Maandag 21 september 2009
De Vier Seizoenen
Krant over het sociale en culturele gebeuren in en rond het Dijlehof en het Hertogenhof 12° jaargang – herfst
Kinderopvang: p. 11
Verschijnt ieder seizoen.
Genieten tijdens de zomer: p. 19 en 31
Heksen in het Leuvense (2): p. 14 Verhalenbazaar vakantie: p. 24 Leuven kermis: p. 22
Redactieadres De Vier Seizoenen: secretariaat Hertogenhof/Dijlehof - Minderbroedersstraat 9b 3000 Leuven
2.
De Vier Seizoenen Meer belangstelling voor de zorgberoepen ’t Zal wel met de economische crisis te maken hebben, maar het is duidelijk dat, eindelijk na vele jaren van malaise op de arbeidsmarkt voor de zorgberoepen, deze laatste weer in de lift schijnen te zitten. Wij merken dat tenminste aan het feit dat er iets minder druk is om geschikt personeel te vinden. Niet dat alle problemen van de baan zijn, verre van, maar onze equipe is momenteel al een tijdje volledig, en we houden dat graag zo.
Ondertussen lezen we het bericht dat het aantal studenten in de verpleging op sommige scholen met 85% is toegenomen. Bij de duiding hiervoor in het artikel wordt verwezen naar de werkzekerheid in de zorgsector. Onze sector is inderdaad een zeer stabiele werkgever. Voorzieningen hebben, economisch gesproken, een stabiele capaciteit, waardoor de behoefte aan personeel niet van dag op dag, of aan de hand van een economische crisis, plots meer zou leiden tot afdanken, om dan daarop weer aan te werven. De zogenaamde vergrijzing maakt dat we niet alleen een stabiele werkgever zijn, maar bovendien een steeds groeiende werkgever. De komende jaren zullen de jobs in onze voorzieningen blijven groeien. Onze werknemers werken meestal vele jaren in dezelfde voorziening, waar zij het gezicht van de organisatie zijn. Zij zijn fier op hun werk en voelen zich gewaardeerd, meer dan in de sterke economische richtingen, waar de waardering vaak enkel financieel kan worden verkregen, daar de band met het bedrijf kwetsbaarder is. Zelf wensen we uiteraard niet dat de economische crisis aanhoudt, maar wij hopen wel dat de bevolking daardoor onze sector opnieuw is gaan ontdekken, en de positieve kanten ervan weer kan waarderen. Wij hopen de komende jaren weer vele afgestudeerde verpleegkundigen, verzorgenden en andere belangstellenden voor de sociale sector te mogen verwelkomen. Namens de redactie Dirk Demuynck
3.
De Vier Seizoenen ALS GIJ OP HET WITTE PLEIN… Hubert van Herreweghen
Als gij op het witte plein, kinderen, in de zonneschijn, hinkepinkt en duikt en dartelt, vecht en vlindert, vlucht en spartelt, hupt in ’t touw en zingt en kwartelt, lari, laro, laridein, kijkt mij niet na, de te trage, gaande de kop in de grond, zing uw lied, als ik mag vragen. Speel de zon de hemel rond, denk maar dat die zegewagen eeuwig ’s morgens wederkomt. Hubert van Herreweghen is er getuige van, hoe een troep kinderen zich op een zonnig plein ongeremd overgeeft aan spel. Een tafereel dat ons doet denken aan De kinderspelen van Bruegel. Met hoeveel genoegen hij ze gadeslaat merken wij aan de kleurrijke beschrijving van hun diverse vormen van vermaak. Zijn betrokkenheid lezen wij af van het feit, dat hij zich direct tot hen richt. Een waterval van werkwoorden die holderdebolder over elkaar struikelen en elkaar koortsachtig verdringen. Opvallend gebruik van alliteraties, die het tempo nog opjagen. Hinkepinken is een versterkt ‘hinken’, mank lopen. Hoogstwaarschijnlijk hier voor ‘hinkelen’, van dezelfde etymologische wortel : een kinderspel waarbij je op één been voortspringt en een steen of blokje voortstoot in het volgende vak van een op de grond getekende figuur (Verschueren). Vlinderen betekent in deze context : als vlinders zonder een bepaald doel nu naar rechts, dan naar links zwenken, ergens een poosje blijven hangen, en dan weer wég. Tevens suggereert de term broosheid, bonte kleuren, bevallige dartelheid. Kwartelen is : zich gedragen als een kwartel, een bijzonder beweeglijke en snellopende hoendervogel. Niet alleen bewegen de vogels, ze laten zich ook horen. Dat doen eveneens de joelende kinderen : lari, laro, laridein, een gefantaseerd vrolijk deuntje. Tot zover de levendige schildering van de kinderpret. De tweede helft bevat niets anders dan aanbevelingen of verzoeken van de volwassen dichter aan de kleinen. Wanneer een oudere poëet het over de kindertijd of over de jeugd heeft, kan dat uiteenlopende richtingen uitgaan. Van “Wat zijn kinderen te benijden!” tot “Wat zijn kinderen toch te beklagen!” De eerste reactie voert zeker de boventoon. Onderhuids speelt vaak weemoedig heimwee mee naar de eigen lang vervlogen jeugd, een tijd van onbezorgdheid, onschuld en louter plezier, weliswaar soms flink aangedikt en geïdealiseerd, en dan geprojecteerd op ‘de jeugd van tegenwoordig’. “Terwijl ik daarentegen…”
4.
De Vier Seizoenen
Van Herreweghen laat zich niet verleiden tot naijver of zelfbeklag. “Let niet op mij, zegt hij, stoor je niet aan mij die reeds gebukt ga onder de last van de jaren. Zing uw lied, ga door met jullie spel”, en dan dat deemoedige als ik mag vragen, alsof hij om een gunst bedelt. “Speel door alstublieft, de hele dag rond, en morgen, en overmorgen enzovoort. Telkens zet de triomferende zon een nieuwe dag in. Carpe diem !” Helemaal belangeloos ? Dat durf ik niet beweren. Want zijn voor senioren kinderen aan het stoeien en ravotten en zich aan het uitleven, niet een van de meest verkwikkende en blij makende spektakels ? Ze voelen er zich door verjongd en tot levensmoed geprikkeld. Paul Vanderghote sj
Wist je dat? Myrthe (3 jaar) is vorige week naar de kapper geweest en ze vertelde heel fier: “Ze hebben mijn haar geknipt, gekamd en gewind…”
Myrthe (3 jaar) vroeg aan een van de dames waarom ze zoveel “ribbels” in haar gezicht heeft en ze gaf daarbij de wijze raad om net als haar mama “ribbelzalf” te gebruiken … De lijfspreuk van de Hertog van Brabant: “Het komt erop aan om de periode tussen twee vakanties zinvol door te brengen”.
Als alles goed gaat, onze kok Jan, papa wordt in januari 2010.
Redactieraad De medewerkers van onze redactieraad zijn: Ilse Claeys, Dirk Demuynck, Jef De Roeck, Sophie Grobet, Rudi Logist, Véronique Missoul , Alphonse Roeck en Paul Vanderghote. Indien u een artikel over een gebeurtenis in huis, een gedicht, … wilt binnenbrengen voor onze huiskrant, mag u zich steeds tot Véronique (medewerker secretariaat) wenden.
5.
