de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 66e jaargang - nummer 2 - februari 2010
HULP VOOR HAÏTI Eindhoven centraal in Nederlandse bijdrage ORKEST SPEELT CONCERT FOR FREEDOM MIRAGE: TUSSENSTOP EINDHOVEN-AFGHANISTAN PROJECT SMILE GEEFT ‘HELIKOPTERVIEW’
COLOFON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten Bureau Luchtmachtcommunicatie HOOFDREDACTEUR Luitenant-kolonel Willem Bogaard EINDREDACTEUR Arno Marchand REDACTEUR / ARTDIRECTOR June Smit
‘Bij humanitaire vluchten gaat alles sneller dan normaal’
4
REDACTEUR Ingmar Kooman
Foto: Peter Bijpost, AVDD
VORMGEVING EN LITHOGRAFIE Ruud Baas, TDS printmaildata DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 28.500 ex.
6
REDACTIE Telefoon 076-544 71 30 Fax 076-544 71 31 INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected]
‘Het thema vrijheid past uitstekend bij CLSK-organisatie’
BEZOEKADRES Luchtmachttoren, Luchtmachtplein 1 4822 ZB Breda Foto: Ron Geurts POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda OMSLAGFOTO Vliegbasis Eindhoven staat eind januari diverse keren centraal in het hulpprogramma voor Haïti. Hier draagt een crewchief een adoptiekindje uit een KDC-10. Foto: Hennie Keeris, AVDD
ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076-544 7133 of 544 7136 BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost €17,02 per jaar (buitenland €21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0900-22 65 263 (10 ct per min.) Fax: 0251-31 04 05 www.aboland.nl Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389
‘Met de F-16 kon je voor het eerst een rondje boven de basis draaien’
26 Foto: uit archief Fotovlucht Soesterberg
4 | KDC-10 op Haïtiaanse missie Twee dagen na de aardbeving in Haïti vliegt de KDC-10 met hulpgoederen en een reddingsteam naar Haïti. Op de terugweg reizen alvast enkele adoptiekinderen mee. 6 | Klanken van de vrijheid Met een repertoire van jaren dertig tot nu brengt het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht in het gloednieuwe Concert for Freedom een ode aan de vrijheid. 8 | Tussenstop EindhovenAfghanistan Elke militair op weg naar Afghanistan, komt er: FSE Mirage. Een kijkje achter de schermen van deze hardwerkende club, voornamelijk bestaande uit KLu’ers. 14 | Afghaanse goede doelen Dat je als eenling iets kunt betekenen, weet
DE VLIEGENDE HOLLANDER
2
adjudant Bob Kasten zeker. Net als andere luchtmachters zette hij zich in Afghanistan in voor het goede doel. 17 | Project SMILE geeft ‘helikopterview’ Van aankoop van een product tot de uiteindelijke afschrijving ervan, de hele materieel-logistieke keten gaat over naar SAP. Project SMILE begeleidt de migratie. 20 | Snel aan de slag In de serie over Lynx-functies vertelt eerste vlieger Mattijn Van Deelen over zijn werk tijdens en na de vliegopleiding, en vliegoperaties op en rond schepen. 22 | Reservisten op instructeursstoel Als voormalige F-16 vliegers heeft een aantal reservisten een belangrijke functie op het AOCS NM voor de training van aankomende verkeers- en gevechtsleiders.
Column
Humanitaire missie Vorige maand is Haïti getroffen door een zware aardbeving. U heeft allemaal kunnen zien welk humanitair drama zich daar heeft afgespeeld en natuurlijk nog speelt. Tienduizenden doden en een nog veel groter aantal mensen, dat geen dak boven hun hoofd heeft. Gelukkig kwam wereldwijd de hulpverlening snel op gang. Ook in Nederland. De luchtmacht kreeg het verzoek om een KDC-10 gereed te stellen om het Urban Search and Rescue-team te vervoeren naar Haïti. Nauwelijks twee dagen na de ramp is het toestel vertrokken. Ik weet dat achter de schermen heel veel werk is verzet om dit alles mogelijk te maken. Het toestel stond voor andere missies gepland en er werd snel een plan Foto: Rob Gieling, AVDD gemaakt ook deze missies te blijven ondersteunen. Personeel van de vliegbasis Eindhoven heeft snel de aangeleverde hulpgoederen in ontvangst genomen en gereed gemaakt. In de tussentijd werden de benodigde vergunningen aangevraagd. Het toestel vertrok zonder dat alle vergunningen in orde waren om toch snel daar te kunnen zijn. Tijdens de reis zijn de benodigde vergunningen gekregen en is nog hard gewerkt door onder meer de Planning & Control Cell van Eindhoven en de crew om de landing op het vliegveld van de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince mogelijk te maken. Helaas lukte dat niet. Door de grote toestroom van hulpgoederen raakte het kleine vliegveld verstopt. Nadat de KDC-10 op het vliegveld Puerto Plata van de Dominicaanse Republiek een tussenstop had gemaakt, is besloten naar Curaçao door te vliegen. Van daaruit was het mogelijk om de reddingswerkers en de goederen met kleinere vliegtuigen alsnog naar Haïti te vervoeren. De dag erop kwamen uit Haïti de eerste Nederlandse evacués en adoptiekinderen naar Curaçao, waarvandaan ze met dezelfde KDC-10 naar Eindhoven zijn gevlogen. Een paar dagen later hebben we, op verzoek van Buitenlandse Zaken, de vliegbasis Eindhoven beschikbaar gesteld voor de aankomst van circa honderd adoptiekinderen en een aantal Nederlandse evacués die met een commercieel vliegtuig werden teruggevlogen. De inzet voor Haïti werd afgesloten met een tweede vlucht van de KDC-10 om het USAR team op te halen en hulpgoederen naar het gebied te brengen. De inzet voor Haiti betekende voor een aantal medewerkers heel veel werk. Ik waardeer deze inzet en grenzeloos improvisatievermogen enorm, en wil iedereen die erbij betrokken was hartelijk danken. Ik weet dat u deze extra inspanning graag levert, want op deze manier draagt Nederland immers bij aan de verlichting van de immense nood van de Haïtianen. Inzet in het kader van humanitaire hulp is dan ook één van de dankbare taken die we uitvoeren, en dat maakt ons vak zo bijzonder.
Onze capaciteit om humanitaire noodhulp te leveren wordt de komende tijd uitgebreid. De derde Hercules wordt naar verwachting volgende maand in ontvangst genomen van de Defensie Materieel Organisatie. De C-130 heeft de laatste jaren onder supervisie van DMO-medewerkers een midlife update ondergaan bij Marshall Aerospace. Daardoor is het nu een kwalitatief hoogwaardig toestel dat nog vele jaren kan dienstdoen. De vierde Hercules volgt binnenkort. Na de Operationele Test en Evaluatiefase ondergaan de beide huidige C-130’s deze midlife update. Eind van dit jaar zal het CLSK daardoor over vier prima toegeruste transporttoestellen beschikken, waarmee veel humanitaire, maar ook andersoortige missies kunnen worden gevlogen. Ik dank de medewerkers van Marshall Aerospace en DMO voor het kwalitatief goede werk dat zij 26 | Demoteam hebben geleverd. In 2009 was het dertig jaar geleden dat eerste demonstratie met een F-16 van de KLu plaatsvond. Met zoveel mogelijk oud-demovliegers werd daar op Volkel bij stilgestaan. Vaste rubrieken 12 | Een dag op stap met… Behalve algemeen militair verpleegkundige op vliegbasis Gilze-Rijen is sergeant-majoor Kees Kok ook crew-lid van de KLu-heteluchtballon; een virus waar hij niet meer vanaf wil.
Van een heel andere orde zijn de voorstellen die binnenkort worden gedaan om invulling te geven aan de bezuinigingen. Zoals u weet heeft het kabinet veel geld uitgetrokken om de banken te steunen. Het financieringstekort van de overheid is daardoor fors toegenomen. In 2009 is afgesproken dat pas na 2010 weer maatregelen worden getroffen om het tekort terug te dringen. Momenteel wordt onderzoek gedaan op welke wijze de rijksoverheid 35 miljard euro aan bezuinigingen gaat invullen. Er zijn twintig werkgroepen in het leven geroepen. Eén ervan buigt zich over internationale veiligheid, waarin Defensie wordt meegenomen. In de kamerbrief van 4 november geeft het kabinet aan dat in het tweede kwartaal van 2010 de voorstellen worden besproken op welke wijze het de komende jaren het financieringstekort terugdringt. Niemand weet op dit moment nog wat de gevolgen voor Defensie zijn, maar ik sluit allerminst uit dat ook wij ons aandeel zullen leveren. Desalniettemin vraag ik u sterk gefocust te blijven op onze primaire taak, en reken ik in voorkomend geval extra op uw flexibiliteit en creativiteit zodat missies als die naar Haïti ook dan mogelijk blijven. •
31 | Journaal 35 | Fotopagina 3
DE VL VLIEGENDE HOLLANDER
ACTUALITEIT
Luchtmacht biedt hulp aardbeving Haïti
Bliksemsnelle inzet KDC-10 Tekst: June Smit | Foto’s: Dave de Vaal, AVDD
Het USAR-team staat klaar om te vertrekken vanaf vliegbasis Eindhoven.
Veilig geland. Met de eerst vlucht van de KDC-10 komen vijf evacués en zes adoptiekinderen naar Nederland. Foto: Hennie Keeris, AVDD
Als in de nacht van 12 op 13 januari Nederlandse tijd een krachtige aardbeving een totale verwoesting aanricht op het Caribische eiland Haïti, gaan in Nederland de radaren draaien. Woensdagmiddag 13 januari krijgt de luchtmacht de opdracht een humanitaire vlucht naar Haïti te maken en de ochtend erna is de KDC-10 reeds airborne. Nagenoeg alles is dan rond om een hulpverleningsteam af te zetten en evacués mee terug te nemen. DE VLIEGENDE HOLLANDER
4
Woensdag 15:00 uur Zulu (*). Uitvoeren. De opdracht om naar Haïti te vliegen, is officieel. Het operatiecentrum op vliegbasis Eindhoven inventariseert al eerder informeel of er een Hercules of KDC-10 beschikbaar is om een eventuele humanitaire vlucht uit te voeren. Nu de opdracht binnen is, gaat alles heel snel. ‘We moeten dan binnen 24 uur weg’, zegt majoor Peter Haex, gezagvoerder KDC-10. ‘In die tussentijd wordt een crew bij elkaar gezocht, moeten de diplomatieke klaringen geregeld worden, de kist klaargemaakt en een flightplanning opgesteld. Meestal gaat alles bij humanitaire vluchten sneller dan normaal, want iedereen loopt door de druk harder. Dat geldt voor onze mensen, maar ook voor de landen waar we overheen moeten vliegen.’
bikes vliegt de KDC-10 naar Haïti. Aangezien er door een versnelde noodprocedure mogelijk adoptiekinderen mee terug vliegen is er ook een grote lading Bambixpap en kindergordeltjes aan boord. Hoewel alle vliegklaringen rond zijn, is nog niet duidelijk of het toestel op de kleine Haïtiaanse luchthaven Port-au-Prince kan landen. Onderweg wordt duidelijk dat dit inderdaad niet lukt. De verkeerstoren is ingestort en door de drukte op en boven het vliegveld is het luchtruim gesloten. ‘Ik heb zoiets nog nooit meegemaakt’, zegt Haex. ‘Er was gewoon geen parkeerplaats, zeker niet voor een grote kist als de KDC-10.’ Toch komt het niet geheel als verrassing. Haex wijkt uit naar de aangrenzende Dominicaanse Republiek om te bunkeren en vanuit daar een plan te trekken.
Nood Donderdag 09:00 uur Zulu. Onderweg. Met een versterkte crew, een team hulpverleners van ruim zestig man en hulpgoederen zoals medicijnen, gereedschappen en mountain-
Opgelucht Donderdag 20:00 uur Zulu. Tegenvaller. Op het vliegveld wordt het hulpverleningsteam om logistieke redenen afgeraden over land naar Haïti te reizen. De crew en inzit-
ACTUALITEIT
In de vrieskou zijn medewerkers van Eindhoven druk in de weer om de KDC-10 zo snel mogelijk vol te laden.
hun nu gaat brengen. Dat greep iedereen wel aan.’ Toch vallen de meeste kinderen na het opstijgen op de brede stoelen in slaap, anderen staren gebiologeerd uit het raam. ‘De meesten waren vooral heel stil’, zegt tweede luitentant Joyce van der Eijk die als voorlichtster voor de meegereisde pers aanwezig is. ‘In het tehuis hadden ze Nederlandse les gehad. Ze konden ons dus wel verstaan, maar zeiden meestal niets terug.’
