de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 63e jaargang - nummer 3 - maart 2007
OGRV OEFENT IN ZWEDEN Zware opleiding tot Artic Soldier VRAAGGESPREK MET C-LSK Over samenwerking in de keten
NAZORG UITZENDINGEN NIET WEG TE DENKEN
COLOFON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten, Bureau Luchtmachtcommunicatie HOOFDREDACTIE Luitenant-kolonel Hans Breemans EINDREDACTIE Luc Haen REDACTIE Arno Marchand, June Smit VORMGEVING EN LITHOGRAFIE TDS printmaildata DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 29.000 ex.
INHOUD
4
Interview C-LSK Veiligheid is een breed begrip, maar volgens C-LSK luitenant-generaal Hans de Jong wel ieders verantwoordelijkheid. Daarbij gaat het van veilig omgaan met geclassificeerde stukken, tot het in acht nemen van luchtvaarteisen.
7
Task Force IED Geïmproviseerde bommen achter vangrails, of onder stoeptegels. Voor de militairen in Uruzgan zijn dit reële bedreigingen. Aan Task Force Improvised Explosive Devices de taak om de Nederlandse militairen hiertegen te wapenen door bewustwording, herkenning en bescherming.
12
Nazorg uitzendingen Een uitzending heeft een grote impact op militairen. Dat kan al duidelijk worden in het uitzendgebied, of pas maanden na terugkeer in Nederland. Een goede begeleiding voor, tijdens en na de missie is dan ook geen overbodige luxe.
18
Soldiers on ice Bij temperaturen die dalen tot min dertig worden eenvoudige taken als sokken wisselen al heel lastig. Dat ondervonden de militairen van de OGRV (object grondverdediging) onlangs in het noorden van Zweden tijdens de oefening Artic Sword.
22
Oog voor het individu Niet iedere luchtmachter met een detachement op uitzending. Veel gaan namelijk op individuele basis en dat vraagt om een ander soort aandacht vanuit de organisatie. De werkgroep IDEM verzorgt daarom al tien jaar de begeleiding van deze ‘eenlingen’.
24
JSF getest De beslissing tot aanschaf is nog niet genomen, maar de ontwikkeling van de F-35 Joint Strike Fighter gaat gewoon door. De eerste vlucht van dit high-tech toestel is al gemaakt. Dat geldt ook voor de eerste grootschalige internationale oefening, al vond die wel plaats in een virtuele omgeving.
REDACTIESECRETARIAAT Telefoon 076 544 71 30 Fax 076 544 71 31 INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected] BEZOEKADRES ‘Eurotoren’, Westbroek 3, 4822 ZX Breda POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda
ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076 544 7133 of 544 7136 BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost €17,02 per jaar (buitenland €21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0251 31 39 39 Fax: 0251 31 04 05 E-mail:
[email protected] Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389 DE VLIEGENDE HOLLANDER
2
Vaste rubrieken
10
Vervlogen tijden Met de middelzware bommenwerper B-25 Mitchell vochten vele Nederlanders vanuit Australië tegen de Japanners. Een telegrafist annex luchtschutter vertelt over zijn ervaringen alsof het de dag van gisteren was.
16
In den vreemde Tussen de besneeuwde bergen van het Duitse Oberammergau ligt de NATO School, waar militairen uit meer dan zestig landen cursussen kunnen volgen. Sergeant-majoor Sjon Selles levert een bijdrage aan de communicatie van dit internationale opleidingsinstituut.
27 34
Journaal Mensen & Mutaties
Omslagfoto Sommige militairen verlangen na terugkeer in Nederland terug naar de relatief kleine en overzichtelijke leefwereld van de uitzending. Een goede nazorg is dan van levensbelang. Foto: Richard Frigge, AVDD
‘Het is een onzichtbare vijand die je overal kunt tegenkomen.’
7
Foto: Gerben van Es, AVDD
‘Een uitzending is niet de normaalste zaak van de wereld.’
12
Foto: Xiomara van der Ham - Nora
‘Door de kou ga je langzamer denken.’
18
Foto: Gerben van Es, AVDD
‘Je praat echt over een generatiekloof.’
24
Foto: Arno Marchand 3
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
C-LSK luitenant-generaal Hans de Jong gaf onlangs het startschot voor de nieuwe beveiligingscampagne ‘Beveiliging: mij’n zorg’. Toch is veiligheid niet het enige waar het personeel volgens de generaal rekening mee moet houden. Ook met elkaar namelijk. Tekst: Luc Haen | Foto’s: Arno Marchand
U heeft onlangs de kick-off gegeven van de campagne ‘Beveiliging: Mij´n zorg’. Waarom nu? ‘Vorig jaar zijn er incidenten geweest met usb-sticks en laptops. Maar het gaat om meer. Mensen laten bijvoorbeeld spullen slingeren op het bureau en soms staan wachtwoorden op memoblaadjes op de computer. Dat levert niet alleen veiligheidsrisico’s op, maar ook forse imagoschade. Vorig jaar hebben we daarover met alle commandanten afspraken gemaakt om herhaling te voorkomen. Veiligheid is belangrijk voor de organisatie, maar natuurlijk ook voor de mensen zelf. Daarnaast zijn we een professionele organisatie met professionele mensen waar dit soort incidenten niet bij past.’ Hoe gaat u dat dan aanpakken? ‘We doen zoals gezegd een defensiebrede beveiliging bewustwordingscampagne. Ik heb de kick-off gegeven aan mijn onderdeelscommandanten, die vertellen het hun squadroncommandanten en die praten met alle medewerkers. Voor iedereen in de organisatie moet het duidelijk zijn hoe ze invulling kunnen geven aan het begrip veiligheid. Daarnaast moeten we als organisatie ons best doen systemen en procedures full proof te maken. Laptops zijn al beveiligd met Vsoft, maar om te voorkomen dat je ze verliest, kun je laptops met een polsband vastmaken aan de persoon of aan de auto. Je moet vooral zelf bewust omgaan met wat je meeneemt. Als je naar een vergadering gaat buiten je eigen locatie, hoef je stukken niet altijd mee te nemen. Anders moet je ze op de juiste manier verpakken en verplaatsen.’
Foto: Luc Haen
DE VLIEGENDE HOLLANDER
4
Mensen alleen vertellen dat het niet mag, is blijkbaar onvoldoende. Hoe gaat u controleren of de boodschap is aangekomen? ‘Onder andere met steekproeven. Er is bijvoorbeeld drie keer controle geweest aan de poort op Vliegbasis Soesterberg en drie keer is er niks aangetroffen. Dat is weliswaar een momentopname, maar wel goed nieuws. Daarnaast doen we een nulmeting op intranet, zodat we weten waar we nu staan. Dat doen we volgend jaar weer, zodat we kunnen kijken of we een stap verder zijn of niet. Zo niet, dan moeten we actie ondernemen. Mensen moeten het “need to know”-principe wel in hun achterhoofd houden. Als je iets geheim wilt houden, moet je het tegen niemand zeggen. We moeten sowieso oppassen dat we niet te veel blijven praten in deze organisatie.’
INTERVIEW
‘Het gaat om de samenwerking in de keten’ Wat bedoelt u daarmee? ‘Er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Als je in een groep discussieert, kun je kijken of andere wegen ook en wellicht sneller naar Rome leiden. Dat is prima. Ik merk echter binnen de KLu ook dat we graag gelijk willen hebben en onnodig lange discussies voeren. We moeten wat beter naar elkaar luisteren en niet gelijk met de hakken in het zand als iemand een andere mening heeft. De Militaire Luchtvaart Autoriteit zegt bijvoorbeeld: dit is de bijbel voor MLE (militaire luchtvaarteisen, red.) en helemaal aan de andere kant staan de luchtmachters die met die bijbel moeten werken. Allebei soms te pokhouterig en pas na lang praten komen we eruit. Iedereen heeft natuurlijk een beetje gelijk, maar de som der delen moet meer zijn. We houden met
onze slogan voor dat mensen moeten werken als team. Dan moet je ook denken als team. Natuurlijk gaat het ook vaak goed, bijvoorbeeld op Vliegbasis Gilze-Rijen waar onlangs het MLE145 certificaat werd uitgereikt. Maar het gaat soms allemaal wel erg langzaam en moeilijk.’ Is dat ook de reden van de problemen met de inzetgereedheid van de F-16’s? ‘Deels wel, ja. We hebben een paar jaar geleden bekeken hoe het kwam dat de Chinook zo´n lage inzetgereedheid had. Het bleek dat er veel te veel in het eigen straatje werd gedacht. Er werd te weinig rekening gehouden met andere schakels in de keten. Bij de Chinook is dat inmiddels op orde. In de F-16 wereld hebben
C-LSK luitenant-generaal Hans de Jong geeft tekst en uitleg aan zijn onderdeelscommandanten over de beveiligingscampagne ‘Beveiliging: mij‘n zorg’.
5
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
we nog wel problemen. Het is een complexe wereld met veel spelers en schaarse middelen. We moeten allemaal alert zijn welke rol we hebben in de hele keten, welke rol anderen hebben en hoe we hen in die keten beter kunnen laten werken. We moeten waar nodig de organisatie daarop aanpassen, de reservedelenproblematiek aanpakken, de OT vullen en personeel binden. Dat laatste doen we onder andere door de toelage voor technisch personeel, zodat de uitstroom wat indamt. Allemaal belangrijke aspecten, maar het zijn niet de grootste boosdoeners. Het gaat erom hoe je met elkaar samenwerkt in de keten.’ Maar de inzetbaarheid heeft toch ook te maken met het gebrek aan technisch personeel? ‘Het tekort aan bijvoorbeeld AVT’ers (avionica vliegtuig technicus, red.) is bekend. Er is maar een beperkte hoeveelheid specialisten, dus daar moet je ook doelmatig mee omgaan. Je kunt je afvragen of er voor bepaalde taken een pair van AVT’ers ingezet moet worden, of dat dit kan door één AVT’er en een VO’er (vliegtuig onderhoud, red). Is die klus überhaupt wel AVT-werk? We moeten af van de eilandjescultuur. Uiteindelijk moeten we gezamenlijk op een veilige manier onze toestellen gereed stellen, zodat we voldoende vliegers combat ready hebben om uit te zenden en ook de opleidingen van nieuwe vliegers kunnen realiseren.’ Wat dat betreft komt de nieuwe trainingslocatie voor F-16´s in het Amerikaanse Ohio zeker als geroepen? ‘Jazeker. De staf, onder aanvoering van kolonel Tone Den Drijver en overste Keij, is hier jaren mee bezig geweest, wat aangeeft hoe moeilijk het is om dit voor elkaar te krijgen. Toen we eenmaal zicht hadden dat het ging lukken, hebben we de Defensiestaf erbij betrokken en die heeft dat snel opgepakt. Ohio is geen Arizona of Mexico. Er zijn meer verschillende weersomstandigheden, dus niet alleen maar zon en weinig wind. Maar ondanks dat waren de Amerikanen ook in staat om daar alle opleidingen te geven, dus dat moeten wij ook kunnen. Bovendien leren onze vliegers dan ook meer in ‘ons’ weer vliegen.’ U heeft getekend voor vier jaar. Begint de zoektocht naar een trainingslocatie daarna opnieuw? ‘Nee, dat verwacht ik niet. Over vier jaar vertrekt mogelijk de Amerikaanse National Guard van die basis en zouden we voor grote kosten komen te staan. Gelukkig zijn de Denen en de Noren aan het kijken met ons samen te werken, dus dat ziet er gunstig uit.’ Onlangs sloot het onderzoek naar de ongelukken met de twee Chinooks in Afghanistan. Wat wordt met de bevindingen gedaan? ‘In de laatste twee jaar zijn er grote stappen gemaakt. We hebben direct gekeken naar het trainingsprogramma of daar iets aan moest gebeuren. De currencies zijn vastgesteld en daar houden we ons aan. De training is nog meer toegespitst op de DE VLIEGENDE HOLLANDER
6
taken en bijzondere omstandigheden waaronder die taken verricht moeten worden. Het eerste ongeluk gebeurde tijdens een brownout (opdwarrelend stof bij landing, red.), het tweede had te maken met onvoldoende voorbereiding. Een brownout blijft gewoon heel moeilijk, ook al ben je maximaal getraind. Wat ook meespeelt, is de druk die men heeft om de mensen op de grond te helpen. Dat kan boven de capaciteit van de mensen uitstijgen. Een professionele piloot moet zeggen: dan vlieg ik niet. Anders krijg je situaties waarbij regels overtreden moeten worden om mensen te helpen.’ Dat klinkt als een zware keuze. ‘Dat klopt, maar die regels zijn gemaakt naar aanleiding van het verlies van mensen en vliegtuigen in het verleden. Alle regels zijn met bloed tot stand gekomen. Als een vlieger dus niet zeker is van een goede uitvoering van de missie, moet hij omkeren en geen onnodige risico’s nemen. Je moet je realiseren wat de capaciteiten zijn van jezelf en het vliegtuig. Dat bepaalt of een missie met succes kan worden uitgevoerd.’ Tot slot, de Commissie Staal heeft geresulteerd in de Gedragscode Defensie die inmiddels bij iedereen wel bekend is. In hoeverre gaan er bij de KLu nog zaken veranderen? ‘De toestanden op de Tjerk Hiddes zijn breed uitgemeten in de pers. Bestaat zo´n situatie ook bij de KLu? Ik denk het niet. Hebben we een probleem met hoe we met elkaar omgaan? Dat wel. We hadden al gedragsregels en er was al aandacht voor in de opleidingen. Nu hebben we een defensiebrede code. Nu gaat het erom: hoe houden we ons eraan? We moeten elkaar veel meer aanspreken en ook accepteren dat je aangesproken wordt, ongeacht de rangen. We moeten leidinggevenden daarom meegeven dat ze hiervoor open moeten staan. Een leidinggevende hoort voelsprieten te hebben. Dingen als pesten gaan nooit vanzelf over. Sterker nog, ze worden erger. Ik verwacht dus aandacht voor sociaal leiderschap en voorbeeldgedrag van iedereen en zeker van de leidinggevenden.’
•
R E P O R TA G E
Task Force Countering IED aan de slag
Gezamenlijke strijd tegen geïmproviseerde bommen Tekst: June Smit Foto’s: Gerben van Es, AVDD
Propaganda op een pamflet kan een geïmproviseerde bom verbergen, die explodeert wanneer je het pamflet verwijdert.
Geïmproviseerde bommen zijn ‘killer number one’ in Afghanistan en Irak. Om de dreiging een halt toe te roepen, strijdt de Task Force Countering IED al sinds halverwege vorig jaar tegen deze ‘poor man’s weapons’. De uitkomst is van groot belang voor de veiligheid van de troepen, maar het gevecht is zeker niet één van de gemakkelijkste. Improvised Explosive Devices (IED) zijn booming business. In januari nog raakten vijf Nederlandse militairen in Afghanistan ernstig gewond door een aanslag met een IED. Voorzichtige schattingen wijzen zelfs uit dat van de ruim drieduizend Amerikanen die zijn omgekomen in Irak, meer dan de helft omkwam door IED’s. Het NAVO-brede beleid dat onlangs is ontwikkeld om deze dreiging een halt toe te roepen, was aanleiding tot een Nederlandse variant van dit concept. De Task Force Countering IED, die in
april 2006 werd ingesteld, voert dit concept uit en treedt op als een kenniscentrum om de verschillende krijgsmachtdelen bewust te maken van de dreiging van IED’s. Daarnaast geeft de Task Force richtlijnen hoe zij het beste een rol kunnen spelen in de strijd tegen de explosieven. Georganiseerd Op zich zijn IED’s niks nieuws. Sovjet guerrillastrijders maakten tijdens de Tweede Wereldoorlog al gebruik van
een gecoördineerd grootschalig netwerk, waarbij ze geïmproviseerde bommen gebruikten om treinen te laten ontsporen. Ook de Provisional IRA, een extremistische vleugel van de IRA, maakte in de jaren zeventig gebruik van IED’s in hun campagne tegen het Britse leger. Een ander bekend voorbeeld is de Vietcong, die in de Vietnamoorlog geïmproviseerde explosieven gebruikte tegen voertuigen en mensen. Het gebruik van IED’s neemt echter toe, waarbij terroristische netwerken steeds vaker op een georganiseerde
7
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
manier te werk gaan. Hierbij voeren ze eerst de bestandsdelen van de IED’s aan, waarna ze de explosieven fabriceren en vervolgens plaatsen. De bommen kunnen variëren van een eenvoudig explosief, zoals een mortiergranaat met een primitieve ontsteker tot geavanceerde ladingen met hoogwaardige elektronische ontstekingsystemen. Bijvoorbeeld vliegtuigbommen of gestapelde mijnen.
