Faculteit der Geesteswetenschappen
Nwsbrf#173 / 11.2014 1 4 5 5 5 6 7 8 11 12 12 12 12 13 14 16
Interview Carla van Boxtel Nieuws Op weg naar nieuwe huisvesting Onderzoek Onderwijs De Openbaring SPUI25 Boek in beeld In en uit dienst Bijzondere Collecties Allard Pierson Museum Oraties en Promoties Uit de bibliotheek OR Column De Glinsterende Geest Pioniers
Interview Carla van Boxtel
Vak en didactiek zijn twee zijden van eenzelfde medaille Carla van Boxtel (1970) is per 1 juli 2014 benoemd tot hoogleraar Vakdidactiek, in het bijzonder geschiedonderwijs. Zij is benoemd aan zowel de Faculteit der Geesteswetenschappen als de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Van Boxtel doet onderzoek naar het leren over geschiedenis en erfgoed. ‘Ik ben gefascineerd door de vraag hoe je onderwijs kunt verbeteren en hoe je ervoor kunt zorgen dat leerlingen zich niet alleen de kennis en vaardigheden van een schoolvak eigen maken, maar ook leren over de betekenis ervan in de buitenschoolse omgeving.’ ‘Als scholier dacht ik al na over onderwijs en hoe dat boeiender en beter kon. Ik vroeg me af hoe het toch kwam dat we bij sommige docenten beter opletten of ons best gingen doen. Ook in mijn universi taire opleiding is die fascinatie de rode draad gebleken. Voor mijn masterscriptie Geschiedenis deed ik bijvoorbeeld onder zoek naar veranderende opvattingen over de inrichting en de doelstellingen van het middelbare geschiedonderwijs. Tijdens die geschiedenisstudie volgde ik een bijvak over het ontwerpen van onderwijs en dat sprak me zo aan dat ik besloot om naast mijn studie Geschiedenis de gehele studie Onderwijskunde te volgen. Hoe meer ik mij erin verdiepte, hoe interessanter het werd. Onderwijs is ontzettend divers: er spelen oneindig veel factoren mee als je wilt begrijpen hoe we leren en dat geldt zeker voor een vak als geschiedenis. Het ontwerpen van onderwijs en begrijpen hoe
kinderen leren is nog steeds het hoofdthema in mijn werk: wat is er lastig aan het leren van geschiedenis, en hoe kunnen wij het leerproces zo goed mogelijk ondersteunen?’ Onderwijs als dialoog ‘Samenwerking kan positief bijdragen aan leren. Maar waarom leren kinderen zoveel als ze met elkaar over de lesstof praten? Wat maakt dat gesprek productief? Voor mijn dissertatie Collaborative concept learning: collaborative learning tasks, student interaction, and the learning of physics concepts (2000) heb ik gesprekken geanalyseerd van leerlingen die samenwer ken aan een opdracht gericht op verwerving van begripskennis. Groepsopdrachten worden effectiever als je de leerlingen abstracte relaties laat visualiseren. En hoe meer leerlingen vakbegrippen actief met elkaar gebruiken, hoe beter ze de betekenis ervan verwerven. Leerlingen bij elkaar
zetten, kan ook contraproductief zijn: groeps opdrachten moeten zorgvuldig ontworpen worden en goed ingebed zijn in de les. Lessen zelf zijn idealiter ook actieve gesprekken, met veel interactie. In onderwijs leergesprekken kunnen de leerlingen geleide lijk tot inzicht en kennis komen. Maar hoe krijgt een docent zo’n interactie voor elkaar? Bij goede docenten zie je die dialoog wel ontstaan, maar het is lastig om precies aan te wijzen hoe dat gebeurt. Wat is de gemeen schappelijke factor van deze ‘goede docenten’? Het is gemakkelijker om te bedenken wat er niet werkt.’
Gedeeld eigenaarschap van de educatieve minor Mensenwerk ‘Op elk niveau van het onderwijs is het zin vol en mogelijk om na te denken over wat er goed of minder goed werkt. Het ontwerpen van onderwijs is dan ook erg dynamisch: het kan op het niveau van een opdracht, van een les, een lessenreeks, of een geheel curriculum. Zo heb ik tien jaar als eindredacteur voor een schoolmethode voor de onderbouw geschie denis in het voortgezet onderwijs gewerkt. Dan moet je iets ontwerpen voor drie leer jaren, en de stof zo construeren dat de leer lingen stapsgewijs op elkaar voortbouwende kennis en vaardigheden aangeleerd krijgen. Maar lesgeven valt op microniveau nooit te voorspellen, het blijft altijd bepaald door het moment. Je kunt iets ontwerpen, maar je weet nooit hoe het op een bepaalde dag zal uitpakken. Het is altijd de unieke sfeer en interactie tussen docenten en leerlingen die bepalend is. Het ontwerpen van onderwijs is niet zaligmakend, maar het is wel van belang om bewust stil te staan bij de vraag waarom het die ene keer zo goed of zo slecht ging. Hoe kwam het dat het liep zoals het liep? Als docent kan je eindeloos blijven reflec teren en ontwikkelen, lesgeven is altijd uit dagend en nieuw. Scholen hebben zich de laatste twintig jaar omgevormd tot een dynamische werkomge ving. Docenten kunnen zich oriënteren op management, praktijkgericht onderzoek doen, of lesmateriaal ontwikkelen. De varia ties in elke les en de permanente mogelijk heden om je verder te oriënteren en te ver diepen in je vak, zijn de ultieme redenen om leraar te worden.’ ‘Toch heeft het lerarenberoep nog steeds een relatief slecht imago. In academische sferen hoor je kreten als “je kunt altijd nog het onderwijs in”. Ook wordt er vaak gemop perd over schoolboeken en de kwaliteit van leraren in het voortgezet onderwijs. Aan het
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
einde van zijn opleiding heeft een student daar vaak toch iets van meegekregen. Dat negatieve over het onderwijs hoeft helemaal niet. Dit beeld veranderen is één van de manieren hoe je er als faculteit voor kunt zorgen dat er meer en betere docenten in de klas komen te staan. Het leraarschap is een ingewikkeld beroep en een ware professie.’ Eigenaarschap en samenwerking Geesteswetenschappen zijn op allerlei manieren nauw verweven met het onderwijs, van basisschool tot hoger onderwijs. Lande lijk zijn er afspraken gemaakt over projecten ter ontwikkeling van de vakdidactiek in de geesteswetenschappelijke schoolvakken en om de relatie tussen lerarenopleiding en universitaire opleiding te verstevigen. ‘Een van de manieren om de kwaliteit van (toekomstige) docenten te bevorderen, is een hernieuwde samenwerking tussen het vak en de didactiek. De lerarenopleiding is een beetje losgezongen van het vak. Dat is begrijpelijk, omdat er veel komt kijken bij een lerarenopleiding: contacten met scholen, mogelijkheden voor stages, het verkrijgen van pedagogische en onderwijskundige kennis, et cetera. Hiervoor heb je andere disciplines nodig dan de inhoudelijke discipline van het betreffende schoolvak. We proberen nu in onze faculteit de ver bintenis tussen de lerarenopleiding en de geesteswetenschappelijke disciplines te ver sterken. Om de lerarenopleiding goed vorm te geven, heb je namelijk zowel de onderwijs wetenschappen als de vakdiscipline nodig. De educatieve minor waarmee studenten in hun bachelor een tweedegraads bevoegdheid kunnen verwerven is daarom opnieuw inge richt. Er is meer aandacht voor de relatie tus sen het schoolvak en de vakdiscipline en de docenten uit de vakdisciplines dragen bij aan het curriculum. Zij kennen de studenten al en hebben een beter beeld van de ontwikke ling van de student. Bij het opstellen van het curriculum is er goede samenwerking tussen de inhoudelijke faculteiten en de leraren opleiding. Een gedeeld eigenaarschap staat centraal in deze samenwerking. Iedereen voelt zich verantwoordelijk voor de kwaliteit, en vraagt zich af hoe ze hun eigen expertise zo effectief mogelijk kunnen aanwenden.’ Landelijke projecten Vakdidactiek Geesteswetenschappen Landelijk hebben de decanen van faculteiten letteren en geesteswetenschappen twee pro jecten ontwikkeld ter versterking van het vakdidactisch onderzoek: DUDOC-ALFA en ‘Meesterschap in vakdidactiek’. Het pro gramma DUDOC-ALFA biedt bevoegde docenten en lerarenopleiders de mogelijk heid om naast hun baan vier jaar promotie onderzoek te doen op het terrein van de vak didactiek van de geesteswetenschappen. Het ministerie van OC&W heeft budget beschik baar gesteld waarmee 14 promotieprojecten zijn gestart op 1 september 2014. Het pro
gramma is een gezamenlijk initiatief van zeven universiteiten in samenwerking met het Regie orgaan Geesteswetenschappen. Er zijn vier onderzoeksthema’s gekozen die voor het alfa-domein relevant zijn en die verschillende terreinen binnen de vakdidactiek afdekken. ‘Er was veel belangstelling voor deze promo tieplaatsen, er zijn veel mensen die graag willen meewerken aan het verder ontwikke len van de vakdidactiek. Zo begeleid ik nu twee promovendi vanuit dat programma voor Geschiedenis.’ Met het tweede landelijke programma ‘Meesterschap in vakdidactiek’ investeren de zeven faculteiten gezamenlijk in vakdidactische meesters op zes terreinen: Cultuureducatie, Geschiedenis, Klassieke Talen, Moderne Vreemde Talen, Nederlands - Letterkunde, en Nederlands - Taalkunde/Taalbeheersing. De formatie wordt financieel ondersteund door het Regieorgaan Geesteswetenschappen. Elk ‘meesterschapsteam’ bestaat uit een aantal collega’s in het vakgebied. Bij onze faculteit hebben twee terreinen onderdak gevonden: Klassieke talen en Geschiedenis. Voor Klas sieke talen is Suzanne Adema aangesteld bij de FGw en de Faculteit der Letteren van de VU.’