Voldaan Zondag 12:45 uur Zulu. Gretigheid. Als de KDC-10 zijn wielen aan de grond zet, buitelt de media over elkaar heen om foto’s te maken. Voorlichting heeft zijn handen vol hen op veilige en gepaste afstand van de kinderen en evacués te houden. ‘We wilden dat de kinderen rustig naar de terminal konden om hun adoptieouders te ontmoeten’, zegt Van den Dries. ‘Bovendien moesten ze omschakelen van 28 graden naar 2 graden.’ Stichting Wereldkinderen is erg te spreken over het optreden van de KLu en de bliksemsnelle inzet. ‘De begeleiding en opvang op Eindhoven was geweldig’, zegt Miedema. ‘Wij zijn al sinds dinsdag dag en nacht in touw om contact te onderhouden en van alles te regelen voor onze adoptieprogramma’s en kinderkampen op Haïti. Het was erg fijn dat de organisatie ons op Eindhoven uit handen werd genomen. We hebben gevraagd of de andere adoptiekindertjes die ook hierheen komen, eveneens op Eindhoven kunnen landen.’ Ook bij de KLu’ers blijft een goed gevoel achter. ‘We hebben iets kunnen betekenen in die enorme ellende. Dat voelt goed’, blikt Haex tevreden terug. ‘Onze opdracht om het USAR-team (Urban Search and Rescue, red.) het gebied
Spanning Zondag 10:45 uur Zulu. Spanning. Op vliegbasis Eindhoven wachten adoptieouders en collega’s van Stichting Op 21 januari komt op Eindhoven een toestel aan met daarin 92 adoptiekinderen, Wereldkinderen op de hun begeleiders en een begeleidingsteam. Foto: Maartje Roos, AVDD KDC-10, die rond het middaguur wordt verwacht. ‘Hoe maken tenden van de KDC-10 reageren teleurgede kinderen het en hoe gaat het met onze steld dat ze moeten uitwijken naar het miliNadat de KDC-10 op Hato op Curaçao is geland, kan collega’s, spookte door ons hoofd’, zegt taire vliegveld Hato op het nabijgelegen het USAR-team met kleinere toestellen naar Haïti, Martien Miedema van Wereldkinderen. Curaçao. Het team wilde zo snel mogelijk zoals met deze Douglas C-54 van Florida Air Transport. Foto: Peter Bijpost, AVDD ‘Ondanks dat de kinderen sowieso rond mensen redden. Binnen 48 uur is die kans deze tijd naar Nederland zouden kohet grootst. Haex: ‘Na 72 uur neemt dit men, hadden de aanstaande ouders niet af. Iedereen begreep dat het niet anders verwacht dat ze getraumatiseerd zouden kon, maar het voelt wel vervelend als je zo zijn.’ Voorlichting van de vliegbasis prodichtbij bent.’ Aangekomen blijkt Curaçao beert ondertussen de toegestroomde pers echter een goede keus. Vanaf hier kunnen te instrueren. ‘Onze bedoeling was om het team en de goederen eenvoudig met het kleinschalig te houden’, zegt majoor kleinere toestellen worden ingevlogen, in te krijgen en evacues eruit te halen, is Harry van de Dries, voorlichter vliegbasis die door hun grootte wel op Haïti worden geslaagd. Het geeft een heel voldaan gevoel Eindhoven. ‘Zo verzochten we media om toegelaten. Een paar uur later komt het als je met deze mensen op Eindhoven aanbeelden te delen. Dat gebeurt ook bij het verlossende bericht dat de eerste hulpverlekomt. Dan parkeer je alle gevoelens dat het terugkeren van stoffelijke overschotten. ners al iemand onder een ingestort gebouw altijd nog beter kan.’ • Helaas lukte dat niet en voor de aankomst vandaan hebben gehaald. waren al meer dan twintig verschillende * Zulu = Nederlandse tijd minus één uur media aanwezig.’ Stil Zondag 01.45 uur Zulu. Opluchting. Vijf evacués en zes adoptiekinderen vliegen Meer Defensie-inzet Haïti mee terug naar Nederland. Terwijl de Vliegbasis Eindhoven is ook na de eerste humanitaire vlucht van de KDC-10 evacués blij zijn dat ze terug kunnen, gebruikt als basis voor hulpverlening van het getroffen gebied. Zo pendelt de blijken de kinderen vooral gespannen. KDC-10 van 22 tot 24 januari opnieuw naar Curaçao met hulpgoederen en om het Tijdens het opstijgen begint één van hen USAR-team op te halen. Op 21 januari landt op Eindhoven een vlucht van ArkeFly hartverscheurend te huilen. Op de crew met 109 Haïtiaanse adoptiekinderen, die door de ramp met een versnelde adoplaten de passagiertjes een onuitwisbare tieprocedure naar Nederland zijn gehaald. Naast de KDC-10 voert onder meer een indruk achter. ‘Af en toe kwamen ze in C-17 van de NAVO Heavy Airlift Wing op Papa Airbase humanitaire vluchten naar de cockpit kijken’, zegt Haex. ‘Uit hun Haïti uit. Vanuit Nederland verlenen ook andere operationele commando’s steun. holle blik kon je aflezen dat ze iets hebben In het gebied zelf is de Koninklijke Marine actief. meegemaakt en niet weten wat het leven
5
DE VLIEGENDE HOLLANDER
EVENEMENTEN
Orkest Koninklijke Luchtmacht op tour
Concert for Freedom
Tekst: Ron Geurts en June Smit | Foto’s: Ron Geurts
Een ode aan de vrijheid van de jaren dertig uit de vorige eeuw tot nu. Dat brengt het orkest van de Koninklijke Luchtmacht met haar nieuwe theatervoorstelling Concert for Freedom. De show met onder meer special guests Ellen ten Damme en Hind Laroussi is tot eind mei te zien 45 theaters.
Het orkest met op de achtergrond één van de vrijheidstrijders die in Concert For Freedom een rol spelen, Nelson Mandela.
De zangeressen Ellen ten Damme (foto) en Hind zijn dit jaar de special guests.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
6
EVENEMENTEN
In Concert for Freedom wordt het thema vrijheid muzikaal uitgewerkt tot een avondvullend theaterprogramma. De voorstelling begint in de jaren dertig en eindigt na een wereldreis in deze tijd. ‘We hebben gezocht naar een manier om vrijheid te vieren, in plaats van een show over de Tweede Wereldoorlog’, zegt Martin van der Werff die voor de zesde maal op rij tekent voor de regie. ‘Als rode draad loopt Berlijn door het programma, waar de opkomst van Nazi-Duitsland begon, maar wat ook dé cultuurstad was in de jaren dertig van de vorige eeuw. Daarnaast laten we zien dat de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog nog lang doorspeelden in de vorm van de Berlijnse Muur. Ook is er aandacht voor vrijheidsiconen Mahatma Gandhi, Martin Luther King en Nelson Mandela.’ Typerende nummers Net als in andere jaren komt het thema vooral tot uitdrukking in muziek, ondersteund door bijpassende decors, kostuums en dans. Zo passeren nummers die de Andrews Sisters tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de troepen zongen, de protestsongs ‘Freedom’ van Aretha Franklin en ‘We shall overcome’ die de strijd tegen de apartheid in Amerika typeren, en ‘You can call me Al’ van Paul Simon rond de apartheid in Afrika. Het e nieuwe et succesvolle Indi India wordt weerspiegeld dia wo ord rdt weersp sp pie iege geld ge l doorr ld muziek uit diverse Bollywood-fi lms. Vermuzi mu ziek it d div ivver erse se Bollly se lywo ywo wood d-films ms.. Ve V rrassend genoeg vertolkt het orkest ook rass ra sssen end d geeno oeg g ver erto tolk to kt he het or ork kest estt ook k eeen en en nummer dee fe feestband Euro Live, nu umm mmer e vvan er an nd fees eesstb ban and d 30 E urro Li uro ive ve,, dat nummer schreef naar aanleiding dat een nu numm m er e sch chreeeff n aarr aa aa aanl n eiiding nl n ng van hun ervaringen op Kamp Holland van hun er e va vari ariing ngen e op Kamp en p Hol Hol o laand nd iin n
Afghanistan. Verder wordt de voorstelling niet alleen ondersteund met beeld en geluidsfragmenten van vrijheidsiconen, maar ook van veteranen en burgers die de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog overleefden. ‘We hebben met veel passie aan deze show gewerkt’, De ‘Andrew Sisters’ met (v.l.n.r.) Talita Angwarmasse, special guest Hind Laroussi zegt directeur van en Jacqueline Goedmakers. de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht Theo Bremer. ‘En het resultaat zie bare waarde en moet gekoesterd worden.’ je in een mooie combinatie van muziek, Het is dan ook niet voor het eerst dat het zang, dans, decor, kostuums en techniek.’ orkest een vrijheidsconcert ten gehore brengt. In 1995 presenteerde het de bevrijdingsshow ‘On the Air’, dat het begin Koesteren was van de succesvolle reeks theaterproDat juist het Orkest van de Koninklijke ducties. Net als bij de vorige voorstellinLuchtmacht het thema vrijheid bejubelt, gen treden ook deze keer special guests is volgens Commandant Luchtstrijdop. Ellen ten Damme verleent samen krachten luitenant-generaal Jac Janssen met Hind Laroussi haar medewerking geen toeval. ‘De militaire luchtvaart heeft aan het vrijheidsconcert. Chef-dirigent al bijna honderd jaar mede zorg gedraJos Po Pommer gen voor de verdediging van de vrijheid ge veerdediging g va vrijhei eid ei ommer zal niet alle shows dirigeren en regelmatig dirigeerstok van Nederland. Wat dat betreft past het van Nede va derl rllan and. W dat b and. bet etre et reft re ft pas a t het reg gel elma m ti t g de dirigee e rs r to tok k overdragen aan de vaste gastdirigent Miquel Rodrigo thema van de theatertournee van het thema van de the th heat ater errto tourrne nee vaan he het aan vvas aa aste as te g gas astd tdir i ig gen nt Mi Miqu q el Rod qu odri od r go en de jonge talenten Thomas Moore orkest uitstekend bij onze organisatie.’ orrke o k st u uit itst it sttek e en end d bij on onze org gan anis issat isat atie tie ie.’ de jo jong n e ta tale lent le n en nt en Tho Tho homa m s Mo ma Moor orre en Loode Mertens. Bremer het daarmee eens: ‘We B em Br e eerr iiss h he et da aar arme arme mee ee eens ns:: ‘W ns We le lleven eve ven L Lo od o de Me M rten rt ens. en s. Kijk voor meer het in een wereld waarin vrijheid niet vann een w wer erel e d wa el waar arin ar arin n vriijh j ei eid d niiet et vvan anan Kijk k vo oo or me e r iinformatie nffor orma mati ma tiee een h ti ett ttourourou schema op www.concertforfreedom.nl. zelfsprekend is. Vrijheid is van onschatzelf ze lffsp spre reke re k nd is. ke s Vri r jjh hei e d i van an ons nsch ch hattsche sc hema he ma op ww ma ww. w.co co onc ncer errtf tfor orfrree or eedo do om.nl nl. •
De finale van Concert for Freedom met het nummer ‘We are the world’.
7
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Vermoeide, emotionele of uitgelaten reiziger zo
FSE Mirage schakel en Afghanistan Ze zijn ook vierenhalve maand van huis, werken voor dezelfde missie in Afghanistan alleen zitten buiten het inzetgebied. Toch is de werkdruk van het gemiddeld vijftig koppen tellende detachement op FSE Mirage er niet minder om. Hun enige zorg: de reiziger opvangen en zo snel mogelijk op zijn of haar bestemming krijgen. Een kijkje achter de schermen van FSE Mirage.
Zo fris als een hoentje komt de C-130 crew uit hun chalet. Ze hebben geslapen, hun vliegeroveralls aangetrokken en zijn klaar te vliegen. Hen rest nog één vraag: wanneer gaan we airborne? De detco heeft echter slecht nieuws: er wordt niet gevlogen. De enige Nederlandse Hercules op Forward Support Element (FSE) Mirage staat wegens een defect stil op de flightline. Met de hoge inzetbaarheid gelukkig een uitzonderlijke situatie. Daarnaast kan de vereiste kistwissel met het toestel uit Nederland nog niet plaatsvinden, omdat een overvliegvergunning niet rond is. Teleurgesteld zakt de aircrew weg in de stoelen van de lokale Dutch Corner. Voor hen betekent dit een ongewilde ‘vrije’ dag binnen de hekken van FSE Mirage. Een paar honderd kilometer verderop in Afghanistan bereiden Nederlandse militairen zich echter voor op het weerzien met hun familie en vrienden. Zij weten nog niet dat hun terugvlucht naar Nederland over enkele uren, op losse schroeven staat.
Out of the box Het detachement op FSE Mirage wacht midden december een enorme uitdaging om deze repatrianten vlak voor de feestdagen toch op hun bestemming te krijgen, en dat beseffen ze allemaal. ‘Iedereen is er alles aan gelegen om de mensen zo snel mogelijk het gebied in en uit te krijgen’, zegt kapitein Erik van het Movement Coordination Centre. ‘We zoeken naar het meest optimale met de middelen en mogelijkheden die we hebben.’ Erik en flightplanner luitenant Cor zijn druk aan het telefoneren om dit alternatieve vervoer te regelen. Normaal Oud-detco luitenant-kolonel Fons Zwenger (l.) en huidige luitenant-kolonel Bert Konter. ‘Als mensen het gebied uitkomen, willen ze graag zo snel mogelijk naar huis’, zegt Zwenger. ‘Tot nu toe is het altijd gelukt ze op de geplande tijd thuis te krijgen.’
Omdat de vliegtuigen op een tactisch tijdstip in Afghanistan landen, gaan de vluchten zowel dag als nacht door. Voor het FSE Mirageteam betekent dit soms lange dagen en korte nachten. DE VLIEGENDE HOLLANDER
8
R E P O R TA G E
snel mogelijk op bestemming krijgen
tussen Eindhoven Tekst: June Smit | Foto’s: Archief FSE Mirage
gesproken borgt het duo dat de geplande vluchten om militairen het gebied in en uit te krijgen doorgang vinden, onder meer door het aanvragen van de juiste papieren en zeker stellen dat het toestel vliegklaar is. Deze planning is gebaseerd op een KDC-10 of ingehuurd toestel, dat tussen Eindhoven en FSE Mirage op en neer vliegt en één Nederlandse C-130 die tussen Mirage en Afghanistan pendelt. Nu de Hercules aan het einde maar juiste drukste periode van de rotaties aan de grond staat, moeten ze out of the box denken. De meest voor de hand liggende oplossing is kijken of coalitiepartners capaciteit hebben. Een oplossing op basis van wederkerigheid die doorgaans vrucht draagt. ‘Elkaar uithelpen is hier het sleutelwoord’, zegt detco luitenant-kolonel Fons Zwenger. ‘Zij moeten het van ons hebben en wij van hen.’
De TD is als team verantwoordelijk voor de Hercules. Voordeel: ‘Het is “ons” vliegtuig, je begint ergens aan en maakt het af’, zegt sergeant 1 Geert. ‘Als alles heel blijft, hebben we veel vrijheid, anders zijn we dag en nacht aan het sleutelen.’
