de Vliegende Hollander Jaargang 66 - nummer 10 - oktober 2010
Luchtmacht nog volop actief in Afghanistan EERSTE GEVECHTSINSIGNES OPGESPELD • EUROPEES LUCHTTRANSPORTCENTRUM OP EINDHOVEN
4
Omslagfoto: Een gunner op de nummer vier positie in een Chinook, ofwel de rampgunner, maakt zijn MAG gereed voor een avondmissie vanaf KAF. Foto: Richard Frigge, AVDD
Foto: Fabienne Wink, AVDD
‘Het gaat mij niet om het bling, maar om het gebaar’
4 | GEVECHTSINSIGNE Erkenning en waardering, dat zijn de trefwoorden van het nieuwe gevechtsinsigne. Acht luchtmachters ontvingen op 7 september de allereerste bronzen exemplaren.
8 | EATC VAN DE GROND
11
Sinds september beslist de KLu niet meer over de inzet van haar transportvliegtuigen. Samen met de Belgische, Duitse en Franse zijn deze ondergebracht in een internationale pool.
11 | RECONSTRUCTIE LYNX-INZET Piraten bejagen is niet voorbehouden aan de vloot. Een Lynx leverde in april vitale assistentie bij de spectaculaire arrestatie van tien Somalische kapers.
14 | BIJZONDERE OPLEIDING Foto: Maartje Roos, AVDD
‘Het is heel mooi, maar niet “for free”’
Twee cursisten mogen zich na de HWIC rekenen tot een selecte club Forward Air Controller Air. Als ze deze pittige cursus doorlopen tenminste.
16 | SMOKKELAARS ONTWAREN Tijdens nachtelijke tochten speuren naar verdachte bootjes in Griekse wateren. De deelname aan Operatie Poseidon was voor de Kustwachteenheid een primeur.
16
18 | FAMILIEGEVOEL EN TRADITIE Twee vaste bezoekers en een nieuwe vertellen over hun ervaringen van de Luchtmachtveteranendagen.
20 | AFGHANISTAN Foto: Gerben van Es, AVDD
‘Peiling? Afstand? Gáán!’
In Nederland leeft het idee dat er nog maar weinig Nederlanders in Afghanistan zijn. Niets is minder waar want nog vele luchtmachters er zijn dagelijks bezig met belangrijk werk.
24 | MEGAKLUS VOOR LCW De eerste Cougar die een vijftienjaarsinspectie doorliep bij Logistiek Centrum Woensdrecht, werd onlangs afgeleverd aan het DHC.
18
VASTE RUBRIEKEN 27 | MENSEN EN MUTATIES 28 | LEESWIJZER 30 | JOURNAAL 34 | COLOFON Foto: Richard Frigge, AVDD
‘Wat we hier doen, daar staan we met z’n allen achter’
DE VLIEGENDE HOLLANDER 2
35 | FOTOPAGINA
Column van de Commandant Luchtstrijdkrachten
Op de vliegbasis Eindhoven is op 1 september het European Air Transport Command opgericht in aanwezigheid van de demissionair minister van Defensie. Vier landen dragen hieraan bij: België, Duitsland, Frankrijk en Nederland. Dit nieuwe commando is van groot belang. Luchttransport is bij elke militaire operatie een onmisbare factor. Dat blijkt in Afghanistan, maar natuurlijk ook al bij eerdere operaties en zal in de toekomst een nog grotere rol gaan spelen. De capaciteit van strategisch luchttransport is schaars en daarom is een doelmatige inzet zeer gewenst. Met de oprichting van het EATC wordt het mogelijk om nog beter de beschikbare transportcapaciteit in te zetten. Behalve het EATC huisvest vliegbasis Eindhoven ook het Movement Coordination Centre Europe dat alle strategisch transport coördineert, het Allied Movement Coordination Centre, waar alle transport ten behoeve van ISAF wordt gecoördineerd en de Stragetic Airlift Coordination Cell, die de planning van de inzet van zes Antonov 124’s voor de deelnemende landen coördineert. Al deze organisaties zijn gericht op doelmatiger inzet van (lucht)transportcapaciteit en met hun vestiging op vliegbasis Eindhoven onderstrepen zij het karakter van dit onderdeel als centrum van (lucht)transport. Behalve een efficiënter gebruik is de luchttransportcapaciteit vergroot door de instroom van twee nieuwe C-130’s. Inmiddels zijn beide Herculessen afgeleverd en loopt het Operational Test and Evaluation (OT&E) programma. Als dat is afgerond worden beide toestellen voor operaties ingezet. Op 19 november vindt overigens de naamgevingsceremonie plaats van de nieuwe vliegtuigen in aanwezigheid van de nabestaanden van degenen van wie de naam op de toestellen is aangebracht. Vorige maand vond een ceremonie van heel andere aard plaats. De Commandant der Strijdkrachten reikte de gevechtsinsignes uit aan militairen die recht hadden op deze onderscheiding vanwege hun inzet bij missies vanaf 1 juni 2001. In totaal ontvingen deze dag 33 militairen, van wie acht van de luchtmacht het insigne. Ik heb diep respect voor de manier waarop zij zich hebben ingezet onder moeilijke omstandigheden. Ik feliciteer hen vanaf deze plaats met hun onderscheiding. Er zijn nog tientallen aanvragen voor het insigne ingediend. Voor elke aanvraag wordt onderzocht of de criteria die voor het gevechtsinsigne zijn geformuleerd van toepassing zijn. Indien dat het geval is, wordt het gevechtsinsigne aan de aanvrager toegekend. Zijn de omstandigheden in uitzendgebieden soms moeilijk, in Nederland kunnen omstandigheden lastig zijn. Het gaat dan over bijvoorbeeld financiële randvoorwaarden. Begin dit jaar zijn de bezuinigingen op het gebied van ondersteuning ingevoerd en inmiddels hebben velen van u de effecten gemerkt. Het gaat om veel uiteenlopende zaken als beperking van het dienstreisbudget, het tijdelijk omlaag brengen van het aantal oefenvlieguren en andere zaken. Het is allemaal nodig om de begroting beheerst te laten verlopen. Als de voortekenen niet bedriegen, zal de financiële situatie verder veranderen. Dit jaar zijn de Brede Heroverwegingen gepresenteerd. Het nieuwe kabinet zal keuzes maken,
Foto: Maartje Roos, AVDD
mede ingegeven door de financiële situatie van de Rijksoverheid. Er ligt dus een verdere versobering in het verschiet. Maar dit is geen reden om bij de pakken te gaan neerzitten. Uiteindelijk zal Defensie nog beter moeten zijn toegerust voor de toekomst. We mogen daarbij nooit uit het oog verliezen dat de luchtmacht over de beste spullen moet beschikken, wanneer zij wordt ingezet. Dat is een verantwoordelijkheid naar u toe. En laat ik u verzekeren, wij zijn de afgelopen tijd al goed bezig geweest. Ik heb onlangs een overzicht van de inzet van de afgelopen vier jaar doorgelezen. Ik ben onder de indruk van het grote aantal keren dat wij troepen op de grond, zowel Nederlandse als buitenlandse ondersteuning hebben kunnen bieden. En natuurlijk alle keren dat we troepen hebben vervoerd, zowel binnen het theater met transporthelikopters als van en naar het theater met onze transportvliegtuigen. Onze spullen zijn prima en voldoen aan alle eisen die de inzet heden ten dage vergt: binnen korte tijd inzetbaar over grote afstanden, voor diverse uiteenlopende doelen en in staat via netwerken met andere eenheden te communiceren. Maar hoe goed onze spullen ook zijn, alleen dankzij uw inzet, professionaliteit en vakkennis wordt het beste uit onze systemen gehaald en het uiterste ervan gevergd. U en ik weten de waarde van onze betrokkenheid die duurt tot de dag van vandaag. In Afghanistan opereren nog steeds onze helikopters en jachtvliegtuigen. Pas in de loop van deze maand stoppen de helikopteroperaties, over de overige is nog geen besluit genomen. Tot dat moment is het dus nog steeds business as usual. Ook als onze operatie in Afghanistan wordt beëindigd, blijft ons motto overeind: het leveren van ondersteuning als er om wordt gevraagd. Die behoefte werd en wordt ook gewoon ingevuld, vroeger, nu en in de toekomst. Daar hebben wij ook de multifunctionele middelen voor en die zijn nodig om luchtsteun te kunnen blijven leveren. Luchtsteun blijft een voorwaarde voor inzet van grondtroepen en daarnaast een van de middelen om daar waar nodig vrede te kunnen afdwingen. Als u dan ook nog bedenkt dat onze middelen keer op keer van grote waarde blijken bij nationale en humanitaire inzet, dan ben ik ervan overtuigd dat het luchtwapen een belangrijke rol blijft spelen in een toekomst die vanuit de derde dimensie wordt gedomineerd. Indien u wilt reageren, kunt u dat doen per e-mail aan
[email protected]
3 DE VLIEGENDE HOLLANDER
CEREMONIEEL
Formele uitreiking bronzen Gevechtsinsigne
Een onderscheiding met een verhaal
Een Nederlandse majoor van het OMLT geeft aanwijzingen tijdens een zware hinderlaag nabij Niazy in de Choravallei op 25 augustus 2007. Foto: Gerben van Es, AVDD DE VLIEGENDE HOLLANDER 4
CEREMONIEEL
Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Fabienne Wink, AVDD
Het waarom en hoe van het gevechtsinsigne
De eerste bronzen gevechtsinsignes prijken sinds 7 september op de dagelijkse tenues. Tijdens een ingetogen ceremonie op de Prinses Juliana Kazerne in Den Haag kregen collega’s van de vier krijgsmachtdelen de allereerste exemplaren van het Insigne voor Optreden onder Gevechtsomstandigheden overhandigd. Onder hen ook acht luchtmachters.
Generaal Dick Berlijn zet in zijn nadagen als Commandant der Strijdkrachten de eerste formele stappen tot instelling van het gevechtsinsigne. Een insigne bedoeld als eerbetoon voor de bewonderenswaardige professionaliteit van militairen onder levensbedreigende omstandigheden. Toch laat de daadwerkelijke instelling van het insigne nog een tijd op zich wachten. Toekenning van het gevechtsinsigne mag niet berusten op de willekeur van een commandant, maar moet worden ingebed in regelgeving. Om in aanmerking te komen voor een insigne dient te zijn deelgenomen aan een militaire missie waarbij sprake is van vijandelijk optreden met direct vuur of een hiermee vergelijkbaar gevechtscontact met direct persoonlijk risico. Ook zelfmoordaanslagen, aanslagen met geïmproviseerde explosieven (IED’s), gerichte mortier- en raketaanvallen en luchtaanvallen vallen onder de noemer ‘vijandelijk optreden’. Van belang is dat steeds sprake is van actief handelen, anders dan uitsluitend in het kader van de persoonlijke veiligheid. Ook een militair die bij een gerichte zoekactie een IED vindt of dat onschadelijk maakt, kan een gevechtsinsigne worden toegekend. Dat kan met terugwerkende kracht tot 1 juni 2001, de ingangsdatum van het huidige decoratiestelsel. Kijk voor de exacte voorwaarden en de aanvraagprocedure op intranet: KLu portaal / publicaties / algemeen beleid
Hoe moet dat insigne nou zitten? Het is duidelijk nog wat wennen aan de bronzen speld, zo blijkt kort na de uitreikingsceremonie. In elk geval bij sommige direct leidinggevenden. Bij de ene gedecoreerde is het insigne namelijk – zoals het hoort – met het zwaard schuin omhoog op het dagelijks tenue gespeld, maar bij een andere is het geheel horizontaal georiënteerd. Het doet niets af aan de trotse blik in de ogen van de dragers. ‘Erkenning’ en ‘waardering’, waarschijnlijk zijn dat de meest gebruikte woorden op de middag van de uitreiking. De 33 gedecoreerde militairen van landmacht, marine, marechaussee en luchtmacht vormen de voorhoede van ongeveer vijfenveertighonderd collega’s die het bronzen gevechtsinsigne ontvangen voor hun betrokkenheid bij gevechtscontacten (of vergelijkbare omstandigheden) sinds 2001, hoofdzakelijk in Irak en Afghanistan. Zo’n vijftienhonderd militairen ontvingen eerder al in het uitzendgebied een stoffen gevechtsinsigne voor op het gevechtstenue.
CDS Van Uhm spreekt de 33 te decoreren militairen van marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee toe.
Aanvullend Commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm omschrijft het nieuwe insigne tijdens de ceremonie als een ‘aanvullende erkenning’, bovenop de herinneringsmedaille voor de uitgezonden militair. ‘Een erkenning waarvoor militairen onder elkaar begrip en respect kunnen opbrengen’, zegt hij. Vandaar ook de betrekkelijke soberheid waarin de uitreiking plaatsvindt. Op een handjevol civiele genodigden na is het een aangelegenheid van militairen onderling. Het gezelschap van Van Uhm en zijn operationeel commandanten wijst erop dat hier sprake is van een belangrijke mijlpaal. ‘Hun aanwezigheid onderstreept nog eens het belang dat wij allen hechten aan het gevechtsinsigne en de daden die u daarvoor heeft verricht.’
Vaandrig Martijn Dorrestein ontvangt als eerste luchtmachter het gevechtsinsigne uit handen van generaal Van Uhm. 5 DE VLIEGENDE HOLLANDER
CEREMONIEEL
Vier bemanningsleden van een Chinook transporthelikopter ontvingen onlangs op Kandahar Airfield het gevechtsinsigne voor hun professioneel handelen onder vijandig vuur. Gedurende een operatie zijn ze meerdere malen beschoten door vijandelijke strijders. Onder deze gevaarlijke omstandigheden hebben zij ervoor gezorgd dat er geen slachtoffers vielen onder hun passagiers. Foto: Ed Letzel
Onderscheidingen en hun verhalen Korporaal Meindert de Boer (621 Squadron, vliegbasis Leeuwarden)
De Boer: ‘Een stukje waardering’
Als logistiekeling gaat De Boer in 2006 met de eerste Task Force Uruzgan (TFU 1) op uitzending naar Afghanistan. Zijn eenheid bezet tussen Tarin Kowt en Kandahar een strategisch punt om Canadese eenheden vrij te maken voor operatie Medusa. Deze Forward Operating Base komt onder vuur te liggen van kleinkaliberwapens, rocket propelled grenades (RPG’s) en mortieren, waarbij sommige van de naar schatting honderd aanvallers tot op vijftig meter naderen. ‘Het was echt een 360 graden aanval. Eén seconde sla je dicht, maar daarna ga je doen waarvoor je getraind bent. Deze onderscheiding zie ik wel echt als een stukje waardering.’ De landmachteenheid biedt een klein uur weerstand en wordt uiteindelijk ontzet door Apaches en jachtvliegtuigen.
Sergeant-majoor Henk ten Broeke (800 Squadron, Groep Geleide Wapens) Ten Broeke is lid van het Provinciaal Reconstructie Team (PRT) 3 in 2007. Op de eerste dag van de zogeheten ‘handover-takeover’ loopt zijn patrouille op de Westbank bij Tarin Kowt in een hinderlaag. Zijn Bushmaster ligt van nabij onder vuur van kleinkaliberwapens en RPG’s. Ten Broeke en zijn collega’s geven tegenvuur om uit de benarde situatie te komen. ‘Ik stond bovenluiks, zag de kogels op ons voertuig afkomen en hoorde ze inslaan op de Bushmaster. Dan heb je geen tijd om te denken. Je voert je drills uit en brengt vuur uit. Ik had het hele verhaal van de uitzending voor mezelf al afgesloten, maar dit gevechtsinsigne geeft het toch net die extra dimensie.’ Boven: Ten Broeke: ‘Net die extra dimensie’
Henry: ‘Hier zit een verhaal aan vast’ DE VLIEGENDE HOLLANDER 6
Korporaal 1 Dimitri Henry (932 Squadron, vliegbasis Gilze-Rijen) Henry is in 2006-2007 op uitzending met TFU 2. Later stapt de tankverkenner over naar de luchtmacht en gaat hij met Air Task Force 13 op missie. In zijn eerste uitzending maakt Henry elf zogeheten TIC’s (Troops in Contact – gevechtscontacten, red.) mee. Zijn peloton vraagt voor één van deze TIC’s gezamenlijk het gevechtsinsigne aan. In een meerdaagse verkenningspatrouille in de Baluchivallei krijgt de eenheid zowel een IED-aanslag op een voertuig, een IED-ruiming en meerdere beschietingen te verduren. ‘Mijn uitzendmedailles draag ik niet. Daar geef ik niet om, die zie je bijna overal. Dit gevechtsinsigne heeft voor mij echt betekenis. Hier zit echt een verhaal aan vast. Een stukje van mijn leven zit in deze onderscheiding.’
