de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 63e jaargang - nummer 9 - oktober 2007
SCHERPE OGEN OP TARIN KOWT
GENDER OP UITZENDING Operationele effectiviteit gebaat bij meer vrouwen IN GESPREK MET C-LSK Over Prinsjesdag en passie in het werk.
COLOFON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten, Bureau Luchtmachtcommunicatie HOOFDREDACTIE Luitenant-kolonel Hans Breemans
‘Voor het blussen bestaat geen apparatuur, dat is mensenwerk.’
EINDREDACTIE Luc Haen REDACTIE Arno Marchand, June Smit
7
VORMGEVING EN LITHOGRAFIE TDS printmaildata DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 29.000 ex. REDACTIESECRETARIAAT Telefoon 076-544 71 30 Fax 076-544 71 31 INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected]
Foto: Eric Vorstenbosch, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
4
Interview C-LSK De dag na Prinsjesdag maakt luitenant-generaal Hans de Jong de balans op en vertelt over werving, reorganisatie en passie in het werk.
7
Cougars blussen in Griekenland Ook als luchtmachteenheden niet op uitzending zijn, moeten ze snel inzetbaar zijn. De Cougars bewezen het door op zeer korte termijn te assisteren bij de bosbranden in Griekenland.
12
Gender op missie Dat mannen en vrouwen verschillend zijn, is een open deur. Het betekent echter ook dat ze elkaar prima kunnen aanvullen en zeker in uitzendgebieden is dat het geval. Toch heeft niet iedereen dat laatste helder voor ogen.
16
GGW schiet te hulp De Groep Geleide Wapens oefende onlangs met de Patriot PAC III in Denemarken. Tijdens de oefening Cold Sequel 2 werd steun verleend aan Skandia, dat werd bedreigd door de Republiek Walesia en de ANWB.
18
Stoelenruil voor Chefs Staf Bij de vorming van een paars ingevulde organisatie zoals het Defensie Helikopter Commando is het handig om van tevoren in elkaars keuken te kijken. In dat kader hebben de Chefs Staf van Marinevliegkamp De Kooij en Vliegbasis Gilze-Rijen een jaar geleden van stoel gewisseld.
24
Waakzame ogen op de Veluwe Nederland heeft één van de drukste luchtruimen van de wereld. Het afhandelen van al dat luchtverkeer gebeurt voor het grootste deel vanuit AOCS Nieuw Milligen. Bij potentiële calamiteiten kan hier snel actie worden ondernomen.
28
Weerzien op KLu Veteranendagen Herinneringen ophalen is niet alleen een kwestie van leuke verhalen uitwisselen. Het is ook een manier van verwerken en dat is ook met de nieuwe generatie veteranen van groot belang.
30
Hondenbaan op Tarin Kowt Het kamp Tarin Kowt is voor de Nederlandse ISAF-militairen een relatief veilige zone. Dat is mede te danken aan een aantal Mechelse Herders, die samen met hun geleiders de flightline en de Apache gevechtshelikopters bewaken.
BEZOEKADRES Luchtmachttoren, Luchtmachtplein 1, 4822 ZB Breda POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda
ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft.
‘We moeten verder kijken dan ons eigen Opco.’
Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076-544 7133 of 544 7136
Foto: Albert Vermeulen
24
BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost €17,02 per jaar (buitenland €21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0251-31 39 39 Fax: 0251-31 04 05 E-mail:
[email protected] Opzegtermijn bedraagt zes weken.
2
‘Wij zijn verantwoordelijk voor tweederde van het luchtruim.’
Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
Vaste rubrieken In den vreemde 10 In den vreemde In gesprek met sergeant 1 Dijanne van den Berg, die samen met vijf luchtmachtcolllega’s en 55.000 Amerikanen werkt op de militaire basis Fort Hood in de Amerikaanse staat Texas.
22 Vervlogen tijden De eenzits-jager Brewster Buffalo nam het in de oorlogsjaren op tegen Japanse Zero’s. Tjitse van der Muur en Pat Bergamin vertellen over de ongelijke strijd tegen de Japanners.
28
Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
Foto: Paul Böcker, Fotodienst Vliegbasis Soesterberg
‘Dit soort dagen zijn heel belangrijk.’
34 Leeswijzer 35 Journaal 42 Mensen & Mutaties
3
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
INTERVIEW
Prinsjesdag was dit jaar eens niet de zoveelste bijltjesdag voor Defensie. Voor de Koninklijke Luchtmacht viel de schade nog wel mee, al is de gedwongen verkoop van nog eens achttien F-16´s pijnlijk. Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Hans de Jong geeft zijn visie over Prinsjesdag, werving, nog meer reorganisaties en passie in het werk.
In gesprek met C-LSK luitenant-generaal Hans de Jong
‘We moeten nog meer resultaatgericht gaan werken’ Tekst: Luc Haen I Foto: Fabiënne Wink
DE VLIEGENDE HOLLANDER
4
Wat viel u het meeste op tijdens Prinsjesdag? ‘Dat twee regeringspartijen pleiten voor honderd miljoen euro extra voor Defensie. Duidelijk is dat de wagen begint te kraken en alle rek er uit is, zoals onze minister terecht aangeeft. Wat uiteraard pijn doet, is de verkoop van achttien F-16´s. Wat goed doet, zijn de zeventig extra functies voor de Apache en het behoud van vijf toestellen die afgestoten zouden worden. Die functies moeten wel eerst uitgewerkt worden in de nieuwe DHC-organisatie (Defensie Helikopter Commando, red.), dus die hebben we niet over een half jaar al binnen. Er moet eerst een goedgekeurd reorganisatieplan liggen voordat we kunnen gaan aannemen.’ Hoe gaat het met de werving? ‘Werving tijdens een economische opbloei is altijd moeilijk. Desondanks gaan we in de moeilijke groepen, oftewel technici en vliegers, toch bijna voldoende mensen binnenhalen. Dit jaar halen we negentig procent. De resterende tien procent proberen we aan ons te binden door contractverlenging of door BBTcontracten om te zetten in BOT.’
maar het behoud van het aantal squadrons is voor de luchtmacht van belang voor het voortzettingsvermogen. Het past in het rotatiemodel van vijf uitzendbare eenheden, waarmee de uitzendcapaciteit, passend bij het ambitieniveau van Defensie, op peil wordt gehouden. Na vier maanden uitzending, dus vier keer vier maanden niet. We moeten wel de
ties kunnen we wegschrijven met de vacatures die er zijn. Daarnaast mogen we van het “overschot” aan functies een deel houden, dat we kunnen gebruiken om de onderhoudsketen te versterken. Daarmee kunnen we meer capaciteit inzetten om de inzetgereedheid van de ouder wordende toestellen op peil te houden en te vergroten. Er verdwijnen dus wel
Een tegenvaller is de afstoting van achttien F-16’s. Eerder verkocht Defensie al toestellen aan Jordanië en Chili. Foto: Frank Visser
Gelden die percentages ook voor de vliegers? ‘Daar hebben we dit jaar een tegenvaller. We hadden genoeg mensen binnen gehaald, maar tijdens de initiële opleiding vielen er nogal wat af. We blijven echter actief werven en gaan ook mensen met een lichte oogafwijking aannemen. Al in 2001 was vastgesteld dat die afwijking was toegestaan, maar nu gaan we dat ook toepassen. Dat wil niet zeggen dat we gaan tornen aan de kwaliteit van de vliegers. We halen mensen nog steeds binnen volgens dezelfde strenge normen.’ Na de verkoop van F-16´s aan Chili en Jordanië worden nu weer achttien toestellen afgestoten. Wordt de inzetbaarheid van de F-16 vloot hierdoor niet sterk verzwakt? ‘Nee, al zorgt de verkoop van de toestellen er wel voor dat we de organisatie moeten aanpassen. We houden hetzelfde aantal squadrons, vijf plus een opleidingseenheid in Springfield (VS, red.). Het aantal toestellen per squadron wordt teruggebracht van achttien naar veertien of vijftien toestellen. De NAVO schrijft niet voor hoe groot squadrons moeten zijn,
De vijf Apaches die ‘genomineerd’ waren voor afstoting, blijven alsnog behouden. Ook komen er binnen de Apache-gemeenschap 70 extra functies bij. Foto: Sjoerd Hilckmann, AVDD.
bedrijfsvoering aanpassen, want het werk dat we eerst met vijf keer achttien toestellen deden, moeten we nu doen met vijf keer veertien of vijftien.’ Betekent de verkoop van toestellen ook dat er geen plek meer is voor het bijbehorende personeel? ‘Aan de operationele kant, de vliegers, hebben we moeten inleveren. Die func-
functies, maar we hoeven niemand aan de kant te zetten. Onze mensen worden niet overtollig.’ De luchtmacht krijgt er dit jaar een verantwoordelijkheid bij, namelijk de kustwachttaken. Hoe gaat dat eruit zien? ‘Die taken werden eerst gedaan door de Orions van de Koninklijke Marine,
5
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
R E P O R TA G E
luchtmacht mogen we best trots zijn op de GGW. Met de komst van de PAC III beschikt de GGW over een sterk verbeterde tactical missile defence (TMD, red.) capaciteit, waarmee we redelijk uniek in de wereld zijn en een volwaardige partner van de enkele spelers op dit terrein. Volgend jaar doen we weer mee aan JPOW, dé oefening als het gaat om TMD. Onlangs werd Nederland op een internationaal symposium in Maastricht ook geroemd om de voortrekkersrol die het in Europa vervult op dit gebied.’
Voorlopig nog geen duidelijkheid over de samenvoeging van de GGW met het Commando Luchtdoelartillerie. Duidelijk is wel dat de GGW met de Patriot PAC III voorop loopt in Europa. Foto: Henry Westendorp, AVDD
maar die zijn afgestoten. De luchtmacht gaat deze taak voor Defensie uitvoeren. Daarvoor zijn nieuwe vliegtuigen (Dornier Do-228, red.) aangeschaft die gaan opereren vanaf Schiphol. De toestellen zullen worden onderhouden door een particulier bedrijf en gevlogen door luchtmachtvliegers.’ Bij de Groep Geleide Wapens speelt nog steeds de samenvoeging met het Commando Luchtdoelartillerie (CoLua) van de Koninklijke Landmacht. Komt daar snel duidelijkheid over? ‘Er gebeurt al veel samen. Niet alleen in doctrinaire zin, maar er wordt ook sa-
men geoefend, getraind en opleidingen worden op elkaar afgestemd. Het CoLua beschikt wel over commandofaciliteiten en sensoren, maar nog niet over de shooters. Daardoor is van echt geïntegreerd optreden nog geen sprake. Dat komt. Wel wordt er verder gewerkt aan de integratie op bedrijfsvoeringgebied en moet er in de loop van volgend jaar een reorganisatieplan liggen. Voorlopig blijft de GGW gewoon onder het CLSK vallen.’ Moet de GGW daar volgens u ook blijven? ‘Die beslissing ligt bij de CDS. Als
Mocht de missie in Afghanistan verlengd worden, wordt ook de komende jaren veel gevraagd van mens en materieel. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
DE VLIEGENDE HOLLANDER
6
Ondanks de goede prestaties verscheen onlangs een document met de titel ‘Presteren door passie’, waarbij u een beroep doet op de passie van de luchtmachters. Wat wilt u daarmee bereiken? ‘Met de Commandoraad hebben we bij elkaar gezeten om te kijken hoe we voor elkaar kunnen krijgen om nog betere resultaten te krijgen. Niet dat we verkeerd bezig zijn met zijn allen, maar een aantal dingen kan echt nog beter. Waarom krijgen we bijvoorbeeld de gereedstelling niet overal goed voor elkaar? Daarvoor moeten we collectief, intern de luchtmacht, maar ook met de andere betrokken defensieonderdelen, meer focussen op resultaatgericht werken. Minder praten en meer luisteren. Er moet water uit de kraan komen, op alle gebieden. Soms zijn we niet actief genoeg of laten we ons leiden door de bureaucratie, veel regeltjes die te veel tijd kosten. Dat moet je willen doorbreken. Die passie slaat op je uiterste best doen om resultaten te boeken en tegelijkertijd rekening houden met elkaar. Het blijven tenslotte mensen die het samen als team moeten doen.’ Tot slot, wat zijn uw verwachtingen voor het komende jaar? ‘Met alle normale dingen en de ongetwijfeld nieuwe dingen die op ons afkomen, wordt het komende jaar ook weer een intensief jaar en mochten we gaan verlengen in Afghanistan blijft het niet bij dat jaar. Toch heb ik daar wel vertrouwen in. Het is onze core-business en we doen dat met goede spullen en vooral ook met goede mensen. We hebben niet zomaar een baan, het gaat om belangrijk en goed werk in het belang van vrede en veiligheid voor iedereen. Daar ben ik trots op en ik hoop dat we dit met z’n allen kunnen blijven doen.’ •
Een loadmaster dirigeert de vlieger tot precies boven de brand. In zijn rechterhand de knop waarmee hij de negentienhonderd liter water uit de bambi-bucket laat stromen.
Cougars te hulp bij bestrijding Griekse bosbranden
‘Blussen doe je met je ogen’
Heel de wereld heeft op televisie kunnen zien hoe de Griekse bevolking van - met name het schiereiland Peleponnesos - werd getroffen door nietsontziende bosbranden. Om de soms honderden vuurhaarden te kunnen bestrijden riep Griekenland hulp in van de Europese Unie. Ook Nederland leverde een bijdrage in de vorm van drie met ‘bambi-buckets’ uitgeruste Cougars van het 300 Squadron. Tekst: Arno Marchand I Foto’s: Eric Vorstenbosch, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
7
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
R E P O R TA G E
Op zaterdagavond 25 augustus krijgt majoor Ton Linssen een telefoontje van de Commandant Vliegbasis Soesterberg. De opdracht luidt: zorg dat je zo snel mogelijk met twee operationele toestellen in Griekenland bent om daar te helpen blussen. ‘Direct daarna ben ik naar Soesterberg gereden’, zegt Linssen. ‘Samen met het Hoofd-Gereedstelling en Onderhoud en anderen bekeken we welke drie toestellen klaar stonden, want om met twee Cougars dagelijks missies te maken, heb je zeker een derde nodig om dat te kunnen garanderen. Ze moesten voldoende vlieguren beschikbaar hebben om daar drie weken te kunnen vliegen. We hadden geen enkel idee hoeveel uren we zouden gaan maken, maar dat was de tijd die we in eerste instantie in gedachten namen. Die week zouden er echter
ook toestellen vertrekken naar GrootBrittannië voor Tacblaze en die oefening wilden we niet verstoren. Zondagochtend om zeven uur waren we weer op de vliegbasis en we kregen het met veel inzet voor elkaar om al om één uur ’s middags te vertrekken. Alles in een halve dag geregeld. Dat was nog sneller dan twee jaar geleden toen we naar Portugal gingen.’ Dichter bij het vuur Volgens afspraak neemt het squadron dat niet op uitzending is, dit soort taken op zich. Voor het personeel is het blussen vanuit de lucht een standaard onderdeel van de opleiding. ‘Een extra dimensie is het blussen in bergachtig terrein’, zegt loadmaster sergeant-majoor Jean-Paul Arendse. ‘Maar opereren in de bergen leren we weer tijdens een oefening als
Een Cougar schept zijn Bambi-Bucket vol. Bij voorkeur gebeurt dit met zoetwater, maar is er geen keus, dan blust het zoute zeewater net zo goed.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
8
Highblaze. Die kennis combineer je dus bij deze inzet.’ De route van bijna drieduizend kilometer ging via de kortst mogelijke weg en voerde via Stuttgart, dwars over de Alpen naar het Italiaanse Cervia waar werd overnacht. Vervolgens vlogen de Cougars via Amendola en Corfu naar de slapende Griekse vliegbasis Tripolis. Linssen: ‘Eigenlijk zouden we naar de grote luchtmachtbasis Élefsis bij Athene gaan. Pas bij onze laatste tussenlanding op Corfu bleek dat we op Tripolis, midden op Peleponessos zouden landen. Dat lag namelijk - letterlijk - dichter bij het vuur. Dat was te merken want we hadden behoorlijk wat moeite om met alle rook op de basis te kunnen landen. Zó dichtbij waren de bosbranden daar.’ Lijnen van vuur De coördinatie van het blussen van de branden gebeurde vanuit Athene. Vliegers kregen de opdracht op de grond, maar die kon tijdens het vliegen worden bijgesteld, bijvoorbeeld door contact met de brandweer op de grond. Linssen: ‘Onze eerste opdracht was het blussen op twintig kilometer afstand van Tripolis. Je ziet dan pas goed hoe lijnen van vuur zich door de omgeving vreten. Vuur kan per uur wel tien kilometer afleggen. Soms zag je al rook door het groen van de boomkruinen komen. Dan brandde de onderlaag dus al.’ Om te bepalen hoe te blussen deed de bemanning eerst een verkenning waarbij ze de zogenoemde run in bepaalden. ‘Wind, rook, bergachtig terrein, mensen op de grond, het zijn allemaal factoren waarmee je terdege rekening moet houden’, zegt Linssen. ‘Je maakt tevens afspraken met het tweede toestel, want hier en daar een beetje water heeft geen enkele zin.’ Mensenwerk De omlooptijd van het opscheppen van water tot het uitwerpen bedroeg bij de eerste brand acht minuten. ‘Terugvliegen ging iets sneller want de bucket is dan leeg en dus licht’, zegt Linssen. Arendse vult aan: ‘Vanwege de hitte van het vuur en de atmosfeer, die invloed heeft op het vermogen van de helikopter, hadden we de bucket iets kleiner gemaakt dan maximaal mogelijk is. Normaal past er vijfentwintighonderd liter in, maar wij gebruikten negentienhonderd liter. Wij vliegen zelf zo’n honderd tot honderddertig voet (30 á 40 meter, red.) boven het vuur, parallel aan de vuurlijn. Meestal
Loadmaster vlucht 4 sergeant-majoor Jean-Paul Arendse inspecteert het integrated deploy system van de bambi bucket.
Vuur is niets- of niemand ontziend. In een geheel uitgebrande omgeving bleef alleen dit kapelletje gespaard. Ongeveer tweehonderdduizend hectare land werd verwoest, en ruim zestig mensen vonden de dood.