Complexiteit Het is overigens niet de eerste keer dat de planners creatief moeten zijn. Zo is de vraag om mensen te vervoeren nogal eens groter dan het aantal beschikbare stoelen. ‘Als de coalitiepartners geen extra stoelen hebben, proberen we een extra vlucht te plannen’, zegt Erik, die een vooruitgeschoven post is van het CLAS. ‘Cor kijkt dan of er mogelijkheden binnen de KLu zijn.’ ‘Wij gaan uit van gemiddeld honderd vlieguren met de C-130 per maand’, zegt Cor. ‘Als we extra vliegen, moet het wel kloppen. Kan de technische dienst bijvoorbeeld dat toestel wel klaarmaken? Zijn er geen restricties voor de crew op het veld waar we willen landen? Hebben we de vereiste overvliegvergunningen? Past het met de slottijden? Op KAF is het bijvoorbeeld altijd heel druk met vliegverkeer.’ ‘Maar de vluchtplanning beperkt zich niet tot KAF’, vult Erik aan. ‘Op Tarin Kowt en Deh Rawod moeten de vluchten ook hierop aansluiten.’ ‘Meestal lukt het, maar soms levert het vertraging op’, zegt Cor. ‘Door de complexiteit is het moeilijk om de passagiers zelf duidelijk te maken waarom ze vertraging hebben. En dat zijn juist degenen voor wie wij het doen.’ In de hangaar krijgen de passagiers hun boardingpas voor hun doorreis naar Afghanistan, Kreta of huis.
9
DE VLIEGENDE HOLLANDERa
R E P O R TA G E
Canadese coalitiepartner De C-130 is het gesprek van de dag op FSE Mirage. Door een bestaande overeenkomst met de Canadese coalitiepartner gaat echter een groot deel van het werk gewoon door. Hierdoor kan een deel van de Nederlandse passagiers alsnog met één van hun Herculessen het gebied in en uit vliegen. Ook de vluchten van de civiele charter, die rotanten van en naar Kreta en vliegbasis Eindhoven brengt, vinden gewoon doorgang. Als de Canadese Hercules vroeg in de ochtend landt, gaat een groot deel van het detachement
kampje kunnen ze wat kunnen eten, rusten en internetten. Anders dan je zou verwachten, gaat alles in grote kalmte. ‘We proberen het met opzet zo rustig mogelijk te laten verlopen’, zegt Zwenger. ‘Mensen die uit Eindhoven komen, hebben vaak een emotioneel afscheid achter de rug. Hier kunnen ze even bijkomen. Personeel uit Afghanistan is afhankelijk van wat ze hebben meegemaakt vaak juist heel uitgelaten of stil. Ook komen hier mensen uit het gebied terug voor het overlijden of ziekte van een naaste of omdat ze zelf ernstig ziek zijn. We vangen iedereen zo goed mogelijk op.’
Gebroken Om op een tactisch tijdstip in Afghanistan aan te komen, gaan de vluchten zowel overdag Inhoudelijk verschilt het werk van het onderhoudsteam als ‘s nacht door. ‘We niet veel van dat op Eindhoven, afgezien van zelfbemaken hier soms lange schermingsmiddelen waarmee vanaf FSE Mirage wordt dagen en korte nachten’, gevlogen. De brandende zon en hoge luchtvochtigheid maken echter wel degelijk een verschil. zegt kapitein Mirjam, Hoofd Logistiek. ‘TijGoed nieuws dens de rotaties werk je De Herculescrew is erg betrokken bij hun soms zestien uur achter kist. Als Hoofd Technische Dienst adjudant elkaar, slaapt amper vier Leon met nieuws komt over de C-130, scharen uur, waarna je er weer In de RIP-hangaar krijgen de militaire passagiers die het gebied ingaan hun uitrusze zich dan ook haastig om hem heen in de veertien uur achteraan ting uitgereikt, waaronder het persoonlijk wapen. hoop dat de kogel door de kerk is. ‘Je hebt hier werkt. Dan ben je gebroeen heel enthousiaste club dus het moet niet dan ook aan de slag. Zo’n twintig man vangt ken. Maar je weet waarvoor je het doet’, zegt lang duren’, zegt Leon die zijn tegenhanger in de aangekomen reizigers op: de cross-servicer ze met glimlach. ‘We willen alle mensen goed Nederland aan de telefoon heeft. Gelukkig hij marshallt het toestel naar zijn plek, een team doorzetten.’ Ook voor de technische dienst is heeft goed nieuws als hij ophangt: ‘De kist verzorgt voor de bagageafhandeling en helpt in de het geregeld doorpakken geblazen. Voordat de trekt straks naar Turkije. Daar moet hij wachten hangaar. Van brandweer tot kok: iedereen die Hercules vertrekt moeten de nodige inspecties op de diplomatieke overvliegvergunning, maar zijn handen vrij heeft, werkt mee om de pasplaatsvinden en als de kist enkele uren later zodra dat is gebeurd, vliegen we.’ Opgelucht sagiers zo snel mogelijk van dienst te zijn. weer terugkomt, zitten hier opnieuw checks gaan de mannen lunchen. aan vast en in sommige gevallen reparaties van Rood gebruind Ook in de Dutch Corner bij de aircrew is het mankementen. Voor de techneuten was het In de zogenoemde Relief in Place oftewel nieuws geland. Hoewel ze nog niet zeker weten vooral een paar maanden geleden praktisch RIP-hangaar, direct naast de flightline, lijnen wanneer ze mogen vliegen, zijn ze blij dat er overleven met vijftig graden op de flightline. de passagiers zich op om hun scherfvest, helm schot in de zaak zit. ‘We zitten hier met heel erMet koelelementen in speciale vesten en een en wapen in te leveren. De ruimte vult zich met storing in de geaircondiEen van de twee hofmeesters begeleidt de rotanten naar Dutch Camp 2, waar een lichte zweetgeur. Veel militairen hebben tioneerde ruimte bij de ze tussen de vluchten door kunnen eten, slapen en of internetten, ook allemaal roodgebruinde gezichten, sommigen dragen flightline probeerden ze verzorgd door het Miragedet. baarden, anderen hebben mutsen op. Bijna overeind te blijven. allemaal zien ze er vermoeid uit, alsof ze een Nu het in de wintermaanlange trip achter de rug hebben. Om het niet te den nog slechts rond de lang te laten duren, pakt het Mirageteam in een dertig graden is, is het moordtempo de vesten aan. Platen en overige voor de technici relatief bezittingen eruit, checken of de klittenbanden gezien goed toeven. ’s het nog doen, en hup in een kist om gewasZomers zit je hier niet sen te worden bij een burgerbedrijf. ‘Hè hè, voor je plezier’, zegt serverzucht een van de aangekomen militairen. geant 1 Bart. ‘Het is hier ‘Eindelijk van dat vest af.’ Als ze een boarook veel vochtiger dan op dingpas hebben gekregen voor de terugvlucht, Kandahar’, vult sergeant begeleidt een hofmeester sergeant Jaap, een 1 Pieter aan. ‘Je bent elke van de twee marinemannen op het kamp, de keer bezweet en dat werkt groep naar Dutch Camp 2. In dit afgesloten niet ideaal.’
DE VLIEGENDE HOLLANDER
10
R E P O R TA G E
bestemming te krijgen. Ze staan dicht tegen de missie aan. ‘Wij worden vaak geconfronteerd met ‘de gevolgen van’ als we gewonden of stoffelijke overschotten moeten vervoeren’, zegt loadmaster Bart. ‘Het meest aangrijpende vind ik als we een stoffelijk overschot naar Eindhoven brengen, waar de ouders staan. Dat is een vreselijk hard gelag, want je levert toch hun kind af. Het hoort er natuurlijk bij, maar iedereen is er van doordrongen dat je hier De vliegveiligheid van onder meer de civiele chartervliegtuigen en C-130 niet op vakantie bent. Het blijft op FSE Mirage wordt geborgd door drie Nederlandse brandweer mannen gevaarlijk werk.’ Afgezien van de en een Mac. Aangezien de jongere generatie niet meer met deze voormaemoties van de reizigers, bereilige KLu brandweerauto werkte, legt Hoofd Brandweer sergeant 1 Henri het voertuig uit aan zijn opvolgers. ken ook andere ervaringen van de missie in Afghanistan de detavaren mensen’, zegt majoor Marco, gezagvoerchementsleden op FSE Mirage. Ook hier worden der. ‘De tijd dat we moeten wachten gebruiken ceremonies gehouden als een omgekomen we om ons voor te bereiden op de komst van de militair van het een toestel naar het andere wordt nieuwe C-130’s. Maar omdat we in Eindhoven gedragen. Standaard is hier een afvaardiging van niet zo ruim in personeel zitten, is het altijd het Nederlandse detachement bij aanwezig en weer passen en meten om zo’n uitzending voor dat laat niemand koud. ‘De eerste weken hadden elkaar te krijgen. Dan vlieg je liever, zeker als je we hier een repat van twee Nederlandse slachtofrond de feestdagen van huis moet zijn.’ Flighfers’, zegt Zwenger. ‘Je eigen collega komt terug, tengineer René vult aan: ‘Met currencytraininen dan is iedereen van slag. Dat is overigens ook gen erbij hebben sommigen van ons er dit jaar zo bij slachtoffers van coalitiepartners.’ wel 240 dagen van huis op zitten.’ ‘Dan gaat Relatief veilig zelfs voor de meest loyale medewerker de lol Toch zijn de meesten er niet rouwig om dat ze er wel af’, gaat Marco verder. ‘Het is een leuke op Mirage zitten en niet in Afghanistan. Al was baan, daarom houd je het vol’, zegt loadmaster het maar voor het thuisfront. ‘We zitten hier Joost. ‘Als het thuisfront dat ook maar doet.’ dan wel binnen de hekken en iets dichter op elAangrijpend kaar dan in KAF, maar voor het thuisfront voelt Hoewel de crew van de C-130 dit niet als een het wel degelijk anders’, zegt Joost. ‘Mijn vrouw van de meest bijzondere uitzendingen ziet, is ziet liever dat ik hier zit.’ ‘We weten heel goed ook hun drijfveer de reiziger zo snel mogelijk op dat we in vergelijking met anderen hier een
redelijk luxe positie hebben, daarom verleent iedereen honderdvijftig procent service’, zegt Erik. Luxere positie of niet, toch blijft vierenhalve maand van huis even lang als ergens anders. Ook hier is daarom contact met het thuisfront het allerbelangrijkste. ‘Iedereen is vrolijk als de internet- en telefoonverbindingen goed zijn’, zegt sergeant-majoor Gert-Jan van de CIS. ‘Zijn ze slecht, dan leggen we meteen contact met helpdesk. Het vormt onze belangrijkste neventaak.’
Eraan geloven Hoewel alle toestellen die op FSE Mirage aankomen door het detachement met zorg worden afgehandeld, is de charterkist die een paar dagen voor kerst binnenkomt extra gewenst: het brengt de aflossing voor het detachement van FSE Mirage. Dit personeel neemt de komende week het stokje over van hun voorgangers, die hen nu nog opvangen en wegwijs maken. Nog enigszins beduusd nemen ze de plek in zich op waar ze de komende maanden gaan doorbrengen. Ook zij gaan hier mensen met gemengde emoties opvangen, maar nu horen ze daar nog even zelf bij. Want hoewel een aantal van hen hier al op werkbezoek kwam, is het nu menens. Ook de nieuwe detco overste Bert Konter moet eraan geloven. Hij is wel blij om nu hier te zijn: ‘Die laatste dagen thuis is niks, je zit maar om elkaar heen te draaien. Je kunt dan maar beter weg zijn.’ Fons neemt hem meteen apart: ‘Er zit schot in, maar de C-130 staat nog aan de grond.’ De eerste uitdaging voor het nieuwe detachement is een feit. Op verzoek van het personeel worden behalve van de detco’s, alleen rang en voornamen genoemd. •
Na aankomst van het toestel begeleidt het team de passagiers naar de hangaar. Een veel voorkomend tafereel aangezien tijdens de rotaties maar liefst zo’n zestienhonderd ‘reizigers’ op FSE Mirage landen om het gebied uit te gaan, en ongeveer evenzoveel om er in te gaan.
11
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Een dag op stap met ……………… ‘Ballonvaren is een virus waar je niet vanaf komt’ De Koninklijke Luchtmacht kent vele beroepsgroepen. Sommige zijn bekend, anderen liggen veel minder voor de hand. Sergeantmajoor Kees Kok is algemeen militair verpleegkundige op het gezondheidscentrum van vliegbasis Gilze-Rijen. Maar buiten zijn reguliere taak is hij ook inzetbaar voor de KLu-heteluchtballon.
Met een groot formaat ventilator laat Kees Kok de KLu-ballon opbollen. Daarna gaat de brander aan om de lucht in de envelop te verhitten tot 120 graden Celsius.
Wit, wit, wit. Koning Winter regeert midden januari nog altijd over Nederland. Tussen de maagdelijk witte weilanden net buiten het Brabantse Ulicoten ploegen winterbanden door de sneeuwlaag op het wegdek. Vanuit hun fel gekleurde Mercedes-Benz (MB) terreinwagen en ‘4x4’ Volkswagen Transporter speurt de crew van de luchtmachtballon de omgeving af. Een vaste start- en landingsbaan heeft het enige vaartuig van de Koninklijke Luchtmacht niet nodig. Het zijn vooral de windstromingen die bepalen waarheen de ballon drijft, al kan de piloot wel degelijk invloed uitoefenen op de koers door de vaarhoogte aan te passen. Maar de keuze voor een opstijglocatie is bepalend voor de richting van de vaart. De remlichten lichten op en beide voertuigen stoppen. De piloot heeft een geschikte plek gevonden. Sergeant-majoor Kees Kok loopt het besneeuwde weiland in. Met iedere stap kraakt het brosse ijs onder zijn kisten. ‘Dit is even iets heel anders’, lacht de algemeen militair verpleegkundige van vliegbasis Gilze-Rijen. Als AMV’er werkt hij normaal ook wel in een ‘witte’ omgeving, maar de (vlieg-)medische keuringen, laboratoriumtesten en geneeskundige trainingen zijn letterlijk en figuurlijk even ver weg. Voor de vrieskou heeft hij de medische outfit dan ook maar wijselijk verruild voor zijn warme bilaminaat.
