Faculteit der Geesteswetenschappen
Nwsbrf#170 / 07.2014 1 4 5 6 6 7 8 11 14 15 15 15 16
Interview Geert Janssen Nieuws Onderwijs Onderzoek Uit de bibliotheek OR Column Boek in beeld De Glinsterende Geest Op weg naar nieuwe huisvesting In en uit dienst Bijzondere collecties Allard pierson museum Pioniers
Interview Geert Janssen
Migranten in de Gouden Eeuw Geert Janssen (1977) is per 1 augustus 2013 benoemd tot hoogleraar Vroegmoderne geschiedenis. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van de Nederlanden in de zestiende en de zeventiende eeuw. In het bijzonder is hij geïnteresseerd in politieke en religieuze cultuur en de geschiedenis van migratie. ‘Je zou kunnen zeggen dat het concept “Nederland” in de Gouden Eeuw is uitgevonden door migranten.’ Global history ‘De vroegmoderne tijd is een heel spannende periode omdat het aan de ene kant een heel herkenbare wereld is met kunst en gebou wen uit ons straatbeeld, maar aan de andere kant is het een vervreemdende samenleving die fundamenteel anders was ingericht dan de huidige. De periode staat dichter bij ons dan de middeleeuwen of de oudheid, maar het is langer geleden dan de negentiende of de twintigste eeuw, waar we relatief een voudig toegang toe denken te krijgen. Die afstand en schijnbare vertrouwdheid zorgen ervoor dat je als onderzoeker de wereld van de zestiende en zeventiende eeuw steeds moet decoderen om hem echt te kunnen begrijpen. Wat de vroegmoderne geschiedenis verder spannend maakt is dat de Nederlanden in deze periode al heel goed global bestudeerd kunnen worden. Mediëvisten en vroeg modernisten hebben nogal eens moeite om aansluiting te vinden bij huidige trends in global history-onderzoek. Maar als er één periode en regio is, die uitermate geschikt is voor een wereldhistorische benadering,
dan is het wel Amsterdam in de zeventiende eeuw. Daar liggen nog veel mogelijkheden, ook voor vergelijkend onderzoek met bijvoorbeeld Venetië in de zestiende en Londen in de achttiende eeuw. Global history is goed te onderzoeken met migratiestromen. Veel onderzoek naar migratie in de Gouden Eeuw is sociaal economisch van aard en baseert zich op kwantitatieve gegevens, maar juist de cultu rele en mentaliteitshistorische impact van migratie in de zeventiende eeuw is heel interessant. De ’Nederlandse’ zeventiende eeuw is voor een belangrijk deel gevormd door nieuwkomers - vrouwen en mannen die in Nederland een plaats in de samen leving probeerden te veroveren en daarom een nieuw concept van Nederlandse iden titeit ontwikkelden waar zij zich ook mee konden identificeren. Veel van wat wij als typisch Nederlands beschouwen is een product van deze nieuwkomers. De Gouden Eeuw zou wat mij betreft meer bestudeerd moeten worden als een cultureel laborato rium dat door immigratie en emigratie werd gevoed.’
Radicalisering van vluchtelingen Janssen promoveerde in 2005 in Leiden op een onderzoek naar patronage en corruptie in de zeventiende eeuw in de kringen rond de Nassaus en Oranjes. ‘Ik heb onderzocht op welke informele manieren de Oranjes in de zeventiende eeuw hun netwerk probeerden op te bouwen en hun invloed vooral via afhankelijkheidsrelaties lieten gelden. Traditio neel is het clientelisme-onderzoek sociaal wetenschappelijk van aard en werkt het met geabstraheerde modellen en netwerktheorieën.
Nederlandse identiteit komt van migranten Mijn promotieonderzoek is uiteindelijk meer een mentaliteitshistorische studie geworden omdat ik vooral geïnteresseerd was in hoe mannen en vrouwen patronage zelf ervoeren. Via egodocumenten heb ik geprobeerd te achterhalen in hoeverre religieuze voorkeuren, politieke allianties en sociale identiteiten in de zeventiende eeuw werden bepaald door patroon-cliënt relaties, en in welke termen tijdgenoten daar over schreven.’ Na zijn promotie vertrok Janssen naar Groot-Brittannië en legde hij zich meer toe op vroegmoderne vluchtelingen en de psycholo gische impact van ballingschap. ‘Volgens mij is het heel verstandig om na je promotie een andere richting in te slaan en jezelf intellec tueel te vernieuwen. ‘ ‘Ik ben onderzoek gaan doen naar de radica lisering van religieuze vluchtelingen in de zestiende eeuw, de tijd van de reformatie. Voor veel religieuze groepen (joden, calvinisten) was dit fenomeen wel onderzocht, maar bij voorbeeld niet voor katholieke vluchtelingen. Ik wilde de psychologische impact van balling schap op katholieken bovendien vergelijken met die op andere religieuze vluchtelingen. Wat er met joodse en calvinistische migranten gebeurde, bleek vrij vergelijkbaar, hoe ver schillend hun geloofssystemen ook zijn. Verschillende religieuze groepen kwamen in zestiende-eeuwse vluchtelingenkampen in contact met nieuwe, radicale media en vormen van militant geestelijk leiderschap. Omdat ze hun bezit, inkomsten, sociale netwerk en maatschappelijke status in ‘asielcentra’ vaak kwijt waren, raakten veel vluchtelingen ont vankelijk voor gepolitiseerde interpretaties van hun geloof. Die hielpen ook om betekenis te geven aan de vaak erbarmelijke omstandig heden waarin ze terecht waren gekomen. Met een status als vluchteling kwam je in de zestiende eeuw niet ver, tenzij je iets bedacht waardoor het vluchtelingschap iets werd om trots op te zijn. Dat was precies de boodschap die calvinistische predikanten hun gevluchte geloofsgenoten voorhielden in Genève, UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Contrareformatie en vluchtelingenkampen Londen of Emden. In katholieke asielcentra in bijvoorbeeld Keulen, Douai of Parijs hanteerden de Jezuïeten eenzelfde methode om aanhangers te mobiliseren. Zo radicali seerden veel katholieke vluchtelingen tijdens hun ballingschap en ontwikkelde zich in Noord-Europa een echte militante contra reformatorische beweging ‘van onderop’. Zestiende-eeuwse migranten met een verschil lende religieuze achtergrond ondergingen dus vergelijkbare psychologische processen, die in sommige opzichten ook vergelijkbaar zijn met de ontwikkelingen in bijvoorbeeld Palestijnse vluchtelingenkampen van nu. Ook dat zijn rekruteringscentra voor militante religieuze groeperingen geworden. Het is daarom interessant om te kijken wat voor media er in zestiende-eeuwse asielzoekers centra precies beschikbaar waren, welke
religieuze infrastructuur er werd aangeboden, en door wie voedsel of onderdak werd gebo den en onder welke voorwaarden. Waar Jezuïeten de toegang beheerden tot de plaatse lijke markt voor liefdadigheid en actief spiri tuele zelfhulp aanboden, zie je ook een snelle groei van contrareformatorische grassrootsbewegingen in de zestiende eeuw. Dit onderzoek zal resulteren in de publicatie The Dutch Revolt and Catholic Exile in Reformation Europe. ‘Dit boek gaat over de vlucht van de katholieken uit Nederland tijdens de Nederlandse opstand. Dit is in zekere zin een vergeten geschiedenis. Hoewel de Neder landse opstand voor gigantische vluchtelingen stromen in Noord-Europa zorgde, is er heel weinig bekend over juist deze groep. Er waren tijdens de opstand duizenden mannen en vrouwen die helemaal niet geloofden in de rebellie tegen de koning van Spanje en die zeer beducht waren voor experimenten met zogenaamde religieuze ‘tolerantie’ en Willem van Oranje als regelrechte superschurk beschouwden. Mijn boek wil een gezicht geven aan deze vergeten groep van ‘verliezers’ van de Nederlandse opstand. Maar het gaat 2
Studenten vragen vaak wat zij precies moeten weten voor een tentamen, maar ik wil hen voorhouden dat kennis pas nuttig is als je weet hoe je die kunt inzetten om bijvoorbeeld een bepaald argument te onderbouwen. Kennis om de kennis vind ik zelf niet zo spannend. Ik denk overigens dat het ook voor de digital humanities de komende jaren een uitdaging zal zijn om van een meer probleemgestuurde aanpak uit te gaan. Het verzamelen en digita liseren van data is niet genoeg. Je zou moeten beginnen met je af te vragen welke proble men precies opgelost kunnen worden door bepaalde datasets aan elkaar te koppelen.
