Donderdag 21 maart 2013
De Vier Seizoenen
Krant over het sociale en culturele gebeuren in en rond het Dijlehof, het Hertogenhof en de Hertog van Brabant
16° jaargang – lente
Waar het goed is om te leven: p. 3
Verschijnt ieder seizoen
Kerstfeestjes op de afdelingen: p. 14
Beelden op het stadhuis: p. 5
Nieuwjaarsconcert: p. 21
Verhalenbazaar: Zorgkundigen: p. 19
Redactieadres De Vier Seizoenen: secretariaat Hertogenhof/Dijlehof - Minderbroedersstraat 9b 3000 Leuven
2.
De Vier Seizoenen Geuren en kleuren
Groen, rood, geel en pastelkleuren, het zijn de kleuren van nieuwe blaadjes aan de bomen, bloemen en bloesems. De kleuren van de lente zijn warm, zacht, licht en helder. Lekker, prettig, fris, het zijn de geuren die de lente vertegenwoordigen. Het licht van elke morgen, het groeien van de dag geeft energie. Wat ook energie geeft is het enthousiasme van onze medewerkers die er elke dag weer in vliegen om goede zorg te geven. Het jaarverslag 2012 van Bellarmino is juist afgewerkt. En het is overduidelijk: we zijn een huis vol energie! En dan is het goed even stil te staan om te kijken wat we allemaal gerealiseerd hebben: Neerdijle in een nieuw kleedje, Hoogdijle een nieuwe vloer, Lessius een warme gang, elke dag een proper huis , al onze activiteiten die het leven van elke dag aangenaam maken, onze wandeldag, het fietsproject, contacten met de buurt en de stad, het finaliseren van project welbevinden en betrokkenheid, het kortverblijf een vaste stek geven op Hoogdijle. We gaan dit jaar met onvermoeide energie verder: de toegangsdeuren gaan geautomatiseerd worden, de plannen voor Lessius krijgen vorm, de visie op zorgarchitectuur wordt gedeeld, de werkgroep belevingsgerichte zorg gaat verder en honderd kleine dingen worden opgepakt en verbeterd. We zullen er elke dag in geuren en kleuren over vertellen zodat u op de hoogte bent! Een fijne lente! Griet Robberechts Directeur
3.
De Vier Seizoenen
Waar het goed is om te leven
Samen met een druppeltje werden oude en nieuwe nieuwjaarsbrieven voorgelezen.
Naar jaarlijkse gewoonte aten we lekkere driekoningentaarten.
Dansschool Desmet Camby trakteerde ons op een optreden “salondansen”.
4.
De Vier Seizoenen
Het Leuvens stadslied werd samen met de Leuvense stadssopraan Noémie Schellens gerepeteerd en opgenomen.
Enkele bewoners gingen op uitstap naar de uilententoonstelling in Heverlee.
Kinderen van het HDC trokken met een kleurige carnavalstoet door ons huis.
5.
De Vier Seizoenen
Gids voor Leuvenaar en toerist
Wie is Wie op het stadhuis? Hebt u ook al voor het stadhuis van Leuven gestaan met de vraag wie door al die beelden op de gevels worden voorgesteld? De meeste Leuvenaars weten het niet. De studenten en toeristen nog veel minder. Een professor van de universiteit, geneesheer, opperde het idee om daar wat aan te doen. En hij wist wie hij daarvoor moest aanspreken: Gilbert Huybens. Die heeft het monnikenwerk verricht om te achterhalen welke historische figuren op de stadhuisgevels staan gebeeldhouwd. Uitgeverij Peeters heeft het resultaat, een handige gids, zakformaat, in drie talen (Nederlands, Frans, Engels), op de markt gebracht: Who’s Who? De beelden op de gevels van het Leuvense stadhuis.
Geen proefstuk Gilbert Huybens is niet aan zijn eerste proefstuk toe. Behalve als leraar AMV (Algemene Muzikale Vorming) aan het stedelijk conservatorium staat hij bekend als auteur van talrijke publicaties in verband met het muziekverleden en de algemene geschiedenis. Het is niet de eerste keer dat hij nu aan de beelden op het Leuvense stadhuis aandacht besteedt. Hij coördineerde de redactie van de tweedelige studie Het Leuvens stadhuis, Beeld-Schoon, (Jaarboek van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving, 1999 en 2000). In 1998 had de Kring al de kraagstenen, d.i. de uitstekende stenen waarop de beelden rusten, belicht: Een Leuvense Bijbel in steen. De kraagstenen van het Leuvense stadhuis, bezorgd door Maria Gilleir, Gilbert Huybens en Paul Reekmans.
Vooraan Erasmus (1467/69-1536), humanist, verbleef in Leuven; vervolgens de schilder Dieric Bouts (ca.1410-1475); verderop Wouter van der Leyden (+1378), burgemeester, en Matthias vanden Gheyn (1721-1785), organist-beiaardier.
