Communicatie in organisaties Examennummer: 61370 Datum: 30 juni 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Dit examen bestaat uit 8 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen
(maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen Geen
Wij wensen u veel succes!
7223 61370.ex_v1
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 1 punt
1. Een publiek wordt actief met betrekking tot een maatschappelijk issue. Hoe kan men het publiek op dat moment typeren? a. Een actor b. Een stakeholder c. Een waakhond 2. In een onderzoeksvoorstel adviseert Jaap als eerste stap een representatieve steekproef uit te voeren door middel van een schriftelijke vragenlijst. Welke stap slaat Jaap hier, volgens de meestal toegepaste stelregels, over? a. Deskresearch b. Fieldresearch c. Kwantitatief onderzoek 3. Via sociale media worden onjuiste berichten verspreid. Hoe kan men als betrouwbare bron overkomen teneinde de onjuiste berichten te corrigeren?
7223 61370.ex_v1
a. Op een informele, vriendelijk bedoelde manier iemand uit de eigen organisatie laten reageren met een correctie. b. Openlijk iemand inhuren die als deskundig geldt op het betreffende gebied, om online zijn mening over onjuiste berichten te geven. c. Reacties binnen de eigen organisatie opstellen en met een hoge functionaris als afzender publiceren.
NCOI Opleidingsgroep
1
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
4. Wat beschrijft de communicatieprobleemstelling in een communicatieplan? a. Waarin de communicatieafdeling tekortschiet. b. Wat een doelgroep onvoldoende of niet weet, vindt en/of doet. c. Welke communicatiedoelstelling(en) er is (zijn). 5. Welk communicatiemodel geeft een gesprek tussen twee mensen weer? a. De communicatiedriehoek b. Het AIDA-model c. Het ZBMO-model 6. Wat is de innerlijke representatie van een organisatie in het geheugen van mensen? a. De identiteit b. De persoonlijkheid c. Het imago 7. In een buurt van een grote stad gaat opeens het gerucht dat een voormalige crimineel enige tijd na zijn vrijlating daar wil gaan wonen. Al snel zendt de lokale tv korte straatinterviews uit met bewoners van die buurt over het genoemde onderwerp. De volgende dag gebeurt hetzelfde in De Jakhalzen en De Wereld Draait Door. Ook komt daarin de burgemeester van de betreffende stad even aan het woord. Hij zegt dat de genoemde persoon zijn straf heeft uitgezeten en mag wonen waar hij wil. Waarom is dit geen issue? a. Er is geen duidelijke definitie. b. Er is geen duidelijke identificatie. c. Er is geen duidelijke legitimatie. 8. Wat geldt voor de volgende beweringen? I.
Een belangrijke nieuwe zienswijze in het rapport van de commissie Wallage was dat burger en onderdaan nu ook klant zijn. II. Een belangrijke nieuwe zienswijze in het rapport van de commissie Wallage was dat de overheid nu actief én passief moet informeren.
7223 61370.ex_v1
a. Alleen I is juist b. Alleen II is juist. c. I en II zijn beide juist
NCOI Opleidingsgroep
2
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
9. Karel is communicatieadviseur bij een foodconcern. Hij werkt direct onder de raad van bestuur. Zijn baas vraagt hem een communicatieplan te schrijven voor een van de werkmaatschappijen in opdracht van de directeur daarvan. Tijdens een afspraak vertelt die directeur al zijn ideeën over de communicatie betreffende zijn bedrijfsonderdeel aan Karel. Afsluitend zegt hij tegen Karel: “Nou je weet nu wat ik erin wil hebben, maak er een mooi verhaal van.” Welke rol moet Karel van deze directeur vervullen? a. Coöperatieve antagonist b. Expert c. Handlanger 10. Hoe heet het positief beïnvloeden van het imago door een werkgever? a. Employer branding b. HRM c. Jobmarketing 11. Wat is het gevolg van linking-pincommunicatie? a. Een medewerker die van twee superieuren (met verschillende missies) opdrachten krijgt. b. Dat er een zinvolle relatie met oud-medewerkers ontstaat. c. Dat informatie ‘getrapt’ wordt doorgegeven. 12. Henk verstuurt een e-mail naar Harmke met het aanbod haar te helpen bij een van haar werkzaamheden. Zij reageert niet. Welk aspect van een boodschap negeert zij? a. Het appellerende aspect b. Het coderingsaspect c. Het terugkoppelingsaspect 13. Een groot energieconcern gebruikt bij de interne communicatie onder andere een personeelsblad, dat één keer per kwartaal wordt uitgebracht. Waarvan is dit personeelsblad een voorbeeld? a. Een medium b. Een middel c. M-commerce 14. Waarvan is de Vereniging Eigen Huis een voorbeeld?
