‘Continuous Improvement op scholen in USA’ Verslag studiereis
4-11 mei 2012
Inleiding Van 4 tot 11 mei 2012 heeft een delegatie van de Stichting Agora een studiebezoek gebracht aan scholen in Peoria (Illinois, USA). De leden van de Professionele Leergemeenschap Opbrengstgericht Werken (PLG OGW) en enkele leden van het College van Bestuur hebben dit studiebezoek gemaakt met het doel meer te weten te komen over Continuous Improvement. Continuous Improvement (CI) is een 'benadering', waarbij kinderen nauw betrokken worden in het proces van missie, visie, doel en resultaat. Deze benadering, die zijn oorsprong vindt in de Verenigde Staten, richt zich op vaardigheden als kritisch denken en het groeien naar levenslang willen leren. Eigenaarschap van kinderen en 'empowerment', het gevoel controle te hebben over je eigen situatie en vertrouwen in je eigen capaciteiten om iets te bereiken, zijn hier sleutelbegrippen. Bij Continuous Improvement wordt een situatie gecreëerd, waarbij leerlingen en leerkrachten samen werken aan de resultaten. Zij demonstreren hiermee het leren van de 21e eeuw. Het bezoek is gedaan op uitnodiging van Dr. J. Marino, superintendent van het Dunlap District in Peoria.
Hoofdstuk 1 Onderzoeksvragen Ter voorbereiding op de studiereis heeft de PLG zich in subgroepen verdeeld op basis van onderzoeksgebieden en heeft een aantal onderzoeksvragen geformuleerd gerelateerd aan de volgende onderwerpen: schoolleiders leerkrachten kinderen ouders ICT CI in de praktijk
§ 1.1 Onderzoeksvragen rond beleid en de rol van schoolleiders De organisatie van het onderwijs is in Amerika anders geregeld dan in Nederland. We zijn vooral benieuwd naar de structuur van de organisatie, de managementstijl en hoe veranderingen worden ingezet. Het onderzoek heeft plaats gevonden op basis van de volgende vragen: Hoe zijn de hiërarchische verhoudingen binnen de organisatie? Hoe wordt beleid gemaakt? Wat is de positie van de schoolleider? Welke rol speelt de schoolleider in het district? Welke opleiding volgt een schoolleider? Op welke manier geven zij leiding aan het verbeterproces? Planmatig verbeteren op basis van data (PLG)? Is er sprake van gedeelde verantwoordelijkheid?
2
§ 1.2 Onderzoeksvragen rond leerkrachten In de uitvoering van Continuous Improvement in de school en in de klas speelt de leerkracht een belangrijke rol. Wat die rol precies is en of er factoren zijn waardoor deze rol versterkt wordt zijn de belangrijkste vraag. Aan de hand van de volgende subvragen is het onderzoek uitgevoerd. Hoe ziet de lerarenopleiding er uit? Hoe wordt er gewerkt aan professionalisering? Werken alle leerkrachten in de dagelijkse praktijk vanuit CI? Richten leerkrachten zich alleen op het leren of ook op de sociaal emotionele ontwikkeling? Wordt tegemoet gekomen aan een brede (talent)ontwikkeling van kinderen? Wat is de relatie tussen niet-gewenst gedrag en CI, hoe wordt dit vormgegeven?
§ 1.3 Onderzoeksvragen rond kinderen De belangrijkste vraag, dan wel observatie rond dit onderwerp is naar de rol van de kinderen in CI. Zijn kinderen daadwerkelijk eigenaar van hun eigen leren, zijn ze gemotiveerd? Wat is de rol van kinderen in PDSA, welke instrumenten gebruiken ze?
§ 1.4 Onderzoeksvragen naar de rol van ouders In Amerika spelen niet alleen ouders een grote rol in de school, maar ook de ‘community’ De belangrijkste onderzoeksvraag bij dit onderwerp is of men in Amerika werkt met een educatieve vierhoek (de ’community’ als vierde) om de optimale ontwikkeling bij het individuele kind te bereiken, zoals wij gewend zijn te werken met de educatieve driehoek. Hoe ziet een ‘community’ eruit? Wat is de positie van de school en wat is het verschil tussen Nederland en Amerika? Wat is de rol van de school binnen de ‘community’? Wat is de rol van de ouders binnen de school? Hebben de ouders verplichtingen aan school of mogen zij vrijblijvend participeren binnen de school? Hoe verlopen de contacten tussen school en ouders? Met welke frequentie zijn er contactmomenten tussen de school en ouders? Zijn de ouders bekend met het lotusdiagram en Continuous Improvement of leeft dit alleen binnen het onderwijs en de scholen?
