UITGEBREIDE BESLUITENLIJST EXTRA OPENBARE VERGADERING Commissie Plaats Datum Aanvang/einde
: : : :
Algemene Zaken Purmersteenweg 42 te Purmerend, 3 juni 2009 20:00 22:33 uur
Voorzitter Gespreksleider Commissiegriffier Aanwezig
: : : :
Voorts
:
Verslaglegging
:
mevrouw K. Crom de heer W.B. van der Ham de heer E.C.A. Kaarsemaker de heer J.C.T. Adolfs (PvdA) de heer F. Alberts (PvdA) de heer R. Boontje (PvdA) de heer J.M. Lutz (PvdA) de heer J.J. Boskemper (VVD) mevrouw E.M. Roet (VVD) de heer E. Struijlaart (fr.ass. VVD) de heer H. Heida (LeefbaarPurmerend2001) mevrouw J. Miete (Leefbaar Purmerend 2001) mevrouw C. Sacco (Socialistische Partij) mevrouw W. Wolfswinkel (Socialistische Partij) de heer E. Bouman (CDA) de heer J. Duijker (fr.ass. CDA) de heer R. Duijker (CDA) de heer Th. Kalverboer (AOV) de heer G.J. Te Paske (AOV) de heer P.C. de Vroome (AOV) de heer E.C. Ankersmit(Stadspartij P 93) de heer R.J. Helm (Stadspartij P 93) de heer A.H. de Koning (fr.ass. GroenLinks) de heer C. Zandvoort (GroenLinks) de heer R. Sampimon (D66) mevrouw L.R. Bödeker (Lijst Bödeker) de heer R. Wiegel (fr.ass. Lijst Wiegel) de heer B. Daan, wethouder de heer J.Th. Engels, wethouder mevrouw M.C.G. Keijzer, wethouder (v.a. 20:15 uur) de heer J. Krieger, wethouder mevrouw J. Kamminga, griffier de heer A.H.G. Rientjes, concerncontroller nadere ambtelijke ondersteuning mevrouw B.M.M. Hoekstra
Agenda 1. Opening en mededelingen 2. Vaststelling van de agenda 3. Brief provincie van 7 mei 2009, verstuurd 19 mei 2009 4. Sluiting
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
De voorzitter opent de vergadering en heet allen van harte welkom.
1
2.
Vaststelling van de agenda
Op verzoek van mevrouw Roet (VVD) wordt de beantwoording van de technische vragen van de Stadspartij betrokken bij de behandeling. 3.
Brief provincie van 7 mei 2009, verstuurd 19 mei 2009
GroenLinks vindt dat als het collegevoorstel wordt gevolgd, de eigen stellingname wordt ondergraven. Er wordt dan getracht de problematiek van de Stadsverwarming op te lossen door te bezuinigen op een noodzakelijk voorzieningenniveau, door het verhogen van de lasten of het inperken van de gemeentelijke dienstverlening. De Purmerender moet bloeden voor een probleem waar hij part noch deel aan heeft. Het college geeft als mogelijkheid aan om het 'niet-meer-dan-anders' principe los te laten. Voor GroenLinks is dit onaanvaardbaar. Er zijn duizenden huishoudens naar Purmerend gehaald en aangesloten op de Stadsverwarming met de verzekering dat ze niet meer zouden betalen dan wanneer ze een cv-ketel zouden hebben. Dit principe loslaten, betekent dat de overheid onbetrouwbaar is. De Warmtewet regelt dat er door de NMa een maximum warmteprijs zal worden vastgesteld. GroenLinks wijst erop dat bij de behandeling van de Warmtewet in de Tweede Kamer het CDA stelde dat warmtebedrijven gemiddeld 250,-- per huishouden per jaar te veel berekenen, uitgaande van het 'niet-meer-dan-anders' principe. De wet regelt dat het te veel berekende tot januari 2007 moet worden terugbetaald aan de afnemers. Als Purmerend aan dit gemiddelde voldoet, dan zou er nog een extra last van zo'n 18 miljoen kunnen worden verwacht. GroenLinks vindt dat hulp van het Rijk nodig is om de problematiek op te lossen. De fractie vindt dat actief de belangen van Purmerend in Den Haag moeten worden behartigd en verwijst naar de uitspraak van minister Van der Hoeven tijdens de behandeling van de Warmtewet. De minister weigerde in te gaan op een verzoek van de PvdA-fractie om de gemeente Purmerend de helpende hand te bieden. Ze stelde dat Purmerend met de Stadsverwarming in de problemen is geraakt, omdat het aantal inwoners minder snel is gegroeid dan eerder voorzien. Gerekend was op 100.000 inwoners, terwijl er nu 60.000 mensen wonen. Zowel de bewering dat er bij de stichting van het warmtebedrijf rekening is gehouden met 100.000 inwoners als de weergave van het huidige inwoneraantal is onjuist. Daarmee vervalt ook de argumentatie van de minister naar de kamer. Deze uitspraak bewijst dat het noodzakelijk is om een document te maken waarin uiteen wordt gezet hoe de Stadsverwarming tot stand is gekomen, welke tegenvallers er zijn geweest en waarin de onrechtvaardigheden worden benoemd. Bij dit laatste kan worden gedacht aan de Regulerende energiebelasting (REB). GroenLinks pleit ervoor de kadernota voor dit moment te vergeten en alle energie te steken in het behartigen van de belangen van Purmerend in Den Haag. Er dient een gezamenlijke strategie te worden afgesproken en waar mogelijk kunnen de fracties hun