In Who’s Who? komen de 236 beelden aan bod: 149 gevelbeelden en 87 beelden op de torenspitsen. Zij worden stuk voor stuk gesitueerd, één per bladzijde, met foto: dat beeld staat op die plaats op het gebouw. Daarbij wordt verklaard welk personage wordt afgebeeld. De naam van de betrokken beeldhouwer wordt erbij
6.
De Vier Seizoenen
vermeld. Van 121 gevelbeelden wordt de foto telkens op de volgende bladzijde vergezeld door de foto van de versierde kraagsteen waarop het beeld staat.
Lege nissen Laat u niet misleiden. Wanneer we voor het stadhuis staan, zijn we geneigd te denken dat al die beelden al zolang de gevel versieren als het stadhuis bestaat. Niets is minder waar. De kraagstenen dateren uit de tijd toen het stadhuis werd opgetrokken, maar er stonden geen beelden op. De nissen bleven leeg. Tot in de negentiende eeuw. Dat is vijfhonderd jaar! De eerste steen van het stadhuis werd op 28 maart 1448 gelegd, negen jaar nadat met de bouw een aanvang was gemaakt. In 1469 was het werk af. Drie architecten kwamen eraan te pas: Sulpitius van Vorst, die het bouwplan ontwierp maar al in 1439 overleed, de Mechelaar Jan II Keldermans die in 1445 stierf en Mattheus de Layens van Soignies (+1483) die eerst onder de vorige twee werkte en vanaf 1448 zelf de “meester metser” werd.
Links Justus Lipsius (1547-1606), was o.a. professor aan de Leuvense universiteit. In het midden architect Mattheus de Layens (+1483), voltooide de bouw van het stadhuis. Rechts Mercator (1512-1594), aardrijkskundige, studeerde in Leuven. Op de kraagstenen telkens Bijbelse taferelen.
Uit die periode stamt de schikking van het centrale plein van de stad, de latere Grote Markt. In 1425, het jaar waarin ook de universiteit werd gesticht, werd begonnen met de bouw van de huidige gotische Sint-Pieterskerk, ter vervanging van een romaanse kerk uit de 11de eeuw. Het kerkhof naast de kerk werd ontruimd en aan de overkant werden huizen gesloopt. Daardoor ontstond een groot plein, de Plaetse, nu dus de Grote Markt. Tegenover de kerk werd het stadhuis gepland. Het
7.
De Vier Seizoenen
moest mooier worden dan het stadhuis van Brussel. Het werd inderdaad een “pronkjuweel van Brabantse gotiek”. In de loop der eeuwen is het complex van het stadhuis meer dan eens aangepast en uitgebreid. Het huidige uitzicht van de gevels is het resultaat van drie ingrijpende, relatief recente restauraties: 1828-1841, 1895-1914, 1972-1982, respectievelijk onder de leiding van de stadsarchitecten Dominique Everaerts, Eugène Frische en Jean Maloens. Vandaag prijken er op de gevels en de torenspitsen in totaal, zoals gezegd, 236 beelden, op zeven niveaus. Met een vernuftig systeem heeft Huybens die niveaus met een eigen letter en een aparte kleur onderscheiden en de beelden per niveau genummerd.
Kraagstenen Al tijdens de bouwperiode werden de gebeeldhouwde kraagstenen in de gevels gemetseld en werd er rekening mee gehouden dat in de nissen ooit beelden zouden geplaatst worden. Dit laatste blijkt uit het feit dat de smeedijzeren haken waaraan de beelden moesten worden vastgehecht, er toen al zaten. De figuren en taferelen op de kraagstenen werden door de pastoor van de SintPieterskerk, Jan Vander Phalisen, gekozen uit het Oude Testament, uit het Nieuwe Testament en uit verhalen van de joods-romeinse geschiedschrijver Flavius Josephus. Huybens verwijst telkens naar de vindplaats ervan. Uit het Oude Testament gaat het vaak over misdaad-en-strafscènes. De meeste staan over twee kraagstenen verdeeld: links de “zonde”, rechts de “goddelijke straf”. Bij voorbeeld: links Adam en Eva en hun zondige appel aan de boom van kennis van Goed en Kwaad, rechts het schuldige paar wordt uit het aards paradijs verjaagd. Op de torens worden zeven verhalen zelfs over telkens vijf stenen gespreid. Daaronder bij voorbeeld de opwekking van Lazarus. Bij de laatste restauratie (1972-1982) werden 33 kraagstenen opnieuw gekapt. Sommige daarvan kwamen op een andere plaats dan de oorspronkelijke terecht. De Bijbelse samenhang was niet overal duidelijk meer. Aan de voorgevel staan 54 versierde kraagstenen, aan de twee zijgevels 24, op de drie torens 43, in totaal 121. De overige kraagstenen vertonen geen beeldhouwwerk.
