de Vliegende Hollander Jaargang 66 / 67 - nummer 12 / 01 - december 2010 / januari 2011
HWIC haalt uiterste uit helicrews ‘GEZICHT’ VOOR NIEUWE C-130’s • 300 SQUADRON OP ZEE • SPRINGFIELD TERUG NAAR TUCSON
4
Omslagfoto: Gunners in een Cougar houden de omgeving in de gaten tijdens HWIC Recovery. Foto: Kees van der Mark
4 | HWIC RECOVERY Foto: Kees van der Mark
‘Het gaat om het samenspel van de hele crew’
8
Vliegers en loadmasters leren tijdens de Helicopter Weapons Instructor Course het uiterste uit zichzelf en de toestellen te halen.
7 | TIENDUIZEND BANEN Bij zijn aantreden heeft minister van Defensie Hans Hillen geen prettige boodschap. Directeur Personeel en Organisatie commodore Ton Tieland geeft een toelichting.
8 | NAAMGEVINGSCEREMONIE Nu beide C-130H’s zijn afgeleverd aan het 336 Squadron, restte volgend goed gebruik alleen nog de toewijzing van een naam uit het luchtmacht- of Defensieverleden.
14 | TORPEDOPROEF NH90 Foto: Cor Buser, AVDD
‘Een weerzien met twee oude vrienden’
14
De NH90 is weer een stapje verder in het opwerken naar een operationele status. Recentelijk vonden proeven plaats met het lanceren van torpedo’s.
16 | COUGARS OP ZEE Een detachement van het 300 Squadron verruilde de Brabantse basis voor Hr.Ms. Rotterdam. De crews zijn nu gekwalificeerd voor operaties vanaf het amfibisch transportschip.
19 | 2000ste LUMARA De Luchtmachtraad kwam in september voor de tweeduizendste keer bijeen. In november vierden zoveel mogelijk oud bevelhebbers en commandanten deze gebeurtenis.
20 | AWACS ZOEKT SCHEPEN Dat de E-3 Sentry naar luchtverkeer kijkt is bekend. Maar de AWACS is tevens geschikt om grond en zeeverkeer in de gaten te houden. Foto: Marco van der Heijden
‘Met een Mk.46 aan de helikopter, verandert de flightenvelope’
24
22 | WINGS OF CARE Als traumachirurg en oud KLu-kolonel en Apache-vlieger, introduceert Marck Haerkens de luchtmachtmanier van werken in de medische wereld.
24 | SPRINGFIELD VERHUIST NAAR TUCSON Na ruim drie jaar bij de Ohio Air National Guard, verhuist de opleiding van F-16 vliegers terug naar Arizona. En passant wordt het 306 Squadron gedeactiveerd.
VASTE RUBRIEKEN 12 | EEN DAG OP STAP MET …
Foto: 162 FW, Arizona Air National Guard
‘Voor moderne wapens heb je veel luchtruim nodig, en dat hebben we hier’
Als AMV’er is Ferdinand Bade op vliegbasis Eindhoven van vele medische markten thuis. Ondersteunend in geneeskundige onderzoeken, maar ook stand by voor de crashdienst.
27 | MENSEN EN MUTATIES 28 | JOURNAAL 35 | FOTOPAGINA
DE VLIEGENDE HOLLANDER 2
Column van de Commandant Luchtstrijdkrachten
‘Niets is besloten, maar alles wordt bezien’ In de maand november is veel over Defensie in de media verschenen. Niet alleen over de terugkomst van onze Apaches of onze F-16s in Afghanistan die nog steeds voortdurend worden ingezet voor het zoeken naar bermbommen en ondersteuning van grondtroepen, maar ook over de komende bezuinigingen. De aanleiding hiervoor is de brief die de minister van Defensie aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Hierin geeft hij aan dat er de komende jaren fors moet worden bezuinigd en dat de omvang van de Defensieorganisatie aanzienlijk kleiner wordt. Momenteel worden hiervoor plannen uitgewerkt die tot een nieuwe kleinere organisatie moeten leiden. Er verschenen ondertussen in de media berichten over sluitingen van onderdelen of afschaffen van wapensystemen. De minister reageerde hierop met de mededeling dat daarover nog helemaal niets is besloten, maar dat wel alles, maar dan ook alles wordt bezien. Ik realiseer mij dat dit voor u erg vervelend is als er dergelijke
‘De luchtmacht is het hart van de krijgsmacht – de F-16’s zijn bedoeld om troepen op de grond te kunnen beschermen’ berichten verschijnen en sluit me van harte bij de woorden van de minister aan. Ondertussen vraag ik u om uw werkzaamheden te doen als altijd en vertrouwen te hebben in datgene wat wij de afgelopen twintig jaar als luchtmacht op de kaart hebben gezet. Als we naar een kleinere krijgsmacht toegaan, verwacht ik dat het er een zal zijn die beschikt over militaire capaciteiten die er toe doen, en waarmee in uiteenlopende scenario’s een diversiteit aan taken kan worden uitgevoerd. Het Commando Luchtstrijdkrachten beschikt over dergelijke capaciteiten die multifunctioneel zijn en niet alleen in internationaal verband belangrijk zijn, maar ook voor nationale taken kunnen worden ingezet. Internationale samenwerking wordt steeds belangrijker, ook binnen de NAVO. De regeringsleiders van het bondgenootschap kwamen in november bijeen en daar werd naast het besluit om te komen tot een kleinere omvang van de commandostructuur en de vorming van een Europees raketschild, opgeroepen tot nog meer samenwerking binnen de NAVO. Te denken valt aan gelijke procedures bij inzet en aan de mogelijkheid om materieel uit te wisselen. Met al onze wapensystemen werken wij al intensief samen met een aantal bondgenoten. De recent afgeronde FWIT, maar ook JPOW, de HWIC, het dit jaar opgerichte EATC en natuurlijk de al jarenlange samenwerking bij de doorontwikkeling van de F-16’s in EPAF-verband. Allemaal voorbeelden van intensieve samenwerking die zich in de
Foto: Eva Klijn, AVDD
praktijk keer op keer uitbetalen. En ik verzeker u dat dit algemeen bekend is. Verdere intensivering van internationale samenwerking kan nog meer doelmatigheid opleveren, daarvan ben ik overtuigd. Het is verder belangrijk hoe er vanuit de samenleving naar ons wordt gekeken. Recent spraken mensen die buiten onze organisatie staan daar mooie woorden over. Professor Rob de Wijk, oprichter en directeur van het Haags Centrum voor Strategische Studies, werd recentelijk in de media geciteerd: ‘De luchtmacht is het hart van de krijgsmacht. De F-16’s zijn bedoeld om troepen op de grond te kunnen beschermen. Als er dan nog maar 25 kunnen vliegen, levert dat onwaarschijnlijk grote risico’s op voor je eigen mensen.’ Maar ook de woorden van de voormalige Secretaris-generaal van de NAVO over onze middelen zeggen genoeg. Daarom geloof ik zeker in het draagvlak van onze wapensystemen, binnen Defensie en daarbuiten. Onmisbaar in een Defensie organisatie die er toe doet en moet doen! Terwijl de bezuinigingen worden ingevuld, moeten we juist nu ook de blik op de toekomst gericht houden. Ontwikkelingen gaan heel snel en we moeten ons daarbij aansluiten, willen we op den duur niet aan relevantie verliezen. Daarom is het thema voor de Open Dagen Defensie Future Operations. Voor de Luchtmachtdagen wordt dit samengevat in de slogan: De toekomst hangt in de lucht. Dit thema zal in 2011 ook bij andere gelegenheden aan de orde komen zoals het Air Power symposium. Voorlopig is het business as usual. Dit geldt ook voor onze collega’s in Afghanistan en Mirage en tal van andere locaties in de wereld. Dag in dag uit zetten zij zich in voor een betere wereld. Ik leef mee met het thuisfront van onze uitgezonden militairen. Zij staan er alleen voor met de feestdagen en daar heb ik respect en waardering voor. Daarom was ik recentelijk bij de opnames van Missie Max waarbij familieleden van uitgezonden militairen de groeten kunnen doen aan hun uitgezonden dierbaren. De uitzending hiervan vindt plaats op eerste kerstdag op Nederland 2. Ik roep de directe collega’s van uitgezonden militairen op met de feestdagen een kaartje te sturen, zodat zij weten dat er aan hen gedacht wordt. Mijn gedachten zijn natuurlijk ook bij hen die moeten werken, op de QRA, SAR of op andere plekken binnen het CLSK, met kerst of oud en nieuw. Ik dank u voor uw vertrouwen en geweldige inzet van het afgelopen jaar en wens u en de uwen allen prettige kerstdagen en alle goeds voor het nieuwe jaar, waar u ook bent!
Wilt u reageren? Dat kan met een mail naar
[email protected] 3 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
‘Het uiterste uit jezelf halen, dat is waar Tekst: eerste luitenant Marlous de Ridder | Foto’s: Kees van der Mark
Elite onder helikoptercrews De actie voltrekt zich razendsnel. Een Cougar komt aanvliegen, met in zijn kielzog twee Apaches. Het gebulder van de F-16’s verraadt dat het wel eens om een special operation kan gaan. Binnen no time staan er infanteristen aan de grond. Er klinken schoten en posities worden ingenomen. De gevechtshelikopters houden de uitgestegen grondtroepen nauwlettend in de gaten. Als een geoliede machine begeeft iedereen zich sprongsgewijs richting vijandelijk gebied: de zoektocht naar de gegijzelde vlieger kan beginnen.
Majoor-vlieger Peter Arts (l.): ‘De HWIC begint waar de vaardigheden van een reguliere vlieger ophouden.’ Vliegers en loadmasters (r.) plannen hun HWIC Recovery-missie op Leeuwarden. (foto’s: René Ketting, AVDD)
DE VLIEGENDE HOLLANDER 4
REPORTAGE
de HWIC om draait’
Na een succesvolle bevrijdingsactie wordt de gewonde piloot met de Cougar afgevoerd.
Boven de normaal zo pittoreske camping Electra, in het noorden van Groningen, cirkelen continu helikopters. De reddingsactie wordt verrassend snel uitgevoerd. De gewonde piloot is al enige tijd overgeleverd aan de vijand, dus haast is geboden. Aan alles is te merken dat het samenspel tussen de grondeenheden en de helikopters een krachtige is. Er komt druk op de ketel als blijkt dat de vlieger niet op de aangewezen locatie aanwezig is. Uiteindelijk zorgt een bericht van de AWACS voor duidelijkheid en kan de missing man uit een loods worden gered. Als de Chinook is geland, volgt een snelle instap. Wat rest is een handjevol fotografen en nieuwsgierige buurtbewoners. Sluitstuk Bovengenoemde Hostage Release Operation (HRO) maakt deel uit van de eindoefening HWIC Recovery, het sluitstuk van de Helicopter Weapons Instructor Course (HWIC). Deze vijftien weken
De focus van de HWIC ligt op het samenspel tussen de hele crew en het geïntegreerd optreden met andere vliegtuig- en helikoptertypes.
cursus leidt vliegers en loadmasters op tot wapeninstructeur. Voor de zeven cursisten geldt dat ze moeten laten zien dat ze als individu én als team in staat zijn complexe missies als wapeninstructeur uit te voeren. Ook nu oefent het Defensie Helikopter Commando samen met militairen van het Korps Commando Troepen en 11 Luchtmobiele Brigade. Deze landmachteenheden moeten regelmatig hun speciale vaardigheden met helikopters trainen. De HWIC is daar de uitgelezen kans voor. ‘Tijdens HWIC Recovery komt alles samen’, legt majoor-vlieger Peter Arts uit, Hoofd Tactical Evaluation Standardisation and Simulation (TACTESS) van het 299 Squadron. De cursisten krijgen complexe opdrachten gericht op het vliegen van special operations. Daarnaast moeten ze hun kennis van wapen-, radar- en vliegsystemen tot in de finesses beheersen en in staat zijn de grondsteun met meerdere helikopters te coördineren.’ Een stap verder Een breed scala aan opdrachten passeert de afgelopen periode de revue. Van het uitvoeren van reddingsacties in geval van gijzelneming (personnel recovery – zie de novemberuitgave van de Vliegende Hollander, red.), tot acties gericht op High Value Targets en het manoeuvreren met snipers aan boord. Er werd geoefend op de Spadeadam range in noordwest Engeland. Dit terrein, befaamd om zijn faciliteiten op het gebied van elektronische oorlogsvoering, biedt cursisten de ultieme mogelijkheid situational awareness te trainen. Vervolgens krijgen de mannen het voor hun kiezen tijdens een live firing-sessie op Bergen Hohne (zie kader, red.). De omstandigheden overdag en ’s nachts worden steeds zo gesimuleerd dat de wapeninstructeurs-in-opleiding continu naar creatieve oplossingen moeten zoeken. ‘De lat ligt dan ook hoog’, beaamt Arts. ‘Het zijn stuk voor stuk ervaren vliegers en loadmasters die allemaal in Afghanistan ervaring hebben opgedaan, maar hier gaan we een stap verder. De HWIC begint waar de vaardigheden van een reguliere vlieger ophouden. Onze cursisten zijn straks specialist in tactisch optreden. Hij of zij voert een operatie zelf uit of adviseert de squadroncommandant. Steeds weer het uiterste uit jezelf halen, dat is waar de opleiding om draait.’ 5 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Lang en pittig De HWIC is theoretisch zeer zwaar. De cursisten duiken wekenlang in de boeken om alle wapensystemen te doorgronden. Eén deelnemer valt af tijdens het praktijkgedeelte, maar voor de overige zeven is eind november de finish in zicht: ‘Ik heb een beetje in een sociaal isolement gezeten’, zegt sergeant 1 Paul, loadmaster op de Chinook. ‘De planningsdagen voor de missie waren lang en pittig.’ Hoewel de vermoeidheid duidelijk van zijn gezicht is af te lezen, zijn de lessen goud waard. ‘Ik heb enorm veel geleerd. Bijvoorbeeld op het gebied van radioprocedures en coördinatie met de grondtroepen. In Afghanistan ben je als loadmaster minder betrokken bij het planningsproces, terwijl bij de HWIC daarop juist de nadruk ligt. Zo adviseer ik de commandant hoe we gaan landen en de manier waarop we uitstijgen. Nu het einde in zicht is, komt de ontlading. Ik ben supertrots’, evalueert Paul zijn prestatie. Samenspel De focus van de HWIC ligt op het samenspel tussen de hele crew en het geïntegreerd optreden met andere types helikopters. Arts: ‘Loadmasters zijn evenzo belangrijk als vliegers. Ze vullen elkaar aan op het gebied van vlieg- en schiettechnieken. We streven naar twee wapeninstructeurs per Apache-vlucht en één vlieger en loadmaster per vlucht van de Cougar en Chinook. De bedoeling is dat kennis wordt geborgd binnen de luchtmacht. De HWIC-wapeninstructeurs zijn dé ervaren vliegers die de kennis verspreiden bij de squadroncollega’s. Zodra de HWIC-badge behaald is, kun ze daaraan beginnen. Cursisten die voor de HWIC slagen, behoren terecht tot elite onder de helikoptercrew’, besluit Arts. •
Een militair van 11 Luchtmobiele Brigade daalt neer op het parkeerterrein van camping Electra. Landmachteenheden moeten regelmatig hun speciale vaardigheden met helikopters trainen. De HWIC biedt daar de uitgelezen kans voor.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 6
HWIC Strike Op het moment dat de transportvloot aanstalten maakt de Bravo Compagnie van 11 Infanteriebataljon Air Assault aan de grond te zetten (onderste foto), slaat dichtbij een mortiergranaat in. Twee Cougars en een Chinook breken de landing abrupt af. De begeleidende Apaches hebben de afvuurlocatie al in het vizier en schieten er meteen vier ongeleide raketten op af (bovenste foto). Dit is één van de scenario’s tijdens HWIC Strike die eind september wordt gehouden op het oefenterrein Bergen Hohne in Duitsland. Het gaat er daar niet zachtzinnig aan toe. Met de Apaches constant op de uitkijk lukt het wel de infanterie bij het oefendorp af te zetten. Stellingen worden ingenomen, huizen gezuiverd, kleine verzetshaarden geruimd. De gevechtsheli’s houden de zwaardere weerstand in de diepte op afstand met salvo’s van het 30 millimeter boordkanon. Nauwkeurig schieten, is één, met meerdere heli’s de grondsteun coördineren twee. De wapeninstructeurs-in-opleiding moeten na de volledige HWIC beide tot in de finesses beheersen. Tekst: André Twigt
PERSONEEL
10.000 banen weg bij Defensie. Wat merkt u er van? Tekst: Sectie P&O
Minister van Defensie Hans Hillen wordt bij zijn aantreden op het ‘Plein’ welkom geheten door de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht. Foto: Sjoerd Hilckmann, AVDD
Onlangs kondigde minister van Defensie Hans Hillen aan dat er door de bezuinigingen van de nieuwe regering wellicht tienduizend banen komen te vervallen bij Defensie. Wat gaat u hiervan als medewerker van de Koninklijke Luchtmacht de komende tijd merken? De Directeur P&O van het CLSK, commodore Ton Tieland, geeft zover mogelijk antwoord.
