College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99
BOUWMAATSTAVEN ten behoeve van nieuwbouwplannen voor een
LABORATORIUM VOOR MEDISCHE MICROBIOLOGIE
Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Vastgesteld
door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 25 februari 2002
Voorbereid
door de Werkcommissie Ziekenhuizen en de Commissie Bouw
Goedgekeurd
door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 4 april 2002
Bezoekadres Churchilllaan 11 3527 GV Utrecht
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING
1
I. ZORGINHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN
2
1. Begrippenkader
2
2. Zorginhoudelijke ontwikkelingen
3
3.
Capaciteit van de functiegroep
4
4.
Relatie met andere afdelingen en routing
5
II. RUIMTEBEHOEFTE
6
1.
Inleiding
6
2.
Nuttige oppervlakte
6
3.
Bruto vloeroppervlakte
9
BIJLAGEN 1.
Beschrijving per ruimte
2.
Technische eisen
3.
Literatuur
REGELING BOUWMAATSTAVEN VOOR EEN LABORATORIUM VOOR MEDISCHE MICROBIOLOGIE
Cbz/nr 0048-02
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
INLEIDING Deze bouwmaatstaven hebben betrekking op het laboratorium voor medische microbiologie in een ziekenhuis. Het is niet de bedoeling met deze maatstaven een specifiek model voor de organisatie van het laboratorium voor te schrijven. Wel geven de maatstaven de inhoudelijke voorwaarden met hun ruimtelijke consequenties aan die bij het programma van de functiegroep laboratorium voor medische microbiologie in acht genomen moeten worden. De bouwmaatstaven zijn vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (het Bouwcollege) bij besluit van 25 februari 2002, gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV), en goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 4 april 2002. De bouwmaatstaven maken als bijlage 1.44 onderdeel uit van de Regeling bouwmaatstaven WZV. Verwezen wordt naar het algemene deel van de toelichting bij de Regeling College bouw ziekenhuisvoorzieningen ‘Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie’. In de brochure Bouwmaatstaven zorgsector zijn het gebruik en de totstandkoming van de maatstaven beschreven. Deze brochure is bij het Bouwcollege te bestellen. Ook is downloaden mogelijk via de website van het Bouwcollege: www.bouwcollege.nl.
1
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
I ZORGINHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN 1. Begrippenkader In het laboratorium voor medische microbiologie worden op verzoek van aanvragende artsen monsters afkomstig uit het menselijk lichaam (urine-, faeces-, bloed- en sputummonsters) onderzocht op de aanwezigheid van specifieke bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. Het onderzoek verschaft de aanvragende arts informatie ten behoeve van de diagnostiek, de keuze en evaluatie van gekozen therapie (soort en hoeveelheid van antibiotica) en de prognoseschatting. Dit betreft de individuele patiëntenzorg. Daarnaast worden monsters onderzocht afkomstig van wanden of vloeren van (ziekenhuis)afdelingen of van medische instrumenten en kleding ten behoeve van de preventie en opsporing van ziekenhuisinfecties. Ten behoeve van de volksgezondheid onderzoekt het laboratorium voor medische microbiologie monsters ten behoeve van onder meer bron- en contactonderzoek (tbc, SOA’s enz.). In nog bredere zin worden de gegevens uit het laboratorium voor medische microbiologie gebruikt in het onderwijs, onderzoek (onder meer epidemiologie) en ten behoeve van beleid en management. Afname van monsters gebeurt voor opgenomen patiënten op de verpleegafdeling en voor poliklinische patiënten in een afzonderlijke afnameruimte, die gewoonlijk in of nabij de polikliniek is gesitueerd. Het laboratorium voor medische microbiologie onderzoekt monsters uit het eigen ziekenhuis, monsters uit andere ziekenhuizen en monsters van patiënten van huisartsen. Voorts worden monsters verzendgereed gemaakt voor onderzoek in andere laboratoria. De medische microbiologie wordt naar de aard van de ziekteverwekker opgedeeld in de volgende vier deelgebieden: 1. bacteriologie; 2. mycologie; 3. parasitologie; 