VERSLAG STUDIEREIS NAAR ISRAeL in de periode 29 april 1988 - 8 mei 1988 op initiatief van de secretarissen der Nederlandse universiteiten
Eindhoven, Utrecht, augustus 1988
- 1 -
Inhoudsopaave:
Deel
I :
Inleiding
blz. 3
Par. 1 Reisdoel en deelname aan de reis Par. 2 Programma
blz. 3 blz. 4
Deel
blz. 6
II : Samenvatting
bijlage 1 bijlagen 2 en 3
Par. 1 Thematische rangschikking blz. 6 Par. 2 Conclusies met meer algemene strekking blz. 11
Deel III : Verslaglegging
blz. 13
Par. 1 Universiteiten/instellingen Par. 2 Chronologisch verslag
blz. 13 blz. 14
Summary
blz. 42
- 2 -
bijlagen 4 en 5 bijlagen 6 t/m 11
Deel I Inleiding Par. 1 Reisdoel en deelname aan de reis In bet najaar 1986 is in bet Landelijk Secretarissen Overleg (LSO) het denkbeeld ontstaan van een studiereis naar Israel. Doel van die reis zou zijn a. een beeld te krijgen van bet Israelisch Hoger Onderwijs hetgeen interessant en boeiend voorkwam, omdat het in nauwelijks 40 jaar tot ontwikkeling is gekomen; b. bet Israeliscb Hoger Onderwijs kennis te laten nemen van wetgeving etc. op bet gebied van bet Hoger Onderwijs in Nederland, hetgeen voorkwam - en tijdens de reis bevestigd werd - als te voorzien in een informatielacune aan Israelische zijde; c. te bezien of op grond van de nieuwe contacten samenwerking tussen Israelische en Nederlandse universiteiten zou kunnen worden bevorderd, waarbij in eerste instantie is te denken aan uitwisselingsprogramma's van docenten - onderzoekers - studenten, zulks deels als uitbouw/ uitbreiding van reeds bestaande samenwerkingsovereenkomsten en/of contacten in de persoonlijke sfeer. Een bescheiden "culturele aankleding" van bet werkprogramma is in de opzet van de studiereis opgenomen, teneinde de positie van bet Hoger Onderwijs in de bredere context van de Israelische samenleving te kunnen plaatsen. Deelname aan de reis werd ook opengesteld voor de secretaris van de Open Universiteit, uiteraard voor een vertegenwoordiging van de minister van Onderwijs en Wetenschappen en van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU), maar ook voor een delegatie uit de Westduitse "Kanzlerverein". De Open Universiteit heeft zich tijdens de voorbereiding uit bet eindprojekt teruggetrokken en de Kanzlers uit de Bondsrepubliek hebben op bet allerlaatste moment van deelname afgezien • • /.
Voor effectieve deelname : zie bijlage 1. Nu bet algemeen gevoelen is dat de studiereis zeer geslaagd is, gaat de dank van de deelnemers uit naar allen die aan de voorbereiding en bet welslagen hebben meegewerkt. In bet bijzonder dienen daarbij te worden vermeld: de Israelische ambassade, die in de persoon van twee elkaar opvolgende cultureel attache's, Miss o. Bar-Yosef en Mr. 0. Aviran, bet eerste ontwerp van aanpak en programma in nauw overleg met het Israelische ministerie van Buitenlandse Zaken in Jeruzalem mede vorm hebben gegeven; bet ministerie van Buitenlandse Zaken in Israel, dat weliswaar geen rol speelt in higher education, maar zo wonderlijk goed op de hoogte is van alles wat in dit gebied reilt en zeilt, dat bet ons voorgenomen programma mede vorm heeft gegeven en bet vervolgens beeft geintroduceerd bij de universiteiten en overige instituten; - 3 -
de Director-General van Haifa University, die met twee medewerkers, Mr. M. Cohen en Miss E. Belson, vanaf het moment dat zij als contactpersoon in de voorbereiding zijn betrokken tot en met het einde van het programmma kosten noch moeite hebben gespaard om de reis tot een succes te maken; de Director General/Vice-President, Mr.Gideon Elrom van het Weizman Institute voor de uitstekende organisatie van het Seminar op 4 mei 1988, zijn voortreffelijk voorzitterschap daarvoor en zijn attentie de deelnemers te verblijden met zeer uitgebreiden notulen van deze nagenoeg een dagvullende zitting; de colleges van bestuur van de acht in bijlage 1 genoemde universiteiten, de minister van Onderwijs en Wetenschappen en bet Dagelijks Bestuur van de VSNU, die met evenredige bijdragen in de kosten de reis hebben mogelijk gemaakt; de colleges van bestuur van de Universiteit van Utrecht en de Technische Universiteit Eindhoven, die in de voorbereiding in aanzienlijke mate ondersteuning hebben verleend; de minister van Onderwijs en Wetenschappen die met een bijdrage van £.7.500,- de kosten van de studiereis aanzienlijk heeft gedrukt. (Hopelijk geldt die dank ook de minister van Landbouw en Visserij en de Sociale Commissie van de EEG die ten tijde van het schrijven van dit verslag de subsidie-aanvragen nog in behandeling hebben); de Nederlandse ambassadeur in Israel, mr. J.H.R.D. van Royen en de cultureel attache van die ambassade, mr. Nederlof, die de nodige hand- en spandiensten hebben verleend en dit hebben afgesloten met een uitnodiging voor de receptie op Koninginnedag 1988. Par. 2 Programma Het zich over de 6 dagen van de Israelische werkweek uitstrekkende .!. programma (zie bijlage 2) kan als volgt worden toegelicht.
Bespreking op nationaal niveau van het Higher Education System in Israel - met de Council of Higher Education en het binnen die Council opererende Planning and Grants Committee, alsmede met het Committee of Education and Culture uit de Knesset - is voorafgegaan aan de besprekingen met alle universitaire instellingen in Israel. Dit laatste kon, omdat er 5 universiteiten zijn, een technische universiteit en een research instituut, plus een Open Universiteit. Voor het contact met de universiteiten in bezet gebied is - omdat zij alle gesloten waren - de vorm gekozen van een bespreking met vertegenwoordigers van die universiteiten. Met deze opzet van het programma werd beoogd de 'nationale visie' op vraagstukken rondom: de autonomie van de universiteiten (mede in bet licht van de wetgeving), de financiering, studenten (kwantitatief en kwalitatief}, het general education system, de organisatiestructuur van de universiteiten en bet universitaire management kritisch te kunnen afzetten tegen 'locale visies'. - 4 -
De zes hiergenoemde thema's ZlJn door zes deelnemers aan Nederlandse zijde maanden tevoren uitgewerkt. Beoogd werd hiermee de Israilische gesprekspartners vooraf te informeren omtrent het inhoudelijk aspect van de studiereis. Hieraan is een zodanig belang gehecht, dat zij in Engelse .1. vertaling (zie bijlage 3) naar Israel zijn gezonden. Deze thematische benadering is gebleken tevens een goede grondslag te vormen voor discussies en vraagstellingen, die rondom deze thema's konden worden gegroepeerd. Ook werd er een zekere taakverdeling tussen de deelnemers mee bereikt. Het programma is naar de Nederlandse deelnemers toe ondersteund door uitvoerige documentatie van Israelische zijde. Uit een 'proef-programma' voor een door de heren drs. G.J.P. Rijntjes en drs. P.J. Krens, bijgestaan door drs.J.L. Torenbeek, gemaakte voorbereidende reis in de week van 17 - 24 januari 1988 is bet 'mei-programma' ontwikkeld, zoals het als bijlage 2 aan dit verslag is gehecht. Voor een dag in het werkprogramma was een opzet gekozen die afweek van die op de overige werkdagen: een paneldiscussie, waarop een drietal onderwerpen van zowel Nederlandse als Israelische zijde is ingeleid en daarna in groepsverband is bediscussieerd. Een 10-daags reisprogramma is voor Israel een uitstekende formule gebleken: 1. men kan 6 daqen werken, en dat is inclusief reizen, bezichtiging van campussen, etc. tegelijkertijd een minimum en een maximum (dit laatste uit een oogpunt van 'opname-capaciteit' van de deelnemers); 2. 2 volle dagen kan men zich concentreren op culturele activiteiten en enige ontspanning; 3. 2 dagen zijn beschikbaar voor de heen- en terugreis (waarbij de dag van de heenreis zich nog wel bleek te lenen voor een 'algemene introductie'-lecture en de eerste oefening in discussie). Gekozen is voor een schema waarin: de "Samenvatting" (deel II) vooraf gaat aan het eigenlijke verslag (deel III). De samenvatting wordt in Engelse vertaling aan het verslag toegevoegd. De bijlagen vormen een afzonderlijke verzameling, zulks in verband met gemakkelijke raadpleging bij lezing van het verslag.
- 5 -
Deel II Samenvatting
Par. 1 Thematische rangschikkina van bevindingen/conclusies 1.
Wetgeving a.
b. c.
In bet Israelische politieke bestel is er geen minister van Onderwijs en Wetenschappen in Nederlandse zin. In Israel zijn alle vormen van onderwijs van "Kindergarten" tot en met bet voortgezet onderwijs en bet beroepsonderwijs samen met alle culturele aangelegenheden onder de verantwoordelijkheid gebracht van de "Minister of Education and Culture". Deze minister heeft slechts een {bescheiden) taak inzake wetenschappelijk onderwijs en onderzoek en wel in de vorm van het voorzitterschap qualitate qua van de Council of Higher Education. In deze raad heeft hij - evenals de overige 24 leden - slechts een stem. Als gevolg van deze politieke constructie valt bet wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in Israel dan ook niet onder bet regime van een wettelijke regeling, die ook maar enigszins vergelijkbaar is met de Nederlandse wetgeving. Waar een terugtredende Nederlandse centrale overheid toch nog altijd haar {dominerende) rol op een relatief groot aantal deelterreinen in de wet verankert (zie bet concept-ontwerp Wet op bet Hoger Onderwijs en Onderzoek van januari 1988), bestaat de wetgeving met betrekking tot bet wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in Israel uit slechts een uiterst summiere wet van 1958. Deze wet regelt uitsluitend de instelling van een Council of Higher Education en de delegatie aan deze Raad van alle beslissingen inzake bet W.O. (tot en met de instelling van nieuwe faculteiten en de vestiging van nieuwe universiteiten). Kennelijk bevalt dit systeem, want de wet is in 30 jaar niet substantieel gewijzigd. De universiteiten kennen binnen dit systeem een hoge graad van autonomie. De kwalificatie van bet Higher Education System in Israel als "non-political" is in zoverre juist, dat omdat er binnen de regering geen minister is die een eigen W.O.-beleid ontwikkelt, als gevolg daarvan ook vanuit de Knesset geen W.O.-beleidsindicaties bet beleid van de universiteiten beinvloeden of doorkruisen. Bet a-politieke karakter van bet Hoger Onderwijs systeem wordt nog geaccentueerd door het feit dat de Council geen politiek orgaan is maar zichzelf - gezien zijn samenstelling - terecht kwaliticeert als "Academic Ministry" {op de 25 !eden is er slechts een - de voorzitter - gerelateerd aan regering/parlement). - 6 -
d.
e.
f.
g.
b.
2.
De Council stelt ook de jaarlijkse begroting voor bet W.O. op en onderhandelt daarover rechtstreeks met de minister van Fi6anci~n. Ook de middelenverdeling over de universiteiten is vervolgens zaak van de Council. De Council heeft niet alleen een taak met betrekking tot kwantiteit, maar ook met betrekking tot kwaliteit van wetenscbappelijk onderzoek. Aan deze laatste taak is de raad nog niet toegekomen. Hoewel de universiteiten - via bet formele Committee of Heads of Universities (rectores + (vice)presidents for academic affairs + director-generals for Finance and Administration) - in directe verbinding staan met de Council worden van die zijde wel geluiden vernomen: eigenlijk hebben wij geen directe verdediger van de W.O.(budget) belangen in het parlement; de specifieke belangen/noden van ~~n bepaalde universiteit krijgen geen specifieke politieke aandacht; het systeem zou kunnen leiden tot de bebandeling van alle universiteiten als de "State University of Israel", als bet accent al te zeer zou komen te liggen op bet wetenscbappelijk onderwijs als geheel en bet belang daarvan voor de toekomst van de staat. Bet spreekt vanzelf, dat regering en parlement - buiten hun weinige besluitvormende bevoegdbeden - regelmatig uitspraken doen over wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, doch dan wel hoofdzakelijk vanuit bet gezicbtspunt: belang en toekomst van de staat IsraAl. De Council verdedigt dit Higher Education System met 2 argumenten: wij slagen er na bijna 30 jaar in onze taken en verantwoordelijkheden in dialoog met de universiteiten uit te oefenen en hebben nauwelijks ricbtlijnen of andersoortige directieven behoeven uit te vaardigen; hij, die een beter systeem weet, sta op.
Boger Onderwijs in alaemene zin a. b.
c.
d. e.
In Israel kent men in bet W.O. ook de 3 niveaus: Undergraduate Graduate (masters) - Ph.D. Lange termijn beleid (overheidsplan - ontwikkelingsplan) is slechts te vinden in wat uiterst voorzichtige beschouwingen van de Council of Higher Education omtrent de richting van bet W.O. naar bet jaar 1995 toe. Bet is meer een interne benadering dan een beleidsindicatie met externe werking/verantwoording. Omdat bet Wetenscbappelijk Onderwijs geregeld is in een "Special law", hetgeen voortdurend van alle zijden wordt benadrukt, kon tijdens de studiereis omtrent het beroepsgericht onderwijs (en de relatie tot bet W.O.) weinig informatie worden verkregen. Met 70.000 studenten in het W.O. op een bevolkingsaantal van 4 miljoen is de participatiegraad hoog. Onderzoek staat op hoog peil, evenwel uitsluitend dankzij de inkomsten uit buitenlandse fondsen (waarvoor de universiteiten zich overigens enorme inspanningen moeten getroosten). Men benijdt de Nederlandse universiteiten om de directe rijksbijdrage - ook al is die geconditioneerd - van 900 miljoen jaarlijks voor de researchtaak. - 7 -
f.
3.
