Beetje groen van Fort Hoofddijk tussen kolossale studeerfabriek
botanische tuin voor bezoekers met groene vingers
94 langs de linie
De forten van de Waterlinie hebben allemaal wel iets eigens. In deze bonte verzameling is het Werk aan de Hoofddijk toch nog een buitenbeentje. Ten eerste is het fort gecamoufleerd als tuin, de botanische tuin van Universiteit Utrecht. Ten tweede is rond het fort het universiteitscentrum De Uithof opgebouwd, een campus met spectaculaire architectuur. Wie vijf euro betaalt krijgt een bijzonder uitstapje. Vooral voor plantenliefhebbers natuurlijk! Er is een winkel en een leuke cafetaria met terras.
langs de linie 95
fort hoofddijk Muiden
In de Linie In de buitenste kring forten rondom Utrecht werd in 1877-1879 het Werk aan de Hoofddijk gebouwd. De vooruitgeschoven forten waren nodig omdat verbeterd geschut grotere afstanden kon overbruggen. Het schaakbordpatroon van het universiteitscomplex maakt herkenning niet echt gemakkelijk, maar dit fort bewaakte de Hoofddijk, die ‘schuin’ ten zuiden van het fort loopt. De hooggelegen dijk zou bij een inundatie, bij het onder water zetten van het land, droog blijven en was daarom een mogelijk acces voor de vijand.
Naarden
Werk aan de Hoofddijk Utrecht
Culemborg
Gorinchem
hier de kans om, als je eenmaal voorbij de kassa bent, ongestoord over, maar ook rond het relatief kleine werk te kunnen lopen. Links van de mooie kazernegevel uit 1879 is de alpentuin aangelegd op de remises (opslagruimte voor bijvoorbeeld geschut); die loopt door op de aarden bedekking bovenop de kazerne. Voor de rotstuin is meer dan tweeduizend ton natuursteen uit de Ardennen gehaald. In de bakstenen kazerne – met dikke muren tamelijk trillingsvrij – zijn onderzoeksafdelingen gevestigd op het gebied van aardwetenschappen en paleo magnetisme. Rechts voor het fort ligt de systeemtuin waarin de verwantschap van soorten wordt getoond. Achter het fort liggen de kassen met de (sub)tropische collecties, de thematuin en de vlinderhof. De winkel biedt boeken over tuinen en planten maar ook tuingereedschap en zaden. Het café beheerd door een Surinamse serveert behalve koffie met appeltaart ook roti met kip en een broodje bakkeljauw.
Groene parel tussen kolossale architectuur Een uithof (‘buitentuin’) is een boerderij die hoort bij een elders gelegen klooster. In dit geval was het klooster de abdij van Oostbroek aan het eind van de Hoofddijk. Nu ligt daar een landgoed, eigendom van Utrechts Landschap, met hoogstamboomgaarden, weilanden en een moerasbos. Eind jaren ’60 werden hier de eerste universiteitsgebouwen in gebruik genomen. Met als basis een stedenbouwkundig plan van OMA (Rem Koolhaas) verkreeg De Uithof vanaf 1990 meer allure door opvallende gebouwen van bekende architecten(bureaus) als Mecanoo (Hogeschool FEM) , Ben van Berkel (Bloembergengebouw), Wiel Arets
(Universiteitsbibliotheek), OMA (Educatorium) en Willem Jan Neutelings (Minnaertgebouw). Het belang van het universiteitscentrum nam toe toen in 1991 het Academisch Ziekenhuis Utrecht (UMC) naar De Uithof werd verplaatst. Eind vorige eeuw werd de eerste studentenflat hier gebouwd en daarna volgden kleurige en minder geëikte vormen van huisvesting. Grand cafe The Basket, middenin het universiteitscentrum (Genevelaan/busbaan) van NL Architects (2003) is een druk bezocht eetcafé met op het dak een basketbalveld.
Hoe mooi en leuk ook is met al die gebouwen – erg groen is het in De Uithof niet. Gelukkig lag er een fort met groene wallen, en een gracht. Door het fort in te passen in de educatieve en wetenschappelijke functies van de wijk zijn onderhoud en behoud gewaarborgd net als de toegankelijkheid, ook al betaal je er wat voor. Als je meer forten hebt bekeken is het toch een bijzondere gewaarwording als je de tuinen binnenkomt: een fort behangen met plantjes en bloemetjes en bestapeld met steentjes die een rotstuin vormen. Omdat de Botanische Tuinen meer terrein beslaan dan alleen het fort heb je
Bereikbaarheid Vanaf de A28 rijd je zo de Uithof in (afrit 2 De Uithof) over de Universiteitsweg. Rechtsaf de Leuvenlaan op en bij de Budapestlaan liggen rechts de Botanische Tuinen. Die zijn dagelijks geopend van maart tot en met november. Van hieraf kun je niet per auto binnendoor naar Fort Rijnauwen, wel per fiets wat naturlijk een aanrader is. Er is goed OV natuurlijk; vanuit de stad glijden de lange rupsen van GVU over de busbaan en onder de A27 door De Uithof in.
2/54%')$3
,!.'3ß $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
routes Groene Hart 12 Bethuneroute, wandel 9,5 km
1 96 langs de linie
langs de linie 97
Fort Rijnauwen, domein van vleermuizen
stadsmens krijgt hier rust... en pannenkoeken
98 langs de linie
Aan de rand van de stad Utrecht ligt een prachtig natuurgebied. Landgoed Amelisweerd, de omgeving van Fort Rijnauwen en vooral het Theehuis Rijnauwen: de Utrechters weten deze plekken te vinden. En geef ze eens ongelijk. Wandelen of fietsen door het stadsbos Amelisweerd, koffie bij de poort van Stayokay en misschien een rondleiding over het grote natuurfort. Klap op de vuurpijl: een pannenkoek op het terras van het theehuis aan de Kromme Rijn. Dan wil je toch niet meer terug naar de stad?
langs de linie 99
rijnauwen In de Linie
Muiden
Het Fort bij R(h)ijnauwen werd rond 1870 gebouwd en behoort met Voordorp en Vechten tot de vooruitgeschoven fortenkring rond Utrecht. Die buitenkring werd nodig geacht omdat de forten dichterbij de stad niet meer goed beschermden tegen geschut. De vuurkracht van kanonnen was toegenomen en de reikwijdte van projectielen was groter geworden. Dit fort moest samen met een veldleger de Houtense Vlakte verdedigen, een gebied dat te hoog lag om onder water te zetten en zo een breed acces vormde.
Naarden
Rijnauwen Utrecht
Culemborg
Gorinchem
Waarom dit een natuurfort is – de beheerder vertelt Op een frisse maar zonnige middag eind februari loopt beheerder Andries van Barneveld over het uitgestrekte Fort Rijnauwen te lopen. Pas in april gaat het fort weer open voor publiek. Tot die tijd is Rijnauwen het domein van de vleermuizen en die moet je niet storen in hun winterslaap. Fortbeheerder, die op het fort woont, loopt de bomvrije kazerne binnen, een prachtig bakstenen gebouw. Na een klein stukje witgekalkte gang gaat hij links een voormalig
manschappenverblijf in, de ‘kantine’. Hier ontvangt hij ’s zomers bezoekers. In de rest van het gebouw heerst nu volkomen rust, ‘Alles voor de vleermuizen’ is hier het wintermotto. Voor de stadsmens zet Andries de kachel iets hoger; met een paar koppen koffie komt hij aan tafel zitten. Of hij iets over de natuurontwikkeling op het fort wil vertellen; nou, een betere vraag kan deze buitenman zich niet wensen. Fort Rijnauwen is in 1984 door Defensie overgedragen aan Staatsbosbeheer. Al snel werd bepaald dat hier natuuront-
wikkeling prioriteit zou krijgen. Andries noemt een deel van de dieren die hier voorkomen: wezels, bunzings, konijnen, hazen, reeën, kikkers, padden, ringslangen, vossen en ook de kleine rover hermelijn wordt hier gezien. Aan vogels onder meer buizerds, aalscholvers, verschillende uilen, kuif-, krak- en tafeleenden, wintertalingen en ijsvogels. “Sinds er van die slappe winters zijn hebben we hier twee broedpaartjes. Een ijsvogel hoeft niet per se stromend water te hebben; het moet helder zijn zodat hij vanuit de kant zijn prooi kan
1 100 langs de linie
langs de linie 101
Executieplaats van verzetsmensen Het bijna lieflijke karakter van een zomers Rijnauwen zou je bijna doen vergeten dat zo’n fort werd gemaakt voor oorlogshandelingen. Nu is het fort feitelijk door het Nederlandse leger nooit als zodanig gebruikt, maar voor de Duitse bezetters was het in de Tweede Wereldoorlog een ideale plek om verzetsmensen te executeren. Als leden van het verzet werden opgepakt, werden ze eerst uit hun eigen regio weggehaald. Zo zijn hier vooral Brabantse en Belgische verzetsstrijders omgebracht. De buurtbewoners begonnen het ritueel te herkennen. Als er drie vrachtwagens naar het fort reden dan wisten ze hoe laat het was. In de voorste zaten de gevangenen, in de tweede het vuurpeloton en in de laatste de lijkkisten. Van zo’n 70 gefusilleerden zijn namen bekend maar het zijn er honderden geweest. Op het middenterrein is een eenvoudig monument opgericht en later werd de klokkenstoel gebouwd. Op 4 mei klinkt hier de Last Post vanaf de wal. De herdenking wordt elk jaar drukker bezocht.
zien zwemmen. De visjes eet ‘ie met de kop eerst, anders blijven ze door vinnen en andere uitsteeksels halverwege steken. Het mooiste dat je kunt zien is als een ijsvogel zijn prooi opduikt door hem bij de staart te grijpen. Dan slaat ‘ie het visje dood met de kop tegen een tak of wortel en vervolgens gooit ‘ie hem in de lucht om hem dan in de vlucht met de kop vooraan in te slikken. Ze broeden in juni, altijd in de steile kant. Soms gebruiken ze een oude mollengang en anders graven ze zelf een gang van 60 tot 80 cm; daarachter maken ze de nestkom.” Bezoekers zien ook af en toe een ijsvogel. Eenmaal in het zonlicht is een ijsvogel gemakkelijk te herkennen aan zijn prachtig blauwe rug en de fluitende roep als hij over het water scheert. Het aantal reeën is stabiel op Fort Rijnauwen. “Sinds de MKZ-crisis,” zegt Andries, doelend op 2000/2001 toen praktisch alle natuurgebieden waren afgesloten vanwege mond- en klauwzeer-besmettingsgevaar, “zien we er hier méér. Reeën passen zich gemakkelijk aan. Zolang hun leefgebied niet ingrijpend wordt verstoord, blijven ze.”
102 langs de linie
Het aantal vossen is, wederom net als elders, ook toegenomen. Dat is weer een gevaar voor konijnen, muizen, weidevogels enzovoorts. “Alleen de das komt hier nog niet voor, maar ik heb hem in de buurt wel opgespoord.” Met zijn vele jaren ervaring weet Andries dat het vooral de buizerds zijn, en ook wel de Vlaamse gaaien en de kleine winterkoning die alarmeren als er mensen komen. Een deel van de 45 soorten broedvogels op Rijnauwen krijg je niet of nauwelijks te zien. “Bijna elk jaar hebben we hier een kerkuil. De havik hoor ik bijna dagelijks. Ook de bosuil en de ransuil hebben we hier.” De soortenrijkdom is mede te danken aan de vele gradiënten, landschapsovergangen, bijvoorbeeld tussen de zandgrond en het kleipakket (van de Kromme Rijn). Zo ligt er tegen het reduit een zandwal, waar na verloop van vele jaren de kalk is uitgespoeld. Onderaan die wal groeit de wasplaat, een zeldzame paddenstoel die de warme belangstelling heeft van de Nederlandse Mycologische Vereniging.
komen het hele jaar voor, maar bijzonder is dat er hier zo’n vierhonderd vleermuizen hun winterslaap doorbrengen, voornamelijk in het reduit. We kunnen ze ook niet precies tellen; wel die aan het metselwerk hangen maar in de spleten in de muren hangen er meerdere achter elkaar.” Die spleten zijn deels veroorzaakt door een groep Canadese militairen, waaronder jongens van zeventien, achttien jaar, die hier na de bevrijding met de nog aanwezige Duitse munitie aan het spelen zijn geweest. In het rechter bastion van het reduit bijvoorbeeld werd een grote hoeveelheid springstoffen tot explosie gebracht. De vuistdikke scheuren zijn ideaal voor de vleermuizen. “Tijdens rondleidingen vragen mensen wel eens hoeveel uitwerpselen honderden vleermuizen in een winter achterlaten. Dat is geen punt; tijdens de winterslaap leven de vleermuizen van hun vetreserve, er is geen stofwisseling.” De duur en de aanvang van de winterslaap verschillen een beetje per soort, vertelt de boswachter. “Sommige beginnen al in oktober maar de tamelijk zeldzame franjestaart bijvoorbeeld gaat pas eind december in winterslaap. Daarvoor is de paring geweest. De eisprong volgt pas als het weer wat warmer gaat worden. Na de bevruchting zoeken de vleermuizen warmere plaatsen op waar in juni in kraamkolonies de jonge wurmen tevoorschijn komen. Deze vliegende zoogdieren voeden de jongen aan de tepels. In een kraamkolonie vindt de moeder haar jong (meestal één) op de reuk.”
