Voorjaarsnota 2011 inclusief bestuursrapportage 2011
1
Colofon
Voorjaarsnota 2011 Uitgave Gemeente Utrecht Drukwerk De Groot Drukkerij BV, Goudriaan Fotografie Sietse Brouwer Informatie Gemeente Utrecht Bestuurs- en concerndienst Sector Financiën en Personeel Postbus 16200 3500 CE Utrecht www.utrecht.nl/voorjaarsnota
[email protected] 2
Utrecht, 26 mei 2011
Voorwoord Voor u ligt de Voorjaarsnota 2011 van de gemeente Utrecht. We stellen de voorjaarsnota jaarlijks op ter voorbereiding op de programmabegroting. Het voornaamste doel daarbij is het actualiseren van het financiële beeld. Op basis daarvan geven wij onze uitgangspunten en keuzes voor de volgende begroting aan. De Voorjaarsnota begint met een samenvattende schets van de belangrijkste ontwikkelingen sinds het vaststellen van de programmabegroting 2011 (hoofdstuk 1). De verschillende elementen daaruit lichten wij toe in de volgende hoofdstukken: de actualisatie en nadere invulling van onze financiële keuzes (hoofdstuk 2), belangrijke afwijkingen op de programmabegroting 2011 (hoofdstuk 3) en onze budgettair neutrale bijsturingsvoorstellen (hoofdstuk 4). Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris, M.R. Schurink
De burgemeester Mr. A. Wolfsen
3
Inhoudsopgave 1 Samenvatting
7
2 Ontwikkelingen 2.1 Actualisatie financieel beeld 2.1.1 Resultaat 2010 2.1.2 Autonome ontwikkelingen 2.1.3 Onvermijdelijke bijstellingen 2.1.4 Beter begroten investeringen 2.2 Organisatievernieuwing 2.3 Intensiveringen 2.4 Weerstandsvermogen 2.5 Externe ontwikkelingen
9 10 10 11 14 16 17 24 27 29
3 Uitvoering 2011 3.1 Uitvoering programma's 2011 3.2 Uitvoering investeringen 2011 3.2.1 Vervangingsinvesteringen 2011 3.2.2 Uitbreidingsinvesteringen 2011 3.2.3 Totaal investeringsprogramma 2011 3.2.4 Investeringen voorgaande jaren
31 31 36 36 37 38 38
4 Budgettair neutrale bijsturingsvoorstellen
41
5
1 Samenvatting “Utrecht is financieel gezond, door duidelijke keuzes op het gebied van gemeentelijke organisatie en financieel beleid.” Met dit doel uit het collegeprogramma voor ogen zijn wij het afgelopen jaar aan de slag gegaan. Het uitgangspunt is dat de burger zo min mogelijk voelt van de ingrepen, die nodig zijn om rijksbezuinigingen op te vangen en om de gemeente financieel op orde te houden. Daarom hebben wij de organisatie doorgelicht op mogelijkheden om doelmatiger en doeltreffender te werken. Tegelijkertijd gaven wij ons voornemen om een open en transparant bestuur te zijn, dat samenwerkt met mensen en organisaties in de stad, nader vorm. Zo investeerden wij in een groene, sociale en toekomstgerichte stad. In deze Voorjaarsnota presenteren wij de keuzes in samenhang, vanuit een financieel perspectief. De uitkomst is een financieel sluitend meerjarenbeeld en een weerstandsvermogen, dat ons toekomstbestendig maakt. Utrechtse samenleving De kracht van de Utrechtse samenleving is groot: tal van mensen en organisaties nemen initiatieven die een positief effect hebben op hun buurt, wijk of stad. Als gemeentebestuur willen wij deze kracht de ruimte geven. We leven in een netwerksamenleving en een betrokken en dynamische stad als Utrecht biedt als geen andere plek de mogelijkheden de sterke punten daarvan te benutten. Partijen kunnen elkaar makkelijk vinden, zelf hun problemen en kansen benoemen en een eigen ontwikkelingsrichting inslaan. Wij staan open voor initiatieven en nemen een regisserende rol op ons. Daarnaast houden wij een scherpe blik op wie of wat kwetsbaar is. De gemeente heeft oog voor alle Utrechters en blijft een solide vangnet bieden voor wie dat nodig heeft. Het uitgangspunt is: eigen verantwoordelijkheid en initiatief waar het kan, de gemeente aan zet waar het moet en helpt. Met andere woorden: Jij maakt Utrecht. Wij maken Utrecht. Anders werken De werkwijze van de gemeentelijke organisatie sluit aan bij deze visie. De organisatie is open, wendbaar, scherp en betrouwbaar. Dat betekent, dat veel gemeentelijke taken op een nieuwe manier worden uitgevoerd. De kerntakendiscussie die wij voeren gaat dan ook niet zozeer over het stoppen van taken, maar over een andere uitvoering. Op een aantal terreinen zien wij een andere rol van de gemeente in de Utrechtse samenleving. Bijvoorbeeld voor kwetsbare groepen en in het jeugdbeleid. Daarnaast kiezen wij voor het uitbesteden en verzelfstandigen van taken. De volledige uitwerking van deze visie op de vernieuwing van de ambtelijke organisatie vindt u in het afzonderlijke document Via B. Intensivering beleid Door efficiënter en anders werken gaan we de komende jaren bijna 62 miljoen euro besparen. Hiermee worden de in het collegeprogramma afgesproken bezuinigingsbedragen ruimschoots gehaald. Het daadwerkelijk incasseren van de besparingen vergt een groot veranderingsvermogen van de organisatie en een scherpe aansturing. Door besparingen op de eigen organisatie en door autonome financiële ontwikkelingen is er ruimte voor intensivering van beleid. Wij doen in deze Voorjaarsnota voorstellen voor extra uitgaven, in lijn met onze ambities groen, open en sociaal. De financiële ruimte gebruiken wij daarnaast om enkele jarenlang bestaande, maar niet realiseerbaar gebleken taakstellingen op te lossen. Dat hoort evenzeer bij het financieel verantwoorde beleid dat wij voorstaan. Grote opgave Ondanks de economische crisis is het mogelijk gebleken belangrijke projecten gaande te houden, zoals de ontwikkeling van het stationsgebied en Leidsche Rijn. De economische crisis is nog niet volledig achter de rug. Vanwege de situatie op de woning- en kantorenmarkt zien we vertraging in de realisatie van projecten, wat leidt tot meer financiële risico’s voor de gemeente. De economische crisis komt ook tot uitdrukking in de stijging van het aantal bijstandsgerechtigden. In combinatie met het beperkende rijksbeleid brengt dat nieuwe onzekerheden met zich mee. Wij kiezen ervoor niet te bezuinigen op ons armoedebeleid. In dit licht is de aanvulling van het weerstandsvermogen die wij voorstellen het sluitstuk van de belangrijke stappen die wij afgelopen jaar hebben gezet op weg naar een financieel gezond en solide Utrecht. In het volgende hoofdstuk van deze Voorjaarsnota lichten wij de cijfers per onderwerp toe. De uitvoering van de programmabegroting 2011 presenteren wij in hoofdstuk 3. Daarbij komen alleen de programma's in beeld waar
7
belangrijke afwijkingen ten opzichte van de begroting aan de orde zijn. Het laatste hoofdstuk bevat de budgettair neutrale bijsturingsvoorstellen op de begroting 2011.
8
2 Ontwikkelingen In dit hoofdstuk presenteren wij de belangrijkste ontwikkelingen die van belang zijn bij de voorbereiding van de programmabegroting 2012. Het hoofdstuk bestaat uit de (beleidsarme) actualisatie van het financiële beeld (2.1), de keuzes die wij voorstellen om de organisatie op orde te brengen (2.2), voorstellen voor intensivering van programma's (2.3), het weerstandsvermogen (2.4) en externe ontwikkelingen die het financiële beeld kunnen beïnvloeden (2.5). Onderstaande tabel vat de financiële effecten van onze voorstellen in dit hoofdstuk samen. De bedragen zijn in miljoenen euro en geven de wijzigingen ten opzichte van het beeld in de programmabegroting 2011 weer. 2011
2012
2013
2014
2015
22,463
27,358
18,292
10,113
5,994
2.2 Organisatieontwikkeling
-9,599
-17,941
-14,686
-5,814
0,286
2.3 Intensiveringen
-7,864
-9,416
-3,606
-4,299
-6,279
2.4 Weerstandsvermogen
-5,000
0,000
0,000
0,000
0,000
- pm
- pm
- pm
- pm
- pm
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
2.1 Actualisatie financieel beeld
2.5 Externe ontwikkelingen Totaal Bedragen in miljoenen euro's
9
2.1 Actualisatie financieel beeld In deze paragraaf schetsen wij de financiële ontwikkelingen rond de gemeentebrede financiën. Achtereenvolgens gaan we in op het gemeentebreed nog te bestemmen resultaat over 2010, de autonome ontwikkelingen, de onvermijdelijke bijstellingen en beter begroten. Actualisatie financieel beeld
2011
2012
2013
2014
2015
5,213
14,763
0,529
0,053
0,000
15,342
10,073
5,173
5,253
7,679
Onvermijdelijke bijstellingen
-4,492
-2,028
-2,028
-2,028
-2,028
Beter begroten investeringen
6,400
4,550
14,618
6,835
0,343
22,463
27,358
18,292
10,113
5,994
Resultaat 2010 Autonome ontwikkelingen
Totaal Bedragen zijn in miljoenen euro's
2.1.1 Resultaat 2010 Het gemeentebreed nog te bestemmen resultaat over 2010 bedraagt 20,558 miljoen euro. Hierin zijn de volgende elementen opgenomen: Resultaat 2010 Nog te bestemmen resultaat 2010 Af te sluiten investeringen
• • Restant resultaat 2010 Dienst Ondersteuning • Vrijval stelpost pakketmaatregel AWBZ, jaarsnede
11,179 8,000 0,266 1,113
2010
Totaal
20,558
Bedragen zijn in miljoenen euro's De verantwoording 2010 sluit met een positief resultaat van circa 96 miljoen euro. Een substantieel deel van deze uitkomst is het gevolg van een andere fasering in de uitvoering van investeringswerken en projecten. Zoals gebruikelijk doen wij bij de verantwoording 2010 voorstellen dit resultaat grotendeels te verrekenen met de betreffende reserves. Na deze bestedings- en dekkingsvoorstellen resteert er een nog te bestemmen resultaat van 11,179 miljoen euro op de exploitatie 2010. De financiële afsluiting van een aantal projecten bereikbaarheid leverde per saldo een positief resultaat op van 8 miljoen euro. Bij de bestedingsvoorstellen is het resultaat van de Dienst Ondersteuning (2,181 miljoen euro) gereserveerd voor het oplossen van enkele bedrijfsvoeringsknelpunten. Het volledige bedrag blijkt niet nodig, er blijft een bedrag van 0,266 miljoen euro incidenteel over. Wij stellen voor dit bedrag toe te voegen aan de algemene middelen. Bij de vaststelling van de Voorjaarsnota 2010 heeft de gemeenteraad amendement 26 aangenomen over de gelden voor de pakketmaatregel AWBZ ('Eerst zorg regelen!'). Dit amendement bepaalt dat de middelen die ter compensatie van de AWBZ-maatregel worden ontvangen, niet ten gunste van de algemene middelen worden gebracht, maar worden gereserveerd, totdat de gemeenteraad heeft beoordeeld dat het gemeentelijk beleid op AWBZ-gebied duurzaam toereikend is. De reservering in het jaar 2010 (1,1 miljoen euro) is niet nodig gebleken. Wij stellen daarom voor dit
10
bedrag te laten vrijvallen ten gunste van het financiële beeld. In 2012 en volgende jaren bedraagt de reservering jaarlijks 0,7 miljoen euro. Over de inzet van deze middelen komen wij bij u terug. Wij stellen voor het resultaat 2010 verspreid over 2011 tot en met 2014 in te zetten voor het financiële beeld.
2.1.2 Autonome ontwikkelingen Bij de autonome ontwikkelingen gaat het om de loon- en prijsontwikkeling, het effect van de groei van Leidsche Rijn, de ontwikkeling van het gemeentefonds en de specifieke uitkeringen, de ontwikkeling van de belastinginkomsten, erfpachtconversies en overige ontwikkelingen rond de algemene middelen. Autonome ontwikkelingen
2011
2012
2013
2014
2015
Loon- en prijsontwikkeling
0,000
-9,738
-9,738
-9,738
-9,738
Groei Leidsche Rijn
0,000
-2,125
-2,125
-2,125
-2,125
-0,570
11,466
11,466
11,466
5,216
Specifieke uitkering
1,120
1,280
1,280
1,360
1,360
Belastingen en heffingen
2,676
4,915
4,915
4,915
4,915
Gemeentefonds
11,875
-0,625
-0,625
-0,625
-0,625
Overig
0,241
4,900
0,000
0,000
8,676
Totaal
15,342
10,073
5,173
5,253
7,679
Erfpachtconversies
Bedragen zijn in miljoenen euro's De meerjarenraming is gebaseerd op constante prijzen. Dit wil zeggen dat in de meerjarenraming geen rekening is gehouden met inflatie, de groei van Leidsche Rijn en de ontwikkelingen van de inkomsten die hier verband mee houden. Dit betekent dat we de begroting jaarlijks bijstellen voor ontwikkelingen op dit vlak. Uitgangspunt is dat de loon- en prijsontwikkeling en de groei van Leidsche Rijn worden goedgemaakt door de ontwikkeling van het gemeentefonds en de belastingen en heffingen. Loon- en prijsontwikkeling Toepassing van de geldende regels voor loon- en prijsbijstelling leidt vanaf 2012 tot een structureel beslag op de algemene middelen van 9,7 miljoen euro. Groei Leidsche Rijn De kosten van de groei van Leidsche Rijn ramen we op 2,1 miljoen euro structureel vanaf 2012. Gemeentefonds De raming van het gemeentefonds is gebaseerd op de september- en decembercirculaire 2010 en op de voorpublicatie van de meicirculaire 2011. De meicirculaire verschijnt na de publicatie van deze voorjaarsnota. De raming is gebaseerd op de volumegegevens die beschikbaar waren in het najaar van 2010. We verwachten in 2011 een nadeel van 0,6 miljoen euro, in 2012 tot en met 2014 een voordeel van 11,5 miljoen euro en vanaf 2015 een structureel voordeel van 5,2 miljoen euro op de algemene uitkering uit het gemeentefonds.
11
Mutaties Gemeentefonds Accres
2011
2012
2013
2014
2015 9,286
0,000
9,286
9,286
9,286
-0,502
2,248
2,248
2,248
2,248
Rijksbezuinigingen 2015
0,000
0,000
0,000
0,000
-6,250
Corresponderende posten
-0,068
-0,068
-0,068
-0,068
-0,068
Totaal
-0,570
11,466
11,466
11,466
5,216
Volumeontwikkelingen
Bedragen zijn in miljoenen euro's Het nadeel van 0,6 miljoen euro in 2011 is opgebouwd uit: een nadeel van 0,5 miljoen euro op volumeontwikkelingen; een structureel nadeel van 0,1 miljoen euro. Door de structurele toevoeging van een bedrag voor maatschappelijke stages aan het gemeentefonds, konden wij de gemeentelijke bijdrage in de programmabegroting 2011 met 0,065 miljoen euro structureel verlagen. In de decembercirculaire heeft het rijk de structurele toevoeging voor maatschappelijke stages teruggedraaid. Als gevolg hiervan maken wij de verlaging van de gemeentelijke bijdrage ongedaan.
• •
Vanaf 2012 leiden de volumeontwikkelingen tot een structureel voordeel van 2,2 miljoen euro. Verder neemt het nominaal accres vanaf 2012 toe met 9,286 miljoen euro structureel. Vanaf 2015 wordt rekening gehouden met de laatste tranche (6,25 miljoen euro) van de rijksbezuinigingen op het gemeentefonds. In verband met taakmutaties vinden verschillende specifieke toevoegingen aan en kortingen op het gemeentefonds plaats (de zogenaamde corresponderende posten). Hiervoor is het uitgangspunt dat deze financieel en beleidsmatig worden vertaald in de verschillende programma’s, tenzij hier in het verleden al extra gemeentelijke middelen voor zijn uitgetrokken. In bijlage 1 zijn de posten opgenomen waarvan wij voorstellen om deze te verrekenen met de programma's. Deze beïnvloeden (in tegenstelling tot de twee hierboven genoemde posten) het financiële beeld dus niet. In 2009 is het landelijke verdeelmodel van de specifieke uitkering voor de Maatschappelijke Opvang herzien. Voor Utrecht resulteerde dit in een geleidelijke verhoging van de rijksbijdrage tot en met 2014. Een belangrijk deel van de verhoging heeft betrekking op het overhevelen van gemeentelijke financiering naar andere financieringskaders zoals de AWBZ. Het overhevelen van deze zogenaamde grensstrook is afhankelijk van diverse factoren en niet geheel voorspelbaar. In de Programmabegroting 2010 is de verwachte structurele verhoging van 1,9 miljoen euro vanaf 2013 in mindering gebracht op de gemeentelijke bijdrage. Uit een recent bericht van de staatssecretaris van VWS blijkt echter dat de door VWS gekozen wijze van afhandelen van de grensstrook tot gevolg zal hebben dat de verwachte verhoging tegenvalt. In de komende meicirculaire wordt een actualisatie van de herverdeeleffecten opgenomen. In de Programmabegroting 2012 komen wij hier op terug. Specifieke uitkeringen In 2010 werden de middelen voor Onderwijs Achterstanden Beleid via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds uitgekeerd. Deze bedroeg 9,3 miljoen euro. In 2011 is dit een specifieke uitkering geworden. Deze bedraagt voor 2011 en volgende jaren 12,4 miljoen euro per jaar, dus 3,1miljoen euro meer. In ons collegeprogramma zijn extra bijdragen voorzien voor onderwijsachterstandenbeleid, namelijk 1,12 miljoen euro in 2011, 1,28 miljoen euro in 2012 en 2013 en 1,36 miljoen euro vanaf 2014 voor voorscholen in Leidsche Rijn. Nu de specifieke uitkering hoger uitvalt, zijn deze extra middelen uit het collegeprogramma niet langer nodig voor de realisatie van de ambities van het collegeprogramma. Wij laten daarom de geraamde extra middelen vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. Belastingen en heffingen We ramen een voordeel op de belastingen en heffingen van 2,7 miljoen euro in 2011 en 4,9 miljoen euro vanaf 2012. Dit bestaat uit:
12
Belastingen en heffingen
2011
2012
2013
2014
2015
3,170
3,170
3,170
3,170
3,170
-0,494
-0,494
-0,494
-0,494
-0,494
0,000
0,469
0,469
0,469
0,469
0,000
1,136
1,136
1,136
1,136
Afvalstoffenheffing (inflatiecorrectie)
0,000
0,423
0,423
0,423
0,423
Rioolheffing (inflatiecorrectie)
0,000
0,185
0,185
0,185
0,185
Honden-, precario- en toeristenbelasting (inflatiecorrectie)
0,000
0,025
0,025
0,025
0,025
Totaal
2,676
4,915
4,915
4,915
4,915
Onroerendezaakbelastingen
• structurele doorwerking meeropbrengst 2010 • perceptiekosten nieuwe belastingsysteem • areaal 2012 • inflatiecorrectie 2012
Bedragen zijn in miljoenen euro's
• Uit de Verantwoording 2010 blijkt een structureel voordeel op de onroerendezaakbelasting van 3,170 miljoen • • • •
euro. De oorzaak van dit voordeel is een hogere volumeontwikkeling dan geraamd. Daarnaast is de ingecalculeerde vermindering op basis van de ingediende WOZ-bezwaren over voorgaande jaren meegevallen. De meeropbrengst 2010 is mede te danken aan de aanschaf van een nieuw belastingsysteem, waarmee wij de WOZ-bezwaren efficiënter kunnen afhandelen en de inning van de belastinggelden beter stroomlijnen. De structurele meerkosten van het nieuwe belastingssysteem van 0,5 miljoen euro brengen wij vanaf 2011 in mindering op de structurele meeropbrengst. De inkomsten uit de onroerendezaakbelasting nemen vanaf 2012 toe in verband met inflatiecorrectie (1,1 miljoen euro) en areaalontwikkeling (0,5 miljoen euro). De tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing verhogen wij trendmatig, omdat hier tegenover hogere lasten staan (loon- en prijsontwikkeling). Verder hebben wij kritisch bekeken of wij alle toegestane kosten ook daadwerkelijk toerekenen aan afvalstoffen- en rioolheffing. De financiële consequenties hiervan hebben wij verwerkt bij de resultaten van de doorlichtingen (zie hoofdstuk 2.2) De inkomsten uit precario, hondenbelasting en toeristenbelasting nemen vanaf 2012 in totaal toe met 0,025 miljoen euro door inflatiecorrectie van de tarieven.
