Faculteit der Geesteswetenschappen
Nwsbrf#167 / 04.2014 1 4 5 6 6 7 8 10 11 12 14 15 15 15 16
Interview René Boomkens Nieuws Op weg naar nieuwe huisvesting Onderzoek Promoties, Oratie en Afscheidsrede Uit de bibliotheek Boek in beeld Naar een UB Binnenstad In en uit dienst De Glinsterende Geest SPUI25 Allard Pierson Museum Bijzondere Collecties OR Column Pioniers
Interview René Boomkens
De alledaagse kanten van cultuur René Boomkens is sinds december 2013 hoogleraar Algemene cultuurwetenschappen, in het bijzonder cultuurgeschiedenis en -beschouwing. ‘Alles kan cultuur zijn. Zelfs dit interview draagt bij aan de Nederlandse cultuur.’ Cultuurfilosoof Boomkens promoveerde in de filosofie, maar raakt met zijn huidige onderzoek meer aan het onderzoek van cultuur- en mediawetenschappers. ‘Filosofen werken nooit geïsoleerd, ze specialiseren zich in bijvoorbeeld kunst, wetenschap of politiek. Ik ben vooral geïnteresseerd in vraagstukken over stadscultuur, populaire cultuur of massacultuur en de geschiedenis van cultuur. Die thema’s spelen ook binnen Algemene cultuurwetenschappen. In de vijftien jaar dat ik lesgaf aan filosofiestudenten in Groningen merkte ik dat ik met mijn onderzoek steeds meer in de culturele sector terechtkwam en steeds vaker discussieerde met wetenschappers bij culturele studies en mediastudies en minder met filosofen. Toen deze baan zich aandiende, wilde ik op de ingeslagen weg verder gaan en deel uitmaken van de cultuurwetenschappen. Daarnaast wilde ik na die lange tijd in Groningen ook graag weer terug naar Amsterdam.’ Stedelijke cultuur ‘De stedelijke cultuur is sinds het einde van mijn studie een van mijn grootste fascinaties. Steden zijn onvoorstelbaar belangrijk voor
de hedendaagse cultuur, omdat in steden de spanningen het grootst zijn en veranderingen het makkelijkst tot stand kunnen komen doordat er zoveel mensen dicht bij elkaar leven. Voor mijn promotieonderzoek heb ik vier grote steden vergeleken die elk in een andere tijd een belangrijke rol speelden. Allereerst Parijs, het culturele centrum van Europa in de negentiende eeuw. Parijs was destijds een verzamelplaats voor de avantgarde. De tweede stad die ik onderzocht was Amsterdam, waar in de periode tussen de twee wereldoorlogen de ideeën over woningbouw en architectuur radicaal veranderden. Het ‘nieuwe bouwen’ van toen is terug te zien in wijken als Bos en Lommer, Slotervaart, Geuzenveld en Osdorp. Deze wijken belichaamden de nieuwe stad: hoogbouw met veel groen. Dit is nergens zo goed gerealiseerd als in Amsterdam. De derde stad was New York, de mondiale hoofdstad in de tweede helft van de twintigste eeuw. Nadat de Amerikanen de oorlog hadden gewonnen, werd de Amerikaanse cultuur zeer invloedrijk. Tot slot Los Angeles, stad van Hollywood, maar ook van Silicon Valley. Los Angeles was een heel nieuw soort stad met weidse straten met
individuele huizen en weinig hoogbouw. Ik heb de ontwikkeling van die vier steden met elkaar vergeleken. Aan de hand daarvan heb ik geprobeerd te voorspellen hoe de vier grote steden van Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) zich zouden kunnen ontwikkelen. Als ik zou mogen kiezen hoe de stad van de toekomst eruit zal zien, zou ik kiezen voor een stad als New York. Ik ben een echte New Yorker en voel me niet thuis in een individualistische stad als Los Angeles. Ik vind dat een stad een publiek domein moet zijn, waar je elkaar tegen kunt komen. In Los Angeles kun je elkaar vermijden zoveel je wilt.’ Popmuziek Van 1998 tot 2002 was Boomkens bijzonder hoogleraar Popmuziek aan de UvA. ‘Mijn wetenschappelijke interesse voor populaire cultuur kwam voort uit mijn hobby: sinds mijn achtste ben ik fanatiek popmuziekfan. De populaire cultuur sluit naadloos aan op mijn passie voor popmuziek. Popmuziek is een van de belangrijkste culturele uitingsvormen van de laatste vijftig jaar en heeft een belangrijk stempel op onze cultuur gedrukt. Zo is bij de gemiddelde speelfilm de soundtrack van groot belang, maar ook in reclames wordt veelvuldig gebruikgemaakt van popmuziek.’
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
‘Ik ben opgegroeid met de muziek van de jaren ’60 en ’70, maar dankzij punk en new wave in de jaren daarna ben ik in muziek geïnteresseerd gebleven. Popmuziek blijft een belangrijke rol spelen, maar niet meer zo sterk als in de jaren ’60 en ’70. Muziek was toen bepalend voor de jeugdcultuur; de muziek waar je naar luisterde, bepaalde je identiteit. Popmuziek heeft nu concurrentie gekregen van sociale media en andere cultuuruitingen dan muziek zijn op de voorgrond getreden. Je kunt je nu minder makkelijk onderscheiden door alleen de muziek die je beluistert; muziek is meer een onderdeel van een levensstijl geworden. Bovendien beperkt popmuziek zich niet meer tot de jeugdcultuur. Een band als de Rolling Stones heeft fans van alle leeftijden.’ Walter Benjamin Het werk van Walter Benjamin komt in veel publicaties van Boomkens terug. ‘De eerste filosoof die aandacht besteedt aan stedelijke cultuur is Walter Benjamin. Zijn ideeën zijn altijd mijn grootste inspiratiebron geweest. Hij was de eerste die belangstelling had voor Donald Duck en Mickey Mouse, de eerste stripfiguurtjes. Veel andere filosofen vonden dat je je daar als filosoof niet mee bezig hoorde te houden en degenen die wel schreven
Het democratische effect van nieuwe media over de nieuwe mediagebieden belichtten vooral de negatieve aspecten, zoals dat media de werkelijkheid zouden verdraaien. Benjamin had daarentegen vooral aandacht voor de positieve effecten van nieuwe media, in zijn tijd waren dat radio, fotografie en film. Deze (toen nog) nieuwe media bereikten een groter publiek dan ooit tevoren en hadden daardoor volgens hem een inherent democratisch effect. Dit effect is er ook bij de nieuwste vormen van media, gezien de enorme aantallen gebruikers van Twitter, Facebook of internet in het algemeen. Sinds de komst van nieuwe media kunnen mensen zonder enige moeite actiever dan ooit tevoren betrokken zijn bij hun cultuur.’ Globalisering Een andere rode draad in Boomkens’ publicaties is globalisering. ‘Globalisering is een
2
onvermijdelijke ontwikkeling. Voor grote groepen mensen is het vooral een positieve ontwikkeling, maar het is te eenzijdig om alleen de voordelen van globalisering te benadrukken. Zo is er in India dankzij de enorme markt voor elektronica en digitale cultuur een zeer welvarende middenklasse ontstaan, maar tegelijkertijd is 70 procent van India nog steeds straatarm en voornamelijk agrarisch. Een groot deel van de Indiase bevolking weet niet wat internet is. Zo verschillen in elk land de consequenties van globalisering per bevolkingsgroep. In Nederland profiteert de meerderheid van de globalisering, in werk en culturele rijkdom. Daarnaast is er een grote groep van bijvoorbeeld laagopgeleiden, ouderen en migranten die het gevoel hebben dat de globalisering aan hen voorbijgaat of die de weg kwijt zijn in een vreemde cultuur.’
De stad van de toekomst Publish or perish In Topkitsch en Slow Science (2008) uit Boomkens kritiek op de Nederlandse universitaire wereld. ‘Topkitsch en Slow Science is eigenlijk een pamflet: een korte tekst met een aanval op een aantal ontwikkelingen aan de Nederlandse universiteiten van de afgelopen jaren, waarvan ik denk dat ze veel negatieve gevolgen hebben. Een van deze ontwikkelingen is de eenzijdige nadruk op kwantiteit van publicaties in plaats van een focus op de inhoudelijke kwaliteit ervan. Ook wordt internationale wetenschappelijke output vaak hoger gewaardeerd dan Nederlandse publicaties, terwijl veel onderzoek - bijvoorbeeld bij Algemene cultuurwetenschappen betrekking heeft op de Nederlandse situatie en niet goed toepasbaar is op het buitenland. Bestuurders worden gedwongen tot deze focus door subsidies en overheidsbeleid. De nadruk op kwantiteit is de oorzaak van de bekende extreme gevallen van publicatie fraude, maar kwalijker nog is in mijn ogen de cultuur van ‘publish or perish’. Bovendien: de permanente druk om te publiceren en de alertheid op de publicaties van collega’s zetten het solidaire klimaat op de werkvloer onder druk.’ ‘Ik vind dat wetenschap iets van de lange termijn (slow science) moet zijn, terwijl het huidige publicatieklimaat, waarbij per jaar het aantal publicaties geteld wordt, boek publicaties gebaseerd op langetermijnonderzoek juist ontmoedigt. Er zijn vakgebieden waar boekpublicaties überhaupt niet meer meetellen, omdat bestuurders geen jaarlijkse resultaten kunnen meten van langdurig onder zoek voor een boekpublicatie. Hierdoor is er steeds minder ruimte voor langetermijnonderzoek, wat heel onwenselijk is.’
