Bestuursrapportage 2011 no. 2 (januari tot en met december 2011) Vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 3 april 2012 Behandeld door het algemeen bestuur op18 april 2012
DOCS-#490346-v8-Bestuursrapportage_2011_no__2.DOC
Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag
Inhoud 1.
Voorwoord en leeswijzer ...................................................................................................... 3
2.
Bestuursrapportage in één oogopslag ............................................................................... 4
3.
Programma’s ......................................................................................................................... 9 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Primaire en regionale waterkeringen ............................................................................ 11 Calamiteitenzorg ........................................................................................................... 14 Watersysteembeheer .................................................................................................... 15 Nationaal Bestuursakkoord Water ................................................................................ 19 Kwaliteit van het oppervlaktewater................................................................................ 21 Zuiveringsbeheer........................................................................................................... 25 Lastendruk..................................................................................................................... 29 Tevredenheid belanghebbenden .................................................................................. 31 Maatschappelijk verantwoord ondernemen .................................................................. 33 Niet afgeronde prestatie-indicatoren ............................................................................. 34
4.
Belastingopbrengsten ........................................................................................................ 35
5.
Investeringen ....................................................................................................................... 36 5.1
6.
Niet afgeronde investeringen ........................................................................................ 37
Paragrafen............................................................................................................................ 38 6.1 6.2 6.3
Uitgangspunten en normen ........................................................................................... 38 Bedrijfsvoering............................................................................................................... 38 Financiering ................................................................................................................... 44
Bijlage 1: Afkortingen en begrippen ......................................................................................... 47 Bijlage 2: Niet afgeronde prestatie-indicatoren 2011 .............................................................. 49
2
1. Voorwoord en leeswijzer Voorwoord Twee maal per begrotingsjaar brengt het college de bestuursrapportage uit aan het algemeen bestuur, als onderdeel van de Planning & Controlcyclus. Het college geeft hiermee invulling aan artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze cyclus begint met de voorjaarsnota die op hoofdlijnen het beleid voor de volgende 4 jaren weergeeft en waar ook een meerjarenraming in wordt afgegeven. De volgende stap in de cyclus is de begroting waarin in het bijzonder de eerste jaarschijf van de voorjaarsnota nader wordt uitgewerkt. De bestuursrapportage geeft vervolgens antwoord op het resultaat van de drie W-vragen die in de begroting zijn gesteld: • Wat willen we bereiken? • Wat doen we ervoor? • Wat zijn de kosten? De financiële cijfers van de tweede bestuursrapportage kunnen daarbij bovendien worden gezien als de voorlopige cijfers van de later door het algemeen bestuur vast te stellen jaarrekening.
Sinds 2011 worden naast de bestuursrapportages tussentijds (voor de zomervakantie en voor de begrotingsvaststelling) overzichten verstrekt met de stand van zaken van de investeringsplanning.
Leeswijzer Doelstellingen en prestatie-indicatoren (PI) In hoofdstuk 3 Programma’s beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: • Kwaliteit (K); • Tijd (T); • Geld (G). Gebruikte symbolen In verband met een rustiger opmaak van de tabellen en geen eenduidige symbolen, waardoor een legenda nodig was per tabel om de symbolen te verklaren, gebruiken wij voor het kleuroordeel met ingang van deze bestuursrapportage nieuwe symbolen. In Tabel 1 treft u de definitie aan met de gebruikte symbolen.
Tabel 1 – Symbolen en definitie Definitie goed op schema voldoende, niet op schema maar niet kritisch onvoldoende, niet op schema en kritisch
Was
Werkwijze beoordelingen In de beoordeling is gekeken naar de resultaten in kwaliteit, tijd en geld. Als kwaliteit en tijd in meer of mindere mate achterblijven bij de afspraken die gemaakt zijn, worden deze oranje of zelfs rood beoordeeld. Hierbij is het relevant welke toekomstige acties moeten worden ondernomen om de gestelde doelen alsnog te behalen. Het criterium geld wordt vaak groen beoordeeld, tenzij er een overschrijding van het
krediet is, dan volgt het oordeel oranje of rood, afhankelijk van de mate en reden van overschrijding.
● ■
▲
Wordt +/+ +/-/-
Bestuursrapportage in één oogopslag In hoofdstuk 2 treft u een samenvatting aan van de cijfers, uitgesplitst naar programma’s, kostensoorten en belastingcategorieën. Bovendien treft u een overzicht aan van de doelstellingen en prestatie-indicatoren per programma.
3
2. Bestuursrapportage in één oogopslag Tabel 2 – Verantwoording per bestuurlijk thema en programma Begroting 2011
Realisatie 2011
Resultaat 2011
15,9 15,4 0,4 30,7 27,1 3,6 52,0 6,8 45,1 5,3 5,3 0,0 0,0
16,1 15,8 0,3 33,6 29,1 4,5 54,8 5,8 49,0 5,0 5,0 0,0 0,0
0,3 N 0,4 N 0,1 V 3,0 N 2,0 N 1,0 N 2,9 N 1,0 V 3,9 N 0,3 V 0,3 V 0,0 V 0,0 V
103,8
109,6
5,8 N
Overige opbrengsten Veiligheid Primaire en regionale waterkeringen Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Nationaal Bestuursakkoord Water Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden
1,8 1,8 0,0 1,2 1,0 0,2 1,2 0,0 1,2 0,3 0,3 0,0 0,0
2,9 2,8 0,1 3,9 3,6 0,2 3,0 0,1 2,9 0,8 0,8 0,0 0,0
1,2 V 1,1 V 0,1 V 2,7 V 2,6 V 0,1 V 1,8 V 0,1 V 1,7 V 0,5 V 0,5 V 0,0 V 0,0 V
Totaal overige opbrengsten
4,5
10,7
6,2 V
99,3
98,9
0,4 V
Na 1e wijziging
Kosten Veiligheid Primaire en regionale waterkeringen Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Nationaal Bestuursakkoord Water Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden Totaal kosten
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in miljoenen euro’s
4
Tabel 3 – Verantwoording per kosten- en opbrengstensoort Begroting 2011
Realisatie 2011
Resultaat 2011
50,7 24,6 21,3 11,8
51,4 26,7 21,1 10,4
0,7 N 2,1 N 0,1 V 1,4 V
108,3
109,6
1,3 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten, excl. geactiveerde lasten Geactiveerde personeelslasten (incl. baggeren) Geactiveerde rente
4,5 3,2 1,3
6,5 3,1 1,1
2,0 V 0,1 N 0,2 N
Totaal overige opbrengsten
9,0
10,7
1,7 V
Saldo kosten en overige opbrengsten
99,3
98,9
0,4 V
Netto bijdrage belastingcategorieën Netto bijdrage belastingcategorieën
99,1
99,7
0,6 V
Mutaties reserves Toevoeging reserves Onttrekking reserves
0,0 0,2
0,0 0,0
0,0 V 0,2 N
Saldo na netto bijdrage en mutaties reserves
0,0
0,8
0,8 V
Begroting 2011
Realisatie 2011
Resultaat 2011
Na 1e wijziging
Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
Tabel 4 – Netto bijdrage per belastingcategorie
Na 1e wijziging
Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing overig ongebouwd Watersysteemheffing natuur Watersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing woningen en bedrijven
18,8 3,6 0,0 25,9 50,7
18,9 3,6 0,0 26,6 50,7
0,0 V 0,0 N 0,0 N 0,7 V 0,1 N
Totaal netto bijdrage
99,1
99,7
0,6 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
5
Tabel 5 - Overzicht programma’s, doelstellingen en Prestatie-indicatoren (PI) Bestuurlijk thema en programma
Doelstelling
Maatregel/PI
Aantal PI rood / oranje
Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen
1 t/m 6
5
Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen
7
1
Doelstelling 3 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt
8
-
Doelstelling 4 - Een doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem
9
-
Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied
10 t/m 24
4
Doelstelling 6 - Realiseren van een duurzaam, klimaatbestendig en veilig functionerend watersysteem
25 t/m 26
1
Doelstelling 7 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform NBW-actueel op orde
27 t/m 29
2
5.
Kwaliteit van het oppervlaktewa- Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van ter het oppervlaktewater
30 t/m 41
6
6.
Zuiveringsbeheer
Doelstelling 9 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater
42 t/m 49
4
Doelstelling 10 - Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen
50 t/m 53
1
Doelstelling 11 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken
54 t/m 57
1
Veiligheid 1.
2.
Primaire en regionale waterkeringen
Calamiteitenzorg
Voldoende water 3.
4.
Watersysteembeheer
Nationaal Bestuursakkoord Water
Schoon water
Bestuur, middelen en maatschappij 7.
Lastendruk
Doelstelling 12 - Betere dienstverlening door een 58 t/m 60 evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten
1
8.
Tevredenheid belanghebbenden Doelstelling 13 - Het waterschap staat midden in 61 t/m 67 de samenleving
2
Doelstelling 14 - Integreren van het vaarwegbeheer in het waterbeheer
9.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid
68
1
Doelstelling 15 - Verleende vergunningen binnen 69 proceduretijd
1
Doelstelling 16 - Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden
70 t/m 71
1
Doelstelling 17 - Recreatie, cultuurhistorie en landschap
72 t/m 73
1
6
Conclusie Financieel beeld Het resultaat 2011 is 0,8 miljoen euro voordelig. Het resultaat ontstaat uit een voordelig saldo op de kosten en overige opbrengsten van 0,4 miljoen euro. Daarnaast zijn er hogere belastingopbrengsten van 0,6 miljoen euro. Tenslotte is de begrote onttrekking uit de reserve van 0,2 miljoen euro niet nodig, waardoor een rekenkundig nadeel ontstaat. De eerste begrotingswijziging 2011 heeft het saldo van de kosten en overige opbrengsten verlaagd met 2,2 miljoen euro. Zonder interventie (begrotingswijziging) zou het resultaat 2,2 miljoen euro hoger uitgevallen zijn. Hieruit blijkt dat het instrument van de begrotingswijziging effectief is. Investeringen De bruto investeringsuitgaven bedragen 32,9 miljoen euro. Hiermee wordt een relatieve uitputting van 87% gerealiseerd in 2011, ten opzichte van 2010 een toename van 22%. Dit wordt met name veroorzaakt door de eerste begrotingswijziging 2011, waarbij de begrote investeringsuitgaven met 13,6 miljoen euro neerwaarts zijn bijgesteld. Nog meer samenwerking binnen projecten en een verminderde afhankelijkheid van de markt zorgen voor minder uitgaven. Prestatie-indicatoren Wat we doen om het effect te bereiken is in Tabel 5 op pagina 6 samengevat weergegeven. In 2011 onderscheiden we 17 doelstellingen en 73 PI. Bovendien is hierin het aantal indicatoren weergegeven dat beoordeeld is als oranje of rood. Van de 73 PI hebben er 32 een afwijkend kleuroordeel. In totaal gaat het om 73 x 3 (K/T/G) = 219 beoordelingen. Hiervan zijn er 19 rood (-/-), 21 oranje (+/-) en 179 groen (+/+) beoordeeld. De meeste afwijkingen hebben betrekking op het criterium tijd.
Wat vindt het college van de bereikte resultaten? Financieel beeld De begroting van 2011 stond in het teken van ‘scherp aan de wind’. Dat is duidelijk terug te zien in het saldo van kosten en overige opbrengsten, deze kent een uitputtingspercentage van 99,6%. Ook de geringe afwijking op de gerealiseerde belastingopbrengsten stelt ons tevreden. Met een voordeel van 0,6 miljoen euro ligt de afwijking ruim binnen 1% van het totaal van de begrote belastingopbrengsten. Ook e achteraf gezien was het besluit om de 1 Begrotingswijziging door te voeren verstandig. De overschrijding op personeelskosten is toe te schrijven aan een technische omissie in de begroting van de sociale lasten, de scherpe raming van de personeelskosten en aan hogere inhuurkosten. De omissie is in de begroting van 2012 hersteld. De overschrijding op inhuurkosten is inherent aan de keuze om bij vacatures en ziekte de capaciteit door het inhuren van tijdelijke medewerkers op sterkte te houden. Investeringen De gerealiseerde investeringsuitgaven liggen dichter bij de (gewijzigde) begroting dan de afgelopen jaren. Bruto is er voor bijna 33 miljoen euro aan werk gerealiseerd en dat is slechts 13% minder dan begroot. In 2010 lag de realisatie op 31,5 miljoen euro, dit is een stijging van de realisatie van de investeringsuitgaven met 1,5 miljoen euro (5%). Dit hoge realisatiepercentage wordt ook verklaard door de begrotingswijziging, waarbij het niveau is bijgesteld naar een realistischer niveau. Prestatie-indicatoren Op basis van de rapportage over de prestaties is de belangrijkste constatering dat het waterschap het werk wel gedaan krijgt maar niet in alle gevallen binnen de tijd die daarvoor in de begroting is gesteld. 7
Op de factor tijd wordt 15 keer rood en dus kritisch voor de einddoelstelling gescoord. Deze scores zijn als volgt te verdelen: • aangepast in Begroting 2012: 3 • afhankelijkheid van derden: 2 • complexiteit en meerwerk: 5 • maatregel in toelichting vermeld: 5 Op basis van de aantallen in de verschillende categorieën is het college van mening dat voldoende bijsturingsmaatregelen zijn genomen. De verschuiving in de tijd leidt niet altijd tot extra kosten of een lager kwaliteitsniveau. Koppeling prestatie-indicatoren & geld Vanuit het financiële beeld en de rapportage over de prestatie-indicatoren komt de vraag naar voren of het later realiseren van de doelstellingen in 2012 tot een financiële overschrijding leidt. Voor prestatieindicatoren die zijn gekoppeld aan investeringsuitgaven blijft het krediet 2012 beschikbaar. Voor de prestatie-indicatoren die gekoppeld zijn aan de exploitatie en waarvan is aangegeven dat de realisatie in 2012 plaatsvindt of wordt afgerond, geldt dat deze binnen de begroting van 2012 gerealiseerd kunnen worden.
