C LA IR-LIE U Tijdschrift gewijd aan de geschiedenls der Kruisheeren
V jaargang
1943 V en 8* aftev.
Uitgegeven door den G e s c h i e d k u ri d i g e n Kring
C
L
A
I
R
-
L
I
E
U
H. VeVsiappenpIein, IS, DIES T
*'..■■*!"..*.
■:■/■
CLAIR-LIEU verschijnt onder de hbede van t volgend
BESCHERMCOMITE:
H. E. H. HUVENAARS, o. s. a, Vicarius der fOrde in Belgie.
H. E/H. J. JASPERS, o. s. a, Definitor der Orde en Prior te HANNUT.
H. E.V H. G. LAUWERS, o. s. a, PrioT te ACHEL.
H. E. H. Dr. F. VERHOEVEN, o. s. a, Prior te MAASEIK. H. E. H. Dr. A. RAMAEKERSf o. s. a, Prior te DIEST, E. H. H. BAS (Me.ldert), Kan. Dr. J. COENEN (Gellik), K. COLSON . (Maaseik), A. OUSTERS (Beverloo), J. GABRIELS (Stokkem), E. H. A.
MORIS (Houthalen), M. PEETERS (Maaseik), J. PHILIPPEN (Diest), E. H. P. SELTEN, o.-s. c. (Halen), E. H. G. VAN BEMMEL, o. s. a (Diest),
E. H. V. VANREPPELEN (Zelem).
Hoe kwam «CLAI^LIEU » tot stand ?
Sinds Mei 1941 waren eenige conlraters onderling in voelfrig getre^ deri om de mogelijkheden te bespreken .sen beknopte geschiedenis 4er Kruisheereh-Orde samen te stBllen.
Een kpek als vulgansatiewerk. Waarom ? "Wei, ixi de meeste gewes-
ten van ons land; j a, zelfs in de staci Hoei, waar de Ordte het licht
sag^ vfagen de burgers bij het zieyt van eek kruisheer : Wie zijt gij ? Vanwaat komt gij ? Wat doet gij ? Dat «onbekerid onbemihd» wlien wij
verminderen.
Wij
wiljen
orize zwakke pogingian en de bescheiden middelen, ^aaroyer w£j i>eschikken, aanwenden om meer liefd^ en belangstelling op te wekken
voor de OtdevnM allean on4er ha^e &d€»n^ ittaar pok tnliten <J
Ki
, Alle confraters, die aangezocht werd$|\ om riwe te >rteiiy wai@ii .
bereiiiwillig en cf.9estdriftig om di§ t^ak aait te pakferi. jpkti eenie*
ders werkterrein juist a! te bakeneri en om meer samenwerking te bekomen, belegden de itbedewerkers van Hannut/ Diest, Maasefk en Acltel den 26n Augustus 1941 een vergadering' onder het gastvrife dak van Hannut.
; Na eerst de uitgave van het boek besprbken te hebb^n^ waien het aljien eens over te gaan tot het stichten van een geschiedfcundigen s kring, die zich wijden zou aan de gesohiedenis yan dd Orde;, voeiral wat de huizen in Belgie betreft, en die een publicatie zou beginner in dsh aard van de Noord-Nederiandsche « Cruciferana» (1). Den 27n Augustus werd aan den Hoogwaardigen H6er Vicaritis^ Prior A. Huvenaars, de goedkeuring gevraagd en twee dagen daarna
kiw*am raeds het volgende antwpord : «Heel gaarne verleen ik mijn goedkeuririg aan den Geschiedkundigen Kring... Met geestdtift juich ik dit schoon werk toe... b Voor deze aanmoediging betuigen wij hem
hier onzen eerbiedigen en oprechten... dank*
Tot heden toe zijn er gelukkig steeds confraters geweest die met Orde hare geschiedenis bestudeerd hebben.
veel'liefde voor de
Wij willen geenszins misprijzend rveerzien op dat isblatiewerk. Verre van daar. Wij waardeeren dat ten zeerste en zeer veel zijn we aan die
eenzame,
taaie
werkers
verschuldigd.
Maar
samenwerken
zal
tot
me'e'f bevredigende resultaten leiden. In dat samenbundelen willen wij elkander helpen, inlichten, raadgeven, aanmoedigen.
En hiermee steken^ wij dan van wal met ons ti]dschrift; In uwe welwillende belangstelling bevelen wij deze eerste proef aan.
s
C. VAN MECHELEN, 0. S. C Vootzitter
■ .. .
Geschiedkundige Kring « ClAIR^LIEU ».;
(I) Vanw?ge de tijdsomstandigheden werd bet iiitgeven van het boek over
Theodoras van Qeiles leefde van 1166-1236. Hij was kanurinik van St.-Lambertus te Luik tot 1210. In dat jaar tegde hij z'n kanonikaat neer in de handen van den Prins-bisschop, Hugo van Pierrepont. De kapittelheeren leidden een nogal wereldsch leven en toen, na herhaalde
pqgingen, zelfs van pauselijke legaten, blijvende verbe\ering tiifbleef,
zonderde Theodorus zich van hen af. Hij verkreeg van zijh bisschpp een klein kapelletje e.ven buiten de stadsmuren van Hoei, om daarbij z'n verblijf te vestigen. Andere mannen hebben zich bij hem aang6sloteri. Uit die kern groeide de O R D E V AN
H E T H.
E R U I S.
De plek, waar dat eerste Kruisbroederklooster tot stand kwam,
heette in den volksmond GLAIR-LIE U. Over den oorsprong van dien naam wordt de volgenda legjende verteld :
" i
aHet is gebeurd in de laatste dagen van Augustus 1066, voor Hoei
. een toppunt van vreugde. Twee gemijterde vorsten zijn naar de stad
ge^ornen, Theoduinus^ de bisschop van Luik, de groote weldoener van
Hoei, die zes jaar geleden de fundamenten legde voor 'de nieuwe
Mariakerk, en Lietbertus, bisschop van Kamerijk, die om redenen van politieken aard zijn kudde moest verlaten en in,den burdht van Hoei een toevlucht vond. Zij hebben zich met hun kostbaarste paramehten bekleed, met mijter, staf en ring en goudbrokaten kap. iZoo hebben
ze het werk, dat in 1060 al begonnen wasr voltooid. Bisschop Theoduinus heeft de crypta van de nieuwe munsterkerk ingewijd : zijn vriend Lietbertus heeft daarna de consecratie van bovenkerk en hoogaltaar verr^cht. Een eerbiedwaardige stoet klerken is daarvoor naar
Hoei gekomen : het ingetogen volk is hen in dichte drommen gevolgd.
Over de stad is de stemming gevallen van een vol en diep verblijden, zoo licht en,ijl als he^t blauwe waas, dat bijna dag-in dag-uit als een sluier over de hoogten hangt, over de deinende. glooiingen van Haspengouw en de abrupte rotsen van CondToz. Torens en transen dragen hun wapperende wimpels en telkens weer stijgen vreugdige liedoren op uit de straten.
.
Dan; in den avond, als de poorten van de stad al gesloten zijn
en er een flonkerend leger van sterren hangt in den donkeren zomer-
nacht, is men het bij de_ eerbiedwaardige prelaten komen zeggen Ze moesten tocli eens komen kijken, er was lets vreemds, iets wonderbaars. Er hing een licht, breed en fel, aan den Zuidoostkant van Kruisheeren uitgesteld.
der oS? H^>^ eCn ^P°lyc°Pie^ tijdschrift qzwijd aan de geschiedenis iif 1
^lopdt op eeir zeer bePerk* aantal exeinplaren uitgefleven door de
S1 he\ moef^ St Agatha-CuyAed,), l^Sst^l942 nummer van «Cla^Lieu». Hierin publiceerde
eClte VS? een stUdi^ °ver <
de siad, fauiten de nauren, onder die naachtige, hooge eikeri, die op* rijzen aan den voet van die steile Hoogte, die men indertrjd «Mons ASrius» ndemde en die latet in «la Sarte & is omgedoopt Van deri
hoogen burcht af heeft meji het misschien wet het eerst bemerfct, maar ook de wachters op da' muren. hebben het gezien, ze hebben elkander toegeroepen, het is als. een looperrd vuur door de stad gegaan. Men heeft de sleutels van de poort gehaald bij den slotvoogd en men is afgedaald, de donkere,. stoffige straatjes door, en dan weer opgestegen tot men aan da poort kwami die op de glooiiiig ligt en die uitkijkt op den Aerius-berg* De sleutel is in het zware slot gestoken, het is dperigesprongen met een slag : de grendelboomerv zijn ldsgemaakt en als de poort geopend wdrdt, strodmt het nieuwsgierige volk in drommen de stad ilit, het kreupelhout in, waar hat witte hemelsche lieht hangi Wonder I Als een lente, zoo zijn de takken geworden van de boomen, omwaven met een uiterst fijnen glans, als een zomer-
dag\zdp hel en toch een koestering voor de oogen. Een lidht^ron ziet
men niet, maar het licht hangt dnder de boomen en tegen den heu-
velvoej als een blanke, doorschijnende ne^vel. Al de wide groeisels
van het woud, de netels en pluimige gr.aissen, ze staan roerlpps in de stille mY^terieuze glansen^ als vertiieirwd en verhemelscht, als bloei van het paradijs. Dit is iets bijzonders, iets van boven, dit; is een teeken. Sprakeloos en huiverend staan de menschen toe ta zie.n en zonder v^el. woorden zijn ze teruggekeerd, naar hun donkere, slapende huizen onder den sterrennaqht.
Den volgenden dag habben de prelaten te zamen het vreemde ver-
sohijnsel besproken en bisschop Lietbertus heeft gezegd. : het is een teeken van den hemel. Er moet daar iets gebeuren, iets worden opgericht, dat de gedaGhten aan dit wonder levend houdt. Men heeft
er over beraadslaagd : ten slotte heeft men er een veldkapel gebouwd.
Ze was maar Jklein en zonder de minste pretentie. Ze leunSe tegpn den pmhoogschietenden rotswand aan en had waarsqhijnlijk een paar venstertjes, een deur en een leien dak, meer niet. Jiiist in die dagen
kwamen gerudhte.n naar het ftoorden van een heiligen kluizenaar,
Theobaldus of Thiebaut, die nog maar enkele maanden terug iii het
Zuiden, in Italie gestorven Yras. Wat men over zijn ongewoon leveiti vertelde en vooral over de tallooze wpnderen na zijn dood, maakte grooten indruk. Zoo is msn er toe .gekomen, aan hem het kapelletie toe te ^wijdenj dat onder de hooge eikeri was opgetrokken. Misschien heeft een houtsnijder nit het volk een beeld gemaalct, dat den hei ligen kluizenaar voorstelde en dat een plaats kreeg.in het bedehuis. Het volk had ook spoedig een naam gevondeh voor de geheimzinnige,
heilige plek/^men noemde ze licht-oord of klaar-oord'. *
«Clairlieu».
Dat is het, wat de legende ons meedeelt over de kapdl van Sint Theobaldus, die bisschop Hugo aan fheodprus had afgestaan» (1). Ter herinnering aan die plaats waar de Kruisheerenorde gestiqht
werd, kozen we den naam Clairlieu voor den Geschiedkundigen Kring en ziiri tijdschrift.
(I)
123ul.25. 8
.
H. VAN ROOYEN, o. s. c, Theodoras van Celles,
•
■
■
■■ .
'
•
Cuyk,
1936,
■
■
U
D
I
De Privileges der Kruisheerenorde /vanaf haar ontstaan tot cram het Concilie van "Treiite
Hoewel de gesqhiedenis det Krui&heefenorde nog slechts zeer wei-
nig bestudeerd.werd, is In den laatsten tijd de belangstelling, hiervoar toegenomen, niet alleen van den kant der Ordeleden zelf/maar opts
tm den kant yaii buitenstaanders. De verscMlendestudies, die de laatste j'areii &vm de. Kruisheeren varschenenv getuigen hieryaia, Het r kerkrechteMjk gedeelte 'der. Ordegeschiedenis; werd eehtei tot nil toe^ steeds yoorbiftezian. Behalve de studie van Dt. itoiMEISTER (1)^ is '
<M ge^ed nog heelemaal onbeweikt geblevem p&*uil feltjM ieeds voldoende het belang ^dat^een studie over ^d© privileges der Orde voor de Orde zeli heeft. ; Ma^r btMlve de veri-uim^ hei'Bi^nt 0r3eiecht, bieiit 8e besttide^^i^ der privileges dok^^W
ge^feiedenis g*©i©te vodrdeelen. Nergens raissobiBn vinden we dle^fc geest die er iti de Orde heersdhte, den bloei^oi-hel verval der kioo^
ferlijike tuicnt zdo scherp Weergegeven^als in de pauselijke privilege-
grieve^. Want ov>$r het algern6en werden die voorrechten aHeen gege^ veil, als ze door de Orde-oVersten zell werden geVraagd, Vaafe is het eer\ vaderlijke tegeirioetkoming van den Paus op eeh ndodkreet
der Orde, als in t^den Van stoifelijke of geestelijke ntoailiikhedefiy
ft. v. feij brand of bij v«rsiapping der kloostertueht, de pauselkjke hulp
of inmenging npodzakelijk werd. Toch hopen we, d:at niet alleen voor de Kruisheerenorde, doch bok voor het Orderecht in het algameen, dit werk iets kan bij dragen; Want een algemeen overzioht over de privileges der Religieiizan zal slechts
4m iti^gelijk wd*den, ak eerst het privilegereGht der verschillende Ordm ^fzonderliik bestudeerd wordt.
De voomaamste bK>n, die ons bij deze studie ten - dienst© stond;
was de verzameling van doGUmenten, die HERMANS in 1858 samenstelde, waarin ook da pauselijke diplomata werden opgenortien, die de
Jt) PI HOFMEISTE&, Bite Vettmsvtng des hottandisctien Krexzherfenotfens, . in Bestseht^t U. $mz, Kittihenteehfliche Abhandlungen, Heft 117-118, Stuttgart, 1938, p* 189-223.
.
;
^an onze Otde bevatien '($$„■ fer fcanvtilling.
v©rschilie|ide yerzaitielingQii ^aji pauselijke borkonden, De betrouwbaarheid van HERMANS is over het algejn^©h all6h twijfel verheven. Dit bleek on$ vbldoende uit de van de teksten der pauselijke docrumenten in de Annales,
|
met die der
dude handschriften, die ervan bewaard bleven, en ^ met d£ tekstenr die; iri andere verzamelingen voorkomen. Opzettelijke vertraisching is
hier absoluut uitgesloten.
Toch zijn er in dit werk
van HERMANS
enkele onnauwkeurigheden ingeslopen. Vdbr zoover deze voorkwamen in documenten, die we bij onze studie gebruikten, konden we ze aan
Vde hand der bude handscnriften tferbetatfen. Een andere kwestie is echter, qt de door HERMANS ^februikte en andsie door ons geraadpleegde bronnen de, noodige waarborgen bie-
den. Zijn de dtide hahdschrijfen^ en' de verzamelihgen, 1/^iarin de meesta pauselijke oorkonden voorkomen, fostrduwbaar ? Met is ons natuaif' lijk voor het oogenblik onmogelijk een volledige verantwoording te
geverr voor al otis Ibronnenrnatiariaal. Alleen willen we enfeele airgu^
menten aanhaien vopr de echtheid ier pauselijke ddrkcpaden, daar i/ste hieraan de meiaste gegevens ontleenden^ Qmd^t de oo.rspronke|ijke stuk-
fc^rt meesial verl^ren gingen eri ^dt jm toe nifct werden t^ruggevonden, mcesten we oiis haseeren op de voor|iaiJtdeft zijnde afsdtirJIten. 1) De formuuls, die in dezs dorkdriden gebruikt pyereen met die welke in de midd^teeuiAren aari 4e^ pauselijke sieilanj in g:ebruik waren* Odk ^e fdrmuuls; wa&rin. de privileges werd»8n gegeven, stemrnen overeen met die welke de Pausen- gebruikten
in de privilegebpeven aan andere O^m (3)* ; : 2) Vexsohiiiende oprkohden, o.% een 4©r eerst© van 12£8, z^r, i$mg ,t0 vindeft in verzamelingen, die gei^aakt warden naa^ de ^psiprs uit het Vaticaansch archief, waar dus deze oorkonden geregistreerd warden,
a^prens ze aa^ oten bestejnam^
3| Van bijzonder belang was 5?o0r ons het ha^ndsGhrift 25 D J.1 uit
de^ feiiblfctheek van het Grpot^minafie te Luik, getitelid : de itiitio qc
pr&$egii$ FJF. Qrdmisi s. Cram ab mno, 1200 usquevdd 1677. sphrilt Is afkomstig uit ons moederhttis van Hofei. Ket we^rd
Dit hand-
in het fasgin der zestiende eeu^, en op het eindta det
eeuw met later verferegen, oorkpnien aangeyuld. HERMANS hMftbi]
de samenstelling van zijn Annale& dit handschriit rnaestal niet gelrUikt^
daar hij het pas in handcn kreeg, toen hij het grootste gedeelte van
(2) C R. HERMANS, Annales Cmmic&mm JRegularium Otdtnis S. Craeis,
drie deeleh, 's Hertogeabosch, 1858^
(3) Vgt A. GIRt, Manuel de diplomatique, Parijs, 19252, p. 665.7(Bt waar
hij de ia verscfaillende tijdvakken ih gebruik ?ij4jde formiiuls aang^eff X zie dok G, SCHREIBER, Kurie \xnd KlQstev im 12 jafatfrundett, 2 deelen, ip tito^nrtchtliche AhhaiK^gm, tte£t 65*66, Stuttgart, 1910, en B4 MATHIS, Die Priptle^n d£s Frmzte&aftemrdensl Paderboi&, 1928. Deze auteturs geven hij de door hen kefe&&*
delde privijeges in de; nota's de verschiUende ;-fexnuul^ aaa. (4) VgL E. BfiRGER, Les registtes dlnnoeent IF, Tom* II, Patfjs,. 1887, p,
9; Analecta VaticanoJBelgica, vol. XV, Tom. It■ Hr; 23^4; H. SMJERLAND;
Urktmden . und Regesten zutK Geschichte der Rheintande am dent Vattkanischen
A&kw, Bonn, 19G24913, II, nr. 2332; III, m. 918 i IV, nr. 83jS j Vlt nr, JL28 en 1083; • ■ " 10
-
.
.
y
zi|n werk iseeds voltpoid had. De v©orna:amste bron w^axuitJ3ERMANS de pauselijke oorkondeii overnam, was een «Codex Pontis^Soeli-v afkomstig uit ons Booster van Bxiiggen (Eijnland).
•..>.'.*
, In het handschrift 25 D 11 vinden we de tnaeste pauselijke oorkonden, die de Orde vanal 1248 ontving, terug. Nu pleit ree<|s de overeen-
komst van die teksten uit dit Luiksche manuscript met die van HER.fytANS, voor de betrouwbaarheid van den schrijves van dit hand
schrift (5). ? Daarbif verwijst de schrijver van Hs. 25 D 11 voor versGhillende
documehten naar het origineel.3^ wat zich in het archief van het Hoeische klooster beyond (6).
Voor andere ooikonden vinden we. in het handsc|irift zelf een bevestiging. Op drie plaatsen nl. werd er in margine e©n authenticiteitsverkiaring id!jgeschreyen, .an wel op 5 December 1636 door Joan nes del Tombor, apostolisch protonotarius, kanunnik van Briinn (Moravie). Hij . verkiaart daatin, dat hij. deze copie&n met de origineele . stukken vergeleek, en bevond dat ze er Latterlijk mee overeenkwamen (7). Deze verklaring is echter niet alleen van belang voor de da^rdoor bevestigde stukken, waarpnder de zeer voomame oorkondte van Innooentius Vlil van 148&> doch bewijst ook de echtheid van een ander belarvgnjk document, nl. de priviiegebrief van■.,Joannes XXII van 1318, daar deze brief in zijn geheel in de op fol 20 r. bevestigde oorkonde is opgejiomeri. Behalve deze argumenten kunnen we hierbij nog aanhalen de ujtspjaalc van de Cbngfregatie der Relikwieen en Aflaien over de authenticitelt van den Kruisheerenaflaat (1883). Voor deze uitspMak steunde
de Gbngregatie VporaJ: op het afschrift der bieve van Wp X, dat
zich bevihdt in handschrift 25 D 11. Bij die gelegenheid weird het handschrift dooir verschillende specialisten qnderzocht. Aah het &£ schrift van genoemde breve werd na dit onderzoek zulk een belang gehecht, dat op de mbeilijkhe^id over ' de authenticiteit ervan geantwoord werd : « authentipum certe esse atitrqiiuin apographum"ac tanta©
auetotfttatis, ut post ea quae in summario et hie dicta suni, haec di& ficultas Vix serio pmpoMi^^ posse videatura (8). 4) Voor de echtheid 4er eetste documenten van 1248 eti; 1254 iriee-
. neh we een bevestiging te vinden in het ieit, dat MIRAEIJiS en FOPPENS, die in h^iti Opera dipiomatica
deze oorkoriden opnamen/ niet
putten uit de ons bekende handschriften, doch hui>h0 bronheh vdtideh
in het archief van het Naamsche convent, waar ziGh dus afschriften hiervan bevonden^die wederoni letterlijk met d% andsre handschiriflen overeensternden (9), (5) Op enkele plaatsen, waar HERMANS een andere lezing volgderverkozen wij
C. R. HERMANS, Annales, II, p. 228-232, '535~544V 545^46. (7) Hs, 25 D 11, fol. 20 r,, 35 t, «en 45 r. Vocxr ie aldtts bevestigde doeumen-
ten, zie C. R. HERMANS, o/c, II, p. 380-384, 4l6-^3; III, p. 186490.
(8) Proces over den Kruisheerenaflaat, kloosterarchieiE, St. Agatha, F b 17.; i
-
■
■■
we aan han, die feeweren, dat dit Luifcsotie en andere codices privLtegiorum der Kruisheeren op«ettelijk dbo* de leden zelf dei Oide vervalscht werden, het voltjende
antwoorden : als de Kruisheeren werkelijk dez© documenten hebben ■ wiHen veivalschen om aldus de bestaande^rtusbruiken te vefbergen, heJabem ze dit wel op een zeer onhandige manier gedaan. Want uit de> meeste van deze pau&alijke brieven blijkt duidelijk, dat ze war-v den aangevraagd om misbruiken uit te roeien en de religieuze tucht fear hea#tellen. Als hun bedoeling werkelijk was, het die£e verval der Oajcle, verborgen te houdeh, hadden ze zeker brieve.n,. als die van Benedictus XII, Innocentius VI en Martinus V, die handelen over het
gjeferuifcen der privileges, over de verschillende strafbevoegdhedsri van
dieit Generaal en over de ongehoorzaamheid van ide leden aan hun
oversten, weggelaten, daar hiar toch in SGherpe bewoordingen bestaande misbruiken worden, aangetoond. (10). ■ •
de
'
O-ok pleit-dikwijls de overeenkomst van den inhoud der ootkonden met de historische feiten voor de eehtteid va^i het verhaalde (tt)
s Al kan men uit het bovenstaande niet concludeeien, dat in al dl^ pausaiijke documenten geen enkele vervalsching of interpolafie is aan-
gebracht, toch moeten we m.i. de echtheid van deze stukken aanvaar-
den, zoolang er geen werkeli.ke argurnenten tegen de authenticiteit wbrden aangebracht, De onbewezen vooropgezette stelling van ©en qp^ zettelijke vervalsching is in strijd met alle gezpnde historische kritiek. Er kan hier een tweede vraag gesteld worden, nl> is bnze docuroentatie volledig ? Zeker is, dat we lang niet alle pauselijke brieven, die. aan de Kruisheeren gericht werden, bezitten. Vooral wat de privi leges der verschillende afzonderlijke kloosters betreft, zijn er talfijke bemten, Toch meenen wa te mogen zeggen, daf we vobr de privileges,, die aan heel da Orde in. het algemeen gegeven werden, tamelijk ybl-
ledlg;e» gegevens bezittan, wat blijkt uit de verschillende codices,, die uit de afzonderlijke kloosters afkomstlg. zijn. Als er werkelijk nog andsrs ^©^rnaicie stukken- zcuden geweest zijn, moesten_ ze tbchr in een of meerdere dezer codices zijn GVergeschreven.
Ook de auteurs, die
raphim werkjes: over de Ord©g^sc|iieidenis de voornaamste pa'uselijke docunnenten aanhalen,
ik' -der. Annales
geven
meestal
geen
oorkonden
aan,
die
niet
gepubliceeid zijn. Alfeen HERT2WORMS citeert me^r-
ctoe pauselijke^ stukken, die bij HERMANS, niet v/oorkomen. ¥an. somervan sfaatr echter vast, dat ze niet aan onze Qrde maar aan da
Kruisheeren gageveti werden flsa);. Als we> hier het- argu^ mentum a silentio toapassen, kunnen we besluiten, dat we* met onze do-
cumentatie een tamelijk volledig beeld kunnen geven van het prhnlege-
(9), A# MIRAEUS-J. FOiPPENS, Opera diplbmatica et histories. IV, Brus-
sei; 1748, p. 3?^40.
s
;
'
(10) C.R. HERMANS, Annales^ II, p. 107^08, 117-118, 219. (Jl) Zie b. v. p. 18,. 19^2a 43. {UyVgi A. HERTZWORMS, Religio Sanctissimae Cvuci&, Roermorrd, 16862, p. 49^56; T. DALENltlS, Ctavis Coeti, Kettlen, 1628. p. 24-28; j; BANELIUS, Glotiosi Corporis. S. Odttiae Tramlatio, Kettlen, 1^21, p-, 29> v '
W .
'
.
.
••
techt der Orde in
fyef algemeen, hcewel
felodsters niet het geval is.
dit voor de
aizonderlijke
!
Onze bedoeling was, de privileges te plaatsen in het kader Van
het algemeen recht, voor zoover dit noodig leek
om de beteekenis
en het belang der privileges te leeren kennen. Verder trachtten we, zoo mogelijk, het gsbruik er van bij de Kruisheeren na tegaari,.
;
In een inleidemil hoofdstuk wordt eerst, voot hen die de Kruishee-
renorde weinig of niet kennen, een ting, het doel en de inriGhfing der nis gediirende h«t te beharidelen ehronologisch overzicht in van de
korte schets gegeven van de sticjhOrde, alsmede van haar geschiedeUjdperk. Hierin lasGhten we een ontvangeji voorreohten en van de
vefs<^rfliende ODn&maties, «oo
denis det privileges kan beschouwd worden. In de verderri hoofdsttikken behandeleh we de verschillende groepen van voorrechten. Na fn hooldstuk over de pauselijke bescherming en exemptie (hoofdstuk II), wordt achtereenvolgens gesproken over de privileges^ tot bevordering der kerkelijke di^nsten (h. Ill), de zielzorg-privileges ,{h. IV), de aflaten ,(Jtu V), de strai- en dispensatiebevoegdheden der Dversten (h. VI), en de v©orj5aGhten me^t heirekking tot de tijdelifke goe^eren (h. VII). -
IS
I NX E I 13 E N D H O O F D S TUt
, cnrichting en doel der Kruisheerenorde.
;;/
De Kruish0erenoide wer4 gesticht te Clairlieu bij Hbei door The©--
$o_rus iran Celles. Deze, in 1166 tfc tMles''sit een adeiiijk gesl^ht:'ge>
boreal, pam in J:l89 deel am din cfeideakruistocht rtaar het H. Lafidl
Op zijri teifiig^eer kreeg hij »een kandnitaat &ah de Kaftiedraal van
Luik, In, 1209 predikte/hij den krulstdcht tegen de Albigenzeii in Frankrijk, Daaryari teruggekeerd, d^ed hij afstand van zijn kanonikaat en
besloot zich in de eenzaamheid terug te trekken. Door een schenking van bisschop Hugo van Luik verkieeg hij de kapel van deii H. Thepbaldus te Glairlieu, *waar hi] voortaan zou wonen, om zich meer uitsluitend op het inwendig leven toe te^ leggen en wanneer noodig, van daarait zijn prediking voort te zetten. Spoedig sloten zich vier clerici bij hem aan, en sameh predikten zij het Kruis, eerst tegen de ketterij def Albigenzen, later voor den kruistocht in het H. Land. Den regal, van den H. Augustinu$ kozen ze^ als hurt levensregel (1). Dit was de oorsprong pier Kruisheerenorde. Als meest waarschijnlijke sticJntingsdatum ^rordt gewoonlijk het jaar 1211 aangegeven, hoewel de rrieeningen hieromtrent verdeeid zijn (2). ■ " , Theodoras stierf in 1236 (3). Bij zijn dood was zijn stichting nog klein ten weinig uitgebreid. Statuten waren er niet. De eenige levensnorm was>-de regel van St. Augustinus, aangevuld met de gebruiken (1)
H. RUSSELItIS, Chtonicon Ctticiferorum, sive Synopsis memorabitiam
saeri et canonici Ovdinis Sanctae Ctttcis, Keulea, 1635, p. 32-40. Zie Voor verdere hijzonderheden over den stichter : H. VAN ROOYEN, Theodorus van Celles, Cuykt 1936. (2) Vgl. voor de verscMlende stichtingsdata : R. HAASZ, Die Krettzherren
in deti Rheinlanden, Bonn, 1932, p.. 3i-4. Om verwarring te voorkomen, wijzen we er hier.opt dat behalve de Nederlandsche Kruisheeren nog andere Kruisheerenorden
bestonden of nog bestaan, nJ. die IfcaHaaiische, Boheemsche, Spaanscshe en Poolsdhe
Kruislieeren, die echter van elkaai* oriafiiankeliik waren. Vgl.,. voor een algemeen
overzieht der verschillende Or4en- : J. JANSSEN, Kreuzkerrerij in WET^B^
WELTE, iKwchentex&on, Freibttfg, VJI, 1891, col. 1101-1118; R. HAASZ, feeaz-
herren, in Lexicon fut; Theol. und Kicche, Freiburg, V% 1934, zo\ 257-259; P.{ HELYOT, Histoire des Ordres monastiques, reBgieaxr ef milUafc<$s> Parijs, 1717, II, p. 222-234; Ml HEIMBUCHER, Die Ord#n und Kongtegationen dec katholischen Kirche, Paderborn, 1933-34, I,
14
..
'
. :
"
'
'
"
'•
-
isran dfe Canonic^ $k het voorbeeld. van den stichtex. De kleeding was nog die der cletici.
Het eerste document der fcarkrechtelijke instelling is de oorkoride, door Paus Innocentius IV in 1248 verleend. Theodorus' opvolger naine-
lijk, Petru« Walcurtius (de Walcourt), streefd© er naar, om aan de stich-
ting vasteh vorm te geven. Met den regel van Simt Augustinus als grondslag, ham hij de statuten over der Dominikaneii, die hij echter aan eigen behoeften aanpaste (4).
Op het algemeen concilie van Lyon (1245) vroeig hi] aaji Paus Innooantius IV de goedkeuring van deze nieuwe statuten, alsmede de toelating oiti het klerikaal gewaad tegen het mdnnikenhabijt te verwisselen en goederen in gemeenschap te bezitten (5). In 1248 voldeed Innocentius aaii dit verzoek. Op I October nam Hij de Orde in zijh bescherming .an gaf haar de pauseUjke goedkeur ring. TBgelpertijd verleende hij haar versehillende tiendenprivileges, het privilege, om in tijd van interdict godsdienstoefehitigen te houden en het begraienisrecrht (6). Voor het overige gevraagde mandaieerde hij op 23 October van hetzelfde jaar Henricus, den Bisschop van Luik, die op 31 December d.o.v. dit mandaat uitvoerde (7). Uit de versehillende oorkonden en de eerste statuten kunnen wa aartgaande den aard en de inrichting der Orda het volgende afleiden : De Kruisheerenorde was vahaf haar oorsprong een kanunnikenorde. «Ordo Canpnicus» noemt de Paus haar in zijn beschermingsbriei Vandaar ook de bijzondere. zorg, die in de statuten aan het koorgebed besteed werd, in tegenstelling met de statuten der Dominikanen (8). De inrichfing was hierarchisch, gelijk bij de Dominikanen. Aan het hoofd der Orde stond een Generaal, die tevens Prior was van het moederhuis 1e Hoei. Hi| werd gekozen ddor de Definitoren, samen met de a Fratres discretiores » van Hoei, met meerderheid van stemmen. Hij behoefde niet bekrachtig^ te worden, doch pntving krachtens de~ keuze zelf de macht. In het bestuur. der Orde werd hij bijgestaan door vier Definitoren, die gekozeti werden door het Generaal Kapittel, dat elk ■
(4) Voor de vergelijking cler oorspronkelijke statuten der Kruisheereif met die
der Domdnikaaen : C. R. HfiRMANS, o. c, II, p. 31-59; H. DENIFLE, Die
". Constitutioneri des Rredtgetofdens, in Avehiv f. Lit. u> Kxrchengesck* des Mittelat-
tecs, h Bedijn, 1885, p. 165-227 * II, Freiburg," 1889, p.. 540-564 ; R. HAASZ; Die Kreuzherren in den Rheinlanden, p. 5-7. (5) H. RUSSELIUS, o. cM p. 50-51, bij G. R. HERMANS, o. c. I, 1 p,
47-48. (6) Voor het verhaal van RUSSELIUS over de eerste pauselijke goedkeuring en.de vereeniging met de ItaUaansche Rruisheeren in 1216, onder net bestuur van
Theodorus, zie H. VAH ROQYEN, o. c, p. 172A75, en p. 243, die aantoont, dat de italiaansche Kruisheeren vanaf hunne goedkeuring in 1216 tot aan de pauselijke goedkeuring van onze Orde in 1248, een onafhankelijk testaan hebben geleid. Voor de oorkonde vgl. C R. HERMANS, o. c, II, p. 64-68 ; A. POTTHAST,
Regesta Pontificum Rbmanorixtn, I, Berlijn, 1874, nr. 13036.
(7) Zie voor de versehillende oorkonden : C R. HERMANS, o. c, IJ, p.
68-71; A. POTTHAST, Regesta, I, nr. 13065; E. BERGER, Les vegisttes d'In
nocent IV', II, p. 9; L. CHERUBINI, Magnum bullariutn, Rom&mm, Lyon. 1692, VIII, p. 50; A. WAUTERS, Table chtonologique des chartes et diplomes imprimes, IV, Brussel, 1874, p. 540 en 546.
(8) G. R. HERMANS, o. c, 11/ p. 32; H. DENIFLE, I o, V, p. 53$.
\
,.
"'
.
15
iaar fe Hoei mo.est getboiad^ worsen, ,$n da* sam^igesley. was i£i1 de prior^n en -1 of 2 afgevaardigderi van elk klooster {$)., ' . EEk klooster werd bestuuxd door jean Prior, die dpor de teden der coraxnuniteif gekoz.ert wprd ejn door den Generaal of zijn- visitator word
bekrachtigd. Hij zelf benoemcb «de eonsilio senibrum» zijn subpriox. In de zorg yoor.het tijdelijke werd hij bijgestaan <Joor een prokuxator. Elke Prior moest jaarjijks de van .zijn convent uit gestichte kloostensN visiteeren/. de Generaal elke drte jaar persoonlijk of door zijn aige*vaardigde alia kloosters, waarvan dan in het Generaal Kapittel verslag wercl uitgebracht (10). Over Provinciaals -wordt er in de statuten niejt g^sproken/ de hoofdstukken hierovjsr in de statuten der Dominikarv3n werden niet overgenomen. In tegensfcelling met de andere Kanunnikeitoxden, waren de verschillende kloosters der Orde g.sen ^qonvantus sui
iaaris » in den strikten zin, waar.'n deze uitdrukking tegenwoordig word* verstaQEi, Toqh had e}k huis zi> aigen noviciaatf waarvoor «c?hte:r op het Generaal Kapittel van 1620 aparte huizen werden aangeduid (W). Pe prgfessie werd altijd afgelegd in de handen van den Gerter&al 4©? Oxdef of van den. Prior van het klooster in iraara van den Geineraal, Niet aan de verschillende Prioren, doch aan den Generaal w#rd g,ehoorzaaraheid beloofd (12).
O.ok de a stabilitas loci» bestond bij de Kruisheeren njtet, zopals ze in de andere Kanunnifcetioxden bekend was. Wei hadden de Kruisheeren
iets.dat erop leek, want ieder lid wer^ aangenomen in en voor een bepaald klooster, waarvan hij conventuaal bleef geheel zijn leven en ^aarjait hij niet verplaatst werdf tenzij op last van I*et Generaal Kar pittel voor stichtirig yan een nieuw, of hervorniing van een bestaand klpostjer, voor eigen vooniitgang of verbetexing en latex ook voor professor,aten. Dikwijls bleef hij dan nog alleen conventuaal in zijn « conventus nativus »f behalve wanneer hij Priox werd gekozen; ieder lid
der Orde was over geheel de Orde daartoe verkiesbaar (13). Wat de leden der Orde betreft, kunhen we in het begin twee klassen cSndexsch^iden, nl. de priesters en de leekefcroeders (convorsi). Later op het Generaal Kapittel van 1424 wordt nog een andere soort van leekebroeders vernoemd, de z.g.n. donaten. Hun statuten werden in 1433 door den bisschop van Luik, Jan van Heinsbergh, in opdracht van Paus Eugenius IV goedgekeurd.
H,et waren meestal .ongeletterden, die zichzelven en hun vermp^en aan het klooster schonken en er de drie. geloften aflegden, in het begin slechts voor een tijd, zoodat ze altijd in de wereld kondert (9) Q R. HERMANS, Annales, H. p. 50-52 en 54-57. (10) C R. HERMANS, o. c.t II, p. 50, 44, 57.
(11) G R." HERMANS, o, «M III, p. 133-134.
'
(12) C. R. HERMANS, o. c. II, p. 42, waar de professieformtiles -worden aangegeven*
(13) Voor de stabilitas loci in het algemeen, vql G R. HERM1ANS,' o. q.,
H, p. 421 en III, p» 184. Wat de ve/rplaatsin^ in de verschillende gevallen betreft, vgl. voor de hervorming der kloosters : HERMANS, 0. c.f II, p. 212' em 313; voor priorkeuse : III, p, 97; voor de professoraten : III, p. 250 : zfe verschillende andere voorbeelden : III, p. 80, 87, 97^ 156. VgL ook P. HOFMEISTER, Die Verfassung des hollandischen Kreuzherrenocdens, in": Festschrift Ultich Sttkz, (Kirdtenrecht* liche Abh&ndlungen, nr. 117-118), Stuttgart, l?38f p. 219.
>* '.' .:■■" -..•,.
-
: •
a> vamal 1453 vo^r leeuwig, Him lev$jr^wifz.e was geJijk ajan
Het JQor^pronfeelijk doel der Orde wa* Kali be&e&ouwend, hajf. ^e> tiei Naast de kanonieke le^jsnswijze/ het vi$a a^inijtiunis i&et de zdi^j
voor -d«n eeredi«ns!t en feet koojcgebed, hield^t de> l&uisheereri ziofe
bezig **i©t de predikin^ van het KriaJs, In de sitatwiten wosieii dajci
Tvaiast het fcoorgebed voofal de: ;Studie «m pi*ediking ondefl^ndr
' er ook over de a scriptores» gesproken wordt, die zich bezighielden met het overschrijven en yerluchien van boekeia (15).
Tfaom na de Kraiislochten de predifeimg een- ©inde nain, slo^ag de . Orde.een meer troitteiti^latie've richtihg in. Na het yerkrijgen echter vaia het privilege, tqt praefcem @n biecMhoor^n, is de zielzorg altijd een der hoofdbezigheden der Orde geweest, terwijl daarnaast later de opvo.9din>g der jeugd een belamgrijke plaats innaan. *
Otok hebbeia:^^ de J^ruisheer^n zich hier en daar aan ziekendiemst
gewigd (16}.
II. Eersfe bloei en verval
(12484410),
In de d^rtiende eeiiw verspreidde zich de Kruisheerenorde in Irerlaindert, Nteuwe kloosters werden gesticht in Selgie {Namen,
k; Dodrhik, Stixy), in Frankrijk (Toulouse, Condtois, Parijs, BarWt), m En^eland (Londen) en DuitscWand (Beyenburg) (17);
Wat' del privileges betreft, vinden we ii deze eeuw niet veel s. Het Mbostet van Nanten ontving Jn 1254 van Innocentius IV Ijeschermin^sbrief en de privileges, die Mj in 1246 aan
rtbei gegeven had, en 'van den bissdhbp van Luik de toelating otn een kerkhof te Bezitten (18).
Hoei kreeg in 1254 de bevestiging van zijn privilege om in tijd
van interdict godsdienstoefeningen te houden. Daarop volgden in 1277 en 1284 enkele cohfirmaties van alle vroeger 6ntVang<en vdorrechten, , de-eerste door Joannes XXI de andere door Martirvus IV. Beide ziyn iii^ dezelJde bewdordirigen opgestetd (19). Pe eerste werd ddor den Gene- .
raal Johannes Fontanus (Sacrifontanus; Sainct Fontaines) aangevraagd,
(14) VM. C. R. HERMANS, 6. c.t II, p. 214; voor de goedkeuring der statuteii, Ht p. 237-240; ydor* Jinn statuten, II, p. 241*251 ; zie voor vefdere fiiizon^
deiheim H. RUSSELiaSi Chronieon Ckxctfeiwtim, $♦ 105-106, bij C R. rfER-
MANSf o. <:M I, h (pi U&iQ5; K. H^ASZ, Pie Krettzhepren in den Rheintmden,
p*7*
' ' ";; ' ' ' ■ ■ , " . ■■' (15) VgL in de statuten van 1245, Dist h caip. 1 ; Dist. II, cap. 8 en 9;
Dist pfcap. 16 ; Uf<2> fe HERMANS, o. c> II, p. 32; 57^58, 44.
(M) V%1 b* 'V. voor de Duitsdie Moosters voor wat de zielzorg betreft, R. HAASZ, o. c.t p. 43, 54, 69, 12D, 163, e. a;; voor de opvoedingjder jeiigd, pi 16J> 173, 197,. 212, e* su ; voor ziekenverpleging, p. 8, waar Mf vverschillende voorbeelden aanfeaalt van kloosters, waa'raan een faospitaal verbonden was. (17) Vgl, voor de verschillende stichtingen met de stichtingsdata de catalofli
van RUSSELIUS (1635), STQGHEMIUS (1532) en HALLOIX (1596) ; 1^
C. R, HERMANS, o. c, II, P; 189-199.
'
(18) C. R. HERMANS, o. ct II, p. 77-81 en p. 72:; A. POTTJHAST, Re-
gest^li, nr. 15439. ..
(19) C. R. HERMANS, o. c, II, .p. 81, 83 en 84; A. POTTHAST-o. c,
II, nr. 15445 en 22179. De oorkonde van 1277 fcaalt POTTHAST in zijn Regetfa
niet aan.
17
'
' •(■
snwg
do mbeilip&eeten di& cle dobi hem dp j>rediklng
kroeders -ondervonden hadden, zobwel van cten kant der telijken als va-ri indiere kiooste^i^gm Be ainciere werd gt
de Generaal Joiiaimes R^cikxus te Rome zip. beklag geirtaakt had crver de geldsUj&e lasteii, Me> lem voortrfia^end doqr de we^eWijke heeien werdori opgelegd (20). Betae confirmaties zijn echfer , slechts opg^sield,
«in forma cointtiuni^, in een vaste formuUl, waarin Roma de privileges
bevestigde, zoddat ze beh&lve het extrinsiek gezagr wai ze toen aan^ de privileg»as gave|i? verdei? van geen belang zijii (2J). Van meer gewicht wm het |aar 1318, Op &9 Maart nl. pntvlngeti
de Kruis)teeren een sphrijven vaii< fams iphaimes XXII^ die niet alleeiv
huh privileges ppnieuw bevestigdey map ook ianmertelijk iiitbreidde,
De tdeiwcnalige Generaal HiGpla^Pi;..4 Rwpefc^f {de Rochefoi^ h^d deze
beVestigihg te Rome aantevra^i, oiti eeti einde te maken amtt het
"opleggen van belastingen, waQrvait de Kniisheefeii ged^xig; het sl&chfr offer ^raren, -waarschijnlijk tengevolge van de voortdurend® oorlidgeit
van den Friris-Bisschop Adolf de la Marok bgen ver^schilleride sted^n van het Btsdom Luik, o.a, tegen lioei wtarbij d# stad .her&laldfermajert
met ^ware geldboeten gestraft W$d $2). Johannes XXII nam de Orde in zijn besGh0rmlng en .gpi haar tevens l^et ©xemptie-privilege. Aldus stel.de hif haar niet alleen veilig tegen de maeilijkheden vanwege de vprsten, itia^ werd opfc de macht Varl den bisschop terdege heperkt. Ook aarit het wijdirigsreGht van dejv
bisschop werdei> ze pnttroikejn* Ze mpchten yerder preeiken en bi^chthpor-Qn en kregen het privilege om dens per jaar aalrnpezen te yerza-
melen/ terwijl aan den Generaal 4e niWhit gegeyen werd, om bij irregulariteiten te dispenseeren.