Nwsbrf#167 / 04.2014
Cultuurbeleid In zijn huidige onderzoek concentreert Boomkens zich op de toekomst van het cultuurbeleid in Nederland, de veranderende rol van kunstenaars en kunst in de publieke sfeer, en de betekenis van de alledaagse cultuur. ‘Ik heb zes jaar in de Raad voor Cultuur gezeten [het wettelijke adviesorgaan op het terrein van kunst, cultuur en media voor regering en parlement - red.] waardoor ik veel te maken kreeg met het nationale cultuurbeleid. De toekomst van het cultuurklimaat in Nederland ligt me na aan het hart, maar door alle bezuinigingen staat dat klimaat behoorlijk onder druk. Voor een deel zullen deze bezuinigingen leiden tot vernieuwingen en creatieve oplossingen, maar er zullen onvermijdelijk ook tradities verdwijnen. Van kunstenaars wordt verwacht dat ze ondernemers worden, maar niet alle kunstenaars zijn in staat om als bakkers elke dag te produceren. Er zijn kunstenaars die heel geïsoleerd werken en ver van het publiek af staan. Het is belangrijk dat er voor hen ook ruimte is, omdat deze kunstenaars vaak over veel vernieuwingskracht beschikken. Zij worden ernstig geschaad door alle bezuinigingen. Ik wil nieuwe criteria en ideeën ontwikkelen om het cultuurbeleid te verantwoorden en te verbeteren. Daarom werk ik als externe adviseur nu mee aan een publicatie voor een lange termijnvisie voor de Raad voor Cultuur.’ De rol van kunstenaars ‘Ik wil ook graag onderzoek doen naar de veranderende rol en status van kunstenaars. Kunstenaars hebben altijd de autonomie van kunst beschermd en ervoor gewaakt dat kunst geen koopwaar zou worden. Dat is nu, onder druk van de bezuinigingen, sterk aan het veranderen en veel kunstenaars vinden zichzelf opnieuw uit.
Alles kan
De cultuur van het alledaagse ‘Ik ben erg geïnteresseerd in de alledaagse kanten van cultuur. In gesprekken over cultuur ligt de nadruk vaak op de kunsten (zoals podiumkunst of beeldende kunst), maar ik wil graag aantonen dat alles wat wij doen bijdraagt aan onze cultuur. Ik geef momenteel geen onderwijs, maar ik vind het heel belangrijk dat studenten Algemene cultuurwetenschappen doordrongen raken van de bredere betekenis van cultuur. Cultuur heeft veel materiële kanten - van musea tot de eet cultuur - maar cultuur bestaat ook uit veel verschillende niet-materiële praktijken. Het is van belang om cultuur niet te zien als iets tastbaars dat je hebt of niet hebt, dat je moet verdedigen of loslaten, maar als iets dat voortdurend onderhevig is aan nieuwe impulsen of ontwikkelingen.
Slow science In die zin is cultuur voortdurend in beweging en kan alles cultuur zijn. In de praktijk bestuderen we alleen de dingen die het duidelijkst naar voren springen, bijvoorbeeld de dingen die betekenis geven aan wat we onder de Nederlandse identiteit verstaan. Een mooi voorbeeld hiervan is de zwartepietendiscussie, die veelzeggend was over de waarde die Nederlanders hechten aan tradities. De discussie riep heftige emoties op en was een culturele omslag van jewelste. Op de lange termijn zou ik graag een boek schrijven over veranderingen in de alledaagse cultuur. Dat is een individueel project. Ik wil de veranderingen onderzoeken van het belang van de meest alledaagse kanten van onze cultuur, van het luisteren naar muziek tot het gebruiken van onze eigen leefomgeving, voor het besef dat wij deel uitmaken van een gemeenschap.’ Nynke de Groot
cultuur zijn Verder zou ik nog graag willen onderzoeken wat de rol is die kunstenaars in de stad spelen en hoe kunstenaars de publieke ruimte kunnen veranderen. Kunstenaars staan niet zelden aan de wieg van allerlei innovaties, zoals veranderingen van buurten of veranderingen van de functies van gebouwen. Zo kunnen gebouwen uitgroeien tot nieuwe interessante plekken in de stad, zoals is gebeurd bij de Tolhuistuin in Amsterdam. Vroeger was dat meestal het werk van stedenbouwers, planologen of gemeenten, maar nu worden dit soort initiatieven steeds vaker door de inwoners zelf genomen waarbij kunstenaars een heel eigenzinnige rol spelen.’
3
Nieuws Obp bij elkaar in de Aula Op 10 maart kwam het obp weer bij elkaar voor informatie over de nieuwe obp-organisatie. De opkomst was groot, net als de vorige keer in de UB en de plannen worden concreter. De opzet van de ochtend was gevarieerd: korte presentaties en in kleine groepjes bijeen voor vragen en discussie. Er waren informatieve vragen, maar ook kritische vragen, waarmee de werkvloer een zinvolle bijdrage leverde aan het aanscherpen van het obp-plan. Voor de pauze was het thema de nieuwe organisatie, na de koffie ging het over de weg naar de nieuwe organisatie (transitie): het ‘hoe’ als een routeplanner van A naar B, met de tussenstations. Frank van Vree wees er in zijn openingswoord op dat dit wellicht de grootste verandering in de faculteit is sinds 1998, toen er één Faculteit der Geesteswetenschappen ontstond. De aanpassing anno nu vloeit voort uit veranderingen in de laatste vijftien jaar, zoals de toenemende interdisciplinariteit, verandering in onderzoeksfinanciering, harmonisatie van administratieve processen van het onderwijs, samenwerking met de VU en de schaarse middelen. Veranderen kost tijd en moeite, en vraagt grote zorgvuldigheid, aldus Van Vree. Een aantal obp-functies zal een (gedeeltelijk) nieuwe invulling krijgen of zijn nieuw: beheerders (voor onderzoek, CoH en GSH), hoofdonderwijsadministratie en -systemen, opleidingscoördinatoren, roosteraar (er is nog discussie over deze functie), studieloopbaancoördinatoren (vanwege het gebleken nut van tutoraatscoördinatoren en de samenhang met studieadvies), Engelstalige redacteur, hoofd nieuwe afdeling Communicatie en marketing. De afdelingen zullen anders dan nu worden samengesteld (er komen acht afdelingen), waar het obp van een afdeling direct mee te maken krijgt. Een overzicht van de nieuwe, vernieuwde en onveranderde functies en waar die zijn ondergebracht is te vinden in het obp-plan. Uitgangspunt bij de transitie is dat arbeidsvoorwaarden van vaste medewerkers niet veranderen en dat - waar mogelijk en nodig - de gelegenheid voor scholing en training wordt aangegrepen. Volgens de planning zullen in mei eerst de nieuwe leidinggevenden worden aangesteld, waarna gesprekken zullen worden gevoerd met de medewerkers (als er iets voor hen verandert). Tussen maart en juni komen de adviesgroepen met hun input voor de transitiegroep, die de transitie uitvoert en bewaakt. In het najaar gaan de nieuwe overlegstructuren van start, evenals de overdracht tussen leidinggevenden. Solliciteren op nieuwe functies kan als de open werving is gestart. De spreekuren van Gerard Nijsten zijn de aangewezen plek voor vragen. medewerker.uva.nl/fgw-obp
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Eerste resultaten eerstejaars
Boekenborrel 5 juni 2014
Dit studiejaar is een BSA ingevoerd, als afsluiting van een vierjarig traject ter verbetering van studiesucces in de bachelor. Hoewel nog niet alle gegevens volledig zijn - bijvoorbeeld over het aantal studenten per opleiding die zich voor 1 februari uitschreven - tekenen zich in de resultaten over het eerste semester enkele duidelijke patronen af. Aangetekend moet worden dat nog niet alle gegevens van alle opleidingen compleet zijn. Verder zijn studenten die zich voor 1 februari hebben uitgeschreven niet meegerekend in de onderstaande percentages. Resultaten van deeltijdstudenten zijn evenmin meegenomen. Vooreerst kan worden vastgesteld dat een ruime meerderheid van de studenten in het eerste semester alle 30 studiepunten hebben behaald: bij GARS was dat 58%, bij KRC 61%, bij Mediastudies 71%, bij Neerlandistiek 70%, bij Taal- en letterkunde 53% en bij Wijsbegeerte 63%. In het algemeen doen onze studenten het daarmee aanmerkelijk beter dan vorig jaar. Een tweede groep studenten haalde tussen de 18 en 24 EC en maken kans op 48 studiepunten aan het eind van hun eerstejaar, waarmee ze een positief BSA krijgen. Als die percentages worden opgeteld bij de vorige percentages van de eerste groep, is de uitkomst dat: bij GARS 87%, bij KRC 89%, bij Mediastudies 90%, bij Neerlandistiek 92%, bij Taal- en letterkunde 77% en bij Wijsbegeerte 83% van de nu ingeschreven studenten bij gelijkblijvende prestaties aan de minimale eisen zal voldoen. Een derde groep zijn de studenten die in het eerste semester minder dan 18 EC behaalden. Zij kunnen geen positief BSA meer krijgen aan het eind van het collegejaar, tenzij zij bijvoorbeeld alsnog blijken recht te hebben op vrijstellingen. De studieadviseurs gaan met deze hele groep studenten in gesprek. Op grond van de nu beschikbare gegevens waren dat bij GARS 13% van de eerstejaars, bij KRC 11%, bij Mediastudies 10%, bij Neerlandistiek 8%, bij Taal- en letterkunde 23% en bij Wijsbegeerte 17%. Een verklaring voor het hoge aantal studenten met minder dan 18 EC bij Taal- en letterkunde is wellicht gelegen in het gegeven (bekend uit eerdere jaren) dat studenten zich voor een talenopleiding inschrijven om zo toegang te krijgen tot de taalverwervingsvakken. Tot slot een verrassende uitkomst van de tellingen: op basis van hun resultaten in het eerste semester, komt niet minder dan 22% van de eerstejaars in aanmerking voor een plaats in het honoursprogramma. Begin maart hebben deze studenten een mail gekregen om hen aan te moedigen zich voor het honoursprogramma aan te melden.
