Aanvullende nota screeningsnota – PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Dienst Ruimtelijke Planning
AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT
SCREENINGSNOTA VOOR HET PRUP REGIONAAL BEDRIJF WAEYAERTVERMEERSCH (KORTEMARK)
Dienst Ruimtelijke Planning – mei 2011
Aanvullende nota Screeningsnota – PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark
INHOUDSTAFEL 1.
INLEIDING...........................................................................................................................3
2.
MOBILITEIT .........................................................................................................................3
3.
BUFFERING ........................................................................................................................6
4.
WATERBEHEERSING .............................................................................................................7
Dienst Ruimtelijke Planning – mei 2011
2
Aanvullende nota Screeningsnota – PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark
1. Inleiding De dienst MER merkt in haar schrijven van 29 april 2011 op dat er in het dossier “onderzoek tot milieueffectenrapportage: PRUP Regionaal Bedrijf Waeyaert - Vermeersch te Kortemark”, niet werd ingegaan op de ongunstige adviezen. Er wordt een opsomming gegeven van de elementen die verder moeten uitgewerkt worden om te kunnen nagaan of een ontheffing van de planMER-plicht mogelijk is. Dit document geeft antwoord op deze vragen. De dienst MER vraagt het advies van de gemeente Kortemark naar aanleiding van de plenaire vergadering over te maken, niettegenstaande dat de gemeente Kortemark in het schrijven van 9/2/2011, dat is meegestuurd met de vraag tot ontheffing duidelijk aangeeft dat “Wat betreft het voorliggende verzoek tot raadpleging het college geen bijkomende elementen toe te voegen heeft aan de screeningsnota”. Om op de vraag van de dienst MER te antwoorden wordt alsnog het advies van de gemeente Kortemark op het voorontwerp RUP als bijlage aan deze nota toegevoegd. Gezien de inhoud van het advies zijn geen aanvullingen in de screeningsnota nodig.
2. Mobiliteit Er wordt gevraagd in te gaan op de concrete opmerkingen van het departement MOW en aan te tonen dat er geen aanzienlijk negatieve effecten zullen optreden voor wat betreft de discipline mobiliteit (meer specifiek: verkeersdrukte en verkeersveiligheid in de kern Edewalle). Dit geldt ook voor de opmerking van departement RWO afdeling Ruimtelijke Planning. Hieronder worden de verschillende opmerkingen uit het advies van het departement MOW weergegeven en voorzien van een antwoord. “Het mobiliteitsprofiel wordt eerder beperkt ingevuld. Een gemiste kans is dat voor de verschillende bedrijven in Edewalle, die nochtans aaneengesloten liggen, aparte RUP’s worden opgemaakt, met ieder een apart mobiliteitsprofiel. Derhalve is een globaal mobiliteitsprofiel niet voorhanden. Voor een kern als Edewalle is het natuurlijk van belang om te zien op de mobiliteitseffecten t.g.v. het geheel aan bedrijven beperkt zijn. Dit is niet af te leiden uit de voorgelegde gegevens;” Het onderwerp van het PRUP Regionaal Bedrijf Waeyaert – Vermeersch, behelst het bedrijf Waeyaert – Vermeersch. Zoals aangegeven in de screeningsnota p. 35 is het mobiliteitsprofiel voor het bedrijf als volgt samen te vatten: “De huidige bedrijfsvoering brengt in totaal ca. 80 à 90 voertuigbewegingen per dag met zich mee. Voor de uitbreiding van het bedrijf wordt een realistische toename van 20 à 30 % vooropgesteld, wat neerkomt op 100 à 120 bewegingen per dag.“
Dienst Ruimtelijke Planning – mei 2011
3