Tienduizend banen minder: is er nog plek voor iedereen in de herberg? ‘Minder banen is nog niet hetzelfde als geen plek meer hebben in “de herberg”. Een behoorlijk aantal functies is al vacant en dat aantal zal in 2011 verder moeten worden opgevoerd. Alle luchtmachtmedewerkers, binnen en buiten CLSK, zullen merken dat er door de onderdeelcommandanten keuzes moeten worden gemaakt welke functies gevuld gaan worden en welke niet. Dat betekent dat je er rekening mee moet houden dat je na drie jaar functieduurvervulling wel eens een andere functie moet gaan zoeken omdat de vulling van jouw huidige functie minder prioriteit heeft. Zelf op tijd zoeken in de nieuwe vacaturebank en je belangstelling registeren, helpt bij het tijdig vinden van een andere functie.’ Is er voor iedereen dan nog een baan in de luchtmacht te vinden? ‘Door de bezuinigingen is er weinig geld. Daarom is besloten dat we nog maar weinig nieuw personeel mogen aannemen of dienstverbanden van reeds aanwezig personeel mogen verlengen. We nemen dus in 2011 de helft minder nieuwe militairen aan dan we van plan waren. Burgercollega’s worden voorlopig helemaal niet meer aangenomen. Verder wordt de uitstroom vergroot doordat BBT’ers en tijdelijk aangesteld burgerpersoneel na afloop van hun aanstelling niet mogen verlengen, nadienen sterk wordt beperkt en omzetten van je aanstelling naar Fase 3 slechts uitzonderlijk zal voorkomen. Door het op die manier verkleinen van de instroom en het vergroten van de uitstroom hopen we in 2011 voor zoveel mogelijk collega’s nog een baan te hebben.’
Tieland: ‘Door het kleiner worden van Defensie kunnen we niet iedereen die we graag zouden willen houden, ook daadwerkelijk behouden’
Je kunt je toekomst binnen Defensie als je BBT’er of Fase 2 bent dus wel vergeten? ‘Je moet niet meer verwachten dat je automatisch kunt blijven omdat je goed je best doet en je baas je een prima medewerker vindt. Door het kleiner worden van Defensie kunnen we niet iedereen die we graag zouden willen houden, ook daadwerkelijk behouden. Het is dus reëler om ook te gaan kijken wat de mogelijkheden buiten Defensie zijn. De loopbaanbegeleiders kunnen je daarbij helpen.’
Komen er ook gedwongen ontslagen aan? ‘Laat ik eerlijk zijn: ik zit niet op een positie waarin ik dat bepaal. We weten ook nog niet hoe het kleiner worden van Defensie precies gaat verlopen. Ik probeer wel, samen met alle P&O’ers van het CLSK, om gedwongen ontslagen en andere negatieve gevolgen voor het personeel zoveel mogelijk te voorkomen. Dat kunnen we echter niet alleen, dus ik reken op de bereidheid en flexibiliteit van iedereen om deze moeilijke operatie tot een goed einde te brengen.’ • 7 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
‘Bob van der Stok’ en ‘Willem den Toom’, dat zijn sinds 19 november de namen van de derde en vierde C-130. Samen met nabestaanden
Werkpaarden van naam
van de naamgevers onthulde C-
Tekst: Ingmar Kooman (met dank aan majoor Mark Brouwer)
Maar de Herculessen kennen zelf
LSK luitenant-generaal Jac Jansen die dag op vliegbasis Eindhoven de benamingen. De twee tactische transporttoestellen zijn vernoemd naar luchtmachters van naam en faam en kunnen nu carrière maken binnen de Koninklijke Luchtmacht. ook al een rijk verleden.
De ‘Bob van der Stok’ en ‘Willem den Toom’ doorlopen momenteel de Operationele Test en Evaluatie-fase waarin ondermeer de modificaties uitgebreid beproefd worden. Pas na deze brede testfase komen de nieuwe C-130’s beschikbaar voor operationele inzet. Foto: Kees van der Mark
Sinds 1 januari 2009 is één C-130 permanent gestationeerd op Forward Support Element Mirage in het Midden-Oosten. Het toestel transporteert personeel en materieel van en naar – hoofdzakelijk – Kandahar Airfield. Het detachement van het 336 Squadron vloog sinds de oprichting al ruim tweeduizend uur in meer dan driehonderd missies, en vervoerde ruim 28.000 passagiers en 1,7 miljoen kilo vracht. De C-130 wordt daarnaast gebruikt voor allerhande militaire en humanitaire transportvluchten.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 8
REPORTAGE
Naamgevingsceremonie voor ‘nieuwe’ C-130’s
‘Een weerzien met twee oude vrienden’, zo omschreef US Navy captain Chuck Baker (vlg. kolonel, red.) de ceremonie rondom de C-130’s. Speciaal voor de ceremonie was dit oud-personeelslid van deze EC-130Q’s naar Eindhoven gekomen. ‘Twee werkpaarden die ongetwijfeld ook de mannen en vrouwen van de Koninklijke Luchtmacht trouw hun diensten gaan bewijzen.’ Foto: Cor Buser
Een naamgevingceremonie is een bijzondere gebeurtenis, alleen voorbehouden aan de grote vastvleugelige toestellen van de KLu. Het is een blijk van waardering en respect van de luchtmacht aan de luchtvarenden naar wie een toestel vernoemd is. Bovendien is elk toestel zo een vliegend bewijs van de rijke historie van de luchtmacht. De huidige (verlengde) C-130H30’s dragen de namen van oorlogsvliegers Joop Mulder en Ben Swagerman. De voor de KLu nieuwe C-130H’s zijn feitelijk oudgedienden van de Koude Oorlog. Vanaf de late jaren zestig dienen speciaal gemodificeerde C-130 TACAMO’s (Take Charge and Move Out) bij de US Navy als luchtmobiele Command & Control-platformen voor de strategische onderzeebootvloot. Deze ‘vliegende telefooncentrales’ zijn een vitaal tussenstation tussen de militaire leiding en de ondergedoken onderzeeërs. Om de noodzakelijke strategische commando’s te delen met de verscholen vloot, genereren de EC-130Q’s laagfrequente radiogolven (zogenoemde VLF – Very Low Frequencies) die tot dertig meter onder het wateroppervlak en tientallen zeemijlen ver kunnen reiken. Hiervoor vliegen de EC-130’s rond met extreem lange draadantennes, tot een lengte van wel acht kilometer. Vliegtuigkerkhof De Herculessen vliegen lange missies onder betrekkelijk primitieve omstandigheden. Een missieduur van acht tot elf uur is standaard, met uitschieters tot zelfs vijftien uur. Inadequate cabineverwarming, trillingen, luchtdruk en hoge geluidsniveaus maken de lange oceaanvluchten zeker niet tot een pleziertochtje voor de 18- tot 22-koppige bemanning. In 1989 begint de US Navy met de vervanging van de EC-130Q door de E-6A Mercury. De maritieme Herculessen faseren in de drie daaropvolgende jaren uit en worden deels gepensioneerd op het vliegtuigkerkhof in Tucson, Arizona. Defensie koopt daar in 2005 twee EC-130Q’s met relatief weinig vlieguren. Na een uitgebreid modificatie-, moderniserings- en testprogramma beginnen de G-781 en G-988 naar verwachting in 2011 bij het 336 Squadron aan hun tweede operationele leven. •
Permanent waren de EC-130Q’s van VQ-3 op Guam en VQ-4 op ‘Pax’ op patrouille boven respectievelijk de Pacific en de Atlantische Oceaan. In 1992 worden beide eenheden samengebracht op Tinker Air Force Base bij Oklahoma City. De squadrons vormen samen Strategic Communications Wing 1 en vliegen beiden nu met acht E-6B Mercury’s. Foto: via Vern Lochausen 9 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Willem den Toom (1911-1998) vervult in zijn ruim dertigjarige militaire loopbaan vele functies. Hij behoort tot de belangrijkste opbouwers van de naoorlogse luchtmacht. Dit doet hij zowel in actieve dienst als daarbuiten. Den Toom vervult namelijk als eerste de functie van staatssecretaris van Defensie, speciaal belast met de Koninklijke Luchtmacht (1963-1965), in het Kabinet Marijnen. In die hoedanigheid is de VVD’er onder andere betrokken bij de invoering van de Lockheed F-104G Starfighter. Na zijn politieke uitstap pakt hij zijn militaire bestaan weer op als voorzitter van de NATO Air Defence Ground Environment. Hij zwaait af in de rang van luitenant-generaal om vervolgens in het Kabinet De Jong (1967-1971) het ambt van minister van Defensie te bekleden. In die rol krijgt Den Toom te maken met een verschuiving in de NAVO-strategie. Daarin pleit het bondgenootschap namelijk voor een vergroting en verbetering van de conventionele strijdkrachten om de inzet van nucleaire wapens zo lang mogelijk uit te stellen. Den Toom zet zich in voor een groei van de Defensie-uitgaven om te kunnen voldoen aan de door de NAVO gevraagde inspanningen. In 1969 richtte hij een krijgsmachtbrede Rampenbrigade op, die direct paraat was als zich waar ook ter wereld een natuurramp voordeed. Foto: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Directe nabestaanden van Den Toom onthullen samen met luitenant-generaal Jansen de naam van de G-988. ‘Een mooi, maar ook emotioneel moment’, vonden Arjen en Netteke. De zoon van de oud-minister was zichtbaar ontroerd door de plechtigheid. ‘Onze vader stond op met de luchtmacht en ging ermee naar bed. We zijn bijzonder trots dat dit werkpaard van de luchtmacht nu zijn naam draagt.’ Foto: Kees van der Mark
De C-130’s komen van één van de diverse zogenoemde scrapyards die grenzen aan het terrein van de 309 Aerospace Maintenance and Regeneration Group. Dit onderdeel van Davis Monthan Air Force Base staat ook wel bekend als de Boneyard. Foto: KLu
VQ-3 ‘Ironman’ bestrijkt met zijn EC-130Q’s tot begin jaren negentig vanaf verschillende bases in de Pacific de Grote Oceaan. Naval Air Station Patuxent River is de uitvalsbasis voor VQ-4 ‘Shadows’, met als operatiegebied de Atlantische Oceaan. Hier een zeldzaam moment, in 1986, waarop bijna het voltallige VQ-3 op de gevoelige plaat is vastgelegd. Foto: via Vern Lochausen
DE VLIEGENDE HOLLANDER 10
REPORTAGE
Boven: Tijdens een patrouille vloog een EC-130Q met zijn dubbele antenne vrijwel continue grote cirkels. Luchtverkeersleiders hielden de TACAMO’s met hun lange ‘trailing wire antennas’ strikt gescheiden van het overige vliegverkeer. Foto: via Vern Lochausen Rechts: De EC-130Q Hercules was fors gemodificeerd voor zijn bijzondere taak. Vier elektrogeneratoren leverden de stroom voor het radiosignaal. Om al dit geweld langdurig in de lucht te houden, kreeg elke kist ondermeer een versterkt airframe en externe brandstoftanks. Beeld: Jim Stearns via Vern Lochausen
Bob van der Stok (1915-1993) onderscheidt zich in de Tweede Wereldoorlog als jachtvlieger, zowel bij de Luchtvaartafdeeling als bij de Royal Air Force. Vliegend voor het No. 41 Squadron moet hij zich in 1942 boven het Franse St. Omer met zijn parachute in veiligheid brengen. De Duitsers nemen hem krijgsgevangen en brengen hem over naar het krijgsgevangenkamp Stalag Luft 111 bij het Duitse plaatsje Sagan. Na bijna twee jaar slaagt hij erin om met 75 medegevangenen via een tunnel uit het kamp te ontsnappen. Uiteindelijk weten alleen Van der Stok en twee Noorse medevluchters uit handen van de Duitsers te blijven. De Gestapo executeert vijftig van de opgepakte vluchtelingen. De vluchtpoging is later beschreven in het boek en de film
The Great Escape. Van der Stok weet opnieuw Engeland te bereiken en neemt vanaf maart 1945 tot kort na de Duitse capitulatie het commando van het No. 322 (Dutch) Squadron op zich. Voor zijn moedige en doortastende optreden ontvangt hij de Bronzen Leeuw, het Bronzen Kruis en tweemaal het Vliegerkruis. Eind 1946 beëindigt hij zijn militaire carrière in de rang van luitenant-kolonel, voltooit zijn studie geneeskunde en vestigt zich als arts in de Verenigde Staten. Foto: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie Robert Vanderstok (op de Amerikaanse schrijfwijze) en zijn vrouw Lea onthulden samen met C-LSK Jac Jansen, de naam van de G-781. De C-LSK haalde in zijn toespraak de grote betekenis van de vloot transportvliegtuigen aan. ‘Zij vormt voor uitgezonden militairen de navelstreng met Nederland. Daarnaast worden deze toestellen voor allerlei humanitaire missies ingezet.’ Foto: Cor Buser
11 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Een dag op stap met …
verpleegkundige Ferdinand Bade Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Jan Schram, AVDD
‘Hulpverle maar ook letterlijk. ‘We krijgen dezelfde opleiding als civiele verpleegkundigen, maar zijn daarnaast ook aanvullend opgeleid’, zegt de sergeant. ‘Je bent als militair natuurlijk ook operationeel inzetbaar, zowel voor oefeningen en calamiteiten als voor uitzendingen. Juist die afwisseling van dat alles maakt dit werk zo leuk.’
De Koninklijke Luchtmacht kent vele beroepsgroepen. Sommige zijn bekend, andere liggen veel minder voor de hand. Sergeant 1 Ferdinand Bade werkt als algemeen militair verpleegkundige op vliegbasis Eindhoven. Bij het 941 Basis Squadron zijn hij en zijn collega’s van vele medische markten thuis, zowel op als rondom het gezondheidscentrum.