Ontvankelijkheid voor radicalisme Wat me ook enorm aanspreekt aan de UvA is de mogelijkheid in groepsverband onder wijs en onderzoek te doen. In Oxford was ik de enige Nederlandspecialist bij geschiede nis, dus mijn onderwijs en onderzoek deed ik doorgaans alleen. Aan de UvA zijn er veel meer samenwerkingsmogelijkheden en inter disciplinaire verbanden op het gebied van de vroegmoderne tijd. Amsterdam behoort bovendien tot de absolute top voor het onderzoek naar deze periode. De collecties van musea, archieven en bibliotheken zijn ongeëvenaard en er is een hele rijke infra structuur voor en van onderzoekers. Het is heel inspirerend om onderdeel van die gemeenschap te zijn.’
me ook om hun onvermoede invloed op de geschiedenis van de Nederlanden. Ik bestudeer onder andere hoe de katholieke vluchtelingen in steden als Keulen, Parijs en Rome (waar grote Nederlandse vluchtelingengemeen schappen ontstonden) omgingen met hun ballingschap en experimenteerden met vormen van militant katholicisme. In deze vluchte lingencentra ligt mijns inziens ook de kiem
Global history van de Gouden Eeuw voor het uiteindelijke succes van de contra reformatie in Noord-Europa. Want zodra de oorlog het toestond, keerden veel vluchte lingen terug naar de Zuidelijke Nederlanden en verspreidden hier de ideeën die ze tijdens hun ballingschap in het buitenland hadden opgedaan. Op die manier hadden migranten stromen dus een onverwachte, maar ingrij pende invloed op de scheuring van de Neder Nwsbrf#170 / 07.2014
landen in Noord en Zuid. De contrareformatie was hier dus niet, zoals lang is gedacht, alleen van bovenaf opgelegd door de staat of de kerk.’ Rijke infrastructuur Janssen was de afgelopen jaren werkzaam aan de University of Oxford en daarvoor aan de University of Cambridge. ‘Op veel uni versiteiten in Groot-Brittannië bestaat een vast programma van colleges, waardoor er minder ruimte is om in het onderwijs met eigen onderzoeksideeën aan de slag te gaan. Aan de UvA heb ik veel meer de mogelijk heid om collegereeksen naar eigen inzicht te ontwikkelen en zo kan ik mijn onderzoek expertise en mijn passie voor onderwijs meer integreren. Verder zijn buitenlandse univer siteiten wat minder geïnteresseerd in een college over alleen de Nederlandse Gouden Eeuw. Colleges over Nederlandse geschiedenis zijn er bijna altijd comparatief opgezet of vanuit een breder, transnationaal perspectief. Ik geef bij voorkeur probleemgestuurd onderwijs door als vertrekpunt steeds een centrale historische vraag of probleem te nemen dat om een (nieuwe) oplossing vraagt.
Geen eenmansbedrijf ‘In de toekomst zou ik graag een boek maken over migratie in de Gouden Eeuw dat systematisch is geschreven vanuit het perspectief van migranten. Bij migratie onderzoek is er tot nu toe verbluffend weinig aandacht besteed aan de leefwereld en per spectieven van vluchtelingen en nieuwkomers zelf. Het gaat vrijwel altijd óver hen. We weten daardoor nauwelijks hoe migranten eigenlijk dachten over hun rol in die zeventiendeeeuwse Nederlandse samenleving, welke plaats zij daarin hoopten te veroveren en hoe ze dat dachten voor elkaar te krijgen. Ik denk dat een dergelijke perspectiefwisseling weleens heel spannende nieuwe inzichten over deze veelbestudeerde zeventiendeeeuwse samenleving op kan leveren. Naast zelf publiceren vind ik het inspire rend om andere onderzoekers te helpen en te begeleiden bij hun onderzoek. Een hoog leraar is geen eenmansbedrijf, maar moet vooral ook anderen in staat stellen het beste uit hun talenten te halen.’ Nynke de Groot
3
Nieuws
Tentoonstelling Satricum: 36 jaar archeologisch onderzoek
Facultaire opening academisch jaar: 4 september Het Dagelijks Bestuur van de FGw nodigt alle medewerkers uit voor de feestelijke facultaire opening van het nieuwe academisch jaar op donderdag 4 september in de Rode Hoed, Keizersgracht 102. Het programma begint om 16.00 uur (ontvangst om 15.30 uur) en wordt om 17.30 uur afgesloten met een borrel en buffet. De bijeenkomst staat in het teken van onderzoek aan de FGw. Zes wetenschappers, verbonden aan de verschillende research schools, geven een korte presentatie over hun onderzoek. Verder is er een demonstratie van Henkjan Honing en John Ashley Bourgoyne van het project Hooked: een game die test hoe snel een speler verschillende fragmenten van een liedje herkent. n Programma en aanmelden: uva.nl/ fgw-jaaropening
Vorderingen in verkoopproces Bungehuis
De zogeheten marktverkenning voor verkoop van het Bungehuis is afgerond. Het College van Bestuur heeft maandag 16 juni besloten aan welke partij de koop gegund zal worden. Verschillende geïnteresseerde partijen hebben hun visie en ambities voor de herontwikkeling van het Bungehuis gepresenteerd en een bod uitgebracht. Het CvB heeft daarop besloten om de koop van het Bungehuis te gunnen aan een van de partijen uit die biedingsronde. Met deze partij zal verder worden gesproken over de verschillende voorwaarden, zoals de leverdatum. Het afstoten van het Bungehuis is in lijn met het universiteitsbrede huisvestingsbeleid om verwante wetenschappelijke disciplines te clusteren in vier open stadscampussen. Door efficiënt gebruik van gebouwen en voorzieningen wil de UvA de huisvestingslasten beperken en komt er maximaal budget voor onderwijs en onderzoek beschikbaar. n uva.nl/binnenstad n medewerker.uva.nl/fgw/herhuisvesting
Open UvA-Colleges gratis voor medewerkers Dit najaar kunnen medewerkers weer gratis Open UvA-Colleges (OUC’s) volgen. Niet alleen OUC’s van de FGw, maar ook die van de andere faculteiten zijn kosteloos te volgen. n is.uva.nl > Nieuws UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
nemingsraad hebben ingestemd met het faculteitsreglement. Het faculteitsreglement zal per 1 september 2014 van kracht zijn, waarmee ook de invoering van het nieuwe besturingsmodel een feit zal zijn. De voorbereidingen voor de realisatie van het nieuwe besturingsmodel zijn in volle gang.
Nieuwe corporate communicatiemiddelen voor buitenshuis Op woensdag 11 juni jl. werd in Italië de tentoonstelling Satricum. Scavi e reperti archeologici geopend. Marijke Gnade, hoogleraar Archeologie van de preRomeinse culturen in centraal Italië, richtte de tentoonstelling samen met studenten in. In het compacte museum worden de resultaten getoond van 36 jaar archeologisch onderzoek in de stad Satricum (900-100 v. Chr.), een Latijnse stad bekend uit de antieke literatuur. De tentoonstelling, gehuisvest in een eeuwenoude ijzerfabriek in Le Ferriere, bevat fraaie objecten uit de grote tempel van Mater Matuta en geeft een goed overzicht van de geschiedenis van de stad en van de opgravingsprojecten van studenten. Op de acropolis van Satricum liggen de resten van een indrukwekkend tempelcomplex, gewijd aan de godin Mater Matuta en omringd door monumentale gebouwen. Vergelijkbare gebouwen lagen in het lagere deel van de nederzetting langs de centrale weg die naar het heiligdom leidde. Zowel binnen als buiten de stadgrenzen lagen uitgestrekte grafvelden. De ruïnes van het tempelcomplex zijn vanuit het museum te bezoeken. Sinds 1990 heeft Marijke Gnade praktisch en diplomatiek aan dit project gewerkt. Zij heeft moeten manoeuvreren tussen lokale, regionale en nationale autoriteiten en bij de opening werd door het regelmatige applaus duidelijk dat zij de lokale bevolking voor zich heeft weten te winnen. Dit opmerkelijke project is de uitkomst van samenwerking tussen universiteiten, van internationale samenwerking, en van samenwerking tussen universiteit, overheden, particulieren en de lokale bevolking. De media schonken ruim aandacht aan het project, ook in Italië.
Faculteitsreglement vastgesteld Als sluitstuk van de besluitvorming over het nieuwe besturingsmodel heeft het Dagelijks Bestuur het gewijzigde faculteitsreglement vastgesteld. Hiermee is voor de FGw de besluitvorming over het nieuwe besturingsmodel afgerond. Het nieuwe faculteits reglement is ter goedkeuring voorgelegd aan het College van Bestuur. Het faculteitsreglement is het formele reglement waarin de organisatiestructuur, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd en waarmee het nieuwe besturingsmodel verankerd wordt. De facultaire studentenraad en de onder-
Speciaal voor presentaties ‘buitenshuis’ (bij andere universiteiten, bedrijven e.d.) heeft Bureau Communicatie een (Engelstalige) powerpointpresentatie en zes corporate video’s ontwikkeld. De powerpointpresentatie laat zien hoe breed de UvA is, onderbouwd met korte teksten. De video’s zijn kort, van hoge kwaliteit en zeer toegankelijk. Het publiek krijgt binnen enkele minuten een beeld van de UvA - of een onderdeel daarvan. Deze middelen zijn te bekijken en te downloaden op de medewerkerssite. Verder is er een speciale papieren Engels talige brochure gemaakt om een breed (en internationaal) publiek kennis te laten maken met de UvA: Where curious minds meet. Medewerkers die namens de UvA op pad gaan voor bijvoorbeeld een congres, werkbezoek of gastcollege, kunnen deze brochure meenemen voor hun contacten in binnen- en buitenland. n medewerker.uva.nl/fgw > A-Z > Corporate communicatiemiddelen n De brochure is af te halen bij Mas Fopma (
[email protected]) of te bestellen via
[email protected].
