College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E
[email protected] I www.bouwcollege.nl
SIGNALERINGSRAPPORT inzake WONEN EN ZORG OP MAAT
Uitgebracht
aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Vastgesteld
door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001
Voorbereid
door de Commissie Zorg en de Werkcommissies Instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg, Gehandicaptenzorg en Verpleging & Verzorging
Bezoekadres Cbz/nr ut514
Churchilllaan 11 3527 GV Utrecht
College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E
[email protected] I www.bouwcollege.nl
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG
Datum
Betreft
8 oktober 2001
Kenmerk
Sta
Uw brief van
Afdeling
Planontwikkeling
Uw kenmerk
Reactie op notitie "Wonen en zorg op maat" d.d. 25 juni 2001
Op 25 juni jl. heeft u tezamen met de Staatssecretaris van VROM de Voorzitter van de Tweede Kamer een notitie gestuurd waarin u het beleid voor wonen en zorg op maat verwoordt (26631, nr. 12). Het komt voor de beoordelingspraktijk van het Bouwcollege goed uit dat u de beleidsrichting heeft aangegeven over scheiden van wonen en zorg. Wel bevat de notitie nog veel open einden en dit kan aanleiding geven tot enige onduidelijkheden. In deze brief doet het Bouwcollege u zijn bevindingen toekomen. Tevens doet het Bouwcollege enkele aanbevelingen. Een aantal punten kwam reeds aan de orde in de door het Bouwcollege uitgebrachte signaleringsrapporten en uitvoeringstoetsen. Daarnaast komen vraagpunten voort uit de adviespraktijk van het Bouwcollege: de problemen die instellingen kunnen tegenkomen om scheiden van wonen en zorg te realiseren. Groei aantal ouderen en zorgvraag Het aantal ouderen (65 jaar en ouder) zal de komende jaren in relatief en absoluut opzicht toenemen. Naar verwachting groeit het aantal 65+ers met 1,3 miljoen naar 3,5 miljoen in 2025. Ook het aantal 80+ers (hierin bevinden zich relatief gezien de meeste zorgvragers) neemt naar verwachting toe met 300.000 personen tot ongeveer 815.000 in 2025. Het Bouwcollege acht het gezien de groei van het aantal ouderen van belang dat het aanbod van zelfstandig wonen met zorg op maat zal toenemen. Het Bouwcollege is daarom verontrust over het lage aantal woningen dat de laatste twee jaren gerealiseerd is in Nederland. Ook het veld ervaart dat er belemmeringen zijn om voldoende ruimte te verwerven voor de bouw van zorgwoningen. Gemeenten en provincies zouden aangespoord kunnen worden om hierin actiever beleid te voeren.
Bezoekadres Cbz/nr ut514
Churchilllaan 11 3527 GV Utrecht
Wonen en zorg op maat Reactie
Uit onderzoek (IWZ, 2001) is gebleken dat de bouw van zelfstandige woningen met zorg op maat stagneert vanwege problemen in de financiering van de bouwkundige zorginfrastructuur (voor de zorg en gemeenschappelijke voorzieningen). Op basis van het feit dat verzorgingshuizen onder de WZV zijn gekomen is het mogelijk dat de zorginfrastructuur via de WZV gerealiseerd en gefaciliteerd wordt (Referentiekader Bouwkundige zorginfrastructuur bij scheiden van wonen en zorg in de sector verpleging en verzorging, mei 2001). Het Bouwcollege heeft u aangeraden om de mogelijkheden van de WZV te benutten om voor de korte termijn de benodigde bouwkundige zorginfrastructuur te realiseren. Dit heeft u overgenomen en het Bouwcollege zal deze taak dan ook met voortvarendheid uitvoeren. Het Bouwcollege acht het verder van groot belang dat er duidelijkheid komt over de financiële impuls en duidelijkheid over welk deel van de zorginfrastructuur via de WZV gerealiseerd kan worden en welk deel voor rekening komt van woningcorporaties. Mede vraagt het Bouwcollege aandacht voor nadere besluitvorming over de financiering van domotica of andere benodigde aanpassingen in de woningen. Dit in verband met optredende knelpunten die geconstateerd worden in de uitvoering van de WVG door gemeenten. Voor woningcorporaties en zorginstellingen levert huur in vergelijking met koop het voordeel op dat de