Inleiding rechten Examennummer: 91959 Datum: 28 juni 2014 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Dit examen bestaat uit 6 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 meerkeuzevragen - 5 open vragen - een case met 5 open vragen
(maximaal 20 punten) (maximaal 40 punten) (maximaal 40 punten)
Als bij een vraag een motivatie of berekening vereist is, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze motivatie of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie in de beoordeling meegeteld. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen: - Michiels, F.C.M.A. en Snijders, H.J. e.a. (2013). Kluwer Collegebundel 2013-2014. Deventer: Kluwer. ISBN 9789013112672
Wij wensen u veel succes!
91959.ex_v1
Inleiding rechten - Examennummer 91959 - 28 juni 2014
Meerkeuzevragen (20 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 2 punten.
1. Tot welk rechtsgebied behoort het kopen van een aantal computers door de gemeente Lutjehoven? a. Bestuursrecht b. Burgerlijk recht c. Staatsrecht 2. Hoe worden de regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun onderling verkeer genoemd? a. Formeel recht b. Materieel recht c. Subjectief recht 3. Heeft de Eerste en/of de Tweede Kamer het recht van amendement? a. Alleen de Eerste Kamer b. Alleen de Tweede Kamer c. Zowel de Eerste als de Tweede Kamer 4. Welk grondrecht is een sociaal grondrecht? a. Het recht op voldoende woongelegenheid b. Het recht van petitie c. Het recht tot vergadering en betoging 5. Welke wet is het laagst in rangorde?
91959.ex_v1
a. Algemene maatregel van bestuur b. Ministeriële regeling c. Provinciale verordening
NCOI Opleidingsgroep
1
Inleiding rechten - Examennummer 91959 - 28 juni 2014
6. Wat wordt bedoeld met de specialiteitsregel? a. De bijzondere wet gaat voor de algemene wet. b. De hogere wet geeft voorrang aan de lagere wet. c. De nieuwe wet vervangt de vorige wet. 7. Pim heeft een boete gekregen wegens openbare dronkenschap. Pim is het niet met deze boete eens en hij stapt naar de rechter. Welke sector van de rechtbank is in eerste aanleg bevoegd om over deze overtreding te oordelen? a. Sector bestuur b. Sector kanton c. Sector strafrecht 8. Wat voor soort wet is de wet waarin de regering en beide Kamers samen, toestemming verlenen voor het huwelijk van onze voormalige kroonprins? a. Alleen een wet in formele zin b. Alleen een wet in materiële zin c. Zowel een wet in formele zin als in materiële zin 9. Hoe wordt het officieel thuisbezorgen van een dagvaarding door een deurwaarder genoemd? a. Aantekenen b. Aanreiken c. Betekenen 10. Door wie worden de leden van de Eerste Kamer gekozen?
91959.ex_v1
a. Door de leden van de Provinciale Staten. b. Door de leden van de Tweede Kamer. c. Rechtstreeks door de Nederlandse burgers die stemgerechtigd zijn.
NCOI Opleidingsgroep
2
Inleiding rechten - Examennummer 91959 - 28 juni 2014
Open vragen (40 punten)
1. In art. 288 VwEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) is onder andere bepaald dat de instellingen bevoegd zijn verordeningen en richtlijnen vast te stellen. Noem twee verschillen tussen verordeningen en richtlijnen. (8 punten) 2. Menno heeft geen bouwvergunning gekregen van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam om een huis te bouwen. Menno is het hier niet mee eens. Nadat zijn bezwaar is afgewezen, besluit hij in beroep te gaan bij de rechtbank. Welke rechter is in eerste aanleg absoluut en relatief bevoegd om over het geschil te oordelen? Vermeld in uw antwoord de relevante wettelijke bepalingen. (8 punten) 3. Marcel, student rechten, leent de Kluwer Collegebundel Wetteksten van Johan. Als Theo, eveneens een student rechten, jarig is, geeft Marcel deze Kluwer Collegebundel aan hem cadeau. Theo weet niet dat de collegebundel eigenlijk van Johan is. Kan Johan de collegebundel bij Theo als zijn eigendom opeisen? Motiveer uw antwoord aan de hand van de eisen voor een geldige overdracht en vermeld de relevante wettelijke bepaling. (8 punten) 4. Jitske bestelt een bruidsjurk bij de bruidswinkel voor haar bruiloft die op 24 mei gehouden zal worden. Afgesproken is dat de jurk op 15 mei geleverd zal worden. De bruidswinkel heeft het echter zo druk dat het niet lukt om de jurk op tijd te leveren. Op 15 mei hoort Jitske het slechte nieuws dat de bruidswinkel de jurk niet op tijd zal kunnen leveren.