7223 61370.ex_v1
a. Een belangenorganisatie b. Een pressiegroep c. Een sociale beweging
3
NCOI Opleidingsgroep
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
15. Een metaalbedrijf is gevestigd in een kinderrijke woonbuurt. Regelmatig komen er grote vrachtwagens materialen en/of producten inladen. De transporteurs zijn goed op de hoogte van de vele kinderen in de buurt en houden rekening met de spelende kinderen. Dat levert praktisch dus geen problemen op. Toch wil het metaalbedrijf iets terugdoen voor de buurtbewoners. Het besluit een speeltuintje met een zandbak aan te leggen op een deel van een grasveldje. De gemeente verleent gelukkig snel de nodige vergunningen. De buurt is erg blij met het speeltuintje. Waarvan is deze gift van het metaalbedrijf een voorbeeld? a. Issuemanagement b. Maatschappelijk verantwoord ondernemen c. Social relations 16. Wat is een element dat iets zegt over de interesse die de doelgroep in een tekst kan hebben? a. De HI-score b. Het aantal tussenkoppen c. Het aantal zinnen 17. Tot welk soort stakeholders behoort een klant van een energiebedrijf? a. Fase-1-stakeholders b. Input-outputstakeholders c. Tactische stakeholders 18. Stadsverwarming zorgt voor de warmte die nodig is om ruimtes te verwarmen in huizen en ander gebouwen. Ook kan het zorgen voor warm kraanwater. Er kan een goed comfortniveau mee bereikt worden. Een belangrijk voordeel is dat het erg milieuvriendelijk kan zijn. Belangrijkste nadelen zijn dat de tarieven ervoor niet altijd even consumentvriendelijk berekend lijken te worden en dat je genoodzaakt bent op elektriciteit te koken. De aanbieders van stadsverwarming hopen dat er wetgeving komt die vooral de kritiek op de tarieven tot het verleden laat behoren. Welke vorm van communicatie zullen de aanbieders moeten inzetten om dat te bevorderen?
7223 61370.ex_v1
a. Actorencommunicatie b. Marketingcommunicatie c. Public affairs
NCOI Opleidingsgroep
4
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
19. In het algemeen geldt de gouden regel: ‘eerst intern communiceren en dan pas extern. In welk van onderstaande situaties is het echter onrechtmatig die regel toe te passen? a. Bij de overname van een bedrijf dat heel goed binnen een divisie van een beursgenoteerde onderneming past. b. Bij het starten van een reclamecampagne voor een product van een beursgenoteerd bedrijf, waarin een prijsverlaging centraal staat. c. Bij het wisselen van leverancier voor de schoonmaakwerkzaamheden op de kantoren van een beursgenoteerde onderneming. 20. Een groot bedrijf dat producten voor vrouwen op de markt brengt, zet voor de marketing daarvan onder andere bladen in als Margriet en Libelle. Dan is er groot nieuws: het bedrijf wordt overgenomen door een Chinese onderneming die zich op deze wijze een snelle toegang tot de Europese markt wil verschaffen. Het persbericht daarover gaat ook naar Margriet en Libelle, maar ze berichten er niet over. Wat was de zin ervan dit persbericht toch ook naar deze bladen te sturen? a. Als men het niet plaatst, dan weet men dat men er minder moet gaan adverteren. b. Men houdt zo de relaties bij die bladen op de hoogte. c. Men weet nooit of ze het opnemen. 21. Met welke strategie uit het communicatiekruispunt van Van Ruler komt de persuasieve benadering het meest overeen? a. Dialogisering b. Formering c. Overreding 22. De directie stuurt aan alle werknemers een e-mail waarin wordt uitgelegd hoe en waarom het bedrijf gisteren in het nieuws is gekomen. Tot welke groep interne communicatiemiddelen behoort deze e-mail? a. De audiovisuele middelen b. De digitale middelen c. De schriftelijke middelen 23. In een gemeente wordt een nieuw systeem ingevoerd voor het afrekenen van huisvuil? Welke plicht vanuit de WOB is hierop van toepassing?
