1994
N1
NOTULEN van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 13 januari 1994 te 20.00 uur in het Stadhuis te Lelystad. Aanwezig zijn:de heer K.H. Bruinewoud (VVD), voorzitter, mevrouw H. Blom-Postma (D66), de heer B.J. van Bochove (CDA), w ethouders; de dames R.H.A. Beumer-van Haeften (VVD), J.S. Binnerts-de Jonge (VVD), de heer R. Bootsma (PvdA), de dames A. Dil (PvdA), J.P.R. de Haan (D66), de heren W. Herrebrugh (PvdA), G.J. Hietland (CDA), W. Hijmissen (CDA), C.J.J. Homan (PvdA), H. Kiviet (D66), J.A. Klein Swormink (CDA), J.D. Lokhorst (VVD), J.P. Mattie (VVD), A. van Meurs (PvdA), de dames J.T. Ovinge-Koers (CDA), W.A. Raar (PvdA), de heren K.B.P. Slump (GPV/RPF), T. Stroobach (D66), P.G.M. van de Ven (Gr.Links), M.G. Verlaan (Gr. Links), de dames T. Weide-Bonsma (D66), L. van Wingerden-Visser (D66) en de heer T.J. van der Zwan (PvdA), leden van de raad; alsmede de heer H.J. Bolding, secretaris; Afwezig zijn:de heer J.P.A. Gruijters, burgemeester, mevrouw G.M.C. Jonkman-Jansen (PvdA), wethouder; de heer J. Bierma (VVD), mevrouw J.D. van den Brink-Rozendaal (PvdA), de heren J.F. Lensen (Gr.Links) en R. Spriensma (CDA), leden van de raad.
1.Opening De voorzitter: De vergadering is geopend. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Gruijters, mevrouw Jonkman, de heer Bierma, mevrouw Van den Brink, de heren Lensen en Spriensma.
2.Notulen van de op 9 december 1993 gehouden openbare vergadering De voorzitter: De notulen behoeven de volgende wijziging: Op pag. N 174 en N 175 in het betoog van de heer Hietland. Daar waar "A.V.V." staat, moet dit vervangen worden door "A.P.V." De notulen worden met de aangebrachte wijziging vastgesteld.
1994
N 1
3.Ingekomen stukken (stuk nr. 57060) - 1De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. U stelt voor dit te laten uitmonden in een raadsvoorstel. Het is ons verzoek om dit al in een eerder stadium in de commissie aan de orde te stellen om te praten over het brede verband, wat u zich daarbij voorstelt. Niet zozeer dat er dan al een raadsvoorstel moet liggen, maar dat er gepraat wordt over de richting waarover wordt gedacht. De voorzitter: Wij zullen dat meenemen in de eerstvolgende vergadering van de commissie voor stadsbeheer, volkshuisvesting, personeel en organisatie. - 2In handen gesteld van burgem eester en w ethouders voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. - 3De heer Van de Ven: Mijnheer de voorzitter. Kan dit ook in een commissie behandeld worden? De voorzitter: Het wordt in de commissie voor algemene zaken behandeld. - 4In handen gesteld van burgem eester en w ethouders voor het uitbrengen van een raadsvoorstel. - 5Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders, gehoord de commissie voor financiën, grondzaken en sociale zaken. - 6In handen gesteld van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften voor het uitbrengen van een advies. - 7Mevrouw Van W ingerden: M ijnheer de voorzitter. Wij hebben als D66 een voorstel ingediend over het instellen van een onderzoekscommissie. Wij willen graag deze brief daarbij betrekken. De heer Hietland: Mijnheer de voorzitter. Wij willen graag geïnformeerd worden over de wijze van afdoening. De heer Van de Ven: Ik wil mij daarbij aansluiten. De voorzitter: Ik neem aan dat de behandeling