Zodra de brander in actie komt, hangt de ballon binnen enkele minuten in de lucht.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
12
Visitekaartje Kok is één van de ongeveer twintig mensen die bij toerbeurt ingezet kunnen worden voor de vaarten van de luchtmachtballon, legt hij uit. ‘Begin 2007 zocht het Evenementen Bureau KLu naar vrijwilligers voor de aangekochte luchtmachtballon. Dat leek mij toen een ontzettend leuke neventaak. De ballon wordt overal ingezet ter promotie van de luchtmacht op Open Dagen van Defensie, ballonfiësta’s en evenementen als Lowlands, Pinkpop en de Sneekweek. Een enkele keer vaar je vanaf bestemmingen als Ramstein Air Base in Duitsland, dus buitenlandtripjes zitten er soms ook in. Waar de “klant” ons wil hebben, daar varen we.’ Toch blijkt na verloop van tijd dat de neventaak toch wel aardig wat van het kleine clubje mensen vraagt, vertelt de sergeant-majoor. ‘Met zo’n zestig vaarten per jaar ben je al gauw een flinke tijd weg in je avonduren en weekenden. Meevaren dat wil iedereen wel, maar in de praktijk komt het werk door het niet beschikbaar zijn van mensen – al dan niet vanwege dienstverplichtingen of uitzendingen – vaak neer op dezelfde schouders. Daar zijn nu dan gelukkig ook goede regelingen voor zodat we netjes onze uren en kilometerkosten vergoed krijgen. Ik vind het sowieso ontzettend mooi om met die ballon in de weer te zijn, maar hierdoor is het voor die jongens en mij helemaal prima voor elkaar.’ ‘De ballon is een mooi visitekaartje’, vindt de flight medic. ‘We zetten hem in voor algemene promotie van de luchtmacht en wervingsdoeleinden. Met spotjes op televisie en advertenties bereik je een specifieke doelgroep, maar hiermee kan iedereen op een mooie manier geïnteresseerd worden voor een baan bij de luchtmacht. Het verschijnen van de KLu-ballon doet ongetwijfeld lampjes branden, ongeacht of jongeren nu vlieger, monteur of verpleegkundige willen worden.’ Bovendien zijn deze winterse omstandigheden tamelijk uniek in de ballonvaart, weet Kok. ‘Voor ballonvaarten
INTERVIEW
……………………………………………… KLu-balloncrewlid Kees Kok Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Leonie Voets-Van Helmond, AVDD
Sergeant-majoor Kees Kok en korporaal 1 Alrik Meihuizen in de ‘reguliere’ witte wereld, op het Gezondheidscentrum van vliegbasis Gilze-Rijen.
ben je niet gebonden aan een specifiek jaargetijde. Je moet minimaal anderhalve kilometer zicht hebben bij weinig wind en droog weer. Sneeuwvaarten komen in Nederland maar heel weinig voor, dus vandaag is voor ons zeker een bijzondere dag.’ Vuurstoten Als de MB een goede honderd meter door het weiland heeft geploegd, gaat de aanhanger open. Nu pas blijkt hoe eenvoudig de luchtballontechniek is. Uit een grote zak trekken de crewleden de als een wokkel ingepakte 23 meter lange zogenoemde envelop. Twee man lopen het polyamide zeildoek helemaal uit, terwijl de andere crewleden en de piloot van het ballonvaartbedrijf Ad Ballon zich om de brander en de grote rieten mand bekommeren. Vastgekoekt zand tussen, en sleepsporen op het riet maken duidelijk dat de landing soms toch ook wat minder zachtzinnig kan verlopen. Kok vertelt wat de logica achter de rieten mand is. ‘Gevlochten riet kan door de flexibiliteit van de constructie veel meer kracht verdragen dan wanneer je een mand uit één stuk hebt. Soms zet je hem ineens aan de grond, maar een enkele keer sleep je eerst zo’n zestig meter door een weiland voordat de ballon tot stilstand komt.’ Met een paar korte vuurstoten test de piloot de twee branders. Als die in orde zijn bevonden, zetten de crewleden alle staalkabels van de ballon vast aan de mand. Deze wordt gezekerd aan de gepantserde – en daarmee voldoende verzwaarde – MB. Zo voorkomt de crew dat de ballon tussentijds het luchtruim kiest. Kok blaast met een uit de kluiten gewassen ventilator de eerste koude lucht in de envelop. Naarmate de ruim vijfduizend kuub grote ballon zichzelf op de grond uitvouwt, krijgen de omstanders duidelijk zicht op de luchtmachtroundel, helemaal in de top van de ballon. De passagiers hebben hun instructies gehad en klimmen één voor één in de mand. Zodra de brander aangaat, komt de ballon pas echt tot leven. Aan de ‘bovenkant’ zorgen twee van Koks collega’s met behulp van een kabel dat de ballon zich gecontroleerd opricht. Vuurstoten Zodra de ballon goed en wel staat, komt de mand in beweging. Terwijl deze nog maar half op de grond staat, klautert de laatste passagier over de rand. De piloot geeft nog even een stoot gas en dan gaan de twee zekeringskabels los. Kalmpjes, maar gestaag stijgt het gevaarte op. Voor de crew begint nu de achtervolging. Met een uur zal de ballon weer landen en dan zijn zij erbij om de ontgroende passagiers te ‘dopen’ en de ballon weer in te pakken. Tevreden ziet de sergeant-majoor de ballon verdwijnen in de heiige lucht. ‘Het blijft een mooi gezicht’, mompelt hij. ‘Mits mijn diensten het toelaten, doe ik dit graag. Het is een virus. Eentje waar ik niet meer vanaf wil komen en waar geen medicijnen voor gemaakt worden.’ •
Met een bilaminaat of degelijke KLu-balloncrewtrui kun je de winterse omstandigheden gemakkelijk doorstaan. Van links naar rechts: adjudant Anton van de Poel, adjudant André Raets, sergeant-majoor Kees Kok, sergeant 1 Menno Duerinck en sergeant-majoor Tobias Bimmel.
In korte tijd transformeert het compacte pakketje zeildoek uit tot een immense luchtballon.
Geruisloos stijgt de KLuballon op voor zijn tweede sneeuwvaart.
13
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Luchtmachter richt met collega’s bazaarschool op
‘Als eenling kan je een Omdat de meeste luchtmachters in Afghanistan niet buiten de poort komen, ontplooien ze geregeld lokale initiatieven om de Afghaanse bevolking te helpen. Een tastbaar voorbeeld is de bazaarschool op Kandahar Airfield, waar adjudant Bob Kasten van oktober 2008 tot maart 2009 met behulp van collega’s een aanzet toe gaf. Kasten: ‘Als je die kinderen hoort gillen van plezier, ben je als militair weer even thuis.´ Tekst: June Smit | Foto’s: Fred Warner & Frits Jongerman
Na de les organiseert een van de coalitiepartners altijd een sport- en spelactiviteit, die bij de kinderen zichtbaar in de smaak valt.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
Het is zaterdagochtend zes uur op Kandahar Airfield. Zo’n vijfhonderd Afghaanse marktkoopmannen verzamelen zich voor de poort van het kamp. Sommigen te voet, anderen in kleine jingletrucks, maar allemaal om hun koopwaar aan te bieden aan de ruim vijftienduizend militairen die op het kamp leven en werken. Het geld dat ze hier verdienen is een belangrijk deel van het inkomen waarvan zij en hun families dagelijks leven. Naast de volwassenen mannen, staren ook diverse kinderoogjes vanuit de trucks het kamp op. Hoe jong ook, veel kinderen helpen hun vaders namelijk op de markt en wekken daarmee sympathie op bij de ‘rijke’ westerse klanten. Dat de kinderen liever iets anders doen, ondervindt basisadjudant Bob Kasten tijdens zijn taak als marktmeester.
ACHTERGROND
Lezen en schrijven ‘Het begon met wat kleine projecten om mensen wat zelfrespect en perspectief in het leven te geven’, vertelt Kasten. ‘Zo gaf een Engelse kolonel op eigen initiatief twee kinderen van dertien en veertien jaar les bij
de kost verdienen. ‘We vroegen aan de ouders of ze wilden dat hun kinderen tijdens bazaaruren Engelse les kregen en velen vonden dit een goed idee’, vertelt Kasten. ‘Ze hopen dat daarmee hun kinderen later misschien een goede baan vinden of ze
verschil maken’
Kinderen van marktkoopmannen, samen met hun vaders, wachtend voordat ze de bazaar op kunnen.
een tapijtverkoper. Ook een Afghaanse jongen van twintig van de ComKaf-werkploeg (vergelijkbaar met een basissquadron, red.) vertelde me op een dag dat hij graag zou willen lezen, schrijven en rekenen. Hierdoor zou hij later ook zelf zijn verdiende geld kunnen tellen. In dezelfde werkploeg bleek een oud-leraar Duits te zitten, die hem vier dagen per week één uur per dag lezen en schrijven wilde leren. Mijn collega sergeant John van Gageldonk en ik betaalden een paar dollar voor wat boekjes en schriftjes en we ritselden een schoolbord op de basis. Toen ik wegging, kon hij al kleine stukjes van de krant lezen.’
vinden educatie gewoon belangrijk voor de handel. Op de basis vonden we overal spullen die we voor de school mochten gebruiken, zoals een tent, schoolborden, veldbedden om op te zitten en speelgoed dat uit Nederland was gekomen. Uitein-
delijk waren ook twee leraren bereid tot lesgeven, waarna we de school konden starten met zo’n dertig leerlingen’. Bijdragen Tijdens de bazaaruren leren de kinderen het Engelse alfabet, woordjes en rekenen. Daarna is er een activiteit uiteenlopend van sport en spel tot les in hygiëne of bijvoorbeeld het herkennen van explosieven. Meerdere collega’s van verschillende landen zetten zich iedere week in om de activiteiten in te vullen. ‘Voor hen was dat leuk, want ze moesten elke keer bedenken wat ze met de kinderen gingen doen. Dus: gaan we koekhappen, zaklopen of bellen we de Amerikanen om honkbalspullen te regelen?’ Het geld om de school steeds meer vorm te geven, betalen de Afghanen uiteindelijk zelf. De bazaar die inmiddels enkele jaren gehouden wordt, is namelijk aan een grondige opknapbeurt toe waarvoor een bijdrage benodigd was. Kasten en zijn collega’s maakten daarom een plan voor vernieuwing. ‘De frames waarover de Afghanen hun shades spannen, waren zo verroest dat ze onveilig waren. Om die te laten lassen of vervangen, hebben we ingesteld iedereen die een van de 175 kraampjes gebruikt, per keer tien dollar afdraagt. Dat vonden we een redelijk bedrag aangezien er zo’n twintig tot dertigduizend dollar per week omgaat in de bazaar. Door de bijdrage hielden we wekelijks vijftienhonderd euro over voor onderhoud door een Afghaans bedrijf, en daarnaast 250 dollar voor de school.’
Start Naast de drie jongens die nu wat onderwijs krijgen, zijn er elke week vijftig tot zeventig kinderen aanwezig op de bazaar die ‘helpen’ met de verkoop. Een deel van hen krijgt buiten de poorten educatie, anderen gaan niet naar school omdat ze helpen met
De bazaarschol was in het begin een tent met veldbedden, die dienst deden als meubelstukken. Pas later kwam hiervoor een houten gebouwtje in de plaats.
15
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Twee zaterdagen achter elkaar verzorgen de Nederlanders het educatieve sport en spelprogramma. Hier inmiddels in het houten schooltje.
Kleine overwinningen Inmiddels hebben de opvolgers van Kasten in samenwerking met het NAVObouwbedrijf ATCO de tent ingeruild voor een houten gebouwtje met echte meubels en schoolmaterialen. Ook gaan alle kinderen op de bazaar naar het schooltje, dat wordt gegarandeerd door de Britse Air Commander, en zorgt een burgerbedrijf dat ook in maaltijden op de basis voorziet, voor lunchpakketjes. De activiteit wordt afwisselend door de verschillende nationaliteiten ingevuld. Kasten kijkt met een goed gevoel terug op het project. ‘Ik geloof dat educatie
de basis is voor een goed Afghanistan en dat een kind gewoon kind moet kunnen zijn en niet moet verkopen of bedelen. Door dit soort initiatieven zien ze ook dat militairen Adjudant Bob Kasten (midden) met collega’s en tolk op willekeurige zaterdaghet hart op de goede plek ochtend vlak voordat de bazaar geopend wordt. hebben.’ Kasten ziet het uitzending ga, probeer ik er het beste uit project als een afsluiting van eerdere te halen, want ik geloof dat je als eenling uitzendingen. ‘Ik ben in 1995 in Tuzla een verschil kunt maken. Dat zijn misin Bosnië, en later in Kosovo geweest, schien kleine overwinningen, maar als waar ik ondermeer veel kindertjes zag je die kinderen hoort gillen van plezier, die hun vaders waren kwijtgeraakt. Dat ben je weer even thuis.’ • is me altijd bijgebleven. Als ik nu op
Goede doelen Naast de bazaarschool hebben luchtmachters op Kandahar Airfield op eigen initiatief ook de zogenoemde Goede Doelen Commissie opgericht. Hiermee zamelen ze geld in dat ten goede komt aan organisaties zoals WarChild, het regionale ziekenhuis in Kandahar, Schoolsupport4Afghanistan en het Vrouwenhuis in Kabul. Dit doen ze onder meer door het houden van kledingsinzamelacties, spinning-marathons en Oranjefeesten waar je voor een dollar Hollandse activiteiten kan doen. Op dit moment komen de acties ten goede aan de financiering van de opleiding tot basisgezondheidswerker, waarna twintig Afghanen inwoners uit de regio kunnen voorlichten over betere hygiëne en verzorging. Ook het thuisfront ontplooit activiteiten zoals Jessica de Kok, die een lucratieve twitter-veiling organiseerde voor het goede doel. Zij schrijft hierover in haar boek ‘Kaat heeft een missie’ (ISBN 978 9079603077, uitgeverij 248media in Steenwijk, verkoopprijs €15,95). Ze vertelt daarin in dagboekvorm eveneens over het reilen en zeilen van haar gezin terwijl haar echtgenoot vier maanden naar Kandahar is uitgezonden.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
16
ACHTERGROND
Project SAP MIgratie Luchtketen Eerste fase gaat live in maart Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s Peter Wiezoreck, AVDD
Materieel-logistiek transparant De techneut op Maritiem Vliegkamp De Kooy, de magazijnmedewerker op het Logistiek Centrum Woensdrecht en de maintenance engineer van het DMOonderdeel Maritieme & Onbemande Luchtvaarttuigen kunnen binnenkort in elkaars keuken kijken. Door de invoering van een ‘joint’ materieel-logistiek informatievoorzieningssysteem krijgen alle betrokken spelers te allen tijde zicht op de materieelvoorraden, de status van het onderhoud of bijvoorbeeld de configuratie van een vliegtuig. De nieuwe NH90 trapt de integratie van SAP in de luchtketen af.