Een van de voorbeelden van IED’s tijdens de mine awarness-cursus. Van de voorkant is aan de trottoirband weinig te zien, afgezien van een kleurverschil met de andere trottoirbanden.
Thuisfront Elke springlading die is bedoeld is om te vernietigen, te verminken of verwarring te stichten, voldoet al aan de definitie van een IED. Vooral de relatief eenvoudige manier om de zogenoemde poor man’s weapons te produceren, maakt ze tot een goedkoop, maar uiterst effectief wapen. Omdat de kennis rond geïmproviseerde explosieven gemakkelijk via het internet te verspreiden is en terroristen hier ook hun successen etaleren, lijkt er geen stoppen meer mogelijk. Tot 2005 was er ook nog geen strategie om IED’s tegen te gaan. Daarna kwam het echter in een stroomversnelling. Niet alleen vormden
Een IED is vaak een onderdeel van een hinderlaag, maar niet altijd te herkennen. Veranderingen in het landschap vormen vaak een aanwijzing. Een alleenstaand voertuig kan bijvoorbeeld vol met explosieven zitten.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
8
de aanslagen een toenemende bedreiging voor de troepen, het vond ook zijn weerslag op het thuisfront. Door het grote aantal omgekomen en gewonde Amerikanen in Irak ontstond steeds meer weerstand tegen de missie. Het NAVObreed ontwikkelde concept moet ervoor zorgen dat effectief tegen deze dreiging kan worden opgetreden. Bloody luck ‘Het is de bedoeling om zo snel mogelijk alle kennis rond IED’s te verzamelen en te verwerken in concepten en doctrines, zodat het zo snel mogelijk ingebed raakt’, zegt KL luitenant-kolonel Henk Molman, Hoofd van de Task Force Countering IED. ‘Tot nu toe staat de dreiging van IED’s zowel bij de staven, de eenheden als de individuen nog te weinig op het netvlies. Dit komt ook meestal pas op het moment dat je er daadwerkelijk mee te maken krijgt. Dan voel je pas dat het gevaar overal loert. Op uitzending vinden mensen meestal ook dat ze goed zijn uitgerust wat betreft materialen en training. IED’s zijn het enige waar ze echt bang
R E P O R TA G E
voor zijn, omdat het een onzichtbare vijand is die je overal kunt tegenkomen.’ ‘IED’s lijken ongrijpbaar, maar zestig procent voorkom je al met awareness, technieken, procedures en tactieken’, vult zijn collega KLu majoor Dick Bouwhuis aan. ‘Dertig procent is technology, zoals bepantsering, bescherming en jammers. Tien procent is bloody luck. Je kunt dus aan bescherming doen door een helm op te zetten en je vest te dragen of de auto extra te beveiligen, maar als je erin slaagt in het netwerk in te breken, kun je voorkomen dat er IED’s gemaakt en gelegd worden.’ Pijlers Om dit netwerk te achterhalen, richt de Task Force Countering IED zich op drie pijlers. In eerste instantie is dat het voorkomen en voorspellen van IED’s. Hierbij proberen ze de zelfstandig functionerende cellen, die uiteindelijk zorgen voor een aanslag, te vinden. Hierin kan bijvoorbeeld Intell een rol spelen met inlichtingen of militairen zelf, die verdachte zaken opvallen. Deze cellen zorgen voor de rekrutering van de bommenmakers of zelfmoordenaars, de training, financiering, transport van onderdelen tot het uiteindelijk plaatsen en onsteken van de IED. De tweede pijler richt zich op de IED zelf: het vinden, het onschadelijk maken en de bescherming tegen de uitwerking. Hierin zijn taken weggelegd voor onder meer de Force Protection, de Explosieven Opruimings Dienst en de Medische Dienst. Als laatste maar niet onbelangrijkste pijler, richt de Task Force Countering IED zich op de lessons learned en het opleiden en trainen van personeel, zodat deze de opgedane kennis in de praktijk kan toepassen. Resultaten De eerste resultaten zijn al geboekt. Er is een grote hoeveelheid technische middelen aangeschaft, zoals jammers en detectieradars om IED’s te vinden. Maar vooral binnen opleiding en training raken IED’s al behoorlijk ingebed. Voor de militairen van Force Protection is een aparte cursus opgezet, waarbij zij onder andere leren over de organisatie achter de explosieven. Ook in het opwerkprogramma voor uitzending, is voorlichting over IED’s doorgedrongen. Zowel in de mine awarness-cursus die iedereen bij de Mineursschool in Reek volgt, als in de integratieoefening ter voorbereiding op
Ook een vangrail is voor terroristische netwerken een geliefd punt om IED’s te plaatsen.
de uitzending, waar scenario’s van countering IED in zitten. ‘Het liefst zou je iedereen een week door de molen willen halen, maar je hebt maar een dag mine awarness, waarvan slechts een klein deel IED awareness’, zegt Bouwhuis. ‘We streven ernaar om dit uiteindelijk in de initiele opleiding in Woensdrecht te krijgen, waardoor het kan worden opgenomen in de basis militaire vaardigheden.’ Binnen de luchtmacht volgt Bouwhuis de ontwikkelingen rond Recce Lite op de voet. Met het nieuwe fotoverkenningsysteem dat aan F-16’s hangt, moet het mogelijk zijn om veranderingen op een weg vast te stellen door de ene vlucht te vergelijken met de vorige. Waarschuwen De Task Force Countering IED heeft zichzelf geen deadline gesteld. ‘Het moet eigenlijk nu al tussen de oren zitten’, zegt Molman. ‘Het belangrijkste is dus
dat de boodschap zo snel mogelijk landt bij commandanten, staven, eenheden en individuele militairen.’ ‘In Afghanistan zelf is het van belang om de bevolking in Urzugan op je hand te krijgen’, aldus Bouwhuis. ‘Als de Afghanen doorkrijgen dat de aanslagen ook slecht voor hen zijn, dan kunnen ze ons waarschuwen als ze opvallende of verdachte dingen hebben gezien. In sommige gebieden gebeurt dat al en dat scheelt weer in de strijd tegen IED’s. De doelstelling van de Taliban is om ons in Urzugan weg te krijgen door middel van IED’s. Als je hun gehele netwerk echter goed weet aan te pakken, dan kun je in ieder geval die dreiging steeds kleiner maken.’
•
Voor meer informatie over Task Force Countering IED zie het Defensieportaal onder ISAF Afghanistan. 9
DE VLIEGENDE HOLLANDER
vervlogen tijden Radiotelegrafist Otto Ward vocht met B-25 Mitchell tegen Japan
‘Bring me back safely, old chap’ Tekst: Arno Marchand | Foto’s: uit archief Otto Ward
Bij het horen kraken van het omroepsysteem op de Australische vliegbasis Batchelor, staat het hele kamp doodstil en luistert met bonzend hart. Dan klinkt: ‘Attention Please, crews number niner, ten, eleven and twelve are to report immediately at the operations room for combat duty’. ‘Jawel, ik ben erbij’, beseft sergeant Otto Ward zich. ‘Dat we “onmiddellijk” horen, bevalt ons niet. Dat betekent dat we veel kruitdampen moeten gaan opsnuiven.’ Het is 1944 en Otto Ward is met zo’n vijfhonderd (Indische) Nederlanders, Indonesiërs, Chinezen en Australiërs, werkzaam bij het No. 18 Squadron NEI (Netherlands East Indies) op Batchelor Airfield. Vanaf deze basis in het noordwesten van Australië, op zo’n zeventig kilometer ten zuiden van Darwin, vliegen Nederlandse B-25 Mitchells dagelijks missies tegen de Japanners. Na de val van Nederlands-Indië is de B-25 middelzware bommenwerper relatief snel beschikbaar om de strijd vanuit Australië weer op te pakken. Na een order in juni 1941 worden de eerste toestellen al in 1942 afgeleverd. Met slechts vijf B-25’s in beheer wordt het No.18 Squadron NEI op 4 april 1942 in Canberra opgericht, als Nederlandse eenheid binnen de Royal Australian Air Force.
Zwaar arrest Ward wordt geboren in Batavia en volgt een opleiding tot leraar tot de mobilisatie in 1941. ‘Ik diende het verzoek in om vlieger te worden bij de ML-KNIL (Militaire Luchtvaart van het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger, red.), en kwam terecht op de vlieger- en waarnemerschool van Kalidjati totdat
Type
:North American (T)B-25C, (F/T) B-25D, (B/S/T)B-25J Mitchell Dienstperiode :1942 – 1950 Eenheden :16 Squadron ML-KNIL, No. 18 Squadron NEI / 18 Squadron ML-KNIL, No.1 en No. 2 Transport Squadron NEI / 19 Squadron ML-KNIL, 20 Squadron ML-KNIL, Photo Verkennings Afdeling, RNMFS
Ward (tweede van links) voor de ‘Pistol Packing Mama’. De Mitchell kreeg zijn naam als eerbetoon aan generaal William C. Mitchell die zich in de jaren twintig sterk maakte voor de verzelfstandiging van het US Army Air Corps.
deze werd geëvacueerd.’ In Australië gaat de opleiding verder, tot aan de verhuizing naar Amerika voor de vervolgopleiding bij de Royal Netherlands Military Flying School (RNMFS) op Jackson Army Air Base. Daar vindt in 1942 een verdeling plaats van het personeel in opleiding, want voor de Mitchells zijn meer dan alleen vliegers nodig. Ward: ‘Dat gaf moeilijke momenten. Ik was twintig jaar én fanatiek. De Japanners hebben namelijk jouw land bezet en daar wil je wat aan doen. Angst kenden we niet. Wij wilden vlieger worden en niets anders, maar ik werd bijvoorbeeld als telegrafist aangewezen. En dat gaf protest! Normaliter kreeg je daarvoor de kogel, maar de legerleiding toonde “begrip” vanwege de situatie en gaf ons slechts een paar weken zwaar arrest.’ DE VLIEGENDE HOLLANDER
10
D E
V L I E G E N D E
10
H O L L A N D E R
vervlogen tijden Rotzooi Uiteindelijk had Ward zogezegd ‘veel lol’ tijdens de opleiding voor de B-25 in Amerika. ‘Het was prachtig.’ Na de opleiding vertrekt hij vanaf Jackson naar Kansas City om bij de vliegtuigbouwer North American een fabrieksnieuwe B-25 op te halen en over te vliegen naar Australië, een reis van bijna tienduizend mijl die zes dagen duurt. ‘Dan kom je in de bush en het moeras van Australië aan, waar ze midden in die rotzooi vliegvelden als Batchelor hebben aangelegd’, zegt Ward. Hij dient er negen maanden en maakt in die periode 41 operationele vluchten als luchtvaartradiotelegrafist annex luchtschutter. Naast de radioapparatuur heeft hij aan beide zijden van de B-25, tussen de vleugels en de staart, een .50-kaliber waistgun ter beschikking. ‘Ik heb het er gelukkig levend vanaf gebracht, maar verloor vele vrienden.’ Het Nederlandse squadron lijdt namelijk aanzienlijke verliezen. In 1943 gaan vijftien toestellen verloren, waarvan acht met crew, en in 1944 zestien B-25’s waarvan tien met bemanning. ‘Als je zo’n vliegtuig op z’n rug de zee ziet induiken, dan doet dat je echt wat, maar je kan niets doen. Na zo’n vlucht weet je pas hoe belangrijk een échte captain is. Die zegt niets, maar geeft je een schouderklop waarmee hij álles zegt. Zo’n vent die je sigaret aansteekt als jij het niet meer kan, omdat je staat te trillen.’
Vijf dappere dodo’s zoals Ward (rechtsvoor) ze omschrijft. Deze vlag die nu in het Militaire Luchtvaartmuseum ligt, werd buitgemaakt op een Japanse vlieger die met zijn ‘Zero’ vlakbij Batchelor neerstortte.
Kookpunt Op aandringen van oud-collega’s zet de nu 86-jarige Ward in maart 2006 zijn persoonlijke herinneringen op papier: ‘Op weg naar het vliegtuig voor een anti-scheeps missie, overheerst bij ons het “mij zal niets overkomen-gevoel”, want we zijn toch immers onder de 25 jaar?! Aangekomen bij de Mitchell met de naam “Pistol Packing Mama”, geef ik voor het instappen een klopje op de huid van het toestel en zeg haar “bring me back safely, old chap”. Net zoals ik dat iedere vlucht doe. We beschouwen het vliegtuig bijna als een levend wezen. Ik vind mijn plek op waarschijnlijk de minst comfortabele plaats in het vliegtuig, tussen de twee motoren. Na de start vanaf de platgewalste gravelbaan van dertig meter bij twee kilometer, vliegen we in een losse V-formatie met vier toestellen naar ons doel. Vlak voor de aanval zakken we naar zo’n honderd meter boven zee om onder de vijandelijke radar te blijven. Dan klinkt over de koptelefoon: “Captain to crewmembers, man your battlestations, report any hostilities”. Ik denk aan een vriend van mij die hier drie weken geleden is afgeschoten. Een soort wraakgevoel komt over me heen. Nu wordt de aanval ingezet. Een hels geratel van de kanonnen en mitrailleurs, en de scherpe geur van kruitdamp in je neus. Ik kijk met een waistgun in de aanslag naar de vleugeltips, want als die het water raken zijn we zuur. We vliegen inmiddels namelijk op masthoogte. Ruimte voor de kleinste fout is er simpelweg niet. Angst? Geen moment tijd voor. Spanning? Tot op het kookpunt! De twee bommen zijn gedropt en na enkele seconden rapporteert de Australische staartschutter: “Yahoo! She’s hit right in the middle”.’
dat het toestel “slechts” aan de vleugel is beschadigd. “Niets fataals geraakt”, geeft de gezagvoerder door. Ook deze keer zijn we de dans ontsprongen. Ik kijk vlak voor de landing naar de tropische zonsondergang: zo onbeschrijfelijk mooi dat het je dwingt te kijken. Wat een contrast met wat we net hebben meegemaakt. Alsof er geen oorlog is. Het doet je denken aan je familie die je hebt achtergelaten, en waarvan je niet weet of ze nog in leven zijn. Na de landing klop ik op het propellerblad en zeg: “Well done, old chap”.’ De volgende dag verschijnt drieduizend kilometer verderop de Melbourne Herald met daarin het korte nieuwsbericht: ‘Allied airforce up north has attacked Japanese ships near Ambon Island, and has sunk them. No casualties on our side and all aircraft came home safely’.
Na de aanval op de twee Japanse schepen blijkt de schade aan Ward’s Mitchell mee te vallen.
