Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid

Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

I

De bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid omvat 180 studiepunten, verdeeld over drie jaren van elk 60 studiepunten. Meer informatie over het eisenpakket voor afstuderen, de overgangsregelingen, doelstelling en eindtermen van de opleiding vind je in de Onderwijs- en Examenregeling.


II

Inhoudsopgave

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 1e jaar

1

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 2e jaar

1

Vakken die eenmalig extra worden aangeboden in 2010-2011. B2-vakken 2009-2010. B3-vakken 1 2011-2012. (Voor meer informatie zie overgangsregeling.) Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar

2

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Verplichte vakken

2

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profielen

2

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Belastingrecht

2

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Fiscaal-economisch

3

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Human Rights and Migration

3

Profiel Mensenrecht en migratie

3

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Privaatrecht voor de algemene rechtspraktijk

3

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Recht en Maatschappij

4

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Actuele dillema's in de strafrechtspleging

4

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Transnational Legal Studies

4

B3 keuzevakken, die niet terug komen in nieuw bachelorcurriculum. Alleen toegankelijk voor studenten oude stijl (zie overgangsregeling)

4

Honoursprogamma (Fac. RCH)

5

Exchange programme Law (Bachelor)

6

Vak: Aansprakelijkheidsrecht

6

Vak: Actualiteiten burgerlijk recht

7

Vak: Actuele dilemma's rond migratie

8

Vak: Ambtenarenrecht

9

Vak: Arbeidsrecht

10

Vak: Auteursrecht

12

Vak: Bachelor scriptie

13

Vak: Bedrijfseconomie I

13

Vak: Bedrijfseconomie II

14

Vak: Beginselen bestuursrecht

15

Vak: Beginselen Europees recht

16

Vak: Beginselen staatsrecht

17

Vak: Beginselen strafrecht

18

Vak: Belastingrecht I

19

Vak: Belastingrecht II

20

Vak: Belastingrecht III

21

Vak: Bestuursrecht

21

Vak: Bijbel, christelijk geloof en recht

23

Vak: Burgerlijk procesrecht en insolventierecht

24

Vak: Capita selecta contractenrecht

25

Vak: Consumentenrecht

27

Vak: Contractenrecht en goederenrecht

28

Vak: Current Issues of Migration Law

30

Vak: Danger, Risk and Law in International Society

30


III

Vak: Dilemma's in het materiële strafrecht

31

Vak: Dilemma's in het sanctierecht

32

Vak: Dilemma's in het strafprocesrecht

33

Vak: Encyclopedie der rechtswetenschap I

34

Vak: Encyclopedie der rechtswetenschap II

35

Vak: European Private Law

36

Vak: European Union Law

37

Vak: Europese rechtsbescherming

39

Vak: Familie- en gezondheidsrecht

40

Vak: Financing and Secured Transactions

41

Vak: Fiscaal pensioenrecht

41

Vak: Forensische psychiatrie

43

Vak: Formeel strafrecht

43

Vak: Geloofsgemeenschappen en recht

45

Vak: Historical Introduction to European Legal Science

46

Vak: Human Rights & the Citizenship of Aliens

47

Vak: Human Rights and Borders

48

Vak: Industriële eigendom

49

Vak: Inleiding criminologie

51

Vak: Inleiding goederenrecht

52

Vak: Inleiding in de rechtswetenschappen

53

Vak: Inleiding verbintenissenrecht

54

Vak: Intellectuele eigendom in de digitale samenleving

55

Vak: Internationaal sociaal recht

56

Vak: International Company Law

57

Vak: International Contract Law

58

Vak: International Economic Law

59

Vak: International Intellectual Property Law

60

Vak: International Labour Law

61

Vak: International Trade and Investment Law

62

Vak: Internet Governance

63

Vak: Juridische vaardigheden

64

Vak: Klassieke teksten

66

Vak: Materieel strafrecht

66

Vak: Mensenrechten en grenzen

67

Vak: Mensenrechten en het burgerschap van migranten

69

Vak: Mensenrechten en strafrecht

70

Vak: Onderwijsrecht

71

Vak: Overheid en privaatrecht

72

Vak: Penitentiair recht

73

Vak: Pensioenrecht

75

Vak: Personen- en familierecht

76

Vak: Pleitoefening

77

Vak: Politieke en parlementaire geschiedenis

79

Vak: Public International Law

80


IV

Vak: Recht en informatietechnologie

81

Vak: Recht en medische biotechnologie

83

Vak: Recht en praktijk

83

Vak: Recht, politiek en moraal: medische biotechnologie

85

Vak: Rechtsfilosofie

86

Vak: Rechtsgeschiedenis

87

Vak: Rechtspsychologie en bewijs

88

Vak: Rechtsvergelijking

89

Vak: Rechtzoeken

90

Vak: Sociaal recht

91

Vak: Sociale zekerheidsrecht

92

Vak: Sport en recht

93

Vak: Staatsrecht

94

Vak: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht

95

Vak: Victimology of International Crimes

96

Vak: Volkenrecht

97


V

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 1e jaar Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Beginselen bestuursrecht

Periode 3

6.0

R_Beg.best.r

Beginselen Europees recht

Periode 5

6.0

R_Beg.Eur.r

Beginselen staatsrecht

Periode 1

6.0

R_BegSta

Beginselen strafrecht

Periode 2

6.0

R_Beg.strR

Encyclopedie der rechtswetenschap I

Periode 4

6.0

R_Ency.I

Inleiding goederenrecht

Periode 2

6.0

R_InlGoed

Inleiding in de rechtswetenschappen

Periode 1

6.0

R_Inl.rechRC

Inleiding verbintenissenrecht Periode 4

6.0

R_InlVerb

Juridische vaardigheden

Periode 2+3+4+5

6.0

R_Jur.vrd

Rechtsgeschiedenis

Periode 5

6.0

R_Rechtsgs

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 2e jaar Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Bestuursrecht

Periode 5

6.0

R_BestRe

Contractenrecht en goederenrecht

Periode 2+3

9.0

R_ConGoed

Europese rechtsbescherming

Periode 4

6.0

R_EurRe

Formeel strafrecht

Periode 5

6.0

R_For.strRC

Materieel strafrecht

Periode 1

6.0

R_Mat.strC

Rechtzoeken

Periode 2+3, Periode 5+6

3.0

R_Rechtz

Sociaal recht

Periode 2, Periode 6

6.0

R_Soc.Re

Staatsrecht

Periode 2

6.0

R_Staatsr

Vennootschaps- en rechtspersonenrecht

Periode 4

6.0

R_VenReP

Volkenrecht

Periode 1

6.0

R_Volk.re

Vakken die eenmalig extra worden aangeboden in 2010-2011. B2-vakken 20092010. B3-vakken 2011-2012. (Voor meer informatie zie overgangsregeling.) Vanaf het collegejaar 2010-2011 hebben een aantal vakken een andere plaats in de opleiding/het curriculum gekregen. Vanaf het collegejaar 2010-2011 zijn de onderstaande vakken geplaatst in het derde i.p.v. het tweede bachelorjaar. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 1 van 98

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Burgerlijk procesrecht en insolventierecht

Periode 4

6.0

R_BurgPI

Encyclopedie der rechtswetenschap II

Periode 5

6.0

R_EncyII

Personen- en familierecht

Periode 4

3.0

R_PersFamR

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar Opleidingsdelen: - Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Verplichte vakken - Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profielen

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Verplichte vakken Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Bachelor scriptie

Periode 5+6

6.0

R_B.scriptie

Bestuursrecht

Periode 5

6.0

R_BestRe

Formeel strafrecht

Periode 5

6.0

R_For.strRC

Pleitoefening


3.0

R_PleitO

Rechtsvergelijking

Periode 4

6.0

R_RechtsVeg

Sociaal recht


6.0

R_Soc.Re

Vennootschaps- en rechtspersonenrecht

Periode 4

6.0

R_VenReP

Volkenrecht

Periode 1

6.0

R_Volk.re

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profielen Opleidingsdelen: -

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Belastingrecht Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Fiscaal-economisch Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Human Rights and Migration Profiel Mensenrecht en migratie Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Privaatrecht voor de algemene rechtspraktijk Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Recht en Maatschappij Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Actuele dillema's in de strafrechtspleging Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Transnational Legal Studies

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Belastingrecht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 2 van 98

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Belastingrecht I

Periode 1

6.0

R_BelastI

Belastingrecht II

Periode 2

6.0

R_BelastII

Belastingrecht III

Periode 3

3.0

R_BelastIII

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Fiscaal-economisch Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Bedrijfseconomie I

Periode 2

6.0

R_BedrEcI

Bedrijfseconomie II


3.0

R_BedrEcII

Belastingrecht I

Periode 1

6.0

R_BelastI

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Human Rights and Migration Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Current Issues of Migration Law

Period 3

3.0

R_CurMLaw

Human Rights & the Citizenship of Aliens

Period 2

6.0

R_HumRC

Human Rights and Borders

Period 1

6.0

R_HumRB

Profiel Mensenrecht en migratie Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Actuele dilemma's rond migratie

Periode 3

3.0

R_Actmigr

Mensenrechten en grenzen Periode 1

6.0

R_Mensgr

Mensenrechten en het Periode 2 burgerschap van migranten

6.0

R_Mensburg

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Privaatrecht voor de algemene rechtspraktijk


8-6-2012 - Pagina 3 van 98

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Aansprakelijkheidsrecht

Periode 2

6.0

R_AansprHR

Consumentenrecht

Periode 1

6.0

R_Consu

Familie- en gezondheidsrecht

Periode 3

3.0

R_FamGezR

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Recht en Maatschappij Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Recht en informatietechnologie

Periode 3

3.0

R_Recht-Inf

Recht en praktijk

Periode 1

6.0

R_RechtPra

Recht, politiek en moraal: medische biotechnologie

Periode 2

6.0

R_Rpmmb

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Actuele dillema's in de strafrechtspleging Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Dilemma's in het materiële strafrecht

Periode 2

6.0

R_DilmMaStr

Dilemma's in het sanctierecht

Periode 3

3.0

R_DilmSanRe

Dilemma's in het strafprocesrecht

Periode 1

6.0

R_DilmStrpr

Bachelor Rechtsgeleerdheid, 3e jaar - Profiel Transnational Legal Studies Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Danger, Risk and Law in International Society

Period 2+3

9.0

R_DangRisk

Internet Governance

Period 1

6.0

R_InternGov


8-6-2012 - Pagina 4 van 98

B3 keuzevakken, die niet terug komen in nieuw bachelorcurriculum. Alleen toegankelijk voor studenten oude stijl (zie overgangsregeling) Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Actualiteiten burgerlijk recht Periode 1+2

6.0

R_Act.burg.r

Ambtenarenrecht

Periode 4

6.0

R_Ambt.recht

Arbeidsrecht

Periode 4

6.0

R_Arbeidsr

Auteursrecht

Periode 1

6.0

R_Auteursr

Bijbel, christelijk geloof en recht

Periode 5+6

6.0

R_Bijb.chr.r

Capita selecta contractenrecht

Periode 5

6.0

R_CS.cont.r

Fiscaal pensioenrecht

Periode 5

6.0

R_Fisc.pens

Forensische psychiatrie

Periode 1

6.0

R_For.psyC

Geloofsgemeenschappen en recht

Periode 5+6

6.0

R_Gel.gem.r

Industriële eigendom

Periode 2

6.0

R_Indu.eig.

Inleiding criminologie

Periode 1

6.0

R_Inl.crimC

Intellectuele eigendom in de Periode 4 digitale samenleving

6.0

R_Intell.eig

Internationaal sociaal recht

6.0

R_Int.soc.r

International Company Law Period 1

6.0

R_Int.comp.l

Mensenrechten en strafrecht

Periode 5

6.0

R_Mens.r.str

Onderwijsrecht

Periode 4

6.0

R_Onderwijsr

Overheid en privaatrecht

Periode 4

6.0

R_Overh.priv

Penitentiair recht

Periode 4

6.0

R_Peniten.r

Pensioenrecht

Periode 4

6.0

R_Pensioenr

Politieke en parlementaire geschiedenis

Periode 4

6.0

R_Pol.parl.g

Rechtsfilosofie

Periode 4

6.0

R_Rechtsfilo

Rechtspsychologie en bewijs

Periode 1

6.0

R_R.psy.bew

Sociale zekerheidsrecht

Periode 5

6.0

R_Soc.zekerh

Sport en recht

Periode 4

6.0

R_Sport en r

Periode 2

Honoursprogamma (Fac. RCH) Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Klassieke teksten

Periode 1+2

6.0

R_Klas.tkst


8-6-2012 - Pagina 5 van 98

Recht en medische biotechnologie

Periode 3+4

6.0

R_R.medBio

Exchange programme Law (Bachelor) Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Current Issues of Migration Law

Period 3

3.0

R_CurMLaw

Danger, Risk and Law in International Society

Period 2+3

9.0

R_DangRisk

European Private Law

Period 2

6.0

R_Eur.priv.l

European Union Law

Period 1+2

6.0

R_Eur.un.l

Financing and Secured Transactions

Period 2

3.0

R_FinSecTr

Historical Introduction to European Legal Science

Period 2

6.0

R_Hist.intro

Human Rights & the Citizenship of Aliens

Period 2

6.0

R_HumRC

Human Rights and Borders

Period 1

6.0

R_HumRB

International Contract Law

12.0

R_IntConL12

International Economic Law Period 1+2

9.0

R_IntEcoL

International Intellectual Property Law

Period 4

6.0

R_Int.prop.l

International Labour Law

Period 5

6.0

R_Int.lab.l

9.0

R_ITIL

International Trade and Investment Law Internet Governance

Period 1

6.0

R_InternGov

Public International Law

Period 1

6.0

R_Pub.int.l

Victimology of International Crimes

Period 4

6.0

R_VictimIC

Aansprakelijkheidsrecht Vakcode

R_AansprHR (211218)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Coördinator

mr. E.M. Hoogeveen

Docent(en)

prof. mr. A.J. Akkermans, mr. E.M. Hoogeveen

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkcollege

Doel vak Het vak Aansprakelijkheidsrecht bouwt voort op de basiskennis die is verworven in het vak Beginselen privaatrecht II/Inleiding Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 6 van 98

verbintenissenrecht. Doel is de verbreding en verdieping van de kennis op het terrein van het algemene aansprakelijkheidsrecht, waaronder de regels over de persoonlijke en kwalitatieve aansprakelijkheid, over causaliteit en schadevergoeding. Niet alleen moeten de wetsartikelen waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kunnen worden toegepast, maar ook moet men raad weten met de onvolkomenheden en open einden van het wettelijke systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. Onderwijsvorm Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de werkcolleges staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Onrechtmatige daad; Monografieën Privaatrecht 4 (Verheij), Kluwer Deventer 2005; T.A.W. Sterk, Arresten Burgerlijk Recht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink, meest recente druk. Deze bundel wordt ook voorgeschreven bij Contractenrecht en Goederenrecht; Overige arresten, te vinden op blackboard; Overige informatie (waaronder alle vakinformatie) en verplichte literatuur zal te zijner tijd op blackboard worden geplaatst. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Notarieel recht: Voor studenten Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Inleiding goederenrecht of Beginselen privaatrecht I - het vak Inleiding verbintenissenrecht of Beginselen privaatrecht II. Voor studenten Notarieel recht gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Inleiding goederenrecht - het vak Inleiding verbintenissenrecht. Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid Overige informatie Met ingang van het collegejaar 2010-2011 heeft het vak een andere plaats in de opleiding/het curriculum gekregen. Met ingang van het collegejaar 2010-2011 is het vak geplaatst in het derde i.p.v. het tweede bachelorjaar.

Actualiteiten burgerlijk recht Vakcode

R_Act.burg.r (201751)

Periode

Periode 1+2

Credits

6.0


8-6-2012 - Pagina 7 van 98

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. J.L. Smeehuijzen

Docent(en)

mr. F.B. Bakels, mr. J.L. Smeehuijzen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Met het vak wordt beoogd (i) de student inzicht te verschaffen in de wijze waarop rechtsontwikkeling door de Hoge raad plaatsvindt en (ii) het vergroten van de kennis van de onderwerpen die aan de orde zullen komen. Inhoud vak Aan de orde komen deelonderwerpen van het burgerlijk recht waarover door de Hoge Raad recentelijk vanuit een oogpunt van rechtsontwikkeling interessante arresten zijn gewezen. Onderwijsvorm Er zijn 10 colleges. In 7 van de 10 colleges zal Prof. F.B. Bakels, raadsheer in de Hoge Raad, met de studenten van gedachten wisselen over recente rechtspraak van de Hoge Raad. Daarbij is uiteraard van belang welke beslissing de Hoge Raad heeft genomen, maar het kennen van die beslissing is eigenlijk nog maar het begin; tijdens het college vindt nadere gedachteontwikkeling plaats door te bezien welke alternatieven de Hoge Raad had tegen de achtergrond van het geldende recht, welke argumenten voor zijn beslissing pleiten en welke bedenkingen men eventueel bij zijn beslissing zou kunnen hebben. De colleges hebben daardoor feitelijk de vorm van een dialoog. De overige drie colleges worden verzorgd door vooraanstaande gastdocenten uit de wetenschap en de praktijk. Toetsvorm De toetsing is tweeledig. Ten eerst is er een drie uur durend tentamen bestaand uit essayvragen. Er worden vijf vragen gesteld waarvan men er vier moet beantwoorden. Voorts is er gedurende de cursus een schrijfopdracht. Het cijfer van die opdracht telt voor 20% mee in het eindcijfer, mits het cijfer voor het essay hoger is dan het gemiddelde van de tentamenvragen. Als het cijfer voor het essay lager is dan het gemiddelde van de tentamenvragen, telt het niet mee in het eindcijfer. Literatuur De te bestuderen literatuur wordt steeds een week voor het college ter beschikking gesteld. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen.