De Vier Seizoenen
Waar het goed is om te leven… Komkommertijd – Voor de opsteller van een huiskroniek is de zomer een slappe tijd. In de politiek en de mediawereld noemen ze dat ‘de komkommertijd’. De komkommers rijpen vanzelf, de natuur gaat haar gang, gezapig en onverstoorbaar, niets opzienbarends. Of hoor je in de term ‘Komkommertijd’ misschien meeklinken : kommer en kwel in het vierkant ? Weinig of niets sensationeels, bijgevolg zitten de media op droog zaad. Waarover moeten wij schrijven ? vragen de journalisten zich vertwijfeld af. En wel zo schrijven, dat het publiek de krant blijft lezen (lezersaantal) en de tv nog bekijkt en beluistert (kijkcijfers, de heilige koe) ? Tot overmaat van ramp : dat publiek trekt massaal op vakantie, soms in afgelegen oorden. Gelukkig beschikken de nieuwsmedia over een paar redplanken : voor de jeugd de popfestivals, voor de grote mensen de sportevenementen en de kwakkels. Wij hebben de Ronde van Frankrijk ; wij hebben Kim die de kookpan en haar huishouden in Limburg eventjes combineert met een adembenemende rentree op de tennisbaan hier en overzee ; wij hebben de nationale en Europese voetbalcompetities die veel belovend van start gaan, zonder te gewagen van de sportevenementen bij uitstek : de transfers van de beste spelers. De kwakkels nu ofte loze geruchten liggen er voor het rapen. In het verleden dook rond deze tijd het monster van Loch Ness op uit dat Schotse meer, of had iemand in het Himalajagebergte sporen ontdekt van de verschrikkelijke sneeuwman Yeti. Maar tegenwoordig is dat ouwe koek, die praatjes hebben afgedaan. Geen nood, de eigentijdse idolen of vedetten of BV’s zijn in de plaats gekomen, met ophefmakende verklaringen die een man van zijn paard slaan, of, nog liever, verwikkeld in een verdachte belangenvermenging, een aangebrand liefdesavontuurtje of pikant schandaaltje om je lippen af te likken.
6. De Vier Seizoenen En wij in ons vreedzaam dubbelhofken ? – Al het voorgaande vindt, gelukkig, geen toepassing in ons huis. Geen Loch Ness in ons kikkervijvertje, geen Yeti van achter onze ruiende plataan. Transfers ? Dat wel, zowel onder het personeel als onder de bewoners, echter zonder dat daar een slordige miljoen euro aan vastzit. En onze vedetten of BV’s ? Eigenlijk komen wij daarvoor allemaal in aanmerking, en dus is de sensatie van het uitzonderlijke eraf. – Nee, wij moeten het stellen met de donderdagse ijskar en een regelmatige, goed bijgehouden cafetaria. Toch een paar meldenswaardige rimpelingen in ons kalm en rustig voortkabbelende seniorenbestaan. Daarover willen wij het nu hebben.
Intocht van de kinderen – In twee golven, een begin juli, de tweede eind augustus. De jongste spruiten van ons personeel. Zoals het gedicht van Hubert Herreweghen het laat uitkomen : kinderen halen zon en leven in huis. Voor bejaarden bieden ze, alleen maar door hun verschijning, een nooit vervelend spektakel. Laat ze spelen, maant de dichter, laat ze hun gang gaan. Hun tetterende stemmetjes brengen een boodschap van onverwoestbaar optimisme : elke morgen komt de zon op vol beloften voor de nieuwe dag. Daardoor worden mensen op leeftijd niet weinig gesterkt om van hun kant te zorgen voor een kleurrijke zonsondergang. Hulde aan de toegewijde juffen die de onstuimige kinderpret uitlokken en in veilige banen leiden ! – Misschien denken de moeders : die chroniqueur is wel een tikkeltje eenzijdig, je moest die lieve kleinen eens bezig zien in hun grillen en stoutigheden. Dat is waar. Maar het belet ook hén niet in het bengelachtige steeds nog het engelachtige te bespeuren…zolang de kindertijd duurt.
7. De Vier Seizoenen Luisteren en bewegen – Hoe schraal de rechterhelft van de weekagenda gedurende de zomer mag voorkomen, de linkerhelft blijft steeds behoorlijk gevuld. Met de regelmaat van de klok : bewegen en luisteren, luisteren en bewegen, mooi verdeeld over Neer- en Hoogdijle. ‘Bewegen’ heeft zelfs een dubbel aspect : bewegen met materiaal en idem dito op muziek. Wat een vindingrijkheid leggen de kinedames aan de dag om onze stramme spieren te activeren van top tot teen ! Vervolgens ‘luisteren’, met de verleidelijke alliteratie ‘in je leunstoel’. Hier zijn het de animatiedames die met hun keurig voorbereide verhalen onze oren en ons geheugen prikkelen en onze tongspieren in beweging zetten met ónze verhalen van vroeger. Voeg daar nog de ‘zomeractiviteiten’ bij, en wij moeten besluiten : niets wordt onverlet gelaten om ons leven hier aangenaam te maken. Dank voor alles !
Liturgie - Een gebied waar er toch iets valt te beleven is dat van de liturgie. Onze bedevaart naar Scherpenheuvel begin juni trekt meer belangstelling dan verleden jaar. De formule slaat nog aan, ze lijkt levensvatbaar, en Maria zal in haar nopjes geweest zijn dat er zovelen uit Leuven haar nog weten wonen. Dat ook de kastelein van ‘De Leeuw van Vlaanderen’ in zijn handen heeft gewreven, is graag meegenomen. – Gedurende de daarop volgende maanden komen geen kerkelijke feesten meer voor. Tot 15 augustus, halfoogst, ‘Onze-Lieve-Vrouw ten hemel opgenomen’. Twee dagen later hebben wij dat gevierd in de weekendeucharistie met live gezongen Marialiederen. De soliste Lieve Hendrickx wordt aan de piano begeleid door haar echtgenoot, de heer Hendrickx, een oud-bekende. Haar keuze valt bij iedereen erg in de smaak : herkenbare liederen, en met innig gevoel uitgevoerd. “Die moet nog weerkeren !” hoorde ik links en rechts spontaan zeggen.
8.
De Vier Seizoenen Vlaamse reuzen op bezoek …
9.
De Vier Seizoenen ACTIVITEITENOVERZICHT: SEPTEMBER - DECEMBER 2009
De huisweekagenda ziet er dan ook als volgt uit Maandag
Dinsdag
bewegen met materiaal 10u30 – 11u00: Voor de bewoners van Nr 11, HVB en Hertogenhof 11u15 - 11u45: Voor de bewoners van Hoogdijle en Neerdijle 10u30 – 11u45: “luisteren in je leunstoel” afwisselend voor bewoners van Hoogdijle, Neerdijle en Lessius
15u misviering
15u culturele activiteit zoals Dreupel poësij, kunstdia’s, film gratuit, voordracht
Woensdag Donderdag 10u45: Koorrepetitie voor het Bellarminokoor – in de feestzaal Vrijdag
Zaterdag Zondag
15u cafetaria 13u45: Uitstapje afwisselend voor bewoners van Dijlehof en Hertogenhof naar een brasserie bewegen op muziek 15u voorzien we in een activiteit met 10u30 – 11u00: Voor de bewoners nadruk op gezellig samenzijn van Nr 11, HVB en Hertogenhof 11u15 - 11u45: Voor de bewoners van Hoogdijle en Neerdijle 15u cafetaria 15u cafetaria
Dit vast weekschema wordt in de komende maanden aangevuld met volgende activiteiten:
September Di 22/09:
Kunstdiavoorstelling “Italiaanse schilderkunst Quatrocentro” (vervolg). Om 15u in de feestzaal Do 24/09: Ontmoetingsmoment voor Hertogenhof. Om 15u in de feestzaal Vr 25/09: Laatste ijskar van het seizoen. Di 29/09: Dreupel poësij “Mannelijke beroepen”. Om 15u in de spreekkamer Wo 30/09: Modeshow. Voorstelling van de herfst- en wintercollectie. Om 15u in de feestzaal.
