2
De Erfgoedkrant
Erfgoednieuws uit Aalst, Baardegem, Erembodegem, Gijzegem, Herdersem, Hofstade, Meldert, Moorsel en Nieuwerkerken De erfgoedkrant verschijnt 3 keer per jaar en is een gratis uitgave van de Erfgoedcel Aalst
2de jaargang nummer 2 juni 2011
Circus in Aalst circus in de stad een groot De tijd dat het neerstrijken van een al een tijdje achter ons. Toch evenement was, ligt jammer genoeg aan populariteit. In de zomerwint het fenomeen stilaan opnieuw den uit met circusfestivals. maanden pakken meer en meer ste de derde keer ‘Cirk!’ plaats. Ook in Aalst vindt in augustus voor mpeld wordt in circussfeer. Drie dagen waarin de stad ondergedo usleven in Aalst in de kijker Om ook de geschiedenis van het circ ant volledig aan dit thema. te zetten, wijden we deze Erfgoedkr dan zeker de tentoonstelWil je nog meer weten? Bezoek Aalsterse circusleven vanaf ling over de geschiedenis van het seum. 6 augustus in ’t Gasthuys-Stedelijk Mu Een Aalsterse circusfamilie met geschiedenis
Ooit bezat Aalst een eigen circusfamilie, een circus van eigen bodem. De familie Van Lissum was met zijn Circus Jhony voor velen het laatste Belgische circus. Hun laatste optreden dateert nog maar van 1982. Daardoor is er nog een volledige ‘jongere’ generatie Aalstenaars die zich hun kinderlijke verwondering kunnen herinneren bij het zien van de acts van Circus Jhony. De stamvader van het circus was echter geen Aalstenaar. Jhony Van Lissum werd op 6 juli 1891
geboren in Brussel. Krachtatleet Jhony was van goede komaf en zijn ouders hadden liever een andere loopbaan gezien voor hun zoon. Maar de liefde deed hem in het circusleven belanden. Stammoeder was Maria Leschan, die in 1898 geboren werd in Antwerpen. Haar ouders zaten wel al in de ‘stiel’. Vader Alexander Leschan, een Hongaar, was gehuwd met Lena Libot, één van de kinderen van het gelijknamige en alomgekende Circus Libot. Jhony en Maria beslisten vrij vlug om zelf een eigen circus op te starten. Circus Jhony zag het levenslicht en vanaf 1921 toerden ze door het hele land. Aanvankelijk was dat financieel niet evident, waardoor ze vaak op ‘engagement’ gingen. Dat betekende dat ze zichzelf als circusar tiesten verhuurden aan andere circussen. Tijdens één van die engagementen bij het ‘Cirque de Paris’ werd hun eerste kind, André, geboren. De familie bleef in België toeren tijdens het seizoen (van maart tot november) terwijl de wintermaanden voorbehouden waren voor engagementen in het buitenland. De kinderen maakten de buitenlandse opdrachten echter onmogelijk. In totaal kregen Jhony en Maria maar liefst 10 kinderen, die één voor één werden ingeschakeld in de wondere wereld van het circus. En dat was voor de kinderen Van Lissum absoluut geen verplichting. De verleiding van het spektakel en de kostuums was zo groot, dat ze stonden te springen om mee te mogen doen. En maar goed ook, want
Uit: Le Petit Journal, 8 maart 1914.
Uit: De Volksstem, 17 februari 1914. Jhony had zich voorgenomen er de stiel bij zijn kinderen ‘niet in te kloppen’. Naast circusdirecteur verzorgde Jhony ook zelf acts: een krachtnummer (dat hij uitvoerde met zijn vrouw Maria en schoonzuster), een nummer aan de ringen... Zijn oudste zoon André stond
>2
colofon | Concept: Erfgoedcel Aalst | Redactie: Erfgoedcel Aalst, ‘t Gasthuys - Stedelijk Museum Aalst, Stadsarchief Aalst, D.A.D.D. vzw, Bar t Backaer t en dienst Stadspromotie - sectie Communicatie | Eindredactie: Erfgoedcel Aalst | Foto’s: Bar t Backaer t, Ann Degeest, De Draeckenieren, Circus Ronaldo | Vormgeving: www.impressantplus.eu | Druk: Roular ta Media Group n.v. | Verantwoordelijke uitgever : Ilse Uyttersprot, burgemeester, p.a. stadhuis, Grote Markt 3, 9300 Aalst, tel. 053 73 23 23
2
3
de erfgoedkrant juni 2011
gekend als clown Titi, terwijl zijn broer René de Dat Jhony Van Lissum en circusdochter Maria piste betrad als clown Toto. De clowns waren een Leschan in 1921 een eigen circus uit de grond vaste waarde bij Circus Jhony.Titi en Toto bedachstampten, mag gezien hun achtergrond niet verten hun eigen nummers, vol creatieve humor. Die wonderlijk heten.Wel verwonderlijk is het feit dat humor werd duidelijk geapprecieerd, want de Circus Jhony het al die jaren uithield en bovenclowns werden vaak dien de crisis van Na meer dan 60 succesvolle jaren behoort gevraagd om op te de jaren ‘50 - ‘60 Circus Jhony tot het collectieve geheugen van Aalst. treden bij de vooroverleefde. Volgens malige BRT. De broers waren ook acrobaten en dochters Josée en Henriette lag dat aan de grote verzorgden een koorddansact. Stalmeester Theo samenhorigheid binnen het gezin. En zoals ze zelf praatte de acts aan elkaar en betrad zelf ook de zeggen: “Een goed merk moet je niet van naam ring als clown. Marcel nam voornamelijk de paarveranderen!” Dankzij de vele eigen acts was dendressuur voor zijn rekening, al trad hij soms Circus Jhony ook minder afhankelijk van gastarop als stalmeester. De zussen Henriette (Jetti), tiesten (die betaald moesten worden). Van de 10 Alphonsine en Suzanne waren van meerdere eigen optredens moesten slechts 2 acts ingemarkten thuis: ze voerden kunstjes uit met en op huurd worden. Dat waren dan vooral acts met de paarden, slingerden aan de trapezes en deden wilde dieren, zoals olifanten. Bovendien draaiden aan acrobatie. Suzanne was zelfs zo lenig dat ze niet alleen de eigen kinderen mee in het circus, ook optrad als slangenmens. De duivel-doet-al ook de aangetrouwde familie werkte mee. Achter van de familie was Josée: van trapezeacts, grondde schermen zorgde Diana Leschan, zuster van oefeningen tot acrobatie te paard. Eén van haar Maria en door de kinderen Van Lissum liefkozend ‘metje’ genoemd, voor het huishouden. Daardoor raakte Circus Jhony iets makkelijker dan andere circussen uit de kosten.Toen Jhony in 1957 onverwacht overleed nam Maria, tegen dan alom gekend als ‘Madame Jhony’, de leiding van het circus over.