Actuele dilemma's rond migratie Vakcode

R_Actmigr (200338)


8-6-2012 - Pagina 8 van 98

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. T.P. Spijkerboer

Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Het begrijpen en bespreken van academische teksten. Een mondelinge presentatie geven. Deelname aan seminars. Inhoud vak Tijdens dit vak worden in kleinere groepen, aan de hand van presentaties door deelnemers, één of meerdere teksten besproken. Een aantal onderwerpen wordt aangeboden, maar het wordt aangemoedigd dat studenten zelf met onderwerpen en teksten komen. Onderwerpen die worden aangeboden zijn: - Dubbele nationaliteit - Allochtone politici - Stemrecht voor migranten - Openbare orde en verblijfsrecht - Film (Michael Winterbottoms In This World; - Green Card; - Fassbinders, Angst Essen Seele Auf; etc.) - Grensdoden - A World Without Borders (Unesco project) Onderwijsvorm 3 werkgroepbijeenkomsten Toetsvorm Paper. Literatuur Wordt bekendgemaakt op Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid

Ambtenarenrecht Vakcode

R_Ambt.recht (201863)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. F.H.J.G. Brekelmans

Docent(en)

mr. F.H.J.G. Brekelmans

Lesmethode(n)

Hoorcollege


8-6-2012 - Pagina 9 van 98

Doel vak Het doel van dit vak is dat de student kennis verwerft van de positie van de ambtenaar binnen ons staatsbestel en van de rechtspositie van de ambtenaar. Inhoud vak De onderwerpen zijn onder te brengen in de volgende drie thema's: - De specifieke positie van de ambtenaar in het Nederlands staatsbestel: onderdelen van dit thema zijn o.m. grondrechten, integriteit, klokkenluidersregeling, de medezeggenschap en het primaat van de politiek en de wijze van totstandkomen van de rechtspositie van de ambtenaar (het overleg). - De (individuele) rechtspositie: aanstelling en ontslag, verlofregelingen en bezoldiging, reorganisaties en de sociale zekerheid. Bij de genoemde onderwerpen wordt een vergelijking gemaakt met het arbeidsovereenkomstenrecht. - Rechtsbescherming van de ambtenaar. Onderwijsvorm Acht werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Het tentamen omvat naast enkele kennisvragen een of meer casus die de student moet kunnen analyseren en die hij juridische moet oplossen. Literatuur E. Verhulp, Inleiding in het Nederlands ambtenarenrecht (laatste druk) en een reader. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Sociaal recht - Bestuursrecht

Arbeidsrecht Vakcode

R_Arbeidsr ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. W.L. Roozendaal

Docent(en)

mr. L. van den Berg, mr. W.L. Roozendaal, mr. S.H. Kuiper

Lesmethode(n)

Werkgroep, Hoorcollege

Doel vak


8-6-2012 - Pagina 10 van 98

Het doel van de cursus is het verwerven van een grondige kennis van en inzicht in de systematiek en inhoud van het Nederlandse arbeidsovereenkomstenrecht. De cursus beoogt voorts oefening te bieden in het analyseren en becommentariëren van wetgeving, rechtspraak, literatuur en andere bronnen van arbeidsrecht, alsmede een kritische reflectie op het arbeidsrecht te bevorderen. Door de bespreking van casus en het houden van een pleidooi wordt geoefend in het selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen feitencomplex, het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen en het mondeling presenteren van een juridisch betoog. Voorts wordt door de verplichting een paper te schrijven oefening geboden in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het schriftelijk rapporteren over de resultaten daarvan. Studenten beoordelen elkaars werk voorafgaand aan het inleveren van de paper, waarmee zij oefenen in het reflecteren op het eigen leerproces en het leveren en ontvangen van opbouwende kritiek ten aanzien van wetenschappelijke bijdragen. Inhoud vak De stof omvat het gehele individuele arbeidsovereenkomstenrecht. Een belangrijk deel daarvan komt aan de orde in werkgroepen. Daarin wordt onder meer aandacht besteed aan de loondoorbetaling bij ziekte, zorgverlof, de aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten, gelijke behandeling, overgang van onderneming, bijzondere bedingen, zoals het concurrentiebeding, en aan het ontslagrecht. Tijdens de werkgroepen worden casus besproken. Verder wordt van iedere deelnemer verwacht dat hij een pleidooi houdt in een fictief arbeidsrechtelijk geschil. Ten slotte dienen de deelnemers een paper te schrijven. Onderwijsvorm Werkgroepen. Toetsvorm De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk (open boek) tentamen. De paper wordt voor 25% in de eindbeoordeling betrokken. Voor beide onderdelen moet een voldoende worden gehaald. Literatuur W.C.L. van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer 2008 (23e druk), bewerkt door W.H.A.C.M. Bouwens en R.A.A. Duk (althans de meest recente druk);W.L. Roozendaal, Arbeidswetgeving 2010-2011, Deventer 2010 (27e druk); Syllabus Arbeidsrecht (BlackBoard). Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen. Overige informatie


8-6-2012 - Pagina 11 van 98

Verdeling van onderwerpen voor paper en pleidooi vindt plaats na een introductiebijeenkomst begin 2011. Wie niet bij deze bijeenkomst aanwezig kan zijn, wordt verzocht dit vooraf te melden aan de docent.

Auteursrecht Vakcode

R_Auteursr (201756)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. M.R.F. Senftleben

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Inzicht verwerven in het recht van de intellectuele eigendom in het algemeen en in het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht in het bijzonder. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. Het ontwikkelen van het vermogen de op dit rechtsgebied geldende normen in het licht van sociale, culturele en economische belangen kritisch te heroverwegen. Inhoud vak Auteursrecht is het recht van schrijvers, schilders, componisten, filmmakers en andere makers van werken van letterkunde, wetenschap of kunst. Dit begrip omvat ook meer functionele voortbrengselen, zoals computerprogramma's en producten van industriële vormgeving. Naburige rechten bieden onder meer bescherming aan uitvoerende kunstenaars. Het auteursrecht vormt het draagvlak voor de exploitatie, en daarmee niet zelden ook voor het maken van werken. Zonder auteursrecht zouden geen films gemaakt kunnen worden en zouden uitgeverijen niet kunnen bestaan. Technische ontwikkelingen en het internet stellen het auteursrecht voor nieuwe uitdagingen. Naar hun aard zijn werken van letterkunde, wetenschap of kunst niet aan landsgrenzen gebonden. Het vak heeft dan ook een duidelijk internationale dimensie via overeenkomsten als de Berner Conventie en het TRIPS-verdrag. Het Europese recht en het beleid van de Europese Commissie spelen een grote rol, o.a. in de vorm van Europese richtlijnen. Onderwijsvorm Eén keer per week wordt hoorcollege gegeven. Tijdens de colleges worden naast de algemene stof ook oefencasussen besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op blackboard in de loop van augustus.


8-6-2012 - Pagina 12 van 98

Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Overige informatie Studenten kunnen tegen gereduceerde contributie lid worden van de Vereniging voor Auteursrecht.

Bachelor scriptie Vakcode

R_B.scriptie (200385)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

drs. W.W.H. Cornelissen

Docent(en)

drs. W.W.H. Cornelissen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Vereiste voorkennis Ingangseis: 120 bachelorstudiepunten bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht, inclusief: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht - het vak Rechtzoeken Na het verstrijken van de inschrijftermijn kan er niet meer voor het vak worden aangemeld, ook niet via de Student Service Desk.

Bedrijfseconomie I Vakcode

R_BedrEcI (200386)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. drs. P.R. de Geus

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verkrijgen van voldoende kennis op het voor juristen relevante terrein van de bedrijfseconomie en jaarrekeningenrecht. Het einddoel is dat de student op elementair niveau een financiele administratie kan lezen en bekend is met de relevante wetgeving op het gebied van de financiele administratie voor ondernemingen.


8-6-2012 - Pagina 13 van 98

Inhoud vak De verplichting voor ondernemingen om een financiele administratie bij te houden is opgenomen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het jaarrekeningenrecht is dus onderdeel van het ondernemingsrecht. Daarnaast zijn er ook verplichtingen opgenomen in de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Zowel de civiele als de fiscale wetgeving met betrekking tot een jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening en toelichting) zullen bij dit vak uitgebreid aan bod komen. Onderwerpen die behandeld worden: Wet- en regelgeving, Balans, Winst- en Verliesrekening, Vermogensvergelijking Kasstroomoverzicht, (notariele) boekhouding, Journaliseren, Financiele analyse en Waardebepaling. Onderwijsvorm gecombineerde hoor- en werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur *Jaarrekeninglezen voor juristen, 978-90-5454-657-3, Boom, Den Haag, 32 euro, P.R. de Geus, J. Scholten en C. Klumper *Jaarrekening MKB 2011, Voor grote, middelgrote en kleine ondernemingen, A.H. Groot RA (red.), Kluwer, Deventer, 43,50euro , EAN: 9789013077025 *Documenten op blackboard. Vereiste voorkennis Inganseisen studenten Rechtsgeleerdheid: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid Ingangseis studenten Notarieel recht: Voor studenten Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar. Voor studenten Notarieel recht gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar.

Bedrijfseconomie II Vakcode

R_BedrEcII (200387)

Periode


Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verkrijgen van voldoende kennis op het voor juristen relevante terrein van de bedrijfseconomie en jaarrekeningenrecht. Het einddoel is dat de student op voortgezet niveau een financiele administratie kan lezen en bekend is met de relevante wetgeving op het gebied van de financiele administratie voor ondernemingen.


8-6-2012 - Pagina 14 van 98

Inhoud vak De verplichting voor ondernemingen om een financiele administratie bij te houden is opgenomen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het jaarrekeningenrecht is dus onderdeel van het ondernemingsrecht. Daarnaast zijn er ook verplichtingen opgenomen in de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Zowel de civiele als de fiscale wetgeving met betrekking tot een jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening en toelichting) zullen bij dit vak uitgebreid aan bod komen. Onderwerpen die behandeld worden: Holdingstructuren, Kapitaalbelangen, Consolidatie, Discontinuiteit en reorganisatie, Fusie (aandelenbedrijfs- en juridische fusie). Onderwijsvorm Gecombineerde hoor- en werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur *Jaarrekeninglezen voor juristen, 978-90-5454-657-3, Boom, Den Haag, 32 euro, P.R. de Geus, J. Scholten en C. Klumper *Jaarrekening MKB 2011, Voor grote, middelgrote en kleine ondernemingen, A.H. Groot RA (red.), Kluwer, Deventer, 43,50 euro, EAN: 9789013077025 *Documenten op blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Notarieel recht: - afgerond eerste bachelorjaar Notarieel recht - het vak Bedrijfseconomie I. Ingangseisen studenten Rechtsgeleerdheid: - afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid.

Beginselen bestuursrecht Vakcode

R_Beg.best.r (200128)

Periode

Periode 3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. J. Struiksma

Docent(en)

prof. mr. J. Struiksma

Lesmethode(n)

Werkcollege, Hoorcollege, Werkgroep

Doel vak Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van de kern van het bestuursrechtelijk begrippenapparaat, waarop later in de bachelorfase wordt voortgeborduurd in de bestuursrechtelijke vakken. Uiteindelijk gaat het om het toepassen van algemene regels (wet en jurisprudentie) op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete bestuursrechtelijke rechtsvraag (het oplossen van een casus); de tweede


8-6-2012 - Pagina 15 van 98

manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen) van het bestuursrecht. In het vak Beginselen bestuursrecht ligt de nadruk op de eerste manier van redeneren: het analyseren en oplossen van juridische vraagstukken. Tevens leren studenten kritisch reflecteren op regelgeving en rechtspraak. Inhoud vak Na een algemene kennismaking met het bestuursrecht, zullen worden besproken de organisatie van het openbaar bestuur, de toedeling van de bevoegdheden aan bestuursorganen en de verschillende wijzen waarop het bestuur in het dagelijks leven kan ingrijpen. Voorts wordt ingegaan op de bestuursrechtelijke normen die door het bestuur bij de uitoefening van zijn bevoegdheden in acht genomen moeten worden. Daarnaast zal enige aandacht worden besteed aan de handhaving van bestuursrechtelijke regels. Tot slot zullen de beginselen van het systeem van rechtsbescherming tegen de overheid aan de orde worden gestel Onderwijsvorm Voor dit vak worden minder hoorcolleges op de VU gegeven dan gebruikelijk. Daarvoor in de plaats zijn er 8 hoorcolleges op CD-ROM, te bestuderen in samenhang met Hoofdzaken van het bestuursrecht van F.C.M.A. Michiels. Aan de hand van eveneens op CD-ROM opgenomen vragenseries kun je controleren of je de stof beheerst. De CD-ROM wordt verstrekt bij de syllabus. In drie weken worden werkcolleges gegeven (dubbele serie per week). Tijdens deze werkcolleges bestaat de gelegenheid om vragen te stellen naar aanleiding van de bestudeerde stof. Toetsvorm Gesloten boek tentamen. Literatuur F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht, Kluwer, laatste druk; syllabus Beginselen bestuursrecht. (De syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.)

Beginselen Europees recht Vakcode

R_Beg.Eur.r (200130)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J.W. Sap

Docent(en)

prof. dr. J.W. Sap, dr. mr. R.A. Abdullah Khan, prof. dr. G.T. Davies

Lesmethode(n)

Werkcollege, Werkgroep, Hoorcollege

Doel vak Het thuis zijn in de elementaire begrippen van het recht van de Europese Unie, het beschikken over denken redeneervaardigheden die nodig zijn voor het systematisch en creatief kunnen toepassen van deze begrippen op een casus, het kunnen analyseren van arresten van het Hof van Justitie van de EU en het inzicht hebben in het ingewikkelde bouwwerk van de


8-6-2012 - Pagina 16 van 98

Europese Unie sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Inhoud vak Aan de orde komen de algemene kenmerken van het recht van de Europese Unie, de institutionele structuur, de besluitvorming, de bronnen en doorwerking van het Europese recht, rechtsbescherming, marktintegratie, gemeenschappelijke regels en externe betrekkingen. Onderwijsvorm Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding met veel aandacht voor het vergroten van inzicht in de beginselen van Europees recht. Daarnaast worden werkgroepen gegeven, waarin dieper op specifieke onderdelen van de stof wordt ingegaan en de stof wordt toegepast op concrete casusposities. Voor de hoor- en werkgroepen is een actieve voorbereiding vereist en dient de student te beschikken over een actuele bundel met de Europese basisverdragen. Bij de werkgroepen dient een aantal schriftelijke opdrachten te worden ingeleverd. Toetsvorm Schriftelijk tentamen met open vragen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet-geannoteerde bundel met de verdragen en de arrestenbundel. Literatuur Hoor- en werkgroepenstof; W.T. Eijsbouts e.a., Europees recht. Algemeen deel, Groningen: Europa Law Publishing, laatste druk; J.W. Sap en M.L. Smit (red); Jurisprudentie Europees recht 1963 2006. Nijmegen, Ars Aequi, 2007; Syllabus Beginselen Europees recht, 2010-2011 (Syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.)

Beginselen staatsrecht Vakcode

R_BegSta (200136)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. A.J. Overbeeke

Docent(en)

dr. A.J. Overbeeke, prof. mr. A.E. Schilder

Lesmethode(n)

Bijeenkomst, Hoorcollege, Werkgroep

Doel vak Het kennen van de elementaire begrippen van het nationale en het internationale publiekrecht, het kunnen toepassen van deze begrippen op een eenvoudige casus en het inzicht hebben in het functioneren van een democratische rechtsstaat, mede binnen de internationale rechtsorde. Inhoud vak Vanuit het perspectief van de democratische rechtsstaat komen aan de orde de betekenis van constitutie, grondwet en verdragen; de ontwikkeling, inrichting en werking van de parlementaire democratie; de betekenis van de grondrechten; alsmede de verschillende soorten regelgeving.


8-6-2012 - Pagina 17 van 98

Onderwijsvorm Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding. Daarnaast worden werkgroepen/werkcolleges verzorgd, waarin dieper op de verschillende onderdelen van de stof wordt ingegaan. Tijdens de werkgroepen wordt een actieve deelname verwacht in die zin, dat de vragen en opdrachten moeten worden voorbereid. Men dient daarbij altijd een wetgevingsbundel paraat te hebben. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Hoor- en werkcollegestof; Prof. mr. A.D. Belinfante / mr. J.L. de Reede, Beginselen van het Nederlandse staatsrecht, Deventer, Kluwer, recentste druk; Eventuele aanvullende literatuur wordt later bekend gemaakt. Overige informatie Spreekuur: volgens afspraak.

Beginselen strafrecht Vakcode

R_Beg.strR (200122)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. B. de Wilde

Docent(en)

mr. S.M. Cornelissen-Sjoberg, mr. C.J. Petiet, mr. B. de Wilde, mr. H.M. van Stein Callenfels, mr. J. Bijlsma

Lesmethode(n)

Werkgroep, Hoorcollege, Bijeenkomst

Doel vak Het doel van dit vak is het verschaffen van kennis van en inzicht in het Nederlandse strafrecht en in het bijbrengen van de vaardigheid om volgens de methode van rechtsvinding casusvragen op het gebied van het strafrecht te beantwoorden. Inhoud vak De belangrijkste onderwerpen van het materiële strafrecht (bijv. opzet, strafuitsluitingsgronden en poging) en van het formele strafrecht (bijv. dwangmiddelen en bewijsrecht) worden aan de orde gesteld. Het materiële en het formele strafrecht worden zoveel mogelijk als geïntegreerd systeem behandeld. De internationale inbedding van het Nederlandse strafrecht komt aan de orde doordat aandacht wordt besteed aan de rol van Europese mensenrechten. Onderwijsvorm Hoorcolleges Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Werkgroepen


8-6-2012 - Pagina 18 van 98

Studenten die actief en diepgaand op de stof willen ingaan, kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. De werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard. Iedere week maken casusvragen op tentamenniveau deel uit van de werkgroepopdrachten. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van vragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. Werkcolleges Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Tijdens de werkcolleges komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkgroepen. Toetsvorm Het schriftelijke tentamen bestaat uit 20 meerkeuzevragen, twee open vragen en (onder voorbehoud) een taal-essayvraag. Literatuur M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2010; M. Bosch (red.), Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer 2010. Overige informatie Op Blackboard wordt in de map Vakinformatie een document geplaatst waarin alle informatie te vinden is over de opzet van het vak, de onderwijsvormen, de verplichte literatuur en jurisprudentie en de toetsing. Eventuele wijzigingen in de opzet van het vak of in de stof worden gecommuniceerd via Blackboard.

Belastingrecht I Vakcode

R_BelastI (211419)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. R.T.B.M. Gerritsen

Docent(en)

mr. R.T.B.M. Gerritsen, mr. A.G.M. Bout-van Dijk, mr. H.A. Brasz

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verwerven van elementaire kennis van het Nederlands belastingrecht op het gebied van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting. Na het succesvol afronden van dit vak moet de student de fiscale gevolgen van juridische handelingen begrijpen en globaal kunnen duiden. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Inhoud vak


8-6-2012 - Pagina 19 van 98

In dit vak worden de hoofdlijnen van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting behandeld. Tevens wordt globaal aandacht besteed aan formeelrechtelijke aspecten van de belastingheffing. Onderwijsvorm Er worden hoorcolleges gegeven gedurende twee keer twee uur per week. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Toetsvorm Schriftelijk, open vragen. Literatuur *L.G.M. Stevens, Eelementair belastingrecht voor Economen en Bedrijfsjuristen (theorieboek), Kluwer 2012/2013 *Pocket Belastingwetten 2012 Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht

Belastingrecht II Vakcode

R_BelastII (211420)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Het verdiepen van de basiskennis uit het vak belastingrecht I door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van cases, zodat men later in de praktijk fiscale aspecten kan onderkennen. Het belastingrecht is aan permanente verandering onderhevig. In verband hiermee is de studie van dit vak gericht op het leren onderkennen van de fiscale problematiek, die voortvloeit uit bepaalde juridische en economisch-maatschappelijke vraagstukken. Inhoud vak Er worden casusposities behandeld over de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting. Onderwijsvorm Gedurende zeven weken wordt er een werkcollege gegeven waarbij vraagstukken worden behandeld, welke tevoren door de studenten schriftelijk moeten worden uitgewerkt en ingeleverd. Aanwezigheid tijdens het werkcollege is verplicht.


8-6-2012 - Pagina 20 van 98

Toetsvorm De ingeleverde werkstukken worden wekelijks beoordeeld. Het eindcijfer is een combinatie van de ingeleverde werkstukken en de participatie tijdens de werkcolleges. Indien de werkcolleges onvoldoende resultaat opleveren, dient men deze (deels) over te doen Literatuur L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk 2010/2011; Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2010. Alle beschikbare fiscale bronnen in de bibliotheek Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht.

Belastingrecht III Vakcode

R_BelastIII (211421)

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verdiepen van de fiscale kennis op het gebied van personenvennootschappen, bedrijfsopvolging en fusie. Inhoud vak Fiscale aspecten van personenvennootschappen; fiscale aspecten van bedrijfsopvolging; fiscale aspecten van fusie. Onderwijsvorm College één keer per week gedurende drie uur. Tijdens dat college wordt één van de genoemde onderwerpen uitgebreid behandeld aan de hand van de literatuur en een casus. Toetsvorm Schriftelijk. Open vragen. Literatuur Wordt via blackboard bekend gemaakt Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht

Bestuursrecht


8-6-2012 - Pagina 21 van 98

Vakcode

R_BestRe (200227)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. A.R. Neerhof

Docent(en)

prof. mr. S.E. Zijlstra, dr. A.R. Neerhof

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Het vak Bestuursrecht heeft als doel de student te leren werken met het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Om dit doel te bereiken is het nodig dat men feitelijke kennis omtrent bestuursrechtelijke onderwerpen verwerft: wat is de organisatie van het bestuur, welke bevoegdheden zijn er, welke procedures gelden er etc. Bovendien leert men de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen doorzien: op welke wijze hangt de toekenning van bestuursbevoegdheden samen met de organisatie van het bestuur? En; hoe functioneert het openbaar bestuur, hoe is de relatie van het bestuur tot de burgers geregeld en wat is de rol van de rechter? Inhoud vak Bestuursrecht biedt een verdieping en verbreding ten opzichte van het vak Beginselen bestuursrecht uit het eerste bachelorjaar (de inhoud daarvan wordt dan ook bekend verondersteld). Tijdens de werkcolleges worden aan de hand van casusposities vragen behandeld. Je leert de vragen te beantwoorden volgens een vast stramien: over welk leerstuk gaat deze vraag, wat houdt het leerstuk in, welke feiten uit de casus heb ik nodig om te kunnen beoordelen of het leerstuk van toepassing is, hoe waardeer ik de casus in het licht van het leerstuk, wat is mijn conclusie? Het vak bestaat uit de volgende vier globale thema's die gedurende de werkcolleges nader worden uitgewerkt: - basisbegrippen (bestuursorgaan, besluit en belanghebbende), - normen voor het handelen van bestuursorganen (zoals de algemene beginselen van behoorlijk bestuur), - normen voor bijzonder handelen van bestuursorganen (zoals handhaving en privaatrechtelijk handelen) en - rechtsbescherming. Onderwijsvorm Er zijn uitsluitend werkcolleges, dus geen hoorcolleges of werkgroepen. In de werkcolleges worden, zo nodig na een inleiding waarin enkele knelpunten van de stof kort worden belicht, casusposities met daarop gebaseerde vragen behandeld. De studenten kunnen kiezen uit drie werkcollegegroepen (groep A, B en C); deze groepen verschillen van elkaar in benadering, waardoor de student de onderwijsvorm kan volgen die het beste bij hem of haar past. Zie verder op Blackboard voor een nadere toelichting van dit systeem. Toetsvorm Schriftelijk tentamen.


