2
De Erfgoedkrant
Erfgoednieuws uit Aalst, Baardegem, Erembodegem, Gijzegem, Herdersem, Hofstade, Meldert, Moorsel en Nieuwerkerken 3de jaargang nummer 2 juni 2012
automatisch Vandaag denken we bij het woord ‘reizen’ bijna wel anders… aan ‘ontspanning’. Honderd jaar geleden was dat hadden De meeste mensen die toen een reis ondernamen daar een andere reden voor. Misoogsten, een sterke bevolkingsgroei en ziektes (zoals tyfus en cholera) zorgden ervoor dat er tussen 1871 en 1930 zo’n 137.000 Belgen emigreerden naar de Verenigde Staten. Ze hoopten er hun geluk te beproeven en er een betere toekomst uit te bouwen. Eén van de bekendste rederijen die zich toelegde op het transporteren van die duizenden migranten was de Red Star Line die uitvaarde vanuit Antwerpen. Behalve Belgen vertrokken ook veel Duitsers en vooral Oost-Europeanen waaronder veel Russische en Oostenrijks-Hongaarse Joden. Tussen 1905 en 1914 maakten jaarlijks 71.000 tot 100.000 migranten gebruik van de Red Star Line. Er vaarden wekelijks twee schepen uit met telkens zo’n 1.500 personen aan boord. De schepen van White Star Line voerden een hevige concurrentiestrijd met Cunard Line. Hun schip ‘Lusitania’ bezat het snelheidsrecord voor de Atlantische overtocht.
s pe cia
reiz
l
en
s pe
Over Red Star Line en de Titanic
ci a l
De erfgoedkrant verschijnt 3 keer per jaar en is een gratis uitgave van de Erfgoedcel Aalst
De bouw van de Titanic Behalve vanuit Antwerpen vertrokken uiteraard vanuit allerhande Europese havensteden boten volgeladen met landverhuizers. Vanuit de Zuid-Engelse stad Southampton vertrokken de schepen van rederij White Star Line die een hevige concurrentiestrijd voerde met Cunard Line. Cunard had met het schip de Lusitania lange tijd het snelheidsrecord voor de Atlantische overtocht in handen (4 dagen, 19 uur en 52 minuten). Als antwoord hierop liet White Star Line drie schepen bouwen die niet sneller waren dan de Lusitania, maar groter en vooral luxueuzer. Het meest gekende schip daarvan - misschien zelfs aller tijden - is de Titanic. Op 9 maart 1909 werd gestart met de bouw van het op dat moment grootste schip ooit. De pieren van New York moesten zelfs verlengd worden om het te kunnen laten aanmeren! > 2
De Titanic vertrok op woens dag 10 april 1912 uit Southh ampton.
Meer lezen? Zoek doorheen de krantenbank van Aalst op
www.madeinaalst.be
Jean Scheerlinck uit Kerksken overleefde de ramp. Hij stuurde als teken van leven deze postkaart naar zijn verloofde.
Deze foto’s komen uit het boek ‘100 jaar Titanic. Het verhaal van de Belgen en de Nederlanders’, uitgegeven bij Lannoo (2011). colofon | Concept: Erfgoedcel Aalst | Redactie: Erfgoedcel Aalst, ‘t Gasthuys - Stedelijk Museum Aalst, Stadsarchief, D.A.D.D.vzw, Bar t Backaer t en dienst Stadspromotie sectie Communicatie | Eindredactie: Erfgoedcel Aalst | Foto’s: Bar t Backaer t, Ann Degeest, Luc Geeroms, illustratie p6: 6B Estudio/Moma Propaganda | Layout: www.impressantplus.eu | Druk: Roular ta Media Group nv | Verantwoordelijke uitgever : Ilse Uyttersprot, burgemeester, p.a. stadhuis, Grote Markt 3, 9300 Aalst, tel. 053 73 23 23
2
de erfgoedkrant juni 2012
De Olympic was het zusterschip van de Titanic.
