Bestuursrapportage 2011
Inhoudsopgave 1
Inleiding en leeswijzer 1.1 Samenvatting
3 4
2
Beleidsrealisatie en financiële afwijkingen begroting 2011 2.1 Bestuur en dienstverlening 2.2 Veiligheid 2.3 Economie en toerisme 2.4 Bereikbaarheid 2.5 Omgevingskwaliteit 2.6 Stedelijke ontwikkeling 2.7 Jeugd en onderwijs 2.8 Cultuur, sport en recreatie 2.9 Welzijn en zorg 2.10 Werk en inkomen 2.11 Algemene dekkingsmiddelen I 2.12 Algemene dekkingsmiddelen II 2.13 Samenvatting financiële afwijkingen
7 8 14 18 22 28 36 42 48 52 56 62 66 72
3
Bedrijfsvoering 3.1 Organisatieontwikkelingsplan “Naar een toonaangevende organisatie” 3.2 Informatiebeveiliging 3.3 Inkoop en aanbesteding 3.4 Interne controle en rechtmatigheid 3.5 Doorlichtingsonderzoeken 3.6 Servicepunt71
73 73 73 73 74 75 75
4
Meerjaren onderhoudsplannen
76
5
Top 20 risicovolle projecten 5.1 Projecten
78 78
| 1
2 |
Hoofdstuk 1
Inleiding en leeswijzer In de Bestuursrapportage 2011 legt het college verantwoording af over het lopende begrotingsjaar op grond van de gerealiseerde cijfers tot 1 juli. In 2011 gebeurt dat voor het laatst eenmalig gedurende het jaar; vanaf 2012 ontvangt u twee tussentijdse bestuursrapportages per jaar. Op basis van uw positieve reactie volgen we voor deze rapportage de opzet van die van 2010. Wel besteden we in de nieuwe rapportage voor het eerst ook aandacht aan diverse aspecten van de gemeentelijke bedrijfsvoering, waar u tijdens de behandeling van de Jaarstukken 2010 om vroeg, zoals informatiebeveiliging en inkoop en aanbesteding. De rapportage is een rapportage op afwijkingen. We nemen alleen een toelichting op, wanneer we zijn afgeweken van het voorgenomen beleid of wanneer een financiële afwijking van meer dan € 100.000,- is ontstaan. Als gevolg daarvan kan een enigszins vertekend beeld ontstaan. Aan voorgenomen beleid, dat in uitvoering is of zelfs al afgerond, besteden we geen extra aandacht. In de Jaarstukken 2011 treft u de volledige verantwoording aan over het totale beleid. Met de bestuursrapportage informeren we u tijdig over belangrijke aanpassingen in de begroting gedurende het lopende begrotingsjaar. Leeswijzer Voor de herkenbaarheid van de informatie is de indeling van de bestuursrapportage gelijk aan de begroting. In dit eerste hoofdstuk vindt u een samenvatting over de afwijkingen op het gebied van de doelen en financiën. In hoofdstuk 2 wordt gerapporteerd over de beleidsrealisatie en de financiële afwijkingen groter dan € 100.000. Hoofdtuk 3 informeert over een aantal bedrijfsvoeringsaspecten. Hoofdstuk 4 geeft een stand van zaken over de meerjaren onderhoudsplannen openbare ruimte en vastgoed. En afgesloten wordt met hoofdstuk 5 over de Top 20 risicovolle projecten.
Bestuursrapportage 2011 | 3
1.1 Samenvatting Programmaplan 2011 Het programmaplan van de Programmabegroting 2011 bestaat uit de tien begrotingsprogramma’s met een onderverdeling naar beleidsterreinen. Alle beleidsterreinen samen dekken de gehele gemeentelijke begroting. Binnen de beleidsterreinen heeft u politieke doelen gekozen als speerpunt. Een begrotingsprogramma bestaat uit een aantal onderdelen, waaronder de missie, de doelenboom, een beschrijving van de prestaties, etc. In de bestuursrapportage beperken we de informatie tot de weergave van de doelenboom met prestaties. Met ‘stoplichten’ (rood/oranje/groen) geven we de stand in de realisatie per prestatie in 2011 tot dusver weer. In het geval van een ‘rood’ stoplicht, indien nodig ook bij een oranje, geven we de volgende informatie per prestatie: 1. Waardoor is de afwijking ontstaan? 2. Wat betekent dat voor het behalen van de doelstelling? 3. Wat wordt er gedaan/kan er gedaan worden om bij te sturen? Bij ‘groen’ gemarkeerde prestaties staat zoals gezegd geen toelichting. Realisatie prestaties 2011 Hieronder vindt u alle prestaties per begrotingsprogramma samengevat in een overzichtelijke grafiek, zodat u in een oogopslag de resultaten per programma terugziet.
Samenvattend zijn in programma 2, Veiligheid alle prestaties op schema. In programma 1, Bestuur en dienstverlening is dat nagenoeg het geval; alleen de planning voor de invoering van de geo-viewer is aangepast. In programma 5, Omgevingskwaliteit liggen de meeste prestaties op schema, maar moeten wij ook de nodige vertragingen melden. In programma 10, Werk en inkomen is op het eerste gezicht een relatief laag percentage prestaties op schema ten opzichte van de afspraken in de programmabegroting 2011. Hier doen zich de gevolgen van rijksbezuinigingen voelen, waardoor de verwachting voor de totaalrealisatie van verschillende prestaties voor 2011 bijgesteld moet worden. Een voorbeeld daarvan is de grote groei van het aantal bijstandsgerechtigden in Leiden. Concluderend stellen wij vast, dat het overgrote deel van de afgesproken prestaties uit de programmabegroting 2011 reeds is gerealiseerd of goed op koers ligt om eind dit jaar afgerond te zijn. Financiën 2011 Per programma melden wij de financiële afwijkingen groter dan € 100.000 ten opzichte van de begroting per beleidsproduct. In het geval de afwijkingen structureel van aard zijn, is dit in de rapportage ook meerjarig weergegeven. Indien echter de structurele afwijking reeds in het meerjarenbeeld bij de Perspectiefnota 2012-2015 is meegenomen dan wordt de melding voor de jaren 2012 en verder in deze rapportage achterwege gelaten om dubbeltellingen te voorkomen.
4 | Bestuursrapportage 2011
De opdracht bij deze rapportage was nadrukkelijk om binnen de programma's bij te sturen op voorkomende nadelen. Daarin zijn wij redelijk geslaagd. De bijsturingsvoorstellen zijn steeds in een aparte regel toegevoegd aan de nadelige afwijking die is aangemeld en welke met de vaststelling van de rapportage 2011 de instemming van uw raad krijgen. De structurele effecten met structurele bijsturing worden daarmee ook door uw raad vastgesteld. In voorbereiding van de begroting 2012 worden deze ontwikkelingen, vooruitlopend op de vaststelling van deze rapportage door uw raad, als mutaties die voortvloeien uit de rapportage 2011 verwerkt in het meerjarenbeeld. Hieronder zijn de materiële afwijkingen en afwijkingen zonder bijsturing weergegeven. Voor een toelichting op deze posten verwijzen wij naar de genoemde programma's in deze rapportage. Meevallers 2011 Prg. 4 Parkeren (4.1 en 4.2) Prg. 10 Bijsturing op verstrekkingen Wet Werk en Bijstand (10.1) ADM I Geldleningen, belegingen en deelnemingen (11.1, 11.2, 11.5 en 11.9) ADM II Onderuitputting kapitaallasten (12.1) sub-totaal Tegenvallers 2011 Prg. 1 Raadsvergoedingen (1.1) Prg. 1 Bijdrage GeVuLei (1.5) Prg. 1 Bijdrage Holland Rijnland (1.6) Prg. 4 Parkeren (4.1 t/m 4.5) Prg. 5 Liggelden (5.1) Prg. 5 Bomenfonds (5.3) Prg. 10 Verlaging rijksbijdrage voor Wet Werk en Bijstand (10.1) Prg. 10 SMI kinderopvang (10.3) Prg. 10 Wet Sociale Werkvoorziening (10.4) ADM I Algemene uitkering (11.3) ADM II Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering (12.2 t/m 12.8 en 12.10 t/ m 12.13) sub-totaal Overige mee- en tegenvallers Verrekeningen met reserves Resultaat bestuursrapportage 2011
1.418 V 1.700 V 1.227 V 3.152 V 7.497 V 125 N 125 N 241 N 2.572 N 150 N 500 N 2.262 N 180 N 1.250 N 1.109 N 1.430 N 9.944 N 36 V 3.418 V 1.007 V
Aandachtspunten voor de toekomst zijn in elk geval de Wet Werk en Bijstand, de Wet Sociale Werkvoorziening en parkeren. Nu worden deze nadelen nog bijgestuurd door maatregelen te treffen waar mogelijk of onttrekkingen uit reserves. In hoeverre dat mogelijk blijft in de toekomst wordt toegelicht in de programma's. Waar nodig wordt nu al verwezen naar een verdere behandeling van het onderwerp in de Perspectiefnota 2013-2016.
Bestuursrapportage 2011 | 5
6 | Bestuursrapportage 2011
Hoofdstuk 2 Beleidsrealisatie en financiële afwijkingen begroting 2011
Bestuursrapportage 2011 | 7
1
Bestuur en dienstverlening
8 | Bestuursrapportage 2011
Bestuur en dienstverlening Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
1 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid & Handhaving Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken Bereikbaarheid, Financiën & Economie Jeugd, Welzijn & Zorg Cultuur, Werk & Inkomen
De missie van het programma Bestuur en dienstverlening luidt: "De gemeente Leiden staat voor een betrouwbaar bestuur: open en transparant en in samenwerking met en voor partners en burgers in de stad en regio. De gemeente Leiden staat voor een klantgerichte dienstverlening, waarbij de klanten betrouwbaar, duidelijk, snel en op maat worden bediend."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Gemeenteraad Raadscommissie vergadert minimaal één maal op locatie De gemeenteraad houdt ten minste vier hoorzittingen in de wijk over belangrijke thema's Burgers actief via de gemeentelijke website en de Stadskrant informeren over de mogelijkheid een burgerinitiatief in te dienen Versterking burgerparticipatie College Burgers raadplegen via digitaal burgerpanel Promotie van stad met stadspartners Accepteren 80% uitnodigingenInformeren inwoners over besluiten Burgers betrekken bij planvorming gemeente
1.1 Voor burgers, bedrijven en instellingen een betrouwbaar bestuur zijn
Bestuur
Regionale vraagstukken regionaal aanpakken
1.2 Regionale vraagstukken regionaal opppakken
Uitwerking actieplan betrokkenheid van de stad Realisatie projecten burgerinitiatieven
1.3 Lokale vraagstukken oppakken in samenwerking met inwoners en lokale partners
Doorontwikkeling kwaliteitshandvest inclusief servicenormen en normenkader bedrijven Verbetering dienstverlening door zaakgewijs werken Toewerken naar een KlantContactCentrum Verbeteren telefoonbeantwoording Verruiming en harmonisatie openingstijden Inrichten beheersysteem basisregistraties Invoering basisregistratie grootschalige topografie Invoering nieuwe geo-viewer
1.4 Verbeteren van de algemene dienstverlening
Uitbreiding van het aantal vergunningen Doorontwikkelen van de website Bekendmaken van digitale dienstverlening Vervanging zakelijke e-mail adressen door webformulieren Invoering elektronische bekendmakingen
1.5 Betere elektronische dienstverlening
Lokale en regionale samenwerking
Dienstverlening
Bestuursrapportage 2011 | 9
Prestaties Automatische vergunningverlening Nieuwe best practices Evaluatie toets administratieve lasten
Doel
Beleidsterrein
1.6 Minder administratieve lasten
Dienstverlening
Toelichting doelenboom 1.1 De gemeenteraad houdt ten minste vier hoorzittingen in de wijk over belangrijke thema’s De gemeenteraad houdt wel vier hoorzittingen, met als locatie de raadszaal en niet in de wijken. 1.4 Invoering nieuwe geo-viewer De invoering van de nieuwe geo-viewer volgt na de invoering van het beheersysteem voor basisregistraties. De verwachting is dat dit eind 2011/begin 2012 zal plaats vinden. Omdat het huidige systeem (dat wordt vervangen door de geo-viewer) in de lucht blijft, zijn er geen nadelige operationele consequenties.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 1 Bestuur en Dienstverlening (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
1.1
001.03
raad en commissies
Hr. P.T. van Woensel
griffie
1.3
002.10
concernbeleid communicatie
Mw. R.A. van Gelderen
hrc
125
125
125
44
125
L
raadsvergoedingen
L
Vrijheidslezing
1.3
140.01
integraal veiligheidsbeleid
drs H.J.J. Lenferink
oov
-44
L
Vrijheidslezing
1.4
004.01
leges
Hr. R.C.L. Strijk
sei
280
280
280
280
L
lasten en baten secr.leges burgerzaken
1.4
004.01
leges
Hr. R.C.L. Strijk
sei
-350
-350
-350
-350
B
lasten en baten secr.leges burgerzaken
1.4
003.03
afgifte reisdocumenten en rijbewijzen
Hr. P.T. van Woensel
sei
70
70
70
70
L
lasten en baten secr.leges burgerzaken
1.5
005.01
intergemeentelijke samenwerking
Hr. J.J. de Haan
sto
-175
L
amendementen ppn 2012
1.5
721.02
huishoudelijk afval
Hr. F.J. de Wit
sb
-125
B
amendementen ppn 2012
1.5
721.02
huishoudelijk afval
Hr. F.J. de Wit
sb
125
L
amendementen ppn 2012
1.6
005.01
intergemeentelijke samenwerking
Hr. J.J. de Haan
sto
394
153
153
153
L
deelnemersbijdrage holland rijnland
1.6
622.01
wmo; huishoudelijke verzorging
Mw. R.A. van Gelderen
bod
-153
-153
-153
-153
L
deelnemersbijdrage holland rijnland
Resultaat voor bestemming programma 1
191
125
125
125
1.2
980.01
verrekening reserves programma 1
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
19
B
reserve onderzoekkosten
1.5
980.11
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
100
0
L
amendementen ppn 2012
1.5
980.11
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
con
200
L
amendementen ppn 2012
Verrekening met Reserves
319
0
0
0
10 | Bestuursrapportage 2011
Toelichting afwijkingen begroting 2011 1.1 Raadsvergoedingen Het nadeel van € 125.000 is ontstaan naar aanleiding van een wijziging in 2009 van het gemeentelijk rechtspositiebesluit raads- en commissieleden op basis van het ‘Besluit houdende wijziging van enkele rechtspositiebesluiten politieke ambtsdragers’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het betreft een verhoging van de vaste vergoeding voor raads- en commissieleden. Via de Septembercirculaire 2009 is landelijk structureel € 9,6 miljoen toegevoegd aan het gemeentefonds. Deze taakmutatie is destijds abusievelijk niet juist verwerkt binnen het beleidsterrein Bestuur van de Programmabegroting. In de rekening 2010 heeft zich een vergelijkbaar tekort voorgedaan. 1.2 Onderzoekskosten De reserve Onderzoekskosten rekenkamercommissie bevat per 1-1-2011 een bedrag van € 77.160. Bij de vaststelling van de begroting 2011 is door de Raad besloten de reserve op te heffen. In de begroting 2011 en 2012 is daarna een onttrekking geraamd van € 19.290. Deze onttrekking kan in 2011 niet plaatsvinden en wordt als incidenteel nadeel aangemeld. Het effect voor 2012 wordt bij de 1e Bestuursrapportage 2012 meegenomen. 1.3 Vrijheidslezing In 2010 hebben de Universiteit Leiden, LUMC en de gemeente Leiden afspraken gemaakt jaarlijks een "Vrijheidslezing" te organiseren. Hiermee willen de drie partners benadrukken dat de universiteitsstad Leiden van oudsher een sterke verbondenheid heeft met het idee van vrijheid. De Leidse Vrijheidslezing is in het leven geroepen om het belang van vrijheid voor wetenschap en democratie te benadrukken en de discussie over vrijheid levend te houden. In 2010 organiseerde de universiteit de Vrijheidslezing. Gastspreker toen was Salman Rushdie. Dit jaar is de gemeente Leiden de organiserende partij. De kosten kunnen gedekt worden binnen het programma Veiligheid. 1.4 Leges Naar verwachting zullen er structureel meer inkomsten bij de afgifte van rijbewijzen en paspoorten worden gerealiseerd. De afdrachten aan het Rijk en de uitvoeringskosten zullen met een gelijk bedrag toenemen, waardoor er sprake is van een budgettair neutraal verloop. 1.5 Amendementen I. Resultaat 2010 Holland Rijnland Bij amendement A110047/5 (Perspectiefnota 2012 - 2015) is besloten van het overschot van Holland Rijnland over 2010 € 100.000 beschikbaar te stellen aan het Centrummanagement als investering voor de versterking van de economie in de binnenstad. Aangezien de baten reeds in 2011 ontvangen worden, zal het overschot eerst aan de Concernreserve worden toegevoegd om het in 2012 als budget te kunnen toekennen. Dit uitgavenbudget zal in de begroting 2012 in programma 3 Economie en Toerisme opgenomen worden. Zoals uit de hieronder gemelde nadelen blijkt is het niet raadzaam om winst voortijdig te bestemmen. II. Resultaat 2010 Gevulei Bij amendement A110047/13 (Perspectiefnota 2012 - 2015) is besloten om voor de begroting van 2012 een reserve ‘Sportinvesteringen’ in te stellen en deze in eerste instantie te voeden met € 75.000 uit de teruggave Holland Rijnland en € 125.000 uit de teruggave van de Gevulei. Aangezien de baten van deze gemeenschappelijke regelingen in 2011 ontvangen worden, wordt voorgesteld genoemde reservedotaties voor sportinvesteringen in 2011 in de Concernreserve te storten. Bij de Programmabegroting 2012 wordt overeenkomstig het amendement de reserve ‘Sportinvesteringen’ ingesteld en zullen genoemde gelden door een onttrekking aan de Concernreserve in deze nieuwe reserve worden gestort. Als gevolg van het amendement ontstaat er een tekort van € 125.000, omdat de werkelijke deelnemersbijdrage aan de Gevulei hoger is dan geraamd. Dit wordt nu niet meer gecompenseerd door de verwachte teruggave. Vanwege de samenhang is het nadeel gepresenteerd in programma Bestuur en Dienstverlening. Na besluitvorming zal het nadeel op Huishoudelijk afval wel in programma Omgevingskwaliteit verwerkt worden. 1.6 Holland Rijnland De overeengekomen deelnemersbijdrage aan HollandRijnland (HR) blijkt structureel hoger dan hetgeen is opgenomen in de Leidse begroting. In de Leidse begroting is scherp aan de wind gezeild door te anticiperen op een lagere deelnemersbijdrage aan HollandRijnland. Elk jaar bleek er weer een voordeel te zijn en kreeg Leiden na afrekening een deel van de deelnemersbijdrage terug. De voordelen bij HollandRijnland doen zich echter niet meer voor in 2011 en de verwachting is dat dit structureel is. Voordelen uit het verleden waren o.a.: een hogere compensabele btw dan verwacht, incidentele dekking uit Grotestedenbeleid en lagere vervoersbijdrage inzake collectief vraagafhankelijk vervoer. Per 2011 is de bijdrage voor het collectief vraagafhankelijk vervoer(CVV) overgeheveld naar de WMO. Naar nu blijkt is er € 153.000 teveel overgeheveld. Dat wordt nu
Bestuursrapportage 2011 | 11
gecorrigeerd. In de Perspectiefnota 2013-2016 wordt nader teruggekomen op eventuele structurele effecten uit het in te stellen onderzoek.
Investeringen Voor programma 1 Bestuur en dienstverlening is geen overschrijding op investeringen te melden.
12 | Bestuursrapportage 2011
Bestuursrapportage 2011 | 13
2
Veiligheid
14 | Bestuursrapportage 2011
Veiligheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
2 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bestuur, Veiligheid en Handhaving
De missie van het programma Veiligheid luidt: De gemeente Leiden staat voor een stad die veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven in samenwerking met bewoners en partners
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Gebruiksvergunningen verlenen Controle op verleende gebruiksvergunningen Bouwplantoetsingen Controles gebruiksvergunningen en evenementen Regionalisering lokale brandweerzorg Verbeteren kwaliteit hulpverlening Huisvesting kazerne Gooimeerlaan en kazerne Rooseveltstraat
2.1 Veiliger gebruik van gebouwen
Opzetten rampenorganisatie om adequaat op te treden bij rampen en calamiteiten Beschikbaarheid en bereikbaarheid van functionarissen verbeteren
2.2 Optimale rampenvoorbereiding
Woningen voorzien van het Keurmerk Veilig Wonen
2.3 Minder inbraken in woningen
Fysieke veiligheid
2.4 Verhogen van de objectieve en subjectieve veiligheid 2.5 Minder criminaliteit door veelplegers Aanpak hulpverleningstrajecten (verslaafde) daklozen Aanpak jeugdoverlast via Veilig Opgroeien, Jeugd Interventie Team en Jeugd Veiligheidsoverleg
2.6 Minder overlast door (verslaafde) dak- en thuislozen en jongeren
Gerichte inzet politie Bevorderen veiligheid bij ontwikkeling 'entree van de stad'
2.7 Groter gevoel van sociale veiligheid binnen risicogebieden
Samenwerking in kernwinkelgebied Samenwerking in winkelcentra Samenwerking op bedrijventerreinen
2.8 Minder criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers
Agressieprotocol geweld tegen publieke taak Actieve toeleiding naar zorg bij huiselijk geweld
2.9 Minder (huiselijk) geweld
Sociale veilighei
Toelichting doelenboom Niet van toepassing.
Bestuursrapportage 2011 | 15
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 2 Veiligheid (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
2.1
140.01
Integraal veiligheidsbeleid
drs H.J.J. Lenferink
oov
90
2.1
140.01
Integraal veiligheidsbeleid
drs H.J.J. Lenferink
oov
-90
2.2
120.01
gemeentelijke brandweer
drs H.J.J. Lenferink
brw
62
2.2
120.03
regionale brandweer
drs H.J.J. Lenferink
brw
Resultaat voor bestemming programma 2
verrekening reserves programma 2
Hr. R.C.L. Strijk
Verrekening met Reserves
2.2
980.02
L/B
Omschrijving
L
crowdmanagement
B
crowdmanagement
L
brandkranen
-25
B
brandkranen
37
0
0
0
jfd
-37
B
brandkranen
-37
0
0
0
Toelichting afwijkingen begroting 2011 2.1 Crowdmanagement Bij de Perspectiefnota 2012-2015 is het Crowdmanagement vanaf 2012 structureel financieel geregeld. De handhaving van de openbare orde en veiligheid rond grote publiekstrekkende evenementen zoals de 3 Oktoberviering kan, door middel van de inzet van middelen en procedures, de gevolgen bij een calamiteit verminderen. Voor het jaar 2011 dienen deze budgettaire middelen tot een bedrag van € 90.000 incidenteel nog beschikbaar te worden gesteld. Bijsturing voor dit incidentele budget kan ten laste van de Voorziening MO/OGGZ, waarin een bedrag van € 90.000 in 2011 niet wordt uitgegeven. 2.2 Brandkranen Bij de ontvlechting van de Brandweer naar de Veiligheidsregio zijn het onderhoud en de investeringen in brandkranen bij de gemeente Leiden achtergebleven als gemeentelijke taak. De controlewerkzaamheden zijn wel met het formatiebudget overgedragen aan de Veiligheidsregio. Aan budget is € 28.000 te besteden, terwijl aan uitgaven op basis van een offerte van het waterleidingbedrijf bijna € 90.000 budget noodzakelijk is voor 2011. Het saldotekort voor 2011 is geraamd op 62.000. Bij de ontvlechting is het budget Brandkranenonderhoud, dat bij de gemeente is achtergebleven, € 25.000 te laag geraamd. Dit aspect wordt meegenomen bij de afwikkeling van de ontvlechting voor het opstellen van de totale Dienstverleningsovereenkomst met de Veiligheidsregio. Bijsturing van de resterende incidentele kosten voor 2011 ad. € 37.000 wordt voorgesteld door een onttrekking van dit bedrag aan de dienstreserve Brandweer, die hiervoor als bestemming is aangehouden.
Investeringen Voor programma 2 Veiligheid is geen overschrijding op investeringen te melden.
16 | Bestuursrapportage 2011
Bestuursrapportage 2011 | 17
3
Economie en toerisme
18 | Bestuursrapportage 2011
Economie en toerisme Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
3 Werk en financiën Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Economie en toerisme luidt: "De gemeente Leiden staat voor een vitale en duurzame economische structuur in samenwerking met haar stadspartners en de regio."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Opstellen een à twee uitvoeringsprogramma's voor bedrijventerreinen Keurmerk Veilig Ondernemen voor bedrijventerreinen Participatie in samenwerkingsverband Oude Rijnzone Ontwikkeling en uitvoering regionale bedrijventerreinenstrategie
3.1 Betere afstemming ruimtelijk aanbod op vraag door bedrijven en instellingen
Ruimte voor bedrijvigheid
Life Sciences Actualisatie en intensivering Actieprogramma Leiden - Life meets science Voortgang ontwikkeling van Leiden Bio Science Park moniotoren en faciliteren Vergroten instroom life sciences richtingen Uitvoeren stimuleringsprogramma ondernemerschap in het beroepsonderwijs (door)StartersSteunen van (door)starters in de life sciences Convenant Kamer van Koophandel, Stichting Werk en Onderneming en gemeente Leiden Doorstart Stichting Nieuwe bedrijvigheid Haaglanden/Rijnland Onderwijs en arbeidsmarkt Voortzetting stimulering technisch onderwijs Creatieve economie Stimulering van werkgelegenheid in creatieve klasse Stimuleren en faciliteren vergroten aantal bedrijfsruimtes en werkplekken in creatieve economie Marketing Continueren samenwerking met Westholland Foreign Investment Agency Versterken en stimuleren communicatiesector door betere profilering
3.2 Groter innovatief vermogen van bedrijven en instellingen
Nieuwe economie
3.3 Meer zakelijk en recratief bezoek aan Leiden
Bezoekerseconomie
3.4 Hogere waardering van de gemeentelijke dienstverlening door bedrijven en instellingen
Dienstverlening aan ondernemers
Participatie Leiden Marketing Faciliteren initiatieven vergroten aantal hotelkamers Stimulering watertoerisme In stand houden van het fietsknooppuntennetwerk Financieren Stichting Centrummanagement In stand houden en waar mogelijk uitbreiden van warenmarkten Uitvoering acties Verbeteringsplan Gemeentelijk Ondernemersklimaat
Bestuursrapportage 2011 | 19
Toelichting doelenboom 3.1 Opstellen van een à twee uitvoeringsprogramma’s voor bedrijventerreinen. Dit jaar zijn er geen nieuwe uitvoeringsprogramma’s voor herstructurering van bedrijventerreinen gestart en zal er naar verwachting ook niet gestart worden met een uitvoeringsprogramma. Wel lopen er diverse herstructureringsprojecten: De Hallen, gebiedsvisie De Waard, uitgangspunten voor gebiedsvisie Lammenschans (waar de Lammenschansweg onder valt). De voornaamste reden voor het niet starten van nieuwe uitvoeringsprogramma’s is dat de Leidse bedrijventerreinen het goed doen: ■ Er is weinig leegstand (peildatum 2009) ■ De Leidse binnenstedelijke bedrijventerreinen hebben een hoog aantal werknemers per hectare in vergelijking met de regio en landelijk ■ De Leidse binnenstedelijke bedrijventerreinen zijn landelijk en regionaal gezien intensief bebouwd en hebben een hoge bruto netto verhouding. Voor de bedrijventerreinen waar ingrijpen noodzakelijk was is Leiden gestart met het maken van plannen of zijn deze al uitgevoerd. Dat leidt er toe dat het beleid geactualiseerd moet worden en de prestatie herzien moet worden. Het college is bezig het bedrijventerreinenbeleid te actualiseren. 3.3 In stand houden en waar mogelijk uitbreiden van warenmarkten. Mede op basis van advies van de Adviescommissie Ambulante Handel, gaat het college voorlopig niet over tot uitbreiding van de zaterdagse warenmarkt richting Aalmarkt en Stille Rijn. Het gebied rondom de Aalmarkt is de komende jaren volop in ontwikkeling vanwege het Aalmarktproject. Dit maakt uitbreiding van de warenmarkt in die richting moeilijk en voor nu niet wenselijk. Wanneer de werkzaamheden aan het Aalmarktproject voltooid zijn, kan opnieuw bekeken worden of de zaterdagse warenmarkt kan en moet uitbreiden richting Aalmarkt en Stille Rijn.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Voor het jaar 2011 zijn voor Programma 3 Economie en toerisme geen afwijkingen gemeld.
Toelichting afwijkingen begroting 2011 Voor het jaar 2011 zijn voor Programma 3 Economie en toerisme geen afwijkingen gemeld.
Investeringen Voor programma 3 Economie en toerisme is geen overschrijding op investeringen te melden.
20 | Bestuursrapportage 2011
Bestuursrapportage 2011 | 21
4
Bereikbaarheid
22 | Bestuursrapportage 2011
Bereikbaarheid Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
4 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Bereikbaarheid, Financiën en Economie Ruimtelijke Ordening, Binnenstad & Publiekszaken
De missie van het programma Bereikbaarheid luidt: “De gemeente Leiden draagt zorg voor blijvende bereikbaarheid van de stad als voorwaarde voor duurzame leefbaarheid voor de inwoners van de stad.”