Hartstilstand Dan resten er nog weer drie uur terugvliegen. ‘We zijn nog lang niet uit de gevarenzone, want op de terugweg vallen we met de twee overgebleven bommen een Japanse haven aan. Tijdens die aanval klinkt plotseling een luide klap boven het geraas van de motoren uit, en er gaat een schok door het vliegtuig. ‘Ik heb een hartstilstand voor een moment. Dan meldt de topschutter
D E
V L I E G E N D E
11
H O L L A N D E R
11
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Terug van weggeweest Nieuwe aanpak nazorg rond uitzendingen
Tekst: Luc Haen | Foto’s: Petra Aartsen, Fotodienst Vliegbasis Eindhoven
De terugkeer van uitgezonden militairen op de Vliegbasis Eindhoven is altijd een mooi moment. Maar naast de persoonlijke uitrusting, nemen de militairen ook een lading ingrijpende ervaringen mee. Die moeten ze een plek geven, terwijl ze tegelijkertijd thuis weer hun eigen rol moeten vinden. Meestal gaat dat goed, maar soms kunnen ze wel wat hulp gebruiken. ‘Een uitzending staat in de top tien van meest ingrijpende gebeurtenissen in iemands leven’, zegt luitenant-kolonel Jan Ambaum, adjunct-directeur Zorglijn Uitzendingen van de Militaire Geneeskundige Gezondheidszorg (MGGZ). ‘Het is niet alleen de langdurige periode van huis, maar ook de extra dimensie van de bommen en granaten, de levensbedreiging. En dan hebben we het over militairen, die toch een gezonde doorsnede DE VLIEGENDE HOLLANDER
12
vormen van de samenleving. Je bent wel getraind voor het werk, maar je weet nog niet hoe je gaat reageren. Er komt ook nogal wat op je af: extreme weersomstandigheden, slaapgebrek, onvolledige informatievoorziening, weinig zekerheden en mogelijk zelfs situaties waarin je in een split second moet beslissen over leven en dood. Als iemand op een brommertje hard op je groep komt afrijden, is dat dan een zelfmoordenaar of niet? Als je lang-
durig in dat soort omstandigheden zit, treedt er slijtage op. Dat staat nog los van trauma´s, zoals het aanzien van menselijk leed of de dood, aangevallen worden, of het neerstorten van een collega.’ Reacties De reacties op dit soort zaken zijn volgens Ambaum verschillend. ‘In het uitzendgebied kan een acute stressreactie optreden’, zegt hij. ‘Dat kan leiden tot
ACHTERGROND
opgefoktheid, onrust, vermijdingsgedrag, de kantjes eraf lopen, concentratieproblemen of extra alertheid. Mensen lopen veelal niet te koop met stress, dus daar moet je als buddy of collega goed op letten. Bij een acute stressreactie sturen we deze persoon liever niet terug naar Nederland. Dan haal je iemand weer weg uit de structuur die hij of zij op dat moment heeft. Dat betekent nog meer controleverlies en dat kan tot grotere problematiek leiden.’ Naast de stressreactie ondervindt vijftien tot twintig procent na terugkeer in Nederland aanpassingsproblemen. Na vier maanden zijn thuis de rollen omgedraaid. Ambaum: ‘Dan kun je bij thuiskomst niet ineens weer eerste viool gaan spelen. Dat is voor sommige militairen soms moeilijk te accepteren, waardoor ze gaan denken dat die uitzending met de maten eigenlijk best goed was. Hier in Nederland vinden ze alles grauw en grijs, bekrompen en voelen ze zich niet begrepen. Dat kan leiden tot onverklaarbare lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn en buikpijn. De dokter kan er niks mee, want het is een reactie van het lichaam op stress. Eigenlijk reageer je heel normaal op een abnormale situatie. Een uitzending is namelijk niet de normaalste zaak van de wereld.’ Verschillende instanties Mede naar aanleiding van ervaringen in Bosnië en Libanon, heeft Defensie een uitgebreid zorgsysteem om dit soort klachten te voorkomen of te behandelen. De meest laagdrempelige dienst is de Geestelijke Verzorging (GV), waarin verschillende religies en levensbeschouwingen vertegenwoordigd zijn. GV’ers kennen de mensen van de eenheid, zijn de ogen en oren van de commandant en kunnen antwoord geven op zingevingvragen. Daarnaast bestaat er het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk (DC BMW) met vier regionale centra, dat concrete hulp kan bieden bij zaken als burnout, agressie, drank, of thuis slecht met elkaar kunnen praten. Voor meer psychische problemen is er de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ). Die komt in actie wanneer de draagkracht van een persoon is overschreden, bijvoorbeeld door PTSS, en psychologische behandeling nodig is. Deze drie instanties zijn in het uitzendgebied vertegenwoordigd in het Sociaal Medisch Team (SMT).
‘Normaal ben ik niet zo´n brievenschrijver’ Sergeant 1 Xiomara van der Ham-Nora: Tien weken naar Irak als ground nurse ‘Op het moment dat je het vliegtuig uitstapt, kun je niet te veel nadenken over thuis. Je moet je werk doen. Dan ben je met je collega´s op elkaar aangewezen. Als je in bed stapt, denk je natuurlijk wel aan thuis, je ziet al de foto´s op de muur in je ‘kamertje’. Gelukkig ben ik samen met een collega gegaan, dat scheelde veel. Medici worden namelijk vaak individueel uitgezonden, gekoppeld aan andere velden met “vreemde” mensen. We hadden ook een heel positieve club met veel jonge mensen, die goed op elkaar hebben gelet. Zware traumagevallen heb ik niet meegemaakt. We hadden meer te maken met schimmels, uitdroging en andere reacties van het lichaam op het klimaat en de voeding. Je hoort wel de verhalen van de aircrew over beschietingen. Elke keer dat ze er dan uitgaan bid je dat ze weer heelhuids terugkomen. Het moeilijkste moment was een paar dagen nadat we terug waren in Nederland, toen er een aanslag werd gepleegd op de Italianen. Dat waren jongens die we goed kenden, want we sliepen naast hun tentenkamp. In de maanden na de uitzending was ik vaak erg moe. Je hebt ook niet veel tijd om de indrukken te verwerken. Ik hoorde van meer mensen dat ze er last van hadden. Gelukkig heb ik in het uitzendgebied al veel kunnen verwerken. Mijn buddy was daarin heel belangrijk. Ik heb ook veel dingen opgeschreven, veel brieven naar huis, naar familie en vrienden. Normaal ben ik niet zo´n
Aanvullend ‘In een SMT vullen de disciplines elkaar prima aan’, zegt majoor Wouter Stronkhorst, Hoofd Regio Zuid Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk. ‘De mensen weten ook ons wel te vinden. Het blijven vier tot zes maanden van huis en niets menselijks is ook iemand in een vlekkenpak vreemd.’ Voordat de militairen vertrekken, wordt uitgelegd wat het BMW voor hen en hun thuisfront kan betekenen. Stronkhorst: ‘Dat doen we tijdens de MGI (missie gerichte opleiding, red.) en tijdens thuisfrontinformatiedagen. Waar kun je terecht, waar moet je rekening mee houden? Het
Foto: Xiomara van der Ham-Nora
brievenschrijver, maar daar heb ik echt hele verhalen geschreven over wat ik die week had meegemaakt. Toen wij daar waren gebeurde er in Irak heel veel, maar niet bij ons in de buurt. Ik heb ook tegen mijn man en ouders gezegd, kijk niet te veel nieuws want wij merken er hier nauwelijks iets van. Mijn man heeft toch de uren afgestreept totdat ik weer veilig thuis was. De omslag in Nederland vond ik heel makkelijk, maar ik heb een goede partner en goed contact met mijn ouders en familie. Het is heel belangrijk dat je familie er achter staat.’
thuisfront verliezen we niet uit het oog, want die draagt het grootste deel van de uitzending. Een uitgezonden militair zit in een nieuwe situatie, gaat samen met zijn of haar maten een klus doen. Maar thuis gaat alles door minus één. Bij gezinnen die al vaker een uitzending hebben meegemaakt gaat dit soort dingen wat makkelijker. Die staan niet heel vreemd op te kijken als de partner vlak na de uitzending ´s ochtends met handdoek en toilettas naar buiten loopt op zoek naar de natte groep. De eerste tijd mag dat, maar moet uiteraard niet te lang duren. Je hebt even tijd nodig om de uitzending uit je systeem te laten glijden. Een enke-
13
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Na terugkeer in Nederland verlangen sommige militairen terug naarde relatief kleine leefwereld van de uitzending. Foto: Richard Frigge, AVDD.
ling lukt dat minder goed en dan zijn we in staat zorg te bieden.’ Adaptatieperiode ‘Voorkomen blijft echter beter dan genezen’, aldus Ambaum. ‘Voorheen hadden we tijdens de uitzending een individueel
psychologische eindbriefing. Nu werken we volgens het marinemodel: is iemand langer dan dertig dagen in het uitzendgebied, dan gaat die via een derde locatie naar huis voor een adaptatieperiode. Daarnaast vindt twaalf weken na terugkeer een individueel gesprek plaats met
een zorgverlener op het eigen onderdeel. In het geval van de missie in Uruzgan gaan militairen een paar dagen naar Kreta om even het wapen aan de wilgen hangen, in een korte broek te lopen, stof af te spoelen en goed te slapen. En dan niet in een tentenkamp, maar in een goed hotel. Dat moet de militairen een gevoel van erkenning en waardering geven.’ Hier vinden ook de adaptatiegesprekken plaats. Dat gebeurt groepsgewijs, met mensen die in het uitzendgebied met elkaar gewerkt hebben. De gesprekken worden geleid door koppels, bestaande uit een zorgverlener (GV’er, BMW’er of MGGZ’er) en een ervaren militair. Die laatste is al eens eerder uitgezonden, maar niet op deze missie, en kan vertellen over eigen ervaringen en tips geven. Eenmaal thuis krijgen de militair en zijn eerste relatie elk een vragenlijst nazorg toegestuurd, waarin ze kunnen aangeven hoe het met hen gaat. De lijst wordt gescreend door een psycholoog. Die belt, indien nodig, met degene die de lijst heeft ingevuld om vast te stellen of er een hulpvraag is en biedt in dat geval hulp aan. Overlevingsdrive ‘Tijdens het adaptatiegesprek wordt ook voorlichting gegeven over het battle mind concept’, vervolgt Ambaum. ‘We vertellen
‘Je moest relatief snel schakelen’ Kapitein arts Enrico van Herrewaarden: twee maanden naar Kandahar ‘Ik had wel eerder trauma’s gezien, hier in Nederland bij de eerste hulp, maar dan gaat het bijna altijd om ongelukken. Daar kom je verwondingen zoals in Kandahar zelden tegen. Op Kandahar kreeg ik trauma´s binnen als schotwonden en mijnverwondingen. Het was vreemd werken: het ene moment had je spreekuur met iemand die een paar dagen aan het hoesten was, het volgende moment zat je bij de trauma-afdeling met iemand die twee benen eraf had liggen. Vervolgens ging je weer terug naar het spreekuur. Je moest dus relatief snel schakelen. Ik had er weinig problemen mee, want ik vind traumatologie buitengewoon boeiend. De mensen in mijn omgeving weten hoe ik hier mee omga. Ze waren meer
DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
bezorgd over de raketaanvallen. Ik heb de raketten wel gehoord, maar ik heb daar geen slapeloze nachten van gehad. Je hebt als arts natuurlijk wel te maken met mensen die wel daar wel een probleem mee hebben. We hebben in dat kader ook iemand gerepatrieerd, want die zag alleen maar raketten. Sporten is een goede uitlaatklep, maar daar kwamen we te weinig aan toe. Je werkt 14 á 15 uur per dag. Ik heb dus inderdaad veel koffie gedronken. We zijn als team regelmatig bij elkaar gaan zitten en gepraat over hoe je het werk ervaart. Daarnaast was ik als arts lid van het sociaal medisch team, dus dan spreek je ook vaak de GV’er of psycholoog. Dat geeft voldoende ruimte om dingen kwijt te kunnen. Het lastige in mijn geval was dat
we vlak voor de kerstdagen thuiskwamen, dus de tijd van feesten en partijen. Je gaat direct overal langs, iedereen wil weten hoe het was. Het liefst was ik die eerste periode even rustig de krant gaan lezen, want daar kom je in het uitzendgebied niet aan toe. Het individuele gesprek op het onderdeel met de psycholoog was goed voor mezelf om de vraag te stellen: druk ik geen dingen weg? Ik ben tot de conclusie gekomen dat dit niet het geval is. Wat ik heel positief vond tijdens de uitzending, is dat je merkt dat de opleiding goed in elkaar zit. Je bent wel opgeleid in zaken als traumatologie, maar die maak je hier in Nederland een stuk minder mee. Als je daar bent, merk je dat het de lading wel dekt.’
ACHTERGROND
‘Je houdt elkaar goed in de gaten’ Sergeant 1 Renate Zijlstra: drie maanden als AVTer naar Kandahar Ik heb me nooit onveilig gevoeld. Soms hoorde je een raket over je heen fluiten en hoorde je de inslag. In het begin doe je daar heel spastisch over, maar later ga je daar veel rustiger mee om. Er bestaat wel een kans dat je geraakt wordt, maar die is echt heel klein. Ik zat op Kandahar Airfield als avionicatechnicus bij een operationeel Apache-detachement. Dat was even wennen, want die doen toch ander werk dan bij faseonderhoud wat ik in Nederland doe. Het is ook spannender, met meer tijdsdruk. Als je ´s avonds naar huis belde, wist je dat je afgeluisterd kan worden, dus je vertelt zo globaal mogelijk over je werk. Mijn man wilde dat soort operationele dingen ook niet eens weten, alleen hoe het met mij ging, of ik me goed voelde. Er zijn ook heel grappige momenten geweest.
Zo kreeg een collega een dvd van zijn thuisfront, waarbij zijn vrouw liet zien dat ze de hele woonkamer had veranderd. Die controle ben je dus kwijt als je daar zit.Voordat we thuiskwamen, zijn we eerst twee dagen naar Kreta geweest. Het was helaas slecht weer, maar ik kon wel eindelijk weer één van de dingen doen die ik had gemist: shoppen. Aan de ene kant wilde ik het liefst meteen naar huis, want ik had mijn man ook al drie maanden niet gezien. Aan de andere kant was het wel prettig, die groepsgesprekken. Daarnaast had je in het uitzendgebied een buddy waarmee je kon praten en houd je elkaar goed in de gaten. Dat werkte prima. Ik heb dan ook weinig problemen met mijn volgende uitzending. Dit jaar ga ik weer, in ons dienstvak zitten nu eenmaal niet genoeg mensen.’
wat stress precies is, hoe je dat herkent en hoe je elkaar opvangt. Vanuit de battle heb je een bepaalde mindset, als resultaat van de overlevingsdrive. Als je thuis bent, moet dat worden uitgeschakeld en weer peace of mind worden. Mensen bij wie die omschakeling niet lukt, krijgen problemen. Een militair die in Afghanistan patrouille loopt, heeft maanden vanuit zijn tas geleefd. Die is organiek ingepakt, zodat hij altijd weet waar hij wat kan vinden. Hij is gedrild dat zo te
houden, want in een gevechtssituatie moet je niet hoeven zoeken. Als je vier maanden zo strak geordend hebt geleefd, wil je dat thuis ook. De krant links op tafel, afstandsbediening rechts, schoenen onder de kapstok. Alles moet precies daar en zo niet, worden ze onrustig. De omgeving gaat uiteraard protesteren, wat weer leidt tot spanningen. We leren de mensen zich daar bewust van te worden en bijvoorbeeld afspraken te maken met hun thuisfront.’
