Bacheloropleiding Notarieel recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht

Bacheloropleiding Notarieel recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

I

De bacheloropleiding Notarieel recht omvat 180 studiepunten, verdeeld over drie jaren van elk 60 studiepunten. Meer informatie over het eisenpakket voor afstuderen, de overgangsregelingen, doelstelling en eindtermen van de opleiding vind je in de Onderwijs- en Examenregeling .


II

Inhoudsopgave

Bachelor Notarieel recht, 1e jaar

1


1


2

Honoursprogamma

2

Interdepartmental Honours Courses

2

Facultair Honours Rechten

2

Vak: Aansprakelijkheidsrecht (Periode 2)

3

Vak: Bachelorscriptie (Periode 2+3)

5

Vak: Bachelorscriptie (Periode 5+6)

6

Vak: Bedrijfseconomie I (Periode 2)

7

Vak: Bedrijfseconomie II (Periode 3)

8

Vak: Beginselen bestuursrecht (Periode 2+3)

10

Vak: Beginselen Europees recht (Periode 5)

11

Vak: Beginselen staatsrecht (Periode 1)

13

Vak: Beginselen strafrecht (Periode 2)

14

Vak: Belastingrecht I (Periode 1)

15

Vak: Belastingrecht II (Periode 2)

16

Vak: Belastingrecht III (Periode 3)

17

Vak: Bestuursrecht (Periode 5)

18

Vak: Boeken van belang: Encyclopedie der rechtswetenschap I (Periode 4)

19

Vak: Burgerlijk procesrecht en insolventierecht (Periode 4)

20

Vak: Contractenrecht en goederenrecht (Periode 2+3)

22

Vak: Contractenrecht en goederenrecht, onderdeel Contractenrecht (Periode 2)

22

Vak: Contractenrecht en goederenrecht, onderdeel Goederenrecht (Periode 2+3)

24

Vak: Current Issues in Psychopathology (Semester 1)

25

Vak: Erfrecht I (Periode 1)

25

Vak: Erfrecht II (Periode 5)

27

Vak: Huwelijksvermogensrecht (Periode 4+5)

28

Vak: Inleiding goederenrecht (Periode 2)

30

Vak: Inleiding in de rechtswetenschap (Periode 1)

31

Vak: Inleiding verbintenissenrecht (Periode 4)

33

Vak: Klassieke teksten (Periode 1+2)

35

Vak: Kritisch redeneren/Academische vaardigheden: Juridische vaardigheden (Periode 3+4+5)

36

Vak: Notariswet (Periode 1)

38

Vak: Ondernemingsrecht (Periode 1)

39

Vak: Personen- en familierecht (Periode 4)

40

Vak: Pleitoefening (Periode 1+2)

41

Vak: Pleitoefening (Periode 4+5)

44

Vak: Recht en medische biotechnologie (Periode 5+6)

44

Vak: Rechtzoeken (Periode 2+3)

46

Vak: Rechtzoeken (Periode 5+6)

47

Vak: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (Periode 4)

48

Vak: Verbreding goederenrecht I (Periode 4)

49


III

Vak: Verbreding goederenrecht II (Periode 6)

50

Vak: Wetenschapsgeschiedenis: Rechtsgeschiedenis (Periode 5)

51

Vak: Wijsgerige vorming: Encyclopedie der rechtswetenschap II (Periode 5)

52


IV

Bachelor Notarieel recht, 1e jaar Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Beginselen bestuursrecht

Periode 2+3

6.0

R_Beg.best.r

Beginselen Europees recht

Periode 5

6.0

R_Beg.Eur.r

Beginselen staatsrecht

Periode 1

6.0

R_BegSta

Beginselen strafrecht

Periode 2

6.0

R_BegstrR

Boeken van belang: Encyclopedie der rechtswetenschap I

Periode 4

6.0

R_Ency.I

Inleiding goederenrecht

Periode 2

6.0

R_InlGoed

Inleiding in de rechtswetenschap

Periode 1

6.0

R_InlrechRC

Inleiding verbintenissenrecht Periode 4

6.0

R_InlVerb

Kritisch redeneren/Academische vaardigheden: Juridische vaardigheden

6.0

R_Jur.vrd

6.0

R_Rechtsgs

Periode 3+4+5

Wetenschapsgeschiedenis: Periode 5 Rechtsgeschiedenis


Naam

Periode

Credits

Code

Bedrijfseconomie I

Periode 2

6.0

R_BedrEcI

Bestuursrecht

Periode 5

6.0

R_BestRe

Contractenrecht en goederenrecht

Periode 2+3

9.0

R_ConGoed

Contractenrecht en goederenrecht, onderdeel Contractenrecht

Periode 2

0.0

R_Contrcon

Contractenrecht en goederenrecht, onderdeel Goederenrecht

Periode 2+3

0.0

R_Contrgoed

Erfrecht I

Periode 1

6.0

R_ErfrechtI

Erfrecht II

Periode 5

6.0

R_ErfrechtII

Notariswet

Periode 1

6.0

R_NotarisW

Personen- en familierecht

Periode 4

3.0

R_PersFamR

Rechtzoeken

Periode 2+3

3.0

R_Rechtz

Rechtzoeken

Periode 5+6

3.0

R_Rechtz2


30-9-2015 - Pagina 1 van 54

Vennootschaps- en rechtspersonenrecht

Periode 4

6.0

R_VenReP

Verbreding goederenrecht I Periode 4

3.0

R_VerbrgoeI

Verbreding goederenrecht II Periode 6

6.0

R_VerbrgoeII


Naam

Periode

Credits

Code

Aansprakelijkheidsrecht

Periode 2

6.0

R_AansprHR

Bachelorscriptie

Periode 2+3

6.0

R_B.scriptie

Bachelorscriptie

Periode 5+6

6.0

R_B2scriptie

Bedrijfseconomie II

Periode 3

3.0

R_BedrEcII

Belastingrecht I

Periode 1

6.0

R_BelastI

Belastingrecht II

Periode 2

6.0

R_BelastII

Belastingrecht III

Periode 3

3.0

R_BelastIII

Burgerlijk procesrecht en insolventierecht

Periode 4

6.0

R_BurgPI

Huwelijksvermogensrecht

Periode 4+5

9.0

R_HuwvermR

Ondernemingsrecht

Periode 1

6.0

R_Ondernem.r

Pleitoefening

Periode 1+2

3.0

R_PleitO

Pleitoefening

Periode 4+5

3.0

R_PleitO2

Wijsgerige vorming: Encyclopedie der rechtswetenschap II

Periode 5

6.0

R_EncyII

Honoursprogamma Opleidingsdelen: - Interdepartmental Honours Courses - Facultair Honours Rechten

Interdepartmental Honours Courses Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Current Issues in Psychopathology

Semester 1

6.0

OH_CIP

Facultair Honours Rechten


30-9-2015 - Pagina 2 van 54

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Klassieke teksten

Periode 1+2

6.0

R_Klas.tkst

Recht en medische biotechnologie

Periode 5+6

6.0

R_R.medBio

Aansprakelijkheidsrecht Vakcode

R_AansprHR (211218)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Coördinator

dr. mr. K.A.P.C. van Wees

Examinator

dr. mr. K.A.P.C. van Wees

Docent(en)

prof. mr. A.J. Akkermans, mr. M. Opdam, dr. mr. K.A.P.C. van Wees

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkgroep

Niveau

300

Doel vak Bij dit vak leert de student: - aan te geven welke rechtsregels op de diverse onderdelen van het aansprakelijkheidsrecht gelden en deze regels doeltreffend toe te passen. Dit impliceert het kunnen benoemen en toepassen van de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis tot schadevergoeding op grond van een onrechtmatige daad te doen ontstaan; - met behulp van die rechtsregels oplossingen te bedenken voor juridische problemen op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht; Dit impliceert het kunnen analyseren van een casus met het oog op het formuleren van de te beantwoorden rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het gemotiveerd en met behulp van de wet en (in de praktijk met name) de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag; - de samenhang tussen de verschillende rechtsregels en leerstukken op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht te begrijpen en van daaruit verbanden kunnen leggen tussen de verschillende rechtsregels en leerstukken; - om te gaan met onvolkomenheden en open einden van het wettelijk systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. Dit impliceert inzicht in de beperkingen van het wettelijk systeem en een kritische houding ten aanzien van de geldende rechtsregels en de wijze waarop deze toepassing vinden in de rechtspraak. Relateert men dit aan de eindtermen bachelor opleiding rechtsgeleerdheid dan kan men vaststellen dat deze leerdoelen in het bijzonder aansluiten bij de onder 1,4, 5 t/m 7 en 9 t/m 12 genoemde punten. Inhoud vak


30-9-2015 - Pagina 3 van 54

In dit vak wordt komende de volgende onderwerpen aan bod: - De beperkingen van het wettelijke systeem van het aansprakelijkheidsrecht, de centrale rol van rechtsvorming door de rechter en problemen daarbij zoals 'verhullend motiveren'; - Persoonlijke aansprakelijkheid (vereisten voor persoonlijke aansprakelijkheid, de rol van artikel 6:162 als grondslag voor aanvullende juridische verplichtingen in tal van verhoudingen, diverse gevaltypen van onrechtmatige daden); - Kwalitatieve aansprakelijkheid; - Schadevergoeding (waaronder csqn-verband, causale toerekening en de kring van gerechtigden bij letsel- en overlijdensschade); - Pluraliteit van schuldenaren (draagplicht en aansprakelijkheid); - Meervoudige causaliteit; - Verjaring. Onderwijsvorm Hoorcolleges Het primaire doel van de hoorcolleges is, kort gezegd, het verkrijgen van inzicht in de functie die het aansprakelijkheidsrecht in de maatschappij vervult, en om de student te helpen bij het aanbrengen van structuur in de bestudering van de wetgeving, literatuur en jurisprudentie. De studenten wordt duidelijk gemaakt dat het vooraf doorlezen van de stof ‘het rendement’ van de hoorcolleges sterk vergroot. Het hoorcollege biedt ook bij uistek de gelegenheid om verbanden te leggen met de actualiteit. Werkgroepen Het onderwijs tijdens de werkgroepen vindt plaats op basis van casusvragen. De groepen bestaan uit max. 25 personen. Van de deelnemers wordt verwacht dat zij de casus hebben voorbereid. De rode draad van de werkgroep wordt gevormd door de behandeling van de antwoorden op de casusvragen. Veelal geeft de docent echter een uitleg bij de casus die breder is dan de enkele beantwoording van de vragen. Zo zal bij de behandeling (bepaalde elementen van) het antwoord vaak in een breder kader worden geplaatst, in verband worden gebracht met andere relevante leerstukken. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Aan elke werkgroep kunnen maximaal 25 studenten deelnemen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen, dat bij voorkeur digitaal wordt afgenomen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Verheij, A.J., Onrechtmatige daad, Mon. BW, 2005. - Voorts wordt een aanzienlijke hoeveelheid literatuur en rechtspraak via Blackboard toegankelijk gemaakt. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Notarieel recht: Voor studenten Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Inleiding goederenrecht of Beginselen privaatrecht I Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 4 van 54

- het vak Inleiding verbintenissenrecht of Beginselen privaatrecht II. Voor studenten Notarieel recht: - het vak Inleiding goederenrecht - het vak Inleiding verbintenissenrecht. Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid: - geen aanvullende eisen

Bachelorscriptie Vakcode

R_B.scriptie (200385)

Periode

Periode 2+3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M.L. van Engelenburg-Hanekom

Examinator

mr. M.L. van Engelenburg-Hanekom

Docent(en)

mr. M.L. van Engelenburg-Hanekom, prof. dr. B.M.J. van Klink, dr. mr. L.M. Poort

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

300

Doel vak De student laat zien dat hij of zij in staat is om: - een eenvoudig rechtswetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan schriftelijk verslag te leggen in de vorm van een goed rechtswetenschappelijk betoog van substantiële omvang; - met een grote mate van zelfstandigheid een rechtswetenschappelijke probleemstelling te formuleren; - in antwoord op de geformuleerde probleemstelling een beargumenteerd oordeel te vormen en/of een beargumenteerd standpunt in te nemen; - de relevante rechtsbronnen en vakliteratuur te verzamelen, te selecteren en te beoordelen en beschikt over de voor het scriptieonderzoek relevante juridische en/of rechtswetenschappelijke vakkennis. Onderwijsvorm Twee hoorcolleges en individuele begeleiding. Het eerste hoorcollege gaat over methodologische verantwoording, het tweede hoorcollege betreft praktische informatie. Toetsvorm Eén paper (werkstuk/opdracht/scriptie). Literatuur I.Curry-Sumner e.a., Onderzoeksvaardigheden. Instructie voor juristen, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2010. Vereiste voorkennis Ingangseis: 120 bachelorstudiepunten bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht, inclusief:


30-9-2015 - Pagina 5 van 54

- het vak Rechtzoeken Na het verstrijken van de aanmelddeadline op 30 september (voor periode 2/3)is aanmelden voor het vak niet meer mogelijk. Ook niet tegen betaling van administratiekosten aan de balie van de Student Service Desk. Intekenprocedure Sudenten dienen zich bij inschrijving ook meteen in te tekenen voor een van de onderstaande acht rechtsgebieden: - Fiscaal recht - Notarieel recht - Privaatrecht - Rechtsgeschiedenis - Rechtstheorie - Staats- en bestuursrecht - Strafrecht - Transnational Legal Studies (= Europees recht, internationaal publiekrecht, IT & recht) Studenten van de opleiding Notarieel recht mogen zich alleen inschrijven voor Fiscaal recht, Notarieel recht of Privaatrecht. Studenten van de opleiding Rechtsgeleerdheid mogen zich voor alle rechtsgebieden inschrijven behalve voor Notarieel recht. Na het verstrijken van de aanmelddeadline op 30 september (voor periode 2/3) is aanmelden voor het vak niet meer mogelijk. Ook niet tegen betaling van administratiekosten aan de balie van de Student Service Desk.