Het ‘tandenwerk’, de favoriete act van Josée. favoriete acts was het zogenaamde ‘tandenwerk’. Daarbij beet Josée in een klein stukje leder dat verbonden was met een touw. Haar broers trokken haar dan omhoog tot ze 10 meter hoog hing. Daar begon ze dan, met haar tanden bengelend aan een touw, aan een act waarbij ze stuk voor stuk haar mooie jurk inruilde voor een iets meer tot de verbeelding sprekende outfit. De publiciteit was een andere specialiteit van Josée, net als het naaien van de kostuums. Ook het herstellen van het wagenpark werd door de familie zelf gedaan. Madeleine zat aan de kassa en zo had ieder familielid zijn vaste klusjes. Enkel dochter Rachel verliet rond haar 23ste het circus: ze huwde een burgerjongen… De artiesten haalden halsbrekende toeren uit, vaak uitgevoerd zonder opvangnet. Toen André een zware voetbreuk opliep, bleek uit de röntgenfoto’s dat hij in feite zijn voet al zeven keer had gebroken! Gelukkig werd buiten een paar beenbreuken en wat spierpijn het gezin van zware ongelukken gespaard.
heel geliefd gemaakt dankzij de vele liefdadigheidsoptredens die ze verzorgde. Dat was het idee van stamvader Jhony, die voor benefietoptredens elke onkostenvergoeding weigerde. Die traditie werd verdergezet door zijn kroostrijk gezin. Tijdens één van dergelijke optredens werd burgemeester Marcel De Bisschop uit het publiek gehaald om deel te nemen aan een act. Zijnkleinkinderen herinneren zich nog hoe hun opa door een olifant ‘ingezeept’ werd voor een zogenaamde scheerbeurt. De Van Lissums zelf sloten Aalst ook in hun hart. Zo was René, alias clown Toto, 10 jaar lang lid van carnavalgroep ‘De Lodderoeigen’. Heel wat afgedankte onderstellen van Circus Jhony belandden zo bij de carnavalgroep. Ondertussen trad zelfs de derde generatie Van Lissums aan. Karoly, het zoontje van clown Toto herinnert zich nog hoe hij als driejarig ventje de titel van jongste clown ter wereld toebedeeld kreeg. “Ik heb nog een Vanaf 1947 trad het circus jaarlijks op in Aalst. keer of twee, drie kunnen optreden”, aldus Karoly, Aanvankelijk overwinterde de familie in het “en mijn clownschoentjes en -kostuum heb ik nog Antwerpse. Later huurden ze twee hangars in altijd.” De tijd zat het circusleven echter niet mee. Baasrode. Volgens Josée wou haar vader altijd Door ziekte van de ondertussen 84-jarige huren, nooit kopen. Jhony vreesde immers ruzies ‘Madame Jhony’ werd de circustent in het seizoen over erfenissen en dat wou hij vermijden. Omdat 1982 niet opgesteld. Wat een tijdelijke forfait was, de familie al eerder bleek achteraf De duivel-doet-al van de familie Van Lissum was Josée. overwinterde in het definitieve Herdersem en Terjoden kenden ze de streek einde te zijn. Maria had reeds tien jaar eerder in goed. Zoon Marcel kende meer dan alleen de een kranteninterview voorspeld dat haar kleinstreek, want hij had ‘kennis’ met de dochter van kinderen een andere job zouden moeten kiezen. het Aalsterse café ‘Charleston’. En via een Na meer dan 60 succesvolle jaren behoorde zekere ‘Mie Sigaret’ slaagden ze erin een terrein Circus Jhony tot het collectieve geheugen van de te huren in de August Marcelstraat. De familie Aalstenaars. aarzelde niet en vanaf 1964 werd Aalst de definitieve thuisbasis van het circus. Tijdens de winter werden op die plek de acts ingestudeerd. Helaas braken vanaf het einde van de jaren ‘60 moeilijke tijden aan voor het circusleven. Een veranderende mentaliteit onder invloed van een verhoogde levensstandaard zorgde ervoor dat het steeds moeilijker werd om de circustent gevuld te krijgen. Maar de echte doodsteek kwam er volgens Josée na de invoering van de btw. Ook de sociale wetten voor het circuspersoneel deed menig circus de das om. Veel steden of gemeenten verhoogden bovendien ook nog eens de staangelden. Dat de Aalstenaar Circus Jhony ondertussen volledig in zijn hart had opgenomen, blijkt uit het feit dat het lot van het circus tot in de gemeenteraad werd opgevolgd. Men brak er een lans voor wat men ‘een waardevolle volkskulturele bedrijvigheid’ noemde, die ondanks de vele moeilijkheden niet teloor mocht gaan. De familie Van Lissum had zich dan ook
Tentoonstellingen
Cirk!