10.
De Vier Seizoenen Oktober Vr 01/10: Vr 02/10:
Vr 09/10: Di 13/10: Vr 16/10: Di 20/10: Do 29/10: Vr 30/10:
Jubileumconcert Bellarminokoor. Om 15u in de feestzaal Opening tentoonstelling Erna en Lynn. Om 15u in de feestzaal Di 06/10: Adem-tocht “Verinnerlijking vandaag”. Om 15u in de spreekkamer. Bellamina gaat op stal. Om 15u in de feestzaal. Kunstdiavoorstelling “Rembrandt”. Om 15u in de feestzaal Filmvoorstelling “Het leven van Damiaan”. Om 15u in de feestzaal Dreupel poësij “De slaap”. Om 15u in de spreekkamer Ontmoetingsmoment voor Hertogenhof. Om 15u in de feestzaal Muzikaal optreden door Filip Piens. Om 15u in de feestzaal
November Zo 01/11: Di 03/11:
Allerheiligenmisviering. Om 10u30 in de feestzaal Adem-tocht “Getuigen van je geloof”. Om 15u in de spreekkamer. Di 10/11: Kunstdiavoorstelling “Beroemde praalgraven”. Om 15u in de feestzaal Vr 13/11: Optreden Okra-koor. Om 15u in de feestzaal Di 17/11: Dreupel poësij “Wanneer een kind sterft”. Om 15u in de spreekkamer Vr 20/11: Muzikale namiddag met Guido ‘orgelman’. Om 15u in de feestzaal Di 24/11: Dessertnamiddag voor de vrijwilligers. Om 15u in de feestzaal Do 26/11: Bewonersraad voor de bewoners van het Hertogenhof. Om 15u in de feestzaal Van 27/11 tot 11/12: Project “Films en filmsterren van toen” Vr 27/11: Filmnamiddag (project). Om 15u in de feestzaal
December Di 01/12:
Vr 11/12: Di 15/12:
Adem-tocht “Onze kleinkinderen en de catechismusles”. Om 15u in de spreekkamer. Vr 04/12: Filmnamiddag (project). Om 15u in de feestzaal. Di 08/12: Kunstdiavoorstelling “De Franse schilders in de 18de eeuw”. Om 15u in de feestzaal Filmnamiddag (project). Om 15u in de feestzaal. Dreupel poësij “Rond Jezus’ geboorte (vervolg)”. Om 15u in de spreekkamer
11.
De Vier Seizoenen Kinderopvang voor de kinderen van ons personeel
12.
De Vier Seizoenen
Ik ga jullie heel hard missen, zo hard dat ik in mijn broek ga pissen. Ik vond het heel fijn, om op de kinderopvang te zijn. Ik zeg nu tot volgende keer, want in augustus zie ik jullie weer. Nu ga ik naar de Ardennen, daar ga ik mij laten verwennen. Kobe
13.
De Vier Seizoenen
Pastorale Nieuwsbrief In deze brief wordt het pastorale tijdschema van het lopende kwartaal weergegeven. • Elke maandag: eucharistieviering in de feestzaal om 15 uur • Elke eerste vrijdag van de maand: Stille gebedsdienst om 11u in de kapel op -1 • Rozenhoedje: elke dinsdag in oktober om 16u30 • Allerheiligen: feestelijke misviering op zondag 1 november– om 10u30 in de feestzaal • Ziekenzalving: tijdens de misviering van maandag 23 november om 15u in de feestzaal • Feestelijke kerstviering: vrijdag 25 december om 10u30 in de feestzaal
14.
De Vier Seizoenen
Heksen in het Leuvense (2) Hieronder volgt een tweede reeks volksverhalen over heksen. Ze werden – op één na – door mij in het midden van de vorige eeuw opgetekend. De eerste reeks verscheen in het lentenummer van deze jaargang.
BLIJDE-INKOMSTSTRAAT Behekst kind Kinderen worden ziek of sterven als ze door een heks worden aangeraakt of als ze van een heks iets gekregen hebben. “Wel, luistert wat er voorgevallen is, een goede dertig jaar geleden aan een maasse (meid) die diende bij een professor in de Blijde-Inkomststraat. Die haar kind was op ne zekere dag heel slecht geworden en den doktoor kost er niks aan veranderen. Niet meer weten wat doen gaat ze naar de pastoor. Die geeft haar de goede raad een beeweg te doen. Maar hij verwittigt haar dat zij iemand zal tegenkomen die haar een sjaal zal willen geven voor het kind. Dat mocht ze in geen geval aannemen. En zoals het voorzegd was, kwam het uit. Ze nam het niet aan en het kind begost te verbeteren. Als het bijkans genezen was, gaat ze er mee naar de Boulevard op een bank zitten. Een oude vrouw komt er voorbij en begint een parolleke te voeren (een praatje te maken). Ze komt met haar hand aan het kind en 's avonds is de ziekte weer erger. Ze loopt terug naar de pastoor maar deze zegt dat hij er niks meer kost aan doen. Het kind is wat later gestorven. Van dan af hoorde die vrouw 's nachts muziek boven hare kop en het plancher bonsde van personen die boven haar dansten en lawijt maakten. En toch was er niks te zien. Na enige tijd kost ze het niet meer horen en ze is naar Brussel verhuisd. Van dan af is er daar niks meer gebeurd.” (Opgetekend in 1950 in Leuven, huisvrouw, 47 jaar) MUSSENBUURT (tussen Ravenstraat en Maria-Theresiastraat) Trinetteke Een gewijde medaille boven de deur bevestigd houdt de heksen buiten. Ze kunnen niet onder zo’n afweermiddel doorlopen. “Trinetteke in ‘t Vogelenstraatje (Mussenbuurt) was ook een toveres. De mensen in de geburen die hingen een medalleke boven de deur, dan kost ze over de derpel niet. Die woonde in een huis waar ik een kamerke gehuurd had voor mijn werk te doen. ’s Nachts om twaalf uur maakte ze koffie, wrede straffe koffie, maar toch heel goeie. Mijn gast dronk er niet van; ik we1. Ik heb altijd gehoord dat ze aan sommige mensen niks kunnen doen. Ik zal we1 zo ene geweest zijn. Op haar holleb1okken (klompen) liep ze
15. De Vier Seizoenen op de zolder en dan pakte ze op ene nacht met tientallen muizen, zo maar met haar hand. Die kwamp ze dan verbranden boven mijn quinquet (olie- of petroleumlamp )” (Opgetekend in 1950 in Leuven, schoenmaker, 95 jaar) BOULEVARDSTRAAT (Kessel-Lo, Tiensepoort) Behekst kind “Mijn broer die woonde buiten de Tiensepoort, rechtover Devis. In de Boulevardstraat daar woonde een kaartzienes (kaartlegster), Zatte Margriet. Ze zegden dat daar tegen omdat ze haar altijd zat dronk. Die deed blauwsel in de soep in plaats van zout. Een kind was ziek geworden, het lag in de wieg als Zatte Margriet binnen kwam. "Margriet" zei de moeder," ge moet naar huis gaan, ik wil niet dat ge hier blijft." De ander zei wel iet, maar bleef toch. Maar de vrouw drong aan en dan ging ze vol coleire aan (weg). "Ik wens ", riep ze, "eer dat het avond was, dat uw kind in de stuipen lag." En 's avonds gebeurde het en het duurde drie dagen. Ze liet onze Désiré naar de paters gaan. Ene die meekwam heeft het kind overlezen. 's Anderendaags was het normaal. Terwijl hij aan 't overlezen was, zat Zatte Margriet schrijlings over de muur. Die was van haar man af en ze schreef altijd met een loden* ferket (vork).” (Opgetekend in 1950 in Leuven, huisvrouw, 73 jaar) *Destijds kon men met een loden stift schrijven; denk aan een potLOOD.