."-..'■■.
Daar het hoofddoel van deze odrkon^e ^asf heri in het. verVolg van belasMngen te vrijwaren, bevatte ze opk nog het Uitdrukkelijk y«er^dd Voor iedereen, om ata de Kruisheeren nog^ eerider^^ welke iasten : pitoi op te leggen. Boveridien werden huft vroeger verkregen privile
ges bevestigd, niet in forma: comnuini, g^lijk in \W1 en 1?89, dpch" in forma specifica, wat dus gelijk stond met een nieuwe vprleening van deze-gunsten (23).
. In het jaar 1340 kreeg het klooster van Hoei ppnieuw een pauselifk schrijven aangaande de privileges. Het is geen; eigenJijie bevestiging,
doc^i eeri toelating om de vroeger verkfegert privileges te gebruiken {24).
D4 Geheraal had nl. een smeakschrift naar Rome gestunrdi waarin
Jiij deze toelating vrpeg f de, redpn was, dat de Kruisheeren van Hoei
reeds gedurende verschillende jaran geeri gebruik meer hadden ge-
rtiaakt van hun privileges. Paus Benedictus Xil willigde het yer^oek (20) 'H RU^SELIUS, Chronicon Ctmciferorum/ p. 66^7, bij Q. R. HER
MANS, Annafes, I, If .p. ft en 56. : ' (21) Voor de forinuul vql M. TANGL, Die pi&pstliche Kmzleiordnungem
Mnsbruck, 1894, p. 257, Voor de bevestiging in forma cpminuiii, A.. VAN HOVE, .
De PrWlegm, M^chelen, 1939t p. 56. . . (22) H; RUSSELIUS, o. c.. p. 70, bij C.R. HERMANS, o. e,, I, 1, p. 64; J DARIS. Histoice
394^412. Zie voor 4e oorkonde HERMANS, o. c.t H, p. 105407?
*■ !&) A. VAN HOVE, o, c, p. 56.
.
(24) C R. HERMANS, o. c., II» p. 107-108.
In, docKjmet de clau«ule «^timmodb lion si} sis per praescriptibnem - sut alias legitirtte tierogaitun ft.
We kurinen gerust aannemeh, dat hiervaii geen sprake was, Herroepsn wareii de privileges rtiet. Door zwijgend afstand te' doen (taciita renunciatio) koiiden ze niet verloren gaari, daar dit alleen mogelijk was bij privileges* die aan private personen waren gegeven. Ook door eigenlijke prescriptie konden ze t\iet zijn afgeschaft, daar hiervodr minstens de tijd van 30 jaar noodig was, terwijl daarentegen sinds de bevestiging van Johannes XXII in 1318 nog slechts 22 jaar vedoopen wareh (25), Daarbij vinden we de meeste privileges later nog tierug,
Uit deze oprkonde van Benedicrus XII leeren we eenigszins den
geest kennen^ die er toen in het Hoeische klooster beersetite. .Bij de
teden van zijn verzoek, die de Gsneraal aangeeft, nl. dat de Kruisheeren hun privileges niet meer-gebruikten, zegthij
: « prppter , sim-
'• pliGitatem et ignorantiam iuris». Die woorden wijzen op zorgelobsbaid en nalatigheid, op eeri.gemis aan kennis van het eigen Orde^rechi
In
tijd reeds was er in de Kiruisheerenbrcie een diitep veryal
jtnerlcbaar. Het is vreemd, dat de f veertiende eeiiw, waarirt ybbr den
uiiwendigen JDlbei de Orde een harer hoogtepxinten bereikte door de stichting van 28 nieuwe kloosters in Belgie, Nederland, FifahkrijJ:, Duitschland an Erigeland, voor den inwendigen bloei een geweldige aGhteruitgang beteekent (^6). Reeds onder den deneraal Johannes de -Harengier (1298-1304) was er ean verslapping der tucht itigetrederi, die tpg bevofderd werd dpordat hij het bezit van een zekei1 privaat-vefrmpgen toeliet (27). In 1340 was hst in het klooster van Hoei zoo erg gewprden, dat de pauselijke tusschenkomst, noodzakelijk werd. Benediotus XII gal aan den Generaal de maeht om da weerspanfiifen'|e straffen, ook als ze reeds een beroep gedaan hadden op den H. Stoel (28). Dobh reeds in 1356 vond de nieuwe Generaal Johannes de Manna Villa (1355-1358) het noodig bpnieuw de pauselijke hulp in te roepen, en nu niet alleen bm de misbruiken in het moederhuis te betetigelen, gelijk In 1340. Want ook de andere kloosters waren door denzelfden geest aangetast;, de verslapping der kloostertucht schijnt tamelijk ,algemeen geweest te zijn.
Maar hoezeer de Generaal ook zijn best deed om de tuqht weer te herstellen, toda was het eenige resultaat onwil en yerzet. Verschillende Prioran weigerden gehoorzaamheid; het Genera&l Kapittel bezochten ze niet meer ; zelfs durfden ze/tegen den Generaal in, de hulp de-r bisschoppen in te roepen ; dit alles natuurlijk tot gropte ergernis der eigen onderdanen en buitenstaanders. Op 25 October greep Paus
IrjinQcentius VI in en maande de opstandigen aan tot gehoorzaamheid en eerbied (£9.).
-
(25) A. VAN HOVE, o, c,. p, 260 en 264. (26) Zle voar de nieuwe stichtingeri de verschillende catalogi bij C. R. HER MANS, o. c, II, p. 189-199:
(27) H. RUSSELIUS, o. c, p. 68, bij C R. HERMANS, o. c, I, lrp. 60:
(28) G. R. HERMANS, o. c, M, p. 108.
r
(29) C. R. HERMANS, 6. c, II, p. 118-119. RUSSEUUS verfiaalt, dat de Generaal toen de macht kreeg, oni de hulp van het burgerliLjk gezag. in te roe19
betezschap bracht dit Met.. Beit kan missehien voo* Morten tijd #9baert hebben, doch onder Generaal Setrus Pincharius (1363-1382)
€eden zich nieuwe moeilijkheden voor, vooral in Fxankrijfc en Enger ^ ifaubd, die latin hoogtepunt bereikifcen door het Westersche Schisma in
i$78. Toen kozen de Fransche kloosters de zijde van den tegeripaus
Clemens VII, terwijl de andere, huizen met.dSsn Generaal'aan hei hootd
zich jschaarden aan den kanj( yan Urbanus VI, Dit had tot gevolg, dat da Fransche kloosters den General! als schismatiek aanzagen en zich hevig tegen zijn irisitatie yerzetteii (3Q). Generaal Ferricus Puteanus probeerde opnieuw, vooral in de EngelsGhe kloosters, het religieuze. leven te herstellen, doch bndar zijn bpvoTger Nicolaas Deocresceniius naitt, wegens zijn-gebrek aan streng^ . heid, het, yerval weer toe (31).
tIn
1396 kwam het- tot
een
tweevoudige
Generaalskeuze, Waafbij.
Johannes d'Avins, Prior van Namen, door oiukooperlj en voorspraak . van vriertden de pauselijke bevestiging kr»eeg. Heel den toestand onder ' zijai Generaleat, o!at tot 1410 duurde, greelt Husselius ons in een etikel zinnetje weer. : a Turn demum lifeertati cedit monastica disciplina, j snccanescnant vitia, Religio profligatur» (32).
A&ngaande de privileges is in dazen laatsten tijd niet veel nieuws ■ te vermelden. Behalve ankele aflaten, verkre^g in
1380 de
Generaal
PMcharitts voor de Orde het vooreecht om draagaltaren te. jgebruiken (53}. Van meer belang voor ,bet priviljegerecht der Orde was de volgende periode van 1410 tot aan de Relormatie.
HI- De hervorming van 1410* Nieuwe bloeiperiode« In het begin van de vijftiende eeuw had er bij de Kruisheexen een iiervorming plaats, die uitging van de Orde zelf. Vooral Joannes de Merode, procurator van het klooster van Venlo, had 'liierin een groot aandeel en werd geholpen door zijn broeder Arnold de Merode, die kanunnik was en zeaelbewaarder in luik. Ze slaagden er in den
Generaal Johannes d'Avins de noodzakelijkheid van een Generaal Kapittel te doen inzien, daar dit itee.o!s
langen tijd verwaarloosd wfcs, Deze riep het Generaal Kapittel bij elkaarr doch deed daags te voren
afsiand van het Generalaat) zoodat de weg Voor de hervorming vrij was, Een nieuwe Generaalskeuze had plaats, waarbij pok de bisschop van Luik, xle hertog van Bourgondi^ en verschillende andere wereld-
Jijke
waardigheidsbekleeders
tegenwoordig
waren.
iMet
algemeerie
stemmen werd de Prior van Sint Agatha, Johannes van Bommel, gekozen, die onmiddellijk het hervormingswerk begon, doch reeds op zijri pen, Uit die oorkonde bliikt dit eohter nief^; vql. H. RUSSELIUS, Chtonicofi Cra* clfeppram, p. 79-80, bij C. R. HERMANS, Anndes, I, 1, p. 72-73.
(30) H. RUSSELIUS, o. c, p. 81-82, bij G R- HERMANS, o. c, Ii 1,
P. 74. -
.
(31) H. RUSSELIUS, o. c, p., 85-86, bij C. R, HERMANS, o. c, I, .1 p. 86^87.
(31) H. RUSSELIUS, o. c, p. 87, bij C. R. HERMANS, o. c, I, II p. 88. (33) G R.^HERMIANS, o. c, p. 174 en 176.
.
e^rste visitatiefrms stierf (M). Zijn bpvolgers zetten de hervormingspogingen yoort. In de Generate Kapittak, die van toen af weer regel-
matig gehouden werden, vinden we voortdurend nieuwe hervormmgs^besluiten (35). Toch duttrde hat nog geruimen tijcj, vooraleer men tot
de vrbeg^re tucht en religieuzan geest was weerjgekeerd. Meermalen kwam de Generaal voor zulke rnoeilijkheden te staan, dat hij zteh de hulp van Paus en keizer moest verzekeren. Johannes XXIII in 1413 en Martinus V in 1424 steunden hem bij zijnie pogingen, door l^.em Verschillende privileges te verleenen, Waardoor het mogelijk we%& d»ey dpstandigen op een afdoende manier te straffen. i De ofiiciaal der Keiilsche Rechtbank, als conservator iuriBm> der Kruisheeren, bevestigde in 1413 mtdrukkelijk de rechtBn van den Ge*
neraal tot visitatreV verbetering en hestraifing der Dtiitscke klopster^ terwijl de deken van de Sint Dionysiuskerk te Ltiik dit voor het Bisdom Luik deed, om zoodoende de pogingen van. de verschiljende
kloosters, om zich^aan de visitatie en hervorming te onttxekken, te verijdelen. Ook koning Sigism^nd hielp m*ee dobr in 1417 de Orde
in zijn bescherming 1^ nemen en haar privileg'es te bevesiigen (36|* Paus Eugenius iy drong er in 1432 op aan, dat regelmatig het Generaal Kapittel en de visitatie moesten gehoudenworden. Ook vooi het privilegerecht is daze oorkonde van belang. Aan Generaal en ' visitatoren werden beiangrijke volmachten gegeven qm te ab$bl^ veeren en te dispenseereri / de Kruisheeren mbchten voor zonsdpgang; celebreeren / voor »het vervreemdeh van goedereh kregert z& speciale
volmachten, .en tot slot werd hun een bijzondere aflaat nieegedeeldV Behalye deze nieuwe privileges, bevatte hetzelfde schxijven ook debevastiging iri forma specifica en de uitbreiding van vroeger Verfc3?e-gen voorrechten pp). Dazelfde Paus gaf twee jakr latef aan de heeie
Orde nog een volien aflaat (38}. Tegen de moeili}kheden van buiten, tegen de rondtrekkentie leg€ir*
aanyperders en. soldatan, werden de Kruisheeren breVeilgd dooi4 een
beschermingsbrief van Keizer Frederik lit (39).
, In de twpede helit der vijftiende eeuw was het doel der hervor^ ming bereikt, de' klodsterlijke tucht in zooverre hersteld, dat de bis-
kschop van Luik in een schrijven aan den Gexieitaal in 1454 terecht mocht spreken van de «sinceritas regiriaris obser\raritiae a (40j; Vstriaf de hervorming van 1410 kunnen we dan ook opnieuw zoowel een inwendigen als uitwendigen bloei constateeren. Uitwendigen bloei' door
de stichtirtg van tal van nieuwe kloosters, vooral in Nederfend eti
(34) H. RUSSELIUS, o. c, p. 88-94, bij C. R. HERMANS, o. c, I, I, p.
93-95.
.
i
-
(35)- C R. HERMES, o. c, II, p. 211^215. (36) Vgl, voor de yerschillende oorkondeh, C R. HERM1ANS, o. c>^ II,.
> p. 209, 219, 535-544, 545-546v 215.218; R. HAASZ, Die Kteazherren in denRhein*
landen, p. 12, Hijf venvijst voor de oorkonde van Sigismund1 naar W. AUTMANa, Die Urkunden Kaiser Sigismunds I, Irissbruek, 1896., nr 201^. (37) C R. HERMANS, o. c, Ili p. 228-232.
(38) C. R. HERMANS, o, c, It p. 255>2©0.
'
09) C R. HERMANS, o. t./ II, p. 284; J. DARIS, Histoire du diocese et de
la principaute de Liege, III, p. 54L
(40) C R. HERMANS, a c;. It p.
Duitschland (41). Inwendigen blqei door die heropleving der studie, h©t sciirijven, overschrijven en verluchten van boeken en door d© Devotio moderna, die bij de Kruisheeren yeel aanhang.ers vond (42),
Wat het privilegerecht betreft, is in de vijftiende <eeuw ,«eii grbjo$|
jSvolutie waar te nemen, N&ast de boirejigrenoamde obrfcoridSn van J#;
tonnes XXIII, Martirius V en Eugenitis TV, zijn te vetmelden die yan Fajilus II, Sixtus IV en Innoeentiiis VIII; Paulus II bevestigde in 1464 de ypeger door Pius II mondelintj gegeven privileges. De Kruisheeren kaddan nl. aan dezen Paus om
bescherming gevraagd tegen de wederreQhteLjke inbezitneming vart hyn
gpederen en de schending van bun rech^ri, zoo^rel ..do.05 bisschoppien .
en geestelxjke heeren, aW door, wepaldlijke. En oxncy & .voor hep
een pnmQgelijkheid was bij .elk nieuw Qnredht de hulp van Rome fn
t(te roepen, hadden ze den Paus verzooht hieiin door e^aii algemeenen maatregel te voorzien. Pius II had hieraar\ gehoor gegeven, door verr sqhillende rechters aan te stellenr di© hij bijzondem vplmachten gaf om het gedane onrecht te hersfellen. Da;ar hij eehter gestoryen was, yppraleer tot het opmaken van; eeri autheritieke act*3 kon wojrden qyergegaanf ricktten de Kruisheeren zich opnieuw^ tott zijn opvplger, die* door acts van 16 September 1464 het gegevene bekraehtigde (43). Van &xtus IV ontving de Orde op 27 Mei 1475 sen bevestiging van de in 1318 door Joannes XXII gqgeven privilege^ Ze werd aan-
geymagd ter gejegenheid van o!en ]ufeileumailaat, Om de^n aflaaite
vegcdierien Leiden HenrfOUs yarv Wazel, Prior/ van /Lttik, en HehtiGUis
v^n Ketile^ Pi;ior van feerniel, naaf Rome gesonden, en kregen tevens
de op4?acht de bevestigmg der privii©fos te vragen (44). Deze bevesti^ng. werd «ex certa soientia» gef^iven, wat blijkt uit de in do oorkprtde verhaalcLe feken, nl. het nauw^eurig bndefzoek naar den inhoud van het schrijven van Joannes XXH vboraleer tot de beyestiging over te gaan (45), Tevens wprdt het schrifyen yan Joannes XXII ^Jeinaall atogehaald. hld
,
Wocentius VIII bevestigde i*i 1488 opnieuw al de vroeger verkiBgen priviieges der Orde, doch met d$ clausule (tquatenus sunt in
usud. usud. Hierdoor Hierdoor warden warden de d bj waren, off door d iji gebrtiijc wa^ettr a^ettr doch slechts dai^
pdieuze privileges afgeschaft, p pg g, die ni«t meer
trstelde akten m pnbruik geiaa geiaatet tegenovergestelde afsttod, als er ofwel een n stilzwijgende jg bk (4) Of hierdoor hid iilege yefl f1 eeii ^ettige verjari^ bij;kwam (46). privileges r^n gingen is moeilijk na te Jaan. De meeste vinden we odk nog ria;
1488 terug, Mdere, b.v. het voorreeht pm voor zonsopgang te oele-
breereri, waaivan in latere kapittels of pauselijke oorkonden geen mel ding meer gemaakt werd, hoeven daarpm toch niat per se als afge'
(41) VgL de catalogi der kloostefs bij C R. HERMANS, Annates, II, p.
* " (421 Zie voof nadere bijssonderheden, R. HAASZ, Die Kreuzherretr in
Rheirdandent p. 1448, die verdere bronnen aangeeft. (43) C R. HERMANS, o. c, II,, p p. 300-305.
ii §; I Smu^i:::tn: i: &£ ,a. van hove,
P*
(46) A* VAN HOVE, o4 c, p, 60; A. BAJRBOSA, Tractates de Clausulis qsu
frequentioribus, in Tractates varii, Lyon,. 1599, p, .379, ;.cL 52.
schaft beschouwd te worden daar hieruit, niet blijkt, of de vereischte voorwaarden vervuld waren.
In dezelfde oorkonde gaf Innocentius nog verschillende
nieuwe
voorrechten. De absolutiemacht van ^ den, Generaal werd aanmerkelijk uitgebreid. Ook mocht hij de priesters, die met de zielzorg belast waren en hun plichten niet nakwamen, afzetten en door andere Kruis
heeren of seculiere priesters vervangen ; de fraters mochten vanaf hun
22ste jaar de priesterwijding bntvangen / alien konden den jubileum-
ailaat verdienen, zonder daarvoor naar Rome te gaan / verder werd
de volledige exemptie gegeven van alle rechtsmacht der bisschop-
pen~(37).
Op denzelfden datum stuurde de Paus ook'een schrijven aan den
Abt van Sint Victor to Parijs en de dekens van de kerk der HH. Apostelen te Keulen en van de Sint Paul te Luik, die als conservatores van
de rechten der Kruisheeren voor het onderhouden
van
voorgaande
voorrechten moesten zorgen (48).
Een laatste privilegebrief, die de Orde in ons tijdvak ontving, is die van Leo X, gegeven op 20 Augustus 1516. Hierin.werd.de absolutie macht van den Generaal opnieuw uitgebreid, het .indult, dat spmmigen hadden pm een biechtvader te kiezen, beperkt, doch als compen-
satie werd de rozenkransailaat, bekend onder den naam van^Kruisheerenaflaat, gegeven (49).
. ,
Dit is het einde van de privilegieering der Orde voor het Concilie van Trente. Op dit concilie werd. op vele punten het bestaande privilegerecht veranderd. Verschillende privileges werden heelemaal afgeschaft,. andere bepejkt; vooral werd er zor^ aan besteed de bestaahde misbruiken uit te roeien en vopr de toekomst, te yermijden. Wat de verdere g^schiedenis der Orde. gedurende de Reformatie betreft, kunnen we zeggen, dat de hervorming van 1410 hiervoor van enorm belang geweest is. Daardoor stonden de .Kruisheeren- sterk tegen de nieuwe moeilijkheden. Al zijn er wel eenige gevallen van afval t*e betreuren, toch ging er slechts een klooster in zijn geheel tot de hervormers over. Daarbij kah van den anderen kant gewezen worden op de groote verdienste der Orde voor het behoud van het geloof in ver schillende, streken (50).
(47) C R. HERMANS, o. c.t IL p, 416-423.
(48 (49 50
C R. HERMANa o. c-, II, p.. 424. C R, HERMANS, o. c, III, p. 1647. Vgl. liiervoor R. HAASZ, o. c p. 18-20. 23
H O 0 F DITUE
H
Pauselijke bescherming en exemptie.
I. Het Beschermingsprivilege. Het cmtstaaiv van hat fceschefi^irigspi^ilege datfestt mil de Qf dfe eetrwi OiW de zwakheid vaft het Itoni^gsckap en de daaruit' volgende onrust, trachtten de kloosters hun bezittingen dbor een pause-
fifi ingrijperi te; beveiligen. Da&r d« oorsfromkelijke befdoelingf was h*f kloostereigendom te bescherraan,
gaven de gewdne besdhermingsoor>
kc»nd?eyi in Ivet begin slecnis to ^^siltee^ lerrnen bet Moostej&eztt
eiiti. tettei* i/yrerdieil zm ^rte dotxr h^ af^tlderfip ^pnoemen . ctet klooster^osde-
niet aHeeh een grootere veiligheid, itvaar konden o<sk bij vootko-
mefnde mcreirijkh-ed^n als feewijs dlene^ i^or het yetinogenv
Die bescherming, die slechts de tijd.elij'ke gdederen Iran het Mbpster onw^tlSy omdat juisi die gbedereii feet v©orwerp viiiS ili^ tiis^hein lte^stefs-%ti? bisscfhbp, Kf$d ^ofet^r . uitgebteid m&f €ndfei?# Bepal|tifen> die br^tel^e hef &f o&k 4^ felbosterlingen zelf fe^«n de inmenging van den schop in hun aangelegenheden wilden b^schermen, ja zelfs
inbreiik
mwktin op de rechtsitiadht van dto bisschop. Ook werden er clausules ingelasahti die met de porspronlfe&Eipw
bescherming niets meef fe maken: haddeh, b. v. de goedkeuring van den regrel of het verbod tot uitteden dler leden, zoodat tenslotte de^ eigenlijke beschermingsformiiul de inleiding werd van een reeks he* .
voofrechtingeii (1).
De eerste beschermingsdorkonden der Kruisheeren werden gegeven op 1 October 1248 aan het moederhuis van Hoei. Bahalve een specialen beschermin^sbrief voor dit klposteri die in algemeene termen het klopstexbezit aangeeft, gai Innocsentius IV op * denzelfden datum-nog. een andere oorkonde voor da Orde, «Religiosam Vitam eligentibus», het privilegium commune der Augustijrterorden, waarin we de ver(1) A.PLUMENSTOK, Dec p^psfUche-Schutz im MtftelfOtet, Inasbiruckv 1890,
p. 33-39 i G{ SCHRBIBER, Kutie und Kloster im 12 }akth\xrv&evt. I, p, 6-7; A, SCHEUERMANN, Die Exemtiort mch getfenden kitkhlicHen Recht m& einem Ueberblick ube? die gescjiichtliehe Bntwieklmg* Pgfdffrbtom, 1!93& pi 44, 4S-SCff 63.
-sehillende bovenaang©haalde elementen van het uitgegroeide bescher-
mingsprivilege t®riag^mden |2). **
.,
,
In de klasMefc ge:v^rd©n formtile (3) wordt eerst de eigejilijke be-
schefirtinig liitge&rakt, gev4lgfd dpor de goedkettrimg der Ord^^ktti ttet noemen van dfeh regel, het recht tot het bezitton an aarttfaarden van tijdelijke%oederen en de volteidige opsomming van de bezittingfen der Kruisheeren, huizen, bouwland, -vvijngaarden, eriz. waarbij
tevens eeh
g.sdeeitelijke tiendehvrijheid gegeven wordt. Dan volgt net recht tot net bpnemen vait leden, dat, vroeger weinig vermeld, sinds Innocen- , fms 11 en EUgenms III dikwijls in de pauselijke besqhvsriningsodrkokiden voprkomt;
Sbms
werd
hierin
slechts
een
beperkte
vrijheid.
^egeveh,
i>. v. dat de clerici alleen met verlof van hun bisschop mochteh aangenomen worden / soms pok mpcht men andefe mohnike'n, zeiis^ tegen
^xii^i wil van hun pveiste, opnemen (4).
'
-
In onze porkonda wprdt in den gewonen voriti «liceat quoqtie» het recht gegeven tot het vrij aannemeh vart clericv ppk zondar d& toelating van huii bisschop! van ongehuwde leeken en van gehuwden met toelating der ajidere partij (5);
_
Ook mochten' de eenmaal ^©profeste kloosterlingen niet zpnder.de toelating van den Prior het klooster weer verlaten, tenzij ze rtaar
een strengere orde w;ilden oyergaan^en zelis dah mpchten ze niet war den aangenpmen zpnder de aanbevelingsbrieven van den Prior (6). Op den Idodstergrond mocht geen vraemde kerk of bidplaats gebduwd woiden zon'der de toelating van den bisschop en den Prior van het klooster, met het voorbehpud echtef, dat zij, die eeh pauselijk pri^
viiege hiertoe bekwamen, dit mochten uitoeienen. Door deze bepalin
(2) C. R. HERMANS, Annales, II, p. 529, 64-68; A. PQTTH^ST, Regest?, X mx. 13Q37 en J3036; voor de fopnuui van het pmmteQixm ccrtrimimie dtr Augustijnerorden1 vgl; Mr TANGL, Die papstliehen Kandeiot4mmgen» p* 233. (3) C Rf HERMANS, o. c, II, p. 64 ; «sub beati Petri et nostra protectione ^usqlpiiiius et praesetitis
script!
privilegio
commtiniinus»;
vgl.
A.
SCHEUERr-
W&[Nt Die Exemtion, p/48 ;" B, MATH1S, Die Privilegien des Franziskanerotdens, p.. 9*.
,
(4) G. SCHREIBER, Kurie utjd Klostett II, p. 335^337.
(5) C R; HERMANS, o, c.t II, p. 65 : «Liceat quoque vobis ciericos \et
laicos Iiberos et absolutos e saeculp fugientes ad conversteaiem vestram recipere et eos absque contradictione aliqua retinere »♦ Zie voor verdere dnterpretatie van t
wodrd «liber», G. SCHREIBER, o. g., II, p. 337. Uit deze en andere bepa-
togen volgt niet per se dat de Kfuisheeren dit redhlt van te voren niet bezaten. Het gebeurt dikwijls dat in de pauselijke bescherm&igsbrieven bepalingen yoorkomen, die feeds vroeger van kraeht wareitK Vgl A. BLJJMENSTO'K, Der • papsjftiche Schkttz* p. 35-56. Zie ook yerder in de beschermingsoorkonde van Joan nes XXII de bepalingen over het: aangaan van nieuwe stiditingen, over iiet koorofficie enz., waardoor jaeker niefe nieuws aan de Orde gegeven werd. . (6) C R. HERMANS, o. -c, II, p. 65 : « Prohibemus insuper, ut nulli fratrum vestrorum post factam in Ecclesia vestra professionem fas sit, sine Prioris sui licentia, nisi arctioris religionis obtentu, de eodem loco discedere ; (HERMANS
•jsdirijft hier «obtuitu»; vgl. echter M. TANGL, o. c.,.pr 223; G. SCHREIBER, :o. c, II* p, 342 en de oorkonde aan ons klooster van Namen, C. R. HERMANS, ,,p..•'.&». II, p. 79), discedentem vero ajbsque communi v^s^a^um litterarum. cautione nullus audeat retinere ». Vgl. G. SGHREIBER, o. c, Up. 345.
•
gen vreid de macht van den hisschop beperkt, daar deze fiat recht had, obk, op kloostergpederen kerken te laten bbuwen (7). Vervolgens wordt de vrijhejd-bij de keuze Van den Overs,te g&waarborgd. Reeds lang was het de politiek em het doel van de Romein^che Curie alle inrnenging, zoowel van r bisischoppen als van we-
'.reldlijke heeren, utt te jsliiite.n/ wat; blijkir uit de meer en meer voojrkomende formuul
verwonding, gevangen-
neming, doodslag- of welke gewelddaad ook, w.erd krachtens .pauselijk gezag verb'oden. Ook de kloostergoederen moesten door iedereen geeerbiedigd worden (9). '
Hierna volgt^de vermelding der gfebruikelijke satieties, strange
straifeh voor elke schendiilg dsr geiioemde bepalingen, beloften voor het onderhouden er van (10).
(7) C R- HERMANS, Annales, II, p. 66 : « prohibemujs irisuper ut infra ftp.es Paroechiae vestrae nullus sine assensu Diocesan! Episcopi et vestfo, capellam sive . oratoritim de novo -construere atideat, salvis,. privilegiijs Romanorum Pontificum». Vtfi G. SCHREIBER, Kttrie tmd. Kloster, U p. 6. ' , ' ' (8) C. R. HERMANS,, o c,, II, p. 66 : « obeunte te vero ^unc ejusidem loti
Priore vel tuorum quolibet' successorum, nullus ibi cju&libet subreptionis astutia seu violentia fpraeponatur, niisi qu,e^U fratres communi consensu* vel fratrnm major pars consilii sanioris, secundum Efeum et Beati Augustini regulam, providerint eligendum». De juiste zin van de woorden «major pars consilii sanioris» is niet duidelijk; vgl. G. SCHREIBER, o. c, I, p. U6-117. Voor ons is dit van min
der belang, aangezien deze kwestie in de op 31 December 124S goedgefceur
BER, o. c, I, p. 123426. (9) C, R. HERMANN, o. c, II, p< 66-67 : « authoritate apostolica prohi-
bemus, ut infra clausuras locorum seu grangiarum vestrarum nullus rapinam seu furtum facere, ignem apponere, sanguirXem fundere, hominem temiere capers, vel interficere seu violentiam audeat exercere,.. Discernhmijs ergo, ut nulli omriino hominum liceat praefatam Ecclesiam temere. perturbare, aut ejus possessiones auferre
vel ablatas retinere, minuere seu quibuslibet vexationibus fatigare, sed omnia integre
conserventur eorum, pro quorum gubernatione ac sustentatione concessa sunl, usi-
bus omnfmodis profuturaK De schrijver van Hs. 25 D Jl van het Groot-Seminarie te Luik ziet'in het eerste gedeelte van deze formuul meer dan een beveiliging van de rust .van het klooster. Want op fol 5 r. plaatst hij in marline de nota : «Re^ fugiorum privile-gium ut non possint capi in nostris monasteriis». Hij beschouwt dit dus als een afzonderlijk voorrecht. Voor' 4: decernimus » staat in-de oorkonde nog een andere- formuul waarinin
algemeene termen alle vroeger heeft dit voor bns geen belang. in den vorm van het privilegium ging ook voorkomt. Tot nu toe
ontvangen voorrechten worden bevestigd; m. i. Zooals we reeds'zagen is heel ,dit stuk ^pgesteld commune der Augustijnerorden, waarin die bevestiis geen enkele pauselijke of andere oorkonde be-
kend, die voor 1248 aan de' Kruisheeren werd gegeven, zoodat van een bev^stiging
van reeds verkregen voorrechten geen sprake kan zijn. (10) C R. HERMANS, o. c, II, p. 67 :« Si qua igltur in futuruni ecclesiastica, s^aecularisve persona, hanc nostrae constitutions jpfa-ginam sciens, contra earn temere
venire tentaverit, secundo tertiove commonita, nisi reatum suum coUgrua satisfactioiie correxerit, potestatis hbnorisqUe1 s^ui careat -dignitate, reamque se divinojudicio existere de perpetrata iniquitate cognoscat, et a sacratissimo corpore et sanguine
Dei ac Domini nostri Redemptoris Jesu Chdsti aliena fiat, atque in ex'tremo examine districtae subjaceat ultioni. Cunctis autem eidem loco sua jura servantibus sit pax 26
' Doch ook hie*, g&Sjk hetiroiiwens gewoonlijk gebeiards, kpmV de
pauselijke Orarie tegeittoet aan. tiel .varlangen der MsschQppen, door het uitdnikkelijjs bnge^onden laten van hel J^i^^QPP^Wik wijdiiigsrecht,, en door het i>auseKjk en; bisschoppelij^, vooibehoud. De Paus behoudt zich hierdgor het irecht voor pm de gegeven voprieqhten te
herrbepen, en wensohi tevens op all© overige punteji de lpissG^di^lijke rechtsnaacht behoiiden te zien (11).
In dezelfde porkbnde worden vender nog de voorrechten gegeven
godsdienstoeipiingien te houden ten tijde' van interdikt» buitenstaandexs te begraven en de afgenomen tienden terug te yonderen.
Later warden nog ver?chillende andere klooster^ der Kruisheerep in pauselijke bescherming genomen. Hoewel onze doGumentatie op dit punt verre yan vplledig is, kunnen we jkoch enkele kloosters aanhalen.
Het klooster van Namen pntving den pauselijken beschernungsbrief isx
1254, pftgeveer in dezelfde bewoordingen als het klooster van Hoei (12).
Vreemd is echter, dfet wq hier niet het bisscnoppelijk, doch enkel het paiiseiyk^^ voprbeihoud vinde^ in dezeii tijd een der; cri|eria vpor de exemptie (13). Daar hier echter van exempfe nog geen sprake kaiv jsqny li|kt dit ontfcreken van het bisschoppelij]< vpprbehpui een beetje ^h ' ; _ _ "• ' ^Acht., .]] \: -< . . ./. ■.: ^/■•■■ . De; andere bescherliaingsoorkonderi aan hQt klooster van Keulen in 1311 (1^), aan dat van Beyenburg in 1318 (15), eiv aan, Sint Agatha in 1433 (16) bevatten, beh^lye de gewone bescheiitvirigslPrmuiil en de ppsQinnting der goederett, alleen in algemeene termen de befvestiging van hun yrb^g<eir v^rkre^ert 0unsten en privileges. ":
Van irteer belang is de op 29 Maart 1318 door Jphannes XXII gegeven bescheriningsjxrief «Jleligiosam vitam agentibus »| gericht aan din Gerieraal en de «iratres Sanctae Crucis^i waarin hij op aanvraag
van den Generaab Nicolaas a Rupeforti heel de Orde onder zijn bescherming neemt.
.
.
Uitdrukkelijk wordt hier de vrijheid gegeven tot het aangaan van
nieuwe stichtingen, het-recht om volgQns hiin regel en statuten te
ieyen/ hain koorofiiqie r^gelmatig te hptiden ©n nieuwe leden aan te nemen, Toch schijnt hiar $e vroeget gegeven toelating eenigszins beperkt te worden. Had misschien het aannemen vjan clerici zonder de Domini nostri Jesu Oiristi, quatetius et hie fructum fconae a-ctionis percipiant, e£ apud districtum judicemuraemia aeternae pads inveniani» .
(11) Zie voor fact wijdingsteGht p. 32; voor het voor^ehoud C. R. HER
MANS, o. c, II, p. 67 : < salva Sedis Apostolicae authoritate et episcopi diocesani
canonica jusUtia» ; vgL G, SCHREIBER, d c, I, p. 128 ; A,. VAN HOVE, De
Privtiegiis, p. 7. . (12) C. R. HERMANS, q. g., II, p. 77 v A, POTTHAST, Regesta, II, nr.
15439; A. MIRAEUS>J. FOPPENS, Opera dipl et hist., IV, p. 40; A. WAU-
TERS, Table chronologique des chartes et dtplomes imprimis, V, p; 86.
(13) C..R. HERMANS, o, c, II, p. 80 : «salvaJsedi® apostolicae authodla-
te»; vgl. G. SCHREIBER, o. c. I, p. 61. (14) C R. HERMANS, o. c, II, p. 100; H. SAUERLAND, IJrkunden and Regesten, IV* nr. 836. s ■ - . ,. (15) R. HAASZ, Die Kreuzherren in den Rheinlanden, p. 45, die voor den tekst verwijst naar H. KOCH, Steinhaus-Beyenburg im Wuppertale, Elberfeld, 1883, p. 87. (16) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 236. 27
fcissidhoppelijke gbedkeufing aaftteMing gegeven tot, moeilijkhe&en ? Wat et ook van zij, in deze formi^l woa?dt niet meet gesproken van cieridos et lalcos- liberos, doeh slaofots van personas. libems. Het verbpd tot uittre^ett .d£r leden wordt ook Mer, hoewel niet in dezelfde bewoordingen, dan toch in denzeliden zin ingelascht, Bvenals de vrifheid voor de keuze van den Prior, < De nacfeuk wordt echter gelegd op -de bevrijding van de bis'schojppelijke macht en op de bescherming der tijdelijke'; #oederen, wat blijkt nit de bijzondere privileges op dit gebied (17). .
Behalve clez© pauselijke bescherming, mochten de Kruisheeren zich
oak nog verheugen in de ke&erlijke besriherming, die h>unf gelijk we reeds zag<en, op versehillende kritieke bogenblikken gegeven werd, samen met de keizerlijke bevestigin& van al horn' privileges en voor-
rechten (18))
-
(17) C. R, HERMANS, Annates, It, p. 105-107; « personas vestras acmo-fiasteria, in quibus divdno ostis obs^quio mancipati, «sub b* Petri <et nostra ;protecfci<$afe; '•suscipimus speciali.u-' Primum -aranium vobis - concedimusw. ,ut novas plantationes * seu monasteria de voluntate et assensu dioecesanorum recipiatis, et in ipsis secun^ dufpi regulam beati Augu,stini et constitutiones ordinis vestri regulariter vivatis; divinum quoque- officium tarn nocturnum* quam .diurnum in vestris cotiventibus habejatis;... libetas peraonas ad vesitruin ordinem vobis redpere licebit, qui pest qnam prgfessi fuerint facttltatem non habeant ad .saecuhtfn redeundi nee aliguis ondo ipsos recipiat vel recepta absque lifcerarum vestrarum (iomn^und cauiione retineat, nisi arctioris regulae existat...- Te quoque Pniore pbeunte vel decedente nulJus per -p.otentiam, vel surreptionem ordini praeponatur, Sed qui de communi consensu omnium de capitulo fuerit rite et canonice electus, tic pro Pric^fe habeatur »,
Dev andere -bepalingen dezer oorkonde1 benandelen we bij, 4e versehillende privile
ges afzonderlijk.
(18) Vgl. inleidend hoofdstuk, p. 21.
Hier kan men zich afvragen of het pauselijk beschermingsprivilege geen an dere juridische effecten had dan het in bescherming nemen van d'e kloostergoederen, en het beletten -van de bischoppelijke inmenging' in de aangehaalde gevallen. BLUJV1ENSTOK verdeelt de bescherming^oorkonden in twee groepen, die een verschillend juridisch effect hadden. In de besthermingsoorkonden van voor de lie eeuw werden de kloostergoedefen door de pauselijke bescherming eigendom van den H. StoeL Dit zou de eigenli}ke en oorspronkelijke beteekenis der psiuselijke bescherming geweest zijn. De kracht ervan kwam juist voort uit de gevolgen, die een zich vergrijpen aan^
Het lijkt ons het meest waarschijnlijk dat de beschermingsoorkonden der Kruisheeren bij deze tweede groep moeten gerangschikt worden. Nergens yinden
we gegevens die wijzen op een ove*dracht der goederen aan den. H. StoeL De
tennen als «tradition « commendatio» die in de oorkond'en .van, deeerste gro^p voorkomen, ontbreken. Nergens ook wordt er melding gemaakt van een jaarlijk-
sche schatting, die de Orde aan den paus moest betalen, terwijl dit bij de traditio toch gewoonlijk het geval was. Ook het samen voorkomen van de pauselijke en
keizerlijke bescherming pleit voor deze opvatting, daar de kloostergoederen niet in het domdnium konden komen van paus en keizer tegelijk Bij de~ kloosters waar dit wel 4iet geval was, gebeurde dit kracntens Jkoninklijke of pausdijke toestemming, die in de pauseKjke 6i keizerlijke oorkoaden^aan de Kruisheeren niet voorkomt Vgl A. BLUMENSTOK, Der papstliche Schutz, p. 60-63, 72, 74-77, 78-80, 114-116.
Dc
Ortder de ©xemptie dejr religieuzen verstaat men net onttrokken wordem;aan de rechtisjti^^ van., den-, hisschop en het onmiddellijk cnr derworpen wolrden aan ddn H. Stojel. De canonisten maken «een onderscheid tusschen de actieve 8n pas
sieve Bxemptla. Door de eerste krijgt de exempte prelaat de rschtsmacht, "met alleen ovier het klqoster m de religietizen,: die het be^ror nen, maar o©k ov^r alle Inwoners van een bepaald groridgebied, zoowbI: dtedci als leekent door de passieve exemptie krijgt hij alleen d© reohtsmereht aver zijn-mgjsm; Hoosterlingen (I9}v In het vervolg handeien we slechts over de passieve exemptie. ¥o1gen^ canon 4 van het concilie van Chalcedon (451), die opgetiomen >w^'f-te^het!;:d«to»Bfc--Taai- Gratianus> waren de kloosterlingen volledig.
onderwcrpen aan de reehtsmacht van den bisschop (20)*^ foch werd
er van-het; begin af gestreefd naar onafhankelijkheid, alhoewel de. exeirtptie^^ als recblsinstlitimt nog niet besfpnd. Tot in d© negende
van eenzelfde ®xd&, tefcwijl d^ .exemptie vaiit heela kloosteroxden, tot na het^ ontstaam der^ bedelorden^ iet& onbekends blijft (2jl); HoeWel
M
het
begin
van ons tijdperk
de
exemptie
nog geen
juistomlijnd begi?ip was, kunnen we toch zeggen, dat een klooster exeiript^werd ii^oidat hejr onttroWiEen werd aan de j^risdietieTnaGht van den bi/schop. Het zwaaitepunt hieraan lag in de bevdjding van de bisschoppelfjfee stralmacht, zobdat ^een Mooste^ zoofct het hieraan pntt^rokkeh wak, gerttst exempt genoemd kon worden^ SCHIpIBER legt hierin dan ook het essejitieele van de exemptie, ter^ijV hij andere be-^ vrijdingen nog s^lechfM als verschillendfc grad6n van: hetsseilfde privi lege Beschouwt (22)1,
.
;
•
Gewoonlijk werd feeds door de pauselijke bescherming een ge'deel^ telijt^ exemptie ge^even, hoewel1 beide privileges, exemptie en
bescilfelrAingi goed rnoeten onderscheiden wordert. Beide waren onaihankelijke en versdhillende rechtsverh;oudingen-
van het kl6oster tot deti Piaiis* Ook na het verkrijgen van de patKselijke be$ch©rnting bieei een Mobster, behoudens de sjpeGiaal opigenoemde* piinten, bnderworpen aan de bisschoppelijke rechtsinacht. Aan de po* gjngen van sommige kloosters, om hun beschermingsbrieven als exemp(19) Voor de notie en verdeeling der exemptie, vgl A. VERMEERSCH, De Maiosis Iristitutis ef P&rsmis, Brugge, 1902, I, p. 211 nr. 362 : A. VERMEERSCH-
T. CRETJSEN; EMotmJms Canonic*, MecheleH. 1937, 1, § p. 569, nr, 77$ r fc
X, WER1STZJP. VIDAt, De Religions, Rome. 1933, ^ 3$5i Ver^dere onderverdeelingen der exemptie sjBLjn Hier van^ geenbelangr
(20) c, 12^ C XVI, Q; 1. (21)
'
-
]
Vgl. voor de geschiedehis der passieve exemptie, A. HIIEFNER. Das,
Reqhtsinstitot der klosiertichen Exemtion in der abenctlandischen Kitdhe, Mainz,
l§07; A: SGHEUERMipN, Die Exemtion, p. 35-73 ; R MA^fitlS, Die Privflegien
des Franziskanetotdens, p. 140. . (22) Vglfvoor jbet ^oenmalige begit*p der exemjptie, A.
o. c, p. 58; a KiHREIBER, Kurie uni Kloster, I p, 29,
29
lie uit te leggen, wercl door vexschdllejide pauselijfce\
^
einde gemaal^t (23).
De yejfooiMitig van bescheirti^if efo eacetnptie teunneh we
het best aldifs bep&len, dat tile ex-emple klposters de pauselijke fes* scherming ganoten,
doch dat niet alle bescheriride kloosters exempt
waren (24). Be Kruisjieeren waren van het begin af, ,volgens het algeinean fecht, heelemaal onderworpen aan de jurisdictie van den bisschop en bleV(sn dit tot het jaar 1248, Sarften met de pauselijke besGherming
ontvingah ze toen verschillende privileges, die hen wel niet heelemaal beVrijdden van de bisschoppeliike jreci|itsitiaehtr maai^ hierop tpch eenigszins inbxeuk maakten. Vooreerst ton, door het venhehlen van den regel in den, bescheritiiiigsbriei, de.bisschop hieia&c! geen veranderingen meer aanbarengen. Ook werd het redht gegeveit gbederen aan te nemeny wa^rvoor
anders de bisschoppelijfce toelating noodig wais. Verder mochten de Kruisheereti clerici in hun Ofde ppnetnen zonder de;^ bisschojppeUjke tpestemming, <en bttitenstaanders. op him kerkhof begraven. Behalve het feit, dat de bisschop op kloosteigoed geeri ketk kon laten bouwenf
•v^erd ook doot het privilege om godsdienstoefeningeti te houden in tijd van interdict, de strafjnaete van den bisschop eenigszins feeperkt (25). Voof7 die fest bleel echter de bisschoppeliike inaoht pngeschonden be, waayd^ en wel tot in 1518.
