CGOP CAO 6 maart 2015 17:03 CGOP ink 1174 CAO
>
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag
De leden van de CGOP d.t.v. de secretaris, dhr. A. van der Ven Parkstraat 20 2514 JK Den Haag
Directoraat-Generaal Politie Arbeidsvoorwaarden Politie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Ons kenmerk 623222 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw
Datum 6 maart 2015 Onderwerp Reactie op uw ultimatum
brief behandelen.
Geachte voorzitters, Sinds de formele start op 12 februari 2015 van de onderhandelingen over een nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomst, hebben wij in goede sfeer in een aantal formele en informele bijeenkomsten gesproken over de hoofdthema’s inkomensverbetering, duurzame inzetbaarheid en vervroegde uittreding. Op 26 februari 2015 stuurde u mij een brief (kenmerk: CGOP ink 1158 CAO) waarin u stelde dat uw eisen en mijn inzet zo ver uit elkaar liggen dat onderhandelingen op dit moment niet tot een voor beide partijen aanvaardbaar resultaat zouden kunnen leiden. De verschillen zijn volgens u te groot om op korte termijn te kunnen overbruggen. U vindt verder overleg op dit moment niet zinvol. Ik deel uw mening niet. Ons overleg is pas zeer recent gestart en vanzelfsprekend zijn er in deze beginfase van de onderhandelingen nog verschillen, maar deze zijn enkel in gesprek met elkaar te overbruggen. Ik acht verder overleg dan ook nodig en zinvol. De inzetten van u en mij en de toelichting die we elkaar daarop hebben gegeven, bieden een goed houvast om met elkaar verder te spreken. Wel vereist dit de bereidheid van beide partijen tot open en reëel overleg. Ik heb, anders dan u suggereert, niet getalmd met het kenbaar maken van mijn inzet. In de tweede helft van december 2014 hebben wij over en weer onze inzetbrieven uitgewisseld en afgesproken een aantal verkennende gesprekken te voeren. Vervolgens heb ik in het eerste formele overleg mijn inzet geconcretiseerd en daarna schriftelijk naar u toegezonden. Ik heb hiermee concrete maatregelen aan u voorgelegd, onder andere op het terrein van duurzame inzetbaarheid en vervroegd uittreden. Ook heb ik aangegeven welke uitgangspunten mij voor ogen staan als het gaat om een salarisverhoging. Het is te vroeg om tot de conclusie te komen dat vruchtbaar overleg niet mogelijk is. We hebben slechts verkennend gesproken over de drie genoemde hoofdthema’s. Over andere onderwerpen uit uw en mijn inzetbrief hebben we nog helemaal niet gesproken. Ik zet hieronder uiteenzet waar ik aanknopingspunten zie voor voortzetting van het overleg over de thema’s inkomensverbetering, duurzame inzetbaarheid en vervroegde uittreding.
Pagina 1 van 5
Loon en toelagen Voor de sector Politie is in de laatste cao’s de nullijn overeengekomen. Er is geen generieke salarisverhoging geweest. Ik vind het van belang dat na enkele jaren nullijn weer sprake is van inkomensverbetering en dat alle medewerkers hiervan in gelijke mate profiteren. Anders dan u suggereert, zal hierbij niet sprake zijn van enkel een ‘sigaar uit eigen doos’. Het kabinet kiest er expliciet voor de nullijn los te laten en loonruimte ter beschikking te stellen.
Directoraat-Generaal politie Arbeidsvoorwaarden Politie Datum 6 maart 2015 Ons kenmerk 623222
Gezien het broze herstel van de economie is de totale ruimte voor inkomensverbetering echter zeer beperkt. Uw looneis van 3,3 % met een bodem van € 100,- past daar niet bij. U vraagt naast de looneis om verhoging van toelagen, uitloopperiodieken, een reorganisatietoeslag, investering in duurzame inzetbaarheid, behoud van vroegpensioenregelingen en verhoging van reiskostenvergoedingen. Uw eisenpakket aanvullend op uw looneis staat gelijk aan nog een salarisverhoging van vele procenten. Dat is niet reëel. We zullen in het overleg keuzes moeten maken. Ik streef een realistische inkomensverbetering na. Een concreet loonbod zal echter afhangen van de verdeling van de beschikbare middelen over meerdere doelen. Dit vergt open en reëel overleg en ik doe een beroep op u om dit overleg met mij te voeren. U suggereert dat ik geen enkele bereidheid heb om toelagen en vergoedingen te verhogen. Verhoging van toelagen kan volgens u kostenneutraal worden gerealiseerd omdat het aantal overuren en verschuivingen daardoor zou afnemen. Dat is een onjuist beeld. De door u gesuggereerde prikkel blijkt in de praktijk niet te werken. Verhoging van toelagen leidt daarom tot kostenverhoging en legt beslag op de toch al beperkte beschikbare ruimte. Bovendien kunnen toelagen, zoals u bekend is, een mobiliteit belemmerende factor zijn. Mede daarom heb ik aangegeven dat verhoging van toelagen niet mijn voorkeur heeft. In het overleg heb ik u aangegeven dat ik zeker bereid ben om met u de wenselijkheid te verkennen van het laten mee-ademen van toelagen met de sectorale loonontwikkeling. Ik heb hierbij wel aangegeven dat als uw voorkeur uitgaat naar het wel verhogen van toelagen dit binnen de loonruimte moet worden gefinancierd. Een dergelijke keuze verkleint dus de ruimte voor een algemene salarisverhoging. Loopbaan, duurzame inzetbaarheid en capaciteitsmanagement In het vorige arbeidsvoorwaardenakkoord hebben wij gezamenlijk de visie uit het rapport ‘Een leven lang werken: Het realiseren van duurzame inzetbaarheid in de sector Politie’ onderschreven. Dat is in onze recente gesprekken herbevestigd. Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de maatschappij vragen om een flexibele en wendbare politieorganisatie. Daarnaast is het gezien de zwaarte van sommige functies binnen de politie niet wenselijk dat medewerkers deze tot het einde van hun loopbaan vervullen. Volgens mij delen wij het idee dat een oplossing kan liggen in het ontwikkelen van loopbaanpaden, waardoor het mogelijk wordt bij de politie toe te werken naar een tweede loopbaan. Een tweede loopbaan kan binnen de politie liggen, maar ook buiten de politie zijn hier mogelijkheden voor. Daarnaast zou het ook tot de mogelijkheden moeten behoren dat voormalig politiemedewerkers na enige tijd Pagina 2 van 5
weer terugkeren en zo hun ervaringen aanwenden voor de politieorganisatie. Hoe wij op termijn aan deze variabele loopbaanpaden vorm gaan geven is volgens mij onderwerp van overleg. Weliswaar zijn in het verleden ook afspraken gemaakt over loopbaanpaden, maar die afspraak zag toe op loopbanen binnen het regionale bestel. Met de komst van de Nationale Politie is in dat opzicht een nieuwe realiteit ontstaan die vraagt om het opnieuw definiëren van oude afspraken. Door de realisatie van de Nationale Politie zijn op dit punt ook nieuwe mogelijkheden ontstaan.
Directoraat-Generaal politie Arbeidsvoorwaarden Politie
Datum 6 maart 2015
Ons kenmerk 623222
Dat er ook bij de politiemedewerkers behoefte is aan flexibiliteit in arbeidsvoorwaarden en variatie aan loopbaanmogelijkheden blijkt onder andere uit de inzetbrief van Jong Blauw die zij aan u en mij hebben toegestuurd. De visie uit het rapport ‘Een leven lang werken’ vormt ook de basis van de afspraken die we op het gebied van duurzame inzetbaarheid maken. Graag bespreek ik met u welke maatregelen op het gebied van duurzame inzetbaarheid wij gedurende de looptijd van de cao kunnen realiseren. Ik merk op voorhand op dat in de afgelopen jaren reeds diverse initiatieven zijn genomen die passen binnen de context van de aanbevelingen uit het rapport ‘Een leven lang werken’. Zo heeft het programma Weerbaarheid bijgedragen aan de versterking van de weerbaarheid van het personeel en is het aantal trainingsuren tijdelijk verhoogd. De aan de orde zijnde investeringen liggen in het verlengde hiervan. Ik wil daarbij prioriteit geven aan de bevordering van vakbekwaamheid, persoonlijke ontwikkeling en Veilig en Gezond Werken. Uit de overeenkomsten tussen onze inzetbrieven blijkt dat op het punt van concrete vervolg maatregelen onze neuzen dezelfde kant op staan. Zo stellen wij beiden voor te komen tot een schadeloosstelling bij beroepsincidenten en het introduceren van EVC-trajecten, preventieve medische check-ups en een persoonlijk ontwikkelbudget, al dan niet door middel van pilots. Het overleg over de komende cao kunnen wij gebruiken om gezamenlijk invulling te geven aan de vorm en timing van deze maatregelen. Voor Veilig en Gezond Werken is goed capaciteitsmanagement een vereiste. De Organisatie voldoet hier nog niet aan. De basis moet eerst op orde zijn. Ik betreur dat er nog op te grote schaal sprake is van overtredingen van de Arbeidstijdenwet en dat het aantal verschuivingen eerder is toegenomen dan afgenomen. De Organisatie maakt wel stappen op dit terrein, maar deze hebben nog niet in voldoende mate tot resultaten geleid. De praktijk wijst uit dat het adequate antwoord niet zit in het opstellen van nog meer kaders en regels of in het verhogen van toelagen. De sleutel zit in het goed in beeld hebben van het werkaanbod en een volwassen arbeidsrelatie tussen leidinggevende en medewerker waarin kwesties met betrekking tot het rooster besproken kunnen worden. Sturing door leidinggevenden is een cruciaal aspect. Met de komst van de Nationale Politie kan sturing voor het eerst eenduidig en centraal worden uitgerold. Dit kan niet van het een op het andere moment, zeker ook omdat de leidinggevenden die hiermee aan de slag moeten nog maar heel kort op hun plek zitten. Bij het verbeteren van de sturing past niet dat wij in de tussentijd de regels weer aanpassen. Hierbij wil ik wel vermelden dat ik uw notie deel dat we over plaatsgebonden piket met elkaar in gesprek moeten. Pagina 3 van 5
Vervroegd uittreedregelingen In het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2012-2014 hebben we gezamenlijk geconstateerd dat het onvermijdelijk lijkt dat ook in de sector Politie langer moet worden doorgewerkt. Destijds was nog niet helder op welke wijze de wettelijke kaders zouden wijzigen en werd afgesproken het overleg te hervatten zodra over de wettelijke veranderingen duidelijkheid zou bestaan. Inmiddels zijn de wettelijke kaders gewijzigd (verhoging AOW-leeftijd, fiscale wetgeving, pensioenwet) en hebben werkgevers en werknemersafspraken gemaakt in de Pensioenkamer over de consequenties voor het ABP-pensioenreglement. Dit is voor mij aanleiding het overleg conform afspraak te hervatten.