Erfpachtconversies Erfpachtconversies
2011
2012
2013
2014
2015
Erfpachtconversies
11,875
-0,625
-0,625
-0,625
-0,625
Totaal
11,875
-0,625
-0,625
-0,625
-0,625
Bedragen zijn in miljoenen euro's In 2011 wordt een incidentele netto-opbrengst van 11,875 miljoen euro verwacht door eeuwigdurende afkoop van erfpachtovereenkomsten. Mogelijk volgt er in 2015 nog een substantiële eenmalige opbrengst uit afkoop, maar meerjarig gezien verwachten wij dat de opbrengsten uit erfpachtconversies afnemen. Steeds meer jaarlijks te betalen vergoedingen (canon) zijn al omgezet in eeuwigdurende afkoop, waardoor de conversieopbrengsten zich in de toekomst met name zullen beperken tot de afdracht van waardestijging bij bestemmingswijziging of herontwikkeling van de grond. Om deze reden verlagen wij vanaf 2012 de structureel opgenomen opbrengst op erfpachtconversies met 0,625 miljoen euro. Overig Tot slot zijn er verschillende overige ontwikkelingen die leiden tot mutaties in het financiële beeld:
13
Overige ontwikkelingen
2011
2012
2013
2014
2015
Stelpost FPU
0,241
0,000
0,000
0,000
0,000
Stelpost kapitaallasten
0,000
4,900
0,000
0,000
0,000
Toevoegjaar meerjarenraming vrijval incidentele posten 2014
0,000
0,000
0,000
0,000
9,000
0,000
0,000
0,000
0,000
0,113
0,000
0,000
0,000
0,000
-0,314
0,000
0,000
0,000
0,000
-0,123
0,241
4,900
0,000
0,000
8,676
• • structurele voordeel jaarschijf 2014 • areaalmutaties • afbouw oude overgangsregelingen
Totaal Bedragen zijn in miljoenen euro's
De overige ontwikkelingen betreffen: In 2011 ramen we een incidenteel voordeel op de stelposten van 0,2 miljoen euro. Dit betreft de stelpost voor de kosten van FPU-uitkeringen. Het bedrag van deze uitkeringen fluctueert per jaar en kan nu dus incidenteel verlaagd worden. In de Voorjaarsnota 2009 is het restant van de stelpost kapitaallasten van 4,9 miljoen euro vanaf 2013 vrijgevallen ten gunste van het financieel beeld. Het blijkt dat de verwachte vrijval zich al in 2012 voordoet. Jaarlijks wordt bij het opstellen van de voorjaarsnota een extra jaarsnede toegevoegd aan de meerjarenraming. Dit jaar is dat 2015. Het toevoegjaar is over het algemeen niet budgettair neutraal (onder andere door de jaarlijkse toename van de kosten als gevolg van areaalmutaties). Dit jaar zijn er enkele bijzondere mutaties, waardoor het toevoegjaar leidt tot een voordeel van 8,7 miljoen euro structureel vanaf 2015. Dit bedrag is opgebouwd uit: posten die incidenteel tot en met 2014 in de meerjarenraming waren opgenomen en die dus vanaf 2015 leiden tot ruimte in de meerjarenraming: krachtwijken (4,0 miljoen euro), banenplan (1,5 miljoen euro) en storting in bestemmingsreserves (3,5 miljoen euro); het voordelig saldo op de jaarschijf 2014 van 0,113 miljoen euro, zoals opgenomen in de programmabegroting 2011; de jaarlijkse toename van onderhoudskosten in verband met areaalmutaties (-0,314 miljoen euro); de jaarlijkse afbouw van oude overgangsregelingen die zijn opgenomen in het gemeentefonds (-0,123 miljoen euro).
• • •
• • • •
2.1.3 Onvermijdelijke bijstellingen Er zijn een aantal posten die wij dienen te verrekenen met de algemene middelen. Daarbij gaat het om posten die voortvloeien uit eerdere besluitvorming en om zaken die onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn: Onvermijdelijke bijstellingen Collegeprogramma 2007-2010: Centra Jeugd en Gezin
2011
2012
2013
2014
2015
-1,248
-1,248
-1,248
-1,248
-1,248
Dubbeling Cultuur (begroting 2010)
-0,180
-0,180
-0,180
-0,180
-0,180
Leerlingenvervoer
-0,313
-0,600
-0,600
-0,600
-0,600
Kosten verkiezingen
-0,620
0,000
0,000
0,000
0,000
Frictiekosten reorganisatie MCV 2009
-1,481
0,000
0,000
0,000
0,000
Wachtgelden ex-wethouders
-0,500
-pm
-pm
-pm
-pm
Bundeling niet-gemeentelijke loketten
-0,150
0,000
0,000
0,000
0,000
subtotaal
-4,492
-2,028
-2,028
-2,028
-2,028
Bedragen zijn in miljoenen euro's
14
Centra Jeugd & Gezin (collegeprogramma 2007-2010) In het collegeprogramma 2006-2010 is in de jaren 2007 tot en met 2011 geld vrijgemaakt voor de vestiging van Centra voor Jeugd en Gezin. Het vrijgemaakte bedrag loopt stapsgewijs op van 1,2 miljoen euro in 2007 naar 6,2 miljoen euro structureel vanaf 2011. In de Programmabegroting 2007 zijn de bedragen in de meerjarenraming tot en met 2010 verwerkt. In de Programmabegroting 2008 is verzuimd om in het zogenaamde toevoegjaar (het jaar 2011) de laatste stap (van 5,0 miljoen euro naar 6,2 miljoen euro) te verwerken. Deze omissie corrigeren wij nu. Dubbeling cultuur In de Programmabegroting 2010 is een taakstelling op het programma Cultuur opgenomen van 0,45 miljoen euro. De besparing diende te worden gerealiseerd door de gemeentelijke bijdrage aan de Kunstuitleen Utrecht naar beneden bij te stellen in combinatie met subsidieverlaging binnen de culturele voorzieningen. In ons collegeprogramma hebben wij de gemeentelijke bijdrage aan de Kunstuitleen Utrecht vervolgens volledig afgebouwd. Onjuiste verwerking van beide maatregelen heeft geleid tot een dubbeling. Wij corrigeren dit door 0,180 miljoen euro ten laste van het financiële beeld te brengen. Hiervan komt 0,025 miljoen euro ten gunste van de culturele voorzieningen en 0,045 miljoen euro ten laste van de bijdrage aan de Kunstuitleen Utrecht. Deze laatste is hiermee volledig afgebouwd. Leerlingenvervoer Het budget leerlingenvervoer is in 2009 met 0,85 miljoen euro structureel verlaagd naar aanleiding van een voordeel in 2008. Dit bedrag is destijds ingezet voor de onderbestedingstaakstelling. Nu de nieuwe aanbesteding hoger uitvalt, verwachten wij een tekort van 0,313 miljoen euro in 2011 en 0,6 miljoen euro structureel vanaf 2012. Wij stellen voor deze bedragen ten laste van het financiële beeld te brengen. Kosten verkiezingen Naar aanleiding van de Gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 blijken extra maatregelen nodig om verkiezingen ordentelijk te laten verlopen. Daarnaast blijkt door de lange zitting op de stembureaus extra inzet noodzakelijk (leden, tellers). Het aantal stembureaus is noodgedwongen uitgebreid (waaronder het dubbele en erg populaire bureau op Utrecht Centraal) en instructies aan stembureauleden zijn vaker en uitgebreider. Dit leidt tot hogere kosten. Wij stellen voor om een bedrag van 0,620 miljoen euro ten laste te brengen van het financiële beeld om de reserve Verkiezingen aan te vullen en om de meerkosten in 2011 incidenteel te dekken. Dit in afwachting van ontwikkelingen rond bijvoorbeeld het elektronisch stemmen. Frictiekosten reorganisatie MCV 2009 De reorganisatie van MCV leidt tot frictiekosten in de sfeer van outplacement, juridische kosten, opleidingskosten, advieskosten en de salarissen zelf. Het gaat in totaal om een bedrag van 2,532 miljoen euro, waarvan 1,051 miljoen euro gedekt wordt binnen de budgetten en reserves van het Muziekcentrum. Wij stellen voor het resterende benodigde bedrag van 1,481 miljoen euro ten laste te brengen van het financiële beeld. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de aanvulling op de WW, die op ons afkomt wanneer medewerkers niet binnen twee jaar een nieuwe baan hebben gevonden. Deze (mogelijke) kosten worden gekenmerkt als financieel risico. Wachtgelden ex-wethouders De kosten voor wachtgeldverplichtingen voor oud-wethouders komen ten laste van de hiervoor gevormde voorziening wachtgelden oud-wethouders. Om aan de nu bekende verplichtingen tot 2014 te kunnen voldoen stellen wij voor om een bedrag van 0,5 miljoen euro aan deze voorziening toe te voegen. Bundeling niet-gemeentelijke loketten In ons collegeprogramma hebben wij een besparing ingeboekt in verband met de bundeling van niet gemeentelijke loketten. In de Programmabegroting 2011 vermeldden wij dat een eerste globale scan op dit gebied geen directe mogelijkheden tot besparing heeft opgeleverd. Ook een nadere inventarisatie heeft nog niet geleid tot het gewenste resultaat. Wij willen het realiseren van deze besparing daarom breder bezien, en ook de bundeling met commerciële partijen overwegen. In de Programmabegroting 2012 komen wij hier op terug. Inmiddels achten wij het niet langer realistisch dat de ingeboekte besparing van 0,150 miljoen euro in 2011 nog kan worden gerealiseerd. Dit bedrag brengen wij daarom ten laste van het financiële beeld. Wij spannen ons in om de ingeboekte besparingen in de volgende jaren (0,3 miljoen euro in 2012 en 0,5 miljoen euro structureel vanaf 2013) wel te realiseren.
15
2.1.4 Beter begroten investeringen Onvermijdelijke bijstellingen
2011
2012
2013
2014
2015
Planning Bibliotheek ++
0,000
1,785
0,000
0,000
0,000
Planning Schouwburg XL
0,000
0,000
0,000
8,600
8,600
Voorbereidingskosten Schouwburg XL
0,000
-1,000
0,000
0,000
0,000
Planning P&R west 2e fase
0,000
0,000
7,500
0,000
0,000
Cashflow bereikbaarheid
0,000
2,000
7,118
0,000
-1,857
Planning project wal- en kluismuren
6,400
0,000
0,000
0,000
-6,400
Planning binnenklimaat scholen
0,000
1,765
0,000
-1,765
0,000
Subtotaal
6,400
4,550
14,618
6,835
0,343
Bij de voorbereiding voor deze voorjaarsnota hebben wij bezien in hoeverre de beschikbare middelen voor de verschillende investeringen (nog) aansluiten op de nu bekende planning. Daaruit zijn een aantal verschillen naar voren gekomen die wij in deze voorjaarsnota verwerken. Dit draagt bij aan het in de juiste jaren begroten van de kosten en daarbij aan een betere begroting en meerjarenraming. Planning Bibliotheek ++: In de huidige planning wordt rekening gehouden met oplevering van de nieuwe centrale Bibliotheek op het Smakkelaarsveld in 2016. Jaarlijks is een bedrag van 1,785 miljoen euro beschikbaar, dat wordt gestort in een reserve bestemd voor voorbereidingskosten en inrichtingskosten. In verband met de definitieve planning komt er bedrag van 1,785 miljoen euro incidenteel in 2012 beschikbaar. Planning Schouwburg XL: De oplevering van de Schouwburg XL staat gepland voor eind 2015, begin 2016. Dit betekent dat de beschikbare kapitaallast van 8,6 miljoen euro beschikbaar is voor het financiële beeld in 2014 en 2015. Een deel hiervan willen wij beschikbaar houden voor de voorbereidingskosten. Het gaat om een bedrag van 1 miljoen euro in 2012. Planning P&R west 2e fase: Wij verwachten dat de tweede fase P&R west later gerealiseerd zal worden dan nu voorzien in het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid. Wij stellen voor om deze aangepaste planning te verwerken door de jaarlijkse bijdrage voor de uitvoering van het meerjarenprogramma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit van 11 miljoen euro in jaarsnede 2013 te verlagen met 7,5 miljoen euro en dit bedrag in jaarsnede 2033 weer toe te voegen. De positieve cashflow in het Meerjarenperspectief Bereikbaarheid wil zeggen dat de beschikbare middelen in de eerste jaren hoger zijn dan de benodigde middelen. Dit beeld draait in de jaren daarna om. Wij spelen hier op in door middelen in de meerjarenraming naar achteren te schuiven. Het gaat per saldo om een bedrag van 7,261 miljoen euro in 2012 en 2013 dat verschuift naar 2014 en de jaren daarna. Een deel daarvan valt buiten de scope van de meerjarenraming in deze voorjaarsnota. Het gaat om een bedrag van 1,453 miljoen euro in 2016 tot en met 2020. Deze verschuiving is mogelijk binnen de kaders van de meerjarenraming en wordt verwerkt via de bestemmingsreserve Bereikbaarheid. Planning project wal- en kluismuren: In verband met de meest actuele planning van het project Wal- en kluismuren stellen wij voor een bedrag van 6,4 miljoen euro te verschuiven van 2011 naar 2015. Planning binnenklimaat scholen: In 2012 kunnen we de uitgaven voor verbetering van het binnenklimaat van scholen tot een bedrag van 1,765 miljoen euro dekken uit het budget dat door het vorige college beschikbaar is gesteld. Dit budget voor de geplande uitgaven in 2012 is pas in 2014 nodig. Daarom verlagen we de middelen in 2012 en voegen dit in 2014 weer toe.
• • • •
• •
16
2.2 Organisatievernieuwing In dit hoofdstuk presenteren wij de voorstellen op grond van onze keuzes gericht op de vernieuwing van de gemeentelijke rol, de organisatie en het financieel gezond maken van de gemeente. Wij brengen achtereenvolgens in beeld: de opbrengst van de doorlichtingen, het resultaat van de doorlichting van de tarieven op kostendekkendheid, de frictiekosten om de besparing uit de doorlichting te kunnen realiseren, investeringen in de vernieuwing van de bedrijfsvoering, de aanvullende opgave in verband met het wegwerken van oude problematiek en de positieve budgettaire consequenties van het Stadskantoor. Het totaalbeeld staat in de volgende tabel. Resumerend
2011
2012
2013
2014
2015
Saldo doelmatigheid en doeltreffenheid ten opzichte van de taakstelling
7,612
0,391
-2,008
5,432
6,695
Doorlichting heffingen en leges
0,000
4,213
4,332
4,976
4,976
-1,810
-4,155
-3,860
-0,930
0,000
-14,031
-12,685
-7,192
-7,880
-3,845
-1,370
-5,461
-5,738
-7,409
-9,460
Stadskantoor
0,000
-0,244
-0,220
-0,003
1,920
Totaal
-9,599
-17,941
-14,686
-5,814
0,286
Frictie- en ontwikkelkosten kosten gerelateerd aan doorlichtingen
• •
frictie- en ontwikkelkosten
Aanvullende taakstelling
Bedragen in miljoenen euro's Maatregelen collegeprogramma Een belangrijke maatregel uit het collegeprogramma is de besparing tot 55 miljoen euro door concentratie op kerntaken en door het verbeteren van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeentelijke organisatie (externe doorlichting). Naast het referentiekader voor de regie- en kerntakendiscussie heeft u de verschillende doorlichtingsrapporten ontvangen. Daaruit blijkt dat de organisatie op onderdelen doelmatig en doeltreffend is, maar ook dat zij te complex is georganiseerd en onvoldoende procesgericht werkt. De grootste winst is dan ook te halen door de gemeentelijke organisatie als samenhangend geheel te laten functioneren. Wij hebben daarbij de ambitie om ons op veel terreinen te kunnen meten met toonaangevende overheidsorganisaties. Dit is een stevige veranderopgave die vereist dat we op een innovatieve manier fundamenteel anders gaan werken. De belangrijkste maatregelen zijn: Terugdringen van de overhead door minder leidinggevenden, secretaresses en stafmedewerkers. Beter organiseren van het inkoopproces en scherper inkopen. Vereenvoudiging van de organisatie en de werkprocessen van verschillende gemeentelijke onderdelen (bijvoorbeeld Vastgoed en Vergunningverlening, Handhaving en Toezicht). Verzelfstandigingen (bijvoorbeeld Stadsschouwburg en uitvoerende taken van Stadswerken). Verbeteren van de sturing en verzakelijking van taken (bijvoorbeeld Bibliotheek en Plankosten). Modernisering van werkprocessen door gebruik te maken van ICT (bijvoorbeeld Publieksdienstverlening).
