15 APRIL 1937 - No. 132
is de en. agva, of nig she rti-
DE KATHOLIEKE PERS
MAANDORGAAN VAN DE NEDERLANDSE ROOMS-KATHOLIEKE JOURNALISTENVERENIGING VERSCHIJNT ELKE 15e VAN DE MAAND ABONNEMENTSPRIJS f 2.50 PER JAAR ADVERTENTIEPRIJS: i 4. - PER Via PAG. ' ' VERANTWOORDELIJK REDACTEUR
G. P. BON, r
WEIMARSTRAAT 140. DEN HAAG, TEL. 330619
•en,
iter
Algemene Jaargergadering.
„Gooiland" gingen bezichtigen was achteraf heel niet nodig geweest en de schampere opmerking van een onzer introducé's, op Zondag 2 Mei, elf uur in hotel „Noord Brabant", toen we dezen a a n h e t station ontmoetten, d a t we een hotel gingen bezoeken, bleek niet op h a a r p l a a t s te zijn. Intussen Vredenburg 3, te Utrecht. tell zij tot eer van dezen collega gezegd, d a t hij zich nadien bekeerd ao- De vergadering wordt Voorafgegaan door een H. Mis, te t i e r heeft en lid van onze groep is geworden. Het onderwerp „De jen Katholieke Actie", d a t werd ingeleid door den ZeerEerw. heer UUr o p t e d r a g e n d o o r d e n rtij geestel. adviseur Prof. Dr. Titus A. M. Jansen, die m e t de voorbereiding van deze beweging in h e t Brandsma O.C. De kapel, waarin de H. Mis zal worden opgede Aartsbisdom is belast, h a d zo de belangstelling van de aanwedit dragen, zal den leden n a d e r worden bekend gemaakt. zigen en was, wanneer m e n h e t goed ging bezien, zo veel o m v a t uki AGENDA der vergadering: tend, dat er voor de r o n d g a n g geen tijd meer over was. Het woord van den voorzitter, collega P. J. Th. Dièges, da>- deze oze 1. Openingswoord door den voorzitter. vergadering de grondslag mocht zijn van een reeks interessante het 2. Jaarverslag van den Secretaris. (Zie dit n u m m e r ) . en belangrijke bijeenkomsten, heeft alle reden om bewaarheid ing 3_ Jaarverslag van den penningmeester. (Zie dit n u m m e r ) . te worden. Zo er nog collega's zijn, die nu nog onverschillig ïun tegenover onze groep staan, d a n zullen die moeten erkennen, d a t sra- 4 - Aanwijzing van een kascommissie van twee leden. deze toch wat betekent. ere 5. Bestuursverkiezing. Aftredend is de heer J. Zwetsloot, die Op boeiende wijze heeft de Zeereerw. heer J a n s e n de betekenis lijK herkiesbaar is. I n de vacature van den heer L. Stolwijk, van de „Katholieke Actie" duidelijk gemaakt, w a a r v a n de hoofdjen gedachte is, dat we verdieping moeten brengen. Heel ons doen moet worden voorzien. en laten moet bezield zijn van de liefde. lit- 6. Bespreking van h e t beleid van den redacteur van h e t orgaan. De „Katholieke Actie" wil zijn een streven n a a r de uitvoering be-7. Behandeling reglementswijziging. (Zie voorstellen van h e t van h e t integraal p r o g r a m m a van h e t Goddelijk H a r t en vooral bestuur m e t toelichting in dit n u m m e r . ook bij journalisten is nodig, d a t er verdieping komt. We m o e ten studeren, juist op de grote p u n t e n en dan verdieping brenPAUZE van 2 tot 3 uur. engen bij anderen. sen 8 Na de pauze zal voor de leden een lezing worden gehouden. Er m a g niets zijn in ons leven, dat niet innerlijk gedragen wordt ïeel De n a a m van den spreker en h e t te behandelen onderwerp door een godsdienstig leven. iers zullen den leden n a d e r worden bekend gemaakt. De practische k a n t van de „Katholieke Actie" besprekend, wees izer de inleider erop, d a t we in het klein moeten beginnen. I n de ;eH-0- Rondvraag en sluiting. parochies worden kernen gevormd van mensen, die de heerf^-Met het oog op de reglementsherziening zal de a.s. j a a r v e r g a d e lijke gedachte van het christendom g a a n uitdragen. Wat we a a n ring van grote betekenis zijn. Wij rekenen d a a r o m op grote opverschillende organisaties hebben, zijn goede hulpmiddelen. De „Katholieke Actie" is een lekenapostolaat, waarbij de priester —komst. geestelijke vorming geeft. Namens h e t bestuur: Tot slot vertelde de Zeereerw. heer J a n s e n a a n de h a n d ook van rol' FRANS SCHNEIDERS, secretaris. materiaal, d a t hij h a d meegebracht, van de „Katholieke Actie", iaV' zoals die in het buitenland, S t u t t g a r t , Wenen en F r a n k f u r t op sommige p u n t e n wordt uitgevoerd. De gedachtenwiseling, die d a a r n a volgde, verhelderde veel van wat o m t r e n t de „Katholieke Actie" nog wordt misverstaan. Van betekenis was de opmerking van den inleider over h e t a a n Van de groep „Midden-Nederland". in deel, dat een katholiek journalist, die a a n een niet-katholiek Öet zij in alle bescheidenheid gezegd — w a n t we zeggen m e t den blad werkt, in de „Katholieke Actie" kan hebben. Hoe k a n deze "• Paulus, d a t we slechts k u n n e n roemen op onze zwakheid en a a n de „Katholieke Actie" meewerken?" was de vraag van een yieen door de samenwerking van allen k a n iets bereikt worcollega, die verhinderd was persoonlijk tegenwoordig te zijn : ïen _ onze eerste werkvergadering, gehouden op Zaterdag 6 Hij moet natuurlijk op de eerste p l a a t s drager zijn van de ^ a a r t te Hilversum is schitterend geslaagd, algemene christelijke gedachte in zuivere zin, zo luidde h e t a n t ^et lokkebroodje op onze agenda, d a t we het moderne hotel woord. In zijn omgeving en ook in zijn k r a n t k a n er van h e m
-ÊEN GOED DEBUUT.
een goede invloed uitgaan, evenals van een katholiek leraar a a n een niet-katholieke H.B.S. Deze invloed moeten we niet o n d e r schatten. I n zijn sluitingswoord betoogde de voorzitter, d a t deze vergadering heeft aangetoond, d a t we een p r o g r a m m a k u n n e n samenstellen, waarmee alle katholieke journalisten gediend zijn. We g a a n moedig voorwaarts op deze weg. Ons bestuur heeft al reeds enkele andere ideeën, waarvoor ongetwijfeld eveneens veel animo zal bestaan. Slechts vier m a a l in h e t j a a r zullen we dergelijke bijeenkomsten houden, zodat we mogen vertrouwen, d a t men daarvoor, indien h e t beroep er geen beslag op legt, tijd zal willen afstaan. Moge ons optimisme niet beschaamd worden. De secretaris van de Groep „Midden-Nederland" IGN. AGASI.
BESTE VRIND VAN WOESIK Al ben jij d a n nog niet helemaal verpolitiekt, toch was h e t je journalistieke speurneus, die je zelfs in een ding als een ingediend wetsontwerp — dat over een betere verdeling van de beschikbare arbeid h a n d e l t — nog waardevolle gezichtspunten voor werkloze collega's deed ontdekken. Eerlijk gezegd, het deed me genoegen, dat zowel jij als collega Van Vonderen eindelijk eens iets positiefs beweerden, inplaats van het in onze kring tot een mode geworden „kankeren" op een van de technische hulpmiddelen die ons bedrijf n u eenmaal meegekregen heeft, de telex. M a a r terzake. Jij toont je d a n voorstander van een bestuursactie om „de mogelijkheid (te) helpen bevorderen, dat degenen, die buiten h u n schuld het oude vertrouwde vak zijn kwijtgeraakt en nu meestal op een h o u t e n penhouder zitten te bijten, weer in de gelederen h u n n e r gewezen collega's worden opgenomen". Ik ben h e t roerend m e t je eens. Al was 't alleen al, o m d a t we daardoor zo en p a s s a n t de nodige wilde twijgjes in ons j o u r n a listiek hofje zouden k u n n e n snoeien. Je moet me niet kwalijk nemen, wanneer ik op 't ogenblik m a a r heel weinig trek heb, om zo voor m ' n plezier nog eens een e x t r a baal copy te tikken. Maar wanneer ik dan toch een p a a r v a n die „twijgen" zou willen aangeven, is het om te beginnen h e t euvel van de schriftelijke cursussen, waar je voor enkele tientjes k u n t worden gepromoveerd tot (schrik niet) mannelijk k r a a m verzorgster, kinder juf f rouw, besteller bij de posterijen, n o t a r i s klerk (een ander b a a n t j e om er jé h o u t e n penhouder op stuk te bijten), brugwachter en zo tussen de bedrijven door ook tot journalist. Enfin, in een bui van grootheidswaanzin noemen we ons zelf ook wel eens brugwachters van de cultuur en, w a n n e e r we de telexpessimisten mogen geloven, zijn we eigenlijk niet veel meer d a n de hulpbestellers van 't A. N. P. Over die schriftelijke cursussen — ik mag je adviseren, eens w a t prospecti a a n te vragen; 't lezen d a a r v a n is een prachtig tijdverdrijf en m e t h u n mooie beloften overtreffen zij nog de beste staaltjes van de sensatie-journalistiek waartoe we allemaal wel eens een bescheiden poging wagen — over die schriftelijke cursussen dan, vertel ik je bij gelegenheid misschien wel eens meer. Voor vandaag' is 't voldoende, d a t we ons realiseren, hoe iedere geslaagde alle moeite doet om de spoeling voor de bona fide journalisten nog w a t d u n n e r te m a k e n . Dan zijn er de instanties die door 't c e n t r a a l inkopen van copy (géén nieuws) de m a r k t er ook al niet beter op m a k e n en t e n slotte is er nog de groep mensen, advertentieverkopers oftewel acquisiteurs, die de goede n a a m van ons beroep — voor zover die d a n nog intact is — nog verder te grabbel gooien dan h e t door de cursus- en andere d i l e t t a n t e n al gedaan is.