§ 1.5 21st Century Skills De hoofdvraag die we hierbij beantwoord willen zien betreft de rol van ICT binnen Continuous Improvement in het Dunlap District. Daarbij willen we te weten komen in hoeverre er binnen het onderwijsprogramma aandacht besteed wordt aan de 21st century skills. Wanneer binnen dit onderzoek over 21st century skills wordt gesproken hanteren we de uitkomsten van de discussienota (Voogt en Roblin, 2010)1: Communicatie, Samenwerken, ICT Geletterdheid, Creativiteit, Kritisch denken, Probleem oplosvaardigheden, Sociale en/ culturele vaardigheden (incl. burgerschap)
1
Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st Century Skills. Discussienota. Twente: Universiteit van Twente
3
De vragen geformuleerd voor het onderzoek zijn:
Welke ICT-hulpmiddelen worden ingezet (bij 21st century skills) Op welke manier zijn ICT- hulpmiddelen geïntegreerd binnen het “21ste eeuws” leren? Vind het leren buiten school d.m.v. technologische mogelijkheden plaats? Welke programma’s worden gebruikt om het opbrengstgericht werken zichtbaar te maken? (Communicatie met ouders, rapportage naar ouders, inzet social media?) Wordt er gewerkt aan mediawijsheid?
§ 1.6 Continuous Improvement Na presentaties en trainingen van Dr. Marino zijn we natuurlijk ook erg benieuwd naar hoe Continuous Improvement er in de praktijk uitziet op zijn scholen. Vragen die we ons hierbij stellen zijn bijvoorbeeld: Hoe wordt CI in de klas gebruikt? Hoe ziet een groepsbijeenkomst er uit? Hoe wordt PDSA in de klas gebruikt?
4
Hoofdstuk 2 Onderzoek Tijdens ons verblijf in Peoria hebben we de gelegenheid gehad om verschillende scholen te bezoeken. Scholen met voorschoolse opvang, Elementary, Middle en High Schools. We hebben scholen in het Dunlap District bezocht die met name in de buitenwijken staan. Daarnaast hebben we ook op het platteland en achterstandsscholen in de binnensteden bezocht. Tenslotte hebben we ook een bezoek gebracht aan de universiteit waar de opleiding tot leerkracht en schoolleider wordt verzorgd. Tijdens deze bezoeken hebben we met schoolleiders, leerkrachten, leerlingen, ouders, opleiders en studenten kunnen praten en van gedachten kunnen wisselen om zo een antwoord te kunnen geven op onze onderzoeksvragen. De bevindingen die zijn gedaan worden per subvraag beschreven.
§ 2.1. Beleid en de rol van de schoolleider 2.1.1 Hoe zijn de hiërarchische verhoudingen binnen de organisatie? Dr. Jay Marino is superintendent van het Dunlap school district. Dat is bij ons vergelijkbaar met de rol van de leden van het College van Bestuur. Echter de superintendent bestuurt de organisatie niet, dat doet de Board of Education. De leden van de Board of Education zijn gekozen vertegenwoordigers uit de gemeenschap, zij doen dit op basis van vrijwilligheid. Dit is vergelijkbaar met de situatie bij Agora voor de herinrichting. Dr. Jay Marino legt verantwoording af aan de Board of Education. Daarnaast is er ook nog een regional superintendent. Deze is het hoofd van Regional Office of Education (R.O.E.) en verantwoordelijk voor de opleiding en certificering van leerkrachten, schoolleiders en ondersteunend personeel en voor de arbeidsomstandigheden in alle scholen van Peoria. We hebben ervaren dat leiderschap noodzakelijk is om te komen tot gedeeld leiderschap. Het uitdragen en voorleven van de visie en missie is de sleutel tot verbeteringen in het onderwijs. We hebben twee scholen gezien die in moeilijke omstandigheden toch goed en passend onderwijs verzorgen door de focus op leren! 2.1.2 Wat is de positie van de schoolleider? Welke rol speelt de schoolleider in het district? Hoe wordt beleid gemaakt? Wat in gesprekken met de schoolleiders (van de Dunlap schools) opvalt is dat zij allen het strategisch plan van het district (de stichting bij ons) uitdragen, zowel naar binnen als naar buiten. Het strategisch plan van de school is duidelijk gebaseerd op dat van het district. Het strategisch plan van het district en het strategisch plan van de school zijn volgens hetzelfde format opgebouwd en zijn in elke school te zien. Dit strategisch plan past op 1 pagina en wordt ook wel ‘plan on a page’ genoemd. Bij de High school hebben wij een presentatie gehoord waarin de ‘plan on the page’ werd getoond van het district. Vervolgens werd uitgelegd hoe de school 21st century learning vertaalde vanuit het district plan naar het schoolplan. Namelijk: hoe High school leerlingen een deel van de tijd thuis online onderwijs krijgen. Drie dagen per week naar school, twee dagen thuis. 2.1.3 Welke opleiding volgt een schoolleider? Op de University of Bradley hebben we gezien hoe de opleidingen voor leerkrachten en schoolleiders georganiseerd zijn. Schoolleider: Minimaal Master niveau Superintendent: Na de master een Superintendent opleiding, sommigen hebben een Phd (= doctorsgraad)
5
