GEMOTIVEERD VERZOEK TOT ONTHEFFING MER-PLICHT HET UITBREIDEN EN VERBOUWEN VAN WINKELSITE MEUBELBOULEVARD PEER

GEMOTIVEERD VERZOEK TOT ONTHEFFING MER-PLICHT HET UITBREIDEN EN VERBOUWEN VAN WINKELSITE MEUBELBOULEVARD PEER

04 augustus 2015

Provincie

LIMBURG

Gemeente

PEER

Opdrachtgever

HEYLEN NV Baan naar Bree 123 3990 PEER contactpersoon: de Heer Denis HEYLEN

Projecttitel

GEMOTIVEERD VERZOEK TOT ONTHEFFING MER-PLICHT projectnummer 14/945

Projectomschrijving

Gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de project-MER plicht in het kader van de uitbreiding en verbouwing van een grootwinkelsite met infrastructuur.

Projectsituering

WINKELSITE MEUBELBOULEVARD Baan naar Bree 123 3990 Peer

Datum

4 augustus 2015 versie V5

Coördinator/Eindredactie

de heer Roel VLEERACKER MAVA AES NV Gorislaan 49 1820 Steenokkerzeel Tel. 02/759.59.30 – Fax. 02/759.55.40 E-mail: [email protected]

Deskundigen

Wim VANSINA Christophe DEBONNE Marjan SPEELMANS

Eveline STAELENS

Kristin ILIAENS

Roel VLEERACKER Stijn DE KONINCK

Project 14/945 – Gemotiveerd verzoek tot ontheffing MER-plicht WINKELSITE MEUBELBOULEVARD - PEER

discipline BODEM discipline GRONDWATER discipline GELUID & TRILLINGEN erkend milieudeskundige geluid erkenning onbepaalde duur discipline OPPERVLAKTEWATER discipline LICHT en LUCHT discipline FAUNA & FLORA erkenningsnr. MB/MER/EDA/730 Erkend MER-deskundige mens – Mobiliteit Erkenning 31/12/2099 Gecertificeerd verkeersveiligheidsauditor discipline LANDSCHAPPEN en ERFGOED discipline MENS – RUIMTE erkend ruimtelijk planner projectcoördinatie coördinatie diverse disciplines redactie

2/131

INHOUDSOPGAVE 1

2

Inleiding

7

1.1

Voorwerp van de ontheffingsaanvraag

7

1.2

Toetsing aan de MER-plicht

7

1.3

Verzoek tot ontheffing: procedure en Doelstelling

8

1.4

Grensoverschrijdende effecten

8

1.5

Naam en coordinaten van de initiatiefnemer

9

1.6

Naam van de opsteller

9

1.7

Team van deskundigen

9

Kenmerken van het project

11

2.1

Doel en verantwoording

11

2.2

Ruimtelijke situering van het project

11

2.3 Projectbeschrijving 2.3.1 Algemeen 2.3.2 Openingsuren 2.3.3 Aanlegfase 2.3.4 Exploitatiefase

15 15 15 15 16

3

Juridische en beleidsmatige randvoorwaarden

17

4

Beschrijving van de referentiesituatie

27

4.1 Referentiesituatie mobiliteit 4.1.1 Afbakening studiegebied 4.1.2 Beschrijving referentiesituatie 4.1.3 Mobiliteitsprofiel

27 27 27 35

4.2 Referentiesituatie bodem 4.2.1 Afbakening studiegebied 4.2.2 Beschrijving referentiesituatie

45 45 45

4.3 Referentiesituatie grondwater 4.3.1 Afbakening studiegebied 4.3.2 Beschrijving referentiesituatie

47 47 47

4.4 Referentiesituatie geluid en Trillingen 4.4.1 Afbakening studiegebied 4.4.2 Beschrijving referentiesituatie

49 49 50

4.5 Referentiesituatie Oppervlaktewater 4.5.1 Toelichting referentiesituatie, gegevensgebruik en afbakening studiegebied 4.5.2 Methodiek en significantiekader 4.5.3 Beschrijving van de waterstromen binnen de site

51 51 51 52

4.6 Referentiesituatie fauna en Flora 4.6.1 Toelichting referentiesituatie, gegevensgebruik en afbakening studiegebied

53 53

4.7 Referentiesituatie Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 4.7.1 Afbakening studiegebied 4.7.2 Beschrijving referentiesituatie

55 55 55

4.8 Referentiesituatie MENS- ruimtelijk functionele aspecten 4.8.1 Beschrijving van het studiegebied 4.8.2 Beschrijving referentiesituatie

67 67 67


3/131

5

Milieueffecten en preventieve maatregelen

71

5.1 Effectvoorspelling, preventieve maatregelen en beoordeling mobiliteit 5.1.1 Methodiek en significatie kader 5.1.2 Effectvoorspelling en beoordeling 5.1.3 Preventieve maatregelen 5.1.4 Conclusie

71 71 74 79 79

5.2 Effectvoorspelling, preventieve maatregelen en beoordeling BODEM. 5.2.1 Effectvoorspelling en –beoordeling 5.2.2 Preventieve maatregelen 5.2.3 Conclusie

81 81 82 82

5.3 Effectvoorstelling, preventieve maatregelen en beoordeling GRONDWATER 5.3.1 Effectvoorspelling en –beoordeling 5.3.2 Preventieve maatregelen 5.3.3 Conclusie

83 83 83 83

5.4 Effectvoorstelling, preventieve maatregelen en beoordeling Geluid en trillingen 5.4.1 Methodiek en significantiekader 5.4.2 Effectvoorspelling en - beoordeling 5.4.3 Preventieve maatregelen 5.4.4 Conclusie

85 85 86 87 87

5.5 Effectvoorstelling, preventieve maatregelen en beoordeling Oppervlaktewater 5.5.1 Significatiekader 5.5.2 Effectvoorspelling en -beoordeling 5.5.3 Preventieve maatregelen 5.5.4 Conclusie

89 89 89 91 91

5.6 Effectvoorstelling, preventieve maatregelen en beoordeling Fauna en flora 5.6.1 Effectvoorspelling en –beoordeling 5.6.2 Preventieve maatregelen 5.6.3 Conclusie

93 93 94 94

5.7 Effectvoorstelling, preventieve maatregelen en beoordeling Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 5.7.1 Effectvoorspelling en –beoordeling 5.7.2 Preventieve maatregelen 5.7.3 Conclusie

95 95 97 97

5.8 Effectvoorstelling, preventieve maatregelen en beoordeling Mens-ruimtelijk functionele aspecten 5.8.1 Effectvoorspelling en –beoordeling 5.8.2 Preventieve maatregelen 5.8.3 Conclusie

99 99 99 99

5.9 Andere aspecten 5.9.1 Lichthinder 5.9.2 Impact van luchtemissies 5.9.3 Klimaat 5.9.4 Mens/Toxicologie

101 101 101 102 102

6

Besluit

103

7

Bijlages

105

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:

Detailplannen van de huidige en geplande activiteiten Provinciale openbaar-vervoersstructuur Limburg Hydrogeografische situering Biologische waarderingskaarten (BWK) Habitatkaart SBZ-V “Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt en Peer” Geluidskwetsbaarheidskaart Resultaten van geluidsmetingen


107 109 111 113 115 117 119 121 4/131

Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage

9: Immissie en specifieke contributie: Actuele situatie 10: Immissie en specifieke contributie: Gewenste situatie 11: Geluidscontourkaart gewenste situatie 12: Gemeentelijke verordening betreffende groenschermen 13: Gewestelijke stedenbouwkundige verordening


123 125 127 129 131

5/131

1 INLEIDING 1.1

VOORWERP VAN DE ONTHEFFINGSAANVRAAG

Voorliggende ontheffingsaanvraag handelt over de exploitatie van de winkelsite MeubelBoulevard gelegen in Peer. De site is gelegen langs de N73 of de Baan naar Bree, de verkeersas Peer - Bree. De winkelsite wordt herontwikkeld door de bestaande winkelsite meer te structureren. De huidige site is weinig overzichtelijk ingedeeld. Op dit ogenblik zijn er 8 meubelzaken en woonwinkels. De parkings van deze site zijn onoverzichtelijk, het laad- en losverkeer en het bezoekend verkeer rijdt door elkaar. De initiatiefnemer voor de uitbreiding van de MeubelBoulevard-site is HEYLEN NV (verder aangeduid als Heylen) als bouwheer en eigenaar: HEYLEN NV Baan naar Bree 123 3990 Peer Heylen staat hierbij in voor de (ver)bouw (casco) en verhuur van de gebouwen op de MeubelBoulevardsite. De indeling en de inrichting van de winkelruimten is de verantwoordelijkheid van de huurders. Een indeling van de gebouwen met betrekking tot stockage-ruimte, trappen, administratie is dan ook niet gegeven.

1.2

TOETSING AAN DE MER-PLICHT

Het besluit van de Vlaamse regering van 10 december 2004 bepaalt welke categorieën van projecten de initiatiefnemer moet onderwerpen aan een milieueffectrapportage. Bijlage II bij het Besluit bepaalt de categorieën van projecten die overeenkomstig artikel 4.3.2, § 2 en § 3 van het DABM aan de project-MER worden onderworpen, maar waarvoor de initiatiefnemer een gemotiveerd verzoek tot ontheffing kan indienen. Volgens de bepalingen uit bijlage II bij het uitvoeringsbesluit is het project mogelijk project-mer-plichtig voor volgende rubrieken:

Bijlage II.10 INFRASTRUCTUURWERKEN b) Stadsontwikkelingsprojecten, met inbegrip van de bouw van winkelcentra en parkeerterreinen, - met betrekking tot de bouw van 1000 of meer woongelegenheden, of - met een brutovloeroppervlakte van 5.000 m2 handelsruimte of meer, of - met een verkeersgenererende werking van pieken van 1000 of meer personenauto-equivalenten per tijdsblok van 2 uur. Deze categorie van projecten behoren tot de bijlage II-projecten (er wordt meer dan 5.000 m² handelsruimte voorzien). Dit wil zeggen dat deze projecten MER-plichtig zijn, maar dat voor deze projecten een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de MER-plicht kan worden ingediend, volgens artikel 4.3.2 §2 en §3 van het decreet.


7/131

1.3

VERZOEK TOT ONTHEFFING: PROCEDURE EN DOELSTELLING

Aangezien voorliggend project behoort tot de categorie van projecten die opgelijst worden in bijlage II van het uitvoeringsbesluit van 10 december 2004 verkiest de initiatiefnemer een gemotiveerd verzoek in te dienen om dit project van de MER-plicht te ontheffen. De beslissing om dit project van de MER-plicht te ontheffen kan door de bevoegde administraties worden genomen wanneer zij op basis van de informatie in dit gemotiveerd verzoek tot ontheffing besluiten dat het voorgenomen project geen aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het milieu en een project-MER redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten kan bevatten. De bevoegde administratie neemt hierover een beslissing binnen de zestig dagen na indiening van het gemotiveerd verzoek tot ontheffing. Er wordt verzocht dit project van de MER-plicht te ontheffen omwille van verschillende redenen, die verder in dit document nader zullen worden toegelicht: 

Er worden geen significante milieueffecten verwacht.



Het opstellen van een project-MER zal redelijkerwijs geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieu-effecten, anders dan deze besproken in het dossier m.b.t. gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de MER-plicht, opleveren.

Op basis van dit document kan een ontheffing bekomen worden waardoor voor het project geen milieueffectrapport moet worden opgesteld. Dit document en de beslissing dat een gemotiveerd verzoek tot ontheffing kan worden verleend, moeten gezamenlijk bij de milieuvergunningsaanvraag en stedenbouwkundige vergunningsaanvraag gevoegd worden. Deze ontheffingsaanvraag wordt ingediend onder voorbehoud van alle rechten, en zonder enige nadelige erkentenis, in het bijzonder wat betreft de onderworpenheid van de milieu- en stedenbouwkundige vergunningsaanvraag aan de MER-plicht.

1.4

GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN

Winkelsite MeubelBoulevard ligt op een afstand van 10 km van de grens met Nederland. Dit houdt in dat een deel van de klanten uit Nederland komen. Dit effect is mee opgenomen en beoordeeld in de discipline Mobiliteit verder in deze aanvraag. Gelet op de conclusie van deze discipline zijn er geen significante effecten te verwachten.


8/131

1.5

NAAM EN COORDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER

Deze ontheffingsaanvraag werd opgesteld op initiatief van HEYLEN NV Hoofdkantoor HEYLEN NV Baan naar Bree 123 3990 Peer Contactpersoon:

1.6

de Heer Denis Heylen tel: 011/61 06 30 E-mail: [email protected]

NAAM VAN DE OPSTELLER

Deze ontheffingsaanvraag werd opgesteld en gecoördineerd door: MAVA AES NV Gorislaan 49 1820 Steenokkerzeel Tel. 02/759.59.30 – Fax. 02/759.55.40 E-mail: [email protected] Contactpersoon: Roel VLEERACKER

1.7

TEAM VAN DESKUNDIGEN

Aan deze ontheffingsaanvraag werkten onderstaande deskundigen mee: Wim VANSINA Christophe DEBONNE Marjan SPEELMANS

Eveline STAELENS Kristin ILIAENS Roel VLEERACKER Stijn DE KONINCK

discipline BODEM discipline GRONDWATER discipline GELUID & TRILLINGEN erkend milieudeskundige geluid erkenning onbepaalde duur discipline OPPERVLAKTEWATER discipline LICHT en LUCHT discipline FAUNA & FLORA erkenningsnr. MB/MER/EDA/730 Erkend MER-deskundige MENS – MOBILITEIT Erkenning 31/12/2099 Gecertificeerd verkeersveiligheidsauditor discipline LANDSCHAPPEN en ERFGOED discipline MENS – RUIMTE erkend ruimtelijk planner projectcoördinatie coördinatie diverse disciplines redactie


9/131

2 KENMERKEN VAN HET PROJECT 2.1

DOEL EN VERANTWOORDING

De aanpassing van de MeubelBoulevard-site speelt in op de vraag van de toekomstige retailers en van de huidige winkels om de bestaande locatie te herontwikkelen zodat de vernieuwde retail-site beter zal aansluiten bij de hedendaagse wensen en kwaliteitseisen. Tevens zal een grondige renovatie van de infrastructuur, wegenis, parking en groenzones worden voorzien. Gezien er een BPA is opgesteld en goedgekeurd dat voorziet in uitbreidingsmogelijkheden, wordt een eerste signaal gegeven dat een verbouwing en uitbreiding aanvaardbaar wordt geacht. Dit echter binnen de krijtlijnen van de voorwaarden die in dit BPA zijn opgenomen.

2.2

RUIMTELIJKE SITUERING VAN HET PROJECT

De geplande MeubelBoulevard-site is in principe een verbouwing en uitbreiding van de bestaande MeubelBoulevard-site, gebouwd in de begin jaren 80, gelegen langs de N73. Onderstaande figuren schetsen de ligging van de percelen.

Figuur 1: situering projectgebied - niet schaalgebonden (bron: www.dov.vlaanderen.be)

Figuur 2: situering op stratenplan - niet schaalgebonden (bron: www.googlemaps.be)


11/131

Figuur 3: situering op topografische kaart - niet schaalgebonden (bron: www.geopunt.be)

Het projectgebied (paarse contouren) is als volgt begrensd: -

noordelijk:

Gebouwen bedrijvenzone (bruin gekleurde gebouwen) Deze zone is bestemd voor lokale bedrijven zoals verder beschreven in dit hoofdstuk, deze delen maken deel uit van het BPA maar zijn geen deel van het projectgebied;

-

oostelijk:

Winkelgebouw Beter Meubel (blauw gearceerd gebouw) Dit deel is bestemd voor de kleinhandel in de branche “wonen”, maar maakt geen deel uit van dit projectgebied. Dit deel maakt eveneens deel uit van het BPA, maar is geen eigendom van Heylen;

-

zuidelijk:

Baan naar Bree Dit deel vormt de grens met het projectgebied en het BPA;

-

westelijk:

Landbouwzone Dit deel bestaat uit landbouwvelden, en behoort niet tot het projectgebied en BPA. Het westelijk deel van het projectgebied vormt dus de grens van het BPA.


12/131

Figuur 4: situering op orthofoto - niet schaalgebonden (www.geopunt.be)

Figuur 5: detail projectgebied op orthofoto - niet schaalgebonden (www.geopunt.be)


13/131

De bestemming van het projectgebied is gewijzigd in 2009 door het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) Laerderheide, weergegeven in Figuur 6 Het BPA maakt een indeling van 2 zones van het oorspronkelijke industriegebied, enerzijds de noordelijke zone (paars) met een stedenbouwkundige bestemming voor lokale bedrijven en anderzijds de zuidelijke zone (blauwe zone). Ten westen van het oorspronkelijke gebied wordt uitgebreid met parkeerzone (oranje) en een overflow zone die op piekmomenten de extra parkeervoorzieningen garandeert (gearceerd oranje/groen). Om een betere doorstroming van het bezoekend verkeer te bekomen wordt een ontsluitingsweg voorzien in het centrum van de site met de Bedrijfsstraat (geel).

Figuur 6: BPA Laerderheide - niet schaalgebonden (bron: Technum)


14/131

2.3

PROJECTBESCHRIJVING

2.3.1 Algemeen MeubelBoulevard wenst de bestaande site met 8 bestaande winkels uit te breiden en te voorzien in bijkomende winkels (met een grondoppervlakte groter dan 400 m²), die conform de voorschriften van het BPA een specialiteit hebben in de branche “Wonen”. Het project waarvoor een stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning wordt opgemaakt, is van grotendeels van toepassing op de bestaande percelen, met uitzondering van een uitbreiding aan de westelijke zijde waar een extra parkeerzone gebruikt zal worden tijdens de drukkere periodes. Het bestaande restaurant dat bedoeld is voor de bezoekers, wordt gesloopt en verplaatst in een nieuw gebouw. Naast de uitbreiding van de retailvoorziening zal tevens een grondige renovatie van de infrastructuur, de heraanleg van de parkingzones, de ontsluitingsweg en groenzones voorzien worden. Rekening houdende met de bestaande situatie waar het mobiliteitsaspect eerder organisch is gegroeid, wordt in het voorgestelde project een meer samenhangende mobiliteitsdynamiek voorzien. Zo is de ontsluiting van het projectgebied niet meer rechtstreeks aangesloten op de Baan naar Bree. Gezien de huidige waterinfrastructuur dateert van de oprichtingsperiode, wordt deze infrastructuur vervangen en/of aangepast aan de huidige noden en regelgeving. Het afvalwater wordt (zoals in de huidige situatie) afgevoerd naar de openbare riolering en wordt deel van het hemelwater gebruikt voor het sanitaire doeleinden. Het overige deel wordt ter plaatse geïnfiltreerd via infiltratiesloten. Het projectgebied beslaat een oppervlakte van ongeveer 7 hectare. In Bijlage 1 worden de detailplannen weergegeven voor de huidige en geplande activiteiten in het projectgebied. 2.3.2 Openingsuren De openingsuren van de meeste winkels strekken grotendeels als volgt: -

Maandag tot zondag: 10u-18u Dinsdag gesloten.

2.3.3 Aanlegfase Tijdens de aanlegfase wordt het terrein heringericht en worden bijkomende winkelruimten voorzien. Hiervoor zijn verschillende handelingen noodzakelijk. De winkels die niet worden gesloopt blijven geopend.

Uitgraven van werfzones Voor de nieuwe winkelunits wordt een deel van de grond uitgegraven voor het gieten van een vloerplaat op volle grond. De uitgravingen beperken zich tot het uitbreken van bestaande verhardingen en bedding, het uitgraven van de funderingszolen, de infiltratiesloot en het uitgraven in functie van de aanleg van parkingzones en vloerplaten. Afhankelijk van de waterspiegel zal voor het uitgraven van de funderingszolen al dan niet bemaald worden. Gezien de beperkte diepte waarbij bemaald wordt en de geringe duur van deze eventuele bemaling is er geen significant effect te verwachten.

Grondverzet Zowel voor het uitvoeren van de bouwwerken (funderingen, bodemplaat) als voor de infrastructuurwerken (parking, riolering) zal er grondverzet zijn. Gezien de niveaus nog niet exact vastliggen is de omvang van het grondverzet nog niet in detail te bepalen.


15/131

Routes voor het werfverkeer Binnen de werfzone zijn strikt vastgelegde werf- en stapelzones en aan-/afvoerroutes voorzien met betrekking tot het werfverkeer. Er wordt een bouwzone ingericht maar de bestaande (niet te slopen) winkels blijven geopend.

Opbreken en aanleg van verhardingen In functie van het project worden bestaande verhardingen opgebroken. De verhardingen die niet worden opgebroken worden verfraaid met een nieuwe slijtlaag en eventuele herstelling.

Werken aan waterlopen Er zijn geen werken aan waterlopen.

Werken aan de rioleringsinfrastructuur Door de uitbreiding en verbouwing van de site is een heraanleg van de bestaande riolering noodzakelijk. De riolering werd in het verleden aangelegd als een gemengde riolering. De bestaande gemengde riolering zal vervangen worden door een gescheiden riolering. Daar waar nodig zullen nieuwe DWA-strengen voorzien worden voor de nieuwe gebouwen. De nieuw aangelegde riolering zal afgevoerd worden via de Bedrijfsstraat.

Werken aan de hemelwaterafvoer Voor het hergebruik van het hemelwater wordt voor elke winkelunit een buffervolume voorzien van 10.000 liter, dit voor het hemelwater afkomstig van de dakoppervlakken. De overloop van deze buffertanks loopt naar de infiltratiesloot. Het hemelwater van de wegen parkeerverhardingen loopt via een KWS-afscheider rechtstreeks naar de infiltratiesloot en wordt verder in detail besproken.

Tijdsduur en fasering van de werken De totale tijdsduur voor de uitvoering van de werken wordt ingeschat op één jaar. Waar nodig zullen de werken gefaseerd worden zodat de bestaande (niet te slopen) winkels steeds geopend blijven en er voldoende parkeerplaatsen ter beschikking blijven. 2.3.4 Exploitatiefase Op de projectzone zijn er geen productie activiteiten of verwerking van goederen of afval. De projectzone is dus zuiver bedoeld als zone voor detailhandel voor de branche “wonen”. Naargelang de periode van het jaar fluctueert het aantal bezoekers die per auto, fiets of openbaar vervoer komen. De ontworpen site heeft voldoende capaciteit om deze transportmiddelen op te vangen en tegelijkertijd een goede mobiliteitsdynamiek te garanderen, dat zich beperkt tot het aanen afrijden van bezoekers.


16/131

3 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN Het project is onderworpen aan een aantal randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zijn enerzijds van technisch-uitvoerbare aard, anderzijds zijn er een aantal administratieve, juridische en beleidsmatige aspecten die betrekking hebben op het project. In Tabel 1 zijn alle juridische en beleidsmatige aspecten weergegeven. Telkens is aangegeven wat de relevantie is tot het project. Tabel 1: juridische en beleidsmatige aspecten. Relevant

Inhoudelijk

Bespreking relevantie

Discipline

JURIDISCHE RANDVOORWAARDEN MILIEUHYGIËNE VLAREM I en het DABM

ja

Vlarem I is een uitvoeringsbesluit van het DABM. Hierin worden de procedures voor de meldingen en milieuvergunningsaanvragen vastgelegd. De ‘hinderlijke inrichtingen’ worden in Vlarem I ingedeeld in rubrieken.

De bepalingen uit Vlarem I die relevant zijn voor de exploitatie zullen worden behandeld bij de effectbesprekingen.

Vergunningsprocedure

VLAREM II en het DABM

ja

Vlarem II is een uitvoeringsbesluit van het DABM. Hierin worden de algemene en sectorale milieuvoorwaarden beschreven waaraan vergunningsplichtige activiteiten moeten voldoen. Daarnaast bevat dit besluit ook milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater, grondwater, lucht, geluid en bodem.

De voorwaarden en normen uit Vlarem II die relevant zijn voor de exploitatie zullen worden behandeld bij de effectbesprekingen.

Vergunningsprocedure

VLAREMA Materialendecreet

en

nee

Het uitvoeringsbesluit van het materialendecreet is gekend als het VLAREMA. Het heeft als doelstellingen de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen tegen de schadelijke invloed van afvalstoffen en de verspilling van grondstoffen en energie tegen te gaan.

Bij de exploitatie worden geen significantie hoeveelheden afvalstoffen geproduceerd of secundaire grondstoffen aangewend

VLAREBO Bodemsaneringsdecreet

en

ja

Het VLAREBO is het uitvoeringsbesluit van het Bodemsaneringsdecreet. Het decreet voorziet o.a. in een regeling voor de identificatie en een register van verontreinigde gronden, een regeling voor nieuwe en historische bodemverontreiniging en een regeling voor de overdracht van gronden. Indien Vlarebo -activiteiten worden uitgevoerd, zal een periodiek bodemonderzoek vereist zijn. De bepalingen met betrekking tot grondverzet dienen te worden nageleefd.

Er is een tankzone voorzien voor de eigen vrachtwagens, dit houdt een dubbelwandige tank in met een volume van 10.000 liter met een verdeelpomp.


Bodem

17/131

Relevant

Inhoudelijk


Discipline

WATER Decreet Integraal Waterbeleid

ja

In uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water werd het Decreet Integraal Waterbeleid aangenomen door het Vlaams Parlement. De Vlaamse Overheid streeft naar duurzame ontwikkeling van de watersystemen (stroomgebieden, bekkens, waterschappen, deelbekkens) in Vlaanderen. Dit decreet heeft als doel de bescherming van oppervlaktewater en grondwater en de bescherming en verbetering van het aquatisch milieu te bewerkstelligen. In het kader van dit decreet dient door de vergunningverlenende overheid een ‘watertoets’ uitgevoerd te worden (Art. 8).

Het project omvat de opvang en afvoer van hemelwater met een eventuele afvoer naar oppervlaktelichamen.

Water

Uitvoeringsbesluit Watertoets

de

ja

Het besluit geeft de lokale provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de Watertoets

De Watertoets heeft als doel mogelijke schadelijke effecten van plannen, programma’s en vergunningen op het watersysteem in een vroeg stadium te beoordelen en daarover te adviseren

Water

KB tot afbakening van de risicozones voor overstroming (20/07/2006)

ja

Dit KB legt de risicozones voor overstromingen vast; deze zones zijn een combinatie van zowel de gemodelleerde overstromingsgebieden als de recent overstroomde gebieden

De site is niet gelegen in een regio die van nature overstroombaar is vanuit een waterloop,. Er zijn echter geen gegevens gekend van recente overstromingen

Water

Besluit inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater

ja

De verordening bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd afgevoerd wordt.

Gezien de bijkomende infrastructuur en gebouwen wordt hemelwateropslag en hemelwatergebruik voorzien in het project.

Water

Besluit betreffende indeling en kwaliteitsdoelstellingen waterlopen

ja

De wet op bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging legt de basis voor o.a. milieukwaliteitsnormen. Een besluit van de Vlaamse Regering duidt de verschillende bestemmingen van de oppervlaktewateren aan (drinkwater, zwemwater, viswater, schelpdierwater). De milieukwaliteitsnormen voor de verschillende bestemmingen zijn opgenomen in VLAREM II.