Beste Tinus, ik vertelde je al, d a t ik er niet veel idee in heb, om n a m ' n werk nog meer papieren babbels te maken. M a a r jij, die in Den Haag zo in de b u u r t van onzen voorzitter woont en die daardoor vanzelf ook makkelijk m e t den secretaris in contact komt, zou jij die heren d a a r o m niet eens een h i n t k u n n e n geven? J e weet, kort geleden kregen we onze nieuwe lidmaatschapsk a a r t thuis. Een ding, waar je in de practijk niet veel meer aan hebt, d a n d a t je er een overbodig geworden pasfoto op kunt spuien. Nu k e n n e n we h e t systeem van de internationale persk a a r t . Zouden we d a a r o m — in overleg m e t de kring — niet kunn e n komen tot een kaart, die in ons land in zekere zin dezelfde voorrechten geeft? Een algemene p e r s k a a r t dus, uitsluitend ten gebruike van de „erkende" journalisten, die daardoor de faciliteiten te genieten krijgen, die n u volgens de schrijvers van schriftelijke cursussen voor iedereen zijn weggelegd. Wanneer d a n bij de a a n n e m i n g van nieuwe leden niet uitsluit e n d gekeken wordt n a a r een stijgend ledental, m a a r vooral of zij niet méér schoolmeester of veldwachter of wat d a n ook zijn dan plaatselijk correspondent, niet méér vakverenigingsbestuurder d a n journalist, welnu, d a n zullen de directeuren in dit beperkte, door de practijk geselecteerde gezelschap, ongetwijfeld een keus k u n n e n doen voor h e t bezetten van eventueel vac a n t e plaatsen. Hóé de eisen moeten zijn, te stellen a a n de nieuwelingen die tot onze kring willen toetreden, is een kwestie van latere zorg. Voorlopig komt het er m a a r op aan, dat we met elkaar een oplossing zoeken, w a a r v a n zowel de werkloze collega's als ook de collega's die h e t goed m e n e n m e t de „standing" van ons vak, voordeel hebben. Ik hoop, d a t je d a t m e t me eens zult zijn en m e t spanning zie ik uit n a a r het relaas van je interviews met voorzitter en secretaris van onze vereniging. Als steeds,
t.a.t. WILL. KORTEKAAS.
Het doet mij een groot genoegen, d a t onze collega Kortekaas het zo volkomen m e t mij eens is, en ik zou het als een eer beschouwen, d a t hij mij op zo'n allergemoedelijkste manier heeft willen toespreken. Wat die schriftelijke cursussen betreft, hier in 't Haagje kom ik geregeld langs een winkelhuis, w a a r v a n een etalage t h a n s d a a r a a n gewijd is. Op suggestieve wijze tracht m e n den meer ambitieuzen dan vernuftigen j o n g e m a n er van te overtuigen, d a t hij heel gemakkelijk m e t pen, papier en postzegels (de drie p's vormen er een koddig a r r a n g e m e n t ) een paar rijksdaalders van zijn vrije avond zou k u n n e n smeden. De redenering verwerkt in een opengeslagen boek, komt hierop neer: iedereen k a n schrijven; toch valt het niet mee, d a a r maai' eventjes toe over te gaan, m a a r over die moeilijkheid helpt J e de cursus heen. Dat zo iets de beunhazerij in de h a n d werkt, spreekt van zeli> m a a r wat doe je er tegen? Een bescherming van de titel „joul' nalist" zou de nadelige gevolgen van zulke spoedopleidingeimisschien k u n n e n opheffen. Maar die kwestie k a n m.i. niet lo s " g e m a a k t worden van h e t probleem der algemene ordening van ons beroep. Vertellen we jongen(of ouden) kerels, die schrifte" lijke cursussen in journalistiek willen volgen, voorlopig, dat ® m e t h u n pen, papier en postzegel beter doen, op een andeie m a n i e r een p a a r rijksdaalders te zien te krijgen, en laten < van d a t geld desnoods een vrije avond smeden. En verder: Ja, het is erg vervelend, als colporteurs zich redacteuren of — wat wel als bedriegelrjke tussenvorm is bedoeld leden van de redactie mogen noemen. Een nationale p e r s k a a r t lijkt mij wel handig, m a a r Collega »•• moet zijn denkbeeld m a a r eens preciseren en d a n zelf ter t a t s brengen in de vergadering.
Dat er veldwachters lid zijn van de Kath. Journalistenvereniging is mij onbekend. Overigens lijken ze mij in het algemeen geen Prettig gezelschap. Ik moet het bestuur een „hint" geven, schrijft de heer K. Vermoedelijk behoef ik hem die dienst niet te bewijzen, wanneer men zijn „open brief" heeft gelezen en die leest het bestuur natuurlijk. Ten slotte: vriendelijk dank aan den redacteur van ons orgaan, omdat hij die brief aan mij heeft doorgestuurd, teneinde hem tegelijk met de plaatsing daarvan te kunnen beantwoorden. M. v. W.
ONZE BEROEPSSTAND De Nederlandse Katholieken streven in hun politieke en sociale formaties naar ordening, naar een heropstanding uit het individualisme, om een ondergang in de paradoxale consequentie daarvan, het collectivisme, te voorkomen. Zij strijden met alle kracht voor de verwezenlijking der grote idee van „Quadragesimo Anno", de hervorming der maatschappij volgens beroepsstanden, en het is de katholieke pers, welke hier haar weigewette pen aan de vele andere gebezigde wapens toevoegt. Ik wil in dit vakblad geen beschouwing geven over de binnenlandse staatkunde van het ogenblik, maar er alleen aan herinneren, dat de aanhangige grondwetswijziging, bijaldien zij in de nieuwe Kamer beslag zal krijgen, weer een belangrijke stap zal betekenen in de richting van een sociaal-economische toekomst, zoals de Katholieken die als heilzaam en vruchtbaar zien. In ieder geval mogen wij constateren, dat wij vroeg of laat in alle realiteit met de nagestreefde beroepsstanden zullen kennis niaken. Maar hebben we er wel eens aan gedacht, dat we dan niet alleen weer er over zullen schrijven en anderen vertellen, hoe ze het beste aan te wenden, maar dat we dan ook reeds onze eigen houding' daartegenover, neen, zelfs daarin, zullen moeten hebben bepaald? De pers als onderdeel van een ordening volgens beroepsstanden aan dit thema vonden we enige alinea's gewijd in het nieuwe werk van den Weensen hoogleraar Dr. Johannes Messner, .,Die berufstandische Ordnung", waarin bijzondere aandacht is besteed aan de functionele zijde, de werking, het eigenlijke leven van de bedoelde ordening. De schrijver blijkt zijn theorieën te hebben gebouwd op de grondslagen van „Quadragesimo Anno" — welke hij dan ook voortdurend citeert —, en zet ook duidelijk uiteen het wezenlijke verschil tussen de organische maatschappijleer en het fascistische corporatieve systeem, dat volkomen afwijzend staat tegenover intermediaire lichamen, welke een eigen recht bezitten en hun plaats vinden tussen individu en Staat in, doch dat zijn eigen geledingen slechts opvat als organen van die Staat, welks souvereiniteit e nig en ondeelbaar is. Sprekende over de verschillende soorten, waarin de beroepsstanden kunnen worden onderscheiden, en hun onderverdelingen, plaatst Dr. Messner de stelling, dat men, om tot een redelijke en effectieve indeling der beroepsstanden te komen, zich aan de levende werkelijkheid moet houden. Zeker, zo redeneert s chr., men kan de activiteit van de in te delen lichamen klassificeren naar gelang van de hoedanigheid der waarde, waarop hun arbeid onderscheidenlijk is gericht en hij onderscheidt: de feestelijke waarden, weer te splitsen in het heilige (Kerk), het *are (wetenschap), het goede (opvoeding) en het schone ( kunst); vervolgens de vitale waarden, nl. die van het persoonlijk welzijn (gezondheidszorg, inclusief eugenetica) en van v °orname uiterlijke levensgoederen (economie); tenslotte de *aarden van het nut (b.v. techniek). Voor dergelijke indelingen v oelt Schr. echter niet veel, o.a. omdat zeer belangrijke beroeps-
takken op het gebied van het openbaar-culturele leven zich nauwelijks in die rangschikking laten opnemen, zoals b.v. de pers^ het toneel; de film en de radio. Bij een verdeling der beroepen in economische en niet-economische, met overeenkomstige vertegenwoordigende lichamen, is evenmin een redelijke eenheid gewaarborgd, omdat b.v. onder de laatstgenoemde ook beroepen met meer dan één doelstelling gerekend moeten worden, zoals wetenschap, kunst, pers, gezondheidszorg en toneel. Als regels voor de indeling der beroepsstanden geeft Schr. aan: Ten eerste: omdat het de levens- en cultuurbehoefte van de maatschappij is, dat het doel van de samenwerking van al haar geledingen het maatschappelijk prestatie-vermogen is, daarom is de bijzondere gedaante van die behoefte voor de verdeling der maatschappij in (beroeps) standen beslissend. Vervolgens kan een volledige beroepsstand onderverdeeld worden overeenkomstig de soorten van prestaties, die achtereenvolgens geleverd moeten worden, van het ontstaan van het behoeftegoed af tot zijn overhandiging aan den „consument". Het filmwezen wordt aldus verdeeld naar fabrikatie, commerce en vertoning. Pas in derde instantie mag volgens Messner voor de onderverdeling der gerealiseerde ordening ook de „betriebliche Organisation" van de productie tot richtsnoer dienen. Schr. wacht zich er wel voor, detaillerende richtlijnen te geven voor de organisatie van beroepsstanden, en wel omdat deze ten zeerste van de historische-culturele omstandigheden van de afzonderlijke landen afhankelijk zijn; hij beperkt zich daarom tot algemene gezichtspunten, en aldus laat hij achtereenvolgens de weermacht, de rechtspleging, het onderwijs, de gezondheidszorg, de wetenschap en de kunst de revue passeren. Vrouwe Justitia bemonsterend, maakt Messner enige opmerkingen over de z.g. vrije beroepen, waartoe behalve de advocaten en