politieke contacten gebruiken om in Den Haag het belang te onderstrepen. Het betoog van GroenLinks is mede uitgesproken namens de Lijst Bödeker. LeefbaarPurmerend2001 is het met GroenLinks eens dat de gemeente Purmerend zich aan haar principes moet houden, al wil de fractie haar verantwoordelijkheid niet ontlopen. De fractie vindt het te ver gaan om nu met oplossingen te komen. De fractie wil weten hoe e.e.a. zo heeft kunnen lopen. Hoe kan het dat de brief van Gedeputeerde Staten voor het college als een verrassing kwam? De fractie is nog niet toe aan kaders stellen om het probleem op te lossen. De SP proeft uit de stukken van het college dat iedereen schuld heeft, behalve het college zelf. De SP verwijst naar het gestelde door het college dat het 'niet-meer-dan-anders' principe dat geldt voor de berekening van de warmtetarieven nooit kan zijn bedoeld om de eigenaar van
2
het warmtebedrijf op te laten draaien voor de verliezen. De SP vindt dit arrogant. Wie draaien er dan wel op voor de verliezen? De gebruikers die zijn aangewezen op de Stadsverwarming? Hoe kan de gemeente het voorstel doen om de tarieven te verhogen tegen landelijke regelgeving in? De SP is het met LeefbaarPurmerend2001 eens dat de reactie van Gedeputeerde Staten inzake de Stadsverwarming te verwachten was. Volgens de SP staat de gemeente Purmerend aan de rand van de afgrond, terwijl er nog steeds prognoses worden gemaakt die gebakken lucht zijn. De SP proeft in de huidige opzet een flinke verhoging van de lokale lasten voor iedereen en daarbij nog eens een flinke verhoging van de Stadsverwarmingstarieven. Waarbij men zich ook nog eens niet aan de Warmtewet houdt. Hoe denkt het college 14 miljoen per jaar bij elkaar te krijgen, zonder de burgers uit te kleden? Wat voor lobby heeft de voormalige burgemeester destijds gevoerd in Den Haag? Waarom gaat de gemeente niet gelijk aan de slag met de lobby in Den Haag? Waarom wil het college de gemeente Purmerend geen gemeente met artikel 12-status laten worden? Het lijkt de SP gunstig voor de burgers ondanks de onvermijdelijke tariefsverhoging, maar dan wel eerlijk verdeeld en met schuldsanering. Waarom stelt het college de verkoop van de aandelen Nuon zo rooskleurig voor? Uit de beantwoording van de technische vragen van de Stadspartij maakt de SP op dat dit er toch niet zo rooskleurig uit ziet. Met welk geld en hoeveel geld heeft het college de leningen vervroegd betaald waardoor er een voordeel van 2,9 miljoen is ontvangen? Wethouder Engels antwoordt dat dit gebeurt op de manier waarop de gemeente allerlei zaken betaalt. Gedeeltelijk financiert de gemeente met geleend geld, omdat dit op dit moment gunstig is. De SP stelt dat dankzij financieel wanbeleid dit college doorgaat met het verkwanselen van het nutsbedrijf. Hoe het transitieprogramma er in september a.s. ook uit ziet, de schulden moeten worden opgelost. De schulden zullen steeds groter worden, want er moet flink worden geïnvesteerd in de infrastructuur, etc. De SP pleit ervoor niet te wachten tot september a.s. om in gesprek te gaan met de landelijke overheid om een oplossing te vinden. De SP wil nog niet spreken over een oplossing, maar wil weten hoe er voor kan worden gezorgd dat de landelijke overheid helpt om dit probleem op te lossen. GroenLinks vraagt of de SP het ermee eens is dat het in dit stadium van belang is om geen beschuldigingen richting het college te uiten, maar om de rijen te sluiten en gezamenlijk te lobbyen in Den Haag. De SP antwoordt dat de fractie zo reageert, omdat ze vindt dat het college in de voorliggende stukken de kop in het zand steekt. Het CDA, D66, Lijst Wiegel zijn het met GroenLinks eens dat het uiten van beschuldigingen over en weer in dit stadium niet juist is. Lijst Wiegel vindt dat de dekking er met de haren wordt bijgesleept . Is het nu structureel geregeld? Er worden pragmatische incidentele oplossingen voorgesteld, maar de kern wordt niet geraakt. De fractie vindt dat het college hiermee de kop in het zand steekt. Lijst Wiegel stelt voor ook eens naar alternatieven te kijken zoals bijv. het afstoten van de Stadsverwarming en overgaan naar een verdere individualisering van de warmteleveranties. De VVD kan zich vinden in het betoog van GroenLinks. Het verrast de VVD dat het college het heeft over het verhogen van de Stadsverwarmingstarieven. Dit kan niet serieus zijn en de VVD beschouwt dit als niet meer dan een proefballonnetje. Wethouder Engels vindt dit een goede kwalificatie. De VVD vindt dat er meer alternatieven te bedenken zijn, dan alleen oplossingen waar de burger voor opdraait.