TIENSESTRAAT Behekst kind “Daar was een beenhouwer op de Tiensestraat en die hadden drie kinderen dood. De mensen zeiden dat die betoverd waren. Toen kwam daar Marie van 't kerkhof binnen; de mensen zeiden dat het die was. En op ne keer was ze weer daar geweest en ze had daar op de trap gezeten en als ze 's avonds het kind wouden slapen doen, kosten ze er de trap niet mee op, want het begost te schreeuwen en stuipen te krijgen en dan hebben ze Genie Vandeven gaan roepen en die zei dat dat kind betoverd was. "Legt een kruis en een paternoster op de trap en doet die kleine overlezen” zei ze. En dan hebben ze dat gedaan en ‘t kind kreeg geen stuipen meer. En Marie is nooit niet meer daar geweest.” (Opgetekend in 1952 in Leuven, huisvrouw, 47 jaar, moeder van ondergetekende) Toen ik (Alfons Roeck) drie jaar oud was, heb ik ook de stuipen gekregen. Men had
16. De Vier Seizoenen mijn moeder de raad gegeven een oud middel te gebruiken, nl. een levende duif op mijn borst leggen, ze opensnijden (de duif!) en laten doodbloeden op mijn borst. Ik heb dat tientallen keren horen vertellen door m’n opa, oma en moeder maar of m’n moeder dat ooit gedaan heeft, ben ik nooit te weten gekomen. Eigenaardig is wel dat ze spreekt van een beenhouwer op de Tiensestraat die drie kinderen verloren had. Wij woonden oak op de Tiensestraat en de eerste drie kinderen zijn gestorven; ik was pas het vierde kind. Mijn vader was echter geen slager. Heeft mijn moeder hier haar eigen ervaring verteld??? OUD-HEVERLEE De boze blik “Hier aan 't Zoet Water leefde een hele familie die kost toveren. De meeste mensen mijdden dan ook die mensen. Maar hier in ‘t dorp was een kind ziek geworden. En de moeder ging er mee beewegen naar Korbeek-Dijle. Onderweg kwam ze een van de toveressen tegen die naar het kind heel streng keek. De beeweg heeft niet geholpen. Het kind is gestorven ook.” (Opgetekend in 1950 in Oud-Heverlee, vroedvrouw, 83 jaar) LEUVENSESTRAAT (Kessel-Lo) Heks doet iemand op een bepaalde plaats komen “Een van m'n verre vriendinnen was met een ander vriendin naar een kaartzienes geweest, ieverst (ergens) in Kessel. Al lachend en giechelend kwamen ze er van af en één zei: "Zou die van alles kunnen, zoals ze gezegd had, ik geloof er niks van. Ik zou eens willen proberen: dat mijn lief bijvoorbeeld in zijn hemd zou komen op de hoek van de Leuvensestraat en de Diestsesteenweg.” Ze hadden veel plezier om die goei grap maar als ze aan de hoek van de Leuvensestraat kwamen, zagen ze dat die één haar lief er stond in z'n hemd om elf uur 's avonds. Het lachen was gedaan. Nooit van ze leven zijn ze nog naar die toverheks geweest. Dat is een dikke veertig jaren geleden.” (Opgetekend in 1950 in Leuven, huisvrouw, 47 jaar) HEVERLEE Een zwarte raaf als toveres “Zo wat 70 à 75 jaren geleden, vond men te Heverlee een boer die de ene stalbeest na de andere uit zijn stal zag sterven*. Er was een 'kwade hand' over hem gekomen, dat leed geen twijfel; elke nacht om 12 uren, immers, vloog er een zwarte raaf over de hofstede. Dan ontstond er onder de dieren een gehuil en getier als een oordeel en 's morgens vond men een of meer beesten in de stal dood liggen. De boer verdacht zijn schoonmoeder en ging de dorpspastoor raadplegen; deze beloofde zijn bijstand om de kwade hand op te heffen. Doch, om door niemand herkend te worden, trok hij de kleren aan van een soldaat en kwam 's avonds op de pachthoeve om nachtverblijf bidden; dit werd natuurlijk door de boer toegestaan. Tegen middernacht stond de pastoor gereed met een geweer in de hand, en toen nu juist op klokslag 12 uur de raaf over de hoeve kwam gevlogen, mikte hij en schoot: hij trof de raaf in de rechtervleugel. Kort nadien vertrok hij, nadat hij de boer geboden had in de ochtend zijn schoonmoeder
17. De Vier Seizoenen te gaan bezoeken. De boer trok er 's morgens heen en vond haar te bed liggen met de rechterarm afgeschoten.” (Mondeling) *Voor het gekwetste heksendier: zie ook Heksen in het Leuvense(1), Leuven, Begijnhof. (De Vier Seizoenen, lente 2009) cf. A.DE COCK - I. TEIRLINCK, Brabantsch Sagenboek, Gent 1908 - 1911, I, p.26-27 DIESTSEVEST, VAART Een heks maakt muizen Volgens het volksgeloof kunnen heksen enz. ook scheppen. Ze gebruiken net als God aarde of klei en scheppen daar demonische wezens uit. De zo geschapen muizen hebben echter geen staart: ze kunnen niet volmaakt zijn want ze werden niet door God geschapen. Dit detail komt in dit verhaal niet aan bod. “Mijn moeder woonde op de Champs-Elysées. Dat waren de Twee Waters. Voor wat (waarom) dat ze dat daar tegen zeggen, weet ik niet. Daarnevens woonde een oude vrouw en die zei soms tegen de kinderen: "Ge moet braaf zijn, want anders maak ik muizen." Die vrouw smeet dan een handvol zand op de trap en dan liep daar een heel joecht (bende) muizen de trap op.” (Opgetekend in Leuven, huisvrouw, 73 jaar) SCHOOLBERGEN (Kessel-Lo) De Tillekensjacht (1) De heksen die in katte- of vrouwegedaante, met veel lawaai of muziek naar het heksenfeest vliegen, noemt men in het Hageland de 'Tillekensjacht'. De herkomst van het woord werd nog niet verklaard. In Wallonië noemt men de overvliegende heksen “La Chasse d’Hellequin”. Zou er een verband bestaan tussen “d’Hellequin” en “Tillekes”? “Mijn overgrootvader woonde op de Schoolbergen. Voor z'n deur stonden een hele hoop grote bomen. Dat waren kersebomen. Na een groot onweer was er een zware tak afgevlogen en die lag op de weg voor z'n deur. Maar iedereen kwam niet gaarne op die plaats. Want de Tillekensjacht trok daar zeer dikwijIs voorbij, al zingend en veel lawijt makend. Nog geen twee dagen nadien hoort hij een geschetter en lawijt. De Tillekensjacht was naar beneden gekomen en ze scheurden de tak in stukken. Er zaten wel honderd heksen op en met hun scherpe tanden beten ze het hout kapot. Hij verschoot geweldig want moeike Van Linden, zijn eigen moeder, zat er tussen. De dag daarna ging ze buiten en ze zei: “Tiens, de Tillekensjacht is hier geweest.” Maar de mens heeft er nooit iet van gezegd tegen haar wat hij gezien heeft.” (Opgetekend in 1950 in Kessel-Lo, kerkbaljuw (suisse), 73 jaar)
18.