Gevelbeelden Op de gevels staan 149 beelden, 133 mannen en 16 vrouwen. Zij kwamen er pas na 1849 toen een prijsvraag voor Leuvense beeldhouwers werd uitgeschreven. Koning Leopold I had in 1841 al een duwtje gegeven onder de vorm van een staatstoelage van 3000 frank. Ook de Franse schrijver Victor Hugo, die in 1852 Leuven bezocht, porde het stadsbestuur aan: “Een gebouw met lege nissen is als een boek met blanco bladzijden”, meende hij.
8.
De Vier Seizoenen
Een eerste reeks beelden werd geplaatst in 1854, een tweede reeks in 1858 en, onder toezicht van stadsarchivaris Edward Van Even en rijksarchivaris Charles Piot, geraakten alle nissen in 1881 gevuld, met “personages die Leuven luister hadden bijgezet en tevens herinnerden aan de voornaamste instellingen van de stad in het verleden”. Daar hoorden historische figuren bij, professoren, stamvaders van Leuvense families, vorsten, tot patroonheiligen van kerken en rederijkerskamers toe. Soms staan beelden niet waar ze volgens de logische of chronologische orde zouden thuishoren. Zo lijkt Napoleon wel de opvolger van Leopold II, terwijl Leopold I ontbreekt. Op de torens ten slotte komen voornamelijk Bijbelse figuren voor. Stadsfotograaf Eric Dewaersegger heeft ze vanop een hoogwerker gefotografeerd. In het boek kun je ze van dichtbij bewonderen. Wie ter plekke gaat kijken, neemt best een verrekijker mee. (eigen foto’s)
Jef De Roeck
Gilbert Huybens, Who’s Who? De beelden op de gevels van het Leuvense stadhuis. Foto’s van Eric Dewaersegger. Leuven, Peeters, 2012, 416 blz. , 30 €, ISBN 978-90-429-2889-3
Pastorale Nieuwsbrief In deze brief wordt het pastorale tijdschema van het lopende kwartaal weergegeven. • •
Elke maandag: eucharistieviering in de feestzaal om 15 uur Elke eerste vrijdag van de maand: Stille gebedsdienst om 11u in de kapel op -1
• Biechtviering: maandag 25 maart om 15u in de feestzaal • Goede Vrijdagviering: vrijdag 29 maart om 15u in de feestzaal • Pasen: zondag 31 maart - feestelijke misviering met het Bellarminkoor om 10u30 in de feestzaal • Rozenhoedje: alle dinsdagen tijdens de maand mei om 16u30 • O.L. Heer Hemelvaart: maandag 13 mei – misviering om 15u in de feestzaal • Pinksteren: zondag 19 mei - feestelijke misviering om 10u30 in de feestzaal
9.
De Vier Seizoenen
“Haarwasbak in de lift” Vorig jaar deden we een oproep bij de Cera Award om studenten te zoeken die een oplossing zouden bieden voor het wassen van de haren van onze bewoners. Begin dit jaar bracht Cera ons in contact met de derdejaars studenten van de richting productdesign KHLimburg. Vorige week kwamen ze op bezoek, 15 studenten met 2 leerkrachten. Ze bleven de hele dag en werkten, samen met onze kapsters, aan een ergonomisch en functioneel onderzoek van de probleemsituatie. Met foto’s, beeldmateriaal en antwoorden op hun vragen trokken ze huiswaarts. Probleemstelling en ontwerp wordt verder in de klas uitgewerkt. Afwachten wat het brengt. We houden u sowieso op de hoogte.
10.
De Vier Seizoenen Hier vindt u, in plaats van een artikel over herinneringen van M.J.Balm, het voorwoord en het eerste hoofdstuk uit het boekje ‘Jeugdherinneringen’ van Pater Toon Baert.
Voorwoord Mijn jeugd. Zo lang geleden. Andere tijden. Een andere wereld. -
Ik herinner me, van vóór de oorlog, de schemerige straatverlichting met de gaslampen en de lantaarnopsteker met zijn lange stok.
-
-
Ik herinner me hoe donker het was op straat tijdens de verduistering in de oorlog. Hoe we struikelden over de vuilnisbakken die op de stoep rand stonden. Wat een lawaai dat was in de nachtelijke stilte. Ik herinner me hoeveel licht de elektrische straatverlichting gaf die we na de oorlog kregen. Opeens was er geen plekje duisternis meer in de straten.