Bachelorscriptie Vakcode

R_B2scriptie ()

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. L.J. Stam

Examinator

mr. L.J. Stam

Docent(en)

dr. H.M.G. Denters, prof. mr. J. Hallebeek, mr. B. de Wilde, mr. B.C. van Beers, prof. dr. B.M.J. van Klink, mr. F.R. Salomons, dr. mr. L.M. Poort, dr. mr. C.B.P. Mahe, mr. L.J. Stam, dr. K.M. de Vries

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

300

Doel vak De student laat zien dat hij of zij in staat is om: - een eenvoudig rechtswetenschappelijk onderzoek te verrichten en daarvan schriftelijk verslag te leggen in de vorm van een goed rechtswetenschappelijk betoog van substantiële omvang; - met een grote mate van zelfstandigheid een rechtswetenschappelijke probleemstelling te formuleren; - in antwoord op de geformuleerde probleemstelling een beargumenteerd Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 6 van 54

oordeel te vormen en/of een beargumenteerd standpunt in te nemen; - de relevante rechtsbronnen en vakliteratuur te verzamelen, te selecteren en te beoordelen en beschikt over de voor het scriptieonderzoek relevante juridische en/of rechtswetenschappelijke vakkennis. Onderwijsvorm Twee hoorcolleges en individuele begeleiding. Het eerste hoorcollege gaat over methodologische verantwoording, het tweede hoorcollege betreft praktische informatie. Toetsvorm Eén paper (werkstuk/opdracht/scriptie). Literatuur I.Curry-Sumner e.a., Onderzoeksvaardigheden. Instructie voor juristen, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2010. Vereiste voorkennis Ingangseis: 120 bachelorstudiepunten bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht, inclusief: - het vak Rechtzoeken Na het verstrijken van de aanmelddeadline op 3 maart (voor periode 5/6) is aanmelden voor het vak niet meer mogelijk. Ook niet tegen betaling van administratiekosten aan de balie van de Student Service Desk. Intekenprocedure Sudenten dienen zich bij inschrijving ook meteen in te tekenen voor een van de onderstaande acht rechtsgebieden: - Fiscaal recht - Notarieel recht - Privaatrecht - Rechtsgeschiedenis - Rechtstheorie - Staats- en bestuursrecht - Strafrecht - Transnational Legal Studies (= Europees recht, internationaal publiekrecht, IT & recht) Studenten van de opleiding Notarieel recht mogen zich alleen inschrijven voor Fiscaal recht, Notarieel recht of Privaatrecht. Studenten van de opleiding Rechtsgeleerdheid mogen zich voor alle rechtsgebieden inschrijven behalve voor Notarieel recht. Na het verstrijken van de aanmelddeadline op 3 maart (voor periode 5/6) is aanmelden voor het vak niet meer mogelijk. Ook niet tegen betaling van administratiekosten aan de balie van de Student Service Desk.

Bedrijfseconomie I Vakcode

R_BedrEcI (200386)

Periode

Periode 2


30-9-2015 - Pagina 7 van 54

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. drs. P.R. de Geus

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkcollege, Werkgroep

Niveau

300

Doel vak Het verkrijgen van voldoende kennis op het voor juristen relevante terrein van de bedrijfseconomie en jaarrekeningenrecht. Het einddoel is dat de student op elementair niveau een financiele administratie kan lezen en bekend is met de relevante wetgeving op het gebied van de financiele administratie voor ondernemingen. Inhoud vak De verplichting voor ondernemingen om een financiele administratie bij te houden is opgenomen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het jaarrekeningenrecht is dus onderdeel van het ondernemingsrecht. Daarnaast zijn er ook verplichtingen opgenomen in de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Zowel de civiele als de fiscale wetgeving met betrekking tot een jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening en toelichting) zullen bij dit vak uitgebreid aan bod komen. Onderwerpen die behandeld worden: Wet- en regelgeving, Balans, Winst- en Verliesrekening, Vermogensvergelijking Kasstroomoverzicht, (notariele) boekhouding, Journaliseren, Financiele analyse en Waardebepaling. Onderwijsvorm Per week zullen door de student meerkeuzevragen en open vragen voorbereid moeten worden, die tijdens de colleges zullen worden besproken. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. De tussentoetsen zijn niet verplicht voor studenten Fiscaal recht. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom, Den Haag, P.R. de Geus, J. Scholten en C. Klumper, derde druk (2012) - Jaarrekening MKB 2013, Voor grote, middelgrote en kleine ondernemingen, A.H. Groot RA (red.), Kluwer, Deventer. - Documenten op blackboard.

Bedrijfseconomie II Vakcode

R_BedrEcII (200387)

Periode

Periode 3


30-9-2015 - Pagina 8 van 54

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkgroep, Werkcollege

Niveau

300

Doel vak Het verkrijgen van voldoende kennis op het voor juristen relevante terrein van de bedrijfseconomie en jaarrekeningenrecht. Het einddoel is dat de student op voortgezet niveau een financiele administratie kan lezen en bekend is met de relevante wetgeving op het gebied van de financiele administratie voor ondernemingen. Inhoud vak De verplichting voor ondernemingen om een financiele administratie bij te houden is opgenomen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het jaarrekeningenrecht is dus onderdeel van het ondernemingsrecht. Daarnaast zijn er ook verplichtingen opgenomen in de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Zowel de civiele als de fiscale wetgeving met betrekking tot een jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening en toelichting) zullen bij dit vak uitgebreid aan bod komen. Onderwerpen die behandeld worden: Holdingstructuren, Kapitaalbelangen, Consolidatie, Discontinuiteit en reorganisatie, Fusie (aandelenbedrijfs- en juridische fusie). Onderwijsvorm Per week zullen door de student open vragen voorbereid moeten worden, die tijdens de colleges zullen worden besproken. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom, Den Haag, P.R. de Geus, J. Scholten en C. Klumper, derde druk (2012). - Jaarrekening MKB 2013, Voor grote, middelgrote en kleine ondernemingen, A.H. Groot RA (red.), Kluwer, Deventer. - Documenten op blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Notarieel recht: - het vak Bedrijfseconomie I. Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid: - geen ingangseisen


30-9-2015 - Pagina 9 van 54

Beginselen bestuursrecht Vakcode

R_Beg.best.r (200128)

Periode

Periode 2+3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. L.C. Groen

Examinator

mr. L.C. Groen

Docent(en)

dr. mr. R.A. Abdullah Khan, prof. mr. J. Struiksma, L.J. Ankersmit LLM

Lesmethode(n)


Niveau

100

Doel vak De doelen die met de cursus worden nagestreefd: - Na het volgen van de cursus zijn studenten vertrouwd met de beginselen van het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Dit houdt in dat zij centrale, bestuursrechtelijke termen (bestuursorgaan, besluit, belanghebbende etc.) aan de hand van wettelijke bepalingen en vaste jurisprudentie kunnen duiden en in onderling verband kunnen zien; - Na het volgen van de cursus hebben studenten geleerd om gestructureerd en analytisch bestuursrechtelijke casus te behandelen en hun oplossing zowel mondeling als schriftelijk aan medestudenten en docent te presenteren; - Meer in het algemeen hebben studenten inzicht in de plaats van het bestuursrecht in de Nederlandse rechtsorde en de wijze waarop het bestuursrecht zich tot de overige rechtsgebieden verhoudt. De eindtermen van de bachelor Rechtsgeleerdheid waaraan door Beginselen bestuursrecht in het bijzonder wordt bijgedragen zijn: - De ontwikkeling van analytische vaardigheden (het lezen, begrijpen en analyseren van juridische en rechtswetenschappelijke teksten en betogen, waaronder wetgeving en literatuur; het opzetten en analyseren van juridische argumentatiestructuren); - De ontwikkeling van communicatieve vaardigheden (het schriftelijk en mondeling presenteren van een juridisch betoog in correct en helder Nederlands; het samenwerken met anderen om een opdracht binnen een voorgeschreven termijn te voltooien); - De ontwikkeling van informatievaardigheden (het op een efficiënte manier raadplegen van juridische bronnen en informatie verzamelen uit juridische (digitale) bibliotheken en databestanden, en het beoordelen van de waarde, relevantie en kwaliteit van de informatie). Inhoud vak College 1: Introductie, de Awb, het bestuursorgaanbegrip; College 2: Het besluitbegrip, bevoegdheden van het bestuur; College 3: Normen voor bestuurlijk handelen; College 4: Bestuursrechtelijke rechtshandhaving; College 5: Rechtsbescherming I; College 6: Rechtsbescherming II. De meer specifieke leerdoelen per college worden voor aanvang van het vak op Blackboard geplaatst. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 10 van 54

Onderwijsvorm In de hoorcolleges worden – aan de hand van de voorgeschreven literatuur – de belangrijkste juridische begrippen die voor het vak relevant zijn, in hun onderlinge samenhang geïntroduceerd. Ten behoeve van de werkgroep bereiden studenten bestuursrechtelijke casus voor die in de werkgroep worden besproken. Daarbij wordt aan de studenten tevens de gelegenheid geboden vragen te stellen over de stof die in het hoorcollege en de voorgeschreven literatuur de revue is gepasseerd. Ook worden elke werkgroep vragen uitgedeeld, die studenten ter plekke in groepjes beantwoorden (de 'uitdeelvragen'). Daarna presenteren verschillende groepjes hun bevindingen voor de rest van de groep. Elke week vindt een spreekuur plaats. Studenten kunnen dan vragen stellen over de stof en eventueel extra uitleg krijgen. Toetsvorm Geroosterd schriftelijk tentamen Literatuur F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht (6e druk), Deventer: Kluwer 2011. Vereiste voorkennis Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Intekenprocedure Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Overige informatie Mailadres coördinator: [email protected] Er wordt naar gestreefd mails van studenten binnen 48 uur na ontvangst te beantwoorden.

Beginselen Europees recht Vakcode

R_Beg.Eur.r (200130)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J.W. Sap

Examinator

prof. dr. J.W. Sap

Docent(en)

dr. mr. R.A. Abdullah Khan, prof. dr. J.W. Sap, L.J. Ankersmit LLM

Lesmethode(n)


Niveau

100

Doel vak Beginselen Europees Recht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding; 1,2,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,17 Het thuis zijn in de elementaire begrippen van het recht van de Europese Unie, het beschikken over denken redeneervaardigheden die nodig zijn voor het systematisch en creatief kunnen toepassen van deze begrippen op Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 11 van 54

een casus. Door middel van het analyseren van realistische casusposities worden studenten getraind in het oplossen van praktijkgerichte kwesties. Hierdoor verwerven studenten naast vakkennis ook probleem oplossende vaardigheden. Tevens bestuderen studenten een groot aantal arresten van het Hof van Justitie van de EU. Hierbij wordt aandacht besteed aan zowel de klassieke arresten van het Hof als de meer actuele jurisprudentie. Een belangrijk leerdoel is ook kritische reflectie op het ingewikkelde bouwwerk van de Europese Unie sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Inhoud vak Aan de orde komen de algemene kenmerken van het recht van de Europese Unie, de institutionele structuur, rechtsbeginselen, de besluitvorming, de bronnen en doorwerking van het Europese recht, rechtsbescherming, vier vrijheden, marktintegratie, mededinging, gemeenschappelijke regels en externe betrekkingen, EMU. Onderwijsvorm Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding met veel aandacht voor het vergroten van inzicht in de beginselen van Europees recht. Daarnaast worden werkgroepen gegeven, waarin dieper op specifieke onderdelen van de stof wordt ingegaan en de stof wordt toegepast op concrete casusposities. Voor de hoorcolleges en werkgroepen is een actieve voorbereiding vereist en dient de student te beschikken over een actuele bundel met de Europese basisverdragen. Wijziging dd. 9.11.2012 Er worden twee Excellente werkgroepen van hoog niveau aangeboden, met vakverdiepende elementen, voor bijzonder gemotiveerde en ‘excellente’ studenten. Indien u zichzelf tot deze groep rekent en bereid en in staat bent om actief en goed voorbereid deel te nemen aan deze ‘excellente werkgroepen’, stuurt u dan in aanvulling op uw inschrijving een korte motivatie email aan docent Thijs Etty ([email protected]). Bij grote interesse zal een selectie gemaakt worden van de aanmeldingen. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Aan elke werkgroep kunnen maximaal 25 studenten deelnemen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - F. Amtenbrink en H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie. Den Haag, Boom, laatste druk. - J.W. Sap en M.L. Smit (red); Jurisprudentie Europees recht 1963 2011. Nijmegen, Ars Aequi, 2012. - Werkboek Beginselen Europees recht, 2013-2014 (verkrijgbaar in de VUboekhandel). Overige informatie Het contact e-mailadres voor dit vak is: [email protected]


30-9-2015 - Pagina 12 van 54

Beginselen staatsrecht Vakcode

R_BegSta (200136)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. A.J. Overbeeke

Examinator

dr. A.J. Overbeeke

Docent(en)

prof. mr. A.E. Schilder, dr. A.J. Overbeeke, A.E. van Rooij, mr. dr. S.C. Loeffen, mr. M.J.C. Stip, F.H.K. Theissen

Lesmethode(n)


Niveau

100

Doel vak Het kennen van de elementaire begrippen van het nationale en het internationale publiekrecht, het kunnen toepassen van deze begrippen op een eenvoudige casus en het inzicht hebben in het functioneren van een democratische rechtsstaat, mede binnen de internationale rechtsorde. Beginselen staatsrecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1,2,4,5 en 6 Inhoud vak Vanuit het perspectief van de democratische rechtsstaat komen aan de orde de betekenis van constitutie, grondwet en verdragen; de ontwikkeling, inrichting en werking van de parlementaire democratie; de betekenis van de grondrechten; alsmede de verschillende soorten regelgeving. Onderwijsvorm Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding. Daarnaast worden werkgroepen verzorgd, waarin dieper op de verschillende onderdelen van de stof wordt ingegaan. Tijdens de werkgroepen wordt een actieve deelname verwacht in die zin, dat de vragen en opdrachten moeten worden voorbereid. Men dient daarbij altijd een wetgevingsbundel en de voor de werkgroep voorgeschreven jurisprudentie paraat te hebben. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Hoor- en werkgroep/werkcollegestof; - Prof. mr. A.D. Belinfante / mr. J.L. de Reede, Beginselen van het Nederlandse staatsrecht, Deventer, Kluwer, 17de druk (2011). Eventuele aanvullende literatuur wordt later bekend gemaakt.