8
vingsregels uitgesplitst naar kosten en opbrengsten (geactiveerde lasten). Hierdoor ontstaat er nadeel op de personeelskosten en een voordeel op de geactiveerde lasten. Deze verschillen vallen echter tegen elkaar weg en hebben geen invloed op het totale saldo per programma. De begroting 2012 is in lijn gebracht met de spelregels, zodoende is dit probleem niet meer aan de orde in de volgende bestuursrapportages.
3. Programma’s Algemeen Inleiding In dit hoofdstuk beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: • Kwaliteit (K); • Tijd (T); • Geld (G) Verder kijken we naar het programmaresultaat. De eerste begrotingswijziging 2011 is alleen kwantitatief (geld) van aard. Het kwalitatieve (tekst + PI) deel is niet gewijzigd. Om die reden zijn in deze bestuursrapportage de prestatie-indicatoren integraal overgenomen uit de begroting 2011. De beoordeling van de prestatie-indicatoren vindt derhalve op dezelfde wijze plaats als bij de bestuursrapportage 2011 no.1. Op aangeven van het algemeen bestuur is in de bestuursrapportage 2011 no.1 de doorwerking naar de begroting 2012 inzichtelijk gemaakt. In de begroting 2012 is zoveel mogelijk rekening gehouden met cumulatieve indicatoren. Tabel ‘Wat heeft het gekost?’ Uit de tabel met de kosten en opbrengsten is er op de onderdelen: • personeelskosten; • afschrijvingskosten; • rentekosten; • opbrengsten uit de geactiveerde lasten, regelmatig een patroon zichtbaar, waarvoor de verklaring per programma hetzelfde is. Om bij de toelichting per programma niet in herhaling te vervallen en hiermee een rustiger beeld bij de verklaring te creëren, treft u hieronder de algemene verklaring van de bij de bullets benoemde kosten- en opbrengstencategorieën. •
Personeelskosten De personeelskosten zijn gesaldeerd begroot. In de realisatie wordt dit volgens de geldende externe verslagge-
•
•
Het nadelig resultaat van 2,1 miljoen euro op de personeelskosten wordt in belangrijke mate verklaard door een rekenfout in de personeelsbegroting van ongeveer 1,5 miljoen euro. Deze rekenfout is in de begroting 2012 hersteld. Daarnaast is er een nadelig resultaat gerealiseerd op de inhuur. Deze overschrijding van het inhuurbudget kent twee oorzaken: de inhuur voor vervanging voor ziekte en zwangerschap was hoger dan begroot en er is ingehuurd om ontstane vacatureruimte tijdelijk in te vullen. Deze vacatureruimte is niet begroot en zou normaliter grotendeels gedekt worden door een onderschrijding op de reguliere personeelskosten. Dat was door de genoemde rekenfout nu niet het geval. Inmiddels zijn de openstaande vacatures vervuld en zijn maatregelen genomen om de post inhuur binnen de begroting te houden. Afschrijvingskosten Het voordeel op de afschrijvingskosten is 0,1 miljoen euro. Dit wordt verklaard door een langere looptijd van projecten. Hierdoor start het moment van afschrijven later. Verder ontstaat een inkoopvoordeel op de aanbestedingen (zie ook Tabel 9 op pagina 41). Het voordeel wordt enigszins teniet gedaan door een inhaalafschrijving op rwzi Wijk bij Duurstede. Rentekosten Het voordeel op de rentekosten bedraagt 1,4 miljoen euro. Vanwege goed treasurybeleid, een optimale mix van lang- en kort vreemd vermogen, was het eind 2010 niet nodig een lening van 25 9
•
miljoen euro aan te trekken. In de begroting 2011 is hier wel mee gerekend. Uiteindelijk is in december 2011 een lening aangetrokken van 15 miljoen euro. Opbrengsten uit de geactiveerde lasten De begrote personeels- en rentekosten zijn gesaldeerd weergegeven. In de realisatie wordt dit volgens de geldende externe verslaggevingsregels uitgesplitst naar kosten en opbrengsten. Om het effect op de opbrengsten inzichtelijk te maken hebben we een aparte regel onder de opbrengsten opgenomen (geactiveerde lasten). Bij de programma’s Primaire en regionale waterkeringen, Watersysteembeheer en Zuiveringsbeheer ontstaat hierdoor een nadeel op de personeelskosten en een voordeel de geactiveerde lasten. Deze verschillen vallen echter tegen elkaar weg en hebben geen invloed op het totale saldo per programma. De begroting 2012 is in lijn gebracht met de spelregels, zodoende is dit probleem niet meer aan de orde in de volgende bestuursrapportages.
10
Thema Veiligheid 3.1 Primaire en regionale waterkeringen Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
01. Opstellen GOP Bestuurlijk primaire water- vastgesteld keringen GOP
-
GOP vastgesteld
Project is opgestart
GOP gereed in +/+ -/2011
02. Uitvoeren van toetsing van de regionale waterkeringen
Toetsverslag vastgesteld door college mei 2012
-
80% gedetail- 80% leerde toetsing gereed
Toetsing gereed in 2012
+/+ +/+ +/+
03. Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen
Aantal kilometers uitgevoerde kadeverbetering per jaar
129 km voorbereid en 128 km gereed
19 km voorbereid 12 km gereed
19 km voorbereid 5 km gereed
316 kilometer in 2020 volgens norm gereed
+/+ +/-
+/+
04. Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen
-
Vastgestelde nota
Plan van aanpak gereed + pilot opgestart
Beleidsplan vastgesteld in 2011
+/+ -/-
+/+
05. Opstellen van Bestuurlijk legger voor alle vastgestelde waterkeringen legger
-
Legger overige Nee waterkeringen vastgesteld
Vastgestelde legger in 2011
-/-
-/-
06. Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen
-
Beleidsplan vastgesteld
Beleidsplan +/+ +/waterkeringen gereed in 2011
Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan
Concept 80% gereed
K
T
-/-
G +/+
+/+
Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
07. Opstellen van een compartimenteringsplan voor de boezem HDSR
Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan
-
Vastgesteld compartimenteringsplan
Studie compar- Plan vastgetimentering is steld in 2011 uitgevoerd
K
T
G
+/+ -/-
+/+
K
G
Doelstelling 3 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
T
08. Bestrijden van muskusratten
Aantal muskusratten vangsten per uur
0,31 vangsten per uur
0,23 vangsten per uur
0,17 vangsten per uur
0,17 vangsten +/+ +/+ +/+ per uur in 2013
11
Toelichting Prestatie-indicator nr. 1 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland is het GOP primaire waterkeringen pas in de tweede helft van 2011 opgepakt. Het GOP primaire waterkeringen wordt in 2012 aan het AB voorgelegd (conform begroting 2012). Prestatie-indicator nr.3 Conform de verwachting van juli jl. is er in 2011 5 km kade toegevoegd aan het aantal km regionale waterkering dat voldoet aan de toetsingscriteria. Ter compensatie van het lagere ‘aantal km gereed’, ten opzichte van oorspronkelijk gepland, is in 2011 6 km meer ‘in voorbereiding’ genomen. Hiervan is van 19 km de voorbereiding ook daadwerkelijk afgerond. Van de overige 6 km is de voorbereiding in vergevorderd stadium en zal deze in 2012 afgerond worden. Deze vertraging heeft geen nadelige consequenties voor het bereiken van de einddoelstelling van het GOP. Het aantal km is wel voor 2020 gereed en de vertraging heeft geen invloed op de overige planning.
de legger overige keringen op basis van de concept criteria. Onder voorbehoud van de bestuurlijke vaststelling van de beleidsnota (2012) kan de legger overige waterkeringen eind 2012 bestuurlijk worden vastgesteld. Het betreft hier de legger voor de overige waterkeringen. Dit is slechts een beperkt aantal van het totaal, omdat het overgrote deel onder de primaire en regionale keringen valt. Voor zowel de primaire als de regionale keringen beschikken we over leggers. Prestatie-indicator nr.6 Het Conceptbeleidsplan is voor 80% gereed en zal (conform begroting 2012) in 2012 door het college worden vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 7 De studie naar mogelijkheden voor compartimentering van de boezem is uitgevoerd. In het 1e kwartaal van 2012 wordt het resultaat in het college besproken met een plan van aanpak om te komen tot een compartimenteringsplan (conform begroting 2012).
Prestatie-indicator nr.4 Vanwege de extra inspanningen rondom het project Veiligheid Centraal Holland is de beleidsnota overige waterkeringen in de tweede helft van 2011 opgepakt. Het plan van aanpak is ambtelijk gereed en er is een pilot opgestart rondom het “Eiland van Schalkwijk”. Verdere uitwerking en vaststele ling vindt plaats in de 2 helft van 2012 (conform begroting 2012). Prestatie-indicator nr.5 Het kunnen starten met het opstellen van de legger overige waterkeringen is afhankelijk van de criteria die vastgesteld worden in de beleidsnota overige waterkeringen (prestatie-indicator 4). De vertraging in het opstellen van de beleidsnota heeft hiermee direct ook het opstellen van de legger vertraagd. In 2011 wordt gestart met het opstellen van 12
Wat heeft het gekost? Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Resultaat 2011
3.526 3.819 4.637 2.697 747
3.049 3.819 6.022 2.267 683
477 V 0V 1.385 N 430 V 64 V
15.426
15.841
415 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
1.757 0
2.453 387
696 V 387 V
Totaal overige opbrengsten
1.757
2.840
1.083 V
13.669
13.001
668 V
Primaire en regionale waterkeringen Kosten Overige kosten Bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi-
na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan.
Overige kosten (0,477 V) • Slimmere en geautomatiseerde veiligheidstoetsing regionale waterkeringen • Legger voor waterkeringen niet vastgesteld in 2011 • Door gunstige koppeling met de toetsing (werk met werk) en door met eigen personeel te werken ontstaat een voordeel op de activiteiten ten behoeve van het beheerregister waterkeringen Overige opbrengsten (0,696 V) • Inwerkingtreding spoedwet per 1 juli (i.p.v. 1 januari) leidt tot extra facturering aan de provincie van de kosten van muskusrattenbeheer over het eerste halfjaar, wel dient te worden aangetekend dat in het Bestuursakkoord Water in dit verband 1 januari wordt genoemd. Het college gaat echter uit van 1 juli, zijnde de datum waarop de muskusrattenbeheersing een wettelijke waterschapstaak is geworden. • Overige indirecte opbrengsten
V/N 0,2 V 0,2 V 0,1 V
0,9 V
0,2 N
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
13
3.2 Calamiteitenzorg Doelstellingen en maatregelen Doelstelling 4 - Een doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
T
G
09. Oefenen van de calamiteitenorganisatie
Aantal oefeningen
2 oefeningen (1 met gemeenten en 1 intern)
5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern)
5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern) en 2 calamiteiten (hoog water en droogte)
Doelmatig functionerend calamiteitenzorgsysteem
+/+ +/+ +/+
Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Resultaat 2011
Calamiteitenzorg Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
297 103 29 4
95 181 22 2
202 V 78 N 7V 2V
Totaal kosten
434
300
133 V
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
0 0
103 0
103 V 0V
Totaal overige opbrengsten
0
103
103 V
434
197
237 V
Wat heeft het gekost?
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi-
na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan.