van de brief niet moet of kan wachten op de instelling van een ombudscommissie. U zou het waarschijnlijk als voorbeeld willen gebruiken. Daartoe kan hij te zijner tijd wel weer uit het archief opgediept worden. Wij zullen de commissies informeren inzake de afdoening. In handen gesteld van de directeur van de dienst stadsontwikkeling en openbare werken in het kader van de klachtenregeling gemeente Lelystad. - 8Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders, gehoord de commissie voor onderwijs, cultuur en welzijn. - 9Voor kennisgeving aangenomen. - 10Ter afdoening in handen gesteld van burgemeester en wethouders. - 11Voor kennisgeving aangenomen. - 12Ter afdoening in handen gesteld van burgem eester en wethouders, gehoord de commissie voor stadsbeheer, volkshuisvesting, personeel en organisatie. - 13Mevrouw Van W ingerden: Mijnheer de voorzitter. Kunnen wij hier in de commissie over praten? De voorzitter Het wordt besproken in de commissie voor stadsbeheer, volkshuisvesting, personeel en organisatie. - 14Voor kennisgeving aangenomen. - 15Voor kennisgeving aangenomen. - 16De voorzitter: Het college stelt voor om deze brief in de commissie voor stadsbeheer, volkshuisvesting, personeel en organisatie te behandelen. De heer Verlaan: Mijnheer de voorzitter. Onderdeel van de brief is het kappen van bomen. W orden die activiteiten gestaakt totdat de behandeling in de commissie heeft plaatsgevonden?
1994
N 1
W ethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. Wij zullen dat bezien. Ik kan het op dit ogenblik niet toezeggen. Ik weet niet in welk stadium zich dat bevindt. De heer Verlaan: Nu staan ze er nog. W ethouder Van Bochove: De vergunning tot kappen kan reeds verleend zijn. Ik weet niet in welk stadium het zich nu bevindt. Ik zal het zo snel mogelijk voor u uitzoeken. Als het nog in de commissie aan de orde kan komen, zullen wij het zeker niet nalaten.
4.M ededelingen (stuk nr. 57059) De mededelingen worden zonder beraadslaging voor kennisgeving aangenomen.
5.Onderzoek geloofsbrief van de heer H. Mutsaers (stuk nr. 40001) De voorzitter: Ik verzoek mevrouw Dil en de heren Klein Swormink en Lokhorst, met hulp van de secretaris, een commissie van onderzoek naar de geloofsbrieven te vormen. Ik schors de vergadering. M evrouw Dil: M ijnheer de voorzitter. Gebleken is dat de genoemde aan alle in de gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert hem toe te laten als lid van de gemeenteraad. De voorzitter: Daarmee wordt conform het pre-advies besloten.
5a.Ontslag en benoeming directeur van de dienst maatschappelijke zaken (stuk nr. 40298) De voorzitter: Als niemand het woord hierover wenst, kunnen wij overgaan tot de schriftelijke stemming. Ik verzoek de heren Bootsma en Van de Ven, samen met de secretaris, de stemmen te tellen. De heer Bootsm a: Mijnheer de voorzitter. Er zijn 26 stemmen uitgebracht, waarvan 1 blanco en 25 stemmen op mevrouw De Heer. Ik wil daar een opmerking aan toevoegen. Het is toch een gedenkwaardig moment dat nu voor het eerst een vrouw benoemd wordt tot directeur van een dienst binnen dit huis. Het compromis is dat zij wel "De Heer" heet. De voorzitter: Ik kan daar verder nog over mededelen dat de benoeming per 1 april a.s. kan plaatsvinden en met deze hamerslag tot stand gekomen is.