Een handjevol patiënten zit stilletjes in de wachtruimte van het gezondheidscentrum (GC) van vliegbasis Eindhoven. Ze lezen een tijdschrift of staren wat voor zich uit, geduldig wachtend op hun keuring of controle. Er heerst een bijna serene rust. Achter de steriel witte deuren werkt de Medisch Geneeskundige Dienst – artsen, verpleegkundigen en algemeen geneeskundig verzorgenden – dagelijks een gestage stroom aan patiënten af. Sergeant 1 Ferdinand Bade is een van de 27 krachten die de Eindhovense ‘huisartsenpost’ bemannen. Als algemeen militair verpleegkundige (AMV’er) is hij een ‘manusje van alles’. ‘Je draait zogenoemde crashdiensten op de ambulance, bent EHBO’er, ondersteunt de huisarts en je verricht kleine taken zoals ook een apothekersassistent en een ziekenhuislaborant doen.’ Als AMV’er is hij op vele terreinen niet alleen inhoudelijk inzetbaar,
Ferdinand Bade en collega Jenny Kleine Staarman keren na afloop van de uitrukoefening breeduit lachend weer terug met hun ‘mobiele werkplek’.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 12
Incidenten ‘Crash Alpha! Crash Alpha!’, schalt het plots door het gezondheidscentrum. Bade grijpt direct naar zijn pen en blocnote en krabbelt een paar steekwoorden op. ‘F-16 crash’ aan de kop van de baan, twee slachtoffers, geen munitie. Nog voordat Bade zijn balpen heeft opgeborgen, komt korporaal Jenny Kleine Staarman aangelopen om de ambulance op te starten. De sergeant springt snel op de bijrijderstoel. De zwaailichten gaan aan, de sirene loeit. ‘Ben zo terug!’, roept Bade door het geopende raampje. Een oefening. Maar desondanks wel in alle ernst. Een goed kwartier later komt het medische tweetal dan ook alweer teruggereden. ‘Even een test van onze aanrijtijd. Dat houdt je wel scherp’, glimlacht Bade. Deze crashoefeningen zijn geregeld terugkerende incidenten. De dienstdoende crashwacht, minimaal een AMV’er en een algemeen geneeskundig verzorger (AGV, respectievelijk een sergeant en een korporaal, red.) laten dan alles vallen waar ze mee bezig zijn en snellen naar de ambulance. Indien nodig gaat ook een arts mee. ‘Binnen acht minuten moeten we overal op het veld zijn, zowel hier op de vliegbasis als op het civiele deel, vertelt de AMV’er. ‘Tijden die goed haalbaar zijn, maar je moet het wel geregeld én onverwacht beoefenen.’ Lopendebandwerk Het reguliere werk van het gezondheidscentrum bestaat uit een waaier aan geneeskundige diensten. Bade somt het uit de losse pols op.
Spoedeisende hulpverlening komt op een vliegbasis maar sporadisch voor. Daarom draaien de verpleegkundigen van de militaire gezondheidscentra jaarlijks ook een aantal weken mee met civiele ambulancediensten en op de spoedeisende hulp van een civiel ziekenhuis om waardevolle praktijkervaring op te doen.
REPORTAGE
‘Mensen die langs onze apotheek komen voor een paracetamolletje, of het spreekuur van de dokter bezoeken met rugklachten, eigenlijk alle dingen die je ook op een huisartsenpraktijk tegenkomt. Daarnaast verzorgen we ook de PGO’s (Periodiek Geneeskundige Onderzoeken, red.) en de medische keuringen voor de luchtvarenden.’ Voor een aantal beroepsgroepen is de PGO een jaarlijks terugkerend
van. ‘Als je patiënten als ding ziet, dan doe je het verkeerde werk. Het hulpverlenende zie ik wel als een karaktereigenschap. Het zit in je aard, in je bloed. Ik vertel een patiënt dan ook altijd eerst wat ik ga doen. Dat neemt al vaak veel van de spanning weg.’ Zo staat POL-collega sergeant 1 Ton van der Straten gezellig keuvelend met Bade drie staaltjes bloed af. De verpleegkundige prikt de
ning zit in je bloed’ 3 milliliter grote flesjes één voor één aan de infuusnaald. Klik, klik, klik, klaar. Pleister erop en de patiënt kan weer verder.
De bezinkingssnelheid van de erytrocyten, de medische benaming voor rode bloedcellen in het bloed, zegt veel over iemands lichamelijke gesteldheid.
verschijnsel. Ondermeer plaatwerkers, schilders en medewerkers van de POL (Petrol, Oil & Lubricants) melden zich geregeld voor dit preventief onderzoek. Toch maakt Bade er geen lopendebandwerk
Aanvulling Voor Bade begint dan pas het laborantenwerk. ‘Uit een staaltje bloed kan ik heel veel gegevens halen’, geeft de sergeant aan. Door een microscoop bekijkt Bade het ‘dierenrijk’ in het lichaamssap. Met een telapparaatje bepaalt hij de percentages van de diverse soorten bloedplaatjes en witte bloedcellen. ‘Hoe die gegevens moeten worden geïnterpreteerd, is uiteindelijk aan de arts’, benadrukt Bade. ‘Met mijn opleiding en ervaring weet ik wel ongeveer bij welke waarden er iets aan de hand is. Maar de diagnose stellen, dat is de verantwoordelijkheid van de dokter. Die heeft daar immers vele jaren voor gestudeerd. Onze kennis en vaardigheden vullen elkaar dan ook aan. Voor een verpleegkundige zijn bepaalde praktische zaken – zoals dit soort laboratoriumonderzoekjes – dagelijks werk, dat moet je een arts niet vragen om te doen. We zijn verschillend opgeleid, maar zonder elkaar kun je het niet.’ •
De balans tussen werk en privé is soms lastig voor iemand in de medische sector, vertelt Bade. ‘Voor collega’s buiten het GC ben je altijd “de hulpverlener”. Maar als iemand in de eetzaal begint over een lichamelijk kwaaltje, zeg ik meestal: kom na de lunch maar even langs, dan kijken we ernaar. Zo is iedereen tevreden.’
13 DE VLIEGENDE HOLLANDER
MATERIEEL
Proeven met torpedolanceringen in extreme Tekst: Maartje van der Maas | Foto’s: Marco van der Heijden
NH90 N-088 boven de Nieuwe Haven in Den Helder. De torpedo hangt in een heavy store carrier. Bij het afwerpen moet hij vrij blijven van de romp, de staart- en hoofdrotor. Inmiddels is op 9 december de derde NH90, de N-175, op De Kooy afgeleverd.
NH90 op limieten Al eerder gooide de NH90 torpedo’s af maar toen stond de helikopter op krikken in de hangaar, was het casco beschermd en vielen de projectielen in grote kussens op de grond. Tijdens de beproevingen boven het Noord-Hollandse Marsdiep, vonden dertien torpedo’s onder verschillende vliegomstandigheden het wateroppervlak. Met deze kwalificatie van de industrie is de eerste stap naar de operationele inzetbaarheid van de Nederlandse NH90 gezet.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 14
De twee NH90 NFH (NATO Frigate Helicopter) die nu op maritiem vliegkamp de Kooy staan, zijn de eerste van twaalf maritieme versies van de ‘NATO Helicopter’ die verwacht worden in de Kop van NoordHolland. ‘Ze zijn nu prima geschikt voor opleidingen en het uitvoeren van de Search and Rescue-taken’, verklaart luitenant-ter-zee 2 Oscar de Vogel. Hij is al elf jaar bij het NH90-project betrokken. ‘Maar omdat de sensoren nog niet aan alle eisen voldoen, is de helikopter nog niet operationeel inzetbaar. Tijdens deze beproevingen heeft een Nederlandse NH90 voor het eerst met succes Mk.46 torpedo’s afgeworpen. Dat is niet alleen een mijlpaal in zijn bestaan, maar ook een van de eisen waaraan hij moet voldoen voordat hij aan boord ingezet kan worden.’
MATERIEEL
omstandigheden
dezelfde manier als de torpedo aan de helikopter bevestigd zat na de drop de hoofdrotor in schoot. Dat levert een levensgevaarlijke situatie op.’ Om dit bij de nieuwe helikopter te voorkomen, is de drager aangepast en is gekeken of het wapen veilig afgeworpen wordt. Limieten Tijdens deze tests wordt de volledige bewegingsruimte van de NH90 benut, terwijl zij beladen is met torpedo’s. De Vogel legt uit: ‘Elke helikopter heeft een zogenoemde flightenvelope die de grenzen van de kist aangeeft. Hoe hard kan hij vliegen of hoeveel brandstof gebruikt hij bij een bepaald gewicht? Als er een Mk.46 aan de helikopter hangt, veranderen deze grenzen.’ In een vliegsimulator waren de limieten van de helikopter met torpedo al bepaald maar deze waren nog niet in het echt getest. Campfens. ‘We hebben hard gevlogen, bochten gedraaid en op de plaats stil gehangen. We zijn topzwaar beladen geweest met zandzakken en hebben een autorotatie gesimuleerd waarbij door de valsnelheid de rotoren vanzelf blijven draaien. In al deze omstandigheden hebben we de torpedo’s meegenomen en ze daarna afgeworpen. Ook op de kritieke randen van de flightenvelope heeft het wapen op een veilige manier het wateroppervlak gevonden.’ Beiden zijn erg te spreken over de resultaten. ‘De helikopter is ongeschonden uit de strijd gekomen. Daarnaast hebben we de limieten van de helikopter kunnen testen en hij heeft zich keurig gedragen.’
Gaten De Mk.46 is geen vreemde voor de maritieme helikopterbemanningen. De uitfaserende Lynx vliegt al jaren met dit wapen. Het was dan ook de ervaring met deze helikopter die een belangrijke input leverde voor de beproevingen met de NH90. ‘De torpedo hangt in een heavy store carrier, een beugel langs de zijkant van de helikopter. De torpedo wordt met stalen banden op zijn plaats gehouden. Bij “releasen” van het wapen, zorgen twee staalkabels aan de beugel dat de stalen banden verwijderd worden van de torpedo’, vertelt De Vogel terwijl hij tussen zijn vingers de dikte van de kabels aanduidt. ‘Ze zijn niet groot maar als de torpedo valt, springen ze terug en kunnen aanzienlijke schade aanrichten. Uit beproevingen met de Lynx weten we dat ze gaten in de deur kunnen slaan.’ Technisch specialist NH90 luitenant-ter-zee 2OC John Campfens vult hem aan: ‘De torpedo, of delen daarvan moeten na het afwerpen vrij blijven van de romp, de staartrotor en de hoofdrotor van de kist. In het verleden is het wel eens gebeurd dat een externe brandstoftank die op
Vastgelegd De beproevingen worden uitgevoerd door een testcrew van AgustaWestland, in samenwerking met de Defensie Materieel Organisatie. De Nederlandse NH90 is officieel namelijk nog in bezit van de Italiaanse fabrikant tot het moment dat ze volledig operationeel inzetbaar is. Tijdnes de tests wordt alles vanuit iedere hoek vastgelegd. De helikopter is door de helikopterfabrikant voorzien van vijf high speed camera’s. Met de beelden daarvan kan minutieus terugzien worden hoe de torpedo valt en op welk moment welk kabeltje geactiveerd wordt. Vanaf een sleepboot op het Marsdiep maakt de Audiovisuele Dienst Defensie filmopnames en vanuit een begeleidende Lynx zijn foto’s genomen. Na de beproevingen gaan alle constateringen naar de DMO en naar Italië om geanalyseerd en verwerkt te worden. De opgenomen beelden vormen hierbij een schat aan informatie. Daarnaast zijn ze tevens goed bruikbaar voor lesdoeleinden. Naar verwachting gaan de eerste NATO Frigate Helicopters medio 2012 aan boord. •
In tegenstelling tot de Lynx is de NH90 een vliegende computer. Uiteindelijk bepaalt de vluchtcommandant of de Mk.46 afgeworpen wordt maar de computerinformatie speelt hierin een heel belangrijke rol. Bij de testen gaat het afwerpen van de Mk.46 iedere keer zonder problemen. De stalen banden – op de foto’s goed te zien – richten geen schade aan de helikopter aan.
15 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Vijf Cougar-crews gekwalificeerd voor
Gilze op golven Kettingen knarsen en kraken vervaarlijk in de hangar op het achterdek van Landing Platform Dock Hr. Ms. Rotterdam. Het amfibisch transportschip van het Commando Zeestrijdkrachten vaart op topsnelheid door de golven voor de kust van het winderige Plymouth. Binnen is het één en al bedrijvigheid op en om de twee Cougars die stevig vastgesnoerd wachten op wat komen gaat. Twee techneuten klussen nog wat aan de rotors als de detachementscommandant ze naar beneden roept. ‘De aanval gaat beginnen’, zegt hij kalm. ‘Fijn dat je van tevoren Een Cougar boven Hr.Ms. Rotterdam met de kustlijn van Zuid-Engeland op de achtergrond. Foto: 300 Squadron
weet wat er gaat gebeuren, maar oefenen bij de marine is wel heel wat anders dan bij de luchtmacht.’
Cougars op de Rotterdam, voor sommigen een vreemd gezicht, maar het zal niet de laatste keer zijn, is de verwachting. Foto: 300 Squadron
DE VLIEGENDE HOLLANDER 16
REPORTAGE
de Hr.Ms. Rotterdam Voor en al snel na de oefening aan boord, staan de Cougars al weer klaar voor vertrek. Zweedse mariniers moeten op het vaste land, de wal, worden afgezet en daar staan dan weer ‘vluchtelingen’ klaar die naar de Rotterdam moeten. Vijf weken lang is een 24 man tellend detachement van het 300 Squadron aanwezig op de Rotterdam. In die periode zijn vijf volledige crews opgeleid om te werken vanaf het schip en hebben zij de ervaring met nachtvliegen boven zee uitgebouwd. ‘Een geweldige ervaring’, vindt loadmaster sergeant-majoor Clarence Jansen, nota bene in het verleden werkzaam op de P-3C Orion van de Marine Luchtvaartdienst. ‘Ja, het is grappig dat ik nu als luchtmachtmilitair mijn eerste vaaruren maak.’ Limieten Zo’n acht jaar geleden zijn de eerste tests met dit type helikopter op de Rotterdam begonnen. Ook toen was adjudant Dirk van Zanen erbij. Het kan geen toeval zijn dat hij de tussengelegen beproevingen meemaakte en nu dus de reis met het transportschip naar Engeland aan boord is te vinden. ‘Ik denk dat er wel naar ervaring is gekeken’, meldt hij bescheiden. In die tijdspanne is gekeken naar de mogelijkheden om de transporthelikopters van
Tekst: Evert Brouwer | Foto’s: Sergeant 1 Dave de Vaal, AVDD
300 Squadron in te zetten bij maritieme operaties. ‘Het is dan van belang bijvoorbeeld de limieten vast te stellen waarbinnen je kunt opstijgen en landen. Die liggen overigens hoger dan bij de Lynx. Met 45 knopen wind kunnen we nog steeds vliegen’, weet detachementscommandant kapitein Spiros Koutsopodiotis. Voor het gemak wordt hij ‘K13’ genoemd dat voor de gemiddelde Hollander beter uit de spreken is dan zijn familienaam. In de vijf weken op de Rotterdam krijgt het detachement ruim de kans de grenzen van de mogelijkheden op te zoeken. ‘Gelukkig niet direct, want je moet eerst wel goed inslingeren, zoals dat in marinetermen heet’, stelt de detco. ‘Dat hebben ze uitstekend gedaan’, complimenteert sergeant-majoor van de mariniers Bert van der Meulen. De vliegdekofficier heeft al veelvuldig de Cougars veilig op het helidek gedirigeerd. ‘Het is wederzijds aftasten. Na de eerste landingen hebben we meteen alles doorgesproken en dat werkte verhelderend. We kunnen prima met elkaar werken.’ Cultuur De commandant van Hr.Ms. Rotterdam, kapitein-ter-zee Peter van den Berg, toont zich verheugd met het aanpassingsvermogen
Kapitein Koutsopodiotis (r.) in overleg tijdens een NBC-oefening met sergeant-majoor Jan Keus van Gereedstelling en Onderhoud Vlucht 1. De Cougars staan met ingeklapte rotorbladen in de hangar van de Rotterdam.