30-9-2015 - Pagina 13 van 54

Vereiste voorkennis Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Intekenprocedure Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013.

Beginselen strafrecht Vakcode

R_BegstrR (200122)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. B. de Wilde

Examinator

mr. B. de Wilde

Docent(en)

mr. C.J. Petiet, mr. B. de Wilde, mr. H.M. van Stein Callenfels

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Casecollege, Werkgroep

Niveau

100

Doel vak Beginselen strafrecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 2, 4, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 17 Het heeft als leerdoelen: Het verschaffen van kennis van en inzicht in het Nederlandse strafrecht Het op elementair niveau lezen, begrijpen en analyseren van wetgeving en rechtspraak op het gebied van strafrecht Het bijbrengen van de vaardigheid om volgens een methode van rechtsvinding casusvragen op het gebied van het strafrecht te beantwoorden. Inhoud vak De belangrijkste onderwerpen van het materiële strafrecht (bijv. opzet, strafuitsluitingsgronden en poging) en van het formele strafrecht (bijv. dwangmiddelen en bewijsrecht) worden aan de orde gesteld. Het materiële en het formele strafrecht worden zoveel mogelijk als geïntegreerd systeem behandeld. De internationale inbedding van het Nederlandse strafrecht komt aan de orde doordat aandacht wordt besteed aan de rol van Europese mensenrechten. Onderwijsvorm Hoorcolleges Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Actualiteitencolleges Er worden vier actualiteitencolleges gegeven, waarin voornamelijk de praktijk van het strafrecht centraal staat. Er zullen gastsprekers optreden en er zal worden gedebatteerd. Werkgroepen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 14 van 54

Wekelijks vindt een werkgroep plaats. Bij deze werkgroep wordt actieve participatie verwacht. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. Er moet ten eerste een ingangstoets worden gemaakt. Daarnaast moeten de werkgroepopdrachten worden voorbereid. Iedere week maken casusvragen op tentamenniveau deel uit van de werkgroepopdrachten. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van vragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2012; M. Bosch (red.), Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer 2012. Vereiste voorkennis Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Intekenprocedure Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Overige informatie Het vak heeft een eigen mailadres: [email protected]

Belastingrecht I Vakcode

R_BelastI (211419)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. R.T.B.M. Gerritsen

Examinator


Docent(en)

mr. R.T.B.M. Gerritsen, mr. J. Gooijer

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkcollege

Niveau

300

Doel vak Belastingrecht I draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 4, 6, 9, 10, 11 en 12 Het heeft als leerdoelen: Het verwerven van elementaire kennis van bepaalde onderdelen van het Nederlands belastingrecht op het gebied van de inkomstenbelasting. Voorts wordt inzicht gegeven in de onderlinge samenhang tussen de inkomsten-, loon- en dividendbelasting. Na het succesvol afronden van dit vak moet de student de fiscale gevolgen van juridische handelingen Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 15 van 54

begrijpen en globaal kunnen duiden. Inhoud vak In Belastingrecht I komen onder meer de navolgende onderwerpen aan de orde: - Systematiek van de Wet Inkomstenbelasting 2001; - Winst uit onderneming; - Inkomen uit aanmerkelijk belang; - Loon; - Resultaat uit overige werkzaamheden; - Inkomsten uit eigen woning. Onderwijsvorm nvt Toetsvorm Geroosterd schriftelijk tentamen Literatuur L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk. Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2013. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht

Belastingrecht II Vakcode

R_BelastII (211420)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Examinator


Docent(en)

mr. R.T.B.M. Gerritsen, mr. drs. T. Hoekstra, prof. dr. mr. F.P.G. Potgens, mr. J. Gooijer

Lesmethode(n)

Werkcollege, Hoorcollege

Niveau

300

Doel vak Belastingrecht II draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 4, 6, 9, 10, 11 en 12. Het verwerven van elementaire kennis van bepaalde onderdelen van het Nederlands belastingrecht op het gebied van de vennootschapsbelasting,het internationale belastingrecht, het europees belastingrecht,de omzetbelasting en het formeel belastingrecht. Voorts wordt inzicht gegeven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Na het succesvol afronden van dit vak moet de student de fiscale gevolgen van juridische handelingen begrijpen en globaal kunnen duiden. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 16 van 54

Bij het vak belastingrecht 2 wordt voorkennis verondersteld van het vak belastingrecht 1 (inkomstenbelasting). Inhoud vak In dit vak worden de hoofdlijnen van de vennootschapsbelasting, het internationale belastingrecht, het europees belastingrecht en de omzetbelasting behandeld. Tevens wordt globaal aandacht besteed aan formeelrechtelijke aspecten van de belastingheffing. Onderwijsvorm Er worden gedurende zeven weken op de maandag en donderdag hoor- en werkcolleges gegeven. In de hoorcolleges wordt de stof uit het voorgeschreven studieboek, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. In het werkcollege zal aan de hand van een aantal casus de theorie op praktijksituaties worden toegepast. Toetsvorm Geroosterd schriftelijk tentamen Literatuur L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk; Den Dool e.a., Compendium vennootschapsbelasting, laatste druk; Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2013. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht.

Belastingrecht III Vakcode

R_BelastIII (211421)

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Examinator


Lesmethode(n)

Werkgroep

Niveau

300

Doel vak Belastingrecht III draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 4, 6, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17 en 18 Het heeft als leerdoelen: Het verdiepen van de fiscale kennis door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van casus. Belastingrecht III borduurt voort op de vakken Belastingrecht I en II. Inhoud vak Behandeling van fiscale aspecten van drie verschillende onderwerpen. De onderwerpen worden bekendgemaakt via Blackboard. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 17 van 54

Onderwijsvorm Er zijn gedurende drie weken wekelijks een hoor- en een werkcollege. Per week wordt één afzonderlijk onderwerp behandeld. In het hoorcollege wordt de theorie van het betreffende onderwerp van die week behandeld. In het werkcollege wordt aan de hand van een voorbereide casus de stof verdiept. Voor het werkcollege dienen studenten in groepsverband (twee á drie personen, afhankelijk van het totaal aantal deelnemers) schriftelijke opdrachten te maken en in te leveren. De uitwerking dient in 'hard copy' te worden ingeleverd bij de docent vóór aanvang van het betreffende werkcollege. Op de werkcolleges worden de vraagstukken behandeld. Toetsvorm Werkstuk Literatuur Voor uitwerking van de cases kan alle relevante literatuur worden geraadpleegd. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van bronnen beschikbaar UB. De literatuur behorende bij de hoorcolleges wordt van te voren op blackboard geplaatst. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht

Bestuursrecht Vakcode

R_BestRe (200227)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. P.J. Huisman

Examinator

mr. P.J. Huisman

Docent(en)

prof. mr. S.E. Zijlstra, mr. C.J. Wolswinkel, mr. L.C. Groen, mr. P.J. Huisman, dr. A.R. Neerhof, mr. M.R. Botman

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Bestuursrecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 4, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12 en 13 De leerdoelen van het vak zijn als volgt: - De student heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste begrippen en concepten in het bestuursrecht; - De student kan de verworven kennis en inzicht toepassen in casusposities en zich een oordeel vormen over de uitkomst in een bepaalde casuspositie.


30-9-2015 - Pagina 18 van 54

Inhoud vak In het vak Bestuursrecht worden de volgende onderwerpen behandeld: - Bevoegdheidsverkrijging; - Belanghebbende-begrip - Bestuurshandelingen - Normering en algemene beginselen van behoorlijk bestuur; - Bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke instrumenten; - Handhaving en bestuursprocesrecht. Onderwijsvorm Per collegeweek wordt eerst een hoorcollege gegeven waarin de hoofdlijnen van de collegestof worden uiteengezet en met voorbeelden worden toegelicht. Vervolgens worden in diezelfde week twee werkgroepen gegeven waarin vragen worden behandeld die de student tevoren heeft voorbereid. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - R.J.N. Schlössels en S.E. Zijlstra, Onderwijseditie Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat 1. Bestuursrecht algemeen, Normering, Uitvoering, Handhaving, Deventer: Kluwer (meest recente druk). Vereiste voorkennis Het vak Beginselen bestuursrecht.

Boeken van belang: Encyclopedie der rechtswetenschap I Vakcode

R_Ency.I (200107)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. J. Zwart

Examinator

H.E. van Rossum LLM

Docent(en)

prof. mr. W.J. Veraart

Lesmethode(n)


Niveau

100

Doel vak Het vak Encyclopedie der Rechtswetenschap I behandelt de geschiedenis van de rechtsfilosofie. Het gaat hierbij om kennis van een aantal belangrijke stromingen in het westerse denken over (de grondslagen van) recht en staat. Tevens leert men rechtsfilosofische grondteksten analyseren. Uitgangspunt is, dat wij niet goed kunnen nadenken over recht en staat in de huidige wereld, wanneer wij geen lering kunnen trekken uit het verleden. Het vak Encyclopedie der Rechtswetenschap II bouwt voort op Encyclopedie der Rechtswetenschap I. Inhoud vak


30-9-2015 - Pagina 19 van 54

Aan de hand van een aantal centrale vraagstukken, zoals de Verlichtingswaarden van vrijheid en gelijkheid, de verhouding van recht en moraal en dergelijke, worden de hoofdlijnen van de geschiedenis van het westerse denken over recht en staat geschetst. Onderwijsvorm Bij de hoorcolleges worden algemene perspectieven en achtergronden geschetst en wordt op een aantal schrijvers dieper ingegaan. Bij de werkgroepen, waarin intensief de voorgeschreven stof wordt behandeld, wordt een actieve voorbereiding en deelname van de student verwacht in die zin, dat hij de in de literatuur geformuleerde vragen en opdrachten vooraf schriftelijk moet beantwoorden, respectievelijk uitvoeren. Bij sommige werkgroepen worden klassikaal grondteksten geanalyseerd. Bij het responsiecollege kunnen de studenten vragen over de stof. Hetzelfde geldt voor de spreekuren. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Elke werkgroep biedt plaats aan maximaal 25 studenten. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur Nader op te geven literatuur en de collegestof.

Burgerlijk procesrecht en insolventierecht Vakcode

R_BurgPI (200323)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. E.F. Groot

Examinator

mr. E.F. Groot

Docent(en)

prof. mr. C.J.J.C. van Nispen

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Burgerlijk procesrecht & Insolventierecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 2, 4-6, 9-12, 14, 16-17 Het doel van dit vak is: - het verkrijgen van kennis en inzicht in de kernleerstukken van het nationale en Europese procesrecht en insolventierecht, alsmede de systematiek daarvan, met inbegrip van rechtshistorische aspecten en recente ontwikkelingen, - het verkrijgen van kennis en inzicht in het Europese procesrecht en Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 20 van 54

insolventierecht in hun verhouding tot het nationale recht, - het zichtbaar maken van de invloed van maatschappelijke veranderingen op het procesrecht, - het leren lezen, begrijpen en analyseren van juridische, rechtswetenschappelijke teksten en betogen, waaronder jurisprudentie en wetgeving, - het kunnen analyseren en opzetten van een juridische argumentatie, - het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen en het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus het formuleren van een regel (door het selecteren van juridisch relevante feiten uit een feitencomplex en het selecteren van relevante rechtsregels), - het mondeling presenteren van een (juridisch) betoog in correct en helder Nederlands, - met anderen samenwerken om een opdracht binnen een voorgeschreven termijn te voltooien, - het op een efficiënte manier juridische bronnen kunnen raadplegen en de waarde, relevantie en kwaliteit van de informatie beoordelen. Inhoud vak De volgende hoofdonderdelen komen aan de orde: - De rechterlijke organisatie en de rol en (internationale) bevoegdheid van de rechter; - Algemene beginselen van (internationaal) procesrecht; - De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg (o.a. algemene procesgang, verwikkelingen, kosten van procedures, vonnissen, andere wijzen van beëindiging van de procedure); - De verzoekschriftprocedure; - Het (incasso) kort geding; - Arbitrage; - Bewijs (o.a. akten, getuigen, deskundigen, plaatsopneming, bewijsrecht in bijzondere procedures, voorlopige bewijsmiddelen, verkrijging van bewijs uit het buitenland); - Rechtsmiddelen (o.a. verzet, hoger beroep, cassatieberoep, buitengewone rechtsmiddelen); - Executie- en beslagrecht (o.a. executoriale titels, executiegeschillen, conservatoire en executoriale beslagen), - insolventierecht (o.a. faillissement, schuldsanering, surséance van betaling, samenloop, internationaal insolventierecht). Onderwijsvorm Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de betreffende week in hoofdlijnen uiteengezet door de docent. Tijdens de werkgroepen wordt op de stof ingegaan aan de hand van casus en meerkeuzevragen. Van de werkgroepstudenten wordt verwacht dat zij de vragen voorafgaand aan de werkgroep grondig hebben bestudeerd, zodanig dat zij in staat zijn om tijdens de werkgroepen de vragen beargumenteerd te beantwoorden. De opdrachten (casus en meerkeuzevragen) worden voorafgaand aan de werkgroepen op Blackboard gezet (Course Documents). Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur Studiereeks Burgerlijk Procesrecht, deel I tot en met VI, Kluwer, Deventer, laatste (!) drukken Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 21 van 54

C.J.J.C. van Nispen, A.W. Jongbloed en G.J. Meijer, Rechtspraak Burgerlijk procesrecht, laatste druk; aanbevolen De op Blackboard voor de werkgroepen en het werkcollege opgegeven arresten; deze staan in de aanbevolen arrestenbundel.