Overleg tussen (v.l.n.r.) gezagvoerder kapitein William Scholten, plaatsvervangend vluchtcommandant kapitein Martijn Brouns en detco majoor Ton Linssen.
blus je met een variabele voorwaartse snelheid over die vuurlijn, maar als er veel water op één plek nodig is, kunnen we ook een spotdrop uitvoeren.’ De Nederlanders kregen na verloop van tijd een Griekse brandweervrouw aan boord, die het contact met de grond onderhield en tevens als tolk fungeerde. Arendse: ‘Voor het blussen bestaat geen apparatuur, dat is mensenwerk. De vlieger brengt je tot in de buurt van het vuur, maar dat verdwijnt op een gegeven moment uit zijn zicht als het onder hem doorglijdt. Als loadmaster neem je dan de waarnemings- en sturingstaak over. Je ligt op je buik en kijkt onder de neus van de helikopter door en dirigeert de vlieger naar de juiste plek. Blussen doe je dus met je ogen.’ Water is water In een later stadium volgden meer blusopdrachten in het zuiden van het schiereiland. Linssen: ‘Toen bedroeg de omlooptijd wel vijftien tot twintig minuten en dan wordt het blussen een stuk minder effectief. Maar het is hoog zomer. Ga dan maar eens in Griekenland op zoek naar grote hoeveelheden water. Bovendien heb je het liefst zoetwater, want met zeewater is het land nadat de branden gedoofd zijn, nóg slechter af. Maar soms heb je geen keuze. Dan is water gewoon water.’ Vanuit de lucht had het personeel van 300 Squadron goed zicht op de enorme door brand verteerde gebieden. Arendse: ‘Soms vloog je tientallen minuten over zwart geblakerd land. Uiteraard zagen wij ook de tv-beelden, maar in de lucht ben je letterlijk toch iets meer op afstand. Bovendien ben je dan bezig met je werk, waardoor je er emotioneel misschien iets verder van afstaat.’ De Cougars vlogen in totaal honderdzeventig uur, verdeeld over drie sorties van maximaal drie uur per dag. Linssen: ‘We vlogen alleen met daglicht, want bij duisternis is het simpelweg te gevaarlijk. En dat gold voor alle vliegtuigen en helikopters. Maar omdat we op Tripolis geen hangar ter beschikking hadden, moesten ook alle pre- en post-flight checks, en onderhoud met daglicht gebeuren. Daarom startte de eerste sortie van de dag rond negen uur in de ochtend.’ Bij het vertrek van de Cougars terug naar Nederland waren nog niet alle branden geblust. Maar van de meer dan honderd die er waren toen de Cougars kwamen, waren er nog maar enkele over. Het was aan de Griekse brandweer om het laatste vuur te doven. •
9
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Naam: Leeftijd: Rang: Functie: Lokatie:
Dijanne van den Berg 36 jaar sergeant1 medewerker logistiek Fort Hood in Texas
Logistiek in Texas Tekst: June Smit I Foto’s: Dijanne van den Berg
Niet iedere luchtmachter werkt op een vliegbasis of een stafgebouw in Nederland. Het huis van sergeant 1 Dijanne van den Berg staat sinds 1 mei 2005 in de Amerikaanse staat Texas, waar ze drie jaar lang op één van de grootste militaire posten van Noord-Amerika logistieke werkzaamheden uitvoert voor het Nederlands Apachedetachement. ‘Ik heb deze functie via een vacature. Eigenlijk zag een collega van mij hem eerst, maar omdat het een specifieke functie betrof, kwam hij niet in aanmerking. Ik heb altijd graag een keer in het buitenland willen werken. Tijdens mijn uitzending naar Kyrgystan, heb ik op een Amerikaanse basis gewerkt en daar kwam ik erachter dat Amerikanen heel vriendelijk zijn. Omdat de bevolking hier nog tegen militairen opkijkt, krijg je ook het gevoel dat je als militair gewaardeerd
In haar vrije tijd is Dijanne van den Berg in Texas begonnen met paardrijden.
Vliegende Hollander 0010 +++
wordt. In Nederland ga ik bijvoorbeeld liever niet in uniform naar de supermarkt, maar hier is dat geen probleem.’ Gunnery ‘Ons detachement bestaat uit twee Apache-instructeurs, een technisch officier, twee techneuten en mijzelf. We zitten in een kantorencomplex in een hangaar van Fort Hood, een van de grootste posten in Noord-Amerika. In totaal werken hier rond de 55.000 Amerikanen, waarvan de meeste onder de landmacht vallen. Op Fort Hood worden alle Apache-eenheden van de Amerikanen opgeleid, maar ook de conversietrainingen van Alpha naar Delta vinden hier plaats. Op dit moment traint Koeweit hier met vier Apaches. Singapore heeft hier getraind en met Israël zijn de Amerikanen eveneens in onderhandeling over trainingen. Wij hebben hier acht Apaches staan, waarmee we één keer per jaar een initiële opleiding houden voor vliegers die van Fort Rucker (de algemene helikopteropleiding, red.) komen. De opleiding hier duurt vier maanden. De rest van het jaar trainen hier Apachevliegers met dingen die ze in Nederland niet kunnen of mogen oefenen, zoals laagvliegen of een gunnery. De trainingen duren vier weken en tussen elke vlucht zitten gemiddeld één of twee weken. Een beetje lopende band werk dus, maar goed te doen zolang de heli’s heel blijven.’
IN DEN VREEMDE
Werkzaamheden ‘Mijn hoofdtaak is logistiek, maar ik heb hier ook andere taken. Ik begin elke dag om 07:30 uur (14:30 Nederlandse tijd, red.). Met het tijdsverschil hebben we dan nog een paar uur om naar Nederland te bellen, als dat nodig is. Vervolgens start ik mijn logistieke voorraadsysteem op dat is aangesloten op het Nederlandse systeem. Als de Amerikanen onderdelen voor het onderhoud van onze Apaches nodig hebben, geven ze dat aan bij de Amerikaanse technisch officier zodat die het uit onze vooruitgeschoven voorraad kan halen. Dan check ik in het Nederlandse systeem of wij die onderdelen op dat moment hebben en bestel ze. Eén keer in de drie maanden kijk ik met een Amerikaanse collega de voorraden van reserveonderdelen na. Daarnaast verzorg ik alle binnenkomsten en verzendingen van onderdelen, met alle bijbehorende administratie. Als onderdelen in Amerika gerepareerd kunnen worden, zorg ik ervoor dat ze bij de juist instanties terechtkomen. De rest van mijn werkzaamheden zijn eigenlijk heel verschillend. Als mensen spullen naar Nederland moeten sturen, regel ik dat via DVVO en als er gasten komen, zorg ik voor vervoer en/of boek ik een hotel. Ik verzorg de post en het maandbudget. Eigenlijk ben ik hier een manusje-van-alles. De ene dag kan totaal verschillend zijn van de ander en dat maakt het werk erg leuk.’ Grote stap ‘Ik heb het hier erg naar mijn zin, maar er komt meer kijken bij verhuizen naar het buitenland dan ik dacht. Je weet namelijk niet waar je terecht gaat komen en zeker als je een gezin hebt, is het een grote stap. Voor mij was dat makkelijker, want ik ben niet getrouwd en wilde al naar het buitenland. Het mooiste is dan als dat via je werkgever kan. Natuurlijk laat je wel familie en vrienden achter en niet iedereen begreep mijn keuze. De meeste vrienden waren blij voor me, maar mijn ouders bijvoorbeeld vroegen zich af waarom ik helemaal naar Amerika moest. Gelukkig is contact houden met e-mail en vooral webcam tegenwoordig heel gemakkelijk. Drie maanden voordat ik zou komen, heb ik een huis bezichtigd. In principe regel je de huisvesting zelf, maar ik werd gelukkig geholpen door collega’s die de omgeving al kenden. Ik heb
Het huis van Van den berg is tien minuten rijden van de basis Fort Hood.
Vliegende Hollander 0011 +++
Een van Van den Berg’s taken is de verzending van onderdelen.
nu een leuk huisje met een tuin, waar mijn hond Tex - die hier uit het asiel komt – lekker in kan rondlopen.’ Ogen uitkijken ‘Ik kende Amerika al een beetje van vakantie, maar de grote verschillen hebben me toch verbaasd. Er is zo’n groot contrast tussen de oost- en de westkust, alsof je in een compleet ander land zit. En alles is zo wijds. Nederland is overbevolkt, daar ben je alleen maar bezig met filerijden en in drie uur ben je Nederland alweer door. Als je hier de staat uit wilt, ben je zo weer zes uur verder. Het trainingsgebied van Fort Hood is alleen al zo groot als de Benelux samen. Mensen die voor het eerst binnenkomen, kijken dan ook hun ogen uit. Ga maar na, de staat Texas alleen al is al zestien maal zo groot als Nederland. Ook de stormen met tornado’s maken indruk. Het is indrukwekkend als je omgewaaide huizen ziet liggen. Vorig jaar toen de orkaan Katrina over Texas raasde, kreeg ik bezorgde telefoontjes uit Nederland. Maar het is hier zo groot, dat we er weinig van hebben gemerkt. Ik ben er ook niet bang voor, het is eerder lastig. Omdat de kabels hier boven de grond hangen, liggen na een storm geregeld alle telefoonlijnen er uit.’ Motor ‘De leukste kant van hier werken vind ik de diversiteit van het werk en het feit dat je in een ander land zit. Vervelend is wel dat je ver bent van familie. Dat merk je vooral wanneer het thuis minder gaat. Vorig jaar bijvoorbeeld waren er sterfgevallen in de familie en dan zit je erg ver weg. Maar het werk hier is uitdagender dan in Nederland en we hebben een leuke club collega’s. Familie en vrienden vragen wel eens aan me: “Wat doe je dan zo naast je werk?” Maar ik leef gewoon mijn leven hier. Net als in Nederland ga ik naar winkels, lees een boek, kijk tv en mijn weekenden breng ik vaak door bij twee grote meren hier vlakbij. Ik rij hier motor ook, die ik heb meegnomen uit Nederland, en ben sinds een half jaar weer begonnen met paardrijden. Wat dat betreft is Texas echt Westernstijl. Ik kan alleen niet op de koffie bij familie, maar gelukkig heb ik hier ook weer vrienden gemaakt.’ •
IN DEN VREEMDE
ACHTERGROND
ACHTERGROND
Genderbeleid essentieel voor succesvolle missies
Uitzenden van de juiste mix Voor velen hangt er rond genderbeleid nog steeds een zweem van ‘oneerlijke concurrentie’. Toch kunnen vrouwen, zeker in landen als Irak en Afghanistan, een essentiële rol spelen in het contact met de lokale bevolking. Dat vereist voor sommigen in de organisatie een mentaliteitsomslag, maar het is wel een les die andere krijgsmachten al hebben geleerd. Tekst: Linda Polman I Foto´s: Ron van Dijk
Genderbeleid is zwichten voor de eisen van dolle mina’s die demonstratief hun bh’s verbranden om hun zin te krijgen. Op z’n minst betekent genderbeleid dat vrouwen positief zullen worden gediscrimineerd. Deze opvattingen bestaan, maar ze bevestigen alleen maar dat een aantal collega’s over het genderbeleid van de Koninklijke Luchtmacht een klok heeft horen luiden, maar de klepel niet exact weet te lokaliseren. Hun aantal is helaas nog steeds te groot voor leidinggevenden om gerust achterover te kunnen leunen. Aandacht voor de genderbalans in de organisatie blijft hard nodig. Niet alleen op de bases in Nederland, maar beslist ook op uitzendingen, waarschuwen drie luchtmachters die de vooroordelen en misverstanden dagelijks tegenkomen en ze proberen weg te masseren. Majoor Elanor Boekholt, kolonel Chris Lorraine en kolonel Peter Wijninga, over dinosauriërsgedrag, boze moeders en mannelijke verontwaardiging. Pure noodzaak ‘Voor Defensie is het nooit gemakkelijk geweest om vrouwen te werven’, zegt majoor Elanor Boekholt, Hoofd Officier Toegevoegd Genderbeleid. ‘Onze organisatie wordt door de burgermaatschappij nu eenmaal gezien als een typisch masculiene organisatie. In de toekomst zal de recrutering van vrouwen door de krapte op de arbeidsmarkt alleen maar moeilijker worden. Alleen al daarom is genderbeleid geen feministisch liefhebberijtje, maar pure noodzaak.’ Majoor Boekholt is ruim twee jaar gendermedewerker geweest - sinds september 2006 onder generaal-majoor Oliemans, daarvoor onder generaal-majoor Meulman. Het besef dat de organisatie voor zijn voortbestaan meer vrouwen moet werven en behouden, is volgens Boekholt inmiddels breed doorgedrongen: ‘Het wordt de organisatie steeds duidelijker dat de bijdrage van vrouwen aan uitzendingen belangrijker wordt.’ Vrouwen en vredesoperaties Aandacht voor de rol van vrouwen in vrede en veiligheid groeit, door de internationale ontwikkelingen, waar ook de Nederlandse Defensie deel van uitmaakt. De VN-resolutie 1325 (d.d. oktober 2000) bevestigt dat de taken van vrouwelijke militairen doorslaggevend voor het succes van operaties zijn geworden. In toenemende mate spelen militaire opera-
DE VLIEGENDE HOLLANDER
12
ties zich af in islamitische omgevingen. Mannen hebben daar toegang tot slechts de helft van de lokale bevolkingen. Internationale vredes- en wederopbouwmissies zonder vrouwelijke militairen zijn daarmee ondenkbaar geworden. Kolonel Peter Wijninga gaf als Hoofd van de Afdeling Evaluaties van Defensiestaf sturing aan de discussie rond de invulling van die Veiligheidsraadresolutie. ‘Het belang van vrouwen in bijvoorbeeld CIMIC- (civiel militaire coöperatie, red.) en fouilleringsacties wordt erin benadrukt’, zegt hij. ‘De discussies leidden ertoe dat het eerste SFIR-bataljon (Sta-
uitgezonden. Ruim honderd vrouwelijke blauwhelmen uit India zijn naar Liberia gezonden, primair om het nog jonge landelijke politiekorps daar te ondersteunen. De VN rekent er ook op dat de aanwezigheid van de vrouwelijke militairen in Liberia lokale vrouwen zal inspireren om zich voor een baan bij de politie aan te melden. Verkrachting is misdaad nummer één in Liberia. De VN hoopt dat slachtoffers eerder aangifte durven te doen aan vrouwelijke agenten. ‘Vrouwen op specifieke plaatsen in specifieke functies inzetten, leidt tot meer doeltreffendheid en vergroot de effectiviteit van
Ook in uitzendgebieden geldt: de beste man of vrouw voor de functie. Foto: Arno Marchand
bilisation Force Iraq, red.) in Irak ervoor zorgde dat de aanwezige vrouwelijke militairen voor zover mogelijk verspreid werden, zodat op alle locaties van het detachement op Irakese gender-issues kon worden ingespeeld.’ Stempel drukken Het aantal vrouwelijke militairen in Uruzgan is nog bescheiden. In andere dan de Nederlandse krijgsmacht drukken vrouwen al veel nadrukkelijker een stempel op het verloop van militaire operaties. Ruim 160.000 Amerikaanse vrouwen zijn als militair uitgezonden (geweest) naar Irak en Afghanistan: één op de tien Amerikaanse militairen aan een van beide fronten is vrouw. Hun aantal is in de afgelopen jaren dramatisch gestegen. In Vietnam dienden ‘slechts’ 7.100 vrouwelijke militairen en in de Golf-regio in de vroege jaren negentig 41.000. Door de Verenigde Naties is intussen al een eerste ‘women only’ troepenmacht
uitzendmissies,’ zegt kolonel Wijninga. ‘Operationele effectiviteit is voor mij een belangrijk argument vóór het inzetten van meer vrouwen.’ De beste man/vrouw ‘Gender is kiezen voor de beste man of vrouw voor de functie’, weet kolonel Chris Lorraine, Hoofd Operatiecentrum Staf CLSK. ‘Dat betekent in de meeste gevallen dat het niets uitmaakt of het een man of vrouw is.’ Hij onderschrijft het betoog van kolonel Wijninga en voegt een argument toe vanuit zijn arsenaal van eigen ervaringen. Lorraine was zesmaal op uitzending en is niet gaan geloven dat een vrouwelijke vlieger per se een andere bijdrage geeft aan de effectiviteit van haar eenheid dan haar mannelijke collega´s. ‘Maar wel leidt de aanwezigheid van vrouwen in een door mannen gedomineerd team tot een betere, meer collegiale sfeer. En dat heeft dan weer wél invloed op het moreel en de effecti-
13
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
ACHTERGROND
geroepen. Ook op het werk vinden sommigen het nodig me te vertellen wat ze ervan vinden dat ik word uitgezonden. Maar volgens mij word ik niet als moeder uitgezonden, maar als militair. Met de school heb ik nu afgesproken dat we van mijn uitzending een lesproject maken. Ik ga vanuit Kabul met de klas mailen en de juf gaat de kinderen over Afghanistan en de wederopbouwmissie vertellen. En mijn verhaal over de boze moeders op het schoolplein komt me inmiddels uitstekend van pas als voorlichtingsmateriaal in mijn activiteiten als gendermedewerker.’
