Reorganisatieplan Faculteit Geesteswetenschappen

Reorganisatieplan Faculteit Geesteswetenschappen Vastgesteld door de decaan Geesteswetenschappen op 18 februari 2013

Inhoudsopgave

Samenvatting 1. Noodzaak tot reorganiseren 2. Doelstellingen van de reorganisatie 3. Contouren van de nieuwe organisatie 3.1 3.2 3.3

Profilering en bezuiniging Structuurwijziging Bedrijfsvoering

3.3.1 3.3.2 3.3.3 4.

Bij elkaar brengen uitvoering en beleid Versterken Research Support Lokale ondersteuningsteams

Personele consequenties

4.1 4.2 4.3

Profilering en bezuiniging Structuurwijziging Bedrijfsvoering

4.3.1 4.3.2 4.3.3 5.

Bij elkaar brengen uitvoering en beleid Versterken Research Support Lokale ondersteuningsteams

Financiën

5.1 5.2 6.

Effect van de reorganisatie op de meerjarenbegroting Kosten van de reorganisatie Sociaal Plan

6.1 6.2 6.3 7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6

Aanzet tot sociaal plan Met ontslag bedreigde medewerkers met dienstverband voor onbepaalde tijd Met ontslag bedreigde medewerkers met dienstverband voor bepaalde tijd.

2 3 3 4 4 5 7 7 8 9 11 12 13 14 14 15 16 17 17 19 19 19 19 20

Planning en uitvoering reorganisatie traject

20

Ondernomen acties medewerkers Ondernomen acties richting studenten Gevolgen voor Promovendi Selectieve vacaturestop Werkwijze reorganisatie Planning reorganisatie

20 21 21 21 21 23

Bijlage A. Overzicht van de personele consequenties van de reorganisatie.

24

Reorganisatieplan Faculteit Geesteswetenschappen

18 februari 2013

Samenvatting De Faculteit Geesteswetenschappen ambieert een brede researchfaculteit te zijn die nationaal en internationaal herkenbaar is door haar hoge kwaliteit van onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. Om deze ambitie waar te maken kiest de faculteit voor een sterke profilering. De faculteit staat daarbij voor de taak om tot en met 2015 3,7 M€ per jaar te bezuinigen. De profilerings- en bezuinigingsdoelstellingen maken dat keuzes gemaakt worden, dat niet levensvatbare opleidingen, programma’s en activiteiten beëindigd worden en dat de organisatiestructuur gewijzigd wordt. Om dit te realiseren is een reorganisatie nodig. De planning is dat de nieuwe organisatie start op 1 juli 2013. De contouren van de nieuwe organisatie op een rijtje: • de opleiding Portugees en de hoofdrichting Theologie worden beëindigd; • het U-theater Studio T wordt gesloten en het Kennispunt wordt opgeheven; • de facultaire organisatie wordt omgevormd naar vier departementen, zes schools, en vier onderzoekorganisaties. De bedrijfsvoering wordt zoveel mogelijk op locatie georganiseerd en sommige ketens worden aangepast; • Research Support en kennisvalorisatie worden versterkt; • het mentoraat van promovendi wordt voor alle promovendi op eenzelfde manier georganiseerd. Als gevolg van de reorganisatie raakt naar verwachting 12,1 fte aan medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde tijd met ontslag bedreigd. De faculteit zal zich tot het uiterste inspannen om deze medewerkers van werk naar werk te begeleiden. In totaal worden 38,2 functies opgeheven (waarvan 5,4 fte op dit moment vacant is) en komt er 21,5 fte aan nieuwe functies terug. Naar verwachting kan 20,7 fte herplaatst worden en ontstaat er 0,8 fte vacatureruimte. Met de reorganisatie wordt structureel 1,4 M€ per jaar aan personele lasten bezuinigd. De eenmalige kosten van de reorganisatie worden geschat op 5,0 M€ aan een voorziening voor medewerkers die met ontslag bedreigd raken, en 600 k€ voor het vergroten van de mobiliteit van medewerkers, voor overgangsvoorzieningen voor studenten van op te heffen opleidingen en voor projectkosten die met de reorganisatie en de start van de nieuwe organisatie gepaard gaan. De faculteit garandeert zittende studenten van de te beëindigen opleiding Portugees en de hoofdrichting Theologie dat zij binnen een redelijke termijn een diploma aan de Universiteit Utrecht kunnen behalen. Als studenten willen overstappen naar een belendende opleiding, worden zij daarbij door de faculteit gefaciliteerd. De promovendi van wie de begeleiders door de reorganisatie geraakt worden, kunnen hun promotie binnen de gebruikelijke termijn en onder begeleiding van de huidige promotor afronden.

Pagina 2


1.

18 februari 2013

Noodzaak tot reorganiseren

De Faculteit Geesteswetenschappen ambieert een brede researchfaculteit te zijn die nationaal en internationaal herkenbaar is door haar hoge kwaliteit van onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. In de nota Ambitie en krimp is uitgewerkt voor welk profiel de Faculteit Geesteswetenschappen kiest. In de nota Horizon 2015-2020 zijn de afspraken tussen de faculteit en het college van bestuur van de Universiteit Utrecht ten aanzien van de profilering, bezuinigingen, Ba Ma 3.0, prestatieafspraken en de facultaire uitwerking van het nieuwe strategisch plan van de universiteit vastgelegd. Sindsdien heeft de faculteit verder gewerkt aan het vormgeven van dit profiel om de ambities waar te kunnen maken. In Horizon 2015-2020 heeft de faculteit vastgesteld 3,7 M€ per jaar te moeten bezuinigen op de exploitatie. Dit is essentieel om de exploitatie van de faculteit structureel sluitend te krijgen en beleidsruimte te creëren voor strategische investeringen. Financiële vitaliteit 1 is een voorwaarde om de inhoudelijke doelstellingen te kunnen bereiken. De profilering en benodigde bezuiniging hebben onder andere geresulteerd in het voornemen tot reorganisatie (4 december 2012) waarover de decaan de faculteitsraad 14 december 2012 heeft geïnformeerd. De profilerings- en bezuinigingsdoelstellingen maken dat niet levensvatbare en/of onvoldoende in het profiel passende opleidingen, programma’s en activiteiten beëindigd worden en dat de organisatiestructuur gewijzigd wordt. Om de inhoudelijke ambities en financiële doelstellingen te realiseren wordt onderzoek en onderwijs ingericht langs vier kennisdomeinen die het nieuwe profiel vormgeven en versterken. Deze vier kennisdomeinen doen recht aan de inhoudelijke kennisdomeinen op het brede terrein van de Geesteswetenschappen. Dit vertaalt zich in een organisatiestructuur waarbij het aantal departementen teruggebracht wordt van zes naar vier. Daarnaast vindt er een herschikking plaats van de onderzoeksinstituten en Schools om onderwijs en onderzoek goed in te passen in de vier departementen. Het onderbrengen van het onderzoek in interdisciplinaire onderzoeksinstituten en het onderwijs in Schools is altijd al een sterk punt geweest van de Faculteit Geesteswetenschappen. Deze interdisciplinariteit blijft in de nieuwe organisatie behouden. De voortdurende aandacht die de faculteit hieraan besteedt en de gelijktijdige inzet op toponderzoek en toponderwijs maakt de Utrechtse Faculteit Geesteswetenschappen sterk (inter)nationaal onderscheidend. Daarnaast heeft de faculteit een investeringsagenda opgesteld om bij te kunnen dragen aan het realiseren van de prestatieafspraken van de Universiteit Utrecht. Het college van bestuur heeft deze agenda op 18 december 2012 vastgesteld en voor de periode tot en met 2015 middelen beschikbaar gesteld om de investeringen te kunnen plegen. De bedrijfsvoering zal aangepast worden aan deze nieuwe organisatiestructuur om goed aan te sluiten bij het primaire proces en om het HR beleid en de financiële planning en control te versterken. Voor het realiseren van het profiel, het behalen van de financiële doelstelling en het optimaliseren van de besturingsstructuur is een reorganisatie nodig die de hele faculteit omvat. In dit reorganisatieplan worden de contouren van de nieuwe organisatie uitgewerkt en de personele en financiële consequenties van de reorganisatie beschreven.

2.

Doelstellingen van de reorganisatie

Het doel van de reorganisatie is het realiseren van een sterk en duurzaam profiel van de Faculteit Geesteswetenschappen zoals beschreven in de nota’s Ambitie en krimp en Horizon 2015-2020, een goede ondersteuning door de bedrijfsvoering en het creëren van een betere organisatiestructuur om het profiel en verbeterde bedrijfsvoering te borgen. Met de reorganisatie wordt door de krimp

1

Financiële vitaliteit: structureel positieve exploitatieresultaten met een buffer om tegenvallers op te vangen en ruimte voor strategische investeringen.

Pagina 3


18 februari 2013

in de formatie bovendien een deel van de taakstellende bezuiniging voor 2015 gerealiseerd die onderdeel is van het totale Horizon programma.

3.

Contouren van de nieuwe organisatie

Om de profilering vorm te geven, de bedrijfsvoering en financiële planning en control te versterken en een deel van de bezuinigingsdoelstelling te behalen worden de opleiding Portugees en de hoofdrichting Theologie beëindigd, de theateractiviteiten elders ondergebracht, het Kennispunt opgeheven, de organisatie omgevormd van zes naar vier departementen, krijgen de vier departementen vanuit de ketens een team voor de bedrijfsvoering, en wordt een aantal ketens met ondersteunende diensten anders ingericht. Daarnaast worden enkele functies rondom het onderzoek gewijzigd om het mentoraat van promovendi in de Graduate school voor alle promovendi op eenzelfde manier te organiseren en kennisvalorisatie binnen het onderzoek beter te ondersteunen.