6.Vervanging kleding brandweerpersoneel (stuk nr. 54915) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
7.In voorbereiding verklaren van een bestemmingsplan voor een perceel aan de Wisentweg, tegenover de W aiboerhoeve (stuk nr. 56263) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8.Algemene planvorming diverse gebieden 1994 (stuk nr. 55999)
1994
N 1
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
9.Inrichting W erfweg op het industrieterrein "Noordersluis" (stuk nr. 55666) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
10.Beschikbaarstelling krediet ten behoeve van financiering Batavia-project en realisatie aanlegvoorzieningen (stuk nr. 55998) De heer Bootsm a: M ijnheer de voorzitter. Geruime tijd heeft ook binnen de fractie van de Partij van de Arbeid onzekerheid bestaan omtrent de voortzetting van de activiteiten met betrekking tot het Batavia-project. De aanleg van een steiger zou tot voor kort hebben kunnen betekenen dat wij na de tewaterlating nog eenmaal een blik op de achtersteven van dit VOC-schip konden werpen om het daarna nooit meer terug te zien en een publiekstrekker armer te zijn. Vandaar dat wij niet echt enthousiast waren voor deze aanleg. De onderhandelingsresultaten, welke hebben geleid tot het voorliggende voorstel, hebben deze angst voor de fractie van de Partij van de Arbeid doen wegnemen. De Batavia zal Lelystad als thuishaven houden. Hoewel er nog enige onzekerheid bestaat m et betrekking tot Europese subsidiëring, ziet het er naar uit dat Nederland zijn VOC-retourschip, nu De Zeven Provinciën, in Lelystad blijft bouwen. Dit is voor Lelystad een uitstekende ontwikkeling. Het verheugt de Partij van de Arbeid-fractie dat mede uit het oogpunt van behoud van een uniek werkervaringsproject deze toeristische trekpleister aan onze kuststrook behouden blijft. De kandidatuur van de voorzitter voor het stichtingsbestuur wordt door onze fractie onderschreven. De fractie van de Partij van de Arbeid complimenteert het college met deze uitkomst. De heer Kiviet: Mijnheer de voorzitter. Onze fractie is uiterst tevreden met dit voorstel. In scheepvaarttermen gesproken is het boven w ater houden van een schip essentieel voor het voortbestaan ervan. In het geval van het Batavia-project is het boven w ater houden tot dusver op het vaste land gebeurd, voorwaar een ietwat ongebruikelijke manier van scheepsbouwen. In dit geval was het een paar jaar geleden een weloverwogen keuze om de tewaterlating zo lang mogelijk uit te stellen en dat niet in de laatste plaats om financiële redenen. Ook speelde mee de toen reëel aanwezige kans dat het schip na afbouw voor Lelystad als thuishaven verloren zou gaan ten gunste van Rotterdam. De financieringsmogelijkheden die nu aanwezig zijn, maken dat het Bataviaproject en de w erf voor Lelystad en voor de provincie Flevoland behouden blijven en dat de bouw van De Zeven Provinciën is veilig gesteld. Dit resultaat is in belangrijke mate het gevolg van de inzet van onze burgemeester. Ik had het hem persoonlijk willen zeggen, maar dat is op dit moment niet mogelijk. Wij willen hem daar toch hier en in het openbaar hartelijk voor bedanken. De heer M attie: Mijnheer de voorzitter. Ik wil niet in herhalingen vallen maar toch onze bijzondere waardering uitspreken over de wijze waarop de thans afwezige voorzitter de onderhandelingen heeft gevoerd, die tot een bijzonder gunstig resultaat hebben geleid. De heer Hijmissen: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie heeft met instemming kennis genomen van de uitkomst van het gevoerde overleg over de Batavia. Sinds lange tijd wordt door de provincie en de gemeente overleg gevoerd over het behouden van deze toeristische trekpleister en het unieke scholingsinstituut voor Lelystad. Meerdere malen leek het er op dat het doel niet zou worden bereikt. Voorstellen leden schipbreuk, met name op financiële klippen. Door de aanzwellende bezoekersstroom en daardoor een positief exploitatieresultaat, alsmede door de vasthoudendheid en het doorzettingsvermo