Er gebeurt geen rechtstreekse lozing van afvalwater op het oppervlakte water. Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de winkels wordt opgevangen dor de openbare riolering. Het hemelwater wordt via infiltratiesloten terug geïnfiltreerd. Enkel bij uitzonderlijke neerslag wordt er hemelwater geloosd in het oppervlaktewater via de overloop van de infiltratiesloot.

Water

Zoneringsplan

ja

Geeft weer in welke zuiveringszone een woning gelegen is en werd opgesteld in samenwerking tussen de gemeente

Op 24 juni 2008 was er een ministerieel besluit betreffende de vaststelling van het zoneringsplan afvalwaterzuivering van Peer. De site bevindt zich in collectief geoptimaliseerd gebied, wat betekent

Water

van


18/131

Relevant

Besluit betreffende onbevaarbare waterlopen

nee

Inhoudelijk


Discipline

en de VMM in de periode 2006 – 2008

dat een aansluiting op een operationele RWZI aanwezig is

Geeft de classificering van de onbevaarbare waterlopen aan en machtigingen en verplichtingen voor ruimings -, onderhouds - en herstellingswerken en werken van verbetering of wijziging. Onbevaarbare waterlopen worden ingedeeld in 3 categorieën:

Niet relevant in dit project.

Water

Het Grondwaterdecreet voorziet in de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones. Het decreet regelt de bescherming, gebruik, toezicht, voorkomen en vergoeden van schade en heffingen.

Het projectgebied en nabije omgeving liggen niet in waterwingebied of binnen een beschermingszone.

Water

categorie 1: bevoegdheid Afdeling Water categorie 2: bevoegdheid provincie categorie 3: bevoegdheid gemeente Grondwaterdecreet uitvoeringsbesluiten

en

nee

Het lozen van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering of de opslag van stoffen die het grondwater kunnen verontreinigen vormen wel een risico voor het grondwater.

Besluit betreffende bevaarbare waterlopen

nee

Bevaarbare waterlopen vallen onder de bevoegdheid van de Vlaamse Overheid.


Water

Besluit betreffende het afleveren van vergunningen voor het capteren van water uit bevaarbare waterlopen

nee

Regelt de voorwaarden de captatie van oppervlaktewater

Er is geen captatie van oppervlaktewater aanwezig op het terrein

Water

Wet betreffende wateringen; wet betreffende polders

nee

Openbare besturen die in hun ambtsgebied instaan voor de waterbeheersing. Ze zijn o.a. verantwoordelijk voor de onderhouds - en aanpassingswerken voor de waterlopen van 2de en 3e categorie (en ingeschreven niet geklasseerde waterlopen) binnen hun ambtsgebied.


Water

Decreet betreffende waterkeringen

nee

De bevaarbare en de onbevaarbare waterlopen in de nabije omgeving van het projectgebied behoren niet tot het toepassingsgebied zoals vermeld in het decreet.

De bevaarbare en de onbevaarbare waterlopen in de nabije omgeving van het projectgebied behoren niet tot het toepassingsgebied zoals vermeld in het decreet.

Water

ja

Regelt o.m. de voorwaarden voor lozing afvalwater, hemelwater in het oppervlaktewater Waterkwaliteitsdoelstellingen en lozingsvoorwaarden opgenomen in VLAREM II.

Huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op de openbare riolering.. Na zuivering wordt het water van de RWZI in de Dommel geloosd.

Water

nee

Dit reductieprogramma kadert de diverse elementen van het beleid van gevaarlijke afvalstoffen in het

Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd afkomstig van het projectgebied.

Water

de

Wet op bescherming oppervlaktewater

Reductieprogramma gevaarlijke stoffen 2005


19/131

Relevant

Inhoudelijk


Discipline

oppervlaktewater. LUCHT EU Kaderrichtlijn luchtkwaliteit

nee

Deze Europese Kaderrichtlijn Lucht vormt samen met een aantal dochterrichtlijnen de basis voor het luchtbeleid in Europa (luchtkwaliteit, beoordelingscriteria, …). In de kaderrichtlijn worden o.a. de verontreinigende stoffen omschreven waarvoor in de dochterrichtlijnen grenswaarden of richtwaarden moeten worden vastgelegd.

Het project omvat geen activiteiten die dienen te voldoen aan deze Richtlijn Lucht.

Dochterrichtlijnen luchtkwaliteit

nee

Deze Europese Richtlijnen stellen o.a. grenswaarden vast voor SO2, NO2, NOx, PM10 en Pb (eerste dochterrichtlijn), voor CO en benzeen (tweede dochterrichtlijn), stellen een streefwaarde vast voor ozon (derde dochterrichtlijn) en drempelwaarden en monitoringsverplichtingen voor arseen (As), cadmium (Cd), kwik (Hg), nikkel (Ni) en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK). Hiermee beoogt de EU concentraties van deze verontreinigende stoffen in de lucht te verkrijgen die schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens en voor het milieu voorkomen, verhinderen of verminderen. Deze richtlijnen werden omgezet in Vlaremwetgeving.

Het project omvat geen activiteiten die dienen te voldoen aan deze Richtlijn Lucht.

LCP-richtlijn

nee

de Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties

relevante bepalingen zijn nu opgenomen in Vlarem II

Deze richtlijn is in Vlaanderen omgezet in titel II van Vlarem Saneringsplan fijn stof voor de zones met overschrijding in 2003 en aanpak fijn stofproblematiek in Vlaanderen. Plan in uitvoering van de richtlijnen 96/62/EG en 1999/30/EG

nee

Met de uitwerking van dit plan wordt een substantiële bijdrage aan een verlaging van de fijn stofconcentratie in de Vlaamse omgevingslucht en dus een verbetering van de levensomstandigheden van elke Vlaamse burger beoogd


Het project geeft geen aanleiding tot stofemissies.

20/131

Relevant NEC-richtlijn reductieprogramma

en

Nee

Inhoudelijk


Deze Europese richtlijn legt nationale emissieplafonds op voor SO2, NOx, VOS en ammoniak. Doel is de verzuring, eutrificiëring en ozonverontreiniging aan te pakken.

Het project geeft geen aanleiding tot NOx-emissies en tot VOSemissies.

Discipline

Het Vlaamse NEC-reductieprogramma werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd in 2003. RUIMTELIJKE ORDENING Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

ja

Dit decreet vormt de basis van de reglementering met betrekking tot ruimtelijke ordening en legt o.a. een lijst van handelingen op waarvoor een stedenbouwkundige vergunning verplicht is.

In het project worden bouwwerken voorzien.

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.

ja

De bodembestemming wordt vastgelegd via gewestplannen en/of via de algemene plannen van aanleg (APA) of bijzondere plannen van aanleg (BPA). Ter uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) worden gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) opgemaakt. Ook op provinciaal en gemeentelijk vlak worden gelijkaardige plannen opgesteld.

De bodembestemming in Peer werd vastgelegd in het BPA “Laerderheide” .

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie.

nee

Deze instrumenten hebben respectievelijk als doel te komen tot een betere economische uitbating en te komen tot volwaardige ontwikkeling van alle facetten van een gebied.

Het projectgebied maakt geen deel uit van een landinrichtingsproject noch van een ruilverkavelingsproject.

ja

Dit decreet heeft als doel de bescherming, de ontwikkeling, het beheer en het herstel van het natuurlijk milieu. Het decreet wenst een gebiedsgericht natuurbeleid, zowel inzake het creëren van ruimtelijke netwerken (VEN, IVON) als op het vlak van het creëren van natuurreservaten. In het decreet staan ook een aantal belangrijke principes ingeschreven, zoals stand -still, compensatie -maatregelen, … In dit decreet worden ook de instandhoudingsdoelstellingen en procedures bepaald betreffende de speciale beschermingszones (SBZ) in het kader van de Europese Vogel - en Habitatrichtlijn en in het kader van de waterrijke gebieden van internationale betekenis (“Ramsar”). Naast dit gebiedsgericht beleid worden ook specifieke maatregelen en beschermingsprocedures beschreven ter bescherming van

Het projectgebied ligt binnen vogelrichtlijngebied (BE2217310) en 850 m van habitatrichtlijngebied en 1200 m van VEN gebied

(VCRO) Plannen met betrekking tot bodembestemming

Besluit Ruilverkaveling Landinrichting

betreffende en

NATUUR Natuurbehoudsdecreet Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn Conventie van Ramsar


Fauna en Flora

Dit decreet gaat echter over meer dan enkel deze gebieden.

21/131

Relevant

Inhoudelijk


Discipline

vegetaties of kleine landschapselementen. De bescherming van beschermde dieren, vogels en planten wordt verder geregeld in diverse koninklijke besluiten. Ook werden beheersgebieden voor weidevogels afgebakend. Bosdecreet

nee

Regelt behoud, bescherming, aanleg en beheer van bossen. Regelt ook kappingen, vergunningsvoorwaarden en compensaties

Het rooien van de hoogstammige bomen in het projectgebied worden gerooid via de stedenbouwkundige vergunning.

nee

Het doel is een gebied optimaal inrichten in functie van het behoud van de bestaande natuur, maar ook het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het beheer nadien.

Binnen een straal van 1 km rond het bedrijf komen geen natuurinrichtingsprojecten voor.

Vegetatiebesluit

nee

Het vegetatiebesluit moet ertoe bijdragen dat het natuurareaal buiten de reservaten veilig gesteld wordt voor verdere teloorgang. Het besluit verwijst vooral naar kleine landschapselementen en een aantal specifieke vegetatietypes als te beschermen natuurwaarden. Een aantal wijzigingen van de vegetatie zijn verboden, vergunningsplichtig of meldingsplichtig. Deze bepalingen zijn algemeen van toepassing.

Het projectgebied is niet gelegen in een gebied waar de natuurvergunningsplicht van toepassing is.

Beschermde planten en dieren

nee

Een aantal planten diersoorten zijn op nationaal niveau beschermd. Het is onder andere verboden deze soorten te bejagen, te vangen alsook hun woon - en schuilplaatsen te beschadigen en met opzet te verstoren. De plant - en diersoorten zijn opgenomen in Rode Lijsten (met uitsterven bedreigd, bedreigd en kwetsbaar).

Binnen het studiegebied bevindt zich geen soorten die opgenomen zijn in Bijlage 2 van de Habitatrichtlijn

Gemeentelijke verordening betreffende groenschermen

ja

Elk nieuw bedrijfsgebouw moet zowel harmonisch opgenomen te worden in het omringende landschap als in de omringende bebouwing.

Voor elk nieuw bedrijfsgebouw is deze verordening van toepassing en bij deze dus ook voor het projectgebied.

Fauna en Flora

Enkele gebouwen in de nabije omgeving komen voor op de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed.

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie

Besluit Natuurinrichting

betreffende

LANDSCHAP,BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE Decreet betreffende archeologisch patrimonium

Decreten monumenten,

betreffende landschappen,

nee

Door dit decreet m.b.t. het archeologisch patrimonium en door de conventie van Malta (La Valetta, 16/01/1992) wordt de bescherming, de instandhouding, het behoud, het herstel en het beheer van het archeologisch patrimonium geregeld.

ja

Deze decreten regelen de bescherming van monumenten en de instandhouding, het herstel en het beheer van de in het Vlaamse Gewest gelegen beschermde landschappen


22/131

Relevant stads - en dorpsgezichten

Inhoudelijk


Discipline

De projectsite heeft een invloed op het wegverkeer, dit door het vertrek en aankomst van de klanten.

Geluid

en stads - en dorpsgezichten. Het doel van het decreet op de erfgoedlandschappen is o.a. om een juridische basis te creëren voor het behoud en de zorg voor landschapskenmerken en landschapswaarden van ankerplaatsen en erfgoedlandschappen.

GELUID Richtlijn omgevingslawaai

ja

Deze Europese richtlijn bepaalt het kader voor de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (o.a. door wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer, GPBVinstallaties). Door het Besl. Vl. Reg. Van 22/07/05 werd deze richtlijn omgezet in de Vlaremwetgeving.

BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN STRUCTUURPLANNEN Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

ja

Het structuurplan geeft de richtlijnen weer voor het toekomstig gebruik van de ruimte in Vlaanderen voor verschillende sectoren.

Dit plan is algemeen relevant.

Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg

ja

De provincie geeft een verdere invulling, verfijning, uitwerking aan de ruimtelijke beleidslijnen uitgezet in het RSV. Het ruimtelijk structuurplan van de provincie Limburg werd goedgekeurd op 12 februari 2003.

In het provinciaal structuurplan Limburg wordt de zone geklasseerd als een kleinhandelsconcentratie type III.

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Peer.

ja

De toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente binnen een aantal krijtlijnen vastleggen, waarbij uiteraard rekening gehouden wordt met de bepalingen in het Provinciaal en het Vlaams Ruimtelijk Structuurplan

Er is een BPA opgesteld voor deze zone conform het gemeentelijk structuurplan

ja

Het geeft de richting aan waarin de overheid wil gaan met het milieubeleid, en maakt aan de burger en het bedrijfsleven ook duidelijk wat zij op milieuvlak kunnen verwachten de komende jaren.

Verscheidene thema’s uit het Mina-plan zijn relevant voor het project

Nee

In het provinciaal milieubeleidsplan wordt het milieubeleid voor de komende 3 jaar uitgestippeld.

Er is een milieubeleidsplan opgesteld (2010-2013) voor de provincie Limburg. Bij de opmaak van dit plan werd gekozen voor de voortzetting van het reguliere beleid vanuit een geïntegreerde visie

MILIEUBELEID Vlaams milieubeleidsplan 2011 - 2015

Provinciaal Limburg

Milieubeleidsplan


23/131

Relevant

Inhoudelijk


Discipline

en met een aantal bijzondere aandachtspunten.

Gemeentelijk milieubeleidsplan Peer

Nee

Het geeft de richting aan waarin de stad wil gaan met het milieubeleid, en maakt aan de burger en het bedrijfsleven ook duidelijk wat zij op milieuvlak kunnen verwachten de komende jaren.

Er is een milieubeleidsplan opgesteld (2005-2009) voor de Stad Peer. Milieu wordt beschouwd als een opstap naar duurzame ontwikkeling. Het milieubeleidsplan is opgesteld volgens de richtlijnen van het Vlaams Gewest.

Kyoto-protocol

nee

In 1997 werd een protocol ondertekend waarbij de geïndustrialiseerde industrielanden er zich toe verbinden om hun globale uitstoot aan broeikasgassen tegen 2008 2012 meer dan 5% onder het niveau van 1990 te brengen. België engageerde zich tot een vermindering met 7,5%.

De uitstoot aan broeikasgassen is niet relevant voor het project.

Nationaal Klimaatplan 20022012

nee

In samenwerking met de gewesten werd een Nationaal Klimaatplan opgesteld. Dit plan kadert in een algemene strategie voor duurzame ontwikkeling en wil de bestaande en geplande beleidsplannen en programma’s op federaal en gewestelijk niveau integreren zodat België haar verplichtingen i.v.m. de beperking van broeikasgasemissies nakomt


Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020

nee

Het Vlaams Mitigatieplan (VMP) heeft tot doel om de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen tussen 2013 en 2020 te reduceren en zo de klimaatverandering tegen te gaan.


Het Vlaams Adaptatieplan (VAP) heeft tot doel Vlaanderen in staat te stellen om de negatieve effecten van de klimaatverandering te verminderen en de positieve effecten effectief te benutten. Visiedocument ‘De weg naar een duurzaam geurbeleid’

nee

In dit visiedocument worden maatregelen en acties voorgesteld om de voor Vlaanderen gestelde doelstellingen te kunnen halen

Er wordt niet verwacht dat er geurproblemen veroorzaakt zullen worden door dit bedrijf

GNOP Peer Samenwerkingsovereenkomst

ja

Beoogt een doorgedreven natuurbeleid in de gemeenten op zowel korte als lange termijn. Het actieplan vormt

In de samenwerkingsovereenkomst wordt de samenwerking beoogd tussen stadsbestuur en bedrijven met betrekking tot de groenaanleg


Fauna en Flora

24/131

Relevant

Inhoudelijk


daarbij de uitvoering

in bufferzones van bedrijventerreinen. .

ja

De waterbeleidsnota legt de krachtlijnen vast van de visie van de Vlaamse Regering op het integraal waterbeleid in het Vlaamse Gewest.

Thema’s zoals waterkwaliteit en duurzaam watergebruik zijn relevant in het kader van het project.

nee

Beleidsverantwoordelijken ontwikkelen samen met de betrokken maatschappelijke sectoren een visie voor geïntegreerd beheer van het oppervlaktewater.

Niet van toepassing.

duurzame ontwikkeling

Discipline

WATERBELEID Waterbeleidsnota

Bekkenbestuur Maas

Oppervlaktewater

Bekkenbeheerplan

ja

Het waterbeheer wordt georganiseerd per rivierbekken.

Volgens het bekkenbeheerplan van de Maas is een van de belangrijkste knelpunten het gebrek aan vasthouden en retentie van water aan de bron. Rond deze problematiek doet het bekkenbeheerplan een meerdere aanbevelingen, waaronder het implementeren van het aspect infiltratie en het aansturen op een maximale afkoppeling en vertraagde afvoer bij via vergunningverlening.

Oppervlaktewater

Polders en wateringen

Ja

Hebben de opdracht de doelstellingen te verwezenlijken en rekening te houden met het decreet van het integraal waterbeleid. Tevens zorgen ze voor de uitvoering van het deelbekkenbeheerplan.

Het projectgebied bevindt zich de waterring “de Dommelvallei” en is gesitueerd in het deelbekken “Warmbeek”.

Oppervlaktewater

Deelbekkenbeheer-plannen

nee

Het omvat het integraal waterbeleid per deelbekken met haalbare en doelgerichte acties op korte en middellange termijn.

Er is geen relevantie voor dit project, aangezien de waterhuishouding ter plaatse wordt beheerd.


25/131

4 BESCHRIJVING VAN DE REFERENTIESITUATIE 4.1

REFERENTIESITUATIE MOBILITEIT

4.1.1 Afbakening studiegebied MeubelBoulevard plant een uitbreiding en verbouwen van een grootwinkelsite met infrastructuur. Gezien er enerzijds meer dan 200 parkeerplaatsen worden voorzien en anderzijds 20.400 m2 bebouwde oppervlakte voor handel en retail, dient er volgens het decreet van 03-07-2009 een mobiliteitsstudie (of MOBER – mobiliteitseffectenrapport) te worden toegevoegd aan de dossiersamenstelling voor de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. De projectsite is gelegen langs de gewestweg N73 tussen Peer en Bree, op het grondgebied van de stad Peer. Momenteel ontsluit de projectsite rechtstreeks op de N73 Baan naar Bree. Er is een BPA geldig voor deze projectsite, waardoor de toekomstige ontsluiting rechtstreeks op de N73 wordt uitgesloten. De ontsluiting zal dan via de Bedrijfsstraat en de ovonde op de N73 aansluiten op de gewestweg. Naast de Bedrijfsstraat en beide takken van de N73, sluiten ook de Laarderweg en de Erperheidestraat aan op deze 5-taks ovonde. 4.1.2 Beschrijving referentiesituatie Bereikbaarheidsprofiel

i. Voetgangers In de onmiddellijke omgeving van de projectsite zijn er op de openbare weg nergens voetpaden of zebrapaden voorzien.

Foto 1: N73 ter hoogte van de projectsite

Foto 2: Bedrijfsstraat ten oosten van de projectsite

ii. Fietsers Langs de N73 bevinden zich aan weerszijden vrijliggende dubbelrichtingsfietspaden. Die zijn gescheiden van de rijbaan door een brede groene berm. Ter hoogte van de voorrangsgeregelde kruispunten zijn de fietsers er steeds in de voorrang. Ter hoogte van de ovonde werden over elke tak fietsoversteekvoorzieningen ingericht. De fietsers zijn op de ovonde overal uit de voorrang. Op de beide takken van de Bedrijfsstraat en op de overige takken van de ovonde begeven fietsers zich gemengd met het gemotoriseerd verkeer.

Project 14/945 – Gemotiveerd verzoek tot ontheffing MER-plicht WINKELSITE MEUBELBOULEVARD -PEER

27/131

Foto 3: Vrijliggende dubbelrichtingsfietspaden aan weerszijden van de N73 Baan naar Bree

Foto 5: Kruispunt Bedrijfsstraat (oost) x ovonde

Foto 4: Ovonde N73 x Bedrijfsstraat x Laarderweg x Erperheidestraat (bron: geopunt.be)

Foto 6: Kruispunt Bedrijfsstraat (west) x N73

Fietsers kunnen de projectsite zelf bereiken via de N73 en via de Bedrijfsstraat (westelijke tak). Er zijn een (beperkt) aantal fietsenstallingen voorzien op de huidige site.

iii. Openbaar Vervoer 

NMBS

De dichtstbijzijnde NMBS-stations liggen in Overpelt en Leopoldsburg. Beide stations liggen op Lijn 15 (Mechelen / Antwerpen – Hamont / Hasselt). Beide stations worden op weekdagen één keer per uur en per rijrichting bediend. Voor Overpelt geldt dit ook tijdens het weekend, Leopoldsburg wordt tijdens het weekend per rijrichting slechts één keer per twee uren bediend. 

De Lijn

De twee dichtstbijzijnde bushalten van De Lijn bevinden zich ter hoogte van de ovonde en in de Laarderweg. Het betreft respectievelijk de halte “Grote-Brogel Laarheide” op de oostelijke tak van de N73 Baan naar Bree en “Grote-Brogel Bedrijfsstraat”. Onderstaande tabellen geven de buslijnen die deze halten bedienen en hun frequentie weer.


28/131

Tabel 2: Lijnen die halte “Grote-Brogel Laarheide” bedienen (bron: delijn.be)

Tabel 3: Lijnen die bushalte “Grote Brogel Bedrijfsstraat” bedienen (bron: delijn.be)

Tabel 4: Frequenties buslijnen ter hoogte van de dichtstbijzijnde halten (bron: delijn.be)


29/131

iv. Gemotoriseerd verkeer 

Ontsluiting naar hoofdwegennet

Figuur 7: Ligging projectsite tov hoofdwegennet (bron: bingmaps.com)

De projectsite ligt ongeveer in het midden van een grote maas tussen de volgende hoofdwegen: -

E314 Lummen – Aken

-

E313 Antwerpen – Lummen

-

E34 Antwerpen – Eindhoven

-

E25 Eindhoven – Maastricht

De E314 en de E34 zijn beiden te bereiken door vanaf de projectsite de N73 in westelijke richting te volgen. Ter hoogte van de kruising met de N74 Noord-Zuid Verbinding kiest men respectievelijk de zuidelijke richting (Hasselt) en de noordelijke richting (Eindhoven). De N74 sluit aan op de E314 ter hoogte van open afrittencomplex nr. 29 “Houthalen-Helchteren” en op de E34 in Nederland ter hoogte van open afrittencomplex nr. 33. Voor de E313 volgt men eveneens de N73 in westelijke richting via Hechtel, Leopoldsburg en Ham (N141). Daar sluit de N141 aan op de E313 via open afrittencomplex nr. 25 “Ham”. De E314 en de E313 in de oostelijke richting zijn vanaf de projectsite te bereiken via de N76, die ca. 6 km ten oosten van de site in Bree aansluit op de N73.


30/131

De E25 bereikt men door de N73 ter hoogte van de projectsite in westelijke richting te volgen langs Bree en Kinrooi. Voorbij Kinrooi sluit men in noordelijke richting aan op de N78 / N273 (Nederland) en kan men de E25 oprijden via open afrittencomplex nr. 41. 

Interne ontsluiting

Op de parking van de projectsite werd momenteel een enkelrichtingslus ingericht. De inrit sluit daarbij rechtstreeks aan op de N73 Baan naar Bree. De uitrit sluit via de westelijke tak van de Bedrijfsstraat aan op de N73 Baan naar Bree. Intern werd een enkelrichtingscircuit gemarkeerd met pijlen en wordt de te volgen route duidelijk bewegwijzerd. Ter hoogte van de Bedrijfsstraat (westelijke tak) werd er op de N73 een linksaf-opstelstrook voorzien. Ter hoogte van de inrit van de projectsite is dit niet het geval.

Bedrijfsstraat

N73 Baan naar Bree Figuur 8: Interne ontsluiting projectsite (bron: bingmaps.com)


31/131

Onderstaande foto’s illustreren de huidige interne ontsluiting van de projectsite en zijn parking.

Foto 7: Inrit projectsite vanaf N73 (westkant)

Foto 8: Inrit projectsite gezien vanaf parking

Foto 9: Interne rijrichting parking

Foto 10: Interne bewegwijzering parking

Foto 11: Uitrit thv Bedrijfsstraat

Foto 12: Kruispunt Bedrijfsstraat (west) x N73


32/131

Verkeersplanologische context

i.

BPA “Laerderheide”

Onderstaande figuur geeft het bestemmingsplan van het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) dat van toepassing is op de projectsite. Het is daarbij voor dit MOBER zeer belangrijk dat een rechtstreekse ontsluiting van de projectsite op de N73 onmogelijk wordt gemaakt. De ontsluiting dient in de toekomst via de Bedrijfsstraat te gebeuren en vervolgens via de ovonde naar de N73.

Figuur 9: BPA “Laerderheide” bestemmingsplan

ii.

Mobiliteitsplan Peer

Het mobiliteitsplan volgt met betrekking tot de projectsite de bepalingen van het BPA “Laerderheide”.

iii. Mobiliteitsvisie De Lijn 2020 In Bijlage 2 werd de gewenste Provinciale openbaar-vervoersstructuur Limburg toegevoegd. Met betrekking tot de OV-ontsluiting van de projectsite zijn er geen significante wijzigingen gepland.


33/131

iv. Fietsroutenetwerk 

Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk

Figuur 10: Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (Bron: www.mobielvlaanderen.be)

De N73 Baan naar Bree langs de projectsite werd door de provincie geselecteerd als bovenlokale functionele fietsroute. De aanwezige fietspaden werden echter niet conform het Vademecum Fietsvoorzieningen aangelegd. 

Recreatief fietsroutenetwerk

De onderstaande figuur geeft het recreatief fietsroutenetwerk weer. In de onmiddellijke omgeving van de projectsite worden knooppunten 01 en 06 verbonden door de Laarderweg, over de ovonde en verder door de Erperheidestraat. Dit traject maakt eveneens deel uit van 2 recreatieve thema-fietsroutes (bron: routeyou.com): -

“Proef en beleef het platteland: Natuurlijke Gulheid 2014” “Sonnis – Weert – Thorn – Maasbracht”

Figuur 11: Recreatief fietsknooppuntennetwerk


34/131

4.1.3 Mobiliteitsprofiel Huidige activiteiten Op de projectsite bevinden zich momenteel verschillende meubelzaken die allen door dezelfde eigenaar worden uitgebaat. Het betreft: -

Meubelen Heylen (ca. 3.000 m2 BVO) Interieur Plus (ca. 1.650 m2 BVO) Laarderheide (ca. 2.300 m2 BVO) Meevita (ca. 1.650 m2 BVO)

Meubelen Heylen wordt beschouwd als de ‘hoofdwinkel’. Dit betekent dat ca. 30% van de bezoekers van elk van de 3 andere winkels, ook een bezoek hebben gebracht aan Meubelen Heylen. Momenteel is er een parkeeraanbod van ca. 250 parkeerplaatsen Huidig mobiliteitsprofiel projectsite

Opmerking: De gebruikte kencijfers werden grotendeels door de bouwheer aangeleverd. Wanneer dit niet het geval was, wordt naar de desbetreffende bron verwezen. 