Het loopt altijd weer anders ‘Aan de lerarenopleiding van de UvA heeft het geschieddidactisch onderzoek zich de laatste jaren sterk ontwikkeld. Ook aan andere universiteiten vindt onderzoek plaats naar het leren en onderwijzen van geschiedenis. Als trekker wil ik ten eerste meer kruis bestuiving op gang brengen: de vakdidactiek van geschiedonderwijs kan bijvoorbeeld veel leren van de vakdidactiek cultuur- of literatuur onderwijs. Wij willen ook expertise uitwis selen met historici, educatieve medewerkers in musea, de CITO (die eindexamens maakt) en SLO (die leerplannen voor de schoolvak ken maakt). Het beste kan dat met een breed platform voor grotere vakdidactische vragen, een infrastructuur voor alles wat met het schoolvak samenhangt, van vakdidactiek op de basisschool tot vakdidactiek in de univer sitaire opleiding. In de tweede plaats wil ik borgen dat het huidig vakdidactisch onder zoek blijft en wordt uitgebouwd, door bij voorbeeld nieuwe gelden te genereren. In de derde plaats wil ik de resultaten van geschied didactisch onderzoek goed ontsluiten en toegankelijk maken via publicaties en websites voor docenten op scholen en aan universiteiten.’ Meer dan een rijtje jaartallen ‘Inhoudelijk wil ik de vakdidactiek van Geschiedenis bevorderen door verder na te denken over hoe wij leerlingen kunnen leren dat het verleden meer is dan wat er simpelweg
2
is gebeurd. Zodat ze begrijpen dat de geschie denis een verhaal is dat wij zelf construeren, en dat gebaseerd zou moeten zijn op historisch bewijs. Zodat ze vanuit de tijd zelf kunnen denken, en kritisch kijken naar verhalen over het verleden. Hoe je dat leerlingen bijbrengt, moet nog verder uitgedacht worden. Eén van mijn speerpunten is dat leerlingen historische vaardigheden ook buiten school leren toepassen. De meeste leerlingen worden geen historicus, maar komen hoe dan ook in de samenleving met geschiedenis in aanraking: in de vorm van erfgoed, via historische films of discussies over Zwarte Piet. Ik wil bevor deren dat leerlingen begrijpen hoe de geschiedenis doorleeft in ons dagelijkse leven, een historisch besef kweken. Zodat een leerling begrijpt waarom hij Romeinse gebouwen ziet, als hij op vakantie in Hongarije is; maar ook dat hij begrijpt waarom er wordt gediscussieerd over een slavernijmonument. Hiervoor is een koppeling nodig tussen de kennis over het verleden en het heden. Dat gaat niet zomaar, wij leren veel dingen die wij niet zomaar kunnen gebruiken of toepassen in nieuwe situaties. In het geschiedenisonderwijs moet een duidelijke balans zijn tussen het verwerven van historische kennis en de vaardigheden om deze historische kennis toe te passen. Met alleen kennis kom je er niet, maar zonder ken nis is een vaardigheid hol: door te moeten redeneren over verschijnselen in het verleden en
Nwsbrf#173 / 11.2014
hoe die doorleven in het heden, krijgen leer lingen veel meer kennis, dan wanneer zij wat jaartallen en begrippen uit hun hoofd leren.’ Onderzoeksprojecten ‘Een mooi voorbeeld van uitwisseling van expertise is een samenwerkingsproject met het Rijksmuseum, het Van Gogh en het Stede lijk Museum. Wij proberen grip te krijgen op hoe een educatieve rondleider leerlingen in een half uurtje zo zinvol mogelijk mee kan nemen. Van een educatieve rondleider wordt een heel ander spectrum aan kennis en vaardig heden gevraagd, in een hele andere context dan een klaslokaal, gekoppeld aan objecten en met heel andere verwachtingen van de leerlingen.’
Meesterschap in vakdidactiek ‘Daarnaast zijn wij bezig met een groot project over hoe je potentieel excellente leer lingen bij de schoolvakken geschiedenis en wiskunde zo goed mogelijk kunt uitdagen, zonder ze te isoleren in een apart groepje. Met welke opdrachten krijgen we ze echt aan het denken en redeneren? Wat werkt het beste: structuur bieden, of loslaten? Uit vak
literatuur blijkt dat veel van deze leerlingen niet hebben geleerd te leren, omdat dat niet nodig was. Op een gegeven moment komen de meesten niet verder; in het examenjaar, op de universiteit, of daarna. En dan kan blijken dat ze niet over de juiste vaardigheden beschikken om zich effectief te oriënteren of een pro bleem aan te pakken. Het is dus de vraag of je excellente leerlingen zoveel mogelijk moet loslaten, omdat een deel van hen gebaat is bij structuur en vaardigheden. Op dit moment zijn wij bezig met het ontwikkelen van strate gieën om deze leerlingen zo effectief mogelijk te begeleiden en te motiveren met uitdagende opdrachten.’ ‘Onderwijs is heel rijk en staat middenin de samenleving. De ontwikkelingen in de vakdiscipline zijn van invloed op het school vak, maar er zijn ook allerlei discussies over wat kinderen nodig hebben voor de nabije toekomst. Verder zijn er ontwikkelingen in de samenleving, waar je in het onderwijs op moet anticiperen. Zo worden vaardigheden als creativiteit en kritisch denken steeds meer geprezen, maar ook vaardigheid in de omgang met verschillen en die begrijpen. Onderwijs is een dynamisch veld dat centraal staat in onze samenleving en maatschappij, en dat maakt het mooi.’ Aron Brouwer
3
Nieuws Naar een nieuw profiel van de FGw In oktober bleken de financiële vooruitzichten van de faculteit somberder dan in de zomer werd verwacht. Bij ongewijzigd beleid dreigen we over enkele jaren uit te komen op een structureel tekort van ongeveer 10% van de totale begroting. Daarom zijn ingrijpende maatregelen noodzakelijk, inclusief een forse inkrimping van personeel en - mogelijk - een reorganisatie. In oktober is overlegd over de financiële situatie van de faculteit, zowel met de Raden als met individuen en groepen binnen de faculteit. Als vervolg hierop zal het Dagelijks Bestuur een route uitzetten om te komen tot een plan voor de toekomst van onze faculteit: Profiel 2016. Daarna zullen we als faculteit de contouren moeten uitwerken. Daarbij zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de mogelijke personele gevolgen. n Zie voor achtergronden, dossiers en meer informatie: medewerker.uva.nl/fgw/profiel 2016
Medewerkerskaart: ook betaalmiddel De medewerkerskaart wordt de sleutel tot steeds meer UvA-voorzieningen. - Per 1 januari wordt de chipknip afgeschaft. In plaats daarvan kan bij de snoep- en frisdrankenautomaten betaald worden met een tegoed op de medewerkerskaart. De nieuwe betaalwijze wordt november 2014 ingevoerd. - Op veel UvA-locaties is de medewerkerskaart nodig om toegang te krijgen o.a. tot centrale ruimtes, zoals vergaderzalen. - Vanaf 20 oktober is de medewerkerskaart ook de lenerspas bij alle UvA-bibliotheken. Medewerkers die nu een lenerspas hebben, hebben een mail ontvangen met meer informatie. De huidige lenerspas is vanaf 20 oktober niet meer bruikbaar. - Met de medewerkerskaart kan binnenkort (gratis) koffie en thee gehaald worden bij (bijna) alle warmedrankenautomaten op de UvA-locaties (op sommige locaties nu al mogelijk). n Aanvragen medewerkerskaart: medewerker.uva.nl/fgw > A-Z > Medewerkerskaart n Vragen over medewerkerskaart als lenerspas UB:
[email protected] / 020 525 2055
Honorary Fellowship voor Arnon Grunberg Wegens zijn verdiensten voor de Nederlandse literatuur en samenleving heeft de FGw Arnon Grunberg benoemd tot Honorary Fellow. Grunberg zal zijn Honorary Fellowship invullen met gastcolleges en een publieks lezing. De gastcolleges staan in het teken van privacy en surveillance, en samen met
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
de studenten wordt een game ontwikkeld. De gastcolleges van Grunberg worden afgewisseld met bijzondere colleges over Grunberg, waarin verschillende wetenschappers zijn werk belichten. Deze colleges vinden plaats in het ErfgoedLab, dat voor de gelegenheid omgedoopt wordt tot GrunbergLab. Tevens is van 31 oktober 2014 t/m 1 februari 2015 bij Bijzondere Collecties een overzichtstentoonstelling over Arnon Grunberg te zien. In 2011 gaf Grunberg zijn archief in bruikleen aan Bijzondere Collecties. Uit dit ‘levende archief’ is geput voor De Arnon Grunberg Tentoonstelling - Ich will doch nur, dass Ihr mich liebt. Naast materiaal uit Grunbergs archief zijn stukken te zien uit de collectie van het Letterkundig Museum, de bibliotheek van het Letterenfonds en van particuliere verzamelaars. De tentoonstelling belicht leven, oeuvre en schrijverschap van Grunberg - met commentaar van de auteur zelf. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerd boek met bijdragen van Yra van Dijk, Bok Polak, Mark Schaevers en Vic van de Reijt, die ook de redactie voerde.