4. virologie. De medische microbiologie beschikt in hoofdlijnen over de onderstaande onderzoekstechnieken: microscopisch onderzoek beoordeling van morfologie (vorm) en kleuringeigenschappen (gram-positief of -negatief, zuurvast) van de agentia zelf. In de bacteriologie, mycologie en parasitologie wordt gebruik gemaakt van lichtmicroscopie; elektronenmicroscopie is voor een beperkte indicatie van nut in de virologie. Voor het aantonen van schimmels (mycologie) worden specifiek gekleurde weefselcoupes bestudeerd (histologie); kweken isolatie en groei van agentia op geschikte voedingsbodems. Dit is de standaard in de bacteriologische diagnostiek, zowel voor identificatie van de ziekteverwekker als voor vasttelling van de gevoeligheid voor verschillende antibiotica. Kweken is ook van toepassing voor de mycologie en de virologie. De kweekmedia voor dit laatste deelgebied zijn principieel anders dan voor de bacteriologie en mycologie;
2
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
-
-
serologie aantonen en kwantificeren van antistoffen en antigenen die specifiek zijn voor bepaalde agentia. Binnen de serologie is een zeer ruim scala van methoden beschikbaar; moleculaire technieken identificeren en kwantificeren van agentia (met name virussen, bacteriën en parasieten) via de weg van de eigenschappen van de voor deze agentia specifieke nucleïnezuren (dragers van de ‘erfelijke’ eigenschappen). Identificatie is mogelijk geworden door de ontwikkeling van nucleïnezuuramplificatietechnieken (o.a. polymerase chain reaction, PCR).
De eerste twee onderzoekstechnieken vergen voornamelijk (traditioneel) handwerk: kleuren en microscopisch beoordelen van preparaten, kweken op speciale voedingsbodems en vervolgens typeren van de agentia. De serologie maakt gebruik van apparatuur die vergelijkbaar is met die in de klinische chemie. Dit betreft geautomatiseerde analyseapparaten, waarin met behulp van aangeleverde ‘kits’ aard en omvang van antistoffen worden aangetoond. De moleculaire diagnostiek gebruikt technieken waarmee specifieke nucleïnezuursequenties van gezochte agentia (met name virussen en bacteriën) kunnen worden aangetoond. Ook dit betreft gemechaniseerde en geautomatiseerde apparatuur.
Binnen het laboratorium voor medische microbiologie zijn de volgende subfunctiegroepen te onderscheiden: monsterafname (veelal gecombineerd met andere laboratoria); werkbegeleiding (pre- en postanalytische fase); onderzoek (het feitelijk verrichten van de bepalingen, de productiefaciliteit); personeelsaccommodatie; (ondersteunende) diensten. De inhoudelijke leiding van het microbiologisch onderzoek berust bij een medisch microbioloog. De uitvoerende werkzaamheden zijn grotendeels gedelegeerd aan speciaal opgeleide analisten en laboranten. Binnen het laboratorium is veelal ook de ziekenhuishygiënist gehuisvest die werkzaamheden verricht in het kader van infectiepreventie. Veel laboratoria zijn ingeschakeld bij de opleiding van medisch microbiologen, analisten en laboranten. 2. Zorginhoudelijke ontwikkelingen De introductie van analyseapparatuur voor serologie en de opkomst van de moleculaire biologie (diagnostiek) heeft het diagnostisch arsenaal van de medische microbiologie aanmerkelijk verruimd. Zo is het tegenwoordig mogelijk om binnen zeer korte tijd met behulp van PCR (zie hierboven) vast te stellen of een monster een specifiek agens bevat. Hierdoor kan sneller dan voorheen met gerichte therapie worden begonnen. Aanvullende diagnostiek (nadere typering en resistentiebepalingen) met behulp van meer traditionele technieken is doorgaans nog wel noodzakelijk. Aldus heeft de introductie van nieuwe technieken in de medische microbiologie tot op heden veelal het effect van én, én; de nieuwe techniek levert snellere informatie, zonder de bestaande technieken te vervangen. Het ligt in de lijn der verwachting dat de mogelijkheden van de serologie en de moleculaire diagnostiek zich in de komende jaren nog (spectaculair) zullen uitbreiden. Verwacht mag worden dat hierdoor een deel van de technieken op de andere deelterreinen zal worden vervangen.