17 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
eend in de bijt was. ‘Wij zijn niet, zoals de Lynx, een platform voor onderzeebootbestrijding. Het is even wennen voor het Commando Zeestrijdkrachten om een transporthelikopter in te zetten. Dat kan ook bij amfibische operaties heel nuttig zijn. Het is mij in de eerste week van de rampenoefening (disaster exercise) duidelijk geworden dat de marine niet is gewend aan de informatie vanuit de lucht, zoals wij dat gewend zijn te delen in samenwerking met het Commando Landstrijdkrachten. Bovendien kunnen wij ook ’s nachts vliegen en dat is voor de marine toch wel een bijzonder wapen.’
Geen vreemde eend meer: de Cougar op het Landing Platform Dock. Zo’n twintig militairen van het 300 Squadron verbleven vier weken aan boord van het amfibisch transportschip.
van de bemanning uit Gilze-Rijen, bepaald toch niet bekend als een bolwerk van het Commando Zeestrijdkrachten. ‘Dit schip heeft de afgelopen weken examen moeten doen waardoor wij operationeel gereed zijn verklaard. Het luchtmachtdetachement heeft daarin volledig meegedaan en zich uitstekend aangepast. Ik kan me voorstellen dat de ploeg er niet aan gewend is een bedje strak op te maken en alles vast te sjorren volgens onze normen.’ Zo zijn er vanzelfsprekend wel meer verschillen in cultuur waar wederzijds soms vreemd tegenaan wordt gekeken. ‘We zijn als squadron toch gewend als geheel te opereren. Aan boord weten we soms niet waar iemand is, omdat bij de marine de rangen gescheiden verblijven kennen’, zegt sergeant 1 Dirk Kortenbach van de technische Dienst vlucht 3, met het embleem van de Rotterdam (L800) op zijn arm. ‘Het is in het begin even zoeken’, voegt K13 toe. ’Simpele dingen als de weg vinden in het schip, je was aanbieden en je kastje netjes inrichten: het zijn zaken waarmee je op Gilze-Rijen niet te maken hebt.’ Eend Ze malen er niet om dat de werkzaamheden aan boord 24 uur per dag doorgaan. ‘De omstandigheden zijn beter dan in Afghanistan’, oppert sergeant-majoor Clarence Jansen. ‘De tijd gaat trouwens toch snel omdat er van ’s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat actie is. Zeker in het begin hebben we veel met de VDO’s (Vliegdekofficieren, red.) geoefend, vooral met slingloads en avondvliegen. Koutsopodiotis heeft wel gemerkt dat de Cougar een vreemde
Zweedse mariniers gaan per Cougar naar de wal voor een actie. Enkele weken voor deze oefening zijn met de helikopters al proefdeklandingen gemaakt.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 18
Na afloop van de training zijn vijf complete Cougar-bemanningen van het 300 Squadron gereed om dag en nacht operaties vanaf een Landing Platform Dock uit te voeren.
De detachementscommandant denkt dan ook dat de Cougars vaker met de schepen van het CZSK zullen samenwerken. Stiekem hopen hij en Jansen dat 300 Squadron mee kan met het LPD naar Curaçao, waar de Rotterdam als zogenoemd stationsschip gaat opereren. ‘Je voelt dat het goed zit tussen ons en de Rotterdam’, oordeelt kapitein Koutsopodiotis. ‘Het lijkt me zaak dat alle vluchten ervaring gaan opdoen in de samenwerking met de schepen.’ Dat gaat als het goed is volgend jaar gebeuren, als de limieten voor het zusterschip van de Rotterdam, Hr.Ms. Johan de Witt, moeten worden vastgesteld. In sommige opzichten hebben de luchtmachtmilitairen andere grenzen bereikt. ‘Het is uitstekend leven aan boord’, zegt K13 met brede glimlach, ‘maar ik heb enorme bovenbenen gekregen van al dat trappenlopen op dit schip. Wat dat betreft is GilzeRijen toch wat comfortabeler.’
ACHTERGROND
Lumara 2000 keer bijeen
De Lumara vormde en vormt als krijgsmachtdeelraad de voornaamste belangenbehartiger van de luchtstrijdkrachten binnen Defensie. Op de foto de huidige Lumara met de oudBDL’s en C-LSK. V.l.n.r.: luitenant-generaal bd Dirk Starink, generaal-majoor Hans Wehren, luitenant-generaal bd Ben Droste, commodore Ton Tieland, luitenant-generaal Jac Jansen, commodore Freek Groen, luitenant-generaal bd Hans de Jong, commodore Paul Mulder, generaal bd Dick Berlijn, commodore Paul Bomers. Luitenant-generaal b.d. Hans Knoop kon niet aanwezig zijn. Foto: Gerben van Es, AVDD
Het hoogste overlegorgaan van de Koninklijke Luchtmacht, de Luchtmachtraad, hield in augustus 2010 de 2000ste vergadering. Op 12 november werd dit gevierd met een speciale vergadering, waarbij – voor zover mogelijk – alle nog levende oud-Bevelhebbers der Luchtstrijdkrachten en de oud Commandant Luchtstrijdkrachten aanwezig waren. Tekst: Willem Bogaard
Op 16 februari 1979 brachten kroonprinses Beatrix en prins Claus een bezoek aan de Lumara. Van links naar rechts: generaal-majoor mr. C. Mante, luitenant-generaal M.G. Geschiere (BDL), HKH prinses Beatrix, ZKH prins Claus, generaal-majoor H. Dieters en commodore H.J.L. Janssen. Foto: uit archief NIMH.
De Luchtmachtraad of kortweg Lumara vervult al ruim zestig jaar een prominente rol in de beleidsmatige, beheersmatige en coördinerende aansturing van de Koninklijke Luchtmacht, hoezeer de accenten soms ook zijn verlegd. De Lumara komt op 15 juni 1949 voor het eerst bijeen. De minister van Oorlog, mr. Wim F. Schokking, treedt op als voorzitter van dit nieuwe orgaan. Slechts twee deelnemers dragen dan het luchtmachtuniform, de Chef van de Luchtmachtstaf, luitenant-generaal Conrad Giebel, en de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, ZKH prins Bernhard. De oprichting van de Luchtmachtraad vormt een belangrijke stap op weg naar de verzelfstandiging van de Nederlandse luchtstrijdkrachten, die per Koninklijk Besluit in 1953 worden ‘gepromoveerd’ tot Koninklijke Luchtmacht. Op de dag van de viering houdt drs. Rolf de Winter van het NIMH een presentatie over de Lumara door de jaren heen. ‘De Luchtmachtraad veranderde diverse keren van samenstelling, maar kleurde in de loop van jaren steeds meer luchtmachtblauw’, vertelt de luchtmachthistoricus. ‘In 1950 deed de Directeur Materieel Luchtmacht zijn intrede, in 1963 gevolgd door de Opperofficier – later Directeur – Personeel KLu’, aldus De Winter. ‘Halverwege de jaren zeventig werd de matrixorganisatie ingevoerd. waardoor bewindslieden uit de raad verdwenen en ook de ambtelijke top van het departement niet langer zitting nam. De Lumara werd vanaf september 1975 een exclusief luchtmachtgezelschap, met als voorzitter de Chef Luchtmachtstaf, tevens Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten (BDL). Om de slagvaardigheid te vergroten, werd begin jaren negentig de eenhoofdige leiding ingevoerd en kreeg de BDL voortaan een belangrijker stem in de koers van de organisatie. In 2005 maakte de bevelhebber plaats voor de Commandant Luchtstrijdkrachten.’ De Luchtmachtraad kende in de loop der tijd vele gezichten, speelde verschillende rollen in een krachtenveld dat zich heen en weer bewoog tussen centraal en decentraal, en horizontaal en verticaal. •
19 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
E-3A Component kijkt behalve naar lucht- ook naar grond- en zeeverkeer
Eyes in the sky
Tekst: Martin Huijdink | Foto’s: Kees Backx
Vanaf de NAVO-basis in Geilenkirchen, vlak over de grens bij Brunssum, stijgt een Boeing E-3A Sentry op om koers te zetten richting de Forward Operating Base Trapani op Sicilië. Landen doet de crew daar niet; het Airborne Warning & Control System (AWACS) blijft er een aantal uren boven dit stuk van de Middellandse Zee cirkelen om alle bewegingen in het gebied te monitoren. Dit ter ondersteuning van de maritieme operatie Active Endeavour die als doel heeft aan de hand van inlichtingen verdachte schepen te onderscheppen. Foto: E-3A Component
DE VLIEGENDE HOLLANDER 20
REPORTAGE
Geconcentreerd kijkt KLu sergeant-majoor Meindert Kraima naar zijn scherm. Als aircrew evaluator van de internationale crew beoordeelt hij of zijn collega’s de juiste procedures volgen bij het in kaart brengen van wat er zich in de omgeving afspeelt. Door de vele symbolen, kleuren en continue beweging op het scherm is het voor de ongeoefende buitenstaander een chaos en haast niet te volgen. ‘Op zich valt
koppelen deze handmatig aan de symbolen op het scherm. Op deze wijze brengen zij alles in de omgeving in kaart. Bij afwijkingen of het niet kunnen identificeren is het aan het maritieme NAVO-hoofdkwartier in Napels om actie te ondernemen. In het uiterste geval kunnen zij besluiten tot een boarding van het schip. Naast AIS gebruikt de crew ook het Identification Friend or Foe-
Foto: E-3A Component
het allemaal wel mee hoor’, lacht Kraima, terwijl hij op enkele knoppen drukt aan de zijkant van zijn multipurpose-werkstation om nog wat extra gegevens in te laden. De sergeant-majoor heeft dan ook een ruime ervaring binnen verschillende functies op het Air Operations and Control Station Nieuw Milligen en zit inmiddels vier jaar bij het E-3A Component. Kraima logt in als surveillance controller, één van missioncrew-leden die de omgeving van het toestel in kaart brengt. ‘Dit zijn schepen, hier wat vliegtuigen en dit is bijvoorbeeld een grondradar’, verduidelijkt de Nederlander terwijl hij blijft klikken.
Walvis Met zijn muis gaat hij op een van de blauwe symbolen staan. Om te herkennen wat er zich in het water beweegt, gebruikt de Sentry het Automatic Identification System (AIS) dat het signaal van de transponder van het vaartuig oppikt. Drie operators vergelijken de van de AWACSradar opgepikte signalen met bestaande gegevens uit een database en
systeem (IFF – identificatie vriend of vijand, red.), op het scherm weergegeven door de groene symbolen, en beschikt het toestel over de Doppler-radar die met een gele kleur op de displays te herkennen is. De radar die in de vorm van een grote schotelvormige rotodome op de rug van het vliegtuig gemonteerd is, draait iedere tien seconden rond en zendt 360 graden radaremissie uit. Het bereik gaat zover dat vanaf ongeveer tien kilometer hoogte zo’n vierhonderd kilometer in de omtrek wordt geregistreerd, ofwel ongeveer 312.000 vierkante kilometer. Hierdoor ziet de AWACS letterlijk alles. ‘De radar is zo precies dat bij een vliegtuigcrash de black box ermee op te sporen is. Ook kunnen we er organisch materiaal mee detecteren. In het verleden is al eens een dode walvis gevonden, vertelt KLu-kolonel Ton van Happen, Deputy Commander van het E-3A Component in Geilenkirchen. Antipiraterij De volgende stap is grondradarcapaciteit zodat de AWACS ook voertuigen of andere gronddoelen vanuit de lucht kan identificeren. Van Happen: ‘Dat deze mogelijkheid nu ontbreekt, is een kwestie van gebrek aan bandbreedte die nodig is als je met zulke grote hoeveelheden data werkt.’ Recentelijk vonden de eerste testen plaats waarbij een AWACS een Unmanned Aerial Vehicle (UAV) aanstuurde om zo voor meer zicht op de omgeving te zorgen. De AWACS werd hierbij gebruikt als een verbindingsstation om de vanaf een schip gelanceerde Scan Eagle UAV te besturen. Die uitbreiding van mogelijkheden zorgt ervoor dat de Sentry’s toestellen op meerdere vlakken inzetbaar zijn dan dat nu al gebeurt. Naast internationale hulpverlening bij rampen zoals recentelijk in Haïti en Pakistan met het 707 TCA transportvliegtuig, is het E-3A Component met de Sentry uitermate goed inzetbaar in antipiraterij, antiterrorisme- en ISAF-operaties. De operatie Ocean Shield, die in het teken staat van antipiraterij waaraan de E-3A Component een bijdrage levert, is onlangs dan ook verlengd tot 2012.’ • 21 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Haerkens geeft als reservist ook nog onderwijs aan vliegerartsen binnen de KLu over ervaringen in de traumahelikopterwereld. Ook geeft hij, indien nodig, specifieke vliegmedische adviezen tijdens missies. Voor Wings of Care traint hij intensieve en acute medische teams door heel Nederland gebaseerd in een concept gebaseerd op Crew Resource Management (foto). Daarnaast geeft hij hierover lezingen en colleges en verzorgt hij symposia. Foto: Dave de Vaal, AVDD
Oud-luchtmachtkolonel introduceert luchtmacht Tekst: June Smit
Missionaris met
Als Apachevlieger, vliegerarts en chirurg opereert Marck Haerkens jarenlang op de grens van de luchtvaart en de medische wereld. In de voor de luchtmacht zo vanzelfsprekende slogan ‘Eén team, één taak’ ziet hij ook kansen voor de civiele medische wereld. Een jaar geleden begint hij daarom een uitdagende missie buiten de KLu. ‘Als de luchtmachtsystematiek in de medische wereld landt, is mijn missie geslaagd.’ Vorig jaar ontving Haerkens voor zijn activiteiten op het grensvlak van zorg en luchtvaart het ‘Generaal Snijders Erediploma’ uit handen van generaal bd Dick Berlijn. (eigen foto)
DE VLIEGENDE HOLLANDER 22
ACHTERGROND
Soms kom je iemand tegen die niet alleen zegt wat hij denkt, maar met zijn tomeloze energie en een onuitputtelijke gedrevenheid ook daadwerkelijk bereikt waar hij voor staat. Marck Haerkens, tot voor kort luchtmachtkolonel, is zo iemand. Hij bewandelt een uitzonderlijke loopbaan. Na het afronden van zijn artsopleiding start hij zijn luchtmachtcarrière als vliegerarts. Later haalt hij tevens zijn Groot Militair Vliegbrevet met typebevoegdheid op de Bölkow en de Apache. Deze dubbelfunctie wordt pilotphysician genoemd. Later voltooit hij tevens de opleiding tot traumachirurg. Omdat hij zijn chirurgische vaardigheden bij civiele ziekenhuizen bijhoudt – zoals gebruikelijk bij militair chirurgen – bevindt hij zich de jaren daarna op het grensvlak tussen de militaire luchtvaart en de medische wereld. Daar ontdekt hij dat het bij de luchtmacht zo vanzelfsprekende teamwork, nog nauwelijks wordt toegepast in Nederlandse ziekenhuizen. En dat terwijl het volgens hem van grote meerwaarde kan zijn. Overeenkomsten ‘Een paar jaar geleden werd de luchtmacht gevraagd haar werkwijze uit te leggen aan de Intensive Care (IC) van het Sofia Kinderziekenhuis in Rotterdam, zodat ze beter als team konden samenwerken’, zegt Haerkens. ‘Vliegerpsycholoog Guus van der Elzen speelde in dat project
Haerkens in de tijd dat hij ook nog actiefdienend militair was. Nu geeft hij trainingen over Wings of Care waarin hij het voor hem unieke luchtmachtconcept ‘één team een taak’ uitlegt. (eigen foto)
Missie De training in het Sofia Kinderziekenhuis was een succes en daarmee was de eerste stap naar het erkennen van de noodzaak tot teamwork binnen de zorg gezet. Mede daardoor besloot Haerkens jaren later de luchtmacht vaarwel te zeggen en het concept toe te passen met de organisatie Wings of Care. ‘De focus tijdens de opleiding ligt voor specialisten meer op het inhoudelijke vlak en dat terwijl je een dag na je opleiding
intensieve zorg heeft daardoor zelfs éénderde van de zorgverleners last van psychische klachten. Vliegers daarentegen hebben het belang geleerd van het bespreken van heftige ervaringen met collega’s. Persoonlijke ervaringen die moeilijker binnen hun vluchtte delen zijn, delen ze met professionals.’ Reservist Hij is het niet altijd eens met de manier waarop de buitenwereld naar de luchtmacht
werkwijze in Nederlandse ziekenhuizen
‘Wings of Care’ een zeer belangrijke rol. Het werken met CRM (Crew Resource Management, red.), SOP’s (Standard Operating Procedures), briefing en debriefing, en checklists en leiderschapstraining, is voor veel zorgverleners nieuw. We realiseerden ons dat zorgprofessionals heel gedreven zijn om persoonlijk excellent te functioneren, maar dat effectief teamwork binnen ziekenhuizen minder vanzelfsprekend is.’ Dat de luchtmacht werd gevraagd haar werkwijze uit te leggen, is volgens hem niet vreemd. ‘Er zijn behoorlijk wat overeenkomsten tussen de vliegende community en medische specialisten op de IC. Zo zijn er weinig bedrijfstakken waar je met hoog gemotiveerde mensen verantwoordelijke beslissingen moet maken onder tijdsdruk. De zorg spiegelt zich daarom gemakkelijk aan de professionele operaties van de militaire luchtvaart.’
