Driepartijenovereenkomst NZa, DBC-Onderhoud, Ministerie van Veiligheid en Justitie
1 januari 2011 tot 31 december 2011
1
Inhoudsopgave 1
Inleiding ........................................................................................................ 3 1.1
Partijen .................................................................................................... 3
1.2
Doel ........................................................................................................ 4
1.3
Looptijd ................................................................................................... 4
2
Verantwoordelijkheidsverdeling ........................................................................ 5
3
Randvoorwaarden en verantwoordelijkheden ...................................................... 7 3.1
Randvoorwaarden ..................................................................................... 7
3.2
Verantwoordelijkheden .............................................................................. 8
3.2.1
Financieel kader .................................................................................. 8
3.2.2
Productstructuur en tarieven ................................................................ 8
4
Overlegstructuur 2011 ....................................................................................10
5
DIS ..............................................................................................................11
6
5.1
Omschrijving ...........................................................................................11
5.2
Randvoorwaarden 2011 ............................................................................11
5.3
Verantwoordelijkheden 2011 .....................................................................11
5.4
Toelichting ..............................................................................................12
5.5
Overlegstructuur ......................................................................................12
5.6
Verantwoordelijkheden 2012 .....................................................................12
Ondertekening ...............................................................................................14
2
1 INLEIDING 1.1 Partijen De ondergetekenden, 1. Het ministerie van Veiligheid en Justitie, gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Veiligheid en Justitie, vertegenwoordigd door H.J.B. Karreman, Programmamanager Vernieuwing Forensische Zorg 2. De Nederlandse Zorgautoriteit, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen NZa, vertegenwoordigd door de directie cure, de heer drs. M.S. Mulder; 3. De Stichting DBC-Onderhoud, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen DBCOnderhoud, vertegenwoordigd door de voorzitter van de directie/het bestuur a.i., de heer drs. J.R. Rozendaal; gelet op de Wet marktordening gezondheidszorg en het interim-besluit forensische zorg, in aanmerking nemende dat: 1. het Ministerie van Veiligheid en Justitie (verder: Veiligheid en Justitie) zorgdraagt voor de rechtsstaat in Nederland, zodat mensen in vrijheid kunnen samenleven, ongeacht hun levensstijl of opvattingen. Veiligheid en Justitie werkt aan een veiliger en rechtvaardiger samenleving door mensen rechtsbescherming te geven en waar nodig in te grijpen in hun leven. Gespecificeerd voor deze overeenkomst: Veiligheid en Justitie heeft een stelselverantwoordelijkheid voor de forensische zorg en voor de bekostiging ervan. Voor dit laatste stelt Veiligheid en Justitie de financiële kaders vast voor onderhoud en beheer van de productstructuur forensische zorg. 2. de Nederlandse Zorgautoriteit (verder: NZa) de opdracht heeft goed werkende zorgmarkten te maken en te bewaken. Dit doet zij samen met de sector. Daarbij staan de belangen van de consument centraal. De NZa houdt toezicht op het gedrag van alle zorgaanbieders en zorgverzekeraars op de curatieve en langdurige zorgmarkt en kijkt of zij de wet naleven. De NZa stelt regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor marktwerking vast, die geheel of gedeeltelijk geliberaliseerd kunnen worden. 3. de Stichting DBC-Onderhoud (verder: DBC-Onderhoud) krachtens haar statuten ten doel heeft het kwalitatief doorontwikkelen, in stand houden en beheren van de DBC-systematiek en de individuele DBC‟s. De stichting is volgend aan de ontwikkelingen in de medische zorg waarbij zij zorg draagt voor vertaling van deze ontwikkelingen in de DBC-systematiek. Met betrekking tot de DBCsystematiek draagt zij in deze zorg voor het actueel en herkenbaar casu quo werkbaar houden van het systeem, het aanpassen van de productstructuur aan de ontwikkeling van de zorgprofielen en daarmee gemoeide kostprijzen en normtijden. Zij draagt ter zake zorg voor het doen van voorstellen, over het typeerbaar maken van medische innovaties, over het schrappen van DBC‟s voor obsoleet geworden medisch specialistische behandelingen, en over (beleids)regels daar waar wettelijke regelingen publieke borging door middel hiervan voorschrijven, aan de NZa en het CVZ. zijn hetgeen overeengekomen dat in deze overeenkomst is beschreven.