Overige kosten (0,202 V) • De ondersteuning op het gebied van calamiteitenzorg en de samenwerking in het Platform Crisisbeheersing Midden Nederland is door de eigen organisatie uitgevoerd, terwijl er uitgaan was van het inschakelen van externe deskundigheid. Overige opbrengsten (0,103 V) • Niet geraamde opbrengsten Platform Crisisbeheersing Midden Nederland
V/N 0,2 V
0,1 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
14
Thema Voldoende water 3.3 Watersysteembeheer Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
T
G
10. Opstellen beleidsnota beperken van de negatieve effecten van droogte
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota
-
Studie naar effecten uitgevoerd
Ja
Beleidsnota +/+ +/+ +/+ gereed in 2012
11. Uitvoeren GOP Aantal gereno- 80 Kunstwerken veerde kunstwerken per jaar
8
8
209 stuks +/+ +/+ +/+ kunstwerken in 2015 in goede staat
12. Opstellen communicatieplan "waterverdeling tijdens droogte"
Bestuurlijk vastgesteld communicatieplan
Vastgesteld plan
Ja
Vastgesteld plan in 2011
13. Inrichten grondwatermonitoringssysteem
Een operationeel monitoringsysteem
-
100% gereed
100%
Het monito+/+ +/+ +/+ ringsysteem is gereed in 2011
14. Renoveren cultuurhistorische oevers
Aantal km hersteld
-
3,5 kilometer gerealiseerd
0 km
3,5 kilometer Oever-project stad Utrecht is afgerond in 2011
+/+ -/-
+/-
15. Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Aantal kilometer verbeterde harde oevers per jaar
29,5 km
4,6 km
0,5 km
GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld
+/+ -/-
+/+
16. Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Aantal kilometer natuurvriendelijke oevers
9,5 km
10,9 km
8,4 km
Duurzame en robuuste inrichting van oevers
+/+ +/-
+/+
17. Uitvoeren Aantal kuubs baggerjaarplan (m3) per jaar 2011
3.951.000
325.000
349.000
Baggerachterstand in 2016 weggewerkt (5,9 miljoen kuub)
+/+ +/+ +/+
18. Opstellen beleidsplan GGOR
Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan
-
Vastgestelde beleidsnota
Ja
Nota in 2011 vastgesteld
+/+ +/+ +/+
19. Actualiseren peilbesluiten.
Cumulatief 50% percentage gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft.
66%
50%
In 2015 zijn alle (79% van het gebied) peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar)
+/+ -/-
+/+ +/+ +/+
+/+
15
Toelichting Prestatie-indicator nr. 14 De complexiteit van de aanbesteding heeft voor de vertraging gezorgd in dit project. De uitvoering wordt geheel in 2012 ter hand genomen. Prestatie-indicator nr. 15 In deze 4,6 km zijn abusievelijk de 3,5 km van Stadsbuitengracht opgenomen. Van de geplande lengte van 1,1 km is 0,5 km gerealiseerd. De voorbereiding met aangelanden in het project Kromme Rijn, Schoudermantel heeft meer tijd gekost dan voorzien. Naar verwachting kan dit project in 2012 worden afgerond. Prestatie-indicator nr. 16 De norm van 10,9 km betreft deels projecten voor EVZ en KRW die ook horen bij de doelstelling aanleggen van natuurvriendelijke oevers in het programma waterkwaliteit. Vanuit het GOP oevers is in 2011 8,4 km natuurvriendelijke oever aangelegd. De inrichting van de nieuwe maalvliet Gemaal Houtkade en uitvoering van het WGP Lanbroekerwetering hebben meer tijd gekost dan voorzien. Prestatie-indicator nr. 19 Het beoogde percentage met actuele peilbesluiten wordt niet gehaald om de volgende redenen. Voor peilbesluit Lopikerwaard waren peilafwegingen per bodemtype nodig op basis van de nieuwe beleidslijnen uit de beleidsnota Peilbeheer. Omdat dit in de streek gevoelig ligt is ook een intensiever gebiedsproces nodig. Hierdoor schuift de bestuurlijke vaststelling door naar 2012. Door inhuur van extra capaciteit wordt de voortgang ondersteund.
16
Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
20. Verbeteren sturing en monitoring oppervlakte watersysteem
Vernieuwd CAW-systeem
-
Implementatie in organisatie
Ja
In 2013 is het CAW vernieuwd.
+/+ +/+ +/+
-
50% maatregelen meetplan gerealiseerd
50%
In 2013 is het meetplan uitgevoerd.
+/+ +/+ +/+
21. Uitvoeren Uitgevoerde meetplan maatregelen oppervlaktewa- meetplan tersysteem
T
G
22. Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden.
Cumulatief 4 aantal verdroogde gebieden waar waterhuishouding op orde is
4
4
6 Topgebieden +/+ +/+ +/+ zijn op orde in 2013
23. Opstellen watergebiedsplannen inclusief sub-TOP en overige gebieden
Cumulatief 6 aantal bestuurlijk vastgestelde watergebiedsplannen
6
6
In 2020 zijn +/+ +/+ +/+ alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd
24. Uitvoeren integrale watergebiedsplannen
Cumulatief aantal uitgevoerde watergebiedsplannen
1
1
In 2020 zijn +/+ +/+ +/+ alle 7 watergebiedsplannen uitgevoerd
0
Doelstelling 6 - Realiseren van een duurzaam, klimaatbestendig en veilig functionerend watersysteem Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
25. Opstellen Bestuurlijk planadvies vastgesteld watersysteem planadvies. Rijnenburg aan gemeente Utrecht
-
Planadvies vastgesteld
Nee
Vastgesteld plan in 2011
+/+ +/-
26. Opstellen legger watersysteem
Plan van Aanpak
Uitvoeren plan van aanpak
Ja
In 2012 is legger vastgesteld
+/+ +/+ +/+
Bestuurlijk vastgestelde legger
T
G +/+
17
Toelichting Prestatie-indicator nr. 25 In het overleg over de realisatie van Rijnenburg is door de gemeente Utrecht een tussenfase ingelast om de marktpartijen de mogelijkheid te geven met een alternatief plan te komen. Daardoor is de realisatie vertraagd ten opzichte van eerdere plannin-
gen. Inmiddels hebben de marktpartijen een eigen plan gepresenteerd, dat goed door de gemeente is ontvangen. Naar verwachting wordt het planproces binnenkort weer met alle overheidspartijen opgestart. Pas dan beschikken wij over de juiste informatie om het planadvies op te stellen en voor bestuurlijke besluitvorming voor te leggen. De bestuurlijke besluitvorming is naar verwachting in de eerste helft van 2012.
Wat heeft het gekost? Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Resultaat 2011
Watersysteembeheer Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
16.598 5.107 3.685 1.714
17.147 6.440 3.278 2.229
549 N 1.333 N 407 V 515 N
Totaal kosten
27.104
29.095
1.991 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
1.048 0
1.043 2.595
5N 2.595 V
Totaal overige opbrengsten
1.048
3.638
2.590 V
26.056
25.457
599 V
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi-
na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan.
Overige kosten (0,549 N) • Monitoring slibaanwas wordt in 2012 aanbesteed • Lagere onderhoudskosten kunstwerken actieve waterbeheersing • Hogere onderhoudskosten door derden van kunstwerken passieve waterbeheersing • Bij de monitoring van de waterkwantiteit leidt de upgrade van het CAW-systeem (Centrale Automatisering Watermanagement) tot meer aanpassingen op de bestaande systemen dan was voorzien. Bovendien hebben extra testen naar alle locaties tot hogere telefoonkosten geleid. In het hoofdstuk investering komt de overschrijding van het krediet ter hoogte van 0,1 miljoen euro aan de orde. • Tot en met 2011 worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma’s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een variabele verdeelsleutel, die gebaseerd is op de urenverantwoording. Deze doorbelasting valt voor het programma Watersysteembeheer nadelig uit. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt.
V/N 0,2 V 0,3 V 0,1 N 0,1 N
0,8 N
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
18
3.4 Nationaal Bestuursakkoord Water Doelstelling 7 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform NBW-actueel op orde Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
27. Opstellen beleidsnotitie stedelijk waterbeheer
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnotitie
-
Vaststellen van Nee beleidsnotitie
Vaststellen van beleidsnotitie +/+ -/in 2011
28. Uitvoeren tweede toetsing wateropgave
Bestuurlijk vastgesteld toetsingsresultaat
Resultaat toetsing
Nee
In 2012 toetsingsresultaat bestuurlijk vastgesteld.
29. Uitvoeren van NBW maatregelen
Cumulatief aantal WGP waarin NBWmaatregelen uitgevoerd zijn
1
1
-
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
T
+/+ -/-
G
+/+
+/+
In 2015 zijn de NBW maatre+/+ +/+ +/+ gelen uitgevoerd in WGP’s
19
Toelichting Prestatie-indicator nr. 27 Het opstellen van de beleidsnotitie stedelijk waterbeheer is in 2010 gestart. Vanwege de complexiteit van het onderwerp is 2011 besteed aan een goede bestuurlijke beeldvorming voorafgaand aan de besluitvorming. Naar verwachting zal de notitie in 2012 worden vastgesteld.
Prestatie-indicator nr. 28 De toetsing is in 2011 begonnen. Het verwerken van een grote hoeveelheid verbeterde data in het beheerregister vergde enkele maanden extra tijd. De resultaten worden in het najaar van 2012 vastgesteld.
Wat heeft het gekost? Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Resultaat 2011
Nationaal Bestuursakkoord Water Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
1.564 1.866 108 40
2.098 2.322 88 32
534 N 456 N 20 V 8V
Totaal kosten
3.578
4.540
962 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
150 0
215 0
65 V 0V
Totaal overige opbrengsten
150
215
65 V
3.428
4.325
897 N
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi-
na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan.
Overige kosten (0,534 N) • Niet geraamde kosten voor de zoetwaterproblematiek West- en Midden Nederland (Deltaprogramma) en een niet geraamde bijdrage aan derden in het kader van het watergebiedsplan Langbroekerwetering • Lagere bijdragen dan geraamd aan plannen van derden (Rijk, Provincie, gemeenten en overige) en thema- en gebiedsgerichte plannen • Tot en met 2011 worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma’s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een variabele verdeelsleutel, die gebaseerd is op de urenverantwoording. Deze doorbelasting valt voor dit Watersysteembeheer nadelig uit. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt.
V/N 0,1 N
0,2 V 0,6 N
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
20
Thema Schoon water 3.5 Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
Uitvoering
Ja
Waterberging +/+ +/+ +/+ en natuurontwikkeling gereed in 2015
31. Uitvoeren Uitvoering Voorbereiding Uitvoering synergieproject synergieproject en start uitvoeKromme Rijn ring
Ja
Synergieproject gereed in 2015.
+/+ +/+ +/+
32.
Ja
Synergieproject gereed in 2015
+/+ +/+ +/+
33. Uitvoeren Uitgevoerd Haalbaarheids- Start uitvoering synergieproject synergieproject studie herinrichting HaarrijnOuwenaar
Ja
Aanleg NVO in +/+ +/+ +/+ boezem, verplaatsen gemaal Haarrijn en herinrichten voormalige boezem gereed in 2015
34. Opstellen Emissiebeheerplan
Opgesteld emissiebeheerplan
-
Opstellen plan
Nee
Vastgesteld emissiebeheerplan in 2012
+/+ +/-
+/+
35. Aanleggen natuurvriendelijke oevers
Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever
77 km
91,7 km
85,5 km
144 km gerea- +/+ +/liseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen
+/+
36. Vispasseerbaar maken van kunstwerken
Aantal gereali- 2 seerde vispassages per jaar
10
10
58 vispasseer- +/+ +/+ +/+ bare kunstwerken gemaakt in 2027 (waarvan 30 voor 2015)
37. Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma
Aantal onder- zoeken gereed per jaar
4
1
In 2015 zijn +/+ +/alle 16 onderzoeken gereed
+/+
38. Opstellen notitie behoud waterparels
Opgestelde notitie
Voorbereiding
Nee
Inzicht in mogelijkheden voor behoud waterparels
+/+
30. Uitvoeren Uitvoering Voorbereiding synergieproject synergieproject Grecht
Deelname in Uitgevoerd synergieproject synergieproject Schoon water van de gemeente Utrecht voor waterlichaam Maartensdijk en Vecht
-
Voorbereiding
K
T
+/+ +/-
G
21
Toelichting Prestatie-indicator nr. 34 Het plan van aanpak voor het Emissiebeleidsplan is eind 2011 door het college vastgesteld. Door de keuze voor een interactieve aanpak met doelgroepen heeft het planvormingstraject vertraging opgelopen. Eind 2012 wordt het Emissiebeleidsplan bestuurlijk vastgesteld. Prestatie-indicator nr. 35 Deze PI betreft de natuurvriendelijke oevers in het kader van de KRW-doelstellingen. In 2011 hebben we 8,4 km natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. Op de cumulatieve norm lopen we 6,2 km achter. Het blijkt niet gemakkelijk om geschikte en beschikbare locaties voor natuurvriendelijke oevers te vinden. Met inzet van de beheerder grondzaken hopen we dit te bespoedigen. Prestatie-indicator nr. 37 In 2011 is 1 onderzoek in plaats van 4 onderzoeken afgerond. Het betreft 12 onderzoeksthema's met wel 130 onderzoeken in plaats van 16 onderzoeken. Deze indicator is dan ook aangepast in de begroting 2012. De eindnorm wordt in 2013 al gehaald in verband met de tweede fase van de KRW. Prestatie-indicator nr. 38 Eind 2011 is gestart met onderzoek naar de doelstellingen en bijbehorende concrete maatregelen van de vier waterparels. Aan de hand van de onderzoeksresultaten die in 2012 beschikbaar komen, verkrijgen wij inzicht in de maatregelen die mee kunnen liften met EHS/verdroging(sgelden) en in welke mate de herijking van de EHS gevolgen heeft voor de waterparels.