3
In het stuk van het college wordt niets aan de Stadsverwarming zelf gedaan. Het is niet meer dan symptoombestrijding. De brief van de Provincie komt op een ongelukkig moment, omdat het transitieprogramma aangeeft dat met een aantal jaren wel winst kan worden gemaakt. Die tijd lijkt Purmerend niet te worden gegund. Het CDA vraagt wat de nieuwe feiten zijn in vergelijking met vorig jaar waardoor de provincie nu meent in te moeten grijpen. Het CDA vraagt naar de aanloopverliezen. Hoe lang speelt die aanloop? Zijn er ooit meer kosten bij gekomen? Het CDA vraagt wat GroenLinks precies bedoelt met de kadernota voor dit moment even vergeten. Het AOV vindt dat als het college stelt dat het onwaarschijnlijk is dat de negatieve reserve aan het einde van 2019 is ingelopen, het college vraagt om de huidige reactie van de Provincie. Het AOV vraagt of 2019 heilig is. Is hier geen 2030 van te maken? Wethouder Engels antwoordt dat doorschuiven naar 2030 niet zal worden geaccepteerd door de Provincie. Het AOV vraagt waar alle subsidies blijven voor de schone en duurzame energie die Purmerend levert d.m.v. de Stadsverwarming. Er had hierover wel wat meer mogen worden gelobbyd bij het Rijk. Wethouder Engels antwoordt dat dit wordt meegenomen in het transitieprogramma. Het AOV denkt niet dat de problemen rondom de Stadsverwarming hedenavond zo maar kunnen worden opgelost. Er kleven nogal wat bezwaren aan de door het college geopperde oplossingsrichtingen. D66 vindt de door het college aangedragen oplossingsrichtingen een doekje voor het bloeden . D66 vraagt of het mogelijk is om de Stadsverwarming te laten voor wat het is, maar vreest dat dit niet mogelijk is. De PvdA neemt aan dat er gelobbyd blijft worden en dat er nog steeds wordt gewerkt aan het wegwerken van de verliezen in de rekening. Wachten op het Rijk en verder niets doen, lijkt de PvdA geen oplossing. De PvdA is blij met de oproep van GroenLinks om de problemen van de Stadsverwarming in collectief verband op te lossen. De Stadspartij wijst erop dat de fractie al sinds 1993 heeft gewaarschuwd dat dit moment er aan zat te komen. De Provincie had dit ook moeten zien aankomen, want het stond al die tijd wel degelijk in de begroting en de Provincie had als objectieve toezichthouder in moeten grijpen. De vraag is of de Provincie geen verwijt valt te maken dat ze niet eerder heeft ingegrepen. De Stadspartij wijst erop dat de voorliggende stukken van het college aantonen dat Purmerend best zelf uit de problemen zou kunnen komen. Hier draaien dan wel de burgers van Purmerend voor op, maar dit zal Den Haag niet interesseren. De Stadspartij denkt dan ook dat het geen enkele zin heeft om Den Haag om hulp te vragen. De Stadspartij zet vraagtekens bij het transitieprogramma, maar geeft het het voordeel van de twijfel. De fractie wil zien welke mogelijkheden er zijn, maar dat kan pas in september blijkt uit de beantwoording van het college. De Stadspartij vraagt zich af of de waardering van de gemeentelijke inbreng van 42,7 miljoen in de Stadsverwarming wel redelijk of zelfs reëel is. De Stadspartij snapt de beantwoording van de technische vragen over het meenemen in de berekening van het dividend van de renteopbrengsten van de Nuon niet. Eerst wordt het kapitaal afgeboekt en dan wordt toch de rente opgenomen.