3.1

Profilering en bezuiniging

Portugese Taal en Cultuur Het aantal studenten dat de afgelopen jaren interesse heeft getoond voor de opleiding Portugese Taal en Cultuur is klein. Daarbij komt dat de opleiding in zijn huidige vorm onvoldoende aansluit bij het gekozen facultaire profiel. Een ombuiging naar een opleiding Latijns-Amerika Studies is onrealistisch geworden, nu de faculteit Sociale Wetenschappen onlangs heeft besloten deze richting op te heffen en de Universiteit Leiden enkele jaren geleden een dergelijke opleiding is gestart. Hoewel de opleiding in Utrecht een mono vestiging betreft, wordt een opleiding op het gebied van de Portugese taal en cultuur niet langer verantwoord bevonden. Vanwege de lage studentenaantallen en de onvoldoende aansluiting bij het facultaire profiel zal de opleiding Portugese Taal en Cultuur beëindigd worden en de disciplinegroep Portugese Taal en Cultuur in zijn geheel opgeheven worden. Theologie Het aantal studenten dat de afgelopen jaren interesse heeft getoond voor theologie, ook binnen de huidige structuur waarbij het een van de twee te kiezen hoofdrichtingen werd, is dermate gedaald en nog steeds dalende dat het faculteitsbestuur de opleiding Religiewetenschap en Theologie in zijn huidige vorm niet langer verantwoord acht. Binnen de opleiding is er tevens beduidend meer interesse voor religiewetenschap dan voor theologie (de verhouding in inschrijvingen voor de beide delen is 70/30). Dit komt mede door externe ontwikkelingen (met name de keuze van de Protestantse Theologische Universiteit om de predikantenopleiding te beperken tot Groningen en Amsterdam (VU)). Om die reden wordt de hoofdrichting Theologie dan ook beëindigd en wordt de disciplinegroep Theologie in zijn geheel opgeheven. Om een voldoende breed palet aan religiestudies te borgen mag kennis op het gebied van bijbel en jodendom niet ontbreken in het onderwijsprogramma. Passend binnen de facultaire profilering, wordt een nieuwe UD-functie op het gebied van ‘Jodendom in heden en verleden alsmede kennis van de bronnen van de christelijke traditie’ binnen de disciplinegroep Religiewetenschap gecreëerd. Conform de facultaire profilering investeert de faculteit in de voorziening Klassieke Talen. Ten behoeve daarvan zal de UD functie op dit gebied worden overgeheveld van Religiewetenschap & Theologie naar het (nieuw te vormen) departement Talen, Literatuur en Communicatie. Kennispunt De financiering van het Kennispunt Geesteswetenschappen door het college van bestuur komt te vervallen. Het Kennispunt, dat in de keten Communicatie en Marketing valt, brengt studenten in contact met organisaties en bedrijven die een onderzoeksvraag hebben op het gebied van de Geesteswetenschappen en verzorgt de cursus ‘de onderzoeker als adviseur’. Onderwijs op het gebied van ondernemerschap is binnen de faculteit van belang en dit onderwijs wordt ingebouwd

Pagina 4


18 februari 2013

in de nieuwe curricula die momenteel ontwikkeld worden. Vanwege de beëindigde financiering door het college en het integreren van onderwijs op het gebied van ondernemerschap in de curricula worden het Kennispunt en 1,0 fte functie van medewerker wetenschapswinkel 1 opgeheven. Theater De faculteit heeft het U-theater/Studio T indertijd ingericht voor onderwijs- en onderzoeksdoeleinden. Behoud van het huidige theater leidt tot hoge operationele kosten (met name door noodzakelijke investeringen in de techniek) terwijl de mogelijkheden voor ruime openingstijden beperkt blijven. Uit een vergelijking van het universitaire theater Parnassos met de huidige theatervoorzieningen blijkt dat Parnassos over goede faciliteiten beschikt waarmee de faculteit het onderwijs en onderzoek goed kan verzorgen en uitstekend vorm kan geven aan profilering en community-building. De sluiting van het U-theater / Studio-T en het onderbrengen van alle activiteiten bij Parnassos leidt tot een forse kostenreductie. Om deze redenen wordt het U-theater / Studio-T gesloten, worden activiteiten ondergebracht bij Parnassos, en worden de functies van theatertechnicus 1 en teamleider 2 opgeheven.

3.2

Structuurwijziging

In de nieuwe organisatie heeft de faculteit vier departementen met daarbinnen vijf Under Graduate schools en vier onderzoekinstituten, en een Graduate School. De huidige departementen Nederlands en Moderne Talen vormen het nieuwe departement Talen, Literatuur en Communicatie. De huidige departementen Wijsbegeerte en Religiewetenschappen & Theologie vormen het nieuwe departement Wijsbegeerte en Religiewetenschap. De schools, bachelor opleidingen en onderzoeksinstituten zijn als volgt over de departementen verdeeld: Departement

School

Bachelor

Onderzoekinstituut

Geschiedenis &

Geschiedenis &

Geschiedenis

Onderzoekinstituut

Kunstgeschiedenis

Kunstgeschiedenis

Kunstgeschiedenis

voor (kunst)-

Media- &

Media- &

Muziekwetenschap

Onderzoekinstituut

Cultuurwetenschappen

Cultuurwetenschappen

Theater, film en

voor Media-, Cultuur-,

televisiewetenschap

en Literatuur

Communicatie en

Onderzoekinstituut

Informatiewetenschappen

Utrecht Institute of

Duitse taal en cultuur

Linguistics OTS (UiL

Engelse taal en cultuur

OTS)

geschiedenis

wetenschap Talen, Literatuur &

Talen & Communicatie

Communicatie

Franse taal en cultuur Italiaanse taal en cultuur Keltische talen en cultuur Literatuurwetenschap Nederlandse taal en cultuur Spaanse taal en cultuur Taalwetenschap Wijsbegeerte &

Wijsbegeerte &

Islam & Arabisch

Onderzoekinstituut

Religiewetenschap

Religiewetenschap

Religiewetenschap

voor Filosofie en

Wijsbegeerte

Religiewetenschap

Kunstmatige Intelligentie Liberal Arts

Liberal Arts & Sciences Taal en Cultuurstudies

Naast de vijf Under graduate Schools waar het bachelor onderwijs wordt verzorgd is er één Graduate School die verantwoordelijk is voor het masteraanbod en de PhD opleiding. De Graduate

Pagina 5


18 februari 2013

School is onderverdeeld in vier kamers (academische masters, educatieve masters, researchmasters en PhD opleiding) en ressorteert onder de faculteit, aangestuurd door de decaan (of een door de decaan aan te wijzen vice-decaan). De indeling in kennisdomeinen is leidend voor de onderzoeksorganisatie die uit vier onderzoekinstituten bestaat die ingebed zijn in de departementen. Concreet betekent dit dat het huidige Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuurgeschiedenis (OGC) wordt opgedeeld in het Onderzoekinstituut voor (kunst)geschiedenis en het Onderzoekinstituut voor media-, cultuuren literatuurwetenschap, en dat de huidige onderzoekinstituten voor Religiewetenschappen (Integon) en Wijsbegeerte (Zeno) worden samengevoegd tot het Onderzoekinstituut voor Filosofie en Religiewetenschap. Het huidige UiL OTS gaat (vooralsnog) verder onder dezelfde naam. De vier departementen zijn ieder een financiële eenheid, vormen de thuisbasis van al het WP en van het OBP dat specifiek is aangesteld op onderzoekprojecten. De leiding van een departement berust bij het departementshoofd die, conform het faculteitsreglement, belast is met de algemene leiding van het departement ten aanzien van het onderwijs en de wetenschapsbeoefening, met inachtneming van de aanwijzingen van de decaan. Het hoofd is in het bijzonder belast met: - het bevorderen van de kwaliteit van het wetenschappelijke personeel; - het bevorderen van de samenhang tussen het onderwijs en het onderzoek binnen het betrokken wetenschapsgebied; - het bijdragen vanuit het betrokken wetenschapsgebied aan het strategische beleid van de faculteit; - het bepalen van de omvang en kwaliteit van de werkzaamheden van ieder wetenschappelijk personeelslid, in overeenstemming met de directeuren onderwijs en onderzoek (het tripartietoverleg). Het departementshoofd is bovendien eindverantwoordelijk voor een goed financieel en HR beleid van het departement inclusief de aan het departement verbonden onderzoekinstituten, Under Graduate Schools, Onderzoekscholen en activiteiten van de Graduate School. Het Departementshoofd heeft hiervoor conform het faculteitsreglement het mandaat van het bestuur gekregen. Vanuit die verantwoordelijkheid stuurt het departementshoofd de Coördinator Bedrijfsvoering functioneel aan (het hoofd van de keten stuurt de Coördinator Bedrijfsvoering hiërarchisch aan). Binnen het onderzoekinstituut van het departement is de Onderzoekdirecteur verantwoordelijk voor de voorbereiding, voortgang, kwaliteit en organisatie van het onderzoek. Binnen de Schools van het departement is de Onderwijsdirecteur verantwoordelijk voor de kwaliteit en voortgang van het onderwijs. De school Liberal Arts, waarvan de activiteiten departement-overschrijdend zijn, wordt ondergebracht bij het departement W&R. De directeur van Liberal Arts is verantwoordelijk voor de kwaliteit en voortgang van het onderwijs onder eindverantwoordelijkheid van het hoofd van het departement W&R. Het hoofd is bovendien verantwoordelijk voor afstemming met andere departementen over de te leveren (onderwijs)capaciteit t.b.v. de school Liberal Arts. Het Expertisecentrum Literair Vertalen (ELV) wordt onderdeel van het departement Taal, Literatuur en Communicatie. De directeur van het ELV is, onder eindverantwoordelijkheid van het departementshoofd, verantwoordelijk voor de kwaliteit en voortgang van het onderwijs. De bedrijfsvoering van Liberal Arts en het ELV worden ondergebracht bij het lokale ondersteuningsteam van het desbetreffende departement. De onderzoekscholen waarvan de faculteit penvoerder is, worden voor de bedrijfsvoering ingebed in één van de departementen. Op dit moment geldt dat voor de Landelijke Onderzoeksschool Taalwetenschap (LOT dat onder TLC valt), de Onderzoeksschool Kunstgeschiedenis (OSK, valt onder GKG), de Nederlandse Onderzoekschool Genderstudies (NOG, valt onder MCW) en de Nederlandse Onderzoekschool voor Theologie en Religiewetenschap (Noster, valt onder W&R).