• • • • • •
De complete uitwerking van onze visie op de organisatie vindt u in het document Via B dat wij gelijktijdig met deze Voorjaarsnota aan u voorleggen. Onze keuzes ten opzichte van de aanbevelingen uit de doorlichtingrapporten De wijze waarop wij de taakstelling van 55 miljoen euro in 2014 invullen is grotendeels gebaseerd op de aanbevelingen van de externe onderzoekers. Vooral waar de maatregelen in lijn waren met ons streven naar een efficiëntere organisatie, met een open relatie naar de omgeving, naar verzelfstandiging van activiteiten en een nieuwe rol in de samenleving hebben wij de aanbevelingen overgenomen. Echter, daar waar sprake zou kunnen zijn van nadelige gevolgen voor kwetsbare groepen in de stad, of waar maatregelen zouden kunnen leiden tot stagnatie van belangrijke projecten, hebben wij andere keuzes gemaakt. De oorspronkelijke inventarisatie is bovendien zo veel mogelijk geschoond van overlap en dubbel ingeboekte bedragen. Naast de besparingen uit de externe doorlichting hebben wij, samen de ambtelijke organisatie, nog aanvullende maatregelen gezocht en gekozen. Daarbij hebben we 17
gebruik gemaakt van de takeninventarisatie, die ten behoeve van de kerntakendiscussie gemaakt was. In bijlage 2 lichten wij kort per maatregel onze keuze toe. Met deze keuzes denken wij het geïnventariseerde besparingspotentieel optimaal te benutten. Uit onderstaande overzichten blijkt dat we met de te nemen maatregelen op het gebied van doeltreffendheid en doelmatigheid de taakstelling, die we ons voorgenomen hebben in ons collegeprogramma, invullen. Dat doen wij vooral door besparingen op het terrein van doelmatigheid. De organisatie zal in de toekomst efficiënter ingericht zijn en met een groter kostenbewustzijn werken. Doelmatigheidspotentieel
2011
2012
2013
2014
2015
Gemeentebreed subsidiebureau
0,000
0,100
0,180
0,240
0,240
Besparing WMO
0,000
0,000
0,000
1,500
1,500
Reizigersvaccinaties
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Verzakelijking en modernisering bibliotheek
0,000
0,170
0,250
0,270
0,320
Vastgoed
0,100
0,200
0,300
4,750
5,300
Plan- en VAT-kosten Leidsche Rijn
0,428
0,724
1,651
0,873
0,376
Projectmanagementbureau als intern bedrijf
0,000
0,010
0,010
0,010
0,010
Optimaliseren werkprocessen Stadswerken
0,049
1,342
1,143
1,094
1,094
Op afstand plaatsen Stadswerken (overheids NV)
0,000
0,000
0,000
3,000
3,000
Andere wijze van enkele taken Stadswerken
0,000
0,000
0,274
0,274
0,274
Overhead
0,500
5,500
12,000
15,000
16,000
Inkoop (incl. inhuur externen)
8,000
12,000
13,500
15,000
15,000
Optimalisering taken BCD, w.o. controlorganisatie
0,000
0,950
1,050
1,373
1,373
Optimaliseren organisatie Burgerzaken
0,010
0,080
0,170
0,170
0,170
Samenwerking met waterschappen Belastingen
0,000
0,050
0,160
0,240
0,400
Innovatie publieksdienstverlening
0,000
0,000
0,000
2,300
2,300
Gemeenschappelijke regelingen
0,275
0,275
0,275
0,275
0,275
Communicatiebureau
0,000
0,300
0,800
1,400
1,400
Doorlichting investeringen
0,000
2,500
3,000
0,000
0,000
Subtotaal doelmatigheidspotentieel
9,362
24,201
34,763
47,769
49,032
Bedragen in miljoenen euro's Daarnaast nemen wij maatregelen op het terrein van doeltreffendheid. Wij willen dezelfde doelen realiseren, maar soms door andere activiteiten of een verantwoorde versobering van de activiteiten. Ook onze visie ten aanzien van de regierol leidt tot een vernieuwende werkwijze. De eigen kracht van de stad willen wij beter benutten. Hierbij valt niet uit te sluiten dat bewoners of werkenden in deze stad deze veranderingen zullen merken, echter niet altijd in negatieve zin. Sommige veranderingen geven juist ruimte. Wij willen de nadelige gevolgen voor de inwoners echter tot het uiterste beperken. De kwetsbaren onder hen zijn hoe dan ook ontzien.
18
Doeltreffendheidsheidspotentieel
2011
2012
2013
2014
2015
Besparingen op subsidies
0,000
1,300
2,200
2,800
2,800
Vernieuwende werkwijze sociaal kwetsbaren
0,000
0,230
0,360
0,500
0,500
Vernieuwende werkwijze jeugd, onderwijs en zorg
2,150
1,950
1,140
2,970
2,970
Samenwerking op het gebied van veiligheid en gezondheid
0,000
0,100
0,100
0,100
0,100
Preventieve gezondheidszorg
0,000
0,180
0,235
0,315
0,315
Nieuwe werkwijze in de ruimtelijke keten (Ingenieursbureau en SO)
1,000
2,130
3,167
4,451
4,451
'Taken niet meer doen' in het fysieke beheerdomein
0,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Programma Veiligheid
0,050
0,100
0,227
0,227
0,227
Programma Lokale democratie en bestuurlijke samenwerking
0,050
0,100
0,150
0,300
0,300
Regierol ontwikkelen/overlaten aan de markt op het terrein van wonen en monumenten
0,000
0,100
0,350
0,700
0,700
Leerlingenvervoer
0,000
0,000
0,300
0,300
0,300
Subtotaal doeltreffendheidspotentieel
3,250
6,190
8,229
12,663
12,663
2011
2012
2013
2014
2015
Doelmatigheid + doeltreffendheid
12,612
30,391
42,992
60,432
61,695
Generieke taakstelling
-5,000
-30,000
-45,000
-55,000
-55,000
7,612
0,391
-2,008
5,432
6,695
Bedragen in miljoenen euro's
Totaal besparingen besparingen tbv taakstelling collegeprogramma
Surplus/tekort Surplus/tekort aan besparingen Bedragen in miljoenen euro's
Wij beseffen dat met deze presentatie van maatregelen het werk nog niet is gedaan. De daadwerkelijke uitvoering van de maatregelen en het realiseren van de taakstellingen vraagt doorpakken en een scherpe aansturing. Daarbij zal blijken of onze inschattingen over haalbaarheid kloppen. Sommige maatregelen zullen wellicht tegenvallen, andere kunnen meevallen. Op onderdelen wijken de gerealiseerde bedragen wellicht af, maar wij staan voor het totaal te realiseren besparingen. De mogelijkheden, die wij in boven staande overzichten laten zien, zijn niet uitputtend. Op een aantal terreinen worden de mogelijkheden nog onderzocht. Een overzicht daarvan staat in bijlage 3. Voorbeelden zijn het onderzoek naar de haalbaarheid van een organisatie voor vergunningverlening, handhaving en toezicht. Of de verkenning om op een fundamenteel andere wijze in en met de samenleving en met onze partners te werken op het gebied van veiligheid, in het sociale domein, en in de stedelijke ontwikkeling. Op dit moment kunnen die denkrichtingen bij lange na niet verwerkt worden in een schatting van de financiële consequenties. Bij toekomstige ontwikkelingen, bijvoorbeeld door komende beleidswijzingen vanuit het rijk, zullen wij deze denkrichtingen echter betrekken. De resultaten uit de doorlichtingen hebben wij zoveel mogelijk verwerkt in de tweede technische wijziging 2011, die tegelijkertijd met deze voorjaarsnota aan u voorligt. Voor de resultaten uit de doorlichtingen overhead en inkoop vraagt de financieel-administratieve verwerking nog nadere uitwerking. Wel hebben wij in 2011 5 miljoen euro van het besparingspotentieel op inkoop incidenteel verwerkt. Dit betreft de besparing op externen.
19
Doorlichting heffingen en leges In het kader van de externe doorlichting is de opbouw van de tarieven onderzocht. Hieruit is gebleken dat we tot nu toe een aantal kosten betaalden uit de algemene middelen, die toe te rekenen zijn aan het tarief. Normaliter zou hiervoor het tarief stijgen.Omdat de gemeente de afgelopen jaren efficiënter is gaan werken en door scherpere aanbesteding ontstaat ruimte in het tarief. Een andere kostentoerekening leidt daardoor niet tot stijging van het tarief, maar wel tot verhoging van d algemene middelen. Tarieven/dekking Tarieven/dekking
2011
2012
2013
2014
2015
Afvalstoffenheffing
0,000
0,827
0,827
1,235
1,235
Rioolheffing
0,000
3,362
3,362
3,362
3,362
Leges
0,000
0,024
0,143
0,346
0,346
Marktgelden
0,000
0,000
0,000
0,033
0,033
Subtotaal tarieven
0,000
4,213 4,213
4,332
4,976
4,976
Bedragen in miljoenen euro's Wij stellen voor om de lokale lasten voor de Utrechtse burgers en bedrijven alleen te verhogen met een inflatiecorrectie.
Afvalstoffenheffing Bij de afvalstoffenheffing spelen twee zaken: Er kunnen meer veegkosten toegerekend worden aan de afvalstoffenheffing dan tot nu toe gebeurde. Er is een kostenbesparing gerealiseerd door efficiënter werken en door scherper aanbesteden.
• •
Wij stellen voor beide ontwikkelingen te verwerken in de afvalstoffenheffing, wat leidt tot een kostendekkendheidspercentage van 99% en een vrijval van 1,235 miljoen euro ten gunste van de gemeentebegroting (doordat de extra toegerekende veegkosten niet meer uit de algemene middelen betaald hoeven te worden). 1 De lasten voor de burger stijgen hierbij alleen met de inflatie. De meeropbrengst als gevolg van de inflatiecorrectie draagt niet bij aan de invulling van de taakstelling van 55 miljoen euro, maar is (zoals gebruikelijk) onderdeel van de actualisatie van het financiële beeld (onderdeel autonome ontwikkelingen).
Rioolheffing Bij de rioolheffing spelen twee zaken: Er kunnen meer veegkosten worden toegerekend aan de rioolheffing dan tot nu toe gebeurde. Er kunnen ook kosten voor het waterbeheer worden toegerekend. Door een deel van de investeringskosten te kapitaliseren nemen de jaarlijkse lasten af. Deze worden meer in de tijd gespreid.
• •
Wij stellen voor beide ontwikkelingen te verwerken in de rioolheffing, wat leidt tot een kostendekkendheidspercentage van 99% en een vrijval van 3,362 miljoen euro ten gunste van de gemeentebegroting.2 De lasten voor de burger stijgen alleen met de inflatie. De meeropbrengst als gevolg van de inflatiecorrectie maakt deel uit van de actualisatie van het financiële beeld (onderdeel autonome ontwikkelingen).
Marktgelden Bij de marktgelden hanteren we beleidslijn dat de kosten van diensten die we één op één kunnen toerekenen aan belanghebbenden ook daadwerkelijk daar in rekening gebracht worden. In dit kader stellen wij voor om de marktgelden in een periode van 3 jaar (2012 tot en met 2014) volledig kostendekkend te maken. Dit komt ten gunste van de gemeentebegroting. Het gaat om een bedrag van 0,033 miljoen euro structureel vanaf 2014. Daarnaast verhogen we de marktgelden voor de inflatie, hetgeen nodig is voor het opvangen van kostenstijgingen in de
De in de tabel opgenomen bedragen zijn lager, omdat het neerwaartse effect op de onbenutte belastingcapaciteit (dat is onderdeel van het weerstandsvermogen) gecorrigeerd is in de extra inkomsten. 2 Dit heeft geen effect op de onbenutte belastingcapaciteit. De rioolheffing maakte hier geen onderdeel van uit. 1
20
organisatie. De marktgelden blijven in lijn liggen met die van de omliggende gemeenten. De compenserende financiële afspraken met de marktkooplieden op het Vredenburg worden verlengd.
Leges Bij de leges aansluitverordening riolering, evenementen en standplaatsen hanteren we dezelfde beleidslijn als bij de marktgelden. We stellen voor om de tarieven in drie jaar tijd naar een kostendekkend niveau te brengen. Dit leidt tot een vrijval ten gunste van de gemeentebegroting die oploopt naar 0,346 miljoen euro structureel vanaf 2014.1 Daarnaast verhogen we de leges voor inflatie. Frictie- en ontwikkelkosten De grootscheepse vernieuwing van de gemeentelijke organisatie brengt tijdelijk extra incidentele kosten met zich mee. Wij hebben de externe doorlichters gevraagd aan te geven welke kosten wij noodzakelijkerwijs moeten maken om de besparingen te kunnen realiseren. Die zijn in de rapporten opgenomen. Vaak gaat de ‘cost voor de baet’ uit. Wij hebben de door de onderzoekers aangegeven kosten kritisch bezien. Ook op deze kosten willen wij zeer scherp sturen. Onze kritische beschouwing leidt er toe dat we lagere kosten zullen gaan maken dan in de doorlichtingsrapport aanbevolen wordt. In de onderstaande tabel geven wij weer welke incidentele kosten wij moeten maken voor de besparingen uit de doorlichtingen. Deze kosten betreffen investeringen in projectleiders, trajecten voor herontwerp van processen en de aanschaf van een vastgoedsysteem en een subsidiesysteem. Kosten rechtstreeks voortvloeiend uit de doorlichtingen
2011
2012
2013
2014
2015
Gemeentebreed subsidiebureau
-0,150
-0,150
-0,200
-0,200
0,000
Vastgoed
-0,800
-0,800
-0,100
0,000
0,000
Optimaliseren werkprocessen SW
-0,050
-0,250
-0,150
0,000
0,000
Overhead
-0,300
-1,700
-2,700
-0,300
0,000
Optimaliseren taken BCD
-0,100
-0,500
0,000
0,000
0,000
Samenwerking belastingen
-0,160
-0,505
-0,460
-0,430
0,000
Publieksdienstverlening
-0,250
-0,250
-0,250
0,000
0,000
Totaal
-1,810
-4,155
-3,860
-0,930
0,000
Bedragen in miljoenen euro's Naast de kosten die we direct maken naar aanleiding van de doorlichtingen, gaan wij ook in algemene zin investeren in procesherontwerp en gemeentebrede informatievoorziening. De maatregelen zullen leiden tot een kleiner personeelsbestand. Daarom zetten wij een loopbaancentrum op en reserveren wij geld voor flankerend sociaal beleid. Ook maken wij geld vrij voor noodzakelijk investeringen in ICT. Tenslotte vraagt de programma-organisatie tijdelijk extra geld. De onderbouwing van deze posten vindt u in paragraaf 6.3.1 van Via B. FrictieFrictie- en ontwikkelkosten
2011
2012
2013
2014
2015
HRM: kosten loopbaancentrum
0,000
-0,755
-0,755
-0,755
-0,755
HRM: frictiekosten
-4,371
0,000
0,000
0,000
0,000
HRM: flankerend sociaal beleid
-4,290
0,000
0,000
0,000
0,000
-2,721
-6,370
-0,607
-0,535
0,000
-2,159
-5,030
-5,830
-6,590
-3,090
-0,490
-0,530
-pm
-pm
0,000
-14,031
-12,685
-7,192
-7,880
-3,845
ICT investeringsagenda: generieke voorzieningen en bedrijfsvoering op orde
• Incidentele last • Structurele last
Programma-organisatie Subtotaal Bedragen in miljoenen euro's
21
Bedrijfsvoeringsproblematiek Bij de uitwerking van de doorlichtingen bleek dat bestaande problematiek concurreert met de invulling van de taakstelling van 55 miljoen euro. Het gaat daarbij veelal om al langer bestaande problemen en oude taakstellingen in de sfeer van de bedrijfsvoering. In ons collegeprogramma gaven wij al aan dat wij de uitkomsten van de doorlichtingen zouden bezien in relatie tot het bestaande achterstallige onderhoud in de bedrijfsvoering. Op deze plaats brengen wij het totaal in beeld. Bedijfsvoeringsproblematiek Bedrijfsvoering/ICT begroting 2010
2011
2012
2013
2014
2015
0,000
0,000
0,000
-1,891
-4,062
Taakstelling wijkgericht werken / decentrale huisvesting (begroting 2010)
-0,380
-0,808
-1,320
-1,320
-1,320
Tekorten Dienst Wijken / wijkbureaus
-0,447 -pm
-0,550 -pm
-0,535 -pm
-0,535 -pm
-0,535 -pm
Frictiekosten DO/FD
0,000
-0,560
-0,340
-0,120
0,000
-0,543
-0,543
-0,543
-0,543
-0,543
Procesinnovatie (begroting 2010)
0,000
-3,000
-3,000
-3,000
-3,000
Subtotaal
-1,370
-5,461
-5,738
-7,409
-9,460
Herziening budgetuitnames DO
Bedragen in miljoenen euro's De taakstelling bedrijfsvoering/ICT betreft de extra lasten van de verbeteringen in de bedrijfsvoering en de ICT die zijn ingezet in de programmabegroting 2010. Een deel van deze lasten was in de begroting 2011 nog niet structureel gedekt. Dit deel voegen wij nu toe aan de algemene taakstelling, omdat het besparingspotentieel uit de doorlichting concurreert met de voorziene oplossingen voor de oude taakstelling. Dezelfde besparing kan maar één keer worden ingeboekt. Dit geldt ook voor de oude taakstelling wijkgericht werken/decentrale huisvesting. Deze is niet los te zien van het oplossen van de tekorten van Dienst Wijken. Wij stellen voor om een bedrag van 0,535 miljoen euro structureel toe te voegen aan de begroting van Dienst Wijken. Daarmee is het tekort nog niet volledig opgelost. Wij onderzoeken op dit moment nog een aantal oplossingsrichtingen, waaronder bijvoorbeeld reductie van het aantal gehuurde vierkante meters. Het resterende tekort is daarom als –pm in de tabel opgenomen. Zo nodig komen wij hier bij de begroting 2012 op terug. Bij de vorming van de Dienst Ondersteuning is een besparing ingeboekt. Deze besparing is de afgelopen jaren niet realiseerbaar gebleken en maakte deel uit van de tekorten van de Dienst Ondersteuning. Wij hebben een traject ingezet om de sturing binnen deze dienst te versterken. Uit dat traject is naar voren gekomen dat de taakstelling in de toekomst gerealiseerd zal kunnen worden, maar dat hiervoor nog een ingroeipad noodzakelijk is. Wij stellen voor het ingroeipad in de jaren 2012 tot en met 2014 ten laste te brengen van het financiële beeld. De afgelopen jaren zijn bij de vorming van de diverse Service Centra binnen de Dienst Ondersteuning budgetten overgedragen. In een aantal gevallen blijkt de budgetoverheveling groter te zijn dan het beschikbare budget. Om dubbelingen met de taakstellingen uit de doorlichtingen te voorkomen, stellen wij voor dit nu te corrigeren. In de begroting 2010 is rekening gehouden met een besparing van 3 miljoen euro uit procesinnovatie. Uit de doorlichtingsrapporten komt naar voren dat veelal geld bespaard kan worden als gevolg van procesinnovatie. Dit sluit aan bij de verwachting bij de begroting 2010. Om te voorkomen dat besparingen dubbel worden ingeboekt, brengen wij de eerder ingeboekte taakstelling ten laste van het surplus van het besparingspotentieel uit de doorlichtingen. Stadskantoor Tegelijkertijd met deze voorjaarsnota ontvangt u de kredietaanvraag Stadskantoor. In die kredietaanvraag wordt het reeds verstrekte krediet voor het "stenenkader" geactualiseerd naar aanleiding van de aanbesteding en de herziene berekening van de structurele last. Daarnaast wordt een nieuw krediet gevraagd voor het "middelenkader". Wij hadden eerder al aangegeven dat het middelenkrediet op korte termijn aan uw Raad zou worden voorgelegd en dat wij verwachtten dat dit krediet budgettair neutraal zou zijn. Uit het bestuursadvies blijkt dat het stenen- en middelenkader 22
gezamenlijk meer dan budgettair neutraal gerealiseerd kunnen worden. Er is weliswaar een incidenteel dekkingstekort, maar dit wordt meer dan goed gemaakt door een structurele besparing. Wij stellen voor om deze structurele besparing toe te voegen aan het financiële beeld. Stadskantoor Reeks uit bestuursadvies Stadskantoor: stenen- en middelenkrediet Dekking incidenteel tekort via algemene dekkingsreserve mutatie algemene dekkingsreserve
• • rente effect
Subtotaal Stadskantoor
2011
2012
2013
2014
2015
-4,889
0,491
4,338
-10,181
2,432
4,889
-0,491
-4,338
10,181
0,000
0,000
-0,244
-0,220
-0,003
-0,512
0,000
-0,244
-0,220
-0,003
1,920
Bedragen in miljoenen euro's
23
2.3 Intensiveringen De ambities uit ons collegeprogramma zijn meerjarig verwerkt in de programmabegroting 2011. In hoofdstuk 4 vindt u de financiële stand van zaken ten aanzien van de programma's. Wij hebben de financiële ruimte voor deze ambities gecreëerd via bezuinigingen en heroverweging (nieuw voor oud). Dat is nog altijd ons uitgangspunt. Dankzij meevallende autonome ontwikkelingen en een hoger besparingspotentieel dan geraamd is er ruimte voor beleidsintensiveringen. Wij stellen voor deze ruimte te benutten voor de volgende projecten. De keuze sluit beleidsinhoudelijk aan op onze ambities uit het collegeprogramma Groen, Open en Sociaal. In lijn met ons doel van een financieel gezonde stad leggen de meeste intensiveringen geen structureel beslag op middelen. Het structurele budgettaire effect blijft beperkt tot 2 miljoen euro. 2011
2012
2013
2014
2015
Dynamisch Stedelijk Masterplan
0,000
-5,000
-2,000
-2,000
0,000
Krachtwijken
0,000
0,000
0,000
0,000
-4,000
Kinderclusters Overvecht
0,000
-2,000
0,000
0,000
0,000
Culturele hoofdstad (t/m 2018)
0,000
0,000
0,000
-pm
-pm
Renovatie Stadsschouwburg
0,000
0,000
0,000
-0,713
-0,713
0,000
-0,431
-0,431
-0,431
-0,431
-0,150
-0,100
0,000
0,000
0,000
Vrijval reserve archeologisch museum
0,261
0,000
0,000
0,000
0,000
Archeologisch onderzoek Leidsche Rijn
0,000
-1,000
0,000
0,000
0,000
Cultuurhuis Leidsche Rijn Portico
0,000
-0,080
-0,060
-0,040
-0,020
Intensivering fietsprogramma
-6,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal
-1,900
0,000
0,000
0,000
0,000
Vechtse Banen
0,000
-0,200
-0,200
-0,200
-0,200
Olympisch Plan
BTW-problematiek cultuurpromotie
-0,075
-0,075
-0,075
-0,075
-0,075
Stil
0,000
-0,150
-0,150
-0,150
-0,150
Ex-Ama's
0,000
-0,380
-0,340
-0,340
-0,340
Noodopvang
0,000
0,000
-0,350
-0,350
-0,350
Totaal
-7,864
-9,416
-3,606
-4,299
-6,279
Bedragen in miljoenen euro's Dynamisch Stedelijk Masterplan (DSM) De integrale bouwopgave op binnenstedelijke transformatielocaties bedraagt 6.000 tot 10.000 woningen in de periode 2011-2030. De bouwperiode beslaat dus bijna 20 jaar. Door bewoners, ontwikkelaars en andere betrokkenen actief te betrekken bij het proces en dit jaarlijks bij te stellen op ontwikkelingen en omstandigheden, ontstaat er dynamiek. Zo wordt het Dynamisch Stedelijk Masterplan gevoed en gevormd. Het ontwikkelen van transformatielocaties levert veel 'winst' op voor de stad. Het stedelijk netwerk aan voorzieningen kan optimaal worden gebruikt en er kan optimaal worden aangesloten op stedelijke plannen rond bereikbaarheid, duurzaamheid en inrichting van de openbare ruimte. Binnenstedelijk bouwen is echter niet goedkoop. Jarenlang heeft het Rijk fors bijgedragen in de onrendabele investeringen, maar na afloop van ISV3 in 2014 is er geen rijksgeld meer beschikbaar. Ook ontwikkelaars kost het steeds meer moeite om grote ontwikkelingen te financieren en voor kopers wordt het steeds moeilijker om een hypotheek te krijgen. Dit betekent dat de onrendabele investering steeds minder makkelijk beschikbaar komt, terwijl deze, nog meer dan voorheen, benodigd is om als vliegwiel voor de ontwikkeling te dienen. De binnenstedelijke herontwikkeling van transformatielocaties kan de komende jaren alleen op gang komen als hiervoor ook gemeentelijke middelen beschikbaar zijn. Wij hebben hier zodoende totaal 9 miljoen euro voor opgenomen, verdeeld over de jaren 2012, 2013 en 2014.