4
Wethouder Engels legt uit dat er eind 2013 17,2 miljoen staat bij de bank. Dit brengt rente op die staat tegenover de rente die de gemeente derft door wat vroeger van de Nuon werd ontvangen en wat nu niet meer wordt ontvangen. Per saldo brengt dat meer op, dan wat is kwijt geraakt. Het verschil zit in de verwachte twee ton euro die de gemeente aan dividend ontvangt middels de aandelen in het netwerkbedrijf. De heer Rientjes geeft een nadere technische uitleg op vragen van VVD, Stadspartij en CDA over de verkoop van de aandelen Nuon. De Stadspartij wijst erop dat in de brief van het college wordt gesteld dat in de kadernota met het oog op de risico's al 35 miljoen van de reserve is geblokkeerd voor nieuwe invullingen. Dit vindt de fractie wel erg dubbelzinnig gesteld. Want in de kadernota staat dat 35 miljoen niet kan worden besteed voor nieuwe doelen anders dan geschetst in de risicoparagraaf. En daar wordt juist over de Stadsverwarming gesproken. Het was dus niet bestemd voor nieuwe doelen. Het was bestemd voor het risico van de Stadsverwarming. Welke nieuwe invullingen had het college dan in gedachten voor die 35 miljoen? Wethouder Engels merkt op dat hier had moeten staan dat het ten behoeve van het afdekken van het risico niet kan worden aangewend voor nieuw beleid. Wat de Stadspartij betreft is de kadernotabehandeling van de baan en wordt die straks in één keer met de begroting gedaan. Zeker gelet op de vragen die er nog liggen. De Stadspartij kan wel alvast wat kaders meegeven. Elke oplossing is voor de fractie bespreekbaar, behalve lastenverzwaring meer dan prijsindexering voor de burgers. Wethouder Engels herhaalt de lijn die gezamenlijk is afgesproken en ingezet. Zoals de verzelfstandiging van de Stadsverwarming met als belangrijke reden de mogelijkheid te creëren om de aandelen te kunnen verkopen. De opgebouwde verliezen waar voor een deel rente in zit, zijn op de gemeentelijke balans blijven staan en vanaf 2007 is de Stadsverwarming verzelfstandigd. Een tweede reden voor de verzelfstandiging was het feit dat er binnen het gemeentelijke apparaat geen kennis was om een gemeentelijk Stadsverwarmingsbedrijf draaiende te houden. Vervolgens heeft de Stadsverwarming in de jaarrekening 2007 gesteld dat als op de bestaande manier wordt doorgegaan, 2019 niet wordt gered. Dan zou de situatie nog slechter worden. Dit heeft te maken met zaken als bedrijfsvoering, leidingnet, maar vooral met exogene factoren zoals het verschil tussen het opgelegde 'niet-meer-dan-anders' principe dat de inkomsten bepaalt van het bedrijf en de kosten die de Stadsverwarming in rekening krijgt gebracht door de leverancier van warm water. Tevens dient de Stadsverwarming sinds 2000 de REB af te dragen. Deze wordt geheven over de prijs van dit 'niet-meer-dan-anders' principe. Dit is ongeveer 5 miljoen per jaar. Dit gaat dan naar Nuon. De Stadsverwarming heeft gevraagd om tijd om het roer volledig om te gooien. Tegen deze achtergrond is de opstelling van het transitieprogramma ontstaan. Dit is een structurele oplossing. Vervolgens heeft dit financieel voor de gemeente een aantal gevolgen. Richting de Stadspartij die vraagt of de waardering wel reëel is, zegt wethouder Engels dat dit pas is te beantwoorden als het transitieprogramma een blik naar de toekomst geeft. Tot dat moment staat het verlies van die 56 miljoen in de boeken. Dit staat er bewust als negatief bedrag in tegenover een ongeveer even groot bezit van 57 miljoen aan het eind van vorig jaar. Toen al heeft de Provincie gezegd dat dit niet mag. Er mag geen negatieve reserve zijn. Dit kan worden opgelost door het allemaal algemene reserve te noemen. Dit is ook gedaan. Bij de kadernota is gezegd dat het verstandig is om dit te blokkeren, want anders zit die plus 57 miljoen aan de ene kant en de min 56 miljoen aan de andere kant niet meer boven de nul en dat is een keiharde eis van de provincie. Wethouder Engels vindt net als de VVD dat deze brief van de Provincie te vroeg is gekomen gezien het transitieprogramma. In die zin is het college onaangenaam verrast, omdat de andere pet van de provincie, namelijk meedenkende overheid, aangaf dat het nog knap is
5
dat Purmerend het zover heeft gebracht en dat als er hulp vanuit Den Haag wordt gezocht, de Provincie dit graag zal ondersteunen. De andere pet van de Provincie ligt nu voor. Wat dat betreft komt deze brief niet als verrassing. De Provincie reageert aldus, wetende dat het Rijk eigenlijk niet accepteert dat er nog artikel 12 gemeentes ontstaan en wetende dat de financiële positie van de gemeente Purmerend zodanig is dat de artikel 12 positie niet zal worden bereikt. Inzake de suggestie om gezamenlijk richting het Rijk op te trekken om om hulp te vragen, merkt wethouder Engels op dat er een politieke lobby richting de Kamer heeft plaatsgevonden via CDA en PvdA gezien de relaties. Het lag ook voor de hand om de lobby via deze twee partijen te voeren, omdat