China meets Humanities UvA De opening academisch jaar van de UvA stond 3 september 2013 in het teken van China en de samenwerking met de Tsinghua University (Beijing). Die dag is ook het UvATsinghua Joint Research Centre for Logic in Amsterdam geopend, een samenwerking van het ILLC en de Tsinghua University. Johan van Benthem, universiteitshoogleraar Logicia, is aangesteld als distinguished foreign expert door het Chinese ministerie van Onderwijs. Hij merkt in een interview met alumnimagazine SPUI op dat het verstandig is om prioriteit te geven aan samenwerking met China omdat het een land in opkomst is, ook in wetenschappelijk opzicht. Hij verwacht van de samenwerking dat er een global league van topuniversiteiten ontstaat die intensief samenwerken en die zich hebben losgemaakt van hun nationale context. Vanuit de FGw wordt gezocht naar verdere vruchtbare samenwerking met de Tsinghua University. Het is de bedoeling dat in oktober 2014 een delegatie van de FGw naar Beijing reist voor verkenning van samenwerking op het gebied van Europese studies, Globalisation studies, Language and Computation, en Conservering en restauratie. In juni bezocht een delegatie van de Tsinghua University Nederland en ging langs bij de 4
TU Delft de RUG en de UvA. Op 12 juni was de delegatie te gast in het Ateliergebouw bij Conservering en restauratie, wat werd afgesloten met een tour door het Rijks museum. Er waren korte presentaties onder de titel ‘Science and Humanities’ door o.a. Norman Tennant (hoogleraar Natuurwetenschappelijke aspecten van conservering en restauratie van roerend cultureel erfgoed) en Jeroen de Kloet (hoogleraar Globalisering).
Versterking van het leraarschap: aanstellingen en promotieplaatsen Ook universiteiten hebben een belangrijke verantwoordelijkheid waar het gaat om voldoende toestroom van eerstegraads bevoegde leraren naar het middelbaar onderwijs en voor de ontwikkeling van nieuwe onderwijsmethoden die passen bij deze tijd, kortom voor een hoogwaardige ontwikkeling van de didactiek van geesteswetenschappelijke vakken. Het landelijke ‘Actieplan Versterking Lerarenopleiding in de Geesteswetenschappen’ is in februari 2013 opgesteld door decanen in het Disciplineoverleg Letteren en Geschiedenis (DLG) en gecoördineerd door de Stuurgroep Vakdidactiek van dat gremium. In dit plan wordt een aantal maatregelen voorgesteld om de didactiek in de geesteswetenschappelijke vakken te bevorderen. De plannen worden bekostigd uit de gelden voor Duurzame Geesteswetenschappen. De maatregelen hebben tot doel om enerzijds te investeren in vakdidactisch meesterschap en anderzijds de kwaliteit te verbeteren van het onderwijs in geesteswetenschappelijke vakken op de middelbare scholen. Het vakdidactisch onderzoek in de Geesteswetenschappen is schaars, versnipperd en er is weinig tijd voor. Bovendien zijn de lerarenopleidingen vaak gepositioneerd in andere faculteiten, wat structurele samenwerking belemmert. Dit actieplan beoogt bundeling van krachten op de verschillende deelterreinen. Het aantal vakdidactici per discipline (letterkunde, geschiedenis, moedertaalonderwijs, etc.) is zo gering, dat landelijke en discipline-gebonden afstemming, bijvoorbeeld in netwerken, een vereiste is voor de gewenste kwaliteitsimpuls. Inmiddels zijn de disciplines landelijk onder de universiteiten verdeeld en is de aanstelling van de betreffende onderzoekers rond. De UvA heeft samen met de VU de discipline Klassieke talen onder haar hoede en samen met het ILO/FMG Geschiedenis. Voor Klassieke talen is Suzanne Adema aangesteld als ud en voor Geschiedenis is Carla van Boxtel aangesteld als hoogleraar. Dudoc-alfa is een van de initiatieven in het actieplan die moeten bijdragen aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in geesteswetenschappelijke vakken op de middelbare school. Het programma Dudocalfa biedt bevoegde VO-docenten en lerarenopleiders de mogelijkheid om in principe voor vier jaar promotie-onderzoek te Nwsbrf#170 / 07.2014
doen op het terrein van de vakdidactiek van de geesteswetenschappen, naast een baan op school of in het hoger onderwijs. Er zijn inmiddels landelijk tien promotieprojecten gehonoreerd, waarvan vier bij de UvA en één bij UvA en VU samen.
Kuiken wetenschappelijk directeur INTT Per 1 juli is Folkert Kuiken aangesteld als wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT). Het INTT is een universitaire voorziening met als kerntaak het verzorgen van taalcursussen Nederlands (NT2 en NT1) voor studenten en medewerkers van de UvA. Taalondersteuning (NT1) draagt bij aan vergroting van de kans op studiesucces van taalzwakke studenten. De NT2 activiteiten, die zijn gericht op hoogopgeleide anderstaligen, bevorderen de participatie van deze groep aan onderwijs en organisatie van de UvA. Kuiken is als onderzoeker gespecialiseerd in Nederlands als tweede taal (NT2). Sinds 2005 is hij bijzonder hoogleraar Nederlands als tweede taal vanwege de gemeente Amsterdam. Hij is momenteel voorzitter van het Platform NT2 van de Nederlandse Taalunie en penningmeester van Eurosla. Hij is (mede)auteur van verschillende leermiddelen en handboeken over NT2. Kuiken volgt in deze functie Alice van Kalsbeek op, die juni 2013 met pensioen ging.
Onderwijs Monitorgroep Studiesucces De Monitorgroep Studiesucces heeft het afgelopen jaar net als in 2012-2013 de uitwerking gevolgd van de maatregelen Studiesucces en de nieuwe semesterindeling. 35 propedeusestudenten van verschillende opleidingen, dit jaar aangevuld met 30 tweedejaars studenten, kregen maandelijks een vragenlijst over allerlei aspecten van hun opleiding die verband houden met studiesucces. In 2013-2014 hadden veel vragen betrekking op het nieuw ingevoerde Bindend Studieadvies. Om betrouwbare cijfers te krijgen over studielast en studiebegeleiding heeft de monitorgroep dit jaar bovendien een vragenlijst uitgezet onder alle bachelor studenten van de faculteit. De resultaten zullen worden meegenomen in de eind rapportage. In de eindrapportage zullen tevens de bevindingen worden gepresenteerd van de exit-vragenlijst, die gedurende het hele studiejaar is gestuurd naar studenten die zich uitschreven.
De uitkomsten van de vragenlijsten, samen met faculteitsbrede kwantitatieve cijfers, zullen na de zomer in een eindrapportage gepresenteerd worden. De monitorgroep zal ook volgend jaar de implementatie en effecten van de studiesuccesmaatregelen blijven volgen.
Nieuwe minor UvA/VU: Digital Humanities Volgend collegejaar starten UvA en VU met een gezamenlijke minor Digital Humanities (30 EC), die wordt aangeboden in het eerste semester. Drie vakken worden door docenten van de UvA gegeven en drie vakken door docenten van de VU. De ontwikkeling van de minor is gefinancierd door Amsterdam Academic Alliance (AAA). De Engelstalige minor is interdisciplinair en staat open voor studenten van zowel letteren, geesteswetenschappen als Computer Science. Een kritische reflectie op methoden en tools staat centraal, waarbij de nadruk ligt op de manier waarop computationele methoden het geesteswetenschappelijk onderzoek beïnvloeden en hebben beïnvloed. De minor gaat uit van samenwerken en project-based learning. Erfgoedinstellingen leggen meer en meer de nadruk op het digitaliseren van hun collecties, met als resultaat een groeiende beschikbaarheid van gedigitaliseerde bronnen (archieven, literatuur, schilderijen, beeld, film). Daarnaast is ‘digital-born’ materiaal, zoals social media, eveneens onderwerp van onderzoek geworden. Hoe gaan we om met deze nieuwe vormen van informatie in geesteswetenschappelijk onderzoek? Welke keuzes worden gemaakt in digitaliseringsprocessen? Hoe kunnen we datasets van zowel gedigitaliseerd als ‘digital-born’ bronnenmateriaal bestuderen? Welke tools worden er gebruikt om deze data te analyseren en patronen te ontdekken? Hoe visua liseren we deze resultaten vervolgens? En: wat is nu precies het verschil tussen deze nieuwe technieken en traditionele methoden in geesteswetenschappelijk onderzoek? Deze vragen staan centraal in de nieuwe Digital Humanities minor.
