Belastingrecht Examennummer: 61361 Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur -11:30 uur
Dit examen bestaat uit 7 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 meerkeuzevragen - 4 open vragen - een case met 3 open vragen
(maximaal 40 punten) (maximaal 40 punten) (maximaal 20 punten)
Als bij een vraag een motivatie of berekening vereist is, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze motivatie of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie in de beoordeling meegeteld. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen: - Niet-programmeerbare rekenmachine - Pocket belastingwetten 2011 en een rekenmachine
Wij wensen u veel succes!
6362 61361.ex_v1
Belastingrecht - Examennummer 61361 - 30 juni 2012
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Voor een correct antwoord: 4 punten.
1. Vof De Glanzende Naald krijgt een naheffingsaanslag omzetbelasting over 2011, wegens te weinig afgedragen omzetbelasting. Alle aangiften zijn tijdig en correct verzorgd, alleen heeft de Belastingdienst een andere mening over het privégebruik auto, waaruit de naheffingsaanslag voortvloeit. De accountant maakt bezwaar tegen de aanslag, omdat een nieuw feit ontbreekt, de aangiften zijn immers tijdig en correct gedaan. Heeft het bezwaarschrift met dit argument van de accountant kans van slagen? a. Ja, een nieuw feit is vereist om een naheffingsaanslag op te leggen en dat ontbreekt hier. b. Nee, een nieuw feit is voor een naheffingsaanslag niet vereist. c. Nee, tegen een naheffingsaanslag kun je geen bezwaarschrift indienen, uitsluitend een beroepschrift is mogelijk. 2. Hans (geboren in 1973) verdient € 150.000 in loondienst en heeft geen noemenswaardige aftrekposten. Hij is gehuwd met Josien (geboren in 1974), die geen eigen inkomen heeft. Hans en Josien hebben geen kinderen. Wat is juist ten aanzien van de belastingheffing van Josien?
6362 61361.ex_v1
a. Josien kan € 1.589 aan algemene heffingskorting uitbetaald krijgen. b. Josien kan € 1.987 aan algemene heffingskorting uitbetaald krijgen. c. Josien kan haar algemene heffingskorting aan Hans overdragen.
NCOI Opleidingsgroep
1
Belastingrecht - Examennummer 61361 - 30 juni 2012
3. Karel houdt koeien. Hij heeft er vier. Hij heeft veel plezier van de dieren. Zo nu en dan laat hij een koe dekken door een stier van een ander ras. Karel hoopt op deze manier ooit een nieuw en beter koeienras tot stand te brengen waarmee hij veel geld zal kunnen verdienen. De exploitatie van de koeien schommelt sinds 1992 rond de plusminus € 13.000 per jaar. Wat is juist ten aanzien van het ondernemerschap van Karel? a. Er is een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid met als doel winst te maken, dus is Karel ondernemer voor de inkomstenbelasting. b. De omvang van de investering in vier koeien is te klein om van winst uit onderneming te kunnen spreken, maar er is hier wel sprake van een zelfstandig uitgeoefend beroep waardoor Karel toch het fiscale winstregime mag toepassen. c. De winsten zijn redelijkerwijs niet te verwachten en dus wordt niet voldaan aan het objectiviteitsvereiste van het winstoogmerk, dus is Karel geen ondernemer voor de inkomstenbelasting. 4. Een element van goed koopmansgebruik is realiteitszin. Wat wordt hiermee bedoeld? a. Baten en lasten moeten worden toegerekend aan de jaren waarop ze betrekking hebben. b. Een stelsel van winstbepaling dat voldoende eenvoudig is om daadwerkelijk in de praktijk te worden toegepast. c. Verliezen mogen worden genomen als ze voorzienbaar zijn. 5. Wat is juist met betrekking tot de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek? a. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is als uitgave voor een inkomensvoorziening aftrekbaar als een ondernemer bepaalde investeringen doet. b. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is een aftrekpost bij de bepaling van de winst uit onderneming, als een ondernemer bepaalde investeringen doet. c. De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek is een aftrekpost van de verschuldigde belasting in box 1 als een ondernemer bepaalde investeringen doet. 6. Welke uitspraak is onjuist als het gaat om pensioenopbouw volgens het eindloonstelsel?