Jaarlijks verschijnen er tientallen boeken van medewerkers van de FGw. De faculteit biedt auteurs diverse mogelijkheden om hun boek extra onder de aandacht te brengen. Zo kunnen zij een beschrijving van hun boek in honderd woorden sturen voor de rubriek ‘Boek in beeld’ van deze nieuwsbrief, die ook op de website wordt geplaatst. Daarnaast is er tweemaal per jaar een feestelijke boekenborrel waar recente boeken getoond worden aan collega’s. De boeken die zijn ingebracht voor de facultaire Nieuwsbrief worden bewaard voor de boekenborrel. Andere recente publicaties zijn natuurlijk ook welkom. Boeken voor de boekenborrel kunnen gestuurd worden naar Sonja van der Woude-Veldhuizen (Faculteitsbureau, In- en externe communicatie, Spuistraat 210). n medewerker.uva.nl/fgw-publicaties n Meer informatie: medewerker.uva.nl/ fgw/az -> Boekenborrel FGw n De eerstkomende boekenborrel: do 5 juni | 16.30-18.00 uur | zaal 1.01 van het Bungehuis.
Herbenoeming Van der Liet Henk van der Liet, hoogleraar Scandinavische taal- en letterkunde, is her benoemd als departementsvoorzitter van Taal- en letterkunde. Zijn herbenoeming loopt tot 1 september 2014.
Dag van de Geesteswetenschappen: 16 april Binnengasthuisterrein Op 16 april wordt het Binnengasthuisterrein omgedoopt tot geesteswetenschappelijk paradijs. Samen met alle studieverenigingen organiseert faculteitsvereniging ALPHA diverse activiteiten die de bezoeker een kijkje bieden in de keuken van de verschillende vakgebieden. Alle activiteiten zijn op of rondom het Binnengasthuisterrein met als middelpunt de Pyramidezaal van het Atrium. Met meer dan twintig verschillende activiteiten is er voor ieder wat wils. Om 12.00 uur opent decaan Frank van Vree de dag. Vanaf 12.30 uur zijn er veel interessante activiteiten, als de lezing ‘Latijns vs. cyrillisch schrift’, leren kalligraferen of een alternative tour door Amsterdam. Bij de meeste activiteiten is er vrije inloop, voor sommige activiteiten is aanmelding vooraf vereist. n Kijkje achter de schermen: facebook.com/ DagvandeGeesteswetenschappen n Aanmelden en meer informatie: dagvandegeesteswetenschappen.nl
4
Quentin Skinner bekleedt Spinozaleerstoel In 1995 werd de Spinozaleerstoel gevestigd aan de UvA en sindsdien wordt er jaarlijks een internationale, hedendaagse filosoof uitgenodigd voor deze wisselleerstoel. Vorig jaar was Michael Friedman hier te gast. Naast workshops en lezingen voor filosofen, geeft de leerstoelhouder ook twee openbare lezingen voor een breed publiek: de Spinozalezingen, die naderhand worden uitgegeven. Dit jaar komt Quentin Skinner naar Amsterdam. Skinner is sinds 2008 ‘Barber Beaumont Professor of the Humanities’, aan de University of London. Hij publiceerde onder andere The Foundations of Modern Political Thought (1978), Machiavelli (1981), Reason and Rhetoric in the Philosophy of Hobbes (1996), Liberty Before Liberalism (1998), Visions of Politics (2002), en Hobbes and Republic Liberty (2008). Dit jaar verschijnt van zijn hand Shakespeare and judicial rhetoric. Zijn twee openbare Spinozalezingen zijn
getiteld: Thomas Hobbes and the State. In de eerste lezing (Hobbes and the Person of the State) staat het concept ‘staat’ centraal zoals Hobbes dat ziet. Vervolgens probeert de spreker vast te stellen wat de betekenis is van het idee ‘staat als persoonlijkheid’. En wat is de politieke betekenis van het loslaten van de gedachte dat de staat de naam is van een morele persoon, los van zowel regeerders als geregeerden? In zijn tweede lezing (Hobbes and the Iconography of the State) gaat Skinner in op drie iconografische titelplaten in werken van Hobbes. Hobbes was betrokken bij de ontwerpen ervoor. In deze lezing onderzoekt de spreker de inzichten die deze illustraties bieden in het karakter en de ontwikkeling van Hobbes’ theorie van de staat. n Quentin Skinner: Hobbes and the Person of the State | do. 8 mei | Aula | 20.15 uur (deuren open vanaf 19.30 uur) n Quentin Skinner: Hobbes and the Iconography of the State | do 27 mei | Agnietenkapel | 20.15 uur (deuren open v.a. 19.30 uur)
Op weg naar nieuwe huisvesting In het gestripte BG2, anno 2014
Nwsbrf#167 / 04.2014
BG2: bouwwerkzaamheden Het voormalige CREA-pand aan het Turfdraagsterpad 15-17, waar KRC gehuisvest zal worden, zal volgens de planning in de loop van voorjaar 2015 opgeleverd kunnen worden. De werkzaamheden aan het pand zijn gestart. In de zomer van 2013 is het pand volledig gestript en bouwklaar gemaakt. Februari 2014 is gestart met de sloop van de betonnen vloer, het verwijderen van het laatste asbest (onder de vloer) en het verrichten van inpandig bodemonderzoek, waarbij nagegaan wordt in welke mate de grond vervuild is. Deze werkzaamheden zijn naar verwachting in de tweede week van april afgerond. Helaas kunnen de werkzaamheden geluidshinder opleveren, bijvoorbeeld bij sloopwerkzaamheden, maar er wordt geprobeerd om de hinder voor de omgeving tot een minimum te beperken. In mei starten de renovatiewerkzaamheden aan de binnen- en buitenzijde. De opgave is waar mogelijk onderdelen van het pand zo goed mogelijk in originele staat terug te brengen. Zo worden de verlaagde plafonds verwijderd om de oorspronkelijke hoge ruimtes weer zichtbaar te maken en wordt het historische trappenhuis in ere hersteld. Verder worden circa 130 nieuwe funderingspalen aangebracht (de funderingspalen worden geschroefd in plaats van geslagen, een geluidsarme methode) en worden de gevel, de kozijnen en het dak hersteld. Op alle verdiepingen worden de wanden afgewerkt en de ruimtes opnieuw ingedeeld. Ook wordt de aanbouw tussen BG1 en BG2 verwijderd. De werkzaamheden zijn naar verwachting in april 2015 gereed, waarna de inrichting en de verhuizing kan starten. April 2014 wordt de aannemer voor de renovatiewerkzaamheden geselecteerd. De geselecteerde aannemer levert een werkplanning die inzichtelijk maakt welke werkzaamheden wanneer worden uitgevoerd en welke impact de werkzaamheden zullen hebben. Mogelijk kan er geluidshinder zijn van de opbouw van de steigers langs de gevel en het slopen van de tussenbouw en de serre. Om de hinder zoveel mogelijk te beperken is een zogeheten Bereikbaarheid-, Leefbaarheid-, Veiligheid- en Communicatiekader (BLVC) opgesteld dat leidraad is bij het uitvoeren van de werkzaamheden. De ontwikkeling van de Binnenstadcampus is het sluitstuk van het beleid waaraan de UvA al meer dan 12 jaar werkt. Verwante wetenschappelijke opleidingen worden in vier campussen gehuisvest. Onderdeel hiervan is het huisvesten van de UB Binnenstad in de Tweede Chirurgische Kliniek en het Zusterhuis. Ter voorbereiding wordt op deze locaties al wat vooronderzoek gedaan. Het is daarom mogelijk dat u ook daar ’bouwvakkers’ rond ziet lopen. n uva.nl/binnenstad n BLVC-kader: uva.nl/binnenstad -> Publicaties
5
Onderzoek Subsidie voor Van Wijngaarden Gert Jan van Wijngaarden, uhd Archeologie, kreeg een subsidie toegekend van 9.000 dollar van het Institute for Aegean Pre history (INSTAP) uit Philadelphia. Van Wijngaarden kreeg de subsidie voor het Zakynthos Archaeology Project. Vermeldenswaard is dat Van Wijngaarden voor het negende achtereenvolgende jaar een subsidie van INSTAP kreeg, hoewel de organisatie steeds kritischer selecteert vanwege de krimpende middelen. In totaal ontving hij 121.000 dollar van INSTAP. De subsidie zal worden gebruikt voor de eindpublicatie van het project.