24
Krachtwijken De gemeentelijke bijdrage aan het Programma Krachtwijken is tot en met 2014 in de Programmabegroting verwerkt. Omdat wij ervan uitgaan dat het programma dan nog niet is afgerond nemen wij 4 miljoen euro op voor de continuering van het Programma Krachtwijken in het jaar 2015. Kindercluster Overvecht In de afgelopen periode zijn in samenspraak tussen schoolbesturen, woningcorporaties en gemeente plannen uitgewerkt voor een tweetal clusteringen van voorzieningen in Overvecht (kinderclusters). Het ambitieniveau is hoog en sluit goed aan bij de aanpak van de krachtwijken. De meerkosten van deze clusters worden deels gedragen door de corporaties. Dit is echter niet voldoende. Wij stellen daarom voor om in het kader van deze Voorjaarsnota een bedrag van 2 miljoen euro in 2012 te reserveren voor de ontwikkeling van deze clusters. Nog in juni zullen wij de gemeenteraad via een brief informeren over inhoud en opzet van de voorstellen, zodat na bespreking daarvan definitieve besluitvorming kan plaatsvinden. Culturele hoofdstad Wij stellen voor om voor de periode 2014 tot en met 2018 jaarlijks 2 miljoen euro op te nemen in het risicomodel ten behoeve van de culturele hoofdstad. Wij hebben de intentie om dit bedrag te investeren wanneer Utrecht uitgekozen wordt als culturele hoofdstad. Dit is ook het bedrag dat wij zullen opnemen in ons bidboek. Renovatie Stadsschouwburg Utrecht De Blauwe Zaal voldoet niet meer aan de eisen van de tijd. Het podium, de inrichting van de zaal en de entree vragen een renovatie, zodat deze zaal optimaal inzetbaar blijft als één van de belangrijkste podia van de stad. De nodige investering leidt tot een verhoging van de kostprijsdekkende huur. We stellen voor hiervoor vanaf 2014 structureel 0,713 miljoen euro op te nemen. Cultuurhuis Leidsche Rijn / Portico / archeologisch museum Op basis van de markthuur voor de betrokken functies in het Castellum Hoge Woerd is van de bouwinvestering van 14,9 miljoen euro een bedrag van 3,65 miljoen euro onrendabel, dat wil zeggen niet via de markthuur terug te verdienen. We hebben er voor gekozen dit onrendabele bedrag niet incidenteel beschikbaar te stellen, maar te verwerken als meerjarige (kapitaal) last. Om aanvangsverliezen te voorkomen en daarmee het MPUV te ontlasten, zetten we een groot deel van het onrendabele bedrag om in kapitaallasten van de installaties, namelijk 2,67 miljoen euro. Dit geeft een jaarlast gedurende 10 jaar van 0,345 miljoen euro. Daarnaast gebruiken we 0,53 miljoen euro voor het bouwkundig deel, met een structurele last van 0,028 miljoen euro, en 0,45 miljoen euro voor de inrichting, met een structurele last van 0,058 miljoen euro. Dit leidt tot een bedrag van 0,431 miljoen euro tot en met 2021 en vanaf 2022 van 0,086 miljoen euro structureel. In dit kader onttrekken wij tevens 0,261 miljoen euro uit de programmareserve Wonen en Monumenten (onderdeel archeologisch museum Hoge Woerd), dat wij grotendeels inzetten ter dekking van de organisatiekosten van Portico van 0,25 miljoen euro. Portico is een project waarin de gemeente Utrecht, Initiatief Domplein, Keulen, Gent en Chester samenwerken om cultuurhistorisch en archeologisch erfgoed zichtbaar te maken en samen te laten gaan met economische ontwikkeling. In Utrecht gaat dit om de projecten Cultuurcentrum Castellum Hoge Woerd en Domplein 2013. Voor dit project, dat past bij onze internationale profilering, is een Europese subsidie toegekend. De extra kosten ontstaan vooral doordat het project langer loopt. Archeologisch onderzoek Leidsche Rijn Na afronding van de laatste inventarisaties en op basis van de inmiddels uitgewerkte planvorming ramen wij de nog ongedekte kosten van het resterende archeologisch onderzoek in Leidsche Rijn op 2,9 miljoen euro (periode 20112014). Hierbij gaan wij uit van een sobere uitvoering. Ter dekking van dit knelpunt stellen wij in 2012 incidenteel 1 miljoen euro beschikbaar ten laste van het financiële beeld. Daarnaast nemen wij binnen de grondexploitatie Leidsche Rijn een aanvullende reservering van 1,5 miljoen euro op. Tot slot zetten wij in de periode 2011-2014 jaarlijks 0,1 miljoen euro van het programmabudget Wonen en Monumenten in (structurele budget Leidsche Rijn voor monumentenzorg en cultuurhistorie). BTW problematiek cultuurpromotie Omdat de activiteiten in het kader van Culturele Zondagen niet langer in aanmerking komen voor BTW-verrekening, dreigt een tekort op de begroting voor de organisatie van deze zondagen. Wij stellen voor een aflopend bedrag van 0,08 miljoen euro in 2012 tot 0 in 2016 ter beschikking te stellen, zodat de organisatie de tijd heeft om maatregelen te treffen. 25
Intensivering fietsprogramma, fietsbrug Amsterdam-Rijnkanaal Eén van de ambities van het collegeprogramma Groen, Open en Sociaal is om van Utrecht de fietsstad van Nederland te maken. In de notitie "op naar Utrecht Fietsstad" hebben wij deze ambitie uitgewerkt. De fietsbrug over het AmsterdamRijnkanaal is een belangrijke schakel bij het verder ontwikkelen van een hoogwaardig fietsnetwerk. Wij vinden het belangrijk –voor de wijk èn voor de fietsers- in één keer een goede, toekomstbestendige fietsvoorziening aan te leggen. Wij stellen voor de financiële consequenties daarvan deels (1,9 miljoen euro in 2011) ten laste te brengen van de ruimte voor intensiveringen. Vechtsebanen Wij stellen voor vanaf 2012 0,2 miljoen euro structureel ter beschikking te stellen voor het subsidiëren van de exploitatie van de ijsbaan en ijshal van de Vechtsebanen, een belangrijke sportvoorziening in onze stad. De subsidie wordt verstrekt onder nader te bepalen voorwaarden. Olympisch Plan De participatie van Utrecht in het Olympisch Plan 2028 (deelname "Olympisch Vuur") is waardevol voor de bestuurlijke randstadsamenwerking en voor de positionering van onze stad. Wij stellen voor hiervoor 0,075 miljoen euro vanaf 2011 ter beschikking te stellen. Hiermee komen wij tegemoet aan motie 2010/51 die het College vroeg -gezien de breedte van de ambities van het Olympisch Plan- een andere dekking voor deze kosten te zoeken dan het programma Sport. STIL, ex-AMA's en noodopvang De noodzakelijke voorzieningen STIL, het steunpunt perspectief ex-AMA's en de noodopvang zijn nog niet structureel financieel gedekt. Wij stellen voor deze dekking te regelen met de toevoeging van de in de tabel weergegeven bedragen.
26
2.4 Weerstandsvermogen De kredietcrisis heeft het nut van verstandig financieel beleid bewezen. Niet alleen bedrijven, maar ook overheden kwamen door de wereldwijde crisis in de problemen. Het nemen van te grote risico's, waarvoor onvoldoende reserves aanwezig waren, was een belangrijke oorzaak. Een gedegen financieel beleid bestaat uit een sluitende meerjarenbegroting, gebaseerd op betrouwbare ramingen èn de aanwezigheid van voldoende weerstandsvermogen om de risico's die de organisatie loopt op te kunnen vangen. 2011
2012
2013
2014
2015
Toevoeging weerstandsvermogen
-5.000
0,000
0,000
0,000
0,000
Weerstandsvermogen
-5,000
0,000
0,000
0,000
0,000
Bedragen in miljoenen euro's Aanvulling weerstandsvermogen en nieuwe nota Weerstandsvermogen De crisis heeft ook voor de gemeente Utrecht grote gevolgen gehad. Gebeurtenissen volgden elkaar snel op en leidden in korte tijd tot een daling van het weerstandsvermogen naar 0,3 in de Verantwoording 2009. Dit kwam door een toename van de risico's terwijl tegelijkertijd de beschikbare weerstandscapaciteit slonk door extra investeringen en doordat bestaande risico's zich manifesteerden, met name binnen de grondexploitaties. In de Programmabegroting 2011 zijn we er in geslaagd het weerstandsvermogen op 0,8 te brengen, door een aanvulling van de algemene reserve met 5,4 miljoen euro en het treffen van optimalisatiemaatregelen binnen de grondexploitaties Leidsche Rijn en POS. In de Verantwoording 2010 is het weerstandsvermogen echter weer gedaald naar 0,49. Dit is een momentopname. Het nog niet gerealiseerde deel van de optimalisatietaakstelling Leidsche Rijn uit de Programmabegroting 2011 (13,6 miljoen euro) is hierin nog niet meegenomen, evenals aanvullende optimalisatievoorstellen voor de grondexploitatie Leidsche Rijn voor een bedrag van 15 miljoen euro (zie paragraaf 3.1). Daarnaast vullen we de dienstbedrijfsreserves van Stadsontwikkeling, de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen aan tot de minimumnorm (zie hierna). Dit laatste leidt tot een verbetering van de beschikbare weerstandscapaciteit t.o.v. de Verantwoording 2010 met 3,3 miljoen euro. In totaal stijgt de beschikbare weerstandscapaciteit hierdoor met 31,9 miljoen euro naar 70 miljoen euro. Dit zou het weerstandsvermogen op 0,9 brengen. Het is vanzelfsprekend denkbaar dat zich in de toekomst opnieuw gebeurtenissen voordoen met grote nadelige financiële gevolgen voor de gemeente. Daarom stellen we een aanvulling voor van 5 miljoen euro. Daarmee bereikt het weerstandsvermogen bijna de norm. Om precies te zijn is de stand na deze toevoeging 0,97. Bij deze Voorjaarsnota bieden we tevens de geactualiseerde nota Weerstandsvermogen en risicomanagement aan. In deze nota stellen we de volgende wijzigingen voor: Een aanscherping van de regels voor (financieel) grote projecten en beleidsnota's. Gebleken is dat op de cyclusmomenten regelmatig risico's gerapporteerd worden die eerder gesignaleerd hadden kunnen worden. Om te zorgen dat er bij (financieel) grote individuele voorstellen aandacht is voor risicomanagement, en dekking voor de benodigde weerstandscapaciteit, hebben we hiervoor regels opgenomen. Deze gelden voor (financieel) grote investeringsprojecten én beleidsnota's. Structurele risico's tellen voortaan niet 2 keer mee maar 1,75 keer. We hebben ons in het kader van de actualisatie afgevraagd of we niet te behoedzaam zijn door het 2 keer meetellen van structurele risico's. Daarbij hebben we gekeken hoe andere gemeenten met structurele risico's omgaan. We vinden dat de methode die de gemeente Zwolle hanteert uitgaat van een realistische, en ook in de Utrechtse praktijk gangbare, reactiesnelheid voor bijsturing dan wel aanpassing van beleid. Volgens deze methode tellen structurele risico's voor 1,75 keer mee, gebaseerd op een aflopend percentage in drie jaar, waarbij risico's het eerste jaar voor 100% meetellen, het tweede jaar voor 50% en het derde jaar voor 25% (totaal 175%). Er is een paragraaf opgenomen over risicomanagement van risico's met niet-financiële gevolgen. De tot nu toe gehanteerde werkwijze, dat risico's gemeentefonds niet meetellen voor de benodigde weerstandscapaciteit, is expliciet in de nota opgenomen. Uiteraard worden risico's m.b.t. het gemeentefonds wel in beeld gebracht in het risicomodel. Als zich in het gemeentefonds risico's manifesteren, geldt echter in het
• •
• •
27
•
algemeen het uitgangspunt dat de gemeente maatregelen treft in de meerjarenraming, zonder een beroep te doen op de algemene reserve. Dit is mogelijk omdat risico's rond het gemeentefonds altijd ruim van tevoren bekend zijn en bovendien geldt voor herverdeeleffecten een limiet van 15 euro per inwoner per jaar. Stille reserves op panden tellen niet meer mee voor de beschikbare weerstandscapaciteit. Verkoop van panden heeft in de praktijk geleid tot een daling van de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit wijst op een weeffout in de systematiek van het weerstandsvermogen, omdat bij verkoop van een pand de exploitatie effecten afgedekt moeten worden. Andere gemeenten rekenen de stille reserves op panden niet mee als onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit. Utrecht doet dit wel en is daarin dus een uitzondering: andere gemeenten zijn op dit punt behoedzamer. Dit alles overwegend stellen we voor stille reserves op panden niet meer mee te nemen voor de beschikbare weerstandscapaciteit.
Voor nadere details verwijzen we u naar de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement. Aanvullen dienstbedrijfsreserves Wij stellen voor om de dienstbedrijfsreserves als volgt aan te vullen: Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen: De dienstbedrijfsreserve is na het verwerken van de bestedings- en dekkingsvoorstellen 2010 0,126 miljoen euro lager dan de minimumnorm. Hierin is een vooruitbetaling aan het Rijk opgenomen voor modernisering GBA. Na afronding van dit project ontvangen we dit bedrag terug van het Rijk. Hiermee resteert een bedrag van 0,041 miljoen euro om aan te vullen. Dit bedrag komt beschikbaar uit de opbrengsten uit meerwerk. StadsOntwikkeling: Na verwerking van de bestedings- en dekkingsvoorstellen Verantwoording 2010 is de stand van de dienstbedrijfsreserve 1,357 miljoen euro negatief. Om deze reserve boven het benodigde minimumniveau van 1,200 miljoen euro te krijgen, vullen we de dienstbedrijfsreserve in 2011 door middel van inzet van de volgende budgetten aan: 0,222 miljoen euro voorziening programma Utrecht Vernieuwt - Krachtwijken (onderdeel Levenslustig Ondiep) 0,270 miljoen euro programmareserve Wonen en Monumenten (onderdeel archeologie museum Leidsche Rijn) 0,024 miljoen euro en onderdeel egalisatiereserve bouwleges 0,246 miljoen euro) 0,785 miljoen euro programmareserve Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit (onderdeel parkeerexploitatie 0,114 miljoen euro en onderdeel Meerjaren Investeringen Bereikbaarheid 0,671 miljoen euro) Het resterende benodigde bedrag van 1,363 miljoen euro onttrekken we in 2011 vooralsnog aan de programma's Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit (0,633 miljoen euro) en Stedelijke Ontwikkeling en Groen (0,730 miljoen euro), in afwachting van toekomstige aanbestedingsvoordelen binnen de programma's van StadsOntwikkeling. Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling: Na de bestedings- en dekkingsvoorstellen Verantwoording 2010 komt de dienstbedrijfsreserve onder de minimumnorm. In 2012 zijn echter mutaties begroot, waardoor de dienstbedrijfsreserve boven de minimumnorm komt. Dienst Wijken: De Dienst Wijken heeft een negatieve dienstbedrijfsreserve van 8,2 miljoen euro. Om de dienstbedrijfsreserve aan te vullen tot nul onttrekken wij dit bedrag uit de algemene reserve. Aangezien de Dienst Wijken verder wordt geherpositioneerd binnen de organisatie is het niet nodig om tot de minimumnorm aan te vullen. We heffen de dienstbedrijfsreserve van Dienst Wijken daarom op.
• •
• • • •
• •
Bij de programmabegroting 2012 zullen wij voorstellen doen om de dienstbedrijfsreserve van de Bibliotheek aan te vullen.