5
Onderzoek Crash Course Digital Humanities voor wp UvA/VU In de collegevrije week van oktober is er een tweede Crash Course Digital Humanities. In een week (5 middagen) zullen verschillende onderzoeksprojecten, corpora en tools behandeld worden, waarbij zelfwerkzaamheid van de deelnemers voorop staat. Tijdige registratie wordt aangeraden gezien het beperkt aantal plaatsen en de overaanmelding vorig jaar. De Crash Course staat open voor wp van UvA en VU. n 20-24 oktober 2014, elke middag n open voor wp van UvA en VU n deadline aanmelden: 15 september n Waag Society, Amsterdam n centrefordigitalhumanities.nl
Onderzoeksbeurs Berlijn voor Bala Sruti Bala, ud Theaterwetenschap, kreeg een onderzoeksbeurs toegekend van de Interweaving Performance Cultures Programme aan de Freie Universität Berlin. Dit fellowship loopt van september 2014 tot september 2015 en biedt haar de mogelijkheid om te werken aan een publicatie over publieksparticipatie in de kunsten.
He en Kruizinga ‘onderzoekers te gast’ bij KB De Koninklijke Bibliotheek (KB) wil de samenwerking met onderzoekers in de digital humanities intensiveren en heeft hiervoor een programma voor embedded research opgezet onder de titel ‘Onderzoeker te gast’. De gastonderzoeker zal drie tot zes maanden tegen vervangingsvergoeding onderzoek doen met digitale (gedigitaliseerd of born digital) KB data. Het landelijke programma start september 2014 met een pilot bij de UvA (FGw). Na een oproep via de research schools werden zeven projectomschrijvingen door FGw-onderzoekers ingediend, waarna twee personen zijn uitgenodigd voor deelname aan ‘Onderzoeker te gast’ van de KB. Het project van Samuël Kruizinga, ud Geschiedenis, heet ‘Oorlog in de krant. De herinnering aan de Eerste Wereldoorlog en Delpher’. Na de Eerste Wereldoorlog werd de herinnering eraan op allerlei manieren opgeroepen en ingezet in de politieke arena van het toenmalige neutrale Nederland. Welke sporen die oorlog in Nederland naliet, gaat Kruizinga onderzoeken aan de hand van Nederlandse kranten van 19181939. Die gedigitaliseerde kranten worden ontsloten via Delpher. Als KB Onderzoeker te Gast gaat Kruizinga kijken op welke manieren Delpher als toegangsportaal voor
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
complexe zoekopdrachten verbeterd kan worden. Het project van Jiyin He, onderzoeker Mediastudies, heet ‘Spatio¬temporal projection of news events’. Nieuwsberichten in archieven beschrijven gebeurtenissen geïsoleerd, maar historische gebeurtenissen, zoals de Indonesische onafhankelijkheid, hebben een blijvende invloed. Handmatig is het lastig om de gerelateerde berichten te selecteren. Dit project zal de zoekservice van de KB uitbreiden met een tool, die spatio-temporal overviews mogelijk maakt. Zo kunnen vragen worden beantwoord als: Hoe werd de Indonesische onafhankelijkheid wereldwijd gezien en hoe veranderde die door de tijd heen?
Dijstelberge en Parry krijgen KIEM-financiering NWO heeft in juni acht aanvragen gehonoreerd uit het KIEM-programma (Kennis Innovatie Mapping), waarva twee zijn aangevraagd door medewerkers van de FGw. Met een KIEM-financiering van € 15.000 verkennen consortia van onderzoekers en publieke en private partners hoe zij voor sectoren van de creatieve industrie nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen opzetten. Het project van Paul Dijstelberge, ud Boekwetenschap, is geheten: ‘Metabotnik, Is the Medium really the Message?’ Het internet met zijn hyperlinks lijkt informatie te bevrijden van de beperkingen van traditionele media zoals het boek. In werkelijkheid werken de hyperlinks als een nieuw keurslijf dat de gebruiker ongewilde keuzes oplegt. Het systeem Metabotnik is bedoeld om de gebruiker in staat te stellen over informatie heen te vliegen en te landen waar het hem goeddunkt. Het project van Manon Parry, ud Geschiedenis, is geheten ‘Innovating Science Communication at Medical Museums’. Recente ontwikkelingen in de medische wetenschappen leiden tot publieke bezorgdheid en onbegrip. Gezien de maatschappelijke impact van deze ontwikkelingen is dit een onwenselijke situatie. Medische musea kunnen een rol spelen in het vergroten en verdiepen van de publieke betrokkenheid bij kwesties in de medische wetenschappen.
Uit de bibliotheek Summer School History of the Book Boekwetenschap en Handschriftenkunde, en Bijzondere Collecties van de UvA organiseren van maandag 18 t/m vrijdag 29 augustus 2014 voor de vijfde keer een summer school over de geschiedenis van het boek. Het aanbod van cursussen en workshops heeft iedereen die geïnteresseerd is in boekgeschiedenis iets te bieden: onderzoekers, studenten, bibliotheek- en museummedewerkers en alle andere liefhebbers van boeken en manuscripten, bibliotheken en antiquariaten, druktechnieken en typografie. Deelnemers kunnen een eigen à la carteprogramma samenstellen met cursussen, workshops en/of colleges. Voorbeelden: een workshop over de fotografie en vormgeving van kookboeken, een workshop over het boek in de handpersperiode, een college bij de tentoonstelling Sterke verhalen, de Engelstalige cursus European bookbinding. n bijzonderecollecties.uva.nl
The Linguistic Bibliography nu online beschikbaar De UBA heeft een abonnement genomen op The Linguistic Bibliography Online. Jaarlijks zorgen taalkundigen uit diverse landen en met diverse specialismen voor de toevoeging van ca. 19.000 publicaties. Ook minder bekende talen, niet-Indo-Europese talen, bedreigde en uitgestorven talen inclusief talen van de oudheid komen aan bod. Daarmee is The Linguistic Bibliography Online de meest complete algemene taalwetenschappelijke bibliografie. De redactionele werkzaamheden voor de bibliografie worden in Nederland verzorgd. Bijna 50 jaar lang werd The Linguistic Bibliography uitgegeven door de Nederlandse universiteiten en de Koninklijke Bibliotheek. Na het wegvallen van subsidies is de publicatie ondergebracht bij uitgeverij Brill. De huidige redacteuren zijn R. Genis, H. Olbertz (beiden tevens docenten aan de UvA), S. Tol en E. van de Veeken. n Toegang is mogelijk binnen het UvAdomein of na inloggen met UvAnetID. n bibliographies.brillonline.com/browse/ linguistic-bibliography
6
Jaarverslag Bibliotheken HvA en UvA 2013 verschenen
OR Column
Het gezamenlijke jaarverslag over 2013 van de Bibliotheken van de HvA en de UvA is online verschenen. Het jaarverslag belicht in twaalf ‘luiken’ de belangrijkste en meest memorabele ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Van de opening van de vernieuwde bibliotheek locaties Leeuwenburg en Fraijlemaborg tot de architectenkeuze voor de nieuwe UB Binnenstad, van de start van het Research Data Management programma tot het koninklijke bezoek bij de opening van de tentoonstelling ‘De Atlas der Neederlanden’. Ook wordt stilgestaan bij de pensionering van Nol Verhagen en het aantreden van Maria Heijne als nieuwe directeur. uba.uva.nl/actueel/jaarverslag2013
Ombuds* Ombudsman/vrouw. In de eindversie van het besturingsmodel is overal waar ‘hij’ stond ‘hij’ vervangen door ‘hij/zij’. Waarmee de slotzin, dat overal waar ‘hij’ stond, ‘hij/zij’ gelezen moest worden, is komen te vervallen. Dat scheelt weer, maar het blijft papier. ‘Hij/zij’ brengt vrouwen niet vanzelf naar de top. Maar het is iets. Als gevolg van de transitie naar een nieuwe facultaire organisatie per 1 september 2014 krijgen we allemaal te maken met grote veranderingen: wp, maar vooral ook obp. Nog nooit zijn er zoveel vacatures geweest, van bestaande banen die net iets anders worden, of heel anders. Een stoelendans voor zittend personeel. Om de muziek niet te vaak te laten uitvallen zoeken wij een ombuds*. Een nieuwe functie, of een terugkeer van een recent afgeschafte functie, maar dan anders, en tijdelijk. Wie het gevoel krijgt meer te worden gemangeld dan gemanaged, kan zich wenden tot de facultaire ombuds*. Deze ombuds* heeft de taak om aan het faculteitsbestuur voorstellen te doen voor aanpassing van de organisatie, als hij/zij structurele weeffouten in het nieuwe besturingsmodel constateert. Incidentele gevallen kan hij/zij doorverwijzen naar de facultaire vertrouwenspersonen. De ombuds* zal in actie kunnen komen als in de praktijk geen recht gedaan wordt aan belangrijke uitgangspunten en principes van het besturingsmodel, zoals het zo laag mogelijk in de organisatie leggen van de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor de inhoud van onderzoek en onderwijs. In het licht van dit subsidiariteitsbeginsel zijn er voor de ombuds* ook taken weggelegd op het terrein van de advisering over verbetering van de bottom-up communicatie. Het model is top-down, dus dat vraagt om een tegenbeweging van de man/vrouw die voor de klas is blijven staan. Of diep in het onderzoek zit. Het is prettig als het B&B, het Bestuur en Beheer, zo geruisloos en op rolletjes loopt dat het aanvoelt als een Bed & Breakfast, maar als je een idee hebt hoe iets beter kan, is het prettig dat je niet te veel tijd kwijt bent om je idee, op het juiste moment, op de tafel van de juiste bestuurder of beheerder te laten landen. De Ondernemingsraad heeft de decaan het volgende profiel voorgesteld: ‘De kandidaat is werkzaam bij de FGw/UvA. Hij/zij heeft een proactieve instelling en beschikt over uitstekende communicatieve vaardigheden en een grote mate van organisatiesensitiviteit. Hij/zij is goed op de hoogte van de facultaire organisatie en de veranderingsprocessen in het kader van het nieuwe bestuursmodel.’ Dat soort proza schrijven wij ook. Maar nu eerst zomer!