Rectificatie: Lulof naar NIAS In voorgaande Nieuwsbrief werd onjuiste informatie gepubliceerd over een NIAS-project, dat hieronder correct wordt weergegeven. Patricia Lulof, uhd Archeologie, is uitgenodigd door het NIAS voor een onderzoeksverblijf aldaar van 1 februari 2015 tot en met 30 juni 2015. Lulof zal haar verblijf besteden aan het onderzoeksproject ‘Biographies of buildings/The transformation of an archaic sanctuary in Latium’. Het onderzoek richt zich op een 3D-reconstructie van drie fases in de bouw van heiligdom in Satricum. Tussen 550 en 500 v.Chr. verrezen daar drie tempels, die elk de voorgaande verving. Elke tempel had een gedecoreerd terracotta dak vol afbeeldingen van goden, mythische monsters en oorlogscènes. De virtuele reconstructie zal vele (bouw)technische en structurele vraagstukken oproepen, die worden opgelost met behulp van onder andere hedendaags architectuuronderzoek.
nederzetting Satricum onder de aandacht van het grotere publiek te brengen. Sinds 1991 leidt Gnade de opgravingen in het antieke Satricum, een pre-Romeinse nederzetting 60 km ten zuiden van Rome. Zij adviseert de lokale overheid over behoud van archeologisch erfgoed en stimuleert de bewustwording van dit erfgoed bij de lokale bevolking.
Dyos Prize voor Furnée Voor zijn artikel ‘‘Le bon public de la Haye’. Local governance and the audience in the French opera in The Hague, 1820-1890’ (Urban History 40 (2013) 625-645) kreeg Jan Hein Furnée de Dyos Prize in Urban History toegekend. The Dyos Prize is een jaarlijkse prijs voor het beste artikel aangeboden aan het tijdschrift Urban History (Cambridge U.P.). Furnée is ud Nieuwste Geschiedenis en deeltijdhoogleraar Geschiedenis aan de Open Universiteit. Furnée analyseert in het bekroonde artikel de veranderende publiekssamenstelling van de Franse opera in Den Haag in relatie tot ontwikkelingen in het theater aanbod, de ruimte van de schouwburgzaal en de culturele politiek van koning Willem I, II en III en het stadsbestuur.
Promoties, Oratie en Afscheidsrede Promoties 2 april dhr. E.L.M. (Erik) Somers, Mediastudies/ ASHMS De oorlog in het museum, herinnering en verbeelding Promotores: prof. dr. Frank van Vree en prof. dr. Rob van der Laarse Aula, 15.00 uur
9 april dhr. M.J.J. (Marc) Bavant Taal- en letterkunde/ ACLC Résultatif, diathèse et possession en basque, vieux perse et élamite Promotores: prof. dr. Kees Hengeveld en prof. dr. Wim Jansen Agnietenkapel, 14.00 uur
15 april dhr. S.J. (Sjoerd) Keulen, Geschiedenis, archeologie en regiostudies/ASCH Monumenten van Beleid, de wisselwerking tussen Nederlands Rijksoverheidsbeleid, sociale wetenschappen en politieke cultuur 1945-2002. Promotores: prof. dr. Piet de Rooy en prof. dr. James Kennedy Agnietenkapel, 14.00 uur
17 april mevr. S. (Sonia) Campanini, Mediastudies/ ASHMS Film sound in preservation and presentation (joint doctorate met de Università degli studi di Udine) Promotores: prof. dr. Julia Noordegraaf en prof. dr. Leonardo Quaresima Agnietenkapel, 14.00 uur
23 april mevr. A.D. (Allyson) Kreuiter, Taal- en letterkunde/ASCA The elegant velvet glove, a textual and visual reading of the gothicised female form in Lawrence Durrel’s The Alexandria Quartet Promotor: prof. dr. Mieke Bal Agnietenkapel, 12.00 uur
Prijs voor Gnade
30 april
Marijke Gnade kreeg op 14 maart de ‘Frumento d’oro 2014’ (de Gouden Korenaar). Gnade is bijzonder hoogleraar Archeo logie van preRomeinse culturen in centraal Italië (bijzondere leerstoel vanwege de Allard Pierson Stichting). Marijke Gnade ontvangt de prijs vanwege haar niet aflatende inzet om de archeologische resten van de Latijnse
dhr. A. (Abdelbasset) Dahraoui, Mediastudies/ ASCA Amazigh culture and media: migration and identity in songs, films and websites. Promotor: prof. dr. Patricia Pisters; co-promotor: dr. Daniela Merolla Agnietenkapel, 12.00 uur
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
6
Uit de bibliotheek Oraties 3 april 2014 Dhr. P.J.J. (Peter Jan) Margry, hoogleraar Europese etnologie Bloed kruipt! Over de culturele hemoglobine van de samenleving Aula, 16.00 uur
25 april Dhr. M.J.P. (Mark) Deuze, hoogleraar Mediastudies, in het bijzonder journalistiek Onafhankelijk leven en werken in media Aula, 16.00 uur
Knowledge Unlatched: open access voor boeken Om onderzoekers meer kansen te geven om open access te publiceren heeft de Universiteitsbibliotheek besloten om een nieuw en veelbelovend initiatief te steunen: Knowledge Unlatched. Via deze non-profit organisatie kunnen de kosten van het open access publiceren van monografieën door bibliotheken worden gedeeld. Financiering door een auteur of instelling is dus niet nodig. Bij voldoende belangstelling bij de aangesloten bibliotheken wordt een monografie open access gepubliceerd. De bij Knowledge Unlatched aangesloten bibliotheken die een monografie in gedrukte vorm of als e-book aanschaffen, dragen automatisch bij aan het open access publiceren ervan. Zodra het binnengekomen bedrag gelijk is aan de vaste fee van de uitgever (gemiddeld $12.000), wordt de monografie open access gepubliceerd. Als 200 bibliotheken het (e-)boek aanschaffen, kost dat per instelling dus slechts $60. Door deze samenwerking creëren bibliotheken een duurzaam business model voor open access boeken.
Onderhandelen met uitgevers De UvA-bibliotheek zal blijven streven naar het opnemen van de finale auteursversie in UvA-DARE, als belangrijke stap in het proces van open access. Universiteitsbibliotheken in Nederland zullen de komende periode flink met de uitgevers onderhandelen om te voorkomen dat er dubbel wordt betaald: voor de abonnementen en voor open access. Auteurs en instellingen mogen niet met extra kosten worden opgezadeld. De UBA heeft al afspraken gemaakt met enkele uitgevers over kortingen die variëren van 15 tot 90%. Onderhandelingen met de uitgevers zijn niet alleen van belang vanwege de brief van de staatssecretaris, maar ook in het kader van Horizon2020: de Europese Commissie zal auteurs van Horizon2020projecten vragen om resultaten open access te publiceren. Over open access bij de UvA: uba.uva.nl/oa/ financiering
Deelnemende uitgevers zijn o.a. Amsterdam University Press, Brill, Cambridge University Press en University of Michigan Press. De UvA steunt Knowledge Unlatched door in te tekenen op de 28 titels uit de pilot collection.