Ik herinner me veel. Ngulu msitu, ‘het bosvarken’, zo noemden de Congolezen me omdat ik vaak ronddwaalde in de bossen. Als kind was ik niet bang in het donker. Ik was bepaald niet roekeloos, eerder wat angstig aangelegd, maar toch ging ik graag op avontuur. Zo deed ik ook als jonge pater in Congo. Ik doolde in de donkere bossen rond zonder te verdwalen. Ik wist dat boven me de hoogvlakte lag en onder me de stroom die langs onze missiepost liep. Ik kroop in Congo in de spelonk achter de drooggevallen waterval, zoals ik als jongen onder de toog, in een Duitse gevechtstank of door een treintunnel kroop. U heeft hier mijn jeugdherinneringen in handen. Deze dooltocht door mijn geheugen op zoek naar mijn ‘ik’ van lang geleden begon als tasten in het duister. Ik heb de kleuter ontmoet die ik was, het schoolkind en de collegeleerling in de oorlogsjaren. Ik doolde rond, maar ik wist dat ik niet kon verdwalen. Ik volgde mijn weg terug. Hoe werd ik wie ik altijd al geweest ben? Ik richt hier een klein monument op voor mijn vader en twee schimmen uit mijn jeugd: Odile en Berta. En natuurlijk zaten de paters er altijd wel ergens tussen. Het college was mijn tweede huis. De stille rol die mijn moeder in mijn leven gespeeld heeft, is van een zo grote vanzelfsprekendheid dat woorden te kort schieten. Ik draag deze herinneringen, die ik voor de familie heb geschreven, aan haar op. Alles, alles, positief en negatief, diende slechts de weg die mij was voorbestemd. Dit verhaal gaat over ‘mededogen’.
11.
De Vier Seizoenen I Onder de toonbank
Dit is mijn vroegste herinnering. Ik zal twee of drie jaar zijn geweest. Ik
zit
verborgen
onder
de
toonbank
in
de
stoffenwinkel van mijn moeder. Dat is mijn plekje, in de schemerige hoek, tegen de wand, onder de geldlade. Voor me zie ik de onderste schappen met rollen stof. Allerlei stoffen in allerlei kleuren. Ik zie de rok en het schort van Odile die de klanten helpt. Ze gaat en komt. Vaak staat ze lang dicht bij me. Er valt niet veel te zien vanuit mijn hoekje, maar des te meer te horen. Ik hoor de bel van de winkeldeur, dan de stemmen van de klanten en van Odile. Boven mijn hoofd op de toonbank worden stoffen gemeten met de stok, geknipt en gescheurd. Dan hoor ik mijn moeders entree. Ik hoor haar stem die de klanten groet. Ze komt vlak bij me staan. Als ik mijn hand uitsteek, kan ik mijn moeders rok aanraken. De geldla gaat open en dicht. Mijn moeder draait de sleutel van de la om en steekt die weer in haar zak. Dan verdwijnt ze weer. Ik doe niets, ik luister. Ik zit daar tijdenlang alleen maar te luisteren naar pratende mensen, stemmen in allerlei kleuren. Er wordt veel gepraat, grote mensengesprekken over mijn hoofd heen. Ik mag er niet zijn. ‘Kinderen horen niet in de winkel.’ Ik moet verborgen blijven. Ik ben stil. Ik verroer me niet. Ik mag me niet verraden. Ik mag er wèl zijn. Odile en mijn moeder weten dat ik daar zit. Odile zelf heeft me mijn plaatsje onder de toonbank gewezen. Het is het geheim van ons drieën. -
Over de herinnering
Deze allereerste herinnering is heel levend. Als ik mijn ogen sluit, zit ik daar weer. Het is spannend en veilig. Ik voel me gekoesterd en uitverkoren. Ik moet herhaaldelijk urenlang onder de toonbank hebben doorgebracht, uren waarin ik niets deed, maar me totaal niet verveelde. Het zal een oplossing geweest zijn om mijn moeder thuis te ontlasten. Ik was de oudste en voor ik op de kleuterschool zat, had ik er al twee broertjes bij.
12. -
De Vier Seizoenen Over de winkel De winkel was mooi en groot, met twee lange toonbanken, wanden vol schappen met stoffen en een trapje om bij de hoogste schappen te komen. Achteraan was de grote trap met een loper en blinkend gepoetste roeden. Bij de trap, voor de grote spiegel, stond het beeld van de Heilige Antonius, mijn naamheilige. De winkel lag in het centrum van Aalst. Mijn moeder deed goede zaken. Twee keer per jaar was het heel druk, na de
winter voor de zaaitijd en met de oogsttijd na de zomer, dan kwamen alle boeren uit de omgeving naar de stad. We verkochten aanvankelijk allerlei stoffen aan de meter, maar ook dekens en linnengoed, hemden en kousen en bretellen. Later werd de winkel gespecialiseerd in stoffen voor vrouwenkleding. Het werd uiteindelijk een speciaalzaak met modieuze stoffen. De winkel werd ‘de stoffenwinkel van Mieke De Meter’ genoemd. Dat was geen bijnaam, maar zo heette de vroegere eigenares echt. Mijn grootmoeder Irma, een imposante zakenvrouw, kocht de winkel voor mijn moeder. Zoals ze voor zes van haar getrouwde kinderen een winkel kocht. Mijn grootmoeder, die ook mijn meter was, was geneigd imperiaal te denken. In de winkel werkte Odile, de verkoopster. Mijn moeder kwam in de winkel voor de belangrijke zaken en voor het afrekenen. De meeste tijd was ze achter, in het huis bij de kinderen. -
Over Odile
Odile was de ‘winkeldochter’, ze was de verkoopster die met de winkel werd overgenomen. Ze zal toen een jaar of veertig geweest zijn. Odile was een alleenstaande vrouw, bescheiden en fier. Ooit had ze een verloofde gehad, maar die was door het ijs gezakt en verdronken. Er kwam nooit meer een man in Odiles leven. De zin: ‘Kinderen horen niet in de winkel.’ was van Odile. Maar tussen mij en Odile ontstond een band. Ik betekende iets voor haar. Ze nam me mee om boodschappen te doen bij haar tantes die een Delhaize hadden, ik kwam daar ook op bezoek. Ze leerde me de catechismus voor mijn eerste communie. Toen ze ouder werd en niet meer in de winkel kon staan, hielp Odile bij ons thuis met wat verstelgoed. Ik herinner me hoe ze tijdens de oorlog sokken zat te stoppen, met zo’n houten paddenstoel. Een gezin met vier opgroeiende jongens leverde heel veel kapotte sokken op. Later werd ze dement, ze woonde bij familie van haar in. Het verhaal deed de ronde dat ze in haar wanen tal van vrijers had waar ze ruzie mee maakte en die ze ’s nachts verbolgen uit haar bed gooide. Pater Toon Baert S.J. WZC Dijlehof, Leuven, 2012
13.