22
Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
39. In kaart brengen van de verspreiding van beschermde dieren en planten
Verspreidingskaart gereed
-
Kaart gereed
Ja
In 2011 kaart gereed.
+/+ +/+ +/+
40. Opstellen visstandbeheerplannen
Aantal bestuur- lijk vastgestelde visstandbeheerplannen
4
1
In 2011 zijn alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld
+/+ -/-
+/+
41. Goedkeuren visplannen derden
Aantal goedgekeurde visplannen
3
0
In 2011 zijn alle 4 visplannen goedgekeurd
+/+ +/-
+/+
1
T
G
23
Toelichting Prestatie-indicator nr. 40 In het voorjaar van 2012 ronden we het eerste visstandbeheerplan af en leggen we dit aan het college voor. Het ministerie EL&I gaat in overleg met UvW landelijke toetsingscriteria opstellen. Wij wachten af of de drie andere visstandbeheerplannen nog wel nodig zijn.
Prestatie-indicator nr. 41 Gewijzigde indicator Sportvisserij Nederland gaat samen met de visserijsector visplannen opstellen voor alle waterlichamen. Dit zijn er 30, die in concept gereed zijn. De indicator in de begroting 2012 is hierop aangepast en in % weergegeven.
Wat heeft het gekost? Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Resultaat 2011
Kwaliteit van het oppervlaktewater Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
3.579 2.990 199 65
2.245 3.364 163 57
1.334 V 374 N 36 V 8V
Totaal kosten
6.833
5.829
1.004 V
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
0 0
132 0
132 V 0V
Totaal overige opbrengsten
0
132
132 V
6.833
5.697
1.136 V
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi-
na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan.
Overige kosten (1,334 V) • Monitoring waterkwaliteit, afrekening frictiekosten Aquon • Lagere bijdragen in verband met rioleringsplannen en stimulering derden aanpak diffuse emissies • Tot en met 2011 worden de kosten van bestuur en organisatie doorbelast naar de programma’s. De doorbelasting vindt plaats aan de hand van een variabele verdeelsleutel, die gebaseerd is op de urenverantwoording. Het programma Kwaliteit van het oppervlaktewater krijgt een lagere doorbelasting dan geraamd. In 2012 zijn de kosten van bestuur en organisatie in een apart programma zichtbaar gemaakt.
V/N 0,1 N 0,3 V 1,1 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
24
3.6 Zuiveringsbeheer Doelstelling 9 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
42. Uitvoeren van optimalisatiestudies en/of studies naar rioolvreemd water
Cumulatief aantal afgeronde studies
11
15
13
17 studies in 2012
+/+ +/-
+/+
43. Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten
Cumulatief 2 aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden
13
7
17 afvalwaterakkoorden in 2013
+/+ +/-
+/+
44. Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen
Cumulatief 4 aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen
12
10
20 getoetste rioleringsplannen in 2015
+/+ +/-
+/+
45. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
Beëindigen geconstateerde illegale lozingen
100%
100%
Alle geconstateerde illegale lozingen worden beëindigd
+/+ +/+ +/+
46. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
Naleefgedrag 73% bedrijven Waterwet (vergunning en Barim)
90%
82%
Naleefgedrag gerealiseerd
+/+ +/-
100%
T
G
+/+
47. Handhaving en Naleefgedrag naleefgedrag agrarische op orde brenbedrijven gen
76%
90%
91%
Naleefgedrag gerealiseerd
+/+ +/+ +/+
48. Handhaving en Naleefgedrag naleefgedrag RWZI's op orde brengen
90%
90%
100%
Naleefgedrag gerealiseerd
+/+ +/+ +/+
60%
77%
Naleefgedrag gerealiseerd.
+/+ +/+ +/+
49. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
Naleefgedrag 0% grondwateronttrekkingen en lozingen
25
Toelichting Prestatie-indicator nr. 42 HDSR heeft 17 rwzi’s. Momenteel zijn er voor 13 rwzi’s OAS-en uitgevoerd. In 2012 starten we nog een OAS voor de zuiveringskring Zeist op. Het totaal komt daarmee uiteindelijk op 14. De overige 3 rwzi’s zijn recent gerenoveerd (De Bilt en Montfoort) of nog maar half belast (Leidsche Rijn). Voor deze rwzi’s starten we binnen afzienbare tijd geen OAS-studie op. Einddoelstelling moet dus zijn 14 studies in 2012. Prestatie-indicator nr. 43 HDSR heeft door fusies momenteel 16 gemeenten die afvoeren naar een rwzi van HDSR. In het verleden waren dit 17 gemeenten. Met deze gemeenten wordt een afvalwaterakkoord (AWA) gesloten. Momenteel zijn er met 7 gemeenten AWA's gesloten. Eind 2011 zou met nog eens 3 gemeenten een AWA gesloten worden, maar door vertraging bij het opstellen van gemeentelijke rioleringsplannen is dit vertraagd naar begin 2012. De einddoelstelling komt niet in gevaar. Einddoelstelling moet zijn 16 afvalwaterakkoorden in 2013. Prestatie-indicator nr. 44 HDSR heeft door fusies momenteel 19 gemeenten in het gebied. In het verleden waren dit 20 gemeenten. Van deze 19 toetsen we voor 16 gemeenten het rioleringsplan op indirecte en directe lozingen. Voor de overige 3 gemeenten toetsen we specifiek op directe lozingen. Deze gemeenten voeren het afvalwater af naar rwzi’s van andere waterschappen. Gemiddeld hebben deze plannen een doorlooptijd van 5 jaar. Dit betekent dat er per jaar ca. 4 GRP’s getoetst worden. In 2011 zijn 6 GRP's getoetst. Realisatie in 2010 was 4, norm voor 2011 moet 8 zijn. Eind 2011 zijn er 10 getoetst. De einddoelstelling moet zijn 19 getoetste rioleringsplannen in 2015. Prestatie-indicator nr. 46 Het nalevingspercentage is lager als gevolg van risico-gestuurd toezicht.
26
Doelstelling 10 - Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
T
G
50. Besluit nemen over het verplaatsen van de RWZI Utrecht
Bestuurlijk vastgesteld besluit
Variantenstudie
Vastgesteld besluit
Ja
Vastgesteld besluit in 2015
+/+ +/+ +/+
51. Ontwikkelen en uitvoeren slibstrategie
Uitgewerkte slibstrategie
-
Uitwerking slibstrategie
Nee
In november 2012 slibstrategie gereed
+/+ +/-
52. Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van fosfaat
85%
83%
86%
Voldoen aan +/+ +/+ +/+ minimale WVO eis 75%
53. Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van stikstof
84%
83%
87%
Voldoen aan +/+ +/+ +/+ minimale WVO eis 75%
+/+
Doelstelling 11 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
54. Energieefficiëntie-verbetering
Cumulatief procentuele energie efficientie verbetering
6%
5%
10%
Energieefficiëntieverbetering in 2020 is 30% ten opzichte van 2005
+/+ +/+ +/+
55. Terugdringen aardgas verbruik RWZI Utrecht en Nieuwegein
Cumulatief aantal terug gedrongen m3 aardgas
386.519
386.519
435.154
Teruggedrongen verbruik van 500.000 m3 in 2020
+/+ +/+ +/+
56. Verhogen Percentage percentage biogasverbruik biogasbenutting t.o.v. biogas productie RWZI Utrecht en Nieuwegein.
85%
93%
85%
98% benutting biogasproductie in 2015
-/-
57. Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein
-
Voorbereiding
Ja
Gereed in 2013
+/+ +/+ +/+
Energieleverende rwzi
T
-/-
G
-/-
27
Toelichting Prestatie-indicator nr. 50 De einddoelstelling is niet juist en moet zijn ‘vastgesteld besluit in 2011’. Prestatie-indicator nr. 51 De slibstrategie is afhankelijk van de toekomst van de rwzi Utrecht. Nu het besluit genomen is de rwzi te vernieuwen wordt de slibstrategie opgesteld. De einddoelstelling is nog haalbaar. Prestatie-indicator nr. 56 Bij de omschrijving van de maatregel staat dat het gaat om de rwzi Utrecht en Nieuwegein. Het gaat hier ook om de rwzi De
Meern. Deze gasmotor en 1 van de gasmotoren op de rwzi Utrecht hebben door een revisie ongeveer een maand stil gestaan. Dit heeft een negatief effect op de biogasbenutting. Om het percentage biogasbenutting te verbeteren hebben we op de rwzi Utrecht een extra gasmotor geplaatst. Dit heeft er toe geleid dat het percentage is gestegen van 79% over het eerste halfjaar tot 92% over het tweede half jaar. Over heel 2011 komt dit neer op 85%. Verder gaan we in 2012 de verwerkingscapaciteit op de rwzi Nieuwegein verhogen (Energiefabriek fase 1). Door beide maatregelen wordt de biogasbenutting in 2012 verhoogd.
Wat heeft het gekost? Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Resultaat 2011
Zuiveringsbeheer Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
17.754 5.192 14.322 7.880
19.426 6.962 15.246 7.386
1.672 N 1.770 N 924 N 494 V
Totaal kosten
45.149
49.020
3.871 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
1.220 0
1.751 1.152
531 V 1.152 V
Totaal overige opbrengsten
1.220
2.903
1.683 V
43.929
46.117
2.189 N
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi-
na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan.
Overige kosten (1,672 N) • Naheffing WVO effluent voorgaande jaren • Hogere energiekosten door een lagere eigen productie van elektriciteit • Hogere kosten grondstof slibontwatering • Grensoverschrijdend afvalwater
V/N 0,5 N 0,4 N 0,4 N 0,4 N
Overige opbrengsten (0,531 V) • Schadeloosstelling Rijkswaterstaat voor de verplaatsing van het baggerdepot in verband met verbreding A2 Nieuwegein-Zuid
0,5 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
28
Thema Bestuur, middelen & maatschappij 3.7 Lastendruk Doelstelling 12 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
58. Herijking kostentoedeling
Kostentoedelingsverordening eens in de vijf jaar herzien
T
Bestuursbesluit in 2011
Ja
Nieuwe kostentoedeling met ingang van 2012
+/+ +/+ +/+
59. Samenwerking Samenwerking belastinghefgerealiseerd fing
Oprichting regionaal belastingskantoor
Nee
Belastingkantoor van start in 2012
+/-
60. Reacties op Percentage 88% tijd afhandelen afgehandelde reacties binnen wettelijke termijn
100%
100%
100%
+/+ +/+ +/+
-/-
G
+/+
29
Toelichting Prestatie-indicator nr. 59 Het haalbaarheidsonderzoek heeft uitgewezen dat het UHB scenario niet de voorkeur geniet. Een samenwerking tussen Gemeen-
te Utrecht, De Bilt en HDSR levert vergelijkbare efficiency voordelen op. In 2012 wordt een bedrijfs- en implementatie plan opgesteld voor de inrichting van een nieuwe gezamenlijke uitvoeringsorganisatie
Wat heeft het gekost? Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Resultaat 2011
Lastendruk Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
3.578 1.461 212 35
3.507 1.376 52 19
71 V 85 V 160 V 16 V
Totaal kosten
5.286
4.954
332 V
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
324 0
829 0
505 V 0V
Totaal overige opbrengsten
324
829
505 V
4.962
4.125
837 V
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Naast de algemene toelichting voor de kosten- en opbrengstencategorieën op pagi-
na 9, treft u hier de specifieke toelichting op de overige kosten en opbrengsten aan.