Meest trots zijn de Staatsbosbeheerders op de vleermuizen. “Ja, Rijnauwen is in de eerste plaats een vleermuizenfort. Ze
langs de linie 103
Per jaar achtduizend mensen rondleiden, dat is toch een hele klus? “Nee, maar alléén kan ik de rondleidingen niet aan, dat zijn er te veel. Buiten de openingstijden voor publiek verzorgen we nog vele tientallen rondleidingen voor allerlei verschillende groepen. We werken met nog achttien gidsen, allemaal vrijwilligers. Alleen de basisscholen, die probeer ik zoveel mogelijk zelf te doen. Niets is mooier dan de verbazing en verwondering van kinderen. Door middel van natuurprojecten op school zijn ze vaak al aardig voorbereid. Zo weten ze vaak ook wel dat hier ringslangen voorkomen. Maar die krijg je natuurlijk niet altijd te zien. Van bovenaf zie je ze wel eens door de gracht slingeren. Met een groep schoolkinderen zagen we een keer een ringslang op een broedhoop. Ademloos keken de kinderen toe hoe de verstoorde slang zich een weg zocht naar beneden, in de hoop. Halverwege stopte de slang, vermoeid waarschijnlijk. ‘Meneer, hij stikt!’ riepen er een paar geschrokken uit. Met een vinger gaf ik een zacht tikje tegen de slangenhuid en ja, daar ging die weer. Je had die gezichten moeten zien!” Tegen vijven verlaat de beheerder de bomvrije kazerne voor een rondje over het fort. Ook in de kale winter is er nauwelijks een plekje waar Andries van Barneveld géén verhaal bij heeft. Bovenop de kazerne wijst hij in de richting van Bunnik. “Afgelopen weekend was de Rotary van Bunnik hier weer. Elk jaar komen ze een dag zagen. Om ook een idee te hebben van ‘vrij schootsveld’ houden zij, volgens afspraak, een strook vrij van bomen.” En ja, in de weelderige begroeiïng van de wal zit een gat richting zuidoost; dat geeft zicht op de buitenkant van Bunnik. Beneden had hij al gewezen op de grote bomen op het binnenterrein; die zijn in de bouwtijd van het fort al geplant. “Voornamelijk eiken, prachtige linden, wat kastanjes en ook de
104 langs de linie
vervelende e esdoorn.” Vervelende esdoorn? “Het He wordt ook wel de plaag van de rijke e grond genoemd. Alles wat er elk jaar nieuw opschiet van de bomen e wordt weggevreten door de dieren. eg Alleen va van de kiemplantjes van een esdoorn, rn en dat zijn er relatief veel, moeten ete ze niks hebben. Als wij er niks tegen ege doen staat binnen een paar jaar het he binnenterrein vol met jonge esdoorns.” Alle bomen buiten het middenterrein zijn vanaf de jaren ’50 hier gegroeid, nadat Defensie het fort aan zijn lot had overgelaten. Hij daalt aan de andere kant van de kazerne weer af en ziet drie, vier reeën wegschieten tussen de bomen. Na het afscheid steekt Andries het terrein over naar zijn fortwachterswoning. De bezoekers blijven dromend achter over een woonplek zo dicht bij de natuur.
architectuur en heeft een aantal bijzondere details. De bouw was pas een paar jaar voltooid toen er ingrijpende moderniseringen werden doorgevoerd. Tijdens de mobilisatie in verband met de Frans-Duitse Oorlog van 1870/’71 had de legerleiding allerlei tekortkomingen geconstateerd. Te weinig ruimte voor manschappen bijvoorbeeld. In 1885 was er plaats voor 675 militairen en circa honderd stukken geschut.
Eenmaal binnen het hek passeer je de fortwachterswoning uit 1868. Tijdens de mobilisatie van 1914-1918 had de toenmalige fortwachtersfamilie goede vrienden aan de circa vierhonderd militairen die hier gelegerd waren. De karige voedselverstrekking aan de soldaten leverde de fortwachter een kleine bijverdienste op. De op het fort rondlopende geiten maakten een stiekem handeltje in geitenmelk en boterhammen met kaas mogelijk. ’s Avonds legden de soldaten geld op de trap van het huis en ’s morgens lag daar hun ‘bestelling’. Over de brug ligt het wachthuis. Links daarvan kom je op het terreplein, het grote binnenterrein, eind mei, begin juni een feestelijke bloemenzee. Dat er veel orchideeën tussen de wel tweehonderd soorten zitten, heeft te maken met de schrale kalkrijke bodem. Omdat lang gras in geval van brand het vuur bij de munitiedepots kon brengen, werd hier door defensie wel vier of vijf keer per jaar gemaaid. De 100 m lange bomvrije kazerne is met gele stenen gedecoreerd. Prachtig metselwerk verbindt de bakstenen.
Paradepaardje van het Ministerie van Oorlog Met 31,4 ha is Rijnauwen het grootste fort in de Hollandse Waterlinie. Het was ook het duurste; in 1871 is er zo’n 800.000 gulden aan uitgegeven. Hier konden de ingenieurs van de genie laten zien wat ze in hun mars hadden. Vestingbouwkundig vooral, maar het esthetische aspect werd niet verwaarloosd. Fort Rijnauwen kent een fraaie
langs de linie 105
streekproducten van de aanpalende Veldkeuken. Bij de brug over de Kromme Rijn staat het landhuis Rhijnauwen. Al in de middeleeuwen was er op deze plek een ridderhofstad, een versterkt huis. Het huidige landhuis werd in de 18e eeuw gebouwd. Sinds 1933 is het in gebruik als jeugdherberg, de oudste van Nederland. Het karakteristieke poortgebouw van circa 1800 was vroeger koetshuis en dienstwoning; het hoort ook bij het Stayokay hostel (voorheen jeugdherberg) en heeft een eigen terras. Theehuis Rhijnauwen is het favoriete pannenkoekenhuis van de Utrechters. De plek is fantastisch, een mooi terras direct aan de Kromme Rijn, en de bouwstijl, verwant aan de Amsterdamse School, is opmerkelijk. Dat het van hout is, heeft te maken met de Kringenwet die verbood dat binnen een bepaalde afstand van een fort met steen werd gebouwd (het schootsveld moest in geval van nood snel vrijgemaakt kunnen worden). De gids zal alles vertellen over het kruithuis, de gangen, de flankbatterijen, tweemaal de ‘caponnière’, het schieteiland met vier kanonnen (toen) vóór de hoofdwal en ook over alle dieren natuurlijk. Interessantst is misschien nog wel het reduit, in de ‘keel’ van het fort, een zeer goed verdedigbare plek waar de militairen zich terug konden trekken en de vijand onder vuur konden nemen als de rest van het fort verloren leek te gaan. Hier waren voorzieningen en voorraad om een lang beleg te doorstaan. De ophaalbrug met de gedecoreerde poort is echt een plaatje. Op het dak van het reduit kon geschut worden geplaatst; met behulp van een sleestelling konden de stukken naar boven worden gehesen. De manschappen gingen naar boven over een mooie gietijzeren trap met neogotische spitsboogjes. Bijzonder zijn ook de privaten, de poepdozen, gezellig in het rond gebouwd en voorzien van mooie tegels.
Rond het fort - Amelisweerd en Kromme Rijn Het prachtige bos van Landgoed Oud Amelisweerd heeft helaas enkele malen
106 langs de linie
de landelijk pers gehaald. Het plan om door het oude rivierkleibos Rijksweg 27 aan te leggen stuitte op veel protest. In 1971 leidde een studentenprotest tot het opschuiven van de weg in westelijke richting. Eind jaren ’70 probeerden actievoerders alsnog de aanleg in zijn geheel te verhinderen; in die tijd was het verkeer sterk aan het toenemen en de prognoses waren toen al weer heel anders dan begin jaren ’70. De Vrienden van Amelisweerd waren zeer actief, kundig en vindingrijk. Met demonstraties en wat we toen ‘ludieke’ acties noemden werd veel publiciteit gehaald. Ook de ‘bosbezetting’ in 1982 kon niet voorkomen dat er werd gekapt. De weg kwam er natuurlijk, maar de protesten hadden wel geleid tot een verdiepte aanleg, in een bakconstructie; de daarmee versmalde kapbreedte was een pleister op de wonde. De landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd zijn als stadsbos vrij toegankelijk. In het sfeervolle koetshuis van Oud Amelisweerd is een bezoekerscentrum gevestigd waar je thee met taart kunt bestellen in de kruidentuin en kunt lunchen met biologische
Bunkerpad Rhijnauwen Op landgoed Rhijnauwen bij Bunnik is onlangs een wandelpad aangelegd langs de bij het landgoed gelegen groepsschuilplaatsen. Over dit ‘Bunkerpad’ is het mogelijk de in zwaar gewapend beton uitgevoerde militaire bouwwerken te bezichtigen, die dienden als schuilplaats voor groepen infanteristen bij beschietingen.
Bereikbaarheid Fietsend kun je Rijnauwen en Amelisweerd vanuit de stad bereiken over de Weg naar Rhijnauwen/Vossegatsdijk, niet ver van Stadion Galgenwaard. Met de auto neem je de Provincialeweg tussen Utrecht en Bunnik, en volg je de borden (Theehuis) Rijnauwen. Met een boot kun je op de Kromme Rijn aanleggen bij het theehuis; van daar is het 400 meter naar de ingang van het fort. Vanaf Utrecht CS kun je bus 40 en 41 nemen naar Wijk bij Duursted Duurstede, halte Rhijnauwen. Rederij Schuttevaer ttevae verzorgt boottochten van Utrechtt na naar Rijnauwen. Bij De Rijnstroom, niet m, ni ver van Stadion Galgenwaard, kun un je kano’s huren om het gebied van Amelisweerd en Rijnauwen te Amelisw verkennen (en n jje kunt trouwens ook de stad in, doo door de grachten). eg Fort Rijnauwen is te bezoeken van e be april t/m sept door middel van dd rondleidingen op rond gen van 2 uurr o woensdag, zaterdag en zondag. nsdag g nd
2/54%')$3
,!.'3ß $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
routes Verwijzing naar routeboekje – wandeling incl Vechten of paaltjeswandelingen van SBB (zie kaart Utrecht-your-way)##
langs de linie 107
Fort Vechten en ’t Hemeltje: paradijs voor broedvogels
met een kabel slingeren boven de slotgracht
108 langs de linie
Pal tegen de A12 en de A27 bij Utrecht liggen Fort Vechten en Fort ‘t Hemeltje. Snelweg en waterlinie lijken weinig met elkaar te maken te hebben. Het grappige is dat de ontkenning wederzijds is. Veel weggebruikers schuiven met zo’n 100 km per uur langs de groene forten zonder ze op te merken. En als je op deze forten rondloopt zie je af en toe de snelweg wel of hoor je het verkeer. Door de natuur om je heen en de wat mysterieuze sfeer van het fort verstoort de weg toch nauwelijks je beleving.
langs de linie 109
vechten- ’t hemeltje Muiden
In de Linie Samen met Fort Rijnauwen was het Fort bij Vechten bedoeld om de Houtense Vlakte af te sluiten voor een vijandelijke doorgang (acces). De hoger gelegen vlakte kon niet worden geïnundeerd. Vechten werd tegen 1870 gebouwd als deel van een vooruitgeschoven fortenkring rond Utrecht. De forten dichter bij de stad beschermden niet meer voldoende tegen het verbeterde geschut. Ter completering van de accesbeveiliging was in 1918 een keten van tientallen betonnen groepsschuilplaatsen (bunkers) gebouwd tussen Vechten en Rijnauwen. Enkele werden in 1939 omgebouwd tot mitrailleurkazemat. Als je van Vechten naar Rijnauwen gaat zie je ze in het weiland liggen, sommige vrolijk beschilderd. Via het Bunkerpad (zie hoofdstuk Rijnauwen) kun je de groepsschuilplaatsen van dichtbij zien of zelfs beklimmen, terwijl de koeien om je heen grazen.
Naarden
Utrecht
Fort Vechten en ‘t Hemeltje Culemborg
Gorinchem
Fort ’t Hemeltje werd tien jaar later aangelegd om een hoger gelegen terreinstrook en de spoorlijn Utrecht ‘s-Hertogenbosch te verdedigen.