CEREMONIEEL
PC-LSK generaal-majoor Hans Wehren overhandigt vaandrig Thomas van Erp zijn ‘gevechtsspeld’.
Sergeant-majoor Gerben van Es (AVDD, locatie vliegbasis Woensdrecht)
Van Es: ‘Het gebaar, dat telt’
Als combat-fotograaf is Van Es verschillende keren individueel uitgezonden, waaronder drie keer naar Afghanistan. In 2007 doet hij in foto- en filmverslag van de werkzaamheden van het Operational Mentoring and Liaison Team (OMLT) dat in de Choravallei verantwoordelijk is voor de training van Afghaanse militairen (Afghan National Army – ANA, red.). De OMLT’ers ontvangen een oproep om ondersteuning te verlenen aan een Nederlandse eenheid die onder vuur ligt. Een aanval in de flank van de Taliban moet gelegenheid geven om twee Nederlandse gewonden af te voeren. Het tegenoffensief van de OMLT en ANA blijft de Taliban niet onopgemerkt. Opeens zit ook Van Es’ eenheid middenin het vuurgevecht. Vijf dagen later moeten Van Es en de OMLT’ers zich opnieuw uit een hinderlaag vechten. ‘Als je de kogels vlak achter je hoort inslaan, dan is wel het moment aangebroken om te stoppen met filmen en je camera te verruilen voor je Diemaco. Het “bling” van het gevechtsinsigne, daar gaat het mij niet om. Voor mij telt het gebaar. Zeker als individueel uitgezonden militair blijf je vaak op de achtergrond en moet je “vechten” voor wat erkenning.’ Deze TIC krijgt landelijke bekendheid doordat Van Es’ filmbeelden veelvuldig bij de NOS zijn vertoond. Het zijn de eerste officiële beelden van een gevechtscontact van Nederlandse militairen in Afghanistan. Van Es is er nog altijd trots op. ‘Ik denk dat mijn foto’s en filmbeelden ook hebben bijgedragen aan een meer feitelijke beeldvorming in Nederland.’
Sergeant-majoor Bas van Gent (grondgebonden EODD-compagnie, locatie vliegbasis Gilze-Rijen) en sergeant-majoor Ronald Vos (940 Squadron, vliegbasis Eindhoven)
Van Gent: ‘Onderlinge verbintenis’
Vos: ‘Met eer dragen voor hen die het hoogste offer brachten’
IED’s en conventionele explosieven ruimen, dat is de voornaamste taak van Van Gent en Vos tijdens hun uitzending met TFU-3 in 2007. Tijdens de Slag om Chora verlenen ze EOD-steun aan de battlegroup. In één ruimingsprocedure moeten ze een aanvoerroute in de frontlijn vrijmaken van rotsblokken. Terwijl de twee EOD’ers stevig onder vuur liggen moeten ze deze blokkade zien te ondermijnen. Infanteristen ondersteunen de succesvolle ruimingsactie met dekkingsvuur. Vos: ‘Daar ter plekke is dat gewoon je werk, maar toch vind ik het goed dat deze vorm van waardering er is. In Nederland gaan we er vaak aan voorbij dat het in Afghanistan en Irak van tijd tot tijd gewoon knokken is geweest. Degenen die het allerhoogste offer hebben gebracht, verdienen het dat wij deze onderscheiding met eer dragen.’ Van Gent: ‘Voor mij betekent het ook wel iets dat we deze speld samen in ontvangst mogen nemen. We deden immers alles met z’n tweeën. Bijzonder is ook we het gevechtsinsigne tegelijkertijd met twee jongens van de Luchtmobiele Brigade krijgen van de eenheid waarmee we in Chora waren. Die speld staat dus ook voor een soort verbintenis met elkaar.’ • 7 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Facts & Figures
De toekomst voor het EATC was al boven Eindhoven te zien. Een van de prototypes van de Airbus A400M, het Europese transportvliegtuig, vliegt over de paradeplaats.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 8
De vier deelnemende landen België, Duitsland, Frankrijk en Nederland leveren ruim tweehonderd transporttoestellen: 135 C-160 Transalls, 29 C-130 Herculessen, negentien CN-235’s, tien A310’en, twee A340’s, twee KDC-10’en, één DC-10 en twintig VIP/liaisonvliegtuigen. Van de ruim honderdvijftig medewerkers zijn er 27 Nederlands, waarvan 24 van het CLSK. Aangezien alle vliegtuigen blijven opereren vanaf de eigen thuisbasis, neemt het vliegverkeer boven en rondom Eindhoven niet toe. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht AVDD
ACHTERGROND
Tekst: June Smit | Foto’s: Maartje Roos, AVDD
European Air Transport Command komt van de grond
Keuze uit meer dan 200 transportvliegtuigen We hebben ze nog wel, maar over de inzet kunnen we niet meer zelf beslissen. Net als de luchtmachten van vier andere deelnemende landen droeg het CLSK op 1 september het commando over zijn transportvliegtuigen over aan het European Air Transport Command (EATC). Wat dit betekent voor de KLu vertelt projectleider kolonel Theo Rikken. Wat doet het EATC en wat is de meerwaarde? ‘Het EATC is een commando dat alle beschikbaar gestelde transportvliegtuigen van vier deelnemende landen aanstuurt. Hierdoor is de kans groot dat een ingezet toestel vol heengaat en vol terugkomt en je daarnaast het meest geschikte toestel vindt voor de opdracht. Het EATC regelt alles omtrent het uitvoeren van een missie vanaf het plannen, “tasken” tot “executen”. Na afloop rapporteert het EATC aan het land over de uitvoer van de missie.’ Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn ‘Het is ook heel mooi, maar niets is “for free”. We moeten het gebruikte luchttransport van andere landen compenseren via het betalingssysteem ATARES. Als wij als Nederland bijvoorbeeld een zeven uur durende vlucht naar Afghanistan laten uitvoeren door een Duitse A310, dan staat daar veertien uur vliegen met de C-130 tegenover. Aan de andere kant huren wij normaal gesproken veel transportcapaciteit in en omdat we in de poule mee gaan kunnen we onze eigen capaciteit maximaal gebruiken. We verwachten op den duur een vijftien tot twintig procent hoger rendement te behalen.’ Wat zijn de grootste nadelen voor het CLSK van het EATC? ‘We geven onze kisten af, waardoor we niets meer over de inzet te zeggen hebben. Uitzondering hierop vormt het vervoer van de koninklijke familie en het uitvoeren van humanitaire noodhulp of special forces-vluchten. Dat laatste kan ook, want elk land heeft een zogenoemde black cell waar ze missies plant waarmee anderen niets te maken hebben. Een ander nadeel is dat je niet meer op elk moment over je kisten kan beschikken, waardoor je interne flexibiliteit minder groot wordt. Ik denk zelf dat het laatste vooral een gevoelskwestie is.’
De Duitse generaal-majoor Jochen Both (l.) krijgt als eerste de leiding over het Europese luchtcommando in Eindhoven. Hier samen met C-LSK Jac Jansen die de eerste twee jaar voorzitter is van het Multinational Air Transport Commitee.
Wie houdt toezicht op het EATC? ‘Twee tot driesterrengeneraals bepalen jaarlijks in het Multinational Air Transport Commitee (MATraC, red.) wat het EATC wel en niet gaat doen. De eerste twee jaar levert Nederland de voorzitter, luitenant-generaal Jac Jansen. Als de C-LSK voorzit, neemt de Directeur Operaties plaats op de Nederlandse stoel. Bij voorzitterschap van een ander land zit hier de PC-LSK. Verder rouleert de functie van commandant tussen de grootste deelnemende landen Duitsland en Frankrijk, de plaatsvervangend voorzitter rouleert tussen de vier deelnemers. Nederland en België wisselen stokje op het gebied van de operationele en functionele divisie die worden aangestuurd door een kolonel.’
9 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Wat betekent het EATC voor luchtmachters? ‘Voor de meesten die erbij betrokken zijn, wordt het werk interessanter omdat je nauwer samenwerkt met andere nationaliteiten. Zo gaan de bemanningen van het 334 en 336 Squadron missies vliegen voor andere landen. Ook de squadrons krijgen ermee te maken, doordat ze moeten werken met het MEAT-systeem, waarin alle tasking komt te staan.’
Het Multinational Air Transport Commitee (MaTraC) bepaalt jaarlijks de richting van het EATC. Dit MaTRaC kwam op 1 september voor het eerst bijeen.
Kolonel Henk van de Vlies zou voor Nederland hoofd van de operationele divisie worden, maar onlangs overleed hij onverwachts. Wat betekent dit verlies? ‘Henk was allereerst een zeer gewaardeerd collega en daarom is het een groot gemis. Daarnaast had hij als oud-commandant van de vliegbasis Eindhoven veel kennis van zaken en van het onderdeel. Als voorzitter van de working board heeft hij twee jaar lang grote inspanningen verricht om het EATC hierheen te krijgen. Het zal moeilijk zijn om Henk te vervangen. Er wordt nu gekeken naar wie zijn plek kan overnemen.’ Wat is er sinds 1 september concreet veranderd voor het CLSK? ‘Zoals het er nu uitziet, zijn we op 1 december 2010 zogezegd initial operational capable. Tot die tijd leiden we op en nemen langzaamaan de vloot over. Dat betekent mensen trainen in MEAT (het systeem waarin squadrons alle gegevens rond de inzetgereedheid van toestel en crew zetten, waardoor het EATC efficiënt kan plannen, red.), werkwijzen op elkaar afstemmen en aan elkaar wennen. De procedures zijn al wel geschreven, het systeem is er, maar nu moet je er ook mee werken. Dat geldt niet alleen voor iedereen binnen het EATC, maar ook voor DVVO (Defensie Verkeers- en Vervoerorganisatie, red.), mensen op de squadrons en het OCC (Onderdeels Coördinatie Centrum, red.). Na 1 december zal de aanvraag en planning van transportvluchten veranderen. Zo gaf DVVO voorheen een vluchtopdracht aan het PCC (Planning and Control Centre, red.) op de vliegbasis Eindhoven, dat de beschikbare kisten inplande. Als er niets beschikbaar was, huurde DVVO transportcapaciteit in. Vanaf december legt DVVO de vraag of behoefte neer bij het EATC. Eindhoven is er dus uit en het PCC wordt opgeheven. De vliegbasis is nu alleen nog betrokken bij het gereedstellen van de kisten.’
Een parachutist overhandigt op de dag van de oprichting de vlag van het EATC aan demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 10
Het EATC is gevestigd op vliegbasis Eindhoven, hoe bijzonder is dat? ‘Heel. Het is een behoorlijk getouwtrek geweest welke van de deelnemende landen het EATC zou gaan huisvesten. Er zit natuurlijk economisch belang aan vast. Nederland is een groot transportland. Behalve een grote zee- en luchthaven op civiel gebied hebben we er met het EATC een belangrijke capaciteit bij gekregen. Een van de redenen dat het Nederland is geworden, kwam omdat wij veel ondersteuning konden bieden op het gebied van ICT en snelle huisvesting konden leveren, waardoor we met minder mensen konden beginnen. Ook de samenwerking met de gemeente Eindhoven en de Internationale School Eindhoven heeft het verschil gemaakt. Daarnaast zit het EATC nu naast het Movement Coordination Centre Europe (MCCE), dat al enkele jaren het land-, zee- en luchttransport en tankercapaciteit van 23 Europese landen coördineert en optimaliseert. Anders dan bij het EATC hebben deze landen geen enkele verplichting naar elkaar toe en kunnen zij op elk moment hun vliegtuigen terugroepen. Wij zouden in de toekomst graag een samenwerking tussen die twee zien en dat realiseer je makkelijker als je naast elkaar zit.’
Kolonel Theo Rikken was de afgelopen jaren projectleider EATC.
Hoe gaat de toekomst van het EATC er verder uitzien? ‘We gaan onderzoeken of we op termijn ook nauwer kunnen samenwerken met de deelnemende landen in de functionele sfeer, zoals bij het onderhoud, inzetgereedheid, training, noodprocedures en doctrinevorming. Dat is een grote stap, maar we zijn in deze organisatie gestapt om te kijken of we er beter van kunnen worden. Daarnaast bestaat het idee om de vijfhonderd vlieguren die DVVO nu aanstuurt op de C-17’s van de NATO Heavy Airlift Wing in Hongarije, ook onder te brengen in het EATC. Verder is er een paar jaar geleden een onderzoek geweest wat de meest effectieve en efficiënte manier is om transport binnen Europa te combineren. Het resultaat was het European Transport Command, waar ook land- en zeetransport in onder waren gebracht. Dat zit in ons achterhoofd. Onze ambitie is echter om eerst het luchttransport draaiende te krijgen en het commando dan uit te breiden met meer landen. Er is al interesse getoond vanuit verschillende hoeken.’ •
ACHTERGROND
Sleutelrol voor Lynx bij anti-piraterijmissie Atalanta
‘Action Lynx!’ Hr.Ms. Tromp boekte dit voorjaar aansprekende resultaten in de anti-piraterijmissie Atalanta. Het marinefregat rekende rondom de Hoorn van Afrika maar liefst 83 man in en maakte veertien piratenschepen onschadelijk. Hoogtepunt van operatie Sweeping Broom was de ontzetting van het Duitse containerschip Taipan. Daarin was een belangrijke rol weggelegd voor de boordhelikopter. De aircrew van de Lynx blikt terug op hun inzet.
Ook tijdens de missie bij Somalië beoefenen mariniers en aircrew de fast rope-procedures.
Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: uit archief Defensie
‘Action Lynx!’ De hele bemanning van de Hr.Ms. Tromp weet wat ze te doen staat wanneer dit signaal over de boordintercom klinkt. Zo ook op maandag 5 april om 12.45 uur. De Tromp is dan al twee maanden op pad om in de Golf van Aden en het Somalische Bassin de internationale scheepvaart te beschermen tegen Somalische piraten. ‘Turtle flight’, de vluchteenheid van de aan boord gestalde Lynx handelt eveneens bijna instinctief. De vliegtechnische dienst, sensoroperator en vlieger snellen naar de hangaar en het helidek. De tacco (tactisch coördinator – waarnemer, red.) haast zich naar de commandocentrale voor zijn opdracht. ‘Toch doet het signaal altijd weer iets met je’, geeft luitenant-ter-zee 1 Eric Veldhuizen aan. ‘In een paar tellen sta ik twee dekken lager om te horen wat er aan de hand is. Ik teken als vluchtcommandant samen met de commandant van het schip het zogenoemde autorisatieboek en spoed mij dan ook naar de hangaar.’ Luitenant-ter-zee 2 OC Yvonne Niersman heeft daar inmiddels haar ‘rondje om de kist’ voltooid en de helikopter opgestart. 11 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Race tegen de klok ‘Peiling en afstand, meer hoef ik op dat moment nog niet te weten’, verklaart de vliegster. ‘Gewoon gáán!’ Een klein kwartier na het ‘action Lynx’ is de kist airborne. Eenmaal ‘in flight’ krijgt de helicrew gedetailleerde informatie over de missie, vertelt Veldhuizen. ‘Een MPA (Maritime Patrol Aircraft, red.), een Duitse
Sergeant Mark van de Lücht speurt de zee af, ondermeer op zoek naar verdachte schepen. De Lynx vliegt minimaal twee keer per dag een patrouillevlucht.