3
1.2 Doel Het doel van deze overeenkomst voor de forensische zorg is het vastleggen van afspraken over de verantwoordelijkheden en de onderlinge rolverdeling tussen de drie betrokken partijen bij de bekostiging van forensische zorg in 2011, te weten: - Veiligheid en Justitie als stelselverantwoordelijke voor de bekostiging forensische zorg; - de NZa als vaststeller van prestaties en tarieven voor de forensische zorg (vooruitlopend op de wettelijke taak per 1 januari 2012); - en DBC-Onderhoud, enerzijds als onderhoudspartij voor de DBBC-systematiek, anderzijds als beheerder van het DBC-Informatiesysteem (verder: DIS). Er wordt met deze overeenkomst duidelijkheid gecreëerd over de verwachtingen die partijen van elkaar hebben voor het onderhoud en beheer van de DBBC-systematiek. Het betreft de afbakening van verantwoordelijkheden en rollen van partijen, de vormgeving van de onderlinge samenwerking en eindverantwoordelijkheden. Ten aanzien van DIS geldt dat de verschillende verantwoordelijkheden en randvoorwaarden losgekoppeld zijn van de beschreven verantwoordelijkheden en randvoorwaarden met betrekking tot de onderhoudswerkzaamheden van DBC-Onderhoud, en als zodanig verbijzonderd in hoofdstuk 5 zijn opgenomen.
1.3 Looptijd Gezien de start, de verwachte wijzigingen in het wettelijk kader en de noodzaak van stabilisering van de DBBC-systematiek, wordt gekozen voor een looptijd van deze overeenkomst van één jaar, van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. In juni 2011 evalueren de partijen de samenwerking en de invulling van de verschillende verantwoordelijkheden door de partijen. Daarnaast wordt ook de subsidierelatie tussen DBC-Onderhoud en Veiligheid en Justitie geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie vormen de basis voor de verdere vormgeving en bestendiging van de bestuurlijke verhoudingen en de daaruit voortvloeiende overeenkomst. Deze krijgen hun beslag per 1 januari 2012. Inhoud en aandachtspunten voor de evaluatie worden in de loop van 2011 door de partijen geformuleerd, maar zouden in ieder geval moeten omvatten: 1. onderlinge samenwerking: vaststelling, beheer en onderhoud productstructuur en tarieven; 2. bestuurlijke verhoudingen; 3. financiële verhoudingen; 4. stabiliteit productstructuur: doorontwikkelagenda en beschikbaarheid data, 5. de werking van het Toetsingskader.