Contractenrecht en goederenrecht Vakcode

R_ConGoed (200225)

Periode

Periode 2+3

Credits

9.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. C.E.C. Jansen

Niveau

200

Vereiste voorkennis - Het vak Inleiding goederenrecht - Het vak Inleiding verbintenissenrecht Intekenprocedure Voor het vak in zijn geheel kan niet worden ingeschreven via VuNet. Je dient je in VuNet in te schrijven voor de losse onderdelen van het vak Je meldt je dan aan voor: - Contracten en goed.recht onderdeelContractenrecht (R_Contrcon) en/of - Contracten en goed. recht onderdeel Goederenrecht (R_Contrgoed).

Contractenrecht en goederenrecht, onderdeel Contractenrecht Vakcode

R_Contrcon ()

Periode

Periode 2

Credits

0.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. P.S. Bakker

Docent(en)

prof. mr. C.E.C. Jansen, U. Ellian, mr. P.S. Bakker, mr. dr. M.Y. Schaub, mr. A. Hashem Jawaheri, mr. A.M. Kapteijn

Lesmethode(n)


Niveau

200

Doel vak Aan het eind van het vakonderdeel Contractenrecht kunnen de studenten: (1) vakliteratuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; (2) de belangrijkste leerstukken van het contractenrecht op het terrein van de inhoud en de niet-nakoming van overeenkomsten, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die leerstukken kunnen worden gelegd, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden; (3) een contractenrechtelijk arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is waarover de rechterlijke instanties zich hebben gebogen en wat de kernoverwegingen van die instanties zijn geweest bij het beantwoorden van die vraag; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 22 van 54

(4) een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden contractenrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag; (5) wetenschappelijke publicaties lezen en kritisch reflecteren op de kennis die is opgedaan naar aanleiding van de leerstof die voor dit vak dient te worden bestudeerd. Inhoud vak - Inhoud van overeenkomsten; - Rechtsgevolgen van overeenkomsten (aanvulling en beperking); - Algemene voorwaarden; - Gevolgen van niet-nakoming; - Overeenkomsten en derden. Onderwijsvorm Volgorderlijk ziet het onderwijsleerproces er als volgt uit: (1) Studenten lezen de verplichte leerstof voorafgaande aan het hoorcollege en maken een begin met de voorbereiding van de werkgroepopdrachten; (2) Op maandagochtend om 09.00 uur volgen de studenten het hoorcollege met het oog op hun afronding van de werkgroepopdrachten. Tijdens het hoorcollege wordt de leerstof gestructureerd; (3) Na afloop van het hoorcollege voltooien de studenten hun voorbereiding op de werkgroep en passen die zonodig aan op basis van hetgeen zij tijdens het hoorcollege hebben geleerd. Zij leveren op maandag de voorbereide werkgroepopdrachten uiterlijk om 18.00 uur in via Blackboard. NB: Studenten die geen (of overduidelijk geen serieuze) opdrachten inleveren, mogen niet deelnemen aan de werkgroep; (4) De docenten beoordelen de werkgroepopdrachten en bepalen welke studenten aan de werkgroep mogen deelnemen. Zij maken een onderverdeling op basis van het verkeerslichtprincipe: 'Groen' is ruim voldoende tot goed; 'oranje' is (net) voldoende; 'rood' is onvoldoende; (5) Tijdens de werkgroep vindt een bespreking van de door de studenten gemaakte opdrachten plaats. Daarbij zal dan feedback worden gegeven op die opdrachten. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Aan elke werkgroep kunnen maximaal 25 studenten deelnemen. Toetsvorm Geroosterd schriftelijk tentamen. Literatuur • C.J.H. Brunner, G.T. de Jong, H.B. Krans en M.H. Wissink, Verbintenissenrecht algemeen, Studiereeks Burgerlijk Recht, 3e druk, Deventer: Kluwer 2011 (indien verschenen: 4e druk 2013). • Jac. Hijma, C.C. van Dam, W.A.M. van Schendel en W.L. Valk, Rechtshande-ling en Overeenkomst, Studiereeks Burgerlijk Recht, 6e druk, Deventer: Kluwer 2010 (indien verschenen: 7e druk 2013). • P. Klik, Koop en Consumentenkoop, 7e druk, Deventer: Kluwer 2011. • In aanvulling op de bovenstaande literatuur behoren eveneens tot de verplichte studiestof de artikelen, conclusies en noten waarnaar specifiek wordt verwezen in de elektronische syllabus. Vereiste voorkennis


30-9-2015 - Pagina 23 van 54

Ingangseisen: - De vakken Inleiding goederenrecht en Inleiding verbintenissenrecht.

Contractenrecht en goederenrecht, onderdeel Goederenrecht Vakcode

R_Contrgoed ()

Periode

Periode 2+3

Credits

0.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. dr. R. Mellenbergh

Examinator

mr. dr. R. Mellenbergh

Docent(en)

mr. F.R. Salomons, mr. B. Breederveld, W.J.J.G. Speetjens, mr. J.L. Smeehuijzen, mr. dr. R. Mellenbergh, mr. F. Barrachdi MPhil, mr. A.G.F.M. Flos

Lesmethode(n)


Niveau

200

Doel vak Bij het onderdeel goederenrecht van het vak contracten- en goederenrecht wordt ingegaan op de vermogensrechtelijke verhoudingen tussen het goed en de natuurlijke persoon of rechtspersoon. Hoewel er wel samenhang bestaat hebben deze verhoudingen een ander karakter dan die in het contractenrecht. In het onderdeel goederenrecht wordt een aantal onderwerpen uit Boek 3 BW en Boek 5 BW behandeld. Bijzondere aandacht wordt besteed aan eigendom (zaaksvorming, natrekking en (oneigenlijke) vermenging), pandrecht en hypotheekrecht. Verder komt het verhaalsrecht en de rangorde van schuldeisers aan de orde. Voorts is er aandacht voor het retentierecht en het recht van reclame. Inhoud vak In de eerste week zal er aandacht worden besteed aan eigendom, eigendomsvoorbehoud, zaaksvorming, natrekking en (oneigenlijke) vermenging (Boek 5 BW). In de tweede week wordt ingegaan op de overdracht, levering met tussenpersonen, levering bij voorbaat, verhaal en voorrang, en voorrechten. In de derde week zal aandacht worden besteed aan de algemene regels omtrent zekerheidsrechten, en het hypotheekrecht waaronder het huurbeding, de executie en de verdeling van de executieopbrengst. In de vierde week zal worden ingegaan op de algemene kenmerken van het pandrecht en het stille pandrecht en vuistpandrecht op roerende zaken. In de vijfde week wordt verder ingegaan op het pandrecht op vorderingen op naam. Aan de orde komt welke (toekomstige) vorderingen wel en welke niet onder het pandrecht vallen, alsmede de inning van stil verpande vorderingen in en buiten faillissement. Tevens wordt ingegaan op stille cessie.


30-9-2015 - Pagina 24 van 54

In de zesde week komen het retentierecht en het recht van reclame aan bod. In de zevende week worden onderdelen uit de vorige 6 weken herhaald. In de achtste week wordt ingegaan op oude tentamenvragen en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Onderwijsvorm - Er zijn 8 weken hoorcollege van elk 2 uur. - Er zijn 7 weken werkcollege van elk 3 uur. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Pitlo/Reehuis/Heisterkamp, Pitlo Deel 3, Het Nederlands burgerlijk recht, Goederenrecht, Deventer: Kluwer, 2012, dertiende druk: hoofdstuk 6 (nrs. 186-328a) (levering), par. 10.2 (nrs. 497-534) (eigendom van roerende zaken), par. 10.3 (nrs. 535-558) (eigendom van onroerende zaken), hoofdstuk 14 (nrs. 735-954) (verhaal en voorrang), en hoofdstuk 15 (behalve par. 15.4) (nrs. 955-974) (reclamerecht en eigendomsvoorbehoud). - Verplichte jurisprudentie die op Blackboard wordt gepubliceerd. - Twee wetenschappelijke artikelen die op Blackboard worden gepubliceerd. Vereiste voorkennis Ingangseisen: - De vakken Inleiding goederenrecht en Inleiding verbintenissenrecht. Overige informatie De coördinator is Rik Mellenbergh ([email protected]).

Current Issues in Psychopathology Vakcode

OH_CIP ()

Periode

Semester 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit der Psychologie en Pedagogiek

Docent(en)

prof. dr. A.C. Krabbendam

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

300

Erfrecht I Vakcode

R_ErfrechtI (211212)

Periode

Periode 1

Credits

6.0


30-9-2015 - Pagina 25 van 54

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. F.A. Groote Wassink

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Erfrecht I draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 13, 15, 16, 17 Erfrecht I heeft als leerdoelen: - Diepgaande kennis van en inzicht verwerven in de kernleerstukken van het ab intestaat en het testamentaire erfrecht. - Het op gevorderd niveau lezen, begrijpen en analyseren van wetgeving en rechtspraak. Inhoud vak - Inleiding versterferfrecht; - Wettelijke verdeling & OBV - Wilsrechten; - Uiterste wilsbeschikking algemeen en bijzonder; - Uiterste wilsbeschikking maken en eruit genieten; - Makingen onder tijdsbepaling en onder voorwaarde; - Schenking; - Legitieme; - Andere wettelijke rechten; - Aanvaarden en verwerpen; - Gevolgen van de erfopvolging. Onderwijsvorm Hoorcolleges: Tijdens de hoorcolleges worden de onderwerpen van de desbetreffende week ingeleid, in grote lijnen uiteengezet, geïllustreerd aan de hand van voorbeelden en er wordt ingegaan op moeilijke leerstukken. Werkgroepen: Wekelijks besprekingen van gemaakte casusopdrachten en actuele praktijkcases. Elke week een onvoorbereide opdracht in de werkgroep te maken en te presenteren. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Aan elke werkgroep kunnen maximaal 25 studenten deelnemen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Handboek erfrecht, M.J.A. van Mourik c.s.,studenteneditie, Kluwer, 5e druk 2011, ISBN 9789013096378, € 49,50. - WPNR 2004 Werkgroep deontologie nieuw erfrecht van de KNB, ‘Enige beschouwingen over de notariële deontologie bij een nalatenschap’, WPNR Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 26 van 54

2004, 6585. Reacties WPNR 2005, 6607; WPNR 2005,6627; WPNR 2006, 6687. - Rechtspraak Personen- en familierecht, 4e gewijzigde druk, Prof. mr. W.G. Huijgen, Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, Prof. mr. L.C.A. Verstappen, Prof. mr. S.F.M. Wortman. SDU 2009, ISBN 9789012381833 (ook te gebruiken bij Huwelijksvermogensrecht en Erfrecht II). Aanbevolen voorkennis De vakken: - Inleiding goederenrecht of Beginselen privaatrecht I - Inleiding verbintenissenrecht of Beginselen privaatrecht II.

Erfrecht II Vakcode

R_ErfrechtII (211214)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Examinator


Docent(en)

mr. E.W.J. Ebben, mr. F.A. Groote Wassink

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Erfrecht II draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 2, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 13, 15, 16, 17 Diepgaande kennis van en inzicht in de de kernleerstukken van de boedelafwikkeling. Het op gevorderd niveau lezen, begrijpen en analyseren van wetgeving en rechtspraak. Inhoud vak - Aanvaarden en verwerpen; - Erfopvolging; - Overgang; - Vve; - Verhaal(saanspakelijkheid); - Zeggenschap; - Beheer en beschikking over goederen van de nalatenschap indien er geen executele of bewind is; - Afwikkeling; - Nalatenschap zonder executeur; - Bewind; - Gemeenschap, artt. 3:170, 190, 191; - Ouderlijke boedelverdeling; - Beheer en beschikking Zeggenschap, beheer en afwikkeling 2: door executeur; - Beheer en beschikking door de bewindvoerder, algemeen; - Bewind verdieping (boek 1 en boek 4); - Vereffening: lichte resp. zware vorm; - Verdeling afd. 4.6.4 algemeen; - Vorm, wijze waarop, problemen bij verdeling; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 27 van 54

- Nietige en vernietigbare verdeling; - Inbreng; - Gedwongen schuldtoerekening; - Obv; - Schenking, quasi-legaat, overgangsrecht. Onderwijsvorm Hoorcolleges: Tijdens de hoorcolleges worden de onderwerpen van de desbetreffende week ingeleid, in grote lijnen uiteengezet, geïllustreerd aan de hand van voorbeelden en er wordt ingegaan op moeilijke leerstukken. Werkgroepen: Wekelijks besprekingen van gemaakte casusopdrachten en actuele praktijkcases. Elke week een onvoorbereide opdracht in de werkgroep te maken en te presenteren. Aan elke groep kunnen maximaal 25 studenten deelnemen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Handboek erfrecht, M.J.A. van Mourik c.s.,studenteneditie, Kluwer 2011, ISBN 978-90-130-9637. - WPNR 2004 Werkgroep deontologie nieuw erfrecht van de KNB, ‘Enige beschouwingen over de notariële deontologie bij een nalatenschap’, WPNR 2004, 6585. Reacties WPNR 2005, 6607; WPNR 2005,6627; WPNR 2006, 6687. - WPNR 2006, 6672 ‘De boedelnotaris’, special. - Monografieën BW Gemeenschap, Prof. mr. M.J.A. van Mourik, Kluwer 2006. - ISBN 9789013035285 (al gebruikt bij Verbreding goederenrecht I). - Rechtspraak Personen- en familierecht, 4e gewijzigde druk, Prof. mr. W.G. Huijgen, Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, Prof. mr. L.C.A. Verstappen, Prof. mr. S.F.M. Wortman. SDU 2009, ISBN 9789012381833 (ook te gebruiken bij Huwelijksvermogensrecht en Erfrecht I). Aanbevolen voorkennis De vakken: - Inleiding goederenrecht of Beginselen privaatrecht I - Erfrecht I.