3
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
De medische microbiologie heeft de afgelopen jaren aan betekenis gewonnen door de gegroeide aandacht voor infectieuze bedreigingen van de individuele en de volksgezondheid (polio, legionella, tbc, BSE enz.). Gecombineerd met het bredere arsenaal aan diagnostische technieken, heeft dit geleid tot een gestage groei in het aantal microbiologische onderzoeken. Versterkte aandacht voor arbeidsomstandigheden (arbowet) en voor (potentieel pathogene) infectieuze agentia stelt hogere eisen aan met name de luchtbehandeling van de werkruimten. Om contaminatie te voorkomen is het noodzakelijk dat de afzonderlijke onderzoekstechnieken ook in afzonderlijke, van elkaar gescheiden ruimten worden uitgevoerd. Voor onderzoek met behulp van moleculaire technieken gelden nog striktere eisen om contaminatie te voorkomen. Een laboratorium voor medische microbiologie kenmerkt zich derhalve door veel afzonderlijke deellaboratoria. Van oudsher beschikt een laboratorium voor medische microbiologie over een keuken ter bereiding van de voedingsbodems voor de bacterie- en viruskweken. Sinds enige tijd is het mogelijk deze media te betrekken van externe leveranciers tegen een concurrerende prijs. Ook het gebruik van disposables is aanmerkelijk toegenomen. Door deze ontwikkelingen is het niet meer noodzakelijk dat elk medischmicrobiologisch laboratorium beschikt over een eigen mediakeuken. De laboratoria voor medische microbiologie zijn ofwel verbonden aan (en gelokaliseerd) binnen één enkel ziekenhuis, ofwel werkzaam voor meer dan één ziekenhuis in een omschreven regio (traditioneel streeklaboratoria genoemd). Mede als gevolg van de schaalvergroting van ziekenhuisorganisaties (fusies, al dan niet gepaard gaande met fusienieuwbouw) is er een tendens naar grotere laboratoria waarneembaar. Deze tendens tot schaalvergroting biedt de laboratoria de gelegenheid tot specialisatie, zowel voor de betrokken medisch microbiologen als op het vlak van de technische infrastructuur. De laboratoria voor medische microbiologie beschikken doorgaans over eigen geautomatiseerde informatiesystemen voor de opslag en verwerking van gegevens. Door koppeling van deze systemen met de centrale ziekenhuisinformatiesystemen (ZIS) wordt een eenduidige registratie van inhoudelijke en administratieve gegevens bereikt.
3. Capaciteit en ruimtebeslag van de functiegroep De productie van een laboratorium voor medische microbiologie wordt uitgedrukt in het aantal onderzoeken (CTG-codes B 200 t/ 292). Zoals eerder vermeld, is de omvang van de microbiologische diagnostiek de laatste jaren gestaag gegroeid als gevolg van gegroeide aandacht voor infectieuze agentia en de toegenomen mogelijkheden van de microbiologie zelf. De relatie tussen productie-omvang en ruimtebeslag is niet éénduidig lineair. Medische microbiologie is voor een deel een grotendeels hand- en oogmatig vak (microscopisch onderzoek en kweken), maar in het andere deel van het laboratorium voor medische microbiologie (serologie en moleculaire biologie) spelen mechanisatie en automatisering een duidelijke rol. Datzelfde geldt in nog sterkere mate voor de voorbereidingsfase (administratie) en de verwerkingsfase (verslaglegging, dataverwerking). Dit heeft tot gevolg dat de groei van de productie in de medische microbiologie niet automatisch een evenredige groei in de ruimtebehoefte betekent.