Van alles te doen in Fort Vechten Langs het mooie vierkante wachthuisje kom je een weelderig groen landschapspark binnen, lijkt het wel. Bakstenen muren, borden en opschriften tonen
Romeinen in Fectio Limes is Latijn voor ‘grens’. Hier bij Vechten verliep de noordelijke limes van het Romeinse Rijk aan het begin van onze jaartelling. De Rijn vormde de grens. Het Romeinse fort werd hier, op de plaats waar de Vecht (Fectio) van de Rijn (Rhenus) aftakte, in de jaren 4 en 5 n. Chr. gebouwd. Dit castellum Fectio, een met muren versterkte militaire nederzetting, lag waar nu de boomgaard is, achter de wachttoren. Ten oosten van het castellum ontstond een vicus, een nederzetting. Tussen 211 en 235 is het houten fort verbouwd en werden belangrijke gebouwen en de muren van steen opgetrokken. Vanaf 270 maakten Frankische invallen een einde aan de economische en
politieke rust in Nederland. De macht van de Romeinen begon af te nemen. Castellum Fectio werd verlaten en daarmee ook het bijbehorende kampdorp. Vroeg in de 19e eeuw werden voor het eerst overblijfselen van het castellum ontdekt. Bij de bouw van het Waterlinie-fort, zo’n veertig jaar later, stond de archeologie nog in de kinderschoenen en de Genie was zich niet bewust van de historische waarde van deze plaats. Een jaar na het begin van de bouw sloegen Leidse archeologen alarm nadat zij in de krant hadden gelezen over bouwwerkzaamheden op de Houtense vlakte. Alsnog werd een Genie-kapitein belast met het toezicht op oudheden die
tijdens het werk naar boven kwamen. Zo zijn veel vondsten toch geborgen en overgebracht naar het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. In 2003/2004, tweeduizend jaar na de stichting van de Romeinse nederzetting, bouwde Werk aan de Linie, van het huidige fort, de replica van een Romeinse wachttoren. In 2008 is in het maisveld naast de toren een deel van de plattegrond van het castellum zichtbaar gemaakt. Als de mais hoger staat, vanaf augustus, kunnen kinderen in het Limyrint (van limes en labyrint) een spannende zoektocht maken naar de Romeinse geschiedenis van deze plek.
1 110 langs de linie
langs de linie 111
A12-parkeerplaats De Forten Eind 2007 werd tankstation/parkeerplaats De Slagmaat aan de A12 van Utrecht naar Bunnik omgedoopt tot De Forten. Achter het tankstation werd een rood poortje geplaatst met wat informatie over de Hollandse Waterlinie. Wie door het poortje gaat kan in een dikke 20 minuten langs de A12 naar Fort Vechten lopen. Het poortje lijkt achter een bureau te zijn bedacht; het doel is om de snelweg in verbinding te brengen met de omgeving. Dit rode poortje is uiteraard deel van een groter geheel; onder de noemer Routeontwerp wordt de komende jaren voor een aantal snelwegen bedacht hoe de weg beter in de omgeving kan passen. Denkend aan de als kool groeiende bedrijventerreinen langs de snelwegen en de soms armoedige geluidsschermen is het natuurlijk een goed idee om de weggebruiker te laten ervaren waar hij langs of doorheen rijdt. Jammer dat VROM en Rijkswaterstaat dat niet bedachten vóór de wildgroei van horizon-verkortende brainparks, distributiehallen, meubel- en autoboulevards - bouwlinten die van de snelwegen saaie en gelijkvormige verkeersriolen maken. Niettemin kan wandelen vanaf het poortje bij ‘verzorgingsplaats’ De Forten best een leuke onderbreking zijn van een lange autoreis door ons oneindig grote land. Wie Fort Vechten wil bezoeken, kan daar gewoon naartoe rijden.
echter het ware karakter van deze plek. Fort Vechten is 17 hectare groot en heeft een veelhoekige vorm met vijf bastions. Net als Rijnauwen, met 31 hectare het grootste fort in de Waterlinie, moest Vechten de Houtense vlakte verdedigen; die kon namelijk niet worden geïnundeerd. De vijf bastions boden de mogelijkheid een groot gebied met kanonnen te bestrijken. Na een aantal aanpassingen rond 1880 bood het fort
112 langs de linie
plaats aan ruim zeshonderd man in de grote bomvrije kazerne (gebouw U) midden op het fort. Aan weerszijden van de lange bakstenen gevel zie je, achter betonnen schotjes, de oude privaten; de poepdozen zijn gemakkelijk te herkennen aan de gele bordjes waarop staat ‘dit is geen wc!’. De diverse ruimten van de kazerne worden vooral gebruikt bij trainingen en vergaderingen; houtkacheltjes verwarmen de zaak dan. Ook feestzalen zijn hier ondergebracht. In het midden van de kazerne is de keuken. Er konden meer dan tachtig stuks geschut worden geplaatst op dit fort. Een laatste aanpassing werd in 1939 gedaan: drie betonnen mitrailleurkazematten met gietstalen koepels op de frontwal. De meeste van deze koepels werden door de Duitse bezetters verwijderd om in het Ruhrgebied te worden omgesmolten om andere wapens te maken. Op de kazemat aan de noordoostzijde is een ijzeren stellage gemaakt voor een kabel over de slotgracht; het oostdeel van het fort is het domein van de survivallers van Rakos managementtraining, een vaste huurder op het fort. Van de hoge bomen - er staan veel oude essen en eiken wordt dankbaar gebruikgemaakt, ook door veel broedvogels trouwens. Andere
bewoners van het fort zijn vleermuizen; die houden winterslaap in het reduit, ook wel binnenfort genoemd. Als de rest van het fort was gevallen kon het reduit een laatste vluchtplaats zijn. Het reduit is omgracht en op zich verdedigbaar. Het heeft een aantal interessante objecten zoals de gietijzeren trap naar het dak, de sleestelling om de vuurmonden naar boven te hijsen, de keuken en de in een cirkel gebouwde wc’s. Hier, anders dan in Rijnauwen, zonder schotten. Maar wat is gêne als de eer of zelfs het voortbestaan van het vaderland in het geding is? Verder is het metselwerk van de vijf kazematten bijzonder.
stichting een werkplaats speciaal voor restauratie van deuren en luiken. De reguliere openstelling van het fort is van eind april tot half oktober met een onderbreking van vijf weken in de zomervakantie. Elke zondag open en om 14 uur een rondleiding. Maar ook buiten die publieksdagen is hier van alles te doen. Bedrijven en instellingen hebben Fort Vechten allang gevonden voor managementbijeenkomsten en personeelsuitjes. De keukenstaf presenteert van oktober tot mei themadiners, knus in de kleine feestruimte aan lange tafels bij een houtkachel en kaarslicht. Feesten worden hier gegeven, in de zomer kun je kamperen op het sfeervolle veldje boven op het zuidbastion en er zijn enkele theatervoorstellingen in de open lucht. In de Fortenmaand (september) is er het evenement Een Fort vol Soldaten met op zaterdagavond een soldatendiner. Het seizoen begint met een ander hoogtepunt: Kinderfort. Kinderen kunnen meezingen met muziektheater, de survival-toestellen kunnen worden beklommen, er is levend stratego, lasergamen, een kinderfeestjesmarkt en aan de hand van een leerzame ontdekkingstocht kunnen kinderen de fortgebouwen in.
Alles wat hier wordt georganiseerd is op poten gezet of mogelijk gemaakt door fortbeheerder Martin Vastenhout met zijn mensen. Martin is een fortondernemer van het eerste uur. Voordat Staatsbosbeheer het fort overnam in 1996 had Defensie het in gebruik als opslagplaats van onder meer autobanden. In 1998 begon de stichting Werk aan de Linie met de restauratie en de exploitatie van het fort. De stichting maakt daarbij gebruik van werkgelegenheidsprojecten; Fort Vechten is inmiddels een erkend leerbedrijf. Op het nabijgelegen Fort ‘t Hemeltje heeft de
langs de linie 113
Bereikbaarheid
In de gerestaureerde barak Z is het tijdelijke Infocentrum Hollandse Waterlinie ondergebracht. Binnen staat de 10 meter lange Linietafel waarop de hele Waterlinie van Muiden tot in de Biesbosch is te zien. Je kunt zelf allerlei objecten laten oplichten en zo kun je ook ‘de sluizen openzetten’ zodat stukken land onder water lopen. De inundatiekommen vullen zich dan
114 langs de linie
Vanaf de provinciale weg tussen Utrecht en Bunnik, de N411 (Koningslaan) gaat de Achterdijk zuidwaarts. Onder de spoorlijn en de snelweg (A12) door en meteen rechtsaf de Marsdijk op. Je moet het fort voorbijrijden om bij de toegangsweg te komen. Parkeren kan bij de houten toren maar eventueel ook op het fort. Als je meer forten in deze hoek bezoekt, Rijnauwen bijvoorbeeld, is fietsen aan te bevelen. Hoe dichter je bij de stad komt hoe lastiger het wordt met de auto. Voor ’t Hemeltje rijd je de Marsdijk af, einde linksaf, rechtsaf het spoor over en rechts aanhouden, de Fortweg. Vanuit Houten kun je de forten ook bereiken over deze Fortweg die langs de A27 loopt.
geleidelijk met blauw licht. Er bestaan plannen om op Fort Vechten een permanent Nationaal Liniecentrum in te richten.
Fort bij ’t Hemeltje Waar de weg van Utrecht naar Houten vroeger de Waaische Dijk kruiste lag boerderij ’t Hemeltje; door de aanleg van knooppunt Lunetten is het oude patroon nauwelijks nog herkenbaar. Als laatste in de Nieuwe Hollandse Waterlinie werd het fort 350 meter verderop gebouwd; zijn naam ontleende het aan de boerderij. Het mooie groene en ogenschijnlijk vredige terrein was na de Tweede Wereldoorlog opslagplaats van munitie en nadat de eigendom van Defensie overging naar Staatsbosbeheer werd hier vuurwerk opgeslagen. Tegenwoordig heeft de stichting Werk aan de Linie, van het naburige fort Vechten, hier een werkplaats voor restauratie van deuren. ’t Hemeltje is alleen toegankelijk tijdens de Fortenmaand september. Doordat er weinig
mensen op het fort komen, zijn er veel broedvogels waaronder de ransuil. Voorbij het hek staat de prachtige fortwachterswoning. Ook deze was verdedigbaar en dat is een uitzondering (de enige andere is bij fort Everdingen). De muren zijn 80 cm dik en de dikke houten luiken zijn met ijzer beslagen. Centraal ligt de twee verdiepingen tellende kazerne. In de keuken zijn vier gemetselde ovens bewaard gebleven; in tijden van mobilisatie moest er voor zo’n 250 man worden gekookt. De flankbatterijen, van waaruit de gracht
werd bestreken, zijn bereikbaar door een gang van 70 meter, een poterne. Vooraan in de gang liggen twee buskruitmagazijnen. Om die van licht te voorzien werd om de kamers een lichtgang gebouwd. Van daaruit werden kaarsen aangestoken die via nissen de kruitkamers verlichtten. Aan de kant van het kruitmagazijn zit nog altijd 2 cm dik glas. In het plafond van de buskruitmagazijnen zit een rond gat waardoor de met kruit gevulde projectielen naar boven werden getakeld.