Een van de zaken in het genderbeleid is dat hoofdverzorgers van kinderen jonger dan 5 jaar niet op uitzending hoeven. Deze uitzonderingsregel geldt dus niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen.
viteit van de eenheid.’ Als de aanwezigheid van vrouwen, en dan met name leidinggevende vrouwen, een positieve invloed heeft op effectiviteit, dan zou het bedrijf bij iedere goede vrouw die dienst neemt moeten juichen en zijn uiterste best moeten doen om haar ook binnen te houden. Kolonel Lorraine is dan ook overtuigd voorstander van pro-actief genderbeleid als dat nodig is om dat doel te bereiken. ‘Om meer vrouwen binnen te halen én te houden, moeten we de organisatie nog aantrekkelijker voor ze maken. We moeten uitstralen dat de Koninklijke Luchtmacht een werkgever is waar vrouwen met net zoveel plezier kunnen werken als mannen.’ Maatwerkoplossingen ‘Vrouwen moeten er bijvoorbeeld van kunnen uitgaan dat arbeid en zorg bij de luchtmacht goed te combineren zijn’, vervolgt Lorraine. ‘We moeten maatwerkoplossingen bieden. Als de standaard uitzendduur voor moeders te veel van het goede is, dan moeten we die aanpassen.’ Lorraine stuit bij het zoeken naar die maatwerkoplossingen nog te vaak op wat niet kan, in plaats van dat wordt uitgezocht wat wél kan. ‘De prikkel om te veranderen ontbreekt wel eens en is juist nodig om maatwerk te kunnen en moeten leveren’, zegt hij. ‘Op sommige DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
posities in uitzendingen is het inderdaad moeilijk om korter dan gebruikelijk te dienen. Ik denk dan met name aan commandantenfuncties. Maar op andere posities kan het wèl. Soms kunnen twee mensen zonder problemen één positie delen, zodat beider uitzendtijd met de helft korter kan.’ Uitzonderingsregel Een ander belangrijke onderdeel van de mogelijkheid voor luchtmachtmedewerkers om arbeid en zorg te combineren, is de befaamde uitzonderingsregel bij uitzendingen. Boekholt: ‘De vraag die mij het vaakst gesteld wordt, meestal op ietwat verontwaardigde toon, is waarom voor moeders met kinderen jonger dan vijf jaar uitzonderingen worden gemaakt. Waarom hoeven zij niet op uitzending en vaders van diezelfde peuters wel? Sommige mannen vinden dat discriminatie. Maar de uitzonderingsregel gáát niet over moeders van jonge kinderen. Hij gaat over hoofdverzorgers van jonge kinderen. Dat zijn bijna altijd de vrouwen. Als u als man de hoofdverzorger bent en u om die reden niet of niet te lang op uitzending kunt, moet ook daar een oplossing voor gezorgd worden. Dát is genderbeleid: oplossingen voor vrouwen én mannen.’ Kolonel Lorraine houdt medewerkers die protesteren tegen het
vermeende “voortrekken van vrouwen” graag een spiegeltje voor. ‘Bij familieomstandigheden zenden we even niet uit’, zegt hij. ‘Denk bijvoorbeeld aan ziekte, of een overlijden. Die uitzonderingen maken we iedere dag en iedereen vindt dat logisch. Maar voor vrouwen die wegens familieomstandigheden even niet op uitzending hoeven, is dat begrip er opeens niet automatisch. Dan blijkt weer dat een belangrijk onderdeel van genderbeleid is en blijft: het bewustmaken van onze mensen, ze wijzen op dit soort inconsequenties in hun opvattingen.’
Mooie voorbeelden Boekholt is van plan om heelhuids uit Afghanistan terug te keren en gaat daarna aan de slag als commandant DMLO in Woensdrecht. ‘Gender is er al onderdeel van de syllabus en ik ga proberen de stof nog concreter te maken’, zegt ze. ‘Hoe concreter, hoe duidelijker het wordt dat aandacht voor gender ook puur pragmatisch is. Ik ga de cursisten vertellen over de vrouwelijke militaire arts die een kleine kliniek dreef in Uruzgan en werd vervangen door een man. Meteen verdwenen alle vrouwelijke patiënten om nooit meer terug te komen. Ik ga ook vertellen over de waterputten die we hebben geslagen op plaatsen waar vrouwen niet mogen komen, terwijl vrouwen de waterhalers van het gezin zijn.’ Kolonel Wijninga heeft nog een
Binnen de geneeskundige dienst is het percentage al vrij hoog. Zeker in islamitische gebieden als Uruzgan maakt dit de drempel voor vrouwelijke patiënten minder hoog.
paar mooie voorbeelden voor de syllabus. ‘In islamitische samenlevingen is de man weliswaar heer en meester, maar de vrouw is baas over het huishouden. Er zijn gevallen bekend van woningbouwprojecten in Bosnië waar men bij de woningindeling rekening hield met de wensen van de lokale bevolking. Dat had men echter met het hoofd van het gezin besproken, de man, en niet met het hoofd van het huishouden, de vrouw. Die weigerden dus de huizen te betrekken, met als gevolg dat ze leeg bleven staan. Als er contacten waren gelegd met lokale vrouwen zou dat niet gebeurd
zijn. Daarom zijn vrouwen binnen de eigen troepen onmisbaar. Aan de andere kant is het weer onhandig om tijdens een verkenningsmissie een vrouw mee te sturen als primaire contracting officer, in oorden waar ze zou moeten onderhandelen met mannen die waarschijnlijk nog nooit een westerling voor zich hebben gezien. Dat gebeurde in Irak bij SFIR. Dat was dus niet operationeel effectief.’ Majoor Boekholt wil het ter afsluiting nog één keer gezegd hebben: ‘Diversiteit is kwaliteit en die kwaliteit moet geaccommodeerd worden. Dat is genderbeleid.’ •
Volgens kolonel Chris Lorraine leidt de aanwezigheid van vrouwen in een door mannen gedomineerd team tot een betere, meer collegiale sfeer.
Boze moeders Dat er nog veel werk aan de winkel is, blijkt uit de heftige reacties die Boekholt soms krijgt op haar aanstaande uitzending naar Kabul. Samen met haar echtgenoot, ook een militair, voedt de majoor twee kinderen van 3 en 5 jaar op. Als haar man op uitzending, oefening, of cursus is, of als hij moet overwerken, verzorgt de majoor de kinderen zolang alleen. Omgekeerd, verzorgt haar man de kinderen alleen als zij straks in Kabul is. Prima geregeld, zou je zeggen, maar een aantal mensen in haar omgeving blijkt daar heel anders over te denken. ‘Op het schoolplein werd ik door verontwaardigde of misschien wel bezorgde moeders van andere kinderen ter verantwoording
15
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
R E P O R TA G E
Oefening Cold Sequel 2 voorbereiding op NAVO-examen
GGW op pad met Patriot PAC III
Marshall Aerospace maakt nieuwe C-130’s klaar
In aanloop naar de NATO Operational Evaluation in 2008, werkt de Groep Geleide Wapens een uitgebreid oefenprogramma af. Op een kleine achthonderd kilometer afstand van de Luchtmachtbasis De Peel vond de GGW daarvoor in Denemarken een perfecte trainingslocatie voor Cold Sequel 2. En het is zéker niet de laatste keer dat de Patriots en Stingers hier hun tijdelijke onderkomen vonden. Tekst: Arno Marchand I Foto’s: Henry Westendorp, AVDD
Het oefenterrein in Oksbøl – op de hoogte van Kopenhagen, maar dan aan de westkust van Denemarken aan de Baai van Ho – ligt er vredig bij. De heide staat uitbundig in bloei en legt een paarse deken over het verder duinachtige gebied. Het is moeilijk voor te stellen dat er voor het Patriot- en Stingerpersoneel een heuse ‘oorlog’ gaande is. De GGW verdedigt in het kader van NAVO Artikel 5 hiervandaan namelijk met twee batteries het zuidelijke deel van het fictieve NAVO-land Skandia, en dan in het bijzonder de nabijgelegen stad Esbjerg en het bijbehorende vliegveld. De Republiek Walesia, gesitueerd ter hoogte van Noord-Polen, weigert namelijk tolgelden te betalen voor de toegang tot de Oostzee, eist een vrije doorvaart voor hun eigen schepen, en dreigt met militair optreden. Daarvoor beschikt het land over moderne wapens, waaronder Tactical Ballistic Missiles (TBM’s). Dat is precies de reden waarom de GGW per battery naast vier standaard Patriot-launchers, met twee nieuwe Patriot Enhanced Capabilities (PAC) III-versies op pad is gegaan. ‘Dit model is namelijk nog beter in staat om TBM’s uit te schakelen dan de PAC II waarmee de KLu tot nu toe opereerde’, zegt oefenleider eerste luitenant Han Tijsenraad van 800 Squadron. ‘De PAC III staat weliswaar op
dezelfde launcher als de PAC II maar is een compleet ander projectiel: bijna de helft zo klein, minder wendbaar, maar vliegt harder en hoger en is daarmee uitermate geschikt voor de TBM’s die een vaste vluchtbaan hebben.’ ANWB Van het conflict is in Oksbøl weinig te merken. Dat speelt zich dan ook voor het overgrote deel af op de beeldschermen. Niet helemaal trouwens, want geregeld worden de Firing Platoons aangevallen door ANWB-eenheden, dat in dit geval staat voor de Anti Nuclear Wapnets Bönd, ‘gespeeld’ door militairen van het 631 OGRV-peloton van de Vliegbasis Leeuwarden. Zij acteren als Walesische sympathisanten die geweld niet schuwen. Geregeld plegen ze gewapende aanvallen waar het eigen GGW-personeel op moet reageren. Daarin staan ze niet alleen, want voor het eerst nemen twee pelotons van de 11 Luchtmobiele Brigade de bewaking van de geleide wapen-eenheden op zich. Volgens GGW-detachementscommandant luitenantkolonel Herman Verhoef een goede keuze. ‘Beveiligen is hun core business. Maar om hun werk helemaal goed te kunnen uitvoeren, hebben ze voor rondom beveiliging van één bat-
Reload van launcher-2 waar vijf man – twee tacliners, één torquer, één kraanmachinist en één specialist – een PAC II canister op- en afladen: zeventienhonderd kilo schoon aan de kraan.
tery eigenlijk al twee keer zoveel man nodig. En dat geldt ook voor de andere locaties. In totaal staan hier zo’n tweehonderd voertuigen inclusief apparatuur. Maar ze zijn buitengewoon gemotiveerd en de samenwerking gaat erg goed.’ Nog niet compleet Toch vallen er ‘slachtoffers’, maar ook dat levert goede leermomenten op. Launcher crew-chief sergeant-majoor Thomas Hölzken van 802 Squadron komt samen met collega’s in een vuurgevecht met ANWB-leden terecht. Nadat luchtmobielers hen – letterlijk – te hulp zijn geschoten, maakt hij de balans op. ‘Ik heb één dode, en drie gewonden’, geeft hij door aan de Battery Command Post (BCP). ‘Oh nee, deze is ook al dood. Ik ben dus nu alleen!’ Later reageert hij: ‘Dit is wel realistisch, maar hopelijk wordt het nooit realiteit.’ De actie bij de launchers blijft, voor het oog tenminste, beperkt tot de reloads van de PAC II-modellen, en het verplaatsten van de een gehele battery, want ook dat moet geoefend worden. ‘De launchers staan nu op een afstand van zeven- à achthonderd meter van de BCP’, zegt kapitein Harro van Maanen, commandant van battery II van 802 Squadron. ‘Normaal kan dat wel een kilometer of tien remote range zijn, maar dat hebben we voor de oefening wat dichterbij gehouden. Dat is qua logistiek en beveiliging nu net even iets makkelijker. Voor de PAC III hebben we nu nog niet al het materiaal binnen, maar als de tussenstations binnenkomen, kunnen die launchers op tientallen kilometer afstand staan.’ Overigens dienen er nog meer zaken aangepast te worden aan de nieuwe launchers. Van Maanen: ‘Van de PAC II passen er maximaal vier tubes op één launcher, maar van de PAC III liefst zestien. Die canisters zijn aanzienlijk kleiner en lichter. De actuators – de hydraulische armen die de launcher in een hoek van 38 graden omhoog brengen – zijn nu alleen nog niet sterk genoeg voor zestien projectielen. De missiles zelf zijn er ook nog niet allemaal, waardoor de launchers nu nog maar met vier raketten staan geladen.’ Klantvriendelijk Volgens Verhoef is het werken met de PAC III wezenlijk anders. ‘Dit is een enorme stap voorwaarts. We genereren hiermee een veel hogere keep-out-altitude. Dus door het hoger onderscheppen van een TBM met NBC-lading, ontstaat er minder schade op de grond. En doordat de launchers op tientallen
kilometer afstand kunnen staan, verdedigen we een veel groter grondgebied. Kijk, een honderd procent kill haal je nooit, maar de PAC III heeft een nóg betere probable kill.’ Daarbij dient aangetekend te worden dat de PAC II ontploft in de nabijheid van het doel – de zogenoemde proximity fuse – maar de PAC III het doel echt moet raken. Verhoef: ‘Het is niet moeilijker om met dit model te werken, maar het systeem is gewoon capabeler. Omscholing voor het personeel is zeker nodig en eind september verwachten we 72 lanceerders klaar te hebben.’ Verhoef is op z’n zachtst gezegd zeer tevreden over de trainingslocatie. De support die we van de Denen krijgen is meer dan voortreffelijk. Echt klantvriendelijke ondersteuning, en perfecte voorzieningen zoals briefingruimtes en overige legeringsfaciliteiten. Daarbij is de afstand naar de Luchtmachtbasis De Peel zodanig dat je over lange logistieke lijnen spreekt, wat belangrijk is voor het beoefenen van wegtransport, net zoals dat bij een echte inzet het geval is. De live firing doen we dit najaar zoals gewoonlijk op Kreta en dan word ook het hoofdstuk zeetransport weer beoefend. Dan komen we hier in 2008 terug voor achtereenvolgens Cold Sequel 3, de CLSK-inspectie en ter afronding het NAVO-examen. Voor ons is het hier in Oksbøl goed oefenen.’ •
Van de PAC III – herkenbaar vier luikjes van evenzoveel missiles op één canister – zijn nog niet voldoende projectielen geleverd. Tevens dienen de launchers nog aangepast te worden zodat deze uiteindelijk liefst zestien tubes kunnen dragen.
Stingers In de duinen langs de Noordzee staat netjes gecamoufleerd één van de zeven Stingerteams van de GGW. ‘Mijn driemanclub beveiligt al ruim zestig uur onafgebroken de Patriot-eenheden tegen laagvliegende vijanden’, zegt teamcommandant sergeant 1 Marc van de Woude. ‘We slapen om beurten en turen vanuit een duinpan de horizon af.’ Korporaal 1 Ivo Boom geeft aan dat het deze dag wel gaat, maar de eerste oefendag was het zandstralen. ‘Door windstoten van ruim tachtig kilometer per uur waaide het zand van het Noordzeestrand onafgebroken de duin in. Je moest je regelmatig uitgraven. Daarnaast is het richten van de Stinger ook aanmerkelijk lastiger. Maar dat neem je voor lief. Je hebt het weer nou eenmaal niet voor het uitkiezen, dus we doen het ermee.’ Tekst: Harry van den Dries
Luchtmobiele infanteristen zorgen voor de beveiliging van de GGW-eenheden op het oefenterrein in het Deense Oksbøl. DE VLIEGENDE HOLLANDER
16
17
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
INTERVIEW
Uitwisseling Chefs Staf op De Kooij en Gilze-Rijen
‘Koudwatervrees past niet Nu de startdatum van het Defensie Helikopter Commando (DHC) nadert, hebben zowel de luchtmacht als de marine iemand uitgewisseld voor een kijkje in elkaars keuken. Kapitein-luitenant ter zee Peter Goote is tweede man op Vliegbasis Gilze-Rijen, terwijl luitenant-kolonel Rob Gouders zich als Chef Staf tussen de marineluchtvarenden op Marinevliegkamp De Kooij begeeft. Ervaringen van een jaar bij een ander Operationeel Commando. Tekst: June Smit I Foto’s: Jan-Kees de Meester, Werkeenheid Grondfotografie Vliegbasis Gilze-Rijen
Kapitein-luitenant ter zee Peter Goote is sinds september 2006 Chef Staf op Vliegbasis Gilze-Rijen. Daarnaast vervangt hij commandant kolonel Ron Hagemeijer in zijn afwezigheid, nu hij commandant Air Task Force in Afghanistan is.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
Een groep luchtmachters kijkt tijdens een rondleiding bij het 301 Squadron in de cockpit van een Apache. ‘Mooi he?’, zegt kapitein-luitenant ter zee Peter Goote, als hij in zijn marine-uniform langsloopt. Verbaasd kijken de luchtmachters op, waarom een marineman een waardeoordeel heeft over een luchtmachtaangelegenheid. ‘Die reactie krijg ik wel vaker’, lacht Goote. ‘Maar uiteindelijk ik ben ook helikoptervlieger’. Maar niet alleen op Vliegbasis Gilze loopt een ‘vreemde eend in de bijt’. Ruim tweehonderd kilometer verderop, op Marinevliegkamp De Kooij, is luitenant-kolonel Rob Gouders als Chef Staf en Plaatsvervangend Commandant tewerkgesteld. Toekomst ‘Omdat het DHC nadert, moesten er muren geslecht worden’, verklaart Goote zijn aanwezigheid op Vliegbasis Gilze-Rijen. ‘Men heeft besloten uit te wisselen op relevant niveau, namelijk op de functie van tweede man. Dat toont de bereidheid aan om in elkaars keuken te kijken en elkaar voor volwaardige partner aan te zien.’ Ook Gouders stemde in met de uitwisseling, omdat hij deze van belang vindt. Hij zat in Parijs, op het Collège Interarmées de Defense (Franse Hogere Defensie Vorming), toen hem kort voor het einde werd gevraagd Chef Staf op De Kooij te worden. ‘Dit is de toekomst. We moeten verder kijken dan alleen de activiteiten van ons eigen Opco (Operationeel Commando, red.). Het is veel belangrijker om de joint samenwerking beter te bekijken. Als je nu nog koudwatervrees hebt voor het andere Opco, past dat niet meer in onze moderne defensie.’ Goote was al twee keer eerder Chef Staf geweest, alleen dan op Marinevliegkamp De Kooij. Daarnaast heeft hij ervaring op verschillende vlakken, waaronder als zeeofficier en hoofd personeelsdienst. Ook werkte hij als hoofd kustwachtcentrum bij de kustwacht in Curaçao en vloog hij met de F-27 Friendship, de Alouette en de Lynx-helikopter. Ook Gouders heeft een indrukwekkend CV. Hij vloog operationeel met de Alouette, de AB-412
meer in modern Defensie’ en de Chinook. Na een staffunctie op de Afdeling Helikopter Operaties, werd hij operatieofficier, detachementcommandant in Irak, waarna hij voor anderhalf jaar naar Parijs ging. Vliegen als hoofdzaak Nu beiden een jaar rondlopen op elkaars basis, kunnen ze enigszins de balans op maken. Wat zijn de grootste verschillen en overeenkomsten tussen KM en KLu en hoe groot is die koudwatervrees voor het veelbesproken Defensie Helikopter Commando? ‘De grootste overeenkomst is dat bij beide krijgsmachtdelen de helikopter een steeds belangrijkere plaats inneemt’, zegt Goote. ‘Primair is de KM een fregatbedrijf en de KLu een jachtvliegbedrijf, terwijl de heli door een aantal acties aan belang binnen defensie gewonnen heeft. Denk maar aan inzet bij in Irak, Albanië, Liberia, Suriname, New Orleans en Afghanistan, maar ook bij watersnood en Search and Rescue is de heli niet weg te denken. Het grootste verschil is dat vliegen bij de marine een dwaling van de hoofdzaak lijkt en bij de KLu vliegen juist de hoofdzaak vormt’, gaat hij verder. ‘Dat is overigens volstrekt begrijpelijk, want het een is een vliegbedrijf en het andere een vaarbedrijf. Toch ben ik ervan overtuigd dat er bij beide krijgsmachtdelen steengoede vliegers zitten. Wat mij wel verbaasde is dat een marinevlieger met driehonderd vlieguren per jaar zeker niet de minst bedeelde is.’ Ook Gouders ziet enkele verschillen tussen de beide operationele commando’s. ‘Bij het CZSK is verhoudingsgewijs maar een handjevol mensen voor de luchtvaart bezig, terwijl je in Breda een hele toren vol hebt’, zegt hij. ‘In de nieuwe DHC situatie komt hier verandering in en zal het merendeel van de werkzaamheden rond maritieme helikopters binnen het CLSK worden belegd. Een ander verschil is dat bij het CZSK taken vaker gecombineerd worden in een functie. Dat heeft vooral te maken met de manier van opereren van de marine. Een schip heeft namelijk maar een beperkte capaciteit, waardoor het niet mogelijk is voor alle afzonderlijke taken
gespecialiseerd personeel aan boord te hebben.’ Drie werelden De verschillen die er zijn, kennen volgens Goote veelal een goede reden. ‘Ik zie het niet als: jullie doen slecht of jullie doen het beter, want het product vraagt een passende werkwijze onder de bijbehorende omstandigheden. Opereren met een Apache is heel anders dan opereren met een Lynx. Skiën en skiën klinkt hetzelfde, totdat je er het woord ‘water’ of ‘berg’ voor zet. Als je daar geen oog voor hebt, moet je niet als marineman met de luchtmacht
willen samenwerken en omgekeerd. Ik ben van mening dat er in het Defensie Helikopter Commando drie werelden samengaan: die van de bewapende helikopter, die van de transporthelikopter en van de maritieme helikopter. Onder die laatste vallen zowel de maritieme transport- als maritieme gevechtstaken, die in twee squadrons zijn ondergebracht. Samenwerking binnen die werelden gaat heel goed, zolang je de noodzakelijke verschillen maar niet wegpoetst. Het is in mijn ogen gevaarlijk om alles één te willen maken. Eén helikoptercommando betekent in mijn ogen veel synergetisch
Luitenant-kolonel Rob Gouders is sinds een jaar Chef Staf op Marinevliegkamp De Kooij. Daarnaast is hij plaatsvervangend commandant in afwezigheid van kapitein ter zee Carl van Haastert. Foto: Albert Vermeulen
19
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
INTERVIEW
samen doen, maar niet hetzelfde worden. Bij de aansturing van het DHC moeten de verschillende behoeftes erkend blijven, zodat alle categorieën zich erin thuis voelen.’ Ook Gouders erkent dat: ‘Het DHC is absoluut slim, maar we moeten ons zeker tijdens de transitiefase steeds de juiste vragen stellen: “Waarom wilden we het DHC? Lukt dat nog steeds? Bereiken we nog steeds die synergie? We wilden het DHC om de schaarse helicapaciteit door slim te plannen doelmatig in te zetten. Dit betekent ook dat we op sommige gebieden daar lokaal iets voor moeten inleveren, om het DHC als geheel te laten slagen. Uiteindelijk kunnen lichtblauw en donkerblauw nog steeds van elkaar leren.’ Aannames Hij geeft toe dat hij voor zijn komst enkele vooroordelen over de marine had. ‘Niet al mijn aannames bleken juist. Bijvoorbeeld op het gebied van regelgeving. De luchtmacht heeft een vliegerorderboek waarin alle do’s en dont’s op het gebeid van vliegoperaties zijn vastgelegd. Ik verwachtte dat de regelgeving van de KM slechts op enkele paragrafen zou verschillen. Het blijkt echter dat de KM door operaties aan boord van schepen en het pilot/taccoconcept (tactical coördinator, red.) behoorlijke afwijkende regelgeving kent. Dat soort aannames op zich zorgen niet voor problemen, maar als je je vervolgens niet verdiept in de achtergrond van de verschillen, is er geen sprake van een verbeterproces. Het wordt een uitdaging van het DHC om dat in detail door te nemen of we daar een gezamenlijke procedure van maken of er twee naast elkaar houden.’ Ook Goote ervaart iets dergelijks: ‘Doordat veel termen in de KLu en KM hetzelfde zijn, creëer je een soort Babylonische spraakverwarring. Het lijkt dan of je het over hetzelfde hebt, maar het blijkt niet altijd dezelfde inhoud of lading te hebben. Die momenten heb ik regelmatig. Proefvliegen bij de KLu is bijvoorbeeld iets heel anders dan bij de KM. De KLu kent daar een opleiding van drie maanden, terwijl dat bij de KM niet het geval is. Dat soort dingen zet je wel aan het denken, want waarom doen wij dat eigenlijk zo en niet anders?’ Zwitsers uurwerk Ondanks het feit dat op het Marinevliegkamp een aantal grote veranderingen gaan plaatsvinden, zijn de voordelen van het DHC volgens Gouders al doorgedronDE VLIEGENDE HOLLANDER
20
Naast gecombineerde trainingen van de Cougar en Chinook samen, zoals hier tijdens Highblaze, maken de heli’s tijdens meerdaagse oefeningen ook steeds gebruik van het Marinevliegkamp De Kooij.