4
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
4. Relatie met andere afdelingen en routing De afname van patiëntenmateriaal geschiedt bij voorkeur op de verpleegafdeling of op de polikliniek. Indien hiervoor op of nabij de polikliniek afzonderlijke ruimtelijke voorzieningen worden gerealiseerd, worden deze tevens gebruikt voor monsterafname ten behoeve van andere laboratoria. Het laboratorium zélf kan op elke plaats binnen of op korte afstand van het ziekenhuis of de ziekenhuislocatie gehuisvest zijn; voorwaarde is steeds dat het monstertransport en de communicatie goed zijn geregeld. Het centraal huisvesten van het laboratorium voor medische microbiologie ten behoeve van meer dan één ziekenhuis(locatie) behoort eveneens tot de mogelijkheden. In zo’n geval verdient het de voorkeur per ziekenhuis(locatie) een voorziening te creëren voor het spoedonderzoek. Uit het oogpunt van routing is het van belang dat de ruimten binnen het laboratorium op een zodanige wijze ten opzichte van elkaar gesitueerd zijn, dat de werkzaamheden op een praktische, efficiënte wijze kunnen worden uitgevoerd. Dit betekent dat een indeling gewenst is waarbij de ruimten op een logische wijze op elkaar aansluiten in overeenstemming met de volgorde van de werkzaamheden. In het algemeen geldt dat bij personeels- en goederen-/materiaalstromen kruisende lijnen zoveel mogelijk worden voorkomen. Een niet optimale routing heeft een verhoogd risico op verwisseling en verontreiniging van te onderzoeken materiaal en op het blootstellen van het personeel aan risicovolle stoffen tot gevolg.
5
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
II RUIMTEBEHOEFTE 1. Inleiding De ruimtebehoefte voor medische microbiologie is afhankelijk van de omvang van de materiaalstroom en de diversiteit van onderzoeken die in het aangeboden materiaal moeten worden gedaan. Voorts is de omvang van het laboratorium voor medische microbiologie afhankelijk van het verzorgingsgebied waarvoor het laboratorium functioneert. In de onderhavige maatstaven wordt uitgegaan van een tweetal modellen: model 1: een laboratorium voor medische microbiologie met een verzorgingsgebied variërend van 100.000 tot 175.000 adherente inwoners; model 2: een laboratorium voor medische microbiologie met een verzorgingsgebied variërend van 250.000 tot 350.000 adherente inwoners. De ruimtebehoefte van een laboratorium voor medische microbiologie met een hiervan afwijkende capaciteit kan in beginsel van de in deze maatstaven vermelde waarden worden afgeleid. In bijlage 1 wordt van enkele ruimten die specifiek zijn voor een laboratorium voor medische microbiologie beschreven welke activiteiten er plaatsvinden. 2. Nuttige oppervlakte In tabel 1 is de ruimtebehoefte van een laboratorium voor medische microbiologie volgens het hiervoor beschreven model uitgedrukt in m² nuttige oppervlakte conform bijlage B van NEN 2580.
6
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
Tabel 1 Ruimtebehoefte laboratorium voor medische microbiologie omschrijving nuttige oppervlakte (m²) model 1 nuttige oppervlakte, totaal (afgerond) afname en ontvangst - receptie/registratie - wachten ambulante patiënten - patiëntentoilet(ten) - afnameruimte(n) - afnametoilet
410
) ) )
werkbegeleiding - spreek-/werkruimte(n) laboratorium- ) leiding/ medisch microbiologen, ) ziekenhuishygiënisten ) -
secretariaat administratie en archief ICT-ruimte(n)
voorbereiding en desinfecteren - bereidingsruimte voedingsbodems - ruimte voor platen gieten onder steriele condities - ruimte voor steriliseren van voedingsbodems - ruimte voor desinfecteren en afvalverwerking - ruimte voor confectioneren van glaswerk - ruimte voor bereiden van nietgeïnfecteerde cellen t.b.v. virologie onderzoek - bacteriologisch en parasitologisch onderzoek - serologisch onderzoek - immuno-pathologisch onderzoek - mycologisch onderzoek - tuberculose-onderzoek - virologisch onderzoek - fluorescentiemicroscopie - ontwikkelingslaboratorium - moleculaire diagnostiek
) ) )
) ) ) ) ) ) ) ) )
) ) ) ) ) ) ) ) )
opmerkingen
model 2 870
25
35
25
35
Incl. koelkast(en) t.b.v. ontvangst.
PM PM
PM PM
80
120
50
70
30
50
70
170
70
170
PM
PM
140
320
100
250
In de directe nabijheid. ) Gecombineerd met klinisch) chemisch laboratorium.
) Nuttige oppervlakte per kantoor ) ruimte ten minste 12 m², resp. ) per werkplek ten minste 8 m². ) )
Circa 20 m², indien aanwezig.