Nwsbrf#170 / 07.2014
7
Elastisch Europa. De integratie van Europa en de Nederlandse politiek, 1947-1968 - Robin de Bruin - Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2013 - ISBN 978 90 28 42375 6
Boek in beeld De publicaties in deze rubriek zijn de afgelopen periode toegestuurd aan de redactie van de Nieuwsbrief. Toegezonden boeken worden bewaard tot de eerstvolgende facultaire Boekenborrel, waar de boeken worden tentoongesteld. Boekenborrels vinden tweemaal per jaar plaats ter ere van de auteurs. Na de Boekenborrel worden de daar getoonde publicaties geretourneerd aan de eigenaars.
Nederlandse politici brengen de Europese Unie tegenwoordig vooral in verband met Brusselse bemoeizucht en geldverspilling. Hoe anders was dit tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, toen een groot deel van de Nederlandse politiek het Europese project hartstochtelijk toejuichte. Achter het vaandel van de Europese eenheid werden uiteenlopende dromen nagejaagd. Zoals de columnist Jerôme Heldring het uitdrukte: ‘Het Europese ideaal is elastisch. Het kost niet veel moeite er van alles in onder te brengen.’ In Elastisch Europa wordt afgerekend met de opvatting dat Europese integratie het resultaat zou zijn van zwendel van samenzwerende, eurofiele politieke elites, tegen de wens van hun kiezers in.
Recentelijk verschenen publicaties van de hand van wetenschappers van de faculteit kunnen worden opgestuurd t.a.v. de redactie van de Nieuwsbrief, Spuistraat 210 (kamer 0.05), 1012 VT Amsterdam. Een beschrijving van een ingezonden boek, waarin in maximaal 100 woorden voor niet-vakgenoten wordt aangegeven waar het boek over gaat, en wat het belang of het bijzondere van het boek is, kan worden gestuurd aan:
[email protected]. In aanmerking voor deze rubriek komen boeken die via een officieel erkende uitgeverij zijn verschenen. Ook dissertaties van medewerkers van de faculteit die langs officiële kanalen in boekvorm zijn verschenen, kunnen worden ingezonden. Syllabi komen niet in aanmerking.
Robin de Bruin is docent Europese studies.
The Ashgate Research Companion to the Counter-Reformation - Alexandra Bamji, Geert H. Janssen and Mary Laven - Farnham: Ashgate Publishing Limited, 2013 - ISBN 978 14 09 42373 7 In the last two decades, the history of the CounterReformation has been stretched and reshaped in numerous directions. Reflecting the variety and innovation that characterize studies of early modern Catholicism today, this volume incorporates topics as diverse as life cycle and community, science and the senses, the performing and visual arts, material objects and print culture, war and the state, sacred landscapes and urban structures. Moreover, it challenges the conventional chronological parameters of the CounterReformation and introduces the reader to the latest research on global Catholicism. Geert H. Janssen is hoogleraar Vroegmoderne geschiedenis.
Revue Marcel Proust Aujourd’hui 10, La naissance du texte proustien - Sjef Houppermans, Nell de Hullu-van Doeselaar, Manet van Montfrans-van Oers, Annelies Schulte Nordholt en Sabine van Wesemael (eds.) - Amsterdam/New York: Rodopi, 2013 - ISBN 978 90 42 03768 7 In november 1913 verscheen ‘Du côté de chez Swann’, het eerste deel van de Recherche. Om ‘100 jaar Swann’ passend te gedenken, zijn in Marcel Proust Aujourd’hui nr. 10 bijdragen verzameld over de ontstaans geschiedenis van Prousts magnum opus.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Naast artikelen van tekst-genetici die met de ontcijfering van de kladversies in de Cahiers nieuw licht werpen op die geschiedenis, bevat het nummer een tweetal analyses van Prousts pastiches, briljante imitaties van de stijl van voorgangers die hem tot zijn eigen keuzes brachten. Ook de vergelijking met Prousts eerdere werk blijkt een vruchtbare invalshoek voor beter inzicht in het lange geboorteproces van de romancyclus. Manet van Montfrans-van Oers is gast onderzoeker Europese studies en Sabine van Wesemael is ud Romaanse talen en culturen.
8
De nieuwe Duitse filosofie. Denkers en thema’s voor de 21ste eeuw - Robin Celikates, René Gabriëls, Johan Hartle, Pieter Lemmens, Thijs Lijster (red.) - Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2013 - ISBN 978 94 61 05934 5 In De nieuwe Duitse filosofie stellen vooraanstaande filosofen de meest relevante tradities en denkers uit het Duitse taalgebied voor. Behalve met bekende filosofen zoals Adorno, Heidegger, Arendt, Sloterdijk en Habermas biedt dit omvangrijke over-
zichtswerk een kennismaking met hun minder bekende, maar niet minder interessante collega’s, zoals de kritische theoretici Axel Honneth en Christoph Menke en de wetenschapsfilosofen Karin Knorr-Cetina en Hans-Jörg Rheinberger. Ook niet-filosofen die filosofisch belangrijke gedachten hebben ontwikkeld komen aan bod, zoals de kunsthistoricus Horst Bredekamp, de politicologe Ingeborg Maus, de egyptoloog Jan Assmann en de socioloog Niklas Luhmann. Robin Celikates is uhd Politieke en sociale filosofie.
The Legacy of Dutch Brazil - Michiel van Groesen (eds.) - Cambridge: Cambridge University Press, 2014 - ISBN 978 11 07 06117 0
The Politics of Adaptation - Astrid van Weyenberg - Amsterdam/New York: Rodopi, 2013 - ISBN 978 90 42 03700 7
This book argues that Dutch Brazil (1624-1654) is an integral part of Atlantic history, and in doing so, proposes a radical shift in interpretation. The Legacy of Dutch Brazil shows that repercussions of the Dutch infiltration in the Southern Hemisphere resonated across the Atlantic Basin and remained long after the fall of the colony. By examining its regional, national, and cosmopolitan legacies, thirteen authors trace memories and mythologies of Dutch Brazil and engage in broader debates on geopolitical and cultural changes at the crossroads of Atlantic and Latin American studies.
This book explores contemporary African adaptations of classical Greek tragedies. The opening chapters focus on plays that mobilise Greek tragedy to inspire political change, discussing how Sophocles’ Antigone is reconfigured as a freedom fighter and how Euripides’ Dionysos is transformed into a revolutionary leader. The later chapters focus on the costs and consequences of political change, examining how the violence dramatised in Aeschylus’ Oresteia acquires relevance in post-apartheid South Africa, and how the mourning of Euripides’ Trojan Women resonates in Nigeria. Throughout, the emphasis is on how playwrights, through adaptation, perform a cultural politics directed at the Europe that has traditionally considered ancient Greece as its property, foundation, and legitimisation.
Michiel van Groesen is ud Geschiedenis.
Kunstenaars van de Kultuurkamer. Geschiedenis en herinnering - Claartje Wesselink - Amsterdam: Prometheus/Bert Bakker, 2014 - ISBN 978 90 35 14061 5
Astrid van Weyenberg is docent Literatuurwetenschap.