baasje kunt zijn van een reanimatieteam. Ik ben van plan een nationale standaard te maken en niet alleen maar cursussen te verkopen. Ik zie het dan ook als een missie die ik heb bereikt als ik deze systematiek heb laten landen.’ Uniek product Het teamworkeffect en de leiderschapstraining worden volgens Haerkens positief ontvangen. ‘Eén team, één taak is niet alleen een slogan’, legt hij uit, ‘het is echt een uniek product. Zelfs in andere luchtvaartomgevingen is het niet altijd vanzelfsprekend. Wat ook nieuw voor zorgverleners is en uniek binnen de KLu, is om meer te praten over hun ervaringen. Daar is de cultuur in de medische wereld niet zo op ingericht en dat terwijl de psychische belasting zeer fors is. Binnen de
Kijk voor meer informatie op www.wingsofcare.nl.
kijkt. ‘Op de uitstraling van de KLu op militaire omgevingen en opleidingen wordt nog wel eens afgegeven. Ondertussen is het wel een heel intensieve kwaliteitsorganisatie die uitstekend functioneert en op een unieke manier met zijn processen omgaat, ook tijdens uitzendingen.’ Over de reden waarom hij de luchtmacht toch vaarwel heeft gezegd, zegt hij: ‘Ik heb twee fantastische dingen mogen combineren, namelijk chirurgie en vliegen. Dat grensvlak is me meer en meer gaan interesseren en die interesse sloeg door naar de zorg. Nu ben ik met eigen risico dit project gaan doen, maar ik ben nog wel reservist. Ik kijk met een warm gevoel terug op de KLu en heb nog veel contact met de Apachecommunity. Soms heb ik mijn twijfels of ik wel slim ben geweest om alle zekerheden overboord te gooien, maar als deze missie slaagt, heb ik toch iets kunnen bijdragen. De positieve reacties geven mij de flow en energie om door te gaan.’ • 23 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Opleiding F-16 vliegers verhuist naar Arizona Air National Guard
Trainen in Tucson Tekst: Arno Marchand
Een groter contrast is er bijna niet mogelijk als de laatste zes KLu F-16’s van Springfield in Ohio naar Tucson in Arizona vliegen. Uitgezwaaid door het laatste personeel – in de voor Ohio in deze tijd van het jaar bekende sneeuwstormen – zetten de vliegers de toestellen neer in een comfortabele 25 graden. En onder een clear blue sky, precies waarom The Grand Canyon State zo bekend is. Voor de komende drie jaar is Tucson de thuishaven van het Nederlands F-16 Opleidingsdetachement. En Bij aankomst van de eerste F-16 van de KLu op Tucson, wordt Schonk welkom geheten door luitenant-kolonel Dan Grimwood. Van de drieduizend beschikbare uren voor de KLu zijn er negentienhonderd bestemd voor opleiding, en elfhonderd voor training van operationele vliegers. Foto: 162 FW, Arizona Air National Guard
dat is niet voor het eerst.
Vanaf eind jaren tachtig is de KLu ruim achttien jaar te gast op Tucson International Airport. Een groot gedeelte van die tijd wordt gevlogen met Nederlandse F-16’s. Weliswaar vermomt in kleuren van de Arizona Air National Guard, is het voorste toestel voorzien van een mini-roundel op de luchtinlaat. Foto: uit archief AVDD
DE VLIEGENDE HOLLANDER 24
ACHTERGROND
Ruim drie jaar vormt Springfield Air National Guard Base (ANGB) de thuishaven voor het 306 Squadron dat daar sinds 24 april 2007 de Initial Qualificiation Training (IQT) voor nieuwe F-16 vliegers verzorgt. Tevens kunnen operationele vliegers uit Nederland hier jaarlijks extra uren maken. Het contract met het lokale 178 Fighter Wing (FW) loopt tot eind 2010 en verlengen kan niet want de eenheid moet door een bezuinigingsronde stoppen met F-16 operaties. Ohio is ‘the birthplace of aviation’. Hier, in hun fietsenwinkel in Dayton, maken de gebroeders Wilbur en Orville Wright begin 1900 hun eerste zweef- en motor-aangedreven vliegtuigen. De inwoners
Schonk vertrekt tijdens een sneeuwstorm in de J-145 van Springfield, gelegen op de hoogte van Noord-Portugal. Eindpunt is Tucson dat op de hoogte van Noord-Marokko ligt. Het 162nd Fighter Wing is een internationale F-16 trainingseenheid waar ook vliegers uit Noorwegen, Marokko, Polen en Singapore hun opleiding krijgen. Foto: Ton Smilde
zijn trots op – militaire – luchtvaart en niet voor niets staat hier het grote National Museum of the US Air Force. Ze zien de Air National Guard F-16’s op Springfield ANGB, en daarmee de Nederlanders, dan ook met lede ogen vertrekken. Verlenging In de zoektocht van de KLu naar een nieuwe opleidings- en trainingslocatie, komt ook Tucson International Airport weer in beeld. Van 30 oktober 1989 tot en met 19 oktober 2007 is het lokale 162 FW al gastheer voor het Nederlandse detachement. ‘De Afdeling Jachtvliegoperaties en de Nederlandse ambassade in Washington voerden de onderhandelingen’, legt detachementscommandant luitenant-kolonel Maurice Schonk uit. En met succes want op 29 oktober vliegen de eerste toestellen van Ohio naar hun nieuwe thuis in Arizona. ‘Het gaat hier eigenlijk om een verlenging van het contract van Springfield. Maar daarin voeren we wel verbeteringen door’, zegt Schonk die tegelijk Program Manager en Senior National Representative is. ‘In de nieuwe syllabus vliegen we bijvoorbeeld met de JHMCS (Helmet Mounted Cueing System – spreek uit als Hemmiks, red.). De Amerikaanse instructeurs moeten daarover ook beschikken.’ Het grootste deel van het personeel van het 148 Fighter Squadron (FS) waaronder de Nederlanders vallen, is namelijk Amerikaans. ‘Het Nederlandse detachement bestaat uit dertien man, van wie zes instructeur zijn. De rest is ondersteuning. De overige instructor pilots en het gehele onderhoud komt voor Amerikaanse rekening. Onze MLU’s komen weliswaar grotendeels overeen met de F-16C en D Block 25 waarmee ze hier ook vliegen, maar technisch personeel moet geheel los zijn op onze toestellen. Daarvoor waren de eerste twee F-16’s die we overvlogen dan ook bedoeld.’
2011 gevlogen. Het grote voordeel van Tucson is de ruimere ervaring met F-16 operaties. Drie squadrons en een testcentrum, met in totaal zo’n 65 F-16’s, staan hier op de platformen. Daardoor kan zowel voor opleidingen als operationele training veel synergie worden bereikt. Schonk: ‘Bovendien zijn er heel veel ranges in de buurt met vergelijkbaar terrein als Afghanistan, en de mogelijkheid om zowel live als inert wapens af te gooien. Voor moderne wapens heb je veel luchtruim nodig, en dat hebben we hier. Heel belangrijk voor ops-vliegers. Daarnaast hebben we hier veel mogelijkheden om samen te werken met andere eenheden, bijvoorbeeld – Nederlandse – grondtroepen en Apaches van Fort Hood. Tenslotte is er natuurlijk het betere weer dan Springfield. Daar was nog wel eens overlap tussen twee klassen door slechter weer. Door de gunstiger randvoorwaarden zou dat proces hier soepeler moeten verlopen.’ Maar in de zomer is het wel opletten geblazen. ‘De temperatuur loopt hier in juli op tot wel 45 graden. Met een luchtvochtigheid van twintig tot dertig procent betekent dat opletten voor de jongere mannen, maar ook voor de “oudere”. Heb je bijvoorbeeld een ground abort, dan moet je eerst naar binnen om af te koelen, voordat je een tweede walk around check mag uitvoeren. De sunsheds waaronder de F-16’s staan zijn hier dus pure noodzaak. We geven leerlingen dan ook ruim de gelegenheid zich aan te passen aan de omstandigheden, niet alleen de temperatuur, maar ook de hoogte. We zitten hier op zo’n achthonderd meter, vijfhonderd meer dan Springfield. Een veld waar we veel patronen vliegen ligt zelfs ruim anderhalve kilometer hoog. Daarnaast is Tucson een redelijk druk vliegveld, vergelijkbaar met Eindhoven, met toestellen als Boeing 757’s in het circuit. Daar moet je ook even aan wennen. Maar de voordelen van Tucson zijn evident.’ •
Clear blue sky boven de verkeerstoren van Tucson. De Nederlanders passen precies op die plek binnen het 148 FS waar tot voor kort vliegers uit de Verenigde Arabische Emiraten werden opgeleid op de F-16E en F Desert Falcons. Foto: KLu
Wennen Van oktober tot en met december bevindt Schonk zich in een spreidstand met het opzetten in Arizona en het afronden van de laatste IQT in Ohio. De eerste opleidingsvluchten vanaf Tucson worden begin 25 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Na 57 jaar valt het doek voor het 306 Squadron. Foto: 178 FW, Ohio Air National Guard
306 Squadron, ‘NATO’s only fighting eyes’ Het 306 Squadron is op 1 december op Springfield ANGB gedeactiveerd. De Commandant Nederlands Opleidingsdetachement Tucson, luitenant-kolonel Maurice Schonk, overhandigde de squadronvlag aan het Hoofd Afdeling Jachtvliegoperaties, kolonel Peter Tankink. Het oprichtingbevel voor 306 als Tactisch Fotoverkenningssquadron wordt op 14 september 1953 uitgevaardigd. Het eerste toestel arriveert vijf dagen later op Volkel, een F-84G, niet voorzien van camera’s. In 1954 arriveert de eerste F-84E met één camera in de linker tiptank, afkomstig van een T-33. Op 6 mei 1954 maakt het squadron de eerste luchtfoto’s. Vanaf september is 1954 de Duitse basis Bückeburg de thuishaven, na twee maanden gevolgd door RAF Laarbruch, eveneens in Duitsland, waar 306 tot eind 1957 blijft. Vanaf april 1956 schakelt het squadron over op de eerste echte fotoverkenner, de RF-84F Thunderflash. Tevens ontvangt 306 voor training eerst twee RT-33A’s en in 1957 nog één. Datzelfde jaar verhuist de eenheid naar Deelen. Eind 1962 schoolt het eerste personeel om naar op de F-104G en verhuist het squadron naar Volkel. In mei 1963 ontvangt 306 de eerste F-104G’s op Twenthe. In september arriveren de eerste RF-104G fotoverkenners, maar nog zonder camera’s. Die zijn er pas in 1964 wanneer de eerste foto’s worden gemaakt. In september 1969 volgt wederom een verhuizing naar Volkel waar op 31 oktober november 1974 de Orpheus-fotopod wordt ingevoerd. In geval van oorlog zou De Peel de basis voor 306 worden. Het squadron oefent daar tot in de jaren negentig geregeld. Op 18 februari 1983 krijgt 306 eerste F-16A(R), die veelal RF-16 wordt genoemd. Was de ‘104’ nog onbewapend, de F-16 is bewapend voor zelfverdediging maar heeft ook mogelijkheden tot fighter bomber attack en air defence zodat de bijnaam NATO’s only fighting eyes ontstaat. Vanwege het Balkanconflict stuurt Nederland op 8 april 1993 achttien F-16’s naar Villafranca, waaronder zes van 306. Echter,
er blijkt behoefte aan fotoverkenning op middelbare hoogte, en de Orpheus-pod is voor lage hoogte dat te gevaarlijk wordt geacht. Gefrustreerd gaat het squadron terug maar verzint een oplossing: met een knife edge – F-16 80 graden op de kant – is Orpheus toch op grotere hoogte inzetbaar. Bij verrassing komt op 11 februari 1994 toch het verzoek voor inzet voor Deny Flight. De F-16’s vertrekken de 14de. De Mobile Film Processing Unit (MFPU) waarin de Photo Interpreters de negatieven verwerken en beoordelen, rijdt dan over de weg al naar Noord-Italië. Het werk is niet ongevaarlijk. Tot twee keer toe worden SA-7’s op de fotoverkenners afgevuurd. Na verhuizing naar Amendola in december 1998 blijkt bij de start van Allied Force op 24 maart wederom geen behoefte aan de capaciteit van 306. Een maand later is die er toch en levert 306 twee Lucht Mobiele Flights, vervanger van de MFPU, en drie F-16’s die dan met het Medium Altitude Reconnaissance System vliegen. Tijdens de 48 Allied Force-missies worden de toestellen aangestraald door SA-3’s en beschoten. In de hoofdlijnnotitie van 1999 zou 306 opgeheven worden. Na de Kosovo-oorlog gaat een meerderheid van de Tweede Kamer daarmee niet akkoord en worden achttien F-16’s niet afgestoten. 306 verliest per 1 maart 2000 de operationele status en gaat zich richten op de Theater Qualification Training van nieuwe F-16 vliegers. De fototaak wordt per 1 november 2000 verdeeld binnen de KLu. In juli 2001 schakelt het squadron als laatste eenheid over op de Midlife Update. Sinds 2007 verzorgt 306 vanaf Springfield ANGB met veertien F-16’s de IQT. Videre vincere est – Zien is overwinnen, luidt de wapenspreuk van het 306 Squadron, passend bij de originele taak, de fotoverkenning. Uiteindelijk heeft het squadron zijn bestaansrecht toch verloren.
Vier F-16’s breken uit de formatie in de buurt van hun oude thuisbasis Springfield. Foto: Eric Vorstenbosch, AVDD.