Men is in Isra!l zodanig vertrouwd met de uitwisseling van docenten en onderzoekers dat vanuit de Israeliscbe universiteiten beslist op positieve respons mag worden gerekend, als vanuit Nederland in dit opzicbt initiatieven worden ontwikkeld, uitgaande boven de individuele contacten die ook Nederlandse wetenscbappers wel blijken te bebben. Mogelijk vormt de financiele problematiek bij sommige universiteiten een belemmerende factor.
Studenten Bet tbema is als zodanig onvoldoende uit de verf gekomen. Toch kunnen enkele punten worden opgetekend: a. Van de 70.000 studenten studeert bet merendeel zonder enige vorm van studiefinanciering (enkele duizenden worden via de Council of Higher Education gebolpen met bescheiden beurzen en leningen). b. De studenten zijn - wegens de dienstplicht - gemiddeld 4 jaar ouder dan in ons land voordat zij aan de studie kunnen beginnen. c. De structuur van bet W.O. staat in geen enkel opzicbt ter discussie. d. Het is jammer dat niet veel meer inzicht kon worden verkregen in bet nationale selectiesysteem (van 28.000 aanmeldingen jaarlijks naar 14.000 toelatingen) en in de per instelling verscbillende eigen selectiecriteria. De indruk is wel verkregen dat de laatste streng - in sommige gevallen uiterst streng - zijn. Maar ook dat er onzekerheid beerst t.a.v. de rechtvaardigheid der verschillende selectiesystemen. e. Vat de kwaliteit der studenten betreft maakt men zich in Israel steeds meer zorg over de aansluiting van bet VWO op de universitaire opleiding. f. Uitwisseling van studenten zou men, afgezien van budgettaire problemen, expliciet willen bevorderen. Initiatieven vanuit Nederland zullen uiterst welkom zijn. g. Inzake aansluiting van de opleidingen bij de beboeften van de arbeidsmarkt zijn geen problemen gesignaleerd. Behalve bij Technion Haifa, waar electro en informatica sterk gestimuleerd zijn vanaf 1983 en waarvan de afgestudeerden thans wel problemen ondervinden bij bet zoeken naar een baan. Maar dit lijkt een probleem van voorbijgaande aard. h. Van de invloed van studenten op bet onderwijs- en/of onderzoekbeleid der universiteiten is niets gebleken. Daar, waar inspraakmogelijkbeden geboden worden is sprake van een lage participatiegraad. De invloed van studenten blijft beperkt tot die vanuit een sterke landelijke studentenorganisatie, die door de universiteiten en de nationale organen en commissies als gesprekspartner wordt erkend.
- 8 -
4.
Financien a.
b.
c. d.
e.
f.
g.
h.
De universiteiten verdedigen hun begrotingen in de formele subcommissie van de Council of Higher Education {de Planning and Grants Committee). De voorzitter van de PGC verdedigt de totale W.O.-begroting in directe onderhandelingen met de minister van Financien en ondersteunt deze bij de behandeling van zijn begroting in bet parlement. Misschien is een zwak punt in de constructie dat &en man en wel de voorzitter van de PGC aangeduid wordt als de machtigste man in bet gehele H.O.-systeem. Een onmiskenbaar voordeel van dit systeem is dat niet in een departementale begroting de belangen van bet Wetenschappelijk Onderwijs worden afgewogen tegen de belangen van alle andere vormen van onderwijs. De PGC hanteert bij zijn toewijzing wel een aantal input- en outputgegevens, maar verklaart een uniform toewijzingsmodel illusoir. Dat bet systeem werken kan vindt ongetwijfeld zijn verklaring in: de gemiddelde hoogte der directe rijksbijdrage aan de universiteiten, die niet boven 50' der exploitatielasten uitgaat; bet relatief hoge aandeel van de collegegelden in de eigen inkomsten der universiteiten; de relatief hoge inkomsten uit fondsen, etc. De beide laatste inkomensbronnen geven de universiteiten een relatief van de overheid onafhankelijke positie. Bij alle universiteiten is sprake van een indrukwekkende lijst van buitenlandse geldgevers met Amerika, Australie en West-Duitsland als de eruit springende landen. Vele gebouwen konden langs deze weg worden gefinancierd. Wat de eigen inkomsten uit collegegelden betreft is sprake van een voortdurende spanning tussen universiteiten die deze inkomstenbron willen opvoeren (naar opleidingskosten gedifferentieerde collegegelden) en andere (ook de centrale overheid), die bet voor onze begrippen relatief hoge uniforme collegegeld ($ 1500) willen handhaven. Universiteiten met een geaccumuleerd deficit op hun begroting (b.v. Hebrew University $ 80 miljoen over de afgelopen 6 jaar) zien geen oplossing voor dit probleem en worden genoodzaakt de inkomsten uit fondsen - in het algemeen bestemd voor speciale projecten - gedeeltelijk over te hevelen naar de lopende begrotingen. De financiele problematiek, die vooral in de jaren 1982-1985 is ontstaan, werkt heden ten dage nog door, doordat enkele universiteiten de toen ontstane deficiten uit leningen hebben moeten dekken, waarvan de rentelast op zijn beurt de opbrengst uit fondsen onder druk zet.
- 9 -
5.
organisatie/management a. b.
c. d.
e. f. g.
h.
i.
j.
Van bovenaf wordt de universiteiten generlei indicatie (dus ook generlei belemmering) opgelegd in het kiezen van hun eigen organisatiemodel. Bij alle universiteiten is sprake van een Board of Governors, bestaande uit een in het algemeen groot aantal (meer dan 100 is geen uitzondering) wetenschappers, businessmen en public relations deskundigen van over de gehele wereld. Hoewel een dergelijke raad slechts eenmaal per jaar samenkomt, is de "invloed van buiten" op al hetgeen de universiteit aangaat, groot. Dat wordt verklaard uit de informele, maar soms intensieve contacten, die leden van de Board met de universiteiten onderhouden. In feite ligt alle beslissingsbevoegdheid bij een "Executive Board", die uit de Board of Governors wordt samengesteld, onder voorzitterschap van de president van de universiteit. De relatie van de Executive Board met de Senaat (als regel de rector en alle full-time hoogleraren) wordt tot uitdrukking gebracht in de figuur van een vice-president for Academic Affairs. Een uitzondering vormt Technion Haifa, waar naar Amerikaans model alle beslissingsbevoegdheid, ook in Academic Affairs, bij de president, bijgestaan door 3 vice-presidents, ligt. In alle organisatiemodellen ligt het accent op "academic affairs". De vice-president (of Director-General) for Finance and Administration neemt uit een oogpunt van management intern een belangrijke plaats in in het bestuurlijk systeem. Ook in bet contact met de Council of Higher Education speelt de subcommissie Director-Generals/vice-presidents Finance and Administration een belangrijke rol. De universiteiten worden uiterst zakelijk bestuurd en geleid. Twee factoren hebben daar ongetwijfeld toe bijgedragen: de jaarlijkse rijksbijdrage van nauwelijks 50% in de exploitatie-budgetten; de eigen verantwoordelijkheid voor het verwerven van fondsen ter overbrugging van de gap tussen inkomsten uit rijksbijdrage en collegegelden en de jaarlijkse uitgaven. Vooral in verband met het voorgaande punt is de public relations-functie (noodzakelijkerwijze) sterk ontwikkeld; er is zelfs sprake van P.R.-dependances in het buitenland in enkele gevallen. In de personele steer zijn veel incentives ingebouwd voor het bevorderen van de contacten met het bedrijfsleven (contractresearch) en het verwerven van inkomsten uit contracten met wetenschappelijke onderzoekinstituten in de hele wereld.
- 10 -
f!L. A Conclusies in alaemene zin 1.
2.
3.
4.
5.
Israel is een klein land met 5 universiteiten, slechts een technische universiteit, een post-doctoraal onderzoekinstituut en een Open Universiteit. Bet Vetenschappelijk Onderwijs geniet in het politieke bestel hoge prioriteit met een groot elan en betrokkenheid van allen die daarin werkzaam zijn en een duidelijk accent op de maatschappelijke minderheden (dit laatste in tegenstelling met het beeld dat de media oproepen). De defensielast door continue bedreiging van buitenaf (vergt 60\ van het nationale inkomen), de hoge inflatie en de in sommige opzichten eenzijdige economische infrastructuur werken direct en indirect door op de budgettaire situatie van de instellingen van Vetenschappelijk Onderwijs. De intensieve aandacht voor deze instellingen binnen de staat Israel en binnen de Joodse cultuur biedt wel soulaas, maar niet voldoende middelen voor de handhaving van het hoogwaardig peil van onderwijs en onderzoek en de vervulling van de V.O.-taken in bet belang van de staat. Ret denkbeeld van een v.o.-instelling met een aantal regionale vestigingen dat bij de stichting van Hebrew University en van Technion Haifa aan de orde is geweest, is niet zo vreemd als men bedenkt: dat historisch enige van de thans gevestigde universiteiten zijn gegroeid uit dependances van Hebrew University; 5 van de 7 instellingen een studentenbestand hebben van minder van 10.000; Israel slechts ca. 4 miljoen inwoners telt. Competitie, slagvaardigheid en uitstekend zakelijk besef zijn mede kenmerken van bet W.O. Voorbeelden zijn: de selectie van studenten en de vorm van tests en toelatingsexamens; de 3e geldstroomactiviteiten als bij Technion Haifa en Veizman Instituut; de 400.000 volumes per jaar van voortreffelijke kwaliteit van de Open Universiteit (Everyman's University); de stimulans voor bet wetenschappelijk personeel een bijdrage te leveren aan goed onderzoek door een toeslagenstelsel dat tot 155%, zelfs tot 195% van een zeer laag basisinkomen kan leiden; een bijna te verwaarlozen overhead in bet totaal van rijksmiddelen wegens de bemoeiingen van de centrale overhead (slechts een paar miljoen per jaar, zijnde de honorering van de medewerkers, de kosten van huisvesting en bureaukosten van de Council of Higher Education}. Eenzijdige aandacht voor de Israelische en de Joodse cultuur blijkt op geen enkele wijze: Haifa University kent bijna 20% Arabische studenten; de "orthodoxe" universiteit Bar Ilan wil - en slaagt daar ook in - 50\ niet-orthodoxen/ongelovigen in haar studentenpopulatie~ godsdiensten, culturen, Arabische talen, enz. krijgen niet om politieke, maar om wetenschappelijke en culturele redenen alle aandacht.
- 11 -
6.
7.
8.
De dienstplicht van 3 jaar voor mannen en 2 jaar voor vrouwen (beide 2 jaar langer in geval van een officiersopleiding) + ieder jaar enkele maanden zware herhalingsoefening beinvloedt heel het maatschappelijk leven in Israel op allerlei manieren: de Joodse studenten kunnen eerst na de vervulling van hun dienstplicbt aan de studie beginnen (en ondervinden daarbij stevige concurrentie van hun Arabische collegae, die deze vertraging niet kennen): vele leidinggevenden zijn ook officier in deze bijna feitelijke dienst en bebben vaak meerdere oorlogen meegemaakt. De groep heeft er velen van ontmoet, enkelen in voormalige zeer hoge rangen en meent dat bet voor het W.O. buitengewoon positief is dat de mensen op het top-level van de universiteiten - vanuit dit dienstplichtaspect - zeer intensieve persoonlijke contacten onderhouden: vele belangrijke (management)posten worden door legerofficieren en voormalige commandanten vervuld. Israel kent een zesdaagse werkweek. Werkloosheid is er niet, boewel de inspanning van steeds velen met soms eenvoudige taken op een object de indruk geeft, dat er mogelijk sprake is van een verborgen overscbot aan arbeidskrachten. Bet hoge opleidingspeil van de Israeliscbe jeugd leidt ertoe dat enerzijds de jongeren wel functies moeten vervullen beneden hun niveau, anderzijds dat in Israel bet probleem begint te ontstaan dat de arbeidsmarkt ontoereikend is voor bet vervullen van de eenvoudiger functies. Vooral de zich sterk ontwikkelende industrie ondervindt dit.