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Kruispunten van vrijliggende fietspaden met zijstraten voorzien van rood asfalt Masterplan fietsparkeren Studie aansluiting Dellaertweg-Schuttersveld-Rijnsburgerweg Planvorming ongelijkvloerse kruising Vijf Meilaan-Churchilllaan
4.1 Meer fietsgebruik
Aanpak verkeersonveiligheid in vier schoolomgevingen per jaar Aanpassing rotonde Rijnsburgerweg-Wassenaarseweg Rotonde Ketelmeerlaan-Gooimeerlaan Actualiseren Verkeersveiligheidsactieplan
4.2 Verbeteren verkeersveiligheid (rondom scholen)
Hoogwaardig Openbaar Vervoer Frequentieverhoging / dubbelspoor Leiden-Utrecht Uitvoering van doorstromings-, regelmaat- en stiptheidsmaatregelen Ontwikkelen visie op openbaar vervoer Verbeteren toegankelijkheid van halten Dynamisch Reis Informatie Systeem
4.3 Bevorderen van gebruik van openbaar vervoer
Opstellen en implementeren verkeerscirculatieplan Binnenstad Uitvoering transformatie Willem de Zwijgerlaan Rijnlandroute Ringweg Oost Onderzoek naar knelpunten / oplossingen invalswegen ringstructuur Derde Ontsluiting BioSciencePark Brug Poelgeest Planvorming Lammenschansweg-Tomatenstraat in relatie tot de andere ontwikkelingen in de omgeving (Lammenschansplein) Aanvullende bereikbaarheidsmaatregelen
4.4 Betere doorstroming op Leids wegennet
Schoon en milieuvriendelijk wagenpark Ontwikkelen van maatregelen op het gebied van duurzame mobiliteit Milieuzone
4.5 Duurzame bevoorrading van de stad
Fietsverkeer
Openbaar vervoer
Autoverkeer
Bestuursrapportage 2011 | 23
Prestaties Planvoorbereiding ten behoeve van realisatie parkeergarages Morspoortlocatie Evaluatie proef medegebruik parkeergarages derden In overleg met wijken invoeren van parkeerregulering Korte termijnmaatregelen parkeerbeleid Opstellen wijkactieplan parkeren Merenwijk Beleidsregels parkeernormen Leiden Duurzaam Mobiliteitscentrum
Doel
Beleidsterrein
4.6 Vergroten van parkeercapaciteit en kwaliteit
Parkeren
Toelichting doelenboom 4.1 Studie aansluiting Dellaertweg-Schuttersveld-Rijnsburgerweg Wacht op de definitieve besluitvorming of er wel of geen rotonde aangelegd kan worden. Deze kan pas plaatsvinden als er duidelijkheid is over de RijnGouwelijn. 4.1 Planvorming ongelijkvloerse kruising Vijf Meilaan-Churchilllaan Wacht op de definitieve besluitvorming over het tracé van de Rijnlandroute. 4.2 Aanpassing rotonde Rijnsburgerweg- Wassenaarseweg Maakt deel uit van de verkeersstudie naar de ontwikkelingen in het Houtkwartier. Op basis hiervan kan worden bepaald welke aanpassingen er nodig zijn om de doorstroming nu en in de toekomst te waarborgen. 4.4 Uitvoering transformatie Willem de Zwijgerlaan In 2009 is gestart met de eerste fase, het verleggen van de Gooimeerlaan en de reconstructie van het kruispunt IJsselmeerlaan / Sumatrastraat. Begin 2010 is volgens planning gestart met de tweede fase, de bouw van de tunnels. Het werk aan de Kooitunnel verloopt voorspoedig. Het werk aan het Zwartepad viaduct ondervindt vertraging. In het voorjaar van 2011 is gestart met de derde en laatste fase die naar verwachting een klein jaar zal duren. Naar de huidige inzichten zal het project medio 2012 afgerond worden. 4.4 Ringweg Oost Omdat met Leiderdorp geen bestuurlijke overeenstemming is bereik over het project, hebben de voorbereidingen zich tot op heden beperkt tot het Leidse grondgebied. Gezien de grote hoeveelheid voorwaarden die door Leiderdorp gesteld worden verlopen de onderhandelingen zeer moeizaam. Uit oogpunt van risicobeheersing is gestart met een haalbaarheidsonderzoek voor een ondertunnelde oplossing door de Sumatrastraat. De provincie is verzocht een bemiddelende rol te spelen.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 4 Bereikbaarheid (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
4.1
214.01
straatparkeren
Hr. R.C.L. Strijk
vag
-290
4.1
215.01
baten parkeerbelasting
Hr. R.C.L. Strijk
sei
253
4.1
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-180
4.1
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
4.2
214.02
parkeergarages, beheer
Hr. R.C.L. Strijk
4.2
214.02
parkeergarages
Hr. R.C.L. Strijk
24 | Bestuursrapportage 2011
L/B
Omschrijving
L
straatparkeren (invoering blauwe zone)
B
straatparkeren (invoering blauwe zone)
L
straatparkeren (invoering blauwe zone)
180
B
straatparkeren (invoering blauwe zone)
sb
-948
L
parkeergarages (aframing expl. Budgetten 2011 Morspoortgarage
sb
644
B
parkeergarages (aframing expl. Budgetten 2011 Morspoortgarage
Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
4.3
215.01
baten straatbelasting
Hr. R.C.L. Strijk
sei
700
4.4
215.01
baten parkeerbelasting
Hr. R.C.L. Strijk
sei
150
4.5
215.01
baten straatparkeren
Hr. R.C.L. Strijk
sei
4.6
212.01
openbaar vervoer
Hr. R.C.L. Strijk
rea
Resultaat voor bestemming programma 4
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
B
baten straatbelasting (automaatopbrengsten)
B
baten straatbelasting (inomsten HPG)
645
B
baten straatbelasting (naheffingen)
pm
afboeken voorbereidingskosten
1.154
0
0
0
4.1
980.04
verrekening reserves programma 4
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
37
B
straatparkeren (invoering blauwe zone)
4.2
980.04
verrekening reserves programma 4
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
304
B
parkeergarages (aframing expl. Budgetten 2011 Morspoortgarage
4.3
980.04
verrekening reserves programma 4
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-700
0
B
baten straatbelasting (automaatopbrengsten)
4.4
980.04
verrekening reserves programma 4
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-150
B
baten straatbelasting (inomsten HPG)
4.5
980.04
verrekening reserves programma 4
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-645
B
baten straatbelasting (naheffingen)
Verrekening met Reserves
-1.154
0
0
0
Toelichting afwijkingen begroting 2011 4.1 Straatparkeren De begrotingswijziging als onderdeel van het raadsbesluit “invoering blauwe zone” (RV 11.0008) ging ervan uit dat de invoering van de blauwe zone begin 2011 zou plaatsvinden. Naar verwachting zal deze echter per oktober 2011 worden geëffectueerd. Als gevolg hiervan zal de begrotingswijziging voor 2011 voor 75% worden teruggedraaid. De reden dat de invoering pas wordt geëffectueerd vanaf oktober 2011 en niet bij aanvang van het jaar 2011, is veroorzaakt door vertragingen als gevolg van discussies over de omvang van het restrictiegebied en de vele reacties op de inspraakprocedure die beantwoord moesten worden. 4.2 Morspoortgarage In afwachting van de uitspraak van de Raad van State betreffende de bodemprocedure in verband met het bestemmingsplan “Transvaal” zullen de baten en lasten die in de exploitatiebegroting voor de Morspoortgarage in 2011 zijn opgenomen niet worden gerealiseerd. De budgetten worden bij deze rapportage afgeraamd. 4.3 Automaatopbrengsten De parkeeropbrengsten voor straatparkeren lijken in 2011 net als in 2010 lager uit te vallen dan begroot. Mogelijk hangt dit samen met het verminderde winkelbezoek aan Leiden dat bovenal een conjunturele oorzaak kent. Nu de parkeeropbrengsten voor het tweede jaar op rij lager zijn noopt dit wel tot voorzichtigheid. Op basis van de huidige index voor het consumentenvertrouwen zouden de parkeeropbrengsten structureel lager kunnen uitpakken. Aan de parkeermanager zal gevraagd worden op basis van een in te stellen onderzoek met voorstellen te komen. die de parkeeropbrengsten kunnen verhogen. Bij de Perspectiefnota 2013 - 2017 zal op basis van het in te stellen onderzoek het effect van deze maatregelen en de parkeeropbrengsten tot dat moment opnieuw geanalyseerd worden. Dan wordt ook duidelijk wat het structurele effect is voor de lange termijn in relatie tot de voeding van of het beslag op de parkeerreserve. In deze rapportage beperken we ons derhalve tot het verwachte resultaat over 2011, dat geraamd wordt op een tekort in 2011 van € 700.000. Bijsturing vindt plaats door een onttrekking uit de egalisatiereserve Parkeren. Een maatregel om de inkomsten te verhogen zou een tariefverhoging kunnen zijn. Het parkeertarief in Leiden is marktconform, daarom wordt geen verhoging (anders dan een inflatiecorrectie) voorgesteld. De vraag naar parkeerruimte is een afgeleide van de sociale, economische en recreatieve activiteit in de stad en wordt beïnvloed door de kwaliteit van de autobereikbaarheid. Vanuit het parkeren kan de vraag gestimuleerd worden door goede communicatie over beschikbare parkeerruimte en invoeren van nieuwe op de behoefte van de klant
Bestuursrapportage 2011 | 25
toegespitste parkeerproducten. Hiervoor worden initiatieven genomen, waarover de raad t.z.t. zal worden geïnformeerd. Deze aspecten zullen in het onderzoek betrokken worden. 4.4 Haarlemmerstraat-parkeergarage De inkomsten van de Haarlemmerstraat parkeergarage zijn begroot op € 582.000. Naar verwachting zullen de gerealiseerde inkomsten per ultimo 2011 € 430.000 bedragen. In 2010 bedroegen de inkomsten € 380.000. Deze onderschrijding wordt veroorzaakt door de onvoorziene terugval in gebruik van de parkeergarage. Gelet op het lage tarief van € 1,00 per uur van de parkeergarage in 2009 bestond de verwachting dat de stijging van het tarief in twee stappen tot € 1,50 per uur in 2011 tot een evenredige inkomstenstijging zou leiden. Vanaf medio 2010 zien we in de hele stad het gebruik van betaalde parkeerplaatsen teruglopen. Niet alleen de parkeergarage Haarlemmerstraat heeft daar last van, ook de parkeergarage van Hoogvliet aan de Breestraat laat blijkens info van de eigenaar een terugval van ca. 7% zien. Ook de verwachte verkoop van extra parkeerabonnementen blijft uit. Hoewel er een wachtlijst was, blijkt nu dat deze latente vraag niet manifest wordt. Het verwachte tekort is hierdoor te becijferen op € 150.000. Bijsturing vindt plaats door een lagere dotatie aan de egalisatiereserve Parkeren. Een maatregel om de inkomsten te verhogen zou een tariefverhoging kunnen zijn. Het parkeertarief in de parkeergarage Haarlemmerstraat biedt hiertoe nog wel enige ruimte. Dit aspect zal in het onderzoek worden betrokken. 4.5 Naheffingen In de begroting 2011 is een bedrag voor inkomsten op naheffingen opgenomen van € 1.745.000. Op grond van de gerealiseerde inkomsten tot en met mei 2011 is de verwachting dat per ultimo 2011 € 1.100.000 aan naheffingen worden gerealiseerd, zijnde naheffingen € 1.030.000 en inkomsten Centraal Justitieel Incasso Bureau van € 70.000. Het verwachte tekort bedraagt € 645.000. Bijsturing vindt plaats door een lagere dotatie aan de egalisatiereserve Parkeren. De inkomsten uit naheffingsaanslagen hangen in hoge mate samen met de tijd die Handhaving besteedt aan parkeercontrole. Op grond van de afspraken gedaan bij deefficiëntie verbetering voor parkeren zou in 2011 ca. € 1,1 mln aan naheffingen worden opgelegd. Volgens de verwachte inkomsten voor 2011 gaat dit streefbedrag gerealiseerd worden. Voor de jaren na 2011 zal het parkeermanagement in overleg met de afdeling Handhaving de begroting in latere jaren bijstellen. Hierover zal ook bij de Perspectiefnota 2013-2016 worden gerapporteerd. 4.6 Rijn Gouwelijn - Risico In afwachting van de besluitvorming rond de daadwerkelijke uitvoering van het hoofdlijnenakoord van de provincie Zuid Holland met betrekking tot de Rijn Gouwelijn bestaat er onduidelijkheid over de status van de voorgenomen investeringen. Omdat zowel de provincie als de gemeente belang hechten aan een zorgvuldige afweging wordt op dit moment zowel door de provincie als door de gemeente uitgegaan van de bestuurlijke overeenkomsten (BOI en BOII). Er bestaat echter een kans dat na besluitvorming in GS afgezien zal worden van realisatie. In dat geval zullen door Leiden geactiveerde voorbereidingskredieten afgeboekt dienen te worden. Deze afboeking wordt met de aanduiding P.M. als een risico in dit programma vermeld. Besluitvorming op provinciaal niveau wordt niet eerder dan medio oktober a.s. verwacht en bestaat mogelijk ook dan nog uit slechts een definitief voornemen tot herziening. Pas na het bekend worden van het standpunt van provinciale staten kunnen college en de raad uitvoerig en volledig geïnformeerd worden over financiële effecten en gevolgen van de provinciale besluitvorming met betrekking tot de Rijn Gouwelijn. Het nu benoemen van financiële effecten is te prematuur en niet in het belang van de mogelijke onderhandelingen, die de gemeente naar aanleiding van het provinciaal besluit zal willen voeren.
Investeringen Voor programma 4 Bereikbaarheid is geen overschrijding op investeringen te melden.
26 | Bestuursrapportage 2011
Bestuursrapportage 2011 | 27
5
Omgevingskwaliteit
28 | Bestuursrapportage 2011
Omgevingskwaliteit Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
5 Leefbaarheid en Bereikbaarheid Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Omgevingskwaliteit luidt: "De gemeente Leiden staat voor een stad met een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is, waar mensen graag vertoeven en die uitnodigt tot verantwoordelijk gedrag. Zij doet dit samen met alle gebruikers."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Korte termijn maatregelen en beleidsontwikkeling ter voorkoming van wateroverlast
5.1 Vermindering wateroverlast
Realiseren van een BergingsRekeningCourant Baggerbeheerplan
5.2 Verbetering waterkwaliteit
Ligplaatsenplannen bedrijfsvaartuigen, pleziervaartuigen en terrasboten Groene singelrand Oevers en walkanten Opengraven historische gracht Aanleg van natuurvriendelijke oevers
5.3 Versterking van de belevingswaarde en recreatieve waarde van water en oevers
Investeren in recreatieve ontsluiting en ontwikkeling regionaal groen Verbeteren en ontwikkelen groene, recreatieve verbindingen tussen stad en regionaal groen
5.4 Verbetering van de ecologische en recreatieve verbindingen van de stad met de regio
Renovatie en beheerplannen parken Groenplan middendeel Oostvlietpolder Kwaliteit bomenbestand Beheerbeleidskader natuurvriendelijke oevers en bermen Groene schoolpleinen Bloembakken en hanging baskets Aanleg archeologisch park Matilo Biodiversiteit Stadsnatuurmeetnet Spelen in de openbare ruimte
5.5 Behoud van het groenareaal en verbetering van de kwaliteit van grootschalig groen
Jaarlijks aanbieden van NME-activiteiten voor primair onderwijs Jaarlijks aanbieden van NME-activiteiten voor voortgezet onderwijs Organiseren van publieksactiviteiten NME Beheren en openstellen van de kinderboerderij en NME bezoekerscentra
5.6 Bevorderen duurzaam denken en handelen
Maatregelen gemeente tegen meeuwenoverlast Bewustwording bewoners over bestrijding meeuwenoverlast
5.7 Vermindering meeuwenoverlast
Adequate afhandeling meldingen Servicepunt Woonomgeving Basiskaart Grootschalige Topografie Wet informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten Beleid voor de ondergrond
5.8 Vermindering van hinder van mankementen in de openbare ruimte
Water, groen en natuur
Infrastructuur openbare ruimte
Bestuursrapportage 2011 | 29
Prestaties
Doel
Luchtkwaliteitsplan Schoon en milieuvriendelijk gemeentelijk wagenpark Milieuzone voor vrachtwagens Autovrije zondag
5.9 Verbetering luchtkwaliteit
Saneren woningen A-lijst
5.10 Vermindering geluidsoverlast
Aanpak (potentiële) spoedlocaties Gebiedsgerichte aanpak en gebruik van de ondergrond Bodemsanering in kader van Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden
Beleidsterrein
Milieu 5.11 Bodemsanering
Uitvoeren Klimaatprogramma
5.12 Voeren van een effectief klimaatbeleid
Realiseren beeldkwaliteit objecten Eco-glazen
5.13 Vermindering zwerfvuil in openbare ruimte
Verbetering milieuprestaties afvalinzameling Regionale samenwerking
5.14 Verbetering milieuprestaties afvalinzameling
Vervanging wijkcontainers
5.15 Vervanging wijkcontainers
Afval
Sturen op de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte Kadernota kwaliteit openbare ruimte Handboek kwaliteit openbare ruimte Proces Ontwikkelen Inrichten en Beheren Reclamebeleid Projecten Programma Binnenstad m.b.t. de openbare ruimte Programma Binnenstad: herinrichting Kaiserstraat en Rapenburg-west Programma Binnenstad: herinrichting Volmolengracht Programma Binnenstad: herinrichting Rijnsburgersingel Programma Binnenstad: herinrichting Beestenmarkt Programma Binnenstad: entree stationsgebied Programma Binnenstad: herinrichting Breestraat Programma Binnenstad: realiseren extra fietsparkeervoorzieningen Handhavingsprogramma Bestuurlijke strafbeschikking Regulering gebruik openbare ruimte, invoering Omgevingsvergunning Brug Poelgeest
5.16 Verbetering van de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte Overig
5.17 Verbetering van het gebruik van de openbare ruimte
Toelichting doelenboom 5.2 Baggerbeheerplan In het Waterplan Leiden (2007) is afgesproken dat het beheer van al het water in de gemeente Leiden per 2009 zou worden overgedragen aan het hoogheemraadschap van Rijnland. Het hoogheemraadschap is hier later op teruggekomen, terwijl de gemeente vanaf 2009 in dit kader al een jaarlijkse bezuiniging inboekte. Vanwege het oponthoud stagneert de uitvoering van gemeentelijke baggerwerkzaamheden en zijn de laatste twee jaar de baggerwerkzaamheden beperkt tot de watergangen die een knelpunt vormden, een speciale status hadden, waarover klachten waren binnengekomen en de watergangen waarvan bekend was dat het hoogheemraadschap deze zeker zou (gaan) overnemen. Het is thans niet bekend wat het beleid van het hoogheemraadschap zal zijn t.a.v. de overdracht van de resterende watergangen. Op korte termijn wordt geen oplossing verwacht. Wel is inmiddels duidelijk dat het beheer van de Leidse watergangen niet volledig zal worden overgedragen aan Rijnland. Om deze reden is het wenselijk een tussentijds baggerplan voor een periode van 2 jaar op te stellen. Hieraan wordt momenteel gewerkt. Een inventarisatie van knelpunten heeft plaatsgevonden. Na vaststelling van het Baggerplan 2011-2012 zal een groot deel in 2012 worden uitgevoerd. 5.3 Oevers en walkanten Deze prestaties zijn opgenomen in het Groene Singelplan/ Langste Park van Nederland. In het najaar worden de prioriteiten voor aanpak van de Singelrand bepaald. Afhankelijk daarvan worden deze prestaties in 2011 of in een ander (nog te bepalen) jaar uitgevoerd. 5.3 Opengraven historische gracht In het najaar wordt bekeken op welke wijze dit haalbaarheidsonderzoek een vervolg kan krijgen. Dat zal mede worden afgestemd op de plannen voor de Groene Singelrand en het zicht op mogelijke financiële middelen om een vervolg te geven aan het onderzoek. 5.5 Renovatie en beheerplannen parken De renovatie van parken loopt volgens planning. De beheerplannen van de parken zijn even getemporiseerd om aan te kunnen sluiten bij de opgave beleidskader kapitaalgoederen, onderdeel groen (zie meerjaren
30 | Bestuursrapportage 2011
onderhoudsplannen). De verwachting is dat hierna weer een slag gemaakt kan worden en de planning wordt ingelopen. Er is geen bijstuuractie nodig. 5.5 Beheerbeleidskader natuurvriendelijke oevers en bermen Dit plan maakt onderdeel uit van de opgave beleidskaders kapitaalgoederen die naar verwachting in maart 2012 wordt opgeleverd (zie meerjaren onderhoudsplannen). Het kan zijn dat het kalenderjaar 2011 wordt overschreden. Daarbij zijn enkele risico’s voor het behalen van de planning beschreven bij de opgave beleidskader kapitaalgoederen. 5.5 Spelen in de openbare ruimte Bij het oppakken van dit beleidsterrein wordt aangesloten bij de opgave beleidskader kapitaalgoederen (zie meerjaren onderhoudsplannen). Het onderwerp wordt daarom eind 2011 opgepakt. Op dit moment wordt bij projecten/ inrichtingsvraagstukken wel ruimte voor ‘buitenspelen’ en ‘natuurlijk spelen’ als advies bij de inrichting meegenomen. Ook in het project Groene Schoolpleinen is impliciet aandacht voor spelen in de openbare ruimte meegenomen. Er is geen bijstuuractie nodig. 5.8 Adequate afhandeling meldingen Servicepunt Woonomgeving Het onderwerp van niet tijdige afhandeling is ter hand genomen. Uit de analyse blijkt dat de procedure rondom de afwikkeling van klachten en meldingen met betrekking tot de openbare ruimte fundamenteel heroverwogen en anders ingericht moet worden. Het staat in de planning dat dit in het 3e en 4e kwartaal wordt opgepakt. Het onderwerp is tevens opgenomen in het verbeterplan Stedelijk Beheer dat eind 2011, begin 2012 zal worden uitgevoerd. 5.8 Basiskaart Grootschalige Topografie Op dit moment zijn er problemen met de leverancier van de software applicatie. De software voldoet niet aan de minimale specificaties van de BGT en er is te weinig vooruitgang bij de ontwikkeling BGT 2.0 (beheertopografie). In overleg met onze juristen wordt gekeken naar een passende oplossing. Vooralsnog heeft dit geen gevolgen voor de lopende kredieten. 5.8 Beleid voor de ondergrond Dit beleidsproject is doorgeschoven naar 2012 omdat de planning geen ruimte meer bood voor behandeling. Voor 2012 zal opnieuw voorgesteld worden dit beleidsproject in de planning op te nemen. 5.10 Saneren woningen A-lijst Saneringsprojecten zijn vertraagd omdat de infrastructurele ontwikkelingen nog niet duidelijk zijn; er worden alleen kleinschalige projecten opgepakt. 5.11 Gebiedsgerichte aanpak en gebruik van de ondergrond Met het oog op de gebiedsgerichte aanpak van o.a. grotere gevallen van grondwaterverontreiniging alsmede het inschatten van de risico’s van intensiever gebruik van de ondergrond (bijvoorbeeld door koude-warmte opslag en CO2 opslag) is in het MOP ISV-3 opgenomen dat de gemeente Leiden een studie van haar ondergrond en de directe omgeving zal maken in de vorm van een operationeel model. In 2010 zijn alleen de landelijke ontwikkelingen op dit vlak gevolgd. Er zijn verder geen prestaties geleverd, omdat er binnen de gemeente geen capaciteit kon worden vrijgemaakt. In 2011 zal Milieudienst West-Holland opnieuw aandacht voor dit onderwerp vragen. Duidelijk is geworden dat de gemeenten beleid zullen moeten ontwikkelen voor het gebruik van de ondergrond. In 2011 zal dit verder worden verkend. Voor Leiden betekent dit dat er een visie op de ondergrond moet worden ontwikkeld en beleid moet worden opgesteld ten aanzien van het duurzaam gebruik van de ondergrond in samenhang met energiebeleid, (grond)waterbeleid, ruimtelijke ordening en bodemverontreiniging. Reeds in 2007 zijn in de stuurgroep Wbb (Wet bodembescherming)/ ISV de mogelijkheden verkend van gebiedsgericht beheer van verontreinigd grondwater in Leiden. Destijds is geconcludeerd dat gebiedsgericht grondwaterbeheer in Leiden niet opportuun is. Gelet op de huidige wetenschap, zal opnieuw een afweging worden gemaakt over de (on)mogelijkheden van gebiedsgericht grondwaterbeheer. Waar mogelijk zal de doelstelling uit het MOP ISV-3 moeten worden bijgesteld. 5.15 Vervanging wijkcontainers Het onderzoek naar de vervanging van de bovengrondse wijkcontainers heeft vertraging opgelopen, omdat om diverse redenen de consequenties voor de inzameldienst van Stedelijk Beheer van de geschetste scenario's voor de vervanging van de bovengrondse containers niet voldoende in kaart konden worden gebracht. Hoewel het onderzoek in een vergevorderd stadium is kan op basis van hetgeen vanuit de bedrijfsvoering van de inzameling van huishoudelijk afval bekend is geen bestuurlijke keuze voor een scenario gemaakt worden. Inmiddels is extra capaciteit bij Stedelijk Beheer aangetrokken om in de benodigde informatie te voorzien en is de verwachting dat in het najaar van 2011 een collegebesluit kan worden genomen.
Bestuursrapportage 2011 | 31
5.16 Proces Ontwikkelen Inrichten en Beheren (OIB) Het proces OIB is voorjaar 2010 gestart vanuit de brede behoefte (vanuit bestuur en concerndirectie) om een verbetering van de waardering van de kwaliteit van de openbare ruimte te realiseren. Tevens is het noodzakelijk om in het kader van de invoering van het bedrijfsprocessensysteem (BPS) een proces te beschrijven van ontwikkelen en inrichten dat voorafgaat aan het beheren. Doel is een proces te ontwikkelen waarmee alle ontwikkelingen die de openbare ruimte raken voldoen aan de eisen die we als stad willen uitstralen. De inmiddels behaalde resultaten zijn: ■ het proces is in grote lijnen beschreven; ■ standaardisering van diverse documenten, werkwijzen e.d. waaronder goede aansluiting bij inhoudelijke producten (zoals Kadernota en Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte; Nota van Uitgangspunten, Programma van Eisen, TACOR, Definitief Ontwerp, e.d.); ■ diverse voorstellen zijn ontwikkeld, het wachten is op een startbesluit. Er is afwijking ontstaan doordat er veel discussie was over positie Leids Plan Proces t.o.v. proces OIB; er geen heldere afgesproken en uitgevoerde aansturing van de organisatie (lijnsturing versus processturing) en besluitvorming door opdrachtgever wordt uitgesteld. Voor het behalen van de doelstelling betekent dit dat het project is vertraagd. Er wordt nu gekozen voor een sturingsconcept waarbij drie proceseigenaren het proces verder gaan doorontwikkelen. 5.16 Reclamebeleid Het beleidsstuk is verscheidene keren aangehouden in het college van B&W. Inmiddels is het stuk vastgesteld voor inspraak. De inspraakprocedure is 30 mei jl. van start gegaan. Na afronding zal het stuk opnieuw worden aangeboden aan het college, waarna vaststellen volgt. Het stuk zal vervolgens aan de raad worden voorgelegd. 5.16 Breestraat: verfraaiing uitstraling openbare ruimte Er is een probleem met de beschikbaarheid van het budget (±€70.000) De kosten voor het onderhoud en verzorging van de boombakken moeten hier ook uit gedekt worden. Het voorstel is om panden aan te lichten. Met het budget dat overblijft (€35.000) kan dit beperkt worden uitgevoerd. De ondernemers willen nu inzetten op de herinrichting van de Breestraat (nu de Provincie de beleidskeuze heeft gemaakt om de RijnGouweLijn niet meer door de binnenstad van Leiden te laten lopen). 5.16 Realiseren extra fietsparkeervoorzieningen 478 fietsenrekken zijn geplaatst of staan gepland om dit jaar nog te worden geplaatst in de binnenstad. Er loopt nog een discussie over de plaatsing van extra rekken in de Breestraat. 5.17 Handhavingsprogramma Het college heeft de handhavingcapaciteit voor 2011 vastgesteld. De Handhavingnota gemeente Leiden 2012-2015 wordt na het zomerreces ter besluitvorming voorgelegd aan het college.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 5 Omgevingskwaliteit (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
5.1
221.01
exploitatie havens en waterwegen
Hr. F.J. de Wit
5.2
221.02
grachten en watergangen
5.3
560.05
5.4
210.07
2011
2012
2013
2014
sb
150
Hr. F.J. de Wit
sb
-250
250
groenbeheer
Hr. F.J. de Wit
sb
500
exploitatie wegen
Hr. F.J. de Wit
sb
Resultaat voor bestemming programma 5
400
450
0
250
-250
5.2
980.11
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
con
5.4
980.11
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
con
32 | Bestuursrapportage 2011
L/B
Omschrijving
B
liggelden
L
grachten en watergangen
B
terugtrekken onttrekking bomenfonds
L
stationsgebied
0
B
grachten en watergangen
B
stationsgebied
200
-200
Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
Verrekening met Reserves
2011
2012
2013
2014
250
-450
0
0
L/B
Omschrijving
Toelichting afwijkingen begroting 2011 5.1 Liggelden Voor 2011 zijn de geraamde legesinkomsten voor liggelden voor woonschepen en pleziervaartuigen op basis van de daarvoor aangehouden indexpercentages aangepast. Uitgangspunt voor 2011 was ook een wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van Binnenhavengeld 2011 voor het heffen van leges voor bedrijfsvaartuigen met een vaste ligplaats. In deze Verordening zou een nieuw tarief worden ingevoegd. Door deze invoeging zouden voor bedrijfsvaartuigen met een vaste ligplaats een tarief in rekening gebracht kunnen worden. Dit is de afgelopen jaren niet gebeurd, mede omdat de bedrijfsvaartuigen niet of moeilijk in de bestaande categorieën waren in te passen. Ondernemers op het water hebben de afgelopen jaren daarom niets betaald voor het afmeren van hun vaartuigen. Na verzet van de betreffende ondernemers in de commissie W&F heeft het college besloten een erratum in te dienen, waardoor het nieuwe tarief niet is opgenomen in de uiteindelijke tarieventabel. Gerekend wordt met een nadeel van € 150.000 waarvoor binnen het programma geen bijsturing aanwezig is. 5.2 Grachten en Watergangen Het meerjarenplan baggeren (Baggerbeheersplan Leiden 2003-2006), welke in 2004 door de raad is vastgesteld, is bijna volledig uitgevoerd en bestaat voornamelijk uit de (grotere) watergangen gelegen aan de openbare weg. De watergangen in en nabij de parken en de watergangen in beheer bij het Sportbedrijf, zijn hierin niet opgenomen. Daarnaast is er onduidelijkheid en stagnatie in de uitvoering van de baggerwerkzaamheden ontstaan door het project “overdracht watergangen aan het hoogheemraadschap”. In het Waterplan Leiden (2007) is afgesproken dat het beheer van al het water in de gemeente Leiden per 2009 zou worden overgedragen aan het hoogheemraadschap Rijnland. Rijnland is hier later op teruggekomen, terwijl de gemeente vanaf 2009 in dit kader al een jaarlijkse bezuiniging ingeboekt heeft. Vanwege het oponthoud stagneert de uitvoering van gemeentelijke baggerwerkzaamheden en zijn de laatste 2 jaar watergangen incidenteel gebaggerd: - waarover klachten waren van burgers, - die een knelpunt vormde of een speciale status hadden, - waarvan bekend was dat het hoogheemraadschap deze zeker zou (gaan) overnemen. Bovenstaande constatering en ontwikkeling – ofwel, het ontbreken van een gemeentelijk baggerplan in relatie met de vraag welk beleid het hoogheemraadschap heeft/zal hebben t.a.v. de overdracht van de resterende watergangen - zullen naar verwachting niet op korte termijn tot een oplossing zijn gebracht en zeker is dat niet alle watergangen meer over zullen gaan. Om deze reden is het wenselijk een tussentijds baggerplan voor een periode van 2 jaar op te stellen. Hieraan wordt momenteel gewerkt. Een inventarisatie van knelpunten heeft plaatsgevonden (afstemmen met beheer, beleid, Rijnland, Sportbedrijf, Vastgoed). Na vaststelling van het Baggerplan 2011-2012 zal een groot deel in 2012 worden uitgevoerd. Daarom zal het budget voor 2011 voor uitvoeringswerkzaamheden in 2012 beschikbaar moeten blijven en wordt overheveling via een reserve voorgesteld. 5.3 Bomenfonds Voor 2011 is als onderdeel van de bezuiniging een bedrag van € 500.000 ingeboekt ten laste van de voorziening Bomenfonds. De voorwaarde hierbij was dat bij de jaarrekening 2010 een onderbouwing van de lopende verplichtingen zou worden gegeven, waaruit de benodigde hoogte van de voorziening zou blijken. De uitkomst van de onderbouwing toonde een tekort van € 156.000, exclusief de vrijval van € 500.000 in 2011. Het (extra) tekort van € 156.000 is bij de jaarrekening 2010 teruggebracht tot nul. De geraamde vrijval van € 500.000 ten gunste van de exploitatie is dus niet mogelijk en moet alsnog worden teruggedraaid. Hierdoor blijft de voorziening dekkend voor de onderliggende verplichtingen. 5.4 Stationsgebied Bij raadsbesluit, nr. RV09.0050 heeft de raad het doel voor het project Kwaliteit Openbare Ruimte Binnenstad vastgesteld. Het project heeft een meerjarig samenhangende visie en het programma is gericht op verbetering van de kwaliteit van de binnenstad van Leiden. De gestelde doelen ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit openbare ruimte, zoals beschreven in genoemd raadsvoorstel, beslaan in totaal 5 begrotingsjaren. In het bestedingsvoorstel participeren ook bedrijven waar afspraken mee zijn gemaakt. Het gaat om tijdelijke voorzieningen, die de binnenstad verfraaien in afwachting van grotere en definitieve projecten. Bij de bestemmingsvoorstellen 2009 is het restantbudget van € 200.000 voor dit project ten onrechte niet meegenomen in de besluitvorming. Mede door afspraken met partners uit de stad is het noodzakelijk, dat het budgetbedrag uit het bestemmingsvoorstel van 2009 beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de
Bestuursrapportage 2011 | 33
gestelde doelen voor de Breestraat en het Stationsgebied. Voor de Breestraat betreft het toezeggingen aan de winkeliersvereniging. Voor het Stationsgebied geldt in deze de beheersovereenkomst, die met NS poort is gesloten. NS draagt namelijk financieel bij aan dit project. Het voorstel is het bedrag van € 200.000 bij deze rapportage ten behoeve van het begrotingsjaar 2012 beschikbaar te stellen en bijsturing vindt plaats door een onttrekking in dat jaar aan de Concernreserve.