4
2 VERANTWOORDELIJKHEIDSVERDELING In oktober 2010 is door de partijen een afspraak gemaakt over de verantwoordelijkheidsverdeling. De tekst van deze afspraak volgt hieronder. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het opdrachtgeverschap richting DBC-Onderhoud in het overgangsjaar 2011 en het opdrachtgeverschap in de structurele situatie vanaf 2012. Het jaar 2011 is een overgangsjaar, waarin de NZa nog geen wettelijke bevoegdheden heeft om prestaties en tarieven vast te stellen. In 2011 moet bovendien nog een stabiele productstructuur met tarieven (in plaats van adviesprijzen) voor forensische zorg worden opgeleverd, waarbij de nadruk in het overgangsjaar 2011 ligt op de ontwikkeling van de verblijfssoorten. Met het oog op een vloeiende overgang naar de structurele situatie in 2012, waarin de NZa wettelijk verantwoordelijk wordt voor de vaststelling van prestaties en tarieven, wordt in 2011 toegewerkt naar een langetermijnscenario voor de invulling van verantwoordelijkheden voor de vaststelling en het beheer van de DB(B)C-systematiek. 2011 1. De NZa is verantwoordelijk voor de vaststelling van de DB(B)C-productstructuur en tarieven. In het overgangsjaar 2011 betekent dit dat de NZa Justitie adviseert over de DB(B)C-productstructuur. 2. DBC-Onderhoud is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de DB(B)Csystematiek. 3. De NZa is verantwoordelijk voor inhoudelijke aansturing van DBC-Onderhoud. Een toetsingskader en go/no go momenten geven de vorm aan van deze relatie tussen NZa en DBC-Onderhoud. 4. Om haar verantwoordelijkheid als vaststeller van prestaties en tarieven te kunnen waarmaken, is de NZa verantwoordelijk voor het kostprijsonderzoek. De NZa is tevens verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de productstructuur wat betreft de verblijfssoorten. 5. De NZa combineert in 2011 het kostprijsonderzoek met een kostprijsaudit en een extra gegevensuitvraag voor de ontwikkeling van de verblijfssoorten. Doel is te komen tot een stabiele productstructuur. Uitgangspunt voor de inrichting van deze onderzoeken is een projectorganisatie van NZa en DCB-Onderhoud, waarbij de coördinatie in handen is van de NZa en de NZa en DBC-Onderhoud in “joint effort” samenwerken. 6. De ontwikkeling van productstructuur wat betreft de verblijfssoorten vindt plaats binnen deze projectorganisatie van NZa en DBC-Onderhoud, Voor de start van de werkzaamheden wordt door de NZa een, vooraf met alle betrokken partijen afgestemd, plan van aanpak opgesteld, Indien in 2011 stabiele productgroepen voor verblijf worden opgeleverd, kan de doorontwikkeling van deze productgroepen in de toekomst bij de reguliere doorontwikkelactiviteiten van DBC-Onderhoud worden ondergebracht.
5
7. De NZa stelt in overleg met DBC-Onderhoud een toetsingskader op voor de oplevering van de onderhouds- en beheerswerkzaamheden van DBC-Onderhoud. Daarnaast worden in het onderhoudsproces een aantal heldere go/no go momenten opgenomen. De door DBC-Onderhoud op te leveren producten worden op die momenten getoetst op basis van het toetsingskader en de NZa geeft een go/no go, zodat vooraf duidelijk is welke eisen de NZa stelt voor het vaststellen van prestaties en tarieven. 8. DBC-Onderhoud zet een registratie op die geschikt is voor aan- en uitlevering van DBBC-gegevens, verricht de consultatie naar het veld, verwerkt beleidswijzigingen in de systematiek en levert de release voor 2012 op aan de NZa. DBC-Onderhoud is verantwoordelijk voor de doorontwikkeling van de productstructuur, die in 2011 voornamelijk gericht op de behandelgroepen. Om de productstructuur te kunnen onderbouwen en verantwoorden verstrekt de NZa een representatieve set onbewerkte kostprijsinformatie aan DBC-Onderhoud waarmee DBC-Onderhoud de productstructuur en de bijbehorende productprijzen kan bewerken. De NZa betrekt DBC-Onderhoud bij de definiëring van het kostprijsmodel. 9. Justitie stelt het financiële kader (de subsidie en het jaarplan) voor DBC-Onderhoud vast. DBC-Onderhoud krijgt budget tot haar beschikking voor de werkzaamheden genoemd onder 8. Justitie heeft twee maal per jaar (bespreking jaarplan en jaarverantwoording) overleg met DBC-Onderhoud, waarbij de NZa participeert. DBCOnderhoud stemt haar jaarplan af met de NZa voor het overleg met Justitie 10. Justitie stelt het financiële kader voor de NZa voor de forensische zorg vast. NZa krijgt budget tot haar beschikking voor het doen van kostprijsonderzoek en de ontwikkeling van de productstructuur wat betreft de verblijfssoorten, als genoemd onder 4.
