Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden Zondag, 6 februari 2010
Thema: “Mondigheid”
Kenmerkend uitgangspunt van doopsgezinden nr. 2 Mondigheid. Door samen te luisteren naar en te spreken over de Bijbelse verkondiging verdiepen wij ons geloofsleven. Zo vormen wij als kring van gelovigen een Gemeente. Het gebouw noemen we kerk of vermaning. Voorganger: ds. Tjitske Hiemstra Organist: Gerben Bergstra * Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet * Lied: “Goedemorgen, welkom allemaal” Goedemorgen welkom allemaal, ik met mijn en jij met jouw verhaal, lachen, huilen, vrolijkheid en pijn, alles mag er zijn!
God, ik vraag Je, kom in onze kring. Wees erbij wanneer ik bid en zing. Ik met mijn en Jij met Jouw verhaal verteld in mensentaal.
* Gesprek met de kinderen * Lied “Eigen wijs, eigen weg” * In Memoriam zr. Hieke de Jong-Hoekstra * Gebed * Lied 13 uit de Iona-bundel in Engels, Ned. en Frysk (neem mij aan zoals ik ben) * Menno Simons (1496 – 31 jan. 1561) “Hij prentte ze in dat ze mondig waren en zelf de bijbel ter hand konden nemen” * Lied “Menno fûgelfrij” * Mozes (Mandela) (Exodus 4: 10, 12 – 15) “Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen” * Psalm 14: 1,3 en 4: De Heer is mijn Herder! * Maria en Maria’s zoon (Lucas 4: 18-22) “allen verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden..” * Lied 247: 1 en 2 “Hij opent ons de mond en schenkt ons aan elkaar”. * Mensen van de weg (Mennisten) (Hand. 2: 41,42) “Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen,
vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.” * Orgelspel * Open Ruimte * Voorbeden - stil gebed - Onze Vader (NBV) (zie voor of achter in uw liedboek) * Collecte voor ADS Jubileumviering * Slotlied “Wat de toekomst brengen moge” (nieuwe tekst op oude melodie van lied 293) Wat de toekomst brengen moge, ons geleidt des Heren hand; Moedig slaan wij dus de ogen naar het onbekende land. Elke dag, ’t zij goed’ of kwade, komt de Heer ons tegemoet, en zijn leeftocht van genade is ons voor de reis genoeg.
Wat de toekomst brengen moge, wij zijn met elkaar op weg. Hij heeft ons als reisgenoten aan elkander toegezegd. Niemand zal alleen meer reizen, mensen wenken met de hand om elkaar de weg te wijzen naar het onbekende land.
* Zegenbede ..Hear, wy freegje no, Jo seine op ús wei Hear, wy freegje Jo, wês mei ús eltse dei …Amen
*******
Gemeente van Menisten; die Menno volgen in het navolgen van Christus. Vandaag een preek in 4 delen met tussenzangen om het onderwerp mondigheid van verschillende kanten aan de orde te laten komen. Via Menno, Mozes, Maria en haar Zoon komen we weer uit bij de Menisten. Menno werkte 12 jaar bij de kerk, eerst als vicaris van Pingjum, later als pastoor van Witmarsum. Een half jaar na de val van Munster en het Oldeklooster als Menno net 40 jaar is durft hij de pastorie te verlaten. In die 12 jaar maakt Menno een hele innerlijke strijd en ontwikkeling door. Eerst komt de twijfel op of het brood en wijn van de mis wel echt vlees en bloed des Heren zijn. Hij gaat dan het Nieuwe Testament bestuderen. Hij schrijft “Al spoedig zag ik in dat wij bedrogen waren. En mijn geweten dat over het brood van de mis verontrust was, werd al spoedig zonder enige aanwijzing (van theologische geschriften) van alle twijfel bevrijd”. Dit was de eerste stap.. “Daarna gebeurde het, dat een godvruchtige, vrome held, Sikke Snijder genaamd, te Leeuwarden onthoofd werd, omdat hij zich opnieuw had laten dopen. Het klonk mij zeer wonderlijk in mijn oren, dat men van een andere doop sprak. Ik onderzocht vlijtig de Schrift en overdacht ze ernstig, maar de kinderdoop vond ik nergens vermeld.” (dit is 5 jaar voor Menno’s overgang)