‘In 2024 alle wetenschappelijke publicaties open access’ Als het aan staatssecretaris Dekker van OCW ligt, zijn alle Nederlandse wetenschappelijke publicaties in 2024 toegankelijk via open access. Op 15 november 2013 liet hij dit weten in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Dekker stelt geen extra financiering in het vooruitzicht. De instellingen van de auteurs zullen de kosten voor open access zelf moeten betalen. De staatssecretaris noemt de voor de auteur kosteloze route (het beschikbaar stellen van de finale auteursversie via ArXiv of UvA-DARE) niet als alternatief, omdat hij dit geen voldoende oplossing vindt.
Nwsbrf#167 / 04.2014
7
Boek in beeld De publicaties in deze rubriek zijn de afgelopen periode toegestuurd aan de redactie van de Nieuwsbrief. Toegezonden boeken worden bewaard tot de eerstvolgende facultaire Boekenborrel, waar de boeken worden tentoongesteld. Boekenborrels vinden tweemaal per jaar plaats ter ere van de auteurs. Na de Boekenborrel worden de daar getoonde publicaties geretourneerd aan de eigenaars.
Het winkellandschap van Amsterdam. Stedelijke structuur en winkelbedrijf in de vroegmoderne en moderne tijd, 1550-2000 - Clé Lesger - Hilversum: Verloren, 2013 - ISBN 978 90 87 04373 5 In Het winkellandschap van Amsterdam wordt de geschiedenis van de Amsterdamse detailhandel van de zestiende eeuw tot het einde van de twintigste eeuw beschreven, afgebeeld en geanalyseerd. Er wordt uitvoerig stilgestaan bij de locatiepatronen van de detailhandel in de afgelopen eeuwen. Met behulp van in historisch onderzoek nog maar weinig toegepaste analysetechnieken wordt duidelijk gemaakt dat die locatiepatronen vanouds aansluiten bij de patronen van toegankelijkheid in de stad, die op hun beurt verbonden zijn met de structuur van het stratennetwerk. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de veranderingen in het exterieur en interieur van winkels in de afgelopen vijf eeuwen.
Recentelijk verschenen publicaties van de hand van wetenschappers van de faculteit kunnen worden opgestuurd t.a.v. de redactie van de Nieuwsbrief, Spuistraat 210 (kamer 0.05), 1012 VT Amsterdam. Een beschrijving van een ingezonden boek, waarin in maximaal 100 woorden voor niet-vakgenoten wordt aangegeven waar het boek over gaat, en wat het belang of het bijzondere van het boek is, kan worden gestuurd aan:
[email protected]. In aanmerking voor deze rubriek komen boeken die via een officieel erkende uitgeverij zijn verschenen. Ook dissertaties van medewerkers van de faculteit die langs officiële kanalen in boekvorm zijn verschenen, kunnen worden ingezonden. Syllabi komen niet in aanmerking.
Clé Lesger is uhd Geschiedenis.
Tussen beleving en verbeelding. De stad in de negentiende-eeuwse literatuur - Inge Bertels, Jan Hein Furnée, Rob van de Schoor, Tom Sintobin en Hans Vandevoorde (red.) - Leuven: Leuven University Press, 2013 - ISBN 978 90 58 67969 7 In dit boek gaan historici, architectuurhistorici en literatuurwetenschappers op zoek naar de complexe interactie tussen representatie en beleving van stedelijke ruimte en modernisering in de negentiende eeuw. Door zowel gedrag als teksten van eigentijdse literatoren centraal te stellen biedt deze publicatie nieuwe inzichten in de negentiende-eeuwse spektakel- en amusementscultuur, in de relatie tussen stad en natuur, en de omgang met stedelijk erfgoed. Jan Hein Furnée is ud Geschiedenis.
Kerkhof van verdwenen tijdschriften. Literair Historisch tijdschrift Zacht Lawijd - Lisa Kuitert en studenten van de master Redacteur/editor - Den Haag: Zacht Lawijd vzw/ Antwerpen, 2014 - ISBN 978 11 62 17154 8 Wat hebben Sarafaan, Bunker Hill, Zanzibar en Mosselvocht gemeen? Het zijn alle literaire tijdschriften die ooit veelbelovend van start gingen maar na enige tijd geruisloos weer verdwenen. Op internet kan iedereen zijn
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
eigen blad beginnen maar met de papieren varianten is meer geld, energie en samen werking gemoeid. Ze vertegenwoordigen dikwijls een literaire groep. In Kerkhof van verdwenen tijdschriften, een uitgave van Zacht Lawijd, gaan (oud-)studenten van de master Redacteur/editor op zoek naar de achtergronden van vijftien verdwenen literaire tijdschriften. Lisa Kuitert schreef een inleidend stuk over het tijdschriftenlandschap van de afgelopen dertig jaar. Lisa Kuitert is hoogleraar Boekwetenschap.
8
De Hollandsche Schouwburg - Frank van Vree, Hetty Berg en David Duindam - Amsterdam: Amsterdam University Press, 2013 - ISBN 978 90 89 64560 9 De Hollandsche Schouwburg in Amsterdam is een van de meest beladen plaatsen in Nederland. In dit voormalige theater werden tijdens de Tweede Wereldoorlog tienduizenden joden samengebracht om te worden gedeporteerd naar de vernietigingskampen. Deze bundel brengt de volledige geschiedenis van de
Schouwburg in kaart, vanaf de ingebruik neming in 1892 tot de inrichting als monument en plaats van herinnering. Tien auteurs beschrijven deze geschiedenis vanuit verschillende perspectieven. Daarbij is niet alleen aandacht voor de architectuur en het theater, maar ook voor de mensen die een beslissend stempel drukten op deze ontwikkelingen. De bewogen geschiedenis wordt rijkelijk geïllustreerd met beeldmateriaal uit verschillende archieven en privécollecties. Frank van Vree is hoogleraar Mediastudies en David Duindam is promovendus Mediastudies.
Historiezucht. De obsessie met het verleden in de negentiende eeuw - Marita Mathijsen - Nijmegen: Vantilt, 2013 - ISBN 978 94 60 04144 0 Geschiedenis lijkt een vanzelfsprekend deel van het menselijk leven. Toch is dat niet altijd zo geweest. In Historiezucht zet Marita Mathijsen uiteen hoe rond 1800 door heel Europa de belangstelling voor geschiedenis explosief steeg. De literatuur en de beeldende kunsten grepen terug op het verleden, nationale musea werden opgericht, historisch erfgoed werd voor het eerst gekoesterd en er kwam een infrastructuur voor geschiedbeoefening. In een brede context van Europese ontwikkelingen, geconcentreerd op Nederland, krijgt ‘historiezucht’ een plaats in het nationalisme en de romantiek. Het boek is de uitwerking van het NWO-project The Construction of the Literary Past. Marita Mathijsen is emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde.
Aleister Crowley and the Temptation of Politics - Marco Pasi - Durham: Acumen Publishing, 2013 - ISBN 978 18 44 65696 7 Aleister Crowley (1875-1947) is one of the most famous and significant authors in the history of western esotericism. He has been long ignored by scholars of religion whilst the stories of magical and sexual practice which circulate about him continue to attract popular interest. Aleister Crowley and the Temptation of Politics looks at the man behind the myth - by setting him firmly within the politics of his time - and the development of his ideas through his extensive and extraordinarily varied writings. Marco Pasi is ud Hermetische Filosofie.
Nwsbrf#167 / 04.2014
9
Naar een UB Binnenstad Voorlopig ontwerp UB Binnenstad Op 3 maart waren er bijeenkomsten in de Doelenzaal waar medewerkers konden binnenlopen voor informatie over de nieuwe bibliotheek. Er waren posters met informatie over de nieuwe bibliotheek en informatie over het voorlopige ontwerp en de planning, maar belangrijker bleek de aanwezigheid van collega’s die vragen konden beantwoorden. Pronkstuk was de maquette, die een goed beeld gaf van het ontwerp en de plaats in de omgeving. De universiteitsbibliotheek heeft een prominente plaats op de binnenstadscampus op en rondom het Binnengasthuisterrein.