6
3 RANDVOORWAARDEN EN
VERANTWOORDELIJKHEDEN
3.1 Randvoorwaarden De randvoorwaarden voor afspraken over verantwoordelijkheden en de onderlinge rolverdeling tussen de drie betrokken partijen bij de bekostiging van forensische zorg zijn: 1. Er is een deugdelijk en sluitend wettelijk kader (Wet Forensische Zorg per 1/1/2012; interim-besluit forensische zorg per 29/11/2011); 2. Er zijn afspraken over samenwerking bij vaststelling, beheer en onderhoud van productstructuur en tarieven; 3. De benodigde financiële middelen en de verantwoording daarover zijn geborgd; 4. DBC-Onderhoud laat een externe audit uitvoeren op de totstandkoming van de uitlevering DBBC 2012 (RF01), met het oog op verantwoording van de uitlevering; 5. Er zijn eind 2011 voldoende registratiedata uit het DIS en kostprijsinformatie beschikbaar voor, bij positieve besluitvorming, doorontwikkeling van de DBBCsystematiek voor de uitlevering 2013; 6. De NZa en DBC-Onderhoud richten zich in een samenwerkingsverband op de ontwikkeling van de productstructuur voor wat betreft verblijf en het kostprijsonderzoek. Hiervoor wordt een projectorganisatie opgezet, en een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld. De basis voor dit project ligt vast in de notitie „Plan van aanpak projectorganisatie forensische zorg‟; 7. Er is een helder en concreet toetsingskader voor productstructuur en productprijsberekeningen. De NZa gaat de toetsingskaders vastleggen in haar beleidsregels. Vóór 1 maart zullen deze toetsingskaders in concept aan DBCOnderhoud worden verstuurd; 8. De NZa en DBC-Onderhoud kunnen gebruik maken van DGAAO-data; 9. Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de opgeleverde DBBC-systematiek; 10. Zorgaanbieders leveren aan conform hun inkoopcontract 2011 met Veiligheid en Justitie; 11. Er kan gebruik gemaakt worden van de DSM-IV; 12. Er is een geaccordeerd jaarplan voor de NZa en DBC-Onderhoud, inclusief de voor de uitvoering van het jaarplan benodigde middelen. De NZa en DBC-Onderhoud leggen verantwoording af aan Veiligheid en Justitie over hetgeen in het jaarplan is afgesproken; 13. Mocht, naast de in het jaarplan opgenomen activiteiten, één van de partijen het wenselijk vinden dat extra werkzaamheden uitgevoerd worden, dan voeren de partijen daarover overleg. Er wordt een besluit genomen over het al dan niet uitvoeren van de werkzaamheden, en de voor uitvoering benodigde middelen; 14. Tijdens de overdrachtfase wordt door DBC-Onderhoud een nulmeting gedaan voor het reproduceren van de laatst door Capgemini uitgeleverde productstructuur en productprijzen. De laatst uitgeleverde productstructuur moet door DBCOnderhoud kunnen worden verantwoord, met het oog op het uitbrengen van de eerstvolgende release door DBC-Onderhoud. Als de nulmeting binnen de overeengekomen planning niet leidt tot reproductie van de productstructuur, is het noodzakelijk de nulmeting in 2011 nogmaals uit te voeren; 15. Bij verschil van inzicht of indien aan een van de randvoorwaarden niet wordt voldaan treden de NZa en DBC-Onderhoud in overleg om tot een besluit te 7
komen. Bij voortdurend verschil van inzicht kan de NZa dit desgewenst voorleggen aan Veiligheid en Justitie. Veiligheid en Justitie neemt in dat geval een besluit.
3.2 Verantwoordelijkheden Hierin wordt de uitwerking van de in hoofdstuk 2 opgenomen verantwoordelijkheidsverdeling weergegeven.