Weinig begrippenparen hebben een grotere impact gehad op de Nederlandse naoorlogse geschiedenis dan ‘goed’ en ‘fout’. Ook in de wereld van de kunsten was dat merkbaar. Kunstenaars die gecollaboreerd hadden met de bezetter, raakten na de oorlog uit de gratie. Hetzelfde gold voor hun werk. Kunstenaars van de Kultuurkamer vertelt het verhaal van beeldend kunstenaars die bekendstonden als ‘fout’. De publicatie beschrijft hun collaboratie, hun naoorlogse zuivering en pogingen om hun oude faam te herwinnen en de postume receptie. Tevens laat het zien hoe de waardering van kunst verbonden is met de collectieve herinnering en identiteit van een gemeenschap. Claartje Wesselink is ud Algemene cultuurwetenschappen.
Nwsbrf#170 / 07.2014
9
Gezien met eigen ogen! Topstukken uit de Middeleeuwen in Museum Catharijneconvent - Wendelien van Welie en Klara Broekhuijsen - Amersfoort: Bekking & Blitz Uitgevers, 2014 - ISBN 978 90 61 09482 1 In deze publicatie worden 45 topstukken uit de collectie van het museum besproken door specialisten in de Middeleeuwen. Het biedt voor elk van de objecten verdieping in de tijd waarin het werd vervaardigd, bespreekt de stijl of geeft iconografische uitleg. Zo worden de kunstwerken toegankelijk gemaakt voor een breed publiek. De besproken werken zijn in het museum van een speciaal teken voorzien, zodat de bezoeker met het boek in de hand ook een ‘topstukkenroute’ door de collectie kan lopen. Gezien met eigen ogen! is aangeboden aan Claudine Chavannes-Mazel, hoogleraar Kunstgeschiedenis van de Middeleeuwen, ter gelegenheid van haar emeritaat. Wendelien van Welie is docent Kunst geschiedenis en Klara Broekhuijsen is ud Kunstgeschiedenis.
European Studies. An interdisciplinary series in European culture, history and politics - Carlos Reijnen and Marleen Rensen (eds.) - Amsterdam/New York: Rodopi, 2014 - ISBN 978 90 42 03832 5 European Encounters explores the making and remaking of ideas of Europe between 1914 and 1945 as a result of intellectual encounters and intellectual exchange. Against the background of the first half of the twentieth century European intellectuals feverishly chased new and uncharted territories, most often across national borders. Their encounters with other intellectuals, or ideas, cultures, concepts and practices produced new understandings of Europe and triggered projects for Europe’s future. This volume unravels the encounters and exchanges that lie at the roots of this attempt at rethinking Europe. Marleen Rensen en Carlos Reijnen zijn ud Europese studies.
Naar Istanbul - Guido Snel - Amsterdam: De Arbeiderspers, 2014 - ISBN 978 90 29 58946 8 In de zomer van 2012 vertrok de auteur naar Istanbul. Hij nam er alle tijd om zich als buitenstaander te wijden aan een grondige verkenning van de mooiste stad ter wereld. Deze begon bij zijn huis en de buurt waar hij woonde, en strekte zich langzaam uit tot aan de randen van de onmetelijke, in ras tempo groeiende stad met 17 miljoen inwoners. Op zijn omzwervingen vertelt Snel verhalen van de stad van vroeger en nu: over zwervers en miljonairs, schrijvers en kunstenaars, Istanbulminnaars en Istanbulhaters. Naar Istanbul is een stadsgids, een cultuurgeschiedenis en een literaire autobiografie. Guido Snel is ud Europese studies.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
10
Enthousiasme over Europese samenwerking
Veranderingen in academische wereld Huub Dijstelbloem, hoogleraar Philosophical Tradition in Context, stelt op 5 juni in NRC Handelsblad dat univer siteiten kenniscirculatie moeten bevorderen. ‘De zorgen van vele studenten over schaal vergroting, verzakelijking, druk op autonomie en de grote studentenstroom zijn terecht. De afgelopen driekwart jaar zijn in Nederland al wel twee belangrijke zaken bespreekbaar geworden: het afrekenen van onderzoekers op aantallen publicaties en de cultus van de toptijdschriften met hoge impactfactoren. Er wordt nu openlijk erkend dat de kwaliteit van universitair onderwijs ernstig onder druk staat door een combinatie van toenemende studentenaantallen, achterblijvende financie ring en afrekenen van universitair personeel op onderzoekprestaties.’ Volgens Dijstelbloem zijn dit echter lang niet alle problemen. ‘Zoals ook de WRR in het recente rapport “Naar een lerende economie” stelde, moet wetenschap pelijke kennis circuleren in de maatschappij via verkeer van mensen en informatie. Gepro moveerde onderzoekers zouden banen in de wetenschap moeten afwisselen met functies bij de overheid, het bedrijfsleven of maatschap pelijke organisaties. In de praktijk blijkt een promotietraject nog te vaak een voorbereiding op een baan aan de universiteit te zijn, terwijl slechts een vijfde van de gepromoveerden daar uiteindelijk een vaste baan krijgt.’ Ook het gebrek aan systematische aandacht voor fraude en onzorgvuldigheid in het beleid van universiteiten baart Dijstelbloem zorgen. ‘De bestrijding van fraude kan niet langer gebaseerd zijn op een individuele regelethiek. In de eenentwintigste eeuw komen onderzoe kers er niet meer uit met integriteitscodes, ze hebben een nieuwe routekaart nodig. Verande ring is simpelweg onontkoombaar als univer siteiten in een steeds internationaler weten schapssysteem nog een bijdrage willen kunnen blijven leveren aan oplossingen van de grote vragen van deze tijd.’ Huub Dijstelbloem heeft zitting in de Wetenschappelijke Raad voor het Regerings beleid en is een van de initiatiefnemers van ‘Science in Transition’, die vernieuwing in de academische wereld wil bewerkstelligen door het organiseren van lezingen, workshops en debatten (scienceintransition.nl).
Nwsbrf#170 / 07.2014
Robin de Bruin, docent Europese studies, wordt op 8 mei op Kennislink.nl, op 10 mei in het Parool en op 12 mei in NTR Academie op radio 5 geïnterviewd over de publieksversie van zijn proefschrift Elastisch Europa, over de Nederlandse politiek en de Europese integratie tussen 1947 en 1968. De Bruin laat zien hoe anders de houding van Neder landse politici tegenover de Europese integratie van de beginjaren van de Europese samenwerking was dan nu. ‘In het begin van de jaren vijftig was het enthousiasme voor Europa heel groot. Maar toen Europa echt gestalte kreeg, met het oprichten van de EEG in 1958, verloor het al veel van zijn glans. Er is sprake van gelaagd enthousiasme. Het idee van Europese samenwerking als noodzaak kwam al in de jaren dertig op. Ver regaande integratie werd gezien als de enige manier om West-Europa economisch ster ker te maken en te beschermen tegen het communisme.’ Volgens De Bruin slaagt Europa er echter slecht in om de eigen successen te verkopen. ‘De welvaartsvergroting wordt nu als vanzelfsprekend ervaren en de negatieve kanten van de EU worden benadrukt. Het wegvallen van de grenzen is voor de huidige generatie twintigers en dertigers niets bijzonders meer.’ Toch verwacht De Bruin dat de Europascepsis langzaam zal afnemen. ‘De negatieve stemming ten aanzien van Europa is wat aan het kantelen. Omdat Rusland meer als een dreiging wordt gezien zal het idee van samenwerking aan kracht winnen.’
De Glinsterende Geest Wetenschap wordt bedreven binnen de muren van de universiteit, de vruchten van de wetenschap mogen gelukkig ook daarbuiten worden geplukt. Wetenschappers, ook die van de Faculteit der Geesteswetenschappen, zijn regelmatig in het nieuws. Omdat hun onderzoek interessante en soms direct toepasbare resultaten heeft opgeleverd, of om vanuit hun expertise actuele ontwikkelingen te becommentariëren. Deze rubriek biedt een (onvolledig) overzicht van berichten in en optredens voor de media. De redactie roept alle geesteswetenschappers op zelf melding te maken van nieuwsberichten en mediaoptredens via
[email protected].
De verifieerbaarheid van wetenschappelijk onderzoek Op 20 mei reageert Henkjan Honing, hoogleraar Cognitieve en Computationele Muziekweten schap, samen met Pim Levelt, emeritus hoogleraar Psycholinguïstiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen, in NRC Handelsblad op een column van Bas Heijne in dezelfde krant op 17 mei. Heijne beweert in zijn column dat wetenschappelijke feiten nattevingerwerk zijn en ons valse ongefundeerde hoop geven. Honing en Levelt zijn het hier niet mee eens: ‘Het mooie van de wetenschap is nu juist dat je er niet in hoeft te geloven. Je kan de bronnen traceren, de onderbouwing checken en verifiëren, het experiment nadoen, etc. Dat Heijne teleurgesteld is als een weten schappelijk “feit” weerlegd wordt en een nieuw inzicht een eerder “feit” falsificeert, dan is hem de essentie van wetenschappelijk onderzoek ontgaan.’ Honing en Levelt betreuren dit omdat ook de journa listiek een verantwoordelijkheid in het communiceren en evalueren van wetenschappelijke resultaten heeft. ‘Het pleit juist voor de wetenschap dat ze haar mening steeds weer wijzigt in het licht van nieuwe (en zelf vergaarde) feiten; de uitkomsten zijn steeds weer te controleren.’
