1 De uitgangspunten van de Primas-scholengroep 1.1. Inleiding 1.2. De missie van Primas-scholengroep 1.3. De visie van Primas-scholengroep 1.4. Strategische keuzes 1.5. Consequenties voor de meerjarenplanning 2 De opdracht van onze school 2.1. Inleiding 2.2. De missie van de school 2.3. De visie van de school 2.4. Strategische keuzes 2.5. Consequenties voor de meerjarenplanning 3 Onderwijskundige vormgeving Zie kwaliteitshandboek Bergpadschool 4 Personeelsbeleid 4.1. Inleiding 4.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid 4.3. Consequenties voor de meerjarenplanning 4.4. Tevredenheid leerkrachten 5 Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding 5.2. Voorwaarden van onze kwaliteitszorg 5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg 5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning 6 Meerjarenplanning 6.1. Inleiding 6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten 6.3. Overzicht veranderingsgebieden 2011-2015 6.4. Sponsoring Voorwoord Doel schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin wij aangeven welke keuzen wij voor de schoolplanperiode 2011-2015 op deze school hebben gemaakt. Hoofdstuk 1: Het schoolplan is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan (SBP) van Primas-scholengroep. Dit beleid is hier kort samengevat. Op basis van het SBP zijn de doelen voor onze school bepaald, rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van de school. Hoofdstuk 2: De missie en visie van onze school. Daaruit voortvloeiend hebben wij een aantal strategische keuzes gemaakt. Hoofdstuk 3: Onderwijskundige vormgeving: hiervoor verwijzen wij naar ons kwaliteitshandboek. Ter voorbereiding op dit schoolplan hebben wij dit onderdeel geëvalueerd om vast te stellen welke veranderingen we in dit kader in de komende schoolplanperiode in willen voeren. De voorgenomen veranderingen zijn opgenomen in de meerjarenplanning in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 4: Het personeelsbeleid op onze school heeft verband met het onderwijskundig beleid. In het integraal personeelsbeleidsplan wordt dit beleid uitvoerig beschreven. In dit hoofdstuk geven wij aan welke personele consequenties verbonden zijn aan de plannen voor de periode 2011-2015. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs is een belangrijke opdracht van de school.
Hoofdstuk 5: Beschrijving van onze werkwijze om dit te realiseren. Hoofdstuk 6: De meerjarenplanning met daarin alle voorgenomen veranderingen. Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd, zijn richtinggevend voor onze actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat wij willen bereiken met het onderwijs binnen onze organisatie. Totstandkoming Onder leiding van de directie en in samenwerking met de collega-directeuren van Primas-scholengroep is gewerkt aan de totstandkoming van het schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie over nieuwe en/of op handen zijnde ontwikkelingen heeft het schoolteam tijdens teambijeenkomsten het schoolplan vastgesteld. Er zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: - De evaluatie van het schoolplan 2007 - 2011 - Inspectierapport dd. 18-08-2008 - Tevredenheidmetingen van ouders, leerlingen en leerkrachten - De jaarlijkse evaluaties van de actieplannen - Overzichten van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen De analyse van deze gegevens en de geformuleerde missie en visie hebben geresulteerd in een aantal keuzes om de beoogde doelen te bereiken. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen van dit schoolplan. De directie stelt het schoolbestuur op de hoogte van de bereikte doelen door middel van tussenevaluaties en jaarverslagen. Samenhang met andere documenten De schoolgidsen in de periode 2011-2015 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school: - Integraal Personeelsbeleidsplan Primas-scholengroep - Strategisch beleidsplan Primas-scholengroep - Onderwijskundig jaarplan Bergpadschool - Schoolgids en kalender Bergpadschool - Kwaliteitshandboek Bergpadschool - Afsprakenmap Bergpadschool - Zorgplan Bergpadschool - Diverse schoolspecifieke plannen Uitgangspunten van de Primas-scholengroep 1.1. Inleiding Ter voorbereiding op de schoolplanperiode 2011-2015 heeft het managementteam in samenwerking met de directeurenkring volgens een vooraf vastgesteld traject de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald voor de komende schoolplanperiode. Deze keuzes zijn kaderstellend voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Daarnaast is er ruimte voor de schoolspecifieke invulling.
Alvorens het strategisch beleid vast te stellen, is hierover overlegd met de directeurenkring. De GMR heeft instemming verleend aan dit strategisch beleidsplan voor de periode 2011-2015. Hetgeen hierna volgt zijn de essenties van het geformuleerde beleid 1.2. De missie Het bieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs in een inspirerende leeromgeving aan alle aan ons toevertrouwde kinderen. Onze missie houdt voor ons in dat: - de leerresultaten op of boven het landelijk gemiddelde liggen we doen namelijk meer dan wettelijk verplicht, ons onderwijs is uitdagend en effectief in een krachtige leeromgeving - er aandacht is voor de brede ontwikkeling van kinderen ons onderwijs is veelzijdig, veelzeggend en veelbelovend voor al onze kinderen - er grote tevredenheid heerst onder kinderen, ouders en leerkrachten de resultaten zijn goed, men voelt zich veilig en verantwoordelijk voor elkaar en de omgeving 1.3. De visie Wij zijn uitgenodigd op de aarde! Wij zijn gasten. Onze visie op onderwijs heeft te maken met ons mensbeeld en ons mensbeeld met onze levensovertuiging: onze bron! Onze kinderen zijn immers: schepselen van God, kind onder kinderen, mens in een grote, prachtige wereld, zelfstandige wezens met een eigen aanleg en ‘eigen’ aardigheden. Aan de hand van twee metaforen willen we uiteenzetten wat onze bron is. Water in wijn: Het Bijbelverhaal De bruiloft te Kana ( Joh. 2: 1-11) leert ons dat wij in navolging van Jezus water (het teken van leven) in wijn (het teken van feest) kunnen veranderen. Wij moeten voor elkaar van het leven een feest maken. Bovendien samen de wijn, waarin ook droesem kan zitten, drinken. Dat wil zeggen: lief en leed samen delen. Een tuin met bomen: Wij willen onze vereniging vergelijken met een tuin vol verschillende bomen. Elke boom zijn eigenheid maar elke boom staat voor groei en