gen van de provinciale en met name gemeentelijke onderhandelaars is uiteindelijk het doel bereikt. Het schip is behouden in de haven geloodst. Het nu bereikte resultaat mag er zijn, immers de Batavia krijgt Lelystad als thuishaven en mag alleen na overleg tijdelijk Lelystad verlaten. Na de tewaterlating in 1995 wordt meteen een aanvang gemaakt met een nieuw aansprekend schip. Continuering van de bezoekersstroom naar Lelystad lijkt gewaarborgd en daarmee de economische spin-off en de positieve bijdrage aan het imago. Ook de tweede en zeker niet mindere doelstelling, namelijk het behoud van de werfactiviteit, is gerealiseerd. Door deze activiteit hebben vele minder kansrijke jongeren een vak geleerd en zijn doorgestroomd naar een reguliere baan. Met in de toekomst de Batavia aan de steiger, De Zeven Provinciën op
1994
N 1
het land, met daarnaast het Nieuwe Land Poldermuseum en het Sportmuseum ontstaat een sterk museaal cluster. Dit cluster kan als catalisator dienen, waardoor andere musea zich in Lelystad willen vestigen. In een eerder stadium heeft de CDA-fractie ingestemd met een gemeentelijke bijdrage van maximaal één miljoen gulden, indien de beoogde doelen konden worden bereikt. De CDA-fractie stemt dan ook in met uw voorstel en de aan de bijdrage verbonden voorwaarden. Eén van de voorwaarden is dat Lelystad via een lid van het college van burgem eester en wethouders zitting neemt in het stichtingsbestuur. Door de CDA-fractie is in de commissie vergadering van 21 december voorgesteld dat het gemeentebestuur de burgemeester voordraagt. De gekozen constructie en de bestuursdeelname door de gemeente rechtvaardigt de verwachting dat het project en met name de bouw van de nieuwe Zeven Provinciën, net zo succesvol zal zijn als de voorganger, de originele Zeven Provinciën onder het gezag van admiraal Michiel de Ruyter. De heer Van de Ven: Mijnheer de voorzitter. Na alles w at de andere partijen gezegd hebben en zeker wat de heer Hijmissen goed verwoord heeft, kan ik eigenlijk niets toevoegen, behalve dat de fractie van Groen Links erg blij is met deze gang van zaken. Wij hopen dat er binnen korte tijd een sterk museaal cluster komt, met het Sportmuseum, met de Batavia aan de steiger en De Zeven Provinciën en aanverwante zaken op de werf. De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. Ook ik kan instemmen met de voorgaande sprekers. De voorzitter: Namens het college heb ik ook niet zoveel te melden. Ik constateer dat de raad in unanimiteit verheugd is over de ontwikkeling en constateert dat hiermee de zekerheid in zicht komt van een omvangrijk museaal cluster. U weet dat wij hopen dat het met nog een andere aanzienlijke voorziening uitgebreid zal worden, behalve degenen die al genoemd zijn. Daar zal even volhardend aan gewerkt worden als dat aan het blijven van de Batavia in het verleden is gebeurd. D66 heeft gezegd dat er ten aanzien van de Batavia in het verleden risico's geweest zijn, of deze zaak wel gecontinueerd zou kunnen worden. Het college is er zich van bewust dat met name de voorzitter van de raad er in belangrijke mate voor gezorgd heeft dat de risico's beheersbaar zijn gebleven en uiteindelijk ten goede gekeerd zijn. Ik zal zeker stellen dat hij in ieder geval deze keer kennis zal nemen van dit item van de notulen. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11.Advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften inzake bezwaarschrift tegen het niet aanvragen van een verklaring van geen bezwaar en het niet verlenen van vrijstelling ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; de heren A. Versluijs en E.A. van Venrooij (stuk nr. 40052) De heer Slump: Mijnheer de voorzitter. Indien de raad het pre-advies van het college zou volgen, kan men zich afvragen hoe geloofwaardig het gemeentebestuur van Lelystad nog eigenlijk is. De raad heeft aanvankelijk via de uitgebreide artikel 19-wet besloten vrijstelling te verlenen om twee-onder-één-kapwoningen te bouwen in het Jol. Dat raadsbesluit ontmoette bezwaren bij omwonenden, die