Overige opbrengsten (0,505 V) • De kosten die in rekening gebracht mogen worden voor een aanmaning zijn gestegen van 6 naar 7 euro en die voor een dwangbevel van 34 naar 38 euro. Dit heeft tot hogere opbrengsten geleid. In 2011 is er een kortere doorlooptijd van klantreacties gerealiseerd, wat een versnelling van invorderingsacties tot gevolg heeft. Eind 2011 staan hierdoor minder posten open dan in voorgaande jaren.
0,5 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
30
3.8 Tevredenheid belanghebbenden Doelstelling 13 - Het waterschap staat midden in de samenleving Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
61. Betere dienstverlening
Elektronische nieuwsbrief
-
6 x per jaar
18
6 x per jaar
+/+ +/+ +/+
62. Betrokkenheid bij de samenleving
Advertorials
-
4
4
4
+/+ +/+ +/+
63. Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal bezoekers open dagen
Onbekend
2.000
1860
2.000
+/+ +/-
64. Informeren en draagvlak
Persberichten
53
55
84
55
+/+ +/+ +/+
65. Informeren en draagvlak
Perscontacten
45
45
103
45
+/+ +/+ +/+
66. Informeren en draagvlak
Nieuwsbrieven op de website
10
18
10
+/+ +/+ +/+
67. Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal excursies
115
33
165
+/+ -/-
+/+
G
45
T
G
+/+
Doelstelling 14 - Integreren van het vaarwegbeheer in het waterbeheer Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
T
68. Vaststellen beleid vaarwegbeheer
Bestuurlijk vastgesteld beleid
Voorbereid
Vastgesteld beleid
Nee
Bestuurlijk vastgesteld beleid in 2011
+/+ -/-
+/+
K
T
G
+/-
+/+
Doelstelling 15 - Verleende vergunningen binnen proceduretijd Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
69. Verlenen van vergunningen binnen proceduretijd
Percentage 70% binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
90%
84%
In 2012 binnen +/+ proceduretijd 95% vergunningverlening
31
Toelichting . Prestatie-indicator nr. 63 en 67 Als gevolg van een verbouwing is rwzi Nieuwegein tot en met september 2011 niet beschikbaar geweest voor open dagen en het geven van excursies. In 2011 is het team excursieleiders versterkt. Daarnaast heeft een intern opleidingstraject geleid tot een kwaliteitsverbetering. Dit stelt ons in staat om in 2012 een inhaalslag te maken. Prestatie-indicator nr. 68 De bestuurlijke vaststelling wordt naar 2012 verschoven in afwachting van besluitvorming van IPO, UvW en Provinciale besluitvorming omtrent toewijzing vaarwegbeheer en nautische bevoegdheid. Prestatie-indicator nr. 69 De norm van 90% wordt niet gehaald. Oorzaken hiervoor zijn, de stijging van het aantal aanvragen, de inhaalslag op de oude werkvoorraad en het minder snel niet ontvankelijk verklaren van aanvragen in de eerste helft van 2011 (75%). Met de procesprestaties in de 2e helft van 2011 is de uiteindelijke prestatie over het hele jaar uitgekomen op 84%. Dit heeft in geen enkel opzicht geleid tot claims van belanghebbenden.
Wat heeft het gekost? De kosten en opbrengsten worden voor dit programma niet apart geregistreerd, maar zijn onderdeel van de onderhavige programma’s.
32
3.9 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Doelstelling 16 - Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
T
G
70. Het toepassen van de duurzaam inkoop criteria van AgentschapNL
Percentage duurzaam inkopen volgens criteria van AgentschapNL
-
100%
99%
Wij kopen 100% duurzaam in volgens de criteria van AgentschapNL in 2015
+/+ +/+ +/+
71. Uitwerken van een energievisie
Bestuurlijk vastgestelde visie
-
Vastgestelde visie
Nee
Vastgestelde visie in 2011
+/-
-/-
+/-
T
G
Doelstelling 17 - Recreatie, cultuurhistorie en landschap Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
K
72. Opstellen beheerplan cultuurhistorische objecten
Bestuurlijk vastgesteld beheerplan
-
Vastgesteld beheerplan
Nee
Plan vastgesteld in 2011
+/+ +/-
73. Opstellen beleidsvisie recreatief medegebruik
Bestuurlijk vastgestelde beleidsvisie
-
Voorbereiding
Nee
Vastgestelde beleidsvisie 2013
+/+ +/+ +/+
+/+
33
Toelichting Prestatie-indicator nr. 71 De energievisie is eind 2011 opgestart. De vertraging wordt niet meer ingehaald. Deze visie wordt in september 2012 aan het AB aangeboden. Prestatie-indicator nr. 72 De actualisatie van de nota ‘Omgaan met cultuurwaarden’ (AB 27 september 2006) is ambtelijk in voorbereiding. In 2012 wordt dit aan het AB aangeboden met daarbij de eventuele aanpassingen voor het huidige beheer. Prestatie-indicator nr. 73 Hieruit moet duidelijk worden in hoeverre het beleid verwoord in de notitie ‘Water en recreatief medegebruik’ (AB 1 maart 2006) moet worden geactualiseerd.
Wat heeft het gekost? De kosten en opbrengsten worden voor dit programma niet apart geregistreerd, maar zijn onderdeel van de onderhavige programma’s.
3.10 Niet afgeronde prestatieindicatoren Bij bestuursrapportage 2011 no.1 is gebleken dat de meeste prestatie-indicatoren over 2009 en 2010 zijn behaald. De prestatie-indicatoren die niet zijn behaald zijn opgenomen in de begroting 2012. Bij de begroting 2012 zijn voor het gewenste inzicht, waar mogelijk, de prestatieindicatoren cumulatief gemaakt. In bijlage 2 treft u een overzicht van de niet afgeronde prestatie-indicatoren over 2011. Bij de bestuursrapportage 2012 no.1 wordt hierover gerapporteerd.
34
4. Belastingopbrengsten Tabel 6 – Netto bijdrage per belastingcategorie
Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing overig ongebouwd Watersysteemheffing natuur Watersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing woningen en bedrijven Totaal netto bijdrage Bedragen zijn in duizenden euro's
Begroting 2011 Na 1e wijziging
Realisatie 2011
Waarvan 2011
Waarvan oude jaren
Waarvan mutaties
Resultaat 2011
18.841 3.579 43 25.910 50.728
18.855 3.576 2 26.645 50.667
18.738 3.513 29 25.965 50.507
56 85 -28 543 379
60 -21 0 137 -219
14 V 3N 41 N 735 V 61 N
99.101
99.745
98.752
1.035
-43
644 V
Toelichting In Tabel 6 is de realisatie van 2011 in de gearceerde kolommen uitgesplitst naar: • bruto omslag en mutatie voorziening 2011; • bruto omslag oude jaren; • mutaties voorziening oude jaren; De totale belastingopbrengsten zijn 0,6 miljoen euro hoger dan geraamd. Dat wordt enerzijds veroorzaakt door een nadeel van 0,3 miljoen euro door lagere belastingopbrengsten in het belastingjaar 2011. Anderzijds ontstaat een voordeel van 1,0 miljoen euro door belastingopbrengsten uit oude jaren en mutaties in de voorziening dubieuze debiteuren. De cijfers in deze bestuursrapportage laten op onderdelen een ander beeld zien dan waar bij de bestuursrapportage 2011 no.1 van werd uitgegaan. Het toen verwachte nadeel op de watersysteemheffing gebouwd 2011 van 0,7 miljoen euro blijkt zich niet te hebben voorgedaan. Het verwachte voordeel op de zuiveringsheffing, voornamelijk oude jaren van 0,7 miljoen euro, is deels gerealiseerd en bedraagt uiteindelijk 0,4 miljoen euro. Voor wat betreft de zuiveringsheffing was geen rekening gehouden met een bijstelling van de voorziening van 0,2 miljoen euro. Oude jaren en mutaties voorziening De opbrengsten uit oude jaren en de mutaties voorziening dubieuze debiteuren zijn goed voor een bedrag van 1,0 miljoen euro. Met name de opbrengst watersysteemheffing gebouwd is hoger dan begroot. Dit
wordt voornamelijk veroorzaakt door het naleveren door gemeenten van WOZwaarden oude jaren. Om meer grip te krijgen op de raming en prognose van de belastingopbrengsten van de watersysteemheffing gebouwd en ongebouwd, is begin 2012 een deskundig extern bureau gestart met een onderzoek bij de vijf grootste gemeenten en de Belastingsamenwerking voor Gemeenten en Waterschappen (BsGW). Belastingjaar 2011 Watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing woningen Op beide heffingen is er 0,2 miljoen euro (7,9%) meer recht op kwijtschelding toegewezen aan huishoudens woonachtig in een huurwoning dan geraamd. Wij gaan er van uit dat dit een eenmalig effect is. Gezinnen woonachtig in een koophuis zijn in 2011 nauwelijks in aanmerking gekomen voor kwijtschelding. Watersysteemheffing gebouwd Ondanks dat de gemiddelde WOZ-waarde lager is dan begroot, is er sprake van een bescheiden meeropbrengst doordat er minder WOZ-waarden verminderingen zijn verwerkt. De kwaliteit van het WOZ-bestand van gemeenten is toegenomen. Watersysteemheffing natuur Het aantal hectares natuur als heffingsmaatstaf is structureel te hoog ingeschat. Hierdoor zijn de opbrengsten van het belastingjaar 2011 lager dan begroot en zijn de opbrengsten oude jaren gecorrigeerd. 35
5. Investeringen Algemeen In Tabel 7 treft u de investeringsuitgaven en subsidies. Tabel 7 – Overzicht investeringsuitgaven en subsidies Begroting 2011 (na BW)
Realisatie 2011 (bruto)
Relatieve uitputting
Subsidies
Veiligheid Primaire en regionale waterkeringen Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Nationaal Bestuursakkoord Water Schoon water Kwaliteit van het oppervlakte water Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Niet toewijsbaar aan programma
4.699 4.699 17.521 14.956 2.565 13.717 580 13.137 1.891 1.891
2.144 2.144 16.537 13.043 3.494 13.040 317 12.723 1.219 1.219
46% 46% 94% 87% 136% 95% 55% 97% 64% 64%
3.222 2.233 989 1.105 1.105 392 392
Totale uitgaven
37.828
32.940
87%
4.718
Bedragen zijn in duizenden euro's
Toelichting Veiligheid Dit thema omvat voornamelijk het Groot Onderhoud Plan (GOP) regionale waterkeringen. Dit plan geeft onder andere uitvoering aan de afspraken met de provinciebesturen van Utrecht en van Zuid-Holland om uiterlijk in 2020 de regionale keringen op orde te hebben. Evenals eerdere jaren is hier het patroon zichtbaar dat er in de eerste helft van het jaar in beperkte mate werkzaamheden verricht zijn door vorst en floraen faunawet. In de tweede helft van het jaar treedt dan een inhaaleffect op, waardoor de realisatie hoger uitvalt. Per saldo bedraagt de onderuitputting voor het Groot Onderhoud Plan 1,7 miljoen euro. Dit hangt met name samen met vergunningsprocedures en inspraak. De investeringsuitgaven met betrekking tot nieuwbouw van opslagloodsen schuiven door naar het volgend jaar (circa 0,6 miljoen euro ).
Kredietoverschrijding Het project upgrade CAW-systeem laat een overschrijding zien van 0,1 miljoen euro. De regeling financieel beheer schrijft voor dat kredietoverschrijdingen gemeld worden in de eerstvolgende bestuursrapportage met daarbij de reden of oorzaak en de dekking voor de extra kapitaallasten. Met onderstaande toelichting wordt daaraan voldaan. Voor het project upgrade CAW-systeem is 0,25 miljoen euro krediet toegekend. De realisatie eind 2011 bedraagt 0,35 miljoen euro. De overschrijding van 0,1 miljoen euro wordt voor de helft veroorzaakt door hogere kosten bij de uitvoering. De andere helft vloeit voort uit een administratieve fout, waarbij er geen overheveling vanuit een daarvoor bestemd krediet heeft plaatsgevonden. Aangezien de overschrijding meer dan 10% van het totale krediet bedraagt, wordt in de eerste helft van 2012 aanvullend 36
krediet aangevraagd via een bestuursvoorstel. Voldoende water In dit thema worden onder andere de watergebiedsplannen, het Groot Onderhoud Plan (GOP) oevers en kunstwerken, legger watersysteem en waterkwaliteitsmaatregelen verantwoord. Bij het watergebiedsplan Kamerik en Kockengen is er sprake van een overschrijding van de investeringsuitgaven van 0,9 miljoen euro. Dit is veroorzaakt door een snelle en doelmatige uitvoering van het project, aangezien de uitvoering van het nieuwe gemaal (Oud Kamerik) eerder dan gepland is gestart. Rondom het GOP oevers is er een onderuitputting van 1,4 miljoen euro. Dit hangt samen met het project oevers stadsbuitengracht dat naar verwachting in 2012 wordt afgerond. Schoon water Dit thema biedt met name plaats aan de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen van de rwzi’s. Per saldo is er sprake van een onderuitputting op de investeringsuitgaven van circa 0,7 miljoen euro.
drijfsvoeringsfeer thuishoren. Voor wat betreft het informatiebeleidsplan en de kantoorautomatisering blijven de investeringsuitgaven ongeveer 0,2 miljoen euro achter bij de investeringsplanning. In 2011 zijn de werkzaamheden voor de renovatie van het polderhuiscomplex in Jaarsveld aanbesteed. Voor de renovatie is in totaal 0,5 miljoen euro subsidie ontvangen, waarvan 0,3 miljoen euro vanuit het parelfonds provincie Utrecht.