De Vier Seizoenen
Met klopper en deegrol
Appelcrumble met veenbessen Cranberries of veenbessen zijn rode zure besjes afkomstig uit Noord-Amerika. Ze zijn eigenlijk te zuur om zo op te eten, dat ze meestal verwerkt worden in gerechten en fruitsappen. Veenbessen hebben verschillende gezonde eigenschappen: •
• •
Ze bevatten stoffen die de bacteriegroei tegengaan, vooral in urinewegen. Veenbessensap is al heel lang bekend als huismiddeltje blaasontstekingen te voorkomen, maar veenbessen bestrijden tandbederf. Er zit veel vitamine C in de besjes en ze bevatten weinig suikers. De fenolen in veenbessen helpen je ook je aders schoon te houden, natuurlijk goed is voor hart en bloedvaten.
de om ook
wat
Ingrediënten • • • • • •
4 appelen 150g veenbessen 2 eetlepels kandijsuiker 70g speculaas 70g bloem 50g boter
Bereiding Schil de appelen in blokjes, niet te klein en verdeel ze over een ronde taartvorm. Doe er de suiker over. Doe de speculaas in een kom en verkruimel ze. Doe de bloem en de boter erbij en meng goed ondereen zodat het een mooi crumbledeeg wordt. Dek nu de taartvorm af met het crumbledeeg en laat die +/-25 min goudbruin bakken in de oven op 180°C. Dien warm op eventueel met een lekkere bol vanille-ijs, of lauw met wat Engelse room. Smakelijk!
14.
De Vier Seizoenen Verslag familieraad kerstfeestjes 18, 20 en 21 december voor Hoogdijle, Neerdijle en huis Lessius
Agenda Verwelkoming Informatief gedeelte Parking van het Dijlehof Nieuwe afspraken vanaf januari 2013: - We blijven fietsen/bromfietsen en openbaar vervoer promoten. - De gekleurde parkeerkaarten worden behouden. Vanaf nu worden ze voorzien van een naam: je kan ze jaarlijks ophalen aan het onthaal in ruil voor je nummerplaat. - We beperken ons tot 2 kaarten per bewoner die onderling kunnen worden uitgewisseld. - We voorzien een dagkaart voor de andere gezinsleden, verkrijgbaar aan het onthaal. - Om een bewoner op te halen of af te zetten kan je best rijden tot aan de deur langs de ingang via de Minderbroederstraat. - De parking dient enkel om je familielid te bezoeken en niet om de stad in te trekken. Hebben jullie betere voorstellen en oplossingen? - Parkeerplaatsen afbakenen zodat iedereen ziet waar en hoe zij moeten parkeren. - Extra parkeerplaatsen maken in het verwilderde stuk tuin. Kamerschikking van de bewoner Ter opfrissing: - Koelkastjes enkel indien nodig. Velen staan leeg en dit zorgt voor nodeloos energieverbruik en het in beslag nemen van bruikbare ruimte. - Ook het onderhoud van de koelkasten is de verantwoordelijkheid van de familie. - De kamers best niet overladen met meubels. De ruimte is noodzakelijk om een goede verzorging te kunnen bieden. - De kasten niet volproppen. Zomer- en winterkleren kunnen gewisseld worden. - De logistiek voorziet geen onderhoud van de binnenkant van de kasten omwille van de privacy van de bewoner. - Wanneer men kiest voor echte planten en bloemen, dan zorgen de bewoner en zijn familie zelf voor het onderhoud. Bij geurhinder kunnen deze weg gehaald worden door het personeel. Verjaardag van de bewoner Graag willen we iedere bewoner extra verwennen op zijn/haar verjaardag, of op één van de dagen in de buurt ervan. We willen zeker tegemoetkomen aan de individuele wensen en verlangens rond het vieren. Daarom vragen we uitdrukkelijk aan de familie een feestje of een traktatie te plannen met de woonassistenten. Zij
15.