Professionalisering Om schoolleider te worden moet een master of administration in education gehaald worden. Dit is een twee jarige opleiding, met een studiebelasting van 36 ETC's. Ook schoolleiders moeten punten halen om hun bevoegdheid te behouden. Iedere 5 jaar wordt de registratie verlengd, mits voldaan wordt aan de gestelde eisen (punten). 2.1.4 Op welke manier geven zij leiding aan het verbeterproces? Planmatig verbeteren op basis van data (PLG)? Gedeelde verantwoordelijkheid? Het District Leadership Team, bevat directeuren, leraren, en andere stakeholders. Dit team maakt de strategische plannen voor de scholen. Zo wordt er nu een plan ontwikkeld om tegemoet te komen aan de behoeften van de meerbegaafde leerlingen. Dit plan wordt gemaakt en volgend schooljaar in alle scholen geïmplementeerd door de Building Leadership Teams. De Building Leadership Teams functioneren op school niveau. Deze zijn gericht op teamwork, samenwerking en gedeeld leiderschap. In deze teams zijn alle lagen van de organisatie vertegenwoordigd. Er is veel eenheid tussen de scholen. Vormgeving, formats voor het ‘plan on a page’, zijn op alle scholen hetzelfde. De missie en kernwaarden hebben alle scholen zelf uitgewerkt, maar deze hangen in vergelijkbare vormgeving in de scholen. De kernwaarden zijn per school opgesteld samen met de kinderen en ouders en hangen in de betreffende scholen. Dit is gedaan in de vorm van foto’s, door elke school afzonderlijk, maar wel in hetzelfde format.
§ 2.2. Leerkrachten 2.2.1 Opleiding Na de High School volgen studenten een 4 jarige bacheloropleiding aan de University. In het eerste jaar wordt al stage gelopen aan gelieerde scholen. Ter afsluiting wordt een basic skill test, een content area test, en een professional teacher test afgenomen. Dan hebben ze hun leerkrachtbevoegdheid.
6
De bevoegdheid wordt afgegeven voor 4 jaar en er is sprake van een verplichting om te professionaliseren. Elk jaar moet een aantal punten behaald worden d.m.v. nascholing, studie of PLC deelname (op school- of districtsniveau). Pas als het aantal punten behaald is kan men in aanmerking komen voor verlenging van de bevoegdheid. Er is een hoog niveau van samenwerking tussen verschillende faculteiten van de universiteit en tussen de stagescholen. De universiteit ontwikkelt programma’s en voert deze in samenwerking uit in de scholen. 2.2.2 Professionalisering Een grote rol in de professionele ontwikkeling is de inzet van Professional Learning Communities (PLG’s). In de PLG’s worden de algemene doelen van het district en de school, omgezet naar specifieke doelen per vakgroep of jaargroep. Alle Dunlap scholen hebben elke woensdagmiddag PLC bijeenkomsten. Hierin worden ervaringen en strategieën gedeeld en vindt er intervisie plaats. Daarnaast worden op het intranet in speciale formats de opbrengsten van de PLG’s bijgehouden en opgeslagen. Iedere werknemer van de scholen kan dit lezen. Op het intranet staan ook instructie- video’s over bijvoorbeeld de verschillende stappen van de PDSA. In iedere PLC wordt de PDSA cyclus stap voor stap uitgevoerd. Dr. Marino begeleidt waar nodig PLG’s om de PDSA goed uit te voeren en hij heeft de eindregie over wat op de website komt. Het systeem van verplicht professionaliseren geldt alleen voor public schools. Niet voor private schools. 2.2.4 Werken alle leerkrachten in de dagelijkse praktijk vanuit CI? Er wordt zichtbaar in de klassen gewerkt vanuit CI. In de meeste klaslokalen zijn gevulde datamuren te zien en werken kinderen met datamappen. Er is geen zichtbare vaste structuur in de datamappen tussen de verschillende scholen, wel tussen de verschillende klassen van 1 school. Er zijn wel duidelijke verschillen tussen de leerkrachten zichtbaar. De ene leerkracht is verder in zijn ontwikkeling dan de andere. 2.2.5 Richten leerkrachten zich alleen op het leren of ook op de sociaal emotionele ontwikkeling? Wat is de relatie tussen niet-gewenst gedrag en CI, hoe wordt dit vormgegeven? Ook hier zien wij veel verschillen tussen leerkrachten/ klassen. In de ene klas wordt hier veel aandacht aan besteed, in de andere weinig. In een groep zien we een Behaviour Graph, hierop wordt het hele jaar door het gedrag van de leerlingen bijgehouden. Op schoolniveau valt op dat kinderen en leerkrachten zeer beleefd en gedisciplineerd zijn. Kinderen lopen rustig, zonder te kletsen en rennen, door de gangen. Alle scholen stralen een grote rust uit. Dit gaat uiteraard niet vanzelf. Er is continu toezicht op de kinderen en er zijn per ruimte afspraken waar een ieder zich aan houdt. Hoe gedragen wij ons in de kantine? Wat wordt er van iedereen verwacht? In veel scholen wordt gewerkt met rode en groene kaarten die verbonden zijn aan gedrag. De kinderen houden dagelijks in de datamap bij hoeveel ze er hebben. Hierop is per kind en per klas (datamuur)een doel gesteld. Behaalde doelen worden gevierd. 2.2.6 Wordt tegemoet gekomen aan een brede (talent)ontwikkeling van kinderen? Hierop kunnen wij een volmondig JA geven. In alle scholen staan diverse sportieve, creatieve en culturele vakken op het programma. Vooral de orkesten hebben een grote indruk op ons gemaakt. Vanaf Elementary School krijgen kinderen de gelegenheid een muziekinstrument te leren bespelen, staat er dagelijks een half uur gym op het rooster, kunnen kinderen zich op diverse creatieve gebieden verbeteren. In alle scholen waren er gespecialiseerde, mooie en voldoende materialen aanwezig.