Voormalig commandant Task Force Uruzgan kolonel Theo Vleugels bedankt zijn manschappen bij terugkeer op de Vliegbasis Eindhoven. Deze aandacht blijft ook in de maanden erna belangrijk.
Foto: Renate Zijlstra
Eenheid Het individuele terugkeergesprek gebeurt op het eigen onderdeel en moet de commandant van dat onderdeel regelen, vanuit zijn verantwoordelijkheid voor personeelszorg. ‘Heel belangrijk is dat de commandant in het uitzendgebied zorgt dat de eenheid tijdens en na de missie niet uit elkaar klapt’, aldus Ambaum. ‘Een voorbeeld: een individueel uitgezonden militair komt terug en ineens blijkt de helft van de staf weg te zijn, of is zijn functie gereorganiseerd. Het is aan de commandant uit het uitzendgebied om reünies te organiseren, om zo de actief dienenden en veteranen bij elkaar brengen.’ De motivatie van deze reorganisatie is volgens Ambaum om de zorg zo laag mogelijk in de organisatie inbrengen, zodat militairen goed in staat zijn elkaar op te vangen. ‘Ze gaan als groep weg, komen als groep terug en sluiten ook als groep af’, zegt hij. ‘Tijdens de voorbereiding moet je ze daarom bewust maken hoe ze reageren op stresssituaties en hoe de buddy reageert. Daarmee voorkom je impulsief handelen en voorkom je dat mensen niet in contact staan met hun eigen gevoel. Bij mensen die dat weg stoppen, hoopt het op en loopt de emmer op een gegeven moment over.’
•
15
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Naam Leeftijd Rang Functie Sinds Lokatie
: : : : : :
Sjon Selles 43 sergeant-majoor medewerker Office Public Affairs 15 oktober 2002 NATO School, Oberammergau, Duitsland
Netwerken op NAVO niveau Tekst: June Smit | Foto´s: Sjon Selles
Eén team, één taak. Toch werkt niet iedere luchtmachter binnen het CLSK-team, maar in een paarse omgeving of in het buitenland. Deze maand een gesprek met sergeant-majoor Sjon Selles, medewerker van het Bureau Public Affairs op de NATO School in het Duitse Oberammergau. ‘Dat de NATO School een opleidingsinstituut was, wist ik wel toen ik solliciteerde, maar dat was ongeveer het enige. De internationale samenwerkingssfeer die ik tijdens mijn oriëntatie op de NATO School ervoer, sprak me meteen aan. Ik zat toen nog bij het Basis Squadron op de Vliegbasis Soes-
terberg en moest, wegens een reorganisatie, op zoek naar een andere baan. Precies op dat moment kwam de functie Hoofd Studentenadministratie op de NATO School vacant en bleek ik als enige te hebben gesolliciteerd. Ondanks dat het een eind weg was, besloten mijn vriendin en ik deze kans te grijpen. Binnen drie maanden trouwden we en verhuisden we naar Oberammergau, waar we inmiddels al ruim twaalf jaar wonen.’ Geheim ‘Sinds vier jaar zit ik op het Bureau Public Affairs, samen met een Luxemburgse, een Duitse en twee Amerikaanse collega’s. Ik houd me vooral bezig met de marketing van de school, woordvoering met de pers en het bijhouden van de website. Daarnaast verschaf ik de buitenwereld duidelijkheid over wat de NATO School nou precies doet door bezoekersgroepen voor te lichten. Doordat de school binnen een hek staat, lijkt het namelijk heel geheim wat hier gebeurt. Maar, afgezien van bepaalde restricties waaraan we ons moeten houden, zijn we in feite heel transparant. Van de tweehonderd militairen en burgers die afkomstig zijn uit 24 NAVO-landen en drie Partnership for Peacelanden, zijn we met zes Nederlanders. Vier daarvan zijn afkomstig van de landmacht. Majoor Klaas-Jakob Bakker en ik zijn de enige luchtmachters.’
Zestig nationaliteiten krijgen op de NATO School onderricht.
Vliegende Hollander 0016 +++
IN DEN VREEMDE
Oorlogsvoering ‘Ik heb hier dagelijks contact met studenten, die één van de bijna tachtig verschillende cursussen volgen op de NATO School. Deze duren doorgaans een week tot maximaal drie weken. Jaarlijks geven we instructie aan meer dan tienduizend studenten, die afkomstig zijn uit zestig verschillende landen. We verzorgen hier cursussen zoals de NATO oriëntatie, bedoeld voor zowel officieren als onderofficieren die op een internationale functie terechtkomen. Maar ook cursussen op het gebied van psychologische oorlogsvoering, Peace Support Operations, logistiek en crisismanagement. Zelf geef ik af en toe les over Public Information binnen de NAVO, aan zowel officieren als onderofficieren. Die instructie wordt uiteraard in het Engels gegeven, de voertaal van de NATO School. Mijn contacten met de lokale media daarentegen verlopen in het Duits.’ Selles geeft zelf les over Public Information binnen de NATO.
Vreemde uniformen ‘Op de NATO School wordt al sinds 1953 op internationaal niveau lesgegeven. Daarom is dit dorp inmiddels wel bekend met vreemde uniformen in het straatbeeld. Al het lesmateriSelles in overleg met zijn directe collega’s van Public Affairs
aal is afgestemd met het Supreme Allied Command Transformation in Norfolk en SHAPE (Supreme Headquarters Allied Powers Europe) in Mons, de twee hoofdkwartieren van NAVO. Het cursusmateriaal blijft daarnaast op peil door expertise die van buiten komt, zoals gastsprekers die presentaties houden, maar ook door de input die we van onze studenten krijgen. Toch is de NATO School echt een bedrijf. Het wordt niet gesponsord, maar staande gehouden met de cursusgelden. Veel functies worden hier gevuld door Voluntary National Contributions. Wat de school uniek maakt? Sowieso de lokatie. Die is afgelegen zodat studenten echt verwijderd zijn van telefoons en faxen en zich volledig kunnen concentreren op de cursus. Daarnaast is het niet alleen zitten en luisteren, maar ook discussiëren in de klas. Het is netwerken op NAVO-niveau. Mensen zitten overdag met elkaar in de klas en praten in hun vrije tijd nog na over de onderwerpen. Het gaat er hier echt om dat je naar huis gaat met een gevoel van: ik heb niet alleen iets geleerd, maar ik kan die persoon ook nog eens bellen als dat nodig is.’ Haring en stroopwafels ‘Mijn functie heeft eigenlijk weinig met de luchtmacht te maken. We beschikken hier ook niet over het luchtmachtintranet op de werkplek. Je moet er zelf voor zorgen dat je niet vervreemdt. Natuurlijk ben ik hier samen met majoor Bakker in zekere zin wel ambassadeur van Nederland en van de luchtmacht. We lopen dagelijks in het blauw. Daarnaast organiseert de Nederlandse gemeenschap elk jaar met koninginnedag een happening met haring, stroopwafels en oranjebitter. Dat is een bijzonder geliefd evenement binnen de internationale gemeenschap. Eén van de boeiende kanten van mijn werk is dat ik met zoveel verschillende culturen in aanraking kom. Natuurlijk moet je hier diplomatie betrachten, je gaat anders met elkaar om dan op een squadron. Maar interessant is het zeker. Als mijn functie over een jaar weer wordt opengesteld, zal ik zeker weer solliciteren.’
Vliegende Hollander 0017 +++
IN DEN VREEMDE
R E P O R TA G E
OGRVers doen opleiding tot Artic Soldier in Zweden
‘Liever Kabul, dan dit koudweergevoel’ Tekst: June Smit | Foto’s: Gerben van Es, AVDD
Koud twee maanden terug uit Afghanistan, moest het Object Grond Verdedigingspeloton van Volkel eind januari in Zweden op de knieën voor temperaturen tot -30˚C. Tijdens een koudweertraining werd het peloton opgeleid tot Artic Soldier, en dat ging de OGRV-ers niet in hun koude kleren zitten.
Een aantal terroristen valt het peloton tijdens de tactische oefening plots vanuit het dichte dennenwoud aan. In het scenario, dat was gebaseerd op de omstandigheden in Afghanistan, kon van alles gebeuren.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
R E P O R TA G E
Extra sokken, een rantsoen voor extreme kou, een thermosfles met heet water, een kooktoestel en een slaapzak. Alles gaat in de daypacks van vijf Object Grondverdedigers (OGRV) van het 641 Peloton, die ze meenemen als ze pad gaan om een Mobiel Checkpoint in te richten op een besneeuwd kruispunt. Mocht iemand onderkoeld raken of mochten ze ergens stranden, dan kunnen ze met deze middelen en hun geleerde kennis overleven. Als ze zich voldoende aan de gekregen richtlijnen houden tenminste, want hardleersheid wordt in Zweedse winters ogenblikkelijk afgestraft. Te weinig van sokken wisselen kan uitdraaien op een stel bevroren tenen en te weinig drinken op algehele onderkoeling. De meesten proberen echter niet uit hoe ver ze kunnen gaan. De luchttemperatuur van bijna minus twintig is overtuigend genoeg en als de OGRV-ers na een aanval van een oefenvijand tot hun knieën in de sneeuw belanden, maken ze dankbaar gebruik van hun meegebrachte proviand en schone kleding.
kunt bij deze temperaturen bijvoorbeeld niet iemand twee uur op een post laten staan, want dan loopt diegene een koudeletsel op. Dat klinkt logisch, maar is niet vanzelfsprekend. Mensen vinden zichzelf van nature al snel zielig en houden zich dan liever niet ook nog eens met anderen bezig. Zeker niet als die personen slecht luisteren. Onderofficieren krijgen hier daarom tips en tools hoe ze moeilijke col-
lega’s aan kunnen pakken. Daarentegen leren soldaten en korporaals hier hoe ze leiding moeten ontvangen. Meestal duurt het even voordat ze doorkrijgen dat het voor hun eigen veiligheid is.’ Sergeantmajoor Fred Bruins, instructeur: ‘Het is ook belangrijk dat hun groepscommandanten goed briefen, zodat ze weten wat ze moeten doen. Als ze met een gewapend persoon te maken hebben en ze we-
Tactisch opereren in de sneeuw kan alleen als je jezelf operationeel weet te houden. In de daypacks zit alles om droog, warm en gevuld te blijven.
Extreme omstandigheden De koudweertraining is voor alle OGRVers één keer in de drie jaar een verplicht nummer en maakt deel uit van het programma om combat ready te blijven. Al hadden de meesten uit het peloton al eens een dergelijke training ervaren, niet iedereen deed hem met temperaturen die dalen tot dertig graden onder nul. Dat maakt de training net iets serieuzer. Om bewust te worden welke gevaren achter extreme kou loeren, kreeg het OGRVpeloton in de eerste week in het Zweedse Vidsel een basistraining met als belangrijkste les: hoe houd je jezelf operationeel in koudweeromstandigheden? Hoewel het hele peloton er baat bij heeft, worden onderofficieren en de pelotonscommandant specifiek voor het opereren onder koude omstandigheden getraind. Zij leren hoe je de inzet van personen kunt beïnvloeden. ‘Als je onder extreme omstandigheden kunt blijven functioneren, kun je dat ook in minder extreme’, zegt eerste luitenant Remco Baerveldt, die de training begeleidt. Zielig ‘Eén van de belangrijkste dingen van tactisch opereren in de kou is het directief leidinggeven’, gaat Baerveldt verder. ‘Je moet altijd aan je mensen denken. Je
19
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
ten niet wat ze in welke situatie mogen, dan kan het hun leven kosten. Daarnaast trekt de kou veel energie uit je. Daarom hameren we erop dat ze de juiste kleding dragen en op tijd eten en drinken. Dan hou je het veel langer vol. Maar weten is iets anders dan doen. Dit peloton komt net terug uit Afghanistan, ze dachten: wat wil je ons vertellen? Wij weten toch alles al? Nu merken ze dat ze zeker nog niet alles weten.’ Sneeuwposten Na een week van basisvaardigheden, waaronder een vijf uur durende tocht op houten latten, het leren herkennen van sporen in de sneeuw en het behandelen van koudeletsels, komt de grote test. In een tactische oefening komen de basisvaardigheden en de vaardigheden die ze in Nederland hebben getraind, samen. Volgens een door de pelotonscommandant geschreven beveiligingsplan, bouwen de 24 OGRV-ers een compound, die ze de drie dagen lang bewaken en waar ze ook overnachten. Hierbij mogen ze gebruik maken van de beschikbare middelen, waaronder tenten, houtkacheltjes, een generator, dennenbomen en een dertig centimeter dikke laag sneeuw die de bosvloer bedekt. Omdat de area of interest acht bij twee kilometer omvat, zijn naast de observatieposten van sneeuw ook patrouilles op de latten noodzakelijk. Tijdens de oefening kan van alles gebeuren, van opdrachten waarbij ze een colonne of een persoon moeten beveiligen, tot een optreden van de Quick Reaction Force: het oppikken van een neergestorte vlieger, of het oppakken van indringers. Om 16.00 uur valt langzaam de nacht. Het scenario loopt echter door tot 22.00 uur, dus ook in het donker moeten de OGRV-ers scherp blijven en hun patrouilles blijven lopen. Wakduiken Een week eerder nog kregen acht van hen, die nog niet gekwalificeerd waren tot Artic Soldier, de gelegenheid om een ijsbad te nemen, oftewel wak te duiken. Niemand liet zich kennen en een voor een stortten de mannen zich in het ijswater. ‘Voor mij was het de eerste keer’, zegt korporaal 1 Dennis Mudde. ‘Ik moest me omkleden in een overall en van tevoren vragen of ik erin mocht. Toen ik er eenmaal inzat, dacht ik aanvankelijk dat het best meeviel. Na een paar seconden kwam echter pas DE VLIEGENDE HOLLANDER
20
Op ski’s moesten de OGRV-ers regelmatig de area of interest controleren op verse sporen. Doordat de latten geen losschietmechanisme hadden, stonden ze garant voor een groot deel van de blessures.
Naast onder andere raketaanvallen, het vinden en arresteren van nachtelijke indringers op de compound, locals die voor de poort werden neergeschoten en bedreigingen van een warlord, moesten de OGRV-ers ook een Mobiele Wapencheck inrichten.
Vanuit de zelfgebouwde observatieposten, hield het peloton de grenzen van de compound in de gaten op verdachte activiteiten. Ondertussen probeerden ze zichzelf warm en droog te houden.
R E P O R TA G E
de klap. Voordat ik het wak weer uit mocht, moest ik mijn ademhaling onder controle krijgen. Dat leek uiteindelijk wel minuten te duren, terwijl het in werkelijkheid dertig tot veertig seconden waren. Omdat ik mijn hand en enkel gekneusd had tijdens het skiën, moest ik er heel voorzichtig uitklimmen met de skistokken die ik kreeg. Het was een heel aparte ervaring.’ ‘Het is de moeite waard een keer in een wak te duiken’, zegt instructeur sergeant-majoor Patricia van Gool van het KMSL. ‘Als je het ooit eerder hebt gedaan, weet je wat je lichaam doet en hoe je daarop moet reageren. Daardoor heb je tachtig procent meer overlevingskans als je erin terechtkomt. Daarnaast is wakduiken voor de meesten behoorlijk grensverleggend. Ze moeten het helemaal alleen doen, dus het zet ze voor een dilemma.’
vaardigheden en kennis nodig en die hebben we ze proberen bij te brengen.’ Kinderachtig Na twee weken is dat besef ook wel doorgedrongen. Korporaal Dennis Schoenmakers: ‘Je moet heel erg op jezelf en anderen letten en elkaar erop aanspreken dat ze goed voor zichzelf zorgen. Heb je warme sokken aan, heb je gegeten, heb je gedronken? Dat lijkt heel kinderachtig, maar geloof me, als er vijf man om je heen staan die zeggen: “En nou eten!”, dan doe je het wel.’ Korporaal 1 Don van Loon vult aan: ‘Bovendien, als je het niet doet, tref je ook de rest van de groep. Stel dat iemand niet goed voor zichzelf zorgt en tijdens een
lange skitocht uitvalt, dan moet je hem en zijn dertig kilo zware rugzak meenemen. Eigenlijk zijn we allemaal elkaars buddies en dat is echt nodig.’ ‘Ik vind ook dat iedereen zou moeten weten hoe het is om in deze omstandigheden te functioneren’, aldus Schoenmakers Je kunt overal worden ingezet, je weet dan dat je dit aankan.’ ‘Maar als je met minus 35 op langlaufski´s een berg op moet en tien keer onderuit gaat waarbij je je vingers kneust, dan zijn er momenten dat je het niet meer ziet zitten’, zegt korporaal 1 Don van Loon. ‘Dan lig ik liever met mijn vrouw in bed. Uiteindelijk kom je er echter wel gesterkt uit en achteraf denk je toch: dat hebben we maar even geflikt.’