Het 306 Squadron gebruikte het linker platform van het 178 Fighter Wing. Het eigen 162 FS stond hoofdzakelijk op het andere. Foto: 178 FW, Ohio Air National Guard
DE VLIEGENDE HOLLANDER 26
Mensen & Mutaties Bevorderingen militairen Kolonel Beuker GJ - Stafafd.Kwalit.enStandarisatie Luitenant-kolonel Bosma H - Afd Luchtvrttechn & Certificer Kapitein Aarts AAJ - LCW FACZKN INFRA; Beerten H - LMG:AFD LUMA METEO CENTR; Boezen R - DHC:298 OPS VLUCHT 2; Bos VJF - VKL:VLUCHT 1 313; Idema LVC - VKL:VLUCHT 3 311; Kanselaar R - LW:P&O ADVISEURS&ONDERST P&O; Klashorst SG van de - DHC:298 OPS VLUCHT 1; Vries JPM de - VKL:VLUCHT 2 313; Wely MFLM van - DHC:301 OPS VLUCHT 1 Eerste luitenant Daniels DR - EHV:CIS MAINTENANCE; Draaijer J GGW:GW PATRIOT CREW 3 FP 4 803; Hasselbaink L - BG IVENT: JCG Sie OST IBC CSM; Jonge RJ de - LMG:AFD LUMA METEO CENTR; Jousma LY - BG IVENT: JCG Sie BDRV OCP; Weelden BJ van - DCIOD: Bedrijfsvoering Tweede luitenant Appels AVA - DHC:299 BUR SCEN BEGELEIDING; Beerens DC - LW:SQN STAFBUR 323; Blok M - LMG:AFD LUMA METEO CENTR; Duijnhouwer T - DC BMW: RK Zuid; Homburg WP - DHC:298 OPS VLUCHT 2; Horsman TR - DHC:301 G&O COGP; Janssen B - DHC:298 OPS VLUCHT 2; Witte EJ - AOCS:OPERATIEN LVL SIE E Adjudant-onderofficier Arendse JP - DHC:299 KNT COUGAAR; Bekker EMJF GGW:GW PATRIOT FP 2 802; Delver M - DCIOD: NPC GLONS; Dillen H van - CAT: Vlb Eindhoven; Kin BMW DCIOD: EATC; Kroon GJ - LW:WE VLIEGT. ONDERHOUD; Lieshout EM van - DHC:PH O&L BUR LUWA&TECH ASS; Scheper M - EHV:MOVEM SUPPORT COORD CELL Sergeant-majoor Bisselink JHF - DHC:298 G&O VLUCHT 3; Blom MS EHV:VLUCHT 2 KDC-10; Bos AM - DHC:298 G&O VLUCHT 1; Buijnsters MJFB - AOCS:OPS GL SIE A VLUCHT B; Nieuwenhuijse CMA - LW:KANTOOR TRAINING; Rikumahu JA - LW:SIE WEGTRANSPORT; Schouw SCA - OKLU:P&O ADVISEURS&ONDERST P&O; Sengers JH - VKL:PLANNING CELL LOG; Sluiter P - OKLU:BEWAKINGSPELOTON 3 Sergeant 1 Aa DAG van der - GGW:BUR FACILITAIR MNGMENT 650; Alleblas RJ - EHV:WC VLIEGVEIL. UITRUSTING; Bastiaansen MLJ - LCW ON EQMT CL AFSTOTING; Bie SM de - VKL:PVE LINEMAINTENANCE 311; Boontjes E - LW:REGIO MAT. VOORZ VERZORGING; Bosters JAA - LCW COMPO MOT&MODULES; Bouman J - VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD; Braber SJ den - DHC:930 WE VLIEGTUIGMECHANICA; Dijk AJC van - VKL:SIE MAGAZIJNEN; Dijk JJ van - DHC:930 WE VLIEGTUIGMECHANICA; Doff B - LW:VLUCHT AIRCRAFT MAINT 322; Dooren R van - GGW:WC GRONDUITRUSTING 951; Faas GP - DHC:932 MAT CAMS; Gram RP - VKL:PVE LINEMAINTENANCE 313; Grave ROG de - LCW COMPO MOT&MODULES; Gulikers IJJ - LCW ON EQMT CL J&LVTGN; Gurp MA van - DHC:930 WE BASE APACHE; Hermans GG - LCW COMPO MET&OPPBHD; Hettinga RD - LW:WE BASE MAINTENANCE; Hiemstra A - DHC:930 WE WAPENTECHNIEK; In der Maur G - LW:SIE VOERTUIGONDERHOUD; Janssen AWM - VKL:WE SCHILDEREN/CORROSSIE; Janssen RRG - LCW ON EQMT CL J&LVTGN; Kelder RM - VKL:SIE DEELSYSTEMEN; Kerremans DCW - NLDA: PGU/SMV; Koree D - VKL:PVE LINEMAINTENANCE 312; Kornelis HJF - LW:VLUCHT AIRCRAFT MAINT 323; Laan E van der - LW:SQN MISSION SUPPORT 323; Laarhoven J van - VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD; Buuren N van - VKL:SIE VOORRAADBEHEERSING; Nibaele JR VKL:SIE MUNITIE OPSLAG; Niet ST van der - LW:REGIO MATERIEEL VOORZ TNOO; Ottens MJA - DHC:930 WE VLIEGTUIGMECHANICA; Poel R van der - LCW COMPO CL MECH SYSN; Postelmans MAM - DHC:300 OPS COGP; Robeerst SMA - VKL:WE SCHILDEREN/CORROSSIE; Rus SJP - LCW ON EQMT CL AFSTOTING; Schapers NDVM VKL:SIE WAPENTECHNIEK; Schel RPH - VKL:GROUND SUPPORT EQUIPMENT; Siebenga LDE - LW:GZHC VLIEGBASIS LEEUWARDEN; Sieperda RA - LW:WE MOTOREN; Snoek J - LW:WE BASE MAINTENANCE; Spaanderman S - VKL:PVE LINEMAINTENANCE 311; Spierings MNLJ DHC:931 HONDENSECTIE; Spork J - VKL:WE BASE MAIN-
TENANCE F16; Ven MMJJ van de - VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD; Verbakel RJ - LCW ON EQMT CL J&LVTGN; Weijenberg BB - LCW COMPO MOT&MODULES; Wouters A - OKLU:WC MECHANISCHE TECHNIEK; Zonneveld J - LW:WEC GROUND SUPP EQ Sergeant Beetstra G - AOCS:BUR OPERATIONELE PLAN; Bleize PJM - EHV:PVE BRANDWEER; Bos M - DHC:931 CIS MAINTENANCE; Braake TH te - DHC:932 MVZ ONDERSTEUNING; Braam JC - VKL:OPER. MATERIEELVOORZ.; Deckers GAJM - DHC:930 WE VLIEGTUIGMECHANICA; Godding NAM - GGW:GW PATRIOT CREW 3 FP 2 802; Goede ST de - GGW:GW PATRIOT CREW 3 FP 1 802; Hendriks S - FDC: Sectie W V&B; Hense R - OKLU:BEWAKINGSPELOTON 1; Hoon M de - LSK:SECRETARIAAT DIR OPERAT.; Jansen MH - VKL:PVE LINEMAINTENANCE 312; Kuipers D - BG IVENT: JCG Sie OST BTO OOST; Leijenhorst P van - LW:REGIO MAT. VOORZ VERZORGING; Maters B - LW:621 OGRV PEL; Maulany IR - DHC:932 MVZ OPS; Mensing RRM - DHC:930 WE VLIEGTUIGMECHANICA; Nobel TD - LSKBOE:ORKEST; Özsoy T - DHC:930 WE NDSTRM LCHTBEH MEGU; Pepers J - EHV:VLIEGDIENST 334; Schreuder AN - AOCS:BUR OPERATIONELE PLAN; Smit J - DHC:931 CIS OPERATIONS; Sprundel W van - DHC:931 CIS COORDINATIE CENTRE; Verspui E - OKLU:BRANDWEERPELOTON 3; Westerveld V - DHC:930 WE NDSTRM LCHTBEH MEGU; Zwartjes PWA - CAT: Vlb Volkel Korporaal 1 Akker WJHL van den - VKL:PVE BRANDWEER; Bertholet SW - EHV:PVE BRANDWEER; Bijl D - VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640; Bon MR - CAT: Frederikkazerne Geb 31; Boomgaard RB van den - EHV:PVE BEWAKING; Camp SAJ van de - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640; Clark DM - EHV:PVE BRANDWEER; Driel HJL van OKLU:BRANDWEERPELOTON 2; Engels PTM - DHC:931 PVE BRANDWEER; Gelderen GAP van - VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640; Hoogwerf BCA - CAT: Eurotoren CLSK; Horsten HAP - CAT: Vlb Gilze Rijen; Houps NJM - VKL:PVE BRANDWEER; Jonge PWJ de - EHV:HONDENSECTIE; Knufman MB - GGW:CIS MAINTENANCE 800; Lemstra DJ - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640; Mantel DJ - LW:WEC GROUND SUPP EQ; Peelen N - DHC:931 HONDENSECTIE; Poortvliet LH - OKLU:BRANDWEERPELOTON 1; Rensen TAM - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640; Ruiten F van - AOCS:HONDENSECTIE; Verbeek J OKLU:BRANDWEERPELOTON 1 Korporaal Dos Reis Chantre J - GGW:GW PATRIOT CREW 2 FP 4 803; Janse D - DHC:931 SIE BEWAKING; Maronier T - LW:SIE WAPENTECHN; Mast SJ - DHC:931 SIE BEWAKING; Urk J van - AOCS:GZHC AOCS NIEUW MILLINGEN; Velde M van der - LW:GZHC VLIEGBASIS LEEUWARDEN; Vonk CY - LSK:WC GENEESK LOGISTIEK (WGL); Wiegers R AOCS:BEWAKING SIE; Zoontjens MLA - DHC:932 MVZ ONDERSTEUNING Soldaat 1 Alting F - LW:621 OGRV PEL
NOVEMBER
Eerste luitenant Kardol JC - LSK:AFD PERSONEELSZAKEN; Linden M van der - LMG:AFD LUMA METEO CENTR Vaandrig Kavafoglu OR - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO; Wit R de - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO Adjudant-onderofficier Boerrigter P - DVVO: Cdogrp Pdgrp Wegvervoer; Brans J - LSK:WC GENEESK LOGISTIEK (WGL); Groenen ENJM DCIOD: Sector Ramstein; Koevoets WHM - BG IVENT: JCG Sie OST CIS KP; Pronk J - SMPL/IP FD&GDNBEH/IG LOG KLU; Rigterink HC - DHC:299 KNT COUGAAR Sergeant-majoor Gouw AJ - DVVO: Cluster VV-DET; Janssen AW EHV:TECH VLCHT F50/GIV Sergeant 1 Kasteren P van - EHV:PVE BEWAKING; Lange A de - LCW FD HONDENSECTIE Sergeant Geelhoed B - LSKBOE:OPL NLDA LANG MODEL MWO; Sjoers J - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640 Korporaal 1 Baal MEL van - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640; Baauw GJ - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640; Boere CM DHC:932 WE LOG OPSLAG POLCA; Henssen PFG - DHC:932 WE LOG TRANSPORT; Huiskes N - VKL:P&O ADVIES; Pottelberghe R van - CAT: Opleidingen Woensdrecht; Velde C van der - AOCS:BUR OPERATIONELE PLAN; Vliet FH van VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640; Wijnen BHF - VKL:SIE WEGTRANSPORT; Zeggeren NR van - LW:PVE BEWAKING Korporaal Gunn LMI - OKLU:RESSORT LEERLINGEN Soldaat 1 Helstone MT - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640 Soldaat 2 Brouwer J - OKLU:RESSORT LEERLINGEN; Grummel HSR - OKLU:RESSORT LEERLINGEN Soldaat 3 Bakker R - OKLU:RESSORT LEERLINGEN; Kolfschoten RC - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO; Kortekaas S - OKLU:RESSORT LEERLINGEN; Snoek RWJ - OKLU:RESSORT LEERLINGEN; Venhuizen VG OKLU:RESSORT LEERLINGEN Dienst verlaten burgers Schaal 11 Beek AH van - DHC:299 KNT CHINOOK Schaal 05 Dongen HJC van - LSK:BUR FORMATIEBEHEER; Groen MFM - AOCS:GZHC AOCS NIEUW MILLINGEN
Bevorderingen burgers Schaal 06 Bemelmans RCM - EHV:O&V LUTRA; Bya B - LSK:BUR COMMANDANT LSK
Schaal 04 Rutte B le - LSK:BUR ALG. ZAKEN & PROTOCOL Overplaatsing militairen
Schaal 05 Jansen H - LSKBOE:AFD COLLECTIE MLM
Sergeant 1 Duinen van H van Klu naar KMar
Dienst verlaten militairen
Korporaal 1 Eijlander S van Klu naar KMar
Commodore Vriendt HN de - Directie Personeelsmanagement Kolonel Berg D van den - DCIOD: AIR CC-HQ Izmir; Kroes FA Stafafd.Kwalit.enStandarisatie Luitenant-kolonel Boersma S - Afd. Personeelsbel & Rechtspos; Postma K DCIOD: AIR CC-HQ Ramstein
Soldaat 1 Groen K van Klu naar KL Overplaatsing burgers Schaal 11 Ruitenbeek B van Klu naar DMO
Majoor Gemmink HO - LSK:AFD OPER RESEARCH & EVAL; Grootaarts MM - EHV:GZHC VLIEGBASIS EINDHOVEN; Nistelrooy SAHAA van - LSK:AFD MANAGEMENT CONTROL 27 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JO U R NAA L Bezoeken minister Hillen
Helikopterwings op Ft. Rucker Vier Nederlandse helikoptervliegers ontvingen op 4 november op het Amerikaanse landmachtbasis Fort Rucker hun vliegerwing. Commandant Luchtstrijdkrachten (C-LSK) luitenant-generaal Jac Jansen en brigadegeneraal Tony Crutchfield, Commanding General van Fort Rucker, spelden de nieuwe vliegers in aanwezigheid van familie en genodigden zowel hun Groot Militair Brevet als de US Army Wing op. Na de brevettering zijn de vaandrigs bevorderd tot tweede luitenant en werden, als goede Nederlandse traditie, de strepen door de C-LSK en de Commandant Nederlands Opleidings Detachement (NOD) Fort Rucker, luitenant-kolonel Philip Whittle, natgemaakt. Op Fort Rucker volgen Nederlandse militairen de Initial Entry Rotary Wing. Dit is de eerste opleiding in de specialisatie tot helikoptervlieger. Ze vliegen daarvoor met de TH-67-trainingshelikopter. Hierna stromen de cursisten door naar één van de drie vervolgopleidingen op deze legerbasis in Alabama. Jaarlijks volgen 22 Nederlandse vliegers een opleiding op Fort Rucker. Daarnaast volgen hier ieder jaar twee Apache- en twee Chinook-vliegers de opleiding tot Maintenance Test Pilot. Op de foto de gebrevetteerde vliegers te midden van C-LSK, C-NOD, OOT NOD en de begeleidingsofficier voor deze brevettering, kapitein Ingeborg Hessing-Dijk. Foto: Jimmy Kuijkens
VTOC-leerlingen gediplomeerd
Minister van Defensie Hans Hillen bracht in november een tweedaags bezoek aan de Nederlandse eenheden in Afghanistan. De minister sprak bij zijn aankomst in Kabul met zijn Afghaanse ambtsgenoot Wardak en de Amerikaanse bevelhebber van de ISAF-troepen generaal Petraeus. In het gezelschap van Commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm en de Commandant der Zeestrijdkrachten viceadmiraal Matthieu Borsboom, vloog Hillen door naar Tarin Kowt. Daar sprak hij met de commandant van het Apache Detachement, luitenant-kolonel Giliam Bresser. Na een bezoek aan Gilze-Rijen kon hij de inzet van de Apache met eigen ogen zien en de ervaringen horen. De delegatie nam ook deel aan de plechtige ontmantelingsceremonie van het monument met de namen van de 24 Nederlandse militairen die in Afghanistan omkwamen. Tijdens het bezoek was er een live-videoverbinding met het thuisfront. De CDS sprak zijn dank uit naar het thuisfront in relatie tot de plotselinge verlenging van het verblijf van hun dierbaren. Op Kandahar Airfield ontmoette de delegatie de andere militairen van de ATF. Hillen vond de Nederlandse militairen opvallend positief in de uitvoering van hun werk. Hij gaf aan de belangen van Defensie en de Nederlandse militairen zo goed mogelijk te behartigen onder de politieke leiders en bevolking van Nederland. Midden in de maand bracht Hillen een werkbezoek aan vliegbasis Leeuwarden. De minister kon met een operationele vlucht van een Cougar-helikopter meevliegen naar Noord-Nederland. Hij liet zich bij het 323 TACTESS informeren over vliegoperaties met F-16, bracht hij een bezoek aan het 303 SAR Squadron en sprak hij met techneuten in de onderhoudshangaar (foto). Aan het einde van het programma sprak de bewindsman nog met de regionale media. Hij benadrukte dat er nog geen besluit genomen is over welke bezuinigingsmaatregel dan ook. Hillen zei dat de vliegbasis Leeuwarden een belangrijke werkgever is in de regio en dat Friesland hier trots op mag zijn. Foto: René Ketting, AVDD
Vierentwintig leerlingen van het Vaktechnisch Opleidingscentrum (VTOC) Fokker ontvingen vrijdag 8 oktober uit handen van kolonel Johan de Jongh, Hoofd Afdeling Opleiding & Ontwikkeling (foto), en de directeur van VTOC Martin van Grieken hun WEB-diploma (MBO-Luchtvaarttechniek). Daarmee sluiten de 21 jongens en 3 meisjes de VRAGEN AAN – BEHALVE OVER zogenoemde PART-66 Ba- ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN sisopleiding af. De leerlin- VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? gen die dat willen worden Mail naar vliegendehollander@ aansluitend aangesteld bij het CLSK en beginnen vervolgens mindef.nl. Stuur foto’s naar luchtmet de Algemene Militaire Opleiding (AMO) aan de KMSL te
[email protected]. Woensdrecht. Aansluitend volgen zij de Basisopleiding voor Deadline: iedere eerste maandag Onderofficier KLu (BOOK) om daarna nog de vliegtuigtypeopvan de maand. leiding (F-16, Cougar. Chinook, Apache, Lutra, PC-7) te volgen. ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON Na succesvolle afronding van dit traject volgt aanstelling als OP PAGINA 34 luchtvaarttechnicus. Foto: Wouter van Rijswijk DE VLIEGENDE HOLLANDER 28
Betaaldata salarissen In 2011 wordt het salaris uiterlijk bijgeschreven op 24 januari, 24 februari, 24 maart, 21 april, 24 mei, 24 juni, 22 juli, 24 augustus, 23 september, 24 oktober, 24 november en 21 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij het Dienstencentrum Human Resources (DCHR) op *06-733 of 0800–2255733, bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 12.00 uur.