8-6-2012 - Pagina 22 van 98

Literatuur Prof. mr. R.J.N. Schlössels en prof. mr. S.E. Zijlstra, Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat, 6e geheel herziene druk, onderwijseditie deel 1, Deventer: Kluwer 2010 alsmede eventuele nadere aanvullingen op Blackboard. Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen bestuursrecht Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginslen bestuursrecht Overige informatie Vanaf het collegejaar 2010-2011 heeft het vak een andere plaats in de opleiding/het curriculum Rechtsgeleerdheid gekregen. Vanaf het collegejaar 2010-2011 is het vak geplaatst in het tweede i.p.v. het derde bachelorjaar.

Bijbel, christelijk geloof en recht Vakcode

R_Bijb.chr.r (201830)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J.W. Sap

Doel vak Doel van dit vak is studenten die in de relatie tussen bijbel, christelijk geloof en recht geïnteresseerd zijn mogelijkheden te geven bepaalde thema's nader uit te diepen, problemen te onderkennen en standpunten te verdedigen. Daarbij is de kennis van en inzicht in de standpunten van anderen een eerste stap om te komen tot een eigen mening en onderlinge discussie. Studenten worden gestimuleerd te reflecteren op de relatie tussen bijbel en christelijk geloof enerzijds en het recht anderzijds. Is de bril waarmee we naar problemen kijken wel adequaat? Wat zijn onze impliciete uitgangspunten met het oog op onze toekomstige positie in het werkveld? Inhoud vak De centrale vragen die in dit vak aan de orde komen zijn de volgende: 1. Welke rol speelt het recht in de bijbel? 2. Welke rol spelen de bijbel en het christelijk geloof in het recht? De nadruk zal op de tweede vraag liggen. Deze vragen zijn op talloze manieren uit te werken. Om een aantal onderwerpen te noemen: - het sociale recht in de bijbel (de zorg voor weduwen en wezen); - het strafrecht in de bijbel; - het proces van Jezus; - recht in het nieuwe testament; - christelijke staatsvisies; - de visie van Paul Scholten op het recht; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 23 van 98

- medezeggenschap (o.a. in ondernemingen); - de verhouding tussen (positief) recht en gerechtigheid; - eerbied voor het leven. - vreemdelingenrecht. Onderwijsvorm Een paper en een literatuurpakket. Toetsvorm Mondeling tentamen en/of paper. Literatuur Bij voldoende belangstelling (meer dan tien studenten) zal eventueel een syllabus worden uitgegeven. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Overige informatie Schriftelijk aanmelden vóór 1 maart 2011 bij de coördinator van het vak.

Burgerlijk procesrecht en insolventierecht Vakcode

R_BurgPI (200323)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. H.L.G. Wieten

Docent(en)

prof. mr. C.J.J.C. van Nispen, mr. E.F. Groot, mr. H.L.G. Wieten

Lesmethode(n)


Doel vak Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het procesrechtelijke en insolventierechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische (lezen, begrijpen en analyseren van rechtspraak, wetgeving en literatuur) en probleemoplossende (oplossing van casus) vaardigheden eigen maakt. Daartoe dient men juridisch relevante feiten uit een feitencomplex te kunnen selecteren en daarop de relevante rechtsregels te kunnen toepassen. Inhoud vak De volgende hoofdonderdelen komen aan de orde: de rechterlijke organisatie en de rol en bevoegdheid van de rechter; de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg; de verzoekschriftprocedure en het kort geding, arbitrage, bewijs, rechtsmiddelen, executie- en beslagrecht en insolventierecht.


8-6-2012 - Pagina 24 van 98

Onderwijsvorm Wekelijks worden hoorcolleges en werkcolleges verzorgd. Tijdens de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen van de stof en tijdens de werkcolleges worden casus behandeld. Toetsvorm Schriftelijk tentamen met multiple choice vragen. Literatuur Studiereeks Burgerlijk Procesrecht, deel I tot en met VI, Kluwer, Deventer, laatste (!) drukken C.J.J.C. van Nispen, A.W. Jongbloed en G.J. Meijer, Rechtspraak Burgerlijk procesrecht, 6e druk, Sdu 2009; aanbevolen. De op Blackboard voor de werkgroepen opgegeven arresten; deze staan in de aanbevolen arrestenbundel. Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar. Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar. Doelgroep Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het procesrechtelijke en insolventierechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische (lezen, begrijpen en analyseren van rechtspraak, wetgeving en literatuur) en probleemoplossende (oplossing van casus) vaardigheden eigen maakt. Daartoe dient men juridisch relevante feiten uit een feitencomplex te kunnen selecteren en daarop de relevante rechtsregels te kunnen toepassen. Overige informatie Met ingang van het collegejaar 2010-2011 heeft het vak een andere plaats in de opleiding/het curriculum gekregen. Met ingang van het collegejaar 2010-2011 is het vak geplaatst in het derde i.p.v. het tweede bachelorjaar.

Capita selecta contractenrecht Vakcode

R_CS.cont.r (200372)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. C.E.C. Jansen

Docent(en)

prof. mr. C.E.C. Jansen

Lesmethode(n)

Hoorcollege


8-6-2012 - Pagina 25 van 98

Doel vak Capita Selecta Contractenrecht is vooral bedoeld voor studenten die binnen de privaatrechtelijke afstudeerrichting hun kennis op het gebied van het verbintenissenrecht, in het bijzonder het contractenrecht, verder willen uitbouwen en verdiepen. De cursus bouwt inhoudelijk voort op de cursus Contractenrecht (met ingang van het studiejaar 2010/2011: Contracten- en goederenrecht) die in het tweede bachelorjaar wordt gedoceerd. Tijdens de cursus zullen een viertal nog nader te selecteren thema's met bijbehorende juridische vragen centraal staan. Het gaat om thema's die enerzijds grote praktische relevantie hebben en die anderzijds centraal staan in het onderzoek van de docenten die het vak verzorgen. In het studiejaar 2009/2010 kwamen de volgende themas aan bod: (i) de doorwerking van de publiekrechtelijke regels inzake financiële dienstverlening in het contractenrecht; (ii) de wisselwerking tussen aanbestedingsrecht en contractenrecht; (iii) het 'wegcontracteren' van de redelijkheid en billijkheid bij de uitleg van contracten en (iv) Europees contractenrecht. Naast kennisverdieping en -verbreding wordt ook het realiseren van een aantal vaardighedenleerdoelen beoogd. Hier kan met name worden gedacht aan de vaardigheden die nodig zijn om, op basis van een juridisch relevante vraagstelling, zelfstandig en onder tijdsdruk informatie te verzamelen en die kritisch te analyseren ten behoeve van een juridisch en maatschappelijk verdedigbare beantwoording van die vraagstelling. Voorts kan worden gedacht aan de vaardigheid om de resultaten van het verrichte onderzoek alsmede de op basis daarvan getrokken conclusies schriftelijk te rapporteren of mondeling te presenteren en te verdedigen. Het doel is uiteindelijk om de (veelvuldig voorkomende) werkelijkheid te benaderen waarmee een zelfstandig werkend advocaat of bedrijfsjurist regelmatig wordt geconfronteerd: binnen een kort tijdsbestek aan een cliënt of patroon op niveau rapporteren over een juridische kwestie waar de betrokkene zich nog niet eerder in heeft verdiept. Het vak wordt over het algemeen weliswaar als zwaar maar tegelijkertijd ook als bijzonder leerzaam en waardevol beoordeeld. Onderwijsvorm De werkwijze die in deze cursus wordt gevolgd, sluit aan bij de hiervoor genoemde vaardighedenleerdoelen die worden nagestreefd. Er wordt per inhoudelijk thema in de regel één college gegeven. Het werkboek bevat een aantal vragen die met dat thema verband houden en die beantwoord zullen moeten worden. Het werkboek bevat tevens een of meer inleidende publicaties op basis waarvan aanvullend materiaal kan worden gevonden om tot die beantwoording te komen. Mogelijk is dat de daarvoor noodzakelijke voorbereiding verder wordt gefaciliteerd door het opdragen van een voorlopige opdracht. De docent zal het college benutten als introductie op het centraal staande onderwerp en het onderwerp in een groter verband plaatsen. Vervolgens schrijven studenten een paper aan de hand van onderlinge informatie-uitwisseling tussen de studenten die aan het college deelnemen. De docent fungeert in de regel slechts als coach die dat proces faciliteert en die op basis van de uitkomsten daarvan zonodig recapituleert. Toetsvorm Tijdens de cursusperiode moet de student diverse opdrachten uitvoeren die zijn gerelateerd aan de vier themas die tijdens het vak centraal staan. Daarbij kan worden gedacht aan het in groepsverband uitvoeren van


8-6-2012 - Pagina 26 van 98

een onderzoek, waarover vervolgens gerapporteerd dient te worden door middel van het schrijven van een groepspaper en het verzorgen van een groepspresentatie. In de tweede plaats dient de student drie individuele onderzoeken uit te voeren en daarover schriftelijk te rapporteren. In alle gevallen kan het gaan om een onderzoek dat moet worden uitgevoerd op basis van een casus, een rechterlijke uitspraak of een (vraag) stelling die anderszins wordt ingeleid. Literatuur Electronisch werkboek Capita Selecta Contractenrecht 2010-2011, verkrijgbaar via Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Contractenrecht of Contracten- en goederenrecht

Consumentenrecht Vakcode

R_Consu (200327)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. J.W. Rutgers

Docent(en)

mr. J.W. Rutgers

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Het doel van dit vak is het verkrijgen van kennis en inzicht in het consumentenvermogensrecht vanuit zowel een theoretisch als een praktisch perspectief. In het bijzonder zal aandacht worden geschonken aan de rechtspositie van de consument en diens wederpartij. Tevens zal worden ingegaan op de interactie tussen het nationale recht en het Europese recht, nu een groot gedeelte van het consumentenrecht afkomstig is uit Europa. Inhoud vak In de verschillende werkcolleges zal het contracten- en het aansprakelijkheidsrecht met betrekking tot het consumentenrecht worden besproken. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de rol van algemene voorwaarden in overeenkomsten, of een reiziger recht heeft op schadevergoeding in het geval er vertraging optreedt bij een vliegreis. Daarnaast zal in worden gegaan wat de invloed is van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken op het Nederlandse burgerlijke recht. Ten slotte komt aan de orde op welke wijze het consumentenrecht kan worden gehandhaafd en uitgeoefend. Onderwijsvorm werkcollege


8-6-2012 - Pagina 27 van 98

Toetsvorm Een schriftelijk open boek tentamen. Om deel te kunnen nemen aan het tentamen zal de student twee schriftelijke opdrachten moeten maken tijdens het onderwijs. Deze schrijfopdrachten zullen worden beoordeeld met een voldoende of een onvoldoende. Voor deelname aan het tentamen moeten beide opdracht met voldoende zijn beoordeeld. Literatuur Reader. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid Aanbevolen voorkennis Het vak Contractenrecht en goederenrecht of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht.

Contractenrecht en goederenrecht Vakcode

R_ConGoed (200225)

Periode

Periode 2+3

Credits

9.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

O.O. Cherednychenko

Docent(en)

mr. F.R. Salomons, W.J.J.G. Speetjens, mr. dr. R. Mellenbergh

Lesmethode(n)


Doel vak Het vak Contracten- en goederenrecht bouwt voort op de kennis en vaardigheden die studenten in de vakken Inleiding Goederenrecht (B1) en Inleiding Verbintenissenrecht (B2) hebben verworven. Aan het einde van het vak dient een student in staat te zijn tot: - het lezen van literatuur en het onderscheiden van hoofd- en bijzaken; - wat betreft het onderdeel Contractenrecht: het herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van de volgende contractenrechtelijke leerstukken, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen deze leerstukken kunnen worden gelegd: uitleg, aanvulling en beperking van de inhoud van overeenkomsten; onvoorziene omstandigheden; algemene voorwaarden; nakoming en de gevolgen van niet-nakoming van overeenkomsten; overeenkomsten en derden; - wat betreft het onderdeel Goederenrecht: het herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van de volgende goederenrechtelijke leerstukken, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen deze leerstukken kunnen worden gelegd: zekerheidsrechten, voorrechten, retentierecht, natrekking, vermenging en zaaksvervorming; - het lezen van een arrest en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is waarover de rechterlijke instanties zich hebben gebogen en wat de kernoverwegingen van die instanties zijn


8-6-2012 - Pagina 28 van 98

geweest bij het beantwoorden van die vraag; - het bestuderen en analyseren van een casus met het oog op het formuleren van de te beantwoorden rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag. Onderwijsvorm Tijdens de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. In aanvulling op de hoorcolleges worden extensieve werkcolleges verzorgd waarbij kort de antwoorden op de casusposities uit het werkboek zullen worden besproken en waarbij gelegenheid bestaat tot het stellen van vragen die niet tijdens de hoorcolleges aan de orde zijn gekomen. Voor deze extensieve werkcolleges wordt een actieve voorbereiding en deelname van studenten aanbevolen. Toetsvorm Het tentamen voor het vak Contracten- en goederenrecht is een tentamen waarbij casusposities dienen te worden opgelost. Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Het tentamen bestaat uit twee onderdelen: één onderdeel Contractenrecht en één onderdeel Goederenrecht. Beide onderdelen worden op twee afzonderlijke tijdstippen getentamineerd: het onderdeel Contractenrecht in week 51 en het onderdeel Goederenrecht in week 4. Een student is geslaagd voor het tentamen wanneer voor beide onderdelen van het vak voldoende deelcijfers zijn behaald. Zodra dat het geval is, wordt het voor het tentamen behaalde eindcijfer berekend, waarbij het voor het onderdeel Contractenrecht behaalde deelcijfer voor 2/3 en het voor het onderdeel Goederenrecht behaalde deelcijfer voor 1/3 meetelt. Wanneer een student slechts voor één van beide onderdelen het tentamen aflegt en/of slechts voor één van beide onderdelen een voldoende deelcijfer heeft behaald, blijft het voor dat onderdeel behaalde deelcijfer geldig gedurende het studiejaar waarin voor dat onderdeel het tentamen is afgelegd. Om alsnog voor het vak te kunnen slagen, dient vervolgens in datzelfde studiejaar het tentamen voor het nog openstaande onderdeel van het tentamen met een voldoende te worden afgelegd. Wanneer dat niet gebeurt, vervalt het voldoende deelcijfer dat voor het andere onderdeel van het tentamen is behaald bij het verstrijken van dat studiejaar. Voor de studenten die bij de start van het studiejaar 2010-2011 het tentamen voor hetzij het vak Contractenrecht (oude stijl), hetzij het vak Goederenrecht (oude stijl) met een voldoende hebben afgelegd, geldt een overgangsregeling. Literatuur Voor het onderdeel Contractenrecht: Werkboek Contracten- en Goederenrecht 2010-2011 (onderdeel Contractenrecht) en de overige daarin bekendgemaakte literatuur voor dat onderdeel. Voor het onderdeel Goederenrecht: Werkboek Contracten- en Goederenrecht 2010-2011 (onderdeel Goederenrecht) en de overige daarin bekendgemaakte literatuur voor dat onderdeel. Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Inleiding goederenrecht of Beginselen privaatrecht I - het vak Inleiding verbintenissenrecht of Beginselen privaatrecht II Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 29 van 98

studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Inleiding goederenrecht - het vak Inleiding verbintenissenrecht

Current Issues of Migration Law Course code

R_CurMLaw (200994)

Period

Period 3

Credits

3.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Training

Course objective to understand and discuss a academic texts to give an oral presentation participation in seminars Course content During this course, small groups of students will discuss one or more texts (seminar-style), on the basis of presentations by students. A number of possible topics will be presented by staff, but students are encouraged to suggest other topics or texts. Topics which will be offered include: dual nationality migrants in national politics voting rights for migrants public order and residence rights film (think of Michael Winterbottom's In This World; Green Card; Fassbinders Angst Essen Seele Auf; etc.) border deaths A World Without Borders (Unesco project) Form of tuition Seminars. Type of assessment presentation (75%) and class participation. Course reading Will be announced on Blackboard. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): - only open for students who have passed all the courses of the first bachelor year.

Danger, Risk and Law in International Society Course code

R_DangRisk (200332)


8-6-2012 - Pagina 30 van 98

Period

Period 2+3

Credits

9.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. W.G. Werner

Teaching staff

prof. dr. W.G. Werner, prof. dr. G.T. Davies, dr. T. Gazzini

Teaching method(s)

Reading

Course objective This course aims to introduce students to the importance of the concept of risk in the regulation of international society, and to provide them with the skills to identify and critically analyse the influence which risk, perceptions of risk, measurement of risk, and the rhetoric of risk and danger, have on international law and regulation. In particular students will develop their abilities to: I. Independently read, understand and criticise complex academic texts II. Orally present their analysis of texts and problems and engage in discussion with others. III. Consider texts on multiple levels: the obvious or literal meaning, the symbolic and rhetorical function of the text, its political importance, and so on. IV. Independently make a plan for researching and writing a paper V. Research and write in an academically appropriate way VI. Understand the political, social and symbolic role (and uses) of law. Course content The course will address the following subjects I. The role of risk in modern society, and the growth of the fear of risk II. The precautionary principle III. The role of risk in international security measures and responses to terrorism IV. Risk and climate change V. The institutional responses to risk aversion at the European and international levels Form of tuition Seminars,group discussion and some guest lectures with discussion. Type of assessment Paper. Course reading Articles provided during the course. Entry requirements Entry requirements students Bachelors degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): - only open for students who have passed all the courses of the first bachelor year.

Dilemma's in het materiële strafrecht


8-6-2012 - Pagina 31 van 98

Vakcode

R_DilmMaStr (200334)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. N. Rozemond

Docent(en)

dr. N. Rozemond, prof. mr. E. van Sliedregt

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het vak Dilemma's in het materiële strafrecht beoogt de student rechtstheoretisch inzicht te geven in de beginselen die aan het materiële strafrecht ten grondslag liggen. Tevens beoogt het vak de student te leren om aan de hand van deze beginselen moeilijke kwesties te analyseren in algemene leerstukken en in bijzondere strafbepalingen. Inhoud vak Centraal in het vak staan de belangrijkste beginselen van het materiële strafrecht: het schadebeginsel, het schuldbeginsel en het legaliteitsbeginsel. De theoretische achtergronden van deze beginselen worden besproken en moeilijke kwesties die op dit moment spelen worden vanuit deze beginselen geanalyseerd, zoals de rol van de instemming van het slachtoffer bij de strafbaarstelling van gedragingen, de strafbaarheid van geestelijk gestoorde daders en de grenzen van de rechterlijke interpretatievrijheid bij algemene leerstukken en bijzondere strafbepalingen. Onderwijsvorm Interactieve hoorcolleges. Toetsvorm Paper. Literatuur Wordt bekendgemaakt op Blackboard Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid Aanbevolen voorkennis Het vak: - Materieel strafrecht.