Pagina 6


18 februari 2013

Het Descartes Centrum en het Centre for the Humanities ressorteren – vanwege hun interdisciplinaire en faculteitsbrede en –overstijgende scope - onder de decaan met een eigen directeur en Coördinator Bedrijfsvoering.

Figuur 1. Overzicht van de onderdelen van de Faculteit Geesteswetenschappen in de nieuwe organisatie met de departementen Talen, Literatuur & Communicatie (TLC), Geschiedenis & Kunstgeschiedenis (GKG), Media- & Cultuurwetenschappen (MCW), Wijsbegeerte & Religiewetenschap (W&R), Descartes Centrum, Centre for the Humanities (CfH) en de Bedrijfsvoering.

3.3

Bedrijfsvoering

De andere indeling van de ketens en het reorganiseren van de bedrijfsvoering is erop gericht om de uitvoering en het beleid van onderwijs en onderzoek dichter bij elkaar te brengen, de research support te verstevigen, en de bedrijfsvoering in de departementen te verbeteren door de inrichting van lokale ondersteuningsteams. De grootste verandering vindt plaats door het herschikken van de ketens OSZ en een deel van de keten BBO in een nieuwe keten Studentzaken, Onderwijs en Onderzoek (SO&O). Van deze keten wordt het organogram gegeven.

3.3.1

Bij elkaar brengen uitvoering en beleid

De afdeling Beleid van de huidige keten Beleid en Bestuursondersteuning (BBO) en de keten Onderwijs- en Studentzaken (met uitzondering van het International Office) worden samengevoegd in de nieuwe keten Studentzaken, Onderwijs en Onderzoek. Daarnaast vallen de Onderzoekcoördinatoren (zie 3.3.3 pag 10) binnen de keten SO&O. Hiermee wordt beoogd onderwijs- en onderzoekbeleid en uitvoering dichter bij elkaar te brengen. Het samenvoegen van de ketens OSZ en BBO heeft tot gevolg dat de functie van afdelingshoofd OSZ (ufo profiel Afdelingshoofd 1) vervalt in de nieuwe organisatie. De huidige afdeling International Office binnen OSZ wordt omgevormd tot een nieuwe keten International Office die rechtstreeks onder de faculteitsdirecteur valt. Samen met Rebo wordt een

Pagina 7


18 februari 2013

IO binnenstad gevormd. Er komt voor beide faculteiten een gezamenlijk backoffice. Beide faculteiten houden hun frontoffices op locatie. Dit IO Binnenstad bedient een grote en alsmaar groeiende doelgroep van internationale gasten met praktische begeleiding ten aanzien van student-uitwisseling, docent mobiliteit en visa- en huisvestingsaanvragen. Hiermee wordt niet alleen meer continuïteit beoogd, maar vooral ook de realisatie van een goede, brede dienstverlening, gebaseerd op efficiency en kennisdeling. Het hoofd van de samenwerkende International Offices heeft een aanstelling bij één faculteit en wordt functioneel aangestuurd door twee faculteitsdirecteuren. Alle medewerkers uit de huidige afdeling IO worden geplaatst in de nieuwe keten IO met behoud van hun huidige takenpakket en functieprofiel. De huidige afdelingen Bestuursondersteuning en Secretariële Ondersteuning van de keten BBO worden omgevormd tot een nieuwe keten Bestuurlijke Ondersteuning. De afdeling Secretariële Ondersteuning is in omvang gekrompen en in de huidige situatie volstaat één hoofd secretaresses van de afdeling en wordt de functie van teamleider 1, die het hoofd ondersteunt, opgeheven.

Figuur 2. Organogram van de keten Studentenzaken, Onderwijs en Onderzoek in de nieuwe organisatie. In de nieuwe organisatie wordt elk van de afdelingen binnen de keten SO&O aangestuurd door een meewerkend voorman/vrouw.

De Coördinatoren Bedrijfsvoering krijgen het nieuwe functieprofiel van coördinator bedrijfsvoering. Het hoofd van de Coördinatoren Bedrijfsvoering wordt lid van het facultaire managementteam dat bestaat uit de ketenhoofden en de faculteitsdirecteur. Hiermee wordt beoogd de Coördinatoren Bedrijfsvoering dichter bij het facultaire beleid te betrekken en hen een stevigere rol en positie in de bedrijfsvoering te geven.

3.3.2

Versterken Research Support

Het versterken van de project control en het vergroten van inkomsten uit 2e en 3e geldstroom zijn speerpunten van de faculteit. Een goede project control begint bij het ontwikkelen van nieuwe projecten met een solide begroting, beheersbare risico’s en deugdelijke contracten. Bovendien leidt een kwaliteitsverbetering in de beginfase van een project tot een grotere slagingskans van het projectvoorstel. Om de ondersteuning van het WP in deze fase te verbeteren wordt een facultair Research Support Office binnen de keten F&C gecreëerd door het huidige EU Liaison Office over te brengen van de keten BBO naar F&C.

Pagina 8


18 februari 2013

Het RSO heeft als taak het optimaal ondersteunen van WP bij de voorbereiding en aanvraag van 2e en 3e geldstroomprojecten, zodat het WP maximaal ondersteund wordt en zich zo veel mogelijk op de inhoud van het project kan richten, en er aan bij te dragen dat projecten worden ontwikkeld volgens de facultaire en universitaire financiële kaders. Het RSO wordt een duidelijk herkenbaar loket binnen de faculteit met een vaste kern aan medewerkers. De huidige coördinator van het EULO blijft de hiërarchisch leidinggevende van het RSO. Alle medewerkers uit het huidige EULO worden geplaatst in het nieuwe RSO met behoud van hun huidige takenpakket en in principe functieprofiel 2. Naast de medewerkers van het RSO participeren projectcontrollers en projectadministrateurs van F&C, en de facultaire wp-coördinatoren contract onderzoek vanuit hun eigen organisatieonderdeel in het RSO. Ter versterking wordt binnen de afdeling F&C een nieuwe functie van projectcontroller gecreëerd, die actief betrokken wordt in het RSO. Kennisvalorisatie / facultaire coördinatie contractonderzoek Om vorm te geven aan kennisvalorisatie is er behoefte aan een facultaire coördinatie van het contractonderzoek en het adviseren en assisteren van onderzoekers bij het ontwikkelen van projecten. Deze nieuwe taak, die een omvang van in totaal 0,8 fte zal hebben, wordt gecreëerd om de brug te slaan tussen ondersteuning en onderzoek, en om WP te assisteren bij het acquireren van projecten en kennisvalorisatie. Daartoe is de coördinator actief betrokken in het Research Support Office. Twee (senior)onderzoekers van de faculteit krijgen hiertoe voor een deel van hun aanstelling de rol van coördinator contractonderzoek en worden in deze rol functioneel aangestuurd door de vicedecaan onderzoek.

3.3.3

Lokale ondersteuningsteams

In ieder departement wordt een lokaal ondersteuningsteam ingericht, waarin OBP van verschillende ketens vanuit hun eigen expertise nauw samenwerkt. Een ondersteuningsteam bestaat uit: Coördinator Bedrijfsvoering, Onderwijscoördinator, Onderzoekcoördinator en Secretariaat. Dit team vormt de spil van de ondersteuning van het departement en wordt functioneel aangestuurd door de Coördinator Bedrijfsvoering. Hiërarchische aansturing, professionalisering, opleiding, stroomlijning en samenwerking vinden binnen de ketens plaats. Werkzaamheden die op het snijvlak van twee (of meer) ketens liggen worden in overleg opgepakt en gecoördineerd door de Coördinator Bedrijfsvoering. Daarnaast maakt het volgende OBP, dat specifiek toegewezen wordt aan een onderdeel, deel uit van het lokale ondersteuningsteam: − HR-adviseur en een HR-uitvoerder (binnen de keten HR); − Controller en financieel administrateur (binnen de keten F&C); − Studieadviseur (binnen de keten SO&O); − Medewerker communicatie en marketing (binnen de keten C&M). Naast de taken die voor een specifiek onderdeel worden uitgevoerd blijven sommige taken ook op facultair niveau uitgevoerd worden, zoals beleidsondersteuning, communicatie en marketing, F&C, HR, ICT & media, onderwijssecretariaat en examensecretariaat. Coördinator Bedrijfsvoering De Coördinator Bedrijfsvoering ondersteunt het Departementshoofd in alle bedrijfsvoeringzaken. Het betreft een nieuwe functie die gecreëerd wordt om de bedrijfsvoering in de departementen te 2

Voor twee medewerkers met het functieprofiel medewerker kennistransfer geldt dat dit profiel in de UFO

systematiek is vervangen door het profiel van medewerker kennisvalorisatie. Deze profielen worden conform de CAO om deze reden omgezet en niet vanwege de reorganisatie.