2/54%')$3
,!.'3ß $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
routes Voor een stadswandeling door Naarden Vesting zie het routeboekje. Die wandeling voert onder andere langs diverse bastions en andere vestingwerken.
langs de linie 115
Wijn proeven in voormalig Duits communicatiecentrum
waterlinie dwars door nieuwegein
116 langs de linie
Waterlinie in Nieuwegein? Nou en of! De grote groeigemeente heeft twee oude dorpen opgeslokt, Jutphaas en Vreeswijk, en ligt in een strategisch belangrijk gebied tussen Utrecht en de Lek. Het middeleeuwse kasteel Plettenburg maakte plaats voor een fort dat in de Tweede Wereldoorlog een belangrijk communicatiecentrum was van de Duitse bezetter. Nu kun je er terecht om wijn te proeven en te kopen. Een paar kilometer verderop ligt, verscholen in het oude schippersdorp Vreeswijk, een fort dat nu onder meer als buurthuis dienst doet. En aan de rand van Nieuwegein vind je een van de meest markante objecten van de Hollandse Waterlinie, de Plofsluis in het Amsterdam-Rijnkanaal.
langs de linie 117
nieuwegein In de Linie
Muiden
Dwars op de weg van Jutphaas naar Houten werd in 1819-1820, ongeveer op de plaats van kasteel Plettenburg uit 1300, het fort aangelegd bestaand uit twee schansen. Midden 19e eeuw is het verdedigbare wachthuis gebouwd. Toen rond 1880 veel forten werden aangepast aan de verbeterde aanvalstechnieken (vooral verder reikend geschut) werd Jutphaas niet gemoderniseerd omdat iets oostelijker enkele jaren eerder batterijen waren aangelegd ter verdediging van de Overeindseweg; door de verbreding van het Amsterdam-Rijnkanaal is daarvan nog één batterij over. Fort Vreeswijk werd in 1820 aangelegd en rond 1853 verbeterd, ter verdediging van de sluizen daar (belangrijk voor inundatie). Omdat oostelijker Fort Honswijk de vijandelijke artillerie op afstand hield, kreeg het fort nooit bomvrije gebouwen. Vanaf de jaren ’30 werd het Amsterdam-Rijnkanaal, met
Naarden
Utrecht
Nieuwegein Culemborg
Gorinchem
1 118 langs de linie
langs de linie 119
Schippersdorp Vreeswijk Vreeswijk was een schippersdorp, elke binnenschipper kende het. De winkeliers moesten al voor de Tweede Wereldoorlog de klandizie van de binnenvaart missen maar economisch bleef de scheepvaart belangrijk. Tot ver in de 20e eeuw was er werkgelegenheid in bijvoorbeeld scheepsbevrachting, oliehandel, motorreparatie en sleepvaart. Een ander aspect van deze verbondenheid met de binnenvaart was de schippersschool. In 1915 werd de Prins Hendrikschool gesticht, een christelijke lagere school voor schipperskinderen. Het was de eerste school voor schipperskinderen in Nederland; het was in die tijd niet vanzelfsprekend dat die reizende kinderen onderwijs volgden. De kinderen verbleven in het internaat en bezochten hun ouders als die in de buurt lagen (op zondag, want er was zes dagen per week school). Naast de normale schoolstof kregen de jongens hier praktische lessen in het knopen en splitsen van touw en staaldraad en het repareren van zeilen en dekkleden. Ook was er aandacht voor het gebruik van land- en zeekaarten en het kompas, en voor de regels en bepalingen in de binnenvaart. Extra praktische lessen voor meisjes waren er in koken, bakken, wassen, strijken, poetsen en vaatwassen. Het internaat heeft overleefd. Nog altijd wonen jaarlijks tientallen kinderen van schippers en van andere ouders met reizende beroepen op het Prins Hendrik Internaat. Het is een woongemeenschap en niet meer een school. Het mooie oorspronkelijke schoolgebouw langs de Prins Hendriklaan werd verruild voor een modernere accommodatie iets verderop.
het Lekkanaal als zijtak, aangelegd. Rekening houdend met een Duitse invasie werd vanaf 1937 de zogenoemde Plofsluis gebouwd om het kanaal af te kunnen sluiten bij het onder water zetten van de Linie.
Vijftig jaar wijn in Fort Jutphaas Het westelijke deel van Nieuwegein, tegen het Amsterdam-Rijnkanaal aan, is een groot bedrijventerrein. In het noordelijke deel daarvan, Plettenburg, ligt een groene parel verscholen. Je moet er even moeite voor doen, maar je wordt beloond met een verademing. De weg ‘Rond het Fort’ slingert prachtig om de gracht heen, een geliefde plek van hengelaars. Fort Jutphaas werd in 1819-1820 betrekkelijk eenvoudig aangelegd met twee stervormige schansen. Dertig jaar later kwamen er enkele gebouwen waaronder het opvallende bomvrije wachthuis. Rechts ervan ligt de fortwachterswoning en aan de linkerkant lijkt het gemeentelijk sportterrein te beginnen, maar het platte jaren ’80-gebouwtje is het clubhuis van de scoutinggroep Jan van Hoof. Daarnaast
120 langs de linie
ligt nog een houten woning en er tegenover grazen de schapen. Het begroeide en wat vergane bakstenen wachthuis trekt de meeste aandacht. Hier zit al vijftig jaar een wijnhandel, een van de eerste commerciële activiteiten in een Waterlinie-fort. In 1958, niet lang nadat het ministerie van Defensie het fort overdeed aan de gemeente Jutphaas, begon ene jonkheer Calkoen met Wijnkooperij Trouvaille. In 1979 nam Tim Kortekaas de zaak over. Binnen lijkt er sindsdien niet heel veel veranderd. De huidige eigenaren, wijnhandelaren Ton en Rutger Koster, benadrukken dat het om een traditionele wijnhandel gaat. Het assortiment bestaat in hoofdzaak uit Franse en Italiaanse wijnen, maar ook uit de zogenaamde nieuwe wijnlanden hebben ze wel een en ander in huis. Rutger Koster: “De heer Kortekaas overleed in 2006 en zijn vrouw kon de zaak niet voortzetten. Mijn vader en ik hadden al een wijngroothandel in Utrecht en we waren erg blij dat we begin 2008 Trouvaille konden overne-
langs de linie 121
men.” Het zou inderdaad zonde zijn geweest als deze bijzondere gebruiksvorm van een fort was verdwenen. “Hier kunnen onze klanten wijnen proeven. Door de dikke muren is de temperatuur vrij constant en dat is een voorwaarde voor de opslag van wijn. Sommige delen van het gebouw zijn wel wat te vochtig. Het fort is in de oorlog gebombardeerd en er is niet veel aan onderhoud gedaan. We zijn in gesprek met de gemeente, de provincie, Monumentenzorg en met andere instanties over de restauratie. Het staat op de monumentenlijst en dan gelden allerlei voorwaarden.” Koster laat de kelder zien waarin een donkere maar knusse proefruimte is gemaakt. “Hier kunnen we gezelschappen tot zo’n dertig personen een leuke proeverij voorschotelen. Die activiteiten willen we uitbreiden; er komen ook
spijsproeverijen bij. Ook willen we een terras maken, achterop aan de gracht en misschien ook wel op het dak. Maar daar ligt nog een granaatwerende laag zand van 2,5 meter.” Op het achterterras, een idyllisch plekje tegenover de tennisbanen en met zicht op oud-Jutphaas, wijst Rutger Koster op de scheuren in de muren en de slechte conditie van het voegwerk. De twee trappen naar het dak zijn afgesloten. ‘Onveilig’ weet Koster, veroorzaakt door een Engelse bom. De spannendste episode van dit fort was in de jaren 1941-1943. “De Duitsers hadden hier een commandopost van de Kriegsmarine. Dit was een zend- en ontvangststation dat in verbinding stond met de gevreesde Duitse onderzeeboten.” Op het ‘terras’, de open flank achter het wachthuis, herinnert een reusachtig
betonblok aan de zend- en ontvangstinstallatie; mogelijk was dit blok de voet van de antenne van tientallen meters hoog. De Duitsers gebruikten een code (Enigma) voor de berichten naar en van de onderzeeërs. Admiraal Karl Dönitz was bevelhebber van de U-Boot-vloot. Hij was met regelmaat hier in het fort te vinden voor de communicatie. Toen het de gealliëerden in 1943 lukte de code te kraken werd ook de locatie van het zendstation bekend en vertrokken de Duitsers met gezwinde spoed. “Dat betonblok moet weg om hier een leuk terras van te maken,” zegt Rutger Koster over het wat bizarre monument. “Liefst beginnen we zo snel mogelijk met de restauratie. We willen het wachthuis weer terugbrengen tot de staat van vóór de Tweede Wereldoorlog.” Behalve de proeverijen organiseert Trouvaille ook bottelavonden, een leuk evenement voor een clubje dat bijvoorbeeld samen een vat wijn koopt.
Wat doet dat betonblok boven het kanaal? Het antwoord is: niets. En dat is altijd zo geweest. Weliswaar oefenen de leden van schietsportvereniging Ultrajectum hier sinds 1978 hun vaardigheden op pistool en geweer, militair gezien is de betonnen kolos zonder betekenis
122 langs de linie
gebleven. De geschiedenis van de Plofsluis is nauw verbonden met de ontwikkelingen in de binnenvaart. Het Merwedekanaal verbond vanaf 1892 Amsterdam met de Waal en zo met het Duitse achterland. Vrachtschepen kregen echter grotere diepgang en werden breder. Talloze kanalen waren begin 20e eeuw te klein, zo ook het Merwedekanaal. Kijk nog maar eens bij de sluis in Vreeswijk bijvoorbeeld en zie hoe groot de binnenvaartschepen op de Lek nu zijn. Vanaf 1931 werd het kanaal verbreed en vanaf Utrecht nieuw gegraven. Ten oosten van Jutphaas kruiste het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal het inundatiegebied van de Waterlinie. Bij onderwaterzetting zou het water vrij kunnen weglopen via dit kanaal naar de Lek. Het Ministerie van Oorlog drong bij Rijkswaterstaat aan op een sluis. Na enkele jaren overleg over economische en militaire belangen werd in 1937 begonnen met de bouw van wat officiëel de Keersluis te Jutphaas heette. Ter hoogte van de verdedigingslijn van de Waterlinie werden sluizen in het kanaal gebouwd. Boven de sluizen, tussen de sluisdeuren en hoog boven het water, werd een betonnen bak van meer dan 66 meter lang gebouwd, een soort silo. Zij- en tussenwanden van de
langs de linie 123
Bereikbaarheid Kom met de fiets of huur er één (bij station Houten bijvoorbeeld) want met de auto zoekend door Nieuwegein is een absolute afrader. Fort Jutphaas ligt midden in een bedrijventerrein. Op de doorgaande weg N408, de Plettenburgerbaan, neem je vlak bij het Amsterdam-Rijnkanaal, de Structuurbaan en dan linksaf Rond Het Fort. De Plofsluis is gemakkelijker te vinden. Waar de Structuurbaan langs het Amsterdam-Rijnkanaal loopt kun je naar boven, de Lekkanaaldijk op en dan rijd je er tegenaan. Fort Vreeswijk ligt iets ets oostelijk van de oude kern rn van Vreeswijk, aan de Lek. ek.
vijf compartimenten waarin de bak was onderverdeeld hebben, om oorlogsgeweld te weerstaan, wanden van 1,5 meter dik. De bak kon worden gevuld met 40.000 ton stortmateriaal zoals zand en stenen. De bodem van de bak was van ongewapend beton en net dik genoeg om een dergelijke last te dragen. Bij dreiging zouden eerst de sluisdeuren worden gesloten. Als het echt nodig was kon, door de dunne bodem met explosieven op te blazen, in één klap het kanaal worden afgedamd. De ruimte tussen de sluisdeuren werd dan gevuld tot 2,5 meter boven NAP.
124 langs de linie
Het unieke kunstwerk – zo noemen de ingenieurs een viaduct, brug of sluis – heeft nooit gefunctioneerd. Toen in mei 1940 de Duitsers binnentrokken waren de sluisdeuren nog niet geplaatst en de bakken nog niet gevuld. Het werk is niet meer voltooid. Het kanaal werd trouwens ook pas in 1952 in gebruik genomen. In de jaren ’70 bleken de twee doorvaartopeningen van de Plofsluis te smal voor het gegroeide scheepvaartverkeer. Het gevaarte opruimen zou technisch gezien een enorme klus zijn, en financiëel was het ook niet aantrekkelijk. Daarom werd begin jaren ’80 het kanaal op die plek enorm verbreed zodat de schepen om de Plofsluis heen konden varen. Een uniek staaltje waterbouwkunde bleef zo als een curieus monument van de Waterlinie bewaard. Met de verbreding van het kanaal verviel de mogelijkheid om aan de overkant te komen. In de plannen rond de ontsluiting van de Waterlinie-objecten is een fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal opgenomen. Aan de overkant steekt het na een brand in 1987 zo goed als herbouwde kasteel Heemstede af tegen de de contouren van de iets verder gelegen groeigemeente Houten. Velen verkeken zich op de vergaande restauratie todat in 1999 vastgoedondernemer
Geert Ensing de ruïne kocht en met de restauratie begon. Zijn bedrijf in vastgoed en projectontwikkeling, ex-hoofdsponsor van FC Utrecht, houdt er nu kantoor. In het souterrain werd een restaurant in de duurdere klasse ingericht, dat al snel al snel een Michelin-ster verdiende. De Zuidfranse keuken kan bij mooi weer ook op het terras worden genoten.
Het ‘zachte’ Fort van Vreeswijk Vreeswijk werd in de 14e eeuw belangrijk toen hier een sluis werd gebouwd in de Vaartse Rijn, de verbinding van de stad Utrecht met de Lek en het achterland. Eind 19e eeuw werd het Merwedekanaal gegraven als verbinding van Amsterdam met de Lek en de Waal bij Gorinchem. Het brede kanaal werd om het dorpje heen gelegd. In 1892 werd een nieuwe sluis gebouwd, de Koninginnensluis, en daarmee nam de handel en ook de welvaart in Vreeswijk toe. Toen in de jaren ’30 van de 20e eeuw het eerste deel van het Amsterdam-Rijnkanaal werd gegraven – grotere schepen eisten steeds diepere en bredere vaarwegen – kwam er bij Vreeswijk een aftakking naar de Lek, het Lekkanaal. Daarmee verdween de bedrijvigheid van het scheepvaartverkeer uit het centrum van Vreeswijk.