huurwoning een label kan krijgen en hierdoor alleen toegewezen mag worden aan ouderen of gehandicapten. In het signaleringsrapport "Scheiden van wonen en zorg in de sector gehandicaptenzorg" (juli 2001) heeft het Bouwcollege de aanbeveling gedaan om meer betaalbare huurwoningen te realiseren door een investeringstoeslag voor woningcorporaties toe te kennen. Ook zou gedacht kunnen worden om de boete voor woningcorporaties voor het teveel hebben van bewoners met huursubsidie in geval van zorgwoningen af te schaffen. Tevens is aan te raden om op nieuwbouwlocaties de huidige verhouding huur – koop te wijzigen, opdat er meer huurwoningen gerealiseerd worden. Ook wordt in bovenstaand signaleringsrapport aangeraden om de bij de voorgenomen wijziging van de huursubsidiewet de ondergrens van 18 jaar te laten vallen ten behoeve van gehandicapte kinderen. Dit blijkt een van de knelpunten te zijn in de realisatie van scheiden van wonen en zorg voor gehandicapten. Tevens wordt aangeraden het knelpunt in de huursubsidieregeling op te lossen door de eis van 50% privé-ruimte bij de toepassing van de Regeling huursubsidie begeleid wonen in onzelfstandige wooneenheden te laten vervallen. Met de voorgenomen aanpassingen van de regelgeving voor huursubsidie zouden deze knelpunten kunnen verdwijnen. Wijziging WZV-beleidsregels De WZV-beleidsregels zullen worden gewijzigd zodat initiatieven die onvoldoende aansluiten bij scheiden van wonen en zorg niet gehonoreerd zullen worden. Het Bouwcollege constateert dat met de regeling "Kleinschalige woonvoorzieningen in de gehandicaptenzorg" een deel van de gehandicaptenzorg aan de WZV en daarmee aan de WZV-beleidsregels wordt onttrokken. Voor dit deel kan niet aangedrongen worden op de realisatie van scheiden van wonen en zorg. Ten tweede merkt het Bouwcollege op dat u heeft aangeven dat in de komende jaren beslist zal worden over de instandhouding van een intramuraal deel van de zorg. Het Bouwcollege raadt aan nu reeds te beslissen over de grootte van het intramurale deel, alvorens de WZV-beleidsregels te wijzigen. Dit geeft meer duidelijkheid aan het veld over welk deel van de intramurale capaciteit instandgehouden kan worden en welk deel niet.
Cbz/nr ut514
3
Wonen en zorg op maat Reactie
Tenslotte merkt het Bouwcollege op dat door het voornemen om intramurale zorginstellingen alleen bij grootschalige renovatie of vervangende nieuwbouw om te bouwen tot zelfstandige woningen met zorg, bestaande instellingen nog langere tijd (10 tot 20 jaar) zullen blijven bestaan. Het Bouwcollege raadt u aan om maatregelen te treffen om de (functionele) kwaliteit van de bestaande instellingen te kunnen handhaven of te verhogen (kleinschalige renovatie). Er bestaan immers nog steeds instellingen die tekort schieten op het gebied van privacy. Een ander knelpunt dat het Bouwcollege tegenkomt in zijn adviespraktijk is dat instellingen die bestaande gebouwen laten vervangen door woningen voor scheiden van wonen en zorg volgens de huidige regels niet in aanmerking komen voor financiering van interim-huisvesting voor de huidige bewoners. Voor dit probleem zal een oplossing nodig zijn. Bruteringsoperatie en eigendom De notitie spreekt over het mogelijk maken van een bruteringsoperatie. Gezien de huidige wachtlijsten, de verwachte groei van het aantal 80+ers (groei met 300.000 personen tot ongeveer 815.000 80+ers in 2025) en het door het College voor ziekenhuisvoorzieningen in 1997 berekende benodigde aantal plaatsen voor ouderenzorg (minimaal 30.000 extra plaatsen in 2005) is het de vraag of het wenselijk is om miljarden guldens uit te geven om een boekwaardeprobleem op te lossen. De zorgvragers lijken door deze bruteringsoperatie geen extra zorg of grotere ruimte ter beschikking te krijgen. Het is daarom de vraag of brutering prioriteit moet krijgen gezien de kosten in relatie tot de vraag naar zorg. Ook wordt gedacht aan het overhevelen van het eigendom van verpleeghuizen naar woningcorporaties. Het is de vraag