De Vier Seizoenen
VLIERBEEK De Tillekensjacht (2) “Louis de Prij kwam van Leuven. Hij had zijn dikke mispelaren stok bij. Aan de linden van de abdij zat de Tillekensjacht in de bomen. Ze waren aan 't babbelen maar hij kost er niks van maken. “Wat is dat daar met al dat geschetter en getetter?” schreeuwde hij en hij smeet er zijne stok henen. Nu begost het nog erger en ze smeten zijne stok terug: er stonden allemaal tanden ( beten) in.” (Opgetekend in 1950 in Linden, arbeider, 65 jaar) Tekeningen: Albert Demoulin
Alfons Roeck, Dr. Litt.
Onze plataan
Ik zie hem daar voor altijd nog staan, die grote struise plataan. Als ik een boom zie, denk ik aan hem. Hoe ouder, hoe waardevoller en groter. Hoe dieper zijn wortels, hoe standvastiger en sterker. Hoe dichter zijn takken, hoe veiliger hij beschutting biedt. Hoe hoger zijn kruin, hoe rijker zijn schaduw. En je mag naar hartelust met je hele gewicht tegen hem leunen, hij zal er niet door kreunen. Ingezonden door Broeder Harry
19.
De Vier Seizoenen Genieten van de tuin
20.
De Vier Seizoenen Het busje
De Wijnstok, De Bezelaer en de Hertog van Brabant zijn onze drie dagcentra die een zinvolle dagbesteding en verzorging bieden aan ongeveer dertig thuiswonende oudere personen met verzorgingsnood. Dagelijks rijden drie busjes af en aan tussen het thuisadres en de verschillende dagcentra. Als vrijwilligerschauffeur heb ik een bevoorrechte positie om indrukken op te doen over de manier waarop de gebruiker dit transport ervaart. Rij je even mee?
Hij is precies op tijd, onze chauffeur. “Rijdt Jules niet mee vandaag? Mag ik dan vooraan zitten?” Ik zit graag vooraan, dan kan ik goed volgen wat er onderweg zoal gebeurt. Het is nog maar tien voor acht, en het is al warm. “’t Wordt goed weer vandaag hé chauffeur?” Ik heb mijn korte broek aangetrokken, dat is prettiger met zo’n warmte.”Zeg chauffeur, ik heb goed geslapen, ik zal goed kunnen helpen vandaag. ’t Is woensdag, vandaag eten we frietjes!” De chauffeur zegt dat we vandaag zeven mensen ophalen. Twee in Korbeek-Lo en de rest in Kessel-Lo. Hij begint altijd met mij, want mijn vrouw moet op tijd op haar werk zijn. Dan halen we Jef op, in de Predikherenberg. Amai dat gaat hier steil omhoog. En de toegangsweg naar het huis van Jef is zo smal dat het net is of we in een carwash zitten. De takken van de coniferen zwiepen tegen het koetswerk. Jef staat al klaar. Hij heeft altijd een zwarte pet op. Hij is steeds goed geluimd en grapt altijd met de chauffeur. Nu rijden we de Tiensesteenweg op naar Korbeek. Daar halen we Louis op met zijn rolstoel en Jan in de Pimberg. Pimberg ien-twie-draa zegt Jan altijd op zijn Leuvens. Hij woont in nummer 123. Hij stapt erg moeilijk. De chauffeur neemt hem altijd met beide handen vast om hem vooruit te helpen. In de Rondelaan moet de chauffeur de lift bedienen om Louis met zijn rolstoel in de bus te krijgen. Da’s een goed systeem. Knopje drukken en de lift klapt uit. Een ander knopje doet hem zakken tot op de straatstenen. Met een stuk of zes spankabels wordt de rolstoel in de laadruimte van het busje verankerd. De chauffeur moet daarvoor nogal rond de
21.
De Vier Seizoenen
rolstoel kruipen zeg! Als we wegrijden vraagt de chauffeur: “Louis, zit je goed daar in de business class?” Dan nemen we een binnenweg naar de Zavelstraat in Kessel-Lo. De weg is heel smal en er zijn veel tegenliggers. We mogen er maar dertig per uur rijden, zegt een verkeersplaat. Bieke woont in de Zavelstraat in een groot huis, helemaal alleen. Nee, eigenlijk niet alleen, want ze heeft een poes. Die is er altijd bij als we Bieke komen halen of als we haar terugbrengen. Een lieve poes. Bieke stapt nog moeilijker dan Jan, en gebruikt een stok. Toch is ze heel zelfstandig want de chauffeur mag nooit helpen bij het in- en uitstappen. “Dag Bieke! Goed geslapen?” “Dag Ivan, dag Jan, dag Louis!” De Zavelstraat geeft uit op de Plattelostraat. Da’s een heel lange straat. Wel drie kilometer lang, zegt de chauffeur. Halverwege slaan we rechtsaf de Désiré Mellaertstraat in om Jef te halen. Ja, nóg een Jef. Ook Jef II heeft een stok. Jef II is een vriendelijk man. Ook altijd goed gezind. Zou dat met die naam te maken hebben? Nu steken we de Diestsesteenweg over om via wat gekronkel Simonneke op te halen in de Lindensestraat. Ze woont in een klein straatje, in een klein huisje. Ze is dan ook een klein vinnig mevrouwtje. Tenminste, zo spreekt dat uit haar fonkelende oogjes. Want bewegen is moeilijk voor Simonneke. Ze stapt met zo’n draagstel met vier poten. De chauffeur heeft heel wat werk om haar de bus in te helpen. Hij zegt dat hij haar “Cadillac” naast haar neerzet in de bus. Dikwijls een grapjas, onze chauffeur. Ik rijd graag met hem mee met het busje. Nu rijden we langs de Gemeentestraat. Daar zijn nogal wat bulten in de weg. De chauffeur vertraagt om er heel voorzichtig over te rijden, want hij mag Louis niet te veel te doen schudden in zijn business class. Rachel is vandaag de laatste die we ophalen, in de Holsbeeksesteenweg. Zij, Jef II en Louis brengen we naar de “Hertog van Brabant”. “Minderbroedersstraat!” zegt Jan als we die straat binnenrijden. En wat verder: “Boerenbond!” Behendig rijdt de chauffeur achterwaarts de oprit van “De Hertog” in om de drie bezoekers daar dichtbij de deur te laten uitstappen. “Vei de veidei!” Zegt de chauffeur. Dat is Leuvens voor “voor de voordeur”… In “De Hertog” staan Kris, Sofie of Suzanne altijd vriendelijk klaar om de bezoekers daar op te vangen. De chauffeur kan goed met hen opschieten. Zo, nu is onze rit bijna rond. “En toen waren ze nog met vier” zegt de chauffeur. Als we de oprit van “De Bezelaer” oprijden houd ik mijn sigaret al klaar. Ik doe al een paar trekjes terwijl Simonneke, Jan en Jef I uit de bus stappen. Vóór we binnengaan gooi ik gauw mijn sigaret weg. Binnen mogen we niet roken. “Maar enfin Ivan!” zegt de chauffeur, “Dat is toch zonde! Weggegooid geld! Wacht in het vervolg toch tot je er buiten eentje kunt opsteken!” Ja, dat is waar eigenlijk. In het vervolg zal ik dat zo doen. Simonneke wil op het terras gaan zitten. “Ja ja Simonneke, om te bruinen in het zonneke?” zegt de chauffeur, en hij knipoogt naar me. “Nee zegt Simonneke, om er eentje te smoren!” “Ha Simonneke, zegt de chauffeur, je wil zeker bruin worden van buiten en van binnen ?” We moeten allemaal hartelijk lachen. De ploeg medewerkers van “De Bezelaer” en “De Wijnstok”, met Cathy aan het hoofd, zorgen goed voor ons. Ik kom graag naar “De Bezelaer”! En weet je wat Simonneke zegt “Ik kom hier graag naar ’t school!” Hein van den Brempt
22.