91959.ex_v1
Kan Jitske de koopovereenkomst meteen ontbinden? Motiveer uw antwoord en vermeld de relevante wettelijke bepaling. (9 punten)
NCOI Opleidingsgroep
3
Inleiding rechten - Examennummer 91959 - 28 juni 2014
5. Arnold (17 jaar) koopt van zijn zakgeld een boek van € 25,-. Zijn ouders zijn het niet met deze aankoop eens.
91959.ex_v1
Kunnen de ouders van Arnold nog iets tegen de aankoop van het boek doen? Motiveer uw antwoord en vermeld de relevante wettelijke bepaling. (7 punten)
NCOI Opleidingsgroep
4
Inleiding rechten - Examennummer 91959 - 28 juni 2014
Flipje BV (40 punten)
Flipje BV is een transportbedrijf dat voornamelijk groente en fruit transporteert. Het transportbedrijf beschikt over een groot wagenpark. De wagens worden dagelijks ingezet om de groente en het fruit naar de diverse supermarkten te vervoeren. Voor het transportbedrijf is een groot parkeerterrein waar de vrachtauto’s ’s avonds geparkeerd worden. Op een dag raakt een van de vrachtwagens die buiten op het terrein van het transportbedrijf staat, beschadigd. Paul (13 jaar) en zijn broer Vincent (16 jaar) hebben namelijk bij het voetballen per ongeluk een bal door de ruit van een van de vrachtwagens geschopt. Het blijkt dat deze jongens de zonen zijn van Mark Janssen, een van de vennoten van Janssen CV, een bedrijf dat naast Flipje BV gevestigd is. Er ontstaat onenigheid over wie aansprakelijk is voor de schade. Mark Janssen, die het voor zijn zoons opneemt, beweert dat de vrachtauto daar helemaal niet had mogen staan en dat Flipje BV zelf aansprakelijk is voor de schade van € 1.500,-. Omdat het goed gaat met transportbedrijf Flipje BV wil het bedrijf meer werknemers aannemen. Een van de sollicitanten is Martijn. Martijn is zeventien jaar als hij bij het transportbedrijf solliciteert. Martijn wordt aangenomen. Mondeling wordt overeengekomen dat Martijn aan een concurrentiebeding is gebonden. Het transportbedrijf zou Martijn echter niet hebben aangenomen als bekend was geweest dat hij zich ’s avonds in het criminele circuit begeeft. Martijn heeft niet gesolliciteerd om bij het transportbedrijf te werken, maar om te kijken hoe hij ’s avonds het makkelijkst bij de kluis kan komen.
91959.ex_v1
Op een avond gaat Martijn met zijn vriend Sjef op pad om de kluis met inhoud bij het transportbedrijf te stelen. Ze vragen hun vriend Koos, die verder niet bij de plannen betrokken is, even op de uitkijk te gaan staan om te kijken of er geen beveiliging langskomt.
NCOI Opleidingsgroep
5
Inleiding rechten - Examennummer 91959 - 28 juni 2014
Vragen bij de case
1. Wie is/zijn aansprakelijk voor de schade aan de vrachtauto? Motiveer uw antwoord en vermeld de relevante wettelijke bepalingen. (8 punten) 2. Welke twee soorten vennoten heeft een CV en wat is het verschil tussen deze vennoten? (8 punten) 3. Zouden de procespartijen zelf kunnen procederen bij de rechter over de schade die ontstaan is aan de vrachtauto of moeten zij zich laten vertegenwoordigen door een advocaat? Motiveer uw antwoord en vermeld de relevante wettelijke bepalingen. (8 punten) 4. Is met Martijn rechtsgeldig een concurrentiebeding overeengekomen? Motiveer uw antwoord en vermeld de relevante wettelijke bepaling. (8 punten)
91959.ex_v1
5. Welke deelnemingsvormen zijn op Martijn, Sjef en Koos van toepassing? Motiveer uw antwoord en vermeld de relevante wettelijke bepalingen. (8 punten)
NCOI Opleidingsgroep
6