•
De houten ski’s waren niet van het type dat je tegenkomt op de gemiddelde wintersport vakantie
Liever Kabul Ook het maken van een lean-to, een slaapplek onder een boom, die ze in die week moesten maken, was voor velen een heel nieuwe ervaring. Sergeant Bart Smits: ‘Je wilt natuurlijk voor het donker klaar zijn, dus de een ging brushwood (dennentakjes, red) sprokkelen, de ander sneeuw smelten om water te koken of hout te hakken voor het vuur. Iedereen deed iets, dat was erg leuk. Maar toen we ’s ochtends wakker werden en het minus dertig graden was, dacht ik toch wel: wat doe ik hier? Als plaatsvervangend groepscommandant kun je echter je kop niet laten hangen, anders doet de rest dat ook. Inmiddels merk ik ook al dat mijn lichaam wat is aangepast, ik krijg al minder rillingen.’ Als een groepje OGRV-ers ’s ochtends naar buiten komt, is hun eerste reactie positief: ‘Ja best lekker geslapen, het was in ieder geval warm’, zegt een van de jongens. Maar of ze dit twee weken lang zouden uithouden? ‘Echt niet. Liever vier maanden in Kabul, dan dit koudweergevoel’, lachen ze hartelijk. Afgezien de cynische ondertoon lijken de jongens zich prima te redden onder de koudweersomstandigheden. De Zweedse majoor Ronny Karlsson, een van de trainers tijdens Artic Sword, heeft dan ook alle vertrouwen in OGRV-ers: ‘Tot nu toe doen ze het erg goed’, zegt hij. ‘Het belangrijkste is dat je droog bent, warm en goed hebt gegeten. Door de kou ga je langzamer denken. Daarom heb je om te overleven
21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Werkgroep individueel uitgezonden militairen viert tweede lustrum
‘Aandacht is het belangrijkste’ Tekst & foto’s: Arno Marchand
De slogan ‘Eén team, één taak’ geldt voor alle KLu-detachementen in uitzendgebieden. Maar soms gaan luchtmachters op individuele basis op uitzending. Al tien jaar ondersteunt de werkgroep Individuele Deelnemers Eerdere Missies deze militairen tijdens en na hun missie. Een belangrijke en dankbare taak, voor zowel de militairen als hun thuisfront. De Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten Heinz Manderfeld had eind jaren tachtig een vooruitziende blik. In een brief aan het personeel schetste hij de toekomst van de KLu: uitzendingen. Daarbij gaf hij hen de keuze, blijf bij de luchtmacht en weet dat die uitzendingen eraan komen, of kies een andere betrekking. Uitzendingen behoren begin jaren negentig nog niet tot de core business van de KLu zoals dat tegenwoordig aan de orde van de dag is. Toch zijn er in die tijd al vele militairen individueel op missie als United Nations Military Observers. Deze UNMO’s komen terecht in een multinationale omgeving, óf ergens waar ze compleet op zichzelf zijn aangewezen. Dat geeft een heel andere situatie dan wanneer een detachement op pad gaat, dat daarmee namelijk direct als sociaal vangnet fungeert. ‘Bij terugkeer van die observers werd in de begeleiding van hen forse tekortkomingen geconstateerd en – heel belangrijk – geaccepteerd’, zegt kolonel Chris Lorraine, Hoofd Operatiecentrum KLu. Hij is in die functie tevens voorzitter van de werkgroep Individuele Deelnemers Eerdere Missies (IDEM). ‘Individueel uitgezonden militairen maken heel wat mee, wat lang niet altijd even prettig is. Denk maar eens aan observers die bij de genocide in Rwanda van dichtbij zeer schokkende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Defensie, en daarDE VLIEGENDE HOLLANDER
22
mee de KLu, had in eerste instantie niet echt door hoe deze groep van individueel uitgezonden militairen te ondersteunen. Terug in Nederland ontstond daardoor een onwenselijke situatie. Dat was zeer begrijpelijk, want het wiel moest nog worden uitgevonden.’ Point of Contact Volgens Lorraine moet je je wel verplaatsen in de tijdgeest van toen. ‘Bedenk dat militairen tien tot vijftien jaar geleden vrijwel geen communicatiemiddelen hadden, anders dan een brief en af en toe telefoon. Tegenwoordig heeft iedereen een mobieltje, een computer of een laptop, enzovoort.’ Er moest dus wat gebeuren om de belangen van de individueel uitgezondenen beter te behartigen. Daarom ontstonden diverse initiatieven, waaronder in 1997 het samenstellen van een werkgroep IDEM die zich richt op actief dienend personeel. Het klankbord voor de periode na de diensttijd vormt het Veteraneninstituut. Voor de werkgroep vaardigen alle KLu-onderdelen een zogenoemd point of contact af, oftewel een POC-IDEM. Die komen minimaal één keer per twee maanden bij elkaar om de aandachtspunten voor de lopende én komende individuele uitzendingen te bespreken. ‘Deze aanpak is de keuze van de KLu’, verduidelijkt Lorraine. ‘Daarbij treedt ook een militair buiten dienst, maar mét uitzendervaring, aan als
Als commandant van de Vliegbasis Soesterberg zorgde kolonel Lorraine dat zijn individueel uitgezonden personeel halverwege hun missie een ‘Hollands pakket’ kreeg, met een handgeschreven brief daarbij. Dit is volgens hem niet zaligmakend, maar het is ‘een manier om te laten zien dat je aan hen denkt’.
adviseur. Want die biedt continuïteit en heeft, behalve veel werkervaring, ook veel meer tijd.’ Wedstrijdje Traditioneel gaan observers naar het Midden-Oosten of de Balkan, maar ook
INTERVIEW
in Afrika, Irak en Afghanistan kom je individueel uitgezonden militairen tegen. Bijvoorbeeld op het ISAF-hoofdkwartier in Kabul en het hoofdkwartier van het Regional Command South in Kandahar. Lorraine: ‘As we speak zijn er ruwweg veertig militairen op individuele uitzending. Dat kan zijn voor zes maanden, maar ook negen maanden tot wel een jaar.’ Volgens POC-IDEM Ad Wijntjes, Stafadjudant op de Vliegbasis Eindhoven en Bosnië-veteraan, is een luisterend oor voor deze individueel uitgezonden militairen ‘geen wedstrijdje zielig doen’. ‘Iedereen heeft iets meegemaakt, en hij of zij komt er vroeger of later achter dat zoiets in je hoofd blijft hangen. Dan zit je met het probleem dat je nergens je verhaal kwijt kunt, want niemand begrijpt wat jij hebt gezien. Dat is anders dan bij een detachement, waarbij het gros van het personeel hetzelfde meemaakt. De individueel uitgezonden militairen vinden bij terugkomst geen klankbord want vrienden en familie, maar vooral collega’s kunnen zich geen beeld vormen van hun ervaringen. De kans bestaat dat ze dan in een zwart gat vallen. Dan is het niet alleen aan henzelf, maar juist ook aan een POC-IDEM om daar wat aan te doen.’ Verbindingsschakel Wijntjes meent dat met name de omstandigheden op het werk een belangrijke factor kunnen zijn voor het naar buiten komen van niet verwerkte ervaringen. ‘Zo’n persoon is een half jaar tot een jaar van zijn werkplek en in die tijd verande-
Stafadjudant Ad Wijntjes is Bosnië-veteraan. In 1999 werkte hij op de Balkan een halfjaar in de Civil Military Coorporation. Inmiddels treed hij al zes jaar lang op POC-IDEM. Foto: archief Wijntjes
De ‘aandachtswand’ in het stafgebouw op het AOCS Nieuw Milligen. In de lades liggen adresetiketten en briefpapier klaar om de uitgezonden collega’s vanaf de Veluwe een persoonlijk berichtje te sturen.
ren er gewoon zaken. De overige collega’s zijn daar inmiddels al aan gewend, en hebben dan simpelweg geen tijd en geduld om hem of haar in te werken.’ ‘Daarom hebben we tegenwoordig bijvoorbeeld ook het buddyschap’, vult Lorraine aan. ‘Dat vormt dé verbindingschakel met het moederonderdeel. Maar nog steeds zijn er militairen die het belang daarvan onderschatten. Familie van de uitgezonden militair mag trouwens ook bij de buddy binnenlopen, en de uitgezonden persoon in kwestie kan met werkgerelateerde vragen bij hem terecht. Dit soort contacten is écht noodzakelijk.’ Partners De werkgroep IDEM begeeft zich op twee sporen waarvan de eerste nazorg is. Lorraine: ‘Ons werk moet de brug slaan naar het veteraan zijn, dus voor de tijd na de dienst. Daarnaast is onze tweede taak het bewaken en verbeteren van de omgang met individueel uitgezonden militairen. Het is nodig om scherp te blijven. Want ook al weten we wat er kan gebeuren, toch gaat het soms nog eens mis. Zo doet de werkgroep bijvoorbeeld ook de kwaliteitscontrole van de buddies. Vaak is de contactpersoon de basis- of
stafadjudant. Dat is een prima keus, maar uiteraard kan het ook iemand anders zijn. Bij voorkeur heeft de persoon in kwestie uitzendervaring.’ Terugkijken op de missies en het delen en verwerken van ervaringen, gebeurt op de jaarlijkse IDEM-dag die altijd op Witte Donderdag plaatsvindt. Die is bestemd voor de huidige IDEM’er met zijn of haar partner, maar zonder eventuele kinderen. Lorraine: ‘Iedereen geeft trouwens aan dat hij of zij het belangrijk vindt om de partner mee te nemen, maar opmerkelijk genoeg doet de minderheid het. Gemiddeld komen er zo’n honderd tot honderdvijftig reacties op de uitnodigingen waarvan tweederde zonder partner is.’ Samengevat is volgens Lorraine aandacht voor de individueel uitgezondenen het belangrijkste. ‘Het maakt niet uit hoe. Op het AOCS hebben ze bijvoorbeeld in de entree van het hoofdgebouw een wand met alle individueel uitgezonden militairen van dat onderdeel. Daar staan kaartjes bij zodat iedereen heel gemakkelijk een berichtje naar hem of haar kan sturen. Is dát niet een mooie manier om aandacht te vragen voor je uitgezonden collega’s? Het belangrijkste is, dát er aandacht voor hen is.’
•
23
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
F-35 Lightning II laat zich niet vergelijken met welk jachtvliegtuig dan ook
Testen van een wezenlijk ander concept Tekst: Arno Marchand
Nederland ondertekende in november 2006 het ‘Memorandum of Understanding’ voor deelname aan de volgende fase van het JSF-project, de productie-, instandhoudingsen doorontwikkelingsfase. De eerste succesvolle vlucht van de F-35A volgde in december. Ondertussen voelen vliegers uit de landen die deelnemen aan het JSF-programma, de Lightning II al regelmatig aan de tand. Weliswaar nog niet met echte vliegtuigen, maar in simulators.