5.1 Niet afgeronde investeringen De investeringsuitgaven zijn vanwege de nieuwe systematiek (werkwijze x- en y lijst) doorlopend in de beleidscyclus opgenomen. Hierdoor wordt er voortdurend de vinger aan de pols gehouden en bijgestuurd indien nodig. Daarnaast wordt het algemeen bestuur 4 maal per jaar op de hoogte gehouden van de voortgang op de investeringen. Dit gebeurt 2 maal via de bestuursrapportage en 2 maal via een tussentijdse rapportage. Voor de verantwoording en (bij)sturing is het in het vervolg niet meer noodzakelijk om hier een aparte paragraaf in de bestuursrapportage aan te wijden.
Een project dat aparte toelichting behoeft is de renovatie/ uitbreiding van de rwzi Woerden. Voor 2011 bedragen de begrote investeringsuitgaven 2,5 miljoen euro en is hierop 3,5 miljoen euro gerealiseerd. Deze overschrijding wordt veroorzaakt doordat er in de uitvoering van het werk extra meerwerk nodig bleek te zijn. Dit meerwerk vloeide voornamelijk voort uit de onverwacht slechte staat van enkele onderdelen. De dekking voor de extra kapitaallasten die voortvloeien uit deze overschrijding wordt gevonden in aanbestedingsvoordelen op andere zuiveringstechnische werken. De vervangingsinvestering (0,5 miljoen euro) van de persleiding in Cothen is komen te vervallen. In overleg met de gemeente is gekozen voor een andere oplossing. Bestuur, middelen & maatschappij In dit thema worden vooral losse projecten verantwoord die niet specifiek toewijsbaar zijn aan een programma en meer in de be37
6. Paragrafen 6.1 Uitgangspunten en normen Cyclische gedachte In de cyclische gedachte levert bestuursrapportage no. 2, die over het hele jaar rapporteert, een belangrijke inbreng voor de eerstvolgende voorjaarsnota. Artikel 8 Conform artikel 8 (uitvoering van de begroting) van de ‘verordening beleids- en verantwoordingsfunctie’ zorgt het college ervoor dat de netto kosten van de programma’s en de investeringsuitgaven, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, niet worden overschreden. Daarbij mag er niet worden geschoven tussen de budgetten van de verschillende programma’s. Wanneer er geschoven moet worden tussen de verschillende thema’s of programma’s, dient dit te gebeuren via autorisatie door het algemeen bestuur. Wanneer er geschoven moet worden binnen de programma’s kan het college dit autoriseren. Het college heeft dan echter wel een rapportageverplichting aan het algemeen bestuur.
6.2 Bedrijfsvoering Algemeen In dit hoofdstuk worden de volgende onderdelen behandeld: KAM, inkoop, aanbestedingen en subsidies.
KAM (kwaliteit, arbeidsomstandigheden, milieu) Certificatie Voor een voortdurende verbetering van onze bedrijfsprocessen zijn we sinds 2007 gecertificeerd volgens de normen ISO 9001 voor kwaliteit, ISO 14001 voor milieu en OHSAS 18001 voor arbeidsomstandigheden. Dit wordt periodiek in- en extern gecontroleerd. Het niet volledig afhandelen van de tekortkomingen die geconstateerd zijn over 2010, heeft in juli 2011 geleid tot een voorwaarde-
lijke status van het certificaat. Dit is in augustus gerepareerd, waarna deze status is opgeheven. De audit van oktober 2011 leverde 23 constateringen op. Momenteel werken wij hard om de geconstateerde tekortkomingen op te lossen om de huidige status van het certificaat te behouden. Wel is de externe auditfrequentie verhoogd naar drie keer per jaar, waar een keer per jaar gebruikelijk is. (Kwaliteits)managementsysteem Om kwaliteitsverbetering door te voeren hanteren we een kwaliteitsmanagementsysteem. Het monitoren van het systeem kunnen we verbeteren, waardoor we de resultaten van het kwaliteitsmanagementsysteem concreter en gerichter zichtbaar kunnen maken. Arbo en veiligheid Recent is een start gemaakt met het uitvoeren van een nieuwe Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) binnen ons waterschap. Het doel is de risico's te benoemen en de bijbehorende maatregelen met de betreffende afdelingshoofden af te stemmen. Om snel in te spelen op veranderingen wordt de RIE dynamisch vormgegeven. Voor de muskusrattenbeheersing is de RIE in 2011 afgerond. Milieuveiligheid In 2011 is voor alle bedrijfsactiviteiten het milieuaspectenregister opnieuw opgezet. Daarnaast is het register arbo- en milieuwetgeving geactualiseerd. Per kwartaal krijgen wij een update van de wetswijzigingen, die binnen de organisatie worden geimplementeerd. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een belangrijk onderwerp binnen ons waterschap. In 2011 zijn er belangrijke stappen gezet.
38
Op de volgende onderdelen is ons waterschap al maatschappelijk verantwoord aan het ondernemen: • Werken volgens het vastgestelde integriteitsbeleid . In 2011 zijn door alle medewerkers integriteitsverklaringen afgelegd; • Aan de slag met telewerken/het nieuwe werken; • Inkopen groene stroom, ook voor onze kantoorpanden; • Deelnemen aan Rijnenburg (klimaatneutraal bouwen); • Deelnemen aan de coalitie Biodiversiteit; • Hout en papier inkopen volgens het FSC convenant; • Verminderen van het aantal transportkilometers door slibontwatering dat leidt tot minder CO2 uitstoot; • 50% van onze dagelijkse catering is al biologisch; • Geen gebruik van chemische onkruidbestrijding, alleen biologisch afbreekbare olie; • Drinken van fair trade koffie, thee en suiker en het gebruik van energiezuiniger machines. Verder zijn wij op verschillende onderdelen nog aan het werk met MVO, zoals dienstauto's en leveranciersbeoordelingen. Ook worden de aanbestedingen op dit onderdeel beoordeeld. In 2012 wordt onverminderd ingezet op maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo wordt rondom energie in het najaar van 2012 de energievisie aan het algemeen bestuur aangeboden. Bovendien wordt in 2012 uitvoering gegeven aan de eerste fase van de Energiefabriek Nieuwegein.
Inkoop en aanbestedingen Inkoop In 2011 is een portfolioanalyse uitgevoerd. Uit de portfolioanalyse is gebleken dat er een hoge mate van versnippering is van leveranciers en dat er te weinig met leveranciers wordt samengewerkt. Om het aan-
tal leveranciers in te perken en inkoopvoordelen te behalen, is een vijftal pilotprojecten benoemd. Dit zijn: • Aanbesteding van het wagenpark De pilot is uitgevoerd en de opdracht gegund. Het resultaat is een lagere eenheidsprijs tegen een hogere kwaliteit. • Aanbesteding van drukwerk en vormgeving Het doel van deze pilot is het aantal leveranciers terug te dringen. De verwachting is dat dit tot een kostenbesparing leidt. De publicatie vindt plaats in maart 2012. • Inkoop professionalisering bij Uitvoering Het doel van deze pilot is om lange termijn contracten en kostenbesparingen te realiseren. Start en uitvoering van deze pilot vinden plaats in 2012. • Portfolioanalyse bij het Informatiecentrum en automatisering De start van deze pilot vindt plaats in het derde kwartaal 2012. • Inhuur derden Het doel van deze pilot is om een besparing te realiseren en rechtmatig- en doelmatigheidsborging door het stroomlijnen van de procedures rondom inhuur. Dit kan uiteindelijk resulteren in een inhuurhuisconstructie. De marktconsultatie is in februari 2012 opgestart. Aan de hand van deze pilotprojecten wordt een aanzet gegeven hoe het waterschap professioneler kan inkopen door: • te kijken naar het organisatie brede belang; • meer bundeling tussen afdelingen; • het inkopen met uniforme documenten en een uniforme professionele inkoopprocedure; • het samenwerking met andere waterschappen; • verhogen van de contractcompliancy en toepassen van leveranciersmanagement.
39
Contract en Leverancier managementsysteem (CLM) Weten wat je in huis hebt, is een vereiste bij het professionaliseren van inkoop. Inkoopcontracten zijn in de huidige situatie niet centraal te raadplegen. Door onwetendheid kan er dus buiten contracten om ingekocht worden. Gevolg is dat contracten niet goed uitgenut worden en dat contractvoorwaarden niet bekend zijn. Om die reden is het Contract en Leveranciers Management (CLM) in 2011 uitgewerkt en wordt dit stapsgewijs in 2012 geïmplementeerd. Hierdoor worden de volgende voordelen behaald: • geen onnodige inkooptrajecten, omdat medewerkers via CLM kunnen raadplegen of er een contract aanwezig is; • volledige uitnutting van contracten, waardoor de contractwaarde gehaald wordt; • geen versnippering van leveranciers;
• • • • • •
lagere administratieve lastendruk door lagere factureninstroom; contractvoorwaarden eenvoudig te raadplegen; eenvoudige toepassing relatiemanagement; tijdig starten van het inkooptraject en inzichtelijke expiratie data; doorlopende toepassing van leveranciersbeoordeling; genereren van goede management informatie.
Aanbestedingen (GWW) In Tabel 8 is aangegeven hoeveel aanbestedingen er in 2011 op het gebied van grond- weg- en waterbouw (GWW) per soort zijn geweest. De GWW onderscheidt uitsluitend werken, diensten en leveringen vallen hier buiten.
Subtotaal Baggeren
Subtotaal Zuiveringsbeheer
Subtotaal Totaal Procentueel
Europese aanbesteding Onderhandse aanbesteding met voorafgaande bekendmaking Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging Europese aanbesteding Onderhandse aanbesteding met voorafgaande bekendmaking Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging
Totaal
Zwaarder
Soort aanbesteding Europese aanbesteding Onderhandse aanbesteding met voorafgaande bekendmaking Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging
Conform
Aandachtsgebied Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen
Lichter
Tabel 8 – aantal aanbestedingen per soort verdeeld naar beleid
-
5
2 2
2 7
2 2 -
46 1 52 1
4 8 2
50 3 62 3
-
4 5 1
2 -
4 7 1
-
2 2
-
2 3
2 3%
60 83%
10 72 14% 100%
40
Toelichting Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen Bij twee aanbestedingen is er lichter dan het beleid aanbesteed. De redenen hiervoor zijn: • slechts één leverancier die de onderdelen kan leveren; • werk met werk maken, waardoor er enkelvoudig is aanbesteed.
Baggeren en zuiveringsbeheer Alle aanbestedingen zijn zwaarder of conform het beleid uitgevoerd. Aanbestedingsvoordeel In Tabel 9 is per aandachtsgebied het totale bedrag van de besteksramingen weergegeven ten opzichte van het totaal van de aanneemsommen.
Tabel 9 – werkelijke aanneemsommen ten opzichte van totaal besteksramingen Aandachtsgebied
Totaal besteksramingen
Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen Baggeren Zuiveringsbeheer Totaal
15,8 3,0 1,7 20,6
Totaal Verschil Verschil werkelijk % 13,7 2,2 1,2 17,1
2,2 0,9 0,5 3,5
13,8% 28,1% 29,6% 17,2%
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
Toelichting Heel 2011 is er voor 17,1 miljoen euro aanbesteed. Het aanbestedingsvoordeel op werken is 3,5 miljoen euro. Zo’n 0,7 miljoen euro wordt verklaard door één grote aanbesteding. Zonder deze uitzondering bedraagt het voordeel zo’n 14%. In vergelijking met vorige jaren neemt het voordeel af. Dat wordt veroorzaakt door scherper ramen. Evengoed ontstaat er een voordeel aangezien aannemers, net zoals in 2010, bereid zijn om lager in te schrijven om op die manier werk binnen te halen. De totale investeringsuitgaven 2011 bedragen 32,9 miljoen euro. Er is slechts ten dele een verband tussen de investeringsuitgaven en de aanbestedingen, want: • de aanbestedingen 2011 komen voor een klein deel ten laste van de investeringsuitgaven 2011; • baggeractiviteiten worden wel aanbesteed, maar niet geraamd in de investeringsuitgaven (voorziening baggeren);
• •
er wordt alleen gerapporteerd over grond- weg- en waterbouwwerken; in de raming van de investeringsuitgaven is ook rekening gehouden met eigen uren (geactiveerde lasten), deze worden niet aanbesteed.
