De missie van de school

Beleidsplan meer- en hoogbegaafdheid Beknopte versie - juni 2016 Aan dit document kunnen geen rechten ontleend worden. De pilot start in het schooljaar 16/17. Het beleidsplan wordt bijgesteld n.a.v. de uitkomsten van de pilot. D.m.v. het Groentje worden de ouders op de hoogte gehouden.

De missie van de school De kern van ons onderwijs is onze identiteit. Daarnaast willen wij als school een veilige en geborgen omgeving bieden waarin het kind zich geaccepteerd voelt en ruimte ontvangt om zich verder te ontwikkelen op sociaal, emotioneel, cognitief, creatief en cultureel terrein. De school wil op deze terreinen het individuele kind stimuleren en uitdagen. In dit streven gaan we uit van het unieke van elk kind en proberen aan de individuele verschillen in benadering en werkwijze tegemoet te komen. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs. Daarnaast besteden we veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers. Ons mission statement is dan ook: DE MR. GROEN VAN PRINSTERERSCHOOL … DE BASIS VOOR JE LEVEN… De visie van school Kinderen ontwikkelen zich niet allemaal op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Op onze school proberen we daar zo goed mogelijk rekening mee te houden. Door middel van ons onderwijs willen wij voldoen aan de specifieke onderwijsbehoefte van het meer- en hoogbegaafde kind. Deze kinderen hebben recht op een uitdagende leeromgeving. Meer- en hoogbegaafde kinderen hebben een andere manier van leren en andere interesses. Communicatie met hen vraagt om een aangepaste benadering. Wij zijn ons ervan bewust dat niet ieder (begaafd) kind gelijk is. Deze kinderen krijgen een eigen traject in overleg met de IB-er, ouders en leerkracht binnen de kaders van handelingsgericht werken. Op onze school voelen de meer- en hoog begaafde kinderen zich thuis, zitten lekker in hun vel en ontvangen een aanbod waarmee ze uitgedaagd worden. Ze leren - leren en denken. Het beleid van de school: 1 Om welke kinderen gaat het Meer- en hoogbegaafde kinderen zijn kinderen die een hoge intelligentie hebben. Deze toont zich bij kinderen in groep 1 en 2 door meerdere van de volgende kenmerken. Deze maken onderdeel uit van de signaleringslijst.  een hoge score op kleutertoetsen / ontwikkeling van functies  een taalgebruik boven leeftijdsniveau  een sterk geheugen  een specifieke, gedurende lange tijd, interesse op een bepaald terrein  stelt levensvragen, denkt door  bedenkt creatieve oplossingen voor bepaalde problemen  leer zichzelf lezen / rekenen en/of tellen  is nieuwsgierig, stelt vragen, is opmerkzaam, observeert

Mr. Groen van Prinstererschool … de basis voor je leven … 1


       

is betrokken, neemt initiatieven is onderzoekend, experimenteert, bouwt, ontwerpt heeft een rijke fantasie, groot voorstellingsvermogen sterke concentratie onafhankelijkheid, kan alleen spelen en werken logisch denken, ziet relaties, verbanden, grotere patronen is gevoelig, empathisch, zorgzaam kan aanpassingsgedrag gaan vertonen

Kenmerken van deze leerlingen van groep 3 en hogere groepen:  hoge IQ score op een intelligentietest  een hoge score op de Cito-toetsen (1-niv) en methode-toetsen  een taalgebruik boven leeftijdsniveau  een sterk geheugen  goed gebruik kunnen maken van informatie  snel kunnen denken en verwoorden  snel problemen kunnen oplossen, hoofd- en bijzaken kunnen scheiden  een specifieke, gedurende lange tijd, interesse op een bepaald terrein  bedenkt creatieve oplossingen voor bepaalde problemen  een vermoeden van onderpresteren  opvallend gedrag  volhardend zijn  taakgericht kunnen handelen en werken Daarnaast zijn er nog enkele persoonskenmerken van belang (deze kenmerken zijn vaak matig ontwikkeld, hebben ze niet nodig gehad):  hoge mate van zelfstandigheid  sterke motivatie  doorzettingsvermogen Van meer- en hoogbegaafde leerlingen wordt vaak verwacht dat ze goed en snel kunnen leren en dat er in hun schoolcarrière weinig tot geen problemen zullen optreden. Dat geldt echter maar voor een deel van deze leerlingen. Omdat deze leerlingen in het huidige onderwijs vaak te weinig op hun eigen niveau worden aangesproken en dus te weinig uitdaging krijgen, lopen ze een groot risico om gedemotiveerd te raken, met allerlei problemen als: o Onderpresteren o Verveling o Perfectionisme en faalangst o Sociale problemen 2

We maken in ons beleid onderscheid tussen de volgende groepen leerlingen. Dit is in het volgende hoofdstuk verder uitgewerkt  De hoogbegaafde kinderen met een IQ score van boven de 130 gaan vanaf groep 6 naar de dorpsbrede plusklas. Deze kinderen nemen ook deel aan de Groene plusgroep.  De meerbegaafde kinderen die hier net onder zitten (vanaf groep 6) en de hoogbegaafde kinderen uit de overige groepen komen (in opeenvolgende pilots) in aanmerking voor de





Groene plusgroep o.l.v. een assistent. De assistent zorgt voor begeleiding en sturing. De eigen leerkracht is verantwoordelijk voor het proces. De hoog- en meerbegaafde kinderen gaan compacten en verdiepen in de eigen groep o.l.v. de eigen leerkracht. Hiervoor ontwikkelen we een schoollijn.