De eerste overtocht Eind mei 1911 kon het reusachtige schip in Belfast te water worden gelaten, maar het duurde nog tot 31 maart 1912 vooraleer de Titanic volledig afgewerkt was en klaar was voor zijn eerste afvaart.Tijdens die eerste overtocht op 10 april 1912 van Southampton naar New York waren 27 Belgen aan boord. Tien van hen kwamen uit onze regio: zes mensen van Kerksken, twee van Heldergem, één van Denderhoutem en de laatste uit Aspelare. Allen op zoek naar een betere toekomst in Noord-Amerika. Voor de meesten van hen draaide die hoopvolle reis echter uit op een regelrechte nachtmerrie. Zondag 14 april, om iets voor middernacht sloeg het noodlot toe en raakte de onzinkbaar gewaande Titanic zwaar beschadigd na een botsing met een ijsberg. Enkele uren later lag het stoomschip op de bodem van de oceaan. Slechts 706 van de levenden: Julius De beroemde foto van drie Belgische over
100 jaar geleden in Aalst...
Historische Aalstenaars in beweging
3
tellen af om op reis te verDe vakantie staat voor de deur en veel mensen waren ook verschillende trekken. Doorheen de geschiedenis van onze stad lijk of definitief Aalst beroemde reizigers actief. Stadsgenoten die tijde verlieten, om beroeps- of andere reden. Zo was er Dirk Martens (Aalst ca. 1446 - 1534), de eerste drukker van de Zuidelijke Nederlanden. Naar alle waarschijnlijkheid leerde hij drukken in Italië bij Girardus de Lisa, een streekgenoot die in Treviso bij Venetië actief was. Noord-Italië was in de 15de eeuw een Europees centrum van studie, vorming en wetenschap en vooral Venetië was toen een centrum van de jonge boekdrukkunst. Wanneer Martens vanaf 1473 de boekdrukkunst in onze gewesten invoerde, beweerde hij dat hij de wetenschap der Venetianen naar Vlaanderen had gebracht. Later verbleef hij waarschijnlijk nog enkele jaren in Spanje, waar hij zich vooral met boekhandel bezighield. Terug in Vlaanderen zette hij achtereenvolgens drukateliers op in Aalst, Antwerpen en Leuven, om tenslotte terug te keren naar zijn geboortestad.
meer dan 2.200 mensen aan boord hebben de ramp overleefd.Van de 27 Belgen konden er 7 gered worden. Vooral het gebrek aan reddingsboten en het nalaten van evacuatieoefeningen werd als oorzaak voor het hoge dodental beschouwd. Maandenlang was de scheepsramp frontpaginanieuws, ook in de lokale Aalsterse pers.
ck. Sap, Theodore De Mulder, en Jean Scheerlin
Pieter Coecke van Aalst geeft het beeldverslag van zijn reis naar Istanbul de naam ‘Moeurs e fachon de faire de Turcz’.
Pieter Coecke van Aalst
Een bijna-tijdgenoot van Dirk Martens was Pieter Coecke (Aalst 1502 - Brussel 1550), die ook snel zijn geboortestad Aalst verliet. Hij werd vermeld als leerling van de schilder Barend van Orley uit Brussel en allicht voltooide hij zijn kunstenaarsopleiding met een reis naar Italië. In elk geval was zijn hele kunst doordrongen van een sterke Italiaanse invloed en bracht hij de nieuwe renaissancekunst naar onze gewesten.Vooral belangrijk hierbij was zijn vertaling van de architectuurboeken van Sebastiano Serlio (uit het Italiaans naar het Nederlands en Frans). Die boeken vormden de basis van de op de Romeinse oudheid geïnspireerde renaissancearchitectuur in onze gewesten. Nog avontuurlijker was de reis die Coecke in 1533 ondernam naar Turkije, allicht in opdracht van een Brusselse tapijtwever. Van de zware en gevaarlijke reis doorheen de Balkan naar Istanbul, het oude Constantinopel, maakte hij later een beeldverslag, met mooie tekeningen van Slavonië, Macedonië en waarbij vooral Istanbul zeer waarheidsgetrouw werd weergegeven. Adolf Daens keerde terug
Erfgoedtips Uitleendienst en? Maar Je wil een erfgoedactiviteit organiser ? Wil je heb je geen beamer, scherm of laptop je oude eerder getuigenissen vastleggen? Of foto’s inscannen?
Uit: De Volksstem, 17 april 1912.