notarissen, vooral ook de artsen behoren, maar waarbij ook niet in loondienst arbeidende journalisten, ingenieurs, architecten enz. enz. een plaatsje mogen vinden. De vrije beroepen als één stand op te vatten, acht Dr. M. niet juist, omdat de diensten, in die beroepen te vervullen, noch gemeenschappelijk worden verricht, noch gelijksoortig zijn. Van de genoemde beroepstakken is ook het artsendom in vele landen reeds lang corporatief in eigen kamers verenigd. Prof. Messner is blijkbaar niet alleen een geleerd, maar ook een wijs man: hoewel diep overtuigd en enthousiast voorstander van de beroepsstanden, geeft hij toe, dat de opname der schone kunsten in zulke organisatievormen met zeer grote moeilijkheden gepaard zal gaan, en hij toont alle eerbied voor de sterke individualiteit, welke der scheppende persoonlijkheid eigen is. Maar, zo betoogt hij, maar het lijdt geen twijfel, dat een organisatie volgens beroepsstanden met overeenkomstige betrekkingen tot de groeperingen der uitgevers, der pers, van het toneel en de radio niet slechts voor de goede vervulling der maatschappelijke cultuurplichten, maar ook voor de kunstenaars zelf van buitengewoon groot belang is. Pers, literatuur, toneel, film en omroep vormen volgens Schr. een reeks instituten, die de sterkste invloed op de openbare mening uitoefenen en zodoende van een vér-strekkende betekenis zijn. maar zij horen in geen der bovengenoemde gebieden (weermacht rechtspleging, onderwijs enz.) thuis, al komen zij er dikwijls mee in aanraking. „Dat geldt vooral voor de pers, die in haar verschillende gedaanten als dagblad- en periodieke pers alle, maar dan ook alle, terreinen van het wetenschappelijke, politieke, culturele, economische en sociale leven betreedt en desondanks een geheel eigen taak te vervullen heeft, welke wel de voornaamste maatschappelijke plicht, die van het verantwoordelijkheidsgevoel, en nog wel in zeer hoge mate, vergt van hen, die ermee zijn belast. Hoe de redacteuren, dagblad- en tijdschriftuitgevers, persbureaux enz. op zich zelf en in onderlinge samenhang worden georganiseerd, is een kwestie van practische doelmatigheid. Hetzelfde
geldt voor die beroepen, die zich door middel van het boek laten gelden, zij het als schrijvers (wetenschap, belletrie enz.), uitgevers, boekhandelaars, leeszalen en bibliotheken (literatuur). Pers en literatuur zijn in Duitsland reeds in kamers georganiseerd. In Oostenrijk wordt een perskamer opgericht, waarbij de uitgevers, redacteuren en typografen worden betrokken en welke met het zelfbestuur in het domein van de journalistiek is belast". Ik meen te weten, dat de oprichting de Oostenrijkse perskamer het vorig jaar nog een feit is geworden. Met literatuur, toneel, film en radio zondert de pers zich van de zuiver culturele instellingen daardoor af, dat zij tegelijkertijd economische lichamen vormen. Juist deze combinatie van culturele en economische doeleinden vereist, aldus Dr. M., een corporatieve binding van de verantwoordelijkheid dezer verschijnselen tegenover de gemeenschap. Ziedaar enkele gedachten over het instituut der beroepsstanden met betrekking tot de journalistiek. Dit artikel is geen boekbespreking in de eigenlijke zin des woords en nog minder een sociaal-economische beschouwing met enige wetenschappelijke pretentie mijnerzijds, want voor beide sta ik niet ver genoeg boven de stof, maar mijn bedoeling was alleen, — wat wij allen in onze publicaties geregeld doen — een algemeen signaleren van wat komen gaat en komen moet. Onze organisatie is niet sterk, maar hoogstwaarschijnlijk zal zij eenmaal deel uitmaken van een beroepsstand voor de pers, c.Ci. voor de kath. pers. Bezinnen wij ons reeds op de rol, die wij dan zullen moeten spelen; deze zal in ieder geval zeer belangrijk zijn, alleen al omdat zo'n beroepsstand een verbindend karakter zal dragen. De journalisten dienen zich tijdig paraat te maken voor die voorname taak, en zeker voor het voorbereidend werk van de oprichting der nieuwe lichamen, opdat hun karakter en werkwijze ook ons zal bevredigen en wij ons daarin behoorlijk kunnen weren en keren, tot eigen welzijn in ideëel en stoffelijk opzicht en tot vitaal voordeer ook van de gemeenschap, welke de pers, ondanks alle economische eisen, als machtige cultuurfactor heeft te dienen. M. VAN WOESIK.
DE N.S.B. EN DE NEDERLANDSE PERS Voor enige tijd maakten enkele dagbladen gewag van een journalistiek conflict bij het „Eindhovensch Dagblad". De feiten waren, in 't kort, de volgende: De hoofdredacteur Zoetmulder droeg den redacteur Van Eeden (zoon van den groten dichter) op, een verslag te maken van een N.S.B.-vergadering, ter plaatse, waar dominee Van Duijl het woord zou voeren. Collega van Eeden toog ter vergadering en begon zijn aantekeningen te maken. Eerst moest hij netjes opschrijven, hoe de dominee op zijn bekende felle verbeten wijze onze Regering kleineerde. Daarna nam deze spreker de Nederl. Pers „onder handen", naar N.S.B.-trant, maar toen werd het den vertegenwoordiger dier Pers te machtig. Hij stak zijn bloc-note in de zak en verliet? ostentatief de vergadering. Daar hij geen verslag had, vroeg de hoofdredacteur hem om in een bericht zijn optreden te motiveren, 't welk prompt geschiedde. Enkele dagen later verscheen echter een bericht der hoofdredactie, waarin het geschrevene van V. E. werd betreurd. Het was haar gebleken, dat van Duijl niet de blaam trof (hij zou de integriteit der Ned. Pers in twijfel getrokken hebben, enz.), die op hem geworpen was. Weer later werd collega Van Eeden ontslagen, daar hij niet objectief geweest zou zijn! Tenslotte bleek, dat v. Eeden's optreden niet oorzaak, doch aanleiding van zijn ontslag was; het was de druppel, die de emmer deed overlopen....
Liever dan hier verder op dit ontslag in te gaan, wilden we die andere evenzeer belangrijke kwestie onder 't oog zien: of de handelwijze des heren Van Eeden gerechtvaardigd was en goed. Dit kunnen we niet op positieve gronden doen (we waren geen ooggetuige), maar wel op hypothetische, die echter voldoende zullen blijken te zijn. Ie. Allen kennen we het oordeel der N.S.B, over de Ned. Pers, (die door zeer vooraanstaanden steeds wordt geprezen). Dit oordeel luidt: Een vuige knechtenpers. 2. We weten, dat dominee van Duyl tot de allerf eiste en fanatiekste der „Kameraden" moet gerekend worden. 3. Ons is de methode van ontkennen der N.S.B, overbekend. (We herinneren aan de ontkende uitspraak van den heer Mussert tegenover den toch serieusen dr. Brouwer, ten opzichte onzer Geestelijkheid. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nu kunnen we aannemen, dat het oordeel van den feilen dominee over de Ned. Pers gemotiveerde aanleiding is geweest voor den, als rustig en betrouwbaar bekenden, collega Van Eeden, om op te treden, zo als hij deed. Naar onze innerlijke overtuiging heeft de heer Van Eeden dan ook de dank en de sympathie verdiend van alle collega's, voor zijn zedelijke moed, die het klakkeloos neerhalen der Ned. Pers niet toeliet. Ten slotte hopen we van ganser harte, dat het hem spoedig mag' gelukken een andere werkkring te vinden, waar hij, in alle opzichten, bevrediging zal vinden. Rotterdam. KO DE HAAN.
't WORDT AL TE BAR! Naast een betrouwbare dagbladpers bezit Nederland een te waarderen geïllusteerde. Noemen we slechts enkele der bekendste weekbladen: „Kath. Illustratie", „Panorama", „Prins", „Wereldkroniek", „Wij", enz. Eén geïllustreerd weekblad in Nederland kunnen we echter steeds minder appreciëren. We bedoelen: „Het Leven". Dit blad zoekt het o.i. in een bijna ziekelijke sensatie, in abnormaliteiten en uitzonderlij kneden, waarvan de geprononceerde publicatie sterk tegen de borst stuit. Op de eerste pagina prijkt steeds het „allerbelangrijkste" op dit gebied. We zagen daar reeds vele sensaties afgebeeld: monstra, pikante curiosa, kinderhuwelijken, enz. Deze week werd een soort mens-dier gereproduceerd; een Kaffer-jongen, die steeds op handen en voeten loopt, met een lichaam, dat zeer veel op een hond gelijkt. Dit „snufje" van uitzonderlijkheid werd in Rotterdam door verschillende sigarenwinkeliers voor de ramen gehangen, 't Is even griezelig als weerzinwekkend, 't Wordt werkelijk al te bar, naar ons gevoel. Dat spijt ons, vooral voor de Ned. Illustratie-pers, die onze goede tradities van gezonde attracties, normaliteit en degelijkheid steeds hoog hield. d. H.
UIT DE VERENIGlHg EEN VERZOEK Is er ook een collega, die ons de nummers 125 en 129 van on^ Maandorgaan wil afstaan? We hebben ze nodig en er zijn gee nummers meer van voorradig. Bij voorbaat dank. G p. BON-
K. P. v. 15 AP 1937 No.
209 DE LEDENLIJST Adresverandering: Collega J. P. Vermeulen verhuisde van Adelaarsweg 47hs., Amsterdam (N.) n a a r P r i n s e n g r a c h t 315hs., Amsterdam ( O ; -iet adres van collega J. B. Th. Wilbrink is t h a n s Geesterweg 14. Alkmaar. Collega J. J. P. Creygthon te Nijmegen verhuisde van J a v a s t r a a t 64 n a a r Berg en Dalscheweg 95; Collega P. A. G. A. Ruwe van Hilversum n a a r R e s t a u r a n t „Bierlaagh", Breed 30, Hoorn. Wie verschaft den secretaris de adressen van de collega's W. J. P. Van Eyck, vroeger Bredalaan 132, Eindhoven; en J. Veldhuis, vroeger Burgemeester Reigerstraat 40bis, Utrecht. J- Veldhuis, t h a n s Duifstraat 12, Utrecht. J. G. H. H. Keulemans, t h a n s Plaats 24, Den Haag'.