De Vier Seizoenen
hebben een goed zicht op het weekverloop en de reeds geplande activiteiten. Op deze manier kunnen we optimaal aandacht geven aan de jarige. Potje tandprothese Elke bewoner met een tandprothese heeft een nieuw tandprothese potje gekregen. Document “medicatie lastgeving” Het Riziv vraagt de ondertekening van een document waardoor de bewoner/familie verklaart akkoord te gaan met het feit dat de medicatie door derden (apotheek) geleverd wordt. Dit om medico-legaal in orde te zijn. In de loop van januari en februari zullen deze documenten opgemaakt worden. Kerstgebak, een tasje koffie en verder gezellig samenzijn!
16.
De Vier Seizoenen
17.
De Vier Seizoenen ACTIVITEITENOVERZICHT: MAART - JUNI 2013
De huisweekagenda ziet er als volgt uit Maandag
Dinsdag
Bewegen met materiaal 10u30 – 11u00: Voor de bewoners van Nr 11, HVB en Hertogenhof 11u15 - 11u45: Voor de bewoners van Hoogdijle en Neerdijle 10u30 – 11u45: “Luisteren in je leunstoel” afwisselend voor bewoners van Hoogdijle, Neerdijle en Lessius
Woensdag Donderdag 10u45: Koorrepetitie voor het Bellarminokoor – in de feestzaal
Vrijdag
Bewegen op muziek 10u30 – 11u00: Voor de bewoners van Nr 11, HVB en Hertogenhof 11u15 - 11u45: Voor de bewoners van Hoogdijle en Neerdijle
Zaterdag Zondag
15u Misviering
15u Cafetaria 13u45: Uitstapje naar een brasserie afwisselend voor bewoners van Dijlehof en Hertogenhof 15u We voorzien een activiteit met nadruk op gezellig samenzijn
15u Cafetaria 15u Cafetaria
Dit vaste weekschema wordt in de komende maanden aangevuld met volgende activiteiten:
Maart Vr 22/03:
Zo 31/03:
Knutselactiviteit: paasdecoratie. Om 15u in de feestzaal. Di 26/03: Brunch. Voor de bewoners van het Dijlehof. Do 28/03: Brunch. Voor de bewoners van het Hertogenhof. Vr 28/03: Goede Vrijdag. Misviering om 15u in de feestzaal. Feestelijke Paasviering opgeluisterd door het Bellarminokoor. Om 10u30 in de feestzaal.
18.
De Vier Seizoenen April Di 16/04 : Vr 19/04: Di 23/04:
Di 30/04:
Filmclub. Om 15u in de feestzaal Gezelschapsspelen. Om 15u in de feestzaal. Modeshow “lente- en zomercollectie” door mode Eddy. Om 15u in de feestzaal. Do 25/04: Bewonersraad voor de bewoners van het Hertogenhof. Om 15u in de feestzaal. Verkoop Elyseh Shoes. Om 15u in de feestzaal.
Mei Di 07/05: Vr 17/05: Di 21/05: Do 23/05: Do 30/05:
Filmclub. Om 15u in de feestzaal. Moederverwendag. Om 15u in de feestzaal. Culturama. Om 15u in de feestzaal. Uitstap Folon voor de bewoners van het Hertogenhof. Ontmoetingsmoment voor de bewoners van het Hertogenhof. Om 15u in de feestzaal
Juni Di 04/06: Vr 14/06: Di 18/06:
Filmclub. Om 15u in de feestzaal. Mannendag. Om 15u in de feestzaal. Culturama. Om 15u in de feestzaal.
Redactieraad De medewerkers van onze redactieraad zijn: Ilse Claeys, Jef De Roeck, Sophie Grobet, Rudi Logist, Véronique Missoul , Griet Robberechts, Alphonse Roeck, Clara Schurmans.
Indien u een artikel over een gebeurtenis in huis, een gedicht, … wilt binnenbrengen voor onze huiskrant, mag u zich steeds tot Véronique (medewerker secretariaat) wenden.
19.
De Vier Seizoenen
VERHALENBAZAAR: ZORGKUNDIGEN Voor de lente editie van dit jaar ben ik twee dames gaan opzoeken die ongeveer 2 jaar geleden in Dijlehof zijn beginnen werken als zorgkundigen. Dat zijn beroepskrachten in huis die instaan voor de dagelijkse zorg van de zorgvragers in het woonzorgcentrum en die bewoners hulp bieden bij de activiteiten van het dagelijkse leven. Een boterham vol, maar hoe ervaren zij nu zelf precies die invulling van hun taak? Ik ging het hen vragen. Karen Campos werkt in Huis Lessius en Esther Nyasaka werkt bij het mobiel team. Hoe zijn jullie in Dijlehof terecht gekomen? Wat zijn jullie studies, specialisaties en waar hebben jullie nog gewerkt? Karen: “Ik heb in 2010 de opleiding tot zorgkundige gevolgd bij Landelijke Thuiszorg in Wijgmaal. Tijdens die opleiding moet je ook een groot aantal uren stage doen en die heb ik onder andere hier in het woonzorgcentrum Dijlehof gedaan op Hoogdijle. Ik ben dan gaan solliciteren en werd hier aangenomen. Momenteel werk ik in huis Lessius, wat me enorm bevalt.” Esther: “Ik ben ook afgestudeerd via de opleiding bij Landelijke Thuiszorg en ben via een sollicitatie in Dijlehof terecht gekomen. Dit is mijn eerste werkplek. Ik kende Dijlehof voorheen niet, maar studiegenoten van mij hadden hier stage gedaan en konden deze werkplek ten zeerste aanbevelen. En ik moet zeggen: ze hadden gelijk!”