Investeringen In 2009 is door de raad het uitvoeringsbesluit 1e fase aanleg groen- en recreatieve voorzieningen in de Oostvlietpolder (RV 09.0162) genomen. Toen is ook besloten (beslispunt 2) om ‘in te stemmen met het dekken van de kosten van € 2.225.000 en deze te dekken uit de grondexploitatie’. Deze grondexploitatie is vervolgens afgesloten bij het besluit RV 10.0149 waardoor de dekking officieel is weggevallen. Aangezien de dekking bestaat uit subsidies die voor deze werkzaamheden zijn gereserveerd, wordt aan de raad gevraagd om een krediet beschikbaar te stellen. In totaal gaat het om een bedrag van € 2.030.741. De dekking bestaat volledig uit subsidies: € 1.399.843 (provincie Zuid-Holland), € 556.148 (Holland Rijnland) en € 74.500 (medefinanciering vanuit Waterplan Leiden door het Hoogheemraadschap van Rijnland). Naast het krediet zijn er middelen beschikbaar uit de voorziening (€ 194.259). Conform BBV worden de middelen uit deze voorziening buiten het krediet gehouden. In totaal is daarmee € 2.225.000 beschikbaar.
34 | Bestuursrapportage 2011
Bestuursrapportage 2011 | 35
6
Stedelijke ontwikkeling
36 | Bestuursrapportage 2011
Stedelijke ontwikkeling Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
6 Ruimte en regio Ruimtelijke ordening, binnenstad en publiekszaken
De missie van het programma Stedelijke ontwikkeling luidt: "De gemeente Leiden staat voor een optimale ruimtelijke ontwikkeling die gericht is op een kwalitatief hoogwaardige woon-, werk- en verblijfomgeving en op duurzaam herstel van aandachtswijken. We houden hierbij rekening met de schaarse ruimte in de stad en de regio en hebben aandacht voor de behoefte van ruimtevragende belangen, het milieu en de rechten en plichten van alle ruimtegebruikers."
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Actualiseren van bestemmingsplannen Consequenties van de nieuwe Wro Digitalisering
6.1 Ontwikkelen van een actueel ruimtelijk beleid
Ruimtelijke ordening
Optimaliseren uitvoeringsbeleid Sneller afhandelen omgevingsvergunningen
6.2 Beter en sneller afhandelen bouwvergunningen
Naleving regelgeving d.m.v. het uitvoeren van door de raad vastgestelde prioriteiten Toezicht op sloop van asbest Toezicht op monumenten
6.3 Gerichter toezicht houden en handhaven
Erfpachtconversie Verkoop van gemeentelijk vastgoed
6.4 Verbeteren van de financiele spankracht van de gemeente
Leiden Zuidwest Algemeen: vervolgaanpak na 2010 Haagwegkwartier-West Sloop en nieuwbouw Sportstad Sociale programma's Leiden Noord Nieuw Leyden Kooiplein en omgeving Brede school Groenoordhallen Bedrijventerrein Groenoord Transformatie Willem de Zwijgerlaan Tuin van Noord Van Voorthuysenlocatie Sociaal programma Belangrijke woningbouwprojecten in 2011 Nieuwbouwmonitor Task Force Studentenhuisvesting
Bouwregelgeving
Grondzaken
6.5 Beter leefklimaat in Leiden Noord en Leiden Zuidwest Wonen
6.6 Meer woningvoorraad door nieuwbouw
Bestuursrapportage 2011 | 37
Prestaties
Doel
Levensloopbestendige woningen
6.7 Meer kwaliteit in de bestaande woningvoorraad
Prestatie-afspraken met corporaties
6.8 Voldoende betaalbare woningen voor huishoudens met een laag inkomen
Beleidsterrein
Wonen
Toelichting doelenboom 6.1 Actualiseren van bestemmingsplannen Bij deze prestatie staat een streefwaarde van 25 voor 2011. Dat aantal gaan we niet halen, omdat de proceduretijd toch langer is dan gepland. Dit betekent niet dat we het einddoel (alle 32 bestemmingsplannen geactualiseerd in 2013) niet gaan halen. Een aantal bestemmingsplannen schuift door naar 2012. 6.4 Erfpachtconversie De streefwaarde voor 2011 bedraagt 10 conversies. Tot en met juni is de stand: 2 gerealiseerde conversies en 9 offerteverzoeken. Uiteraard is er grote onzekerheid of de resterende offerteverzoeken daadwerkelijk tot conversies zullen leiden. Gelet op de 2 gerealiseerde conversies in het eerste halfjaar is het niet realistisch te verwachten dat de prestatie van 10 conversies gehaald zal worden. Voor de goede orde: het hieraan verbonden financiële risico is kleiner dan € 100.000,--. De totale conversiebegroting bedraagt immers € 100.000,-- en de opbrengst van de 2 gerealiseerde conversies bedraagt ruim € 14.000,--. 6.5 Leiden Zuidwest - Sloop en nieuwbouw Een voorlopige kostenraming voor de herinrichting van de openbare ruimte is hoger uitgevallen dan het budget dat beschikbaar komt. Om ervoor te zorgen dat de herinrichting binnen het budget uitgevoerd kan worden zal het plan moeten worden aangepast. Dit kan leiden tot vertraging in de plannen. Bij de ROC-locatie en de noordelijke sportvelden bestaat een risico met betrekking tot het financiële resultaat. Het onderhandelingsresultaat over de grondopbrengst staat onder druk als gevolg van de financiële crisis. Er is een procesafspraak gemaakt die uitgaat van het residueel berekenen van de grondwaarde. Aangezien de uitkomst hiervan moeilijk te voorspellen is, moet er nog een slag om de arm gehouden worden ten aanzien van daadwerkelijke risico’s dan wel kansen op het gebied van de te realiseren grondopbrengst. De duur van de bestemmingsplanprocedure vormt een planologisch risico. Op dit moment ligt het ontwerpbestemmingsplan ter inzage. Het streven is om het bestemmingsplan in de tweede helft van 2011 vigerend te laten zijn. 6.5 Leiden Noord – Van Voorthuysenlocatie De inrichting van de openbare ruimte vordert gestaag. Het noordelijk deel is opgeleverd. In de tweede helft van 2011 start de aanleg van een skatevoorziening en watereducatie en zal het zuid-oostelijk deel van de Nieuwe Marnixstraat verder worden ingericht en opgeleverd. In de eerste helft van 2012 zal de openbare ruimte rondom de moskee worden opgeleverd, later dan gepland, als gevolg van de vertraging in de oplevering van de overkluizing Willem de Zwijgerlaan. De inrichting geschiedt gefaseerd en wordt uitgevoerd in samenhang met de omliggende projectgebieden. De start van de verkoop van woningen en kantoorruimte heeft forse vertraging opgelopen. Als gevolg van de economische recessie kan de ontwikkelaar het plan nog niet realiseren. Gemeente, corporatie en ontwikkelaar onderzoeken de mogelijkheden. Indien tot een akkoord wordt gekomen zullen de woningen naar verwachting begin 2012 in de verkoop gaan. De start van de bouw is op zijn vroegst voorzien vanaf eind 2012. Pas na voltooiing van het woon- en kantoorcomplex zal het laatste deel van de openbare inrichting worden aangepakt. 6.6 Belangrijke woningbouwprojecten in 2011 Verschillende projecten lopen een aanzienlijke vertraging op, door de lange duur van bestemmingsplanprocedures, onder invloed van de huidige marktomstandigheden of door locatiespecifieke complicaties. Van het project Haagwegterrein is alleen het onderdeel In de Hoven gestart. De start van De Verleiding staat gepland voor 2012, terwijl de onderdelen Amfibisch en Oase worden heroverwogen met het oog op de marktontwikkelingen. De bestemmingsplanprocedure van het Kooiplein loopt vertraging op. Eventueel moet het ontwerp worden aangepast met het oog op de parkeerplaatsen. Ook het project Lorentzhof is vertraagd door de procedure van het bestemmingsplan, waartegen een schorsingsverzoek is ingediend. De ontwikkeling van de Meelfabriek is eveneens verder vertraagd.Voor de Van Voorthuijsenlocatie wordt de start van de verkoop pas medio 2012 verwacht. Onder invloed van de economische situatie is er nog geen overeenstemming bereikt met de ontwikkelende partijen, Groenoord CV en De Sleutels.
38 | Bestuursrapportage 2011
Bij de Big Boss-locatie is uiteindelijk overeenstemming bereikt tussen gemeente en ontwikkelaar. Het is echter niet zeker of de verkoop van appartementen nog dit jaar zal starten. Wat betreft het project Dieperhout lijken de plannen van het deel van Portaal doorgang te gaan vinden; voor het resterende deel moet nog worden aanbesteed. Ook hier is een risico aanwezig met het oog op de markt. Investeringsagenda 2025 Op dit moment wordt de Investeringsagenda 2025 opgesteld. Met deze investeringsagenda moet duidelijk worden voor welke ambities wij staan en hoe tussen deze ambities kan worden gekozen. Basis voor de investeringsagenda wordt gevormd door de Ontwikkelingsvisie en de Structuurvisie, waarbij de structuurvisie weer bestaat uit het programma Binnenstad, de Kennisstad en het programma Bereikbaarheid. Daarnaast zijn er een aantal andere visies in voorbereiding die ook als kader moeten worden meegenomen voor de investeringsagenda. Denk hierbij aan de De visie op wonen, beleidskader Vastgoed, Sportnota, de Cultuurnota en de Sociaal Maatschappelijk Structuurvisie. Op basis van deze visies worden de criteria bepaald die de weging van de investeringsprojecten (inclusief scholen,sport en groenvoorzieningen) op de investeringsagenda bepalen. Elk project wordt gescoord op deze criteria, hoe hoger de totaal score, hoe hoger het project wordt geplaatst op de investeringsagenda. Inmiddels hebben we ruim 140 projecten op deze lijst geplaatst. Het bepalen van de criteria, en het gewicht daarvan, is uiteindelijk een beslissing van de raad, maar kan niet zomaar als gewoon raadsvoorstel worden voorgelegd. Het is belangrijk dat de raad ook zelf ervaart wat het betekent om een criterium op te nemen en er een bepaald gewicht aan te geven. Dit kan namelijk de volgorde van de investeringsagenda geheel laten veranderen. De criteria moeten dan ook in een interactief proces met de raad worden bepaald! Voorgesteld wordt om de werkconferentie van de raad op 18 november hiervoor te gebruiken. Begin oktober zal de raad uitgebreid worden geïnformeerd over de wijze waarop de investeringsagenda tot stand komt. Nadat de raad zich heeft gebogen over de (inhoud en zwaarte) van de criteria kan een definitieve investeringsagenda worden opgesteld. Deze investeringsagenda is dynamisch en zal periodiek bijstelling behoeven voor zowel de criteria als op de lijst voorkomende projecten.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 6 Stedelijke Ontwikkeling (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
6.1
822.01
bouw- en woningtoezicht
Hr. P.T. van Woensel
bod
300
6.2
823.01
leges bouwvergunningen
Hr. P.T. van Woensel
bod
300
6.3
810.02
lokaal RO-beleid
Hr. P.T. van Woensel
rea
300
6.3
830.01
grondexploitatie
Hr. P.T. van Woensel
vag
Resultaat voor bestemming programma 6
L/B
Omschrijving
L
inhuur ondersteuning afhandeling aanvragen bouwvergunningen
B
bouwleges
L
overschrijding inhuur
-300
B
overschrijding inhuur
600
0
0
0
6.1
980.06
verrekening reserves programma 6
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-300
B
inhuur ondersteuning afhandeling aanvragen bouwvergunningen
6.2
980.06
verrekening reserves programma 6
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-300
B
bouwleges
Verrekeningen met reserves
-600
0
0
0
Bestuursrapportage 2011 | 39
Toelichting afwijkingen begroting 2011 6.1 Inhuur ondersteuning Aan het einde van 2010 is een aantal grote omgevingsvergunningen aangevraagd. Dit was onder andere het gevolg van een wijziging van het Bouwbesluit per 1-1-2011. Voor 2012 is geen wijziging voor de bouwvereisten van die orde voorzien. Er worden dus niet veel extra aanvragen ultimo 2011 verwacht. Het gevolg is dat het beleidsproduct Leges bouwvergunningen over 2010 met een voordeel van € 874.000 sloot. De baten worden namelijk toegerekend naar het jaar van aanvraag. De lasten van de aanvraagbehandeling vallen echter in de periode daarna, grotendeels in 2011. Over 2011 is een lichte toename van het aantal aanvragen te constateren, maar dit betreft relatief meer kleinere aanvragen die sterk minder leges genereren. De economische situatie noopt meer tot ver- dan tot nieuwbouw en daarmee lagere bouwkosten. Hierdoor zal de toename van aanvragen niet tot hogere baten leiden. In combinatie met de wijziging van wet- en regelgeving (Wabo), nieuwe systemen (OLO) en integrale en landelijke werkwijzen leiden deze ontwikkelingen tot een onvoorziene toename van de werkdruk bij vergunningafhandeling. De extra kosten voor het afhandelen van de grote bouwvergunningaanvragen uit 2010 kunnen niet met het reguliere budget opgevangen worden. Voor extra inzet van personeel en advisering zal aanvullend € 300.000 nodig zijn. Bijsturing voor dit extra budget vindt plaats ten laste van de egalisatiereserve Inkomsten bouwleges. 6.2 Afwijkingen bouwleges De opbrengst van bouwleges in 2011 wordt op basis van de ontvangen aanvragen om Omgevingvergunning met de activiteit Bouwen met een inschatting van de nog te ontvangen grotere aanvragen lager ingeschat dan begroot. Er is een aantal redenen voor aan te wijzen. ■ Aan het einde van 2010 is een aantal grote omgevingsvergunningen aangevraagd mede als gevolg van het gewijzigde Bouwbesluit per 1 januari 2011. Doordat de baten naar moment van aanvraag worden toegerekend, was er een voordeel van € 874.000 op de bouwleges in 2010. Bij de opstelling van de begroting 2011 (en 2010) was de inschatting dat deze in 2011 zouden vallen. De realisatie van deze baten is dus van 2011 naar 2010 verschoven. ■ De economische recessie in de bouwwereld houdt langer aan dan voorzien was. ■ Enkele grotere verwachte bouwprojecten zoals de Oostvlietpolder vinden geen doorgang waardoor de structurele ontvangsten enigszins lager zijn. De gevolgen hiervan worden nog verder beoordeeld. Verwacht wordt dat er ongeveer € 300.000 minder aan legesontvangsten zullen worden gegenereerd. Eén van de twee doelen van de egalisatiereserve Inkomsten bouwleges is het egaliseren van mee- en tegenvallers in de ontvangsten van bouwleges. Deze reserve wordt als bijsturing ingezet voor deze in 2011 tegenvallende opbrengsten. 6.3 Overschrijding inhuurbudget Door het grote aantal plannen dat in bewerking is, wordt verwacht dat het structurele inhuurbudget zal worden overschreden. Dit betreffen zowel diverse actualisaties van bestemmingsplannen, waar op dit moment hard aan gewerkt wordt om deze tijdig vastgesteld te krijgen, als de diverse gemeentelijke projecten en initiatieven van derden waarvoor een wijziging bestemmingsplan moet worden opgesteld. Als gevolg van het grote aantal procedures dat in behandeling is, zullen naar verwachting ook de inkomsten uit de anterieure overeenkomsten flink stijgen. Het resultaat van de jaarrekening is hierdoor op de grondexploitatie hoger dan geraamd.
Investeringen Voor programma 6 Stedelijke ontwikkeling is geen overschrijding op investeringen te melden.
40 | Bestuursrapportage 2011
Bestuursrapportage 2011 | 41
7
Jeugd en onderwijs
42 | Bestuursrapportage 2011
Jeugd en onderwijs Programmanummer
7
Commissie
Onderwijs en samenleving
Portefeuille(s)
Jeugd, Welzijn & Zorg Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Jeugd en onderwijs luidt: 'In Leiden krijgen kinderen en jongeren de kans gezond en veilig op te groeien in een stimulerende omgeving, zodat zij hun talenten kunnen ontwikkelen en later volwaardig aan de samenleving kunnen deelnemen.'
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Doorontwikkelen Centra voor Jeugd en Gezin Inrichten van Virtueel Centrum voor Jeugd en Gezin Medeontwikkelen iJGZ Verzorgen van aanbod aan opvoed- en opgroeiondersteuning
7.1 Meer en betere opvoedingsondersteuning
Doorontwikkelen van de back office Centrum voor Jeugd en Gezin Regiobreed anticiperen op eventuele stelselwijziging Jeugdzorg
7.2 Sterkere ketenaanpak van de hulpverlening met het kind centraal
Invoeren Halt-afdoening alcohol Voortzetten van regionale samenwerking
7.3 Minder problematisch alcohol- en drugsgebruik bij de jeugd
Het continueren van speciale projecten rond overgewicht op scholen
7.4 Vermindering overgewicht bij jeugd
Harmoniseren tarieven peuterspeelzaalwerk en kinderopvang Waarborgen van de kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvang Doorontwikkelen landelijk register kinderopvang Zorgdragen voor voldoende aanbod peuterplaatsen
7.5 Kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van peuterspeelzalen en kinderopvang
Beheer Brede School Roomburg Ontwikkelen Brede School Leiden Noord Ontwikkelen Merenwijk school tot Brede School Zorg Advies Teams Invoeren combinatiefuncties
7.6 Meer samenwerking in en rond het onderwijs, waarbij de leerling centraal staat
Uitvoeren beleidsplan Onderwijskansenbeleid 2010-2013
7.7 Minder onderwijsachterstanden
Verbeteren functioneren Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Aanpassen van het voortijdig schoolverlaten (VSV) aanbod om zo het aantal VSV'ers terug te dringen
7.8 Minder leerlingen zonder startkwalificatie
Stimuleren toptalent Realiseren van een instroombevordering techniekonderwijs door middel van het Technolab Realiseren van een kwaliteitsbevordering in het techniek onderwijs Bevorderen ICT in het onderwijs Besluitvorming toekomst Jongerenloket
7.9 Afstemmen van de regionale arbeidsmarkt en het aanbod van het (beroeps)onderwijs
Opvoedingsondersteuning en preventieve jeugd (gezondheids)zorg
Peuterspeelzalen en kinderopvang
Onderwijsbeleid
Bestuursrapportage 2011 | 43
Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Opstellen en aanbieden van het IHP 2011-2026 Opstellen van een afrekening van de stimuleringsregeling binnenmilieu Bouw Brede school Leiden Noord Uitbreiding Vrije School Mareland Tijdelijke huisvesting Leo Kannerschool Uitvoeringsbesluit bouw twee gymnastieklokalen of sportzaal in de Kikkerpolder Vergroten gymnastiekcapaciteit Opleveren nieuwbouw basisschool St. Joseph, inclusief gymnastieklokaal, ruimten voor buitenschoolse opvang en schoolwoningen Verplaatsing Marecollege Uitbreiding Eerste Leidse Schoolvereniging
7.10 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van onderwijshuisvesting
Onderwijshuisvesting
Verruimde openstelling speeltuinen Thuis Op Straat
7.11 Voldoende kwantiteit en kwaliteit van speelruimte voor kinderen
Huisvesting jongerenwerk Activiteiten jongerenplatform
7.12 Voldoende voorzieningen die aansluiten op de behoeften van jongeren
Spelen en opgroeien in de wijk
Toelichting doelenboom 7.3 Invoering Halt-afdoening alcohol De bekostiging van de invoering van de volledige Halt-afdoening is in Holland Rijnland ter discussie komen te staan. In 2011 wordt beleid gemaakt om een weloverwogen keuze te kunnen maken voor de verdeling van de beschikbare regionale middelen. 7.5 Harmoniseren tarieven peuterspeelzaalwerk en kinderopvang De minister heeft eind 2010 besloten de algehele harmonisatie van tarieven tussen kinderdagopvang en peuterspeelzaalwerk niet door te zetten. De wettelijke grond onder de doelstelling is daarmee vervallen. In 2011 bereidt de Minister een wetsvoorstel voor de financiële toegankelijkheid van voorschoolse voorzieningen voor doelgroepkinderen te vergroten. Naar aanleiding hiervan moeten we mogelijk een nieuwe doelstelling formuleren. 7.9 Realiseren van een kwaliteitsbevordering in het techniek onderwijs De kwaliteit van het techniekonderwijs zal verbeteren doordat ROC Leiden en Da Vinci college VMBO (incl Techniek) de nieuwbouw bij station Lammenschans gaan betrekken. Het aantal leerlingen in het technisch VMBO in Leiden loopt nog steeds terug. De opleidingsinfrastructuur is niet meer optimaal. Overleg van de wethouder met de betrokken scholengemeenschappen is gaande. 7.10 Opstellen en aanbieden van het IHP 2011-2026 Het IHP Onderwijshuisvesting komt niet voor het reces gereed. Het kost meer tijd dan bedacht om het benodigde extra budget na 2015 te ramen en binnen de mogelijkheden de noodzakelijke voorzieningen in prioriteitvolgorde te zetten. Begin september wordt het concept met de wethouder besproken om vervolgens enkele weken later de tekst door burgemeester en wethouders te laten vaststellen. Tussen de vaststelling door het college van burgemeester en wethouders en de behandeling in de raadscommissie Onderwijs en Samenleving zal een overleg met alle schoolbesturen worden georganiseerd om hen in de gelegenheid te stellen hun oordeel (winstpunten en zorgen) kenbaar te maken. 7.10 Uitvoeringsbesluit bouw twee gymnastieklokalen of sportzaal in de Kikkerpolder Naar aanleiding van de eerste resultaten van een verkeersstudie en extra behoefte van parkeerplaatsen bij een sporthal ter grootte van zes gymnastiekzalen, blijkt de combinatie van vier gymnastiekzalen bij het Driestar College en twee gymnastieklokalen in de Kikkerpolder de voorkeur te hebben boven zes gecombineerde gymnastiekzalen in het Houtkwartier. De vier gecombineerde gymnastiekzalen worden in deze variant zo gecombineerd dat in elk geval twee wedstrijdvelden voor basketbal ontstaan. Deze sportvoorziening wordt meegenomen in het nog vast te stellen (beeld)kwaliteitsplan voor het Houtkwartier en voorontwerpbestemmingsplan voor de gezamenlijke ontwikkeling van Dieperhout en Driestar College. 7.10 Vergroten gymnastiekcapaciteit Doordat het kader voor het woningbouwprogramma bijgesteld moet worden, heeft het project enige vertraging opgelopen. 7.12 Huisvesting jongerenwerk Er ligt een motie van de Raad waarin wordt verzocht om binnen drie jaar (voor eind 2013) een structurele voorziening voor jongeren te realiseren in de Stevenshof (ter vervanging van de huidige tijdelijke voorziening).
44 | Bestuursrapportage 2011
Uitvoering van de motie is vertraagd omdat er in eerste instantie geen budget voor uitvoering van de motie bleek te zijn. Via de NUON-middelen is nu echter budget beschikbaar.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 7 Jeugd en Onderwijs (x €1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
7.1
div
onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
rea
123
L
afwijking huur sportvelden
7.2
441.01
ovo onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
rea
26
25
24
24
L
afwijking krediet sted.gym.
7.2
441.01
ovo onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
rea
-26
-25
-24
-24
L
afwijking krediet sted.gym.