Orion, heeft een noodoproep opgepikt van een containerschip in het patrouillegebied van de Tromp. De onder Duitse vlag varende Taipan meldt aangevallen te worden en probeert de aanvallers af te schudden.’ ‘Voor ons dringt de tijd’, beseft Niersman zich. ‘Uit eerdere aanvallen weten we dat je vanaf de initiatie van een aanval tot aan een entering doorgaans zo’n twintig tot dertig minuten hebt. Zolang de kapers nog niet aan dek zijn, kun je als heli nog iets doen. Het is een race tegen de klok.’ De zestig zeemijlen die de toesnellende Lynx moet overbruggen, blijken uiteindelijk toch teveel. ‘Een heel zuur moment is dat, wanneer je net de laatste overvallers aan boord ziet klimmen’,
Om niet als schietschijf te fungeren, brengt de Lynx tijdens de afdaling van de mariniers dekkingsvuur uit.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 12
verzucht Niersman. ‘Je staat echt met lege handen’, beaamt Veldhuizen. ‘Ter plaatse kunnen we dan alleen de situatie monitoren en zoveel mogelijk foto’s maken.’ Dat fotograferen is een van de vele taken van de sensoroperator, sergeant Mark van de Lücht. ‘We zijn er natuurlijk om de kaping te voorkomen’, zegt hij, doelend op de MAG boordmitrailleur waarmee hij - indien de situatie dit vereist - schoten voor de boeg en gericht vuur kan geven. ‘Maar ook al lijkt het een “verloren zaak”, dan kunnen we nog altijd de situatie monitoren om zoveel mogelijk te leren over de werkwijze van de kapers.’ In de paar minuten dat de Lynx hoog boven de Taipan hangt, fotografeert en filmt de sergeant dan ook volop. Overwegingen Einde inzet, de piraten winnen? Nee, want onderweg terug naar de Tromp verneemt de Lynxcrew via de nog altijd patrouillerende Orion dat het schip ‘verdacht stil’ ligt. ‘Doorgaans gijzelen kapers de opvarenden en zetten ze snel koers richting hun piratennest’, verduidelijkt Veldhuizen. ‘Maar de piraten lopen schijnbaar doelloos over het schip en de bemanning is nergens te zien. Blijkbaar hebben de opvarenden niet alleen de elektriciteit aan boord afgesloten en het schip stilgelegd, maar hebben ze zich ook teruggetrokken in een zogeheten ‘safe room’, een uit voorzorg geprepareerde veilige ruimte. Een situatie die kansen creëert, legt Niersman uit: ‘Zolang nog geen sprake is van een gijzelingssituatie kunnen we een boarding vanaf de Tromp overwegen.’ Terug op de Tromp komen de aircrew, de scheepscommandant en de commandant van de speciale eenheid van de mariniers (MARSOF, een anti-terreureenheid, red.) samen om deze optie te bespreken. De waarnemingen van de Lynxcrew zijn van groot belang. Van de Lücht: ‘De filmbeelden en foto’s geven een goede indruk van de actuele situatie aan dek van de Taipan en welke mogelijkheden er tot een boarding zijn.’ Technisch is het mogelijk een entering met ‘fast rope’ uit te voeren, stelt het drietal. Maar zonder risico is dit niet, benadrukt Niersman. ‘Deze manier van boarden betekent wel dat we op het voorschip op dezelfde hoogte als de scheepsbrug moeten stilhangen.’ ‘Een eenvoudig doelwit voor piraten, zou je denken’, zegt Veldhuizen. ‘Tegelijkertijd weten we dat dit geen geharde
Terwijl een marinier nog afdaalt uit de Lynx, nemen zijn MARSOF-collega’s de brug onder vuur.
ACHTERGROND
terroristen zijn, maar bandieten die uit nood piraterij bedrijven. Zoiets nemen we mee in ons plan van aanpak. Uiteindelijk moeten zowel de MARSOF, de scheepscommandant als de flightcrew er vertrouwen in hebben dat het kan.’ Iedereen is het erover eens: als er ook juridisch toestemming is voor de interventie, gaan ze. Zodra vanuit Nederland groen licht komt, verloopt alles in sneltreinvaart. ‘Zodra we instappen, zie ik wel wat strakke gezichten’, herinnert Veldhuizen zich. ‘Ook bij mij hoor. Dit zijn scenario’s waar je jaren voor traint. Maar dan is het opeens echt zover.’ Niersman overdenkt de hele situatie kortstondig. ‘Vliegtechnisch is het vergelijkbaar met een Search and Rescue-opdracht, alleen dan onder dreiging. Toch schiet het wel even door je hoofd: dit is het moment.’ Kwetsbaar De Tromp koerst dan al enige tijd in de buurt van de Taipan, ruim buiten schootsafstand van de kapers. Om 16.41 uur lokale tijd stijgt de Lynx wederom op van het helidek. Het fregat vaart vervolgens op de Taipan af en opent het vuur op het brughuis van het containerschip met de .50 mitrailleur. De Lynx zet hierop zijn nadering in. De vuurmond van de Tromp zwijgt. Nu ratelt de MAG van de Lynx, zodat eventuele kapers op de brug geen moed vatten om de naderende helikopter op de korrel te nemen. Op aanwijzingen van Van de Lücht positioneert Niersman haar kist snel en precies boven de hoog opgestapelde containers. Een ‘kritiek moment’, merkt ze op. ‘Je haalt alle snelheid uit je kist en dan ben je heel kwetsbaar. Als ze nu een raket op je afschieten, dan kun je weinig.’ Van de Lücht werpt de fast rope uit en de MARSOF krijgt het teken af te dalen. Onder dekkingsvuur van de MAG zoeven de mariniers naar beneden. De kogels versplinteren het veiligheidsglas van de brugramen volledig, ziet Van de Lücht. ‘Een groot voordeel, want daarmee zijn de kapers meteen geblindeerd en dat betekent extra veiligheid voor onze mensen. Dus ik neem ze allemaal onder handen.’ Na een kleine minuut staat de laatste marinier tussen de containers en neemt de MARSOF met hun Diemaco’s de beschieting van de brug over. ‘De langste seconden uit mijn carrière’, zucht Veldhuizen. Van de Lücht houdt hem en Niersman steeds op de
hoogte van de situatie. De vluchtcommandant houdt afwisselend oog op de gebeurtenissen buiten en de avionica-instrumenten in de kist. ‘Een probleem met de helikopter, door bijvoorbeeld een treffer van een kleinkaliberwapen, zie je vaak als eerste op je instrumenten.’ ‘Ship secure’ Uiteindelijk hangt de Lynx een paar minuten boven het dek van de Taipan. De mariniers dalen verder af naar het dek en de heli keert terug naar de Tromp om opnieuw brandstof in te nemen. ‘Onze technische mannen op het helidek werken bijna als bij een pitstop in de Formule 1’, constateert Niersman. ‘Binnen een paar minuten zit de peut erin en kunnen we opnieuw weg. Nu om aan de voor de Tromp blinde zijde van de Taipan waar te nemen voor
Mariniers van de Tromp ontwapenen de opvarenden van een verdacht schip. De Tromp voerde haar missie uit onder de naam ‘Sweeping Broom’, een verwijzing naar haar naamgever, admiraal Maarten Tromp. Met zijn overwinning in de Slag bij de Singels in 1652 ‘veegde’ hij het Kanaal schoon van de Engelse tegenstand. Als symbool voor zijn overwinning liet hij een bezem in de mast hijsen, een traditie die de huidige Tromp nog altijd in ere houdt.
de mariniers.’ Dit levert nog wel bizarre taferelen op, memoreert Van de Lücht. ‘Op het ene dek zie je de mariniers zoeken naar piraten, terwijl een dek daarboven een paar kapers vertwijfeld met hun handen omhoog lopen, zo van: “we willen ons overgeven, maar aan wie?”’ Om 18.02 uur komt het verlossende sein: ‘ship secure’. De mariniers kunnen tien piraten aan de ‘scorelijst’ van de Tromp toevoegen. De bemanning van de Taipan komt na enige tijd ook tevoorschijn uit hun schuilplaats en kan aan het eind van de avond koers zetten naar een veilige haven. Op de Tromp is tijd voor reflectie, ook voor de aircrew. ‘Het was een ontegenzeggelijk een groot succes’, stelt Van de Lücht. ‘Pas wanneer alle adrenaline uit je lijf is, denk je voor het eerst: wauw, dit was niet niks!’ ‘Er valt zeker iets van je af ’, erkent ook Veldhuizen. ‘Dit was een onvergetelijke ervaring.’ Niersman knikt: ‘Je beseft je dat het ook heel anders had kunnen lopen. Maar wat overheerst is de trots dat wij op dit moment aanwezig waren om deze actie te mogen uitvoeren.’ • De tien kapers van de Taipan zijn momenteel in hechtenis in Duitsland, in afwachting van hun berechting.
De brug van de Taipan kan na de actie wel wat nieuwe ruiten gebruiken. Meer foto’s en een filmpje van de ontzetting van de Taipan zijn te zien op de website van Defensie.
13 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Uitbreiding clubje Forward Air Controllers Air
Ze zijn op één hand te tellen, Apachevliegers die binnen de luchtmacht zijn opgeleid tot Forward Air Controller (FAC) in de lucht. Kapiteins Martijn en Richard werden dit jaar geselecteerd om deze selecte club FAC Airs uit te breiden. Tijdens de jaarlijkse Helicopter Weapon Instructor Course (HWIC) worden
‘Drukte in de lucht’
ze behalve tot wapeninstructeur en evaluator klaargestoomd voor deze functie, die een grote meerwaarde heeft tijdens missies. En dat vergt de nodige inzet, zo ervaren de cursisten aan den lijve.
Tekst: June Smit | Foto’s: Sven Scheffers
Cursisten Richard (l.) en Martijn (op de volgende pagina) worden dit jaar als enige luchtmachters opgeleid tot Forward Air Controller Air.
Ze bestaan al sinds de Vietnamoorlog en sinds 2005 ook bij de KLu, maar op een of andere manier genieten ze weinig bekendheid: Forward Air Controllers Air. Degene die de vlieger met een praatje, de zogenoemde talk on, naar het doel leidt dat uitgeschakeld moet worden. Dat dit vaak een landmachter is die zich op de grond bij de grondtroepen bevindt, is voor de meesten niet nieuw. Maar dat dit ook een vlieger kan zijn, is relatief onbekend. En dat terwijl ze hun nut in Afghanistan al meerdere malen hebben bewezen.
Tijdens de HWIC worden ervaren vliegers en loadmasters van de Chinook, Cougar en Apaches opgeleid tot wapeninstructeurs en evaluators. Tijdens de cursus komen modules elektronische oorlogsvoering, special ops, gunnery en Forward Air Control Air aan bod, die samenkomen in de eindoefening HWIC-recovery. Vanaf volgend jaar krijgt de HWIC een andere vorm zodat ook tijdens hoge uitzenddruk meer cursisten kunnen worden opgeleid.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 14
Overzicht ‘Het maakt niet zoveel uit of opgeleide FAC’ers vanaf de grond of vanuit de lucht opereren’, zegt kapitein Jurjen, instructeur van de School Grond Lucht Samenwerking (SGLS). ‘De procedures blijven gelijk. Toch kijken FAC’ers op de grond er vanaf een plat vlak op, en hebben daardoor een verminderd overzicht van het doelengebied. Bovendien ben je in de lucht flexibeler en sneller waardoor je meerdere grondeenheden kunt uithelpen.’ Majoor Peter Arts, hoofd TACTESS (Tactical Test Evaluation and Standardisation Squadron) DHC en cursusleider van de HWIC, vult aan: ‘Met de Apachesensoren kunnen we heel gedetailleerd naar het doel te kijken, waardoor we een andere helikopter of een fixed wing naar het doel kunnen praten. Door de gevoelige sensoren en langere ‘playtime’ dan bijvoorbeeld een F-16, is de Apache hier uitermate geschikt voor. Behalve eindgeleiding, zorgt de FAC Air ook voor deconflictie. Daarbij zorgt hij dat alles wat op dat moment in de lucht vliegt niet met elkaar in botsing komt, zoals helikopters, vliegtuigen, maar ook eigen artillerievuur.’ Tijdrovend De reden waarom toch relatief weinig landen vliegers hebben opgeleid tot Forward Air Controllers Air ligt volgens Arts vooral in het probleem van het behoud van currency. ‘Je moet twaalf keer per jaar runs doen met Close Air Support Assets’, zegt Arts. ‘Door beperkte beschikbaarheid daarvan, is het lastig deze getraindheid vast te houden. Toch zijn bij de US Air Force veel A-10 vliegers opgeleid tot FAC Air. De luchtmacht heeft gekozen slechts een
ACHTERGROND
klein clubje tijdens de jaarlijkse HWIC op te leiden tot FAC Air, die vervolgens de kennis doorgeven aan anderen op het squadron. Inmiddels heeft ieder van de vijf vluchten binnen het 301 Squadron een FAC Air, waardoor er altijd één in Afghanistan is.’ Hoewel het clubje klein moet blijven, was dit jaar de keuze voor kandidaten van de HWIC, waaronder Apachevliegers, niet erg groot. ‘Door de uitzenddruk kwamen we er minder aan toe mensen gericht te trainen op de cursus’, zegt Arts. ‘En omdat de uitzendervaring zelf vaak eenzijdig is, hadden weinigen het juiste niveau.’ Voor de Apache doelt hij op de ondersteuning in Afghanistan. ‘We opereren daar vooral reactief ter bescherming van de grondtroepen, terwijl we normaal bijvoorbeeld ook preplanned doelen uitschakelen. Daarnaast hadden we door de missie te maken met minder inzetbare kisten in Nederland, terwijl de opleidingen tot vlieger gewoon doorgingen. Dan is ruimte voor trainingen beperkt.’
Hoofd TACTESS majoor Peter Arts (r.) tijdens een briefing.
Codetaal ‘Je neemt in de lucht een behoorlijke workload op je schouder’, erkent Jurjen, die vanuit de SGLS toeziet op de uitvoering door de mannen. ‘Ik kijk puur naar hoe de jongens een oplossing vinden voor het probleem en grijp in als het helemaal misgaat. Ze moeten tussentijds kunnen reageren op wat zich voordoet.’ Arts valt hem bij: ‘De rol van de SGLS is superbelangrijk in deze cursus. Ik leer die jongens hoe ze als FAC Air vanuit de lucht opereren. Ik heb het SGLS nodig om naar de FAC procedures te kijken, die vol zit met details en brevity, de codetaal die we gebruiken tijdens een talk on. Elk woordje heeft daarin een speciale betekenis, en dat luisteren we ook woordje voor woordje terug. Daar heb je gewoon experts voor nodig, net als voor de procedures.’ Duidelijk beeld Dat de Apachevliegers Martijn en Richard zich gekwalificeerd hebben tot de HWIC-opleiding, is dan ook geen geringe prestatie. Hoewel de complete cursus vijftien weken duurt, neemt de module FAC Air ongeveer een maand in beslag: drie weken volledige FAC-opleiding op de SGLS afgesloten met een praktijkweek. Daarin leiden de cursisten vanuit een Apache elkaar of een F-16 vlieger naar doelen in een steeds complexer wordend scenario. Dit wordt bemoeilijkt door allerlei onvoorziene omstandigheden, zoals wegtrekkende grondkonvooien, langsrazende vliegtuigen en rondvliegende Smokey Sams die grond-luchtraketten verbeelden. Tijdens één van de dagen mogen de cursisten beurtelings plaatsnemen in een L-39, een straaltrainer van Tsjechische makelij. Terwijl de één de rol van FAC Air in een Apache op zich neemt, laat de andere zich tijdens het besturen van de fixed wing naar de doelen toepraten. Het geeft een nieuwe dimensie: ‘Het gaf me een duidelijker beeld van wat ik moet noemen als iemand met die snelheid vliegt om hem naar het doel te praten’, zegt Martijn. Richard vult aan: ‘Je hebt wel veel meer overzicht vanuit een fixed wing. Met een Apache hang je lager en dichter bij het doel, waardoor je dynamischer bent. Dat is tegelijkertijd lastiger.’
Scherp Hoewel de module er nu opzit, blijft FAC Air voor Martijn en Richard de hele HWIC terugkomen. Dus ze zijn er nog niet. ‘Wat nu al complex lijkt, wordt nog complexer’, zegt Arts. ‘Het apentrucje kan iedereen uitvoeren. Het wordt pas moeilijk als je tien dingen tegelijk doet en dat ook nog op een veilige manier met behoud van situational awareness.’ Ondanks de reserves die de cursisten aanhalen, maakt Jurjen zich echter geen zorgen: ‘Deze gasten hebben het wel scherp’, zegt hij. ‘Ze hebben ervaring met hoogtes, ruimte, netten uitluisteren en air traffic control in deconflicties. Ik zie allerlei studenten voorbij komen, maar deze twee krijgen in ieder geval voor FAC Air een dikke negen.’ • Achterin de L-39 ervoeren cursisten Richard en Martijn hoe het is om met een fixed wing naar een doel geleid te worden.