Dilemma's in het sanctierecht Vakcode

R_DilmSanRe (200335)

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. M.J. Borgers


8-6-2012 - Pagina 32 van 98

Docent(en)

mr. C.J. Petiet, prof. mr. M.J. Borgers, dr. J.M. Harte, prof. dr. H. Elffers

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het vak betoogt studenten vertrouwd te maken met de juridische betekenis van de sanctiebeslissing van de strafrechter en de maatschappelijke dilemma's die daaraan zijn verbonden. Inhoud vak In het basiscurriculum van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid wordt nauwelijks aandacht besteed aan het strafrechtelijke sanctierecht. Dit onderdeel van het strafrecht komt niettemin vrijwel dagelijks in het nieuws: op de vlucht geslagen TBSers, publieke onvrede over bestraffing, discussies over het lot van tot levenlang veroordeelden, et cetera. Aan de hand van dergelijke actuele themas wordt in dit vak ingegaan op de juridische betekenis van de sanctiebeslissing van de strafrechter en de maatschappelijke dilemma's die daaraan zijn verbonden. Daarbij beoogt het vak inzicht te verschaffen in: a. de hoofdlijnen van het strafrechtelijke sanctiestelsel, b. de verhouding tussen wetgever en rechter op het terrein van het sanctierecht (straftoemetingsvrijheid en de grenzen daarvan), c. de wijze van straftoemeting en de publieke acceptatie daarvan, alsmede d. de juridische en sociaal-wetenschappelijke perspectieven op de levenslange gevangenisstraf en long stay-TBS. Onderwijsvorm Interactieve hoorcolleges. Toetsvorm Het vak wordt afgesloten met een paper. Literatuur Voor het vak wordt een syllabus samengesteld; nadere informatie volgt via BlackBoard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid. Aanbevolen voorkennis Het vak: - Materieel strafrecht

Dilemma's in het strafprocesrecht Vakcode

R_DilmStrpr (200333)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. M.J.A. Duker


8-6-2012 - Pagina 33 van 98

Docent(en)

drs. J.J. van der Kemp, prof. mr. M.J. Borgers, dr. mr. L. Stevens

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het vak beoogt studenten inzicht te geven in wezenlijke dilemma's in de strafrechtspleging. Het betreft onderwerpen die aansluiten bij onderzoek dat binnen de sectie strafrecht wordt verricht. Waar het gewone curriculum zich met name richt op de vereiste basiskennis van het positieve recht, biedt dit vak bij uitstek de gelegenheid om van gedachten te wisselen over de botsing van maatschappelijke waarden binnen de strafrechtspleging. Het uiteindelijke doel van dit vak is het strafrecht tot de verbeelding te laten spreken en de student inzicht te geven in de maatschappelijke betekenis van het strafrecht. Inhoud vak Gedurende de colleges zullen meerdere dilemmas aan bod komen: het verdachtenverhoor is cruciaal voor de opsporing, maar is het resultaat ervan wel altijd betrouwbaar? Moet de advocaat bij het verhoor aanwezig zijn of staat het belang van opsporing daaraan in de weg? Mag het beroepsgeheim van een arts wel of niet de opsporing van ernstige strafbare feiten belemmeren? Wat moet het zwaarst wegen bij de voorlopige hechtenis: de behoefte aan veiligheid of het uitgangspunt dat de verdachte onschuldig is tot het tegendeel is bewezen? Een rechter mag alleen veroordelen wanneer hij overtuigd is van de schuld van de verdachte, maar is die overtuiging reëel als er nauwelijks meer is dan een aangifte? En als na een onherroepelijke veroordeling toch twijfel ontstaat: is dat reden voor herziening of zijn twijfelachtige veroordelingen een bedrijfsrisico? Onderwijsvorm Het vak bestaat uit zeven interactieve colleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen en een paper Literatuur Syllabus (te verschijnen in de VU-boekhandel) Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid. Aanbevolen voorkennis Het vak: - Materieel strafrecht.

Encyclopedie der rechtswetenschap I Vakcode

R_Ency.I (200127)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit



8-6-2012 - Pagina 34 van 98

Coördinator

mr. J. Zwart

Docent(en)

mr. J. Zwart, prof. mr. W.J. Veraart, dr. A.J. Wolthuis

Lesmethode(n)


Doel vak Het vak Encyclopedie der rechtswetenschap I behandelt de geschiedenis van de rechtsfilosofie. Het gaat hierbij om kennis van een aantal belangrijke stromingen in het westerse denken over (de grondslagen van) recht en staat. Tevens leert men rechtsfilosofische grondteksten analyseren. Uitgangspunt is dat we niet goed kunnen nadenken over recht en staat in de huidige wereld wanneer we geen lering kunnen trekken uit het verleden. Het vak Encyclopedie II (B2) bouwt voort op Encyclopedie I. Inhoud vak Aan de hand van een aantal centrale vraagstukken, zoals de Verlichtingswaarden van vrijheid en gelijkheid, de verhouding van recht en moraal en dergelijke, worden de hoofdlijnen van de geschiedenis van het westerse denken over recht en staat geschetst. Onderwijsvorm Het onderwijs wordt verzorgd in de vorm van hoorcolleges, werkgroepen en werkcolleges. Bij de werkgroepen, waarin intensief de voorgeschreven stof wordt behandeld, wordt een actieve voorbereiding en deelname van de student verwacht in die zin, dat hij de in de literatuur geformuleerde vragen en opdrachten vooraf schriftelijk moet beantwoorden, respectievelijk uitvoeren. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Nader op te geven literatuur. Collegestof.

Encyclopedie der rechtswetenschap II Vakcode

R_EncyII (200322)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. B.C. van Beers

Docent(en)

mr. B.C. van Beers, mr. drs. I. Rosenthal, dr. mr. L.D.A. Corrias, prof. mr. W.J. Veraart

Lesmethode(n)


Doel vak Doel van het vak Encyclopedie der rechtswetenschap II is te komen tot gestructureerde gedachtevorming over de grondslagen van het recht en de eigen aard van de rechtsbeoefening. Na het volgen van het vak heeft de student in de eerste plaats kennis van de belangrijkste klassieke en hedendaagse stromingen en theorieën in de rechtsfilosofie, zoals het liberalisme, utilisme, natuurrecht, rechtspositivisme, communitarisme, Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 35 van 98

critical legal studies, constructivisme en cultuurrelativisme. De student leert deze verschillende stromingen en theorieën in onderlinge verhouding te plaatsen via themas als de democratische rechtsstaat, de verhouding tussen recht en moraal en rechtsvinding. Daarnaast wordt de student aangezet tot een kritische evaluatie van de theorieën door deze zelfstandig te leren toepassen op uiteenlopende actuele en maatschappelijke vraagstukken, zoals de grenzen van de vrijheid van meningsuiting, anti-terrorisme-wetgeving en godsdienstvrijheid in het onderwijs. Tot slot leert de student te onderkennen hoe deze rechtsfilosofische theorieën en argumentaties in wetgeving en juridische oordeelsvorming een impliciete rol spelen. Naast het vergaren van kennis en begrip van de rechtsfilosofie wordt de student getraind om het recht tegen een bredere maatschappelijke achtergrond te bezien door bestudering van de sociaal-wetenschappelijke benadering van het recht. Inhoud vak De volgende thema's komen aan de orde: - De aard van het recht. - De verhouding tussen recht en moraal. - De grondslagen van de democratische rechtsstaat. - De grenzen van wetgeving. - Rechtsvinding. - Sociaal-wetenschappelijke bestudering van het recht. Onderwijsvorm Het onderwijs zal in de vorm van twee uur hoorcolleges per week worden verzorgd. De hoorcolleges dragen een ondersteunend karakter en dienen om de stof waar nodig uit te leggen, aan te vullen en te illustreren. Tevens worden werkgroepen aangeboden (2 uur per week) waarin artikelen, arresten en stellingen nader worden uitgediept. Tijdens die werkgroepen is er ruimte voor debat. Toetsvorm Schriftelijk tentamen met open vragen. Literatuur Reader Encyclopedie II 2010-2011 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); Syllabus Encyclopedie II 2010-2011 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); Collegestof. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht Overige informatie Met ingang van het collegejaar 2010-2011 heeft het vak een andere plaats in de opleiding/het curriculum gekregen. Met ingang van het collegejaar 2010-2011 is het vak geplaatst in het derde i.p.v. het tweede bachelorjaar.

European Private Law Course code

R_Eur.priv.l (200930)

Period

Period 2

Credits

6.0


8-6-2012 - Pagina 36 van 98

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. J.W. Rutgers

Teaching staff

prof. dr. mr. M.V. Antokolskaia, dr. mr. L.M. Coenraad, mr. J.W. Rutgers

Teaching method(s)

Reading

Course objective The aim of this course is a student will acquire knowledge and understanding of European private law as a multi-level system of law. This implies that a student will have knowledge and understanding of both prevailing private law and soft law, which consists mainly of projects that draft model rules. The focus will be, in particular, on the interaction between these two types of rules. Course content This course focuses on the following subjects: - General issues of European Private Law - Methods of developing European Private Law, - European family law, - European contract law, - European property law, - European procedural law. Form of tuition The program consists of 7 seminars. All students enrolled in the course are expected to attend every seminar and to participate actively. Type of assessment Students are required to write three assignments on subjects of the course. Final grades will be based on the grades acquired for the assignments and on the participation in the course. Course reading Reader. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Remarks The course will be taught in English. An active command of the English language is required. This course is meant for regular students of our faculty as well as for foreign exchange - and ÍBL students.

European Union Law Course code

R_Eur.un.l (200959)

Period

Period 1+2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. G.T. Davies


8-6-2012 - Pagina 37 van 98

Teaching staff

prof. dr. G.T. Davies

Teaching method(s)

Reading

Course objective After following this course students should understand how the institutions of the EU work; the effect of EU law on national legal systems; and the principles of the core economic policies of the EU. The largest part of the course is devoted to the EU's economic policies. Students should have acquired the following practice skills in the context of EU law: i. read and understand descriptions of factual situations such as they may meet in practice or policy functions, and identify which are the legally relevant aspects of these situations, ii. identify which aspects of the law are relevant to these facts, and iii. apply that law to produce coherent and legally founded arguments and conclusions. Students should also have developed the following intellectual skills: iv. analyse and criticise the law in the light of underlying policy goals and economic theories. Students should also have improved their ability to: v. independently study and understand textbooks and court judgments vi.independently make a plan for solving a practical case problem and apply that plan vii. present questions and analyses orally in class in discussion. Course content The course covers three main areas: - The structure of the EU: institutions; law-making procedures; the scope of EU powers; relationship with the Member States. (1 class) - The application of EU law: enforcement; damages for non-compliance; national court relations with the European Court of Justice; direct effect of EU law in national courts; supremacy of EU law over national law. (approximately 3 classes) - The abolition of borders between Member States: free movement of goods, services and persons; the notion of an internal market; harmonisation; principles of competition law; EU citizenship and the rights of citizens and their families. (approximately 8 classes) Form of tuition Lectures, with room for some discussion. Type of assessment (optional) assignment/paper (30%) and written examination (70%, or 100% if no paper). Course reading Chalmers, European Union Law (CUP, 2nd edition, 2010). Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Recommended background knowledge No prior knowledge of EU law is required in order to participate in the course. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 38 van 98

Europese rechtsbescherming Vakcode

R_EurRe (200226)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. H. Battjes

Docent(en)

prof. mr. H. Battjes, dr. mr. S.K. van Walsum, B. Aarrass LLM

Lesmethode(n)

Werkgroep, Werkcollege, Hoorcollege

Doel vak In dit vak verwerft u inzicht in de rechtsbescherming die het hof van Justitie en het Europese Hof voor de Rechten van de mens kunnen bieden op allerlei rechtsgebieden, en de wijze waarop deze rechtsbescherming de nationale rechtsbescherming beïnvloedt. Daarbij maakt u zich de vaardigheid eigen te werken met relevante procesrechtelijke begrippen. In het bijzonder verdiept u zich in de bescherming voor individuele rechten die voortvloeit uit het EU-recht dat bepaalde beperkingen heeft opgelegd aan de nationale procesrechtelijke autonomie, en bepaalde beginselen van rechtsbescherming heeft ontwikkeld, om te zorgen dat materiële EU rechten gewaarborgd zijn in het nationale rechtssysteem. Verder ontwikkelt u het vermogen het EVRM te bezien in samenhang met mensenrechtenbescherming op grond van de Grondwet, en met regelingen in andere rechtsstelsels. Ook ontwikkelt u de vaardigheid eigen arresten van beide Europese hoven te analyseren (waar nodig ook in het Engels), en de bevindingen te plaatsen in het kader van bestaande jurisprudentie. Een ander doel is dat u kennismaakt met Engelstalige juridische begrippen. Inhoud vak In het vak komen mensenrechten en beperkingsystematiek in het EVRM aan de orde, en de overeenkomsten en verschillen met nationale mensenrechtencatalogi waaronder de Grondwet en het Europese Handvest. Verder wordt de procesgang bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens besproken. Ook wordt aandacht besteed aan de doorwerking van internationaal en Unierecht in de Nederlandse rechtsorde. Verder komt aan de orde het beginsel van effectieve rechtsbescherming in EU recht, en de daaraan verbonden beperkingen op nationale procedurele autonomie. De doctrines van directe werking, richtlijn-conform interpretatie, en lidstaataansprakelijkheid worden in deze context geplaatst en geanalyseerd. Onderwijsvorm Hoorcolleges (deels in het Engels) en werkgroepen. In het werkgroeponderwijs staat naast casus-oplossen het lezen en analyseren van jurisprudentie centraal. Toetsvorm Schriftelijk tentamen (in het Nederlands). Literatuur


8-6-2012 - Pagina 39 van 98

De verplichte literatuur wordt nader bekend gemaakt. Deze zal grotendeels Engelstalig zijn. Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen staatsrecht - het vak Beginselen Europees recht Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen staatsrecht - het vak Beginselen Europees recht

Familie- en gezondheidsrecht Vakcode

R_FamGezR (200325)

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. C. Blankman

Docent(en)

dr. mr. C. Blankman

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Kennismaken met en inzicht verkrijgen in aspecten van het familie- en gezondheidsrecht en hun onderlinge samenhang. Daarnaast beoogt dit vak een beeld te schetsen van de door de sectie aangeboden keuze- en verdiepingsvakken in de Masterfase. Inhoud vak Vanuit de diverse invalshoeken van het familie- en gezondheidsrecht zal aan de hand van een jaarlijks wisselend thema de regelgeving en rechtspraak worden behandeld. Afhankelijk van het thema zullen verschillende docenten deelonderwerpen behandelen aan de hand van actuele casuïstiek. In het studiejaar 2010-2011 staat de rechtspositie van de minderjarige en van de wilsonbekwame meerderjarige in het familie- en gezondheidsrecht centraal. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan aspecten van Europees en internationaal recht in dit verband, evenals aan bijzondere wetten op nationaal gebied. Onderwijsvorm Hoorcolleges. Van de studenten wordt mondelinge en/of schriftelijke inbreng verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Wordt nog nader bekend gemaakt.


8-6-2012 - Pagina 40 van 98

Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid.

Financing and Secured Transactions Course code

R_FinSecTr (200914)

Period

Period 2

Credits

3.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. R.I.V.F. Bertrams

Teaching staff

mr. R.I.V.F. Bertrams

Teaching method(s)

Reading

Course objective Acquiring legal insight and effective knowledge and skill in relation to the subject. Course content Major transactions nearly always require large pre-expenditure before performance by one contracting party, e.g. the seller, supplier of capital goods or building contractor, while they confer benefits to the other contracting party, e.g. the buyer or employer, only over a period of time. The element of 'credit' or 'financing' the transaction is, therefore, crucial. This issue entails questions such as which party will finance the transaction (or perhaps both), the role of banks and financing techniques (bank credits, bills of exchange, factoring, etc). The second crucial issue in international transactions is the element of 'risk' and 'risk management'. Here we will examine various techniques to reduce the risk of non-payment and non-performance, such as letters of credit, bank guarantees and export credit insurance (secured transactions). The last part of this course focuses on such financing techniques as financial lease/sale-and lease back and project finance in relation to such projects as energy power stations and infra-structure. This course is very much business law and practice oriented. It is essential to attend all (seven) lectures. Form of tuition Reader Financing and Secured Transactions. Type of assessment Written examination. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Entry requirements students Master's degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements.

Fiscaal pensioenrecht Vakcode

R_Fisc.pens (201558)


8-6-2012 - Pagina 41 van 98

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. H.M. Kappelle

Docent(en)

prof. dr. H.M. Kappelle

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Studenten kennen de systematiek en de juridische regel omtrent de fiscale behandeling van pensioenen en overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten, weten waar een pensioenregeling aan moet voldoen teneinde te kwalificeren als een pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en weten wat de consequenties zijn als dit niet (meer) het geval is. Inhoud vak Vanuit het in Nederland gebruikelijke drie pijler systeem (AOW, aanvullende pensioenen en lijfrenten) wordt eerst gekeken naar de fiscale behandeling van aanspraken in het algemeen en pensioenaanspraken in het bijzonder alsmede naar de werking en functie van de omkeerregel. Vervolgens komen de fiscaal toegestane pensioenopbouwsystemen (eindloon, middelloon en beschikbare premie) en pensioensoorten (ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen) aan de orde. Welke pensioenuitvoerders komen in aanmerking en wat gebeurt er indien oneigenlijke handelingen, zoals afkoop, belening of emigratie plaatsvinden. Speciale aandacht gaat uit naar de directeurgrootaandeelhouder en zijn pensioen, de internationale aspecten en de overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten en levensloop. Uiteraard is er veel aandacht voor de recent gewijzigde wetgeving op het gebied van VUT, prepensioen en levensloop. Onderwijsvorm Hoorcolleges met in de loop van de cyclus een accentverschuiving naar zelfwerkzaamheid in de vorm van case. Excursies naar een pensioenuitvoerder is mogelijk. Toetsvorm Werkstukken en beperkt schriftelijk tentamen. Literatuur Hek/Lavrijssen/Brouwer/Polman, Fiscale aspecten van pensioen, SDU, Amersfoort (5 druk) Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Aanbevolen voorkennis Het vak: - Belastingrecht I (nieuw curriculum) - of Inleiding Belastingrecht (oud curriculum)


8-6-2012 - Pagina 42 van 98

Overige informatie Het verdient aanbeveling om het vak Pensioenrecht tevens te volgen om zodoende het gehele pensioenterrein te bestrijken. Stagemogelijkheden bij pensioenuitvoerders of advieskantoren zijn aanwezig.

