Doopsgezinde Gemeente Leeuwarden Broederschapszondag, 3 oktober 2010 met gastgemeente “Lytse Streek” Thema “Heer
ontferm U over ons”
Voorgangers: ds. Tjitske Hiemstra en kunstenares Eveline van der Pas Organist: Gerben Bergstra Anoize: Willem en Durkje Wouda, Greetje van der Es, Everdien van der Hel, Elise Sleven, Ruud Leerink, Harmen Ament * Mededelingen en aansteken van de kaars * Bemoediging en groet * Iona-lied 44 “Neem de plaats, de ruimte en de tijd”
1. met muziek 2. Neem de tijd en noem me bij de naam. Neem de tijd, maak heel wie ik ben en wat ik was, wat mijn ziel verdeelt. 3. Neem de zwaarte van mijn hart, neem mijn diepe spijt. en raak met uw eenheid aan wat mijn aandacht splijt. 4. Neem het kleine kind in mij dat de groei niet waagt. Laat uw Zoon mijn baken zijn, help me recht te staan. 5. Neem mijn gaven, mijn talent, neem wat zich ontplooit, Neem mijn leven, maak het groot, dat ik word en ben.
* Inleiding op het thema door Tjitske 7 teksten in het NT vertellen van “met ontferming bewogen worden” o.a. Marcus 6: 34: “Jezus zag een grote schare en werd met ontferming over hen bewogen, omdat zij waren als schapen, die geen herder hebben en hij begon hen veel dingen te leren”. (NBG 1951) “Jezus zag een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig.” (NBV 2004)
“Jezus raakt diep bewogen over hen” (Naardense vert. 2007) * Gebed, beëindigd met lied 444: 3 “Heer ontferm U over ons” Heer, ontferm U over ons, open uwe Vaderarmen, stort uw zegen over ons, neem ons op in uw erbarmen. Eeuwig blijft uw trouw bestaan – laat ons niet verloren gaan. * Inleiding op het thema door Eveline * Lied “Wek mijn zachtheid weer” (Liturgische Gezangen II nr. 40) (1 Anoize, 2x allen) Wek mijn zachtheid weer: met muziek Geef mij terug de ogen van een kind. Dat ik zie wat is. En mij toevertrouw en het licht niet haat. * Sprookje Vondevogel van Grimm * Lied “Mothering God” (Wylde Goes, liet 19) a capella Couplet 1 en 2 door Anoize (Engels) en 3 door allen (Frysk)
1. Mothering God, you gave me birth in the bright morning of the world. Creator, Source of every breath, you are my rain, my wind, my sun (2x) 2. Mothering Christ, you took my form, offering me your food of light grain of life and grape of love your very body for my peace (2x)
3. Jo, Geast as Mem, Jo koest’rje my, hâld my yn earmen fol geduld, dat ik yn leauwe groeie mei, oant ik aanst bloei, oant ik ferstearn. (2x) (Kinderen naar eigen ruimte) * Overweging Eveline * Orgelspel * Open Ruimte
* De Noche (nr. 13 Taizé bundel door Anoize) De noche-iremos, de noche que para-encontrar la fuente, sólo la sed nos allumbra, sólo la sed nos alumbra. De nacht leit stil om ús hinne, wij langje nei libben wetter. Inkeld jo wurd is ús lampe, inkeld jo wurd is ús lampe. * Voorbeden afgewisseld met Kyrie eleison (Wylde Goes, liet 46) door Anoize Stil gebed Samen zingen we: “Onze Vader” uit “Geroepen om te zingen” 1. met muziek 2. Werd Jouw Rijk van recht en vrede door de mensen maar aanvaard, dan werd zelfs de wreedste natie tot een hemel hier op aard. (v) 3. Laat niet af van deze wereld; geef het brood van alledag, dat wij delen met elkander zonder baat of winstbejag. (m) 4. Wees genadig en vergevend, zoals wij dat willen zijn. Maar vernietig al wat kwaad is. Onze Vader, maak ons vrij. 5. Want door wie bestaat de aarde en de hoop op haar behoud? Door wie anders, onze Vader, door wie anders dan door Jou. * Alg. Doopsgezinde Soc. Broederschapscollecte voor de Oecumene * Slotlied: “Behoed en Bewaar Jij ons, lieve God” (Uit: Liederen ter bemoediging, 70 diaconale liederen, nr. 69) 1. Behoed en bewaar Jij ons, lieve God, Wijs Jij ons de goede wegen – Wil in de woestijn het manna zijn, ) omgeef Jij ons met jouw zegen. ) bis
met muziek
2. Behoed en bewaar Jij ons, lieve God, wees met ons in al het lijden. Wees warmte en licht, een menslijk gezicht ) nabij ons in donkere tijden ) bis 3. Behoed en bewaar Jij ons, lieve God en geef geloof en vertrouwen een vlam die niet dooft, in vrede gelooft. Geef dat wij daar zelf aan bouwen.