Een kilometer oostwaarts werden de schepen nu vele malen sneller geschut in de Prinses Beatrixsluis. Deze tweelingsluis uit 1938 wordt gekenmerkt door de mooie architectuur van de hoge dwarsverbindingen. De Vreeswijkse middenstand was helaas wel een belangrijk deel van de klanten kwijt. De oude sluis in de dorpskern werd richting Lek afgesloten. Het is leuk wandelen door het oude dorp Vreeswijk, met name in de Dorpsstraat rond de Oude Sluis (ontworpen door Jan Blanken, medearchitect van de waterlinie, van en de daarachter gelegen Spuisluis. Als je aan het eind van het dorp omhoog loopt, sta je op de Lekdijk. Die biedt een prachtig uitzicht op de Lek met zijn binnenvaart. Links komt het Lekkanaal in de rivier en aan de overkant ligt het oude stadje Vianen. De zon gaat onder achter de mooie boogbrug in de A2. Als je de andere kant op loopt, zie je links beneden het fort liggen, officieel het Verdedigingswerk te Vreeswijk. Bij veel forten in de Waterlinie komen, naast natuur en landschap, termen als streng, formeel en krachtig gemakkelijk boven. Doordat op dit fort geen streng ogende stenen militaire gebouwen voorkomen is het karakter wat zachter. Bomvrije
2/54%')$3
,!.'3ß $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
routes Verwijzing naar routeboekje – wandeling incl Vechten of paaltjeswandelingen van SBB (zie kaart Utrecht-your-way)##
kazernes en remises waren hier niet nodig omdat Fort Honswijk, verder naar het oosten, de vijandelijke artillerie op afstand moest houden. De belangrijkste functie van dit ‘werk’ was de bewaking van de schutsluis, die in tijden van oorlog ook als inundatiesluis dienst kon doen. Daarvoor zouden bij mobilisatie hier een dikke honderd man gelegerd worden en er was plaats voor acht stuks geschut. Nu speelt een deel van het Vreeswijkse dorpsleven zich hier af. Het hoofdgebouw bevat de Oudheidkamer, een museumpje over wonen en werken in het binnenvaartdorp sinds 1840; open op woensdagen zondagmiddag. De andere kant van het gebouw functioneert als buurthuis. Verder zitten de scouting en de visvereniging op het fort. De gerestaureerde fortwachterswoning heeft lange tijd leeg gestaan. Gemeentelijke regels bepalen dat nieuwe accommodaties kostendekkend verhuurd dienen te worden. En dat is veel te duur voor een maatschappelijke functie.
langs de linie 125
Eiland van Schalkwijk, linielandschap in pure vorm
geniet, nu het nog kan
126 langs de linie
Ten zuiden van het bijna volgroeide Houten, tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en de Lek, ligt een eiland van rust, gedomineerd door groene weiden. Op de noordoever van de Lek vind je nogal wat versterkingen zoals het torenfort Honswijk en het Werk aan de Korte Uitweg met een theehuis en een kampeerterrein. Met de streekdorpen Tull en ’t Waal en Schalkwijk is dit echt een gebied voor een heerlijk fietstochtje. Bij de ruilverkaveling eind 20e eeuw is hier een aantal vrijliggende fietspaden aangelegd waardoor je leuke rondjes kunt maken.
langs de linie 127
eiland schalkwijk In de Linie
Muiden
De Lek vormde een brede doorgang door de Waterlinie. Fort Honswijk werd tussen 1841 en 1848 gebouwd om de vijand de doortocht over de Noorder Lekdijk te beletten en om, in samenwerking met Fort Everdingen, de Lek af te grendelen. Ook moest grote inundatiesluis die hier tegelijkertijd was gebouwd beschermd worden. Om het hier ingelaten Lekwater naar de Schalkwijkse Wetering te krijgen was in 1842 een apart inundatiekanaal gegraven. Zo kon het gebied ten zuiden van Utrecht sneller worden geïnundeerd. Het Werk aan de Korte Uitweg vulde de verdediging van de Lekdijk aan en kon zijn vuur richten op het niet overstroomd gebied in het noordoosten. Later, in 1914-1918 werd vóór de inmiddels verouderde Stelling van Honswijk het Werk aan de Groeneweg aangelegd, een infanteriestelling met loopgraven, betonnen schuilplaatsen en een tankgracht. Het werk aan de Waalse Wetering, meer westwaarts, verdedigde de Achterdijk die niet zou overstromen bij een inundatie.
Naarden
Utrecht
Eiland van Schalkwijk Culemborg
Gorinchem
Het Linielandschap langs de Lek Voor geïnteresseerden in militaire geschiedenis en vestingbouwkunde is het Eiland van Schalkwijk een bijzonder gaaf deel van de Waterlinie. De forten, de omliggende kazematten en groepsschuilplaatsen, en het inundatiesysteem vormen een interessant ‘ensemble’.
Lintdorp straks Schalkstad? Houten wordt groot, Schalkwijk blijft klein. Maar dat had net zo goed andersom kunnen zijn. Toen eind jaren ’60 het woningtekort bestreden ging worden met ‘groeikernen’ werd in een adviesrapport het dorp Schalkwijk als groeigemeente aanbevolen. De provincie wees echter Nieuwegein en Houten aan in plaats van Schalkwijk. Het landelijke Schalkwijk is zo rustig, er is niet eens een café – de tijd dat André Hazes uitbater was van Café De Zwaan ligt ver achter ons. Behoeftigen kunnen overigens wel terecht in cafetaria ’t Hoekje (voorheen De Zwaan), iets voor de katholieke kerk. Toch zou je hier even moeten kijken op de Brink, het sfeervolle pleintje voor de oude kerk bij de spoorlijn. Aan de overkant staat het Wapen van Schalkwijk te verpieteren. Het karakteristieke vooroorlogse horecapand is gekraakt en de eigenaar, een projectontwikkelaar, wacht geduldig op een beter gesternte. De veranderde samenleving weerspiegelt zich in de stand van de horeca. “Vroeger waren hier elf kroegen,” vertelt een bewoner van de Brink, “we hielden hier wel
van een pilsje. Maar de mensen hoeven nu hun huis niet meer uit om vermaakt te worden.” Het langgerekte dorp ontstond langs de Schalkwijkse Wetering (afwatering) die in de 12e eeuw is gegraven om dit laagveengebied te ontginnen. In de Nieuwe Hollandse Waterlinie had deze wetering ook een functie. Bij Honswijk werd Lekwater ingelaten; via een speciaal gegraven inundatiekanaal kwam dit in de Schalkwijkse Wetering waardoor het gebied bij Jutphaas onder water gezet kon worden. Sinds 1864 doorsnijdt de spoorlijn Utrecht - ’s-Hertogenbosch het lintdorp. In 1868 kreeg Schalkwijk een ‘waterstaatstation’, gelijk aan het oude station van Houten (dat in 2007 150 meter is verplaatst!). Het Schalkwijkse station werd in 1964 gesloopt. De Hervormde Kerk op de Brink gaat terug tot de middeleeuwen. De bakstenen toren is van de vroege 13e eeuw, maar aan het lage schip en het nog lagere koor is flink gesleuteld. In 1884 werd de gietijzeren dorpspomp op de Brink geplaatst. Vanaf een steigertje aan de wetering tuurt een bronzen vrouw in het water.
In het westelijke deel van het dorp staat de katholieke St. Michaëlskerk uit 1878-1879, een forse neogothische basiliek met een hoge toren. Voorbij de rotonde ligt aan de linkerkant van het de doodlopende weg Neereind. Op nummer 29 staat het vierkante Huis Vuylcoop, een woontoren van circa 1300 die rond 1800 zijn huidige aanzien kreeg en recentelijk smaakvol is gerestaureerd. In de 20e eeuw werd Schalkwijk dus niet aangewezen als groeikern. Maar de vraag naar woningen neemt niet snel af (ook al komt de verzadiging dichterbij). Kun je je voorstellen dat hier vanaf 2015 20.000 woningen gebouwd gaan worden? Dergelijke grootschalige ideeën bestaan er voor ‘Schalkstad’. Maar ook de Waterlinie vraagt om aandacht. Behoud van het ‘linielandschap’ en het beter toegankelijk maken van de forten gaan moeilijk samen met grootschalige woningbouw. Als ten westen van Vinexwijk Leidsche Rijn niet nóg een hap uit het Groene Hart wordt genomen, wordt de kans op Schalkstad groter. Ga maar gauw kijken op het groene Eiland van Schalkwijk, je weet maar nooit ...
1 128 langs de linie
langs de linie 129
Werk aan de Korte Uitweg, voor kampeerders, FIetsers en wandelaars Dat laatste moeten we benadrukken want hier is niet of nauwelijks plaats voor auto’s. Hier zwaait de Stichting Werk aan de Korte Uitweg de scepter. In 1999 nam de stichting het beheer over van Staatsbosbeheer dat de eigenaar is van het fort. Met veel inzet van vrijwilligers voert de stichting het onderhoud aan de gebouwen en het groen uit. Er is al heel wat gerestaureerd in de afgelopen jaren maar de strijd tegen vocht en ouderdom blijft inzet en middelen vragen. Kleinschaligheid is ook hier het trefwoord. Men houdt voor ogen dat fietsers en wandelaars hier van de rust en van de natuur kunnen genieten en en passant het fort kunnen bekijken. In het rechter deel van de kazerne is een soort theehuis ingericht. ’s Zomers is er een terras op deze sfeervolle plek. Dat hier de beerput open is gegaan betekent niets anders dan dat de originele poepdozen in de kazerne in ere zijn hersteld. Het linkerdeel van de kazerne gaat van oktober tot april op slot omdat er dan vleermuizen hun winterslaap houden. Er slapen meestal zo’n dertig vleermuizen van vijf verschillende soorten. Aan vleermuizen is een bovendien een permanente tentoonstelling gewijd; geregeld zijn er ook kleine kunstexposities. Kinderen kunnen over het fort een speurtocht maken. Het grasterrein achter de kazerne, in de beschutting van de wal, is van mei tot en met september een natuurkampeerterrein. De remise is omgebouwd tot een slecht-weervoorziening voor de kampeerders.
Doordat het landschap nog open en nauwelijks aangetast is, komt het defensieconcept hier goed tot zijn recht. De aanleg van deze verdedigingswerken was niet zonder gevolgen voor de (toenmalige) gemeente Tull en ’t Waal. Door de invoering van de Kringenwet (bouwverboden en -beperkingen in cirkels rond een fort) in 1853 was uitbreiding van de bebouwing zeer beperkt mogelijk. De werken lagen zo dicht bij elkaar dat de bouwverbodzones elkaar overlapten waardoor in een brede strook van zo’n 6 kilometer langs de Lek geen stenen huizen werden gebouwd. Het gehucht Honswijk was in de 17e eeuw al bijna verdwenen. Op de plaats van het fort stonden twee batterijen. Tull en ’t Waal heeft een laat-middeleeuws kerkje en een recreatieterrein aan de Lek. Vanaf de Lekdijk is het eiland Ossenwaard te bereiken waar je op de stuw van Hagestein kijkt. Aan de oostkant van het dorp rijst als een wachter in het land het Werk aan de
130 langs de linie
Waalse Wetering op. Bij de fortwachterswoning (1876) voert een wilgenlaantje naar de vernieuwde brug van het fort. Deze bult klei is weer van alle begroeiing ontdaan. Het loont zeker de moeite om bovenop het kazernegebouw te klauteren (trap aan linkerkant) want het uitzicht over het vlakke rivierengebied is mooi, al sta je maar 14 meter hoger. Een informatiepaneel van beheerder Staatsbosbeheer geeft uitleg over inrichting en functies van dit fort en toont de opvallende objecten in het weidse panorama. Fort Honswijk is met zijn dikke toren een van de mooiste forten van de Waterlinie maar het is helaas zelden toegankelijk, alleen tijdens de Open Monumentendag in september en zelfs dat is niet eens zeker. Defensie moet het fort nog overdragen; daarna kan aan restauratie en toegankelijkheid worden gewerkt. Het is een rechthoekig fort met op de hoeken bastions waarbij het zuidoostelijke bastion sterk is vergroot; daar staat de imposante bomvrije toren uit 1846,
precies in de lijn van de Lekdijk. Bovenop de kelder had de toren drie verdiepingen, nu nog maar twee. Dat illustreert de tragiek van de eeuwige achterstand van verdediging op de altijd snellere aanvalstechnieken. Al rond 1870 was de dikke toren verouderd; verbeterd geschut en sterkere projectielen vernielden bakstenen gebouwen, ook met dikke muren. Van de 14 meter hoge toren werd de bovenste verdieping (met kantelen) afgehaald, die was te veel een mikpunt. Aan de oostkant van de toren werd een bakstenen ‘contrescarpgalerij’ van 11 meter hoog gebouwd; die was aan de vijandkant voorzien van een dikke aarden dekking tegen granaatinslagen. Zo was vanuit het oosten niet meteen te zien dat hier een fort lag. De halfronde binnenplaats zorgde voor lucht en licht in de donkere vertrekken. Na de oorlog werd het fort gebruikt door de Luchtmacht en van 1968 tot 1996 had de Landmacht hier een munitiewerkplaats. Nu gebeurt er niets
langs de linie 131
gebouwd, een klein verdedigingswerk dat een stuk Lekdijk bewaakte dat voor Fort Honswijk in een dode hoek lag. Tot voor kort was hier een opruimingscommando voor explosieven actief. Ook dit werk is nog niet toegankelijk. Van de loopgravenstelling Werk aan de Groeneweg, een kleine 2 kilometer ten oosten van Fort Honswijk, is niet heel veel meer te zien. De aarden wallen en loopgraven zijn bij egalisering van het terrein goeddeels verdwenen. Staatsbosbeheer heeft het terrein teruggegeven aan de natuur. Ook staan er hoogstamfruitbomen. Naast restanten van een gracht zie je hier een hele sliert betonnen groepsschuilplaatsen; de meeste werden in 1918 aangelegd voor de bemanning van de loopgraven.