Iii.dat jaiardiende Nicolaas a Riipeloiti, Generaal der Ofde^ te Rome
zijn beklag in over de vportdurexide geldelijke lasten, zpowel door wereldli]l^e als geestelijke overheden aan de Kttiishaeren opgelegd. Qp hieraan een einde
te maken, vroeg hij
aan den
Paus
opnieuw zijn
bescherm^g en de bevestigdmg der privileges (26). Oj) 29 Maairt van hetz^lfde jaaar vbldeed Joannes XXII aan dit verzoek en gaf tevens, samen met andere voorrechten, het exentptiar privilege (27);
Dat hier werkelij^ volgetis de toeii. heerschende opvatting, de exemptie geg.even wea?df blijkt irbpreerst uit de woorden c sub protec tione suscipimus speciali», daar deze formuul sinds Alexander III de klassieke uitdrukking was om den exempten
rechtstoestand van
een
klooster aan te duiden. Juist bij itioeilijkheden en vijandschap tegen
de klposters werd die term dopr dteri Iteis gebrtiikt (28). Oofc liej ont(23) c, 18, X de privilegiis, V, 33; c 8, X", id.; g. 10. de priviiegus; V, 7t in VI°. .
(24) G^ SCHREIBER, Kurie und titmtet I p.' 27; B. MATHIS, Die Pvivitegten ten des Fratiziskinerordens, p, 4^5», 12-13 > P. |IINSGHII |IINSGHIIIS, System des tea-,
fholischen h Khh Kirchetmechts,: V Berlljn, V, Bl 18§1 p. 331-334, 331334 971-974. 971974
(25). C. R. HERMAN^ Aiinale^ II, > ^4-66; zie pok G.
Kurie und Ktostec, II, p. 353, 219.
(26) H. RLfSSELIUS, Chronicon Cmciferotum, p. 70, hij C. R. HERJ1ANS,
o. c,, I, 1, p, 64. . ' ' ' ^ (27) C R. HERMANS, p. c>, II, p. 1Q5-W61 « perscpnas ivestras ac memaste^ Ma... sub fceati Petri et nostra protectiPne suscljpimus sped^li». ^ .
\ ■. (28): G. SCHREIBER, p. c, I, p. 52-53; P, HOFOVWStER, Die Verfassung
des kgli&ndischen Kvmzhettenovden^ p. 195; R. HAAS2, t>ie Mieuzferren tn den fflteintanden, p. 10.
btekeft van net bissoboppelijk voorbehoud,
^
criterium, wijst op exemptie, daar hat gewoonli]k doidt penheid aan den bisschdp (29).
.
.
Ook de Kruisfceeten h*bben het schn]ven van Joannas XXII aMus opgevat. Dit kurmen we opmaken uit de aanteekemngen die de.auteur
van het bovengenoemde Luiksche Hs. 25 D 11 in T^gJ^*fol. to.'teekent hij bij dt> betretfende zinsnede van Joannes XXII aan . a exemptio personariim et monasteriorum».
* Deze opvatting wordt bevestigd door Ben schrijy*n van den aartsbishop1 van Keulen, Maximiliaan Hendrik van Be,eren, ™^™ 1675. Deze zet hiferin, op aanvraag van een prdxnaal te Rome de m ridhting en levenswijze" der Kfuisheeren mteen, en *8*o*drt deKruisheeren het exemptieprivilege ontvmgen van Joannes XXII en dat het door InnooentiUs VIII geconfirmeerd werd (30). , Hoewel hier dus volgens de toenmahge opvatting de K™isheeren exemot werden, volgt daamit niet, dat zs heelemaal onttrokken vrer
Sn aPan de bis'schjpelijke redhtsmacht; Want gelijk we reeds zagen
was het exemptie-priyilege geen begrip met vastomhjnden ^oudZoo^dra een kloosteir op een of ander voornaam- punt onttrokken werd aan de bissohoppelijk© rechtsmacht, noemde men bst exempt.
Trouwens de oorkonde van Joannes XXII bevat twee bepalmgen
waaruit blijkt in hoevarre de Kruisheeren werkelijk exempt werden.
Vooreerst konden zij niet meer door den^ bissohop voor de recht-
bank gedaagd worden, dooh mochten in het vervo g alleen geoor-,
deeld wordJn door techters, die door den H. Stoel waren_ gedele-
gaerd (31). De rechterlijke macht van den bxsschop over de Kruishee ren w^rd hierdoor uitgeschakeld. Toch moet hierop volgens het toen
heerschende algemeen r«cht een uitzondering worde^ gemaakt. Want
door het deoreet «Volentes» van H Conoilie van Lyon konden ook
de exempt* kloosterlingen altijd door den Ordinarius looi- voor_ de
r'eohtbank geroepen worden ratione delicti vel- oontractus vel ratione rei sitae of bij het misbruiken van hurt privileges (32). Dat dit gedeelte der exemptie in de volgende jaren werkehjk door de 'bisschoppen werd geeerbiedigd, kunnen we uit verschillende ge: aevens opmaken.
,
'
.
.
In 1369 werden 4oor Pans Urbane V voor den ti]d van dne^ ]aar
verschillende r&chters afgevaardigd voor da Kruisheeren (33).
In 1413 werden door speciaal door Rome gedeputeerde rechtersi«
rechten van den Generaal tot visitatie en verbetering der opstandige klbostets verdedigd (34):
In. 1464 stelde Paus Paulus II den abt van het klooster van bint
Victor te Parijs en den deken van de kerk der H.H. Apostelen te
Keulen en van de Sint Paulus te Luik aan als beschermers en als (29) G.'SCHREIBER, ofc, I, p. 61^63,
(30) C. R, HERMANS, o..c, III, p. 348.
,
(31) C R HERMANS, o. c/, II, "p. 106 : «nolentes vos a quibuslibet locorum ordinariis conveniri, exceptis dumtaxat jtidicibus a sede apostolica delegatis».
(33) A %iEm^C^mO^mLettres d'UvbainV, Analecta Vaticbno-Belgi*
ca, vol. XV, t. II, Rome, 1932, p. 228, ^2374. H4) C R. HERMANS, a c, II, p. 535-546.
31
renters oftilaij ^mm&i<mii$ m^em^Bdm me* Mirtensta^Kfets de .:;,
Kraisiheeiien te helpem ©a IrtiK tedhtera te; verdsdigen (3$;
<-
.Het proees, gevoerd door de BosrardenlaiioedeFS: S^ %>H&^j6|i. bosah tegen de Kwisfceerefii fet S*S^; vawwegB ",h©.t w«derae#ifel4$k; ki-
bezj$nei*ien Bt^afe«©s« ddi'^:^ $e van fcet Bt^afe«©«ss«ejj> w^d^-.dooJ
den Pausetfgevaardigdentee^xtst ifcitgespsofcea (36); ©ok toen in 14^^^
gehouden Kapittel, waarin de'^niisheeien van Hoei sen aanslftg ;sagen op d« PBcht&n vaii het moadetfeuts, wendden dezen zich onmiddsllijk tot den Paus, die reehtess aatistelde, om de zaak tff onderz&eken {37)s'
IJit deze gegevens blijM, .dat btj voorkomende moeilljkheden niet de bisschoppen ak reehters optradeK, doeh dat deH. Steel redKtera de-
legeerde. Toch werden hieiop dofe wel eens tdtzpnderinaen gemaakt
zoowel door de Ktuisheetea zelf, als door de bisschoppen..
Onder de vervalperfode in d« tWaads helft van de veertieiwie eeuw namen versoWllende leden d&r Orde bum toevlacbt tot de bisscheppea
om zich Z6odo,ende aan de gteHoofis&am%&id van den QSneraal te on**
trekken kken fSfi). fSfi)
Verder bMjkt trit een doowmenij vw 26 Mei 139?^ dat da Prior ©ft het convent van Keulen zfch voof bet nakomen' Van ean aangegane verphehting (de stiehting van een dagelijksehe If. Mis); onderwierpen aan de rechts- en coetoitleve maeht van den officiaal der Keulseh* bisschoppeirike Curie (39).
,
Door de tweede bepalmg over d& exempfie werden dsKtuMieeren
onttrokken aan het wijdingCTecht van den eigen bissehopv ¥olgens het
algemeen reoht w-as de wijding, zoowel van persons* als zaken, Voorbehouden aan den Msschop der plaais. Hij alleen oefende inzisw
chocees het wiidingsfeeht uit ®b boosters moesten, huti kedten en
bidpiaatsen, h^lh altaren, kerkhowen en benootiigdhedeiv Voo£ de« eese>
tl6^t4^. ^em Iate" °on^Weeren of segenen , hun csndMaten vPo? ,, Hi ^i'dln9ei1 "WwWfi de kloostefoversten a&n d«n Msschap vooi«
stellen, hij ook zoirgde voor het Ghrisifta en de H. Qli© vobr de kloos' ters van zyit bisdom. In h%t eerste soncilie van taiersnen werd dit als algemeene regel vastgesfeld, zoo ook werd het in het defcsaet van
Gratiajtus" opgenomen (40).
_ Toor de kloosters. was het vanaelfsprekend, dat ze de wijdingen door den plaatseRjken bissohop lietendoen. Zoolang deze htm goedgezind was en de wijding kosteloos geschtedde, bracht ztM een onder-
.f
werpmg aan het bissehoppeiijfc wijdingsrecht totaal feen aoeiliikheden mee. Anders werd het, als de bissdhoppen hierin e6n Iftiddtei zochten tot inaohtsmisbraik of geMeKJk voordeel. Juist in die gevallen vfoegen de kloosters dan ook aan den Pfus de vrijheidin de fc&uze
^ ^-S^S^^ ^^^ "' o. 300-305." -I \!%lmSeUliS' Chronicm Crueiferomm> p, 13%^} G. R: Y38) G*R. HERJMAlsfS. o. c, II, p II7-118 '61 C R,; HERMANS. jjtc.v p. 343-359 en 367-371
R HINSCHIUS,
Van den wijM&scftop^ iaaa?t,. Dit voorredht wefd echter zeldeii gegeven.
Wei werd er in veijdhilfende synoden- op '^edrukt; del de bissGhoppem voor de uitoefenin^ der wijdingsmaciit geen geidelijke lasten aar* de kldosters tadchten ©pleggen, dock tegelijk werd de tnacht van den bisscrtdp opnieuw bekrachtigd. Volgens MATHIS valt er zelfs vqos dit privilege eetfder een achtertiltgarig: dan <een evolutie te constatee* ren (41),
Voor wat den toestand in het begin der. dertiendfc aeuw betreft, kan gezegd wdrdin, dkt voor bnge^eer alle kloosteirorjien uitdrukkelijk weird va^tgesteldy dat ze bij- nontiBle verhondingen de wijdingen vanhiwt ei§en bissGhop moesten ontvartgen. Dit werd in de pauselijifce oorkdnden, hbewel ntet. eenige varianten, weergegeven in dse iormuuj :
a Ghrysma vero> pleum sacrum, consecrationes altaritint seu feasilioarumy
ordinationes cleilcoium, qtri ad ordinss fuerirrt prcjniovendi, a dioce-* sand susGipietis Epfecopo », waarbl^ echter de claiisule geplaatst w«erdis «si quidem dartiblicus fuerit et gfatiam et comraunionenir saGrpsanGtae.
Rdmanae Sedis habiaeritv et ea vobis voluerit sinB jpraYitate aliqu^ exhibere»f zoodat iri geval van exGommunicatie, schisrtia of sjmdnie; van den eigeii bissGh^p, de Vrijheid" gegeven werd een anderen- bis$cKdp te vragen ora d# wijdfrigerv toe te dienen: (42). Bi^de Kniisheeren vinden we deze fonnuul terug. iti de eerster-beschermingsdorkond^ die'm 1M8 aan het itioederhuis van Hoei ert in
1254 aari het kldoster van Namen gegev«en werd (43). Zer bleven dust heelemaal oriderworpen•■•aati^ hei" wixdihgsreoht Van den bisschopf zdo^ ^lang die zich niet in een der drie bpvengenoemde gevallen -bevdnd, Oit Miifde fof 1318, toert de Orde aan het wijdktngsreclct van den plaatselifKen bissphop onttrokken werd (44). In het vervolg mochterji ze^ de
«drkines» dodr ieende^r welken bisschop laiek toedieaen; Nu stelt zicli
de vraag : Wat moet er onder « ordiries a verstaan Wotden ? 1& er hieir alleen sprake ^an wijdingen van personen, of gelcft dit ook voor alle andere wijdingen eri zegeningen ? "Want het woord tf ord^> » wifst eigen- ' lijk alleen op het toedienen der wijd:ingen aan personen en niet op cie Gonsedraties of benedicties van zaken (45). Doch dan dfingt zicn een andere vraag op. Waarom werd dit privilege gegeven ? De reden zal wel dezelfde geweest zijn, als Voor het-eerste gedeeHe cter eicemptie, nl. moeiliikrieden met, den bisschop, die dan in het weigeren der
.wijdingen een krachtig dwangmiddel bezat.Als dit vporrecht zich nil
alleen uitstrekte ovet personen, en de Krmisrveeren ziah dus toch voor de aiidere wijdingen tot den bisschop moesten: wendenj; was deze og1 lossing niet ddeltreffend. Want, hoewel de vrijheid voor de wijdinjgr (41) B. MATHIS, Dte Pfivtiegien des Fmnziskanerordens, p. 24 met de aaribaling: der bronnen p. 141; dota 5. ' r .-.,*.' (42) G. SCHRfelBER, Kmie und Klpstep, I, p, 179481 ; B. MATHIS, o. c, p. 27-28 en 142, nota 32<3§[,
>
. (43) C R-HBRMA^
ft & 66 m 79.
(44) G;--R. HERMANS/ o. c, p. 106 « aacros: etiam ordines a qtuolibet afdiier
piseopo vel episcbpo g^atiam; Sedis Apostolicae ihaiyeBte et es^etutionem sui offidi dbttnente, vobis peordipere licebit si ipsi vobis eosdem cortfejpre volueaint sinequali-
bet.pravitate»* (45) BU CAMGEi Glotsarium mediae et inHma& tatinitati$, Niort, V%; 1886, ■ p>-:60^ ; •-■■ ..-. . \ ■.... -.:. . ;.- . -• . ... , -■ ■■ ■■'.•
.
■
""■ '
-•. . '
',
.
-
'
':
-
-33-:.
van* pejrsorvem de vooinaatti?t© - was, dam* daze geregeI4 moest toege-
die&d wofcden/ kon de bisseha$ toc4 ook feij de andere wi|dingen zijji
^acht laten grelden. Moet hier misschien een oplossing gezochl wor? den in d9 geipfte van gehoo*zaamheid, die fcij de priestervyijdirig door
den wijdeling ittoest worden a*gelegd ? MATHIS geeit dit aan 4s dfi
bo&aak, waaroift in de wijdingsprivileges het ondersGheid gemaafct ward tusschen de wijdingeri van personen en zaken, daar bij deze liatste niettiand koh gedwongen worden een gehoorzaamheidsgeloite
at te lejggen (46), Het meest waarschij^Iijk is, dat
keuze van den wijbisschpp alleen yoo* de wijdingen der personen ge^even vretd. Zelis al zou het anders zijn, dan hebben de Kruisheeren todh zelden of nooit deze yrljheid gebruikt, tenzij misschien in
enkele uitzonderlijke gevallen, Haar z© in; normale om'standigheden veel feeter'hun eigen bisschop dan een ander tot de wijdingeyi kpnden uiitnobdigen. Wei gebeurde het da* ie Mssciiop zelf tcejstpnd de wjdmgen van zaken door een aindereri bisschop naar keuze, te laten doen. Be stichtingsoorkonden vati het klooster van Brandenbuirg, gegeyen
in 1485 door Jan van Horn©, bisschop van Luik, bevatte de toelating, dal:'d© Kruisheeren hun kerk, kerkhof, klokken €jn altaren door eender welken bisschop konden laten consacrearen (47). Hetzelfde was het geval met 't klopster te Doornik. Ook daar gaf de vicaris generaal ziilke toelating ybor de wijding"" van kerk en kerkhof (48). Uit de enkele findere gegevens, die we over deze wij4ingen bezitt©n, kaji men opmaken dat ze overal door den eigen bisschop of zijn wij-bisschop gesdhiedden (49).
Tot zpover de exemptie van 1318. De toen vastgestelde lechtstoestand bleef nagenoeg onveranderd voortduren tot h?t jaar 1488, waarin ddfbr jpaus Innocentms VIII de algeheele exemptie van de bisschoppelijke rechtsmacht gegeven werd (50), *
(46) "Bi. MATHIS, Die PrWilegien des Franziskanerordens, p. 33.
(47) C R. HERMANS, Anrudes, II, p. 407; R. HAASZ, Die Fkeuzherven
in Aen Rheinlaiicten, p. 167, die voot de ooirkoncle yerwiijst naar C QUIX, Bei-
ttage zti. eitiet histctischiopografischm Beschreibung des Kveises Eupen, Aken, \m, Appendix nr. 21. . (48) U. BERIiERE, Monasticon fee/^e; Maredsous, I, 1890-1897, p, 461.
(49) C; R. HERMANS, o. eM II, p. 7% 121, 407; R. HAASX o, c. p. 150,
194; H. VAN HASSELT, Oeschiedenis
van
het Booster der Kmi$heeren te
Maastricht Maastricht, 1903, p.. 14..In 1516 ktegen de Pnbren van die leloostefs * vati Xonden en Colchester van Paus Leo X nog bifzondere volin^ten op dit gefeied. Samen met de pdnti&ealia werd hun de macht gegeven alle v^orwerpen voot den eeredienst te zegenen, als thierbij geen halving .plaats foe&ben moe^t. Ook konden zij de kerken of oratoria, die door raisdriif (sanguinis vel seminis effusione) ge^cjhonden waren, opnieuw inzegenen, dodi slechts metwater, dat rfeeds door een
kathbliek bissciop qezegenH was*^ Op de?e pttnten waren die boosters dus iiiet
meer van den bisschop afhankelijk (een authentiek afsdhrift-der oorfconde bevindt zich in het archief van "fiet Mooster te St. AqatJia). i (50V C, R. HERMANS, q. c, II, p. 422-423. Wegens het belang van dezen tekst halen wij ihem hier aan : '«Ut prioratus... Idea «t nSembra ad Generalis ef aki Priore^'et fratres et aliae personae... immunes exi^feint, ebs et e.orum singulos ac'fein^ar^, c^inversos et servltores »ia,,, sub Beati Petrl et Sedis -%rostolicae aii$v& nostra prc>tectione de-novo au.et^)rltate praefata suscipimus; et; ab ontni iuris-
dictione, cofrectione, superioritate, visitatione, dominio et potestate quorumctimque
&(^ie^piscopoftim> Episcoporum, et aliorum locorum Ordinarloruni... perpetua pror-
suife ejfimimus et totaliter liberamus ac praefatae Sedi imbediate subiicimus. ■ Ita
:■ :34
. .
'•
■-■ ■
-
"
:
'.-•-.
.
■.
' ■
In 2ijn bufle dliici^t ea» neemt de psus ee*st nog eews heel de
Orde in zijfi besch«tmingr onttrekt Mar aan alle riiacht der aa*Uk bisschoppen, bisschoppen en andere ordinarii, alsmede van hun vicarii en officiates, geeft haar de absolute vrijheid van alle geldelijke
lasten en onderwerpt, haar onmiddellijk aan deri H. Stoel. Daarna bepaalt hi] die exemptie nader, waaruit blijkt, dat ze niet volgens de gewone rechtsopvatting ntoet verstaan worden, ntaar dat ook de ver* scliltende, in de concilia gemaakte, viitzonderingen in het vervolg voor de Kruisheeren iiiet meer gelden.
1
In tegenstelling met het dekreet «Volentes» van Innocentius IV ntogen ze nu opk niet itieer ratione domicilii, deliGti, contractus vel
rei door den ordinarius gestraft wofden (51), Noch de dekreten van de concilies van Lateranen (1215) en Vienne (1311), nodh die van an-
dere algemeene en bijzondere concilies aangaande de bevdegdlieden van den bisschop over de exempten, zijn in het vervolg nog dp de
Kruisheeren van loepassing (52). Ook de bestaande gewdonten, wat
betreft de'jurisdictie van den bisschop over de Kraisheeren, worden
afgeschaft. Elke rechtsakt alsmede elk oordeel> excohimiinicatie, censuur
of straff in het vervolg door de bisschoppen over hen uitgesproken^ zullen van geen kracht en nietig zijn. Het is dus de volledigq exemptie^ de volstrekte dnafhankelijtheid van alle gezag buliten Ronte^ die hier aan de Kruisheeren gegeven wordt (53).
,
•
Hier kan men zich afvragen : tot wie strekte deze exemptie zich jtflt? Werden alleen de eigenlijke leden der Orde exempt of .ook anden ?
Uit den iekst zelff waarin deze exemptie gegeven werd, kan men
.
quod Archiepiscopi, Episcopi... etiam ratione domicilii, delicti, coritractus vel rei
de qua ageretur... nullam in eos et ea iurisdic$ionem, correctionem.T. exercere, nee
excommunicationis seu quasvis alias sententias, censuras e't poenas promulgare praesumat. Decernentes omiles et singulos proeessus... quos per Archiepiscopos... contra eos promulgari contigerit..'. nulla irrita et ihania, nulliusquc fore roboris
aut momenti; nonobstante... Innocentii Papae IV... contra exemptos, quae incipit
Nolentes, necnon Lateranensis et Viennensis Conciliofum aliisque apostolicis... cbnstitutionibus... nonobstante ceterisque contrariis quibuscumque. >>
(51) Dit dekreet «Nolentes » moet blijklbaar zijn «Volentes»; Vgl. c. \f de
privilegiis, V, 7, in VI6.
(52) Hieronder vallen vooreerst de bovengenoemde punten, die op oiize exemp tie van 1318 een uitzondering maakten. Verder bepaalde 'het: Goncilie van Vienne, clat de Aartsbisschoppen ook bij exempten het kruis voor zich uit mochten laten dragen, het volk mochten zegenen, en pontificaal het H. Misoffer opdragen of.in hun aanwezigheid laten opdragen. Zij mochten echter geen jurisdictie over de
exempten uitoefenen of inbreuk maken op hun privileges; vgl. c. 2, de excessibus
privily V; 7, in Clem. Welke dekreten van het Lateraansch Condlie hier bedoeld worden is niet duidelifk. Is het misschie^n can. 12 over het algemeen generaal kapittel der verschillende kloosterorden, hoewel hier toch de jeguliere kanunniken werden uitgezonderd ? Zid HEFELE-LECLERCQ, Histoire des Conciles d'aptes tes documents originaux, V2, p. 1342; c. 7. X, de staru monachorum, IIIf 35: of misschien can.-7, die echter slechts in het algemeen over cleric! handelt ? Vgl. HEF^LE, o. c.t t V,
p. 1335; c. 13, X, de officio iudicis, I, 31*. Want andere canons met betrekking
tot de exempten bevat dit concilie niet.
.
<53) P. HOFMEISTER, in ziin studie Die Verfassantf des hollandischen . Kreuzhercenordens in Festschrift U, Stutz, p 195. stelt het voor alsof de Kruishee
ren in 1318 volledig exempt werden. Van de uitbreiding der exemptie door k totaal geen melding meer.
.
-
■
'
.
... ...'
" y35
> dafe tiiet aJ^eep ^&: frames,, ec&verai en. donali;, 3it efoeir ocfe al 4ege&en, die in hat kloostel nl. behalve de lesde^' der O|de (Ixatres
^
^
^n
it^g^wone beyriping van\ d^ re
deaf bis$ahogpen verleend: werd, is? niet dtiidelijJs. Had de d^
meraal meer (mafea^feJijiElieid gwraagd, da^ de Oj$0 pi dan1 toe
bezat ? Hadden mbeilijkheden ta&t sommige bisschoppBiL^ ni^toe, aanl^Miitgrgeg^iren ? lets ^aii dien aard kttnnen we Qpinaken uit ket begin der (M^positle- van deze^ oorkonde. Daarin dfufct die Pans erop, dt der visitato^en ia- het vervolg hun ambt moetdn feunnen mtoefe- / volgens de- stetutem der Orde/ zoiider dat ze daarin door de
fepe^ gfehfed©^^^ : ."„_.. ]' we: ap de eyolijtie van dit pivilege.bij d^i K]^sii6©reii. teriig7Am, loMsie^^^ du^
lip^ieid, dtier period©n QndaKqhesiKte^
X
Vkn 1248 tot 131B Weven; da Kiftish^e^n, a|gezi©n vair d^ pawse e;> besehermkig eit enkiele prfyile^es, aanrde bis^(^pp|pn pndeiwor-
Van 1318 tot 1480 waa?en $er behalve in de door feet aigan^eert recht uitgezonderde g«vallen, onttrokfee^ aan d^ jachteriijfce macht en aan. immiMm^cki der Isa^dtibppen,
Vte M8a tot aan he* cpncilie van Irente beleefd^nr ze het tijdpeiik
van de algeheele exemptie, aan wier inhoud niets meet kbn toegevfiiegd.
woide^ HievKnee haddfn ze dan ook. het hoogtepunirbexeikt,, daar het concilie van Trente op verschiltende punten aari de bisschoppjon hun: macht t^
(54) C. W. HERMANN Ahnafes, II; p. 420.
HO OtD STUK ' .
■
■■.••.
.
III. .
/
De Kerkelijke Diensten.
y
In h^t Jlev«h der Kerk ;irv het algerrteeh, alsaok' in .feet
ven in J^et bijzonder, hgeft de eetedienst uit idien aard de* fcsafc zelf alti]A eien gewicltti^ t-)m
eti fce vef^elrtakfcelipeit, hebben de Pausen niet geaarzeld^ ook op dit gebiefd aan de felobsters vbowechiten te Vietleenen/ ^zobwel ;vobr liet Bouweil vait kerkerv eii bidplaatseh, als vodr he^^ouderi dm ker
kelijke diensten. 2k>o ontvingen b. v. verschilleftde kloosterorden k0t privilege, om ook zonder de toelating van de bisschopperi Jketfeen te boirwen Qp hxin. eigen goederen / soms Werd hieirbij liet verbod uitgedftjjct, vreemdle keriseiv dp den kloo^tetjgrond te bdttwen/ eeii tlafere ontwikkeling Kiervan wa"s het privilegiuin cannarum, waardoor dp be-
paatdeh afstand van de ktoosttefkerk geen andere ^cerk meet mo^ht
wbrden gebowd (1). VdiOr wai het bouwen van kerken en; bidpltat* senbetreft, hebben
de Kruisheeren
slechts
een privilege
gekregen,
eri wei in 1248 toen sameh met dfe pauselijke bescberming het verbod g^geyen weird aan ti[erden "om op de klbostefgoederen een nietiwe ka|3el bi oratorium 1e bou'wen, tenzij met de nopdige toelating# niet
alteert van den bisschop, ddch odk van den Prior." Zij, die echter een
pauselijk voorrecht hiervoor bezaten, behielden dit recht. De oorkonde
van 1254 aan het klooster van Namen bevat ditzelfcle privilege (2)/ Verdere bbuw-voorrechten kregen de Kruisheereri niet, zoodat ze
hiervoor altijd afhankelifk bleven van den bisschop (3). Wei ontvingen
ze ;in den, loop der tijdqn verschillende ahdere privileges voor den jpeE©di^rKLtr waarvan het eerste en ^voprnaamste yras, d^at ze ook in tijvan interdicf godsdienstoefeningen mochten houden. Het interdict is de kerkelijke straf, waardoor de uitoefening van
(1) 0- SCHREJBER, Kttrie und Kloster, II, p. 2-1; B. MATHIS, Die Ptivi-
legien ,des Fvanzisk&nepocdens. p/ 36-S7 ;.. A. VERMEERSCH-J. CREOSEN, Epi
tome, 1, p. 438, n. 610. (2) C R. HERMANS, 6. c, 'II, p. 66 en 79 :
«Prohibemus insuper, ut
iiifra fines parochiae yestrae nullus sine assenu dioecesani Episcopi et vestro, capellam sive oratorium de novo construere audeat, salvis privileges Romanorum P^fi (3) c, 14, X, de priviL et excess, priv., V, 33.
37
den ee;redienst, het ioediienen en ontvangen der sacrameinteii en de
kerkeiijke begrafenis verbdden wordt. Het wordt, onderscheiden in een persQpnlijk, plaatselijk of geiriengd interdict, naargeiang pnmiddellijk perspnen, plaatsen, of beiden §elijk er door getrpffen wdrden. Woow&l feet petfsoonlijk als het plaatselijk interdict kan particulier of algemjeen zip* JKj een partieulier interdict wordt ajleen een privaat perspon of een
afzonderlijke kerk gestrait, tefwijl bij een algemeen interdict de steal
zich uitstrekt, ofwel over een gemeeruiGhap van pergonen, ofWel cvef
stederi, over bisdommen, kerkprovineies eh zelfs heele lancien (4). Voor onjs geval is alle^n het algemeen-plaatselijk interdict van belang, waardoor dus een hdele ?tad of streek van de \iitoefening van den
gpdsdienst beroofd wprdt. Alte inworiersjf opk de klposterlingen, vroid&n erdopr getrbffen. • y.-:l"" In de I2e en lSe-qetiw^ had, wegens^ de yoortdurende kerkeiijkt^isten; het interdict als kerfcelijlce straf een geweldige tiit-
genpmenv Een -irtfefdict over steden was, in ^|e dagen geen g / soms zelfs werdeft b^ele landen op deze wijze gestj^ytj
, gooals het in 1200 met Frankrijk, en ill^ |209 met E&gelarvd gelaeiirde ||);
Daar. Jiieidopr mile gpdsdieiistig levm werd stilsfelegb! en vodral bdj langdmrtg interdict eem achtertlitgaiag vail gp4sdiejis^ig]beid to ge-
ippfskennisf; en een v^rwilderinf det zeden volgde (6)f.zagen de Pau* sen $b npodzakelijkheipl in, hierin v^ischillende veizachtingen akii te brengyanj zdowel jdoot ke^elijke w^tt^n als door het v^rleeiien van priy|Leges.
Zoo liet het ajgemeeia recht toe, de kinderen te dpo^en^ en teypr^itien; d^ stervenderi mpchten het heijig, sacrament der biecht en, het viaticum ontvangen / pxiesters en kloosterlingen, die het interdict on-
derhouden hadddh, mochten in ge^ijcle Barde ;begrav«etv wprder^ i^cfc.^
zomder dat hierbij eori ^ijkdienst plaats had/ in de klPo^rfef^|Bn
mocht het koprgebed worden gebeden, niet da&s heel de 'cpmmiiniteit, . maar met z'n twee- of drie-en afzonderlijk en met gedempte stem, opdat het buiten niet kon gehoord w#rden, Tavens wais het jtiet verboden de klpkken te Imiden vopr het Angelus, voor de berechting
yah een^zieke en voor het aankondi|f^n Van een preek, Eenmaal per jaar mochten de kloosterlingen het H. Misoffer opdragen. Ook voor bisschoppen,
vreemdelingen en
kruisvaarders
werden
enkele. uitzon-
deringe'n gemaakt (7). Aldus was de toestand in de dertiende eeuw. Niettegenstaande deze verzachtingen, bleef vooral voor de klpos
terlingen het onderhouden van het interdict een zwaxe beproeving, daar hierdpdr het kloosterleyen bijma pnmogelijk gemaakt werd. Hierin (4) MARX Interdict : in Kwchentexiccm, VI*. col. $20-825. (5) MAPX, 1. c, col. 824; B. 3WATHIS, Die Ptwilegien des dmst p. 52; F, KqBER, Das Interdict, in A. k. K. R., XXSI, 1869, p. 2Q, die ineer. dere, voorbeelden aanhaalt. (6) Vgl. tcr illustratie F. KOBER, 1. c, p. 37-39.
(7) ct 43, X, de sententia excomm., V, 39; c. 57, X, id.; c. 11, X, de sponsal., IV, 1 ;c. 11, X> de pqenit, V, 38; c. 24, X, de priv. et excess, priv,, V, 33; c, 25, Xf id. ; 38
verhielpen de Pausjen 4oor verschillencle v*ijh«den te verleeneft in den vorm van privileges,
De Kruisheeren kregen in 1248 van Innocssntius IV het voosrecjht om bij interdict de goddelijke diensten te ctelebreerten (8).- «Divina officia celebrarq»/zegt de Baus. Hierdoor w©rd vefrstgian het opdragen van het H. Misoffer, het houden van het 'koorofficie en het gebruik
der sacramentaiien. Dit wefdechter slechts op*de volgende voprwaar-
deri tdegestaan : de deuren moesten gesloten blijven, opdat aan niemand de gelegenheid zou gegeven worden vart buiten de goddelijke diensten bij te wonen .: niemand mocht worden toegelaten, tenzij de ledeti'def Orde 7 alle ande^en, zoowel het gewone volk als het dienBtpersoneei van het klofaster bleven als i,nterdicti uitgesloten ; de klpkken mochteh niet galuid worden, daar niemand van buiten tot deze diensten mbcht worden uitgenoodigd; alles moest met gedempte stem
geschieden, dbch vooral zondar, gezang, opdat het vanaf de kerkdeur niet zou gehoord worden. Opk mochten de Kruisheeren dit privilege slechts gebrtiiken, als fe^ zelf onschuldig waren aari het interdict (9), Daar er hier alleen sprake is van «divina officia i bleel de Orde vopr -de aridere gevol^an van het interdict, het tpedienen oi ontvangen der -sacramenten en dfe kerkelijke begrafenis, aan het algemeen recht onderworpen. Want steeds ward er streng onderscheid gemaakt ttisschen divina officia, sacramenta en sepultura (10)..
In de besGherittingsdorkqride aan Namen in 1254N is ditzelfde priviv liege vervat (11). Hef; klobster van Hoei kreeg echter in hetzelfde jaar eien aparte oorkonde, die niets anders daii dit vporrecht bevatte. Uit de termeinj waarin het gisgeven werd> blijkt, dat de Kruisheeren zelf het opnieuw hadden aangevraagd (12), De reden was zonder twijfel, dat d^it jaar de Bisschop van Luik aan de stad Hpei het interdict had opgelegd, wegens een oproer van het volk tegen de overheden der stad, waarbij verschillende gewelddaden hadden plaats gehad (13)/ Toch kan dit alleen niet de grond «sijn, waaxom de Kruisheeren te Rome de beyestiging van een privilege vroegen, wat ze toch slechts enkele jaren geleden hadden ontvangen. Mogelijk had de bisschop geprptesteerd teigen de uitoefening der godsdi^ristoefeningen, zoodat ze voor alle zekerheid het privilege lieten bevestigen.' ~ (8) G. R. HERMANS, Anndes, II, p, 66 : « Gum autem genecale interdictum
terrae fuerit liceat vobis, clausis ianuis, excommunicatis et interdicts exclusis, non|
pulsatis campanis, voce suppressa, divina officia celebrare dummodo causam nondederitis interdicto».
.
■
*
(9) Zie voor de interpretatie der formuul : P. HINSCHIUS, System des hath, gitchenrechts, V, p. 524 met nota 7, 8, 9; p. 525 met nota 1 en 12; F. KOBER, 1. c.t XXI, ,p. 308-310. Voor de uitsluiting vail de familiares en domestic! vgl. c. 11, de priv. et excess, priv., V, 7, in VI0. De interpretatie van <:< voce suppressa»
geeft Irmocentius III in c. 11, X, de paenit. et remiss., V, 38 : « voce ita demissa
quod exterius audiri non possit».
(10) P. HINSCHIUS, o. c, V, p. .524, 528, 531 ; F. KOBER, 1. c. p. 338-339 ; c. 8, de priv. et excess. ,priv., V, 7, in VI°. (11) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 79.
(.12) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 8L
(13) J. GHAPEAVILLE, Gesta Pontificum Leodiensium, II, Luik, 1613, p. 287288. 39
is $mi de §atv£pne B^alingen d$ cuatiditie « dummodo id non continual vobis specialite* ii^teMidit.
^
#lemeifitBii fereiigt deze xjonfknaiatie €K?hter met/ jeventtun ate die
Jo&n^es Xp£II in -.£318 .{$4), ,
4i$^^
'"-:.•■
h^ algfcins^ rj^
,
.....'
sc&ffiende veranderiingen 6nd8rgaan. BoiTiifapius VHI had nainelijlt wm d&T&e&s door zipv voorgaiigeis aai^efeikcjtite yerzach$|ngen enkele be-
palirtgeti ici&fevoegd, Voostaan moohten niet alleen de sfesw*idenf dbch alle ^e^^g^n.J^ ge%qoiur
ittui^Gte^den of zij, die^ de sdhuld mmeix van hiet iftfetdict. In alle fcerl^epi en fcl©osters moeht elken daj^ geUjife voor het intetdict, de H. MJs gelezen en andere ^©dsdien^toeleaadnigen gpehoiiden worsen (15) j
;d^^: ^oitdea? db gewpne y00m$mdm\f M. m&t ged^iripfe staftv de i$xi jg^tete^ zonder kloik^lm en rnmik nitsluiting
en iia*erdicti. &p de leesteii van Keicsteli, Pasch©n# Pinlsstes^en de WxpteJcen
gefoid warde^ ^de
Kb* v©lk 'v^lden to^^la^n^ altejin die
^
Hlerdoor irttod het ^peger aan
wordt, dstt de KrUisheeren ze odk fe *l|d van in^Tdi^ ^ctoen gejteal-
, en...in^ het contraGt van den ■Prior vafi Keiil^nyan 1399, waarinMbz& e&^:zekexm. Betrtis de Ifalsbein belopft, da^elijM een II Mk te
.ook ten tijde van irvterdfet |17). .... ^ / In WS2 iire$d het piriyjlege ^ppni^w #eg©yen dopr Paus JBugf •IV en; nti aanttteiifeeUjk i^tgebreid, zoojsfcel wat oiitge&trejctheid als t inhoitt ibetrof (18). Want tiu wefd tit voorrecht niet sliachts v«rfeand
,aan 4e^4eden der'Orde zelf^ inaar eyeneens aan het persorteel, dat in ;hej J^e»09t^r ^eitfezaaiti was. lehstlye de «Priors et flattest worden ook de «d.pn^ti et fami|iare$» genQeiad (19)/
C. R. HERMANS; Anmtes, II, p. 106. (15) F. KORER, Pas Indict, A. k. K, JR., XXI, p. 30§ ieidt fetemit al dat nu alle priesters de. H, Mis poohten, lezen, opk als er in dezelfde te?k£n meerdere ( H, Missen plaats shaddfen, terwijl volgens de vroegere privileges sledits eeri H, Mis
mocht worden opgedragen.
(16) c. 24t de sent, excpmm., V" 11, in VIO. (I?) C R. HERMANS, o. c, Ut p, 176; H. ~ ttnd J^este/ti VI, m* 1229v
SAUER1LAND,
Urkunden
(18) C. R. HERMANS, o. c, IL p. 230431 ; « nee non tpsi Pjdores et Fmtres
. in eisdem Domibus tempore generalis interdicti, januis dausis, "et excommunicatis' ac inteedfetis exdusis, missas et alia divina officia in eorum invieem dictorumque donatottim et faniiliariuin praesentia celebrare seu celebrari faeere; ac eis inviceni praelatisqwe. donatis et familiarlbxis Efdesiastiqa Saeramenta niinistrare, Necnpn P^ianimt fratrum, donatorum ac iamiliaritun pfaedictorum, et salvo jtire parochiaii, quortunlibet aliorum, qui sepulturam iriibi elegerint, pro tempore decedentium cotr ppra JEccl^siasticae sepulturae sine solemnitate tradere ». >
(19) Dat hier de donaten afzonderlijk vernoemd wprden is aldus te verldaren,
dat tot 1^2 de donaten-broeders niet als eigeadlilke ledett der brde bes^bduwd "werden,
daar sledits het volgende jaar de pauseljke foedkeuring over hun instejling en
statuten verkregen werd. Vgl. C R. HEKMANS, o. c, .ft, p. 233, 237; H.-&USSBLIUS, ChrorUcbn Cmcifetcmtm, p. 10^106, bij G. R HERMANS o '-&. I 1, p. 104-105. # ' ' . ..
40 ..■
■'
";
.-
■
.
Daarbij ntoehten niet alleen de goddelijke dienstefi gehomden, dooh odk de saeramenten door de aanweisigen warden orttyangen. Eveneens werd de kerkelijke begrafenis toegestaan, vooreerst aan de leden der Ord$; en het dienstpersoneel, verder ook aan alle buitenstaahtlers, die
'.bij.de Kn^sheeren hun begraalplaats kozen: Dddii Mer werd, behalve het voorbehomd 'voor de parochierechteh, ook de restrictie gemaakt : «sine sotenfmitafe». Blechtige begrafenisdiensten bieyen dus yerboderi (20). Hiermee had dit privilege zijn volledige otttwikkeling toareikt, daar he* Sxle^oiidig verbod voor de f^ddeltjke dienstenv de sacrameriten en de kerkelijkie begrafenis nu voor de Orde was opffcheven. In latere oorkohdeh voor heel de Orde wordt het dan oak niet meer v«ettneld. "Wei vinden we het terug in h^t schmjy^n van Paois Leo X
; in 151^6 aan de klposters van Lohdfcit endolchester gericht ".(2.1^-
/
Een ander voorrecht voor den eeredienst kreeg de Orde in 11249; Op 4 Janttari vail dat jaar gaf de KardinaaHegaat de toelatrag, omvoortaan in hiin k^&rken evi kapallen, waaryan de wijdin9 xiog ni®t had plaats gehad, toch de godsdienstoefeningen te houden en de klokken
te luiden/ %©ew*el di*t door het alfemeen reoht • v^rboden Vas (22). Dit privilege werd op aanvraag van den Generaal gegeven. Waarsehijn-
lijk werd deze toelaii^g gevrasgd vbor het Naamsehe klooster, w^arvan de kerk pas' im 1256 door den suffragaaabisschop van Imik gecoiivsaereerd wqfd !(25). y Iri 1380 werd ook het recht tot het gebruiisen^ yan het ciraagaitaai Ojam de Krtiisheeareri geisehonkeri. Miettegenstaande het draagaltaar vanaf de ears^te eeuw^en der Hfcerk in geferuik was vanwege de mpeffijikheden &ffi alt^d vaste altafert te bezitten, vooial in tijden van kerk^ei^olgte gen en oorlogen, werden er later maermalen bepalingen uitgevaardigd,
die zich tegen dit gebruik verzetten^ Het dekreet van Gratiafes bevat versGhillende canons over het mislezeh, di»e, hoewel ze het draagaltaar
^M;^elBIntai^';uitsltii^f>;he'i toch als Uiizonderinfsgevar be&chottwd willen zien. Be H* Mis mocht alleen §elezen wbrden op door 4&n bisschop geconsaereerde plaatsen,. tenzxj
bij
hooge
noodzakelijkheid,
zpoals het ontbreken van kerken; dan mocht op andeie plaatsen op
een draagbaar altaar ^ecelebreerd worden. Met de komst der bedelorden werd echter een groojbare vrijheid op dit gebied ribodzakelijk, zbowel vanwege de reizen, noodig voor hun apbstolische werkzaainheid, als vanwege hun armpede, die hun belette overal vaste altaren op
te richten. /Dit zijn yblgrens MATHIS dan ook de r-edenen, waarom toen
(20) Dat.deze tekst pver de begrafenis geen bevesUging is v^n het begrafenisvoorrecsht^ doch behoprt bij het privilege van het interdict, blijkt VQpreerst utt
de woorden. : « sine solemnitate ». Ook de schrijve^ van. hs 25 D 11 heeft dil cudus opgevat, daaf hij op iol. 12v. in margine de wQ©pden «Intetdicti tempus.» plaatst.., , ~^
(21) Authentiek afsohrift in het klodsterarchief van Sint Agatha. (22) Q R. HERMANS, o. c, II, p. 71-72: «ut in vestris ecclesiis et capellis, nori pbstante quod nondum dedicatae existant, v^>bis in eis habere eam.panas et in eis diviha liceat officia celebrare,-sine juris pBaejudicio alieni» ; c. 12 en 15, p. I, de consecratione. (23) E. KINTZ, Delices du P#yS de liege, Luik, 1740, II, p. 173, geciteerd bij C. R. HERMANS, o. c, II, p. 74. 41
voor het eerst het privilege van het dmagaltaar gegevett wfcrd (24). De Kruisheeren kregen dit- jseehfr in 1380 vian Karciinaal Pileus, dejn Apostolisehen Legaat (25). Htei^oor door, den Paus gerKachtigdr @af hij de, toelating, om in het vervolgr op draagfaltar^n dfc H, Mis en ari-
diere goddelijke diensteri te qelebreBten of doo* ancferen te doen g€k
lebreereni rniet den vereischten eerbied echter en alleeti^ pp daarioe . geschikte plaatsen / het reclit van arideren rrtqest hierbij pngeschonden biijvenv Dit ward weergegeven met de woorden «sine alieni iuris praeiudicio » eri wees op de giften, tienden en eersteiingen, die bij de goddBlijke diensten dpor leeken werderi opgedragen. D^ze clausule werd erbij
geyoegd, opdat
de paroehiG-geestelijkheid hierdoor geen
nadeel zou lijden (26)« Dii xedht rrTtoch^en ze ook gebruiken pp plaatsen, waar e^n kerkehjk interdict heerschte, voorwaarden (clausis ianuis etc.).
doch :
dan onder
de
gewone
■■-....