Directoraat-Generaal Politie Arbeidsvoorwaarden Politie Datum 6 maart 2015 Ons kenmerk 623222
Ook de steeds oplopende kosten van de huidige regelingen noodzaken tot een heroverweging van het stelsel. Een steeds groter deel van het politiepersoneel betaalt direct of indirect de kosten van vervroegd uittreden, zonder dat zij daar zelf ten volle van kunnen profiteren. —
-
Ik wil met u komen tot een nieuw stelsel waarbij inzetbaarheid centraal staat en dat recht doet aan het hoog risicogehalte van het beroep. Een stelsel dat toekomstbestendig is en niet afhankelijk is van de steeds wijzigende wettelijke context. Een stelsel dat financierbaar is en blijft zonder dat de oplopende rekening naar de toekomst wordt geschoven of wordt neergelegd bij generaties die geen profijt hebben van deze regeling. Een stelsel waarin sprake is van een meer geïndividualiseerde benadering van medewerkers in plaats van beleid gerelateerd aan bepaalde leeftijden. De contouren van een nieuw stelsel februari 2015 geschetst. Ik ben ten te bespreken in samenhang met de duurzame inzetbaarheid. Ik wil met stelsel van duurzame inzetbaarheid uittreedregelingen.
heb ik in mijn geconcretiseerde inzet van 16 volle bereid bij het vervolgoverleg dit dossier nader te maken afspraken op het gebied van u komen tot het infaseren van een compleet en het uitfaseren van vervroegd
Onderdeel van mijn voorstel is het geheel of gedeeltelijk omzetten van de voorwaardelijke InkoopMax-aanspraak in een (onvoorwaardelijke) nominale toelage. Daarnaast stel ik voor (resterende) InkoopMax aanspraken versneld in te kopen en daardoor onvoorwaardelijk te maken. Beide voorstellen passen bij de intenties van het rapport ‘Een leven lang werken’. Betrokken medewerkers krijgen via het eerste voorstel meer keuzevrijheid bij het besteden van het geld. Het tweede voorstel vergroot de mobiliteit omdat men eerder een onvoorwaardelijke aanspraak krijgt die men anders dan nu het geval is behoudt bij tussentijds vertrek naar een andere werkgever. —
—
Overigens wil ik benadrukken dat in de sector Politie vervroegd uittreden mogelijk blijft. Ik constateer dat er bij uw leden op dit onderwerp onduidelijkheid lijkt te bestaan. Mijn voorstellen betekenen het behoud van de levensloopbijdragen en het introduceren van een nominale toelage die desgewenst kunnen worden benut om te sparen voor eerdere uitdiensttreding. Daarnaast maakt ook het ABP keuzepensioen vervroegd uittreden nog steeds mogelijk.
Pagina 4 van 5
Overige thema’s Over andere thema’s is nog in het geheel niet gesproken. Graag spreek ik onder andere met u verder over de consequenties van de volgende wetswijzigingen voor de politierechtspositie: • De (versnelde) verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd. De Wet Werk en Zekerheid (m.n. bovenwettelijke WW en • vertrekstimuleringspremie).
Directoraat-Generaal politie Arbeidsvoorwaarden Politie
t2O15 Ons kenmerk 623222
Vanzelfsprekend kunnen er ook nog andere onderwerpen in het overleg worden besproken. Verder overleg U geeft in uw brief aan dat het lastig zal zijn om de kloof tussen de verschillende inzetten te overbruggen en dat u daarom geen perspectief ziet voor verder overleg. Verschillen kunnen wij alleen overbruggen aan de onderhandeltafel. Ik ben dan ook te allen tijde bereid om het gesprek over genoemde onderwerpen en andere thema’s uit onze inzetbrieven met u voort te zetten. Ik nodig u daarom uit voor een formeel overleg in de komende week. De politiemedewerkers verdienen het dat wij ons tot het uiterste inzetten om gezamenlijk tot een goede cao te komen.
DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE / namens deze, -
-.
W.F.Saris7 Directeur Middelen Poli ie
Pagina 5 van 5