vinden. Als het gaat om de gemeente en haar bestuur was er de kwestie van representatiekosten. We zullen akkoord gaan met uw voorstel om het budget in de begroting uit te breiden. We snappen heel goed dat u extra geld nodig hebt om bij uw gesprekspartners een goede indruk achter te laten. Elke maand krijgt Nederland er 5000 werklozen erbij. In Eindhoven gaat het waarschijnlijk om 50 à 100 mensen. Versterking van de regionale economie is nuttig. SRE doet Horizon, maar wat doet Eindhoven? Wat is de wethouder van plan om op korte termijn werkgelegenheid te creëren? Balkenende bezuinigt op de budgetten die bedoeld zijn om mensen weer aan het werk te helpen. Wij krijgen meer werklozen en minder geld om hen weer aan het werk te krijgen. Van de gesubsidieerde arbeidsplaatsen zou 25% geschrapt moeten worden. Het Eindhovense college volgt dit klakkeloos. Het kabinet is nu gevallen. Pas na 22 januari zal blijken welke toekomst er voor de Melkertbanen is weggelegd. Wat de Kamer doet, verandert met de dag, het is moeilijk daarvan uit te gaan. Met een motie stellen we daarom voor de vacaturestop voor gesubsidieerde banen niet te handhaven. Het gaat om ruim 200 banen bij bijvoorbeeld de Stadswacht, de peuterspeelzalen, de kinderopvang en het ziekenhuis.
1085
A
Verslagnummer 11
Het onderzoek naar de gesubsidieerde arbeid in de stad krijgt onvoldoende vervolg. Instellingen dreigen om te vallen, zo niet morgen, dan wel op iets langere termijn. Daar moeten maatregelen op volgen die geld kosten. Het college had daarvoor ruimte moeten maken in zijn plannen. De heer Gerard: Wilt u daarom de stijgingspercentages van de gemeentelijke heffingen verlagen? Is hier geen sprake van een tegenstrijdigheid? Een verlaging van 6,5% naar 3% kost ongeveer € 1,5 miljoen, dus Loket W en nog iets. De heer Van Dam: Het kost meer, ik heb een dekking aangedragen. De regering heeft meer vreemde plannen. Zij gaat de armoedeval bestrijden door de positie van de allerarmsten te verslechteren. Het is de omgekeerde wereld. Het college volgt wederom en schrapt alvast budgetten van de bijzondere bijstand. Dat verbaast ons zeer omdat het college zich recent uitsprak tegen deze plannen van het kabinet. Het college zou het slechte beleid uit Den Haag moeten corrigeren. Wij zullen hierover een motie en een amendement indienen. We zijn benieuwd naar de opvattingen van dit college over brede scholen. Ook willen we de visie van de wethouder horen over de problemen bij Loket W. De vereenzaming van ouderen baart ons zorgen. In ons verkiezingsprogramma stelden wij voor om seniorbuddy's in te voeren. Het OAE kwam met zorgwachten. Wij komen nu met een motie die voorstelt zulke ideeën verder uit te werken. Er is weer woningnood, zowel in de koop- als de huursector. Er zijn te weinig betaalbare woningen voor starters en mensen met een laag inkomen. Er zijn landelijke en lokale maatregelen nodig. Het college heeft aandacht voor deze problematiek, maar het blijft absoluut onduidelijk welke resultaten het college wil gaan realiseren. Beste wethouder: wanneer gaat u verbeteringen realiseren en waar mogen de woningzoekenden in Eindhoven op rekenen? Het college houdt stug vast aan een nieuwe woningverdeelsystematiek, waar het kennelijk niets over te zeggen wil hebben. Het gemak waarmee de wethouder de discussie tracht weg te wuiven, is stuitend. Corporaties en gemeente hebben samen een grote klus te klaren. Zij moeten de woningnood samen oplossen, ze moeten oude wijken samen vernieuwen, ze moeten samen de leefbaarheidsproblemen aanpakken, ze moeten samen de segregatie te lijf. Dan zou de gemeenteraad zich niet moeten bemoeien met woningverdeling? Is de wethouder nu helemaal gek geworden?! Het is een probleem waaraan wij samen moeten werken. De wethouder licht woningverdeling uit het integrale woonbeleid, maar wij kunnen het een niet los zien van het ander. Woningnood, leefbaarheid en segregatie zijn samenhangende punten van zorg. Kunnen we ervan uitgaan dat het integrale woonbeleid dat het college nog dit najaar wil presenteren werkelijk integraal is, de woningnood, de leefbaarheid en de segregatie als samenhangend probleem zal beschrijven en zal voorzien van beleid? De aanpak van problemen met veiligheid is weinig indrukwekkend en gaat slechts door op de ingeslagen weg. Het is een onderwerp dat wij genuanceerd moeten
1086
A
Verslagnummer 11
bekijken. Volgens CBS-cijfers wordt Nederland niet steeds onveiliger, de kans om slachtoffer te worden, wordt niet steeds groter, maar mensen voelen zich wel steeds minder veilig. Zorgelijk is de ontwikkeling van het oplossingspercentage van misdaden, ook in Eindhoven! Over dit soort ontwikkelingen willen wij als gemeenteraadsfractie meepraten. We weten dat het op het grensvlak van onze verantwoordelijkheid ligt, maar het moet toch mogelijk zijn om daar als raad op mee te sturen? Wij hebben een ideale samenleving voor ogen waarin verschillende culturen met elkaar en niet naast elkaar leven. Dat ideaal staat onder druk. Het college wijdt er geen woorden aan. Ook de PvdA pleitte in het verleden voor een algemeen beleid dat achterstanden moest bestrijden. Doelgroepenbeleid werd afgeschaft. We willen daar nu de discussie over voeren. Sommige problemen met of van minderheden zijn alleen aan te pakken als je oog hebt voor de culturele of religieuze achtergrond van mensen. Maatwerkoplossingen lijken ons verstandig. Een toegesneden aanpak in het welzijnswerk en het onderwijs, gericht op specifieke doelgroepen is volgens de PvdA de beste manier om problemen het hoofd te bieden. Van de problemen met minderheden worden landelijk de asielzoekers en de nieuwe immigranten de dupe, maar aandacht voor oudkomers is er niet, terwijl wij daar juist onze energie op zouden moeten richten, op mensen die hier al dertig jaar leven, nog geen Nederlands spreken en nog geen weet hebben van de Nederlandse gebruiken. Wij willen beleid voor die groep mensen. Ook belangrijk hierbij is het van jongs af aan betrekken van allochtone kinderen bij de Nederlandse samenleving, bijvoorbeeld door hen vanaf twee jaar allemaal naar de peuterspeelzaal te laten gaan om te spelen en te leren praten. Dat moet een meer gelijke verdeling van kansen opleveren. Asielzoekers worden steeds meer de dupe van de problemen in het land en van de nieuwe politiek. Zij moeten humaan worden behandeld. Natuurlijk moet asielbeleid streng zijn, maar ook rechtvaardig en menswaardig. Het uitzetten van mensen die geen kant op kunnen, valt daar wat ons betreft niet onder. Het college wil slechts in een beperkt aantal gevallen iets doen. Dat is ons te weinig. Wij willen de raad voorstellen het collegebeleid over uitgeprocedeerde asielzoekers te bespreken in de commissie. Het voert te ver er nu besluiten over te nemen, daarvoor is het onderwerp te complex. De heer Rooijakkers zei de vorige week niet veel, maar had hij wel één heel goed punt. Hij zei: er staat niks in over verkeer! Nu zien we in Eindhoven de mobiliteit al jaren breder dan alleen het verkeer, maar hij had natuurlijk gelijk. Op aangeven van de raad wijzigde wethouder Schreurs het kopje parkeren snel even in mobiliteit en daarmee was de aandacht voor mobiliteit geregeld. Wethouder mevrouw Schreurs: Het was een collegevoorstel. Dat behoort u te weten. Ik heb de indruk dat u niet zo veel gevoel hebt voor democratie.
1087
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Ik ga de komende tijd veel leren. De heer Janssen: U bent snel terug in uw oude rol. Wethouder mevrouw Schreurs: De PvdA kenmerkt zich door een ongelooflijk genuanceerde boodschap die zich vooral uit in uitspraken als "de wethouder is gek geworden". Als er sprake is van een bepaalde toon, komt deze allereerst van de PvdA. De heer Van Dam: Misschien begrijpt u dat wij verontwaardigd zijn... Wethouder mevrouw Schreurs: Ik begrijp de verontwaardiging wel, het taalgebruik niet. De heer Van Dam: Ik wil het zo nodig wel in andere woorden zeggen. Gratis openbaar vervoer krijgen we niet van Den Haag. Jammer. Nu heeft wethouder Pastoor toch zeker wel een alternatief plan? Het gratis openbaar vervoer moet er komen, het is beloofd aan de kiezers. Het kan een belangrijk middel zijn in de aanpak van de mobiliteit en de bereikbaarheid. We zijn het met Leefbaar Eindhoven eens dat het college onvoldoende aandacht heeft voor de doorstroming, voor het parkeren, voor de fietsvoorzieningen, voor de groene golf. Laten we die maar gewoon invoeren. Wij hebben een motie voor u. Afsluitend wil ik terug naar de kruiwagen vol met kikkers. Kunnen alle kikkers tevreden zijn en rustig verder kwaken? Het mag duidelijk zijn, dat wij grote twijfels hebben bij het progressieve en sociale karakter van de collegeplannen. We verwachten van op zijn minst één collegepartij dat zij die twijfels met ons deelt. Wil zij verantwoordelijk zijn voor een beleid dat weinig groen en helemaal niet links is? Het zal ons benieuwen. De op-één-na-kleinste coalitiepartner komt er bekaaid vanaf. Nauwelijks sociaal beleid en problemen in de welzijnsportefeuille terwijl er geen geld is om ze op te lossen, ga er maar aan staan. In elk geval blijkt uit de woorden van Jos Peeters op de website van zijn partij Leefbaar Eindhoven wie de grote triomfator is in dit college. Naar aanleiding van het vertrek van Frans Backhuijs schreef hij: "Trots als een pauw zit de verguisde expartijgenoot Ad Pastoor nu als Napoleon in de collegebanken". De heer Peeters weet toch dat Napoleon zichzelf tot keizer heeft gekroond? Het college maakt onverstandige plannen en heeft veel te weinig aandacht voor de echte problemen in de stad. Het wordt tijd dat Napoleon Ad zijn Waterloo vindt. Mevrouw Joosten: Er zijn mensen die nauwelijks een half jaar na de verkiezingen elders hun geluk zoeken. Ik vind het verhaal erg ongeloofwaardig. Men kan idealistische verhalen vertellen en ondertussen de eigen aftocht naar Den Haag voorbereiden. Wie pleegt dan kiezersbedrog? Ook daarover mag best eens iets worden gezegd.
1088
A
Verslagnummer 11
De Voorzitter: Ieder wilde een levendige raad en het lijkt erop dat wij dat halen. Toch wil ik vragen het zo helder en zakelijk mogelijk over de begroting te hebben. De heer Schut: De heer Van Dam loopt snel terug naar zijn eigen plek. Ik heb echter zijn opmerking over Horizon niet begrepen. Hij zegt dat het SRE Horizon heeft en vraagt vervolgens wat wij doen. Eindhoven is een onderdeel van het SRE en wij zitten diep in het programma Horizon. Ik begrijp hem dan ook niet. De heer Van Dam: De vraag is of dit het enige is wat er gebeurt ten behoeve van de regionale economie, dan wel of Eindhoven zelf ook nog iets doet voor de stedelijke economie in de vorm van het creëren van werkgelegenheid op korte termijn. Horizon ontwikkelt, als het goed is, op langere termijn werkgelegenheid. De heer Schut: Met deze toevoeging is het wel begrijpelijk. Zo-even had u haar vergeten en dat maakte een en ander voor mij onduidelijk. De Voorzitter: Als voorlaatste komt namens de VVD de heer Schut aan het woord. De heer Schut: Voorzitter. Ik begrijp niet waarom wij de spreektijden zo beperkt houden. Wij beginnen op een ongebruikelijk tijdstip en zijn rond half tien uur al klaar. De heer Den Ouden: Als u om half tien klaar wilt zijn, zult u haast moeten maken. Het is nu zes voor half tien en er komen nog twee sprekers. Als u drie minuten neemt, blijven er voor mij drie over. De heer Schut: De bijdrage van de Ouderenpartij zal wel meevallen. De heer Den Ouden: Dat zult u moeten afwachten. Als u met twee sprekers in zes minuten klaar wilt zijn, hebben wij ieder drie minuten. Daarmee ga ik niet akkoord. De heer Schut: Het wordt weer spannend. De heer Den Ouden zit al weer helemaal klaar... De heer Den Ouden: Als u olie op het vuur gooit, krijgt u gegarandeerd iets terug.\ De heer Schut: Het is steeds hetzelfde, ik schijn voor twee mensen in de raad een rode lap te zijn. De een zet het op de website, de ander trekt steeds de microfoon naar zich toe. Ik ben er overigens blij mee, nu gebeurt er iets in deze zaal. Wij zoeken dualisme, activiteit en debat. Voor het eerst in de 27 jaar waarin ik in de Eindhovense politiek meeloop, heb ik meegemaakt dat wij in de aanloop naar de begroting geen debat hadden. De grootste partij in de raad zat erbij en keer ernaar. Zij zei niets en als zij iets zei -- vijf zinnen in de bestuurlijke pijler -- was een enkele vraag daarover al te veel. Dat gaf een raar gevoel. Ik vroeg mij dan ook af wat er vanavond stond te gebeuren,
1089
A
Verslagnummer 11
of wij nu wel inzicht zouden krijgen. Ik voel mij zwaar teleurgesteld, want in feite heb ik van de grootste fractie alleen een samenvatting van het verkiezingsprogramma gehoord, met algemene kretologie en zonder concrete punten waaruit duidelijk werd wat zij wil. Ik vind het jammer, ik had na de verkiezingscampagne en alles wat door de partij aan de stad is beloofd meer verwacht. De heer Rooijakkers: Ik veronderstelde dat wij het over een begroting zouden hebben en niet over verkiezingsrancunes. De heer Schut: Wij hebben het over de begroting en er zijn geen rancunes, maar wij zijn bezig, als u dat niet hebt begrepen, met algemene beschouwingen in een politiek debat. Daarbij verwachten wij van de grootste partij een politieke invulling en niet alleen uitspraken als: wij willen het veiliger, wij willen het mooier en wat niet al. Dat willen wij allemaal, zelfs de heer Den Ouden, gezien het feit dat hij mij niet in de rede valt. De heer Gerard: Wat vond de heer Schut in de aanloop naar dit debat van de op een na grootste partij? De heer Schut: Moeten wij bekende wegen allemaal opnieuw volgen? U hebt er al iets over gezegd. De CDA-fractie is niet sterker geworden, maar dat is wellicht een zeer persoonlijke mening. Uw college voert mogelijkheden voor bezuinigingen op uit een heel divers pakket. Uit dit pakket moeten keuzen worden gemaakt zodat uiteindelijk een totaalbedrag van € 20 miljoen wordt bezuinigd. Dit bedrag is geenszins onderbouwd. Niet alleen is onduidelijk waarom precies € 20 miljoen bezuinigd moet worden, ook is niet duidelijk uit welke bezuinigingsmaatregelen deze 20 miljoen is opgebouwd. Mijn fractie betwijfelt of het college op de goede weg is met dit rigoureus ingrijpen. Het college had toch als uitgangspunt het in gang gezette beleid verder uit te voeren en af te maken? Ik kan mij voorstellen dat het college hiernaast ook ambities heeft eigen zaken op de rit te zetten en te realiseren, maar dan moet u wel concreet aan kunnen geven wat die ambities zijn. U blijft te veel in algemene termen en kunt met uw voorstellen ons niet overtuigen dat u € 20 miljoen nodig hebt voor nieuw beleid. Ik meen dat de heer Kerkwijk ook al een opmerking in deze zin heeft gemaakt. De VVD-fractie denkt dat het van meer realiteitszin zou getuigen als u bezuinigingen zou plannen voor € 5 à 8 miljoen. Dit bedrag is op basis van de financiële situatie daadwerkelijk gevonden, daarbij is het dan mogelijk op korte termijn concrete invulling te geven aan de vraag wat u met dat geld wilt doen. Wij zijn van mening dat het college zich ook na dit jaar moet houden aan het raadsbesluit om geen reserve-weerstandsvermogen in te stellen zoals u in paragraaf 3.2. van de programmabegroting heeft opgenomen. Wij zullen daarover een motie indienen. Overigens wil ik het college hierbij wijzen op het feit dat het verhogen van tarieven en/of lasten niet ingeboekt kan worden als bezuiniging!
1090
A
Verslagnummer 11
De laatste twee weken is er veel gesproken over grote projecten, met name over Dynamo, schouwburg, Effenaar en zwembad. Wat ons betreft vallen de eerste drie onder de reeds in gang gezette projecten die gerealiseerd moeten worden zoals met de raad en de stad is afgesproken. Het zwembad daarentegen is een nieuw project waarover wij weliswaar in principe een akkoord hebben bereikt, maar waarvan de uitwerking duidelijk nog niet zo ver is als bij de andere drie projecten. De heer Den Ouden: Wat is in uw ogen het verschil tussen een principebesluit, waarbij de raad in maart heeft uitgesproken dat het zwembad er zal komen, en andere plannen? Als zo'n principebesluit niet wordt uitgewerkt, is er sprake van onbehoorlijk bestuur. Er zijn suggesties gedaan en verwachtingen gewekt. Er is een bidbook aangeboden voor een evenement in 2006. Daaraan gaat u gewoon voorbij. Onbehoorlijk bestuur had ik van de VVD-fractie niet verwacht. De heer Schut: Dat is terecht. De heer Den Ouden: Toch gaat uw opstelling in die richting. In maart hebben wij een principebesluit genomen. Als u dat niet zint, is dat uw goed recht, maar u kunt een uitspraak van de raad niet vernietigen. De heer Schut: Ik vind het aardig dat u interrumpeert, maar dan moet u wel precies aanhalen wat ik heb gezegd. De vraag of ik het zwembad leuk vind, is niet aan de orde. Ik heb zoiets niet gezegd, u kunt het eenvoudig niet weten. Wij hebben in maart in principe besloten een zwembad te bouwen, mits.... Dat hebben wij bij de andere projecten niet gedaan. Dat heb ik willen aangeven, niet meer en niet minder. Wat u daaraan toevoegt is een product van uw eigen fantasie. Daarvoor hebt u straks volop de ruimte. Wij vragen het college met klem af te zien van de extra bezuiniging op De Effenaar, wij vinden dat wij het nu niet meer kunnen maken al was het alleen maar in verband met het verlies van de reeds gemaakte kosten. Het college moet zich terdege afvragen of het doorzetten van deze bezuiniging uiteindelijk niet zal leiden tot het maken van meer kosten. Nu we het toch over projecten hebben: in "Samen Stad" spreekt het college de wens uit voor een levensvatbare toekomst voor Plaza Futura en Museum Kempenland. Gaarne had ik van het college vernomen hoe het deze wens tot werkelijkheid gaat maken. Ik heb beide instituten namelijk niet meer teruggevonden in de stukken. Wel heb ik ontdekt dat het college € 1,5 miljoen wil besparen op cultuur, maar zoals gezegd geeft het college niet aan waar. Ik ben dan ook nieuwsgierig wat uw college in eerste instantie ons kan vertellen over de situatie van de begroting cultuur. In deze zelfde sector hebben wij een voorstel met betrekking tot het Van Abbemuseum. Om geheel in de gedachte van "Samen Stad" prioriteit te leggen bij jongeren, stellen wij voor de toegang tot het Van Abbemuseum voor jongeren tot 18 jaar gratis te maken. Een motie met deze strekking hebben wij voorbereid.
1091
A
Verslagnummer 11
Het economisch tij is aan het keren en we zien alweer de eerste ontslaggolven op ons afkomen. We weten uit het verleden wat dit gaat betekenen: er zal in elk geval meer aanspraak worden gemaakt op de sociale voorzieningen zowel in het ondersteuningstraject, op zoek naar nieuw werk, als op financieel gebied. U geeft aan middelen af te willen romen in de sociale sector en ik vraag mij af of dit verstandig is. De VVD-fractie heeft begrip voor het feit dat niet gebruikte middelen ingezet worden, over het algemeen vinden wij dat zelfs zeer verstandig, maar wij willen in dezen een waarschuwend woord spreken. Het sociale gezicht van Eindhoven wordt uitgedragen via Loket W. Bij Loket W is sprake van een tekort van € 600.000,--. ID-banen worden afgebroken en volgens Samen Stad gaan wij extra aandacht geven aan het volwassenenwerk. Hoe is dit te rijmen? Nog even en Loket W valt om. En dan? Heeft het college hier een antwoord op? Een ander punt wat ons, en naar ik begrijp ook vele anderen, zeer na aan het hart ligt is goede studentenhuisvesting. Al vele jaren spreken wij hierover in deze raad. Hier moet volgens de VVD op korte termijn en dan bedoel ik eigenlijk direct, iets gebeuren. Tevens moet een visie ontwikkeld worden voor de lange termijn. Wij dienen hierover een motie in. Het grondbedrijf nieuwe stijl gaat, volgens de plannen die wij nu bespreken, gronden en onroerend goederen, die in de ogen van het college voor de gemeente geen functie meer hebben, verkopen. Verkopen kun je maar een keer, weg is weg. Ik denk dat wij voorzichtig moeten zijn met ons tafelzilver. Om als raad onze controlerende functie in dezen goed te kunnen uitvoeren, vragen wij via een motie om inzicht in de gevoerde transacties. Tijdens de verkiezingsstrijd hebben wij de heer Pastoor de stad horen beloven dat indien Leefbaar het voor het zeggen kreeg zwaar bezuinigd zou worden op het ambtenarenapparaat. Ik had toen reeds mijn twijfels over de mogelijkheden hiertoe. Als ik nu kijk en vaststel dat er meer dan 50 fte's bijgekomen zijn onder de verantwoordelijkheid van diezelfde mijnheer Pastoor, vraag ik mij af hoe oprecht zijn verhaal toen was. Overigens geldt dat afvragen ook voor zijn belofte voor gratis openbaar vervoer in Eindhoven. Wij hebben daarin, zoals algemeen bekend, geen beslissingsbevoegdheid. Wel is ondertussen een medewerker aangesteld om aan dit plan te werken. De raad is daarin niet gekend. Ik heb het al eerder over het zwembad gehad. Wij zijn destijds met het principebesluit akkoord gegaan omdat het nieuwe bad extra noodzakelijk zwemwater toevoegt en dus ook extra mogelijkheden geeft voor de breedtesport. Deze raad heeft in het verleden meerdere malen te kennen gegeven de breedtesport een warm hart toe te dragen en de mogelijkheden op dit gebied in Eindhoven te willen verruimen. Hoe past een verhoging van de tarieven van 8% à 12% in dit voornemen? Het zou het college sieren indien wij de kosten voor de bestrijding van de legionellabacterie ter hoogte van € 200.000,-- zouden betalen uit de gemeentelijke zak, in plaats van ze af te wenden op de sporters. Het onderhoud van de stad moet beter, maar dat hadden we vier jaar geleden al besloten. Ondertussen zijn er veel maatregelen genomen en is extra geld hiervoor
1092
A
Verslagnummer 11
vrijgemaakt. De resultaten beginnen langzaam zichtbaar te worden. Zoiets duurt namelijk even. We moeten oppassen dat we niet overreageren door steeds nieuwe, extra budgetten uit te trekken zonder dat we de eerder behaalde resultaten geëvalueerd hebben. De VVD is voor een goed onderhouden stad, dat staat uiteraard ook in ons verkiezingsprogram, echter, de uitgaven moeten verantwoord zijn. In het verleden hebben we vaak en veel gesproken over de bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden van de Eindhovense binnenstad in verband met goede uitgangspunten voor de economische ontwikkelingen en het winkelen. Alhoewel wij er al jaren om vragen, is er nog steeds geen dynamisch elektronisch parkeerverwijssysteem in de stad: leading in technology! In het lijstje van beschikbare middelen staat iets meer dan € 9 miljoen voor verbeteringen in de sector verkeer, maar zonder projectspecificatie. Misschien kunt u een gedeelte hiervoor inzetten. U weet dat mijn partij het liefste de OZB morgen wil afschaffen, maar naar ik begreep zal dat pas in 2004 of 2005 gebeuren. Het is mede afhankelijk van het nieuwe regeerakkoord. De VVD, maar zover mij ook bekend Leefbaar Eindhoven, was pertinent tegen een verhoging anders dan met een correctie voor inflatie. Wat ons betreft is de inflatiecorrectie niet alleen voor de OZB, maar ook voor alle andere belastingen 3,9% en niet 6%, zoals door het college in de voornemens wordt gehanteerd. Daarom heeft de VVD het amendement van het CDA mede ondertekend. De VVD wil blijkbaar anders dan anderen de gedane verkiezingsbeloften trouw blijven. De heer Den Ouden: Mijnheer de voorzitter. Het lot en ook de op een na laatste vergadering van het presidium heeft mij geplaatst na de heer Schut. Hij maakte bezwaar tegen de omzetting van verleden jaar, toen hij vierde en ik vijfde stond. Daarom wilde hij loten en kwam hij op plaats acht en ik op plaats negen. Ik ben daarmee tevreden. De heer Vleeshouwers: Is dit een algemene beschouwing? De heer Den Ouden: Ieder gebruikt een binnenkomertje, ik doe het op deze manier. De heer Schut: Als het nu maar klopte. De heer Den Ouden: In elk geval maakte u bezwaar tegen de door de voorzitter voorgestelde volgorde. De heer Schut: Het is gedeeltelijk waar: omdraaien, omdraaien en weer omdraaien; van 1 naar 9 en van 9 naar 1. De heer Den Ouden: Daardoor kwam u achteraan, maar ik gun u een eerste plaats. Wij zijn bezig met de eerste algemene beschouwingen in het duale stelsel. Op 13 mei hebben wij Samen Stad vastgesteld. De vier coalitiepartijen en het OAE hebben een
1093
A
Verslagnummer 11
programma gemaakt, waarmee in de komende vier jaar de basis kan worden gelegd voor een goed bestuur. Iedereen had hoge verwachtingen, sommigen, onder wie de heer Gerard, zijn teleurgesteld. Dat hoort bij oppositie, voorheen hadden wij er ook mee te maken. De heer Gerard: Ik ben echt niet teleurgesteld, ik had er van tevoren al niets van verwacht.