Huwelijksvermogensrecht Vakcode

R_HuwvermR (211314)

Periode

Periode 4+5

Credits

9.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. dr. M.R. Kremer

Examinator

mr. dr. M.R. Kremer

Docent(en)

mr. dr. M.R. Kremer

Lesmethode(n)



30-9-2015 - Pagina 28 van 54

Niveau

300

Doel vak huwelijksvermogensrecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 De leerdoelen van huwelijksvermogensrecht zijn: diepgaande kennis van en inzicht verwerven in de kernleerstukken van het huwelijksvermogensrecht. Het op gevorderd nivo lezen, begrijpen en analyseren van literatuur, wetgeving en rechtspraak. Inhoud vak De volgende onderwerpen worden bij het vak behandeld: Kosten van de huishouding, nihilbeding, vervalbeding, draagplicht, fourneerplicht, rechtsverwerking, premiesplitsing, toestemming, vernietiging van rechtshandelingen, derdenbescherming, (opheffing) hoofdelijke aansprakelijkheid, bestuursaanmatiging, bestuursopdracht, toetreden, overlaten van bestuur, bestuursovereenkomst, zaaksvervanging, beschikkings(on)bevoegdheid, derdenbescherming, boedelmening, aanbrengsten, goederen, giften, making, uitsluitingsclausule, verknochtheid, (im)materiele schadevergoeding, draagplicht, verhaal, aansprakelijkheid, aanwijsrecht, reprise, récompense, nominaliteit, schulden, verdeling, afstand, peildatum, gebonden gemeenschap, vrije gemeenschap, reparatiehuwelijksvoorwaarden, huwelijksgoederenregister, huwelijksvoorwaarden, staat van aanbrengsten, verblijvingsbeding, toedelingsbeding, overnemingsbeding, divorce estateplanning, vergoedingsrechten, koude uitsluiting, winst en verlies, wettelijk deelgenootschap, reallocatie van vermogen, peildatum, inkomsten, verrekenbeding, bewijsvermoeden, ruilovereenkomst, samenlevingsovereenkomst, partnerschapsvoorwaarden, nabestaandenpensioen, ouderdomspensioen, partnerpensioen, pensioenverrekening, huwelijk en faillissement. Onderwijsvorm Hoorcollege: Tijdens het hoorcollege worden de onderwerpen van de desbetreffende week ingeleid en worden voorts moeilijke leerstukken en actuele ontwikkelingen behandeld. Werkgroep: Bespreking van de wekelijks voorbereide opdrachten, beantwoording van vragen en herhaling van leerstof. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Aan elke werkgroep kunnen maximaal 25 studenten deelnemen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - De Bruijn-Huijgen-Reinhartz, Het Nederlands huwelijksvermogensrecht, nieuwste druk. - W.G. Huijgen e.a., Rechtspraak Personen- en Familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht, SDU, Den Haag, nieuwste druk. - Syllabus huwelijksvermogensrecht 2012-2013. - Hoorcollegesheets. - Op blackboard aangegeven extra literatuur en/of jurisprudentie. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 29 van 54

Aanbevolen voorkennis De vakken: - Personen- en familierecht - het vak Contractenrecht en goederenrecht of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht - Erfrecht I - Verbreding goederenrecht I of Verbreding goederenrecht - Verbreding goederenrecht II

Inleiding goederenrecht Vakcode

R_InlGoed (200137)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. W.M. Schrama

Examinator

prof. mr. W.M. Schrama

Docent(en)

mr. B. Breederveld, prof. mr. W.M. Schrama, W.J.J.G. Speetjens, prof. mr. L.M. Coenraad, dr. mr. C.B.P. Mahe, mr. M. Vogel, J. Kaljee LLM

Lesmethode(n)


Niveau

100

Doel vak Inleiding goederenrecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 17, 18 Aan het einde van het vak Inleiding Goederenrecht moet de student in staat zijn tot het opsommen, herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van: - de meest elementaire begrippen van het algemeen deel van het vermogensrecht en het goederenrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd; - de meest elementaire onderscheidingen die binnen het systeem van subjectieve vermogensrechten en hun objecten kunnen worden gemaakt; - de eisen, waaraan moet zijn voldaan om de geldige overdracht van een goed te bewerkstelligen; Aan het einde van het vak moet de student voorts in staat zijn tot: - het lezen en begrijpen van relevante literatuur en kunnen aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; - het lezen van een goederenrechtelijk arrest en kunnen aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is en wat de kernoverwegingen zijn geweest; - het bestuderen en analyseren van een casus met het oog op het formuleren van de te beantwoorden goederenrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag.


30-9-2015 - Pagina 30 van 54

Inhoud vak - Onderscheiden van begrippen in het goederenrecht; - Absolute/beperkte rechten en hun kenmerken; - Verkrijging en verlies van goederen; - Bezit en houderschap; - Overdracht van goederen en derdenbescherming. Onderwijsvorm Hoorcolleges: Tijdens de hoorcolleges worden de onderwerpen van de desbetreffende week ingeleid, in grote lijnen uiteengezet, geïllustreerd aan de hand van voorbeelden en er wordt ingegaan op moeilijke leerstukken. Werkgroepen: Wekelijks besprekingen van gemaakte casusopdrachten. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Aan elke werkgroep kunnen maximaal 25 studenten deelnemen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - O.K. Brahn, Zwaartepunten van het vermogensrecht, bewerkt door Prof. mr. W.H.M. Reehuis, 9e druk, Kluwer-Deventer-2010 (hierna: Brahn). Dit boek dient u aan te schaffen. - Voorts wordt – als inleiding - een aantal hoofdstukken voorgeschreven uit het boek van A.J. Akkermans (red.), Privaatrecht als opdracht, 7e druk, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2006 (hierna: PAO). Deze hoofdstukken worden op Blackboard geplaatst. Dit boek hoeft u derhalve niet aan te schaffen. - Jurisprudentiereader Inleiding goederenrecht. Vereiste voorkennis Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Intekenprocedure Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013.

Inleiding in de rechtswetenschap Vakcode

R_InlrechRC (200135)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. L.J. Stam

Examinator

mr. L.J. Stam

Docent(en)

prof. mr. W.J. Veraart, prof. dr. B.M.J. van Klink, mr. J. Zwart, dr. mr. I. Rosenthal, mr. W.P. Boor, dr. mr. L.D.A. Corrias, H.E. van Rossum LLM, mr. L.J. Stam, mr. drs. T.E.J.H. van Gennip

Lesmethode(n)



30-9-2015 - Pagina 31 van 54

Niveau

100

Doel vak Inleiding in de rechtswetenschap draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding; 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8. Het heeft als leerdoelen: - Het op elementair niveau lezen, begrijpen en analyseren van wetgeving en rechtspraak; - Elementaire kennis van en inzicht in de kernleerstukken van de hoofdonderdelen van het geldende recht; - Elementaire kennis van en inzicht in de verhouding nationaal recht en internationaal/Europees recht; - Bewustwording van de maatschappelijke context van het recht; - Kritische reflectie op regelgeving en jurisprudentie. Inhoud vak In Inleiding in de rechtswetenschap komen vraagstukken aan de orde als 'Wat is recht?', 'Wat zijn rechtsbronnen?', 'Wat zijn de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat?', 'Wat is de rol van het internationale recht in de Nederlandse rechtsorde?'. Ook komen vragen aan de orde als: 'Is dit een rechtvaardige regel', 'Is dit een rechtvaardige rechterlijke uitspraak?' Verder wordt een introductie gegeven in de verschillende rechtsgebieden en komen de beginselen aan de orde die aan deze rechtsgebieden ten grondslag liggen. Van dit vak maakt tevens deel uit het apart te tentamineren onderdeel Arrestlezen. Met dit onderdeel wordt de student wegwijs gemaakt in het lezen van rechtspraak (jurisprudentie). Onderwijsvorm Hoorcolleges Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Werkgroepen Wekelijkse voorbereidingstoetsen voor werkgroepen, waarin bespreking van huiswerkopdrachten en actuele praktijkcasus, waarover wordt gedebatteerd. Digitale spreekuren in de laatste drie weken van de cyclus. Er is een verplichte deeltoets voor het onderdeel Arrestlezen. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Elke werkgroep biedt plaats aan maximaal 25 studenten. Toetsvorm - 2 geroosterde schriftelijke tentamens (onderdeel Inleiding en onderdeel Arrest lezen). - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur


30-9-2015 - Pagina 32 van 54

- Soeteman,A. Over recht gesproken. Een inleiding tot het recht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2010. - Klink, B. van & A. Broekers-Knol, Juridisch wijzer: De staat, Europa en het recht. Praktische handleiding juridische vaardigheden, Amsterdam: Prometheus 2009. - Een niet-geannoteerde wettenbundel, editie 2013-2014. Vereiste voorkennis Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Intekenprocedure Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013.

Inleiding verbintenissenrecht Vakcode

R_InlVerb (200138)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M. Vogel

Examinator

mr. M. Vogel

Docent(en)

prof. mr. A.J. Akkermans, prof. mr. C.E.C. Jansen

Lesmethode(n)


Niveau

100

Doel vak Inleiding verbintenissenrecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12 en 13 Kennisleerdoelen 1. De meest elementaire begrippen van het verbintenissenrecht in samenhang met die van het algemeen deel van het vermogensrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden; 2. De belangrijkste bronnen van waaruit verbintenissen tussen rechtssubjecten kunnen ontstaan opsommen, herkennen en toelichten aan de hand van concrete voorbeelden; 3. De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om van een geldige totstandkoming van een rechtshandeling in het algemeen en een meerzijdige rechtshandeling (overeenkomst) in het bijzonder te kunnen spreken, opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden; 4. De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om onderhandelingen over de eventuele totstandkoming van een overeenkomst zonder rechtsgevolgen af te kunnen breken, opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden; 5. De voorwaarden die de wet stelt aan het op de juiste wijze vernietigen van een rechtshandeling opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden; 6. De rechtsgevolgen van een vernietigde of nietige rechtshandeling opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 33 van 54

voorbeelden; 7. De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om van een geldige volmachtverlening te kunnen spreken opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden, de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om in geval van ontbreken van een (toereikende) volmacht bescherming te kunnen bieden aan de wederpartij, die met de onbevoegde tussenpersoon heeft gehandeld, opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden en de rechtsgevolgen die intreden wanneer wordt vastgesteld dat de wederpartij (geen) aanspraak kan maken op de hiervoor bedoelde bescherming opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden; 8. De voorwaarden die de wet stelt aan het tenietgaan van een verbintenis, alsmede de rechtsgevolgen daarvan, opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (op hoofdlijnen); 9. De belangrijkste mogelijkheden waarover een schuldeiser beschikt om op te treden tegen een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis door diens schuldenaar opsommen, herkennen en toelichten aan de hand van concrete voorbeelden (op hoofdlijnen); 10. De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis tot schadevergoeding op grond van een eigen onrechtmatige daad dan wel op grond van een kwalitatieve aansprakelijkheid te doen ontstaan opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (op hoofdlijnen); 11. De regels aan de hand waarvan de omvang van de verbintenis tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad dient te worden bepaald opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (op hoofdlijnen); 12. De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis op grond van onverschuldigde betaling (verdiepend), zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking (op hoofdlijnen) te doen ontstaan opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden. Vaardighedenleerdoelen 1. Het Burgerlijk Wetboek hanteren door aan de hand van concrete voorbeelden op het terrein van het algemeen deel van het vermogensrecht en het verbintenissenrecht aan te geven, waar in het Burgerlijk Wetboek mogelijkerwijs een oplossing zou kunnen worden gevonden voor de in die voorbeelden besloten liggende vraagstukken (vaardigheid: het kunnen hanteren van de rechtsbronnen); 2. Literatuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn (vaardigheid: het kunnen analyseren van materiaal); 3. Een arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is waarover de rechterlijke instanties zich hebben gebogen en wat de kernoverwegingen van die instanties zijn geweest bij het beantwoorden van die vraag (vaardigheden: het kunnen hanteren van de rechtsbronnen; het kunnen analyseren van materiaal; het zelfstandig kunnen formuleren van een probleemstelling); 4. Een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag (vaardigheden: het kunnen analyseren van materiaal; het zelfstandig kunnen formuleren van een probleemstelling; het kunnen hanteren van de rechtsbronnen; het kunnen structureren van een schriftelijk betoog).