Gouders (uiterst rechts) krijgt het volledige vertrouwen als tweede man op De Kooij. ‘Je moet wel eerlijk zijn. Ik heb van meet af aan gezegd: ik weet veel van luchtvaart, maar weinig van maritiem vliegen.’ Foto: Albert Vermeulen
gen op Marinevliegkamp de Kooij. ‘Iedereen ziet hier dat het DHC het toch wel gaat worden. Men is alleen bezorgd, wat de verandering voor hen persoonlijk gaat betekenen. Ze hebben hier namelijk een soort Zwitsers uurwerk neergezet en zijn bang dat al die radartjes opgeslokt worden door de grote koekoeksklok. We weten dat op De Kooij grote veranderingen gaan plaatsvinden. Vooral het onderhoudsgebied krijgt een heel andere bedrijfsvoering. Nu zijn alle onderhoudstaken van gereedstellen tot hoger onderhoud belegd binnen de onderhoudsdienst. In de plannen van het DHC is dat helemaal uiteengerafeld. Toch merk je naar het andere krijgsmachtdeel geen koudwatervrees. Regelmatig komen de Cougar, Chinook en Apachedetachementen al voor meerdaagse oefeningen naar het Marine-
vliegkamp, onder meer omdat De Kooij van zeven uur ’s morgens tot één uur ’s nachts open is. Dat maakt het makkelijker om vliegoperaties uit te voeren. Dan zie je dat het idee van het DHC al leeft, dat het zin heeft. Aan de andere kant is het ook zeker geen weg die geplaveid is en waar de rozenblaadjes op liggen.’ Bruggen Ook het feit dat de Chefs Staf zijn uitgewisseld, zorgde zowel in Den Helder als in Gilze-Rijen voor weinig opschudding. ‘Ik ben vanaf dag één geaccepteerd’, zegt Gouders. ‘Als de commandant afwezig is, heb ik het volledige vertrouwen. Het is niet zo dat ze op zoek gaan naar een andere overste in donkerblauw pak. Ik werk hier met veel plezier en dat straal ik ook uit, dat maakt de vrees ook kleiner.
De verschillen tussen de krijgsmachtdelen hebben volgens Goote meestal een goede reden. ‘Het product vraagt een passende werkwijze onder de bijbehorende omstandigheden. Opereren met een Apache is heel anders dan opereren met een Lynx.’
De eerste NH-90 in Nederlandse kleuren die onlangs arriveerde op Vliegkamp De Kooij, was volgens overste Gouders een enorme motivatie voor iedereen. De NH-90 is hier links te zien, rechts vliegt een Lynx.
Je moet wel eerlijk zijn. Ik heb van meet af aan gezegd: ik weet veel van luchtvaart, maar weinig van maritiem vliegen. Daarom stond ik ook achter de uitwisseling, alleen al door een andere aanpak en een andere benaderingshoek, krijg je vaak frisse ideeën. Natuurlijk bemerk je hier een cultuurverschil met de luchtmacht. Over het algemeen hoor je dat onderofficieren het gevoel hebben dat wij KLu-ers makkelijker benaderbaar zijn. Als je het navraagt, blijkt dat die onbevangenheid voornamelijk komt omdat je nieuw en onbekend voor hen bent.’ Goote beaamt dat: ‘De omgang bij de varende marine is heel erg hiërarchisch, maar bij de maritieme vliegerwereld is die communicatie echter heel open. Dat vraagt het product ook. Het kan namelijk niet zo zijn dat als iemand in de helikopter iets observeert
dat de vliegveiligheid in gevaar brengt, dat niet kan zeggen omdat hij toevallig lager in rang is dan de vlieger. De uitwisseling werpt zijn vruchten af. Het gegeven dat ik hier in marinepak rondloop en nu zelfs tijdelijk basiscommandant ben, start al een discussie op. Het kan ook. Ik geef hier alleen maar leiding aan een goed team. Ik hoef de Apaches niet zelf te besturen. Als Gilze de komende periode niet omvalt met mij als commandant, dan heb je toch bruggen geslagen om samen iets op te zetten.’ Aandachtspunt ‘De tijd van het DHC begint te dringen’, zegt Gouders, ‘maar we hebben in principe nog tot 2013. Een aantal zaken moet voor 1 januari geregeld zijn, zoals overdracht van vergunningen om te vol-
doen aan wet- en regelgeving. Voor andere zaken als oefen- en opleidingsprogramma’s waar we nog in verschillen, wordt een gefaseerd plan van aanpak opgesteld. Hier hebben indien nodig tijd voor tot 2013. Het is ook een kwestie dat dingen zorgvuldig moeten gebeuren, daarom hebben we ook vijf jaar.’ Ondanks dat, vindt hij wel dat er op personeelsgebied snel een harmonisatie komen. ‘Er zijn heel veel kleine verschillen, die tot irritaties kunnen leiden. Mensen met een ander pak in dezelfde functie die andere rangen en salarissen hebben, dat kan niet. Het HDP is daar al druk mee bezig om te kijken waar de verschillen weg moeten en waar ze moeten blijven. De medewerkers bij KM hebben bijvoorbeeld zomer- en winterverlof. In de zomerperiode wordt het vliegkamp gedurende drie weken slechts bemand door een kernbezetting. Dat kennen we bij de luchtmacht niet. Hoe gaan we dat straks in het DHC doen? Gaat de donkerblauwe medewerker in de zomer met verlof en krijgt hij of zij meer vrije tijd dan een ander? En blijft de KLu-er voor hetzelfde werk een andere toelage ontvangen dan de KM-er? Dat kun je op een gegeven moment niet meer uitleggen.’ Verrassing ‘De roep naar eigenheid begrijp ik overigens’, zegt Goote. ‘Ik vind ook niet dat de KM nu onder de KLu gaat vallen of andersom, maar ze gaan samen het helikoptercommando invullen en ze moeten dan ook samen iets veranderen en naar elkaar toegroeien. Dat geldt ook voor de mensen van de Vliegbasis Soesterberg en Vliegbasis Gilze-Rijen, wanneer deze samen op één basis komen. Ondanks dat ik in hart en nieren een zeevarende ben, voel ik me ook zeer prettig binnen het vliegbedrijf. Men is hier gelijkgestemd en deelt een passie, namelijk vliegen’. ‘In het DHC moet de “the best of both worlds” samenkomen’, zegt Gouders. ‘We gaan er dan ook het beste van maken en bij keuzes moeten we kijken wie de beste optie heeft. Het belangrijkste als het DHC van start gaat, is samenwerken en daar zijn de KLu en de KM allebei goed in. Natuurlijk zijn er altijd mensen die sceptisch blijven, maar als het moment daar is zal dat ook wel overgaan. Want wat willen we op dit moment nog meer: heli’s zijn booming business. En als ik zie hoeveel plezier ik erin heb om een andere wereld te leren kennen, is zelfs het aanpassen bijna als vanzelfsprekend verlopen.’ •
21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
vervlogen tijden Verouderd concept succesvol, maar strijdend ten onder tegen Japanners
Brewster Buffalo Na de Japanse aanval op de Amerikaanse haven in Hawaii Pearl Harbour op 7 december 1941, verklaart ons land – als enige – een dag later zelf de oorlog aan het keizerrijk. Het rijke Nederlands-Indië beschikt ondanks voldoende financiële middelen, over verouderd vliegend materieel. Hoofdzakelijk omdat moderne types nodig zijn voor de oorlog in Europa. Tekst: Arno Marchand | Foto’s: uit archief Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Finland, Groot-Brittannië en Nieuw Zeeland de Brewster, zoals het toestel meestal bij zijn fabrieksnaam werd en wordt genoemd.
Melkmuiltjes Tjitse van der Muur meldt zich in 1939 aan bij het Koninklijke Nederlands Indisch Leger (KNIL). Hij wil vlieger worden om met zijn vliegertoelage meer geld over te houden om zijn Javaanse moeder te steunen. ‘Ik werd aangewezen voor vliegtuigmonteur/boordschutter’, zegt de inmiddels 86jarige adjudant bd. ‘Voor die laatste functie kreeg je dezelfde keuring als vliegers, en dat was een zware. Van de honderdvijftig leerlingen slaagden er slechts 52, ondanks dat ze toen al veel mensen nodig hadden, want de oorlog met Japan dreigde. Toch waren we daar niet echt bang voor. We vonden het melkmuiltjes, bijziend met veel te dikke brillenglazen. Het land stelde in ogen niets voor, dat was de algemene opinie. Japans speelgoed was na twee keer opwinden al stuk.’ Tussen april en september 1941 worden 71 Model B-339C en D Buffalo’s (eentje ging er naar Australië) afgeleverd in Nederlands-Indië. Van der Muur: ‘Door het lezen in Vliegwereld had ik er niet een al te hoge pet van op. Het toestel had teveel luchtweerstand en was daardoor, mede door een underpowerde motor, te langzaam. Maar binnen de Militaire Luchtvaart van het KNIL (ML-KNIL) waren we er verguld mee. Daarbij hadden wij erg goede vliegers.’ Van der Muur kwam op het vliegveld Semplak bij Buitenzorg op Java te werken bij de 2 Afdeling Vliegtuiggroep V, onder leiding van de legendarische kapitein Jacob Pieter van Helsdingen. ‘Ondanks dat het een nieuw vliegtuig betrof, was de Brewster qua onderhoud geen moeilijk toestel. Wat het lastig maakte was dat Semplak als nieuw vliegveld nog geen licht of stroom had.’
Type: Brewster Aeronautical Corporation Buffalo Dienstperiode: 1940-1942 Aantal: 71 model B-339C en D en 72 model B-439 Eenheden: 2 en 3 Afdeling Vliegtuiggroep IV en 1, 2 en 3 Afdeling Vliegtuiggroep V, Netherlands East Indies Flying School In de VS is voor het Militaire Luchtvaartmuseum een (niet vliegwaardige) replica van een Brewster Buffalo gebouwd. De cockpit is zo goed mogelijk gereconstrueerd, en de motor is zelfs een echte, afkomstig uit het MLM. Het toestel is gereed om naar Nederland verscheept te worden. Het model is betaald ($ 50.000) door de Stichting Vrienden van het MLM.
Brevet van onkunde
Toch weet het Netherlands Purchasing Committee in New York in september 1940 bij de firma Brewster 72 Buffalo’s te bestellen. Deze gedrongen deklandingsjager, in 1936 in productie genomen als eerste enkeldeks-jager van de US Navy, kende als F2A een korte en relatief onbevredigende carrière bij de Amerikaanse Marine. Buiten de VS bestelden ook Australië, België,
VL IEGE NDE
Een van de vliegers op de Brewster was Pat Bergamin. Als leerling begint hij in 1940 op de vliegschool in Kalidjati. ‘Na zes maanden kreeg ik mijn klein militair brevet’, zegt de sergeant bd. ‘Dan denk je wel dat je kunt vliegen, maar eigenlijk kun je nog helemaal niets. In de volksmond werd het dan ook wel het brevet van onkunde genoemd. Midden 1941 kreeg ik mijn groot militair brevet en kwam ik als sergeant-vlieger terecht op de Brewster. Nou ja, ik moest er nog op leren vliegen, maar er bestond geen tweezits-versie van het toestel. Het was dus: “Hier heb je een boekje en daar staat het vliegtuig. Succes!” Zo had ik eens het staartwiel dat je gebruikt voor het
22
HOLLA NDE R
vervlogen tijden sturen op de grond blijkbaar niet goed vergrendeld bij de Tijdens de Japanse aanval worden dertig Brewsters neergeschoten landing. Ik schoot de baan af en waarbij 17 vliegers omkomen, terwijl koerste in volle vaart met zo’n ze zelf 55 Japanse ‘kills’ op hun honderdtachtig kilometer per conto schrijven. Vijftien Buffalo’s worden op de grond vernietigd. uur op een stoomwals af. Het is gelukkig goed afgelopen.’ Op 8 december, de dag van de oorlogsverklaring, wordt Bergamin overgeplaatst en komt uiteindelijk bij de 2 Afdeling Vliegtuiggroep IV op het vliegveld Andir bij Bandung op Java terecht. Een week eerder, op 30 november 1941 mobiliseert de Militaire Luchtvaart als eerste onderdeel van de ML-KNIL. Tijdens de vele patrouilles die Bergamin vliegt, komt het tot twee luchtgevechten. ‘In de eerste kwam één collega om. In de tweede niet, curieus genoeg. Dat den waargenomen, zaten ze meestal al boven het veld, want was omdat één van ons na een manoeuvre met zijn vliegtuig waarschuwingsmiddelen waren er niet. Om dan nog enigszins bovenop een Jappanner landde. Die stortte vervolgens wel kans te hebben, moest je wel zo snel mogelijk de lucht in en neer.’ dat was rechtdoor.’ Van der Muur vult aan: ‘Meestal was er wel een zogenoemde standing patrol in de lucht. Dat waren enkele vliegtuigen die de Japanners bezig hielden totdat de De lucht in andere toestellen in de lucht waren.’ Daarna volgde dan het Vliegtuigen stonden in die tijd – zoals gebruikelijk – op het luchtgevecht. Bergamin: ‘Daarbij moet je achter je tegenplatform en werden permanent bewaakt door een monteur. stander zien te komen. Maar als je zelf met vijftien toestellen Van der Muur: ‘Pas achteraf merkten we dat de Japanners veel bent, en de tegenstander met ongeveer twee keer zoveel, kan spionage hadden uitgeje nog zo je best doen om achter een Japanner te komen, maar voerd. Ze hadden goede er zit altijd wel weer iemand achter jou. En achteruit schieten kaarten en bewaking van kan nou eenmaal niet.’ de toestellen was nodig tegen sabotage.’ Bij een alarm rennen vliegers Geen match naar de toestellen en Tegen de Nakajima Oscar kon de Brewster nog aardig uit de starten rechtuit, dwars voeten, maar tegen de Mitsubishi Zero was het lastig. ‘Daar over het veld, dus zonder kwamen we bij de eerste gevechten eigenlijk pas achter’, zegt eerst naar de baan te Bergamin. ‘Wij hadden het zwaar. Een gevecht duurde tien tot taxiën. Bergamin: ‘Je vijftien minuten, en dat is lang hoor. Wij waren eigenlijk geen moest ook wel. Wanneer match voor hen. Zij waren, door het ontbreken van bepantseJapanse vliegtuigen werring, lichter dan wij en vlogen veel sneller. Wij hadden wel een pantserplaat achter onze rug, maar we konden niet tegen ze op. Ze klommen als een geit. Toch had ik tijdens het gevecht geen angst. Van tevoren wel, maar tijdens denk je alleen maar aan overleven. Ik heb geen idee hoeveel toestellen ik heb geraakt. Dat is moeilijk in te schatten in een luchtgevecht. Mijn toestel werd wel geraakt in de vleugel en het hoogteroer. Ik Van der Muur (boven) werkt na WO II groverwachte brand, maar dat gebeurde niet gelukkig.’ tendeels op Leeuwar‘De Brewster bezat namelijk geen zelfdichtende tanks, zoals den, onder andere andere toestellen wel hadden’, vult Van der Muur aan. ‘Maar als linechief. met een octaangehalte van 99 hadden de Brewsters uitermate brandbare vloeistof aan boord.’ Na de landing van JapanBergamin (rechts) ners in West-Java voert Bergamin op 1 maart, een week voor vliegt na de oorlog onder andere bij het de capitulatie op 8 maart, zijn laatste aanval uit. ‘We hadden 19 Squadron, en laslechts twee bommen van vijftig kilo bij ons. Da’s helemaal ter bij de KLM. niets. Daarom maakte we nog een aantal strafing runs om de aanval maar enigszins te kunnen vertragen. Maar het bleek een verloren zaak.’ • VL IEGEN DE
23
H O L L AN D ER
R E P O R TA G E
R E P O R TA G E
Continue waakzame ogen gericht op Nederlands luchtruim
AOCS NM gaat niet voor half werk
Marshall Aerospace maakt nieuwe C-130’s klaar
Een vliegtuig dat niet reageert op oproepen van de verkeersleiding, vliegt het Nederlandse luchtruim binnen. Onmiddellijke actie is vereist en een paar minuten later gaan twee F-16’s van de Quick Reaction Force de lucht ????????????????? in. Het gebeurt bijna wekelijks en is een van de verantwoordelijkheden van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM). Maar welke raderen gaan er precies draaien in de bunkers van het AOCS NM bij deJune verkeersen de Tekst: Smit, Foto’s: Fabienne Winkgevechtsleiding?