,
■5 ^aarom 4oor dq Kruisheeren dit privilege werd gevraagd, is. niet dttidelijk Misschxen kan de pplossing hierin gezoeht wx>tden, dat de toertmalige Gene^aal Petrus Pinchari^s deze gmi.st aanyrpeg yppr de Visjtatdren, pm moeilijkheden op htiri yisitatiefeizen te Ver^den. Juist in die jaren van het W©Mersph Schlsma bezpchi, hij de Fransche Mopstersf die aari de/zijde van den fegenpatis Clemens VII stonden er\ daarom den Generaal als schismatiek bescho,uwden (27). In de expositie der oorkonde wordt het motiel genoemd, waarom dit privilege werd n, nl. de trpuwe.aanhattkelijkheid aan, Paus
VI, de Kerk etv deri apostolischen Legaat. JC5aarom, schrijit deze, geef ik gehoor aan uw smeekbeden «illis praesertirn, qjlias ex
devotipnis ferVore prodine eonspicimus». Jammer geftoeg bezitien we
he* smeekschrift van den Generaal me!, dat ons hierover zeber verder zpu inlichten.
In 1432 werd dit privilege door Paus . Eugenius ttf bevestigd en uitgebreid, Er werd nl. bijgevoegd, dat ook reeds vp6r het; ;tanbreken van den dag de goddelijkq dietisisti mochten ttitgeoefend wor4ejv, dodh otigeveer tegen den. dageraad en alleen als het nopdig ^as, (28).
•, Dit kan edhter ook, als een apart voorrecht^beschpu'vyd worden, wat we duidelijker gefprmuleerd terugviriden in de bulle van Leo X aan de kloosters van Lpriden en Gplchester in 1516, waar het als Sen afzonderlijke gunst gegeyen wordt. Ook het privilege van het draagaltaar wordt in deze bulle vermeld.
Het wordt hieir echter niet aaii de Kruisheeren van die kloosters
gegeven, doch aan 200 leden van de Broederschap Vail het H. Kruw
(24) J. GATTICQ, De Ot&totiis domesMeis et de usu altaris portatilis, Rome, 1770, p. 375-381 ; c. 11, 12* 14, 15, 3a P, I, de consecratione; B. MATHIS, Die
Privilegien des Fmnzisk&nerGtdens, p> 59^60* v (25) G; "R, HEjRMAJSPS, Mtiatesstl, p. 176 : ... ut lieeat: vc^is in' altaribus
portatilibus cum debita reverentia et ihonore in locis ad hoc congruentibus et iro-
nestis... missam et alia divinavofficia, jSine iuris alieni praeiudicio celebrate \rel
fa<e*e celebrari etiain in-locis ecclesiastico interdjcto suppositis, ianuis tainen claa-
sis...>^
(26;). Vgl Hoofdst VII, over de tijdelijke goedeten (27) H. RUSSELIUS, Chtcmiccm Cruciferorum, p. 81-82. (28) C R. HERMANS, p. c, II, p, 231 : «Altaria habere portatilia super quibus .V.antequam illucescat dies, circa tamen diurnam lucemi si res exegerit...
missas celebrare... 42
Y
en de H. Hekm£, die in de Engelsche kloosters bestond. Die leclen
mochten een draagaltaar bezitten, waarop ze dan, op daartoe geschikte plaatsen de H. Mis mochteh laten opdragen en andere goddelijka
diensten houden in tegenwoordigheid Vaii hunhiiisgenooten en dienst\ Een zeer speciaal voorrecht ter bevordering van den eeredienst gai Innocentills VIII in 1488, door aan de Kruisheeren toe te staan hun knechten (29).
iraters reeds op2&-j&rigen leeftijd tot priester te laten wijden, niet-* tegenstaande het algemeen recht den leeftijd van 25 jaar voorschreef (30); ■
Zooals uit de pauselijke oorkonde blijkt, werd deze gunst gegeven,
pmdat de pest, die tqen in verschillende streken heerscnte, ook in de
Orde veel slachtoffers gemaakt had (3i). In Hoei was deze ziekte rejeds
in 1482 uitgebroken en had er, hpewel ze tot een gedeelte der stad
beperkt bleef, vele menschenlevens geeischt Hef jaar daarop-woedde de ziekte nog heviger in heel de stad. Reeds op het einde vansMaart was het getal dooden tot 4000 gestegeh. Er was geen huis, waar geerv pestlijder lag. Van de Kruisheeren van Hoei stierven er zestien, terwijl zes anderen, die ook aangetast waren, genaaen (32). ' '. Over andete kloosters zijn ons geen verdere bijzonderheden bekend, doch uit het schrijven van Innocentius VIII kan men besluiten, dat ©r waren, waar de toestand minstens zoo erg was. Want de reden die werd opgegeven om dit privilege te verkrijgen was, dat er- in sdmrnige kloosters nauwelijks drie prrestsrs ovterbleven, zoodat de eere-
dienst niet meer voldoende kon verzorgd worden eri de gedane stich-
tingen van H.H. Missen onmogelijk konden worden uitgevoerd. Vandaar dat de Generaal vroeg, orn aan de studenten reeds van ai hun 22ste
jaar de priesterwijding te mogen laten toedienen, eh wel in elB van
die'geteisterde kloosters tot een getal van 37 man, om zoodoeride de ontstane leemteh aan te vullen. De Paus stemde toe en gaf het ge> yraagrde, doch op twee voorwaarden : vopreerst mocht dit privilege
slechts gebruikt v^orden als het ^verkelijk noodig was, en vervolgens
moest de Generaal zelf zich eerst van de bekwaamheid def aangeduide
candidaten pvertuigen. Slechts als die voorwaarden vervuld waren, mocht tot de wij ding worden overgegaan (33). ^ Of zich na deze pest-epidemie nog ooit zulk een nobdzakelijkheid heeft voorigedaan, is niet bekend. In elk geval vindt men, noch in latere obrkonden, noch in de besluiten der generate kapittels dit pri vilege teiug.
In aansluiting met dez^e privileges voor de goddelijke dienstan, zou.
(29)'Auth,. Afschrift, Kloosterarchief Sint Agatha.
(30) c. 3, de aetate, quah et ordine psaefic, 1, 6t in Clem.v (31) C R. HERMANS, o. c, II, p. 419 en 422.
(32) J. BANEOUS, Glotiosi corporis St Odiliae Vkginis et Marturis trans-
laiio, Keulen, 1621, p.
110-112.
(33) G. R. HERMANS, o, c, H, p. 422 : «Necnon cum ReHgiosis dicti prdinis in yicesimo secundo dictae. aetatis anno constitutis, usqiie ad dictum nume-
rum tringinta septem pro unaquaque domo isive Prioratu, ut exigente -huiusmodi ne
cessitate duntaxat, si tamen Prior generalis prp tempore exsistens praedictus eos ad (hoc idoneos fepererit,. ad presbyteratus ordinem huiusmodi promo^ea-i et in illo
mihistrare libere ac licite valeant, dicta auctoritate dispensamus. »
.
:
'
43
& (M fo&ofefctuk ©ok de aflaten xftoeten beb&nd^eld WQtd&n, Me
dja Rinaishe^r^Pi ter bevotdering ^aii d;en eei^dien)?t ^rvt^ringeni Paar
we eafeter in men afzonderlijk ivpplcfeaik over de aflatert liandelen^ Mien we m hier buiten
44
H O O F'D.S T U K
IV.
Alvorens te handelen ovei de. drie groote privileges, die de Kruis-
op het geMed d^r'jziekorg verkregen, nl. het preek^ tiecht-
en Jbegraieiiisprivileger moet, ©erst nog een andere vraag worded he* antwoord, en wet cteze :
■■■■'■ Hebbende Krukheeren voor de zielzorg van de eigen kloosf&rbewoners, zoowel kloosterlingen als dienstpersoneel, geen bijzondere begunstigingen orttvangen ? ( Voor wat het sacranneitt der biecht betreft, kan deze vraag bevtes* tigend beaniwoord worden. Hi«rvoor yinden we nl. versjBhillende gegeveris/ die erop wij^en^ dat^enminste sommige leden der Orde het voorrjscht bezaten om ziclizelf veen biech*vader te kiezen. Dit vbor^echt werd door het algeraeeri recht toegekend aan alls exemjpte; kloosteroversten (1), terwijl de oyerige kloosterlingen verplicht yraxewi hum
biecht te spreken, oorsprdnkelijk bij hun eigen oyerste, nadarhand, toen de behoefte naar meet vrijheid zieh deed gevoelen, bij de door,.
: dien overste aangestelde biechtvadets.
Slechts in 1480 stoiid Faus Sixtiis IV\ aan de religieuzen tde, om als ze ©p reis waren
of buiten het slot vertoefdenf bij andeie^v fe
biechten en dan nog mits toelating van den ovterstef Elke JDiecht zon-
der zijne toelating gedaan, was ongeldig, (2). De oorkoride, waarin de vrijheid om een biechtvader te kie2en aan de Kruisheeren gegeven werd, bezitten wq niet; doch we worden om- " trent dit privilege iiigelicht uit verschillende andere bronnen. In de breve van Pans Leo X, in 1516 aan de Orde gegeven, wordt dit privi lege als vblgt voorg<esteld (3).,
„
Yele leden der Orde hadden van den M. Stoel het voorjecht weten
te krijgen zelf hun bieohtyadex te kiezen, niet ^lle'ert uit de leden dej Orde, maar ook uit de seeuliere geestelijkheid en de leden van andere Orderv Hierdoor waren echter misbriiiken ontstaah, die den Geiietaal
(1) c. 16, X, de poenitentiis et remiss., Vt 38. (2) Vgl. voor een kort pverzicht van -het vroegere recht : M. GOMEZ, De
Regularium confessionlbus, In Commentarium pro JR&Ugwsis, 1927* VIII, p. --359360. Voor de constitutie van Sixtus IV, zie A. VERMEERSCH, de Religiosis, II, p. 597. Zie ook c, 2, de poenit. et remiss., V, 10, in VI°« (3) C. R. HERMANS, Anrwles, III, p. 16.
<er toe brachten, aan Paus Leo X de middelen t© vragen om hierin te voorzien. De Generaal schijnt de zaken aan den Paus nog al danker voorgesteld te hebben, daar deze in heel dit privilege slechts een middel ziet tot het, leiden van «een vrijere levenswijze. Hi] geeft als de bedoelingen, waarmee dit voorrecht, door sommigen was aangevraagd, het met opzet willen afwijken van de strengere observance. Want door dit privilege, aldus de oorkonde, "worden di© leden in staat gesteld, zich juist die biechtvaders uit te kiezen, die niet alleen geen lid der Orde, maar ook met de regels en levenswijze dfer Kruisheeren
tptaal onbekend' zijnf.zoodat ze dus niet voldoende kunnen oordeelen
/over begane misdrijven hiervoor opleggen.
en
geen
goed
gekozen
en
heilzame ' >
boete
De Paus wil hierin voorzien en bepaalt/dat in het vervolg niemand meef onder voorwendsel van een of ander pauselijk indult^ een biechtvader mag Jriezen, die niet eerst door zijn Overste is goedgekeurd (4). Uit den tekst zelf van deze beperking blijkt niet duidelijk, in hoe-
verre. dit indult werd aigetschaft. Uit den samenhang kunnen we echtet qpmaken, dat hler door « suum superiorem» de, Overste deT Orde
zelf bedoeld wbrdt, zoodat de Kruisheeren, die dit privilege hadden, voortaan nog alleen mochten kiezen uit de goedgekeurde biechtvaders der Orde zelf. In het Generaal Kapittel van 1517 werd deze beslissjng bekrachtigd en elke overtreding ervan werd krachtens de gehoorzaamheid en op. straf van.privatio beneficiorum verboden (5};
V^rdere gegeyens over dit privilege bszitten we niet, zoodat de
juiate datum, wadrop het verleend werd', met kan bepaald worden (6).
Of < de Kruisheeren voor de zielssorg in hun eigen kloosters nog andere voorrechten ontvingen, vqeral wat het ontvangen en toedienen (4) C. R* HERMANS, Annales* III, p. 17 : ... declaramus quod de ceterb nullus in diciti Ordinis et praetextu cuiusvis indulti apostolid confessorem qui prius non fuerit per suunl mediatum vel immediatum superiorem approbatus, eligere possit'" '■"'.•! i ^ i ,
(5) C R. HERMANS, o. c, III, p. 14 ; In de uitfcave van HERMANS
wordt de schijn gewekt, alsof dit privilege reeds Veel vroeger door het Gen* Ka pittel was beperk't. In het supplement nl dat in 1466 aan de statuten werd, toege^ voegl ^ordt gezegd dat sommigen het rechi hadden zich een geschikten (idoneus) biechtvader te kiezen en tevens wordt bepaald* wie als zoodanig werd bescjbouwd, nl. ihij - die doof den overste tot dit ambt toegelaten en bestemd. was. Doch in $ezt
uitgave van het supplement van 1466 is 'een^ grove vergissing be^aan, Er is nl.
geen rekening gehouden met het feit, dat het geschreven statutensupplement van
1466 ruimte had gelaten voor eventueel nog later volgende statuten. Nu heeft
HERMANS over het hoofd gezien, welke bepalingen in zi)n exemplaar van lateren datum zijn. Deze, die pns hier bezig ihoudt, is dus zeker pas na het Kaoittel van 1517 bijgeschreven. De « Codex Leodiefists in VIII » die HERMANS (II, p. 305) ook aangeeft, maar blijkbaar niet ^rondig geraadpleegd heeft, had hem hier kunnen
vborlichten ; deze immers rept nog met geen. enkel woord van deze biechtclausule (Hs 6 L 33 van het Groot-Sem. van Luik).
f6) Ook in de bulle van Leo X aan het klooster van Londenen Colchester wordt over bet privilegium eligendi qonlessorem gesprofceii! Doch daar wordt het niet aan de leden der Orde gegeven doch aan de leden van de broederschap van het H. Kruis, die in de Engelsche kloosters bestondt Zij mochten biechtvaders kie-, zen uit de seculiere of reguliere geesteliikheid, die hen van verschillende voorbehouden zo'nden konden ontslaan. VgL auth. afschrift der oorkonde : kloosterarchicf
Sint Agatha.
46
;
t
..".■■',
/
der sacramenten.betreft, is ntet zeker (7), Tot in 1432 wordt hiervan in de pauselijke oorkondetti geeri molding gemaakt. Dart bevindt zich voor het eerst in den brief van Eugenius IV de toelating om aan de leden der Orde zelf, aan de donaten en iamiliarjes de sacramenfen toe te
dierien (8). Dit wordt hier echter gegeven in vetband met het privilege
om ten tijde van interdict te celebreeren, zoqdat alleen *dan de Kruisheeren dit recht mochten gebruiken. Trouwens, voor de leden der Orde was dit reeds door het algemean; recht toegestaan, terwijl voor de familiares de toestemming van den pastoor vefeischt was (9). Bij de stichting van verschillendevkloosters werd die toelating door de parochiegeestelljkheid gegevert (10).
,
Na deze privileges over de zielzorg birihen de Orde zeli, kunnen w© overgaan tot de behandeling der voorrechten-^die de Kruisheeren ontvingen voor de rielzorg buiten de Ordel
Naast het preek- en biechtprivilege handeleii we hier ook over het
, fcegraienisprivilege.
L Het preek- en biechtpnvilege der Orde. :
In het begin der veertiende eeuw, toen de Kruisheer^n het preeken biechtprivilege oAtvingen, was de eerste periode van den hevigertstrijd der secttliere geestelijkheid tegen de zielzorgprivileiges der Mendikanijen beeindigd. Door zijn constitutie «super Cathedram», in 1300 uitgevftardigd, had Bonifacius VIII het aangedurfd, de hetrekkingen tusscheri beide partijen, vooral voor wat betreft het recht tot biechthooreti, opnieuw te regelen. Deze constitutie, hbewel z© een tijdlang door Benddictus XI werd herroepeh, bleef gedurende yerschillende eeuwen voor de bedelorden de leidende norm in de uitoiefening van hun apostolaatswerk (11). De voornaamste bepaling^ri hierin vervat, zijn de volgende i De- bedelorden mochten in hun eigen kerkeii, alsmede op publieke plaatsen vrij preekeh voor clertts en vblk, uitgenomen op dat uurf waarop de bisschop zeli preekte of in zijn aanwezig-
heid lief preeken. Echter niet in de parochiekefken, tenzij met toe lating van den pastooif. " Zij mochten de biecht hooren der geloovigen op de volgende condities :
v De oversten mpesten geschikte candidates aan den bisschop voorstellen, die hen dan moest goedkeuferi, als ze de vereischte hoedanigheden bezatenY* Bij absolute weigering van den bisschop mochten zer
(7). De verschillende absolutie^ en dispensatiebevoegdheden, die aan den Ge-
neraal en 4e visitatoren werden verleend, — hoewel ze misschien ook hier konden geplaatst worden, — behandelen we in het zesde hoofdstuk. (8) G R. HERMANS, o. c, II, p. 231.
(9) " X, " de * ' excess, prael. et subdit, V, 31 ; c. 1» de pfiv. et excess, , , c. 16,
privil., V, 7, indeni.
.
(10) Zie G R. HERMANS, o, c.t II, p. 376, 406 en 518, voor de kloosters van Maaseik, Brandenburg en Ter Apel; H. VAN HASSELT, Geschiedenis van tet kloqstet der Krui$heeren te Maastricht p. 128, Voor het klooster van Maastricht.
(11) Voor een kort overzicht van den mendikahtenstrijd in de dertiende eeuw
cfr. C. UYTTENBROECK, Le droit penitentiel des Religieux de Boniface VIIT a
Sixte rV, Gembloux, 1925, p. 4-8, die ook op p. 3 v^rdere literatuur aangeeft. Voor de constitutie « super Cathedram» zie c. 2, de sepulturis, III>- 6, Extrav. Comm.
47
%c& hm< ambt ukmiemn. pe toegiesfcan^ luris<Mc*ia bleef bepeikt tot
v^rleend.
&gm coiistifratie was, gegeven vm&* de Era^eiscanen e*
i
en werd. naderhand tot enkele andere Orcfen ultg©ba?eid {fe) Vow de 0vericfe Qrden eehter blev^n He /y?p#g^e wetten
tj die? aan 4e Moostedingen ejk@ p*eek- oi bieciNbevoegiiieid, terir
zij in-Iran- eigren Orde^ omtzegdei?i, ^1^ algef&eene legi^l voor ons tydpeiik g^ld>; dat ge^i Ispjkele rdigi^a i^oeiit' pfeeken ^f bi@ehthqiore0r
ienzij hem hiervooir door den H. Stoel of door d&n bisschop der plaats dte noodi§e^ tQestexiwning eiv ma,ftat gegetren was. Zoo wa$ het sinds
h
fan djialcedoit In vetis^iBtend^ algemeene: eiv. feijzpndere li^ zoo was hm dok M het dekreet van Gratiairus en
In feite werd zulke tbelating aan de feloosterlingeil dehiez slecKts
zelden gegeven.
-
,
> Deii 29sten Maaa?t ym. hef jaaf lilfr ©nivfegeiri d© i^isheer^i^ira^ P&us Joannes XXII de porkondje, waarin samen met de exemptie ook
ifeet jg^He^ tot preeken e*i biedblittooipe^ gjegseven yrerd. il>it pause-
Mjk SG&ijv^eti heelt in de^ Q?de eeit nie>iw tipped ingeteid. Want
dobr het vooriBoht van preeken en bieohthooren kwam^ naast Ji^t ili het aotieve l^en mem <&m tot hi^rtbe^ het geval Vms tot tiiting / de we^a&mheM, die zfch binnen de-kloos-
bepe-pkt ttad, zpii z|©h dm meet naar feiiiten iQ^ttpIpbierii Van
£ zljn de K^sheeren hxin uitwendig fetposidlaat^ begonnen. Wei had vinaf de stiehting dear Orde cie predikin^ »een bfliangrijke plants
AM&em<»enk Theodortjs zelf had km Jbuis gepWikt tegen de Albig&wmi. 7 samen met and«ren haji hij in opdracht van den appstqlisch€in
Legaat ook het land van Lmik dooiktuisti om^ door hurt pfediking
Maniieri aan te zeUen tot deelnairte aan de kraistocihten naar h©t H.
Land (14). In _4» eefste statiiten der Oxd$ ysii 1245 wordt de preHiking al& een de^ bezigkeden veiend^steld, tetwijl ook h6t biechthboren,
hoewel slechts in 1318 Voor h»et» eerst daartoe de maeht gegeven werd>
yermeld wordt (15). Ook vinden w# vo6r 1318 enkele gfigevens, die
erop wijzenr dat de Kiruisheeren ook. tpeh reeds hier <sn daar db©r di
bisschoppen tot het biechthporen en prediken geinachtigd wajen. In 1^5R ga| d© bisschop van Parijs aan de Kiiujisheeren van de stad de tcrestettiartuiig om te praeken (16), terwijl hun te BeYenburg^ waar in
C UYTTENBROEGK, U I)mt penttentfei des.mi&imc, p; 8, nota 5. (13) Vgi G, SCHREIBER, Marie urid Kloster^ 11," p. 41v dfe de yerschillende
besluiten der condlies aangeeft Zie verder c. 3, 9 en 11, C. X\H^ Q 1; c. 13, X, de haeretids, V, 7.
.
/
.
-
( (M) Hi HIXSSELIUS, Cktonicon Crticifefotum/ p. 38; HL VAN
:f1$);-^ftj; de ee^te statuten der O^de, bi}\d R; ^feMANS, Annales, H,- p.
47, 49, 56 en*58..
(IS) H, VAN ROOYEN, o. c, p. 241, die Vdor het ddcutnent verwijst naar ■$m « KKttipife signifi^ poup le siiptrieu^ general, Prieurs ,et Chanoi|ie$ Reguliers
de la CpngregatiBn dWa Sainte Cr6ix»Kpt 63 in de « Archives du dfepatiement de
H&ute (jatonnex, te Ifoulouse,
'•48 '
-l" ■
^
'
;
. .
/
"
. •
'
'
■ s'
'
een kiboster gastiehl werd, een sldtkapel werd tofeve^trouwd; waarde rector, en^fti^nkeiijk van de parcrchiekerk, de zielzorg over de
aldaar wonende dienaren van den Graaf von Steinhaus uitoelende; Later groeide hieruit een zelfstandige parochie (17).
/Dit blijven eckte^ alleenstaande gevallen, zoodat we gerust kun-
nen zeggen, dat vanaf 1318 de zielzorg der Kruisheeren een aanvang
neerat (IB). Volgens d©n tefcst van het toen pntvangen privilege werd de bavoegdheid tot het preek- en bieGhtvaderambt gegeven aan den. Generaal der Orde/ ©eze kon dan zijn ondeirdanenr die, hieftpe geschikt waren'^ deze ttiacht mededeelen, m. a, w. hun de nbpdige jurisidictie geven, Er wetd echter uitdrukkelijk J>ijgevoegdi dat aan de Hlruishiaeren hieTdopr geen grootere mabht .werd verLeehdf dan die de gewpne parochlepEiesteis in d^ paipchiek?arken bezaten, Ze kpnden dus feetiszihs ontslaan van: verschiUende voorbehouden zorideh. Boven^ dien mocht het^^ rechtr der parQchiegeestelijkheid hierdobr njet geschon^den wordem (.19).
-
,
In de practijk werd de uitpeiening van dit privilege heel dik*
wijls door de BissGhoppen of de pastoprs nader bepaald, en- Wei bij de stichting van nleuwe klopsters. Gewoonlijk werd er daa een. pa.pt
geslpteri, pm in de tbekojnst irioailijkheden §n wrtjying te. ve^inijdea. Soms werd de beyoegdheid der Kruisheeren beperkt, soms opk werd hun heel. de zielzo^f van nieuwe of reeds gestkshte #aroqhies ppge^dragen. Zoo werden er bij de oprichting van het klooster van Venldin $5&9 in een oyea^ejenkomst tusschen de Krui^heeren, den pastoor e^n de ^Tgerlijke ove^heden der stad gesloten, v^schillende voor-
waardeii opgesteld, opdat het recht yan den pasioor niet zpu geschpn-
d»en worden en de yrede tusschen de paxoGhiegeestelilikheid en het klooster zou bewaard bli|yen. Er werd bepaald, dat de Kruisheefen op
de vier voQinaainste feestdagen van het jaar in de getezen HH. Hissen met mochten preeken / ook niet, heel het jaar door, op het ixuir, dat - in de paroGhiekerk op Zon- en feestdagen de hoogmis geiaongien werd. Voor de rest waren ze yrij te preeken wanneer ze wilden. Biechthoo-
reit Mochten ze alleen, zooals dit «secundunt iriofem, permissionem et
licentiam Ecclesiae a was toegelaten (?0). Waaxschijniijk werd hier-
door hetz.3lfde bedoeld, als in de op 8 Augustus volgende goedkeiiring van den bisschop van Luik uitdrukkelijk gezegd werd, nl. dat de Kruisheeren zich voor preeken en bieGhthpoxen moesten eonform>eeren aan de conistitutie « Dudum a van Joannes XXH (21). Bedoelde
(17) R. HAASZ, Die Kreuzherren in den Rheinlanden, p. 43 ei* 48-49; C R. HERMANS, o;.c.f II, p, 531v '
(18) Ook de schrijver v^n >het; Luiksche liandschrift 25 D 11 dtiidde hiei* feeds
op, doordat 'hij in margine bij dit privilege atinmefkte «parochorum origo» (fol.
&, v.). > " r "•■•.'■■■ (19) C. Rt HERMANS, o. c, II, p. 106 : officiuih quoque praedicationis et audientiae confessionum tibi Priori Generali committimus et per te aliis ad hoe ido-
neis duximus cotnmiitendum, ndlentes tamen per hoc tit Iratres, quos ad hoc of-
ficium deputaveris, majoris auetoritatis existant quam simplex ecclesia parpeciali^ salvo etiam iure parochialium sacerdotum.
(20) C. . ... C geefi:, luidt : sepulturis* in
sacerdos in
sua
R. HERMiAiNS, o. c. II. p. 178. R. HERMANS, o, c.t II. p. 183-184. De tekst, die HERMANS « se conforment constitutioni quam ponit Joannes XXII in titulo de capitulo : «dudum inciptefvtes». Het bedoelde kapittel begint ectiter
.
'
,
" .
'/ '
■■
"
- ,
49
opnstitutie is die, van Clemens V, op het concilie van Vienne uitgevaardigrd, die door Joannes XXII in 1317 in de Clementinae gepubliqeerd werd. Hierdoor werd de constitute van Bonifacius VIII «super Cathedram», die door Benedictus XI was afgeschaft, opnieuw in voege gebracht (22).
Toen in 1437 het klooster van Maastricht gestidht werd, stelde de
pastoor van de Sint Jahsparochie en de deken van Jiet Servaaskapittel als Voorwaarde, dat de Kruisheeren op Zon-' en feestdagen niet mochten preeken. op hetzelfde uur, dat er in de parochiekark gepreekt werd, De deken en het- kapittel van Maaseik gaven dezelide bepaling (23). Een strengere beperking vinden we in het contract, door de Kruisheeren met den pastoor en patronaatsheer der parochiekerk te Dulken aangegaan / daar mochten de Kruisheeren met uitzondering van het feest van Sint Sebastiaan,, den patroon der kerk en het feest der kerkwijding, alleen in den namiddag preeken (24). Bij de stichting van Brandenburg werd door den pastoor der parochie voor het preeken
ongeveer dezelfde maatregel getrdffen als bij de kloosters van Maas
tricht en Maaseik, nl. dat de Kruisheeren niet mochten. preeken op Zon- en feestdagen, als er in de parochiekerk gepreekt werd; hun bi«echtprivilege werd ook danig ingekort, doordat hun voor het biechthooren alleen voor de fratres domestici en conversi de toelating gegeven werd (25); In andere gevallen, als er geen bepaalde beperkingen werden ge-
maakt, werd toch altijd de bepaling ingelascht, dat het recht van de parochiekerk ongeschonden moest bewaard blijyen (26). Bij sommige stichtingBn daarentegen werden niet alleen geen restricties op het privilege toegepast, maar werd integendeel Ban de Kruisheeren heel de zorg voor de parochie opgedragen. Zoo ontving het \ klooster van
Schwarzenbroidh de zielzorg voor de parochie Mariaweiler (27). In Ehrenstedn ndmen de Kruisheeren bij hun komst in I486 de parochie over / de parochiekerk werd hun klbosterkerk. In 1514 kregen ze nog de nabijgelegen paroohie Peterslahr (28). Ook op andere plaatsen oefenden zij de zielzorg1 uit, b. v. in Born, Wickrath, Helenenberg en Diisseldorf (29). niet « dudum incipientes»... doch « dudum a Bonifacio Papal.. » zoodat des tekst zal moeten verbeterd worden als volgt :in capitulo « dudum» incipienti, (22) c. % De Sepulturis, III, 7, in Clem.; vgl. C UYTTENBROECK, Le Dtoit penitentiel des Retigieux, p. 1M2. (23) H. VAN HASSELT, Geschiedenis van het klooster der Kruisheeren te
Maastricht, p. 13-14 en p. 127; C R. HERMANS, Annples, II, p. 376.
.
(24) R. HAASZ, Die Kreuzherrm in den Rheinlanden* p. 147-149, die voor
de oorkonde verwijst naar E. BRASSE, Wpkunden und Regesten zur Geschichte von
Gladhach, I, 1924,, p. 304.
(25) G R- HERMANS, o. c, II, p. 407. (26) Zie b. v. C R. HERMANS, o. c, II, p. 288, 473, 515.
{27) R. HAASZ, o. c, p. 93 en 96; H. SAU£RLAND, Urkunden und i?e-
gesten. III, nr. 918. (28) R. HAASZ, 6. c, p. 183-187.
(29) R. HAASZ, o. c, p. 171, 202, 212, 194, 120. Voor iiet parochiewerk def
Kruisheeren van Briiggen; vgl. B. ROTTGEN, Btuggen und Born in S,chwalmtal Kempen-Rhein,, 1934, p. 194-206, 262-2?l 7 voor Wickrath, vgl. H. VAN HAS50
-
t
In hoevfcrre de Krtiisheeren vanwege, hun pr©ek- en biechtprivilege hebben dee%ertoni£naan deti strijd der Mendikanten tegen, de seculiere geestelijkheid, is vregens het gebrek aan gegevens ni©t rta te gaan. Alleen van het convent van Keulen is bekend, dat, toen in
1378 de parochie-geestelijkhqid der stad zich vere«6nigde pm haaf.rech-
ten tegen de bedelbrden te verdedigen, zich aan den kant der bedel-
orderi ook de Kruisheeren beyonden (30). Nog ©en ©nkele vraag dient hier beantwoord. Hebben de Kruis heeren vdof het bieqhthooren geen bijzondere volmachten ontvarigenv die de rtlachi der seculiere priesters overtroffen ? ;;.. . ~ In het algeirieen moat deze vraag ontkennend beantvyoord; Alleen de kloosters van Londen en Colchester maken hierop een uitzondering. Van Leto X hadden de Prioren en de door hen gedeputeeide klodstef-
lingen de macht ontvangen om <Je geloovigen, die bij hen 6p vast-
gestelde dagen 6n feesten hun biecht spraken, van ©Ike excpmmunicatie, censuur of stralr ten van elke, ook yoorbehduden zonde, in foro conscientiae te absolveeren, uitgezonderd enkele speciaal aan Rome gereserveerde gevallen. Ook konden ze afgelegde geloften in andere werken veranclerenr behalve ,.4e gelofte van zuiverheid of intrede in een kloostef, en de beloofde bedevaarten naar Rome of Compostella. Verder hadden ze de macht te dispenseeren van verschuldigde restitutie, ook in geyal van woeker, als er twij^el bestond over het gestolene. Doch dan moesten de geloovigen een bijdrage storten voor het
Jherstel ©n ohderhoud Van het klooster. Bijzdndere iaGtulteiten in geval
van stervensgevaar werden nog gegeven voor de leden van de in En-
gelar^d bestaande' broederschap van het HrEruis {31).
Het biecht- en preekprivilege der Orde is in onze periode tot aan het concilie van Trente van kracht gebleven. Nergens viftden we er bepalingen aan toegevoegd. De eenige later© vetmelding van dit voorrecht in de pauselijke oorkonden, dateert van 1475, toen SixtUs^ IV de beyestiging gaf van alle privileges, die in 1318 door Joannes XXII aan de Qrde waren geschonken (32).
,
-
II. Het begrafenisprivilege. In de dekretalen van Qregorius IX -vyerd in den titel over de begrafenissen als eerste kapittel de dekretale opgenomen van Paus Leo III, die daarin in 816 e©h reed^ lang in de kerk erkende vrijheid geformu-
leerd had, lil, de vrijheid van alle geloovigen om zelf de plaats voor
huti begrafenis uit te kiezen (33).
Deze vrijheid''hebben de Pausen altijd beschermd en beVorderd
door aan de religieuzen het voorrecht te verleetien, om iedereen, die dit verkpps, dp hun kerkhoven te begraven. Vanaf Paus Alexander III 1———'■—"-"■—
'
~ .
< ■,
■
•
SELT, Geschiedenis van het Klooster van Wicktath. p. 5, Geschiedhundige Bladen,
II, 3de aflevering.
(30) R. HAASZ, o. c.t p. 10 en 77.
(31) Auth. afschrift der oorkonde in het kldosterarchief van Sint Agatha;
tt
(32) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 378. p
^rL'^i' ^L'i .X' X ^^Pulturis, III, 28 j vgl; G, SGHREIBER, Kutie und Kloster,
II, p. 105;. F. MOULART, De sepultura et coemeteriis,Leuvent 1862, p. 146.
si
■ kwam voor het vexleenen van dit privilege in de pauselijke kanselarij
een vaste formuul in gebruik, die we in het privilegium commune- der
Augustijnerorden terugvinden : « Sepulhiram quoque ipsras loci Hberam ssse- decemifnus, ut .eorunt. devotioni et e-3Ctre.mae voluntati, qui se illic sepeliri deliberaverint, nisi forte excornmunicati vel interdict! skit aut pubKci usurarii, israllus obdstat, salva tamen iustitia iHarum ecclesiarum, a quibus mortuorum corpora assrcjfhuntur (34). 1 In den eersten beschermingsbrief door Innocentius IV in 1248 aan de Kruisheeren gericht, alsmede in de bulle aan het klooster van Na,men in 1254, werd dit privilege in dezelfde bewoordingen weergegeven (35). Hierdoor kreeg de orde dus het vrije begralenisrecht voor alia g&loovxgen. . ^
In den tekst van dit voorrecht kunnen we drie elementen onderscheidem, die we elk afzonderlijk zullen behandelen. Yooreerst het eigenjijke privilege, de tdelating tot vrije begraienis ; verder d© gemaakte uitzondering voor publieke woekeraars en met esccorrTmunicatie of interdict getroffen«n> en tensloite het voorbehoud voor de pam-
Het eigenlijfce privilege gaf aan da Kruisheeren hat recht de overledenen, die bij hen huh begraafplaats gekozen hadden, te begraven. Nu is && vraag : Wetar mochten die menschen begraven worden ? Op . het kloosterkerkhof, of in de kerk zelf ? • ' ■
De verschiHende a-uteurs, die dit Voofrecht der Orde in hun werkert vermeldien, wijken hier van elkander- af. Sommigen beweren, dat de Kruisheeren de geloovigen in hun kerken mochten begraven, terwijl anderen alleen spreken van het k^rkhof (36). Uft den tekst zelf der oorkonde «sepulturam ipsius loci» kan niets zekers worden afgeleid.
M' de latere bevestiging door Joannes XXII in 1318' wordt er van
« cimeteria » ^esproken. Door dit ^oord kunnen echter zobwel de kerken als de kerkhoven bedoeld worden, daar het de algemeene beteekenis van begraafplaats heeft (37). Toch staat hier tegenover, dat de kerke-
; (34) G. SCHREIBER, Kutie undKlosfeu kip. WT; M. tANGL, Die papsti.
Kanzleiordnungen, p. 233, n..13.
(35) C. R. HERMANS, Annales, II, p. 66 en 79. .
"
•■
:
^
(36) E KttiTZ, Dtfices du Pays de Liege, II, p. 173 geciteerd bij Cl R.
HERMANS, 6, c.» H, p. 74 zegf : «deux cjui ehpisissaient leiir sepulture dam
le pinetie^ de cette-eglise, y etaient enteires » ;. A. HERT^WQRMS, Jfeftgfio SS.
Crticis, p. 50 : «in cemeteriis et ecclesiis nostris.»; G. BEYERLE, Pie kathoHscken Kitchen Pu^seldotfs, Dusseldbrf, 1^4, p» 24- bij, C. R. HERMANS, .-o^c II, p. 547 zegt/: «in ftren Kirchen» ; R. HAASZ, Die Kretithetren in ien Rhein-
iahdeh, p.; 4, meent in hun kerken en op fam kerfchoven) B; ROTTGEN, Bvuggen
and! Bom, p. 240, noenjt het zelfe mn elgenaardigfeeid der Kr^isheerm, diat ze het voorr^dht hadden de menschen in hun kerken te begraven, terwijl tooh aan de meetste andere Orden dit privilege in dezelfde woorden gegeven werd.
{37) C. R. HERMANS, b. cf. II,, p. 106 : « sepulturam ecclesiastacam in vestri^
cimeteriis vbbis habere concedimus » ; DUt CANGE, GlQ$s&riwnt,, gee ft voor ciraeterium dezeifde beteekenis aan, nl, « locus, in; 4\xb hiimantur fidelium corpora », pf ook « ecclesia,. in qua lidelium c0i?pora^umantur »♦ ter^vijl hij voor oimiterium
gejeft ; «locus quidam sm yicus forte propie ecclesiam constitutus. (II, -p. 329 en
388i:..,.,
.:,
"
■ : ,
'
■
.
"' . '
'.
>
. '■■ ,
■ "■
-
'
'■
lij&e wetgeving d& begrafenis in de kerken heelemaal riiet
ite (38).
.
,•
- ;
,-■
,
v
Welke ook de zin van het privilege geweest is, engeveej: alle gegevens, die we over de uitoefening er van bij de Kraisheeren yiridsri, duiden op be.grafenis in de kloostetkarken.
In Sin-t Agatha> het tegenwoordige hoofdklooster deic Drd«i dat van 1365 dateert, zijnnog ■tfele sierlijke grafearken zichtbaar van Ied6n van adellijke en andere families, die daar in het koor begraven zijn. In de
Rruisheerenkeirk van Diisseldorf bevondenzich twintig grafsteenen (39). RoTTGEN haalt 35 voorbeelden aan, dat menschen in de van Barlggen begraven werden (40). Ook voor verschillende .aaidere ters vinden we daarvan melding gemaakt, zoo .b. v. voor Maraen, Di-
Bant, Asperen, Den Bosch, Maastricht e.a. (4i).
Hieruit kunnen we besltiiten,-. dat, als het privilege niet* in dien zin gegevert werd? het dan tibch gedurig aldus werd toegepaist. -Aam feet begrafenispiivilege werd,^echter een uitzondedng toegeyoegd,
De geSxcommuJiiceerden^ hen die met, iinrteftlict gestraft wi*en en de publieke woekeraa^S/ rripchten de Kruisneerari nlet tot de begi^iends toelaten. De reden is, dat a! dezen iniet mochteri; gertleten van de vrijheid
i in de keuze van een begraaiplaals, die aan andere geloov%en werd toer gestaan, ja zelfs heelemaal van de kerk<9liike begrafenis Vraren uitge-
sloten; In de dekretalen werd uitdrukfcelijk aan alien, die het begra■ tenfsrecht bezaten, op stral van excommunieartie ve^bodenj dezen t&t die feeg&aienis toe te kten (42). Door interdict wosden him ^egenen b^ddeld, di^ door een per£oorili}k interdict^ getrofien^ waien^ (43). h\ tijd., van algemeen ^iterdict mocht weliswaar kfachtehs *fit privllegfe ook niemand van de. interdicti worden toe^alaten. Maar ds Kruisheeren verk^sgen in 1432 een bijzondete machtifingf .om zelfs dan die pe^ sonen te begraven, die bi} hen hrun begraafjilaats; Jfcojsen^ dcjcin zonder
eenige plechtiigrheid f44):; De pe.rsoonlijk gieintei€iGieetden bfeveri echteraltijd uitfesloten. Voor id« s^excpmmunioeerden w^rd no^ een apaar^ te ^anctie getroflen, nl. dat bij overtreding van bbvengenoemde wet,
(38) B. HORNSTEIN, Les sepitltures, • Partfe, 1868, p. 132433; P. LEX, Pas kkchliche Begrabnisrecht, Regensburg, 1904,"p. 24-34»
(39) C R/HERMANS, o. c, H, p. 549.
(40) B. ROTTGEN. o, c, p. 240^242. (41) C. R. HERMANS, o, c, II, p,J7, 263, 101, 334, 337, 125; H. VAN
, HASSELT, Geschiedenis van het khosfer ^der Kruisheeren te Maastricht p. 34-35. Zie voor andere voorb.eelden, C. R HERMANS, o. c, III, p. 55, 97, 103; H. VAN HASSEtT, Geschiedenis van het Rooster det Krwsheeren te Wicfarath, p, 15 ; B. DRQST, Geschiedkundig Qyerzieht van het Kmteheeteftklooster te Hoewi* p. 4, Geschiedkundige Baden, II, 5de ail j L. HEERE^ Het Moetmonds.e Kmishereh*•. klopster, Maastirichti 1942, p* 13; (Publications de la Sbciiie Mstopiqtte et at&h$o* logique dans le Lirnbamg k Maesttieht, LXXVII, 1941, p. 221) V E. VAN NiS^ PEN tot SEVENAER, M&asMchtsche Graisteetvtn, VI, Kfuisheerem in Piiblica* tions, LXVIII, 1932, p. 125-130; M. JANSSEN, Grafzerken Urn de Moosterketk te Sint Agatha bij Cuyck, in Publications, XXXVI, 1900, p. 131-146.
(42) c. 1, de isepulturlsr HI, 7, in Clem; c. 12, X, de septtlturis, !^ 28;
(43) In c, L, de sepulturis, III, 7, in VI0 wordt gesproken. van exGQmmunic^ti,
noniinatim interdicti et manifesti usurariii
•
(44) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 321; zie boven hoofdst III, p. 41.