Subsidies Algemeen In Tabel 10 wordt een overzicht gegeven van de subsidies per fase. Dit zijn: 1. Definitieve subsidiebeschikkingen; 2. Ingediende/lopende subsidieverzoeken; 3. Subsidiekansen in onderzoek; 4. Afgewezen en stopgezette subsidieideeën. Een overzicht van de afgewikkelde subsidies treft u aan in Tabel 11. Het feit dat de subsidiebeschikking is ontvangen, betekent niet dat de bijdrage al als opbrengst is gerealiseerd. Ontvangen subsidiebeschikkingen worden wel in de raming verwerkt.
41
Tabel 10 – overzicht subsidies fase 1 t/m 4 Naam project
Regeling
1. Definitieve subsidiebeschikkingen 2011 Strategische Personeelsplanning (2010) (externe ondersteuning door De Crux)
Impulssubsidie Strategische Personeelsplanning (A&O-fonds Waterschappen)
Bedrag (x 1.000 €) 5
Kisumu, Kenia (samen met Vitens) Natuurontwikkeling Kromme Rijnoevers Wijk bij Duurstede (2010) Restauratie en herbestemming van de bijgebouwen Polderhuis complex Jaarsveld Aanleg 5 vispassages gebied Kromme Rijn
NWB-fonds ILG (AVP Kromme Rijn)+deel Synergie reservering (171) ILG/AVP (De Utrechste Waarden)
135
ILG/AVP (Krommerijngebied)
351
Restauratie en renovatie van de bijgebouwen Dijkhuis Jaarsveld (stenen wachthuis) Restauratie en renovatie van de bijgebouwen Dijkhuis Jaarsveld (Polderhuis) Vervanging en uitbreiding wagenpark
BRIM (kleinschalig)
23
BRIM (kleinschalig)
30
Subsidieprogramma Proeftuinen duurzame mobiliteit (rijden op biogas) ACP-EU Water Facility
99 30
NWB
28
Partnerships for Capacity Building in Sustainable Development and Maintenance of Water Infrastructure in Kisumu and Nakuru, Kenya’ (partner, samen met Vitens) Improving sanitation, drainage and water services in the informal settlements of Kisumu, Kenya (Vitens, Cordaid)
Restauratie gemaal Kamerik-Teijlingens Erfgoedparels provincie Utrecht Robuust en klimaatbestendig watersysteem Gou- Nota Ruimte middelen (FES) we Wiericke en Nieuwkoopse plassen (4 deelprojecten): • Hoogwatervoorziening langs de Meije Bodegraven-Noord • Hoogwatervoorziening langs de Oude Rijn Bodegraven-Noord • Waterberging, KRW en kadeverbetering langs de Enkele Wiericke polder Lange Weide • Hoogwatervoorziening en waterberging polder Achttienhoven Totaal 2.
42 400
253
793 1.100 3.500 800 7.587
Ingediende/lopende subsidie verzoeken 2011
Restauratie Goejanverwellesluis te Hekendorp Waterkwaliteit Hooge Woerd
ILG/AVP-POP2 (De Utrechste Waarden) ILG/POP2 (waterkwaliteit)
450 65
Inrichting Kromme Rijn oevers Odijk Waterberging waterkwaliteit Grecht
ILG/POP2 (waterkwaliteit) ILG/POP2 (waterkwaliteit)
250 250
Implementing long-term transition in watermanagement of eastlands to enable Resourge Efficient Land Use (samen met Universiteit Utrecht (penvoerder) en de provincie Utrecht
Life+ (Policy and Governance)
59
42
Naam project Drinkwater en sanitatie (incl. afvalwater) Kisumu Kenya (samen met St. Cordaid en Vitens); milieuhaalbaarheidsonderzoek
Regeling Wereldwijd werken met Water (Partners voor Water)
Futuragua "Samenwerken aan water" (De Dommel, Brabant Water, gemeente Tilburg) Verbeteren KAM managementsysteem
NWB
NB
ESF Actie E Sociale Innovatie
18
Verbinding Gooyerwetering Totaal Subsidiekansen in onderzoek (initiatiefase) in 2011 Herinrichting waterlichaam Ouwenaar-Haarrijn (2008) Duurzame inrichting Kromme Rijn (2008)
ILG/POP2 (verdrogingsbestrijding)
Bedrag 21
455 1.568
3.
KRW synergie (reservering)
353
KRW synergie (reservering) (oorspronkelijk 1.196)
1.024
Nieuwbouw rwzi Utrecht (nieuwbouw waterlijn; verplaatsen sliblijn)
Diverse regelingen
niet bekend
Watergebiedsplan Linschoterwaard Rwzi Nieuwegein (energiefabriek)
Diverse regelingen Diverse regelingen
niet bekend niet bekend
Woerdersluis Spaarndam Inrichtingsplan Hooge Boezem
ILG (provincie Noord Holland) ILG (provincie Zuid Holland)
niet bekend niet bekend
Winnet
Diverse regelingen
niet bekend
BRIM (kleinschalig)
30*
BRIM (kleinschalig)
30*
BRIM (kleinschalig)
10*
BRIM (grootschalig)
300*
Renovatie Woerdersluis te Spaarndam (gemeente BRIM (grootschalig) Haarlem) (afgewezen)
275*
Renovatie Goejanverwellesluis e (2 / nieuwe aanvraag) (afgewezen)
BRIM (grootschalig)
300*
Renovatie Goejanverwellesluis (aanvraag 2011; 2e keer) (geen sprake van herbestemming; onvoldoende onderbouwd in aanvraag) Innovatief wagenparkbeheer HDSR (twee ESF aanvragen ingediend; slechts 1 aanvraag per aanvrager mogelijk)
Erfgoedparels provincie Utrecht
4.
Afgewezen en stop gezette subsidieideeën 2011
Restauratie en renovatie van de bijgebouwen Dijkhuis Jaarsveld (paardenstal) (afgewezen) Restauratie en renovatie van de bijgebouwen Dijkhuis Jaarsveld (zwarte schuur) (afgewezen) Restauratie en renovatie van de bijgebouwen Dijkhuis Jaarsveld (woning) (afgewezen) Herstellen/renovatie stadsbuitengrachten Utrecht (afgewezen)
375
ESF Actie E Sociale Innovatie
18
Bedragen zijn in duizenden euro’s * Betreft reguliere aanvragen die buiten de beschikbare rangschikkingnummers vielen voor de toekenning van subsidie
43
Tabel 11 – afgewikkelde subsidies Naam project
Regeling
Nazuivering RWZI Zeist Baggerwerkzaamheden Utrecht 2e fase Verdrogingsbestrijding WGP Groenraven-Oost en Maartensdijk Totaal
ILG Subbied
Beschikking 1.100 7.057
Vastgestelde beschikking 989 5.677
202
189
8.359
6.856
Bedragen zijn in duizenden euro's
Toelichting Nazuivering rwzi Zeist Verzoek tot vaststelling ingediend voor 1,1 miljoen euro. Subsidiebeschikking is onduidelijk en anders geïnterpreteerd door subsidieverstrekker. In overleg met provincie Utrecht zullen nagekomen facturen alsnog worden meegenomen in een nieuw vaststellingsverzoek, waarmee het bedrag uit gaat komen op het bedrag van de aanvraag. Garantstellingperiode van het project loopt nog. Nieuw vaststellingsverzoek volgt daarom begin 2012. Baggerenwerkzaamheden Utrecht 2e fase De uitvoeringsperiode voor SUBBIED Utrecht fase 2 is uiteindelijk vastgesteld van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2011. De geraamde hoeveelheid te baggeren baggerspecie was 330.539 m³ en dit is uiteindelijk 314.922 m³ geworden. Dit is slechts circa 5% minder dan gepland. Alle projecten op Fort Blauwkapel na (voor 50% uitgevoerd i.v.m. de mogelijke aanwezigheid van munitie) zijn uitgevoerd. Bij de aangeleverde begroting van de aanvraag zijn hogere kengetallen gebruikt dan de kengetallen die HDSR hanteert voor het baggerprogramma. Hierdoor was de aanvraag gelimiteerd op het maximum van 7,1 miljoen euro en konden mogelijke tegenvallers in de vorm van een overschrijding in het aantal te baggeren m³ worden opvangen. Dit bleek achteraf niet nodig. De einddoelstelling van het bagger jaarplan is in 2011 gehaald. Door de eindafrekening van SUBBIED is er meer subsidie binnen-
gehaald, hierdoor zijn de netto uitgaven lager dan gepland. Verdrogingsbestrijding WGP GroenravenOost en Maartensdijk Project is conform beschikking uitgevoerd. Lagere bijdrage vanwege lagere projectkosten.
6.3 Financiering Algemeen De Wet financiering decentrale overheden (Fido) verplicht de waterschappen tot het hebben van een treasurystatuut en het opnemen van een treasuryparagraaf in de begroting en jaarverslag. Onze financieringsactiviteiten zijn vastgelegd in het treasurystatuut van oktober 2008. Rentevisie en kapitaalmarktrente De basis van de rentevisie vormt de visie van enkele financiële instellingen, zoals onze huisbankier. In de begroting 2011 is op basis van genoemde visie uitgegaan van een kapitaalmarktrente (rente met een lange looptijd > 20 jaar) van 4,25 % voor nieuw aan te trekken langlopende leningen. Medio december 2011 bedroeg de rente op de kapitaalmarkt, voor De Stichtse Rijnlanden, voor een lening met een looptijd van 10 jaar ongeveer 3,68%. Basisrentelening Eind 2011 heeft Thésor (specialist op het gebied van treasury) op basis van een treasuryscan/nulmeting geadviseerd om bij het aantrekken van nieuwe financiering te kiezen voor een lening met een lange looptijd. 44
Door de crisis en de verscherpte eisen is de terughoudendheid bij banken toegenomen en is het bijna niet meer mogelijk om langlopende leningen met traditionele producten (rentevaste leningen) af te sluiten met een looptijd langer dan 10 jaar. Daarom is bij het aantrekken van nieuwe financiering gekozen voor een zogenoemde basisrentelening, waarbij de rente voor een lange looptijd is vastgelegd en de risico opslag voor een kortere tijdsperiode is overeengekomen. Hierdoor profiteren we van de relatief lage lange basisrente en zijn hoge risico opslagen zoals die gelden voor lange looptijden voorkomen. Als op een herzieningsmoment van de risico opslag niet tot overeenstemming gekomen wordt met de geldgever (NWB Bank), kan de lening tegen marktwaarde worden afgelost. Dit type lening is binnen waterschappen (en in andere publieke sectoren) inmiddels een veelgebruikt product.
kasgeldlimiet werd overschreden. De lening heeft een looptijd van 29 jaar en 7 maanden met een rente van 2,86% (risico-opslag van 0,00%). Voor 1 juli 2013 zal er met de bank een nieuwe opslag overeengekomen worden voor een termijn die wij kunnen bepalen. De rentebetaling eindigt in juli 2041 omdat medio juli de belastingen worden ontvangen en hiermee de inkomsten en uitgaven qua moment op elkaar aansluiten.
Geldmarktrente en kasgeldlimiet Doordat de geldmarktrente op dit moment nog steeds laag is, blijft het aantrekkelijk om zo veel mogelijk in de financieringsbehoefte te voorzien door middel van onze rekening courant faciliteit bij de NWB Bank. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de maximale toegestane kasgeldlimiet. Bij overschrijding van de kasgeldlimiet zal consolidatie – omzetten van rekeningcourantsaldo naar een langlopende geldlening – plaatsvinden.
Financieringsbehoefte In Tabel 12 wordt een overzicht gegeven van de financieringsbehoefte van de vaste activa en de wijze waarop daarin wordt voorzien bij de aanvang en het einde van het verslagjaar. De financieringsbehoefte is bepaald door de aanwezige geldmiddelen af te zetten tegen de aanwezige boekwaarde van de activa. Het financieringstekort is afgedekt met het saldo tussen vlottende activa en vlottende passiva.