dit de initiatiefnemers van de Warmtewet waren. De Warmtewet geeft een sterkere onderhandelingspositie met het Rijk dan de huidige situatie. Met de Warmtewet in de hand kan worden gesteld dat het Rijk ervoor moet zorgen dat de warmteleverantie in Purmerend gehandhaafd blijft. Die Warmtewet wordt nu uitgewerkt. Pas aan het eind van het jaar wordt helder hoe e.e.a. vorm gaat krijgen. Het lijkt de wethouder dan ook verstandig om niet nu al te vragen om financiële steun, want de Stadspartij heeft gelijk dat de boeken van Purmerend er niet zo slecht uitzien en daardoor vreest de wethouder dat het Rijk niet aan dat verzoek zal voldoen. Het is van belang om eerst de Stadsverwarming weer gezond te krijgen. Hier is ook het Rijk voor nodig, want dat moet de investeringen die er ongetwijfeld moeten worden gedaan, op grond van het feit dat het een nog veel duurzamer bedrijf moet worden, helpen subsidiëren. De wethouder begrijpt uit overleg dat de Stadsverwarming hier mogelijkheden toe ziet en dat ze dat in het transitieprogramma zal laten zien. Vanuit het weer gezond krijgen van de Stadsverwarming kan er worden onderhandeld over de financiële gevolgen uit het verleden. Vanuit daar kan worden gesteld dat de gemeente dividend mist gedurende de jaren 20082011 en misschien nog wel langer. Vandaar dat het college mede in overleg met de Stadsverwarming heeft gezegd met het benaderen van het Rijk te wachten tot het transitieprogramma. Het is beter onderhandelen wanneer kan worden aangetoond dat met de nodige hulp de Stadsverwarming weer een gezond bedrijf wordt, dan wanneer je nu naar het Rijk gaat. Zie ook de reactie van minister Van der Hoeven. GroenLinks merkt op dat deze reactie op basis van de verkeerde informatie is gegeven. De wethouder vervolgt dat de Stadsverwarming van Purmerend het imago van een bodemloze put heeft. Dit imago moet eerst worden verbeterd en dan is onderhandeling met het Rijk pas zinvol. Inzake de grens van 100.000 inwoners van Purmerend geeft de wethouder aan dat het niet alleen gaat om die vermeende minder aantal klanten, maar ook om het feit dat alle veronderstellingen inzake de Stadsverwarming zijn tegengevallen. Hier zijn nog zaken als de REB-component en de ontwikkelingen van de gasprijs t.o.v. het 'niet-meer-dan-anders' principe bij gekomen. Wethouder Engels stelt voor dat aan de hand van het transitieprogramma de verdere gezamenlijke strategie richting het Rijk wordt besproken. De wethouder zegt GroenLinks toe op een rijtje te zetten hoe het probleem met de Stadsverwarming tot stand is gekomen. Er zal een analyse worden gemaakt van hoe er op sommige punten in de loop van de tijd vergissingen zijn gemaakt, wat er dan is veranderd, of het destijds een vergissing was of een veronderstelling over bepaalde ontwikkelingen die anders zijn gelopen. De Stadspartij lijkt het in het kader van de strategie ook handig dat het college hieraan toevoegt waarom er niet is gekozen voor risicospreiding. De wethouder vindt het zinnig om dit mee te nemen. De wethouder antwoordt het AOV dat er vanaf het moment dat het transitieprogramma wordt voorgelegd in september a.s. aan de slag wordt gegaan met de lobby richting het Rijk. De suggestie om geen kadernota vast te stellen, is mogelijk. Maar dit maakt het wel lastig om een conceptbegroting op te stellen. Er zal wettelijk wel een begroting moeten worden gemaakt.
6
De gespreksleider vraagt wat de consequenties zijn van het doorschuiven van de behandeling van de kadernota naar de begrotingsbehandeling. Wethouder Engels lijkt dit niet verstandig. Het ambtelijk apparaat kan niet in oktober a.s. een begroting maken zonder een kadernota. Een oplossing zou kunnen zijn dat er een overleg met gedeputeerde Visser wordt ingepland met de fractievoorzitters in het bijzijn van de burgemeester en desnoods de portefeuillehouder Financiën. Er zal dan kunnen worden gesproken over het feit dat de brief te vroeg is gekomen t.o.v. het transitieprogramma. Er kan worden aangetoond dat het probleem minder groot is dan gedacht, namelijk niet 2,1 miljoen, maar 1 miljoen. De vraag aan de provincie zou kunnen worden gesteld om de gemeente niet te dwingen om meteen aan de eisen van de Provincie te voldoen, maar de gemeente meer tijd te geven om de zaken structureel op te lossen. De gemeente kan laten zien dat ze in potentie kan voldoen aan de eisen. De wethouder stelt voor de kadernota te behandelen zoals die nu voorligt en ondertussen een afspraak te maken met de Provincie om te spreken over uitstel. LeefbaarPurmerend2001 neemt hierop inhakend aan dat in het gesprek met de Provincie in april jl., is gesproken over het a.s. transitieprogramma. Wethouder Engels antwoordt bevestigend, maar wijst op de dubbele rol van de Provincie als meedenkende overheid en als toezichthouder. Richting de Lijst Wiegel die het heeft over het eventueel afschaffen van de Stadsverwarming zegt GroenLinks dat dit niet verstandig is. Dan