Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden en ‘t Bildt zondag 24 maart 2013 6e zondag van de 40-dagentijd, Palmpasen belijdenis van Anna Willemina Jansen en Karin Kikstra-van Dijk en met welkom als vriend Boukje Hiemstra-Bakker Organist: Gerben Bergstra; voorgangers: Tjitske Hiemstra en Roelof Akse ‘Maak het los …’ * Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet * Zingen
Projectlied 5 en 6 Dit is de weg van willens en wetens. Wie in de weg loopt, zet ik opzij. Ik wil de baas zijn. Houd me niet tegen. Ik voel me sterk en vrij! X X X Refrein Hand op je schouder, hand op je schouder, kijk in het rond en om en om! Hand op je schouder, hand op je schouder, totdat je hoort: - Keer om! X X X Dit is de weg van intocht en uittocht: Jeruzalem! Eind van de reis. Daar op een ezel komt onze koning. Gaat hij naar zijn paleis? X X X Refrein
* Gesprek met de kinderen over de projecttafel * Zingen
Tussentijds 61: 1- 4
Klim in de hoogste bomen … Vertel op alle wegen, dat Hij in aantocht is. Hij brengt ons heil en zegen, geen vijand houdt Hem tegen, geen macht die sterker is. 2x Vlag met de groene twijgen en maak voor Hem ruim baan! Wij, die naar de vrede hijgen, wij kunnen niet meer zwijgen: Zijn koninkrijk breekt aan! 2x Gooi nu maar opgetogen de mantels op de grond: Hosanna in de hoge! Wij maken erebogen: Gezegend Hij die komt! 2x
Tijdens ‘t zingen steken kinderen het lantaarntje aan, met dit licht gaan ze naar het gemeentecentrum.
* Gebed * Bijbellezing Lucas 19: 28 t.m. 41 ‘Intocht in Jeruzalem’ (NBV) door Jelle Waringa Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem. Toen hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde hij twee van de leerlingen vooruit en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?” moeten jullie antwoorden: “De Heer heeft het nodig.”’ De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies zoals Jezus had gezegd. Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: ‘Waarom maken jullie het los?’ Ze antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’ Daarna brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten. Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor hem op de grond uit. Toen hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hadden gezien. Ze riepen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ Enkele farizeeën in de menigte zeiden tegen Jezus: ‘Meester, berisp uw leerlingen.’ Maar hij antwoordde: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen.’ Toen hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over het lot van de stad. * Zingen
Lied 120: 1 en 4
Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Heft op uw hoofden, poorten wijd! Elk hart zij Hem ter woon bereid! De palmen van uw eerbied spreidt de weg langs, die uw Koning rijdt. Hij komt tot u met troost en vreê en brengt u heil en liefde mee. Geprezen zij de Heer, Hij geeft u 't leven weer!
* Uitleg en vermaning, gevolgd door orgelspel Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over ’t lot van de stad. Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu.’ (Lucas 19: 41,42)
Zusters en broeders, gemeente met een levende Heer! Twee van zijn leerlingen worden vooruit gestuurd, toen ze de olijfberg naderden. ‘Ga dan op weg, laat hoop en verwachting je leiden’. Deze leerlingen hebben een naam, ze hebben vandaag een naam: Anna en Karin worden er op uit gestuurd. Blijkbaar hebben jullie een stem gehoord… ’Aangeraakt door de Eeuwige’. ‘Ga dan op weg, ontmoet op je reis medemensen’. Het evangelie is niet een historisch boek, dat zich laat lezen als een archeologie van Palestina. In dat laag voor laag opgraven en aanschouwen is wetenschappelijke afstand. Het evangelie is een levensverhaal, die zich laat horen als een hedendaagse ontvouwing over de weg van Jezus, over de Namen van God en de roepstem van de Heilige Geest. Door die geest van alle tijden en alle plaatsen wordt afstand overbrugd tussen Jeruzalem en Leeuwarden, tussen