DE RIJDENDE RECHTER Zaaknummer: S18-04 Datum uitspraak: 28 april 2011 Plaats uitspraak: Zaandam
Bindend Advies in het geschil tussen: de heer J. van Spaandonck en mevrouw W.F. van Spaandonck-Bosschaart bijgestaan door hun kleinzoon R. Delft te Sint Jansteen verder te noemen: Van Spaandonck, tegen: de heer J.K. van der Windt mede in diens hoedanigheid van directeur van Arek huis-aan-huis reclame B.V. te Sint Jansteen verder te noemen Van der Windt, gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie november 2009 te laten beslechten. De vordering van Van Spaandonck is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Van der Windt en Arek opgenomen. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde
stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 28 maart 2011, welke is gehouden te Hulst. Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij waren tevens aanwezig de heren J. Kramer (NSG) en R. Bruinsma (DHV) als deskundigen. J. Kramer heeft geluidsmetingen gedaan. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De deskundigen hebben mondeling verslag uitgebracht. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Van Spaandonck is sinds 1971 eigenaar van het perceel grond met woonhuis en verdere opstallen, staande en gelegen aan de Roskamstraat 36 te Sint Jansteen, gemeente Hulst, kadastraal bekend als gemeente Hulst nummer S 275. Tot voor enige jaren geleden kweekte en verhandelde Van Spaandonck duiven op zijn perceel. Daartoe is tegen de grens met het hierna te omschrijven buurperceel een complex duivenhokken opgericht. Momenteel houdt Van Spaandonck nog slechts een klein aantal duiven als tijdverdrijf. 2. Van der Windt is sinds 1996 eigenaar van het perceel grond met bedrijfswoning, kantoor, loods en verdere (bedrijfs)opstallen, staande en gelegen aan de Roskamstraat 34 te Sint Jansteen, gemeente Hulst, kadastraal bekend als gemeente Hulst S 274. Op dat perceel drijft Arek huis-aan-huis reclame B.V. (verder te noemen: Arek), waarvan Van der Windt directeur/eigenaar is, een onderneming die zich bezig houdt met het
3.
4.
5.
6.
7.
8.
ompakken en (doen) bezorgen van folders en kranten. Door een aantrekkende markt is de bedrijvigheid ter plaatste de laatste jaren sterk toegenomen. Beide hiervoor bedoelde percelen maakten tot 1971 deel uit van één ongedeeld perceel, waarop een kousenfabriek was gevestigd. Daarna bleef het perceel van Van der Windt in gebruik voor diverse bedrijven. Bij raadsbesluit van 22 april 2010 is door de gemeente Hulst het bestemmingsplan Sint Jansteen vastgesteld. Volgens de bij dat bestemmingsplan behorende plankaart heeft het perceel van Van der Windt de bestemming ‘bedrijf’. Het bedrijf van Arek past binnen deze bestemming (lichte bedrijvigheid). De aangrenzende percelen (waaronder dat van Van Spaandonck) hebben de bestemming ‘wonen’. De percelen van Van Spaandonck en Van der Windt zijn niet gelegen op een zogenaamd bedrijventerrein, zoals bedoeld in 1.1 van het Activiteitenbesluit, noch op een gezoneerd industrieterrein zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidshinder. Van der Windt heeft drie eigen vrachtwagens op haar perceel geparkeerd. Deze rijden in de regel alleen op woensdag en vrijdag na 7.00 uur uit om folders/kranten weg te brengen en keren dezelfde dag terug vóór 19.00. Teneinde de openbare weg, de Roskamstraat, te kunnen bereiken moeten deze vrachtwagens een nauwe doorgang (ongeveer 3 meter breed) passeren, die is gelegen tussen het woonhuis van Van Spaandonck en de bebouwing op het perceel van Van der Windt. Door de weeks worden er vrijwel dagelijks pallets met kranten/folders per vrachtwagen bij Van der Windt afgeleverd. In totaal gaat het daarbij wekelijks om ongeveer 60 pallets, soms wat meer. Deze vrachtwagens stoppen dan op de openbare weg, vanwege