In afzonderlijke ruimte. 40
70
In 3 of 4 afzonderlijke ruimten.
7
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
Tabel 1 Ruimtebehoefte laboratorium voor medische microbiologie (vervolg) omschrijving nuttige oppervlakte (m²) personeelsaccommodatie - garderobe/toiletten - ontspannings- en instructieruimte - vergaderruimte/bibliotheek
model 1 40 20 ) )
diensten - opslagruimten werkvoorraad/bulk - opslagruimten chemicaliën, reagentia, ongebruikte voedingsbodems - opslagruimte glas en disposables
) ) ) ) )
opstelruimte transportwagens werkkast(en) opslagruimte afval, tijdelijk
) ) )
-
model 2 100 40
30
60
55
125
40
100
15
25
opmerkingen
Gescheiden naar dames en heren.
Nuttige oppervlakte per opslagruimte ten minste 5 m².
8
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
3. Bruto vloeroppervlakte In het schema hieronder is de relatie tussen de diverse vloeroppervlakten overeenkomstig NEN 2580 weergegeven. Schema vloeroppervlakten volgens NEN 2580
netto vloeroppervlakte
nuttige oppervlakte, volgens bouwplan
nuttige oppervlakte, geprogrammeerd Ontwerpverliezen
Verkeersoppervlakte
bruto vloeroppervlakte
installatie-oppervlakte tarra vloeroppervlakte
constructie-oppervlakte ruimten lager dan 1,5 m
De bruto vloeroppervlakte van het laboratorium voor medische microbiologie wordt als volgt berekend: *totale nuttige oppervlakte 1), geprogrammeerd *ontwerpverliezen
ca.
Totale nuttige oppervlakte, volgens bouwplan *verkeersoppervlakte 2) *installatie-oppervlakte
) ) hierover:
100% 4%
t.o.v. nuttige opp., geprogrammeerd
104%
20 - 25%
t.o.v. nuttige opp. volgens bouwplan
Totale netto vloeroppervlakte
125 – 130%
t.o.v. nuttige opp., geprogrammeerd
*tarra vloeroppervlakte (constructie) hierover:
ca.
10%
t.o.v. netto opp.
140%
t.o.v. nuttige opp., geprogrammeerd
Totale bruto vloeroppervlakte (betreft uitsluitend aan alle zijden omsloten en overdekte oppervlakte, conform NEN 2580)
Op grond van het voorgaande bedraagt de bruto vloeroppervlakte van een laboratorium voor medische microbiologie voor: model 1: circa 570 m²; model 2: circa 1.220 m². 1
)
De nuttige oppervlakte, overeenkomstig bijlage B bij NEN 2580, komt globaal overeen met het begrip gebruiksoppervlakte zoals omschreven in die norm.
2
)
Betreft uitsluitend afdelingsverkeer, hoofdverkeersruimte van het ziekenhuis is hier derhalve niet bij inbegrepen.