Een materieel-logistieke revolutie? Dat gaat misschien wat ver. Maar de luchtmacht staat zeker een flinke verandering te wachten op het gebied van materieel en logistiek. Van aankoop van een product tot de uiteindelijke afschrijving ervan, de hele materieel-logistieke keten gaat over op een nieuw informatievoorzieningsysteem, het in het bedrijfsleven veelgebruikte SAP. Aanschaf, bevoorrading, opslag, transport en onderhoud regelen logistiekelingen en onderhoudsmedewerkers nu vaak volgens verschillende procedures en uiteenlopende software. Project SMILE, een afkorting die staat voor ‘SAP’ MIgratie Luchtketen Eerste fase, verzorgt de overgang van de verschillende informatieprogrammatuur binnen het vliegende bedrijf naar één voor alle luchtwapensystemen te hanteren programma en werkwijze.
Links: Kolonel Arie Blokland: ‘De NH90 schreeuwt gewoon om een paarse bedrijfsvoering.’ Onder: De NH90 is het eerste luchtwapensysteem dat volledig ondersteund wordt door SAP. Foto: Projectbureau NH90
17
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Schroevendraaier Transparantie, integraliteit en kosteneffectief werken, dat zijn de hoofddoelstellingen van de overgang naar SAP. Elk krijgsmachtdeel hanteert tal van materieel-logistieke informatiesystemen. Hoewel landmacht, luchtmacht en marine elk hun eigen specifieke aanvragen hebben, is er ook veel overlap. Banden voor militaire voertuigen, schoeisel, technische onderdelen of zelfs koffieroerstaafjes worden tegenwoordig nog altijd op verschillende manieren aangevraagd en op verschillende plaatsen en verschillende tijden geleverd en geadministreerd. Dat is niet meer van deze tijd, geeft projectleider kolonel Arie Blokland aan. ‘Een “luchtmacht” schroevendraaier bestaat niet. We werken steeds meer paars, niet alleen in de dagelijkse bedrijfsvoering, maar zeker ook tijdens uitzendingen. Door onze systemen te integreren, kunnen we in de toekomst veel efficiënter en meer kostenbesparend optreden.’ Die krijgsmachtbrede integratie in SAP is het einddoel van het programma SPEER (zie kader). Dit omvat het totaal aan projecten waarin de financiële en materieel-logistieke processen binnen Defensie worden samengevoegd. Daarbinnen richt SMILE zich op de zogenoemde luchtketen: de materieel-logistiek voor alle luchtwapensystemen en uiteindelijk ook de gehele bedrijfsvoering van de KLu. Twee externe migratiepartijen, Atos Origin en PricewaterhouseCoopers (PWC), zijn nauw betrokken bij de implementatie van SAP. Zo’n tachtig collega’s die met de NH90 gaan werken, konden in januari in de SMILE Business Experience game het ‘ketenbreed denken’ ervaren dat nodig is in de nieuwe situatie. Materieel en logistiek grijpen daarin als een soort tandwielen in elkaar.
Ingenieus Project SMILE beleeft zijn vuurdoop met de introductie van de NH90. De materieel-logistieke bedrijfsvoering rondom dit nieuwe luchtwapensysteem van het Defensie Helikopter Commando zal in maart volledig worden ondersteund door SAP. Voor het eerst zijn onderhoud en logistiek dan onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld. Iedereen die met de NH90 werkt, is verbonden. Sterker nog, een technicus of magazijnmedewerker kan zijn werk alleen maar doen zolang hij zijn handelingen correct in het systeem invoert. Elke actie in de materieel-logistieke keten veroorzaakt een domino-effect. Wanneer een monteur op Maritiem Vliegkamp De Kooy een reparatie verricht, krijgt de logistiekeling een seintje dat de werkvoorraad is afgenomen. Komen de desbetreffende onderdelen onder een bepaalde waarde, dan krijgt het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) opdracht om de werkvoorraad op De Kooy weer aan te vullen. Dalen de LCW-voorraden te ver, dan krijgt de fabrikant een signaal om een nieuwe lading te leveren. Maar heeft een op SAP-aangesloten landmachteenheid deze onderdelen ook in opslag, dan kan de monteur voor zijn materieelbehoefte ook putten uit die voorraad. Een ingenieus ‘paars’ voorraadsysteem is slechts een deel van wat de migratie naar SAP de luchtketen kan bieden. Behalve voorraden houdt SAP ook zaken als de onderhoudsstaat, configuratie, locatie en aantal vlieguren van een toestel bij. Voor de operationele praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat detachementscommandanten snel grondig inzicht kunnen krijgen in de inzetbaarheid van hun luchtwapensystemen. Vertalen ‘De NH90 is een mooie testcase’, meent luitenant-kolonel Dick van der Kaaij, teamleider Besturing en Processen SMILE. ‘We beginnen feitelijk met een schone lei, want in het geval van de NH90 hebben we niet te maken met oude informatiesystemen waarvan we de gegevens moeten “vertalen” naar SAP.’ Een datateam van het project SMILE heeft de afgelopen maanden de talloze materieel-logistieke variabelen geïnventariseerd en ingevoerd in het informatiesysteem. Ieder onderdeel van de helikopter, elk stukje onderhoud en iedere revisie van elk afzonderlijk toestel zal worden beschreven en gedocumenteerd. Veel werk, erkent de overste. ‘Alle handelingen bijhouden in SAP lijkt omslachtig, maar uiteindelijk betaalt het zichzelf uit in
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
ACHTERGROND
een veel meer transparante en efficiënte bedrijfsvoering. In de huidige situatie zijn collega’s in de materieel-logistiek een groot deel van de tijd bezig om gegevens over te typen van het ene naar het andere systeem. In de nieuwe situatie hoef je het nog maar één keer in te voeren. Dat gaat ons veel tijd en geld besparen.’ Helikopterview ‘De techniek van het werken met SAP is één ding’, benadrukt majoor Ad de Jong, verantwoordelijk voor de coördinatie van de opleidingen en trainingen met het nieuwe systeem. ‘Maar het is ook een manier van denken. Iedereen moet het proces tussen de oren krijgen, het zogenoemde ketendenken. Door SAP maken we allemaal deel uit van dezelfde materieel-logistieke keten. Wanneer iemand ergens iets verandert, heeft dat invloed op het totale systeem.’ Om die helikopterview op de eigen rol binnen de gehele keten te krijgen, werkt de projectorganisatie met de SMILE Business Experience game. Een bedrijfskundig rollenspel, waarmee de toekomstige SAP-gebruikers een gevoel krijgen van hoe bepaalde keuzes van invloed kunnen zijn voor de rest van de keten. De deelnemers – even losgeweekt van hun daadwerkelijke functie – moeten een zo efficiënt mogelijke bedrijfsvoering zien na te streven. Daarbij zullen ze ervaren dat wel of geen actie ondernemen gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering in zijn geheel. Blokland maakt het wat concreter: ‘Als je aan het bud-
Luitenant-kolonel Dick van der Kaaij: ‘Integraliteit, transparantie en efficiëntie, daar werken we naartoe met SMILE.’
get voor onderhoud draait, heeft dat invloed op de voorraden, maar ook op de inzetbaarheid van je mensen.’
Eersteling ‘De business game helpt om draagvlak te creëren voor de implementatie van SAP’, stelt Marco Uljee, namens PWC bij SMILE betrokken als projectmanager. ‘Dit is de grootste SAP-implementatie in Nederland. Een flinke organisatorische verandering, maar juist hierin zie je de “can do”-mentaliteit van de luchtmacht terugkomen. Iedereen is doelgericht en positief kritisch. Ze willen weten: wat gaat dit project mij opleveren?’ Wat Blokland betreft is de NH90 daarom een goede Elk moertje, boutje, iedere meterstand en het geheel aan NH90 gerelateerde eersteling. ‘Een voordeel voorraden is gedocumenteerd in SAP. Elke logistiekeling en sleutelaar van een nieuw wapensygaat ermee werken, zoals sergeant Jan Beckmann die hier de sonar winch steem is dat de mensen demonteert. Foto: Paolo Magnaghi, AgustaWestland in zijn voor verandering. Na de invoering van SAP voor de NH90 richten we ons op de conversie van de oude systemen voor de Alouette III en vervolgens die voor de PC-7. Zo nemen we elke vorm van twijfel en scepsis weg voor de latere transitie van de meer complexe operationele luchtwapensystemen. Het project wordt medio 2014 afgesloten. Dan zijn alle luchtwapensystemen gemigreerd, van de logistieke bedrijfsvoering van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen tot de F-16 squadrons.’ •
Waar is wat, wanneer, in welke hoeveelheden en in welke staat? Dat – en meer – is straks allemaal inzichtelijk voor de gehele krijgsmacht. Foto: Fabiënne Wink, AVDD
SPEER (Strategic Process & ERP Enabled Reengineering) is het programma van de Defensie Materieel Organisatie dat zorgt voor de Defensiebrede integratie en standaardisatie van de financiële en materieel-logistieke processen. In een eerder stadium zijn de financiële administratie (FINAD) en de fregatten Hr.Ms. Van Speijk en Van Amstel naar SAP gemigreerd. Nu is het de beurt aan de zogenoemde Zeeketen, Luchtketen (project SMILE) en Grondgebonden systemen om stap voor stap hun processen in SAP onder te brengen. In de toekomst zal de gehele krijgsmacht op dezelfde manier gaan werken, ondersteund door één integraal systeem voor materieellogistiek en financiën.
19
DE VLIEGENDE HOLLANDER
MINISERIE
‘Elke vliegoperatie heeft zijn eigen charme’ Tekst: June Smit | Foto’s: AVDD
Lynxvlieger: beslissingen Tekst: June Smit
Mattijn van Deelen nog als tweede vlieger, waarbij hij stand by-diensten meedraaide voor de SAR. Eén daarvan staat hem nog helder voor de geest. Links: De opleiding tot Lynxvlieger vindt voor een deel plaats vanuit de schoolbanken. Ook Van Deelen moest daar de afgelopen tijd aan geloven. Hem werd wederom duidelijk dat hij liever vliegt.
Functie: Lynx-vlieger (eerste, tweede, boord of instructeur) Aantal vliegers: 30 Eenheid: 860 Squadron
Nu de Lynx onder het DHC valt, maakt ook het mari-
‘Ik heb niet specifiek iets met schepen. Sterker nog, ik denk dat alle vliegoperaties hun eigen charme hebben, ook die van de KLu. Toch spreekt de diversiteit van de operaties bij de Koninklijke Marine me heel erg aan. Zo vlieg je als eerste vlieger veel in Nederland voor de kustwacht of de Search and Resumé (SAR, red.), zodra je klaar bent als tweede vlieger draai je meteen stand by-diensten voor SAR. Ook kijk ik erg uit naar de periode dat ik aan boord van een van de schepen ga. Daar werk je toch naar toe.’ Opleiding ‘Sinds februari dit jaar ben ik eerste vlieger. In 2003 ging ik hiervoor de vliegopleiding in en drie jaar later was ik tweede vlieger SAR. Om eerste vlieger te worden, krijg je vervolgens drie opwerk-
tiem opereren al meer dan een jaar deel uit van het CLSK. Niet alleen de werkzaamheden, maar ook de functies zijn hierbij anders dan de KLu gewend was. De komende maanden komen deze functies rond de Lynx aan bod in een serie. Deze keer eerste vlieger luitenant-ter-zee 2 Mattijn van Deelen, over de verantwoordelijkheden tijdens en na de vliegopleiding en vliegoperaties op en rond schepen.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
20
Gekwalificeerde boordvliegers kunnen zowel overdag als ’s nachts op schepen landen.
MINISERIE
programma’s van elk 36 vluchten, waarin je extra ingaat op de basisvaardigheden die je in je vliegopleiding hebt geleerd. Dat zijn hijsen boven water en boven een schip, zowel overdag als ’s nachts, vliegen op instrumenten, en vliegen met special forces zoals mariniers en met external loads. Na het derde programma moet je alle kennis en vaardigheden bezitten om als eerste vlieger te vliegen. Als je begint met hijsoperaties zet je voor het eerst daadwerkelijk mensen af op schepen. De eerste keren heb je daarbij de neiging om over te corrigeren, omdat het schip zo beweegt en je niet echt goed zicht van boven hebt. Vooral ’s nachts heb je weinig referenties, onder andere doordat we zonder night vision goggles vliegen. Daarnaast leer je tot bepaalde windsnelheden op schepen te landen, zodat je daar kunt tanken als dat nodig is bij een SAR-
Gedesoriënteerd ‘Tijdens één SAR heb ik ook echt een beetje de kunst van de eerste vlieger kunnen afkijken. Het was ontzettend slecht weer, er stonden hoge golven, veel regen en we moesten een man van een heftig bewegende vissersboot afhalen. We hadden slecht zicht door mist, maar ook doordat de vissersboot op de donkere zee alle lichten aanhad, waardoor het één groot wit platform leek. De vlieger moest heel erg oppassen dat hij niet gedesoriënteerd raakte. Toen de man eenmaal aan boord was, wisten we niet zeker of we door het slechte weer en de hoeveelheid brandstof bij het ziekenhuis konden landen. Dat was een hele ervaring. Ook voor de eerste vlieger, die toch al heel wat SAR-vluchten achter de rug had.’