28
2.5 Externe ontwikkelingen Zoals wij al schetsten in het samenvattende hoofdstuk kunnen externe ontwikkelingen grote impact hebben op de gemeentelijke financiën. Concreet gaat het daarbij om de economische situatie en om het rijksbeleid. De gevolgen van de economische recessie zijn nog steeds ingrijpend voor de bouwsector. Ook Leidsche Rijn ontkomt hier niet aan. Het is duidelijk dat het behalen van de productiedoelstellingen de komende jaren een lastige opgave zal zijn en dat heeft effect op de grondexploitatie. In hoofdstuk 3.1 beschrijven wij op welke manier wij de financiële risico’s hiervan ondervangen. Voor de ontwikkelingen in het stationsgebied verwijzen wij naar de afzonderlijk voorliggende Bestuursrapportage per 1 mei. De intensivering ten behoeve van het Dynamisch Stedelijk Masterplan (zie 2.3) dient mede om de ontwikkeling van de binnenstedelijke transformatielocaties op gang te brengen. Het rijksbeleid dat is neergelegd in het conceptbestuursakkoord biedt aan de ene kant kansen om tot keten- en systeeminnovaties te komen. Wij pleiten al langere tijd voor decentralisatie van het jeugdbeleid en decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, juist om de verschillende voorzieningen beter te kunnen aansluiten bij de ondersteuningsbehoefte van de mensen om wie het gaat, in hun eigen omgeving. Daartegenover staan echter de grote bezwaren die wij hebben bij de Wet werken naar vermogen. Deze regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt moet de bestaande wetten WWB/WIJ vervangen en gedeeltelijk in de plaats komen van de Wajong en WSW. Structureel moet de hervorming 1,8 miljard euro opleveren en in deze kabinetsperiode een kleine 800 miljoen euro. Over de invulling van de wet vinden onderhandelingen plaats tussen Rijk en gemeenten. Deze onderhandelingen verlopen moeizaam. Wij maken ons zorgen over de financiële effecten van de voorstellen en over de beleidsvrijheid die het rijk ons toemeet om de Wet werken naar vermogen inhoudelijk en financieel verantwoord te kunnen uitvoeren. De verwachte ingangsdatum is in 2013, de verwachte bezuiniging op het participatiebudget voor 2012 bedraagt ca. 5,5 miljoen euro voor Utrecht. Naar verwachting zal vanuit de Wet werken naar vermogen een structurele korting worden doorgevoerd van 3.000 euro per standaard eenheid op de Wsw subsidie. Dit betekent een extra korting op het Wsw budget van ongeveer 3 miljoen euro bovenop nu al bekende tekorten op de begroting 2011 van UW-holding (zie ook 3.1). De ingangsdatum van de extra korting is nog niet bekend. Het rijk heeft nog een aantal voornemens op het werkterrein van het programma Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering: Aanscherping WWB: Met de afschaffing van bijstand voor inwonende meerderjarige kinderen en het invoeren van een gemeenschappelijke norm voor het gehele huishouden, een nieuwe vrijlatingsregeling voor werken in deeltijd en voor alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar (en afschaffen ontheffing sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar), en de beperking van de maximale verblijfsduur in het buitenland met behoud van uitkering, wordt de WWB aangescherpt. Het kabinet verwacht hierdoor een landelijke besparing in te boeken van 43 miljoen euro in 2012 oplopend tot 95 miljoen euro structureel vanaf 2013. Inburgering: Vanwege het wegvallen van de rijksmiddelen voor Inburgering per 2014 zijn wij begonnen de volledige formatie van de afdeling af te bouwen. Overige ontwikkelingen op dit terrein zijn een (voornemen) tot strengere wetgeving op het terrein van handhaving (vanaf 1 juli 2012), het voornemen van het kabinet om de armoedegrens te normeren op een lager bedrag (110% van het wettelijk sociaal minimum) en een voorgenomen rijksbezuiniging op schuldhulpverlening
•
• •
Bovenstaande ontwikkelingen hebben landelijk nog niet geleid tot formele besluiten. De afbouw van het budget voor Inburgering is echter al vastgelegd in de miljoenennota 2010. Het is mede vanwege de richting die het rijk hier inslaat dat wij het geïnventariseerde besparingpotentieel op het armoedebeleid niet hebben ingeboekt voor de gemeentebrede taakstelling. Hiermee kunnen wij de mogelijke consequenties van het rijksbeleid opvangen.
29
30
3 Uitvoering 2011 3.1 Uitvoering programma's 2011 In dit hoofdstuk rapporteren wij over de majeure afwijkingen ten opzichte van de programmabegroting 2011. De programma's zijn genoemd in dezelfde volgorde als in de begroting. Wanneer een programma niet is opgenomen, dan betekent dit dat er geen majeure afwijkingen zijn. Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Binnen dit programma hebben wij met het collegeprogramma “Groen, open en sociaal” enkele belangrijke accentwijzigingen doorgevoerd, die geleid hebben tot majeure wijzigingen binnen het lopende meerjarige investeringsprogramma. Deze en ook diverse kleinere wijzigingen in het investeringsprogramma hebben wij dit jaar duidelijk opgenomen in het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid (MPB). Het MPB ligt gelijktijdig met de Voorjaarsnota voor. De belangrijkste wijzigingen zijn: Het schrappen van de projecten Spoorlaan en Josephtunnel binnen het maatregelenpakket Utrecht West. Hierdoor besparen we binnen het maatregelenpakket een bedrag van 80 miljoen euro. Dit hebben we verwerkt door de post westelijke verdeelring met 80 miljoen euro te verlagen. De extra inspanningen die wij willen doen voor realisatie van onze fietsambities en de duurzame inpassing van de fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal. De dekking van de benodigde investeringen wordt – naast de intensivering uit hoofdstuk 2.3 -gevonden via herprioritering van de investeringen binnen het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. Over de opwaardering Noordelijke Randweg Utrecht (NRU) en de Uithoflijn zijn in het najaar 2010 in het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (Mirt) afspraken gemaakt met het rijk. Voor de dekking van de Noordelijke randweg betekent dit een bijdrage van 140 miljoen euro van het rijk en een bijdrage van 50 miljoen euro van de regiopartners. Wij ramen de gemeentelijke bijdrage op 16,7 miljoen euro. Deze bijdrage dekken wij door de post westelijke verdeelring/benuttingvariant met dit bedrag bij te stellen. Ten behoeve van de vertramming van de busbaan CS-De Uithof zijn in samenwerking met BRU diverse onderzoeken naar tracé en inpassing afgerond en is een financiële analyse gemaakt. Het is nu binnen de ramingen mogelijk de Uithoflijn aan te leggen. Voordat een definitief besluit tot vertramming van de Uithoflijn wordt genomen, worden alle ramingen en toerekeningen gehard. De raming en dekking van investeringen en exploitatie is onderdeel van de maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA) en businesscase, die door het rijk zal worden getoetst, als voorwaarde voor de rijkssubsidie van 110 miljoen euro. De businesscase en een voorstel voor de dekking maakt onderdeel uit van het projectbesluit om te komen tot vertramming van de busbaan tussen Utrecht CS en P+R De Uithof. Dit ligt naar verwachting in juni 2011 ter besluitvorming voor in de Raad en het BRU. Tot uw besluit tot vertramming CS – De Uithof en uw budgetvrijgave, houden wij conform uw besluit van 7 mei 2009 binnen het beschikbare budget van HOV CS – De Uithof busbaan rekening met de dekking van 18 miljoen euro voor de aankoop en sloop van Cranenborgh. Dit geldt ook voor de voorbereidende plankosten van 6,0 miljoen euro die verband houden met vertramming. Binnen het programma VERDER is hiervoor inmiddels 4,0 miljoen euro vrijgegeven.
• • • •
•
In verband met bovenstaande verwijzen wij ook naar hoofdstuk 3.2.4 Uitvoering investeringen. Leidsche Rijn De gevolgen van de economische recessie zijn nog steeds ingrijpend voor de bouwsector. Ook Leidsche Rijn ontkomt hier niet aan. Het is duidelijk dat het behalen van de productiedoelstellingen de komende jaren een lastige opgave zal zijn. Binnen de grondexploitatie hebben vertragingen in de afzet van vooral het kantorenprogramma een negatief effect. In de Bestuursrapportage per 1 mei 2010 rapporteerden we, na verwerking van de optimalisatietaakstelling 2010 van 29,1 miljoen euro, een negatief saldo van 31,7 miljoen euro. Eind 2010 is het saldo van de grondexploitatie Leidsche Rijn geraamd op 57,6 miljoen euro negatief, een verschil van 25,9 miljoen euro. In 2010 is voor dit bedrag de voorziening verhoogd en in de bestedings- en dekkingsvoorstellen stellen we voor dit te dekken uit de 31
dienstbedrijfsreserve. De stand van 57,6 miljoen euro is een momentopname van eind 2010. Deze stand is namelijk exclusief het niet gerealiseerde deel van de optimalisatietaakstelling 2010 (13,6 miljoen euro) én exclusief een aanvullende optimalisatietaakstelling van 15 miljoen euro. Inclusief deze bedragen komt het verwachte resultaat uit op 29 miljoen euro negatief. De aanvullende taakstelling van 15 miljoen euro vullen we als volgt in: Door slimmer programmeren denken we het resultaat met 7 miljoen euro te kunnen verbeteren. Dit bestaat uit: Een Nieuw Afsprakenstelsel (NAS) als voortzetting van DUO voor de periode 2011-2015. Eén van de onderdelen is het vervangen van een deel van de sociale huurcategorieën H1 en H2 door een sociale huurcategorie H3. Deze laatste categorie is tot nu toe in Leidsche Rijn niet geprogrammeerd. In de Woonvisie is aangegeven dat H3 dient te worden gerealiseerd als onderdeel van de sociale huursector. Het in lijn met het volkshuisvestingsbeleid omzetten van 200 woningen in H3 levert voor de grondexploitatie een voordeel op van circa 1 miljoen euro. Een verschuiving van 15.000 m2 niet-commerciële voorzieningen tussen Leeuwesteyn Noord en Rijnvliet, waardoor deze circa 10 jaar eerder gerealiseerd kunnen worden. Hierdoor realiseren we de grondopbrengst eerder. Dit heeft een positief effect van 3 miljoen euro. Overtuin is een gebied waarvoor in de Ontwikkelingsvisie is aangegeven dat de invulling nog nader bepaald moet worden. Randvoorwaarde is een groene, parkachtige setting met enige commerciële voorzieningen en mogelijk wat woningbouw. In de grondexploitatie is daar nu geen opbrengst aan toegerekend. We stellen voor om te onderzoeken in hoeverre een licht programma met een opbrengstpotentieel van ongeveer 3 miljoen haalbaar is. We onderzoeken welke opbrengst gerealiseerd kan worden met de verkoop van het informatiecentrum. Op basis van een eerste taxatie lijkt een bedrag rond 2 miljoen euro mogelijk. Vooral bij het bouw- en woonrijpmaken van kavels voor de afzet van bedrijventerreinen en kantoren lijkt er op basis van nacalculaties van afgeronde projecten ruimte aanwezig in de budgetten. Komend jaar worden alle budgetten kritisch onderzocht. Dit onderzoek is belast met een taakstelling van 5 miljoen euro. Vanwege de vertraging in de afzet van woningbouw, kantoren en bedrijventerreinen van de afgelopen jaren toetsen we nogmaals scherp in hoeverre we de geprogrammeerde investeringen in infrastructuur later kunnen realiseren en er wellicht een positief rente-effect kan optreden van 1 miljoen euro. Door het invullen van de taakstelling van 15 miljoen euro met concrete maatregelen kan de getroffen voorziening vrijvallen. Deze vrijval gebruiken we voor de aanvulling van de dienstbedrijfsreserve en daarmee het weerstandsvermogen. Dit verwerken we in de 2e technische wijziging 2011. Dit doen we ook voor het nog niet ingevulde deel van de taakstelling 2010, die we echter faseren in de tijd. Dit betreft namelijk de marktprijscorrectie die verspreid over een aantal jaren is opgenomen (2,5 miljoen euro in 2011, 3,6 miljoen euro in 2012, 4 miljoen euro in 2013 en 3,5 miljoen euro in 2014).
• •
• •
• • • •
Daarnaast verwerken we de in het rapport Plan- en VATkosten geïnventariseerde besparing van 4,8 miljoen euro in de grondexploitatie. Voor deze aanvullende opdracht tot optimalisatie komen we in de Programmabegroting 2012 met nadere voorstellen. Stationsgebied Tegelijk met de Voorjaarsnota ligt de Bestuursrapportage per 1 mei 2011 voor. Wij verwijzen hiernaar voor de voortgang binnen het programma Stationsgebied. Uitgangspunt in de bestuursrapportage blijft een sluitende grondexploitatie. De optimalisatietaakstelling binnen de grondexploitatie Stationsgebied is afgenomen van 29,87 miljoen euro (stand Bestuursrapportage per 1 mei 2010) naar 6,27 miljoen euro. De uitwerking van een belangrijk deel van de optimalisatievoorstellen uit de Programmabegroting is verwerkt in de actuele grondexploitatie. Voor de invulling van de resterende opgave van 6,27 miljoen euro hanteren wij een ontwikkelstrategie gebaseerd op het optimaal benutten van de marktpotentie van het Stationsgebied. De komende maanden werken wij deze ontwikkelstrategie uit tot concrete maatregelen. Bij de Programmabegroting 2012 leggen wij deze voorstellen voor. De in het rapport Plan- en VATkosten geïnventariseerde besparing van 1,8 miljoen euro maakt deel uit van deze voorstellen. Stedelijke Ontwikkeling en Groen Gelijktijdig met de Voorjaarsnota wordt het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG 2011) aan u voorgelegd. Daaruit blijkt dat het verbeterplan voor de reserve grondexploitaties is gerealiseerd en effect heeft gehad: Door de verbetering van de saldi van een aantal lopende grondexploitatieprojecten waaronder Hart van Hoograven, Kop van Lombok, GVU, de winstneming in het project Oudenrijn West en het opnemen van de grondexploitatie Voordorp-zuid is de reserve weer aangevuld. In aanvulling op het verbeterplan stellen wij voor het plankostenbudget voor Rijnenburg met 1,5 miljoen euro te verlagen. Er is dan nog 3,2 miljoen euro beschikbaar om deze gezamenlijke planontwikkeling
32
met de grondeigenaren op te pakken. Het overleg met marktpartijen begin 2011 heeft er toe geleid dat is besloten om eerst een consultatieronde te houden onder de meest relevante marktpartijen (grondeigenaren). Afhankelijk van het resultaat van de consultatieronde wordt vervolg gegeven aan de planontwikkeling Rijnenburg. Deze tussenstap betekent dat het bestemmingsplan niet zoals gepland eind 2011/begin 2012 in procedure wordt gebracht, maar dat de planning hiervan afhankelijk is van de uitkomsten van de consultatieronde. Het effect van de uitvoering van het verbeterplan en de reductie op de plankosten voor Rijnenburg is dat de reserve grondexploitaties in 2011 van voldoende omvang is om de risico's op lopende grondexploitaties op te kunnen vangen. Meerjarig gezien is het verwachte saldo in de jaren 2012 en vanaf 2014 echter nog ontoereikend. Bij de Programmabegroting 2012 zullen we optimalisatievoorstellen voorleggen om de reserve grondexploitaties op het benodigde niveau te brengen. Krachtwijken Wij hebben aangegeven dat wij de projecten uitvoeren zoals opgenomen in de wijkactieprogramma’s 2010-2011 voor de vijf krachtwijken. In 2011 investeren de corporaties 21,5 miljoen euro in de krachtwijken. Hiervan krijgen ze tot nu (2008 t/m 2010) 30% terug in de vorm van projectsteun (die wordt gefinancierd uit de zogenaamde Vogelaarheffing). Het huidige kabinet heeft aangekondigd dat de Vogelaarheffing wordt afgeschaft. Er is echter nog steeds geen 'absolute duidelijkheid' over het moment waarop dit geschiedt. Wonen en Monumenten De modernisering van vergunningverlening gaat langzamer en zorgt voor grote druk op de uitvoeringsorganisatie. In de ICT-keten werken verschillende onderdelen moeizaam samen. Het door het Ministerie ingerichte digitale loket (OLO) kent vele gebreken waardoor vele aanvragers niet digitaal indienen en met vragen naar de balie komen. Door het ontbreken van een gemeentelijk ICT midoffice dienen aanvragen nog handmatig binnen gehaald te worden. Ook benodigde applicaties voor vergunningverlening, zoals de BAG en GBA, zijn deels nog buiten het concept midoffice geplaatst. Daarnaast is het aantal aanvragen tegen de verwachting in niet afgenomen. Gevolgen hiervan zijn dubbelwerk, vertraging in vergunningverlening, hogere aanloop kosten omdat niet al het werk digitaal kan worden behandeld. De hogere kosten kunnen naar verwachting gedekt worden uit de legesopbrengsten. Openbare Ruimte Op de voormalige gemeentewerf van Vleuten-De Meern aan de Mostperenlaan is door opslag van strooizout verontreiniging van de bodem opgetreden. De omvang en de urgentie van de verontreiniging worden in het voorjaar van 2011 onderzocht. Op basis van het onderzoek stellen we een saneringsplan op en plannen we vervolgstappen. We verwachten in 2011 een aantal voordelen bij de inzameling van huishoudelijk afval. Door efficiencyvoordelen en door meeropbrengsten uit textiel en papier verwachten we het jaar af te sluiten met een voordeel van circa 1 miljoen euro. De structurele componenten nemen we mee in het tariefvoorstel 2012 van de afvalstoffenheffing. In het kader van de efficiencytaakstelling 2010 heeft de raad besloten het budget voor het schoonhouden van de parken te verlagen met 0,3 miljoen euro en daardoor het niveau te verlagen van ruim voldoende naar voldoende. Door de inzet van additionele arbeid van UW-bedrijven wordt dit lagere niveau geleidelijk bereikt. Na de zomer zal het niveau naar voldoende zijn gedaald. Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering We stellen voor de volgende prestatie indicatoren in de Programmabegroting 2011 van het programma Sociale zaken, Werkgelegenheid en Inburgering bij te stellen, conform de beleidsnota Werken aan de Toekomst: aantal inburgeraars van 1.500 naar 1.350 instroom in trajecten van 1.285 naar 980 instroom van jongeren op werkleeraanbod van 550 naar 350 instroom van volwassenen in Werk loont van 720 naar 550 aantal ingekochte trajecten volwasseneneducatie van 2.050 naar 1.740
• • • • •
Daarnaast willen we de volgende prestatie indicatoren bijstellen: aantal aanvragen bijzondere bijstand van 5.780 naar 5.000 aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand van 3.180 naar 2.750
• •
De laatste twee indicatoren zijn bijgesteld vanwege het feit dat zowel het aantal aanvragen als aantal toegekende aanvragen bijzondere bijstand al jaren achterblijft ten opzichte van de verwachting. 33