30-9-2015 - Pagina 34 van 54

NB: U wordt geacht reeds in staat te zijn uw betoog (tentamenbeantwoording) in correct Nederlands te schrijven. Inhoud vak Week 1: Bronnen van verbintenissen: totstandkoming van rechtshandelingen en overeenkomsten; Week 2: Nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen (I); Week 3: Nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen (II); gevolgen van nietigheid en vernietigbaarheid; Week 4: Vertegenwoordiging en volmacht; tenietgaan van verbintenissen; gevolgen van niet-nakoming van verbintenissen; Week 5: Onrechtmatige daad als bron van verbintenissen (I): persoonlijke aansprakelijkheid; Week 6: Onrechtmatige daad als bron van verbintenissen (II): kwalitatieve aansprakelijkheid; Week 7: Schadevergoeding en overige bronnen van verbintenissen. Onderwijsvorm Tijdens de hoorcolleges wordt de stof op hoofdlijnen behandeld en worden moeilijke onderdelen toegelicht aan de hand van voorbeelden. In de interactieve werkgroepen staat het oefenen met het toepassen van de geleerde stof centraal. Dit doen we aan de hand van meerkeuzevragen en casus, die van tevoren door studenten dienen te worden voorbereid. Binnen de werkgroepen wordt van studenten naast een gedegen voorbereiding, ook een actieve houding verwacht. Anders dan op de hoorcolleges, is het de bedoeling samen met elkaar tot de juiste antwoorden te komen. Hierbij aansluitend zal in het laatste werkgroepuur steeds een actuele casus (bv. uit lagere rechtspraak) worden geïntroduceerd, die studenten ter plekke analyseren, waarna deze analyses gezamenlijk zullen worden besproken in de context van de in die week centraal staande stof. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur Verplichte en/of aanbevolen literatuur en jurisprudentie wordt bekendgemaakt via Blackboard. In ieder geval zal gebruik worden gemaakt van: - O.K. Brahn & W.H.M. Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Kluwer: Deventer 2010.

Klassieke teksten Vakcode

R_Klas.tkst (982002)

Periode

Periode 1+2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. A. Soeteman


30-9-2015 - Pagina 35 van 54

Docent(en)

prof. mr. A. Soeteman

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

300

Doel vak Het doel van dit vak is studenten vertrouwd te maken met een aantal klassieke teksten uit de rechtstheoretische literatuur en te trainen in het lezen van deze teksten. Inhoud vak Besproken worden teksten van Plato, Aristoteles, Locke, Rousseau, Hart en Dworkin (wijzigingen voorbehouden). Onderwijsvorm Iedere bijeenkomst wordt een klassieke tekst van een auteur besproken, vooral aan de hand van vragen die de docent van tevioren heeft verspreid. Toetsvorm Het vak wordt getoetst aan de hand van de volgende onderdelen: - Paper(s). - Mondeling tentamen. Literatuur Klassieke teksten van de te bespreken (rechts)filosofen worden tijdig via het blackboard ter beschikking gesteld, in het Nederlands of in het Engels. Vereiste voorkennis Het eerste bachelor jaar dient met succes afgerond te zijn.

Kritisch redeneren/Academische vaardigheden: Juridische vaardigheden Vakcode

R_Jur.vrd (200139)

Periode

Periode 3+4+5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. drs. T.E.J.H. van Gennip

Examinator

mr. drs. T.E.J.H. van Gennip

Docent(en)

prof. dr. B.M.J. van Klink

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Bijeenkomst, Werkgroep

Niveau

100

Doel vak Het vak draagt bij aan de eindtermen van de opleiding: 4, 5, 6, 7, 8, 9, 13, 15, 16, 17 Het vak heeft als leerdoelen: a. Analytische vaardigheden van het lezen en begrijpen van juridische teksten (arresten, wetten, parlementaire stukken en rechtswetenschappelijke literatuur) - 6; b. Informatievaardigheden van het vinden van juridische informatie in Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 36 van 54

(digitale) bibliotheken en databestanden en het beoordelen van (onder meer) de relevantie, actualiteit en kwaliteit van deze informatie - 17; c. Het analyseren van juridische redeneringen en het beoordelen van de geldigheid en aanvaardbaarheid van deze redeneringen - 9; d. Academisch/juridische oordeelsvorming, dat wil zeggen het vormen van een eigen, juridisch gefundeerde mening over actuele maatschappelijke kwesties die het recht betreffen, op basis van een goede kennis van het recht en van de feiten ter zake, en onderbouwd door een goede (geldige en aanvaardbare) argumentatie - 4, 5, 7, 8, 15; e. Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden, zoals het schrijven van een paper van wetenschappelijk niveau en in correct Nederlands - 13; f. Samenwerken om een opdracht binnen een gegeven termijn tot een goed einde te brengen - 16. Inhoud vak De cursus bestaat uit drie blokken. In het eerste blok wordt u wegwijs gemaakt in het zoeken en analyseren van juridische bronnen. Gezien de enorme hoeveelheid aan juridische bronnen zijn dat waardevolle vaardigheden. Dit wordt getoetst in twee digitale toetsen. In het tweede blok leert u om complexe argumentaties te analyseren. Drogredenen worden belicht en de geldigheid en aanvaardbaarheid van argumenten worden onderzocht. Een kritische blik op argumentaties is namelijk onontbeerlijk voor een jurist. Tevens wordt aandacht besteed aan middelen waarmee u het publiek kunt overtuigen. dit wordt getoetst in een schriftelijk tentamen. Bij het derde blok komen alle vaardigheden bij elkaar. U schrijft met een medestudent een onderzoeksplan en een wetenschappelijk paper over een actuele kwestie waarin rechten met elkaar botsen. Wat weegt bijvoorbeeld zwaarder in een gegeven context: de vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van godsdienst? Om deze vraag te beantwoorden dient u bronnen te zoeken en analyseren, en argumenten voor en tegen het door u ingenomen standpunt te formuleren. Tijdens het schrijven van de paper krijgt u feedback (peer review) van medestudenten. Uiteindelijk moet dit leiden tot een goed beargumenteerd juridisch betoog. Onderwijsvorm Huiswerkopdrachten, een beperkt aantal voorbereidingstoetsen voor de werkgroepen, schriftelijke werkstukken (onderzoeksplan. paper), peer review, practicum informatie zoeken. Voor verdere informatie zie de syllabi. Toetsvorm Het vak wordt getoetst aan de hand van de volgende onderdelen: - Een geroosterd schriftelijk tentamen, dat bij voorkeur digitaal wordt afgenomen. - Paper(s). - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur De te gebruiken literatuur wordt in de syllabi bekend gemaakt. Vereiste voorkennis Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013. Intekenprocedure Intekenen voor dit vak is pas mogelijk vanaf 28 augustus 2013.


30-9-2015 - Pagina 37 van 54

Overige informatie De twee digitale toetsen worden in week 6 en 7 van 2014 digitaal getoetst in de TenT. In verband met de grote aantallen eerstejaars zullen hiertoe twee aaneensluitende sessies moeten worden belegd. Het practicum in week 2 van 2014 zal moeten worden geroosterd in de computerzalen.

Notariswet Vakcode

R_NotarisW (211211)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M.J. Donkervoet

Docent(en)

mr. M.J. Donkervoet

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Het vak Notariswet draagt bij aan alle eindtermen van de opleiding. Het vak Notariswet heeft de volgende leerdoelen: - Het kennen van en inzicht hebben in de functie en de taak van de (kandidaat-)notaris. - Het theoretisch en praktisch kunnen toepassen van de Notariswet en de daarmee samenhangende regelingen. Inhoud vak Bij het vak Notariswet komen onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: - De geschiedenis van de Notariswet; - De kern van het notarisambt; - De wettelijke en de buitenwettelijke taak van de notaris; - De ministerieplicht, de plicht tot dienstweigering en de zorgplicht van de notaris; - De geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van de notaris; - De totstandkoming en de betekenis van de notariële akte; - Het bewijsrecht; - De rol die de notaris heeft bij criminaliteitsbestrijding; - Het toezicht op de notarissen en het tuchtrecht. Onderwijsvorm Hoorcolleges In de hoorcolleges worden de onderwerpen van de desbetreffende week ingeleid. De onderwerpen worden in hoofdlijnen behandeld en geïllustreerd aan de hand van veel praktijkvoorbeelden. Werkgroepen Er is wekelijks een voorbereidingstoets. Uitsluitend degenen die de wekelijkse voorbereidingstoets hebben gemaakt en tenminste de helft van de vragen goed hebben beantwoord, hebben toegang tot de werkgroep van de desbetreffende week. In de werkgroepen kunnen studenten oefenen met casus en jurisprudentie. In de werkgroepen kunnen bonuspunten worden Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 38 van 54

gehaald. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Elke werkgroep biedt plaats aan maximaal 25 studenten. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur B.C.M.Waaijer, De Notariswet, Kluwer, Deventer; laatste druk.

Ondernemingsrecht Vakcode

R_Ondernem.r (211358)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. W.J. van t Spijker

Examinator

mr. A.J.M. Klein Wassink

Docent(en)

prof. mr. J.B. Huizink, mr. A.J.M. Klein Wassink

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Het vak draagt bij aan de eindtermen van de opleiding: Bachelor Notarieel Recht: 1,2,3,4,5,6,9,10,11,16,17. Het vak zal (thematisch) zijn opgedeeld in drie delen: Cluster 1: Zorgvuldig vermogensbeheer vanuit voorrecht van exclusieve aansprakelijkheid Cluster 2: Organisatie & Herstructurering Cluster 3: Geschillen Tezamen bieden deze delen een integraal en diepgaand overzicht van het (Nederlands) ondernemingsrecht en wordt aangesloten bij de notariële rechtsbeoefening. Inhoud vak De volgende onderwerpen worden behandeld bij het vak: Personenvennootschappen BV i.o.; bekrachtiging Inleiding, kapitaalbescherming incl. art 2:19a BW, WFBV en recente ontwikkelingen Bestuurdersaansprakelijkheid


30-9-2015 - Pagina 39 van 54

Financiële verslaggeving Herstructurering van ondernemingen Wet op de Ondernemingsraden Concernrecht, incl. aansprakelijkheid Besluitvorming en vertegenwoordiging (gevolgen en beperkingen) Enquêterecht, uitkoop en geschillenregeling Beschermingsconstructies Structuurvennootschappen Beursvennootschappen, Wet Financieel Toezicht Onderwijsvorm Hoorcolleges: bespreking van de stof in hoofdlijnen met aandacht voor knelpunten Werkgroepen: Casusbehandeling Spreekuur (bekendmaking via Blackboard): Tijdens het spreekuur hebben de studenten gelegenheid tot het stellen van inhoudelijke vragen en wat verder ter tafel komt Toetsvorm - Eén geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - J.B. Huizink, Rechtspersoon, vennootschap en onderneming, dl. 7 Studiereeks Burgerlijk Recht, meest recente druk - De te bestuderen arresten zelf worden op Blackboard geplaatst - Eventueel aanvullend materiaal op Blackboard Vereiste voorkennis Ingangseis: - het vak Vennootschaps- en rechtpersonenrecht

Personen- en familierecht Vakcode

R_PersFamR (200321)

Periode

Periode 4

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. G.C.A.M. Ruitenberg

Examinator

mr. G.C.A.M. Ruitenberg


30-9-2015 - Pagina 40 van 54

Docent(en)

dr. mr. C. Blankman, prof. dr. mr. M.V. Antokolskaia

Lesmethode(n)


Niveau

100

Doel vak Personen- en familierecht draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 2, 4, 6, 7, 10, 11, 12 Het doel van het vak personen- en familierecht is, dat studenten kennis verkrijgen van en inzicht in zes hoofdonderdelen van het personen- en familierecht, alsmede in de systematiek daarvan, met inbegrip van recente ontwikkelingen en de historische achtergrond. Na het volgen van dit vak: - hebben studenten inzicht verkregen in het rechtsgebied personen- en familierecht en kunnen zij juridische vraagstukken/ problemen analyseren en de opgedane kennis daarop toepassen; - zijn studenten bekend met de historische achtergrond van het huidige personen- en familierecht; - kunnen studenten vertellen welke actuele ontwikkelingen er in het personen- en familierecht gaande zijn; - zijn studenten in staat om (kritisch) te reflecteren op de hervormingen die in het personen- en familierecht hebben plaatsgevonden en gaande zijn. Inhoud vak De zes hoofdonderdelen die worden besproken zijn: • Huwelijk en geregistreerd partnerschap; • Afstamming en adoptie; • Echtscheiding en levensonderhoud; • Huwelijksvermogensrecht • Gezag en ouderschapsplan; • Meerderjarigenbescherming en namenrecht. Onderwijsvorm Hoorcolleges Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en toegelicht. Tevens wordt aandacht besteed aan de historische achtergrond en aan de actualiteit. Werkgroepen Wekelijkse voorbereidingstoetsen voor de werkgroepen. Gedurende de werkgroepen worden casus- dan wel meerkeuzevragen besproken. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Toetsvorm Geroosterd schriftelijk tentamen. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt via Blackboard.