JOURNAAL
Australisch bezoek aan Nederlands Apache Detachement
De commandant van de Australische Joint Task Force 633 (C-JTF), generaalmajoor John Cantwell, bracht eind oktober een bezoek aan het Nederlandse Apache Detachement op Tarin Kowt in Afghanistan. Namens JTF 633 en alle leden van de Australische krijgsmacht, bedankte hij het huidige Apache Detachement en alle voorgangers voor de bewezen diensten in de afgelopen vierenhalf jaar. ‘Meer dan eens hebben Australische militairen hun leven te danken aan de inzet van de Nederlandse Apaches’, aldus de generaal. Aanleiding voor dit bezoek was enerzijds de zeer plotselinge verlenging, mede op verzoek van Australië, waarmee het Apache Detachement werd geconfronteerd. Anderzijds de negatieve berichtgeving in de Australische en Nederlandse media de afgelopen periode. Generaal Cantwell benadrukte dat niemand van de Australische krijgsmacht zich ook maar enigszins herkende in het door de media geschetste beeld. Als blijvende blijk van waardering overhandigde de generaal een plaquette aan de Commandant Apache Detachement luitenant-kolonel Giliam Bresser. Foto: 1 NLD ATF
Inauguratie officieren LCV de Manche Ruim negentig luchtmachtofficieren in spé werden op 2 november op de KMA geïnaugureerd als lid van de Luchtmacht Cadetten Vereniging de Manche. Onder toeziend oog van de C-LSK luitenant-generaal Jac Jansen en diens plaatsvervanger generaal-majoor Hans Wehren mochten cadetten letterlijk proeven aan de luchtmachtsfeer door het drinken van de luchtmachtblauwe wapendrank. Naast de aanwezigheid van deze generaals waren er veel vakoudsten en commandanten waarmee de cadetten op informele wijze konden kennismaken. De Manche is opgericht om het luchtmachtgevoel – teamwork en teamspirit – te versterken onder alle luchtmachtcadetten. Hieraan wordt invulling gegeven door het organiseren van gezamenlijke activiteiten en het behouden van tradities en gebruiken van de KLu evenals LCV de Manche zelf.
Secretarissen COVM bezoeken Eindhoven De secretarissen van de Commissies Overleg en Voorlichting Milieuhygiëne (COVM’s) brachten op 2 november een werkbezoek aan vliegbasis Eindhoven. Het halfjaarlijkse bezoek had tot doel om met elkaar te overleggen en meer inzicht te krijgen in de specifieke taak van het betreffende vliegveld. Elke vliegbasis heeft een COVM om de communicatie tussen het vliegveld en de omliggende woonwijken te bevorderen. De commissieleden bestaan uit vertegenwoordigers van de ministeries van Defensie en VROM, provincie, gemeenten, belangenorganisaties en omwonenden van de vliegbasis. Zij adviseren de minister van Defensie op het gebied van maatregelen die de geluidhinder van de vliegbasis kunnen beperken. Tevens geeft de COVM voorlichting over de geluidsaspecten behorende bij het vliegverkeer van de vliegbasis.
Search & Rescue op Lego World Tijdens Lego World in de IJsselhallen in Zwolle was van 20 tot en met 27 oktober tussen de vele duizenden bouwsteentjes een Alouette III SARhelikopter te bewonderen op. Lego World had het Militaire Luchtvaart Museum (MLM) benaderd voor een museumstuk ter ondersteuning van het thema Search & Rescue, één van de nieuwste Lego-thema’s. Honderden kinderen gingen tijdens het evenement met de SAR op de foto en verkregen informatie over het MLM. Als tegenprestatie bood Lego gedurende twee zomerweken bakken vol Lego aan het museum aan, waaraan het MLM een bouwwedstrijd koppelde. Het kind dat het beste een museumstuk nabouwde werd tot dagwinnaar uitgeroepen. Foto: MLM.
Young Musicians spreiden vleugels Voor de vijfde keer vond het muziekevenement Young Musicians Spread Their Wings plaats op Luchtmachtbasis De Peel. Jeugdige muzikanten van diverse fanfares en harmonieën uit de omgeving van Luchtmachtbasis De Peel en leden van het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht zorgden donderdag 25 november voor een geweldig muziekspektakel. In de ochtend verzorgden de professionele muzikanten van het orkest diverse workshops voor de jeugdige muzikanten. Later op de dag werd een gezamenlijk orkest gevormd, bestaande uit meer dan 250 muzikanten. Optredens van diverse gastmuzikanten en zangers maakte het muziekevenement compleet. Bijzonder was ook de deelname van de C-LSK luitenant-generaal Jac Jansen die trombone speelde. Het orkest, onder leiding van Adjudant Maarten Rijs, medewerker van de Groep Geleide Wapens, wist het publiek te verassen met populaire muziekstukken variërend van filmmuziek, Nederlandstalige muziek en ballades. Foto: Leonie Voets-van Helmond, AVDD 29 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Defensie ondertekent intentieovereenkomst met Boeing
Vacaturebank vervangt Arbeidsplaatsenbank Het Logistiek Centrum Woensdrecht en The Boeing Company gaan samen de mogelijkheden tot intensivering van de samenwerking onderzoeken op het gebied van regionale onderhouds-, reparatieen modificatiewerkzaamheden voor de militaire en civiele luchtvaart. Defensie richt zich hierbij in het bijzonder op de werkzaamheden voor de vliegende wapensystemen Apache en Chinook. Dit hebben zij donderdag 4 november vastgelegd in een intentieovereenkomst. Volgens directeur LCW commodore Peter Ort – op de foto met Peri Widener, directeur Integrated Logistics programs van The Boeing Company – past deze overeenkomst goed bij het door de nieuwe regering ondersteunde Maintenance Valley-initiatief om de Nederlandse positie, en dan met name de regio Zuidwest-Nederland, op dit gebied te versterken. Foto: Maartje Roos, AVDD
Sinds 5 november vervangt de Vacaturebank de Arbeidsplaatsenbank. Hiermee kunnen werknemers actief richting geven aan hun eigen loopbaan en wordt het makkelijker om personeel defensiebreed te plaatsen en uit te wisselen. In de nieuwe vacaturebank kunnen werknemers bijvoorbeeld zoeken op basis van kwalificaties, dat het vinden van een geschikte functie vergemakkelijkt. Zowel militairen als burgers kunnen hun belangstelling registreren voor gewenste functies. Zodra de arbeidsplaats vrijvalt, wordt de belangstelling voor, omgezet in een sollicitatie naar de functie. Via privé- of werkmail wordt de werknemer op de hoogte gehouden van wijzigingen in de vacature en het verdere verloop van de selectieprocedure. Met de Vacaturebank heeft de werknemer inzage in alle binnen Defensie beschikbare (toekomstige) vacatures, wordt het proces om functie toe te wijzen transparant en de belangstellingen van werknemers gedigitaliseerd. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de wensen van het Flexibel Personeelsysteem voor militairen. De Vacaturebank is te vinden via Selfservice op het intranet. Medewerkers die geen beschikking hebben over een Mulan-pc, kunnen de belangstelling laten registreren via hun loopbaanbegeleider (militairen) of het DCHR (burgers). Nog lopende sollicitaties worden afgehandeld volgens het oude systeem. Kijk voor meer informatie en uitleg op het Defensieportaal > Personeel > Vacatures > Vacaturebank.
Aanvraag gevechtsinsigne Koninklijke onderscheiding voor luchtmachtbrandweerman Vanwege zijn inzet bij de vrijwillige brandweer van Vught sinds 1989 ontving majoor Erik de Laat op 27 oktober een Koninklijke onderscheiding. Hij vervulde de rang van hoofdbrandmeester en nam na 21 jaar afscheid. Burgemeester Roderick van de Mortel van de gemeente Vught spelde de onderscheiding op in de plaatselijke brandweerkazerne en maakte De Laat daarmee Lid in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden. Tevens werkt de luchtmachtmajoor al 29 jaar bij de brandweer van Defensie. Op vliegbasis Woensdrecht initieerde De Laat een samenwerking tussen de gemeentelijke brandweerkorpsen en de luchtmachtbrandweer om incidenten te bestrijden. Door samen te oefenen leren de brandweerlieden elkaar en elkaars werkwijzen kennen, dat tot efficiënter werken leidt. Foto: Jan van de Ven DE VLIEGENDE HOLLANDER 30
Recent zijn aan militairen voor operaties uit het verleden gevechtsinsignes uitgereikt. Het betreft militairen die door de detachementscommandant ter plaatse zijn voorgedragen voor het insigne. De voordracht is in deze gevallen gehonoreerd. De dragers hebben de desert-variant van het insigne al in hun bezit en ontvangen automatische de metalen en woodlandvariant. De laatste is voor het DT. Er wordt ook een oorkonde bij het insigne geleverd. Daarnaast kunnen deelnemers aan vroegere missies vanaf 1 juni 2001 met terugwerkende kracht het gevechtsinsigne aanvragen. Alle aanvragen die zijn ingeschoten en waarvan de indiener nog geen terugkoppeling heeft ontvangen zijn nog in onderzoek. Zodra een besluit over een individuele aanvraag is genomen wordt dit aan de indiener meegedeeld. Indien de aanvraag wordt gehonoreerd, zullen de insignes en oorkonde worden toegekend. Gelet op het aantal ingediende aanvragen kan het enige tijd duren voordat een besluit op een aanvraag kan worden verwacht.
JOURNAAL
Graduatie wapeninstructeurs F-16 en helikopters
Oefening met luchtje Zo’n honderd militaire en civiele specialisten op het gebied van gevaarlijke stoffen sloegen op begin november de handen ineen voor de oefening Joint Retort. Op luchtmachtbasis De Peel gingen ze – gehuld in gaspakken – in zowel multinationale als civiel-militaire teams diverse chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) dreigingen te lijf. De CBRN-ploegen van de vliegbases Leeuwarden en Volkel en de Groep Geleide Wapens werkten niet alleen zij-aan-zij met hun Belgische en Deense militaire collega’s. Ook trokken ze op met specialisten van de brandweer en het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO). De brandweerlieden van het Korps Noord- en Oost- Gelderland brachten hun ruime ervaring met industriële stoffen in. De collega’s van de LTFO voegden hier hun opsporingsprocedures aan toe. Voor opsporing en uiteindelijk veroordeling van verdachten is het belangrijk om in een vroeg stadium forensische bewijslast te verzamelen. Een waardevolle multidisciplinaire kruisbestuiving, oordeelt oefenleider adjudant IJdo Bosma. ‘Dit is één van de nationale terreinen waarop Defensie bijstand kan verlenen. In geval van een CBRN-calamiteit trekt de BV Nederland namelijk alles uit de kast, civiel én militair, om snel en doeltreffend op te treden. Daarom is het goed dat we ook samen oefenen.’ Foto: Rob Gieling, AVDD
De veertien cursisten van de Fighter Weapons Instructor Training (FWIT) zijn op 2 december zijn gegradueerd. Vanaf die dag dragen ze de felbegeerde titel van wapeninstructeur met bijbehorende badge. F-16 vliegers uit België, Noorwegen, Denemarken, Portugal en Nederland, de European Participating Air Forces (EPAF)-landen doorliepen de afgelopen zes maanden deze intensieve opleiding die zowel op Leeuwarden als de vliegbasis Monte Real in Portugal plaatsvond. De FWIT wordt georganiseerd door het 323 Tactical, Training, Evaluation and Standardisation Squadron. C-LSK luitenant-generaal Jac Jansen woonde de ceremonie bij. Foto: René Ketting, AVDD
NAVO-medaille ATF-15
In totaal 58 militairen van het vijftiende detachement van de Air Task Force op Kandahar Airfield ontvingen op 27 november uit handen van detachemenstcommandant kolonel Gerbe Verhaaf, de NAVO medaille. De ATF-commandant kreeg op zijn beurt de onderscheiding opgespeld door het jongste lid van het detachement. De Nederlandse Air Task Force levert nog steeds een belangrijke bijdrage aan de taak van ISAF. Op Kandahar Airfield zijn vier F-16 gestationeerd, deze worden nagenoeg dagelijks ingezet om bijvoorbeeld met RecceLite geïmproviseerde explosieven (bermbommen) op te sporen. Daarnaast worden ze ingezet voor Close Air Support, het ondersteunen van de grondtroepen. Foto: Richard Frigge, AVDD
Op dezelfde dag werd voor zes wapeninstructeurs de Helicopter Weapons Instructor Course (HWIC) afgesloten, waar mee twee Apache-vliegers, evenzoveel Cougar-vliegers en een duo Chinookloadmasters officieel benoemd zijn tot helikopter-wapeninstructeur. Tijdens de vijftien weken durende cursus specialiseren de cursisten zich in het tactisch samenwerken met andere krijgsmachtdelen. Bij de afsluiting richtten de HWIC-cursisten van dit jaar een wapeninstructeurvereniging op, genaamd ‘On the edge’. Deze wil meerdere keren per jaar bijeenkomen met actieve, maar ook oud-wapeninstructeurs om de opgedane kennis te delen. Naast de C-LSK waren ook de Commandant DHC, commodore Theo ten Haaf, en Hoofd Afdeling Helikopter Operaties, kolonel Jan Willem Westerbeek, bij de graduatie aanwezig. Foto: Eric Vorstenbosch, AVDD
31 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Commando-overdrachten Commando 930 Squadron Majoor Erwin van Beljouw droeg op 21 oktober het commando van 930 Squadron over aan majoor Nanda Barendsen. Van Beljouw’s is nu Senior Accountmanager Jacht- en Lesvliegtuigen bij het Logistiek Centrum Woensdrecht (DMO). Foto Eric Vorstenbosch, AVDD
Brigadegeneraal Hans Leijtens droeg op 23 oktober de leiding van het Contingentscommando (ContCo) op Kandahar Airfield over aan kapitein-ter-zee Ludger Brummelaar. Het ContCo vormt de ogen en oren van de CDS, zodat deze op de hoogte blijft van de actuele situatie in het uitzendgebied. Foto: Richard Frigge, AVDD
Kolonel vliegerarts Gerald Rots droeg op 29 oktober droeg het commando over het Instituut Defensie samenwerking Relatieziekenhuizen (IDR) over aan kolonel Dick Sinnige. De overdracht vond plaats in Doorn. Rots gaat het komend jaar uitvoering geven aan het onderdeel gezondheid binnen de herinrichting van het Commando DienstenCentra. Sinnige was tot eind juni 2010 drie jaar commandant van het 400 Geneeskundig Bataljon van het CLAS. Foto: Gerben van Es, AVDD
Radarafdeling De Kooy naar Nieuw Milligen De radarafdeling van de Luchtverkeersleiding van het Maritiem Vliegkamp (MVK) de Kooy ging op 18 november over naar het AOCS Nieuw Milligen. De overdracht vond symbolisch een dag eerder plaats in de crewroom van de Luchtverkeersleiding op De Kooy. In de jaren na WO II werden in Nederland de vliegbases en vliegkampen voorzien van verkeerstorens en de eerste radarsystemen, om het mogelijk te maken vliegtuigen ook onder slechte weersomstandigheden te laten landen. Deze naderingsverkeersleidingsafdelingen werden plaatselijk ingericht met gaandeweg steeds modernere radarapparatuur en door de KLu opgeleid personeel. Ongeveer vier jaar geleden is een beleidsvoornemen geschreven om de Luchtverkeersleidingsafdeling van de Koninklijke Marine te reorganiseren naar een KLu-organisatie en het naderingsverkeer et laten leiden door de Centralised Approach (CAPP) Afdeling van het AOCS Nieuw Milligen. Het MVK de Kooy is hiermee het laatste militaire vliegveld in Nederland dat zijn zelfstandige radarafdeling sluit en opgaat in de CAPP. Op de foto Commandant 991 Squadron kapitein-luitenant-ter-zee Henk Ensink (l.) en Commandant 711 Air Control Squadron luitenant-kolonel Henk Kiffen met het zojuist overhandigde herinneringsplankje met daarop een radarlichtpen waarmee de luchtverkeersleiders in het verleden talloze radarplots identificeerden. Foto: Henk Louw DE VLIEGENDE HOLLANDER 32
Luchtmachters verlenen eerste hulp bij verkeersongeval Twee medewerkers van de brandweer van vliegbasis Woensdrecht hebben op 24 november bij een verkeersongeval op de A58 tussen Zegge en Roosendaal eerste hulp verleend aan de betrokken slachtoffers. Zij naderden het ongeval, waarbij drie personenauto’s en twee vrachtwagens betrokken waren, en ontfermden zich ter plaatse als eerste hulpverleners over de slachtoffers en zorgden voor de verbetering van de veiligheidssituatie. Na het arriveren van de hulpdiensten hielpen de luchtmachters bij het bevrijden van een slachtoffer dat bekneld zat in een auto, en de zorg en stabilisatie van een ander slachtoffer. Beroepsmatig beschikken de luchtmachters over de expertise om de hulpdiensten te ondersteunen. Na afloop namen zij samen met de civiele hulpdiensten deel aan de evaluatie en. Bij de botsing raakten drie personen gewond, waarvan één ernstig. De A58 was geruime tijd afgesloten.