De heer Den Ouden: Dat krijg je als je een negatieve instelling hebt. Wie een positieve instelling heeft en iets van de stad wil maken, zou een bijdrage moeten leveren. De stad zit niet te wachten op mensen die vooraf niets verwachten. Wij willen er iets van maken. In ons verkiezingsprogramma hebben wij uitgesproken dat de mens centraal moet staan. Dat blijft ons devies, van daaruit volgen wij het college. Wij willen onszelf verplichten dat steeds waar te maken. Ik wil op een aantal punten ingaan en drie moties en een amendement indienen die wij, zoals u van ons gewend bent, onderbouwen met twee nota's. Wij kunnen in een paar minuten niet alles naar voren brengen, daarom bieden wij nota's aan over het vrijwilligerswerk en de monitoring van het armoedebeleid. Bij de convenantsbesprekingen hebben wij gepleit voor het instellen van een stedelijke adviescommissie ouderenbeleid. Onze afgevaardigden hebben er met het college over gesproken. Wij hadden van het college een toezegging verwacht, maar er waren enkele problemen met ambtelijke bijstand. Wel hebben wij begrepen dat wij in december een voorstel kunnen verwachten over het instellen van een adviesraad. Ik verwacht dat wij morgen zullen horen of wij het goed heb begrepen, als het anders is, zullen wij er een motie over indienen. Ook het armoedebeleid is een aandachtspunt, wij zullen daarover een motie en een amendement indienen, die onder andere worden ondersteund door de PvdA en GroenLinks. In de commissie is gebleken dat de getallen van de armoedemonitor niet juist zijn. Wij weten uit onderzoek dat er onder ouderen veel problemen zijn. In een nota uit Den Bosch heeft de KBO aangegeven dat 10% van de ouderen erg eenzaam is en een sociale achterstand heeft. Daarvoor wordt aandacht gevraagd. Met onze motie willen wij dat ook bereiken. Wij willen onderuitputting voorkomen. Het geld voor het Noodfonds moet daarvoor ook worden besteed. Nog te weinig mensen weten wat de mogelijkheden van het fonds voor bijzondere bijstand zijn. In Samen Stad wordt terecht gesteld dat vrijwilligerswerk het cement is van de samenleving. Wij onderschrijven die visie, maar maken ons ernstig zorgen over de manier waarop met belangen van vrijwilligers wordt omgegaan in relatie met het VTA-beleid. Veel inwoners van Eindhoven worden gedupeerd door de onduidelijkheid van dit beleid, waardoor in een aantal accommodaties, zoals de Hoeksteen, Unitas, Pax en de Landing, veel problemen bestaan. Het feit dat de Hoeksteen nog steeds niet open is, hangt ons als een steen om de hals. Hoe staat het ervoor en hoe wilt u het beleid bijstellen? Wij zullen hierover een motie indienen.
1094
A
Verslagnummer 11
In de bestuurlijke pijler hebben wij al gesproken over de veiligheid. Of de stad onveilig is of niet, mensen voelen zich onveilig. Wij vragen daarom ook aandacht voor de veiligheid in de stad. Minister Remkes deelde vandaag mede dat 70 Nederlandse gemeenten cameratoezicht gebruiken en dat bussen worden uitgerust met camera's gekoppeld aan videorecorders, zodat criminaliteit en ordeverstoringen kunnen worden vastgelegd. Wij zullen in een motie vragen hieraan aandacht te besteden. In Samen Stad is vermeld dat wij camerabeveiliging als laatste middel willen inzetten, het moment daarvoor is aangebroken. Op bepaalde punten kunnen wij niet meer zonder deze vorm van toezicht. Wij willen het gevoel van onveiligheid wegnemen, dat kan op deze manier. De heer Kerkwijk: U zegt dat het moment, dat in Samen Stad is bedoeld, nu is aangebroken. Als wij ervan uitgaan dat cameratoezicht een laatste redmiddel is, kunt u dan aangeven wat al is gedaan aan extra toezicht en dergelijke? Kunt u schetsen welke maatregelen onvoldoende effect hebben gehad zodat dit moment nu is aangebroken? Welke extra maatregelen zijn van gemeentewege getroffen? De heer Den Ouden: Wij hebben onlangs de pers gehaald met een stuk over straatterreur en gevoelens van onveiligheid. Wij hebben een lijn geopend waarlangs mensen konden reageren. Daarbij hadden wij toegezegd dat wij een zwartboek zullen samenstellen, maar zo ver zijn wij bij gebrek aan tijd nog niet gekomen. Uit de reacties bleek dat mensen zich onveilig voelen en vroegen de zaak veiliger te maken, zodat zij zich beter in de stad kunnen bewegen. Wij hebben geweigerd de stadswachten meer ruimte te geven om repressief op te treden bij winkeldiefstallen en dergelijke, waardoor mensen meer het gevoel krijgen dat er naar hen wordt gekeken. Een deel van de plaatsen voor stadswachten is niet ingevuld, er zijn 23 vacatures. Wij hebben wel iets gedaan, maar het is te weinig. Onze motie is erop gericht het college uit te dagen de objectieve en subjectieve veiligheid te bevorderen. Mensen voelen zich onveilig en dat is een probleem. De heer Kerkwijk: Ik herken de problematiek. Als u gegevens hebt uit een inventarisatie, zal ik de laatste zijn om te ontkennen dat er iets aan de hand is. De vraag is of de oplossingen passend zijn. U geeft niet aan hoe de weg naar het laatste redmiddel is bewandeld of op die weg voldoende is gedaan. U zegt alleen dat uit uw onderzoek blijkt dat er een probleem is. Het college kan uw motie alleen maar afwijzen, aangezien Samen Stad uitgaat van een andere invulling. De heer Den Ouden: Dat mag misschien zo zijn, maar dan zal het college voor het gevoel van de burgers een andere oplossing moeten bieden. Dan bereik ik toch wat ik wil bereiken. U weet ook dat wij per week 40 gevallen van straatterreur, mishandelingen en dergelijke hebben. Dat aantal is veel te groot. Als dat niet op de ene manier kan worden aangepakt, moet het andere middel worden gebruikt. Ik werp een uitdaging op, het OAE wil beslist dat er iets aan wordt gedaan.
1095
A
Verslagnummer 11
De heer Kerkwijk: Wij delen de mening dat er iets aan moet worden gedaan, maar wij zijn het niet met u eens dat camera's de oplossing bieden. De heer Den Ouden: Ik begrijp de vrees voor de camera's niet. De heer Remkes wees er vandaag nog op dat iemand die zich normaal beweegt er geen bezwaar tegen zal kunnen hebben dat hij door een camera wordt vastgelegd. Remkes is toch niet de eerste de beste, mijnheer Schut? De heer Schut: Ik heb goed nieuws. Wij hebben ook een motie over cameratoezicht, als u wilt, mag u haar ook ondertekenen. De heer Den Ouden: Als u onze motie ondersteunt... De heer Schut: Als wij het wederzijds doen, is het ook goed. De heer Gerard: Ik maak bezwaar tegen de demagogische toon waarop de heer Den Ouden de objectieve veiligheidsproblematiek en het gevoel dat mensen erbij hebben op een hoop gooit, want tussen beide bestaat maar weinig verband. Wil de heer Den Ouden feitelijke maatregelen nemen die feitelijk zoden aan de dijk zetten of wil hij dat de situatie hetzelfde blijft en alleen de gevoelens van de mensen veranderen? Bij cameratoezicht leven nogal wat vragen. Willen wij politiemensen achter de camera's zetten, dan komen zij niet op straat. Willen wij die veiligheid betalen met andere onveiligheid? Wilt u camera's om schuldigen te kunnen opsporen of om real time te kunnen ingrijpen? De heer Den Ouden: U bent geen vreemdeling in dit wereldje, u weet hoe het in Tilburg en Ede werkt. 70 gemeenten zijn ons voorgegaan, er zijn voorschriften die voorzien in een bepaalde manier van werken. Er kan politie worden ingezet of een particulier bureau, de privacy moet gewaarborgd zijn. Blijkbaar hebben sommige partijen schrik van zo'n systeem. Toepassing van camera's in bussen wordt door de provincie gesteund met € 300.000,--. Dat zijn zaken die er niet om liegen. Ook in de bestuurlijke pijler is al over subjectieve en objectieve veiligheid gesproken, het gaat niet altijd om objectieve veiligheid, maar om gevoelens van onveiligheid. Dat is even erg. Als dat met camera's, stadswachten of meer politie kan worden verbeterd, moeten wij niet schromen dat te doen. Als wij het aantal incidenten tot 30 of 20 kunnen terugbrengen, hebben wij al een flink deel van ons doel bereikt. De heer Gerard: Dat wordt niet met camera's bereikt. Inbraken vinden niet onder het oog van camera's plaats. U plakt ad random allerlei dingen aan elkaar waartussen nauwelijks oorzakelijk verband bestaat. Daarbij komt nog de vraag hoe u een en ander wilt betalen.
1096
A
Verslagnummer 11
De heer Den Ouden: De VVD heeft hierover al eens een motie ingediend. Toen ging het om ƒ 300.000,-- voor het Stratumseind en het Stationskwartier. Als het college hiertoe wil overgaan, zouden de kosten kunnen worden gedekt uit de opbrengst van het tweede transferium, uit ons kapitaal of de algemene middelen, maar niet uit een verhoging van de opbrengst van de breedtesport. Wij zijn tegen de verhoging met 12% en het doorberekenen van de kosten van bestrijding van de salmonellabacterie. Wij willen dat uit andere middelen betalen, maar ik wacht eerst het antwoord van het college af. De heer Gerard: Het is mij niet erg duidelijk. De heer Den Ouden: De duidelijkheid krijgen wij morgen. De oppositie zoekt het debat, wij dragen ideeën aan, maar als alles tot drie cijfers achter de komma moet worden berekend, behoeven wij niet te debatteren. Wij moeten elkaar de ruimte geven om wijzer te worden. Die ruimte geeft u niet, u wilt alles helemaal afgekaart hebben. De heer Gerard: Als u de bedragen voor de komma had uitgedrukt in duizenden euro's, zou ik al heel tevreden zijn. De heer Den Ouden: Twee jaar geleden, toen wij naar Tilburg waren geweest, rekenden wij met ƒ 350.000,--, ik mag aannemen dat het minder euro's zijn. Ik ben het met u eens dat het niet om geringe bedragen gaat. Daarvoor zal een oplossing moeten worden gezocht. Meerdere partijen hebben gesproken over ophalen van huisvuil. Het stoort ons dat burgers niet de gelegenheid krijgen om huisvuil gratis af te leveren. Er is geopperd twee maal per jaar een wijkdag te houden met ophalen van huisvuil en dat is een goed idee. Het is ook denkbaar dat wij, zoals in Brunssum, een pas uitgeven waarmee mensen enkele malen per jaar gratis huisvuil kunnen afleveren in de milieustraten of gratis kunnen laten ophalen. Wil het college er eens naar kijken? Zo nodig zullen wij hierover een motie indienen. Wij ondersteunen de motie inzake HOME, wij willen graag dat het museum verder kan functioneren, daarom willen wij straks ook iets doen voor de exploitatie. Vier jaar geleden hebben wij al gesproken over gratis openbaar vervoer. De heer Van Dam noemde het ook dringend gewenst, het is jammer dat hij indertijd ons voorstel niet heeft gesteund. Toen kon het niet, maar nu hij in de oppositie zit... De heer Van den Biggelaar: Bent u niet blij met dit voortschrijdend inzicht?
De heer Den Ouden: Als u even had gewacht, had u kunnen horen dat ik blij ben dat juist bij de PvdA na vier jaar het idee is doorgedrongen.
1097
A
Verslagnummer 11
De Voorzitter: Het college zal morgen antwoorden en straks een oordeel vormen over de 20 amendementen en 55 moties. U krijgt een complete set van moties en amendementen die vooraf waren aangekondigd. In aanvulling daarop krijgt u de moties en amendementen die vanavond nog zijn toegevoegd. Morgen krijgt u een actuele lijst. Ik schors de vergadering. (22.06 uur). De Voorzitter heropent om 9.30 uur de vergadering en vraagt enkele ogenblikken stilte voor gebed of overdenking. Voortzetting van de behandeling van III.1. Voorstel tot vaststelling van de begroting 2003. (voorstel 02.207.001).
Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Voor ik inga op de onderwerpen die de leden van de raad voor de komende jaren op de agenda willen plaatsen, wil ik eerst een algemener financieel overzicht geven. Het college heeft u voor 2003 een sluitende begroting kunnen voorleggen, inclusief een eerste programmabegroting, een aantal concrete bezuinigingen en een aantal mogelijkheden voor ombuigingen, waarover bij de Voorjaarsnota zal worden beslist. Op een totaal van incidentele middelen van € 194 miljoen hebben wij € 38 miljoen bezuinigingen voorgelegd en bij de structurele middelen € 20 miljoen. Het verbeteren van de bedrijfsvoering en de control gaat gewoon door. Wij zijn er nog niet, vanaf morgen vindt de tweede ronde plaats van de sessies waarin verder wordt gekeken naar de aanpak. U weet dat een aantal onderzoeksvragen is opgeworpen, gedurende de komende maand zal heel nadrukkelijk worden gekeken wat zij voor gevolgen hebben. Daarbij komt nu de gelukkige tijding in de septembercirculaire waarover al een en ander is gezegd. Wij verwachtten dat zij tot extra financiële problemen zou leiden, maar gelukkig heeft zij voor onze gemeente een voordeel meegebracht. Het is een ware opluchting. De discussie in de afgelopen periode is gedomineerd door één bezuiniging, namelijk € 4,6 miljoen op De Effenaar. Het college zal het bedrag van € 12,6 miljoen, dat voor De Effenaar was gereserveerd, laten staan, enerzijds omdat het goed naar de raad luistert, anderzijds als gevolg van de septembercirculaire en, tenslotte, omdat er feiten zijn waarop wij nog terugkomen. Het bestaande budget blijft voor De Effenaar gereserveerd. Wij zullen met De Effenaar de bouwkosten bespreken, zij zijn op dit moment nog € 1,1 miljoen te hoog. Wij hebben het probleem dat de sponsorgelden ad € 182.000,--, die De Effenaar bijeen zou brengen, nog moeten worden aangeleverd. Het buitengebied is nog niet geregeld, dat kost ongeveer € 450.000,--. Wij zullen een en ander in een dossier, waarin ook de exploitatie is opgenomen, aan de raad voorleggen. Collega Van der Grinten komt er straks nog op terug.
1098
A
Verslagnummer 11
Wij moeten de voor De Effenaar gereserveerde gelden veiligstellen en dat betekent dat op andere gebieden offers moeten worden gebracht. De raad heeft daar al over nagedacht. Dat kan door het schrappen van het transferium, door niet opbouwen van een weerstandsvermogen, waarvoor wij het betreffende raadsbesluit moeten negeren, door aanvullingen uit de septembercirculaire en door de rentegroei op het RSIW van € 300.000,--. De septembercirculaire blijkt in plaats van de gevreesde extra tekorten een meevaller op te leveren. Wij vreesden een situatie waarin wij een aantal door de raad genomen besluiten niet zouden kunnen uitvoeren, waarbij wij zelfs niet durfden denken aan de grote problemen die uit de stad op de gemeente afkomen, zoals Loket W en andere. Het college heeft met deze meevaller een aantal onvermijdelijke zaken, waartoe de raad al had besloten, en knelpunten kunnen financieren, zij het helaas lang niet allemaal. Er zijn nog steeds besluiten die eigenlijk niet kunnen worden gefinancierd. De heer Gerard zet in op onderwijs. Er was € 11 miljoen -- indertijd ƒ 25 miljoen -voor het huisvestingsplan primair onderwijs. De plannen zijn in ontwikkeling, er was een fasering met € 900.000,-- voor het eerste jaar. Het bedrag wordt volgens een planning in de loop van een aantal jaren uitgegeven. Wij hebben zorgleerlingen, VMBO, leerlingenvervoer en ICT. Er is veel geld nodig voor het integraal huisvestingsplan voor het voortgezet onderwijs. Het is al met al een forse kostenpost, die ik schat tussen € 30 en € 50 miljoen. Ik waardeer de benadering van de SP meer dan de jubel van de PvdA. Ik begreep dat de PvdA de komende jaren niets over brede scholen, VMBO, zorgleerlingen en zeker gebruiksvergunningen, op de agenda wil zetten. € 16,7 miljoen zal wellicht voldoende zijn voor vier Spilcentra per jaar, hopelijk vijf in het eerste jaar en dan is het op. Als wij dan ook nog iets willen doen voor het VMBO blijft het dus heel beperkt. De heer Dijsselbloem stelt transparantie van de begroting voor. Hij weet dat wij, zoals in het voorjaarsbericht uitvoerig naar voren is gebracht, dat ook voorstaan. Wij zullen in die lijn werken. Het plan dat hij samen met het CDA indient voor de tarieven is een ramp. Hij slaat daarmee een gat van bijna € 1,5 miljoen in de begroting. Hoe wil hij dat dekken? Wij hebben dagen gesproken over het voorjaarsbericht, waarbij de raad unaniem akkoord is gegaan met de bekostiging. Dat gebeurde minder dan een half jaar geleden. Een en ander gebeurde op basis van eerder genomen besluiten, er is een lijn doorgetrokken. Nu een begroting voorligt die met heel veel moeite sluitend is gemaakt, gaat u een gat slaan van € 1,4 à € 1,5 miljoen. Dat is voor ons college geen haalbare zaak. De heer Vleeshouwers merkte op dat het college een transparante begroting zou moeten voorleggen met echte keuzen. Dat is gebeurd. Er wordt geen laagje voor laagje afgepeld, het gaat op verschillende gebieden om echte keuzen op basis van financiële en inhoudelijke inzichten. U doet zichzelf te kort door daarop te mopperen, maar de lijn die u voorstelt wil ik graag ondersteunen, waarbij de eigen actie van de raad, die nu nog iets is achtergebleven, een rol moet spelen. Wij willen streven naar transparantie om met elkaar te komen tot een goede programmabegroting met, als de lijnen zijn samengevoegd, en 45-tal lijnen. Ik hoop
1099
A
Verslagnummer 11
dat u en uw collegae in de raad, die het wat dat betreft nog een beetje hebben laten afweten, daaraan zullen meewerken. Mevrouw Joosten kiest, evenals de VVD, voor de breedtesport. U zult, gezien mijn portefeuille, kunnen begrijpen dat mij dat deugd doet, maar ik mis de dekking. Er is een heel lastige situatie in verband met het onderhoud van de gebouwen en kantines en de tarieven. De tarieven in Eindhoven zijn nog steeds niet exceptioneel. De heer Leenders: Volgens mij staat er in de motie wel een dekking uit de septembercirculaire. Als wij het transferium en het festival bijeen tellen, komen wij op een hoger bedrag uit dan voor De Effenaar nodig is. Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik heb de indruk dat u een vergissing maakt. Ik heb al gezegd dat er veel verschillende dossiers zijn waarvoor nog geen dekking is gevonden. Op het moment waarop geld binnenkomt, gaan de besluiten, die de raad al heeft genomen, in principe voor, maar wij kunnen ze nog lang niet allemaal dekken. Dat betekent dat het geld, op het moment waarop het er is, snel wordt besteed. Als u eerdere besluiten niet relevant vindt, hebben wij een probleem. De bron, die u voor de dekking aanwijst, is uitgeput. U zult dus om dekking te vinden, moeten nagaan wat u daarvoor wilt laten vallen. Wat wij in Eindhoven doen is bepaald niet exceptioneel. Een voetbalveld kost per seizoen ongeveer € 3.000,-- en als wij uitgaan van 10% zijn de kosten € 300,-- per jaar. Verdeeld over het aantal spelers dat daarvan gebruik maakt, is het geen groot bedrag. Uit een benchmark blijkt dat wij in vergelijking met andere steden geen bijzonder hoge tarieven hanteren. Een sporthal is in Veldhoven duurder dan in Eindhoven, een hal in Geldrop is goedkoper. De heer Gerard: De accommodaties in de randgemeenten zijn in het algemeen beduidend beter. De heer Janssen: Dat is best mogelijk, maar die gemeenten behoeven geen grote investeringen te doen in een schouwburg of een topsportzwembad. Daardoor kunnen zij gemakkelijker investeren in dicht bij de mensen liggende sportvoorzieningen. De heer Den Ouden: U kunt De Effenaar en Dynamo toevoegen. De heer Janssen: U bent blijkbaar al wakker. De heer Gerard: Ik wilde erop wijzen dat wij in Eindhoven meer dan in andere plaatsen ambities hebben op sportief gebied. Deze beide gegevens brengen met zich mee dat vergelijkingen met de randgemeenten niet opgaan.
1100
A
Verslagnummer 11
Wethouder mevrouw Mittendorff: Een en ander brengt met zich mee dat wij bij de voorzieningen voor sport nog steeds in de top 5 staan, zij het dat onze positie terugloopt. Ik meen in andere berekeningen te hebben gezien dat wij nu tot de top 10 behoren. Wij gaan erop achteruit, maar onze positie is nog steeds aanzienlijk. Wij hebben in ruime mate sporthallen met een goede spreiding over de stad. Wij kunnen ons wel schamen over de kantines, zij zijn 40 jaar geleden volgens de normen van die tijd gerealiseerd, maar wij behoeven ons zeker niet te schamen voor onze sporthallen. Zij zijn in een behoorlijke conditie, hoewel het altijd beter kan. Wij weten dat er achterstallig onderhoud is. De heer Kerkwijk ging in op de ambitie Samen Stad. Ambitie suggereert vaak dat wij hoogstaande of bijzondere dingen willen. De ambitie van Samen Stad is juist gewone dingen te doen voor gewone mensen en dat heeft vaak betrekking op heel gewone sociale dingen voor de mensen in de buurten. In het concept van Samen Stad en de uitwerking ervan ligt daar het accent. Op basis daarvan zijn de financiële keuzen gemaakt. De heer Kerkwijk: De opmerking die ik gisteren maakte, was gekoppeld aan een eventuele kaalslag. Dan zouden wij moeten overwegen of het niet een tandje minder moet. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij delen die mening, maar ik wijs er nogmaals op dat het gaat om heel gewone dingen voor heel gewone mensen. Wij hebben niet veel geld, wij moeten keuzen maken en zij liggen op dat gebied. De benadering van de toeristenbelasting door Leefbaar Eindhoven spreekt mij aan, ook omdat de portemonnee nog steeds leeg is. Wellicht kan die bron iets opleveren. Motie nr. 1 heeft betrekking op een rentevrije reserve. Als wij geen reserves hebben, zal elke tegenslag op enig gebied leiden tot een tegenslag op een ander gebied. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Ik weet dat de heer Gerard al jaren stappen in die richting wil nemen en dat is echt een heel lastige afweging. Als er tegenslag is, zoals nu bij Loket W, zullen de middelen om daarin te voorzien elders moeten worden gehaald. Dat zal aanleiding geven tot heel vervelende discussies. De heer Gerard: Als er een calamiteit is, moet hoe dan ook steeds evenveel worden betaald. Het enige verschil is het betalingsritme. Nu dwingt u zichzelf jaarlijks € 2 miljoen weg te leggen om bovenop de bestaande reserves een nieuwe te vormen. In de praktijk voert u dat niet eens uit. Wethouder mevrouw Mittendorff: Als al het geld is besteed voor de doelen die de raad voorstaat en er ontstaat een situatie zoals bij de bibliotheek of Loket W moet het geld uit andere bestedingen worden gehaald. Dat blijft een lastig gegeven. Ook in een huishouden is kasgeld of een reserve op de bank bedoeld om te gebruiken als de wasmachine stuk is.