Om binnen het circusfestival ‘Cirk!’ ook de geschiedenis en het erfgoed van het circusleven te benadrukken, pakt de Erfgoedcel Aalst samen met ’t Gasthuys-Stedelijk Museum, het Stadsarchief Aalst en D.A.D.D. vzw uit met een tentoonstelling. Vanaf zaterdag 6 augustus ontdek je in het museum meer over de nationale en internationale circussen die op doortocht waren in Aalst. Ook de lokale circusfamilie Circus Jhony staat in de kijker. Daarnaast kan je ook ‘Cirk! De Illusie voorbij’ bezoeken, een fototentoonstelling van Benny De Grove. Hij is al 25 jaar portret- en publiciteitsfotograaf en volgt sinds 1996 Circus Ronaldo. Zijn foto’s werden gepubliceerd in zowel nationale als internationale boeken. Als Vlaams familiecircus geniet Ronaldo internationale faam. Hun voorstellingen zijn een mix van traditioneel volkstheater en spektakel. Circus Ronaldo blinkt uit in de perfectionering van het imperfecte. Beide tentoonstellingen lopen van zaterdag 6 augustus tot en met zondag 4 september in ’t Gasthuys-Stedelijk Museum Aalst, Oude Vismarkt 13.
Van vrijdag 19 tot zondag 21 augustus verandert Aalst voor de derde keer in een circusstad. Geniet van acrobatie, humor, jonglerie, straattheater, dans, muziek, openluchtfilm, circusexpo... nationale en internationale acts. Circus voor iedereen. Voor een gedetailleerd programma hou je de website www.cirkaalst.be in de gaten en Denderend Aalst van 5 augustus.
Wist je dit?
uiterst gevarieerd. Wij zetten in is d goe erf end oer onr en l riee ate Ons imm er.Vreemde gebruiksvoorwerpen, elke erfgoedkrant een object in de kijk ste zicht simpel object of een leuke verhalen achter een op het eer object. Je leest er in deze rubriek merkwaardige geschiedenis van een le d’Alost, Souvenir de la kermesse meer over. Deze editie: fotoalbum ‘Vil flamande, 2, 3, 9 et 10 août 1908’.
’t Gasthuys – Stedelijk Museum Aalst kon een tijdje geleden een heel mooi fotoalbum aan zijn collectie toevoegen. De titel van het album luidt ‘Ville d’Alost, Souvenir de la kermesse flamande, 2, 3, 9 et 10 août 1908’. In totaal nam fotograaf Blondiau uit de Lange Zoutstraat 24 foto’s op die een beeld geven van de verschillende attracties zoals bijvoorbeeld het variététheater, worstelperk, bloemenkraam ‘à la rose sans épines’, Zwitsersch kunsttaverne, Molen van plezier, een Bodega en zelfs een cinema waar ondermeer ‘cowboys et peaux-rouges’ (cowboys en roodhuiden) en ‘La revanche de la Gitane’ (de wraak van de zigeunerin) op het programma stonden. Dankzij de gedigitaliseerde krantencollectie (www.madeinaalst.be) vonden we al snel meer informatie terug over deze Vlaamse kermis. Zo kan je in De Denderbode van 23 februari 1908
lezen dat ‘er is besloten te Aalst EENE GROOTE VLAAMSCHE KERMIS in te richten om te voorzien in de steeds aangroeiende noodwendigheden der Catholieke Werken’. De kermis zou plaatshebben in ‘Het Casino’ (ook gekend als ‘den Bokkenhof ’), een domein van meer dan 60 are, gelegen tussen de huidige Vlaanderenstraat en Arbeidstraat en dat toen eigendom was van de Koninklijke Harmonie ‘Al Groeiend Bloeiend’. Hoewel deze Vlaamse kermis georganiseerd werd ten voordele van een goed doel zijn op de foto’s toch vooral gegoede Aalstenaars te zien die van de kermisattracties kwamen genieten. En dat is dan weer niet zo verrassend als we naar de toegangs- en kostprijs van de attracties kijken: voor één dag was de toegangsprijs 20 cent. Voor een ‘ingangsabonnementkaart’ betaalde men één frank en om een filmvoorstelling mee te pikken, moest men tussen 25 cent en 1 frank neertellen. Vergelijken we dit met het budget van een arbeidersgezin, dan blijkt dat de gemiddelde huurprijs voor een gezin 2 frank per week bedroeg. In De Denderbode werd de maanden voorafgaand aan de kermis heel wat reclame gemaakt voor dit evenement en als we alles mogen geloven wat er in de krant staat, dan moet dit echt wel een spectaculair gebeuren geweest zijn... voor die
De affiche van de ‘Vlaamsche Kermis’ van 2, 3, 9 en 10 augustus 1908 in Aalst. tijd! Zo lezen we ‘dat er een regelmatige vervoerdienst per Autobus en Automobielen zal zijn van alle kanten der stad, naar den Hof. Dit zal zeker één der grootste aantrekkelijkheden uitmaken, en ééne nieuwigheid zijn, die veel bijval zal hebben’. Vandaag zou je met dergelijke aankondiging weinig volk trekken, zeker als je dan ook nog ‘eenige centiemen voor een rijtoer per Automobiel’ moet betalen. Een ander merkwaardig feit, dat toen blijkbaar het aankondigen waard was, was de aanwezigheid van ‘electrisch licht’. ‘De maatschappij Energy Car van Brussel, die de electriciteit zal bezorgen voor de Vlaamsche Kermis zal al de mogelijke toestellen gebruiken om de verlichting zoo prachtig mogelijk te maken, en om ’s avonds aan den Hof een echt feëeriek uitzicht te geven. Den ingang en gansch de Nieuwstraat zal ook verlicht worden en een tooverachtig schouwspel verleenen’. Het Stadsarchief Aalst bezit een affiche van deze kermis. Wat men over de kermisaffiche schreef in juni 1908 in De Denderbode is volledig correct: ‘Zij zijn kleurrijk, prachtig afgewerkt en levendig. Het zijn waarlijk kunstaffichen!’