7
§ 2.3 Kinderen 2.3.1 Zijn kinderen daadwerkelijk eigenaar van hun eigen leren, zijn ze gemotiveerd? We hebben korte gesprekken gehad met de kinderen in de klas, tijdens de lessen. Er was geen tijd om door te vragen, behalve tijdens een demonstratie ‘oudergesprek door en met leerlingen’. De kinderen kennen de missie, de afspraken en de doelen van de groep. Tijdens de groepsbijeenkomsten zijn ze over het algemeen betrokken. Het gaat hier over hun vorderingen, hun problemen en hun oplossingen. De groepsbijeenkomst wordt voor de datamuur gedaan en gaan alleen over de data. Hierdoor gaat dit meer leven voor de kinderen. In de datamappen houden de kinderen op allerlei gebieden hun vorderingen bij. Soms bespreken ze hun vorderingen in tweetallen en kijken ze wat ze nog willen verbeteren (Elementary School). Na een toets stellen de kinderen een doel voor de volgende toets en geven ze aan hoe ze dit willen bereiken (Middle School). Tijdens het ‘oudergesprek door en met leerlingen’ laat de leerling zijn vorderingen aan de hand van de datamap aan zijn ouders zien. Dit oefenen ze vooraf met ouderejaars. Er wordt pas halverwege het jaar mee gestart zodat ze meer kunnen vertellen over hun vorderingen. Kinderen kennen hun sterken en zwakke kanten en kunnen hierover vertellen. 2.3.2 Wat is de rol van kinderen in PDSA, welke instrumenten gebruiken ze? In principe wordt de data op de datamuur en in de datamap in verschillende tabellen en grafieken door de leerlingen bijgehouden. Bij het stellen van nieuwe doelen wordt rekening gehouden met de bereikte doelen en wordt er doorgevraagd naar het hoe en waarom.
§ 2.4. Ouders 2.4.1 Hoe ziet een ‘community’ eruit? Wat is de positie van de school en wat is het verschil tussen Nederland en Amerika? In Peoria zijn 96 scholen, verdeeld over 8 verschillende districten. De superintendents van de districten leggen verantwoording af aan de regionale superintendent. De federale overheid, de gemeente en de lokale gemeenschap (community) zijn verantwoordelijk voor de geldstromen en hebben allen hun eigen verwachtingen. De uitdaging van de superintendent is om alle geldschieters tevreden te houden. Daarom zijn de functie van regional superintendent en de board of education politieke functies, zij worden door de ‘community’ gekozen. De ’community’ financiert het schoolgebouw en heeft een bepaalde invloed op het onderwijs op de school. 2.4.2 Wat is de rol van de ouders binnen de school? Hebben de ouders verplichtingen aan school of mogen zij vrijblijvend participeren binnen de school? Binnen de scholen in Nederland werken we met een ouderraad en een medezeggenschapsraad, dit is wettelijk vastgesteld. In het Dunlap district werkt dit anders, elke school heeft een Parent Teacher Organisation (PTO). Deze raad bestaat uit ouders en leerkrachten en heeft in totaal 20 leden. Deze organisatie fungeert zowel als ouderraad als medezeggenschapsraad. De PTO heeft geen vorm van invloed op het beleid van de school. De belangrijkste taak van de PTO is het verkrijgen van financiële middelen welke zij besteden aan de school. Deze financiële middelen worden verkregen middels sponsoring, donaties en ‘fund raising’ als het verkopen van o.a. chocoladerepen. De financiële middelen die hieruit worden verkregen worden direct besteed aan middelen voor de school of dragen bij aan activiteiten.