Behalve deze bekende Aalstenaars waren er uiteraard ook de talloze ‘gewone’ Aalstenaars die wel eens op reis gingen.Tot het midden van de twintigste eeuw ging echter enkel de rijkere klasse op reis. Gewone arbeiders bleven noodgedwongen thuis, want zij hadden tijd noch geld om te reizen. Wel waren er de seizoenarbeiders: streekgenoten die om den brode in Wallonië en Frankrijk gingen werken tijdens de bietenoogst. Maar het reizen voor de grote massa kwam pas echt in voege door het invoeren van betaalde verlofdagen en een verhoogde levensstandaard.
En ook Valerius vertrok…
De Erfgoedcel Aalst heeft sinds kort een heuse uitleendienst. Als je een Aalsterse erfgoedactiviteit uitwerkt, dan kan je gratis materiaal uitlenen. Wat hebben we? Een digitaal fototoestel, twee digitale camera’s, een digitaal opnametoestel, een scanner, een laptop, een beamer en een scherm. De precieze voorwaarden, het uitleenformulier en andere praktische zaken vind je terug op de website: www.erfgoedcelaalst.be
Ook priester Adolf Daens (Aalst 1839-1907) was niet meteen honkvast te noemen. Als leraar-priester was hij actief te Antwerpen, Bergen, Turnhout, Oudenaarde en Dendermonde. Ook was hij onderpastoor te Sint-Niklaas en Kruishoutem. Maar best gekend was de Romereis die hij als politiek actief priester ondernam in 1895. Hij was opgeroepen om er te verschijnen voor de Sacre Congregazione n de re st om er del Concilio, een commissie die problemen van Krantenartikel ovAdolf Daens kerkelijke tucht behandelde. Daens trachtte deze Romereis van 8 juli 1895 (Denderbode -2 Romereis echter vooral te benutten om een pauselijke zegen voor zijn politieke actie te bekomen, terwijl zijn tegenstanders hoopten op een veroordeling. Het Vaticaan kwam aan geen van beide vragen tegemoet: de christendemocratie werd niet veroordeeld en Daens’ terechtwijzing voor zijn politieke actie en ongehoorzaamheid aan zijn bisschop werd niet openbaar gemaakt. Daens was ook aanwezig op internationale congressen van de prille christendemocratie.
verschillende adressen), Lissewege, opnieuw Gent, om zich tenslotte in 1898 voor langere tijd te Sint-Martens-Latem te vestigen. Valerius werd er de wegbereider van de kunstenaarskolonie die in Sint-Martens-Latem ontstond.Vanaf 1906 zou zijn schilderscarrière eindelijk een hoge vlucht nemen en werd zijn werk op verschillende internationale tentoonstellingen tentoongesteld (Parijs, München, Berlijn, Wenen, Londen). De Saedeleer verhuisde hierna wel nog enkele keren (Tiegem, Wales, Etikhove).
Een ideaal opnametoe s mater iaal omtel of een d een in igitale c ter view am vast te era zijn leggen .
Een andere zeer reislustige Aalstenaar was Valerius De Saedeleer. In 1887 werd hij leerling van de impressionistische landschapsschilder Frans Courtens. Samen ondernamen ze verschillende reizen in Vlaanderen en Nederland om het landschap in de volle natuur vast te leggen. In 1889 huwde De Saedeleer met Clemmeke Limpens. Er begon dan een periode van zwerven waarbij het schilderen nauwelijks volstond om in het levensonderhoud te voorzien. Op negen jaar tijd verhuisde het jonge paar talloze keren: achtereenvolgens naar Blankenberge, Wenduine, Sint-Denijs-Westrem, Afsnee, Sint-Martens-Latem, Gent (drie
Van 1914 tot 1921 woonde Valerius De Saedeleer in Wales, waar hij in Rhydyfelin de woning ‘Tynlon’ betrok.
Eerste zegel op
de erfgoedkrant juni 2012
’t Groen Kotje
brief verstuurd
e gebouwen, archeoBij erfgoed denken we meteen aan oud l aan liedjes en dialecten. logische objecten, schilderijen, ook we nten behoren echter ook Oude bomen en andere groene eleme met een bepaalde functie tot ons erfgoed. Ze werden geplant zogenaamde erfgroen. of om een bijzondere reden. Dit is het Gerstjens. Deze keer: de watercipressen van de
sterse erfgoedIn elke erfgoedkrant zetten wij een Aal we onze schijnspeler in de kijker. Deze keer richten kring Philatelia werpers op… Koninklijke postzegel Alosta. Al 77 jaar
‘Club Philatelia Alosta’ werd opgericht op 25 februari 1935 door Frans Moortgat, Jozef Van Der Vorst en Marcel De Motte. Met haar 77 lentes is het de oudste postzegelverzamelaarsclub van Aalst. Sinds 1985 mag ze dan ook de titel van ‘Koninklijke Maatschappij’ voeren.