Bezoekers -

Per jaar (2014): 43.600 Gemiddeld per maand: 3.633 Gemiddeld per week: 838

Grafiek 1: Jaarverdeling bezoekers


35/131

Gezien de absolute bezoekersaantallen verschillen tussen de gemiddelde maand oktober enerzijds en een piekmaand januari anderzijds, worden hieronder 2 grafieken weergegeven.

Grafiek 2: Weekverdeling bezoekers


36/131



Dagverdeling (per uur)

De onderstaande grafieken werden opgemaakt op basis van een combinatie van gegevens die door de opdrachtgever werden aangereikt en de verdeling over de dag voor retail uit het OVG 4.1. Gezien de bezoekers zich op een vrijdag anders verdelen over de dag dan op een zondag, en gezien het verschil in bezoekersaantallen in een gemiddelde maand oktober of een piekmaand januari, werden onderstaand 4 grafieken weergegeven om de dagverdeling te illustreren.

Grafiek 3: Huidige dagverdeling bezoekers vrijdag


37/131

Grafiek 4: huidige dagverdeling bezoekers zondag


38/131



Aantal bezoekers per dag

Op basis van de bovenstaande gegevens konden de gemiddelde en maximale (tijdens de drukste maand januari) aantallen bezoekers per dag worden geraamd. De volgende tabel geeft deze waarden overzichtelijk weer, telkens voor een weekdag, voor de zaterdag en voor de zondag.

Tabel 5: Gemiddeld en piek aantal bezoekers per dag

Modal Split: - Fiets: 2% - OV of shuttledienst station Neerpelt: 5% - Auto: 93%

Herkomst/Bestemming: - Nederland: 33% - Regio Lommel, Genk, Hasselt, Mol: 67% De rijrichting op de N73 Baan naar Bree is gelijkmatig verdeeld over beide rijrichtingen. 50% van de bezoekers komt/gaat van/naar de westelijke rijrichting, 50% van/naar de oostelijke richting. 

Werknemers

Aantal: In de centrale kantoren, het magazijn en de bestaande winkels worden momenteel 65 mensen tewerkgesteld. Daarvan zijn 25 personen verkopers en de 40 anderen administratieve bedienden en chauffeurs. Op zaterdag en zondag zijn een 35-tal werknemers aanwezig.

Modal Split: - Fiets: 8% - OV: 8% - Auto: 84%

Herkomst/bestemming: Alle werknemers komen uit de onmiddellijke regio van de projectsite.


39/131



Verdeling Voor de verdeling van de werknemers over de dag (aankomsten en vertrekken per uur), worden de klassieke profielen voor de activiteit ‘werk’ uit het OVG 4.1 gehanteerd. Deze worden geïllustreerd in de volgende grafiek, waarbij de attractie het verkeer naar de site toe is, de productie het verkeer dat van de site weg rijdt. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een weekdag (van maandag tot en met vrijdag) en een weekenddag (zaterdag en zondag).

Grafiek 5: Dagverdeling werknemers weekdag

Grafiek 6: Dagverdeling werknemers weekenddag



Leveringen

Momenteel is het distributiecentrum van Meubelen Heylen gelegen op de projectsite. De huidige vracht-verkeersgeneratie is bijgevolg: -

7 à 8 eigen vrachtwagens (1-delig) per dag naar klanten toe. Dit betekent 14 à 16 vracht-wagenbewegingen per dag, gezien ze vol vertrekken en leeg terugkomen;

-

3 à 5 externe leveringen (2-delig) per week. Dit betekent eveneens het dubbel aantal vrachtwagenbewegingen, gezien die vol toekomen en leeg wegrijden. In wat volgt wordt uitgegaan van 1 dergelijke levering per dag.


40/131

Huidig druktebeeld Door AWV werden ons volgende verkeerstellingen aangeleverd: -

Kruispunttelling thv de Smeeshofweg (2010) Slangtellingen aan weerszijden van de rotonde (2008)

Gezien de geringe bewerkbaarheid van deze telgegevens, werden ze getoetst aan de recente kruispunttelling (zie volgende paragraaf). De grootte-ordes kwamen grotendeels overeen, waardoor kon worden geconcludeerd dat er geen calamiteiten hebben plaatsgevonden. Kruispunttelling ovonde N73 x Bedrijfsstraat Strodio 4.2; www.trenso.nl; Buro MOVE

Intensiteiten rotonde N73 x Bedrijfsstraat

13 16 29

2 19 14 9

eg La ar de rw

9 21 468 22

r Bree

N73 Baan naa r Bree N73 Baan naa

6 19 450 43

29 13 450 22

520 1034 514

er he id Er p 27 1 14 22

8 14 2 6 64

16 22

43 1

es tra at

512 1030 518

4 13 468 27

6 10 2 6 44

4

4 1 21

t aa str ijfs dr Be

4

1 13

2

6

20 52 32

Avondspits vrijdag 05-12-2014 16:00-17:00 uur (PAE)

P216 HS VR.str Buro MOVE

Figuur 12: Stroomdiagram rotonde N73 x Bedrijfsstraat vrijdagavond


41/131

Strodio 4.2; www.trenso.nl; Buro MOVE

Intensiteiten rotonde N73 x Bedrijfsstraat

11 15 30

2 11 10 5

at tra ss rijf d Be

La ar de rw eg

4 0 3

5 8 320 25

r Bree

N73 Baan naa r Bree

N73 Baan naa

13 11 290 22

30 4 290 13

358 695 337

er he id Er p 22 0 10 13

6 10 2 7 45

15 25

22 0

es tra at

356 692 336

3 11 320 22

56 84 28

0

0 8 0

2

13

9 30 21

Zondagnamiddag 07-12-2014 14:15-15:15 uur (PAE)

P216 HS ZO.str Buro MOVE

Figuur 13: Stroomdiagram rotonde N73 x Bedrijfsstraat zondagnamiddag

Huidig mobiliteitsprofiel projectsite 

Verkeersgeneratie

In deze paragraaf wordt aangegeven wat de huidige verkeersintensiteiten van en naar de projectsite zijn tijdens de twee maatgevende uren. Deze verkeersintensiteiten werden berekend op basis van bovenvermelde kencijfers voor een gemiddelde (oktober) en drukke (januari) vrijdag en zondag.

Tabel 6: Overzicht verkeersgeneratie per uur

 Parkeerbehoefte Onderstaande tabel geeft een overzicht van de huidige parkeerbehoefte tijdens het drukste uur op een gemiddelde (oktober) en een drukke (januari) vrijdag en zondag.

Tabel 7: Overzicht huidige parkeerbehoefte


42/131

Dit strookt met de huidige werkelijkheid, waarbij de ca. 150 ingetekende parkeerplaatsen in de huidige situatie zelden of nooit volledig volzet zijn. De huidige onverharde ‘overloopparking’ wordt momenteel slechts sporadisch gebruikt op drukke zondagen tijdens de soldenmaanden.


43/131

4.2

REFERENTIESITUATIE BODEM

4.2.1 Afbakening studiegebied Het studiegebied strekt zich uit over de volledige zone waarbinnen de kwaliteit en kwantiteit van de bodem beïnvloed kan worden. Voor de discipline bodem wordt het studiegebied beperkt tot het projectgebied. 4.2.2 Beschrijving referentiesituatie Geologie Als voornaamste gegevensbronnen wordt gebruik gemaakt van: -

Geopunt Vlaanderen (www.geopunt.be); Reeds uitgevoerde bodemonderzoek.

In Tabel 8 is de geologie ter hoogte van het projectgebied weergegeven. Stratigrafie Quartair Tertiair – Formatie van Kasterlee Tertiar – Formatie van Diest

Omschrijving Bruin zand Glauconiethoudend fijn zand Glauconiethoudend grof zand

Hydrogeologie Watervoerend Watervoerend Watervoerend

Diepte (m-mv) 0-10 10-34 34-164 m-mv

Tabel 8: geologie thv het projectgebied.

Uit de boorstaten van de uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt dat de bodem hoofdzakelijk opgebouwd is uit lemig zand, bovenaan bijgemengd met puin en assen. Ter hoogte van het projectgebied vormt de antropogene toplaag samen met het Quartair en de Formatie van Kasterlee de freatische watervoerende laag. Bodemgesteldheid en verharding Volgens de bodemkaart (Figuur 14) bestaat het noorden en het zuiden van het projectgebied uit matig droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en of humus (bodemtype Zcfy, B-horizont). In het midden komt droge zandbodem voor met weinig duidelijke ijzer en/of humus (bodemtype Zbf, Bhorizont). Het grootste deel van het terrein is momenteel al ingenomen door bebouwing of verharding. In deze zones kan verondersteld worden dat er geen ongestoorde bodem meer aanwezig is. Het meest westelijke deel van het terrein wordt momenteel gebruikt voor landbouwactiviteiten en is momenteel onverhard.

Figuur 14: Bodemtype (bron: www.geopunt.be)


45/131

Bodemkwaliteit Op Figuur 15 wordt aangegeven voor welke locaties er bodemonderzoeken zijn uitgevoerd gebaseerd op de OVAM-databank. Binnen het projectgebied zelf werd er op 04/11/2004 door Arcadis een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd (dossiernummer OVAM: 24940). Er werd hier een verontreiniging vastgesteld met minerale olie in het vaste deel van de aarde. Op de aangrenzende terreinen werden nog verscheidene bodemonderzoeken uitgevoerd (dossiernummer 2067, 20107, 6245 en 31077). Bij dossier 2067 werd een verontreiniging aangetroffen met zink en chroom in het grondwater. Hiervoor werd een beschrijvend bodemonderzoek opgemaakt.

Figuur 15: uitgevoerde bodemonderzoeken (bron: www.geopunt.be)

Slechts op een klein deel van het projectgebied werd reeds een bodemonderzoek uitgevoerd. Voor de rest van het terrein zijn geen gegevens gekend van de bodemkwaliteit. Als bodembedreigende activiteit is er op dit ogenblik een dubbelwandige dieseltank van 10.000 liter met pomp aanwezig voor het tanken van de vrachtwagens. Deze installatie is volledig geplaatst volgens de VLAREM-wetgeving.


46/131

4.3

REFERENTIESITUATIE GRONDWATER

4.3.1 Afbakening studiegebied Het studiegebied strekt zich uit over de volledige zone waarbinnen de kwaliteit en kwantiteit van het grondwater beïnvloed kan worden. Het betreft in principe het projectgebied en de buurpercelen evenals de waterlopen en grondwaterlagen. 4.3.2 Beschrijving referentiesituatie Als voornaamste gegevensbronnen wordt gebruik gemaakt van: -

Geopunt Vlaanderen (www.geopunt.be); Reeds uitgevoerde bodemonderzoek.

Voorkomen De grondwatertafel op de site wordt aangetroffen op ca. 5 m-mv. Op basis van de topografie kan een westelijke grondwaterstromingsrichting (richting Warmbeek) vermoed worden. Uit de hydrogeologische opbouw van het gebied kan onderstaande hydrostratigrafie worden afgeleid: - De Quartaire zanden tot ca. 10 m-mv (watervoerend); - Daaronder bevindt zich de formatie van Kasterlee (HCOV-code 0234) de formatie van Diest (HCOV code 0252). Kwetsbaarheid Het risico van verontreiniging van het grondwater hangt af van de dikte van eventuele deklagen, de eigenschappen van de watervoerende lagen en de dikte van de onverzadigde zone die samen de grondwaterkwetsbaarheid bepalen. De grondwaterkwetsbaarheid wordt volgens de grondwaterkwetsbaarheidkaart gecatalogeerd als zeer kwetsbaar (Ca1) d.w.z. een zandige watervoerende laag met een zandige deklaag of deklaag ≤5m. De onverzadigde zone is ≤10m. Dit geeft aan dat het grondwater ter hoogte van de exploitatiesite erg kwetsbaar is voor vervuiling.


47/131

Grondwaterwinningen De site is niet gelegen in een waterwingebied of een beschermingszone ervan. In het projectgebied zelf is er geen grondwaterwinning aanwezig. Binnen een straal van 500 m bevinden er zich 6 vergunde grondwaterwinning: Locatie onttrekking 1. 2.

3. 4. 5. 6.

X (km)

Y (km)

WINTERS HENRI, VAESHOFWEG 1

228795.0

203212.0

NELIS-CILLEN JAAK, SMEETSHOFWEG 87

228815.0

204045.0

CLIJSTERS JOHAN, HOVENHOFWEG 1

229087.0

204052.0

SMEETRANS, BEDRIJFSTRAAT 15

229203.0

KWANTEN G., BEDRIJFSSTRAAT 7 MENTENS JOZEF, COENENHOFWEG 1

Afstand (m)

290

Onttrekking m3 /dag

Onttrekking m3 /jaar

Diepte (m)

30.00

1800.00

30.00

300.00

3200.00

60.00

375

15.00

5200.00

40.00

203747.0

110

8.00

1232.00

15.00

229296.0

203620.0

50

3.00

600.00

12.00

230001.0

203603.0

600

4.00

1500.00

11.00

445

Tabel 9: grondwaterwinningen binnen een straal van 500m

Figuur 16: vergunde grondwaterwinningen (bron: Databank Ondergrond Vlaanderen)

Deze waterwinningen bevinden zich allemaal in de freatische watervoerende laag. Kwaliteit Slechts op een klein deel van het projectgebied werd reeds een bodemonderzoek uitgevoerd. Voor de rest van het terrein zijn geen gegevens gekend van de bodemkwaliteit. Als bodembedreigende activiteit is er op dit ogenblik een dubbelwandige dieseltank van 10.000 liter met pomp aanwezig voor het tanken van de vrachtwagens. Deze installatie is volledig geplaatst volgens de VLAREM-wetgeving.


48/131

4.4

REFERENTIESITUATIE GELUID EN TRILLINGEN

4.4.1 Afbakening studiegebied Voornaamste gegevensbronnen: -

Gewestplan; Wegenatlas; Orthofoto; Uitgevoerde geluidsmetingen op de site; Voorspelling bewegingsdensiteiten; Verkeerstellingen Bedrijfstraat.

Op basis van kaartmateriaal (topokaart, gewestplan, orthofoto, …), terreinbezoek en algemeen bekomen informatie wordt de geluidshinder in de nabijheid van het bedrijf beschreven. Het studiegebied voor geluid wordt quasi uitsluitend bepaald door op de site aanwezige transporten die noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering. Het studiegebied wordt afgebakend, tot en met volgende relevante zones :

Figuur 17: Bestemming studiegebied discipline geluid.

Zone A : bewoonde panden in het industriegebied, inzonderlijk woning Baan op Bree 119. Zone B : woonzone ten westen van de industriezone, gelegen Smeetshofweg. Zone C : bosgebied ten zuiden van het industriegebied. De studie onderzoekt de geluidsimpact naar de beschouwde zones, en vergelijkt de geluidsomgeving in de bestaande situatie, met de gewenste situatie. Daarbij worden volgende geluidsbronnen in ogenschouw genomen : Eigen aan de site : -

Circulatieverkeer; Parkeerbewegingen; Laad- en losbewegingen.


49/131

Extra aan de site wordt het verkeerslawaai van volgende assen meegenomen : -

Baan naar Bree; Bedrijfsstraat; Laarderheidestraat; Smeetshofweg.

Extra aan de site zijn volgende industriële activiteiten relevant : -

Schroot en (vracht)wagen handel, gelegen Bedrijfsstraat (A); Schrijnwerkerij, gelegen Bedrijfsstraat 13 (B); Bedrijf grondwerken, gelegen Bedrijfsstraat 15 (C).

Figuur 18: Orthofoto met verschillende zones

4.4.2 Beschrijving referentiesituatie De projectlocatie is gelegen in een industriezone. De site eigen emissie van circulatieverkeer, parkeerbewegingen en laad- en los activiteiten zijn voor het allergrootste gedeelte overdag en eventueel in de avondperiode relevant. Laad- en los bewegingen voor 7:00 u, in de nachtperiode, zijn niet uit te sluiten. In de onmiddellijke omgeving van de industriezone is relatief weinig bewoning. Ten zuiden van de site is een bosgebied ingekleurd, waar een vogelrichtlijn geldt. Een meting van het heersende geluidsniveau ter hoogte van Baan naar Bree 119 toont aan dat deze verkeersas quasi het volledige geluidsbeeld bepaalt (zie Bijlage 8). De onderliggende verkeersdensiteit is in Soundplan gemodelleerd met overeenkomstig geluidsvermogen. De verkeersdensiteiten van de overige verkeersassen is voor de Bedrijfsstraat geteld, en voor de andere straten ingeschat.


50/131

4.5

REFERENTIESITUATIE OPPERVLAKTEWATER

4.5.1 Toelichting referentiesituatie, gegevensgebruik en afbakening studiegebied In een hydrografische beschrijving van de bedrijfsomgeving worden de waterlopen in de nabijheid van het bedrijf weergegeven en besproken. Voor de bespreking en ligging van de waterlopen wordt er gebruik gemaakt van de Vlaamse Hydrografische Atlas (VHA). De kwaliteit van de waterlopen, waarnaar het bedrijf ontwatert, wordt beschreven op basis van metingen van de Belgische Biotische Index (BBI) en de Prati Index (gegevens meetpunten VMM). Naast de VMM-meetpunten wordt er ook gebruik gemaakt van eventueel aanwezige MAP-meetplaatsen voor een inschatting van de oppervlaktewaterkwaliteit (gegevens VMM). Het studiegebied (straal van ongeveer 1 km rond het bedrijf) beperkt zich tot de oppervlaktewateren die rechtstreeks kunnen beïnvloed worden door het project, meer bepaald door verontreiniging van oppervlaktewater door eventuele lekkages, ... Hydrogeografische situering Hydrogeografisch situeert het studiegebied zich in het “Maasbekken”, meer bepaald in het deelbekken “Warmbeek”. Binnen een straal van één kilometer rondom de site bevinden zich twee waterlopen. Het betreffen de Warmbeek, een waterloop van de tweede categorie met als kwaliteitsdoelstelling viswater en de Kievitsbeek, een niet gecategoriseerde waterloop waarvoor de basiskwaliteit geldt (Bijlage 3). De kortste afstand van de huidige site tot de dichtstbijzijnde waterloop, de Warmbeek, bedraagt ca. 460 m. Het dichtstbijgelegen VMM-meetpunt is op ongeveer 120 m ten NW van de huidige bedrijfsterreinen gelegen, namelijk in de Warmbeek, net na de aftakking van de Haarlosebeek (meetpunt 103300). In dit meetpunt werd de BBI voor het laatst in 2005 gemeten. Deze wees op een goede kwaliteit en weinig verontreiniging (score 8). In 2014 wees de Prati-index in dit punt op een aanvaardbare kwaliteit (score tussen 1 en 2). De site is volgens de watertoetskaarten gelegen op percelen die aangeduid worden als infiltratiegevoelig, niet overstromingsgevoelig en matig gevoelig voor grondwaterstroming. Mogelijke schadelijke effecten op het watersysteem zouden kunnen ontstaan als gevolg van veranderingen in de afvoer van oppervlaktewater, structuurverandering van de waterlopen, infiltratie van hemelwater, kwaliteitsverlies van oppervlaktewater en grondwater en wijzigingen van de grondwaterstroming. De site is volgens de zoneringsplannen van de VMM gelegen in centraal gebied, er is dus een aansluiting op een operationele RWZI aanwezig. 4.5.2 Methodiek en significantiekader De kwaliteit van de waterlopen, waarnaar het bedrijf ontwatert, wordt beschreven op basis van metingen van de Belgische Biotische Index (BBI) en de Prati Index (gegevens meetpunten VMM). Naast de VMM-meetpunten wordt er ook gebruik gemaakt van eventueel aanwezige MAPmeetplaatsen voor een inschatting van de oppervlaktewaterkwaliteit (gegevens VMM). Mogelijke bronnen van oppervlaktewaterverontreiniging op deze site zijn het lozen van sanitair afvalwater en het lozen/infiltreren van niet-verontreinigd hemelwater. Verder kan de toegenomen verharde oppervlakte op de site voor een gewijzigde infiltratiecapaciteit zorgen.


51/131

deelaspect

onderdeel

Beoordelingskader

negatief effect: hoog risico tot overstromingsproblemen

beperking infiltratiecapaciteit

matig negatief effect: directe afleiding regenwater naar riolering

gering negatief effect: vrije infiltratie mogelijk geen of verwaarloosbaar effect: vrije infiltratie mogelijk + buffervoorzieningen lozing afvalwater

sanitair afvalwater

negatief effect: lozing sanitair afvalwater zonder voorbezinking in septische put op open gracht of infiltratie

gering negatief effect: lozing sanitair afvalwater na voorbezinking in septische put

geen of verwaarloosbaar effect: lozing sanitair afvalwater op oppervlaktewater via IBA of rechtstreeks op riolering Tabel 10 Significantiekader voor discipline oppervlaktewater

4.5.3 Beschrijving van de waterstromen binnen de site Leidingwater De belangrijkste verschillen in het gebruik van leidingwater zullen gerelateerd zijn aan het gebruik van hemelwater voor het sanitair in de gewenste situatie. Op basis van het aantal bezoekers, die gemiddeld 2 uur op de site verblijven, kan er rekening houdend met een inwonersequivalent (IE, een inwonersequivalent is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater die één persoon per dag produceert, nl 150 liter) van 1/30, dat gehanteerd wordt voor bioscoop en theaterbezoeken (www.vlario.be), nagegaan worden wat het waterverbruik door het sanitair zou zijn in de huidige en de gewenste situatie. In 2014 werd de site door 43.600 personen bezocht. Rekening houdend met een IE van 1/30 per bezoeker, resulteert dit in een totale IE van 1.455. Rekening houdend met een maximaal dagdebiet van 150 l per IE, zou er dan op jaarbasis 220 m³ leidingwater verbruikt worden in het sanitair door enkel de bezoekers. Hemelwater Het hemelwater dat terecht komt op de bestaande verhardingen en de daken van de gebouwen wordt momenteel verzameld in een centrale pompput en dan overgepompt naar de open gracht naast de Baan naar Bree. Rekening houdend met een verharde oppervlakte op de site van ca. 14.696 m² in de huidige situatie, kan er ingeschat worden dat er jaarlijks 11.168 m³ hemelwater overgepompt wordt naar de open gracht. Het hemelwater dat op de onverharde delen van de site terecht komt infiltreert of stroomt af naar aanliggende gronden (ca. 20.998 m³ op jaarbasis). Sanitair afvalwater Het huishoudelijk afvalwater wordt na voorbehandeling in een septische put naar het openbaar rioleringsstelsel geleid. Naar de toekomst toe worden de nieuw te bouwen elementen telkens voorzien van een septische put, het afvalwater dat hier in terecht komt wordt eveneens geloosd op het rioleringsnetwerk. Bedrijfsafvalwater Er wordt geen bedrijfsafvalwater geproduceerd of geloosd.


52/131

4.6

REFERENTIESITUATIE FAUNA EN FLORA

4.6.1 Toelichting referentiesituatie, gegevensgebruik en afbakening studiegebied Het biotisch milieu in de nabijheid van de site kan besproken worden op basis van de Biologische Waarderingskaart (BWK) en de habitatkaart, alsook op basis van kaartenmateriaal van volgende aandachtsgebieden: -

Natura 2000; Ramsar-gebieden; erkende/Vlaamse natuurreservaten en bosreservaten; VEN/IVON-netwerk; groene of ecologisch belangrijke gewestplanbestemmingen (natuurgebieden (met wetenschappelijke waarde), bosgebieden, valleigebieden en brongebieden en agrarische gebieden met ecologische waarde).

Het studiegebied inzake fauna en flora wordt vastgelegd op 1 km rondom de site. Indien blijkt dat het studiegebied ruimer dient gezien te worden, dan zal het studiegebied aangepast worden. De biologische waarderingskaarten (BWK) geven een inventarisatie weer van de aanwezige vegetatie. Hierin worden eveneens de belangrijkste kleine landschapselementen mee opgenomen. Per vegetatie-element wordt een waardering uitgesproken over zijn biologische waarde. Een uittreksel uit de BWK voor de omgeving van de inrichting wordt gegeven in Bijlage 4. De omgeving van de site, ten noorden van de Baan naar Bree, wordt hoofdzakelijk gekarteerd als zijnde minder waardevol met verspreid enkele waardvolle elementen (vnl. naaldhoutaanplanten). De regio ten zuiden van de Baan naar Bree wordt ter hoogte van de site gekarteerd als waardevol tot zeer waardevol. Dit betreffen naaldhoutaanplanten, eiken-berkenbossen of de combinatie van beiden. De habitatkaart geeft weer welke habitats, regionaal belangrijke biotopen en potentiële habitats voorkomen in het studiegebied en is gekoppeld aan de BWK-kaart. Een uittreksel van de habitatkaart wordt weergegeven in Bijlage 5. Een samenvatting van alle voorkomende habitattypen (HAB1), regionaal belangrijke biotopen (RBB) en potentiële habitats (HAB2) in de omgeving van de site (binnen een straal van 1 km) wordt in onderstaande tabel weergegeven. Element

Verklaring

Ligging

9120

Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei

N

9190

Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur

N

4030

Droge Europese heide

Z

rbbsg

brem- en gaspeldoornstruwelen

Z

Tabel 11 (Potentiële) habitattypen en regionaal belangrijke biotopen binnen een straal van 1 kilometer rondom de site

De site is gelegen in het SBZ-V “Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt en Peer” (Bijlage 6). Het volledige SBZ-V werd aangemeld voor een oppervlakte van 9.863 ha. Het vogelrichtlijngebied is aangemeld voor de Blauwborst, Grauwe kiekendief, IJsvogel, Nachtzwaluw, Ortolaan en Wespendief. Te beschermen habitats binnen het gebied zijn: houtkanten en houtwallen, lijnen puntvormige elementen, zoals houtkanten, hagen en plassen, beken en hun oevers. Voor dit gebied werden er nog geen instandhoudingsdoelstellingen vastgelegd, deze zijn momenteel nog in opmaak. In Tabel 12 wordt een overzicht gegeven van de vogelsoorten waarvoor het Vogelrichtlijngebied werd aangewezen (broedende en niet-broedende vogelsoorten van de Bijlage I-lijs)t (aangepaste lijst volgens Richtlijn 85/411/EEG van de Richtlijn 79/409/EEG en hun evolutie volgens de broedvogelatlas), alsook de overige voorkomende Bijlage I-soorten waarvoor het gebied niet werd aangemeld (Vermeersch et al., 2006). Project 14/945 – Gemotiveerd verzoek tot ontheffing MER-plicht WINKELSITE MEUBELBOULEVARD -PEER

53/131

soort

populatiegrootte*

evolutie

status bij aanmelding

(Vermeersch et al., 2006) Soorten waarvoor het SBZ-V werd aangemeld Blauwborst (Luscinia svecica)

10

30

broedvogel Bijlage I

Grauwe kiekendief (Circus pygargus)

1

0


IJsvogel (Alcedo atthis)

5

7


Nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus)

10

60


Ortolaan (Emberiza hortulana)

40

0


Wespendief (Pernis apivorus)

1

7


Woudaap (Ixobrychus minutus)

1


Zwartkopmeeuw (Larus melanochephalus)

2


Zwarte specht (Dryocopus martius)

20


Boomleeuwerik (Lullula arborea)

55


Overige Bijlage I - soorten

* de getallen geven de maximale aantallen weer bij aanmelding: schuine cijfers voor het aantal broedparen; gewone cijfers: maximaal aantal vogels aanwezig; x = vogelsoort zeker aanwezig (min. 1 vogel of koppel), exacte aantal niet gekend (toestand bij aanwijzing in 1986)

Tabel 12 Overzicht en evolutie van Bijlage I-soorten binnen het vogelrichtlijngebied (Vermeersch et al., 2006)

Indien naar bovengenoemde soorten gekeken wordt, en naar mogelijke habitats in de directe omgeving van de inrichting, dan blijkt dat de potentie voor de hoger genoemde soorten, eerder als beperkt omschreven kan worden. Enkel voor Zwarte specht en Wespendief is er (beperkt) potentieel aanwezig in de bosgebieden ten zuiden van de Baan naar Bree. Verder zijn er binnen een straal van 1 km rondom de site geen aandachtsgebieden gelegen. Nemen we het gewestplan in beschouwing, dan is binnen een straal van 1 km rondom de site zowel ten N als ten zuiden van de site bosgebied (code 800) gelegen. De N73, de Baan naar Bree, die een fysieke barrière vormt binnen het studiegebied en voor een zekere belasting zorgt in de huidige situatie (zowel naar geluids- als verkeersemissies) bevindt zich ten zuiden van de site. Nemen we de geluidskwetsbaarheidskaart in beschouwing, dan kan vastgesteld worden dat de rechtstreekse omgeving van de site omringd wordt door zones die niet tot weinig kwetsbaar zijn aan verstoring door geluid. Deze kartering gaat verder weg van de site over van niet kwetsbaar naar kwetsbaar, met op ca. 490 m ten noord-westen en 500 m ten zuiden van de site zones die gekarteerd worden als zeer kwetsbaar aan geluidsverstoring (zie Bijlage 7).