Betanië en ’t Bildt. Jullie worden er op uit gestuurd om los te maken. Losmaken is volgens mij het belangrijkste werkwoord in dit gelezen gedeelte; bij Lucas gaat ’t om het losmaken van een ezelsveulen. Geen koninklijk paard, want in dit dienende koningschap van Jezus gaat het andersom: Shalom voert de boventoon. Komen zal een koninkrijk van recht en vrede. Bij deze feestelijke intrede in Jeruzalem zien we een glimp van dat andere koninkrijk. Hemelse vrede op aarde ontstaat niet zomaar. Om te ontvangen …. moet er eerst losgemaakt worden. Twee leerlingen worden vooruitgestuurd: Karin en Anna, ‘gean mar op wei, lit troch twifel it sicht net ferbline’. Bij stormweer spoelt van alles aan bij Westhoek en Zwarte Haan. Aangespoeld, waardeloos hout is verwerkt tot een kruis, die hier aanstaande vrijdag en zondag is te zien. Vanmorgen, met Palmpasen, is er aangespoeld touw verwerkt in deze liturgische bloemschikking. Na stormen van twijfel en zorgen spoelen deze - in de war verstrengelde draden - aan. In je naakte bestaan ervaar je: ‘hier is geen touw aan vast te knopen’. Verkleumd lig je, aangespoeld, onder aan de dijk. ‘k sit in ‘e tiis, ’t maalt my; Je levensdraad zit in de war, bijvoorbeeld omdat er een diep verdriet is. Je bent iets wezenlijk van jezelf verloren … of - je bent in het leven iemand kwijtgeraakt. Of je bent meegevoerd in maalstromen van drukte. In het voortdurende onderweg zijn vergeet je wat thuiskomen betekent. In ‘e tiis! In de war, onder de oppervlakte. Omdat al die vragen die bovenkomen, verstandelijk teruggedrukt worden naar inkapselende dieptes van je nieren en van je lever. Wanneer mensen vragen: ‘hoe gaat ‘t’? Zeg je: ‘goed!! Of ‘’t koe minder.’ Werkelijk de ander ontmoeten vraagt om geduld én trouw en een hand op je schouder die zegt: ‘wat ben ik blij dat ik je zie … heb je tijd’? Jezus huilt over ’t lot van Jeruzalem; en hoewel president Obama hartelijk werd ontvangen door zonen van Izaäk en Ismaël, verschuift het Midden-Oosten vredesproces geen centimeter. Zijn denkbeeldige muilezel staat met kettingen van angst, macht en voor-oordelen, vastgebonden bij de klaagmuur. Shalom voor de stad blijft verborgen, omdat allerlei draden van belangen en generatieslang-conflicten het uitzicht vertroebelen en toedekken. De witte hyacint, als een bloem die naar vrede verlangt, is vaag zichtbaar. Wanhoop, verwarring….; Jezus weent, deze barmhartige koning is als een profeet begaan met het lot van de stad,.. met het lot van haar inwoners. Compassie! Zijn levensweg, komende week, langs voetwassing, Getsemané en Golgota is voor ons onnavolgbaar. In gemeenschap en stilte kunnen we de lagen verkennen van breken en delen, van wakend bidden én eenzaam lijden.
Op die eerste dag, volgende week, vieren we zijn opstanding. Losgemaakt van de duisternis. Levenslicht wat verborgen was, onthuld. Maak het los! Wil je in je leven witte bloemen van vrede ontdekken; wil je af van dat juk … ’ja maar’! Luister zo dadelijk, als aanmoediging, als een vreugdevolle windvlaag in je rug, naar de verhalen van Boukje, Anna en Karin. Wanneer je aandachtig luistert, zullen heus niet alle losse eindjes verdwijnen. Wel klinkt er hoop en verwachting, dat zij niet alleen zijn gegaan. Door een hand, of in de wind hebben ze een stem van God gehoord; ze hebben ervaren dat de Eeuwige boven, naast en onder hen is. Hij zal niet loslaten, wat zijn handen zijn begonnen. Hij zal losmaken! * Open ruimte; inleiding op de belijdenissen, * Zingen
Lied 341: 1
Gij hebt uw woord gegeven nog voor ik U iets vroeg
* Motivatie voor vriend worden van Boukje Hiemstra * Zingen
Psalm 84: 4
Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort
Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort. Hun lied weerklinkt van oord tot oord, tot zij Jeruzalem betreden, waar alle pelgrims binnengaan om voor Gods aangezicht te staan. Aanvaard, o HEER, ook mijn gebeden. Verhoor mij, God van Israël, die alles leidt naar uw bestel.