4
5
de erfgoedkrant juni 2011
’t Groen Kotje e gebouwen, archeologische Bij erfgoed denken we meteen aan oud jes en dialecten. Oude bomen objecten, schilderijen, ook wel aan lied n echter ook tot ons erfgoed. en andere groene elementen behore e functie of om een bijzondere Ze werden geplant met een bepaald en. Deze keer: een etagelinde reden. Dit is het zogenaamde erfgro in het Astridpark (Aalst). Vorig jaar werd in het Astridpark het tot schuilhok omgebouwde kaartershuisje afgebroken. Overlast en klachten van de buurtbewoners zorgden voor de sloop van dit toch wel sympathieke gebouw. Een gelijkaardig gebouwtje kan je nu enkel nog zien in het stadspark. Na de sloop bleven alleen de ronde contouren en de verharde grond achter. En dus smeekte de plek om iets nieuws. Twee personeelsleden van de Groendienst ontdekten op een bomentocht door Duitsland meerdere etagelindes. Deze merkwaardige snoeivorm wekte hun nieuwsgierigheid. De vrijgekomen plaats in het Astridpark was de uitgelezen plek voor een soortgelijke boom. En zo werd beslist om in het park een etagelinde aan te planten met een historische snoeivorm en betekenis. Al snel zal ook duidelijk worden dat deze boom best op zijn plaats is in dit circusnummer van de Erfgoedkrant. Een levende kiosk
Etagelindes zijn bomen die in drie etages worden gesnoeid. De drie etages staan symbool voor de drie machten in de middeleeuwen: het
in de kijk er
Mijn erfgoed en ik
goddelijke gezag, de wereldlijke macht en die van het volk. De linde was voor onze voorouders ook een belangrijke boom: hij was gewijd aan Freya, godin van de liefde en vruchtbaarheid. Later werd de linde gewijd aan de Heilige Maagd en werd hij vaak bij veldkapellen geplant of werden er boomkapelletjes aan zijn stam genageld. De linde laat zich gemakkelijk snoeien en knotten en leent zich dus ook het best voor deze extreme snoeiwijze. Deze boomsoort kan ook zeer oud worden. Rond en onder de etageboom werd een permanente stelling gebouwd, die de in etages gesnoeide kruin moest dragen. In sommige gevallen werd er bovenop deze etages ook nog een houten vloer aangebracht. Sommige exemplaren lijken zo op een soort levende boomhut, soms zelfs met een vaste trap die toegang geeft tot de verschillende verdiepingen. In de boomkruin werd gedanst en muziek gemaakt.
Mariska Van Lissum
Twee mensen, twee erfgoedstukken. Over hun persoonlijk verhaal en het groter erfgoedgeheel erachter.
Object: ballerina’s met pailletten, gedragen op 5-jarige leeftijd, ca. 1971.
De etagelinde van het Astridpark bij aanplanting in maart 2011. In het Astridpark leende de vorm en de oppervlakte die ontstond na de sloop van het kaartershuisje zich perfect voor de aanplanting van een etagelinde. Daarnaast heeft dit boom-
Of er in de toekomst gedanst en gemusiceerd zal worden in deze boom is niet zeker. Zeker is wel dat met de aanplanting een merkwaardig stukje ‘boomgeschiedenis’ op deze plek ontstaat. Deze merkwaardige snoeivorm en dit aparte gebruik vindt men vandaag nog veel terug in Duitsland. Vooral in Beieren staan nog eeuwenoude exemplaren. Maar ook in Nederland en België zijn er een aantal van deze bijzondere bomen terug te vinden. In Vlaanderen staan er nog twee: één op het marktplein in Westerlo en één in Retie. In de provincie Henegouwen staat een zeer mooi exemplaar op het kerkplein van Maçon. Het gebruik als ‘levende kiosk’ en ‘danszaal’ is bij ons niet gekend, maar onder de boomkruin werd wel markt gehouden. Onderaan de lindebomen werd recht gesproken.