54/131

4.7

REFERENTIESITUATIE LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

4.7.1 Afbakening studiegebied Het studiegebied strekt zich uit over de volledige zone waarbinnen het historisch erfgoed mogelijk beïnvloed kan worden. Het betreft in principe de exploitatiesite en de buurpercelen in een ruime omgeving. 4.7.2 Beschrijving referentiesituatie Als voornaamste gegevensbronnen wordt gebruik gemaakt van: -

Databank Beschermd Onroerend Erfgoed in Vlaanderen Inventaris Bouwkundig Erfgoed Geoportaal van het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE) Orthofoto 2012 (AGIV)

Figuur 19: Beschermd onroerend erfgoed (bron:www.vioe.be)

Beschermd onroerend erfgoed Op de site noch in de ruime omgeving (straal 1000 m) werden landschappen, stads- en dorpsgezichten, archeologische zones of monumenten beschermd. Beheersplannen Op de site noch in de ruime omgeving (straal 1000 m) werden herwaarderingsplannen of landschapsbeheersplannen opgesteld. Unesco Werelderfgoed Op de site noch in de ruime omgeving (straal 1000 m) werden bufferzones of contouren behorend tot het Unesco Werelderfgoed, afgebakend. Geïnventariseerd Landschappelijk Erfgoed Op de site noch in de ruime omgeving (straal 1000 m) werden ankerplaatsen aangeduid of opgenomen in de landschapsatlas, noch tuinen en parken en houtig erfgoed.


55/131

Geïnventariseerd Bouwkundig Erfgoed Enkele gebouwen in de nabije omgeving komen voor op de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed. Ter hoogte van het kruispunt van de Baan naar Bree en de Smeetshofweg, op ongeveer 150m afstand van de uiterste grens van de site, bevindt zich een kapelletje als volgt omschreven in de inventaris van het bouwkundig erfgoed: O.-L.-Vrouwekapel Z.-N. georiënteerd, door twee linden beschaduwd en ten Z.O. van het volledig verbouwde z.g. "Smeetshof", wat lager t.o.v. de baan gelegen bedehuis van één rechte trav. met vlakke sluiting onder zadeldak (n ⊥ straat, mechanische pannen) met van vlechtingen en schouderstukken voorziene aandaken, van XIX B, cf. aanduiding in de Atlas van de Buurtwegen (1845) aan de overzijde van de baan en zandstenen gevelsteen vooraan met inscriptie: HU[?]ICS/A.C. SME[ETS]/18[??], later ten N. van de baan heropgetrokken met al dan niet hergebruik van materiaal. Verankerde baksteenbouw. Rondboogportaal van een dubbelle rollaag, met latere ijzeren deur met inscriptie: AVE MARIA, waarboven gecementeerde geveltop met bekronend smeedijzeren kruis. Met een rechte muizentand afgelijnde zijgevels met telkens één getoogd venstertje op gecementeerde lekdrempel, met ijzeren roedeverdeling. Blinde sluiting. Volledig bepleisterd en witbeschilderd interieur met gedrukt tongewelf (274). Het kapelletje werd in 2005 door de gemeente Peer geïnventariseerd.

. Figuur 20: foto’s uit inventaris bouwkundig erfgoed (bron:www.vioe.be)

Het kapelletje is gelegen aan de Steenweg op Bree op de hoek van een bebouwde woonkavel en voor een open landschap.


56/131

Figuur 21: bouwkundig erfgoed (bron: www.geopunt.be)

In de oksel van de Laerderweg en de Coenenhofweg, op ongeveer 750m afstand van de uiterste grens van de site, bevindt zich nog een kapelletje als volgt omschreven in de inventaris van het bouwkundig erfgoed: Z.nr./ Coenenhofweg. Laarderkapel of O.-L.-Vrouw-van-Lourdeskapel Ook toegewijd aan de Drie Gezusters, de HH. Berthilia, Eutropia en Genoveva, die aanroepen werden tegen kinderziekten en moeilijke bevallingen. Opgetrokken op de plek waar eertijds een boom met Mariakapel stond. Diverse inbraken teisterden het bedehuisje, waarbij beelden en klok verdwenen. Naar het Z. georiënteerd, aan de hoek van beide straten van twee vierkante bakstenen pijlers waartussen ijzeren toegangshek en vooraan van een portiek voorzien, achteraan door recente linden beschaduwd, wat vervallen, neogotisch bedehuis van drie trav. met driezijdige sluiting onder verspringende zadeldaken (leien) met N.-aandaken, voorzien van schouderstukken en topstuk, alsook vierkantig overhoeks dakruitertje met bekronend smeedijzeren kruis, gebouwd in 1907-08, cf. cementen gevelsteen met jaartal 1908 in sluiting (fig. 154). Baksteenbouw op gecementeerde plint; dito afwerking voor versneden steunberen, deklijsten en afgeschuinde lekdrempels. Omlopende, aflijnende overhoekse muizentand. Lagere en smallere portiek met puntgevelvormige bekroning, waarin een getrapt spaarveld met ingeschreven spitsbogige muuropening; cementen gevelsteen met jaartal 1978, waarschijnlijk verwijzend naar een herstelling of restauratie. Bepleisterd en witbeschilderd interieur van de portiek met opzij twee gecementeerde bankjes, decoratieve cementtegelvloer en korfboogdeur met bewaard houten traliewerk met rozetversiering, waarboven houten kruis met beschilderde ijzeren Christusfiguur en bekronend licht gedrukt spitstongewelf. Voorgevel met op elkaar gestelde steunberen en zandstenen spitsboognis met O.-L.Vrouwebeeldje in de geveltop. Zijgevels geritmeerd door steunberen waartussen lancetvensters. Driezijdige sluiting met overhoekse steunberen en gedichte dito vensters. Volledig bepleisterd en beschilderd interieur onder gelijkaardig gewelf. Mobilair: bepleisterd en beschilderd, neogotisch altaar, Lourdesgrot; decoratieve glasramen; dito cementtegelvloer.

waarachter

gecementeerde

De kapel werd in 2005 door de gemeente Peer geïnventariseerd.


57/131

Figuur 22: foto’s uit inventaris bouwkundig erfgoed (bron: www.vioe.be)

De kapel is gelegen in de oksel van twee straten. De bestaande bebouwing op de site heeft omwille van de bestaande bebouwing en begroeiing in de omgeving geen visuele impact op deze kapel.

Figuur 23: relicten in de omgeving (bron: www.geopunt.be)

Op de site noch in de ruime omgeving (straal 1000 m) werden verder nog bouwkundige gehelen, bouwkundige relicten of orgels waargenomen. Wereldoorlogrelicten Op de site noch in de ruime omgeving (straal 1000 m) zijn wereldoorlogrelicten aanwezig.


58/131

Archeologie Volgens de informatie die werd ontvangen van het Agentschap Onroerend Erfgoed, bevinden zich ten noorden van de locatie twee sites die zijn opgenomen in de Centraal Archeologische Inventaris (CAI). De ene site verwijst naar de “Celtic Fields” en de andere site heeft als vermelding “Romeins”. Ter informatie worden hieronder verschillende kaarten doorheen de tijd getoond die een beeld kunnen geven van het archeologisch belang voor deze site en de ruime omgeving.

Luchtfoto’s

Figuur 24: Luchtfoto Vlaanderen, zomer 1979 - 1990 (bron: www.geopunt.be)

Figuur 25: Luchtfoto Vlaanderen, zomer 2012 (bron: www.geopunt.be)


59/131

Figuur 26: luchtfoto Vlaanderen, zomer 2012, infrarood (bron: www.geopunt.be)

Figuur 27: luchtfoto Vlaanderen, winter 2014 (bron: www.geopunt.be)


60/131

Historische kaarten

Figuur 28: Frickx kaarten 1712 (bron: www.geopunt.be)

Figuur 29: Ferraris kaarten 1771 - 1778 (bron: www.geopunt.be)


61/131

Figuur 30: Atlas der Buurtwegen, 1841 (bron: www.geopunt.be)

Figuur 31: Vandermaelen kaarten, 1846 - 1854 (bron: www.geopunt.be)

De Popp-kaarten zijn voor deze regio niet beschikbaar.


62/131

Topokaarten

Figuur 32: topokaart 2008 (bron: www.ngi.be/topomapviewer)

Bodemkaarten

Figuur 33: bodemkaart (bron: www.dov.vlaanderen.be)

De site wordt gekenmerkt door volgende bodemtypes: Zbf: Droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont Project 14/945 – Gemotiveerd verzoek tot ontheffing MER-plicht WINKELSITE MEUBELBOULEVARD -PEER

63/131

Zcfy: Matig droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont Er is geen bodemkundig erfgoed aanwezig op de site zelf noch in de ruime omgeving.

Figuur 34: bodemassociatiekaart (bron: www.dov.vlaanderen.be).

Volgens de bodemassociatiekaart behoort de ruime omgeving tot matig droge zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont.

Figuur 35: bodemkaart volgens WRB (world reference base) (bron: www.dov.vlaanderen.be).

De bodem vertoont een beginnende profielontwikkeling als verkleuring en/of structuurvorming in zeer zandig materiaal (textuurklasse Sand I of Loamy Sand, IN FAO klassen. Verder wordt de bodem nog gekenmerkt door een lage basenverzadiging (BS < 50%) De ruime omgeving is niet gevoelig voor erosie of afstroming.


64/131

Hoogtekaarten

Figuur 36: digitaal hoogtemodel Vlaanderen II, digitaal oppervlaktemodel 1m (bron: www.geopunt.be)

De ruime omgeving vertoont weinig reliëfverschillen. De bodemkenmerken geven aan dat de grond geschikt is voor landbouwactiviteiten. De kans dat menselijke artefacten gevonden worden in de bodem is reëel.


65/131

Landschap algemeen De te ontwikkelen site is enerzijds begrensd door een agrarisch ingevuld landschap, anderzijds door bebouwde structuren en langs de voorzijde is de gewestweg N73 gelegen. Aan de overzijde van deze gewestweg zijn de percelen bebost. De visuele impact van de bestaande structuren is momenteel waarneembaar vanuit het open landschap en vanaf de straat. Deze komen erg industrieel over. Het terrein zelf kent weinig landschappelijke ordening en werd ingevuld in functie van de bestaande eigendomsstructuren. Hierdoor is de ruimte voor de bezoekers erg onoverzichtelijk en weinig aantrekkelijk. Naast de bebouwing is de projectzone nagenoeg volledig verhard met weinig aandacht en ruimte voor groenelementen of architectuur. De gebouwen komen allemaal erg industrieel over en kennen weinig samenhang wat de onordelijke invulling van de site nog verder benadrukt.


66/131

4.8

REFERENTIESITUATIE MENS- RUIMTELIJK FUNCTIONELE ASPECTEN

4.8.1 Beschrijving van het studiegebied Het studiegebied strekt zich uit over de volledige zone waarbinnen de ruimtelijk functionele aspecten mogelijk beïnvloed kunnen worden. Het betreft in principe de exploitatiesite en de buurpercelen in een ruime omgeving. Het is van belang om rekening te houden met de mogelijke effecten vanuit het project op de omgeving, maar evenzeer de beïnvloeding van de omgeving op het plan. Onder mens-ruimtelijke functionele aspecten worden volgende effectgroepen besproken: -

Wijzigingen in functies; Wijziging in organisatie van de ruimte, in (opheffen van) doorsnijding/barrièrevorming en in externe bereikbaarheid; Beeld- en belevingswaarde: hiervoor wordt verwezen naar “landschap”.

4.8.2 Beschrijving referentiesituatie Als voornaamste gegevensbronnen wordt gebruik gemaakt van: -

Databank Agentschap Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV)

Figuur 37: gewestplan (bron:www.geopunt.be

Het project is volgens het Gewestplan Neerpelt –Bree (18) goedgekeurd bij KB op 22/03/1978, deels gelegen in agrarisch gebied en deels gelegen in een gebied voor milieubelastende industrie. Rondom dit gebied is de bestemming volgens het gewestplan agrarisch. Aan de overzijde van de Baan naar Bree bevindt zich een bosgebied. De ligging van het meest nabije woongebied is gelegen op een kleine 150m gemeten vanaf het uiterste grenspunt van de projectzone.


67/131

Figuur 38: BPA Laerderheide (bron: Technum)

De gewestplanbestemming werd verfijnd en deels gewijzigd door een bijzonder plan van aanleg (BPA) “Laerderheide”. Dit BPA is goedgekeurd door de deputatie van de provincie Limburg op 1/07/2009. Het industriegebied kreeg een bestemming als deels distributiezone en deels zone voor lokaal bedrijventerrein. In het agrarisch gebied werd de site uitgebreid met een zone voor de uitbreiding van het lokaal bedrijventerrein, een zone voor parking en groen- en bufferzones. Daarnaast werd binnen het BPA het nieuwe traject van de openbare wegenis aangeduid. De projectzone zelf kent de bestemmingen: -

Artikel 6: distributiezone

-

Artikel 7: zone voor lokaal bedrijventerrein

-

Artikel 09: bufferzone

-

Artikel 10: Zone voor openbaar groen

-

Artikel 11: Zone voor parking

-

Artikel 12: zone voor parking overflow

-

Artikel 13: zone voor voortuin bij distributiezone

-

Artikel 15: zone voor wegen

-

Artikel 16: fietsen voetgangersverbinding

In overdruk is een zone voor overbouwing aangeduid waar de gebouwen elkaar boven de wegenis mogen raken. Het project beoogt de gedeeltelijke uitvoering van deze bestemmingen. Op dit ogenblik is de omgeving gekend als de “Meubelboulevard Heylen” gelegen langs de N73 of de Baan naar Bree, de verkeersas Peer-Bree. De site ligt op 3km van het centrum van Peer. De huidige site kent een 8-tal meubelzaken en woonwinkels.


68/131

Functies De volgende functiekaart voor bedrijventerreinen geeft het bestaande gebruik van de projectsite goed in beeld: de woonfunctie is met rode kleur aangeduid, de paarse invulling geeft de economische activiteit aan, de groene invulling wordt aangeduid als braakliggend terwijl de gele kleur de infrastructuur en bufferzones aangeeft.

Figuur 39: bedrijventerreinen (bron: www.geopunt.be)

De woning ondergaat momenteel de grootste hinder van de economische functies zelf. De hoofdtoegang tot het terrein voor de bezoekers, gebeurt voornamelijk centraal langs het terrein met uitzondering van de ontsluiting van 1 winkel. De wegenis naast de woning wordt nog gebruikt ter ontsluiting van een achterliggend bedrijf. Ten westen hiervan bevindt zich nog een terrein in agrarisch gebruik. De woonfunctie heeft momenteel geen storende impact op de economische activiteiten aangezien de woning niet centraal in de zone is gelegen maar op een uithoek ervan. De Bedrijfsstraat in de huidige situatie wordt gebruikt door landbouwvoertuigen die toegang geeft tot de aanpalende landbouwpercelen ten westen van de projectsite. Ruimtelijk De site is weinig overzichtelijk ingedeeld. Er zijn een 8-tal meubelzaken en woonwinkels. De parking is onoverzichtelijk. Laad- en losverkeer en bezoekersverkeer loopt door elkaar, de randen van de site zijn onverzorgde zones. Rondom de woning zijn de terreinen volledig verhard in functie van verkeersinfrastructuur. Slechts enkele schaarse groenelementen zijn aanwezig op het hele terrein. Zoals blijkt uit onderstaande foto’s komt de bestaande ingerichte ruimte sterk industrieel over met grootschalige bebouwing en infrastructuur. De kleine woning wordt als het ware verdrongen door deze structuren en de nabijheid van industriële gebouwen en publiciteit.


69/131

Foto 7: streetview (bron: www.google.be/maps)

Foto 8: streetview (bron: www.google.be/maps)

De particuliere woonfunctie is hier solitair aanwezig en wordt ruimtelijk volledig ingekapseld door de economische activiteiten van de projectzone, zowel qua verkeersinfrastructuren als gebouwen en activiteiten.


70/131

5 MILIEUEFFECTEN EN PREVENTIEVE MAATREGELEN 5.1

EFFECTVOORSPELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING MOBILITEIT

5.1.1 Methodiek en significatie kader Gebruikte kencijfers 

Bezoekers

Ten opzichte van de huidige situatie wordt er een stijging van 40% van het aantal bezoekers verwacht. Daarnaast wordt er verwacht dat de gemiddelde verblijfsduur ongeveer zal verdubbelen. De toekomstige gemiddelde verblijfsduur bedraagt bijgevolg 2 à 3 uren. Dit heeft een effect op de verwachte dagverdeling per uur van de vertrekken (productie). Voor de toekomstige situatie werd de dagverdeling zoals weergegeven in bovenstaande Grafiek 6 worden gebruikt.

Grafiek 7: Toekomstige dagverdeling bezoekers



Werknemers

Er wordt verwacht dat er een toename zal zijn van het aantal werknemers met 120 personen, voornamelijk in de verkoop. Er wordt aangenomen dat de overige gebruikte kencijfers met betrekking tot dagverdeling, modal split, herkomst/bestemming, … voor werknemers dezelfde blijven in de toekomstige situatie. 

Leveringen

Momenteel bevindt het distributiecentrum van Meubelen Heylen zich op de projectsite. Er zijn toekomstplannen om een nieuw distributiecentrum in Houthalen of Opglabbeek te voorzien. Daarom wordt verwacht dat het vrachtverkeer in de toekomstige situatie ongeveer gelijk zal blijven. 

Bijkomende verkeersgeneratie

In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de huidige en toekomstige verwachte verkeersgeneratie van en naar de projectsite per dag en per maatgevend spitsuur. Het verschil tussen beide is de verwachte bijkomende verkeersgeneratie.

Deze gegevens gelden voor een worst-case scenario tijdens de drukste maand januari.


71/131

Tabel 13: Huidige, toekomstige en bijkomende verkeersgeneratie per dag en per spitsuur



Bijkomende parkeerbehoefte

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de huidige (HS), toekomstige (Toek) en bijkomende (Verschil) parkeerbehoefte tijdens de maatgevende uren op een gemiddelde vrijdag en zondag.

Tabel 14: Huidige, toekomstige en bijkomende parkeerbehoefte per referentiedag



Toekomstig druktebeeld

Onderstaande figuren geven het toekomstig druktebeeld weer ter hoogte van de nieuwe aansluiting van de projectsite met de Bedrijfsstraat en ter hoogte van de rotonde Bedrijfsstraat x N73 Baan naar Bree. Het druktebeeld wordt weergegeven in PAE voor een toekomstige vrijdag van 17:00 tot 18:00 en voor een toekomstige zondag van 14:15 tot 15:15. Het verkeer van en naar Goossens ontsluit in deze toekomstige situatie eveneens via de Bedrijfsstraat en niet meer via de N73 Baan naar Bree.

Projectsite x Bedrijfsstraat zondag

Projectsite x Bedrijfsstraat vrijdag


72/131

Bedrijfsstraat x N73 zondag

Bedrijfsstraat x N73 vrijdag

Beoordelingskader De volgende tabellen geven een overzicht van de manier waarop mobiliteitseffecten met betrekking tot de bereikbaarheid en afwikkelcapaciteit van kruispunten worden beoordeeld. De eerste tabel verklaart de gebruikte score van --- tot +++. De tweede tabel geeft de beoordeling in functie van de relatieve toename van het verkeer ten opzichte van de referentiesituatie enerzijds (rijen) en in functie van de verzadigingsgraad anderzijds (kolommen).

Tabel 15: legende significantie – score

Tabel 16: significantiekader effecten verkeersafwikkeling

De verzadigingsgraad wordt ofwel uitgedrukt in een percentage (I/C-waarde) ofwel met een letter die voor een bepaald “Level Of Service’ of LOS staat.


73/131

5.1.2 Effectvoorspelling en beoordeling Bereikbaarheid en capaciteit Op de volgende figuren worden telkens screenshots uit het PTV Vistro – softwarepakket getoond waarbij de huidige en toekomstige LOS per kruispunt worden aangegeven. Dit gebeurt telkens zowel voor de vrijdagavondspits als voor de zondagnamiddag.

Figuur 40: LOS huidige situatie – zondag (januari)

Figuur 41: LOS gemiddelde toekomstige situatie – zondag (januari)


74/131

Figuur 42: LOS huidige situatie – vrijdag (januari)

Figuur 43: LOS gemiddelde toekomstige situatie – vrijdag (januari)

Uit Figuur 40 tot en met Figuur 43 blijkt dat de LOS op het nieuwe kruispunt met de Bedrijfsstraat op zondag van de huidige LOS A naar een LOS B gaat en de rotonde op de N73 zowel op vrijdag van de huidige LOS A naar een LOS B gaat, mét de bijkomende intensiteiten van Meubelen Heylen (en Goossen) na uitbreiding. Gezien de stijging van de verkeersintensiteiten net boven de 40% is, betekent dit dat er zich bijgevolg geen milderende maatregelen opdringen.


75/131

Parkeren Volgens bovenstaande berekeningen wordt er gemiddeld op de drukste dag (zondag) een maximale parkeerbehoefte van 334 parkeerplaatsen verwacht. Rekening houdend met een comfortgrens van 80% bezetting, bedraagt de toekomstige parkeerbehoefte 418 parkeerplaatsen. De voorziene ca. 500 PP (conform de voorschriften uit het BPA) zijn bijgevolg ruim voldoende om ook op de drukste dagen alle parkeerbehoefte op eigen terrein op te vangen.

Verkeersleefbaarheid 

Capaciteit in functie van de verkeersleefbaarheid

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de theoretische capaciteit en de capaciteit in functie van de verkeersleefbaarheid. Deze zijn afhankelijk van de categorisering en de weginrichting van de verschillende straten. Deze wordt telkens weergegeven in PAE per uur en per rijrichting. Wanneer er geen middenberm met fysische afscheiding – die de lucht- en geluidsemissies afschermen – tussen beide rijbanen aanwezig is, mogen beide rijrichtingen samen worden beschouwd.

Tabel 17: theoretische – en capaciteit in functie van de verkeersleefbaarheidi Bron: Kencijfers Mobiliteitsstudies/Verkeersleefbaarheidsstudies in het leefbaarheidscapaciteit, toegepast in het verkeersmodel Noord-Limburg, 1991)

Gentse

(Bron:

Groep

Swartenbroekx,

De N73, Baan naar Bree werd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen geselecteerd als Primaire weg type II. Gezien deze gewestweg werd ingericht als 2x1 en er een relatief groot aantal kruispunten op aantakt, bedraagt de capaciteit in functie van de verkeersleefbaarheid er 2.400 PAE/u voor beide rijrichtingen samen. De Bedrijfsstraat werd in het mobiliteitsplan van Peer gecategoriseerd als lokale wegtype III. Hier bedraagt de capaciteit in functie van de verkeersleefbaarheid 500 PAE/u voor beide rijrichtingen samen. Uit de toekomstige druktebeelden voor beide kruispunten, beschreven op pagina 66, blijkt dat beide straten nog over een ruime restcapaciteit in functie van verkeersleefbaarheid beschikken.


76/131

Overige mobiliteitseffecten 

Verkeersveiligheid en oversteekbaarheid

Vermits de bestaande rechtstreekse in- en uitritten op de N73 in de toekomst worden omgeleid naar het veel rustiger kruispunt met de Bedrijfsstraat en rotonde, zal de site voor alle verkeersdeelnemers op een verkeerveiliger manier verlopen. Uit capaciteitstoets is bovendien gebleken dat dit geen significante effecten op de verkeersafwikkeling heeft. Verder wordt er intern op de parking voldoende aandacht besteedt om oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers, waarbij deze laatsten in de voorrang zijn, eenduidig en leesbaar te markeren zodat de mogelijke conflicten met gemotoriseerd verkeer minimaal blijven. Het laden en lossen gebeurt tot slot aan de achterkant van de winkels, waardoor deze vrachtverkeersstromen zoveel mogelijk worden gescheiden van het personenverkeer. Er worden bijgevolg geen significante effecten verwacht op de verkeersveiligheid en oversteekbaarheid van de projectsite en zijn onmiddellijke omgeving. In tegendeel zelfs, het verdwijnen van de rechtstreekse aansluitingen op de N73 heeft een licht positief effect. 

Toegankelijkheid

Conform de toegankelijkheidsnorm worden er 36 aangepaste parkeerplaatsen (minimum 3m50/5m) voorzien. Er worden bijgevolg geen significante negatieve effecten met betrekking tot toegankelijkheid verwacht.


77/131

Sensitiviteitstoets 

Afwikkelcapaciteit

Op de volgende figuren worden telkens screenshots uit het PTV Vistro – softwarepakket getoond waarbij de toekomstige LOS per kruispunt worden aangegeven met dergelijke verhoging van 50% van de bijkomende verkeersintensiteiten. Dit gebeurt telkens zowel voor de vrijdagavondspits als voor de zondagnamiddag in de drukke maand januari.

Figuur 44: LOS toekomstige pieksituatie – zondag

Figuur 45: LOS toekomstige pieksituatie – vrijdag


78/131

Figuur 44 en Figuur 45 zien er – op de vermelding van het betreffende scenario midden bovenaan na – net hetzelfde uit als Figuur 42 en Figuur 13. Dit betekent dat ook met de verhoging van de bijkomende verkeersintensiteiten de LOS op zondag B is ter hoogte van de Bedrijfsstraat, op vrijdag B is ter hoogte van de rotonde en voor alle overige tijdstippen en locaties A is. Er worden bijgevolg ook voor deze sensitiviteitstoets geen significante effecten verwacht met betrekking tot de toekomstige verkeersafwikkeling van de projectsite en zijn onmiddellijke omgeving. 