Op grond van de actuele ontwikkelingen in de eerste maanden van 2011 doen we geen voorstel tot neerwaartse bijstelling van het aantal huishoudens met een Wwb uitkering en het aantal jongeren met een Wij uitkering. In de beleidsnota Werken aan de Toekomst is uitgegaan van een neerwaartse bijstelling naar 6.850 uitkeringen Wwb/Wij (/- 250 in 2011), onder de veronderstelling dat landelijk het aantal bijstandsuitkeringen gelijk zou blijven. Landelijk zien we echter een stijging waarbij onze stijging rond het landelijk gemiddelde ligt. Daarom handhaven we de in de begroting 2011 opgenomen stand van 7500 als prognose voor 2011 waarbij onze doelstelling blijft het beter te doen dan landelijk gemiddeld. De begroting 2011 van UW Holding BV is vastgesteld met een tekort van 3 miljoen euro. In samenspraak met de gemeente is UW bezig om - vooruitlopend op de uitkomsten van de doorlichting van de bedrijfsvoering – extra opdrachten te verwerven die tot een lager tekort moeten leiden. Het is nog te vroeg om aan te geven in hoeverre de extra opdrachten het tekort oplossen. Ook naar aanleiding van de doorlichting kan het tekort nog worden bijgesteld. De oplossing van het werkelijke tekort zal betrokken worden bij de Verantwoording 2011. Vooruitlopend hierop is de verwachting dat medio 2011 UW aanvullend bevoorschot moet worden om aan haar betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. De omvang schatten wij nu in op 1 à 1,5 miljoen euro. Of dit voldoende is voor heel 2011 zal in het najaar moeten blijken. In het Masterplan Sociale Zaken wordt invulling gegeven aan de opdracht om de afhankelijkheid van een overschot op het I-deel tot nul te reduceren. Hiervoor is een tijdspad aangehouden van vier jaar. Dit betekent dat vanaf 2014 structureel 10 miljoen euro bezuinigd moet zijn, waarvan 6 miljoen euro moet komen uit bezuinigingen op organisatiekosten SoZaWe en 4 miljoen euro reeds (gefaseerd) binnen de gemeentebegroting is opgelost. Voor 2011 is nog een overschot van 8,4 miljoen euro op het I-deel nodig om geen tekort op het programma te realiseren. Op basis van de klantenontwikkeling over de eerste 4 maanden is de verwachting dat in 2011 een tekort op het inkomensdeel ontstaat van minimaal 1,1 miljoen euro (uitgaande van een daling naar 6.850 klanten eind 2011) en maximaal 8,2 miljoen euro (uitgaande van een verdere toename naar 7.900 klanten eind 2011). Er is nog veel onzekerheid over de hoogte van de rijksbijdrage inkomensdeel. In het (nieuwe) bestuursakkoord is opgenomen dat er een objectieve toets wordt uitgevoerd op de interpretatie van de budgetteringssystematiek in het bestuursakkoord 2007-2011. Deze toets moet antwoord geven op de vraag of en zo ja, op welke onderdelen het macrobudget WWB/WIJ 2011 nog dient te worden aangepast. De rijksbijdrage wordt in oktober voor 2011 definitief vastgesteld. We hebben inmiddels maatregelen genomen om uitstroom en daarmee verlaging van het klantenbestand te bevorderen. In het Masterplan hebben we afgesproken dat we in verband met de onzekerheden over de budgetten van het Inkomensdeel tussentijds geen aanpassingen doen, maar gelet op de omvang van het verwachte tekort lijkt het ons goed om het toch te melden. Cultuur Zoals in november 2010 aan u gerapporteerd, hebben Tivoli, Vredenburg en SJU de samenwerking om te komen tot een muziekpaleis weer opgepakt. Er wordt nu flink doorgepakt. Het bedrijfsplan en de exploitatieopzet worden geactualiseerd. Daarnaast treffen we de voorbereidingen voor de daadwerkelijke transformatie van de drie bestaande organisaties in één nieuwe integrale organisatie. Bij de behandeling van de begroting 2012 zullen zowel de actualisatie van het bedrijfsplan en het exploitatiemodel, als ook een eerste doorkijk op het transformatietraject voor u beschikbaar zijn. Wij kijken tevens naar de relatie met de andere verzelfstandigingtrajecten van de cultuurdiensten en naar het nieuwbouwproces. Daarbij brengen wij zoveel mogelijk de financiële en inhoudelijke consequenties en de risico´s in beeld. Op basis daarvan kunnen dan bij de begroting nadere keuzes worden gemaakt. Vastgoed Dit jaar is het Meerjaren Perspectief Vastgoed (MPV) omgedoopt tot het Meerjaren Perspectief Utrechts Vastgoed (MPUV). Dit om te markeren dat met ingang van dit jaar door het MPUV inzicht wordt gegeven in de totale vastgoedportefeuille van de gemeente Utrecht. Dit is tevens de opmaat naar het realiseren van één vastgoedorganisatie waarin al het gemeentelijk vastgoed is samengebracht. Ten opzichte van het MPV 2010 is het perspectief van de vastgoedportefeuille van StadsOntwikkeling fors neerwaarts bijgesteld. De vastgoedreserve is ontoereikend om risico's op te vangen en zonder verdere maatregelen wordt de stand van de reserve in 2013 negatief. Wij sturen erop om het verwachte exploitatietekort 2011 zoveel mogelijk te beperken en zullen bij de Programmabegroting 2012 optimalisatievoorstellen voorleggen, waardoor de reserve weer aangevuld 34
wordt en meerjarig positief blijft. Een verdere toelichting op deze ontwikkelingen vindt u terug in het MPUV 2011, welke gelijktijdig met deze Voorjaarsnota ter besluitvorming aan u wordt voorgelegd. Invulling taakstelling verkoop Vastgoed Op grond van het collegeprogramma vindt er een heroverweging plaats op het bezit van vastgoed. In de Programmabegroting 2011 is hierbij uitgegaan van een opbrengst van 3 maal 4 miljoen euro in de periode 2011 t/m 2013. Op basis van de uitkomst van de doorlichting op gemeentelijk vastgoed wordt dit in 2014 en 2015 verder opgehoogd naar in totaal 20 miljoen euro. Voor de invulling van deze taakstelling worden volgende uitgangspunten gehanteerd: In de geactualiseerde nota Weerstandsvermogen en risicomanagement stellen we voor om stille reserves op panden niet meer mee te laten tellen voor de beschikbare weerstandscapaciteit, waardoor de verkoopopbrengst van deze panden nu ook ten goede kan komen aan de invulling van de taakstelling (Hoofdstuk 2.4 Weerstandsvermogen). Verder stellen we voor om het resultaat op de reguliere uitgifte van gemeentelijk eigendom (vastgoed en grond) in de periode 2011 tot en met 2015 aan de invulling van de taakstelling te koppelen. Tot nog toe werd deze opbrengst toegevoegd aan de algemene middelen.
• •
De markt is op dit moment nog niet gunstig voor de uitgifte van vastgoed. Door de uitgifte van de panden te plannen in 2012 en verder is de kans om de opbrengst van uitgifte te maximaliseren groter. Er dient nauwkeurig te worden onderzocht op welke wijze en op welk moment de panden (en gronden) aangeboden kunnen worden. Voorkomen moet worden dat door het aanbieden van meerdere objecten tegelijk de markt overspoeld wordt, waardoor er een grote kans is dat de opbrengst gedrukt wordt. Daarnaast worden de meeste panden aan uiteenlopende partijen verhuurd. Bij verkoop zal zorgvuldig omgegaan moeten worden met de huurders. Tevens zijn verhuurde panden minder courant dan lege panden. Om bovenstaande redenen stellen wij voor om de taakstelling van 4 miljoen euro in 2011 in te vullen met de verwachte reguliere opbrengst uit de uitgifte van gemeentelijk eigendom (1,1 miljoen euro) en een incidenteel voordeel van 2,9 miljoen euro op de kapitaallasten van het programma Vastgoed. In 2012 zal de taakstelling worden ingevuld op basis van een concrete afstootlijst van panden, welke gereed zal zijn bij de Programmabegroting 2012. Tevens resteert in 2012 nog een incidenteel voordeel van 0,6 miljoen euro op het hierboven genoemde kapitaallastenbudget, dat ingezet kan worden voor de invulling van de taakstelling in 2012 als de opbrengst uit de verkoop van panden niet toereikend mocht zijn.
35
3.2 Uitvoering investeringen 2011 Hieronder lichten we de belangrijkste wijzigingen toe voor zowel de vervangingsinvesteringen als de uitbreidingsinvesteringen. Met het vaststellen van deze voorjaarsnota autoriseert u de geactualiseerde investeringsbedragen.
3.2.1 Vervangingsinvesteringen 2011 Vervangingsinvesteringen houden de bestaande (functionaliteit of kwaliteit van de) kapitaalgoederen op peil. Hierbij valt te denken aan vervanging maar ook aan renovatie, groot onderhoud, herbouw en langcyclisch onderhoud. Wij stellen voor het bedrag voor vervangingsinvesteringen te verlagen met 9,920 miljoen euro. Geautoriseerd bedrag 2011
Voorgestelde wijzigingen
Actuele begroting 2011
Beheer Openbare Ruimte
24,141
-6,400
17,741
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
37,305
-3,520
33,785
Vervangingsinvesteringen 2011
61,446
-9,920
51,526
Programma
Bedragen zijn in miljoenen euro’s. Beheer Openbare Ruimte Het project herstel wal- en kluismuren is een jaar vertraagd, onder meer doordat wij meer tijd nodig hadden voor onderzoek hoe we zoveel mogelijk de unieke bomen op de werf kunnen behouden vanuit een gedeelde visie met belanghebbenden. Ook zijn er technische complicaties in het herstel van de muren. Bewoners hebben het belang onderstreept om samen met hen een toekomstvisie of bomenplan te ontwikkelen alvorens tot grootscheepse uitvoering over te gaan. Onderwijs, educatie en bibliotheek De kolom geautoriseerd bedrag 2011 is aangepast ten opzichte van de Programmabegroting 2011 op basis van de meest recente voortgangsrapportages. Dit zijn de op 24 maart 2011 door u vastgestelde 4e Voortgangsrapportage Masterplan Primair Onderwijs en 8e Voortgangsrapportage Masterplan Voortgezet Onderwijs. Hierin is een index van +2% verwerkt voor het jaar 2011. De definitieve VNG index is circa -6%. Alle projecten waarvan nog geen beschikking voor het uitvoeringskrediet is verstrekt worden aangepast aan de nieuwe index. Het toepassen van de nieuwe index brengt wel risico's met zich mee ten aanzien van de uitvoerbaarheid van de projecten binnen het lagere budget. Het uitgangspunt is dat we de indexverlaging opvangen binnen de bandbreedte van de financiële kaders van de versnellingsopgave, met andere woorden: binnen de aanbestedingsvoordelen die zich naar verwachting voordoen bij de versnellingsprojecten. We maken na de versnellingsopgave (die tot eind 2011 loopt) begin 2012 de balans op, of dit ook over het totaal aan projecten is gelukt. Voor renovatieprojecten, waarvoor geen normbedragen gelden maar ramingen van het benodigde budget, is er een extra risico dat de uitvoering niet voor het neerwaarts bijgestelde budget kan plaatsvinden. Daarom is de raming van de algemene post onvoorzien opgehoogd met het verschil. Verder geldt voor twee Overvecht clusters dat er verregaande onderhandelingen plaatsvinden met corporaties, waarin geen rekening is gehouden met de lagere VNG index. De projectbudgetten van deze twee clusters zijn wel naar beneden toe bijgesteld, maar om de onderhandelingen niet te frustreren is ook dit verschil opgeplust bij de algemene post onvoorzien. Zodoende kan eventuele realisatie door de corporaties plaatsvinden zonder dat dit tot een dekkingstekort leidt vanwege indexeringsverschillen. Beide correcties leiden tot een procentuele stijging van de post onvoorzien van 5% naar 8%. Indien de onderhandelingen geen doorgang vinden verlagen wij de post onvoorzien in de eerstvolgende voortgangsrapportage. Overige bijstellingen zijn de uitgaven voor tijdelijke huisvesting (verschuiving in jaren, budgettair neutraal) en voor BSO (verlaging van zowel de investering als de huurinkomsten, budgettair neutraal). Voor 2011 betekent dit alles een verlaging van het te autoriseren bedrag van 37,3 miljoen euro naar 33,1 miljoen euro. Naast bovengenoemde verlagingen van investeringsbudgetten is er een verhoging in 2011 voor de Anne Frankschool (ouderlokaal) van 0,15 miljoen euro en Joannes XXIII Fernandezlaan (VVE en ouderlokaal) van 0,527 miljoen euro. Hiermee komt het te autoriseren bedrag op 33,785 miljoen euro. 36
Verwerking van dit alles in de Masterplannen tot en met jaarschijf 2014 leidt tot een verlaging van het tekort op het Masterplan Primair Onderwijs naar 0,643 miljoen euro, en tot een overschot op het Masterplan Voortgezet Onderwijs van 0,682 miljoen euro.
3.2.2 Uitbreidingsinvesteringen 2011 Er is sprake van een uitbreidingsinvestering indien als gevolg van deze investering het volume (of de kwaliteit) van de kapitaalgoederen toeneemt. Wij maken onderscheid in twee categorieën uitbreidingsinvesteringen: categorie A en categorie B.
Uitbreidingsinvesteringen: categorie A 2011 Categorie A betreft de uitbreidingsprojecten waarvoor de formele autorisatie van de middelen in de programmabegroting 2011 en via tussentijdse raadsbesluiten heeft plaatsgevonden. We verhogen het geautoriseerde bedrag met 0,067 miljoen euro. Het betreft de volgende projecten in de programma's Leidsche Rijn en Onderwijs, Educatie en Bibliotheek: Geautoriseerd bedrag 2011
Voorgestelde wijzigingen
Actuele begroting 2011
Prinses Margrietschool
0,051
-0,051
0
Programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
0,051
-0,051
0
Programma
Basisschool Het Zand
5,185
0,146
5,331
Basisschool Het Zand 12 klassen
3,097
0,086
3,183
Ouderlokaal Het Zand De Oase
0
0,244
0,244
VVE Het Zand De Oase
0
0,244
0,244
Cluster Hogeweide
7,028
0,475
7,503
Sportpark Fletiomare Oost
4,960
0,048
5,008
Masterplan onderwijshuisvesting – BSO
2,961
-1,125
1,836
Programma Leidsche Rijn
23,231
0,118
23,349
Uitbreidingsinvesteringen Categorie A 2011
23,282
0,067
23,349
Bedragen zijn in miljoenen euro’s. Onderwijs, educatie en bibliotheek Ook in deze tabel is de kolom geautoriseerd bedrag 2011 aangepast ten opzichte van de Programmabegroting 2011 op basis van de meest recente voortgangsrapportages onderwijs. De wijziging voor de prinses Margrietschool is het gevolg van de hiervoor genoemde gewijzigde VNG index. Het bedrag voor uitbreiding van de prinses Margrietschool verdwijnt hierdoor uit 2011. Deze uitbreiding wordt nu in z'n geheel gedekt uit het in het masterplan opgenomen budget 2010 van 0,739 miljoen euro. Leidsche Rijn Wij verhogen het investeringsbedrag in 2011 met 0,488 miljoen euro vanwege de toevoeging van een ouderlokaal en een VVE-voorziening in Het Zand (De Oase). Daarnaast verhogen wij het investeringsbedrag in 2011 voor cluster Hogeweide met 0,475 miljoen euro vanwege de toevoeging van een ouderlokaal (0,279 miljoen euro) en indexatie. Bij de vaststelling van de meest recente voortgangsrapportages onderwijs is het investeringsbedrag in 2011 voor het programma Leidsche Rijn per saldo met 0,4 miljoen euro verlaagd. In dit saldo is een verhoging van 2,961 miljoen 37
euro voor buitenschoolse opvang opgenomen. Wij stellen dit bedrag met 1,125 miljoen euro naar beneden bij (verlaging van zowel de investering als de huurinkomsten, budgettair neutraal). De overige wijzigingen betreffen indexatie.
Uitbreidingsinvesteringen: categorie B 2011 Categorie B betreft de uitbreidingsinvesteringen waarover wij u eerst nog verder willen informeren via een raadsvoordracht alvorens wij met de projecten van start gaan. De bij deze projecten behorende middelen worden nu dus nog niet geautoriseerd en wij gaan de bijbehorende middelen pas inzetten nadat u heeft ingestemd met het betreffende raadsvoorstel.
Begroot bedrag
Voorgestelde wijzigingen
Actuele begroting
Leidsche Rijn Centrum
27,447
-27,447
0
Programma Leidsche Rijn
27,447
-27,447
0
Investeringsproject
Bedragen zijn in miljoenen euro’s. Leidsche Rijn Wij verlagen het investeringsbedrag voor Leidsche Rijn Centrum in 2011 naar 0 vanwege een aangepaste planning van de beoogde voorzieningen en het vervallen van de jongerenvoorziening in Leidsche Rijn Centrum. De kredietaanvraag wordt nu in 2012 verwacht. In de Programmabegroting 2012 nemen we dit investeringsproject (plus indexatie) in 2012 op.
3.2.3 Totaal investeringsprogramma 2011 We verlagen het autorisatiebedrag voor 2011 met 9,853 miljoen euro naar 133,205 miljoen euro. Het totale investeringsprogramma 2011 verlagen we met 37,3 miljoen euro naar 144,005 miljoen euro. Programmering 2011
Voorgestelde wijzigingen
Actuele programmering 2011
Vervangingsinvesteringen
81,509
-9,920
71,589
Uitbreidingsinvesteringen categorie A
61,549
0,067
61,616
143,058
-9,853
133,205
38,247
-27,447
10,800
181,305
-37,300
144,005
Programma
Totaal geautoriseerde investeringen Uitbreidingsinvesteringen categorie B Totaal investeringsprogramma 2011 Bedragen zijn in miljoenen euro’s.
3.2.4 Investeringen voorgaande jaren We verhogen het autorisatiebedrag van uitbreidingsinvesteringen uit voorgaande jaren met 38,847 miljoen euro. Dit betreffen wijzigingen op de projecten van de programma's Leidsche Rijn en Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit.
38
Uitbreidingsinvesteringen: categorie A voorgaande jaren
Investeringsproject Jongerenvoorziening Terwijde Sportcomplexen Strijkviertel
Geautoriseerd bedrag
Voorgestelde wijzigingen
Actueel bedrag
0,226
0,006
0,232
10,272
0,259
10,531
Rijnvliet
5,186
0,621
5,807
Klein sportcomplex Vleuterweide
0,990
0,018
1,008
Brandweerpost Vleuterweide
1,610
0,046
1,656
Tijdelijke voorzieningen
0,875
-0,063
0,812
19,159
0,887
20,046
Busbaan CS - De Uithof (excl. Cranenborgh)
50,090
34,571
84,661
Busbaan HOV Leidsche Rijn Noordradiaal
15,758
1,702
17,460
Voorbereiding P&R Noord Oost
0,000
0,050
0,050
Voorbereiding P&R Leidsche Rijn centrum
0,000
0,150
0,150
Voorbereiding Zuidradiaal ongelijkvloers 5 Meiplein/ Anne Frankplein en aansluiting A2
0,000
1,400
1,400
Economisch investeringsfonds
0,000
0,087
0,087
Programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit
65,848
37,960
103,808
Uitbreidingsinvesteringen Categorie A voorgaande jaren
85,007
38,847
123,854
Programma Leidsche Rijn
Bedragen zijn in miljoenen euro’s. Leidsche Rijn Wij verhogen het investeringsbedrag voor Rijnvliet met 0,621 miljoen euro vanwege de toevoeging van een VVEvoorziening (0,244 miljoen euro), de toevoeging van een welzijnsvoorziening (0,232 miljoen euro) en indexatie. De welzijnvoorziening komt in de plaats van de beoogde jongerenvoorziening in Leidsche Rijn Centrum. De verlaging bij tijdelijke voorzieningen komt doordat een voorziening (aankoop noodlokalen KC Voorn) inmiddels is gerealiseerd. Het bedrag dat overblijft, is voor de toekomstige verwijdering van de noodlokalen KC Voorn, verhuizingen, tijdelijke huisvesting primair onderwijs in het Amadeus Lyceum en voor het vervoer van leerlingen naar gymlocaties. De overige wijzigingen betreffen indexatie. Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Binnen dit programma hebben wij met het collegeprogramma “Groen, open en sociaal” enkele belangrijke accentwijzigingen doorgevoerd, die geleid hebben tot majeure wijzigingen binnen het lopende meerjarige investeringsprogramma. Deze en ook diverse kleinere wijzigingen in het investeringsprogramma hebben wij dit jaar duidelijk opgenomen in het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid (MPB). Het MPB ligt gelijktijdig met de Voorjaarsnota voor. Wij stellen voor het geautoriseerde bedrag voor het project Busbaan-Cs De Uithof te verhogen met 34,571 miljoen euro. Dit bedrag bestaat uit twee delen. Wij verhogen de autorisatie met 16 miljoen euro in verband met het verhogen van de initiële raming van de aanleg van de vertrambare busbaan van 69,0 miljoen euro naar 85,0 miljoen euro. De dekking van de voorgestelde autorisatie bestaat uit reserveringen in de programmareserve Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit en subsidiebijdragen BRU/BDU. Daarnaast stellen wij voor het geautoriseerde bedrag op te hogen met een bedrag van 17,571 miljoen euro. Dit bedrag is al eerder door u geautoriseerd, maar bij de Bestuursrapportage 2008 uitgesteld in verband met vertraagde uitgaven.