Verplaatsing archiefbestanden Outlook: acties van medewerkers Mailarchieven worden nu opgeslagen als pst-bestanden. Vanaf half november worden alle archiefbestanden (pst-bestanden) die op de netwerkschijf Home (H:) staan verplaatst naar de mailbox. Na de verplaatsing is het eenvoudiger om via de zoekfunctie van Outlook het mailarchief te doorzoeken. Ook is het mailarchief na deze verplaatsing bereikbaar via webmail. Bovendien is er een back-up beschikbaar. Daarnaast heeft het online archief standaard 1GB vrije ruimte, bovenop het mailboxquotum en de omvang van huidige archiefbestanden. Medewerkers krijgen een mail met de planning en exacte data. Medewerkers moeten zelf de verplaatsing voorbereiden en controleren, omdat persoonlijke schijven om privacyredenen niet toegankelijk zijn voor derden, ook niet ICTS. - Voor de verplaatsing van de mailarchieven moeten medewerkers eerst controleren of pst-bestanden op de netwerkschijf Home (H:) staan. Zie voor een handleiding: medewerker.uva.nl/fgw -> A-Z -> E-mail - Na de verplaatsing moeten medewerkers controleren of de bestanden goed zijn overgezet. - In mailboxen zonder pst-bestanden wordt automatisch een leeg archief aangemaakt. U kunt dit archief gebruiken om mail te archiveren. - Op Mac- en linux apparaten kon de oude opslagmethode niet worden gebruikt en daarom is in veel gevallen opslag op een ander platform aangemaakt. - Voor vragen is de Servicedesk ICTS bereikbaar via 2200 of
[email protected]
Facultaire boekenborrel: 13 november
Alle medewerkers van de faculteit zijn van harte uitgenodigd voor de facultaire boekenborrel op donderdag 13 november van 16.30 tot 18.00 uur in zaal 1.01 van het Bungehuis (Spuistraat 210). Tijdens de boekenborrel vertellen drie auteurs over hun boek en zijn de nieuwe aanwinsten van de hand van collega’s van de faculteit in te zien. Door het informele karakter van de bijeenkomst is er ook ruimschoots gelegenheid om met collega’s te praten en met auteurs van gedachten te wisselen over hun boek. Een overzicht van de tentoongestelde boeken en informatie over de drie sprekers van deze middag is te vinden op medewerker.uva.nl/fgw-boekenborrel. n Donderdag 13 november | 16.30-18.00 uur | Bungehuis, zaal 1.01
FGw-studenten geven colleges aan senioren Deze zomer is de stichting Oud Geleerd Jong Gedaan opgericht, die zich inzet voor het intellectuele welzijn van senioren. Onder de paraplu van de stichting geven enthousiaste studenten colleges aan senioren in tehuizen. De stof is toegankelijk en honours studenten van de FGw ontwikkelen het programma. Maandelijks wordt een aantal reeksen van vier colleges aangeboden over onderwerpen als Mythologie, de Republiek, Ons Koningshuis, Taalontwikkeling, Filosofie en Musicologie. Het doel is om jong en oud samen te brengen. Het gevoel van eenzaamheid onder senioren kan door activiteiten verminderen en de kans op sociaal isolement wordt kleiner. Studenten doen relevante leservaring op en maatschappelijke werk ervaring. David Cohen, masterstudent Klassieke talen en een van de meewerkende honoursstudenten: ‘Homeros mag in het P.C. Hoofthuis gelden als de grootste dichter aller tijden, aan een ander publiek moet je dat nog maar laten zien - het is een heel bijzonder moment als een belangstellende oudere dame dan zegt dat de dood van Patroklos haar oprecht raakte.’ ‘Studenten en senioren samenbrengen is een win-win situatie waar ik erg veel energie van krijg’, aldus Enny van Arkel, een van de twee oprichters die haar master Pedagogische wetenschappen aan de UvA volgde. ‘Er zijn nog te weinig activiteiten die inspelen op het intellectuele vermogen van senioren. Ouderen willen niet alleen maar bingo spelen, maar vinden het leuk om nieuwe dingen te leren.’
4
Onderzoek Op weg naar nieuwe huisvesting Werkzaamheden BG2, het nieuwe onderkomen van Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen
Eredoctoraat Joep Leerssen Op 23 oktober reikte de Universiteit van Boekarest een eredoctoraat uit aan Joep Leerssen, hoogleraar Europese studies, in het bijzonder moderne Europese letteren. Leerssen krijgt het eredoctoraat voor zijn werk op het gebied van de imagologie (de studie van nationale (zelf-)beelden en stereotypen) en de nationalisme-studies. Na de uitreiking volgt een imagologisch congres van drie dagen, georganiseerd door het ‘Centre of Excellence for the Study of Cultural Identity’. De keynote speech van Leerssen draagt de titel: ‘Nationalism is the political acctiviation of an auto-image’.
Onderwijs Vier Onderwijsadministraties per 1 oktober Ontwerp inrichting BG2 in volle gang Het ontwerpteam voor gebouw BG2 is van start gegaan. BG2 wordt het nieuwe onderkomen van Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen vanaf zomer 2015. Het ontwerpteam buigt zich over de inrichting van het gebouw en bestaat uit een aantal medewerkers van de faculteit en de binnenhuisarchitecten van Bureau Ira Koers/ Studio Roelof Mulder. Op de begane grond aan de Grimburgwalzijde komt een grote ontmoetingsruimte met uitzicht op de Oudezijds Achterburgwal. Op de begane grond komen verder drie collegezalen (waaronder een samenwerkingszaal), werkplekken voor obp en een ruimte voor de studieverenigingen en studentenbladen van Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen (Kanvas, Maecenas en Simulacrum). De invulling van de pantryvoorziening op de begane grond moet nog worden bepaald. Op de eerste en tweede etage komen de kamers voor de medewerkers van Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen. Op de tweede etage komt ook een pantry, met een koelkast en een vaat wasser. Op de bovenste verdieping komen de werkplekken voor promovendi en een grote werkruimte voor flexwerkplekken voor projectmedewerkers, gedetacheerde of gastdocenten, bijzonder hoogleraren en collega’s met een kleine aanstelling. De centrale kolom in het pand is op alle etages bedoeld voor ont moeten en overleggen, met aan beide zijden een vleugel met ruimte voor geconcentreerd werken en studeren. In het hele pand komt nieuw meubilair, dat voldoet aan zowel actuele ARBO-eisen als flexibel is met het oog op toekomstig alternatief gebruik. Voor het oude meubilair wordt een nieuwe bestemming gezocht. n Zie voor meer: medewerker.uva.nl/fgw/herhuisvesting
Op woensdag 1 oktober was de feestelijke aftrap van twee nieuwe gecombineerde onderwijsadministraties. Vanaf die datum zijn de onderwijsadministraties van de FGw gevestigd op vier locaties. n Onderwijsadministratie
PCH
De voormalige balies van de onderwijs administraties van Geschiedenis, archeologie en regiostudies, Neerlandistiek, en Taal- en letterkunde zijn samengevoegd in het P.C. Hoofthuis. Spuistraat 134, kamer 0.12 1012 VB Amsterdam T: +31 (0)20 525 4484 E:
[email protected] n Onderwijsadministratie OTM De voormalige balies van Wijsbegeerte en Kunst-, religie- en cultuurwetenschappen vormen gezamenlijk één balie op de Oude Turfmarkt. Oude Turfmarkt 141, kamer 0.03a 1012 GC Amsterdam T: +31 (0)20 525 4952 E:
[email protected] n Onderwijsadministratie Mediastudies (geen samenvoeging, adres ongewijzigd) Turfdraagsterpad 9 1012 XT Amsterdam T: +31 (0)20 525 4962, E:
[email protected] n Bureau Internationalisering en
Graduate Office (adres ongewijzigd) Spuistraat 210, kamer 0.03 1012 VT Amsterdam T: +31 (0)20 525 3094 (BI) E:
[email protected] T: +31 (0)20 525 3157 (GO) E:
[email protected] Nwsbrf#173 / 11.2014
5
De Openbaring
Van Dijck herleest Manuel Castells
Elke maand (her)leest een geesteswetenschapper een belangrijk werk voor het eigen vakgebied. Belangrijk omdat het toonaangevend of baanbrekend was, een grote discussie opleverde, omdat het werk alom erkend is in de canon of juist voor de recensent persoonlijk een openbaring betekende.