* Belijdenis van Anna Jansen * Zingen
Lied 487: 1 en 3
De Heer heeft mij gezien en onverwacht
De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen. Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht, gaf mij een levend hart en nieuwe ogen. Zo komt Hij steeds met stille overmacht en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen.
Gij geeft het uw beminden in de slaap, Gij zaait uw naam in onze diepste dromen, Gij hebt ons zelf ontvankelijk gemaakt zoals de regen neerdaalt in de bomen, zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat, zo zult Gij uw beminden overkomen.
* Belijdenis van Karin Kikstra * We luisteren naar een lied van Trijntje Oosterhuis: ‘Ken je mij?’ (geïnspireerd door Ps.139) * Vragen aan de nieuwe leden van Doopgezinde Gemeente Leeuwarden en ’t Bildt: Anna Jansen en Karin Kikstra, jullie staan hier temidden van mensen, die samen gemeente willen zijn en Jezus Christus willen navolgen. In jullie belijdenis geef je te kennen dat jullie je thuis voelen bij de manier, waarop wij Gods verbond met mensen en de wereld gestalte proberen te geven; een ieder op unieke wijze en naar eigen mogelijkheden. Jullie ervaren dat samen geloven mensen moed en kracht geeft; jullie zien dat geloven mensen héél kan maken en vertrouwen geeft in toekomst. In dit geloof wil je je gekend en verbonden weten met je zusters en broeders in deze beide gemeenten; die geloven in een liefdevolle God, die mensen tot gemeenschap roept om te leven door- en vanuit de Heilige Geest. Namens alle zusters en broeders wil ik jullie vragen of jullie je eigen geloof willen invoegen in het geloof van deze gemeenten, om elkaar wederzijds te verrijken. En ik vraag jullie, beloven jullie trouw en saamhorig te zijn als leden van deze gemeente van Christus en dat jullie samen met anderen dienstbaar zijn aan de wereld waarin je leeft. Anna Jansen, wat is hierop jouw antwoord? Karin Kikstra-van Dijk, wat is hierop jouw antwoord? Ik vraag u allen of u uw geloof opnieuw wilt bevestigen ten opzichte van God, van elkaar en van deze zusters, die vandaag toetreden tot onze gemeente, of van Leeuwarden, of van ’t Bildt. En ik vraag u allen om hardop te bevestigen dat u Anna Jansen en Karin Kikstra als zusters in uw midden wilt opnemen en met hen de blijdschap van het geloof wilt delen. Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden en Doopsgezinde Gemeente ‘t Bildt, wat is daarop jullie antwoord? Gebed om de Heilige Geest, eindigend met het zingen van lied 456: 2 Stort, op onze bede, in hun hart uw vrede, en vervul hen met de kracht van uw Geest bij dag en nacht. * Toespraak – tekst - doop
* Lied 341: 2 en 3 (staande) Nu ik U heb gegeven mijn woord op deze dag, geef dat met heel mijn leven ik daarvoor instaan mag, dat ik het in mijn daden waarmaak aan iedereen. Maak zichtbaar uw genade door mij en om mij heen.
God, die uw woord gegeven, uw Zoon gezonden hebt en naar zijn beeld het leven van wie U kent herschept, wees door uw Geest met allen die hebben ja gezegd, dat zij die staan niet vallen. Maak Gij ons trouw en echt.
* Woord van welkom vanuit de gemeente Leeuwarden en ‘t Bildt * Zingen
Doopsgezinde bundel, lied 289: 1 Ik voel de winden Gods vandaag … Ik voel de winden Gods vandaag. Vandaag hijs ik het zeil. Gehavend is 't en zwaar van schuim maar 'k hijs 't en hoop op heil Want Christus zelf als stille gast reist in mijn scheepje mee. Op zijn bevel durf 'k uit te gaan op wilde hoge zee.