Wat doen we in de eigen groep:  Compacten (groep 4 t/m 8) Om het leerstofaanbod op de behoefte van de hoog- en meerbegaafde leerlingen af te stemmen maken wij gebruik van het compacten van de leerstof. Dit wil zeggen dat er een selectie wordt gemaakt van de oefenstof. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van het beperken van de hoeveelheid oefenstof, tot het overslaan van gedeelten van de oefenstof. Het compacten van de leerstof wordt toegepast tijdens de instructie, het verwerken van de leerstof en tijdens het nabespreken met de leerkracht. Algemene richtlijnen voor compacten: Leerlingen nemen wel deel aan - introductie van nieuwe elementen in de lesstof - opdrachten met een probleemgericht karakter, gericht op inzicht - groepsgerichte opdrachten. - methodetoetsen - verrijkingsstof uit de methode - waar mogelijk maken we gebruik van de routeboekjes SLO/pluspunt/taalverhaal  Verdiepen Met verdiepingsstof bedoelen we leerstof die een verdieping van de reguliere leerstof vormt en waardoor een leerling meer kennis en vaardigheden opdoet over een specifiek onderwerp/leerstof Dit geldt voor: De hoog- en meerbegaafde kinderen. Hiervoor ontwikkelen we een schoollijn.

Wat doen we in de groene plusgroep:  Verbreden Onder verbredingsstof verstaan we die leerstof die een aanvulling is op de kerndoelen van het basisonderwijs en een meerwaarde heeft ten opzichte van het reguliere aanbod. o o o o

De hoogbegaafde leerlingen, slechts een enkeling per groep krijgt minimaal 2x per week begeleiding in de Groene plusgroep o.l.v. een assistent. Hiervoor zijn (na de eerste pilot) twee dagdelen beschikbaar. Deze groep krijgt extra instructie en controle bij de uitvoering van de aangeboden extra leerstof van een assistent. De eigen leerkracht vervult een centrale rol, blijft verantwoordelijk en stuurt de assistent van de Groene plusgroep aan. De opdrachten die de leerlingen van de Groene plusgroep uitvoeren worden binnen of buiten de groep gemaakt. Buiten de groep alleen wanneer het kind deze zelfstandigheid aan kan. De assistent kan hierop ten dele toezien en heeft w.b. het leren-leren een coachende taak.



 De verbredingsstof moet voldoen aan de volgende criteria: - is te volgen d.m.v. een planmatige aanpak - bevat open vraagstellingen - beschikt over hoge complexiteit - bevat opdrachten met een probleemgericht karakter - maakt meerdere oplossingsstrategieën mogelijk - doet een beroep op de creativiteit - overstijgt het didactisch niveau van de leerling - bevat richtlijnen voor beoordeling - vraagt weinig instructie van leerkracht - biedt mogelijkheden om in te passen in het lesprogramma

-

 De volgende doelen zijn belangrijk: Wat ga je leren: inhoud of vaardigheden Hoe ga je dat meten Hoeveel weken ga je eraan werken Zijn de materialen aanwezig Hoe ziet de begeleiding eruit Lkr. en ass. hebben contact met elkaar over de opdracht

Meer- en hoogbegaafdheid bij kleuters Bij jonge kinderen wordt er nog niet over hoogbegaafdheid gesproken maar over kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong. Kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong krijgen binnen of buiten de groep uitdaging aangeboden met name op het cognitieve gebied. Stroommodel, leidend voor toelating Groene plusgroep

Nominatie voor de (meer) en hoog begaafdheidsgroep door leerkracht en/of ouder (groepsoverdracht, luistergesprek)  Leerlinggevens, kijk, cito + methodetoetsen, lijst kenmerken bekijken door leerkracht en IB-er (1ste gesprek) Er zijn hiervoor criteria ontwikkeld.  Bij twijfel observatie door IB-er.  2e Gesprek leerkracht en IB-er



 Nominatie door school op reguliere vergadering  Gesprek ouder(s) en met kinderen i.v.m. nominatie en informeren over de Groene plusgroep  Definitieve beslissing door leerkracht en IB’er. Mededeling op reguliere vergadering  Evaluatie/Verlenging na 3 maanden ja/nee

Hoe verloopt de communicatie met de ouders De informatie van de ouders is van groot belang. Als de ouders merken dat hun kind sneller is qua ontwikkeling dan een gemiddeld ander kind, wanneer er een IQ test is afgenomen enz. dan is het belangrijk om dit met de leerkracht te bespreken op het moment dat het kind op school gaat starten. Wanneer de ouders merken tijdens de schoolloopbaan dat hun kind meer aan kan, kan dit gecommuniceerd worden bij de luistergesprekken of de reguliere oudergesprekken. Wanneer en kind genomineerd wordt voor de Groene plusgroep wordt er ook een gesprek met de ouders gearrangeerd. Ook nadat het kind wordt toegelaten tot de Groene plusgroep worden de ouders op de hoogte gehouden van de voortgang.


De missie van de school

Recommend Documents