Waarom precies de keuze om te werken in een woonzorgcentrum? Esther: “Ik heb voor een woonzorgcentrum gekozen omdat ik graag werk voor en met ouderen. Ze zijn heel dankbaar. Ik heb zelf een rustig karakter, ik kan goed luisteren en heb veel geduld. Allemaal toch eigenschappen dit primair zijn bij deze groep van mensen.”
20.
De Vier Seizoenen
Karen: “Ik wou absoluut in een team werken omdat je veel kan leren van elkaar en altijd advies kan vragen. Ik werk graag met ouderen, omdat ze dankbaar zijn en ik hun ritme graag respecteer.” Hoe ziet jullie doorsnee werkdag er in het kort uit? Karen: “Ik hou me vooral bezig met de dagelijkse zorg, dit wil zeggen bewoners ’s morgens helpen bij het dagelijks toilet of bad, mensen helpen aankleden en hen begeleiden naar het ontbijt. We proberen alles zeer huiselijk te benaderen, dat is zeker nodig in huis Lessius. Bewoners hebben daar problemen met hun oriëntatie in tijd en/of ruimte. Daarom is het van belang om hun een gerust gevoel van vertrouwen te kunnen geven. In de namiddag is er tijd voor een activiteit en gezellig samen zijn, dikwijls met familie ook. Dat maakt het gezellig, omdat we een kleine groep van bewoners hebben in Huis Lessius. Familie en mantelzorg kennen elkaar ook vrij goed.” Esther: “Ik werk in het mobiel team, dat wil zeggen dat ik hier en daar inspring waar nodig is, bijvoorbeeld bij ziekte van een ander personeelslid. Ik begin meestal om 7u ’s morgens en werk dan tot 13u. Bij het begin van mijn shift kijk ik in het dagboek op welke afdeling ik moet gaan werken en nadien bekijk ik de zorgdossiers op de computer alvorens van start te gaan. Het is immers noodzakelijk om op de hoogte te zijn van de specifieke zorg en veranderingen bij iedere bewoner. Dat is ook wel het voordeel van het mobiel team, je leert héél wat bewoners kennen op korte tijd. Ik doe de ochtendzorg bij de bewoners en begeleid hen dan naar het ontbijt. Na de ochtendzorg, verzorg ik alle noodzakelijke begeleiding in de living tot na het middagmaal. Dan stopt mijn shift meestal.” Waar hecht je persoonlijk veel belang aan in je werk, waar haal je voldoening uit? Esther: “Ik voel veel voldoening als ik op het einde van mijn shift lachende gezichten zie van de bewoners die mij bedanken voor wat ik gedaan heb. Ik voel dan echte tevredenheid.” Karen: “Ik vind het goede contact met de bewoners en een goede sfeer tussen de collega’s zeer belangrijk. Ik geniet ook wel van het krijgen van een mooi compliment of zelfs een knuffel van een bewoner. Op die manier weet ik dat ik goed bezig ben en dat doet deugd.” Dankjewel dames voor deze zéér interessante toelichting van jullie noodzakelijke taak hier in Dijlehof. Ik wens jullie nog veel succes en werkplezier! Uw vliegende reporter, Sophie Grobet
21.
De Vier Seizoenen
Nieuwjaarsconcert
22.
De Vier Seizoenen
湠̶
De Vier Seizoenen Mededeling van de stad Leuven
23.
Heraanleg van de Kapucijnenvoer Een nieuwe entree tot de stad
De toegang tot de stad vanuit de Boudewijnlaan zal er binnenkort helemaal anders uitzien. 湠̶
Door het verplaatsen van de weg en het openleggen van de Voer krijgt de stad een groene entree. De werken starten op 28 januari. Waar en wanneer wordt er gewerkt?
Grasvlakte
24.
De Vier Seizoenen
Centraal in het ontwerp staat een ruime grasvlakte die zacht helt richting de opnieuw opengelegde Voer. Zo zal deze ruimte ietwat afgescheiden zijn van het drukke verkeer en meer aansluiten bij de opnieuw in het straatbeeld opduikende Voer. Aan het grasveld komen waterplanten en moerasplanten dicht bij de Voer en grasmatten.