Voor de bibliotheek worden de Tweede Chirurgische Kliniek en het Zusterhuis gerenoveerd, de binnenhof overkapt en komt er nieuwbouw op de parkeerplaats aan de Nieuwe Doelenstraat. Het voorlopig ontwerp voor deze ‘vernieuwbouw’ was de aanleiding voor de inloopbijeenkomsten. Bij de verdere ontwikkeling van het definitieve ontwerp zullen opnieuw bijeenkomsten worden georganiseerd om medewerkers van de faculteit en de UB te informeren en de gelegenheid te geven mee te denken over de verdere ontwikkeling van het gebouw. uva.nl/binnenstad
Voorlopig ontwerp UB Binnenstad, MVSA Architects en Architectenbureau van Stigt
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
10
In en uit dienst In dienst Februari 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - dhr. prof. dr. Federico Gobbo, bijzonder hoogleraar Taalwetenschap
Maart 2014 - dhr. dr. Harald Bastiaanse, onderzoeker Logic and Language - dhr. dr. Ronald Kroeze, onderzoeker Geschiedenis - mw. drs. Brigit van der Pas MA, beleids medewerker afdeling Onderzoek - dhr. Menno Sedee MA, onderzoeks-/ onderwijsmedewerker Mediastudies
In dienst student-assistenten
- mw. Sonia de Jager, student-assistent Mediastudies, in dienst 01.09.2013 - mw. Nathalie Maciesza, student-assistent Kunstgeschiedenis, in dienst 01.09.2013 - mw. Merel Maslowski, student-assistent Taalwetenschap, in dienst 01.03.2013 - mw. Dorieke Molenaar, student-assistent Religiestudies, in dienst 01.02.2014 - dhr. Wouter Post BA, student-assistent GARS, in dienst 01.10.2013 - dhr. Sjoerd van Riel, student-assistent GARS, in dienst 01.12.2013 - dhr. Menno Sedee MA, student-assistent Mediastudies, in dienst 15.08.2013
25 Jaar dienstjubileum Maart 2014 - mw. Tineke van der Kooij, studieadviseur Taal- en letterkunde, in dienst 01.03.1989
Februari 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
40 Jaar dienstjubileum
dhr. Dick Zijp, student-assistent KRC
Maart 2014
Maart 2014
- mw. dr. Boudien de Vries, uhd Geschiedenis, in dienst 01.09.2002
- mw. Simone Mooij, student-assistent Taalwetenschap
Uit dienst Maart 2014 - mw. Angela Bartholomew MA, onderwijs-/ onderzoeksmedewerker afdeling Onderzoek, in dienst 01.09.2013 - mw. Sanne van der Beek MA, projectleider afdeling Onderzoek, in dienst 01.05.2012 - mw. Lieke Hoogland, secretaresse Faculteitsbureau, in dienst 01.08.2012 - dhr. dr. Niall Martin, onderzoeker Literatuurwetenschap, in dienst 01.12.2011 - dhr. dr.ir. Pieter Pauwels, onderzoeker Logic and Language, in dienst 15.03.2012 - dhr. dr. Floris Roelofsen, onderzoeker Logic and Language, in dienst 01.06.2010 - dhr. dr. Mark Schmalz, onderzoeker Taalwetenschap, in dienst 16.10.2013 - dhr. dr. Philip Westbroek, ud Slavische talen en culturen, in dienst 01.08.2010 - mw. Merel van Witteloostuijn MA, onderwijs-/onderzoeksmedewerker departement Neerlandistiek, in dienst 01.09.2013 - mw. dr. Alesia Zuccala, onderzoeker Logic and Language, in dienst 01.02.2012
Uit dienst student-assistenten Maart 2014 - mw. Samia Benhayyoun, student-assistent GARS, in dienst 08.09.2013 - mw. Tosca Finke, student-assistent Nederlandse letterkunde, in dienst 15.09.2013 - mw. Annabelle de Gast BA, studentassistent GARS, in dienst 01.10.2013 - mw. Doatske de Haan, student-assistent Nederlandse taalkunde, in dienst 01.09.2013 - dhr. Arno van Hoeven, student-assistent Kunstgeschiedenis, in dienst 01.01.2014
Nwsbrf#167 / 04.2014
11
Polare en de Boekenweek
Schuldvraag Eerste Wereldoorlog Op 5 februari vertelt Samuël Kruizinga, ud Geschiedenis, in Trouw over de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog. De gedachte dat het Duitse keizerrijk van Wilhelm II de schuldige was - zoals in artikel 231 van het Verdrag van Versailles staat - is al decennialang achterhaald. Bij de schuldvraag moet je volgens Kruizinga niet alleen kijken naar de rol van de afzonderlijke landen. ‘Wat was de sfeer in 1914, wat ging er in de hoofden van generaals en politici om, wat waren de verwachtingen? Van belang is ook het racistische, darwinistische wereldbeeld in die tijd. Daarin was een confrontatie tussen volkeren en tussen rassen een reëel en in zekere zin zelfs onvermijdelijk toekomstbeeld.’ Kruizinga is ervan overtuigd dat een wereldoorlog voorkomen had kunnen worden. ‘Elk van de landen had kunnen zeggen: we stoppen er nu mee. Dat dit niet is gebeurd, heeft te maken met de verwachting over de aard van de oorlog. Die zou kort en beperkt zijn. Er waren genoeg mensen die zo’n oorlog acceptabel vonden. Zo kreeg de weg naar oorlog een zekere onvermijdelijkheid.’ In Europa lopen de meningen over de schuldvraag sterk uiteen. Een Verdrag van Versailles met een eenduidige conclusie zou een kleine eeuw later niet meer geschreven kunnen worden. Kruizinga: ‘Het zou de langste en ingewikkeldste conferentie in de geschiedenis van de mensheid worden.’
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Volgens Lisa Kuitert, hoogleraar Boekwetenschap, was Polare (voorheen Scheltema) de enige laagdrempelige boekhandel in het Amsterdamse centrum, zo zegt zij op 12 februari in Het Parool. ‘Als ik met mijn zoon van vijftien een boek ging kopen, dan liep je toch niet zo snel Athenaeum of de kinderboekhandel in.’ Kuitert vindt de opwinding over de sluiting van Polare positief. ‘Het doet mijn boekenhart goed. Ik geloof niet dat mensen de vlag halfstok hebben gehangen toen Free Record Shop verdween, maar dit maakt iets heel anders los.’ Op 3 maart zegt Kuitert in het Leidsch Dagblad dat het recentelijke faillissement van boekhandelketen Polare de 79ste editie Boekenweek (8 t/m 16 maart) niet zal bederven. ‘We moeten de crisis bij Polare ook niet overdrijven. Er zijn nog zó ontzettend veel andere boekwinkels in Nederland.’ Kuitert stelt dat het literaire feest staat als een huis. ‘Je hoort weleens dat de Boekenweek uit de tijd zou zijn. Maar het is opvallend hoe sterk het leeft onder lezend Nederland. Wel kan de Boekenweek zonder het jaarlijkse thema’, denkt Kuitert. ‘Het zijn vaak dezelfde thema’s en ze leveren geen betere boeken op.’
De Glinsterende Geest Wetenschap wordt bedreven binnen de muren van de universiteit, de vruchten van de wetenschap mogen gelukkig ook daarbuiten worden geplukt. Wetenschappers, ook die van de Faculteit der Geesteswetenschappen, zijn regelmatig in het nieuws. Omdat hun onderzoek interessante en soms direct toepasbare resultaten heeft opgeleverd, of om vanuit hun expertise actuele ontwikkelingen te becommentariëren. Deze rubriek biedt een (onvolledig) overzicht van berichten in en optredens voor de media. De redactie roept alle geesteswetenschappers op zelf melding te maken van nieuwsberichten en mediaoptredens via
[email protected].
Herinnering Augustus 2000 jaar na dato Raphael Hunsucker, gastonderzoeker Griekse en Latijnse talen en culturen, was op 26 januari te gast in Radio Swammerdam, het wetenschapsprogramma van Amsterdam FM, voor een interview naar aanleiding van het overlijden van Caesar Augustus 2000 jaar geleden. Hoe zal Augustus worden herinnerd? Hunsucker: ‘Ik hoop vooral dat hij herinnerd wordt als de stichter van de nieuwe wereldorde, het systeem dat hij in gang heeft gezet en dat de westerse geschiedenis tot op grote hoogte en voor lange duur heeft bepaald.’ Augustus staat bij velen bekend als de eerste Romeinse keizer, maar dat beeld moet genuanceerd worden. ‘Er was niet opeens een keizerrijk met de functie keizer, waar je in aanmerking voor kon komen. Augustus heeft het systeem in gang gezet. De opvolging en het vervolg waren cruciaal, omdat dan zou blijken of het systeem zijn eigen bedenker zou overleven. Pas na zijn dood werd duidelijk dat Augustus de eerste keizer van het Romeinse Rijk was.’