7.3
480.04
lokaal onderwijsbeleid
Mw. R.A. van Gelderen
rea
181
181
181
181
L
wijziging doeluikering OAB
7.3
480.04
lokaal onderwijsbeleid
Mw. R.A. van Gelderen
rea
-1.976
-1.976
-1.976
-1.976
B
wijziging doeluikering OAB
7.3
480.04
lokaal onderwijsbeleid
Mw. R.A. van Gelderen
rea
-181
-181
-181
-181
B
wijziging doeluikering OAB
7.3
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
1.976
1.976
1.976
1.976
B
wijziging doeluikering OAB
7.4
433.01
bso onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
rea
300
L
leo kanner
7.5
480.01
onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
rea
300
L
ozb scholen
7.6
421.01
obo onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
inst
103
B
verkoop noodlokalen bsln
7.6
421.01
obo onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
inst
-51
-52
B
verkoop noodlokalen bsln
Resultaat voor bestemming programma 7
826
0
-51
-52
7.1
980.07
verrekening reserves programma 7
Hr. F.J. de Wit
rea
-123
B
afwijking huur sportvelden
7.4
980.07
verrekening reserves programma 7
Hr. F.J. de Wit
rea
-300
B
leo kanner
7.5
980.07
verrekening reserves programma 7
Hr. F.J. de Wit
rea
-300
B
ozb scholen
7.6
980.07
onderwijshuisvesting
Hr. F.J. de Wit
rea
-103
51
52
L
verkoop noodlokalen bsln
Verrekeningen met reserves
-826
0
51
52
Toelichting afwijkingen begroting 2011 7.1 Huur sportvelden Een deel van de huur voor sportvelden, die vergoed wordt aan de verschillende schoolbesturen en ten laste van het boekjaar 2010 geboekt had moeten worden, is door omstandigheden geboekt ten laste van de exploitatie 2011. Hierdoor is er in 2011 een nadeel van € 123.000. Bijsturing vindt plaats door het tekort ten laste te brengen van de reserve Onderwijshuisvesting. Overigens is bij het opstellen van de jaarrekening 2010 het positieve resultaat als gevolg van het niet boeken van de huurvergoeding van de sportvelden in 2010 in dezelfde reserve gestort. Per saldo heeft deze actie dus een neutraal effect op de reserve Onderwijshuisvesting. 7.2 Krediet stedelijk gymnasium De slotbetaling voor de nieuwbouw aan het stedelijk gymnasium bedraagt circa € 300.000,- (afwijking is 4,8% op een totaalkrediet van € 6.239.550,-). Het krediet is in 2010 afgesloten met een voordeel van € 15.000,-. Voor
Bestuursrapportage 2011 | 45
deze eindafrekening wordt een nieuw krediet aangevraagd wat leidt tot extra kapitaallasten van € 21.000,- met ingang van 2012. De redenen voor overschrijding van het budget met € 300.000,- zijn: Door de ligging in het park en de naadloze overgang naar de groene ruimte moest er een aantal voorzieningen worden getroffen, die niet waren voorzien. Het gebouw moest bijvoorbeeld versterkt worden aan de kant van de vijver. Daarnaast werden de aansluitingskosten voor de nutsvoorzieningen duurder. De groene ruimte rondom de school is openbaar terrein, maar tevens het “schoolplein” voor de leerlingen. Ook was de aankoop en het bouwrijp maken van de grond € 42.000,- duurder dan begroot. Dit betreft echter een interne verrekening met VAG. Het krediet gaat ten laste van de middelen die in het Integraal Huisvestingsplan (IHP) zijn vastgesteld. Dekking wordt gevonden binnen de vrijval van de kapitaallasten van dit plan. Als voorbeeld wordt genoemd het krediet van de Josephschool dat binnen de financiële kaders blijft en nu in de afrondende fase zit (verwacht voordeel € 2 ton) en het gereserveerde krediet voor ‘Specifiek locatiegebonden kosten 2012’ (€ 1 ton). Samen met nieuw te plannen investeringen zal het nieuwe IHP (najaar 2011) ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Hierbij worden alle voor- en nadelen van uitgevoerde investeringen betrokken bij het totaalbeeld van kapitaallasten. 7.3 Rijksbijdrage Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Met ingang van 2011 is de rijksbijdrage OAB veranderd in een specifieke doeluitkering en wordt hiermee uit de algemene uitkering onttrokken. Een specifieke doeluitkering moet apart verantwoord worden door middel van de SISA bij de jaarrekening. Het oorspronkelijke bedrag is € 1.976.000,-. Gevraagd wordt dit bedrag nu te begroten en verantwoorden via beleidsproduct 480.04. In de loop van 2011 is deze bijdrage geïndexeerd met € 181.200,-. Voorgesteld wordt de lasten op beleidsproduct 480.04 te verhogen met dit bedrag. De bijdrage aan de combinatiefunctie à € 98.000,- ten laste van het gemeentelijk aandeel in de OAB kan door deze indexering weer worden goedgemaakt, zodat er weer voldoende middelen beschikbaar zijn voor het uitvoeren van het beleidsplan ‘Onderwijskansenbeleid’. Bij het opstellen van de begroting 2011 is de specifieke uitkering OAB nog begroot binnen de algemene uitkering (cf 2010). De algemene uitkering wordt verlaagd ten gunste van inkomsten op beleidsproduct 480.04 Lokaal Onderwijsbeleid. De verhoging van de rijksbijdrage dient ter dekking van de verhoogde beleidsuitgaven. De inkomsten van programma 7 worden verhoogd ten laste van de inkomsten van de Algemene Middelen deel I. De indexering heeft tot gevolg dat er meer beleidsmiddelen (€ 181.000,-) beschikbaar zijn voor 2011 e.v. Een separaat voorstel over de besteding van de middelen volgt zo spoedig mogelijk. 7.4 Verhuizing Leo Kannerschool De tijdelijke huisvesting van de Leo Kannerschool was in een vroeg stadium begroot op € 50.000,-. Na een specifiekere raming blijkt dat dit uiteindelijk circa € 350.000,- zal gaan kosten. De voornaamste reden waarom aan beide schoolgebouwen aan de Cesar Franckstraat 5 en het Bizetpad 1 veel meer aanpassingen moeten worden verricht dan in eerste instantie was voorzien, heeft te maken met de extra lesruimte die nodig is doordat het leerlingenaantal van de Leidse vestiging van de Leo Kannerschool fors toeneemt per augustus 2011. In plaats van deze door noodlokalen te realiseren is besloten dat efficiënter gebruik van deze gebouwen mogelijk is en economisch voordeliger is. Na bouwkundig advies is via een aanbestedingsprocedure de economisch voordeligste aanbieder gekozen. Bijsturing vindt plaats door deze overschrijding van € 300.000,- ten laste te brengen van de reserve Onderwijshuisvesting. 7.5 OZB scholen Schoolbesturen moeten over de voor hun in bezit zijnde scholen onroerend zaak belasting (OZB) aan de gemeente betalen. Deze OZB wordt aan hen vergoed via het budget bij onderwijshuisvesting (dezelfde gemeente). Hiervoor is ook een bedrag opgenomen in de betreffende begroting. Sinds enige tijd loopt het verschil tussen wat op de begroting staat en wat er daadwerkelijk aan de scholen moet worden betaald behoorlijk uiteen. Vorig jaar was er een tekort van circa € 250.000,-, terwijl er in 2011 een tekort verwacht wordt van circa € 300.000,-. Oorzaak van deze afwijking zit in het feit dat er een aantal nieuwe scholen zijn gerealiseerd, waardoor de OZB voor die scholen relatief sterk is gestegen. In het Integraal Huisvesting Plan (najaar 2011) kunnen de totale kosten voor onderwijshuisvesting inclusief de OZB-vergoeding voor schoolgebouwen in beeld gebracht worden. Bijsturing van € 300.000 in 2011 vindt plaats ten laste van de reserve Onderwijshuisvesting. 7.6 Verkoop noodlokalen Brede School Leiden Noord In de begroting 2011 is een opbrengst geraamd vanwege de verkoop van de tijdelijke huisvesting (portocabins) van de Viersprong en huisartsen/fysiotherapeuten van € 103.000,-. Dit komt voort uit het uitvoeringsbesluit
46 | Bestuursrapportage 2011
van de Brede School Leiden Noord (RV 08.0047). De oplevering van de Brede school Leiden Noord is echter vertraagd, waardoor de tijdelijke huisvesting langer in stand dient te blijven. Verkoop in 2011 is dan ook niet aan de orde. De verkoop van de tijdelijke huisvesting van de Viersprong is nu voor 2013 geraamd. Voor huisvesting van de huisartsen/fysiotherapeut is de gemeente afhankelijk van voortgang van Proper Stok die het zorgdeel van het maatschappelijk vastgoed ontwikkelt. De verwachting is dat de oplevering minimaal nog tot 2014 duurt en inkomsten op de tijdelijke huisvesting ook pas dan geraamd kunnen worden. Bijsturingsvoorstel is het nadeel in de reserve Brede school op te vangen en de inkomsten in 2013 en 2014 weer in de reserve Brede school terug te laten vloeien.
Investeringen Voor programma 7 is de overschrijding op het krediet stedelijk gymnasium gemeld in de vorige paragraaf toelichting afwijkingen begroting 2011 onder 7.2, vanwege de budgettaire gevolgen voor de begroting.
Bestuursrapportage 2011 | 47
8
Cultuur, sport en recreatie
48 | Bestuursrapportage 2011
Cultuur, sport en recreatie Programmanummer
8
Commissie
Onderwijs en Samenleving
Portefeuille(s)
Cultuur, Werk en Inkomen Onderwijs, Sport en Milieu
De missie van het programma Cultuur, sport en recreatie luidt: "Cultuur, cultuurhistorie, sport en evenementen zijn van grote waarde voor de versterking van de positie van Leiden in de regio Randstad. Bovendien zijn sport, recreatie, evenementen en cultuur, belangrijk voor de sociale structuur van de stad. Het aanbod van voorzieningen zal toegankelijk zijn om de ontwikkeling en ontspanning van inwoners te verzekeren en onderscheidend om de centrumfunctie voor bezoekers te benutten."
Doelenboom Prestaties Integraal les- en cursusaanbod en openbare bibliotheek BplusC Programma's Museum & School en Cultuur & School Fonds voor Cultuurparticipatie Activiteiten Jeugdtheaterscholen
Doel
Beleidsterrein
8.1 Meer cultuuureducatie
ontwikkeling Uitvoeringsbesluit Muziekcentrum de Nobel Upgrading museum de Lakenhal Toekomstige programmering en exploitatie LAK-theater Verzelfstandiging Leidse Schouwburg en Stadsgehoorzaal en Waag Omroep Holland Centraal Doorontwikkeling Leids Filmfestival Evaluatie Cultuurfonds consolidatie Exploitatie ateliercomplex Haagweg 4 Activiteiten Muziekhuis Deelverordening Amateurkunst Subsidies Promotie van de website 'Gids Beeldende Kunst in Openbare Ruimte Leiden' Programma Scheltema en Veenfabriek Programma en exploitatie Sieboldhuis
8.2 Versterking van de culturele infrastructuur, aanbod van het cultureel product en bevordering van het culturele experiment en innovatie
Subsidie Pieterskerk Digitalisering regionaal archief Het uitbreiden van de depotruimte regionaal archief Kennis- en adviescentrum Monumenten en Archeologie Programma binnenstad Cultuurhistorische atlas, ontwikkelingen en bestemmingsplannen Monumentenselectiecommissie Bouwhistorische verwachtingen Archeologische verwachtingen Vervolg archeologisch park Matilo Publieksparticipatie / expositie Archeologisch Centrum Onderzoeken van wenselijkheid en haalbaarheid van een NV Stadsherstel Leiden
8.3 Het cultureel erfgoed materieel en immaterieel in betere staat overdragen aan toekomstige generaties
Cultuur
Cultureel erfgoed
Bestuursrapportage 2011 | 49
Prestaties
Doel
Uitvoeren uitvoeringsprogrammma Kadernota Leids Sportbeleid Vervolg Huis van de Sport Implementatie integraal sportaccommodatieplan Voortzettting Sportstad Leiden Zuidwest Herinrichting en opwaardering sportvelden
8.4 Voldoende kwalitatieve en kwantitatieve sportvoorzieningen
Ondersteunen sportverenigingen in het werven en begeleiden van vrijwilligers Organisatie van een aantal cursussen en scholingen voor sportverenigingen Verdere uitbouw van het Sportbedrijf als sportservicepunt
8.5 Voldoende kwantitatieve en kwalitatieve ondersteuning sportverenigingen
Het subsidieren van de Stichting Topsport Leiden Subsidiering van sport(stimulerings)activiteiten Invoering combinatiefuncties
8.6 Voldoende sportstimuleringsactiviteiten voor Leidenaren
Continuering beheer en exploitatie van Jeugddorp Zuidwest Beheer en exploitatie van volkstuinen Continuering subsidiering amateurtuinders
8.7 Voldoende recreatieve mogelijkheden voor inwoners en bezoekers van Leiden
Ondersteuning drie grootschalige evenementen Subsidiering (kleinere) evenementen Verbeteren dienstverlening evenementen
8.8 Voldoende onderscheidende evenementen ter versterking van de levendigheid in de stad, het aantrekken van extra bezoekers en versterking van de lokale economie
Beleidsterrein
Sport
Recreatie
Toelichting doelenboom 8.2 Uitvoeringsbesluit Muziekcentrum de Nobel De ontwikkeling van Muziekcentrum de Nobel heeft enige vertraging opgelopen omdat het eerste half jaar van 2011 is gebruikt om de toekomstige exploitatie sluitend te krijgen. Het uitvoeringsbesluit zal eind 2011 genomen worden. 8.2 Toekomstige programmering en exploitatie LAK-theater In 2011 is een onderzoek gestart naar de wijze waarop het LAK-theater als een zelfstandige stichting kan worden voortgezet. Door de (nieuwe) eis van de universiteit dat het cursusaanbod van het LAK kostenneutraal dient te zijn, zullen de cursussen dermate duur worden dat dit hoogst waarschijnlijk de beëindiging van het cursusaanbod tot gevolg zal hebben. Hierdoor zal op termijn een heel kleine (en derhalve kwetsbare) theaterorganisatie resteren. Uitgangspunt is en blijft dat dit theater ondanks de bezuinigingen behouden zal blijven voor de stad. Niettemin ontstaat een zeker risico voor de toekomst. 8.2 Verzelfstandiging Leidse Schouwburg en Stadsgehoorzaal en Waag De verzelfstandiging is per 1 januari 2011 afgerond en is derhalve volgens planning verlopen. Niettemin dreigen voor de BV Stadspodia Leiden substantiële financiële tekorten. Oorzaken hiervoor zijn de landelijke bezuinigingen in de cultuursector en teruglopende kaartverkoop tengevolge van de crisis. Door maatregelen te nemen op zowel de kosten als inkomsten is de BV in staat geweest om een sluitende meerjarenbegroting sanen te stellen. 8.2 Scheltema Voor programma Scheltema moet er wel worden bijgestuurd omdat de exploitatie niet sluitend is. Op dit moment wordt er een onderzoek verricht naar de toekomstmogelijkheden. 8.2 Promotie van de website ‘Gids Beeldende Kunst in Openbare Ruimte Leiden’ Leiden Marketing heeft aangegeven op hun site de module voor de kunstwerken in de stad te willen opnemen. Dit traject heeft bij de ontwikkeling van de eigen site van Leiden Marketing vertraging opgelopen. Inmiddels is de vernieuwde site van Leiden Marketing on line. Verwacht wordt dat de module “Kunst in de openbare ruimte van Leiden” medio 2011 eveneens on line is. 8.3 Het uitbreiden van de depotruimte regionaal archief Zoals in de jaarrekening 2010 al is gemeld heeft de uitbreiding van het depot in Alphen door WAD Archiefdienst BV enige vertraging opgelopen. De bouw zal niet in 2011, maar in 2012 afgerond worden. Naar verwachting zal dit jaar nog wel de eerste paal worden geslagen. 8.4 Huis van de sport Het College heeft op 26-10-2010 besloten de Europese aanbestedingsprocedure van Huis van de Sport stop te zetten. Dit onderwerp is derhalve in 2011 niet meer aan de orde geweest.
50 | Bestuursrapportage 2011
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 8 Cultuur Sport en Recreatie (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
8.1
541.02
oudheidkunde en musea
Hr. J.J. de Haan
rea/ inst/ lkh
130
8.2
540.02
muziek
Hr. J.J. de Haan
rea
500
-500
Resultaat voor bestemming programma 8
630
-500
0
8.1
980.11
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
con
-130
8.2
980.11
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
con
-500
500
Verrekeningen met reserves
-630
500
0
L/B
Omschrijving
L
lakenhal op orde
L
glazen huis
0
B
lakenhal op orde
B
glazen huis
0
Toelichting afwijkingen begroting 2011 8.1 Lakenhal op Orde Met het actieplan ‘Lakenhal op Orde’ (RV 09.0084) is door de Raad besloten tot het oplossen van de meest dringende knelpunten op het gebied van programmering, collectiemanagement, personeelsmanagement en huisvesting van het museum. De nodige versterking van de bedrijfsvoering is uitgewerkt in het organisatieplan Lakenhal, welke door de Concerndirectie in 2010 is vastgesteld. Hieruit bleek dat structureel € 320.000 aan extra personeelsbudget benodigd is. Het museum heeft binnen het eigen budget ruimte kunnen vinden voor een groot deel hiervan, maar voor € 130.000 niet. De Concerndirectie heeft besloten voor 2011 incidenteel de Concernreserve Bedrijfsvoering hiervoor beschikbaar te stellen. Voor latere jaren is met de Perspectiefnota 2012-2015 een voorstel gedaan. Binnen de bedrijfsvoering van de Lakenhal is geen ruimte om deze noodzakelijke uitgave op te vangen. De bedrijfsreserve van de Lakenhal zou onevenredig uitgeput raken, mede in het licht van de risico’s op lopende projecten in 2011 en een gezonde reserve op lange termijn. Conform afspraak zal als bijsturing vanuit de Concernreserve Bedrijfsvoering voor 2011 het benodigde bedrag aangevuld worden. 8.2 Glazen Huis In de Perspectiefnota 2012-2015 is een bedrag van € 500.000 opgenomen voor het "Glazen Huis". In december 2011 vindt in Leiden de actie Serious Request plaats, het zogenoemde ‘Glazen Huis’. Dit landelijk zeer aandacht trekkende evenement zal op de Beestenmarkt, het water van de Turfmarkt en het eindfeest op de Lammermarkt plaatsvinden. Dat zal in deze delen van de binnenstad en incidenteel op overige locaties de hele maand december goed merkbaar zijn. Grote publieksaantallen, optredende artiesten, BN’ers en grote media aandacht zullen ervoor zorgen dat Leiden een feestmaand gaat meemaken, die bijzonder is. De gemeente zal hiervoor kosten maken, waaronder het faciliteren van een goed verloop van het evenement. Extra inzet van gemeentelijke diensten en derden om de stad een week lang schoon, heel en veilig te maken en houden. De kosten zullen uit de éénmalige bijdrage van € 500.000 bekostigd worden. Dit budget wordt in deze Bestuursrapportage beschikbaar gesteld in 2011 in plaats van in de begroting 2012, via de Concernreserve.
Investeringen Voor programma 8 Cultuur, sport en recreatie is geen overschrijding op investeringen te melden.
Bestuursrapportage 2011 | 51
9
Welzijn en zorg
52 | Bestuursrapportage 2011
Welzijn en zorg Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
9 Onderwijs en Samenleving Jeugd, Welzijn & Zorg
De missie van het programma Welzijn en Zorg luidt: 'De gemeente Leiden wil een stad zijn waarin alle mensen, inclusief die met een zorgbehoefte, actief kunnen participeren en zelf de regie in handen hebben bij de wijze waarop hun zorgbehoefte wordt vervuld. Het gemeentelijke beleid is gericht op het activeren van mensen om hen in staat te stellen zelf deel te nemen aan de samenleving. Daarnaast organiseren we een vangnet voor de ondersteuning van zeer kwetsbare burgers die onvoldoende in staat zijn om voor zichzelf te zorgen.'
Doelenboom Prestaties
Doel
Beleidsterrein
Toetsen uitvoeringspraktijk op vijf basisfuncties uit de handreiking van het ministerie van VWS Vergroten deskundigheidsbevordering Regie op invoering maatschappelijke stages
9.1 Meer mensen actief in vrijwilligerswerk
Bevorderen sociale cohesie door regeling participatie en ontmoeting Uitvoeren uitvoeringsplan welzijn
9.2 Meer mensen voelen zich thuis in de buurt
Collectieve ondersteuning voor deelname aan de samenleving
-
-
Bevorderen bemiddeling vraag en aanbod vrijwilligerswerk voor allochtonen
-
Individuele ondersteuning voor deelname aan de samenleving
9.3 Meer allochtonen werken, doen aan vrijwilligerswerk en hebben een hoger opleidingsniveau -
Participatie, ontmoeting, integratie en emancipatie Collectieve preventieve zorg
Nieuwe contracten veel voorkomende woonvoorzieningen Uitvoeren nota winkelen, wonen, welzijn en zorg
9.5 Meer mensen met een beperking wonen zelfstandig
Aanpassen van het huidige Dynamisch Selectiemodel per 1-1-2011 Het laten verrichten van onderzoek naar de verschillende toewijzingsmodellen voor Hulp bij het Huishouden en het maken van een keuze voor de toewijzingssystematiek per 2012 Het verrichten van contractbeheer voor individuele Wmo-voorzieningen (primair Hulp bij het Huishouden en Hulpmiddelen) voor de Leidse regio en Katwijk
9.6 Meer mensen met een beperking zijn in staat om zelfstandig te participeren in een sociaal en maatschappelijk leven
Monitoren herzien convenant voorkomen huisuitzettingen Implementeren van persoonsgebonden aanpak Onderzoek naar alternatieven voor werk en dagbesteding Uitrollen van het maatschappelijk Steunsysteem over de regio
9.7 Versterken terugleiding daklozen naar de maatschappij
Individuele zorgvoorzieningen
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
Bestuursrapportage 2011 | 53
Prestaties Onderzoek doen naar behoeftebepaling en het genereren van overzicht in het souterrain van de woningmarkt Onderzoek doen naar nieuwe opzet sociaal pension Realiseren scheve huisjes
Doel
Beleidsterrein
9.8 Bevordering doorstroming naar reguliere huisvesting van kwetsbare groepen
Maatschappelijke opvang kwetsbare groepen
Toelichting doelenboom 9.2 Uitvoeren uitvoeringsplan welzijn De pilots zijn in overleg met Libertas Leiden om een aantal redenen stopgezet. Een aantal eerder gemaakte keuzes vragen om verdere politieke afweging. Daarnaast vragen de huidige maatschappelijke ontwikkelingen om een aanpassing binnen het welzijnswerk. De pilots hebben wel een aantal inzichten opgeleverd. Deze informatie wordt gebruikt om samen met Libertas te komen tot een nieuwe invulling van de uitvoeringsovereenkomst. 9.3 Bevorderen bemiddeling vraag en aanbod vrijwilligerswerk voor allochtonen In het WMO uitvoeringsplan vrijwilligerswerk (vastgesteld door het college op 8 februari 2011) staat beschreven dat er in 2011 een visiedocument over het versterken van de uitvoeringspraktijk van het vrijwilligerswerk zal worden geschreven. Hierin wordt opgenomen een analyse van de aanbodzijde en een beschrijving van een evenwichtige opbouw van het vrijwilligersbestand (prognose demografie/vergrijzing/jongeren/allochtonen). In afwachting hiervan wordt er nu geen extra inzet gepleegd op de bemiddeling van allochtonen naar vrijwilligerswerk.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 9 Welzijn en Zorg (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
9.1
620.02
zorgcoordinatie en bemiddeling
Mw. R.A. van Gelderen
rea
250
250
250
250
L
AWBZ
9.1
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
-250
-250
-250
-250
B
AWBZ
9.2
630.01
samenlevingsopbouw
Mw. R.A. van Gelderen
rea
-581
581
L
Slaaghwijk
9.3
622.01
wmo; huishoudelijke verzorging
Mw. R.A. van Gelderen
bod
300
300
300
300
L
wmo
9.3
622.01
wmo; huishoudelijke verzorging
Mw. R.A. van Gelderen
bod
60
60
60
60
L
wmo
9.3
652.01
wmo; voorzieningen en hulpmiddelen
Mw. R.A. van Gelderen
bod
-125
-125
-125
-125
L
wmo
9.3
652.01
wmo; voorzieningen en hulpmiddelen
Mw. R.A. van Gelderen
bod
-125
-125
-125
-125
L
wmo
9.3
652.01
wmo; voorzieningen en hulpmiddelen
Mw. R.A. van Gelderen
sei
45
45
45
45
B
wmo
9.3
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
-155
-155
-155
-155
L
wmo
9.4
714.02
categoriale gezondsheidszorg
Mw. R.A. van Gelderen
rea
73
L
vrouwenopvang
9.4
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
-73
B
vrouwenopvang
Resultaat voor bestemming programma 9
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
Verrekeningen met reserves
9.2
980.11
54 | Bestuursrapportage 2011
-581
581
0
0
con
581
-581
B
Slaaghwijk
581
-581
0
0
Toelichting afwijkingen begroting 2011 9.1 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Als gevolg van de Pakketmaatregel verliest een deel van de mensen zijn aanspraak op begeleiding op grond van de AWBZ (landelijke schatting 27%). Daarnaast zijn er mensen die hun aanspraak op AWBZ-begeleiding behouden, maar die vermindering van uren krijgen. Het Rijk heeft per 2011 de taak overgeheveld naar de gemeenten. Er zijn inmiddels subsidies verstrekt o.a. aan Rivierduinen. Hiervoor is de algemene uitkering opgeplust maar de middelen waren nog niet overgeheveld naar het beleidsproduct waardoor op het betreffende beleidsproduct een tekort is ontstaan. Bijsturing voor 9.1 en 9.3: In de algemene uitkering is in 2011 € 405.000 meer aan WMO-integratieuitkering ontvangen dan geraamd. Een deel hiervan is bestemd voor de AWBZ-compensatiemaatregelen. Bij de begroting 2011 is een rijkskorting op de WMO volledig in de begroting gecompenseerd. De korting was feitelijk groter doordat er naast allerlei minnen er ook een plus in zat voor de AWBZ-compensatie. De plus is niet doorgegeven aan de AWBZ-compensatie. Dat kan door de extra € 405.000 hersteld worden. Er zal € 155.000 aangewend worden ter bijsturing van het tekort WMO en € 250.000 gaat naar de AWBZ-compensatie. 9.2 Preventie-subsidie Slaaghwijk Er zijn o.a. geoormerkte gelden van het Rijk ontvangen voor het project Slaaghwijk. Bij de uitvoering van het project zijn drie partijen betrokken; de gemeente en twee corporaties, Portaal en De Sleutels. Eind 2011 zal er naar verwachting nog € 581.000 te besteden zijn. Dit bedrag zal overgeheveld worden naar 2012. De vertraging heeft deels te maken met de toekenning door het Rijk van stedelijke vernieuwingsgelden, die pas in oktober 2011 definitief wordt. Een deel van de rijksgelden Slaaghwijk (ten behoeve van de openbare ruimte) wordt in samenhang daarmee uitgegeven. 9.3 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Net als andere jaren worden de individuele WMO-voorzieningen als één geheel behandeld. 1) Het aantal Persoons Gebonden Budgetten (PGB’s) voor huishoudelijke hulp neemt toe en daarmee stijgen de lasten inclusief uitvoeringskosten van de Sociale Verzekeringsbank met € 300.000. Deze trend was al zichtbaar in 2010 en is structureel. 2) De uitvoeringskosten van het Centraal Administratiekantoor waren in 2010 al hoger dan geraamd en dat zet zich door in 2011 en is daarmee structureel. 3) Op het collectief vraagafhankelijk vervoer wordt een structureel voordeel verwacht van € 125.000 als gevolg van een lager aantal ritten. 4/5) Op de woonvoorzieningen wordt per saldo een structureel voordeel verwacht van € 80.000. Het voordeel op de lasten als gevolg van een lager volumes bedraagt € 125.000, daarnaast staat nog een rijksopbrengst geraamd van € 45.000 terwijl er niet meer bij het Rijk kan worden gedeclareerd. Bijsturing: zie 9.1 AWBZ 9.4 Vrouwenopvang Er zijn éénmalig extra middelen (€ 73.000) verstrekt voor het adviessteunpunt Huiselijk geweld. Dit is mogelijk omdat er via de algemene uitkering eenmalig € 73.000 is ontvangen voor Vrouwenopvang.
Investeringen Voor programma 9 Welzijn en zorg is geen overschrijding op investeringen te melden.
Bestuursrapportage 2011 | 55
10
Werk en inkomen
56 | Bestuursrapportage 2011
Werk en inkomen Programmanummer Commissie Portefeuille(s)
10 Werk en financiën Cultuur, werk en inkomen Bereikbaarheid, Financiën en Economie
De missie van het programma Werk en inkomen luidt: "De gemeente Leiden helpt haar inwoners bij het verkrijgen of behouden van economische zelfstandigheid door werk, biedt mogelijkheden tot sociale participatie en waar nodig een financieel vangnet."