wat er gebeurt met eventuele winsten op eigendom. De vigerende circulaire eigendomsverhoudingen gaat ervan uit dat de winst op het eventuele afstoten van een locatie behouden blijft voor de gezondheidszorg. Bij het herzien van de circulaire zou deze winst overgaan naar woningcorporaties en niet behouden blijven voor de gezondheidszorg. Het is de vraag of dit wenselijk is. Aan de andere kant: voor eventuele verliezen kan bij het overgaan van het eigendom naar woningcorporaties geen beroep meer worden gedaan op het College Sanering Ziekenhuisvoorzieningen. Zorg en dienstverlening In uw notitie wordt gedacht aan een overheveling van bepaalde dienstverlenende verzorgingshuistaken naar gemeenten. Het is de vraag of de voortgang in de realisering van woonzorgarrangementen hierdoor niet zal stagneren. Deze overheveling zal tijd kosten. Daarbij komt dat gemeenten in de praktijk wisselend blijken te denken of te handelen ten aanzien van scheiden van wonen en zorg. De ene gemeente juicht initiatieven toe en helpt mee deze te realiseren; andere vinden dit niet hun prioriteit. Het Bouwcollege realiseert zich dat het oppakken van dergelijke taken door lagere overheden een zaak van ontwikkeling is. Het Bouwcollege wil toch aanraden om niet op dit moment te denken aan overheveling van taken naar gemeenten, doch vooralsnog gebruik te blijven maken van de expertise die de instellingen bezitten wat betreft de uitvoering van dienstverlenende taken, zodat het risico van stagnatie in de ontwikkeling van scheiden van wonen en zorg zo klein mogelijk blijft. Ook blijkt in de praktijk de financiering van de zorg een belangrijk knelpunt te zijn. Er zijn zorgkantoren die opnamevervangende verzorgingshuiszorg of verpleeghuiszorg alleen financieren op basis van output (conform de thuiszorg). Er wordt door deze zorgkantoren voorbijgegaan aan het feit dat 24 uur beschikbaarheid van zorgverlening noodzakelijk is om mensen met een verzorgingshuis- of verpleeghuisindicatie de mogelijkheid te geven om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Voor deze mensen is het belangrijk dat in geval van nood hulp nabij is. In de sectoren gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg vormt deze financiering geen probleem.
Cbz/nr ut514
4
Wonen en zorg op maat Reactie
Het Bouwcollege raadt aan om de beschikbaarheid van 24 uur zorg mogelijk te maken, zodat de realisatie van scheiden van wonen en zorg hierdoor mogelijk wordt. In het signaleringsrapport "Scheiden van wonen en zorg in de sector gehandicaptenzorg" komt ook naar voren dat cliënten of hun zaakwaarnemers te maken krijgen met veel uiteenlopende regelingen: zoals het werknemerschap bij het PGB, de WVG voor woningaanpassingen, AWBZ-aanspraken voor zorg of huishoudelijke hulp, welzijn en andere dienstverlening via de gemeente en voor extra financiële ondersteuning de bijzondere bijstand. Dit kan belemmerend werken voor de cliënt om te kiezen voor scheiden van wonen en zorg. Het integreren van de verschillende regelingen of het openstellen van één loket waar alles afgehandeld kan worden zijn hiervoor oplossingen. Het Bouwcollege raadt aan om ook met dit knelpunt rekening te houden. Uiteenlopende visies op scheiden van wonen en zorg Een laatste knelpunt uit de adviespraktijk is dat de visies van zorgkantoren op scheiden van wonen en zorg grote (regionale) verschillen vertonen. Dit varieert van niets zien in scheiden van wonen en zorg tot alle intramurale instellingen moeten verdwijnen en worden vervangen door scheiden van wonen en zorgarrangementen, met alle variaties hier tussen. Gezien de invloed die zij hebben op de vormgeving en omvang van het zorgaanbod in de regio, raadt het Bouwcollege aan dat zorgkantoren hun visies op elkaar afstemmen. Het Bouwcollege realiseert zich eveneens dat ook andere actoren (zoals instellingen, gemeenten) wisselende visies hebben op scheiden van wonen en zorg.
Hoogachtend, de algemeen secretaris,
de voorzitter,
mr. T. Vroon
H.A. de Boer
Cbz/nr ut514
5