3.2.1 Financieel kader 1. Veiligheid en Justitie draagt zorg voor de middelen voor DBC-Onderhoud en stelt de subsidie tijdig vast. Twee keer per jaar vindt overleg plaats met DBCOnderhoud over het werkplan en de verantwoording; 2. De NZa is bij het overleg aanwezig vanuit de eindverantwoordelijkheid voor advisering over de productstructuur en tarieven; 3. Veiligheid en Justitie draagt zorg voor de middelen voor de NZa en heeft overleg over haar werkplan en verantwoording. Formeel vindt dit plaats via het ministerie van VWS.
3.2.2 Productstructuur en tarieven Veiligheid en Justitie: 1. Draagt politieke verantwoording voor de bekostigingssystematiek; 2. Ontwikkelt visie en beleid voor de bekostigingssystematiek, en draagt zorg voor de beleidsafstemming met VWS; 3. Accordeert het werkplan van de NZa en het werkplan van DBC-Onderhoud; 4. Stelt, na advies door de NZa, prestaties en tarieven vast; 5. Is opdrachtgever voor de projectorganisatie (joint effort) voor de NZa. De NZa: 1. Adviseert Veiligheid en Justitie over de vaststelling van productstructuur en tarieven 2012; 2. Zet de productprijzen om naar een voorstel voor tarieven; 3. Adviseert over de uitvoeringsregels (afgeleid van beleidsregels GGZ); 4. Formuleert het toetsingskader voor productstructuur en kostprijzen; 5. Is verantwoordelijk voor inhoudelijke aansturing van DBC-Onderhoud1, 6. Is verantwoordelijk voor de projectorganisatie (joint effort) voor kostprijsonderzoek, -audit, en ontwikkeling verblijfssoorten; 7. Werkt conform de fasen in de onderhoudscyclus.
1
Het betreft hier gedelegeerde inhoudelijke aansturing van Veiligheid en Justitie aan de NZa. Hierbij is de NZa alleen
verantwoordelijk voor de werkzaamheden van DBC-Onderhoud voor zover deze doorwerken in de voorgestelde prestaties en tarieven. Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het vaststellen van de werkzaamheden in het werkplan DBC-Onderhoud. DBC-Onderhoud legt verantwoording over het werkplan af aan Veiligheid en Justitie.
8
DBC-Onderhoud: 1. ontwikkelt de systemen voor het doorontwikkelen en beheren van de DBBCsystematiek. Een externe partij bouwt, in opdracht van DBC-Onderhoud, de ICTsystemen; 2. Voert een eventuele correctierelease 2011 uit; 3. Levert de release RF01 forensische zorg voor 2012 uit; 4. Werkt conform het toetsingskader, zoals opgesteld door de NZa. 5. Wordt inhoudelijk aangestuurd door de NZa. 6. Neemt deel aan de projectorganisatie (joint effort) voor kostprijsonderzoek, audit, en ontwikkeling verblijfssoorten; 7. Verzamelt wijzigingsverzoeken voor de release RF02 2013, vooruitlopend op de besluitvorming over de uitvoering van het onderhoud 2012 e.v.; 8. Beheert de helpdesk forensische zorg; 9. Ontwikkelt een leergang forensische zorg; 10. Maakt de opzet voor de onderhoudscyclus forensische zorg; 11. Doet een voorstel voor de overlegstructuur voor de periode na april 2011 conform de uitgangspunten in de andere sectoren (GGZ en medisch specialistische zorg) en stemt dit af met de NZa en Veiligheid en Justitie; 12. Ontwikkelt de omgeving voor de codelijsten; 13. Bewaakt de samenhang tussen de productstructuur GGZ en FZ; 14. Werkt conform de fasen in de onderhoudscyclus.