deze bezwaren in een hoorzitting van de commissie voor ruimtelijke ordening naar voren brachten. Op grond van een advies heeft deze raad vervolgens unaniem deze bezwaren gegrond verklaard en besloten het eerder genomen besluit in te trekken. Hier is op zich niets mis mee. Het siert een bestuursorgaan om naar bezwaren tegen genomen besluiten te luisteren. Als de raad vervolgens terug komt op een eerder genomen besluit, laat men zien dat bezwaar- en beroepsprocedures serieus worden genomen en dat burgers met bezwaren tegen een raadsbesluit niet bij voorbaat kansloos zijn. Ik ben van mening dat dit raadsbesluit terecht genomen is. Gezien het feit dat alle woningen rondom het betreffende perceel twee woonlagen en een plat dak hebben, en gezien de zeer korte afstand van de te bouwen woningen tot de naast gelegen woning annex huisartsenpraktijk, is een derde woonlaag ongewenst, niet alleen op grond van een welstandsoordeel maar ook op grond van privacy-overwegingen. Dat conclusies van commissievergaderingen hier in deze gemeente steeds uiterst summier zijn, mag niet tot gevolg hebben dat iemand geconfronteerd wordt met ongewenste bouwactiviteiten naast zijn huis. Wel blijkt hieruit dat er - zeker als er mogelijke juridische gevolgen aan verbonden kunnen worden - overwegingen in commissies wat beter genotuleerd moeten worden. Een ander argument om het op 16 september genomen besluit niet in te trekken, ligt in het feit dat de gemeente consequent moet zijn bij het beoordelen van bezwaren tegen bouwhoogten. In dit geval gaat het om bebouwing op slechts enkele meters van een andere woning. In een ander geval blijkt de gemeente gevoelig te zijn voor bezwaren tegen het bouwen van drie woonlagen op enkele tientallen meters van woningen van bezwaarden. Ik doel hier op de Beukenhof. Het mag dan zo zijn dat de belangen van de gemeente daar wat groter zijn dan in het
1994
N 1
onderhavige geval, maar dat betekent niet dat als er geen of geringe gemeentelijke belangen in het geding zijn, geen rekening met omwonenden behoeft te worden gehouden. Ik vraag mij af wat het gevolg is als de raad toch het voorliggende pre-advies opvolgt. Kunnen de omwonenden daar weer tegen in beroep gaan? En welke indruk maakt de raad dan niet als het gehonoreerd bezwaar weer wordt ingetrokken? Ik stem dus tegen het voorliggende concept-besluit en ik wil het op 16 september door de raad genomen besluit handhaven. De heer Klein Swormink Mijnheer de voorzitter. Het bezwaarschrift wat hier aan de orde is, heeft in de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften tot langdurig beraad geleid. Ik wil u de taak van de commissie trachten te schetsen. De commissie voor de bezwaar- en beroepschriften toetst bij de behandeling van bezwaarschriften allereerst de procedure op zorgvuldigheid en vervolgens de inhoud van bezwaren, of het verweer voldoende gemotiveerd is. Dat geldt uiteraard zowel voor degene die het bezwaar indient als voor - in dit geval burgemeester en wethouders, die in deze de raad vertegenwoordigden. In de commissie is gebleken dat het raadsbesluit van 16 september naar het oordeel van de commissie de toetsing ten aanzien van de zorgvuldigheid en de motivering niet geheel kan doorstaan en wel in die mate dat de commissie van mening is dat het raadsbesluit ter vernietiging zal moeten worden voorgedragen en dat aan deze raad moet worden voorgesteld om een nieuw besluit te nemen. De argumenten van de commissie vindt u verwoord in het toegezonden verslag. Ik wil daarvan nog noemen dat de commissie van mening is, zoals staat vermeld, dat op de hoorzitting die op 31 augustus is gehouden, naar de mening van de commissie degenen die de artikel-19 aanvrage hadden ingediend, ook uitgenodigd hadden moeten worden. Wij denken dat het de zorgvuldigheid van de besluitvorming ten goede zou zijn gekomen. Verder moest de commissie constateren dat in het verslag van die hoorzitting vermeld wordt dat de commissie voor ruimtelijke ordening en economische zaken van mening is dat het verzoek om