Doelenboom Prestaties Uitstroombevorderende maatregelen
Doel
Beleidsterrrein
10.1 Meer duurzame uitstroom naar werk
Inzet van instrumenten op de participatieladder Participatiebudget benutten Meer maatwerk toepassen Projecten Het Werkatelier
10.2 Meer trajecten op maat
Verhogen klanttevredenheid Ontwikkelen beoordelingssysteem inzake re-integratie
10.3 Meer aandacht voor de kwaliteit van re-integratiebedrijven
Meer klanten werkzaam in een nieuwe vorm van gesubsidieerde arbeid Doorstroom realiseren
10.4 Meer gesubsidieerd werk
Activeren van mensen op wachtlijst/Voorschakeltrajecten voor wachtlijstkandidaten met een WWB uitkering Bijdrage gemeente
10.5 Mensen op de wachtlijst Wsw eerder aan werk helpen
Participatie
Potentieelanalyse
10.6 Meer Wsw-ers op begeleid werken of detacheringsplaats
Wijkgerichte inburgering (Leiden Noord en Slaaghwijk) Uitvoering inzet taalcoaches
10.15 Meer inburgeringsplichtigen werken, doen aan vrijwilligerswerk en hebben een hoger opleidingsniveau
Implementeren nieuwe aanvraagprocessen Kei-goed Realiseren gezamenlijke huisvesting gemeente Leiden en UWV/ Werkbedrijf in het Stadsbouwhuis
10.7 Sneller afhandelen van aanvragen financiële voorzieningen
zie prestaties bij doel 10.1 - 10.4
10.8 Aantal mensen in de bijstand zo laag mogelijk houden
zie prestaties bij doel 10.1 - 10.4
10.9 Minder lange uitkeringsduur
Verhogen inkomsten uit terugvordering
Financiële voorzieningen
10.10 Meer inkomsten uit terugvordering van onterecht verstrekte bijstand
Bestuursrapportage 2011 | 57
Prestaties
Doel
Terugdringen niet-gebruik
10.11 Meer mensen uit de doelgroep bereiken door betere voorlichting
Ambtshalve beschikking declaratieregeling Realiseren snelloket bijzondere bijstand
10.12 Sneller afhandelen van aanvragen minimabeleid
Voorkomen van problematische schulden
10.13 Meer inzet op preventie
Verhogen succesvolle schuldhulpverlening Meer duale trajecten schuldhulpverlening/ re-integratie
10.14 Meer met succes afgeronde schuldhulpverleningstrajecten
Beleidsterrrein
Minimabeleid
Schuldhulpverlening
Toelichting op doelenboom 10.1 Uitstroombevorderende maatregelen Gemeten wordt het percentage mensen dat na 6 maanden en 1 dag niet opnieuw is ingestroomd in de bijstand. Van de uitstroom in 2011 zijn nog geen cijfers te genereren daarom staat de prestatie-indicator op oranje. Het percentage over 2010 bedraagt 95% (94% 2009). 10.2 Meer maatwerk toepassen/Projecten/Werkatelier Het Participatiebudget 2011 is lager dan 2010. Er zijn daardoor veel minder trajecten gestart en is er ook weinig financiële ruimte voor projecten. Het participatiecentrum kan worden gezien als de opvolger van het werkatelier. In de begroting was nog uitgegaan van een start per 1 juli 2011, dat wordt 1 september. Vanaf 1 september zal de kans op maatwerk weer toenemen vanwege de start van het participatiecentrum. 10.3 Verhogen klanttevredenheid/ontwikkeling beoordelingssysteem inzake re-integratie In 2011 zijn er maar weinig re-integratietrajecten opgestart bij externe re-integratiebedrijven. De meeste nieuwe trajecten worden intern opgestart bij Re-integratie Leiden. Ook het participatiecentrum zal 100% gemeentelijk zijn. De ontwikkeling van het beoordelingssysteem voor externe re-integratiebedrijven is daarom stopgezet. Wel zal bij de ontwikkeling van het participatiecentrum de klanttevredenheid worden meegenomen. Dit zal pas in 2012 kunnen worden gemeten. 10.4 Meer klanten werkzaam in een nieuwe vorm van gesubsidieerde arbeid In de Participatievisie is besloten om de gesubsidieerde arbeid af te bouwen en geen verloningstrajecten meer op te starten. De prestatie-indicator is daarmee feitelijk vervallen. 10.5 Voorschakeltrajecten In de Participatievisie is besloten om geen voorschakeltrajecten meer op te starten vanwege de rijksbezuinigingen op het Participatiebudget. De prestatie-indicator is daarmee feitelijk vervallen. 10.7 Sneller afhandelen van aanvragen financiële voorzieningen Doelstelling is om 80% van de financiële voorzieningen binnen 4 weken af te handelen. De score over het eerste half jaar bedraagt 34%. Dat is een verbetering ten opzichte van 2010, maar nog ver onder de doelstelling. Doelstelling is om 25% van de financiële voorzieningen binnen 1 week af te handelen. De score over het eerste half jaar bedraagt 8%. Dat is een lichte verbetering ten opzichte van vorig jaar, maar nog ver onder de doelstelling. Bij de rapportage 2010 was de streefwaarde bijgesteld van 60% naar 25%. Dat de streefwaarden niet zijn behaald is deels toe te schrijven aan de implementatie van SZW-net. Daarnaast is het aantal klanten dat in aanmerking komt voor de marginale inkomenstoets (snelle uitstroom naar werk) nog erg laag. De verwachting is dat in de 2e helft van 2011 een verdere verbetering optreedt in de streefwaarden. Daarnaast zal er in de tweede helft van 2011 een plan van aanpak worden opgesteld om de dienstverlening aan de minima te verbeteren (motie M110043/1). 10.8 Aantal mensen in de bijstand zo laag mogelijk houden Leiden heeft in de 1e helft van 2011 te maken met een forse groei (+8%) van het klantenbestand na 2 jaren met een zeer lichte bestandstoename. In 2009 was er een beperkte stijging van 2.498 naar 2.525 uitkeringen, in 2010 steeg het door naar 2.608 uitkeringen. Scoorde Leiden in 2009 en 2010 fors beter dan het landelijk gemiddelde, in 2011 scoort Leiden fors minder ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Tot en met mei bedroeg de landelijke stijging 4,5%. Ultimo juni 2011 worden er 2.815 uitkeringen verstrekt. De bestandstoename van 207 uitkeringen wordt grotendeels verklaard door: a) Een lagere uitstroom naar werk (50). Ten opzichte van de 1e helft is de uitstroom naar werk 50 lager. De verlaging van de uitstroom naar werk wordt verklaard door het afschaffen van de verloningstrajecten, besloten vanwege de rijksbezuinigingen. b) Het inlopen van de achterstand in de afhandeling van aanvragen (23).
58 | Bestuursrapportage 2011
Een beperkt deel (25) van de bestandstoename wordt veroorzaakt door het inlopen van de achterstand in aanvragen. Ultimo 2010 bedroeg de voorraad aanvragen 215, halverwege 2011 is dit gedaald naar 185. Bij een toekenningspercentage van 75% zijn dit 23 instromers. c) Een lager aantal beëindigingen (101) anders dan uitstroom naar werk. Het aantal overige beëindigingen ligt fors lager (101) dan in 2010. Dat kan voor een deel worden verklaard doordat het aantal re-integratietrajecten als gevolg van de rijksbezuinigingen fors gedaald is. Medio 2010 waren er 1.631 lopende trajecten, medio 2011 zijn er 903 lopende trajecten. De daling van het aantal trajecten zorgt er o.a. voor dat er ook minder uitkeringen kunnen worden beëindigd, omdat de klant zich niet aan de trajectafspraken houdt. Per 1 september 2011 start het participatiecentrum. Naar verwachting zal het centrum zorgen voor een daling van het klantenbestand. 10.10 Verhogen inkomsten uit terugvordering Het innen van vorderingen loopt achter op de doelstelling. De ontvangstquote zal naar verwachting uitkomen op 14% terwijl 20% het streven is. Oorzaken zijn : a) lagere afloscapaciteit bij de (ex-)uitkeringsgerechtigden b) onderbezetting als gevolg van ziekte c) de nodige aanloopproblemen met SZW-net; veroorzaakte veel fouten en dus veel herstelacties en d) uitbreiding van werkzaamheden (innen eigen bijdrage inburgering). Oplossing is terugbrengen ziekteverzuim en verhelpen aanloopproblemen SZW-net. Minder snel innen leidt overigens niet tot minder inkomsten in de jaarrekening, omdat de inkomsten uit terugvordering niet op kasbasis worden geboekt. Wanneer er bijvoorbeeld een vordering wordt opgeboekt van € 1.000, dan leidt dat tot een opbrengst in dit programma van € 1.000. Het maakt voor de exploitatie dus niet uit of de vordering in 2 jaar of in 10 jaar wordt afgelost. Motie dienstverlening minima Bij het bespreken van de jaarstukken 2010 is een motie met algemene stemmen aanvaard (M110043/1 dienstverlening minima) waarin gevraagd wordt bij de Bestuursrapportage 2011 een gedegen plan van aanpak te geven waarin uiteen wordt gezet hoe en wanneer de dienstverlening aan minima op orde wordt gebracht. Het college heeft u onlangs separaat per brief geïnformeerd over de stand van zaken en beschouwd hiermee deze motie als afgedaan.
Financiële afwijkingen begroting 2011 Programma 10 Werk en Inkomen (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
10.1
610.01
inkomensvoorziening bijstand
Hr. J.J. de Haan
bod
619
PM
PM
PM
L
bijstandsuitkeringen
10.1
610.01
inkomensvoorziening bijstand
Hr. J.J. de Haan
bod
793
B
bijstandsuitkeringen
10.1
610.01
inkomensvoorziening bijstand
Hr. J.J. de Haan
bod
-1.700
B
bijstandsuitkeringen
10.1
610.01
inkomensvoorziening bijstand
Hr. J.J. de Haan
bod
850
L
bijstandsuitkeringen
10.2
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
257
254
252
252
B
inkomensvoorzieningen (sociale recherche)
10.2
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-257
-254
-252
-252
L
inkomensvoorzieningen (sociale recherche)
10.3
611.02
uitstroom en activering
Hr. J.J. de Haan
bod
180
PM
PM
PM
L
SMI kinderopvang
10.4
611.05
wsw
Hr. J.J. de Haan
inst
1.350
B
wsw
10.4
611.05
wsw
Hr. J.J. de Haan
inst
136
L
wsw
10.4
611.05
wsw
Hr. J.J. de Haan
inst
110
B
wsw
10.4
611.05
wsw
Hr. J.J. de Haan
inst
-346
L
wsw
Resultaat voor bestemming programma 10
1.992
0
0
0
bedrijfsreserve dzb
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-1.250
B
wsw
10.4
980.10
Bestuursrapportage 2011 | 59
Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
Verrekening met Reserves
2011
2012
2013
2014
-1.250
0
0
0
L/B
Omschrijving
Toelichting afwijkingen begroting 2011 10.1 Bijstandsuitkeringen Hogere uitkeringslasten € 619.000 Het aantal mensen in de uitkering is hoger dan verwacht, maar de kosten per uitkering zijn lager dan verwacht. Per saldo bedraagt het nadeel € 619.000 (€ 1.274.000 N en € 655.000 V). Het aantal verstrekte uitkeringen is ten opzichte van 2010 fors gestegen. Totaal gemiddeld begroot is 2.699 uitkeringen (WWB/WIJ/Ioaw/Ioaz/ Bbz) en totaal gemiddeld werkelijk wordt geprognotiseerd op 2.790. Dat betekent een nadelig volumeverschil van afgerond € 1.274.000. In de prognose voor 2011 is het te verwachten positieve effect van de start van het participatiecentrum per 1 september reeds verwerkt. In de begroting 2011 is in Leiden gerekend met een gemiddelde van € 14.004 per WWB/WIJ-uitkering. Het werkelijk gemiddelde komt uit op € 13.770. Dat betekent een voordelig prijsverschil van afgerond € 655.000. Na twee jaren van een zeer beperkte toename is er in Leiden sprake van een forse toename van het aantal uitkeringen WWB/WIJ (exclusief dak- en thuislozen en personen in AWBZ-inrichting). De toename, die deels begroot is, bedraagt 7,9% per medio 2011. De toename ligt fors boven het landelijk gemiddelde dat ultimo mei 3,4% bedraagt. Eind 2010 was de stand 2.608 WWB/WIJ-uitkeringen, eind juni 2011 is de stand 2.815. De toename van 207 uitkeringen in de eerste helft van 2011 betreft 45 WIJ-ers (jongeren van 18-27 jaar). Het aantal aanvragen WWB/WIJ is ook toegenomen. In de tweede helft van 2010 was het weekgemiddelde 27. In 2011 is het weekgemiddelde gestegen naar 32. Daling gebundelde uitkering (voorheen Inkomensdeel) € 793.000 Begin juli is het nadere voorlopige rijksbudget 2011 bekend gemaakt. Het voorlopige rijksbudget was € 33,8 miljoen en is ook begroot voor 2011. Het nadere voorlopige budget 2011 bedraagt € 33,0 miljoen, afgerond € 0,8 miljoen lager. Reden: In de eerste maanden van 2011 is de landelijke werkloosheid gestabiliseerd terwijl uitgegaan was van een stijging. De werkloosheidsontwikkeling is sterk bepalend voor de hoogte van het rijksbudget. In oktober wordt het budget 2011 definitief door het Rijk vastgesteld. Het definitieve rijksbudget laat zich slecht voorspellen. Het hangt af van de werkelijke landelijke werkloosheidsontwikkeling. Het effect is naar verwachting incidenteel omdat het rijksbudget 2012 op een andere wijze zal worden bepaald dan het rijksbudget 2011. Doordat de werkloosheid vanaf juni in Nederland oploopt, is de kans groter dat het definitieve rijksbudget 2011 in oktober a.s. weer hoger wordt vastgesteld. Incidentele aanvullende uitkering Leiden komt in principe in aanmerking voor een aanvullende uitkering van het Rijk. Wanneer het tekort groter is dan 10% van het rijksbudget kan het meerdere via een aanvullende uitkering worden vergoed. Voor Leiden komt dat neer op een extra vergoeding van maximaal € 1,7 miljoen. Er zijn wel voorwaarden aan verbonden. Leiden krijgt een aanvullende uitkering als blijkt dat Leiden beleidsmatig en uitvoeringstechnisch optimaal gepresteerd heeft. Omdat lang niet zeker is dat Leiden in aanmerking komt voor de volledige € 1,7 miljoen wordt een voorziening getroffen van € 850.000 (50%). Tot nu toe heeft Leiden nog geen beroep kunnen doen op een aanvullende uitkering. Bijsturing Er wordt nu meer casemanagement ingezet op de jongeren. Er zijn mogelijkheden, o.a. aanbod van (tijdelijke) vacatures, aanwezig voor jongeren. Dat Leiden minder scoort dan andere jaren komt o.a. omdat er minder directe uitstroommogelijkheden zijn en het aantal trajecten fors is gedaald. Medio vorig jaar waren er 1.600 lopende trajecten, medio dit jaar zijn er 900 lopende trajecten. Het instrument verloningstrajecten wordt gezien het fors lagere participatiebudget niet meer ingezet. In de periode april t/m juni is de hoogte van het uitkeringenbestand wel gestabiliseerd, d.w.z. dat de in- en uitstroom elkaar in evenwicht houden. Ook het aantal niet-werkende werkzoekenden ingeschreven bij het UWV in Leiden stabiliseert. Er wordt op gerekend dat de start van het participatiecentrum per september 2011 de uitstroom zal stimuleren en ook instroombeperkend zal werken. Er zijn geen verdere bijsturingsmogelijkheden in 2011 binnen het programma Werk en Inkomen. Waar mogelijk is het beleid in de Perspectiefnota 2012 al bijgesteld (verlaging toeslag kamerhuurder), worden maatregelen genomen voor een strengere uitvoering van de bijstand en zijn extra middelen voor reïntegratie beschikbaar gesteld om zoveel mogelijk mensen uiteindelijk aan het werk te krijgen en zo de bijstandskosten in de hand te houden. Al deze aanpassingen sorteren naar verwachting pas effect in 2012. Het staande beleid kan niet meer worden aangepast in 2011. Waar mogelijk zal binnen de huidige kaders strenger worden geopereerd.
60 | Bestuursrapportage 2011
10.2 Sociale recherche Vanaf 2011 is er een nieuw contract vastgesteld voor de Sociale recherche Zuid Holland Noord. Bij B&W besluit op 14 april 2011 is voor de periode 2011 – 2014 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst vastgesteld. Regiogemeenten nemen minder uren af waardoor de baten afnemen. Het aantal uren afgenomen door Leiden blijft gelijk. Doordat de regio minder uren afneemt kan de formatie ook omlaag en dalen daardoor de lasten. De inkrimping van de formatie wordt opgevangen door natuurlijk verloop. 10.3 SMI-kinderopvang De kosten van de SMI kinderopvang zijn in 2010 veel sterker gestegen dan verwacht. Dat heeft enerzijds geleid tot forse beleidsaanpassingen (bw 11.0314) in 2011 en anderzijds wordt er extra budget (€ 80.000 vanaf 2012) beschikbaar gesteld. De bijsturing in 2011 betreft het terugdringen van het aantal dagen kinderopvang en het invoeren van een eigen bijdrage. De bijsturing in 2011 heeft maar een beperkt effect in 2011 o.a. door het moeten treffen van een overgangsregeling voor de bestaande gebruikers. In 2012 zal het budget voldoende zijn. Het effect is daarom incidenteel. Voor het te verwachten tekort in 2011 van € 180.000 kan binnen het programma geen financiële bijsturing plaatsvinden. Op diverse producten zijn overschrijdingen (Inkomensvoorziening WWB/WIJ/Ioaw/Ioaz en WSW). Schuldhulpverlening kent geen materiële budgetten maar slechts personele budgetten waarvan enkele geoormerkt zijn door het Rijk. Het beleid rondom Kwijtschelding belastingen, Minimabeleid en Bijzondere bijstand kan in principe worden aangepast maar leidt niet tot financiële ruimte in 2011 en diverse producten/ budgetten zijn bijna volledig geoormerkt (Participatiebudget/ Reintegratie/ Inburgering/Volwasseneducatie, Actieplan Jeugdwerkloosheid). 10.4 Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) 1) Met ingang van 2011 is de WSW-rijkssubsidie per SE (fte) gekort met 4,9%. Deze korting is niet verwerkt in de begroting 2011 en resulteert in een nadeel van € 1.350.000. Hiervan zal € 100.000 zoveel als mogelijk door maatregelen worden opgevangen in de lopende begroting. Per saldo leidt de korting van 4,9% ertoe dat in het geprognosticeerde rekeningsresultaat 2011 een verwacht nadeel ontstaat van € 1.250.000. 2) In 2011 zijn afrekeningen van leveranciers ontvangen die betrekking hebben op voorgaande dienstjaren en belopen een bedrag van € 136.000. Deze zijn niet voorzien in de begroting 2011. 3) Bij een van de onderdelen zijn de opbrengsten te hoog geraamd, waardoor een nadeel ontstaat van € 110.000. Bijsturing vindt plaats door: 1) Het geprognosticeerde nadeel € 1.250.000 als gevolg van de korting op de WSW-rijkssubsidie binnen de begroting 2011te compenserend door een zelfde bedrag te onttrekken uit de bedrijfsreserve DZB. 2) De andere nadelen van per saldo € 346.000 zoveel als mogelijk op te vangen door maatregelen binnen de lopende begroting. De nadelen zijn ook opgenomen in de 2e kwartaalrapportage van DZB, die reeds aan de raadscommissie Werk en Financiën is verstrekt.
Investeringen Voor programma 10 Werk en inkomen is geen overschrijding op investeringen te melden.
Bestuursrapportage 2011 | 61
11
Algemene dekkingsmiddelen I
62 | Bestuursrapportage 2011
Algemene dekkingsmiddelen I
Financiële afwijkingen begroting 2011 Algemene Dekkingsmiddelen 1 (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
11.1
914.01
geldleningen
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-1.227
B
voordeel geldlenigen
11.2
914.02
beleggingen
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-141
B
voordeel beleggingen
11.3
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
1.109
B
algemene uitkering
11.5
913.01
deelnemingen
Hr. R.C.L. Strijk
con
-272
B
dividend bng
11.6
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
47
47
47
47
B
maatschappelijke opvang oggz
11.6
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
-47
-47
-47
-47
L
maatschappelijke opvang oggz
11.7
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
-650
B
jeugdwerkloosheid
11.7
611.02
uitstroom en activering
Hr. J.J. de Haan
bod
650
L
jeugdwerkloosheid
11.8
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
-243
-243
-243
-243
B
taakmutaties algemene uitkering
11.8
921.01
algemene uitkering
Hr. R.C.L. Strijk
con
243
243
243
243
L
taakmutaties algemene uitkering
11.9
330.01
deelnemingen nutsbedrijven
Hr. R.C.L. Strijk
con
-600
B
dividend alliander
Totaal AD 1 voor bestemming
-1.131
0
0
0
Toelichting afwijkingen begroting 2011 11.1 Geldleningen Het resultaat op geldleningen is fors voordelig. Oorzaak is de lage rente, met name voor de kortlopende middelen. In het eerste halfjaar is in afwijking van voorgaande jaren de financieringsbehoefte vrijwel volledig met kortlopende middelen afgedekt. Bewust is er voor gekozen de kasgeldlimiet ruim te overschrijden. Per 30 juni/1 juli ontving de gemeente immers een bedrag van ca. € 56 miljoen. Dat bedrag bestaat uit de tweede tranche van de verkoop aandelen Nuon voor € 36 miljoen, vrijval van de Escrow voor € 2 miljoen en BTW-
Bestuursrapportage 2011 | 63
Compensatiefonds (BCF) voor € 18 miljoen. Met de lopende geldstromen voor o.a. de belastingen zal de omvang van de korte schuld in het derde kwartaal weer binnen de kasgeldlimiet blijven. Voor zover het resultaat als structureel kan worden aangemerkt is dat resultaat (€ 500.000) reeds bij de Perspectiefnota 2012-2015 als meevaller ingeboekt. 11.2 Beleggingen Het netto resultaat op beleggingen is op basis van de balanspositie per 1 januari 2011 berekend op € 141.000 voordelig. In de Perspectiefnota 2012-2015 is reeds een structureel voordeel van € 250.000 aangemeld zodat dit resultaat nu als incidenteel wordt aangemerkt. 11.3 Algemene uitkering De raming van de algemene uitkering is op basis van de Meicirculaire 2011 en de laatste bevoorschotting over augustus 2011 geactualiseerd. Per saldo is sprake van een nadelige ontwikkeling van € 1,1 miljoen. Dit wordt voor € 838.000 veroorzaakt door hoeveelheidverschillen in een aantal verdeelmaatstaven. Lager dan geraamd is het aantal inwoners/ouderen, regionaal- en lokaalklantenpotentieel, leerlingen VO, bijstandclienten, en minderheden. In de algemene uitkering leidt dit tot een nadeel van afgerond € 9 ton. Hoger dan geraamd is het aantal woningen en de omgevingsadressendichtheid. Deze toename leidt tot een voordeel van € 3 ton. Daling van het uitkeringspercentage door toename van de uitkeringsbasis leidt tot een nadeel voor Leiden van € 270.000. De hogere WOZ-waarde leidt tot een nadeel in de algemene uitkering van € 1 ton. De WOZ is een negatieve inkomstenmaatstaf. Hoe hoger de WOZ-waarde, hoe hoger de korting op de algemene uitkering. 11.4 Opbrengst belastingen De realisatie en prognose van de opbrengsten van belastingen kan momenteel nog niet gerapporteerd worden, omdat deze specifieke informatie momenteel nog niet voorhanden is. Binnen afzienbare tijd is deze ontwikkeld en kan de informatie genereerd worden. 11.5 Dividend Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) De BNG kan terugkijken op een goed verlopen jaar 2010. De nettowinst van de bank, na belastingen bedraagt € 257 miljoen. Uitgekeerd wordt € 128 miljoen. Dat is € 2,30 per aandeel (van € 2,50) en voor Leiden met 347.646 aandelen komt dat op € 799.586,-. Leiden bezit 0,6% van het totale aantal aandelen dat uitgegeven is door de BNG. Vergeleken met vorig jaar is de dividend uitkering een daling met € 0,19 per aandeel en in totaal een lagere dividend uitkering van € 57.053. Het is mogelijk dat het dividend de komende jaren onder druk komt te staan, omdat de BNG haar vermogen met € 1,2 miljard moet versterken als gevolg van de strengere kapitaalseisen voor banken. In de begroting 2011 van de gemeente Leiden is gerekend op een dividend op basis van de uitkering over 2009 van € 527.000. Dat betekent vooralsnog een éénmalig voordeel van € 272.586 in 2011. 11.6 Maatschappelijk opvang OggZ In de Meicircualaire 2011 wordt een herverdeling van de decentralisatie uitkering Maatschappelijk Opvang OggZ doorgevoerd. De herverdeling leidt tot een beperkt nadeel voor Leiden van € 47.190. Voorgesteld wordt het nadeel in mindering te brengen op het gereserveerde lastenbudget voor maatschappelijke opvang dat geraamd is op het product Algemene uitkering. 11.7 Decentralisatieuitkering jeugdwerkloosheid In de Meicircualaire 2011 wordt aangekondigd dat voor bestrijding van Jeugdwerkloosheid het kabinet onder meer met 30 regiogemeenten (werkplein plusvestiging) convenanten heeft afgesloten om op regionaal niveau uitvoering te geven aan het Actieplan Jeugdwerkloosheid. In 2011 vindt de laatste tranchebetaling uit dit programma plaats via een decentralisatieuitkering. 11.8 Taakmutaties Algemene uitkering In de Meicirculaire 2011 wordt geld toegevoegd aan de algemene uitkering voor het Nationaal Uitvoeringsprogramma (€ 193.000 t/m 2014) en de aanpak Kindermishandeling (€ 50.000). De gelden inzake het Nationaal Uitvoeringsprogramma (Overheidsagenda: implementatie agenda voor dienstverlening en eoverheid) betreft een voorfinanciering van het Rijk. De gedachte van het Rijk is dat gemeenten vanaf 2015 naast kwaliteitsverbetering ook de financiële voordelen gaan realiseren. In 2015 wordt de algemene uitkering éénmalig verlaagd met € 972.000 (4 x € 243.000). Dit levert Leiden een rentevoordeel op in de jaren 2011 t/m 2014. Vanaf 2015 dienen eventuele kapitaallasten van dit Uitvoeringsprogramma gecompenseerd te worden door efficiencyvoordelen. Voorgesteld wordt de gelden voor de aanpak van Kindermishandeling (€ 50.000) te oormerken tot voorstellen voor nadere besteding aan het college zijn voorgelegd.
64 | Bestuursrapportage 2011
11.9 Dividend Alliander Dit betreft een hogere dividenduitkering over 2010 van Alliander dan geraamd. De raming voor het dividend wordt gebaseerd op de meerjarige ontwikkeling vanuit het verleden waarbij behoudend wordt geraamd. Per 2011 is het geraamde dividend reeds structureel met € 200.000 verhoogd. Incidenteel komt daar nu dus nog een voordelig resultaat van € 600.000 bij. Inmiddels is bekend dat Alliander de netto-winst over de 1e helft van 2011 t.o.v. de 1e helft van 2010 meer dan verdubbeld heeft.
Investeringen Op Algemene dekkingsmiddelen is geen overschrijding op investeringen te melden.
Bestuursrapportage 2011 | 65
12
Algemene dekkingsmiddelen II
66 | Bestuursrapportage 2011
Algemene dekkingsmiddelen II
Financiële afwijkingen begroting 2011 Algemene Dekkingsmiddelen 2 (x € 1.000) (- = voordeel) Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
12.1
922.05
stelposten concern/ stelpost kapitaallasten
Hr. R.C.L. Strijk
con
-3.152
B
stelpost kapitaallasten
12.2
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
354
L
bovenformatieven gemeentebreed
12.3
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
170
L
interne trainers
12.4
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
115
L
oude facturen gedetacheerde
12.4
922.20
oninbare vorderingen
Hr. R.C.L. Strijk
hrc
-115
L
oude facturen gedetacheerde
12.4
002.07
bestuurlijke en juridische zaken
Hr. P.T. van Woensel
jfd
141
L
verhaalschade toelichting
12.4
922.20
oninbare vorderingen
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-141
L
verhaalschade toelichting
12.5
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
71
L
afdelingskostenplaatsen jfd
12.6
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
600
L
vakantiegeld sp71
12.7
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
250
L
vakantiedagen sp71
12.8
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Mw. R.A. van Gelderen
jfd
309
L
bod uwv ketentaakstelling
12.9
922.05
stelposten concern
Hr. R.C.L. Strijk
con
130
L
huisvesting
12.10
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
407
L
regionalisering belastingen
12.11
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
149
B
stelpost grafisch productie centrum
12.11
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-28
B
stelpost grafisch productie centrum
Bestuursrapportage 2011 | 67
Nr.
Prod.
Omschrijving
Pfh
Afd.
12.11
960.09
saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
12.12
960.09
Saldi kostenplaats bedrijfsvoering
12.13
960.09
12.5
980.11
2011
2012
2013
2014
L/B
Omschrijving
jfd
133
B
stelpost grafisch productie centrum
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
162
L
budgetoverdracht gpc agv samenvoeging
lasten bedrijfsvoering
Hr. R.C.L. Strijk
jfd
-1.262
L
onderuitputting 2011 div. posten
Totaal AD2 voor bestemming
-1.707
0
0
0
concernreserve
Hr. R.C.L. Strijk
con
-71
B
afdelingskostenplaatsen jfd
Verrekeningen met reserves
-71
0
0
0
Toelichting afwijkingen begroting 2011 12.1 Stelpost kapitaallasten Jaarlijks wordt bij de begroting een stelpost voor de onderuitputting kapitaallasten opgenomen. De raming voor 2011 staat op € 313.313. Inmiddels zijn de kapitaallasten 2011 geboekt en blijkt het resultaat op de onderuitputting € 3,2 miljoen hoger uit te vallen. Het voordeel is ontstaan door een aantal ontwikkelingen. De rente en afschrijving is afhankelijk van de realisatie van de investering. Doordat voorgenomen investeringen achterblijven ten opzichte van de verwachtingen die men bij het maken van het investeringsplan 2011-2014 had, vallen de daarmee samenhangende rente en afschrijving lager uit. Omdat over lopende investeringen alleen de verwachte rentelast wordt geraamd is de onderschrijding hierop substantieel groter. Het resultaat als gevolg van de onderuitputting op kapitaallasten wordt in de Bestuursrapportage 2011 gepresenteerd als resultaat op de stelpost onderuitputting kapitaallasten. De bijbehorende begrotingswijziging omvat vrijwel alle programma’s en zal in de begrotingwijziging bij de Bestuursrapportage worden meegenomen. Hierna zijn per programma de grootste afwijkingen op kapitaallasten toegelicht:
Bedrag x € 1.000
1 BESTUUR EN DIENSTVERLENING
-24
2 VEILIGHEID 3 ECONOMIE EN TOERISME 4 BEREIKBAARHEID 5 OMGEVINGSKWALITEIT 6 STEDELIJKE ONTWIKKELING
0 62 1.482 259 26
7 JEUGD EN ONDERWIJS
818
8 SPORT, CULTUUR EN RECREATIE
408
10 WERK EN INKOMEN AD1 ALGEMENE MIDDELEN DEEL I (stelpost) AD2 ALGEMENE MIDDELEN DEEL II
-2 -313 438 3.152
Bereikbaarheid: Oorzaken van de onderschreiding zijn vertraging in de uitvoering van de herinrichting van de Willem de Zwijgerlaan en herinrichting van de Vijf Meilaan. Omgevingskwaliteit: Oorzaken van de onderschreiding zijn vertraging in de uitvoering van vervanging rioleringen, vervanging bruggen en groenvoorziening.