Parkeren

Wanneer de parkeerbehoefte wordt berekend op basis van de verhoogde bijkomende verkeersintensiteiten met 50%, kan een maximale parkeerbehoefte tijdens het drukste uur op zondag worden berekend van 429 parkeerplaatsen. Hoewel de comfortgrens van 80% bezetting in dit geval wordt overschreden, bieden de 500 voorziene parkeerplaatsen nog ruim voldoende restcapaciteit om ook in dit zeer drukke geval alle wagens op eigen terrein te parkeren. 5.1.3 Preventieve maatregelen Verkeerstechnische maatregelen Gezien er geen significante negatieve effecten te verwachten zijn ten gevolge van de geplande projectontwikkeling, dringen zich geen milderende verkeerstechnische maatregelen op. Flankerende maatregelen 

Personeel Rekening houdend met het feit dat het personeel grotendeels uit de onmiddellijke omgeving wordt gerekruteerd en met het feit dat er verkeersveilige en comfortabele fietsvoorzieningen aanwezig zijn/worden aangelegd, biedt het huidige relatief lage percentage fietsgebruik bij personeel (8%) opportuniteiten om een duurzame modal shift te bekomen. Naast de voorziene fietsenstallingen en laadpunten voor elektrische fietsen, kunnen bijkomend al dan niet gemeenschappelijke douche- en omkleedinfrastructuur, een reparatiedienst voor fietsers, … enzovoort deze positieve evolutie nog in de hand werken.



Bezoekers Op dergelijke uitgesproken C-locatie met een combinatie van activiteiten die net daarom personenwagen-gerelateerd zijn, is het zeer moeilijk om de bezoekers aan te zetten tot een duurzame modal shift. Lokale en hogere overheden nemen hieromtrent nochtans duidelijke standpunten en visies in bij hun beleidsvorming (onder andere investeringen in de aanleg van fietspaden langs de N73 richting Peer). Desalniettemin biedt de bouwheer nu reeds duurzame alternatieven (bijvoorbeeld het inleggen van een shuttle voor bezoekers die als voortransport de trein nemen naar de stations van Neerpelt en Weert) voor bezoekers die deze vervoerswijze prefereren. Het is de ambitie van de bouwheer om deze trend ook in de toekomst verder te zetten en te optimaliseren wanneer nodig.

5.1.4 Conclusie Er worden op geen enkel vlak significante negatieve mobiliteitseffecten verwacht – in tegendeel, door de rechtstreekse ontsluiting op de N73 te verbieden en alle verkeer via de rotonde en de Bedrijfsstraat te sturen, zal er een positief effect zijn op de verkeersveiligheid.


79/131

5.2

EFFECTVOORSPELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING BODEM.

5.2.1 Effectvoorspelling en –beoordeling Verdichting en zettingen Er kunnen zich verstoringen van de bodemstructuur voordoen. Verdichting kan bijvoorbeeld optreden door het berijden met zware machines op onverharde bodem. Vooral voor de zone in het agrarisch gebied zal dit van belang kunnen zijn. De bodems in het projectgebied zijn echter weinig kwetsbaar voor verdichting (zandgrond) en gezien het toekomstige bodemgebruik in deze zone geen bijzondere eisen stelt aan de bodemstructuur en compactatie (aanleg parking), kan er gesteld worden dat er zich geen significante effecten zullen voordoen voor het aspect verdichting. Ter hoogte van de rest van het projectgebied zijn al verhardingen en gebouwen aanwezig en kan aangenomen worden dat er al verstoring en verdichting van de bodem heeft plaatsgevonden. Indien een beperkte bemaling van het grondwater voorzien is, zal dit niet zorgen voor verdichting of zettingen. Profielwijziging Het projectgebied is voor een groot deel al verhard of ingenomen door bebouwing. Er kan in deze zones dan ook verondersteld worden dat er geen ongestoorde bodem meer aanwezig is. Er wordt dan ook geen significant effect inzage profielwijziging verwacht. Voor het westelijk deel van het terrein dat momenteel gebruikt wordt als landbouwgebied, zal een deel aangelegd worden als parking en een deel als groenbuffer. Voor het deel dat zal voorzien worden als parking, zal een profielwijziging plaatsvinden. Gezien dit terreindeel al deel uitmaakt van een goedgekeurd BPA waarin in deze zone ingekleurd is als parking, kan het globale effect als verwaarloosbaar beoordeeld worden. Bodemverontreiniging Door het uitvoeren van de werken zullen bodemvreemde materialen in de bodem aangebracht worden (funderingsmateriaal,…) en zullen er beperkte uitgravingen uitgevoerd worden. Dit kan leiden tot verandering van de bodemkwaliteit. Gezien het gebruik van inerte materialen, worden geen effecten verwacht. Bij het uitgraven van gronden dienen steeds de regels van het grondverzet (VLAREBO) gevolgd te worden, welke moeten verzekeren dat geen bodemverontreiniging ontstaat of verplaatst wordt. Op dit ogenblik is een een dubbelwandige dieseltank van 10.000 liter met pomp aanwezig voor het tanken van de eigen vrachtwagens. Deze wordt verplaatst en volledig volgens de geldende VLAREM normen, waardoor mogelijke negatieve impact op de bodem tot een minimum wordt herleid. Ten gevolge van de activiteiten die gepland zijn op het terrein worden geen significante effecten verwacht op de bodemkwaliteit. Voor het grootste deel van het terrein zullen de toekomstige activiteiten gelijkwaardig zijn als de huidige activiteiten (bedrijventerrein met parking). Voor het deel van het projectgebied dat momenteel gebruikt wordt als landbouwgebied zal een aangelegd worden als parking en een deel als groenbuffer. Op een parking is het nooit uitgesloten dat er door lekken aan geparkeerde voertuigen brandstof of olie in de bodem terecht komt. Ervaring leert echter dat hiervan weinig verontreiniging ontstaat. Het parkeren van voertuigen is ook niet opgenomen in de lijst van Vlarebo-activiteiten. Er worden dan ook geen significante effecten op de bodem verwacht. De aanwezigheid van reeds een verontreiniging in het projectgebied heeft eveneens geen significant effect gezien er bij de verdere behandeling ervan voldaan zal moeten worden aan de VLAREBOwetgeving.


81/131

5.2.2 Preventieve maatregelen Vergraving van de bodemprofielen in de toekomstige groenzones dient zoveel mogelijk vermeden te worden. De grondverzetregeling dient gevolgd te worden. Accidentele vervuiling tijdens de werken dient vermeden te worden door regelmatige controle van het gebruikte materiaal. De dubbelwandige dieseltank van 10.000 liter met pomp dient volledig volgens VLAREM geplaast te worden om eventuele calamiteiten met mogelijks bijhorende grondwaterverontreiniging te vermijden. 5.2.3 Conclusie Er kan vanuit de discipline bodem geconcludeerd worden dat de werkzaamheden en de projectrealisatie een beperkt negatief doch geen significant effect hebben op de aanwezige bodemtoestand. Voor de discipline bodem wordt gesteld dat een MER-onderzoek geen nieuwe of bijkomende gegevens zal opleveren voor de bespreking van de milieueffecten.


82/131

5.3

EFFECTVOORSTELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING GRONDWATER

5.3.1 Effectvoorspelling en –beoordeling Grondwaterstroming en grondwaterstand Door het aanbrengen van bodemvreemde materialen (verharding, fundering gebouwen,…) kan door een geringere infiltratie of door een versnelde afvoer van het hemelwater plaatselijk een wijziging van de grondwaterstroom of grondwaterstand plaatsvinden. Gezien er geen ondergrondse constructies voorzien worden tot op een slecht doorlatende laag (de geologie is watervoerend tot > 100 m-mv) en er infiltratievoorzieningen genomen worden voor het hemelwater (zie deel oppervlaktewater) wordt het effect op de grondwaterstroom en de grondwaterstand als minimaal ingeschat en wordt niet verwacht dat er verdroging zal optreden. Grondwaterkwaliteit Het wegvallen van de bemesting van de landbouwgronden die momenteel in een deel van het projectgebied aanwezig is, zal vermoedelijk een licht positief effect hebben op de grondwaterkwaliteit. De algemene beoordeling van het risico op verontreiniging werd reeds besproken in de discipline bodem en is ook van toepassing op het grondwater. Grondwaterkwetsbaarheid De grondwaterkwetsbaarheid is afhankelijk van de omvang en de aard van de watervoerende laag, de deklaag, de eventuele verontreiniging en de grondwatertoestand in natuurlijke en kunstmatige omstandigheden. Ingrepen waarbij grote graafwerken worden voorzien, kunnen een wijziging in de grondwaterkwetsbaarheid tot gevolg hebben. In dit geval was er geen deklaag aanwezig en worden er ook geen grote graafwerken voorzien. Er wordt dus geen effect op de grondwaterkwetsbaarheid verwacht. Het aanbrengen van verhardingen kan plaatselijk wel een gunstig effect hebben op de risico op grondwaterverontreinigingen. 5.3.2 Preventieve maatregelen Accidentele vervuiling tijdens de werken dient vermeden te worden door regelmatige controle van het gebruikte materiaal. De dubbelwandige dieseltank van 10.000 liter met pomp dient volledig volgens VLAREM geplaatst te worden om bodemverontreiniging te vermijden. Voorzieningen voor de infiltratie van hemelwater dienen voorzien te worden. 5.3.3 Conclusie Er kan vanuit de discipline grondwater geconcludeerd worden dat de werkzaamheden en de projectrealisatie geen significant effect hebben op de aanwezige grondwatertoestand. Voor de discipline grondwater wordt gesteld dat een MER-onderzoek geen nieuwe of bijkomende gegevens zal opleveren voor de bespreking van de milieueffecten.


83/131

5.4

EFFECTVOORSTELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING GELUID EN TRILLINGEN

5.4.1 Methodiek en significantiekader Om het geluidsvermogen van verkeersassen, parkeerplaatsen en laad- en losbewegingen in te schatten, wordt gebruikt gemaakt van de methodiek, beschreven voor : -

Verkeersassen : RLS 90 Parkeerplaatsen : ISO 9613-2 Laad-en los bewegingen : bronmetingen volgens ISO 3744

Eerst wordt door middel van een geluidsmodel de actuele geluidssituatie beschreven. Er wordt aangegeven aan welke geluidsnormen het bedrijf getoetst moet worden. Daarna zullen de diverse aanwezige geluidsbronnen onderzocht en getoetst worden. Het toetsingskader inzake geluid is terug te vinden in het Richtlijnenboek discipline Geluid en Trillingen (Van Hooydonk et al., 2011). Hierbij wordt gewerkt met een score, en de bekomen score kan gekoppeld worden aan milderende maatregelen, zijnde: -

-

-1: matig negatief effect: onderzoek naar milderende maatregelen is minder dwingend, maar indien de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden aangeven dat er zich een probleem kan stellen, dient overgegaan te worden tot het voorstellen van milderende maatregelen. Het ontbreken ervan dient gemotiveerd te worden; -2: significant negatief: onderzoek naar milderende maatregelen is noodzakelijk, en dit te koppelen aan de langere termijn; -3: zeer significant negatief: onderzoek naar milderende maatregelen is noodzakelijk, en dit te koppelen aan de korte termijn. Het ontbreken ervan dient gemotiveerd te worden; 0, + 1, + 2, + 3: respectievelijk verwaarloosbaar, positief, zeer positief en uitgesproken positief.

Deze scores worden bekomen door een evaluatie te maken van het specifieke geluid (L sp) t.o.v. de richtwaarde (RW, uit bijlage 4.5.4 van Vlarem II, waarbij rekening gehouden wordt met de gewestplanbestemming), de grenswaarde (GW, voor nieuwe inrichtingen of veranderingen bij bestaande inrichtingen, zijnde RW – 5 dB(A)), en het verschil in omgevingsgeluid voor en nadat het project uitgevoerd zal worden (L na-Lvoor) (zie Bijlage 9 en Bijlage 10). Lna-Lvoor (Δ)

tussenscore (effectscore)

eindscore nieuw of verandering

eindscore bestaand

Lsp ≤ GW

Lsp > GW

Lsp ≤ RW

RW < Lsp ≤ RW + 10

Lsp > RW + 10

Δ>+6

-3

-1

-3

-1

-2

-3

+3<Δ≤+6

-2

-1

-3

-1

-2

-3

+1<Δ≤+3

-1

-1

-3

-1

-1

-3

-1≤Δ≤+1

0

0

-1/-2

0

-1

-3

-3≤Δ<-1

+1

+1

/

+1

+1

/

-6≤Δ<-3

+2

+2

/

+2

+2

/

Δ<-6

+3

+3

/

+3

+3

/

RW = richtwaarde; GW = grenswaarde; Lsp = specifiek geluid; Δ = LAX,T (verschil in omgevingsgeluid in dB(A) voor en nadat een project zal zijn uitgevoerd, met T = duur in seconden en X = N (zijnde parameter van statistische analyse) of eq (equivalente geluidsdrukniveau van het omgevingsgeluid);


85/131

bij hervergunning dient Lvoor gebruikt te worden alsof het bestaande bedrijf er niet was; voor niet-Vlarem punten wordt enkel de tussenscore gebruikt en geen eindscore.

Tabel 18: overzicht toetsingskader discipline geluid en trillingen

5.4.2 Effectvoorspelling en - beoordeling De geluidsmodellering van de actuele situatie, en van de gewenste situatie (zie Bijlage 9,Bijlage 10 en Bijlage 11), tonen volgende aan : -

De absolute totale immissie ten opzichte van de beschouwde beoordelingspunten wijzigt niet. Dit heeft alles te maken met de flagrant dominante inbreng van het verkeerslawaai van de Baan naar Bree.

-

Analyse van de specifieke contributie van de site ‘MeubelBoulevard’ toont enkel significante wijzigingen ten opzichte van mtp1, zijnde de woning gelegen Baan naar Bree 119. Daar wordt de immissie, afkomstig van het afrijdend verkeer van de site en de overflow parking, ongeveer 54 dB(A). Dat is 6,5 dB meer dan de oorspronkelijke specifieke immissie van de Bedrijfsweg op die plaats.

-

Vernoemd beoordelingspunt Baan naar Bree 119 ligt in industriegebied. Daar gelden de richtwaarden (dag/avond/nacht), voor specifieke immissie: 60/55/55 dB. De grenswaarden (nieuwe inrichting) worden dan 55/50/50. Dit betekent dat de specifieke immissie van de site MeubelBoulevard in de gewenste situatie voldoet aan deze immissiegrens, zelfs in de worst case situatie waarbij de overflow parking wordt gebruikt.

-

De geluidssituatie in het bosgebied wijzigt in de gewenste situatie niet. De site MeubelBoulevard veroorzaakt geen specifieke bijdrage aan de immissie van max. 36 dB(A), wat ruim onder de grens van 45 dB(A) ligt, en nog veel ruimer onder het heersende immissieniveau van 59 dB(A). In het bosgebied wordt de richtlijn dus flagrant overschreden, maar dit uitsluitend te wijten aan het verkeerslawaai van de Baan naar Bree.

Samenvattend : beoordelingspt

Lsp dag

Lsp avond

GW dag

GW avond

Toetsing significantie kader

Mtp 1

54,3

49,9

55

50

0

Mtp 2

35,5

31,1

45

40

0

Mtp 3

41,3

36,9

45

45

0

Tabel 19: Lsp bijdrage – gewenste situatie


86/131

5.4.3 Preventieve maatregelen Het wordt niet nodig geacht om preventieve maatregelen te voorzien, gezien de specifieke geluidsemissie geen overschrijding van de vigerende wetgeving inhoudt. 5.4.4 Conclusie Rekening houdende met het gevoerde milieubeleid voor de site kan gesteld worden dat het effect van de gevraagde exploitatie in het domein “geluid” verwaarloosbaar is.


87/131

5.5

EFFECTVOORSTELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING OPPERVLAKTEWATER

5.5.1 Significatiekader De impact kan zoals beschreven in het richtlijnenboek Water beoordeeld worden met onderstaand kader. beoordeling

omschrijving

opmerkingen

verwaarloosbare impact

De impact van het geloosde effluent is vergelijkbaar met deze van huishoudelijk afvalwater.

Zie criteria omzendbrief bedrijfs-afvalwater kleine bedrijven en huishoudelijk afvalwater* + voor overige stoffen geldt dat Ri ≤ 0,05.

beperkte impact

Het bedrijfsafvalwater heeft een potentiële impact, maar in praktijk is er hoogstens een kleine impact te verwachten door het beperkte aandeel van het geloosde effluent in verhouding tot het inluent van de RWZI.

Zie criteria omzendbrief bedrijfs-afvalwater met een kleine impact* + voor metalen (heffingsparameters) is de bijdrage tot de influentconcentratie RWZI < 5% + voor overige stoffen geldt dat Ri ≤ 0,25.

relevante impact

Het bedrijfsafvalwater is qua samenstelling niet vergelijkbaar met huishoudelijk afvalwater en voor de betrokken parameters is de verhouding van de bijdrage van het geloosde effluent tot het influent van de RWZI groter dan 5%, maar het afvalwater is

Criteria goede biologische afbreek-baarheid : CZV/BZV < 4, BZV/N > 4, BZV/P > 25 + voor metalen (heffingsparameters) is de bijdrage tot de influentconcentratie RWZI < 5% + voor overige (gevaarlijke) stoffen geldt dat Ri ≤ 0,25.

belangrijke impact

Dit omvat een relevante impact + er zijn duidelijke aanwijzingen dat de lozing aanleiding geeft tot normoverschrijdingen voor de RWZI en/of de RWZI kampt reeds met een capaciteitsprobleem OF De bijdrage van het geloosde effluent tot het influent van de RWZI is groter dan 5% en het afvalwater is

Tabel 20: beoordelingskader impact lozing op RWZI

5.5.2 Effectvoorspelling en -beoordeling Leidingwater Naar de toekomst toe verwacht men dat het aantal bezoekers met 40 % zal toenemen. Er zouden dus op jaarbasis 61.040 mensen de site bezoeken. Uitgaande van dezelfde redenering als voor de huidige situatie, zou er voor de bezoekers alleen, zo’n 305 m³ water nodig zijn voor het sanitair. In de gewenste situatie zal hiervoor regenwater aangewend worden. Naar de toekomst toe zal het aandeel leidingwater dat gebruikt wordt door bezoekers van de site met 165 m³ afnemen, dit door het hergebruik van hemelwater in de gewenste situatie. Hemelwater In de gewenste situatie wordt hemelwateropvang voor 110 m³ voorzien. Het hemelwater zal hoofdzakelijk aangewend worden voor het sanitair in de gebouwen. Op basis van het aantal bezoekers (zie hoofdstuk 1.1.3.1) kan ingeschat worden dat hier jaarlijks minstens zo’n 305 m³ hemelwater voor nodig zal zijn. Er wordt eveneens voorzien in de aanleg van een infiltratiegracht of wadi, die gedeeltelijk parallel zal lopen aan de Baan naar Bree en deels ten W van de nieuw aan te leggen parking zal doorlopen. Deze infiltratievoorziening heeft een buffercapaciteit van 1.100.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 1.700 m². Deze wadi zal voorzien zijn van een overloop naar de open gracht t.h.v. het fietspad, die westelijk afloopt. Rekening houdend met een verhard oppervlak van 42.326 m², en het aandeel dat minstens nodig is voor hergebruik in het sanitair, zal er jaarlijks ongeveer 31.862 m³ hemelwater infiltreren via de wadi. Het water afkomstig van de parking wordt eerst voorbehandeld in een KWS-afscheider vooraleer het wordt afgeleid naar de infiltratievoorziening. Er wordt voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwateropvang.


89/131

Sanitair afvalwater De belangrijkste factor inzake de productie van huishoudelijk afvalwater die zal wijzigen betreft het aantal bezoekers. De productie van afvalwater door de bezoekers wordt in de huidige situatie ingeschat op 220 m³ per jaar, en in de gewenste situatie op 305 m³ per jaar. Gezien de ligging in centraal gebied volgens de zoneringsplannen van de VMM, en het lozen van het huishoudelijk afvalwater wordt uitgegaan van een verwaarloosbaar effect. Bedrijfsafvalwater Er wordt geen bedrijfsafvalwater geproduceerd of geloosd. Bedrijfsspecifieke toelichting in het kader van de Watertoets Telkens wanneer er op beleidsterreinen andere dan water een beslissing wordt genomen, moet deze beslissing in het kader van het decreet ‘integraal waterbeheer’ aan een Watertoets worden onderworpen. Deze Watertoets kan in het algemeen opgevat worden als het proces van vroegtijdig informeren, adviseren en uiteindelijk beoordelen van mogelijke schadelijke effecten van plannen op het watersysteem. Daarmee fungeert de Watertoets als een belangrijk preventief instrument. Onderstaand worden de voornaamste bedrijfsspecifieke aandachtspunten aangegeven met betrekking tot de milieudoelstellingen zoals weergegeven in artikel 4 van de Kaderrichtlijn water, opgesplitst in de diverse bijlagen zoals weergegeven in deze Kaderrichtlijn. Deze aandachtspunten dienen door de vergunningverlenende overheid in rekening gebracht te worden bij de uitvoering van de Watertoets. Bijlage I: De vergunningsaanvraag heeft betrekking op het verkavelen van een stuk grond, het oprichten van een constructie, al dan niet gedeeltelijk of volledig ondergronds, of het aanleggen van een verharding. 

In het voorliggende project worden twee nieuwe percelen aangesneden voor de aanleg van nieuwe parkeerplaatsen. Verder worden er verschillende nieuwe gebouwen aangelegd, en zal de verharde oppervlakte op de site toenemen. Door het voorgenomen project zal de verharde oppervlakte op de site met 27.630 m² toenemen.

Bijlage II: De vergunningsaanvraag heeft betrekking op de opslag van, het storten van bodemvreemd materiaal of de wijziging van de vegetatie. 

Niet van toepassing

Bijlage III: De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een reliëfwijziging. 

Niet van toepassing

Bijlage IV: De vergunningsaanvraag heeft betrekking op het aanleggen van een buffer- of infiltratievoorziening voor de opvang van oppervlakte- of hemelwater. 

Er wordt voorzien in de aanleg van hemelwateropvang voor 110.000 l (110 m³) en er wordt een infiltratievoorziening (wadi) aangelegd. De wadi wordt voorzien parallel aan de Baan naar Bree, en loopt verder door naar het N ten W van de nieuw aan te leggen parking. Deze infiltratievoorziening heeft een buffercapaciteit van 1.100.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 1.700 m². Deze wadi zal voorzien zijn van een overloop naar de open gracht t.h.v. het fietspad, die westelijk afloopt.

Bijlage V: De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een lozing op een rioleringsstelsel, het oppervlaktewater of het grondwater. Project 14/945 – Gemotiveerd verzoek tot ontheffing MER-plicht WINKELSITE MEUBELBOULEVARD - PEER

90/131



Er wordt geen bedrijfsafvalwater geproduceerd. Huishoudelijk afvalwater (sanitair, reinigen gebouwen), wordt na voorbehandeling in een septische put geloosd op het rioleringsnetwerk. Afstromend regenwater kan infiltreren via een nieuw aan te leggen infiltratiesloot, parallel aan de Baan naar Bree.

Bijlage VI: De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een grondwaterwinning. 


Bijlage VII: De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een wijziging van de bedding en de structuurkwaliteit van de waterloop. 


5.5.3 Preventieve maatregelen Bovenstaande voorspelling en beoordeling in acht genomen is het niet nodig om preventieve maatregelen voor te stellen. 5.5.4 Conclusie Globaal gezien blijkt dat de discipline oppervlaktewater geen significante effecten zal ondervinden door de wijzigingen op de site. Huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op het rioleringsnetwerk, en er worden voldoende bufferings- en infiltratiemogelijkheden voorzien voor hemelwater. Naar de toekomst toe zal men bovendien regenwater gaan gebruiken in het sanitair op de site, waardoor het leidingwaterverbruik op de site gevoelig zal dalen.


91/131

5.6

EFFECTVOORSTELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING FAUNA EN FLORA

5.6.1 Effectvoorspelling en –beoordeling De voorziene wijzigingen op de site omvatten onder meer het afbreken en oprichten van nieuwe gebouwen. Deze nieuwe gebouwen zullen gesitueerd zijn op de bestaande bedrijfsterreinen, hiervoor dienen er aldus geen nieuwe gronden aangesneden te worden. Verder omvat het voorliggende project ook een uitbreiding van de parkeergelegenheid op de site. Deze nieuwe parking zal gesitueerd zijn ten Z van de huidige bedrijfsgebouwen, en dit aan de overzijde van de huidige Bedrijfsstraat. Voor de aanleg van deze nieuwe parking zullen er twee nieuwe percelen aangesneden worden. Beide percelen zijn momenteel in gebruik als landbouwgronden (akkers op zandige bodem). De voorziene uitbreiding van de parking gaat aldus niet gepaard met het verlies van waardevolle biotopen, of biotopen met potentieel voor de hoger genoemde vogelsoorten. Met betrekking tot de groenschermen aan de rand van het projectgebied is het BPA en een gemeentelijke verordening van toepassing (gemeentelijke verordening is toegevoegd is in Bijlage 12). Deze voorzien een groenscherm waarbij een geleidelijke overgang wordt aangelegd van bodembedekkers, heestermassieven en hoogstammig groen. De plantensoortkeuze is bepaald volgens een lijst die toegevoegd is aan bovenvernoemde verordening. Tussen de nieuwe parking en de rand van het projectgebied is er eveneens een bufferzone voorzien. Deze zone zal volgens de voorschriften van het heersende BPA en de gemeentelijke verordening, ingericht worden met hoogstammig groen en dient ervoor te zorgen dat de site geïntegreerd wordt in het landschap. Ook het meest noordelijke gedeelte van de site zal met een bomenrij afgeboord worden. Mogelijke versnippering of barrièrewerking ten gevolge van de uitvoering van het project zal ondergeschikt zijn aan de fysieke barrière die gevormd wordt door de aanwezigheid van de N73. Er wordt uitgegaan van verwaarloosbare effecten. De mogelijke luchtemissies ten gevolge van de uitbating van de site zijn in hoofdzaak afkomstig van het verkeer op de site zelf (distributie en bezoekers). Op basis van de gegevens met betrekking tot mobiliteit (Discipline Mens) wordt er een verdubbeling van het aantal transporten verwacht naar de toekomst toe. Een modellering met CAR Vlaanderen gaf aan dat deze toename van transportbewegingen slechts voor een beperkte verhoging van de achtergrondconcentraties van NO 2 zal zorgen (achtergrond: 13,8 µg/m³; gewenste situatie worst case: 15,5 µg/m³). De mogelijke verzurende en vermestende effecten van deze luchtemissies worden als verwaarloosbaar aanzien. Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd. Het afstromend regenwater zal in de toekomst afgevoerd worden naar een nieuw aan te leggen infiltratiegracht die deels parallel aan de Baan naar Bree gelegen zal zijn, en deels evenwijdig loopt met de groenbuffer ten W van de parking. Water afkomstig van de parking zal eerst voorbehandeld worden via een KWS-afscheider. Er wordt uitgegaan van een verwaarloosbaar effect. Sanitair afvalwater wordt na voorbehandeling in septische putten geloosd in de riolering. Op basis van de gegevens van de Discipline Geluid, kan gesteld worden dat door het voorliggende project geen bijkomende effecten naar geluidsverstoring toe verwacht worden. Dit kan verklaard worden door de aanwezigheid van de Baan naar Bree, die bepalend is voor het omgevingsgeluid in de buurt van de site. Met betrekking tot lichtverstoring vormt het beperken van verlichting tot het hoogst noodzakelijke een aandachtspunt. Momenteel wordt er op de site slechts, daar waar nodig, gebruik gemaakt van neerwaarts gerichte verlichting. Tussen de twee centraal gelegen gebouwen bevindt zich momenteel wel een hoge verlichtingsmast die boven de nok van de gebouwen uitsteekt. Verlichting op deze mast zal dus ook buiten de site zichtbaar zijn, en kan verstorend werken ter hoogte van het Project 14/945 – Gemotiveerd verzoek tot ontheffing MER-plicht WINKELSITE MEUBELBOULEVARD - PEER

93/131

nabijgelegen vogelrichtlijngebied. Naar de toekomst toe wordt deze mast verwijderd, en zal er enkel gebruik gemaakt worden van neerwaarts gerichte verlichting op de site waardoor de mogelijke hinder naar de omgeving beperkt blijft. Ter hoogte van de nieuwe parking (W-zijde van de site) wordt er bovendien een groenbuffer voorzien zodat lichtverstrooiing vanuit de site naar de aanliggende percelen ingeperkt wordt. Alhoewel er zich naar alle waarschijnlijkheid geen broedplaatsen van de aangemelde vogelsoorten bevinden in de directe omgeving van de site wordt toch aangeraden om ter hoogte van de westelijke tot noordwestelijke buitenrand van de site, geen verlichting of enkel aangepaste verlichting te voorzien. 5.6.2 Preventieve maatregelen Gezien de effecten inzake fauna en flora worden verdere maatregelen niet nodig geacht. 5.6.3 Conclusie Er kan vanuit de discipline fauna en flora geconcludeerd worden dat de werkzaamheden en de projectrealisatie geen significant effect hebben op de aanwezige fauna en flora. Aandachtspunten omvatten wel het voorzien van een groenbuffer ter hoogte van de westelijke en noordwestelijke rand van de site, en het beperken van de verlichting ter hoogte van de nieuw aan te leggen parking (geen of aangepaste verlichting).