Herwig Van Holsbeeck
type, net als het kaartershuisje, een openbare en sociale functie. Zo’n boom vinden was een ware speurtocht. Uiteindelijk werd een exemplaar aangekocht bij een Nederlandse boomkwekerij. Zij hadden vele jaren nodig om de boom op dergelijke wijze te kweken. Dat er vanuit Aalst een vraag naar dit type boom kwam, was een complete verrassing voor hen. Bij de aanplanting woog de boom, samen met de enorme kluit, meer dan vijf ton, had hij een doorsnee van vijf meter en een hoogte van tien meter. Op 15 maart 2011 werd de boom geplant in het Astridpark. Voor het dragen van de boomkruin moet nog een stelling gemaakt worden. Zo zal op termijn de boom zijn vaste vorm krijgen.
Een etagelinde in Duitsland.
“Deze ballerina’s herinneren mij aan mijn kindertijd in het circus. Het was magisch om daar op te groeien. Mijn papa (Marcel Van Lissum) deed er acrobatie op het paard. En van kleinsaf aan ging ik mee in de piste. Er zijn foto’s waar ik amper 1 jaar ben en met mijn papa op het paard zit.Toen ik wat ouder was, trad ik zelf mee op in de act. Er zijn nog mensen die zich herinneren hoe mijn papa mij de piste binnendroeg op één hand. Trainen deden we niet. Alle kinderen werden bij de trainingen betrokken en dus leerden wij al heel vroeg ‘de stiel’. Onze tantes en nonkels vertelden ons waar we de trapeze moesten vasthouden, hoe we ons evenwicht konden bewaren, we imiteerden hun acrobatische turnoefeningen, enz. Maar dat was voor ons geen karwei, dat was spelen. Wij amuseerden ons rot. Ook buiten het circus hadden wij veel plezier. Tijdens het seizoen reisden wij mee met het gezelschap en gingen wij ter plekke naar school. Hoewel je dat misschien niet zou verwachten, heb ik mij nooit een buitenstaander gevoeld. Iedereen was heel nieuwsgierig naar ‘dat meisje van het circus’. Zowel in de klas als op de speelplaats kreeg ik heel veel aandacht en had ik veel vrienden. Dan pas stond ik er soms bij stil dat ik een speciale jeugd beleefde. In de winter ging ik naar school in onze vaste verblijfplaats, Aalst. Vanaf mijn 10de bleef ik er permanent naar school gaan. Waar we ook stonden, mijn vader bracht me elke dag naar school in Aalst. Rond m’n 14 jaar ben ik gestopt met optreden in het circus. Dat vond ik heel jammer, maar langs de andere kant heb ik nooit de behoefte gevoeld om terug te keren. Ik ging studeren en er ging een nieuwe wereld voor mij open. Zo kreeg ik zin om mijn eigen ding te doen: kunstenares worden. En toch ben ik ergens in de voetsporen getreden van mijn voorouders. Ik ontwerp decors… en dat deed mijn grootvader ook.
Het circus was een superomgeving om in op te groeien. Mijn papa was mijn god. Ik heb al op veel plaatsen gewoond: van Gran Canaria, Engeland tot Kortrijk en Veurne. Het reisgevoel van het circus zit er duidelijk in. En toch kom ik binnen een paar maanden terug naar Aalst wonen, het is mijn thuis. Hier hebben wij allemaal samen gewoond, kort op elkaar. Het was altijd een gezellige drukte. Nu mis ik die drukte. Ik mis ook onze caravans. Want net daardoor heeft onze familie zo een sterke band. De ballerina’s zijn geleefd, gebruikt en er zitten gaatjes in. Toch kan ik ze niet wegdoen. Ik heb nog ontzettend veel spullen uit ons circusverleden. Zelfs van het kleinste object kan ik geen afscheid nemen. Mijn tante heeft nog onze kostuums. Grotere stukken zoals de piste en de tent konden we niet langer bewaren. We verkochten ze aan de circusschool van Leuven en daar ben ik heel blij om. Op die manier leeft ons circus nog een beetje verder.”
Object: poster uit 1947 van de grote Zwitserse clown Grock. “Ik moet zo’n 5 à 6 jaar geweest zijn, toen mijn ouders mij voor het eerst meenamen naar het Koninklijk Circus in Brussel.Van in het begin was ik in de ban van de sfeer van het circus en tot op de dag van vandaag laat me dat niet los. Als kind ging ik jaarlijks naar de voorstellingen van de grote nationale circussen in Brussel. Ik heb bijna alle programmabrochures verzameld tot en met 1994.Toen is het Koninklijk Circus immers omgebouwd tot concertzaal. Vroeger waren er natuurlijk ook veel lokale circussen die vooral rondtrokken in het binnenland. Vaak waren die ontstaan uit de kermis. Tijdens de jaren ’50 waren ook de Belgische circusartiesten vermaard in het buitenland. Zo werden de Aalsterse zusters Semay gevraagd tot in Parijs. Van circus Semay herinner ik mij nog een voorstelling in Aalst waarbij de toen 92-jarige Pierre Semay het publiek toesprak in ‘chapeau buse’ (hoge hoed) en ‘pitteleer’. Dat was in 1957, want de programmabrochure heb ik nog steeds.