de lengte vaak voor het woonhuis van Van Spaandonck. De pallets worden op de openbare weg overgeladen op een elektrische vorkheftruck die deze dan via de hiervoor bedoelde doorgang naar de loods brengt. Afhankelijk van het aantal pallets neemt een en ander een periode van ongeveer 10 tot 40 minuten in beslag. Binnen de loods worden pallets eveneens verplaatst met een vorkheftruck, karretjes en een elektrische lift. Het door Arek uitgeoefende bedrijf betreft een zogenaamde meldingsplichtige inrichting type B, zoals bedoeld in artikel 1.2 van het besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (verder te noemen het Activiteitenbesluit). Aan de meldingsplicht is voldaan. Naar aanleiding
van een bedrijfsbezoek, afgelegd door een ambtenaar van de gemeente Hulst, heeft deze gemeente bij brief van 24 november 2010 onder meer het volgende aan Van der Windt laten weten. - Om geluidsoverlast tot een minimum te beperken dient u tijdens het laden en lossen de motor van de voertuigen uit te zetten indien deze niet nodig zijn voor het laden of lossen. - In een publicatie op uw toegangsdeur geeft u aan dat er voor 7.00 uur en na 19.00 uur niet geladen of gelost wordt. - Indien u buiten deze tijdstippen wenst te laden of te lossen dient u hiervan een melding te doen en hierbij een geluidsrapportage te overleggen waaruit blijkt dat u kunt voldoen aan de geluidsvoorschriften uit het Activiteitenbesluit. - Indien een vrachtauto op straat staat en er niet geladen of gelost wordt is het niet toegestaan voor de belendende woonbebouwing te parkeren. Het parkeren van vrachtauto’s in uw straat is overigens niet toegestaan tussen 16.00 en 08.00 uur. 9. Nadat Van Spaandonck veelvuldig had geklaagd over door het bedrijf van Arek veroorzaakte geluidsoverlast zijn geluidsbeperkende maatregelen genomen. Zo is de lift in de loods geluidsarm gemaakt, is de vorkheftruck voorzien van luchtbanden en is de bestrating van de hiervoor onder 6. bedoelde doorgang (recent) geëgaliseerd. 10. In 2009 zijn partijen in gesprek geweest over de mogelijke aankoop van het perceel van Van Spaandonck door Van der Windt. Daar is niets van gekomen. Nadat de hiervoor bedoelde koop was afgeblazen is er een conflict ontstaan tussen partijen over de loop van de erfgrens en -in dat verband- het plaatsen van een schutting en het rooien van een coniferenhaag. Dat conflict is na tussenkomst van juristen in der minne geschikt. Ook is er onmin gerezen over het afsteken van vuurwerk en het voetballen tegen een garagedeur op het terrein van Van der Windt, waardoor de duiven van Van Spaandonck schrik werd aangejaagd. 11. Aan de voorzijde van de hiervoor onder 6. bedoelde nauwe doorgang is een draadhek opgericht. Van Spaandonck heeft dat aan zijn kant voorzien van zwart worteldoek. De vorderingen. Van Spaandonck vordert kort gezegd, zoals de rijdende rechter begrijpt, dat Van
der Windt en/of Arek wordt/worden verplicht de nodige maatregelen te treffen om de door Van Spaandonck ondervonden overlast te voorkomen en/of te beperken. Meer in het bijzonder stuurt Van Spaandonck aan op het naleven van de op het bedrijf betrekking hebbende publiekrechtelijke regels, het voortaan alleen voor het eigen perceel laten laden en lossen en op geluidswerende maatregelen, bijvoorbeeld aan de betonnen inrit. Daarnaast eist Van Spaandonck dat Van der Windt hem niet langer pest. Van der Windt en Arek vorderen kort gezegd, dat het hiervoor onder 11. bedoelde zwarte worteldoek wordt verwijderd en vervangen door wat vrolijkers. Verder willen Van der Windt en Arek, dat het Van Spaandonck wordt verboden om allerlei instanties op hen af te sturen voor allerlei kleinigheden, zonder eerst behoorlijk overleg te voeren. Standpunten van partijen. Het standpunt van Van Spaandonck komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Volgens Van Spaandonck is de door hem van het bedrijf van Arek ondervonden overlast de afgelopen 3 jaar sterk toegenomen, nadat een schaalvergroting had plaatsgehad. Van Spaandonck stelt enorm veel geluidsoverlast te ondervinden van het laden en lossen van honderden pallets, het achteruitrijden van vrachtwagens, rumoerige vorkheftrucks, karretjes met ijzeren wielen, bezoekende vrachtwagens en een lawaaiige lift. Volgens Van Spaandonck rijden ook bezoekende vrachtwagens geregeld de inrit van Van der Windt op en staan ze in elk geval geregeld ongeveer vijf kwartier lang bij hem voor het raam, liefst met draaiende motor. Van Spaandonck, die in 1971 ter plaatse is komen wonen voor de rust en voor de duivensport/-handel, is zeer teleurgesteld in Van der Windt. Niet alleen hebben Van der Windt en diens bedrijf Arek zijn woongenot volledig verpest. Ook maakt Van der Windt zich schuldig aan pesterijen. Van der Windt heeft nooit rekening met zijn duiven willen houden. Het verzoek om in elk geval op zaterdag een uurtje of drie rustig aan te doen, werd niet ingewilligd. Van Spaandonck is eveneens teleurgesteld in Van der Windt, omdat deze
weliswaar aangaf zijn perceel te willen kopen, maar daar nooit serieus gevolg aan heeft gegeven. Het standpunt van Van der Windt en Arek komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Van der Windt en Arek erkennen op zichzelf dat Van Spaandonck best enige overlast zal ondervinden van het bedrijf, maar zij menen dat een beetje tolerantie gelet op de bedrijfsbestemming toch wel mag worden verwacht. Van der Windt en Arek betwisten in elk geval dat het zo erg is als door Van Spaandonck voorgesteld. Vanwege de nauwe doorgang rijden de vrachtwagens van Arek tweemaal per week uit en in, waarbij ze de nauwe inrit tussen de beide woningen van partijen stapvoets passeren. Andere vrachtwagens komen het terrein niet op: alleen incidenteel personenauto’s en busjes. Er worden wekelijks slechts ongeveer zo’n zestig pallets bij het bedrijf afgeleverd en zeker geen honderden. Die pallets worden doordeweeks tussen 0.700 en 19.00 uur gebracht, maar niet op zaterdag. De vrachtwagens waarmee deze pallets worden bezorgd lossen op de openbare weg, op een afstand van zeven tot acht meter van de voorgevel van Van Spaandonck. Als een chauffeur daarbij zijn motor stationair laat draaien, vraagt Van der Windt hem om die uit te doen. De klachten van Van Spaandonck zijn de afgelopen twee jaar toegenomen, nadat Van der Windt had afgezien van de aankoop van het perceel van Van Spaandonck. Van der Windt en Arek ervaren deze klachten als onterecht en beschuldigen op hun beurt Van Spaandonck ervan, de privacy van Arek en de chauffeurs te schenden, door het maken van foto’s en filmopnamen tijdens het lossen. De deskundigen. Beide deskundigen komen tot de conclusie, dat het op basis van de gedane metingen heel goed mogelijk is dat de gemiddelde geluidsbelasting op de gevel van het woonhuis van Van Spaandonck, als gevolg van de relevante
bedrijvigheid in en om het perceel van Van der Windt, de volgens het Activiteitenbesluit toegelaten norm van maximaal +50 dB overschrijdt. Om daarover meer zekerheid te krijgen zou echter een veel uitgebreider onderzoek moeten worden verricht, waarvoor in het kader van de onderhavige procedure geen mogelijkheid bestond. Het ligt voor de hand dat de gemeente Hulst alsnog een dergelijk onderzoek laat verrichten, in het kader van een mogelijk door Van Spaandonck in te dienen handhavingverzoek. Deskundige Bruinsma tekent daarbij echter onmiddellijk aan, dat een mogelijke overschrijding van de gemiddeld toegestane geluidsbelasting niet per definitie met zich meebrengt, dat de bedrijfsactiviteiten op het perceel van Van der Windt moeten worden beëindigd. Het is immers heel