94/131

5.7

EFFECTVOORSTELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

5.7.1 Effectvoorspelling en –beoordeling Het voorliggende project betreft een verbouwing en uitbreiding van de bestaande gebouwen met de oprichting van 5 nieuwe gebouwen waarbij de inkom wordt verplaatst en er tussen de gebouwen een centraal “winkelplein” wordt aangebracht. Het parkeren wordt beter geordend in functie van de op te richten gebouwen en ontsluitinsinfrastructuur. De ontsluiting van het winkelcentrum zal niet meer rechtstreeks via de N73 gebeuren maar zal verzorgd worden door de nieuw aan te leggen ontsluitingsweg die min of meer centraal doorheen de projectzone zal lopen. De circulatie voor voertuigen zal rondom de op te richten gebouwen plaatsvinden waardoor alle gebouwen ook meteen goed bereikbaar zijn in functie van veiligheid. Voor bezoekers is er een van het gemotoriseerd verkeer gescheiden circulatieruimte tussen de gebouwen. Het winkelcentrum is reeds lang verankerd in de omgeving en sinds verschillende decennia is er economische activiteit aanwezig op deze plek. Tot op heden werd echter weinig zorg besteed aan een positieve uitstraling van dit winkelgebied. De gevels werden hoofdzakelijk in plaatmateriaal uitgevoerd en vertonen momenteel tekenen van slijtage. Rondom de hele bedrijvenzone is de omgeving overwegend onbebouwd en in agrarische uitbating. Niet alleen vanaf de weg is de site dus visueel goed waarneembaar, ook vanuit de open landschappelijke structuur. De breuk tussen het onbebouwde landschap en het bebouwde industrieel voorkomende landschap is groot. Bij de herinrichting van het terrein zal aandacht geschonken worden aan het afwerken van de randen met een groene invulling om de overgang tussen het onbebouwde en bebouwde landschap op te vangen. Ook ter hoogte van de straatzijde zal een groene invulling de visuele waarneming vanaf de straatzijde verbeteren als overgang naar het bos aan de overzijde van de straat. Op het terrein zelf zal het “winkelplein” een kwalitatieve invulling krijgen met groenelementen waardoor een soort van rustzone ontstaat tussen de nieuw op te richten bebouwing. Door een goede inrichting van de verharde delen van het terrein, zal de leesbaarheid voor de bezoeker vergroten en zal het verblijfklimaat verbeteren ten opzichte van de bestaande toestand. Dit komt de belevingswaarde voor de bezoeker sterk ten goede. Ten opzichte van de waardevolle historische elementen in de ruime omgeving zal de herinrichting van de site een verbetering zijn. Vanaf deze plekken zal ook de overgang tussen het onbebouwd en industrieel bebouwd weefsel minder zwaar worden. De bestaande site heeft een zekere visuele impact op de O-L-Vrouwekapel. De geplande invulling van de site (bufferzone aan de westzijde) zal geen impact hebben op de landschappelijke beleving van deze kapel. Door het aanbrengen van de bufferzone zullen de bestaande en de nieuw op te richten gebouwen nog meer landschappelijk onttrokken worden aan het zicht van de kapel. De geplande uitbreiding ten westen van de huidige site heeft een oppervlakte van meer dan 2,25 ha. Op basis van de topografische als de bodemkundige gegevens kunnen archeologische resten aangetroffen worden.


95/131

Functies De bestemming van de projectsite heeft een functie voor retail met specialiteit in de “branche” wonen, Enkel zal door een betere ordening op het terrein, een grotere winkeloppervlakte kunnen gecreëerd worden waarbij de terreinbezetting en het aantal winkels zal toenemen. Concreet zullen er 5 nieuwe gebouwen opgericht worden waarin ook het bestaande restaurant zijn plaats zal krijgen. In uitvoering van het BPA zal de bestemming voor wegenis doorheen de projectsite gerealiseerd worden. Deze wegenis zal een openbaar karakter krijgen en vervangt voor grote delen de bestaande onbebouwde ruimte tussen de gebouwen en wordt deels ook aangelegd op een te slopen gebouw. Een gedeelte van de bestaande wegenis (en ontsluiting) zal in gebruik genomen worden als fietsas zoals door het BPA voorgeschreven en wordt iets naar het westen verplaatst.

Figuur 46: orthofoto (bron: www.geopunt.be)

Een deel van de projectzone dat momenteel nog niet is ingenomen voor winkels of parking, zal worden voorzien van een parkeerruimte ten behoeve van de bezoekers van het winkelcentrum. De bestaande parkeermogelijkheden worden hierbij vergroot in functie van de voorgenomen toename in winkelruimte. Deze percelen zijn momenteel in agrarisch gebruik voor de teelt van maïs.

Figuur 47: landbouwzones (bron: www.geopunt.be)


96/131

Dit gebruik wordt door de realisatie van het project omgezet naar parkeerzone en bufferzone. De bestaande woning op het terrein blijft vooralsnog behouden. 5.7.2 Preventieve maatregelen Bovenstaande voorspelling en beoordeling in acht genomen is het niet nodig om preventieve maatregelen voor te stellen voor de disciplines landschappen en bouwkundig erfgoed. Om te vermijden dat archeologisch waardevolle elementen verloren zouden bij de vergraving van de zone waarop de parking is voorzien, zal desgevallend voorafgaand aan uit het uitvoeren van de werken een archeologische prospectie uitgevoerd worden conform het archeologiedecreet. Afhankelijk van de resultaten van dit rapport zal eventueel verder archeologisch onderzoek aangewezen zijn om een ongedocumenteerde vernieling van mogelijke aanwezige erfgoedwaarden te vermijden. 5.7.3 Conclusie Er kan vanuit de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie geconcludeerd worden dat de werkzaamheden en de projectrealisatie geen significant effect hebben op de aanwezige landschappelijke structuur. Conform het Archeologiedecreet zullen voor de discipline archeologie voldoende voorzorgen opgenomen worden om te vermijden dat mogelijk ongedocumenteerde aanwezige erfgoedwaarden vernield worden. Voorafgaand aan de uitvoering van de grondwerken, zal mogelijk een archeologische prospectie dienen uitgevoerd te worden. Agentschap Onroerend Erfgoed zal moeten geconsulteerd worden alvorens een stedenbouwkundige vergunning kan verleend worden voor het aanleggen van een parking. Voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie wordt gesteld dat een MERonderzoek geen nieuwe of bijkomende gegevens zal opleveren voor de bespreking van de milieueffecten.


97/131

5.8

EFFECTVOORSTELLING, PREVENTIEVE MAATREGELEN EN BEOORDELING MENS-RUIMTELIJK FUNCTIONELE ASPECTEN

5.8.1 Effectvoorspelling en –beoordeling Het voorliggende project betreft een verbouwing en uitbreiding van de bestaande gebouwen met de oprichting van 5 nieuwe gebouwen waarbij de inkom wordt verplaatst en er tussen de gebouwen een centraal “winkelplein” wordt aangebracht. Het parkeren wordt beter geordend in functie van de op te richten gebouwen en ontsluitinsinfrastructuur. De ontsluiting van het winkelcentrum zal niet meer rechtstreeks via de N73 gebeuren maar zal verzorgd worden door de nieuw aan te leggen ontsluitingsweg die min of meer centraal doorheen de projectzone zal lopen. De circulatie voor voertuigen zal rondom de op te richten gebouwen plaatsvinden waardoor alle gebouwen ook meteen goed bereikbaar zijn in functie van veiligheid. Voor bezoekers is er een van het gemotoriseerd verkeer gescheiden circulatieruimte tussen de gebouwen. Het winkelcentrum is reeds lang verankerd in de omgeving en sinds verschillende decennia is er economische activiteit aanwezig op deze plek. Door de groeiende activiteit bevindt zich zowel links als rechts van de omsloten woning een toegang tot het winkelcentrum en ook achter de woning bevindt zich een circulatieruimte voor gemotoriseerd verkeer. Bij de herinrichting van het terrein zal de ontsluitingsinfrastructuur verlegd worden naar de nieuw aan te leggen onsluitingsweg. Hierdoor worden de hinderlijke verkeersbewegingen rondom de woning sterk gereduceerd. Achter de woning blijft een circulatiruimte voor gemotoriseerd verkeer gehandhaafd tussen de woonkavel en het nieuw op te richten gebouw. De afstand van het nieuw op te richten gebouw tot aan de woning, is voldoende groot om niet hinderlijk te zijn voor licht- of zoninval. De ruimtelijk functionele aspecten zullen na herinrichting van de site een verbetering zijn ten opzichte van de bewoners in de bestaande woning. Hoewel de ruimte naast de woning volledig zal voorzien worden van infrastructuur, blijft deze voornamelijk bestemd voor parkeren en resteert er uitsluitend nog 1 circulatieweg echter de woning voor gemotoriseerd verkeer. Deze ordening en organisatie van de ruimte is een verbetering ten opzichte van de bestaande situatie. Aangezien een deel van de Bedrijfsstraat wordt omgevormd tot een fietsen voetgangersverbinding wordt dit gedeelte voorzien van een multifunctionele weg waarbij de toegankelijkheid van de aanpalende lanbouwpercelen door landbouwvoertuigen gegarandeerd blijft. De weg wordt zo ontworpen dat gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van landbouwvoertuigen, uitgesloten wordt.

5.8.2 Preventieve maatregelen Het bovenstaande in acht genomen is het niet nodig om preventieve maatregelen voor te stellen. 5.8.3 Conclusie Rekening houdend met de bodembestemming van de woonkavel (distributiezone volgens RUP) kan kan gesteld worden dat het effect van de aangevraagde exploitatie in het domein “mens – ruimtelijk functionele aspecten” positief zal zijn.


99/131

5.9

ANDERE ASPECTEN

5.9.1 Lichthinder De dagelijkse afwisseling van licht en donker is zeer belangrijk voor verschillende biologische processen. Plant en dier, maar ook de mens heeft er baat bij dat deze natuurlijke afwisseling onverstoord blijft. Lichthinder bij de mens wordt meestal ervaren als verblinding of als een afleidende factor, maar kan ook aanleiding tot andere vormen van onbehagen (ongewenste verlichting van slaapkamers door lichtverstrooiing). Ook dieren kunnen hinder ondervinden van overmatige verlichting. Naast een verstoring van het bioritme, kan lichthinder in hun leefgebied verstoren en zelfs versnipperen. Vooral bij vogels, insecten en amfibieën werd waargenomen dat buitenverlichting het gedrag beïnvloedt door desoriëntatie, afstoting en aantrekking. Voor wat betreft de sector handel en diensten, wordt er vaak gebruik gemaakt van buitenverlichting onder de vorm van reclamepanelen of lichtreclames. De aanwezige gebouwen en parkeervoorzieningen zijn bovendien ook vaak voorzien van buitenverlichting. Dit type van verlichting kan aanleiding geven tot verschillende vormen van lichthinder, gaande van het verblinden of afleiden van bestuurders van voertuigen, tot het aanstralen van aanliggende gebouwen. Op de site van Meubelen Heylen is er momenteel één groot reclamebord dat langs beide zijden verlicht wordt met neerwaarts gerichte verlichting, dit bevindt zich langsheen de Baan naar Bree. De parking zelf wordt slechts in beperkte mate verlicht. Er is verlichting aanwezig tussen de twee hoofdgebouwen (hoge mast die boven de gebouwen uitsteekt) en ter hoogte van de hoofdingang aan de Baan naar Bree. Door het gebruik van neerwaarts gerichte verlichting, gericht op de site zelf, wordt de lichtverspreiding beperkt tot de site zelf. Naar de toekomst toe zal er voor de verlichting van de site overal gebruik gemaakt worden van neerwaarts gerichte verlichting. De hoge mast, die boven de gebouwen uitsteekt, zal verwijderd worden wat een gunstige aanpassing betreft. Verder wordt aan de rand van de site een groenbuffer voorzien, waardoor lichtverstrooiing / hinder naar de omliggende percelen verder beperkt wordt. Er worden geen bijkomende effecten verwacht, de voorziene aanpassingen op de site zoals de groenbuffer en het verwijderen van de hoge lichtmast dragen bij aan het beperken van de lichthinder naar de omgeving toe. 5.9.2 Impact van luchtemissies De belangrijkste bron van luchtemissies in het voorliggende project wordt gevormd door het transport. De voorziene wijzigingen in transportbewegingen worden besproken in de discipline mens (mobiliteit), hierbij wordt er een verdubbeling van de verkeersintensiteit ter hoogte van de site voorzien. Verkeersemissies omvatten: 

Stofemissies (slijtage banden, remmen en wegdek, opwaaien stof, …);



Emissies van vluchtige organische componenten (vervluchtigen motorbrandstoffen);



Uitlaatgassen (met o.a. de bij alle verbrandingsemissies geëmitteerde componenten).

Voor de evaluatie van de transportemissies wordt gebruik gemaakt van het model CAR-Vlaanderen om de impact van het transport in de directe omgeving van de site in kaart te brengen. Wat betreft de aannames van transporten werd uitgegaan van het overzicht van het aantal transporten (hoofdstuk mens-mobiliteit). De bijdrage van het wegverkeer op de luchtkwaliteit in een straat of langs een weg in de omgeving wordt berekend. Deze bijdrage wordt in het model opgeteld bij de achtergrondconcentraties in de desbetreffende straat en voor het betreffende jaar. Onder achtergrondconcentratie wordt verstaan “de concentratie die op de te onderzoeken locatie aanwezig is zonder de lokale bron die het onderwerp is van de studie” (in dit geval eventueel extra verkeer ter hoogte van de site). In het Project 14/945 – Gemotiveerd verzoek tot ontheffing MER-plicht WINKELSITE MEUBELBOULEVARD - PEER

101/131

model worden de resultaten van de concentratieberekeningen van het verspreidingsmodel BELEUROS gehanteerd. Het CAR-model geeft de mogelijkheid de verkeersemissies te voorspellen voor de jaren 2015 en 2020. De transportemissies werden uitgerekend met CAR-Vlaanderen, maar blijken verwaarloosbaar. Aangezien het hier een bestaande handelssite betreft, kan ervan worden uitgegaan dat voor de actuele situatie de verkeersemissies als gevolg van transport van en naar het bedrijf reeds ingecalculeerd zijn in de berekeningen van het BELEUROS-model. Indien het bijkomend transport van en naar het bedrijf toch nog als extra verkeer wordt ingevoerd, geven de resultaten aan dat voor NO2 er geen aanzienlijke toename verwacht wordt, en dat er aan de betreffende grenswaarden (40 µg/m³, jaargrenswaarde ter bescherming van de gezondheid van de mens) en overschrijdingsmarges wordt voldaan (achtergrond: 13,8 µg/m³; gewenste situatie – worst-case: 15,5 µg/m³). Voor PM10 worden er geen overschrijdingen van de norm van 40 µg/m³ geregistreerd, en wordt er slechts een zeer beperkte toename voorspeld ten opzichte van de heersende achtergrondwaarden (achtergrond: 21,2 µg/m³ en gewenste situatie –worst case: 21,3 µg/m³).Voor wat betreft PM2,5-stof kunnen dezelfde vaststellingen gedaan worden, er wordt slechts een beperkte toename voorspeld (achtergrond: 15,4 µg/m³; gewenste situatie – worst-case: 15,5 µg/m³), er wordt aldus geen overschrijding van de norm van 25 µg/m³ verwacht. Samenvattend kan gesteld worden dat de voorziene wijzigingen in transportbewegingen ter hoogte van de site geen significante wijzigingen inzake luchtimmissies met zich mee brengen. 5.9.3 Klimaat De nieuwe gebouwen worden gebouwd conform de bestaande EPB-regelgeving. Zo wordt naar een K15-peil gestreefd. Door de hoge thermische isolatiegraad heeft dit als logisch gevolg dat het te plaatsen verwarmingsvermogen zeer laag zal zijn. Door het feit dat er aardgas ter beschikking is zullen de CV-installaties gevoed worden met aardgas. Door het gebruik van aardgas en de moderne CV-installaties wordt het verbruik (en dus eveneens de uitstoot van broeikasgassen) sterk gereduceerd. Op de platte daken van de bestaande gebouwen zijn PV-panelen geplaatst om groene stroom te produceren dus het gebruik van grijze stroom te reduceren. 5.9.4 Mens/Toxicologie Met uitzondering van de opslag van diesel worden in het projectgebied geen produkten gebruikt die enigszins een gevaar vormen voor de omgeving. De opslag van diesel gebeurt conform de vigerende wetgeving. Gezien de activiteiten is er eveneens geen uitstoot van toxische componenten. Er worden dus geen significante effecten verwacht met betrekking tot toxiciteit of een negatieve impact op de gezondheid van de mens.


102/131

6 BESLUIT In dit ontheffingsdossier is nagegaan welke effecten veroorzaakt kunnen worden door de verandering door uitbreiding en renovatie van de winkelsite MeubelBoulevard te Peer. Uit het gevoerde onderzoek blijkt dat er geen significant negatieve effecten verwacht worden. De opstellers van het dossier tot gemotiveerd verzoek van ontheffing van MER-plicht zijn van mening dat de effectbespreking in dit dossier alle nodige informatie biedt om de effecten van het project te kunnen inschatten en milderen. De deskundigen zijn tevens van oordeel dat deze informatie voldoende is voor de verdere besluitvorming en dat de opstelling van een volledig MER geen meerwaarde zou bieden; noch naar de bepaling van de effecten, noch naar de ontwikkeling van milderende maatregelen.


103/131

7 BIJLAGES


105/131

Bijlage 1: Detailplannen van de huidige en geplande activiteiten


107/131

Bijlage 2: Provinciale openbaar-vervoersstructuur Limburg


109/131

Bijlage 3: Hydrogeografische situering


111/131

Bijlage 4: Biologische waarderingskaarten (BWK)


113/131

Bijlage 5: Habitatkaart


115/131

Bijlage 6: SBZ-V “Bocholt, Hechtel-Eksel, Meeuwen-Gruitrode, Neerpelt en Peer”


117/131

Bijlage 7: Geluidskwetsbaarheidskaart


119/131

Bijlage 8: Resultaten van geluidsmetingen

Meting omgevingsgeluid Baan naar Bree 119

Project 954 Total

Cursor values LAFmax: 88,7 dB LASmax: 86,1 dB LAeq: 68,2 dB LASmin: 38,0 dB LAFmin: 36,7 dB

[dB] 90 80 70 60 50 40 30 20 10 16

31,5

63

125 250 500 1k [Hz]

2k

4k

8k

16k 31,5k AZ


121/131

Bijlage 9: Immissie en specifieke contributie: Actuele situatie

Receiver mtp1 baan naar bree baan naar bree bedrijfsstraat west bedrijfsstraat west parking1 rond punt rond punt N73 N73 parking2 smeelshofweg smeelshofweg erpenheidestraat erpenheidestraat laardeweg laardeweg bedrijfsweg bedrijfsweg leysenhofweg leysenhofweg parking3 lardenheidestraat lardenheidestraat

LrD/dB(A) 68,6 66,1 64,8 48,9 47,0 36,9 30,0 29,5 27,9 27,9 29,6 24,9 24,9 19,9 19,8 18,1 18,1 17,8 17,8 17,0 17,0 15,9 12,3 12,2

Receiver mtp2

LrD/dB(A) 48,1

baan naar bree baan naar bree bedrijfsstraat west bedrijfsstraat west smeelshofweg smeelshofweg rond punt rond punt N73 N73 parking3 bedrijfsweg bedrijfsweg parking2 parking1 laardeweg laardeweg erpenheidestraat erpenheidestraat lardenheidestraat lardenheidestraat leysenhofweg leysenhofweg


44,5 44,3 33,5 33,3 31,5 31,3 25,6 25,1 24,0 24,0 23,9 18,5 18,5 20,2 17,4 14,9 14,8 14,6 14,5 13,4 13,4 11,8 11,8

Receiver mtp3 baan naar bree baan naar bree parking1 rond punt rond punt parking3 N73 N73 parking2 bedrijfsstraat west bedrijfsstraat west erpenheidestraat erpenheidestraat leysenhofweg leysenhofweg bedrijfsweg bedrijfsweg laardeweg laardeweg smeelshofweg smeelshofweg lardenheidestraat lardenheidestraat

LrD/dB(A) 59,0 56,0 55,7 37,9 34,7 34,1 35,6 32,0 32,0 29,6 27,7 27,6 25,5 25,3 22,9 22,8 22,2 22,1 21,8 21,7 20,6 20,6 17,2 17,1

123/131

Bijlage 10: Immissie en specifieke contributie: Gewenste situatie

Receiver mtp1 baan naar bree baan naar bree heylenweg parking overflow parking1 rond punt rond punt N73 N73 parking2 smeelshofweg smeelshofweg erpenheidestraat erpenheidestraat laardeweg laardeweg bedrijfsstraat west bedrijfsweg bedrijfsweg bedrijfsstraat west leysenhofweg leysenhofweg parking3 lardenheidestraat lardenheidestraat

LrD/dB(A) 68,7

Receiver mtp2

LrD/dB(A) 48,3

Receiver mtp3

LrD/dB(A) 59,0

66,1 64,8 54,3 40,3 36,2 30,0 29,5 27,9 27,9 28,9 24,9 24,9 19,9 19,8 18,1 18,1

baan naar bree baan naar bree heylenweg smeelshofweg smeelshofweg bedrijfsstraat west bedrijfsstraat west parking overflow rond punt rond punt N73 N73 parking3 parking2 bedrijfsweg bedrijfsweg

44,5 44,3 35,5 31,5 31,3 31,8 31,7 29,8 25,7 25,1 24,1 24,0 23,7 22,7 18,6 18,5

baan naar bree baan naar bree parking1 rond punt heylenweg rond punt parking3 N73 N73 parking2 erpenheidestraat erpenheidestraat bedrijfsstraat west bedrijfsstraat west parking overflow leysenhofweg

56,0 55,7 37,3 34,7 36,0 34,1 34,9 32,0 32,0 29,4 25,5 25,3 26,7 26,6 24,4 22,9

19,5 17,8 17,8

laardeweg laardeweg parking1

14,9 14,8 15,9

leysenhofweg bedrijfsweg bedrijfsweg

22,8 22,2 22,1

19,4 17,0 17,0 15,2 12,3 12,2

erpenheidestraat erpenheidestraat lardenheidestraat lardenheidestraat leysenhofweg leysenhofweg

14,6 14,5 13,4 13,4 11,8 11,8

laardeweg laardeweg smeelshofweg smeelshofweg lardenheidestraat lardenheidestraat

21,8 21,7 20,6 20,6 17,2 17,1


125/131

Bijlage 11: Geluidscontourkaart gewenste situatie


127/131

Bijlage 12: Gemeentelijke verordening betreffende groenschermen.


129/131

Bijlage 13: Gewestelijke stedenbouwkundige verordening


131/131

4,90

gebouw"getroffen door ontworpen rooilijn"

-15,00-

-12,69-

2

,1

24

-97,76-

-246,85-

26

8 ,3 7,75

-55,73-

-22,62-

67,10

-254,09-

nieuwe weg

62,76

-11,62-

1 ,5

29

Ligging perceel

-129,82-

-38,86-

50,02

85,75

ROOILIJNENPLAN

Liggingsplan

schaal 1/25 000

grondruil (heden nog niet afgerond) grondruil

9 163 m² 42 490 m² -129,82-

6 287 m²

en

s

en

gr

8 297 m²

en

et

na

te

et

m

s

en

gr

na

te

m

16 811 m²

ONTWORPEN ROOILIJNENPLAN (conform BPA Laerderheide)

BESTAANDE PERCEELGRENZEN

ONTWORPEN PERCEELGRENZEN MET AANDUIDING PERCEELOPPERVLAKTE BINNENN ZONE BESTEMMINGSPLAN

Ontworpen rooilijn- openbare wegenis Fasering der werken: 1. Rooilijnenplan- wegenis 2. 2 Grootwinkels 3. Parking overflow 4. 3 Grootwinkels 5. Verbouwing (+inkom) Heylen 6. Uitbreiding winkels + promenade

Te slopen bebouwing 2014 2015 2015 2015 2015 2016

Ontworpen perceelgrens Bestaande perceelgrens ..

grondruil (heden nog niet afgerond)

2

..

tek.

omschrijving

gebouw"getroffen door ontworpen rooilijn"

4,90

PROJECT 2

,1

24

-97,76-

-246,85-

-12,69-

-15,00-

1

7,75 -55,73-

-22,62-

67,10

62,76

14,35

-11,62-

1 ,5

29

-129,82-

16 811 m²

5

4

8

,3

26

-254,09-

6

...

datum

WIJZIGING DER PLANNEN

9 163 m²

3

...

index

-38,86-

50,02

Uitbreiden en verbouwen van een grootwinkelsite met infrastructuur Gelegen te :

85,75

6 287 m²

en

et

gr

en

s

na

te

m

Baan naar Bree 123 3990 Peer 3de afdeling nrs.