bescherming. Wij hebben als organisatie een beeld voor ogen van de school als plek waar kinderen graag zijn en waar hun cognitieve, sociaal-emotionele, ethische en kunstzinnige mogelijkheden optimaal worden geprikkeld en ontwikkeld. Wij willen zogenaamde EN – EN scholen zijn om te bewerkstelligen dat onze kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen tot ‘voorbeeldige’ gasten op aarde zodat zij tot vreugde van zichzelf en tot zegen van de anderen zullen zijn. Wij zien ouders en kinderen als gasten, niet als klanten. Gasten zijn van harte welkom en wij zullen hun verblijf zo aangenaam mogelijk maken. Er zijn voor gasten echter ook spelregels! Dat zijn de schoolregels die verwoord zijn in de schoolgids. Visie op leren Een kind is geen vat dat je vult met kennis. Daarom hebben onze leerlingen aandacht voor leren met hoofd, hart en handen. Daarom krijgt ieder kind zijn eigen aandacht. Extra hulp als dat nodig is, extra opdrachten als dat kan. Een kind is ook geen ‘tabula rasa’ en niet alles is maakbaar. Bij het leren hebben wij te maken met de aanleg van het kind en met omgevingsfactoren(de fysieke leeromgeving, lesmethodes, leermiddelen en leerkrachten). Dat laatste kunnen wij beïnvloeden en met alles wat binnen ons vermogen ligt optimaliseren! Als gasten moeten wij ook denken aan de mensen die het minder hebben getroffen dan wij. Aan het milieu en de prachtige natuur. Daarom vertellen wij Bijbelverhalen, bidden wij, zingen wij en hebben veel aandacht voor waarden en normen en voeden
de kinderen op binnen de Christelijke traditie waarin omzien naar de ander centraal staat. Wij willen kinderen gedegen onderwijs aanbieden EN de zelfstandigheid van kinderen bevorderen door ze te leren plannen, beoordelen en registreren. Wij willen daarbij rekening houden met de verschillen die er tussen kinderen zijn. Wij willen zelfvertrouwen, competentie-ervaringen en een ononderbroken ontwikkelingsgang bevorderen. Verder willen wij een veilige plek zijn voor kinderen en zorgen voor een goed leer- en leefklimaat in een mooie, schone en uitdagende omgeving, waarbij het onderwijs is afgestemd op de leef- en belevingswereld van kinderen. Het gaat echter niet alleen om zelfontplooiing en talentontwikkeling, maar ook om: ‘omzien naar de ander’, ‘je ten dienste stellen’ (EN / EN denken). Juist in een maatschappij die steeds meer individualistisch wordt en waarbinnen steeds minder ruimte lijkt te zijn voor solidariteit en compassie. Een voorwaarde daarbij is, dat de scholen ook voor de leerkrachten een inspirerende en veilige plek is en blijft. Een belangrijke taak voor iedere directeur om hierin te blijven initiëren en een belangrijke taak voor iedere leerkracht om hierin eigen verantwoordelijkheid te nemen. 1.4. Strategische keuzes Maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwe onderwijskundige inzichten, rapportages, sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de hele organisatie vormen de ingrediënten bij het bepalen van strategische keuzes. Zie ook h.2.6 1.4.1. Kwaliteit onderwijs Door de krimp die in Zeeland toeslaat, zullen wij het met minder kinderen moeten doen. Minder kinderen betekent: minder inkomsten. De verplichtingen die wij hebben dalen helaas niet evenredig. Wij zullen ons moeten aanpassen. Wij willen waarborgen dat alle kinderen die aan ons zijn toevertrouwd toch eenzelfde, hoogwaardige kwaliteit onderwijs (op elk terrein) krijgen. Hiervoor vragen wij van al onze scholen: solidariteit, loyaliteit, ‘samen verantwoordelijk’ en bereidheid tot delen. Wij onderzoeken tevens of samenwerking dan wel fusie met collega-organisaties in Middelburg en Vlissingen hiervoor voordelen oplevert. 1.4.2. Zorg Kinderen zijn verschillend. Wij willen rekening houden met verschillen, ons verdiepen en bekwamen in die verschillen. Dat is een grote uitdaging. Wij moeten namelijk ook grenzen durven stellen en durven aangeven waar onze competenties liggen. Verder is balans opnieuw een sleutelwoord. Rekening houden met verschillen is goed, echter wij zijn een onderwijsinstelling en naast de kinderen die extra nodig hebben en de kinderen die meer kunnen, hebben ook de ‘gewoon gemiddelde’ leerlingen recht op voldoende aandacht. 1.4.3. Rekenen Onze rekenmethodes zijn ingevoerd rond de invoering van de Euro. Dat is zo’n tien jaar geleden. De scholen zijn dus toe aan een nieuwe methode. Onderwijskundige inzichten zijn veranderd, de wens tot een betere afstemming met het voortgezet onderwijs is groot. Gezamenlijk gaan we een onderzoek houden naar nieuwe methodes en afstemmingsafspraken teneinde het rekenonderwijs te optimaliseren. 1.4.4 Vergrijzing, feminisering personeel In de komende jaren gaan er behoorlijk wat personeelsleden met pensioen. Dat zijn veelal mannen. De basisschool lijkt ook een ‘vrouwenzaak’ te worden. Dat is jammer,
want wij achten het zeer wenselijk dat kinderen door vrouwen EN mannen worden onderwezen en opgevoed. Ook samenwerking op de scholen met vrouwen en mannen is zeer wenselijk. Wij willen proberen om jonge mensen, bij voorkeur jonge mannen aan te trekken. Niet koste wat het kost. De juiste mens op de juiste plek komt voorop. 1.4.5 ICT Contracten lopen af, apparatuur is afgeschreven, kortom de scholen zijn toe aan iets anders. Gezamenlijk zullen we onderzoek doen naar nieuwe systemen. 1.4.6 Andere tijden De wereld verandert. Veel ouders werken tegenwoordig buitenshuis en veel kinderen blijven over op school. Als scholen moeten wij daarom buitenschoolse opvang organiseren. Wij worstelen geregeld met de huidige schooltijden. Wij gaan gezamenlijk op zoek naar nieuwe modellen voor efficiëntere school- en opvangtijden: de inrichting van de ideale schooldag voor een kind. 1.4.7 Woorden en daden Je gesproken mensbeeld moet terug te zien zijn in daden. We werken dan ook met Meervoudige Intelligenties, waarbij de eigenheid van elk kind tot zijn recht komt. We besteden veel tijd en aandacht aan het bouwen aan een goed klassenklimaat. Ieder kind dient zich veilig en gerespecteerd te voelen op onze school. De kinderen werken dagelijks met coöperatieve werkvormen en dragen samen verantwoording voor het opstellen en uitvoeren van de klassenregels en spreken elkaar hierop aan. 1.5 Consequenties voor de meerjarenplanning De consequentie van deze punten is dat deze opgenomen zullen worden in het schoolplan. Verspreid over de looptijd van het schoolplan zullen wij deze onderwerpen voorbereiden, invoeren dan wel borgen.
