Faculteit der Geesteswetenschappen
Nwsbrf#153 / 11.2012 1 4 5 6 6 7 8 10 11 12 13 14 14 15 15 16
Interview Michiel van den Brekel Nieuws Nieuw perspectief op huisvesting FGw Onderzoek Onderwijs Column OR Boek in beeld De Openbaring In en uit dienst De Glinsterende Geest In ‘t kort Promoties en Oratie Bijzondere collecties SPUI25 In Memoriam Pioniers
Interview Michiel van den Brekel
Een medicus bij geesteswetenschappen Hij is hoogleraar aan onze faculteit, staat aan het roer van de afdeling Hoofdhalsoncologie en -chirurgie bij het Nederlands Kanker Instituut en is staflid van de afdeling Keel-, neus- en oorheelkunde van het AMC. Michiel van den Brekel, sinds december 2011 hoogleraar Oncologie-gerelateerde stem- en spraakstoornissen: ‘Bij het ACLC is er theoretische kennis over spraak, articulatie en taal; in de hoofd-halsoncologie wordt die praktisch toegepast. Ik hoop op meer van dergelijke vruchtbare kruisbestuivingen.’ Michiel van den Brekel is later voor dit interview: een operatie in het Antoni van Leeuwenhoek duurde langer dan verwacht. Het illustreert de drukke agenda van de hoogleraar, die is gespecialiseerd in Hoofdhalsoncologie, en wetenschappelijk onderzoek combineert met een aanstelling als arts. Een van zijn onderzoeksgebieden betreft de aan oncologie gerelateerde stem- en spraakstoornissen, een vakgebied waarover binnen de FGw expertise is vanuit een andere invalshoek. Hoofd-halskanker is de zesde van de meest voorkomende kankervormen in Nederland. Per jaar worden er ongeveer 3000 patiënten behandeld. Van den Brekel: ‘Veel patiënten met een tumor in de bovenste lucht- en voedselwegen hebben vaak grote beperkingen in stem gebruik, spreken en slikken, mede ten gevolge van de behandelingen. Het onderzoek naar die beperkingen heeft zowel een medische als een wetenschappelijke invalshoek.’
Samenwerking met ACLC Tot 2011 bekleedde Frans Hilgers de leerstoel die de faculteit in samenwerking met het NKI heeft. Zijn leeropdracht was specifieker dan die van Van den Brekel: Oncologisch gerelateerde stem- en spraakstoornissen, in het bijzonder die bij gelaryngectomeerden. Van den Brekel: ‘Hij heeft mij bij zijn onderzoek betrokken en ik werk sinds 2000 met hem samen. De onderzoeksgroep binnen de FGw richtte zich onder Hilgers vooral op de revalidatie van patiënten met strottenhoofdkanker, bij wie het strottenhoofd operatief moet worden verwijderd. Die operatie wordt laryngectomie genoemd. Op dit onderzoeksgebied is veel vooruitgang geboekt, zowel voor de kwaliteit van leven als voor spraak.’ Toen Hilgers met emeritaat ging, bleek er bij het ACLC belangstelling om de bestaande researchlijn voort te zetten en zelfs te intensiveren. Met Van den Brekels benoeming werd het onderzoeksterrein verbreed.
‘Behalve naar laryngectomie, zal ik in bredere zin onderzoek doen naar stem- en spraakstoornissen als gevolg van behandeling van vormen van hoofd-halskanker.’ Wie denkt aan oncologie, stem- en spraakstoornissen, verwacht deze leerstoel aan de medische faculteit. Vanwaar deze onderzoeksgroep aan de FGw? ‘Binnen het ACLC heeft men ontzettend veel theoretische kennis over spraak, articulatie en taal, die in de hoofd-halsoncologie praktisch kan worden ingezet. Een van de doelen van de onderzoeksgroep - die onder meer bestaat uit onderzoekers Rob van Son, Irene Jacobi en Lisette van der Molen - is om te achterhalen of patiënten veranderingen in spraak en stem kunnen compenseren en zo ja, op welke manier. Het ACLC speelt een sleutelrol in de taalkundige kant van het revalidatieproces. Met behulp van spraaktechnologie hopen we voorafgaand aan de operatie een beter beeld te krijgen van de gevolgen voor de patiënt, zodat we die nog beter kunnen voorlichten over de diverse behandelingsopties en de patiënt meer weloverwogen kan kiezen tussen de verschillende mogelijkheden.’ Van den Brekel is als arts gewend ingewikkelde medische materie voor een leek te verhelderen en zoekt dan ook meteen naar een concreet voorbeeld voor deze ambitie. ‘Renée Clapham, een van onze promovendi, doet
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
‘Taalkundige input voor revalidatie patiënt’ met spraaktechnologie onderzoek naar de verstaanbaarheid en stemkwaliteit na een oncologische behandeling. Tot nu toe gaan patiënten bij stem- en spraakproblemen na een operatie veelal naar een logopedist, die hen oefeningen geeft. Vaak denken de patiënten en de logopedist verbetering te horen na enkele maanden oefenen, maar dat is heel moeilijk te objectiveren. De logopedische wetenschap staat in dat opzicht nog in de kinderschoenen. Het zou ideaal zijn, als je spraakherkenningssoftware zou kunnen gebruiken, die je de spraakkwaliteit, de spraakverstaanbaarheid en allerlei articulatieaspecten automatisch kunt laten meten. Dan weten logopedist en patiënt beter waar ze aan toe zijn en wat er nog moet gebeuren. Bij dat proces kunnen taalkundige kennis en technieken een grote rol spelen.’ Verbeterde patiëntvoorlichting De promotie van Clapham is onderdeel van een groter onderzoeksproject naar de revalidatie van oncologie-gerelateerde stem- en
spraakstoornissen. ‘Als clinicus is het voor mij belangrijk dat we kunnen voorspellen welke problemen patiënten zullen krijgen door een chirurgische ingreep en welk trainingsprogramma wij daarvoor kunnen aanbieden. Dat revalidatieprogramma wil ik veel meer evidence based maken, zodat de voorlichting aan patiënten nog verder verbeterd kan worden.’ Dit soort onderzoek maakt altijd deel uit van een groter project. ‘Met collega’s van het Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek (NKI/AvL) en met wetenschappers van de Universiteit Twente maken we een model van de mondkeelholte, waarin de veranderingen in spraak kunnen worden ingetekend, als de anatomie door een medische ingreep van vorm verandert. Als je de gevolgen van een operatie kunt voorspellen, dan kun je met de patiënt doornemen welke voor hem acceptabel zijn. Uiteindelijk willen we toe naar een model waarin we aan de patiënt kunnen laten horen hoe zijn stem ongeveer zal gaan klinken, zodat de kwaliteit van leven nog beter voorspeld kan worden. Dit zijn echter langlopende projecten, die vele jaren duren. Als er over tien jaar een model bestaat, dan ben ik al heel tevreden.’ Volgens Van den Brekel hebben patiënten voor de operatie maar weinig idee van de consequenties van een behandeling. ‘De meeste mensen die de diagnose kanker
2
gesteld krijgen, hebben maar één doel voor ogen: genezen. Voor de gevolgen van een ingreep hebben patiënten vaak minder oog. Als een patiënt bijvoorbeeld een kleine stembandtumor heeft, zijn er doorgaans twee opties: bestralen of opereren. Opereren heeft het voordeel van een korte behandeltijd en een relatief korte opknapperiode. Als de patiënt echter kiest voor een operatie en tijdens de ingreep blijkt dat behalve het slijmvlies ook een deel van de stembandspier weggesneden moet worden, dan heeft dat grote gevolgen: de stemkwaliteit wordt dan echt slechter. In het geval van een bestraling, die weliswaar langer duurt en de patiënt behoorlijk ziek maakt, is het risico op blijvende schade aan de stem minder. Een patiënt die in professioneel opzicht regelmatig zijn stem gebruikt, kan dan beter kiezen voor een bestraling. Iemand van tachtig, die weinig spreekt, zou ik eerder een operatie adviseren.’
‘Als arts ben je vaak opgesloten in een ziekenhuis’ Op dit moment is nog moeilijk om de precieze effecten van een behandeling in te schatten. ‘Sommige patiënten revalideren goed na een ingrijpende operatie, terwijl andere soms een gigantische handicap overhouden aan een relatief kleine behandeling. Om meer inzicht te krijgen in de effecten van de behandelingen op spraak wordt in het NKI/AvL al langere tijd onderzoek gedaan naar de articulatie en stem van patiënten, onder meer door Irene Jacobi die bij het ACLC gepromoveerd is.’ Communicatie met de patiënt Arts worden, dat wilde de geboren Limburger van jongs af aan. Toen hij in Nederland werd uitgeloot voor Geneeskunde, koos Van den Brekel niet voor een andere studie, maar week hij uit naar Leuven. Na zijn studie kreeg hij een promotieplaats aan de Vrije Universiteit en hij begon eind 1988 aan een promotie onderzoek over diagnostiek van halskliermetstasen, uitzaaiingen in de hals bij mensen met hoofdhalskanker. Daarna is Van den Brekel steeds actief gebleven binnen het vakgebied van de hoofd-halsoncologie. In 1995 werd hij specialist en na een fellowship in Toronto vervolgens staflid bij het VUmc. Sinds 2000 werkt hij in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis en het AMC. Er lopen twee rode draden door zijn werkzame leven. ‘Patiëntenzorg, het behandelen van en betrokken zijn bij patiënten, heb ik altijd als mijn belangrijkste taak beschouwd. Als je daar niet van houdt, moet je geen arts worden.