1101
A
Verslagnummer 11
De heer Schut: In zo'n geval kunt u toch ook gewoon op de markt geld lenen? Als u een reserve gebruikt, gaat u haar daarna ook weer opvullen. Als u geld leent, moet u de lening terugbetalen. Daarmee is het lood om oud ijzer. Ik meen dat de heer Gerard in dezen gelijk heeft. Wethouder mevrouw Mittendorff: In elk geval ontraad ik de motie. In verband met motie 6 wijs ik erop dat de raad bij de Voorjaarsnota informatie krijgt, bovendien is er al heel wat onderweg. Wat wij vandaag inleveren, bespreekt de raad in december, maar wat wij morgen inleveren pas in februari. Het is heel lastig toe te zeggen dat bepaalde dingen nog in december kunnen worden besproken. Mocht u meer willen weten, mijnheer Vleeshouwers, dan is iedere wethouder bereid u het nodig te vertellen. Komt u gerust met uw vragen. Motie 7 betreft specifieke raadsaangelegenheden en daarbij wil ik best een handje helpen. Ik kan mij voorstellen dat het nogal ingewikkeld wordt als het helemaal uit de raad moet komen. Ik wil daarin best een actieve rol spelen. Bij motie 8 wijs ik erop dat de raad een programmabegroting krijgt, waarbij ieder zijn wensen in het traject kan inbrengen. Er wordt aan gewerkt om van alle potjes af te komen, wij vinden dat geen goede systematiek, behalve bij de ene reserve waarover ik al iets heb gezegd. Als u op basis van de programmabegroting meer wilt, kunt u overal naar vragen, maar wat in deze motie wordt voorgesteld, is heel erg veel. Wij willen alle informatie verzamelen en openbaar maken, misschien zitten wij wel op dezelfde lijn. De heer Vleeshouwers: Het is goed mogelijk dat wij in dezelfde lijn denken. Ik wil af van de situatie waarin het college ons informatie levert in termen van budgetten en potjes, terwijl wij tegen het college praten op basis van een programmabegroting. Als dat gebeurt, praten wij volstrekt langs elkaar heen. Het is het een of het ander, gebeurt dat niet, dan ontstaan spraakverwarringen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat heeft te maken met de kaderstellende taak van de raad waaraan wij meer invulling zullen moeten geven. Motie nr. 12 constateert dat er 28 programmalijnen zijn. Wij zijn bezig daaruit één lijn te ontwikkelen. Nu kunnen wij nog van bestaand en nieuw beleid spreken, maar dat komt op enig moment samen in "het beleid". Er zal een integratie plaatsvinden. Wij willen niet af van deze 28 belangrijke lijnen, maar wij willen ze integreren in een geheel. Wij verwachten dat het daardoor heel overzichtelijk wordt. De heer Schut: U vertelt een heel verhaal rond de motie, maar u zegt niet wat u ermee wilt doen. Neemt u haar over of verwerpt u haar? Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij blijven de 28 lijnen volgen, wij doen dus niets met de motie. Hoewel zij aardige ideeën en interessante punten bevat, moeten wij haar verwerpen.
1102
A
Verslagnummer 11
In verband met motie 52 wijs ik erop dat wij de voordelen van een integratie van afvalstoffenheffing, rioolrechten en OZB niet inzien, zodat wij de motie ontraden. De heer Van Dam: Wij vragen u in de motie een en ander in kaart te brengen zodat wij daarna conclusies kunnen trekken. Als ik het goed begrijp, hebt u de conclusie al getrokken zonder iets in kaart te brengen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij zijn met zo veel ontwikkelingen bezig, dat ik het beter acht eerst door te gaan met de programmabegroting. De afwijzing heeft vooral te maken met de werkwijze. Ik vind het tijdstip om hieraan aandacht te besteden gewoon onhandig. De heer Van Dam: Is het zo moeilijk om dat in kaart te brengen? Wethouder mevrouw Mittendorff: Motie nr. 54 betreft achterstallig onderhoud. Ik heb al aangegeven dat wij er op dit moment geen dekking voor hebben, zodat wij de motie op budgettaire gronden afwijzen. Amendement nr. 2 is sympathiek omdat het iets wil doen aan de sporttarieven, maar wij vinden de dekking onhandig, aangezien geld wordt weggehaald van een terrein dat toch al zwaar onder druk staat. De heer Gerard: U ziet de redenering. Hoe zwaar de betreffende post onder druk staat, is op grond van de aangeleverde tekst niet te beoordelen. In de tekst is alles en niets te lezen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Als u de Spilcentra tot en met de uitbreiding naar brede scholen in de voorgenomen omvang wilt doorzetten, daarnaast de zorg voor zorgleerlingen, leerlingenvervoer, ICT en VMBO-huisvesting, compleet met onderhoud, wilt realiseren, hebt u veel meer nodig dan hier is opgenomen. In Samen Stad zijn de Spilcentra de laagdrempelige voorzieningen voor een goede ketenbenadering. Dat staat al volstrekt onder druk bij het bedrag van € 16,7 miljoen extra. Als er nu nog een en ander af moet, wordt het een hopeloze zaak. De heer Gerard: De politieke consequentie zal zijn af te zien van Spilcentra of ze op een heel laag pitje te zetten. Ik kies daarvoor en dat kan geen verrassing zijn. Aan het einde van de vorige raadsperiode kregen wij er een Spilcentraprogramma doorgejast, waarbij nergens kosten werden genoemd, terwijl bij doorzoeken in de documentatie een bedrag van ƒ 11 miljoen per jaar verscheen in een stabiele eindsituatie, zonder enige dekking. Toen voorzagen wij al een probleem dat zich nu voordoet. Wij kunnen de Spilcentra gewoon niet betalen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Het gaat om een miljoen per Spilcentrum. U ziet dat bij alle laagdrempelige voorzieningen op het gebied van welzijn, sport, maatschappelijk werk, gezondheidszorg en dergelijke Spilcentra een ideaal middel
1103
A
Verslagnummer 11
zijn om aan de slag te gaan. Als daarvoor onvoldoende geld beschikbaar is, komt het programma onder druk, dus bij sociale activiteiten in buurten en het centraal stellen van voorzieningen in wijken. Het is moeilijk er geld af te halen, want er is al te weinig omdat wij eenvoudig niet meer hebben. De heer Gerard: Ik wil niet alleen geld, maar ook het programmaonderdeel afnemen. Als wij een begroting zouden hebben waarin zou zijn te zien welk deel is bedoeld voor ARBO, voor toiletpotten of brandveiligheid, zou het gemakkelijker zijn. Wethouder mevrouw Mittendorff: U wilt toch niet praten over potjes terwijl het juist gaat om een integrale aanpak met allerlei facetten, die wij goed achten voor mensen in de buurten. De Voorzitter: Het komt mij voor dat de boodschap is overgekomen, zij het dat het antwoord nog niet is geaccepteerd. De heer Gerard: De wethouder maakt de elementaire fout door een potje en een begroting aan elkaar gelijk te stellen. De Voorzitter: Elementaire fouten maken is haar goed recht. De heer Van Dam: Ik heb twee aanvullende vragen. In de vorige raadsperiode hebben wij al ƒ 25 miljoen opzij gezet voor onderwijshuisvesting. Ik neem aan dat de budgetten, die het college nu noemt, daar bovenop komen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij hebben alleen een onderwijshuisvestingsplan voor het primair onderwijs. Het bedrag van ƒ 25 miljoen was daarvoor bestemd. Voor het voortgezet onderwijs met zelfs iets meer leerlingen is nog niets geregeld. De heer Van Dam: Het bedrag dat er nu bovenop komt, is dus voor het voortgezet onderwijs. Wethouder mevrouw Mittendorff: Neen, want u wilt ook Spilcentra realiseren, het leerlingenvervoer regelen en gebruiksvergunningen verzorgen, wat ook geld zal kosten. Ook leerlingenzorg en ICT moeten hieruit worden betaald. De heer Van Dam: U sprak zo-even ook over brede scholen en Spilcentra en ik heb de indruk dat u ze enigszins door elkaar haalt als u spreekt over de buurtfunctie van Spilcentra. Spilcentra zijn een opvoedingsmiddel in de educatieve lijn.... Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik zal u er nog wel eens over bijpraten.
1104
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Kom, u doet of u voor de klas staat terwijl wij bezig zijn met een politiek debat. Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik heb ooit gedoceerd, dat ging iets anders. De heer Van Dam: Geen tegenspraak gewend! In de vorige periode hebben wij geconstateerd dat brede scholen met name voor achterstandsbuurten een speciale rol hebben. Ik ben benieuwd of de brede scholen of de Spilcentra voorgaan. Wat heeft prioriteit? Wethouder mevrouw Mittendorff: Er is geen prioriteit omdat de Spilcentra en de brede scholen in elkaars verlengde liggen. Een brede school is een vorm van een Spilcentrum. Spilcentrum is een typisch Eindhovense benaming, terwijl het idee brede school in den lande veel verschillende invullingen kent. De heer Van Dam: Wij hebben in de stad vier brede scholen, die ook Spilcentra zijn, maar meer inhouden. Zij zijn heel bewust in bepaalde buurten gesitueerd. De vraag is nu waar de prioriteit ligt. Gaat u door met, in uw benadering, Spilcentra plus die ik gewoon brede scholen blijf noemen, of wilt u in de hele stad doorgaan met eenvoudige Spilcentra met eenvoudige onderwijskundige voorzieningen? Wethouder mevrouw Mittendorff: Uw vraag is gebaseerd op een concept dat nog niet is uitgekristalliseerd. Mevrouw Van den Biggelaar heeft in de vorige commissievergadering al gevraagd of het geen tijd wordt er eens nader over te praten. Wij moeten er inderdaad nader over praten, u werkt nu met concepten die zeker niet raadsbreed worden gedeeld. U loopt vooruit op een discussie die nog moet plaatsvinden. De heer Van Dam: Los van het concept is de vraag of de impulsbuurten prioriteit hebben. Wethouder mevrouw Mittendorff: Neen. De heer Gerard: De PvdA is met het idee van de Spilcentra gekomen. U wist dat er geen geld voor was, nu loopt u tegen de consequenties van uw eigen beleid aan. Mevrouw Van den Biggelaar: Wij hebben in de discussie over de Spilcentra duidelijk aangegeven dat voor ons de achterstandsgebieden voorrang hebben. Wethouder mevrouw Mittendorff: Het is een heel onhandig moment om nu te praten over de OZB waarop amendement nr. 4 van de SP betrekking heeft. De discussie over de OZB wordt breed gevoerd, er leven gedachten over afschaffing, zij het dat wij niet weten of dat ook inderdaad zal gebeuren. Als het gebeurt, voeren wij een systematiek in terwijl wij weten dat de gevolgen ervan in 2004 alsnog bij de mensen
1105
A
Verslagnummer 11
op hun bordje komen omdat dan een andere systematiek zal ontstaan. Het is een heel onhandig moment om na te denken over de OZB. De heer Gerard: Dat is absoluut niet het geval. Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik ontraad het amendement. De heer Gerard: Dat begrijp ik wel, maar ik raad hem aan. Wethouder mevrouw Mittendorff: Amendement 21 betreft onderhoud sport. Hierbij moet ik hetzelfde antwoorden als bij de motie. Er wordt gesproken over het gezinsconsumptieniveau en dat is op dit moment een heel lastige discussie. Ik heb al toegezegd dat wij bij de Voorjaarsnota een voldoende onderbouwing voor voorstellen kunnen geven. Het lijkt ons heel lastig er nu mee aan de slag te gaan. Wethouder Pastoor: Mijnheer de voorzitter. Een ambitie van onze gemeente is het bieden van een aantrekkelijk, laagdrempelig vervoer dat bijdraagt aan het in stand houden en verbeteren van de bereikbaarheid van de stad, de mobiliteit van de individuele Eindhovenaren en de vermindering van het sociaal isolement. Het openbaar vervoer is geen bedrijfseconomisch product dat wordt gesubsidieerd, maar is verworden tot een maatschappelijk probleem. Als wij zien dat de kosten van het openbaar vervoer voor 65% worden gesubsidieerd, hebben wij niet ver meer te gaan. Als de subsidiëring met hulp van anderen kan worden opgekrikt tot 90% à 100% lossen wij veel problemen in de stad op. Het gaat dan om problemen in de sfeer van kosten, ruimtelijke consequenties, milieu, volksgezondheid, sociaal isolement en economie. Dan kan het systeem Phileas royaal verder worden uitgebouwd. Voor de raadsvergadering van 11 december staan de ambities van het college voor het project gratis openbaar vervoer op de agenda. Het vast goed van de gemeente is sterk verspreid in de organisatie ondergebracht, wij vinden het terug bij de diensten Stadsontwikkeling, MO en APZ. Wij zien bij grote projecten, zoals De Effenaar en het Van Abbemuseum, dat bij de voorbereidingen de functionele afdelingen de bouwheren zijn. Wij willen ernaar streven een en ander te concentreren en te professionaliseren, zodat de functionele gebruikers de eisen definiëren waarna, als daarover consensus is bereikt en de kredieten beschikbaar zijn, de projecten aan de professionele dienst worden overgedragen die ze dan als bouwpastoor uitvoert. Wij hebben een volgend Grondbedrijf. Wij willen dit bedrijf de andere kant op laten gaan, anticiperend op de toekomst met een licht risico-effect. Dat zal, zoals de heer Gerard al eerder heeft onderkend, er absoluut aan zijn verbonden. Het Grondbedrijf in de huidige vorm, waarvoor indertijd is gekozen, zal nooit veel geld in het laatje brengen. Als het Grondbedrijf bij het begin van Meerhoven de nu voorziene vorm zou hebben gehad, zouden wij geen batig saldo van € 2,8 miljoen, maar van minstens
1106
A
Verslagnummer 11
€ 30 miljoen hebben. De notitie Grondbeleid nieuwe stijl is in de maak en zal in het voorjaar aan de raad worden aangeboden. De VVD onderkent de ontwikkeling rond het Grondbedrijf en stelt in motie nr. 25 het college te vragen halfjaarlijks een uitleg te geven over de transacties. De heer Schut: Geen uitleg, maar inzicht. Wethouder Pastoor: Dat is bedoeld om de controlerende taak van de raad te kunnen vervullen. De vraag is zeker gepast, maar ik zou haar nader onder ogen willen zien als de notitie voorligt. Dan kunnen wij een en ander tezamen behandelen, de nodige controles inbouwen en een en ander verwerken in het dan te nemen besluit. De heer Schut: Betekent dit dat u met sympathie tegenover het idee staat? Wethouder Pastoor: Ik vind het een zeer legitieme vraag, maar ik zou haar willen verdagen tot het moment waarop de notitie aan de orde is. Ik kom aan de formatieplaatsen. De raad weet dat wij ongeveer 60 boventallige personeelsleden hebben. Het is ons volstrekt ernst om in het tempo dat maximaal haalbaar is dat aantal tot nul terug te brengen. U begrijpt dat wij dat niet bereiken door gedwongen ontslagen, maar door op een verantwoorde wijze om te gaan met vacatures, outplacement en ontwikkeling en omscholing. In amendement nr. 19 speelt de PvdA in op het inhuren van personeel. Vermindering van het inhuren is een goed punt, vermindering is onze leidraad, maar er kunnen zich in de bedrijfsvoering omstandigheden voordoen waardoor het absoluut noodzakelijk is snel adequate externe hulp in te roepen. Gebeurt het niet, dan kan de bedrijfsvoering schade oplopen of zelfs tot stilstand komen. Wij handelen in de geest van het amendement, maar in deze expliciete formulering moet ik hem ontraden. De heer Van Dam: Kan de wethouder aangeven hoe expliciet hij het wel zou willen stellen? Wethouder Pastoor: Wij streven naar een optimale bedrijfsvoering binnen de kaders die de raad stelt. Als er onverwachte problemen zijn in de personele bezetting handelen wij met gezond verstand. De heer Van Dam: U weet dat u daarop kunt sturen en ik wil graag een afspraak maken over het resultaat. In welke mate zult u deze post het komende jaar reduceren? Wethouder Pastoor: Wij gaan in de geest van het amendement hard aan het werk, maar ik kan mij niet op een precies resultaat vastleggen. Wij hebben een groot bedrijf met veel producten en diensten.
1107
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Ik zit een beetje met de vraag hoe wij dan kunnen controleren hoe u presteert. In de begroting is bij allerlei posten het inhuren van personeel van derden genoemd. Dat wordt vooraf geraamd, ik neem aan dat dat niet is bedoeld om onvoorziene problemen op te vangen. De vraag is op die punten tot een reductie te komen. Wethouder Pastoor: Wij moeten er rekening mee houden dat zich onverwachte omstandigheden kunnen voordoen, daarom wordt een en ander ingepland. Vermindering mag als een goede prestatie worden aangemerkt en de raad kan daarop controleren. Motie nr. 51 van de PvdA gaat over dienstverleningsprestaties. Reeds jaren wordt gebouwd aan de kwaliteit van de dienstverlening, het is een permanent aandachtspunt voor de opeenvolgende colleges en het gemeentelijk management. Wij hebben nu twee diensten met een ISO-certificering en dat is een prestatie, die op het conto van het vorige college komt. Wij gaan daarmee verder, onder ander door de stadsdeelkantoren burgergericht, duidelijk en helder dienstverlenend te laten werken met de mogelijkheid kleine problemen op te lossen. De door het vorige college ingezette lijn wordt doorgetrokken, zo mogelijk zetten wij een tandje bij, ondanks de moeilijke financiële situatie. De heer Vleeshouwers: Hoe moet ik dan het afschaffen of beperken van de beleidsfunctie van de stadsdeelkantoren begrijpen? Dat lijkt mij geen versterking. Wethouder Pastoor: Het gaat nu niet om de beleidsfunctie, maar om de dienstverlening en de prestaties daarin ten behoeve van de burgers. Als u het over de beleidsfunctie wilt hebben, kunt u een motie of een amendement indienen of interpelleren. De PvdA doet in haar motie een voorstel in verband met prestatiecontracten en een kwaliteitshandvest. Het is een goede gedachte, ik zal in de geest van de PvdA werken, maar de motie is als zodanig overbodig. De heer Van Dam: Hoezo is zij dan overbodig? De raad heeft er verleden jaar tijdens een studiedag voorlichting over gekregen. Het kwaliteitshandvest is als het ware de prestatieafspraak die de gemeente met mensen in de stad maakt. Daarbij legt de gemeente vast waarop men kan rekenen als men bij haar aanklopt. Wij willen graag zo'n contract sluiten. Wethouder Pastoor: Ik kan in herhalingen vervallen, maar onze stellingname zal duidelijk zijn. Wij trekken de door het vorige college ingezette lijn door in de geest van de motie. Als zij is bedoeld om dit concreet af te tikken, ontraden wij de haar. De heer Van Dam: Ik heb nog steeds geen antwoord....
1108
A
Verslagnummer 11
Wethouder Pastoor: U hebt wel een antwoord, maar niet het antwoord dat u wilde horen. Er ligt een keiharde motie onder nr. 4 van de heer Gerard over de lichtknopjes. Nu de heer Gerard in dit mooie gebouw in de Bossche school het licht niet kan vinden, zullen wij hem op zijn wenken bedienen en doosjes op de muren laten aanbrengen. De heer Gerard: Zijn het doosjes met draadjes? Wethouder mevrouw Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Ik wil allereerst de raad feliciteren, de leden zijn raadslid in een geweldige stad. Wij stappen er soms wat gemakkelijk aan voorbij, maar deze stad heeft een geweldige potentie. Het is werkelijk schitterend om te zien dat onze stad niet alleen fantastische dorpen, maar ook grootstedelijkheid in zich bergt, die wij met name in Strijp S vinden. Daarnaast heeft onze stad een enorm oppervlak groen, de Genneper parken. Wij hebben een heel interessante constructie op watergebied in de Dommel en het kanaal. Last but not least heeft de stad een economische toekomst. Deze stad is kennisstad en wij weten allen dat in de toekomst kennis een economische drager is. Het gaat erom onze potenties te benutten en dat hebben wij nog niet altijd even goed gedaan, ik denk aan het kanaal en de Dommel. Dat zijn goede dragers voor het stedelijk en buitenstedelijk beleven. Op dit moment doen wij er niets mee. De onderliggende vraag is hoe wij dat benaderen en in essentie is dat een politiek verhaal. Dikwijls wordt geroepen dat de politieke partijen een los samenraapsel zijn, dat is misschien het geval voor mensen die terugdenken aan de vroegere situaties met politieke partijen. Toen waren partijen redelijk star en zat er weinig ontwikkeling in. De Eindhovense fracties van vijf partijen hebben elkaar gevonden op een duidelijke politieke stellingname: een stad maak je niet door achter je bureau stukken te schrijven en dan te verwachten dat het vanzelf goed komt, maar door samen te werken met anderen. Wij moeten het doen met Samen Stad, dat geeft de essentie weer waarop wij elkaar hebben gevonden. Het houdt in dat wij in contact zijn met de burgers, met instellingen, allerlei organisaties en overheden, omdat wij beseffen dat wij het in ons eentje niet redden. Ik ben blij dat de PvdA dat ten opzichte van de corporaties zo duidelijk heeft geformuleerd. Zij vormen een duidelijke drager van ontwikkelingen in de stad. Tot mijn genoegen kan ik enkele voorbeelden geven waaruit blijkt hoe goed het is met zulke partijen zaken te doen. Er is een motie van de VVD over studentenhuisvesting. Inmiddels hebben wij afspraken gemaakt met het voormalige Vestide, thans Hertog Hendrik van Lotharingen, over deze huisvesting. Zij committeert zich aan een programma waarin het volgende wordt bereikt: binnen zes maanden heeft iedere ingeschreven kamerzoekende student een kamer, mensen uit het buitenland hebben per direct een kamer. Dat hebben wij de corporatie niet door de strot geduwd. Zij durft alles overziend, haar eigen competenties in ogenschouw nemend, zich hiertoe te verplichten. Dat gegeven ligt nog niet bij de raad voor, omdat nog een stukje moet worden toegevoegd in verband met de vraag hoe de gemeente ervoor zorgt dat de
1109
A
Verslagnummer 11
zaken gemakkelijk verlopen. Zoals u in het kader van Samen Stad van ons mag verwachten, doen wij dat niet in een een-tweetje waarna u het mag aftimmeren. Het lijkt ons netjes bij andere partijen in de stad, die hier evenveel belang bij hebben, zoals studenten- en onderwijsorganisaties, te sonderen of dit beantwoordt aan de vraag dan wel of nog meer moet worden geregeld. Dit punt komt naar uw raad, aan het verzoek van de VVD om dat voor de Voorjaarsnota te doen, kan gemakkelijk worden voldaan. Hiermee is overigens de notitie, die is toegezegd naar aanleiding van een motie van GroenLinks over studentenhuisvesting, vervangen door een programma. Het komt alleen twee maanden later. De heer Schut: U zegt dat over zes maanden geen enkele student in Eindhoven geen kamer zal hebben. Wethouder mevrouw Schreurs: Ik heb gezegd dat de garantie komt dat een student die zich inschrijft zes maanden later een kamer heeft. De heer Schut: Dat is mooi, toch zes maanden. In de motie stellen wij voor per direct de 10%-norm los te laten. Geruime tijd geleden hebben wij er al over gesteggeld, ik meen dat een meerderheid van de raad de norm wil verlaten. Daarover heb ik nog niets gehoord. Gaat u dat ook regelen? Daarvoor heb u geen zes maanden nodig. Als u een voorstel voorlegt, zeggen wij gezamenlijk "ja". Wethouder mevrouw Schreurs: Ook over de 10%-norm komt een voorstel, het lijkt mij verstandig beide stukken tegelijk te presenteren. In de coalitie is afgesproken dat wij, als wij deze norm afschaffen, in het algemeen maatregelen moeten treffen om overlast te bestrijden. Daarvoor was de norm indertijd vastgesteld. Ik houd mij aan die afspraak. De heer Schut: Ik vind het fantastisch dat de wethouder vasthoudt aan de coalitieafspraken, maar ik lig er niet van wakker. Zij heeft echter geen datum genoemd. Wanneer wordt de 10%-norm afgeschaft? Deze vraag ligt hier al langer dan een jaar op tafel. Wethouder mevrouw Schreurs: Het gebeurt als de raad de beslissing neemt, want het is zijn bevoegdheid. Als u nu een voorstel indient, blijkt vanzelf of het het haalt, maar als u van het college een voorstel verwacht, komt het voor de Voorjaarsnota. De heer Schut: Dat is prachtig. De motie van de VVD stelt voor het per direct te doen. Ik begrijp dat u, als deze motie wordt aangenomen, morgen aan de slag gaat om de 10%-norm af te schaffen. Wethouder mevrouw Schreurs: Ja, als zij wordt aangenomen.