De Vier Seizoenen
Leuven kermis
23.
De Vier Seizoenen
Met klopper en deegrol
ANANASTAART
Met de zomer in ons achterhoofd, kozen we in Hertog van Brabant eens voor een exotisch recept en … taart wordt hier altijd gesmaakt! Milou onze vrijwilligster trakteerde ons op een overheerlijk stukje ananastaart! INGREDIËNTEN * * * * * * *
200 gr zelfrijzende bloem 225 gr rapé suiker 1 pakje vanillesuiker 3 eieren 100 gr boter 1 blik ananasschijven Halve liter ananassap
BEREIDING Boter mals roeren en dan daaronder suiker en eigeel mengen. Eiwit tot sneeuw kloppen en ook eronder mengen. Nadien ook de bloem. Beetje sap van de ananas er bij doen, goed mengen en deeg in taartvorm gieten. De ananasschijven in driekhoekjes snijden en in het deeg drukken (zie tekening hiernaast). Ongeveer 30 min bakken op 200 °C.
SMAKELIJK !
24.
De Vier Seizoenen
Verhalenbazaar: vakantie Vakantie is dezer dagen een recht geworden. Als je iemand tegen komt op de markt zondags tijdens de zomer, krijg je steeds dezelfde vraag:” En, net terug uit verlof? Of moet je nog gaan? Wat wordt het dit jaar? Turkije, Italië, Canarische eilanden?” Mensen vragen niet:”Ga je dit jaar wel weg? Kan je het veroorloven?” Het is precies een vanzelfsprekendheid. Vroeger was dit wel anders. Onze bewoners en bezoekers vertellen... Mev.Mariette Verboven (°Leuven, 1923) en Mevr. Henriette Degroof (°Leuven, 1925), beiden bewoonsters van Hertogenhof, kennen mekaar al van in hun mooie kindertijd van de parochies van St.Jacob en St.Geertrui.
Vakantie betekende de hele dag spelen op straat met broers, zussen en buurkinderen: we gingen ook verderop in het veld, waar nu de nieuwe Wingerd gelegen is, ravotten op den berg bij de Wijnpers. Aan de overkant was een aarden wegje dat we de “landkapperkes” noemden. Als meisje speelden we gewwoon mee met de jongens, met de “marlbollen” (knikkers), speelden met de “reep” (zie foto) en de tol. Een typische bezigheid was ook “akkertje”: een stuk grond werd in gelijke stukken verdeeld, wie er met een aardappelmesje op kon mikken, kreeg dat lapje grond. Om ter meest grond natuurlijk! Het was allemaal niets bijzonders, maar we amuseerden ons! Er was toen veel leven in de buurt, er gebeurde altijd wel iets. Wat wil je, een buurt met zoveel eigen café’s, brouwerijtjes, kruideniers, beenhouwers, bakkers,... we hadden alles ter plaatse.
25.
De Vier Seizoenen
Eind juli was het hoogtepunt van onze vakantie: St.Jacob Kermis! Het ging er gezellig aan toe. Om de attrakties te betalen gingen we eerst “patatten” rapen en loof aftrekken bij de boer. We kregen dan wat centiemen. Die kermis moest je niet onderschatten: er was een grote pilaar met bruine zeep. Geraakte je tot boven, dan had je prijs. Niet simpel, klimmen op zo’n gladde massa! Mensen stonden errond om aan te moedigen, zelfs oudere dames deden mee. Er was ook een rad met “ameliekes”, ronde snoepjes in hostiepapier met stippeltjes erop. Op het plein ontbrak de mooie paardenmolen niet. Mensen zaten op straat en op café, iedereen kende iedereen. Op café werd Petermanbier gedronken, van een plaatselijke brouwerij. Hierbij werden schijfjes rammenas geserveerd. Als kind mochten we meedrinken. Zo zie je dat we niet veel nodig hadden om gelukkig te zijn, ‘t was een schone tijd. We vinden het soms jammer dat al die kleinschaligheid verdwenen is in Leuven. Mevrouw Marieke Brouwers (° Bonheiden,1916) en mevrouw Christiane Demolder ( ° Booischot, 1932), bewoonsters van Hoogdijle. Marieke: “Ik groeide op in Bonheiden, met 6 broers. Ik speelde heel de vakantie met mijn broers, onder andere met de knikkers. Ik was een echte kwajongen en kon tegen een stoot. Ik moest mijn moeder uiteraard ook helpen bij het huishouden, er was altijd werk in zo’n groot gezin. Toen mijn man en ik met pensioen waren, trokken we naar onze caravan in de Ardennen. Mijn man hielp daar de toeristen met de bootjes in en uit de Lesse te halen.” Christiane: “Onze zomers in het landelijke Booischot betekenden thuis blijven en met broers en zussen spelen. Als meisje verstelde ik tijdens de vakantie kledij en stopte ik kousen. We speelden in de buurt op straat en in het veld. We waren daar heel gelukkig.” Simone Van Haegendoren (° Landen, 1927), bewoonster van Hertogenhof Als kind gingen we nooit weg, ik bracht vakantiedagen door bij mijn grootmoeder op de boerderij. Ik stuurde de koeien mee over de straat naar de wei. Er was een bronnetje met helder drinkbaar water. Tijdens de oorlog kwam een jongen uit de stad in Landen wonen, daar was nog voldoende voedsel bij de boeren. Mijn grootvader had kersenbomen en zong het bekende “le temps des cerises”, hij schonk ze aan de kinderen van het dorp. In mijn brievenbus vind ik een mooie ansichtkaart van mijn kleindochter met schoolvakantie in Griekenland. Eerder al waren Polen en Italië aan de beurt. Het stemt me tot nadenken hoeveel er in enkele jaren veranderd is. Op die leeftijd ging ik met mijn klas naar de watervallen van Coo en dat was al een hele belevenis. Mijn eerste buitenlandse reis? Ik werd 20 en als geschenk mocht ik met mijn vader naar Parijs in 1947. Ik heb héél Parijs gezien en ik was enorm onder de indruk. Ik herinner me de Parisiennes met nylonkousen met naad.
26.