Sommige boeken worden memorabel door een terloops geïntroduceerde term die blijft hangen. Manuel Castells’ Communication Power gaat over de macht van netwerken in het internettijdperk. Op onnavolgbare wijze ontvouwt hij zijn theorie van de machts dynamica die verstopt zit in complexe tech nologische systemen, sinds de ontketening van het web 2.0 - ook wel het ‘sociale web’ genoemd. Wie dacht dat Castells na zijn magnum opus de trilogie The Information Age (1996) alles wel gezegd had hierover, heeft het bij het verkeerde eind. Met meer dan honderd boeken op zijn naam, zou je denken dat originaliteit niet meer tot het handelsmerk van de Catalaanse hoogleraar kan behoren, maar niets is minder waar. In dit geval schuilt die in een terloops geïntro duceerde term. ‘Mass self-communication’ werd door Castells in 2009 de wereld in geholpen als een nevengedachte in een achteloze paragraaf van hoofdstuk 2. Hij constateert dat het internet steeds meer gedomineerd wordt door per soonlijke blogs, posts en foto’s waarmee individuen niet zozeer willen communiceren met anderen, maar vooral zichzelf of hun eigen ideeën willen etaleren voor een massa publiek: ‘Mass self-communication is closer to electronic autism than to actual communi cation’ stelt Castells (p. 66). ‘Electronisch autisme’ is misschien wel een mooi vulgarisme van het academische ‘mass self-communica tion’, en toch is die laatste term preciezer. Toen Castells het begrip lanceerde was Face book net aan het exploderen als sociale net werksite; Instagram, Vine en Snapchat bestonden nog niet. Hij verwonderde zich nog over YouTube filmpjes waarin tieners hun eigen zangtalent etaleren waarmee ze in no time een massaal publiek weten te bereiken.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Het woord ‘selfie’ was nog lang niet geboren - dat gebeurde pas in 2013. Inmiddels zijn we weer een jaar verder en is het begrip selfie weer opgesplitst in talloze verbijzonderingen: de stem-selfie, de naakt-selfie, de gehackte selfie, etcetera. Rond deze selfies zijn contro verses ontstaan die allemaal te maken hebben met de tegenstelling privé-publiek: een privéfoto van jezelf die je aan een publiek medium toevertrouwt - al dan niet in de cloud is die wel bedoeld als privé-foto? Was die naakt foto niet juist genomen met het oog op public relations via sociale media? Als Castells deze ontwikkeling had voor zien, zou hij wellicht meer gedachten gewijd hebben aan het begrip ‘mass self-communi cation’. Niet alleen omdat het na 2009 alleen maar relevanter is geworden, maar ook omdat het oxymoron van het geïndividualiseerde massamedium navolging heeft gekregen in andere theoretische begrippen - termen die minstens even relevant bleken om de machtsdynamiek van het sociale web te duiden. Zo is het mechanisme van de ‘mass customi sation’ of ‘mass personalisation’ een afgeleide van Castells’ begrip. Google, Facebook en Twitter hebben hun algoritmes steeds verder afgestemd op dit principe: zoveel mogelijk mensen bereiken met zoveel mogelijk geperso naliseerde boodschappen. Wie even zoekt op CheapTickets.nl wordt de dagen erna gebom bardeerd met reclames voor goedkope hotels. Als je je boeking vanaf een Mac doet, loop je kans meer te betalen voor je ticket dan wan neer je dit vanaf een pc doet. ‘Mass customi sation’, zou je kunnen stellen, is eigenlijk het omgekeerde van ‘mass self-communication’: niet alleen degenen die zichzelf in de kijker zetten en (al dan niet bewust) persoonlijke details prijsgeven aan een publiek medium, ontvangen via datzelfde medium gepersona
liseerde reclames. Iedereen die gebruik maakt van zoekmachines en sociale media overkomt hetzelfde. In dat geval is er geen sprake van ‘electronisch autisme’ van gebrui kers, maar van geprogrammeerde filtering: de zoekmachine of sociale netwerksite bepaalt wat jij te zien krijgt. Toen Castells in 2009 Communication Power schreef, stonden al deze ontwikkelingen nog in de kinderschoenen. Dat hij de term ‘mass self-communication’ in een losse para graaf liet vallen, is dan ook niet zo verwonder lijk. Dat zoveel mediawetenschappers dit begrip hebben opgepikt is des te interessanter. Veel paragrafen in Castells’ boek roepen in 2014 (vijf jaar na publicatie) al nostalgische beelden op van een inmiddels totaal veranderd sociaal web: toen beginnende platforms zijn inmiddels uitgegroeid tot multinationals en wie herinnert zich MySpace nog? Het begrip ‘mass self-communication’ bleek een onge slepen ruwe diamant: verstopt in dit boek, maar door de vele volgers van Castells ont dekt, geslepen en in de etalage gezet. Manuel Castells: Communication Power (Oxford University Press, 2009) José van Dijck is hoogleraar Comparatieve mediastudies.
6
SPUI25
Geesteswetenschappen presenteert: David Nieborg In samenwerking met de Illustere School De opkomst van smartphones en tablets, zoals de iPhone en de iPad, hebben de toch al groeiende game-industrie opnieuw een duw gegeven. Van Angry Birds tot Flappy Bird en van Candy Crush tot Ridiculous Fishing, er komen dagelijks mobiele games uit die door honderden miljoenen spelers gespeeld worden over de hele wereld. Hoe werken deze ‘App Economics’? Onderzoeker David Nieborg vertelt. n donderdag 30 oktober, 13.15-13.50 uur Debat in beeld en geluid: 1. Geloof in de media In samenwerking met Instituut Beeld en Geluid De tolerante Nederlandse samenleving, met een scheiding tussen kerk en staat, biedt alle religies vrijheid om het geloof te belijden. Maar recente controversen doen vermoeden dat de relatie tussen de overheid en ‘geloofs organisaties’ geherdefinieerd moet worden: thema’s als ritueel slachten, onderwijs en religieus fanatisme keren regelmatig terug in het publieke debat. Met Mart Rutjes en Andrea Meuzelaar. n donderdag 30 oktober, 17.00-19.00 uur The Rise of Spinoza - achter de schermen In samenwerking met de FGw Op 11 oktober was de wereldpremière van The Rise of Spinoza, een opera van Theo Loevendie over het leven van Spinoza in het Amsterdam van de Gouden Eeuw. De compo nist biedt een kijkje achter de schermen. Hoe ging hij te werk? Hoe verwerkte hij de zeven tiende-eeuwse Amsterdamse verhoudingen tussen Spinoza en de Joodse gemeenschap in de opera? Daarnaast laat blokfluitist Erik Bosgraaf zien wat zijn aandeel in dit project was en gaat Loevendie in gesprek over de historische wortels van de opera met David Wertheim. Moderator: Thijs Weststeijn. n dinsdag 4 november, 20.00-22.00 uur
Nwsbrf#173 / 11.2014
Nawee. Oorlog en cultuur sinds 1914 AAA-lezing door Geert Buelens Waar kunstenaars zich in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog nog strijdvaardig opstelden, zijn ze nu vooral kritisch geweten. Waarom is die houding zo structureel veran derd in de laatste honderd jaar? Dichter, essayist en letterkundige Geert Buelens over de impact van de Grote Oorlog en de vele oorlogen daarna op de rol van kunstenaars in tijden van crisis. n woensdag 5 november, 17.00 -18.00 uur Vier Novemberlezingen: In de marge van de samenleving. Amsterdam en zijn armen In samenwerking met Het Genootschap Amstelodamum Dit jaar staan in de vier Novemberlezingen van het Genootschap Amstelodamum de armen van Amsterdam centraal. - Deel 1: historica Janna Coomans over de gezondheidszorg en de ‘schamele gemeente’ in Middeleeuws Amsterdam. n donderdag 6 november, 12.30-13.00 uur - Deel 2: conservator Huigen Leeflang over pauperisme in 17de-eeuwse prentkunst. n donderdag 13 november, 12.30-13.00 uur - Deel 3: hoogleraar Historische sociologie Marco van Leeuwen over filantropie in de Gouden Eeuw: het stichten van hofjes. n donderdag 20 november, 12.30-13.00 uur - Deel 4: hoogleraar Economische, sociale en demografische Geschiedenis Jan Kok over verhuizen als bestaansstrategie van de Amsterdamse armen (1890-1940). n donderdag 27 november, 12.30-13.00 uur
Drieluik Eerste Wereldoorlog: 3. Hoe werd de oorlog herinnerd en herdacht? In samenwerking met de FGw Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Deel 3: Hoe werd de oorlog herinnerd en herdacht? Met Elisabeth Wiessner, Kim Oskam, Ad Pollé en Ellen Snoep. n dinsdag 11 november, 20.00-22.00 uur Geesteswetenschappen presenteert: Caroline Drieënhuizen In samenwerking met de Illustere School Lunchlezingen waarin jonge wetenschappers aan het begin van hun academische loopbaan hun onderzoek presenteren. In geschiedkundig onderzoek wordt vaak de nadruk gelegd op tekstuele bronnen, terwijl ook andere soort bronnen informatief kunnen zijn. Wat kunnen historici leren van objecten? Caroline Drieën huizen vertelt over koloniale collecties als vensters op de geschiedenis. n donderdag 4 december, 12.15-13.50 uur
Bijzondere Lezing prof. dr. Mieke Aerts In samenwerking met de Illustere School Mieke Aerts, hoogleraar Politieke geschiedenis van gender in Nederland (bijzondere leerstoel vanwege de Stichting Wilhelmina Drucker Fundatie) geeft een Bijzondere Lezing met als titel ‘Kunnen vrouwen vechten dan?’ Een van de meest vanzelfsprekende clichés over gender in de zin van verschillen tussen mannen en vrouwen is dat mannen vechten en vrouwen de vrede zouden (moeten) bewaken. Interes santer is wat dit cliché zegt over het vechten zelf. Heeft vechten een sekse? n donderdag 6 november 17.15-18.30 uur
7
Boek in beeld De publicaties in deze rubriek zijn de afgelopen periode toegestuurd aan de redactie van de Nieuwsbrief. Toegezonden boeken worden bewaard tot de eerstvolgende facultaire Boekenborrel, waar de boeken worden tentoongesteld. Boekenborrels vinden tweemaal per jaar plaats ter ere van de auteurs. Na de Boekenborrel worden de daar getoonde publicaties geretourneerd aan de eigenaars. Recentelijk verschenen publicaties van de hand van wetenschappers van de faculteit kunnen worden opgestuurd t.a.v. de redactie van de Nieuwsbrief, Spuistraat 210 (kamer 0.05), 1012 VT Amsterdam. Een beschrijving van een ingezonden boek, waarin in maximaal 100 woorden voor niet-vakgenoten wordt aangegeven waar het boek over gaat, en wat het belang of het bijzondere van het boek is, kan worden gestuurd aan:
[email protected]. In aanmerking voor deze rubriek komen boeken die via een officieel erkende uitgeverij zijn verschenen. Ook dissertaties van medewerkers van de faculteit die langs officiële kanalen in boekvorm zijn verschenen, kunnen worden ingezonden. Syllabi komen niet in aanmerking.