Bereikbaarheid Het Eiland van Schalkwijk is per auto en per fiets gemakkelijk bereikbaar. Vanuit Nieuwegein, bijvoorbeeld vanaf de Plofsluis, vanuit Houten en vanaf de A27, afslag 28, richting Tull en ’t Waal. Vanuit Culemborg met een pontje over de Lek.
2/54%')$3
,!.'3ß $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
routes
5
132 langs de linie
Langs de weg werd begin 20e eeuw een aantal betonnen schuilplaatsen gebouwd; die zijn deels nog intact. Net ten noorden van Fort Honswijk was in dezelfde periode Lunet aan de Snel
Houten
Sc
ha
lk w
Werk aan de Waalse Wetering
ijk
se
't Goy We te
inundatiekanaal
Tull
rin
Am
g
Huis Vuylcop
ste
Schalkwijk
rd a
m-
R ijn
ka n
aal
stuw Brink
't Waal Werk aan de Korte Uitweg
PRO
VIN
CIA
LE W
EG
G
Recreatieplas Everstein GEDEKTE GEMEENSCH APSWE
meer, ook niet aan onderhoud; de mooie toren staat danig te verkommeren. De inundatiesluis die tegelijk met het fort was gebouwd is in 1985 verdwenen bij een verzwaring van de Lekdijk. Het inundatiekanaal is echter wel bewaard. Water dat via de sluis bij het fort werd ingelaten stroomde door dit 3 kilometer lange kanaal naar de Schalkwijkse Wetering en kon zo het gebied ten zuiden van Utrecht bereiken. De aarde die vrijkwam bij het graven van dit kanaal werd deels gebruikt om naast het kanaal een wal op te werpen tussen Honswijk en het Werk aan de Korte Uitweg (zie kader). In de beschutting van deze wal konden militairen zich met hun materieel tussen de twee forten verplaatsen zonder dat de vijand dat kon waarnemen. Dit is de enige nog gave gedekte gemeenschapsweg in de Waterlinie. De recentelijk gerestaureerde weg is nu bestemd voor wandelaars en fietsers.
Voor een stadswandeling door Naarden Vesting zie het routeboekje. Die wandeling voert onder andere langs diverse bastions en andere vestingwerken.
Hagestein
Polder Blokhoven
Fort Honswijk Honswijk
Tienhoven
LE
KD
Lek IJK
Everdingen
Fort Everdingen veerpont Werk aan het Spoel
Goilberdingen
Culemborg 0
500m
langs de linie 133
Combineer Culemborg met de uiterwaarden
blindgangers, bommen en granaten
134 langs de linie
Toe aan even rust en iets te drinken na die interessante fietstocht door de prachtige omgeving, of die leuke wandeling door het oude stadje? Op een van de gezellige terrassen op de Markt van Culemborg is het ’s zomers heerlijk bijkomen! Er is ook nog eens veel te zien: delen van de stadsmuur die bewaard zijn, een stadspoort, een weeshuis, oude kerken en heel veel prachtige woonhuizen. Je kijkt je ogen uit! De uiterwaarden van de Lek hebben nogal wat positieve veranderingen ondergaan. Aan de zuidelijke Lekdijk liggen twee Waterlinie-forten die helaas beide (nog) niet toegankelijk zijn. Toch is het de moeite waard om even om Fort Everdingen heen te lopen of te fietsen.
langs de linie 135
culemborg Muiden
Naarden
Utrecht
Culemborg
Gorinchem
In de Linie Met Fort Honswijk op de andere oever vormde Fort Everdingen de afsluiting van het zogenaamde Lek-acces; de brede rivier en de hoge dijken aan weerszijden boden een mogelijke doorgang als het gebied van de Waterlinie onder water was gezet. Belangrijk was ook de verdediging van de inundatiesluis hier. Dertig jaar eerder, in 1815, was het Werk aan het Spoel aangelegd; deze versterking moest met geschut een inundatiesluis verdedigen.
Explosieven opruimingsdienst
Culemborg en de uiterwaarden De twee genoemde forten liggen op korte afstand van de oude stad Culemborg. Over een grasdijk langs de rivier zou je het stuk kunnen lopen, te beginnen bij de sfeervolle veerpont over de Lek. Maar je kunt ook een fiets huren bij het station van Culemborg. Een tochtje over de Lekdijk, langs de forten, kan worden gecombineerd met de Diefdijk (zie bladzijde 140). En aan de overkant van de rivier lonkt een wandeling door het ‘nieuwe’ natuurgebied Steenwaard. Rond
Nog altijd is op Fort Everdingen de Explosieven Opruimingsdienst van de Landmacht actief. In dit fort is een röntgenafdeling gevestigd en hier werd de ‘wheelbarrow’ gekoesterd, het robotje op rupsbanden dat op verdachte objecten wordt afgestuurd om informatie te verzamelen. Ook op Het Spoel zat de EOD. In 1960 deed zich daar een enorme explosie voor bij het vernietigen van afgekeurde munitie; één dode en een aantal zwaar gewonden waren het gevolg. De Dienst is inmiddels grotendeels verplaatst naar een gebouw op een industrieterrein van Culemborg.
De EOD werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog opgericht in verband met de behoorlijke hoeveelheden achtergebleven explosieven. Eén op de tien bommen was een blindganger. Nog altijd worden ongesprongen bommen en granaten aangetroffen bij graafwerkzaamheden, bijvoorbeeld bij de aanleg van nieuwbouwwijken. Sinds de jaren ’70 ontleent de EOD steeds meer zijn bestaansrecht aan mogelijk gevaarlijke situaties die te maken kunnen hebben met terroristische acties (zoals een verlaten tas op het perron). Deze zogenaamde geïmproviseerde explosieven, de ‘zelfgemaakte bommen’, zorgen
voor het lastigste en het gevaarlijkste werk. In heel Nederland worden jaarlijks zo’n 2500 meldingen door politiebureaus gedaan. Sinds een jaar of tien bestaan er ook commerciële ondernemingen op het gebied van zoeken naar mogelijke explosieven. De technische expertise daarvoor werd veelal bij de EOD weggekocht. Daarna zijn de arbeidsvoorwaarden bij de EOD verbeterd, vooral rond de lange uitzendingen naar het buitenland. Het Explosieven Opruimingscommando Koninklijke Landmacht (EOCKL, centrale staf van de diverse EOD’s) voert onder de vlag van de Verenigde Naties ook humanitaire mijnruimoperaties uit.
1 136 langs de linie
langs de linie 137
2000 zijn hier met graafmachines de oude strangen (dode rivierarmen) weer uitgegraven. Het aantal vogelsoorten neemt nog toe. In het gebied, waar de spoorlijn dwars doorheen loopt, heeft spo Staatsbosbeheer atsb eh he een wandeling van vijf kilometer uitgezet. Ook aan de Culemer ui u borgse kantt zi zijn de uiterwaarden ‘teruggegeven n aan a de natuur’. Functieveranderingen van ui uiterwaarden zijn vanaf nu vooral gericht op het voorkomen van overstromingen (zoals al in 1993 en 1995). In het plan ‘Ruimte voor d de rivier’ zijn dijkverbeteringen vastgelegd en maatred g gelen die de opvangcapaciteit van el a uiterwaarden weer vergroten. Gelukkig e ro kan dat met d laatste vaak samengaan e natuurontwikkeling en recreatiemogelijkuu c heden. e Maar ook niet over. a sla Culemborg zelf o Tussen de grote bedrijventerreinen en ss n 20e-eeuwse woonwijken enerzijds en de 0e n Lek anderzijds ligt een prachtige middelLe p eeuwse stad, waarschijnlijk eind 13e eeuw ij ontstaan. De kasteeltuin herinnert aan die tu periode. Het handelsdorpje ontwikkelde els zich in de 14e en 15e eeuw tot een omgrachte stad met monumentale dm gebouwen. Tot de Franse Tijd was Culemborg org een onafhankelijke graafschap. De in de 18e eeuw ingezakte p. economie kwam weer tot leven na de con aanleg van de spoorlijn Utrecht-’s-Hertogenbosch. De ambachtelijke meubelindustrie die toen ontstond kreeg in de 20e
138 langs de linie
een beetje te zien maar niet toegankelijk. Sinds 1994 is deze plek gekraakt. Op het zuidelijke deel heeft één van de krakers een autowerkplaats. Het noordelijke deel van Het Spoel wordt bezet door wat meer militante krakers. Er bestaan plannen voor restauratie van de gebouwen; hier moet een openluchttheater komen en een ‘forthuis’ dat onder meer als restaurant kan dienen. Toen in 1865 de spoorlijn Utrecht -’s-Hertogenbosch werd aangelegd op een hoge dijk, hemelsbreed op 1400 meter van het fort, ontstond een bijzondere situatie. In oorlogstijd kon de vijand achter de hoge spoordijk ongezien geschut opstellen dat zowel voor Het Spoel als voor Fort Everdingen bedreigend was. Ten zuiden van het Werk aan het Spoel staat in het weiland een kogelvanger. De hoge muur op drie poten is het overblijfsel van een schietbaan die in 1939 is aangelegd.
eeuw een vervolg in de fabrieken Gelderland (vanaf 1936) en Gispen (vanaf 1934 in Culemborg), merken die naam maakten op het gebied van design. De Gispenfabriek op het industrieterrein Pavijen heeft een museum dat de vier stijlperioden van het merk laat zien. Alleen, net als de forten hier in de buurt, je komt er niet zo maar in. Zie gispen.nl. Attracties van reusachtig formaat heeft Culemborg niet. Het totaal van oude kerken, het stadhuis, het Elisabeth-weeshuis (museum), de Binnenpoort, de oude straatjes, de stadsmuur en vooral de tientallen prachtige woonhuizen vanaf de 16e eeuw zijn wel goed voor een uurtje heerlijk wandelen. Helaas lukte het ook de Culemborgers tegenwoordig niet meer een VVV in leven te houden, maar de Openbare Bibliotheek aan de Herenstraat, bij het Museum Elisabeth-weeshuis, heeft een gratis brochure met een stadswandeling. De stad telt enkele galerieën en van de bijzondere winkels noemen we ‘Willemien eetwaar’ in een monumentaal pand aan de Markt. Bij voedingsspeciaalzaak Willemien wordt verkocht, geadviseerd en geserveerd; veel producten van rond de Middellandse Zee maar ook uit Engeland en Azië.
Bereikbaarheid
Vogelaars, opgelet Jammer genoeg zijn Fort Everdingen en Werk aan het Spoel in de Lekdijk tussen Everdingen en Culemborg niet te bezoeken. Fort Everdingen is nog altijd eigendom van het Ministerie van Defensie (zie ook het kader Explosieven Opruimingsdienst). Het fort werd tussen
1842 en 1847 gebouwd op het punt waar de Diefdijk de Lekdijk raakt. De Diefdijk wordt in het volgende hoofdstuk van dit boek besproken. Mooiste gebouw - we noemen het toch maar even - is de ronde bomvrije toren waar rond 1875 een ‘contrescarpgalerij’ met aarden wal voor is gebouwd aan de oostkant. De toren werd daarmee gecamoufleerd en beschermd tegen het inmiddels verbeterde geschut. Dit fort bewaakte ook een sluis en een kanaal die voor de onderwaterzettingen konden worden gebruikt. Deze ‘sluisbeer’ met zijn drie hoge gaten is gelukkig wel te zien, aan de Culemborgse kant. De sluis is gebouwd in een hoge ‘beer’, een gemetselde waterkering. Met deze inundatiesluis werd Lekwater in de gracht ingelaten dat van daaruit naar de
onder water te zetten gebieden kon worden geleid. In de loop der jaren is de begroeiïng van het fort fors toegenomen. De mooie gracht rondom het fort is een prima spotplek voor vogelaars die hier, bij de uiterwaarden van de Lek, toch al niet slecht zijn bedeeld. In het fort overwintert een groot aantal vleermuizen. Een kilometer ten westen van Fort Everdingen ligt het Werk aan het Spoel. Deze versterking werd rond 1815 aangelegd ter bewaking van de hier gebouwde inundatiesluis. Deze ‘waaiersluis’ is bij de dijkverzwaring in 1978 verdwenen. In oorlogstijd werd de weg om het fort heen gelegd. Nu - het is per slot van rekening vrede hier - loopt de weg er dwars doorheen. Beide delen zijn vanaf de weg
Daar zit het probleem niet. Beide forten aan de Lekdijk zijn gemakkelijk vindbaar. Vanaf Culemborg neem je de Goilberdingerdijk. Voorbij veel nieuwbouw rijd je dwars door het Werk aan het Spoel heen. Iets verder, bij de Diefdijk, slingert de dijk om Fort Everdingen. Wie met de auto Culemborg bezoekt kan gratis parkeren tussen de oude stad en de Lek, op de Palumbusplaats bijvoorbeeld.