•
■
•
'
'
'53
dua als ze toch begraven warden, hun lijken moesten worden opgegraven en buiten de begraafplaats geworpen (45). Hat derde element, dat we in de begrafenis-privileges aantreffen, is het voorbehoud van de reqhten der pastoors. De zin en de reden
van die clausule wordt duidelijk als we de groote beteekenis na§aan, die dit privilege vior de kloosters had. H,et was «en inbreuk op het recht der parochie. Vandaar dat, volgens SCHREIBER, het klooster steeg in de achting der geloovigen, omdat hierdoor de in die tijden zeer sterke parochiedwang verbroken werd. Vanzelf moest bij de gegoede leeken de gedachte opkomen om een familiegraf te verkrijgen in de kloosters, waar dit veel zekerder ten veiliger was dan op het paroehieketkhof (46). * , Ook voor de vermogenstoestand van het klooster was dit privilege van enorm belang, daar j'uist de begrafenis de stichting van jaarge-. tijden en yerdere giften en legaten tot gevolg had. Daaruit vloeide
natuuriijk vanzelf een benadeeling voort Van den pastoor, wat leidde tot ruzie en twisten tusschen kloosters en parochie. Het gebeurde zelfs, dat men tot geweldmaatregelen overging om de parochianen van een
begrafenis j in het klooster af te houden (47). Om dat zooveej mogelijk te vermijden plaatste de pauselijke Curie altijd in de begrafenisprivileges de bepaling : « salva iustitia illariim ecclesiarum, a quibus mortuorum corpora assumuntur». Daardoor verplichtte zij de kloosters om aan den pastoor de portio canonica te betale^h, die het algemeen recht bij de begraienissen buite.n de parpchie voorschreef. Deze Jbestond in
een, gedeelte van alia legaten en giften,, die bij gelegenheid van de begrafenis aan het klooster werden geschonken. Daar de hoeveelheid
door de kerkelijke wetgeving niet altijd gelijkelijk bepaald ward, moest de gewoonte der plaats hierin onderhouden worden (48). Vanwege het belang van dit privilege is het te verklaren, dat we het zoo.dikwijls samen met nadere gegevens over de portio canonica terugVinden in, de oorkonden die bij gelegenheid van nieuwe kloosterstichtingen der Orde werden opgemaakt. Want, hoewel de Kruisheeren zich gewoonlijk wel zullen aangepast hebben aan de in de streek of het bisdom heerschende gewoonte, werden ei op verschil-
lende plaatsen aparte schikkingen dienaangaande gietroffen. Zoo werd in 1399 voor het klooster van Venjta bepaald, dat aan den pastoor bij privilegiis, V, 33; c. 12, X, de sep sepulturis, III, 28. 45) c. 5, X, de privileges, und Kloster, II, 46) G. SCHREIBER, Kurie " " p. 107. *— 7) G 47) G. SCHREIBER, o. c, II, p. 1O8-1Q9 en p. 130. werd de portio canonica bepaald op Vi of 1/3 der goederen; 48)) Soms Sc
meestal op 1/4. Vgl- c. 1, 2, 4,-8 en 9, X, de sepulturls, III, 28; G. "SCHREIBER* o. c.,' II, p. 126 en 143; E; HORNSTEiIN, Les sepultuk-es, p. 266-268, Bij elke
begrafenis moest ook een portio canonica worden betaald aan den Bisschop, en wel
door alle kerken, zoowel van seculiere als van reguliere geestelijkheid als een teeken van erkenning der bisschoppelijke macht Uitzondering hierop maakten de exempte kloosterlingen, daar zij niet meer aan den Bisschop onderworpen waren.
We gaan er niet op in, omdat de clausule in het ±>egrafenisprivilege m. i. niet op de bisschoppelijke portio van toepassing is. De woorden
g'rafenis buiten zijn parochie nadeel heeft. Voor den Bisschop verandefde de be-" grafenis in een klopsterkerk immers niets aan zijn recht. Zie voor de bisschoppelijke
portio & HORNSTEIN, o. c, p.- 271-273. 54
'
'
•
■
elke begraienis, tenzij van de leden der Orde zelf, de helft van de
geschonken goederen mpest worden afgestaan. In het schrijven van den bisschop van Luik van 8 Augustus d. a. v. wordt deze schikking echter niet herhaald, doch werd alleen gezegd, dat de Kruisheeren voor de begrafenissen en lijkdiensten aan den pastoor de portio cano. nica moesten betalen, die 1/4 der opbrengsten bedroeg (49). De twist tusschen den pastoor en de Kruisheeren van Sint Agatha over de portio canonica, werd door het sluiten van een contract bijgelegd, waarin de Kruisheeren zich verplichtten, om voor alle goede ren^ giften en legaten die hun bij begrafenigsen en andere gelegenheden ' geschonken' werden, elk jaar een vaste som aan' den pastoor der parochie te betalen. Deze-van zijn kant deed dan van alle andere rechten afstand (50).
•
Ook door andere kloosters werden zulke verbintenissen aangegaan, zoo b. v. Jhet /klooster van Diilken, dat 1/4 als portio canonica betalen
moest (51). , . Hiermee is het begrafcenispriyilege der Orde behandeld. Behalve - de, reeds, genoemde bevestiging ervan door Joannes XXII in 1318 in forma specifica gegeven, is ©r nog een andere van 1475 door Paus
SixtuS; JV, waarin de voorrechten bevestigd werden, die Joannes XXII aan de Orde gaf (52).
(49) C. R. HERMANS, Annales, II, p. 178479, 183. (50) C R. HERMANS, o. c, II, p. 293-294. • voof -de pauselijke bekrachti-
ging hiervan Vgl. C. R.'HERMANS, o. c, II, p. 29^-297.
v (51) R. HAASZt Die Kreuzherren in den Rheinlanden, p. 149 ; voor andere voorbeelden zie C. R. HERMANS, o. c-f II, p. 377 en 519; H. VAN HAS-
SELT, Geschiedenis van het klooster der Kruisheeren te Maastricht, p. 128. (52) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 378.
55
HOOFP Sf UK
V.
Ailaten.
Pe aflaten die d© Kruisheeren vanaf de stiehting der Orde 46t
ket Concilia van Trente hebfcen ontyaitgen> kunneni in versonitteti^ kla#en worden ingedeald. Vootfesrst de aflaten, die door het bezoeken der Kruisheerenkerken en het geven van aalnjbezen konden yer*
diend wbrden. Vervblgehs d© voile aflaten, die de leden ider 0rde zell konden verdienen. En tenslotte de rozenkransafiaat, afeeitieen gekend onder den naam van Kruisheereiiaflaai
L Aflaten voor aalmoezen of kerkbezoek. Het geferuik om aflaten te ve?leenen ontstond in den tijd der Kruistochten. Sinds eeuwen was hef in dQ ^r^ gebruikelijk, om aan de menschen tot uitboeting hunner zonden ware boetedpe^ningiBii op t9 leggen. Daar het echter dikwljls tndeilijk wa$ om die strenga voor-
^Ghrifteh te ondexhoTiden, begbn men in de zeyende eeuw de z.g.h. redempties of strafverandering.en in te voeren, waardoor langdurige bdetedoeningen in liGhtere penitenties veranderd werden, gewooi^lijk
in gebeden of het, geveiy van aalmoezen voor goede werken. tJit deze
redampties, die door den biBGhtyader in patticuliere gevallen yeileemd yrerden, ontstonden langzamerhand de aflaten7 "waardoor iedereeri kwijtscheldmg kon verkrijgen van zijn tijdelijke straffen,als hi} aan de vastgesteldei voorwaarden wilde vdldben (1).
In het begiii gaven de Patjsen1 en bisschopp.9n de kwijtsch'elding van gedeelten der boetedoening, b. v. lA, Vs of de helft; naderhand werd dit in dagen uitgedrukt Zoo kon men aflaten yerdienen van 7, 10, 20, of 40 dagen, soins van 1, 2 of ftieer jaren (2). Ijx de lids, eeuw begon men voor het geven van aalmoezen aan fcerlceri en klopsters oi voor het bdzoeken van bepaalde kerken op yast-
gestelde dagen aflaten te verleenan, g^bruik dat in de 12de veetiw* toe-
nam. Meestal bedroegeti deze aflaten 40 dagen, sort}s een Jaaf, soms
(1) N. PAliLlIS, GesokMtte de* Mtesses im M&elalter, Paderbqm, 192243,
I, p. 13^24.
(2)^ N. PAULUS, o. c, I, p. 193. ' 56
ook meer, b. v. een jaa$ en 40 dagen. Hoogere aflaten voor aalmaezen en kerkbezoek kwamen echter zelden voor (3). Vboral zulke aflaterv waren voor de kloosters van groote beteekenis, juist bij de stichting van nieuwe huizeii of den bouw van nieuwe kerken. ■
Reeds het vierde Coneilie van Lateranen kwam op tegen het voor dien tijd al te overvloedig uitdeelen van aflaten, en bepaalde dat d& bisschoppen bij de kerkwijding, hetzij deze door .een enkele, hetzij door - meerdere bissdhoppen gedaan werd, niet meer dan ee*n jaar aflaat rrlochfen verl^enen voor den dag der kerkwijding en 40 dagen voor het anniversarium (4).
-.
^
Verschillende dergelijke alfaten vinden we bij de .Kruisheeren temg, Bij de inzegenwig Van-het noodkerkja der KmisheereA te Maas tricht gai de.wilbiss<jhop Van Liiik e^n aflaat van 40 dagen aan alien,
die op die feestdagert vart het H. Kruis, van O.v L, Vrouw, van St. Jan, van dev H. Helena^ Adrianus en Cecilia (de heiiigen waaraan het altaar: was toege-wijd), de kerk bezochten (5). Toen de Aartsbisschop van Keulen in 1446 de stichting van het
Krui^heerenjklopster van Diisseldprf goedke:ur4e, verieende hij tot^bloei van #ze stiehtm^ een aflaat van 40 <Jagen man alien, die het klboster rtte% Jiunne aalmoezen zouden slteuneri, die voor het O. L. Vrouwebeeld,. dat vp6r de kerk g^plaatst was, zevenmaal het Weesgegro0t> of voor
elk deri dkie alta*8n driemaal het-Qnze Vader^ zouden bi4deni alsniede
aaii heiij die de kefk op de feesten van £e£atrtusy ?aschen, finksteren
e^n AllerheiHg^n,-op de. le,esten van O. l> Vrpuw eti het H. Kruis, vai\ de HKLfApostelen en patroonheiligen der keri, alsook op den feastdag der kefkwijding: zouden beizoeken (6). V
Ziilke: aflatjen van 40 dagen verkregen ook de kloosters van Ter Apel en 's Hertogenbbsch, hoewel de rij. der feestdagen eri de vopr gesphreveit gebeden eenigszins verschilden (7).
-
Andere kloosters oiitYingen bij hun stiqhting^ kerfe- of altaarwij-
dinggrootere aflaten. Bij de oprichting van het klooster van Venio
in 139.9 gafde bis^schop van Luik aan alien! die tot derjt bouw van
het klooster zojirden italpen, een aflaat van 40 dagen en 4en carena (8).
De hulpbissGhop van Luik gai in 1483 bi] de kerkwijding van het nieuwe kloostBr van Brandenburg de vQlgende aflaten : 80 dagen J&Q in naam van den bisschop van Luik en #^n eigen naam) en een carena aan de geloqvigen, die op den herdenkingsdag van kerk- en
altaarwijding en op de feestdagen van de {>atraonteiligen van kerk eii altaren, alsook op de vigiliedagen en gedurende-net pctaaf, aal moezen schonksn/ of voor elk der drie altaren geknield drie Onze(3) N. RAUIXIS, o. c., II, p. 1-24.
n;r
,(4) c. 14, X, de poexiitentiis, V, 38.
l?bP>- VAN HASSELT, Geschiedenis van het kloQster der Kruisheeren te
Maastricht, p. 14.
(6)C R. HERMANS, Annales, II, p. 473^74:
(7) C. R' HERMANS, o. c... Ill, p. 6, \2 en 18. • > (8) C R. HERMANS, o. e., IX* p.. 184. Een aflaat van een catena beteekent
niet veertig dagen kwijtschelding van de gewone bdete^ dpch de.vrijstelling Van de streng^ y^tigcka;gsch| vasten (earena) waarmee gewoonlijk een openbare hoete
begon. VflL N. PAULUS, o. c., II, p. 80-87. .
s
57
Vaders en drie we6s-gagroeten baden / 80 dagen en een #reja& aan alien, die zich in de aldaar opgsrichte fefoedeiscliappen lieien iss^brijr ven of deze met aalmoezen steunden; 80 dagen; sari leder, 6^\&kn dag voor de Kr^sheeren wild^ van het kldosteiy aan den oogst, ofwel tot bpbrertgst van het kloqstef (9). :. Veel grootere allateri voo* a^lrtioezen en k^ikbezaelfcen oiitvingen de: Engelsche kloosters van Linden en Colchester van Pa%s Leo %,■■ Alte geloovigeft, die aalmoezen zotiden storten; tot den icglWr yajv die kloosters, en er op bapaalde dager* de kerken zovuieii bezpejke*ir of,
als ze daartoe niet in de gelegenixeid Warren, huti giften zjoiiden op-;
stuten, konden dezt&lfda aflaten^ veidienen, die anders alleen 4n 4e.. jtkbilettm- to statiekerken van Rome konden verdSend wo^deji, .Zijr die d# alteiren van O. L Vmuw -va*t Smarten in, feov^aiagBnoemde kloosters
's "Virijdags bez^chteh, kondeii dezelldie at&aten verkrijgeiif die iiv 4« kerk Van het U. fouis-in4eruzalem ta Rome ter verdienen warep, tei^Jl
pok vdor het mishooren aan die tllaten sportgeUjke aflaten werd«n verleend. De l^den det aldaar tostaande broedersjchap van het It
Kniis en de & Helena konden aetfa verschillei^de yoile aflaten verdierv9it, Iii 1516 breidde dezelfde iaus deze ^unsten nog aa^merkelijk Tilt, d.a. met een aflaat van honderd jaajr m Jhoitderd ^ad^Sgenen, en vo^r het miBhopreri een voile afiaai Sram^n rnet die aflaten l aan de Priorem eri de door hen gedeiegaerde Mechifcvadeis nog dere Volmacihten verleend, zoPals het albsolveeren Van zbnjden, het vetttideren van geloften> hiet bntslaan vait «en
den' eed, alisppk dispensatiemaehten vpoi? de oi^hpiidi^dagefu Beze be1ro%dheiien rtiocjhtten ze op bepaaidi $agenf waarop dim aflaten kon
den^ verdiend Mrbrden, uitoefenen, Ete l^en w ailaten verleende was^ dat hat Mposiei van Iionden ongeveera; li!eele^ maal cteor brand vernield was> terwijl dat van Oolchester, #at lamten tijd in het bezit van leeken was geweest mi tOBit ppnieuiwr dbor 4§ Ktutsheeren bewoond vrerdr zoo 'ondjerkoinen was> dat een/grpot: gedeslte e*yan moest, worden vethietwd. Om den o|>bptirw? van die
kloosters te bevoifderen, hadden de Kr^sheereft de hulp van iea Paus ingetoepen, die door het geven van aflalen hiefaan voldeed (10):,
.,
y Vergeleken met de aflaten aan "ajnd&re kloosters verleend, lijk^i deze van Leo X on^raarsGhdjttlijk grjoc^. ^fpcH moet 6ij de tepordeelkig
er van refcaning worden ^ehouden met het fe% dat ze werden gegeven in het begin Van de 16de e^euw, de tijd van #a groote Msbruijceri in
de aflaatpraxjtijken, Niet alleen was het getal der voUe. aflatehy die (?) G. -R, M^mmNS, Annahst II, pJ 410-411, (10) Deze aflaten zijn ons bekend uit een oorkonde van Paus. Leo' X, in 1516
opgesteld. Beihalve de toen gegeven privileges bevat dezfr oorkpnde den iahpud van
eeix vroeger patis^lijk sdirtjven van Leo X, waarin versdiillende aHaten. eo andere gunsten werden gegeven. De Paus zelf zegtf dat hi] vroeger aan die zellde kfopsfers afeonderlijk een briel zond oni .den heropbouw te be^ordereQ, en d^t fei] n&t in 1516, de tpeii gegeven gunsten uitbreidt Ete authentieiteit tan dlt doa#tent is aan geen twi}fei onderhevig, Het werd enkele jaren geleden bi) Jtet oMenen van de re^i^ters van Leo X in 'bet ¥aticaansch Ai^cbief ontdekt (Leonis X btijlae diversae aiini IVi V en ^Iy torn. life lib. 217,.;■». 1207, ^ 296). Op veflangeh van den Generaal der Orife jwetd er eeri auiJhentifeft afechrift van vervaardUgd, dat berust in het kloosterarchief van St. Agatha. -
Faus Leo X schohk, buitengowoon gioot, doch ook bij anclere aflaten tponde hi] zich zeer vtfjgevig. Van hem is bekend, dat hij meermalen aflaten gaf van duizend. par en duizend quadragenent t&rwijl er onder zijn ailaatbrieven zijrt Van zelfs honderdduizerid jaar (11). Behalve deze aflaten van afzonderlijke kloosters (12), gayen de pausen opk enkele aflaten voor aalmoezen en kerkbezpek aan heel de Orde, nl. den aflaat van e&n jaar en e6n carena die Joannes XXII samen met hat bedelprivilege schonk (13), en verder den aflaat dien
Kardinaal Pileiis in 1380 in ppdraciit van den Paias aan de"Orc|e gaf.
Daarddof konden alien, die e6n der kerken der Kruisheeten bezocnten op de ieesten der kerkwijdmg en der patropnheiligen van deze kerken,
een aflaat verdienen Van66n jaar. Daarenboven: kregen zij een aflaat van honderd ,
alle feesten van 0* L. Vrouw ^en de ^.postelen, varji Sint iJa^.den Dbpr
per, Augustinus, I^hebbaldus^ Maria Magdalena, JCafharina, Agnes en Odilia, en gedurende het octaaf van die feesten (i4)v Vopr- Wat hat §©1|al dagen betfeft is deze aflaat niets buitenge-,
woons. Wei echter om het groote aantal feesten, waarop hij kon ver-'
diend iw-orden, daar Paus Urbanus VI zelf: iii edn zijner kanselarij-regels
bepaalde, dat in d^ aflatenr die voor aalmoezen en kerkbezoek Y^ leeiid: werdenV alleert de patrponheiligen en de ypornaamste feestdagen dei^ fcerken mocht^en veOT-eld vrprden (15). ,•. Naast ml deze a#ate% die' de geloovigen ]bij d.e Kruasheer^n Jcpndeh verdienen, is er &9h andere aflaat bekend, die aan de leden zelf der Orde gegeyen wetitl. In 1488 nl. verleende Innoeentius; VIII hun
het voorisecht, dat zij na een rouwrrioedige biecht.dpor eeri bezoek aan enkele altaren van klooster en kerk; waarbij ze de zeyen boetpsalmeri, of als ze die niet keriden vijf en twintig maal het Onze-Vader eri
^rees-gegroet moestejft bidden, dezelfde aflaten kpnden verdienen, bok
den Jubileurtiaflaat, die door ean bezoek aan de kerken te Rome konden worden yerdiend. 4A1^ mptief van deze gunst wordt genoemd het wegnemeii van elke gelegenheid tot rondreizen (16). (11)
;
N. PAtlLUS, G&schwhte des Ablasses $m Ausgange des Mittelaltets,
Paderbora, 1923, pv 17747a tgedt/PAULtlS, o. c. III).
(12) JDeze aflatenlijst is zete "zttt onvolledig; Van de andere klcx)sters ontbreken meestal de gegevehs. Enkele aanwijzingen Jiierpvef vinden weJ nt>g in H; RtlSSELniS, Chtorticon Graciferonim/ p. 144, die een aflaat aanihaalt van het klooster van Hoei, in R. HAASZ, Die Kreuzherreri ih deft jRh<einlanden, p, 62-63, 77 en 78 (aflaten van het klooster van Keulen) en in BERLIERE; Monasticon ^e/^e,, I, p p. 151 ((van het klooster van Namen).. Zi verder d 77 (13) Zie p. 77; p
(14) C R. R HERMANS, HERMANS a c, II, p. 175476; H. RUS'SEUUS, o. c, p. 83, ()
c r. r Hermans; o. c-^.j,. 1, P, 75. bij c
•
.
*-.
(15) E. VON OTTBNTHAL, Regulae CariceUaria^ apostolieae; Die papstlichen Kanzleiregeln von Johartn XXlI b& Nikolaas V, Innsbruck, 1888, p. 47, n. «. '(16) G. R; HERMANSv o; c; II, p. 412. De. tbkst luidt :..« 7 psalmbs poenitentiales, qui sdverint; 25 vicibus orationem dominicam et toties angelicam salu-
tationem devote dicendo... », Waarschijnlijk is dezfe lezing foiitief. Duidelijker is
die van het Luiksahe Hs. 25 D It fol. 33 v. «7 psalmos pbenitentiales qui sd verint, et qui non sdverint 25... ».
.'• •
>..'•"
■■
■
■
,
• ■
":
'
; .'.
■ ' • 59
II. Voile aflaten. De tweede soort aflaten, die aan de Kruisheeren verleend wordan, , waren de voile ailaten. Deze aflaten deelden de Pausen op tweevoudige wijze mad : onmiddellijk, zoodat de aflaat verdiend werd zoodra de vereischte condities vervuld waran j. rniddellijk, zoodat de aflaat v^rdiend werd door het pntvangen van de absolutie van een daartoe gevolihachtigd priester (17). Ons zijh twee voile aflaten bekend, die de Kruisheeren van den Paus"- ontvingen, en die beiden middelixfk werden rtleegedeeld. Den eersten gaf Paus Euganius IV, samen ttiei andere privileges^ in 1432. Het was een voile aflaai, die sleeps 66nmaal rtl. in het ^tervensuur
kon verdiend worden, £lk lid ^der Ode kon ©en bxechtvader uitkiezen,
die hem na een rouwrnoedigd bieeht volledige. kwijtschelding der tijdelijke, stfaffen scfrenken kon, op vporwaatde dat hij rechtgeloovig, was, vereenigd met de eene Roomsche Kerk, en gehoorzaarrv aan. den
wettig geltozen Paus van Rome (18)'. Was er echter nog eeri, onrec?ht tegeriover anderen %e h^rstellen, daa ttioest 4b( biechtvader hiervooi een yoldoening opleggen. Opdat door dezen ailaat niemand, in de hoop op deze latere algeheele kwijt§chelding der straf, tot het kwaad zou worden aangezei, bepaaWe' de Paus dat voot -de zoriden, difr met zulke bedoeling gedaan warden, deizfe aflaat van geen kracht zou zijn, Allen die den aflaat wilden verdienen, moesten gedurende ^en jaar na het ontvangen van dit pauselijk schrijven elken Vrijdag vasten. Was deze vasten reads om een andere reden opgelegd, dan moest elke
week een anderen dag hiervoor bepaal'4 worden. Was men gedurende dit jaar of een gedeelte ervan vethindetd te vasten, dan moest dit het vdl&end jaaf, of zoo spoedig mogelijk erna, Worden aangevuld.. Kon iemand deze ,vasten, hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk niet volbrengen, dan kdn qle bieohtvader dien hi] hiertoe uitkoos deze vasterl in -een ander godvruchtig werk veranderen. Werden deze voorwaarden Tiiet vervuld,
dan was het privilege
van geeh kracht en nietig (19).
Naast dezen vollen aflaat is ons' een andere -bekend, wakrvan del authenticiteit echter twij'felachtig i^. Dez^e aflaat zou twee jaar laler> op 18 Augustus 1434 door denzelfden Paus gegesren zijn. Toen, aldus
Ae oorkonde,. richtte de Generaal der Orde een smeeksohrift aaft den
Paus, om opnieuw een vollen aflaat te bekomen^ die' niet alleen in het SrtQrvensuur, doch ook tijdens het leven kon verdiend worden. Daar toe vroeg hij dat.ieder zich in het klooster een biechtvader zou mogen
uitkiezen>, die hem kon ontslaan van elke, voorbehoudem zonde, van elke kerkelifke oensuur en irregulariteit, tenzi] ze door doodslag of verminking werd opgeloopen,, die elke afgelegde gelofte in andere werken van godsvrucht kon veranderen, en hem. aldu&ide kwijtschel(17) N. PAULUS, Geschichte des Abtasses, IIt p. 124.
(18") De^c clausule is ^emaakt onder invloed van h^t Westersdie Sghisma, *
dat pas in, H17 geein<Jigd was.
(19J C R. HERMANS* Annales) llt\p,. .231-232; H. RUSSELIUS, Chronipon
Cmcifjerorunt, p. 108, bij C R. HERMANS, o. c I, lt/p., f061 A. HERTZ-
WORMS, Religio Ss. Cruets, p. 51. 60
ding der tijdelijke straffen verleenen (20). Dezen afiwt vroeg de Generaal niet alleen voor de leden der Orde, doch ook voor het dienstpeisoneel en alien die in het klooster woonden. Aan de authenticiteit
van dozen afldat kan getwijfeld worden, niet zoozeer om den vorra waarin hij gegeven^werd (21), dan wel omx het feitlr dat in geen enkel der ons bekende handschriften of auteurs cfeze allaat wordt vermeld (22).
III. De Kruisheeren-aflaat;. De laatste allaa^ dien de Kruisheeren voor het concilia van Trerite ofttvingen,' was de bekende Krudsheerenaflaat, die door Paus Leo X
op 20 'Augustus 1516 gegeven werd, Dq Pans verleende aan alle geloo-
vigen, die aan den r^^enkran^ der H. Ma^gd ^loop deh Generaul der Orde eri zijn opvblgets gazegend, godvnachtig een Ohze-Vader of
■&&n wees-gegroet badeny as©o dik^rijls ze dit zouden doen, een aflaat
van 500 dagen, nietteg^nstaande alle vporafgegane hiermee in strijd zijride pauselijke yatorcfeningen (23).
Deze rozenkr^i^flaat was ze^lfs v?oor het begin der zestiende eeuw buitengewqon groot Dfc grootste ^aflaat voor het rpzenkransgebQd, #en
£&UmS in zijn bekend weik aanhaaltr Was '$i een van, vijf jaar en Vijf quadragenen, die verdiend kon yrorden door he^t bidden van een
rozsnhoedje. Wel war$n er grootere rozer^kransaflaten verspreid, ecjttter alleitiaal valsch (24)^ , : De -redan of a^anleldirig waarom de Pau? dit buitengewoon voor-
aa& Ae" Orde schonk, wordt ons in het pauselijk schrijven niet () Hiier wbfdt de uitdrtikking gebj?uikt t> «plenaria remission hoc est, a poena el? a cuJ|pa»f Q R. HERMANS, o. c.y II, p. 257/Deze vei^keerde uitdrukking werd in de iniddeleeuwen gebruikt om een; vollen aflaat aan te duiden. Vgl.
',1^. PAUIJUR5,. o/cf a p. 136-148; •"
,
.-
, .
(21) Deie aflaat \verd niet in een'pauselijke bul of breve meegedeeld doch in
een z. :gv n. littera- laMna, een vonn die sinds Pays Euge'nius IV in gebrtiik Jcwam. De
suppliek werd inde paujselijke kanselarij in styjo cutiaje opgesteld, terwijl menei"
de clausiule$ bij;yoegde». die 5ij • de. gevraagde gunst hoorden.. Dit ohtwerp werd tef gpedkeurin^ aan den Paus voorgelegid, die er ondet zette « fiat ut petitur». v Was het gevraagde van ihinder belang*. dan werd der suppliek onderteekend
door een prelaat en de woor^en e'rbij geVoegd «in preseiitia dpmihi nostri Papae»it
waarna de, suppjiek gedateerd- werd. Vgl. A. GIRYt fylanixel de diplomatique, Parijs, 1925, p. 701^702. In ons geval is de suppliek a|dus door een prelaat onderteekend; « concessis pro omnibus semel et alias in forma in praesentia dbminl nostri Papae. Datum Florentiae^.. » (22) De Hss, vah het Groot: Seminarie van Luik geven dit stufc niet, terwijl
ook RtlSSELIUS eft HERTZWORMS, die den anderen vollen aflaat vermelden, hierover'niet spreken. Alleen. een codex van het kJooster van Bruggen gaf dit doGument,: waaruit HERMANS het oVernam (II, p. 555-257J. Ook de uitdrukkincf «plenaria
remissio
a
poena
et
a
culpa»
is verdacht, Volgens N» PAULUS,
o. c, III, ,p, 267 heibben de Pausen ze nooit gebruikt, en pleit het voorkomen ervan
in een pauselijk stuk tegem; de authenticiteit; Door het overnem^n der. suppliek- kan dit hier missehien worded liilgelegd.
(23) Q. R. HERMANS; o. c. III, p. 17 : «et bsuper de omnipbtentis Dei misericordia^et beatorum Petri et Pauli apostolorum eius auctoritate confisi, Chris-
tifidelibus in: rosariis Beatae Mariae nuncupatis per te et successores tuos pro ternpdre benedictis, orationem dominicam vel salutationem angeUcam devote dicentibus, quotiens id fecerint, iridulgentiam quingentorum dierum raisericorditer in Domino concedimus et elargimuri non obstantibus... » -
(24) N. PAULUS, o.c, III, pv 298.
'
■'
'
■'■•.■■
.
. '
,.61
meegedeeld. HERMANS in zijn aanteekeningen bij RUSSELIUS brengt
dezen aflaat in verband met het terugtrekken van een ander, privilege.
In dezelfde breve nl. werd het voorrecht om een bieentvade* te kie-
zen buiten de Orde, afgeschaft. Om nu zijn welwillendheid tegenover
de Kruisheeren toch ta laten blijken, zou Leo X dezen aflaat gegeven hebben (25). Hoewel dit fceer goed de reden kan geweest zijn, feafi echter het feit dat juist daze aflaat van 500 dagen geschonken werd,
als vc.^gt worden uitgelegd. Enkele weken van tevoren, op 6 August^ had Paus Leo X de Engelsche kloosters van Londen en Colchester met groote aflaten verrijkt, om hen bij den\ opbouw der kloosters te steu-
nen. Onder de ttoen verleende afldten b&vbnd zich ook de afjaat van 500 dagen, dien de Prioren der genoemde kloostefs aan de rozenkransen
van O. L- Vrouw konden hechtejn (26).' Toen de Paus nu 14 dag»en later een b*eve opstelde aan den Generaal der Orde, gaf hij, hetzij
om
red9n van het teruggetrokken biechtvadersprivitege, hetzij om een andere reden, dezen zelfden aflaat. Is deze aflaat werkelijk authentiek ? Voor zoover we kunneij nagaan, werd dsze kwestie in de eerste eeuwen na het verkrijgen van den aflaat niet gesteld. Over het, gebruik en de verspreiding ervan vinden we slechts weinig, gegavens. Moeilijk te verklaren is het feit, dat verschrllende Kruisheeren, die in de 17de eeuw over de privileges dar Orde schreven, van den Kruisheerenaflaat geen melding maakten (27). In de 19de eeuw kwam er voor dezen aflaat nieuwe belangstelling. Toen na de Fransche Revolutie slechts enkele kloosters overbleven, werd het bestuuf der Orde na den dood yan den Generaal aan een Commissaris-Generaal toevertrouwd. In .1841 werd deze waardigheid opg.edragen aaii Van den Wijmelenberg. Daar alleen de Generaal den . Kruisheerenaflaat aan de rozenkransen kon verbinden, vroeg Van den
Wijmelenberg aan Paus Gregorius &VI om als Commissaris-Generaal . dezelfda macht te mogen uitoefenen. Nadat dit verzoek was ingewilbgd, verzocht hij den Paus in 1845 om deze faculteit te mogen delegeeren aan een confrater in elk huis der Orde, alsdok om dezen aflaat op de geloovige zielen toe te passen. Ook dit werd toegestaan. Pius IX breidde deze delegatiemacht nog uit, zoodat voortaan* .elke priestefr der Orde hiertoe kon gedelegeerd worden (28). C R. HERMANS, Annates, I, 2f p. 7. (26) Auth. afschrift, kloosterarchief St» Agatha.
,
(27) H; RUSSELIUS, die in zijn Chtonicon van 1635 toch altijd de vooriiaamste pauselijke vqorrechten aanhaalt, spreekt hierov^r niet, T, DALENIUS, die alle voorname pauselijke oorkonden venueldt (Clavis Coelu 1628, p. 24-27) t
haalt idie van Pans Leo X niet aan. J. BANELIUS,- die een hoofdstuk wijdt aan het
1 ontstaan en de bevestiging der Oi?det en daarin t>ok de versohillende Pausen noemt die aan de Orde privileges verleenden (Ttanslatio, 1621, p. 29), spreekt niet over Leo X. Zelfs A. HERTZWORMS, die een apart, hoofdstuk sdhreef ov^r, de pau selijke dorkonden der Orde,, geeft die yan Leo X, hierbij niet aan. Doch in een appendix bij dit 'hoofdstuk zegt hij, dat er nog een privilege in gebruik $£„ d^t sainen met de pontificalien door Paus Urbanus VIII gegeVen werd, nl deze aflaat, La!ter, in het tweede gedeelte van zijn werkje zet hij als zijn meening vooruit^ dat deze aflaat waarsdhijnlijk*1 reeds lang voor Urbanus- VIII werd gegeven, en wel in 1475.
(Heligio Ss. Cmcis, I, p. 57; II, p. 34). Zie ook C. R. HERMANS, o
I, 2, p. 7-8. (28) C R. HERMANS, o. cM III, p; 643 en 653. 62
c.
Van tbffci si #eM da KraissheiBrenallaat m6er gebniikt en gekertd,
niet slec&ts lit Nedeifend eh Belgie, doch ook in het bmterilartd/ Het gevolg hie^vm was; dat rnen in de verschillende buitenlandsche bisdommen aan de echtheid van den Kniisheereriaflaat gingr twijfelen, wat best Je verklaren was, niet alleen door de grootte Van den aflaat, doch ook door het feit, dat nu ineens een aflaat befcend weict, die drie eeuwen geleden gegeven was en waarvan tot nu toe weinig'melding
^ras gemaakt. De Kruisheeren, van verschillende zij den over de authen^ -'tidteit. van dit privilege geraa^dpleegd, en ervan beschuldigd dat ze b\iiten weten van de k'erkelijke Overheden valsche aflaten verspreidden, ridhtten zich tot de bisschoppen van hun bisdomirben. M&r. Doutreloux, hulpbisschop van Luik, gaf op 19 Febr. i879 een verklaring; dat er zich in het Groot-Seminarie te Luik een afschrift van de brev-e van Leo X beVond, terwijl Mgr. Godschalk, bisschop van 's Hertogenbosch, datzelfde jaar %een authanticiteitsverklaring gaf. Ook de Nouvelle Revue Thealogiqu© verdedigde de authenticiteit van dezen aflaat (29). Enkele jaren later werd de kwestie echter opnieuw g;esteld. Vanuit Frankrijk ontvingen de Kruisheeren van Diest herhaalde nialen brieven, waarin dezelfde twijfel geopperd werd. Hierin werd o,m. beweerd, dat men om inliphtihgefi had gevraagd aan een der leden van de Con gregatie der aflaten en relikwieen, die geantwoord had, dat de Kruisheerenaflaat apocrief was. Tenslotte richtte zich het Aartsbisdom Reims, mede in naam van andere bisschoppen en aartsbisschoppen, officieal tot de Gpngregatie der aflaten eh ^relikwieen, Waaraan ze verschil lende twijfels,'zoowel over het gebruik als over de authenticiteit van den Kruisheerenaflaat voorlegden. Op 15 Maart 1884, na rijp onderzoek en met de goedkeuring van Paus Leo XIII, elntwoordde de Congregatie, dat de Kruisheerenaflaat authentiek was, en geen verdere goedkeuring of bevestiging noodig had (30).
Heeft de Orde, beh4lye voorgaande aflaten er nog
andere
onK-
yangen? Waarschijnlijk wel. Een besluit van het generale Kapittel, dat in het statutensupplement van 1466 werd opgenomen, schrijft voor, (29) Nouuetle Revue Ttieolo§ique, XI, 1879, p. 248-250; de verklaring van Mgr. Doutreloux, p. 249. Deze bedoelt hier het Hs. 25 D 11 waar de breve van Leo X op fol. 37 v.-38 v. te vinden is. (30) A. S.S., XVI, 1884, p. 411 ; Nouv. Rev. TheoL XVI, 1884, p. 255-257 ; A. GOUGNARD, Traite des Indulgences, Mecheleh, 1933, p. 228; F. BERINGER, Les Indulgences, Parijs, 1890, p. 366^369. Voor de verder aangehaalde documenten en brievett, zie kloosterardiief Diesk Ook zijn al deze documenten terug te vinden
urde processtukken van de Gongregatie der aflaten en relikwieen, die zich bevinden
in het kloosterarchief van St. Agatha, F b 17. De voorgestelde twijfels aangaahde
de authenticiteit luidden als volgt :
-.
I, utrum indulgeritia 500 dieruni... revocanda sit : a) vel uti apocrapha, seu ratione dubiae authenticitatis ? b) vel uti indiscreta, seu ratione indiscretae concessionis 7 . ' c) vel ob alias extrinsecas rationes ? . "rct quatenus negative ad omnes I dubii partes :
j
v
II. utrum eadein indulgentia rata habenda sit et confirmanda vel potius di-
cenda sit ratihabitione et confirmatione non indigere ? Resp. ad I : negative in omnibus, ad. II : rion indigere.
f
,
Ant T alien op> 4©n vigiliedag- van Sasfcajiaentscfeg tno.esten vasten, om de 'iBHatexi-te^tj^i^ndn, die door den JH. Stoel ge^reven waran (51).- Da paiaselfjke dpcumenten, yaarin deze aflaten ^erden ttieegedeeld beziitei^ we echter
ii
(31) Q R HERMANS, Annales, II, p. 308. 64
•
v
*
HOOFDSTTJK
VI.
Bijzondere Straf-, Dispensatie- en Absolutiemachten,
In dit hoofdstuk moeten de privileges beirandeld worden waardooT aan het bestuur der Orde de ' strafrnacht werd gegeven om de misbruifcen, die in de Orde ontstonden, tegen te gaan, en tevens de absolutie en dispensatiemachten, die noodzakelijk wfci©n, om de innerlijke aangelegenheden te regelen zonder de tussdhenkomst Van den H. Stoel.
•
I. Sfrafbevoegrdheden van den Generaal. In de eerste Statuteri der Orde van 1245 werden verschiilende klbosterstraffen vastgesteld, die zwaarder of lidhter waren naargelang de overtredingen of misdrijven die werdert begaan, Voor lichte over-. tredingen of inisdrijven van Regel of Statuten werd gewoonlijk Ket bidden van enkele psalmen opgelegd , zwaatdere mis&tappen werd
uitsluiting van de sacramenten en den vredekus, - algeheele excommu-
nicatie en soms een heel verdsr leven van boete geeischt warden (1). Andera strafbevoegdheden kreeg de Orde door pauselijke privi
leges/ die in yerschillende netielige omstandigjieden werden aange-
vraagd. Ze werden gegeven vanaf 1340, juist in den tijd die in onze Orde gekenmerkt werddoor een geweldigen achteruitgang der kloostertucht, tot de jaren na de hervormiiig van 1410, jaren van harden strijd tusschen een goedwillende Overheid en sommige op^tatidige Pirioren en leden.
Het eerste van dez,e privileges dateert van' 134tf. In dat jaaf had de Generaal bij Faus Benedictus XII zijn beklag ingediend, omdat (1) VgL in de statuten de verschiHende straffen «pro levijculpa», «pro
9favi» graviori et gravissima culpa »t en «pro apostatis» : dist. I. cap. 16-20,
C. I*. HERMANS, Annales, II, p. 43-49. Zoowel in dit als in het volgende artikel
handelen we verder alleen over de,.bevoegdheden die in de pauselijke privileges voorkomen, en laten dus alles wat. door (het algemeen recht of door de statuten gegeven werd buiten beschouwing.
65
verschillende van zijn ohderdanen zich onttrbW&en aan de hurt opgelegde straffen door in hoogef beroep te gaan, zoodat de straffen natuurlijk niet onmiddellijk konden yrord9n uitge^oerd. De Paus vpbr* zag hierirt door aan den Generaai de macht .te geven, om niette
staande het hooger beroap tpeh zijn onderhpofigert te straffer*. Werd dit privilege gegeven-aan den Generaai als zoodanig of als Prior van
het Hoeische klooster ? Uit den fekst der oorkpnde zoti men tot #f laatste besluiten. Iii de eacppsitie is er sprake vait sPitimige Icanunnikem: en leekebroeders van zijn prior^at, terwijl ook in de dispositie zelf in dien zin gesprpken yrordt Toch wordt in £6n der . handschriften
aari deze oorkonde eeh bpschrilt gegeveri, dat doet denken aan een s|xa|niLa??feV aan 4©n Generaai als zpodanigf, verleen^d■;(?). Ben and»sre vraag is bi h#e:P werkelijk aan den Generaai Sertj'sMuyN Mta^h*'-g.e^i8-
ven werd, daar toch het. algertieeri recht aan da kloostejdirigen, ver bobd om in hooger beroep .te gaan als ze door'hun Oyersten werden
gestraft ?(3). Daar hier aqhter van deze w^t geen m^ldjing gemaakt wordt, en de Paus den CSeneraai tpestaa.* te straffen ondanks, h^ ^be
roep, kuninen wie besluiten,. dai zefear in oms geyal :b«t hoogejr b&$&0p toch tpegi&laten.. werd, hefeiij omdat de wet in onbruik ger^akte, hetzij omdat een gewoont«xecht haar plaats innaitiy zopdat de-Generaai wel degelijk een maqht verkreeg, -die hij eerst niet bezat. ,; Tot aan de hervormingf in 1410 zijn geen nisuwe privileges tot
herstel der tucht aange&xaaf4 hpfw^l de toej&tsnd juisi -to ,4^ tweede helft der weertiende eeuw onder Generaai Joannes d^Avins 2ijn hoogf. tepuht bereikte (4). Wei' had in 1356 Generaai JpaiiHeis de Marina Villa tio^ eens de pauseHjke hulp ingeroepien, dpch he% dMrpp yolgend
sehrij ven van Baus Innocentiws VI;, 0en :st^enge yermaning tpt gehoor^ zaamheid en eafbied,. bevatte geen verdere strafniacbjteii (5). Jgeit dobrvbenen der hervormirAg eischte echtehr krachtige maatregejien. Wanj, op
de eerste hervormingspogingen van 1410 volgd« een hevige reactie,
niet alleen van de g.ewpne leden der Orde^ doch zelfs van ftpmmiie
Prioren.
Ze wilden van
gteen hervorming
weten
en
traohtten zich
daarom aan de yisitatie van den Generaai te onttrekken.
.
Hieribij werden ze in sommige bisdommen door d«' bisschpppen en andere kerkeliijke wagtrdigheidsb&kleeders. gesteund, zoodat de- Ge* neraal njatuurlijk machtelpos stond. Daarom W;endde Generaai Joannes de Mertieii zich tot Paus Joannes XXIHf die pp, 19 Mel 1413 een schrij-, ven zon4i niet rechtstreeks aan den Generaai, daar deze primqgelijk iets kon bereiken, doch aan 4e dekens van Kamejrijk enf-, Luik.^en aan (2) C. R. HERMANS, Amate$,llf p> 108': ■-.: . «Quod nonnuli canonici et conversi prioratus tui» en verier « ut npn, obstante frivolae appellatipnis objectu circa correGtipnem praedictdrum canonicortim et cohversofum tliorum Jibere offt(m ttii .debitum exequari$»v Het opSohrift..in, Hs. . 25 D 11/ fol.' 1 V. ltiidt : «non bbstante frivola appellaiione Prior Generalis corrigat sttbditos suos». Ook in margine wordt het in de serie der- privileges vermeld met de woorflen : « appellatio submovetmr». Hienilt blijit dat de auteur van dit handscMft het privilege beschouwde als gegeven aan den Generaai der Orde als zoodanig.
'
, "
;3) c. 26, X, de appellationibus, II, 28, 4) Zie boveri p. 19.
l5) C R. HERMANS, p, c«t IL i>. 117-118.
~
r.
■'-
.
,.
■-.,..