Niet gewend Ondanks hun gedrevenheid en uitzendervaring – Martijn zes keer Afghanistan en één keer Irak en Richard vier keer Afghanistan – valt de module hen niet mee. ‘Het is net een 3D spel’, zegt Martijn. ‘Je moet weten wie waar zit en hoe en wanneer je mag laten schieten. Tijdens die drukte moet je rust vinden’, zegt hij. Richard beaamt dat: ‘Het is fijn dat je nu nog een instructeur bij je hebt. Je bent heel veel aan het communiceren met je backseater, wingman, fixed wing, grondcommandant en FAC’er op de grond. Tegelijkertijd schrijf je alle informatie op kaarten, zoals posities en waar grondtroepen en doelen heentrekken. Dat ben je niet gewend. Ik ben opgegroeid met computers, maar hierbij is nog steeds je pen het belangrijkste middel. De uitdaging is vervolgens dat je alles wat je leerde in de opleiding, integreert in complexe missies met gebruik van de juiste procedures en behoud van de situational awareness.’ 15 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Opsporen van illegale praktijken
Kustwacht op Kos Een Dornier kustwachtvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht beleefde zijn eerste out of area operatie tijdens de internationale grensbewakingoperatie Poseidon. Tijdens de nachtelijke vluchten in de eerste helft van september, spoort het kustwachtvliegtuig boven de Egeïsche Zee verdachte bootjes op die vluchtelingen van Azië naar Europa smokkelen. ‘Ons kustwachtvliegtuig is hiervoor uitermate geschikt’, zegt Chef-vlieger Dion Polman, een van de zes deelnemende crewleden van de Nederlandse Kustwacht.
Tekst: June Smit | Foto’s: Peter Dekker
Poseidon is een van de operaties waarmee het Europese agentschap Frontex de naleving van controles van de buitengrenzen van Europa coördineert. Zoals vastgesteld in de Schengen-grenscode. Hierbij richt het zich vooral op het terugdringen van vluchtelingenstromen rond maritieme grensgebieden. Poseidon vindt jaarlijks plaats boven de Egeïsche zee, tussen Griekenland en Turkije. In 2010 nemen 25 landen deel aan deze operatie, die hiervoor varende en vliegende middelen ter beschikking stellen, waaronder de Dornier van de Koninklijke Luchtmacht en een snelle open boot van de Koninklijke Marechaussee, een zogenoemde RHIB. De Dornier boven Kos bij zonsopkomst, net terug van een missie. DE VLIEGENDE HOLLANDER 16
REPORTAGE
Geconcentreerd kijkt de operator naar het zeiljacht dat vijfduizend voet onder hem op de golven van de gitzwarte Egeïsche zee nabij het Griekse eiland Kos danst. Hij zoomt nog verder in met de infraroodcamera. Zitten daar nou mensen aan dek of niet? Chef-vlieger Polman brengt de Nederlandse Dornier zo onopvallend mogelijk dichterbij. Dan weet de waarnemer het zeker. ‘Ik denk dat we toch even moeten kijken’, zegt de luitenant-ter-zee 1, ‘het lijken meer mensen dan normaal.’ De Griekse liaison-officier die tijdens elke vlucht meevliegt, zoekt contact met één van de deelnemende patrouilleschepen die vervolgens een kijkje gaat nemen. Het zou hier zomaar om mensensmokkel kunnen gaan. Unicum Het is voor het eerst dat Nederland met een Dornier-228 deelneemt aan deze jaarlijkse operatie van Frontex, een Europees agentschap dat zorgt dat de lidstaten de buitengrenzen van Europa bewaken. Samen met een Pools en Fins kustwachtvliegtuig controleert het Nederlandse toestel tijdens Poseidon het grensgebied tussen Turkije en Griekenland op illegale activiteiten zoals mensensmokkel en vluchtelingenstromen. Het operatiegebied is een unicum voor de Nederlandse vliegers en waarnemers die normaliter vooral rond de Noordzee actief zijn. ‘Het was onze eerste out of area operatie’, vertelt Polman. ‘Naast onze reguliere kustwachttaken patrouilleren we normaal gesproken altijd voor milieuoperaties op en rond de Noordzee, zoals tijdens de Supersepco rond Zweden of Toer d’Horizon rond Noorwegen. Nu moesten we onderweg zelfs twee keer tanken om er te komen.’ Vreselijk Ondanks dat het werk tijdens Poseidon niet veel verschilt van hun dagelijkse werkzaamheden in Nederland heeft de operatie volgens Polman zeker een andere dimensie. ‘In ons land is grensbewaking ook een van de taken, alleen is het wel anders of je naar een fuikenvisser zoekt of mensensmokkel aan de dag legt.’ Hij vervolgt: ‘Persoonlijk ging het mij tijdens deze missie dan ook niet zozeer om het opsporen van Iraniërs of Afghanen die elders een beter leven zoeken, maar meer om de grote illegale organisaties erachter. Zij smokkelen de vluchtelingen naar Europa vaak ten koste van de mensen zelf. Tijdens ons verblijf werd er bijvoorbeeld een bootje met honderd vluchtelingen aan boord gespot. Toen de smokkelaar in de gaten kreeg dat hij gesnapt was, bracht hij het schip tot zinken, waardoor het een Search and Rescue-operatie werd. Dat is vreselijk. Alleen al dat wil je voorkomen.’ Niet pluis Volgens Polman is de Dornier door zijn ‘endurance’ en sensoren uitermate geschikt voor operaties als deze. ‘Met onze infraroodcamera kan je precies zien wat er op een boot gebeurt. Als er teveel mensen aan boord zitten, weet je dat er iets niet pluis is. Bij de meeste schepen zie je dat snel, maar bij zeiljachten zitten mensen vaak benedendeks.’ Hoewel het om een internationale operatie gaat, heeft de bemanning nauwelijks te maken met andere nationaliteiten en hoeft het haar werkwijze bijna niet aan te passen. Polman: ‘Wij gingen elke nacht naar het vliegveld, waarna we
Een preflight briefing voor een van de sorties van de Dornier, die alleen bij nacht plaatsvonden. Nederland neemt deel met vier crewleden van het 334 Squadron en twee functionarissen die optreden als operator.
surveillancevluchten uitvoerden boven zee. Alleen tijdens de briefing en debriefing hadden we telefonisch contact met een Nederlandse officier op het International Coordination Centre op het Griekse vasteland. Via hem kregen we ook de opdracht en het vluchtschema. Daarnaast vloog er uit juridisch oogpunt een Griekse waarnemer mee, die hetzelfde deed als de onze. Verder moesten we vooral in de buurt van de Griekse eilanden blijven, aangezien Griekenland gastland was.’ Afschrikeffect Uiteindelijk legt de Nederlandse Dornier geen smokkel aan de dag. Polman: ‘Tijdens ons verblijf was het door harde wind en hoge golven relatief rustig op het water. We hebben wel wat schepen laten onderzoeken, maar was niemand in overtreding. We hebben dus maximaal afschrikeffect gehad.’ Polman hoopt dat ze volgend jaar weer deelnemen. ‘Het is leuk om iets anders te doen en binnen een internationale operatie onze eigen missie uit te voeren. Daarnaast is het ook goed internationaal ons steentje bij te dragen. Ook elke kustwachtvlucht in Nederland heeft een maatschappelijk doel. Je betekent toch iets voor de samenleving.’ •
17 DE VLIEGENDE HOLLANDER
EVENEMENT
Belangstelling voor de MLD-tentoonstelling van Dirk Megchelse.
Saamhorigheidsgevoel tijdens Luchtmacht Veteranendagen
‘Allemaal in den vreemde Foto’s van uitzendingen, een kranslegging, de traditionele blauwe hap, maar vooral ontmoetingen met oud-collega’s. De Luchtmacht Veteranendagen van 8 en 9 september, zijn voor veel oudgedienden een jaarlijks uitje, maar niet voor alle ‘jongere’ veteranen even vanzelfsprekend. Drie van hen vertellen waarom ze toch kwamen en hoe ze dat ervoeren.
Waarom bent u hier? Konings: ‘Hoofdzakelijk om mijn maten van mijn uitzending terug te zien. Meestal zijn dat er een stuk of tien à twintig, aangezien sommigen nog gewoon werken.’ Roelofs: ‘Voor mij hetzelfde, maar aangezien wij altijd met de KL zijn opgetrokken, is dat voor ons een klein clubje.’ Zijlstra: ‘Ik heb me voorgenomen om elke uitnodiging die ik vanuit Defensie ontvang, uit te proberen om te kijken wat ik ervan vind. Ik ben vandaag al aardig wat mensen tegengekomen die ik ken van cursus, werk of waarmee ik samen in een crew heb gezeten. Het is leuk om te zien hoe het oud-collega’s is vergaan en even van gedachten te wisselen.’
Tekst: June Smit | Foto’s: Maartje Roos, AVDD
Jan Zijlstra (56), adjudant bd, uitzendingen: Dyabakir (1991) en Kabul (2004/2005) Hans Roelofs (59), adjudant bd, uitzendingen: twee keer Bosnië (1994/1995), Kosovo (2000) Tinus Konings (60), adjudant bd, uitzending: Kosovo (1999/2000)
DE VLIEGENDE HOLLANDER 18
Hoe lang bent u al de luchtmacht uit? Konings: ‘Ik had al met pensioen moeten zijn, maar ik heb nog geen zin om te stoppen. Ik vind het werk en de mensen veel te leuk.’ Roelofs: ‘Na drie jaar bijtekenen, ben ik er sinds 12 juli helemaal uit. Dat is vreemd. In mijn laatste functie gaf ik les aan jonge mensen, die nog aan hun toekomst moeten beginnen. Daar voel je je jong bij.’ Zijlstra: ‘Ik ben bijna een jaar met FLO. In het begin vond ik het vreselijk. In mijn laatste functie werkte ik als squadronadjudant op de KMA met veel jonge mensen. Ik kwam net nog een oud-cadet tegen die me vertelde dat haar squadronpapa zo gemist werd toen ik weg was. Dat is fijn om te horen. Inmiddels heb ik overigens thuis prima mijn draai gevonden.’
EVENEMENT
Hans Roelofs (r) haalt herinneringen over zijn uitzending in Kosovo op met oud-collega Mathilde Spanhak en Tinus Konings
Wat herkent u in de Veteranendagen van uw tijd bij de luchtmacht? Konings: ‘Het saamhorigheid- en familiegevoel. Ik heb 22 jaar als radartechneut bij de HAWK en de PATRIOT in Blomberg gezeten. Daar hebben we echt in crewverband gewerkt, waardoor je een nauwe band krijgt, net als bij het 299 Squadron, waar ik later zat.’ Roelofs: ‘Dat gevoel wordt nog hechter op uitzending als je met elkaar dat vliegtuig ingaat. In onze tijd mocht je twee minuten naar huis bellen, dus veel ging over de post. Als je dan iemand stilletjes op een bed zag zitten met een brief, sleepte je elkaar er doorheen. We zijn door dalen gegaan bij deze werkgever, maar we hebben ook een mooie tijd gehad.’ Zijlstra: ‘We zijn allemaal veteraan en hebben ergens in den vreemde gezeten voor de luchtmacht. Natuurlijk was de ene missie wat zwaarder dan de andere, maar het bindt toch. Met de geleide wapens waren we veel
Jan Zijlstra bezoekt de Veteranendagen voor het eerst.
Verhalen van weleer.
gezeten voor de KLu’ weg, zaten we 24 uur per dag met elkaar in tenten, waardoor je je niet kunt afsluiten. Je bent altijd met één team bezig met dezelfde taak.’ Hoe kijkt u terug op uw uitzending? Zijlstra: ‘Prima. Natuurlijk is het in beginsel nooit leuk om van huis weg te gaan, maar de ervaring is goed geweest. Die heb ik later als instructeur ook kunnen overbrengen.’ Roelofs: ‘Soms is het ook goed voor een gezin. Dan weet je weer waar je staat en of je jezelf kunt redden als dat nodig is. Alleen vraag ik me nog wel eens af of we in het uitzendgebied nu echt iets hebben verbeterd. Misschien hebben we wat stabiliteit gebracht, maar het woekert nog steeds.’ Konings: ‘Ik heb geen grote ellende meegemaakt in Kosovo, maar van wat de mensen elkaar daar aandoen, begrijp ik maar weinig. Gelukkig hebben we daar veel privé-initiatieven ontplooid, zoals kleding ingezameld, scholen opgeknapt. Dat geeft toch een goed gevoel.’ Hoe staat u tegenover huidige missies? Konings: ‘Het is prachtig en stoer wat de mannen en vrouwen daar doen. Het zijn maar een paar squadrons die steeds naar Afghanistan gaan en daardoor gaan sommigen wel voor de zesde of zevende keer.’ Roelofs: ‘Uiteindelijk maken zij voor een groot deel hetzelfde door als wij, alleen zij mogen het veld niet af.’ Konings: ‘Het is jammer dat de meeste mensen die zijn uitgezonden eerst hun pak moeten uittrekken voordat ze veteraan zijn, waardoor de
leeftijd nu vooral 65 plus is. Dit soort dagen moet verjongen. Veel actief dienenden zijn al tig keer op uitzending geweest, maar staan nu nog een beetje buiten de club.’ Komt u volgend jaar weer? Zijlstra: ‘Ik kom zeker terug, want ik vind het toch een happening. Veel van mijn oud-collega’s tekenen nu nog bij, maar ik verwacht dat die hier over een paar jaar ook zullen zijn. Bovendien organiseren mensen iets en het is zo lullig om daar geen gehoor aan te geven. Het is goed om deze traditie in stand te houden en ik heb toch een leuke dag gehad!’ •
Tijdens de static show buiten de KDC-10 hangaar zijn oude KLu-toestellen te bewonderen.
19 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
KLu militairen ook na einde TFU actief in Afghanistan
‘We zijn nog steeds Het vertrek van de Nederlandse Task Force Uruzgan (TFU) per 1 augustus betekent niet dat de Nederlandse militairen allemaal uit Afghanistan zijn vertrokken. Integendeel. Behalve de Redeployment Task Force (RDTF), verantwoordelijk voor de terugverplaatsing van het Nederlandse materiaal, zijn in Afghanistan momenteel nog verschillende eenheden aanwezig die allemaal een belangrijke rol spelen voor ISAF in Afghanistan. Onder hen ook vele militairen van de Koninklijke Luchtmacht.
Na het vertrek van de Chinooks per oktober blijven de vier F-16’s van de ATF voorlopig nog op KAF aanwezig. Zij garanderen de luchtsteun voor de Redeployment Task Force. Daarnaast maken ze veelvuldig vluchten met het RecceLite-systeem. Dat is ondermeer geschikt om veranderingen in het landschap te registreren die mogelijk duiden op de aanwezigheid van een bermbom.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 20
De commandant van het veertiende Air Task Force (ATF)-detachement, kolonel Wido van de Mast, merkt dat veel Nederlandse militairen in Kandahar de missie na 1 augustus anders beleven. ‘Thuis in Nederland leeft het idee dat er nog maar weinig Nederlanders in Afghanistan zijn, omdat de TFU is beëindigd en de taken zijn overgedragen. Niets is minder waar. Er zijn weliswaar minder Nederlanders in Afghanistan dan voor 1 augustus 2010, maar er zijn nog steeds veel militairen bezig met een zeer belangrijke taak.’ Bijzonder vervoer Momenteel werken nog meer dan duizend Nederlandse militairen in Afghanistan, waarvan zo’n tweehonderdvijftig KLu-collega’s. De meesten maken deel uit van ATF 14, dat sinds 1 augustus geen pre-planned missions meer vliegt, ‘maar wanneer grondtroepen in de problemen komen, leveren wij de luchtsteun’, benadrukt Van de Mast. ‘Het verschil is dat we, op de counter IED-missies in de ochtend na, geen missies meer van tevoren plannen. Onze F-16’s staan nog wel op Quick Reaction Alert (QRA, red.). Indien noodzakelijk zijn wij met een zeer korte reactietijd in de lucht.’ Een verschil ook voor de technische en ondersteunende crews. F-16 crewchiefs
ACHTERGROND
Tekst: Joyce van der Eijk | Foto’s: Richard Frigge, AVDD
volop operationeel’ Bram en Paulus benadrukken dit: ‘Eerder werkten we op een meer regelmatige basis gedurende de dag. Nu kan het voorkomen dat we later in de avond klaar zijn. Eén ding is niet veranderd: we zijn nog steeds volop operationeel.’ Ook de Chinooks werden tot en met 29 september door ISAF nog opgeroepen voor missies in het zuiden van Afghanistan. De transporthelikopters worden voornamelijk ingezet om grondtroepen te bevoorraden met water, voedsel en munitie, essentieel voor het voortzettingsvermogen van de mannen en vrouwen op de grond. Dat blijkt uit de reacties die de flightcrew regelmatig ontvangt: ‘Wij kunnen landen op plaatsen die over de weg moeilijk bereikbaar zijn. Het geeft veel voldoening dat de grondtroepen dankzij ons hun operatie nog enkele dagen kunnen verlengen’, vertelt vlieger Ronald. Bijzonder was het vervoeren van de nabestaanden van zeventien van de 24 gesneuvelde militairen van de Nederlandse missie in Afghanistan. Ronald vervolgt: ‘Ze gaven aan dat het bezoek aan de plaatsen waar hun omgekomen familielid leefde en werkte, ze rust en bezinning in hun rouwproces gaf. Het was erg dankbaar om hier een bijdrage aan te leveren.’