Pagina 9


18 februari 2013

verbeteren, en de verbinding tussen departementaal en facultair beleid op het gebied van de bedrijfsvoering te versterken. Hij/zij is verantwoordelijk voor een goed verloop van alle bedrijfsvoeringprocessen (financieel beheer, aanstelling van personeel, werving en selectie, huisvesting, ICT zaken, communicatie, etc.) binnen het departement, stuurt het bedrijfsvoeringteam functioneel aan en draagt in dat kader zorg voor een optimale samenwerking van alle OBP binnen het departement dat taken in de bedrijfsvoering heeft. De departementen TLC, W&R en GKG hebben vanwege hun omvang meer dan één fte Coördinator Bedrijfsvoering. Hier worden de taken van de Coördinator Bedrijfsvoering in overleg met het Departementshoofd verdeeld over twee functionarissen waarbij de Coördinator Bedrijfsvoering met het functieprofiel van coördinator bedrijfsvoering 1 de eindverantwoordelijkheid heeft en het bedrijfsvoeringteam functioneel aanstuurt (de tweede coördinator heeft het profiel van coördinator bedrijfsvoering 2). Omdat het Centre for the Humanities en het Descartes Centrum facultaire eenheden met een eigen bedrijfsvoering zijn, die rechtstreeks onder de decaan vallen, hebben beide een eigen Coördinator Bedrijfsvoering. Voor het faculteitsbureau wordt een nieuwe functie van Coördinator Bedrijfsvoering gecreëerd die de ketenhoofden ondersteunt in de bedrijfsvoering van de ketens (budgetbeheer, HR processen, etc.). De Coördinator Bedrijfsvoering wordt hiërarchisch aangestuurd door het hoofd van de keten Bestuurlijke Ondersteuning (één van de coördinatoren bedrijfsvoering 1, een meewerkend voorman/ -vrouw met het ufo profiel afdelingshoofd 1/ coördinator bedrijfsvoering 1) en geeft functioneel leiding aan de secretaresses binnen zijn of haar onderdeel (het hoofd secretaresses binnen de keten BO is hiërarchisch leidinggevende). Hij/ zij wordt functioneel aangestuurd door het hoofd van het departement. Algemeen OBP dat is aangesteld voor ondersteuning van onderzoek in bijvoorbeeld labs en dat niet binnen een andere keten dan BO valt, wordt door de Coördinator Bedrijfsvoering van het desbetreffende departement hiërarchisch aangestuurd. Onderzoekcoördinator De Onderzoekcoördinator betreft een nieuwe functie die gecreëerd is om het onderzoek, en specifiek de Onderzoekdirecteur goed te ondersteunen nu de onderzoeksinstituten onderdeel zijn van de departementen. De Onderzoekcoördinator heeft het functieprofiel van beleidsmedewerker 4 en ondersteunt de Onderzoekdirecteur bij de voorbereiding, de organisatie en het bewaken van de voortgang en kwaliteit van het onderzoek in het departement. Hij/ zij organiseert activiteiten van het onderzoekinstituut, ondersteunt de kwaliteitszorg van het onderzoek en coördineert de kwaliteitszorg van promovendi. De Onderzoekcoördinator heeft geen financiële verantwoordelijkheden maar ondersteunt de onderzoekdirecteur wel in het verkrijgen van inzicht in de voortgang van 2e en 3e geldstroomprojecten door het analyseren van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en signaleert knelpunten. De onderzoekscholen vallen onder de departementen en hebben een eigen Onderzoekcoördinator. De Onderzoekcoördinator wordt functioneel aangestuurd door de Coördinator Bedrijfsvoering 1 en hiërarchisch aangestuurd door een meewerkend voorvrouw/-man binnen de afdeling onderzoekcoördinatoren van de keten SO&O met het ufo profiel afdelingshoofd 3 / beleidsmedewerker 4. De beoogde kandidaat moet in staat zijn vanuit een facultaire context de ondersteuning aan de onderzoeksdirecteuren vorm te geven en het team aan te sturen.

Pagina 10


18 februari 2013

PhD mentoraat Een goede begeleiding en mentoring van promovendi is van belang vanuit het perspectief van goed werkgeverschap en voor het rendement van promotietrajecten. De begeleiding van promovendi is in de eerste plaats een taak van de promotor en de wetenschappelijke staf. Voor algemeen advies of problemen kunnen Promovendi terecht bij de nieuwe functie van ‘PhD-mentor’ (ufo profiel studieadviseur 1). Deze mentor heeft een proactieve taak in het signaleren en oplossen van knelpunten in het promotietraject en werkt nauw samen met de Onderzoekscoördinatoren in de begeleiding van promovendi. De PhD mentor wordt ondergebracht in de afdeling onderzoekcoördinatoren en wordt hiërarchisch aangestuurd door de meewerkend voorvrouw/- man van deze afdeling en functioneel door de vice-decaan onderzoek. Het PhD-mentoraat wordt in de nieuwe organisatie op het niveau van de Graduate School georganiseerd en ondergebracht in de keten SO&O. Onderwijscoördinator De functie van Onderwijscoördinator is gelijk aan deze functie in de huidige situatie. De Onderwijscoördinator ondersteunt de Onderwijsdirecteur bij de voorbereiding, ontwikkeling en organisatie en het bewaken van de voortgang en kwaliteit van het onderwijs. Hij/ zij plant en coördineert onderwijsactiviteiten en stelt roosters op, ondersteunt onderwijsevaluaties, controleert OERen, coördineert informatievoorziening voor de website van de School en ondersteunt de opleidingscommissie van de School als ambtelijk secretaris. De Onderwijscoördinator wordt functioneel aangestuurd door de Coördinator Bedrijfsvoering 1 en hiërarchisch aangestuurd door het hoofd Onderwijscoördinatoren binnen de keten SO&O (één van de Onderwijscoördinatoren, een meewerkend voorman/ -vrouw met het ufo profiel afdelingshoofd 3/ onderwijscoördinator). Overige leden lokaal ondersteuningsteam De formele positie en functie van de overige leden van het lokale ondersteuningsteam, behalve de secretaresses die in een andere keten worden ondergebracht, wijzigen niet in de nieuwe organisatie, maar allen worden dichter betrokken bij het departement waarvoor ze werkzaam zijn. De facultaire controllers worden specifiek aan één departement toegewezen waar ze verantwoordelijk worden voor de kwaliteit en uitvoering van het financiële Planning en Control proces van het departement. Hij/zij krijgt daarbij een proactieve rol in het signaleren van risico’s en budgetafwijkingen in 1e, 2e en 3e geldstroom en signaleert deze aan relevante collega’s (met name de Coördinator Bedrijfsvoering, Departementshoofd en Hoofd F&C). De controller krijgt een belangrijke rol in het versterken van de control van de 2e en 3e geldstroom; hij/zij verleent financieel- technische ondersteuning bij aanvragen van 2e en 3e geldstroomprojecten in nauwe samenwerking met het RSO.

4.

Personele consequenties

Als gevolg van de reorganisatie krimpt de vaste formatie met 16,7 fte en raakt naar verwachting 12,1 fte (9,1 fte WP, 3 fte OBP) aan medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde tijd met ontslag bedreigd (in Bijlage A is een totaaloverzicht van personeel in de oude en nieuwe situatie opgenomen). De WP formatie krimpt netto met 10,1 fte als resultaat van 11,5 fte aan vaste formatieplaatsen die opgeheven worden binnen Theologie en Portugees, en creatie van 1,4 fte aan nieuwe functies. De OBP formatie krimpt netto met 6,6 fte als gevolg van de sluiting van het Utheater/Studio-T, het opheffen van het kennispunt en het reorganiseren van de bedrijfsvoering. In totaal wordt 38,2 fte aan functies opgeheven en 21,5 fte aan nieuwe functies gecreëerd waarbij er naar gestreefd wordt hiervan 20,7 fte met zittend personeel in te vullen 3. In aanvulling op de 3 Het verschil tussen de 38,2 fte aan functies die opgeheven worden en 20,7 fte aan nieuwe functies die mogelijk ingevuld wordt met zittend personeel is 17,5 fte. Omdat er van de 38,2 fte opgeheven functies 5,4 fte vacant is, is het aantal medewerkers dat naar verwachting met ontslag bedreigd raakt 12,1 fte.

Pagina 11


18 februari 2013

krimp als gevolg van de reorganisatie zal de formatie van de faculteit verder krimpen door het selectief verlengen van tijdelijke aanstellingen die voor 2015 aflopen, en het selectief vervangen van medewerkers die vertrekken om in 2015 op de beoogde formatie uit te komen. Dit beleid valt buiten de scope van dit reorganisatieplan.