12
Big data bedreiging van privacy Mogelijkheden digitalisering erfgoed Julia Noordegraaf, hoogleraar Erfgoed en digitale cultuur, belicht in een interview op 15 februari in Het Parool de problematiek van de digitalisering van erfgoed. ‘De grote paradox is: hoe nieuwer het medium, hoe korter de levensduur. Ik ontmoette eens een kunstenaar uit Boedapest die in 1996 een website had gemaakt voor de Netscapebrowser. Dat werk is nu verloren, want het was specifiek gemaakt voor díe browser. Denk ook aan floppydisks: daar schreef ik mijn scriptie nog mee. Ik heb ze onlangs weggegooid, want ik kan ze niet meer openen. Technologische ontwikkelingen gaan zo snel. Als je niet voortdurend informatie overzet op nieuwe dragers, dan raak je deze onherroepelijk kwijt.’ Noordegraaf stelt dat we de klassieke definitie van authenticiteit niet langer kunnen handhaven, omdat we worden geconfronteerd met kunstwerken die we niet kunnen bewaren in hun huidige vorm en pleit ervoor om meer over kunst te denken als een idee dan als een ding. ‘Dat vereist een totale paradigmawisseling, bij zowel conservatoren als kunstenaars.’ Volgens Noordegraaf hebben erfgoedinstellingen en universiteiten bij het digitaliseren van hun collecties zich de afgelopen jaren onvoldoende de vraag gesteld wat we daar eigenlijk mee kunnen. ‘De digitale beschikbaarheid van historisch materiaal geeft geesteswetenschappen grote mogelijkheden waardoor er meer omvattende vragen kunnen worden gesteld. Dat doen we bijvoorbeeld in de onderzoeksgroep Creative Amsterdam, waar we onderzoeken hoe cultuur van invloed is op het succes van creatieve steden.’
‘Gouden data’ WhatsApp Op 21 februari stelt José van Dijck, hoogleraar Comparatieve mediastudies, in BN/De Stem dat Facebook met de aankoop van WhatsApp voor het astronomische bedrag van 19 miljard dollar over ‘gouden data’ beschikt. ‘WhatsApp is eerst en vooral belangrijk vanwege haar gebruikersgegevens, hoewel het alleen telefoonnummers en namen heeft van haar gebruikers. Maar als je WhatsApp installeert, downloadt die ook je hele contactenlijst. Facebook heeft die nog niet, dus die zijn ongelooflijk belangrijk.’ Facebook is nu een van de partijen die het meeste van ons weet, naast Google. Op de vraag of we ons hier zorgen over zouden moeten maken, antwoordt Van Dijck: ‘Dat hangt er vanaf hoeveel je om je eigen privacy geeft. De privacy-reputatie van Facebook is niet heel sterk, en WhatsApp komt ongetwijfeld onder het regime van Facebook. Door alle privacyvoorwaarden van Facebook, Instagram en WhatsApp te integreren, kunnen ze je via alle functionaliteiten volgen en profileren.’
Nwsbrf#167 / 04.2014
Op 15 februari in Het Parool bevraagt Marieke de Goede - hoogleraar Politicologie, in het bijzonder externe betrekkingen van Europa - Beate Roessler - hoogleraar Wijsbegeerte, in het bijzonder ethiek en haar geschiedenis. De Goede vraagt of ons begrip van privacy is opgewassen tegen de manier waarop we big data voor commerciële en veiligheidsdoeleinden analyseren. Roessler: ‘Big data zijn een stap dichter bij de bedreiging van onze privacy. Natuurlijk worden de middelen om persoonlijke data te verzamelen steeds complexer, maar het doel blijft: het individu in de gaten houden.’ Volgens Roessler is het ten eerste dringend nodig dat er minder data worden verzameld. ‘Alles wat wordt verzameld, kan ook worden misbruikt. Verder moet er meer precieze informatie bekend worden over wie wat verzamelt, er moeten betere wetten komen om individuele privacy te beschermen en de overheid tegen te houden. Bovendien moet er meer debat en meer belangstelling bij burgers en vooral politieke partijen zijn voor de bescherming van privacy en bij het ontwikkelen van nieuwe technologie moet privacy een grotere rol spelen.’ ‘De grens tussen privacy en publiek blijft altijd in beweging. Maar hoewel het idee van wat privacy is en wat ‘gedeeld’ mag worden, is veranderd, blijft het kernidee hetzelfde: ook iemand van achttien zet niet zomaar alles op Facebook.’
Meer Nederlands thuis Fred Weerman, hoogleraar Nederlandse taalkunde, spreekt zich op 14 februari in NRC Next uit over de stelling ‘meer Nederlands thuis, voorkomt een taalachterstand’. NRC Next checkt deze stelling naar aanleiding van het advies van het programmabureau Rotterdam-Zuid (in een rapport in opdracht van de gemeente Rotterdam). Het advies luidt dat anderstalige ouders thuis meer Nederlands moeten praten met hun kind om taalachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen. Weerman zegt over dit advies: ‘Natuurlijk is het zo dat wanneer kinderen op jonge leeftijd met goed Nederlands in aanraking komen, ze beter Nederlands kunnen spreken, maar als het gebrekkig Nederlands is, is het juist schadelijk voor het kind. Ouders die op latere leeftijd het Nederlands als tweede taal hebben geleerd, spreken soms heel matig Nederlands. Als kinderen constant hun taalfouten horen dan nemen zij die over.’
13
SPUI25
Geesteswetenschappen presenteert: Joris Oddens In samenwerking met de Illustere School Dr. Joris Oddens geeft een lezing getiteld: “Het Bataafse parlement. De Nederlandse Revolutie en het ontstaan van een nationale volksvertegenwoordiging, 1780-1798” Waarom kreeg Nederland aan het einde van de 18e eeuw voor het eerst een nationaal parlement? Welke ideeën lagen er aan de oprichting van dit parlement ten grondslag? In deze lezing presenteert Joris Oddens zijn promotieonderzoek. n 3 april, 13.15-13.50 uur Boekpresentatie: Europa’s Impasse In samenwerking met Uitgeverij De Bezige Bij In Europa’s impasse zet David Marsh uiteen hoe vijf jaar onafgebroken crisismanagement de problemen van Europa niet heeft opgelost en ze zelfs erger heeft gemaakt. Journalist Roel Janssen interviewt de auteur. Minister van Staat Ruud Lubbers neemt een exemplaar in ontvangst. n 3 april, 17.00-19.00 uur The life of the Yiddish folksinger The collectors of Yiddish folksongs have always been more interested in the songs than the singers who perform them. As a result little is known of the context of traditional Yiddish singing. Yiddish folklore expert Itzik Gottesman shows the other side of the story. n 3 april, 20.00-21.30 uur Book presentation: ‘The Swedes and the Duthc were made for each other’ In cooperation with the Faculty of Humanities and the Swedish Embassy Globalisation, cosmopolitanism, a European framework and international ties are keywords in the long history of Swedish-Dutch relations. Several individuals, always with one foot in the Netherlands and one in Sweden, have attributed to this. They and many other movements and ideas illustrate this long history. n 5 april, 16.00-18.00 uur Elementaire Deeltjes: 1. De EU In samenwerking met Amsterdam University Press Iedere aflevering van de seri Elementaire Deeltjes draait om een titel uit de gelijknamige boekenserie van de AUP. Ditmaal: de EU. Is er sprake van een democratisch tekort binnen de EU? Met: Robin Fransman, Sheila Sitalsing en René Cuperus. n 8 april, 20.00-22.00 uur
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Wat weegt zwaarder: religie of politiek? Geloof als leidraad in de politieke praktijk Vlaams politicus Steven Vanackere (CD&V) schreef De eerste steen - zeven hoofdzonden in politiek en samenleving. Hij gaat in gesprek met ex-politicus André Rouvoet (ChristenUnie) over de afwegingen die je als religieus politicus moet maken. Is het geloof bestand tegen de harde realiteit van de politiek? Is het geloof een leidraad in de politieke praktijk, of kan het bepaalde beslissingen juist zwaarder doen lijken? Sabeth Snijders, journaliste voor NRC-Handelsblad, modereert het gesprek. n 9 april, 17.00-19.00 uur De vluchtigheid van de popcultuur In samenwerking met de Faculteit der Geesteswetenschappen De hedendaagse popcultuur wordt serieus bestudeerd. Maar hoe om te gaan met het vluchtige karakter van de popcultuur? Welke film, televisieprogramma’s, popmuziek en sterren verdienen aandacht? Met: Stine Jensen, Jannah Loontjens, Jeroen de Kloet en Jaap Kooijman. n 9 april, 20.00-22.00 uur Boekpresentatie: De eerstgevallenen Wie waren eigenlijk de allereerste slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog? Wat zeggen hun verloren levens over de Grote Oorlog? Archeoloog, schrijver en journalist Theo Toebosch deed onderzoek naar de eerstgevallenen. Redacteur Wil Hansen interviewt hem. n 10 april, 17,00-19.00 uur