Na één circusvoorstelling was ik volledig in de ban van die speciale sfeer. Als kunstschilder ging ik vanaf midden de jaren ’60 zelf clowns portretteren en zo ontmoette ik bijvoorbeeld ook de wereldbekende Oleg Popov. Jammer genoeg kreeg het klassieke circus het met de jaren steeds moeilijker om zich staande te houden te midden van het overaanbod aan vrijetijdsbesteding. Circus Ronaldo is vandaag in België een uitzondering geworden omdat het -in tegenstelling tot vele andere kleine klassieke circussen- wel nog een sterk programma aanbiedt. De aantrekkingskracht van het circus heeft voor mij persoonlijk veel te maken met nostalgie. Ik hou er vooral van wanneer de acts, de kostuums, het orkest maar ook de tent en de woonwagens tot in de puntjes in orde zijn. Het Zwitserse Circus Knie bijvoorbeeld, dat is echt genieten. Sinds de jaren ’90 blijven de grote nationale circussen helaas weg uit België. Voor de echte toppers in het klassieke circus moet je naar Duitsland of Zwitserland. Daar bestaat nog een echt trouw publiek. Eén van de laatste grote klassieke circussen die Aalst aandeden, waren Circus Americano en Circus Krone. Ik heb nog foto’s van de olifanten die over de oude Sint-Annabrug en het Esplanadeplein paraderen. Aan mijn passie voor het circus heb ik ook een grote collectie posters, programmabrochures, boeken en allerhande objecten overgehouden. Het collectiestuk dat me het nauwst aan het hart ligt is een poster uit 1947 van de grote Zwitserse clown Grock. Het is een uniek stuk omdat Grock toen op 67-jarige leeftijd voor het eerst in 8 jaar optrad. Mijn meter heeft mij ooit verteld dat ze Grock nog aan het werk had gezien in de Palace in Aalst. Helaas was ik toen nog niet geboren. Grock heeft als clown een internationale standaard gezet waardoor hij verder leeft in vele hedendaagse acts.”
6
7
de erfgoedkrant juni 2011
Erfgoedvereniging in beeld ze en waar gaan ze De Draeckenieren, van waar komen
Erfgoedtips naar toe?
De Kaiserlycke Soevereine Caemere der Geheimscryvere toen al de belangrijkste functie Draeckenieren tot Aelst is na eeuwig lange periobij de Caemere. Het was diezelfde Keizer Karel des van geheimhouding en stilzwijgen, in 1952 in die de Caemere in 1550 voor een stuk uit de geheimzinnigheid gehaald heeft door hen bij ‘het de openbaarheid gekomen. eeuwig edict van Terlinden’ met de titel Kaiserlyck Historisch gezien zijn de Draeckenieren in 1472 te honoreren (een gewaarmerkt exemplaar van v.C. tijdens het Chinese Keizerrijk ontstaan. Een dit edict wordt bewaard in het Stadsarchief). feit waar wij in deze bijdrage niet verder op kunnen ingaan. Belangrijk is dat zij in 1295 n.C. Rond de werking van de Kaiserlycke Soevereine Caemere is een zweem van geheimzinnigheid en samen met Marco Polo uit China zijn gevlucht. In mystiek blijven hangen. de geschiedenisboeken staat dit geboekstaafd als Merk op dat zij samen met de de ‘vlucht van de ACHT wijzen’. Erf goed en ziet niet om! katholieke kerk tot de laatste Na een integratieperiode in de mannenbastions behoren. Hoewel vrouwen Italiaanse stadsstaat Lampadera hebben ze zich vóór 1875 toegelaten waren, riep de toenmalige verspreid en bereikten na talloze avonturen onze Opperdraeck in volle euforie, na een overwincontreien. De Draeckenieren passeerden in de stad Pisa waar zij hun eerste aprilgrap uithaalden: ning van zijn medebroeders in een of andere occulte schermutseling, ‘ploosters boiten!’. in 1499 hebben ze de fameuze toren van Pisa Sindsdien is vrouwelijk gezelschap tijdens alle scheef gezet. Op vraag van Keizer KarelV vestigden esoterische activiteiten taboe. Meer zelfs, het de Draeckenieren zich in het grootste geheim in Aalst, centrum van de West-Europese ajuinteelt, is een aloud gebruik dat een replica van een ‘plooster’, symbool van het vrouwelijk geslacht, onder de schuilnaam NAGI NAGI (Japans voor weliswaar niet geslacht maar toch met harde ajuin). Na het Opperdraeckschap was de taak van hand uit het Draeckenhol werd verwijderd bij de aanvang van elke Draeckenierenvergadering. De Draeckenieren zijn echter geen vrouwenhaters vermits zij hun moeder en hun vrouw op de hand dragen. Dit laatste kan natuurlijk al eens mislopen wanneer zij de kramp krijgen in hun elleboog. Draeckenieren zijn nooit te beroerd om aan ontwikkelingssamenwerking te doen en daartoe hun beruchte tienjarenplannen maken om de dichtstbijzijnde missiepost, beter bekend als het dorp d. te beschaven. Ondernemend als zij zijn organiseren Draeckenieren grootse galabanketten waaraan de groten der aarde en andere notabelen met plezier aangezeten hebben en nog aanzitten. Zij verwijzen daarbij graag naar namen van ‘verschrikkelijk importante personen’ die daar ooit
eleden g r a a j 0 0 1 in Aalst…
als eredraeckenier aanwezig waren: Gewijde van Dampierre, Pieter Coecke en meer recent het gewezen burgemeestersduo Annie en Amedee, meester Jef Vermassen en vele anderen. Op de vraag ‘waar gaan de Draeckenieren naar toe’ kan in het belang van de stadsveiligheid en wegens het biechtgeheim in het ‘colloque singulier’ met de Opperdraeck tot ons groot spijt geen publiekelijk antwoord gegeven worden.
doos met oude Ieder van ons heeft wel ergens een innering aan foto’s staan. Die foto’s brengen de her terug tot vervlogen momenten uit het verleden om je foto’s op leven. Het loont dan ook de moeite en je tips hoe de juiste manier te bewaren. Wij gev bewaren, zodat je foto’s het best kan behandelen en kje tastbaar ook de generaties na jou van een stu verleden kunnen genieten!