Nwsbrf#153 / 11.2012
Maar die werkzaamheden combineer ik heel graag met wetenschappelijke projecten. Door onderzoek word je uitgedaagd, je weet vooraf nooit wat de uitkomsten van een project zullen zijn.’ Naast zijn werkzaamheden als arts en onderzoeker staat Van den Brekel aan het hoofd van een afdeling. In zijn afdeling werken negen specialisten, drie logopedisten, twee tandartsen, drie prothetisten en drie postdocs. Onderwijs geeft hij echter niet meer, noch bij de FGw noch bij het AMC: na wijziging van het onderwijsprogramma staat het vak dat hij bij geneeskunde doceerde niet meer in het curriculum. Dat betekent niet dat hij geen contact meer heeft met studenten. ‘Geneeskundestudenten lopen hun coschappen op onze afdeling en kunnen een keuzestage bij ons lopen.’ Ook zijn er steeds studenten die hun onderzoekstage bij de arts en zijn collegae doen. Die studenten worden door hem begeleid, en die investering loont. ‘In die studentenpool zit veel aanstormend talent. Veelal komen zij later weer terug als arts-onderzoekers in promotieprojecten of als zaalartsen op de afdeling.’ Behalve studenten begeleidt Van den Brekel promovendi, zowel bij het NKI en AMC als bij de FGw. Een onderzoeksproject dat meer vanuit de geesteswetenschappen is geïnitieerd, is het promotieonderzoek van Elin Derks. Deze taalwetenschapper onderzoekt welke verbale en non-verbale taalaspecten een rol spelen tussen arts en patiënt in de spreek kamer. Dat project staat voor een deel onder supervisie van Anne Bannink, universitair hoofddocent Institutional Discourse, die zich ook richt op communicatievormen in het onderwijs. Nu wordt het onderzoeksterrein verbreed naar een institutionele setting in het ziekenhuis. ‘Een dokter werkt toch erg zijn agenda af en staat altijd wel onder een bepaalde tijdsdruk. Ook de patiënt vervult een rol in de spreekkamer. Daardoor verloopt de communicatie vaak volgens een patroon waarbij zaken niet of onvoldoende worden besproken. De vraag is in hoeverre patiënten daarvan hinder ondervinden en of het patroon doorbroken kan worden door bijvoorbeeld de introductie van vragenlijsten die patiënten vooraf invullen en die in het elektronisch patiëntendossier kunnen worden geïntegreerd.’ Van den Brekel hoopt dat het mogelijk zal zijn praktische handleidingen op te stellen, zodat de patiënt zich optimaal gezien en gehoord voelt, zonder dat dit veel extra tijd zal kosten. Voor dit onderzoek zal Derks video-opnamen maken en laat zij de patiënt vragenlijsten invullen. ‘Alle betrokkenen wordt uiteraard vooraf gevraagd of zij willen meewerken.’ Met een glimlach op zijn gezicht: ‘Dat proberen we beter te doen dan Eyeworks dat deed in het VUmc.’ De initiëring van Derks’ onderzoek verraste Van den Brekel. ‘Al heel lang werk ik met promovendi bij geneeskunde, maar daar heb ik tot nu toe geen promovendus gehad die zelf een promotievoorstel had geschreven.
De onderzoeksgroep deed dat altijd, regelde fondsen en ten slotte werd een sollicitatieprocedure uitgeschreven. Zelf een promotieonderzoek schrijven, dat raakt in mijn ogen meer de kern van promoveren dan wanneer een begeleider een promotieonderzoek schrijft en dat laat uitvoeren. Dit was een eye-opener.’
Taal in de spreekkamer Inmiddels is Van den Brekel bijna een jaar werkzaam aan onze faculteit. Voelt hij zich inmiddels al enigszins geesteswetenschapper? ‘In de eerste plaats ben ik nog altijd arts. Maar ik vind het wel erg leuk ook hier te werken. Als arts ben je over het algemeen opgesloten in het ziekenhuis. Ik vind het verfrissend om aan deze faculteit, in het hart van de stad, mensen te zien die met heel andere dingen bezig zijn. Anderzijds is mijn leerstoel voor de FGw een mooie terugkoppeling naar de praktijk. Een voorbeeld hiervan is het onderzoeksproject eHealth, waarbij patiënten en behandelaars converseren via moderne communicatiemiddelen. Een gesprek tussen patiënt en behandelaar verloopt anders wanneer zij niet tegenover elkaar in de behandelkamer zitten, maar via een telefoon- of beeldverbinding praten en daarbij misschien ook tekstberichten gebruiken. Een goed begrip van de taalkundige en taalpsychologische kanten van deze contacten zijn een belangrijke voorwaarde voor het succes van eHealth projecten. Ik hoop dan ook dat er de komende jaren nog veel meer kruisbestuivingen zullen volgen.’ Melle van Loenen
3
Nieuws Facultaire boekenborrel: 22 november Op donderdag 22 november is er weer een boekenborrel met een nieuwe collectie boeken van de hand van medewerkers van de FGw. U bent van harte welkom. De bijeenkomst begint om 16.30 uur in zaal 1.01 van het Bungehuis. Twee auteurs vertellen over hun publicatie en de nieuwe aanwinsten zijn in te zien. Donderdag 22-11, 16.30 tot 18.00 uur, Bungehuis zaal 1.01 medewerker.uva.nl/fgw-boekenborrel
Homminga hoofd bedrijfsvoering Wijsbegeerte Agaath Bronkhorst-Homminga is per 1 augustus 2012 benoemd tot hoofd bedrijfsvoering bij Wijsbegeerte, in welke functie zij Astrit Blommestijn opvolgt. Homminga was tot 1 augustus bestuurssecretaris, maar verving Blommestijn als interim-hoofd al vanaf 1 augustus 2011 voor een deel van haar taken.
Persoonlijke pagina’s gaan verhuizen De huidige persoonlijke pagina’s van medewerkers gaan op 1 januari 2013 over naar het nieuwe UvAweb en krijgen een nieuwe naam. Persoonlijke pagina’s horen altijd actueel te zijn, maar bij een migratie is de actualiteit van een pagina van nog groter gewicht. Elk onderdeel van de verhuizing kost inspanning, verouderde informatie meenemen is energieverspilling. In de komende maanden wordt de overgang voorbereid. - De bestaande url’s van de huidige persoonlijke pagina’s worden omgeleid naar de nieuwe pagina’s, zodat de bezoeker de pagina blijft vinden. - De inhoud van de bestaande persoonlijke pagina wordt half november zo volledig mogelijk gemigreerd, inclusief links en pdf’s. - In december kunnen medewerkers hun nieuwe UvA-profiel inzien en zo nodig bijstellen. - Medewerkers die nog geen persoonlijke pagina hebben wordt aangeraden een profiel aan te maken in het nieuwe systeem. - Naast de contactgegevens van de medewerker komt de portretfoto (geen verplicht onderdeel, maar communicatief wel gewenst). Deze portretfoto zal het webteam van FGw plaatsen. In december zal de gelegenheid worden geboden om een portretfoto te laten maken door Eduard Lampe, onze huisfotograaf. Nadere informatie volgt. medewerker.uva.nl
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Blaauboer nieuwe bestuurssecretaris Marjolein Blaauboer is per 1 december benoemd tot bestuurssecretaris van de faculteit. Voorheen was zij beleidsmedewerker Onderwijs en had zij o.a. het dossier ‘Kwaliteitszorg’ in haar portefeuille. Als bestuurssecretaris volgt zij Agaath Bronkhorst-Homminga op. In de tussen liggende periode neemt Micha van der Wal de functie van bestuurssecretaris waar.
Nieuw UvAweb: vervolg Op 10 september zijn de sites voor externe partijen live gegaan: uva.nl en het voormalige studeren.uva.nl. De navigatie is nieuw, het systeem is nieuw en een deel van de informatie is nieuw: er is bijvoorbeeld een item ‘disciplines’ op de homepage van uva.nl. Dit najaar wordt veel aandacht besteed aan het verbeteren van de content en het verder uitwerken van de verschillende onderdelen. Per januari 2013 wordt gestart met de voorbereiding van de migratie van medewerker.uva.nl (voorlopige datum livegang: september 2013) en student.uva.nl (voorlopige datum livegang: mei 2013). De besluitvorming over de nieuwe inrichting is in gang gezet. Het uitgangspunt is vooralsnog volledige migratie van de informatie. Oorspronkelijk was het plan om in het voorjaar van 2013 de studiegids te migreren, maar inmiddels heeft de universiteitsbrede stuurgroep besloten deze migratie uit te stellen.