De watercipres (of Metasequoia glytostroboidesis) is verwant aan de kustsequoia en de mammoetboom uit Amerika (die vorige erfgoedkrant ’t Groen Kotje vulde). Oorspronkelijk kende men de boomsoort enkel als fossiel (65,5 tot 2,5 miljoen geleden). Pas tijdens WO II ontdekte een Chinese houtvester bij toeval een paar levende exemplaren in het zuiden van China. Na een expeditie naar die streek in 1945 bleek dat de populatie veel groter was. Uit onderzoek aan de universiteit van Boston leidde men af dat de boom gemakkelijk te kweken was. De Belgische scheikundige en industrieel Ernest-John
Zelf zien? Aan het einde van de Gerstenstraat (in Erembodegem) is een parking. Daar vertrekt een wandelweg en een fietspad, vanwaar je zicht hebt op de vijver en op deze twee prachtige bomen.
Solvay (kleinzoon van Ernest Solvay) was verzot op de bomen.Vanuit Amerika voerde hij de planten in ons land in. Op die manier kwamen ook twee exemplaren terecht in Erembodegem: in het kasteeldomein Ronsevaal van de familie Camu. De bomen werden geplant langs de oever van hun pas gegraven vijver. Vanaf de jaren ‘60 werd de boom over de hele wereld massaal gekweekt en zelfs als straatboom aangeplant.
activiteiten zoals de organisatie van ruilbeurzen, deelname aan wedstrijden, het maken van tentoonstellingen en het publiceren van boeken.
Over ruilbeurzen en wisselbekers De club vergadert wekelijks op maandagavond in café Sint-Annakring. Haar belangrijkste opdracht De grootste en belangrijkste jaarlijkse activiteit is het bieden van dienstverlening aan de 120 van de club is de internationale ruilbeurs die in leden. Deze dienstverlening bestaat uit een 2012 voor de 55ste keer werd georganiseerd. besteldienst voor nieuwe Tijdens deze beurs kunnen postzegels, kortingen op filaDe internationale ruilbeurs is zeer postzegelverzamelaars filatelistische materialen, een gekend in heel België en vond dit telistische materialen ruilen, gespecialiseerde bibliotheek, jaar voor de 55ste keer plaats! kopen en/of verkopen. Deze 3 à 4 voordrachten per jaar beurs is zeer gekend in heel en begeleiding bij het opstellen van verzamelinBelgië. Onder de ongeveer 500 à 600 bezoekers gen. De communicatiekanalen van de club zijn zijn ook steeds mensen uit het buitenland aanwede nieuwsbrief, de website (www.philateliazig (vaak Duitsers of Nederlanders). alosta.be) en het clubblad. Op de website kun je online artikels lezen van leden, veilingen bekijken Philatelia Alosta neemt jaarlijks deel aan de weden nieuwtjes, evenementen of de jeugdwerking strijd van Oost-Phila (de Oost-Vlaamse koevan de club opvolgen. Het clubblad verschijnt als pelvereniging voor postzegelkringen). Deze wedsinds september 1963 maandelijks (behalve in juli strijd houdt in dat welomschreven (datum, vorm, en augustus). thema) verzamelobjecten in een zo goed mogelijke staat moeten gevonden worden. De club De club, officieel de Koninklijke postzegelkring behaalde al 2 jaar opeenvolgend de wisselbeker Philatelia Alosta geheten, heeft echter veel meer en indien ze dit jaar opnieuw wint mag de beker te bieden dan enkel dienstverlening aan haar definitief worden behouden. eigen leden. Er is een grote diversiteit aan Ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van de club, werd in 1946 voor het eerst een postzegeltentoonstelling georganiseerd. Deze tentoonstellingen werden sindsdien een vaste traditie van de club. Zo werden recentelijk tentoonstellingen
georganiseerd met als thema ‘175 jaar België’ (2005) en de ‘De tijd van Adolf en Pieter Daens filatelistisch bekeken’ (2007). Dit gebeurde respectievelijk naar aanleiding van het 75-jarige bestaan van de club en van het 100-jarige overlijden van priester Adolf Daens. Ook in de publicatie van boeken is Philatelia Alosta niet aan haar proefstuk toe. Ter gelegenheid van haar 55-jarige bestaan werd voor het eerst een boek gepubliceerd, met als onderwerp ‘Stempels van de fusiegemeenten van Aalst’. In de loop van mei 2012 zal de club opnieuw een werk uitgeven, ditmaal over de postgeschiedenis van het postkantoor Erembodegem. In dit 98 pagina’s tellende boek, streeft auteur Alfons Abbeloos - tevens ondervoorzitter van de club - een zo volledig mogelijk historisch en filatelistisch werk na. ‘De postgeschiedenis van het postkantoor Erembodegem (1873 - 2009)’ zal verkrijgbaar zijn via de website of door voorintekening. Met Bart Cappelle heeft Philatelia Alosta sinds kort een nieuwe jonge voorzitter. Hij geeft zichzelf 5 jaar om de club verder uit te bouwen. Uitdagingen voor de nabije toekomst zijn de jeugdwerking (voor 8 tot 15-jarigen) en de viering van het jubileum van 80 jaar in 2015.