11
Amerikaanse versus Europese verkiezingen In de week voor de Europese verkiezingen vergelijkt James Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis, op 17 mei in Trouw de Europese verkiezingen met de voor verkiezingen in de VS waarvoor in sommige staten de senaatskandidaten worden aangewezen. In zowel de VS als Europa is de stemming in de aanloop naar de verkiezingen negatief. ‘Nog nooit hadden zo weinig Amerikanen vertrouwen in zittende congresleden. Slechts 22 procent vindt dat ze als groep verdienen om herkozen te worden. Sinds de Tea Partycongresleden een half jaar geleden de overheid dreigden lam te leggen uit protest tegen de invoering van Obamacare, zijn de spanningen tussen deze kandidaten en het leiderschap van de Republikeinse Partij opgelopen.’ Zo boos als veel Amerikanen zijn op Washington, zo boos zijn nog meer Europeanen op Brussel. ‘In Amerika concentreert het verzet tegen inmenging van de federale overheid zich nu vooral op de invoering van Obamacare. In Europa is er verzet tegen allerlei wet- en regelgeving, maar is het toewerken naar een centraal financieel beleid na de eurocrisis voor veel kiezers het teken dat Europese machthebbers steeds meer bevoegdheden naar zich toe trekken. Bovendien zijn de vijanden van Europa in tegenstelling tot de Amerikaanse Tea Party niet beperkt tot één partij. Op beide continenten is een angst voor verre macht zichtbaar, voor de federale overheid of de multinationale unie.’ Om deze angst te verkleinen moeten er volgens Kennedy heldere afspraken worden gemaakt over de bevoegdheden van Europa. ‘Wat mogen lidstaten doen en mag de Europese regering absoluut niet doen? In de huidige situatie worden bevoegdheden te vaak op duistere en niet-democratische wijze geclaimd.’
Ontkerstening door Eerste Wereldoorlog Op 26 mei is in het Reformatorisch Dagblad en het Nederlands Dagblad een samenvatting opgenomen van een lezing die James Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis, hield voor de Vereniging Protestants Neder land over de geestelijke gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. ‘Tussen 1917 en 1918 kwam er een einde aan drie grote christelijke rijken: het protestantse Duitsland, het katholieke Oostenrijks-Hongaarse rijk en het oosters-ortho doxe Oost-Europa, waar de bolsjewistische revolutie de kerken verwoestte. Voor het eerst in 1600 jaar was er geen christelijke keizer meer in Europa die het christendom beschermde. Met het teloorgaan van de grote rijken waren de fundamenten van de christelijke samenleving weggeslagen. De zeden werden losser en veel kerken kregen te maken met een afnemend ledenaantal.’ Maar volgens Kennedy was het proces van kerkverlating voor 1914 al min of meer ingezet. De oorlog deed er alleen een schepje bovenop. Onthutsender vindt Kennedy de opkomst van de politieke regimes die het christendom overvleu gelden, zoals het marxisme, het fascisme en Hitlers Derde Rijk. ‘Zo veroor zaakte de Eerste Wereldoorlog ook een verdere ontkerstening van de westerse wereld. Het christendom bleef echter een krachtige bron spelen in de samen leving en had na de Tweede Wereldoorlog een belangrijk aandeel in grote projecten als de eenwording van Europa, de opkomst van de verzorgingsstaat en ontwikkelingshulp. De oorlog bracht wel een verdere zuivering van het christendom: minder gericht op macht, meer op dienstbaarheid en op de persoonlijke relatie met God. De gedwongen verootmoediging heeft veel goeds opgeleverd. Ondanks de grote tragiek van de Eerste Wereldoorlog bracht deze oorlog toch ook winst voor het Europese christendom.’
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
De humor van keukentaferelen In NRC Next op 19 mei en NRC Handelsblad op 13 mei is er aandacht voor het pro motieonderzoek dat Zoran Kwak, die in mei promoveerde aan de FGw, deed naar de bete kenis van het Noord-Nederlandse keuken tafereel (ca. 1590-1650). Lange tijd gingen kunsthistorici ervan uit dat het keukentafe reel, een razend populair genre in de eerste helft van de zeventiende eeuw, de kijker slechts een morele les wilde geven. Kwak ontdekte in zijn onderzoek dat de stukken niet primair moraliserend zijn bedoeld, maar om te lachen. Door keukenstukken in de context te plaatsen van de schriftelijke traditie uit die tijd, laat Kwak zien dat deze werken vooral amusant werden gevonden. De gebruikte motieven zijn namelijk ook te vinden in carnavaleske en kluchtige tradities, altijd om op de lach te spelen. Ook leende het keukentafereel zich uitstekend om kunstenaars te laten pronken met waar zij toe in staat waren. De realistische kunstwerken konden leiden tot gezichtsbedrog dat de zeventiende-eeuwse bevolking heel vermakelijk vond. Het is niet zo dat de christelijke moraal helemaal geen rol speelt in de keukenstukken. Want juist door de kracht van de moraal kon de omke ring, het vrolijk genieten van boers eten, voor een lach zorgen. De hedendaagse kijker schiet niet in de lach bij het zien van de kunstwerken vanwege het veranderen van die stevige christelijke moraal. Toch is in het huidige cabaret nog terug te zien dat een hoogopgeleid publiek graag lacht om verhalen over simpele mensen die zonder enig moraal lijken te leven. Dit is heel vergelijkbaar met de humoristische werking van de zeventiende-eeuwse keukentaferelen waarin kunstenaars met de spanning tussen burger en boer speelden, omdat ze wisten dat ook die burgers het verlangen kenden naar het leven van een ongecompliceerde zondaar.
12
De herkomst van de ‘ombudsman’ Op 4 juni legt Astrid Surmatz, ud Scandinavische talen en culturen, in Met het oog op morgen op Radio 1 de herkomst van het woord ‘ombudsman’ uit. ‘Het woord is afkomstig uit het oud-Zweeds en wordt in Scandinavische talen gebruikt sinds onge veer 1250. In de Scandinavische talen wordt het woord verschillend uitgesproken, maar ze hebben alle dezelfde wortel. Letterlijk is een ombudsman een bode voor iemand, maar er wordt doorgaans een neutrale, onafhankelijke waarnemer mee bedoeld, die losstaat van de zaken waar het om draait. Rond 1809 werd de ombudsman in Zweden voor het eerst wet telijk vastgelegd. Vanaf de jaren ’70 heeft het woord bredere bekendheid gekregen en werden er veel ver schillende ombudsmannen actief om op te treden tegen discriminatie op allerlei vlakken, zoals aids discriminatie of seksuele discriminatie. Vandaag de dag speelt in Zweden de kinderombudsman nog steeds een belangrijke rol. De kinderombudsman is door veel landen overgenomen.’
Critici kritischer bevragen In het Reformatorisch Dagblad van 17 mei zijn delen van een lezing van Peter Vasterman, ud Mediastudies, opgenomen die hij een dag eerder gaf op een bijeenkomst over rampen journalistiek. Vasterman betoogt dat media vermeende slachtoffers van rampen kritischer zouden moeten bevra gen. ‘Media moeten beseffen dat waarnemingen van slachtoffers subjectief zijn.’ Vasterman verwees naar de berichtgeving over de chemieramp in Moerdijk in 2011. ‘In het tv-programma EenVandaag werd ruimte geboden aan het verhaal van een vrouw wier klachten door de rook van de brand veroorzaakt zouden zijn. Dit was erg ongeloofwaardig omdat de vrouw niet dicht bij de brand had gestaan. Hetzelfde geldt voor veel gezondheids klachten die mensen zeggen te hebben vanwege de Bijl merramp in 1992,’ zegt Vasterman. ‘Zo’n 10, 20 procent van de bevolking heeft sowieso last van zaken als hoofd pijn en kortademigheid. Als er dan iets groots gebeurt, zoals de Bijlmerramp, betrekken mensen hun klachten daarop. Terwijl nooit is aangetoond dat er giftige stoffen bij die ramp zijn vrijgekomen. Ook krijgen deskundigen en organisaties als Greenpeace en Milieudefensie, die na een milieuramp kritiek leveren op de autoriteiten, vaak ruim baan bij media. Journalisten zouden kritischer vragen aan critici moeten stellen.’