Forensische psychiatrie Vakcode

R_For.psyC (212215)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J. Hendriks

Docent(en)

prof. dr. J. Hendriks

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Forensische psychiatrie is de uitoefening van de psychiatrie in het kader van het rechtssysteem. Het doel van de colleges is inzicht te geven in de relatie tussen deze twee systemen. In de colleges wordt veel aandacht besteed aan de praktijk van de forensische psychiatrie. Wat zijn de recente ontwikkelingen op het gebied en welke problemen ervaart de forensisch psychiater in de uitoefening van zijn werkzaamheden? Inhoud vak Het eerste deel van de colleges wordt het werkveld beschreven van de forensisch psychiater en aangegeven wat de verschillen zijn met de reguliere GGZ. De geschiedenis van de forensische psychiatrie en de praktijk van de forensische diagnostiek en behandeling komen voorts uitgebreid aan bod. Het tweede deel omvat capita selecta uit de forensische psychiatrie, zoals de toerekeningsvatbaarheid, de TBS, de invloed van de gewetensontwikkeling op delinquent gedrag, de relatie tussen psychose en delinquentie, risico-taxatie en achtergronden van jeugdige zedendelinquenten. Onderwijsvorm Zeven hoorcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen met open vragen Literatuur Collegestof. W. Vandereycken en R. van Deth. ( 2004). Psychiatrie: van diagnose tot behandeling. Houten: Bohn, Stafleu Van Loghum. (2e druk) B.C.M. Raes en F.A.M. Bakker (2007). De psychiatrie in het Nederlands recht. Deventer: Kluwer (5e druk). Vereiste voorkennis Ingangseis: een afgerond eerste bachelorjaar

Formeel strafrecht Vakcode

R_For.strRC (212305)


8-6-2012 - Pagina 43 van 98

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. L. Stevens

Docent(en)

dr. mr. L. Stevens, M. Cupido LLM, dr. mr. M.J.A. Duker

Lesmethode(n)


Doel vak Het vak Formeel strafrecht beoogt studenten grondige kennis van het Nederlandse strafprocesrecht bij te brengen. Studenten dienen na afloop van het vak a. te beschikken over kennis van de structuur van het strafprocesrecht en de belangrijkste leerstukken op dit terrein, b. in staat te zijn literatuur, rechtspraak en wetgeving op het terrein van het strafprocesrecht te begrijpen en te analyseren, en c. het vermogen te hebben (eenvoudige) juridische problemen van strafprocesrechtelijke aard te onderkennen, te analyseren en op te lossen. Inhoud vak Tijdens het onderwijs wordt aandacht besteed aan: methoden en technieken, het systeem van het WvSv, het voorbereidend onderzoek, buitengerechtelijke afdoening, het onderzoek ter terechtzitting, bewijsvoering en einduitspraak. Waar mogelijk worden de leerstukken geplaatst binnen actuele strafprocesrechtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Onderwijsvorm Het vak omvat veertien werkcolleges, verspreid over zeven weken. Het zevende en het veertiende werkcollege zijn overzichtscolleges betreffende de inhoud van de zes voorafgaande werkcolleges. De werkcolleges bestaan uit uitleg van de theorie door de docent, en de toepassing van die theorie op verschillende casus door de student. Om maatwerk te kunnen leveren, worden de werkcolleges gegeven in drie groepen, A,B en C. Bij groepen A (recidivisten en studenten die moeite hebben met de stof) en B (studenten met goede resultaten die de stof ook diepgaander willen behandelen) worden voorbereiding en een actieve deelname verwacht. Voor zover de verplichte leerstof niet aan de orde komt tijdens college, wordt van de student verwacht dat deze stof door middel van zelfstudie eigen wordt gemaakt. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk Syllabus Werkcollegestof Mogelijk wordt door middel van Blackboard aanvullende literatuur verspreid. Vereiste voorkennis VERKORTE INSTRUCTIE INSCHRIJVING FORMEEL STRAFRECHT Rechtenstudenten die actief onderwijs en verplichte voorbereiding Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 44 van 98

wensen, schrijven zich in voor groep B (studenten die moeite hebben met de stof), of C (studenten die diepgaander discussie willen). Criminologen, pre-masterstudenten, en rechtenstudenten die geen actief onderwijs en verplichte voorbereiding wensen, schrijven zich in voor groep A. Zie blackboard voor een nadere uitleg.

INGANGSEISEN Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen strafrecht. Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen strafrecht. Ingangseis studenten Criminologie: - een afgerond eerste bachelorjaar Criminologie. Overige informatie Vanaf het collegejaar 2010-2011 heeft het vak een andere plaats in de opleiding/het curriculum Rechtsgeleerdheid gekregen. Vanaf het collegejaar 2010-2011 is het vak geplaatst in het tweede i.p.v. het derde bachelorjaar.

Geloofsgemeenschappen en recht Vakcode

R_Gel.gem.r (201753)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg

Docent(en)

prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Kennismaken met en enig inzicht verkrijgen van de positie van geloofsgemeenschappen -in verschillende rechtsvormen- in het staatsrecht en het privaatrecht; het verkrijgen van inzicht in de positie van het recht vanuit theologisch (m.n. christelijk en islamitisch) perspectief. Leerdoelen Aan het eind van de cursus zal de student - meer kennis van en inzicht in hebben betreffende de verhoudingen tussen publiek-, privaatrecht en het eigen recht van geloofsgemeenschappen; - enig inzicht in de samenhang tussen theologische opvattingen inzake de organisatie van geloofsgemeenschappen en de juridische vormgeving ervan; -vakliteratuur en jurisprudentie en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van geloofsgemeenschappen en recht begrijpen en interpreteren. - juridische aspecten van de verhouding tussen geloofsgemeenschappen en de samenleving in hun samenhang kunnen beoordelen en daarover kritisch kunnen nadenken.


8-6-2012 - Pagina 45 van 98

Inhoud vak inleiding; scheiding van kerk en staat, verhouding wereldlijk -kerkelijk recht vanuit historisch perspectief; inleiding islam en recht; rechtspersoonsvorm, vertegenwoordiging en registratie van geloofsgemeenschappen; organisatietypen en bevoegdheden van kerkelijke organen; burgerlijk recht en conflicten in geloofsgemeenschappen; rechtspositie van voorganger en van geestelijk verzorger; mensenrechten in geloofsgemeenschappen vanuit theologisch perspectief; voor en tegen van multicultureel (multireligieus) recht. Onderwijsvorm Wekelijks wordt een hoorcollege verzorgd. Het laatste college is een discussiecollege. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Het is mogelijk te kiezen voor individuele toetsing van (een) deelonderwerp(en) met aanvullende literatuur. Literatuur Kerk en recht, L.C. van Drimmelen en T.J. van der Ploeg (red.), Lemma Utrecht 2004. Syllabus Geloofsgemeenschappen en recht die in de VU-boekhandel is te verkrijgen. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Overige informatie Dit vak is de opvolger van het vak Kerk en recht dat tot 2007 werd verzorgd. Het is niet meer specifiek gericht op de problematiek van de verhouding tussen de christelijke kerken en het recht.

Historical Introduction to European Legal Science Course code

R_Hist.intro (200926)

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. J.H. Dondorp

Teaching staff

prof. mr. J. Hallebeek, mr. J.H. Dondorp

Teaching method(s)

Reading

Course objective The course offers the opportunity to pursue the historical development of law and legal doctrine in Europe. In order to show such a development for the 2010-2011 course one topic is chosen, viz. contracts for a third party beneficiary.


8-6-2012 - Pagina 46 van 98

Course content This subject will be treated discussing Roman law, the medieval interpretation of the Roman texts, Canon law, legal Humanism and late scholastic doctrine, Hugo Grotius, Roman Dutch law and the codifications in continental Europe compared with Anglo-American common law. Form of tuition The course consists of a series of lectures and seminars. The lectures have an introductory character and provide for each period an overview of the topic. In the seminars texts from each period on third-party rights will be read and discussed. Type of assessment The exam consists of an oral exam about the content of the course and the literature studied. Instead of such an exam students are alowed to write a paper on a subject related to the course. Course reading Jan Hallebeek & Harry Dondorp (ed), Contracts for a third party beneficiary. A historical and comparative account, Leiden 2008. (The book is available at a reduced price for participants of this course via our secretary. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelor's degree programme, including Pleitoefening.

Human Rights & the Citizenship of Aliens Course code

R_HumRC (200995)

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Lecture, Tutorial

Course objective Knowledge and understanding of the layered nature, as well as the changing nature of citizenship; relate social reality to this knowledge; on the basis of knowledge of 'law in the books': to carry out a small investigation about 'law in action'. Course content What is a citizen? Which rights do migrants have? These are seemingly simple questions, but migrants enjoy all kinds of civil rights, while some citizens feel treated as aliens. In this course we will investigate which rights can be invoked by nationals and by migrants. This will happen both during lectures, as well as during working groups including an excursion where the subject of the course is related to social reality. We will address citizenship of the European Union; the


8-6-2012 - Pagina 47 van 98

possibility to be joined by family members from abroad; nationality; dress codes; and political theory about citizenship and civil rights. The second working group is an excursion. The first working group is devoted to preparation of the excursion. During the third working group, we will discuss how the experiences during the excursion are related to (fit or dont fit with, give added meaning to, etc) what participants expected on the basis of their preparations. Possible excursions: - visit to an integration course - interview British workers at the Zeeburg camping site - visit to an organisation of undocumented migrants (BLiN, migrant domestic workers) - interview undocumented migrants you find by yourself - visit to Rechtswinkel Migranten (Migrant Legal Clinic) - visit the Social Security Bank - interview foreign students, cleaners at the VU - visit to an organisation of Dutch Nationals with a foreign partner (Stichting Lawine, Stichting Buitenlandse Partner, Stichting Mixed Couples) - try to pass an integration exam - visit an asylum seekers' centre - suggestions from students Form of tuition 5 lectures, 3 seminars. Type of assessment Report of the excursion and a paper. Course reading Will be announced on Blackboard. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): - only open for students who have passed all the courses of the first bachelor year.

Human Rights and Borders Course code

R_HumRB (200996)

Period

Period 1

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Lecture, Tutorial

Course objective TThis course aims to enable students: To use and understand the law concerning borders and the changing meanings of borders;


8-6-2012 - Pagina 48 van 98

to relate domestic, European and international law, and to deal with conflicts among them; to relate social reality to acquired knowledge and insights; to reflect critically on legislation and case-law concerning borders; to see law on borders in a historical context; to carry out a small empirical investigation, and to report orally and in writing Course content What is the border of a country? Who decides where it is? And for whom does it apply? During this course we will investigate which meanings the borders within and around Europe have for European citizens and other categories of migrants; who has drawn the border; and how the border is being guarded. We will do this during classes in which we will address the law of borders, and the meaning of human rights for border control and for crossing the border. During excursions we will find out what a border looks like and what it means for migrants in the Netherlands. In class, we will deal with relevant domestic, European and international law, and case law of - among others - the European Court of Human Rights. We discuss the borders among Member States of the European Union, external border control and its costs in the Mediterranean, the history of asylum and its relation to human rights, migration control through detention, and the relevance of (physical and other) borders for European societies. This last topic is a connection with the second course, which delves deeper into the different ways in which in modern societies distinctions are made between old and new inhabitants. Working groups: The second working group is an excursion. The first working group is devoted to preparation of the excursion. During the third working group, we will discuss how the experiences during the excursion are related to (fit or dont fit with, give added meaning to, etc) what participants expected on the basis of their preparations. Possible excursions: - interviews with travellers, border police and others at the border at Schiphol airport; - visit to an asylum seeker's centre - visit to an immigration detention centre - be present at a hearing of the immigration court - visit to the Dutch Refugee Council - suggestions from students Form of tuition 5 lectures, 3 seminars. Type of assessment Report of the excursion and a written exam. Course reading Literature will be published on Blackboard. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): - only open for students who have passed all the courses of the first bachelor year.

Industriële eigendom


8-6-2012 - Pagina 49 van 98

Vakcode

R_Indu.eig. (201564)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verwerven van kennis van de rechtsobjecten, de manier waarop het recht wordt verkregen en tenietgaat, alsmede de inhoud en omvang van de voornaamste industriële eigendomsrechten; en van inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de afzonderlijke rechten. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. Het ontwikkelen van het vermogen dit rechtsgebied in de grotere context van het bevorderen van innovatie en eerlijke mededinging te plaatsen, en de op dit rechtsgebied geldende normen in het licht van de vrijheid van mededinging en de vrijheid van meningsuiting kritisch te heroverwegen. Inhoud vak Industriële eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op immateriële goederen. Deze rechten zijn bij uitstek van belang voor het bedrijfsleven. Het vak omvat met name de volgende onderdelen: - octrooirecht, regelt rechten op uitvindingen; - modellenrecht, regelt rechten met betrekking tot de vormgeving van producten; - merkenrecht, beschermt de merken die ondernemingen gebruiken om hun goederen en diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen; - handelsnaamrecht, beschermt de naam die een onderneming voert; - ongeoorloofde mededinging, goeddeels ongeschreven recht dat normen stelt voor het gedrag van marktdeelnemers. In het kader van de bespreking van deze onderdelen komen actuele businessstrategieën betreffende research en development, marketing, branding en portfolio management aan de orde. Naar hun aard zijn rechten op het terrein van de industriële eigendom niet aan landsgrenzen gebonden. Het vak heeft dan ook een duidelijk internationale dimensie via overeenkomsten als het Unieverdrag van Parijs en het TRIPS-verdrag. Het Europese recht en het beleid van de Europese Commissie spelen een grote rol, o.a. in de vorm van Europese richtlijnen. Onderwijsvorm Eén keer per week wordt er hoorcollege gegeven. Tijdens de colleges worden naast de algemene stof ook oefencasussen besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op blackboard in de loop van oktober. Vereiste voorkennis


8-6-2012 - Pagina 50 van 98

Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen. Aanbevolen voorkennis Aanbevolen wordt om in periode 1 het vak Auteursrecht te volgen; verplicht is dit echter niet. Problemen op het gebied van het recht van de industriële eigendom gaan vaak samen met kwesties op het gebied van auteursrecht. Overige informatie Wie iets wil bespreken of een afspraak wil maken kan een e-mail sturen naar [email protected].

Inleiding criminologie Vakcode

R_Inl.crimC (212201)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. L.S.M. Rutjens MSc

Docent(en)

prof. dr. mr. W. Huisman, mr. L.S.M. Rutjens MSc

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkgroep

Doel vak Het vak Inleiding criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te hebben in de belangrijkste criminologische begrippen en theorieën, methoden van dataverzameling, reacties op criminaliteit en de rol van criminologisch onderzoek. Inhoud vak De verschillende velden en thema's worden tijdens de colleges zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van concrete delictsvormen, actuele voorbeelden en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt bij ieder thema een aantal kernbegrippen uit de criminologie geïntroduceerd. Onderwijsvorm De cursus bestaat uit hoorcolleges en werkcolleges. In het kader van de werkcolleges zullen individuele en/of gezamenlijke opdrachten moeten worden uitgevoerd. Toetsvorm Schriftelijk tentamen (multiple choice) en opdrachten in het kader van de werkcolleges. Literatuur


8-6-2012 - Pagina 51 van 98

Dijk van, J.J.M., Sagel-Grande, H.I., & Toornvliet, L.G. (2009). Actuele criminologie (6e druk). Den Haag: Sdu Uitgevers. Reader Inleiding Criminologie 2010-2011, verkrijgbaar in de VUboekhandel Overige informatie In overleg met deelnemende deeltijdstudenten zal bij aanvang van de vakken met verplichte werkgroepbijeenkomsten worden geïnventariseerd of specifiek maatwerk mogelijk is of dat (bij voldoende animo) besloten wordt een aparte avondwerkgroep in te stellen.

Inleiding goederenrecht Vakcode

R_InlGoed (200137)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. L.G.J. Hendrix

Docent(en)

mr. B. Breederveld, dr. mr. K.A.P.C. van Wees, W.J.J.G. Speetjens, dr. mr. L.M. Coenraad, mr. L.G.J. Hendrix

Lesmethode(n)

Werkgroep, Hoorcollege, Werkcollege

Doel vak Aan het einde van het vak Inleiding Goederenrecht moet de student in staat zijn tot het opsommen, herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van: - de meest elementaire begrippen van het algemeen deel van het vermogensrecht en het goederenrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd; - de meest elementaire onderscheidingen die binnen het systeem van subjectieve vermogensrechten en hun objecten kunnen worden gemaakt; - de eisen, waaraan moet zijn voldaan om de geldige overdracht van een goed te bewerkstelligen; Aan het einde van het vak moet de student voorts in staat zijn tot: - literatuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; - een goederenrechtelijk arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is en wat de kernoverwegingen zijn geweest; - een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden goederenrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag. Onderwijsvorm Tijdens de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Tijdens de intensieve werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Op de extensieve werkcolleges is geen actieve voorbereiding vereist en worden kort de antwoorden op de opgaven besproken.


8-6-2012 - Pagina 52 van 98

Toetsvorm Het tentamen is schriftelijk en bevat multiple-choicevragen en casusvragen. Literatuur Werkboek Inleiding Goederenrecht 2010-2011 (verkrijgbaar in de VUboekhandel). Jurisprudentiereader Inleiding Goederenrecht 2010-2011 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Overige literatuur wordt bekendgemaakt in het werkboek en via Blackboard.

Inleiding in de rechtswetenschappen Vakcode

R_Inl.rechRC (200135)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. W.P. Boor

Docent(en)

mr. V.C. Geeraets, mr. J. Zwart, mr. drs. I. Rosenthal, mr. W.P. Boor, prof. mr. W.J. Veraart, prof. dr. B.M.J. van Klink

Lesmethode(n)


Doel vak Het op elementair niveau lezen, begrijpen en analyseren van wetgeving en jurisprudentie; elementaire kennis van en inzicht in de kernleerstukken van de hoofdonderdelen van het geldende recht; elementaire kennis van en inzicht in de verhouding nationaal recht en internationaal/Europees recht. Inhoud vak Dit vak geeft een eerste inleiding in het recht. Aan de orde komen vraagstukken als 'Wat is recht?', 'Wat zijn rechtsbronnen?', 'Wat zijn de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat?', 'Wat is de rol van het internationale recht in de Nederlandse rechtsorde?'. Voorts wordt een introductie gegeven in de verschillende rechtsgebieden, en komen de beginselen aan de orde die aan deze rechtsgebieden ten grondslag liggen. Van dit vak maakt tevens deel uit het apart te tentamineren onderdeel Arrestlezen. Met dit onderdeel wordt de student wegwijs gemaakt in het lezen van jurisprudentie. Onderwijsvorm Gedurende 7 weken wordt twee uur hoorcollege en vier of twee uur werkgroep/werkcollege gegeven. Toetsvorm Twee schriftelijke tentamens (Inleiding/arrestlezen); wegingsfactor 80/20 Literatuur Soeteman, A., Over recht gesproken, Stichting 'Ars Aequi' (2e druk) te verkrijgen bij de VU boekhandel. B. van Klink & A. Broekers-Knol, Juridisch wijzer: De staat, Europa en


8-6-2012 - Pagina 53 van 98

het recht. Praktische handleiding juridische vaardigheden, Amsterdam: Prometheus 2009, te verkrijgen bij de VU boekhandel. Het werkboek Inleiding tot de rechtswetenschap 2010, waarin de vragen staan die tijdens de werkgroepen behandeld worden, te verkrijgen bij de VU-boekhandel. Het gebruik van een wettenbundel (2010/2011) is verplicht. Het behandelde tijdens de hoorcolleges behoort, naast literatuur en werkgroepvragen, tot de tentamenstof.

Inleiding verbintenissenrecht Vakcode

R_InlVerb (200138)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. K.A.P.C. van Wees

Docent(en)

mr. L.G.J. Hendrix, mr. E.M. Hoogeveen, mr. J.W. Rutgers, mr. E.M. Deen, prof. mr. A.J. Akkermans, prof. mr. C.E.C. Jansen

Lesmethode(n)


Doel vak Aan het einde van het vak Inleiding Verbintenissenrecht moet de student in staat zijn tot het opsommen, herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van: - de meest elementaire begrippen van het verbintenissenrecht in samenhang met die van het algemeen deel van het vermogensrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen; - de belangrijkste bronnen van waaruit verbintenissen tussen rechtssubjecten kunnen ontstaan; - de eisen waaraan moet zijn voldaan om een vergoedingsplicht te doen ontstaan in het geval dat een partij tijdens de precontractuele fase onderhandelingen afbreekt; - de eisen waaraan moet zijn voldaan om van een geldige totstandkoming van een rechtshandeling in het algemeen en een meerzijdige rechtshandeling (een overeenkomst) in het bijzonder te kunnen spreken; - de eisen waaraan moet zijn voldaan om een geldige overeenkomst tussen twee partijen tot stand te laten komen via een gevolmachtigde tussenpersoon en de rechtsgevolgen die kleven aan het onbevoegd handelen van zon tussenpersoon; - de eisen die de wet stelt aan het op de juiste wijze vernietigen van een rechtshandeling; - de rechtsgevolgen van een vernietigde of nietige rechtshandeling; - de belangrijkste mogelijkheden waarover een schuldeiser beschikt om op te treden tegen een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis door diens schuldenaar; - de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis tot schadevergoeding op grond van een eigen onrechtmatige daad dan wel op grond van een kwalitatieve aansprakelijkheid te doen ontstaan; - de regels aan de hand waarvan de omvang van de verbintenis tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad dient te worden bepaald; - de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis op grond van


8-6-2012 - Pagina 54 van 98

onverschuldigde betaling, zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking te doen ontstaan. Aan het einde van het vak moet de student voorts in staat zijn tot: - literatuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; - een arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is en wat de kernoverwegingen zijn geweest; - een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden verbintenisrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag. Onderwijsvorm Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de intensieve werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Op de extensieve werkcolleges is geen actieve voorbereiding vereist en worden kort de antwoorden op de opgaven besproken. Toetsvorm Het tentamen is schriftelijk en bestaat uit casusvragen en enkele multiple-choicevragen. Literatuur Werkboek Inleiding Verbintenissenrecht 2010-2011 (verkrijgbaar in de VU boekhandel); Overige literatuur wordt bekendgemaakt in het werkboek en via Blackboard.