Pleitoefening Vakcode Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

R_PleitO () 30-9-2015 - Pagina 41 van 54

Periode

Periode 1+2

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M.D. Sint Nicolaas

Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkgroep

Niveau

300

Doel vak Bij het vak Pleitoefening gaan studenten voor het eerst tegen elkaar pleiten (ten overstaan van een meervoudige kamer van de Rechtbank), nadat ze vooruitlopend hierop inhoudelijke stukken hebben geschreven aan de hand van een specifieke casus (straf-, privaat- of staats-/bestuursrechtelijk). Het vak geldt als één van de belangrijkste en zwaarste vaardighedentrainingen in de juridische opleiding. Ook degenen die niet opteren voor de togaberoepen zullen veel baat hebben bij dit vak. Als jurist kan men immers niet zonder presentatie- en overtuigingskracht. Pleitoefening reikt derhalve vaardigheden aan die in elke juridische omgeving onontbeerlijk zijn. Het vak heeft als leerdoelen voor de student: • Het praktisch kunnen toepassen van verworven theoretische kennis over het geldende recht door confrontatie ervan met aan de rechtspraktijk ontleende vraagstukken. • Het kunnen beoordelen van deze vraagstukken op hun juridische, rechtstatelijke, maatschappelijke en ethische merites. • Het kunnen innemen van een gefundeerde positie, dit standpunt overzichtelijk kunnen formuleren en zowel schriftelijk als mondeling kunnen presenteren aan de hand van een logisch geldende, deugdelijke opbouw van argumenten, waarmee getracht wordt een rechter of andere instantie te overtuigen. • Het doeltreffend en efficiënt kunnen inzetten van relevante en actuele bronnen uit juridische (digitale) bibliotheken en databestanden ter onderbouwing van een pleidooi. • Het kunnen verbinden van de juridische praktijk met de maatschappelijke context waarin het recht zich manifesteert. • Het kunnen (bij)sturen van het eigen en andermans leerproces, door feedback te geven en te ontvangen en deze feedback vervolgens toe te passen ter verbetering van het eigen schrijven en pleiten. Inhoud vak Studenten schrijven zich zelf in voor een rechtsgebied (strafrecht, privaatrecht of staats-/bestuursrecht) en worden per rechtsgebied ingedeeld in groepen van 12. Vervolgens krijgen zij een casus uitgereikt, aan de hand waarvan ze allereerst een processtuk schrijven (in teamverband) en vervolgens een pleitnota (individueel). Feedback op deze schriftelijke stukken wordt gegeven door een vakdocent, die de student tijdens het gehele traject inhoudelijk begeleidt. Naast het schrijven van deze inhoudelijke stukken dient de student verplicht deel te nemen aan drie vaardighedentrainingen, die gegeven worden door ervaren psychologen-trainers. Het vak wordt afgesloten met een pleidooi ten overstaan van een meervoudige kamer van de Rechtbank.


30-9-2015 - Pagina 42 van 54

Onderwijsvorm Bij Pleitoefening is geen enkele week hetzelfde. De ene week wordt er hoorcollege gegeven, de andere week worden er schriftelijke stukken geschreven en volgt hier feedback op en weer een andere week volgen de studenten een vaardighedentraining. Gezien het feit dat er derhalve op verschillende momenten een aanwezigheidsplicht geldt, wordt aangeraden de syllabus goed door te lezen. Hierin staat per week aangegeven wat er van de student wordt verwacht. Hieronder volgt een opsomming van de verschillende soorten onderwijs bij Pleitoefening. • Er zijn twee (verplichte) hoorcolleges. Deze hoorcolleges zullen zowel ingaan op de opzet en werkwijze van het vak als op de aan te leren pleitvaardigheden. In ieder geval één hoorcollege zal worden verzorgd door een gastspreker uit de praktijk. • Daarnaast schrijven studenten een processtuk in teamverband (groepjes van drie) en vervolgens een individuele pleitnota. Deze twee schriftelijke stukken worden beoordeeld door een vakdocent en besproken tijdens feedbackgesprekken met de student(en). • Tussen de hoorcolleges en feedbackgesprekken in lopen de drie (verplichte) vaardighedentrainingen, die worden gegeven met tussenpozen van twee weken. De data van de trainingen per groep zijn reeds bij inschrijving voor het vak bekend. Tijdens de eerste training ontvangt de student een algemene vaardighedentraining, tijdens de tweede training een specifiek op het pleidooi gerichte training en de derde training is een generale repetitie voor het optreden ter zitting. • Tot slot zijn er de zittingen van de Rechtbank, waarbij er tegen elkaar gepleit gaat worden. Deelname aan de hoorcolleges, trainingen en feedbackgesprekken is verplicht. Toetsvorm De student wordt beoordeeld op het processtuk dat in groepsverband is geschreven, op de pleitnota die individueel is geschreven en op het pleiten ter zitting. Het schriftelijke deel (processtuk en pleitnota) telt voor 50% mee voor het eindcijfer en het mondelinge deel (pleiten ter zitting) telt mee voor de overige 50%. Indien er geen voldoende is behaald voor het schriftelijke onderdeel, zal de student geen deel kunnen nemen aan het pleiten ter zitting. Voor beide onderdelen zal een voldoende behaald dienen te worden. Literatuur A. Broekers-Knol en B. van Klink, Pleitwijzer, succesvol pleiten in de praktijk, Amsterdam: Bert Bakker, laatste druk. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 100 bachelorstudiepunten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht, inclusief het vak Rechtzoeken. Na het verstrijken van de inschrijftermijn op 2 september (voor periode 1/2) en 6 januari (voor periode 4/5) kan er niet meer voor het vak worden aangemeld, ook niet via de Student Service Desk. Intekenprocedure Het vak wordt tweemaal per studiejaar gegeven: in het eerste semester (periode 1 en 2, september-december) en in het tweede semester (periode Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 43 van 54

4 en 5, februari-mei). Studenten schrijven zich zelf in via VUnet en kiezen bij inschrijving voor een rechtsgebied. Indien het rechtsgebied van keuze reeds vol is, dient er een ander rechtsgebied te worden gekozen. Er zal niet worden nageplaatst. De student is door de ingangseis immers geëquipeerd om voor ieder rechtsgebied een casus te behandelen, ongeacht de voorkeur. Let op: er geldt een inschrijvingsdeadline! Inschrijven voor het eerste semester kan tot 2 september 2013, inschrijven voor het tweede semester kan tot en met 6 januari 2014.Voor de eerste ronde van dit vak (eerste semester) geldt: vol is vol. Na het verstrijken van de inschrijvingsdeadline is inschrijven voor en deelname aan het vak niet meer mogelijk. Ook niet tegen betaling van administratiekosten aan de balie van de Studenten Service Desk. Vrijstellingsverzoeken voor dit vak dienen vóór het sluiten van de inschrijvingstermijn bij de Examencommissie te zijn ingediend. Overige informatie Voor vragen waarvan de antwoorden niet in de studiegids dan wel in de syllabus kunnen worden gevonden: [email protected].

Pleitoefening Vakcode

R_PleitO2 (200320)

Periode

Periode 4+5

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkgroep

Niveau

300

Overige informatie Het vak Pleitoefening wordt tweemaal per jaar aangeboden. Meer informatie over de inhoud van het vak kun je vinden bij het vak Pleitoefening, periode 1+2.

Recht en medische biotechnologie Vakcode

R_R.medBio (982003)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. mr. D.W.J.M. Pessers

Docent(en)

prof. dr. mr. D.W.J.M. Pessers

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

300


30-9-2015 - Pagina 44 van 54

Doel vak Van de studenten wordt verwacht dat zij een maatschappelijk vraagstuk i.c. de nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de medische biotechnologie - vanuit een kritisch, metajuridisch en positiefrechtelijk perspectief kunnen benaderen. Dat wil zeggen: concrete vraagstukken van de medische biotechnologie analyseren aan de hand van rechtsbeginselen, rechtsliteratuur, wetgeving, jurisprudentie, en rechtsvergelijking. De studenten worden geacht zelfstandig hun weg te vinden in deze juridische bronnen en in woord (presentatie) en geschrift (essay) verslag te doen van hun onderzoek. Inhoud vak Het leerdoel van dit honoursvak is om studenten kennis te laten maken met het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Gekozen is voor een nieuw rechtsgebied dat nog in de beginfase van wetenschappelijke bewerking verkeert, maar ongetwijfeld in de loop van deze eeuw steeds verder aan belang zal winnen. Onder invloed van ontwikkelingen in de medische biotechnologie wordt dat wat eens science fiction was werkelijkheid. Het leven kan kunstmatig worden verwekt, het kan worden gemanipuleerd, genetisch gescreend en steeds verder worden verlengd. Organen, weefsels, bloed en eicellen hebben inmiddels commerciële waarde verkregen. Via internet is een omvangrijke internationale handel in menselijk lichaamsmateriaal ontstaan. Hoe onaantastbaar is het lichaam nog? Dreigt het lichaam – in strijd met diepgewortelde rechtsovertuigingen – een zaak te worden? Hoe ver strekt de zelfbeschikking ten aanzien van het lichaam? Verzet de menselijke waardigheid zich tegen commerciële exploitatie van lichaamsdelen? De medische biotechnologie confronteert ons met principiële vragen inzake de status van het lichaam en de persoon op het terrein van de mensen- en grondrechten, het personen- en familierecht, het vermogensrecht, het gezondheidsrecht, het bestuursrecht en het strafrecht. Hoe moeten juristen deze biotechnologische ontwikkelingen duiden en reguleren? Hoe krijg je een juist inzicht in de aard, de gevolgen en de risico’s van de medische biotechnologie? Welk rechtsfilosofisch mensbeeld moet behouden blijven of juist worden veranderd? Welke belangen moeten wel of niet worden gehonoreerd? Het rechtswetenschappelijk debat over deze kwesties vergt een voor juristen ongebruikelijke verbeeldingskracht. Van de honoursstudenten wordt juist dat laatste gevraagd. Zij worden uitgenodigd – als waren zij de toekomstige wetgevers op dit terrein mee te denken over de morele en juridische dimensies van de medische biotechnologie en over de rechtsbeginselen die relevant zouden kunnen zijn voor de regulering ervan. De studenten zouden hun eerste inspiratie kunnen vinden in de omvangrijke romanliteratuur, science fiction, films en beeldende kunsten die de nieuwe technologische, posthumane mens tot onderwerp hebben. De studenten lezen zich aan de hand van de verplichte literatuur zo snel mogelijk in de praktische en rechtsfilosofische aspecten van het probleemveld in. Vervolgens kiezen zij – geheel vrij en bij voorkeur geïnspireerd door niet-juridische bronnen - een onderwerp op het terrein van de medische biotechnologie. Over dat onderwerp schrijven zij een essay van 10 à 15 bladzijden, dat twee weken na de laatste werkgroep moet worden ingeleverd, en waarin ook de verplichte literatuur adequaat is verwerkt. Tijdens de werkgroepen brengen de studenten verslag uit over de stand van hun onderzoek door middel van een presentatie.


30-9-2015 - Pagina 45 van 54

Onderwijsvorm Werkcolleges waarin studenten een tussentijds verslag moeten presenteren van de stand van hun onderzoek. Maximaal 10 studenten kunnen deelnemen aan het vak. Deelname aan de werkcolleges is verplicht. Toetsvorm Het vak wordt getoetst aan de hand van de volgende onderdelen: - Presentatie(s). - Essay. Literatuur Verplichte literatuur: - Britta van Beers, De humaniteit van humane biotechnologie. Juridische perspectieven op menselijke waardigheid en medische biotechnologie. In: Humane biotechnologie en recht. Praeadviezen voor de Nederlandse Juristen-Vereniging. (NJV) Handelingen van de NJV, 2009- 1, 139e jaargang, pp.97-145. - Tsjalling Swierstra e.a. (red.), Leven als bouwpakket. Ethisch verkennen van een nieuwe technologische golf. Den Haag: Rathenau Instituut, 2009. - Geesink, Ch. Steegers, Nier te koop- baarmoeder te huur. Wereldwijde handel in lichaamsmateriaal. Den Haag: Rathenau Instituut, 2001. Michael Sandel, Pleidooi tegen volmaaktheid. Een ethiek voor gentechnologie. Uitg. ten Have, 2012. Overige informatie Het betreft hier een vak in het honoursprogramma.

Rechtzoeken Vakcode

R_Rechtz ()

Periode

Periode 2+3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. A.J. Wolthuis

Docent(en)

dr. A.J. Wolthuis, mr. drs. T.E.J.H. van Gennip

Lesmethode(n)

Werkgroep

Niveau

200

Doel vak Het doel van Rechtzoeken is het oefenen, verfijnen en grotendeels zelfstandig kunnen aanwenden van de juridische vaardigheden die u hebt ontwikkeld in Juridische vaardigheden. Het betreft met name de volgende vaardigheden: - Het verzamelen, begrijpen en beoordelen van jurisprudentie, parlementaire stukken en rechtsgeleerde literatuur; - Het schriftelijk en mondeling bespreken van jurisprudentie, parlementaire stukken en rechtsgeleerde literatuur; - Het schriftelijk en mondeling beredeneren van een standpunt in een juridische discussie. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 46 van 54

Inhoud vak Rechtzoeken is een vaardighedenvak. Allerlei juridische onderwerpen kunnen als oefenmateriaal dienen. Onderwijsvorm In de hoorcolleges wordt de opdracht toegelicht en is er aandacht voor het zoeken van juridische bronnen. In de responsiecolleges en tijdens de spreekuren worden studenten in de gelegenheid gesteld vragen te stellen die bij hen zijn gerezen m.b.t. het schrijven van het werkstuk en het zoeken van juridische bronnen. In de toespraakbijeenkomsten lichten de studenten aan de hand van een poster hun onderzoeksresultaten kort toe en beantwoorden zij vragen uit de zaal. Aan elke toespraakbijeenkomst kunnen maximaal 16 studenten deelnemen. Deelname aan de toespraakbijeenkomsten is verplicht. Toetsvorm Het vak wordt getoetst aan de hand van de volgende onderdelen: - Een presentatie. - Een werkstuk. Literatuur Syllabus Rechtzoeken Vereiste voorkennis Ingangseisen: - Het vak Kritisch redeneren/Academische vaardigheden: Juridische vaardigheden. Intekenprocedure Na het verstrijken van de aanmelddeadline op 30 september (voor periode 2/3) en 3 maart (voor periode 5/6) is aanmelden voor het vak niet meer mogelijk. Ook niet tegen betaling van administratiekosten aan de balie van de Student Service Desk.