12 -
Deel III Verslagleaaing
Besprekinaen en discussies Inleiding Het werkprogramma tijdens de groepsreis sluit aan op dat tijdens de voorbereidende reis in januari 1988 en strekte zich in beide gevallen uit over de 6 dagen van de Israilische werkweek. Beide reizen worden voor dit deel van bet verslag beschouwd als elkaar aan te vullen. Dit deel van bet verslag is als volgt opgebouwd: Par. 1 Par. 2
Universiteiten/instellingen Hoger Onderwijs in Israel Chronologische uitwerking
Par. 1 Universiteiten/instellingen van Hoaer Onderwijs in Israel. De instellingen van wetenschappelijk onderwijs zijn vrij regelmatig gespreid over bet grondgebied van de staat Israel 1. Hebrew University Jeruzalem 2. Tel Aviv University Tel Aviv (afstand Jeruzalem - Tel Aviv: ca. 65 km.) 3. Bar-Ilan University Tel Aviv ~ 4. University of Haifa Haifa (afstand Jeruzalem - Haifa: ca. 160 km., afstand Tel Aviv- Haifa: ca. 100 km.) 5. Technion Haifa Haifa 6. Weizman Institute Rehovot (ca. 35 km. ten zuiden van Tel Aviv) of Science ~ . 7. Ben Gurion University Beer Sheva (ca. 50 km. ten zuiden van Tel of the Negev Aviv) 8. Everyman's University Tel Aviv Tot bet Hoger Onderwijs worden voorts 4 colleges en 6 lerarenopleidingen gerekend. De reisafstanden vormden geen belemmering voor bet opnemen van alle instellingen in bet werkprogramma, zij bet met de volgende kanttekeningen: In de voorbereidende reis moesten gesprekken worden voorzien met bet Israelische ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nederlandse ambassadeur in Israel en de Duitse ambassadeur aldaar (toen nog in de veronderstelling dat ook Westduitse collegae aan de reis zouden deelnemen); Voor de groepsreis konden deze bezoeken achterwege blijven; In bet mei-programma beboefde de Open Universiteit niet opgenomen te worden, omdat daaromtrent in de voorbereidende reis voldoende informatie was verkregen;
- 13 -
Een en ander schiep ruimte om de Ben Gurion University of the Negev wel in het groepsprogramma op te nemen. Omdat dit een reisdag vergde, moest in de voorbereidende reis volstaan worden met het leggen van contact en; len bezoek aan de Bar-Ilan universiteit was wel in beide programma's opgenomen, maar kon tweemaal geen doorgang vinden. In de voorbereidende reis leverde een gesprek met de Director-General van deze universiteit voldoende gegevens op om deze universiteit ook in het verslag op te nemen. Een uitgave van de Council for Higher Education van september 1986 ./. (bijlage 4) geeft een goed beeld. Dit beeld kan nog worden aangevuld/geactualiseerd op grond van de in beide studiereizen verkregen informatie (bijlage 5). Door bemiddeling van de Nederlandse ambassade konden de Israilische gesprekspartners worden uitgerust met informatiepakketten omtrent de Nederlandse universiteiten. Hoewel in dit verslag reeds een enkel financieel gegeven is opgenomen, lijkt een totaal-financieel plaatje met een enkele toelichtende ./. kanttekening (bijlage 5) illustratief. In bezet gebied (Westbank en Gazastrook) zijn nogmaals 6 universiteiten gevestigd: 1. Universiteit Bir Zeit 2. Universiteit Bethlehem 3. Al Najah universiteit te Nablus 4. Hebron University 5. Jerusalem University 6. Islamitische universiteit in Gaza. Deze universiteiten vallen buiten het Hoger Onderwijssysteem in Israel en komen dus ook niet voor in de informatiebronnen. In het mei-programma is een bespreking opgenomen met vertegenwoordigers van deze universiteiten in Jeruzalem. Deze bespreking kon niet worden gearrangeerd bij een van de genoemde instellingen, omdat deze ten tijde van de mei-reis alle door het Isra61ische militaire gezag gesloten waren. Par._l Chronologisch verslag Vrijdag 29 april 1988. Bet initiatief van Nederlandse zijde de studieweek in te leiden met een voordracht die het werkbezoek in zo algemeen en ruim mogelijk kader zou plaatsen, was - ter uitvoering - in de vrije hand van de Israelische gesprekspartners gelegd. In een voordracht van Prof. Avineri, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Hebrew University (tevens vice-president) werd het Israelisch-Arabisch conflict geanaliseerd. Zijn wetenschappelijke analyse rechtvaardigt ook van dit programmapunt verslag te doen.
- 14 -
In een botsing tussen twee 'national movements', tussen twee moderne nationalistische stromingen, gaat bet veelal om grensconflicten, maar bier heeft bet een 'basic'-karakter: twee claims betreffen hetzelfde land en overlappen elkaar, dus maken bet tot een heel specifiek conflict. Er zijn maar twee wegen om bier uit te komen: 1} de een wordt door de ander overruled; 2) een compromis tussen twee uiterste standpunten. Op morele, maar in bet bijzonder ook op pragmatische, overwegingen (eigen regering, steun uit de vrije wereld bij de ontwikkeling van de staat) accepteerde bet Zionisme de verdeling, in de veronderstelling dat deze ook voor de Palestijnen aanvaardbaar zou zijn (af te leiden uit bun bouding in de periode 1937-1947). De Arabiscbe Liga verwierp - op grond van een absolutistische houding bet verdelingsplan, erkende de staat Israel niet en wijzigde, ondanks bet verloop van de oorlogen, dit standpunt niet. Egypte twam tot vrede met Isra~l, maar bet beeft tot eind 1987 geduurd voordat 14 van de 17 Arabiscbe landen opnieuw tot diplomatieke betrekkingen (zij bet on 'low scale') met Egypte kwamen. Van toetreding van Egypte tot de Arabiscbe Liga - na bet vredesverdrag - is evenwel nog geen sprake. In dit Egyptiscb-Israeliscbe vredesverdrag ligt bet enige goede aanknopingspunt voor oplossing van bet conflict. Ret grote probleem daarbij: Israel is - als democratiscb land - politiek in twee elkaar in evenwicbt boudende macbtsblokken verdeeld: A: Likud: ideologiscb standpunt; autonomie voor de Palestijnen is bet maximaal aanvaardbare op bet terrein van educatie, religie en cultuur en tot op bet communitaire niveau; Israel moet: verantwoordelijk blijven voor interne en externe veiligbeid; de jurisdictie bouden over bet grondgebied, omdat de belft van de staat 'public land' is. B: Labour: sociologiscb standpunt; een democratiscbe samenleving kent 60\ Joden 40\ Palestijnen; dat moet tot uitdrukking komen in parlement, openbare diensten, bet leger enz.; beide groepen moeten gelijke politieke recbten bebben. Zien daarbij wel bet probleem van een sterkere bevolkingsgroei in bet Arabiscbe volksdeel en daarom is bet Labourstandpunt minder bard dan bet op bet eerste gezicht lijkt. Bet probleem is nu op straat gekomen en een beslissing is - gezien ook de naderende verkiezingen in november - boogst urgent: een beslissing moet nu genomen worden en duldt geen uitstel.
- 15 -
Spreker ziet de volgende problemen bij de vestiging van een zelfstandige Palestijnse staat op de Westbank: 1. Bet is een fictie, dat het om een miljoen Palestijnen gaat, want de te vestigen zelfstandige staat grenst aan Jordanii, dat voor 60 - 70 % van de bevolking Palestijns is. 2. De West~ank zal dan ook nog eens ca. 600.000 vluchtelingen uit Libanon en Syrie moeten opnemen (zoals Israel zelf ook in de jaren na 1948 heeft moeten doen). 3. De Westbank heeft geen natuurlijke hulpbronnen. 4. Een zelfstandige Palestijnse staat zal snel naar het extremisme worden gedrongen. De enige oplossing is naar het oordeel van Prof. Avineri het opgeven van gebied, ook in de Westbank met gelijktijdige demilitarisering van die opgegeven gebieden, maar geen zelfstandige Palestijnse staat. Zulks naar het voorbeeld van de Sinai, hoewel spreker er zich zeer wel van bewust is, dat de militaire situatie aan de rivier de Jordaan wel een geheel andere is dan die in de Sinai. Spreker blijkt bereid te zijn tot een zeer open gedachtenwisseling over de aard van het conflict, de rol van de media, de reactie in de vrije wereld, alsmede de veelzijdige economische en strategische gezichtspunten. Zaterdaa 30 april 1988 Deze dag kon worden bestemd voor een dagtocht vanuit Jeruzalem naar de Dode Zee. Bet is een vreemde gewaarwording onmiddellijk na het verlaten van de stad in oostelijke/zuidelijke richting, in de woestijn terecht te komen, droog en dor, met als enige levenstekenen de Bedoeinen, tentenkampen en geitenen schapenkudden. De Oosterse tapijten, die in vroeger jaren deze kampen sierden, zijn vrijwel geheel verdwenen; het landbouwplastic laat van een schilderachtig beeld niets over. De eerste stad op deze tocht is het oude Jericho, de stad van Marcus Aurelius en Cleopatra, de stad ook van koning Berodes. Bet is niet het oud-testamentische Jericho, dat meer naar het noorden ligt. Een in een diep ravijn gebouwd klooster is, op weg naar de Dode Zee, het laatste teken van leven in de woestijn. De Dode Zee, 440 m. onder de zeespiegel (Jeruzalem 800 m. erboven} is de laagste droge plek ter aarde en het meer scoort met bijna 40% mineralen, het hoogst van alle wateren op aarde. Ooit een enorm binnenmeer, dat zich over de hele Jordaanvlakte uitstrekte, valt het - vooral als gevolg van het aan de Jordaan onttrokken water voor irrigatie - steeds verder terug in oppervlakte. "Zwemmen" in de Dode Zee is een bijzondere ervaring. Massada was het eigenlijke einddoel. Geschiedkundig en archeologisch zal dit enorme door koning Berodes rond 30 voor Christus opgebouwde complex van paleizen en fortificaties honderd jaar later (rond 70 na Christus) het laatste bolwerk van de Joden zijn in hun strijd tegen de Romeinen. Bet is een indrukwekkend "monument". Op de terugweg naar Jeruzalem bezichtigden wij de zoutgrotten, toch al op aanzienlijke afstand van de huidige Dode Zee-oever.
- 16 -
Zondaa 1 mei 1988 Council of Higher Education and Plannina and Grants Committee In feite bestaat de wetgeving op bet gebied van bet Boger Onderwijs in Israel uitsluitend uit een wet van 1958 - sedertdien niet substantieel gewijzigd - die de grondslag vormt voor de Council of Higher Education en de delegatie van alle belangrijke beslissingen aan deze Council. Besluiten van de Council behoeven slechts in enkele gevallen de goedkeuring van regering (benoeming van leden van de raad) of parlement (vestiging of opheffing van universiteiten}. Vanwege bet belang van collegegelden als economisch en sociaal vraagstuk, alsmede de betrokkenheid daarbij van een sterke landelijke studentenorganisatie, pleegt bet parlement zich overigens ook daarover te buigen en uitspraken te doen. Vanwege zijn samenstelling (18 leden uit de academische wereld, waarvan 4 hoogleraar moeten zijn en 6 maatschappijleden, met de minister of Education and Culture als q.q. voorzitter met slechts een stem in de raad} kwalificeert de Council zich- terecht- als 'Academic Ministry'. "Ministry", omdat de Council wegens bet ontbreken van een minister van Onderwijs en Wetenschappen in onze zin en bet feit, dat de Israelische minister van Education and Culture geen "power inzake higher education and research" heeft, terecht beschouwd kan worden als een ministerie. Weliswaar met bet verschil, dat dit 'ministerie' als bet ware uit bet politieke systeem is gelicht. Vanuit de Council wordt beklemtoond, dat in deze constructie: de belangen van het Wetenschappelijk Onderwijs optimaal zijn gediend en de autonomie van de universiteiten tegelijkertijd maximaal is gewaarborgd. Inzake de financien trad de Council, in de eerste jaren van zijn bestaan, niet op de voorgrond. Tot 1971 overlegden de universiteiten individueel inzake hun begrotingen met de minister van Financien. In 1972 werd de oprichting van een subcommissie van de Council ingeleid met de vraag vanuit bet parlement naar alternatieve allocatiemodellen voor de rijksbijdrage. Een in 1974 uitgebracht rapport resulteerde in de oprichting van de Planning and Grants Committee (PGC} en vanaf dat jaar dienen de universiteiten hun begrotingsvoorstellen bij die subcommissie in. De voorzitter van de commissie onderhandelt met de universiteiten en vervolgens rechtstreeks met de minister van Financien. Van de zijde van (enkele) universiteiten worden kritische kanttekeningen geplaatst ten aanzien van dit systeem, omdat daarin een man en wel de voorzitter van de PGC de belangrijkste figuur is inzake: a. de jaarlijkse rijksmiddelen voor het Boger Onderwijs en b. de verdeling der middelen over de universiteiten. Ad.a. Ad.b.
Van de zijde van de Council verklaart men open te staan voor ieder beter/effectiever systeem. De Council, noch de PGC achten een strak allocatiemodel tot de mogelijkheden te behoren •
• !. Voor verdere informatie omtrent dit structuurbeeld zie bijlage 6.
- 17 -
In een uiteenzetting omtrent de werkwijze van de PGC valt bet accent - behalve op procedures en cijfermatige benadering - op: * De aoeilijkheid de nodige input- en outputgegevens van de instellingen te verkrijgen. Geklaagd wordt dat: de door de universiteiten te verstrekken gegevens niet eenduidig kunnen worden geinterpreteerd; de universiteiten geen statistische afdelingen kennen; de gegevens primair worden gedefinieerd met bet oog op de binnen de universiteit te verrichten taken. Samenvattend: Performance-indicatoren blijken een uiterst rekbare zaak "There are as much opinions as there are models".
*
De onmogelijkheid vanuit nationaal gezichtspunt een hogere rijksbijdrage te verstrekken dan 50% van de exploitatielasten, waarmee - samen met collegegelden (die ca. 20% dekken) - ongeveer 70% van de exploitatiekosten gedekt worden.
*
De poging de universiteiten enige flexibiliteit te geven door de voortdurende aansporing tot het aanboren van endowment-funds. Bet van overheidswege in uitzicht stellen van een extra-rijksbijdrage, gelijk aan de rente-opbrengst van die fondsen, kon door gebrek aan middelen niet steeds (ten volle) worden geeffectueerd.
Van Nederlandse zijde wordt een uiteenzetting gegeven over de totaal verschillende Nederlandse situatie. Er is een directe relatie met de minister van Onderwijs en Wetenschappen, die met betrekking tot de rijksbijdrage een centrale positie inneemt. Gewezen wordt op de driedeling in het inkomen van de universiteiten: - rijksmiddelen; - inkomsten uit research met betrekking tot erkende researchprogramma's; - eigen marktinkomen uit research- en onderwijsactiviteiten. Bet Nederlandse PGM-model, ruw geschetst: sectie A : aantal studenten; output; wetenschappelijk personeel gerelateerd aan aantal studenten via een aantal steekgetallen; niet-wetenschappelijk personeel: min of meer dezelfde lijn; een eigen ingang voor research. sectie B research op basis van expliciet beschermde programma's; daaruit afgeleid full-time equivalenten voor wetenschappelijk en niet-wetenschappelijk personeel; bepaling van gemiddelde kosten voor die fte's; daaruit ontstaat een normatief model (niet op basis van reile kosten). Heel belangrijk is dat de universiteiten lump-sum toewijzingen ontvangen, zij het met bepaalde restricties.