) )bis
4. Behoed en bewaar jij ons. Lieve God, omgeef jij ons met jouw zegen. Wil in de woestijn een bron voor ons zijn) en zet ons op nieuwe wegen ) bis * Zegenbede ..Hear, wy freegje no, Jo seine op ús wei Hear, wy freegje Jo, wês mei ús eltse dei …Amen
Na de dienst is er allereerst koffie, thee en limonade voor allen Van kwart voor 12 – kwart voor 1 zijn er 3 mogelijkheden om te doen: U kunt napraten met Eveline van der Pas en Tjitske Hiemstra over het thema van deze dienst en de tentoonstelling in de kerkenraads-kamer U kunt vilten in de gemeentezaal boven o.l.v. AnnaMarjan Bosma U kunt elfjes maken rond deze dienst in de kerk o.l.v. Afke Bruin Rond 13.00 uur is er voor degenen die zich opgegeven hebben een lunch met soep en brood Rond 13.30 sluiten we de dag af met het zingen van lied 31 uit de 2e Ionabundel “Opstaan”.
*******
Inleiding op het thema Tjitske Hiemstra Heer ontferm U over ons…. In psalm 103 staat…zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen…zo is God, Zo liefdevol als een vader/moeder is voor de kinderen, zo liefdevol is God voor ons (NBV) Toen we vroeger als baby huilden en moeder of vader zich over ons ontfermde, stopten wij met huilen….zo is God…..dat is één van de vele Godsbeelden die er zijn.. Ontfermen…. erbarmen…het zijn oude woorden, In het nieuwe testament staan er 7 teksten over ‘met ontferming bewogen worden’! Oa. Jezus die heel veel mensen ziet en met ontferming bewogen wordt..medelijden voelt…(NBV) omdat ze lijken op schapen die geen herder hebben.. Jezus gaat hen dan leren, o.a. door verhalen te vertellen, zoals Eveline ons straks een verhaal vertelt, wij noemen dat een sprookje…die verhalen van Jezus heten gelijkenissen.. zoals het verhaal van de Verloren Zoon, waarin de vader met ontferming bewogen wordt… het verhaal van Barmhartige Samaritaan…die met ontferming bewogen wordt, als hij de gewonde ziet liggen…hij kán gewoon niet voorbijgaan, maar helpt omdat het hem diep raakt Ontferming geeft een diepe emotie weer… Het raakt Jezus tot in zijn ingewanden; als hij al die mensen ziet en hoort…(vgl CDA congres) Hij helpt, leert, geneest, zegent, ga maar door… En wij??? Wanneer raken wij met ontferming bewogen?? Wat raakt óns diep…?? Bidden wij wel eens: Heer ontferm U over ons?? Heer ontferm U over mij? We zingen het misschien liever.. Kyrie eleison…wat betekent: Heer ontferm U over ons.. Wat doet zo’n gebed met je?? Heer ontferm u …
Laten we het eens samen biddend zeggen…..kinderen en ouderen… Ga daarvoor rechtop zitten op je stoel of strobaal…voeten naast elkaar…diep ademhalen.. Je mag je ogen er bij dicht doen om bij jezelf te blijven en samen zeggen we hardop.. Heer ontferm u over ons… Misschien struikelen sommigen over het woord Heer… Je kunt ook zeggen God, Eeuwige, Aanwezige..Bron, Liefde...Vader, Moeder, Herder Ontferm U… Wanneer bid je om ontferming?? Als we ons verloren voelen, ziek, gewond aan de kant van de weg? Verdwaald in het donker of als de computer weigert, de auto niet start? je roept dan “Help me”…in de hoop dat God en deskundige mensen het horen Totaal onmachtig kun