4.1

Profilering en bezuiniging

Portugese Taal en Cultuur Omdat de opleiding Portugees beëindigd wordt is het niet meer noodzakelijk kennis van de Portugese taal en cultuur in huis te houden. Daarom worden alle functies (4 medewerkers; 3,0 fte vast waarvan 0,3 fte tijdelijke ophoging) van de disciplinegroep Portugees opgeheven (Tabel 1). Tabel 1. Personele consequenties van het opheffen van de leerstoelgroep Portugees voor aanstellingen voor onbepaalde tijd. UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd

Nieuw

Naar verwachting ontslag bedreigd

Hoogleraar 2

1,0

1,0

-

-

1,0

UD1

0,7

0,7

-

-

0,7

UD2

1,3

1,3

-

-

1,3

Totaal

3,0

3,0

0,0

0,0

3,0

Theologie Omdat de hoofdrichting Theologie wordt beëindigd, wordt de disciplinegroep Theologie in zijn geheel opgeheven en vervallen alle functies binnen deze groep behalve de functie van een UD op het gebied van de klassieke talen die overgeplaatst wordt naar het nieuwe departement Talen, Literatuur en Communicatie. In de nieuwe organisatie komen van het huidige departement Religiewetenschap en Theologie de huidige disciplinegroepen Arabische en Islamitische studies en Religiewetenschap terug als Islam & Arabisch respectievelijk Religiewetenschap in het nieuw te vormen departement Wijsbegeerte en Religiewetenschappen. Beide disciplinegroepen kennen één kernleerstoel. De huidige kernleerstoelhouders van deze disciplinegroepen die naar aanleiding van de Blauwdruk voor het departement Godgeleerdheid aan de UU in 2010 zijn aangezocht om het nieuwe profiel van deze discipline groepen te versterken, passen uitstekend in het nieuwe profiel van de faculteit. Dat betekent dat deze twee leerstoelen worden gecontinueerd en dat andere kernhoogleraar posities met het opheffen van de disciplinegroep Theologie komen te vervallen. De expertise op het gebied van de Klassieke Talen is nu belegd bij een UD2 die een aanstelling heeft binnen de disciplinegroep Theologie (0,4 fte) en het departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis (0,2 fte). In de nieuwe organisatie wordt 0,6 fte UD2 klassieke talen ongewijzigd overgeheveld naar het nieuwe departement Talen, Literatuur en Communicatie. De nieuwe functie van UD2 (1 fte) op het gebied van Jodendom in heden en verleden alsmede kennis van de bronnen van de christelijke traditie zal geplaatst worden in de leerstoelgroep Religiewetenschappen binnen het nieuwe departement Wijsbegeerte en Religiewetenschap.

Pagina 12


18 februari 2013

Tabel 2. Personele consequenties van het opheffen van de disciplinegroep Theologie en het versterken van het profiel op het gebied van de klassieke talen en het gebied van Jodendom en kennis van de bronnen van de Christelijke traditie. Getallen betreffen aanstellingen voor onbepaalde tijd. UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd Nieuw


Hoogleraar 2

3,0

3,0

-

-

2,0 4

UHD 2

2,8

2,8

-

-

2,8

UD1

0,5

0,5

-

-

0,5

UD2

1,4

1,0

0,4

1,0

0,0

Junior UD

0,8

0,8

-

-

0,8

Totaal

8,5

8,1

0,4

1,0

6,1

Kennispunt Het kennispunt wordt in zijn geheel opgeheven. De functie van medewerker wetenschapswinkel 1 (twee medewerkers, in totaal 1 fte) binnen het kennispunt wordt opgeheven (Tabel 3). Tabel 3. Personele consequenties van het opheffen van het kennispunt. UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd Nieuw

Medewerker wetenschapswinkel 1

1,0

1,0

-

-

1,0

Totaal

1,0

1,0

0,0

0,0

1,0


Theater Het U-theater/Studio-T wordt gesloten en alle activiteiten worden ondergebracht bij Parnassos. De functies van theatertechnicus 1 (1,0 fte) en Teamleider 2 (1,0 fte) worden opgeheven (Tabel 4). Tabel 4. Personele consequenties van het opheffen van het theater. UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd Nieuw


Theatertechnicus 1

1,0

1,0

-

-

1,0

Teamleider 2

1,0

1,0

-

-

1,0

Totaal

2,0

2,0

0,0

0,0

2,0

4.2

Structuurwijziging

In de nieuwe organisatie wordt al het wetenschappelijk personeel ondergebracht in een van de vier departementen. Voor het WP van deze departementen zijn er vanwege deze structuurwijziging geen andere gevolgen dan dat zij onder een nieuwe organisatorische entiteit vallen. Begin 2011 is al het personeel van de onderzoeksinstituten OGC en UiL OTS met behoud van functieprofielen ondergebracht bij een van de zes huidige departementen. In de nieuwe organisatie zal van drie medewerkers alsnog het functieprofiel wijzigen omdat de huidige functieprofielen niet meer passen in de nieuwe situatie. Met het opdelen van het huidige Onderzoekinstituut voor Geschiedenis en Cultuurgeschiedenis (OGC) in het Onderzoekinstituut voor (kunst)geschiedenis en het Onderzoekinstituut voor media-, cultuuren literatuurwetenschap kan in beide instituten met één onderzoekdirecteur worden volstaan. Daarmee komt de positie van adjunct-directeur OGC te vervallen. In verband hiermee wordt deze functie gewijzigd van een combinatieprofiel van UD 1/ Directeur Onderzoekinstituut 3 naar UD1 (Tabel 5). 4

1,0 fte HL2 is reeds vacant door natuurlijk verloop. Deze vacante functie wordt opgeheven.

Pagina 13


18 februari 2013

Tabel 5. Personele consequenties van de structuurwijziging; te wijzigen functies. Afdeling

UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd

Nederlands

Universitair Docent 1 / directeur onderzoeksinstituut 3

TLC

Universitair Docent 1

BBO

ICT consultant 2

GKG

1,0

1,0

-

-

-

-

-

1,0

0,2

0,2

-

-


-

-

-

0,2

BBO

Beleidsmedewerker 3

0,2

0,2

-

-

W&R


-

-

-

0,2

1,4

1,4

0,0

1,4

Totaal

Nieuw

Uitgangspunt bij medewerkers met een gecombineerd profiel is, dat als taken van elk profiel in elkaars verlengde liggen, medewerkers zoveel mogelijk één aanstelling met één bijbehorend functieprofiel hebben. Dit uitgangspunt heeft voor twee mensen gevolgen voor hun functieprofiel. Voor twee UD’s uit de departementen GKG en Wijsbegeerte ligt een klein deel van hun taken op het snijvlak van WP en OBP taken. Zij hebben nu twee aanstellingen met twee verschillende functieprofielen. Omdat deze OBP taken direct voorvloeien uit onderwijs en onderzoek en hun hoofdtaken liggen op het gebied van onderzoek en onderwijs, komt hun OBP functie te vervallen en wordt voor de gehele omvang van de functie het WP functieprofiel van toepassing. o Dat betekent dat voor 0,8 fte UD 1 van GKG het functieprofiel consultant ICT 2 (0,2 fte) vervalt en deze taken onderdeel uit gaan maken van een functie van 1,0 fte UD 1. o Voor 0,8 fte UD2 van Wijsbegeerte komt het functieprofiel van 0,2 fte beleidsmedewerker 3 te vervallen en zullen de taken onderdeel worden van een 1,0 fte functie van UD 2, die in zijn geheel bij het nieuwe departement Wijsbegeerte en Religiewetenschap wordt ondergebracht.

4.3

Bedrijfsvoering

4.3.1

Bij elkaar brengen uitvoering en beleid

De omvorming van de huidige ketens Beleid- en Bestuursondersteuning (BBO) en Onderwijs- en Studentzaken in de nieuwe ketens Studentzaken, Onderwijs en Onderzoek en Bestuurlijke Ondersteuning (BO) leidt tot de wijziging van een aantal functies (Tabel 6, zie ook Figuur 2). In de nieuwe organisatie worden de functies van de (bestuurs)secretarissen die nu in de afdeling BO binnen de keten BBO vallen, opgeheven. Deze functies komen terug in de nieuwe organisatie: - als Onderzoekcoördinator binnen SO&O met het functieprofiel van beleidsmedewerker; - of als Coördinator Bedrijfsvoering in de keten BO.

Pagina 14


18 februari 2013

Tabel 6. Personele consequenties van de inrichting van de nieuwe keten SO&O waarin de teams hiërarchisch aangestuurd worden door een meewerkend voorman/-vrouw en de functie van Hoofd OSZ komt te vervallen. Afdeling

UFO functie 5

OSZ

Afdelingshoofd 1

OSZ

Teamleider 1 /medewerker administratieve processen

Oud

Opheffen

1,0

1,0

0,7

0,7

Ongewijzigd

Nieuw

-

en systemen 1 SO&O

Afdelingshoofd 2/mdw adm processen en systemen 1

OSZ

Onderwijscoördinator /beleidsmedewerker 4

SO&O

Afdelingshoofd 3/Onderwijscoördinator

OSZ

Medewerker studentzaken 1

SO&O

Teamleider 1/medewerker studentzaken 1

SO&O

Afdelingshoofd 3 / beleidsmedewerker 4

Totaal

1,0

1,0

3,2

3,2

0,7

-

1,0

-

3,2 0,2

5,9

5,9

0,0

5,1

De afdeling secretaresses wordt uit de keten BBO overgeplaatst naar de keten BO en valt onder een nieuwe entiteit. Met de huidige omvang, waarin 2,4 fte vacante posities wordt opgeheven, van de afdeling volstaat één afdelingshoofd van 0,8 fte (Tabel 7). Tabel 7. Personele consequentie voor de afdeling secretaresses. Afdeling

UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd

Secretaresses Teamleider 1

0,7

0,7

-

Secretaresses Secretaresse

20,2

2,4 6

17,8

Totaal

20,9

3,1

17,8

Nieuw

-

Alle medewerkers van de afdeling IO binnen de keten OSZ worden overgeplaatst naar de nieuwe keten IO met behoud van hun functieprofiel.