Intellectuele eigendom in de digitale samenleving Vakcode

R_Intell.eig (201570)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verwerven van inzicht in de bijzondere problemen die de digitale samenleving op het gebied van de intellectuele eigendom met name in het auteurs- en het merkenrecht oproept. Het ontwikkelen van het vermogen regels uit het analoge verleden van de intellectuele eigendom met het oog op de digitale omgeving kritisch te heroverwegen. Het ontwikkelen van het vermogen aan de hand van grondbeginselen en de ratio van het recht van de intellectuele eigendom oplossingen voor problemen in de digitale omgeving te ontwikkelen. Inhoud vak Intellectuele eigendomsrechten spelen een belangrijke rol in de digitale samenleving. Ze bepalen de mogelijkheden van het individu om kennis te


8-6-2012 - Pagina 55 van 98

nemen van digitale informatiebronnen en bij te dragen aan de creatie van nieuwe informatie, en beïnvloeden mededinging op de digitale markt voor informatieproducten. Het oogmerk van de cursus is niet alleen op rechtsregels maar ook op achterliggende sociale, economische en culturele belangen gericht. De volgende vraagstellingen komen aan de orde: - de 'kunstmatige' uitbreiding van auteursrechten via technische voorzieningen en digital rights management; - de toekomst van beperkingen van het auteursrecht, zoals het privilege voor privé-kopiëren; - de bestrijding van digitale piraterij; - het juridische kader voor user-generated content en bijbehorende platforms, zoals Facebook, Wikipedia en YouTube; - de digitalisering van cultureel erfgoed; - het gebruik van merken in onlinereclame; - de verhouding tussen merken en domeinnamen en de oplossing van domeinnamengeschillen. Onderwijsvorm Een keer per week wordt er hoorcollege gegeven. Tijdens de colleges worden naast de algemene stof ook oefencasussen besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op blackboard in de loop van januari. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Aanbevolen voorkennis De vakken: - Industriële eigendom - Actualiteiten internetrecht - Auteursrecht Overige informatie Wie iets wil bespreken kan een e-mail sturen naar [email protected].

Internationaal sociaal recht Vakcode

R_Int.soc.r (201789)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. K. Boonstra

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege


8-6-2012 - Pagina 56 van 98

Doel vak De studenten leren de internationale organisaties die zich met de ontwikkeling van internationale arbeidsnormen bezighouden kennen; de ILO, Raad van Europa en de EU. Zij leren de belangrijkste normen en hun verschillende wijzen van doorwerken in het nationale rechtsstelsel, alsook de verschillen tussen de organisaties en normen kennen. Inhoud vak Het Nederlandse arbeids-, socialeverzekerings- en pensioenrecht wordt sterk beïnvloed door het internationale recht. De Nederlandse Staat heeft zich door lidmaatschap van de internationale organisaties en de ratificatie van verdragen verplicht om de wet en praktijk aan te passen aan normen over uiteenlopende zaken als: vrijheid van vakvereniging en stakingsrecht, minimumnormen voor socialezekerheidsregelingen, discriminatie in verband met de arbeid en arbeidsvoorwaarden, minimumloon, arbeidsomstandigheden, arbeidsbemiddeling enzovoort. Vaak betreft het normen die kunnen worden gerekend tot de grond- of zelfs mensenrechten, maar het kan ook gaan om eenvoudig regelend recht of harmonisering van verschillende rechtsstelsels. In dit vak zullen we elk van de genoemde organisaties onderzoeken op de grondbeginselen, samenstelling, actoren, instrumenten en de toezichtmechanismen. De verschillende organisaties zullen onderling worden vergeleken. Onderwijsvorm Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven, deelname aan deze werkgroepen is verplicht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Wordt nog nader bekendgemaakt. De literatuur wordt op blackboard geplaatst. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht

International Company Law Course code

R_Int.comp.l (200936)

Period

Period 1

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. A.J.M. Klein Wassink

Teaching staff

prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg, mr. A.J.M. Klein Wassink

Teaching method(s)

Reading


8-6-2012 - Pagina 57 van 98

Course objective This course is intended for students from abroad as well as for regular students of the faculty. Through international trade and transnational activities of companies as well as non-commercial organisations, contacts with companies and organisations of different national laws are becoming more intense. National laws in these areas differ in many, often unexpected, ways. The objective of this course is to broaden the perspective and understanding of the participants of differences in legal approaches to commercial and non-commercial organisations and deepen their knowledge and insight of international influences, especially the law of the European Union, on company and corporation law. Course content - Introduction: the approach of common law and civil law concerning company law. - Basics of European company law. - Law of trusts, foundations and associations. - Internal governance of companies. - Liability of directors and supervisory directors. - Securities and regulation of stock exchanges - Rights and obligations of shareholders. Anti-take-over devices and transnational merger. Form of tuition Lectures. Type of assessment The course will be evaluated by a written exam (2/3) and a paper (1/3). Course reading International Company Law Materials published on blackboard. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Entry requirements students Masters degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements. Entry requirements students Bachelors degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening and the course: - 'Vennootschaps en rechtspersonenrecht' Remarks 1. IBL students and Exchange students must have successfully finalised courses on the basics of Company Law (exam required). Dutch students must have successfully finalised the following course: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. 2. Course will be given in English. An active command of the English is required.

International Contract Law Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 58 van 98

Course code

R_IntConL12 ()

Credits

12.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

O.O. Cherednychenko

Course objective The main goal of this course is to equip students with the basic knowledge of international contract law instruments and the contract law rules of the world major legal systems, as well as the purpose and meaning of important contract clauses regularly used in international commercial contracts. Course content During this course students will get acquainted with the basics of terminology and concepts of international contract law and they will learn how these terms and concepts are generally applied in international commercial contract practice. The reference framework is provided by the UNIDROIT Principles of International Commercial Contract and the Principles of European Contract Law. The course examines the way the two sets of Principles, as well as the major legal systems, deal with pre-contractual liability, agency, construction of contracts, remedies for non-performance and the effect of supervening events. This course provides the necessary basis for the course International Specific Contracts Law in which the aforesaid topics will be elaborated in the context of international contracts related to sale of goods, joint ventures, mergers and acquisitions, construction, franchise and distribution, and finance. Form of tuition Lectures Type of assessment Written examination. Course reading Reader

International Economic Law Course code

R_IntEcoL (200912)

Period

Period 1+2

Credits

9.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. H.M.G. Denters

Teaching staff

dr. H.M.G. Denters

Teaching method(s)

Reading

Course objective To gain insight into the substantive principles and rules, the decision making process and modalities of dispute settlement in international economic relations.


8-6-2012 - Pagina 59 van 98

Course content The course focuses on the evolution and progressive development of international economic law since 1945. The relationship between the IMF, World Bank and WTO/GATT is a recurring theme. Issues such as IMF conditionality, convertibility and sovereign debt are highlighted. The institutional framework and the functioning of the WTO will also be discussed. Issues will be non-discrimination in trade, subsidies, dumping, safeguard measures, dispute settlement, balance of payments measures, preferential treatment and trade/environment problems. Finally, issues of international investment law are also discussed, including recurring clauses in BITs and dispute settlement under the ICSID. Form of tuition Lectures and class discussions. Type of assessment Papers and written comments. Participation in class discussions. Course reading Legal materials made available on Blackboard Recommended reading: - Peter van den Bossche, The Law and Policy of the World Trade Organisation, Cambridge University Press, 2008. - Mitsuo Matsushita etc, The World Trade Organization Law, Practice and Policy, Oxford University Press, 2006. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Entry requirements students Master's degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements. Remarks Classes will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for IBL-students, exchange students as well as regular students of the VU law faculty. Exchange students must have successfully finalised a basic course on Public International Law. VU student must have successfully completed the following course: Volkenrecht.

International Intellectual Property Law Course code

R_Int.prop.l (200991)

Period

Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Lecture


8-6-2012 - Pagina 60 van 98

Course objective The course provides an overview of the international legal framework for the protection of intellectual property (IP). Participants will obtain a general understanding of the role of IP protection in international trade, underlying policy considerations and the current debate on imbalances in the international protection system. Participants will acquire the ability to identify and solve problems arising from the international nature of intellectual property, and the ability to assess the current IP system critically in the light of social, cultural and economic needs in developing and developed countries. Course content The course focuses on the principles and minimum standards of protection established in the Berne Convention for the Protection of Literary and Artistic Works, the Paris Convention for the Protection of Industrial Property and, in particular, the Agreement on Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIPS). The following issues will be dealt with in particular: - the adaptation of the copyright system to the digital environment; - patent protection and public health; - the relationship between individual and collective rights in signs: trademarks and geographical indications; - the discussion on the protection of traditional knowledge and traditional cultural expressions. International IP registration systems constitute an additional topic of the course. The Madrid System for the International Registration of Marks and the Patent Cooperation Treaty will be discussed. Type of assessment Student presentations of case law (50%), written exam (50%). Course reading The WIPO Intellectual Property Handbook and additional material that will be made available on BlackBoard. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Entry requirements students Master's degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements. Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening. Remarks For Dutch students, this course complements the courses Auteursrecht, Industriële eigendom en Intellectuele eigendom in de digitale samenleving.

International Labour Law Course code

R_Int.lab.l (200948)

Period

Period 5


8-6-2012 - Pagina 61 van 98

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Lecture

Course objective Through a general Introduction in international labour law and international social security law students will be made familiar with the institutional framework and the legal nature of international social law ( from both a global and a regional perspective), and various legislative techniques, material aspects and the impact of international social law on the national legal order. Course content Through the course several topics are discussed: - the institutional framework within which international social law has come into existence - the legal nature of international social law and various legislative techniques -the main principles of international social law seen from a material point of view -the impact of international labour law on the national legal order Type of assessment Presentation, paper(s) and written examination. Course reading Reader International Labour Law, Literature; Reader International Labour Law, Materials. Both on Blackboard Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Entry requirements students Master's degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements.

International Trade and Investment Law Course code

R_ITIL ()

Credits

9.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. H.M.G. Denters

Course objective The course prepares the student to practice professionally in the field of international trade and investment law and teaches the student specialized knowledge, skills and understanding in the field of international trade and investment law.


8-6-2012 - Pagina 62 van 98

Course content World Trading System (including WTO institutional and material law); Investment law (including legal framework of Bilateral Investment Treaties). Form of tuition Traditional teaching, seminar and student presentation . Type of assessment Short comments and assignments. Course reading - Simon Lester and Bryan Mercurio, World Trade Law, Text Materials and Commentary, Hart Publishing, 2008 - Peter van den Bossche, The Law and Policy of the World Trade Organisation, Cambridge, 2008 - Mitsuo Matsushita, Thomas J. Schoenbaum and Petros C. Mavroidis, The World Trade Organization, Law, Practice, and Policy, Oxford University Press, 2006 - Materials

Internet Governance Course code

R_InternGov (200331)

Period

Period 1

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. mr. A.R. Lodder

Teaching staff


Teaching method(s)

Lecture

Course objective PLEASE TAKE NOTE: THIS IS DE STUDY GUIDE INFORMATION OF THE 201-2011 ACACEMIC YEAR. CERTAIN PARTS OF THE FOLLOWING TEXTS MAY HAVE SINCE CHANGED OF BE OUTDATED. Internet governance, and law on the internet raise mind boggling topics. Johnson & Post consider the internet to be special, and regulation and governance of the internet not self-evident. Goldsmith & Wu are socalled unexceptionalists and see the internet as just an infrastructure that needs no peculiar legal treatment. This course serves as an introduction into the transnational legal issues surrounding internet governance, since both national and international/European law cannot help in solving all questions on internet governance. Course content Internet governance, and law on the internet raise mind boggling topics. Johnson & Post consider the internet to be special, and regulation and governance of the internet not self-evident. Goldsmith & Wu are socalled unexceptionalists and see the internet as just an infrastructure that needs no peculiar legal treatment. This course serves as an introduction into the transnational legal issues surrounding internet governance, since both national and international/European law cannot help in solving all questions on internet governance. Despite the internets non-governmental nature, its origin is public:


8-6-2012 - Pagina 63 van 98

started as an army network in the 1960s, and primarily used by universities in the 1970s and 1980s. There was no need for law back then, the internet served as a communication infrastructure for decent people that committed themselves to so-called netiquettes. Commercial transactions were scarce, criminal behaviour almost absent, and occasional misbehaviour was handled by peers. From 1993 onwards the world-wide web changed the internet completely for it allowed, facilitated and eventually led to the mass use by citizens, companies and governments. As a consequence of all the activity on the internet, slowly but surely the law came into the picture. The characteristics of internet, however, make it extremely difficult to apply the law. Law uses geography, jurisdiction is based on territory. But whose territory is the internet? Started from public roots the internet has evolved into a private communication infrastructure, that falls under no direct responsibility of any government. However, activities on this infrastructure can be legally relevant to and may fall under various jurisdictions. What to do? Should governments intervene? Are they allowed to anyway? And if so, what measures are effective and realistic? During this course students learn how these questions should be approached, and what the possible answers are. Form of tuition Lectures and discussion classes. Type of assessment Written exam (60%) and 2 assignments (40%). Course reading J. Zittrain, The Future of Internet And how to stop it. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): - only open for students who have passed all the courses of the first bachelor year.

Juridische vaardigheden Vakcode

R_Jur.vrd (200139)

Periode

Periode 2+3+4+5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. B.M.J. van Klink

Docent(en)

prof. dr. B.M.J. van Klink, mr. V.C. Geeraets, mr. W.P. Boor, L. Poort BSc, mr. J. Zwart, dr. A.J. Wolthuis

Lesmethode(n)


Doel vak In dit vak worden juridische academische vaardigheden getraind die elke jurist moet beheersen. Het gaat hierbij om basisvaardigheden die in de loop van de studie bij andere vakken verder worden ontwikkeld. Het vak


8-6-2012 - Pagina 64 van 98

Juridische vaardigheden richt zich met name op: - Analytische vaardigheden van het lezen en begrijpen van juridische teksten (arresten, wetten, parlementaire stukken en rechtswetenschappelijke literatuur); - Informatievaardigheden van het vinden van juridische informatie in (digitale) bibliotheken en databestanden en het beoordelen van (onder meer) de relevantie, actualiteit en kwaliteit van deze informatie; - Het analyseren van juridische redeneringen en het beoordelen van de geldigheid en aanvaardbaarheid van deze redeneringen; - Academische oordeelsvorming, dat wil zeggen het vormen van een eigen mening over actuele maatschappelijke kwesties die het recht betreffen, op basis van een goede kennis van het recht en van de feiten ter zake, en onderbouwd door een goede (geldige en aanvaardbare) argumentatie; - Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden, zoals het schrijven van een paper van wetenschappelijk niveau en in correct Nederlands. Inhoud vak Het vak Juridische vaardigheden bestaat uit de volgende onderdelen, die - in onderstaande volgorde - gedurende het jaar worden getoetst: - diagnostische taaltoets (deelname verplicht); - juridische informatievaardigheden (opdracht); - juridische argumentatie (toets); - wetenschappelijk schrijven (opdracht en paper). Aan het bijbrengen van schriftelijke vaardigheden wordt in dit vak veel waarde gehecht. Om die reden is bepaald dat de student, om te kunnen slagen voor dit vak, in ieder geval moet meedoen aan de diagnostische taaltoets en - als hij daarvoor een onvoldoende resultaat heeft behaald - ook aan de afsluitende toets van de remediërende cursus, verzorgd door het Taalcentrum-VU. Het resultaat van de eindtoets telt niet mee bij de bepaling van het eindcijfer voor dit vak (zie verder hieronder). Onderwijsvorm Het onderwijs voor dit vak vindt plaats in werkcolleges en werkgroepen. Van de student wordt verwacht dat hij voorafgaand aan iedere bijeenkomst de voorgeschreven literatuur heeft bestudeerd en de hierbij behorende opdrachten schriftelijk heeft gemaakt. Ook tijdens de bijeenkomsten is een actieve houding van de studenten vereist. Studenten die zich niet hebben voorbereid, worden niet tot het werkcollege of de werkgroep toegelaten. Daarnaast worden er hoorcolleges verzorgd over alle onderdelen van het vak. Toetsvorm Het tentamen Juridische argumentatie wordt schriftelijk afgenomen. De eerste opdracht wordt in groepsverband gemaakt (1e semester). De tweede opdracht en de paper worden door elke student zelfstandig geschreven en individueel beoordeeld door de docent (2e semester). Voor elk onderdeel dient een voldoende te worden behaald. Het eindcijfer komt tot stand na weging van de behaalde resultaten bij de verschillende onderdelen (voor 1 toets, 2 opdrachten en 1 paper), met uitzondering van de diagnostische taaltoets waarvoor slechts een deelnameverplichting geldt. Literatuur Syllabus Juridische vaardigheden 2010-2011; Bart van Klink en Ankie Broekers-Knol, Juridisch wijzer: De staat, Europa en het recht. Praktische handleiding juridische vaardigheden, Amsterdam: Prometheus 2009; Leidraad voor juridische auteurs, Deventer: Kluwer 2007; Mariët Hermans, De kleine schrijfgids, Bussum: Countinho 2006; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 65 van 98

Vanaf week 1 in 2011: Arend Soeteman, Met kracht van argumenten. Een inleiding tot het beoordelen van juridische argumentaties, Nijmegen: Ars Aequi Libri (meest recente druk). Overige informatie Voor deze onderwijscursus zal intensief gebruik worden gemaakt van de digitale leeromgeving van Blackboard. Op de webpagina van Juridische vaardigheden zullen mededelingen, sheets en aanvullend onderwijsmateriaal (zoals opdrachten en literatuur) worden geplaatst. Daarnaast zal Blackboard worden gebruikt om de opdrachten en de paper in te leveren. De taaltoets wordt georganiseerd door het Taalcentrum-VU. Nadere informatie hierover kunt u vinden op website Taalloket.

Klassieke teksten Vakcode

R_Klas.tkst (982002)

Periode

Periode 1+2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. A. Soeteman

Docent(en)

prof. mr. A. Soeteman

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het doel van dit vak is studenten vertrouwd te maken met een aantal klassieke teksten uit de rechtstheoretische literatuur en te trainen in het lezen van deze teksten. Inhoud vak Besproken worden teksten van Plato, Aristoteles, Locke, Rousseau, Hart en Dworkin (wijzigingen voorbehouden). Onderwijsvorm Werkvorm: werkgroepen. Toetsvorm Mondelinge bespreking van paper. Literatuur Wordt tijdig via blackboard beschikbaar gesteld. Vereiste voorkennis Het eerste bachelor jaar dient met succes afgerond te zijn. Overige informatie Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten van de faculteit Rechtsgeleerdheid die zijn toegelaten tot het honours programma.

Materieel strafrecht Vakcode

R_Mat.strC (212304)


8-6-2012 - Pagina 66 van 98

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. N. Rozemond

Docent(en)

mr. S.M. Cornelissen-Sjoberg, mr. C.J. Petiet, mr. H.M. van Stein Callenfels, mr. J. Bijlsma, dr. N. Rozemond

Lesmethode(n)


Doel vak Het vak Materieel strafrecht beoogt de student inzicht in en kennis van de algemene leerstukken en de systematiek van het materiële strafrecht te verschaffen. Het vak heeft eveneens tot doel om studenten te leren jurisprudentie en wetgeving inzake het materiële strafrecht te lezen, te begrijpen en te analyseren en om casus op te lossen met behulp van een methode die op de colleges en in de werkgroepen wordt uitgelegd en geoefend. Inhoud vak Op colleges en werkgroepen komen de volgende onderwerpen aan de orde: de methode van het materiële strafrecht, opzet, schuld, causaliteit, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding, daderschap en deelneming. Onderwijsvorm Hoorcolleges, werkcolleges en intensieve werkgroepen. Nadere informatie hierover wordt gepubliceerde op Blackboard Toetsvorm Het tentamen bestaat uit casusopdrachten en open vragen. Literatuur J. de Hullu, Materieel strafrecht, Kluwer, laatste druk. Klaas Rozemond, De methode van het materiele strafrecht, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2006; Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de Arresten Straf(proces) recht (Stolwijk/Bosch), Kluwer, laatste druk. Nadere literatuur en rechtspraak wordt bekendgemaakt via Blackboard. Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid en Criminologie gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen strafrecht. Voor studenten Rechtsgeleerdheid en Criminologie gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen strafrecht.