Natuurgebied de Gerstjens
Het kasteel Ronsevaal werd aan het eind van de 19de eeuw gebouwd in eclectische stijl en heeft een prachtig park in Engelse landschapstijl. Het domein ligt in het natuurgebied de Gerstjens. (Ook het kasteeldomein Overhamme ligt in dat natuurgebied. Dit kasteel “ Pas tijdens WO II ontdekte een Chinese dateert uit de 12de eeuw, maar werd in 1945 gesloopt houtvester bij toeval een paar levende door te hoge restauratiekosten. Enkel een deel van de exemplaren in het zuiden van China. “ vijver en de dienstgebouwen zijn nog overgebleven.) Van waar de naam ‘Gerstjens’ komt is niet echt duidelijk. Vermoedelijk is het een eigennaam, afkomstig van de eerste bezitter van het gebied. Mogelijks is het afgeleid van ‘ger’ of ‘gere’ wat staat voor een spits toelopend stuk land. Een derde mogelijkheid is dat het afgeleid is van ‘gersto’, wat omsloten ruimte betekent. Het natuurgebied is nu eigendom van de stad Aalst. De vijver, die landschappelijk bij het domein Ronsevaal behoort, werd eveneens stadseigendom. Zo komt het dat ook vandaag nog de twee watercipressen op dezelfde plek staan. De dikste van de twee bomen heeft op borsthoogte een omtrek van ca. 3,20 meter. Daarmee is hij de ‘kampioen’ van België.
uit Aalst.
Erfgoedvereniging in beeld
Reclame… Uit: De Leiewacht, 9 juni 1928.
4
meer weten ?
www.philatelia-alosta.be De leden van de postzegelkring in 1946.
5
6
7
de erfgoedkrant juni 2012
Wist je dit? Groot volk in een kleine stad
En dit? Koning Boudewijn bezocht in 1978 de carnavalsstoet.
Bekende figuren in Aalst
Op reis naar Congo
Petrus Van Nuffel (Aalst, 10 juli 1871 - 10 augustus 1939) kan gerust beschouwd worden als de nestor der Aalsterse geschiedschrijvers. In één van zijn talrijke werken maken we kennis met een aantal ‘grote’ figuren uit de geschiedenis die ooit een bezoek brachten aan Aalst. Hij schreef dit werk in 1924 op vraag van het toenmalige Feestcomité, dat op zoek was naar inspiratiebronnen voor allerhande praalstoeten en/of cavalcaden.
Heeft onze stad een historische band met de voormalige kolonie van Leopold II en België? In de loop van de geschiedenis zijn er zeker voldoende verbanden te vinden. Uiteraard zijn er de talloze missionarissen en stadsgenoten die woonden en werkten in de kolonie. Verschillende Aalstenaars speelden er zelfs een niet onbelangrijke rol. Zo was baron Leo de Béthune raadsman van koning Leopold II inzake Congo. Als secretaris van de Hoge Raad van de Onafhankelijke Congostaat speelde hij een belangrijke rol in de uitbouw van de kolonie.