Korte cursussen SIS, Pontifex, Blackboard Drie applicaties zijn van belang voor het primaire onderwijsproces: SIS, Pontifex cijferregistratie en Blackboard. Correct en optimaal gebruik van deze systemen is van belang, voorkomt problemen en bespaart tijd. Daarom worden er korte cursussen aangeboden voor docenten, voor het gebruik van deze applicaties. - 28 november (15.30-17.00 uur) - 14 januari (15.30-17.00 uur) S.v.p. aanmelden via het betreffende bericht op medewerker.uva.nl/fgw
Masterprogramma Vertalen van start Op vrijdag 28 september gaf dr. Arthur Langeveld de officiële aftrap van het nieuwe masterprogramma Vertalen. Langeveld is als docent-onderzoeker Slavistiek verbonden aan de Universiteit Utrecht. Hij vertaalde Russische klassiekers als De broers Karamazov van Dostojevski. In zijn openingscollege ging Langeveld uitgebreid in op de dagelijkse praktijk van de vertaler. Ook waarschuwde hij zijn gehoor van docenten, geïnteresseerden en kersverse studenten. ‘Je kunt maximaal drie pagina’s per dag vertalen. Goed vertalen is een moeilijk vak, maar je kunt het wél leren.’ uva.nl/onderwijs/master/masteropleidingen/ item/vertalen.html
Roepnaam toevoegen De vindbaarheid van medewerkers is groter als hun roepnaam zichtbaar is bij de contactgegevens op het web. Medewerkers kunnen alleen zelf hun roepnaam toevoegen, in de Zelfbediening. De toevoeging wordt na een dag zichtbaar op het UvAweb, in het UvAadresboek en in Outlook en webmail. Tegenwoordig worden roepnamen standaard opgenomen in de contactgegevens, maar vroeger was dat niet het geval. Door de medewerkerslijsten op de disciplinaire sites wordt nu goed zichtbaar dat roepnamen niet consequent zijn opgenomen. - Kamernummers kunnen medewerkers toevoegen of wijzigen via id.uva.nl - Voor instructie: medewerker.uva.nl/fgw
4
Nieuw perspectief op huisvesting FGw In juli heeft de universiteit overeenstemming bereikt met de gemeente over een nieuw structuurontwerp voor de universiteitsbibliotheek in de binnenstad. Dit betekent groen licht voor de ontwikkeling van een binnenstadcampus en de herhuisvesting van onze faculteit. De stuurgroep heeft inmiddels een Plan van Aanpak vastgesteld, waarin de projectorganisatie en de belangrijkste vervolgstappen zijn bepaald. Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de FGw, van de rechtenfaculteit en van verschillende ondersteunende diensten, met als voorzitter Paul Doop, vicevoorzitter van het CvB. Achtergrond: huisvestingsbeleid UvA De UvA ontwikkelt vier open campussen: het Science Park in de Watergraafsmeer voor de betafaculteit (FNWI), het Roeterseiland voor gammawetenschappen (FMG, FEB en FdR), de Amstelcampus voor de HvA en een binnenstadcampus voor de geesteswetenschappen (FGw). Met de vier open campussen wil de UvA niet alleen de versnippering tegengaan en het aantal vierkante meters terugdringen, maar zich ook sterker profileren. De belangrijkste uitgangspunten voor dit huisvestingsbeleid van de UvA zijn: - verwante wetenschappelijke opleidingen worden op één plek samengebracht; - ontmoeten en uitwisseling staan centraal, zowel tussen studenten en medewerkers onderling als tussen de universiteit en haar omgeving. De afdeling Huisvestingsontwikkeling is belast met de projectontwikkeling van deze campussen. Open campus in de binnenstad De Binnenstadcampus concentreert zich op en rond het Binnengasthuisterrein en de Oudemanhuispoort. De geesteswetenschappen worden gehuisvest vlakbij de plek waar de UvA bijna 400 jaar geleden is begonnen. Het onderwijs en onderzoek in de geesteswetenschappen wordt hier gehuisvest in de bestaande UvA panden. In de Binnenstadcampus zullen kennis, ondernemerschap en cultuur samengaan. De ontwikkeling van deze campus is het sluitstuk van het huisvestingsbeleid, waar de UvA nu ruim 12 jaar aan werkt. Doorbraak in discussie studiecentrum/ bibliotheek De UvA wil op het Binnengasthuisterrein een nieuw studiecentrum annex bibliotheek realiseren dat het hart en ontmoetings centrum van de Binnenstadcampus wordt. Na een lange voorgeschiedenis hebben stadsdeel Centrum, Bureau Monumenten en Archeologie, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de UvA in juli 2012 overeenstemming bereikt over het structuurontwerp (BiermanHenket architecten). In dit structuurontwerp is aangegeven hoe - uitgaande van behoud van de bestaande rijksmonumenten (Tweede Chirurgische Kliniek en Zusterhuis) en overkapping van het binnenhof - een studiecentrum annex bibliotheek kan worden gerealiseerd: flexibel, toekomstbestendig en betaalbaar. De monumentale en cultuurhistorische waarden van
Nwsbrf#153 / 11.2012
de gebouwen en het gebied worden behouden. In de nieuwe bibliotheek annex studiecentrum komen uitgebreide studiefaciliteiten en ontmoetingsplekken voor gebruikers, en worden de collecties van de geesteswetenschappen toegankelijk gemaakt voor studenten, medewerkers en andere geïnteresseerden. Organisatie: Plan van Aanpak Binnenstadcampus Op 4 oktober is het plan van aanpak vastgesteld door de stuurgroep Binnenstad, het beslisorgaan voor dit project. De besluitvorming van deze stuurgroep wordt voorbereid vanuit een programmagroep en verschillende ontwikkel- en projectteams. In deze teams zullen facultaire medewerkers zitting hebben en afhankelijk van het onderwerp samenwerken met mensen van huisvestingontwikkeling, universiteitsbrede ondersteunende diensten en waar nodig externe deskundigen. Voor het uitwerken van visie- of beleidsthema’s wordt een aantal ontwikkelteams ingesteld, bijvoorbeeld voor de visie op de Binnenstadcampus, actualisatie inpassingsplan FGw, ICT dienstverlening, Energievoorziening, Shared Service Centre en Onderwijs/studentenbalies , en het ‘nieuwe werken’ (FLOW: Flexibel, Leren, Ontmoeten, Werken). De faculteit kan daarbij gebruik maken van de ervaringen en deskundigheid die zijn opgebouwd voor het Roetereilandcomplex en de Amstelcampus. Naast ontwikkelteams zijn er projectteams, die voor de verschillende gebouwen de plannen nader uitwerken. In de projectteams - voor zover die gebouwspecifiek zijn zullen vooral toekomstige gebruikers zitting hebben, medewerkers van onze faculteit. Er komen projectteams voor BG2 (eerder opgestart) , BG3 , BG5, het studiecentrum/annex bibliotheek, Oudemanhuispoort, herinrichting openbare ruimte en in de toekomst voor centrale energievoorziening.
Het project is complex. Niet alleen door de voorgeschiedenis en de monumentale kwetsbaarheid van het gebied, maar ook door de ingewikkelde bouwlogistiek, de relatie met de omgeving en Amsterdammers in het algemeen. Daarom is er naast aanpak, organisatie en planning ook aandacht in het project voor onderwerpen als risicobeheersing, communicatie, omgevings- en stakeholdermanagement. Visie op campus als geheel? Een belangrijk en relevant thema voor de campus als geheel is de algehele visie op de Binnenstadcampus in relatie tot zijn omgeving. Het gaat daarbij om antwoorden op vragen over de betekenis van onderzoek en onderwijs op die plek in de binnenstad; de relatie met andere kennis en culturele instellingen in de omgeving, waaronder de KNAW; de beheersmatige, leefbaarheids- en veiligheidsaspecten; en de consequenties die dit alles heeft voor het voorzieningenniveau (plintfuncties) op en rond de campus. Inmiddels is het ontwikkelteam voor de visie op de Binnenstadcampus samengesteld en aan het werk gegaan. Vanuit de Fgw zijn daarbij betrokken: Gerard Nijsten (directeur bedrijfsvoering FGw), Petra Brouwer (ud Moderne architectuur), Vincent van Rossum (hoogleraar Monumenten en stedenbouwkundige vraagstukken), Folkert Kuiken (hoogleraar Nederlandse taal en cultuur en Nederlands als tweede taal), Lonneke van der Velden (Media en cultuur), Stephanie Heeren (student en voormalig voorzitter ALPHA) en Jaap Oosterwijk (student en lid FSR). De komende drie maanden zijn zij met elkaar in gesprek en in november en december zal dit team interne partijen consulteren en zijn visie toetsen bij externe deskundigen. Zie voor de achterliggende documenten en het nieuwe structuurontwerp: uva.nl/over-de-uva/de-uva-in-amsterdam/ stad-als-campus
Uitgangspunt: gebiedsontwikkeling De Binnenstadcampus wordt als geheel ontwikkeld waarbij de samenhang tussen de gebouwen en de thema’s centraal staan die de campus als geheel betreffen. Het Plan van Aanpak richt zich op de ontwikkeling van het gebied en beschrijft alle elementen in het proces die nodig zijn om tot een goede ontwikkeling van de Binnenstadcampus als geheel te komen.
5
Onderzoek
Onderwijs
Does facultaire contactpersoon Personal Metis
UvA Q
René Does is per 1 september de nieuwe facultaire contactpersoon voor Personal Metis. Hij volgt in deze functie Els VerheugdDaatzelaar op, die in september met pensioen ging. Personal Metis is de tool waarmee de onderzoekers van de UvA hun wetenschappelijke publicaties invoeren in de database van de UB van de UvA (metis.ic.uva.nl/pm). Ook hun niet-wetenschappelijke producten worden via Personal Metis geregistreerd. Personal Metis is de bron voor de facultaire rapportages over de wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke productie van het wetenschappelijk personeel. Voor vragen kunnen onderzoekers zich richten tot de contactpersonen voor Personal Metis van hun onderzoekinstituut: Jantine Beuvens namens het ICG (
[email protected]), Jantine van Gogh namens ASCA (
[email protected]) en Marijke Vuyk namens het ACLC (
[email protected]). De facultaire contactpersoon coördineert de activiteiten van de contactpersonen voor Personal Metis van de onderzoekinstituten en vertegenwoordigt de FGw in het UvAbrede, tweemaandelijkse Metis Overleg. Voor de UB is de contactpersoon het aanspreekpunt voor vragen over publicaties die zijn ingevoerd door FGw-medewerkers. n René Does, Bungehuis, kamer 1.17, T 020 525 4431,
[email protected]
NWO Geesteswetenschappen op bezoek: 6 december Op 6 december 2012 zal een delegatie van NWO Geesteswetenschappen (bestuursleden, beleidsmedewerkers) een bezoek brengen aan onze faculteit. Het Gebiedsbestuur wil graag weten wat er leeft onder geesteswetenschappers en welke suggesties zij hebben ter verbetering van de werkwijze van NWO. Het bezoek biedt medewerkers de gelegenheid om vragen rechtstreeks met de delegatie te bespreken. Na het plenaire deel van de bijeenkomst, volgen vanaf 15.00 uur ‘tafeltjessessies’ over onderwerpen als valorisatie en creatieve industrie. De middag wordt afgesloten met een borrel in de Leeuwenkuil. n dinsdag 6 december, 13.45-17.00 uur, P.C. Hoofthuis zaal 1.04
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