Surrealism and the Occult. Occultism and Western Esotericism in the Work and Movement of André Breton - Tessel M. Bauduin - Amsterdam: Amsterdam University Press 2014 - ISBN 978 90 8964 363 1 This book offers a new perspective on a long-debated issue: the role of the occult in surrealism, in particular under the leadership of the French writer André Breton. Based on thorough source analysis, this study details how our understanding of occultism and esotericism, as well as of their function in Bretonian surrealism, changed significantly over time from the early 1920s to the late 1950s. Tessel Bauduin is gastonderzoeker Kunstgeschiedenis.
Op reis voor vrede. Met het Journael over de Nederlandse vredesmissie naar Zweden en Rusland, 1615-1616 - Frans R.E. Blom en Peter W.A. Bas Backer - Zutphen: Walburg Pers 2014 - ISBN 978 90 5730 983 0 Op reis voor vrede is na Nova Zembla het tweede grote zeventiende-eeuwse reisverhaal naar het koude Noorden. In de winter van 1615 trekken drie Nederlandse gezanten de wildernis van noordwest Rusland in. Het doel van hun missie is om te bemiddelen in de oorlog tussen Zweden en Rusland. Hun expeditie is een van de eerste internationale vredesmissies uit naam van de Nederlandse regering. Het verhaal van de reis zelf wordt verteld door Anthonis Goeteeris. Als ooggetuige hield hij een ‘journael’ bij en maakte meer dan twintig tekeningen, die Rusland en de Russen voor het eerst in Nederland in beeld brachten. Frans Blom is ud Nederlandse letterkunde.
Medieval art in the Northern Netherlands before Van Eyck - facts and features - Anne-Maria J. van Egmond and Claudine A. Chavannes-Mazel (red.) - Utrecht: Clavis Stichting Middeleeuwse Kunst 2014 - ISBN 978 90 7561 600 2 De kunsthistoricus G.J. Hoogewerff (18841963) beschreef tussen 1936 en 1947 in vijf delen de ‘Noord-Nederlandsche’ schilderkunst. Doordat steeds verder specialiserende kunsthistorici vandaag de dag niet meer toekomen aan grote overzichtswerken, is Hoogewerffs werk nog altijd uitgangspunt voor veel onderzoek naar Noord-Nederlandse
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
middeleeuwse schilderingen. De bundel Medieval art in the Northern Netherlands before Van Eyck - new facts and features neemt Hoogewerffs eerste deel als uitgangspunt en inventariseert wat kunsthistorisch onderzoek naar schilderingen en beeldhouwkunst sinds de jaren dertig heeft opgeleverd. Methodologische artikelen worden afgewisseld met objectgerichte teksten, waarin archiefonderzoek, vergelijkend en technisch onderzoek beschreven worden die nieuwe inzichten hebben opgeleverd met betrekking tot Noord-Nederlandse kunst voor 1420. Anne-Maria van Egmond is promovendus Kunstgeschiedenis.
8
The Landscape of Consumption. Shopping Streets and Cultures in Western Europe, 1600-1900 - Jan Hein Furnée and Clé Lesger (red.) - Houndmills: Palgrave Macmillan 2014 - ISBN: 978 02 3035 564 4 Dit boek analyseert de langetermijnontwikkelingen in het stedelijke consumptielandschap in West-Europa van 1600 tot 1900. Door de opkomst van ‘vaste’ winkels, ruimtelijke locatiepatronen, winkelexterieur en -interieur, sociale praktijken van loven en bieden, en de opkomst van winkelen als vrijetijdsbesteding wordt de ‘moderniteit’ van de negentiende eeuw ter discussie gesteld. Daarbij wordt er voor het eerst systematisch inzicht verschaft in de voortdurende circulatie, toe-eigening en aanpassing van innovatieve winkelformats, architectuur, ruimtelijke ordening, sociale praktijken en discoursen tussen West-Europese steden, en in de belangrijkste actoren en factoren die de richting van deze uitwisseling in de loop van de eeuwen bepaalden. Jan Hein Furnée en Clé Lesger zijn respectievelijk ud en uhd Geschiedenis.
Na de catastrofe. De Eerste Wereldoorlog en de zoektocht naar een nieuw Europa - Frits Boterman, Willem Melching en Arnold Labrie (red.) - Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2014 - ISBN: 978 90 4681 706 3 De Eerste Wereldoorlog is de ‘oercatastrofe’ van de twintigste eeuw. Naast miljoenen doden en invaliden veroorzaakte de oorlog na 1918 in Europa grote politieke en culturele verdeeldheid, economische malaise en politieke en sociale wanorde. Na de verschrikkingen van de oorlog en de ontwrichting van de Europese politiek was er grote behoefte aan een nieuwe ordening van de maatschappij, de politiek en de cultuur. In 24 portretten belichten 24 auteurs de wisselwerking tussen de Eerste Wereldoorlog en het leven, werken en denken van Europese kunstenaars, intellectuelen, politici en schrijvers op zoek naar een Nieuwe Orde. Willem Melching is ud Geschiedenis.
The Making of the Humanities, Vol. III, The Modern Humanities - Rens Bod, Jaap Maat and Thijs Weststeijn (red.) - Amsterdam: Amsterdam University Press, 2014 - ISBN: 978 90 8964 516 6 Dit is het derde deel van een serie gewijd aan een omvattende en comparatieve geschiedenis van de geesteswetenschappen. De 43 bijdragen, geschreven door onder anderen Floris Cohen, Lorraine Daston en Ingrid Rowland, geven een overzicht van de opkomst van de moderne geesteswetenschappen in interactie met de natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen. Gezamenlijk bieden ze nieuwe perspec tieven op de wisselwerking tussen verschillende disciplines in Europa en Azië, en op nieuwe inzichten voortkomend uit ‘digital humanities’. Rens Bod is hoogleraar Computationele en Digitale Geesteswetenschappen, Jaap Maat is ud Logic and Language en Thijs Weststeijn is uhd Kunstgeschiedenis.
Nwsbrf#173 / 11.2014
Inert Cities: Globalization, Mobility and Suspension in Visual Culture - Stephanie Hemelryk Donald and Christoph Lindner (eds.) - London: I. B. Tauris 2014 - ISBN: 978 17 8076 973 8 Bringing together contributions by international specialists from the fields of architecture, photography, film, sociology and cultural analysis, this book considers the poetics and politics of inertia in cities. Chapters explore what happens when photography, film, mixed media works, architecture and design intervene in public spaces and urban communities to disrupt speed and growth, both intellectually and/or practically; and question the degree to which mobility is aspirational or imaginary, absolute or transient. Together, they encourage a re-assessment of what it means to be urban in an unevenly globalizing world, to live in cities built around mythologies of perpetual progress. Christoph Lindner is hoogleraar Mediastudies, in het bijzonder televisie.
9
Art and Knowledge in Rome and the European Republic of Letters, 1500-1750. Fragmenta 5 - Thijs Weststeijn (ed.) - Turnhout: Brepols 2014 - ISBN: 978 25 0353 638 5 How did Early Modern artists, from Michel angelo to Piranesi, engage in the production, diffusion, and reception of knowledge? In this book, sixteen chapters explore painters and architects as agents in a European network of communication that involved
texts, images, and material culture. The metaphor of the Republic of Letters illuminates exchanges between the cultural centre of Rome and different European peripheries. The role of the Low Countries stands out which gave rise to a variety of innovations, from the first studies of the Early Christian Catacombs, to new reproductive techniques for ‘paper museums’, and seminal interest in Egyptian antiquities. Thijs Weststeijn is uhd Kunstgeschiedenis.
Digital Methods - Richard Rogers - Cambridge: The MIT Press 2013 - ISBN 978 02 6201 883 8 Digital Methods introduces a new vision for media research by proposing to repurpose Web-native techniques for scholarly inquiry into cultural change and societal conditions. Rogers uses this outlook to examine the strength of dissident voice in the censored Iranian blogosphere, politics of memory surrounding the Srebrenica massacre in the Dutch, Serbian and Bosnian Wikipedia’s and culture wars through the tastes of presidential candidates’ social media friends. In awarding Digital Methods the 2014 Outstanding Book of the Year, the International Communication Association (ICA) called it a “groundbreaking book which manages to combine theory and method in a way that is rarely done so well.” Richard Rogers is hoogleraar Nieuwe media en digitale cultuur.
Bodies we fail. Productive embodiments of imperfection - Jules Sturm - Bielefeld: Transcript-Verlag 2014 - ISBN: 978 38 3762 609 4 This book explores the productive effects of bodily ‘failure’ in the sphere of visuality. The aim is to reflect on the human body’s constant exposure to visual constraints and distortions, which are incorporated so strongly in everyday images of our bodies that they become invisible, while yet representative of cultural norms. By analyzing artistic literary and visual representations of imperfect, disabled, aging, queer, and monstrous bodies, this project exposes the ‘handicaps’ of normative vision and opens up new ways of recognizing a multitude of corporal existences and practices outside the norm.
Kroniek van de Nederlandse Oorlog - Jan Waszink - Nijmegen: Uitgeverij Vantilt 2014 - ISBN: 978 94 6004 156 3 De Kroniek van de Nederlandse Oorlog is een weinig bekend werk van de wetenschapper en staatsman Hugo de Groot (1583-1645). Het bevat een dwarse visie op de vroege Opstand, die De Groot niet presenteert als een eendrachtige strijd om het geloof en de oude vrijheden, maar als een moeizame worsteling met het machtige Spanje. Zijn opdrachtgevers, de Staten van Holland, publiceerden het werk echter niet; het verscheen pas een halve eeuw later. Jan Waszink maakte een hertaling van het eerste deel (tot 1588) in hedendaags Nederlands, maar met behoud van de stijl van De Groots politiek-literaire experiment. Jan Waszink is docent Philosophical Tradition in Context.