Onderhoud aan een Nederlandse CH-47D op de volle helikopter-flightline. De laatste Chinookvlucht van de ATF vond plaats op 29 september.
Eenheden waar luchtmachters werken in Afghanistan Kandahar Airfield (in totaal ± 170) Air Task Force National Support Element Contingentscommando Regional Command South Commando Kandahar Airfield Redeployment Task Force
Foto: FSE Mirage
Tarin Kowt (in totaal ± 70) Apachedetachement ATF Base Command Redeployment Task Force
Kabul ( in totaal ± 5) Staf HQ ISAF Contingentscommando NATO Trainings Missie Afghanistan Ter ondersteuning van de missie in Afghanistan FSE Mirage (± 35) C-130 Detachement
21 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
RecceLite De primaire taak van de ATF na 1 augustus is het ondersteunen van het terugtrekken van het Nederlandse materieel uit de provincie Uruzgan. Met name de Apaches, gestationeerd op Tarin Kowt, spelen een belangrijke rol in het beveiligen van de konvooien. ‘Als er transport over de weg naar Kandahar gaat, hangen wij erboven om toezicht te houden’, vertelt Commandant Apachedetachement, luitenant-kolonel Jeroen van Bruchem. ‘De leiding en konvooichauffeurs koppelen terug dat ze zich enorm gesteund en veilig voelen wanneer wij een oogje in het zeil houden. Daarnaast staan de Apaches ook nog steeds op Quick Reaction Force-status. Grondtroepen die in de problemen komen, kunnen daardoor gewoon rekenen op onze steun.’ ‘Toen in september het eerste konvooi van Tarin Kowt naar Kandahar reed, hebben de F-16’s in de dagen eraan voorafgaand counter IED-missies uitgevoerd boven de te rijden route’, vertelt sergeant-majoor Marco van het Tactical Air Reconnaissance Centre (TARC), verantwoordelijk voor de beeldanalyse. ‘De foto’s die de F-16’s maakten met de RecceLite-pod hebben we uitvoerig geanalyseerd. Informatie over mogelijke IED’s op de weg is voor
het begin van het konvooi met de leiding besproken. Zo leveren wij een bijdrage aan de veiligheid van onze grondtroepen die zich buiten de poort begeven. Met de laatste update die het systeem in augustus heeft ondergaan, kan bovendien nog sneller en efficiënter worden gewerkt. Daarbij werken wij voor alle grondtroepen van de ISAF coalitielanden en hun Afghaanse partners.’ Luchttransport en logistieke ondersteuning De terugtrekking van het Nederlandse personeel en materieel kan niet plaatsvinden zonder de collega’s van het National Support Element (NSE, red.). Zij zijn in Kabul, Tarin Kowt en Kandahar actief en zorgen dat het materiaal dat de RDTF heeft verpakt en administratief heeft afgedaan op transport wordt gezet naar Nederland. Voor vrachtvervoer binnen Afghanistan heeft Defensie transportcapaciteit ingehuurd in de vorm van een L-100 en Mi-26 Halo. Personeel van het NSE zorgt dat bij de aankomst van zo’n vlucht het vrachtvliegtuig of -helikopter wordt gelost danwel beladen. ‘Het is mooi om juist in deze periode werkzaam te zijn op Kandahar’, zegt sergeant-majoor Bert. Hij werkt bij Movecon, onderdeel van het NSE, en is verantwoordelijk voor
Eén US Army CH-47F en twee KLu CH-47D’s komen terug op KAF. KLu-Chinooks vervoerden op verzoek van de Afghaanse autoriteiten op 15 september veertig Afghaanse vertegenwoordigers van de verkiezingscommissie naar Forward Operating Base Khakrez. Na de parlementsverkiezingen haalden de Chinooks verkiezingsmateriaal en stembiljetten weer op.
Individueel uitgezonden
Op KAF zijn eveneens ongeveer honderd individueel uitgezonden luchtmachters werkzaam bij het ISAF hoofdkwartier van Regional Command South (RC(S)) en het commando van Kandahar Airfield (COMKAF). Ieder levert als individu een gemeenschappelijke bijdrage aan een veiliger en stabieler Afghanistan. Commodore Emile van Duren (op foto midden) werkt als Director Support Division op Staf van RC(S) rechtstreeks onder de commandant generaal-majoor Nick Carter. Hij is met zijn multinationale staf verantwoordelijk voor de DE VLIEGENDE HOLLANDER 22
aansturing en coördinatie van alle logistiek, communicatiesystemen, contracten en hospitalen voor de ISAF operaties in het zuiden van Afghanistan. Kandahar stad vormt momenteel het zwaartepunt van de ISAF-campagne. Samen met zijn Afghaanse partner brigadegeneraal Amir, zet Van Duren in de tweede stad van Afghanistan logistieke operaties op touw. ‘In toenemende geven we de Afghanen zelf meer verantwoordelijkheid voor het plannen en organiseren van hun eigen logistiek. En dat nemen ze ook. Het gaat niet altijd even gemakkelijk, maar er zit absoluut vooruitgang in.’ Op COMKAF zorgt majoor Sebastiaan met zijn internationale team voor de bevoorrading en de registratie van de vervoersmiddelen op deze grote NAVO-basis. ‘Daar waar 27.000 mensen wonen, werken, eten, drinken en brandstof verbruiken, is het van belang dat de aan- en doorvoer van goederen zo vlekkeloos mogelijk verloopt. Zonder coördinatie en samenwerking kan dat zomaar in de soep lopen.’ Ook de Chef-staf van COMKAF is een luchtmachtcollega. Kolonel Henk Bank onderhoudt, net als Van Duren, veel contacten met de lokale bestuurders in de omgeving. ‘Ik houd me onder andere bezig met de ontwikkeling van de civiele luchthaven van Kandahar. Met de leiding en het Afghaanse ministerie van Transport voer ik geregeld overleg over de beste manier om dit te doen. Dit proces is zeer zeker essentieel voor de ontwikkeling van Kandahar en het zuiden van Afghanistan. Ik heb te maken met een veelzijdige functie en dat maakt mijn werk dankbaar en – niet onbelangrijk – nog leuk ook.’ Foto: Joyce van der Eijk
ACHTERGROND
Personeel van het TARC bekijkt opnames gemaakt door de RecceLite-pod van de F-16.
alle vrachtvluchten binnen en buiten het theater en voert de coördinatie over de verplaatsing uit. ‘Al het materieel dat in Deh Rawod en Tarin Kowt is gebruikt, gaat door onze handen en wij zorgen dat alles netjes op de plaats van bestemming komt.’ Veel materiaal gaat per Antonov 124 naar Nederland, maar in augustus vond de eerste vlucht plaats van een NAVO C-17 met de deels Nederlandse crew. ‘In de laatste maanden van het jaar zal de Heavy Airlift Wing voor een groot deel met Nederlandse vlieguren worden ingezet voor de terugverplaatsing van de goederen’, zegt KLu copiloot majoor Pieter. ‘De samenwerking met de collega’s van het NSE verloopt prima. Het lossen en laden gebeurt in no-time; iedereen is uiterst professioneel met de gezamenlijke taak bezig.’ Ook al is na 1 augustus voor het KLu-personeel het doel van de missie gewijzigd, de gezamenlijke inzet is dat niet. Van de Mast: ‘Het is wel eens jammer om telkens aan mensen in Nederland te moeten uitleggen dat wij nog een
Grondpersoneel laadt een verweerde Apache met een ongeleide raket. De inzet van de Apaches eindigt naar verwachting halverwege oktober.
taak af te maken hebben en nog niet in augustus konden terugkeren. Maar wat we hier doen, daar staan we met z’n allen achter.’ • Commandant ATF-14 kolonel Wido van de Mast (r.)overhandigde op 26 september de detachementsvlag aan kolonel Gerbe Verhaaf.
Sergeant-majoor Bert (m.) pleegt overleg met collega’s over het transport van vijf Fennek bewakings- en verkenningsvoertuigen van de landmacht die met de An-124 op de achtergrond naar Woensdrecht gaan.
Op 28 oktober vond de eerste vlucht van een C-17 van de NATO Heavy Airlift Wing plaats ten behoeve van de redeployment van TFU-materieel. 23 DE VLIEGENDE HOLLANDER
MATERIEEL
Vijftienjaarsinspectie Cougars megaproject van tienduizend uur in zes jaar
Een héél grote beurt Tekst: Arend van der Wel, Tekstuwel | Foto’s: Gerben van Es, AVDD
De Productie Eenheid On Equipment (PE On) van het Logistiek Centrum Woensdrecht is er druk mee, maar ook gepast trots op. De eerste Cougar die vijftien jaar in dienst is, werd vorig jaar van top tot teen uit elkaar gehaald, gecheckt en dit voorjaar strak in de lak weer aan de klant afgeleverd. De tweede, derde en vierde van de zeventien transportheli’s staan nu in de hangaar, in verschillende stadia van behandeling.
De derde Cougar die het LCW onder handen neemt is de S-447, het toestel dat op 10 december 2009 een noodlanding moest maken in Afghanistan. Op de foto’s transporteert een Mi-26 Halo de al deels ontmantelde Cougar, en brengt het terug naar KAF. Foto: Bureau Externe Ladingen Begin maart poseren alle LCW-betrokkenen bij de eerste Cougar die de vijftienjaarsinspectie doorliep.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 24
MATERIEEL
tinten, de oorspronkelijke junglelook. Ook geeft grijs minder reflectie. Bovendien heeft deze verf als extra voordeel dat hij goed als ondergrond kan dienen voor de jungle- én de desertlook, als die nodig mochten zijn.’
Juni 2009: Cougar nummer twee arriveert in de hangaar vanuit de Eurocopterfabriek in Marseille.
Behalve geregeld klein en groot onderhoud van wapensystemen is er voor de Cougar ook de zogeheten vijftienjaarsinspectie. De uitdrukking ‘grote beurt’ is daar nog veel te klein voor. ‘De kist wordt helemaal uit elkaar gehaald. Geen schroefje blijft op z’n plek’, zegt projectleider van PE On Geert Maas. ‘Op die manier komen onzichtbare onvolkomenheden aan het licht die vroeg of laat problemen kunnen gaan veroorzaken en die dan direct verholpen moeten worden.’ Tijdens de vijftienjaarsinspectie worden tegelijkertijd ook tien tot vijftien modificaties uitgevoerd. Maas: ‘Door die zo veel mogelijk tegelijk met deze héél grote beurt uit te voeren, wordt de hele vloot gestandaardiseerd.’ Ook de verf gaat er helemaal af want, zo gaat Maas verder, ‘een van de belangrijkste doelstellingen is corrosie opsporen en bestrijden.’ En omdat de verf er dan toch af is, krijgt de Cougar voor de verandering meteen een andere kleur? ‘Nou nee’, zegt Maas lachend, ‘daar is heel goed over nagedacht bij onze klant, het Defensie Helikopter Commando. Het besluit om de Cougars grijs te maken is al eerder genomen, maar het is natuurlijk wel zo efficiënt om met de uitvoering ervan te wachten tot de kist toch uit elkaar moet. De camouflage door grijs is bij het huidige gebruik over het algemeen groter dan de groenbruine
De logistieke kant
Tegenslag Een van de drie werkvoorbereiders van dit megaproject dat van 2008 tot en met 2014 loopt en circa tienduizend manuur behelst, is adjudant René Lijten. Zijn taak is het hele proces per Cougar in stukjes te hakken, letterlijk in kaart te brengen en er een planning aan te hangen. Vooral hij en zijn twee collega’s hebben voor en tijdens ‘de vijftienjaars’ intensief contact met de afdeling Logistiek Management, een onmisbare schakel in het geheel (zie kader). ‘We bereiden het werk zodanig voor dat het in 21 weken kan plaatsvinden. Straks zal dat ook zeker lukken, maar bij het eerste toestel moest er nog zoveel “verkend” worden en was er dusdanig veel tegenslag, dat het veel langer heeft geduurd. Zo kwamen we een gaatje in het frame tegen, waarvoor de kist echt terug moest naar de fabriek in Frankrijk. Dat betekende een oponthoud van bijna vijftien weken. En de verf bleek in het begin niet goed te houden. Uiteindelijk hebben we het allemaal opgelost. Dan maar wat later, want kwaliteit is het belangrijkst.’ Lijten wijst naar een planbord bij de docks, dat iedereen altijd kan raadplegen. Hij houdt zijn handen een halve meter van elkaar: ‘En we hebben zó’n stapel planningkaarten, voor elk onderdeel eentje.’ Persoonlijke behandeling In de hangaar staat in een hoek Cougar S-400. Deze heli heeft tot nu toe onverklaarbare trillingsproblemen, waardoor hij niet optimaal functioneert. Deze kist wordt straks, na diepgaand onderzoek, vermoedelijk de vierde in de rij van zeventien die het vijftienjaarsonderhoud krijgt. De nummers twee en drie staan al in de twee docks en worden onder handen genomen door ongeveer negen mensen tegelijk, ieder met z’n eigen taak en specialisme. Nummer twee is al strak grijs, dus bijna klaar. Twee mannen met koptelefoons op testen de apparatuur. Binnenkort
De eerste Cougar in de spuiterij van PE On. Foto: Arend van der Wel
Een belangrijke schakel in het vijftienjaarsinspectieproces is het Logistiek Management (LM). ‘Kortweg is het onze taak er voor te zorgen dat alle onderdelen van de Cougar op tijd aanwezig zijn, zodat het hele inspectieproces soepel kan verlopen en niet stagneert’, zegt kapitein Richard van den Boom. ‘Het belangrijkste daarbij is dat we de onderdelenbehoefte hebben ingeschoten en doorgegeven aan Verwerving’, vult collega sergeant 1 René de Wolf aan. Of er een structurele verbetering nodig is, kan Van den Boom pas aangeven als de inspectie van de tweede Cougar klaar is. ‘Tijdens ons werk loop je natuurlijk wel tegen zaken aan die in de werkvoorbereiding gemist of niet gedaan zijn. Dat documenteren we, zodat we bij de volgende Cougars in de komende vijf jaar niet voor dezelfde verrassingen komen te staan.’ De Wolf gaat één keer per week naar de hangaar voor overleg met de PE On. ‘Daarnaast zijn er natuurlijk regelmatige evaluaties’, vult Van den Boom aan. ‘Zo bespreken we tijdens de throughmeet de grootste materiële knelpunten waar stagnatie zou kunnen plaatsvinden.’
25 DE VLIEGENDE HOLLANDER
MATERIEEL
maakt deze Cougar zijn testvlucht waarbij met de DHC-bemanning ook enkele technici van PE On meegaan. Nummer drie op de lijn heeft de junglekleur nog. Het is de Cougar die eind vorig jaar onder vuur van de Taliban kwam te liggen. Kogels hebben in het binnenste van de staart schade veroorzaakt aan een aandrijfas en een hydraulische leiding, vitale onderdelen die dus nu gelijk vervangen gaan worden. Deze heli heeft als gevolg van de aanval ook een harde landing gemaakt, die als regel een niet-zichtbare spanning op de kist veroorzaakt. Tijdens deze diepgaande inspectie wordt die spanning wel zichtbaar en opgelost. Niet voor niets is deze Cougar eerder aan de beurt dan oorspronkelijk de bedoeling was. Elke Cougar heeft zijn eigen verleden en karakter, en krijgt daarom een eigen, persoonlijke behandeling.
Hoofd PE On Bokma (rechts) overhandigt de eerste ‘meer dan grondig geïnspecteerde Cougar’ op figuurlijke wijze aan (destijds) luitenant-kolonel Rémy Michielsen, Hoofd Sectie Helikopters en Geleide Wapens bij Afdeling Logistieke Ondersteuning van de Staf CLSK.