68 | Bestuursrapportage 2011
Jeugd en Onderwijs: Vertraging in de nieuwbouw van het Driestarcollege en St. Josephschool en Bredeschool Leiden Noord zorgt deels voor lagere kapitaallasten. Daarnaast wordt de onderuitputting veroorzaakt door een dubbel in de begroting opgenomen kapitaallast (€ 358.000). Sport, cultuur en recreatie: De investering in de tijdelijke uitbreiding van de Vijfmeihal geeft in 2011 nog geen kapitaallasten, terwijl deze wel zijn geraamd, dit geeft een vrijval van € 114.000. Daarnaast hebben enkele projecten betreffende sportondersteuning vertraging opgelopen (tafeltennishal, herinrichting sportvelden, botenloods) Algemene dekkingsmiddelen: Bij het ramen van de kapitaallasten voor locatie Stationsplein 107 is de grondwaarde dubbel in de raming meegenomen. 12.2 Bovenformatieven gemeentebreed Bij de reorganisatie Anders Werken is de kostenplaats Bovenformatieven ingesteld voor bovenformatieve werknemers die niet bij een van de nieuwe afdelingen konden worden ondergebracht. Een deel van deze medewerkers is elders gedetacheerd. In de meeste gevallen kunnen hun loonkosten ook voor 100% worden doorbelast. In enkele gevallen zijn er afspraken gemaakt (een deel van) de kosten te dragen vanwege de korte periode tot uitdiensttreding in het kader van pensioen/fpu/levensloop. Dit jaar is er een trajectmanager aangesteld om de bovenformatieven te begeleiden en de kosten verder terug te dringen. De totale kosten voor bovenformatieven worden voor 2011 geschat op € 905.700. Het te declareren bedrag komt op € 551.000 zodat er een nadeel resteert van € 354.000. 12.3 Interne trainers Vanaf 2007 tot en met 2010 heeft de afdeling HRM het project HRM-trainingen in het kader van Anders Werken uitgevoerd. Dekking voor dit project komt buiten scholingskosten uit incidentele budgetten, in het verleden hiervoor gereserveerd. Om de trainingen uit te kunnen voeren zijn interne trainers aangesteld. In 2010 is een onderzoek uitgevoerd of de gemeente nog met interne trainers wil blijven werken. De uitslag is dat het project met interne trainers wordt gestopt. Omdat het onderzoek pas eind 2010 is uitgevoerd, was de positie van de interne trainers nog niet duidelijk. De trainers hebben daarom een verlenging van de tijdelijke aanstelling gekregen. Voor de periode tot 1 mei is dekking geregeld via de bestemming van het resultaat 2010 vanuit het restant budget HRM-trainingen Anders Werken. Vanaf 1 mei zijn de trainers bovenformatief. Zolang ze nog geen andere functie hebben komen de loonkosten van deze mensen ten laste van de organisatie. Dit betreft voor de periode mei t/m december 2011 aan totale kosten maximaal € 170.000. 12.4 Oninbare vorderingen In 2011 is de lijst oninbare vorderingen nagelopen en beoordeeld op nog mogelijke inbaarheid. Daaruit bleek dat de inbaarheid van een zestal facturen voor uitgeleend personeel voor een bedrag van € 115.000 niet reëel is. Daarnaast dient een verkoopfactuur ad € 141.000 die niet betaald werd en betrekking had op het doorbranden van meldkamerapparatuur, na een rechterlijke uitspraak, als oninbaar beschouwd te worden. Inbaarheid wordt niet meer reëel geacht waardoor wordt voorgesteld het nadeel ten laste van de voorziening dubieuze debiteuren te brengen. 12.5 Afdelingskostenplaatsen JFD & HSI Binnen de afdelingen HSI en JFD zijn tekorten ontstaan door enerzijds het uitstel van SP71 van 1 september 2011 naar 1 januari 2012 waardoor interne capaciteit tijdelijk langer is aangevuld en anderzijds door niet geplande kosten van een aantal receptiefuncties binnen het nieuwe Stadsbouwhuis. Binnen de afdeling JFD is echter budgettaire ruimte ontstaan door het in mindere mate optreden van frictiekosten in het kader van SP71. Daardoor kan een deel van deze tekorten in 2011 worden opgevangen binnen de bestaande budgettaire kaders. Een uitzondering hierop vormt de vorming van de functie van contractmanager bij het team Inkoop- en contractmanagement. Bijsturing van deze kosten ad € 71.000 wordt op voorstel van de Concerndirectie voor 2011 gevonden in een onttrekking aan de Concernreserve Bedrijfsvoering. 12.6 Vakantiegeld SP71 Door de overdracht van personeel naar het SP71 zal het opgebouwde vakantiegeld per 31 december 2011 moeten worden uitbetaald. In lijn met de bepalingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden deze verplichtingen niet opgenomen in de balans. Hierdoor leidt dit tot een incidentele last voor 2011. De schatting van het bedrag op basis van 200 fte en een gemiddelde loonsom incl. sociale lasten van € 65.000 bedraagt € 600.000 (7 maanden opbouw). Er is voor 2011 geen bijsturing mogelijk. In 2012 zal de bijdrage aan SP71 voor het gelijke bedrag lager zijn omdat zij dat deel van het vakantiegeld niet aan de medewerkers hoeven uit te betalen. Voorstel is om de incidentele last in 2011 ten laste van het resultaat te laten komen en in 2012 ten gunste van het resultaat.
Bestuursrapportage 2011 | 69
12.7 Vakantiedagen SP71 Ook door de eerder genoemde overdracht van personeel naar het SP71 zullen de openstaande vakantie-uren, in overeenstemming met het sociaal plan, worden afgerekend. Dit betekent dat de niet opgenomen verlofuren moeten worden uitbetaald aan de medewerkers. Voor de afdeling JFD alleen zou dit op basis van de uren die eind 2010 zijn meegegaan alleen al ongeveer € 135.000 kosten. Op basis van een extrapolatie/schatting voor de overige afdelingen hebben wij deze post voor € 250.000 opgenomen. Door de afdelingsmanagers en hun teamleiders is sinds 1 januari gestuurd op het opnemen van de stuwmeren. Indien dit niet volledig lukt is binnen de bestaande begroting geen bijsturing mogelijk. TAAKSTELLINGEN BEDRIJFSVOERING De taakstelling op de bedrijfsvoering voor 2011 bedraagt in totaal € 6,4 miljoen. Deze besparingen lopen in 2015 op tot € 17 miljoen. In 2011 heeft de concerndirectie in overleg met de afdelingsmanagers een breed palet aan meerjarige maatregelen genomen om deze besparingen in gang te zetten. De plannen en de uitvoering daarvan wordt gemonitord door middel van een maandelijkse stoplichtrapportage die steeds in het overleg van de concerndirectie met de afdelingsmanagers op de agenda staat. De realisatie van de taakstellingen vordert gestaag. De uiteindelijke personele gevolgen van de bezuinigingen becijferen wij tot nu toe op een vermindering van het aantal formatieplaatsen oplopend tot circa 100 voor 2015. Het eerste peilmoment was tijdens de Perspectiefnota 2012-2015, stand maart 2011. De peiling voor deze Bestuursrapportage was in augustus jongstleden. Op basis van de laatste peiling kan worden gesteld dat voor 2011 de taakstelling voor zeker € 2,8 miljoen zal worden gerealiseerd. Voor een bedrag van € 1,1 miljoen zijn er deugdelijke plannen die gerealiseerd kunnen gaan worden. Voor het restantbedrag van € 2,5 miljoen is de realisatie in 2011 onzeker, waarbij voor een bedrag van € 1,262 miljoen vaststaat dat het helaas niet gerealiseerd kan worden. We lichten deze posten hieronder toe. 12.9 Huisvesting De veronderstelling achter de taakstelling op de kosten van huisvesting is dat door flexwerken en werkplekinnovatie (als uitgangspunt van het strategisch huisvestingskader) op huisvestingskosten kan worden bespaard. Dat blijkt ook nu al. Er staan in de diverse gebouwen van de gemeente kamers leeg en die ruimtes kunnen beter worden benut. Er is een project gestart om de taakstelling te realiseren, maar dat levert in 2011 nog onvoldoende resultaat op. Wij stellen voor om af te zien van het realiseren van deze taakstelling in 2011. 12.10 Regionalisering belastingen De taakstelling om de overheadkosten voor de belastingen met € 1,1 miljoen te reduceren is te hoog gesteld. Het bedrag was gebaseerd op de toerekening vanuit de gemeentelijke kostenverdeelsystematiek. De theoretische kostentoerekening levert een aanzienlijk hoger resultaat op dan de kosten die werkelijk worden gemaakt. Maar alleen op de werkelijke overheadkosten kan worden bezuinigd. Dat deel van de taakstelling is dan ook gerealiseerd door de stafafdelingen die diensten leverden aan de voormalige belastingdienst. Het andere deel kan niet naar hen worden doorvertaald. Daar valt dus nu een gat dat zeker in 2011 niet kan worden gedicht. Wij hebben bij de Perspectiefnota 2012-2015 al besloten deze taakstelling ingaande 2012 met € 500.000 te verminderen. Voor 2011 betreft het een bedrag van € 407.000. 12.11 Stelpost Grafisch Productie Centrum Daarnaast kent het GPC een financieel probleem dat voortvloeit uit de administratieve verwerking van het bedrijfsplan GPC: a) Ten eerste een vertraging in het meerjarenbeeld als gevolg van het Bedrijfsplan GPC. In 2009 is door een extern bureau in samenwerking met het management van het GPC een bedrijfsplan opgesteld voor de jaren 2010 t/m 2014. Uit dit bedrijfsplan diende de levensvatbaarheid van het GPC helder te worden. Het onderzoek heeft geleid tot de conclusie dat vanaf 2010 een positief bedrijfsresultaat is te halen volgens het volgende meerjarenbeeld: 2010 -28.000
2011 -149.000
2012 -180.000
2013 -228.000
2014 -294.000
Dit schema is als stelpost taakstellend in de begroting opgenomen. Omdat het GPC pas een jaar later is begonnen dan gepland zal de realisatie van het positieve bedrijfsresultaat ook een jaar naar achteren verschuiven. Voor 2011 leidt dit tot een incidenteel tekort van € 121.000. b) Ten tweede het inpassen van het bedrijfsplan in begroting Leiden. Bij het verwerken van het bedrijfsplan is men er vanuit gegaan dat de begroting van het GPC saldo-neutraal zou zijn. Het GPC had echter al aan meerinkomsten (het positieve saldo tussen de uitgaven en inkomsten) € 132.616 begroot. Met andere woorden: het te realiseren voordeel van het GPC, welke nu als stelpost is opgenomen, was al voor een bedrag van € 132.616 in de begroting opgenomen. Voor 2011 leidt dit tot een tekort van € 132.616.
70 | Bestuursrapportage 2011
12.12 Samenvoeging Stadsdrukkerij (DZB) en de drukkerij (ID) tot Grafisch Productie Centrum (GPC) In 2007 zijn de Stadsdrukkerij (DZB) en de drukkerij (ID) samengevoegd tot het Gemeentelijke Productie Centrum (GPC). Bij de samenvoeging is ten onrechte een deel van de exploitatiebudgetten van de DZB niet mee overgegaan naar het GPC. Het gaat om een geïndexeerd bedrag van € 161.500. Het GPC ziet geen kans deze niet ontvangen budgetten binnen haar bestaande financiële kaders op te lossen. Voor de hiervoor onder 12.11 en 12.12 benoemde problematiek (de oude taakstelling voortkomend uit de samenvoeging in 2007 en de nieuwe taakstellingen voortkomend uit het bedrijfsplan in 2009) is nog geen concreet bezuinigingsplan gereed. Er is recentelijk een onderzoek naar de bezuinigingsmaatregelen uitgevoerd. Binnenkort zal door de Concerndirectie een voorstel worden voorgelegd aan ons college. Het resultaat zal aan uw raad worden gemeld. Vooruitlopend op de uitkomst is echter het voorstel bovengenoemde taakstellingen in 2011 niet te realiseren. 12.13 Bijsturing Van de taakstellingen op de kosten van de bedrijfsvoering van € 6,4 miljoen wordt bij elkaar derhalve een bedrag van € 1.262.000 niet gehaald. Het voorstel is het deel van de onderuitputting op de kapitaallasten, welke ontstaan is door vertraging in investeringen op het gebied van bedrijfsvoering ad € 870.000 te gebruiken om dit tekort te dekken. De verwachting is in 2011 op de kosten voor opleiding, werving en selectie en arbozaken bij elkaar het resterende tekort van bijna € 400.000 over te houden. In deze Bestuursrapportage worden de nu genoemde bedragen opgenomen als één te verwachten voordeel bij de jaarrekening 2011. Deze bedrijfsvoeringsbudgetten worden derhalve niet afgeraamd, zodat de Bedrijfsvoeringstaakstellingen ook binnen het Bedrijfsvoeringsdomein worden ingevuld. Control De concerndirectie stuurt actief op de realisatie van de taakstellingen en stuurt waar nodig bij. In de maandelijkse stoplichtrapportage worden niet alleen de financiële, maar ook de formatieve besparingen opgenomen zodat daarop sturing mogelijk is. Als een bezuinigingsplan niet uitvoerbaar blijkt te zijn, dan verwacht de concerndirectie van de afdelingsmanager een alternatief plan. Ook wordt actief gezocht naar passende aanvullende besparingsmogelijkheden, waarbij kritisch wordt gekeken naar budgetten die niet volledig worden uitgeput.
Investeringen Op Algemene dekkingsmiddelen is geen overschrijding op investeringen te melden.
Bestuursrapportage 2011 | 71
2.13 Samenvatting financiële afwijkingen Onderstaand worden in een 2-tal tabellen de financiële afwijkingen per programma weergegeven. De eerste tabel toont de financiële afwijkingen per programma zonder de stortingen in en/of onttrekkingen uit reserves. In deze tabel zijn de mutaties met reserves samengevat in de voorlaatste regel van de tabel. De tweede tabel toont de financiële afwijkingen inclusief de mutaties met de reserves binnen het programma. Het in beide tabellen op de laatste regel benoemde voordelig resultaat van € 1.007.000 na bestemming wordt geparkeerd op product 970.01 "Saldo van de rekening voor bestemming" en betrokken bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2011. Het nadelig effect wordt in de begroting 2012 verwerkt. De structurele mutaties, die budgettair neutraal zijn, worden wel in de begrotingswijziging bij deze Bestuursrapportage verwerkt. Overzicht per programma Bedragen x € 1.000, min = voordeel Programma 1. Bestuur en dienstverlening 2. Veiligheid 3. Economie en toerisme 4. Bereikbaarheid 5. Omgevingskwaliteit 6. Stedelijke ontwikkeling 7. Jeugd en onderwijs 8. Sport, cultuur en recreatie 9. Welzijn en zorg 10. Werk en inkomen 11. Algemene dekkingsmiddelen deel I 12. Algemene dekkingsmiddelen deel II Totaal resultaat voor bestemming 13. Mutaties in reserves Totaal resultaat na bestemming excl.
2011 191 37 0 1.154 400 600 826 630 -581 1.992 -1.131 -1.707 2.411 -3.418 -1.007
2012 125 0 0 0 450 0 0 -500 581 0 0 0 656 -531 125
2013 125 0 0 0 0 0 -51 0 0 0 0 0 74 51 125
2014 125 0 0 0 0 0 -52 0 0 0 0 0 73 52 125
Programma incl. reserves 1. Bestuur en dienstverlening 2. Veiligheid 3. Economie en toerisme 4. Bereikbaarheid 5. Omgevingskwaliteit 6. Stedelijke ontwikkeling 7. Jeugd en onderwijs 8. Sport, cultuur en recreatie 9. Welzijn en zorg 10. Werk en inkomen 11. Algemene dekkingsmiddelen deel I 12. Algemene dekkingsmiddelen deel II Totaal resultaat na bestemming
2011 510 0 0 0 650 0 0 0 0 742 -1.131 -1.778 -1.007
2012 125 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 125
2013 125 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 125
2014 125 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 125
72 | Bestuursrapportage 2011
Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering De raad heeft in het besluit over het rapport van bevindingen over de jaarrekening 2010 gevraagd om in de Bestuursrapportage 2011 expliciet geïnformeerd te worden over de voortgang van het plan van aanpak Europese aanbestedingen en verbeteringen ICT beveiliging. Omdat beide bedrijfsvoeringsaangelegenheden zijn geven we u deze informatie in deze paragraaf bedrijfsvoering waarin ook beknopt de voortgang op het Organisatieontwikkelingsplan wordt gegeven.
3.1 Organisatieontwikkelingsplan “Naar een toonaangevende organisatie” De resultaten en aanbevelingen uit het medewerkertevredenheidsonderzoek en de evaluatie Anders Werken uit 2010 zijn verwerkt in het organisatieontwikkelingsplan “Naar een toonaangevende organisatie”. Dit plan is in februari aan u ter kennisname aangeboden. In het plan zijn twee hoofddoelstellingen benoemd: - Een verbetering in de sturing op het bereiken van resultaten voor de stad; - Een verbetering van de samenwerking die nodig is om die resultaten te bereiken. Voor de uitwerking is een set projecten opgezet die zich naast de doelstellingen sturing en samenwerking ook richt op de verbetering van de bedrijfsvoering. De meeste projecten lopen goed in termen van resultaat, tijd en kosten. Ook de samenhang tussen diverse projecten is goed in beeld. Een tweetal projecten willen we met name noemen: 1. Een van die projecten is de doorontwikkeling van de programmabegroting. We beginnen voor de programmabegroting 2012 met drie pilots (programma Bereikbaarheid, Omgevingskwaliteit en Werk en Inkomen). In de programmabegroting 2013 zullen ook de overige programma’s ter hand worden genomen. Doel van de doorontwikkeling is onder meer de programmabegroting beter geschikt te maken voor sturing op resultaten. 2. Een ander project ligt op het vlak van publieksparticipatie. Het initiatiefvoorstel van een deel van de Raad op dit onderwerp zal na uw besluitvorming door ons verder worden uitgewerkt in een voorstel.
3.2 Informatiebeveiliging In het kader van de jaarrekeningcontrole 2010 heeft de accountant Ernst & Young vanuit de bijbehorende IT audit aanbevelingen gedaan over informatiebeveiliging en zijn er met de verantwoordelijke afdelingsmanagers afspraken gemaakt ten behoeve van de opvolging ervan. Een herhaling van de monitor op informatiebeveiliging van 2009 is eind 2012 gepland na uitrol van de nieuwe werkplekken in Leiden en de afronding van de vorming van SP71. Per 15 juli is het team Kwaliteit & Informatiemanagement opgericht waarmee nu formatie voor de uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid binnen Leiden een structurele vorm heeft gekregen. Uit de direct uitgevoerde inventarisatie van het team rondom de beveiligingscertificaten van DigiNotar bleek dat Leidse certificaten niet vervangen hoefden te worden en zij hebben de vervanging van de rijkscertificaten nauw voor Leiden gemonitord. Hiermee hebben ze gefundeerde communicatie richting buiten en binnen de gemeente mogelijk gemaakt. Regionaal zijn afspraken gemaakt om in het 3e kwartaal van 2011 gezamenlijke kaders en noodzakelijke maatregelen op het gebied van informatiebeveiliging op te stellen ten behoeve van SP71 waarmee continuïteit op onze focus op fysieke beveiliging en veilig gebruik van informatiesystemen gewaarborgd is. Elke vernieuwing op ICT gebied heeft al sinds de introductie van de regionale besturing op ICT projecten in juni 2011 een verplichte goedkeuring door de ICT security officers nodig.
3.3 Inkoop en aanbesteding In het kader van de aan Ernst & Young (verder: EY) verstrekte opdracht tot controle van de jaarrekening van de gemeente Leiden, heeft EY op 17 mei 2011 het verslag van bevindingen “uitkomsten controle jaarrekening 2010” uitgebracht. Ten aanzien van de rechtmatigheid was het oordeel van EY “oordeel met beperking”. Bestuursrapportage 2011 | 73
Als gevolg daarvan zijn vanuit het college de volgende maatregelen aangekondigd: ■ ■ ■ ■
het inkoop-, aanbestedings-, contract- en archiefbeheer wordt (verdergaand) gecentraliseerd ingevoerd; de inhuur van externen zal via één centraal punt verlopen door invoering van het project Flexpunt personeel, verdere doorvoering van de gedigitaliseerde “workflow’ verplichtingen; voor de afdelingen waar veelvuldig onrechtmatigheden zijn geconstateerd worden extra beheersmaatregelen getroffen en wordt het toezicht verhoogd door waar nodig mandaten aan te passen, het verplicht betrekken van inkoopadviseurs en het onderzoeken van de mogelijkheden ten aanzien van de contracten, die onterecht niet zijn aanbesteed.
Met het doel voor ogen om de contracten weer in de pas te laten lopen met de vigerende aanbestedingsregels wordt per onderscheiden contract bezien in hoeverre bovenstaande risico’s bestuurlijk aanvaardbaar zijn. De risico’s waaraan gedacht wordt, zijn als volgt gecategoriseerd: ■ het krijgen van (aanzienlijke) financiële claims, ■ gevaar voor de continuïteit van de bedrijfsvoering, of ■ imagoschade. Na die afweging en met een akkoord van het college wordt al dan niet overgegaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van bedoelde contracten. Met deze maatregel wordt beoogd dat we weer in de pas gaan lopen met de vigerende aanbestedingsregels Voorts is ten aanzien van externe inhuur besloten het proces via het zogenoemde “Marktplaatsprincipe” te laten verlopen. In dit systeem kunnen bestaande en nieuwe relaties zich inschrijven, waardoor alle partijen een goede en eerlijke kans maken om geselecteerd te worden voor een tijdelijke opdracht. Ook deze maatregel leidt ertoe dat Leiden zich meer conformeert aan de vigerende aanbestedingsregels. Gezien de hiermee gemoeide maatregelen is het de gemeente ernst weer een goedkeurende controleverklaring voor rechtmatigheid te krijgen. De gesprekken met de afdelingsmanagers en de berichtgeving daaromtrent is tevens op gericht het gemeentelijk besef dienaangaande te vergroten. Ondanks de in 2011 genomen maatregelen bestaat er toch een risico dat ook voor 2011 een oordeel met beperking zal worden afgegeven door EY ten aanzien van rechtmatigheid.
3.4 Interne controle en rechtmatigheid Ontwikkelingen richting ‘in control’ zijn Het streven is voor 2011 dat we een “in control” statement afgeven. Met een “in control” statement wordt verklaard dat op een gestructureerde wijze aandacht is besteed aan de bedrijfsvoering van onze gemeente. Daarnaast bevat een “in control” statement een overzicht van punten, die nadere aandacht verdienen en in zichtbare verbeteracties moeten worden omgezet. In een brief aan de gemeenteraad van 26 april jl. is aangegeven de verbeteracties voor 2011 in te zetten om te streven naar een "in control" situatie voor 2011. De interne en externe review heeft gefaseerd plaatsgevonden, zodat de bevindingen uit de controle tijdig zichtbaar worden gemaakt en opgepakt. Periodieke terugkoppeling over de planning en de kwaliteit van de interne controles vindt één keer per kwartaal plaats door middel van voortgangsrapportages. De interne review vindt vanaf 1 januari 2011 plaats door een gespecialiseerd team, zodat uniformiteit in de werkzaamheden ontstaat. De kwaliteit van de uitvoering van de verbijzonderde interne controle werkzaamheden is in 2011 verbeterd ten opzichte van 2010. De dossiers zijn gestructureerd opgebouwd en de controles zijn met meer diepgang uitgevoerd. Er zijn echter nog wel inhoudelijk verbeterslagen te maken maar deze punten zullen verder verfijnd worden in de uitvoering van de verbijzonderde controle van het derde en vierde kwartaal 2011. Om te streven naar een volledige “in control” verklaring over het controlejaar 2011 verdient de follow up van bevindingen nog extra aandacht. Veel acties naar aanleiding van de bevindingen zijn ingang gezet. Actiepunten van de processen als Treasurybeleid, verplichtingenadministratie en Re-integratie Leiden zijn afgerond. Extra bijsturing is vereist bij de processen van personeel, grondexploitatie, secretariële leges, verhuur onroerende zaken en bedrijfsafval.
74 | Bestuursrapportage 2011
3.5 Doorlichtingsonderzoeken Sinds 1 januari 2007 kent de gemeente Leiden een auditpool, die doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken uitvoert ten behoeve van het college (onderzoeken ex. art. 213 Gemeentewet). Jaarlijks worden onderwerpen geïnventariseerd. Onderwerpen kunnen worden aangedragen door het college, de concerndirectie of de auditpool zelf. Het college heeft op 14 september 2010 vier onderzoeksonderwerpen vastgesteld voor de doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken 2011 (ex. 213a Gemeentewet): formatiebeheer, ziekteverzuim, Wet Informatieuitwisseling Ondergrondse Netten (WION) en kosten ICT Infrastructuur. Omdat binnen de gemeente Leiden de kosten per ICT werkplek reeds in beeld zijn gebracht en vergeleken met andere gemeenten, ontstaat er een wezenlijke overlap met het doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoek naar de kosten ICT Infrastructuur. Het onderzoeksonderwerp kosten ICT Infrastructuur komt daarom te vervallen. Eén van de belangrijkste conclusies van het uitgevoerde onderzoek is dat de ICT kosten per werkplek en per medewerker lager is dan het landelijk gemiddelde.
3.6 Servicepunt71 Er speelt in deze fase rondom de vorming van Servicepunt71 een aantal belangrijke ontwikkelingen zoals het plaatsingsproces, de daadwerkelijke overgang van collega’s, dienstverleningscontracten en vormgeving van het opdrachtgeverschap. Deze fase van het veranderingstraject is complex en verloopt niet zonder slag of stoot. Zo zijn er bezwaren geuit tegen het sociaal plan en de gekozen systematiek HR21 (functiewaarderingsystematiek). De bezwaren van medewerkers worden op verschillende niveaus geadresseerd. Zowel het management van SP71 en de samenwerkende gemeenten zijn in gesprek met vakbonden, medewerkers, medewerkerdelegaties en de Bijzondere Ondernemingsraad. Allemaal inspanningen om SP71 per 1 januari 2012 te laten starten. Bij de behandeling van de begroting in oktober komen wij hier bij u op terug.
Bestuursrapportage 2011 | 75
Hoofdstuk 4 Meerjaren onderhoudsplannen Inleiding In de commissie Financiën over de jaarrekening 2009, de commissie voor de rekeningen en in het toezicht van de provincie is het onderhoud van de Leidse kapitaalgoederen een belangrijk steeds terugkerend punt van aandacht. De beheerplannen zijn nu niet voor elk kapitaalgoed beschikbaar. Er is daarmee geen onderbouwing voor de stortingen in de onderhoudsvoorzieningen waardoor onderhoudsvoorzieningen al dan niet op voorstel van de accountant geschrapt worden. De raad heeft het beleidskader Onderhoud Kapitaalgoederen inmiddels vastgesteld. Dit betekent dat gewerkt moet gaan worden aan het opstellen en/of actualiseren van beleidskaders en beheerplannen voor de kapitaalgoederen waarvoor dit nog niet beschikbaar is. In tegenstelling tot de eerdere planning (september 2012) is het noodzakelijk dat de financiële consequenties verwerkt kunnen worden in de Perspectiefnota 2012-2016. Dat betekent dat de aanpak enigszins gewijzigd dient te worden. Normaliter wordt per kapitaalgoed eerst het beleidskader geactualiseerd, bij voorkeur aan de hand van scenario’s, en door de raad vastgesteld. Dit vormt vervolgens de input voor het beheerplan dat door het College vastgesteld wordt. Gezien de tijdsdruk wordt vooral ingezet op het actualiseren van het huidig aanwezige beleidskader. Er wordt in dit stadium niet gewerkt met scenario’s. Door REA/SR wordt getoetst of het aanwezige beleidskader in overeenstemming is met de huidige ontwikkelingen en doelstellingen van de gemeente. Indien de toets toont dat het huidige beleidskader voldoet, wordt dit vooruitlopend op goedkeuring door de raad als input voor het beheerplan gebruikt. Werkwijze: Voor het opstellen van de beleidskaders en beheerplannen wordt per kapitaalgoed een werkgroep ingericht. Hierin zullen de vakspecialisten van de betrokken teams zitting hebben met advies van SSC/JFD/FO. Een projectgroep bestaande uit de afdelingsmanager WOR, Teamleider Stadsruimte, Teamleider Beheer- en Plantoetsing en een adviseur van Concern/Middelen en Control zullen de voortgang bewaken en sturing op het proces uitoefenen. De volgende stappen worden per kapitaalgoed doorlopen: ■ ■ ■ ■
Bepaal het huidig gevolgde beheerbeleid; Bepaal de ambitie per kapitaalgoed en toets of het huidige kader hierin past; Het beschrijven van het areaal; Bepalen van de beschikbare en benodigde financiën voor klein onderhoud, groot onderhoud en vervangingen.
De inhaalslag die nu uitgevoerd moet worden, kan niet in zijn geheel naast de reguliere werkzaamheden van de afdelingen worden opgevangen. Er wordt incidenteel extra budget ingezet om deze werkzaamheden uit te voeren. Onderhoud kapitaalgoederen openbare ruimte Als vervolg op het vastgestelde beleidskader Onderhoud kapitaalgoederen dienen de beleidskaders en beheerplannen voor de kapitaalgoederen geactualiseerd en/of opgesteld te worden. Deze zijn nu (nog) niet voor elk kapitaalgoed beschikbaar. Het resultaat van de opdracht is om eind maart 2012 een actueel beleidskader en beheerplan voor de volgende kapitaalgoederen te hebben: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Natuurvriendelijke oevers, beschoeiingen en walmuren (3 stuks dus) Openbare verlichting Kunstwerken Water incl. baggeren Wegen Groen Straatmeubilair Spelen
Voor de laatste twee geldt dat deze in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) niet als kapitaalgoed gezien worden. Als organisatie zijn deze objecten echter ook dusdanig van belang dat zij op dezelfde wijze behandeld worden, maar met een lagere prioriteit voor wat betreft de totstandkoming van de beleidskaders en beheerplannen. 76 | Bestuursrapportage 2011
Gezien de tijdsdruk wordt er parallel aan de verschillende onderwerpen gewerkt. Daardoor kan er van deze volgorde worden afgeweken. Einddatum staat vast. Onderhoud kapitaalgoederen vastgoed Een eerste inventarisatie naar de onderbouwing van de voorziening onderhoud gebouwen is in 2009 afgerond. Bij de inventarisatie is onderzocht of er een beheerplan (voorheen een Meerjarig Onderhoud Plan) is opgesteld, of dit beheerplan actueel is, of er een schouw is uitgevoerd en of het beheerplan kan worden uitgevoerd binnen de financiële kaders van de begroting. Op basis hiervan is vanaf 2010 actief aan het actualiseren, opstellen en de kostenberekening van meerjaren plannen gewerkt. Begin 2011 is alvast een betrouwbare prognose van de noodzakelijke onderhoudsvoorziening gegeven op basis van een representatieve steekproef, waarbij een deel van het bezit ( 20 %) versneld was beoordeeld. De werkzaamheden voor het restant van de gebouwen wordt dit jaar verder voortgezet. De geactualiseerde beheerplannen voor de grote panden Eigen huisvesting en DZB zijn beschikbaar. De beheerplannen van de panden Maatschappelijk en beleidsondersteunend gemeentelijk vastgoed en overig vastgoed, zoals de Schouwburg en molen de Valk, van VAG/BOV dienen voor 95 % begin 2012 te worden opgeleverd, waardoor een indicatie voor het totaal kan worden gegeven.