1110
A
Verslagnummer 11
De heer Vleeshouwers: Ik begreep in eerste aanleg dat de toezegging van Vestide per nu geldt... Wethouder mevrouw Schreurs: Ik heb gezegd dat Vestide zich wil committeren aan een programma waarin het uitgangspunt is dat studenten binnen zes maanden een kamer hebben. Het is misschien niet helemaal netjes nu namens Vestide te praten, het lijkt beter het in januari aan de hand van het stuk te doen. De heer Vleeshouwers: Dat betekent dus dat de toezegging van Vestide nu nog niet geldt. Wethouder mevrouw Schreurs: Het is heel simpel. De VVD heeft erop gewezen dat er een programma moet zijn om zulke dingen te realiseren. Op dit moment heeft Vestide, evenmin als wij, de kamers voor het oprapen. Het is de bedoeling een en ander zo snel mogelijk te realiseren, er komt een stuk waarin ook zal zijn aangegeven op welke termijn een en ander werkt. De heer Vleeshouwers: Wij moeten voorkomen dat het gerucht de stad ingaat dat studenten, als zij zich nu inschrijven, over zes maanden een kamer hebben. Wat Vestide belooft, is natuurlijk een goede zaak, maar de belofte kan pas op termijn worden ingelost. Wethouder mevrouw Schreurs: In januari kunt u naar verwachting precies lezen hoe een en ander zal lopen. De heer Gerard: Ik zou de wethouders willen vragen bij de bespreking van amendementen en moties een helder advies te geven. Het is nu een paar maal de mist ingegaan. Ik begrijp dat de wethouder bij deze motie van de VVD aanraadt haar tot januari aan te houden. Wethouder mevrouw Schreurs: Het gaat om motie nr. 22. Het eerste deel is overbodig omdat het al wordt gerealiseerd. Afschaffen van de 10% norm op dit moment strookt niet met de afspraak in de coalitie en dat doen wij dus niet. De corporaties zijn ook op andere punten fantastische partners. De herstructurering loopt erg goed, ook bij de verdeling van de financiële middelen is het gelukt tot een goede oplossing te komen. Het woningverhuursysteem is een apart punt. Het college vindt het nog steeds een uitstekend voorstel. De commissie voor de betreffende pijler heeft vastgesteld dat de uitgangspunten prima zijn, het systeem is ontstaan onder invloed van verhuurders en huurders, die hebben deelgenomen en hebben aangegeven in welke richting moest worden bijgesteld. In het stuk is aangegeven dat verantwoording zal worden afgelegd over wat precies zal worden gedaan. Dan gaat het om gevallen waarin mensen niet in staat worden gesteld een vrije keuze te maken, omdat bepaalde plekken voor bepaalde mensen zijn gereserveerd. De verantwoording komt, los
1111
A
Verslagnummer 11
daarvan heb ik in de commissie toegezegd dat van gemeentewege een slaagkans wordt geformuleerd, opdat duidelijk is welke kans bijvoorbeeld een oudere heeft om de woning te vinden waaraan hij behoefte heeft. De oplossing achten wij afdoende, wij willen niet op de stoel van de corporaties gaan zitten. Zij moeten hun werk kunnen doen, zij worden duidelijk gecontroleerd door de huurders. Als het ergens misgaat, kan een beroep worden gedaan op de klachtencommissie. Het systeem komt er. Als de raad er niet mee instemt, krijgen wij simpelweg de informatie niet meer. Onderdeel van het pakket is de afspraak dat de gemeente de informatie krijgt alsof zij nog steeds een partner is en zich ook als zodanig gedraagt. Daar zit een essentieel punt, want de gemeente heeft zich niet als partner gedragen. Het woningverhuursysteem was al jaren in de maak en op een gegeven moment is het naar aanleiding van een discussie in de raadscommissie teruggetrokken. Het is naar het college teruggegaan en er vervolgens nooit meer uitgekomen. Daardoor hebben de corporaties en de huurders twee jaar gewacht omdat het systeem eenzijdig werd tegengehouden, terwijl was afgesproken dat wij er tezamen uit zouden komen. De heer Kerkwijk zou zeggen: het is een niet goede manier van omgaan met elkaar in het kader van Samen Stad. De corporaties en de huurders hebben zich uitermate constructief gedragen. Zij hebben gewacht tot de raad eindelijk zou bevallen. Inmiddels is het voor hen genoeg geweest, zij willen dit superieure systeem nu invoeren. Het heeft te lang geduurd, daarom is nu de keuze óf dit systeem óf geen volwaardige gesprekspartner zijn. De heer Gerard: De gemeente is dus alleen een volwaardige gesprekspartner als wij de corporaties gelijk geven. Wethouder mevrouw Schreurs: Eerlijk gezegd vind ik dat dit geen recht doet aan de discussie in de commissie. Daar is gezegd dat zij de uitgangspunten van het voorstel deelt. De vraag is in hoeverre de raad zich mag bemoeien met dingen die hem niet aangaan. Ik weet dat u een andere politieke richting heeft, u gelooft erin dat alles door de overheid moet worden geregeld. De heer Gerard: In elk geval veel meer dan op dit moment. Wethouder mevrouw Schreurs: Ik zou haast willen zeggen: ik dank God op mijn blote knieën voor het feit dat de tendens thans anders is. Uw paternalistische socialisme is niet meer van deze tijd. Het is niet aan u te bepalen wat goed is voor de mensen, wij kunnen de zeggenschap beter bij de huurders leggen. De heer Van Dam: U zoudt de resultaten van D66 en de SP in de peilingen eens moeten vergelijken. Ik weet niet of uw opmerking hout snijdt. De heer Gerard: Ik kan mij goed voorstellen dat standpunten worden bepaald ongeacht resultaten van peilingen.
1112
A
Verslagnummer 11
Wethouder mevrouw Schreurs: Dank u wel. De heer Gerard: Dat was overigens ook paternalistisch bedoeld! Wethouder mevrouw Schreurs: Mevrouw Joosten constateerde dat het idee het punt parkeren op te schalen tot mobiliteit is omarmd. Het is een ongelofelijk belangrijk onderwerp, ook voor de economische potentie van de stad. Letterlijk bij elkaar kunnen komen zorgt ervoor dat dingen gebeuren. Het eerste punt wordt nu gevormd door de spitsstroken op de A2. Mij heeft geen enkel bericht bereikt waaruit kan blijken dat zij ter discussie staan, wij hebben met bezwaarmakers goede oplossingen gevonden waardoor zij hun bezwaren hebben ingetrokken. Het vervolg is de A2 als zodanig, wij zijn in overleg met de HID om ervoor te zorgen dat het proces zo snel mogelijk kan plaatsvinden. Natuurlijk is dat niet het enige. Als wij er niet voor zorgen dat de Oostkant beter bereikbaar wordt door de ring af te maken, dat wij een goede verbinding krijgen met België en dat een HSL-shuttle gaat rijden, zodat wij een goede aansluiting krijgen op HSL, heeft dat direct gevolgen voor onze economische positie. Het lukt goed op te trekken met Brabantstad, de provincie en Rijkswaterstaat, er zijn mogelijkheden. Van belang is het samen te doen en er niet van uit te gaan dat wij het alleen kunnen afdwingen. Daarmee zijn de problemen in de stad nog niet opgelost, ook daar staat men vooral in de file. Toen ik aantrad, kwam ik tot de interessante ontdekking dat onze verkeersregelsystemen verouderd zijn. Het lukt al bijna niet meer om ze op een goede manier te servicen. Het kunnen geen slimme systemen zijn en dat betekent dat wij ze niet kunnen aanpassen aan het verkeersaanbod, fietsers geen voorrang kunnen geven, enz.. Er moet een gigantische inhaalslag worden gemaakt en dat kost een gigantische bak geld. Het goede nieuws daarbij is dat de HID in dezen wil stimuleren, ook omdat door de ontwikkelingen rond de A2 de zaak nog eens extra wordt vastgezet. Bovendien zal de Regioraad worden voorgesteld een en ander op te nemen in het Regionale Verkeers- en Vervoersplan. De heer Vleeshouwers: Zegt u dat het rijk met geld komt om de verkeerslichteninstallaties in Eindhoven te moderniseren? Wethouder mevrouw Schreurs: Zo simpel is het niet. Het is volstrekt onjuist te menen dat wij er geen geld bij moeten leggen. In elk geval maakt het Rijk een goede beweging in onze richting, het deel rond de Kennedylaan krijgen wij waarschijnlijk voor 50% gerenoveerd. Moties nr. 35 van Leefbaar Eindhoven en nr. 50 van de PvdA vragen de groene golf terug te brengen. Als de systemen worden vernieuwd, kunnen zij worden geoptimaliseerd, maar wij kunnen geen groene golf invoeren omdat daardoor het DRS-systeem van de bussen niet meer werkt. Dat zou een kapitaalvernietiging van tientallen miljoenen betekenen.
1113
A
Verslagnummer 11
De heer Van Bussel: Kan door een kleine technische ingreep niet worden bereikt dat het systeem na een interruptie terugvalt in de oude regelmaat? Dat behoeft toch niet veel te kosten? Wethouder mevrouw Schreurs: Niet in onze systemen. Wij zullen optimaliseren, maar er is geen absolute garantie. De heer Van Dam: Het DRS-systeem wordt alleen geactiveerd als er een bus voorbij komt. In de tussenliggende perioden zou met een groene golf kunnen worden gewerkt. Uiteraard mag het niet ten koste gaan van het DRS-systeem. Wethouder mevrouw Schreurs: Dat is helder. Als het zo is bedoeld, nemen wij beide moties over. De heer Gerard: U gaat erg ver. In een netwerk is een groene golf onbestaanbaar, los van de vraag of een DRS-systeem in gebruik is. U kunt hoogstens optimaliseren, maar dat levert geen groene golf op. Naar mijn gevoel zijn deze moties onzin. Wethouder mevrouw Schreurs: Het gaat om optimalisering van het systeem en dat kan ook binnen een netwerk. De heer Schut: Moet ik begrijpen dat beide moties zijn overgenomen? Wethouder mevrouw Schreurs: Wij nemen de geest van de moties over, het gaat erom te bereiken dat het verkeer goed kan doorstromen. Wij nemen de geest van motie nr. 47 over het parkeren over, er zal binnenkort een voorstel over komen. Motie nr. 44 wijzen wij af. Amendement nr. 5 is onzin, omdat programmalijn R1 wordt gedekt uit ISV-geld dat wij geen andere kant uit kunnen schuiven. De heer Gerard: In het begrotingsvoorstel staat dat er niet bij. Wethouder mevrouw Schreurs: Het is een acceptabele vergissing. De heer Schut: Is het handig om na de beantwoording nog even de moties en amendementen door te lopen om te zien of wij het goed hebben begrepen? Er vallen op het ogenblik gaten in het systeem. De heer Kielenstijn: Wat betekent bij de moties nrs. 44 en 47 dat de geest ervan wordt overgenomen?
1114
A
Verslagnummer 11
Wethouder mevrouw Schreurs: U vraagt ervoor te zorgen dat het verkeer kan doorstromen. Dat proberen wij optimaal gestalte te geven met handhaving van de doorstroming van de bussen door het DRS-systeem. De moties spreken in absolute bewoordingen over een groene golf en dat kunnen wij, als gevolg van het DRSsysteem, niet garanderen. De heer Schut: De geest is dus gewoon "neen". Mevrouw Breuers: Mag ik nog vragen naar een reactie op onze opmerkingen over de prioritering bij het Groenbeleidsplan? Wethouder mevrouw Schreurs: De motie daarover wordt overgenomen. Mevrouw Breuers: Wij hebben nadrukkelijk gevraagd uit te leggen hoe de verhouding is tussen financiering van projecten uit het Groenbeleidsplan, het onderhoud in de stad en de getallen die wij in de stukken hebben gevonden. De Voorzitter: Wij zullen proberen dat in tweede termijn te doen. Wethouder mevrouw Kuppens: Mijnheer de voorzitter. De bevolking van onze stad is afkomstig uit tientallen landen, met diverse geloven en nog veel meer culturen. De bevolking is zeer divers, mensen komen hier vanwege werk, gezinshereniging, gezinsvorming, enz.. Dat is de afgelopen 30 jaar het geval geweest en het blijft zo. Eindhoven is een stad in een dynamische wereld. Dat is een gegeven waarmee wij moeten werken. Het is ieders belang dat de samenleving goed met die diversiteit omgaat, dat mensen zich hier thuis voelen. Daarom kiest het college ervoor ten behoeve van nieuwkomers en ook oudkomers te zorgen voor goede inburgeringstrajecten. De inburgering is gericht op onderwijs, werk en integratie in de wijken, afgestemd op de wensen en mogelijkheden van betrokkenen, opleidingsniveau, mannen en vrouwen. De heer Van Dam: Hoe ziet u inburgeringstrajecten voor oudkomers? Wethouder mevrouw Kuppens: Ook oudkomers kunnen gebruik maken van inburgeringstrajecten, het is niet verplicht, maar zij hebben deze mogelijkheid. Wij hebben de afgelopen maanden de eerste stappen in deze richting gezet. Juist omdat oudkomers vaak zijn gekomen in een tijd waarin wij niet investeerden in mensen die binnenkwamen, hebben wij een enorme achterstand. Daaraan willen wij iets doen. Naast de individuele benadering is er voor de samenleving ook veel te doen aan het omgaan met verschillen, opdat mensen elkaar kennen en onbekendheid wordt voorkomen. De vooroordelen en de ongetoetste beelden, over en weer, zijn legio, er zijn allerlei meningen zonder dat er daadwerkelijk contact is. Dat is het geval vanuit de minderheidsgroepen naar de dominante cultuur en ook andersom. De beelden kloppen vaak niet met de werkelijkheid. Het is van belang dat wij met elkaar in
1115
A
Verslagnummer 11
contact treden op wijkniveau en stedelijk niveau om te praten over de verschillen. Daarbij moeten wij erkennen hoe onhandig wij nu nog zijn in de manier waarop wij ermee omgaan. Als wij erkennen dat wij het niet weten, kunnen wij op zoek gaan naar mogelijkheden om het beter te gaan doen. Mevrouw Joosten refereerde aan een bijeenkomst van de kerken en de moslimgemeenschap die zaterdag in het stadhuis heeft plaatsgevonden, waarbij nadrukkelijke afspraken zijn gemaakt. Stadsgesprekken, zowel op het niveau van de stadsdelen als van de stad, juichen wij toe. In de stadsdelen gaat het dan om gesprekken tussen mensen die elkaar daadwerkelijk dagelijks kunnen tegenkomen, dus niet om een abstracte benadering. Ik wil bereiken dat basisvoorzieningen, zoals sportclubs, onderwijs en gezondheidszorg, voor iedereen toegankelijk zijn. Het streven is dat deze voorzieningen open gaan voor mensen met diverse culturele achtergronden, gehandicapten, ouderen, enz.. Bij allerlei voorzieningen bemerken wij dat er uitsluitingsmechanismen zijn. Wij dienen ze te vinden en er iets aan te doen. Dat is een onderwerp dat u in alle programmalijnen van de sociale pijler zult tegenkomen, telkens weer zal de vraag aan de orde komen hoe wij de basisvoorzieningen toegankelijk maken. De heer Gerard: Door de legionellabestrijding voor uw rekening te nemen. Wethouder mevrouw Kuppens: U refereert aan een puur financiële kwestie, maar zo is de situatie niet. Vaak gaat het om methodieken of werkvormen, om gerichtheid op minderheden. U zult het uitgewerkt zien in een nota over lokaal gezondheidsbeleid die de raad binnenkort zal bereiken. Daarin zullen wij een eerste stap doen. De heer Gerard: Betaalbare contributies helpen wel degelijk mee. Wethouder mevrouw Kuppens: Betaalbaarheid telt zeker mee, maar dan gaat het veelal om minima, voor wie een reductieregeling geldt. Het doel de basisvoorzieningen voor iedereen open te houden, zult u terugvinden in de sociale agenda, in alle programma's binnen de sociale pijler en waar mogelijk ook in de ruimtelijke pijler. In de nota Vrijwilligerswerk, die u binnenkort zal bereiken, zullen wij ingaan op de ondersteuning van organisaties die werk willen maken van diversiteit. In de nota gezondheidszorg zullen ook diverse aspecten staan in verband met afstemming op culturele verschillen. Bij de gezondheidszorg helpt de gemeente de omslag te maken, zij is niet de partij die alles zal financieren. Het college vindt het van groot belang dat in alle wijken voldoende plaats is voor ontmoeting en ontplooiing, dus een plaats waar mensen, die zich aan de wijk gebonden voelen of daaraan gebonden zijn, heen kunnen. Die plekken kunnen vrijetijdsaccommodaties zijn, maar ook Spilcentra of ruimten die vanuit de gezondheidszorg beschikbaar worden gesteld. Wij willen per situatie bekijken wat de mogelijkheden zijn en welke financiële stromen wij daarvoor kunnen aanboren. Behoud van vrijetijdsaccommodaties is geen doel op zichzelf, het gaat om de functie
1116
A
Verslagnummer 11
ontmoeting en ontplooiing. Het doel is dat op termijn elke wijk een laagdrempelige plek heeft. U vindt dat in de programmalijn onder andere terug bij accommodaties. Op het gebied van milieu willen wij de komende jaren een flinke stap vooruit maken. Een eerste stapje daarbij is een milieuvisie en -programma met haalbare doelstellingen. Wij willen daarmee inwoners, bedrijven en instellingen aanzetten om met milieuzorg aan de slag te gaan. Ook zullen gemeentelijke diensten worden aangespoord mee te werken. Deze ambitie wordt door het hele college gedragen en wij dragen dus gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het oppakken van milieuzorg door de diensten. Om de ambitie rond milieu vorm te geven, is een eerste inzet gericht op verbetering van handhaving en vergunningverlening en daarvoor meer mensen beschikbaar te krijgen, zodat wij bedrijven meer kunnen pushen de zorg voor het milieu serieus te nemen. In verband met afval is gewezen op de mogelijkheid van wijkmilieudagen in elke wijk. Dergelijke dagen dragen bij aan de saamhorigheid in de wijk, er is niets zo leuk als samen opruimen, maar ik kan het plan dat in elke wijk te doen niet steunen omdat zo'n aanpak nogal kostbaar is. Wij moeten heel goed weten wat wij aangaan. Wij zullen wijkmilieudagen anders vorm moeten geven dan op dit moment. Nu verdwijnt al het aangeleverde materiaal in een kraakwagen en wordt het rechtstreeks naar de stort of de verbranding afgevoerd. Als wij wijkmilieudagen organiseren, moeten wij er ook voor zorgen dat daarvoor geschikte materialen worden gerecycled. Wij zullen grondig bekijken welke mogelijkheden er zijn voor wijkmilieudagen en in beeld brengen welke kosten ermee zijn gemoeid. De heer Schut: Kijkt u dan ook meteen wat het kost om de rommel, die niet regulier wordt opgehaald, te verwijderen? Dat is ook een kostenpost. U stelt dat u eigenlijk geen geld hebt voor wijkdagen waarbij wijken worden schoongemaakt, maar als u dat niet in georganiseerd verband doet, moet u wijken toch schoonmaken omdat zwerfvuil ontstaat en afval illegaal wordt gestort. Ook dat kost geld. Wethouder mevrouw Kuppens: Het is een goed idee dat aspect erbij te betrekken. De fractie van GroenLinks heeft het college aangesproken over de situatie rond Het Eindje. In de zomer bleek de overlast van daklozen in enkele wijken toe te nemen. Wij hebben toen snel willen handelen en als gevolg daarvan is de communicatie niet goed verlopen. Daarna hebben wij nadrukkelijk aandacht besteed aan contacten met de gebruikers van het pand en de buurtorganisatie. Wij juichen het toe dat de raad "ja" heeft gezegd op een burgerinitiatief, hoewel dat niet geheel aan de eisen voldoet. Op die manier kunnen wij gebruikers en buurt duidelijk maken dat wel degelijk inspraak mogelijk is. Loket W heeft onlangs een plan van aanpak aan het college aangeboden, waarbij het een traject schetst om per 1 januari 2005 een gezondere organisatie te hebben dan op dit moment. Het college bereidt zijn reactie voor, uiteraard erkent het het belang van het welzijnswerk voor de stad. Het zet er zich derhalve voor in op een goede
1117
A
Verslagnummer 11
manier op het plan van aanpak te reageren, die ertoe leidt dat wij een gezonde organisatie krijgen en te zien is dat zij zich op een goede manier ontwikkelt. Wij willen absoluut niet in crisissituaties terecht komen. Daarom hebben wij tijd nodig voor een goede reactie. Wij hebben te maken met meerdere grote instellingen en wij willen een lijn pakken die wij ook naar die instellingen kunnen volgen. De heer Gerard: Ligt het niet evenzeer voor de hand als het gegeven dat twee maal twee vier is dat hiervoor aanzienlijke bedragen nodig zijn, zodat het goed is alvast een begin van een reservering te maken? U bent ermee bezig, het zou verstandig zijn er nu al geld voor te zoeken. Wethouder mevrouw Kuppens: Wij hebben gisteren geld vrijgemaakt uit de septembercirculaire. Verder bekijken wij wat wij kunnen met allerlei projectgelden. Wij zijn met die exercitie bezig... De heer Schut: Wanneer is zij afgerond? Wethouder mevrouw Kuppens: Ik verwacht dat wij er twee tot drie weken voor nodig zullen hebben. De heer Gerard: Het gaat daarbij steeds om een eenmalige dekking. Projectgelden zijn tijdelijk, dat geldt ook voor de middelen uit de septembercirculaire. U schuift nu een en ander voor u uit, maar vroeg of laat zult u het structurele probleem voor uw kiezen krijgen. Hoe denkt u hiervoor structureel tonnen of, als het om meerdere grote instellingen gaat, miljoenen vrij te maken? Wethouder mevrouw Kuppens: Ik ben het niet eens met uw analyse. Een belangrijk deel van de problematiek bij Loket W hangt samen met het wegvallen van projectgelden, daardoor heeft het zoeken van projectgelden wel degelijk betekenis. De heer Gerard: Dat geldt als er voortdurend nieuwe projecten komen. Het is even onzeker dat u geld vindt voor projecten als ik kan uitgaan van het voortbestaan van de OZB. Wethouder mevrouw Kuppens: Er gaat op het ogenblik in de gemeente nogal wat projectgeld om, ik verwacht niet dat dat op korte termijn zal veranderen. Diverse fracties hebben gewezen op de manco's van het huidige vreemdelingenbeleid dat door Paars 2 is vormgegeven en nu wordt uitgevoerd. Het CDA vroeg nadrukkelijk naar ondersteuning bij terugkeer. Dat is de lijn van het college en ik zal daaraan extra aandacht besteden. GroenLinks vroeg om uitbreiding van doelgroepen en plaatsen. Over de plaatsen zal in februari een definitieve beslissing worden genomen, wij kunnen de verdere discussie daarover in de raadscommissie voeren zoals de PvdA voorstelde. Intussen
1118
A
Verslagnummer 11
blijft het college lobbyen voor een beter landelijk beleid. Als gevolg van de verkiezingen en het nieuwe regeerakkoord dat dan zal worden opgesteld, hebben wij opnieuw een kans om te proberen het landelijk beleid te beïnvloeden. In de commissie is toegezegd dat wij in december een voorstel over een seniorenraad aan de commissie zullen voorleggen. Overigens is het instellen daarvan ook een belangrijke verantwoordelijkheid van het presidium, wij zullen het dus tezamen moeten doen. GroenLinks heeft een amendement over de duurzaamheidsbalans ingediend. In de sociale agenda en in het Milieubeleidsplan is het van belang prestaties te meten. De duurzaamheidsbalans kan daarbij een hulpmiddel zijn en wij werken nu aan een pilot. Ik zal de raadscommissie op de hoogte stellen van de werkwijzen. Als het instrument werkt, willen wij het opnemen in de sociale agenda en het Milieubeleidsplan. Mocht blijken dat een duurzaamheidsbalans niet praktisch werkt, dan zullen wij andere meetinstrumenten moeten vinden om sociaal en ecologisch kapitaal te meten. Voor dit moment ontraad ik het amendement. Motie nr. 9 van de Stadspartij gaat over integratie van milieuaspecten in diverse beleidsterreinen. Daaraan geven wij gevolg, zodat de motie overbodig is. Motie nr. 10 heeft betrekking op sociale weerbaarheid. Dit is een term die wij beleidsmatig niet gebruiken, ik zou haar ook niet willen invoeren. Wij zullen wel een methode ontwikkelen om de resultaten van de sociale agenda te volgen. Motie nr. 53 betreft contact met senioren in de beleidsvorming. Het is een belangrijk punt. Senioren participeren nu al in verschillende stuur- en overleggroepen, met een seniorenraad erbij verwachten wij een hele stap te kunnen maken. Ouderenproof en vitaal grijs zijn op komst, in diverse projecten doen de belangenorganisaties heel nadrukkelijk mee. De motie is overbodig. Wethouder Claassen: Mijnheer de voorzitter. Het was hartverwarmend in de commissievergaderingen en ook gisteren te horen hoe enorm sociaal Eindhoven en met name de volksvertegenwoordigers in de raad zijn. Ik vind dat vooral terug in de opmerkingen over de onderuitputting van de bijzondere bijstand, die wij gebruiken voor ombuigingstrajecten. Ik heb al eerder gememoreerd dat men niet echt links behoeft te zijn om sociaal beleid te voeren. Het heeft wel pijn gedaan dat tegelijkertijd het college de opmerking kreeg dat het geen sociaal beleid zou voeren, terwijl wij juist in Samen Stad de sociale pijler veel aandacht geven. Wij gebruiken de onderuitputting bij de bijzondere bijstand om binnen de sociale pijler voor de kwetsbare doelgroepen intensiveringen door te voeren. Is dat geen sociaal beleid? Het bedrag van € 1,4 miljoen, dat wij in de herprioritering noemen, is in feite als stelpost bij het concern gestationeerd, wat niet ten koste gaat van de begroting bijzondere bijstand. Deze post is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van het vorige college. Fracties die nu aanvoeren dat wij van de bijzondere bijstand moeten afblijven, hebben juist toen die middelen gebruikt om de normale begroting dicht te timmeren. Dat is eenmalig gebeurd, maar het geld kwam uit de bijzondere
1119
A
Verslagnummer 11
bijstand en daaraan hebben degenen meegewerkt, die vinden dat wij geen sociaal beleid voeren. Mevrouw Van den Biggelaar: Er is één verschil. Het vorig jaar zou het bedrag terugkomen op de post bijzondere bijstand. Nu is zelfs die toevoeging verdwenen. Nu zegt u dat het geld ten goede komt van sociaal beleid, maar bij de bijzondere bijstand komt het ten goede van een bepaalde groep mensen. Wij hoorden zo-even van mevrouw Mittendorff dat het onderwijsbeleid niet is toegespitst op achterstandsbeleid en dus niet op de groep die inkomensondersteuning nodig heeft. Wethouder Claassen: Het komt ten goede van sociaal beleid als u daaronder ook het armoedebeleid rekent. Het bedrag is bij het concern gestald in een stelpost, met de bedoeling om het aan te wenden in een actief beleid, zoals het armoedebeleid. Ook dat heeft niets te maken met bijzondere bijstand. De heer Van den Biggelaar: Daarbij is gezegd "voor de glijdende schaal". Wethouder Claassen: Daarvoor geldt misschien hetzelfde... De heer Van den Biggelaar: Dat is iets anders dan inzetten op een aantal willekeurige programmalijnen die u sociaal noemt. U haalt deze middelen weg bij de inkomensondersteuning. De heer Claassen: Ik heb gezegd dat deze middelen aan de kwetsbare groepen ten goede komen. Wij willen deze bedragen niet alleen oormerken voor de minima of degenen die een beroep doen op bijzondere bijstand. Wij willen het gebruiken om het armoedebeleid minstens te handhaven en zo mogelijk te verbeteren. De heer Rennenberg: Heeft de wethouder vannacht goed geslapen en heeft hij mijn notitie gelezen? Wethouder Claassen: Ik heb de notitie gelezen en ik heb goed geslapen. De heer Rennenberg: Dan begrijp ik niet dat het college niet begrijpt wie de armen in Eindhoven zijn. Uit mijn notitie en uit de armoedemonitor blijkt duidelijk dat grote groepen geen gebruik maken van de bijzondere bijstand. Omdat dat niet is onderzocht, kan niet van onderuitputting worden gesproken. Wethouder Claassen: Ik kom er in verband met de bijzondere bijstand nog op terug, aangezien is gevraagd of wij geen geld moeten uittrekken om de bijzondere bijstand dichter bij de mensen te brengen. Wij doen er alles aan wat mogelijk is om het gebruik van de bestaande regelingen te bevorderen, ook van de bijzondere bijstand.