je zijn vanwege ziekte of verdriet… Angstig omdat we niet meer weten…hoe verder? Die angst kan heel diep zijn… Dan kunnen we komen tot gebed … Heer ontferm U over ons… Een gebed dat onverwacht innerlijk rustig maakt … (en je ogen weer helder) Bidden om behoed en bewaard te worden, omringd door Gods vleugels, Laten we in deze bijzondere dienst dat heel vertrouwde 3e couplet zingen van lied 44 Heer ontferm U over ons, open Uwe Vaderarmen… Stort Uw zegen over ons, neem ons op in uw erbarmen…
*******
Inleiding Eveline van der Pas kinderen Wat zien jullie als je naar het centrale beeld kijkt? Takken op een spiegel in een elastische kring, door het rubber aan elkaar verbonden. waar doet het je aan denken? veilige kring, doordat het beschermd wordt van buiten naar binnen met de grote spijkers. We maken een kringetje... een ring..., soort haag, in een vijver....., een doornen kroon met dikke spijkers, een put, met een lichte bodem......., slot met gracht... en die takken samengeknoopt met... wat zijn dat? Maak het gebaar van de kring. soort omhelzing, ontferming.... Ik zal vertellen waarom ik dit zo heb gemaakt. Ik wist een jaar geleden, dat ik mocht exposeren in een doopsgezinde kerk in De Knipe, vlakbij Heerenveen. Ik wilde een heeele grooote doornen kroon maken, van vilt. Ik dacht na over het spanningsveld tussen spot en verheerlijking. Toen brak ik mijn arm en KON het niet maken. Een paar nachten gingen voorbij, waarin ik pijn had, ik moest een paar keer geopereerd. Overdag liep ik dan met de hond en mijn gipsen arm buiten, terwijl overal aan het
eind van de winter gesnoeid werd. Ik zag bèrgen takken. Vooral in de bek van de hond, die er manmoedig mee aan de loop ging. en ‘s nachts bedacht ik, dat de kroon van takken aaneengeknoopt tot een doornen kroon werden, Ik zag dit op een spiegel. Dan zit je er zelf ook bij. Dan ben je zelf eigenlijk ook in beeld........... En de doornen dan? Die maakte ik met die hele grote spijkers. niet aan de binnenkant, zoals die bij de doornenkroon van Jezus was, maar aan de buitenkant. Zo beschermt het iets wat in de kring zou kunnen zijn. Het houdt het gevaarlijke buiten. .................... Het kan natuurlijk ook andersom, dat zich iets akeligs verstopt in het midden. Het houdt dan het goede buiten. Het is dan heel stiekum, wat er binnenin gebeurt. dat zinnetje “Heer ontferm u over ons” kwam ‘s nachts in een slaap-waak-toestand steeds in mijn hoofd, als ik aan het beeld dacht. Ik wilde het niet naast me neerleggen. Ik ging er naar luisteren, wat dit kon betekenen. Ontferming.... Ik merkte toen, dat die grote takkenkroon op een spiegel er uit zou kunnen zien als een haag, een kringetje, een cirkel, waar je je beschermd in kunt voelen, of waar je zelf in meedoet. Dat vond ik een leuke gedachte. We maken een kringetje… In een kringetje ontferm je je eigenlijk allemaal tegelijk, je geeft elkaar de hand, je krijgt er ook een! Samen ben je veilig. Met elkaar in dat kringetje, alsof je elkaar beschermt, helpt als je je even alleen voelt of als je bang bent.. Op school maken jullie vaak een kringetje, toch? Dat