levert Purmerend 100 miljoen in. En dan moet je ook nog eens gebruikers compenseren voor hun nieuwe aansluiting op gas. Dit zal een onbetaalbare situatie te zijn. GroenLinks denkt dat als het voorstel van de wethouder wordt gevolgd, tijdens de behandeling van de kadernota de Stadsverwarmingsproblematiek buiten beschouwing moet worden gelaten, want de fractie denkt niet dat er op deze termijn nog een afspraak met de provincie kan worden ingepland vóór de behandeling van de kadernota. GroenLinks is het niet helemaal eens met de wethouder dat het nu geen goede periode is voor belangenbehartiging in Den Haag. De wethouder heeft ook aangegeven dat als de REB ten goede zou komen aan het Stadsverwarmingsproject op dat moment een flink deel van de problematiek zal zijn opgelost. GroenLinks verwijst naar het gestelde over subsidies en REB in een brochure van SenterNovem, de toezichthouder namens het ministerie van Economische Zaken. Bij de meeste bedrijven is de productie en distributie in één hand, maar omdat dit in Purmerend niet het geval is, komen deze als subsidie voor het warmtenet bedoelde gelden terecht bij Nuon, terwijl de gemeente Purmerend de lasten draagt. GroenLinks kan zich niet voorstellen dat er een overheid is die dat terecht vindt. Als men nu bezig is de zaak te reguleren via de Warmtewet, is het nu bij uitstek het juiste moment om er bij de overheid op aan te dringen die zaak te repareren. Mogelijk dat er dan ook kan worden gewezen op het feit dat de situatie in het verleden de gemeente Purmerend veel schade heeft toegebracht en dan is er over compensatie te onderhandelen. GroenLinks pleit ervoor om alles in te zetten op reparatie van de REB. Wethouder Engels geeft aan dat als het zo simpel lag, dit allang had moeten gebeuren. Er staat niet dat het voor het net is. Het gaat naar de producent, de warmteleverancier. In het contract dat voor de invoering van de REB is afgesloten tussen de Stadsverwarming, toen nog de gemeente, en Nuon, staat dat alle heffingen voor de Nuon zijn. Toen de REB kwam, is daarover een arbitragezaak gevoerd. De arbitrage heeft opgeleverd dat de REB voor de warmteproducent is en niet voor de distributeur. GroenLinks erkent dit, maar vindt het daarmee nog niet rechtvaardig. De wethouder is het hiermee eens. Hij wijst op de tweede arbitragezaak over de REB. Hij geeft aan dat er hard wordt gewerkt aan de REBproblematiek. GroenLinks wijst erop dat dit niet via de politiek is ingezet. De wethouder erkent dit, maar in de Warmtewet staat niets over de REB. GroenLinks herhaalt haar standpunt. LeefbaarPurmerend2001 wijst erop dat het niet gaat om de rechtvaardigheid, maar om de rechtmatigheid en daar is helderheid over gekomen via arbitrage. Wethouder Engels vindt wel dat GroenLinks een punt heeft en wil dit laten bezinken. Er is wat voor te zeggen om de REB uit de discussie te halen en wel politiek te benaderen. Maar dat kan hij nu niet overzien.
7
Hij wil hier later op terug komen. Hij zou een dergelijke tactische kwestie graag in beslotenheid in het seniorenconvent willen bespreken. De wethouder wijst er nog op dat dit één van de zaken is die in het transitieprogramma worden meegenomen. De VVD wijst er in aanvulling op GroenLinks op dat het contract met Nuon in 2013 afloopt. LeefbaarPurmerend2001 vraagt wat de risico s zijn als de problematiek van de Stadsverwarming buiten beschouwing wordt gelaten bij de behandeling van de kadernota en dan vooral hoe de provincie hierop zal reageren. Het benaderen van de provincie om om meer tijd te vragen, vindt de fractie geen verkeerde strategie. LeefbaarPurmerend2001 oppert als mogelijkheid dat de raad zich bij de behandeling van de kadernota uitspreekt over een voorlopig kader en als het transitieprogramma er is de algemene kaders aangeeft, omdat er dan een heel andere situatie kan zijn. Daarnaast dient de lobby in Den Haag, etc., natuurlijk door te gaan. De SP is niet gerustgesteld door de beantwoording van de wethouder dat de problemen zullen worden opgelost. Zijn er in het kader van de Warmtewet nog meer verliezen te verwachten? Ondanks het a.s. transitieprogramma kan de negatieve reserve alleen maar groter worden zolang de REB-problematiek niet is opgelost. De SP is er geen voorstander van om de Stadsverwarmingsproblematiek niet mee te nemen bij de kadernota. Het is goed om nu alvast na te denken over maatregelen om de problematiek op te lossen. GroenLinks wijst de SP op het dilemma dat Purmerend het signaal afgeeft het zonder de hulp van de rijksoverheid niet te kunnen oplossen. Als de problematiek nu in de kadernota wordt verwerkt, dan geeft Purmerend het signaal af wél zelf de problematiek op te kunnen lossen. Wat GroenLinks betreft wordt de zaak wat getemporiseerd. De SP hoopt dat het Rijk Purmerend tegemoet komt, maar hoe dan ook zal Purmerend de financiële problemen moeten oplossen. Hier is de SP door de beantwoording van de wethouder nog niet gerust op. Inzake