Bestuursrapportage 2011 | 77
Hoofdstuk 5 Top 20 risicovolle projecten Binnen deze bestuursrapportage wordt apart gerapporteerd over de volgende 18 grote projecten: 1. Aalmarkt 2. Dieperhout 3. Kooiplein 4. Lakenhal 5. Lammenschanspark 6. Stationsgebied en omgeving 7. Muziekcentrum de Nobel 8. Ontsluiting Bio Science Park 9. RijnGouwelijn 10. Ringweg Oost 11. ROC Lammenschans 12. Trekvaartplein 13. NV Contrei (voorheen NV BOR) 14. SP71 15. Brede School Leiden Noord 16. Parkeergarage Lammermarkt 17. Parkeergarage Garenmarkt 18. Ambtelijke huisvesting Naast deze 18 projecten worden twee belangrijke algemene risico’s niet zijnde projecten onder de aandacht gebracht en dat zijn: 19. Onderhoud kapitaalgoederen vastgoed 20. Onderhoud kapitaalgoederen openbare ruimte. In hoofdstuk 4 wordt de stand van zaken betreffende deze kapitaalgoederen toegelicht.
5.1 Projecten Project 1: Aalmarkt Project:
Aalmarkt
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Peter Stokkermans
Stand van zaken per:
30-6-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Er is een actueel risicodossier aanwezig.
Risicodossier wordt gemonitord en actueel gehouden.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Grex is in het programma ruimtelijke investeringen Leiden (PRIL) 2011 opgenomen.
Grex wordt jaarlijks geactualiseerd.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Risico’s worden in Periodiek Overleg met ambtelijk opdrachtgever en bestuurlijk opdrachtgever besproken.
N.v.t.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Randvoorwaarden zijn bestuurlijk vastgesteld.
Stedenbouwkundigplan door raad vastgesteld waarna ontwerp bestemmingsplan in procedure gaat.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? 78 | Bestuursrapportage 2011
Ja.
Project 2: Dieperhout Project:
Dieperhout
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Wim Mulder
Ambtelijke opdrachtnemer:
Simone Eefting
Stand van zaken per:
30-6-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja: 1. najaar 2011 wordt het voorontwerp bestemmingsplan voor de ontwikkeling van Dieperhout in procedure gebracht. Onderdeel van het voorontwerp bestemmingsplan vormt ook de ontwikkeling van het Driestar College en twee sportzalen, alsmede de vervangende parkeeroplossing voor het Diaconessenhuis. De buurt volgt deze ontwikkelingen kritisch, alsmede andere ontwikkelingen in de omgeving van het project Dieperhout. 2. in de wijk Houtkwartier en in de Raadsherenbuurt, dus ruimer dan het plangebied Dieperhout, is een verkeersstudie uitgevoerd naar de ontwikkeling van de verkeerssituatie in de autonome situatie en na toevoeging van de geplande ontwikkelingen met als scope 2020. Uitkomst van deze studie is dat er maatregelen getroffen moeten worden om de buurt bereikbaar te houden als gevolg van de autonome groei en daarmee ook met het oog op de nog geplande ontwikkelingen. In de grondexploitatie is nog geen rekening gehouden met het eventueel moeten bijdragen aan investeringen in het wegenstelsel. 3. reguliere grondexploitatierisico’s (zie het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden).
Ad 1. de buurt nauw betrekken bij het bestemmingsplanproces en de geplande ontwikkelingen zorgvuldig onderbouwen. Ad 2. analyseren van de uitkomsten van de studie en verkeersmaatregelen voorstellen. Vervolgens in beeld brengen welke kosten gedragen moeten worden in de grondexploitatie Dieperhout. Daarna als eerste onderzoeken of door optimalisaties verslechtering van de grondexploitatie voorkomen kan worden. Ad 3. monitoren reguliere risico’s.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja. De grondexploitatie wordt jaarlijks geactualiseerd. Tussentijds wordt het risicodossier ook geactualiseerd en de bijbehorende financiële effecten in beeld gebracht.
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, wijzigingen ten gevolge van de eerdergenoemde risico’s worden meegenomen in actualisatie bij Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden 2012 e.v.
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, het kaderbesluit met de inhoudelijke en financiële uitgangspunten voor ontwikkeling van Dieperhout is in april 2011 door het college vastgesteld. Op 25 augustus wordt het kaderbesluit behandeld in de commissie Ruimte & Regio en 8 september door de raad. Na besluitvorming door de raad zijn de randvoorwaarden voor ontwikkelingen van Dieperhout helder.
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
N.v.t.
N.v.t.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja.
Project 3: Kooiplein Project:
Kooiplein
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Bestuursrapportage 2011 | 79
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
Ambtelijke opdrachtnemer:
Sigrid Verleun
Stand van zaken per:
10-8-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja. Het risicodossier wordt periodiek herzien. Er is onvoldoende in beeld welke garanties de gemeente heeft als we onze subsidies overmaken. De gemeente heeft een eerste recht van hypotheek op de gronden die we leveren maar: ■ deze dekt niet de gehele subsidiestroom, ■ het risico bestaat dat we gronden kwijtraken aan een derde en ■ dit recht van hypotheek wordt doorgehaald zodra Proper Stok haar gronden doorverkoopt aan een derde.
Samen met de afdelingen JFD en VAG wordt een scenarioanalyse gemaakt wat er gebeurt als Proper Stok op verschillende fasen in het proces stopt met de ontwikkeling (redenen kunnen uiteenlopend zijn: markt zit tegen dus voorverhuuren voorverkooppercentages worden niet gehaald, vertraging in vergunningenverlening of in uiterst geval faillissement). De gemeente Leiden zal een oplossing voorstellen voor een betalingsstroom, die zoveel mogelijk ook onduidelijkheden en wensen van Proper Stok oplost. Deze oplossing zal geagendeerd worden in de stuurgroep.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, door middel van de uitgevoerde risicoanalyses zijn de financiële effecten en de mate van optreden reëel geschat. De grootste financiële risico’s zijn als volgt: - De gemeente neemt de garages tegen kostprijs af en hiermee liggen alle financiële risico’s van de realisatie bij de gemeente. - geen dekking voor tijdelijke aansluiting Kooilaan terwijl we wel de verantwoordelijkheid op ons hebben genomen om deze te realiseren.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, het risicodossier is besproken met de ambtelijk opdrachtgever, met JFD en met VAG. Vooraf is het risicodossier verstuurd aan de bestuurlijk opdrachtgever.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Tijdens de uitwerking van het project zorgt de raamovereenkomst voor veel onduidelijkheid. Hierdoor is een behoefte geconstateerd dat een aanvullend document nodig is.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Nee.
Overleg vindt plaats met ontwikkelaar over aanscherping afspraken.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: ■ De rollen van de CV/BV aan de ene kant en de gemeente aan de andere kant moet beter worden ingevuld en voorwaarden waaronder subsidies worden overgemaakt en gronden worden verkocht moet verder worden uitgewerkt, waardoor de gemeente meer zekerheid verkrijgt dat het plan volgens de verwachting wordt uitgevoerd. ■ Duidelijkheid verkrijgen over de wijze waarop de openbare ruimte wordt vormgegeven en overgedragen over en weer (eerst van de gemeente naar de CV/BV, na inrichting van de CV/BV terug naar gemeente). ■ Het stedenbouwkundig plan dient aangepast te worden overeenkomstig de afspraken volgens de raamovereenkomst met betrekking tot overname openbare parkeergarages en de parkeernorm zoals contractueel vastgelegd in het algemeen. ■ Helderheid hoe de gemeente aan haar verplichting kan voldoen als het gaat om de Europese aanbesteding van de realisatie van openbare voorzieningen (zowel de garage als de inrichting van het openbaar gebied), vooral nu Proper Stok is overgenomen door Heijmans, en een kostendeskundige dient te worden geraadpleegd in verband met de verwachte hoogte van de investering van de openbare plekken. ■ Een voorstel voor een kostenefficiënte oplossing voor de tijdelijke aansluiting Kooilaan - Willem de Zwijgerlaan en de dekking daarvan. ■ Proper Stok houdt zich aan de afspraken als het gaat om (niet zonder toestemming mogen) doorverkopen van ontwikkelrecht. ■ Oplossing voor overschrijding geluidsnormen zodat bestemmingsplantraject hier niet door vastloopt. Er wordt door het projectteam met volle inzet gewerkt om deze voorwaarden in te vullen.
Project 4: Lakenhal Project:
Lakenhal
Bestuurlijk opdrachtgever:
Jan-Jaap de Haan
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven/Meta Knol
80 | Bestuursrapportage 2011
Ambtelijke opdrachtnemer:
Joyce Langenacker
Stand van zaken per:
2-8-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, de grote risico’s zijn in beeld. Het belangrijkste risico is dat de knelpunten, geformuleerd in het raadsbesluit “de Lakenhal op orde”, niet kunnen worden opgelost met het beschikbare budget op de beschikbare locatie. Daarnaast is er sprake van een spanning tussen de ambities van dit project en de (incidenteel) beschikbaar gestelde exploitatiegelden.
Op dit moment vinden er financiële, ruimtelijke en technische onderzoeken plaats om vast te stellen welke knelpunten wel en welke niet kunnen worden opgelost. Deze punten worden eerst in een nota van uitgangspunten en later door middel van een kaderbesluit ter bespreking en besluitvorming naar de gemeenteraad gebracht.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, er is een risico-inventarisatie gemaakt, waarbij de risico’s gekwalificeerd zijn op basis van een inschatting van de gevolgen op het gebied van financiën, kwaliteit, tijd en een inschatting van de kans dat het risico zal optreden.
De uitkomsten van de onderzoeken geven een eerste indicatie van in hoeverre de geformuleerde risico’s aan de orde zijn en wat de financiële gevolgen hiervan zijn. Bij het uitvoeringsbesluit kunnen deze financiële gevolgen nog beter in kaart worden gebracht. Uitgangspunt is overigens dat het beschikbare budget taakstellend is. Te hoge ramingen betekenen dat het ontwerp wordt aangepast of dat de Lakenhal extern geld uit de markt haalt om de ontwikkeling mogelijk te maken.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, de beheersmaatregelen zijn opgenomen in het risicodossier. De ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgever zijn hiermee akkoord.
Het risicodossier wordt besproken in de sturingsdriehoek.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
De randvoorwaarden worden eerst in een nota van uitgangspunten en later in het kaderbesluit aan de gemeenteraad voorgelegd.
Het opstellen van een nota van uitgangspunten en kaderbesluit.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, de risico’s zijn middels het risicodossier inzichtelijk gemaakt en besproken binnen de sturingsdriehoek.
Project 5: Lammenschanspark Project:
Lammenschanspark
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Wim Mulder
Ambtelijke opdrachtnemer:
Chantal Sevink
Stand van zaken per:
27-6-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Bestuursrapportage 2011 | 81
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja.
Risico’s: Vanwege de complexe aard, de omvang en de doorlooptijd van het project, zullen de gemeente en de ontwikkelaar actief en gezamenlijk toezien op het waar mogelijk beheersbaar maken van de risico’s. Dit door middel van een gedegen en uitgebreid risicomanagementplan. Voor sommige risico’s kunnen vooraf geen concrete risicobeheersmaatregelen worden opgesteld, ofwel nooit echt beheersbaar gemaakt worden. Hiervoor zijn procesafspraken in de ontwikkelovereenkomst opgenomen die bepalen hoe beide partijen met dergelijke tegenvallers om zullen gaan. Het gezamenlijke streven blijft om de studentencampus De Leidse Schans zo snel mogelijk maar met behoud van kwaliteit en zorgvuldigheid te realiseren. Een belangrijke succesfactor (dan wel risicofactor bij gebrek aan voldoende gemeentelijke sturing), is de mate en de fasering waarin de Leidse woningmarkt nieuw aanbod van studentenhuisvesting te verwerken krijgt. Onzorgvuldig opereren in deze, houdt in dat er een te groot aanbod aan studentenhuisvesting in een te korte tijd op de woningmarkt wordt gebracht. Dit zal grote, negatieve gevolgen kunnen hebben voor de afzetbaarheid van de studentenwoningen op de Leidse Schans. Wanneer dat zich voordoet zullen planning, financiering en haalbaarheid van het project in gevaar kunnen komen. Kansen: Bij de aanbesteding heeft de gemeente aan de ontwikkeling gevraagd om kansen in beeld te brengen. VORMBNO heeft op twee manieren de kansen voor het project in beeld gebracht. Enerzijds heeft de combinatie heel specifiek gekeken naar de kansen om het project sneller tot uitvoering te brengen. Anderzijds is er gekeken naar het creëren van kansen om het plan ook in tegenvallende marktomstandigheden tot uitvoering te laten komen. Deze zijn vooral gelegen in de flexibiliteit van de fasering. Naast het creëren van kansen ten gunste van de voortgang van dit project, heeft de combinatie ook gekeken naar kansen die buiten het plangebied gelegen zijn.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja.
In aanloop van de aanbestedingsprocedure is duidelijk geworden dat de gemeente niet alle geïnvesteerde kosten zal kunnen dekken. Om de herontwikkeling toch mogelijk te maken is een reservering van €14.300.000,- in het PRIL 2010 – Het Perspectief 2010-2013 opgenomen. Deze reservering is in stand gehouden bij het PRIL 2011 – Het Perspectief 2011-2015. Inmiddels is de aanbestedingsprocedure afgerond en is het Kaderbesluit + kredietaanvraag in procedure gebracht. Met het aanbestedingsresultaat ‘De Leidse Schans’ is het project voor zowel de gemeente als de ontwikkelcombinatie financieel haalbaar. Vanaf het kaderbesluit zal zowel op risico’s als op kansen gestuurd worden en zullen deze met grote regelmaat worden beoordeeld op financiële en ruimtelijke waarde en realiteitswaarde.
82 | Bestuursrapportage 2011
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja.
Binnen de sturingsdriehoek vindt regelmatig afstemming plaats over zowel de risico’s als de beheersmaatregelen. Uiteraard vindt er eveneens regelmatig afstemming plaats met de betrokken deskundigen vanuit de lijnafdelingen en extern betrokkenen (ontwikkelcombinatie).
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja.
Randvoorwaarden zijn opgenomen in de ontwikkelovereenkomst. Hierop wordt gestuurd. Het project heeft een doorlooptijd van enige jaren. Het kan gedurende deze doorlooptijd noodzakelijk blijken te zijn om, in het kader van een goede risicobeheersing, een aanpassing in de randvoorwaarden door te voeren. Hiertoe zijn procesafspraken opgenomen in de overeenkomst. Eventuele aanpassingen (incl. bijbehorende gevolgen en acties) zullen besproken worden door de projectdriehoek
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Bestuurlijk is de uitdrukkelijke wens om zo snel mogelijk de studentenhuisvesting te realiseren. Daarom is een zeer ambitieuze planning opgesteld die enkele kritieke paden kent: a) Succesvol afronden van de aanbesteding b) Tijdige ontsluiting Lammenschanspark via Lammenschansweg. c) Voldoende beschikbare verkeerscapaciteit Lammenschansgebied (ook met oog op overige ontwikkelingen in het gebied). De kans bestaat dat m.n. het Lammenschansplein de extra verkeersbewegingen niet kan verwerken en daarmee de bereikbaarheid van Lammenschanspark belemmert. Wanneer dit het geval blijkt te zijn en er wordt besloten tot verkeerskundige ingrepen, zal de uitvoering van het project mogelijk komen te vertragen. d) Het project Lammenschanspark is een binnenstedelijk project met een lange doorlooptijd, met een ambitieus programma en een grote complexiteit. De combinatie van deze kenmerken maakt dat de gemeente rekening dient te houden met de mogelijkheid dat zich situaties kunnen voordoen die een kostenverhogend effect tot gevolg hebben. Overige, algemene kritieke paden: -besluitvormingstraject -bestemmingsplanprocedure -vergunningprocedures
Ad a) Op 14 april zijn de drie inschrijvingen binnen gekomen en is de gemeente gestart met de beoordelingen. Hier is de Economisch Meest Voordelige Inschrijving uit naar voren gekomen: De Leidse Schans. Het college heeft ingestemd met het Voornemen tot gunnen Herontwikkeling Lammenschanspark en heeft het Kaderbesluit vastgesteld. Om de aanbestedingsprocedure daadwerkelijk succesvol te kunnen afronden, moet de raad eerst nog het Kaderbesluit vaststellen. Naar verwachting kan dit besluit eind augustus door de Commissie R&R (Ruimte&Regio) behandeld worden. Daarna kan het college over gaan tot het definitief gunnen van de opdracht. Ad b) Minnelijke verwerving is afgerond met het gewenste resultaat. Planvoorbereiding t.b.v. het realiseren van de ontsluitingslocatie is inmiddels opgestart. Voor de benodigde vergunningen zullen de daarbij horende procedures doorlopen moeten worden. Ad c) Er is een quickscan gemaakt om in beeld te brengen of (en indien nodig hoe) het Lammenschansgebied de extra verkeersbewegingen als gevolg van de verschillende projecten ter plaatse kan verwerken. Vooralsnog lijkt de bestaande infrastructuur de extra verkeersstromen die ontstaan als gevolg van de herontwikkeling aan te kunnen. Het wordt nadrukkelijk onder de aandacht gehouden en waar mogelijk wordt op eventueel noodzakelijke wijzigingen geanticipeerd. Ad d). Om deze situaties op te kunnen vangen en te voorkomen dat deze direct leiden tot grote vertraging of risico’s ten aanzien van het welslagen van het project, zal het aan te vragen krediet voorzien in een reservering ter dekking van onvoorziene kosten.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, het project is in control. Zowel de gemeente als de ontwikkelaar zijn zich bewust van de risico’s en de kansen en sturen hier gezamenlijk en actief op.
Bestuursrapportage 2011 | 83
Project 6: Stationsgebied en omgeving: Leiden Centraal Project Project:
Stationsgebied en omgeving: Leiden Centraal Project
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Wim Bos, Piet Prudhomme en Robert Bergenhenegouwen
Stand van zaken per:
1-7-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, Huidig LCP ■ Risico’s zijn dat er claims van ontwikkelaars rond Ubocht en Trafolocatie worden gehonoreerd. ■ Uitblijven van de definitieve tracékeuze voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) heeft consequenties voor de definitieve aansluiting van de Dellaertweg op Rijnsburgerweg en Schuttersveld en de definitieve reconstructie van de Bargelaan. ■ Onduidelijk is of en in hoe verre de meerkosten van tijdelijke verlegging van de Bargelaan voor rekening komen van de ontwikkelaar. Visie Kans is dat het stationsgebied in samenwerking met marktpartijen in samenhang wordt ontwikkeld en de beoogde kwaliteitslag wordt gerealiseerd. ■ Risico’s zijn dat de grondopbrengsten niet worden gehaald en er extra kosten komen door juridische en planologische procedures i.v.m. complexe gebiedsontwikkeling. De beschikkingsmacht over het Stationspleinflat komt niet tot stand door uitponding huurwoningen. Rijnsburgerblok Ja, er is ten behoeve van het opstellen van de grondexploitatie en het kaderbesluit een globale risicoanalyse uitgevoerd. Nadat het definitieve ontwikkelscenario met de grondeigenaren en gelieerde ontwikkelaars is bepaald, kunnen de risico’s en kansen nog scherper gedefinieerd worden.
Huidig LCP ■ De dossiers zijn opgebouwd met advies van de stadsadvocaat en extern juridisch advies. ■ Zo snel mogelijke besluitvorming over het tracé HOV. Visie ■ Het opgestelde stedenbouwkundig programma van eisen voor het stationsgebied, inclusief een beeldkwaliteitplan zo snel mogelijk opwerken naar een kaderbesluit zodat er heldere kaders komen om met markpartijen tot overeenstemming te komen. ■ Zo snel mogelijk overeenstemming zien te bereiken met de commerciële partijen, die zich inmiddels hebben gemeld en ook posities hebben verworven. Niet schromen om het onteigeningsinstrument in te zetten. Rijnsburgerblok Tijdens huidige voorreserveringsperiode met de ontwikkelende partijen samen rekenen en tekenen om zodoende tot een haalbaar en integraal schetsontwerp en grondbod te komen.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, zie het PRIL 2011. 1. Geactualiseerde GREX voor het Leiden Centraal Project (LCP) 2. Een GREX voor het stationsgebied is in ontwikkeling en zal worden aangeboden bij het kaderbesluit gebiedsontwikkeling. Voor het Rijnsburgerblok zijn de financiële effecten en kansen in relatie tot en in samenhang met de grondexploitatie in beeld gebracht.
1. Geactualiseerde GREX voor het LCP is beschikbaar. 2. Een kaderbesluit laten nemen door de Raad ten behoeve van het Rijnsburgerblok. Een kaderbesluit laten nemen door de Raad ten behoeve van het Stationsgebied en Omgeving (STEO).
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Voor het LCP is een regulier risicodossier aanwezig dat regulier besproken wordt met Ambtelijk Opdrachtgever (AOG) en Ambtelijk Opdrachtnemer (AON). Bij kaderbesluit gebiedsontwikkeling zullen de belangrijkste risico’s benoemd worden. Het kaderbesluit Rijnsburgerblok (inclusief grondexploitatie) is in overleg met de AOG en Bestuurlijk Opdrachtgever (BOG) tot stand gekomen.
Er wordt momenteel een risicodossier opgesteld voor het STEO.
84 | Bestuursrapportage 2011
Randvoorwaarden helder en getroffen?
De randvoorwaarden zijn momenteel helder. De gebiedsontwikkeling en Rijnsburgerblok verkeren in opmaat naar een kaderbesluit. Hierin worden de randvoorwaarden geconcretiseerd voor de opvolgende fase. Voor de herontwikkeling van het Rijnsburgerblok worden de belangrijkste stedenbouwkundige, programmatische, juridische en financiële randvoorwaarden in het kaderbesluit vastgesteld. Bij de verdere stedenbouwkundige uitwerking, het ontwerpproces en de grondwaardebepaling dienen deze ontwikkelprincipes door marktpartijen in acht genomen te worden. Plankosten Momenteel worden extra kosten gemaakt door de complexiteit van het project, de inhuur van externe deskundigheid en bestuurlijke keuzes. Op dit moment is er binnen de GREX van het LCP beschikbaar voor plankosten een bedrag van € 700.000 voor 2011 en 2012 samen. Hiervan is € 400.000 bestemd voor te maken plankosten voor het STEO voor kaderbesluit. Van het bedrag van € 700.000 is op dit moment ruim € 600.000 uitgegeven. Doordat het kaderbesluit STEO later wordt genomen dan gepland, is het bedrag van € 400.000 voor de oorspronkelijk ingeschatte plankosten voor kaderbesluit onvoldoende. Met een deel van die extra kosten is rekening gehouden binnen de GREX van het LCP (op basis van een besluit in het voorjaar van 2009). Een deel van die kosten waren in een later stadium echter ook niet voorzien. Bij het kaderbesluit wordt hier nader op teruggekomen en zal dit nader worden geconcretiseerd en voorstellen gedaan om het deficit aan te vullen. De plankosten die gemaakt worden voorafgaand aan het kaderbesluit voor het Rijnsburgerblok worden niet ten laste van de GREX gebracht, maar ten laste van de algemene dienst.
Er worden momenteel t.b.v. het Rijnsburgerblok en de gebiedsontwikkeling werkzaamheden verricht die normaliter na kaderbesluit zouden aanvangen. Verder dient zo snel mogelijk het kaderbesluit voor de gebiedsontwikkeling te worden opgeleverd.
Bestuursrapportage 2011 | 85
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Gebiedsontwikkeling Het kaderbesluit voor de gebiedsontwikkeling wordt momenteel opgesteld. Dit kaderbesluit en het kaderbesluit voor het Rijnsburgerblok zijn later voorgelegd door een aantal factoren. Gevolg is een overschrijding van het beschikbare budget aan plankosten. De factoren zijn: Bij het opstellen van de planning en begroting is geen rekening gehouden met uitstel van bestuurlijke besluitvorming - De complexiteit van het project is enorm. Het betreft een binnenstedelijke herontwikkeling op een mobiliteitsknoop. - Voor de gebiedsontwikkeling is veel meer onderzoek en werk (besteding uren) verricht dan vooraf voor mogelijk werd geacht. Dit heeft negatieve invloed gehad op de beschikbare plankosten. Wel zijn hierdoor de risico’s verminderd. - De discussie over de Rijn Gouwelijn heeft nogal wat consequenties voor verkeer en ontsluiting met als gevolg meer werk. - Doordat zo veel zaken met elkaar samenhangen kan, bij wijzigingen in projecten, dit directe gevolgen hebben voor het stationsgebied. - De effecten van de inschakeling van externe deskundigheid heeft geleid tot extra inzet aan ambtelijke begeleiding. Rijnsburgerblok In de grondexploitatie Rijnsburgerblok is voor plankosten een bedrag begroot van € 1.800.000,(looptijd van de grondexploitatie is 6 jaar x € 300.000,- plankosten gemiddeld per jaar). Om de werkzaamheden tussen kaderbesluit en uitvoeringsbesluit (o.a. grondprijsonderhandelingen, bouwkosten- en plantoetsing, contractsvorming, etc.) uit te kunnen voeren, wordt in het kaderbesluit voorgesteld een voorbereidingskrediet van € 750.000,- ter beschikking te stellen. De duur van de periode tussen kader- en uitvoeringsbesluit wordt geschat op twee jaar. Het kaderbesluit is conform planning geleverd in mei 2011 maar is echter bestuurlijk aangehouden tot september 2011. Gevolg hiervan is dat de plankosten in deze tussenliggende periode (nog) niet ten laste kunnen komen van het voorbereidingskrediet.
De uitgaven aan plankosten zijn gestegen door extra inzet en uitgestelde besluitvorming. Bij kaderbesluit zullen de plankosten die relatie hebben met het STEO verrekend worden met het voorbereidingskrediet.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, het project is in control. Stappen in de planontwikkeling worden correct genomen. De context is erg lastig en daar wordt zo goed mogelijk in overleg met AOG en BOG op geanticipeerd.
Project 7: Muziekcentrum de Nobel Project:
Muziekcentrum de Nobel
Bestuurlijk opdrachtgever:
Jan-Jaap de Haan
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Freddy van Rosmalen
Stand van zaken per:
6-7-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, er zijn behoorlijke risico’s welke in beeld zijn. Voor het langdurig realiseren van de gemeentelijke ambitie voor het muziekcentrum zal de toekomstige organisatie toegerust moeten zijn op haar taak. Dit vergt een professionalisering van de huidige LVC organisatie.
Er zullen afspraken gemaakt worden tussen LVC en gemeente. Deze worden in hoofdlijnen beschreven als onderdeel van het uitvoeringsbesluit voor de Nobel en zullen in een uitvoeringsovereenkomst uitgewerkt worden.
86 | Bestuursrapportage 2011
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, er is een risico-inventarisatie gemaakt, waarbij de risico’s gekwalificeerd zijn op basis van een inschatting van de gevolgen op het gebied van financiën, kwaliteit, tijd en een inschatting van de kans dat het risico zal optreden.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Wordt besproken met AOG en BOG.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
De randvoorwaarden zijn met het kaderbesluit en programma van eisen vastgesteld.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Er zijn tot aan de uitvoering van het project nog een aantal procedures te doorlopen (bestemmingsplan, WABO vergunning, uitzetten krakers). Deze procedures kunnen in geval van een gang naar de rechter het project vertragen.
Bespreken van het risicodossier in de sturingsdriehoek.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, de risico’s zijn middels het risicodossier inzichtelijk gemaakt en worden besproken binnen de sturingsdriehoek.
Project 8: Ontsluiting Bio Science Park Project:
Ontsluiting Bio Science Park
Bestuurlijk opdrachtgever:
Robert Strijk
Ambtelijke opdrachtgever
Chris de Vor
Ambtelijke opdrachtnemer:
Fred Gonlag
Stand van zaken per:
30-6-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja. Onduidelijkheid over Rijnlandroute (RLR) en RijnGouwelijn (RGL) a.g.v. hoofdlijnenakkoord Gedeputeerde Staten (GS) van Provincie Zuid-Holland (PZH) leidt tot nieuwe onzekerheden over raakvlakken van project Ontsluiting Bio Science Park (OBSP) met Knoop Leiden West, alsmede over de tracévoering en de vorm van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) door het projectgebeid OBSP.
Bewaken besluitvormingsproces provincie.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja. Voor project OBSP wordt financieel beheer dezelfde systematiek gehanteerd als bij project Ringweg Oost (RWO). Momenteel wordt gewerkt implementatie van beheersinstrumenten.