Commloss Omdat de F-16’s tijdens hun vlucht naar de Belgische Hercules (9 maart 2007) boven Amsterdam door de geluidsbarrière heengaan, wordt deze actie bekend.
landse luchtruim binnenvliegt, maar ook wanneer een toestel zich niet meldt op de voorgeschreven frequentie of zonder opgaaf van reden afwijkt van zijn opgedragen koers. Als eerste actie worden de F-16’s in verhoogde staat van paraatheid gebracht, terwijl via noodfrequenties getracht wordt het toestel te bereiken. ‘Als wij melding krijgen van een commloss (communication loss, red.), geven we dat door aan de gevechtsleiding en proberen vervolgens te achterhalen wat er met het vliegtuig aan de hand is’, zegt majoor Marco Zeemeijer, supervisor bij de luchtverkeersleiding (MilATCC, roepnaam DutchMil). ‘Komen we er niet achter, dan geeft het CAOC (Combined Air Operations Centre in Duitsland, red.) aan het CRC opdracht om F-16’s de lucht in te sturen die vervolgens zo snel mogelijk gaan kijken wat er aan de hand is. Tegelijkertijd informeren wij de civiele verkeersleiding, zodat zij ruimte kunnen maken voor de F-16’s.’
Goede afloop ‘Negen van de tien keer is er bij een commloss niks aan de hand’, zegt Zeemeijer. ‘Onlangs was er wel een burgervliegtuigje, dat niet reageerde op oproepen. De F-16’s constateerden toen ter plekke dat de vlieger onwel in zijn kist zat. Als zoiets gebeurt, ben je gefocussed op een goede afloop. Helaas is het vliegtuig uiteindelijk in zee gestort en is de man omgekomen. Omdat ik als laatste met de kist had gesproken, deed
Maar vele andere keren dat de QRA in verhoogde staat van paraatheid werd gebracht, kwam niet in het nieuws. Intercept is van alle tijden, maar onderscheppingen van civiel en militair verkeer dat in principe als ‘bevriend’ te boek staat, is sinds 11 september actueler geworden. Sinds die beruchte datum wordt al vrij snel de QRA ingezet. Dat gebeurt niet alleen in gevallen waarin een vliegtuig met onbekende identiteit het Neder-
Schaduwen ‘DutchMil informeert ons in zo’n geval dat er geen contact is met het toestel’, zegt majoor Herbert de Groot, mastercontroller bij de gevechtsleiding (CRC Nieuw Milligen, roepnaam Bandbox). ‘Als de QRA daadwerkelijk gescrambled wordt, begeleidt de wapensectie van het CRC de F-16’s naar het doel. De oefenscenario’s die we voor dat soort situaties draaien, duren twintig minuten tot drie
me dat best wat.’ De Groot: ‘Meestal wordt een commloss-situatie veroorzaakt doordat het toestel een verkeerde frequentie heeft ingeschakeld. Eerst probeert de verkeersleiding het toestel via de noodfrequentie op te roepen of via de opdesk van de maatschappij als die bereikbaar is. Als dat geen resultaat geeft, gaan we kijken, maar vaak wordt het contact alweer hersteld als de QRA nog aan het taxiën of net airborne is.’
Een Hercules van de Belgische luchtmacht meldt dat hij problemen heeft met zijn motor en dat deze waarschijnlijk is uitgevallen. Als enkele seconden later het hele contact tussen de verkeersleiding en de C-130 compleet is verbroken en het transportvliegtuig onbereikbaar blijkt, wordt de Quick Reaction Alert (QRA) gescrambled. Enkele minuten later nemen twee F-16’s van Vliegbasis Leeuwarden polshoogte bij het toestel. Het radiocontact is dan inmiddels weer hersteld en het toestel koerst richting zijn thuisbasis om het motorprobleem te laten verhelpen. Voor de QRA zit de taak er weer op. De F-16’s vliegen nog een oefenmissie om hun brandstof op te gebruiken en keren daarna terug naar hun basis.
kwartier, maar in werkelijkheid speelt dit zich tussen één minuut en een half uur af. Dat is namelijk ruwweg de maximale tijd die een verkeersvliegtuig nodig heeft om over Nederland door te vliegen. Als het de grens over gaat, neemt in principe het CRC van dat land het over, omdat alles gebeurt onder NATO-vlag. We zorgen daarom ook dat alle landen en betrokken instanties om ons heen op de hoogte zijn van die kist.’
Tekst: June Smit I Foto’s: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
Geconcentreerde gezichten bij de gevechtsleiding (boven), net als bij hun collega’s van de verkeersleiding (foto’s rechts).
DE VLIEGENDE HOLLANDER
24
25
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
R E P O R TA G E
Wapens ‘Als het om een militair toestel is, wordt de situatie afgehandeld onder NATO-vlag. De dutycontroller op het CAOC beslist in zo’n geval wat er moet gebeuren. Doorgaans zal hij opdracht geven om het toestel weg te praten of te schaduwen. In het geval van een civiel toestel draagt NATO zeggenschap over de QRA en het controlpoint op het CRC over aan de nationale autoriteiten, vertegenwoordigd door de mastercontroller. Uiteindelijk neem de minister van Justitie dan de beslissingen. Hij vertelt via zijn staf wat we moeten doen, bijvoorbeeld even in de cockpit kijken of er sprake si van een bedreigende situatie of dat de vlieger alleen maar zit te suffen. Meestal is het voor de vlieger behoorlijk schrikken als er ineens F-16’s om hem heen hangen. Ik heb nog niet meegemaakt dat een kist kwade intenties had. Bij de Amerikanen was dat natuurlijk anders op 11 september. Ik kan me enigszins indenken hoe het daar moet zijn geweest in de Opsroom. Je ziet iets gebeuren, maar je kan niks doen. Na de aanslagen hebben ze dan ook steeds jachtvliegtuigen in de lucht gehad om ergens snel bij te kunnen zijn.’ Drukste luchtruimen In totaal is de QRA van 1 januari tot half september dit jaar al 25 keer op verhoogde status van alertheid gezet. Daarvan zijn de
F-16´s zes keer naar de baan getaxied, en van die zes keer zijn ze vier keer daadwerkelijk airborne gegaan om bij een toestel te gaan kijken. Toch is luchtruimbeveiliging niet de enige taak van de luchtverkeers- en gevechtsleiding op het AOCS NM. Nederland heeft een van de drukste luchtruimen van de wereld, waar civiele en militaire toestellen op een veilige manier doorheen geloodst moeten worden. De luchtverkeersleiding voert deze taken uit in samenwerking met Luchtverkeersleiding Nederland op Schiphol en Eurocontrol in Maastricht, die elk een specifiek deel van het luchtruim voor hun rekening nemen. Snelwegen ‘Wij zijn verantwoordelijk voor tweederde van het luchtruim’, zegt Zeemeijer. ‘Zowel civiel als militair. Ik denk zelfs dat het grootste deel van het luchtverkeer dat we afhandelen, civiel is. Burgerluchtvaart zit meestal op een hoogte van 20.000 voet en hoger en vliegt volgens een soort snelwegen in de lucht. De luchtmacht kan daar wel doorheen vliegen, maar het militair beheerde luchtruim zit in principe lager. Aan helikopters hebben we het minste werk, tenzij ze in nood zijn. In principe vliegen heli’s niet zo hoog, omdat ze tijdens tactische verplaatsing vaak zoveel mogelijk gebruik maken van beschutting. Ze zitten wel op de frequentie, maar komen niet in conflict met burgerluchtvaart.’
Danger areas ‘De oefenmogelijkheden in het luchtruim worden wel steeds beperkter door de toenemende burgerluchtvaart’, zegt De Groot. ‘Op dit moment mogen ten noorden boven de Waddenzee in de zogenoemde dangerareas, nog alle mogelijke scenario’s beoefend worden. Daarnaast zijn er nog drie oefengebieden in Nederland, boven Volkel, Leeuwarden en Twenthe. Het zijn altijd twee partijen die een aantal set-ups tegen elkaar oefenen. Wij praten ze naar elkaar toe en zorgen dat ze op minimale afstand blijven. Meestal werken we met een bullseye, een vastgesteld coördinaat waarvandaan we kunnen aangeven hoever een vlieger nog van zijn doel afzit. Daardoor kan hij in zijn hoofd en met zijn boordsystemen een ‘situational awarness’ opbouwen. Een oefenmissie duurt plusminus een half tot heel uur, afhankelijk van het scenario. Nu onze F-16’s met AMRAAM DE VLIEGENDE HOLLANDER
26
vliegen (midellange afstand luchtraket, red.), zijn de missies voor ons anders dan voorheen. Tgenwoordig kunnen ze al op grote afstand een plaatje opbouwen en ene set-up afronden. Dit in tegenstelling tot een aantal jaar geleden, toen set-ups doorgaans eindigden in echte ‘dogfights’. Daarbij kwamen F-16’s veel dichter bij elkaar en was de uitdaging om de steeds veranderende situatie op je scherm onder woorden te brengen, groter.’ Afwijking ‘Ik denk dat je een goede verkeersleider kan opleiden tot gevechtsleider en andersom’, gaat De Groot verder. ‘Maar ik denk niet dat iedereen het kan leren. Naast het borgen van de vliegveiligheid tijdens trainingsmissies is onze grootste uitdaging ervoor te zorgen dat het luchtbeeld compleet is. Een beeld van 99 procent is niet voldoende.’ Ook de lucht-
verkeersleiding gaat niet voor half werk. Zeemeijer: ‘Wij zien geen vliegtuigen op het scherm, maar codes. Uit de manier waarop deze bewegen, moeten wij afleiden of dat ene vliegtuig het andere raakt als het een bepaalde koers aanhoudt of dat het moet klimmen. De codes gaan in werkelijkheid natuurlijk om duizenden mensen. Dat verantwoordelijkheidsgevoel is wel groot, maar zo bekijken we niet elk vliegtuig. Dat kan ook niet, maar je hebt wel door dat als het misgaat het grote gevolgen kan hebben. Niet iedereen die solliciteert, wordt ook verkeersleider. Van mijn lichting solliciteerde ruim driehonderd man, waarvan er tien werd aangenomen en uiteindelijk twee van overbleven. Het inzicht dat je moet hebben als verkeersleider kun je niet leren, dat moet erin zitten. Sterker nog, het is een aangeboren afwijking en die heeft niet iedereen. Als je het wel hebt, kun je dit werk doen.’ • 27
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
R E P O R TA G E
wijlen generaal-majoor Heinz Manderfeld, diverse reüniecomités bij elkaar, wat in 1994 resulteert in de oprichting van de Stichting Federatie MILU. Meliesie: ‘Inmiddels vertegenwoordigen we vijfduizend veteranen. Ook de nieuwe generatie Vredesmissieveteranen heeft inmiddels zijn weg gevonden. De oude garde maakt langzaamaan plaats voor de jonge.’
KLu Veteranendagen dé manier om verhaal kwijt te kunnen
‘Ervaringen worden nooit gewoon’ Voor veel veteranen van de militaire luchtvaart, zijn de Veteranendagen van de Koninklijke Luchtmacht een bijzondere belevenis. Het geeft ze de kans om weer eens op een operationeel onderdeel van de KLu rond te kijken, en vaak wordt het gecombineerd met een bezoekje aan het Militaire Luchtvaartmuseum. Maar bovenal is het dé gelegenheid om even onder elkaar te zijn, en verhalen ‘van toen’ op te halen.
Om het luchtmachtgevoel weer te versterken kregen veteranen een luchtmachtcap. ‘Wat leuk! Die van mij heb ik al jaren niet meer’, was de reactie van velen.
Tekst: Arno Marchand I Foto’s: Paul Böcker, Fotodienst Vliegbasis Soesterberg
Daarin zit ‘m volgens de generaal-majoor Erik Oliemans, belangenbehartiger van de veteranen van de Koninklijke Luchtmacht, juist het verschil met de Nationale Veteranendag op 29 juni. ‘Op die dag laten we nationaal zien hoe belangrijk veteranen voor Nederland waren’, zegt de Plaatsvervangend Commandant
De Drumfanfare van de Koninklijke Luchtmacht zorgde voor de muzikale omlijsting.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
Luchtstrijdkrachten. ‘Dan tonen we ze de waardering van het volk. Maar op de Veteranendagen van de KLu tonen veteranen waardering onder elkaar.’ Dagje uit De benaming van deze dagen doet vermoeden dat ze alleen bestemd zijn voor
KLu-veteranen, maar dat is een misverstand. Ze zijn er voor alle veteranen van de militaire luchtvaart, of dat nou bij de Militaire Luchtvaart van het KNIL, de Marineluchtvaartdienst, de KLu of bijvoorbeeld in dienst van de RAF was. Maar van sommige groepen wordt het aantal overlevenden steeds kleiner. De 94-jarige
Guus Kiel, Fokker D.XXI-vlieger in mei 1940 voelt zich op deze dagen soms wat eenzaam. ‘Je zoekt altijda wel tijdgenoten, maar er is bijna niemand meer om je verhaal mee te delen. Gelukkig bel ik nog geregeld met Jan Linzel in Ierland met wie ik destijds vloog. Dan hebben we altijd veel gein. Vorig jaar kwam ik hier nog wel twee D.XXI-monteurs tegen. Desondanks kom ik graag hoor. M’n vrouw en ik maken er een dagje uit van.’ Sergeant bd Gert Muys en soldaat bd Jan Hansates, beiden 79 jaar, ervaren het op dezelfde wijze. Drie jaar geleden stonden ze naast elkaar een groepsfoto uit eind jaren veertig te bekijken. Muys wees zichzelf aan en zei tegen zijn vrouw ‘dat ben ik’. ‘Dan ben jij Gert Muys’ zei Hansates, die naast hem stond. Ze hadden elkaar al die jaren niet meer gezien. Hansates: ‘We waren zelfs slapies van elkaar.’ Muys: ‘Dit soort dagen zijn heel belangrijk. Voor mij niet zozeer om ervaringen te verwerken, maar juist om herinneringen op te ophalen. Ik kijk nu al uit naar volgend jaar.’ Iets goeds gedaan Dit jaar was het de vijftiende keer dat de KLu de Veteranendagen organiseerde samen met de ‘Stichting Federatie van organisaties van veteranen en oudgedienden van Militaire Luchtvaart’, kortweg MILU. Een van de voortrekkers van het KLu-veteranenbeleid is de tachtigjarige scheidend vice-voorzitter en PR-functionaris soldaat bd Jan Meliesie. Hij vervulde zijn diensttijd grotendeels in Nederlands-Indië. ‘En jaar of tien na mijn diensttijd kwam ik een inschepinglijst voor Indië tegen.