EEN NIEUW DAGBLAD In Alkmaar wordt een nieuw R.K. dagblad voor Alkmaar en omstreken uitgegeven, het „Alkmaarsch Dagblad". De redactionele leiding is toevertrouwd aan collega J. B. Th. Wilbrink.
TER WAARSCHUWING... tegen „schriftelijke" fabrikanten van journalisten, geld- en inoeiteverspilling en onvervulbare verwachtingen laten, we hieronder — met weglating van n a m e n — een brief volgen, die h e t Bestuur te behandelen kreeg: Weled. Heer. Ondergetekende neemt hierdoor het genoegen om op schriftelijke wijze kennis met U te m a k e n en om U tevens n a a r inlichtingen te vragen o m t r e n t den R.K. Journalistenbond. Ik ben n -l. cursist bij I n s t i t u u t en volg d a a r den cursus van Journalist. Nu is het voor U misschien gemakkelijker te begrijpen dat d a a r o m ieder woordje, zooals Journalist of Journalistenbond vat op mij heeft d a a r v a n d a a n , d a t ik U d a n ook hierdoor inlichtingen vraag van bovengenoemde vereeniging, Misschien, wanneer ik m'n diploma behaald heb, er mij dan ook -
't Bestuur heeft den schrijver t r a c h t e n duidelijk te maken, dat vorm en inhoud van zijn schrijven allerminst getuigen van journalistieke aanleg en dat hij beter doen zou, z'n cursusgeld en 2 'n energie a a n wat anders te besteden, dan h e t eerste te laten opstrijken door iemand, die blijkbaar van journalistiek geen benul heeft, en de tweede te richten op een beroep, d a t hem geen vooruitzichten biedt.
BESTUURSVERGADERING OP ZATERDAG 20 MAART IN HOTEL „TERMINUS" TE UTRECHT Aanwezig de heren G. P. Bon. J. Thomassen, J. Zwetsloot, H. B a ° n van Lamsweerde, Dr. H. Hoeben, F. Schneiders. De geestelijke adviseur, Prof. Dr. Titus Brandsma, komt iets later ter vergadering. " a d a t enige ingekomen stukken zijn behandeld, komt a a n de 0r d e een voorstel tot oprichting van een sectie hoofdredacteuren en verantwoordelijke redacteuren. Er worden tal van bezwaren r
geopperd tegen beide voorgestelde vormen, zowel tegen de een waardoor deze sectie het recht zou .krijgen a p a r t e kwesties te behandelen, als tegen de andere, waarbij zij geen recht zou krijgen verenigingskwesties te behandelen. De zaak wordt voorlopig van de agenda afgevoerd. Besloten wordt vervolgens de herziening van het reglement op de agenda der jaarvergadering te plaatsen. Daartoe wordt de commissie tot herziening v a n h e t reglement uitgebreid m e t een derde lid, n.1. collega Paulus Dieges. De commissie zal zo spoedig mogelijk r a p p o r t uitbrengen. Besproken wordt de agenda, der a.s. algemene vergadering, w a a r over nog nader zal worden gesproken. De bestuursvacature word* eveneens onder ogen gezien. De volgende bestuursvergadering wordt vastgesteld op 10 April a.s. Hierna sluiting'.
VERSLAG DER BESTUURSVERGADERING OP ZATERDAG 10 APRIL TE UTRECHT Aanwezig zijn de bestuursleden G. P. Bon, J. Zwetsloot, F. Schneiders en de groepsafgevaardigden Dr. H. Hoeben en H. Baron van Lamsweerde. De geestelijke adviseur is wegens a m b t s bezigheden, de heer ï. Thomassen wegens ziekte verhinderd, welke laatste mededeling het bestuur tijdens de vergadering bereikt. De voorzitter uit wensen voor spoedig herstel van den vice-voorzitter. Besproken wordt het rapport der Commissie inzake reglementsherziening. De voorzitter spreekt zijn bewondeing uit voor het snelle en acurate werk der commisie, w a a r n a de secretaris lof brengt aan den rapporteur, collega Dieges, die de bèspekingen der Commissie zo snel en grondig samenvatte. Het bestuur is het n a enkele detailwijzigingen in de tekst volkome», eens met het beginsel om de groepen nog meer in het verenigingsleven in te schakelen als middel om het verenigingsleven te stimuleren. De nieuwe tekst van h e t huishoudelijk reglement als voorstel van het bestuur wordt tenslotte vastgesteld. De d a t u m der jaarvergadering wordt vastgesteld op 2 Mei a.s. Besproken wordt de agenda, (zie dit n u m m e r ) , waarbij tevens wordt besloten een spreker van n a a m te doen uitnodigen. Voorgesteld wordt den heer Ch. Welter over een Indisch onderwerp. Daar het orgaan spoedig zal moeten verschijnen, zullen de leden hierover n a d e r bericht ontvangen. De agenda wordt vastgesteld. Hierna sluiting.
JAARVERSLAG VAN DEN SECRETARIS De jaarvergadering van 17 Mei 1936 zal in de a n n a l e n onzer vereniging wei geboekstaafd blijven als een zeer belangrijke j a a r vergadering. Voor h e t eerst zou er een verenigingsjaar a a n v a n gen zonder de directe leiding' en medewerking van den Heer J. B. Vesters, die sinds h e t bestaan der vereniging, vanaf 1902, in het, bestuur h a d gezeteld, waarvan de laatste 27 j a a r als voorzitter. Dit eerste verenigingsjaar is nu voorbij en t h a n s m a k e n wij d a a r v a n de balans op. Of deze balans tevredenheid zal wekken, laten wij g a a r n e a a n het oordeel der leden over, wij zullen de feiten memoreren, waarop een oordeel mogelijk zal zijn en wij vragen slechts, d a t dit oordeel zo zal zijn, dat ieder van ons d a a r u i t zijn les voor de toekomst onzer vereniging p u t t e n kan. Dit laatste is, n a a r h e t ons voorkomt, h e t meest noodzakelijke. L a a t ons beginnen m e t een der a a n g e n a m e commemoraties n.1. de vermeerdering van ons ledental al was deze vermeerdering ook niet zo groot als in het voorgaande jaar. Het voorgaande verenigingsjaar immers sloot met een uiteindelijke winst van 18 nieuwe leden. Dit j a a r werden er 13 nieuwe leden ingeschreven, van wie 8 gewone en
5 buitengewone leden. Er moesten echter 8 leden worden afgeschreven, wegens uittreding uit de journalistiek, overlijden of andere oorzaken, waardoor het ledental thans 238 bedraagt. De dood nam slechts één onzer leden weg en wel Jos Timmermans uit Waalwijk, die nog maar pas in deze voor hem nieuwe omgeving zijn werkaamheden had aangevangen en vol idealen in de toekomst zag. Aldus de personalia besprekend, mogen wij hier herinneren aan de journalistieke jubilea der collega's G. Ponsioen, Th. Wilmer (begiftigd met Pro Ecclesia et Pontifice) en G. Hol, terwijl ook het 40-jarig Professiefeest van Pater Hyacinth Hermans niet werd vergeten. De collega's H. van Lamsweerde en J. H. van Oosten werden benoemd tot hoofdredacteur resp. van „De Nieuwe Dag" en van de „Nieuwe Haarlemsche Courant". In Den Helder kwam een nieuw blad „De Noorderpost", waaraan collega F. Otten werd benoemd. In het bestuur kwamen door het aftreden van den onvergetelijken Vesters, die als ere-voorzitter op de ereplaats in de vereniging blijven kon, grote veranderingen. In de vacature van voorzitter werd op de jaarvergadering in Mei 1936 benoemd collega G. P. Bon, die, wij mogen het rustig getuigen, zich met ijver en nauwgezetheid aan zijn nieuwe functie heeft gewijd. Door zijn benoeming kwam echter het secretariaat vacant, waarin door de verkiezing van ondergetekende werd voorzien. In de loop van het jaar verliet collega Jan Bruna Helmond om een benoeming in Maastricht te aanvaarden, waardoor hij echter als gedelegeerde van de Brabantse kring in ons bestuur moest aftreden. In zijn plaats kwam collega Dr. H. Hoeben. Ook de penningmeester, collega L. Stolwijk, moest in de loop van het jaar wegens verandering van functie aftreden en in deze vacature zal op de komende jaarvergadering moeten worden voorzien. Van deze gelegenheid mogen wij, die ad interim het penningmeesterschap waarnemen, gebruik maken, om met waardering te getuigen van de accuratesse en de ijver, waarmede hij heel veel jaren het penningmeesterschap, dat zeker geen sinecure is, heeft waargenomen. En het mag ook wel noodzakelijk worden geacht, de Heer Stolwijk met zijn lange ervaring zal dit onderschrijven, de leden te wijzen op een getrouwer voldoen deicontributie, niet om de werkzaamheden van den penningmeester te verlichten, maar om de kaspositie der vereniging te versterken; en deze versterking behoeft zij broodnodig. Vemelding verdient voorts nog, dat een der leden wegens medewerking aan een blad der N.S.B, moest worden geroyeerd. Collega J. Thomassen vertegenwoordigde de vereniging op het internationaal Katholiek Perscongres te Rome, zulks natuurlijk „buiten bezwaar van de schatkist". Collega G. P. Bon werd benoemd tot lid der contactcommissie en collega H. van Lamsweerde tot vertegenwoordiger der vereniging in het bestuur der K.R.O., beiden als opvolger van den Heer L. Stolwijk. Het bestuur dat negen maal vergaderde, vond onder den nieuwen voorzitter zeer veel arbeid, waartegen de medewerking der leden en dus ook het resultaat wel eens minder gunstig afstak. Gelukkig echter kon toch ook het een en ander worden bereikt. Op de laatste jaarvergadering werden er verschillende wensen geuit en het bestuur heeft deze wensen ter harte genomen. De Retraite: Ondanks de pogingen van het bestuur en niet het minst van den Geestelijken Adviseur, Prof. Dr. Brandsma, leden dit jaar de pogingen tot het houden van een journalistieke retraite schipbreuk. De leden werden persoonlijk en in het orgaan tot deelname opgewekt, maar toch bleef het aantal deelnemers onder het noodzakelijk getal, zodat de retraite moest worden uitgesteld. De Geestelijk adviseur en het bestuur hebben zich echter heilig voorgenomen, dat dit uitstel geen uitstel ad kalendas graecas zal zijn.