De evaluatie aan het einde van een vak speelt een belangrijke rol in de kwaliteitszorg van het onderwijs. De betrokken docenten en programmateams kunnen de resultaten als input gebruiken voor verdere ontwikkeling van hun onderwijs, de opleidingscommissies kunnen op basis van de evaluaties het opleidingsmanagement adviseren over mogelijke verbeteringen. Het gebruik van EvaSys was binnen de UvA zo verschillend dat er geen vakoverschrijdende informatie aan kon worden onttrokken. Met ingang van dit collegejaar wordt universiteitsbreed gestart met een sterk verbeterd systeem voor onderwijsevaluaties: UvA Q. De Q staat daarbij voor Quality evaluation. De vragenlijsten hebben een wetenschappelijke basis gekregen en de informatie is gedetailleerder. Het studentevaluatieformulier van UvA Q start met een vaste set vragen. Daarna volgen sets van vragen, die aansluiten bij de kenmerken van het vak en afkomstig zijn uit een zogeheten vragenbibliotheek met eenduidige en gevalideerde vragen. Deze vragenbibliotheek is samengesteld op basis van een analyse van alle in de UvA gebruikte vragenlijsten, waarin sterk op elkaar lijkende vragen stonden. Er is een aantal pilots uitgevoerd om de vragenlijst te valideren en te verbeteren. De belangrijkste kenmerken van UvA Q: - De docent krijgt meer ruimte en een grotere rol. Uitgangspunt is dat docenten actief betrokken worden bij de wijze waarop hun vak wordt geëvalueerd. Anders gezegd: de nieuwe evaluatieformulieren bieden de mogelijkheid gericht aan te sluiten op de kenmerken van het vak en de relevante onderwijs- en toetsvormen. - UvA Q is een kwalitatief hoogwaardig meetinstrument. De verschillende onder delen van de vragenlijst hebben betrekking op verschillende dimensies van het onderwijs; de vragen zijn gebaseerd op de wetenschappelijke vakliteratuur over onderwijs evaluaties; bovendien zijn de vragensets getest op validiteit en betrouwbaarheid. - Met UvA Q worden de vakevaluaties binnen de faculteit én de universiteit geharmoniseerd. Door de harmonisatie zijn straks referentiewaarden beschikbaar waarmee duidelijk wordt hoe de resultaten zich tot elkaar verhouden. Resultaten van vakevaluaties zijn daardoor beter te interpreteren en ze leveren meer informatie. UvA Q wordt binnen de FGw in blok 2 van het eerst semester ingevoerd voor alle Nederlandstalige bachelorvakken. De Engelstalige bachelorvakken volgen in het tweede semester en de mastervakken in het volgende collegejaar. Vakcoördinatoren van Nederlandstalige bachelorvakken in het tweede blok ontvangen binnenkort een oproep om een digitale vragenlijst in
te vullen, die als basis dient om de vak evaluatie voor studenten op te stellen. uva.nl/uva-q
Eerste visitatiecommissie in reeks: Religiestudies Op 8 en 9 oktober vond de visitatie van de bacheloropleiding Religiestudies en de master Theologie en religiewetenschappen plaats. Dit was het eerste van zeven bezoeken die QANU brengt aan de FGw. Visitatiecommissies bestaan uit onafhankelijke experts die gezaghebbend zijn in hun vakgebied of specialisatie. Deze commissies toetsen de kwaliteit van een opleiding aan de hand van de vragen: - Wat beoogt de opleiding? - Hoe realiseert de opleiding dit? - Worden de doelstellingen bereikt? Ter voorbereiding van het bezoek schrijven de opleidingen een zelfstudie. Om zich een goed en volledig beeld van de opleidingen te kunnen vormen voert de commissie gesprekken met studenten, docenten, alumni, de examencommissie, de opleidingscommissie en het management. Ook houdt elke commissie tijdens het bezoek een open spreekuur (aanmelding verplicht). In het nieuwe accreditatiestelsel is er veel aandacht voor de toetsing en de gerealiseerde eindkwalificaties, zoals die blijkt uit de afstudeerscripties. De commissies hoeven zich daarentegen niet meer te richten op het systeem van kwaliteitszorg, het personeelsbeleid en de voorzieningen: deze onderdelen worden komend voorjaar op universitair niveau beoordeeld in het kader van de Instellingstoets. De commissies sluiten hun bezoek af met een openbare presentatie van de voorlopige bevindingen. De bevindingen van de commissie Theologie en religiewetenschappen waren positief en opbouwend kritisch. De commissie ziet bijvoorbeeld veel potentie in de opleidingen en raad aan om inbedding binnen de FGw meer te benutten met interdisciplinariteit. Het eindoordeel van de commissie wordt voorgelegd aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), die bij een positieve uitkomst opnieuw accreditatie verleent. Het volgende bezoek is dat van de commissie Regiostudies, die zich op 17 en 18 december buigt over de opleidingen Arabisch, Hebreeuws, Grieks en Latijn, Latijn, Nieuwgrieks, Classics and Ancient Civilizations en Midden-Oostenstudies. In februari volgen de commissies Culturele Informatiewetenschap/Mediastudies en Taal- en letterkunde; in maart is de beurt aan Kunst en cultuurwetenschappen. De commissie Geschiedenis en internationale betrekkingen doet de UvA begin juni aan en buigt zich dan ook over Europese Studies. Archeologie wordt waarschijnlijk eind mei gevisiteerd. n Meer informatie: Roos Eggers, Onderwijs en communicatie (
[email protected])
6
Column OR
De opheffing van een concept: onze faculteitsbibliotheek? “Als ik rijk had willen worden was ik wel tandarts geworden” en “boeken lezen is belangrijker dan onderwijs volgen”, aldus Vincent van Rossum, hoogleraar Monumenten en stedenbouwkundige vraagstukken, op de constitutieborrel van de Facultaire Studentenraad. In zijn gesproken column op het podium van het Comedy Theater was het weer even helemaal eind jaren vijftig, begin jaren zestig. In een goedbedoelde poging studenten Geesteswetenschappen in deze tijd van marktdenken een hart onder de riem te steken trok hij fel van leer tegen de managerscultuur, gepersonifieerd in de persoon van ‘drs’ Sijbolt Noorda. Dat ‘drs’ Noorda doctorandus gebleven was, was omdat hij geen boeken las, het enige waar je in dit leven gelukkig van kunt worden. Het ernstige gevolg was dat ‘drs’ Noorda als UvA-bestuurder, met de onder zijn bewind begonnen planontwikkeling voor de nieuwe UB op het Binnengasthuisterrein, het begin van het einde van de leescultuur aan de universiteit in gang had gezet. Van een fact check was het niet gekomen - boekenliefhebber prof. dr. Noorda was voorafgaand aan zijn voorzitterschap van het CvB ook gewoon hoogleraar - zo emotioneel was van Rossem over de voorgenomen verhuizing, die tot voor kort niet alleen een verkleining van de voorraad boeken in open opstelling impliceerde maar ook de sloop van een historisch monument. Die voorgenomen sloop is nu van de baan, maar de drastische inperking van het aantal boeken in de open opstelling blijft bestaan. Over hoe erg dat is zijn de meningen sterk verdeeld, zowel onder studenten als onder docenten, maar de emoties blijven hoog oplopen, vooral binnen het kamp van de voorstanders van zoveel mogelijk boeken binnen handbereik. Het voorstel voor verandering van de Bibliotheken van de UvA en de HvA - geschreven door drs. Nol Verhagen, directeur van de UB - biedt weer nieuwe brandstof. Als een van de voornaamste veranderingen ten opzichte van de huidige situatie noemt Verhagen: “Afscheid van het concept van de faculteitsbibliotheek (…). De faculteitsbibliotheken van nu worden vervangen door een studie- of leercentrum per locatie/campus en door teams van informatiespecialisten”. (p.7). Kolen op het vuur van de bibliofielen. Maar ook de voorstanders van volledige digitalisering kunnen hun borst vast nat maken. De open opstelling wordt wel kleiner maar gaat niet verdwijnen, zeker niet bij Geesteswetenschappen, en wie gaat dat dan betalen? Onder het kopje Financiering wordt voorgesteld de bestaande financiering nog even te handhaven, maar de cryptische tekst lijkt er op te wijzen dat andere faculteiten straks gaan meebetalen aan onze volle boekenkasten: “De nieuwe kolom Studiecentra omvat evenwel meer dan de huidige kolom, namelijk ook een deel dat nu nog aan de faculteitsbesturen in rekening wordt gebracht (kort gezegd: de kosten van de open opstelling).” (p. 8) De UB als een verkapte FGw? Voor ons zou dat mooi zijn, maar waarom zo onder de tafel? De boekencollecties die wij in huis hebben zijn wat laboratoria zijn voor sommige Bèta’s. Met centrale financiering daarvan is niets mis. Het belangrijkste voor ons als Medezeggenschap is echter dat het debat over de toekomst van de bibliotheek nu eindelijk eens breed binnen de academische gemeenschap wordt gevoerd. Samen met de studenten van de FSR, en in samenwerking met Spui25, hebben we vorig jaar geprobeerd het debat uit de managementsfeer te trekken. Dat is niet opgepakt door het bestuur. De discussie over de toekomst van de bibliotheek is tot nu vooral binnen de UB-organisatie gevoerd. Dat ligt niet aan een te weinig open opstelling tegenover de gebruikers. De UB scoort steevast hoog op de medewerkersmonitor. Het punt is dat de gebruikers van de UB niet alleen klanten zijn maar ook medewerkers. En medewerkers willen graag meedenken.
Nwsbrf#153 / 11.2012
7
Boek in beeld De publicaties in deze rubriek zijn de afgelopen periode toegestuurd aan de redactie van de Nieuwsbrief. Toegezonden boeken worden bewaard tot de eerstvolgende facultaire Boekenborrel, waar de boeken worden tentoongesteld. Boekenborrels vinden tweemaal per jaar plaats ter ere van de auteurs. Na de Boekenborrel worden de daar getoonde publicaties geretourneerd aan de eigenaars. Recentelijk verschenen publicaties van de hand van wetenschappers van de faculteit kunnen worden opgestuurd t.a.v. de redactie van de Nieuwsbrief, Spuistraat 210 (kamer 0.06), 1012 VT Amsterdam.
Dynamic Semantics - Paul J. E. Dekker - Springer, Dordrecht: 2012 - ISBN 978 94 007 4868 2 De geïntegreerde theorie van dynamische interpretatie, zoals hier uiteengezet, zal een verassing zijn voor de linguïstiek. Klassieke formele semantiek en moderne dynamische semantiek worden gecombineerd, zonder het fundamentele paradigma aan te tasten. De basisgedachte achter de publicatie is een pragmatische notie van dynamische conjunctie van betekenis, een idee dat is uitgewerkt in elk formeel detail. Het uitgangspunt wordt toegepast op linguïstische fenomenen, zoals anaphora, quantification en modality. Paul Dekker is ud Logic and Language.
Methone Pierias I: Inscriptions, graffiti and trademarks on Geometric and Archaic pottery from the ‘Hypogeion’ of Methone Pierias in Macedonia (in het Grieks). - M. Bessios, G. Tzifopoulos en A. Kotsonas - Centre for the Greek Language: Thessaloniki, 2012
Een beschrijving van een ingezonden boek, waarin in maximaal 100 woorden voor niet-vakgenoten wordt aangegeven waar het boek over gaat, en wat het belang of het bijzondere van het boek is, kan worden gestuurd aan:
[email protected]. In aanmerking voor deze rubriek komen boeken die via een officieel erkende uitgeverij zijn verschenen. Ook dissertaties van medewerkers van de faculteit die langs officiële kanalen in boekvorm zijn verschenen, kunnen worden ingezonden. Syllabi komen niet in aanmerking.