is gezellig hè? Daar kan je je blij bij voelen, of sterk en groot met elkaar samen. Nou, het gaat dus over ontfermen...op een goede manier voor elkaar zorgen. Dat zie je in dit beeld terug, zien jullie dat ook? Als je dichterbij komt, zie je de hele kerkruimte verdubbeld in de spiegel, niet er op stappen hoor, maar je mag er best even inkijken… ‘s Nachts, nadenkend over het beeld wat ik ging maken met de takken en de spiegels en het “heer ontferm u over ons” kwam luid en duidelijk dit sprookje in mijn hoofd. Ik moést de titel opschrijven. Het heette Vondevogel. Dat sprookje had te maken met mijn beeld, maar ik wist niet meteen hoe. Ik wist wel, dat sprookjes je helpen om moedig te blijven in angstige, gevaarlijke of moeilijke situaties. Ik besloot te luisteren naar het idee dat ik iets met dit sprookje moest doen. Ik kon overdag ook niet zoveel met één arm, dus was het eigenlijk heel fijn, dat ik de tijd had om lekker over mijn beeld na te denken door goed naar mijn dromen te luisteren. Als je straks het sprookje hoort, zul je merken dat de kinderen uit het sprookje zichzelf steeds veranderen in iets anders. eerst in een haag en een roosje. Kun je je voorstellen dat er een roosje is in het midden van deze haag? Alsof het beschermd wordt. Ook veranderen ze zich in een kerk en een kroon, nou jaaaa!!! De kroon, in mijn beeld met de takken was het juist met een kroon begonnen. En als laatste een vijver met een eend.... dit is ook een beetje een vijver, de eend kan er op zwemmen. De kerk kan zich er in spiegelen, de roos kan er uit groeien. Let maar op hoe in het sprookje de twee kinderen zich kunnen veranderen, omdat ze elkaar niet in de steek laten. Ze zijn trouw aan elkaar en dat geeft ze de kracht om aan groot gevaar te ontkomen. De boze meid, die een oude heks blijkt te zijn.....
wat denken jullie? Zou die ouwe heks winnen??? Ik verklap het einde niet, maar toen ik het sprookje had gelezen dacht ik wel: Wat bijzonder,alle transformatiesymbolen, dus de betoveringen uit het sprookje, zitten in dit beeld! Wat zou het prachtig zijn, als we in ons volwassen leven nog steeds kunnen beschikken over de vindingrijkheid, zachtheid en openheid uit onze kindertijd. Onbevangen levend in het hier en nu, gevaren trotserend... wek mijn zachtheid (lied)
Vondevogel De gebroeders Grimm Er was eens een houtvester. Hij ging op jacht in het bos, en toen hij in het bos kwam,hoorde hij schreien als van een klein kind. Hij speurde waar het geschrei vandaan kwam, en eindelijk kwam hij bij een hoge boom, en daarin zat een kindje. De moeder was met het kind ingeslapen aan de voet van de boom; een roofvogel had het kind op haar schoot in ‘t oog gekregen, was erheen gevlogen, had het met zijn snavel opgepakt en bovenin een hoge boom gezet. De houtvester klom nu de boom in, haalde ‘t kindje naar beneden en dacht: "Ik neem de kleine mee naar huis en voed hem samen met Leentje op." Dus bracht hij het thuis, en de twee kinderen groeiden samen op. Het kind dat in de boom gevonden was, noemden ze Vondevogel. Vondevogel en Leentje hielden veel van elkaar, zoveel, dat, als