6362 61361.ex_v1
a. Een salarisstijging leidt met terugwerkende kracht tot verhoging van de pensioenaanspraken. b. Het pensioen is afhankelijk van het gemiddelde loon dat bij een werkgever wordt verdiend. c. Het pensioen wordt berekend over het loon dat tot vlak voor de pensioendatum wordt genoten.
NCOI Opleidingsgroep
2
Belastingrecht - Examennummer 61361 - 30 juni 2012
7. De heer Hansen is zeer vermogend. Hij is in loondienst bij Brink & Nieman advocaten. Zijn salaris bedraagt € 7.000 per maand. De heer Hansen vindt dat hij het salaris nu niet nodig heeft en dat hij de betaling liever uitstelt tot zijn pensioendatum, dat scheelt ook nog eens aanzienlijk qua belasting. Hij verzoekt zijn werkgever om het salaris over juni 2012 pas na zijn pensioendatum over vier jaar uit te keren. Wanneer wordt het salaris ad € 7.000 genoten voor de loonbelasting? a. Het is belast als het wordt uitbetaald, dus over vier jaar. b. Het is belast na vijf dagen na afloop van de maand juni, want dan moet het salaris wettelijk binnen zijn en wordt het rentedragend, dus in de maand juli 2012. c. Op de reguliere loonbetalingsdatum is het loon vorderbaar en inbaar, dus in de maand juni 2012 8. Bv Kammer heeft vanaf 2007 verliezen geleden die jaarlijks ongeveer € 100.000 bedroegen. Eind 2010 is het te verrekenen verlies opgelopen tot € 500.000. De onderneming van bv Kammer wordt beëindigd en de aandelen worden door de heer Kammer verkocht voor € 20.000 aan de heer Pet. De heer Pet begint nieuwe en succesvolle activiteiten in bv Kammer waardoor het positieve belastbare bedrag vóór verrekening van verliezen € 600.000 bedraagt. Hoeveel bedraagt het belastbare bedrag waarover vennootschapsbelasting moet worden betaald? a. € 80.000 b. € 100.000 c. € 600.000 9. Bv Kosmos heeft 97% van de aandelen van bv Wereld. Beide vennootschappen zijn in Nederland gevestigd. De boekjaren zijn gelijk en voor beide vennootschappen gelden dezelfde winstbepalingsstelsels. De directies en de feitelijke activiteiten van beide vennootschappen zijn echter zeer verschillend. Zal een verzoek door beide vennootschappen om fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting te zijn door de inspecteur worden gehonoreerd? a. Ja, aan alle voorwaarden voor een fiscale eenheid wordt voldaan. b. Nee, bv Kosmos bezit niet 100% van de aandelen van bv Wereld. c. Nee, er is geen eenheid op economisch en organisatorisch gebied. 10. Jan de Vries levert uitsluitend goederen die vallen onder tabel II behorende bij de Wet omzetbelasting 1968. De omzet van Jan (exclusief omzetbelasting) bedroeg over het tweede kwartaal € 100.000. De aan Jan in rekening gebrachte omzetbelasting door andere ondernemers bedroeg in het tweede kwartaal € 5.000. Welk saldo aan te betalen/te ontvangen omzetbelasting saldo de aangifte omzetbelasting over het tweede kwartaal laten zien?