Koppen bij elkaar PE On heeft nu twee Cougars tegelijk onder handen, in twee docks, elk voorzien van een tailmanager die leiding geeft aan het werk. ‘We
De S-447 terug op KAF. Foto: Bureau Externe Ladingen
DE VLIEGENDE HOLLANDER 26
werken nu aan de twee toestellen met acht tot tien man in totaal’, zegt tailmanager adjudant Chris Krijger. ‘Ze wisselen geregeld van dock en de plaatwerkers bijvoorbeeld werken op een andere plek aan losse onderdelen van de heli. We maken ook wel gebruik van inhuur om deze klus te kunnen klaren, want al het andere werk dat van PE On wordt verwacht, gaat ook door. Er zijn nu ook twee stagiairs aan de Cougars bezig. We leiden dus al doende op. Dat is investeren en dat vinden we belangrijk, anders is er straks geen goed personeel meer te vinden. Wat je nu ziet, is teamwork. Er wordt hard en efficiënt gewerkt en toch hebben we het gezellig met elkaar. Ook daarin investeren we. Ondanks de problemen van het begin, bij de eerste Cougar dus, zit de stemming er goed in. Een goede evaluatie daarbij is heel belangrijk, en we geven elkaar onderling veel feedback. Dat is niet alleen handig voor de werkvoorbereiders die het proces of de planning aan de hand daarvan kunnen bijstellen, maar ook voor elkaar, omdat je altijd elkaars werk tegenkomt. Dagelijks steken we even de koppen bij elkaar om over het werk te praten. Dat noemen we de stand-up, staand op deze plek, voor de neus van nummer twee.’ Meer dan grondig Luitenant-kolonel Bas Bokma, hoofd van PE On, geeft zijn mensen graag een schouderklopje. ‘Ze hebben het echt prima gedaan, ook al waren er tegenslagen door externe factoren. De klant is heel tevreden. Toen een DHC-crew eens kwam kijken toen de eerste Cougar bijna klaar was, zeiden ze: “Zo, die ziet er netjes uit! Mogen we ‘m al meenemen?” Het bewijst eens te meer dat we als LCW de aangewezen organisatie zijn om zo’n klus te klaren. Wij kunnen dit goed; we hebben korte doorlooptijden, en veel in eigen hand. De tailmanager kan problemen neerleggen bij de werkvoorbereider die ze snel oplost; het zit allemaal fysiek en organisatorisch dicht bij elkaar. We hebben natuurlijk al veel ervaring met grondige inspecties, en daar baseren we deze méér dan grondige inspectie op.’ •
Mensen & Mutaties Bevorderingen militairen Luitenant-Kolonel Bremer TAP - LW:STAF PLANNING & CONTROL; Roskam DM - DCIOD: DARS-Nieuw Milligen Majoor H li V Heling VAH - LSK:ICAOC LIAISON TEAM; Staudt E - LSK:SIE GEZONDHEIDSZORG OPER.; Tran NVT CML:LUCHTVAART GEZONDHEIDSZORG Kapitein C Couwenberg FW - DCIOD: EATC; Dijkstra J - CML:GOTC; Horst WJH ter - DCIOD: NAEW; Kempen PMA van CML:GOTC; Krabben SR van der - DHC:931 PVE LVL; Krabben SR van der - DHC:931 PVE LVL; Laar W van - AFD LOG SYSN KENNISPOOL; Lelieveld B - DCIOD: EATC; Zijlmans LAA - LSK:SIE LOOPBAANMANAGEMENT; Mollinger BA - AOCS:BUR BEDRIJFSVOERING&INFOR; Osch HJM van DCIOD: EATC; Osch HJM van - DCIOD: EATC; Plas J van der - LSK:BUR OPER. LOGISTIEK ALTO; Zwitselaar JP - LCW ON EQMT BDFBUR Eerste luitenant Bentvelzen JAE - DHC:PH OPS KNT BEL VERK; Dueren den Hollander CJ van - GGW:GW PATRIOT CREW 1 FP 3 803; Franken AJB - DHC:301 OPS INTELL; Hagens JAG - BS/AL; Smeijers JMC - LSK:BUR OPER. LOGISTIEK AJO; Stoep PH van der - DHC:298 G&O COGP; Stolp SS - Afdeling; Venhuizen PC - DHC:301 OPS COGP; Vos CAM - AOCS:OPS GL SIE B VLUCHT A; Berg BPJT van den - VKL:P&O ADVIES Tweede luitenant Bolderheij LD - AOCS:BUR PERS&ORG ADV&ONDERST; Goossens RWL - EHV:PVE LUCHTVERKBEVEIL.; Hensbergen WM van - DHC:STAF P&O ADVISEURS; Laan JA van der - LSK:AFD PERSONEELSZAKEN; Lam KM - LSK:SIE FINAN. ONDERSTEUNING; Lugtenborg FA - LW:P&O ADVISEURS&ONDERST P&O; Martens PJJ - EHV:P&O ADVISEURS&ONDERST P&O; Ritfeld GRG - OKLU:P&O ADVISEURS&ONDERST P&O; Verhoeff M - LCW LOGMGMT HELIKOPTERS; Vermeulen MHJ - OKLU:PVE LUCHTVERKEERSLEIDING; Vledder P GGW:STAF VOORLICHTING Adjudant-onderofficier Beckers B k JWAM - DCIOD: EATC; Braat JPM - DHC:PH OPS KNT FP; Ginkel AL van - AOCS:KNT STAND EVAL & TRANING; Gouweloos LM - VKL:SIE VLIEGTUIGPLAATWERKEN; Korebrits JPC - EHV:VLUCHT 3 KDC-10; Molthoff RE - OKLU:VG APACHE; Pelgrim EA - DHC:931 CIS COORDINATIE CENTRE; Ravenswaaij C van - DCIOD: EATC; Rossen SHM - DCIOD: CAOC2 Uedem; Visser A - LCW ON EQMT BDFBUR; Vliert J van de - AOCS:SQUADRON STAFBUREAU Sergeant-majoor Backers S - DHC:PH O&E KNT HELI HANDL; Boom WE aan den - VKL:BUR OPERATIONELE ONDERST.; Borsboom AAA - VKL:PLANNING CELL LOG; Coops GJ - LCW GSM BDFBUR; Deden WF - LW:SQN STAFBUR LOGISTIEK SQN; Emden TMA van - EHV:BEVO LUTRA; Evertsen JT - LW:VLUCHT AIRCRAFT MAINT 322; Jetten WW DHC:STAF P&C BUR MC FC; Kwant CA de - OKLU:VG REPRESSIE; Schellingerhout M - GGW:CIS OPERATIONS 800; Schepers G - DHC:931 CIS COORDINATIE CENTRE; Sloen SGM - DHC:931 PVE LVL; Tilburg MJM van - DVVO: Cluster VV-DET; Visser CT - LW:WEC GROUND SUPP EQ; Vries RY de - Afdeling; Wijnberger AH - OKLU:VG TRANSPORT HELIKOPTERS; Zelst JGF van - GGW:CIS COORDINATIONCENTRE 800 Sergeant 1 Bergsma JS - LW:VLUCHT AIRCRAFT MAINT 323; DankB ers DR - VKL:STAF OPERATIONELE ONDERST; Derks R - LW:PVE VLIEGDIENST; Groen EF - VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD; Klos RAH - AOCS:OPERATIEN LVL SIE E; Klos RAH - AOCS:OPERATIEN LVL SIE E; Klutman CW - VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD; Lamsma ML - LW:SIE MUNITIE OPSLAG; Lange TM - OKLU:BACKOFFICE LEERLINGENBEH; Looije MV - VKL:WE BASE MAINTENANCE
F16; Paau G - OKLU:BRANDWEERPELOTON 3; Pijl H LW:SIE MAGAZIJN; Scharroo F - EHV:PVE BRANDWEER; Schepers AJBG - OKLU:BRANDWEERPELOTON 3; Straeten ACJM van der - DHC:930 WE WAPENTECHNIEK; Wilbrink H - VKL:WE BASE MAINTENANCE F16; Wouters EWH CAT: RVS Gebouw 200 Sergeant Bergen R van - VKL:KANTOOR OPERATIONELE INL; Cruchten EAJ van - GGW:BEDRIJFSSTOF&CHEMAFVAL 951; Diebels MPJ - EHV:AFDELING BRANDSTOFFEN; Heijstek JH - LCW FYSDISTR ONTV, OPSL&DISTR; Hoeksma RH - LW:621 OGRV PEL; Leijen JAG - EHV:X-SERVICING; Overdiep RA - DHC:298 G&O VLUCHT 5; Polderman AL LCW FD HONDENSECTIE; Vries TK de - AOCS:OPERATIEN LVL SIE C; Vries TK de - AOCS:OPERATIEN LVL SIE C; Wagt PG van der - OKLU:130 OPLEID. SQN MILITAIR; Zwaagman JD - LW:HONDEN SIE
augustus
Sergeant 1 E Egmond J van - VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD; Gerts PPM - VKL:WE AVIONICATECHNIEK; Kruiter HJ DHC:300 OPS VLUCHT 2; Meulen MJH van der - VKL:SIE VLIEGTUIGPLAATWERKEN; Paul CJ - AOCS:BEWAKING SIE; Raaij CPJ van - VKL:WE MOTOREN; Regt G de DHC:301 G&O VLUCHT 2 Korporaal 1 H i P - LW:621 OGRV PEL; Homburg JJS - DHC:931 Hania PVE BRANDWEER; Kilsdonk TCPJJ van - VKL:641 OGRV PELOTON; Kollenburg HAJ - GGW:GW PATRIOT CREW 3 FP 2 802; Kwast NLPV - VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD; Lang JAE - LCW FD BUR BDFV; Leusden G van - DHC:930 WE VLIEGTUIGMECHANICA; Pietersz JJ - EHV:VLUCHT-1; Schuur R van der - EHV:PVE BEWAKING; Voorn S - VKL:PVE LINEMAINTENANCE 313; Zondervan RC - DHC:931 PVE BEWAKING
Korporaal 1 C Cornelia li JM - LW:621 OGRV PEL; Duijn KGJ van - DHC:932 WE LOG OPSLAG POLCA; Hoog M de - VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640; Mol AJ - DHC:930 WE BASE COUGAR; Orkman H - AOCS:BEWAKING SIE; Raes PCJF - EHV:PVE BEWAKING; Sande FH van de - EHV:PVE BRANDWEER; Stoelwinder DP - LW:621 OGRV PEL; Willems TJB DHC:301 OPS VLUCHT 3
Korporaal Bruin M de - OKLU:RESSORT LEERLINGEN; Knoop R - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO; Sanderman RJ - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO; Veendrick PF - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO
Korporaal Apostolov GD - LW:SIE WEGTRANSPORT; Emons NAC - LSKBOE:DRUMFANFARE; Hamsvoord RJMF van der - OKLU:WC MECHANISCHE TECHNIEK; Hoekstra M - GGW:GW PATRIOT CREW 1 FP 3 803; Kowalski DOA - LSKBOE:DRUMFANFARE; Meulen S van der - LW:PVE BEWAKING; Sewgobind VV - DHC:301 G&O VLUCHT 1; Vosbeek JJM - GGW:GW PATRIOT CREW 1 FP 4 803
Soldaat 2 Stooff M MM - OKLU:RESSORT LEERLINGEN; Venema A OKLU:RESSORT LEERLINGEN
Soldaat 1 Lammers NH - OKLU:RESSORT LEERLINGEN
Soldaat 3 Mutsaerts ELAR - Medische Staf & Arts-Ass; Vergers WS - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO Dienst verlaten burgers
Bevordering burgers Schaal 11 Essen PL van - OKLU:BUR ONDERZ INT BEHEERSING; Terlaak MA - OKLU:VLUCHT 4 GRONDSCHOOL Schaal 10 Dijk RJ van - OKLU:VLUCHT 4 GRONDSCHOOL Schaal 06 Krist JM - LSK:BUR COMMANDANT LSK Schaal 05 Peters MJMH - GGW:GZHC GGW DE PEEL
Schaal 13 Berg T van den - EHV:P&O ADVIES Schaal 09 Melker D - DHC:298 OPS VLUCHT 1; Walsteijn JJ EHV:VLUCHT-3 Schaal 08 Beugen A van - LSKBOE:AFD PUBLIEK MLM Schaal 07 Ekeren GO van - LW:P&O ADVISEURS SPECIALISTEN; Recourt J - LW:P&O ADVISEURS SPECIALISTEN; Smilda P - LW:P&O ADVISEURS SPECIALISTEN
Dienst verlaten militairen Kolonel Callenbach GP - NLDA: LTD Luitenant-kolonel Bie i PA de d - DCIOD: SHAPE; Schevers HJL - DCIOD: DEFAT Ottawa; Sleen J van - LW:STAF PLANNING & CONTROL Kapitein B h M van den - DCIOD: Locatie Wichita Falls; Bosch Ciggaar A - LMG:AFD LUMA METEO CENTR; Heij G LSK:SIE OPERAT. ONDERSTEUNING Eerste luitenant Oude Breuil WHG - AOCS:EOV INSTRUCTIETEAM Adjudant-onderofficier Broeders GAAM - VKL:SIE VLIEGTUIGPLAATWERKEN; Dame JA - DHC:298 G&O VLUCHT 2; Dekkers BHPM - DHC:931 CIS COORDINATIE CENTRE; Leppink PEJ CML:FACILITAIRE DIENST CML; Meeder JC - DHC:931 PVE GZHC DHC GILZE; Snel JF - VKL:SQN STAFBUREAU LOGISTIEK
Schaal 05 Dinter CG van - DHC:931 BMS; Krist PB - OKLU:PVE LUCHTVERKEERSLEIDING Schaal 04 Machiela FS - LW:BUR DOCUMENTATIE EN INFO; Snoeren UMA - DHC:931 CIS OPERATIONS; Steenpaal SAPJ van - OKLU:PVE LUCHTVERKEERSLEIDING Schaal 03 Dragstra PMM - GGW:PVE MATERIEELVRZIENING 951
Overplaatsing militairen Tweede luitenant Aydin YB van KLu naar KMar Sergeant Saalmink L van KLu naar KL; Minke M van KLu naar KL
Sergeant-majoor Hilferink JH - GGW:BUR MILITAIRE SPORT 650; Hinzen GPEH - EHV:GZHC VLIEGBASIS EINDHOVEN; Muts EN VKL:PLANNING CELL LOG 27 DE VLIEGENDE HOLLANDER
LEESWIJZER Dutch Profile: Curtiss P-40E/N - Part 1. 1942-1945 – History, camouflage and markings
Dutch Profile: Curtiss P-40E/N Part 1. 1942-1945 – History, camouflage and markings, met ISBN/EAN 9789490092023. Uitgave Luuk Boerman/Dutch Profile. 48 pagina’s , 90 foto’s waarvan 21 in kleur. 30 kleurprofielen van de P-40E/N en Kittyhawk. Kosten € 15,-, incl. verzendkosten € 17,50. De decalset in de schalen 1:32/48/72 kost € 11,25 en samen met het boek € 28,-. Beiden zijn verkrijgbaar in diverse hobbyspeciaalzaken en musea. Bestelinformatie op www.dutchprofile.nl
Onder de steeds groter wordende dreiging van Japan bestelt de regering in Nederlands-Indië begin 1940 een aantal Curtiss P-40E’s. Als Japan de eilandengroep al is binnengevallen, komen de jagers via Australië op twee Amerikaanse schepen in de richting van de archipel. De Japanners onderscheppen het konvooi echter en weten één schip tot zinken te brengen. Het tweede schip komt op 28 februari 1942 wel aan in Tjitatjap. De 27 in kratten verpakte jagers worden verdeeld over Tasikmalaja en Andir. Daar weten op 7 maart de eerste toestellen op te stijgen, maar later die dag krijgt het personeel de opdracht de toestellen te vernietigen. Op 8 maart capituleert het overzeese gebiedsdeel. In twee delen toont samensteller Luuk Boerman de geschiedenis van P-40E en N bij de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Deel 1 handelt over de periode 1942 tot 1945, zowel over de oorlog in NederlandsIndië, de opleiding in Amerika, als de operaties vanuit Australië en Nederlands Nieuw-Guinea. Net als de voorgaande delen is het boek voor de helft in het Nederlands en voor de andere helft in het Engels. Max Schep tekende voor de tekst die bestaat uit mix van weergave van feiten en persoonlijke ervaringen van hen die met de P-40 werkten. Helaas ontbreekt nog steeds een duidelijke inhoudsopgave, en dat is met twintig hoofdstukken toch wel handig. Het zeer uitvoerig geïllustreerde boek wordt er echter niet minder interessant om. Deel twee over de P-40N in de periode 1945-1950, nadat dat No. 120 Squadron terugkeerde naar Nederlands-Indië, verschijnt naar verwachting later dit jaar. (A.M.)