De Excursie: Ook de pogingen tot het organiseren ener excursie hebben niet het gewenste resultaat gehad. Er werd een commissie ingesteld, welke onder leiding van collega Zwetsloot tot taak had een aangenaam plan voor een excursie samen te stellen. De commisie kwam met een volledig uitgewerkt plan, waarvan de verwezenlijking te Nijmegen zou geschieden en dat alle aantrekkelijkheden had om welslagen te verwezenlijken. Het mocht echter niet zo zijn. Wederom was de deelname te gering om dit schone plan te kunnen uitvoeren, maar ook in dit geval zal het bestuur het niet bij deze poging laten. Het Jaarboek: Op het voorstel van collega van Vonderen werd verleden jaar overgegaan tot instelling ener commissie, welke tot taak had uitvoering' te geven aan het plan van genoemden collega tot het uitgeven van een journalistiek jaarboek. De commisie vergaderde en kwam overeen omtrent de vorm. Alle leden ontvingen de nodige inlichtingen, maar het resultaat was bijna nihil. Erkend dient echter, dat verschillende collega's bezwaren tegen dit plan bleken te hebben. Ook hierdoor werd deze poging' geen succes. De salaris-enquête: Reeds meermalen was er door verschillende collega's op aangedrongen een salaris-enquête onder de leden te houden. De bezwaren aan deze enquête verbonden springen aanstonds in het oog. Toch heeft het bestuur dit jaar aan deze wensen gevolg gegeven en werden aan alle leden de hiervoor benodigde formulieren toegezonden, waarbij voor de vereiste discretie gezorgd werd. Het resultaat was dat van de 220 gewone leden 30 de formulieren invulden en terugzonden. Bij deze 30 doen zich echter gevallen voor, welke de voorzitter en secretaris nader onder ogen zullen zien en waarin zo nodig en mogelijk getracht zal worden verbetering te bereiken. Het Steunfonds: Op het steunfonds werden verschillende malen noodaanslagen gepleegd en in enkele noodzakelijke gevallen werden uitkeringen uit het steunfonds gedaan. Voor vele leden moge dit aanleiding' zijn zich nog eens ernstig af te vragen of zij niet een kleiner of groter percentage hunner contributie zullen gaan bijdragen of dit percentage zullen verhogen. De groepen: In de jaarvergadering' van Mei 1936 werd de wens geuit ook het werk der groepen in het jaarverslag' te memoreren. Gehoor gevend aan dit verzoek mogen wij allereerst melding' maken van de oprichting der groep Midden-Nederland, welke 11 Juni 1936 haar beslag kreeg en waarbij de voorzitter van zijn belangstelling' blijk gaf. Ook onze Ere-voorzitter de Heer Vesters was hierbij tegenwoordig en sprak behartenswaardige woorden. Na deze doop kon door allerlei omstandigheden eerst op 12 Januari 1937 de eerste werkvergadering worden gehouden, waarop de collega's Dieges, Agasi en van Oorschot resp. als voorzitter, secretaris en penningmeester werden gekozen. De groep Noord-Brabant slaagde erin een cursus in logica te organiseren, waarvoor zich veertien deelnemers opgaven en dat ondanks het feit, dat men in haar vergadering' van 10 October reeds een lijkrede nodig achtte waarmee deze groep ten grave dalen zou. Op 7 November werd de eerste Logicales door Pater Gervasius te Tilburg gegeven. De voorzitter dezer groep trad af wegens vertrek naar Maastricht. In zijn plaats werd gekozen collega Dr. H. Hoeben. De groep Limburg heeft bij haar werk het nuttige met het aangename weten te verenigen. Eerst werd er op de vergaderingen gewerkt met een lezing of voordracht de journalistiek rakend om daarna het werk met een excursie en een feestmaaltijd t e besluiten. Zo werd in Juli een excursie gemaakt naar Sittard en in Januari van dit jaar een excursie naar Kerkrade. Een vooibeeld, dat navolging verdient. De groepen Noord- en Zuid Holland hebben wij tot het laats bewaard, niet omdat haar arbeid minder belangrijk zou zijn geweest, maar omdat beiden bijna tegelijkertijd de telex als ondeiwerp voor hun vergaderingen namen. Eerst was het de groep Noord Holland, in wier vergadering van 14 November collega van
K, P. v. 15 APEI 1937 — No. 13i
211 Oosten h e t telex-systeem behandelde. De discussies n a deze u i t eenzetting h a d d e n tot resultaat, d a t er een motie werd a a n g e n o men waarin de wenselijkheid werd uitgesproken, d a t de telex zich zou bepalen t o t zuiver zakelijke berichtgeving. Voor de groep Zuid Holland sprak een week later collega Mr. H. Geise °ver: „Reportage onder de nieuwe verhoudingen en toestanden", Wat aanleiding gaf tot uitvoerige debatten, welke ter zijner tijd nog zullen worden voortgezet. Reeds eerder was uit andere h o e ken ook verzet tegen de telex gerezen. De eerste was collega Dieges met zijn artikel over „Eenheidsworst". Dit alles noopte col!ega Mr. van der Kallen tot een wederwoord, d a t de titel droeg v a n : „Apologie van de keukenmeid", w a a r n a collega J. v a n Vonderen de in h e t gedrang geraakte telex wederom verdedigde. Een bewijs dus d a t de groepen voortrefelijk werk leverden, niet alleen de onderlinge vriendschap bevorderden, m a a r ook op de bres stonden voor h e t peil der journalistiek. De groep Zuid Holland beproefde overigens eveneens een cursus in Logica te organiseren, waarvoor negen leden zich opgaven. Op h e t laatste ogenblik moest de reeds te voren aangezochte docent echter afzeggen, zodat tot op dit ogenblik de cursus nog niet kon worden begonnen. Kerkelijke berichtgeving: I n samenwerking met de Katholieke Directeurenvereniging' poogde h e t bestuur de Katholieke berichtgeving te regelen om eerdere publicatie in bisschoppelijke organen en d a a r m e e ook in de niet-Katholieke pers te voorkomen. Na h e r h a a l d e briefwisseling en besprekingen bleek h e t Hoogwaardig Episcopaat hiertegen bezwaren te hebben. Slechts niet de I n t e r n u n t i a t u u r werd een desbetreffende overeenkomst gesloten. Commissies: Ingesteld werd een commisie ter bestudering van een vereenvoudigde journalistieke opleiding, waarin zitting hadden Prof. B r a n d s m a en de collega's Bon en Zwetsloot. Door Prof. B r a n d s m a werd in deze aangelegenheid een zeer belangrijk rapport uitgebracht. In de Commissie v a n Overleg werden als vertegenwoordigers aangewezen de collega's Bon en v a n Lamsweerde, terwijl de secretarissen der N. R. K. J. V. en der K a t h . Directeurenvereniging' bij jaarlijkse toerbeurt h e t secretariaat w a a r n e m e n . Vooral in verband m e t de uitslag der salaris-enquête zal deze commissie Wellicht nog belangrijk werk k u n n e n leveren. De commissie Nieuwe vormen van Journalistiek ving eveneens n a a r werkzaamheden a a n en zal n a veel voorarbeid binnenkort een belangrijk r a p p o r t h e t licht doen zien. Ten slotte was er nog de Jaarboekcommissie, welke h e t voorbereidend werk t o t uitgave van een jaarboek deed. De belangstelling hiervoor was echter, zoals wij reeds opmerkten, gering. Vermelding verdient ten slotte nog h e t volgende: Op Dinsdag 22 September hield de Geestelijk Adviseur Prof. Dr. Titus B r a n d s m a een rede voor de K.R.O. over de Katholieke p e r s , waarin hij h e t goed der Katholieke Pers duidelijk belichtte. Zijn rede werd in extenso in h e t orgaan afgedrukt. Tot rechtskundig adviseur der vereniging werd benoemd collega "fa". H. Geise, die enkelen leden reeds waardevolle adviezen verstrekte. Den Hoofdredacteuren der Katholieke bladen werd verzocht hun correspondentschappen zoveel mogelijk door Katholieke journalisten te doen vervullen. In verband m e t gedane mededelingen uit de persconferenties de r R.K. Staatspartij werd in overleg' m e t h e t Dag. Bestuur der P-K. Staatspartij een nieuwe regeling ontworpen voor de u i t n o digingen voor deze conferenties, waarbij h e t bestuur de g a r a n tie der silzwijgendheid zijner leden draagt. Op de feestdag v a n °nzen Patroon St. Franciscus van Sales, heeft de Geestelijk Adv iseur Prof. B r a n d s m a een H. Mis voor de leden onzer vereniging 0 Pgedragen. *ïen ziet, d a t er dit j a a r door h e t bestuur ook onder nieuwe leiding veel werk is verzet in h e t belang dei vereniging en h a r e
leden. Wij roepen in herinnering de woorden, welke de nieuwe voorzitter bij h e t a a n v a a r d e n v a n h e t presidium ter laatste J a a r vergadering sprak en waarbij hij zeide, zich verzekerd te weten van de steun der leden, voorzover zij a a n de actie onzer vereniging medewerken. Wij spreken slechts h e t vertrouwen uit, d a t nog meer leden d a n tot n u h e t bestuur zullen steunen in zijn streven. Of h e t werk van h e t bestuur h u n steun verdient, zullen zij a a n de h a n d v a n dit jaarverslag volledig k u n n e n beoordelen. Zeker is, d a t m e t de steun v a n meerderen nog heel w a t meer zal k u n n e n worden bereikt, al schenkt h e t gedane werk voorlopig ook voldoende reden tot tevredenheid. FRANS SCHNEIDERS, secretaris.