OPDRACHTGEVER

ARCHITEKT

HEYLEN Dhr Denis Heylen Baan naar Bree 123 BE- 3990 Peer

ARCHITECTENBURO LOUIS CARON bvba Campus Blairon 480 - 2300 Turnhout T: 014/42 78 11 - F: 014/42 92 01 [email protected]

8 297 m²

BIJZONDER PLAN VAN AANLEG "LAERDERHEIDE" bestemmingsplan HUIDIGE TOESTAND met aanduiding gewenste wegenis en groenstroken

PLAN

INPLANTING BESTAANDE TOESTAND ROOILIJNENPLAN Bouwaanvraag dossiernr 531/13

schaal 1/1000 - 1/2000

plannr

000

index

..

63.25

12

,00

63.30

0

,2

0 10

63.44

63.52

Vennootscha p Breeersteen Leysmans weg 223 3640 Kinrooi

63.74 69.64

4

,6 20

63.77

Vennootscha p Bedrijfstraat Smeets Beheer 15 3990 Peer

63.62

2

2

0 6,

63.89

278R2

63.90

63.71

278C4

Vennootscha p Bedrijfstraat Schrijnwerkerijk Willek ens 11A 3990 Peer

0

,7 83

64.02

63.79

63.34 63.30

0

6,0

63.84

63.50

64.15

/20

/02

28

N

63.32

63.84

0

375H2

bv

63.66

Vennootscha p Bedrijfstraat Immo Willekens 11C 3990 Peer

03

3

‘di

,1

Be

63

4, 12

ba

68.60

64.03

64.12

64.00

2

,8

63.46

er

71.84 68.98

63.67

16

1

,9

id

an

0

t

rie

75

er et

64.16

9

63.44

97

69.65

1

63.74 69.64

12

72.48

63.77

63.74

La

H

63.63

63.59

beton

N

ba

rh

375K3

aa

n

'w

63.77

tb

ns

0 ,0

12

63.63 64.17

63.84

63.78

72.94

65.33 64.69 64.84 64.98

69.83

63.69

64.88 68.95 72.96

onverhard

64.38

64.29 65.09

64.33 64.55

64.23

64.95 64.19

64.92

64.25 64.13

64.86

64.85

64.14

64.03

64.10

64.29

64.14

63.87 63.97

Vennootscha p Heylen Baan naar Bree 81 3990 Peer

64.46 63.98 63.87

64.57

64.97

65.03

64.65 70.10

89,95

65.07

64.47 63.97 72.87

63.29

63.06

Winters, Mic hiels Jean & Lefroid, Son Panhovens ja Mariette traat 28 3990 Peers

20

131,80

64.08

69.83

68.58

64.01

1

64.47

72.87

65.80

63.39

Winters, Ro ger Henri Zuidervest 66 3990 Peers 336N2

116,07

65.20

65.21 65.20

67.29

64.71

bluswatervijver

64.99 64.45

64.90

65.08

70.40

65.20 65.34

65.13

65.44

D

65.30

65.38

65.48 65.59

72.91

65.80

64.88 64.29

D

65.19

D

65.26

9

336R2

64.18

64.05

64.05

65.17 64.60

63.98

67.41

64.37

64.64

65.53 66.70

65.32

70.39

65.90 65.57 71.02

65.26 68.33

71.29

64.09

71.37

64.42

65.46 64.75

64.99

64.39

336P2

64.45

65.46

63.99

W 64.66

grint

64.33

D

Vennootschap Beter Meube Baan naar Bre l e 83 3990 Peer

71.29 65.67

64.37

64.51

65.19

64.77 63.99

W 64.66

grint

65.18

104,40

65.50

76.52

46,44

E

65.57

65.26

65.15

65.47

65.22

29/02/1988 - Landmeter - Expert Fr. Vanduren

F

64.25

375R2

64.24

64.46

64.25

64.49

64.56

64.37 63.85

64.36

65.41

64.44

65.37

W

65.35

64.93

65.43

64.53 64.43

65.13

64.04

64.47

65.02

65.48

64.90

64.52 64.47

beton

64.23

64.48

64.39

64.49

65.49

363W3

65.35

64.54 65.24

65.43

74.48

65.57

64.58

71.05

65.50

W

65.73

65.65

65.87 64.57 65.40

65.20

65.26

64.39

65.19

64.20

Vennootschap De Prijzenklo Peerderbaan pper 135 3940 Hecht el - Eksel

72.90 65.66 65.78

64.40 64.37 64.48

65.08 64.87

69.57

64.67

64.42 64.50

70.35

64.65

65.64

64.69

65.59 71.34 70.10

17,55

63.43

65.12

64.63

65.63

70.33

363Z3

70.57

70.56

D

65.51

48,25

65.29

65.18

65.37

65.55

65.40

65.59

65.58

65.27 67.77

65.45 65.48

65.55

65.49

65.51

65.55

65.26

65.53

65.38

65.40

65.27

64.93

65.43

65.33

69.85

D

70.62

64.97

65.38

65.45

65.41

65.46

65.24

65.21

69.54

65.35

D

65.41

65.27

65.02

65.34

65.13

70.94 65.51

64.37

65.02

64.47

CABINE 64.88

66.70

18,99

119

65.92 65.81

65.70

65.36 72.90

64.45

65.80

65.60

65.45

22,14

64.36

65.51 66.20

64.40

67.86

64.04

64.20

64.57 65.82

65.51

65.37 76.57

69.35 64.69

63.85

63.59

74.50

65.79

65.09 70.01

64.58

64.47

65.75

65.65

65.29 65.67

64.52

Bussels, Jos eph Baan naar Bre ine Augusta e 119 3990 Peer

H

65.37

D D

64.40 63.86

D D

76.54

63.77

374S

70.08

65.45

67.66

64.43

64.47

63.75

64.33

64.51

65.08 64.87

69.57

65.75 65.12

70.39 68.15

63.57

G

70.11 69.32

64.37

W

65.35 64.82

65.40

64.43

64.73

374S

65.37

65.37

64.68

64.39

70.08

64.51

65.28

64.42

69.32

64.37

64.47

64.43

70.43

375R2

64.24

64.68 65.41

70.11 64.39

64.42

64.08

Vennootschap Heylen Baan naar Bre e 81 3990 Peer

64.25

64.46

64.73

65.28

65.47

64.15

64.15 64.86

65.26

64.66

65.42

64.86

64.85

70.43

65.55

64.42

64.05

65.55

64.42

65.22

29/02/1988 - Landmeter - Expert Fr. Vanduren

64.23

64.66

64.42

71.33

64.20

64.85

65.26

65.15

65.57 65.47

64.42

68,16

D

63.93

65.18 65.50 76.52

65.27 65.20

65.32

65.16

65.38

65.34

65.35

17,91

0.00

64.46

Vennootscha p Beter Meu bel Baan naar Bree 83 3990 Peer

D

63.86

D

46,44

20,37

65.46

C

63.77

64.24

46,96

64.99

B

64.45

64.33


64.01

erfdienstbaarheid van 'wegenis'

64.19


3,93

,05

64.09

104,40

65.90 65.57 71.02

65.26

64.77

64.33

63.86

Vennootscha p Bedrijfstraat Smeets en zonen 15 3990 Peer

65.13

A

64.19

64.37

64.51

65.19

64.46

65.32 70.39

Vennootschap Smeets en zonen Bedrijfstraa t 15 3990 Peer

65.13

65.50

64.42

63.82

64.37

65.53 66.70

65.50

D

D

65.39

65.52

363T3

12,00

65.58

65.59

D 64.38

64.32

63.78

65.17

65.45

65.78

64.69

65.41

64.22

63.53

65.46

173

65.17

64.11

64.25

65.39

72.91

363A4

65.67

64.05

63.61

D

64.39

64.05

65.14

65.10

65.39

63.88

178,5

65.58

65.59

64.33

65.37

65.38

64.85

65.28

65.37

65.36

65.34

72.60

65.39

131

I

65.40 70.39 68.15

64.56

67.66

65.45

D

D

64.43 64.47

K

46,96

63.75

64.37 63.85

64.36 64.44

D

76.54

D

64.93

LIFT L

64.40

65.43

63.86 64.53

HEYLEN blijft behouden"

64.43

M

64.04 63.77

65.13

24,76

65.48

64.48

64.39

70 -2m vide

72.90

N

64.48

O

65.29

Bussels, Jo sephine Aug usta Baan naar Bree 119 3990 Peer

0.00

70.01 69.35

65.45

363Z3

64.75

64.70 64.54

70.09

65.10

65.16

65.17 65.26

BELGACOM

H

D D 64.88 64.88

64.93

65.26

65.23

65.00

65.18 65.18

65.07

65.26

65.24

65.22

64.76

65.16

175,41 65.26

65.29

65,56

100,06

FIETSPAD

65.24

65.26

65.31

65.08

65.15

H

65.02

64.99

64.90 64.84

64.92 64.40

64.52 65.11

64.98

64.92

65.16

64.80

G

64.84

64.31 64.85

64.70

64.81

64.73 64.80

64.02

64.94

65.02

BAAN NAAR BREE

65.37 65.14

65.22

65.44

65.34

65.38

65.33

65.27

65.16

65.12 65.20

65.21

65.06

64.96

64.93

65.11

65.38

64.92

64.91

64.78

64.19

64.15

64.94

64.95

FIETSPAD

64.20

64.03

64.30

64.83

65.32

64.56

64.27 63.74

63.90 63.90

74.48

64.92

64.53 64.71

64.75

64.78

64.81

65.02

65.11

65.13

64.79 64.71 64.06

64.88 64.64

65.00

65.11 65.08

64.58

65.57

64.98

64.91

FIETSPAD

64.76 64.71

64.70 64.68

71.05

65.73

W

65.87

65.65

64.57 65.40

65.20

Vennootscha p Peerderbaan De Prijzenklopper 135 3940 Hecht el - Eksel

65.66

65.78

65.65

74.50

64.57

65.79

65.51

P

65.51

65.80

65.92

65.81

65.60

65.70

64.63

CABINE

64.65

64.88

65.63

70.33

Q

70.35 65.64

65.18

64.69

65.59

69.54

65.27

65.58 70.57

70.56

65.35

D

65.51

48,25

65.29

65.34

65.13

70.94

65.37

65.55

67.77

65.45

D

65.48 65.55

65.41

65.55

65.49

65.51

65.26

65.53

65.27

65.38

65.02

65.40

64.93

65.40

65.27

65.43

69.85

D

65.33 70.62

64.97

65.38

20,37

65.46

65.27 65.20

65.32

65.16

65.38

17,5

5

65.45

65.41 65.24

65.21

65.34

65.35

17,91

4 63.43

65.22 65.10 65.09

3,36G

64.88

65.43

65.50

65.37

65.51

64.45

64.37

65.02 65.12

64.46 64.39

64.92

64.85

65.03

34,76

64.52

VG

64.41

71.34

119

22,1

64.50

64.96

24,82

65.59

70.10

64.04

W WW

65.15

66.20

66.70

64.34

65.22

65.09

18,99

63.59

64.42

65.36

72.90

67.86

64.36

INKOM 2 WINKEL (?)

64.67

63.85

64.20

76.57

64.69

64.58

64.40

3,93

63.57

64.54 65.24

65.82

9 11,6

64.33

363W3

65.35

65.67

64.52

363V3

98,98 64.24

65.37

-0.50

64.40 64.37

64.49

65.49

WINKELINDELING

7,58

64.23

68,16

64.20

53,13 63.71

7,00

64.49

64.47

beton

FIETSPAD

8,00

64.25

63.47

1,27

J

64.43

64.52

8,50

6,53

64.43

63.61

65.19

6,75

65.42 64.23

64.08

64.72

64.39

64.90

75,42

65.47

erfdienstbaarheid van 'wegenis'

65.03

64.20

6,75

63.93

64.98

64.34

65.47

Vennootschap Meubelcentru Baan naar Bre m Laarderhe e 121A ide 3990 Peer

63.58

D

64.42

64.24

131,80

64.80

65.01

76.54

63.55

64.42

64.01

76.55

64.33

65.59

65.41

63.86

6

6,5

16

29/05/1987 - Be‘digd MSOG E. Essers

65.19

65.48

65.78

64.69

72.91

65.67

6/1

,9

20

67.54

76.52

64.46

64.33

65.45 65.38

D

63.87 63.97

04

64.13

64.56

64.49 H

63.95

65.30

65.52

64.10

63.76

ete

8

64.53

64.54

64.21

63.59

65.39

63.98


64.03

La

ure nd Va

64.76 64.25

64.06

63.84

D


65.07

63.97

336M2

63.67

64.25

70.10

89,95

65.26

63.82

64.14 64.29


65.03

64.65

65.44

64.38

336P2

64.85

64.97

65.34

64.22

64.18

64.86

64.57

70.40

64.11

63.67

64.95 64.92

64.13

63.98

68.94

63.57

63.53

onverhard

64.14

64.46

bluswatervijver

65.08

65.13

363T3

Vennootschap Ready Beton Elfde-Liniestra at 32 3500 Hasse lt

63.91

64.33

Fr.

/0

67.86 64.22 64.34

64.38

64.29

64.55

64.24

76.54

12,00

7

97

63.75

69.83

64.38 64.88

65.09

63.91

64.29

336R2

64.84 64.98

68.95

72.96

pe Ex

64.13

64.33

63.88

64.69

65.23

64.28

m

nd

63.83

65.33

63.64

64.05

64.32

65.10 72.56 72.94

64.00

64.06

63.38

64.99

65.20

63.58

r-

64.15

64.18

116,07

72.91

63.83

64.36

5

64.33

n

rt

374T

64.34

63.93

173,0

34,43 63.95

363A4

65.67

68.69

64.00

72.46

34,43

Vennootscha p Meubelcen Baan naar trum Laarde Bree 121A rheide 3990 Peer

3,

64.28

64.08

63.87

Winters, Ben ny Albert Laarderweg 30 3990 Peers

65.47

64.46

8,7

64.24

375P2

74

64.21

64.34

63.70

64.13

63.91

64.18

64.49

68.90

64.04

63.68

64.21

64.06

63.85 63.85

63.78 63.95

63.76

64.19

65.20

63.69

63.85

64.25

65.21

D

69.96

70.87

64.23

65.20

63.84

374V

63.99

63.75

64.07

65.17 65.19

63.59

64.23

63.84

63.58

65.10

63.68

63.85

63.79

63.69

64.80

00

63.80

6 ,4

2 16

64.15

63.83

63.66

29/05/1987 - Be‘digd MSOG E. Essers

6,

63.62 63.97

64.13

68.18

64.32

63.63

64.13

64.56

63.58

63.59

63.65

64.17

63.84

64.88

79,03

76.55

64.59

6 4,9

64.05

Winters, Mic hiels Jean & Lefroid, Son Panhovens ja Mariette traat 28 3990 Peers 336T2

65.14

76.52

dmete De Lan

64.34

64.49 H

1974

64.02

64.98 64.25

ER

pert PE r - Ex

13/04/

125,00

64.07

336M2

63.57

63.67

63.67

63.80

63.92

8 ,9

63.59

63.65

63.73

Vennootschap Kwanten - Gu Lillerbaan 115 illaume tegelb edrijf 3950 Bochol t

65.10

64.08

64.53

63.61 63.60 63.78

64.17

63.58

75,46

336K2

63.75

63.63

8/1

beton

63.43

63.79

56

64.18

51,69

63.58

6,

12

H

63.59

8,53

63.40

63.39

16

ig

63.74

/0

,8

34 72.48

278G3 Vennootschap A.F.V.C.P. Baan naar Bre e 123 3990 Peer

63.49

63.78

63.61

ete

67.86

63.42

63.63

‘d Be

La

65.15

45,47

68.94

63.70

335B

63.11

11,69

64.07

64.07

63.58

/ 04

62.88

1

d

79,03

32,39

63.91

62.58

63.54 63.66

6

64.06

Vennootscha p Ready Bet on Elfde-Linies traat 32 3500 Hasse lt

64.34

/

06

67.86 64.22 64.38 64.28

7 19

64.10

63.57

66.28

75,42

64.00

7

63.75

Winters, Joa nnes Mathe us Waarheidest raat 8 3990 Peers

7 99

64.16

69.65

64.30

71

65.23

64.27

0

,2

63.96

0

,8

8,

63.93

64.28

89

rs

se

Es

m

nd

64.01

7,54

45,47

63.63

nd La

68.32

64.95

93

SS

JF

I DR BE

E.

xp

E r-

64.74

TR

-E

ert

64.03

37,30

m

63.83

65.10 72.56

t

64.04

T AA

32,39

68.58 64.01

er

69.96 67.95

8

et

Va

op

/0 21

,7

er

xp

63.83 64.15

64.18 64.36

5

98 6/1

63.97

1

,2

8

69.83

64.08

63.55

,2

374T

64.34

64.08 64.04

. Fr

75 64.29 71.42

63.47

63.57

63

64.00

64.57

56

10,55

64.34

63.76

63.49

69.49

m

n

re

u nd

10,55

7,5

4

375P2

4

68.69

63.51

D D D

3

64.28

6

5,5

14

,0 60

64.21

ak

eti

71.43

3,7

64.49

68.90

bij

AT

63.76

'ne

als

5

64.02

64.18

tu rie va

RA

n

la sp ng

63.78

63.38

r'

68.18

63.83

63.64

te

63.97

64.32

63.95

63.68

64.36

ge

la

37,09

63.85 63.85

63.75

63.66

374N

278B4

72.10

64.15

ST

63.79 64.05 63.84

63.47

2

3,1

FS

Vennootschap Willekens Bou Bedrijsstraat wwerken 11B 3990 Peer

die

IJ

erf

63.50

63.73

W

W

eid

va

DR

63.85

63.47

63.46 63.67

is' en

eg

63.83

64.01

1

,9 16

BE

69.96

70.87

64.34

,59

,8

18

Vennootschap A.F.V.C.P. Baan naar Bre e 123 3990 Peer

63.90

63.44

5

63.69

2

,1 60

71.84

68.98

63.85

D

er ss

46

72.46

178

3

64.00

.E

374V

64.13

rE

16

Vennootschap Immo Willek Bedrijfstraa ens t 11C 3990 Peer

64.12

te me

67.28

2,

63.99

4,0

4

12

3

nd dla ‘dig

,1

,2

89

63

Be

64.13

64.23

375H2

bv

64.03

63.68 63.65 63.62

63.66

63.97 63.80

63.37

63.41 63.84

HE

96 4, 64.17

63.41

00 6,

63.84

-L

64.59

64.02


63.32

6 00

Vennootscha p Lillerbaan 11 Kwanten - Guillaume te gelbedrijf 5 3950 Bocho lt

R

64.08

63.86

/2 /02

63.85

6,0

68.60

met

Land

De 1974

13/04/

64.46

0

63.59

65.10

PEE xpert er - E

63.58

64.23

63.67

125,00 63.58

63.30

63.50

64.15

Winters, Mic hiels Jean & Lefroid, Son Panhovens traat 28 ja Mariette 3990 Peers 336T2

63.77

63.34

00

6,

63.84

63.65

63.73

8,53

Vennootscha p A.F.V.C.P . Baan naar Bree 123 3990 Peer

63.43

63.92

63.78

Vennootschap Schrijnwerke Bedrijfstraa rijk Willekens t 11A 3990 Peer

0

,7

83

64.02

28

278G3

64.88

63.61

63.71

64.15

63.40

336K2

63.57

278R2

63.90

278C4

63.60 63.78

63.57

63.80

63.55

63.89

63.61

63.67

63.79

63.39

2

,0

26

63.79

51,69

63.58

Winters, Rog er Henri Zuidervest 66 3990 Peers 336N2

Vennootschap Smeets Beh Bedrijfstraa eer t 15 3990 Peer

63.62

63.59

‘ Be

67.86

63.49

4

,6

65.15

64.18

75,46

Winters, Ben ny Albert Laarderweg 30 3990 Peers

63.61

20

/0

,8

34

1 8/

Vennootschap Leysmans Breeersteenw eg 223 3640 Kinroo i

63.66

9

64.30

BE

63.42

63.39

63.75

Ex

E.

63.54

6

63.06

Winters, Mic hiels Jean & Lefroid, Son Panhovens traat 28 ja Mariette 3990 Peers

8

63.29

,7

335B

63.11

63

62.88

0

2 3,

0 ,8 89

63.57

66.28

s Es

m nd

gd di

64.01 64.27

37,30

62.58

64.10

64.95

rt

pe

64.03

63.96

DR

Winters, Jo annes Mathe us Waarheidest raat 8 3990 Peers

28

S

FS IJ

0 0,2

10

63.52

68.32

, 56

TR

63.30

63.57

s er

69.96

67.95

64.74

64.28

63.49

69.49

64.04

T AA

D D

63.55

1

6/

/0

21

64.29 71.42

,00

63.47

03

1 ,2

64.57

va

e 'n

63.25

12 63.51

D

, 60

5 98

63.97

e m op

gs tin

6

,5

5 14

63.47

12

3,

AT

71.43

Vennootscha p Bedrijsstraat Willekens Bouwwerke n 11B 3990 Peer

5

an

pl

64.02

' ur

63.77

A TR

63.97

ak

ge

jla

bi

63.50

63.73

v

SS

37,09

64.36

s al

e rh

F IJ

,0

12

te

374N

n

ie

fd

er

a ba st

'w

DR

375K3

64.15

278B4

is'

en

eg

63.83

64.01

BE

Vennootscha p A.F.V.C.P . Baan naar Bree 123 3990 Peer 72.10

63.47

17

ss

.E

18

5

rE ete

64.13

,1

dm

67.28

60

lan

gd

4 ,2

89

63.44

3,50

63.84

HE

63.85

63.90

63.37

63.41

-L

64.23

63.41

6,0

06

64.46

65.37

65.38

64.85

65.28 65.34

65.37

72.60

65.36 65.39

131

65.03 64.72

FIETSPAD

363V3

98,98

53,13 64.24

63.71

WWW

70.09 65.10

65.10 65.12 65.09 65.17

65.16

24,82

64.34

65.22 65.03

1,27

34,76

64.52

VG

3,36G 64.88

65.24

65.26

65.18

65.07

65.22

64.76

65.16

175,41

65.00

64.93

65.26

100,06

65,56

65.29

FIETSPAD

65.26

65.02

64.99

65.15

64.90

64.84 64.92 64.52 65.11

65.31 65.37

64.40

64.98

64.92

64.80

G

64.84 65.08 H

65.24

7,00

8,00

8,50

64.70 64.54

65.26

65.23

D D

64.75

64.46

64.39

65.26

BELGACOM

H

6,75

63.47

65.02

64.92

64.85

6,75

63.61

64.96

64.31

64.70

64.85 64.81

65.16

64.83

64.88

65.32

64.56

64.27 63.74

64.73 64.80

64.02

64.94

BAAN NAAR BREE

65.02

65.37

65.14

65.22

65.44

65.34

65.33

65.38

65.16

65.27

65.20

65.21

65.15

64.96

64.93

65.12

65.22

65.06

65.11

64.91

64.41

64.19

64.79 64.78

64.15

64.71 64.06

65.38 64.92 64.94 64.95 64.30

64.92

64.53 64.71

64.78

64.75

65.02

65.11

64.88

64.64

65.00

65.11

65.13

64.81

64.98

64.91

65.08

FIETSPAD

64.76

64.71

64.70

64.68

BIJZONDER PLAN VAN AANLEG "LAERDERHEIDE" bestemmingsplan

HUIDIGE TOESTAND

Fasering der werken: 1. Rooilijnenplan- wegenis 2. 2 Grootwinkels 3. Parking overflow 4. 3 Grootwinkels 5. Verbouwing (+inkom) Heylen 6. Uitbreiding winkels + promenade

2

,0

26

63.71

t lijf tb an en nk oud e o h gr be

0

8,0

64.15

06

/20

/02

f4

64.23

on

rz

3

‘di

,1

ete

dm

lan rE

e g nd din aa r st rha be ltve fa as

2

,8

18

ss

.E er

71.84 68.98

64.12

gd

67.28

63

e at on ra rz fst , ffe rij 89 bu bed de zij

Be

de an g ta rdin s be rha ve

68.60

64.03

63.84

ba bv

fe

f bu

HE

o po

24

63.84

e

-L

rt

0

8,0

10

1

0

,0

,9

16

e g nd in aa rd st rha be ltve fa as

278B4

72.10

64.36

en ud n ho de be en ou ijft nn beh l t b du te n a te g nk it eïn oe - u gr1o gr b7e5,2 ge a -l

DUIT NOO

69

71.42

G GAN

8,

64.29

G GAN DUIT NOO

25 0, 10 0, 60 0,

90

3,

t er

3m

r

moto

zond te

lpoor / hoog

5

onaa breed

secti 3m

5 ,9

10

6,

64.95

150 cm

150 cm

00

4,

07 8, 39

ats pla erk lag utie s ib op istr D

7

21

,5

3m

W

r

moto

...

index

50

3,

95

7,

150 cm

..

00

9

,4

25

er

zond te

150 cm

60

7,

0,

t

lpoor / hoog

1m

25 0, 0, 60 0,

doo

77

3,

0,

...