Bij landen op een schip houdt je ook rekening met golven en wind, maar daar heb ik nog weinig ervaring mee.’
zelf nemen opdracht. Pas als je gekwalificeerd boordvlieger bent, kan je zowel overdag als ’s nachts bij hogere windlimieten landen op schepen.’ Ondersteunen ‘Hoewel nog niet helemaal volleerd, heb je als tweede vlieger al genoeg ervaring om tijdens een SAR de eerste vlieger te ondersteunen met communicatie en navigatie. Zo geeft de dokter bij een SAR aan naar welk ziekenhuis hij of zij de patiënt wil vervoeren, waarna de tweede vlieger de verkeerstoren en het ziekenhuis op de hoogte stelt dat ze onderweg zijn. Daarnaast berekent hij hoeveel brandstof voor de vlucht nodig is, ook als we eventueel langer boven een schip moeten blijven hangen. Dit soort vluchten is natuurlijk ideaal om ervaring op te doen.’
Een eerste vlieger Lynx neemt ook deel mee aan oefeningen boven land en boven zee, vaak in samenwerking met kustwacht en KNRM. Daarnaast worden ze ingezet om unit interventie mariniers af te zetten of op te halen.
Pittige omstandigheden ‘Je wordt opgeleid om de basisvaardigheden in alle situaties toe te passen, maar ook om soms te zeggen: “dit is niet veilig om te doen”. Daarbij kan verschil zitten tussen een ervaren en minder ervaren vlieger die een situatie nog nooit heeft meegemaakt. Als je praktijkgevallen tegenkomt die niet in je opleiding zaten, moet je zelf beslissingen nemen. Daarbij probeer je de risico’s altijd zoveel mogelijk te beperken. Zo vereist hijsen best wat concentratie, omdat je dat vaak onder pittige omstandigheden doet zoals tijdens een SAR, waarbij een heliredder onder jouw heli hangt. Ook moet je altijd rekening houden met het weer en de heersende winden. Bij boorplatformen let je op eventuele turbulentie, die ontstaat door windstromen en je gaat altijd na of het weer niet te slecht is om terug te komen.
Liever vliegen ‘Dit jaar ga ik in de opleiding voor boordvlieger, daar kijk ik erg naar uit. Aan boord heb je veel verantwoordelijkheid. Voor de vliegoperatie ga je met een ploeg van tien man (technische boordploeg, tacco, eerste vlieger en sensoroperator, red.) op een schip en dan moet je je maar zien te redden. De commandant van een schip heeft namelijk meestal niet veel verstand van vliegen, waardoor je in overleg met hem veel zelf beslissingen moet nemen. Daarnaast vlieg je veel. Het moet je wel liggen om zo lang op zee te zijn en met honderd man op zo’n schip, maar ik denk dat dat wel aan mij is besteed. Ik ben in mijn element als ik vlieg. Nu volg ik een theoriecursus in een klaslokaal en ik merk gewoon dat ik liever vlieg. Maar dit hoort er soms ook bij.’ •
Een tweede vlieger heeft genoeg ervaring om met SAR-diensten mee te draaien. Een eerste vlieger maakt zijn eerste vluchten vaak voor de kustwacht, waarbij een waarnemer vanuit de Lynx meegaat voor visserijinspectie en algemene handhaving scheepvaar t. Van Deelen: ‘Dat klinkt misschien niet heel erg spannend, maar is toch heel leuk en goed voor je ervaring.’
21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Oud-jachtvliegers trainen aankomend verkeers- en gevechtsleiders
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Sjoerd Hilckmann, AVDD
Van ‘reservebank’ Op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) maakt de School of Air Control sinds kort gebruik van reservisten. Zij hebben of een vliegend verleden binnen de KLu, en met die kennis werken ze nu bij een civiele luchtvaartmaatschappij. Toch hebben velen nog steeds het luchtmachtgevoel, en werden om die reden reservist. Daarmee zijn het waardevolle instructiekrachten voor de luchtmacht. Want worden zij ingezet om aankomend verkeers- of gevechtsleiders met hun operationele kennis te trainen, blijft een actief-dienende vlieger beschikbaar op het squadron.
Dat de Groep Luchtmacht Reserve (GLR) inmiddels als een belangrijk onderdeel van de KLu meedraait, gaf commandant luitenant-kolonel Martijn van der Woude al aan in het decembernummer van de Vliegende Hollander. Behalve de meer bekende bewakingstaken, zijn er vele andere gebieden waarin de parttime-militairen van grote waarde zijn voor – de ondersteuning van – het operationele bedrijf. Het 600 Squadron voorziet onder andere met zijn Reservisten Specifieke Diensten (RSD)-taak in die meer specialistische behoefte. ‘Onze eenheid richt zich op alles wat niet met bewaking te maken heeft’, verduidelijkt de waarnemend commandant kapitein Jan-Willem van Doorn. In samenwerking met de CLSK-vakoudsten richten we ons met onze deskundigen binnen de RSDvlucht primair op het uithelpen van de beroepsorganisatie op piekmomenten, en/of vullen van gaten zodat deze goed kan doordraaien. Dat komt ten goede aan de optimalisatie
Het praten met vliegers is voor zowel gevechts- als verkeersleiders een essentieel onderdeel van de opleiding.
In de Torensimulator, het state-of-the-art onderwijsmiddel van de School of Air Control, geeft Burgers (r.) uitleg aan de cursisten.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
22
R E P O R TA G E
van de operationele output, bijvoorbeeld met de inzet van vliegerartsen, SAR-ondersteuning, verkeersleiders, brandweer specialisten, maar ook op de opleiding verkeers- en gevechtsleiding.’
andere werd gesproken over simulatorpiloten. Burgers vond dat hij als vlieger met ervaring op zowel de F-16 als bij de KLM wellicht een goede bijdrage aan de opleidingen kon geven. Hij vliegt namelijk inmiddels als co-piloot
reservisten ten opzichte van de beroepsorganisatie en de hoeveelheid inzetten zal alleen maar toenemen. Dat geeft het CLSK de flexibiliteit om in te spelen op actuele personele behoeftes. Bovendien kan de GLR dit voor een fractie van
naar ‘schoolbank’ Realiteit En juist daar op Nieuw Milligen ligt op dit moment één van de successen van de GLR. Bij de School of Air Control krijgen aankomende verkeers- en gevechtleiders namelijk sinds een aantal maanden les van voormalige jachtvliegers. ‘Het is belangrijk dat verkeersleiding ordelijk, vlot en veilig verloopt’, zegt Hans de Ruijter, Hoofd School of Air Control. ‘Dat leren we hier met een geleidelijke opbouw, en realistische simulators. Voor wat betreft dat laatste is de opleiding de laatste jaren erg gemoderniseerd. We hebben hier met bijvoorbeeld de torensimulator een fantastisch opleidingsmiddel in handen. Uniek in de wereld. Maar wat nog ontbrak was de fysieke ondersteuning van een echte vlieger.’ Die rol wordt tot de komst van de reservisten gespeeld: achter een (instructie) radarscherm of in de torensimulator zit de leerling, en in een andere ruimte een instructeur of collega-cursist die zich voordoet als vlieger. Het initiatief om hiervoor oud-vliegers voor te gebruiken komt van reserve-majoor Robert-Jan Burgers, een zeer ervaren oud-wapeninstructeur op de F-16. ‘Ik wilde na mijn diensttijd graag wat terugdoen, en op deze manier kan dat.’ Hij las een artikel over de Torensimulator waarin onder
op de Embraer 190 binnen Europa. ‘In het gesprek over de mogelijkheden, sprong er voor mij één woord duidelijk uit: realiteit.’
Wennen Maar er is voor Burgers en collega-reservisten inmiddels zijn er acht oud-vliegers werkzaam nog een reden om de jonge luchtmachtgarde beter op weg te helpen. ‘We doen dit omdat we de KLu een warm hart toedragen. Wanneer je erbuiten staat, waardeer je de organisatie misschien nog wel meer dan wanneer je erin zit. Voor ALO-functies (Air Liaison Officer, red.) als deze zijn 23 personen benaderd. Ik hoef daarvoor niemand over de streep te trekken. Je bereikt dat niet door te lobbyen.’ ‘Zo’n honderdvijftig tot honderdzestig dagen per jaar hebben we behoefte aan de inzet van reservisten als ALO’er’, zegt Van Doorn die als GRO’er in 1992 de dienst verliet en in 2006 als reservist terugkwam. ‘Dat kunnen niet alleen oud-vliegers op de F-16 zijn, maar ook die van transportvliegtuigen of helikopters. Het scheelt het CLSK veel om deze krachten niet op een squadron weg te halen. Ik spreek dan ook liever van een parttime-militair dan een reservist. Je zorgt namelijk ook dat de kennis en ervaring van de reservisten niet verloren gaat.’ ‘Misschien kijkt de Burgers (m.) geeft instructie aan de vaandrigs Thomas van Erp (l.) en Pascal Kwaks. organisatie nu nog een beetje vreemd tegen oud-militairen als reservist aan’, reageert Burgers. ‘Als reactie kan je bijvoorbeeld krijgen: “Je was toch de dienst uit?”. Dat moet even wennen. Het is een groeiend proces.’ Van Doorn is het daarmee eens. ‘RSD’ers zullen meer en meer deel worden van de structurele CLSK-organisatie in de toekomst als uitvloeisel van nieuw beleid. Het percentage
de kosten van boven-formatieve inhuur’, aldus van Doorn, in het dagelijks leven directeureigenaar van telecombedrijf Aspider. ‘Een prima ontwikkeling en we hebben er lol in. Niet alleen binnen de landgrenzen maar ook tijdens uitzendingen. Er zijn nu al ex-vliegers in niet-vliegende functies naar uitzendgebieden geweest. Bijvoorbeeld als Air Liaison Officier. Met deze inzet krijg je wat je in mensen hebt geïnvesteerd echt terug, en dat is een prettige ontwikkeling voor de KLu.’ Weergaloos De operationele kennis van de vliegers voorziet duidelijk in een behoefte van de opleidingen. De Ruijter: ‘We willen de cursisten een afspiegeling van de werkelijkheid voorschotelen. Het voordeel van voormalig jachtvliegers is dat zij weten wat het inhoudt om alleen in een F-16 rond te vliegen, maar ook met honderd of meer passagiers achterin. Zij kunnen dus praktijksituaties inbrengen, en ik kan wel zeggen dat deze combinatie behoorlijk uniek is.’ Een mooi voorbeeld van civiel-militaire samenwerking tussen het AOCS NM en de burgervliegwereld dus. ‘De reactie van de studenten is dan ook weergaloos’, vindt Burgers. Ik kan hen laten zien hoe het er in een cockpit van bijvoorbeeld een F-16 aan toegaat. Om alles nog realistischer te maken, kijkt de school nu of we stemvervormers kunnen gebruiken, want een verkeers- of gevechtsleider reageert op een stem. Op die manier kan één vlieger nog beter meerdere vliegers nabootsen.’ Zolang het eigen werk er niet onder leidt – en Burgers krijgt vanuit Air France-KLM alle medewerking – voorziet hij een mooie toekomst voor deze samenwerking. ‘Ik ben nu twee tot drie dagen per maand op het AOCS. Mijn baas is maatschappelijk ingesteld, en op deze manier kan ik die maatschappij ondersteunen. Als je zou willen, kan je onbetaald verlof nemen om meer inzetbaar te zijn, maar dat is niet noodzakelijk. De kracht zit ‘m nu juist in de vrijwilligheid. Dit is zo’n moderne club, daar wil je als reservist graag aan meewerken.’ •
23
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
‘Wat andere vliegtuigen ook doen, hoef ik Tekst: Arno Marchand
Na de laatste buitenlandse demonstratie op Nellis Air Force Base op 14 en 15 november, geeft Ralph Aarts met ‘zijn’ F-16 Solo Display Team nog een toegift op Volkel op 27 november tijdens de reünie. Foto: Marco Ferrageau
Drie decennia F-16 Voor de F-16 in dienst van de KLu was 2009 een bijzonder jaar. Drie decennia geleden kwam het toestel, dat samen met de YF-17 werd ontwikkeld in het Amerikaanse Lightweight Fighter Programme, in Nederlandse dienst. Op 7 juni 1979 krijgt de luchtmacht het eerste toestel, de J-259, in handen. Op die dag vliegt de dual vanaf Schiphol, waar het bij Fokker onder auspiciën van de fabrikant GeneralDynamics is geassembleerd, naar Leeuwarden. DE VLIEGENDE HOLLANDER
24
De vlieger op die dag is kapitein Wim Sneek. ‘De dag ervoor was het toestel op Schiphol al overgedragen aan de luchtmacht’, vertelt de toenmalige commandant van de Transitie Conversie Afdeling (TCA) F-16 op Leeuwarden. ‘Die dag vloog een Amerikaan de J-259, met mij achterin. In de J-212, de eerste eenzitter, zat een testvlieger van Fokker.’ Op de zevende vloog Sneek het toestel met achterin de toenmalige Directeur Materieel KLu naar de nieuwe thuisbasis. ‘Luchtmachtvoorlichting wilde graag dat we opvielen in de cockpit en stelde voor oranje overalls te dragen. Alleen, die hadden we bij de KLu niet, zodat we ze bij de Marine Luchtvaartdienst op Valkenburg moesten lenen. De harnassen die je over je vliegeroverall draagt, waren nog niet binnen, dus die leenden we bij de Belgen. Zij hadden de eerste toestellen net iets eerder afgeleverd gekregen. Dat was mooi, want ik kwam in april terug uit de conversie in Amerika, en kon bij de Belgen een paar uur vliegen om current te blijven.’