Onder begeleiding van een rood-witte F-16B van testvliegveld Edwards Air Force Base, vindt op 15 december 2006 de eerste vlucht van de F-35A plaats vanaf Fort Worth. Foto: Jody Brewer, Pratt &Whitney
DE VLIEGENDE HOLLANDER
24
ACHTERGROND
Majoor André Steur (l.) naast de overige Nederlandse deelnemers aan Agile Endeavour 4 (v.l.n.r. dr. Dolf Bos van TNO, en de luitenant-kolonels Bert de Smit en Gerbe Verhaaf, beiden geplaatst op het JSF Program Office in Washington). Naast vliegers worden de MTS-teams altijd ondersteund door specialisten van de onderzoeksinstituten TNO en NLR. Zij leveren de nodige brainpower om gegevens te analyseren en het team te ondersteunen met datacollectie en het opstellen van tactische documenten. Foto: Lockheed Martin
‘Het JSF-verhaal begint eind jaren negentig, wanneer Nederland zich bezint over de mogelijke opvolgers voor de F-16’, zegt majoor André Steur van het Project Vervanging F-16 (VF-16) van de Defensie Materieel Organisatie. ‘Rond 2015 bereikt de F-16 niet alleen het einde van zijn technische levensduur, maar bovenal het einde van de operationele levensduur.’ Ook tonen studies aan dat de ontwikkeling en snelle vermenigvuldiging van moderne vijandelijke luchtafweersystemen en vliegtuigen, een verandering in de dreigingsomgeving van het jachtvliegtuig veroorzaken. De dan verouderde F-16 kan in deze omgeving niet meer aan haar taakstelling voldoen, terwijl het ontwerp van de F-35 juist in hoge mate voldoet aan de specifieke eisen die in dit theater gelden. Geïntegreerd systeem Om dit ontwerp te toetsen, voert Nederland al jaren een operationele analyse uit. Naast bijvoorbeeld een studie op papier, vormt de virtuele analyse – het vliegen in simulators – een belangrijk onderdeel hiervan. Het sluitstuk van deze operationele analyse is de Operational Test and Evaluation (OT&E) van de F-35. Tijdens de OT&E wordt voor het eerst gevlogen in een representatieve operationele dreigingsomgeving. ‘Een uitermate belangrijk meetmoment voor Nederland, aangezien
tijdens dit ‘eindexamen’ moet blijken of wij de Nederlandse missies met de F-35 kunnen uitvoeren’, zegt Steur. ‘Daarnaast blijkt dan of wij de inzet kunnen garanderen door een efficiënte onderhoudsorganisatie en een adequate logistieke keten. Besef daarbij goed dat het F-35 concept wezenlijk anders is dan dat van reeds bestaande jachtvliegtuigen. De JSF wordt vaak vergeleken met andere toestellen op basis van ongeclassificeerde specificaties, een vergelijking die overigens altijd in het voordeel van de JSF uitpakt. Maar als je tijdens het testen ziet wat het toestel daadwerkelijk kan, dan wordt dit verschil alleen maar schrijnender, je praat dan echt over een generatiekloof.’ Klokjes en wijzertjes Tijdens de Manned Tactical Simulator (MTS) events, ook wel Agile Endeavour genaamd, is het aan de vliegers om te kijken of het toestel kan, waarvoor het is ontwikkeld. Dit zijn nationale aangelegenheden, waarbij Nederland een team van zowel ervaren als minder ervaren vliegers naar de fabriek in Fort Worth stuurt. ‘Je ziet tijdens de events het verschil tussen de generatie die is groot geworden met klokjes en wijzertjes, en de computergeneratie’, zegt Steur. ‘Helemaal in een cockpit als die van de F-35 waarin geen klassiek metertje meer te vinden is, maar alleen een groot touchscreen. Daarin
schuilt het belangrijkste verschil met een klassieke cockpit. In een F-16 voorzien de verschillende instrumenten de vlieger van data, die hij vervolgens tot informatie moet verwerken om de juiste beslissing te kunnen nemen. De F-35 daarentegen verwerkt de data en presenteert panklare informatie aan de vlieger, waardoor deze sneller kan beslissen.’ Het MTS programma is een building block-programma dat bestaat uit vier blokken, beginnend met een familiarisatie. In deel twee volgen Air Interdiction en Air-to-Air-missies, gevolgd door Suppression en Destruction of Enemy Air Defences (SEAD en DEAD)-missies in deel drie. Tijdens het laatste blok wordt de Airfield Attack-missie getoetst. Steur: ‘SEAD en DEAD zijn voorbeelden van nieuwe missies voor de KLu, waarbij de nadruk ligt op het neutraliseren van luchtafweersystemen. Deze specifieke taak kunnen wij met onze F-16’s niet uitvoeren, terwijl de toekomstige dreigingsomgeving daar juist wel om vraagt. Binnen Europa is
een enorm tekort aan deze capaciteit. Een tekort dat wij met de komst van de F-35 kunnen invullen.’ Revolutionair De F-35 is op meerdere gebieden revolutionair te noemen. Stealth-eigenschappen en een uitgebreid pakket aan sensoren bieden het toestel de mogelijkheid om te zien, zónder gezien te worden. Dat verbetert de overlevingskansen van de vlieger aanzienlijk. Daarnaast communiceert het vliegtuig voortdurend zelfstandig met een grondstation op de thuisbasis, dat weer gekoppeld is aan het wereldwijde netwerk. Wanneer het vliegtuig registreert dat zich op korte(re) of lange(re) termijn technische problemen gaan voordoen, geeft het dit automatisch door aan het grondstation. Daardoor kan de onderhouds- en bevoorradingsorganisatie hierop anticiperen, nog voordat het vliegtuig
25
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
enorm projectrisico bij de transitie van dingsomgeving en de F-16 naar de F-35.’ een trainingsomgeving. Alle computersystemen die Coalitie daarvoor nodig Juist vanwege internationale operaties zijn, staan aan worden bij de Lockheed Martin-fabrieken elkaar gekoppeld en in Fort Worth in Texas ook de zogenoemmaken gebruik van de Coalition Warfare-events (CW’s) uitgedezelfde database. voerd. Van alle (potentiële) toekomstige Zo geeft het JSFgebruikers komen dan enkele vliegers systeem op basis en analisten bij elkaar om in een aantal van voorspellingen sessies stapsgewijs tot een gemeenen gebeurtenissen, schappelijke gebruikswijze van de F-35 signalen aan de te komen. Dat gebeurde eind januari, werkplaatsen en begin februari tijdens Agile Endeavour de bevoorradings4. ‘Het doel van deze CW’s is de manier systemen. Op basis van opereren met de F-35 onderling af te van de opleidingsstemmen,’ legt Steur uit. ‘Dat doen we en ervaringsstatus op de volgende wijze. Tijdens de MTSkrijgen vliegers en events stellen we met de kennis van alle monteurs tijdig gebruikers, tactieken op. Die beproeven een signaal op hun we en kiezen daar vervolgens de beste palmtop handcomvarianten uit. Die worden uiteindelijk puters. Zo weten verwoord in een gemeenschappelijk ze welke computer tactisch operatieplan. Dat plan vormt de based training basis voor toekomstig optreden in coalimodules ze moeten tieverband. Zonder uitvoerig met elkaar doorlopen, iets te briefen en tactieken te bespreken kunwaarin het JSF-synen we dan met een zeer korte reactietijd steem ook voorziet. slagkracht uitbrengen. Dat scheelt niet Daarnaast faciliteert alleen kostbare tijd en geld, maar levert het systeem de ook een veiligere en effectievere manier operationele missievan optreden op. We lopen met deze Majoor Eddy de Kwant (r.) van het Project Vervanging F-16 legt majoor Johan van Soest een aantal geheimen van de JSF cockpit demonstrator uit. briefing en -debriefing simulator events voor op de ontwikkeFoto: Arno Marchand voor de vliegers, en lingsfase van het toestel zelf, maar dat is bevat het de volledige systeemdocumenalleen maar gunstig. Op die manier kunis geland. Dit zogenoemde Prognostic tatie. Dat wil zeggen de ontwerpgegevens nen we onze vlieger- en analistenkennis Health Management zal de efficiency aan voor fabrikanten, de onderhoudschema’s nog aanwenden om verbeteringen in het logistieke zijde aanzienlijk verbeteren. voor monteurs, de gebruikershandleitoestel aan te brengen.’ Hoe dat uitpakt, Ook het onderhoudsconcept van de F-35 dingen voor vliegers en de software voor zal uiteindelijk blijken tijdens de OT&E, is nieuw voor de Nederlandse Defensie. simulators. Dit betekent dat een wijzihet sluitstuk van de ontwikkelingsfase ‘Een groot deel van het onderhoud wordt ging in het vliegtuigontwerp onmiddeldat in 2011 aanvangt. via Performance Based Arrangements uitlijk en automatisch besteed aan Lockheed Martin’ verduideTijdens de KLu Open Dagen van 2005 op de Vliegbasis Gilze-Rijen, probeert wordt doorgevoerd lijkt Steur. ‘Daarbij maakt bijvoorbeeld majoor Eddy de Kwant de cockpit demonstrator van de JSF uit. De simulators die in alle onderdelen de KLu afspraken met de fabrikant over gebruikt worden voor de MTS en CW-events zijn een zeer geavanceerde doorontwikvan het JSF-systeem. keling hiervan. Foto: Arno Marchand het aantal te vliegen uren en deploySteur: ‘Tijdens de ments voor een bepaald jaar. Lockheed OT&E moet blijken Martin heeft vervolgens de verantwoorof dit integrale delijkheid om de afspraken na te komen. Air System klaar is Dat werkt via een revolutionair principe: voor de gestelde des te beter Lockheed in staat is de taak, maar ook of afspraken na te komen, des te hoger de Defensie klaar is beloning. De fabrikant verdient dus niet voor de komst van als de F-35 kapot gaat, maar juist als deze de F-35, zodat evenblijft vliegen.’ tuele aanpassingen in het concept nog Automatisch tijdig kunnen worBij de JSF is er sprake van een geïnteden doorgevoerd. greerd Air System, bestaande uit vliegDit voorkomt een tuigen, een onderhouds- en bevoorra-
•
DE VLIEGENDE HOLLANDER
26
J
JOURNAAL
ournaal
Nieuwe lichting luchtmachtreservisten beëdigd Na het afronden van hun opleiding werden op 27 januari 42 nieuwe luchtmachtreservisten beëdigd op het Air Operations Control Station. De militairen werden onder toeziend oog van familie en genodigden aangesteld door plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten, generaal-majoor Erik Oliemans. Na de beëdiging reikte Commandant Luchtmacht Reserve, luitenant-kolonel Peer Dekkers, het eerste exemplaar van het vernieuwde magazine voor reservisten, ‘Twice a Citizen’ uit aan generaal-majoor Oliemans. De Groep Luchtmacht Reserve beschikt op dit moment over ongeveer driehonderd militairen. Zij zijn veelal in loondienst bij werkgevers in de burgermaatschappij en ondersteunen de luchtmacht bij de uitvoering van haar taak tijdens drukke periodes. De reservisten ondersteunen
onder meer in militaire taken gericht op bewaking en beveiliging van het
VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected]. Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
Aviodrome: Rij mee in een vliegtuig Kinderen tot twaalf jaar kunnen tijdens de voorjaarsvakantie in het luchtvaartthemapark Aviodrome meerijden met een historische Fokker Friendship. Daarnaast opent de Aviodrome op de Luchthaven Lelystad de deuren van een groot aantal vliegtuigen, die normaal gesloten blijven voor publiek. Voor de kinderen wordt een speciale ‘open vliegtuigmissie’ uitgezet, waarbij ze aan het einde van deze missie alle toestellen hebben bezocht! Een lijst van de geopende vliegtuigen is op de website van de Aviodrome te vinden. Het Nationaal Luchtvaart-Themapark Aviodrome, Pelikaanweg 50 op de Luchthaven Lelystad is dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Maandag gesloten, met uitzondering van schoolvakanties en feestdagen. Toegang tot de diverse (luchtvaart)activiteiten is gratis. Bezoekers betalen alleen de normale entreeprijs voor het themapark.
Foto: Aviodrome
nationale grondgebied, maar leveren ook specifieke deskundigheid als het gaat om ondersteuning bij internationale crisisbeheersingsoperaties of beveiliging van civiele en militaire autoriteiten in Nederland. Foto: Peter Rorim Pandey, AVDD
Dankbetuiging Leef met de mooie herinneringen en koester wat je nog hebt Wij bedanken u voor de overweldigende belangstelling, warme brieven en kaarten die wij mochten ontvangen na het overlijden van onze lieve Heinz J.W. Manderfeld “Bozz” 29-06-1940/10-11-2006 Met gevoelens van trots kijken wij als familie terug op de mooie en waardige afscheidsdienst in de kerk. Het is voor ons een troostrijke gedachte, dat Heinz in zijn leven voor u allen zoveel heeft betekend.
Anneke Manderfeld-de Graaf en familie
27
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Opening kinderdagverblijf Gilze-Rijen Op zaterdag 20 januari is het nieuwe kinderdagverblijf ‘Luchtkasteel’ op GilzeRijen officieel in gebruik genomen. De opening werd verricht door de burgemeester van de gemeente Gilze en Rijen René Roep en het Hoofd Staf Planning & Control van de Vliegbasis Gilze en Rijen luitenant-kolonel Bert Beaumont. Het kinderdagverblijf is veilig en gunstig gelegen in de natuur en goed bereikbaar voor ouders en grootouders. In het gebouw is plaats voor drie groepen van twaalf kinderen tussen nul en vier jaar. De behoeftestelling om een kinderdagverblijf op de vliegbasis Gilze-Rijen te verwezenlijken is voor het eerst door de Medezeggenschapscommissie in 2000 voorgelegd aan de toenmalige Commandant Vliegbasis kolonel René Arns. Dit idee was mede naar aanleiding van de opening van het eerste Defensiegerelateerde kinderdagverblijf op de vliegbasis. Voor het beheer en exploitatie is destijds in overleg met Humanitas een samen-
werkingsverband aangegaan met Stichting Mozaïek, die nu te naam staat als Stichting Kinderopvang Midden Brabant (SKMB), en de Gemeente Gilze en Rijen. Tussentijds was er inmiddels vooruitlopend op een definitieve oplossing een interim kinderopvang op de vliegbasis gerealiseerd die werd geëxploiteerd door de SKMB.
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum • ‘Jachtvliegers. Van aviateur tot straaljagerpiloot’ De dagelijkse tentoonstelling laat een aantal markante veranderingen zien in het beroep van jachtvlieger sinds de jaren van vlak voor de Eerste Wereldoorlog tot nu. De wisselwerking tussen mens en vliegtuig staat hierin centraal. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de uitstraling van de militaire luchtvaart naar andere sectoren in de samenleving, zoals de auto-industrie, de jeugdcultuur en de modewereld. • Aviation Art-III In deze expositie staat werk tentoongesteld van drie digital artists, te weten de Nederlanders Wiek Luijken en Ronnie Olsthoorn, en de Italiaanse Zweed John Wallin Liberto. Hun fascinatie voor het vliegen in combinatie met een grote professionaliteit op het gebied van computermatige grafische vormgeving vormt de basis voor een boeiende expositie, waarmee nieuwe wegen worden ingeslagen in de luchtvaartkunst. • Vlucht van de eeuw Een spectaculaire theatervoorstelling over de geschiedenis van de luchtvaart, van Wright Flyer tot F-16 straaljager. De gratis bij te wonen voorstellingen worden gehouden op 18 t/m 25 februari, 28 februari en 4 maart om 13.00, 14.00 en 15.00 uur. Bezoek voor meer informatie de website www.militaireluchtvaartmuseum.nl Het museum is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur en op zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op paas- en pinksterzondag, Koninginnedag, beide kerstdagen en nieuwjaarsdag is het MLM gesloten. De expositie en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kamp van Zeist 2-4, Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected]. Het museum is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur en op zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op paas- en pinksterzondag, Koninginnedag, beide kerstdagen en nieuwjaarsdag is het MLM gesloten. De expositie en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kamp van Zeist 2-4, Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected]. DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
Vliegveld Deelen rijksmonument Op zaterdag 20 januari is het nieuwe kinderdagverblijf “Luchtkasteel” op Gilze-Rijen officieel in gebruik genomen. De opening werd verricht door de burgemeester van de gemeente Gilze en Rijen René Roep en de commandant van Vliegbasis Gilze en Rijen Luitenant Kolonel Bert Beaumont. Het kinderdagverblijf is veilig en gunstig gelegen in de natuur en goed bereikbaar voor ouders en grootouders. In het gebouw is plaats voor drie groepen van twaalf kinderen tussen nul en vier jaar. De behoeftestelling om een kinderdagverblijf op de vliegbasis Gilze-Rijen te verwezenlijken is voor het eerst door de Medezeggenschapscommissie in 2000 voorgelegd aan de toenmalige Commandant Vliegbasis Kolonel René Arns. Dit idee was mede naar aanleiding van de opening van het eerste Defensie gerelateerde kinderdagverblijf op de vliegbasis. Voor het beheer en exploitatie is destijds in overleg met Humanitas een samenwerkingsverband aangegaan met Stichting Mozaïek, die nu te naam staat als Stichting Kinderopvang Midden Brabant (SKMB), en de Gemeente Gilze en Rijen. Tussentijds was er inmiddels vooruitlopend op een definitieve oplossing een interim kinderopvang op de vliegbasis gerealiseerd die werd geëxploiteerd door de SKMB.
JOURNAAL
Medailles voor militairen eerste TFU en ATF
In memoriam
meer uit de Air Task Force, het Provincial Reconstruction Team (PRT) en de Battle Group. De militairen richtten zich op het bevorderen van stabiliteit en veiligheid in de provincie Uruzgan om voorwaarden te scheppen voor de bestuurlijke en economische opbouw.
Op 4 januari 2007 overleed sergeant der eerste klasse Bas Meijerink. Hij was werkzaam als specialist vliegtuigonderhoud op de Vliegbasis Leeuwarden. Meijerink laat een vriendin achter. Hij is 30 jaar geworden.
Wissel Apaches uit Afghanistan
ATF en JSD ontvangen NAVO-medaille
Op 25 januari 2007 overleed korporaal der eerste klasse Kevin Bos. Hij was werkzaam als Hulp Lancering Patriot op de Groep Geleide Wapens. Bos was ongehuwd. Hij is 21 jaar geworden.
Een Antonov 124/100 transportvliegtuig bracht op 16 februari twee gevechtshelikopters vanuit Afghanistan terug naar Nederland in verband met groot onderhoud. Deze waren drie dagen eerder vervangen door twee andere Apaches. In totaal is de Koninklijke Luchtmacht in Afghanistan actief met onder andere zes Apaches van de Vliegbasis Gilze-Rijen voor de missie ISAF stage III. De helikopters zijn gestationeerd in het zuiden van het land op de basis Tarin Kowt in de provincie Uruzgan. Foto: Marjon van Westing
Nederlandse militairen op Kandahar Airfield ontvingen op 22 januari de NAVOmedaille van minister Van Ardenne van Ontwikkelingsamenwerking. De onderscheiding wordt uitgereikt aan militairen die langer dan dertig dagen uitgezonden zijn in het kader van de ISAF-missie. Voorafgaand aan het opspelden sprak de minister haar waardering uit voor wat de Nederlandse militairen in Afghanistan doen. Daarbij legde zij de nadruk op de veiligheid die essentieel is voor de wederopbouwprojecten die momenteel ontplooid worden. Met de woorden ‘u bent een moedig man’ spelde de minister vervolgens de medaille bij een deel van de militairen op. Daarbij werd ze onder meer geassisteerd door Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten, luitenantgeneraal Rob Bertholee. De militairen maken deel uit van de Air Task Force (ATF) en het Joint Support Detachement (JSD), die belast is met de logistieke ondersteuning.
Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Peter van Uhm, reikte op 9 februari in De Gelredome in Arnhem de Nederlandse herinneringsmedaille voor vredesoperaties uit aan 1.450 militairen. Zij maakten vanaf augustus 2006 deel uit van de eerste Task Force Uruzgan (TFU I) in Afghanistan. De TFU 1 bestond onder
Zestien F-jes Een team van Voetbalvereniging WSV Apeldoorn kreeg op 14 februari een uniek F-16 sportshirt met opdruk van de Koninklijke Luchtmacht aangeboden. In de voetbalvereniging speelt namelijk een 16e F-jes team oftewel F-16! In het kader van ‘Eén team één taak’ wilde de Koninklijke Luchtmacht dit heugelijk feit niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Daarom heeft de KLu besloten om dit team eenmalig te voorzien van de voetbalshirts en de coaches van luchtmachtcaps. Plaatsvervangend commandant Vliegbasis Volkel luitenant-kolonel Wido van de Mast overhandigde de shirts.
Op 8 februari 2007 overleed sergeant der eerste klasse George Pieterse. Hij was werkzaam als tandartsassistent bij het tandheelkundigcentrum op de Groep Geleide Wapens. Pieterse was ongehuwd. Hij is 45 jaar geworden.
Gen.-maj. Meulman plaatsvervangend commandant ISAF Op 25 januari vertrok generaal-majoor Freek Meulman voor een jaar naar Kabul in Afghanistan om de functie van Deputy Commander Air op het Hoofdkwartier van de International Security and Assistance Force vervullen. Hierbij neemt hij het stokje over van een Canadese generaal. Meulman gaat werken onder leiding van de nieuwe Commandant ISAF, de Amerikaanse generaal McNeill. Generaal-majoor Meulman heeft afgelopen oktober zijn functie van Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten overgedragen aan generaal-majoor Erik Oliemans. Foto: Petra Aartsen, Fotodienst Vliegbassis Eindhoven
29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Vliegbasis Gilze-Rijen als tweede MLE-145 Commandant Vliegbasis Gilze-Rijen kolonel Ron Hagemeijer ontving op 31 januari het Bewijs van Goedkeuring in overeenstemming met de Militaire Luchtvaareis 145 (MLE-145) van de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA). Dit werd uitgereikt door de Directeur MLA, generaal-majoor (bd) Peter Vorderman (Foto). De militaire luchtvaarteis MLE-145 beschrijft de eisen waaraan een onderhoudsorganisatie binnen het Ministerie van Defensie
moet voldoen. Met het behalen van dit MLE-145 Bewijs van Goedkeuring toont de Vliegbasis Gilze-Rijen aan dat het een adequaat kwaliteitsmanagementsysteem in haar bedrijfsvoering heeft geïmplementeerd waarmee het voldoet aan de wensen die de maat-
schappij aan een onderhoudsorganisatie stelt. Tevens verplicht de organisatie met betrekking tot het onderhoud zichzelf continue te verbeteren, met als belangrijkste doel de luchtwaardig/vliegveiligheid te garanderen. Foto: Vliegbasis Gilze-Rijen, Bram van Eijk
luchtverdediging- en luchtsteuntaak centraal. Bijzondere aandacht kregen de commandovoering en de (persoonlijke) militaire basisvaardigheden. Hierbij kwamen de initiële reactie van het personeel bij incidenten aan de orde. Daarbij gaat het om melden en markeren van de incidenten en het verlenen van eerste hulp aan gewonden. In de laatste week van april wordt de inzet van het vliegbasispersoneel nogmaals getest. Dan gaat een internationaal inspectieteam tijdens de NATO Ope-
rational Evaluation het vuur aan de schenen van de militairen leggen en de resultaten beoordelen.
Vliegerpsychologen gebreveteerd Majoors Corine van Nieuwburg en Marco Koning van de Afdeling Luchtvaart en Bedrijfspsychologie (LBP) ontvingen 20 december hun Vliegerpsycholoog brevet. Voor majoor Koning was het een extra bijzondere dag omdat hij ook zijn brevet Hogere Sociale Wetenschappen kreeg opgespeld. Het geheel vond plaats op het Hoofdkwartier Commando Luchtstrijdkrachten onder begeleiding van Kolonel Hans van Leeuwen. Beide psychologen hebben hun opleiding tot Vliegerpsycholoog gevolgd bij de Luchtmacht.
Incidenten op Volkel Onder de naam ´Adventure Concreet´ werd op de Vliegbasis Volkel van 12 tot en met vrijdag 16 februari een basisoefening gehouden. Op deze dagen werd het basispersoneel door een evaluatieteam getest op de uitvoering van de toegewezen operationele taken. Doel van de oefening was om, onder moeilijke omstandigheden, zo goed mogelijk te presteren voor procedures en werkwijzen tijdens een fictieve uitzending naar het buitenland. Daarbij staan de aan de Vliegbasis Volkel opgedragen
Zes Chinooks rijker Staatssecretaris Cees van der Knaap ondertekende op 15 februari het contract voor de aanschaf van zes CH-47D Chinooks. Defensie tekende dit contract met fabrikant Boeing, Honeywell en Terma. Defensie beschikt op dit moment nog over elf Chinooks die de afgelopen jaren veelvuldig zijn ingezet voor crisisbeheersingsoperaties. De aanschaf betekent een uitbreiding van de huidige vloot en voorziet in de vervanging van de twee toestellen die in 2005 zijn verongelukt tijdens hun missie in Afghanistan. De Chinook kan zowel overdag als ’s nachts worden ingezet en is uitgerust met een weerradar, ijsdetector, zelfbeschermingsmiddelen tegen vijandelijke aanvallen, infrarood camera, abseil-installaties en communicatiemiddelen voor lange afstand. DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
Voorbereiden op Afghanistan Om het optreden van de verschillende eenheden nader op elkaar af te stemmen, namen de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht van 11 tot 26 januari deel aan de oefening Rhino Integration. Deze vond plaats in de driehoek Amersfoort, Arnhem en Zwolle. De eenheden vormen de derde rotatie Task Force Uruzgan (TFU), die is voorzien rond 1 april dit jaar. De luchtmacht nam deel met Chinook en Cougar transporthelikopters van de Vliegbasis Soesterberg en Apache gevechtshelikopters van vliegbasis Gilze-Rijen. F-16 jachtvliegtuigen, van de vliegbases Leeuwarden en Volkel, verzorgden samen met de Apaches luchtsteun aan de grondtroepen.
JOURNAAL
Reünies • Alle ex-medewerkers van het VOTC worden met partner uitgenodigd om op 23 juni het 50-jarig bestaan van het VOTC te vieren met een reünie. Zij geen uitnodiging ontvangen vóór 1 maart en toch willen deelnemen, kunnen contact opnemen met eerste luitenant Heij, telefoonnummer 0161-296934 of Willem van den Broek, op 0161-226143. E-mailen kan ook via votc50@hotmail. com (uiterlijk vóór 1 april 2007). Eigen bijdrage is E5,- per persoon. • Na de succesvolle R.I.P.-social van 2006, is het tijd voor de derde reünie van het 315 Squadron. Deze wordt op 16 april gehouden vanaf 16.00 uur in het Officierscasino aan de Kampweg te Soesterberg. De contributie is 20 euro per persoon, graag overmaken op bankreknr. 1296.67.552 ten name van C.J. Stoutjesdijk te Amersfoort, onder vermelding van 315gettogether. Uiterlijk 1 maart 2006 moet je betaling binnen zijn. Er kan dus niet aan de deur worden betaald. Noot: In de Vliegende Hollander van afgelopen februari stond niet vermeld dat het hier gaat om een reunie voor uitsluitend oud-vliegers van het 315 Squadron. • Op zaterdag 9 juni 2007 wordt vanaf 10.30 uur in de Kumpulan te Bronbeek een reünie gehouden voor alle vredesmissieveteranen van de KLu met partner. Hierbij horen ook actief dienenden. Dit museum is gelegen aan de Velperweg 147 te Arnhem en is bereikbaar met buslijn 3 vanaf het station Arnhem. U kunt de twee vrije treinkaarten gebruiken die u bij het Veteranen Instituut jaarlijks kunt aanvragen. U wordt een uitgebreide rijstmaaltijd aangeboden.
Drankjes, m.u.v. de welkomstkoffie, zijn voor eigen rekening. Inschrijving kan vóór 24 mei 2007 door overmaking van E15,00 per persoon op giro 5129776 ten name van VmVKLu tav J. Donker te Heerlen, ovv “reünie Bronbeek”. De VmVKLu-er ontvangt ter plekke zijn inschrijfgeld terug. • Op 25 april 2007 organiseert de Contactgroep Post-Actieven (CPA) regio Arnhem een reünie voor voormalige medewerkers van de GPLV/Vliegbasis Deelen, de KKSL, de LETS en de LIMOS en hun partners. Vanaf 13.00 uur in de “Fly Inn” op het terrein van de Oranjekazerne te Schaarsbergen, aan de Clement van Maasdijklaan 5. Een geldig legitimatiebewijs is noodzakelijk. De middag wordt afgesloten met een maaltijd. Leden van de CPA regio Arnhem geven zich op zoals beschreven in het verenigingsblad. Anderen kunnen dat schriftelijk doen bij de secretaris van de CPA regio Arnhem, J.W. van Rossum, Oude Eerbeekseweg 13 6971 BL Brummen of per email op het adres
[email protected]. Voor geregistreerde Postactieven zijn de kosten E2,50. Niet-geregistreerden en meekomende partners betalen E7,50. Voor 31 maart bijschrijven op gironr 3149250 t.n.v. Contactgroep Postactieven regio Arnhem te Doetinchem. Vermelden “reünie” en indien van toepassing PA. • De Identiteitsgroep Steenrode Baretten (ISB) houdt op vrijdag 27 april 2007 de jaarlijkse reünie voor alle (ex) militairen van de Multinational Force & Observers (MFO) met partners. Locatie: Elias Beeckmankazerne, Nieuwe Kazernelaan 2 – 10 te Ede. Ontvangst: 09.30 – 10.15 uur. Einde: 17.00 uur. Aangezien de MFO dit jaar 25 jaar bestaat, zal tijdens de reünie aandacht aan dit feit worden
geschonken. Nog geen uitnodiging ontvangen? Meld u zich dan z.s.m. aan bij: secretaris Redie Muijlkens (adres: Geleenhof 5, 6715 DM Ede; tel: 0318 639025; e-mail adres: rediem@tiscali. nl) of de webmaster René Goorden (e-mail adres:
[email protected]). Voor nadere bijzonderheden: zie ook website www.steenrode-baretten.nl onder “Nieuwsbrief” en “Activiteiten” – “Reünie”. • De Luchtmachtbasis Twenthe houdt in december 2007 op te bestaan en sluit haar poorten. Om (oud-)personeel nog eenmaal de gelegenheid te geven de basis te bezoeken wordt op donderdag 27 september 2007 van 14.00 tot 20.00 uur een reünie gehouden. Al het personeel dat in de periode 1945 tot heden op Twenthe werkte, wordt met partner voor deze reünie uitgenodigd. Opgave vóór 14 mei 2007 door storting van E15 p.p op rekening 19.23.20.769 t.n.v. KB BTK Emmen, o.v.v. Reünie TW, uw postcode en huisnummer. Tevens aanmelden via www.luchtmacht.nl of per brief met vermelding van naam, voorletters, adres, registratienummer, aantal personen (maximaal 2, geen kinderen), periode werkzaam op Twenthe en bij welk squadron/afdeling. Richt deze brief aan Bureau Reünie Sluiting Vliegbasis Twenthe, Postbus 5013, 7500 GA Enschede. Alleen bij volledige aanmelding én storting van de eigen bijdrage wordt de inschrijving geaccepteerd. Medio augustus kunt u een bevestiging tegemoet zien met meer informatie en toegangsbewijzen. Huidig personeel van de Luchtmachtbasis Twenthe behoeft niet te reageren.
en de NDMC. De NDMC is belast met het verzorgen van Link 16 Netwerk Management om het verantwoorde gebruik van Link 16 door de krijgsmacht te waarborgen. Een goede coördinatie en samenwerking tussen de NDMC en (toekomstige) gebruikers is daarbij essentieel. Voor meer informatie over de NDMC in het algemeen en over deze cursus kan contact worden opgenomen met de Frontoffice via
[email protected] of telefonisch 0577-453881.
In 2007 wordt het salaris uiterlijk de volgende werkdag na de onderstaande betaaldatum op uw rekening bijgeschreven: vrijdag 23 maart, dinsdag 24 april, donderdag 24 mei (inclusief vakantiegeld), vrijdag 22 juni, dinsdag 24 juli, vrijdag 24 augustus, maandag 24 september, woensdag 24 oktober, vrijdag 23 november, vrijdag 21 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid van het ministerie van Defensie, tel. 070-3187493. VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2
Link 16 cursus Bij het Air Operations Control Station (AOCS) te Nieuw Milligen is op 24 en 25 januari de Unit Link 16 Coördinator cursus gegeven voor 25 deelnemers uit alle krijgsmachtdelen. Deze cursus wordt verzorgd door de Nationale Datalink Management Cel (NDMC), een interservice (project) organisatie. Sinds 2005 heeft de NDMC het initiatief genomen om deze cursus te verzorgen. Het doel hiervan is inzicht en begrip te verschaffen in de werkwijzen en procedures van Link 16 operaties DE VLIEGENDE HOLLANDER
32
Betaaldata salarissen 2007
TITEL
M E N S E N & M U TAT I E S
&
Mensen
Mutaties
Bevorderingen militairen Luitenant-kolonel Duijnkerke, C, Ing. per 01-jan-07 (LCW TECH PE ON EQMT), Praat, JLA van per 05-jan-07 (LSK:SIE OPERAT. ONDERSTEUNING) Kapitein Feld, EF per 19-mei-06 (SSB:VLUCHT 1 300), Polman, MJ per 01-jul-06 (SSB:VLUCHT 2 298), Spruit, AJM per 23-okt-06 (SSB:PVE BEWAKING), Walter, TJ per 20-dec-06 (OKLU: CIS COORDINATION CENTRE) Eerste luitenant Krabben, SR van der per 23-dec-06 (SSB:PVE LUCHTVERKBEVEIL.), Krabben, SR van der per 23-dec-06 (SSB:PVE LUCHTVERKBEVEIL.) Tweede luitenant Roose, EM per 18-mei-06 (VKL:WE MATERIEELVOORZIENING) Adjudant-onderofficier Castel, M per 01-jan-07 (OKLU:AG SOCIAAL COMM/DIDACTIEK), Veraart, JCAM per 01jan-07 (EHV:PVE LUCHTVERKBEVEIL.), Visser, GBM per 01-nov-06 (SSB:BEDR BUR 298) Majoor Bart, J per 01-okt-06 (LSK:AFD OPER RESEARCH & EVAL), Savelkouls-van der Aar, BD, Ing. per 16-okt-06 (DVD: Z Dkr Woensdrecht), Berg, N van den per 19-mei-06 (SSB:VLUCHT 3 300) Sergeant-majoor Gaertener, NPCA per 02-jan-07 (LSK:BUR PERS.BEHEER&PLAATSING), Kluijve, A van per 01-sep-06 (SSB:DISTRIBUTIECENTRUM), Rutten, PJHM per 01-jan-07 (VKL:PVE LUCHTVERKEERSBEVEIL.), Rutten, PJHM per 01-jan-07 (VKL:PVE LUCHTVERKEERSBEVEIL.), Smit, A per 23-nov-06 (OKLU:VG TRANSPORT HELIKOPTERS), Wolff, RPF per 05-jan-07 (VKL:PLANNINGCELL OPS), Zohlandt, ABCJ per 03-jan-07 (ACO:SHAPE COORDINATION OFFICE) Sergeant der eerste klasse Adema, J per 17-jan-07 (LW:WE AVIONICATECHNIEK (AVT)), Baerveldt, P per 24-jan-07 (SSB:WE VLIEGVEILIGHUITRUST.), Bakhuisen, EE per 20-jan-07 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Belkom, HCAM van per 01-jan-07 (GZRY:WE MECH ONDERH/GU), Blekkenhorst, R per 24-jan-07 (VKL:KANT VEILIGHEID), Bronsema, JR per 24-jan-07 (AOCS:FLIGHT DATA / NOTAM SIE), Bronsema, JR per 24-jan-07 (AOCS:FLIGHT DATA / NOTAM SIE), Dijkstra, OL per 27-jan-07 (TW: BEWAKINGSVLUCHT 620), Doeselaar, W van per 20-jan-07 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 311), Dol, MH per 20-jan-07 (LW:WE VLIEGT.