>
den oificiaal der Ketilsihe kerkelijke rec^a^k (6). Hun gaf >i} tie opdracht om
den
Generaal in
zijn
hervGrmingsplannen
bij
te
sta^an,
en te zorgen ".®at de ^Mlfen die deze aan d«; pp^tandigeii; had o&g\e-" legd, haar doel zouden bereiken. Om hun bemoeiingen grooter kractit
bij ta zetteft yrerd Ivan de ntacht; -gegeven zeif d# acfealdi^ente stif fen met de k'ei&elijke ce^^^ die niettegenstaande het in hooger
berpep gaan toch van kracht zou zijtt (7);Qofc m0chten ze, als h@t
*nqc*di£ was pm tot Hun doel te koitien; de hulp van de weireldlijke madht infoepen {8)* Dit alles modhjeri ze dden .-*-•■ zoo luidda net uitd^iplifk - obk al zpiiden de Kruisheeren door eeh pauselijk indult zijn aan de bisschoppelijks straimacht. Werd hierdoor. ift'gelttaakt op de exemptie der OMe ? "VVe meenen van niet, daar frier de Paus deze versehillende personen als rechters afvaardigt, De dlausuje anon olpstante» werd hier waafschijnlijk geplaatsf, oih elk' beroep dex opstandigen op hun exemptie yooraf te bntWapenen, H^e Se^oificiaal van Keulen en dfe deken vjan Luik zich van hiih taak gekweten hebben is ons bekend uit de processtukken die hier-
over feewaard bleven* Zij dchtten e«en ^chrijven aande yejcsdhiliende^
pribtateti der Orde, waarin ze in krachtige teymen wezen op de heer-
schende misbruiken, en aan de opstandigen, krachtens de heilige ge-
hoprzaamheid en onde^r bedreiging van 2war^ straffen, het bevel gaven zieh binnen diezes dageft na het ontvangen- van dit schrijven aan da visitatie en hervorining van den Generaal te ondetwerpen. Verd^r %©r
fe jbetoorien. De gestelde■. sanctie was ^de excommuinicatie, suspsnsie en
tnterdiGt over de klbostefs en kerken, ©it zoo noiodlg het oVerleveren aan de wereldlijke rechters. Niet alleen aan de Prioren, maar pok aan
^de aartsbisschbpperi, bisschbppeti en andere ptelaten werd erop g^^ wezen, dat ze in het vervplg van elken steun of raad aan de ppstati-
digen teg^n den Genetaal hadden ai te zien. Tahslotte werd een beroep1
gedaari dp alle. kerkelijke waardigheidsbekleeders in de bisdommen
Keulen^ Tfiei1, ^Luik, IJtfepht en Kamerijk, 6m aan de uitvoering; vm
het pauselijk mandaat mede'te werken, en den Generaal te helpen zoowel bij de visitatie der kloosters als bij de uitvoering der opgelegde straffen (9)^ Door deze maatregelen zijn zeker de gtootste mis-
(6) OR. HERMANS, o. c;f II, p. 209-210 geeft in zijn tekst in pleats
van an Cmerac, Cameracensis, Namurcensis. Hs. 25 D 11,,, fpl p 19 r. g geeft Cameracensis,, wat Bk k in ihet h k van d ffiil 4er 4 Kilh reditdt Veell ivaars^hynBjker is> d^a? ook stuk den officiaal Ki&ulsiche
bank en dat Van den deken van Luik, waarin de porkonde van Joanne^ X&
^di aangehaald, niet Nameii maar Kamerijk genoemd wordt. Vgt C. R.
S, O.C., K'p. 536 en 541.
.
(7) «?ippellatione postposita ». Deze clausule 'heft niet het befrpep ^elf dp^h
en :een gevblg ervep op, nl» het in werking tre4en 4er opgelegcle sttal. ^gl.
G. SCHREIBER, Kurie und Kloster, I, p. 205, nota 6; P. HINSCHIUS, System
4s katji. Kircherwechts, VI, p. 131, nota 2; (§) Ini het opschrift zelf boven deze oorkonde iegt HERMANS, dat de Ge-
l deze verschillende machten ontving, "wat echter met den tekst zelf in stdjd
Beter ze^gt Hf, .25 0 11 in het opsdirift op foL 19 r. « conselyatbirium aucto^i?-
tatis Generalise (9) \Ve bepefkten ons hier tot de voornaamste bepaliagen uit de versdiillende dpcumenten, Vgl C, R. HERMANS, o. c^ II, p? 535^546] R. HAASZ, Dfe
bruiken weggenomen en werd de tucht verbetercjL Todti is iti verschiliende generals Kapittels, nog sprake van «fsatres rabelles» en- moest ejr nog telkens -tegen misbruikeji worden opgetreden (10)» Jja 1424 warden door Paus Mattings V aan den Generaal nieuwe bevoegdheden g'egeven dm djrt .Qngehoax-zanje, weerspaimige en voort-
vluchtige onderdanen te straflen. De Generaal mocht hen gevang^n - nemen, in den keric^r opsluiten eh exGommuniceeren, jsonsler vrees vooor exdontmunicatie of andere kerkelijke straf£en, niettegemstaande de wetten die-hiermee in strijd waren (11). Het gevangennem>3n kon de Generaal zelf doen of door andsren laten doeii. Waaarschijnlijk weid hier bedoeld, dat hij daaxtoe, evenals tot d^ kerkerstraf, de Kulp van de1 burgerlijka macht mocht inroeperi, zoodat de voortvluohtigen door de i>urgerrijke overheid mochten gevangengenomen en gestraft. Al werd dit niet uitdrukkelijk gezagd, gelijk dit in het schrijven van Joannes XXIII het geval was (IS)-, toch zijn er versohillende redeneir 6m dit aan te nemen, Voorearst was deze maatregel, het ^evangehnemen van vooxtvluchtigen, zonder hulp van de wereldlijke overheid 1 onmogelijk, Oofc de clausule «non obstantibus », die aan h«et privileg^ werd toegevoegd; iff anderjs niette verklaren. Immers bij de fcerkerstyaf binnen de Orde zelf en de excommunicatie behoafde ze niet bij te staan# daa> deze straffen'hv de kerk gebniikejUjk, waren ien geen enkele kerkelijke wet ze verbood. Wei he.t overleveren van kloosterlingen of clerici aan de burgerlijke-rechtbank en het gevangenhouden door leeken was met de heerscheride wetgeving in strijd, en werd met exeommunieatie gestraft, hoewei hiexop ook nog uitzonderingen gemaakt wefden (13),. Daarbij was de kerfcefstraf binnen de.Orde al v66r 1424 in gebruik. Voor het eerst nl. had het Generaal Kapittel Van 1421 een bevel uitgevaardigd, dat elk klooster een sterken en v«eiligen kerker
moest bezitten (14) / terwxjl we daarentegen het inroiepen van de hulp der burgerlijke macht zoowel in da besluiten -der Generale Kapittels als in de verschillende latere statuten slechts na 1424 aantref£en (15). Kreuzherren in den Rheintanden, p. 12-13; H. RUSSELIIJS, Chronicon Crticife*
rorum, p. 96, bij HERMANS o. c, I, 1, p. 97.
(10) Zie de "besluiten der kapittels van 1414, 1418, 1419, 1420, 1421, 1423, --1425,t CX R. HERMANS, o. c, II, p. 208-209, 211-215. (11) C R. HERMANS, o. c, II, .pr 219 : « capiendi per vos vel alium seu
alios, et sub custodia tenendi ac etiam excommunicandi fratres et conyersps ipsius . ordinis, fugitivos seu contumaces aut inobedientes, si reperti fuerint in saedulari vel ejusdem ordinis habitu, plenam et liberam tibi et eisdem successoribus concedimus tenore. praesentiura potestatem, decernentes, ut tu ve! ipsi sucdessores seu ille vel illi, per quern seu per quos hoc ex tuo vej successonjm eorumdem commissione fieri contlgerit, notam excommunicationis vel alterius cujuscuinque poenSe nullatenus ■ incurratis seu incurrant, constitutionibus apostolicis et aliis cpntrariis non obstanti-
bus quibuscumque». VgL H. RUSSEUUS, o. c, p. '97, bij C. R. HERMANS,
o. c, I, 1, p. $9. '
'
"
(12) C R. .HERMANS, o. c, II, p. 210 : «invocato ad hoc auxilio bt^achil
saecularis ».
(13) VgL voor de gevangenisstraf; c. 1, JXf de deposito, III, 16; c. S, X, de poenis, V, 37; c, 15, de sent excommunic, V, 11, in'VPj Voor het inroepen der burgerlijke macht : c. 1, 2, 3t 10, 14, 24, C Xt,,Q, 1 ; c. 29, X. de sent,
excommunic., Vr39. Zie ook DIDACUS ab ARAGONIA, Diluddatib Privilegferum, Bonn, 1751,, p. 55.
(14) C. X HERMANS, o. ct, H p. 213,
(15) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 223-224, 243^44, 283, 455; HI. 44. Toch 68
Na 1424 heeft de Generaal geerv bijzondere strafb^yoegdheden meet ontva^gen, Albert ^qtdeii in 1433, bij. bet pprfchten vanhei Mstiiuut der dpnatfcri, de bestaande bevoegdheden ook op dezen uitgsfcieM ■■(16)* Van de madht die de Generaal verkrieeg heeithij ook nog
meermalen na het conoilie van Trente gebriiik gemaakt/ zdoda* i^e
kunnen bestertetv dat deze privileges gedurejide. heel oitze periode van -
kracht gefeleven zijn (17); 1
%.
■
.,-..:■
■■
■..
.
•- ■
■
-
■
.
, •
. ■*
■■'■'..•.■■
II. Andere bevoegdheden van den Generaal en de visita-bijzonder^i b6V
Eu^enius^ |Vr Innocentitis Ylll en Leo X; Joannes XXII gaf in 1318
aan'dext CS^^mal der Oro^ de itiacht oni van kregulariteiten ie dts-
penseefiait '{jSJt- Daat dem macht in algeiheene termen zonder 6eri;iga
restrld&B^ ge^gevem Wetd, kon de Gerteraal derlialVe van alle irregtilarl-
feifen dispenseeren/ zOo^rel iii fbro Mterhd al§ externo. Al lijkt dezfc
i>e^
^nwaarsohijnlijk, terneer daar ze in^ Mere ^ottinenteri
sfebfcts in beperkte irtmte voorkomt, t^oli kan deze ioritviiul ptet ahdBfs verklaard ^or(Je% da^r ze zoo bread ntogelijk is opgei^t; Z^ gold d&s: ook yoor die iiregiilariteiteri, waa^van alleen de Pa^s: kor\. ^$-
periseeren> Wat; in dfen t^kst dpeir dev wodrden «; authoritate apogtoiibav-\ d
Nietteg:efnstaande: dez^ algerneene faculteit hioestenv tdch altijd 4ie geyaljlen; ■v^prSQii iiitg^dnderd, waariri zelfs de fmis zijn (Jispe^sati^
raaciit niei zd«. geipuifeen, ir^ ^geyal igniand b. y. ?ulfc een Hchaineljij^
of geestelijk geferek.nad^ dat hij niet zonder eEgernis yoor het volk Itet H. bMspfiei kon ofedragen (19).
Op 3 3N4Sart 1432 werd (dit vopriacht; door Ptos Eugenics IV feeyes- ; tigd, fie Generaal mocht. dispenseeren van irxegulariteit&ii, opdat z*j
diede ftH. W^dmjgen rttoesten otitvangen, hierto© kpnden wofdeh ipey
gelaten en de reeds gewijden hun wijdingsmacr\t mpchtpn iiitoefei^sn, Doch hier warden de ypl^ende. restricties gernaakt .«; vopieerst fold
.$2, b# C %
HWSCANSi o. c.t liA, p. 7€ Etefe verhaalt dpi reeds CJeneraai P. Fi^charittS
ti| zijw visi^^e toFra^krift yoor zulke mp(?ilijlchedenImam te s:taan. dat hi] aao defl F^afl^ciien fcpnlnigj Karel V de hulp vroeg van de b^gerlljke machtf Wat in/
1372 tveri tbegestaan. Kan diir njisschien verklaard wor4©a Sd,pr c. 35, X, de sen"
tentia-^EGw V, 3% kradi|ens hetwelk onvenheterlijke. clerici aan- de burgerlijke raacht^^ inpchten; worsen, pvergeleyer^l?
(16) C. % HfiftMANS, ^ c, II, p, 237-240; Hs. 35 P 11 vermeldt dim
ook uitarulskelijk in margine fol. 15v, « punitio donatorum >^
iJf)G, R. HERiW^USfS, o. c*,.- Ill, j* 87^88, 96^ 113-114 en 138.
..■; (18) G, R. pERMiysiS^ o. c,, II, p. W7 ir «caeterum xndtdgemus tibi F ut cum ttiis fratfibus auctoritate apostolica super irregulapltate cprijraeta ^ (19) DlDACEfS ab •
69
doQdslag of ventiin&ing werden opgeloopen / verder mocht de Gene-
. r&al alleen pro foro interno van dLeze madft gebruik maken (20). Tot 1488, wor&t van dit voorrecht slechts weinig melding - gemaakt Alleen in het Generaal Kapittel van 1467 werd erover gesjjroken* en behield zich de deneraal uitdrukkelijk deze dispensatiemacht vopr. Pit
besktit weard ook in het statutenboek van 1466 bijgesehreven (21), In 1488 gaf Innocentius VIII echter een nieuwe bevestiging eT van,
en wel met dezelfde restricties die ook Paus Eugenius IV gemaakt
had (22).
In bov«ngenoemde oorkonde van 1432 gaf Eugenius IV nog verschiiiende andere bevoegdheden. De Generaal en de visitator^n kre-
gen de macht, om zeli of door andaren hun ondexdanen, zoowel leden der Orde als familiares, te absolveeren Van alle zonden die niet aan den H. Stqel waxen voorbehoudan i hun private geloften* mochten ze
in andere godvruchtige werken veranderen / ook konden ze die, leden der Orcta, 4ie door ouderdom, ziekte of andere omstaridigheden, onbekwaam ware^n om het koorgebed of hun andere godsdiensti^e v^rplichtingjsn te vervullen, hiervan ontislaan, Verder mochten z© Zoowel de leden der Orde als de familiares om de drie jaar absolveeren van ejke excornmunicatie, suspensie of interdict, * doch alleen voor hun
gewaten. Van deze voorjechjen konden ook de Generaal dn de visitatpren zelf genieten ; ze mochten zich binjnen da Orde gegchikte bieehtvaders uitkiozen,, die dan diezelfde macht ten hunnen opzichte konden uitoefenen (23). Deze la&tste bevoegdheid breidden Innocentius VIII en
(20) C R, HERMANS, Annoles, II,, p. 23& ;:«et,cum eis super irregularitate
undecumgue, praeterquam occasions interfectioni$ vel mutilationis personae cujus-
vis contracta, ut ex ipsis fratFibus non promoti ad'omnes sacros Ordines protoveii,
ef in fllis aliisque in singulis per eos stisceptis ordinilbus mini^brare possin^t »* HoeWei uit den teJ«;st de restrictie pro foi*> interao niet duidelijk blijkfc daat bi\ tiEHMAWb iusschen het privilege der absolutie-maeht en dit voorrecht een korpma'-punt ataat (ab omnibus excoramunicationis ... sententiis in foro conscientiae absolvere; et cum eis.) moet dit toch aldus verklaard worden, Dit blijkt uit de, oorkonde van Innocentius VIII waar deze * privileges eerst worden aangehaald (G, R. HER MANS, o. c^ II, p. 417) en dan
Ill) C R. HERMANS, a c, II, p. 298, 314.
(22) £. R. HERMANS, o. c, II. p. 420. (23) C R» HERMANS, o. c, H, p. 230 : cquodque Generalis Ordinl^.,.-
nec non ipsi visitatores..., qupties id opus fuerit, Prioribus et foatribus ^raedictis
ac etiam praesentibus et futuris suis familiaribus, domesticis ac earumdem Domorum
Donatis, ip^orum confessionibus auditis, "pro commissis singulis, praeterquam tali"j btis, tinde sedes apostolica merito consulenda fuit, casibus^ abselut|onem debitain impendfcre, poe.nitenfiamque salutatem injungere^ et vota minora per eos emissa in
alia pietatis opera commutare"; (welke geloften zijn hier bedoeld? in verschillende door ons geraadpleegde auteurs komt deze term niet voor. Uit wat DIDACUS AB. ARAGONIA, Qitucidatio privilegiorum, p. 76-82 over dit privilege ze.gt kan men
opniaken, dat hier alle geloften bedoeld worden, behalve de drie kloostergelofteh,
de andere geloften die in sommige orden samen met de klbostengeloften worden afgelegd en de bijzonder voorbehouden geloften.) nee non illos de triennio^ in triennium ab omnibus excommunicationum, suspensionum^, et interdicti s^tentiis
in foro conscientiae absolvere jv. ac etiam super non observandis. horis canoni'Gte et aliis 4ivmis officiis per eos ex dictis fratribus, qtii senis confecti vel infimiitate gravati, seu alias ad hoc impotentes fuerint, prout cpngruerit, dfepensare; dictique generalis et visitatores etiam idoneos ex ipsis fratr-ibus, qui confessidnibus eiarum auditis, pro commissis in similibus casibus, debitam illis aBsolutionem impendant ac poenitentiam salutarem injungant et cum eis strper hujusmodi irregularitate^ prae-
70
•
Led X aanmerkelijk uit. Innocentius liet aan den Generaal en de visitatoren toe, niet slechts elke drie jaar, doch zoo dikwijls het hun noodig leek, te ahsolveeren van alke excommunicatie, suspensie of inter dict en ook van alle andere kerkelijka vonnissen, censuren of straffen, a hire vel ab homine opgelegd, zelfs als het was vanwege simonie in het vervullen van hun beneficie of uitoefenen !der wijdingsm&cht (24). Leo X strekte dit uit tot het forum externum (25). In 1438 had de Generaal aan Innocentius. VIII nog een andere gurtst
geyraagd en ynel om de confraters die een der parochies^ geincorporeerd in de Orde, bestuurden, en die de zielzorg niet voldoende be-
'htfrtigden, af te z«etten en te vervangen door andere Kruisheeren of door seculiere priesters. De Paus stemde hierin toe, doch stelde als vborwaarde dat ze
slechts dan mochten wordsn aigezet als ze door hun ongehoorzaamheid, opstandigheid of ongebonden levenswijze hiertoe aanleiding gaven. Dat de Pans zulke strange voorwaarden stelde, vindt zijn reden in, het. felt dat het hier ging om personen, 4io voor goed het pastoorsambt uitoefenden, m. a, w. inamovibiles waren, wat werd uitgedrukt (door de woorden a qui perpetui sunt» ; vandaar dat het verwaarloozen van hun plichten geen voldoende reden bleak te zijn om hen naar het klooster terug te roepan (26).
Andere speciale bevoegdheden heeft de Orda als. zoodanig in ons , tijcLperk nief ontvangen. WeJ bevat het schrijven van Lao X aan de kloosters van Londen en Colchester verschillende absolutiemachten, dj*s qchtet gegeven werden voor de leden der broederschap van het H. Kruis, en dus slechts onrechtstreeks aan de leden der Orde, til. als leclen der broederschap (27),
.
*
'
terquam dicta occasions ut praefeftur contracta dispensent, confessores eligere...'». Vgl H, RUSSELIUS, Chronicon Crticif&omm, p. 108, bij C. R. HERMANS, o. c., I, I, p. 106.
(24) C. R. HERMANS, o. c.,-IIt p. 420 : « .,.et quod Priores, fratres et femiliarcs praedicti non solum de triennio in triennium, sed. quoties. videbitur, per Priorem generalem aut ab eo seu capitulo generali deputandos visitatores ab omni' bus et singulls excommunicationis, stispensionis et interdict! aliisque ecclesiasticis
sententfis, cfen^uris et poenis in* eos et eorum quemlibet respective a jure vel ab homine, etiam- ratione simoniae in ordine vel beneficio commissae latis et promulgatis, a&solvi... ». De simonie wordt hier apart vermeld, bmdat ze gestraft werd
met ejBcommunicatie of suspensie, waarvan zonder bijzondere toelating van de H. Stoel nie*mand kon ontekan. Zie c. I de simonia, V, 1, Extravag. Comm.
(25) C. R. HERMANS, o. c, III, p. 17 : «ut tu, quo tempore .exlstens Prio^
Generalis praefatus,
quoscumque
ipsius ordinis
fratres a
quibusvis
censuris et
poenis... in utroque foro
(26) C R. HERMANS, o/ c, II, p. 419, 421 : «quodque parochi-alibus
ecclesiis, lods dicti ordinis unitis, quae per illius fratres, qui perpetui sunt, regun-
tur, et quibus per illos ut praefertur non bene deservitur, nee animarum cura diligenter, ut deceret, exercetur, dummodo fratres praedicti- ad curam animarum paro~
chianorum illorum deputati suis Prioribus inobedientes aut rebelles seu alias vitam dissolutam ducentes fuerint, per - fratres dicti ordinis seu presbyteros saeculares idoneos, ad nutum Prioris generalis dicti ordinis ponendos et amovendos, in divinis
deser-virL ad animarum curam parochianorum illorum exercere ,facere possint». (27) Authent. afschrift, kloosterarchief St. Agatha;
n
''
lOOfB S f UK
V I ! y:
Privileges met betrekking tot de tijdelijke ggederen.
In het'vSrlsenen van vporreOhten aan de kloosterlingen he,e$t[ da
pauseiijke curie zich rpoit beperkt tot het zuiver gfeestelijk &efme;fti>r Na&st/het behoud der kloositeftuclit, den vooruitgang in hat geestell|fc
leveri, de ,bavofdering van den eeyedienst of zielzorg irten buiten feet
klposter, 21jn ook de stoffelijke aangelegenheden, de beveiligirig en den groei van het kldostervermogen steeds een vdOrweip van haar
bezdrgdheid gaweest. Dit blijkt nit de verschillende vbOirechten) die
de kibbsierotden pok op dit gebied ontva?xgten heBben; voon?^6hien,
die hen bevrijdden van vele bslastingen, die ze aan kerkelijke en butgerlijke overheden verschuldigd waren; Qte iiet kloosterbezit trachtten v.silig te stellen tegen de inmenging < en de hebzucht der ttfachtigen. ; t* Bij de- Kruisheeren vinden we sommige van die pjrivileg^es teru§, die de^ fienden en andare belastingen tot voorwerp hadden, alSQ©k het verkrijgen en vetvreemden van goederen. Achtereenvolgairs sullen we* deze twee soorten privileges behandelen.
I. De tienden en ande^e belastingen. 1 Qnder tienden verstond ^nen eeil gedqelte (gewoonlijt e^n tiende)^ van de opbrengst van land o£ veef vain de winst van handal pf nifyet* herd, dat door de geloovigen aan de geestelijkheid betaaid werd tot
haar onderhoud. In de Middsleeuwen kan men vele soorten tiemden oriderscheiden. Naargelang ze van de persoonlijke opbrengst pi van de opbrengst van zaken, betaaid werden, noemds men ze persoonlijke of zakeli.jke tienden. De zakelijke tienden werden ondarverdeeld in de land- en veetienden (decimaa praediales et decimae animalium). . De decimae praediales werden opnieuw onderscheiden in vateres of noyales, naargelang ze voortkwamen van een reads langen tijd bebouwd land of van braakland dat pas ontgonnen was. Hoewel er nog vele andere soorten tienden bestonderi, zijn dit de voofnaamste die Qh$ aanbelangen (J). (1) Vgl. voar. de foepaljng en verdeelit^g der tienden : J. SAEGMUELLER, Lehrbitch des katholischen KfrcheHreohtK Freiburg, 191.4, H, p, i&A44; W.
n
Die tienden moesten niet alleen betaald wofden door de gewone geloovigen, maar ook door de kloosterlingen. Zoowel de exempts als
3
niet ©xempte ordetn waren aan de algemeeiie tienderiwet onderworjpejri/{£}. De reden waarom ook zij deze lasten moesten dragan lag weL hierin, dat de besaittingeitr.die de kloosters . verkregen,dikwijls bestonden in onroerende goederen, vooral landenjen, waarvan vroegiei V66r de inbezitname 'door de kloosterlingen, de tienden aan pastoor of bisschop betaald werden, Zouden de kloosterlingen die tienden niat meer betalen, dan werd hierdoor aan de parochiegeestelijkheid en den bisschop groot nadeel berokkend. Het recht om tienden te innen kwam t6e aan den pastoor; die daaivan dikwijls een gedeelte aan den bisschop moest afstaan. De bisschop had alleen recht op de tienden van die goederen die niet binnen de parochiegrenzen lagen (3). De eerste tiendenprivileges der Kruisheeren dateeren van 1248 en
werden verleend door Innocentius IV. Het voornaamste er van fs een gedeeltelijke tiendenvrijheid, die in.de volgende bewoordingen gege-
ven ward : « save noValium vestforum, quae propriis manibus aut sumptibus colitis, de quibus aliquis hactenus non percepit, sive de vestro-^ rum animalium nuirimentis, tiullus a vobis decimas exigere Vel extor"., quere praesumat » (4). .
*ln deze formuul is er sprake van een .tweevoudige tiendenvrijheid f
vooreerst van de novalia, eii verder van het veevoeder. Onder novale
(braakland) Verstond men het, land dat altijd, of gedurende geiuimen tijd braak gelegen had, en dan opnieuw tot bouwland ontgonnen
Wefd (S). Nbg. in de 12de eeuw ward in de pauselijke privileges niet
alteen de exemptie der tienden van het braakland gegeven, iriaar
"van -alle akkerland dat de kloosters bezaten, wat werd weergegeven doof het woord «labores». Onder Paus Hadriantus IV echter werd dit, qnder invloed der bisschoppen, die gekant waren tegeii de groote yjijheden der ;klobstersf veranderd. Hij verving de.n term «labores» door «ribvalia», ^bpdat _alleen de' tienden van het btaakland in het yervdlg eigendom bleven der kloosters (6).
.
Bij de Kruisheeren echter werd op de tiendenvrijheid van het braakland nog een dubbele restrictie gemaakt. Alleen van dat braak_ land mochten ze de taendeh behouden, dat ze zelf met eigen werkkrachten of tenminste op eigeii kosten lieten bebouwen, en waarvaii WERNZ, M Decretaliwn. Rome, 1901, III, p.. 228*229; Kitehenlexicon, XII, col 1885-1894; DU GANGE, Glossarium, III. p, 24-25. (2) c. 2; de decimis, III, 13, in VI°. (3) c. 5, 6, 7, 13, 18, 29, X, de decimis, III, 30; SAEGMUELLER, o. c, II,
p. 442»
(4) C R. HERMANS, Annales, II, p. 65.
(5) De Patisen zelf gaven er in hun decretalen jbepaliilgen van. Eugenius III definieerde het als nieutv-'bebouwd landi wat sind$ 6Q, 50 of 40 jaar Biet inee* be-
werkt was. toocentius III zegt : « agrum. de noyo ad cultum redactutn* de ^uo non exstat memoria quod aliquando cultus fuisset». Vgl
c. 21, X, de verboBum
significatione, V, 40; G. SCHREIBER, Kutie und Klostet, I, p. 279 ; A PC^SCML, Pet Neubmchzehnt, in A k. KU.JR.. XCVIII, 1918,'^. 7 ' {&) B. MATHIS, Die Prtvjtegien des Ftmmkanerotderis, p. 86-87; G. SCHREIBER; o. c,, I, p. 263; A. POESGHL^ 1. c.rpv 359-362, d^ der ontwifckeling der verachillencje formuuls aangeeft Zie ook c. 12, X, de decimis^ III, 30r waar' net onderscheid tusschen. labores en tiovalia verklaard, wordt. -
< 5
tot dan toe nog niefrtand tienelen dntvangen had, Van al hat andere, dat ze aan de bewoners van het kloostergoed vetpachtten, of waarvan ze tot nu toe de tienden hadden afgestaan, moesten ze ook in het vervolg aan pastoor of bisschop blijven
betalen.
Tegelijk
met
deze
tie^den-exiem^tie werd tev'en.s
dit is een ontwikkeling van de vroeger gegeyen t,iendenvrijheid voor alle
opbrengst
van het vee.
In
plaats
van
de
«aniinalikus vestris b
werd hoe ianger hoe inejex « de nutrimentis» g^plaatst^ tptdat dit oncler Bugenius III de vaste term werd (7). In de oorkonde, van het klooster van Namen (1254) bevindt zich hetzelfde privilege (8).
Bejialve van de tjendenvrijheid' is er in dezelfde pauselijke beschermingsbrieven ook sprake van het tiendenrecht, m. a. w,,van het recht am tienden op te eischen. Dit recht wordt weliswaar hier niet aan de Kruisheeren gegeven, doch wprdt veronderstBld. Want de Pans verleent aan de Orde de bevoegdheid om de tienden en bezittingen, die tot het kloostereigendom behoofden en die door' leeken wederrechtelijk in bezit genomen waren, terug te vorderen (9). Deze
formule kwam dikwijls in de bescherming^privileges van dien tijd vopr, en beantwQordde .aan het cioel der Rorneinsche Curie om de tienden uit de handen der leekeh te bevrijden (10), Of de Kruisheeren werkelijk, het reqht bezaten om tienden te innen,
kan uit den tekst der oorkonden niet worden aigeleid, temeer daar hun eerste beschermingsbrieven van 1248 en 1254 zijn opgesteld in den yorm van het privilegium commune der Augustijnerorden, waarin ook
deze verschillende^ tiendenpriyileges voorkomen (11). Dat ze dit eohter
iWerkelijk hadden, blijkt uit andere pauselijke stukken^ In kortere be' schermingsbrieven aan het kloo&ter van Hbei in 1248 en aan dat van Keulen in 1311 geticht, worden uitdmikeHjk de tienden yermelg/ terwijl er bijgevoegd wordt, dat de: Kruisheeren zich hieiyoor mpeten
ccnformeer-en aan de bepalfngen van het algemeen CQndil|;e (12). Ook later werden aan het kloQster'van Si Agatha meermalfn tienden gesGhonken (13).
(7) G, SCMR5IBER, Kurfe und Rloster* 1, p, 291. Door de eefste lormuul, « de animalibus Vestris » werd dus de exemptie gegeven van afle t;enden van het' vee, terwijl de lafere exemptie «de nutrimenfcis» alleeti op bet veev^der
sloeg, zoodatde Jdobsters de tienden van iiet Vee moesten blijven betalen.
~(8) C R. HERMANS, Annals II, p. 77. C R, HERMANS, o. c, IIt p. 66 : « dedmas praetefea et possession nes ad ius ecclesiarum vesttarum spectantes, quae a laicis detinetttu^ reoimendi et
legitiine liberandl de manibtius eorum* et ad eedesias, ad quas pertinent; reyocandi; libera sit Vobis de nostra authoritate facultas».
(10) G; SGHBtelBEft; o. c, I, p> 292-294; F, WERNZ, lm Bectetkliwn, III b, 229-230. ■.■•■■■ , . psp g, p. p 233 f (11) M. TANGL, Die psp&l KunzMotdnungm,
getneen xroncifo oyet de tien^fe a^ dfc canons 32, 56 en 61 vMn4iet ^ierde; condlte
van Lateranen (JdiS);. ttedn werd ppgetreden tegeh de misbruiken^ dat de paitroons cfe ^erfen slechts een klein gedeelte^ der tienden aan de geesteji|kheid l#aa|denk
dat de Re§ulieren de tienden inden van het land dat zr Vef^acKtten, en dat j8e uit 4e handen van leeken tienden aanvaardden iondeT de bisscji^ppeiijke toelating.
tgV C. HEFELE^, laCiaRlPQv Bisfoite des ConcUes, V* p. IJ69, 1377 en
^1580; opgenomen in het Corpus luris c. 30 en 31, X, de jfraebfcndis* III, 5 ; c, 7, X,
vde pactis, I, 35. ^ .- ■ (13) C R. HERMANS, o; c, II, p. -124, 1864^280.
'
Na'aat deze bepaliifigen over de tierideri bevaiten dezelfde docsU'menten een andeferi maatregel ,die getuigt van de pogi'ngen der Pausen dm zooveei. mogelijk het opleggen van geldelijke lasten aan de kloosters te verhindeareri, nl. het verbod, aari kerkelijke en we- • reldlijke overheden gedaan, pm nieuwe en onverschuldigde belastingen aan de Kruisheeren op te leggen (14). Ook dit is een van de onderdeeien der bescherrningsbrieVen, met het dbel den Iinancieelen drlik der overheden te verminderen (15). Hier wordt geen bestaande belasfing aigeschait, doch allsen een voorzorgsmaatregel getrbffen, die ech'\&& in de toefcbmst niet krachtig genoeg bleek om de Kruisheeren in het veryplg het rustig bezit hunnef goede.ren»te verzekeren. Want geiijk we reeds zagenr moast in 1318 Joannes XXII opnieuw de Orde in bessherming nemen (16). Hij deed dit door .te verbieden om in de
toekomst bepaalde bolastingen van de Kruisheeren te eischen (17^ In hoever weird hier de
Orde van gejdelijke
lasten bevrrjd ?
In
den
tekst van het privilege worden de wobrden gebruikt : «exactiones ») a pedagia » en «tallia », die duiden op gelegenheidsbelastingen of geld,: opeischingen die in bepaalde gevallen geda&n werden (18). Ook hier hebben we dus niet te doen met een algeheele belastingsvrijheid, maar weer met een vobrzorgrstnaatregel. In de toekomst zijn de Kruisheeren van dergelijke belastingen bevrijd, doch de regelmatige belastingen, waaraan ze vroeger onderwbrpen waren, blijyen voortbestaan. Meer uitgebreide bevrijding op financieel gebied bracht het schrij-
ven van Paus Innoqentius VIII in 1488. Toen kregen de Kruisheeren de totale exemptie van de jur|sdictiemacht def bisschoppen. Als gevolg daarvan pntsloeg dis Paus hen tegelijkextijd van de betaling der z,g.n.
procuratio en van alle andere lasten die bij gelegenheid van de uit-
oefening der/ bisschoppelijke jurisdictie van de kloosters werden opr
gevorderd (19). Onder de prpGuxatio verstond men de kosten, die bij
de visitatie voor de ontvangst en het onolerhoud van den visiteerenden
bisschop en zijn gevolg rnoesten- worden gemaakl (20). De waarda van
deze bevrijding der procuratio wordt ons duidelijk, als we de besluiten Merover nagaan van het derde Lateraansch Goncilie, dat, om de! grobte lasten der visitatie voor de kloosters eenigszins te .verlichten, (14) G. R.k HERMANS, o. c, II. p. 66 en 79 : « a4 haec novas et
^
exactiones ab Afdiiepiscopis et Episcbpis, Archidiacdnis seu decahis aliisgue om nibus ecclesiasticis saecular&usve personis a vobis omnino fieri prphibemus,)» (15) G. SGHREIBER, o. c, I, p. 233; (16) Zieboven p. 18 en 30. "
■
N
■ . ■
.
(17) G. R. HERMANS, o. c, II, p. 107 : «prohibehtes etiam ne quis .exactiones, tallias vel pedagia^ quocum^ue vocabulo ndminentur, vobis gubmodolibet imponat».
\
(18) ExactiO'beteekent geldopeischiiig, doch heeft een min..of meer ongun-
stigen Sin. Pedagium is de to! die op bepaalde plaatsen door de voorbij gangers be-
taald werd. Tallia duidt; meer op de belastingen, die door den iheer van zijn onderdanen werden opgeeischt in geval van nood of t>ij bepaalde ■ gelegenheden, zobals oorldgsuitrusting, liuwelijk, enz. Vgl. DU CANGE, Glossarium, III, p. 325; VI, p. 240; VIII, p, 20-21. . (19) .G. R;
HERMANS, o.
c,
II,
p. 422 :
«nee non
a
procurationum et
aliorum qudruntcumque onerum solutione per eos, occasione iurisdictionis huitismodi orduaarie facienda, perpetuo profsus eximimus et tdtaliter liberamus ^. (20) G. SGHREIBER, o, c, I, p. 225; DU CANGE, fa. c, VI, p. 52C. 75
fe^p, 4^t de ^artsbissph^pp^ to het vervqlg op hun visitatiereis nog sleeps veertig tot vijftig paarien moehten meenemen, de bissclioppen twintig tot dertig, de aartscttakens vijf tot seven an de dejcena
tv\ree (SSI).
Welke ifa andere lasten waren, die de uitoefening van $m Jb*s-
schoppalijke macht met zich meebracht wordt inde pauselijkB $$& konde niet nader bepTaald. Het is moeilijk hierove? te oondeelen, daar vele betalingen in die tijden een privaatrechtelijk karakter droegen (2S).
Tooh zal hier de bevrijding d@r procuratio wel het voornaai?iiste geweest zijn. Want de auteur van bet meermalen geciteerde tuiksche handsGhrift plaatst hierbij in margine hef woprd «proGurationes» (23).
Andere bevrijdingen (Dp dit gebied heeft de Orde ni^i gekend. We kunnen dus ook met de meening van HAASZ niet instemtnen, die zegt dat' de Qrde. reeds in 1248 van alle geldelijke yierplichtingen, #e ze ien ove^taan van de geestelijke eii wereldlijke aujtorit©iten had,
bevtijd werd (24).
II. Het verkrijgen en vervreemden van goederen. Da eerste pauselijke diplomata, die de Kruisheeren ontvingen, bevatt^i een-bekraohtiging van het bezii dat de Orde reeds had, alsmede de t^elaiing pm in het vervolg goederen in bezit te nemen en te behouden (25). Hierdoor werd het recht gegeven om schenkingen te
aanVaarden, zonder daarvoor eerst de btsschoppelifke to^stemming te vragen (26).
-^ : Bij de wijzen waarop die goederen konden verkregen worden, werd ook de «oblatid jfideliumj) genoemd, m. a. w. de gilten in geld pi in natura, die de geloovigen bij gelegenheid van Missen of andere kerkeliffce dieristen aan den priester pfferden (27). Nu to^n men 4e vraag stellen : waren de Kruisheeren gemachtigd die giften heelemaal
voor zichzelf te behouden, of moesten ze daarvan cte portio canonica afstaan aan de parochiegeestelijkheid ? Voor wat de begcafenisopbrerigst^n betreit is deze vraag reeds feoven beantwoord (28). V^or de rest zou men nit den tekst van dlt privilege de conclusie kunnen trekken,
(21) C. HEFELE^H. LECLERCQ, Histoire ties Concites V, 2, p, 1091,
can. 4, '
.
v (22) VgL G. SCHREIBER, Kurte und Kloster, I, p, 225>»233, waar hi\ versdiillende van die betalingen behandclt, nl. de procuratio, ihet hospitiuin. (de gast-*
vjrijheid die de klopsters aan den bisschop moesten bewijzenj en de schatting, ter
gel^genlieid,van dedioeesane synode te'betalen.
(23). Hs> 25 D 117. foL 34v. De bevrijding der prppiratio, samen met de volledige exemptie gegeven, bevestigt het op p. 31 gezegde over de exemptie, nl. dat
de Kruisheeren in 1318 alleen aan rechterlijke macht en het wijdingsrecht van deV p Bissdiop (24) (25) (26) ((27)
kken werden, en slechts in 1488 aande algeft onttrokken algefteele iurisdictieiaadit. R. HAASZ, Die Kteuzhmen in den Rheinianden, p.'4. C R. R HERMANS, HERMANS Annales, Al II p. 64r65t II, 6465 69 een 78 78' G, SCHREIBER, o. c., H; p. 94 en 219-220. ' DU CANGE, Glossarium, Vlf j>. 14; G. SGHREIBER, o, a, % p.
92; c. 13 en 19, X/cte: verborum significatioiie, V, 40; «pietatis intuitu » iheette
het dan altijd. Vgl C. ,R. HERMANS, o. c.t II, p. 69. Ook in de •historische iniaing van H&> 15 Df 11 foL lv. heet het : 4: etiam de possessionibus si eis a fi-
rlwu^y
v.i^ju.
* *o.
*,^
o^r,
* x
iuj..
iv»
lib ifit pietatis itti cqnferrentur. f delibus infuifu
• '.v- t?S); Zie boven p. 54^55.
76
i
dat de Krlrisheeresi al die giiten mochten behouden (29). Toch zal dit hier niet de bedoeling geweest zijn. Want in dezen tekst worden de bblationes fideliurn slechts in het voprbijgaan genoernd, samen met
de andere schenkingen. In de latere pauselijke oorkonde van Joan nes XXII (1318) wprden deze oblationes echter afeonderlijk yermeld, en wordt net recht gegeven ze te aanvaarden en te behouden, doch
met eerlpiediging van andermans rechten. Deze laatste woorden duicten
op jde poitio canonica, die de kloosterkerken aan de parochie moesten afstaan (30). Hier noch elders in de pauselijke documenten is er sprake van - een bevfijding der portio canonica. "Wei vinden we, evenals bij het begrafenisrecht, de kwestie nader bepaald in acten en overeerikomsten, tusschen de Kruisheeren en de parochiegeestelijken gesloten.
Niet altijd werden hier de privileges der Orde geeerbiedigd. In Venlo eischte de pastoor elk jaar de betaling van een vaste
som geld, niet alleen voor de giften ter gelegenheid van de goddelijke diensten geschonken, maar obk voor alle andere schenkingen en legaten. De bisschop van Luik, die deze overeenkomst mpest gpedkeu-
, ren, bepaalde echter, datde Kruisheeren alle giften, die in hun kerk door, de geloovigen werden geschonken, mochten behouden. Alleen . <de portia canonica der be^rafenissen moesten ze aan den pastoor af staan (31).
In Keulen rnoesten de Kruisheeren zich in 1399, bij de stichting van een dagelijksche H. Ntis, verplichten om alle oblaties, die in die H. Mis door de geloovigen gedaan werden, heelemaal aan de parochiekerk af te staan (32). Te St. Agatha werd in 1462 met den pastoor der parochie overeen-
gekomen om in plaats van de portio candnica elk jaar een bepaalde som te betalen (33).
Een ander voorreoht tot het verkrijgen Van gpederen aan de Kruis^ heeren verleend, was het bedelprivilege. In 1318 gaf Joannes XXII hun de. toelating om eens per jaar in de parochies en kerken rond te gaan en aalmoezen te verzamelen. De bisschoppen en pastoors waren ver-
plich^ dit toe ta laten: Aan hen die de Kruisheeren bij deze gelegenheden hielpen door hun aalmoezen, vefleende de Paus een aflaat van een jaar en een carena (34).. Dit'''priyilagef dat samen met het voor(29) C. R. HERMANS, o. t, II, p. 64-65 : «quascumque possessiones, quae-^ ciimque bona eadem ecclesia impraesentiarum iuste ae canonice possidet, aut in futurura concessipne Pontificum, largitione Regum vel Principum, oblatibne fide> Jium seu aliis iustis mpdis, praestaate Domiiio, poterit adipisci, firma vobis vestrisque sucGessoribus et illibata permaneant».
.
(30) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 106 :,« oblationes quoque altarium yestro- -„
rum, et ea quae spedaliter causa moi;tis ct sepulturae vobis provenerinl; vestra
erunt, sine praeiudicio tamen cuiusiibet iuris alieni». Vgl G. SCHREIBER, p..c,
II, p. 94-98, Zie ook p. 42t bij. het privilege van het draagaltaar, waar ditzelfde voorbehoud' aangaande de portio canonica gemaakt wordt. (31 ).G;r; HERMANS, q. c, II, p. 179 en .183. .. •
(32) R SAtlEJRLAND, Urkunden und Regestert, VI, hr. 1229 en 1240; VII, nr. 128. , . . ' ■ / ■-
(33)
C R. HERMANS, o. c, II> p. 293; voor andere voorbeelden II, p.
376, 406 en 519.
-
(34) C R> HERMANS, o. c, II, p. 106 : «eleemosynam etiam fidelium in singulis parochiis et ecclesiis vobis semel in anno mendicare concedimus, ad quod 77
recht .tot preeken en biechthooren gegeven werd, stelde de Orde nog dichter bij die Mendikanten, waarvan ze, alhoewel kanunnikenorde,
versGhillendq elertienten had overgenomen.
\
Door h$ar hiSratfchische inriohting week ze reeds van de andere kariiLinnJkenofden af, terwfjl ze daaienboven de statuten ifcan de &oiriiniganen tot de hare maakte. Obk in haar geesteshouding schijnt ze aan de bedelorden verwant geweest te zifh (35). Toch mag hier niet te 2mt"deft n-editik op gelegd warden. HAASZ overdrijft als hff bewee*tr dat bij deze innerlijke tegenstelling Van koorheer en bedelmonnik, niettegenstaande de Augustijnerprivileges, de' bedelmonnik het/ dominee-
fend elettnesfit zbu ge>reest zijn. Hij haalt alle trekken naax voren die
de itruishe«8ren van de bedelnionniketi overnamen, doch wijst daaren^-
tegen n}et op de vefschilleiide bestanddeelen die hen tot een kanunnikenorde maakten, zooals o.a. het koorgebed en het gemeenschappelijk bezit van goederen, waarin ze met opzet van de Dominicanen afwe- . ken (36). . " '* Jloe moet liet bedelprivileg© deir Ofde geintdrpreteerd worden? Waar en in welke kerkeh inbchten de Kruisheeren bedelen ? Volgens den tekst is het zoo algemeen mogelijk gegeven. Noch voor de plaatsen, noch voor de kerken weird er eenige restrictie gemaakt. Het blijkt dan ook dat in de pjactijk de Kruisheeren ruimsohoots hiervan gebruik gemaakt hebben, daar ze in de enkele ons bekende
gevalW tpt itieer dan twintig Km. ver van hun klooster girvgen bedeleh* Zoo. strekte het bedelgebied van Venlo zich aan -deze zijde van de Maas uiKvanaf Roermond tot aan Gpeh* aan gene zijde tot en met het grondgebied van Kessel en Horn, De Kruisheeren van St; Agatha gingen tot aan Kessel bedelenr terwijl ook de plaatsen Goch en Kleef
pver de Maas nog tpt hun terr?ein behobrd^n (37). cjibcesani et paroGhiales sacefiotes (Hs. 25 D. It, M* 9v. geeft beter : « ad quod
vos diocesani... ») omnino admittere teneantur, omnibus vero poenitentibus et con* tritis, qui vobis suas eleemosynas fuerint elargiti et manus porrexerint adiutri ces, de iniunctis sibi poenitentiis annum et carenam auctoritate apostolica misericor-
diter rela^camus ». • • . (35) R. HAASZ, Kreuzbr&der-Kreuzhepren, in Rheinische Vierfeljahsblaife??