- 18 -
Het allocatiemodel binnen de universiteit kent weliswaar ook lump-sum toewijzingen, eveneens onder bepaalde restricties, is deels gerelateerd aan het landelijk toewijzingsmodel, maar heeft te maken met twee factoren, die van overbeidswege worden bepaald: hat aantal hoogleraren in alle universiteiten is gefixeerd; voor bet niet-wetenschappelijk personeel geldt weliswaar een ander systeem, maar ook dat is gefixeerd. Bet gevolg van bet lump-sum-toewijzingssysteem is dat de allocatiemodellen per universiteit verschillen. Fondsen voor research is een kwestie van onderhandelen met de betrokken beoordelende commissies, organen en instanties. De derde geldstroom (contractresearch) tenslotte heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een belangrijke inkomstenbron (tot 25%). Deze uiteenzetting wordt aangevuld met een schets van de positie van de VSNU in bet relatiepatroon minister - universiteiten en bet onderhandelingsproces tussen universiteiten en minister. In Israijl fungeert binnen de Council op basis van vrijwilligheid en zonder statuut (wettelijk noch anderszins) bet Committee Heads of Universities (iedere universiteit 3 leden} met een subcommissie, gevormd door Director Generals/vice-presidents for Finance and Administration. Een uiteenzetting omtrent de wetgeving in Nederland leidt onvermijdelijk tot de vraag over en weer of, en in boeverre, de politiek bet Boger Onderwijs beinvloedt. Van de zijde van de Council luidt bet antwoord kort en krachtig: decision-making is - bij uitsluiting van anderen - de taak van de Council. Zelfs inzake chartering van nieuwe instellingen/instituten is er geen veto van regering of parlement. Deze zakelijke instelling - die later ook bij de universiteiten zal blijken - wordt geillustreerd door het feit dat op bet niveau van de centrale overheid geen sprake is van overhead. De Council heeft een bureau, dat slechts 6 stafleden en 19 ondersteunende fte's kent, heeft een budget van slechts 1~ miljoen dollar en is uiterst sober gehuisvest (een vertrek was net groot genoeg om de groep te ontvangen). In de discussie zijn voorts de volgende punten aan de orde gekomen: Autonomie van de universiteiten: Council: er is geen grens aan academic freedom in terms of quantity and quality of research. Werving buitenlandse fondsen: een sterk punt in het Isra~lische Boger Onderwijs. Positie Arabische universiteiten: Westbank: beheerst door Jordaanse wetgeving, financiering vanuit Jordanii/ Arabische Liga. Gazastrook: idem Egypte. R.K. Universiteit van Bethlehem vormt een uitzondering wegens de financiering door het Vaticaan. Men heeft er vanuit Israil geen enkele bemoeienis mee.
- 19 -
Positie van internationale "private universities": met instituten als b.v. een Webster University heeft men in Isra~l geen enkele ervaring, noeh enige duidelijke voorstelling van status, waarde van diploma's, mogelijkheden van samenwerking met een reguliere universiteit, etc. In de vraag klonk een zekere vrees door voor eoncurrentie met de gewone universiteiten, omdat men op private instituten geen grip heeft. Optimale grootte van universiteiten: Ook in IsraAl zijn daaromtrent geen vastomlijnde standpunten. Optimale omvang van faculteiten: Via nationale selectie {1 : 2) en selectie bij de toelating tot de afzonderlijke instellingen van streng tot zeer streng (bij de technische studierichtingen 1 : 3 en bij medicijnen in een enkel geval 1 : 7 a 8) wordt bet aantal studenten per studierichting gereguleerd. Dwingende systemen van numerus fixus en plaatsing/aanwijzing zijn daarbij niet nodig. Tuition-fees: Ook in deze heeft de Council: ~ een reaulerende functie: gericht op handhaving van bet principe van een uniform collegegeld, waar universiteiten - omdat de collegegelden een eigen inkomstenbron vormen - neigen tot lage collegegelden (om de groei te stimuleren), maar ook tot hogere (gerelateerd aan de kosten van de "duurdere" studies); ~ een aanvullende taak: aan studenten in bijzondere omstandigbeden worden jaarlijks "Grants" toegekend (gemiddeld 12.000) en "Loans" (gemiddeld 5000 per jaar); £L een adviserende functie: in de richting van regering en parlement met betrekking tot de hoogte van bet collegegeld. Selectie studenten: Factoren in bet selectiesysteem vormen de resultaten van de High School Immatriculation, psycbometrische en acbievementstests. Vastgesteld kan worden dat er onzekerheid beerst over de rechtvaardigheid van dit systeem. Kwaliteitscontrole onderzoek: De Council erkent, dat bier voor de raad een taak is weggelegd, maar dat daaraan nog generlei uitwerking is gegeven. In de namiddag rest nog tijd voor een bezoek aan bet Yad Vashem museum, dat alle verschrikkingen van de Holocaust oproept en voor een voettocht door de Arabiscbe en Joodse wijken van Oost-Jeruzalem. Een initiatief voor een avondreceptie, ter kennismaking met de Israeli's, die wij in de komende week zouden ontmoeten, met hulp van Hebrew University gebouden in bet Belgium House, sloot deze intensieve werkdag af.
- 20 -
Maandag 2 mei 1988 Hebrew UniversitY in Jeruzalem Een uiteenzetting wordt gegeven aan de hand van bet schema: Physical elements Scientific policy Expectations. Hebrew University is geboren uit een in 1901 in West-Duitsland ontwitteld initiatief voor een specifiek Joodse universiteit. In 1921 is de universiteit gevestigd als een beslissing van de Jewish Zionist Movement. Gestart is met een agrarische faculteit in Rehovot (op ca. 60 km van Jeruzalem). In 1925 begon de bouw op Mount Scopus in Jeruzalem. Van 1948 tot 1967 was de campus Mount Scopus nauwelijts bereikbaar; bet was een enclave binnen bet onder Jordaans beheer staande gebied. Dit vormde de aanleiding van de bouw in de soer jaren van een campus Givat Ram en een medical schoolcampus Ein Kerem, beide in West-Jeruzalem. Givat Ram was in 1967 uitgegroeid tot de grootste campus in Israel: 12.000 studenten, een academische staf van 1600 en een technische en administratieve staf van 2000. In 1967 is met de verdere opbouw op Mount Scopus begonnen, die in 1975 was voltooid. Bet is een gebouwencomplex, geheel door middel van corridors verbonden, met een oppervlakte van 350.000 m2, een prachtige partacbtige aanleg. Een ondergrondse parteergarage biedt stallingsruimte voor 1700 auto's. De Library - een van de eerste volledig gecomputeriseerde bibliotheken - vormt bet centrale gebouw; men is er erg trots op. Hebrew University telt thans 4 campussen, 3 in Jeruzalem en 1 nog altijd in Rehovot, met een totale bebouwde oppervlatte van 600.000 m2. Basically: Hebrew University has been overplanned. De groei is eruit sinds in de tweede helft van de 6oer jaren een aantal nieuwe universiteiten is ontstaan. Voorts zijn dientengevolge de geografische nadelen aan bet licht getreden en telt de universiteit nu 70% in Jeruzalem geboren of thans daar wonende studenten. Onder de 18.000 studenten zijn 2000 buitenlanders. Hebrew university geniet in de wereld ook bekendheid wegens de "Special school for International Studies" (eenjarige programma's, die geen credits opleveren voor de thuisschool) en haar uitgebreide 'courses-program" (waarbinnen wel creditys worden toegetend). Bekend is een gevarieerd programma voor Hebrew-studies, waaraan vele Jezuieten en Protestantse studenten, oot uit Nederland, regelmatig deelnemen. Bet belangrijkste is misschien nog wel dat de Hebrew University financieel steeds verder achterop is geraakt. De rijksbijdrage via de PGC vertoonde vanaf 1982 bet volgende verloop: 65% - 70% - 47% - 44% - 34% - 45%. De inkomsten uit collegegelden stegen in dezelfde periode van: 3% - 5% - 4% - 5% - 11% - 13%. Over de periode 1983-1989 heeft de Hebrew University als gevolg hiervan $ 109 miljoen aan inkomen gederfd (op een totaal jaarlijks budget van $ 133 miljoen in 1987/1988). De jaarlijtse budget-deficits vertonen wel een dalende lijn: Was bet in 1983 nog $ 30 miljoen, voor 1988 is bet gedaald tot $ 7 miljoen. Cumulatief is bet deficit opgelopen tot $ 80 miljoen. Hebrew University verteert in een diepe crisis. Deze wordt door "bet publiek" toegeschreven aan - mismanagement; - verspilling van publieke middelen; - overmatige bouw. - 21 -
Het verwijt van mismanagement voert terug op de organisatiestructuur. In Israil is iedere universiteit daar vrij in. Hebrew University kent: een Board of Governors van 175 leden: succesvolle wetenscbappers, zakenlieden en public relations figuren, afkomstig uit de gebele wereld, ecbter dominant niet-Joden; deze Board kiest de president; een administrative committee: uit die Board met president Hebrew University als voorzitter; een executive committee van 12 leden; een senaat: alle 550 full-time hoogleraren met de rector als voorzi tter; een standing committee: bestaande uit de dekanen van alle faculteiten; taak: alle wetenscbappelijke aangelegenbeden. De vice-president/Director General wordt benoemd door de Board of Governors. Het is weliswaar een erg democratische, maar topzware bestuurlijke structuur. Zo is men bij Hebrew University principieel voor decentralisatie, maar pakt bet in de praktijk zo uit, dat sprake is van "over-centralisation", met als gevolg, dat beslissingen van de ene instantie naar de andere worden doorgescboven en van slagvaardig bestuur in de verste verte geen sprake meer is. Een nieuwe organisatiestructuur is in voorbereiding. De financiele crisis vanaf 1983 beeft voor bet personeelsbestand desastreuze gevolgen gehad: * bet wetenscbappelijk personeel is teruggelopen van 2000 in 1983 tot 1800 in 1987. Er is een plan voor vermindering enerzijds met nog eens niet minder dan 600, anderzijds voor vermeerdering (nieuwe leerstoelen, enz.) met 200. De junior staff is het bardst getroffen; * de techniscbe staf is verminderd van 600 naar 500 over dezelfde peri ode; * de administratieve van 2150 naar 1550 en moet nog aanzienlijk verder worden ingekrompen. {Deze cijfers zijn exclusief het personeel, dat aan research wordt toegerekend). De financiele nood is zo boog gestegen, dat er plannen zijn voor: verkoop van gebouwen; overheveling van de rente-inkomsten uit buitenlandse fondsen ($ 30 miljoen uit fondsen ter waarde van$ 300 miljoen}, welke inkomsten grotendeels bestemd zijn voor speciale projecten, naar het reguliere budget om de tekorten te dekken; overbeveling van een grotere overhead dan tot nu in de sfeer van de contractresearch naar het lopende budget; inlevering - op basis van vrijwilligheid - van salaris {over 1988 hebben velen al een maand salaris afgestaan); nog verdere opschorting van de betaling van sociale lasten, die over de jaren 1983-1984-1985 niet zijn betaald in de hoop op een regeling met de staat inzake deze scbuld versus bet geaccumuleerde tekort over de periode vanaf 1983 tot beden als gevolg van de - naar bet oordeel van Hebrew University ten onrechte - toegekende rijksbijdrage beneden bet gemiddelde voor alle universiteiten. De paradox is, dat Hebrew University met de grootste "endowments" in Israel (orde van grootte $ 300) geen rijke, maar een arme universiteit is. - 22 -
Hebrew University gaat voorts gebukt onder nog een ander crisisverschijnsel, waarvan de gevolgen (nog) niet kunnen worden overzien: de geloofwaardigheid van Hebrew University in haar taakvervulling in de publieke opinie. Gewertt zal in ieder geval moeten worden aan versterking van de P.R.-functie. Duidelijt is wel geworden, dat het nationale budgetsysteem voor bet W.O. in Isra61 (via de PGC naar de minister van Financien) en bet verdelingssysteem van bet nationale budget over de universiteiten bet moeilijk maakt voldoende aandacht te besteden aan ernstige problemen van een universiteit. Tegelijkertijd snijdt het systeem de pas af voor het vragen door een individuele universiteit van politieke aandacbt van regering en parlement voor een noodsituatie, waarin deze universiteit meent te verkeren.
Maandag 2 mei 1988 Committee of Education and Culture uit de Knesset Bet feit dat in de Knesset van 120 leden 79 tot de coalitie beboren en derhalve een grote oppositiepartij ontbreekt, weerspiegelt zich in de 10 Committees uit de Knesset. De voorzitter van de commissie legt er de nadruk op, dat Higher Education in een speciale wet is geregeld en niet onder de autoriteit van de minister of Education and Culture valt. Bet betekent ook dat higher education niet wordt beschouwd als "part of general education". De 70.000 studenten in het Hoger Onderwijs zijn dan ook niet begrepen in de 1~ miljoen mensen, die van Kindergarten tot aan de universiteit onder de zorg van de commissie en het parlement vallen binnen de autoriteit van de minister of Education and Culture. Terwijl in de januari-bespreking met de commissie de indruk werd gewekt, dat de commissie zicb uitsluitend ricbtte op alle andere onderwijsaangelegenheden (dan bet wetenscbappelijk onderwijs) en op culturele aangelegenbeden, somde de commissie in deze mei-bespreking tocb een aantal punten op, waarin zij zicb wel met wetenschappelijk onderwijs en onderzoek bezig houdt: informatieve gesprekken met rectores van de universiteiten, teneinde - vooral met het oog op het budget voor het Hoger Onderwijs als besluit van de Knesset - enig zicht te hebben op aantallen/belangstelling/kwaliteit van studenten en de policy van de universiteiten; (hoewel geen formeel Knesset-besluit) uitvoerige gedachtenwisselingen over (de boogte van) collegegelden; het blijvend bameren op bet levensbelang voor bet land van een adequaat stelsel van Hoger Onderwijs; de boogte van salarissen van boogleraren; de jobs die vooral bet wetenscbappelijk personeel buiten de universiteiten bekleedt; de omvang van de wetenschappelijke en ondersteunende staven.
- 23 -
Bet Committee beeft ook contact met de Council of Higher Education, weliswaar niet over bet beleid van de universiteiten, maar over bet budget en de (financi!le) problemen voor de toekomst. Als plannen zouden bestaan tot wetswijziging, dan zou de commissie uiteraard wel volledig in beeld zijn. Op de vraag of universiteiten in bezet gebied ook binnen bet bereik van de commissie vallen, luidde bet antwoord ontkennend. De commissie was onbekend met bet wetenschappelijk niveau, de samenwerking of uitwisseling met Isralliscbe universiteiten, zelfs niet met de problemen waarvoor de Arabische universiteiten zich zien geplaatst. In de namiddag reist de groep naar Tel Aviv met bet oog op het verdere werkprogram, maar ook om in de vroege avond gevolg te kunnen geven aan een uitnodiging van de Nederlandse ambassadeur de receptie ter gelegenheid van de verjaardag van de koningin bij te wonen. De drukbezocbte receptie in bet Hilton-hotel blijkt een belangrijk ontmoetingspunt te zijn voor de vele in Isra!l woonacbtige of langdurig verblijvende Nederlanders.