* Dank- en voorbeden, stil gebed – gezongen Onze Vader (allen) (vrouwen) (mannen) (vrouwen) (allen)
Onze Vader, onze Vader, ging Jouw Naam , maar in het rond Als een lopend vuur van liefde, morgenlicht en warmtebron Werd Jouw Rijk van recht en vrede door de mensen maar aanvaard, Dan werd zelfs de wreedste natie tot een hemel hier op aard. Laat niet af van deze wereld; geef het brood van alledag, Dat wij delen met elkander zonder baat of winstbejag. Wees genadig en vergevend, zoals wij dat willen zijn. Maar vernietig al wat kwaad is. Onze Vader, maak ons vrij. Want door wie bestaat de aarde en de hoop op haar behoud? Door wie anders, onze Vader, door wie anders dan door Jou.
* Collecte voor AKC vrijplaatsenfonds De AKC wil elke jongere die dat wil de kans geven om mee te gaan met een AKC-kamp. Niet iedereen heeft daarvoor voldoende geld. Daarom is het vrijplaatsenfonds in het leven geroepen. Elk jaar wordt daar gebruik van gemaakt. Om het fonds te voeden is de collecte een belangrijke inkomstenbron. Informatie: http://www.akc.doopsgezind.nl/pages/vrijplaats.php * Binnenkomst van alle kinderen met Palmpaasstokken, we zingen: Palm-, Palmpasen, ei koer ei, over ene zondag dan krijgen wij een ei, één ei is geen ei, twee ei is een half ei, drie ei is een Paasei.
* Zingen
Slotlied ‘Gean mar op wei’, meldij liet 434, mei tekst fan Jan Wouda Gean mar op wei, op dyn reis silsto minsken begroetsje. Yn harren need sizze eagen ‘wy wolle dy moetsje’. Stean dan al ré, goedens, sa wiid as de sé, mei út dyn hert harren noedzje.
Gean mar op wei en lit hoop en ferwachting dy liede, ek al sil pine’en fertriet fan in minske net skiede. Sit net yn noed, gean, want de Geast jout dy moed, sil dy mei blidens tariede.
Gean mar op wei, lit de twifels it sicht net ferbline. Mei troch dyn wêzen Gods Ljocht op dyn antlit ferskine: dan jout men moed, en yn it libben fan hjoed kin men de krêften wer fine. * Wegzending en zegen, ten slotte allen zingend:
Diensten komende week Witte Donderdag 28 maart om 19.30 uur: Goede Vrijdag 29 maart om 19.30 uur:
Pasen 31 maart om 9.00 uur: om 10.15 uur:
Avondmaal met als thema ‘Voetwassing’ n.a.v. wijkbijeenkomsten o.l.v. ds. Tjitske Hiemstra Goede Vrijdagviering rond het kruis o.l.v. ds. Tjitske Hiemstra met zang van Schola Cantorum Mistúra. Zij zingen Die sieben Wörte Christi am Kreuz van C. Franck. Paasontbijt (daarvoor moet u zich opgeven) Paasdienst o.l.v. Roelof Akse
Ken je mij? - Trijntje Oosterhuis Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik? Ogen die door de zon heen kijken Zoekend naar de plek waar ik woon Ben jij beeldspraak voor iemand die aardig is, of onmetelijk ver, die niet staat en niet valt en niet voelt als ik, niet koud en hooghartig Hier is de plek waar ik woon Een stoel op het water, Een raam waarlangs het opklarend weer Of het vallende duister voorbij vaart Heb je geroepen? Hier ben ik Ik zou een woord willen spreken Dat waar en van mij is Dat draagt wie ik ben, dat het houdt, Ik zou een woord willen spreken Dat rechtop staat als mens die mij aankijkt en zegt Ik ben jouw zuiverste zelf, Vrees niet, versta mij, ik ben, ik ben Ben jij de enige voor wiens ogen Niet is verborgen van mijn naaktheid Kan jij het hebben, Als niemand anders, Dat ik geen licht geef, niet warm ben, Dat ik niet mooi ben, niet veel Dat geen bron ontspringt in mijn diepte Dat ik alleen dit gezicht heb, geen ander. Ben ik door jou, zonder schaamte, gezien, genomen, door niemand minder? Zou dat niet veel teveel waar zijn? Zou dat niet veel teveel waar zijn