ACHTERGROND
met een F-16 niet te kopiëren’ De demovliegers door de jaren heen met staand (v.l.n.r.) Reinder Zwaart (1991-1992), Patrick Tuit (1997-1998), Robert Jan Bosch (1999-2000), Gert Booij (1980-1983 en 1986), Richard Buijs (20012002), C-LSK Jac Jansen, Gert-Jan Vooren (2005-2006) en Christian van Gestel (2003-2004). Gehurkt (v.l.n.r.) Maarten Pladet (19891990), Gerhard Went (1993), Richard Kamperman (1995-1996), Ralph Aarts (2007-2009). Niet aanwezig waren Henri Schevers (1987-1988) en Peter Janssen (Twenthe, 1994). Foto: Joris van Boven, www.sentry.hangar1.net
Nattevingerwerk Sneek vormt op 27 november op Volkel met nog twaalf collega-vliegers het middelpunt van de reünie en viering van dertig jaar F-16 demoteam. Aanleiding is de laatste demonstratie van kapitein Ralph Aarts die na drie seizoenen het stokje overgeeft aan kapitein Tobias Schutte van Leeuwarden. Op 7 juni 1979 is er nog geen sprake van een demonstratie, maar dat gebeurt wel tijdens de KLu Open Dag op Twenthe
de J-213. Dat was geenszins vergelijkbaar met de demo zoals Ralph die nu vliegt. De stelling was min of meer als volgt: er is een open dag, en de KLu wil de F-16 laten zien. Als eerste operationele vlieger na Steef Heyboer, die op Hill Air Force Base bleef voor de Operationele Training en Evaluatie (OT&E), deed ik het zo goed mogelijk. Oneerbiedig gezegd was het nattevingerwerk. Het NLR (Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, NLR, red.) was toen nog niet betrokken bij het berekenen van alle manoeuvres, zoals dat later gebeurde.’
bekend als Barney, de demonstratievlieger op de F-16. Hij is de derde KLu-vlieger op de KLu F-16, eveneens opgeleid op Hill nabij Salt Lake City. Als instructeur van de TCA is hij sterk betrokken bij de introductie van dit type in luchtmachtdienst. ‘Mijn eerste optreden was op de KLu Open Dag op De Peel, in september 1980’, zegt de commodore bd. “Regel het maar”, luidde het devies, want niemand anders deed het. Heel anders dan nu waarbij er een heel team om de vlieger heen staat.’ C-LSK luitenant-generaal Jac Jansen benadrukt dat in zijn speech: ‘Ik spreek over een team, terwijl er maar met één vliegtuig wordt gevlogen. Zonder de vliegers tekort te willen doen, zonder teamwork zou hij niet zover komen. Als dat ergens blijkt, is het bij het F-16 demoteam. Technici, ondersteuning vanaf de vliegbasis Volkel en Leeuwarden, en later raakten steeds meer mensen van de Staf, het NLR en het Bureau Air Display betrokken. Er is veel veranderd in dertig jaar.’ ‘Destijds had ik alleen een crewchief, en er ging een spare-toestel mee’, gaat Booij verder. ‘Meer support was er in het begin nog niet. Later kwam mijn mentor Cees van Waart erbij, en had ik drie crewchiefs; Peter Mispelblom, Willem Weyts en Johan Wahle. In één jaar vloog ik tien echte shows, en dat is nu wel iets meer. Maar dat had mede te maken met de PR’, weet de oud Thunderstreak- en Starfighter-vlieger, terwijl hij een foldertje van ‘zijn’ demoteam uit zijn colbertzak haalt. ‘Zelfgemaakt. Net als de sticker’, zegt hij nog steeds met gepaste trots en een glimlach. ‘Ik moest toch een beetje reclame voor mezelf maken.’
demonstraties op 15 september. ‘De J-259 vlogen we naar de static show op Twenthe’, zegt commodore bd Sneek. ‘De vliegshow deed ik in
Trots De aanleiding waardoor het NLR wordt gevraagd berekening te maken van alle demonstraties van KLu-toestellen, is het neerstorten van kapitein Hans Könings. Tijdens een training met een NF-5 op 22 juli 1980, raakt hij met de staart de baan van Gilze-Rijen en verongelukt. Op dat moWim Sneek, demovlieger 1979, krijgt als eerste uit handen van de C-LSK Jansen een model van de Orange Lion. Dit bedankje kregen alle ex-demovliegers, evenals de ontwerper van het ment is Gert kleurenschema Rob de Lange, en Ed de Bruijn en sergeant-majoor John van Benten van het Booij, beter Bureau Air Display. Foto’s: Peter Laarakker, AVDD
Held De demovlieger wordt veelal rechtstreeks op het squadron gebeld door organisatoren van airshows. Booij; ‘Zo reisden we naar België, Duitsland en Groot-Brittannië.
25
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
De eerste F-16 voor de KLu, de J-259, op afleveringsvlucht van Schiphol naar Leeuwarden. Let op de oranje vliegeroverals. Foto: uit archief Fotovlucht Soesterberg
Op de staartcode ‘HL’ na, die gebruikt wordt tijdens de OT&E op Hill, is de jubileumkist van 322 Squadron in 1983 de eerste met een bijzonder beschilderde staart. Het toestel werd tijdens demonstraties gevlogen door Barney Booij. Foto: uit archief Fotovlucht Soesterberg
Hans Weber, demovlieger van 1984 -1985, neemt een kijkje in de cockpit bij Ralph Aarts, voordat hij aan zijn laatste demonstratie begint. Foto’s: Peter Laarakker, AVDD
Als ik ergens landde, was ik vrijwel altijd de eerste F-16 die ze daar te zien kregen. Het hele veld liep dan uit om te komen kijken. Ik heb me toen altijd wel een held gevoeld.’ Jansen weet de introductie van de F-16 nog goed. ‘In 1979 was ik cadet-vaandrig. Het binnenhalen van de F-16 was een hele verandering voor de KLu. Voor het eerst was het mogelijk een rondje boven de basis te draaien.’ Barneys filosofie voor het demovliegen was destijds, ‘wat andere vliegtuigen doen, hoef ik niet te kopiëren met de F-16. Dit is een power-vliegtuig, en dat laat ik zien. Nu kunnen meer toestellen dat, maar toen alleen de F-16. De demonstratie duurt tegenwoordig veel langer dan wat ik destijds vloog, maar sommige elementen zitten er nog steeds in.’
DE VLIEGENDE HOLLANDER
26
‘Wat je wilde doen, gaf je aan op papier’, vult kapitein bd Hans Weber aan. ‘En het NLR kwam vervolgens met de berekeningen hoe dit alles veilig uit te voeren en of er voldoende marges waren. Zo deed je tien tot twaalf demo’s per jaar, en enkele keer zelfs twee op een dag.’ In die tijd experimenteert Weber met Smokewinders, op sidewinder gelijkende pods aan de vleugeltip die met behulp van diesel rook produceren. ‘We leenden de ze van de Amerikanen die een set in Europa had liggen voor demonstraties als deze. We moesten ze wel voor elke show ophalen bij de Belgische vliegtuigbouwer SABCA. Eén keer heb ik met gekleurde rook geëxperimenteerd, maar dat was toen geen succes.’
Kleuren Weber is demovlieger in 1984 en 1985, waarna in 1986 Booij de taak voor de tweede keer op zicht neemt. In het laatste jaar van de eerste periode, 1983, beleeft hij een primeur. 322 Squadron viert dan haar veertigjarig jubileum. Om dat te vieren krijgt een F-16 een rode staart met daarin een grote Polly Greybadge. Booij is daarmee de eerste die met een bijzonder beschilderde F-16 de lucht ingaat. Later volgen er meer maar dat gaat niet altijd zonder slag of stoot, weet ook C-LSK Jansen. ‘In de winter van 1987 werd het verzoek ingediend om een F-16 in demokleuren te beschilderen. Het zou een fraaie primeur zijn ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Militaire Luchtvaart in 1988. Het
antwoord van de staf was luid en duidelijk: “Nee, kan niet, mag niet, kunnen we niet, speciale verf, doen we niet, te duur, beginnen we niet aan.” Het demoteam: “Ja maar...” Staf: “nee!” Enfin, in het voorjaar van 1988 werd op Twenthe de J-864 voorzien van een rood-witblauwe bies met op de staart het KLu-75 logo. Demovlieger kapitein Henri Schevers mocht ’m terugvliegen naar Volkel. De generaals bewonderden de kist in de shelter en vonden ‘m…mooi. “Kunnen we die beschildering ook aanbrengen op de F27, de NF-5’en van Double Dutch en de Alouettes van de Grasshoppers?” En zo geschiedde.’ KIKA Daarna volgen er nog vele schema’s, met als laatste kunststuk de Orange Lion waarmee het Solo Display Team dat nu afscheid heeft genomen, sinds 2009 vliegt. Datzelfde team introduceert in 2007 een nieuw fenomeen. Ze vragen toestemming aan de Staf om een goed doel te mogen sponsoren, en die wordt verleend. Voor Kinderen Kankervrij (KIKA) verkoopt het team beren op shows waar ze komen. Daarnaast heeft het team een eigen mascotte, Leo genaamd. Hij vliegt geregeld mee met buitenlandse demoteams. Leo heeft twee logboeken; één waarin de teams met wie hij vliegt een reactie op zijn aanwezigheid geven, en een vliegerlogboek waarin het aantal vlieguren van Leo nauwkeurig wordt bijgehouden.’ Dat Leo een dankbaar foto-onderwerp is, laat zich raden. Als afsluiting van de activiteiten van het demoteam 2007-2009 worden de foto’s en logboeken van hem dit voorjaar geveild. Het geld dat dit opbrengt, gaat eveneens naar KIKA. Daarna is het aan het Leewarder-team de KLu-eer hoog te houden. Jansen: ‘Door overbrengen op de opvolgers en doorleren zijn er in de loop der jaren teams gegroeid. Zonder die samenwerking, was dit alles niet mogelijk geweest.’ •
JOURNAAL Nieuwe poortwachter AOCS NM Het Air Operations Control Station Nieuw Milligen heeft sinds 15 januari een nieuwe poortwachter. De F-104G Starfighter heeft nu gezelschap van de radarantenne van de Airport Surveillance Radar (ASR)-910B. De antenne is afkomstig van vliegbasis Gilze-Rijen en heeft daar vanaf begin jaren ’80 tot 2000 dienst gedaan om de luchtverkeersleiding te ondersteunen. De ASR was voorheen ook in gebruik op de vliegbases Leeuwarden, Twenthe, Soesterberg, Volkel, Eindhoven en Gilze-Rijen. Ieder veld had zijn eigen bunker van waaruit de approach-taak werd uitgevoerd met behulp van de ASR-radarbeelden. Inmiddels zijn de ASR’s vervangen door het Military Approach and Surveillance System. Met dit MASS, bestaande uit vijf radarinstallaties (sensoren) verspreid over het land, voert Dutch Mil nu de approach-taak voor alle militaire velden uit vanaf het AOCS NM. Foto: Martin Tennekes
Nieuwe commandocontainer GGW De Souschef Luchtsystemen, commodore Madelein Spit, droeg op 8 december op luchtmachtbasis De Peel een vernieuwd Tactical Command System (TCS) voor het Patriotwapensysteem over aan de C-GGW kolonel Peter Wijninga. Met het nieuwe TCS die de huidige commandocontainer uit 1996 vervangt, is de GGW voorbereid om in de toekomst met het Commando Luchtdoelartillerie samen te werken. De detachementcommandant van de eenheid opereert met zijn staf vanuit het TCS, een twaalf meter lange oplegger. Om de commandant situational awareness te bieden is het systeem, behalve het luchtbeeld van de Patriotsensoren van de eenheid, voorzien van een scala aan verbinding en informatiesystemen. Het TCS is over de gehele wereld en onder alle omstandigheden in te zetten. Foto: Leonie Voets-Van Helmond, AVDD De mogelijkheid om via telefoon, video of internet overleg te voeren en informatie te delen krijgt op ieder luchtmachtonderdeel een impuls. De Afdeling Informatievoorziening van het CLSK verstrekt speciale kaarten die het mogelijk maken om op een gemakkelijke en laagdrempelige manier te ‘virtueel’ te vergaderen. Op de kaart staan een inbelnummer en toegangscode die vooraf aan alle deelnemers van de vergadering bekend kunnen worden gemaakt. Zij toetsen deze cijfers in op hun mobiele of vaste toestel en kunnen vervolgens via de telefoon zaken met elkaar doen. Plaatsonafhankelijk werken is in het bedrijfsleven sterk in opkomst. Het neemt afstandsbarrières weg, maakt afspraken makkelijker planbaar, zorgt voor gerichter overleg en verhoogt de opkomst bij vergaderingen. Werknemers zijn meer flexibel en kunnen daardoor effectiever en efficiënter werken. Meer informatie over teleconferencing of het zogenoemde ‘Nieuwe Werken’ is verkrijgbaar bij kapitein Marc van Biert, 076 5447207 of
[email protected]. Foto: Hans Keur, AVDD
Virtueel vergaderen op CLSK
Boeken Gloster Meteor De boeken over de Gloster Meteor van de hand van Aart van Wijk zijn in prijs verlaagd. ‘Het paard van Phaëthon’ (PHA) kost nu €10,- en het vervolg ‘Alle paarden van Apollo’ (4 delen in
cassette) is verkrijgbaar voor €40,-. Verzendkosten voor het eerste deel bedragen €7,- en voor deel twee €8,50. Beide delen samen zonder verzendkosten. Meer informatie via www.glostermeteor.nl
VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2. VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected] Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
Betaaldata salarissen 2010 De betaaldata voor 2010 zijn: 24 februari, 24 maart, 23 april, 21 mei (inclusief vakantiegeld), 24 juni, 23 juli, 24 augustus, 24 september, 22 oktober, 24 november en 22 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij het Dienstencentrum Human Resources (DCHR) op *06-733 of 0800 – 2255733, bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 12.00 uur.
27
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Ypenburg in televisiewedstrijd
In memoriam Op 25 december overleed korporaal 1 Jan van der Zande. Hij was werkzaam bij de werkeenheid Gronduitrusting van het 930 Squadron op vliegbasis Gilze-Rijen. Hij laat een echtgenote achter. Van der Zande is 47 jaar geworden. Op 9 januari overleed sergeant-majoor Jos Neelis. Hij werkte als instructeur vliegtuigonderhoudtechniek bij het 133 Squadron op vliegbasis Woensdrecht. Hij laat een vrouw en drie zonen achter. Neelis werd 47 jaar oud.