Jules Sturm is ud Literatuurwetenschap.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
10
In en uit dienst In dienst
Uit dienst
Uit dienst student-assistenten
September 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
Oktober 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
Oktober 2014
- mw. drs. Marrigje Paijmans, docent Nederlandse letterkunde - dhr. drs. Peter van de Ruit, docent Mediastudies - dhr. Jos Schrijen, docent Conservering en restauratie - mw. Merel van Witteloostuijn MA, onderwijs-/onderzoeksmedewerker Literatuur- en taalwetenschap
- mw. Marya Albrecht MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. ir. Christina Ampatzidou, onderwijs-/ onderzoeksmedewerker afdeling Onderzoek FGw, in dienst 01.10.2013 - mw. dr. Anat Ben David, onderzoeker Mediastudies, in dienst 03.07.2012 - mw. Lisya Bicaci, docent Conservering en restauratie, in dienst 01.05.2006 - dhr. Sjoerd ter Borg MA, medewerker studentenzaken Filosofie, in dienst 01.10.2013 - mw. Renee Clapham MA, promovendus ACLC, in dienst 15.07.2010 - mw. Camille Creyghton MA, promovendus ICG, in dienst 01.10.2010 - mw. Melissa Daugherty MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Tess Graafland MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - dhr. Jeroen van Halder MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01-10.2012 - dhr. dr. Alexander Jackob, ud Theater wetenschap, in dienst 01.09.2011 - dhr. Thijs Janssen MA, ontwerper in opleiding Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Marjolein Koek MA, ontwerper in opleiding Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Laura Koster MA, ontwerper in opleiding Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Aylin Kuryel, promovendus ASCA, in dienst 01.10.2010 - mw. drs. Suzanne van Leeuwen MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Julia Leunge MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. drs. Eva van der Linden, secretaresse Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen, in dienst 14.10.2009 - mw. Saskia van Oudheusden MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Nienke Pieters MA, promovendus ICG, in dienst 01.06.2011 - mw. mr. Hinke Sigmond MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Linda Therkorn, onderzoeker Archeologie, in dienst 01.03.1999 - mw. Sanne Verheij-van Bergenhenegouwen MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012 - mw. Boudewien Westra MA, ontwerper in opleiding, Conservering en restauratie, in dienst 01.10.2012
Oktober 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - mw. Carien van Aubel MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Maartje de Boer MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Katja van de Braak MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Leonie Dalen MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Femke Dijkhuis MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Femke van Gurp MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Machteld Jacques MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Ilse Korthagen MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Anna Laganá MA, docent Conser vering en restauratie - mw. Maranthe Lamers MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Iris Mahu MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Laura Raven MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Anouk Verbeek MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie - mw. Aletta Verwoerd MA, docent Mediastudies - mw. Lise Wolfert MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie
In dienst student-assistenten September 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - mw. Fenny Ramp, student-assistent Kunstgeschiedenis - mw. Astrid Zwinkels BA, ambtelijk secretaris FSR
Oktober 2014 - mw. Carola Werner BSc, student-assistent Muziekwetenschap
Nwsbrf#173 / 11.2014
- dhr. Jeroen Vernooij BA, student-assistent Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen, in dienst 01.01.2012
11
Oraties en Promoties Promoties 7 november 2014 mw. M.A.E. (Mirjam) Prenger, Mediastudies / ASCA Achter het nieuws en de geboorte van de actualiteitenrubriek. Televisiejournalistiek in de jaren vijftig en zestig. Promotor: prof. dr. Frank van Vree Aula, 13.00 uur
Allard Pierson Museum 28 november 2014 mw. G.A. (Gerda) Jansen Hendriks, Geschiedenis, Europese studies en Religiestudies / ASCH Een voorbeeldige kolonie. Nederlands-Indië in 50 jaar overheidsfilms 1912-1962 Promotores: prof. dr. Hans Blom, prof. dr. Frank van Vree Aula, 11.00 uur
Oratie 14 november 2014 dhr. V.I. (Vadim) Kimmelman, Literatuuren taalwetenschap / ACLC Information Structure in Russian Sign Language and Sign Language of the Netherlands. Promotor: prof. dr. Anne Baker; copromotor: dr. Roland Pfau Agnietenkapel, 10.00 uur
14 november 2014 prof. dr. Franz Berto The Metaphysical Basis of Logic Aula, 16.00 uur
Bijzondere Collecties
14 november 2014 dhr. R.W. (Rudolf) Poortier, Neerlandistiek/ ASCH Tollens’ Nagalm. Het dichterschap van Hendrik Tollens (1780-1856) in de Nederlandse herinneringscultuur. Promotor: prof. dr. Marita Mathijssen Aula, 11.00 uur
14 november 2014 mw. J.M.L. (Johanna) van Bockxmeer, Geschiedenis, Europese studies en Religiestudies / ASHMS De Oorlog verzameld. Het ontstaan van de collectie van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Promotores: prof. dr. Hans Blom, prof. dr. Eric Ketelaar Aula, 13.00 uur
21 november 2014 dhr. N. (Niels) Koopman, ACASA / ASCH Ancient Greek Ekphrasis. Between Description and Narration. Promotor: prof. dr. Irene de Jong; copromotor: dr. Rutger Allan (VU) Aula, 11.00 uur
28 november 2014 mw. T. (Tanja) Holzhey, Neerlandistiek / ASCH ’Als gy maar schérp wordt, zo zyn wy, én gy voldaan. Rationalistische ideeën van het kunstgenootschap Nil Volentis Arduum 1669-1680. Promotores: prof. dr. Johan Koppenol (VU); copromotor: dr. Jeroen Jansen Agnietenkapel, 10.00 uur
Grunbergtentoonstelling Vanaf 31 oktober is bij de Bijzondere Collec ties ‘De Arnon Grunbergtentoonstelling, Ich will doch nur dass Ihr mich liebt’ te zien. In de tentoonstelling wordt stilgestaan bij 25 jaar schrijverschap van Grunberg (waar van vijf jaar in het verborgene) met onder meer boekomslagen, privédocumenten zoals aantekeningen, bonnen, brieven en foto’s. In het GrunbergLab wordt hersenonder zoek uitgevoerd. De hersenactiviteit van Grunberg tijdens het schrijven is gemeten en in het GrunbergLab wordt de hersenactiviteit van lezers gemeten tijdens het lezen. Grunberg is benoemd tot Honorary Fellow bij de Faculteit Geesteswetenschappen voor 2014-2015. Symposium Kinderprenten Volksprenten Centsprenten en Schoolprenten De aanleiding van dit eendaags symposium is de publicatie van een nieuw naslagwerk met dezelfde titel. Het symposium bestaat uit een programma met diverse sprekers in de Aula en wordt afgesloten met een ontvangst bij de Bijzondere Collecties, waar een kleine expo sitie van centsprenten uit de collectie Boerma is ingericht. Sprekers zijn onder meer: Jeroen Salman, Henk van Os, Jo Thijssen en Marita Mathijsen. Daarna wordt Kinderprenten Volksprenten Centsprenten Schoolprenten - Populaire grafiek in de Nederlanden 1650-1950 gepre senteerd en spreekt Garrelt Verhoeven een feestrede uit. n 15 november, gehele dag: Aula van de UvA, aansluitend ontvangst bij Bijzondere Collecties n Kosten € 25, inclusief lunch n Aanmelden via aanmelder.nl/ symposiumkvcs
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Keys to Rome Bezoekers lopen in de tentoonstelling met hun keycard door de tentoonstelling, verzamelen informatie, markeren favorieten en kunnen na afloop hun profiel bekijken. De tentoonstelling laat bezoekers kennis maken met de omvang en de diversiteit van het Romeinse Rijk. Van 24 september 2014 tot 15 maart 2015 zijn er allerlei activiteiten voor jong en oud, van lezingen tot workshops. Zie: allardpiersonmuseum.nl Fototentoonstelling Het Rome van Augustus T/m 15 maart 2015 Onder het bewind van Augustus voerde Rome een uitgebreid bouwprogramma door en ontwikkelde de stad zich van plattelandsstad tot rijke hoofdstad van het Romeinse Rijk. De Romeinse auteur Suetonius omschreef de nalatenschap van keizer Augustus als volgt: ‘hij trof een stad aan gebouwd uit baksteen en liet deze in marmer achter’ (Aug. 28:3). Zes gebouwen uit het Rome van Augustus worden getoond aan de hand van een digitale reconstructie op basis van de archeologische vondsten, de visie van de achttiende-eeuwse Italiaanse kunstenaars Giovanni Battista Pira nesi én door de lens van de moderne camera.