8
2.4.3 Hoe verlopen de contacten tussen school en ouders? Met welke frequentie zijn er contactmomenten tussen de school en ouders? Bij Agora werken wij met de educatieve driehoek, hierbij vinden wij het oudercontact en betrokkenheid heel belangrijk. Omdat de kinderen in Amerika met een schoolbus van en naar school gebracht worden, wordt het dagelijks contact tussen leerkracht en ouder beperkt. Daarnaast is enkel in de Elementary Schools een gesprekscyclus waarin de ouders worden uitgenodigd om de voortgang van hun kind te bespreken. In Middle- en High School is dit niet meer van toepassing en worden de ouders alleen bij problemen met de voortgang of het gedrag van hun kind uitgenodigd voor een gesprek. Hoe worden de ouders dan betrokken bij de ontwikkeling van hun kind? Ouders kunnen inloggen op het ouderportaal van Dunlap Schools, zo krijgen zij toegang tot de resultaten van hun kind. Dit overzicht wordt dagelijks bijgewerkt, zodat de ouders toegang krijgen tot de meest actuele vorderingen. Bovendien kunnen zij via dit overzicht direct mailcontact met de leerkracht krijgen en zo hun vragen of zorgen uiten. Uit recent onderzoek van Dunlap Schools blijkt dat 87% van de ouders dit ouderportaal gebruikt. Ouders geven aan dat zij dit een prettige manier van contact vinden en beter op de hoogte zijn van de vorderingen van hun kinderen dan bij periodieke gespreksrondes. Ouders geven ook aan dat zij zich vrij voelen om afspraken te maken met de leerkracht om te praten over vorderingen of gedrag, zonder dat de leerkracht hier een zorgsignaal voor geeft. Deze signalen ontvingen wij van diverse kanten, er is een zeer open communicatie tussen ouders en leerkrachten. 2.4.4 Zijn de ouders bekend met het lotusdiagram en Continuous Improvement of leeft dit alleen binnen het onderwijs en de scholen? De ouders die wij gesproken hebben zijn op de hoogte van het feit dat er op de school van hun kind volgend de principes van CI gewerkt wordt. Ze kennen Dr. Jay Marino en zijn erg enthousiast over de veranderingen die de afgelopen jaren duidelijk zijn geworden. De jaren daarvoor werd er al wel opbrengstgericht gewerkt, maar dat is nu duidelijk verbeterd. De ouders die wij gesproken hebben vinden het niet meer dan logisch dat de kinderen zich op deze manier ontwikkelen en vinden dat dit de kansen voor hun kinderen in de toekomst vergroot op een goede carrière. De ouders hebben een voorlichtingsavond bijgewoond toen CI geïmplementeerd werd. Inmiddels is men niet meer op de hoogte van de exacte inhoud van het lotusdiagram maar in grote lijnen is men wel bekend met de principes. De ouders zijn erg te spreken over de kind/ouder gesprekken. Buiten het Dunlap district Tijdens de bezoeken in de achterstandswijken werd duidelijk dat de schoolkeuze hier niet bij de ouders ligt. De woonomgeving bepaalt naar welke school het kind gaat. Het voordeel hiervan is dat alle kinderen uit dezelfde omgeving komen. De ouderbetrokkenheid wordt in hoge mate bepaald door de omgeving van de school en het sociale milieu van de leerlingen. De educatieve driehoek wordt door scholen die gevestigd zijn in achterstandwijken niet bereikt. Deze scholen bieden de ouders wel de mogelijkheid om cursussen te volgen binnen de school en er is een ouderkamer gefaciliteerd. Op Trewyn School werd gewerkt met een speciaal project. Bij inschrijving worden de families door medewerkers van de school thuis bezocht. Zo wordt in kaart gebracht uit welk milieu het kind komt en welke sociaal-emotionele problemen dit kind heeft. Op deze manier probeert de school zo snel mogelijk in kaart te brengen en vervolgens tegemoet te komen aan de behoeftes van het kind en zo
9
aan de ontwikkelingsvoorwaarden te voldoen. De school creëert een veilige leeromgeving en focust zich de eerste jaren met name op de normen en waarden. Hierbij staat het kind centraal. Ieder kind wordt vanaf de kleutergroep duidelijk gemaakt dat hij/zij eigenaar is van zijn eigen opleiding. Het kind is verantwoordelijk voor zijn eigen leven, de keuzes die hij/zij maakt en de kansen die hij/zij grijpt. Dit wordt gedurende de hele schoolloopbaan benadrukt. Door de intensieve begeleiding, zorg en betrokkenheid van de school naar alle leerlingen heeft men nu een sfeer gecreëerd wardoor er echt een "wij"gevoel is ontstaan. De ouderparticipatie is enorm. Deze school heeft ongeveer 100 actieve ouders die ondersteuning bieden. Niet alleen bij lezen en rekenonderwijs maar zelfs buddies die met de kinderen gaan lunchen.