Ik dacht, daar moet ik iets mee. Twee jaar later startte ik met de voorbereidingen en een jaar later gingen de eerste brieven de deur uit. In 1965 hadden we onze eerste reünie. Pas toen konden we ons verhaal kwijt bij elkaar. Na die eerste reünie werd ik door diverse echtgenotes gebeld die opgelucht vertelden “door de reünie is het een andere man geworden.” Ik had voor m’n gevoel echt iets goeds gedaan.’ Pas onder aanvoering van minister van Defensie Relus ter Beek verschijnt in 1990 de nota ‘Zorg voor veteranen in samenhang’, dat leidde tot de aanstelling van een Inspecteur der Veteranen en de oprichting van de Stichting Dienstverlening Veteranen. In 1992 roept de toenmalige Plaatsvervangend Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten,
Één voelen Volgens Oliemans is dat een belangrijke ontwikkeling. ‘Veel militairen die nu in nog in dienst zijn, realiseren zich pas na hun diensttijd dat ze veteraan zijn en behoefte hebben aan contact. Vooral als ze vervelende ervaringen hebben opgedaan. Samen met het Veteraneninstituut zorg ik ervoor dat binnen de KLu drempels worden weggenomen en dat er faciliteiten voor – toekomstige – veteranen zijn. Het gevoel geven dat ze terecht in een warm bad belanden. Dat is mijn taak.’ Commandant Vliegbasis Soesterberg kolonel Frank Gerards spreekt uit eigen ervaring. ‘In 1994 was ik als missiecommandant tijdens Deny Flight betrokken bij het bombarderen van de vliegbasis Udbina in Kroatië. Als ik terugdenk aan de reacties van het volledige detachement krijg ik nog steeds kippenvel. Zelden voel je je zo één met elkaar, als tijdens dit soort spannende en indrukwekkende momenten. Goed getraind zijn komt pas echt tot uitdrukking als de sfeer onderling goed is. Toen was uitgezonden worden nog bijzonder. Nu is het inmiddels gewoon. Ervaringen worden echter nooit gewoon.’ •
Helaas werd op de woensdag de Sergeant Wilson’s Army Show overstemd door het geluid. Toch bracht het menig veteraan op de been om even een foto of video van de dames en heer te maken.
29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
R E P O R TA G E
Geleidehonden van de Koninklijke Luchtmacht in Afghanistan
‘Heel knap hoe zij zich hier staande houden’ Succes tijdens de militaire opbouwmissie in Uruzgan is méér dan een simpele optelsom van bekwame mensen en goed materieel. Zo dragen ook enkele trouwe viervoeters hun onmisbare steentje bij aan de veiligheid van de NATO-troepenmacht. Tekst: Gian Santegoeds I Foto’s: Gerben van Es
Geleider Nick wandelt samen met Kees langs het hek van Kamp Holland in Tarin Kowt.
‘Hey, dat is gaaf!’, denk ik hardop bij het zien van een Australische collega die op een zekere ochtend met zijn hond over Kamp Holland slentert. Ik kom tot de ontdekking dat de viervoeter in kwestie Merlin heet en dat er nog twee maatjes van hem op Kamp Holland in Tarin Kowt bivakkeren. Wat ze hier doen? Explosieven opsporen voor hun baasjes van de Reconstruction Taskforce tijdens patrouilles. De Australiërs werken samen met de Nederlanders om de provincie Uruzgan veiliger en leefbaarder te maken. Ze worden hierbij gesteund door een aantal trouwe viervoeters. Ook de Koninklijke Luchtmacht heeft een aantal honden op uitzending. Vier prachtige Mechelse Herders bewaken de flightline en de Apache gevechtshelikopters. Hoog tijd voor een kennismaking met zes bijzondere ‘honden op uitzending’ en hun geleiders.
Naam Ras Leeftijd Geslacht Taak
: : : : :
Spike Mechelse Herder 6 jaar reu bewaking flightline en Apaches op Kamp Holland
Geleider Ferry over Spike: ‘Spike zit sinds drie jaar bij de luchtmacht. Hij heeft eerste een andere geleider gehad, maar dat klikte niet. Dat heb je wel eens. Honden zijn daar heel gevoelig voor. Toen ik hem zag wilde ik het wel proberen. In eerste instantie dacht ik: waar ben ik aan begonnen? Hij werd helemaal wild in zijn ren toen ik
Schoten ‘Aan het geluid van vliegtuigen en munitie passen ze zich vanzelf aan’, zegt hondengeleider Nick. ‘Ze zijn afgericht om met schoten van dichtbij te reageren. Meestal is het ver genoeg om ze rustig te houden. “Schotstellen” (reageren op schoten van dichtbij, red.) doen we alleen in Nederland.’ ‘Het is natuurlijk ook niet niks wat ze door moeten maken’, zegt collega Marc. ‘Eerst de lange vliegreis in een kennel. Hier het weer, het terrein, de vliegtuigen en het lawaai. Maar ze hebben het allemaal goed doorstaan.’ ‘Daarom vind ik het zo knap wat de honden onder vaak moeilijke omstandigheden klaarspelen’, aldus geleider Ferry. ‘We zitten meer dan vijfduizend kilometer van huis en beleven samen een fantastisch avontuur.’ Rust Rocco, Spike, Rico en Kees gaan vier maanden met hun baasjes op uitzending en draaien afwisselend dag- en nachtdiensten. ’s Nachts en overdag zijn continue geleiders met hun honden op de flightline. Ook tijdens de wisseling van dag- en
Naam Ras Leeftijd Geslacht Taak
: : : : :
hem benaderde, dus het eerste wat ik heb gedaan is rust in hem brengen. Dat heeft even geduurd, maar het is uiteindelijk gelukt. Mijn aanpak heeft wonderwel goed uitgepakt al zie je dat niet altijd terug in de trainingen. Het is een dominante hond en eerlijk gezegd ook een beetje een brombeer. Hij ‘praat’ in elk geval heel veel. Hij is wel eens driftig, maar dat maakt mij niet uit. Veel collega’s durven hem niet eens uit z’n ren te halen. Spike is bovenal erg vrolijk en in de praktijk is het gewoon een wereldhond.’
nachtdienst. ‘Overdag laten we de honden die geen dienst hebben zoveel mogelijk met rust’, zegt geleider Marc. De vier geleiders proberen de vier Mechelse herders zo goed mogelijk in de watten te leggen. Marc: ‘De honden krijgen goed te eten. Door de haperende logistiek moeten we wel eens improviseren, maar dankzij het betere ritsel- en regelwerk weten we
Rocco Mechelse Herder 4 jaar reu bewaking flightline en Apaches op Kamp Holland
Geleider Patrick over Rocco: ‘Rocco is een beetje een slome hond, maar tegelijkertijd is hij ook heel erg speels. Hij zit nu twee jaar bij de luchtmacht. Het totaalplaatje is prima. Tijdens de Certificaatkeuring haalt hij altijd een goede score. Alleen bij het stellen (het rennen achter een boef, red.) is hij wat minder snel. Maar laatst zag hij een konijn en die had hij daarentegen weer zo te pakken. Rocco is in principe een goedgehumeurde allemansvriend. In de praktijk herkent hij zijn baasje wel. Hij springt altijd tegen me op. Een klik met je hond is heel belangrijk. Wij hebben die klik.’
DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
31
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
R E P O R TA G E
Naam Ras Leeftijd Geslacht Taak
: Kees : Kruising Mechelaar – Mechelse Herder : 6 jaar : teefje : bewaking flightline en Apaches op Kamp Holland
Naam Ras Leeftijd Geslacht Taak
: Sarby : Labrador New Foundlander kruising : 4 jaar : teefje : explosieven opsporen
Begeleider David over Sarby: ‘Sarby is een erg dominant, maar ook speels hondje. Ze doet dit werk nu tweeënhalf jaar. De vorige eigenaar kon haar niet meer verzorgen. Zo is ze bij ons terecht gekomen. Sarby is bijzonder fanatiek met het tennisballetje; daarom is ze waarschijnlijk ook zo goed in haar werk. Soms moet ik haar zelfs afremmen. In het veld slaapt ze altijd in mijn buurt. Ze heeft haar eigen slaapzakje tegen de kou maar meestal kruipt ze tegen me aan. Sarby heeft al heel wat munitie en explosieven uit de grond gehaald. Bang is ze absoluut niet. En ik ben op mijn beurt niet bang dat haar iets overkomt: wanneer ze wat heeft ontdekt, blijft ze keurig wachten bij het object totdat de Explosieven Opruimingsdienst de boel overneemt.’
Geleider Nick over Kees: ‘Ik kende Kees al van politiehondenvereniging ‘De Trouwe Hond’ uit Venlo. Ik heb haar aanbevolen bij mijn baas. Ze zit nu anderhalf jaar bij de luchtmacht. Het is een heel aanhankelijke hond. Een zenuwpees met trainen, maar een heel fijne hond in de praktijk. Ze is hier ook veel scherper geworden. Zaken als aanblaffen, signaleren deed ze in Nederland niet. Kees luistert heel goed; tijdens een patrouille peert ze er ook niet zomaar tussenuit. Of ze moet plots een konijn zien. Met de hitte kan ze heel goed omgaan. Dat is me honderd procent meegevallen.’
De waakhonden van de Koninklijke Luchtmacht worden opgeleid bij de KNPV (Koninklijke Nederlandse Politievereniging). De Lucht-
hun bakken toch steeds weer te vullen.’ Vanwege de verschillende eisen krijgen Rocco, Spike, Rico en Kees op dit moment drie verschillende soorten brokken voorgeschoteld. ‘Maar ze lusten ook gerust tosti’s hoor’, zegt Marc lachend. Net als hun honden genieten Marc, Patrick, Nick en Ferry van hun vrijheid. ‘Het omgaan met honden is leuk en je bent veel buiten’, klinkt het eensgezind. Marc: ‘Wanneer ik geen dienst heb en klaar ben met mijn dagelijkse klusjes, check ik de mail, leg een kaartje met mijn collega’s of maak een tour over Kamp Holland. Ik ken hier na vijf weken behoorlijk de weg.’ Scherp Met ongewenste bezoekers heeft dit team nog niet te maken gehad en het viertal probeert ook kost wat kost te voorkomen dat deze het kamp opkomen. Marc: ’We trainen de honden regelmatig. Dat gebeurt overwegend in de avond en gedurende de nacht. Dan doet één van ons het pak aan. Op die manier blijven de honden scherp. Ze blijven eventuele insluipers signaleren.’ Na verloop van tijd krijgen de viervoeters wat meer moeite met het zand, grind en het hete asfalt. ‘Zeker na een derde nachtdienst. Dan gaan ze er echt last van krijgen.’ Hondenslofjes zijn echter niet aan de stoere Herders besteed. ‘Ik heb ze wel eens bij Rocco geprobeerd maar daar kan hij toch niet tegen’, zegt geleider Patrick en hij besluit lachend: ‘Als ik het toch weer zou proberen, beland ik binnen de kortste keren bij het Role 2 hospitaal.’ Australische Genie Ook hun Australische collega´s David en Zeke hebben een bijzondere band met hun honden. David heeft al acht jaar ervaring als ‘handler’ bij de sectie Explosive Detection Dogs, een aparte discipline binnen het Australische Genieregiment. ‘Er zijn maar vijfenwtintig ‘handlers’ in het Australische leger’, zegt David. ‘Elk jaar komen er maar vier tot zes menDE VLIEGENDE HOLLANDER
32
sen door de strenge selectie. De honden die we voor dit werk inzetten moeten één tot drie jaar oud zijn. Op dat moment zijn ze stabiel. De honden worden in negentien weken tijd opgeleid tot explosive detection dog. Het moeilijkste aspect van het vak is het “lezen” van de hond. Wij moeten zijn lichaamstaal en de manier waarop ze bewegen, op de juiste manier interpreteren.’ Eerste hulp De honden hebben een spanningsboog van veertig tot zestig minuten werken. Daarna moeten ze rust hebben en die krijgen ze ook. Elke hond heeft zijn eigen begeleider. Gaat die met vakantie, dan heeft de hond ook vakantie. De begeleiders
Naam Ras Leeftijd Geslacht Taak
: : : : :
Flojo Australische cattledog 5 jaar teefje explosieven opsporen
Begeleider Zeke over Flojo: ‘Flojo zit nu één jaar in het Australische leger. We hebben haar opgehaald uit het asiel. Flojo kan nog wel wat jaartjes mee. Ze staat elke keer weer te popelen om mee op patrouille te gaan. Ze hoeft me maar te zien en ze staat al klaar. Het is een vrolijk en heel aanhankelijk hondje. Inmiddels heb ik een behoorlijk hechte band met Flojo opgebouwd. Logisch, want je trekt bijna continue met elkaar op. Ondanks het speelse karakter kan ze zich heel goed focussen op haar werk. Alles voor een tennisbal.’
hebben een cursus gevolgd om hun honden eerste hulp te verlenen wanneer ze iets overkomt. Ook kunnen ze hiermee de belangrijkste ziektes herkennen. David: ‘Op Kandahar (op 120 kilometer van Kamp Holland, red.) zit een dierenarts, maar de artsen hier kunnen eventueel ook bijspringen. De honden kunnen dit werk tot hun achtste, negende levensjaar doen. Daarna gaan onze maatjes met welverdiend pensioen. De geleider heeft de eerste keus om de hond in huis te nemen. Er wordt sowieso een passend thuis voor hem of haar gezocht; het liefst binnen een gezin. Eén ding staat vast: een explosievenhond die klaar is met werken, gaat niet meer terug naar het asiel.’ •
macht koopt ze vervolgens in. Op dat moment zijn ze elementair inzetbaar. Vervolgens gaan de honden op voor het Luchtmachtcertificaat. Tot slot krijgen ze elk jaar een praktijktoets. Van de zeven oefeningen moeten ze er drie verplicht halen. Ieder jaar is er ook een luchtmachtkampioenschap waar de ’s lands beste geleidehonden strijden om de hoogste eer.
Naam Ras Leeftijd Geslacht Taak
: : : : :
Rico Mechelse Herder 6 jaar reu bewaking flightline en Apaches op Kamp Holland
Geleider Marc over Rico: ‘Rico zit inmiddels drie jaar bij de Luchtmacht. Hij is druk en ongeduldig. Je moet hem continue onder de duim houden. Bij rondjes rond het gebouw moet ik hem altijd heel kort houden. Hij reageert heel fel. Het is echter een bijzonder goede praktijkhond. Toen een van die jongens tijdens een korporaalstest als pakwerker iets van de pallet moest pakken, sprong hij er bijna overheen.’
33
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Leeswijzer
J O U RT NIAT A EL
JOURNAAL
LUCHTVAARTKALENDER 2008 95 jaar Koninklijke Luchtmacht
De kalender heeft het formaat 25 x 36 cm, is enkelzijdig in fullcolour bedrukt op 18 grams papier. Hij is verkrijgbaar voor 16,- bij de Luchtvaart Hobby Shop in Aalsmeerderbrug, Flash Aviation in Eindhoven, de Aviodrome in Lelystad en de shop van het Militaire Luchtvaartmuseum in Soesterberg. Tevens is de kalender te bestellen door 16,- (dat is inclusief verzendkosten) over te maken op postgiro nr. 2567434 ten name van Korbee-promotie: MLD te Rijnsburg onder vermelding van Kalender 2008. Vermeld dan wel duidelijk uw adresgegevens.
kopters die ook gebruikt worden voor het vervoer van vracht voor de Nederlandse militairen. Op vrijdag 7 september arriveerde een DeHavilland Canada Dash-7 op KAF. Dit vliegtuig dat is uitgerust met flares voor zelfbescherming, zal honderd uur per maand gaan vliegen waarbij het vervoeren van Nederlands personeel de hoofdtaak vormt. Waar mogelijk kunnen ook andere ISAF-troepen gebruik maken van de capaciteit. De Dash-7 wordt gehuurd van het Canadese bedrijf Voyageur, wordt gevlogen door een zeskoppige bemanning en kan afhankelijk van de missie tussen de 24 en dertig passagiers vervoeren. Foto: Eric Vorstenbosch, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg.
Herdenking Michael ‘Sofac’ Donkervoort
Een indruk 34
Om tegemoet te komen aan het transporttekort, is op 28 augustus een L-100 aangekomen op Kandahar Air Field (KAF). Het betreft een civiele versie van de C-130 Hercules. De L-100 wordt ingehuurd bij de Zuid-Afrikaanse luchtvaartmaatschappij SAFAIR, die gespecialiseerd is in het vervoeren van vracht. Het vliegtuig zal veertig uur per maand worden ingezet voor het vervoeren van vracht binnen het operatiegebied. Iedere vlucht biedt de mogelijkheid om 21.000 kilo aan vracht te vervoeren. De L-100 wordt gevlogen door een zevenkoppige bemanning die onder het commando valt van het Joint Support Detachement. Naast de L-100 opereren in Afghanistan twee Mi-26 Halo zware transportheli-
Omgekomen sergeant Rosier terug in Nederland Op Vliegbasis Leeuwarden is donderdag 30 augustus het vliegtuig geland met aan boord het lichaam van Martijn Rosier. De sergeant der eerste klasse kwam de zondag ervoor in Afghanistan om het leven bij de inspectie van een bermbom. Acht militairen van de Koninklijke Landmacht droegen de kist met het stoffelijk overschot van de sergeant het vliegtuig uit. Vervolgens is het lichaam overgedragen aan de familie van Rosier. In Afghanistan deden collega-militairen hem woensdag uitgeleide tijdens een ramp ceremonie op de basis in Tarin Kowt. De aangetreden militairen brachten hem de eregroet. De crematie vond op 4 september in besloten kring plaats. Foto: Tjip Prins.
Luchtmacht aanwezig bij racefestijnen
Al twintig jaar stelt luchtvaartenthousiasteling Peter Korbee een kalender samen met als onderwerp (Nederlandse) militaire luchtvaart. Deze twintigste uitgave is geheel gewijd aan de Koninklijke Luchtmacht. Formeel bestaat KLu in 2008 55 jaar, maar de militaire luchtvaart bestaat al 95 jaar. De Luchtvaartafdeling vormde bij de oprichting op 1 juli 1913 een bescheiden onderdeel van de Koninklijke Landmacht. Het predikaat ‘Koninklijke’ werd op 11 maart 1953 toegekend en daarmee werd de KLu een zelfstandig krijgsmachtdeel. Deze lustrumuitgave bestaat uit foto’s van de hedendaagse luchtvloot, met achtereenvolgens de Fokker 60MPA, AB412SP, Gulfstream, AS.532U2 Cougar, DC-10-30 (DC-10), CH47D Chinook, Fokker 50, Alouette III, F-16 en PC-7 Solo Display Teams, KDC-10, AH-64D Apache en C-130H-30 Hercules. De opnames zijn gemaakt door de KLu-fotografen Eric Vorstenbosch en Arnoud Schoor van de Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg, Petra Aartsen van de Fotodienst Vliegbasis Eindhoven, en Jolanda Dam-Bloothoofd van de Werkeenheid Grondfotografie LCW. Een enkele foto komt uit het archief van Jan Zwijnenburg. Per ‘pagina’ staan van ieder type twee foto’s afgebeeld, begeleid door enkele regels tekst.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Vergroting transportcapaciteit Afghanistan
Precies een jaar na het noodlottige ongeval in Afghanistan met een F-16 waarbij kapitein Michael ‘Sofac’ Donkervoort omkwam, is hij herdacht. Naast een bloemengroet op zijn graf in Barneveld werd op de Vliegbasis Volkel door zijn echtgenote met het onthullen van een naamplaat, een plein nabij het 313 Squadroncomplex naar hem vernoemd. De voormalige commandant van het F-16 detachement, luitenant-kolonel Bertil van Geel, ging in zijn toespraak
een jaar terug in de tijd. Hij beschreef als het ware chronologisch de gebeurtenissen van toen. De inspanningen om Sofac te vinden en te redden, de dreiging, de kans op overleven en het ongeloof toen duidelijk werd dat Sofac het niet had overleefd. De gevoelens van verslagenheid die zich meester maakten van de detachementleden, maar ook de wil om verder te gaan omdat Sofac dit zeker zo gewild zou hebben.