Uitwerken en inrichten van (financiële) beheersinstrumenten.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja. Project is opgenomen in lijst Top 20 risicovolle project.
■
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja. ■ Vastgelegd in kaderbesluit (december 2010) ■ Projectplan is uitgewerkt in gedetailleerde werkpakketbeschrijvingen. ■ Beschikbaar stellen van benodigde kwantitatieve en kwalitatieve inzet uit de staande organisatie verloopt vaak traag en moeizaam
■
Afstemming over raakvlakpunten met Universiteit verloopt moeizaam. Overeenstemming over raakvlakpunten is benodigd vóór start aanbesteding.
Op bestuurlijke agenda plaatsen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
■
■
Periodieke verantwoording middels Top 20 rapportage Periodieke actualisatie van risicoanalyse Meer afstemming tussen project- en lijnorganisatie Afdelingen frequenter informeren over project en committeren aan werkafspraken in werkpakketten
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, mits provinciaal besluit m.b.t. tracévoering Rijnlandroute binnen afzienbare tijd wordt genomen. Uitsluitsel over tracékeuze is benodigd vóór start aanbesteding.
Bestuursrapportage 2011 | 87
Project 9: RijnGouwelijn Project:
RijnGouwelijn (RGL)
Bestuurlijk opdrachtgever:
Robert Strijk
Ambtelijke opdrachtgever
Chris de Vor
Ambtelijke opdrachtnemer:
Martin Groen
Stand van zaken per:
1-7-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, voor wat betreft de uitwerking van de huidige scope van de Bestuursovereenkomst II (BO II). Door de nieuwe ontwikkeling m.b.t. de RGL (Hoofdlijnenakkoord van GS) zal de scope van het project waarschijnlijk (sterk) gewijzigd worden. Hierover zal de provincie overleg gaan voeren met Leiden en de overige RGL-gemeenten.
Eventuele aanpassing (bij voortzetting huidige scope) vanwege Afwegingskader. Samen met het samenwerkingsverband Holland Rijnland (HR) strategie bepalen voor een hoogwaardig OV-netwerk. Hiermee het overleg met de provincie aangaan.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja, voor bestaande scope zijn de kosten van de nieuwe ontwikkelingen in beeld gebracht. Voor de nieuwe ontwikkeling (Hoofdlijnenakkoord) is nog geen zicht op de financiële effecten.
Voor de bestaande scope: besluitvorming over dekking nieuwe ontwikkelingen, nadat duidelijk is wat de aanpassing van de huidige scope inhoudt. Goed aangesloten blijven op het proces en gebruik maken van de kansen.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, voor wat betreft de bestaande scope.
Nader overleg met de Ambtelijk Opdrachtgever van project: 1. ROC-locatie over de verwerving/ onteigening van Heemskerk; 2. Visie Stationsplein en/of Leiden Centraal Project over de Zeezijdevariant; 3. Lammermarkt (parkeergarage, Valkbrug en RijnGouwelijn).
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, BO II is nu nog de randvoorwaarde.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
De scope van de RGL staat onder druk. Indien gekozen wordt voor een ander tracé of een andere oplossing voor de voorziene RGL, dan zal er een nieuw kaderbesluit moeten worden vastgesteld.
Proces nauw volgen en monitoren.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja.
Project 10: Ringweg Oost Project:
Ringweg Oost
Bestuurlijk opdrachtgever:
Robert Strijk
Ambtelijke opdrachtgever
Chris de Vor
Ambtelijke opdrachtnemer:
Harry Devilee
Stand van zaken per:
30-6-2011
Onderwerp
88 | Bestuursrapportage 2011
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Na de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart jl. en na bekend worden van het bestuursakkoord van de provincie is een nieuwe politieke werkelijkheid ontstaan waardoor nieuwe risico’s zijn ontstaan. - Subsidie vanuit Bestuursovereenkomst II is onzeker; - Politiek draagvlak in Leiderdorp is onzeker; - Financiële bijdrage Leiderdorp is onzeker.
Sturen op risico’s: - bestuurlijk draagvlak in Leiderdorp nader onderzoeken; - onderhandelen met provincie over behoud subsidie Nb Afhankelijk van overleg / juridisch onderzoek zal de provinciale Bestuursovereenkomst II subsidie al dan niet toegekend worden.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja.
Geen.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja. Afstemming vindt plaats met Ambtelijk Opdrachtgever, Bestuurlijk Opdrachtgever en Stuurgroep Leiden / Leiderdorp.
Geen.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja. Het Voorlopig Ontwerp is gereed; voor het Voorlopig Ontwerp zijn de randvoorwaarden helder en bij het Kaderbesluit vastgelegd.
Op sommige onderdelen van het tracé worden optimalisatiemogelijkheden gezien, die nader bekeken zullen worden in de Definitief Ontwerpfase. Indien nodig zal de projectscope dan nog bijgesteld worden. Over de afwijkingen wordt apart gerapporteerd.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Duidelijke politieke herbevestiging van nut en noodzaak van de Ringweg Oost gewenst indien RGL wegvalt als argument.
Conclusie: is het project ‘in control’? Voor het Leidse deel / Fase 1: Nee. Voor het Leiderdorpse deel / Fase 2: Nee.
Project 11: ROC Lammenschans Project:
ROC Lammenschans
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Rien Nagtegaal
Ambtelijke opdrachtnemer:
Wim Griffioen
Stand van zaken per:
22-7-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
De risico’s betreffen de inpassing en aansluiting van de nieuwbouw op de bestaande stedelijke infrastructuur, inclusief inpassing van het RijnGouwelijn(RGL)tracé. Verwerving van onroerend goed in het RGLtracé hoort daar ook toe. Nu het onzeker is hoe het RGL-dossier een vervolg krijgt is het risico dat de onteigening niet langer voor rekening van het RGLbudget gebracht kan worden. Zonder verwerving van Lammenschans 128 (FORDdealer) is inrichting van het voorplein inclusief een fietsen/scooterstalling met 1550 plaatsen onmogelijk. Over aard en omvang van de levering van het vastgoed voor VMBO Da Vinci College is de discussie met CCL/ROC beslecht met een bindend advies, uitgebracht door een door beide partijen geselecteerde externe adviseur.
Met de actoren wordt overleg gevoerd om tot een goede inpassing en afstemming te komen, de mogelijkheden van minnelijke verwerving zijn nagenoeg nihil gezien de ontwikkelingen in het RGL dossier en de opstelling van de eigenaar Lammenschansweg 128. Het definitieve ontwerp voor het voorplein zal ten gevolge van het niet beschikbaar komen van Lammenschansweg 128 geheel herzien moeten worden. Ondertussen worden, totdat de eindsituatie kan worden gerealiseerd, tijdelijke oplossingen voor de inrichting van voorplein en aansluiting op de stedelijke infrastructuur uitgevoerd. Een alternatieve locatie voor de fietsenstalling is vooralsnog niet gevonden en raakt vanaf eind 2013 de uitgangspunten voor de ontwikkeling Lammenschanspark. Er is met ROC/CCL een overeenkomst gesloten om de levering van de nieuwbouw voor het VMBO medio 2011 zeker te stellen.
Bestuursrapportage 2011 | 89
Financiële effecten en % kans in beeld?
De realisatie van de inrichting rond de nieuwbouw komt op grond van de projectovereenkomst grotendeels voor rekening van de gemeente. De consequentie van de uitspraak van de bindend adviseur is dat verwerving van de nieuwbouw Da Vinci College een groter bedrag vergt dan waarmee tot nu toe rekening werd gehouden.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
De kaders waarbinnen aan de oplossingen wordt gewerkt zijn door college en raad (RB 06.0137) vastgesteld in de krediettoekenning voor de aankoop van de 4 ROC-locaties augustus 2006 en vervolgens verder aangescherpt bij de kredietverlening voor de nieuwbouw van het Da Vinci College Lammenschans (RB 09.0073) Een voorstel waarin de extra uitgaven worden toegelicht is in voorbereiding in overleg met ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgever.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
De randvoorwaarden zijn voldoende richtinggevend om tot een goede afronding van het project te komen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Met de levering van de nieuwbouw Da Vinci College en het afronden van het verwervingstraject kan het project afgesloten worden. De inmiddels actieve VVE is verantwoordelijk voor het beheer van de directe omgeving, een overdracht van openbaar gebied aan de gemeente is niet aan de orde.
Vooralsnog is in het PRIL 2011 – het Perspectief 2011-2015 (RB 11.0046) rekening gehouden met dekking van extra uitgaven tot een bedrag van € 2 mln. waarin/waarmee onder andere rekening werd gehouden met extra verwervingskosten Lammenschansweg 128, bouw van een permanente fietsenstalling op het voorplein en inrichtingskosten van de openbare ruimte. Nu er voor de tijdelijke situatie een afgerond omgevingsontwerp is wordt een voorstel voorbereid voor een aanvullend krediet om de hiervoor genoemde reservering van € 2 mln. gedeeltelijk op andere wijze te gebruiken dan eerder voorzien. In dit voorstel zullen de financiële consequenties ten gevolge van de bindend advies procedure worden voorgelegd en ook de eventuele fiscale consequenties (BTW) van de projectovereenkomst duidelijk worden gemaakt. Naar het zich nu laat aanzien zal de aanvraag voor aanvullend krediet het eerder genoemde bedrag van € 2 mln. niet te boven gaan.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja.
Project 12: Trekvaartplein Project:
Trekvaartplein
Bestuurlijk opdrachtgever:
Henri Lenferink
Ambtelijke opdrachtgever
Ronald Gerritsen
Ambtelijke opdrachtnemer:
Chris de Mol
Stand van zaken per:
1-8-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, de risico’s met betrekking tot de grondexploitatie zijn opgenomen in het programma ruimtelijke investeringen Leiden (PRIL) 2011. Daarnaast worden bij de aanbestedingsprocedure specifieke risico’s m.b.t. de fasering van de herstructurering meegenomen. Met de gemeente Oegstgeest zal het traject met betrekking tot de realisatie van 10 standplaatsen worden geïntensiveerd.
1. Risico’s m.b.t. fasering uitwerken in aanbestedingsprocedure. 2. Bestuurlijk overleg met gemeente Oegstgeest.
90 | Bestuursrapportage 2011
Financiële effecten en % kans in beeld?
Grondexploitatie wordt jaarlijks doorgelicht waarbij de wijzigingen worden gemeld. De bijdragen en subsidies worden gemonitord. Momenteel wordt bezien of een versnelde afwikkeling van de ISV(Innovatieprogramma Stedelijke Vernieuwing)bijdrage, op verzoek van het rijk, wellicht tot de mogelijkheden behoort.
Aansturen op versnelde en volledige ISV-bijdrage en risicoparagraaf actualiseren (zie ook PRIL).
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja, wijzigingen ten gevolge van de eerdergenoemde risico’s worden meegenomen in actualisatie bij PRIL 2011, vooralsnog is de verwachting dat er per saldo geen extra middelen benodigd zijn.
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, gedetailleerde grondexploitatie in combinatie met risicomanagement.
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen nadere actie noodzakelijk in dit stadium.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, kaders vastgesteld t.b.v. verdere uitvoering (uitvoeringsbesluit, beleidsregels vergoedingen en bestemmingsplan) en daar waar nodig worden specifieke maatregelen getroffen.
Project 13: NV Contrei (voorheen NV BOR) Project:
NV Contrei (voorheen NV BOR)
Bestuurlijk opdrachtgever:
Frank de Wit
Ambtelijke opdrachtgever
Jan Nauta
Ambtelijke opdrachtnemer:
Hans van der Meulen
Stand van zaken per:
4-7-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Bestuursrapportage 2011 | 91
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Leiden voert activiteiten op het gebied van Stedelijk beheer uit voor de buurgemeenten Oegstgeest en Zoeterwoude. Daartoe wilden de gemeenten samen een NV oprichten, de NV Contrei. Nu Leiden daarvan afziet bestaat de kans dat de buurgemeenten bij Leiden komen reclameren. Mogelijke gevolgen zijn: ■ Claims bij ontmanteling:
■
■
■ oorspronkelijke inleg in aandelenkapitaal (totaal € 100.000) moet terug naar de aandeelhouders; dit geld is overigens alleen door Leiden betaald; ■ kosten die gemaakt zijn in de NV en kosten die nog worden gemaakt bij de ontmanteling worden wellicht door de buurgemeenten op Leiden verhaald; ■ wellicht dat de gemeenten ook kosten van de inzet vanuit de gemeenten zelf op Leiden zullen proberen te verhalen.
Aanbevolen wordt om met de buurgemeenten te overleggen zodat bij hen de aandrang om een juridische claim te leggen wordt weggenomen. In dat overleg kan dan tevens de basis worden gelegd voor het heronderhandelen over de contracten met de buurgemeenten. Het is belangrijk om ter voorbereiding op dat heronderhandelen intern meer zicht te krijgen in hoeverre de contracten afwijken van de werkelijke situatie.
Derving verwachte besparingsopbrengst: op basis van de huidige contracten tussen Leiden en de buurgemeenten over Stedelijk Beheer wordt een vermindering – en een vermeerdering - van de kosten doorberekend in de bijdragen van de buurgemeenten en daarmee in de tarieven voor hun burgers. Deze kostenbesparing is in de intentieverklaring toegezegd. De besparing zou door het op te richten werkbedrijf gerealiseerd worden (=NV). Andere gevolgen:
■ wellicht zullen de gemeenten overgaan naar een andere aanbieder (Meerlanden/Cyclus); ■ andere politiek/bestuurlijke issues in het kader van regionalisering; ■ mogelijke imagoschade (Leiden besloot eigenhandig een werkbedrijf op te richten, nodigde de regio uit om deel te nemen, twee gemeenten doen mee, en nu besluit Leiden eigenhandig om ervan af te zien); deze schade blijft zonder financiële gevolgen.
De claims zijn juridisch niet hard en de financiële risico’s dus niet-bestaand. Over de te behalen voordelen van de NV Contrei zijn alleen intentieverklaringen afgelegd. De buurgemeenten hoeven niet te vrezen dat zij niet zullen profiteren van de verwachte kostendaling van de producten en diensten van Stedelijk Beheer. Als die kosten dalen, dan worden zij doorberekend in de bijdrage van de buurgemeenten en dus in de tarieven die zij hun burgers in rekening kunnen brengen. De contracten met de buurgemeenten zijn niet up to date. Niet precies is te zeggen hoeveel ze afwijken van de werkelijke situatie. De wethouder gaat praten met de buurgemeenten over de contracten. Het merendeel zit echter in de kosten van afvalverwerking en daar is sprake van een langlopend contract en daar kunnen we niet zomaar verandering in brengen. Financiële effecten en % kans in beeld?
De kans dat de gemeente Leiden - als gevolg van haar initiatief tot opheffing van de NV - juridisch verplicht wordt tot een financiële vergoeding aan de buurgemeenten is nihil. Aan de ontmanteling van de NV Contrei zijn eenmalige kosten verbonden. Er is 100k beginkapitaal gestort. Hier worden momenteel de kosten van de NV (zeer beperkt) uit gedekt. Hier kunt u uit putten als u nog iets van een financiële afronding met de andere gemeenten wilt afspreken.
92 | Bestuursrapportage 2011
N.v.t.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
N.v.t.
N.v.t.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
N.v.t.
N.v.t.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Geen.
Geen.
Conclusie: is het project ‘in control’? Als gevolg van recente besluitvorming is dit project niet actueel meer. We werken nu aan de afbouw. Die is in control.
Project 14: Servicepunt71 Project:
Servicepunt71
Bestuurlijk opdrachtgever:
Roos van Gelderen
Ambtelijke opdrachtgever
Onno Beljaars
Ambtelijke opdrachtnemer:
Dick van Wielink
Stand van zaken per:
29-6-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
JA In het bedrijfsplan zijn risico’s opgenomen. De risico’s zitten met name in de consequenties van de herijking en eventueel kwaliteitsverlies in de dienstverlening. De ontvlechting van de begroting en het plaatsingstraject zijn complexe trajecten waarbij mogelijke weerstand en wantrouwen van medewerkers geadresseerd worden. In deze fase van het project, vlak voor de overgang naar het Servicepunt, zijn bovenstaande punten zeer kritiek. Om de risico’s verder te monitoren en te beheersen wordt een risico Analyse uitgevoerd.
■ ■ ■
Financiële effecten en % kans in beeld?
Ja
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Ja
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja
■
RI&E Definitieve vaststelling begroting Verbeteren communicatie en procesafspraken Dienstverleningsovereenkomst completeren
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Conclusie: is het project ‘in control’? Op grond van bovenstaande acties verwachten wij weer volledig ‘in control’ te komen.
Project 15: Brede School Leiden Noord Project:
Brede School Leiden Noord
Bestuurlijk opdrachtgever:
Frank de Wit
Ambtelijke opdrachtgever
Wim van der Hoeven
Ambtelijke opdrachtnemer:
Eveline Botter
Stand van zaken per:
27-6-2011
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Bestuursrapportage 2011 | 93
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
1. Uitvoering kans op meerwerk: door de scherpe inschrijvingen, is er kans op veel en fors meerwerk en veel discussie gedurende de uitvoering. Bij de eerste periode van de bouwfase is duidelijk dat hiertoe sterke directievoering en toezicht benodigd is om dit in goede banen te leiden. 2. Overlast bouwactiviteiten: de wijk gaat de komende jaren fors overlast ondervinden van de verschillende bouwactiviteiten. Dit door de start van de Brede School Leiden Noord en de reconstructie van de Willem de Zwijgerlaan alsmede de ontwikkeling van het Kooiplein. Dit is met name een politiek gevoelig risico. Goede afstemming onderling van de verschillende projecten en communicatie naar de buurt.
1. De hoeveelheid voorbereidend tekenwerk moet in overeenstemming zijn met de tijd die daarvoor nodig is om goede kwaliteit te leveren. Extra inzet directievoering is, middels een gespecialiseerd bureau, aangetrokken. Deze inzet heeft een positief effect op het verloop van de discussiepunten en de voortgang van het werk loopt hierdoor geen vertraging op. 2. De verschillende projectgroepen zijn met elkaar in contact over de communicatiemomenten naar de wijk en buurtbewoners. Het verkeerscirculatie plan voor het gebouw maakt wel dat de boom die op het terrein als te behouden werd gezien, zal moeten wijken om de doorstroming op de Surinamestraat voldoende te houden. De acceptatie daarvoor van de aangevraagde kapvergunning zal worden ondersteund door op het nieuwe plein hoogwaardig groen terug te plaatsen. Inmiddels heeft de vertegenwoordiger in de projectgroep zich positief uitgesproken naar de aannemer m.b.t. voorkomen van parkeer- en overige overlast.
Financiële effecten en % kans in beeld?
Huidige aanbieding: de aannemers begroting van de 4 percelen is binnen budget.
De financiering van het aandeel van mede-opdrachtgever Woningbouwvereniging Ons Doel is door maatregelen van de centrale overheid wel veel moeilijker geworden. Door inzet van de subsidie van het Ministerie van Milieu en Infrastructuur is het inmiddels wel mogelijk het project te kunnen financieren. De 2 blokjes starterswoningen (totaal 18 woningen) moeten nog worden aanbesteed. Vanaf 15 augustus start de verhuurcampagne en zal beter inzicht verkregen worden naar de vraag van de consument op dit moment.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
In de stuurgroep zijn de te nemen stappen besproken en is richting gegeven.
De stuurgroep komt 1x per 3 maanden bijeen. Alleen bij afwijkingen zal er extra bijeen gekomen worden. Nu is dit niet nodig aangezien tijd en geld binnen de afgesproken kaders blijven.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Budget en tijd zijn helder.
Planning kent nog een onduidelijkheid binnen het project, te weten de aanbesteding van de 2 blokjes van 9 starterswoningen, rechtstreeks door Ons Doel te regelen. De bouwplaatsindeling is hiervoor leidend. De budgettering is hiervoor in het totaal wel meegenomen.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Beheerfase.
Er ontbreekt een opdrachtgevend organisatie onderdeel voor de exploitatie fase, wat de besprekingen voor inzet in de exploitatie fase bemoeilijkt. Nu de aanbestedingen een gunstig resultaat kennen is het van groot belang alle partners weer aan tafel te krijgen en met vereende kracht de beheerorganisatie op te zetten. Vertrouwen in de start ontbrak na de eerst mislukte aanbesteding. Er is nu weer ruimte voor een sprong voorwaarts met alle aspecten van samenwerken en beheer.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja.
94 | Bestuursrapportage 2011
Project 16: Parkeergarage Lammermarkt Project:
Parkeergarage Lammermarkt
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Chris de Vor
Ambtelijke opdrachtnemer:
Sigrid Verleun
Stand van zaken per:
2-8-2011 (Definitiefase)
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, voor deze fase zijn mogelijke risico’s voldoende in beeld gebracht. Er is een eerste risico- analyse uitgevoerd. Die is echter gelet op de huidige (definitie) fase van het project nog zeer globaal en algemeen van aard. Toelichting: op basis van de door het college van B&W op 2 november 2010 vastgestelde uitgangspunten voor de ontwikkeling van parkeergarages in de binnenstad is op 15 maart 2011 de projectopdracht voor de parkeergarage Lammermarkt door het college van B&W vastgesteld. Ter uitvoering van de projectopdracht worden als eerste stap het programma van eisen voor de bouw van de parkeergarage en de belangrijkste principes en ambities voor de inrichting van de openbare ruimte, voortkomend uit verschillende kaderstellende documenten, aan de raad (aug.- sep. 2011) ter vaststelling voorgelegd. Daarnaast wordt een besluit gevraagd aangaande het vervolgproces tot aan het kaderbesluit (apr. 2012) en alle werkzaamheden die hieruit voortvloeien. De ontwikkeling en bouw van een parkeergarage brengt uiteraard risico’s met zich mee. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in risico’s voor de omgeving (bijvoorbeeld schade in de openbare ruimte of aan belendingen) en risico’s voor de bouw en het bouwwerk zelf. Ook organisatorische, maatschappelijke, bestuurlijke, economische, technische en communicatieve risico’s spelen een rol. Deze risico’s worden verder onderzocht.
Het nader inventariseren van de kansen, risico’s en financiële effecten is in het vervolgproces tot aan kaderbesluit een belangrijke stap maar kan niet los gezien worden van een aantal andere stappen zoals het analyseren van de mogelijkheden en alternatieven ondergronds, het analyseren van de bereikbaarheid, het opstellen van een investeringskostenraming, het opstellen van exploitatieberekeningen en het bepalen van de marktstrategie. De risico’s, kansen en financiële effecten zullen in de periode tot aan kaderbesluit dus nog gedetailleerder en meer specifiek in kaart worden gebracht. De volgende onderzoeken vinden plaats: - Actorenanalyse - Studies naar de bodemgesteldheid - Studie archeologie - Analyse bereikbaarheid - Exploitatiemodel - Inschatting bezettingsgraad - Alternatievenanalyse - Marktverkenning - Advies aanbestding
Financiële effecten en % kans in beeld?
Nee, zoals hierboven beschreven zullen de risico’s, kansen en financiële effecten in de periode tot aan kaderbesluit nog gedetailleerder en meer specifiek in kaart worden gebracht ahv resultaten grond en archeologieonderzoeken, keuzes en voorstellen omtrent alternatieven ondergronds, uitkomst studie bereikbaarheid, uitkomst investeringskostenraming, exploitatieberekeningen en marktstrategie.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Het risicodossier wordt 2 augustus besproken met de Ambtelijk Opdrachtgever (AOG).
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, voor wat betreft de definitiefase. De uitgangspunten voor de ontwikkeling en de projectopdracht zijn helder verwoord, met uitzondering van het vraagstuk eigendom, exploitatie en beheer. het is niet duidelijk welke rol de gemeente zal nemen (VAG/ parkeerbedrijf) en welke rol de marktpartijen. De ontwikkeling van de parkeergarage Lammermarkt vindt -conform het Leidse planproces- gefaseerd plaats. Het is uiteraard de bedoeling om via het kaderbesluit de definitiefase af te sluiten en de kaders en randvoorwaarden voor de vervolgfasen (voorbereidingsfase en realisatiefase) nader bestuurlijk te definiëren. Er is een voldoende ruim voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld.
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Nee.
Conclusie: is het project ‘in control’?
Bestuursrapportage 2011 | 95
Ja, er ligt een duidelijke projectopdracht voor en er is een ruim voorbereidingskrediet beschikbaar. De noodzakelijke werkzaamheden en processtappen van projectopdracht tot aan kaderbesluit zijn zorgvuldig in beeld gebracht en afgestemd met de Ambtelijk Opdrachtgever en Bestuurlijk Opdrachtgever. Er is een integraal projectteam samengesteld. Voor wat betreft expertise die niet binnen de gemeente beschikbaar zijn externe adviseurs aangetrokken. Er vindt veelvuldig en intensief afstemming plaats met de Ambtelijk Opdrachtnemer van de Parkeergarage Garenmarkt.
Project 17: Parkeergarage Garenmarkt Project:
Parkeergarage Garenmarkt
Bestuurlijk opdrachtgever:
Pieter van Woensel
Ambtelijke opdrachtgever
Chris de Vor
Ambtelijke opdrachtnemer:
Robert Bergenhenegouwen
Stand van zaken per:
2 augustus 2011 (Definitiefase)
Onderwerp
Ja/Nee
Gewenste actie
Kansen en risico’s voldoende in beeld?
Ja, voor deze fase zijn mogelijke risico’s voldoende in beeld. Er is een eerste risico- analyse uitgevoerd. Die is echter gelet op de huidige (definitie) fase van het project nog zeer globaal en algemeen van aard. Toelichting: op basis van de door het college van B&W op 2 november 2010 vastgestelde uitgangspunten voor de ontwikkeling van parkeergarages in de binnenstad is op 15 maart 2011 de projectopdracht voor de parkeergarage Lammermarkt door het college van B&W vastgesteld. Ter uitvoering van de projectopdracht worden als eerste stap het programma van eisen voor de bouw van de parkeergarage en de belangrijkste principes en ambities voor de inrichting van de openbare ruimte, voortkomend uit verschillende kaderstellende documenten, aan de raad (aug.- sep. 2011) ter vaststelling voorgelegd. Daarnaast wordt een besluit gevraagd aangaande het vervolgproces tot aan het kaderbesluit (apr. 2012) en alle werkzaamheden die hieruit voortvloeien. De ontwikkeling en bouw van een parkeergarage brengt uiteraard risico’s met zich mee. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in risico’s voor de omgeving (bijvoorbeeld schade in de openbare ruimte of aan belendingen) en risico’s voor de bouw en het bouwwerk zelf. Ook organisatorische, maatschappelijke, bestuurlijke, economische, technische en communicatieve risico’s spelen een rol.
Het nader inventariseren van de kansen, risico’s en financiële effecten is in het vervolgproces tot aan kaderbesluit een belangrijke stap maar kan niet los gezien worden van een aantal andere stappen zoals het analyseren van de mogelijkheden en alternatieven ondergronds, het analyseren van de bereikbaarheid, het opstellen van een investeringskostenraming, het opstellen van exploitatieberekeningen en het bepalen van de marktstrategie. De risico’s, kansen en financiële effecten zullen in de periode tot aan kaderbesluit dus nog gedetailleerder en meer specifiek in kaart worden gebracht. De volgende onderzoeken vinden plaats: - Actorenanalyse - Studies naar de bodemgesteldheid - Studie archeologie - Analyse bereikbaarheid - Exploitatiemodel - Inschatting bezettingsgraad - Alternatievenanalyse - Marktverkenning - Advies aanbesteding
Financiële effecten en % kans in beeld?
Nee, zoals hierboven beschreven zullen de risico’s, kansen en financiële effecten in de periode tot aan kaderbesluit nog gedetailleerder en meer specifiek in kaart worden gebracht ahv resultaten grond en archeologieonderzoeken, keuzes en voorstellen omtrent alternatieven ondergronds, uitkomst studie bereikbaarheid, uitkomst investeringskostenraming, exploitatieberekeningen en marktstrategie.
Instemming met geformuleerde beheersmaatregelen?
Het risicodossier is 2 augustus besproken met de Ambtelijk Opdrachtgever.
Randvoorwaarden helder en getroffen?
Ja, voor wat betreft de definitiefase. De uitgangspunten voor de ontwikkeling en de projectopdracht zijn helder verwoord, met uitzondering van het vraagstuk eigendom, exploitatie en beheer. Het is niet duidelijk welke rol de gemeente zal nemen (VAG/ parkeerbedrijf) en welke rol de marktpartijen. De ontwikkeling van de parkeergarage Garenmarkt vindt -conform het Leidse planproces- gefaseerd plaats. Het is uiteraard de bedoeling om via het kaderbesluit de definitiefase af te sluiten en de kaders en randvoorwaarden voor de vervolgfasen (voorbereidingsfase en realisatiefase) nader bestuurlijk te definiëren. Er is een voldoende ruim voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld.
96 | Bestuursrapportage 2011
Overige algemene opmerkingen en/of aanbevelingen
Nee.
Conclusie: is het project ‘in control’? Ja, er ligt een duidelijke projectopdracht voor en er is een ruim voorbereidingskrediet beschikbaar. De noodzakelijke werkzaamheden en processtappen van projectopdracht tot aan kaderbesluit zijn zorgvuldig in beeld gebracht en afgestemd met de Ambtelijk Opdrachtgever en Bestuurlijk Opdrachtgever. Er is een integraal projectteam samengesteld. Voor wat betreft expertise die niet binnen de gemeente beschikbaar zijn externe adviseurs aangetrokken. Er vindt veelvuldig en intensief afstemming plaats met de Ambtelijk Opdrachtnemer van de Parkeergarage Lammermarkt.
Project 18: Ambtelijke huisvesting In het hoofdstuk over de taakstellingen Bedrijfsvoering wordt een toelichting gegeven over de stand van zaken van dit project.
Bestuursrapportage 2011 | 97
98 | Bestuursrapportage 2011