>
>
> > > > > > >
Heraldische spreuken uit
het Draeckenierenjargon
Jamais peur toujours soif! Erf goed en ziet niet om! Lachen is een serieuze zaak!
>
de recente Draeckenierengeschiedenis 1999: De Draeckenieren bepalen met een aan de werkelijkheid grenzende nauwkeurigheid het geografisch middelpunt van Groot-Aalst en poten op 28 mei 1999 een mijlpaal neer aan de Tiende Vrijstraat. 2009: De Draeckenieren keuren op 26 april onder leiding van hun paardenmeester H. Marc Oen de termonde het Aalsterse Ros Balatum en verlenen het Aalsterse Ros het veterinair attest van geestelijke en lichamelijke gezondheid. 2009: De Draeckenieren geven hun Draeckenmonument voor eeuwig en drie dagen in bruikleen aan de stad Aalst. Het monument wordt opgesteld in de Draeckendreef van het Kasteel Terlinden en plechtig ingehuldigd op 31 mei 2009. De Kaiserlycke Soevereine Caemere der Draeckenieren tot Aelst is lid van de International Dragon Association (I.D.A).
Markante feiten uit
Uit: De Denderbode, 19 juli 1908.
oedt
ips
Zo doe je het goed!
De Draeckenieren, waar staan ze voor ?
Artickel Twee in het Boeck Een van den Bul omschrijft de Doelstellinghe van de Draeckenieren als volgt: het is de Draeckenieren tot doel te verspreyden inde Lande van Aelst ende daerbuyte: den Ghoede Luyme, de Fratsen ende Sotternyen, niet aleenlyck metterteyde van Vastenavond maar ooc ten andere teyde, sonder daerby enigerly Schaede te berockene aen saecke ofte persone sodat den Ghoede Naeme der Caemere inde soude verdruckinge come. Den eersten van April sullen sy sigh beyveren om den Gheest der Aprilsotterney staende te houden.
erfg
>
Foto’s op een optimale manier bewaren begint al bij een juiste behandeling van de stukken: wil je foto’s bekijken, ga er dan behoedzaam mee om. Neem ze steeds aan de zijkanten vast en vermijd vingerafdrukken. Vuil en lichaamsvetten blijven immers achter op de foto en zullen na verloop van tijd inwerken en verkleuring doen ontstaan.
>>
Leg je foto’s steeds horizontaal met de beeldlaag naar boven op een oppervlak. Leg foto’s ook nooit op elkaar: door het verschuiven kunnen krassen ontstaan. Vermijd direct, ongefilterd dag- en kunstlicht: de UV-straling heeft een negatieve invloed op alle vormen van fotografisch materiaal. Metalen voorwerpen (nietjes, papierklemmen, spelden) en kunststofmaterialen (elastiekjes, plastiek mappen, zelfklevende memoblaadjes, plakband) zijn af te raden, want ze bevatten schadelijke bestanddelen. Kleef foto’s nooit vast met lijm. De kans bestaat dat de lijm sporen nalaat in de emulsie waardoor verkleuring zal ontstaan. Wil je foto’s reinigen, gebruik dan bij voorkeur een zacht penseel of borstel. Een vochtige spons is uit den boze! Om je foto’s in de best mogelijke omstandigheden te bewaren kies je best een droge, koele en donkere ruimte met een stabiele temperatuur en relatieve vochtigheidsgraad. Vooral kleurenfoto’s zijn gevoelig. Kleurenfotografie is minder stabiel dan zwart-wit fotografie omdat die uit verschillende lagen bestaat: door deze onstabiele eigenschappen kan een bepaalde kleur overheersen of een andere kleur volledig verdwijnen. Bewaar kleur en zwart-wit foto’s dus best afzonderlijk. Vind je een opgerolde foto in je collectie? Bewaar hem dan ook op die manier. Bij het openrollen bestaat immers het gevaar dat de emulsie zal breken. Wil je je foto’s in een papieren omslag bewaren? Dat kan, maar berg ze dan bij voorkeur individueel op in aangepaste omslagen die van zuurvrij en niet chloorgebleekt papier gemaakt zijn. Zorg ervoor dat het formaat van de omslag het formaat van de foto benadert. Berg de verschillende omslagen vervolgens horizontaal op in een aangepaste doos met dezelfde breedte om te vermijden dat de foto’s verschuiven. Stapel je foto’s ook niet te hoog: op die manier voorkom je dat er een te grote druk op de onderste foto’s wordt uitgeoefend. Ten slotte berg je ook de dozen met foto’s het best horizontaal op. Ook hier kan je hoge stapels beter vermijden. Ook fotoalbums bewaar je het best horizontaal in een geschikte doos en niet overdreven gestapeld. Let wel op met pergamijn (kristalpapier). Deze papiersoort, die vaak gebruikt wordt voor de tussenbladen in albums, wordt broos, verkleurt en kleeft aan sommige fotografische materialen onder invloed van vocht. Ook het gebruik van lijm is vaak de oorzaak van veel onherstelbare schade. Zowel natuurlijke als synthetische lijmsoorten bevatten schadelijke stoffen. Ook als ‘fotolijm’ aangeprezen soorten zijn soms fataal. Geschikte fotohoekjes zijn doorgaans een bruikbaar alternatief.