Dinsdaq 3 mei 1988 Tel Aviv University Eerst in 1964 gesticbt, is Tel Aviv University met bijna 20.000 full-time studenten tbans de grootste universiteit in Israel. Kent 9 faculteiten, 90 departments en meer dan 50 researcb-instituten. De Academic Senior Staff telt 1124 leden en in de tecbnische en administratieve sector werken ruim 1500 personen. Bij dit laatste kan worden aangetekend, dat (te) veel in eigen beheer wordt gedaan; men is reeds een eind gevorderd in bet uitbesteden van een aantal taken. De pracbtige campus beeft een oppervlakte van 170 ba., waarvan met 40 gebouwen tbans ruim 200.000 m2 is bebouwd. Voor studenten zijn slecbts 1000 bedden bescbikbaar (tegenover Hebrew University met ca. 16.000 studenten: 6000 bedden). Dit vindt zijn verklaring in de geringe beboefte, omdat de universiteit in Tel Aviv is gelegen, dat - als agglomeratie - ca. 1/3 van de totale bevolking van Israel telt en de studenten grotendeels uit de agglomeratie afkomstig zijn. Het reguliere budget beloopt een bedrag van $ 103 miljoen. Aan building funds, etc. jaarlijks $ 12 miljoen. Aan researcbcontacten jaarlijks $ 15 miljoen. Totale jaarbudget Hierin wordt ontvangen: Een rijksbijdrage via de PGC Tuition fees (belangrijke bron van inkomsten van alle universiteiten) Dona ties
$ 130 miljoen.
$ 55 miljoen (54%) $ 28 miljoen (28%, d.w.z. 8% hoger dan
$
bet gemiddelde van 20%) 3 miljoen (2,5%)
- 24 -
De totale donaties belopen jaarlijks $ 17 miljoen, maar die zijn voor het overgrote deel bestemd voor speciale projecten. De opzet van de medische faculteit is uniek. De opleidingskosten per student bedragen niet meer dan $ 8000, hoewel de mediscbe faculteit de grootste in Israel is. Het gebeim scbuilt in de affiliatie met 13 ziekenbuizen in de Tel Aviv-regio, die de opleidingskosten voor bet merendeel voor hun rekening nemen, met als gevolg dat de eigen universitaire staf in de faculteit tot 170 full-time equivalenten beperkt kan blijven. In bet raam van deze constructie betaalt de universiteit de mediscbe docenten bovendien slecbts ten dele : $ 30.000 per jaar • • L. Het model van de organisatorische structuur is als bijlage 7 toegevoegd, omdat bet met nuance-verscbillen voor alle universiteiten geldt. Bij de Executive Council berusten vrijwel alle bevoegdheden. Deze raad vergadert 10 maal per jaar en telt 50 leden met de president als voorzitter. De Board of Governors met 100 leden vergadert eenmaal per jaar; van de 100 leden is 1/3 academicus. De Director General Naaman Gur en de rector prof. Yehuda Ben Shaul gaan in de discussie uitvoerig in op: de autonomie van de universiteit; Geven enerzijds toe dat de wettelijke constructie met Council en PGC de parapluie is waaronder de universiteiten reeel-autonome instituten kunnen blijven en de politiek buiten de deur kan worden gebouden. Een gesprek van tijd tot tijd met bet Knesset-Committee for Education and Culture heeft een informatief karakter en geenszins dat van negotiations. Een recente beslissing van de Knesset inzake de hoogte der collegegelden is een incidentele ingreep van de zijde van bet parlement. Beiden wijzen er anderzijds op dat in de constructie bet gevaar scbuilt dat van overbeidswege de universiteiten bescbouwd en behandeld gaan worden als een "State University of Israel". bet beloningsysteem van het wetenscbappelijk personeel; Het gemiddelde inkomen van een full-time boogleraar kan worden gesteld op $ 50.000 per jaar. Velen kunnen daar bovenuit komen, omdat vrijwel alle universiteiten een ingewikkeld stelsel kennen van basisinkomen (relatief laag) en toeslagen + secundaire arbeidsvoorwaarden; de studentenpopulatie; Hoewel men op grond van de 1~ miljoen inwoners tellende Tel Aviv-agglomeratie anders zou kunnen verwachten, is bet aantal Arabische studenten relatief klein. (Haifa University beeft met 20% veruit de meeste). Na de werkbesprekingen volgt een rondgang over de werkelijk pracbtige campus. Een bezoek aan bet bierin opgenomen Diaspora museum is het laatste punt van bet werkprogramma met betrekking tot Tel Aviv university. Museum is eigenlijk niet de passende term, omdat er nauwelijks kunstwerken worden geexposeerd. Het beeft meer bet karakter van een "Educative Center", waar vooral de jeugd (die in indrukwekkende aantallen bet museum bezoekt) op zeer geavanceerde wijze kennis kan maken met de verschillende fasen van de verspreiding van de Joden gedurende 20 eeuwen over de gehele wereld en de culturele, literaire en wetenschappelijke aspecten daarvan.
- 25 -
Bar Ilan University (eveneens in Tel Aviv} Hoewel bet voor 3 mei 1988 geplande bezoek geen doorgang kon vinden, wordt - ter wille van de volledigheid - bier een korte schets gegeven (de gegevens worden ontleend aan een gesprek met de Director General David Altman in januari 1988}. Gesticht in de 6oer jaren als een "religious university" (een combinatie van Torah-study met science}, heeft Bar Ilan zijn grondslag al snel verbreed tot " ••• matters, concerning the relations between the religious and the secular in the State of Israel ••. ". De universiteit tracht een culturele atmosfeer te scheppen, waarin het religieuze en het seculiere kamp - en zelfs extremisten in beide kampen vreedzaam kunnen co~xisteren. Religie is geen hoofddoel, geen toegevoegde waarde, maar opdracht. Daarom is bet ook geen selectieprincipe voor studenten. In de "coexistentie-filosofie" is men geslaagd in de opbouw van een studentenpopulatie (totaal 8.000) in de verhouding 1 (orthodox) : 1 (anderen}. Een andere belangrijke doelstelling in bet Bar Ilan concept is in dit verband bet streven de "educational and social gap" tussen Joden van Westerse en die van Oosterse afkomst te doen verdwijnen. Van de studenten is 1/3 van Oosterse origine. Non-degree programs tellen nog eens 2500 studenten. De universiteit schrijft "Education" in haar vaandel en laat daarmee de persoonlijkheidsontwikkeling van de student niet aan hem/baar aileen over. In ieder der 6 faculteiten wordt 20% additioneel besteed aan Bijbelkennis, geschiedenis van bet Joodse volk, studie van de verschillende godsdiensten. Motto: Men kan geen goed fysicus/social scientist/medicine zijn of worden, als de wetenschap niet wordt beleefd vanuit de roeping van iedere intellectueel vanuit bet verleden naar de toekomst te zien en daarin een bijdrage te leveren. "Bar Ilan graduates should be familiar with their Jewish heritage". Het behoeft in deze filosofie geen verwondering te wekken, dat bijna de helft van de 30 onderzoekinstituten kunnen worden gerangscbikt onder de verzamelterm "Judaism". Indrukwekkend is, dat de universiteit - zonder de beschikking over een medische faculteit - kennelijk dermate geavanceerd onderzoek verricht dat: op het gebied van aids: Bar Ilan dit najaar in Brazilie op verzoek van de Braziliaanse regering een wereldcongres organiseert, waarvoor in Verenigde Naties-verband niet minder dan $ 150 miljoen is gevoteerd (congres + voortgaand onderzoek); op bet gebied van kanker: Bar Ilan rechtstreeks gevoed wordt vanuit het Max Planck Instituut. Bar Ilan heeft een toale bezetting van 1400 : 700 academic staff 100 technical 600 administrative. Omdat het geplande bezoek aan de Bar Ilan university door omstandigheden geen doorgang kon vinden kon een deel van de middag worden besteed aan een bezoek aan het oude Jaffa. In de avond staat een bezoek aan een Beethoven-concert, verzorgd door bet Israeliscb Philharmonisch Orkest, op bet cultureel programma.
- 26 -
Woensdag 4 mei 1988 Weizman Institute of Science te Rehovot (35 km. ten zuiden van Tel Aviv en 50 km. westelijk van Jeruzalem). Hoewel deze dag in bet teken stond van een "Comparative seminar" mogen ook enige kanttekeningen met betrekking tot het instituut zelf niet ontbreken (gegevens ontleend aan bet januari-bezoek). 5.
Weizman Institute Researchinstituut met uitsluitend post-doctorale opleidingen. Nauwe relaties met bet merendeel van de 7 Stiftungen van bet Max Planck Instituut in West-Duitsland en zeer nauwe relatie met de Freie Universitlt Berlin. Afwijkende organisatiestructuur: Board of Governors 120 leden: scientists en donors from over the world. Executive Body 50 personen (uit de Board of Governors) Executive Committee: 15 personen (uit de 50, maar ook dit nog: Israeli en "Rest of the world") Dit is de "Real governing Board", waaruit ook de president voortkomt (scientist krachtens bet Charter van bet Instituut) wordt bijgestaan door: een deputy president (vervangt de voor 80% van zijn tijd voor fundraising afwezige president) en 3 vice-presidents: - International Relations - Academic Affairs - Finance and Administration (onze gesprekspartner); (elders aangeduid als Director-General) Formatie: 2400 personen - 1750 men-equivalents wetenschappelijke staf: 500 - waarvan 150 "from abroad" studenten: 500 - waarvan 150 buitenlanders Operating budget: 70,5 miljoen dollar (niet inbegrepen developmentprograms) Bijdrage van de staat: 37% (voor Hebrew University is dat 45%, voor Haifa 50%) Researchprojecten: 30% Donations : 24% Verkoop produkten/verhuur ruimte, etc.: 10% Probleem: Naderen bet punt, waar bet gaat om de "Struggle for survival". Buitengewoon interessant bij bet Weizman Institute is bet "Youth Education Centre", dat vanuit de gehele staat Israel, maar ook vanuit vele "buitenlanden" in een "summer-courses"-systeem geweldige belangstelling geniet. Bet Weizman Instituut is in 1949 formeel gevestigd, maar dateert reeds van 1934 als researchinstituut, opgericht door Chaim Herzog, wetenschapper/eerste president van Israel.
- 27 -
Het Weizman Institute is gevestigd op een prachtige 250 ha. grote parkachtige campus. Daarop bevinden zich gebouwen voor de faculteiten en de 12 specifieke onderzoekscentra. Een "Research and Development Company" is belast met de marketing van onderzoeksproducten, patenten en contacten met de industrie in binnen- en buitenland; deze unit beheert ook een industriepark, waarop een 30-tal industrieen zijn gevestigd. Ook bier - net als in Bar Ilan - top medisch onderzoek zonder de aanwezigheid van een medische faculteit. Aan de organisatiestructuur van bet instituut wordt voortdurend gesleuteld, voornamelijk omdat men zich enerzijds happy voelt met bet feit dat de president de alles bepalende autoriteit is, maar anderzijds aarzelingen heeft, omdat de president vrijwel continu vervangen wordt door een deputy president. Het "Comparative seminar .. (woensdag, 4 mei 1988 op Weizman Institute) In de voorbereiding en organisatie van de studietrip was bet opgenomen als een hoogtepunt in de informatie-uitwisseling.(Voor de opzet zie .1. bijlage 8). Voorop zij gesteld, dat de verslaglegging met betrekking tot dit seminar slechts een povere weergave is van de bijzonder interessante en levendige discussie tussen de groep en zijn Israelische gesprekspartners. A. Organisatorische structuur De sterk gedemocratiseerde structuur van de Nederlandse universiteiten wordt in bet ruimere kader van de wetgeving geplaatst. Nederland kent tot nu toe een sterk centralistisch systeem (financieel personeel - huisvesting - studentenvoorzieningen) met een accent op: vrije toegang tot de universiteiten voor bezitters van een VWO-diploma of daarmee gelijkgesteld; produktiviteit; kwaliteit van onderwijs en onderzoek. De belangrijkste instrumenten zijn: de Rijksbegroting (begroting van de minister van Onderwijs en Wetenschappen); de begrotingen van de universiteiten; bet overheidsplan {beleidsplan voor een aantal jaren, opgesteld door de minister van 0 en W, te fiatteren door bet parlement); bet ontwikkelingsplan van de universiteiten (meerjarenbeleidsplan), dat deels is afgeleid van -, deels de inhoud van bet overheidsplan mede bepaalt; bet systeem van voorwaardelijke financiering van bet onderzoek (externe commissies, beoordelend op kwaliteit); inspectie W.O./visitatiecommissies. Gewezen wordt op de kentering: Een wetsontwerp voorziet in bet terugdringen van centrale overheidsbemoeiing: de centrale overheid zal zich afstandelijker opstellen en zich beperken tot globaal bestuur; bet accent zal komen te liggen op grotere zelfstandigheid van de universiteiten.
- 28 -
Bet nieuwe wettelijke systeem neemt niet weg, dat de centrale overheid op een tiental belangrijke punten de hooflijnen zal blijven aangeven; men dient hierbij te bedenken, dat de universiteiten - de 10 rijksuniversiteiten, zowel als de 3 bijzondere - dominant van de rijksbijdrage afhankelijk zijn. Onafhankelijk zijn zij slechts op bet gebied van de contractresearch, waarvan de inkomsten naar eigen goeddunken kunnen worden besteed. Van Israelische zijde wordt gewezen op bet dualistische karakter van de organisatie-structuur van de Israelische universiteiten (zie bijlage 7). Dit schema geldt in grote trekken voor 5 universiteiten. Bet Weizman Institute en Technion Haifa hanteren een afwijkend model met een sterke centralisatie. Vanuit Technion wordt gesteld: Vergaande decentralisatie betekent " •••• loosing budgettary control .••• ". Een essentieel verschil in de democratische bestuursstructuur der Nederlandse universiteiten vormen bevoegdheden en verantwoordelijkheden van democratisch-gekozen organen die dominant uit eigen mensen bestaan en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van Boards of Governors en Executive Boards in de Israelische universiteiten, die geheel uit "mensen van buiten" (bijna steeds van over.de gehele wereld) bestaan en bovendien voor een aanzienlijk deel uit wetenschappers velen niet-Jood. Voorts is - zoals elders in het verslag al opgemerkt - de invloed van buitenlandse geldgevers veel groter dan de - gemiddeld - 10' inkomsten van de universiteiten uit deze fondsen zou doen vermoeden. Tenslotte is - anders dan in Nederland - de opbrengst uit collegegelden een belangrijke bron van eigen inkomsten der universiteiten. B. Bet financiele beeld met betrekking tot de Nederlandse universiteiten Van Nederlandse zijde (VSNU) wordt dit financiele beeld gepresenteerd aan .!. de hand van een aantal schema's (zie bijlage 9).