2. De opdracht van de Bergpadschool 2.1. Inleiding Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. Wij beschrijven hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Dit binnen de kaders van ons strategisch beleidsplan (zie hoofdstuk 1). Daarnaast zijn er twee onderzoeken uitgevoerd: Een intern onderzoek onder het personeel inzake welbevinden en werkbeleving. Een extern onderzoek onder ouders en leerlingen naar de mate van tevredenheid over de kwaliteit van het onderwijs, het welbevinden en de communicatie met de school. Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten zijn er een aantal verbeterpunten naar voren gekomen waaraan wij de komende vier jaar gaan werken. 2.2. Onze missie Het bieden van kwalitatief hoogwaardig onderwijs in een inspirerende leeromgeving aan alle aan ons toevertrouwde kinderen. 2.3. Onze visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als criteria waaraan wij ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Kortom: zijn onze woorden terug te zien in onze daden! Visie op leren Een kind is geen vat dat je vult met kennis. De kinderen op school maken deel uit van een gemeenschap van lerenden; ze hebben plezier in het samen werken en leren. Ze zien de leraar als iemand die hen coacht en assistentie verleent, iemand die aan dezelfde kant staat als zij. Door werken in tweetallen of in teams kunnen de kinderen betere resultaten halen, omdat verschillende gebieden in de hersenen geactiveerd worden, maar ook omdat leren op deze manier afwisselender wordt en steeds een beroep op ieder kind doet om ‘mee’ te doen. (GIPS - Gelijke deelname Individuele aanspreekbaarheid Positieve wederzijdse afhankelijkheid Simultane interactie) Visie op onderwijs Vandaag de dag moeten we onze kinderen voorbereiden op een steeds veranderende wereld. We kunnen niet voorspellen in wat voor soort functies ze later gaan werken, maar we weten wel dat ze sociale vaardigheden nodig zullen hebben. Ze moeten kunnen samenwerken, nadenken, zich goed uitdrukken, informatie opzoeken. Dus, naast het aanleren van kennis zal de leraar van nu veel aandacht besteden aan de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van vaardigheden. Werken met (M.I.)structuren is een manier om het onderwijs aan te passen aan wat deze tijd van ons vraagt. De leraar is in concurrentie met de media. Om daar tegenop te kunnen passen we onze manier van werken aan, zodat het voor kinderen interessant blijft. Door het werken met (M.I.) structuren doen kinderen wat de meesten van hen het liefst doen: Samenwerken met andere kinderen. En wanneer kinderen iets graag doen leren ze het beste/meest!!! Wij willen met onze manier van werken zelfvertrouwen, competentie-ervaringen en een ononderbroken ontwikkelingsgang bevorderen. Visie op opbrengsten van het onderwijs Wij willen dat kinderen resultaten behalen die bij hen passen, bij wat er van deze kinderen verwacht kan worden. Opbrengsten zijn meer dan leerresultaten. Opbrengsten zijn ook: plezier in het leren, plezier in het samenwerken, jezelf op creatieve wijze kunnen uiten. Visie op schoolklimaat Wij willen een veilige plek zijn voor kinderen en zorgen voor een goed leer- en leefklimaat in een mooie, schone en uitdagende omgeving, waarbij het onderwijs is
afgestemd op de leef- en belevingswereld van kinderen. We kennen rechten en plichten, vrijheden en regels. We gaan beleefd met elkaar om en laten ieder in haar / zijn waarde. Visie op maatschappelijke positionering Het gaat in ons onderwijs niet alleen om zelfontplooiing en talentontwikkeling, maar ook om: ‘omzien naar de ander’ en ‘je ten dienste stellen van de maatschappij’. Wij willen een zogenaamde EN – EN school zijn om te bewerkstelligen dat onze kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen tot ‘voorbeeldige’ gasten op aarde zodat zij tot vreugde van zichzelf en tot zegen voor de anderen zullen zijn. Mensen die kunnen doen wat ze, binnen hun vermogen, geleerd hebben op de voor hen juiste plaats in onze samenleving. 2.4. Interne en externe analyse. Het interne onderzoek heeft het volgende beeld opgeleverd (ASV / PO actief onderzoek) Sterk / borgen VVV (voor verbetering vatbaar) Deskundigheid leerkrachten Werkomgeving en werkbeleving Leeromgeving Het externe onderzoek heeft het volgende opgeleverd (Eleanor Roosevelt onderzoek) Sterk / borgen kwaliteit VVV (voor verbetering vatbaar) onderwijs Kwaliteit van de lessen Huiswerkbeleid Werken met M.I. Aandacht voor de christelijke identiteit Begeleiding schoolkeuze V.O. Leerlingenzorg Werken met ICT Sterk / borgen welbevinden VVV (voor verbetering vatbaar) Algemene sfeer op school Pestprotocol Pedagogisch klimaat Betrokkenheid van ouders Sterk / borgen communicatie VVV (voor verbetering vatbaar) met onze school Interactie tussen leerlingen en Rapportage in de vorm van leraren rapporten Interactie tussen ouders en leraren Informatie en nieuwsbrief Communicatie met directeur Website Het onderzoek van het Eleanor Roosevelt Institute heeft een beoordeling opgeleverd: gemiddeld een 7,7 door ouders en een 7,8 door leerlingen. Door deze gegevens met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren, zijn de volgende keuzes gemaakt voor de komende jaren. 1. Het huiswerkbeleid, met name voor de groepen 7 en 8 wordt op de informatieavonden aan het begin van het schooljaar met de ouders besproken. Sommige ouders willen dat er minder en andere dat er juist meer huiswerk gegeven wordt. Het is van belang om ‘de neuzen zoveel mogelijk dezelfde kant op te krijgen’. Dit kan door goede informatie aan het begin van elk schooljaar, zowel mondeling als schriftelijk.