JII, 1933, p.• .127-128.
(36) R, HAASZ, 1. c, p. 127? Die KretizheHren in den fflteintandem p. 9 en
30; H. VAW ROOYEN, Theodoras van Celtes, p. 142443, 150, 235-236 (pver de Kruisheeren als koofheeren): Ook de bewering van MAASZ, dat er reeds in de
eerste statuten van 1245 over het bedelen gesproken wordt is onjuist (HAASZ, o. c;, p. 9). Hij leidt dit af uit het woofd terminatio, dat in h^et volgende verband
gebruikt wprdt : « de terminatione autem et solutione quaestionum, de correction^ fratrum... Praelatus Majbr cum Definitoribus tractabit» (cap. 6, de capitulo gene-
rali, C. R, HERMANS, Atirtates, H, p. 54). t^j neemt tertninatio in den zin v|n
bedelgang. Lilt den contekst blijkt editer, dat ternain^tip inpet vetrBtaan -WDrden al$ beslissing of beeindiging. Enkele regels van tevoreh wordt ge^e0d; -dat de vbotkomende moeilijkheden aan het generaal kapittel moeten worden voorgelegd «jiJr loco suo et tempore solvantur et terminentur». la de statuten der Dommi^anen evenals in onze latere statuten van 1660 staat : « de solutipne aitfen* et terminatipne
questionum*. VgL C. R. HERMANS, o,c HI, p. 309; H. DffiKlfLE, Die Constitutionen des Predigetotdens, in Atchiv f. IM. ti. Kifchengescfi., V, p. 559. Zie echter ook R. HAASZ, a. c-, p* 127, nota 22, waar hi] deze bewering eenigszins
terugtrekt;
'
(37) C R. HERMANS, o. c, II, p. 180 en 467-468.
78
Met recht om de uitgestrektheid van Ket bedelgebied te bepalen, zal waarsdhijnlijk tot de bevoegdheden' van de Prioren der verschil lende kloosters behoord hebben. Alleen in bijzondere gevallen bemoeidle; het Generaal Kapittel zich hiermee. Difc kunnen we besluiten uit Shet feit, dat nergens in de iakten der Generale Kapitte,ls deze kwesties ter sprake komen^ tenzij juist in enkele gevallen waar er tusschen twee kloosters, die op tamelijk korten afstand van elkaar gelegen waren, moeilijkheden pntstonden over de grenzen van het bedelgebied. Zoo werd bij de stiqhting van het klooster van Venlo in 1399 ©en gedeelte van het bedeldomein van Si Agatha aan Venlo toegewezen,
tetw'iil aan dat van St. Agatha enkele nieuwe plaatsen werden toegevoegd (38). Hetzelfde geschiedde in 1503 voor het klooster van Duis~v burg. Het generaal kapittel keurde de overeenkomst goed, die de Prior
van Duisburg dienaangetande met den Prior van Beyenburg gesloten
had.(39);
Het bedelpiivilege bracht op den duur echter misbruiken met ziqh
mee; temeer daar de twesde helft van de veertiende en het begin van de vijftiende eeuw in onze Orde een tijdperk was van verval an ver-
slapping der tueht In verschillende Generale Kapittels werden dan ook maatregelen hiertegen getroffen. In 1414 ward verboden om die broe-
ders, die zich buiten het klooster slecht gedragan hadden en niet voor yerbetering vatbaar waren, nog uit te sturen om te bedelen. Later, in 1458, werd besipten dat niemand nog mocht worden aangaduid pm te gaa^i bedelen, tenzij met een speciale toelating van het Generaal
JCapittel. Ook mpchten ze niet meer alleen uitgaan> doch talkens met tweeeni, over hun habijt moesten ze hun zwarten mantel dragen. Bij
misbruik werd hun Ivet bedelambt ontnomen. In 1492 werd ophieuw erop aangedrpnganf dat de terminarii zich- op hun bedeltochten goed moesten gedragen, geen onnoodige omwegen maken, en na het beeindigen van hun tocht onmiddellijk naar het kiooster terugkeeren. De sanptie was het afnemen van het stemrecht en van het bedelofficie (40). Of dit privilege gedurande heel ons tijdperk in gebruik gebleven is, is moeilijk te zeggeri. Alleen van het klooster van Emmerich is bekend^ dat de Kruisheeren aldaar tot 1556 van dit privilege gedurig gebruik maakten. Daarna ^ geraakte het echter in ohbruik, daar het projteslantisine in die streak het overwicht gekregen had, zoodat van
toeti af de Kruisheeren zich beperkten tot een jaarlijksche collecte in den Advantstijd te Emmerich zelf (41). Volgens HAASZ is' dit ook voor de meeste andere Duitsche en Nederlandsche kloosters het geval gaweiest, vooreerst variwege den algemeenen afkeer, di^ri het yolk in dien tijd voor d[e mohriiken had, en verder door het feit, dat vele gebieden tot. den protestantschen fefodsdienst overgingen (42). (38) C R. HERMANS, idem. (39.) C. R. GERMANS,, q. c, III, p. 3; R. HAASZ, q. c., p. 219. (40) Zie voor de verschillende bef)aiingen C. R. HERMANS, o. c, II, p. 209, 282 en 389, . , (41) E. WASSENBERG, Embricensis Embvica, stoe urbi& gmbricensis des-
cripfte> Kleef, 1667,^ 183-196, bij C/R, HERMANS, 6; c., II, p. 395^39?; (42) R. HAASZ, a. c, p. 129;
-
,'....■■
79
Tejislotte\ moot- Met nog het vootoreeltf worderi aatigehaald, dst de Kriaisheeren in 1432 van Paus Eugenius IV ohtvingen, &m met $o#sfem
itting en op gezag van het Generaal Kapittel goederen of bezitfingfeit tpt grooter nut der Orde te verrjiiteft of ie verkoopen (43). De algemeene kerkejijke •vTetgeving van dien tijd was op> 4*tPuntseer strerit, ¥pbr .
het vervreemdien van onroeiendb kerlplijke goederen werd de spa-, dale tbelatlng vereisdht van den H. Stbel. Daarenbdveri moesten ei; opk voor de andere goederen, behalve een aiiista eattsau nog versdnillende Gbndities vervuld worden om tot het vervreemden over te gaan, zooals 3b. Vi de toestertiming van het kapittel van het don-,
vent, wiens goederen het vobmerp van de vervreentding waren. Wer-
den deze bepalingen niet in acht genomen, dan was het gesloten con
tract nietig, ^r(Brd de veirkoop^r stueng gestriaft. eh was de atidere paitij
verplicht bet verkregene terug te bezorgen (44). Dikwijls hielpeji de
Pausen de kloosters om het aldus yeryreemde ter^ig te krij ge% door personen aan te stellen die hiervoor te zorgen hadderv. Obk bij de
Krttisheeren vinden we daar voorbeelden Van. Zoo beval Clemens V
in 1311, op aanyraag van den Prior en de cbnfraters? yan het Keiilsche
klboster, aan deri abt Van het nietiwe klooster van Neufrnoustier te Hoei, dat hij de onwettig vervreemde goederen aan de Krufeheeren moest terug bezbrgen. In 1338 gaf Benedictus XII eenzelfde opdracrht
aan den schatbewaarder der Si Gtinibertuskerk te Keulen. listzelfde
gebeua?de in 1487 voor het kloostei van Aken (45). Door bovenstaand privilege tot h^t vervreemden van ^cederen be-
hoefden de Kruisheeren in het vervolg niet m»eer de pauselijke toelating te vragen, doch kon het GeneraM Kapittel de nbodige volmacht g®ven. Doch ook hieruit schijneit vreet rrtidaruikert ontstaan te zijn. Want op het Generaal Kapittel van 1492 werd elke gegeven tbelajir% herroepen. Tevens werd bspaald dat vobrtaan vbor he^ v^rvre^rrKie|iv
van di goaderen der kloosters en de schatten der kerken elk jaair op het Generaal Kapiitel door elfcan Prior of Rector der kloosters een speciale toelatirig moest worden gevraagd, terwijl tevens Voor elk
geyal het kapittel van "het convent me,t meerderheid van steittmen zijn tcfestemming moest geven. In het supplement, in 1498 aan de staMtejt toQge^oegd, werd deze m^atregel bpgenomen (46).
In het volgende Generaal Kapittel van 1493 kwam de kwesti
de gpederenvervreemdirig opnieu^r ter spmk% nu in eenigszlns:
-IftJ)-C. R, HERMANS, Anmfes, U, p. 231 ; «ne«shon ** fetuusmodi
p
licentia et authoritate quascumque dict^rum domorum posscssipnes ac bona praesentia
et futiira pro utilioribus et eis magis aeconnnodis posscssionil3u& ac Botiis commu^ ta*e," sett prb competent in m^idrfem , dicttaruin dbtiioften ijitilitat^m convert^ridb phtio vendere ppssint», Zie obk iiy MSSSEIiUS, Cfmmicoti X^u^iferemmi p
108, b;j C. R. HEiRMANS, o, c;t I, 1, p> 106. De autebr vast H& 25 D. M teekent hierbij op fpl. ■ 1.3'r. aan «perinutatio bpnqrum ». : „■ (44) (E, 2, de rebus ecclesiae npn ^ienandis, III, 9, in VI0; c. 3 eh % % #
' k\£ quae feint a Praelatis, IH^ 10; c. L» de tebus tc&e&be rion^alienapdifev ffll '%
in Clem, f c. 6/ X, de rebus e<:desiae alienandis vei nonf 111* 13 i F. WfiRNZ^ lus Diev&alim, III, p. 190-194.
(45) H, SAIIE^ILAND, Wkiiruferi und Regesten, H m 2332; VH.-n*. 1083; C. R. HERMANS, o, c, II, p, -4& * •■" (46) C R. HERMANS, o. c.; II, p. 389 en 454. ,v
m :
•■'...■"■"
.
■
'
■
■
■
' ■ ■ ■
'
*■■'■■■.
■ ■■'.
■ ; ■.:
overgesteldexi ^te^!fewij4 het" vorige jaar werd Qpgetreden tegen de Prioren, dtfe van de hun gegeven volmachten misbruik maakten, nam men nu raaatregeten tegen Kendie zidh verzetteh, als er goederen: met de noodige toelatingen vervreemd werdeni De sarictie diet hiertegen getroffen werd was; hef ©ntnemen van het-stem&eqht.* Voor de .proem:*
ratoien werd nog een aparta straf vastgesteld, riL v dat hun de sleutete
warden aigenomen, die hun slechts met de toestemming- van het Generaal Kapittel weer mochten worden teruggegeven, wat dus neerr kwam op het ontz^ttsri uit Jaun iambt Ook deze beslissingen. vinden we in het supplement dar statuten van 1498 teriig, zoodat zoowe;l deze als de in het vorig, kapittel genomen, maatregelen vani toen. af.-ajsstatuut vfrplichtend waren (47). Dit privilege voor het vervreemden van goederen bleef gedurende heel, ons tijdperk van kracht. Ook. na . het-tjoncilie van Ti^ente wprdfc hiervam nog melding gemaakt.
Besluit.
Met deze bladzijden riopen wa een tamelijk volledig beeld gege-
ven te hebben van de privileges, die de Kruisheeren verkr«egen vanaf
de stichtihg der Orde in l&l tot aan het Cbhcilie van Trents. De conclusies der verschiliende hopidstukkeri ktinnen we in het Isott als volgt samenvatten.
-
Vanaf de eerste opkomst der Ofde hebben de Kruisheeren zich in dev pausejijke be^Ghermirig mogan verheugen, die hurt in .1248 vobt het eerst, samen.met enk^le aridere yoorrechten, gegeven werd. In 1318
breidde Kus Joannes Xkll deze Ha'sqherming uit tot exemptie/waafdoor de Orde aan de reqhterlijke macht en aan het wi]dirigsrecht der bisschoppen onttrokken w«rd / exemptie die in 1488 door Innocentius
VIII vervolledigd werd tot een absolute onafhankelijkheid van alle kerkelijke gezag buiten den Paus.
Door andere privileges werd de uitoefening van den eeredienst vergemakkelijkt en bevorderd. Derden mochten op het klpostergoed
geen nieuwe kerk of bidplaats bouwen^ zorTder dat ook de Prior daar-
voor zijn toestemming gaf. Reeds vanai 1248 mochten de Kruisheeren in tijd van interdict toch de goddelijke diensten uitoefenen, terwijl vanaf 1432 ook het toedienen der sacramenten en de kerkelijke begrafenis was toegelatan. In 1249 had de Orde het voorrecht ontvangen, dat in de Kruisheerenkerken, die nog niet gewijd waren, toch de god delijke diensten mochten gehouden worden. In 1380 werd tevens het
gebruik van het draagaltaar toegestaan. In 1488 ontvingen de Kruis heeren het voorrecht dat de priesterstudenten vanaf hun 22ste jaar de h. priesterwijding mochten ontvangen. "
Door het preek- en biechtprivilege kwamen de Kruisheeren vanaf 1318 van een beschouwend tot een meer actief leven. Voor wat het sacrament der biecht betreft, bezaten verschiliende leden der Orde het voorrecht dat ze bij religieuzen van ander© Orden en ook bij de
sectiliere geestelijkheid mochten gaaru biechten. In 1516 werd dit ech(47) C. R. HERMANS, o. c, II, p. 437 en 453. 81
ter herroepen. Ook mochten de Kruisheeren vanaf 1848 buitenEtaanders
in hun barken of op hurt kerkhpven begiaven, doch met inachtnami
van de rechten der parochiegeestelijkheid. Meerdere mal«n in ons tijdperk ward de Orde met aflalen verrijkt; Behaive de aflafen die doar het geven van aalmoezea of hat bezpeken der Kruisheerenkerkari konden verdiend worden, kr«gen de laden zelf der Orde enkele voile aflaten alsook dan rozenkransaflaat^ raaer bekend onder den naam vtli Kraisheerenaflaat (1516). Cm in het veryaltijdperk der Orde en de daaropvolgende hervor-
mingstijd (1340-1424) met meer succes de Moosterlijie tucht te herstel-
len, vroeg en verkreeg ds Generaal van den Patiss versohillende strafmachten. Hij kon zijn onderdanenr niettegenstaande hooger beroep, toch stiffen, en zelfs gevangennemen, in een kerker opslnitenj ook met behulp van de burgerlijke macht, en excommuniceeren. Tevens ontvirig hij meerdere dispensatie- en absolutiebevoegdheden. Ook met betrekking tot de tijdeli}ke goederen werden meerdere privileges verleend. Hierbij kunnen we die privileges onderscheiden, die tot bescherming der kloostergoederen gegeven werden (zooals de ontbeffing van tienden en andere geldelijke lasten), alsmede de voorrechten tot het verkrijgen v^in goederen (het aanyaarden der oblationes e&. het bedelprivilege) en het vervreemden ervan. . :
tot practische resultaten heeft deze studie niet geleid. Dat zal slechts dari het geval kunnen zijn, als door de bestudeerihg der vol-
gende periode, vanaf het conoilie van Trente tot heden, zal blijljen ' welke privilege's de Kruisheeiian ook nu nog bezitten. Toch hppen we met dit werk den wag geopend te hebben tot ©en meer uitgebreide bestiideering van ons eigen Ordarecht.
Dr. A. RAMAEKERS, o. s. c.
K
S
T
E
N
Onder deze rubriek zullen die origineele stukken uit handschriften en/of archieven gepubliceerd worden, die nuttig zijn voor de betere fcenrus der geschiedenis van de Orde. Vanzelfsprekend zullen deze pubhcataes welkom zijn bij de Confraters, en kunnen ze vooral aan de Histonci buiten en in de Orde veel moeite b'esparan en liqht aan-
brengen.
Als regel wordt daarom aangenomen, de. teksten in hun oorspron-
kehjke taal af t.e drukken en tevens - althans voor de voornaamste I er een Nsderlandsche vertaling aan toe te voegW : dit laatste, will - zeker voor nog jaren I - het Nederlandsch de taal is, die verstaan of gesprofeen wordt door het leeuwenaandael onzer lezers, De rubriek is aaivde zorg toeyertrouwd van E. P, Dr. A. van Asseldonk, aan
hem _dus {adras , PR croisiers, HANNUT) gelieve men eventueele
bijdragen op te sturen.
.
83
N° I. Handschriften van Kruisheeren uit de XV6 en XVIs eeuwV over het ontstaan der Orde van het H, Kruis.
Antiquissimi Historici Ordinis
: de eiusdenv 6 ri g i nibu s.
IMTRODUCTIO :
In primo FascicUlo « CLAIR-LIEU» typis conscripto a Stenzel vocatis (1) sermo fuit de trifcus libris manuscriptis quos Seminarii Maioris Leodiensis Bibliotheca servat, ex Hoyensis Cruciferorum Bibliothecae spo-liis salvatos, nempe : 6L21, 25D11 et 6L33, in quibus singulis habetur historica de Ordinis initiis narratio. Et propius has narratiohes comparanti apparuit historiam ex 6L21 a 6L33 certo transsumptam fuisse, item-
que 6L33 ex 25D11 valde probabiliter haiisisse, 25D11 vero esse Manuscripto 6L21 posteriorem : sicque constitutus fuit ordo illorum Maniiscriptorum chronologicus scil. ; ut primus fuerit 6L21, posterior 25D11, ultimus 6L33.
Ad 'tempus autem quod attinet, videtur ilia narratio 6L21 probabiiiter ante Am 1450, - ilia 25D11 certo A0 1516, - haec 6L33 tardius scripta. Ut veto pkrcibiiS'talis -eorum connexio aippareat" ac -faciMs probed turf item ut' virtus aitque decus illius historiae qtiar^M 6L21 habetur et tamquam -primitiva
videtur
narratio
quondam" habuisse
magni
est
auctoritatertl,
ponders tssdemque magnBiri
patent eitis'que
praesertim^
grava exordium', hinc praefatamm histpriarumecce textum comparatunt completum.
In quo quaedam loca difficilia sic distinxi : ubi irt Ms;6L33 texttis abrasi non apparebat tenor, probabilis lectio'
addita est," distfticta uncinis [] / ubi vero in 6L33 textus abra^tis^jJoiutt^ restitui ex t-extu 6L21, ita wistitaitus additus .est parenthesi (). dis^inetoy> demtim quod leg^ere non- potui, puiicto interro^ativo postpositib signifi* catur. Textus ampliiicatHis 6L33 magnam partem videtuf stimptus esse (1) Ziep. 6 voetnota (1).
■'••-
■-> ex jHis.toria^egclesifl^ca: in Germania scripta ab Auctore utique satis hab;il|r;mihi vero n©n npto / estque compilatjio non semper tamen modo ,^concinno ;facta,r.at id; pieecipue habet dolendum quod et antiquitatem ,.viing^er|,e voluit et. in.genuina ilia historica de Ordinis initiis 6L21 narra-
^tpne. Innoeentium IV pro III convnutavit. Demum Scriptor historias
.
6L33 videtur transscripsisse ex ipso Mariuscripto 6L21, naiti hie ad loca
uibi 6^33 txadete iricipit additamenta ac amplificationes, ultimum ver
bum
inveniuir sublirieatum atque post verbum quae lbca indicavimus (S) addito.
'....;. Fol. .1 r.,
, 6L21
j. .........
; et.
:.•-'.
adpositum
:-
crucis
6L33
..In hpnore summi regis quiut mundi tenebras illuminariet, sanctam crucem ascendit quasi supra gxadum ligneum ad loquendum verbum vitae, ad multorum devotionem augendam declarare intendimus quod
multis temporiiaus latuit velut thesaurus absconditus in agro,, videlicet exordium glbriosi ordinis sahctae crucis, ne lucerna accensa ponatur sub modio sed super catidelabrunt ut luceat omnibus qui in domo sunt. Temporibus igitux • . ; transactis
Coristantini
anno
annum dni/ tricentesimum undecimum
: cum
idem'
crucis
videlicet" passiona
doirtini
..
magni
imperator
qui
pet
regnare
signum
coepit
sanctae
circa
multas - • gentes ' Jaarbaricas iuxta danubiumr maxentmm quoque imperii invasorem vicisset
-
ducentesimo tjicesimo
iu^cta pontem albinum : factus christianus venerabilem matrem suam sanctam helenam cum
tertio
comitiva nobilissima exercituque copiosissimo
ad inquirendum lignum
sanctae crucis misit
hierbsolymam, lioet ipsa cum esset in civitate
sbllemhi processione heleha
:
processione quemadmodiim per visum edocta
"
fuefat,
cbhstanimf mater *'■-•---"
crucis signum quo
dicata
r
circaJ annum
domini
GCGXXXVI«m
■
hierosdlVmam petiit et locuin dominicae passionis quern helyus adriahus christianorum
-
persecutor crudelissimus syniulachris foeda^verat, subversis eis mundavit. Quo facto cum multi iudaeorum convenient et doctiores ex illis de turba &9gregarenturr quid regina actura esset mirabantur. In summa enim custodia tenebanto, Fluctuantibus autem illis verbis et en [imis] judas unus ex ipsis sacramentum quod de ligno crtucis] solus novit, pluribuB
precibsum
lignum
sua Kelynopoli divinitus de hoc. ipso admonit^ fuisset. Venerabilis itaqtie helena solemn!
revelavit /
nee
secretum
esse
[potuit],
cuius
fluctuare
turba conscia .fuit. Interea regina [venerahilis]
nescit,
illos vocavit et ubi lignum dominicum recond
iherusalem
[er^tur rogavitl. Qui convenientes rasponsum
deportavit
non dederunt,
et
maque. perire timuerunt. Ideoque [consilio initb] judam huius r«i conscium tradiderunt.
.
[sed
deprehensi
morte]
^
flam-
85
[Quern cum nee minis nee] btenditneiitis fcan* gere pote [rat; in carcefrem iniectum sep]
|
tem dierum iruadia superavit. A quo eductus.
f. 1
ubi cm* in ealvariae loco iaoeret i&noravit, sed ei btanti domihiis per tefraemoturfii lump aromatum descendente de loco revelavit fieata
igitur Helena in ipso calvariae loco ecclesi*in honorifice pattern unam ibi reliquit et alteram romae
venerandam
transvexii
construxit, -factons in ea loculum argenteum in quo crucem domini Jionorifice collocavlt.
Pertem itaque unam ibi reliquit. Alteram vero
romae venerandam transvexit. O gloriosa mutatio. Prius enim in plecttodis; reprobis crux
in prophanis locis ad siDectaculum ponebatur,
nunc^ vero in locis sanctissirnis ad veneran-
dum fidelibus et in monumentum dominicae passiomis .cpllocatur. Olim furutn vel latronum
Sed ut talis ac tantus thesaurus servaretur di-
ligentius, elegit duodecim ex ter rae finibus sanctidres homines in vita et moribus : mundos corde et
corpore,
radiantes,
diendo sicut
virtutibus
qui
custo-
lignum
vitae,
eolloeavit
domi-
nus cherubim ante paradisum voluptatis ha
bentem gladium flammeum atque versatilem
.ad custodiendam viam ligni vitae, doxnino
nocte dieque servirent. i Elegerimtqu© sibi habituin religionisin qiio sigraim
sanctae
crucis
tabei et albi colons in memoriam sanguinis et
aquae
qui
a
sanguine foedabatur, nunc christi sancto san guine consecrata auro exquisito et gemmis puetiosis decoratur, et per earn regum diademata insigniia videntur. Sed ut tails ac tantus thesaurus servaretur diligentiiisf Venerabilis ac sancta fentlna elegit duodecim ex terrae firiibus sarictiores homin»8s in vita et morilbug : mundos corde et corppre, virtutibus ladiantes, qtii c^todientes lignum vitae, sicut cbllocavit domihus cherubim ante paradisum voluptatis habentem gladitim flammeum atque versatilem ad cusfddiendam viam
Hgni (vi)tae, domino nocte dieque servirent. vQuibus judas [ille a] macharfo hietosolymitan© episcopo bapti[-?atus; tac] quiriacus vocatus. praeficitur. Nee [non machario] eodem defunct to eiusdem civitatis episbopus [eligitur. vero ab ipso] etiam papa eusebio
Hi
(elegeriiht sibi habi-)tum religionrs in quo signum sanctae crucis rubei (et albi ^color's in raercio-)riain sanjguinis et aquae qui a 1bt (tere christi emanaru-Jnt, erat imprassum:: et an-
latere
GhfSsti emanarunt, erat impressum 1 v.
i
et
an
te I eorum oculos in pectore protabartt.. Et ut elephas vise sanguine ~ f. 2 r. agni
86
aniraatutf •
ad
praelium,
|\ita
inimieorum
saevitiam
qui
Vise
crucis signo pavent et
signo cruois pavent et fugiunt domandam for-
fugiunt domaridam id*tes efficerentur et tali
tes efficerentur, ut tali signo inter religionis ministros
signo
inter alios
reli
gionis ministros
crucis et crucifixi veri fratr.es et amici dignoscerenturx -. et fratres ordinis sanctae crucis vocarentur, atque sic per orbem universum longe
lateque veri crucifixi amatores ac servitores existerent, ut sic talis ordo et tam ntystice institutus floreret et per eum multorum animae salvarentur. Et sicut exiguo ligno commendant homines animas suas, ita exiguo
christi vexillo et signo spem salutis accipimus. (S.)
spem salutis accipimus. Interim diabolus in aere vociferabatur dicens : o juda, quid fecisti ? judae meo contraria operatus es. Nam ille me suadente fecit proditionem et tu me renuente ihesu inv»enisti crucem. Per ilium multorum lucrarus sum animas / per te videor perdere iam lucratas. Per ilium regnabam in populo, per te iam expellor a regno, verum-
tamen
tibi
regem
alium
vicem
rependam
suscitabo
qui
:
et
contra
fidem
te
deserens
crucifixi cum tormentis te negare faciet crucifixum. Audiens autem beatus judas qui et quiriacus dicebatur : vociferantem dyabolum
nihil timuit, sed constanter dyabolo maledi-, xit dicens
quoniam
hum'ani
genetis adversarius qui
tamquam
leo
: chrisrus te damnet in abyssum
ignis aeterni. Et quoniam humani generis ad* versarius
qui
tamquam
leo
rugiens
circuit
rugiens
quern devoret quaerens vidiit quod per talem
oirquit quaerens quern devofet yidit quod per
ac tantum ordinem atque fratres animae multoium sibi subtra-
tantum et perftalem or dinem atque fratres
animae
multae
sibi
subtra-
hebantut et christo ihcdrpbrabantur, commovit corda quorumdam exercentium ty-
rannidem. (S.)
rannidem quos julianus caesar factus apostata ad destruendos ubique crucis cultores transmiserat
.
in maximam saevitiam contra fratres qui quosdam lapidabant, alios crucifigebant,' et diversis mortis generibus afficiebant et eorum san-
guinem siciit cervus desiderat ad fontes aquarurti sine intermissiqne sitiebant et posuerunt corpora eorum escas votatilibus coeli et bestiis terrae : non erat qui sepeliret
in (S.)
dedecus
crucifixi.
in
dedecus
v
crucifixi,
sanctumque
quiriacum hierosolymitanum episcopum eiusdem religio
nis caput julianus apostata interfecit, ex eo
qtiod | drucerh sanctam invenerit, cum idem signum desfruere niteretur ubique, 87
f.
2
^etata
v
^sala
, few
omnia traxerjat dsstrucfe| ordinem praedictuitt sicut de ligno xi^ucis prims tradidit per
se
pnie-
dictum.i.sieut de^igno
iaqtumiue*
rat, tracydit per
^puljoram, ,aj^
f 2
ad
^i
.sepulturae. &$d sifcul nisi
.gr^num; frum^nti qadens in. terram mortuum fueiitr ipsutn .solum manet, si mi*m :moaftuum:iue.rit> multmm fcuqtiun aiferty sic per mdrtem fratrum r. ordo praedictus | multis temporibus iacens in sepulqhim; oblivionis •■■■3* &t ■ pincenta^ pha?raonis p^r jqsieph somnii interpratataonem testitutus est in gradum :pristinuntr sic Volumtate dei tempore sup disponente
lignum 4am preqiosumrursum viresGit quia hyems persecutionis transiit, flores pa^is &pparuerunt in. terra nostra. (S.)
6L21
25DU
Jkano decimo
6L3S
dniw
M°CC(
praedicata
.Temppribus
hamque
innocentii papae
tertii durante adhuc scismate quod erat e?t crux, ,contfa ■ inter philippum et octonem reges rohaeresim albig^n^ manotum, cpando beata eiyzabeth regis sium quae nomen -huTigariae filia in coniugium lantgravii sprtita est ab alpiin thtiringia fuerit translata, invidia gesio oppido in dyaboli haiereses albigensium coepelingua occitana, a runt pullulaiB vel ut verius dicam matholosa
ad
XXX
miliaria distanti ubi plurimum
ex-
orta pullulavil
turescefe, cums vires erant tarn validi ut. cwite triticum fid^i ^ntis illius ver^-
sum videtretur in lQlium erroris. Mijssi suftt. ahb&tes cist^rciensis ordiiti^ cum qiiibusd^m episcqpis qux zizania rastro praedicationjs deradicarent, sed obsistente homihe ihimico qui hoc. seminaverat, modiquih jbi; profeqerijint. In tantum au^ tern error jalj>igen^jiqim inydLuit, ut brevi
interval!© ,temporis interfegprit usque ad milh Givitates. Et si non iuisset giadiis
iidelium Ascenderunt
con
tra eos ex allema-
nia. ludolphus ar(E^iidux austriaef enghelbertus praepositus
calonien-
sis, adulphus co mes de monte, wil-
helmus > comes
ju-
liaqensisr , et multi alii dlWarsae dignitatis pro-
88
expressus, ..piatq
quod
totem
euiopam corrupisset^
Anno 4ni,
millesimo
ducentisimo
Xtt
praedicata est contra albigenses in tota alemannia .et francia crux-,*. et ascende runt contra eos anno sequent! 4e ale
mannia ludol&faus dux ai^striae, enghelbertus praepositus post^a, arcnYepiscopus coloniensis et fratres eius adulphus com^s. de monte^. wiljielmus cptfies jti"
Et alii multi diversae conditionis et dignitatis. Simile actum est in
6L21
25D11
yceres^:
Similitej
6L33 frartcia,
. in
. -: normannia
. :1y atque pictavia.
quoque-'ex francia,
Horum omnium praedicator et caput ar
normannia
noldus abbas
et,
pu
ctavia- fideLes plurimi quorum caput.
arnoldus
abbas
cisterciensis postea vero
. episcopus
narbonensis :
fit.
exti-
Ceterum
ad
tes
da
muro
illud
contra
christianbs
proiecerunt et sagittis post illos missis clamaverunt : Ecce lex vestra, miseri. Christus vero evangelii sator iniuriam sibi illatam non reliquit inultam. N^m quidam satellites zelo fidei acoensi, leonibus similes, exemplo eorum de quibus legitur in libro macchabaeorum scalis appositis muros ascenderunt : haereticisque divinitus territis <et declinantibus,
nostram
ifttentionem
describere
processum
sequentibus portas aperientes obtinuerunt civitatem. Gognoscentes ex confessionibus eorurn catholicos cum haereticis esse permixtos, dixerunt abbati : Quid faciemus, dne, non possumus discernere inter bonos et malos. Timens tarn abbas quam reliqui ne timore mortis simularent se esse catholicos, et post .eorum abscessum iterum ad perfidiam
belli
super-
vacuum
redirent, fertur dixisse
putans,
Hoc sdlum
praemitto
cisterciensis, postea epis copus narbonensis. Venientes | autem ad civitatem magnam quae vyders vocatur in qua plus quam centum milia hominum esse dicebantur, pbsederunt illam. In quorum conspectu haeretici super volumen saiicti evangelii mingen-
. ,
....
:
Caedite eos!
Noyit enim Dominus qui sunt eius I Sicque innumesabiles bccisi sunt in .ci-.^ vitate ilia; Aliam itidem civitatem ma gnam et pulchram Vassem vocatam quae sita est iuxta - tholosam virtute divina obtinuerunt, In. qua pppulo examiriato cum. onines promUterent se velle redire . ad fidem, quadringenti quinquaginta in
sua pertinacia indurati a dyabolo perquod
dicti albigenses
manserunt. Ex quibus quadringenti combusti sunt. Geteri vero patibulis suspen-
si. Idem actum est in ceteris civitatibus atque castellis, mi&eris se ultro morti ingerentibus; Tholosani vero arctati omnem promiserunt satisfactionem, sed ut postea
patuit,
in
dplo
perseveraVerunt.
Nam
perfidus comes Scti. Egidii princeps et. priusquam
caput omnium haereticorum omnibus si bi in concillo lateranensi abiudicatis feodiis et allodiis civitatibus et castris : 89
f. 3 r.
25D11
6L33
•
et ex magna parte eisdem; a comite sy-
mdne de fortimonte viro catholico iure belli occupatis in tholosam se transtulit de qua usque hodie fideles vexare et imfmgnare non bessat.Et sicut hoc anno dns. episcopus port,uensis et- cardinalis l contra albigenses legatus missus scrip-
contr8
eos
sit capitulo cisterciensium : quidam de potentibus tholosanae Civitatis quid tarn horridum in odium christi et adN confusionem nostrae fidei egit : ut | etiam ipsos inimicos christi movere merito deberet : Iuxta altare maioris ecclesiae ventrem suum purgavit et palla altaris ipsas immunditias detersit Ceteri vero furorem furori adiicientes scortum super sacrum altare posuerunt. in conspectu crucifixi eo afcutentes ibi. Postea ipsam sacram virginem detrahentes brachia ei praesciderunt multis militibus herodis deteriores qui mortuo ne eius cruira frangerent pepercerunt. S»ed longanimus est Dns. et paciens redditor. Qui enim domiticanos post victoriam &o quod crucifixi collo funQ . alligato per plateas ilium traxerunt, in collo et in
venerunt
firieUuin; r
'
exeroitus
regem
de
gutture
tarn
terribiliter
punivit.
Puto
quod has blasphemias minime dissimulavit. Albigenses antequam venire* con
rant. Qui licet sero
tra eos exercitus Dni. ut supra dictum estf Miralmio Mellinum, regem de marroch iri auxilium sibi invitav/erunt. Qui ds affrica in hispanias cum tarn incredibili multitudine venit, .
comparuit,
ut totam
maroch in
ex
suum
venire
cum
africa
auxilium
postulave-
tarn
tamen
innume-
rabili exercitu ex affrica in hispanias
europam
l
;
se posse' obtinere speraret. \
r. .
trajioiens, ut etiam
Mandavit etiam innocentio papae
totam
bti. petri quod equos suos qpotteret sta-
europam
suae
ditioni
eversurum
meret, quoque
se
in
■- » • porticu ecclesiae
praesu-
mahdavit papae
in-
nocentio super ecclesiam scti. petri •vexillum suum eri-
gendum
rum
fore.
hoc non
Ve-
est
bulare et super illam vexilltim figere^ Ex parte intpiletum est etsi seems quam ipse rcogitasset. Et quod JDhs.rfran-
f. 3 v.
6lil
25D11 difficile
* oculis
in
6L33
git .oitinem superbiam. Eodem tempore scilicet anno graciae millesimo ducentesimo 12, XYIP kal. augrusti de exercitu suo occisi sunt sexaginta milia pugnatorum. Ipse vero in cybiliam se transfe-
Domini concludere multos
in
paucorum
manu :
con-
gressionie iacta ceciderunt de exercitu eius sexagihta milia
ac
rens ex dolore ttiortuus est. Cuius vexillum principale in bello captum innocentio est transmissum et in ecclesia praedicta ad christi gloriam erectum.
pxignatorum
ipse
inde
fu-
'gjens in cybiliam
Haec de albigensibus dicta sint.
ex dolore mortuus est.
6L21 Unde
25D11 Finite
6L33 Finito
, certamine vic-
in partibtrs alemanicis quidata dei providente dispositione
tisque
hereticis
sus est a summo pon
sus est a summo pon
tifice venerabilis hu
tifice
cardirtalis ac legalus a summo pontifice
fuit emissus inquirere qui aridis a spiritualitate cordibus per semina verbi vitae infunderent ad deprimendam a finibus paternorum
contuma-
certamine victisque haereticis mis
ge
episcopus
por-
tuensis
cardinalis legatus per allemanniam inquirere qui semen verbi yitae ari dis cordibus infunde rent ad deprimandam a
finibus
christiano-
rum contumaciam,
ciam,
6L21 25D11 ad promerendam nam
divi-
misericordiam^
et ad misterii crucis elu cidandam scientiam. Unde quinque clerici de finibus illis egressi, praedictum qardinalem adierunt, • de staitu vi tae suae cohsulturi, quippe qui vitam tantae austeritatis inchoatam confirmari petebant. Quibus dictus car dinalis eorum proposi-
tum probare volens inquit : Filioli/ novissima hora fcst. Scitis quid pefitis ? Potestis bibere calicem quern sancti patres biberunt ?
mis
dei dispositio ne venerabilis huge epus portuensis et cardinalis legatus in partibus alemanicis inquiuere qui aridis a spiritualitate cordibus gratiam
per
sejmina
verbi vitae infunde rent ad deprimendam a fidelibus. christianorum contumaciam,
6L33
6L33 ad promerendam divinam misericordiam, et ad mYSterii crucis elucidandam scienti&m. Un*de quinque clerici a finibus illis egressi vultu alacres, virtu | tibus .et scientia decorati, decori specie, tracti interius velut Joannes baptista ne levi saltern maculare vitam facinore possent, oelsi meritis heremique cultores praedictum adierunt cardinalem de eorum vita consulturi
qui
vitam
tantae
inchoarent, confirmari 'petebant. cardinalis volens
inquit nescitis
eorum
austeritatis
Sect adhuc
propositum probare
: Blioli mei, novissima hora ©st et quid petitis.Pote.stis bibere calicem
quern primitus sancti bifeerunt fratres et amici vestri (6L21 : nostri) quorum intentio erat per severans et voluntas devota spreyit penitus et calcavit mundi florentiam (6L21 : fldrem). Et si voluntatem propriam abdicare cupitis, et vitam religionis sicut pfaedecessores satuerunt
firmiter observare, penitus dispositioni nostrae 91
f. 4 r.
25D11
61.33
Summum .poritificeni hiis:. consiilere
: super
oportet. ■-■-■■
Adductis* itaque ipsis ad curiam lomanam,
-
? vestrum ijejincpuem (6t21 : reiin^uite) proposi tion, donee liihma apostolo^m adeamus et summuiti pontificem super intention^m | vestram consulere valeamus (6L21 : vayaiii. iesse Gcpsulturi)^ PraediGti itague innocenfes spopbnderunt ipsius omnino consilio adhaerere et cum ipso|rontam aggressr sunt. Interea caidinalis examinatorie quotidie pra«dictis clericis dabat verba consqlatoria et,= ipsi colloquehantux inter se valde duleiter'et inhiabant ore cordis pariter in superna fluenta fontis vitae : vilesqebatque mundus iste inter ver ba cum delectationibus suis et maxime de crucis vexillo sive de .poena crucifixi quattt
i. 2 v.
in eorum eordibus ut anchpra:iti impresserant.
Et cum romam pervenissent^ ibidem per spa? tium duoram mensium permahs^ruftt in diviin ipsa die exallaMonis sanctae crucis dttm in prosa cantaretur
nis mandatis meditantes? Et tune in ecclesia scti. joannis lateranensis in -cfte- inventionis setae criicis hora ilia qua in prosa dicebatur:
:
Non arunt: aiova sacra-
Non sunt nova sacramanta
menta
nec^recenter est inven-
teu
■-■!".--.- •"..
n©c recenter est inventa
crucis haec religio,
crucis haec religio,
coram pontifice et aq coetu cardinalium
petitionem suam ©t normam viyendi humiliter prout dictum- est sanctissimo papae innbeeh'tio 3° (6L21 : qrto) et cardinalibus praesentarunt, et super hoc cons^ulti quamdam chroni-
ebrtam s^pplicatione
,
cam diligenter intTOntes invenerunt quod in .,
destructione ciyitatis hierlm. eum multi chris-
'tajia
crucifixum confiterentttr
caesi
sunt>
©
iUis t^mporife^ famojsi viri {6lM v; fam.) titulo et nbmine custodesque lign| d^ttMMei et fratres sanctae crucis in exquisitis tormantis sunt plestr^ieil O mira cbnstan|La fidei. Aliqui linguis ifeseissis loquebantur. Mm cruci affixl praedicfantes dicebant etiam christum crucifixum judae:s quidem | scandalumi, gen* %■ 4 v. tibus. veifo stultitiam. Itaque attendentes prae-' dictoarum
(6L21
clericorum
: et I
s.)
devotionem; sanctaeque
crucis mysterjium
siye rell- i. 3 t,r
gionem gavisi sunt de^ebrum deybitiome viehementer et sanetae crucis leligionis destruc-
tae renoVationem yel reformationem, vidientes
esse perpptimam et salutarem, itistis petitiatii-
bus clericorum Una cum sanctissimo; papa in-
92
6L33
25D11 oido sanctae
nocentio tertio '(6L&1 ; qrto) divinitus annuentes praedicttim sanctae (6L33 r + ac, Vivificae) crucis ordinem per clericos saepe- J dictos florere per universuin muriduTn statu^1-
. <
de novo t3,ori , firmatus ©st.
Ita ut
runt praecipientes eisdeni sub Scti. augustir^
:
regula
in cappis
eorum
signum
vjvificae "cru-
cis
ex rubeo
nigris
et albo
panno assueretur.
^
•
more
canonicorura
regularium
'niilr;
tare et Dno perpetuis temporibus famulariaJfe
figentes signum sanctae crucis ut primitus xuit\ .purpurei candidique coloris in suo habitu :capi \
pa soil, nigra quod totum' proptir^" rnYsterium \
magnum actum est. Nam per cappam nigram
^V_^
mundi tenebras intelligiinus quas ut effuga>et
et omnem hominem venientem in hunc mtindum illuminaret, salvator crucem ascendit et
mortem sustmuit. Et sicut purpura et byssus indumentum erant christi^ita brachium crucis
rubei coldris in memoriam effusionis sanguinis (61:33 : + Xi:) qui ex latere eius (6L21 : ex e. lat.) pro mundi redemptione emanarat in longitudinem, ita praeoepit summus pontifex affigi, ut affectus aifixionis eorum intingeretut irt calice dominicae passionis. Brachium
autem crucis albi coloris in latitudine, in me moriam totius castitatis, munditiae, puritatis et inno'centiae, ut salvarentur in castitate et pu-
Volult
insupef
dictus
pp. innocentius quia
cafitatem:
in
no-
vissimis temporibus sciebat '*efrigerare et habundare iriiquitatem, ut dicti fratr.es se-
cundum sanctis
rergulam apostolis
sub con-
ritate coTdium et cofporum. Disposuit insuper
sanctissimus papa innocentius 3us {6L2A. : quartus) ut in domibus sui ordink et extra evari-
gelica
uterentur
libiBrtate
edeiites :et
biben-
temp. i. hov.) ut apparere iam {6L33 r -f-r tune) incipiebat^ refrigerare (6L33 : -f nbn) -dubita-
bat et iriiquitatem habundare, voluit' (6L33
:
mune | etiam de possessionibus/ ai eis pie-
delibus intuitu pi9tatis
tatis
Constituit
insuper qonyentum ■ in
suburbio opidi huyen^ sis inchoatujti in claro loco appellatum tocius
dictae
religionis:
;;
<
!r, ... r
m citra jnn^rii|4s partibus «esse caput eo vide licet loco quo dicti
quinque huius religio-
-r
4- idem) summus ppntifex eos .se^Undiim regu-
stitutam " in; cbmmuni viverent etiam de pos^essionibus si eis a iiconf errentur.
~
tes qiiae apud homines suhtv ;Ihsuper'J f. 3 v. quia caritatem in nbvissirriis temporibus (6L21 :
lam sub sanctis apostolis constitutam in comintuitu
darentur, Vivere
et
ipsos
£ 5 Ti
prae-
-senti et iuturo muniminei bullae.suae rpboia-
- ,
yvit. Et quia elegerant sjcut joarines .hiptista
et patres heremitae a prolectamentjUv(?) |j6li?l ;
. . ..
pianis) fugere saecularium perspiiaibam^. ^t.loca . . .; .•
a villis remota inhabitare, i^t i^anp^uillius cohtemplationi
vacarent
ac
stu«dipv bxatioriique
(<6L21 : et stud. .fit. ptJ. insisjter.«n,te qupddam ter^ae spa^um. iiixta ^astr^^^ sis dyocesis (6L21 : dyoc. leod.) elegerarit (6L21 :
elegerunt) quod vdicitur clarus locus. Et (6L33 + non im-) -merito : quia charitas deitatis 93
_
.