Uit de bibliotheek Workshops Research data management Goed beheer van onderzoeksdata is relevant voor onderzoekers. Hoe is te organiseren dat onderzoeksdata ook in de toekomst vindbaar en bruikbaar blijven, ook voor anderen? De UB organiseert introductieworkshops over goed beheer van onderzoeksdata. Leidraad voor de workshop is een data managementplan waarin deelnemers beschrijven welke data tijdens het onderzoeksproject worden verzameld, hoe die worden opgeslagen en beheerd en wat er na afloop van het project met de data gebeurt. Een datamanagementplan vermindert de kans op vervelende verrassingen tijdens het onderzoek en bespaart tijd en geld. Bovendien wordt bij steeds meer financiers een datamanagementplan van onderzoek een onderdeel van de subsidieaanvraag. De workshop maakt duidelijk wat er bij het beheer van onderzoeksdata komt kijken en deelnemers weten hoe zij een datamanagementplan kunnen gebruiken. - onderzoekers uit alle vakgebieden zijn welkom - per workshop kunnen minimaal 4 en maximaal 10 deelnemers worden toegelaten - de voertaal is Nederlands - de workshop is gratis - data: 10 november, 20 november n uba.uva.nl/cursussen
12
UvA haakt aan bij digitalisering via Google
OR Column
De komende twee jaar zal Google 100.000 boeken van de bibliotheek van de UvA digi taliseren. Alle boeken komen gratis online beschikbaar via Google en via Delpher, de gezamenlijke toegang tot Nederlandse digitale boeken, kranten en tijdschriften die de KB en de UvA met andere partners hebben ingericht. De boeken van de UvA die in de komende twee jaar door Google worden gedigitaliseerd zijn van vóór 1874 en rechtenvrij, en worden bewaard bij Bijzondere Collecties. Onder de te digitaliseren boeken bevindt zich een groot aantal unieke titels als Project om het water door de stad Amsterdam te doen loopen als een loopende rivier van Gerrit ten Sande uit 1765 en de Tractatus theologico-politicus van Benedictus de Spinoza uit 1670. De UvA haakt hiermee aan bij de samenwerking tussen de KB en Google, die 235.000 boeken uit de collectie van de KB online toegankelijk hebben gemaakt. Google startte ruim tien jaar geleden een digitaliseringsproject en stelt inmiddels ca. 30 miljoen titels online beschikbaar. De KB streeft er al jaren naar om alle publicaties die in Nederland zijn verschenen digitaal beschikbaar te stellen. Door samen te werken met Google is deze digitalisering versneld en de samenwerking met de UvA zal dit streven opnieuw een impuls geven. n delpher.nl
Meerderheid wetenschap pelijk personeel heeft een deeltijdaanstelling Rond de 65% van het wetenschappelijk personeel aan onze faculteit heeft een deeltijdaanstelling. De meerderheid van die meerderheid zijn promovendi en docenten. Voor de zomer hield de Ondernemingsraad een enquête onder het wetenschappelijk personeel. Voor de uitkomsten: lees het rapport!
Onbeperkt toegang tot honderden betaalde databases Voor studenten en medewerkers heeft de UvA enkele honderden databases beschikbaar. Thuistoegang is mogelijk door inloggen met UvAnetID. Het aanbod van databases is te zien via de database-selector. Inperken is mogelijk op basis van vak gebied(en) of soort informatie, bijvoorbeeld bibliografieën, woordenboeken of statis tieken. Van elke database toont de lijst een korte inhoudsbeschrijving, toegangsinformatie en soms een link naar een demo of handleiding. Voor een directe verbinding klikt u op de titel. Op een computer buiten de UvA wordt bij de meeste databases gevraagd om het UvAnetID. Om een link op te nemen naar een of meer databases, bijvoorbeeld in mail of Blackboard, moet het adres beginnen met databases.uba.uva.nl
Nwsbrf#173 / 11.2014
Op de, als altijd openbare, overlegvergadering van 18 november bieden wij het rapport officieel aan de decaan aan. Bungehuis, kamer 1.01, 15.00 uur. We zullen het ook aan de afdelingsvoorzitters aanbieden, als agendapunt voor komende afdelingsberaden. Ideeën voor de oplossing van gesignaleerde problemen zijn meer dan welkom! Mail naar
[email protected] of klop aan bij onze ambtelijk secretaris, Ellen Bosma, Spuistraat 134, kamer 6.11 (maandag tot en met donderdag).
13
NSB had knokploegen nauwelijks in de hand
Srebrenica doodsteek voor Nederlandse zelfgenoegzaamheid Op 24 september bespreken Hans Blom en Piet de Rooy, beiden emeritus hoogleraar Nederlandse geschiedenis sedert de middel eeuwen, in de Groene Amsterdammer hoe het Nederlandse zelfbeeld is veranderd. De historici benadrukken ‘hoe zelfgenoegzaam Nederland door de jaren heen over zichzelf kon denken. Om die zelftevredenheid ver volgens steeds door te prikken’. In de loop van de negentiende eeuw kwam ‘de gedachte dat Nederland in algemene zin een voorbeeldig land was’. Tot Srebrenica leefde het idee dat ‘de manier waarop we in Nederland met conflicten omgingen, of hoe we onze beroemde tolerantie bedreven, een baken in de wereld was. […] Met Srebrenica ging dat optimisme definitief verloren. Het was de grootste massa moord sinds 1945 en wij waren daar mede verantwoordelijk voor. Niet alleen ontdekten we toen dat ons voorbeeld niet werkte, maar ook dat we zo’n geringe invloed hadden op de grootmachten om ons heen dat we ons maar eens wat realistischer en bescheidener moesten gaan opstellen.’ ‘Wat je er ook verder van denkt, enige morele superioriteit van Nederland in welke fase van dat conflict dan ook, in welke uitvoering dan ook, was nergens te vinden.’ En ‘het idee van Nederland als voorbeeldig land kreeg de doodsteek bij de val van Srebrenica’.
Eerste oratie in gebarentaal Verschillende media hadden aandacht voor de oratie van Beppie van den Bogaerde, hoogleraar Neder landse gebarentaal. Van den Bogaerde presenteerde haar oratie in gebarentaal. Daarmee had ze een primeur: het is de eerste keer dat dit gebeurt aan een Neder landse universiteit. Binnen de gebaren taalwetenschappen werd wel eerder een gesproken tekst naar gebarentaal vertaald, zoals bij het afscheid van Anne Baker, hoogleraar Algemene taalwetenschap en Nederlandse gebarentaal. Unicum van de oratie van Van den Bogaerde is dat de oratie simultaan getolkt werd van gebaren taal naar gesproken taal.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Op 23 september stelt Gertjan Broek, die op 2 oktober promoveerde bij Geschiedenis, in het Reformatorisch Dagblad dat ‘NSB-leiding nauwelijks in staat was om haar weerkorpsen extreme rechtse knok ploegen te beheersen. Dat was een van de oorzaken van het zware verlies van de nationaalsocialisten bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1937.’ Volgens Broek ‘leed de politieke stroming sterk onder de gezagloosheid van zijn aanhang. […] De Amsterdamse weerkorspleden stelden er een eer in het politieke debat te smoren in geweld. De draagwijdte van het radicalisme en de antiburgerlijke gezindheid onder deze fascisten van eigen bodem is duidelijk onderschat. Deze onderschatting leidde ten onrechte tot het idee dat hun geweld van weinig betekenis is geweest.’ Los van onder linge verschillen ‘worstelden alle Amsterdamse fascistengroepen met ongehoorzaamheid onder de militante activisten. De Amsterdamse tak van de Weermachtsafdeling (WA) ging met grote regelmaat de instructies rond zelfverdediging te buiten. Zonder zich veel van de partijleiding aan te trekken, stortten zij zich in vechtpartijen met tegenstanders, variërend van communisten tot rivaliserende fascisten.’ Het was deze gezagloosheid van de WA die voor de NSB funest bleek te zijn: ‘het gezag dat de partij over Nederland wilde uitoefenen, bleek ze niet eens in de eigen kring te kunnen handhaven.[…] Er kwam een eind aan de knokploegencultuur toen de bezetter de mannen wierf voor het leger.’
De Glinsterende Geest Wetenschap wordt bedreven binnen de muren van de universiteit, de vruchten van de wetenschap mogen gelukkig ook daarbuiten worden geplukt. Wetenschappers, ook die van de Faculteit der Geesteswetenschappen, zijn regelmatig in het nieuws. Omdat hun onderzoek interessante en soms direct toepasbare resultaten heeft opgeleverd, of om vanuit hun expertise actuele ontwikkelingen te becommentariëren. Deze rubriek biedt een (onvolledig) overzicht van berichten in en optredens voor de media. De redactie roept alle geesteswetenschappers op zelf melding te maken van nieuwsberichten en mediaoptredens via
[email protected].
Aandacht in buitenland voor de eerste geschiedenis van de Geesteswetenschappen In de buitenlandse media wordt gereageerd op het vertaalde boek van Rens Bod, hoogleraar Computationele en Digitale Geesteswetenschappen: A New History of the Humanities. Bod wordt geprezen om zijn definitie voor de Geestes wetenschappen: ‘cutting through a Gordian tangle of classificatory problems. […] This is an extraordinarily undertaking, which makes his title seem quite peculiarly modest. What Bod has written is not just a “new” history. It is the first every history of its kind.’ Ook is er enige kritiek te lezen: ‘it seems that the search for rules and regularities just is, for Bod, the central feature of the work in the humanities, and his notion of which parts of the humanities should be investigated and highlighted has been configured around it.’ […] ‘It is hard to escape the conclusion that Logic has been admitted here because logicians are bound to generate patterns and rules, in a way that metaphysicians or epistemologists do not. […] So this forms instant grist for Bod’s mill.’
Holocaustontkenning bemoeilijkt Op 26 september spreekt Rob van der Laarse, hoogleraar Erfgoed van de oorlog (VU)/uhd Erfgoed studies (UvA), in een interview op NPO Radio 5 over de ontdekking van funda menten van gaskamers in het vernieti gingskamp Sobibor. Bijna 71 jaar nadat de Duitsers het kamp in Polen sloten, heeft een internationaal team van archeologen deze fundamenten gevonden. De ontdek king van de fundamenten is van betekenis voor de ‘vooral op het internet uitgevoch ten strijd met het in de Angelsaksische wereld (en in Oost-Europa) nog sterke kamp van Holocaust-ontkenners.’