JAARVERSLAG VAN DEN PENNINGMEESTER Eigenlijk is h e t niet meer h e t jaarverslag van den p e n n i n g meester, m a a r v a n den waarnemend-penningmeester, d a t hier a a n U wordt voorgelegd. I m m e r s in mijn veranderde werkzaamheden heb ik aanleiding gevonden uit Uw bestuur te treden. Zulks h a d m e t volledig goedvinden v a n h e t gehele bestuur plaats in de bestuursvergadering van 12 December. Daar h e t intussen niet zo gemakkelijk bleek een opvolger voor de niet door ieder geambieerde functie te vinden en de secretaris, die er zich voorlopig toe bereid h a d verklaard, op doktersadvies niet nog meer werkzaamhden op zich mocht nemen, bleef de w a a r n e m n g v a n h e t penningmeesterschap a l t h a n s nog zo lang in mijn h a n d e n , dat ik dit jaarverslag, zij h e t niet als bestuurslid, d a n toch als penningmeester uitbreng. Ik moge d a n mijn laatste jaarverslag' beginnen m e t een h e r h a ling en d a t in verscherpten vorm, van de waarschuwing in h e t financieel verslag van 1935, d a t de vereniging niet op dezelfde wijze m a g voortgaan. Moesten we h e t vorig j a a r constateren, dat we r u i m f 500 meer h a d d e n uitgegeven d a n ontvangen en dath e t batig saldo in twee j a a r tijd van f 1212 tot een nadelig saldo van f 23.581/2 was verkeerd, over 1936 heeft de vereniging een tekort van f 625.581/2, f 602 meer. Zelfs de toename van h e t tekort blijkt in versnelde pas te gaan. Nu is de toestand niet zó ernstig als hij zich l a a t aanzien. Over 1936 moesten nog een a a n t a l n u m m e r s v a n h e t orgaan, reeds in 1935 verschenen, worden betaald. En aangezien h e t orgaan verreweg de zwaarste post vormt op de uitgaven, toont de s t a a t v a n uitgaven een te ongunstig beeld. In de loop van 1936 zijn trouwens t e n aanzien van de grootte van h e t orgaan maatregelen getroffen, welke eerst in h e t t h a n s lopende j a a r volledige uitwerking zuilen hebben en welke van die aard zijn, d a t bij overigens voorzichtig beleid verdere o n a a n g e n a m e verrassingen uitgesloten zijn.
Over 1936 hebben de inkomsten v a n de vereniging bedragen: de uitgaven bedroegen nadelig' saldo
f 2878.00 f 3503.53' ;2 f
625.581/,
Het cijfer van de inkomsten wordt gevonden door: contributies donaties toeslag voor steunfonds en diversen
f 1647.55 f 500.50 f 729,95
Totaal f 2878.00
Ter vergelijking geven wij bij de specificatie van de uitgaven ook de cijfers v a n de drie voorafgaande jaren.
1933 1934 1935 1936 ïnningskosteh f 130.87 y2 f 114.95 1 120.21 f 105.25 45.52 porti (tel. en telgr. ) : 157.26 160.78 89.451/, 244.26 383.35 338.58 330.57 actie en represent. vergaderingen 355.36 570.30 746.00 382.70 751.97 1334.23 974.21 orgaan 1151.93 51.78 31.10 106.40 220.37 administratie 560.24 939.71 1166.77 1123.40 diversen 23. Sr'. tekort 1935 — — — Toftaal
f 2119.32'/, i 3483.77 U f 3609.43
f 3503.581
Als men van „diversen" aftrekt het bedrag d a t onder dezelfde n a a m ook bij „inkomsten" prijkt en d a t in hoofdzaak betreft het bedrag, dat als toeslag op de contributie voor h e t steunfonds of als afzonderlijke bijdrage voor het steunfonds is binnengekomen en hier slechts als boekingspost geldt ter vergemakkelijking van de administratie — s t r a k s vindt m e n h e t bij 't steunfonds terug — d a n moeten onder diversen onder meer nog verantwoord worden bijdrage groep Noord-Brabant f 50; groep Utrecht (voorschot oprichtingskosten) f 25; groep Limburg t 25; groep Zuid-Holland f 50; contributie Federation i n t e r nationale des Journalistes f 97.70; voorschot commissie bijzondere vormen van journalistiek f 50. De post inningskosten wordt ditmaal voor een groot deel goedgemaakt, doordat de contributie in de laatste twee trimesters m e t de kosten werd 'verhoogd. Het steunfonds mag op een bijzonder gunstig j a a r terugzien. Werd in 1935 een bedrag uitgegeven van f 2247.431/2, in h e t afgelopen j a a r werd slechts f 199.10 gevraagd, waaronder f 78.44 voor bekostiging van de e x t r a - a c t i e ter versterking van het fonds. Slechts f 120 werd a a n eigenlijke steun verstrekt, w a a r v a n f 40 a fonds perdu; de overige f 80 zijn bijna geheel weer in de kas teruggekeerd.
De ontvangsten hebben in 1936 bedragen f 996.40. Ze zijn als volgt te specificeeren: Aflossing voorschotten f 250.00 Rente voorschot 12.40 Rente obligaties 82.50 Jaarlijksche donatie 10.00 Extra contributie leden 605.50 Extra bijdragen 36.00
Op 1 J a n . 1936 was in kas een bedrag' van Met de ontvangsten m a a k t dit Uitgegeven werd
f 996.40 626.901/2 f 1623.301/, 199.10 "
Zodat zich op 1 J a n . 1937 in kas bevond f 1424.20 yv Het bezit van het Steunfonds was op 1 J a n . 1937 te stellen op 4 »/o Nederl. 1934 f 500 id. 500 id. 500 41/2 "/» Nederl. gemeenten (inmiddels uitgeloot) 500 Rentegevend voorschot 250 Renteloze voorschotten 638 Kas 1424.20(/2 f4312.201/; De aflossing van het rentegevend voorschot kwam ook vorig j a a r weer binnen; die van renteloze voorschotten wordt gedeeltelijk regelmatig voldaan. De financiering van het tekort van de vereniging werd uit ö« kas van h e t steunfonds verricht. De oud-penningmeester moge besluiten met een woord van danfc voor het vertrouwen d a t hij gedurende vele j a r e n van de leden heeft mogen genieten. L. J. STOLWIJK.
ONTWERP VAN HET BESTUUR TO T WIJZIGING VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT DER NED. R.K. JOURNALISTENVERENIGING TOELICHTING Art.
2
het laatste woord „mededeling" door ..verantwoording".
vervangen
ad art.
Art.
3
nieuwe alinea toevoegen luidende: De voorzitter vertegenwoordigt de vereniging in en buiten rechten. De vice-voorzitter vervangt hem bij afwezigheid of ziekte en treedt d a n in dezelfde rechten. De eerste zin te vervangen door de volgende: De Secretaris m a a k t de notulen, zorgt voor een kort verslag der bestuursvergaderingen en een verslag' der algemene vergaderingen in het orgaan en dient in h e t begin van het j a a r bij h e t bestuur een ontwerp j a a r verslag in. Aan h e t slot een nieuwe alinea toevoegen luidende: De tweede secretaris s t a a t h e m bij het vervullen van die verplichting' ter zijde en vervangt h e m bij o n t stentenis.
ad art.
Art.
te doen
ad art.
2 De Commissie a c h t wijziging van h e t woord „medededeling" in „verantwoording" noodzakelijk, teneinde te voorkomen dat het Dag. Best. al te zeer de zaken a a n zich t r e k t en uiteindelijk toch het volledige bestuur het beslisingsrecht in alle voorkomende gevallen krijgt. 3 De eerste voorgestelde alinea is een in de reglementen gewoonlijk voorkomende bepaling, die om geen enkele reden hier behoeft te ontbreken. De tweede voorgestelde alinea kan art. 6 doen vervallen. 4 De nieuwe eerste zin van dit artikel m a a k t art. 1? overbodig, doch legt voorts vast dat h e t jaarversla? • voordat het a a n de leden wordt uitgebracht, gepromoveerd wordt tot een verslag' (verantwoording » l s m e n wil) van h e t volledig bestuur. Het verslag wordt d a a r d o o r een basis voor het voeren van critiek op het beleid van h e t bestuur (niet het beleid van den secretaris) tot welke critiek een volgend artikel de gelegenheid opent. Het is dus nodig, d a t het gehele bestuur zich achter dit verslag plaatsen kan. De nieuwe alinea a a n het slot van dit artikel maak den tweeden secretaris inderdaad tot a d j u n c ^ tot h u l p van den secretaris over geheel de linie eö degradeert hem niet tot „notulen-verslaggever".
K. P. v. 15 APRIL 1937 — No. 132
213 Art. 5
Art. Art. Art. 8
Vóór de laatste alinea een nieuwe alinea toevoegen luidende: Hij is gerechtigd, zonder voorafgaande machtiging van het Dag. Bestuur betalingen te doen tot een bedrag van fl 100.— ineens. Voor betalingen van bedragen boven fl 100.— is een besluit van het Dag. Bestuur nodig. Aan het slot een nieuwe alinea toevoegen, luidende: Hij dient bij de aanvang van het jaar zijn ontwerp finantieel verslag en een ontwerp begroting bij het bestuur in. kan vervallen. kan vervallen. achter het woord „groepen" te voegen de woorden „als bedoeld in art. 14 der Statuten".
Art. 9
Dit artikel aldus te lezen: Het bestuur is bevoegd over voorstellen zowel van organisatorische als van algemene aard het advies der groepsbesturen te vragen ofwel speciale studiecommissies in het leven te roepen om ter zake van advies te dienen. Tot het lidmaatschap van deze studiecommissies kunnen ook niet-journalisten worden uitgenodigd. Art. 9a. Het bestuur kan zich terzijde doen staan door een rechtsgeleerde als rechtskundig adviseur.
Art. 10 Art. l i
kan vervallen. kan vervallen.