6362 61361.ex_v1
a. € 1.000 te ontvangen b. € 5.000 te betalen c. € 14.000 te betalen
3
NCOI Opleidingsgroep
Belastingrecht - Examennummer 61361 - 30 juni 2012
Open vragen (40 punten)
1. Volgens de jaarrekening van de eenmanszaak van Gerda de Groot bedraagt haar winst over 2011 € 42.000. Hierin is nog geen enkele fiscale aftrekpost verwerkt. Gerda heeft 2.000 uur in de onderneming gewerkt. De echtgenoot van Gerda, Mark, werkt 600 uur mee in de onderneming, hij ontvangt hiervoor geen beloning. Het ondernemingsvermogen bedraagt € 75.000 en het saldo van de fiscale oudedagsreserve bedroeg op 1 januari 2011 € 20.000. Gerda geniet inmiddels 10 jaar winst uit onderneming. Wanneer Gerda van alle mogelijke fiscale faciliteiten gebruik wenst te maken, hoeveel bedraagt dan haar fiscale winst uit onderneming? (Laat de berekening zien en vermeld zo veel mogelijk wetsartikelen.) (12 punten) 2. Mevrouw Koning wordt directeur van een grote, aan de Amsterdamse effectenbeurs genoteerde, onderneming. Naast een riant salaris krijgt zij het recht om 1.000.000 aandelen in deze onderneming te verwerven voor € 16 per aandeel, gedurende de periode 2012 tot 2025. Voor dit aandelenoptierecht betaalt mevrouw Koning € 25.000. In 2020 verzilvert zij haar aandelenoptierecht, de beurskoers bedraagt dan € 24, zodat mevrouw Koning € 8.000.000 uit haar aandelenoptierechten ontvangt. Hoe verloopt de heffing van de loonbelasting? (8 punten)
6362 61361.ex_v1
3. Ziekenhuis Zeezicht verricht uitsluitend vrijgestelde prestaties voor de omzetbelasting. Het ziekenhuis is gespecialiseerd in brandwonden. Speciale bedden hiervoor kosten € 140.000 (inclusief btw). De technische dienst is echter zelf in staat om deze bedden te maken. De materiaalinkoop bedraagt € 40.000 exclusief € 7.600 omzetbelasting. De kostprijs van een bed (inclusief materiaal) komt op € 75.000. Hoe verloopt de heffing van de omzetbelasting bij de vervaardiging van een bed? (10 punten)
NCOI Opleidingsgroep
4
Belastingrecht - Examennummer 61361 - 30 juni 2012
6362 61361.ex_v1
4. Maarten Jozefs is directeur en enig aandeelhouder van bv Jozefs Beheer. Bv Jozefs Beheer heeft 15% van de aandelen van bv Groot en Sterk. Vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd wil Maarten het belang van bv Jozefs Beheer in bv Groot en Sterk verkopen. Destijds heeft bv Jozefs Beheer € 100.000 voor de aandelen van bv Groot en Sterk betaald. Thans kan bv Jozefs Beheer de aandelen in bv Groot en Sterk verkopen voor € 20.000.000. Maarten maakt zich grote zorgen over de belastingheffing over deze winst. Leg kort uit wat bv Jozefs Beheer aan belastingheffing kan verwachten over de voorgenomen verkoop van het aandelenpakket bv Groot en Sterk. Noem het betreffende wetsartikel. (10 punten)
5
NCOI Opleidingsgroep
Belastingrecht - Examennummer 61361 - 30 juni 2012
Case: Friese meren (20 punten)
Kees Krenk is ondernemer. Hij organiseert zeiltochten over de Friese meren, waarbij er veel ruimte is voor bezinning en meditatie. Dit is een geweldig succes. De winst volgens de jaarrekening (dat is voor fiscale faciliteiten) bedraagt: 2009 € 87.000 2010 € 112.000 2011 € 163.000 De (vereenvoudigde) balans op 31 december 2011 ziet er als volgt uit Materiële vaste activa Boot Vlottende activa
Eigen vermogen
125.000
Langlopende schulden
200.000
Kortlopende schulden
50.000
300.000 75.000
375.000
375.000
Kees vindt dat hij nogal veel belasting moet betalen over de laatste jaren. Hij wendt zich tot u als zijn fiscaal adviseur. Vragen bij de case
1. Kees heeft gehoord dat een bv grote voordelen kan hebben, maar ook een aantal nadelen. Noem drie voordelen en twee nadelen van de bv. (5 punten)
6362 61361.ex_v1
2. Kees wil zijn onderneming ruisend in de bv inbrengen. Hiertoe laat hij een taxatie maken van de boot die € 360.000 waard blijkt te zijn. In overleg met de accountant berekent u de goodwill van de eenmansonderneming. U komt uit op een goodwill van € 75.000. In de vlottende activa blijken geen stille reserves te zitten. Bereken de stakingswinst. (9 punten)
NCOI Opleidingsgroep
6
Belastingrecht - Examennummer 61361 - 30 juni 2012
6362 61361.ex_v1
3. "Een bv is geen bv" heeft Kees wel eens gehoord. Daarom richt hij meteen twee bv's op: bv Kees Holding, waarvan Kees zelf alle aandelen heeft, en bv Kees Zeilboten, waarvan bv Kees Holding alle aandelen heeft. De voormalige eenmanszaak komt nu dus in bv Kees Zeilboten. Om de administratieve lasten te verminderen, wil Kees een fiscale eenheid aanvragen tussen bv Kees Holding en bv Kees Zeilboten. Noem drie voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een fiscale eenheid te kunnen aanvragen. (6 punten)
7
NCOI Opleidingsgroep