4.3.2

Versterken Research Support

De creatie van een facultair Research Support Office, door alle medewerkers van het huidige EU Liaison Office over te brengen van de keten BBO naar F&C, heeft geen functiewijzigingen tot gevolg 7. Ter versterking van de control op 2e en 3e geldstroom projecten wordt er binnen de afdeling F&C een nieuwe functie gecreëerd van controller (Tabel 8) uit de ruimte die ontstaat uit krimp van de formatie departement-secretarissen als gevolg van het opheffen van één vacante fte secretaris 1. Tabel 8. Personele consequentie voor de afdeling F&C. Afdeling

UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd

Nieuw

F&C

Controller 4

-

-

-

0,8

0,0

0,0

-

0,8

Totaal

5 De functie van Afdelingshoofd 1 is reeds vacant door natuurlijk verloop. Deze vacante functie wordt opgeheven. 6 Deze functies zijn momenteel vacant door natuurlijk verloop. Deze vacante functies worden opgeheven. 7 Voor twee medewerkers met het functieprofiel medewerker kennistransfer geldt dat dit profiel in de UFO

systematiek is vervangen door het profiel van medewerker kennisvalorisatie. Deze profielen worden conform de CAO om deze reden omgezet en niet vanwege de reorganisatie.

Pagina 15


4.3.3

18 februari 2013

Lokale ondersteuningsteams

Het instellen van lokale ondersteuningsteams heeft tot gevolg dat de huidige functies van secretarissen van departementen en onderzoeksinstituten worden opgeheven (12,4 fte), en nieuwe functies van Coördinator Bedrijfsvoering en Onderzoekcoördinator worden gecreëerd. De functie van Onderwijscoördinator blijft ongewijzigd, behalve dat één van de Onderwijs coördinatoren hiërarchisch leidinggevende van deze afdeling wordt en het functieprofiel afdelingshoofd 3/ onderwijscoördinator krijgt, en dat de Onderwijscoördinatoren (net als de Onderzoekcoördinatoren) onderdeel worden van de nieuwe keten SO&O. Coördinator Bedrijfsvoering Zoals in hoofdstuk 3.3.3. is beschreven krijgt elk departement ondersteuning van een Coördinator Bedrijfsvoering 1 (2,4 fte aan nieuwe functies) die het lokale ondersteuningsteam functioneel aanstuurt. De grote Departementen krijgen vanwege hun omvang een tweede Coördinator Bedrijfsvoering, met het profiel coördinator bedrijfsvoering 2 (1,7 fte aan nieuwe functies). Het Centre for the Humanities en het Descartes Centrum worden ondersteund door een coördinator bedrijfsvoering 3 (0,6 fte) respectievelijk 4 (1,0 fte). Het faculteitsbureau wordt ondersteund door een nieuwe functie van coördinator bedrijfsvoering 4 (0,7 fte). Voor de hiërarchische aansturing van de keten wordt een nieuwe functie met het ufo profiel afdelingshoofd 1 / coördinator bedrijfsvoering 1 gecreëerd (0,9 fte). De Coördinatoren Bedrijfsvoering worden binnen de keten BO geplaatst. Tabel 9. Personele consequenties van de inrichting van lokale ondersteuningsteams en PhD mentoraat. Oud

Opheffen

Ongewijzigd

Nieuw

Bestuurssecretaris 3

4,9

4,9

-

-

BBO


0,9

0,9

-

-

BBO

Secretaris 1 8

5,1

5,1

-

-

BBO

Secretaris 2

1,0

1,0

-

-

Moderne

Universitair Docent 2/Medewerker

Talen

onderwijsontwikkeling 2

0,8

0,8

-

-

MCW

Universitair Docent 2 / Studieadviseur 1

0,4

0,4

-

-

MCW

Studieadviseur 1

0,6

0,6

-

-

BO

Afdelingshoofd 1/ Coördinator bedrijfsvoering 1

-

-

-

0,9

BO

Coördinator bedrijfsvoering 1

-

-

-

2,4

BO


-

-

-

1,7

BO


-

-

-

0,6

BO


-

-

-

1,7

SO&O

Beleidsmedewerker 4

-

-

-

5,5

SO&O

Studieadviseur 1

-

-

-

0,4

13,7

13,7

0,0

13,2

Afdeling

UFO functie

BBO

Totaal

Onderzoekcoördinator In totaal wordt er voor 2,7 fte Onderzoekcoördinator (ufo profiel beleidsmedewerker 4) en voor 0,2 fte meewerkend voorman / -vrouw (ufo profiel afdelingshoofd 3 / beleidsmedewerker 4) gecreëerd binnen de keten SO&O. Ieder Departement krijgt één Onderzoekcoördinator waarbij de omvang van de aanstelling afhangt van de grootte van het departement en de daarmee corresponderende onderzoekinstituten.

8

Hiervan is 1 fte vacant. Deze 1 fte vacante positie wordt opgeheven.

Pagina 16


18 februari 2013

De functie van secretaris 1 van de onderzoekscholen en expertise centra (2,8 fte) komt in de nieuwe organisatie terug als Onderzoekcoördinator in de keten SO&O met het functieprofiel van beleidsmedewerker 4. Het OGC en het UiL OTS kennen nu de functie van AiO coördinatoren. Deze functies (1,2 fte UD1, 0,6 fte studieadviseur 1) worden opgeheven omdat in de nieuwe organisatie deze taken belegd worden in nieuw te creëren functies van Onderzoekcoördinator (2,7 fte) of Phd mentor (0,4 fte studieadviseur 1). Onderwijscoördinator De huidige kwartiermaker van de afdeling Onderwijs coördinatoren wordt leidinggevende van de afdeling onderwijscoördinatoren met het ufo profiel afdelingshoofd 3 / onderwijscoördinator binnen de nieuwe keten SO&O. Overige leden lokaal ondersteuningsteam De functies van Controller, administrateur, HR adviseur en HR uitvoerder worden niet gewijzigd als gevolg van de reorganisatie.

5.

Financiën

5.1

Effect van de reorganisatie op de meerjarenbegroting

In 2015 zal een sluitende exploitatie behaald worden door de reorganisatie, al gerealiseerde bezuinigingen op de personeelslasten in 2012 en het beheersen van personele en materiële lasten tot en met 2015. De reorganisatie leidt tot een bezuiniging van 1,4 M€ per jaar door de reductie van 16,7 fte aan vaste formatie (Tabel 10). Doordat activiteiten die samenhangen met het opheffen van deze formatieplaatsen beëindigd worden, of geheel anders georganiseerd worden, is deze bezuiniging structureel. Naast het directe effect van de reorganisatie op de personele lasten in de exploitatie spelen ook andere effecten van de reorganisatie een rol. Zo wordt bijvoorbeeld ook een aantal tijdelijke functies na afloop van de aanstelling van de medewerkers opgeheven bij Portugees en Theologie die niet in dit overzicht zijn opgenomen, wat leidt tot een verdere reductie in personele lasten. Anderzijds zullen minder baten gerealiseerd worden door bijvoorbeeld derving van studiepunten Portugees en Theologie. De precieze effecten op de inkomsten uit studiepunten zijn op dit moment niet te voorspellen omdat onbekend is hoeveel studenten Portugees en Theologie overstappen naar andere opleidingen binnen de faculteit (waarmee de studiepunten behouden blijven) of de faculteit verlaten. Er is dus een risico dat de bezuiniging op personele lasten verkleind wordt door derving aan inkomsten uit beëindigde activiteiten. Tabel 10. Overzicht van effect van de reorganisatie op de personele lasten van de faculteit als de som van de salarislasten van de te vervallen functies. De bedragen zijn berekend uit de personele lasten van elke functie die opgeheven wordt in het maximum van de bij de functie behorende schaal.

Onderdeel Portugees Theologie Kennispunt Theater Bedrijfsvoering Totaal

Reductie functies (fte vaste formatie)

Bespaarde salarislasten (k€ per jaar)

3,0 7,1 1,0 2,0 3,6

274 704 64 98 215

16,7

1.355

Naast de reductie van de personele lasten als gevolg van de reorganisatie zal de faculteit binnen de uitvoering van Horizon 2015-2020 sturen op verdere beheersing van personele en materiële