..

datum

tek.

omschrijving

25

0

,9

25

00

0,

1,

11

0,

25

00

1,

,5

50

3,

95

20

7,

8,

27

WIJZIGING DER PLANNEN

0,

50

1,

G

GAN

DUIT

NOO

5 83 ,1 3, 45

25

le

95

5,

2 675 L kte = KE rvla IN ppe W oopso

84 20

8,

4, 49

80

25 00

1,

45

0,

4, 80

r

10

0, 25

20

87

20

0,

9

,4

0,

4,

0,

0

,1

45

20 20

ie

vo

en

erk w n

ve tie te uc me str te ng on a hti c e n ric en ts : in ge laa op de rbij r p n erk a ie te M esta jn h ten B r zi ma E lle A

8,

0,

²

0,

80

4, 35 8,

17

30 6,

n

orz

25

ats pla erk lag utie s op trib dis

W

0,

20

4

,7

m

er eid urd jkh hu eli de nk n ga va toe te e las ak ten inz te ijnen htl

im lru ke de ric t

26 0,20 0,

64.59

0,

20

,4

21

3

,1

28

0,

²

win de me n ing g va mm tin ste ich en inr ere ov

in

4

8,

rk

ifdeu schu slag ekbe sche matipani met auto

60

3,

ve

r

50

3,

ta

to

r

ifdeu

schulag

chekbes

panie matis automet

ve

m

m

ifdeu schu slag

99

ekbe sche

4,

46 7,

0, 20

00

0, 31

20

58

20

5,

6,06

alza tie on ibu To istr D

9,

0,

20

matipani met auto

6,

ta

25

3

r

le

to

er eid urd jkh hu eli de nk n ga va toe te ake las inz ten te ijnen uim htl elr ric nk de wi t de me n ing va g mm tin ste ich en inr ere ov in

ifdeu

²

0m

1 75 L kte = KE ervla IN opp Wrkoops

00 15

²

schulag

r: kel ate win enw reg je itair ruik antnt san geb kraitpu ten her bui slu - aan -

elr nk de wi t de me n ing va g mm tin ste ich en inr ere ov

in

chekbes

rs

GAN DUIT NOO

pel

has

ve

panie matis automet

0

,0

Wrkoo le

ta

to

G

8,53

er eid urd jkh hu eli de nk n ga va toe te ake las inz ten te ijnen uim htl ric

72

2,

35

5,

40

30

2 75 L kte = KE ervla INpsopp

stru

onaa breed

doo

I 60eltanke RE sm D dmv AN tie W nstruc TS alco EN t sta IM me RT dingen PA bin M - ver COrdaks

on

I 60ltanker RE sme D dmv AN ctie

lcon

staa

met

secti 3m

² 0m

00

, 50 1m

3m

13

, len eid pa jkh be eli te nk g ga no toe rn ke en e ijn air htl nit ric sa rm ie nfo sit co po erp tw 1,55

hoog

n

inge

PA bind M - ver COrdaks

,

²

4,02

/

00

30

0,09

r moto er zond te ort alpo d iona bree sect 3m

0,

0

2,20

de vali ersen andher let 150 cm Toi

s

W

TS

EN

IM

RT

,0

on

de vali ers es and let Dam Toi

m

er eid urd jkh hu eli de nk n ga va toe te e las ak ten inz te ijnen htl

im lru ke de ric t

e air nit ric sa rm ie nfo sit co po erp tw

45

win de me n ing g va mm tin ste ich en inr ere ov

in

3m

hoog

rk

0,09

, len eid jkh eli

pa be te nk g ga no toe rn ke ijnen htl

1,55

/

, len eid pa jkh be eli te nk g ga no rn en toe e ke ijn air htl nit ric sa rm ie sit nfo po co erp tw on

ve

4,02

0,09

0,09


2,20

pel

has

r moto er zond te ort alpo d iona bree sect 3m r: kel ate win enw reg je itair ruik antnt san geb kraitpu ten her bui slu - aan -

0,09

1,65 3,57

1,65

,2

29 0, 0,25

le

and let Dam Toi

20

ta

de vali ersen andher let 150 cm Toi

to

1,65

0,09

r ate t elw pun hem tap kel ik +af win bruitair ten Hersan bui

de vali ers es

0,09

1

, len eid pa jkh be eli te nk g ga no rn en toe e ke ijn air htl nit ric sa rm ie sit nfo po co erp tw on

0,09

1,65 3,57

2014 2015 2015 2015 2015 2016

28

f3

64.46

1,

00

5,

97 0,

4

,9

21

3

25 3,

,1

28

9

,2 50 16

00

70 8,

te n ) de g an tin w ch alza tie en ri on ibu inn v in To istr te b n if D h tse (liclaa p

50

8,

64.88

,9

5,

1

00

00

5,

4, 0,

20

7

,1

11

20

1, 00

70 9,

5,

00

4,

35 5,

25

00

1,

0,

0

,6

72

9,

10

64.69

0 ,0

00

1, 30 0,

65.07

14,35

overluifelde passerelle

-1.15

zone bestaande laad en loskade

Laad en loskade

automatische schuifdeur

PROJECT


met paniekbeslag

-1.00

met paniekbeslag

NOODUITGANG

5

,4

haspel

32

haspel

14,55

grondruil (heden nog niet afgerond)

-1.15

"GELIJKVLOERS -1.00" bestaande toestand

89,91

12

Laad en loskade

sectionaalpoort zonder motor 3m breed / hoogte 3m

in er de vlo ka w los eu n Ni ad e la

5

6

7

8

9

COMPARTIMENTSWAND REI 60

10

11

12


1m doordaks - verbindingen met staalconstructie dmv smeltankers

60,0

WINKEL 3 totale verkoopsoppervlakte = 680m²

6 287 m² x0.65 4086m²

NOODUITGANG



NOODUITGANG

18,0 automatische schuifdeur met paniekbeslag


hergebruik regenwater:

open-overdekte circulatieruimte

Gelegen te : 22,0

- buitenkraantje - aansluitpunt sanitair winkel

-1.00-1.00

22,0

-1.00

9,73

9,8


-1.00

4

NIEUWE INKOM WINKEL (aangepaste inrichting)

met paniekbeslag


23,0

automatische schuifdeur met paniekbeslag


te ek te im

rd ve -o eru en ti op cula cir

-1.95

3

inrichting van de winkelruimte ten laste van de huurder in overeenstemming metde richtlijnen inzake toegankelijkheid


open en overdekt wandelpad

2

0.00

17,4

WINKEL 1

totale verkoopsoppervlakte = 1430m²

1

met paniekbeslag

NOODUITGANG

haspel 3m breed / hoogte 3m

sectionaalpoort zonder motor



39,8


WINKEL 1

40,26

bebouwde opp 20400 m² inrichting van de winkelruimte ten laste van de huurder in overeenstemming metde richtlijnen inzake toegankelijkheid

WINKEL 2 totale verkoopsoppervlakte = 3 410m²

28,7


bestaande winkelruimte te behouden


27,8



84,9

20,0

-1.00

40,0

-1.95

NOODUITGANG

LIFT

8 297 m² x0.65 5 393m²

24,76

vi

-1.00 sectionaalpoort zonder motor 3m breed / hoogte 3m

NOODUITGANG

NOODUITGANG

WINKELINDELING

7,58

m70 de-2

-0.50

0.00

16 811 m² x0.65 10 927m²

en

et

s

en

gr

na

te

m

Baan naar Bree 123 3990 Peer 3de afdeling nrs.

OPDRACHTGEVER

ARCHITEKT

HEYLEN Dhr Denis Heylen Baan naar Bree 123 BE- 3990 Peer

ARCHITECTENBURO LOUIS CARON bvba Campus Blairon 480 - 2300 Turnhout T: 014/42 78 11 - F: 014/42 92 01 [email protected]

8,56

5,9

6,0

84,9

12,96

Uitbreiden en verbouwen van een grootwinkelsite met infrastructuur

9 163 m² x0.3= 2749m²


30,0


48,7



0.00

NOODUITGANG

0.00

40,0

11,14

40,0

40,40

40,4

40,4


Laad en loskade

Laad en loskade



20,0

90,4

64.03

40,2

FIETSPAD

NOODUITGANG

63.90 63.90

64.20

13

14

15

16

17

18

19

20

ONTWORPEN PERCEELGRENZEN MET AANDUIDING PERCEELOPPERVLAKTE en BEBOUWBARE OPPERVLAKTE BINNEN ZONE BESTEMMINGSPLAN

PLAN

TOTAALPLAN ONTWOPEN TOESTAND

Bouwaanvraag dossiernr 531/13

schaal 1/1000 - 1/2000

plannr

001

index

..

e on

-L

63

Be

dm r ete

82

E.

e g nd din aa r st rha be ltve fa as

, 18

r se

Es

71.84 68.98

64.12

lan

gd ‘di

,13

67.28

ba

t

e a on ra 4 rz jfst ,2 89 ffe dri bu be e d zij

bv

de an g ta rdin s be rha ve

68.60

64.03

HE

rz

fe

f bu

0

8,0

10 0

,0

1 ,9 16

e g nd din aa r st rha be ltve a f as

278B4

72.10

64.36

64.29

G GAN

71.42

DUIT NOO

69 8,

en ud n ho de be en ou il jft nn beh b du e t t an te g nk it eïn oe - u g1ro 0 gr 2 ,5 26 be5, e7 g a -l

G GAN DUIT NOO

64.95

r moto er 3m te t zond hoog lpoor /

onaa breed secti 3m

95 5,

20

8,

G

GAN

le

DUIT

NOO

ta

to 60


3 ,1 28

20

0,

²

er eid urd kh hu elij de nk ga van te e toe las ak ten n inz te ijne im lru richtl ke win t de de me van ing g mm tin ich ste inr en ere ov

in

20

8,

rk

ve

r

ifdeu schu lag he kbes atisc panie

150 cm 150 cm

autommet

26 0, 20 0,

35

8,

20 0,

4

20 8,

²

m

,7 17

49

80 4,

,4

20 20 0,

87 4,

20

0,

20 6,

20 0,

00 5,

20

6,06

te n de g) an tin alnw ch za tie ne ri on ibu in v in To istr te b n if D ich tse (l a pla

50

8,

00 5,

97 0,

1

00 5,

00 4, 7

,1 11

20 1, 00 5,

00 4, 00 1,

0

,0

14,35

-1.15

"GELIJKVLOERS -1.00" bestaande toestand

89,91

12

65.07

zone bestaande laad en loskade


-1.00


NOODUITGANG

5

,4

haspel

32

haspel

Laad en loskade

in er de vlo ka w los eu n Ni ad e la

3

4

5

6

7

8

9


10

11

12



60,0

NIEUWE INKOM WINKEL (aangepaste inrichting)

22,0


totale verkoopsoppervlakte = 680m² NOODUITGANG

WINKEL 3


NOODUITGANG

18,0 automatische schuifdeur met paniekbeslag


hergebruik regenwater: - buitenkraantje - aansluitpunt sanitair winkel


22,0

WINKEL 2

-1.00

9,8

9,73


-1.00-1.00

NOODUITGANG

haspel sectionaalpoort zonder motor 3m breed / hoogte 3m


39,8


WINKEL 1

inrichting van de winkelruimte ten laste van de huurder in overeenstemming met de richtlijnen inzake toegankelijkheid

40,26

40,2

28,7

bebouwde opp 20400 m² totale verkoopsoppervlakte = 1137m²


WINKEL 2 totale verkoopsoppervlakte = 3 410m²

27,8


84,9




-1.95

20,0

-1.00

40,0

NOODUITGANG

LIFT

24,76

-1.00 sectionaalpoort zonder motor 3m breed / hoogte 3m

NOODUITGANG

NOODUITGANG

WINKELINDELING

7,58

70

-2m

vide

NOODUITGANG

-0.50

0.00

12,96

8,56

5,9

84,9 6,0

90,4


-1.00

0.00

te ek rd te ve im -o ru en tie op cula cir

open en overdekt wandelpad

2



-1.95

23,0


1




30,0

0.00

17,4



40,0


0.00

40,0

Laad en loskade

48,7



40,40

40,4

40,4

11,14

NOODUITGANG



20,0

Laad en loskade

Laad en loskade

13

14

15

16

17

18

19

20

25

3,

,9 16

00

5, 20

-1.15

46

7,

0, 31

1,

0,


45

0,

80 4,

99

4,

20

0,

alza tie on ibu To istr D

9

0,

30

6, ifdeu schu lag kbes

sche mati panie auto met

64.69

ats pla erk ag utie sl ib op istr d

W

84 4,

r ifdeu schu lag kbes

64.88

14,55

27

83

3,

3,

64.59

sche mati panie auto met

25 0, 0, 60 0,

25

150 cm

0,

150 cm

07

8,

r moto er 3m te t zond hoog lpoor /

onaa breed secti 3m

3

5

r

n

va

0

,5

,1

m

le

er eid urd jkh hu eli de nk ga n va toe te e las ak inz ten te ijnen im lru richtl ke win t de de me ing g mm tin ich enste inr ere ov in

,9

11

45

r

ta

to

ve

ifdeu schu lag he kbes atisc panie

rs

1 7 L kte = KEervla IN opp Wrkoops

²

m

15

²

m 50

autommet

0

,0

00

r: kel ate r win enw reg je itai ruik antnt san geb kraitpu her buitenslu - aan -

1m

doo

35

5,

90

30 ta

to

G GAN DUIT NOO

pel

has

ve

8,53

er eid urd jkh hu eli de nk ga n va toe e las ak inz ten te ijnen im lru richtl ke win t de de me n va ing g mm tin ich enste inr ere ov in te

Wrkoop le

11

doo

I 60eltanke RE sm D dmv AN tie W truc TS alcons EN t sta IM me RT dingen PA bin M - ver COrdaks

1m

2 75 L kte = KEervla IN sopp

0

1,55

²

0m

0

,0

50

, len eid pa kh be elij nk te g ga no toe rn n ke ijne e air richtl nit sa rm e nfo siti po rp co twe

,0

4,02

, len eid pa jkh be eli nk te ga g no toe rn en ke ijn e air richtl nit sa rm ie nfo sit co po erp tw

on

s

0

,5

26

0,09

r moto er 3m

zond te rt hoog lpoo d / onaa bree secti 3m

RT inge PA bind M - ver COrdaks

60

on

45

150 cm

²

2,20

Toil

ersv n and here

72

2,

I 60ltanker RE sme D dmv AN ctie W stru TS lcon EN t staa IM n me

m

er eid urd kh hu elij de nk ga van te e toe las ak ten n inz te ijne im lru richtl ke win t de de me van ing g mm tin ich ste inr en ere ov

1,55

Toil e

alid et

0

in

4,02

, len eid pa jkh be eli nk te ga g no toe rn en ke ijn e air richtl nit sa rm ie nfo sit co po erp tw

on

e

alid ersv and es et Dam

1,65

0,09

rk

ve

0,09

0,09

1,65

0,09


150 cm

r: kel ate r win enw reg je itai ruik antnt san geb kraitpu her buitenslu - aan -

3,57

le

2,20

ersv n and here

ta

e

alid et

Toil

to

Toil

r ate t elwpun hem tap kel ik +af win bru Her itair ten san bui

ersv and es et Dam

0,09

1,65

0,09

pel

has

r moto er 3m

zond te rt hoog lpoo d / onaa bree secti 3m

,0

e

alid

29 0, 0,25

45

, len eid pa kh be elij nk te g ga no toe rn n ke ijne e air richtl nit sa rm e nfo siti po rp co twe

on

0,09

1,65 3,57

Hoofdstuk 1: Definities Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1° aftappunt: de plaats waar hemelwater uit de hemelwaterput of uit de put die als dusdanig wordt gebruikt, wordt afgetapt voor nuttig gebruik; 2° afvalwater: het water waarvan de houder zich ontdoet, van plan is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater; 3° buffervolume van de buffervoorziening: het nuttige volume tussen overloop en uitlaat; 4° buffervoorziening: een voorziening voor het bufferen van hemelwater eventueel uitgerust met een vertraagde afvoer en een noodoverlaat; 5° buffervolume van de infiltratievoorziening: het nuttige volume tussen overloop en gemiddelde grondwaterstand; 6° groendak: een plat dak dat zo gebouwd wordt dat het begroeid kan worden met planten en waar er onder die planten een buffervolume voorzien is van minimaal 35 liter per vierkante meter; 7° hemelwater: de verzamelnaam voor regen, sneeuw, hagel, met inbegrip van dooiwater; 8° horizontale dakoppervlakte: de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van de overdekte constructie op een horizontaal vlak; 9° infiltratie: het insijpelen van hemelwater in de bodem; 10° infiltratievoorziening: een voorziening waarbij het opgevangen hemelwater in de bodem infiltreert; 11° lozing: de emissie naar daarvoor bestemde afvoerkanalen. Hoofdstuk 2: Toepassingsgebied Art. 2. Dit besluit bevat: 1° bepalingen omtrent de scheiding van hemelwater en afvalwater; 2° bepalingen omtrent het verplicht minimaal hergebruik van niet-verontreinigd hemelwater; 3° minimaal na te leven voorschriften voor de infiltratie, buffering en lozing van nietverontreinigd hemelwater afkomstig van verhardingen en overdekte constructies. Art. 3. Dit besluit is van toepassing op: 1° het bouwen, herbouwen of uitbreiden van overdekte constructies waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40 vierkante meter; 2° het aanleggen, heraanleggen of uitbreiden van verhardingen waarbij de nieuwe oppervlakte groter is dan 40 vierkante meter; 3° het aanleggen van een afwatering voor de constructies of de verhardingen vermeld in punt 1° of 2°, waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijke wijze in de bodem infiltreerde; 4° verkavelingsaanvragen als vermeld in artikel 4.2.15, §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening waarbij voorzien wordt in de aanleg van nieuwe wegenis. Art. 4. Dit besluit is niet van toepassing op: 1° de delen van overdekte constructies waarbij het hemelwater dat erop valt op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreert; 2° de delen van de verharding waarbij het hemelwater dat erop valt op natuurlijke wijze naast of door de verharding op eigen terrein in de bodem infiltreert; 3° de delen van de verharding waarvan het hemelwater dat erop valt door contact met de verharding zo vervuild wordt dat het overeenkomstig artikel 1.1.2. van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne als afvalwater wordt beschouwd; 4° de delen van de verharding die tot het openbaar wegdomein behoren op het ogenblik van de aanvraag of de uitvoering van de handelingen.

Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen Art. 5. §1. De hemelwaterput, de infiltratie- of buffervoorziening of de lozingsbegrenzer worden uiterlijk bij de ingebruikname van de overdekte constructie of de verharding geplaatst en in gebruik genomen. Ze moeten vanaf dan ook in gebruik blijven. §2. Bij stedenbouwkundig vergunningsplichtige of meldingsplichtige handelingen waarbij de plaatsing van een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervolume vereist is volgens de bepalingen van dit besluit, worden de volgende zaken vermeld in het dossier en op de plannen, als ze van toepassing zijn: 1° de overdekte constructies en verhardingen waarbij het hemelwater dat erop valt op eigen terrein infiltreert; 2° de exacte plaatsing van de hemelwaterput en de inhoud ervan in liter, de totale horizontale dakoppervlakte en de verharde grondoppervlakte die op de hemelwaterput aangesloten worden in vierkante meter, de locatie en het niveau van de overloop alsook de aftappunten van het hemelwater; 3° de exacte plaatsing, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het buffervolume van de infiltratievoorziening in liter, de totale horizontale dakoppervlakte en de verharde grondoppervlakte die op de infiltratievoorziening aangesloten worden in vierkante meter en de locatie en het niveau van de overloop; 4° de exacte plaatsing, omvang en diepte van de buffervoorziening, het buffervolume van de voorziening in liter, de totale horizontale dakoppervlakte en de verharde grondoppervlakte die op de voorziening aangesloten worden in vierkante meter, en de locatie en het niveau van de leegloop en overloop; 5° de exacte dimensionering van eventuele gebundelde voorzieningen waarvan wordt gebruikgemaakt, en de totale horizontale dakoppervlakte en de verharde grondoppervlakte die op de gebundelde voorziening aangesloten worden. Art. 6. Als de bouwheer een afvoer van het hemelwater moet aanleggen, is hij verplicht het overtollige hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater. Voor bestaande gebouwen die in een gesloten bebouwing worden uitgebreid, is de scheiding tussen afvalwater en hemelwater dat afkomstig is van overdekte constructies en verhardingen alleen verplicht als daarvoor geen bijkomende leidingen onder of door het gebouw moeten worden aangelegd. Art. 7. Aan de bepalingen van dit besluit kan zowel worden voldaan door de aanleg van afzonderlijke voorzieningen als door de aanleg van gebundelde voorzieningen die voor verschillende overdekte constructies of verhardingen in een oplossing voorzien. Gebundelde voorzieningen worden gedimensioneerd op basis van de som van de oppervlakten die erop aangesloten worden. Art. 8. Als gekozen wordt voor een oplossing met verschillende voorzieningen is de dimensionering van elke voorziening in overeenstemming met de oppervlakten die erop aangesloten worden en het gerealiseerde gebruik of ledigingsdebiet. Als een afwatering wordt aangelegd voor de constructies of de verhardingen vermeld in artikel 3, 1° of 2° waarvan het hemelwater voorheen op natuurlijke wijze in de bodem infiltreerde, worden voorzieningen uitgewerkt voor de constructies of de verhardingen die op de afwatering aangesloten zijn. Hoofdstuk 4: Normen inzake de verplichte plaatsing van een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening met vertraagde afvoer

Art. 9. §1. Bij nieuwbouw of herbouw van eengezinswoningen is de plaatsing van een of meer hemelwaterputten met een totale minimale inhoud van 5000 liter verplicht. Bij nieuwbouw of herbouw van gebouwen groter dan 100 vierkante meter, andere dan eengezinswoningen, is de plaatsing van een of meer hemelwaterputten verplicht. Het volume van de hemelwaterput bedraagt minimaal 50 liter per vierkante meter horizontale dakoppervlakte, afgerond naar het hogere duizendtal, met een maximale inhoud van 10.000 liter, tenzij gemotiveerd aangetoond kan worden dat een groter nuttig hergebruik mogelijk is of zal zijn. §2. De hemelwaterputten worden uitgerust met een operationele pompinstallatie en een of meerdere aftappunten die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maken, tenzij de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. De noodoverloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op een infiltratievoorziening of een buffervoorziening als die aanwezig of verplicht is overeenkomstig dit besluit. Gebouwen die volledig voorzien zijn van een groendak hoeven geen hemelwaterput te plaatsen. Delen van gebouwen die voorzien zijn van een groendak, hoeven niet aangesloten te worden op de hemelwaterput en hoeven niet in rekening gebracht te worden bij de berekening van de minimale inhoud van de regenwaterput. Art. 10. §1. Een vergunning of melding voor de bouw, herbouw of uitbreiding van een overdekte constructie of de aanleg, heraanleg of uitbreiding van verhardingen kan alleen verleend worden of verricht worden voor zover voorzien is in de plaatsing van een infiltratievoorziening volgens de bepalingen van dit besluit behalve als het goed kleiner is dan 250 vierkante meter. §2. De plaatsing van een infiltratievoorziening is niet toegelaten als het goed gelegen is in een beschermingszone type I of II van een drinkwaterwingebied, zoals afgebakend ter uitvoering van artikel 3, §1, 2° van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones. In de gevallen vermeld in het eerste lid wordt een buffervoorziening geplaatst overeenkomstig de bepalingen van artikel 11 van dit besluit. §3. De infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 4 vierkante meter per 100 vierkante meter afwaterende oppervlakte, bepaald op de wijze vermeld in paragraaf 4. Het buffervolume van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 25 liter per vierkante meter afwaterende oppervlakte, bepaald op de wijze vermeld in paragraaf 4. Met behoud van de afwijkingsmogelijkheid vermeld in artikel 13, kan van de afmetingen vermeld in het eerste lid alleen afgeweken worden als de aanvrager aantoont dat de door hem voorgestelde oplossing een afdoende bufferen infiltratiecapaciteit heeft. §4. De in rekening te brengen afwaterende oppervlakte voor de dimensionering van een infiltratievoorziening is de som van: 1° de verharde grondoppervlakten die nieuw aangelegd of heraangelegd worden; 2° een deel van of in voorkomend geval de volledige bestaande verharde grondoppervlakte voor zover deze nog niet is aangesloten op een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening;

3° de horizontale dakoppervlakten van de nieuw te bouwen of te herbouwen overdekte constructies; 4° een deel van of in voorkomend geval de volledige horizontale dakoppervlakte van de bestaande constructie waar tegenaan gebouwd wordt voor zover deze nog niet is aangesloten op een hemelwaterput, infiltratievoorziening of buffervoorziening. Het deel van de bestaande verharde grondoppervlakte of van de horizontale dakoppervlakte van de bestaande aansluitende constructie dat mee in rekening gebracht moet worden voor de dimensionering van de infiltratievoorziening wordt beperkt tot de oppervlakte van de nieuwe of heraangelegde verharding of overdekte constructie. Als in een hemelwaterput wordt voorzien die voldoet aan de bepalingen van artikel 9 mag de afwaterende oppervlakte verminderd worden met 60 vierkante meter. Voor de bepaling van de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte vermeld in het eerste lid worden de horizontale dakoppervlakten van de delen van de daken die zijn uitgerust met een groendak gedeeld door twee. Art. 11. Als een buffervoorziening moet aangelegd worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, §2 bedraagt het buffervolume van de buffervoorziening minimaal 25 liter per vierkante meter afwaterende oppervlakte, bepaald op de wijze vermeld in artikel 10, §4. Als de afwaterende oppervlakte groter is dan 2500 vierkante meter wordt de buffervoorziening uitgerust met een vertraagde afvoer met een maximaal ledigingsdebiet van 20 liter per seconde en per aangesloten hectare. Hoofdstuk 5. Collectieve infiltratie en buffering bij verkavelingen Art. 12. Een verkavelingsvergunning waarbij nieuwe wegen worden aangelegd als vermeld in artikel 3, 4° kan alleen verleend worden als voorzien is in de plaatsing van collectieve voorzieningen voor infiltratie of buffering die voldoen aan de bepalingen van artikel 10 en 11. Voor de berekening van de dimensionering van de infiltratie- of buffervoorziening wordt uitgegaan van de oppervlakte van de aan te sluiten wegverharding vermeerderd met 80 vierkante meter per kavel binnen de verkaveling. De verplichtingen op de individuele kavels, zoals bepaald in dit besluit, blijven onverminderd van toepassing. Hoofdstuk 6. Afwijkingsmogelijkheden Art. 13. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is. Het vergunningverlenende bestuursorgaan houdt daarbij rekening met de relevante bepalingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid en de uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder met de bepalingen van artikel 8 van het decreet over de watertoets. Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Art. 14. Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010, wordt opgeheven. Art. 15. De provincieraad van Vlaams-Brabant brengt de provinciale stedenbouwkundige verordeningen binnen een termijn van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van dit besluit. De gemeenteraden brengen de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen binnen een termijn van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van dit besluit. Art. 16. Aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingen die ingediend zijn voor de inwerkingtreding van dit besluit worden behandeld volgens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Art. 17. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

± Bijlage 3: Hydrografische situering

Legende straal 1 km

nieuw aan te snijden percelen

niet-geklasseerde waterloop

categorie 2 waterloop

locatie bedrijfsterrein

bevaarbare waterloop



0

0.1

0.2

0.4

0.6

0.8

Kilometers

± Bijlage 4: Biologische waarderingskaart Legende straal 1 km

minder waardevol

minder waardevol en zeer waardevolle elementen


minder waardevol met waardevolle elementen

waardevol


minder waardevol met zeer waardevolle elementen

waardevol en zeer waardevolle elementen

zeer waardevol

0

0.1

0.2

0.4

0.6

0.8

Kilometers

± Bijlage 5a: Habitatkaart - HAB1 Legende straal 1 km locatie bedrijfsterrein nieuw aan te snijden percelen

HAB1

3150,gh 4030 4030,bos

6410_ve

9120_qb

rbbhc

6430,rbbhf

9190

rbbmr

6430,rbbhf,bos

91E0_vm

rbbmr,bos

9120

91E0_vn

rbbsf

rbbsp

0

0.1

0.2

0.4

0.6

0.8

Kilometers

± Bijlage 5b: Habitatkaart - HAB2

Legende straal 1 km locatie bedrijfsterrein nieuw aan te snijden percelen

HAB2

6430,rbbhf

9120

rbbmr

rbbsg

91E0_vm

rbbms

rbbsp

rbbhc

rbbsf

0

0.1

0.2

0.4

0.6

0.8

Kilometers

± Bijlage 6: Situering Natura 2000- en VEN-gebieden

Legende straal 1 km


habitatrichtlijngebied


vogelrichtlijngebied

VEN_IVON

0

0.1

0.2

0.4

0.6

0.8

Kilometers

± Bijlage 7: Geluidskwetsbaarheidskaart

Legende straal 1 km

niet kwetsbaar

weinig kwetsbaar


niet tot weinig kwetsbaar met kwetsbare elementen

kwetsbaar


niet tot weinig kwetsbaar met zeer kwetsbare elementen

kwetsbaar met zeer kwetsbare elementen

zeer kwetsbaar 0

0.1

0.2

0.4

0.6

0.8

Kilometers

GEMOTIVEERD VERZOEK TOT ONTHEFFING MER-PLICHT HET UITBREIDEN EN VERBOUWEN VAN WINKELSITE MEUBELBOULEVARD PEER

Recommend Documents