2. Een groep ouders wil dat er meer aandacht is voor de christelijke identiteit, een andere groep wil hiervoor juist minder aandacht. We zijn een christelijke school, maar ook een school voor het hele dorp. Om deze reden kiezen we ervoor om het huidige beleid omtrent de identiteit voort te zetten. 3. We gaan een nieuw pestprotocol samenstellen met aangescherpte afspraken hieromtrent. We betrekken hierbij de oudere kinderen nadrukkelijk en zullen dit protocol jaarlijks evalueren en waar nodig bijstellen. 4. We gaan nieuwe schoolrapporten samenstellen. We gaan hiermee eerst een jaar ‘op proef’ draaien en peilen de mening van ouders over de rapporten. Zo nodig passen we de rapporten aan alvorens een definitieve versie te laten drukken. 3.1.Strategische keuzes In onze school is veel van wat wij belangrijk vinden vanuit onze missie en visie terug te vinden. Dit blijkt uit het volgende overzicht: Onderdelen vanuit de missie en visie, die verankerd zijn binnen onze school zijn: 1. Ieder kind is uniek in aanleg. We komen hieraan tegemoet door de theorie van werken met M.I. structureel toe te passen in ons onderwijs. We stellen hoge eisen aan de kwaliteit van ons onderwijs en leren kinderen om een kritische werkhouding en respect voor elkaar te hebben. Er is tijd voor extra hulp / opdrachten indien nodig. 2. We werken in een gebouw met ruime leslokalen, die fris en kleurig geschilderd en ingericht zijn. 3. We werken met moderne leermiddelen, lesmethodes en werkvormen. 4. We werken met gemotiveerde, goed opgeleide / bijgeschoolde leerkrachten. Deze onderdelen moeten wij borgen en dat betekent blijvend aandacht schenken aan deze zaken. Onderdelen van de missie en visie, die wij juist steviger willen verankeren in binnen onze school en hoe die zich verhouden tot de strategische keuzes: Missie / visie verstevigen Relatie met strategische keuzes Werken met 1 groepshandelingsplannen voor lezen, taal en rekenen Arsenaal aan coöperatieve 1 werkvormen M.I. uitbreiden / verankeren Blijven werken aan een 1 schoolklimaat waarin ieder zich veilig en geaccepteerd voelt. Nascholing team 1-zorgroute 4 Optimale talentontwikkeling 1 Pittige Plustorens Andere onderwerpen die wij willen opnemen in onze meerjarenplanning: Onderwerp Waarom we dit opnemen in de meerjarenplanning Werken met een nieuwe Nieuwste inzichten op gebied van rekenmethode rekenonderwijs toe kunnen passen binnen de lessen Werken met digitale Werken met digitale borden is een
schoolborden in groep 3 t/m 5 Nieuwe rapporten voor ouders
meerwaarde voor de kwaliteit van het onderwijs Rapportage dient aan te sluiten bij de manier van werken op onze school en bij wat ouders willen weten Kansen Bedreigingen Vraag deel van de ouders naar Krimp ( minder leerlingen, minder andere schooltijden leerkrachten, minder geld, meer risico’s) 2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning Je kunt plannen maken, maar het is net zo’n kunst om te behouden wat goed is! Dat gaat niet vanzelf! Daar moet je elke dag aan werken! Dat betekent ook dat wij ons in onze meerjarenplanning beperken in het aantal ‘nieuwe’ veranderonderwerpen. Zie hoofdstuk 6 voor de keuzes die wij hebben gemaakt. 3. Onderwijskundige vormgeving De onderwijskundige vormgeving is beschreven in het Kwaliteitshandboek van de Bergpadschool 4. Personeelsbeleid 4.1 Inleiding De uitgangspunten van onze organisatie zijn Kwaliteit : een effectieve inzet van mensen en middelen ten behoeve van de realisatie van de doelstelling; Humaniteit : mensen moeten daarin als mens / medemens binnen een cultuur van openheid, overleg en samenwerking erkend worden, tot hun recht komen, zich geaccepteerd, veilig en verantwoordelijk voelen; Identiteit : in onze scholen worden beide voorgaande aspecten geplaatst binnen een bijbelse visie op mens, samenleving en opvoeding. Balans Bij personeelsbeleid staan twee zaken centraal: de belangen van de onze personeelsleden en de belangen van onze organisatie. Voor ons personeel zijn de volgende zaken belangrijk: welbevinden, uitdaging, ontwikkelingskansen, beloning, goede samenwerking, een veilige inspirerende werkomgeving, prestaties kunnen leveren. Voor onze organisatie is het van belang dat er goed gekwalificeerde, gemotiveerde mensen met hart en ziel werken aan het verwezenlijken van onze doelstelling: kwalitatief goed onderwijs bieden. De belangen van beide partijen moeten in balans zijn: een kwestie van geven en nemen! Werkgevers en werknemers hebben hierover afspraken gemaakt. In de CAO voor het onderwijs, in de akte van benoeming en in ons personeelsbeleidsplan staan rechten, plichten, verwachtingen en afspraken verwoord. Er zijn op school vele zaken geregeld die ervoor zorgen dat het personeel optimaal kan functioneren. Wanneer mensen met plezier naar school komen, zal het werk beter verlopen. Werk- leefklimaat. Bij ons op school doet iedereen zijn uiterste best om met elkaar een fijne werksfeer te hebben. Enerzijds gebeurt dat door allerlei informele dingen zoals met elkaar eten, feestjes, uitjes, onderlinge hulp enzovoorts.