Art. 12 Art. 13 Art. 14
blijft ongewijzigd. blijft ongewijzigd. dit artikel als volgt te lezen: Het bestuur geeft ten minste drie maanden voor de algemene vergadering, bedoeld in art. 18 der statuten, aan de leden kennis van de datum en de plaats der vergadering. Tevens worden dan bekend gemaakt de namen der leden van het bestuur die aan de beurt van aftreden zijn, alsmede de voorstellen met bijgevoegde toelichting, die het bestuur op de algemene vergadering wil behandelen. De besturen der gewestelijke groepen zijn verplicht zo spoedig mogelijk na deze bekendmaking een gewestelijke ledenvergadering te beleggen ter bespreking dezer voorlopige agenda. Deze gewestelijke groepsvergaderingen hebben het recht binnen zes weken na de datum der publicatie candidaten voor de open komende bestuursfuncties te stellen, amendementen op de bestuursvoorstellen in te dienen of zelfstandige voorstellen ter behandeling op die vergadering te doen. De candidaatstelling dient vergezeld te gaan van een schriftelijke verklaring, dat de betrokken candidaat bereid is een eventuele verkiezing te aanvaarden. De rechten, in de vorige alinea bedoeld, bezitten tevens tenminste acht leden, woonachtig buiten de grenzen voor de verschillende groepen getrokken. Ten minste vier weken voor de vergadering wordt de definitieve agenda gepubliceerd, waar op de ingediende voorstellen voorzien van het prae advies van het be-
ad art. 5 Het komt onze commissie voor, dat waar in art. 8 omschreven wordt de grens, tot waartoe de finantiële zelfstandigheid van het bestuur gaat, ook dient geregeld te worden de bevoegdheidsgrenzen van den penningmeester persoonlijk en van het Dag. Bestuur.
Hierin wordt nu voorzien door de toevoeging bij art. 3 Dit artikel komt de commisie volkomen overbodig voor. Reeds de wetten der burgerlijke beleefdheid stellen deze eis. Deze toevoeging wordt voorgesteld om verwarring te ad art. 8 voorkomen met de na te noemen „categorische groepen", ad art. 9 Het noemen van de groepsbesturen naast de speciale studiecommissies als instantie waartoe het bestuur zich wenden k a n om advies is een der middelen om de groepen meer in te schakelen in het o r g a n i s a t o r i s c h e verband.
ad art. ad art.
ad art. 9a De Commissie meent, nu de vereniging in het bezit is van een rechtskundig adviseur, dat diens bestaan in het reglement wordt erkend. Door te spreken van „ k a n zich ter zijde doen staan" wordt de aanwezigheid van zulk een functionaris niet zó bindend vastgelegd als b.v. die van den geestelijk adviseur. ad art. 10 Waar in art. 14a uitdrukkelijk wordt vastgelegd de en 11 wijze, waarop het bestuur aan de leden verantwoording doet van zijn beleid, daar is het volkomen overbodig, dat in twee achter elkaar geplaatste artikelen gezegd wordt dat het verantwoordelijk is. ad art. 14
Hier wordt een zeer ingrijpende wijziging in de voorbereiding der algemene j a a rvergadering (in normale omstandigheden de enige algemene vergadering) voorgesteld. Door deze wijziging, die overigens voldoende voor zichzelf spreekt, meent de commissie voor het grootste deel voldaan te hebben aan de opdracht om in het organisme deivereniging de groepen een meer naar voren komende taak te geven. Door de voorlaatste alinea worden de rechten der leden die buiten groepsverband m o e t e n leven, wijl hun woonplaats niet in een groep is ingedeeld, niet te kort gedaan. Door deze inschakeling meent de commissie, dat primo de belangstelling der leden in het groepsleven zal toenemen en secundo de leden, ook zij die de algemene vergadering' niet kunnen bezoeken, gelegenheid krijgen over de verenigingszaken mede te spreken.
K. P. v. 15 APRIL 1937 No. 132
214 I
stuur benevens de alsnog door h e t bestuur wenselijk geachte voorstellen voorkomen. Bovendien heeft ieder lid h e t recht uiterlijk zes weken vóór de jaarvergadering' voorstellen bij h e t bestuur in te dienen. Ook h e t bestuur der vereniging k a n c a n d i d a t e n stellen, wier n a m e n niet op de voorlopige agenda behoeven te worden vermeld. Art. 14a. I n de in art. 18 der s t a t u t e n bedoelde vergadering worden in behandeling gebracht de jaarverslagen v a n den secretaris, waarbij gelegenheid geboden wordt het algemene bestuursbeleid te bespreken, alsmede h e t finantieel verslag van den penningmeester, de begroting voor h e t lopende j a a r en het verslag van de Commissie van Controle. De te behandelen jaarverslagen worden te voren gepubliceerd. Over deze jaarverslagen te m a k e n opmerkingen moeten te voren schriftelijk bij den Secretaris worden ingediend, w a a r n a deze op de jaarvergadering k u n n e n worden besproken. Art. 14b. Het bestuur k a n voorts een algemene vergadering bijeen roepen zo dikwijls het dit wenselijk acht. Het roept deze vergadering t e n m i n s t e 14 dagen te voren op de gebruikelijke wijze bijeen met vermelding der te behandelen p u n t e n .
Art. 14c. Voor h e t bijwonen der algemene vergaderingen k a n ter beoordeling van het bestuur gehele of gedeeltelijke vergoeding der reiskosten a a n leden worden gegeven.
Art. 14d.
Art. 15
Het bestuur is bevoegd leden der vereniging behorend tot een bepaalde categorie journalisten in een afzonderlijke vergadering bijeen te roepen en is verplicht zulks te doen, indien t e n m i n s t e tien leden, tot die c a tegorie behorend, een m e t redenen omkleed verzoek d a a r t o e indienen. Deze vergaderingen s t a a n onder de leiding van den voorzitter der vereniging. Voor deze vergaderingen k a n bepaald worden dat zij, m e t uitzondering van den geestelijk adviseur en de leden van het Dag. Bestuur slechts toegankelijk zijn voor de leden behorend tot deze speciale categorie journalisten. Voor de bestrijding der kosten van deze vergaderingen gelden dezelfde bepalingen als voor die der algemene vergaderingen. k a n vervallen.
Art. 16
De eerste twee zinnen v a n dit artikel k u n n e n vervallen.
Art. 17
k a n vervallen
Art. 18
k a n vervallen
Art. 19 tot en m e t art. 24 blijven ongewijzigd. Art. 25 te lezen als volgt: Aan de ingevolge art. 14 der s t a t u t e n opgerichte gewestelijke groepen wordt ter tegemoetkoming in de kosten een uitkering per aangesloten lid verstrekt tot
ad art. 14a. Hierin wordt vastgelegd, d a t het jaarverslag van den secretaris feitelijk de verantwoording van het bestuur over zijn leiding' is. Bij de bespreking in de Commissie kwam de wens n a a r voren, d a t slechts over die onderdelen van het verslag van gedachten gewisseld kan worden, waarover te voren schriftelijke vragen gesteld zijn. Dit om te voorkomen, d a t de jaarverslagen geen aanleiding zullen geven tot eindeloze debatten over onbelangrijke zaken. Door deze regeling worden de leden niet in h u n rechten beknot. ad art. 14b. Dit artikel regelt de voorbereidingen van eventuele algemene vergaderingen buiten de gewone jaarvergadering. De voorbereidende procedure k a n hier minder omvangrijk zijn. D a a r zich omstandigheden k u n n e n voordoen, d a t de kringbesturen zich te voren over een zaak niet k u n n e n uitspreken of het gewenst is, d a t m e n buiten het bestuur te voren niet bekend is met de motieven, die tot deze algemene vergadering' geleid hebben, is hier a a n h e t bestuur de bevoegdheid gegeven het inwinnen van advies bij de kringbesturen achterwege te laten. ad art. 14c. I n (oud) artikel 14 is sprake dat a a n d e aanwezige leden vergoeding van reiskosten k a n worden uitgekeerd. Hier is dit lidwoord weggelaten. I n h e t eerste geval zou die uitkering voor a l l e aanwezige leden gelden, in h e t laatste geval slechts voor die leden k u n n e n gelden, die n a a r het oordeel van het bestuur daarvoor in de t e r m e n vallen. ad art. 14d. Bij dit artikel voldoet de commissie a a n de opd r a c h t om ook h e t vraagstuk van afzonderlijke groepen te bestuderen. De Commissie m e e n t daartoe n i e t het voorstel te moeten doen. Zij vreest van dergelijke organisatietjes in de organisatie slechts displeizier. De Commissie erkent evenwel de m o g e ' lijkheid, dat een afzonderlijke samenspreking van een bepaalde categorie journalisten van n u t kan zijn. Om die wenselijkheid mogelijk te m a k e n dient dit voorstel, dat tevens waarborgen biedt, dat de leiding' der vereniging ook hier de leiding houdt.
ad art. 15 Het bepaalde in 't nieuw voorgestelde art. 14 maakt dit artikel overbodig, ad art. 16 Wat in beide voor schrapping voorgestelde zinnen wordt bepaald, is reeds vastgelegd in art. 2 en h*61 volkomen overbodig. ad art. 17. Het in dit artikel bepaalde is t h a n s in andere vorm vastgelegd in art. 4 en art. 14a. ad art. 18 Het in dit artikel bepaalde is t h a n s voor een deevastgelegd in andere vorm in art. 5 en art. 14a en * voor h e t overige van zelfsprekend en overbodigad art. 25
Door dit artikel wordt a a n h e t bestuur meer mach gegeven om actieve groepsbesturen te bemoedig en minder actieve tot groter activiteit a a n te s p ° ' ren, terwijl h e t bovendien meer op de hoogte blU1
een bedrag jaarlijks door de jaarvergadering op voorstel van h e t bestuur vast te stellen. Voorts k a n h e t bestuur a a n deze groepen een bijzondere toelage verstrekken. Het verzoek daartoe wordt m e t redenen omkleed en voorzien van een m e t cijfers gestaafde toelichting bij h e t bestuur ingediend. Van de als gevolg van deze aanvrage toegekende extra subsidie is h e t groepsbestuur rekening en verantwoording a a n het bestuur verschuldigd. Art. 25a. Tot afgevaardigden der groepen in h e t bestuur, volgens art. 14 der S t a t u t e n worden óf de voorzitter óf de secretaris aangewezen. Art. 26
te lezen achter h e t woord „niet" de woorden „of niet duidelijk". De Commissie: FRANS SCHNEIDERS. Mr. H. F. A. GEISE. PAULUS J. TH. DIEGES, rapporteur.