Tegen de kinderdoop brengt hij o.a. in: Het geschiedt aan onmondige kinderen, zij weten nog van niets, zijn niet in staat zich te bekeren en daardoor te vernieuwen. In de loop van 1535 bekritiseert Menno openlijk zowel de Kerk (met mis en kinderdoop) als het geweld van de Munstersen. Menno wil zijn leer en leven voortaan uitsluitend funderen op Christus’ leer en leven zelf. Op zondag 30 januari 1536 verlaat hij de veilige pastorie. Van geëerd voorganger wordt hij een verafschuwde ketter, maar innerlijk vind hij vrede en vrijheid. In het kader van ons thema ‘mondigheid’ gaat Menno ons voor in een letterlijk Bijbellezen. Menno is mondig, gelooft in zijn eigen manier van lezen en vertrouwt op zijn eigen geweten. De bijbel wordt zijn basis, zijn laatste criterium en is de oorsprong van zijn oorspronkelijkheid. Daarom wil Menno principieel geen beslissende instantie over de vragen van het geloof en de problemen, waarvoor het geweten komt te staan, dan alleen die bijbel. Steeds verwijst hij de mensen daarnaar terug. Hij prentte ze in dat ze mondig waren en zelf de bijbel ter hand konden nemen. Was het naïef van Menno om te denken dat ieder, zoals hij, zelfstandig de bijbel kan lezen? Was het zijn grote angst voor nieuwe leerstellingen of dogma’s? Waarschijnlijk wilde hij zijn langzaam gegroeid vertrouwen op de bijbel direct doorgeven aan de gemeente; die hem zeer lief was. In plaats van het nalopen van een leider, leerstellingen of dogma’s wees Menno op de eigen mondigheid, het zelf bestuderen van de bijbel, kortom ruimte en vrijheid! We zingen over Menno: Fugelfrij, zo vrij als een vogel is de mens, die zich loszingt van de banden die hem binden, maar ook vogelvrij, want ze weten je te vinden, als je breekt met het verleden, met je achtergrond.
* Mozes (Mandela) (Exodus 4: 10, 12 – 15) “Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen” Mondigheid… maar wat moet je dan zeggen? Gaat dat spreken zomaar?? Mondig ben je formeel als 18-jarige: je mag stemmen, je rijbewijs halen en via doop op belijdenis toetreden tot de gemeente. Maar werkelijk mondig zijn en écht wat te zeggen hebben; dat heeft meer te maken met levenservaring dan met kalenderleeftijd. Menno heeft jarenlang getwijfeld voor hij de veilige pastorie verliet en kon toen de Menisten hun vreedzame richting wijzen. Mandela werd pas na 27 jaar gevangenschap, leider van Zuid-Afrika en sprak een beslissende stem in de anti-apartheid. Mozes lag ooit compleet onmondig in een biezen mandje… Mondig geworden doodt hij een Egyptenaar en vlucht de woestijn in. Na jaren schapen hoedden voelt Mozes zich vol tegenzin geroepen om terug te gaan om zijn volk te bevrijden. Als laatste zegt hij ‘ik ben geen goed spreker en dat is altijd al zo geweest’ Bij de schapen hoefde Mozes niet te spreken; alleen wel goed opletten, waar loert het gevaar, waar dwaalt een schaap af, waar is voldoende water en voedsel.
In de stilte van de woestijn heeft Mozes leren kijken, horen, ruiken en voelen. Met name Gods aanwezigheid was voelbaar in die overweldigende natuur; men noemt de natuur wel het Eerste Testament, waar het Goddelijke onvermijdelijk aanwezig is. “Mozes spreekt met God als met een vriend”, wordt later van hem gezegd… Vanuit dit mysterie leert Mozes Gods Naam kennen als “Ik zal er zijn”, Mozes durft het uiteindelijk aan…en zijn broer Aaron gaat als tastbaar teken mee! “Ik zal bij jullie zijn, als je moet spreken en jullie ingeven wat je moet doen” Anders gezegd: “Ga maar, dan ga ik met je mee” Het lied “De Heer is mijn Herder” van David geeft woorden aan dat geloofsvertrouwen, lijkt me! Juist deze psalm komt het meest voor bij de rouwadvertenties van deze tijd; omdat deze aloude woorden mensen rust geven en kracht om op weg te gaan en te dúrven spreken. * Maria en Maria’s zoon (Lucas 4: 18-22) “allen verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond vloeiden..” Maria zong haar Magnificat, toen ze haar nicht Elizabeth ontmoette, allebei zwanger. Mijn ziel prijst en looft de Heer….wereldwijd wordt het nog steeds gezongen… Evenals het Ave Maria… Donderdag hebben we dit lied bij de meditatiegroep gelezen en meditatief geschilderd aan de hand van 2 woorden uit het Magnificat…ik koos hart en kracht…uitstraling.. In hoe vele landen geeft deze mondige moeder Maria nog steeds velen moed, kracht, durf, vertrouwen. (dwaze moeders in Argentinië) En dan haar zoon: Jezus wordt rond zijn 30ste gedoopt - “Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik Vreugde”- en dan eerst nog de woestijn in, waar de duivel hem op de proef stelde! Blijf je bij die weg van God, die jij als jouw eigen weg en wijs ziet, of kan ik je verleiden? Pas na die proef op de som komt zijn eerste preek, na de stilte komen die eerste woorden .