Anderzijds zijn formele zaken zoals vergaderingen en overleg duidelijk en overzichtelijk geregeld. Ieder jaar maken de directeur en i.b. een planning waarin de teamvergaderingen, overlegmomenten en consultatiebesprekingen zijn opgenomen. De taken (van vuilnis buiten zetten tot een BHV opleiding volgen) zijn duidelijk omschreven en worden elk jaar na evaluatie in onderling overleg verdeeld. Met elkaar zorgen we voor een veilige, schone, kleurrijke en uitdagende werkleeromgeving. Dit is van groot belang voor het personeel en voor de kinderen. Werken in een plezierige omgeving met fijne collega’s om je heen waar het ambitieniveau hoog is, waardering heerst, onderlinge hulp normaal is, waar gezelligheid en humor tiert, is een zegen! Persoonlijke ontwikkeling. Het is voor personeelsleden belangrijk dat zij zich kunnen blijven ontwikkelen. Er zijn daartoe volop scholingskansen (wet BIO = bekwaamheid in het onderwijs). Enerzijds volgen mensen scholing die aansluit bij de schoolontwikkeling en anderzijds kan men scholing volgen om zich persoonlijk te bekwamen. Middels onze competentielijst en het daarbij horende ontwikkelingsplan kunnen personeelsleden bepalen hoe men scholing gaat inzetten. Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel De wet BIO stelt enerzijds eisen aan ons onderwijspersoneel omdat zij moet voldoen aan de bekwaamheidseisen en aan de andere kant wordt van onderwijswerkgevers gevraagd dat zij hun medewerkers in staat stellen aan deze eisen te voldoen. Afspraken over het onderhouden van bekwaamheidseisen worden vastgelegd in het bekwaamheidsdossier. De volgende zeven bekwaamheideisen zijn geformuleerd: Inter-persoonlijk competent Pedagogisch competent Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent Competent in het samenwerken met collega’s Competent in het samenwerken met de omgeving Competent in reflectie en ontwikkeling Onderwijspersoneel moet niet alleen bekwaam zijn, maar ook blijven. Door middel van een zogenaamd bekwaamheidsdossier tonen wij dat aan. Het bekwaamheidsdossier omvat: Wie ben ik: kopie paspoort / ID kaart, kopie verklaring goed gedrag, uittreksel persoonsregister, akte van benoeming (meest recente), loopbaanoverzicht Wat kan ik: Akte van bekwaamheid onderwijs, diploma Bijbels onderwijs, diploma’s, certificaten, bekwaamheidsprofiel (competentielijst) Wat ga ik doen: ontwikkelingsplan (PAP/POP) / scholing Evaluaties: verslagen functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken etc. Beloning. Onderwijssalarissen zijn geregeld in de CAO onderwijs. Naast salaris bestaat beloning uit waardering, uit complimenten en attenties. Persoonlijke instelling. Naast allerlei afspraken, rituelen en gebruiken hebben we natuurlijk ook te maken met de persoonlijke instelling van mensen. Het is van belang elkaar aan te spreken en elkaar voor te leven dat we allemaal medeverantwoordelijk zijn voor het hele reilen en zeilen op onze school. Wij opereren als school niet alleen. Omdat we deel zijn van een groter geheel hebben wij met de collega-scholen te maken.
Natuurlijk is het dan van belang dat er duidelijke afspraken worden gemaakt. Het sociaal statuut bestaat uit regelingen die niet op schoolniveau tot stand komen. Het zijn wettelijke regelingen of regelingen waartoe de wet opdraagt. De CAO onderwijs bestaat eveneens uit regelingen die niet op schoolniveau tot stand komen. Het zijn regelingen die tussen centrales van werkgevers en centrales van werknemers in een overkoepelend overleg zijn overeengekomen. Aan deze regelingen, die arbeidsvoorwaardelijk zijn, kunnen personeelsleden rechten ontlenen. Het integraalpersoneelsbeleid bestaat uit arbeidsvoorwaardelijke regelingen die specifiek voor onze scholen zijn gemaakt. Dit beleid is in nauw overleg met de betrokken scholen tot stand gekomen. 4.2 Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid Om de kwaliteitsverbetering van het onderwijs aan onze kinderen voort te zetten, is personele inzet nodig om op elke school: a. Passend onderwijs en de 1- zorgroute vorm te geven b. De zorgstructuur optimaal te houden b. ICT onderwijs verder te ontwikkelen / borgen c. Nieuwe methodes zorgvuldig en verantwoord te kiezen en in te voeren Het formatiebeleid toont op basis van inkomsten en verplichtingen (uitgaven) voor het zittend personeel en prognoses aan, hoe met het personeelsbestand dient te worden omgegaan. In het jaarlijkse formatieplan wordt een en ander voor een bepaald cursusjaar geactualiseerd. Ons uitgangspunt is dat er tenminste 80 % van de beschikbare financiële middelen uitgetrokken wordt voor personeel. Dit om de primaire processen optimaal te kunnen laten verlopen: zoveel mogelijk mensen inzetten ten behoeve van het onderwijs aan de kinderen. Binnen onze directeurenkring heeft ‘personeel’ altijd grote aandacht. Dit met als uitgangspunt ‘samen verantwoordelijk voor ons personeel’. Zie verder het I(integraal)P(Personeels)B(beleids)plan, 4.3 Consequenties voor de meerjarenplanning Minimaal 80 % van de beschikbare financiële middelen inzetten ten behoeve van personeel. Onze prioriteit gaat uit naar de primaire processen. Dat betekent dat onze aandacht minder uitgaat naar secondaire processen zoals beloningsbeleid, managementlagen etc. Actiepunten deskundig personeel (vrouwen en mannen) in dienst krijgen/hebben/houden discussie toekomst onderwijs op het platteland (kwaliteitsborging op alle scholen) scholing personeel blijven organiseren, stimuleren, faciliteren 4.4 Tevredenheid leerkrachten tevredenheids enquête leerkrachten Bergpadschool, november 2010 eens oneens Leerkrachten over het werk 1 2 3 4 5 1 Ik ga met plezier naar mijn werk 8 2 Ik heb voldoende kansen om me te 3 5 scholen 3 Ik ervaar waardering voor mijn werk door 2 5 1 ouders 4 Ik ervaar waardering voor mijn werk door 7 1 mijn collega’s 5 Ik ervaar waardering voor mijn werk door 7 1
mijn directeur 6 Ik ervaar waardering voor mijn werk door 4 2 2 het M.T. 7 Ik ervaar een prettige werksfeer 8 8 Ik ben tevreden over de communicatie op 6 1 1 school 9 Ik ben tevreden over de communicatie 4 2 2 binnen de vereniging Leerkrachten over de ouders 10 Ik ervaar betrokkenheid van de ouders 3 5 bij het onderwijs aan hun kind 11 De ouders geven hun kind hulp daar waar 8 het nodig is 12 De ouders verzorgen hun kind goed 8 13 Ik ervaar betrokkenheid van de ouders 8 bij het schoolgebeuren 14 De ouders helpen actief mee op school 4 4 15 De ouders zijn vriendelijk en fatsoenlijk 3 5 Acht leerkrachten hebben de enquête ingevuld. Men is in grote lijnen tevreden over de sfeer op het werk en de contacten met ouders. Uit het PO actief onderzoek onder personeel van de Primas-scholengroep komt het volgende naar voren: Op werkvermogen scoort 9% van uw medewerkers matig tot slecht. Dit resultaat is gunstig ten opzichte van de benchmark. Op werkbeleving blijkt dat er in verhouding meer medewerkers in uw organisatie hoog scoren (72%) dan in het primair onderwijs gebruikelijk is (12%). Het percentage scores in de door ons gedefinieerde ‘risicogroep’ ligt met 9% van de deelnemers lager dan gemiddeld in de benchmark. Tabel 3: Scores werkvermogen en werkbeleving (n=53) Score werkvermogen Slecht
Score werkbeleving
Matig
Goed Uitstekend
Ongunstig
0
0
0
Gemiddeld
0
3
12
Gunstig
0
2
36