Bij opgravingen in Methoni, in het noorden van Griekenland, zijn onlangs een aantal inscripties ontdekt die behoren tot de vroegste inscripties in het Griekse alfabet. Deze inscripties zijn, samen met gerelateerde eenvoudige tekens, weergegeven op aardewerk dat dateert van ongeveer 700 v Chr. en dat afkomstig is uit verschillende regio’s in het Egeïsche Zee-gebied. De vele thema’s rondom dit materiaal over handel en kolonisatie, vroeg alfabetisme en het symposium, zijn in dit boek bestudeerd door het team van de Universiteit van Amsterdam, de Aristoteles Universiteit van Thessaloniki en de Griekse archeologische dienst. Antonis Kotsonas is postdoc Archeologie.
Networks Without a Cause, A Critique of Social Media - Geert Lovink - Polity Press, Cambridge: 2012 - ISBN 978 0 7456 4968 9 In dit vierde deel in de serie onderzoeken naar kritische internetcultuur wordt de stap gezet van de post-dotcom reconstructie van Web 2.0 naar de sociale mediahype van Facebook en Twitter. In een mix van essays, kritieken, theorie en case studies worden
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
een aantal elementen uit het internetdebat van de afgelopen jaren geanalyseerd. Deze variëren van het debat over informatie-overvloed en de paniek over veelvuldig multitasken, die concentratieverlies tot gevolg zou hebben, tot de politiek van de zoekmachines en de esthetiek van online video, radio in het internettijdperk en blogcultures in een internationale vergelijking. Geert Lovink is uhd Nieuwe media.
8
Rethinking Political Obligation: Moral Principles, Communal Ties, Citizenship - Dorota Mokrosinska - Palgrave Macmillan: Houndmills, Basingstoke, Hampshire; New York, 2012 - ISBN 978 02 3036 075 4 Dit boek geeft een nieuwe analyse van de meest invloedrijke theorieën van political obligation en presenteert een nieuwe benadering op dit fundamentele probleem in de politieke filosofie. De theorie in dit boek verbreedt de focus op het contemporaine debat omtrent political obligation door te beargumenteren dat political obligation kan verbinden, zelfs bij de jurisdictie van onrechtmatige staten. De argumenten in dit boek worden geïllustreerd met de resultaten van sociologisch onderzoek naar de attitudes van volkeren ten opzichte van autoritaire communistische regimes in Oost-Europa en communistisch Polen. Dorota Mokrosinska is onderzoeker Philosophy and Public Affairs.
Isaac Vossius (1618-1619) between Science and Scholarship - Eric Jorink en Dirk van Miert (red.) - Leiden and Boston, Brill: 2012 - ISBN 978 90 04 18670
The Performance of the EU in International Institutions - Sebastian Oberthür, Knud Erik Jørgensen en Jamal Shahin - Routledge: Abingdon, 2012 - ISBN 978 0 415 62239 4 The Performance of the EU in International Institutions richt zich op de rol van de EU bij de besluitvorming binnen internationale organisaties en regeringen als een belangrijk onderzoeksgebied van mondiaal bestuur. Het boek verdeelt de prestaties van de EU in vier kernelementen: effectiviteit (worden de doelen gehaald); efficiëntie (de verhou ding tussen verwezenlijkte doelstellingen en gemaakte kosten), relevantie (van de EU voor haar belangrijkste belanghebbenden) en levensvatbaarheid op financieel gebied (het vermogen van de uitvoerende orga nisatie om de benodigde fondsen te werven). Dit boek werd oorspronkelijk gepubliceerd als een themanummer van The Journal of European Integration. Jamal Shahin is ud Europese studies.
Isaac Vossius, de zoon van, speelde een centrale rol in de vroegmoderne geleerde arena van Europa. Hij publiceerde over tijdrekenkunde, bijbelkritiek, optica, Afrikaanse geografie, Chinese schilderkunst, Egyptische farao’s, Griekse metriek en opera, en verzamelde, annoteerde en verhandelde duizenden boeken en handschriften. Gedurende twee decennia beschouwd als de gelijke van Christiaan Huygens, werd hij al snel benoemd als Fellow van de Royal Society en bewoog hij zich in kringen waaruit de Académie Royal des Sciences ontstond. In deze bundel bestudeert een reeks van specialisten, onder wie Anthony Grafton, zijn interdisciplinaire bijdragen tot de wondere wereld van de 17e-eeuwse wetenschap. Dirk van Miert is docent Geschiedenis.
The Correspondence of Joseph Justus Scaliger - Paul Botley en Dirk van Miert (red.) - Genève, Droz: 2012 - ISBN 978 2 600 01552 3 Deze publicatie geeft in meer dan vijfduizend pagina’s een kritische editie met commentaar van de correspondentie van Joseph Scaliger (1540-1609). Wat Scaliger was voor de periode rond 1600, was Einstein voor de twintigste eeuw: een icoon van de wetenschap. Door vriend en vijand
Nwsbrf#153 / 11.2012
beschouwd als het genie van de klassieke filologie, legde hij tevens de grondslag voor de vergelijkende tijdrekenkunde. Als kenner van talloze oosterse talen, als beste niet-Joodse kenner van de Joodse traditie, als ‘sieraad van de Leidse Univer siteit’, stond hij aan de wieg van een nieuwe generatie van Nederlandse humanisten, onder wie Hugo de Groot en Daniel Heinsius. Dirk van Miert is docent Geschiedenis.
9
De Openbaring
Honselaar herleest Grossman
Elke maand (her)leest een geesteswetenschapper een belangrijk werk voor het eigen vakgebied. Belangrijk omdat het toonaangevend of baanbrekend was, een grote discussie opleverde, omdat het werk alom erkend is in de canon of juist voor de recensent persoonlijk een openbaring betekende.
De Russische schrijver Vasili Grossman (1905-1964) kon in eigen land nauwelijks publiceren. Sommige van zijn uitspraken waren onaanvaardbaar voor het bewind, zoals: ‘De door Stalin opgebouwde staatzonder-vrijheid leeft. Nog steeds is de door Stalin naar zich toegetrokken macht […] in handen van de partij. Nog steeds triomfeert de onvrijheid onaantastbaar van zee tot zee.’ Pas tijdens de perestrojka kon Rusland kennisnemen van zijn werk. Bij ons is Grossman bekend geworden door het lijvige Leven en lot; zijn Alles stroomt is veel korter, filosofischer en indringender. Het is treffend in de dialogen, ironisch en uitstekend gedocumenteerd in talrijke beschouwingen over de grondvesten van het Sovjet-regime en over de kernbegrippen van dit boek: (on)veranderlijkheid en vrijheid. Tegelijk is het ontroerend in de portrettering van zowel positieve als negatieve personages en iedereen die daar een mengeling van is. Hoofdpersoon is een man die vrijgelaten is uit een strafkamp en terugkeert naar Moskou, waar hij dertig jaar daarvoor was opgepakt - na een voor de Sovjet-autoriteiten ontoelaatbaar betoog over de onschatbare waarde van de vrijheid. Zijn terugkomst zorgt voor commotie: neef Nikolaj en diens vrouw waren veel liever naar een feestje gegaan dan ex-gevangene Ivan thuis te ontvangen, want dat is niet goed voor de carrière van Nikolaj. Deze had nooit iets van zich laten horen, toen Ivan in het kamp zat; net als de toenmalige vriendin van Ivan, Anja, vond hij het maar het beste wanneer Ivan vertrokken was ‘uit het bewustzijn van de mensen, uit hun vurige en kille harten’. ‘De andere kant opkijken’ is de moraal van Nikolaj: hij hield zijn mond wanneer tijdens de ‘zuiveringen’ absurde
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
beschuldigingen werden ingebracht tegen zijn collega’s van het onderzoekinstituut, hij objectiveerde de ellendige gebeurtenissen, ondertekende het een en ander, en genoot van zijn voorspoedig groeiende reputatie als onderzoeker. Het hoeft geen betoog dat de conversatie met neef Ivan stroef loopt; Nikolaj ratelt maar door over zichzelf om zijn ongemakkelijke gevoel te overstemmen: ‘Hij wilde niet biechten, maar bevestigen’ en zich rechtvaardigen. Nikolajs vrouw is geen haar beter als ze na Ivans vertrek koel opmerkt: ‘We hebben hem vorstelijk onthaald’. Ivan vertrekt naar Leningrad, naar de plaatsen van zijn jeugd en het huis van Anja. Hij komt Pinegin tegen, een studiegenoot die carrière heeft gemaakt door - net als Nikolaj te heulen met het regime. Voor Pinegin is het alsof hij zijn eigen geweten op straat tegenkomt en hij neemt zo snel mogelijk afscheid om zijn twijfels overvloedig weg te lunchen. Ivan vindt een baantje en betrekt een bescheiden kamertje bij een hospita, die - anders dan Nikolaj en Pinegin - wel begaan is met slachtoffers van het bewind sedert zij had gezien hoe boeren werden uitgehongerd en vermoord omdat zij graan moesten leveren aan de staat, graan dat er niet was omdat het gestolen was door diezelfde staat. Zij krijgen een kortstondige relatie totdat de hospita aan kanker overlijdt. Ivan gaat terug in de tijd, naar het huis van zijn vader aan zee. Daar zijn echter enkel nog wat stenen van over: alleen de zee is onveranderlijk, net als Ivan zelf wel en niet is. Door het hele boek heen wordt in beschouwingen een onthutsend beeld gegeven van de wijze waarop de samenleving het Sovjet-systeem had geabsorbeerd: zelfs onschuldig gedeporteerden trachtten ‘de wreedheid van de staat goed te praten’,
eerder nog dan hun onverdiende gevangenschap aan te vechten, die was helaas enkel het gevolg van onvermijdelijke vergissingen. Deze wreedheid van het regime vloeit voort uit de triomf van de onvrijheid: omdat vrijheid identiek is met leven, moest Stalin, om de vrijheid te verslaan, het leven wel doden. De essentie van wat dictatuur betekent, wordt meesterlijk verwoord in een passage als: ‘De goddelijkheid en onfeilbaarheid van de onsterfelijke staat hadden, zo bleek nu, de mens niet alleen terneergedrukt, maar ook beschermd, hem getroost in zijn zwakte, zijn nietswaardigheid gerechtvaardigd; de staat had alle verantwoordelijkheid op zijn ijzeren schouders genomen en de mensen bevrijd van de illusie dat zij een geweten hadden.’ Er blijft niet veel over van het Geloof der kameraden! Wim Honselaar is emeritus hoogleraar Culturele relaties Nederland - Oost-Europa en gastonderzoeker Slavische talen en culturen. Vasili Grossman. Alles stroomt. Vertelling. Uitgeverij De Geus bv, Breda, 2009. Vertaling: Anne Stoffel. Oorspronkelijke titel: Vsë tecët
10
In en uit dienst In dienst
Uit dienst
september 2012 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
oktober 2012 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
- mw. Johanna Timonen MA, onderzoeksassistent bureau KRC