het transitieprogramma gaat de SP ervan uit dat hier een gezond bedrijf uit komt, en anders zal er naar een andere oplossing moeten worden gezocht. Maar de SP voorziet enorme kosten en vraagt of de wethouder daar iets meer over kan zeggen. De SP is voorstander van het bepleiten bij de Provincie van uitstel. De SP is er voorstander van om de REB-problematiek in Den Haag onder de aandacht te brengen. Lijst Wiegel vindt een kadernotabehandeling met uitsluiting van de Stadsverwarmingsproblematiek ongewenst. Ook richting de burgers is dit een benadering die niemand zal begrijpen. De fractie is er voorstander van om om uitstel te vragen bij de Provincie en op grond daarvan de zaak te temporiseren om dan in september a.s. het transitieprogramma te bespreken met inbegrip van de kadernota. Hiermee neemt de coalitie wel een behoorlijke verantwoordelijkheid op zich, want tot op heden is alleen gesproken over allerlei berekeningen om het technisch tekort te dekken, maar alles moet nog blijken uit het transitieprogramma. Als GroenLinks stelt dat het afschaffen van de Stadsverwarming 100 miljoen zal kosten, dan zet de Lijst Wiegel hier tegenover dat nog helemaal niet bekend is hoeveel het transitieprogramma gaat kosten. Het dossier Stadsverwarming staat niet onder een goed gesternte; het is de vraag of er uit het transitieprogramma wel komt wat er van wordt verwacht. Wat er ook wordt voorgesteld, de burgers moeten hier niet onder lijden. Dan zal de gemeente zelf de broekriem aan moeten halen en andere uitgaven ter discussie moeten stellen.
8
Het voorstel van GroenLinks inzake de REB vindt de Lijst Wiegel lovenswaardig, maar de fractie kan het nu niet overzien. De VVD is het eens met het voorstel van de wethouder. Mocht dan voor de begroting blijken dat er wel rekening moet worden gehouden met te treffen maatregelen, dan zal er op dat moment toch op de begroting moeten worden ingegrepen. De VVD vindt dat de burgers er niet onder moeten lijden en zal niet kiezen voor tariefverhogingen op welk vlak ook. Het CDA is er geen voorstander van om de kadernota nu niet te behandelen, maar wil wel van tevoren gemeenschappelijke uitgangspunten voor de behandeling van de kadernota vaststellen. Het CDA is voorstander van het bepleiten bij de Provincie van uitstel. Het CDA is er voorstander van om de REB-problematiek in Den Haag onder de aandacht te brengen. Het AOV vraagt naar de planning van de te nemen acties inzake REB en het om uitstel vragen bij de Provincie. D66 weet niet of het transitieprogramma geld gaat opleveren of geld gaat kosten. D66 is het eens met het CDA dat er een gezamenlijke insteek moet worden vastgesteld voor de behandeling van de kadernota, maar het feit blijft dat alle fracties een andere uitgangspositie zullen hebben. Zolang niet bekend is hoe de financiële situatie is, is niet duidelijk hoe de begroting er uit komt te zien. D66 is er voorstander van om het gesprek aan te gaan met de Provincie inzake uitstel. De PvdA vindt het verbazingwekkend dat veel fracties aan het college vragen hoe het college de kansen inschat en wat wijsheid is. De PvdA is van mening dat de raad kaders moet stellen en de Provincie heeft aan de ráád de brief gestuurd. De PvdA stelt dan ook voor dat één van de fractievoorzitters in samenwerking met de griffie morgen alvast een afspraak maakt met de betrokken gedeputeerde voor een bijeenkomst. De PvdA vindt het ironisch dat wordt voorgesteld om de kadernota te behandelen zonder de brief van de Provincie hierbij te betrekken met de jarenlange verwijten van de Stadspartij in het achterhoofd dat steeds wordt gedaan alsof de Stadsverwarmingsproblematiek niet bestaat. De PvdA vindt dat er nog moet worden gesproken over hoe de kadernota zal worden behandeld. Wellicht zal de kadernota alleen op hoofdlijnen moeten worden besproken. De PvdA bestrijdt de stelling van de wethouder dat het ambtelijk apparaat geen begroting kan maken in oktober. Dit zal wel kunnen, maar zonder de kaders van de raad zal dit niet zo democratisch zijn. Wethouder Engels erkent dit, maar benadrukt dat de behandelingstijd vervolgens maar drie dagen zal zijn. De Stadspartij vindt het struisvogelpolitiek om de kadernota te gaan bespreken net alsof de problematiek van de Stadsverwarming niet bestaat. Deze houding heeft de afgelopen jaren tot deze situatie geleid. Het is eerder gelukt om een begroting te maken zonder kadernota, dus dat moet nu ook kunnen. De Stadspartij wijst er nog op dat de mei- en september-circulaire nog moeten worden meegenomen. Waar nog bij komt dat de gemeentes in 2012 nog 400 miljoen extra moeten bezuinigen. Er zijn nog veel onzekere factoren. De Stadspartij wil ook de hele investeringspositie van de gemeente erbij betrekken. Wat de Stadspartij betreft moet er nog veel op een rijtje worden gezet voor de begroting. Het belangrijkste kader dat de Stadspartij hierbij betrekt, is dat er geen lastenverzwaring voor de burgers komt.