Bijzondere lezing door prof. dr. Marijke Gnade In samenwerking met de Illustere School Hoe zag Italië eruit vóór de Romeinen? Een lezing door prof. dr. Marijke Gnade, bijzonder hoogleraar Archeologie van de pre-Romeinse culturen in centraal Italië (vanwege de Allard Pierson Stichting). n 17 april, 17.15-18.15 uur Boekpresentatie: Ex. Over een land dat zoek is Het is inmiddels twee decennia geleden dat het land Joegoslavië uiteenviel. Hoe staat het ervoor in dit ‘zoekgeraakte’ land? Hoogleraar en dichter Peter Vermeersch schreef er een reisverslag over. Journalist Thomas Vanheste interviewt hem. n 17 april, 20.00-22.00 uur Humanities presents: dr. Noa Roei In samenwerking met de Illustere School Noa Roei speaks about representations of military issues in contemporary Israeli art and visual culture. From portraits of soldiers to billboard commercials and landscape photography: in which way is militarism made visible? n 24 april, 13.15-13.50 uur
Boekpresentatie: Het land van Beatrix Wansink vertelt in Het land van Beatrix. De eerste geschiedenis van hedendaags Nederland het verhaal van een tevreden natie die uit haar comfortzone werd getrokken door een hardhandige confrontatie met internationale ontwikkelingen. Met: Jan Tromp, Femke Halsema, Meindert Fennema en Thijs Kleinpaste. n 14 april, 17.00-19.00 uur Broodje kennis met Thomas Nys In samenwerking met de Illustere School Deze aflevering neemt bezoekers mee naar de virtuele wereld. Kunnen virtuele handelingen ooit verkeerd of immoreel zijn? Is er bijvoorbeeld iets mis met bepaalde games waarin personen, via hun avatar, kunnen moorden en verkrachten? Thomas Nys zal toelichten waarom we ethische vraagtekens kunnen zetten bij bepaald virtueel gedrag. n 15 april, 12.20-13.00 uur
14
Allard Pierson Museum
Internationaal Krim symposium Zenobia Zenobia organiseert op 11 april een internationaal symposium met experts uit binnenen buitenland. Dit symposium is een samenwerking met het Allard Pierson Museum en wordt georganiseerd bij de tentoonstelling ‘De Krim - Goud en geheimen van de Zwarte Zee’. Vanaf 10.00 uur is er gelegenheid om gratis het museum te bezoeken. Van 12.3013.30 uur is er een exclusieve rondleiding door de tentoonstelling. Om 14.00 uur start het symposium, na een inleiding door Janric van Rookhuijzen, met lezingen van prof. dr. Michael Schmauder, prof. dr. Alexander Lubotsky, dr. Mathieu de Bakker en dr. Johan Weststeijn. n Aanmelden en meer informatie: stichtingzenobia.nl/congres/
Bijzondere Collecties Shaffy-wandelingen in april Aan welke gracht woonde Ramses Shaffy? Waar zat hij graag op late uren? In welk café ontmoette hij zijn muze Liesbeth List? De Bijzondere Collecties en Het Lied organiseren vier Ramses Shaffy-stadswandelingen, met kleinkunstkenner Daan Bartels als gids. De wandelingen starten bij Bijzondere Collecties (Oude Turfmarkt 129). Zo is een bezoek aan de tentoonstelling te combineren met een tocht door het Amsterdam van Shaffy. n De wandeling is bijna tien kilometer (wandelconditie gewenst) en neemt zo’n drie uur in beslag, inclusief een koffiestop en meerdere vertelstops. n De wandelingen zijn op 3, 10, 17 en 24 april, telkens om 14.00 uur. n Meer informatie en aanmelden: hetlied.nl
Nwsbrf#167 / 04.2014
OR Column
Vast in deeltijd Wie wil nu niet bij mooi weer neerstrijken op een terras? Genieten van de lentezon, midden op de dag, zorgeloos gelukkig in de binnenstad. Dat is het voorrecht van medewerkers met minder dan een volle aanstelling. Of toch niet. De Ondernemingsraad wordt regelmatig aangesproken over de positie van wetenschappelijk personeel in deeltijd. De ongelijke concurrentie met fulltimers, resulterend in een oplopende achterstand: “het is als met één been meedoen aan de marathon”. Het streven naar een zo breed mogelijke inzetbaarheid, want je weet maar nooit. De eeuwige strijd om verlenging van de tienden van een tijdelijke uitbreiding. De versnipperde tijd van deeltijders. Het wp met een halve aanstelling heeft binnenkort nog maar recht op de helft van het maximale onderzoekkrediet. Volgens de ‘Procedure overige lasten 2014 in de nieuwe onderzoeksorganisatie’ wordt het nieuwe maximum, van € 1230 per jaar voor voltijders, voor medewerkers met een deeltijdaanstelling ‘in proportie’ vastgesteld. Komen er speciale congressen voor deeltijders dan, en speciale tijdschriften, met aangepaste eisen? Als Ondernemingsraad willen we in kaart brengen hoe wp-deeltijders hun positie binnen de FGw ervaren. Alle wp-medewerkers ontvangen binnenkort een mail. Afhankelijk van de respons gaan we er een punt van maken. Punt.
Ik werk maar half time
Die tekst is nog niet af toch?
15
Pioniers This summer, PhD candidate Aylin Kuryel will be finishing her research project on the relationship between visual culture and nationalism in Turkey. ‘Some people start writing because they love their objects of analysis. For me it is the opposite: I started writing about nationalism because it irritates me and I wanted to find ways to challenge it by analysing how it works and what effects it has.’
National identity ‘After I had finished my master’s in Cultural Analysis, I went to Turkey for a few months; I was involved in activist/academic groups dealing with the issues of nationalism. It was anger in the first place which triggered me to get involved in this research project. Turkey has a very strong nationalist tradition. Traditions such as having to read the national oath every morning at school, which says: “I give my existence as a gift to Turkish existence,” and the omnipresent image of Ataturk, as well as its novel forms, created for me the need to act upon nationalism - a nationalism which cuts across several periods and political movements - by analysing it and by trying to find new opportunities for creating alternative collectives.’ ‘Nationalism is still highly operative so in my opinion it is necessary - and urgently so - to focus on national identity in both theory and practice. For instance a few days ago in Rotterdam there were billboards that said: “In Rotterdam, we only speak Dutch.” My analysis offers a methodology, a model to analyse the relationship between nationalism and imagery not only in Turkey, but in general.’ ‘My research is on the image politics of contemporary nationalisms. I focus on Turkey after the 1990s and explore how people construct and perform a certain national identity trough images, icons and symbols by tracking the journey of images of the nation and detec ting the effects they have in different fields.’ Kuryel looks at five different sorts of images. ‘First of all I look at “commodified images:” national images which are commodified in the form of for example clothing, accessories
or household materials. Secondly I look at “bio-images,” which are images that become part of the body, temporarily of permanently, or images that are made out of body parts, such as tattoos of national symbols or a flag made out of blood. Thirdly I look at “ghostly images” which keep haunting Turkey since the foundation of the Turkish Republic and take new shapes in everyday life, such as public statues. Fourthly I focus on “images on the screen:” the new cinematic representation of former national heroes and the reflection of the changing power relations on the screen. Finally I look at “disorienting images” to reveal how contemporary art in Turkey challenges national images.’
Irritated by nationalism ‘My hypothesis is that nationalism is not a top-to-bottom imposition by policies and discourses, but perpetuated and performed in various ways in everyday life by people themselves. Images allow us to see how this is an embodied, dynamic and interactive process.
The nation is imagined in several ways through small-scale everyday life practices and by forming “visual communities.” I claim that these practices are in between personal and political, private and public space, tactics and strategies, and the way images work reveal these ambiguities in a productive way.’ ‘After obtaining my PhD I would like to continue to explore the relationship between national identity and contemporary art in Turkey and beyond, but also the relationship between art and politics in general. Right now we are preparing a book on aesthetics and resistance in Turkey.’ ‘I also love making documentaries. I interviewed many people during my research - from tattoo artists to shop owners selling national products - whom I refer to in my thesis. My plan is to also incorporate these encounters in the dissertation as a documentary, which strengthens the relationship between theory and practice. One of my main goals for the future is to combine my artistic practices with the production of academic knowledge. In doing so, ASCA is the place to be because interdisciplinary research is strongly encouraged and supported there.’ Nynke de Groot
De Nieuwsbrief FGw is een uitgave van het Dagelijks Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen | #167 / 04.2014 | archief uva.nl/fgw-nieuwsbrief eindredactie Mas Fopma, Nynke de Groot (student-assistent), tel. 020-525 5336,
[email protected] | verspreiding en abonnementen
[email protected] deadline kopij Nieuwsbrief 168 15.04.2014 | vormgeving crasborn.nl foto’s Eduard Lampe, Jeroen Oerlemans (p. 13)