Voer met bruggen en vlonders
豈҃
De ondergrondse waterloop de Voer wordt verlegd en komt aan de 'rustige' kant tussen het park en de nieuw te ontwikkelen boven- en benedenkaai. De bovenkaai bedient de appartementen en woningen, laat leveren en laden toe en geeft toegang voor interventiediensten. Om van de benedenkaai naar de bovenkaai te gaan, kan je gebruik maken van trappen. Er komt ook een brugje om van de bovenkaai over het grasveld naar de hoofdweg te gaan. Op de benedenkaai komen er banken. Aan de ingang van de Slachthuisstraat is een brede brug over de Voer gepland met een pleintje. Opvallend zijn ook de twee houten vlonders over de Voer die opgebouwd zijn uit balkjes in robiniahout. Deze vlonders bewegen mee met het waterpeil.
25.
De Vier Seizoenen
Standbeeld Van de Weyer Het standbeeld van Jean-Sylvain Van de Weyer wordt gedemonteerd op de Kapucijnenvoer en zorgvuldig terug gemonteerd in het park tussen de Edouard Remyvest en de Rennes Singel. Het beeld krijgt zijn nieuwe plaats in het park boven de onderdoorgang van de Monseigneur Van Waeyenberghlaan.
Wegen
䔰Ќ
Aan de zijde van de Redingenstraat/Ten Hovelaan/Poulletlaan ligt een ontsluitingsweg op wijkniveau. Aan de overzijde - kant Bastinstraat - komt een woonerf dat de overgang vormt tussen de woningen en het park. Opdrachtgever Samenwerking Aquafin, Vlaamse Milieumaatschappij afdeling water en stad Leuven, met de stad als opdrachtgevend bestuur.
26.
De Vier Seizoenen
Gedichtendag Dhr Gielen vertelde dat zijn oude nonkel hem soms om hulp vroeg. Als dhr Gielen dan zei dat hij geen tijd had, dan antwoordde zijn nonkel met het volgende versje!
䔰Ќ
Wanneer de tijd U iets gebiedt Wacht dan vooral tot morgen niet Want morgen is er misschien geen tijd Waarvan ge heden meester zijt.
27.
De Vier Seizoenen
Onder de appelboom Ik kwam thuis, het was een uur of acht en zeldzaam zacht voor de tijd van het jaar, de tuinbank stond klaar onder de appelboom ik ging zitten en ik zat te kijken hoe de buurman in zijn tuin nog aan het spitten was, de nacht kwam uit de aarde een blauwer wordend licht hing in de appelboom toen werd het langzaam weer te mooi om waar te zijn, de dingen van de dag verdwenen voor de geur van hooi, er lag weer speelgoed in het gras en verweg in het huis lachten de kinderen in het bad tot waar ik zat, tot onder de appelboom en later hoorde ik de vleugels van ganzen in de hemel hoorde ik hoe stil en leeg het aan het worden was gelukkig kwam er iemand naast mij zitten, om precies te zijn jij was het die naast mij kwam onder de appelboom, zeldzaam zacht en dichtbij voor onze leeftijd. Rutger Kopland
28.
De Vier Seizoenen
Mijn spaarboekje Hier heb ik een spaarboekje van ’t grootste gewicht al wel het u toe schijnt zoo klein en zoo licht het is toch een hele hoop frankjes wel waart want ik heb er al gans een schat op ge spaart en frankjes na frankjes zoo groeit het maar aan dan krijg ik een ander en gratis voor niet is dat niet plezierig wanneer ge dat ziet en is dat de nood aan ons deurke eens belt dan loop ik algauw met mijn boekje om geld dan help ik mijn ouders of wie het ook zij en weg is de nood wat ben ik toch blij ei wel beste vriendjes wat denk gij daar van ik wil voort gaan met sparen zoo veel ik maar kan en word ik eens oud ik zal leven gerust o! als ik daar aan denk dan dans ik van lust. (Gedicht van de oma van Hilde Offermans, medewerker onthaal)
We verwelkomen vier nieuwe bewoners in het Dijlehof: de mevrouwen Paula Bries, Pia Vanhee, Yvonne Smits en Marie-Louise Cartuyvels. In Hertogenhof verwelkomen we de heer Michel D’haenens en mevrouw Paula Leysen. We namen afscheid en deelden in het verlies van de familie van de heren Ferdinand Dejonckheere, Marcel Soetaert en Henri Beullens en mevrouw Maria Vangompel. Mevrouw Vandersmissen uit Hertogenhof is bij
haar kinderen gaan wonen. Dhr Heyvaert is naar De Wingerd verhuisd. Volgende personeelsleden zijn vertrokken: Beata Hamori, Griet Heyde, Sinphasa Paradi, Pauline Kifili Mambwete en Ria Declercq. Onze nieuwe starters zijn: Mohammad Habibi, Lore Donvil, Toria Al-Hallabi. Heuglijk nieuws. Sandra Beutels kreeg een dochtertje, Jelina.