ONDERHOUD (VO)), Doore, P van per 13jan-07 (GGW:WC VOERTUIGONDERHOUD 951), Geerts, PGJW per 20-jan-07 (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Haan, RF per 20-jan-07 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Haren, DC van per 20-jan-07 (LW: GEREEDSTELLINGSVLUCHT 323), Heddes, M per 20-jan-07 (LW:GEREEDSTELLINGSVLUCHT 323), Henne, I van der per 07-jan-07 (LW: FOTOGRAFIE), Hingstman, S per 24-jan-07 (AOCS:FLIGHT DATA / NOTAM SIE), Hingstman, S per 24-jan-07 (AOCS:FLIGHT DATA / NOTAM SIE), Imhof, MJ per 20-jan-07 (VKL: WE POO F-16), Janssen, HJ per 13-jan-07 (GGW:WC VOERTUIGONDERHOUD 951), Jetten, WW per 22-jul-06 (ACO:CC AIR A8 FISCAL&ACCOUNTIN), Jumarali, RA per 20-jan-07 (LW:CIS OPERATIONS), Kampen, M van per 20-jan-07 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 311), Kin, BMW per 23-jan-07 (EHV:CONTROL CELL), Klarenbeek, GJTM per 24-jan-07 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Lai, GA per 20-jan-07 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 313), Leinenga, RG per 22-jan-07 (AOCS:WE IVS), Mosterman, EMG per 14-jan-07 (LW:WE AVIONICATECHNIEK (AVT)), Ormskirk, GR per 24-dec-06 (Verificatiebureau A t/m C), Schrauwen, AFR per 25-nov-06 (#LCLU:HONDENSECTIE), Schuuring, MJ per 20-jan-07 (GZRY: ME MATERIEELVOORZIENING), Sibbald, P per 20-jan-07 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 313), Stokreef, M per 08-jan-07 (PAS: Bureau Planning), Swart, TW per 20-jan-07 (GZRY:PVE BRANDWEER), Tujeehut, CAW per 24-jan-07 (VOTC:WE VLIEGVEILIGHUITRUST.), Verwer, P per 22-jan-07 (AOCS:WE IVS), Vreeburg, J per 20-jan-07 (SSB:ME MATERIEELVOORZIENING) Sergeant Blanken, AP per 22-jan-07 (SSB:HONDENSECTIE), Broek-Sprengers, ML van den per 27-dec-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Dreessen, FMV per 25-dec-06 (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Haanstra, P.L. per 21-dec-06 (LW:SIE BRANDSTOFFEN), Lenders, A.A.G. per 20-nov-06 (LSK:SIE FAC. GEZONDHEIDSZORG), Meijers, GAA per 27-dec-06 (OKLU:BEWAKINGSPELOTON 2), Mulder, R per 07-dec-06 (SSB:HONDENSECTIE), Robart, BS per 13-nov-06 (SSB: PVE BEWAKING), Smits, B.A. per 25-dec-06 (VKL:641 OGRV PELOTON), Velde, FAG ten per 27-dec-06 (GGW:HONDENSECTIE GROEP 1 650), Welling, J per 27-dec-06 (AOCS: BEWAKING SIE) Korporaal der eerste klasse Boer, R per 01-jan-07 (TW:BEWAKINGSVLUCHT 620), Douma, B per 24-jan-07 (VKL: WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Ensink op
Kemna, PAJ per 01-jan-07 (TW:BEWAKINGSVLUCHT 620), Luling, M van per 24-jan-07 (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Sman, JJ van der per 24-jan-07 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 313), Voorn, S per 24-jan-07 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 313) Korporaal Aa, J van der per 13-dec-06 (AOCS:VLUCHT A4), Bracht, J.J.E. van per 20-nov-06 (LSK: DRUMFANFARE), Flips, N per 21-dec-06 (OKLU:SIE LOKALE VERWERVING), Gramser, T.T.W. per 25-dec-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Haije, K. per 06-nov-06 (AOCS: BEWAKING SIE), Heinen, M.E. per 20-nov-06 (LSK:DRUMFANFARE), Helderman, E. per 27okt-06 (AOCS:BEWAKING SIE), Hoof, C van per 02-dec-06 (LSK:BEWAKING), Jongeneelen, M per 21-dec-06 (OKLU:SIE OPSLAG & DISTRIBUTIE), Jue, R.M. per 20-nov-06 (LSK: DRUMFANFARE), Leenards, D.J. per 25-dec06 (OKLU:AFD DISTRIBUTIE), Marges, J.H.J. per 21-dec-06 (OKLU:SIE MATERIEELVOORZIENING), Milic, I.M. per 08-nov-06 (LW: SIE WEGTRANSPORT), Molder, W. te per 27okt-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Nijmeijer, TJH per 01-dec-06 (TW:BEWAKINGSVLUCHT 620), Peeman, L per 12-dec-06 (AOCS:VLUCHT B1), Roos, F.A. per 12-dec-06 (AOCS:VLUCHT B3), Schipperen, D per 17okt-06 (VKL:CIS MAINTENANCE), Sharafeddine, M per 23-okt-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Uijl, L.J. per 13-nov-06 (OKLU: BEWAKINGSPELOTON 4), Vat, L.J. per 20nov-06 (LSK:DRUMFANFARE), Veth, LGE de per 25-dec-06 (OKLU:BEWAKINGSPELOTON 4), Winters, M.M.A. per 13-nov-06 (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640) Soldaat der eerste klasse SLD1: Cilon, C.M. per 12-dec-06 (OKLU:BEWAKINGSPELOTON 1), SLD1: Franke, M per 12-dec-06 (OKLU:BEWAKINGSPELOTON 5) Soldaat der tweede klasse Avedisian, V per 25-dec-06 (VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640), Bos, M. per 25-dec-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Bosgraaf, W.A. per 25-dec-06 (AOCS:BEWAKING SIE), Bruinsma, S per 25-dec-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Chan-A-Hung, K.L. per 25-dec-06 (SSB:PVE BEWAKING), Christiaans, W.D. per 25-dec-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Imming, M.M. per 25-dec-06 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Jonge, P.B. de per 25-dec-06 (AOCS: BEWAKING SIE), Oosterkamp, W. per 25dec-06 (AOCS:BEWAKING SIE), Vorstenbosch, D. per 25-dec-06 (SSB:PVE BEWAKING)
Bevorderingen burgerpersoneel Schaal 11 Knip, B per 01-jan-07 (LSK:BUREAU WERVING)
DE VLIEGENDE HOLLANDER
34
Schaal 06 Bakema, JJ per 01-nov-06 (LW:STAF PLANNING & CONTROL), Muste, JG per 01-jan-07 (LSK:BDI), Rambaran, ER per 01-jan-07 (LSK: BDI), Smulders, GCM per 22-nov-06 (EHV:STF ANALYSE&TCHN ONDST.)
Schaal 05 Berden, P.E.M. per 01-jan-07 (GGW:P&O ADVISEURS SPECIALISTEN), Philipsen, M.M. per 01-jan-07 (GGW:BUR RECHTSP&ADMIN)
M E N S E N & M U TAT I E S
Actieve dienst verlaten Kolonel Burmeister, EJ,(per 01-jan-07) Majoor Geld, PAAM van der,(per 01-jan-07), Visser, CG,(per 11-jan-07) Kapitein Bahnerth, R,(per 05-jan-07), Beek, AH van, Ing.,(per 01-jan-07), Berg, MBWM van den,(per 01-jan-07), Berg, MRA van den,(per 19-jan-07), Bervoets, GMM,(per 15-jan-07), Bijdevaate, CP,(per 01-jan-07), Broekhans, MM,(per 15-jan-07), Dijkstra, RJ,(per 01-jan-07), Esser, M,(per 01-jan-07), Lodewijk, PJ,(per 01-jan-07), Schuur, ECS,(per 01-jan-07), Thate, EJH,(per 22-jan-07), Vette, RJ,(per 09-jan-07) Eerste luitenant Lukassen, AHM,(per 01-jan-07), Meuwszen, EAW,(per 20-jan-07), Oostveen, AJE,(per 05-jan-07), Rietjens, BLL,(per 01-jan-07), Roovers-Buitenom, KW,(per 01-jan-07), Schmidt, I,(per 29-jan-07), Veen, MCG van,(per 18-jan-07), Vonk, A,(per 01-jan-07), Ziel, R van,(per 01jan-07), Zwam, MP van,(per 12-jan07),VDG; Bosman, BM,(per 01-jan-07) Adjudant-onderofficier Dartel, AM van,(per 01-jan-07), Derlagen, R,(per 01-jan-07), Huisman, H,(per 01-jan-07), Kuijpers, WA,(per 01-jan07), Medema, N,(per 01-jan-07), Siegers, AM,(per 01-jan-07), Visser, F,(per 01-jan-07) Sergeant-majoor Eisink, GJA,(per 01-jan-07), Hoek, W,(per 01-jan-07), Hoogeveen, MT,(per 01-jan-07), Kesteloo, PWA,(per 01-jan07), Laan, HS van der,(per 01-jan-07), Masselink, GJ,(per 01-jan-07), Meijer, JHM,(per 01-jan-07), Slottje, J,(per 01-jan-07), Verhoef, RB,(per 01-jan07), Wolde, PGA ten,(per 01-jan-07), Yntema, D,(per 01-jan-07) Sergeant der eerste klasse Appeljan, BGM,(per 01-jan-07), Deelen, P van,(per 01-jan-07), Djojowikromo, RR,(per 26-jan-07), Dolder, P van,(per 02-jan-07), Haan, JH de,(per 01-jan-07), Hes-Oonk, JGW,(per 01-jan-07), Homan, RE,(per 01-jan-07), Horenberg, A,(per 01-jan-07), Jager, MC,(per 01-jan-07), Keijzers, EJC,(per 01-jan-07), Kelder, J,(per 01-jan-07), Kersbergen, A,(per 01jan-07), Konst, DA,(per 01-jan-07), Linssen, BFM,(per 01-jan-07), Maats, HF,(per 01-jan-07), Remmers, M,(per 02-jan-07), Schut, C,(per 01-jan-07), Smit, A,(per
01-jan-07), Smits, NG,(per 01-jan-07), Tammeling, H,(per 01-jan-07), Verhees, J,(per 16-jan-07), Wijdemans, ALM,(per 01-jan-07) Sergeant Ferwerda, ME,(per 01-jan-07), Jansen, RPT,(per 29-jan-07), Pijffers, G,(per 01jan-07), Smit, NMM,(per 01-jan-07) Korporaal der eerste klasse Aandewiel, AP,(per 18-jan-07), Blaaupot, PRJ,(per 20-jan-07), Blok, PJAA,(per 01-jan-07), Bonthond, E,(per 27-jan-07), Brouwers, RHWM,(per 03-jan-07), Coffie, LNKQ,(per 25-jan-07), Fanchamps, EM,(per 15-jan-07), Folkerts-Woudstra, HK,(per 16-jan-07), Goudswaard, SB,(per 01-jan-07), Hendriks, P,(per 01-jan-07), Holzken, R,(per 01-jan-07), Kloosterman, AJ,(per 01-jan-07), Mekenkamp, REG,(per 15-jan-07), Molen, J van der,(per 01-jan-07), Mulder, V,(per 29-jan-07), Nijborg, A,(per 28-jan-07), Okken, R,(per 21-jan-07), Oosterveld, A,(per 01-jan-07), Peters, LPJJ,(per 04-jan-07), Reuvekamp, DJG,(per 13-jan-07), Ruiter, NA,(per 01-jan-07), Schotanus, M,(per 07-jan-07), Terbeek, ME,(per 30-jan-07), Veldhuis, J,(per 01jan-07), Vissers, KAM,(per 01-jan-07), Visser-Schoppink, PJM,(per 15-jan-07), Vries, M de,(per 26-jan-07), Zaag, KG van der,(per 01-jan-07)
Schaal 10 Norg, E.,(per 01-jan-07), Visker, C.,(per 01-jan-07) Schaal 09 Jongerden, M,(per 01-jan-07) Schaal 08 Dam, m ten,(per 01-jan-07), Eijk, PJW van,(per 01-jan-07), Nienhuis, AM,(per 15-jan-07) Schaal 07 Kersten-Pinckaerts, JHR,(per 01-jan-07), Lacroes, RG,(per 04-jan-07) Schaal 05 Elzenaar-van der Velde, BM,(per 01jan-07),Kroon, B.,(per 01-jan-07),Poel, CAL van der,(per 01-jan-07),Weidema, W.,(per 01-jan-07) Schaal 04 Maas, JA,(per 01-jan-07),Toonstra, S.,(per 01-jan-07), Warntjes, JS,(per 01-jan-07) Schaal 03 Bekouw, H,(per 01-jan-07),Kabak, A,(per 26-jan-07) Schaal 01 Klamer, W.H.M.,(per 01-jan-07)
Korporaal Es, DDW van,(per 21-jan-07), Hoof, R.J.A. van,(per 19-jan-07) Soldaat der eerste klasse Dekker, S,(per 28-jan-07), Tempel, MHW,(per 22-jan-07), Yaqine, C,(per 15-jan-07) Soldaat der derde klasse Coenraad, M.R.,(per 19-jan-07),Heijden, F. van der, Ing.,(per 04-jan-07), Houkes, R.S.,(per 12-jan-07), Land, R.P. van ‘t,(per 19-jan-07), Mantel, I.J.M.,(per 19jan-07), Pruijsten, S.J.M.,(per 19-jan-07), Rijsbergen, S.A.M. van,(per 05-jan-07), Robben, M.G.,(per 12-jan-07), Stroom, D. van der,(per 04-jan-07), Wongsodrono, S.J.,(per 19-jan-07) Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en
Schaal 13 Bosch, J,(per 13-jan-07)
zijn aangeleverd door de Interim Beheer Organisatie PeopleSoft & NSK. Wendt u zich voor gegevens die niet correct in deze rubriek staan vermeld in
Schaal 12 Vianen, B,(per 01-jan-07) Schaal 11 Hooykaas, II,(per 01-jan-07)
eerste instantie tot uw eigen personeelsdienst. Deze kan mutaties verwerken in PeopleSoft en indien noodzakelijk contact opnemen met de Servicedesk Defensie.
35
DE VLIEGENDE HOLLANDER