9
Wethouder Engels vindt het zinnig om zoals de PvdA voorstelt alvast een afspraak in te plannen met de Provincie. De beslissing om de kadernota wel of niet te behandelen, is aan de raad. Hij wijst er wel op dat het opstellen van een begroting aan de hand van door de raad gegeven kaders de beste werkwijze is om de begroting goed te kunnen behandelen. Het is ook aan de raad om te besluiten of de kadernota wordt behandeld met de gehele problematiek van de Stadsverwarming daarbij of niet. Richting de SP zegt de wethouder dat hij geen enkele voorspelling durft te doen over terugbetalingen inzake de Warmtewet. De wethouder geeft aan dat hij al heeft aangegeven dat als er voor het transitieprogramma investeringen nodig zijn, die niet kunnen komen van de gemeente Purmerend. Al was het maar omdat Purmerend dat geld niet heeft. Dus als er kosten komen, dan moeten die door de Stadsverwarming op een rijtje worden gezet en op de één of andere manier worden gedekt. Dit kan wel effect hebben op de waardering van het bedrijf. Hier is echter nog geen zinnig woord over te zeggen. LeefbaarPurmerend2001 heeft eerder van de wethouder begrepen dat hij op het Rijk rekent v.w.b. de investeringen in de Stadsverwarming om het verbeterprogramma tot stand te brengen. Maar de fractie wijst erop dat het een verzelfstandigd bedrijf is, dus de fractie ziet de rol van het Rijk niet in dezen. Purmerend heeft het geld er niet voor, dus moet er dan een beroep op de bank worden gedaan? Wethouder Engels denkt dat dit niet zo zal zijn, maar wil niet verder ingaan op het komende transitieprogramma, want dan gaat hij op basis van globale gesprekken al voorspellingen doen. Hij vraagt het transitieprogramma af te wachten. Richting LeefbaarPurmerend2001 zegt de wethouder dat hij niet weet hoe de provincie zal reageren als de problematiek van de Stadsverwarming buiten beschouwing wordt gelaten bij de behandeling van de kadernota. Dit zal het komende gespreksonderwerp met de Provincie zijn. Inzake het opstellen van de begroting zonder behandeling van de kadernota geeft wethouder Engels aan dat er ten eerste nog voor het zomerreces richting móet worden gegeven aan zaken die te maken hebben met derden, bijv. of er prijscompensatie wordt gegeven over instellingen, etc. Ten tweede behoeft het feitelijk opstellen van een begroting in ieder geval een globale richting. Nog vóór de gecombineerde commissievergadering over de kadernota op 10 juni a.s. zal het college aangeven op welke punten uitspraken van de raad echt nodig zijn en op welke punten die gewenst zijn om de begroting op te kunnen stellen. Dan gaat de wethouder ervan uit dat de gecombineerde commissievergadering op 10 juni a.s. en de raadsvergadering op 18 juni a.s. over de kadernota door zullen gaan. De Stadspartij wijst erop dat het college de begroting vaststelt en de raad achteraf bepaalt of ze zich hierin kan vinden of dat ze de begroting wil amenderen. De fractie stelt voor dat het college een begroting presenteert en de raad drie dagen uittrekt voor de behandeling op basis van de nieuwe feiten tegen die tijd. Het heeft nu geen zin om bij de kadernota aan te geven dat er geen prijscompensatie mag komen, terwijl in het najaar blijkt dat er toch meer geld beschikbaar is. Wethouder Engels vindt dat de Stadspartij in feite zegt dat er kan worden uitgegaan van alles wat het college aan kaders heeft voorgesteld en dit lijkt hem voor de raad niet wenselijk. De Stadspartij geeft alvast aan dat de fractie door de uitzonderlijke situatie bij de behandeling van de begroting in oktober a.s. uitgebreid de ruimte zal nemen te amenderen. De fractie wil dan niet horen dat ze bij de kadernota met voorstellen had moeten komen. Besloten wordt dat: - de aanpak van de REB-problematiek wordt behandeld in een (eventueel besloten) commissie AZ en niet in het seniorenconvent, omdat de Stadspartij vindt dat het seniorenconvent niet het juiste gremium is om de REB-problematiek te bespreken, aangezien de commissie AZ formeel is geregeld, ook de verslaglegging daarvan, en bij het seniorenconvent is dit niet het geval;
10
- de fractievoorzitters de wijze waarop de kadernota wordt behandeld, zullen bespreken; - de griffie voor de fracties op korte termijn een gesprek zal inplannen met de Provincie. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering en dankt de aanwezigen voor hun komst. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Algemene Zaken, d.d.
de commissiegriffier,
de voorzitter,
11