§ 2.5. 21st Century Skills Het onderzoek en de inzet van ICT wordt besproken aan de hand van de zeven ‘21st century skills’. Bij de bouw van nieuwe scholen worden m.b.t. ICT keuzes gemaakt vanuit een duidelijke visie. Hier worden middelen voor vrij gemaakt om de school zo modern mogelijk in te richten. Skill/vaardigheid: Communicatie
Samenwerken
ICT-geletterdheid
Creativiteit Kritisch denken
Probleem oplossend vermogen Sociale en culturele vaardigheden
Bevindingen: Intranet is vergelijkbaar ingericht als bij ons. Op de High school kunnen kinderen thuis doorwerken aan schoolwerk. Ouderportal (Powerschool) wordt door 87% van de ouders gebruikt. Alle data van de leerlingen kunnen worden bekeken. In gesprekken met ouders van de bezochte scholen werd duidelijk dat het heel erg gewaardeerd wordt. Intranet d.m.v. formulieren ingericht voor duidelijke manier van delen informatie. Iedere PLG beschikt over een site op het intranet. Voor alle PLG's is er een sjabloon gemaakt waarop de stappen van de PDSA cyclus, voortgang van de doelen ingevoerd kunnen worden. Er is een PLG support site: aankondigingen, kalender, discussieboard, teamtaken do's en dont's, documenten, teamresources inclusief instructie filmpjes. Computerlokalen waar o.a. typeles wordt gegeven. Tijdens computerles summier aandacht voor mediawijsheid. Op sommige scholen (vooral V.O.) werken kinderen veel zelfstandig aan de computer tijdens bepaalde “zelfstandige uren”. Weinig gezien i.c.m. ICT. Aanleren van gebruik van zoekmachines (minimaal) zij hebben veel afgeschermd waardoor de mogelijkheid tot kritisch denken wordt beperkt. Weinig gezien i.c.m. ICT. Contact via internet met internationale scholen + skypen met leerkracht gezien als pilot op de highschool. Gebruik van Skype met scholen uit een andere Staat. Het gebruik van de mobiele telefoon door leerlingen van de Middleschool wordt overwogen. Er wordt gebruik gemaakt van een besloten social media programma voor leerkrachten en leerlingen.
10
§ 2.6 Continuous Improvement in de praktijk 2.6.1. Hoe wordt CI in de klas gebruikt? Binnen elke school bestaat er eenheid in de inhoud van de datamuur, in elke groep bevat het dezelfde elementen. De aankleding is net als de lokalen afhankelijk van de leerkracht. Op de datamuur is aanwezig: ‘plan on a paper’, de klassenmissie, de afspraken van de groep, de doelen van de groep (afgeleid van de schooldoelen), de voortgang van de doelen. Hierbij valt op dat de vorderingen door het hele schooljaar worden gevolgd. En er is een plus/delta. De datamuur bevat alleen groepsdoelen en groepsdata. De individuele doelen en data worden in de datamap door de kinderen zelf bijgehouden. Deze bevat alleen data. Alle resultaten worden bijgehouden in de datamap, dit lijkt erg veel. Doelen zijn vooral percentages, maar worden inhoudelijk niet verder omschreven. De leerkracht maakt eenmaal per 6 weken tijd om de datamap met de kinderen door te nemen. Vaak onder lestijd. De datamap wordt klassikaal in tweetallen besproken, soms tijdens een groepsbijeenkomst. 2.6.2 Groepsbijeenkomst Een groepsbijeenkomst heeft altijd de volgende elementen: Op een vloerkleed voor in de klas bij de datamuur (carpettime) De voorzitter is een kind, dit rouleert Start met missie en afspraken 3 complimenten 3 issues, hierbij worden geen namen genoemd Daarna oplossingen of suggesties voor de issues. Slechts 3 per issue. De leerkracht bepaalt welke wordt uitgevoerd Voorzitter schrijft ook mee, dit duurt erg lang Er worden geen namen genoemd In een klas werd er gestart met een ‘secret handshake’. 2.6.3. Hoe wordt PDSA in de klas gebruikt? Door met elkaar de doelen van de datamuur of individueel de doelen uit de datamap te bespreken, evalueren en bij te stellen wordt de PDSA ingezet.
11
Hoofdstuk 3 Conclusies Na een week ondergedompeld te zijn in het Amerikaanse onderwijssysteem kunnen we de volgende conclusies trekken.
§ 3.1 Beleid en schoolleiders Er is veel aandacht voor ‘alignment’ en professionalisering in het district en de scholen. Alignment wordt vooral terug gezien via het ‘plan on a paper’ dat in elke school en elke klas hangt. Er wordt veel ‘topdown’ geregeld. Maar door de inzet van District en Building Leadership Teams wordt er geluisterd naar alle betrokkenen. In deze teams krijgen leerkrachten die zich verder willen ontwikkelen de kans om zich ook met beleid bezig te houden.