JOURNALISTIEK NIEUWS BRONVERMELDING Het Bestuur van „De Nederlandsche Dagbladpers" selde de volgende lijst van bronvermeldingen samen, welke h e t als „duidelijk in de zin der Auteurswet" zou willen beschouwen. Alkmaarsche Courant Noordholandsche Dagblad Amersfoortsch Dagblad De Courant Het Nieuws v. d. Dag Algemeen Handelsblad Nederlandsche Financier De S t a n d a a r d (en De Amsterdammer) Telegraaf -Tijd Amsterdamsen Effectenblad Arnhemsche Courant Prov. Drentsche Asser Courant Sredasche Courant Öagblad van Noord-Brabant Delftsche Courant Nieuwe Delftsche Courant Deventer Dagblad Nieuwe Dordrechtsche Courant Eindhovensch Dagblad Sindhovensche en Meijersehe Courant Tv/entsch Dagblad T u b a n t i a en Enschedesche Courant De Zeeuw ^oudsche Courant •^vondpost dagblad voor Zuid-Holland en 's Gravenhage haagsche Courant
Alkm. Ct. Nrdholl. Dbl. Amersf. Dbl. Crt. N. v. d. d. D. Alg Handbl. Ned. Fin. Si and. Telegr. Tijd Amsfc. Effbl. Arnh. Ct. Asser Ct. Bred. Ct. Dbl. v. N.Brab Delftsche Ct. N. Delftsche Ct Devent. Dbl. N Dordr. Ct. Eindh. Dbl. Eindh. Meijer. Ct. Tw. Dbl. T u b a n t i a Zeeuw Goudsche Ct. Avondp. Dbl. v. Z. Holl. Haagsche Ct.
van de meerdere of mindere activiteit in de onderscheiden groepen.
ad art. 25a Door dit artikel wordt gewaarborgd d a t de leiding in de verschillende groepen ook inderdaad de meest aangewezen adviseurs van het stemgerechtigd deel van het bestuur zijn. ad art. 26 Dit voorstel bedoelt slechts een kleine redactieverbetering te zijn. De Commissie m e e n t m e t h e t bovenstaande h a a r voorstellen voldoende te hebben toegelicht. Slechts zij opgemerkt d a t zij daarbij vastgehouden heeft a a n de oude n u m m e r i n g en de nieuwe artikelen van een letter voorzien heeft bij h e t aansluitend nummer. De letter heeft niet de betekenis d a t die artikelen als onderdeel van het aangegeven n u m m e r bedoeld zijn. De Commissie: FRANS SCHNEIDERS. Mr. H. F. A. GEISE. PAULUS J. TH. DIEGES, rapporteur.
Nederlander Nieuwe Courant Nieuwe Haagsche Courant Residenitebode Vaderland Groninger Dagblad Nieuwe Prov. Groningsche Courant Nieuwsblad van h e t Noorden >ns Noorden Haarlem's Dagblad Nieuwe Haarlemsche Courant Nieuwe Apeldoornsche Courant Oprechte Haarlemsche Courant (en Stadseditie) Limburgsen Dagblad De Morgen . Huisgezin Prov. Noord-Brabantsche en 's Hertogenbosche Courant De Volkskrant Dagblad voor West-Friesland „Onze Courant" Leeuwarder Courant Leeuwarder Nieuwsblad Leidsche Courant Leidsch Dagblad Limburger Koerier Middelburgsche Courant De Gelderlander Provinciale Geld. en Nijmeegsche Cour. De Nieuwe Koerier De Grondwet Dagblad van R o t t e r d a m De Maasbode - Het Nieuwe Dagblad Nieuwe Rotterdamsche Courant Rotterdammer
Nederl. Nieuwe Ct. N. Haagsche Ct. Resid. Bode Vaderl. Gr on. Dbl. N. Prov. Gron Ct. Nwsbl. v. h. Noorden Ons Noorden Haarl. Dbl. N. Haarl. Ct. N. Apeld. Ct. Ópr. Haarl. Ct. Limb. Dbl. Morgen Huisgezin Prov. Bossche Ct. Volkskr. Dbl. v. W.Friesl. Onze Ct. Leeuw. Ct. Leeuw. Nwbsl. Leidsche Ct. Leidsch Dbl. Limb. Koer. Middelb. Ct. Gelder!. Prov. Geld. en Nijm. Ct. Nwe. Koer. Grondwet Dbl. v. R'dam Maasb. Nieuwe Dbl. N. Rott. Ct. AR. Rotterd.
R o t t e r d a m s c h Nieuwsblad De Scheepvaart Nieuwe Schiedamsche Courant Schiedamsche Courant _^-Nieuwe Tilburgsche Courant —-Nieuwsblad van h e t Zuiden Centrum ü t r e c h t s c h e Courant Utrechtsch Provinc. en Stedelijk Dagblad Utrechtsch Nieuwsblad : Nieuwe Venlosche Courant Vlissingsche Courant Zutphensche Courant ^-^Overijselsch Dagblad Prov. Overijsselsche en Zwolsche Cour. De Nieuwe Dag ,-"--Dagblad van Arnhem Twentsch Zondagbslad De Goorsche Post
Rott. Nbl. Scheepv. N. Schied. Ct. Schied. Ct. N. Tilb. Ct. Nbl. v. h. Z, Centrum Utr. Ct. Utr. Prov. Sted. Dbl.
bedraag 45.401.000 (volgens een statistiek van 1934). Hiervan komen 11.000.000 personen, die de leeftijd van 15 j a r e n nog niet hebben bereikt, niet als koper van een courant in aanmerking Het totaal a a n t a l personen, dat de c o u r a n t e n k a n lezen, bedraagt derhalve niet meer d a n 34.000.000. Indien m e n a a n n e e m t , d a t één persoon op de twee in s t a a t is een n a t i o n a a l dagblad te kopen, d a n komt m e n op een cijfer van 17.000.000 als de grootste oplage, die de grote Engelse Engelse dagbladen theoretisch zouden kunn e n bereiken. (World's Press News)-
Utr. Nbl. N. Venl. Ct. Vliss. Ct. Zutph. Ct. Overijs. Dbl. Prov. Overijss. en Zw. Ct. Nwe. Dag Dbl. v. Arnh. N. v. h. O. (Tw Z.) G. P.
GEEN NIEUWE COURANTEN MEER IN LITAUEN. I n d e n vervolge mogen, n a a r wordt gemeld, geen vergunningen om nieuwe c o u r a n t e n op te richten in Litauen worden gegeven Slechts voor cultuurpolitieke tijdschriften is een uitzondering gemaakt.
OPLAGE VAN DE BRITSE PERS. Sedert 1931 is de verkoop van de zeven grote nationale bladen (die in h e t gehele Britse Rijk worden gelezen) dagelijks gemiddeld met bijna 900 exemplaren toegenomen. I n vijf j a r e n is de dagelijkse verkoop m e t 1.375.665 exemplaren vermeerderd. Slechts van twee c o u r a n t e n is de oplage kleiner geworden, van de „Daily Mail" en de „Morning Post", tewijl van de vijf andere de oplaag groter is geworden. De „Daily Herald" heeft een vermeerdering van bijna één millioen exemplaren bereikt. De „Daily Express, de concurrent van de „Daily Herald", heeft zijn debiet in vijf j a r e n tijds m e t 374,814 exemplaren zien toenemen. De strijd tussen deze twee c o u r a n t e n d u u r t nog steeds voort. De officiële cijfers van de gemiddelde dagelijkse verkoop zijn: Daily Herald 1.175.000 2.000.000 Daily Expres 1.665.785 2.040.599 Daily Mail 1.766.709 1.649.149 News Chronicle 1.325.159 1.350.000 Daily Telegraph 213.864 489.861 Morning Post 124.455 119.458 The Times 184.074 191.644 6.465.046 7.840.711 De verkoop van de populaire bladen is m e t 20 °/o toegenomen en die van de „klasse"-bladen (d.z. de drie laatstvermelde bladen, die voor een bepaalde lezerskring bestemd zijn) m e t meer d a n 50 °/o. Deze laatste vermeerdering vindt waarschijnlijk h a a r verklaring in de prijsverlaging van de „Daily Telegraph". Alle Engelse couanten hebben gedurende de l a a t s t e j a r e n voor reclame grote sommen besteed. Hierdoor zijn de inkomsten der bladen aanmerkelijk gestegen. Een van de belangrijkste factoren, welke de verspreiding van de nationale bladen over h e t gehele l a n d bevordert, is de gunstige transportmogelijkheid in Groot-Brittanië. Toch schijnt de vermeerdering van de oplage der bladen, die in Londen worden u i t gegeven, niet p l a a t s te vinden ten koste v a n de provinciale pers. De verkoop van de provinciale bladen is namelijk niet kleiner geworden. Men moet bij het vorenstaande ook rekening h o u d e n m e t h e t feit, d a t de bevolking m e t bijna vier millioen in vijf j a r e n is vermeerderd. Op h e t ogenblik bedraagt h e t a a n t a l lezers der n a tionale bladen bijna acht millioen. Men n e e m t aan, d a t dit getal nog hoger k a n worden. I m m e r s de bevolking van h e t Britse Rijk
(Buletin Schweiz. Zeit. Verl. Verein)-
I N H O U D : Algemene Jaarvergadering. — Een Goed Debuut. — Beste Vrind van Woesik. — Onze Beroepsstand. — De N.S.B, en de Nederlandse Pers. — 't Wordt al te bar. Uit de Vereniging: Een verzoek. — De Ledenlijst. — Een Nieuw Dagblad. — Ter Waarschuwing. — Bestuursvergaderingen op Zaterdag 20 M a a r t en op Zaterdag 10 April in Hotel „Terminus" te Utrecht. — Jaarverslag van den Secretaris. -— Jaarverslag van den Penningmeester. — Ontwerp v. h. bestuur tot wijziging van het huishoudelijk reglement der Ned. R.&Journalistenver. m e t toelichting. Journalistiek Nieuws: Bronvermelding. Britse Pers.
Oplage
van
de
t F
C
c
a. z P ? Ie
O]
H K hi
O B.
10
ja A; W Pi F. 0( G. ha ha Dr sei Tl Me Co en,
Be Vei coi sei Öe %
Jou Vej % ten