Vier F-16’s van de Koninklijke Luchtmacht hebben zondag 2 september een spectaculaire fly-by uitgevoerd bij de eerste Dutch Champ Car Grand Prix op het TT-Circuit Assen. Vlak voor aanvang van de race om 13.00 uur vlogen de Volkelse toestellen in een strakke formatie om een groet te brengen aan de tienduizenden enthousiaste bezoekers en deelnemers van de race. Na het passeren van de startgrid braken de toestellen spectaculair uit de formatie. In de paddock van het circuit stond ook een F-16 en een wervingsstand opgesteld. Jeugdige bezoekers lieten zich uitgebreid informeren door de aanwezige luchtmachters.
In memoriam Op vrijdag 17 augustus overleed Watse Beetstra. Hij was sinds 2001 werkzaam als tandarts op Vliegbasis Leeuwarden. Beetstra is 64 jaar geworden. Hij laat een echtgenote en twee zoons na.
35
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
JOURNAAL
Commando-overdracht 600 Squadron Het 600 Squadron van de Groep Luchtmacht Reserve (GLR) heeft sinds vrijdag 31 augustus weer een commandant. Tijdens een ceremonie in het Casino Soesterberg heeft majoor (R) Richard Jaakke het commando over het squadron aanvaard. Al sinds juni 2006 nam Jaakke het commando over het 600 Squadron waar, omdat de toenmalige commandant plotseling vertrok. Aanvankelijk werd gekozen voor een waarneming door het Hoofd Groep Operaties en Ondersteuning van de Staf GLR, majoor (R) Rob Koorevaar. De net tot majoor bevorderde Jaakke ontving het commando uit handen van de commandant GLR, luitenant-kolonel (R) Peer Dekkers. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
‘Hart’ onder de riem Luchtmachtmedewerker Martin van Assouw moet vanwege de ziekte Multiple Sclerose of MS zijn baan vaarwel zeggen. Zijn gezondheid gaat achteruit en inmiddels zit hij in een rolstoel. Zijn dochters hebben in samenwerking met Hart in Actie van SBS6 een afscheidscadeau geregeld. De KLu werkte hieraan mee door middel van een oefenvlucht in de KDC-10 en een verrassingsoptreden van het combo van het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht met Lee Towers en de Jodysingers.
Civiel-militaire samenwerking op Twenthe Het internationale Cimic Centre of Excellence (CCOE) wordt definitief gevestigd op Luchtmachtbasis Twenthe. De CCOE is een kennis- en opleidingsinstituut voor civiel-militaire samenwerking tijdens militaire operaties, en verhuist van Budel naar Enschede. Naast Nederland zijn Duitsland, Denemarken, Tsjechië en Polen partner van het CCOE en in 2008 gaat ook Letland vrijwel zeker deelnemen. De CCOE heeft een vaste staf van ongeveer zestig medewerkers, dat zal oplopen naar tachtig. Daarnaast is er een permanente groep van minimaal zestig en maximaal honderd militaire cursisten. Eind 2007 komen de kwartiermakers richting de voormalige Vliegbasis Twenthe. Medio 2008 wordt begonnen met de verhuizing die in 2009 moet zijn voltooid. DE VLIEGENDE HOLLANDER
36
Koninklijk werkbezoek aan Vliegbasis Gilze-Rijen Hare Majesteit de Koningin bracht 29 augustus een werkbezoek aan de Vliegbasis Gilze-Rijen. Zij sprak over de ontwikkelingen rond de oprichting van het Defensie Helikopter Commando met de Directeur Operaties Commando Luchtstrijdkrachten en het managementteam van de vliegbasis. Daarnaast sprak zij met vliegend en technisch personeel dat
recent in Afghanistan heeft gediend. De minister van Defensie besloot in 2004 tot de vorming van één helikoptercommando voor alle militaire helikoptereenheden. De samenvoeging moet leiden tot een meer doeltreffende inzet van de helikoptercapaciteit. Personeel, kennis en middelen zullen hiertoe efficiënter worden ingezet. Foto: Hans Rademakers
Contract (K)DC-10’s Het grote onderhoud van de (K)DC-10’s is tot 2025 geborgd, het eind van de verwachte levensduur van de toestellen. Dat is vastgelegd in een meerjarig contract dat het ministerie van Defensie met Garuda Maintenance Facility (GMF) sloot voor het groot onderhoud dat één keer per vijf jaar moet plaatsvinden. Zoals ieder jaar, zijn in 2007 bij het bedrijf audits uitgevoerd door de Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA (augustus), de Singaporese en Maleisische luchtvaartautoriteiten CAA Singapore en CAA Malaysia (juni) en de Europese luchtvaartautoriteit EASA (februari). Alle instanties hebben de certificering van GMF als Maintenance Repair Organisatie met een jaar verlengd. Met het contract verplicht Defensie zich tot drie checks gedurende de komende vijf jaar, waarbij ieder vliegtuig een onderhoudsbeurt krijgt. Vervolgens bestaat drie maal een optie voor nog eens drie onderhoudsbeurten, gedurende de volgende vijf jaar.
Nieuwe genderfunctionaris CLSK De functie van gender-functionaris zal vanaf januari 2008 worden vervuld door kapitein Imke Stals-Visser. Tot die tijd zal majoor drs. Suzanne van Trier de functie waarnemen. Zij is werkzaam bij CLSK/DP&O/APM/SPP en van maandag t/m vrijdag bereikbaar op 450 47550 en via
[email protected]. U kunt bij haar terecht met al uw gendergerelateerde vragen.
Chippen in plaats van contanten Met ingang van 1 november kunnen gasten van Paresto niet meer met contant geld betalen in kantines en bedrijfsrestaurants. Betaling is dan alleen nog mogelijk met chipknip. Op 53 locaties komen verkooppunten waar onder andere buitenlandse gasten ‘prepaid’ chipkaarten kunnen kopen. Kijk voor een lijst van deze verkooppunten en voor meer informatie op intranet.
Werkbezoek PC-LSK aan IDL
De Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten, generaal-majoor Erik Oliemans, bracht op woensdag 5 september een werkbezoek aan het Instituut Defensie Leergangen (IDL), een onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA). De doelstelling van het bezoek was het uitwisselen van informatie met enerzijds de medewerkers van de vaste staf IDL, en
anderzijds de studenten van de Hogere Defensie Vorming (HDV-04). Ter sprake kwam hun bijdrage aan en mening over de competentiegerichte loopbaanopleidingen van het IDL: de Hogere en de Middelbare Defensie Vorming. Vooral de intellectuele uitdagingen en het ‘joint’ karakter vinden oud-HDV-studenten positief. Een mogelijk verbeterpunt zou kunnen zijn het nog beter uitdragen van haar eigen ‘product’ door de KLu. Volgens Oliemans zou een bezoek van de studenten aan de KLu-Commandoraad hieraan kunnen bijdragen. Ook is er gesproken over de actualiteiten binnen de KLu en het onderwerp ‘leiderschap met passie’. De generaal nodigde de KLu’ers dan ook uit om op basis van hun kennis en ervaring op korte termijn met hem daarover nader van gedachten te wisselen. Foto: Jetty Coenraads, Instituut Defensie Leergangen
Oefenen voor Afghanistan In het Noordoosten van Zeeuws-Vlaanderen vond van 11 tot en met 13 september de oefening Redskin Challenge plaats (zie foto). Helikopterbemanningen van de KLu werden tijdens deze oefening onder meer getraind voor een geïntegreerd optreden van grond- en luchteenheden, in het kader van de missie ISAF III in Afghanistan. Apache’s van de Vliegbasis Gilze-Rijen en Chinooks en Cougars van de Vliegbasis Soesterberg verzorgden daartoe Close Air Support en Close Combat Attack missies. Naast de samenwerking met grondtroepen beoefenden de helikoptervliegers ook de interactie met gevechtsvliegtuigen. De helikopters voerden verkenningen uit en haalden eenheden op vanaf locaties op de grond. Van 17 september tot en
met 5 oktober 2007 werd er in delen van de provincies Utrecht en Gelderland de oefening Uruzgan Integration gehouden. De oefening vindt globaal plaats binnen de vierhoek Kampen-Nijmegen-UtrechtHuizen, en grotendeels op oefenterreinen van Defensie. De oefenende eenheden gaan de huidige troepen van de Task Force Uruzgan (TFU) opvolgen. Aan Uruzgan Integration nemen ruim vijftienhonderd militairen deel. Het grootste deel daarvan maakt deel uit van de geniecompagnie en de zogenoemde Battlegroup. Deze eenheden hebben een belangrijke taak in het beschermen en beveiligen van het Provincial Reconstruction Team dat de wederopbouw in de Uruzgan ondersteunt. De kern van de eenheden is afkomstig van 43 Gemechaniseerde Brigade te Havelte. De luchtmacht neemt deel aan de oefening met Cougars en Apaches en F-16’s van Leeuwarden en/of Volkel. De rotatie TFU is voorzien rond 1 december dit jaar. Foto: Jan-Kees de Meester, Werkeenheid Grondfotografie Gilze-Rijen
37
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
JOURNAAL
Commando-overdracht 650 Squadron Majoor Ed van de Bospoort nam op 17 augustus het commando van het 650 Squadron op de Groep Geleide Wapens over van majoor Rens Pater. Van de Bospoort was tot voor kort trainingsofficier
bij het Combined Air Operations Centre 4 (CAOC4) in Messstetten, Duitsland. Pater is inmiddels werkzaam op Vliegbasis Leeuwarden als Hoofd Bureau Force Protection. Foto: Rob Gieling
Apache vliegt 2500 uur Onlangs heeft het Apache-detachement in Tarin Kowt de respectabele hoeveelheid van 2500 vlieguren weten te behalen. Het detachement dat momenteel onder leiding staat van luitenant-kolonel Giliam Bresser, geeft met vijf Apaches ondersteuning aan gronden luchttroepen in de vorm van Close Air Support- en Air Escort-missies.
Air-to-airrefueling mijlpaal KDC-10
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum * Expositie ‘Een vliegklas zwermt uit’ In 2007 is het tachtig jaar geleden dat de Vliegklas 1926 van de legendarische ‘Vliegschool van Versteegh’ zijn opleiding voltooide. Al spoedig bleek het om een bijzondere lichting te gaan, die na afronding van haar opleiding in de meest brede zin van het woord bijdroeg aan de ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart. Niet alleen in de jaren voor WO II, maar ook tijdens en daarna, drukten zij mede hun stempel op de grote veranderingen die de luchtvaart onderging. De expositie is gewijd aan de levensloop van deze vliegers en schetst daarmee tegelijkertijd een boeiend beeld van de betekenis van Soesterberg voor de Nederlandse luchtvaart in het midden van de vorige eeuw. Dagelijks tot 31 augustus 2008 * Filmdagen Op iedere eerste zondag van de maand worden er in de twee filmzalen van het MLM luchtvaartfilms en –documentaires getoond. * Kinderworkshops vliegen, de straalmotor en morse De uitleg over deze onderwerpen wordt verduidelijkt aan de hand van een aantal experimenten. Vervolgens wordt er onder begeleiding van een museummedewerker, een werkstuk gemaakt dat je mee naar huis mag nemen. Aan de hand daarvan worden er verschillende testen uitgevoerd om te zien hoe het werkstuk functioneert. Het laatste deel is het uitwisselen van ervaringen en vragen stellen. De workshops vinden plaats in het Flying Center van het MLM. De kosten voor deelname zijn €6,- per kind. Hiervoor krijg je de werkstukmaterialen, een informatieboekje en iets te drinken. Workshop Straalmotor: woensdag 3 oktober en woensdag 21 november van 14.15 – 15.45 uur Workshop Vliegen: woensdag 17 oktober en woensdag 5 december om 14.15 – 15.45 uur Workshop Morse: woensdag 7 november en woensdag 19 december om 14.15 – 15.45 uur Aanmelden via www.militaireluchtvaartmuseum.nl of via 0346 – 35 60 05 * Nationale Modelbouw Manifestatie In samenwerking met de International Plastic Modellers Society (IPMS) demonstreren diverse modelbouwclubs de kunst van het bouwen van schaalmodellen, waarvan sommige ook bestuurbaar zijn. Honderden schaalmodellen zullen op overzichtelijke wijze worden gepresenteerd en op het buitenterrein zijn spannende activiteiten te zien. Van 21 tot en met 28 oktober * De tentoonstelling ‘Jachtvliegers. Van aviateur tot straaljagerpiloot’ behoort inmiddels tot de vaste collectie van het MLM. Voor meer informatie: www.militaireluchtvaartmuseum.nl. Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op paas- en pinksterzondag, Koninginnedag, beide kerstdagen en nieuwjaarsdag is het MLM gesloten. De expositie en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kamp van Zeist 2-4, Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
DE VLIEGENDE HOLLANDER
38
Op 5 september is er voor de tienduizendste keer contact geweest tussen de tankboom van een KDC-10 (T -264) en een ontvangend vliegtuig, in dit geval een F-16 (J-362) van Leeuwarden. Tijdens het zogenoemde air-to-air refuelen wordt in een minuut circa 1750 liter brandstof vanuit eigen brandstoftanks van de KDC-10 in de tanks van een ontvangend vliegtuig gepompt. Dit vraagt om goede samenwerking tussen gezagvoerder, co-piloot, boomoperator en flightenigeer van de KDC-10 en de vlieger van het ontvangende toestel.
Vliegtuigwrakken WOII geborgen In de gemeente Koggerland is op 3 september gestart met de berging van twee vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog. De KLu voert de berging uit van een Britse HandleyPage Hampden en een Amerikaanse B-24H Liberator bommenwerper. De bergingsoperatie staat onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. De Explosieven Opruimingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marine maken eventuele aanwezige explosieven onschadelijk. De Bergingsen Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht ontfermt zich over mogelijke stoffelijke resten van de bemanningsleden. De gemeente Koggerland houdt tijdens de bergingsoperatie persbriefings en organiseert kijkmiddagen voor het publiek. Tijdens deze kijkmiddagen geeft Defensiepersoneel uitleg over de berging.
Vliegveiligheid en sportvliegers Zo’n 25 civiele sportvliegers, afkomstig van Lelystad Airport, brachten vrijdag 14 september een bezoek aan de Vliegbasis Volkel. Hier werden zij geïnformeerd over hoe een professionele luchtvaartorganisatie als de KLu omgaat met vliegveiligheid. Op het programma stonden onder meer briefings over vliegveiligheid, vliegplanning en meteorologie. De bezoekers arriveerden in de ochtend met vijftien lichte vliegtuigen, waaronder een aantal microlights. Met dit bezoek wil de luchtmacht bijdragen aan het vliegveiligheidbewustzijn onder sportvliegers en het wederzijds.
Oefenen in Amerika Personeel van Vliegbasis Volkel neemt sinds begin september tot en met half november met elf F-16’s deel aan diverse oefeningen in de Verenigde Staten. Van 1 september tot en met 18 oktober wordt vanaf Hill Air Force Base in Utah de oefening Hill-1 en Hill-2 gevlogen. Gedurende deze oefeningen staan veel Close Air Support (CAS) missies bij duisternis op het programma. De vliegers opereren dan met night vision goggles (NVG’s), en de targeting pod (TGP). Van 17 oktober tot en met 18 november wordt vanaf Nellis Air Force
Base in Nevada deelgenomen aan de grote internationale oefeningen Red Flag en Green Flag. Doel van deze oefeningen is het in internationaal verband trainen van missies in realistische scenario’s met een groot aantal verschillende vliegtuigtypen, in samenwerking met grondtroepen. Ook dan wordt gebruik gemaakt van TGP en bij de NVG. Dergelijke trainingen zijn van groot belang om de vliegers optimaal voor te bereiden op missies zoals de KLu bijvoorbeeld momenteel boven Afghanistan uitvoert.
Nieuwe Commandant Zeestrijdkrachten Luitenant-generaal der mariniers Rob Zuiderwijk is de nieuwe Commandant Zeestrijdkrachten. Hij nam op 31
augustus het commando over de Koninklijke Marine over van viceadmiraal Jan Willem Kelder.
AOCS NM fietst voor zeven ton Een elftal fietsers van AOCS Nieuw Milligen deed op 19 augustus mee aan de Ride for the Roses 2007 in Groningen. De opbrengst van deze sponsortocht van honderd kilometer was 700.000 euro en komt ten goede van het de KWF Kankerstichting. Het peloton van totaal negenduizend wielrenners zorgde ervoor dat de wind altijd ‘in de rug’ kwam. Alle elf AOCS NM’ers hebben de finish gehaald. Moe, maar voldaan namen de captain en tevens initiatiefnemer majoor Jan Tanis en zijn ploeg de roos en herinneringsspeld in ontvangst. Voor meer informatie over de sponsortocht kunt u kijken op www. ridefortheroses.nl. Foto: Jan Tanis
REUNIES EN HERDENKINGEN 1 Luchtmacht Verbindings Groep (1 LVG) Datum en tijd: woensdag 10 oktober, 11.00 - 15.00 uur Locatie: Showcooking Restaurant Wok Wonderland, Stationstraat 8, BaarleNassau,. Info en aanmelding: uiterlijk 20 juli €22,50 per persoon overmaken op 1166.99.159 t.n.v. W.M. Singerling te Baarle Nassau o.v.v. Reünie 1 LVG, tel 013-5079431 Bijzonderheden: Tien jaar geleden werd de 1 LVG opgeheven, voorheen 45ste Luchtmacht Verbindings Eenheid en Luisterdienst. Alle oud-medewerkers met of zonder partner zijn van harte welkom. Inclusief luxe lunchbuffet. Militaire Luchtvaart van het voormalig KNIL Datum: zondag 14 oktober Locatie: Kumpulan Bronbeek Info: J.P.Pieterse, tel. 030-6954690, e-mail:
[email protected]. Bijzonderheden: De jaarlijkse reünie houden we niet op de eerste zondag in oktober, maar op de tweede zondag. Uitnodigingen zijn in augustus verzonden. St. Geschiedkundige Verzameling EOD Datum en tijd: 9 november, vanaf 10.30 uur Locatie: SM. Scheickkazerne – Guten, Bergweg 10, 4104 BA te Culemborg Info en aanmelding: Alle ons bekende adressen krijgen automatisch bericht. Uitnodiging niet ontvangen en toch deelnemen? Aanmelden bij: Reüniecommissie EOD, correspondentieadres: Westdijk 3, 3244 BM, Nieuwe Tonge, tel. 0187-651 447, 06-53525088,
[email protected]. Bijzonderheden: Gelet op het succes van de afgelopen jaren roept het comité het personeel van de KM -KL en KLu op, die dienen of gediend hebben als (oud)vuurwerker, (oud)munitietechnicus of (oud)explosieven opruimer voor haar jaarlijkse reünie.