Vliegerinfodagen trekken 275 belangstellenden De vliegerinformatiedagen van de KLu op het Maritiem Vliegkamp De Kooy trok dit jaar 275 aanstaande schoolverlaters. Het evenement wordt elk jaar gehouden omdat voor elk vliegtuigtype altijd nieuwe vliegers nodig zijn. Welkom zijn eindexamenkandidaten van het niveau MBO, HAVO en VWO en die minimaal wiskunde A, Nederlands en Engels in hun vakkenpakket hebben. Een andere voorwaarde om vlieger te kunnen worden is, dat je bij het eindexamen minimaal een vijf voor deze vakken moeten scoren. De infodagen bieden de jongens en meisjes de gelegenheid om met vliegers over het vak van gedachten wisselen en een kijkje nemen in KLu-toestellen. Tijdens de jongste editie draaide het om de helikopter, omdat belangstellenden voor een baan als F-16 piloot eerder dit jaar op de vliegbasis Leeuwarden terecht konden. Na de vliegerinfodagen solliciteert gemiddeld zeventig procent van de bezoekers op een baan als vlieger bij de luchtmacht.
JOURNAAL
KMSL bemachtigt extra examenbevoegdheid Het 133 squadron van de KMSL is op 28 oktober 2010 door de Stichting Emissiepreventie Koudetechniek (STEK) erkend als bevoegde instantie voor het afnemen van examens voor koelinstallaties met een kleinere inhoud dan 3 kilo koudemiddel. Deze zijn binnen heel Defensie voor allerlei toepassingen in gebruik. Koeltechniek wordt gebruikt bij onderhoud van onder andere aircosystemen aan boord van een PC-7 of Apache, en voor koeling van elektronica. Met de examenbevoegdheid kan defensie onafhankelijk van derden technici gereed maken voor hun werkplek op een vliegbasis in Nederland of in een uitzendgebied. Binnen Nederland zijn in totaal zeven examenlocaties. Op de KMSL bevindt zich het enige Defensie-examencentrum. In het tweede kwartaal van 2011 gaat de KMSL zich ook laten auditeren voor categorie 1 koelinstallaties met een koudemiddel inhoud groter dan 3 kg. De opleiding voor het diploma STEK-monteur categorie 2 duurt vijf weken, heeft cursuscode PS 026001 en is via STOP aan te vragen. Foto: 133 Squadron
In memoriam • Op 30 oktober overleed Hans Huijs. Hij was werkzaam als materieelbeheerder bij de afdeling SMV platform van de PVE logistiek van het 940 squadron, op de vliegbasis Eindhoven. Huijs was getrouwd en laat een echtgenote en twee kinderen achter. Hij werd 56 jaar. • Op maandag 1 november overleed Tjeerd Bannink. Als sergeant-majoor was hij werkzaam bij de afdeling Gereedstelling & Onderhoud van het 298 Squadron. Bannink was ongehuwd. Hij werd 48 jaar. • Op 2 december overleed Sjoerd Tissen. Als korporaal der eerste klasse was hij werkzaam als hondengeleider bij de PVE Bewaking van 941Squadron op de vliegbasis Eindhoven. Tissen was ongehuwd. Hij werd 28 jaar.
Brunssum traint Azerbeidjaanse officieren In de tweede week van november bracht KLu luitenant-generaal Jouke Eikelboom, Chef Staf van het Allied Joint Force Command Headquarters (AJFC HQ) Brunssum, een werkbezoek aan Azerbeidzjan. In het kader van het NAVO Partnership For Peace (PFP) programma gaven acht leden van het Deployed Joint Forces Trainingsteam van Brunssum van 8 tot 14 november een training. Eikelboom bezocht ook het Peace Keeping Battalion en het Trainings & Education Center waar hij de studenten op de hoogte bracht van de nieuwste ontwikkelingen van het NAVO strategisch concept en de mogelijke wijzigingen in de NAVO-commandostructuur en agentschappen. Naast een ontmoeting met de Nederlandse Ambassadeur in sprak Eikelboom ook met de minister van Defensie, kolonelgeneraal Safar A. Abiyev (foto). Ze spraken over de mogelijkheid om Afghaanse officieren te trainen in Azerbeidzjan en hoe Brunssum hierin kan bijdragen met zijn expertise. Azerbeidzjan overweegt ook om zijn bijdrage aan ISAF te verhogen door een extra bijdrage aan de NAVO Training Mission in Afghanistan. Sinds 1994 is Azerbeidzjan lid van het PFP-programma van de NAVO. Foto: AJFC HQ
Negende reünie voormalig 324 Squadron Datum: 14 april 2011 Locatie: vliegbasis Leeuwarden Voor wie: Alle oud-medewerkers met hun eventuele partners Informatie en aanmelding: Medio november ontvingen de oud-medewerkers die bij de reüniecommissie bekend zijn al een uitnodiging op huisadres. Oudmedewerkers die deze niet ontvangen hebben of nadere inlichtingen willen, kunnen contact opnemen met Evert Fokkinga van de reüniecommissie. Dat kan via e-mail op
[email protected] of telefonisch via 050-5799699.
M-fregat gespreid bedje voor NH90 Een Nederlandse NH90 maakte begin december voor het eerst een deklanding op een varend M-fregat. Een Belgisch-Nederlandse primeur, want de nieuwe maritieme helikopter landde op BNS Leopold I. Dit Belgische schip is als eerste toegerust voor boordoperaties met de vervanger van de Lynx. Aan dek voerde het Nationale Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium metingen uit aan het Helikopter Transport Systeem. Daarmee kan de boordvliegploeg de heli snel en veilig in de hangaar stallen of weer op het dek zetten. De certificering van dit systeem is een belangrijke stap naar de inzet van de NH90 voor boordoperaties. Foto: John van Helvert, AVDD 33 DE VLIEGENDE HOLLANDER
COLOFON
JOURNAAL
De Vliegende Hollander is een uitgave van de Koninklijke Luchtmacht, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensie Media
Bij de fotopagina De Nederlandse Apache beëindigden donderdag 11 november na zes jaar hun missie in Afghanistan. Vanaf 2004 zijn de AH-64D’s bijna onafgebroken ingezet voor verkenning, beveiliging van grond- en luchttransport en als gevechtsondersteuning voor grondtroepen. In eerste instantie waren er zes gestationeerd in Kabul. Daarvan verhuisden er vijf via Kandahar Airfield, waarvandaan ze een paar maanden opereerden, naar Tarin Kowt. Na het beëindigen van de Task Force Uruzgan per 1 augustus 2010 zijn de gevechtshelikopters primair ingezet ter beveiliging van grondkonvooien waarmee Nederlands materieel werd terugverplaatst en als Quick Reaction Force ter ondersteuning van coalitietroepen. De Apaches voerden sinds 2006 meer dan twaalfhonderd vluchten uit ter ondersteuning van grondtroepen in Zuid-Afghanistan. In totaal maakten zij ruim 9100 vlieguren waarbij geregeld wapens werden ingezet. Met Antonov An-124’s zijn de Apaches inmiddels naar Nederland teruggebracht. Foto’s: Richard Frigge, AVDD
Prins van Oranje bezoekt LCW Kroonprins Willem-Alexander bezocht op dinsdag 2 november het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW). Tijdens dit bezoek kwam de trots van de medewerkers als rode draad naar voren. Het werkbezoek van de prins startte met een managementteamsessie, waarin onder andere de Directeur Logistiek Centrum Woensdrecht, commodore Peter Ort, de uitdagingen waarmee het LCW te maken heeft, besprak. Aansluitend volgde een rondleiding in de onderhoudshangaar, waar de kroonprins onder meer een demonstratie kreeg van testwerkzaamheden aan een F-16 (foto). Na nog een rondleiding in het distributiecentrum werd het bezoek afgesloten met een gesprek met personeel van onder andere het Quick Repair Team en de Productie Eenheid Grondgebonden Systemen, dat al regelmatig is ingezet in het uitzendgebied. Foto: Gerben van Es, AVDD
Agenda Militaire Luchtvaart Museum Theatervoorstellingen: In ‘Bob Salto’, neemt Bob van Staeveren je mee terug naar de jaren dertig toen hij met zijn Fokker D.XXI de meest gewaagde capriolen uithaalde. In ‘Dutchie’ ervaar je de belevenissen van een Nederlandse Spitfire-vlieger in dienst van de Royal Air Force tijdens de Tweede Wereldoorlog. De voorstelling ‘Vlucht van de eeuw’ toont een vlucht langs de hoogtepunten en ontwikkelingen uit de geschiedenis van de luchtvaart. De voorstellingen worden verzorgd door Pandemonia Science Theatre en vinden dagelijks plaats om 13:00 uur, 14:00 uur en 15:00 uur, van 19 december 2010 tot en met 2 januari 2011. Workshops: Heb jij je wel eens af gevraagd hoe het kan dat een vliegtuig in de lucht blijft? Kom dan naar
de workshop ‘Ready for take-off’! Tijdens deze workshop maak je een eigen modelvliegtuig (kosten €6,-). Woensdagmiddag om 14:00 uur Museumtour: Gratis rondleidingen van ongeveer één uur door het museum. Reserveren niet nodig. Iedere tweede zondag van de maand Virtueel vliegen: Leden van de flightsimulatorclub Virtual Royal Netherlands Air Force (VRNLAF) begeleiden op de laatste zondag van de maand in het Flying Centre virtuele vluchten in een F-16 simulator. Vanaf 4 oktober is het zelfs mogelijk een simulator te reserveren, alleen voor 31 oktober en 28 november. Iedere laatste zondag van de maand. Meer informatie, aanmeldingen en reserveringen op www.militaireluchtvaartmuseum.nl.
Openingstijden Dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Gesloten op maandag, zaterdag, Nieuwjaarsdag, Eerste Paasdag, Koninginnedag, Eerste Pinksterdag en beide Kerstdagen (zaterdagopening is na 9 oktober vervallen). Het museum is gratis toegankelijk. Bezoekadres: Kampweg 120, 3769 DJ Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
DE VLIEGENDE HOLLANDER 34
HOOFDREDACTIE Luitenant-kolonel Willem Bogaard EINDREDACTIE Arno Marchand VORMGEVING TDS printmaildata, Schiedam DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 28.500 ex. INTERNET www.defensie.nl/luchtmacht REDACTIEADRES (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) De Vliegende Hollander Kamer 14A01 Postbus 8762, 4820 BB Breda, MPC-92A Telefoon: 076 - 544 71 30 C2VN: (450) 47130 Fax: 076 - 544 71 31 E-mail kopij:
[email protected] E-mail foto’s:
[email protected] ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht dienen de adreswijziging te muteren in PeopleSoft of door te geven bij de P&O-functionaris. Postactieven, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers dienen de adresdrager met gecorrigeerde gegevens op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven, Abonnementenadministratie de Vliegende Hollander, Postbus 8762, 4820 BB Breda. Per mail naar
[email protected] kan uitsluitend mits voorzien van de code boven de naam op de adresdrager. Zonder code wordt mail niet behandeling genomen. BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement behorend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost € 17,02 per jaar (buitenland € 21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest, telefoon: 0900-22 65 263 (10 cent per minuut), fax: 0251-31 04 05, www.aboland.nl. Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, mits met toestemming van de redactie en bronvermelding. ISSN 0024-0389
BELEEF DE WERELD VAN DE LUCHTMACHT OP BASE-X W i l j i j w e t e n h o e h e t v o e l t o m b i j d e L u c h t m a c h t t e w e r k e n? O p B a s e -X, o n z e v i r t u e l e b a s i s o p w e r k e n b i j d e l u c h t m a c h t . n l, e r v a a r j e o p e n t o p h o e h e t i s o m b i j d e L u c h t m a c h t t e w e r k e n . B e k i j k e r e e n F -1 6 v a n b i n n e n e n b u i t e n e n n e e m d e e l a a n e e n d o g f i g h t t e g e n a n d e r e F -1 6’s . O f s p e e l d e Q u i c k Reaction Alert Game en onderschep een ongeïdentificeerd toestel met hulp van F-16’s. En weet je dat je o o k l i d k u n t w o r d e n v a n o n z e h y v e, w a a r j e c o n t i n u o p d e h o o g t e w o r d t g e h o u d e n o v e r d e L u c h t m a c h t door middel van de nieuwste foto’s, video’s en gadgets. Kijk hiervoor op luchtmachtbase-x.hyves.nl.
WERKENBIJDELUCHTMACHT.NL
DE LUCHTMACHT. ÉÉN TEAM. ÉÉN TAAK