wel mogelijk dat een en ander door de gemeente Hulst, in het kader van een maatwerkbesluit, alsnog wordt gelegaliseerd. Beoordeling van het geschil. Voor wat betreft de vordering van Van Spaandonck. Volgens het bepaalde in artikel 5.37 van het Burgerlijk Wetboek mogen eigenaren van erven geen hinder toebrengen aan eigenaren van andere erven, in een mate of op een wijze die volgens artikel 6.162 van het Burgerlijk Wetboek onrechtmatig is. Niet elke vorm van hinder is echter onrechtmatig in de zin van artikel 6.162 van het Burgerlijk Wetboek. Of er sprake is van onrechtmatige hinder, is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden, het belang dat met het nastreven van de hinder veroorzakende activiteit wordt nagestreefd of bereikt alsmede de mogelijkheden om deze hinder te voorkomen of te verminderen en de maatregelen die de veroorzaker van de hinder daartoe heeft genomen. Toegepast op het onderhavige geval komt de rijdende rechter tot de volgende beoordeling. Voorop gesteld moet worden, dat het perceel van Van der Windt volgens het geldende bestemmingsplan de bestemming bedrijven (lichte bedrijvigheid) heeft en dat het daarop door Arek uitgeoefende bedrijf binnen die bestemming valt.
Dat is van belang omdat buren van een perceel, waarop een in het bestemmingsplan toegelaten bedrijvigheid plaatsvindt, voor wat betreft de daaraan verbonden hinder meer hebben te dulden, dan wanneer bedoeld perceel de bestemming wonen had. Dat geeft echter geen vrijbrief voor hinder, veroorzaakt door een inrichting, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, waarin niet is voldaan aan de publiekrechtelijke normen, gesteld in het krachtens die wet uitgevaardigde Activiteitenbesluit, welke normen immers moeten worden geacht mede te zijn gesteld in het belang van de direct omwonenden. De rijdende rechter heeft in dat verband kennis genomen van de conclusie van de deskundigen, dat heel goed mogelijk is, dat de gemiddelde geluidsbelasting op de gevel van het woonhuis van Van Spaandonck, als gevolg van de relevante bedrijvigheid in en om het perceel van Van der Windt, de volgens het Activiteitenbesluit toegelaten norm van maximaal +50 dB overschrijdt. Daarover bestaat echter allesbehalve zekerheid en bovendien kan niet worden uitgesloten, dat een mogelijke overschrijding alsnog kan worden gelegaliseerd. Voor wat betreft de vraag, of de ondervonden geluidshinder -gelet op de ernst daarvan- in redelijkheid kan en moet worden voorkomen of verminderd, moet worden onderscheiden tussen de diverse geluidsbronnen. De binnen de loods veroorzaakte geluiden zijn dusdanig gering, dat deze verder buiten beschouwing kunnen blijven. Het tweemaal per week uit- en inrijden van de eigen vrachtwagens van Arek is niet te vermijden. Dit is weliswaar hinderlijk voor Van Spaandonck, maar telkens slechts kortstondig van aard en weinig indringend. Dat geldt niet voor vreemde vrachtauto’s. Die kunnen best buiten blijven. De daardoor veroorzaakte overlast is onnodig. De vrijwel dagelijkse losactiviteiten op de openbare weg voor de deur geven veel meer geluidsoverlast. Deze zijn op zichzelf onvermijdelijk, al was het maar omdat deze vrachtauto’s niet door de doorgang mogen en/of kunnen. Het lossen op de openbare weg is overigens op zichzelf toegestaan. Verder is van belang dat, zoals hiervoor onder 9. vastgesteld, inmiddels geluidsbeperkende maatregelen zijn genomen. Wel mag van Van der Windt en Arek worden gevergd, dat zij de resterende blijvende overlast zoveel mogelijk beperken, meer in het bijzonder door strikt de hand te houden aan de toegestane lostijden en het tegengaan van het onnodig door laten draaien van de motor van vrachtauto’s, tijdens het lossen. Het komt de rijdende rechter dan ook redelijk voor om een hierop toegespitste voorziening te geven.