§ 3.2 Leerkrachten Leerkracht zijn in (dit gedeelte van) Amerika betekent een functie van belang bekleden. Het aanzien van het beroep is beter dan in Nederland op dit moment. De opleiding is in grote lijnen gelijk, maar heeft als pré dat er meer contacten zijn tussen de diverse disciplines op universiteitsniveau. Hierdoor komen leerkrachten in contact met of voeren zelf onderzoek uit tijdens hun opleiding (in samenwerking met professionals op andere gebieden, bijv. hersenonderzoek). De rol van de leerkracht kan het best beschreven worden als die van een onderzoekende professional, voortdurend op zoek naar verbetering van de onderwijspraktijk. Wat opvalt is het hoge niveau van samenwerking tussen de verschillende faculteiten van de universiteit. Hierdoor komen leerkrachten tijdens hun opleiding in aanraking met onderzoek in combinatie met onderwijs. Een onderzoekende houding wordt hierdoor bevorderd. Professionalisering in PLG’s wordt in de scholen van het district van bovenaf ingevuld en strak geleid. Iedere leerkracht neemt deel aan een PLC. Hierdoor ontstaat er een eenheid in de ontwikkeling. Algemene conclusies naar aanleiding van de schoolbezoeken: de rust die kinderen en leerkrachten in alle scholen uitstralen de uitgebreide aandacht voor de brede (talent)ontwikkeling van kinderen. Het curriculum leek op een lager niveau te liggen dan in Nederland, een gevolg van de brede ontwikkeling? Of een keuze? Een interessante vraag voor een volgend bezoek?
§ 3.3 Kinderen De kinderen zijn op de hoogte van de missie, afspraken en doelen. Er is een groot gevoel van saamhorigheid en trots zijn op de groep en de school. Door de ‘groepsbijeenkomst’ is de betrokkenheid bij de doelen en data groot. Het is niet duidelijk genoeg gebleken of de kinderen ook écht weten wat de betekenis is van al die doelen.
§ 3.4 Ouders De situatie in Amerika is geheel anders dan in Nederland. Niet alleen qua organisatie, maar ook in politiek, financieel en cultureel opzicht. Ouders spelen een andere rol in de school en hebben weinig directe invloed op het beleid. Voor oudere kinderen verloopt het contact met ouders digitaal en dat verloopt naar ieders tevredenheid goed. Wat we meenemen is de betrokkenheid binnen de gemeenschap, de solidariteit en de burgerschapszin.
§ 3.5 21st Century Skills De rol van ICT binnen Continuous Improvement binnen het Dunlap District biedt niet veel verschil met de rol van ICT in het Nederlandse onderwijs. Veelal worden dezelfde ICT- hulpmiddelen ingezet (digibord, stemkastjes, etc.). Wij durven zelfs te beweren dat Nederland met de inzet van ICT al verder is.
12
We hebben wel gemerkt dat in Amerika bepaalde basisvoorwaarden voor het werken met ICT harder zijn opgezet. Omgaan met respect ook voor het materiaal deed ons vermoeden dat kinderen met meer zorgvuldigheid met de computer omgaan. Nederland is wat ons betreft verder als je kijkt naar verantwoordelijkheden bij de kinderen neerleggen (niet alles afschermen, maar juist leren om te gaan met wat je tegen kunt komen). In veel klassen is ICT een middel dat de hele schooldag door wordt ingezet. Je kunt daarom stellen dat ICT geïntegreerd is. Er zijn echter weinig zaken waarbij je kunt zien dat ICT specifiek wordt ingezet binnen Continuous Improvement in de klas. Wij denken dan bijvoorbeeld aan grafieken, gedifferentieerd aanbod, etc. Buiten school vindt het leren nog niet veel plaats. Op de middelbare scholen zie je wel mogelijkheden ontstaan. In het primair onderwijs komt dit nog niet voor. Mediawijsheid komt minimaal aan bod. Dit heeft overigens duidelijk te maken met de cultuur van het land. Amerika is zeer beschermend. Er wordt eerder gekozen voor afschermen dan leren ermee om te gaan. De mate van ouderbetrokkenheid d.m.v. ICT is groot. Dit wordt op veel scholen zeer concreet ingezet en er wordt door ouders massaal naar gekeken. Een ander punt is het delen van informatie (bijvoorbeeld van PLG`s) door vooraf opgezette formulieren. Dit dwingt leerkrachten kort en krachtig te formuleren en houdt de informatie overzichtelijk.