KIJKWIJZER Terg mij niet - 60 jaar Marine Vliegkamp Valkenburg
‘Terg mij niet - 60 jaar Marine Vliegkamp Valkenburg’, dubbel-dvd, speelduur ruim 300 minuten. Verkrijgbaar bij Kantoorboekhandel Van den Berg in Katwijk a/d Rijn, Boeken Muziekhandel Het Baken, Foto Kruyt in Katwijk aan Zee en in Rijnsburg. Prijs € 19,95. Ook te bestellen door € 22,over te maken op rekeningnummer 126339503 t.n.v. Vereniging RTV Katwijk te Katwijk onder vermelding van ‘DVD Valkenburg’ en uw naam en adresgegevens. DE VLIEGENDE HOLLANDER 28
RTV Katwijk zond in 2009 een twintigdelige documentairereeks uit over het voormalige Marinevliegkamp Valkenburg. De dvd ‘Terg mij niet. 60 jaar Marine Vliegkamp Valkenburg’ opent kort voor de Tweede Wereldoorlog, wanneer de Nederlandse overheid besluit tot de aanleg van een vliegveld binnen de Vesting Holland. Valkenburg ontwikkelt zich van drassig grasland tot ‘Flugplatz’ en later noodvliegveld van de Royal Air Force. In 1946 gaat het over in handen van het Directoraat der Nederlandse Luchtstrijdkrachten. De Marine Luchtvaartdienst (MLD) is aanvankelijk een medegebruiker, maar groeit stilaan uit tot hoofdgebruiker. De twee dvd’s zijn – mede dankzij de medewerking van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie – goed voorzien van oud beeldmateriaal. Het leven op de het kamp komt uitgebreid aan bod in verschillende interviews met oudMLD’ers. Maar ‘Terg mij niet’ gaat toch vooral in op al die andere ‘bewoners’ van Valkenburg: de vliegtuigen. Aan elk type is een aflevering gewijd, van de Fairy Firefly en Dakota tot de Orion. Behalve vliegtechnische details en vliegervaringen geven vliegers, mecano’s en vliegtuigmakers ook een inkijkje in het operationele werk dat vanaf Valkenburg is uitgevoerd. Dit bestond uit tal van kustwachttaken, onderzeebootbestrijding en het leveren van ondersteuning bij vredesmissies. Dit duurt tot 2006 wanneer het marine vliegkamp definitief de vlag strijkt en de poorten sluit. De dvd is boven alles een warm eerbetoon aan een vliegveld dat 65 jaar lang een groot stempel heeft gedrukt op de regio. (I.K)
LEESWIJZER De Fokker S.14 Machtrainer - In dienst van de Nederlandse Luchtvaart
‘Fokker S.14 Machtrainer – In dienst van de Nederlandse Luchtvaart’ met ISBN 9789080498150 is geschreven door Nico Braas en Willem Vredeling. De hardback op staand A4-formaat telt 197 pagina’s en kost € 49,90. Verzendkosten bij bestelling in de webshop bedragen € 6,50.
Al wat langer geleden, in 2009, kwam deze publicatie uit. Hoewel ouder, is een publicatie over de Nederlandse straaltrainer schaars. De Fokker S.14 Machtrainer was zelfs het eerste Nederlandse straalvliegtuig en tevens de eerste als zodanig ontworpen straaltrainer ter wereld. Alle straaltrainers uit die tijd waren in feite tweezits uitvoeringen van reeds bestaande jagers. Fokker hoopte met dit ‘Scholingsvliegtuig’, waar de typeaanduiding ‘S’ vandaan komt, op grote orders. En die niet alleen vanuit de NAVO-landen, maar ook uit de rest van de wereld. De werkelijkheid bleek helaas anders, want door diverse factoren werd het lot van de Machtrainer bezegeld. Besluiteloosheid van NAVO-partners om de S.14 aan te schaffen, was er één. Daarnaast het ‘dumpen’ van de T-33 door de Verenigde Staten als toestel voor de gevorderde jachtvliegopleiding en tot slot het gebrek aan vertrouwen van de Raad van Bestuur van Fokker in de S.14 maakten het toestel kansloos. Na het prototype, en slechts twintig stuks die werden afgeleverd aan de Koninklijke Luchtmacht, stopte de teller. Dit boek geeft in vijf Nederlandstalige hoofdstukken, één Engelstalige samenvatting en 66 pagina’s bijlagen het volledige verhaal van de Machtrainer weer. Hierin worden niet alleen de S.14 maar zelfs ook de nagenoeg onbekende S.15 en S.16 behandeld. De publicatie is rijkelijk voorzien van 154 zwart-wit foto’s van hoofdzakelijk de S.14 maar ook andere (Fokker-)types, achttien kleurenfoto’s (inclusief omslag), 46 zwart-wit graphics en tekeningen, en achttien kleuren zij-, boven- en onderaanzichten. Helaas zijn een aantal opnames die origineel in kleur zijn, nu zwart-wit afgedrukt. Overigens is opvallend dat in het boek zowel de aanduiding S.14 als S-14 gebruikt. (A.M.)
Fokker D.23 - Een bijzonder experimenteel éénpersoons jachtvliegtuig
‘Fokker D.23: Een bijzonder experimenteel éénpersoons jachtvliegtuig’ met ISBN 9789078573015 is geschreven door Willem Vredeling. Deze hardback op liggend A5-formaat telt 112 pagina’s en kost € 24,95. Verzendkosten bij bestelling in de webshop bedragen € 6,50.
Nog eerder dan het boek over Machtrainer kwam het kleiner boekwerk over de D.23 uit waarover zo mogelijk nog minder bekend is. Dit handelt over het wonderlijke verhaal van Fokkerontwerp 155, een éénpersoonsjager met dubbele staartbomen en zowel een trek- als duwpropeller. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had het toestel slechts elf vluchten gemaakt, met een totaal van 3 uur en 38 minuten aan vliegtijd. Door de Duitse bezetting stopte de ontwikkeling. Voormalig vliegtuigwerktuigkundige van Fokker Willem Vredeling probeert in elf hoofdstukken en tien bijlagen de feiten op een rij te zetten en duidelijkheid te scheppen over een fascinerend experimenteel jachtvliegtuig. Het boek is voorzien van 61 zwart-wit foto’s, vijftien zwart-wit graphics en tekeningen, en één kleurentekening op de omslag. (A.M.)
Beide boeken zijn uitgegeven door Uitgeverij Geromy BV, Gageldijk 83, 3602 AJ Maarssen, 030-2617221. Boeken zijn te koop via de website www.geromybv.nl, in de Luchtvaarthobbyshop, Flash Luchtvaartwinkel, museumshop van het MLM en (beperkt) in de Aviodrome.
29 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JO U R NAA L
Modificatieprogramma Pacer Amstel afgerond Met de overdracht van de J-058 aan het CLSK rondde het Logistiek Centrum Woensdrecht onlangs het F-16 modificatieprogramma Pacer Amstel af. Het toestel (op de foto te zien tijdens een testvlucht op Leeuwarden) zal worden doorverkocht aan Chili en was ten tijde van de overdracht al voorzien van de Chileense kenmerken, met tijdelijke Nederlandse belettering. Het betekent het einde van het acht jaar durende modificatieprogramma. Pacer Amstel zou de laatste structurele update van het gevechtstoestel zijn voordat de vervanger van de F-16 zijn intrede zou doen. ‘Amstel’ staat voor After Mlu STructural Enhancement of Lifetime. Diverse spanten en onderdelen waren al zo vaak gerepareerd en aangepast, dat er niets meer viel te herstellen. Vervanging was daarom de enige optie. Tegelijkertijd is een aantal andere verbeteringen doorgevoerd, waaronder nieuwe hardware en software en nieuwe bekabeling. Uiteindelijk zijn 105 vliegtuigen gemodificeerd, waarbij tussen de acht- en tienduizend manuren per vliegtuig gewerkt is in een doorloop van twintig weken. Om dit mogelijk te maken is op het LCW acht jaar lang in een tweeploegendienst gewerkt. De uitvoering op de werkvloer werd mogelijk gemaakt door ook mensen tijdelijk in te huren. Omdat deze gigantische klus zelfs dan te lang zou duren als alles op het LCW zou worden uitgevoerd, is een deel van de toestellen bij Fokker gemodificeerd. Inmiddels staat ook het volgende modificatieprogramma al weer op stapel. Pacer ICSS (Improvement of Capabilities and Sustainment of Structure) moet uitkomst bieden voor de komende jaren. Foto: Bob Fischer
Minister bezoekt vliegbasis Gilze-Rijen Demissionair minister Eimert van Middelkoop bezocht op 31 augustus het 301 Squadron op vliegbasis Gilze-Rijen. Tijdens zijn bezoek is Van Middelkoop onder meer geïnformeerd over de lopende operaties in Afghanistan. Ter afsluiting van de rondgang op de vliegbasis maakte de minister een korte vlucht in een Apache. Daarmee ervoer de bewindsman wat de mogelijkheden zijn van de helikopter en hoe het voelt om daarmee te opereren. ‘Een geweldige ervaring, ik heb veel bewondering voor het werk dat jullie doen’, verklaarde de minister. Foto: Hans Keur, AVDD
Rescue Vlissingen met luchtmachtblauw tintje
Autobiografische geschiedenis PMT’s De Koninklijke Luchtmacht gaf op 4 augustus acte de presence tijdens het Een ‘thuis ver weg van huis’, dat zijn de ECHOS, de militair tehuizen internationale reddingsevenement Rescue Vlissingen. Tijdens dit tweejaarlijkse in binnen- en buitenland. Voor oud-luchtmachter Cees van der Mast evenement laten verschillende reddingsgerelateerde organisaties zien waartoe is de geschiedenis van de toenmalige Protestants Militair Tehuizen ze in staat zijn. Het 303 Search and Rescue Squadron en het F-16 Solo Display (PMT’s) ook nauw verweven met zijn eigen levensloop. Ruim 45 jaar Team lieten staaltjes van hun kunnen zien. Ook een E-One crashtender van het zette hij zich in voor de militaire thuisfrontorganisatie Pro Rege. Een Brandweer Opleidings- en Trainingcentrum (BOTC) op de vliegbasis Woensperiode waarin niet alleen de krijgsmacht, maar ook de het weldrecht en twee ambulancediensten van het Defensie Helikopter Commando zijnswerk ten behoeve van militairen, veteranen en hun thuisfront toonden verschillende demonstraties. Het evenement trok dit jaar naar schatgrondig veranderde. Van der Mast beschrijft deze ontwikkelingen in ting zo’n zestigduizend bezoekers. Foto: Carlo Schijvenaars zijn autobiografisch getinte ‘Dienstbaar aan hen die dienen – 45 jaar werken om gastvrijheid VRAGEN AAN – BEHALVE OVER een gezicht te geven’. De ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN De betaaldata voor 2010 zijn: 22 oktober, 360 pagina’s tellende paVOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? perback is een uitgave van 24 november en 22 december. In 2011 wordt Koninklijke PIT Pro Rege Mail naar vliegendehollander@ het salaris uiterlijk bijgeschreven op 24 januari, 24 februari, 24 maart, 21 april, 24 mei, 24 juni, en is voor €19,95 en € 3,mindef.nl. Stuur foto’s naar lucht22 juli, 24 augustus, 23 september, 24 oktober, verzendkosten verkrijgbaar
[email protected]. 24 november en 21 december. Meer informatie via Home-Base Support, Deadline: iedere eerste maandag is verkrijgbaar bij het Dienstencentrum telefoon 055-3575650 of van de maand. Human Resources (DCHR) op *06-733 of e-mail ME.Goet@homeADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON 0800–2255733, bereikbaar op werkdagen basesupport.net. OP PAGINA 34 van 8.00 tot 12.00 uur.
Betaaldata salarissen 2010
DE VLIEGENDE HOLLANDER 30
JOURNAAL
Peru koopt twee Fokker 60’s
Patiëntervaringen basis voor betere gezondheidscentra Defensie sloot in september een overeenkomst met Peru voor de verkoop van twee Fokker 60 Utility’s. Het Zuid-Amerikaanse land kocht eerder dit jaar al de twee tot Maritime Patrol Aircraft gemodificeerde Fokker 60’s. Behalve de twee toestellen koopt Peru ook een pakket aan reservedelen. De Fokker 60’s vlogen tot het eind 2006 bij het 334 Squadron op vliegbasis Eindhoven. De toestellen zijn ingezet om op doelmatige wijze kleine aantallen personeel en hoeveelheden vracht te vervoeren voor crisisbeheersingsoperaties en humanitaire noodhulp. Met de ingebruikname van de derde en de vierde C-130 kan de luchtmacht de eigen behoefte aan tactisch luchttransport beter invullen. Personeel werkzaam op de Fokker 60 is na omscholing herbestemd voor de Hercules-vloot. Foto: Arno Marchand
Inleveren gevechtspak voor CLSK-militairen Alle luchtmachtmilitairen ontvingen begin augustus een schriftelijk verzoek om een woodland broek en jas van het gevechtstenue in te leveren bij het KPU-bedrijf. Naar aanleiding van deze brief is onduidelijkheid ontstaan over wie wel en niet kleding moet inleveren. Deze opdracht betreft alleen de militairen die vier gevechtstenues (GVT’s) in hun bezit hebben. Desalniettemin dienen alle militairen met een inleveropdracht contact op te nemen met de lokale KPU-functionaris. Deze zorgt ervoor dat het KPU-bedrijf bericht krijgt dat de inleveropdracht afgehandeld is en in het systeem dichtgeboekt wordt. *Bent u voor of in 2002 opgekomen? Dan hebt u waarschijnlijk maar 3 GVT’s ontvangen. U levert geen GVT in maar u gaat wel met de inleveropdracht naar de functionaris die uw kleding inneemt om dit bij hem/haar te melden. De functionaris zorgt dan dat het KPU-bedrijf bericht krijgt dat de inleveropdracht afgehandeld is en in het systeem dichtgeboekt wordt. *Bent u voor of in 2002 opgekomen en heeft u toch vier GVT’s ontvangen? Dan levert u samen met de inleveropdracht één GVT in bij de functionaris die uw kleding inneemt. *Bent u na 2002 opgekomen? Dan hebt u vier GVT’s ontvangen. U levert nu samen met de inleveropdracht één GVT in bij de functionaris die uw kleding inneemt. Om de voorraad aan te vullen en besparingen te realiseren heeft het KPU-bedijf in overleg met de defensieonderdelen maatregelen genomen. Een daarvan is het gelijk trekken van kledingrechten binnen de krijgsmachtsdelen. CLSK militairen hebben voortaan, net zoals CLAS-militairen, recht op drie GVT’s. Heeft u nadere vragen, neemt u dan contact op met eerste luitenant W.L.M. (Willy) Vossen: DSN 450 47507.
De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) liet zich onlangs lovend uit over het verbetertraject van de gezondheidscentra van de KLu. In de Luchtmachttoren ontving commodore Ton Tieland, Directeur Personeel en Organisatie, uit handen van NPCF-directeur Martin Vermeer een kwaliteitskeurmerk voor ‘Gezondheidscentra Door Cliënten Bekeken’. In deze onderzoeksmethodiek staat de vraag centraal wat de patiënt vindt van de geleverde zorg. Hoe beoordeelt hij of zij de deskundigheid, informatievoorziening en toegankelijkheid van een zorgverlener? Aan de hand van een vragenlijst, groepsgesprekken met patiënten, overleg met de medezeggenschapscommissies en workshops brachten zorgverleners van de luchtmacht in kaart hoe patiënten hen waarderden en waar verbeterpunten lagen. Zo leidde dit de zeven gezondheidscentra tot onder andere verbetering van de privacy aan de balie en een verbeterde telefonische bereikbaarheid. Foto: John van Benten
Luchtmachtdagen 2011 in september Traditiegetrouw vinden de Luchtmachtdagen plaats in juni. Ondanks de eerdere aankondiging in de Vliegende Hollander worden de Luchtmachtdagen 2011 op Leeuwarden, echter gehouden op 16 en 17 september 2011. De reden is dat de luchtmacht rekening wil houden met de gemeentes die in de omgeving van de vliegbasis in juni dorpsfeesten houden.