- mw. drs. Jenifer Chao, promovendus ASCA, in dienst 01.09.2008 - dhr. Jacob Eerbeek MA, promovendus ICG, in dienst 01.09.2008 - mw. Bella Hoogeveen BA, medewerker studenten zaken INTT, in dienst 01.10.2011 - dhr. drs. Kees-Jan van Klaveren, promovendus ICG, in dienst 01.10.2008 - dhr. Stefan van der Lecq MA, redacteur afdeling Onderzoek, in dienst 01.09.2011 - dhr. Koen Martens BSc, ontwikkelaar ICT Media studies, in dienst 01.10.2011 - mw. Sarah Praal BA, student-assistent Onderzoek, in dienst 15.04.2012 - mw. dr. Markha Valenta, onderzoeker Geschiedenis, in dienst 01.10.2008 - dhr. Geert Overmars, student-assistent Archeologie, in dienst 15.07.2012 - mw. Hadil Karawani MA, promovendus ACLC, in dienst 01.09.2008 - mw. Josje Damsma MA, promovendus ICG, in dienst 01.09.2008
oktober 2012 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - mw. Marya Albrecht MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - dhr. Egil Asprem MA, onderzoeksmedewerker KRC - dhr. dr. Christiaan Caspers, post-doc Griekse en Latijnse talen en culturen - mw. Ava Creemers BA, student-assistent Nederlandse taalkunde - mw. Melissa Daugherty MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Tess Graafland MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - dhr. Jeroen van Halder MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - dhr. Huib Iserief BA, student-assistent Kunstgeschiedenis - dhr. Thijs Janssen MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Roosanne Kliphuis MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Marjolein Koek MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Laura Koster MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - dhr. Wouter Kroese BSc, student-assistent Logic and Language - mw. M. Lanzing, student-assistent Philosophy and Public Affairs - mw. Suzanne van Leeuwen MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Julia Leunge MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. dr. Bieke Mahieu, onderzoeker Religiestudies - dhr. Bram Mellink, docent Geschiedenis - dhr. Matteo Merlino MA, promovendus ICG - mw. Iris Nube BSc, student-assistent Taalwetenschap - mw. Saskia van Oudheusden MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Martine Posthuma de Boer MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. mr. Hinke Sigmond MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - dhr. Juliën Staartjes BA, onderzoeksmedewerker Literatuurwetenschap - dhr. Carlos Vaquero Patricio MSc, promovendus ILLC - mw. Sanne Verheij-van Bergenhenegouwen MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Boudewien Westra MA, restaurator in opleiding Conservering en restauratie - mw. Samantha Ximeri MSc, promovendus ICG
Nwsbrf#153 / 11.2012
25 Jaar dienstjubileum augustus 2012 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - mw. Willy van Wier, medewerker studentenzaken Wijsbegeerte, in dienst 01.08.1987
11
Bezuinigingen bij de publieke omroep
De rol van het staatshoofd bij de kabinetsformatie De wijziging van de rol van de koningin in de kabinetsformatie staat centraal in een bericht in het Nederlands Dagblad op 8 september. Volgens James Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis, zou de macht niet volledig bij het parlement moeten komen te liggen. ‘Bij een democratisch experiment in Estland was dat het geval. Maar omdat de parlementariërs er niet uit kwamen, liep de proef op een mislukking uit.’ Kennedy wijst ook op de Weimarrepubliek in Duitsland, van 1918/19 tot 1933, waar het in democratisch opzicht finaal spaak liep. ‘Het klinkt dus mooi, democratie in optima forma, maar er kleven zeker ook nadelen aan. Daarom heeft elk stelsel een staatshoofd nodig, koning dan wel president, die in het geval van een politieke crisis sturing kan geven aan bepaalde democratische processen.’ Kennedy is het er mee eens dat de keuze voor een (in-)formateur sinds 1971 in beginsel bij de Kamer ligt, maar zou het een slecht idee vinden als de Kamer vervolgens niet bij het staatshoofd langs gaat voor een akkoord, ‘als extra waarborg voor een goed verloop van het proces.’
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
In de Volkskrant van 8 september aandacht voor de 22 miljoen euro die de publieke omroep de komende jaren moet bezuinigen. De omroep wordt vaak bestempeld als ‘te links’, ‘te bureaucratisch’ of ‘te duur.’ De krant vraagt zich daarop af hoe Nederland het doet in vergelijking met andere landen en gaat te rade bij Huub Wijfjes, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de Nederlandse radio en televisie (vanwege de Stichting Erik en Hans en de Stichting Beeld en Geluid). Iedere Westerse democratie worstelt met de vraag hoe om te gaan met de besteding van publiek geld, benadrukt Wijfjes. De Britten zoeken die legitimatie van het televisiebestel in neutraliteit. ‘Bij de BBC zijn ze als de dood om uitgesproken te zijn, omdat ze dan voor links of rechts versleten kunnen worden. Dat maakt ze angstvallig neutraal.’ Nederland zoekt die verantwoording in de pluriformiteit: met de verschillende omroepen worden alle groepen in de samenleving bediend, is de veronderstelling. Wijfjes is van mening dat amusementsprogramma’s onderdeel uitmaken van een pluriforme omroep. ‘We betalen de publieke omroep met zijn allen. Dan moet er ook voor iedereen geprogrammeerd worden. Als je het amusement weghaalt, ontstaat een cultureel getto. Dan wordt dat belastinggeld alleen nog maar besteed aan de voorkeuren van een kleine elite.’
De Glinsterende Geest Wetenschap wordt bedreven binnen de muren van de universiteit, de vruchten van de wetenschap mogen gelukkig ook daarbuiten worden geplukt. Wetenschappers, ook die van de Faculteit der Geesteswetenschappen, zijn regelmatig in het nieuws. Omdat hun onderzoek interessante en soms direct toepasbare resultaten heeft opgeleverd, of om vanuit hun expertise actuele ontwikkelingen te becommentariëren. Deze rubriek biedt een (onvolledig) overzicht van berichten in en optredens voor de media. De redactie roept alle geesteswetenschappers op zelf melding te maken van nieuwsberichten en mediaoptredens via
[email protected].
Amazon.com in Nederland? Voor kerst opent de Amerikaanse webwinkel Amazon. com een Nederlandse online vestiging, zo bericht Trouw op 19 september. Volgens Frans Huysmans, bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap vanwege het Sector instituut Openbare Bibliotheken, kunnen de gevolgen voor de Nederlandse boekenmarkt groot zijn. Amazon zou zich gaan vestigen in Luxemburg en omzeilt zo wellicht de wet op de vaste boekenprijs. Huysmans: ‘Dat is vervelend voor bol.com, die wel met vaste boekenprijzen te maken heeft, maar nog vervelender voor de kleine boekwinkels die het nu al heel moeilijk hebben. Daar gaan er geheid nog meer van verdwijnen.’ Ook online zou Amazon voor een omslag kunnen zorgen, door de invoering van de tabletcomputer Kindle Fire. ‘In de Verenigde Staten is de Kindle een enorm succes. Voor 159 euro koop je een tabletcomputer die nagenoeg net zoveel kan als de veel duurdere iPad, met als enige beperking dat je je e-boeken bij Amazon moet aanschaffen.’ Huysmans denkt dat er in Nederland een markt is voor de Kindle, omdat de digitale boekenmarkt opstartproblemen kent. Niet alle boeken zijn digitaal verkrijgbaar, omdat Nederlandse uitgevers bang zouden zijn voor illegale kopieën. De hoogleraar denkt dat de beperkte verkrijgbaarheid illegaal downloaden stimuleert. ‘Op tennisclubs gaan usb-sticks van hand tot hand met soms wel 8000 titels. Ook online vindt dergelijke handel plaats. De totale boekverkoop, dus ook die bij bol.com, is echter met tien procent teruggelopen in de eerste helft van dit jaar. Mijn indruk is dat dat mede door die illegale uitwisseling komt.’
12
In ‘t kort ‘Onderzoek de rol van de media bij mediahypes’ In Trouw van woensdag 26 september betoogt Peter Vasterman, ud Journalistiek en media, dat er onderzoek gedaan moet worden naar de rol van de media bij mediahypes als de rellen in Haren. ‘In de onderzoeksopdracht van de commissie Cohen staat wel dat de sociale media aan bod komen, maar de professionele nieuwsmedia ontbreken. Terwijl een evaluatie van die media toch niet onbelangrijk is gezien de discussie over de ‘uitnodigende’ dan wel ‘ophitsende’ rol van allerlei radio- en televisieprogramma’s en cameraploegen ter plekke.’ Volgens Vasterman beroepen journalisten zich in dit soort discussies zich altijd op de mythe van de onafhankelijke waarnemer. ‘Maar de media bevinden zich wel degelijk op het speelveld en beïnvloeden het spelverloop. Het enige verschil is dat die andere hoofdrolspelers allemaal verantwoording moeten afleggen, maar de media niet. Daardoor ontbreekt voor de media ook de noodzaak voor onderzoek naar hun eigen functioneren en de reflectie daarop. Net als het onderzoek van de commissie-Cohen naar het optreden van de bestuurders en de politie zou er een onderzoek moeten komen naar de rol van de nieuwsmedia en naar de interactie tussen de verschillende actoren in deze keten van elkaar versterkende gebeurtenissen.’
Muzikaliteit al vroeg bepaald? Kinderen zouden op latere leeftijd muzikaler worden als ze al vroeg luisteren naar klassieke muziek, zo stelt Matilda Castro, die babyconcerten organiseert voor kinderen van vier tot veertien maanden oud, op 22 september in Een Vandaag. Op basis onderzoek van een Amerikaanse pedagoog beweert Castro dat de muzieksmaak van een baby al op hele jonge leeftijd wordt bepaald en dat de ontwikkeling ervan net als bij taal verloopt. Hoe eerder een kind het leert, hoe beter, luidt aldus het credo. Volgens Henkjan Honing, hoogleraar Cognitieve en Computationele Muziekwetenschap, is er echter geen wetenschappelijk bewijs voor de stelling dat kinderen die heel vroeg met allerlei soorten muziek worden geconfronteerd op latere leeftijd meer gevoel voor muziek zullen hebben of meer gaan musiceren. ‘Om de stelling van Castro te onderbouwen moet je kinderen jarenlang volgen: van heel jong tot heel oud, alleen dan kun je die conclusie trekken. Voor zover ik weet is dit soort onderzoek nog niet gedaan.’ Desondanks heeft Honing sympathie voor de concertreeks. ‘Luister veel en geva rieerd, dat is voor iedereen goed. Dat is voor baby’s niet anders.’