Nwsbrf#170 / 07.2014
Cijfers seksueel geweld betwistbaar Op 2 juni in NRC Handelsblad en op 4 juni in NRC Next stelt Peter Vasterman, ud Mediastudies, dat de schok kende cijfers over seksueel geweld vaak niet deugen en dat daardoor ten onrechte het beeld ontstaat dat dit in Nederland op grote schaal voorkomt. ‘De achterlig gende patronen bij dit soort onderzoeken zijn altijd dezelfde, namelijk heel brede definities, subjectieve zelfrapportage, kleine steekproeven en het projecteren van discutabele percentages op de hele bevolking. Het nadeel van zelfrapportage door respondenten is de subjectiviteit bij de interpretatie van de vraag (wat versta je onder seks?), de onbetrouwbaarheid van het geheugen en de veronderstelde eerlijkheid van de respondent. Bovendien is de interpretatie van de gegevens gericht op het uitvergroten van het probleem: het is altijd het topje van de ijsberg. Ook illustreren media de hoge cijfers meestal met ernstige gevallen van seksueel mis bruik, want die hebben meer nieuws waarde dan de lichte vormen. Zo ontstaat de beeldvorming dat ernstig seksueel geweld in Nederland op grote schaal voorkomt. Vervolgens wordt dat beeld telkens weer versterkt door nieuws over allerlei beleidsmaatregelen, meldcodes, trainingen en hulpverleningstrajecten om dit geweld terug te dringen.’ Vasterman vraagt zich af hoe deze inflatiespiraal kan worden afgeremd. ‘Want iedereen die vraagtekens zet bij dit soort onderzoek - zo weet ik uit ervaring - krijgt het verwijt de zaak te bagatellise ren, of erger nog, al die slachtoffers te schofferen. Maar de meisjes en jongens die echt misbruikt zijn, schieten hier niets mee op.’
13
Op weg naar nieuwe huisvesting In het gestripte BG2, anno 2014
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
14
Bijzondere collecties
In en uit dienst In dienst
Tentoonstelling Sterke Verhalen Deze tentoonstelling brengt in beeld hoe door de eeuwen heen verhaalmotieven van personages als Faust en Assepoester voort leven in prenten, liedjes en ander materiaal. Een historische blik op deze verhaalmotie ven, geeft inzicht in de ontwikkeling van populair drukwerk en de evolutie van deze verhalen. In de tentoonstelling is onder meer een aantal fraaie kinderprenten uit de recent verworven collectie van Nico Boerma te zien. In het Erfgoedlab wordt i.s.m. het Meertens Instituut een volksverhalenbank en een liede renbank ontsloten, waardoor de bezoeker gouden ouden kan beluisteren. n 24 juni t/m 5 oktober Summer School History of the Book Boekwetenschap en Handschriftenkunde organiseert samen met Bijzondere Collecties de Summer School History of the Book in de laatste twee weken van augustus. Iedereen die geïnteresseerd is in boekgeschiedenis kan zich inschrijven. Deelnemers kunnen zelf een programma samenstellen van cursussen, workshops en colleges. Zo wordt een work shop aangeboden over de fotografie en vorm geving van kookboeken en een workshop over het boek in de handpersperiode. n 18 t/m 29 augustus n programma en inschrijven: bijzonderecollecties.uva.nl/summerschool.
Mei 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - mw. prof. dr. Christa-Maria Lerm-Hayes, hoogleraar Kunstgeschiedenis - mw. dr. Suzanne Adema, ud Griekse en Latijnse talen en culturen
Juni 2014 - dhr. dr. Bart Karstens, onderzoeker Logic and Language
In dienst student-assistenten Mei 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - mw. Rebecca van Raamsdonk BA, studentassistent Geschiedenis, archeologie en regiostudies
Uit dienst Mei 2014 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) - mw. Josephine van den Bent MA, onderwijs-/onderzoeksmedewerker Taal- en letterkunde, in dienst 01.09.2013
Juni 2014 - dhr. dr. Huub van Baar, ud Europese studies, in dienst 01.09.2012
Allard pierson museum De verheerlijking van de man In de hal van het Allard Pierson Museum wordt een fototentoonstelling ingericht onder de titel ‘De verheerlijking van de man’. In deze tentoonstelling, een initiatief van Diede rick van der Lee, wordt werk gepresenteerd van hedendaagse fotografen. De tentoon stelling actualiseert de thematiek van de ver beelding van de man in de oudheid en trekt de parallel door naar hedendaags werk. n 26 juli t/m 21 september
Nwsbrf#170 / 07.2014
15
Pioniers Promovenda Fleur Bouwer studeerde psychologie aan de UvA en klarinet aan het conservatorium in Amsterdam. Nu doet ze onderzoek naar hoe hersenen de maat herkennen in muziek. ‘Maatgevoel is eigenlijk een hele rare eigenschap. Iedereen heeft het, maar niemand weet wat het nut ervan is.’
‘Omdat ik op het conservatorium intellectuele uitdaging miste, ben ik daarnaast psychologie gaan studeren; ik wilde graag een academische studie doen en het menselijk gedrag leek me interessant. Muziek bleef echter ook een grote passie. Mijn eerste paper bij psycho logie ging dan ook over muziek. Dit promo tieonderzoek is de perfecte combinatie van mijn passie voor muziekbeoefening en intel lectuele uitdaging. Mijn onderzoek gaat over wat mensen minimaal nodig hebben aan aandacht en informatie om de maat in muziek te kunnen horen. Wanneer iemand bijvoorbeeld de trein probeert te halen en langs een straatmuzikant rent, pikt het brein dan toch de regelmaat in de muziek op? En als dat zo is, herkent ons brein op zo’n moment alleen de metrische structuur in muziek met nadrukkelijke accen ten of ook in complexere muziekstukken? Om een antwoord te kunnen geven op deze en andere vragen moesten we eerst meer te weten komen over de werking van maatgevoel in de hersenen. Daar is nog maar weinig over bekend. Hoewel iedereen maat gevoel heeft, is het niet duidelijk wat het evolutionair nut van muziek in het algemeen en maatgevoel in het bijzonder is. Wel weten we inmiddels dat de motorische hersen gebieden worden geactiveerd wanneer proef personen naar muziek met regelmaat luisteren. Dit is heel opmerkelijk aangezien de motori sche hersengebieden nodig zijn voor beweging en de proefpersonen in deze experimenten stil liggen. Om te achterhalen wat mensen nodig hebben om de maat in muziek te kunnen herkennen, meten we de hersenactiviteit van
proefpersonen die we zowel eenvoudige als complexe ritmes laten horen en tegelijk manipuleren we hun aandacht door ze bij voorbeeld ondertussen een film te laten kijken. Vermoedelijk vraagt het oppikken van de maat minder aandacht, naarmate een ritme eenvoudiger is. En ik denk dat de mate van muzikale training een belangrijk verschil kan betekenen voor het kunnen herkennen van regelmaat in complexere muziek.
Het herkennen van metrum Bij het maken van stimuli voor experimen ten heb ik veel baat van mijn achtergrond als klarinettiste. Voor elk experiment zijn name lijk nieuwe ritmes nodig die steeds weer aan andere eisen moeten voldoen. Op het eerste gezicht is dat triviaal maar het is erg gecom pliceerd om dit op de juiste manier te doen. Mijn achtergrond heeft ook nadelen. Het is voor mij lastig om in te schatten hoe mensen naar muziek luisteren. Ik ben muzikaal goed getraind en heb muziekles gehad sinds mijn
vijfde. Ik heb weleens stimuli gemaakt waar van ik dacht dat iedereen de maat wel zou kunnen meetikken, maar dan bleken proef personen daar toch veel moeite mee te heb ben, als ze nooit muziekles hadden gehad. Aan de andere kant komt het vaak genoeg voor dat ik proefpersonen stimuli voorleg die in mijn ogen redelijk ingewikkeld zijn, maar die zij dan wel weer goed blijken te herkennen. Mensen reageren vaak anders dan je verwacht en dat is het grootste obstakel van de neurowetenschappen. Ik vind dat het leukste aan empirische experimenten. Juist de onvoorspelbaarheid van het menselijk gedrag maakt onderzoek ernaar zo spannend. In de toekomst zou ik dit onderzoek graag voortzetten bij baby’s, ik ben erg benieuwd op welke leeftijd de ontwikkeling van maat gevoel precies begint. Ook zou ik graag onder zoek doen naar de klinische toepassingen van muziek. Bij patiënten die lijden aan de ziekte van Parkinson is iets mis in de moto rische hersengebieden. Zij lopen beter op muziek. De oorzaak is nog onbekend en het lijkt me heel interessant om uit te zoeken hoe dit in de hersenen werkt.’ mcg.uva.nl
Nynke de Groot
De Nieuwsbrief FGw is een uitgave van het Dagelijks Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen | #170 / 07.2014 | archief uva.nl/fgw-nieuwsbrief eindredactie Mas Fopma, Nynke de Groot (student-assistent), tel. 020-525 5336,
[email protected] | verspreiding en abonnementen
[email protected] deadline kopij Nieuwsbrief 171 01.08.2014 | vormgeving crasborn.nl foto’s E. Lampe, D. Gillissen (p. 1-3, 16), J. Oerlemans (p. 11), M. Kooijmans (p. 14)