9
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
BIJLAGE 1 BESCHRIJVING PER RUIMTE In deze bijlage zijn voor ruimten die specifiek zijn voor het laboratorium voor medische microbiologie bouwkundig-functionele eisen en aanbevelingen geformuleerd, alsmede voor die ruimten geldende specifieke technische eisen. De technische eisen voor de functiegroep als geheel zijn in bijlage 2 beschreven. Voorbereiden en desinfecteren Bereidingsruimte voedingsbodems In deze ruimte vinden activiteiten ter voorbereiding van het uiteindelijke laboratoriumonderzoek plaats, zoals het afwegen van de benodigde grondstoffen, het mengen en het zo nodig “opkoken”. Na het afkoelen wordt het materiaal in platen, buizen of flessen gegoten. Al naar gelang de hoeveelheid voedingsbodems kan dit machinaal of handmatig worden uitgevoerd. De volgende procesgang is het identificeren, dateren en steriliseren, om vervolgens de voedingsbodems onder verlaagde-temperatuurcondities op te slaan. Ruimten voor platen gieten onder steriele condities Ook hier vinden voorbereidende werkzaamheden plaats, die echter onder steriele condities moeten kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in een laminar flow-kast. Ruimten voor steriliseren van voedingsbodems Bepaalde voedingsbodems moeten in een autoclaaf worden gesteriliseerd. Na dit proces wordt het materiaal gereed gemaakt voor verdere verwerking in het laboratorium. Onderzoek Bacteriologisch en parasitologisch onderzoek Het onderzoek is in hoofdzaak gericht op monsters van bloedkweken, urine, faeces en sputum. Na identificatie wordt het materiaal geënt op voedingsbodems of gecentrifugeerd, nadat er bepaalde stoffen aan zijn toegevoegd. Na het maken van preparaten worden deze met behulp van een microscoop onderzocht op onder meer bacteriegroei. Serologisch onderzoek Na identificatie van het te onderzoeken materiaal wordt het gecentrifugeerd. De sera ondergaan vervolgens een bewerking, zoals het toevoegen van reagentia, chemicaliën of antibiotica en het aanbrengen van fluorescentiemateriaal. Na verschillende bewerkingen wordt het geprepareerde materiaal afgelezen op grond van reacties of beoordeeld met behulp van een fluorescentiemicroscoop. Immuno-pathologisch onderzoek Na identificatie van de monsters wordt het materiaal gecentrifugeerd. De sera ondergaan vervolgens verschillende bewerkingen, zoals het toevoegen van stoffen of het aanbrengen van fluorescentiemateriaal (alvorens de geprepareerde materialen worden beoordeeld).
1
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
Mycologisch onderzoek Hier worden, na identificatie, monsters onderzocht op schimmels. Daartoe wordt materiaal geënt op een voedingsbodem, geprepareerd en in een broedstoof geplaatst. Na enige tijd worden de preparaten afgelezen en de uitkomsten vastgelegd. Indien de werkzaamheden niet worden uitgevoerd in een zogenaamd veiligheidskabinet, moeten deze onderzoekvoorzieningen, gezien de aard van de werkzaamheden, ruimtelijk worden begrensd. Tuberculose-onderzoek Hier worden, na identificatie, monsters voorbewerkt en gecentrifugeerd. Het sediment wordt vervolgens geënt op een voedingsbodem en in een broedstoof geplaatst. De voedingsbodems worden daarna regelmatig op bacteriële groei gecontroleerd. Zo nodig worden preparaten gemaakt voor bijvoorbeeld resistentiebepalingen en voor verzending naar andere laboratoria. In verband met besmettingsgevaar en gezien de aard van de werkzaamheden is een ruimtelijke begrenzing van dit laboratorium noodzakelijk. Het afvalmateriaal moet worden gedesinfecteerd alvorens het wordt afgevoerd. Virologisch onderzoek Hier worden, na identificatie, (bloed)monsters via directe diagnostiek onderzocht op virussen. Daartoe wordt het materiaal geënt op weefselkweken en in een broedstoof geplaatst. Na enige tijd worden de weefselkweken beoordeeld en de resultaten vastgelegd. Eventuele geïsoleerde virussen worden getypeerd met behulp van specifieke antisera (zogenaamde neutralisatieproeven). De virussen worden bewaard bij -70°C. Gezien de aard van de werkzaamheden en in verband met de plaatselijke over- en onderdruk, is een ruimtelijke begrenzing van deze onderzoekvoorziening noodzakelijk. Na iedere serie onderzoeken moet het afvalmateriaal worden gedesinfecteerd alvorens het wordt afgevoerd. Moleculaire diagnostiek Ten behoeve van moleculaire diagnostiek moeten drie of vier afzonderlijke ruimten aanwezig zijn, waarvan één met een nuttige oppervlakte van circa 4 m² en de overige met een nuttige oppervlakte van ten minste 18 m². Diensten Opslagruimten chemicaliën Voor het opslaan van chemicaliën, zoals zuren en logen, moeten de ruimten voldoen aan specifieke eisen die voor deze chemicaliën gelden. Dit houdt onder meer in dat bij het overschenken veiligheidsmaatregelen in acht moeten worden genomen en uit oogpunt van veiligheid moet worden voorzien in twee vluchtmogelijkheden. De opslag van zuren en logen moet voldoen aan het rapport van de Commissie Preventie Rampen CPR 15-1 “Opslag van gevaarlijke stoffen in emballage”.