De Israeli's plaatsen er hun totaaloverzicht van de financien der uni.1. versiteiten tegenover (zie bijlage 5}. Uit de vergelijking blijkt dat PGM van een middelgrote Israelische universiteit met ongeveer evenveel mensjaren WP en NWP rekent als in Nederland, maar dit in een aanzienlijk kleinere hoeveelheid geld vertaalt. Dit heeft als effect, dat de universiteiten moeten rekenen met een heel lage gemiddelde personeelslast, omdat de rijksbijdrage maar een deel van de exploitatielasten dekt. Vele vragen over en weer; zij vinden hun climax in de stelling van Israelische zijde: Vat voor wettelijke en organisatorische systemen ook gelden in Nederland: De Nederlandse universiteiten verkeren in de unieke positie jaarlijks over f 900 miljoen als directe rijksbijdrage voor research te kunnen beschikken. PROBEER DAT VOORAL ZO TE HOUDEN.
- 29 -
C. De publieke functie van de universiteit: Als discussiestof worden de volgende stellingen aangedragen: 1. Fundamenteel onderzoek staat - als oorspronkelijke taak van de universiteit - onder de druk van bet politieke denkbeeld: wetenscbappelijk onderwijs en onderzoek, de praktijk/beroepsgericbte opleidingen en bet toegepast onderzoek dienen in een barmoniscb gecombineerd model te worden beoefend. 2. Hoge kwaliteit van onderwijs en onderzoek vraagt selectie van studenten, maar dit stuit af op bet politieke adagium: toelating tot de universiteiten voor velen en met name voor ieder, die een VWO-diploma bezit. 3. Excellency onder studenten blijkt buitengewoon moeilijk op adequate wijze tegemoet getreden te kunnen worden. 4. Onderwijs en onderzoek: onafscbeidelijk verbonden, dreigen steeds meer en verder gescbeiden te worden, mede als gevolg van bet systeem van voorwaardelijke finan~iering. Van Israeliscbe zijde wordt gewezen op de nationale en locald toelatingssystemen, de boogte der collegegelden en bet streven naar differentiatie daarin in relatie tot de kosten der onderscbeiden opleidingen. Mr.Gideon Elrom beeft kennelijk voorvoeld, dat dit verslag met betrekking tot deze dagvullende Seminar-Sessie slechts summier zou zijn en hij vult bet aan met een 66 pagina's tellende woordelijke weergave. Dit stuk is te omvangrijk om bet als bijlage toe te voegen. Gekozen is voor de formule bet aan belangstellenden op aanvraag ter bescbikking te stellen. In een nabespreking kon worden vastgesteld dat bet seminar door beide partijen positief kon worden beoordeeld. Donderdag 5 mei 1988 Ben Gurion University of the Negev te Beer Sbeva President: Prof. Eilata, Nederlander van geboorte. In 1969 op initiatief van Ben Gurion, toen premier van Israel, gesticbt met 2 oogmerken: 1. In de Negev een universiteit te sticbten voor de toenemende bevolking in dit gebied, tbans 300.000 inwoners, in de hoop dat zij na voltooide studie zicb daar wel blijvend zullen willen vestigen. De Negev is de woestijn die vanaf Eilat, als noordelijke grens de 200 mm regen-per-jaar-grens heeft. 2. De woestijn tot ontwikkeling te brengen (de idee van Ben Gurion). Centraal in bet beleid van de universiteit staat dan ook de vraag "Wat kan de wetenscbap bijdragen om deze doelstelling te verwezenlijken ?" Het is primair een nationaal vraagstuk {2/3 van Israel is woestijn), maar de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dienen ook de ontwikkeling van de woestijnen in de rest van de wereld (dat voor 1/3 van het grondgebied uit woestijn bestaat). Men onderzoekt ook ver buiten Israll de woestijnflora en -fauna. Nog een enkel gegeven: 95% van Egypte is woestijn en Jordanie zelfs voor 99%.
- 30 -
Van 500 studenten in 1969 is de universiteit uitgegroeid tot een met 5500 studenten in 1968 en nog eens 2000 studenten in de "colleges for Technology". Het wetenschappelijk corps omvat: Ac. staf 600 full-time aequivalenten Techn. " 250 Adm. 500 Tot. 1350 Twee belangrijke research instituten ZlJn: 1. Het Instituut voor desert-research: Hydrology and Water Resources Engineering Applied Geobotanics Desert Meteorology Ancient Desert Agriculture Controlled Environment Desert Agriculture Solar Energy Applied Hydrobiology Ben Gurian Research Instituut. 2. Een archief-onderzoek-instituut waarin 750.000 door Ben Gurian nagelaten documenten worden gerangschikt en onderzacht. De universiteit beweegt zich op het terrein van de natuurwetenschappen, de technische wetenschappen, mens- en sociale wetenschappen, maar kent ook een medische faculteit en een veterinaire (de laatste vooral gericht op het dierenleven in de woestijn). Er is in de afgelopen 20 jaar al veel tot stand gebracht: 5 agrarische settlements zijn in bet noordelijk deel van de Negev tot stand gekomen en leveren al een aanzienlijke produktie; na het eerste Jewish settlement in 1943 zijn als een cluster rond Beer Sheva al 10 nieuwe steden gesticht; bereikt is dat 50% van de studenten uit deze streek afkomstig is (de rest uit overig Isra~l). Het is nog onvoldoende gelukt studenten uit bet buitenland aan te trekken. 1. 2.
Men heeft twee belangrijke klachten: Naar de opvatting van Beer Sheva University loopt men steeds weer op tegen het sterk gecentraliseerde systeem in Israel "Everything has to be decided in Jerusalem". De ontwikkeling van de universiteit in de Negev zou in bet regeringsbeleid een hoge prioriteit moeten hebben, omdat de ontwikkeling van de woestijn een levensbelang is voor de staat Israel. Maar de Ben Gurion universiteit wordt met een rijksbijdrage van $ 45 miljoen per jaar op dezelfde input- en outputgegevens beoordeeld als alle andere universiteiten. Van extra-impulsen van de zijde van de ministeries van Landbouw en Economische Zaken is geen sprake, hoezeer dit binnen de landspolitiek in de rede zou liggen.
- 31 -
Het Desert Research Institute, nog eens 50 km. dieper de woestijn in, is het instituut, waar het onderzoek zich concentreert op de primaire taak van de universiteit, een "missietaak", die men met grote ernst op zich heeft genomen. De onderzoekers hebben reeds belangrijke resultaten geboekt in het in cultuur brengen van voormalige woestijngebieden. Het onderzoek richt zich thans op: nieuwe irrigatiesystemen; selectie en verbetering van gewassen voor waterarme omgeving; experimenten met het exploiteren van de diep in de woestijn aangetroffen omvangrijke brak-water-concentraties; de ontwikkeling van gewassen, die resistent zijn tegen dit brakke water. De 70.000 Bedoeinen in de woestijn vormen een "tegenkracht" in het streven naar ontwikkeling van de woestijngebieden. Voor hen geldt een specifiek nederzettingenbeleid, waarvan het effect nog maar betrekkelijk is. De aan het instituut verbonden medewerkers stralen een pioniersgeest uit, waarvoor men niet anders dan diepe bewondering kan hebben. In de nabijheid van bet instituut, in Sede-Boker, bevindt zich het graf van Ben Gurion. Hij propageerde niet slechts de ontwikkeling van de woestijn, maar gaf het voorbeeld door er vele jaren in te gaan wonen. De graven van Ben Gurion en zijn vrouw, op een van de hoogste punten van de Negev gelegen, nabij de bibliotheek, waarin het Ben Gurion Research Institute is ondergebracht, leggen een indrukwekkend getuigenis af van het idealisme van deze staatsman.
Donderdag 5 mei 1988 Jeruzalem Gesprek met de vertegenwoordigers van de 5 universiteiten op de Westbank Gesproken is met een vijftal vertegenwoordigers van: de Universiteit Bir Zeit prof. A. Sansour de Universiteit van Bethlehem A. Aghazarian de Al Najah Universiteit te Nablus G. Baramki, N. Kassis en de Hebron University E. Hassasian in de functies Jerusalem University van president, vice-president en head of deans of faculties Al deze universiteiten + de Islamitische Universiteit van Gaza + een aantal colleges zijn verenigd in een Council for Higher Education naar Israelisch model. Zij zien in de Council bet orgaan voor: co6rdinatie tussen de 6 universiteiten; de financiering; bet optreden als een soort Ministry of Higher Education; de goedkeuring van nieuwe programma's. Alle universiteiten zijn "private institutions" in die zin, dat zij alle hun ontstaan te danken hebben aan initiatieven vanuit de samenleving, welke initiatieven overigens - met uitzondering van de stichting van de universiteit in Bethlehem - opvallend alle dateren van na 1967. - 32 -
De universiteiten tellen tezamen ca. 14.000 studenten. In de wetenschappelijke staf werken in totaal 500 gepromoveerden. Bet totale budget beloopt $ 36 miljoen, waarvan 50% wordt gefourneerd door de Council en 50% (theoretisch) via collegegelden moet worden opgebracht door de studenten. De bijdrage via de Council is afkomstig van de Arabische Liga. Bet zijn allemaal jonge universiteiten (Bir Zeit is in 1972 van college tot universiteit verheven}, die hun groeiproblemen kennen op financieel en wetenschappelijk gebied. Wat het laatste betreft: curricula zijn gedeeltelijk uniek voor een universiteit, gedeeltelijk overlappen zij elkaar. Op dit moment is de situatie desastreus: aile scholen van Kindergarten tot en met universiteiten ZlJn gesloten, nu al 4 maanden, verlengd met een se maand. Nooit tevoren zijn zij alle tegelijk en voor zo lange tijd gesloten; de Council werkt half legaal, half illegaal; de sets van regels en codes die de mensen in de bezette gebieden minimale bescherming zouden moeten bieden, zijn buiten werking gesteld; de tax-freedom voor alle educational materials volgens regels van de Unesco wordt niet in acht genomen. Dit treft vooral boeken en tijdschriften en aileen Bir Zeit heeft in enkele jaren al $ 3 miljoen aan belastingen betaald; voor vrijwel iedere beslissing is toestemming van bet Militair Gezag vereist; in gebouwen en verdere accomodatie is nu al een zo grote achterstand ontstaan, dat jaarlijks 400 studenten {1988) moeten worden afgewezen wegens gebrek aan ruimte, faciliteiten, personeel, enz.; het onderwijs is op uiterst kleine schaal teruggedrongen naar priveactiviteiten van docenten die kleine groepjes in hun eigen woningen onderrichten; de universiteiten kunnen hun academic freedom onder de druk van het Militair Gezag niet beleven. Samenvattend: Israel verwijt de universiteiten in bezet gebied broeinesten van terroristische activiteit te zijn, maar vergeet dat de studenten - van nature rebellerend tegen de universiteiten - nu de universiteit binnenkomen ook nog rebellerend tegen de staat, die hen al meer dan 20 jaar bezet en van hun vrijheden berooft (70% van de studenten zijn of al verhoord, gearresteerd, gearresteerd geweest of gedeporteerd). In een normale situatie: zouden de universiteiten onder de regels van de Jordaanse/Egyptische wetgeving vallen; zou bet aantal Arabisch-Israelische stafleden en het aantal ArabischIsraelische studenten uitgebreid kunnen worden (loopt nu tot nul terug); zou men kunnen werken aan concrete samenwerkingsprojecten met buitenlandse universiteiten (samenwerking met Universiteit van Amsterdam wordt zeer geprezen); zouden uitwisselingsprogramma's kunnen worden geeffectueerd; zouden buitenlandse sponsors kunnen worden aangetrokken (nu ook onderworpen aan knellende regels).
- 33 -
De Association of Arab Universities en commissies zoals bet Committee of Solidarity with Bir Zeit University verlenen steun zoveel als mogelijk is. Een aantal van de bovenvermelde stellingnames is een antwoord op vragen die vanuit de Nederlandse studiegroep zijn gesteld naar aanleiding van korte inleidingen door de Palestijnse gastheren. Het was de zwaarste dag in bet programma, omdat wij met de tocht vanuit Tel Aviv via Beer Sheva (waar de Ben Gurion universiteit is gevestigd) naar het Desert Research Institute ca. 100 km. in de Negev-woestijn zijn doorgedrongen, van daaruit naar Jeruzalem moesten doorreizen en laat in de avond vanuit Jeruzalem naar Haifa, waar wij een derde en laatste hotel hebben betrokken. In totaal is op deze dag 500 km. afgelegd. Er lag een kleine schaduw over deze dag, omdat C.Pijnen en E.Belson, de secretaresse van Haifa university (die ons overigens de hele reis heeft begeleid) ziek in Tel Aviv moesten achterblijven, maar toch later op de dag op eigen gelegenheid naar Haifa konden doorreizen.