1120
A
Verslagnummer 11
Mevrouw Van den Biggelaar: Wij sluiten niet uit dat meer mensen in het kader van de armoedebestrijding een beroep op hulp in enigerlei vorm kunnen doen. Nog niet lang geleden is het woonlastenfonds ter sprake geweest, ook daarvoor zou het budget voor armoedebestrijding kunnen worden ingezet. Dat is een reden om dit geld in ieder geval voor inkomensondersteuning te bewaren. Wethouder Claassen: Daarmee raakt u onze bedoeling. Wij willen dit geld niet oormerken voor bijzondere bijstand, maar vrij maken om het te gebruiken waar het het hardst nodig is. Als dat het armoedebeleid is, zal de benutting daarop worden toegespitst. Mevrouw Van den Biggelaar: Wij noemen dat inkomensondersteuning. Wethouder Claassen: U kunt het noemen zoals u wilt. Wij bestemmen het geld voor de kwetsbare groepen en daarvoor zal het dus worden gebruikt als het nodig is. Wij willen daarvoor ruimte houden door het niet te oormerken als bijzondere bijstand. Het is juist een zeer sociaal beleid om ruimte te maken om alle groepen te bedienen die dat nodig hebben. De moties nrs. 2 en 12 moet ik dan ook van de hand wijzen, niet omdat de inhoud mij niet zou aanspreken, maar omdat wij moties alleen als geheel kunnen overnemen en niet in delen. Mevrouw Van den Biggelaar: Er is ook een motie over de bijzondere bijstand. De heer Rennenberg: De motie van het Ouderenappel, GroenLinks en de PvdA onder nr. 20. Wethouder Claassen: Zij bevat een sympathiek idee, maar wij wijzen het af. Mevrouw Van den Biggelaar: Er is een amendement onder nr. 14 over het reserveren van middelen voor een intensivering op het terrein van handhaving. Wethouder Claassen: De stap waarmee dit amendement verband houdt, is tijdelijk tot wij andere vormen van financiering hebben gevonden. Als die financiering is gevonden, wordt het bedrag weer terugverwezen naar het doel waarvoor de overige onderuitputting is bedoeld. Mevrouw Van den Biggelaar: Dan staat er in uw besluit iets anders dan u zegt. In het besluit staat niet dat het terugkomt bij de bijzondere bijstand. Gezien deze reactie zoudt u het amendement moeten overnemen.
1121
A
Verslagnummer 11
Wethouder Claassen: Ik zal er in tweede instantie op terugkomen, ik heb het nu niet bij de hand. Als uw redenering juist is, kan ik haar waarschijnlijk overnemen, maar ik moet even een slag om de arm houden. Mevrouw Kamphorst: Mag ik begrijpen dat u alleen het laatste punt van motie nr. 2 niet overneemt of neemt u het wel over als gevolg van de opmerking van mevrouw Van den Biggelaar? Wethouder Claassen: Wij kunnen een motie alleen als geheel overnemen. Deze motie wijzen wij af in verband met het laatste punt dat betrekking heeft op de bijzondere bijstand. De economische situatie is op het ogenblik niet al te rooskleurig en wij verwachten dat ook de toekomst niet geweldig zal zijn. Toch is zeker voor Eindhoven de situatie niet dramatisch, wij hebben mogelijkheden die wij moeten benutten en uitbuiten. Het heeft mij wel verbaasd dat u de aanpak wilt toespitsen op Eindhoven. Economische zaken en werkgelegenheid kunnen niet alleen binnen de gemeentegrenzen worden behartigd. Wij zullen in de toekomst Europees gaan denken, nu moeten wij minstens regionaal denken. De heer Schut heeft het SREprogramma Horizon al genoemd, een Eindhovens initiatief dat verder reikt dan de regio. Eindhoven speelt daarin een belangrijke rol. Ook de werkgelegenheid voor Eindhovenaren ligt in een flink aantal gevallen buiten de grenzen van de gemeente. Daarom begrijp ik de vraag wat Eindhoven specifiek doet niet goed. Eindhoven ontwikkelt in regionaal verband activiteiten, Horizon biedt op korte en langere termijn enorme kansen. Met een aantal regionale partners wordt daaraan hard gewerkt. Dat geldt ook voor het traject Behoud Vakmanschap dat al eerder is ingezet. Het werkt formidabel, het is incidenteel ingezet, maar wordt structureel gemaakt. Ook dit heeft een regionaal karakter. Dat geldt ook voor de Stimulusprojecten, waarvan Eindhoven de voorzitter is. Wij halen bedrijven naar de regio of naar Eindhoven. Als een bedrijf terechtkomt bij bijvoorbeeld DAF Logistics, net over de grens met Geldrop, is dat voor Eindhoven even belangrijk als vestiging in Eindhoven zelf. Wij moeten dit regionaal zien. Ook binnen de B5 in de provincie zijn wij volop bezig om geld los te weken voor bedrijven als zij naar ons gebied willen komen. De heer Van Dam: U zegt dat het even tegen zit, maar dat het niet dramatisch is. Uw partij profileert zich als een partij die veel contact heeft met ondernemers. Ik weet niet of u de laatste tijd mensen uit de regio hebt gesproken, ik heb de indruk dat het beeld echt dramatisch is. Het is niet zomaar een dip, het ziet er vooralsnog niet naar uit dat het beter zal gaan. Horizon is een goed programma voor de regionale economie, vooral op de langere termijn. Uit het stuk dat u onlangs aan de raad hebt gestuurd, de Eindhovense Economie in Beeld, blijkt dat het grootste deel van de Eindhovense economie in het grootbedrijf zit. Juist daar vallen de klappen. Dat betekent dat op korte termijn steeds
1122
A
Verslagnummer 11
meer mensen in Eindhoven op straat komen te staan. De vraag is welk antwoord u daarop heeft, wat u daaraan denkt te doen. Wethouder Claassen: Wij trachten primair te voorkomen dat mensen op straat komen te staan, maar wij kunnen niet verhinderen dat het door omstandigheden toch gebeurt. Wij willen die mensen bijna letterlijk aan de poort opvangen en bij de hand nemen om na te gaan waar vacatures zijn waar zij kunnen worden ondergebracht. De heer Van Dam: Zo bedoel ik het niet. Natuurlijk is het goed die mensen op te vangen en te proberen hen door te leiden naar nieuw werk, maar er is op dit moment geen nieuw werk. Wethouder Claassen: Er is nog steeds nieuw werk. De heer Van Dam: Het is minimaal en het wordt steeds minder. U weet ook dat de werkloosheid in Eindhoven oploopt. De vraag is niet hoe wij de mensen aan nieuw werk helpen, maar hoe wordt geprobeerd werk te creëren door het vorm geven van een economisch beleid dat op korte termijn werkgelegenheid in de stad schept. Wethouder Claassen: Wij zijn nog niet bezig met werkgelegenheidsprojecten. Wel proberen wij mensen te stimuleren en te faciliteren, die werkloos dreigen te worden en denken aan het opzetten van een eigen bedrijf. De heer Verhaegh: Heeft het college ook plannen om de boer op te gaan en bedrijvigheid aan te trekken? Dat tikt het hardst aan. Wethouder Claassen: Dat doen wij zeker. Wij hebben onlangs een vrij groot bedrijf als TNO naar onze regio gehaald. Zoiets gaat niet vanzelf. Wij zijn ook met andere bedrijven bezig. Daarvoor is het van belang dat wij zulke bedrijven kunnen faciliteren met goede bedrijventerreinen en onderkomens. Daarmee zijn wij bezig, onder andere op bedrijventerrein De Hurk. De heer Van Dam moet ik zeggen dat de situatie van de ondernemers in dat gebied niet zo dramatisch is als hij stelt. Zij zien dat er een dip is, maar zij zijn optimistisch over de toekomst. Dan heeft revitalisering van een terrein een uitstraling, die bedrijven aantrekt. De PvdA en Leefbaar Eindhoven hebben amendementen, onder nrs. 20 en 17, ingediend over de toeristenbelasting waarin een verhoging wordt voorgesteld. Het amendement van Leefbaar Eindhoven, dat het verst gaat, neem ik over. Daarmee kom ik meteen ook tegemoet aan het amendement van de PvdA. Wij zullen op grond hiervan de toeristenbelasting met 5% per overnachting verhogen, wat een behoorlijk bedrag zal opleveren. Dat zal gebruikt worden conform de regels van de verordening, wat betekent dat wij activiteiten naar Eindhoven kunnen halen, zoals sportevenementen en andere. Te denken valt ook aan Sinterklaas, aangezien ook daarvoor mensen naar Eindhoven komen die hier moeten overnachten.
1123
A
Verslagnummer 11
De heer Schut: De wethouder sprak over verhogen met 5%. Ik neem aan dat hij bedoelt dat deze belasting op 5% wordt vastgesteld. Wethouder Claassen: Dat is juist. De heer Van Dam: Het amendement van Leefbaar Eindhoven gaat verder dan het onze, ik vind het ook een prima voorstel, behalve op een punt. De essentie van mijn voorstel is de toeristenbelasting in te zetten als algemeen dekkingsmiddel en niet als doelbelasting. Dat is nooit afgesproken, het is in de praktijk gegroeid. Neemt u dat punt over? Wethouder Claassen: Neen, ik neem amendement nr. 17 over. Juist om de door u genoemde reden kan ik nr. 20 niet overnemen, behalve als wij de verordening aanpassen. De heer Gerard: Kunnen wij een deel van de algemene politiek van de stad die zich specifiek richt op toeristische attracties, zoals bewegwijzering of een deel van de bijdrage aan de VVV, uit toeristenbelasting betalen? De heer Schut: De wethouder sprak over Sinterklaas en zei dat hij iets wilde regelen. Ik heb begrepen dat het Eindhovens Dagblad al iets heeft geregeld. De heer Van den Biggelaar: Het komt het volgend jaar weer. Wethouder Claassen: Als het idee van de heer Gerard binnen de verordening past, kan het, anders moet de verordening worden aangepast. De heer Gerard: De vraag is of u bereid bent de verordening zodanig aan te passen dat zij een bepaalde dosis overhead meeneemt, die nu uit de algemene middelen wordt betaald. Wethouder Claassen: Ik wil er zeker naar kijken. In motie nr. 37 wordt een ondernemersloket voorgesteld, maar het is inmiddels in wording, zodat de motie niet meer nodig is. Wij kunnen de vacaturestop voor ID-banen niet helemaal opheffen, hoewel nog niet duidelijk is wat er met deze banen gebeurt. Wij nemen motie nr. 49 niet over, maar zullen wel selectief met de vacaturestop omgaan, omdat wij kunnen inzetten op een aantal vacatures dat nog niet is ingevuld. Wij kunnen eventueel uitbreiden als binnen bepaalde sectoren een aanbod ontstaat. Ik zal in tweede instantie terugkomen op motie nr. 33. De heer Van Dam: Waarom kan de vacaturestop niet worden opgeheven? Als u het wilt, kan het toch?
1124
A
Verslagnummer 11
Wethouder Claassen: Alles is mogelijk, maar wij willen het niet. Wethouder Van der Grinten: Mijnheer de voorzitter. De inbreng in Samen Stad op de beleidsterreinen kunst en cultuur en stadsbeheer is terug te vinden in de programmalijnen S7 en R4. S7 omvat cultuur in de wijken, waarop wij bij de Voorjaarsnota zullen terugkomen. Dan kunnen wij ook inhoudelijk op allerlei aspecten ingaan, zoals de spanning en de noodzaak van breedte in de cultuur versus de toppers en de avant garde. Programmalijn R4 betreft onderhoud en schoonhouden, Heel en Fleurig, en deze wordt nu aangepakt. Daarbij zal het accent niet liggen op toevoegen van steeds meer geld. Wij hebben het geld niet, bovendien verwacht ik niet dat dit de oplossing van het probleem zal zijn. De uitwerking van deze programmalijn zal in een programma aan de raad worden voorgelegd. Het zal vooral zijn gericht op efficiënter werken. Wij zullen daarbij accenten leggen, waarbij ik denk aan meer bloemen. Tevens zullen wij een duidelijker beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Gesproken is over een expertisecentrum voor culturele uitingen van etnische minderheden, amendement nr. 1 heeft daarop betrekking. Het amendement is overbodig, omdat dit idee is opgenomen in het Actieplan Cultuurbereik. Mevrouw Mittendorff heeft al medegedeeld dat een aantal zaken is opgelost door dekking als gevolg van de septembercirculaire. De VVD heeft een sympathieke motie, nr. 27, bedacht over het Van Abbemuseum, waarin wordt voorgesteld jongeren tot 18 jaar gratis toegang te verlenen. Natuurlijk kost dat geld, overigens heeft een groot deel van deze groep, jongeren tot 12 jaar, al gratis toegang. Wij hebben laten berekenen wat deze stap zal kosten binnen de prognoses van het museum. Uitgaande van 5.000 bezoekers in deze groep kost deze stap € 20.000,--. Ik moet dus om budgettaire redenen vaststellen dat het niet kan. Hetzelfde geldt voor motie nr. 42 die voorstelt de musea op maandagen gratis toegankelijk te laten zijn. Het is een prachtig idee, maar ook dat schiet gaten in de begroting, waarvoor geen dekking is. Ook die motie moet ik om budgettaire redenen afwijzen. De heer Schut: De meeste musea zijn toch op maandag dicht? Wethouder Van der Grinten: Dikwijls wel. De moties nrs. 26 en 39 hebben betrekking op Museum Kempenland en Plaza Futura. Wij zijn voor beide instellingen bezig met een plan, er zijn verschillende situaties. Bij Plaza Futura moeten wij een acuut probleem oplossen. U weet dat op 11 maart 2002 de raad heeft besloten een exploitatietekort van € 90.000,-- voor 2003 te dekken. Dat zal lukken, er zijn enkele potjes die wij daarvoor kunnen gebruiken, bijvoorbeeld een potje voor het oplossen van knelpunten in de culturele sector. Daarvan is in 2000 € 20.000,-- over, verder is er ook zo'n potje voor 2003 dat € 23.000,-- bevat. De helft van het benodigde bedrag hebben wij al bij elkaar gescharreld. Bij de Voorjaarsnota zal ik aangeven waar het overige is gevonden. Dit acute probleem zal dus als eerste
1125
A
Verslagnummer 11
worden opgelost. Tegelijkertijd bekijken wij hoe wij in de toekomst verder moeten, ik hoop dat bij de Voorjaarsnota inzichtelijk te kunnen maken. Bij Museum Kempenland is er een iets andere situatie. Binnen het museum vindt beraad plaats over de koers, het bestuur heeft op eigen kosten een onderzoek laten instellen. Het resultaat zal bij de Voorjaarsnota of misschien zelfs eerder in een integraal dossier aan de raad worden voorgelegd. Gezien deze ontwikkelingen heb ik geen behoefte aan de beide moties. Amendement nr. 23 en motie nr. 55 hebben betrekking op HOME. Ik onderken de problemen, die liggen in achterstallig onderhoud en de wens tot verdere professionalisering. Het wordt eentonig, maar opnieuw moet ik erop wijzen dat de portemonnee van de gemeente leeg is. Daarom moet ik deze voorstellen om budgettaire redenen afwijzen. De aangegeven dekking is er niet meer. Zij werd gezocht in de middelen van de septembercirculaire en dat geld is anders besteed, onder andere aan het Actieplan Cultuurbereik. De andere dekkingsmogelijkheid, de toeristenbelasting, kan niet worden gebruikt als gevolg van afspraken die hier zijn gemaakt. De heer Schut: Mag ik vaststellen dat er geen geld komt voor HOME? U bent zich bewust van de situatie, de kans bestaat dat HOME nu voor de helft dicht gaat. Wethouder Van der Grinten: Dat weet ik niet. Er is geen acute situatie, zoals bij Plaza Futura, maar ik onderken de problemen. Als er geen geld is, houdt het op. De heer Schut: Als het ophoudt, gaat u dan zo ver dat bij u ook een faillissement van HOME in gedachten komt of trekt u daar de grens? Dat zit er wel in als wij niets doen. Wethouder Van der Grinten: Dat ben ik niet met u eens. Gezien de gegevens waarover ik beschik, is dat niet aan de orde. De heer Van Bussel: Heeft HOME niet een bovenregionale uitstraling? De provincie draagt € 10.000,-- bij. Misschien kunnen wij ook bij het SRE middelen hiervoor vinden. Wethouder Van der Grinten: Als andere instanties meebetalen, is dat natuurlijk prachtig en dat is tot op heden ook gebeurd, maar het zijn vaak incidentele bijdragen. Ik denk aan de bijdrage van Stimulus waarvan het middeleeuwse gedeelte is gebouwd. Ook uit provinciale fondsen is een bijdrage gegeven. De gemeentelijke subsidie voor HOME is zeer beperkt, namelijk structureel € 50.000,--. Het is niet gek veel, andere bijdragen zijn uiteraard welkom. Ik neem aan dat het bestuur van HOME daar naarstig naar zal zoeken. Motie nr. 32 betreft een overzicht van noden en wensen van culturele instellingen. Zij betekent in feite een ondersteuning van het beleid dat ik probeer te voeren. Ik probeer te voorkomen dat instellingen omvallen; ik zal zeker geen kaasschaafmethode toepassen en proberen kaalslag te voorkomen. Elke instelling
1126
A
Verslagnummer 11
heeft een eigen problematiek en dynamiek, alle in verschillende fasen. Ik wil eigenlijk niet al te veel tijd en energie steken in het opstellen van een overzicht, liever wil ik de kwesties per instelling afwerken. Op dit moment wordt per instelling een dossier gemaakt, als eerste over de openbare bibliotheek. De motie is eigenlijk overbodig. De heer Gerard: Wat u ook met de bibliotheek doet, als u iets meer wilt, bent u er tonnen aan kwijt. Moet u dat geld nu niet ergens reserveren? Wethouder Van der Grinten: Ik ben het niet met u eens dat wij er altijd weer geld voor zullen moeten uittrekken. Wij zullen grondig moeten nagaan hoe wij de functie van de bibliotheek zien. De tijd is voorbij dat instellingen, die in de problemen komen, bij de overheid aankloppen met tekorten. Ik wil andersom beginnen en eerst nagaan wat de functie van de bibliotheek is, hoe wij haar in deze tijd vorm kunnen geven en dan nagaan welke middelen wij hebben. De bomen groeien niet meer tot in de hemel, wij zullen veelal met bestaande middelen meer of vaak ook iets anders moeten doen. De heer Gerard: De kaalslag vindt dus plaats binnen de instellingen. Wethouder Van der Grinten: Ik heb het over een andere werkwijze en functie, u bent kennelijk van mening dat het altijd moet blijven zoals het is en dat er steeds meer bij moet. Er zijn ontwikkelingen in de maatschappij die andere taken voor een bibliotheek met zich meebrengen. Dat behoeft niet te betekenen dat wij daarvoor meer geld beschikbaar moeten stellen. De heer Janssen: Misschien kunnen wij het iets specifieker maken. De openbare bibliotheek is ook op zondag open, dat is fantastisch, ook in termen van Samen Stad, doordat gewone mensen er ook op zondag terecht kunnen. Nu financieren wij dat uit het grote-stedenbeleid. Dat geld is over twee jaar niet meer beschikbaar. Dan is er een gat dat moet worden gefinancierd. U ziet dat aankomen, daarom ondersteun ik de stelling van de heer Gerard dat wij daarop antwoord moeten geven. Wethouder Van der Grinten: De boodschap is helder, maar mijn antwoord blijft hetzelfde. Als wij de openstelling op zondag blijven zien binnen het huidige stramien met de huidige filialen, moet er meer geld bij. Ik wil dat anders benaderen en eerst bekijken welke voorziening wij in de stad nodig hebben, wat deze tijd vraagt en welke middelen wij ervoor hebben. Dat is een heel andere benadering dan telkens iets nieuws toevoegen en daarvoor geld zoeken. Ik wil graag proberen tot een andere opzet te komen. Motie nr. 46 gaat over een holdingconstructie voor drie grote instellingen. Vroeger hadden wij een dergelijke situatie, toen de schouwburg, het Muziekcentrum en het Van Abbemuseum gemeentelijke diensten waren. Indertijd is ervoor gekozen de instellingen apart te zetten, juist omdat de primaire activiteiten nogal sterk van
1127
A
Verslagnummer 11
elkaar verschillen. Ik ben bang dat vorming van een holding alleen zal leiden tot extra overhead met een heel twijfelachtige kans op efficiencywinst. Ik ontraad de motie. Motie nr. 56 handelt over een grondwatercollectief. Wij hebben in het Trefpunt Groen Eindhoven een enigszins vergelijkbare opzet en in die geest nemen wij de motie over. Wij zijn bereid het grondwatercollectief te faciliteren. Het is geen gesloten collectief zoals de naam zou kunnen suggereren, er zullen op den duur nog buurten met grondwateroverlast bij komen. Wij zullen in overleg met betrokkenen de faciliteiten bepalen, ik verwacht dat het vooral zal gaan om kosten van vergaderen, kopiëren en dergelijke. De heer Leenders: Hebt u er een bedrag voor? Wethouder Van der Grinten: De dekking moet worden gevonden binnen DSOB, er is nog geen bedrag voor. De heer Burema: Het grondwatercollectief denkt aan een bedrag ter grootte van een buurtbudget.
Wethouder Van der Grinten: Vanuit cultureel oogpunt is het heel prettig dat wij nu kunnen doorwerken aan de nieuwbouw of ombouw van De Effenaar tot een cultureel jongerencentrum. Dat betekent overigens niet dat alle problemen nu ineens zijn opgelost. Veel punten die ik moet noemen, zouden toch aan bod zijn gekomen. Gelet op de vele vragen en opmerkingen, wil ik naderhand in de raad terugkomen met een totaalbeeld van alle kosten van De Effenaar. Daarin zullen alle risico's worden meegenomen die ook zijn opgenomen in het raadsbesluit van april 2001. In dat beeld horen de totale bouwkosten, de kosten van het buitengebeuren, de prognose van de exploitatiekosten vanaf het moment waarop de nieuwbouw in gebruik wordt genomen, de stand van zaken van de aanvraag bij Stimulus en de resultaten van sponsor- en fondsenwerving. De randvoorwaarden zijn en blijven op de eerste plaats de gestelde financiële kaders voor de bouwkosten en het buitengebeuren -- daarbij is een post van De Effenaar gevoegd bij een post van DSOB --, een sluitende exploitatiebegroting na 2004 en een turn-key aanbesteding. Ik wil beslist een salamitactiek voorkomen waarin ik stukje voor stukje met plannen bij de raad moet komen. Er komt een totaalbeeld van de totale kosten, gebaseerd op een directiebegroting. De heer Kerkwijk: Mij bekruipt het gevoel dat de wethouder de besluitvorming wil uitstellen. Is dat gevoel terecht? Wethouder Van der Grinten: Ik zal even het overzicht van de aanpak afmaken, dan kom ik er vanzelf op. Als de totale kosten, gebaseerd op de directiebegroting, bekend zijn voor de Europese aanbesteding, wordt in de raad de finale beslissing genomen. Uiteraard blijft de reservering van € 12,6 miljoen staan, daarmee kunnen wij
1128
A
Verslagnummer 11
doorwerken, maar ik wil eerst zekerheid hebben over de andere factoren. Het is moeilijk te zeggen of dat uitstel betekent. Er wordt gewoon doorgewerkt aan de plannen, die nu nog boven de raming van € 12,6 miljoen uitkomen. Wij moeten zekerheid hebben over de exploitatie, de kosten van het buitengebeuren en de sponsoring. Hoe lang dat totale plaatje op zich zal laten wachten, is niet duidelijk. Dat zal ook afhangen van De Effenaar zelf, de gemeentelijke instanties en andere betrokkenen. De heer Kerkwijk: De wethouder creëert een nieuw probleem. Dit betekent gewoon uitstel en dat zal langer duren dan twee of drie maanden. Ik verwacht dat wij 1 januari voorbij gaan. Dan wordt een nieuw Bouwbesluit van kracht dat gevolgen zal hebben voor de plannen. De kans bestaat dat de kosten hoger zullen worden omdat aan nieuwe eisen moet worden voldaan. Motie nr. 28 vraagt een en ander in beeld te brengen en tevens dat in volle vaart door te werken aan de bouwplannen, zodat nieuwe problemen worden voorkomen. Wethouder Van der Grinten: Ik heb niet gezegd dat wij het werk aan de plannen zullen stoppen. Ik vind het vervelend dat het idee voor deze aanpak wordt opgepakt als traineren. Wij willen eerst volstrekt helder hebben waaraan wij beginnen, zonder salamitactiek waarin wij achteraf de raad meer middelen voor een of andere voorziening moeten vragen. De heer Kerkwijk: De wethouder wil de finale besluitvorming naar een ander moment verschuiven. Dat is iets fundamenteels anders dan past binnen het eerdere raadsbesluit. De heer Gerard: Begrijp ik dat de wethouder nu hetzelfde standpunt inneemt als GroenLinks deed bij het zwembad? Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: De wethouder heeft niets gezegd over de bezuiniging van € 1,5 miljoen in de cultuursector. Van mevrouw Mittendorff heb ik begrepen dat in het college wordt gefluisterd dat iets niet zal worden gehaald. Dan moet ook kunnen worden beoordeeld wat wel kan worden gehaald en daarover wil ik graag duidelijkheid hebben. Wethouder Van der Grinten: U vindt de voornemens in de groslijst. Bij de Voorjaarsnota zal er verder op worden ingegaan. De komende maanden zullen binnen de diensten allerlei onderhandelingen en onderzoeken plaatsvinden, ook binnen de sector kunst en cultuur, om na te gaan wat wij daar kunnen halen. Het doel is € 1,5 miljoen te bezuinigen.