2/54%')$3
,!.'3ß $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
routes Voor een stadswandeling door Naarden Vesting zie het routeboekje. Die wandeling voert onder andere langs diverse bastions en andere vestingwerken.
langs de linie 139
Van drassige grienden tot bloesemende boomgaarden
tussen de brede lek en liefijke linge
140 langs de linie
De hoge, smalle Diefdijk ziet er anders uit dan gebruikelijk is in een rivierenlandschap. De dijk staat haaks op de andere dijken en er is geen water te bekennen. ‘Ten koste’ van de Geldersen moest deze dwarsdijk namelijk het water uit Holland houden. De eeuwenoude Diefdijk toont enkele opmerkelijke Waterlinie-objecten, bij de A2 en bij de spoorlijn. Wie hier fietst, ziet het meest van de weelderig gedijende natuur rond de dromerige ‘wielen’. Een horecastop kan heel goed in het oude dorpje Schoonrewoerd. Als de fruitbomen in bloei staan is het hier top.
langs de linie 141
diefdijk In de Linie
Muiden
De Diefdijk diende als inundatiekering als het gebied ten oosten ervan onder water werd gezet. Er staat nog een groot aantal groepsschuilplaatsen langs de dijk en restanten van kazematten, geschutsplaatsen. Bij de twee grote accessen in de linie, de snelweg A2 en een spoorlijn, zijn verdedigingswerken aangelegd.
Naarden
Utrecht
Culemborg
Langzaam van Lek naar Linge
Diefdijk
Een tocht over de Diefdijk, bij voorkeur per fiets, laat veel moois zien. De drassige grienden, de rietveldjes, de bloesem in de boomgaarden, de watervogels in de wielen, kleine bosjes en bloemrijk grasland. En daarbij komen nog de curieuze bouwwerken die met de Waterlinie hebben te maken. Beginnend bij de Lekdijk bij Fort Everdingen (zie vorig hoofdstuk) valt meteen het grote aantal groepsschuilplaatsen op links van de dijk, de zogenaamde piramides uit 1940. Voorbij de rotonde wordt steeds beter zichtbaar dat rechts, aan de ‘droge’ Hollandse kant, veel meer huizen en boerderijen staan dan aan de veel vochtiger Gelderse kant. Het ooit welvarende dorp Paveie – de naam leeft nog voort in een Culemborgs industrieterrein – verzoop na de aanleg van de Diefdijk. Tegenover Diefdijk nummer 13, zo’n 500 meter vóór de snelweg, is een terrein met een hek eromheen. Tussen de bomen staat een bakstenen
Gorinchem
De prachtige, zeven eeuwen oude Diefdijk De Diefdijk staat haaks op de dijken van de Lek en de Linge. Over een lengte van net geen tien kilometer vormt hij hier de grens tussen de provincies Zuid-Holland en Gelderland. En dat is geen toeval. Van oost naar west gerekend komt het land steeds lager te liggen. De rivieren zorgden voor veel watertoevoer naar het laaggelegen Holland. Traden de rivieren buiten hun oevers en waren de rivierdijken te licht of te laag, zoals in tijden van veel regen, dan overstroomden grote delen van het rivierengebied. In 1277 had de Alblasserwaard een sluitende ring van afdoende dijken. Daardoor kreeg het gebied ten oosten daarvan, de latere Vijfheerenlanden, veel last van hoog water. De heren daar besloten in 1284 de bestaande ‘Diefweg’ te verhogen waardoor die als waterkering zou gaan dienen. In de eeuwen die volgden zou de Diefdijk af en toe doorbreken en werd de dijk vervolgens weer verhoogd. Daarvoor werd aan beide zijden van de dijk klei afgegraven. Het Gelderse gebied ten oosten van de dijk had regelmatig met wateroverlast te kampen. Het bleef dan ook lang dun bevolkt. In die drassige laagten ontstonden zogenaamde
grienden, wilgenbosjes waarvan de takken en de tenen werden benut voor gebruiksvoorwerpen en als bouwmateriaal. In 1587 bereikte de Diefdijk bijna de huidige hoogte, zeven meter boven NAP. Zo’n standaard als Normaal Amsterdams Peil (0 meter) was er voor de 17e eeuw niet en dat zorgde nog wel eens voor problemen. Elke plaats had een ‘peilsteen’, die als hoogtemaat werd gebruikt. Maar de peilstenen waren niet overal gelijk. De peilsteen van Arkel bijvoorbeeld bleek meer dan 50 centimeter in hoogte te verschillen met die van Vianen. Dijkvakken bleken soms qua hoogte niet goed aan te sluiten. Betere samenwerking tussen besturen en meer inzicht in waterbeheersing zorgden ervoor dat de bedijking steeds effectiever werd. Na 1809 is de Diefdijk niet meer doorgebroken. Maar er zijn nog wel enkele prachtige overblijfselen van ongetwijfeld verwoestende doorbraken tijdens de Tachtigjarige Oorlog. In 1571 brak de dijk door ter hoogte van Schoonrewoerd, twee keer zelfs. Toen de dijk in 1573 weer op diezelfde plek doorbrak, kreeg men het niet voor elkaar om meteen weer het herstel ter hand te nemen. Door de oorlog
duurde het nog vier jaar voordat de dijk werd gerepareerd. Zo ontstond het grootste ‘wiel’ (of waal of weel) van Nederland, het Wiel van Bassa. Als de dijk bezwijkt, stort het water zich met grote druk door een kleine opening. Op die plek ontstaat door het draaiende, kolkende water een diep gat. Dat is vaak zo diep dat de dijk er bij reparatie omheen most worden gelegd. Hier bij Schoonrewoerd is het gat wel acht meter diep, dus voordat dat was gedicht ... Het uitgespoelde bodemmateriaal was veelal vruchtbare klei waardoor de achterliggende gronden zich leenden voor tuinbouw of fruitteelt. Aanvankelijk moest de Diefdijk dus beschermen tegen het water. In de Hollandse Waterlinie kreeg de Diefdijk ook een militaire functie. Hij diende als achterkering voor een groot inundatiegebied. Doorsnijdingen van een spoorlijn of een autoweg vormden accessen in de verdedigingslinie en die moesten weer worden gecompenseerd met een verdedigingswerk. Nu zijn er op veel plaatsen in de dijk weer verzwakkingen geconstateerd; die worden veroorzaakt doordat er water onderdoor loopt en dat neemt zand mee, ‘piping’ genoemd. Vanaf 2010 worden de zwakke plekken in de dijk verbeterd.
1 142 langs de linie
langs de linie 143
4
gebouwtje met een pijpje op het dak. Dit zijn de overblijfselen van de zogenaamde Culemborgse vuurwerkramp uit 1991. In de jaren ’80 vestigde zich hier een kleine vuurwerkfabriek, MS Vuurwerk. Om de kazemat werd een muur gebouwd. In de ‘bunker’ werd onder meer kruit bewaard. In februari 1991 deed zich een zware ontploffing voor waarbij twee mensen omkwamen. Er was een enorme schade, ook bij de woningen en boerderijen in de omtrek. Auto’s die op de nabijgelegen A2 reden werden door de drukgolf bijna van de weg geduwd. Alleen de ommuurde kazemat uit 1936 bleef intact. De rest van het fabriekje werd vernield en is inmiddels verdwenen. Iets verder snijdt de A2 dwars door de Diefdijk. In 1935 werd hier de Rijksweg 26 aangelegd. De weg lag wat hoger dan het omringende land en vormde zo een acces door de linie. Dat werd afgegrendeld door twee kazematten ten noorden van de weg. Pal naast het viaduct ligt de
144 langs de linie
onlangs gerestaureerde kanonkazemat; die valt nu goed op door de nieuw aangebrachte camouflagekleuren?! Tussen kazemat en viaduct is een uitzichtplateau met een grote liggende plattegrond van de Waterlinie. Het viaduct is meer dan het lijkt. Tot voor een paar jaar was hier een opmerkelijke constructie te zien van stalen platen die konden worden neergelaten als er hoog water was, een beweegbare waterkering dus. Omdat de snelweg moest worden verbreed – er is nu plaats voor 2 x 4 rijbanen in plaats van 2 x 2 – is deze transparante constructie in 2004-2006 vervangen. Nu kunnen kokerliggers met behulp van kranen worden neergelaten. De betonnen balken liggen links naast de weg. De opening in de dijk ging van 26 naar 66 meter. Voorbij de snelweg maakt de dijk een bocht naar rechts. Je rijdt nu om een wiel heen met de naam De Waai. Rechts ligt een bed&breakfast met een mooi gastenverblijf dat boven water is gebouwd. Op de natte graslanden komt
het zeldzame moeraskartelblad voor. Het wiel ligt aan de rand van het zogenaamde Project Molenkade, een gebied in de oksel van Diefdijk en A2. Daar worden de voormalige inundatievelden zichtbaar gemaakt, om de historische Waterlinie beter te kunnen ervaren. Dan wordt het tijd voor het grootste en een van de mooiste wielen van Nederland, het Wiel van Bassa dat ook wel Schoonrewoerdse Wiel wordt genoemd of Kruithofwiel naar een boerderij aan de zuidrand. Het wiel – sommigen zeggen de wiel - is ideaal voor eenden. Het landschap eromheen is gevarieerd: er komt zand, klei en veen voor en de bodem wordt gebruikt voor boomgaarden, weilanden, hooilanden en grienden. Op lage, natte plekken liggen rietvelden en waar het droger is zijn akkers en moestuinen. Die variatie zorgt ook voor veel diersoorten: water- en weidevogels, vissen, kikkers en watersalamanders, en heel wat vlinders in de zomer. Bijna voorbij het wiel, in de haakse bocht naar links, ligt de 17e-eeuwse boerderij
langs de linie 145
5
146 langs de linie
De Kruithof met rieten daken. Rechts ervan staat het Dordtse Huis. Naast en achter dit statige pand loopt de tuin met fruitbomen af naar het water. Niet alleen bestuurders uit Vijfheerenlanden, direct westelijk van de Diefdijk, maar ook de heren van de verder weg gelegen Alblasserwaard hadden belang bij deze dijk. Met regelmaat kwamen zij de dijk inspecteren en vergaderden ze met hun collega’s van Vijfheerenlanden. In de 18e eeuw werd daarvoor dit polderhuis gebouwd als logement en vergaderruimte. Vanaf het wiel of de waal leidt de Kerkweg naar het oude dorp Schoonrewoerd, een mooie onderbreking voor boodschappen of een terras. Dat kerkdorp is in de 13e eeuw aangelegd op een zandrug. Door het veengebied liepen vroeger kleine riviertjes en stroompjes. De oeverwallen bestonden uit door het water meegesleept zand. Toen de veengrond vanaf de 12e eeuw werd bemalen (en polders ontstonden) klonk de bodem in maar de zandruggen niet. Die vormden een solide ondergrond voor de aanleg van wegen of de bouw van huizen. Schoonrewoerd heeft een intieme dorpskern langs de oude Dorpsstraat, op de kruising rechtsaf. De rest is hoofdzakelijk van na de Tweede Wereldoorlog. Tapperij eetcafé De Zwaan met terras biedt de mogelijkheid om
wat te drinken en te eten, als het tenminste geen zondag is. Verderop in de Dorpsstraat staan behalve een aantal winkels twee protestantse kerken. De Hervormde kerk is de oudste, de robuuste toren in laat-romaanse stijl werd in de 14e eeuw gebouwd. De rest van het gebouw is minder oud; oorlog en storm vernielden veel in de 17e eeuw. De bakstenen dorpspomp vóór de kerk is uit 1908. Het vierkante (voormalige) raadhuisje op nummer 47 werd in 1926
gebouwd. Mogelijk tref je de ooievaars in hun nest op het tentdak. De bewoners van Schoonrewoerd ergeren zich danig aan ‘die lui van buiten’ die met 50, 60 kilometer per uur door hun 30 km-zone scheuren; zodanig dat hardrijders op een weblog worden geregistreerd. Schoonrewoerd biedt twee bed&breakfast-adressen, ‘Boerderij De wetering’ aan de noordkant van het dorp en ‘Achter De Linden’ tegenover de kerk. Weer richting Wiel van Bassa valt je misschien op dat hier nog hoogstambomen voorkomen, hoge fruitbomen, vaak ook niet in heel rechte patronen. Om het plukken efficiënter te maken wordt in de fruitteelt al tientallen jaren gebruik gemaakt van lage boompjes of ‘spillen’. Geen trappen of ladders meer nodig maar ook geen camera. Ten oosten van Leerdam doorsnijdt de spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen de Hollandse Waterlinie. Om dit acces te beveiligen werd in 1880 aan beide zijden van het spoor een versterking gebouwd.