14
Bezetters redden hongerigen om strategische redenen
Polderen een onterechte zelffelicitatie Op 13 september stelt Piet de Rooy, emeritus hoogleraar Nederlandse geschiedenis sedert de middeleeuwen, in het Reformatorisch Dagblad hoe ‘conflicten, strijd en toevallig heden’ het ontstaan van de Nederlandse natie karakteriseren. ‘Vergelijk het met de evolutie: dat is ook geen vreedzaam proces, maar gaat met horten en stoten. Het alge mene verhaal wil dat de ontwikkeling van de Nederlandse politieke cultuur geleide lijk en vreedzaam heeft plaatsgevonden.’ Maar er was allerminst sprake van een gradueel proces van gelijkmatige veran dering: ‘lange perioden van min of meer grote stabiliteit werden afgewisseld met perioden van snelle, plotselinge verande ring’. Bovendien ‘is de Nederlandse geschiedenis meer van toeval afhankelijk dan we vaak denken. Als Napoleon bij voorbeeld niet naar Rusland was getrok ken, was Nederland nu vermoedelijk onderdeel geweest van een Frans impe rium.’ De Rooy biedt graag een ‘tegen wicht tegen de al te gemakkelijke en over heersende gedachte dat Nederland zich sinds de Tachtigjarige Oorlog gemoedelijk heeft ontwikkeld, waarbij problemen in vreedzaam overleg werden opgelost. In de publieke opinie is de term polderen het meest voorkomende concept om onze geschiedenis te beschrijven. Van die onterechte zelffelicitatie moeten we afstand doen.’
Op 26 september stelt Ingrid de Zwarte, promovendus Geschiedenis, in Het Parool dat de Duitsers tijdens de Hongerwinter de evacuatie van kinderen niet tegengewerkt hebben. ‘Ze hebben juist meegewerkt aan het uitzenden van ondervoede stadskinderen naar het platteland.’ Deze uittocht zorgde ervoor dat veertigduizend kinderen in de leeftijd van zes tot vijftien jaar van de honger dood zijn gered. ‘Ook wilden zij noodhulp aan de bevolking in het westen bespoedigen. De reden was dat de bezettingsmacht bang was voor volksoproer door de honger.’ ‘De Hongerwinter was het gevolg van een Duits verbod op voedseltransporten. De Duitse rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart reageerde met het stilleggen van de binnen vaart als represaille op de Spoorwegstaking op 17 september 1944, die uitbrak ter onder steuning van de Operatie Market Garden. Het verbod op voedseltransport werd 8 november opgeheven, maar de situatie bleef proble matisch. De Zwarte wijst erop dat ‘de Duitse Wehrmacht de handen vol had aan het vechten tegen de geallieerden in Zuid-Nederland. De Duitse generaal Friedrich Christiansen vreesde in de rug aangevallen te worden door Neder landers, als honger de overhand zou krijgen.’
Discussies over Dumas Op 9 september 2014 reageerde Maarten Doorman, emeritus hoogleraar Journalistieke Kritiek van Kunst en Cultuur (bijzondere leerstoel vanwege Stichting de Volkskrant), in de Volkskrant op kritiek van redacteur Sander van Walsum, die betoogde dat het grote enthou siasme voor de tentoonstelling van Marlene Dumas in het Stedelijk Museum nergens op sloeg. Doorman protesteerde tegen het gebrek aan argumentatie, het populisme en de te makkelijk opgeëiste positie van buitenstaander. ‘Ik weet niet,’ aldus Doorman, ‘of je kritiek moet hebben op de tactiek van SC Cambuur als je niet begrijpt wat buitenspel is. En al helemaal niet wanneer je met dat onbegrip te koop loopt. In de kunst lijkt me dat niet anders.’
Nwsbrf#173 / 11.2014
Heeft kunst een economisch rendement? Op 26 september stelt Laurens de Vos, ud Theaterwetenschap, in De Morgen dat de kunstwereld de verkeerde strijd voert. ‘Nogal wat cultuuradvocaten willen het onbewijsbare bewijzen: het economisch rendement van de sector.’ Is het wel zin vol als ‘de cultuurwereld de strijd aangaat om haar bestaansrecht te beargumenteren via strikt economische wetmatigheden?’ De kunstwereld moet op zoek naar ‘andere - en betere - argumenten om kunst- en cultuursubsidies te rechtvaardigen’. Een sterkere verdediging ligt op een heel ander terrein, kunst is een ‘alternatief voor die neoliberale logica, namelijk de noodzaak aan een warme samenleving’. Kunst is noodzakelijk om een democratie draaiende te houden: ‘waarom anders zijn het vooral kunstenaars die door dictaturen uit heden en verleden de mond gesnoerd worden? Net zij die geen al te hoge pet op hebben van democratie, lijken meer dan wie ook overtuigd van de democratiserende werking die van kunst uitgaat.’
Geschiedenis leren vergroot overlevingskans Op 2 oktober stelt Marita Mathijsen, emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde, in de Leeuwarder Courant dat de waarde van geschiedenis niet in geld uit te drukken valt. ‘Het is een absurde gedachte […], maar laten we het toch eens proberen.’ ‘Had de geschie denis vroeger kostbaarheidswaarde? Nee en ja. Historische gebouwen konden gemakkelijk voor sloop bestemd worden.’ ‘Sloop leverde geld op, want de stenen werden hergebruikt- en dus werd het prachtige kasteel bij Sexbierum in 1824 met de grond gelijk gemaakt. Oude manuscripten konden gebruikt worden om eieren in te verpakken of om de kachel mee aan te maken. Maar kennis van geschiedenis, had die beurswaarde? Ik ben bang van niet. Kenners van historie waren excentriekelingen.’ ‘Hoe anders ligt dat nu. […] Er is een toenemende belangstelling voor geschiedenis in Nederland. De studie Geschiedenis trekt de meeste studenten van de Faculteiten Geesteswetenschappen, elke week promoveert er wel iemand op een historisch onderwerp. Er zijn meer series over historie op televisie dan vroeger, en vooral betere, er is zelfs een extra geschiedeniskanaal, er verschijnen meer biografieën dan ooit, en de belangstelling voor lokale geschiedenis is echt groot. Ongeveer rond 1800 vond er een omwenteling plaats waardoor geschiedenis steeds meer iets van iedereen werd.’ Los van de econo mische waarde heeft Geschiedenis een betekenis in de maatschappij: ‘Geschiedenis kan, als die objectiviteit nastreeft, oordelen uitspreken en daardoor toekomstige misslagen voorkomen - als de mensen wijs genoeg zijn om de lessen van de geschiedenis ter harte te nemen.’
15
Pioniers Ivano Ciardelli conducts research on the logic of questions and information exchange. ‘We constantly use language as a tool to express thoughts, coordinate actions, and find out about the world. But how much do we actually know about its workings?’
‘I first became fascinated by logic during my bachelor in mathematics at the University of Bologna. When I told my supervisor I wanted to get a broader exposure to logic, he pointed me to the ILLC at the UvA, one of the most lively and prestigious centers for logic in the world. While here, one local specialty I became curious about is the use of logic in deciphering the mysterious working of human language. To learn about it, I took a course given by Jeroen Groenendijk. He was then working on an early version of inquisitive semantics, a new theory which puts questions at the very heart of the notion of meaning. While studying the system, I noticed some problems, and I proposed a new and more general setup for the theory. Jeroen was enthusiastic, and we immediately started working together on this new foundation. This work eventually evolved into my master’s thesis, which describes the logic stemming from this new conception of meaning. My current PhD project builds on that early work, investigating the repercussions of the inquisitive notion of meaning in both logic and linguistics.’ ‘In logic, the novelty is that we can now reason not only with statements, but also with questions. To give an example, suppose we know that John and Bill were together last night. Then the question “where was John?” entails the question “where was Bill?”, in the sense that an answer to the first determines an answer to the second. In other words, information of the first type - concerning John’s whereabouts - can be turned into
information of the second type - concerning Bill’s whereabouts. Thus, while classical logic is about connections between pieces of information, inquisitive logic is also about connections between types of information. One project I am currently working on is how one can use logic to extract algorithms to compute these connections.
How do sentences convey meanings? In linguistics, I investigate cases in which a question-like meaning is hidden where we don’t expect it, namely, in the semantics of statements. Questions present a choice between different alternatives, different ways things may be. The question “is John in London or in Paris?”, for instance, offers a choice between two alternatives: the possibility that John is in London and the possibility that John is in Paris. But presenting alternatives, it turns out, is not a prerogative of questions. In recent years, evidence has
piled up that shows that this is a crucial function of the word “or”. The statement “John is either in London, or in Paris”, it turns out, also presents two alternatives, much like the corresponding question. In fact, it becomes more and more clear that alternatives are ubiquitous in human language, and that their role is crucial both semantically and cognitively. Our current aim is to under stand how these question-like meanings arise, and how they affect the use and the interpretation of sentences.’ ‘I really enjoy working at the ILLC. People here are sincerely curious and passionate about their work. When you come up with an idea, you can be sure that you are on for some intense discussion. This enthusiasm and dedication is really contagious, which I hope to spread in my future experiences.’ Aron Brouwer
De Nieuwsbrief FGw is een uitgave van het Dagelijks Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen | #173 / 11.2014 | archief uva.nl/fgw-nieuwsbrief eindredactie Mas Fopma, Aron Brouwer (student-assistent), tel. 020-525 5336,
[email protected] | verspreiding en abonnementen
[email protected] deadline kopij Nieuwsbrief 174 12.11.2014 | vormgeving crasborn.nl foto’s Eduard Lampe, Dirk Gillissen (p. 1, 2 en 16), Monique Kooijmans (p. 5)