2
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
BIJLAGE 2 TECHNISCHE EISEN In deze bijlage zijn de technische eisen voor het laboratorium voor medische microbiologie als geheel beschreven. Voor de technische eisen die gelden voor individuele ruimten wordt verwezen naar bijlage 1. Energievoorziening In het laboratorium is 220-380 V vereist ten behoeve van de apparatuur. Veiligheid De elektrotechnische installaties van het laboratorium moeten voldoen aan de algemene norm NEN 1010 “Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties”. Netvoedingen moeten worden uitgevoerd conform NEN 1010/3134, alle dataleidingen moeten worden voorzien van galvanische scheidingen. Metalen leidingen voor gassen en vloeistoffen moeten worden voorzien van isolatiekoppelingen conform de NEN 3134-specificatie. Verlichting Voor gangen en sanitaire ruimten is een minimumniveau van 150 lux volgens NEN 3006 een vereiste, voor algemene ruimten wordt 250 lux aanbevolen. Ten aanzien van de verlichting op de arbeidsplaats zin de bepalingen uit de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet) van toepassing. Communicatie Personenzoeksystemen kunnen zelfstandig functioneren of met verplegingsoproep-, storingsmelding-, brandmeldings- of andere systemen worden gecombineerd. Koppeling aan de telefooncentrale is in verband met de functionaliteit standaard. In alle werkruimten moeten aansluitpunten voor netwerkapparatuur aanwezig zijn. Binnenklimaat Ten aanzien van het klimaat op de arbeidsplaats zijn de bepalingen uit de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet) van toepassing. Deze bepalingen betreffen onder meer het tegengaan van schade en hinder ten gevolge van toxische stoffen, het aanwezig zijn van voldoende luchtverversing, het bevorderen van een draaglijke temperatuur en het tegengaan van hinderlijke tocht. De Arbowet bevat specifieke bepalingen voor het werken met gevaarlijke stoffen en biologische agentia. In de Arbowet is als toetsingscriterium ten behoeve van het klimaat de zogenoemde L-index gebruikt. Voorts kan worden verwezen naar met name de volgende Arbo-informatiebladen: Informatieblad 18 “Laboratoria”: eisen aan de bouw en inrichting van een laboratorium; Informatieblad 2 “Werken met beeldschermen”: voorschriften waarmee rekening moet worden gehouden bij de inrichting van een werkplek waar met een beeldscherm wordt gewerkt.
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
BIJLAGE 3 LITERATUUR -
College voor zorgverzekeringen: Diagnostisch Kompas 1999/2000. Amstelveen, 1999.
-
Nederlands Normalisatie-instituut: NEN 2580. Oppervlakten en inhouden van gebouwen. Termen, definities en bepalingsmethoden. Delft 1991.
-
NVMM: Beroepsprofiel Medische Microbiologie. Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie. April 1998, blz. 48-50.
0
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
Regeling bouwmaatstaven voor een laboratorium voor medische microbiologie
Regeling College bouw ziekenhuisvoorzieningen tot vaststelling van bouwmaatstaven ten behoeve van nieuwbouwplannen voor een laboratorium voor medische microbiologie, goedgekeurd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het College bouw ziekenhuisvoorzieningen, gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen, besluit: Artikel 1 Ten behoeve van nieuwbouwplannen voor een laboratorium voor medische microbiologie worden bouwmaatstaven vastgesteld, welke een nadere omschrijving inhouden van de in artikel 15, tweede lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen genoemde criteria. Deze bouwmaatstaven, nader omschreven in het bij deze regeling gevoegde rapport, worden als bijlage 1.44 toegevoegd aan de Regeling bouwmaatstaven Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stcrt. 2001, nr. 21). Artikel 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin mededeling van de terinzagelegging van de bouwmaatstaven bij het College bouw ziekenhuisvoorzieningen wordt gedaan. Artikel 3 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bouwmaatstaven een laboratorium voor medische microbiologie. Aldus vastgesteld in de vergadering van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen d.d. 25 februari 2002. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 4 april 2002 de bouwmaatstaven voor een laboratorium voor medische microbiologie goedgekeurd, gelet op zijn bevoegdheid in artikel 15a, tweede lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen.