7223 61370.ex_v1
a. De plicht dit via citymarketing te communiceren b. De actieve informatieplicht van de overheid c. De preventieplicht van de overheid
5
NCOI Opleidingsgroep
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
24. De herinnering bij bioscoopreclame ligt tot acht keer hoger dan bij televisie. Wat is daarvoor een belangrijke reden? a. De grootte van het projectiescherm. b. Er is weinig tot geen afleiding. c. Er zitten subliminale verleiders in. 25. Hoe worden reclame, sponsoring, evenementen en marketing-pr ook wel genoemd? a. Actiecommunicatie b. Concerncommunicatie c. Themacommunicatie 26. Silvia Cambié en Yang-May Ooi verwachten in hun boek International communications strategy dat veel van de pr-vaardigheden die altijd zo belangrijk zijn geweest, zoals het uitbrengen van jaarverslagen en het organiseren van persconferenties, op de achtergrond zullen geraken, onder andere door de opkomst van de moderne digitale communicatiemogelijkheden. Die maken immers de wereld relatief gezien steeds kleiner, met het globaliseringstijdperk 3.0 tot gevolg. Wat is volgens hen in de plaats daarvan nodig om succesvol te zijn met betrekking tot die ontwikkeling? a. Culturele sensitiviteit. b. Het begrijpen van de achtergrond van je doelgroep. c. Het formuleren van de juiste boodschap. 27. Wat is een wezenlijk kenmerk van affiliate marketing? a. Afrekening per kopende, doorklikkende sitebezoeker. b. De drie G’s zijn toepasbaar. c. De verkoop loopt via eigen filialen. 28. Wat is van groot belang voor een tekst op een website? a. Deze moet afgestemd zijn op zoekmachines. b. Deze moet ervoor zorgen dat de lezer ervan content wordt. c. Deze moet kort genoeg zijn voor de mobiele versie. 29. Bij welke soort identiteit is het noodzakelijk in te grijpen om problemen in de toekomst te voorkomen?
7223 61370.ex_v1
a. Hybrid identities b. Multiple identities c. Projected identities
NCOI Opleidingsgroep
6
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
30. Jaarlijks wordt er een onderzoek gehouden in verband met de waardering van de communicatie van een zorginstelling. Welk soort onderzoek is hiervoor het meest geschikt? a. Kwantitatief, met expertvragen b. Kwantitatief, met gesloten vragen c. Kwantitatief, met herhaalbare vragen 31. Een aantal actoren heeft uiteenlopende meningen. Wat is hier nodig? a. Een stakeholderanalyse b. Harde factoren c. Issuemanagement 32. Wat is een veelgebruikt middel om verslag te doen op het gebied van community relations? a. Het communicatieplan b. Het financiële jaarverslag c. Het milieujaarverslag 33. De voorzitter van de raad van bestuur van een nationaal concern met bijna tienduizend medewerkers heeft vernomen dat het tegenwoordig gebruikelijk is aan employer branding te doen. Hij vindt dat het concern zich meer als A-merk op de arbeidsmarkt moet positioneren. Wat is een belangrijk ingrediënt voor het succesvol communiceren als werkgeversmerk? a. Bescheiden functie-eisen b. Goede relaties met intermediairs c. Heldere identiteit 34. Wat hoort niet thuis in de indeling van interne communicatie naar moment van communiceren? a. Introductie b. Taakinformatie c. Werving 35. Wat is een voorbeeld van issuemanagement?
7223 61370.ex_v1
a. Communiceren met actie- en belangengroepen b. Communiceren met de pers c. Communiceren met de publieke opinie
7
NCOI Opleidingsgroep
Communicatie in organisaties - Examennummer 61370 - 30 juni 2012
36. Wat is kenmerkend voor een sociale onderneming? a. Het communistische karakter ervan. b. Investeerders behalen er geen winst mee. c. Sociale media spelen de hoofdrol in de communicatie. 37. Jenny is 41 jaar en heeft haar hele carrière in het communicatievak gewerkt. Haar basisopleiding was een HBO-opleiding Communicatie. Daarna heeft ze naast haar werk cursussen en opleidingen gevolgd, waardoor haar functioneren nu binnen het bedrijf waar ze werkt, op planniveau boven alle kritiek verheven is. Ze wil nu doorgroeien naar een volgend beroepsniveauprofiel. Welk niveau is dat? a. Instructieniveau b. Issueniveau c. Resultaatniveau 38. Een reclamebureau doet mee in een pitch om een hondenvoeraccount. Het gaat om een groot budget, dus het hele bureau praat erover en een groot deel ervan werkt er ook aan mee. Teun en Tim vormen binnen het bureau een creatief team; Teun als artdirector en Tim als copywriter. Aan hen de taak een campagne voor dit merk hondenvoer te bedenken die zo overtuigend is dat het account bij hun bureau zal worden ondergebracht. Welk onderdeel van het ZBMO-model is te vergelijken met het werk dat zij doen? a. Encoderen b. Feedback c. Zenden 39. Wat geldt voor de volgende beweringen? I.
Issuemanagement heeft te maken met onderwerpen van gesprek in de samenleving. II. Public affairs richt zich ook op experts (vooral wetenschappers). a. Alleen I is juist b. Alleen II is juist c. I en II zijn beide juist 40. Waarvan zijn de spaaracties van supermarkten een voorbeeld?
7223 61370.ex_v1
a. Actiemarketing b. Salespromotion c. Winkelcommunicatie
NCOI Opleidingsgroep
8