Mensenrechten en grenzen Vakcode

R_Mensgr (200336)


8-6-2012 - Pagina 67 van 98

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)


Doel vak Dit vak heeft de volgende leerdoelen: Kennis van het recht met betrekking tot grenzen en inzicht in de wisselende betekenis ervan; Nationaal, Europees en internationaal recht over de grens met elkaar in verband kunnen brengen en aan elkaar kunnen toetsen; De maatschappelijke werkelijkheid met deze kennis en dit inzicht in verband kunnen brengen; Kritische reflectie op regelgeving en rechtspraak ten aanzien van grenzen; het recht over de grens in historische context kunnen plaatsen; Op basis van de opgedane kennis een empirisch onderzoekje kunnen uitvoeren, en daarvan mondeling of schriftelijk verslag kunnen doen. Inhoud vak Wat is de grens van Nederland? Wie bepaalt waar de grens ligt? En voor wie geldt ze? In dit vak onderzoeken we welke betekenis de grenzen binnen en om Europa hebben voor Europese burgers en allerlei categorieën migranten, door wie de grens is getrokken en hoe de grens bewaakt wordt. Dat doen we in colleges waarin we het recht over grenzen bespreken en de betekenis van mensenrechten voor de grensbewaking en grensoverschrijding bekijken. In excursies onderzoeken we hoe de grens er uitziet en welke betekenis ze heeft voor migranten in Nederland. In de hoorcolleges komen toepasselijk nationaal, Europees en internationaal recht, en rechtspraak van onder meer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aan bod. We bespreken de grenzen tussen de lidstaten van de Europese Unie, de grenscontrole en de kosten ervan in de Middellandse Zee, de geschiedenis en de band met mensenrechten van het asiel, de controle op migratie door middel van detentie, en het belang van (fysieke en andere) grenzen voor de Nederlandse samenleving. Dit laatste vormt een verbinding met het tweede vak, dat dieper ingaat op de verschillende wijzen waarop onderscheid tussen oude en nieuwe inwoners gemaakt wordt in moderne samenlevingen. Bij de werkgroepen bestaat de tweede bijeenkomst uit een excursie. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt die inhoudelijk voorbereid. Tijdens de derde bijeenkomst wordt besproken hoe de ervaringen tijdens de excursie zich verhouden tot wat deelnemers op grond van de voorbereiding hadden verwacht. Mogelijke excursies zijn: Interviews met reizigers, marechaussees en anderen bij de grens op Schiphol; Bezoek aan een asielzoekerscentrum; Bezoek aan een instelling voor vreemdelingendetentie; Bijwonen van een zitting van de vreemdelingenkamer van de rechtbank. Onderwijsvorm


8-6-2012 - Pagina 68 van 98

5 hoorcolleges, 3 werkgroepen waarin een excursie wordt voorbereid, uitgevoerd en besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen en verslag werkgroepexcursies. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid

Mensenrechten en het burgerschap van migranten Vakcode

R_Mensburg (200337)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)


Doel vak kennis en inzicht m.b.t. de gelaagdheid en veranderlijkheid van burgerschap de maatschappelijke werkelijkheid met deze kennis in verband kunnen brengen op basis van kennis over law in the books een klein onderzoekje uitvoeren naar law in action Inhoud vak Wat is een burger? Welke rechten hebben migranten? Dat lijken eenvoudige vragen, maar migranten hebben allerlei burgerrechten, terwijl sommige burgers zich als vreemdeling behandeld voelen. In dit vak wordt onderzocht op welke grond mensenrechten kunnen worden ingeroepen door nationale onderdanen en door migranten. Dat gebeurt tijdens colleges, en tijdens werkgroepen met een excursie waarbij de collegestof in verband wordt gebracht met de maatschappelijke werkelijkheid. We gaan in op het burgerschap van de Europese Unie; de mogelijkheid om gezinsleden uit het buitenland te laten overkomen; nationaliteit; kledingvoorschriften; en, afsluitend, politieke theorie over burgerschap en burgerrechten. De tweede werkgroepbijeenkomst bestaat uit een excursie. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt die inhoudelijk voorbereid. Tijdens de derde bijeenkomst wordt besproken hoe de ervaringen tijdens de excursie zich verhouden tot (passen bij, in strijd zijn met, een verdieping geven van, etc) wat deelnemers op grond van de voorbereiding hadden verwacht. Mogelijke excursies zijn: Bezoek aan een inburgeringscursus (ROC) Interviews met Britse werknemers op camping Zeeburg Bezoek aan een organisatie van ongedocumenteerden (BLiN, migrant


8-6-2012 - Pagina 69 van 98

domestic workers) Interviews met zelf op te sporen illegalen Bezoek aan de Rechtswinkel Migranten Bezoek aan de Sociale Verzekeringsbank Interviews met buitenlandse studenten, schoonmakers op de VU Bezoek aan een organisatie van Nederlanders met een buitenlandse partner (Stichting Lawine, Stichting Buitenlandse Partner, Stichting Mixed Couples) Leg zelf een inburgeringsexamen af Bezoek aan een asielzoekerscentrum Zelf aan te dragen mogelijkheden Telkens moet van tevoren worden uitgezocht (a) wat de verblijfsrechtelijke positie van de betrokken migranten is (b) wat hun burgerschap inhoudt en (c) wat het eventuele verband is tussen a en b. Onderwijsvorm 5 hoorcolleges, 3 werkgroepen. Toetsvorm Het vak wordt afgesloten met een verslag van de werkgroepexcursie en een paper over een vooraf overeengekomen onderwerp. Literatuur Wordt bekend gemaakt op blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid

Mensenrechten en strafrecht Vakcode

R_Mens.r.str (201794)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M. Kuijer

Docent(en)

mr. M. Kuijer

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het keuzevak heeft tot doel de student vertrouwd te maken met procedurele en inhoudelijke aspecten van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) die van belang zijn voor de strafrechtspleging in Nederland. Ook wordt aandacht besteed aan andere Raad van Europa instrumenten (zoals het CPT) en het EU grondrechtenhandvest. Inhoud vak De historische ontwikkeling van het EVRM en het belang van het EVRM voor de Nederlandse rechtsorde worden besproken. Vervolgens zal aandacht worden besteed aan de procedure voor het Straatsburgse Hof (EHRM). Daarna volgt een behandeling van de belangrijkste jurisprudentie van het EHRM inzake de artikelen 2 (recht op leven), 3 (verbod van onmenselijke


8-6-2012 - Pagina 70 van 98

behandeling), 5 (recht op vrijheid), 6 (fair trial) en 8 (privacy) EVRM. Onderwijsvorm Gedurende 7 of 8 weken wordt een werkcollege van vier uur verzorgd op de vrijdag. Toetsvorm Schriftelijke eindtoets (gesloten boek tentamen). Literatuur Nog nader te bepalen. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Materieel strafrecht - Formeel strafrecht. Overige informatie Spreekuur: Na afloop van het college. Human rights protection in Europe Studenten die reeds het vak Human rights protection in Europe met goed gevolg hebben afgelegd kunnen niet deelnemen aan dit vak, gezien de inhoudelijke overlap.

Onderwijsrecht Vakcode

R_Onderwijsr (201801)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

M.T.A.B. Laemers

Docent(en)

M.T.A.B. Laemers

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Inzicht hebben in de hoofdlijnen van het Nederlandse onderwijsrecht en de structuur van het Nederlandse onderwijssysteem. Inhoud vak In dit vak komt allereerst de juridische grondstructuur van het Nederlandse onderwijsbestel aan bod (Grondwet, onderwijswetten). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de betekenis van mensenrechtenverdragen en het EG-recht. Ten slotte wordt ingegaan op een aantal actuele thema's, zoals de vrijheid van onderwijs, de financiering van het onderwijs, de rol van de gemeente in het onderwijsbeleid, het fenomeen witte en zwarte scholen, het islamitisch onderwijs, de rol van de inspectie, de rechtsposities van de leraar, de leerling/ouders en de student en de bestuursrechtelijke rechtsbescherming.


8-6-2012 - Pagina 71 van 98

Toetsvorm Afhankelijk van het aantal studenten: mondeling of schriftelijk tentamen Literatuur Literatuur wordt nader opgegeven. Vereiste voorkennis Ingangseis: - Voorwaardelijke mastertoelating en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II Aanbevolen voorkennis Het vak: - Bestuursrecht Overige informatie Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staatsen bestuursrecht volgen. Het vak is ook te volgen door niet-rechtenstudenten, in het bijzonder studenten pedagogiek of onderwijskunde, met een zekere kennis van onderwijsbeleid of de onderwijspraktijk. Aanvullend op het vak kan een stage worden gevolgd. Studenten die bij een Tweede-Kamerfractie stage willen lopen worden verzocht zo spoedig mogelijk met de docent contact op te nemen. Spreekuur: Volgens afspraak.

Overheid en privaatrecht Vakcode

R_Overh.priv (201750)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. F.J. van Ommeren

Docent(en)

prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg, prof. mr. S.E. Zijlstra, prof. mr. F.J. van Ommeren, prof. mr. C.E.C. Jansen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Veel juristen krijgen met de verhouding tussen publiek- en privaatrecht te maken, ongeacht of ze nu werkzaam zijn bij de overheid, bij particuliere organisaties, in het bedrijfsleven, in de wetenschap of in een rechtsprekend of adviserend beroep (advocatuur, notariaat, enz.). De praktijk houdt zich nu eenmaal niet goed aan de kunstmatige onderverdeling van het recht in aparte deelgebieden. Voor juristen die met de overheid hebben te maken, is daarom kennis van het terrein `Overheid en privaatrecht' eigenlijk onmisbaar. Doel van dit vak is het verwerven van inzicht in het optreden van de overheid in privaatrechtelijke verhoudingen. Aan het eind van dit vak


8-6-2012 - Pagina 72 van 98

dient u de casuïstiek op dit terrein zelf te kunnen rubriceren en rechtsvragen zelfstandig te kunnen beantwoorden aan de hand van wetgeving, jurisprudentie en literatuur. Voorts dient u dan vertrouwd te zijn met de verschillende invalshoeken die hiervoor kunnen worden gekozen. Inhoud vak De overheid maakt in veel situaties gebruik van het privaatrecht. Tegelijk staat ook een privaatrechtelijk optredende overheid allesbehalve los van staatsen bestuursrechtlijke kaders. Dit levert een spanningsveld op, dat zowel theoretisch als praktisch van zeer grote betekenis is. In dit vak komen ondermeer de volgende vragen en onderwerpen aan de orde: - Welk overheidshandelen dient als privaatrechtelijk te worden aangemerkt? - Hoeveel ruimte heeft de overheid de privaatrechtelijke weg te bewandelen en waarom is daar behoefte aan? - Wat betekent dit voor privatisering en verzelfstandiging? - Wat is de betekenis van de doorwerking van publiekrechtelijke normen in privaatrechtelijke verhoudingen? - Welke rechter is bevoegd kennis te nemen van dit soort geschillen? Deze algemene vraagstukken worden toegepast op een aantal rechtsfiguren dat in het overheidsprivaatrecht van bijzonder belang is, zoals: - overheidsstichting en overheidsdeelneming (en andere organisatievormen); - overheidscontracten; - overheidsaansprakelijkheid - overheidseigendom. Onderwijsvorm Er worden hoorcolleges en enige aansluitende werkcolleges gegeven. Van de studenten wordt een actieve inbreng verwacht. De twee thuis te maken vaardigheidsopdrachten worden op het college besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. De twee thuis te maken vaardigheidsopdrachten tellen elk voor 10% mee voor het eindcijfer en kunnen dan ook als takehome tentamenvraag worden beschouwd. Literatuur M. Scheltema & M. Scheltema, Gemeenschappelijk recht, Kluwer, 2e druk 2008. Syllabus Overheid en privaatrecht. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Contracten- en goederenrecht of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht. Aanbevolen voorkennis Het vak: - Bestuursrecht.

Penitentiair recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 73 van 98

Vakcode

R_Peniten.r (201803)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. C.J. Petiet

Docent(en)

mr. C.J. Petiet, mr. H.A.J.M. Versteeg

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Studenten worden geacht aan het eind van de cursus begrip te hebben van de rechtspositie van gedetineerden, van de geschiedenis en achtergronden van de vrijheidsstraf, van de opbouw van en het beleid in het gevangeniswezen. Zij dienen de verschillende rechtswegen voor gedetineerden (o.a. het beklagrecht) te kunnen toepassen. Inhoud vak In dit keuzevak wordt de nadruk gelegd op vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. De benadering berust op twee pijlers: theorie en praktijk. Allereerst het theoretisch kader waarbinnen het penitentiair recht - in enge zin - zich afspeelt. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar alle regels die gelden ten aanzien van degenen die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, dus zowel degenen die zich in voorlopige hechtenis bevinden als degenen die een gevangenisstraf uitzitten. Dit complex van regels is de laatste twintig jaar sterk in beweging geraakt. Ook onder invloed van de mensenrechtenverdragen is de belangstelling voor penitentiair recht gegroeid en hebben allerlei fundamentele rechtsbeginselen in het penitentiaire recht hun toepassing gevonden. De beklagregeling voor gedetineerden is een exponent van deze toegenomen belangstelling. Voorts zal ruime aandacht besteed worden aan de differentiatie van de penitentiaire inrichtingen, de selectie van gedetineerden over die inrichtingen alsmede aan actuele problemen en de veranderingen die zich ten aanzien van het penitentiair beleid voordoen. Onderwijsvorm Hoor-/werkcolleges, referaten en excursies. Toetsvorm Tot de cursus behoort de verplichting een annotatie te schrijven naar aanleiding van een beschikking van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, de hoogste penitentiaire rechter. Tevens dient men een referaat te houden. Elke student wacht een individuele opdracht ( het schrijven van een essay). Aan het eind van de cursus vindt een mondelinge toets plaats. Het eindcijfer wordt bepaald door de cijfers van de annotatie, het essay en de mondelinge toets. De hier genoemde onderdelen tellen steeds voor één derde mee bij de totaalbeoordeling. Literatuur Literatuur wordt bekend gemaakt op Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid - 2010-2011

8-6-2012 - Pagina 74 van 98

Overige informatie Tot het onderwijs behoren excursies naar penitentiaire inrichtingen, als illustratie van en confrontatie met de praktijk van het Nederlandse gevangeniswezen. Op de eerste bijeenkomst wordt een onderwijsbulletin uitgereikt. Voor degenen die gekozen hebben voor de afstudeerrichting Strafrecht en van plan zijn bij de Rechterlijke Macht of het Openbaar Ministerie te gaan werken, is penitentiair recht een onontbeerlijk vak, omdat het inzicht geeft in de inhoud en betekenis van de straf die men eist of oplegt. Voor degenen die de advocatuur in willen, is het een nuttig vak omdat bij beklagzaken in penitentiaire inrichtingen steeds vaker advocaten worden toegevoegd. De mogelijkheid bestaat een scriptie te schrijven op het terrein van penitentiair recht en/of stage te lopen bij een penitentiaire inrichting. Er is een limiet aan het aantal deelnemers.

Pensioenrecht Vakcode

R_Pensioenr (201804)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. E. Lutjens

Docent(en)

prof. dr. E. Lutjens

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Studenten kennen de regels voor het verwerven en behoud van pensioenrechten in het kader van de maatschappelijke aandachtpunten als vergrijzing, betaalbaarheid van de pensioenen en Europese ontwikkelingen. De colleges richten zich hoofdzakelijk op de aanvullende pensioenen voor werknemers, met inbegrip van overheidswerknemers. Inhoud vak De verwerving van pensioenrechten is gebaseerd op een pensioenovereenkomst of op de verplichtstelling van deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Er geldt specifieke wetgeving op het terrein van het pensioenrecht, in het bijzonder de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. De inhoud van deze wetten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor werkgevers, werknemers en pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen vormt de kern van de inhoud van het vak Pensioenrecht. Het pensioenrecht wordt toegepast op actuele onderwerpen als: de gevolgen van de kredietcrisis en de vergrijzing van de bevolking, de discussie over de AOW-leeftijd, de bestuur- en governancestructuur van pensioenfondsen, de medezeggenschap van gepensioneerden, pensioenregels bij de overgang van een onderneming, leeftijdonderscheid en andere gelijke behandelingsnormen in het pensioenrecht. Het Nederlandse pensioenrecht wordt mede gestuurd door het EG-recht, er zijn diverse op pensioenregelingen toegesneden EG-richtlijnen. Ook deze Europese invloed komt aan de orde.


8-6-2012 - Pagina 75 van 98

Onderwijsvorm Hoor-/werkcollege en het schrijven van 1 werkstuk. Toetsvorm Werkstukken en schriftelijk tentamen. Literatuur Syllabus Pensioenrecht; Bundel Pensioenwetgeving; Boek Pensioenwet, analyse en commentaar Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht.

Personen- en familierecht Vakcode

R_PersFamR (200321)

Periode

Periode 4

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. G.C.A.M. Ruitenberg

Docent(en)

dr. mr. C. Blankman, prof. dr. mr. M.V. Antokolskaia, mr. G.C.A.M. Ruitenberg

Lesmethode(n)


Doel vak Het verkrijgen van inzicht in de belangrijkste onderdelen van het personen- en familierecht inclusief het huwelijksvermogensrecht. Inhoud vak De zes hoofdonderwerpen zijn: huwelijk en geregistreerd partnerschap; echtscheiding en levensonderhoud; huwelijksvermogensrecht; afstamming en adoptie; gezag en omgang; naamrecht, meer- en minderjarigheid. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Reader Personen- en familierecht wordt digitaal ter beschikking gesteld. Boek: W.M. Schrama (red.), Ars Aequi Geschetst. Familierecht geschetst, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009.


8-6-2012 - Pagina 76 van 98

Vereiste voorkennis Ingangseis: Rechtsgeleerdheid: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid recht Notarieel recht: Voor studenten Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar. Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar.

Pleitoefening Vakcode

R_PleitO (200320)

Periode


Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M.A.V. Verdaasdonk

Docent(en)

mr. M.A.V. Verdaasdonk

Lesmethode(n)


Doel vak Het vak geldt als de belangrijkste en zwaarste vaardighedentraining in de juridische opleiding en heeft ten doel: het praktisch leren toepassen van verworven theoretische kennis door confrontatie ervan met aan de rechtspraktijk ontleende vraagstukken. het ontleden van deze vraagstukken op hun juridische en overige merites. het op een efficiënte manier leren raadplegen van juridische bronnen en informatie verzamelen uit juridische (digitale) bibliotheken en databestanden. het zowel schriftelijk als mondeling leren formuleren en presenteren van uw standpunt aan de hand van argumenten, waarmee u de rechter en andere instanties tracht te overtuigen. het bewustmaken van de grenzen van de vakgebieden en inzicht verschaffen in de maatschappelijke context waarin het recht zich manifesteert. het leren innemen van een gefundeerde, beargumenteerde positie in een maatschappelijk, juridisch debat. het bewustmaken en leren sturen van het eigen leerproces. het leren onderscheiden van uw voorkeuren voor de verschillende deelgebieden van het recht. Inhoud vak Aan de hand van een verstrekte casus schrijft u (in teamverband) een processtuk en maakt u (individueel) een pleitnotitie. Daarbij maakt u gebruik van de speciaal voor Pleitoefening ontworpen webcursus van de faculteitsbibliotheek, welke u na het doorlopen ervan evalueert via een daartoe verstrekt onderzoeksformulier.