Vrijdag 6 mei 1988 Haifa University Rector Director General Head of students Head Publ. Relations: Head of students Academic Secretary Head pers. Division
prof. Gabi Den Dor N. Weitman G. Malka Yael Metzer B. Zilberman D. Boukai M. Cohen
De rector houdt een uitstekende inleiding, die spijtig genoeg wegens tijdgebrek niet gevolgd kon worden door een daarmee corresponderende discussie. Haifa University is gesticht in 1972 na oorspronkelijk - vanaf 1960 - een dependance te zijn geweest van Hebrew University. Van de 6800 studenten studeren 800 in verspreide vestigingen. Aan non-graduate courses nemen nog eens 5000 studenten deel. Vanwege de bevolkingsopbouw in bet noordelijk deel van Israel is Haifa University met ca. 20% Arabische studenten verreweg de koploper in Israel in dit opzicht. Zender natural sciences, mathematics en engineering zou men Haifa University kunnen aanduiden als maar een halve universiteit. Haifa University en Technion Haifa vullen elkaar echter aan en ook dat is uniek in Israel. Haifa University ziet zich in zijn basisfilosofie voor 4 dilemma's geplaatst: 1. Uit de tegenstellingsparen: Continuiteit - Dynamiek Co-operation - Conflict vervlochten in een web van verbindingslijnen zouden goede studenten voor kwaliteitsproduktie borg moeten staan en zouden bepaalde verdiensten (wereldwijd) erkenning moeten kunnen krijgen.
- 34 -
2.
3.
4.
In het schema zitten tevens alle taken van een dynamische installing opgesloten: - huisvesting; - overige faciliteiten; - zorg voor motivatie van personeel en studenten; - zorg voor excellency in onderwijs en onderzoek. Echter, Haifa University is de jongste en kleinste universiteit. Als jonge instelling bevindt Haifa University zich in het voortdurende spanningsveld tussen: kwantiteit het begrijpelijke streven naar groter worden; kwaliteit het streven - via goede toelatingssystemen - naar goede studenten; universalisme versus regionalisme. Voor de onderlinge relatie teaching - research zal nooit een afdoende oplossing kunnen worden gevonden, maar het streven naar harmonie in het Wetenschapppelijk Onderwijs zal altijd moeten blijven. Excellence - distinction/difference zullen als twee gezichtspunten bij ieder plan conflicteren; het streven moet bier gericht blijven op accentuering van het in ieder plan dominerende gezichtspunt (zonder het andere geheel weg te drukken). Specifieke departments: holocaust kiboetz stress-verschijnselen decision-making maritieme studies Met de 18% Arabs onder de Israelische bevolking corresponderen de 18 a 20% Arabische studenten in Haifa University. Dit Arabische element bepaalt mede de identiteit van de universiteit en dit wordt tot aanduiding gebracht in het briefhoofd, waarin de naamgeving (anders dan bij de overige universiteiten) in het Hebreeuws, bet Engels en bet Arabisch is gesteld. Dit is niet zo maar een gebaar naar de Arabische studenten toe: ZlJ domineren (hetgeen het percentage niet zou vermoeden) en bepalen in niet onbelangrijke mate de identiteit van de universiteit. De verklarende factoren: zij zijn jonger {hun Joodse medestudenten moeten eerst hun militaire dienstplicht vervullen); zij bevolken de campus; zij zijn politiek geengageerd. In de januari-besprekingen met vertegenwoordigers van Haifa University zijn nog twee specifieke zaken aan de orde geweest: a. external studies b. selectie van studenten ad.
a.
External studies: 1. Een 2e weg studie: niet gericht op academische graden 2. Postdoctoraal aan Medici - Engineers - Managers 3. Speciale "enrichment colleges" 5800 studenten: Joden en Arabieren waarvan 2000 de cursussen in eigen omgeving (in vele plaatsen in Israel) kunnen volgen.
- 35 -
In bet department belangrijk accent op talencursussen en op psychologie met nadruk op stress. Postdoctoraal: oak aan veel buitenlanders (recent voorbeeld: een groep van 30 artsen uit de Filippijnen). Er blijkt grote belangstelling voor city-management en internationale marketing. Het department werkt op basis van kostendekking. Jaarlijks blijkt zelfs een surplus te kunnen worden overgeheveld naar bet budget van de universiteit. ad.b.
Selectie: Professor Baruch Neva had jarenlang deel uitgemaakt van bet "Israel Institute for testing and evaluation" (een interuniversitair instituut) en is nu belast met de admission problems aan de Haifa University. Nationaal worden jaarlijks ca. 28.000 kandidaten getest. Uitkomst: ongeveer 50% wordt geaccepteerd. Ervaringsgegevens: - in humanities/Bible-studies, etc. 1 a 1 (toel. - afval) - in medicine 1 a 8/10 (toel. - afval) Het nationale selectiesysteem kent 3 elementen: 1. Psychometric and achievements system 2. Control-system versus Lottery-system 3. Registration to the universities: centralisation decentralisation. Op nationaal niveau speelt door een ogenschijnlijk sluitend selectiesysteem bet capaciteitsprobleen een rol: de gezamenlijke universiteiten kunnen op dit moment per jaar niet meer dan 14.000 studenten opnemen. Op lokaal niveau is sprake van een in verschillende mate steeds strenge entree-selectie, waarvan psychometrische tests steeds een onderdeel vormen (naast High School Immatriculation resultaten). Over de rechtvaardigheid van de achievement tests (zeer verschillend van de onze) bestaat ook twijfel.
Het bezoek aan Haifa University wordt afgesloten met een rondleiding door het archeologisch museum met indrukwekkende collecties historische en kunsthistorische voorwerpen, vele zeldzaam en van grote waarde. Het Hechtmuseum is aan de universiteit geschonken en de universiteit legt een zwaar accent op de educatieve functie van dit rijke museum.
- 36 -
Vrijdaa 6 mei 1988 Technion Haifa Dr. Max Riess Prof. U. Shamir M. Schussheim
president vice-president for research vice-president for Finance and Adminstration
Als enige technische universiteit (Weizman Institute is alleen post-doctoraal} kan Technion Haifa ongetwijfeld bogen op de kwalificatie "Advanced Institute". De president karakteriseert Technion Haifa als een "Technological Institute", gericht op de opleiding van ingenieurs en wetenschappers. De universiteit telt 22 faculteiten, inclusief een medische faculteit en een academisch ziekenhuis. Bijzonder aan de medische faculteit is, dat de studenten de eerste twee jaar als engineer worden opgeleid, hetgeen de mogelijkheid van combinatie van physics and chemics inhoudt. Voor de toelating van studenten (9000, waarvan 2/3 graduate) wordt een streng entree-toelatingssysteem gehanteerd: slechts 1 op de 3 wordt toegelaten. Het betekent wel dat 68% in 4 jaar de eindstreep haalt en nog eens 14% volgt in een tweede stadium. Jaarlijks worden 1200 graduates afgeleverd. Het organisatieschema is afwijkend van dat van de overige universiteiten. Het is geent op het Amerikaanse presidentiele systeem. Bij de president berusten alle bevoegdheden zowel in academic als in "all other affairs". Het is geen must dat hij een hoogleraar moet zijn (was bij 3 van de 4 presidenten dan ook niet het geval). Ac. staf 1300 Techn. " 800 Adm. 850 2950 Wetenschappelijk staf 700 (full-prof. tot en met lecturer) en 300 jongere wetenschappers. 150 - 200 zijn part-timers, betrokken uit de industrie. De Senaat bestaat uit allemaal full-time professoren en telt 60 - 100 leden. Uit de Senaat wordt een Steering Committee van 20 leden gekozen. Bij dit Steering Committee ligt in feite alle macht, ook inzake benoeming, herbenoeming van de President en de 4 vice-presidents. Belangrijk beleidsgezichtspunt is de verbinding met de industrie: een full-time hoogleraar krijgt 1 dag van de week (denk aan de zesdaagse werkweek in Isra~l!!) gelegenheid in de industria te werken; er zijn 250 - 200 part-timers uit de industrie; sponsored contract-research in een omvang van $ 22 miljoen per jaar; de wetenschappelijke staf krijgt gelegenheid in de zomermaanden 'summercourses' of kortlopende researchcontracten te verzorgen (een deel van de opbrengst is voor henzelf of voor hun (vak)groep bestemd. hoogleraren krijgen om de 6 jaar een vol jaar sabbatical leave.
- 31 -
Bijzonder met betrekking tot de 4 vice-presidents is dat zij worden benoemd door de Board of Governors, na ballotage door de senaat en op voordracht van de president. Na ommekomst van de 4-jarige termijn herhaalt zich deze volledige procedure. Gevolg van niet-herbenoeming voor 3 vice-presidents: zij keren terug naar hun faculteit. Voor de vice-president for Finance and Administration betekent niet-herbenoeming, dat hij moet verdwijnen (de huidige vice-president ziet niet op welke andere plek hij binnen de universiteit zou kunnen werken) . . !. Voor het operating budget: zie bijlage 10. Aan bet lopende budget moet nog 2 x $ 20 miljoen worden toegevoegd als opbrengst van fondsen en overige inkomsten (contractresearch, e.d.}. Voor de werving van fondsen is in de Verenigde Staten een speciale marketing organisation opgericht. Research: In de 50-er jaren is een speciaal "Institute Technion Research'' opgericht, evenwel louter met bet oog op administratieve en financiele helderheid. Bet instituut heeft bet karakter van een "Convenience system". Tenslotte worden bij de toelating van studenten nog de volgende kanttekeningen gemaakt: Ret standpunt van Technion is dat 10.000 studenten een maximum is. Ret streven is voortdurend gericht op bet aantrekken van een relatief groot aantal studenten in de masters- en doctorssferen, dit met bet oog op bet belang van de research. Ret niveau van opleiding in de secondary schools is een punt van steeds grater wordende zorg in bet licht van bet streven naar kwalitatief goede studenten. In sommige faculteiten (mathematics, informatica) doet zich al bet probleem voor dat onvoldoende bekwame studenten kunnen worden aangetrokken. Later in de middag staat een bezoek aan de kibboetz Maga'an Michael op bet programma. In de kiboetz is prof. Elisha Lindner gastheer. Hij werkt als onderwaterarcheoloog bij de universiteit van Haifa. Lindner is een overtuigde kibboetzbewoner die graag een introductie over het leven in de kiboetz geeft. Bet kibboetzleven heeft het karakter van de Israelische samenleving de afgelopen decennia sterk beinvloed. Bet is een vorm van samenleven en samenwerken die past bij een natie in opbouw. Bet is een systeem dat kennelijk in de eerste jaren van bet bestaan van Israel en de jaren ervoor goed gefunctioneerd heeft. Sinds enkele jareh evenwel gaan sommige kibboetzen over tot veranderingen in hun structuur. De opzet van een kibboetz is oorspronkelijk een samenlevingsvorm waarbij intern - behalve wat zakgeld - geen geld omgaat. Bet bezit is gemeenschappelijk. In den beginne ging bet vaak om agrarische bedrijvigheid, nu zijn er ook kibboetzen die zich met andere zaken zoals visvangst of visteelt bezighouden. Bovendien ontwikkelen nogal wat kibboetzen hiernaast industriele activiteiten. Op deze wijze zijn vele kibboetzen tot een redelijke mate van materiele welstand gekomen.
- 38 -
Deze kibboetz financiert uit eigen middelen bijvoorbeeld ook de opleiding en (universitaire) studies van de kibboetz-jongeren. Lindner neemt ons daarna mee naar Caesarea waar hij voor de universiteit van Haifa onderzoek doet naar de oude Romeinse havenstad. Zowel onder water als onder de heuvels moet een schat aan gegevens verborgen liggen; de komende decennia is bier volop werk. Hij heeft hiervoor al jarenlang de beschikking over ruime Rothschild-fondsen. Lindner assisteert overigens ook bij diverse projecten van onderwaterarcheologie in Italie. Een vorige keer liet hij ons al exemplaren van de Italiaanse Expresso en Panorama zien waarin artikelen aan zijn onderzoek gewijd zijn. We sluiten de dag af met een Sabbathsmaal in bet hotel te Haifa. Open Universiteit Aan bet einde van dit verslag van bet werkprogramma worden de gegevens opgenomen, verkregen tijdens een bezoek aan de O.U. in januari 1988 (dat niet opnieuw in bet mei-programma kon worden ingepast). De O.U. vormt - of is in ieder geval op weg daarnaar - een belangrijke en wezenlijke factor in bet Israelische Hoger Onderwijs bestel. De volgende punten konden worden opgetekend: a. een krachtige aanpak: Gevestigd in 1974 werden de eerste cursussen uitgegeven in 1976, leverde de o.u. in 1980 de eerste bachelors en reeds in 1982 de eerste first graduates af. b. geen toelatingseisen: tegenover de universiteiten, die bijna alle selectie-eisen kennen c. belangstelling: 10.000 studenten volgen de "regular courses", nog eens 5.000 "advanced courses". d. omvang: een faculty van 25 leden, waaronder 1 full-time en 10 part-time hoogleraren produceert niet minder dan 200 courses in een oplage van 450.000 volumes per jaar De 2 belangrijkste blokken: History - Mathematics - Computersciences Physics - Management - Marketing. Een tutorsysteem vult de gap van studenten met de minste vooropleiding en die met de hoogste. Ervaring: allen bereiken hetzelfde aanvangsniveau met 1 tutor-session (de hoogste graad van vooropleiding), 6 tutor-sessions (in de middengroep) en 15 tutor-sessions (in de laagste). Concurrentiepositie ten opzichte van de universiteiten: 25 regionale studie- en examen-centra~ bijna 80 plaatsen in bet land waar tutors met kleine groepen werken; grote belangstelling bij de studenten aan de universiteiten voor de courses (vele 8 - 10 volumes van voortreffelijke kwaliteit omvattend); erkenning van de creditpoints door de universiteiten; pre-academic course om bet startniveau te bereiken; voor de bachelors-graad: 18 creditpoints; de goede halen dat en jaarlijks gaan 200 a 300 studenten door naar de universiteiten; Weizman Institute en Technion Haifa nemen veel o.u.-studenten op. - 39 -
Hoewel een course gemiddeld $ 150.000 kost, werkt de O.U. kostendekkend: Op een budget van $ 10 miljoen komt $ 6 miljoen terug uit eigen inkomsten en $ 4 miljoen uit public and other funds. Grote kracht: via bet tutorsysteem een bijna individuele benadering van de studenten.