Aanvullende nota Screeningsnota – PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark
Het is dus aannemelijk dat deze beperkte bijkomende mobiliteit de draagkracht van de omgeving niet substantieel zal aantasten tov. de bestaande, feitelijke toestand. De opmerking die het departement MOW maakt, dat er geen globaal mobiliteitsprofiel voor handen is, is terecht. Het dient echter ook duidelijk te zijn dat de opmaak van dit PRUP - in uitvoering van een afgeleverd planologisch attest – in zijn schaal en context dient bekeken. “De mogelijke alternatieven worden enkel vanuit ruimtelijk hoek bekeken. Wat met een alternatief dat ervoor zorgt dat de vrachtwagenbewegingen van al deze grote bedrijven in Edewalle geen woongebied meer belasten?” Deze opmerking zou impliceren dat er in Edewalle een ringweg dient gerealiseerd, wat niet conform het provinciaal ruimtelijk structuurplan is. Bijgevolg is dit geen vallabel te overwegen alternatief. “De verwijzing naar de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door de deputatie voor het aanpalend meubelbedrijf geeft aan dat er wel degelijk problemen zijn m.b.t. de verkeersafwikkeling in de kern Edewalle” Dit betreft een interpretatie van de adviesverlener. In de screeningsnota is duidelijk aangegeven dat er kan “besloten worden dat de uitbreiding van het bedrijf Wayaert – Vermeersch met in bijzonder de geraamde toename aan transportbewegingen geen nefaste effecten zal hebben op de verkeersleefbaarheid van de kern Edewalle.” “Er wordt gesteld dat er 100 a 120 bewegingen zijn per dag enkel voor het bedrijf Waeyaert. De impact op de mobiliteit is niet in te schatten met de huidige aangereikte gegevens / data, daar er geen intensiteiten worden gegeven voor de omliggende wegen: Koekelarestraat en Makeveldstraat.” Er wordt verwezen naar de aanvulling gegeven bij het eerste punt. Het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Ruimtelijke Planning gaf omtrent de ontsluiting volgende opmerking: “Het voorontwerp biedt in zijn huidige vorm te weinig garanties dat de ontsluiting zal gebeuren via de Markeveldstraat. In de stedenbouwkundige voorschriften moet worden opgenomen dat de ontsluiting van het bedrijf dient te gebeuren langs de Markeveldstraat en dat het bedrijf niet rechtstreeks ontsloten mag worden op de Koekelarestraat. Daarbij wordt best ook nog opgenomen dat de bestaande ontsluiting op de Koekelarestraat moet afgesloten worden bij de eerste afgeleverde stedenbouwkundige vergunning. Wellicht is het ook aangewezen bepalingen over de circulatie en het parkeren op te nemen.”
Dienst Ruimtelijke Planning – mei 2011
4
Aanvullende nota Screeningsnota – PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark
In het verslag op de plenaire vergadering werd hieromtrent volgende opmerking gemaakt: “Als reactie op de stelling dat er te weinig garanties zijn dat de ontsluiting van het bedrijf
zal gebeuren via de Makeveldstraat (advies Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning) , geeft de dienst ruimtelijke planning van de provincie aan dat dit duidelijk in de voorschriften is opgenomen. Er wordt aangegeven dat er op vandaag geen ontsluiting is naar de Koekelarestraat. Dit zal worden verduidelijkt in de toelichtingsnota. Verder wordt onderzocht hoe de ontsluiting duidelijker kan worden gevisualiseerd.“ Citaat uit de stedenbouwkundige voorschriften van het voorontwerp PRUP, dat eveneens werd ter beschikking gesteld aan de dienst MER bij de vraag tot ontheffing opmaak planMER. “1.2.7 Binnen de gearceerde zone aangeduid op het grafisch plan zijn bebouwing,
constructies ifv. het stockeren van bedrijfseigen materialen en ontsluiting ten behoeve van het bedrijf niet toegestaan.”