.
.
6L33 egressi
fuferant
Veramptamen
dja omnibus his milia rdbittrnenta^ apparent, sed in cronicis leodiens. .episcopQrum dicitur hune ordinem post XVI annos
quam
quinque
dicti raligiosi in claro loco praedicto manserant, ab innocentio quarto oonfirrnatum A° vid. MOCCOXL° octavo.
v
:
.
v
immensaje praedicrtum locum J&L21 : diyini. tatis irnm. loc. prj illuminaVit at per multa
niiraeula quae ibi (6L33 : + -demj fisbant iriterventioniibiis sanctorum quorum ibi recbnditae stint (6L21 : sunt rec.) reliquiae \ seqtienjtifeus signis decl^ravit. (6L21 : deqoravit). tJn#e saepedictus innocentius papa tercius- (6L21 '■:
qrtus) clarum locum pra»edictttm in qitra ma- \ rinis partibus, huius religior\is exordium principaliter voluit nominari. Et sicut christus exivit bajulans sibi crucem in mdntem qui
dieitur calvariae lpeus, ita voluit eos a mundi
superfluitatibus decalvari ef (6L33 : f a) va-
nitatibus decaJvari et (6L33 : + a) yanitatibus abstinere, ac crucem religionis et poenitentiae cum symone cyreneo per christum hu-
rniliter baiulaire (6L21 : hum. cum christp deportare) : et servos crucis crucem laudare ut
per crucem sibi sentiant in praesenti jgrata et
(6L21 : ac) in futuro perhennia beneficia ab eo qui est omnium bonorum remunerator, fi-
deliter dari. Quod *Pse praestare dignetur qui in trinitate perfecta vivit et regnat pqr omnia saecula saeculorum. Amen. • :
Hier volg* nude veitaling van de geschiedschrijving over die Orde,
zooals die geyonden wordt in hat Handscririft van het Luiksche Groot-
Semiharie ^L33. De oudste tot i\u toe geikende gescriiedschnjving over de Orde, nl. in Ms. 6L21 van het Gr. Samin. van Luik te vinden, is daarin bijna geheelr op zes regels na, opgenornen an wij duideh deze daaroin sari als de loopend© tekst, ferwijl wat daaraan in 6l33 wercl
toegevoegd (of veranderd van den tekst van 6L21) tusschen aanhalingsteekens « d gevat ^rordt. Bovendien heeft het verhaal vari 6L33 ook nog gebruik gemaakt van een korte geschiedschrijving over de Orde, welke later is dan die van 6L21 en te vinden in het Gr. Sem, van Luik Hs. 25D11 : de hieruit overgenomen tekst wordt met een andere lettet gedrukt.
Hier an daar zal ean kleine yoetnoot ter verduidelijfcing wbr4en
geplaatst
Tot eere van den Grqoten Korting, Die op het Kruis als op een katheder is gaklommen om aen woord van leven te s£reken, teneinda de duisterrus der wereld te verlichten, willen wij aart een vroom verImgm van yalen voldoen door te ohthullan wat als een schat irt den akfeer. besloten vele eeuwen verborgen is gableven, te wetett : : deri o o t s prong der r o e m r i j k a
O r 4 e V. ]fe H
K r u i s, dp3at deze niet langer als een brandende lamp ottdfef .da.
korejimaat zou gezet wbrden, maar schijnari voor alien dia in huis
zijri. (1} 94
(1) Matth., 5, 15.
#i".
Welnu dan : ahet gebeurde ten tijde van Konstantijn den Groote,.
cdie be;gon 4e regaereri rond 311 ; nadat deze groote velclhser verschei«dene ruwe volksstammen op de oevers van den Donau
—
en ook
« Maxentius, zijnen mededinger, bij de Milvius-brug (2) door een won-
#(Jeir-t^eken van het H. Kruis verslagen had, zond hij, Christen gewora den, zijne eerbiedwaardige heilige moeder Helena met een voorfl naam geleide en 'n aanzienlijke troepenmacht naar Jeruzalem, om het
«heilig Kruishout op te sporen, hoewel zij ook zelf tijdens haar Verblijf aim de naar haar genoemde stad (3), 'n hemelsche .waarschuwing diena aangaande ontvangen had. a En zoo trok de eerbiedw. Helena plechtig in processie, - want %oq«had zij 't gezien in haar visioen I - ongeveer in 't «Jaar Onzes Heeren «336a naar Jerusalem, en zuiverde de plaats van 's Heeren Lijden, die a de groote kerkvervplger Adrianus had ontheiligd met er afgodstem«pels op te bouwen : deze liet Heleha met den grond gelijk maken.
«Een groot aarital Joden kwam daarnaar kijken, en spoedig sloten a zich de meer-ontwikkelden onder hen aaneen en gaven niet zohder a verbdzing acht op wai de koninklijke vrpuw ging doen. Meer kpn«den ze niet doan, want ze stonden onder scherp toezicht Maar ter«wijl aldus de gemoederen in beroering geraakten en de tongen los fikwamen, maakte een onder hen, 'n zekere Judas, aan velen het g&
«heim bekend aangaande het heilig Kruishbut,, 'twelk hij alleen wist ,a doch nu meerderen het wisten, kon het geen geheim meer b.lijven. «IntussGhen liet ook de eerbiedw. Vorstin hen pntbieden, en stelde hun « de vraag naar de plaats, waar het Kruis des Heenen verborgen was. c Zb^ staken de hoofden bij een, en weigerden te antwoprden. Maar tben «ze werden, vastgegrepen^ viieesden ze; levend verbrand te worden, «weshalve ze zich beraadden en Judas als met de zaak befcend vporr: adroegen. Toen zij hem echter noch met geweld, noch met beloften «kon overhalen, sloeg ze hem in de boeien 6n kfaeg door een vasten «van zeveh dagen de overhand op hem. Want eenmaal ontslagen uit «de boeien, wist hij weliswaar niet op welk punt van den Calvarie«berg het Kruis berustte, maar op zijn gebed openbaarde het de Heer
«door een aardbeving, terwijl fn streep roqk, ge'urig als wierook, af«vloeide uit de eigenlijke plaats. Op deze plaats van den Calvarieberg a liet de H. Helena ook een kerk bouwen, en daarin ©en graf-altaar «maken van zilver, waarop zij het Kruis des Heeren eervol plaatste. «Dat wil zeggen : een. stuk van het Kruis liet zij daar achter, maar « het andere voerde ze mee naar Roms, om het aldaar aan de vereering «over te geven.
•
.
•
*Q.>- Wat 'n heerlijke verandering I Tot dan toe immers werd het «kruis van de veroordeelde misdadigers als een waarschuwing opge«staid op ongewjjde plaatsen, terwijl het nu op de heiligste plaatsen a aan de vereering der geloovigen wordt voorgesteld als een gederikateeken van het Lijden des Heeren. Eertijds was het bezoedeld door adieyen- en rooversbloed/ nu is het geheiligd door Christiis' Godde(2) «Iuxta pontem Albinum »f zegt ihet Hs.; bedoeld in de M&lvius* of Mollebrug over den Tiber, dichtbij- en ten N. van Rome. (3) « Helynopolis» is de naara, dien het Hs. geeft. 95
yj lloid: en wbrdt het 6pgesier& doo^lier*^^ f abate edldSfeenen, terwijl ook de koriingskronen het teait ift fbjp ver*
/ rtborierV"
/
■ '
"
■■:■■■
MaarI de eerbiadw; heilige vrbuw a wilde fiog rwe$t db£ri ©m'
dazen schaJt te bewaren, dii daarom zocht zij bveral in 't m®zl eeii
twaalftal ittenschen, die me"e* dto andean tiitmiintten' in d^u#dsfeetrachting $i\ heiHgen ^evenswasidei t $i&, mtiver van hart en lijf; f beelden van deugd, den froom des Levens zouden bev^aken/ gelijk
Glierubiji^'dien de Heer plaa^ste voor den ingang van het aairdsehe
Parjadajs, met e0n scherp vlammend z^aard pm d©n #eg naar den boom des levens te bawaken (4), en die den Heer luteht en dag zotide^ ditneh^ a En de teeds gjett^emde Juda^s, intussbhem door Bisschop
t MacH|a*i|ts van Jeruzalem giedoopt op den Haam van Quifiacu^ wordi a huh als bve^ie gegeven. Miaar toen Machariiis stierf, Werd hij zelf tot ifiisschop van Jeruzalem gekozen.»
....
De twaarlf nur die intusschen ook de goedkeuring van Paiis. Eugenius hidden gekr^en, kozen zich 'n Meed met het teeken des Krufses et op, dat rood 6n wit het Bloed en Water zou verbeelden, ©eft$ geyloeid nit de Zijde van Christus : en ze droegen dat v66r op de borst, om t altijd vopr oogen te hebberi, eri oitv gelijk de olifant als heart lainmerenblded wordt getoond^ geprikkeld wordt tot den strijd, op die manier sterk te worden tc^ den aanval t>p de woedende vijander^' die" beveh bij het zien vatt het Kruis »en op de vlucht slaan, en tevMs tmt dobr dit bnder^eldi^gsteekert van andete kloosterlingen ;^Eidejrsoheiden te wordsn al¥ eehte broeders1 en vrienden van hef" MiM Q#:^^atv den Gekruiste^-en dan ook Brooders van de Orde van het H. Witis? genoemd te irtrorden-erl aldsis over de lengfe en Jwreedte ^(5J vm geheel de"aafde echte minitaars eit bedienaars te' zijaa van -der^ vQ^ri»$tef^ zobr ritoeist disize schocme QrdiB/ Van zoo'n mYstieken obrsprorigy bMeleny in een gi'oot aarMal zidlen door haar worden gered. En zoti ^ett^^./"-wlj- ortze
hoop e>p mx kleine insigne-, -op dit kleine wapen-van dil het gaheete menschdom zijn zieleheil verwadht, van ein Ht ■' V " ' /'
«IntussGhert was de feooze geest aan 't raaskajlfn in de lu&ht/
«sGhreeti?vfcend :; a Ha, Judas, wat hebt ge gedaan ? ©e he%t iets tlit-
«gestokenv wat iijnrecsht ingaat tegeti mijn vriend JudaSv Immers ftlj a volgde fttijft- raad «it verraadde Jezttfr, terwijl gij Zijn K^uis hebt bnta dekt tegeit mijn zin. Door ssijn toedoen won ik de zieVJ van vtlert; «door uw to^doen dunkt me zeHs de gewohnen zfelen fe verliezen. «Door Judas' daad begon ik te heeischen over 't volk V door de uwe
a word ik uit de heersehappij ^egged*even, maar i ik zal ft u betaald
« zetteti j ik zal 'it andeten konixtg opzetten iegetv ii, dfe het Qbfeof in
oden Gekruiste zal vejaalceh en u zal- dwingen met Ibftcsrttfig, bin den v Gekruiste' te vferloochenen.
=-?:'
r
-
^
V
« Maar de H. Judas; ook Quiriacus geheeten, werd niet Beafltgstigd a door 't hooreh van den ratfskallenden duivet, maar vervloefefi (4)
f
\
[:;,
.
(5) De lengte en breedte, a&ast elkaar ge^laatst, ^&f deif ^idiele^i^er bok'
*n verbeejiding ^van 'n KruisV
96
^
--
:
"
•
•
^ ^^-r^
■ - '
"■■■■
. ^^ .,.,,.:%
- -.
ftteikens ©prtieuw met de woprden : Gij moogt verdoernd. - zij'xi door1 «Ghristus tot den afgtond vanhet eeuwxge vuui I a
■
En toen de vijand van hef menschdom, die rondzwerit als eeri
biuBende leetiw op zoek wien hij zaj verslindeft (6), - toen hij zieh
¥e|er zieten zag ontmifcken door deze riieuwB, SGhoone Otde\en haaf
Breeders, en zag, dat ze bij Ghristus werden- ingelijfd, zette hi) sommige machthebbefs aan tot hevig6 woestheid tegep de Broeders; oefe-
naars van scnrikbewind, « die Keizef Julianus, nadat hij van het Qefoof «was afgevallen dveral uitzomd om de vereerders van het Kfiri^ utt ,«tt roeien » : sommigen stfeisnigden ate, andereh kruisigdert ze of feiradh-
pn hen ter dood" met verschillende dopd^lijke "kwellingen; ja, gelijk
een hert verlangt naar de waterbronnen p), zoo dorstten zi| onophbti-
dfelijk naar huri bloed en lieteri hun lichamen liSgen als een aas voor
de Vogelen des hemels en de dieren der aarde (8), - en tot sdhancte van den Gekruisigdie mocht nierhand hen begraV-eti. 4 Ook den H. «Quiriacus, Bisschop van Jerusalem; bracht hij (d. i. Julianus) (9) ter e dobd/ daar h|j het teeken van het Kruis overal zdcht uitvte roeieny
«QuMacus nu was zelis het hoofd van die Orde geworden, nadat hij
thet H. Kruis gevonderi had»; en zoo, na de Ladder der zohdaars" ver-. "j nield te hebbeny waarovei^ Christus bijna alles tot Zibh had getrokken (10), leverde hij meergenoemde Orde aan de vergetelheid over van het graf, gedurende vele eeuwen, juist zooals tevoren met het ICruishout was gesGhied, Maar gelijk de graankorrel, zoo hij niet in de i^rde valt en sterft, alleen blijft, maar zoo ze sterft, rijke vruchteit
Voortbrengt (11), zoo w^rd ook deze Orde, na lange jaren m het graf der Vergetelheid te hebben gelegen/ door den dbod van hare Breeders
weer in haar vroegere eer hersteld, gelijk eens de ppperschenker van
den Pharao dank zij d^n droomenuitleg van Joseph (12). En zoo begint
.r- dank zij den Wil van God, Die 't al beschikt te zijner tijd 1 - 4it kostbare Hout weer te leveh, en zijn de vredesbloeman weer op pnze aarde VersGhenen, omdat de winter der vervolging vobrbij is (13)1 «Te weten t'teh. tfjde van Paus InnoGentms III, nog tijdens tte «breuk tusschen de Rdbmsche Koningen Philips en Otto, - tden de H. « Elisabeth, dodhter van den Koning van Hongarije juist was gelnstal«leerd als eohtgemoote Van den Lahdgraaf in TWringen {14), fcegonrten■ Jiait den riijd van den duivel de dwaalleerstellirtgen van de Albigen«zen wortel te schieten of liever gezegd rijp te worden en zijn geweld
1
(6) 1 Petr., 5, 8.
W) Ps. 41, 2 : n eigenaardig gebruik van deze Schriftuurplaats. ($) Ps. 7$, 2.
'
(9) Onder de Vele inlasschinigen vao 6L33 is o. a. deze stbrend, omdat ze
opeensvan. 't meervoud op 't eakelvoud overspringt; daarom iheb ik er ter verduideHjking tussch^n { )
. Xm Gen., 40. .
(13) Hoogl., 2, 11 en 12.
,
. ' V
•
:
(14) Met dit nunwrier duid ik de verschilknde plaatsen aaa in 6L33, die
0©en yermoed^n, dat de toevoegsels van 6L33 uit een in Duitsdiland geschreven .histofisch werk genomen zijn. Welk ? v x
■';■; - '-•
;, ■
'
■
:
■ ■ - '
.
•
■ ■
"
'
'■-■■
"
"
7
"
■■-. 97
.■
.-..
tm, st£*k, dat H.leefc of fskeel |iei gra&n van dat gelppyig vp$fc flS} tf ^eranderd was in htet onfcruid dezef dealing, Cisjtercji^ser^bten
f'Werden* uitjyezonden, inet. enfcelfr Biss^iioppeii, dm he$ oiikrui# a&et «
ezoozeer veld* dpi %*} ^ een kotfie tijdsruiijcite tot duizerwi steden |p
«feicteer^ie. En was zij niet door het wa|>eng;eweid der Qeiopvigen tuS-
^ ({geroeid, zij zou' •*- geloof ik .- heel Eurppa hebbeii aarvg^stokenv_»
lit het Jaar des Heeren 1210 werd fcegen de Albigenzen het Kruis
(d. i. Kruistocht) gepreekt ui a geheel d Duitschland en Frankrijk : en «het jaar daarop troldcen tegen hen op : nit Duitschland (14) Ludolph, Hertog van Oostenrijk, Engelberi, Proost «later Aartsbisschop a van Keulen, (ten zijn broers» Adolph, Graaf van Bergen en Willem, Graaf
van Julich. En nog v^le anderen van onderscheiden «rang en » waarIn Frankrijk a deed men o hetzelfde, ook in Normandie en Poitiers. «De pradiker van al» deze mannen en het hoofd was die CistercienserAbt Arnold, de latere bisschop van Narbonne.
«Ze kwamen dan ato de grpote stad Beziers (17), g«enaamdf waar «het heette dat meer dan honderdduizend man lagan, en ze begonnen
«sGhpuwe van alien op het heilig Evangfliebpek, en gpoiden het
ttdan naar de Chiistenen, al roepende : Eliendelingep, 4^ar hebt $<e
«|ullie wet I en tegelijkertijd schpten ze pijlen op jien ai, Maar de aS-tichter van het Evangelie, Christus, Het dit pnrecjit, Hetti aanger «daanr iiiet pngewrpken. Want dan Vlogen enkele voorposten, leeu«weri gi$li]k geworden door het vuur van hunriejx gelop|sijver> naa?
«het vporbeeld van de Maccshabeeeh mi de H. S<3hriftr'naar di^ Jlfto^«muren en beklommen ze langs de ladders die ze opsteldan : en, de
«schrik viel vartuit den HerheJ oj^ de ketters : z.e weicen terug vppr « de aaiivallers en dezen zetten de stadspporten open voor de aanruk«kende trqepen en zoo namen ze da stad.
,
«Daar hpprden ze uit de verkiaringen der gevangenen, da^ de Ka«iholieken ©rider de ketters waren gejaengd, en ze vrpegen den Aibt ;
ciHeier, wat moeten we doen i We kennen de goeden niet uit de kwa^ «deh j Daar nu de Abt en ook dej anderen vreesden, dat ze uk angst « voor den dood zich als goede katholieken zouden voprdoen, pm dari «na den aftocht van dit leger weer tot him ongeloof terug te toseren,
«antwoordde de Abt, gelijk de geschiedenis vermeldt (18) : Slaat ze «dood ! want God kent da Zijnen ! - En zoo werd 'rv pnnoemelijk aan«tal gedpod in die stad. Ook nog 'n andese stad ovefmeesterden ze,
(15) Bedoeld is het Fransdhe v6lk\ in het wetk waaruit deze inlassqhiiig ger ten ij, was -dat na&nxrli]kduidelijk. ,
(16) E>e parabel van Matth., 13,-21 G vv1* sdiepieft hier doQir1, (1.7). fo het Z, v. Frankrijk, Ons Us. heeft ': «/Vyders» : waai^sjshijnlijk heeft fde Schrijvep den naam Bdziers (Beterrae i ih. Latijn). in fret Hs», wa&itiiit hij ' sji^hre^f, pm% kun^en lezen*
|l&j Jfciet dit nunmer dmd ik de plaatstn aan^ tvaaaruit blijk^ dat '%'■
waaruit 6L33 putte, 'n goed^eschiedfcunig ^—^-—-98
y
.;/.■■/ , . ■ ; - j , , . ■ " , > . . .. . ■ \ \" irdbor God; ge^terkt Vd6 froole en schopne stad liavaur (19) g&heeten> c^dicM bf] Toulouse* Hier werd de bevoHsing ain % onderzoek onder-
tworpen, en terwljl fee^t iri^erendefel beloofde tdjt hm Geloof te wilteii «teifegkeeren, waren er vierhdnderd-en-vijftig jadodiaiiig verstijfd door
«den duivel, dat ze haidnekkig weigerden. Vfethonderd van ■ hen
>werden leyend verbrand, de vijftig anderen opgehangen. Btetzelfde «geschiedde in nog andere steden en dorpen die aHe even ellendig
(tzich zoo-inaar in d^n ^ood jdegen. Alleen, de Taulous^nakrs feeiopf-
idert uit Vrees alle mogelijke voldoening, maar dan later yolhardde:nL |zja:|ii d% bposheid, zooals geHeken i& ^Wmt de trcrtwelooz© GJ?aaf ^arv
?Si; Giiles (18), de aanvoerder en het hoofd van at de ketters, na^at
k hem op het Lateraansch concilie alle leengoedeiren en erflandferi :f waren afgenomen in stad en land, en nadat Graaf Simon de Moit-
I'idrt, 'n kathblfiekis vborveohter :(fs), zdowat ojy alleze bezittingen en ^tite$s door oqrlpgsreGht de han^l had gelegd, yierie^de zijn wod% r plaafs naa*1 Tbulduse s en hij laat niet na Van hietuit de Gefedyigen
ala^sti^ % vpllen eft t^ bekarnpen tot op h^ed^i So$ (30). Jk z^JIb zdo
«schreef dit |aar nog (20) cte met de itiadht van Pauselijk Legaat teg|m
j§lCafiitt^ der Cist^ciensers aangaande een va^ de machthebbe^ der
rstad1 Tbulous^ : Watvodr 'ri afSGhu-v^eliik stoik hfceft die tiitgiehaald „■ ruit haat tegen Ghristus en tot s^hande van oris Geloof I hij heeft ril.t
i'naast het JUtaar van de liodfdkerk z'n behbeite ged^an en d^artos ifeet lijnwacad van het Altaar gebniikt en b^zo^deldL En anderen -
«wani woede wekt woede I - h^bben zelfs... (§1) Ket Mariabe^d «d^, isrmen aigeslagen, ^©osaardijErer nogt dan de sdtdaten van Hero-
«des (^)f die ervan aiz&gen Jezus? besnderen te breken, daar Hi] ge* «st6rven -wit, Maar ie iteer is e^n lankmoedige en geduldige verged
(fder: Ithmers odk de inwoners van Damiatte (2$) die na hun bvarwinf ®m& het Kpi$beeld een touw -. om deri hals hadden gedaan, en zdp
fCItri^ttt^ tidor de straten sLeurdeh, strafte Hij dp schrikwekkende •«w^ze dbor hen W frsffen in hals en ktol; Watnu, ik ben zeker, dat \Hij deze godslasterlijke daden niet zal vergeten (20). Voordat nu het Leger des Meeren tegen hen optrok, « geiijk bpVen verhaald », viwgen lay de hulp vaji den Koning va*i Maroldca «Emir.
(W) «;Vassem» leest 6L33, maar 't zal wel Vau^m: moeten zijn »- Lavaur,
ook in t Z.. v, Fraakrijk. Larous^e XX. s. merkt hierfbij aan : << Ai^cien^e j>Jace torfe, «prise en 1211 par Simon de Momfort, qui en fit ^assa-crei* toute la oooulatfon/i
.-:..■
-
- :
(20) Met iou mij niet verwonderen, dat deze plaatsen .die *n? sterke actualifeit
verraden, door 6L33 zijn aamgebradit, juist om aan zijn verhaal, ^vaarin hi] straks tonoeentms IV zal- scfarappm om III in de iplaats te stellen, alien &M}w van groote oudfeeid te geven. Ik bedoel dus, dat het (Duitsche) werk waarait Mj putte/zifcb
niet zoo a
'
\
'
(21) De ihier volgende Lalijasdie tekst laat zich bezwaarlijk vertaien. Zie (22) Eigenaardig dat 't hier soldaten van Herodes heeteii, niet van Pflatus.
tt£
(23) *t Hs, iheeft : « Domitkaiips» of «I3amu.,» De geschiedenis is Mi] niet G^beurde ihet te Damiatte (Lat. Dainyata) I ih. Z. v. Frankrijk? (Zie
W*-& I BLAEU : « Toneel des Aerdryckx», II). Of nu>schien te Damiette» in
Algiers?
^
99
al-Moemenin» (24). Hij stak uit AJrika naar Spanje over met zoo'n ongelooflijk-groot expeditiscorps, dat hij wel mosst meenen heel Europa te
gaan inpalmen. Aan Pans Innocentius richtte hij zelis een boodschap, dat hij an «het portaal van » de SinHPieter « zijn paarden wilde stallen en op,4e Sint-Pieter a zijn vaandel hijschen. j En dit is Voor 'n gfedfcelte
« bewaairheid geworden, hpewej op fn andere manier dan hij had geda^M
«.Want de. Heer breekt alien hoogmced, en zoo zijn te diet, tijd dL L-ife
«het J-aar, des Heerert 1212, op 16 Jtili 60.000 man van zdjn lege* gesneu«veld)) (25). Zelf « stak hij over d naar Airika (26), waar hij van verdriet
is gestorven (27). «;55ijn. eerste legerstandaard nu werd bjxitgemaatt in .«.dezen strijd en naar Innocentius ^ezonden en dan tot gloiie yan Chri^-
^ijus.in de Sint-Pieter geplaatsi Dit rnoge volstaari omtxent de AJbigen;.
Na dezen
werd
de
oorlog
eerbiedw.
door den Rams
en
na, de
Hugo,
a door
overwinnig
op
Kardinaal-Bisschop
goddelijke
de
van
besdhikking»
ketters
behaald,
Ostia als
uitgezonden
Legaat pm in
de puitsche Landen mannen te vinden, die door het uitzaaien vain
bet Woord des; Levens in de harteru van hen, Wier gceesteEfk leveri wm ; tiitgedropgd,, de g©nad« moesten uitstprten/ pm aldus mt de christen landen alle weerbarstigheid den kdp in te drukken en de raenschen der goddelijke
goedertierenhaid
waardig
te
makenr
sen ook £>m
te
«verjklaren de- wijsheid van het ;geheim des Kriiisss». Zoo igebeur.de het, dat vijf kanunniken, kotnende uit die streken, roet opgewekt ge-
laatr fe^iieid met kennis en deugden, schoon van aanzieny die ge&jk
,
Joannes de Dooper zich teiuggetrokken hielden pm hun leven zelfs niet door 'n kleine fout te besmetten, mannen dus van groote • verdiensten en mmnaars der eenzaamheidr zich naar genoemdeji Katddnaai begavex\, ora. zich met hem te. beraden oVer iunne ieeiwijze ; ;hpB. zij samen een stranger leven zouden beginnen; ze hoopien daarop zijit
hekrachtiging te verkrijgen. Maar de Kardinaai, die^ hun opzet nog wilde beproeven, zeide : Mij-ne kirvdere^n, het is het laatste Uur^, en gij w^ert niet wat gij vraagt Kunt gij denkelk -drinien (28), dien voor-
heen Uwe broeders en vriend&n hebben gredronfeeni Mj die met die taaie volharding en
den godgewijden wil den schponen schijn der wereld diep verachtten en met voieten traden ? Maar ook als gij u% eigeh wil begeert af te leggen en standvastig dit ^odgewijde leven wilt volgen, zooals uwe voorgangers dat hebben opgezet, moet gij
tpch tiwen bpzet geheel.aan ons overlaten, tot zpolang als wrj samen naa^jf Rome gaan en wij den H. Vader omtrent uwe plannen v©rmogen te spreken. Waarop deze eenvoudige mannen hun algteheele instem-
(24) « Miralmio-Mellinum » geUjk ons Ms. lee&t, zal wel den voa^telfjkea titef
Eanir-al^Miimenin (door de Fransdhfen koi?t : MlraBaoliii) ibeduidem dien
o. a. Larv XX. 5. m R. F, ROHRBACHES^IIILLAUME, l$& de 1'Eglise CatihoHque, 18894903, «t VII, p. 238 ss. „ (25) ROHRBACHER, I c. zegt zelfe 20O« Zk ook ( (26) Zoo vertaal ik.: «Cyb'ilia» dat ilc niet ttader weet. aa*n te ; (27) Vergirtigd in 1213.
(28) 1 K U
100
W «n Matth., 20, 22,
'
(2>ie
WM
ming belbolderi aatozijn voofstel .-, en zoo aaitvaardden ^aij met hem da reis naar Rome.
.
,
;
Ondfmreg Meld dp Kardinaal heji in 't oog en spsak hen dagelij&s eeipgi^ stic&telijke: wdprden toe, maar ook zelf hadden zij (29) onder eikaar zeer fijne gespreldcen en haakfca hun hart evenzeer naar de hoogere wateren van de -firon des Sevens; : en orider cfeze |yesprekken zonk yoor hen de wereld met- ai haar gerteTugten in 't niet (??), vooral al$ ze spraken over den Staridaard van het ICruis en het Lijde^i van den Gekruisjba^ dat iri$ als een anker in hun hart hadden gevestigdy Q^fc *e Rome bleven ze na aankomst gedurqnde t^wee maanden vy-olStatdBia in vrome overp©inzingen. Maaf dan hebbeii Jae in de Sini-fen van Lateranen op-den Jeestdag van Kruisvindiiiig^ op 't oogenblik dat in de Kymne gezongen werd :
'■
'H Sjn geen nieuwe sakratnenten ^
1 ^
ook niet iets, pas liitgevonden
;
^
:
L'.-•.-.
: /
deze Orde van .het Kruis!
,';
huri veirzoefc x>mtrent ten n:ieuwen leeiregel nederig ^ gelijk gezegd is - aatV Zv HL ¥mis Ipnooentius «III a J3Q) - en de Kardmai@n aangebodmx, Om hun gevoelien gev^aagd, hebfean dezen de zaak :gson£lrg on* ^e^b©ht erv ^an *n Ktanijk gevondeiv die veriiaalde> hoe bif d4 ver^^oesting van dta stad Jerusalem veleri, die den gekrtiiisten Ghristus
beiedenf yermoprd werden t In (31) die daigfn -warden aanzienlijke mannenr ganoemd en bakend naar het Kruishout, waafvan zij. d& be^akem vmren> tevens Broeders van het H; Krusis/ oi^derspeciaal^w^eede folttlfegen pm het lev-en gebrachti En wai^'n T/tonderbare standvastig-
h©ld iri-Iiet Ge|oof I Sommigeii htel<Jen niet op met spekeny hpewel
hurt de iong ms uitgerukt. Anderen, zelf giekruisigd^ bleyen prediken eft: wijzen o$> Christus-gekruisigdr den Joderi een ergernis en den heid?nen een dwaasheid (31).
.
.
.
.
<
gn zoo, gelet op den heiligen levenswai\del van de gep-oeiBide Kanunnifeen en Jvun heilig Kruisgeheim of Krms-professie, verh^gden ze ztcfe giQoteliifcs over hunnen vromen 0pzet, an erkennendeii|i#it goed iiecht en d^ heilzaamheid Van de hernieuwing of hervorming van 4^^
H. Kruis-Religie^ -willigden zij met Gods gratia het biilijk verzpek der
Kanu^nikem in, samen met Z. H. Paus fonbcentius «den Derda» (30)/
ert beslpten, dat genoemde Drde van het heilige en «Ievenwekken4e»
Ktufs door meergenoemde Kanutiniken over geheel de wereld moest kerbloeien, en bevalen, dat zij pnder den Regel van dan H. Augusti-
nus moesten leven naar den trant van de |teguliere Kanunniken en tjsn eeuwige^t dage den Heer dienen, het teeken dtagend van het. H. Kruis, rood en wit, gelijk het voorheen was & i, op hun zwarten mantil : en dit alles geschiedde terwille van 'n giroot geheim, te weten :
onder cjen zwarten mantel verstaan wij de duisternissen der wereld,
om dewelke te verdrijven en alia menschen te verlicKten de Verlosser (29) EDeze iheele passage is genomen uit Augus$inus' gesprek met zijn moeder te Ostia» vei^haald in Confess., 9.
(30) Hier is ?de eerste maal, waar 6L33 van Irmooentius IV zooals 6L21 had,
IaniCK. Ill maakt; en zoo nog 3 x.
(31) EHt is blijkbaar beHoeld ak 'n aanhaling uit bedoelde Kronijk De aanhaling eindigt met 'n zinspeling op 1 Q>r., 1, 23. ' 1
101
rM Ktuis feefeit befcloinmeii! en
paarse stof
&fr lijii;
lijnwafd
was^; jsop w feet
opstaainde ^e<|ae}t;e van dit krulsfce faats^rood ter gelifhteni® £ari
de yeigietiitf va^ C&risius' Bloe
^or die vetjpssing van de we*eld : de Pfcus wilde dai zlj
2cm dren^en met den kelfc vaft het Lifden des Heeten. En de kalk vfin hm kxniske was wit, tear gedadatenis aan de Viplntiafcl© feaidt zufeeiheid, feinteid en onsclitild van lichaam en .Jiart. dierf beschi&te Z. M. Pans innocentins «III» (3)0)/ dat ze in de
dvtt kuisciiEdven^ Huizen
dei ®rde en daa#uiten in evahgeliische vrijheid zcmden le^eii; eh eteii en drinken gelijk '% bij dm i^nsohen is. Ook.nog ; bmdat kij niet twij-
*slde dat in lateire tijden - (het leek wel alsoi dat «toen» ^l aan deii
fang - was !J de liefde verflamwin - en de ongere^htigheid ove^vicie-
dig zijti zd% ^rilde (r dezellde» (S2J Oj^erpipasiej, dat zij volgfens; den
Eegel, v^s%jesteld onder de A^osfeilert, in ge;^ensch$p ?puden leven
eh uft wgmx feezittingeii - ^s dh® hiilt ^©Ufdep; wooden ^schqj^ie^ .-" hm ieveh!50iy[eife2md trekkili, en msM Men vo^r teeii; eil v>or lafei
ohdejr ?i^ne^ iria#itigie bes^feermilig ^qoi de xaltgifte ^ener Hmh In daar zijr gWifkl Jc3rarth^s de D0op6f en da ¥aders in de w^e?ti|n yerkozexi had<£en && idnifcteyah de ^si^istfie |>ers0xteh! te onivli^^n en ii gaan w^heji oj> |)laatsen, van 4e s&i a%elegejni orct «st%jer zici a fe Mschpuwing over te" geirain eit zidi op gefeed en sitidier t©e , dairotti Jiadden m him keiis Men VfUeW bf 'n plek Miteh van Bon, in toat Bisdom Ltiik^ #e GIiAiI-|y®^ i ^ ^ Eti ^liiat ten onrechte r watii; de liefde van dejtv pMlte
^tle dtsze piaats en maakte ze^ Nerlijk door £& Ve|e woiideV^i, die daar plaat^ ii^dden op de voiaffeede Van de iMl|g[0ici!f ytim Reli-
fcwieeh aldaar werden gepla^tst,,
2oo heelt dm o^a mee^genqeirtd^ Fbms Jnnocentkis «de: Bejrde a (3Q) : -dSt Cto-lieti;iri cje eerste plaats als d9 bak^rttiati van deze Qrde - ^bor
alle i^deh va.fi overzee - willen fettitelfipti. Eiy gelijk Utiistus zell
• het Kruis droeg en zoo naar 4©n "Tteeg van de zbogenaa#de felopte--
sc^edel-^I^ats (S3) ^ing, 200 wilde Wj ©ok, dat dj 2ich van de over-
tollige "dingen der wereH zomdeh lontblooteh en zidh intboiifden vari haar ijdelheden, en het Kruis vatn Ivun f©beds- en boete%«^i iri neder%^td;%dobr Christus » met Simon vto Gyrdhe drigen V^rt als die-
ntr#rt ih&L' Met Kruis loveit, erpd^t ze zouderi ondlrvitiden 4o@¥ Itet
Kruis hi#r in dit lever* vele geh^den - en in het tpekqiltefrid^ M. eiu^rige belopfd# >eldaden \e Verkfijgeiv va© Mmi, Die de ^ Ser is van al Het goede. Dit gewa^digde Zifi ^, te Verleen
Die in de Volmaakte Drieeenheid leelt en 'hi^p|ploot"aHe' a
der eeuwen. Amea
;V^#
-■
•
Dr. A. VAN ASSELDONK, o. &.
(32) «Dezelfde» : voegt 6L35 erbij : men moest eens denken^ dat 't
n toch B<sg Inmoc IV wasJ . (33> Vgl. Jo. 19, 17.
^
•
.
K
R
ON
I
E
K
-■ legfen van den Geschiedk. Kring GLAIR-LIEU : C. van Mechelen, vbbrzitter (Hannutj, E. Fontaine (Hannut) , Dr. A. van Asseldonk (Hannut) , M. Yinken (Diest), T. Paumen (Achel), A. Lantin (Maaseik), Dr. A. Ramaekers (Diest)/ M. Colson, secretarls (Diest) , A. Wieers (Maaseik)",. WiSangers (Diest). .
_- Doqr de zorgen van den Geschiedk. Kring weid begonnen met de
samensteitingT van e'en-Bibliographic der Kruisheeren. Deze Boekenlijst omv'at drie ajfdeelingen : I. Boelcen gfeschreyeiv door Kruisheeren.
,
.. / '
II. Boirken geschreven over "'die Geschiedenis der Kruisheeren door
riiet-KruisJi^eren.
III. Bqe^n afkomstig uit vroegere Kruisheerenbibliotheken.
•
Y?^',l®^ bpefe "vyrprdt aangegeven : schrijver (naam en voomaara),
titel, ;plaats van iiitgave en uitgeverf jaartal^ bibliotheek (of ©igenaar) ^aar bet Boek te vinden is.
Alle aanyuHehde gegevens orn deze lijst te vervblledigen zijn zeer
wel^om pja de redadtie van Clair-Lieu.
'
- Ter gelpgertheid van de toewijding van het tnenschdom aan het
Onfcevlekt Hart Van Maria werd het. verlangen uijtgedrukt om in onze B%ische kloosters Jvet feest te riiogen vieren van Maria's Middelaarschap. O|> (fe aahvraag van den Hoogeerw. Heer Vicarius A. Huvenaars werd dezeTgurist^ toegestaan door het volgende rescript : Sacra CferiSregatio Rituum,
.;
.
,
Ordinis Sanctae Crucis,
No 2889/943
.
.
Instante R@y. mo P. Andrea Huvenaars, Vicario Generali Ordinis Sanity Crucis, iSacra Rituum Gongregatio, vigor© facultatum sibr spe-
ciiiJiftBr. ?t Sanctissimo Domino nostro Pio Papa XII tributarum, benigre indulsit ut in dQnailaus religfiosis eiusdem Ordinis Belgicae Ditionis ^ptannis die 31 10i celebrari valeat festum Beatae Mariae Virgihis ^ M
Gratiarur© Kfediatricis, sub ritu duplici ma}ori/ cum officio
propriis el approbatis, Jervatis de cetero Rubricis. Contrariis
item pbstarilibus quibuseumque. Die 7 Maii 1943.
(Sigillum)
;■' _. ^ Carolus Card. Salotti, : ;. " S. R. C. Praef. : Hi.Qrmee in verband kunnen we nog vermelden dat ons klooster in Uden op 23 October 1940 een eigen officie ontving van O. L. Vrouw tej Liride, benaming waaronder O. L. Vrouw reeds eeuwen lang bij
di Kmfsh.eei!en te Uden vereerd wordt. In de 2e nojeturne wordt de geschiedenis van het wonderbeeld verhaald.
103
- In het Festschrift Ulrich Stttfa, (Kirchenrechtliche Abhandhmgeit,
i|M18, Stuttgart, 1938} p. 189-22? Verscheen een artikel van de haW
van Philipp Hofmeister, over de inrichting van onze Orde, gatiteld ': Die Verfassung des hollandischen Krsuzherrenordens. Na een korte sachets van de geschiqdenis der Orde, handelt schrijver achteneenvolgens ovejr de exemptie, het Generaal Kapittel# den Generaal, de Gpaeraalskeuze, de Provincies en de Prioraten. Niettegenstaandke enkele on-
jufstheden mogen we Hofmeister dankbaar zijn voor deze bijdrage,
temeer daar het de eerste studie is die de kerkrechtelijke kant (<&er ordegeschiedenis tot voorwerp heeft. j
-In de Publicaiions de la Societe historique et archeologiqiie dans
le Limbourg a Maestricht, t. LXXVlfc 194*, publiceerde del, K L Heeref p. s. c. een rijk gedocumenteerde geschiedenrs van liet Kruisiieeren-
klooster te Roermond, getiteld : Het Roermosidse Kruisherenklooster of Claoster van S. Contielis binnen Rua^emonde van de Canoniker Order des H. Cruys. ' ;
- In de Analecta Praemonstratensia, t. XVIII, 1942# p. 160 lazen vte den korten inhoud van ean artikel over de benaming «Hoogwaardigst
Heer». Daar we het interessant aqhtten vodr prize lezers, "nemeit ipe het hier over.
«6nze Taal, tnaancjblad van feet Genoptscliap a Onzei
asterdam, XI, 1942, p. 49-51, wijdt .een bijdrage aan deti vpfitf aHoogcwaardigst Heeri), bij de Nederlandsche Kruisheerjori en RedemptO"
« risten in gebruik, en die ook voprkomt in de abdij Serrte te Heeswijk. fBeweerd werd dat de uitdrukkirtg afkomstig was als een yerkorting '-.
«van het
pud-Nederlandsch
% HdoSwaardigst Heeisscih^l?».
Daar dit
«echter niet gestaafd, werd is oxti toelichtmg gevraagd. J, de Salejv
«o. s. cr. beweqrt dat sinds den tijdf wjaarop de Ma^tex (Senef^al der' rKnilsheeren in NoordrBrabant/esMeert (1853), c^e voornoemde tite.1
«gevorntd werd door naief met de ttal omspringende lui. Vopr verklak ring.wordt door hem gewezen op Duitschan invloqd, naar wat bij de «Oostenrijksche Kruisheeren in gebruik w^s. v " * jtjEen andere uitleg wordt vootgpdtagen door Dr. H, Th. Hei|frta^/ «Q,/p^aein, Vblgens hem is het gebfuik van $eii titel «Hopgwaardig
rHeerj^een weertlank yaiiL de tituieering van den ApostoHscheit Yi~
a caris in 's Hertogenbosch. Na da invoering van de hfearohie |M55^#
f wexd de bisschpp met, Monseigiveui aangesprokeri, en vpor 4en abt a van Berne bleef de titel « Hoogwaardig He^r» be^aarti, a|sf constante f V6rmf'xzprvdar wijziging of yerbuifing gebezigd^ a Hop^ftraa^dig Hears flis dus de stellende trap en dateert iBeker uit de 17e eeuw,. PhflolPgisch abehelst de 4itel den stedcem verbiaigirigsyorm van het, a<^«ctiei s « Hopgwaardigsi Meer» is uit de eerste benaming gegroeid en is de
trap. D© weglating van dm *& m « Koogwaardigst Jie^r m ■.■ dp een l?de eeuwsehe nayojigtn(|■■■$%& to vpor^ga^n^a 17de
a eeuwsche « Hoogwaardig M&bt ».. Deze vo*m wordt yooi?a|ge^amiii^ a
«al wordt die yorm gaahdeweg minded gejbezigii.
104
■ ' ■ "
'
.
- In ons klooster te Zoeterwoude (Ned.) ward onder leiding Van Dr?
H. van Rdoyen, 6, s. c. een fotoarchief ingericht (Aphosc. = archiyum photographicum Ordinis S. Crucis) met 't doe! om de oude onuitgegewen handschrifiien,. vooral uit buitenlandsche ardhieven, te fotogra-
feeren eh ze aldus in het bereik te brengen der historici. Tot nu toe
werden ongeveer 1500 foto's genomen.
IMPRIMI POTEST : A. HW/ENAAIiS, O. 5. a Vic. Ord. pro Belgio. Mosaci, 27 Juiii 1943. IMPRIMATUR : t Et. Jos. CARTON DEW1ART, Vic, oen. ^ 23 Julii 19^3.
105
In
de
rubriek
«Teksten» moeten de volgende drukfouten verbeterd worden.
Op bl. 85 86 »
r. 42 r.
2
l»
tf
i. p. v.
U
n 10
en [imis] :
lees
an- [imis]
pote [rat] :
pote- [rat]
sep]
:
sep-]
Pertem
:
„
Partem
:
„
exexcitu8,
virtu/tibus :
„
virtu-/tibus
92 r. 30 (links) ,,
pontifice et:
„
pontifice
93 r. 4 (links' „
con
„
90 t. 19 (links),,
exercitus
91 r. 33
94 r. 14/15
con-
moet vanitatibus decalvari et (6 L 33 : -f- a) geschrapt word"en.
100 r, 4 ..
1.6
102 r. 38
moet : de Sint Pieter : in dikke letter moet : uitgezonden
: „
„
„
i. p. v. : van het kruis loven : lets : van het Kruis het Kruis loven.
t». ' r. 41
„
: gewaardigde
: lees:
gewaardige
• t, &