Bovendien lag het spoor zowel voor als achter het verdedigingswerk op beweegbare kraanbruggen; één ervan is bewaard gebleven. Door de brug met het spoor weg te draaien werd de toegang verhinderd. De kraanbrug is een ontwerp van Rijkswaterstaat-ingenieur Willem Conrad, een veelzijdige waterbouwkundige en spoorwegspecialist die een belangrijke rol had bij de aanleg van het Suezkanaal; hij overleed op de terugreis uit Egypte waar hij de plechtige opening van het kanaal had bijgewoond. Dit terrein is particulier bezit en niet toegankelijk; het bomvrije wachthuis is tot woning omgebouwd. Aan de rechterkant van de Diefdijk staat de mooie, hoge en witgepleisterde fortwachterswoning uit 1877. De ronde plas naast het fort is overigens ook een wiel, het gevolg van een dijkdoorbraak. De Diefdijk eindigt bij de Lingedijk. Op de rotonde kun je rechts naar Leerdam met onder meer het Glasmuseum. Links ligt het stille Lingedorpje Acquoy met zijn scheve toren. Voor Asperen met zijn torenfort moet je rechtdoor. Dat wordt besproken in het volgende hoofdstuk.
Bereikbaarheid De Diefdijk j loopt p van Fort Everdingen aan de Lek tot aan de Linge tussen Leerdam en Asperen. Grotendeels is dat rustig, landelijk gebied. Bij Leerdam vraagt het verkeer wat meer aandacht. De stations van Culemborg en Leerdam kilometer van rdam liggen 17 kilomet elkaar, een mooie dagwandeling. dagwandeling
2/54%')$3 ')$3 '
,!.'3ß '3 ' .)% $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
routess Voor een stadswandeling door Naarden Vesting zie het routeboekje. Die wandeling voert onder nder andere langs diverse bastions en andere vestingwerken.
langs lan de linie 147
Zelf dwalen door de twaalf vertrekken
fort asperen verdedigt de romantiek van de linge
148 langs de linie
Voordat een jaar of tien geleden de Nieuwe Hollandse Waterlinie opnieuw onder de aandacht kwam, had Fort Asperen met exposities zijn een naam al gevestigd. Mensen uit het hele land wisten het sfeervolle, ronde fort te vinden en dat is nog steeds zo. De als taveerne gebruikte loods met een mooi terras is bijna een doel op zich. Wat een genot om daar aan het eind van de middag een biertje te drinken! Asperen ligt in één van de mooiste delen van het rivierengebied, aan de Linge. Natuurlijk is de bloesemtijd hier favoriet, maar dit intieme gebied met zijn wisselende stemmingen is het hele jaar een goede bestemming, zeker voor fietsers.
langs de linie 149
hier een manifestatie rond de Ark van Noach. Fort Asperen is een van de leukste en best toegankelijke forten van de Hollandse Waterlinie (mei tot oktober, niet op maandag). Je kunt zelf door het fort dwalen (toegang € 2,50 als er geen tentoonstelling is). Voor rondleidingen kun je op de website kijken, www. fortasperen.nl. Bij de entree zijn kleine en grote boeken over het fort verkrijgbaar voor nadere uitleg. Daar zie je in de originele sleutelkast meteen ook de plattegrond van de drie verdiepingen. De kern van het fort is een ronde licht- en luchtkoker van 5 meter doorsnee. Daaromheen loopt een rondlopende gang. Die geeft op elke verdieping toegang tot twaalf vertrekken. Op de begane grond zit in elk vertrek in de linkerwand een smalle houten deur. Daarachter zit een zogenaamde druipkoker. Hierdoor liep regenwater dat op het dak werd opgevangen. Hoewel het water op het dak in lagen zand en grind gefilterd werd, bleek het toch niet geschikt te zijn als drinkwater. In de kelder bevinden zich onder meer de keuken, het privaat (wc’s), de regenwateropvang (cisterne) en ruimten voor opslag en logies. De bovenetage bevat logiesruimten en officiersvertrekken. Bij de recente restauratie van het dak van het fort moest een onverwacht dikke laag aarde van zes meter worden verwijderd. Er kwam een gaaf gewelfd dak tevoorschijn.
fort asperen Muiden
Naarden
Utrecht
Culemborg
Fort Asperen Gorinchem
In de Linie Het Fort bij Asperen werd in 1845-1847 aangelegd op de noordelijke Lingedijk. Het moest het Linge-acces afsluiten, dat wil zeggen voorkomen dat de vijand via de rivier of over de dijken door het geïnundeerde gebied kon trekken. Om een onoverzichtelijke bocht in de Linge te verdedigen en om Asperen te ondersteunen werd in 1878 ten zuiden van de Linge het Fort aan de Nieuwe Steeg aangelegd; dat fort is nog niet toegankelijk.
Geofort in wording
Cultuurfort Asperen In het voorjaar en zeker in de zomer, als de bomen hun volle blad dragen, loop je vanaf de dijk een idylle tegemoet: een door water omgeven rond bakstenen fort met daarnaast een sfeervolle houten loods met op de voorgrond een gezellig terras. Al sinds 1984 worden ’s zomers op Fort Asperen tentoonstellingen gehouden, veelal van beeldende kunst of architectuur, maar ook wel eens over het fort en de natuur. In 2006 verzorgde de Engelse filmregisseur Peter Greenaway
Sinds enkele jaren werken fortbeheerders Bart Bennis en Willemijn Simon van Leeuwen samen met eigenaar Staatsbosbeheer en vele anderen aan het zogenaamde Geofort. De bedoeling is om van het Fort aan de Nieuwe Steeg een trefpunt te maken voor iedereen die geïnteresseerd is in cartografie en navigatie. Educatie zal een belangrijk onderdeel zijn van het aanbod. Het fort ligt anderhalve kilometer van Asperen, iets ten zuiden van de Lingedijk, in het open land van de komgronden. Vanaf 2010 zijn hier de eerste activiteiten te bezoeken. Speur-
spellen in de omgeving bijvoorbeeld, waarbij je met behulp van GPS-navigatie anderen kunt ‘tracken en tracen’. Ook het GeoRestaurant met terras moet medio 2010 opengaan, en een natuurspeeltuin waarin het ontdekken centraal staat. In de winkel zal alles wat met GPS en navigatie te maken heeft te bekijken, uit te proberen en te kopen zijn. Een jaar later zal de GeoExperience van start gaan. Daar ervaar je het belang van geo-informatie en cartografie voor het dagelijks leven.
1 150 langs de linie
langs de linie 151
Nadat de Waterlinie sinds de Tweede Wereldoorlog vanwege moderne tactische ontwikkelingen in onbruik was geraakt, leidden de restanten van het unieke defensiesysteem tot de zomer van 1986 een min of meer slapend bestaan.Toen organiseerde de Stichting Fort Asperen onder leiding van de legendarische mr Piet Cleveringa een succesvolle tentoonstelling en gaf zij een rijk geïllustreerd boek uit over de Hollandse Waterlinie. Sinds die tijd is in de media, bij historici en de politiek de aandacht gegroeid voor het bijzondere verhaal en de tastbare restanten van de Waterlinie.
In de houten artillerieloods naast de ronde toren is de Taveerne ingericht voor eten en drinken; die is dagelijks open van maart tot in oktober. Tegenover de ingang van het fort ligt de Lingesloep in het water; voor verhuur zijn vijf sloepen beschikbaar. Voor informatie en reservebe ring zie www.lingesloepleerdam.nl. ww w.li Aan de and andere kant van de sluizen, aan de d Zuiderlingedijk, edij ligt het kleine zusterfort van Fort Asperen: ren de Wapenplaats. Het terrein is niet toegankelijk, maar de eg openbare Lingedijkk lloopt er midden overheen. De Wapenplaats ligt bij een np inundatiesluis uit 1815;; d de houten waaiersluisdeuren zijn in w i 1924 vervangen door ijzeren deuren. oo
152 langs de linie
Dromerige plekjes aan de Linge Als je vanaf Leerdam bent gekomen heb je voordat je bij het fort was enige tijd tegen de wal van het stadsdorp Asperen aangekeken. Ook al kreeg de plaats in de 13e eeuw stadsrechten en vervolgens een stadsmuur, erg stads doet het meer dan duizend jaar oude plaatsje niet aan. Asperen was door de eeuwen heen hoofdzakelijk gericht op de landbouw; veepest en overstromingen bepaalden de mate van voorspoed. Binnen de omwalling vind je nog steeds een aantal stadsboerderijen, bijvoorbeeld aan de Voorstraat en de Minstraat. Wandelen door en langs het ommuurde en omwalde gedeelte tussen de grote kerktoren en de sluizen is heel leuk. De wal aan de Lingekant is erg mooi door de uiterwaard met park en tuinen. De westelijke wal grenst aan weilanden. Aan het eind van de nu droge Vissersdijk/Hoge Minstraat ligt de Waterpoort, althans het onderste deel dat rond 1980 weer werd opgemetseld. Aan de noordkant van het oude deel staat de Hervormde kerk met de hoge toren die on-Hollands rijk is versierd. Het 15eeeuwse gebouw werd praktisch opnieuw opgebouwd na een stadsbrand in 1896. Tegenover de kerk ligt tussen de bomen het voormalige raadhuis, een villa uit 1893. Bij de ingang van het park staat rechts een bord met een leuke gemarkeerde wandeling van anderhalf, twee uur rond Asperen. In een 19e-eeuwse arbeiderswoning op Achterstraat nummer 64 is Museum
Oud-Asperen ingericht, open op zaterdagmiddagen in de zomer. De oudheidkamer geeft een beeld van het leven van een arbeidersgezin aan het eind van de 19e eeuw. Koffiedrinken kun je bij ‘echte bakker’ Van der Spek, middenin de Voorstraat. Tussen de ‘oude stad’ en het fort ligt de dubbele sluis in de Linge uit 1809 en 1862, gebouwd als keersluis om hoog water uit Holland weg te houdenen om inundatiewater op te stuwen. Acquoy ligt een kilometer ten oosten van Asperen en heeft ook weer een prachtige ligging aan de Linge, dat wil zeggen aan een afgesneden oude U-bocht. Midden op de Lingedijk ligt café Lingezicht op je te wachten. Behalve om zijn mooie ligging is Acquoy bekend om zijn scheefgezakte kerktoren uit de 15e eeuw. Hij staat meer dan een meter uit het lood. Mogelijk is daarom al in de 18e eeuw de bovenste geleding afgebroken. Het mag duidelijk zijn dat de toren al was verzakt ver voordat de vrouw van de dominee, met als meisjesnaam Pisa, hier werd begraven.
Fietsen langs de Linge is erg populair. Als het niet al te druk is op de dijkjes – in het weekend zijn er veel motorrijders – kun je hier heerlijke tochten maken. Het Lingelandschap is lieflijk, er zijn mooie oude dorpjes en de vele fruitboomgaarden geven het gebied een eigen sfeer. Van Acquoy kun je verder naar Rhenoy en langs Beesd en het landgoed Mariënwaerdt over de Appeldijk richting Geldermalsen. Vanaf Asperen is het leuk om de Oude Zuiderlingedijk te nemen richting Spijk en Gorinchem. In Leerdam en in Enspijk kun je fietsen en kano’s huren.
2/54%')$3
,!.'3ß $%ß,).)% ß8ß7ANDELENßENß½ßETSENß
Bereikbaarheid routes Asperen ligt vlakbij Leerdam. Het fort ligt buiten het stadje op de andere Linge-oever. De wegen zijn hier smal. Bij het fort is ruimte voor een paar auto’s. In Asperen, aan de andere kant van de sluizen, is een parkeerplaats waarvandaan je in vijf minuten naar het fort loopt.
Voor een stadswandeling door Naarden Vesting zie het routeboekje. Die wandeling voert onder andere langs diverse bastions en andere vestingwerken.
langs de linie 153