De rijdende rechter is van oordeel dat de economische belangen, zoals in dit geval aan de orde, dusdanig groot zijn, dat het niet aangaat om op basis van slechts een mogelijke overschrijding van de toegelaten geluidswaarden in deze bindend advies procedure verdergaande en mogelijk onomkeerbare beslissingen te nemen. Het is veeleer de gemeente Hulst, die met gebruikmaking van het haar ten dienste staande instrumentarium, ten gronde moet beslissen of de door Arek veroorzaakte geluidshinder binnen de publiekrechtelijke normen blijft en zo nee, of tot handhaving wordt overgegaan, dan wel tot legalisatie wordt besloten. Waar Van Spaandonck tenslotte nog heeft gevorderd dat Van der Windt ophoudt met hem te pesten, moet de rijdende rechter vaststellen dat van voortdurende pesterijen niet is gebleken. Wel is duidelijk, dat Van Spaandonck en Van der Windt inmiddels een hekel aan elkaar hebben gekregen. Ook Van Spaandonck heeft in het recente verleden de confrontatie niet geschuwd. Voor wat betreft de tegenvordering van Van der Windt en Arek. De rijdende rechter zou niet weten op welke grond hij Van Spaandonck zou kunnen dwingen, om het thans aan het draadhek bevestigde zwarte worteldoek te verwijderen. Bij gelegenheid van de bezichtiging en later van de hoorzitting heeft Van der Windt overigens laten blijken, daar ook niet werkelijk last van te hebben. Wel last hebben Van der Windt en Arek ontegenzeggelijk van de voortdurende pogingen van Van Spaandonck om aandacht te vragen voor de door hem ondervonden overlast. Mede gelet op het gegeven, dat van hinder wel degelijk sprake is en op dit ogenblik mogelijk zelfs van een publiekrechtelijk verboden overschrijding van de gemiddeld toelaatbare, maximale geluidsbelasting, valt dit Van Spaandonck moeilijk kwalijk te nemen, laat staan dat dit hem kan worden verboden. Integendeel, zoals hiervoor opgemerkt ligt het voor de hand dat de gemeente Hulst, na een handhavingsverzoek van Van Spaandonck, haar toezichthoudende en (mogelijk) handhavende taak zal opnemen. Daarvoor lijkt temeer grond, nu het bedrijf van Arek maar blijft groeien en ook Van der Windt en Arek begrijpen, dat dit bedrijf uiteindelijk te groot wordt voor die locatie. Van der Windt en Arek zijn dus zeker niet van Van Spaandonck verlost. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist.
BESLISSING Voor wat betreft de vordering van Van Spaandonck. Van der Windt en Arek worden verplicht ervoor te zorgen: a. dat vóór 7.00 uur in de morgen en na 19.00 uur in de avond geen loswerkzaamheden worden verricht vanuit vrachtauto’s op de openbare weg voor of schuin voor het perceel van Van der Windt; b. dat lossende vrachtauto’s, zoals hiervoor bedoeld, tijdens het lossen niet langer dan tien minuten hun motor laten draaien, tenzij dit nodig is om de laadklep te bedienen; c. dat alleen de eigen vrachtauto’s van Arek gebruik maken van de hiervoor onder 6. bedoelde doorgang. Indien Van der Windt en/of Arek niet voldoen aan hetgeen hiervoor verplicht is gesteld verbeuren zij, zonder dat daarvoor nog een voorafgaande aanmaning nodig is, een boete aan Van Spaandonck van € 100,-- per overtreding, met een maximum van € 25.000,--, waarvoor Van der Windt en Arek hoofdelijk verbonden zijn. Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Voor wat betreft de tegenvordering van Van der Windt en Arek. De vordering wordt in al zijn onderdelen afgewezen. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zaandam op 28 april 2011. Bindend Adviseur
Secretaris
Mr F.M. Visser
Mr C.M. Sharif