Conclusie: het personeelsbeleid dat wij voeren borgen! Wat precies: Onderlinge contacten en onderlinge verbondenheid stimuleren: nieuwsbrieven, nieuwjaarsreceptie, bijzondere bijeenkomsten Korte lijnen: snel met iets terecht kunnen bij directie en MT Het rekening houden met individuele verschillen en wensen vasthouden Gezamenlijke scholing blijven organiseren Zorg en nazorg ziek personeel: kaarten, bloemen, bezoek, aandacht, nieuwsbrief Ontwikkelingskansen: scholing, lerarenbeurs, mobiliteit Veilig werkklimaat: mensen kunnen zichzelf zijn
Waardering in woord en daad: teametentjes, bijzondere activiteiten zoals de dag van de leraar, bijzondere voorstellingen, nieuwjaarsreceptie, uitingen in nieuwsbrief, aandacht jubilea. 5. Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding Kwaliteitszorg is de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor te zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen. Kwaliteitszorg kent twee aspecten A. Het systeem, waarbinnen planmatig gewerkt wordt aan behoud en verbetering van de kwaliteit B. Afspraken over hoe dit systeem aangestuurd en bewaakt wordt (voorwaarden). A. Systematisch werken aan behoud en verbetering kwaliteit - Zicht op behoeften populatie - Jaarlijkse evaluatie kwaliteit opbrengsten - Regelmatige evaluatie van leren en onderwijzen (proces) - Planmatig werken - Borgen van kwaliteit - Rapportage aan belanghebbenden - Waarborgen sociale veiligheid B. Kwaliteitsvoorwaarden - Schoolleiding stuurt aan - Relatie tussen kwaliteitszorg en visie op leren en onderwijzen - Professionele schoolcultuur - Betrokkenheid van personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur 5.2. Voorwaarden van onze kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg baseren wij op het INK-model. In dit model (aangepast voor het onderwijs), is een onderverdeling gemaakt in organisatie (leiding, personeelsbeleid, doelen en strategie, middelen en processen) en resultaten (waardering personeel, ouders/leerlingen, personeel en leeropbrengsten). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk het beleid waar nodig bij te sturen. In die zin maken wij gebruik gemaakt van de ‘plan-do-check-act cyclus’. In het INKmodel kort weergegeven door leren en verbeteren. Zie Strategisch beleidsplan Primas-scholengroep 2011 - 2015 De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere: - het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t. kwaliteitszorg - het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang - het vastleggen en bewaken van teamafspraken - het creëren van draagvlak - het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren - het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur.
Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties en overige organisaties. 5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen actieplan om het geformuleerde beleid om te zetten in acties. Beide documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus. Schoolplancyclus Voor het samenstellen van het schoolplan starten wij met de stand van zaken van alle beleidsaspecten van de school. Voor de positionering gebruiken we de volgende middelen, werkwijzen: Analyse van de leerlingenpopulatie Ieder jaar stellen we vast welke leerlingen bij ons op school speciale onderwijsbehoeften hebben. Het gaat daarbij om: - Aantal leerlingen met meer dan een half jaar achterstand op het gebied van taal en rekenen - Aantal leerlingen met het Nederlands als tweede taal - Aantal leerlingen met een beschikking voor een vorm van speciaal onderwijs. De intern begeleider maakt dit overzicht in april, zodat het kan worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie. Overzicht van de positie in de kern en de regio Het MT maakt een overzicht van de positie van de Primas-scholen. Daarin komen de volgende aspecten aan de orde: - Overheidsbeleid en samenwerkingsverband - Kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de leerlingenpopulatie - Zicht op contacten met instellingen, verenigingen, collega scholen. We gaan na wat deze contacten voor effecten hebben binnen de school en hoe de betreffende instellingen de contacten waarderen. Zie strategisch beleidsplan 2011 - 2015 Het bepalen van de doelen van de school Eens in de vier jaar stelt het team, op initiatief van de directeur, doelen voor het onderwijs vast (op basis van de analyse van de uitgangspositie). Bij de beschrijving komen de volgende onderdelen aan de orde: - Te bereiken doelen op het gebied van onderwijs en leren. - Te bereiken leeropbrengsten. - Te bereiken doelen op gebied van schoolspecifieke aspecten. Het gaat hier om doelen waarmee we willen ons profileren. Analyse van de huidige situatie aan de hand van de doelstellingen Eens per vier jaar gaat de directeur na in hoeverre de schooldoelstellingen zijn gerealiseerd. Daarbij worden de volgende instrumenten ingezet: - Klassenbezoeken - Functionerings- en beoordelingsgesprekken - Tevredenheidmeting onder ouders - Tevredenheidmeting onder kinderen - Tevredenheidmeting onder leraren - ITS (s) cool onderzoek en evaluatie trendanalyses Voor doelen op het gebied van te bereiken leerresultaten zie ook: strategisch beleidsplan Primas 2011 - 2015
In het vierde uitvoeringsjaar wordt de balans opgemaakt van de resultaten van de afgelopen schoolplanperiode. Naast de eigen gegevens, wordt ook gebruik gemaakt van de gegevens van de inspectierapporten om inhoudelijk vast te stellen waar de school zich ten aanzien van onderwijskundige ontwikkeling op dit moment bevindt. Jaarplancyclus De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat): - Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag. - Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen. - Evaluaties door middel van vragenlijsten. - Toetsinstrumenten om leerresultaten vast te stellen (ParnasSys). Kwaliteitshandboek In het kwaliteitshandboek staat een beschrijving van onze werkwijze in de vorm van besluiten en procedures. Het kwaliteitshandboek bevat ook een vierjaarlijkse planning, die aangeeft wanneer de besluiten en procedures worden geëvalueerd. Per besluit/procedure is aangegeven op welke wijze deze wordt geëvalueerd. Kwaliteit heeft op veel zaken betrekking. Als goede school willen wij ervoor zorgen dat alle leerlingen binnen hun mogelijkheden maximale leerresultaten halen. Wij bewaken, waarborgen en verbeteren de kwaliteit continu. Kernpunten waarop wij ons richten: - schoolklimaat - kwaliteitszorg - toetsen / volgen - leerstofaanbod - tijd - onderwijsleerproces - zorg - opbrengsten Schoolklimaat Het klimaat dat op onze school heerst bepaalt voor een groot deel ons succes. De manier waarop mensen bij ons met elkaar omgaan, de sfeer, de werkomgeving, de betrokkenheid van leraren, ouders leveren een zeer belangrijke bijdrage aan het schoolsucces van kinderen en leerkrachten. Uit onderzoek blijkt dat dit een sterk punt van onze school is. We stellen alles in het werk om dit te borgen! Kwaliteitszorg Wij hebben de zorg voor kwaliteit op een systematische manier opgezet. In dit schoolplan zijn onze opvattingen over onderwijs en onze doelstellingen te lezen. Evaluatie gebeurt systematisch en regelmatig. Naar aanleiding van evaluatie wordt er gericht gewerkt aan borgen of verbeteren van de kwaliteit. Middels schoolplan, schoolgids, onderzoeken en schoolbezoeken leggen wij verantwoording af over onze kwaliteit. Toetsen / volgen Wij hebben als school een systematische manier van het volgen en toetsen van leerlingen.