1129
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Een punt moet nog duidelijk worden. Mevrouw Mittendorff en de heer Van der Grinten spraken in verband met De Effenaar over het buitengebeuren. Mij is niet duidelijk wat daarmee wordt bedoeld. Wethouder Van der Grinten: Het gaat om het parkeerterrein voor het personeel en de fietsenstalling. Aan de rechterzijde van het gebouw ligt de tuin als openbaar gebied. De heer Van Dam: Toen wij het eerdere raadsbesluit namen, stelde u voor de Dommeltuin en alles wat ermee heeft te maken uit het plan te halen. U wilde het apart ontwikkelen en niet betrekken bij het plan voor De Effenaar. Dat voorstel is door het college overgenomen, ik neem aan dat u daar niet op terugkomt. Wethouder Van der Grinten: Ik kom er niet op terug, ik wil het alleen in het totale plaatje erbij hebben. U moet weten dat bij de kosten voor De Effenaar € 267.000,-- uit het budget van € 12,6 miljoen hoort voor het buitengebeuren. Daar komt nog ruim € 900.000,-- bij. Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik neem aan dat de raad wil dat voor de besluitvorming de financiële consequenties goed in beeld worden gebracht. Wij kunnen op dit moment niet bouwen voor € 12,6 miljoen, een plan daarvoor ligt niet klaar, wij zitten er nog miljoenen boven. Dat veroorzaakt een oponthoud. Wij willen goed in kaart brengen wat het gaat kosten. Daarbij hoort ook het buitengebeuren, want het is niet de bedoeling dat men, als men uit De Effenaar komt, meteen de Dommeltuin instapt. Het is zeker de moeite waard goed onder ogen te zien om welke bedragen het gaat, op dit moment missen wij dat inzicht. Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: Komt er een nieuw point of no return? De Voorzitter: U krijgt een tweede termijn. Alle politieke opwinding over het voorstel in deze begroting neemt niet weg dat wij een zorgvuldige, ordentelijke lijn moeten volgen. De mensen die met veiligheid bezig zijn, politie, gemeenteambtenaren en ook welzijnswerkers, werken ontzettend hard. Het is voor hen lastig als voortdurend wordt geroepen dat het veel beter kan, dat de tolerantiegraad omlaag moet, enz.. Het gaat niet zozeer om de richting die wij gaan, maar om de vraag hoe wij dat doen. De cijfers over grote en kleine criminaliteit zijn de laatste jaren lager geworden, nu stabiliseren zij omdat wij moeite hebben om een verdere daling te organiseren. Wij missen kennelijk methodes en faciliteiten. Het gaat overigens om totaalcijfers, want het aantal woninginbraken blijft dalen en het aantal geweldsmisdrijven stijgt. Er is een vraag gesteld over oplossingspercentages en daarbij past een klein voorbeeld. Als wij alle HALT-afdoeningen als oplossingen mogen beschouwen, is het oplossingspercentage ineens aanzienlijk hoger. Dat mag niet, er is veel af te dingen
1130
A
Verslagnummer 11
op de methodiek. Het is onjuist te menen dat maar 10% wordt opgelost, wij komen hoger uit. De heer Van Dam: Mocht het tien jaar geleden wel? Werd toen een HALT-afdoening als een oplossing gerekend? De Voorzitter: Als tien jaar geleden een inbreker werd opgepakt, vroeg men door om na te gaan welke feiten hij nog meer had begaan. Nu stopt men daarmee na een paar zaken, omdat de strafmaat toch niet toeneemt. Er zijn allerlei methodieken die ertoe leiden dat het percentage altijd te laag is zo lang het geen 100 is. Toch is het in werkelijkheid niet zo laag als het nu lijkt. Bij verbetering gaat het om twee belangrijke elementen. Wij hebben geleerd dat niet iedereen ergens projecten veiligheid moet aanpakken waar anderen niet naar kijken. Wij willen geconcentreerd met een keten werken waarbij wij ernaar streven de ernstigste problemen geconcentreerd aan te pakken. Bij huiselijk geweld werkt de politie op een andere manier. Dit geweld blijkt zeer vaak voor te komen, voorheen kwam de politie en suste de zaak, maar greep niet echt in. Op dit moment wordt echt ingegrepen, maar als dat wordt gedaan en een aangifte wordt gemaakt, moet men vervolgens het gezin wel verder begeleiden. Als huiselijk geweld goed wordt aangepakt, vraagt dat niet alleen inzet van de politie, maar ook van maatschappelijk werk en dat moet ergens vandaan komen. Hetzelfde geldt bij andere ketens, zoals het lik-op-stukbeleid. Wij hebben vele honderden zaken liggen van mensen die niet worden gestraft omdat er geen ruimte voor is in celcapaciteit, bij het OM en de zittingsruimten. Dat betekent dat wij nieuwe vormen moeten bedenken. Wie zou suggereren -- wat niemand doet -- dat er voor verbetering van de veiligheid gemakkelijke oplossingen zijn, moet beter naar de situatie kijken. Het tweede elementen is een veel verdergaande stelselmatige daderaanpak. Of het nu gaat om voetbalvandalisme, woninginbraken of geweldsmisdrijven, wij willen precies weten om wie het gaat en daarop sterk inzetten. Als wij dat systematischer doen en ook de informatie systematisch verzamelen, komen wij tot betere resultaten. De keten begint eigenlijk bij de burgers, vervolgens spelen politie en Loket W een rol. Politie uitbreiden en bezuinigen op Loket W kan heel dom zijn. Ook Justitie speelt een rol. De vraag is opgeworpen of wij burgers kunnen motiveren zelf meer te doen, daarbij is gevraagd om stadsgesprekken. Zonder een heel circus rond normen en waarden op te zetten -- ik veronderstel dat dat niet werkt -- zijn stadsgesprekken over de vraag welke burgers op welke plek iets kunnen doen bepaald zinvol. Wij doen dat ook omdat wij de programma's criminaliteitsbestrijding in stadsdelen samen met de stadsdelen, welzijnwerkers, vertegenwoordigers uit de buurt en de politie willen vaststellen, ook als het gaat om discriminatie, bijvoorbeeld in de richting van de Islam. Daar heb ik niets tegen, maar ik had de indruk dat mevrouw Joosten iets anders bedoelde.
1131
A
Verslagnummer 11
Er is een nieuw actieprogramma integrale veiligheid in de maak, u krijgt het in de loop van dit jaar. De politiewerkplannen zijn daarop aangepast, u kunt ze kort na nieuwjaar verwachten. Met betrekking tot de camera's handhaaf ik het oude standpunt, zodat ik de moties over dit onderwerp afwijs. Er zijn 70 gemeenten met camerabewaking. Wij hebben een systeem op De Hurk dat suboptimaal is. Als wij iets doen aan camerabewaking, willen wij dat systeem optimaal maken. Het is doodzonde een duur systeem te hebben dat niet goed werkt. In de binnenstad heeft toezicht met camera's geen toegevoegde waarde. Gemeenten worden verondersteld meer dan 4.500 regels te handhaven. Dat kan niet. Het verhaal dat het uit moet zijn met gedogen en dat iedereen volledig moet handhaven, gaat dus niet op. Wij zoeken het in een heel praktische benadering en op dat punt maakt Eindhoven een heel snelle inhaalslag. In de begroting staan hiervoor belangrijke bedragen. Als er onduidelijkheid is over de vraag wat wij gaan besteden voor handhaving in de fysieke sector, wijs ik erop dat het gaat om € 300.000,-- nieuw geld. Daarnaast gaat het om nog eens € 300.000,-- doordat mensen, die nu ander werk doen, worden verschoven naar de handhaving. Als wij dat geld willen vrij maken, moeten wij mensen ontslaan en hen wachtgeld betalen. In dat geval moeten wij vijf mensen ontslaan om een andere aan te stellen. Daarom hebben wij besloten dat de financiering niet behoeft te worden gevonden in geld vrij maken en dat opnieuw toedelen. Als men binnen een dienst veranderingen kan organiseren, moet men dat vooral doen. De heer Gerard: De facto betekent dat bij de Milieudienst en de brandweer een bezuiniging van € 150.000,--, doordat mensen, die bepaalde taken uitvoerden, nu andere taken hebben. Het zou mij iets waard zijn als op een andere manier geld zou kunnen worden gevonden. De Voorzitter: Wij doen het niet en wij kunnen het niet. Het is helder dat wanneer binnen een dienst handhaving een belangrijker taak wordt dan voorheen, binnen die dienst moet worden gezocht naar mogelijkheden om uren anders in te zetten. U krijgt daarover voorstellen. Als u met een ondernemingsraad van mening zou zijn dat het ten koste gaat van bijvoorbeeld de paraatheid, kunnen wij uitleggen dat dat beslist niet het geval is. De heer De Schepper: U hebt het over een inhaalslag. Kunt u er misschien iets meer over vertellen? De Voorzitter: In de afgelopen drie jaar hebben wij structureel ƒ 3 à ƒ 3,5 miljoen extra aan handhaving besteed. De professionaliteit en de samenwerking zijn toegenomen. Als audits van het rijk of andere gemeenten zouden worden gehouden, zou zijn te zien dat Eindhoven snel op de ladder stijgt.
1132
A
Verslagnummer 11
Wanneer wij handhaven in de sfeer van de ruimtelijke ordening, moeten de bestemmingsplannen in orde zijn. Wij kunnen veel willen doen in de sfeer van de handhaving, maar als er geen goede bestemmingsplannen zijn, hebben wij weinig te handhaven. Ook daar zitten wij in een situatie die opeenvolgende stappen vergt. Wij hebben voor de 100 meest risicovolle bedrijven op onze website een mooi systeem. Iedereen kan precies zien wat er in zijn buurt zit en wat controles hebben opgeleverd. Het is leuk dat het ook blijkt te werken. Wij hebben meer dan 5.000 hits per maand, dat betekent dat veel mensen belangstelling hebben voor wat er in hun buurt gebeurt. Gevraagd is of gebruiksvergunningen van de brandweer een reële zaak zijn en of wij daarvoor € 50.000,-- moeten inboeken. Als wij extra mensen aannemen om gebruiksvergunningen te maken, is er een productieafspraak. Als wij die afspraak nakomen, krijgen wij er per vergunning geld voor en dat wordt hier ingezet. De mensen zijn ingezet en de uitgaven zijn gefinancierd, maar de inkomsten waren niet geraamd en zijn nu genoemd. In verband met bestuurlijke kwesties zal ik niet spreken over het representatiebudget dat met € 200.000,-- is verlaagd of over stadspromotie. Over de wijkraden heeft D66 gevraagd het geld voor de wijkraden, als wij ze als gefinancierde hulpmiddelen afschaffen -- zij kunnen dan als bewonersoverleg doorfunctioneren --, terug te laten komen bij de stadsdeelkantoren. De stadsdeelkantoren hebben veel eerder geld nodig hebben. Daarom moeten wij deze gelden in de algemene middelen storten en daaruit, op het moment waarop het kan, de stadsdeelkantoren financieren. Dat idee nemen wij dus niet over. Over de ombudsfunctie hebben wij twee afspraken gemaakt. Wij zullen een systeem ontwikkelen waardoor wij de klanttevredenheid bij de ombudsfunctie kunnen nalopen. Een onderzoeksopzet daarvoor zal aan u worden voorgelegd. Verder kijken wij naar de effectiefste mogelijkheden voor het onderbrengen van de functie. Daarbij is koppeling aan het SRE of aan de landelijke ombudsman een mogelijkheden. Ik hecht niet per se aan alles in eigen beheer houden. Ik vind het van groot belang dat in de klachtencommissie geen raadsleden meer zitting hebben en, als wij haar hier houden, alleen uit buitenstaanders bestaat. Die voorstellen heb ik al eerder benoemd, zij zullen in die vorm bij u terugkomen. Gevraagd is ook of het college zich bezig wil houden met het dualisme, maar daar zijn wij niet voor. Het presidium moet daaraan aandacht besteden, de betreffende motie zullen wij naar het presidium doorsturen. Van alle moties op mijn terrein, wil ik alleen nr. 41 overnemen. De overige wijs ik af. Dat geldt dus voor de amendementen 3, 9, 10, 14 en 15. Wij hebben gisteravond laat opgemerkt dat wij zelden betere amendementen hebben gezien en dat het ons zeer teleurstelt dat wij er niet aan tegemoet kunnen komen. Ik wijs voorts de moties 16, 23 en 43 af, op de laatste kom ik vanmiddag nog terug. De heer Van Dam: Ik heb in eerste termijn gevraagd naar de achterstand bij de bezwaarschriften.
1133
A
Verslagnummer 11
De Voorzitter: Wij hebben in de laatste tien jaar een vrijwel rechtlijnige stijging in het aantal bezwaarschriften gezien. In vergelijking met andere steden hebben wij meer bezwaarschriften in de sfeer van de ruimtelijke ordening doordat de bestemmingsplannen niet kloppen. Voor het overige is het een algemene tendens in Nederland. Mensen zijn het ergens niet mee eens en maken van hun recht gebruik. Wij hebben de verplichting te reageren. Terwijl de lijn in het aantal bezwaarschriften omhoog loopt, gaan onze aanpassingen in tegengestelde richting. Daardoor ontstaan achterstanden, waardoor wij er mensen bij moeten zetten. Dat lijkt mij verstandiger dan boven de lijn te gaan zitten. Wij volgen de lijn, nu is er weer een achterstand en het college heeft eenmalig geld vrijgemaakt om met drie mensen, die hier een jaar kunnen werken, tot een aanpak ervan te komen. Wanneer intussen de lijn gewoon doorloopt, houden wij een probleem en zullen wij nogmaals bij u moeten terugkomen. De heer Van Dam: U kiest dus niet voor een structurele aanpak, terwijl het eigenlijk een structurele ontwikkeling is. De Voorzitter: Wij komen pas tot een structurele aanpak als het echt moet. De heer Van Dam: Uw college heeft geld vrijgemaakt om de achterstand in te lopen... De Voorzitter: Uit de saldireserve. De heer Van Dam: Het was voorzienbaar, toch moet u elke keer weer inhalen. De Voorzitter: Het is niet echt voorzienbaar, maar terugkijkend is te constateren dat wij telkens een achterstand moeten inhalen. De heer Van Dam: Ik vind deze dekking niet sterk en ik zou u willen aanraden tot een andere aanpak te komen. De Voorzitter: De aanpak is zeer praktisch en wij zijn niet van plan het anders te gaan doen. De heer Van Dam: Tenzij dat door de raad niet wordt goedgekeurd. De Voorzitter: Dat zal wel meevallen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Ik zal nog even de standpunten van het college over de moties aangeven. Het college wijst de moties nrs. 1, 2 en 3 af. Over motie nr. 4 van de SP is gezegd dat zij te leuk is om waar te zijn, toch wijzen wij haar af.
1134
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Volgens mij is zij door de heer Pastoor overgenomen. Wethouder Pastoor: Het eerste deel, het aanbrengen van lichtknoppen, zodat de heer Gerard blind het licht kan vinden, nemen wij over, maar wij ontraden deel 2. Aangezien het om een motie gaat, wordt zij ontraden. De heer Gerard: Ik vind dat een beetje onzin. Wethouder mevrouw Mittendorff: Motie nr. 6 wordt afgewezen en motie nr. 7 is overgenomen, de wethouder zal het initiatief nemen. Motie nr. 8 wordt afgewezen, motie nr. 9 is overbodig, nr. 10 wordt ontraden. In verband met motie nr. 11 komen wij te zijner tijd met een uitvoeringsplan, voor dit moment wijzen wij haar af. Ook motie nr. 12 wijzen wij af, er komt een geïntegreerde programmabegroting. Moties nr. 15, 16 en 18 worden afgewezen en nr. 19 wordt overgenomen. Het college waardeert motie nr. 20, maar acht haar overbodig. Het technische verhaal is blijkbaar niet begrepen. Motie nr. 21 wordt afgewezen en aan het idee in motie nr. 22 wordt gewerkt, maar wij kunnen er niet per direct gevolg aan geven. Wij ontraden de moties nr. 23 en 24, nr, 25 is overbodig, de nrs. 26 en 27 worden ontraden. Motie nr. 28 is overgenomen, zij het met een andere dekking. De heer Van Bussel: Geldt dat ook voor het bedrag van € 227.000,-- in het derde punt? Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat is een oud besluit. De heer Kerkwijk: De wethouder zegt dat de dekking anders is, maar dat de rest blijft staan. Wethouder mevrouw Mittendorff: Dat hebt u goed begrepen. Wij handhaven € 12,6 miljoen in de reservering. Daarvoor hebben wij een dekking aangegeven in het kader van het transferium, voor een deel extra rente uit de RSIW-reserve, € 1,1 miljoen omdat wij afzien van reserve en het overige uit middelen van de septembercirculaire. De heer Van Dam: Ik begrijp dat u de motie overneemt, maar dat u kiest voor een andere dekking. De heer De Schepper: Ik meen dat de heer Van der Grinten iets anders heeft gezegd in verband met punt 3 van deze motie. Wethouder mevrouw Mittendorff: Als er op dit moment een plan zou liggen dat zou voorzien in een turn key op te leveren project van € 12,6 miljoen, zou direct kunnen worden gebouwd. Nu dat niet het geval is, kan niet worden gebouwd, maar worden de procedures voortgezet.
1135
A
Verslagnummer 11
De heer Kerkwijk: Hoe zit het dan met punt 5, waarin wordt voorgesteld de exploitatie los te maken, zodat wordt gezegd dat wij De Effenaar hoe dan ook, met aanwending van het bedrag van € 12,6 miljoen, realiseren. Dan blijft het tempo erin. Wethouder mevrouw Mittendorff: Het college heeft geen tempo aangegeven, maar de plannen zijn niet klaar. De financiële overzichten zijn door de Rekenkamer gecontroleerd, wij willen niet opnieuw een ontwikkeling zoals bij het Van Abbemuseum. Wij willen geen projecten die gaandeweg steeds meer geld kosten. Voor de Europese aanbesteding plaatsvindt, krijgt de raad het volledige financiële plaatje. Wat de raad ermee doet moet hij zelf weten, wij zullen in elk geval helder aangeven waar hij aan toe is. Als wij nu zeker zouden weten dat wij het project turn key kunnen realiseren voor € 12,6 miljoen, zouden wij een ander verhaal hebben. Wij nemen motie nr. 29 over evenals de geest van motie nr. 30, aangezien zij eigenlijk de basis voor Samen Stad is. In de prioriteiten is vermeld dat wij daarvoor de basisvoorzieningen moeten creëren, maar de sociale agenda is de basis van alles. Dit kan echter niet als aparte prioriteit naast andere worden genoemd, eenvoudig omdat dit de eerste prioriteit is. Motie nr. 31 wijzen wij af, motie nr. 32 is overbodig, aangezien zij een ondersteuning van het huidige beleid is. Motie nr. 33 wordt ontraden en nr. 34 is overbodig. Motie nr. 35 wordt in de geest overgenomen, maar kan niet op de voorgestelde manier worden uitgewerkt waarmee zij in feite is afgewezen. Aan het voorstel in motie nr. 36 wordt gewerkt, in feite wordt zij daarmee overgenomen. Motie nr. 37 is overbodig. In verband met motie nr. 38 wijs ik erop dat wij komen met een separate dekking voor Loket W tot een bedrag van € 350.000,-- incidenteel geld. De moties onder nrs. 39 en 40 worden ontraden, nr. 41 is overbodig, er komt een voorstel over. Motie nr. 42 wordt ontraden, over nr. 43 komt een voorstel en nr. 44 wordt afgewezen. Motie nr. 45 is overbodig, omdat wij hier werken binnen onze publiekrechtelijke verantwoordelijkheid. Philips heeft wel contact met ons. De moties nr. 46 en nr. 47 ontraden, zij het dat over de inhoud van nr. 47 wordt nagedacht. In verband met motie nr. 48 kan ik een nieuwe notitie aankondigen, zodat zij overbodig is. Motie nr. 49 wordt afgewezen, voor de motie onder nr. 50 geldt hetzelfde als wat ik eerder over de groene golf heb gezegd. Motie nr. 51 wordt afgewezen, eerst moet de interne organisatie op orde komen. Motie nr. 52 wordt afgewezen en nr. 53 is overbodig. Motie nr. 54 wordt afgewezen in verband met de budgettaire aspecten, nr. 55 wordt om dezelfde reden afgewezen. Bij motie nr. 56 denken wij over een constructie in de vorm van het platform groen, in die zin wordt zij overgenomen. De amendementen nrs. 1 t/m 10 en 14 t/m 16 worden afgewezen, zij hebben vrijwel allemaal budgettaire consequenties, nr. 11 kunnen wij overnemen. Nr. 15 is interessant voor het presidium, wij zullen het doorleiden. De heer Gerard: Ik heb steeds een dekking aangegeven.
1136
A
Verslagnummer 11
Wethouder mevrouw Mittendorff: Daarvoor verdient u een compliment, toch verwerpen wij de amendementen. Wij nemen amendement nr. 17 over en ontraden de amendementen onder nrs. 18 t/m 23. De Voorzitter: Ik heb de indruk dat er bij de moties en amendementen enige inflatie is ontstaan. Ik dring bij u aan op enige regie, zodat wij ons kunnen beperken tot de hoofdpunten Ik schors de vergadering. Schorsing. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Mevrouw Kamphorst: Mijnheer de voorzitter. Ik heb met de heer Gerard afgesproken dat ik de eerste minuut in beslag zal nemen. Wij hebben de pauze benut en besloten de moties nrs. 2 en 3 in te trekken, omdat in motie nr. 20 de ideeën uit deze moties worden verwezenlijkt. De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. De tijd voor overleg over de tweede termijn was krap, in elk geval moet ik nog enkele punten aansnijden. Wij handhaven het amendement nr. 4 over de verhoging van de OZB en de verlaging van de afvalstoffenheffing, omdat het het gevolg is van een politieke stellingname en dit een koninklijke weg is om een aantal maatschappelijke problemen op te lossen. Wij weten dat hij naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden aangenomen. Het probleem is dat ik een technische fout heb gemaakt, daarom krijgt u een nieuw exemplaar waarvan de geest hetzelfde is, maar waarin de uitgaven iets anders zijn verdeeld. Ik streef bij dit amendement ernaar, als een soort inkomenspolitiek, het omslagpunt van de operatie bij € 120.000,-- OZB-waarde te leggen. Als amendementen, waarin wordt voorgesteld de tarieven te verlagen, worden aangenomen, moet ik mijn tarief eveneens verlagen. Ik heb daarop geanticipeerd met enkele varianten, maar het lijkt nogal voorbarig om ze allemaal in te dienen. Het nieuwe amendement is dus gebaseerd op de huidige 6%, als blijkt dat een andere amendement het haalt, zal ik het vervangen door een nieuw amendement dat daarop is gebaseerd. De SP heeft een motie opgesteld waarin wordt voorgesteld van de toeristenbelasting, los van de hoogte ervan, 20% aan te merken als algemene overhead. Deze 20% dient in de algemene middelen te worden gestort, mede omdat uit die middelen kosten van infrastructuur, reiniging, VVV en wat niet al worden betaald. Dat is dus motie nr. 57. In enkele gevallen heeft het college ideeën van de SP incidenteel overgenomen. Ik denk aan amendement nr. 1. Wij hebben een structurele dekking voor een deel van
1137
A
Verslagnummer 11
het Actieplan Cultuurbereik die wij overeind willen houden, omdat zij structureel is en een politiek signaal inhoudt over keuzen binnen de culturele sector. Wij handhaven amendement nr. 2 omdat het structureel van aard is, hoewel het CDA een amendement heeft geschreven waarmee het probleem voor 2003 wordt opgelost dat zullen wij steunen. Ik ben zeker te porren voor een structurele oplossing met een andere dekking. Aan amendement nr. 3 zitten twee kanten. Ik wil dat € 600.000,-- voor de handhaving zo veel mogelijk uit andere middelen wordt gefinancierd dan het college voorstelt. Daarvoor heb ik een dekking voorgesteld, met name de techniek ervan wil ik in de algemene aandacht aanbevelen. De motie over de lichtknop was enigszins ludiek bedoeld, serieuzer is het feit dat de gemeente te weinig kritisch tegenover technische zaken staat. Daardoor gaat er meer geld naar het externe en, naar mijn gevoel, soms ook naar het interne ICT dan op basis van de verdiensten van de betreffende voorstellen is gerechtvaardigd. Daarom heb ik deze taakstellende dekking opgenomen. Wij handhaven motie nr. 1 met betrekking tot het eigen kapitaal. De motie van de VVD hierover gaat verder, zij noemt het systeem als zodanig overbodig en ik deel die mening. Ik heb onze motie beperkter gehouden, want als men dat niet vindt, kan op de door mij geschetste wijze de opbouw van deze reserve plaatsvinden zonder dat het financieel pijn doet. Wat hier staat, voldoet aan alle criteria die de accountant stelt. Doen wij het op deze manier, dan zijn de accountant en de provincie tevreden. Als er een calamiteit komt, maakt het niets uit, omdat wij linksom of rechtsom altijd betalen. Bij motie nr. 4 stelt de wethouder tot mijn verbazing dat punt 2 ervan niet uitmaakt. Het komt mij voor dat wij, als het licht vaker wordt uitgeschakeld tussen € 500,-- en € 1.000,-- besparen en dat bedrag kan aan de saldireserve worden toegevoegd. Als de wethouder vindt dat het op een andere manier moet worden geboekt, is het mij best. De heer Dijsselbloem: Mijnheer de voorzitter. De tijd die mij is gegeven is veel te kort om inhoudelijk en diepgaand te reageren op het grote aantal amendementen en moties. Misschien kunnen wij er straks via stemverklaringen nog iets aan doen. Ik zal nu de punten aansnijden die voor mijn fractie van wezenlijk belang zijn. Het college noemde het voorstel de tarieven van de gemeentelijke belastingen niet met 6%, maar met 3,9% te verhogen een rampenscenario, omdat er geen dekking voor zou zijn. In de begroting van het vorig jaar is te zien dat op het gebied van verkeer en vervoer uitbestedingen hebben plaatsgevonden tot een bedrag van € 11,4 miljoen, bij andere uitbestedingen gaat het om € 14,4 miljoen, dus totaal € 25,8 miljoen. Kijken wij dan naar de best practice ervaringen van Amsterdam en Amstelveen, dan blijkt op dergelijke aanbestedingen een bezuiniging van 10% haalbaar. Gaan wij uit van 5%, dan komen wij uit op € 1,3 miljoen, wat voldoende is om de daling van 6% naar 3,9% af te dekken.