Knuffels voor ziekenhuis op KAF Nederlandse militairen van de Air Task Force (ATF) schonken op 27 augustus zeven zakken met knuffels aan het Role 3 hospitaal op Kandahar Airfield (KAF). Oud-luchtmachtkaptein Esther Broekman zamelde de beesten in voor Afghaanse kinderen die medische hulp nodig hebben. De gift vanuit Nederland werd dankbaar geaccepteerd door de Amerikaanse leiding van het ziekenhuis. In het Role 3 hospitaal op KAF worden behalve ISAF-militairen en Afghaanse manschappen ook gewonde Afghaanse burgers geholpen. Broekman, die zelf uitgezonden is geweest naar KAF, is blij dat de knuffels een goede bestemming hebben gekregen. ‘In Nederland hebben sommige kinderen bergen met knuffels waar ze na een tijdje niets meer mee doen. In plaats van weggooien, hebben ze nu een mooie nieuwe bestemming gekregen. Al is het maar een kleine bijdrage, het is fijn om op deze manier iets te kunnen betekenen voor de kinderen in Afghanistan.’ (eigen foto) 31 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Commando-overdrachten
Correcties
Kolonel Eric Schevenhoven kreeg op 25 augustus het commando over het Air Operations Control Station Nieuw Milligen overhandigd van kolonel Ton van ’t Hof. Schevenhoven was eerder de Nederlandse National Deputy in het Joint Strike Fighter Programme Office in Washington D.C. Van ’t Hof is inmiddels geplaatst op Schiphol waar hij als programmamanager betrokken is bij de verdergaande samenwerking tussen de Luchtverkeersleiding Nederland en de Koninklijke Luchtmacht. Foto: Jan Schram, AVDD Kolonel Gijsbert van Daatselaar nam op 27 augustus het commando over het DARS NM op zich. Het mobiele NAVO-commandovoeringsstation is gestationeerd op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen. Van Daatselaar werkte eerder bij de Defensiestaf in Den Haag. De oud-projectleider DARS kolonel Jos van Dam is met functioneel leeftijdsontslag. Foto: Robert Koelewijn, AVDD Luitenant-kolonel Susanne Kraak-Schoemaker nam op 27 augustus het commando over het 334 Squadron op zich. Omdat het squadron tijdelijk geen commandant had, nam ze het over uit handen van Commandant Vliegbasis Eindhoven kolonel Bas Pellemans. Het transportsquadron bestaat uit twee KDC-10 transport/tankertoestellen, twee Fokker 50’s en een Gulfstream. Op de luchthaven Schiphol staan bovendien twee Dorniers 228 van de kustwacht. Kraak volgde voor haar huidige functie de Hogere Defensie Vorming. Foto: Maartje Roos, AVDD Generaal-majoor Richard Tieskens nam op 3 september het commando van de Nederlandse Defensie Academie over van ranggenoot Siem van Groningen. Tieskens is nu ook gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie in Breda, een van de onderdelen van de NLDA. Voorheen was hij waarnemend Plaatsvervangend Commandant van het Commando Diensten Centra. Van Groningen gaat met functioneel leeftijdsontslag. Foto: Peter Wiezoreck, AVDD
Landelijke Archievendag bij NIMH Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) opent haar deuren voor het publiek tijdens de Landelijke Archievendag op zaterdag 16 oktober. Thema van de open dag, een onderdeel van de Week van de Geschiedenis, is dit jaar ‘Water en Land’. Tussen 10.00 en 16.00 uur besteedt het NIMH ruime aandacht aan de rol van water en land in het militaire verleden. Een selectie van foto’s, historische films, (dag)boeken en andere egodocumenten rond dit thema is te zien in de studiezaal. Daarnaast kunnen bezoekers rondleidingen krijgen door de depots en is er een boekenmarkt waarop honderden dubbele exemplaren over onder meer de geschiedenis van de marine, luchtmacht, landmacht, marechaussee en algemene geschiedenis te koop worden aangeboden. Locatie: Alexanderkazerne, gebouw 204 en 205 - Van Alkemadelaan 357 - 2597 BA Den Haag Neem een legitimatiebewijs mee om het kazerneterrein te kunnen betreden. Meer informatie op de website www.nimh.nl of via 070-3165845 of 070-3162857. DE VLIEGENDE HOLLANDER 32
• Bij de fotopagina van de Vliegende Hollander van juni/juli is onbedoeld een verkeerde fotocredit geplaatst. De twee foto’s van de SAR-meet in Koksijde zijn van de hand van Michael Balter, www.mbaviation-images.com. • De foto bij het nieuwsbericht over de Grasshopper poortwachter op vliegbasis Gilze-Rijen in de Vliegende Hollander van augustus/september is gemaakt door Peter Buitenhuis. • Oplettende lezers van de Vliegende Hollander attendeerden de redactie op een foutieve nummering. De editie van juni en juli is gecombineerd tot nummer 6/7 en het augustus/septembernummer had uiteraard 8/9 moeten zijn.
Sport Kyokushin Budokai Krijgsmachtkampioenschappen Vechtsporters binnen Defensie kunnen op 23 oktober hun krachten meten op de tweede Kyokushin Budokai Krijgsmachtkampioenschappen in Sassenheim. Deze ‘full contact’ krijgskunst is de zwaarste karatevorm. Deelnemers uit alle krijgsmachtsdelen en landen als Denemarken en Litouwen komen tegen elkaar uit in drie gewichtsklassen (-70kg, -80kg en 80+ kg). Ook de dames laten zich tijdens het toernooi niet onbetuigd. De deelnemers zijn allemaal actief dienende militairen of veteranen die kyokushin karate of een andere vechtsport beoefenen. Locatie: Sportcentrum Stichting Wasbeek Sport en Recreatie Adres: Van Alkemadelaan 12 in Sassenheim Aanvang: 12.30 uur. Toegangskaarten: € 7,50 aan de kassa of € 5,- bij online reservering via www.kbk-karate.nl
JOURNAAL
Lumara op JOP FP/ICCS De Luchtmachtraad voltooide op 24 september op de vliegbasis Eindhoven haar Jaarlijkse Oefenprogramma (JOP) Force Protection. Dit bevat tevens elementen die te maken hebben met de zogenoemde Individual Common Core Skills, vandaar de naam JOP FP/ICCS. Van iedere luchtmachtmilitair wordt verwacht dat hij of zij voldoende theoretische kennis heeft van de ICCS. Het JOP bestaat uit vier onderdelen die zowel in de theorie als praktijk getoetst kunnen worden, zoals CBRN, ZHKH, brandbestrijding en ammunition awareness. Een praktijkonderdeel dat ook wordt getraind is de schietvaardigheid op de Diemaco C-8 en de Glock. Medewerkers van de Staf Luchtstrijdkrachten zijn vrij in hun keuze om het JOP op een onderdeel af te leggen. De Lumara koos er dit jaar voor om het JOP af te leggen op de vliegbasis Eindhoven. Na de theorietoets volgde het praktijkgedeelte. Alle Lumara-leden hebben het programma met succes afgerond. Foto’s: Frank van Wieren
Spreekbeurtinformatie voor kinderen digitaal beschikbaar Kinderen die een werkstuk of spreekbeurt over de luchtmacht willen maken, kunnen vanaf nu terecht op de luchtmachtpagina Spreekbeurtinformatie over de Koninklijke Luchtmacht van internet. In een kleine honderd pagina’s wordt een beeld geschetst van de luchtmacht. De onderwerpen lopen uiteen van hoe de luchtmacht is ontstaan, wat de luchtmacht nu doet, hoe het is om uitgezonden te worden en wat voor vliegtuigen en helikopters de luchtmacht heeft. Ook vinden kinderen leuke weetjes in het hoofdstuk veelgestelde vragen, zoals afkortingen in het leger, het NAVO spelalfabet, rangonderscheidingstekens, hoe snel een F-16 vliegt en wat voor soorten kleding luchtmachtmilitairen dragen. De spreekbeurtinformatie is in een interactieve pdf op zowel het intra- als op internet te vinden. Intranet: Home > Koninklijke Luchtmacht > Publicaties > Communicatie. Internet: http://www. defensie.nl/luchtmacht/onderwijs. SPREEKBEURT | WERKSTUKKEN
Wie over de Koninklijke Luchtmacht een spreekbeurt wil houden of een werkstuk wil maken, vindt hier informatie. De onderwerpen lopen uiteen van hoe de luchtmacht is ontstaan, wat de luchtmacht nu doet, tot hoe het is om uitgezonden te worden en wat voor vliegtuigen en helikopters de luchtmacht allemaal heeft. Met de informatie kun je zelf je spreekbeurt of werkstuk samenstellen. In veelgestelde vragen vind je ook allemaal leuke weetjes over de luchtmacht.
1
WK Militaire Vijfkamp
Inzamelingsactie voor Militair Revalidatiecentrum
Met een ‘Hollandse Dag’ zamelden Nederlandse militairen op Kandahar Airfield op 28 augustus geld in voor de aanschaf van stenen tafeltennistafels voor het Militair Revalidatiecentrum in Doorn. Deze dragen bij aan het welzijn en herstel van gewond geraakte militairen van de missie in Afghanistan. Tijdens de Hollandse dag werden veel typisch Nederlandse producten verkocht en waren er oud-Hollandse activiteiten zoals spijkerslaan, kogelstoten en in klederdracht lopen. Na een Hollandse stamppot gaf de Nederlandse DJ Kay Wilder een drie uur durend optreden, waarvan ook coalitiepartners genoten. Alle inzamelingsacties tijdens de hele uitzendperiode van ATF-14 leverden uiteindelijk 10.000 dollar op. Foto: Ed Letzel
Acht Nederlandse militairen namen van 25 augustus tot en met 3 september deel aan de ‘moeder der militaire sporten’, de militaire vijfkamp. In totaal waren zo’n driehonderd vijfkampers uit 27 landen te gast op de Oranjekazerne in Schaarsbergen voor het 57ste wereldkampioenschap. De sportieve uitdagingen varieerden van concentratiesporten als schieten en handgranaatwerpen, tot fysieke uitdagingen als hinderniszwemmen, hindernisbaan en crosscountry. De luchtmacht was met de deelname van sergeant 1 Annemarie van Dongen, tweede luitenant Myrna Nierop en eerste luitenant Erwin Schuurbiers goed vertegenwoordigd. Het Nederlandse vrouwenteam behaalde op de hindernisbaan landenestafette een zilveren medaille en zette met een puntentotaal van 15009,9 een nieuw Nederlands record neer. Foto: Rob Gieling, AVDD
Apachedetachement schenkt KiKa $2000 Het Apachedetachement in het Afghaanse Tarin Kowt zamelde de afgelopen maanden geld in voor KiKa (Kinderen Kankervrij). Commandant luitenant-kolonel Jeroen van Bruchem overhandigde de cheque onlangs aan Renate Burgering van KiKa. Deze symbolische overhandiging vond plaats via een live-beeldverbinding tussen Tarin Kowt en Gilze-Rijen. Het Apachedetachement heeft voor de duur van de uitzending een activiteitencommissie in het leven geroepen, die het personeel voor een kleine bijdrage van de nodige ontspanning voorziet. Bij verschillende activiteiten haalden de detachementsleden in totaal 2000 dollar (zo’n € 1570) op.
33 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Eenmalige uitzendbonus Militairen die minstens een jaar op een humanitaire- of vredesmissie zijn geweest, krijgen eenmalig een bonus van €1000. Hierover bereikten demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop en de centrales van overheidspersoneel onlangs overeenstemming. In oktober krijgen de eerste defensiemedewerkers het bedrag. Voorwaarde voor de bonus is dat iemand 365 dagen uitgezonden was en dat de afzonderlijke uitzendingen minimaal dertig dagen aaneengesloten hebben geduurd. De Tweede Kamer vroeg eerder om de bonus.
Pittige hondenbiatlon
COLOFON Periodiek van de Koninklijke Luchtmacht uitgegeven door Bureau Luchtmachtcommunicatie HOOFDREDACTEUR Luitenant-kolonel Willem Bogaard EINDREDACTEUR Arno Marchand REDACTIE Ingmar Kooman, June Smit VORMGEVING EN LITHOGRAFIE Ruud Baas, TDS printmaildata, Schiedam DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 28.500 ex. CONTACT REDACTIE (niet voor adreswijzigingen) Telefoon 076 - 544 71 30 Fax 076 - 544 71 31 E-mail:
[email protected] Foto’s naar
[email protected] INTERNET www.defensie.nl/luchtmacht
‘Eén team, één taak’, een slogan die ook prima van toepassing is op de hondenbiatlon. Ruim tachtig trouwe viervoeters en hun geleiders kwamen tegen elkaar en de elementen uit op 8 september tijdens de negentiende Internationale Doghandling Biatlon kampioenschappen om de eer op vliegbasis Woensdrecht. Tegelijkertijd volbrachten uitgezonden luchtmachtcollega’s een alternatieve biatlon op Tarin Kowt. Het tien kilometer lange verregende Woensdrechtse parcours bestond uit twintig hindernissen, enkele dressuuroefeningen en schietproeven. Bij deze tak van sport worden uithoudingsvermogen en samenwerking tussen de hond en zijn geleider tot het uiterste beproefd. Werksituaties werden in het parcours zo realistisch mogelijk nagebootst, wat zorgde voor een plezierige en nuttige combinatie van sport en werk. De deelnemende militaire of politieteams waren afkomstig uit België, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Zwitserland en Nederland. Zowel bij de heren als bij de dames won een koppel van Luchtmachtbasis De Peel: korporaal 1 Rob Cordong met Rex en sergeant Maaike Maset met Tico. Directeur Planning en Control, Commodore Paul Bomers, ging de uitdaging van de organisatie niet uit de weg en volbracht met zijn Labrador Lara de pittige tocht. Foto’s fotopagina: Gerben van Es, AVDD Op Tarin Kowt verzorgde sergeant 1 Marcel met medewerking van het Apachedetachement een alternatieve ISAF-hondenbiatlon. De deelnemende teams streden onder aanmoediging van vele toeschouwers om deze eerste kampioenstitel. De uitgezonden hondengeleiders op Tarin Kowt in Afghanistan bewaken en beveiligen de Apaches en medewerkers van het helikopterdetachement. Foto: 1 (NLD) ATF
Agenda Militaire Luchtvaart Museum Nationale Modelbouw Manifestatie Ontdek de kunst van het modelbouwen. In samenwerking met de International Plastic Modellers Society (IPMS) organiseert het MLM de 28ste Nationale Modelbouw Manifestatie. Een groot aantal modelbouwverenigingen toont hun mooiste schaalmodellen en geeft demonstraties met radiografisch bestuurbare schaalmodellen onder andere in een groot waterbassin op het buitenterrein. Daar kunnen bezoeker ook een ritje maken in de stoomlocomotief op schaal van de Stoom Groep West. In de workshop ‘Take it and Make it’ kunnen bezoekers tegen sterk gereduceerde prijzen modelbouwpakketjes kopen en ter plekke in elkaar zetten. In de herfstvakantie, dagelijks van 17 tot en met 24 oktober. Museumtour Gratis rondleidingen van ongeveer één uur door het museum. Reserveren niet nodig. Iedere tweede zondag van de maand. Virtueel vliegen Leden van de flightsimulatorclub Virtual Royal Netherlands Air Force (VRNLAF) begeleiden op de laatste zondag van de maand in het Flying Centre virtuele vluchten in een F-16 simulator. Vanaf 4 oktober is het zelfs mogelijk een simulator te reserveren, alleen voor 31 oktober en 28 november. Iedere laatste zondag van de maand. Meer informatie, aanmeldingen en reserveringen op www.militaireluchtvaartmuseum.nl. Openingstijden Dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Gesloten op maandag, zaterdag, Nieuwjaarsdag, Eerste Paasdag, Koninginnedag, Eerste Pinksterdag en beide Kerstdagen (zaterdagopening komt na 9 oktober te vervallen). Het museum is gratis toegankelijk. Bezoekadres: Kampweg 120, 3769 DJ Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
DE VLIEGENDE HOLLANDER 34
BEZOEKADRES Luchtmachttoren, Luchtmachtplein 1 4822 ZB Breda POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht dienen de adreswijziging te muteren in PeopleSoft of door te geven bij de P&O-functionaris. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers dienen de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/ Kabinet/Bureau Postactieven, Abonnementenadministratie de Vliegende Hollander, Postbus 8762, 4820 BB Breda Per mail naar
[email protected] kan uitsluitend mits voorzien van de code boven de naam op de adresdrager. BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost €17,02 per jaar (buitenland €21,55) en kan worden Aangevraagd bij: Abonnementenland - Postbus 20, 1910 AA Uitgeest, Telefoon: 0900-22 65 263 (10 cent per minuut), Fax: 0251-31 04 05, www.aboland.nl. Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389