Pagina 17


18 februari 2013

lasten. Dat betekent onder meer dat besluitvorming over het vervullen van vacatures in handen blijft van het bestuur. Met deze maatregel is de formatie in 2012 al flink gekrompen (met 38 fte in Q3 2012 en opzichte van Q4 2011) en continuering van deze maatregel draagt bij aan het bereiken van de financiële doelstelling in 2015. Ook op beheersing van materiële lasten wordt sterk gestuurd, zo wordt er samen met de directie V&C en de Rebo faculteit een lange termijn huisvestingsplan ontwikkeld om de faculteit goed maar efficiënt te huisvesten. In de beheersing van de huisvestinglasten zit een zeker risico omdat het onderwijs anders georganiseerd zal worden en het aantal contacturen toe zal nemen. Dit kan leiden tot een grotere vraag aan onderwijsruimtes dan voorzien. Daarnaast wordt met de reorganisatie geïnvesteerd in een betere control van de 2e en 3e geldstroom. In de begroting 2015 wordt uitgegaan van een reductie van de baten van 3,25 M€ ten opzichte van Q3 2012 (Tabel 11), voornamelijk als gevolg van een daling van de baten die van de universiteit ontvangen worden (centrale baten, huisvesting en beleidsruimte). Ten opzichte van 2011 (de peildatum waarop Horizon 2015-2020 is gebaseerd) wordt begroot met een daling van de baten van 3,8 M€. Zoals beschreven wordt de reductie aan baten opgevangen door een lastenreductie als gevolg van de reorganisatie én beheersing van de personele lasten (selectieve vacaturestop) en materiële lasten. De personele lasten dalen in 2015 met 2,2 M€ ten opzichte van 2012 (prognose Q3) als gevolg van de reorganisatie en bezuiniging op personeel. Wanneer hiervan 1,4 M€ met de reorganisatie bereikt wordt, dient er (volgens de laatste prognose) van 2013-2015 door natuurlijk verloop en selectieve vervanging dus nog 800k€ aan personele lasten bezuinigd te worden. De doelstelling uit Horizon 2015-2020, waarbij wordt uitgegaan van een formatie van 270 fte WP en 126 fte OBP in de eerste geldstroom in 2015, is daarbij leidend. Volgens begroting dalen de overige materiële lasten met 1,4 M€ ten opzichte van 2012. Dit is voor circa een derde deel een normalisatie van deze post (in 2012 zijn op deze post incidentele inkomstenoverdrachten geboekt), een gevolg van de daling in interne baten die tot lagere materiële kosten leiden (verbonden aan activiteiten die door interne baten gefinancierd worden), en een taakstellende bezuiniging van 500 k€. Deze bezuiniging moet gerealiseerd worden doordat in 2015 minder fte werkzaam zijn binnen de faculteit die minder materiele kosten maken. Daarnaast is begroot dat circa 500 k€ bezuinigd wordt op de huisvestingslasten, waardoor de groei van deze lasten minder hoog is; zonder deze beheersing zouden de huisvestingslasten in 2015 ruim 1 M€ hoger zijn dan in 2012 en nu wordt een stijging van 604 k€ begroot. Zoals beschreven zit er in deze aanname een zeker risico. Tabel 11. Meerjarenbegroting van de Faculteit Geesteswetenschappen 2013-2015 (zoals deze is vastgesteld door het college van bestuur op 13 november 2012) waarin is uitgegaan van het starten van de nieuwe organisatie op 1 januari 2014 en een eenmalige suppletie door het college van bestuur van k€ 973 in 2013. In dit reorganisatieplan wordt uitgegaan van de start op 1 juli 2013 waardoor de personele lasten in 2013 lager uit zullen vallen dan begroot. De gerealiseerde cijfers van 2011, begroting 2012 en de laatste prognose 2012 is toegevoegd om het vertrekpunt van de faculteit aan te duiden. De gerealiseerde cijfers 2011 zijn het referentiepunt waarop Horizon 2015-2020 is gebaseerd. De hoge materiële lasten in 2011 zijn het resultaat van verliezen op 2e en 3e geldstroom projecten die in 2011 genomen zijn, en op deze post geboekt zijn.

BATEN

Centrale baten

Realisatie

Begroting

Prognose

Raming

Raming

2011

2012

2012 (Q3)

2013

2015

40.667

40.001

40.322

39.339

38.924

4.202

4.220

4.220

3.951

3.996

Beleidsruimte

1.332

1.159

1.159

767

600

Interne opbrengsten

2.589

1.914

2.500

2.403

2.000

Baten werk i.o.v. derden

6.846

7.000

7.800

8.000

7.500

Huisvesting en facilitaire lasten

Pagina 18


Overige baten

LASTEN

18 februari 2013

3.380

2.085

2.500

2.528

2.228

TOTAAL BATEN

59.016

56.379

58.501

56.988

55.248

Personeelslasten

46.341

44.785

45.025

43.868

42.855

5.386

6.662

6.422

6.748

7.026

10.118

4.588

6.400

6.072

5.034

Afschrijvingslasten

321

344

327

300

333

Financiële baten/lasten

-27

Huisvesting, FSC, ICT, ASC Overige materiële lasten

TOTAAL LASTEN

62.166

56.379

58.174

56.988

55.248

EXPLOITATIESALDO

-3.123

0

327

-0

-0

Naast beheersing van lasten zet de faculteit in consolidatie van inkomsten, maar verbetering van het rendement, uit de 2e en 3e geldstroom. De inspanning om externe financiering te verwerven stijgt en met een betere control willen we projecten in de 2e geldstroom zonder verliezen, en in de 3e geldstroom met een positief resultaat afsluiten. Ondanks een stijging van de inspanning verwachten we in een krimpende markt voor 3e geldstroomprojecten echter geen grote stijging van de omzet.

5.2

Kosten van de reorganisatie

De totale kosten van de reorganisatie schatten we op eenmalig 5,6 M€ waarmee structureel 1,4 M€ per jaar bezuinigd wordt. Dit budget omvat een voorziening van 5,0 M€ aan geschatte uitkeringen BWWW/NU en salarislasten voor de 10 maanden ontslag beschermingstermijn en 3 maanden opzegtermijn van de 12,1 fte medewerkers die naar verwachting met ontslag bedreigd raakt. Daarnaast is een budget van 600 k€ gereserveerd voor transitiekosten. Dit budget is voor het vergroten van de mobiliteit van medewerkers (coaching, opleiding, faciliteren van overstap naar een functie buiten de faculteit), voor overgangsvoorzieningen voor studenten van op te heffen opleidingen en voor projectkosten die met de reorganisatie en de start van de nieuwe organisatie gepaard gaan (bijvoorbeeld opleiding voor medewerkers die in nieuwe functies geplaatst worden).

6.

Sociaal Plan

6.1

Aanzet tot sociaal plan

Het definitieve sociaal plan wordt overeengekomen tussen het college van bestuur en het lokaal overleg van 27 maart 2013. Uitgangspunt is de universitaire regeling Sociaal Beleidskader bij Reorganisaties (SBK) van de Universiteit Utrecht.

6.2 Met ontslag bedreigde medewerkers met dienstverband voor onbepaalde tijd De faculteit kan gedwongen ontslagen in dit stadium niet voorkomen/uitsluiten. Als niet tot herplaatsing kan worden overgegaan zullen 12,1 fte aan aanstellingen voor onbepaalde tijd beëindigd worden, met inachtneming van de ontslagbeschermingstermijn en de opzegtermijn. De ontslagbeschermingstermijn van 10 maanden start per 1 juli 2013 en wordt gevolgd door een opzegtermijn van 3 maanden. Als gevolg hiervan zullen de dienstverbanden voor onbepaalde tijd van de met ontslag bedreigde medewerkers per 1 augustus 2014 worden beëindigd. De faculteit zal zich tot het uiterste inspannen om ontslag bedreigde medewerkers van werk naar werk te begeleiden, intern of extern.

Pagina 19


18 februari 2013

Voor alle met ontslag bedreigde medewerkers worden de volgende instrumenten ingezet: alle medewerkers worden aangemeld bij work2work vanaf het moment dat zij schriftelijke geïnformeerd worden / het besluit ontvangen dat zij als gevolg van het opheffen van hun functie met ontslag bedreigd zijn. Daarmee hebben zij direct toegang tot de interne vacatures die nog niet voor externe kandidaten openstaan. de daadwerkelijke begeleiding naar ander werk start met een re-integratie onderzoek door een work-coach van work2work. op basis van de resultaten van dit onderzoek vindt een individueel gesprek plaats tussen de met ontslag bedreigde medewerker, een HR adviseur, en een werkcoach van work2work en indien gewenst de decaan. doel van bovengenoemd gesprek is om concrete afspraken te maken over het reintegratietraject. In aanvulling op het traject dat door work2work geboden wordt kan (conform paragraaf 3 van het SBK) de re-integratie naar de arbeidsmarkt extra ondersteund worden. De aard van de op maat gemaakte trajecten wordt mede bepaald door het profiel en de specifieke behoefte van de medewerker en de kansen op de arbeidsmarkt. De afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Het mandaat voor het maken van maatwerk-afspraken is voorbehouden aan de decaan; bij het begeleiden van het re-integratietraject (casemanagement) wordt gebruik gemaakt van het netwerk van de huidige departements- en ketenhoofden waarbij de faculteitsdirecteur het totale proces regisseert.

6.3 Met ontslag bedreigde medewerkers met dienstverband voor bepaalde tijd. De dienstverbanden voor bepaalde tijd worden niet als gevolg van de reorganisatie tussentijds beëindigd. Er zijn daardoor geen met ontslag bedreigde medewerkers met een dienstverband voor bepaalde tijd. Alle medewerkers waarvan het dienstverband voor bepaalde tijd afloopt worden conform staand beleid vier maanden voor afloop van hun dienstverband aangemeld bij work2work.

7.

Planning en uitvoering reorganisatie traject

7.1

Ondernomen acties medewerkers

Na het vaststellen van de nota Horizon 2015-2020 en aansluitend op het vaststellen van het voornemen tot reorganisatie zijn er verschillende maatregelen genomen om negatieve personele consequenties te minimaliseren. Prioriteit hierbij was het verkennen van mogelijkheden om medewerkers van Portugees, Theologie, Kennispunt en Theater te begeleiden van werk naar werk. Hiertoe zijn gesprekken gevoerd met de zusterfaculteiten in Leiden en Groningen. Met individuele medewerkers zijn mogelijkheden voor mobiliteit verkend. Bij alle activiteiten in dit kader is richting medewerkers en gesprekspartners nadrukkelijk aangegeven dat de gesprekken, die in een vroeg stadium hebben plaatsgevonden en vooruit lopen op het formele reorganisatietraject, uitsluitend tot doel hebben de belangen van betrokken medewerkers te dienen. De faculteit kiest er niet voor om de Regeling Vrijwillige Mobiliteit toe te passen, omdat zij het van belang vindt om in verband met de voortgang van het realiseren van de herstructurering en de doelen uit Horizon 2015-2020 de reorganisatie zo spoedig mogelijk te starten. De faculteit kan wel met de ontslag bedreigde medewerkers in de ontslagbeschermingstermijn, binnen de kaders van het SBK, soortgelijke afspraken maken zoals die bij de regeling vrijwillige mobiliteit gelden. Via individuele gesprekken, medewerkersbijeenkomsten (facultair, per domein en per afdeling binnen de keten) en maandelijkse nieuwsbrieven zijn alle medewerkers van de faculteit geïnformeerd over de toekomstplannen en de gevolgen van de reorganisatie. Op 6 en 7 december 2012 zijn de medewerkers van Portugees, Theologie, Kennispunt en het Theater door de decaan en de directeur persoonlijk geïnformeerd over het voornemen tot reorganisatie en de mogelijke rechtspositionele consequenties daarvan voor hen zelf.