de één de ander niet zag, zij verdriet hadden. Maar de houtvester had een oude keukenmeid. Op een avond nam ze twee emmers en begon water te putten. Dat deed ze niet eens, maar heel veel keer. Leentje zag dat en zei: "Oude Sanne, waarvoor haal je zoveel water?" en Sanne sprak "Als je ‘t aan geen mens zegt, dan wil ik het je wel vertellen." Toen zei Leentje: "nee" ze zou ‘t geen mens zeggen – en toen zei de keukenmeid: "Morgenvroeg, als de houtvester weer gaat jagen, dan kook ik al dat water; en als het ziedend is in de pan, dan gooi ik daar Vondevogel in en ga hem koken!" De volgende morgen, heel in de vroegte, stond de houtvester op en ging op jacht, toen hij weg was, lagen de kinderen nog in bed. Toen sprak Leentje tot Vondevogel: "Als je mij niet alleen laat, dan laat ik jou ook niet alleen." En Vondevogel zei: "Nooit ofte nimmer." Toen zei Leentje: "Ik wou alleen maar zeggen – oude Sanne sleepte gisteravond zoveel emmers water naar huis – toen vroeg ik, waarvoor ze dat deed – toen zei ze, als ik ‘t geen mens zeggen zou dan zou ze ‘t mij vertellen – ik zei: ik zal ‘t zeker aan niemand zeggen – toen zei ze: morgenvroeg, als vader ging jagen, dan wou ze een pan vol water koken, en jou er instoppen en jou koken! ......Laten we gauw opstaan, ons aankleden en samen weggaan." Dus stonden de twee kinderen op, kleedden zich snel aan en liepen weg. Toen het water ziedend aan ‘t koken was, ging de keukenmeid naar de slaapkamer, wou Vondevogel halen en in de pan doen. Maar toen ze de kamer binnenkwam, waren allebei de kinderen weg! Ze werd verschrikkelijk bang en prevelde in zichzelf: "Wat moet ik nu zeggen als de baas thuiskomt en ziet dat de kinderen allebei weg zijn? Gauw ze achterna, ze weer terughalen!" De keukenmeid zond hen drie knechts achterna, die moesten lopen wat ze lopen konden en de kinderen inhalen. Maar de kinderen zaten aan de rand van het bos en toen ze de drie knechts van verre zagen aankomen, zei Leentje tegen Vondevogel: "Als je mij niet alleen laat, dan laat ik jou ook niet alleen." En Vondevogel zei: "Nooit ofte nimmer!" Toen zei Leentje: "Verander jij je dan in een rozestruik en ik in ‘t roosje." Dus toen de drie knechts aan de rand van het bos kwamen, was er niets dan een rozestruik met een enkel roosje eraan en de kinderen waren nergens te zien. De knechts zeiden dus: "Dat is niks gedaan," en gingen weer naar huis. Ze zeiden tegen de keukenmeid: er was nergens iets te zien geweest, alleen de bosrand en ‘n rozestruik met ‘n roosje. Toen riep de keukenmeid woedend: "Ezelsveulens dat jullie zijn, je had die rozestruik in stukken moeten snijden en ‘t roosje