Enerzijds volgen en toetsen we de vorderingen van individuele kinderen gedurende en aan het eind van hun basisschoolloopbaan. Anderzijds onderzoeken we hoe wij als school presteren in vergelijking met vergelijkbare scholen. Voor dit doel maakt de directeur twee keer per jaar een trendanalyse, met hierin de toetsscores van methode onafhankelijke toetsen. De trendanalyse wordt in de teamvergadering geëvalueerd, waarna waar nodig nieuwe afspraken worden gemaakt. Leerstofaanbod Vanuit onze visie op mens-zijn, leren en werken verzorgen wij een breed leerstofaanbod gericht op kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. Ons aanbod komt overeen met de kerndoelen en referentieniveaus die door de overheid zijn vastgesteld. Het aanbod vertoont een doorgaande lijn en samenhang en is mede afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen. Door ons aanbod leggen wij bij onze leerlingen de basis voor het vervolgonderwijs. Tijd Wij programmeren onze onderwijstijd als volgt: vijftig procent van de tijd besteden we aan rekenen & wiskunde en taal & lezen, vijfentwintig procent van de tijd aan expressie en bewegingsonderwijs en vijfentwintig procent aan wereldoriëntatie. Doormiddel van uitgebalanceerde lesroosters zetten wij de beschikbare tijd zo efficiënt mogelijk in en laten nauwelijks tijd verloren gaan. Lesuitval komt niet voor. De methodes die wij gebruiken ruimen tijd in voor herhaling, inhalen, verdiepen of extra stof om zo tegemoet te komen aan verschillen in tempo tussen kinderen. Onderwijsleerproces Als school hechten wij groot belang aan onze leer- en werkomgeving. Deze is kleurrijk, uitdagend, functioneel, schoon, overzichtelijk, fantasierijk, kindvriendelijk en inspirerend. De methodes, leermiddelen (waaronder computers) en meubels zijn modern, mooi en aantrekkelijk en divers. De onderwijsactiviteiten zijn doelmatig en gestructureerd. Alles wordt op een efficiënte manier vastgelegd in de ‘klassenmappen’ (borging) Binnen het onderwijsleerproces doen wij ons uiterste best kinderen te inspireren, stimuleren, ondersteunen, te prikkelen, te activeren en uit te dagen. We passen hierbij de uitgangspunten en werkvormen van Werken met Meervoudige Intelligenties toe in het onderwijs. Er wordt rekening gehouden met de leefwereld van en met verschillen tussen kinderen. De vorderingen worden van de leerlingen worden in speciale mappen en / of digitaal vastgelegd. Zorg Een samenhangend systeem voor zorg en begeleiding vinden wij van groot belang. Ons systeem staat beschreven in het Zorgplan van de Bergpadschool. Opbrengsten De prestaties van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht. Om dit te weten te komen gebruiken wij de volgende instrumenten: CITO -toetsen rekenen, lezen, begrijpend lezen en spelling CITO- entreetoets groep 6 en 7 CITO eindtoets groep 8 Gegevens (cijfers, loopbaan) oud-leerlingen die wij van het voortgezet onderwijs ontvangen.