een artikel-19 procedure niet gehonoreerd moet worden omdat naar haar mening de derde bouwlaag daar niet passend is. De commissie voor de bezwaar- en beroepschriften is van mening dat dit een te summiere motivering is om tot een gedegen besluitvorming te komen. Resumerend zijn wij als commissie van mening dat het besluit van 16 september 1993 door deze raad zou moeten worden ingetrokken en wij stellen u voor om te besluiten conform het voorstel dat aan het verslag is gehecht. De voorzitter: De heer Slump heeft een paar opmerkingen gemaakt die ook het college en de raad aangaan. Allereerst de vraag hoe de procedure zal luiden als andersom besloten wordt. Als de raad besluit conform het voorstel van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften, dan komt het er op neer dat de artikel-19 procedure voortgezet wordt bij de provincie en min of meer als een vorm van hoger beroep gezien zou kunnen worden. Zou de raad het voorstel niet volgen - dus het bezwaar ongegrond verklaren, tegen het advies van de commissie in - dan staat de mogelijk open om de AROB-procedure voort te zetten en die zou rechtstreeks naar de Raad van State leiden, inzake dit raadsbesluit. Als tweede punt vermeldt de heer Slump dat men op een aantal punten lering zou kunnen trekken. Ik denk dat dit een goede suggestie is, met name wat betreft de notulering van dit soort zaken in commissies. Die lering zal dan ook worden getrokken. Het volgende punt is aangeroerd door de voorzitter van de AROB-commissie en betreft het uitnodigen van betrokkenen. Ik ben het nagegaan. Dat is tot dusver nooit de procedure geweest in dit soort zaken. Ik denk dat de suggestie op zich wel een goede is. Het is in ieder geval niet verplicht volgens de planologische procedures. Men kan de stelling betrekken dat de hoorzitting er is om de bezwaarden te horen en het daarbij te laten. Dat is ook precies wat hier gebeurd is. Verder is mij van ambtelijke zijde verzekerd, met nagenoeg volledige zekerheid, dat in dit geval, hoewel er niet schriftelijk uitgenodigd is, de betrokkenen wel op de hoogte waren van het feit dat er een hoorzitting plaats vond. Dat even als zijnde relevante feiten. De heer Klein Swormink: Mijnheer de voorzitter. Om de betrokkenen recht te doen moet ik u melden dat in de AROB-commissievergadering betrokkenen op uitdrukkelijke vragen de commissie hebben medegedeeld dat zij niet bekend waren met het houden van deze hoorzitting. De heer M attie: M ijnheer de voorzitter. Ik denk dat het onder de gegeven omstandigheden het beste is om het maar door te verwijzen naar de provincie. Toch echter nog een opmerking. Misschien is het verstandig als de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften, als zoiets zich ooit nog een keer zou voordoen, wellicht de zaak kan ophouden om zich op de hoogte te stellen van de achtergrondinformatie. Ik weet niet of dat tot de
1994
N 1
mogelijkheden behoort. O f is het nodig dat er in zo'n geval echt meteen op dat moment zo'n uitspraak wordt gedaan? O f kan men dat opschorten? De heer Van de Ven: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn ook voor het voorstel van de commissie voor de beroep- en bezwaarschriften. Het enige wat ik nog zou willen vragen is om, indien dit besluit genomen wordt, de bezwaarde omwonenden die op 31 augustus bezwaar hebben aangetekend, te berichten dat het besluit is ingetrokken en dat zij eventueel in beroep kunnen gaan volgens de artikel 19-procedure bij de provincie. Anders is er weer kans dat het mis gaat lopen. De voorzitter: Ik denk dat het verstandig is om betrokkenen omtrent de uitkomst van deze raadsvergadering te informeren. Als het zo is dat de stemming afloopt zoals wij nu kunnen vermoeden, met uitsluitend de stem van de heer Slump tegen, dan moeten wij verder ook de procedure laten zoals die is bij de provincie. Dan treden wij daar verder niet meer in. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het advies van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften besloten. De heer Slump stemt tegen.