afplukken en thuisbrengen; ga het maar gauw halen, dadelijk!!! Onmiddellijk!!!" Ze moesten dus nog eens op pad en weer zoeken. Maar de kinderen zagen hen uit de verte al aankomen en Leentje zei: "Vondevogel, je laat me niet alleen, dan verlaat ik je ook niet." Vondevogel zei: "Nooit ofte nimmer!" En Leentje weer: "Verander jij je dan in een kerk en ik in de kroon die er hangt." Toen dus de drie knechts weer terugkwamen, was er niets dan een kerk met een luchter. Ze zeiden dus tegen elkaar: "Het is niets gedaan. Laten we maar weer naar huis gaan." Ze kwamen weer terug en de keukenmeid vroeg: "Hebben jullie nu alweer niets gevonden?" "Nee," zeiden ze; ze hadden alleen een kerk gezien en daar was een kroon in geweest. "Dwazen," riep de keukenmeid, “...had dan de kerk afgebroken en de kroon mee naar huis genomen!" En daarom ging zij er nu zelf op af, samen met de drie knechts de kinderen achterna. Maar de kinderen zagen de drie knechts van verre naderen en de keukenmeid schommelde er achteraan. En Leentje zei: "Vondevogel, laat je me niet alleen, dan laat ik jou ook niet alleen." En Vondevogel sprak: "Nooit ofte nimmer." Leentje zei: "Word jij dan een vijver, dan ben ik de eend die erin zwemt." Maar nu kwam de keukenmeid erbij, en toen ze de vijver zag, ging ze ervoor liggen en wilde hem helemaal opdrinken. Maar de eend kwam dadelijk aangezwommen, pakte haar met z’n snavel bij haar haar en trok haar ‘t water in: zo is de oude heks verdronken. De kinderen gingen samen naar huis en waren uitgelaten en blij, en als ze niet gestorven zijn, leven ze nog. EINDE
*******
PREEK Eveline van der Pas. Sprookjes vertellen archetypische waarheden. Het is, net als in de bijbel, niet geromantiseerd, rauw, met onverwachte wendingen. Deze kinderen zijn terecht wantrouwend tegenover de boze stiefmoeder. Ze beschermen elkaar en komen zo, dankzij hun trouw, zonder kleerscheuren de volwassenheid in. Ze zijn groot genoeg om in korte tijd zo te transformeren, dat de knechten ze niet herkennen. Ze weten precies wat ze nodig hebben en vinden dat door hun rijke fantasie, ze ontfermen zich over elkaar. Ze vertrouwen op hun eigen ingevingen, hun zuivere kinderziel, je zou ook kunnen zeggen, hun goddelijke vonk. Een jongen en een meisje, verbonden als in een huwelijk. Onvoorwaardelijk trouw en in die trouw zich aan elkaar durven toevertrouwen. Dit verbond, deze ontferming, zo vertelt het sprookje drie keer, zorgt er voor, dat de kinderen driemaal ontsnappen aan gevaar. Over de betekenis van de symboliek uit het sprookje is nog veel meer te zeggen. Onder andere dat de twee kinderen eigenlijk staan voor de twee kanten in je persoonlijkheid, die met elkaar verbonden zijn. Als een huwelijk met jezelf dus. De ene kant regelt de actie, het actief veranderen en bewerken van de situatie, de andere kant de overgave aan wat is, hier en nu. Je zou ook kunnen zeggen je mannelijke en vrouwelijke kant. Beide kanten zijn nodig in je persoonlijkheid, om je te blijven ontwikkelen. Als je een goed huwelijk hebt met jezelf, ben je niet alleen in staat je talenten te ontwikkelen, je bent ook in staat om van een ander mens te houden. Waarom wilde ik hier in deze kerk exposeren? Een kerk is voor mij een ruimte waar ik rustig kan zitten, even nadenken, alleen zijn met mijn mijmeringen. Reflectie. Naar binnen kijken. Hoe gaat het met mij. Dat vind ik heerlijk aan kerken. De mogelijkheid tot verdieping vanwege de letterlijke ruimte, die ik ook figuurlijk ervaar. Ik wil graag om die reden mijn werk maken speciaal voor zo’n soort ruimte.