39
Wij stellen voor het geautoriseerde bedrag Busbaan HOV Leidsche Rijn Noordradiaal te verhogen met 1,702 miljoen euro. Dit bedrag is al eerder door u geautoriseerd, maar bij de Bestuursrapportage 2008 uitgesteld in verband met fors vertraagde uitgaven. Wij stellen voor om voor P&R Noord Oost 0,050 miljoen euro en voor P&R Leidsche Rijn centrum 0,150 miljoen euro te autoriseren. Het vrijgeven van deze bedragen is bestemd voor het uitvoeren van verkenningen voor deze P&Rprojecten. Doel van deze maatregelen is om autoverkeer aan de randen van de stad op te vangen. Beide projecten zijn opgenomen in het Actieplan Luchtkwaliteit. Dekking is beschikbaar in de programmareserve Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. In verband met de voorbereiding van de aansluiting A2 en busonderdoorgang 5 Meiplein en Anne Frankplein voor de A2-bussen stellen wij voor 1,4 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de planvoorbereiding tot en met het voorlopig ontwerp. Doel van de maatregel is het versnellen van de route via de Zuidradiaal voor zowel de bussen komende vanaf de A2 als uit De Meern. Het project betreft de aanleg van aparte businfrastructuur op de route vanaf de A2 naar de Zuidradiaal/het OV-knooppunt in Papendorp en de aanleg van een onderdoorgang op het 5 Meiplein en Anne Frankplein. Een project dat voorkomt uit het Programma VERDER, in welk kader ook de dekking is geregeld. Ten laste van het in het Actieplan Luchtkwaliteit opgenomen budget Economisch Investeringsfonds hebben wij uitgaven gedaan voor een bedrag van 0,087 miljoen euro. Hiervoor hebben wij abusievelijk bij de Programmabegroting 2011 geen autorisatie aangevraagd. Wij stellen voor dit te herstellen.
Uitbreidingsinvesteringen: categorie B voorgaande jaren
Begroot bedrag
Voorgestelde wijzigingen
Actuele begroting
Centrum Natuureducatie
5,343
0,193
5,536
Totaal programma Leidsche Rijn
5,343
0,193
5,536
Investeringsproject
Bedragen zijn in miljoenen euro’s. Leidsche Rijn De wijziging betreft indexatie.
40
4 Budgettair neutrale bijsturingsvoorstellen In deze paragraaf leggen wij onze bijsturingsvoorstellen expliciet aan uw raad voor. De voorstellen kunnen betrekking hebben op het lopende jaar (2011), maar ook op de komende begroting (2012) en meerjarenraming. Uitgangspunt bij deze voorstellen is dat deze geen effect hebben op de financiële ruimte. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een mutatie in een reserve of om incidentele of structurele meevallers waarvoor wij binnen de betreffende programma's een voorstel ter bestemming doen. Leidsche Rijn De fasering van de grondexploitatie wijzigt op basis van de geactualiseerde grondexploitatie Leidsche Rijn. Hierin zijn de effecten van de vertraging als gevolg van de crisis verwerkt. Voor de precieze uitwerking verwijzen we u naar de Bestuursrapportage Leidsche Rijn. Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit Wij ramen de lasten voor de uitvoering van de projecten bereikbaarheid en lucht jaarlijks globaal bij de programmabegroting. De projecten zijn al eerder door uw raad geautoriseerd. De realisatie van deze investeringsprojecten duurt vaak meerdere jaren en het verloop van uitgaven is door het grillige verloop lastig te ramen. Daarom stellen wij u voor het kasritme van de meerjarige investeringsprojecten meer in lijn te brengen met de actuele planning voor de uitvoering van het programma bereikbaarheid en lucht. Stationsgebied Met de Bestuursrapportage Stationsgebied leggen wij de geactualiseerde grondexploitatie per 1 mei ter vaststelling aan u voor. Uitgangspunt blijft een sluitende grondexploitatie. De uitwerking staat in de bestuursrapportage Stationsgebied. Onderwijs, Educatie en Bibliotheek We verhogen vanaf 2011 de lasten en baten structureel met 12,4 miljoen euro voor de Specifieke uitkering Onderwijs Achterstanden Beleid. In 2010 keerde het rijk de middelen voor Onderwijs Achterstanden Beleid 9,3 miljoen euro uit via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds, in 2011 is dit een specifieke uitkering geworden. Dit betekent dat wij de voorscholen in Leidsche Rijn (collegeprogramma) kunnen realiseren uit de hogere rijksbijdrage. Daarom stellen wij voor de gemeentelijke bijdrage voor voorscholen in Leidsche Rijn te schrappen en toe te voegen aan de financiële ruimte (1,12 miljoen euro in 2011, 1,28 miljoen euro in 2012 en 2013 en 1,36 miljoen euro vanaf 2014). Zie paragraaf 2.1. We stellen voor de lasten van 3 lokalen voor Voor- en vroegschoolse educatie in Leidsche Rijn van 0,595 miljoen euro ten laste te brengen van het budget Onderwijs Achterstandenbeleid 2011 en dit bedrag te storten in de vaste activa reserve. Het budget dat in 2010 voor dit doel beschikbaar is gesteld, hebben we in de bestedings- en dekkingsvoorstellen 2010 nog niet toegedeeld omdat nog niet alle lokalen gereed waren. De (hogere) rijksbijdrage voor Onderwijs Achterstanden Beleid biedt ruimte voor de dekking van deze lasten in 2011. Met dit bedrag realiseren we VVE lokalen bij Het Balkon (0,08 miljoen euro), Het Zand (0,244 miljoen euro) en Hoge Weide (0,271 miljoen euro). We stellen voor de lasten en baten vanaf 2011 structureel te verhogen met 0,023 miljoen euro als gevolg van de hogere vaststelling van de rijksbijdrage voor de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) leerplicht en kwalificatieplicht 0-18 jarigen. De beschikking valt 0,023 miljoen euro hoger uit dan begroot. Dit bedrag dient te worden besteed aan de doelstellingen van de specifieke uitkering. We verlagen de lasten van het schoolzwemmen met 0,22 miljoen euro ter invulling van de taakstelling. Dit realiseren we door een efficiëntere aanpak van het schoolzwemmen, onder andere door het aanpassen van de kilometergrens, naschoolse zwemlessen, andere benutting van de capaciteit van zwembaden en dubbele zwemblokken. De maatregelen kunnen ingaan vanaf het schooljaar 2011-2012. Daardoor is de volledige besparing in 2011 niet te realiseren op uitsluitend schoolzwemmen. Het deel dat we niet met efficiencymaatregelen op schoolzwemmen kunnen
41
invullen (0,106 miljoen euro) verdelen we over verschillende onderwerpen, namelijk uit een verlaging van de budgetten voor Cultuureducatie, Toezicht onderwijs, Veilige school en Leerlingenzorg. We verlagen de lasten van Cultuureducatie met structureel 0,065 miljoen euro om de efficiencytaakstelling 2009 in te vullen. Concreet is dit een verlaging van het budget voor voormalig personeel onder Cultuureducatie,omdat er sprake is van een lager beroep op dit budget. We stellen voor 5,704 miljoen euro te storten in de vaste activa reserve, 2,526 miljoen euro te storten in de programmareserve Onderwijs, Educatie en Bibliotheek en 3,57 miljoen euro te onttrekken aan de programmareserve Onderwijs, Educatie en Bibliotheek. Uw raad heeft op 24 maart de voortgangsrapportage masterplannen vastgesteld. Normaal gesproken verwerken wij deze als technische wijziging. In de tabellen en bijlagen van de masterplannen is echter de laatste VNG index nog niet verwerkt. Deze index is voor 2011 veel lager dan verwacht. De bedragen in de voortgangsrapportage moeten daarom naar beneden worden bijgesteld. De storting in de vaste activa reserve betreft de volgende projecten: Duurstedelaan 3,367 miljoen euro Binnenklimaat Duurstedelaan 0,36 miljoen euro Pagelaan 0,945 miljoen euro Het balkon (tijdelijke huisvesting Vleuterweide) 0,2 miljoen euro Ouderlokaal en VVE lokaal St Jan de Doper 0,225 miljoen euro Binnenklimaat Ten Veldestraat 0,32 miljoen euro Voorschoollokaal Joannes XXIII 0,287 miljoen euro
• • • • • • •
De storting in de programmareserve Onderwijs, Educatie en Bibliotheek betreft de Duurstedelaan (0,126 miljoen euro) en tijdelijke huisvesting diverse projecten masterplan (2,4 miljoen euro). De onttrekking aan de programmareserve Onderwijs, Educatie en Bibliotheek betreft de volgende projecten: Pagelaan 1,305 miljoen euro Tijdelijke huisvesting 0,96 miljoen euro La Bohemedreef 0,3 miljoen euro Het Balkon (tijdelijke huisvesting Vleuterweide) 0,2 miljoen euro Janskerkhof (sloop en tijdelijke huisvesting) 0,405 miljoen euro Kranenburgschool 0,175 miljoen euro Ouderlokaal en VVE lokaal St. Jan de Doper 0,225 miljoen euro
• • • • • • •
Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Inburgering De reorganisatie uit het masterplan wordt per 30 mei gerealiseerd. In het masterplan is vastgesteld dat de voorgestelde bezuiniging op dat moment het maximaal haalbare is. Op dit moment is het daarom niet mogelijk structurele invulling te geven aan de resterende efficiencytaakstelling uit 2009. Uit de malusregeling met de taalaanbieders bij Inburgering verwachten wij nog een bedrag van 0,4 miljoen euro in 2011. Deze baten waren niet geraamd. We stellen voor de resterende taakstelling in 2011 van 0,383 miljoen euro incidenteel in te vullen met de opbrengsten uit de malusregeling inburgering. Hiertoe verhogen we de lasten van het apparaat, programma Algemene ondersteuning in 2011 incidenteel met 0,383 miljoen euro en de baten van Inburgering, programma Diversiteit en Integratie in 2011 incidenteel met 0,383 miljoen euro. Daarnaast stellen we voor de resterende taakstelling in 2012 van 1,378 miljoen euro in te vullen bij het opstellen van de programmabegroting 2012. We verwachten namelijk nog een voordeel uit de afwikkeling van de BDU-SIV gelden van Inburgering van ongeveer 1 miljoen euro. In het najaar is meer duidelijkheid over de omvang van dit voordeel. De taakstelling in 2013 van 1,523 miljoen euro willen we invullen bij de voorjaarsnota 2012. De structurele taakstelling vanaf 2014 van 1,523 miljoen euro vullen we voor 1,1 miljoen euro in door de inzet van het structureel geraamde frictiebudget dat vanaf 2014 kan vrijvallen; het restant van 0,423 miljoen euro willen we invullen bij de voorjaarsnota 2012. We stellen voor de lasten en baten van de doelstelling Wsw incidenteel in 2012 te verhogen met 0,026 miljoen euro. Over 2009 hebben we binnen de specifieke uitkering een bonus ontvangen voor begeleid werken van 26.000 euro. In de toekenningsbrief van het ministerie staat aangegeven dat de bonus ingezet dient te worden voor de Wsw. We stellen daarom voor de bonus in te zetten voor de cliëntenparticipatie Wsw in 2012. Programma's Jeugd, Onderwijs, Educatie en Bibliotheek, Welzijn en onderdeel Algemene Ondersteuning We stellen voor een nog openstaande efficiencytaakstelling in te vullen door het verminderen van het aantal fte bij de afdeling ontwikkeling bij de dienst maatschappelijke ontwikkeling en door het besparen van kosten op monitoren. Dit 42
kan zonder beleidseffecten. Als gevolg hiervan stijgen de lasten in het onderdeel algemene ondersteuning in 2011 met 0,394 miljoen, in 2012 met 0,395 miljoen, in 2013 met 0,478 miljoen euro, vanaf 2014 en verder met 0,528 miljoen. De lasten dalen bij het programma Jeugd met 0,165 miljoen in 2011, in 2012 met 0,231 miljoen, vanaf 2013 en verder met 0,207 miljoen. De lasten dalen in het programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek structureel met 0,036 miljoen. In het programma Welzijn dalen de lasten met 0,036 miljoen in 2011 en structureel vanaf 2012 met 0,015 miljoen euro. Daarnaast dalen de lasten door het inleveren van beleidscapaciteit op Welzijn en Jeugd. Programma's Sport, Onderwijs, Educatie en Bibliotheek en Sport en onderdeel Algemene Ondersteuning Wij stellen voor een nog openstaande efficiencytaakstelling van 0,475 miljoen euro in te vullen door het taakstellend verlagen van de exploitatiebudgetten bij schoolgebouwen en sportaccommodaties. We gaan efficiënter inroosteren. Als gevolg hiervan stijgen de lasten in het onderdeel Algemene ondersteuning structureel met 0,475 miljoen euro, en dalen de lasten in het programma Onderwijs, Educatie en Bibliotheek met 0,235 miljoen euro en in het programma Sport met 0,240 miljoen euro. Sportvelden Veemarktterrein Wij stellen voor het voordeel van het sportproject MHC Fletiomare (0,853 miljoen euro) in te zetten voor de grondkosten en parkeerplaatsen van de Veemarkt en voor het bouwrijp maken van de uitbreiding in de Voorveldse polder. Programma Stedelijke ontwikkeling en Groen We stellen voor de reserve grondexploitaties aan te vullen met 0,867 miljoen euro aan te vullen. In de voorbereidingsfase zijn kosten gemaakt ten behoeve van het sluitingsplan Veemarktcomplex voor een bedrag van 0,867 miljoen euro. Deze kosten zijn bij de Verantwoording 2010 tijdelijk met de reserve grondexploitaties verrekend. In 2011 worden ze alsnog ten laste gebracht van de begroting van de grondexploitatie Voordorp-Zuid. Wij stellen voor een bedrag van 0,305 miljoen te storten in de reserve grondexploitaties. Als zekerheid bij uitgifte van gronden ontvangen wij van de kopers waarborgsommen. Deze worden bij de definitieve passage met de uitgifteprijs verrekend. De kopers hebben in alle gevallen hun waarborgsom terug ontvangen, maar de opbrengsten zijn in enkele gevallen abusievelijk netto verantwoord, de werkelijke opbrengst was 0,305 miljoen hoger. Deze opbrengst wordt alsnog verrekend met de reserve grondexploitaties. We stellen voor om de voorziening voor calamiteiten bij vastgoedbeheer op te heffen en de gereserveerde middelen inclusief de jaarlijkse dotaties toe te voegen aan de egalisatievoorziening onderhoud. Zowel de voorziening voor calamiteiten als die voor onderhoud hebben het karakter van een egalisatiereserve en zijn dus bedoeld voor het opvangen van schommelingen van jaar tot jaar. Samenvoeging van beide voorzieningen vergroot de opvangcapaciteit voor schommelingen.
43
44
Bijlage 1 Programma
Mutatie
2011
2012
2013
2014
2015
Wonen en Monumenten
Incidentele toevoeging in 2011 en 2012 voor het stimuleren van de herbestemming van waardevol en karakteristiek erfgoed en voor de herontwikkeling van bijzondere terreinen.
0,155
0,030
Lokale Democratie en Bestuurlijke Vernieuwing
Incidentele toevoeging in 2011 voor bewonersinitiatieven. Met deze bijdrage kunnen initiatieven worden gehonoreerd die bijdragen aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijk of de sociale cohesie versterken.
0,248
Milieu en Duurzaamheid
Structurele toevoeging vanaf 2011 voor de uitvoering van de EG-verordening Polutant Release Transfer Register (E-PRTR). In de jaren 2008 tot en met 2010 werden incidentele middelen toegevoegd voor de uitvoering van deze taak. Dit wordt nu structureel gemaakt.
0,008
0,008
0,008
0,008
0,008
Diversiteit en Integratie
Structurele uitname vanaf 2011 in verband met lagere uitvoeringskosten voor de Wet inburgering. Deze lagere kosten zijn het gevolg van de motie Koolmees, op basis waarvan het merendeel van de kosten bij de inburgeraar worden gelegd.
-0,052
-0,052
-0,052
-0,052
-0,052
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
In de Programmabegroting 2011 is bij de corresponderende posten een structurele toevoeging vanaf 2011 voor maatschappelijke stages opgenomen. In verband met de bezuinigingen op de overheidsuitgaven is deze toevoeging in de decembercirculaire 2010 teruggedraaid.
-0,158
-0,158
-0,158
-0,158
-0,158
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
Door de structurele toevoeging in de Programmabegroting 2011 voor maatschappelijke stages kon de gemeentelijke bijdrage met 0,065 miljoen euro worden verlaagd. Nu de structurele toevoeging wordt teruggedraaid, wordt ook de verlaging van de gemeentelijke bijdrage ongedaan gemaakt.
0,065
0,065
0,065
0,065
0,065
Onderwijs, Educatie en Bibliotheek
Verhoging van de incidentele toevoeging in 2011 en 2012 voor de impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur van 0,434 miljoen euro naar 0,721 miljoen euro. De toevoeging wordt verstrekt op voorwaarde van gemeentelijke cofinanciering.
0,287
0,287
Welzijn
Wet Maatschappelijke Ondersteuning: structurele toevoeging vanaf 2011 van het budget voor de huishoudelijke hulp. Deze toevoeging heeft te maken met de verhoging van het macrobudget voor de huishoudelijke hulp, op basis van een (bindend) advies van het SCP.
0,875
0,875
0,875
0,875
0,875
45
Welzijn
Incidentele toevoeging van 0,208 miljoen euro in 2011 in verband met de voorzetting voor 1 jaar van de pilot Mannenopvang (septembercirculaire 2010). In de maartcirculaire 2011 is deze incidentele bijdrage verhoogd tot 0,307 miljoen.
Totaal
0,307
1,735
1,055
0,738
0,738
0,738
Bedragen zijn in miljoenen euro's
46
Bijlage 2 In het onderstaande vindt u een overzicht van de maatregelen die we nemen in het kader van de doorlichting. Deze vinden hun oorsprong in de doorlichtingrapporten. Als geheugensteuntje nemen we per maatregel nog een korte samenvatting op. Waar we afwijken van het besparingspotentieel of inhoud van maatregel uit de doorlichting is dit ook opgenomen. Ten behoeve van de leesbaarheid geven wij in onderstaand vergelijkend overzicht onze keuzes voor besparingen alleen in het jaar 2014 weer. In de doorlichtingrapporten was immers ook met name het besparingspotentieel per 2014 in beeld gebracht. DoelmatigheidsDoelmatigheidsmaatregelen
Gemeentebreed
Aanbeveling rapport 2014
0,240
Keuze college Toelichting keuze college 2014
0,240 We gaan alle uitgaande subsidies via éen gemeentebreed
subsidiebureau
subsidiebureau laten verwerken en brengen in het proces van subsidieverstrekking verbeteringen aan. Het gaat om het proces bij kleine subsidies, het bundelen van subsidies aan grote organisaties, de administratieve verwerking, digitaliseren van de subsidieprocessen en verbeteren van de informatievoorziening.