Pagina 20


7.2

18 februari 2013

Ondernomen acties richting studenten

De faculteit garandeert zittende studenten van de te beëindigen opleiding Portugees en de hoofdrichting Theologie dat er binnen een redelijke termijn een diploma aan de Universiteit Utrecht behaald kan worden dat voldoet aan de Utrechtse kwaliteitscriteria en accreditatie of faciliteert bij een overstap naar een belendende opleiding elders. Het afronden van de opleiding is in een project ondergebracht dat geleid wordt door de bestuurssecretaris. Studenten zijn reeds in een vroeg stadium geïnformeerd door middel van nieuwsbrieven en een informatiebijeenkomst. Met alle zittende studenten Portugees zal uiterlijk in de week van 11 februari 2013 een persoonlijk gesprek door de studieadviseurs zijn gevoerd waarin de wensen en voorkeuren van studenten zijn geïnventariseerd en mogelijkheden besproken. Eenzelfde type gesprekken wordt met de studenten Theologie naar verwachting in de tweede helft van februari gehouden. Op basis van die gesprekken worden scenario’s uitgewerkt om de opleiding binnen de kwaliteitsnormen van de Universiteit Utrecht af te kunnen ronden. In de voorziening is budget opgenomen om dit op een goede manier te faciliteren.

7.3

Gevolgen voor Promovendi

De promovendi van wie de begeleiders door de reorganisatie geraakt worden, kunnen hun promotie binnen de afgesproken termijn en onder begeleiding van de huidige promotor afronden, met dien verstande dat het ius promovendi van de betrokken hoogleraren eindigt op 1 augustus 2019.

7.4

Selectieve vacaturestop

In september 2011 is een selectieve vacaturestop ingevoerd voor de gehele faculteit die gecontinueerd wordt tot eind 2015 om in aanvulling op de reorganisatie door middel van natuurlijk verloop de benodigde krimp te realiseren. Bij het vrijvallen van een vacature door natuurlijk verloop wordt vervanging alleen in overweging genomen als het niet invullen van de functie leidt tot problemen in onderwijs, onderzoek of bedrijfsvoering. Daarnaast wordt beoordeeld of de vacature in het nieuwe profiel van de faculteit past en op welk gewenst niveau / functieprofiel de vacature nu vervuld moet worden. Vanwege verplichtingen uit lopend onderwijs en onderzoek kan het voorkomen dat een vacature die niet in het toekomstig profiel past toch tijdelijk opgevuld wordt. Zodra er geen sprake meer is van lopende verplichtingen worden vacatures die niet in het profiel passen niet meer in overweging genomen. Vanaf het besluit tot reorganisatie van 4 december 2012 tot en met de start van de nieuwe organisatie (1 juli 2013) zullen vacatures uitsluitend tijdelijk vervuld worden.

7.5

Werkwijze reorganisatie

De reorganisatie vindt plaats volgens de universitaire regeling Algemeen beleid bij Reorganisaties (ABR). De mandataris voor de reorganisatie is de decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen, prof. dr. Wiljan van den Akker. Voor de uitvoering van de reorganisatie is een projectorganisatie opgezet bestaande uit de directeur van de faculteit, dr. ir. Rob Grift en vanuit de afdeling HR drs. Anneke van Heycop ten Ham en Ingrid Wagenaar en vanuit C&M drs. Annemiek van Gorp. Daarbij wordt nauw samengewerkt met specialisten van de verschillende directies op het niveau van de universiteit. Waar nodig zal specifieke externe expertise worden ingehuurd. Het ABR hanteert als uitgangspunt dat reorganisaties zoveel mogelijk decentraal worden vormgegeven, waarbij dubbelingen in besprekingen (centraal en decentraal) over eenzelfde onderwerp worden voorkomen. De decaan bespreekt dit reorganisatieplan en een voorstel voor een sociaal plan, na bespreking met het college van bestuur, met de faculteitsraad. De personeelsgeleding van de faculteitsraad

Pagina 21


18 februari 2013

brengt schriftelijk advies uit. Na vaststelling door de decaan biedt deze het plan, inclusief het advies van de personeelsgeleding aan het college van bestuur aan. Het college van bestuur overlegt met het lokaal overleg over nut en noodzaak van de reorganisatie en komt tot overeenstemming over het sociaal plan. Uitgangspunt van het sociaal plan is het sociaal beleidskader bij reorganisaties van de Universiteit Utrecht. De personeelsgeleding is in een vroeg stadium geïnformeerd over deze reorganisatie en is bij het verdere traject nauw betrokken.

Pagina 22


7.6

18 februari 2013

Planning reorganisatie

Tijdstip

Activiteit

18 februari 2012 21 september 2012 14 december 2012 29 Januari 2013 8 februari 2013

Faculteit stelt nota ‘Ambitie en Krimp’ vast FR adviseert positief over nota ‘Horizon 2015-2020’ De decaan stelt voornemen tot reorganisatie vast, na overleg met CvB Decaan informeert en consulteert CvB Bespreken concept reorganisatieplan decaan met FR. Personeelsgeleding brengt schriftelijk advies uit, bij voorkeur voor 15 februari 2013 Decaan stelt na advies van de P-geleding het reorganisatieplan vast en stuurt dit naar CvB Bespreking reorganisatieplan in CvB CvB bespreekt nut en noodzaak reorganisatie en komt tot overeenstemming over het sociaal plan met het LO Opstellen uitvoeringsplan door de decaan Uitvoeringsplan voorleggen aan FR (instemmingsrecht personeelsgeleding) Opstellen personeelsplan en organiseren belangstellingsregistratie nieuwe functies Voornemen tot plaatsing bekend maken aan medewerkers Definitieve plaatsing Start nieuwe organisatie Einde ontslag-beschermingstermijn ontslag bedreigde medewerkers Beëindiging dienstverband ontslag bedreigde medewerkers

februari 2013 26 februari 2013 27 maart 2013 April 2013

Mei 2013 1 juli 2013 1 mei 2014 1 augustus 2014

Pagina 23

Bijlage A. Overzicht van de personele consequenties van de reorganisatie. Onderdeel reorganisatie

Organisatie

UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd

Nieuw

onderdeel


Profilering

Portugees

Hoogleraar 2

1,0

1,0

0

0

1,0

UD1

0,7

0,7

0

0

0,7

UD2

1,3

1,3

0

0

1,3

Hoogleraar 2

3,0

3,0

0

0

2,0

UHD 2

2,8

2,8

0

0

2,8

UD1

0,5

0,5

0

0

0,5

UD2

1,4

1,0

0,4

1,0

0,0

Junior UD

0,8

0,8

0

0

0,8

Kennispunt

Medewerker wetenschapswinkel 1

1,0

1,0

0

0

1,0

Theater

Theatertechnicus 1

1,0

1,0

0

0

1,0

Theologie

Structuurwijziging

Inrichting SO&O

Teamleider 2

1,0

1,0

0

0

1,0

Nederlands

Universitair Docent 1 / directeur onderzoeksinstituut 3

1,0

1,0

0

0

0

TLC


0

0

0

1,0

0

BBO

ICT consultant 2

0,2

0,2

0

0

0

GKG


0

0

0

0,2

0

BBO

Beleidsmedewerker 3

0,2

0,2

0

0

0

W&R


0

0

0

0,2

0

OSZ

Afdelingshoofd 1

1,0

1,0

0

0

0

OSZ

Teamleider 1 /mdw adm processen en systemen 1

0,7

0,7

0

0

0

SO&O

Afdelingshoofd 2/mdw adm processen en systemen 1

0

0

0

0,7

0

OSZ

Onderwijscoördinator /beleidsmedewerker 4

1,0

1,0

0

0

0

SO&O

Afdelingshoofd 3/Onderwijscoördinator

0

0

0

1,0

0

OSZ

Medewerker studentzaken 1

3,2

3,2

0

0

0

SO&O

Teamleider 1/medewerker studentzaken 1

0

0

0

3,2

0

SO&O

Afdelingshoofd 3 /beleidsmedewerker 4

0

0

0

0,2

0


Onderdeel reorganisatie

Organisatie

18 februari 2013

UFO functie

Oud

Opheffen

Ongewijzigd

Nieuw

onderdeel


Krimp secretaresses

Secretaresses

Teamleider 1

0,7

0,7

0

0

0

Secretaresses

Secretaresse

20,2

2,4

17,8

0

0

Versterking project control

F&C

Controller 4

0

0

0

0,8

0

Inrichting lokale

BBO


4,9

4,9

0

0

0

ondersteuningsteams

BBO


0,9

0,9

0

0

0

BBO

Secretaris 1

5,1

5,1

0

0

0

BBO

Secretaris 2

1,0

1,0

0

0

0

Moderne Talen

Universitair Docent 2/Medewerker onderwijsontwikkeling 2

0,8

0,8

0

0

0

MCW

Universitair Docent 2 / Studieadviseur 1

0,4

0,4

0

0

0

MCW

Studieadviseur 1

0,6

0,6

0

0

0

BO

Afdelingshoofd 1/ Coördinator bedrijfsvoering 1

0

0

0

0,9

0

BO


0

0

0

2,4

0

BO


0

0

0

1,7

0

BO


0

0

0

0,6

0

BO


0

0

0

1,7

0

SO&O

Beleidsmedewerker 4

0

0

0

5,5

0

SO&O

Studieadviseur 1

0

0

0

0,4

0

56,4

38,2

18,2

21,5

12,1

Totaal

Pagina 25

Reorganisatieplan Faculteit Geesteswetenschappen

Recommend Documents