Nu over deze kerk: De vorm van Doopsgezinde kerken is uit oogpunt van bescherming bedacht. Dat stamt uit de tijd dat de doopsgezinden vervolgd werden. De mannen zaten aan de buitenkant, de vrouwen en kinderen aan de binnenkant van de vierkante kerk. De mannen konden zich in nood Ontfermen dus, over het zwakkere, bij een aanval. . Dit hoorde ik pas woensdag, van de kerkmeester. Wat prachtig, niet? Ik noemde de behoefte aan reflectie. De mogelijkheid tot reflectie heb ik letterlijk vertaald in de spiegel. Je ziet jezelf in het beeld terug. Je bent je bewust van je eigen aanwezigheid. Als kunstenaar ben ik steeds op zoek naar schoonheid, letterlijk en figuurlijk, zuiverheid. Waarheid. Hoe ziet dat er uit? Hoe kan ik dat in beeld brengen? Hoe ziet de kern van schoonheid er uit? De twee banieren die met elkaar het begin van ons bestaan symboliseren, als het moment, waarop een cel zich splitst, of het moment dat twee cellen versmelten tot een nieuwe heelheid vol beloften. Maken we die beloften die in ons zijn waar? Daar kan ik nou zo heerlijk over mijmeren. Dat vind je terug in mijn werk. “Deus sive est”, “God oftewel natuur” schreef de filosoof Spinoza al in de 17e eeuw. Filosofische gedachten zijn tijdloos. Voor mij is dit waar. De natuur blijkt telkens opnieuw het onmogelijke mogelijk te maken. Mits wij mensen de natuur niet te veel misbruiken en ons waar nodig over moeder aarde ontfermen. Wij mensen kunnen niet leven zonder ontferming. Wij zijn zo gemaakt, dat we ons van nature als vanzelfsprekend ontfermen over onze hulpeloze pasgeboren kinderen. Een baby ligt in de armen van de moeder. Het krijgt een plaats in het gezin van de vader en moeder, het neemt de aangeboden voeding tot zich, het heeft steun nodig zolang het nog niet zelf kan zitten, lopen, praten, eten. Het geniet bescherming, zolang het kind nog niet zelf gevaren ziet. Het wordt voor de eigen veiligheid begrensd. Ook oogcontact, aanraking, aanmoediging zijn onontbeerlijk, voor een gezonde groei van een mensenkind. Als kind hebben we allemaal geleerd om op deze vanzelfsprekende manier over ons te laten ontfermen. Als we liefdevolle ouders hadden, betekent dit, dat we weten hoe het is om ons over te geven aan een ander mens en is ons vertrouwen in de ander niet beschadigd. We zijn tegemoet gekomen in wat we nodig hadden om ons verbonden te voelen, te groeien, gelukkig te zijn en volwassen te worden. In de volwassenheid ben je niet langer afhankelijk van deze behoeften om op te kunnen groeien. Je hebt geleerd je over jezelf te ontfermen en je eigen behoeften te lenigen. Je kunt dit nu in twee richtingen ervaren: Je kunt je ook over een ander mens ontfermen, waar de ander je nodig heeft. Kind of volwassene. Nodig hierbij is vertrouwen en veiligheid. Kinderen kunnen nog niet inschatten of een vertrouwenspersoon ook werkelijk te vertrouwen is. Er is nog geen gelijkheid. Het is essentieel, dat het vertrouwen van een kind niet wordt beschaamd. Kinderen zijn nog niet gelijkwaardig aan volwassenen. Kinderen verdienen liefdevolle ontferming. Binnen het goede huwelijk bestaat gelijkwaardige ontferming, over en weer. Als de gebreken komen met de jaren, kan het zijn dat je meer hulpbehoevend wordt. Iedere levensfase kent ontferming. Ik heb het geluk gehad, opgegroeid te zijn in een gezin, waar een aantal jaren mijn grootmoeder inwoonde. Deels verlamd, ze kon niet meer spreken. Een moedige keus van mijn moeder, om zich over mijn oma, haar moeder, te ontfermen. Daar ben ik haar nog dankbaar voor. Wij, vijf kinderen, genoten van haar, droegen een miniklein steentje bij in de ontferming door gezelligheid, haar eten en drinken brengen of bij haar tv kijken, eenzijdige gesprekje hebben, steeds vol respect en liefde naar oma, die het heerlijk vond. Wij genoten er ook van,
hoewel ik weet, dat het voor mama een stevige belasting was, het was meer dan de moeite waard. Prachtig, hoe we onze kinderen kunnen voorleven, wat we werkelijk belangrijk vinden ze mee te geven. In de open ruimte na het orgelspel krijgt u de gelegenheid te reageren op de kunst, de lezingen, de liederen, de thematiek.