Van vorsten tot de Zonnekoning
Sommige bezoeken wekken weinig verbazing op. Het was gebruikelijk dat vorsten constant doorheen hun gebieden reisden of zich plechtig lieten inhuldigen. Zo bijvoorbeeld Diederik van den Elzas, graaf van Vlaanderen, die zijn intrede in onze stad deed op 21 juli 1128. In dit rijtje passen ook Jan zonder Vrees (1418), Filips de Goede (1420), Karel de Stoute (1468), Filips de Schone en zijn gemalin Joanna van Castilië (1500). Hun in Gent geboren zoon en latere keizer van een rijk waar de zon nooit onderging, Keizer Karel V, volgde in 1540.
Maar deze kolonisatie beroerde uiteraard ook de politiek uit het begin van de twintigste eeuw. Dat was de periode dat daensisten en katholieken meestal lijnrecht tegenover elkaar stonden. Zo was Daens fel gekant tegen de Congopolitiek van Leopold II en Léo de Béthune. Zij stuurden immers aan op een overname van Leopolds privébezit in Congo door de Belgische staat. In 1667 stelden de Aalstenaars in ruil voor hun overgave aan de Zonnekoning een aantal voorwaarden waaronder de handhaving van het rooms-katholieke geloof als enige godsdienst. Het document met de handtekening van Lodewijk wordt nog steeds bewaard in het Stadsarchief.
Opmerkelijker is de doortocht in 1418 van den Grave van uut Egypte, met vele van sine lieden.Volgens Van Nuffel betrof het bruinkleurige Bohemers, Zigeuners of Egyptenaars, in hun land vogelvrij verklaard. Ondanks de ietwat negatieve beschrijving, nu zou men het over de Roma hebben, vond Van Nuffel hen toch ‘groot’ genoeg om hen in zijn lijstje op te nemen. Naast eigen adel en vorsten deden ook buitenlandse vorsten Aalst aan. Zo trok in 1672 niemand minder dan de Zonnekoning Lodewijk XIV door Aalst om met zijn leger op te rukken richting onze huidige noorderburen. Helaas
Congo in Aalst Er waren echter ook Aalstenaars die naar Congo zelf trokken. De avonturen van Albert Boone bijvoorbeeld werden in de lokale pers tot aan zijn overlijden in 1908 te Kinkanda gevolgd. Aanvankelijk was hij luitenant in de Force Publique, het leger van Kongo-Vrijstaat, maar in 1899 stapte hij over naar La Centrale Africaine van Aalsters burgemeester Leo Gheeraerdts. Deze maatschappij stond onder meer in voor de rubber- en ivoorexport. Een andere Aalstenaar, Jan De Windt, vertrok als jonge geoloog op expeditie. Hij verdronk in 1898 in het Tanganikameer toen zijn boot tijdens een onweer omsloeg.
inventarisboek van de Oudheidkundige Kring van de stad en het voormalige Land van Aalst, die de basisverzameling van het stedelijk museum van Aalst aanlegde, vermeldt dat in 1905 de heer Exsteens een reeks ‘Congolese’ wapens schenkt. Iets later is er P. De Clippele die een spijkerbeeld van de Bacongo aan het museum overmaakt. Deze objecten zijn, hoewel ze uiteraard niet meteen passen in de vaste collectie en het verhaal van stad en regio, zeker waardevol. Vooral omdat ze zeer vroeg (vóór 1905) verzameld werden, waardoor ze als absoluut authentiek kunnen worden beschouwd.
Ontdek Congo in Aalst
In de reserve van ’t Gasthuys - Stedelijk Museum Aalst worden verschillende Afrikaanse wapens en een fraai spijkerbeeld bewaard. Het oude
De avonturen van Albert Boone in Congo werden beschreven in de lokale pers.
had Maarschalk Turenne vijf jaar voordien op bevel van diezelfde Lodewijk de Aalsterse stadsmuren laten afbreken. Niettemin boden Jan van der Moesen en Hendrik Stockman hem bij een bezoek in 1699 een hert aan. Grote man, klein postuur
De volgende grote naam, maar van postuur ‘kleine’ Fransman, was Napoleon. Hij bezocht op 17 mei 1810 Aalst. Er wordt wel eens beweerd dat naar aanleiding van dit bezoek de zogenaamde Kastanje- of Paardenvesten herdoopt werden tot Keizersplein. De naam ‘Place Imperiale’ dateert echter al van 1808.
lanceert zich in de sociale media!