Uit: Fotoarchief. Praktische aanbevelingen voor bewaring en beheer, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën, versie maart 2011.
Reclame…
Uit: De Volksstem, 12 april 1914.
8
de erfgoedkrant juni 2011
es
zoekertj
Wie zoekt, die ...
Weet jij meer over deze zoekertjes?
Brussel op het Spoor Pendel jij naar Brussel? Studeerde je er of heb je een andere link met Brussel? Dan zijn we naar jou op zoek. Heel wat Aalstenaars hebben iets met Brussel. Hun verhalen, anekdotes of herinneringen, daar zijn we naar op zoek. Heb jij dus zelf een band met Brussel of ken je iemand die een bijzondere waardering heeft voor onze hoofdstad, geef ons dan zeker een seintje. Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
De oude Sint-Annabrug in Aalst
Sinds enkele weken is de oude Sint-Annabrug volledig verdwenen uit het Aalsterse stadsbeeld. Wij zijn echter op zoek naar oude foto’s van de brug. Heb jij thuis nog historisch materiaal liggen, geef ons een seintje. Wij scannen je foto in zodat je jouw exemplaar zeker niet kwijt bent. Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
De vlag van Sint-Jozef Volgens de overlevering werd de Sint-Jozefgilde van Meldert opgericht in 1565. Toen de gilde 100 jaar bestond, kreeg ze een nieuwe vlag. Op die vlag werd Sint-Jozef afgebeeld en de tekst ‘Confraternitas St. Jozef Meldert 1565’. Arnold Van de Perre werkt aan een boek ‘De mannen van Meldert’ en daarvoor is hij op zoek naar een foto van die vlag. De vlag zit niet in het ’t Gasthuys-Stedelijk Museum noch in het Stadsarchief van Aalst. Weet jij waar de vlag zich bevindt? Of heb jij er een goede foto van?
Brussel op het Spoor Pendel jij naar Brussel? Studeerde je er of heb je een andere link met Brussel? Dan zijn we naar jou op zoek. Heel wat Aalstenaars hebben iets met Brussel. Hun verhalen, anekdotes of herinneringen, daar zijn we naar op zoek. Heb jij dus zelf een band met Brussel of ken je iemand die een bijzondere waardering heeft voor onze hoofdstad, geef ons dan zeker een seintje. Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
100 jaar vakschool In 2011 bestaat de ‘vakschool’ (nu VTI) 100 jaar. Voor die gelegenheid maakt de school een fotoboek. Heel wat Aalstenaars zaten er op de schoolbanken. Heb jij nog foto’s, filmopnames, dia’s, postkaarten of enig ander materiaal van de ‘vakschool’ over de afgelopen 100 jaar? Daarnaast heeft de school deze foto in het schoolarchief. Weet jij wie hier op staat of wanneer de foto werd genomen? Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
De Groote Oorlog De Eerste Wereldoorlog of de Groote Oorlog was het eerste internationale conflict op wereldschaal. Het vond plaats van 28 juli 1914 tot 11 november 1918. Miljoenen militairen en burgers vonden hierbij de dood. 100 jaar na deze feiten zijn we er nog steeds van overtuigd dat de gebeurtenissen van ‘14-’18 een fundamentele invloed hebben op onze maatschappij en de slachtoffers van deze gruwelijke oorlog een waardige nagedachtenis verdienen. Daarom zal de Vlaamse overheid de 100-jarige herdenking van de Groote Oorlog kaderen in een breder verhaal. Ook in Aalst willen we uitpakken met boeiende projecten voor de herdenking. Daarom zijn we nu volop begonnen met de voorbereidingen. En daarvoor hebben we jullie hulp nodig. We willen namelijk ondermeer een uitgebreide inventaris opstellen van alle plaatsen in Aalst en deelgemeenten waar iets te vertellen valt over WO I. Ook andere ideeën en suggesties, foto’s, dagboeken, teksten… zijn welkom. Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
Alle info: Erfgoedcel Aalst,
[email protected], tel. 053 73 23 06.
Wil jij op de hoogte blijven van het erfgoedgebeuren in Aalst? Wil je de Erfgoedkrant zeker blijven ontvangen? Vul dan hier je gegevens in en bezorg ze ons (post, fax of mail). Voornaam en naam : Straat en nummer : Postcode en gemeente : Telefoon : E-mail : Ik ben geïnteresseerd in activiteiten en nieuws van: Erfgoedcel Aalst ’t Gasthuys – Stedelijk Museum Aalst Stadsarchief D.A.D.D. vzw (Documentatiecentrum en Archief voor Daensisme en
Hedendaagse Geschiedenis van de Denderstreek)
Wet 8.12.’92. Gegevens komen in gegevensbestand van de Erfgoedcel Aalst; kunnen meegedeeld worden aan sectoren van de Erfgoedcel en derden. Betrokken kunnen publiek register raadplegen; hebben toegangs- en correctierecht.