Zaterdag 7 mei 1988 Via twee Druzen-dorpen maken we een tocht rond de Carmelberg. Eerste doel is Akko, een stad met een bewogen geschiedenis. Gesticht door de Kanainieten viel ze in de 8e eeuw voor Christus in handen van de Phoeniciers. In de 7e eeuw na Christus werd zij veroverd door de Arabieren en in de 12 8 eeuw streden Richard Leeuwenhart en Saladin met wisselend succes om bet bezit van de stad. De oude kruisvaardersvesting is sinds de bouw vele malen in andere handen overgegaan. De vesting heeft een onderaardse vlucbtgang, die ook wij gebruiken. Een wandeling door bet oude stadje met zijn pracbtige karavaan-halteplaats en haven is zeer de moeite waard. De lunch gebruiken we aan de oever van bet meer van Tiberias: de Sint Petrusvis is daarbij de specialiteit. Na een duik in bet meer van Tiberias gaat de tocbt verder door dit van bijbelse historie doortrokken deel van bet land. In Kafarnadm vormen de resten van een tempel uit de Romeinse tijd een bezienswaardigheid van de eerste orde. Opvallend is dat bij rondleidingen in dit land altijd aan de bijbel wordt gerefereerd, terwijl aan de kunsthistorische aspecten nauwelijks aandacht wordt besteed. Opvallend, maar wel begrijpelijk en waarschijnlijk aansluitend bij de interesse van de bezoekers. Er mogen enkele wegen bereden worden, vrij hoog in de Golanvlakte, op ruime afstand van de grens met Syrie, maar later vlak langs de Jordaanse grens. Die is hermetisch met hekken afgesloten. Een deel van de Golanvlakte is inmiddels in cultuur gebracht. Bekend is de Golan witte wijn. De kibboetzen die er liggen zijn geweldig mooi opgezet en lijken een paradijsje op aarde; uitzicht over bet meer van Tiberias, in de verte de berg Hermon en alles even fraai aangelegd en verzorgd. Maar de dreiging is latent.
Zondaq 8 mei 1988 Van Haifa naar Tel Aviv-airport en vandaar non-stop naar Amsterdam eindigt daar te 22.20 uur de reis, behoudens de thuisritten voor de deelnemers. Het was in vele opzichten een uitermate boeiende reis, die een goede indruk heeft gegeven van wat in de jonge staat Israel in 40 jaar is bereikt, maar ook van de menigte problemen, waarvoor de Israelische samenleving zich ziet gesteld. Van nauwe banden in bet Hoger Onderwijs zouden Israel en ons land beide vele vruchten kunnen plukken. Eindhoven/Utrecht Augustus 1988. - 40 -
Samenstelling: Drs.P.J.Krens, in nauwe samenwerking met Drs.G.J.P.Rijntjes, Utrecht en bijgestaan door Drs.J.Torenbeek, eveneens Utrecht. Tekstverzorging: Hevr.A.van der Leegte - de Tollenaer en Hej.T.Driessen, in nauwe onderlinge samenwerking. Druk: Stafgroep reproduktie en fotografie van de Technische Universiteit Eindhoven.
- 41 -
SUMMARY Section 1 Topic-by-topic presentation of findings and conclusions 1. Legislation a. The Israeli governmental structure does not include a ministry of education and science as we know it in the Netherlands. In Israel all types of education from kindergarten up to and including secondary and vocational education come under the Minister of Education and Culture, who is also responsible for all cultural affairs. With regard to higher education and research, the Minister has only one modest task: he is automatically chairman of the Council of Higher Education. Like the other 24 members of the Council, he has only one vote. The legal arrangements governing higher education and research in Israel are thus not in any way comparable to Dutch legislation on the subject. The Dutch central government, which prefers a non-interventionist role, nevertheless retains legislative control over a relatively large number of sectors, a policy reflected in its draft proposal for a new Higher Education and Research Act, published in January 1988. In contrast, Israeli legislation on higher education and research consists of just one brief law promulgated in 1958. This law merely establishes the Council of Higher Education and empowers it to make all decisions concerning higher education (including the creation of new faculties and the founding of new universities). This arrangement is apparently considered satisfactory, since the law bas not been substantially amended during the 30 years that it has been in force. b. The universities enjoy a high degree of autonomy under this system. c. The system of higher education in Israel may be described as "non-political" to the extent that there is no minister pursuing any particular higher education policy; as a result, no policy directives which might influence or run counter to the policy of the universities are forthcoming from the Knesset. The system of higher education is also non-political inasmuch as the Council is not itself a political body; instead, it quite reasonably describes itself as an "academic ministry", since only one of its 25 members - the chairman - has any link with government or parliament. d. The Council is also responsible for drawing up the annual budget for higher education, which it then discusses directly with the Minister of Finance, as well as for the subsequent allocation of resources among the universities.
- 42 -
e. The aspects for which the Council is responsible include not only the quantity but also the quality of research. However, so far it has not addressed itself to the latter task. f. Although the universities have direct links with the Council (via the Committee of Heads of Universities, made up of rectors, vice-presidents for academic affairs, and director-generals for finance and administration), they occasionally voice the following complaints: we do not really have any direct representative who can defend the (budgetary) interests of higher education in parliament; no specific political attention is paid to the particular interests or problems of individual universities; - should too much emphasis come to be placed on research seen as a whole and on its relevance to the future of the State, the system could lead to all universities being treated jointly as a kind of "State University of Israel". g. Naturally, despite their limited decision-making powers, both government and parliament regularly make pronouncements concerning higher education and research, chiefly in relation to the interests and the future of the State of Israel. h. The Council uses two arguments to defend the existing system of higher education: after almost 30 years, we still succeed in carrying out our tasks and responsibilities in consultation with the universities and have hardly ever needed to lay down guidelines or directives of any kind; a better system has yet to be proposed.
2. General aspects of higher education. a. Higher education in Israel, as elsewhere, comprises three levels: undergraduate, graduate (Master's degree) and Ph.D. b. The only references to long-term policy (government planning development planning) are some extremely cautious comments by the Council of Higher Education regarding the direction to be taken by higher education between now and 1995. These comments may be regarded as internal observations rather than as substantiated policy guidelines with external consequences. c. Since higher education is governed by separate legislation (something which was repeatedly stressed by everyone we met), very little information was forthcoming during the study trip concerning vocational education and its relationship to higher education.
- 43 -
d. The student ratio is high: out of a population of 4 million, 70.000 people are receiving higher education. e. The standard of research is high, although this is entirely due to funding from abroad (something the universities can obtain only by considerable effort}. Despite the conditions attached, the direct research subsidy of 900 million a year that Dutch universities receive from the government is much envied. f. Israel has plenty of experience with exchanges of lecturers and research workers, and Israeli universities will certainly respond favourably to any such initiative from the Netherlands, over and above such individual contacts as Dutch research workers may already have. Financial problems may prove something of an obstacle in the case of certain universities.
3. Students This specific topic did not receive as much attention as it might have. However, the following points may be mentioned: a. The majority of the 70.000 students study without any form of financial assistance (a few thousand receive modest grants and loans from the Council of Higher Education}. b. Owing to military service, the students are on average 4 years older than students in this country when they commence their studies. c. The structure of higher education is simply not an issue. d. It is unfortunate that a clearer picture could not be obtained of the national system of selection {14.000 admissions annually out of a total of 28.000 applications) or the selection criteria employed by the universities (these differ from university to university). However, the impression was gained that these criteria are stringent - in some cases extremely so - but also that there is some doubt as to the fairness of the various systems of selection. e. As regards the quality of the students, there is increasing concern in Israel as to whether senior secondary education provides a satisfactory grounding for university education. f. Budgetary problems apart, there is a quite specific desire to encourage student exchanges. Any such initiatives from the Netherlands will be warmly received.
- 44 -
g. No problems have been reported regarding the suitability of
university courses with regard to subsequent employment, except in the case of Technion Haifa, which has greatly boosted electronics and computer science since 1983 and whose graduates are now having difficulty in finding jobs. However, this would appear to be a temporary problem. h. Students do not appear to exert any influence on university teaching and/or research policy. Little advantage is taken of such opportunities for student comment as are offered. Student influence is limited to the strong national student organisation, which is recognised as a negotiating partner by the universities and by government bodies and committees. 4. Finances a. The universities defend their budgets before the Planning and Grants Committee, a subcommittee of the Council of Higher Education. The chairman of the PGC defends the overall higher education budget in direct negotiation with the Minister of Finance, and assists the latter when his budget is discussed in parliament. A possible weak point in this arrangement is that the chairman of the PGC is thereby the single most powerful person in the entire higher education system. b. An unmistakable advantage of this system is that higher education does not have to compete with all other types of education within a single departmental budget. c. Although the PGC does use a number of input and output data for allocation purposes, it does not consider a uniform allocation model to be feasible. d. The fact that the system works is undoubtedly due to: the average size of the direct government subsidy to the universities, which does not exceed 50% of operating costs; the relatively high proportion of the universities' own income that comes from tuition fees; the relatively high income from funding, etc. The last two sources of income mean that the universities are relatively independent of the government. e. All universities can boast an impressive list of foreign sources of funding (particularly in America, Australia and West Germany). A good many buildings have been financed through such funding. f. Income from tuition fees is a constant bone of contention between the universities, which would like to increase this source of income by introducing differentiated tuition fees based on the costs of individual courses, and those {including the central government) who would prefer to maintain the existing uniform tuition fees; at $1500, these are high by our standards. - 45 -
g. Universities with an accumulated budget deficit (such as the
Hebrew University, with a deficit of $80 million over the last 6 years} see no solution to this problem and find themselves forced to transfer part of their income from funding - generally intended for special projects - to their day-to-day budget. h. The effects of these financial problems, which largely arose in the period 1982-1985, can still be felt: some universities have been forced to take out loans to cover the resulting deficits, and some of the income from funding then has to go towards paying the interest on the loans.
5. Organisation and management a. Since no instructions regarding organisational structure are issued from above, the universities are free to make their own choice in this matter. b. All universities have a Board of Governors, usually a large number (over 100 is by no means exceptional) of academics, businessmen and public relations experts from all over the world. Although such Boards only meet once a year, the amount of "external influence" on university affairs is considerable. This is due to the informal but often close contacts that exist between the Board members and the universities. c. Actual decision-making powers lie with the Executive Board, which is made up of members of the Board of Governors under the chairmanship of the president of the university. d. The link between the Executive Board and the Senate (usually comprising the rector and all the full-time professors) is the vice-president for academic affairs. e. An exception is Technion Haifa, which follows American practice in assigning all decision-making powers (including those relating to academic affairs) to the president, assisted by three vice-presidents. f. In every organisational structure, the emphasis is on academic affairs. g. From the management point of view, the vice-president (or
director-general) for finance and administration occupies an important internal position in the administrative structure. The Subcommittee of Director-Generals/Vice-Presidents for Finance and Administration also plays an important part in maintaining links with the Council of Higher Education.
- 46 -
h. The universities are run in an extremely businesslike manner. The following factors have undoubtedly played a part in this: the fact that the annual State subsidy barely covers 50% of the running costs; the fact that the universities are themselves responsible for securing funds to bridge the gap between their annual expenditure and their income from State subsidies and tuition fees. i. Largely as a result of the situation described in the previous
item, the public relations function is (of necessity) well-developed. In some cases the universities even maintain public relations offices abroad. j. At the personal level, there are plenty of built-in incentives
to encourage contacts with the business world (research on behalf of trade and industry) and to obtain income through contracts with research establishments throughout the world.
- 47 -
Section 2 General conclusions 1. Israel is a small country with five universities, only one technical university, one post-doctoral research establishment and an Open University. Research has a high political priority; all those involved in it are highly energetic and committed, and there is definite emphasis on social minorities (in contrast to the picture conjured up by the media). 2. The budgetary position of research establishments is affected both directly and indirectly by: the high costs of national defence as a result of the continuing external threat (defence swallows up 60% of national income); high inflation; and the- in some ways - one-sided economic infrastructure. The considerable respect for research within the State of Israel and within the Jewish culture compensates for this to some extent, but it does not ensure sufficient resources to maintain high standards of education and research and the fulfilment of higher education goals in the interests of the State. 3. The idea of having a single higher education establishment with a number of regional branches {something considered when the Hebrew University and Technion Haifa were founded} is not so strange if one considers that: some of today's universities started out as branches of the Hebrew University; five of the seven establishments have fewer than 10.000 students; the population of Israel is only about 4 million. 4. Competitiveness, decisiveness and excellent business sense are characteristic features of higher education in Israel, as the following examples demonstrate: the selection of students and the types of tests and admission examinations; the research carried out on behalf of trade and industry, for example at Technion Haifa and the Weizman Institute; the 400,000 high-quality volumes produced each year by the Open University (known in Israel as Everyman's University); the fact that researchers are encouraged to contribute to high-quality research by a system of bonuses which may reach as much as 155% or in some cases 195% of an otherwise extremely low basic income; thanks to efforts by the central government, almost negligible overheads in comparison with total State funding (only a few million a year, required for remuneration of staff as well as housing and office expenses incurred by the Council of Higher Education).
- 48 -
5. There is absolutely no evidence of any bias towards Israeli or Jewish culture: almost 20% of the students at Haifa University are Arab; the "orthodox" Bar Ilan University aims at having a student population which is 50% unorthodox or non-religious, and succeeds in this aim; religions, cultures, the Arabic language, etc. receive full attention, not on political grounds, but on scientific and cultural ones. 6. Military service (three years for men and two years for women, with a two-year extension for officer training, plus a couple of months of strenuous refresher training each year) affects Israeli life in all kinds of ways: Jewish students can only commence their studies after completing their military service (and accordingly face considerable competition from Arab students, who do not incur this delay)i many senior figures are also officers in what is effectively a permanent militia, and have often been through several wars. The group met many such people, some of whom had previously held very high rank, and believes that the extremely close personal contacts among top-level university staff - as a result of their shared experience of military service - have an highly beneficial influence on higher education; - many major (managerial) posts are held by army officers and former commanders. 7. Israel bas a six-day working week. There is no unemployment, although the fact that a single station may have large numbers of people performing what are sometimes very simple tasks suggests that there may be a hidden labour surplus. 8. The high standard of education among Israeli youth means on the one hand that young people often have to do work for which they are overqualified, and on the other hand that Israel is now starting to face a shortage of unskilled labour. This problem is particularly acute in the fast-growing industrial sector.
- 49 -