Rechtzoeken Vakcode

R_Rechtz2 ()

Periode

Periode 5+6

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. A.J. Wolthuis

Docent(en)

L.M.A. Francot

Lesmethode(n)

Werkgroep

Niveau

200

Overige informatie Het vak Rechtzoeken wordt tweemaal per jaar aangeboden. Meer informatie over de inhoud van het vak kun je vinden bij het vak Rechtzoeken in periode 2+3.


30-9-2015 - Pagina 47 van 54

Vennootschaps- en rechtspersonenrecht Vakcode

R_VenReP (200223)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. C.H.C. Overes

Examinator

mr. C.H.C. Overes

Docent(en)

mr. C.H.C. Overes, mr. W.J.M. van Veen, mr. A.J.M. Klein Wassink, mr. W.J. van t Spijker, mr. dr. B.H.A. van Leeuwen

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak De student heeft kennis van en inzicht in het systeem van de wet (met name boek 2 BW), in de verschillende rechtsvormen, in het begrip rechtspersoonlijkheid en in het functioneren van de rechtspersoon als organisatie door middel van de organen die elk een eigen taak en bevoegdheid hebben. Daarnaast moet de student begrip hebben van het intern functioneren van de rechtspersoon (besluitvorming) als het functioneren van de rechtspersoon 'naar buiten toe' (vertegenwoordiging) en de problemen kunnen oplossen die zich daarbij kunnen voordoen. Studenten zijn zich bewust van het feit dat het vennootschaps- en rechtspersonenrecht in ontwikkeling is en dat dit recht maatschappelijk van belang is omdat vennootschappen en rechtspersonen de juridische vormen zijn waarin economische en maatschappelijke activiteiten worden ontplooid. Studenten zien dat het vennootschaps- en rechtspersonenrecht onderdeel uitmaakt van het privaatrecht en samenhang vertoont met het contracten- en goederenrecht. Studenten zijn in staat de voorgeschreven literatuur, wetgeving en jurisprudentie te lezen, te begrijpen en te analyseren. Zij kunnen uit een complex van feiten relevante informatie selecteren, het juridische probleem formuleren, relevante wetsartikelen en jurisprudentie toepassen op het feitencomplex, regelgeving interpreteren, afwegingen maken en vervolgens een oplossing geven voor het juridische probleem alsmede de keuze voor de gekozen oplossing motiveren. Inhoud vak Aan bod komen onderwerpen als de contactuele vennootschappen, de formele en materiele kenmerken van de rechtspersoonsvormen, kapitaal, vermogen en aandelen, de BV in oprichting, de organisatie van de rechtspersoon en de bevoegdheden van de organen, bestuurderschap, aandeelhouderschap en lidmaatschap, besluiten en aantasting van besluiten, vertegenwoordiging en onrechtmatige daad van de rechtspersoon. Onderwijsvorm Ter voorbereiding van de werkgroep moet een casus worden uitgewerkt en worden ingeleverd op Blackboard. Op de werkgroep wordt de ingeleverde casus besproken. Naast de bespreking van de casus die wordt ingeleverd, werken de studenten in de werkgroep in kleine groepjes een opdracht uit. Afhankelijk van de aard van de opdracht wordt deze vervolgens besproken door de docent of door medestudenten dan wel gepresenteerd door de Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 48 van 54

studenten. In de werkgroepen worden naast wetenschappelijke artikelen ook recente uitspraken, wetvoorstellen en andere actualiteiten besproken. Deelname aan de werkgroepen is verplicht. Elke werkgroep biedt plaats aan maximaal 25 studenten. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Dijk/Van der Ploeg, Van vereniging en stichting, cooperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, zesde druk, bewerkt door C.H.C. Overes, T.J. van der Ploeg en W.J.M. van Veen, Deventer: Kluwer 2013. - P. van Schilfgaarde, Van de BV en de NV, bewerkt door J. Winter, laatste druk, Deventer: Kluwer. - Studiebundel 2013-2014, verkrijgbaar in de VU Boekhandel. Vereiste voorkennis - het vak Inleiding goederenrecht of Beginselen privaatrecht I - het vak Inleiding verbintenissenrecht of Beginselen privaatrecht II

Verbreding goederenrecht I Vakcode

R_VerbrgoeI (211213)

Periode

Periode 4

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. F.R. Salomons

Examinator

mr. F.R. Salomons

Docent(en)

mr. F.R. Salomons

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Verbreding goederenrecht I draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 4, 5, 9, 10, 11 Inhoud vak - Verkrijging en verlies van beperkte rechten (opfrissen); - Vruchtgebruik (titel 3.8 BW); - Gemeenschap (titel 3.7 BW); - Openbare registers (afdeling 3.1.2 BW en Kadasterwet); - Vormerkung (art. 7:3 BW). Onderwijsvorm Tijdens de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen van de stof en belicht hij moeilijke onderdelen. In de werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van verschillende casus. Om die reden wordt van studenten die deelnemen aan de werkgroepen een actieve voorbereiding en participatie verwacht. Voorts zijn er wekelijkse Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 49 van 54

huiswerkopdrachten met circa 5 open vragen. De antwoorden worden via turnitin ingeleverd en door de docent voorzien van individuele feedback. Buiten de colleges en werkgroepen kunnen vragen worden gesteld via een forum op Blackboard. Bij gebleken behoefte wordt een online vragenuur georganiseerd. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur Voorlopige opgave (onder voorbehoud van wijziging/aanvulling): - Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008, nrs. 261-333 - M.J.A. Van Mourik, Gemeenschap, Monografieën BW B9 (6e druk 2011) - Asser/Mijnssen-De Haan-Van Dam-Ploeger 3-I, 2006, nrs. 312-321, 355384, 394-395, 401-404 - Asser/Hijma 5-I 2007 (Koop en ruil), nrs. 141-144 - (Nader op te geven wetenschappelijke artikelen) - HR 17 oktober 1986, NJ 1987/985 (Van Olmen/Van Olmen) - HR 24 april 1992, NJ 1993/610 (Van Olmen/Van Dooren q.q.) - HR 9 december 1994, NJ 1995/224 (Van Opstal/Van Miert) - HR 24 maart 1995, AA 1995, p. 705-711; NJ 1996/158 (Kuikenbroederij) - HR 9 januari 1998, NJ 1999/285 (MeesPierson/Ten Bos) - HR 18 maart 1994, NJ 1995/410 (Van Tholen/Kemna) - HR 30 maart 2001, NJ 2002/380 (LISV/Grifhorst) - HR 21 april 2006, RFR 2006/71 - HR 19 januari 2007, NJ 2007/62 - HR 28 november 2008, NJ 2009/145 - HR 21 juni 1985, NJ 1986/259 (Amfas/Notaris Van Velzen) - HR 20 februari 1987, NJ 1987/1002 (Goedhart/Van den Berg) - HR 6 februari 2009, NJ 2009/344 (ABN AMRO/De notaris) - HR 8 oktober 2010, NJ 2012/211 (Van den Berg/Bernhard)

Verbreding goederenrecht II Vakcode

R_VerbrgoeII (211315)

Periode

Periode 6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. F.R. Salomons

Examinator

mr. F.R. Salomons

Docent(en)

mr. F.R. Salomons

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Verbreding goederenrecht II draagt bij aan de volgende eindtermen van de opleiding: 1, 4, 5, 9, 10, 11 Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 50 van 54

Inhoud vak De volgende onderwerpen worden bij het vak behandeld: - Eigendom - Burenrecht - Mandeligheid - Erfdienstbaarheden - Erfpacht - Opstal - Appartementsrechten - Verkrijgende verjaring Onderwijsvorm Tijdens de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen van de stof en belicht hij moeilijke onderdelen. In de werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van verschillende casus en het programma PeerWise. Van studenten die deelnemen aan de werkgroepen worden een actieve voorbereiding en participatie verwacht. Voorts zijn er wekelijkse huiswerkopdrachten met enige open vragen. De antwoorden worden via turnitin ingeleverd en door de docent voorzien van individuele feedback. Buiten de colleges en werkgroepen kunnen vragen worden gesteld via een forum op Blackboard. Bij gebleken behoefte wordt een online vragenuur georganiseerd. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur Onder voorbehoud: • Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* (2008) Eigendom en beperkte rechten Hoofdstukken I, II, III par. 1-4 en 7-11, IV, V, VI, VII en VIII. • Asser 3-I (Asser-Mijnssen-De Haan-Van Dam) (2006), Algemeen goederenrecht, Hoofdstuk X. • Pitlo/Reehuis/Heisterkamp, Goederenrecht (13e druk 2012), hoofdstuk 13. Alsmede nader op te geven jurisprudentie.

Wetenschapsgeschiedenis: Rechtsgeschiedenis Vakcode

R_Rechtsgs (200132)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. J.H. Dondorp

Examinator

mr. J.H. Dondorp

Docent(en)

prof. mr. J. Hallebeek

Lesmethode(n)



30-9-2015 - Pagina 51 van 54

Niveau

100

Doel vak Het doel van de cursus is de student inzicht te geven in de historische wording van de hedendaagse Europese rechtstelsels aan de hand van een voorbeeld: de onrechtmatige daad. Aan het eind van de cursus is de student in staat teksten over dit onderwerp zelfstandig te analyseren en daarop kritisch te reflecteren. Inhoud vak Het vak biedt een schets van de uitwendige geschiedenis van het recht en van de ontwikkeling van één kernleerstuk in het bijzonder: de onrechtmatige daad. Aan de orde komen zowel de continentale als de common-law rechtstraditie. Onderwijsvorm De uitwendige rechtsgeschiedenis wordt op de hoorcolleges behandeld. De geschiedenis van de onrechtmatige daad komt zowel op de hoorcolleges als de werkgroepen aan de orde. Daarbij bieden de hoorcolleges de achtergrondinformatie voor de rechtshistorische teksten die op de werkgroepen worden gelezen. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur Voor het vak wordt een nieuw leerboek geschreven, dat in maart 2014 verschijnt.

Wijsgerige vorming: Encyclopedie der rechtswetenschap II Vakcode

R_EncyII (200322)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. L.D.A. Corrias

Examinator

dr. mr. L.D.A. Corrias

Docent(en)

prof. mr. W.J. Veraart, dr. mr. I. Rosenthal, mr. B.C. van Beers, dr. mr. L.D.A. Corrias

Lesmethode(n)


Niveau

300

Doel vak Doel van het vak Encyclopedie der rechtswetenschap II is te komen tot gestructureerde gedachtevorming over de grondslagen en rechtsfilosofische aspecten van het recht en de eigen aard van de rechtsbeoefening. Na het volgen van het vak heeft de student in de eerste plaats kennis van de belangrijkste klassieke en hedendaagse Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 52 van 54

stromingen en theorieën in de rechtsfilosofie, zoals het liberalisme, communitarisme, natuurrecht, rechtspositivisme, critical legal studies en constructivisme. De student leert deze verschillende stromingen en theorieën in onderlinge verhouding te plaatsen via algemene thema’s als de democratische rechtsstaat, de verhouding tussen recht en moraal en rechtsvinding. Daarnaast wordt de student aangezet tot kritische reflectie over deze theorieën door deze zelfstandig te leren toepassen op uiteenlopende actuele en maatschappelijke vraagstukken. De student wordt zich daardoor bewust van de manier waarop het recht zich ontwikkelt en manifest! eert in een maatschappelijke context. Tot slot leert de student te onderkennen hoe deze rechtsfilosofische theorieën en argumentaties in wetgeving en juridische oordeelsvorming een impliciete rol spelen. Inhoud vak De volgende thema's komen aan de orde: • De aard van het recht; • De verhouding tussen recht en moraal; • De grondslagen van de democratische rechtsstaat; • Rechtsvinding; • De liberale staat en zijn grenzen; • Communitarisme; • Grenzen aan mensenrechten. Onderwijsvorm In de hoorcolleges wordt de stof in hoofdlijnen behandeld en tegen een bredere achtergrond geplaatst. Daarnaast wordt de materie geïllustreerd aan de hand van actuele voorbeelden. In de werkgroepen wordt de stof verder uitgediept aan de hand van thuis gemaakte vragen en opdrachten. In de werkgroep wordt een actieve bijdrage van de student verwacht, in de vorm van deelname aan discussies, het eenmalig houden van een referaat, het eenmalig schrijven van een essay en het eenmalig optreden als peer reviewer. Daarnaast dient iedere student wekelijks thuis een uitgebreide discussievraag (ongeveer 200 woorden) op te stellen met betrekking tot de stof die de in die week wordt behandeld. Deze discussievraag geldt als wekelijks toetsingsmoment en als ingangseis voor de werkgroep. Daarop zal hij of zij van de docent commentaar ontvangen. Het succesvol afronden van de wekelijkse tussenopdrachten is een instapeis voor deelname aan de werkgroepen. Aan elke werkgroep kunnen maximaal 30 studenten deelnemen. Toetsvorm - Een geroosterd schriftelijk tentamen, dat bij voorkeur digitaal wordt afgenomen. - Het vak maakt gebruik van bonuspunten door middel van wekelijkse tussenopdrachten. Literatuur - Reader/ werkboek Encyclopedie II 2013-2014. - Nader bekend te maken boek. Vereiste voorkennis Ingangseisen: - Voor bachelorstudenten Notarieel recht geldt als ingangseis het vak Boeken van belang: Encyclopedie der rechtswetenschap I. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht - 2013-2014

30-9-2015 - Pagina 53 van 54


30-9-2015 - Pagina 54 van 54

Bacheloropleiding Notarieel recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Notarieel recht

Recommend Documents