39
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
JOURNAAL
Monument Luchtvarenden De militaire luchtvaart heeft in haar korte geschiedenis honderden slachtoffers moeten betreuren. Ter nagedachtenis aan de omgekomen vliegers en vliegtuigbemanningen werd op vrijdag 14 september op de Vliegbasis Soesterberg een gedenkzuil met hun namen onthuld door de Commandant Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Hans de Jong en initiatiefnemer commodore bd. Steve Netto. Dit in het bijzijn van nabestaanden, oud commandanten, collega’s en overige genodigden. Tijdens de ceremonie verzorgden F-16’s een missing man formation. Na de Tweede Wereldoorlog en vooral tijdens de opkomst van het straaltijdperk, zijn bij verschillende missies vliegers en bemanningen omgekomen. In totaal gaat het om 267
personeelsleden van de KLu. Deze lijst is samengesteld met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). De meeste gingen ten onder met de eerste straaljager van de Luchtmacht, de Gloster Meteor en de F-84G Thunderjet. Maar ook met ‘naoorlogse’ schroefjagers, zoals de Spitfire, Mustang en Kittyhawk in toenmalig Nederlands-Indië en in andere vliegtuigtypen zoals de Dakota en helikopters. De doctrine van ‘on the edge’ vliegen bleef in de Koude oorlog en het straaltijdperk tot de beginperiode van de F-16 doorgaan. Gaandeweg ontstond er meer begrip voor de noodzakelijke vliegveiligheid en werden straaljagers technisch steeds betrouwbaarder. Foto: Eric Vorstenbosch, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
Zweedse en Zwitserse hondenwinnen biatlon De zestiende Internationale Hondenbiatlon was dit jaar extra spannend omdat niet alleen de winnaars van vorig jaar afwezig waren maar zich ook nieuwe deelnemers hadden ingeschreven. Zo namen voor het eerst teams uit Zweden en Noorwegen deel aan dit sportieve treffen tussen man (of vrouw) en hond. Met de verschillende teams van de Nederlandse krijgsmachtdelen en politiediensten kwam het aantal deelnemers uit op 75. Daarvan passeerden er uiteindelijk 65 de finish. De Zweed Johansson gaat er in het overall klassement met het goud vandoor. Lokale favoriet sergeant 1 Corné Keijl verdient met een tijd van 47.35 minuten de zilveren medaille. Een derde plek is er voor de Zwitserse Serge Ritterband en zijn hond Gizmo. Bij de vrouwen overall is de winst voor de Zwitserse Bettine Kyburz en haar hond Nico. Zij hebben slechts 53.57 min nodig voor de negen kilometer met hindernissen. Ook het zilver gaat naar Zwitserland, naar Melanie Baillods en hond Zoltan. Het brons is voor korporaal Desiree Rutten van de Vliegbasis Gilze-Rijen. Met haar hond Linda komt ze na 1.09.46 over de finish.
Vliegbasis Eindhoven in aktie voor Assouw Met de invoering van Mulan op Staf CLSK zijn nu alle onderdelen van het CLSK over naar het nieuwe besturingssysteem. De migratie was gesplitst in twee delen. Het eerste deel betrof de migratie van confidentiële documenten en vervolgens de ‘gewone’ migratie. De eerste grote migratieklap vond plaats in het weekend van 14 en 15 april 2007, waarin de confi-gebruikers werden gemigreerd en het gedenkwaar-
dige moment waarop de Fire-wall naar beneden ging. Enkele weken daarna is de gefaseerde normale migratie gestart op de onderdelen, die volgens planning op 1 juli 2007 is afgerond. Al met al is het CLSK in een korte periode van drie maanden als geheel overgegaan. Het Project Mulan levert een Protocol van Oplevering op, waarin restactiviteiten worden benoemd en belegd. Foto: Robert van Loon
Premier Balkenende brengt bezoek aan troepen in Afghanistan Op 11 september, een dag vol symboliek, heeft premier Balkenende een bliksembezoek gebracht aan de Nederlandse militairen in Afghanistan. Tijdens zijn rondreis, waarbij hij Tarin Kowt, Kandahar en Kabul aandeed, sprak hij zijn waardering uit voor het goede werk dat de Nederlanders verrichten. Op Kandahar was voor het personeel van de Air Task Force ruim de gelegenheid om met de premier van gedachten te wisselen over het verloop van de missie.
Betaaldata salarissen 2007 In 2007 wordt het salaris uiterlijk de volgende werkdag na de onderstaande betaaldatum op uw rekening bijgeschreven: woensdag 24 oktober, vrijdag 23 november, vrijdag 21 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid van het ministerie van Defensie, tel. 070-3187493. VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2 VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected]. Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
‘Leutrum’ laatste carnavalsvereniging KLu In carnavalskringen is het getal 11 een bekend getal, maar voor leken het zogenoemde gekkengetal. Op 11-11-2007 bestaat de enig overgebleven carnavalsvereniging binnen de luchtmacht, de Peelknijnen, 44 jaar. Dit ‘Leutrum’ wordt op zondag 11-11 gehouden met DE VLIEGENDE HOLLANDER
40
een feestelijke receptie in bedrijfsrestaurant Valkenhorst op de Vliegbasis Volkel van 11.11 uur tot 17.11 uur. De receptie is bedoeld voor genodigden, basispersoneel en gastverenigingen. Kijk voor meer info op www.peelknijnen.nl.
Basketbalsters gezocht Het luchtmacht damesbasketbalteam is bezig met de voorbereiding op het NMK dat in april 2008 in Den Helder wordt gehouden en het CCAir HQ Ramstein toernooi dat in juni 2008 plaatsvindt. De huidige selectie zoekt daarvoor aanvulling, bij voorkeur basketbalsters die competitie spelen of gespeeld hebben. Ook recreanten zijn van harte welkom. Liefhebbers kunnen zich aanmelden bij de chef d’équipe van de basketbalploeg, kapitein Caroline Burger, op telefoon *06-494-8860 (of 0493-598860). Email: cw.burger.01@ mindef.nl.
Commando-overdracht 312 Squadron Luitenant-kolonel Jurgen van der Biezen heeft op donderdagmiddag 30 augustus om 13.12 uur het commando over het 312 Squadron overgenomen van overste Bertil van Geel. Van der Biezen was tot voor kort cursist HDV op het IDL en daarvoor Waarnemend PCO op de Vliegbasis Volkel. Van Geel doet momenteel een studie airpower bij de School for Advanced Airpower Studies in Montgomery, Alabama in de USA. Commandant van 312 Squadron is voor Van der Biezen extra speciaal omdat hij zijn F-16 vliegcarrière hier is gestart. Foto: Liepke Plancke, Fotografie Vliegbasis Volkel.
41
DE VLIEGENDE HOLLANDER
M E N S E N & M U TAT I E S
M E N S E N & M U T TAITTI EE LS
&
Mensen
Mutaties
Bevorderingen militairen Commodore Spit,Madelein per 8/1/2007 (RESSORT LUSYSN STGP) Majoor Altena,Peter van per 8/1/2007 (SSB: BUR OPS BELEID&PLAN.), Bosch,Jeroen JM per 8/20/2007 (LSK:BUR THEATRE AIR&MISS DEF.), Slot,Wouter per 8/20/2007 (Sectie C4ISR) Kapitein Mol,Wilhelmus JR van per 8/20/2007 (VKL:STAF VKAM) Eerste luitenant Kiewiet,Gerard J per 8/17/2007 (LW:WING MISSION SUPPORT), Klein,Andrea per 8/31/2007 (EHV:P&O ADVISEURS&ONDERST P&O) Adjudant Gerritsen,Marten J per 8/1/2007 (LCW LR MAT DNST), Merkx,Petrus T per 8/1/2007 (OKLU:KANT KWALBORGING&OPLONTW.), Rosendahl,Jeroen H per 8/1/2007 (LCW LOGMGMT HELIKOPTERS) Sergeant-majoor Gijzen,Edwin van per 8/1/2007 (LCW ON EQMT BDFBUR) Sergeant der eerste klasse Berg,Jeroen van den per 8/11/2007 (VKL:SIE VLIEGVEIL. UITRUSTING), Bergstra,Marcel per 8/4/2007 (LW: P&O ADVISEURS&ONDERST P&O), Bruggen,Mark D van per 8/25/2007 (AGB DUO PRODGP DEPOT), Da Silva,Pedro M per 8/26/2007 (Bureau Materieel), Geertshuis,Brian per 8/25/2007 (VKL:SIE VLIEGVEIL. UITRUSTING), Goelamhaider,Farrell MV per 8/30/2007 (LW:SIE EXPEDITIE), Gras,Roy per 8/4/2007 (OKLU:BUR INL. & VEILIGHEID), Greijdanus,Jelle B per 8/4/2007 (LW:621 OGRV PEL), Kasteren,Pascal van per 8/4/2007 (EHV:PVE BEWAKING), Kuik,Roelof per 8/1/2007 (LW:GEREEDSTELLINGSVLUCHT 323), Lee,Sidney van der per 8/4/2007 (OKLU:SIE POL & CHEMISCH AFVAL), Lomans,Melvin per 8/31/2007 (THG:PVE SQN OPERATIEN 301), Noordink,Ramon per 8/7/2007 (VKL:WE WAPENTECHNIEK), Onderdijk,Marcel per 8/25/2007 (OKLU: AFD DISTRIBUTIE), Pisarahu,Jacob OR
DE VLIEGENDE HOLLANDER
42
Actieve dienst verlaten per 8/21/2007 (GZRY:SQN STAFBUR BASIS), Siahaya,Lorna J per 8/4/2007 (Defensie Operatiecentrum (DOC)), Westra,Edwin S per 8/16/2007 (LW:PVE OPS 322), Wit,Andre P de per 8/4/2007 (NSU RAMSTEIN/COGP) Korporaal der eerste klasse Adams,Rob L M per 8/15/2007 (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Boutkan,Jasper per 8/1/2007 (VKL:SIE VLIEGVEIL. UITRUSTING), Braken,Lydia per 8/15/2007 (VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640), Diebels,Maikel PJ per 8/23/2007 (EHV:ME POL EN CHEMISCH AFVAL), Heij,Richard per 8/6/2007 (SSB:BEWAKING DET MLT DEELEN), Janse,Antonius per 8/8/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Janssen,Peter per 8/8/2007 (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Mientjes,Robert per 8/15/2007 (SSB: HONDENSECTIE), Mulder,Nanda per 8/19/2007 (EHV:PVE LUCHTVERKBEVEIL.), Opgenhaffen,Patrick RJM per 8/8/2007 (EHV:HONDENSECTIE), Ploeg,Ramon per 8/8/2007 (EHV: PVE BEWAKING), Ritsma,Thomas per 8/29/2007 (VKL:641 OGRV PELOTON), Rongen,Lotte MCH per 8/22/2007 (VKL: SIE WEGTRANSPORT), Salah,Mohamed per 8/1/2007 (SSB:WE VLIEGVEILIGHUITRUST.), Verhees,Joost per 8/8/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Vugt,Eric van per 8/1/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Wely,Mike LJBG van per 8/29/2007 (VKL:641 OGRV PELOTON), Wensveen,René van per 8/8/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Wolven,Robin van per 8/8/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Zondervan,Rico per 8/29/2007 (VKL:641 OGRV PELOTON) Korporaal Meyer,Marinus F de per 8/2/2007 (OKLU:PVE TRANSPORT) Soldaat der eerste klasse Druiventak,Mellisa W per 8/17/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640) Schaal 07 Bakema,Johannes J per 8/1/2007 (LW: STAF PLANNING & CONTROL),
Generaal-majoor van den Born,Leonardus CRM (per 8/1/2007) SNR NLT USCENTCOM Luitenant-kolonel Blom,Gerardus (per 8/1/2007) Head Nl/Ge Gbad Plann Cell Majoor Frenk,Ferdinand C (per 8/1/2007) IV-deskundige (BAM) Kapitein Asselman,Petrus T (per 8/1/2007) Hoofd, Knook,Maarten (per 8/1/2007) Hfd PVE Material Mngmnt, Looman,Jurgen F (per 8/13/2007) KLU Herplaatsing Intern, Swart,Eddy (per 8/10/2007) Projectleider (Kap), van Empel,Marinus AH (per 8/1/2007) Hfd Goc Sqn Eerste luitenant Baars,Wim (per 8/1/2007) Tco Patriot, Buursink,Gerrit H (per 8/1/2007) Arrival Controller, Langbroek,Charissa Dominique (per 8/31/2007) Operatie-assistent, Mol,Leonhard (per 8/1/2007) HFD BUR GRO, Tjalsma,Uilke (per 8/26/2007) Ot Arbo Adjudant Jacobs,Mathias AH (per 8/1/2007) Hfd WBE OFFO, Roordink,Wilhelmus TM (per 8/1/2007) ARBPLTS TBV INT HERPLAATSING, van Schilt,Cornelis WVP (per 8/31/2007) Lijnchef Sergeant-majoor Quarre,Froukje (per 8/1/2007) Mdw Financiële Rechtspositie Sergeant der eerste klasse Boonstra,Coos A (per 8/1/2007) Techn Vot F16 Gereedstelling, Caspers,Remko (per 8/1/2007) 2e Monteur Lct, Damstra,Jakoba T (per 8/20/2007) Flightplanner, Filius,Diana (per 8/16/2007) Mdw Gnk Verz, Hijstek,Chantal EA (per 8/4/2007) Mdw Gnk Verz, Horstink,Vischal B (per 8/6/2007) Waarnemer, Melenhorst,Richard (per 8/1/2007) Techn Vot F16 Gereedstelling, Nijboer,Marco AJM (per 8/1/2007) Mat Behrdr, van der Kwast,Christine P (per 8/14/2007) Mdw Werving, Vreeburg,Jordy (per 8/1/2007) Mat Behrdr
Sergeant de Jong,Johannes FP (per 8/1/2007) Groeps-/Wacht-/Plv Pelcdt, Ellermeijer,Carine AF (per 8/4/2007) Groeps-/Wacht-/Plv Pelcdt, Rahakbauw,Daniël A (per 8/4/2007) Mdw Admin Zkn, Sandvos,Ingrid E (per 8/4/2007) Sergeant Vredesbewaking, Siwabessy,Zeffrey BJ (per 8/4/2007) Medewerker Stellen Mutaties, van der Velde,Jizri J (per 8/1/2007) KLU Herplaatsing Extern Korporaal der eerste klasse Basten,Niels MGH (per 8/1/2007) Ass Launcher Crew Patriot, Blom,Igor AR (per 8/20/2007) Kpl Bewaker, Bogers,Johannes WAAC (per 8/29/2007) Chauf, Bruinsma,Hessel (per 8/28/2007) Overtollig BBT SBK, de Groot,Talitha M (per 8/1/2007) Ass Vliegops Onderst Sqn, de Vries,Erwin (per 8/4/2007) Mdw Facility Operations, Draisma,Rilana T (per 8/1/2007) Kpl Bewaker, Gerritsen,Bernard (per 8/27/2007) Ass Monteur Voertuigtech, Mannessen,Guido H J (per 8/20/2007) MNT MOTVTGN, Molkenboer,Remco (per 8/4/2007) Hondengeldr, Oudt,Mervyn G (per 8/14/2007) Ass Techn Vot F16 Syst, Poortman,Martijn (per 8/25/2007) Chauf, Sas,Tim (per 8/22/2007) Ass Cis Maint, Scheeper,Joeri (per 8/1/2007) Kpl Bewaker, van Wees,Gerardus HJ (per 8/1/2007) Ass Launcher Crew Patriot, Wiering,Jeffrey (per 8/29/2007) Ass Techn Vot F16 Syst, Wieringa,Ronald P (per 8/21/2007) Kpl Bewaker
8/1/2007) Individueel begelpel KLu, van der Weerd,Marcel (per 8/18/2007) Innitiele Opleiding KLu Schaal 11 de Looper,Linda M (per 8/1/2007) Mdw Sie Kwaliteit-2 Schaal 9 Coensen,Gijsbertus MLM (per 8/25/2007) Techn Vot F16 Syst, Kramer,Arjen (per 8/1/2007) Fysiotherapeut, Wassink,Bernard (per 8/1/2007) Bedrijfsk Analist Bbv&im Schaal 8 Riggelink,Richard P (per 8/20/2007) OT VKAM Arbo Schaal 7 Teisman,Gilian (per 8/11/2007) P&O adviseur, Tummers,Gabby (per 8/11/2007) P&O Adviseur Schaal 5 te Boekhorst,J (per 8/13/2007) Ass Cis Operations Schaal 4 Knufman,Ilse M (per 8/24/2007) Ass Cis Operations, van de Ven,Gerardus AC (per 8/1/2007) Mdw Bur Lfts Schaal 3 Switters,Laura (per 8/24/2007) Mdw Int Dienst,
Korporaal Becking,Bart (per 8/18/2007) Nivo 3 Ooff Hondengeleiding, Boonstra,Jort W (per 8/4/2007) Nivo 3 Ooff LVB Soldaat der tweede klasse Fernandes Nazaré,Ricardo F (per 8/13/2007) Nivo 2 Kpl VO Chinook, Samsen,Kevin (per 8/4/2007) Nivo 2 Kpl Transport Soldaat der derde klasse Bastet,Thomas F (per 8/1/2007) Cursisten 3e peloton KLu, Cordilia,Stefano A.A. (per 8/10/2007) Nivo 1 Sld OGRV, Damen,Danny (per 8/1/2007) Individueel begelpel KLu, de Jong,Bernard T (per 8/18/2007) Innitiele Opleiding KLu, de Ruijter,Brian (per 8/1/2007) Cursisten 3e peloton KLu, Talsma,Johan C (per
43
DE VLIEGENDE HOLLANDER