1138
A
Verslagnummer 11
Bij de kinderopvang lijken nog steeds wachtlijsten te bestaan. Mijn fractie is bereid daarvoor geld te zoeken. Ziet het college kans in relatie met de Spilcentra op dit gebied een efficiencyslag te maken? De heer Janssen: Bedoelt de heer Dijsselbloem de kinderopvang of de peuterspeelzalen? Ik hoor wethouder Schreurs al zeggen dat wij niet over de kinderopvang gaan. De heer Dijsselbloem: Het gaat om beide. Voor mijn fractie is het van belang dat bij De Effenaar geen tijdverlies en kostenstijgingen optreden als gevolg van de veranderingen in het Bouwbesluit. Het is daarom van belang dat er voor 1 januari een onomkeerbare beslissing is. De toezegging van de wethouder dat hij in een later stadium met een totaalplaatje zal komen, is uitstekend. Niettemin handhaven wij onze steun aan de betreffende motie. Wij steunen het idee de kosten van de bestrijding van legionella voor rekening van de gemeente te nemen en ze niet door te berekenen aan de sportverenigingen. Wij handhaven onze steun aan de moties over het Historisch Openluchtmuseum, zowel over de incidentele bijdrage van € 100.000,-- als de motie over de structurele verhoging tot hetzelfde bedrag. In eerste termijn hebben wij vragen gesteld over de visie van het college op de regie van de vormgeving van de stad. Daarbij hebben wij het woord "stadsbouwmeester" laten vallen. Wij hebben nog geen antwoord gekregen, wij gaan ervan uit dat het in tweede termijn alsnog zal worden gegeven. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter. Ik ben blij dat het voornemen met betrekking tot De Effenaar van de rol is en dat de raad ruggengraat heeft getoond. Toch ben ik nog bang voor herhaling; van een college dat niet veel richting toont, kunnen wij van alles verwachten. Helaas moet ik nog steeds constateren dat echte keuzen ontbreken. Ik weet niet hoe vaak ik vandaag "wij komen erop terug bij de Voorjaarsnota" heb gehoord. In motie nr. 6 heb ik aangespoord tot haast, ik houd haar overeind. Er moet haast worden gemaakt, wij hadden nu al veel verder moeten zijn. Ik weet niet wat het college in de afgelopen tijd allemaal heeft gedaan, ik had er meer van verwacht. Het gratis openbaar vervoer lijkt steeds meer een luchtballon te worden, eenvoudig verspilde moeite. Mocht het geld toch worden gevonden, dan is het veel beter het uit te geven ten behoeve van het fietsverkeer. Ik heb van de Fietsersbond begrepen dat wij met het geld, dat het college zou willen uittrekken voor openbaar vervoer, van Eindhoven een perfecte fietsstad kunnen maken. Dat heeft een veel beter effect op zowel de economie als de mobiliteit. Wij zijn er nog lang niet over uitgepraat, het debat zal veel verder reiken dan de Voorjaarsnota. Er zijn amendementen ingediend die, als zij worden aangenomen, ertoe leiden dat de begroting niet sluit. Derhalve kan ik er niet mee instemmen.
1139
A
Verslagnummer 11
Ik heb enkele moties en amendementen ingediend op de programmabegroting. Ik begrijp dat het college het wel ziet zitten, maar ik ben vooral benieuwd naar de reacties van andere fracties. Willen wij een goede programmabegroting hebben, dan zullen de raadsleden eraan moeten trekken. Wij zullen dan veel meer dan nu duidelijk moeten maken wat wij daarin willen opnemen. Dat vraagt van de raad een veel actievere opstelling. In motie nr. 12 vragen wij het college weer met twee benen op de grond te gaan staan. Ik begrijp dat het college dat niet wil, maar een zakelijke beschrijving van de precieze bedoelingen van het college wordt steeds urgenter. Als wij zo'n beschrijving niet hebben, kunnen wij geen kaders stellen of controleren. Dan is onze taak onmogelijk. Eerder is al over Napoleon gesproken. Ik heb de indruk dat wij in het sprookje over de nieuwe kleren van de keizer verdwaald zijn geraakt. Als het college de programmalijnen vertaalt in actueel beleid, blijft er niet veel over. Voor 95% betekent het voortzetting van bestaand beleid, dat is een veel betere basis dan verdwalen in de vaagheden die er nu staan. De meeste moties en amendementen krijgen mijn instemming, een aantal ervan is strijdig met onze eerdere opstelling, bijvoorbeeld bij de verhoging van de OZB en het uitvoeren van een pilot met cameratoezicht. Bij de stemmingen zal ik mijn standpunten verder duidelijk maken. Mevrouw Joosten: Mijnheer de voorzitter. Soms blijkt een pauze korter dan wij aannamen, wij hadden graag een uurtje extra gehad. Wij willen reageren op uw opmerkingen over het stadsgesprek "fatsoen moet je doen". Het is begrijpelijk dat mensen bij de politie, uit de horeca en van welzijnsinstellingen bezig zijn met normen en waarden, met de wijze waarop wij met elkaar omgaan. Wij vinden het een goed idee om mensen, gewone burgers, die zich er normaal gesproken niet mee bezig houden ook bij deze gespreksronden te betrekken. Als voorbeelden heb ik ouderenverenigingen en seniorenbonden genoemd. Het is de bedoeling dat een gemêleerd gezelschap ontstaat van jong en oud, uit allerlei delen van de stad. Wij veronderstellen dat dat een meerwaarde kan hebben. Het college heeft ons een sluitende begroting voorgelegd, waarin staat dat wij beducht moesten zijn voor de effecten van de septembercirculaire. Wij waren in de commissie bestuurlijke pijler heel blij met de mededeling van de wethouder dat wij van de septembercirculaire ongeveer € 2,5 miljoen kunnen verwachten. Het werd toen als een soort cadeautje in het vooruitzicht gesteld. Gaat het nog steeds om een bedrag in die orde van grootte? Wij zijn heel verbaasd over het feit dat het college die gelden alvast heeft gereserveerd en ons daarvan niet op de hoogte heeft gesteld. Wij zouden dat geld niet hebben benut voor de dekking. In de commissie voor de bestuurlijke pijler hebben wij al duidelijk gemaakt dat wat ons betreft kan worden afgezien van het tweede transferium en het technologiefestival. Daarbij hebben wij het effect van de septembercirculaire opgeteld. Wij baseren onze amendementen op
1140
A
Verslagnummer 11
die cijfers. Als wij dan van het college horen dat dat geld al is weggeschreven, zodat er geen dekking is, is dat al te kort door de bocht. Inmiddels hebben wij de betreffende amendementen herschreven en de middelen voor het technologiefestival benut. In de huidige situatie hoeft dat festival niet, wij gebruiken het geld liever voor andere doeleinden. Wij hebben voor amendement nr. 23 over de breedtesport gelden gebruikt die waren gereserveerd voor het technologiefestival. Wij hebben een nieuw amendement geformuleerd voor HOME, met een andere dekking en met ruimere steun. Verder hebben wij een motie over HOME waarin wij voorstellen bij de Voorjaarsnota structureel € 50.000,-- te reserveren, omdat een toeristische attractie voor kinderen voor onze stad heel relevant is. Bovendien hebben wij een helemaal nieuwe motie waarin wij voorstellen de kosten van bestrijding van de legionellabacterie in 2003 incidenteel te dekken en vragen bij de Voorjaarsnota te komen met een structurele dekking voor de jaren na 2003. Op amendement nr. 22 over de verhoging van de gemeentelijke belastingen heeft de heer Dijsselbloem al gereageerd. Ik wacht het antwoord van de wethouder daarop af. Ik kan nog niet aangeven hoe onze fractie zal reageren op de overige moties, ook omdat een aantal ervan wordt herschreven. De heer Kerkwijk: Mijnheer de voorzitter. Wethouder Van der Grinten wil rond De Effenaar allerlei zaken bij elkaar brengen in een totaalbesluit, zodat wij dan een finale afweging kunnen maken. Toen hij dat zei, barstte de raad los, want dat leek te wijzen op iets anders dan de motie, ondertekend door een meerderheid, inhoudt. Vervolgens kregen wij huiswerk mee voor de schorsing en mevrouw Mittendorff zei dat de motie in feite wordt overgenomen, zij het met een andere dekking. Toen waren wij weer in verwarring, omdat dat volgens ons iets anders was dan de heer Van der Grinten had gemeld. Wij hadden de indruk dat de finale afweging al had plaatsgevonden en dat overnemen met een andere dekking klopte. Om de onduidelijkheid weg te nemen, wijs ik erop dat wij het eens zijn met de door het college voorgestelde dekking, zodat wij haar in de motie overnemen. Dan willen wij de motie in stemming brengen, zodat voor eens en altijd duidelijkheid ontstaat en de investering wordt losgekoppeld van het exploitatiebedrag, opdat geen tijdverlies ontstaat. De raad heeft ooit een bedrag van € 12,6 miljoen vastgesteld, als wij daarop een indexering toepassen en de rente ervan gebruiken, komen wij hoger uit. Het college kan het meerdere gebruiken, daarmee behoeft de raad zich niet te bemoeien zolang hij het krediet niet behoeft te verhogen. Wij hebben in eerste termijn tamelijk fors aangegeven wat wij in het vreemdelingenbeleid willen. Daarbij hebben wij gesproken over meer doelgroepen en grotere aantallen. Wij willen deze mensen een tijdelijke opvang bieden, zodat zij zich kunnen oriënteren op hun toekomst. Indertijd, in de discussie over Samen Stad en op 13 mei, hebben wij gezegd dat wij toe willen naar een situatie waarin niemand op straat wordt gezet en dat is meer dan nu wordt voorgesteld. Dit punt zit voor GroenLinks in het hart van wat wij belangrijk vinden, wij willen graag meer ruimte
1141
A
Verslagnummer 11
dan het college voorstelt. Als wij daarop in de commissievergadering van november kunnen terugkomen, aan de hand van een stuk waarin het college meer biedt dan in de huidige nota, is GroenLinks heel tevreden. Het gaat hierbij echt om de herkenbaarheid van GroenLinks in deze coalitie. Ik wil een voorbeeld noemen van de groep technisch niet verwijderbaren met een citaat van iemand van wie ik niet had verwacht dat ik hem nooit zou aanhalen. In het laatste nummer van Binnenlands Bestuur zegt Minister Nawijn over technisch niet verwijderbaren dat wij die groep moeten helpen. Men kan er verder niets aan doen en dan moet men realistisch zijn. Als wij dat doen, gaat de lijn verder dan de tien plekken die Eindhoven inricht. Ik doe een dringend beroep op het college om meer ruimte te bieden voor de aanpak van dit probleem. In het betoog van mevrouw Schreurs over mobiliteit zaten twee lijnen. Over het verkeer buiten de stad, dus de ruit rond Eindhoven, is het standpunt van GroenLinks bekend. Wij zijn er niet voor. Over het mobiliteitsplan hebben wij heel duidelijke afspraken. Als tot actualisering wordt overgegaan, kan dat alleen de actualisering zijn die in Samen Stad is opgenomen met prioriteit voor de fiets. In eerste termijn hebben wij per interruptie gevraagd naar het Groenbeleidsplan, u gaf mevrouw Schreurs geen ruimte om te antwoorden. Wij willen graag een overzicht van de bedragen, omdat wij € 2,3 miljoen voor twee jaar onvoldoende vinden als dat plan goed vorm moet worden gegeven. Er zit veel in en wij willen er een heel goede start mee maken. Over de duurzaamheidsbalans begrijp ik uit de reactie van mevrouw Kuppens dat zij het niet wil, maar wij willen graag een formulering als "het groot belang van het inzichtelijk maken van milieuprestaties". Dat zou goed vorm moeten worden gegeven. Wij zien dat graag in een duurzaamheidsbalans, maar wij willen dat het hoe dan ook vorm krijgt. Het gaat daarbij niet alleen om milieu, het kan ook op economische of sociaal terrein. Het gaat erom de prestaties inzichtelijk te maken. Ik hoor graag een inhoudelijke reactie op de motie ID/WIW, ik neem aan dat het college haar afwijst omdat zij het dekkingsmiddel elders nodig heeft, maar ik wil een inhoudelijke reactie. Wij vragen in feite een onderzoek in verband met de vraag wat wij met die banen willen. In verband met cultuur wil de heer Van der Grinten de motie met betrekking tot het schrappen van de € 1,5 miljoen niet overnemen, terwijl hij haar verder een ondersteuning van zijn beleid noemt. Wij weten dat er in de cultuursector grote problemen zijn, met de motie bedoelen wij te vragen de problemen goed neer te zetten opdat de raad er inzicht in krijgt. Wij willen feitelijk ook meekijken in de onderzoeksopdracht rond het bedrag van € 1,5 miljoen. Mevrouw Mittendorff heeft in het verleden terecht al aangegeven dat dat niet haalbaar zal zijn. Wij zijn niet tegen kortingen als zij mogelijk zijn, maar wij moeten wel weten waarover wij het hebben. Als het niet kan, kan het niet. Ik wil graag meekijken naar de problemen, waarvan de raad er al een aantal kent. Op de moties zullen wij terugkomen met stemverklaringen.
1142
A
Verslagnummer 11
In verband met de toeristenbelasting wil ik een voorzetje doen. Als deze belasting tot 5% wordt verhoogd en het college de opbrengst wil gebruiken voor het evenementenbeleid, ben ik er niet op tegen voor die programmalijn een flink bedrag in te zetten. Als het een werkelijk substantieel bedrag is, ga ik graag mee met het voorstel van de heer Gerard om structureel € 200.000,-- in te zetten voor de aanpak van de legionella. Als er voldoende overblijft, nadat het evenementenbeleid goed is vormgegeven, kan daar misschien een dekkingsmiddel worden gevonden. De heer Rooijakkers: Mijnheer de voorzitter. In motie nr. 34 stellen wij voor het mobiliteitsplan te actualiseren, wij trekken haar in en zullen het college volgen. Ook de motie met betrekking tot de groene golf trekken wij in, maar zullen in plaats daarvan een nieuwe indienen. Motie nr. 36 betreft de drempels, zij wordt gesteund door het CDA, de VVD en het OAE, wellicht ook door D66. De heer Janssen: Betekent het dat de partijen, die deze motie ondersteunen, zeggen dat duurzaam veilig niet verder wordt uitgevoerd? Er is geld voor gereserveerd en destijds is een motie van het CDA hierover raadsbreed ondersteund. De heer Leenders: Misschien kunt u eerst de inhoud van de motie afwachten, dan kan de discussie verkorten. De heer Janssen: De bestaande motie, waarover al vragen leefden, wordt ingetrokken. Het betreft een klein deel van duurzaam veilig, daarbij gaat het niet alleen om infrastructuur, maar ook om handhaving en voorlichting. Nu gaat het in feite om futiliteiten die ergernis oproepen, maar die erop zijn gericht dat mensen hun verkeersgedrag in de 30 kmzones aanpassen. De heer Rooijakkers: Wij kennen uw standpunt. Wij hebben een nieuwe motie, die breed wordt ondersteund. Daar staat alles in. De heer Leenders: Volgens mij doet zij geen afbreuk aan de eerdere besluitvorming waar ook het CDA achter stond. De heer Janssen: Wij zijn benieuwd. De heer Rooijakkers: Wij handhaven motie nr. 37 over het MKB-loket. Wij willen haar aanvullen met de aantekening dat hieraan vooral in samenspraak met de ondernemers vorm moet worden gegeven. De heer Verhaegh: Begrijp ik dat het college het anders niet in samenspraak met de ondernemers zou doen?
1143
A
Verslagnummer 11
De heer Kielenstijn: De wethouder heeft aangegeven dat hij de motie overbodig vindt. Als wij daaruit mogen begrijpen dat hij instemt met de inhoud vinden wij het prima, maar zo lang dat nog niet duidelijk is gezegd, willen wij benadrukken dat de wijze van tot stand komen van het loket expliciet moet zijn genoemd, dus met advisering en meedenken door de ondernemers. Het gaat dan om outputgericht definiëren van het loket. Wij horen graag van de wethouder of hij daarmee instemt dan wel of hij die aantekening overbodig vindt omdat hij deze aanpak al in het beleid heeft meegenomen. De heer Rooijakkers: Er is een nieuwe motie in de maak ter vervanging van motie nr. 38, ik heb begrepen dat het CDA haar steunt. Wij gaan samen met het CDA verder met motie nr. 39 over museum Kempenland. Ik ben niet helemaal overtuigd van het antwoord over motie nr. 40 met betrekking tot de wijkmilieudagen, waarin het college aangeeft dat deze aanpak te duur is. Wij hebben de mogelijkheid de afschrijvingen op het Grondbedrijf mee te nemen, ook de opmerking van de VVD over een besparing doordat geen zwerfvuil behoeft te worden opgeruimd, speelt hierin mee. Wij zien gezamenlijke inzamelingsacties in wijken, waarbij ook voor scheiding kan worden gezorgd, nog steeds als een mogelijkheid. Wij handhaven de motie. Mevrouw Kamphorst: Als ik het goed heb begrepen zal hierover aan het einde van het jaar een notitie verschijnen. Ik heb er eerder vragen gesteld over een nulactie, waarin dit onderwerp wordt meegenomen. De motie lijkt mij dan ook overbodig. De heer Kielenstijn: Als u de motie ondersteunt, weten wij zeker dat het goed zit. De heer Rooijakkers: Ik meen dat de motie een aanvulling vormt op de eerdere vraag. Wij zijn voor een deel tevreden met het antwoord over motie nr. 41 inzake de ombudsfunctie. Toch zullen wij haar in stemming brengen, want wij zien graag dat deze functie bij het SRE wordt ondergebracht. Wij handhaven motie nr. 42 over gratis entree van musea op maandag. Wij beschouwen dit als een uitgelezen mogelijkheid om kunst en cultuur breed aan te bieden. De heer Van Liempd: Hebt u er een dekking voor? De heer Rooijakkers: Wij zien de afschrijving Grondbedrijf als een bron. De heer Schut: De musea zijn op maandag gesloten. Het kost een vermogen als niet alleen geen entree wordt geheven, maar de musea bovendien een extra dag open moeten zijn. De Voorzitter: Ik meende dat dit de goedkoopste motie was: gratis als ze dicht zijn.
1144
A
Verslagnummer 11
De heer Rooijakkers: Bij motie nr. 43 volgen wij het college, wij trekken haar in. Hetzelfde geldt voor motie nr. 44. Afhankelijk van het antwoord van het college in tweede termijn willen wij motie nr. 45 inzake het Evoluon in stemming brengen. Motie nr. 46 trekken wij in en motie nr. 47, inzake gratis parkeren voor aanwonenden in de parkeerzones, willen wij handhaven. Wij zien hierin een prima regeling. De heer Gerard: U hebt twee parkeerregimes, een fiscale met parkeermeters en een strafrechtelijke die bewoners bepaalde mogelijkheden geeft voor parkeren in de eigen wijk. In verband met het strafrechtelijke regime moeten bewoners ontheffing vragen. Zij krijgen dan een vergunning en gewoonlijk dienen voor vergunningen leges te worden betaald. Welke regime stelt u zich voor en wilt u eventueel afzien van de heffing van leges? De heer Rooijakkers: Wij willen de ontheffing volstrekt gratis verlenen. De heer Gerard: U wilt in de betreffende gebieden dus ook geen parkeermeters. De heer Van Bussel; Op dit moment wordt een proef gedaan in het gebied bij de Montgomerylaan, waarbij een vergoeding van 10 cent per 12 minuten wordt gerekend. Wij willen dat bedragje voor bewoners laten vervallen. In 2004 wordt de proef geëvalueerd. Laten wij de resultaten afwachten en de proef zien als een aanloop naar de realisering van ons voorstel de vergoeding af te schaffen voor bewoners. De heer Gerard: Ik heb de indruk dat u de strekking van de vraag niet goed ziet. Het strafrechtelijke regime van parkeervergunningen geeft bewoners het recht om in de eigen wijk te parkeren en verbiedt het anderen in de wijk te parkeren. Als er een economisch regime op wordt gelegd, mag ieder parkeren die ervoor betaalt. De heer Van Bussel: Dat is juist, mensen hebben geen recht op een plaats die voor hen is gereserveerd. Zij hebben, als er een plaats vrij is, alleen het recht daar te gaan staan. De heer Gerard: In feite zegt u: er zouden parkeermeters moeten staan, maar omdat wij betaald parkeren gratis maken, hebben wij geen parkeermeters meer. Wat is dan het nut van deze operatie? De heer Van Bussel: U weet dat op strategische plaatsen, dicht bij het centrum, bewoners veel last hebben van langparkeren door mensen die met het openbaar vervoer en de trein verder reizen. De plaatsen blijven de hele dag bezet en de bewoners kunnen geen kant op. Als daar betaald parkeren wordt ingevoerd, hebben
1145
A
Verslagnummer 11
de bewoners een betere kans om een plaats te vinden. Wij willen dat voor de bewoners gratis maken, juist omdat zij er wonen. De heer Van Dam: Wij zijn het er in onze fractie nog niet over eens of wij de eerste parkeervergunning gratis of tegen een kostendekkend tarief beschikbaar moeten stellen. Ik zou willen weten of Leefbaar Eindhoven ook een idee heeft voor mensen die meerdere auto's hebben op plaatsen waar de ruimte schaars is. Moeten dan alle vergunningen gratis worden verstrekt? De heer Rooijakkers: In ons voorstel gaan wij uit van één gratis vergunning, in de proef die gaat lopen is sprake van een gereduceerd tarief voor bezoekers. Voor de tweede auto kan dan ook een gereduceerd tarief gelden. De heer Van Dam: Zou voor de tweede auto niet juist een extra hoog tarief moeten gelden? De heer Van Bussel: Men kan toch niet zien of een auto van uw bezoeker is dan wel of het de tweede auto van uw vrouw is? De heer Gerard: Dat kan wel als wordt uitgegaan van het strafrechtelijk systeem, omdat daarbij een heel systeem hoort. De heer Rooijakkers: Wij hebben begrepen dat het college akkoord gaat met amendement nr. 17 over de toeristenbelasting. Wij gaan ervan uit dat het unanieme steun zal krijgen. Ten aanzien van de overige moties en amendementen volgen wij de lijn van het college. Wij vinden het van belang dat de stadsdeelkantoren een sensor- en uitvoeringsfunctie vervullen en servicegericht zijn. Deze kantoren dienen dicht bij de wijken en de bewoners te staan. De heer Van Dam: Wat vindt u van het streven samen met de bewoners beleid te maken? De heer Rooijakkers: Wie zien de functie vooral in uitvoeren van beleid, dat is veel beter voor de bewoners van de wijken. De heer Van Dam: Bewoners op stadsdeelniveau mee laten werken aan bepaling van beleid, gericht op het stadsdeelniveau, hoeft voor Leefbaar Eindhoven dus niet. De heer Rooijakkers: Het maken van beleid op stadsdeelniveau is niet nodig, want dan ontstaan zeven beleidscentra en dat achten wij niet gewenst. Er dient te worden
1146
A
Verslagnummer 11
gewerkt met een beleidscentrum, de stadsdeelkantoren kunnen het daar ontwikkelde beleid toetsen aan hun wijken en vervolgens uitvoeren. De heer Janssen: Het lijkt mij interessant in Gestel of Strijp de aanhangers van uw partij in de stadsdeelcommissies voor te houden dat de stadsdeelplannen geen beleid zijn, maar centraal moeten worden vastgesteld. De heer Rooijakkers: U weet heel goed dat het werkplannen zijn die in lijn liggen met het hier ontwikkelde beleid. De heer Van Dam: Dan hebt u niet goed bekeken hoe die plannen tot stand zijn gekomen. U moet daar ook maar eens zeggen dat beleid alleen centraal wordt vastgesteld. De heer Rooijakkers: Hoe de plannen tot stand komen, is vraag twee, het beleid is het beleid. De heer Van Dam: Ik daag u uit in de stadsdeelcommissies te zeggen als daar 40 of 50 mensen aanwezig zijn, dat de plannen centraal worden vastgesteld en dat zij er eigenlijk geen invloed op hebben, maar alleen een sensorfunctie hebben. De heer Rooijakker: Nu kleedt u het uit. Ik heb precies aangegeven hoe Leefbaar Eindhoven de functie van de stadsdeelkantoren ziet. Wij ondersteunen van harte het voornemen het vastgoed te centraliseren en te professionaliseren. Daarin zit een potentie die voor de gemeente nog niet is uitgenut. Voor de houding ten opzichte van de plannen voor De Effenaar verdient het college een compliment, aangezien het op dit punt laat zien dat het gevoelig is voor argumenten en duidelijkheid wil scheppen. Ik heb begrepen dat vanochtend via de radio het bericht is uitgegaan dat Leefbaar Eindhoven tegen De Effenaar zou zijn. Dat is grote onzin. Wij zijn voor een goede Effenaar. De heer Van Dam: Het zou goed zijn geweest als u dat voor vanochtend al eens zou hebben gezegd. De heer Rooijakkers: Wij hebben dat meerdere malen gezegd, maar het wordt niet gehoord. Dat is niet ons probleem. De heer Gerard: U hebt bij geen enkele gelegenheid, waarbij het voor de hand lag, er iets over gezegd. De heer Rooijakkers: Als u maandag in de commissie bestuurlijke pijler had opgelet, had u gehoord dat ik het toen letterlijk zo heb gezegd.