9
4 OVERLEGSTRUCTUUR 2011 Overeenkomst Opdrachtgeversoverleg Veiligheid en Justitie, NZa en DBC-Onderhoud Directeurenoverleg vindt in ieder geval twee keer per jaar plaats Januari/februari 2011: overleg over de lange termijnvisie op de onderlinge samenwerking. Uiterlijk 1 juni 2011 wordt door partijen een besluit genomen over de samenwerking in 2012 (e.v.), Juni 2011: in ieder geval vindt de evaluatie van de werking van deze overeenkomst plaats, Oktober 2011: in ieder geval vindt, uitgaande van positieve besluitvorming, vaststelling van de overeenkomst 2012 (e.v.) plaats. Financieel kader Opdrachtgeversoverleg Veiligheid en Justitie en DBC-Onderhoud Directeurenoverleg vindt in ieder geval twee keer per jaar plaats Juni 2011: verantwoording 2010 (deels in combinatie met het evaluatieoverleg over deze overeenkomst), Voor 1 oktober 2011: subsidie 2012. Productstructuur en tarieven De NZa en DBC-Onderhoud richten zich in een samenwerkingsverband op de ontwikkeling van de productstructuur voor wat betreft verblijf en het kostprijsonderzoek. Hiervoor wordt tot april 2011 een projectorganisatie opgezet, en een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld. De basis voor dit project en de overlegstructuur ligt vast in de notitie „Plan van aanpak projectorganisatie forensische zorg‟, DBC-Onderhoud doet uiterlijk 1 maart 2011 een voorstel voor de overlegstructuur voor de periode na april 2011 conform de uitgangspunten in de andere sectoren (GGZ en medische specialistische zorg) en stemt dit af met de NZa en Veiligheid en Justitie.
10
5 DIS 5.1 Omschrijving In het landelijke DBC-Informatiesysteem (DIS) wordt alle informatie over DBC‟s verzameld. Het DIS bevat informatie over de geleverde zorg en de kosten van de zorg geleverd door zorgaanbieders in de medisch specialistische zorg en de geestelijke gezondheidszorg. Deze informatie is rechtstreeks afkomstig uit de basisadministratie van de zorgaanbieders. Zij behoeven alleen aan het DIS periodiek informatie te leveren, waarna deze onder strikte voorwaarden aan meerdere instanties kan worden doorgegeven. In 2011 geldt een andere situatie dan in 2012. In 2011 heeft de NZa nog geen bevoegdheden om gegevens uit te vragen, deze bevoegdheden liggen dan nog bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het is de bedoeling dat de NZa per 1 januari 2012 wel deze bevoegdheden krijgt. Dat betekent dat er over 2012 andere afspraken gemaakt moeten worden dan onderstaande afspraken over 2011.
5.2 Randvoorwaarden 2011 Randvoorwaarden voor invulling van de functie van DIS zijn: - Er is een definitieve versie van de MDS 2011 aanlevering en MDS 2011 uitlevering vastgesteld. Er is een wijzigingsprocedure opgesteld waarin gewaarborgd is dat wijzigingen eenduidig in de MDS-en worden opgenomen. - Er moet voor 1 januari 2012 een duidelijke beschrijving van de afbakening van verantwoordelijkheden rond aanlevering en handhaving worden opgesteld. De rollen van het ministerie van Justitie, de NZa en DIS worden daarin beschreven. - Er is een procedure rond de afhandeling van informatieverzoeken door derden, die recht doet aan het data-eigenaarschap. - Er is een sluitende procedure die de cyclus van begroting, uitvoering en verantwoording van de DBBC-werkzaamheden borgt. Justitie zal DIS in staat moeten stellen om de werkzaamheden conform de verantwoordelijkheden uit te kunnen voeren.
5.3 Verantwoordelijkheden 2011 DIS is verantwoordelijk voor een adequaat functionerende cyclus van reguliere data-aanlevering, monitoring en flagging, correctie en her-aanlevering, rapportage en data-uitlevering en (ad hoc) informatieverstrekking vanuit het DBC Informatie Systeem (DIS). De werkzaamheden die binnen DIS worden uitgevoerd zijn erop gericht om dit systeem adequaat te beheren en te onderhouden. De aangesloten zorgaanbieders en afnemers van DBBC-data worden ondersteund bij de aan- en uitleveringen. DIS verstrekt aan de zorgaanbieders en de afnemers van DBBC-data inzicht in de volledigheid tijdigheid en juistheid van de aangeleverde data, waarbij aangesloten wordt op de door DBC-Onderhoud ontwikkelde structuren ten aanzien van de forensische zorg. 11
DIS waarborgt dat daarbij voldoende maatregelen genomen zijn om de integriteit van het beheer en de uitleveringen te waarborgen en zichtbaar te maken. Uitlevering van DBBC-gegevens aan derden, op verzoek van derden (informatieverzoeken) zal plaatshebben op basis van de daarvoor opgestelde procedure.