Nwsbrf#153 / 11.2012
De afstand tot de Arabische wereld In De Gids, editie 6 van 2012, betoogt Robbert Woltering, ud Semitische talen en culturen, dat de betekenis van de Arabische wereld is veranderd sinds de Arabische lente. ‘De Arabische revoluties en revoltes doorbreken een reeks vooronderstellingen en stereotypen. De vooronderstellingen kwalificeren de Arabische wereld als statisch en beheerst door godsdienstig gezag. Het stereotype dat eruit volgt is dat van de Arabische wereld als een cultureel-maatschappelijk fotonegatief van de dynamische en seculier-democratische westerse beschaving. Dat spel van de complementariteit van het ideale zelfbeeld met de stereotiepe buitenwereld is universeel, en zal vast op allerlei manieren blijven bestaan in de culturele relaties tussen Europa en Arabië.’ Desondanks is Woltering van mening dat de afstand tussen Oost en West in werkelijkheid kleiner is dan dat die lijkt. ‘Ongeacht de verdere ontwikkelingen in de Arabische wereld moet vandaag worden vastgesteld dat de culturele afstand tussen het noordelijk en het zuidelijk Mediterraan bekken kleiner is dan vaak wordt aangenomen. De afstand tussen Oost en West is vaak niet groter dan die binnen Oost en West (vergelijk Saoedie-Arabië met Tunesië, of Zwitserland met Portugal).
In het tijdschrift Geschiedenis van september aandacht voor het promotieonderzoek van Rindert Jagersma, promovendus Boekwetenschap. De zeventiende-eeuwse pamfletschrijver en vrijdenker Ericus Walten (1662-1697) is minder bekend dan zijn tijd- en bondgenoten Balthasar Bekker en Romeyn de Hooghe. ‘Toch biedt het leven van Walten een interessant kijkje in de theologische conflicten van die tijd. Ik heb de aantekeningen van Walten herontdekt in het Nationaal Archief. Deze aantekenboekjes of memoriaelen maken deel uit van de processtukken van het Hof van Holland. De boekjes zijn daar terechtgekomen na een proces tegen Walten wegens godslastering, dat hij overigens niet heeft overleefd.’ In Intermediair op 4 september aandacht voor de invloed van sms’en, chatten en e-mailen op kantoor taal. Hans Bennis, bijzonder hoogleraar Taalvariatie binnen het Nederlands (vanwege het Meertens Instituut) is uitgesproken positief over deze taalverandering. ‘Er is geen moment in onze geschiedenis geweest waarop zo veel mensen zo veel schreven. Meestal was schrijven voorbehouden aan de hoogopgeleide elite, maar ga je nu een willekeurige tram of treincoupé binnen, dan zit die vol met schrijvers die ijverig teksten zitten in te tikken op hun telefoon.’ Trouw bericht op 20 september over de samenwerking tussen het Rijksmuseum en het Openlucht museum. Daarmee krijgt de canon der Nederlandse geschiedenis vanaf volgend jaar dan toch zijn museale incarnatie. Over de voortdurende discussie over die canon komt Paul Knevel, ud Geschiedenis, aan het woord. ‘De canon is niet het laatste woord over wat onze geschiedenis moet zijn. Hij fungeert als aanzet, om mensen na te laten denken over de geschiedenis en om het publiek te engageren. In die zin moet je de canon als instrument beschouwen, niet als vijftig punten die samen hét verhaal van Nederland vormen.’
13
Promoties en Oratie 8 november
28 november
Promotie: mw. M. Nendadovic´ (Maja), Geschiedenis, Archeologie en Regiostudies / ICG Installing Democracy in the Balkans? Analysis of Political party Assistance in BosniaHerzegovina and Kosovo Promotor: dhr. prof. dr. André Gerrits Co-promotor: dhr. prof. dr. Peter Burnell Agnietenkapel, 12.00 uur
Promotie: mw. M.S. Spoerri (Marlene), Geschiedenis, Archeologie en Regiostudies / ICG Engineering revolution? Building Parties and Bringing down Dictators in the former Yugoslavia Promotores: dhr. prof. dr. André Gerrits, dhr. prof. dr. Peter Burnell Agnietenkapel, 12.00 uur
9 november
29 november
Oratie: dhr. prof. dr. J. Jonker (Joost), hoogleraar Bedrijfsgeschiedenis, inclusief de sociale aspecten (vanwege de Stichting Nederlands Economisch Historisch Archief NEHA) Aller ogen gericht op Kwatta? De relevantie van bedrijfsgeschiedenis Aula, 16.00 uur
Promotie: mw. J. Novak (Jelena), Kunst-, Religie- en Cultuurwetenschappen/ICG Musicology/Theatre Studies/Cultural Studies Promotor: dhr. prof. dr. Rokus de Groot Agnietenkapel, 12.00 uur
9 november Promotie: dhr. A.C.J. Stijnman (Ad), Kunst-, Religie- en Cultuurwetenschappen/ICG A History of Engraving and Etching tech niques. Development of Manual Intaglio Printmaking Processes Promotor: dhr. prof. dr. Jan Piet Filedt Kok Aula, 11.00 uur
22 november Promotie: dhr. J.E. Miltschitzky (Josef), Kunst-, Religie- en Cultuurwetenschappen/ICG Ottobeuren - ein europäisches Orgelzentrum. Orgelbauer; Orgeln und überlieferte Orgelmusik Promotor: dhr. prof. dr. Rokus de Groot Co-promotor: dhr. prof. dr. Ton Koopman Agnietenkapel, 12.00 uur
23 november Promotie: mw. Z. Günduz (Zeynep), Mediastudies/ASCA Digital Dance: (dis)entangling human and technology Promotor: mw. prof. dr. José van Dijck Co-promotor; mw. dr. Maaike Bleeker Agnietenkapel, 10.00 uur
23 november Promotie: mw. J. Sweep (Josefien), Taal- en letterkunde/ACLC Metonymical Object Changes. A corpusoriented study on Dutch and German Promotores: dhr. prof. dr. Fons Moerdijk, dhr. prof. dr. Wim Honselaar Agnietenkapel, 13.00 uur
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
30 november Promotie: mw. E.M. Parigger (Esther), Taalen letterkunde/ACLC Language and executive functioning in children with ADHD Promotor: mw. prof. dr. Anne Baker Co-promotor: dhr. dr. Jan de Jong Agnietenkapel, 13.00 uur
Bijzondere collecties Boekensalon Johannes van Dam Prijs Donderdag 8 november, om 17.00 uur Op donderdag 8 november wordt een boekensalon rondom de winnaar van de Johannes van Dam Prijs gehouden: een oeuvreprijs voor degene die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt voor de (geschiedenis van de) gastronomie op internationaal niveau. De winnaar van de prijs wordt tijdens de boekensalon geïnterviewd. n Museumcafé, Oude Turfmarkt 129 Aanmelden via: 020-525 7300 Vierde Jacob Israël De Haan Lezing Donderdag 15 november, om 17.00 uur Op donderdag 15 november wordt vierde Jacob Israël De Haan Lezing gehouden. De lezing, Homoseksualiteit in de Nederlandse Literatuur rond 1900’ wordt verzorgd door prof. dr. Mary Kemperink. Deze jaarlijkse lezing is een initiatief van de Stichting Jacob Israël de Haan i.s.m. de Bijzondere Collecties van de UvA. Het doel van de Stichting is om werk en leven van Jacob Israël in bredere kring bekend te maken door heruitgaven van zijn boeken en door studies en lezingen. De lezing zal gaan over de verbeelding van homoseksualiteit in het werk van een aantal Nederlandse fin-de-siècle-schrijvers, zoals Jacob Israël de Haan, Louis Couperus en Maurits Wagenvoort. n Museumcafé, Oude Turfmarkt 129 Aanmelden via: 020-525 7300
Boekensalon: Vijftig Tinten Vrij Vertaald Donderdag 13 december, om 17.00 uur Tot het moment dat haar roman Vijftig tinten grijs (Prometheus) uitkwam, had niemand van E.L. James gehoord. Inmiddels heeft iedereen zijn zegje gedaan over E.L. James’ trilogie: de meningen konden niet méér verdeeld zijn. De media hebben het boek omgedoopt tot ‘mommyporn,’ volgens NRC Next is het een ‘gezellig sm-verhaal voor bij een kopje thee’, maar de literaire weblog Tzum bekritiseerde de schrijfster: ‘James schrijft met de achterkant van een hark. Wie wel een pluim op de hoed mag steken, zijn de vertalers van de Engelstalige trilogie.’ Naar aanleiding van de hype rondom Vijftig tinten grijs is er een specifieke discussie ontstaan: de vertaling blijkt beter te zijn dan het origineel. Hoe ver mag de vertaler eigenlijk gaan? In hoeverre is de vertaler ‘gebonden’ aan de regels van het vertalen? Kan de vertaler de rol van redacteur op zich nemen? Aan de hand van een forumdiscussie tussen redacteurs en vertalers zal op deze vragen in de Boekensalon ingegaan worden. Deze Boekensalon wordt georganiseerd door de Master Redacteur/editor in samenwerking met Bijzondere Collecties. n Museumcafé, Oude Turfmarkt 129 Aanmelden via: 020-525 7300
14
SPUI25
In Memoriam Henk de Bruin (1958-2012)