De Vier Seizoenen
Mevr.Cuvelie (° Halle, 1918), bewoonster van Hoogdijle
Ik groeide op in Halle. We woonden met een gezin van 7 kinderen midden in de stad. Van onze ouders mochten we daar niet op straat spelen. Mijn ouders hadden een eenvoudig buitenhuisje in het nabijgelegen Essenbeek, in het veld gelegen, niet ver van het Hallerbos. We gingen er te voet naar toe en namen onze picknick mee. Daar konden we ons uitleven: springen, lopen, met de trotinette rijden, op de stelten lopen, braambessen plukken,... Ik weet nog dat een paard op hol sloeg en dicht bij mijn kleine broer kwam. Ik wou hem beschermen, maar gelukkig struikelde dat dolle beest! Mevr.Clara Van Den Bosch (° Antwerpen, 1922), bewoonster van Hoogdijle. Samen met mijn tweelingzus was ik de oudste van 10 kinderen. We woonden in het centrum van Antwerpen, in de Jodenbuurt. Daar werd niet veel op straat gespeeld. Als stadskind was het dan ook een groot avontuur om naar “den buiten” te trekken. Dankzij de jeugdbeweging, VVKS, beleefden we daar prachtige vakanties, in Limburg, de Ardennen, ... Het ging er allemaal heel sober aan toe: ik weet nog dat we in de Ardennen op strooien zakken sliepen. Tijdens de oorlog moesten mijn zus en ik in de vakantieperioden sokken breien voor het hele gezin! Dhr.Quintiens (Hasselt, 1923), bewoner van Hertogenhof. Vakantie? De jaren 30, de oorlogsjaren, de tijd na de oorlog, ... Het was niet gemakkelijk toen en voor de meeste mensen bestond het idee “reizen” gewoonweg niet! Ik was wel aktief bij de scouts van Hasselt. In juli 1937, ik was toen 14 jaar, trokken we naar de Wereld Jamboree in Bloemendaal, Nederland. We kampeerden naast de Amerikanen. In een tijd zonder tv of internet was dit een ongelooflijk rijke ervaring. We sloten vriendschap met Engelsen, Nederlanders, maar ook met Egyptenaren en Syriërs! We hebben zelfs Baden Powell met eigen ogen gezien! Het ging er heel gediciplineerd aan toe: er werd gebeden,
27.
De Vier Seizoenen
gedemonstreerd, gedefileerd en natuurlijk waren er de kampvuren! Tijdens het kamp vernamen we dat de oorlog uitbrak tussen Japan en China. Dat zal ik nooit vergeten.
Mevr. Van Fraechem (° Sterrebeek, 1936), bezoeker van Hertog van Brabant. Als kind ben ik nooit op reis geweest. Alleen op schoolreis: naar Dinant en Valkenburg. Met mijn echtgenoot later, ik was toen 40, ben ik eens naar Tenerife geweest, met het vliegtuig. Zonder de kinderen was dat, ze waren toen 13 en 17 jaar. Het was 4u vliegen en ik had enorme vliegangst. Dat doe ik nooit meer! Ik dacht ook steeds aan de kinderen die thuis waren. Ook pater Jansen (° Loenhout, 1921), nog een bezoeker van Hertog van Brabant is nooit op reis geweest. De eerste grote reis voor de pater was meteen naar Congo! Mevr. Endels Jeanine (° 1951), bezoeker van hertog van Brabant. Ik ben met mijn ouders nooit op reis geweest, dat bestond toen nog niet. Het was gewoon thuis ravotten, zelfs geen uitstapjes. Ik ben wel ooit eens als ik 8 à 10 jaar was, naar mijn oudste broer in Duitsland op vakantie geweest. Hij was bij het leger en woonde in een appartementsblok van het leger zelf. Het was 4u rijden, ergens in de buurt van Keulen en ik logeerde daar 14 dagen. Nu ga ik wel met mijn man en dochter eens naar de zee op vakantie. Clara Schurmans en Sophie Grobet
Al wie een leuke anekdote heeft of eerder een straf verhaal, mag Clara of Sophie hier steeds over aanspreken. We zijn blij al deze verhalen te mogen optekenen en te kunnen delen met andere bewoners en familie!
28.
De Vier Seizoenen KAAS EN WIJNAVOND Beste bewoners, familie en vrienden,
Wij zijn blij en fier te mogen aankondigen dat het WZC Dijlehof dit jaar haar 15de verjaardag viert.
Deze speciale gebeurtenis willen we niet ongemerkt laten voorbijgaan maar we willen er graag een mooi en feestelijk moment van maken om bewoners en familie samen te brengen.
Daarom organiseren we voor jullie een kaas‐ en wijnavond. Op vrijdagavond 23 oktober ontvangen we de bewoners en familie van Hoogdijle, Huis Lessius en de Hertog van Brabant, op zaterdagavond 24
oktober verwachten we deze van Neerdijle, de paters en Hertogenhof.
Jullie kregen voor deze gezellige avond allen een uitnodiging met een inschrijvingsstrookje in de brievenbus.
Verbouwing personeelsrefter
29.
De Vier Seizoenen
Het woonzorgdecreet van 4 maart 2009 De meesten onder u hebben waarschijnlijk gehoord over het nieuwe woonzorgdecreet dat door het Vlaams Parlement werd goedgekeurd op 4 maart jongstleden. Dit decreet integreert het vroegere ouderendecreet dat de residentiële opvang van ouderen regelde (rusthuizen en serviceflats), en het thuiszorgdecreet, dat alle diensten in de thuiszorg regelt. Met dit geïntegreerd decreet wil de Vlaamse Gemeenschap duidelijk maken dat de strakke grens tussen thuiszorg en residentiële zorg niet langer houdbaar is. Er moeten soepeler overgangen tussen de diverse zorgvormen mogelijk zijn, afhankelijk van de noden van de cliënt, eender waar die verblijft. Verandert er voor ons veel? Eigenlijk niet. Veel van wat nu in de wet is opgenomen wordt al jaren toegepast in onze huizen. We geven hieronder toch enkele kenmerken van het nieuwe decreet, zodat u enig zicht krijgt op de inhoud ervan, en zelf kan oordelen. De diensten voor thuiszorg zijn: Diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, Diensten voor logistieke hulp (schoonmaakhulp en karweihulp), Diensten voor oppashulp, Diensten voor thuisverpleging, Diensten voor maatschappelijk werk van de ziekenfondsen, Lokaal en regionaal dienstencentrum, Dienst voor gastopvang, Centrum voor herstelverblijf. Geen van deze diensten zitten ons palet van diensten. Wel maken een aantal bewoners van de flats gebruik van deze diensten. Een ‘herstelverblijf’ is een tijdelijke opvang van de gebruiker die hem in staat stelt opnieuw zelfstandig te functioneren in het natuurlijk thuismilieu. In dit opzicht functioneert ons kortverblijf de facto vaak als een herstelverblijf. Het residentiële luik van het woonzorgdecreet behelst het dagverzorgingscentrum het centrum voor kortverblijf, de groep van assistentiewoningen (nieuwe naam voor de serviceflats), en het woonzorgcentrum (rusthuis – RVT). In deze residentiële functies worden door onze vzw voorzien. Een aantal accenten die de overheid hierin legt: ‐ De focus voor het woonzorgcentrum is gericht op de zware zorg. Lichtere zorgvragen zouden zoveel als mogelijk in de thuiszorg of in de flats moeten kunnen worden opgevangen. Wat dit laatste betreft is er sprake van een ‘woonassistente’, maar het zal nog vele jaren duren vooraleer hier invulling aan gegeven wordt, gezien de budgettaire consequenties. Intussen blijven de flats functioneren zoals vandaag. ‐
‘woonzorgcentrum’: niet alleen zorg, ook het wonen is een evenwaardige bezorgdheid voor de voorziening;
‐
In het woonzorgcentrum moet er ook aandacht zijn voor reactivering en netwerkvorming. Wat zegt de wet hier: ‘Art. 22. Het woonzorgcentrum betrekt familieleden, mantelzorgers en vrijwilligers bij zijn werking. Het centrum integreert zich zo veel mogelijk in de buurt’ Op dat vlak is het Dijlehof samen met de andere sterke voorzieningen steeds voortrekker geweest.