Hieronder de kwaliteitsgebieden van waaruit wij de kwaliteitsprocessen in onze school aansturen, bewaken en verbeteren. 1. leiding 2. strategie en beleid 3. personeel 4. organisatie 5. middelen 6. tevredenheid – kinderen – ouders – personeel 7. resultaten Instrumenten om na te gaan of er verbetering plaats moet vinden op een van de gebieden: - evaluaties (jaarevaluatie en permanent) - tevredenheidonderzoek (eens in de twee jaar) - functioneringsgesprekken (een keer per jaar) - klassenbezoek directeur (minimaal een keer per jaar) - toetsen/testen/volgsysteem (permanent) - verslagen/plannen (permanent) - onderzoek onderwijskwaliteit (CITO toetsen) - Algemene School Verkenning / PAGO (eens in de vier jaar) Referentieniveaus In de referentieniveaus voor taal en rekenen is beschreven wat kinderen moeten kennen en kunnen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan. Vanaf het schooljaar 2012-2013 zijn er (waarschijnlijk) genoeg middelen beschikbaar om de beheersing van de referentieniveaus van kinderen in beeld te brengen. Dit is van belang voor de overdracht van een leerling naar het V.O. Evaluatie en borging kwaliteit Om de kwaliteit van veranderingsproduct en veranderingsproces te bewaken en te waarborgen is evaluatie onmisbaar. Evaluatie vindt plaats op verschillende niveaus en manieren: 1. Permanent vinger aan de pols. Op de agenda van personeelsvergaderingen worden onderwijsinhoudelijke zaken structureel, maar waar nodig ook incidenteel ingebracht ter evaluatie en bijstelling. 2. Schoolactiviteiten zoals vieringen, schoolreisjes, enz. worden na uitvoering geëvalueerd in het team en de mr. 3. Jaarlijks wordt het schoolplan geëvalueerd in het team. Dit gebeurt uiterlijk in de maand juni. 4. Functioneringsgesprekken Tijdens de functioneringsgesprekken worden taakverdeling en taakbelasting per persoon expliciet geëvalueerd. Verder komen competenties en persoonlijke ontwikkelingsplannen aan de orde. (zie Primas IPB plan: de gesprekkencyclus) 5. Tevredenheidonderzoek Elke twee jaar wordt onderzoek gedaan naar de tevredenheid bij kinderen en ouders en elke vier jaar bij teamleden. 6. CITO toetsen Elk jaar worden in de groepen 6 en 7 de CITO Entree- en in groep 8 de CITO Eindtoets afgenomen. Door middel van de uitslagen van deze landelijk genormeerde toetsen krijgen wij inzicht in ons prestatieniveau ten opzichte van ander basisscholen van ons land. Uit deze evaluaties en onderzoeken komen afspraken voort om zaken te borgen. De afspraken worden vastgelegd in de notulen (huishoudelijke afspraken/regels), in de klassenmap van de leraren (groepsgebonden afspraken/regels) en / of in het
Kwaliteitshandboek van de school. (groepsoverstijgende, onderwijskundige afspraken/regels). Team en leiding - het gehele team voelt zich verantwoordelijk voor de prestaties van alle leerlingen; - er heerst een goede teamgeest, openheid voor elkaar en er is regelmatig teamoverleg; - er wordt actief samengewerkt; - er is sprake van een planmatige onderwijsaanpak, waarbij uiteenlopende vormen van planning gebruikt worden. - de leiding schept voorwaarden, inspireert, initieert, bewaakt: is een samenbindende factor. Bij dit alles staat het belang van het kind voorop, met veel aandacht voor vroegtijdig signaleren van problemen bij kinderen. Het accent binnen ons onderwijs ligt op de primaire processen. 5.4. Consequenties voor de meerjarenplanning Een aantal onderdelen van kwaliteitszorg moet in de komende schoolplanperiode nader uitgewerkt worden. De onderdelen zijn: Kerntaken school, onderwijsinhoudelijke kwaliteit. Dat betekent prioriteiten stellen en teamleden tijd en gelegenheid geven zich verder te bekwamen in leerstof, didactiek en pedagogische aanpak. Bij aanschaf van nieuwe methodes kiezen op inhoudelijke kwaliteit en bruikbaarheid in combinatiegroepen.
6 Meerjarenplanning 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk starten we met een overzicht van de veranderingsonderwerpen in de komende schoolplanperiode. Daarbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we ten aanzien van deze onderwerpen in de komende 4 jaren nastreven. Waar dat relevant is zullen we een inschatting maken van de materiële kosten en indien van toepassing personele kosten, die een bepaalde verandering met zich mee zullen brengen. Vervolgens geven we in een globale planning aan wanneer deze onderwerpen aan de orde zullen komen Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan opgesteld. Bij de opstelling van zo’n actieplan zal rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar. 6.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten Veranderingsonderwerp 1: Lezen, afronden verbeterplan voorgaande schooljaren Beoogde resultaten: De resultaten liggen op of boven het landelijk gemiddelde voor leesonderwijs Evaluatie: AVI, DMT en CITO toetsen begrijpend lezen Veranderingsonderwerp 2: Rekenen, invoeren nieuwe rekenmethode in 2012-2013 Beoogde resultaten: Betere resultaten Werken met een moderne, actuele methode Betere aansluiting/ afstemming voortgezet onderwijs Evaluatie: CITO toetsen BOVO werkgroep voortgezet onderwijs Veranderingsonderwerp 3: Rapportage naar ouders Beoogde resultaten: Ouders informeren over de ontwikkeling en leerresultaten van hun kinderen Evaluatie: Peiling mening ouders via klankbordgroep / MR en individuele ouders en/ of enquête onder alle ouders Veranderingsonderwerp 4: 1-zorgroute: afstemming Beoogde resultaten: Betere resultaten door goede afstemming Evaluatie: Toetsgegevens via ParnasSys De jaarlijkse teamevaluatie Veranderingsonderwerp 5: Digitaal systeem volgen sociaal emotionele ontwikkeling Invoering Zien (of ander geschikt systeem) Beoogde resultaten:
Beter zicht en daardoor beter inspelen op de sociaal emotionele ontwikkeling Evaluatie: Toetsgegevens via ParnasSys Twee keer per jaar tijdens de voortgangsbespreking 6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2011-2015 Onderwerp 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015 Technisch en Bijstellen Evaluatie begrijpend leesonderwijs Nieuw Samenstellen Evaluatie pestprotocol en invoeren Rekenen Oriëntatie Invoering Vervolg Evaluatie nieuwe invoering methode Rapportage Samenstellen, Definitieve Evaluatie naar ouders uitproberen versie en bijstellen 1-zorgroute Invoering en Invoering Evaluatie afstemming scholing leerkrachten Invoering Zien Oriëntatie Invoering Evaluatie of ander systeem Andere Discussie met Conclusie Invoering? Invoering? schooltijden ouders trekken en opstarten af- spraken maken Op grond van het voorgaande zullen jaarlijks gedetailleerde actieplannen opgesteld worden, waarin opgenomen zijn: - Doelen en tussendoelen - Acties om deze doelen te realiseren - Verantwoordelijke persoon binnen de school voor de uitvoering - Welke externe ondersteuning gewenst is - In welke periode van het schooljaar de acties uitgevoerd worden - Welke financiële middelen door de school ingezet moeten worden om de verandering uit te voeren. 6.4. Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school sluit aan bij het convenant dat in 2009 van kracht is geworden en dat onderschreven is door het ministerie en de onderwijskoepelorganisaties. Het convenant is te vinden via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/convenanten/2009/02/24/convenant-scholen-voor-primair-en-voortgezetonderwijs-en-sponsoring.html
De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: - Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen.
- Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. - Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. - De GMR heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens zijn de volgende principes van kracht: - Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen. - Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. - De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen. - De kernactiviteiten van de school zijn niet afhankelijk van sponsoring.