…en vertelt hij van Gods Geest die op of in hem is .. Vandaag is het zover, zegt hij: laten we het doen; armen het goede nieuws brengen, gevangenen en onderdrukten bevrijden, blinden nieuw (in)zicht geven.. En allen verwonderen zich over de woorden die hij spreekt… Bij Matteus zegt Jezus tegen ons : Jullie zijn het zout van de aarde, Jullie zijn het licht in de wereld Jezus is met recht een MONDIG mens; die zegt wat hij doet en doet wat hij zegt… Van binnenuit zingt Maria, van binnenuit spreekt Jezus… vol van Gods Geest… En dat werkt enorm aanstekelijk…revolutionair, bevrijdend etc… We zingen ervan… * Mensen van de weg (Mennisten) (Hand. 2: 41,42) “Ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.” Jezus’ zegenende woorden en daden zijn ook na zijn gewelddadige dood nooit verloren gegaan. Ze stonden op en herleefden in de mensen van de weg. Na Petrus’ pinksterpreek lieten 3000 zich dopen. Tijd voor een belijdenis schrijven was er niet. Ze geloofden in een nieuw leven, in vergeving en in het geschenk van Gods Geest. 2000 jaar later vormen wij hier een Meniste gemeenschap van Christus, lezen uit de bijbel, breken het brood, bidden samen en zingen, want zingen is dubbel bidden, zei Augustinus. Maar waar is de vurigheid van die eerste mensen van de weg?
De beelden van het plein in Cairo laten ons gedreven mensen zien in vuur en vlam. En het is heel spannend hoe het proces naar meer democratie zal gaan. Vuur is aanstekelijk, reinigend, verwarmend, maar kan ook verwoesten. Het is hopen en bidden dat de democratische krachten zullen winnen. De vurigheid van Munster was verwoestend, de gedrevenheid van Menno was samenbindend en richtinggevend en vanuit zijn eigen gemis aan mondigheid prentte hij de mensen in om zélf de bijbel ter hand te nemen, zélf te lezen, zélf na te denken en tot een keuze te komen. Waar is die mondigheid van de eerste Menisten gebleven? Zelf de bijbel ter hand nemen en lezen?? Op internet bij Biblia kun je nu ook de bijbel in het Frysk lezen; oude + nieuwe vertaling! Maar velen vinden het een moeilijk boek… en er zijn zoveel spirituele boeken en bronnen. Dat eerste enthousiasme van de mensen van de weg, die dagelijks samenkwamen is er niet meer. Dat eerste enthousiasme van de Menisten, die heel duidelijk hun eigen weg kozen, hun leven daarvoor waagden, vogelvrij verklaard, dat is er ook niet meer. Maar niet alles is verdwenen…de rijke erfenis blijft en daar gaan we heel bewust mee verder, altijd zoekend naar nieuwe wegen, passend bij het veranderende tijdsbeeld. We luisteren naar en spreken over de Bijbel tijdens een heel aantal kringen: Bijbelkring, collegianten, broederkring, zusterkring, oriëntatiekring, menistentafel, dertigers, jeugdgroep, keien, kiezels. Daarnaast zoeken we nieuwe vormen, aansluitend bij het verlangen naar stilte en onthaasting, naar spiritualiteit en innerlijkheid, bezinning en bezieling. Hoe goed is het om ook in stilte Bijbelteksten tot je te nemen en in je binnenste tot leven te laten komen. Aan de hand van die tekst van binnenuit kijk je verwonderd met nieuwe ogen naar je leven; een nieuwe mondigheid ontstaat, sprekend vanuit doorleefde ervaring. Deze diversiteit van studie en gesprek, meditatie en inzet-metterdaad voor aanloophuis, voedselbank en diaconale hulp geeft voldoende basis aan onze gemeente, waar mensen bewust kunnen toetreden. (Blijven vragen als: Hoe vinden ze ons? Gaan wij naar buiten?) Wie gister volmondig heeft meegezongen met de korendag kon ervaren dat nog elke dag, die Geest van het begin waait en op eigen wijze een eigen weg gaat, maar niet zonder ons. Dat dat zo mag zijn.