Langlopende leningen In de loop van 2011 is er voor 10,9 miljoen euro aan reguliere aflossingen verricht. Door bovenvermelde transacties is de stand van de langlopende leningen per 31 december 2011 gestegen tot 229,4 miljoen euro. Eind 2011 is een lening van de provincie Utrecht afgelost. De lening had op moment van aflossing een saldo van 3,6 miljoen euro.
Liquiditeitsprognose In de begroting 2011 is gerekend met een totaal van 25 miljoen euro nieuw aan te trekken kapitaal. Hierbij is uitgegaan van het aantrekken van langlopende leningen met een rentepercentage van 4,25%. Door een lagere financieringsbehoefte, door optimaal gebruik te maken van de rekening courant faciliteit is er in 2011 minder kapitaal aangetrokken dan verwacht. Op basis van de liquiditeitsprognose, die twee maal per jaar herijkt wordt, is in december 2011 een nieuwe langlopende lening (basisrentelening) van 15 miljoen euro aangetrokken, omdat op dat moment de 45
Tabel 12 – financieringsbehoefte vaste activa Boekwaarde per 31-12-2011
Boekwaarde per 31-12-2010
A. Te financieren boekwaarde activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal
284,0 0,7 284,7
276,6 0,8 277,4
B. Beschikbare financiële middelen Reserves Voorzieningen Langlopende schulden Totaal
35,4 9,9 229,4 274,8
34,6 5,6 225,3 265,5
-9,9
-11,9
C. Financieringstekort Bedragen zijn in miljoenen euro’s (afrondingsverschillen mogelijk)
Interne toetsing De administratieve organisatie van de treasury activiteiten is in 2011 getoetst bij de interne rechtmatigheidscontrole. Er zijn geen bijzonderheden naar aanleiding van dit onderzoek naar voren gekomen. Ook heeft er een treasuryscan/nulmeting plaatsgevonden door een externe organisatie (Thésor). Externe toetsing De provincie Utrecht toetst of het waterschap voldoet aan de normen zoals is vastgesteld in de wet Fido. De te toetsen normen zijn: • renterisiconorm; • kasgeldlimiet.
De renterisiconorm is voor waterschappen bepaald op maximaal 30% van het begrotingstotaal. In 2011 mag niet meer dan 29,8 miljoen euro geherfinancierd worden. De totale aflossingsverplichting bedraagt in 2011 10,9 miljoen euro en blijft daarmee ruimschoots onder de norm. De kasgeldlimiet is voor waterschappen vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet bedraagt voor 2011 22,8 miljoen euro. In 2011 hebben er geen overschrijdingen van de kasgeldlimiet plaatsgevonden.
46
Bijlage 1: Afkortingen en begrippen Tabel 13 – Afkortingen Afkorting (E)KRW AB AVP AWA Barim BRIM BsGW CAW CLM EHS ESF EVZ FES Fido GGOR GOP GRP GWW ILG IPO ISO KAM MVO NVO NWB OAS POP2 RIE Rwzi UvW WBP WGP WOZ
WVO
Omschrijving (Europese) Kaderrichtlijn Water Algemeen Bestuur Agenda Vitaal Platteland Afvalwaterakkoord Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer Besluit Rijkssubsidiering Instandhouding Monumenten Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Centrale Automatisering Watermanagement Contract en Leverancier managementsysteem Ecologische Hoofdstructuur Europees Sociaal Fonds Ecologische Verbindingszone Fonds Economische Structuurversterking Financiering decentrale overheden Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime Grootonderhoudplan Gemeentelijk Rioleringsplan Grond-, Weg- en Waterbouw Investeringsbudget Landelijk Gebied Interprovinciaal Overleg International Organization for Standardization Kwaliteit Arbeidsomstandigheden en Milieu Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Natuurvriendelijke oever De Nederlandse Waterschapsbank N.V. Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie Plattelandontwikkelingsprogramma 2007-2013 Risico Inventarisatie en Evaluatie Rioolwaterzuiveringsinstallatie Unie van Waterschappen Waterbeheerplan Watergebiedsplan(nen) Waarde Onroerende Zaken: deze waarde wordt vastgesteld door de gemeenten en door het waterschap als heffingsmaatstaf gebruikt voor de categorie Watersysteemheffing gebouwd Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren
47
Tabel 14 – Begrippen Begrip Belastingcategorie
Belastingdraagvlak Boezem
Brutoinvesteringsuitgaven Dekkingsgraad Exploitatie
Heffingsmaatstaf
Investeringsuitgaven
Kapitaallasten
Kosten Kostendekkende tarieven
Nettoinvesteringsuitgaven Netto-kosten Overige opbrengsten Subbied
Subsidies Totaal opbrengsten
Omschrijving Belastinginkomsten naar de categorieën: watersysteemheffing, zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing. Vervolgens weer uitgesplitst in o.a.: ingezetenen, natuur, gebouwd, et cetera Heffingsmaatstaf x tarief: de som van de belastingopbrengsten van een belastingcategorie Dit is een watervlak waarop de polders afwateren. Het boezemstelsel van HDSR bestaat uit: De Grecht, Oude Rijn, Enkele en dubbele Wiericke, de Meije, de Lange Linschoten en hun zijtakken. Investeringsuitgaven zonder verrekening van subsidies De mate waarin de reserve van een belastingcategorie de begrote kosten dekt (reserve / kosten x 100%) Het totaal van de kosten en de opbrengsten. De investeringsuitgaven behoren niet tot de exploitatie. De afschrijvings- en rentelasten die daaruit voortvloeien wel. De basis waarop belasting in rekening wordt gebracht, bijvoorbeeld: het aantal huishoudens voor de Ingezetenenomslag en het aantal hectaren voor de categorie overig ongebouwd Investeringsuitgaven leiden niet direct tot kosten. De uitgaven leiden wel tot een mutatie van het banksaldo en daarmee tot een financieringsbehoefte. Na activering van deze investeringsuitgaven leiden ze via afschrijvingen en rentelasten tot kosten. De kosten die voortvloeien uit het doen van investeringsuitgaven. Na activering van de investeringen leiden deze tot afschrijvingslasten en rentelasten. De kapitaallasten bestaan hieruit. Hetgeen voortvloeit uit de inzet van mensen en middelen, bijvoorbeeld personeels- en afschrijvingskosten Dit zijn de tarieven waarmee alle netto-kosten worden doorberekend aan het belastingdraagvlak zonder inzet van reserves. Bij de werkelijke tarieven worden toevoegingen of onttrekkingen aan reserves gedaan om tarieven respectievelijk hoger en lager dan kostendekkend vast te stellen Geplande investeringsuitgaven inclusief de verrekening van subsidies Saldo van kosten en overige opbrengsten (onder overige opbrengsten vallen niet de belastingopbrengsten) Ontvangsten van zowel overheden als derden, bijvoorbeeld grensoverschrijdend afvalwater Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied. De regeling is bedoeld om gemeenten en waterschappen financieel te ondersteunen bij de uitvoering van achterstallig baggerwerk in bebouwd gebied. Bijdrage van overheden en derden voor het uitvoeren van onderzoeken en activiteiten of het doen van investeringsuitgaven Het totaal aan subsidies, overige opbrengsten en belastingontvangsten
48
Bijlage 2: Niet afgeronde prestatie-indicatoren 2011 In onderstaande tabel treft u een overzicht van de niet afgeronde prestatie-indicatoren over 2011. Bij de bestuursrapportage 2012 no.1 wordt hierover gerapporteerd. Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
Project is opgestart
GOP gereed in 2011
Primaire en regionale waterkeringen 01.
Opstellen GOP Bestuurlijk vastprimaire waterke- gesteld GOP ringen
-
GOP vastgesteld
03.
Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen
Aantal kilometers uitgevoerde kadeverbetering per jaar
129 km voorbereid en 128 km gereed
19 km voorbereid 19 km voorbereid 316 kilometer in 12 km gereed 5 km gereed 2020 volgens norm gereed
04.
Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen
-
Vastgestelde nota
Plan van aanpak gereed + pilot opgestart
Beleidsplan vastgesteld in 2011
05.
Opstellen van legger voor alle waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde legger
-
Legger overige waterkeringen vastgesteld
Nee
Vastgestelde legger in 2011
06.
Evalueren en bijstellen beheeren beleidsplan waterkeringen
Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan
-
Beleidsplan vastgesteld
Concept 80% gereed
Beleidsplan waterkeringen gereed in 2011
07.
Opstellen van een compartimenteringsplan voor de boezem HDSR
Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan
-
Vastgesteld compartimenteringsplan
Studie compartimentering is uitgevoerd
Plan vastgesteld in 2011
Watersysteembeheer 14.
Renoveren cultuurhistorische oevers
Aantal km hersteld
-
3,5 kilometer gerealiseerd
0 km
3,5 kilometer Oever-project stad Utrecht is afgerond in 2011
15.
Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Aantal kilometer verbeterde harde oevers per jaar
29,5 km
4,6 km
0,5 km
GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld
16.
Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Aantal kilometer 9,5 km natuurvriendelijke oevers
10,9 km
8,4 km
Duurzame en robuuste inrichting van oevers
19.
Actualiseren peilbesluiten .
Cumulatief per50% centage gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft.
66%
50%
In 2015 alle (79%) peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar)
49
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
25.
Opstellen planadvies watersysteem Rijnenburg aan gemeente Utrecht
Bestuurlijk vastgesteld planadvies.
-
Planadvies vastgesteld
Nee
Vastgesteld plan in 2011
Nationaal Bestuursakkoord Water 27.
Opstellen beBestuurlijk vastleidsnotitie stede- gestelde beleidslijk waterbeheer notitie
-
Vaststellen van beleidsnotitie
Nee
Vaststellen van beleidsnotitie in 2011
28.
Uitvoeren tweede Bestuurlijk vasttoetsing waterop- gesteld toetsingsgave resultaat
Resultaat toetsing
Nee
In 2012 toetsingsresultaat bestuurlijk vastgesteld.
Kwaliteit van het oppervlaktewater 35.
Aanleggen natuurvriendelijke oevers
Cumulatief aantal 77 km aangelegde kilometers oever
91,7 km
85,5 km
144 km gerealiseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen
37.
Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma
Aantal onderzoeken gereed per jaar
-
4
1
In 2015 zijn alle 16 onderzoeken gereed
40.
Opstellen visstandbeheerplannen
Aantal bestuurlijk vastgestelde visstandbeheerplannen
-
4
1
In 2011 zijn alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld
41.
Goedkeuren visplannen derden
Aantal goedgekeurde visplannen
1
3
0
In 2011 zijn alle 4 visplannen goedgekeurd
Zuiveringsbeheer 42.
Uitvoeren van Cumulatief aantal 11 optimalisatiestu- afgeronde studies dies en/of studies naar rioolvreemd water
15
13
17 studies in 2012
43.
Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten
Cumulatief aantal 2 bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden
13
7
17 afvalwaterakkoorden in 2013
44.
Toetsen gemeen- Cumulatief aantal 4 telijke riolerings- getoetste geplannen meentelijke rioleringsplannen
12
10
20 getoetste rioleringsplannen in 2015
46.
Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
73%
90%
82%
Naleefgedrag grotendeels gerealiseerd (90%, er blijven bedrijven die niet naleven)
51.
Ontwikkelen en Uitgewerkte uitvoeren slibstra- slibstrategie tegie
-
Vastgestelde slibstrategie
Nee
In november 2012 slibstrategie gereed
Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim)
50
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
56.
Verhogen percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie RWZI Utrecht en Nieuwegein.
Percentage biogasverbruik
85%
93%
85%
98% benutting biogasproductie in 2015
Samenwerking gerealiseerd
-
Oprichting regionaal belastingskantoor
Nee
Belastingkantoor van start in 2012
Lastendruk 59.
Samenwerking belastingheffing
Tevredenheid belanghebbenden 63.
Betrokkenheid bij Aantal bezoekers Onbekend de samenleving open dagen
2.000
1860
2.000
67.
Betrokkenheid bij Aantal excursies de samenleving
45
115
33
165
68.
Vaststellen beleid Bestuurlijk vastvaarwegbeheer gesteld beleid
Voorbereid
Vastgesteld beleid
Nee
Bestuurlijk vastgesteld beleid in 2011
69.
Verlenen van vergunningen binnen proceduretijd
90%
84%
In 2012 binnen proceduretijd 95% vergunningverlening
Percentage 70% binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid 71.
Uitwerken van een energievisie
Bestuurlijk vastgestelde visie
-
Vastgestelde visie
72.
Opstellen beBestuurlijk vastheerplan cultuur- gesteld beheerhistorische objec- plan ten
-
Vastgesteld beheerplan
Vastgestelde visie in 2011 Nee
Plan vastgesteld in 2011
51