Toelichting Algemeen De bevoegdheid van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen (het Bouwcollege) tot vaststelling van bouwmaatstaven is geregeld in artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV). De bouwmaatstaven behoeven, alvorens van kracht te worden, goedkeuring van de Minister. De bouwmaatstaven zijn een nadere uitwerking van de wettelijke criteria van bouwkundig-functionele doelmatigheid, noodzakelijkheid van de bestanddelen en verantwoorde tariefsgevolgen. In het kader van de overgangsbepalingen van de Wet uitvoeringsorganen volksgezondheid zijn de in het Besluit bouwmaatstaven WZV door de Minister vastgestelde bouwmaatstaven op grond van artikel 15, vierde lid oud, WZV, gelijkgesteld met door de Minister goedgekeurde maatstaven op grond van artikel 15a WZV. Nadien zijn deze bouwmaatstaven, tezamen met een aantal nieuw vastgestelde maatstaven,
1
Bouwmaatstaven laboratorium voor medische microbiologie
opgenomen in de door het Bouwcollege vastgestelde ‘Regeling bouwmaatstaven Wet ziekenhuisvoorzieningen’ (Stcrt. 2001, nr. 21). Het criterium van de bouwkundig-functionele doelmatigheid is uitgewerkt in specifieke bouwmaatstaven voor categorieën van voorzieningen of onderdelen daarvan (maatstafrapporten), welke zijn opgenomen in bijlagen bij de regeling. De specifieke maatstaven zijn in beginsel geformuleerd overeenkomstig de methodiek van het Bouwbesluit behorende bij de Woningwet, namelijk in de vorm van prestatie-eisen waar ruimten of gebouwdelen aan moeten voldoen. Van deze prestatie-eisen kan worden afgeweken, mits wordt aangetoond dat de gekozen oplossing tot een kwalitatief tenminste gelijkwaardig resultaat leidt. Een bouwinitiatief moet binnen de kostennormen worden gerealiseerd. Deze kostennormen zijn opgenomen in het algemeen deel van de Regeling bouwmaatstaven WZV en worden geactualiseerd door middel van de jaarlijkse zogenoemde Bouwkostennota van het Bouwcollege. Bouwmaatstaven voor een laboratorium voor medische microbiologie (1.44) In het kader van zijn taak bouwmaatstaven te ontwikkelen, heeft het Bouwcollege maatstaven ten behoeve van nieuwbouwplannen voor een laboratorium voor medische microbiologie vastgesteld. In het laboratorium voor medische microbiologie worden monsters afkomstig uit het menselijk lichaam onderzocht op de aanwezigheid van specifieke bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. Het onderzoek verschaft informatie ten behoeve van de diagnostiek, de keuze en evaluatie van gekozen therapie voor de individuele patiëntenzorg. Daarnaast worden monsters onderzocht afkomstig van (ziekenhuis-)afdelingen of van medische instrumenten en kleding ten behoeve van de preventie en opsporing van ziekenhuisinfecties. Ook onderzoekt het laboratorium voor medische microbiologie monsters ten behoeve van onder meer bron- en contactonderzoek (tbc, SOA enz.). In nog bredere zin worden de gegevens uit het laboratorium voor medische microbiologie gebruikt in het onderwijs, onderzoek (onder meer epidemiologie) en ten behoeve van beleid en management. De bruto vloeroppervlakte van een laboratorium voor medische microbiologie komt voor een verzorgingsgebied variërend van 100.000 tot 175.000 inwoners uit op circa 570 m² en voor een verzorgingsgebied variërend van 250.000 tot 350.000 inwoners op circa 1.220 m².
De bouwmaatstaven ten behoeve van nieuwbouwplannen voor een laboratorium voor medische microbiologie liggen ter openbare inzage bij het Bouwcollege te Utrecht. De bouwmaatstaven zijn verkrijgbaar bij het Bouwcollege en te raadplegen op www.bouwcollege.nl
de algemeen secretaris College bouw ziekenhuisvoorzieningen mr. T. Vroon
de voorzitter College bouw ziekenhuisvoorzieningen H.A. de Boer
2