‐
De gebruiker moet zoveel mogelijk vrijheid krijgen om zijn leven in te richten. Indien er toch ingrepen hierop nodig zijn moet dit worden gemotiveerd en gecommuniceerd. Als voorziening proberen we er maximaal aan te werken.
30.
De Vier Seizoenen ‐
Belangrijke beleidsbeslissingen (‘strategische’) moeten met de gebruiker worden gecommuniceerd.
‐
Het reglement van orde wordt vervangen door de ‘Interne afsprakennota’. Voor ons betekent dit het samenvoegen van het vroegere reglement van orde en de onthaalbrochure. Wij zijn hier momenteel hard aan bezig. De vernieuwde versie zal te gelegener tijd aan u worden voorgesteld op een gebruikersraad.
‐
De afsprakennota vermeldt ondermeer de wijze waarop binnen het woonzorgcentrum het dagelijkse leven en de verzorging worden georganiseerd, in het bijzonder met betrekking tot de dagindeling, de maaltijden, de bezoekregeling, de organisatie van activiteiten, het restrictiebeleid ten aanzien van bewoners met een bijzonder zorgprofiel, de regeling met betrekking tot opname in een ziekenhuis en de mogelijkheden en beperkingen binnen het woonzorgcentrum in verband met palliatie en euthanasie;
‐
Er moet een procedure voor suggesties, opmerkingen en klachten worden bekend gemaakt. Er moet een klachtenbehandelaar worden aangewezen en er dient periodiek te worden gerapporteerd over de ontvangen klachten. Ook hier zijn we mee bezig.
‐
De bewonersraden worden vervangen door gebruikersraden bestaande uit bewoners, familieleden en/of mantelzorgers. Ook dit hebben we al lang ingevoerd, en het is dus niet nieuw voor het Dijlehof. De gebruikersraad kan advies uitbrengen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van het woonzorgcentrum, over alle aangelegenheden die de algemene werking van het woonzorgcentrum betreffen. Van de vergaderingen van de raad wordt een verslag opgemaakt dat aan alle bewoners en hun familie of mantelzorgers wordt bezorgd.
‐
Nog een handgreep uit de nieuwe voorschriften: o Art 25 ‐ Met betrekking tot de individuele dienstverlening aan de bewoners beantwoordt het woonzorgcentrum aan de volgende voorwaarden:
aan de bewoner moet steeds de nodige hulp geboden worden bij de dagelijkse lichaamsverzorging;
elke bewoner moet minstens eenmaal per week een bad of douche kunnen nemen;
in voorkomend geval moet de bewoner steeds over voldoende en aangepast incontinentiemateriaal kunnen beschikken;
o Art 28 ‐ Het woonzorgcentrum maakt voor elke bewoner een geïndividualiseerd zorg‐ en begeleidingsplan op dat minstens volgende gegevens bevat:
de identiteitsgegevens; de behandelende arts; de persoon die in geval van nood verwittigd moet worden; persoonlijke kenmerken, levensloop; individuele noden, wensen; de afspraken rond de aangeboden zorg; de afstemming van de zorgverlening; de afspraken rond vrijetijdsbesteding en sociale activiteiten;
Het volledige woonzorgdecreet kan u gemakkelijk downloaden van de website van de Vlaams Gemeenschap.
31.
De Vier Seizoenen Een zomerdag in augustus
32.
De Vier Seizoenen Lijn 9 – 9a –9b - 11
Deze keer beginnen wij onze rubriek met een rechtzetting, of liever een aanvulling. Door een druktechnische onachtzaamheid zijn in ons vorige nummer enkele regels weggevallen. Ze betreffen de (toen) nieuwe personeelsleden Hier zijn ze dan : op Hoogdijle Leen Storms, verpleegkundige; op Neerdijle Patricia Hody-Versin, verzorgster. Verder nog drie zorgkundigen: Rachel Janssen, nachtdienst ; Kathleen Bollens en Ismahan Salaad, beiden van het mobiele team, beweeglijk en overal inzetbaar. Intussen zijn die al vlot ‘ingereden’ en komen er nu de volgende bij : Johan Vander Straeten en Cindy Beutels, beiden logistiek medewerkers; Astrid Jonckers, afdelingsverantwoordelijke Hoogdijle; Karolien De Keyser, verpleegkundige Hoogdijle ; twee verzorgsters op Lessius : Liesbeth Cumps en Sara Koekelkoren. Dezen vervangen de collega’s die ons hebben verlaten : Kris Stiers, Bea Durand, Fabienne Coosemans en Leen Staes, allemaal logistieke medewerkers ; Petra Doom en Brigitte Kilufya, beiden zorgkundigen op Lessius. Daarmee is het chapiter ‘Personeel’ afgewerkt en doen wij de overstap naar het komen en gaan van de bewoners. Op Hertogenhof betreuren wij het heengaan van de heer Jules Robberechts. In ons zomernummer, weet je het nog ? was er een bladzijde fotomontage over zijn zeventig jaar huwelijk met mevrouw Marie-Thérèse Daniels. Geef toe, een niet alledaags evenement. De hulde voor hun platina trouwfeest stond als eerste item beschreven in de rubriek Waar het goed is om te leven. Het verslag sloot af met een afspraak : hun uranium (75 jaar !) huwelijk over vijf jaar. Dat wordt evenwel iets voor hierboven. Zijn weduwe is verhuisd naar een andere instelling. Mevrouw Mathilde Vandenbalck is overgestapt naar Dijlehof voor een meer van nabij te volgen verzorging.
In Dijlehof was er een reeks sterfgevallen. In chronologische volgorde : de heren Jean Schoonjans en Joannes Huysmans, de mevrouwen Adèle Clynhens en Elisabeth Decorte, de heer Joseph Lauwens, de mevrouwen Paula Piron, Suzanne Vanderputte en de heer Joseph Busselen. In ons huis wordt de gedachtenis aan de uitgestapte Lijn-passagiers in ere gehouden. Ieder van hen krijgt een extra memento in de weekendeucharistie die volgt op zijn/haar heengaan, en nogmaals in de hoogmis op Allerheiligen. Soms is er méér, na een speciale aanvraag van de nabestaanden. Zo krijgt op 6 juli mevrouw Anna Deceuninck, in de wandel ‘Anneke’, een afscheidsviering. Voorganger is pater salesiaan Patrick De Knudt uit Kortrijk, vriend van de familie. Hij brengt haar verdienstelijke loopbaan in het onderwijs in herinnering. Als inleiding op het boekje met de misteksten staat een mooi citaat van K.Gelaude, dat wij graag toepassen op al onze overledenen : “Een leven valt stil, zoals een blad dat valt. En God raapt het op”. Niet treffend ? Om alle lege plaatsen te vullen staat een leger nieuwe bewoners klaar : de heer Hugo Stijns en de mevrouwen Mathilde Vandenbalck (uit Hertogenhof), Constance Van Aken, Josine Reekmans, Paulette Matthijs, Anna Dedroog en Lisette Geukens. Onze Lijnbus heeft zo de manie : ik rij niet als niet alle banken bezet zijn. Ten slotte haasten wij ons om nog een andere technische feil in ons zomernummer goed te maken : de geboorte van Lucas, kleinzoon van Kris Mees, een ‘sterkhoudster’ op de Hertog van Brabant. Inmiddels is kleine Lucas al aardig uit de kluiten gewassen. Hij heeft niet gewacht om groot te worden. Hoe waren wij zelf op die leeftijd ?