Dienst Ruimtelijke Planning – mei 2011
5
Aanvullende nota Screeningsnota – PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark
3. Buffering Het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Ruimtelijke Planning gaf omtrent de buffering volgende opmerking: “In het planologisch attest werd de uitbreiding van het bedrijf aanvaarbaar geacht, op voorwaarde dat er voldoende garanties zijn voor het realiseren van een degelijke groenbuffer. De voorwaarde op het vlak van buffering geldt voornamelijk voor wat de buffering van de woningen in de Koekelarestraat en de woningen in de Vanhautestraat betreft. Het PRUP maakt deze voorwaarde onvoldoende waar: o Het ontbreekt aan een uitgewerkt ruimtelijk onderzoek en een visie naar de wijze waarop de buffering best wordt georganiseerd en vertaald naar het PRUP. o De ruimte voor de belangrijk buffer ten noorden van het bedrijf wordt reeds ingenomen door een bestaande vijver voor bluswater. Het behoud van deze vijver verhindert het realiseren van een afdoende buffering voor de woningen in de Vanhautestraat. Een bredere buffer of het verplaatsen van de vijver zijn mogelijkheden op hieraan te verhelpen. ” o Aan de westelijke zijde is de breedte van de buffer te beperkt om te kunnen spreken van een afdoende buffering. De beschikbare ruimte tussen de woningen en de bestaande bedrijfsgebouwen is zeer beperkt. De stedenbouwkundige voorschriften (artikel 3.2.3) voorzien dat bestaande gebouwen in de bufferzone niet kunnen herbouwd worden. deze optie bevat onvoldoende hefbomen om ter hoogte van de Koekelarestraat te komen tot een betere buffering van de woningen ten opzichte van de huidige situatie.” In het verslag van de plenaire worden hieromtrent volgende zaken opgenomen: “Buffer en landschappelijke inkleding Tijdens het overlopen van het advies van Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed - Ruimtelijke Planning geeft de gemeente ivm. de vraag naar onderzoek naar buffering tov. de woningen ten westen van het plangebied aan eerder de voorkeur te geven aan het beperken van de functies in de gebouwen dichtst bij de Koekelarestraat. De dienst ruimtelijke planning van de provincie treedt deze stelling bij. Een bredere buffer in overdruk, die pas bij herbouw kan gerealiseerd worden, biedt minder garanties. De gemeente geeft mee geen weet te hebben van klachten ivm. hinder veroorzaakt door het bedrijf. De gemeente is van menig dat een groenscherm van 5m breed, in combinatie met de aanliggende vijver een voldoende buffering vormt. Visueel is een buffer van 5 of 15m immers weinig verschillend. Naar afstand toe is de buffer ter hoogte van de vijver breder dan op andere locaties.
Dienst Ruimtelijke Planning – mei 2011
6
Aanvullende nota Screeningsnota – PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark
De groenbuffer verbreden op een perceel van derden is niet opportuun. De dienst ruimtelijke planning van de provincie zal bijkomend onderzoek doen naar de groenbuffer – landschappelijke inkleding. Hierbij wordt de optie opengehouden om het plangebied beperkt uit te breiden ten behoeve van een eventuele herlocalisatie van de blusvijver. “
4. Waterbeheersing Het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, Ruimtelijke Planning gaf omtrent de waterbeheersing volgende opmerking: “het is aangewezen om de concrete maatregelen op vlak van waterbeheersing (maximale afvoerdebiet naar het bekenstelsel) in de stedenbouwkundige voorschriften vast te leggen” In het verslag van de plenaire wordt hieromtrent volgende zaken opgenomen: “Over de vraag van Departement Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed Ruimtelijke Planning ivm het opnemen van een maximaal afvoerdebiet in de voorschriften, geeft de gemeente aan dat er op vergunningsniveau wordt gewerkt met een overloopsysteem met een maximale diameter van 150 mm. In de voorschriften staat vermeld dat het waterbergend vermogen van het plangbebied door de aanleg van de bedrijvensite niet verminderd mag worden. Vervuild regenwater dient gebufferd alvorens af te voeren buiten het plangebied. De dienst ruimtelijke planning van de provincie onderzoekt nog hoe kan worden tegemoetgekomen aan de vraag van ruimtelijke planning.”
Dienst Ruimtelijke Planning – mei 2011
7