12.Vaststelling grondprijzen voor het jaar 1994 (stuk nr. 54276) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
13.Vaststelling van de 135e wijziging van de begroting algemene dienst 1993 (stuk nr. 56002) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14. Organisatie -onderzoek (stuk nr. 56003) M evrouw Raar: M ijnheer de voorzitter. In de commissie is door de Partij van de Arbeid gevraagd om inzicht in zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve aspecten van het onderzoek. In antwoord daarop werd toen gesteld dat in eerste aanzet eerst de kwantitatieve aspecten zullen worden onderzocht. Wij hechten echter erg veel waarde aan de kwalitatieve aspecten en wij willen dus ook verzoeken, voordat die kwalitatieve aspecten zullen worden onderzocht, of dit in de commissie ter sprake kan worden gebracht, zodat wij ons hierover nog kunnen uitspreken. M evrouw Van W ingerden: M ijnheer de voorzitter. Na de forse formatievermindering enkele jaren geleden en de recente bezuinigingen is het goed dat er nu een onderzoek ingesteld wordt naar de gemeentelijke organisatie in kwantitatieve zin, dus naar de hoeveelheid taken van de diverse mensen en naar de hoeveelheid benodigde tijd per taak. Het zal ongetwijfeld wel eens zo zijn dat geschoven moet worden met taken. Waar het allemaal toe moet leiden, is in ieder geval dat iedereen kan beschikken over een duidelijke omschrijving van zijn of haar taak. In juni kunnen wij het resultaat van dit onderzoek verwachten. Wij hebben begrepen dat het college van mening is dat pas dan kan worden besloten of een onderzoek naar de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie moet plaatsvinden. Wij willen u er nog even aan herinneren dat een en ander ook gevolgd zal worden door een opleidingenplan. U begrijpt dat de fractie van D66 dit alles met belangstelling tegemoet ziet en wij gaan akkoord met het te verstrekken krediet. W ethouder Van Bochove: Mijnheer de voorzitter. Er rest mij op één vraag antwoord te geven. Dat betreft de vraag of, op het moment dat er besloten wordt tot een nadere invulling van het kwalitatieve onderzoek er in de commissie nog van gedachten gewisseld kan worden, dat wil zeggen in een vroegtijdig stadium. Het antwoord daarop is bevestigend. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
1994
N 1
15.Herinrichting binnengebied Ringdijk in Lelystad-Haven (stuk nr. 56005) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
16.Beschikbaarstelling van kredieten ten behoeve van beheersmaatregelen voor 't Bovenwater (stuk nr. 56004) De heer Slump: M ijnheer de voorzitter. Het Bovenwater is een beetje het zorgenkindje van de gemeente aan het worden. Ik weet niet hoeveel geld daar al aan besteed is. Ik zou bijna spreken van een bodemloze put, ware het niet dat juist de geringe diepte van die plas de oorzaak van het probleem is. Er is nu een creatieve oplossing bedacht, waarvan het resultaat niet geheel zeker is. Toch wil ik dit plan het voordeel van de twijfel gunnen, in de hoop dat de voorgestelde maatregelen effectief zullen zijn. Wij stemmen dus w el in met het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
17.Vervanging telefooncentrale CKV "De Kubus" (stuk nr. 55013) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten.
18.Vaststelling begroting 1994 van de tak van dienst bestuurscommissie eerstelijnsgezondheidszorg wijk 4 Lelystad (stuk nr. 56006) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgem eester en wethouders besloten.
19.Wijzigingen begrotingen 1993 en 1994 (stuk nr. 56227) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Hierna sluit de voorzitter de vergadering om 20.37 uur.
Vastgesteld op 10 februari 1994 De secretaris,De raad van gemeente Lelystad,
Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Aanhangsel notulen openbare vergadering gemeenteraad Verslag van het gesprek met personen op de publieke tribune na afloop van de openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 13 januari 1994 in het Stadhuis van Lelystad. Aangezien geen der aanwezigen op de publieke tribune het woord wenst te voeren sluit de voorzitter de bijeenkomst om 20.39 uur.