Bijzondere Lezing door prof. dr. Walter van de Leur Walter van de Leur is bijzonder hoogleraar jazz en improvisatiemuziek, vanwege het Conservatorium van Amsterdam. Van der Leur over: Zuivere jazz en muziekkwakzalvers: De tijdschriften “De Jazzwereld” (1931-1940) en “Jazzwereld” (1965-1973). n donderdag 1 november, 17.15-18.15 uur Boekpresentatie: Het gedroomde land. Reis naar het hart van Argentinië Publicist Frénk van der Linden interviewt auteurs Vera Keur en Theo van Stegeren over hun nieuwe boek Het gedroomde land. Reis naar het hart van Argentinië. Redacteur Wil Hansen opent de avond. n donderdag 1 november, 20.00-22.00 uur Letteren &cetera: Thomas Rosenboom en de Amerikaanse literatuur De literaire talkshow van het Nederlands Letterenfonds, waarin directeur Pieter Steinz iedere maand drie auteurs interviewt in SPUI25. Ditmaal: Thomas Rosenboom, Graa Boomsma en Guido Goluke. n vrijdag 2 november, 17.00-18.30 uur NU! De Amerikaanse presidents verkiezingen 2012 Op dinsdag 6 november kiezen de Verenigde Staten een nieuwe president. De avond ervoor, maandag 5 november, buigen drie wetenschappers van de Faculteit der Geesteswetenschappen zich over verschillende aspecten van deze verkiezingen. n maandag 5 november, 20.00-21.30 uur De wetenschap in debat: De staat van onze rechtspraak Regelmatig ontstaat er beroering over de manier waarop er in Nederland recht wordt gesproken. Hoe staat het met de kwaliteit van de rechtspraak? Maken rechters niet wat erg veel vergissingen? Hoe objectief zijn rechterlijke uitspraken eigenlijk? - Dinsdag 6 november, 17:00-18:00 Boekpresentatie: De Boerenoorlog - een jongensboek dat fout afliep Van 1899 tot 1902 werd in Zuid-Afrika een oorlog uitgevochten die het land verscheurde, tot op de dag van vandaag. Wat begon als een gentleman’s war tussen twee rivaliserende blanke bevolkingsgroepen, de Britten en de Boeren, ontaardde in een vuile oorlog tussen alles en iedereen. n donderdag 15 november, 17.00-19.00 uur Boekpresentatie: Gender & Performance Is er een toekomst voor feminisme? Wat zijn postfeministische strategieën in de kunsten? Boekpresentatie van deel 32 van het Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis. Een avond met
Nwsbrf#153 / 11.2012
een performance van De Dragqueers; met korte bijdrages van Sruti Bala (UvA) en Katharina Pewny (Universiteit Gent); en met een bijzonder eerbetoon aan Mieke Kolk, een van de eerste strijdsters voor het feministische theater in Nederland. n donderdag 16 november, 20.00-22.00 uur De wetenschap in debat. Daniel Dennett: de vrije wil en de ziel. Op 14 november krijgt de eminente Amerikaanse filosoof Daniel Dennet de Erasmusprijs 2012. Twee dagen later gaat hij bij SPUI25 in gesprek met Nico Frijda en Herman Philipse. Zij zullen met hem spreken over het thema van ‘de vrije wil’ en ‘de ziel’. Gespreksleider is Martin Stokhof. n vrijdag 16 november, 17.00-18.00 uur Kunst, recht en geld: dogma’s, drempels, dilemma’s en drijfveren bij de financiering van kunst en cultuur Hoe kan het mecenaat voor de kunsten een nieuw gezicht krijgen? De Vereniging Kunst Cultuur Recht bestaat tien jaar en lanceert het boek ‘Kunst, recht en geld’, dat over dit actuele thema gaat. Met medewerking van o.a. Willemien van Aales, Carolien Gehrels, Adriana Esmeijer, Hedy D’Ancona en Ruben Maes. n Singelkerk | vrijdag 16 november, 16.00-19.00 uur De menselijke moraal: revolutionair of darwinistisch? Welke moraal dreef activiste Malala Yousafzai in haar strijd voor beter onderwijs voor meisjes? Volgens bioloog Tomás de Schutter werd Malala geïnspireerd door dezelfde moraal als Galilei: de moraal van argumenten. Een moraal die uniek is en revolutionair omdat ze breekt met onze miljarden jaren oude biologische moraal en met de culturele moraal, voor zover deze mensen op onredelijke gronden onderdrukt. n vrijdag 16 november, 20.00-22.00 uur
Op maandag 1 oktober 2012 is, heel onverwacht, Henk de Bruin overleden. Hij was 54 jaar oud. In 1984 kwam Henk, als 26-jarige, naar de UvA, bij de Dienst Financiële Zaken in het Maagdenhuis. In 1989 verhuisde hij naar het Bungehuis, waar hij de rest van zijn leven zou blijven werken. Henk was senior-medewerker van de afdeling Planning en Control van onze faculteit. Hij kende de financiële huishouding van de faculteit door en door en wist altijd wel een oplossing te vinden voor uitzonderingen. In de voorbereiding van begrotingen en rapportages speelde Henk een sleutelrol en was hij een toonbeeld van hulpvaardigheid en geduld. Henk was een dierbare en zorgzame collega, en voor iedereen die met hem werkte de goedmoedigheid zelve. Zijn vrolijke onverstoorbaarheid en relativerende humor waren aanstekelijk. Echt boos was hij eigenlijk nooit. Jarenlang organiseerde Henk onze deelname aan universitaire sportwedstrijden, met een indrukwekkende verzameling bekers en medailles als resultaat. Zelf deed hij mee met volleybal en trainde wekelijks met collega’s in het USC. Na zijn verhuizing naar Zwolle, vertelde hij graag op kantoor over zijn fraaie tuintje en de genoegens van het buitenleven. Van de reisafstand was hij niet onder de indruk; hij was en bleef een UvA-man in hart en nieren. Collega’s zullen hem nog lang missen.
De Nieuwe Generatie: dr. Philip Westbroek De kunst van de verlossing: Richard Wagners utopische schetsen uit het revolutiejaar 1848-1849. n maandag 19 november, 16.45-17.45 uur Bijzondere Lezing door prof. dr. Arjen Versloot Prof. dr. Arjen Versloot is hoogleraar Germaanse taalkunde, in het bijzonder de Duitse, Scandinavische en Friese talen. Daarin opgenomen de Bijzondere leerstoel Friese taalkunde, ingesteld vanwege de Fryske Akademy in Leeuwarden. n donderdag 29 november, 17.15-18.15 uur
15
Pioniers Ze onderzocht de manier waarop de Chinese overheid zijn macht legitimeert en deed daarvoor veldwerk tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. Promovenda Gladys Chong: ‘Ik ging met een open vizier naar China om data te verzamelen. Daar zag ik dat de staat zijn machtspositie versterkte door burgers bij de Spelen te betrekken.’
Gladys Lei Pak Chong studeerde Comparative Literature en English Studies in Hong Kong en volgde een master Sociologie aan de UvA voordat zij in 2007 werd aangesteld als promovendus bij de ASCA. Haar onderzoek was onderdeel van het project ‘Olympic Celebrations and Contestations of Chineseness - The Beijing 2008 Olympics and 21st Century Imaginations of Place, Culture and Identity’, onder supervisie van Jeroen de Kloet. Op 7 september verdedigde zij haar proefschrift China rejuvenated? Governmentality, subjectivity, and normativity: the 2008 Beijing Olympic Games. Chong was gefascineerd door het gangbare beeld van China als een autoritaire staat. Zij bezocht de Olympische Spelen in Beijing om zoveel mogelijk data te verzamelen. ‘Voor vertrek had ik nog geen theoretisch kader vastgesteld. Omdat de Spelen zo dicht op de startdatum van het project plaatsvonden, was het van belang eerst data te verzamelen. Ik richtte mij op de machtsverhoudingen tussen de communistische partij en de bevolking. Op de Spelen zag ik voortdurend lachende en trotse Chinezen, die het een eer vonden om mee te mogen helpen aan de organisatie. Hoe was dat draagvlak onder de bevolking te verklaren, als de overheid de bevolking alleen zou onderdrukken en kleineren? Vanuit die gedachte ben ik mijn onderzoek vorm gaan geven.’ Chong verzamelde in Beijing veel videomateriaal, foto’s en interviews. Vervolgens selecteerde zij verschillende groepen betrokkenen, zodat zij enkele casestudies op kon zetten. ‘Met die casestudies wilde ik laten zien dat de staat verschillende strategieën en
tactieken inzet om de machtspositie te versterken. Niet de groep, maar het individu wordt aangesproken en gestimuleerd om een afhankelijke positie in te nemen. Zo kon de Chinese staat zichzelf op een efficiënte manier op de kaart zetten als een sterke en moderne grootmacht.’
‘China is zo complex’ Een van die casestudies richtte zich op de rol van vrijwilligers. Chong onderzocht de strategieën en tactieken van de Chinese overheid om zich te profileren in het promotiemateriaal voor de vrijwilligers. ‘Er werden voor de Spelen maar liefst 1,7 miljoen vrijwilligers ingezet en nog waren er meer aanmeldingen dan plaatsen. Zo kwamen bijvoorbeeld alleen studenten van de meest prestigieuze universiteit in aanmerking voor selectie. Het was dus een enorme eer geselecteerd te worden: het bood de geselecteerde carrièreperspectieven en diens familie steeg in aanzien als een van hen in het Olympische
vrijwilligersuniform werd gezien. Verder stimuleerde de overheid in het promotie materiaal het geloof en vertrouwen in het moderne China, in plaats van stil te staan bij het, soms traumatische, verleden. Het is heel makkelijk om China te zien als een autoritair land, maar mijn onderzoek maakt duidelijk dat dit genuanceerder ligt: de structuur van de Chinese samenleving is zeer complex.’ Met haar proefschrift begeeft Chong zich op de grens van geesteswetenschappen. ‘Ook al promoveerde ik bij Media Studies, er zit zeker ook een antropologische component in mijn onderzoek. Zo sprak ik inwoners van Beijing en observeerde ik de stedelijke omgeving waarin zij verkeerden.’ Vanaf januari geeft Chong les aan het Amsterdam University College over Contemporary China. In haar vervolgonderzoek, waarvoor zij nu voorbereidingen treft, wil zij zich echter niet tot China beperken. ‘Ook al kom ik ervandaan, in de toekomst wil ik, zowel in onderzoek als onderwijs, verder kijken dan China of de Chinese identiteit alleen.’ Melle van Loenen
De Nieuwsbrief FGw is een uitgave van het Dagelijks Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen | #153 / 11.2012 | archief www.hum.uva.nl/nieuwsbrief eindredactie Mas Fopma, Melle van Loenen (student-assistent), tel. 020-525 5336,
[email protected] | verspreiding en abonnementen
[email protected] deadline kopij Nieuwsbrief 154 12.11.2012 | vormgeving www.crasborn.nl foto’s Eduard Lampe