Besparing WMO
1,500
1,500 De besparingen op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning vanaf 2014 sluiten aan bij de maatregelen die momenteel al uitgevoerd worden op dit terrein. Deze waren vastgelegd in de recent daarover verschenen notitie.
Reizigersvaccinaties
0,100
Verzakelijking en
0,513
modernisering bibliotheek
0,000
We onderzoeken de samenwerkingsmogelijkheden met, of overdracht aan een andere (markt)partij van de reizigersvaccinaties. Het is van belang dat daarbij de infrastructuur, die nodig is om incidentele grootschalige vaccinatieprogramma's uit te voeren, in stand blijft. De eerste verkenningen leiden er toe dat de verwachting is dat dit geen besparing zal opleveren.
0,270 We gaan het bibliotheekwerk moderniseren. Dat doen we door: met ICT de huidige dienstverlening gemakkelijker en aantrekkelijker te maken het digitale aanbod uit te breiden de educatieve functie te versterken activiteiten aan te bieden en in samenwerking met de ketenpartners de culturele en sociale functie te verbeteren een nieuwe bruisende centrale bibliotheek te realiseren en een dekkend netwerk aan wijkvestingen te handhaven.
• • • • •
We willen deze innovatie bekostigen door wijkvestigingen, die in het dekkende netwerk kunnen vervallen, te sluiten en een aantal efficiëntiemaatregelen door te voeren. We sluiten echter minder wijkvestigingen dan in de aanbevelingen van het doorlichtingrapport. U ontvangt een dezer dagen een separaat integraal plan rondom de modernisering van de bibliotheek. Over de mogelijkheden voor verzelfstandiging en de provinciale samenwerking zullen wij bij begroting nader rapporteren.
47
Vastgoed
5,800
4,750 Op het terrein van vastgoed gaan we een gemeentebrede vastgoedorganisatie realiseren (eerste kwartaal 2012), waarin de vastgoedexpertise en het beheer van panden gebundeld wordt. We sturen op een hogere bezettingsgraad en gaan accommodaties multifunctioneel (laten) gebruiken. De besparing pakt lager uit (0,9 miljoen euro), omdat een deel bij de subsidie bij Welzijn wordt ingeboekt. Dit om te voorkomen dat we dubbelingen inboeken. Uit het plan van aanpak blijkt een beperkte vertraging van de realisatie; 0,15 miljoen euro structureel wordt na 2014 gerealiseerd.
Plan- en VAT-kosten
0,873 De aanbevelingen van de onderzoekers nemen wij allemaal
Leidsche Rijn
over. Het gaat hierbij vooral om verbeteringen in de financiële sturing van de projecten, verheldering van het opdrachtgeverschap en vroegtijdige afweging of projecten wel haalbaar zijn. Alle aanbevelingen in het rapport Plan- en vatkosten worden uitgevoerd. Bij de grondexploitaties in het Stationsgebied en de overige binnenstedelijke grondexploitaties wordt daarmee een betere opbrengst gegenereerd. Alleen de besparingen op plan- en vatkosten in Leidsche Rijn komen ten goede aan de opgave van 55 miljoen euro. Deze besparingen komen ten gunste van de grondexploitatie LR, en hebben daarmee een gunstige invloed op het weerstandsvermogen. Doordat er minder storting in het weerstandsvermogen nodig is kunnen de besparingen meetellen als bezuiniging.
Projectmanagement-
0,010
0,010 Naast deze beperkte besparing als gevolg van efficiency ten
bureau als intern
gunste van de 55 miljoen euro (te verklaren door positie van
bedrijf
PMB als nuldienst) zullen wij aanzienlijke besparingen (0,748 miljoen euro) realiseren door het vereenvoudigen van de ruimtelijke keten en beter projectmatig werken. Deze besparingen komen ten gunste van grondexploitaties en gesubsidieerde programma’s.
Optimaliseren
1,094
1,094 Bij Stadswerken kunnen wij een structurele efficiencybesparing
werkprocessen
realiseren door een verandertraject, waarin we processen
Stadswerken
scherp tegen het licht gaan houden. Het gaat dan bijvoorbeeld om koppeling van de beheerssystemen aan het financieel systeem, waardoor minder handelingen en checks nodig zijn. Een ander voorbeeld is het efficiënter organiseren van toezicht en inspectie rondom onderhoudsprojecten en het beter managen van die projecten (tijd en geld).
Op afstand plaatsen
3,000
3,000 Wij onderzoeken de constructie van een Overheids NV, waarvan
Stadswerken
de gemeente de enige aandeelhouder wordt. In deze constructie
(overheids NV)
geeft de gemeente opdracht aan Stadswerken voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden. De onderzoekers geven aan dat in zo'n constructie de efficiency nog verder kan stijgen door besparing op de overheadkosten. De randvoorwaarden bij deze businesscase (rondom duurzaamheid, social return en arbeidsvoorwaarden) hebben we eerder in onze opdracht opgenomen.
Andere wijze van
0,274
0,274 Het gaat om meer of anders uitbesteden, interne of externe
uitvoering enkele
verzelfstandiging en outsourcing van verschillende onderdelen.
taken Stadswerken
Het feit dat het seizoenswerk betreft of het specifieke karakter van de taak kan maken dat dit efficiënter is.
48
Overhead
12,600
15,000 We gaan de overhead in de organisatie fors terugdringen. Met de realisatie van deze besparing van 15 miljoen euro in 2014 op de overheadformatie behoort Utrecht tot de 20% van 100.000+ gemeenten met de kleinste overheadformatie. De norm gaat van 32% naar 29,3%, te bereiken in 2016. Dit realiseren we door het normeren en verminderen van management en secretariaten. Daarnaast zal op verscheidene staffuncties (zoals ICT, PENO en FIN) organisatiebreed bespaard worden. Kernbegrippen daarbij zijn bundeling, standaardisatie, innovatie, uitbesteding, versobering, voorkomen van dubbel werk en eenduidige organisatie. Uit de doorlichting kwam een besparing van tussen de 12,6 en 18,3 miljoen euro. Dit zal (met de voorgenomen verzelfstandigingen en overige bezuinigingen waarmee de staf moet meeademen) in totaal een personeelsreductie in overhead met zich meebrengen van ongeveer 450 fte.
Inkoop (inclusief
8,310
15,000 Op Inkoop kunnen we besparingen oplopend tot 15 miljoen euro realiseren. We moeten om dat te bereiken de organisatie
inhuur externen)
van inkoop sterk veranderen (op een manier waarin Rotterdam en Amsterdam en diverse andere gemeenten ons zijn voorgegaan). We gaan meer gemeentebreed sturen op de inkoop door een "tenderboard" in te richten. Bij alle inkoopopdrachten boven de 100.000 euro wordt een inkoopstrategie vastgesteld, met meer aandacht voor de manier waarop een inkoopopdracht tot stand komt (de aanbesteding) en meer aandacht voor de in de aanbestedingen opgenomen doelen (ook duurzaamheid en social return). De nadere analyse van de gegevens die wij aankondigden na vaststelling van het rapport, en een extra expert-opinion geven aan dat er meer besparingen dan opgenomen in het rapport mogelijk zijn door deze manier van scherper inkopen. Optimalisering taken
1,373
1,373 Het referentiekader van concernsturing is bij de vernieuwing
BCD, w.o.
van de BCD het uitgangspunt. Essentiële verandering is dat de
controlorganisatie
BCD in dit model geen lijn-, maar een staforganisatie is. Dit betekent dat alle uitvoerende en lijntaken uit de BCD gaan en de veel kleinere BCD zich richt op de ondersteuning van het bestuur en de organisatie. Het verbeterpotentieel is aanwezig doordat (a) er beter in lijn met de kerntaken van de BCD gewerkt kan worden, (b) bestaande taken beter uitgevoerd kunnen worden en (c) de bestaande taken in een aantal gevallen tegen minder inzet van middelen uitgevoerd kunnen worden.
Optimaliseren
0,170
0,170 Door het optimaliseren van de organisatie van Burgerzaken
organisatie
kunnen we onze dienstverlening verbeteren en besparingen
Burgerzaken
realiseren. Het gaat hierbij om het werken met een snelloket, het beperken van openingstijden en het werken op afspraak.
Samenwerking met
0,240
0,240 Een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen leidt
waterschappen
tot efficiënter werken en daarmee tot structurele besparingen.
Belastingen
Hierdoor kunnen we de kwaliteit van de heffings- en invorderingsprocessen verbeteren en de kosten ervan reduceren. De mogelijkheid wordt onderzocht om samen te werken met waterschappen.
49
Innovatie publieks-
4,110
2,300 Door de dienstverleningsprocessen te stroomlijnen en te
dienstverlening
standaardiseren en tegelijkertijd zoveel mogelijk in te zetten op een gedigitaliseerde dienstverlening kunnen we met lagere kosten een betere dienstverlening realiseren. Uiteindelijk ontvangen we dan minimaal 25% van alle dienstverleningstransacties digitaal. In andere grote steden is dit concept eerder toegepast en heeft dit tot grote besparingen geleid. Wij hebben het besparingspotentieel uit het doorlichtingsrapport bijgesteld, omdat een deel van de maatregelen reeds is ingeboekt als bezuiniging, bijvoorbeeld in het Masterplan Sociale Zaken en Werkgelegenheid. We starten op korte termijn met het herontwerp van processen en doen daarmee ervaring op. Op basis daarvan kunnen we bij de begroting een goede inschatting geven van de definitieve opbrengsten en benodigde investeringskosten.
Gemeenschappelijke
0,275 Een surplus uit de taakstelling gemeenschappelijke regelingen
regelingen
uit de begroting 2010 zullen we inzetten voor de opgave van 55 miljoen euro.
Communicatiebureau
1,400 Wij willen het communicatiebureau verkleinen. We willen vooral op de advies- en beleidsfuncties besparen. Dit zal geen gevolgen hebben voor de concrete communicatieproducten, die direct voor de burger bestemd zijn.
Doorlichting
0,000 De doorlichting van de investeringen is nog gaande. In de
investeringen
Programmabegroting 2012 zijn de resultaten bekend. Wij gaan er op basis van onze eerste verkenningen van uit dat deze doorlichting een incidentele besparing oplevert van 5,5 miljoen euro, verdeeld over de jaren 2012 en 2013 en hebben deze besparing taakstellend verwerkt. De bedragen in deze tabel betreffen het jaar 2014, waarin op dit moment geen besparingen meer gepland zijn.
Subtotaal
39,334
47,769
doelmatigheid
Doeltreffendheidsmaat regelen Besparingen op subsidies
Aanbeveling rapport 2014 2,800
Keuze college Toelichting keuze college 2014 2,800 In de doorlichting op het sociale domein is aangegeven dat de uitgaven van Utrecht op dit terrein hoger liggen dan in vergelijkbare gemeenten. We besparen met deze maatregelen onder andere op huisvestingssubsidies aan gesubsidieerde instellingen (0,9 miljoen euro, die we kunnen besparen door minder kosten te maken, zie doorlichting vastgoed). Ook gaan we de budgetten aan organisaties voor de relevante prestatievelden van de WMO tegen het licht houden en besparen we op onderzoek. Deze voorstellen vragen ook overleg met onze partners in het veld. Op de precieze inhoud van deze bezuinigingen komen wij bij de begroting terug.
50
Vernieuwende
5,935
0,500 Omdat de Rijksbesparingen op dit terrein groot zijn en
werkwijze sociaal
mensen ook rechtstreeks in de portemonnee treffen, en omdat
kwetsbaren
de uitwerking van de decentralisatie van de AWBZ en gevolgen van de Wet Werken naar Vermogen nog onduidelijk zijn, nemen wij het besparingspotentieel uit het onderzoek vooralsnog niet over. Wij gaan wel meer integraal beleid maken, waardoor we op ambtelijke capaciteit besparen.
Vernieuwende
3,425
2,970 Het uitgangspunt is dat de ondersteuning, begeleiding en
werkwijze jeugd,
hulpverlening aan Utrechtse kinderen en ouderen op peil blijft.
onderwijs en zorg
De verbetering (en de besparing) willen wij realiseren door een beter afgestemde planning en inzet van mensen en middelen, in de jeugdzorgketen (in de meest brede zin van het woord). Randvoorwaardelijk is het beschikbaar blijven van de Brede doeluitkering Centra Jeugd en Gezin. Daarnaast maken we scherpere keuzes in de inzet van middelen passend bij de ambitie van de Utrechtse Onderwijsagenda. Deze voorstellen vragen overleg met onze partners in het veld. Op de precieze inhoud van de bezuinigingen komen wij bij de begroting terug.
Samenwerking op het
0,400
0,100 Anders dan in het doorlichtingsrapport, waarin gesproken
gebied van veiligheid
wordt over fusie met de GGD Midden Nederland, zoeken wij
en gezondheid
naar een lichtere vorm van samenwerking binnen de veiligheidsregio. Dit vanwege het belang dat wij hechten aan een krachtige stads-GGD met een breed takenpakket. Daardoor realiseren wij minder besparingen dan in het doorlichtingsrapport aangegeven.
Preventieve
0,650
0,315 Preventieve gezondheidszorg heeft een bewezen effect. Daarom
gezondheidszorg
vinden wij de besparingen van de onderzoekers onverstandig. Wij zien dus beperktere mogelijkheden dan de onderzoekers, omdat wij de investeringen van de laatste jaren in regie en samenwerking in met name de krachtwijken niet ongedaan willen maken. Dit betekent dat we wel besparen op onder meer voorlichting, programmageld en onderzoekskosten.
Nieuwe werkwijze in
4,451
4,451 Het gaat hierbij om een optimalisatie van de gehele ruimtelijke
de ruimtelijke keten
keten; stroomlijning van het proces en prioritering van de
(Ingenieursbureau en
activiteiten. Alsmede het scherper maken van de
SO)
verantwoordelijkheidsverdeling van de verschillende onderdelen. Dit leidt tevens tot het verbeteren van sturingsinformatie, de vereenvoudiging van sturing en digitalisering van bestemmingsplannen.
'Taken niet meer doen'
0,689
0,000
De voorstellen van de doorlichters nemen wij niet over. De
in het fysieke
belangrijkste maatregel was het overdragen van de
beheerdomein
landgoederen. Wij willen dit onderzoeken, maar achten het op basis van eerdere ervaringen niet realistisch hiervoor een besparing in te boeken.
Programma Veiligheid
0,927
0,227 Vanwege de grote bezuinigingen van rijkswege op het terrein van veiligheid zien wij minder mogelijkheden voor besparingen in dit programma. Bij de begroting zullen wij de concrete invulling van het totaal aan te realiseren bezuinigingen van 2,5 miljoen euro vanuit het Rijk en de bijdrage van 0,227 miljoen euro aan de opgave van 55 miljoen euro uitgewerkt hebben. Dit betreft zowel maatregelen in de fysieke veiligheid als in de sociale veiligheid. Utrecht blijft inzetten op de dalende trend in de criminaliteitsontwikkeling in de stad.
51
Programma Lokale
0,300
0,300 Wij handhaven het besparingspotentieel, maar wijken bij de
democratie en
invulling af van de geïnventariseerde maatregelen uit het
bestuurlijke
rapport. In plaats van op het internationale beleid zoeken wij de
samenwerking
besparing in de bestuurlijke samenwerking. Op de precieze maatregelen die we treffen komen we bij de begroting terug.
Regierol
0,700 Wij stellen voor te verkennen op welke wijze onze
ontwikkelen/overlaten
beleidsontwikkeling / uitvoering met minder kosten tot een
aan de markt op het
vergelijkbaar of beter resultaat kan leiden. We denken dat dit
terrein van wonen en
een besparing van 10% kan opleveren. Daarbij zal een nieuwe
monumenten
rol van de gemeente zoals beschreven in het referentiekader leidend zijn. Op de precieze maatregelen die we treffen komen we bij de begroting terug.
Leerlingenvervoer
0,300 Vanaf 2013 willen wij de kosten van leerlingenvervoer terugdringen. Daarbij gaan we er vanuit dat de ontwikkelingen van passend onderwijs tot minder vervoerskilometers zullen leiden en dat we dichter bij de wettelijke richtlijnen uitkomen. Een deel van de doelgroep zal hiervan beperkte nadelen ondervinden. Op de precieze maatregelen die we treffen komen we bij de begroting terug.
Subtotaal doeltreffendheid
19,577
12,663
Totaal doelmatigheid en doeltreffendheid
58,911
60,432
Niet door college
3,487
0 Sommige voorstellen uit de doorlichtingen hebben wij direct bij
overgenomen
het vaststellen van het rapport niet overgenomen. Het gaat
maatregelen
bijvoorbeeld om het voorstel de balie burgerzaken in Vleuten te sluiten, het onderhoudsniveau in het 'groen' of het sluiten van voorzieningen in de openbare ruimte.
Kostendekkendheid
4,255
tarieven
--- Wij hebben de kostendekkendheid van de tarieven afzonderlijk onder de loep genomen. In hoofdstuk 2.2. Organisatievernieuwing lichten wij de werkwijze en de te bereiken besparing van 4,976 miljoen euro toe. Deze hebben we niet meegeteld in deze tabel.
Totaal uit
66,553
Eindrapportage Externe doorlichting
Bedragen in miljoenen euro's
52
Bijlage 3 Nog lopende onderzoeksopdrachten gericht op besparing en/of andere gemeentelijke rolinvulling
• We doen onderzoek naar de mogelijkheden om de arbeidsproductiviteit te verhogen en daarmee besparingen te • • • • • • • • • •
realiseren. In de doorlichtingsrapporten Stadsontwikkeling en de BCD is het verhogen van de productiviteit als maatregel opgenomen. We onderzoeken mogelijkheden om dit gemeentebreed toe te passen. We nemen de bestaande reserves onder de loep en maken een analyse van mogelijke overlappingen of dubbeltellingen. We kijken naar de mogelijkheden om kosten terug te dringen of opbrengsten te vergroten op het gebied van treasury: het gaat hierbij om zaken als goedkoper lenen, opbrengst bij uitgezette middelen verhogen, effecten van interne rekenrentes, sneller innen, scherper debiteurenbeheer, liquiditeitsbegroting/beheer opstellen. We zetten in op het verkrijgen van meer subsidie. We onderzoeken de mogelijkheden om meer bezuinigingen door te geven aan verbonden partijen. We onderzoeken de mogelijkheden voor een andere rolinvulling van de gemeentelijke overheid op het brede veld van Openbare Orde en Veiligheid. We verkennen de mogelijkheden om minder beleid te maken op het gebied van verkeer, vervoer en parkeren. We verkennen de mogelijkheden om een andere rol te kiezen op het gebied van Economische Zaken en meer samen te werken met het veld / meer over te laten aan de markt. We onderzoeken diverse scenario's met betrekking tot welstandscommissies. We hebben opdracht gegeven om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving te bundelen en daarmee besparingen te realiseren. We hebben opdracht gegeven om de programma's op het gebied van Stadsontwikkeling die buiten de doorlichting zijn gebleven nader te analyseren op besparingsmogelijkheden.
53
54
55
56