§ 3.6 Continuous Improvement in de praktijk In de scholen van Dr. Marino zien we dat CI van boven opgelegd is, hierdoor is er eenheid in de uitvoering. Onderdelen van Lotus diagram waar de meeste van onze scholen nog niet aan toe zijn (oudergesprek door en met leerlingen, groepsbijeenkomsten, werken met PDSA en PLG’s) werken in de Dunlap scholen. Dit gaat niet vanzelf, er wordt veel tijd en sturing in geïnvesteerd. Zowel op managementniveau als in de groepen wordt er met de PDSA cyclus aan de eigen ontwikkeling gewerkt.
13
Hoofdstuk 4 Aanbevelingen van de PLG aan Agora We hebben in de week van het studiebezoek heel veel indrukken opgedaan, veel gesprekken gevoerd en veel geleerd. Deels is onze mening bevestigd en deels hebben we deze aan moeten passen. Maar bovenal hebben we bruikbare ideeën opgedaan voor Agora. Hieronder volgen onze aanbevelingen. 1.Ten aanzien van het Strategisch meerjarenbeleid worden de volgende aanbevelingen gedaan: Professionalisering van het management en de leerkracht verder aanpakken. Dit kan door de bestaande PLG’s verder te trainen, te zorgen voor meer verdieping. Daarnaast meerwaarde van PLG’s in de scholen duidelijk maken en stimuleren. Op bovenschools en schoolniveau veel duidelijker zorgen voor ‘alignment’ , o.a. door plan on a page. 2. Algemene aanbevelingen, waarbij er focus is op leren, aandacht voor de totale ontwikkeling van het kind en professionaliteit van de leerkracht: Binnen scholen veel meer werken met PDSA op managementniveau en op groepsniveau (door leerkracht en kinderen) teneinde beleid, resultaten en gedrag blijvend te kunnen ontwikkelen. Waarden die belangrijk zijn zichtbaar maken in scholen aan de hand van foto’s, dit zou in hetzelfde format kunnen. Ontwikkel intranet van Agora zodat dit nog meer een plek wordt waar personeel van elkaar kan leren. Gebruik hierbij formulieren zodat de informatie eenduidig wordt gepubliceerd. Besteed duidelijke aandacht aan omgangsregels, zowel met personen als met materialen, zodat het omgaan met techniek en mensen op een respectvolle manier gebeurt. Elke school een eigen datacoach die het team helpt bij het werken met de PDSA cyclus. 3. Aanbevelingen ten aanzien van de Communicatie, waarbij er aandacht is voor de missie, visie en de ‘plan on a page’, het uitdragen ervan in de school op de website en andere publicaties: Profilering van Agora, bijvoorbeeld door direct contact van de leden van het College van bestuur met leerkrachten, kinderen en ouders. Plan on a page zichtbaar in de scholen en op de websites. Inhoud ‘levend’ houden door met elkaar te bespreken en als uitgangspunt te nemen bij beleidsbeslissingen. Teamleden, kinderen en ouders zijn bekend met de missie, visie en doelen van de school. 4. Aanbevelingen ten aanzien van Procedures, regels en afspraken: Doelen zijn SMART en iedereen gebruikt hetzelfde format. Inbouwen ‘plan on a page’ in Beekveld als format voor scholen. Ontwikkel ParnasSys verder zodat het ouderportaal goed gebruikt kan worden. 5. Praktische aanbevelingen, waar kunnen we meteen mee beginnen: De trainingen voor de Agora scholen gaan inrichten zoals afgesproken in de PLG. Hierin de verdieping en ervaring van deze reis meenemen. 6. Aanbevelingen ten aanzien van het werk van de PLG/OGW voor de korte en lange termijn. Bijdragen aan het inspectieproof zijn van de scholen. Invulling geven aan beleid Prestatiebox/BAGO. Schoolleiders trainen in SMART doelen formuleren. Meer dan alleen CI. Vooral ook richten op professionalisering van leerkrachten. Intranet beter inrichten; sjablonen voor interne PLG’s, instructiefilmpjes maken. De PLG OGW hiervoor de inhoud laten ontwerpen, ICT de uitvoering.
14
Bijlagen Deelnemers aan de reis Marjon de Boer Carlita ten Brink-Koningstein Maarten Catney Kees van Diest Annelies de Jong Hans Kroes Gabriella Locatelli Marije Rutte Rien Spies Joyce de Vries Hubert de Waard
CBS De Saenparel, CBS De Korenaar RKBS De Rietvink RKBS Paus Joannes CBS De Evenaar ICB Wormerwieken Agora ICBS Het Koraal SBO Sjalom/ Petraschool Agora ICBS Het Koraal Agora
Bezochte scholen Dunlap Community Schools http://www.dunlapcusd.net Dunlap High School Dunlap Middel School Banner Elementary School Hickory Grove Elementary School Ridgeview Elementary School Dunlap Valley Middle School Andere scholen Brimfield High School Wildlife’s High School Trewyn School Harrison Community Learning Center Valeska Hinton Early Childhood Education Center Bradley University
15