De Erfgoedcel Aalst is nu ook te vinden op Twitter en op Facebook. twitter.com/ErfgoedcelAalst facebook.com/#!/pages/Erfgoedcel-Aalst
Een grote naam die aan de aandacht van Van Nuffel ontsnapte was de Russische tsaar Peter de Grote. Hij begaf zich op 18 april 1717 met zijn gevolg vanuit Brussel naar Gent en nuttigde in Aalst het middagmaal. In de stadsrekening van 1717-1721 heeft men het over den sar van moscovien. Van Nuffel eindigt zijn opsomming in 1856 met de zoon van Leopold I. Toch kunnen we aan zijn lijst met beroemdheden nog twee namen toevoegen. Op zaterdag 1 juni 1940 reed Adolf Hitler dwars door Vlaanderen op weg naar de slagvelden van 1914-1918. Tijdens die rondrit passeerde hij o.a. aan het zwaar gehavende Werfplein. Koning Boudewijn bezocht meermaals onze stad maar in 1978 bezocht hij samen met koningin Fabiola de carnavalsstoet. Dat men met het oog op dat bezoek speciaal een toilet installeerde in het stadhuis was meteen gesneden brood voor de carnavalisten die in de ‘royale toilet’ een bron van inspiratie vonden.
Dit spijkerbeeld maakt deel van de collectie van het stedelijk museum. Het komt van de Bacongo en er werden magische krachten aan toegekend.
8
de erfgoedkrant juni 2012
je
rt zoeke
Wie zoekt, die ...
Van Vaerenbergh Heb jij een stuk van de stamboom ‘Van Vaerenbergh’? Ben je ermee bezig? Of heb je meer informatie over Theophilus Van Vaerenbergh? Wij zoeken meer info over ene Theophilus Van Vaerenbergh, geboren in Aalst op 17 mei1873. Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
De Groote Oorlog Barnum In november 1901 streek The Barnum Circus neer in Aalst. Wat een groot evenement moest worden, bleek al snel een regelrechte ramp. Want door de drassige ondergrond konden de tenten niet worden geplaatst. En zo verliet het circus de stad zonder voorstelling. Heb jij nog informatie, affiches, folders of verhalen over de passage van het Barnum Circus in Aalst? Wij horen het graag! Alle info over dit vreemde voorval is meer dan welkom. Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
We zijn nog steeds op zoek naar allerhande materiaal over de Eerste Wereldoorlog in Aalst en deelgemeenten. Foto’s van familieleden aan het front, postkaarten en brieven van verplicht tewerkgestelden, verhalen over het dagelijkse leven tijdens de bezetting, medailles van oudstrijders, loopgravenkunst of andere voorwerpen zijn maar enkele voorbeelden. Alvast dank aan alle mensen die heel interessant materiaal binnenbrachten. We kunnen dit zeker gebruiken in de tentoonstelling in 2014. Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
Gevonden De Kattestraat?
Verz. Dirk Meert
De foto waarvan we dachten dat het de Kattestraat was, is in feite de Zonnestraat in Aalst. Waar vandaag de ingang van de Kroonparking is, was vroeger de R.A.D. (Rijksarbeidsdienst). De Reichsarbeitsdienst was een organisatie die door nazi-Duitsland was opgezet om de werkloosheid terug te dringen. Bedankt voor alle tips die binnenkwamen!
Wil jij op de hoogte blijven van het erfgoedgebeuren in Aalst? Wil je de Erfgoedkrant zeker blijven ontvangen? Vul dan hier je gegevens in en bezorg ze ons (post fax of mail). Voornaam en naam : Straat en nummer : Postcode en gemeente : E-mail : Ik ben geïnteresseerd in activiteiten en nieuws van: Erfgoedcel Aalst ’t Gasthuys – Stedelijk Museum Aalst Stadsarchief D.A.D.D. vzw (Documentatiecentrum en Archief voor Daensisme en Hedendaagse Geschiedenis van de Denderstreek) Wet 8.12.’92. Gegevens komen in gegevensbestand van de Erfgoedcel Aalst; kunnen meegedeeld worden aan sectoren van de Erfgoedcel en derden. Betrokken kunnen publiek register raadplegen; hebben toegangs- en correctierecht.