De verkeerstoren en het stationsgebouw op de voormalige vliegbasis Ypenburg dingen samen mee naar de titel ‘Het mooiste pand van Nederland’. In het gelijknamige televisieprogramma van SBS6 strijden in totaal zestien objecten om de prijs van een miljoen euro. De Stichting Historisch Ypenburg (SHY) maakt zich sterk voor het geschiedkundig onderzoek naar de (militaire) luchtvaart en de vliegtuigindustrie op en behoud van de restanten van het vroegere vliegterrein. Ieder bouwwerk dat kans maakt op het miljoen wordt verdedigd door koppels bestaande uit vrijwilligers en vertegenwoordigers van de oude gebouwen. Ze strijden tegen elkaar door diverse opdrachten uit te voeren ten einde de jury en de kijkers te overtuigen dat hun pand niet verloren mag gaan. Een vakkundige jury bepaalt uiteindelijk welke twee gebouwen er in de finale komen. ‘Het mooiste pand van Nederland’ is vanaf 17 februari elke woensdag te zien om 20.30 uur. Foto: Stichting Historisch Ypenburg
Tentoonstelling luchtpionier Jan Hondong De eerste overtocht van een KLM-toestel naar Curaçao in 1934 figureert in een tentoonstelling in het Graafs Museum in Grave. De elfduizend kilometer lange vlucht – waarvan ruim 3600 kilometer over de oceaan – van gezagvoerder Jan Hondong en zijn bemanning was het begin van een luchtverkeersnet in de Nederlandse Antillen. De vlucht van ‘de Snip’ en luchtvaartpionier Hondong komen 75 jaar na dato uitvoerig aan bod in deze expositie. Het Graafs Museum is gevestigd in de Hampoort, St. Elisabethstraat 10a, 5361 HK Grave. De tentoonstelling is tot en met 28 maart elke zaterdag en zondag van 14.00 tot 17.00 uur te bezichtigen. Zie ook www.graafsmuseum.nl.
Mutatie opperofficieren Kolonel Ton Tieland is met ingang van 1 februari belast met de functie van Directeur Personeel & Organisatie bij het Commando Luchtstrijdkrachten. Tegelijkertijd wordt hij bevorderd tot commodore. Tieland, die de taak overneemt van commodore Bert Buitenga, was sinds 2006 Chef Kabinet Commandant der Strijdkrachten. Daarin werd hij op 4 januari opgevolgd door kolonel René Moerland.
Herdenking op fusilladeplaats Al even geleden, op 19 november, zijn de zogenoemde ’33 van Soesterberg’ herdacht op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Jarenlang organiseerde de Koninklijke Luchtmacht een plechtigheid voor de drieëndertig verzetsmensen die hier in 1942 zijn terechtgesteld door de Duitsers. Na het vertrek van de luchtmacht hebben de burgemeester Arie Noordergraaf en Cees Vos, voorzitter van de Stichting comité 4 en 5 mei Soest-Soesterberg, de organisatie van deze herdenking op zich genomen. Voorafgaand aan de kranslegging lazen leerlingen van de openbare basisschool De Egelantier uit Soest de namen van de gefusilleerden op en droegen ze gedichten voor. Foto: Pol de Soeten
KDC-10 vlucht met Hoogvliegers Negentig autistische kinderen van de Stichting Hoogvliegers verzamelden zich op 7 december op vliegbasis Eindhoven voor een Grote Hoogvliegersdag. De kinderen uit de omgeving van Oisterwijk werden getrakteerd op een één uur durende rondvlucht met de KDC-10. Voor ondersteuning waren behalve de begeleiders van de kinderen ook twee medische teams van de Koninklijke Luchtmacht en twee cliniclowns aanwezig. Foto: Stichting Hoogvliegers
DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
JOURNAAL
Sport Vliegbasis Volkel is de winnaar van de KLu Onderdeelsportcompetitie 2009. Na deelname aan tien kampioenschappen in evnzoveel uiteenlopende takken van sport bleken de teams van Volkel het beste te hebben gepresteerd. C-LSK Jansen reikte op 8 januari 2010 de eerste prijs uit aan kolonel Wido van de Mast, commandant vliegbasis Volkel. De eindstand was verder: 2 DHC Gilze-Rijen, 3 De Peel, 4 Eindhoven, 5 CLSK/KMA, 6 Woensdrecht, 7 AOCS NM/LDR, 8 Leeuwarden. Onder barre winterse omstandigheden is op 8 januari het KLu kampioenschap cross gehouden. Ruim 117 lopers trotseerden de kou op het drie kilometer lange parcours in Reek, vlakbij vliegbasis Volkel dat de wedstrijd organiseerde. C-LSK luitenant-generaal Jac Jansen noemde de KLu Cross ‘een symbolische start voor een gezond en fit 2010.’ Zelf nam hij ook deel aan de loop, die hij omschreef als ‘spannend, maar verantwoord. Een prima middel om de mentale fitheid te trainen, met een focus op ontspanning’, aldus Jansen. Kapitein Annelies Homma, van de vliegbasis Woensdrecht finishte als eerste bij de dames. Eerste luitenant Erwin Schuurbiers van vliegbasis Eindhoven won de race bij de heren. Sergeant 1 Kees van Helmond (vliegbasis Gilze-Rijen) en luitenant-kolonel Dick van der Kaaij (DMO) waren de beste bij de veteranen. Sergeant 1 Jos Bogaerts, werkzaam bij de brandweer van vliegbasis Woensdrecht is er op 10 januari in het Brabantse Heerle in geslaagd om opnieuw de Nederlands kampioenstitel veldrijden bij de Masters 40+ te veroveren. Sergeant 1 Dennis Bekkers, werkzaam bij het 640 Platformsquadron op vliegbasis Volkel, heeft bij het Nederlands Kampioenschap Taekwondo de titel behaald in de klasse tot 68 kilo. Na twee gewonnen partijen plaatste hij zich voor de finale. In de finale was onze taekwondoka te sterk voor zijn opponent Robin Laus en pakte de eindzege en de titel.
C-LSK en luchtmachtsporters bijeen De (wedstrijd)sporters van de luchtmacht hadden op 3 december een ontmoeting met de C-LSK luitenant-generaal Jac Jansen. Op deze jaarlijkse bijeenkomst waren onder andere sporters, teamleiders, coaches en verzorgers van CLSK-sportploegen aanwezig. Hoofd Bureau Wedstrijdsport eerste luitenant Pim Schijven sprak over de laatste ontwikkelingen op het gebied van wedstrijdsport bij het Commando Luchtstrijdkrachten. Eerste-luitenant Dick Boschman, olympisch schutter en lid van de Defensie Topsport Selectie vertelde over zijn ervaringen als topsporter in de schietsport. Jansen reikte de CLSK-award uit aan de herenvolleybalploeg die zowel op nationaal als internationaal niveau alle te winnen prijzen in de wacht sleepte. Foto: Sanne Baakman
Reünies Wat: Krijgsmachtbrede reünie Kosovomissies Voor wie: Leden van de Identiteitsgroep Vredesmachten en alle (oud-)militairen die hebben deelgenomen aan de missie KFOR en/of de voorafgaande missies in Kosovo Wanneer: Vrijdag 26 maart 2010 Waar: De voormalige vliegbasis Soesterberg Kosten: €10,- per persoon inclusief lunch Aanmeldingen: voor 15 maart 2010 via
[email protected], www.vredesmachten.nl of Frank Kluiters (secretaris IVM), Albert Schweitzerlaan 10, 2641 ZT Pijnacker.
Wat: Jaarlijkse reünie oud-vliegers van 315 Squadron Wanneer: 16 april 2010 Waar: Officiers Casino Soesterberg Aanmelding en informatie: via Bart Woortman, 053-5696112, 315@ orange.nl. Vriendelijk verzoek ook andere oud-vliegers van 315 Squadron op de hoogte te stellen. Kosten reünie: €45,00 per persoon, voor 1 maart over te maken op rekening 3311.806.697 ten name van C.J. Stoutjesdijk in Amersfoort onder vermelding van ‘RIP 2010’ en e-mail adres en/of telefoonnummer. Bij tijdige annulering (voor 31 maart) wordt het bedrag volledig teruggestort.
Drager Bronzen Kruis overleden Drager van het Bronzen Kruis adjudant bd Cornelis van der Put overleed op 4 december. De oudluchtmachter ontving deze dapperheidsonderscheiding vanwege zijn moedige en beleidsvolle daden tijdens de meidagen 1940. Als korporaal-radiotelegrafist wist hij met enkele manschappen de opmars van een groot aantal Duitse parachutisten bij Voorburg te stuiten. Later nam hij ‘op onverschrokken wijze’ deel aan de strijd tegen deze valschermjagers bij het vliegveld Ypenburg. Het Bronzen Kruis is na de Militaire Willems-Orde de belangrijkste Nederlandse Koninklijke Militaire Dapperheidonderscheiding en is sinds 1940 3443 keer uitgereikt.
Evacuatie brandend vissersschip Twee reddingshelikopters van het DHC en een reddingsboot van de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij zijn op 4 januari ingezet bij een brand op een vissersschip ten noorden van Terschelling. Een AB-412 van vliegbasis Leeuwarden evacueerde twee bemanningsleden. De overgebleven drie bemanningsleden wisten de brand aan boord te blussen. De toevallig nabije AB-412 nam de Search and Rescue taak over van de aanvankelijk opgeroepen Lynx. Terwijl de AB-412 de twee bemanningsleden naar Maritiem Vliegkamp De Kooy bracht, bleef de Lynx stand-by in de buurt van het schip, totdat de brand aan boord geblust was. De bemanning bleef ongedeerd en keerde met het schip terug naar de wal.
Wat: IDEM-dag Wanneer: op 1 april Waar: De Basis, Veteraneninstituut Doorn Informatie en aanmelding: Jaarlijks vindt op Witte Donderdag de bijeenkomst voor Individuele Deelnemers Eerdere Missies (IDEM) plaats. Opgave alleen per mail voor 8 maart 2010 bij secretaris majoor Ron van Vugt op
[email protected]. Meer info via zijn gsm 06-22101536 of http://intranet. mindef.nl/klu/uitzending/idem.aspx
29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Geslaagd korpsdiner onderofficieren
Sneeuwvaar ten komen in Nederland vrij zelden voor. De KLu-ballon had de primeur op 15 januari voor het eerst over een besneeuwd Brabant te varen. Foto: Maj-Britta de Ruiter
Collega’s KLu-ballon gezocht
De onderofficieren en daaraan gelijkgestelden van de Staf CLSK kwamen in december samen in het Wernhoutse Jaiseling Royal Palace voor een gezellig samenzijn. Dit tweede korpsdiner was geheel in oosterse sferen. Het draaide wederom uit op een geslaagde avond, mede dankzij een spectaculair optreden van violiste Sylvia Houtzager Foto: Fabiënne Wink
Amerikaanse Combat Action Badge voor KLu’er Majoor Marco van Westen ontving op 8 december op Camp Eggers bij Kabul de Combat Action Badge van US Army kolonel Steve Meddaugh. Van Westen is één van de Nederlandse militairen geplaatst bij het Combined Security Transition Command in Afghanistan, dat verantwoordelijk is voor de opbouw van het Afghaanse leger en de Afghaanse politie. Als zodanig reist hij regelmatig door Afghanistan om de uitvoering en voortgang van de trainingen voor het leger te evalueren. Op 8 augustus, tijdens een van die reizen, kwamen de majoor en een aantal van zijn internationale collega’s op Kandahar Air Field onder geweervuur van buiten de basis te liggen. Ondanks het feit dat er enkele tientallen schoten op hen werden afgevuurd, vielen er geen gewonden. Foto: Sam Sok
De heteluchtballon van de Koninklijke Luchtmacht maakt zo’n zestig vaarten per jaar, zowel voor wervingsdoeleinden als relatiebeheer. Een piloot van het civiele ballonbedrijf Ad Ballonvaarten in Breda voert de vaarten uit, daarbij ondersteund door een grondcrew van luchtmachtpersoneel. Het Evenementen Bureau KLu is op zoek naar nieuwe crewleden voor de KLu-ballon. Als crewlid bereid je met twee of drie collega’s de vaart van de ballon voor. Je vangt de passagiers op en brengt ze samen met de piloot naar de startlocatie. Daar bouw je de ballon op voor de vaart. Gedurende de vaart volg je de ballon naar de landlocatie. Eenmaal geland, pak je de ballon weer in en rijd je de passagiers en piloot weer naar het ballonbedrijf in Breda. Behalve een gezonde dosis enthousiasme, gevoel voor teamwork en humor beschik je over een groot gevoel voor veiligheid en verantwoordelijkheidsbesef. Ook wil je vakkennis en ervaring opdoen in het uitvoeren van de diverse werkzaamheden voor dit luchtvaartuig. Je bent voornamelijk in de zomerperiode op oproep beschikbaar om zowel op doordeweeks dagen als in de weekeinden je crewwerkzaamheden uit te voeren. Dit doe je meestal ’s avonds omdat ballonvaren veelal in een tijdsbestek van twee uur voor tot aan zonsondergang plaatsvindt. Het bezit van rijbewijs B/E strekt tot aanbeveling. De inzet van de ballon en de balloncrews wordt vergoed volgens het Reisbesluit Defensie. Als crewlid krijg je een kledingpakket en tenminste één ballonvaart per jaar. Meer informatie via het Evenementen Bureau KLu: MDTN *06 – 450 47650 (adjudant Richard Sprokkereef) of
[email protected].
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum Tentoonstellingen Vogelfotografie Oud-vlieger en commandant van de toenmalige Tactische Helikoptergroep KLu commodore b.d. Dick Bos exposeert een kleine dertig vogelfoto’s in het museumcafé. Kijk voor meer info ook op www.dickbos.nl. Dagelijks tot herfst 2010. Aerocartoons II is een luchtige kijk op het vliegbedrijf. Twintig tekenaars, onder wie Ton van Andel, bekend van de luchtvaartkalender hebben zich uitgeleefd op het thema
(militaire) luchtvaart. Dagelijks, tot voorjaar 2010 Museumtour Gratis rondleidingen door het museum. Iedere tweede zondag van de maand. Het Flying Center is tot het einde van het jaar wegens herinrichting gesloten. De F-16 en de zweefvliegsimulators zijn tijdelijk verplaatst naar de Vreeburghal. Hierin kunt u iedere woensdagen vrijdagmiddag en zondag plaatsnemen.
Meer informatie en aanmeldingen op www.militaireluchtvaartmuseum.nl. Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op Pinksterzondag en Koninginnedag is het MLM gesloten. Het museum is gratis toegankelijk. Adres: Kampweg 120, 3769 DJ Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
31
DE VLIEGENDE HOLLANDER