5.4 Toelichting De zorgaanbieders die op basis van de MDS-regeling DBBC-gegevens moeten aanleveren, worden door het „Service- en Informatiecentrum van DIS‟ zo uitgebreid mogelijk ondersteund en begeleid. Ondersteuning en begeleiding heeft betrekking op alle facetten van de cyclus van „ontvangen, beheren, rapporteren en informeren‟. DIS levert periodiek (regulier) en op ad hoc basis rapportages aan de publieke afnemers van DBBC-data. De aard, omvang en periodiciteit worden met de individuele afnemers afgestemd. Informatieverzoeken worden conform het vastgestelde protocol afgewikkeld Het Service en Informatiecentrum is tijdens kantooruren bereikbaar voor de zorgaanbieders en de afnemers. Ten einde over de integriteit van het ontvangen, beheren en uitleveren van de DBCgegevens verantwoording af te leggen wordt in opdracht van de Commissie van Toezicht DIS jaarlijks een audit en een Klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. De resultaten zullen door de Commissie van Toezicht DIS worden gepubliceerd.
5.5 Overlegstructuur DIS sluit aan op de overlegstructuur tussen DBC-Onderhoud, het ministerie van Veiligheid en Justitie en de NZa, die opgezet is ten behoeve van de onderhoudscyclus Forensische Zorg. Gedurende de projectmatige fase waarbij de opname van DBBC‟s in DIS technisch wordt gerealiseerd bestaat er een aparte projectstructuur. Na realisatie van technische bouw zal naast bovengenoemd overleg DIS ook aansluiten bij het ICT-overleg Forensische Zorg. Doelstelling is om tijdig geïnformeerd te worden aangaande wijzigingen in de systematiek die impact kunnen hebben op de aanleverstructuur van DIS. In het Afnemersoverleg, waarin alle publieke afnemers van DIS-data zitting hebben, zal ook het ministerie van Veiligheid en Justitie plaatsnemen. In het afnemersoverleg worden besluiten genomen over datakwaliteitsrapportages.
5.6 Verantwoordelijkheden 2012 Vooruitlopend op de bevoegdheden van 2012 ontwikkelt de NZa in 2011 een compliance strategie. In deze strategie beschrijft de NZa op welke wijze zij gaat zorgen dat de juiste gegevens aangeleverd worden en zorgt dat er een duidelijk stappenplan is ter verbetering van de kwaliteit van de gegevens indien nodig. De punten zoals beschreven in paragraaf 5.2 tot en met paragraaf 5.5 dienen in 2012 heroverwogen te zijn, de beschreven stappen kunnen echter onderdeel blijven van de afspraken tussen het DIS en
12
de NZa. Derhalve is het van belang dat het DIS hierover reeds in 2011 met de NZa afstemt. Op het moment dat de NZa bevoegdheden heeft om gegevens op te vragen moet het data-eigenaarschap opnieuw vastgesteld worden. Op het moment dat de NZa in een nadere regeling een aanleververplichting vastlegt is het aan de NZa om hierover afspraken te maken.
13
6 ONDERTEKENING Aldus in drievoud opgesteld en ondertekend:
Ministerie van Veiligheid en Justitie Namens deze,
mw. drs. H.J.B. Karreman Programmamanager Vernieuwing Forensische Zorg
Nederlandse Zorgautoriteit namens deze,
drs. M.S. Mulder Directeur Zorgmarkten Cure
DBC-Onderhoud namens deze,
dhr. drs. J.R. Rozendaal directeur/bestuurder a.i.
14