1147
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Mijnheer de voorzitter. De tweede termijn is lastig. Wij hadden evenals anderen er moeite mee om op tijd weer hier te zijn. Wij hebben een aantal moties en amendementen ingediend, waarop wij nog willen ingaan, daarnaast hebben wij eigenlijk geen tijd om in te gaan op de moties en amendementen van andere partijen. Ik vlieg er maar een beetje doorheen, ongeveer langs de lijnen die ik ook in eerste termijn heb gehanteerd. Ik begin bij de gemeente en haar bestuur. Het stadsdeelgericht werken was het staartje van de inbreng van de heer Rooijakkers, ik wil ermee beginnen. Motie nr. 48 zegt dat wij de beleidsfuncties van de stadsdeelkantoren niet moeten beperken tot de sensorfunctie. De stadsdeelkantoren en -commissies moeten niet alleen ogen en oren zijn, zij moeten ook met de mensen praten en samen met hen beleid maken. Ik schrik ervan dat Leefbaar Eindhoven, dat steeds heeft ingezet op samen werken, goed luisteren en daaruit consequenties trekken als het erom gaat beleid te maken... De heer Rooijakkers: Dat is toch juist een sensorfunctie?
De heer Van Dam: Luisteren naar mensen en samen met hen beleid maken is de functie, deze wordt door het college geschrapt met steun van Leefbaar Eindhoven. Wij handhaven de motie die erop is gericht de functies van de stadsdeelkantoren en commissies verder uit te breiden. Dat kan stap voor stap via een groeimodel dat in het verkiezingsprogramma van het CDA was omschreven. Het college zoekt druk naar bezuinigingen, daarbij was een bezuiniging van € 235.000,-- ingeboekt, die gewoon kan blijven staan. Het college wil er nu vanaf en dat is doodzonde als er zo veel geld nodig is. Amendement 18 houdt het bedrag in stand, de inverdieneffecten tot € 235.000,--, volgens de afspraak met de raad, moeten worden gehaald. In motie nr. 51 hebben wij gevraagd om een kwaliteitshandvest als prestatieafspraak met de bevolking, die door de raad wordt beoordeeld en vastgesteld. De heer Pastoor geeft als reden genoemd om dat niet te doen dat zo hard wordt gewerkt aan de prestaties. Dat is prima, maar wij willen dat vastleggen opdat de mensen duidelijk is waarop zij kunnen rekenen. Als zij bij de gemeente aankloppen of een brief schrijven, dient duidelijk te zijn wanneer zij inhoudelijk antwoord krijgen. Het gaat om afspraken waaraan mensen in de stad de gemeente kunnen houden. Amendement nr. 19 betreft een reductie van de tarieven van de OZB, de afvalstoffenheffing, rioolrechten en de sportaccommodaties. Wij willen de verhoging terugbrengen naar 3,4%, maar het is minder relevant of het 3,4% of 3,9% moet zijn. Wij willen de dekking daarvoor halen bij het inhuren van personeel van derden. De wethouder heeft gezegd dat dat het streven is, maar vraagt ons het college er niet op vast te leggen. Haalt de wethouder het begrote bedrag van € 2,2 miljoen niet, deze post zou niet voor het eerst een overschrijding te zien geven, dan zullen wij bij de jaarrekening mild zijn als de onderbouwing goed is. Dat zal dus niet het geval zijn als de onderbouwing niet goed is.
1148
A
Verslagnummer 11
Amendement nr. 20 over de toeristenbelasting trekken wij in ten faveure van het amendement dat de SP zo-even heeft ingediend in combinatie met het voorstel dat Leefbaar Eindhoven heeft gedaan. De heer Kielenstijn: Steunt u het amendement van Leefbaar Eindhoven? De heer Van Dam: De systematiek waarin 5% wordt geheven over de prijs van hotelkamers lijkt ons prima, dat genereert veel extra middelen. Wij zijn het niet eens met het idee deze middelen een op een beschikbaar te stellen voor evenementen. Het idee van de SP op dat punt lijkt ons beter. De heer Kielenstijn: Beseft u dat u dan de verordening totaal om zeep helpt? Zo'n wijziging heeft nogal wat consequenties. De heer Van Dam: Neen, de SP geeft aan dat zij de middelen wil besteden voor indirecte kosten van toeristische attracties. Op dit moment worden zij alleen besteed aan directe kosten. De heer Kielenstijn: U hebt toch in de vorige periode een verordening vastgesteld, waarin criteria zijn opgenomen? De heer Van Dam: Kunt u aangeven waar in de verordening staat dat wij indirecte kosten van toeristische evenementen niet uit de toeristenbelasting mogen betalen? De heer Kielenstijn: Ja, dat kan ik. Er staan bijvoorbeeld criteria over economische spin off. Bewegwijzering heeft geen spin off, daaraan kunnen wij op basis van deze verordening geen geld uitgeven. De heer Van Dam: Ik meen dat wij overheadkosten kunnen toerekenen. Mocht dat niet het geval zijn, dan wil ik de verordening best aanpassen. De heer Kielenstijn: Steunt u dan het amendement over de verhoging tot 5% met een voorbehoud ten aanzien van de besteding van de opbrengt? De heer Van Dam: Dat lijkt mij de juiste formulering. Wij hebben ook een motie, onder nr. 52, ingediend over OZB, afvalstoffen en rioolrechten, met de bedoeling in kaart te laten brengen wat de consequenties kunnen zijn van een integratie van de verschillende gemeentelijke lasten, bij voorkeur in de OZB. Wij vragen alleen dit in kaart te brengen, niet om het morgen meteen al te doen. Het amendement van de SP is gericht op directe ingang, wij vragen alleen te laten zien wat het betekent. Ik zou het op prijs stellen als het college dat zou willen doen of, anders, als de raad zou besluiten dat het college het moet doen.
1149
A
Verslagnummer 11
Over De Effenaar is al veel gezegd, maar er is nu een raar verhaal gekomen. Een grote meerderheid floot in eerste termijn het college terug en het college begint onder deze druk te bewegen. Er lag een raadsbesluit met een bedrag van € 12,6 miljoen volgens prijspeil 2001. Toen heeft de raad in meerderheid gezegd dat het ook duurder kan worden omdat hij het project turn key wil aanbesteden. Er zal nadat het besluit is genomen ongetwijfeld een kostenstijging hebben plaatsgevonden, die kan worden verrekend met de rente. Bovendien zijn de planning en de financiële beheersing een verantwoordelijkheid van het college. Het college probeerde dat te pareren door de verantwoordelijkheid naar De Effenaar te schuiven. Daarvan kan natuurlijk geen sprake zijn. Eenzelfde verhaal geldt voor het buitengebeuren. De raad heeft daarover een duidelijk besluit genomen, de Dommeltuin hoort niet in de projectexploitatie van De Effenaar. Als ik goed ben geïnformeerd, heeft de gemeente zelf aangegeven dat de parkeerplaatsen bij De Effenaar moeten worden meegenomen in het project Dommeltuin. Ook de sponsoring is een verantwoordelijkheid van het college, ik ben benieuwd hoe het haar oppikt. De motie wordt gehandhaafd en behoort te worden aangenomen. Ik heb de indruk dat de wethouder de urgentie van werkgelegenheid onvoldoende ziet. Er zouden ideeën moeten worden ontwikkeld voor stappen die ervoor zorgen dat juist in Eindhoven de economie extra aantrekt. In ons verkiezingsprogramma staan ideeën over de manier waarop kan worden omgegaan met de grond die wij nog hebben uit te geven voor bedrijfsgebouwen. Te denken valt aan huren op basis van de omzet op plaatsen waar de bedrijvigheid moeizaam loopt. De heer Kielenstijn: U hebt het over kortetermijn-effecten. Er is leegstand in bedrijfsgebouwen en u wilt grond uitgeven voor nieuwe gebouwen. De middellange termijn duurt u te lang, u wil stappen op korte termijn. Hoe lang zal het duren voor het uitgeven van nieuwe grond resulteert in werkgelegenheid? De heer Van Dam: Er zijn twee aspecten. Er staan bedrijfsgebouwen leeg, de wethouder is op De Hurk geweest en zal hebben gezien dat 20% tot 30% van de gebouwen leeg is of te huur staat. Sommige stimuleringsmaatregelen zullen binnen een aantal maanden of een jaar effect hebben. In eerste termijn heb ik erop gewezen dat een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid in Eindhoven wordt gegeven door het grootbedrijf. Dat zet zo nodig gewoon een nieuw pand neer. Als het gaat om uitgeven van grond zouden wij in die richting moeten denken. Het gaat overigens om een probleem waarover wij moeten doordenken, wij kunnen het niet vandaag even oplossen. De heer Kielenstijn: U vroeg terecht aan het college naar mogelijkheden voor het oplossen van actuele problemen. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat een werkloze over drie weken weer aan het werk is? Misschien begreep ik het niet helemaal goed, in elk geval verwachtte ik een voorstel voor een aanpak in die zin. Uitgeven van grond ligt niet in die lijn.
1150
A
Verslagnummer 11
De heer Van Dam: Ik veronderstel dat u mij niet helemaal goed hebt begrepen. Het is een fictie om te veronderstellen dat wij mensen binnen een maand weer aan het werk hebben, de economische ontwikkeling is niet van dien aard dat wij mogen verwachten dat wij er maar enkele maanden problemen van hebben. Het kan best enkele jaren gaan duren, wat niet wegneemt dat wij moeten proberen maatregelen te nemen. Een maatregel uit een vorige periode is het gesubsidieerde werk. Daarover hebben wij motie nr. 49 ingediend. Het college wil de 200 vacatures niet invullen, wij willen dat wel en ik hoop dat de raad het ook wil. Het gaat om 200 banen in Eindhoven in belangrijke functies bij de stadswacht, speelzalen, kinderopvang en het ziekenhuis. Wat ons betreft is de bijzondere bijstand bedoeld voor inkomensondersteuning, niet voor andere doeleinden. Het amendement en de motie daarover blijven staan. Ik heb de indruk da het college en wij van mening verschillen over de vraag wat sociaal beleid is. Mevrouw Mittendorff noemt alles sociaal beleid, maar wij moeten een onderscheid maken tussen alles wat wij in de vorige periode maatschappelijke ontwikkeling noemden en het sociale beleid dat vooral is gericht op mensen in armoede- en werkloosheidssituaties. Ik vrees dat het college ons verkeerd heeft begrepen waar het gaat om motie nr. 52 over senioren. Zij gaat niet over een seniorenraad of -participatie. Het is de bedoeling onder regie van de gemeente contact te leggen met senioren over zorg, welzijn en gezelschap en instrumenten om de vereenzaming te lijf te gaan. Daarbij zouden maatschappelijke initiatieven, zoals De Zonnebloem, moeten worden ingeschakeld. Er is enige discussie geweest over onderwijs. Een brede school is in onze ogen een Spilcentrum met welzijns- en buurtfuncties. Hoe zo'n school ook wordt genoemd, het gaat erom prioriteit te geven aan scholen in achterstandssituaties. Wij zullen een motie indienen om dit punt verder uit te discussiëren. Wij steunen de lijn die GroenLinks aangaf met betrekking tot asielzoekers. Mensen zonder perspectief op terugkeer behoren niet op straat terecht te komen. Voor hen dient opvang te worden geregeld. De plannen van het college voorzien daar niet in, wij zullen er in de commissie op terugkomen. Het onderwerp is te belangrijk en te complex om het nu even af te doen. De wethouder wees erop dat de inburgeringstrajecten toegankelijk zijn voor oudkomers, dat lijkt ons niet genoeg. Wij moeten meer doen om ervoor te zorgen dat mensen deze trajecten daadwerkelijk volgen. Wij zullen hen moeten opzoeken om ervoor te zorgen dat zij binnen welzijnswerk en onderwijs een plek krijgen, zodat zij, zelfs na 30 jaar, nog de Nederlands taal en gebruiken leren. Ik vond ten aanzien van mobiliteit en bereikbaarheid een kleine discrepantie tussen het betoog van de wethouder en wat wij voorstaan. De wethouder ging vooral in op de bereikbaarheid van de stad, onze wensen liggen meer bij de mobiliteit in de stad. Juist daar liggen problemen waaraan de gemeente zelf veel kan doen. Bij de discussie over het mobiliteitsplan komen wij daarop nog wel terug.
1151
A
Verslagnummer 11
In motie nr. 50 over de groene golf zeggen wij "waar mogelijk". Daarmee bedoelen wij onder andere dat de groene golf het DRS-systeem niet in de weg mag zitten. Ik neem aan dat de wethouder met inachtneming daarvan met de motie kan leven. De heer Schut: Voorzitter. De beste bezuiniging is niet € 20 miljoen, maar € 5 tot € 8 miljoen. Wij hebben dat in eerste termijn voorgesteld, maar ik heb er van het college niets over gehoord. Als die gedachte zou worden overgenomen, zou een hele bende problemen worden opgelost. Op zich behoeft het voor het college niet tot problemen te leiden, gezien het feit dat wij niet voor € 20 miljoen nieuw beleid hebben gevonden. Waarom zouden wij € 20 miljoen besparen als wij dat bedrag niet nodig hebben? Toen ik vanochtend hoorde hoeveel geesten door deze zaal zweven, besefte ik dat ik in de besteding van deze gelden heel wat geesten heb gevonden die ik niet allemaal kan plaatsen. Ik ben blij met de toezegging van de wethouder dat er een visie komt op de studentenhuisvesting, wij wachten er al lang op. Toch handhaven wij onze motie, omdat erin staat dat de 10%-regeling per direct moet worden opgeheven. Dat heeft de wethouder niet toegezegd en wij willen daaraan vasthouden. Ik ben ook blij dat de wethouder van grondzaken heeft toegezegd dat wij een stuk over grondzaken in de commissie ter behandeling krijgen voorgelegd en dat hij sympathie voelt voor het idee daarover twee maal per jaar te rapporteren. Wij hebben gevraagd wat het college in Samen Stad bedoelt met een levensvatbare toekomst van museum Kempenland en Plaza Futura. Daarop hebben wij geen antwoord gekregen, wij moeten nog steeds gissen wat de geesten daarover hebben bedacht. U hebt het in Samen Stad opgeschreven, dus u hebt een mening. De SP heeft zo-even al iets gezegd over de kosten van de bestrijding van legionella. Het zou het college sieren als het deze kosten uit de algemene middelen zou bestrijden en in elk geval niet ten laste van de sporters zou brengen. Ik heb de indruk dat het CDA in een nieuwe motie een voorstel heeft geformuleerd waarin wij kunnen meegaan. Vanochtend is ook het Groenbeleidsplan aan de orde geweest. Wij moeten gissen naar het bedrag dat daarvoor is bestemd. Er circuleren allerlei bedragen en het is ons volstrekt niet duidelijk wat bij wat hoort, hoe wij moeten optellen of aftrekken. Ik zou het op prijs stellen als de wethouder daarover in tweede termijn duidelijkheid zou verschaffen. Bij het cameratoezicht zien wij een aardige vondst. In het staatje antwoorden staat De Hurk, maar dat is niet het Stationskwartier of de Dommelstraat. Op De Hurk gaat het vooral om diefstal bij bedrijven in de nacht en het weekeinde, in de Dommelstraat gaat het om ondersteuning op het gebied van openbare veiligheid. Dat is een volstrekt ander onderwerp. Ik weet dat de portefeuillehouder op dit punt niet graag meegaat, maar verleden jaar hadden wij in de raad een meerderheid voor het idee er iets aan te doen. Wij hebben ons ietwat terughoudend opgesteld, omdat er allerlei rapporten zouden komen. Zij zijn gekomen, maar zij hebben ons niet overtuigd. Daarom handhaven wij onze motie, wij willen een pilot uitwerken voor
1152
A
Verslagnummer 11
cameratoezicht in de Dommelstraat en het Stationskwartier, zodat wij er bij de Voorjaarsnota een besluit over kunnen nemen. Wij handhaven ook onze motie met betrekking tot het weerstandsvermogen. Al vele malen eerder hebben wij laten weten dat wij geen extra weerstandsvermogen nodig hebben. Wij hebben gisteren gevraagd of iemand is aangesteld om het gratis openbaar vervoer te onderzoeken. Als dat het geval is, is de vraag uit welke middelen hij wordt betaald. Er is in de raad geen besluit over genomen. Wij horen aan de ene kant dat er iemand zou zijn en aan de andere kant het tegendeel. Wellicht is het een van de geesten; wij krijgen er graag duidelijkheid over. Jong geleerd, is oud gedaan, was onze gedachte bij het voorstel om jongeren tot 18 jaar gratis entree te geven tot het Van Abbemuseum. Het kan best € 20.000,-kosten, maar waarover praten wij bij een begroting van ruim een miljard? Het Van Abbemuseum is op zich al een moeilijk museum, moderne kunst is geen onderwerp waarvoor het storm loopt. Het zou goed zijn om door gratis toegang scholen te bewegen met klassen het museum te bezoeken. Daardoor kan bij jongeren een interesse worden aangekweekt waarvan zij hun hele leven plezier kunnen hebben. Wij vinden het jammer dat het college als gevolg van dit kleine bedrag daarmee moeite heeft. Na de fusie is een nieuwe opdracht gegeven voor de reorganisatie van Loket W, die uiteindelijk bezuinigingen moet opleveren. Ik meen dat wij het daarover allemaal eens zijn, toch zullen wij eenmalig geld moeten vrijmaken om de reorganisatie te bekostigen. De rekening-courantverhouding moet worden opgelost en de loonkostencompensatie uit het verleden moet van tafel, zodat wij met een stabiel Loket W aan de slag kunnen. Het is het sociale gezicht van de stad. Wij moeten niet proberen voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten, wij moeten het volwaardig steunen. Het verhaal over de Effenaar is nog steeds warrig, de heren Kerkwijk en Van Dam hebben er terecht op gewezen. De heer Van Dam heeft dat heel precies uitgedrukt met de vraag wat er wel en niet in zit, wat wij al dan niet hebben besloten. Ik zal niet herhalen wat hij heeft gezegd, hij heeft weergegeven hoe ook wij ernaar kijken. Wij baseren ons daarvoor op de afspraken uit het verleden en de eerdere discussies in de raad. Ik ben dan ook blij dat GroenLinks de motie handhaaft, wij zullen haar steunen. Met betrekking tot de OZB hebben wij de motie van het CDA, die mede is ondertekend door D66, ondersteund. De heer Dijsselbloem heeft een uitstekende onderbouwing gegeven, wij hopen dan ook dat de motie door het college wordt overgenomen. De heer Rennenberg: Mijnheer de voorzitter. De motie die ik samen met mevrouw Van den Biggelaar en mevrouw De Niet heb ingediend, zou eigenlijk als Emotie moeten worden aangeduid, omdat het college nog steeds niet het aantal armen in onze stad kent en omdat men zo gemakkelijk de armen laat hangen, de eigen armen omdat men er niets aan doet. De armoedemonitor geeft dat precies weer. Ik heb mij
1153
A
Verslagnummer 11
de afgelopen twee weken ingespannen om een en ander op papier te zetten, ik heb het resultaat gisteren aangereikt. Kijk dan niet in de eerste plaats naar de getallen, zij wijken behoorlijk af, maar naar de tekst. Als het om de armen in onze stad gaat, maakt het niets uit of iemand tot de coalitie of de oppositie hoort. Wij moeten samen werken aan een betere samenleving, dat wil ook zeggen dat wij ons samen moeten inzetten voor de armen. In de pauze heb ik nog eens met de wethouder, die ik respecteer in zijn menselijkheid, over de motie gesproken. Misschien stelt het hem teleur, maar wij handhaven de motie en ons amendement.
De heer Den Ouden: Mijnheer de voorzitter. In verband met de veiligheid hebt u eraan herinnerd dat Eindhoven een van de 70 gemeenten is die iets doen met cameratoezicht. V en D gebruikt camera's, de ondernemers doen er veel aan. Natuurlijk was mij bekend dat op De Hurk met camera's goed werk wordt geleverd. Ik woon er dichtbij en ik heb nogal eens contact met de ondernemersvereniging. Toch bedoelen wij iets anders. Het gaat ons om de gebieden die een verschraling van het totale beeld betekenen. Door kwaliteitskringen wordt veel gedaan om tot verbetering te komen en gebeurt er van alles waarbij toezicht met camera's van belang kan zijn. Verleden jaar heeft de VVD hierover een motie ingediend, die wij hebben ondersteund. Wij houden daaraan vast. Wij willen onderzoeken hoe een grotere objectieve en subjectieve veiligheid kan worden bereikt. Daarvoor zal ook geld moeten worden gevonden. Wij hebben de moties over het Prehistorisch Huis gesteund. Het heeft een educatieve en daarnaast een toeristische functie. Het trekt ongeveer 50.000 mensen, het grootste aantal van alle musea in de stad. Alleen het Evoluon trok in het verleden meer mensen, maar dat hebben wij niet meer. Wij moeten zo'n publiekstrekker koesteren. Het college poetst het niet weg, maar geeft het toch wat minder aandacht. Het prehistorische huis en de middeleeuwse afdeling, die mede met Europees geld is gerealiseerd, moeten behouden blijven. Ik blijf de moties steunen en ik ben er bijna zeker van dat zij raadsbrede steun zullen krijgen. Wij steunen ook de motie inzake museum Kempenland. Wij zijn al enkele jaren bezig om een betere locatie en outillage te vinden. Wij hebben het altijd een worst voorgehouden, maar uiteindelijk te weinig gedaan. Nu is dat weer het geval. Dat is jammer. Ik heb de verbeterde motie over museum Kempenland gesteund die straks in stemming zal komen. Ik hoop dat het college de motie positief zal beoordelen, mocht het anders zijn dan hoop ik dat de raad het zal doen. Museum Kempenland, dat een stuk historie omvat, verdient de aandacht. Ik heb gisteren bewust niets gezegd over De Effenaar. In de commissie bestuurlijke pijler heb ik al gezegd dat wij voor De Effenaar zijn, wij moeten daarover duidelijkheid hebben. Ik kan mij vinden in de uiteenzetting van de wethouder, waarin hij aangaf dat eerst moet worden bekeken wat allemaal nog naar boven moet worden gebracht opdat wij straks weten wat het kost. Wij hebben indertijd de rekenkamer gesticht voor onderzoek naar grote projecten die uit de hand lopen. Wij willen weten wat er precies gaat gebeuren, maar dat mag de voortgang niet
1154
A
Verslagnummer 11
vertragen. Wij willen graag dat in het voorjaar met het werk wordt begonnen, dan zal de directie klaar moeten zijn met de eigen stukken. Wij hebben eerder eens aandacht gevraagd voor winkelstrips. Wij hebben winkelcentra die vroeger goed waren, maar inmiddels een beetje zijn verouderd en verschraald. In Stratum hebben wij onder andere de Moreelselaan bezocht. De heer Van den Biggelaar was toen nog wethouder, hij was bij dat bezoek aanwezig en heeft toen toegezegd dat een nota zou worden gemaakt met de bedoeling aan het werk te gaan. Het toenmalige college heeft het niet kunnen afmaken, ik verzoek het nieuwe college de draad weer op te pakken en stappen te nemen opdat de winkelstrips weer goed kunnen functioneren. Ook de raad is daarvoor verantwoordelijk. Loket W is onder minder gelukkige omstandigheden gestart. Het was het paradepaardje van een vertrokken wethouder, die per se 37 welzijnsinstellingen bij elkaar wilde vegen: appels, peren en zelfs citroenen. Wij hebben altijd zorg gehad over de manier waarop het was opgestart. Tenslotte is het aantal instellingen teruggebracht tot elf en zij zitten nu in de problemen terwijl zij voorheen goed functioneerden. Wij moeten daarbij helpen. Nu wij iets hebben opgestart waarvan wij de reikwijdte niet hebben doorzien, zitten anderen met de gebakken peren. Wij dienen de problemen rigoureus op te lossen om Loket W in staat te stellen goed te functioneren. Het is voor de Eindhovense samenleving een onmisbare schakel. De Voorzitter: Ik schors de vergadering. Schorsing. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Wat hadden wij in de commissies interessante discussies kunnen hebben als de moties en amendementen daar aan de orde zouden zijn gekomen. Het is jammer dat wij nu bijna boekhouders zijn geworden. De heer Schut: Dan hadden alle wethouders in alle commissies aanwezig moeten zijn en had ook de grootste coalitiepartner in de commissievergaderingen iets moeten zeggen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Vroeger had u maar een wethouder per commissie en was u helemaal tevreden. Nu zijn er soms er vier op een rijtje... De heer Van Dam: Die ene wethouder kon altijd antwoorden en de vier laten het er veelal bij zitten. De heer Schut: Volgens mij is dit een indirecte pluim.
1155