8-6-2012 - Pagina 77 van 98

Het vak wordt afgesloten met uw pleidooi voor een meervoudige kamer van de rechtbank. Er zijn in de 3 ECTs, die het vak oplevert, voorts twee verplichte hoorcolleges alsmede drie verplichte vaardighedentrainingen van een dagdeel (ochtend of middag) geïncorporeerd: tijdens het eerste dagdeel ontvangt u een algemene vaardighedentraining, tijdens het tweede dagdeel een training specifiek gericht op het selecteren van relevante feiten voor uw zaak, en de derde training is een repetitie voor het overtuigend naar voren brengen van een argument als voorbereiding op uw optreden ter zitting. De dagdelen worden met een tussenpoos van een tot twee weken gegeven. Onderwijsvorm Er wordt op een nog aan te geven tijdstip een introductiebijeenkomst in de vorm van een hoorcollege gehouden, waarbij de juiste benadering en de werkwijze van het vak worden uiteengezet. Uw aanwezigheid is daarbij verplicht. U wordt ingedeeld in groepen van 12 studenten per casus. De groep wordt begeleid door een docent. Aan de hand van een casus op het gebied van privaatrecht, strafrecht of bestuursrecht ontwerpt u in samenwerking met twee medestudenten, dus in groepjes van drie, allereerst het processtuk. De groepsdocent stelt vast wie voor welke partij gaat optreden (eiser / gedaagde, verzoeker / verweerder, officier van justitie / verdediging e.d.). Na het processtuk gaat ieder individueel verder met de pleitnotitie of het requisitoir, waarin de basis wordt gelegd voor het optreden ter zitting. Toetsvorm U wordt beoordeeld op het processtuk dat u in groepsverband heeft geschreven, op uw pleitnotitie en op uw pleiten ter zitting. Er wordt één kwalificatie (voldoende of onvoldoende) gegeven na het pleidooi, waarin alle aspecten van uw deelname (waaronder ook inzet, aanwezigheid, bijzondere bijdragen) zijn opgenomen. Literatuur Ankie Broekers-Knol en Bart van Klink, Pleitwijzer. Bert Bakker, Amsterdam 2005 (7e druk)-verplichte literatuur. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 100 bachelorstudiepunten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht, inclusief: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht - het vak Rechtzoeken Na het verstrijken van de inschrijftermijn kan er niet meer voor het vak worden aangemeld, ook niet via de Student Service Desk. Aanbevolen voorkennis Tijdens de inschrijving kun je kiezen uit drie voorkeursgebieden: Privaatrecht Strafrecht BestuursrechtVerzoek: kies voor het gebied waarop je de voorkennisvakken hebt behaald. - Voor privaatrecht gelden als voorkennisvakken contractenrecht, goederenrecht en BPR. - Voor strafrecht gelden als voorkennisvakken materieel en formeel strafrecht. - Voor bestuursrecht het vak bestuursrecht.


8-6-2012 - Pagina 78 van 98

Overige informatie Het vak wil bij uitstek een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van uw persoonlijke stijl en presentatie - zowel schriftelijk als mondeling en is daarom enig in zijn soort. Het bevat geen wedstrijdelement (zo wordt er geen prijs uitgereikt voor het beste pleidooi) omdat ervan wordt uitgegaan dat ieders persoonlijkheid uniek is. Ook diegenen die niet opteren voor de togaberoepen zullen veel baat hebben bij dit vak. Het reikt vaardigheden aan die in elke juridische omgeving onontbeerlijk zijn. De oefening van de verschillende vaardigheden zal leiden tot toename van het zelfvertrouwen. Aldus wordt het voor ieder eenvoudiger om zich een duidelijk beeld te vormen van wat men met deze studie beoogt en kan bereiken. Voor de periode september - december en voor de periode januari - juni geldt een elektronische inschrijvingsprocedure. U schrijft zich in, hetzij als groep van 3 of 2 studenten, hetzij individueel. De precieze inschrijftermijn en het elektronisch inschrijfadres worden in de facultaire studentenmail bekend gemaakt. Inschrijving: Let op: als u zich niet inschrijft, kunt u niet verder deelnemen aan Pleitoefening. U ontvangt dan geen casus, geen presentatietraining en u wordt niet ingedeeld op een pleitzitting. Evenzeer kan het niet bijwonen van verplichte bijeenkomsten leiden tot uitsluiting van verdere deelname aan het vak. Het studiesecretariaat controleert bij aanvang van het vak of u aan de instapeisen voor Pleitoefening voldoet en zal u uitsluiten van deelname als dat niet het geval is. Vrijstellingsverzoeken voor dit vak dienen vóór het sluiten van de inschrijvingstermijn bij de Examencommissie te zijn ingediend

Politieke en parlementaire geschiedenis Vakcode

R_Pol.parl.g (201805)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J. de Bruijn

Docent(en)

prof. dr. J. de Bruijn

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Kennen of begrip hebben van de hoofdlijnen van de Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis. Inzicht hebben in de Nederlandse politieke cultuur en de onderlinge verhouding van regering en parlement. Inhoud vak De Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis van 1848 tot heden. Onderwijsvorm In dit keuzevak wordt geen college gegeven, maar de studenten worden na een persoonlijk introductiegesprek individueel begeleid door de docent. Van de studenten wordt verwacht dat zij een van de drie hieronder


8-6-2012 - Pagina 79 van 98

genoemde handboeken bestuderen, in voorkomende gevallen aangevuld met enige relevante literatuur. Daarnaast schrijven zij een paper van circa tien pagina's naar aanleiding van een in overleg met de docent te kiezen specifieke gebeurtenis of ontwikkeling uit de politieke/parlementaire geschiedenis. Speciale aandacht wordt besteed aan het helder en leesbaar schrijven van het werkstuk. Toetsvorm Mondeling tentamen en paper. Literatuur P.J. Oud/J. Bosmans, Staatkundige vormgeving in Nederland, . 2 delen: '1840-1940' en 'De tijd na 1940'. Elfde/twaalfde druk, Assen 1997/1999; R. Aerts, H. de Liager Bohl, P. de Rooy en H. te Velde, Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland 1870-1990. Vijfde druk, Nijmegen 2007; P.P.T. Bovend'Eert/R.H.B.M. Kummeling, Van Raalte's 'Het Nederlandse Parlement'. Tiende druk, Deventer 2004. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II

Public International Law Course code

R_Pub.int.l (200950)

Period

Period 1

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. H.M.G. Denters

Teaching staff

dr. H.M.G. Denters, dr. T. Gazzini

Teaching method(s)

Lecture

Course objective At the end of the course, students will be able to identify the main legal issues in international affairs and provide an initial response to them by making a coherent argument using the relevant sources of international law. The module will be delivered through seminars. Students are supposed to read the required materials beforehand and to actively participate in the discussion. Students are also invited to make an informal presentation starting with week 2. Course content The course is intended to provide a systematic and detailed treatment of the main principles of the international legal order. It focuses on the subjects and the sources of international law; the consequences of breaches of international rules and the settlement of international disputes.


8-6-2012 - Pagina 80 van 98

Type of assessment Students must enroll for this course in BlackBoard. Students are assessed on the basis of a 5,000 words (with a margin of 10 percent) assignment. Deadline: 30 October. Alternatively students are assessed on the basis of 2 assignments of 1,500 words each (40%) and a written exam 60%). Deadline for the essays: 30 October. Diagnostic assignment Students have the possibility to hand in a 2,000 words diagnostic assignment by 25 September (paper only). This assignment, which is not compulsory and does not count for the final mark, allows students to check their research and writing skills. Course reading Textbook: Malcolm Shaw, International Law, 6th ed., Cambridge University Press, 2009 (recommended). Students can use another textbook as long as it deals with the entire programme. In case of doubt, please double check the suitability of the alternative textbook with the lecturer. Official documents and international decisions provided during the course. The VU library has a fair collection of international law books and journals. Many journals are accessible electronically. For additional materials: library of the University of Amsterdam; library of the Peace Palace, The Hague. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening. Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements LPIS-students: - there are no requirements. Recommended background knowledge The course: - Volkenrecht Remarks Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for exchange as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Introduction to Public International Law. Dutch students must have successfully finalised the following course: Beginselen volkenrecht.

Recht en informatietechnologie Vakcode

R_Recht-Inf (200330)


8-6-2012 - Pagina 81 van 98

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Inzicht krijgen in de wijze waarop ontwikkelingen in de samenleving die samenhangen met de toepassing van informatietechnologie het recht kunnen beïnvloeden en of, en zo ja op welke wijze, het recht een geschikt instrument is. In algemene zin spelen bij regulering van ICT de volgende vragen: - Zijn bestaande normen van toepassing? - Is nieuwe regulering noodzakelijk en/of wenselijk? - Moet regulering technologieneutraal zijn en hoe is dat te realiseren? In dit vak leert de student beseffen dat het recht zich ontwikkelt en manifesteert in een maatschappelijke context. In dit vak wordt, onder meer vanuit een metajuridisch perspectief, kritisch gereflecteerd op regelgeving, rechtspraak en literatuur en dient de student een gefundeerde en beargumenteerde positie in te nemen in een maatschappelijk, juridisch debat en hierover een (juridisch) betoog in correct en helder Nederlands te schrijven. Inhoud vak Er is veel veranderd sinds de invoering van de PC begin jaren tachtig en het WWW begin jaren negentig. Kerst 2009 werden voor het eerst bij Amazon.com meer e-books verkocht dan papieren boeken. Meer dan ooit is and everything, we ever get, we download from the internet van toepassing. Filmpjes bekijken via Youtube, vrienden op de hoogte houden via sociale netwerksites als Hyves of Facebook, SMS-berichten de wereld in brengen via Twitter (ook vanuit dictatoriale staten is zo het laatste nieuws te volgen) en avonturen beleven in World of Warcraft. Het recht worstelt voortdurend met de snelle ontwikkelingen binnen de ICT in het algemeen en van het internet in het bijzonder. Bestaande juridische kaders zijn niet of met moeite toepasbaar. Mag je muziekbestanden downloaden zonder betaling? Als een computer in Duitsland staat, een aanbieder in China zit en de afnemer in Nederland, waar vindt dan de transactie plaats? Wat mogen sociale netwerken met onze privé informatie? Moet de overheid op een e-mail verzoek om informatie reageren? Mag je een gefilmde inbraak op je website zetten om de boeven op te sporen? Kun je amuletten en zwaarden uit online games stelen? Het beantwoorden van dergelijke vragen vraagt om een creatieve, flexibele toepassing van het recht. Aan de hand van verschillende onderwerpen zullen deze vragen worden behandeld en door studenten worden beantwoord. In 2010-2011 zal vanuit verschillende invalshoeken worden ingegaan op virtuele diefstal en het recht rond digitale informatieproducten. Onderwijsvorm Er zijn 3 hoorcolleges en een discussiecollege Toetsvorm Paper.


8-6-2012 - Pagina 82 van 98

Literatuur J. van Kokswijk & A.R. Lodder, Recht in online fantasy werelden, Paris Uitgevers 2008. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid.

Recht en medische biotechnologie Vakcode

R_R.medBio (982003)

Periode

Periode 3+4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. mr. D.W.J.M. Pessers

Docent(en)

prof. dr. mr. D.W.J.M. Pessers

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het vak beoogt honoursstudenten te enthousiasmeren voor wetenschappelijk onderzoek. Daartoe worden studenten uitgedaagd zich te verdiepen in de principiële rechtsvragen die de medische biotechnologie oproept. Mag het recht grenzen stellen aan manipulaties van het lichaam? Aan kunstmatige voortplanting? Aan embryoselectie? Mag men patenten vestigen op genetisch materiaal? etc. Het recht heeft vooralsnog geen duidelijke antwoorden op deze nieuwe technologische ontwikkelingen. Van de studenten wordt verwacht dat zij - vanuit de basisbeginselen van het recht - methodisch op zoek gaan naar mogelijke antwoorden. Inhoud vak Menselijke waardigheid, lichamelijke zelfbeschikking, het persoonsbegrip in het recht, de juridische status van het lichaam. Onderwijsvorm Werkcollege waarin studenten verslag uitbrengen van de voortgang van hun onderzoek. Toetsvorm Essay Literatuur Dr. B. van Beers, Persoon en lichaam in het recht. Overige literatuur wordt nog bekend gemaakt. Overige informatie Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten van de faculteit Rechtsgeleerdheid die zijn toegelaten tot het honours programma.

Recht en praktijk Vakcode

R_RechtPra (200380)

Periode

Periode 1


8-6-2012 - Pagina 83 van 98

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

M. Malsch

Docent(en)

M. Malsch, dr. mr. E. Niemeijer

Lesmethode(n)


Doel vak Dit vak laat de student beseffen dat het recht zich ontwikkelt en manifesteert in een maatschappelijke context; het laat de student kritisch reflecteren op de feitelijke werking van regelgeving, rechtspraak en literatuur, en laat de student reflecteren op de grenzen van zijn vakgebied (het recht) in het licht van zijn maatschappelijke context. De student maakt kennis met empirisch, rechtssociologisch onderzoek. De student wordt voorts geleerd door middel van een klein veldonderzoek in teamverband een gefundeerde bijdrage te leveren aan de verheldering van een actueel juridisch en maatschappelijk vraagstuk en hierover een gezamenlijk onderzoeksverslag te schrijven in correct en helder Nederlands. Inhoud vak In het vak Recht en praktijk wordt van studenten gevraagd zich te verdiepen in de empirische, feitelijke kant van het recht. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we te weten komen wat het effect is van het recht (wetgeving, rechtspraak, enz.) in de samenleving? Om de praktijk van het recht te leren kennen, worden de studenten de maatschappij ingestuurd om de feitelijke werking van het recht in de samenleving te bestuderen. Zij zullen gedurende de cursus in groepjes van ca. vijf studenten een veldonderzoek(je) doen over een thema waarop zij zich van tevoren hebben ingetekend. De diverse thema's zijn gerelateerd aan alledaagse actuele juridische en maatschappelijke onderwerpen (bijvoorbeeld stalking, ouderschapsplan, lekenrechtspraak, rechterlijke openbaarheid, medisch tuchtcollege, enz.). Daarnaast worden er gedurende de eerste vijf weken van de cursus hoorcolleges en werkcolleges gegeven waarin studenten een korte inleiding krijgen in de rechtssociologie en in de basisbeginselen van het doen van empirisch onderzoek. Onderwijsvorm Inleiding in de rechtssociologie en in het verrichten van empirisch onderzoek; het zelf verrichten van een klein veldonderzoek. Toetsvorm Verplichte aanwezigheid colleges, verplichte voorbereiding colleges, beoordeling paper over veldonderzoek. Literatuur Huls, N. (2009). Actie en reactie. Een inleiding in de rechtssociologie, 2e druk. Den Haag: Boom Juridische uitgevers en Verhoeven, N. (2010). Onderzoeken doe je zo! Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Enkele losse artikelen. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid.


8-6-2012 - Pagina 84 van 98

Recht, politiek en moraal: medische biotechnologie Vakcode

R_Rpmmb (200329)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. B.C. van Beers

Docent(en)

prof. dr. mr. D.W.J.M. Pessers, mr. B.C. van Beers

Lesmethode(n)

Werkcollege, Hoorcollege

Doel vak Dit vak doet de student beseffen dat het recht zich ontwikkelt en manifesteert in een maatschappelijke context; het laat de student kritisch reflecteren op regelgeving, rechtspraak en literatuur onder meer vanuit rechtsfilosofisch perspectief en laat de student reflecteren op de grenzen van zijn vakgebied (het recht) in het licht van zijn interacties met politiek en moraal. Het laat de student ook reflecteren op de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid van de rechtsbeoefenaar, wanneer het recht geconfronteerd wordt met gevoelige morele en politieke kwesties. In dit vak dient de student een gefundeerde en beargumenteerde positie in te nemen in een maatschappelijk, juridisch debat en hierover een deels filosofisch, deels juridisch betoog in correct en helder Nederlands te schrijven. Inhoud vak Centraal in dit vak staan de juridisch-ethische vraagstukken die samenhangen met de ontwikkelingen op biomedisch terrein. Met name wordt ingegaan op de betekenis van klassieke rechtsfilosofische noties als menselijke waardigheid, rechtvaardigheid, vrijheid en gelijkheid in het licht van de biomedische ontwikkelingen. Daarnaast wordt de student wegwijs gemaakt in de regelgeving op biomedisch terrein. De medische biotechnologie maakt het mogelijk vergaand in te grijpen in het menselijk lichaam en leven. Reeds bestaande en mogelijk toekomstige technieken als embryoselectie, prenatale diagnostiek, orgaandonatie, genetische manipulatie, xenotransplantatie en klonen confronteren de jurist met fundamentele en controversiële vragen, die raken aan de grondvesten van het rechtssysteem. Zo staan sinds de opkomst van medische biotechnologie de juridische grenzen tussen persoon en zaak, leven en dood, mens en dier, en schade en toeval ter discussie. Bovenal wordt het mensbeeld van het recht op de proef gesteld. Een aantal voorbeelden. Waarom mag een vrouw haar eicellen naar Nederlands recht niet verkopen? Hoe moeten embryos, het lichaam en daarvan afgeleid materiaal juridisch worden gekwalificeerd: als persoon of als zaak? Waarom wordt het klonen van mensen door de internationale rechtsorde als strijdig met de menselijke waardigheid beschouwd? Heeft men een recht om zich voort te planten en en zelfs een recht op toegang tot kunstmatige voortplantingstechnieken? Op grond van welke criteria mag men embryos voor plaatsing in de baarmoeder selecteren? Kan je schadevergoeding vorderen omdat je geboren bent als gevolg van een fout van een arts, waardoor je aangeboren handicaps over het hoofd werden gezien (wrongful life claims)? Bij de behandeling van deze en andere vragen wordt niet alleen ingegaan


8-6-2012 - Pagina 85 van 98

op de juridische aspecten, maar ook stilgestaan bij de filosofische achtergronden en twistpunten. Onderwijsvorm Werkgroepen. Toetsvorm Paper. Literatuur Delen uit de volgende boeken: B.C. van Beers, Persoon en lichaam in het recht, Den Haag: BJU 2009. T. Swierstra, M. Boenink, B. Walhout en R. van Est (red.), Leven als bouwpakket. Ethisch verkennen van een nieuwe technologische golf, Den Haag: Rathenau Instituut 2009. B.-J. Koops, C. Lüthy, A. Nelis en C. Sieburgh (red.), De maakbare mens. Tussen fictie en fascinatie, Amsterdam: Bert Bakker 2009. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid.

Rechtsfilosofie Vakcode

R_Rechtsfilo (201811)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. L.D.A. Corrias

Docent(en)

mr. drs. I. Rosenthal

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student verkrijgt inzicht in enkele centrale posities en debatten in de hedendaagse rechtsfilosofie en is in staat deze vruchtbaar te maken voor een kritische reflectie op het recht en actuele politieke vraagstukken. Tijdens het vak zal veel aandacht worden besteed aan het schrijven van een paper dat de vorm zal krijgen van een wetenschappelijk artikel of een juridische opinie. Inhoud vak Absolute waarheden in de democratie: het liberalisme en de grenzen van pluraliteit Onlangs bepaalde de Hoge Raad dat de staat geen subsidie meer mag geven aan de SGP vanwege hun theologisch gefundeerde vrouwenstandpunt. Deze zaak gaf aanleiding tot veel beroering. Sommige critici vonden dat deze uitspraak burgers de kans ontneemt om te leven volgens een orthodoxreligieuze moraal. Voorstanders van de uitspraak wezen echter op de onverenigbaarheid van de standpunten van de SGP met de grondslagen van de liberale rechtsstaat. Deze zaak roept een aantal belangwekkende rechtsfilosofische vragen op over de grenzen die de democratische rechtsstaat stelt aan pluraliteit. Wat is de reikwijdte van het


8-6-2012 - Pagina 86 van 98

tolerantiebeginsel? Hoe gaat het democratische politieke debat om met orthodox-religieuze opvattingen die haaks staan op de liberale uitgangspunten, zoals de gelijkheid tussen man en vrouw? En in hoeverre vooronderstellen de grenzen die het liberalisme trekt ook een waarheidsclaim? Vertrekkende vanuit de SGP-uitspraak zal dit keuzevak deze vragen onderzoeken, met behulp van kernteksten uit de hedendaagse rechtsfilosofie. Onderwijsvorm Werkgroepen. Toetsvorm Het vak zal worden afgesloten met een paper en de presentatie hiervan op een seminar waarbij enkele voor- en tegenstanders van de SGP-uitspraak uit de politiek aanwezig zullen zijn. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Encyclopedie II. Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen. Doelgroep Het vak is bestemd voor Master-studenten Rechtsgeleerdheid en Filosofie en zal worden aangeboden vanaf week 6 van 2012 (de week van 7 februari). Overige informatie Docenten: Irena Rosenthal en Luigi Corrias Meer informatie: [email protected] Het vak biedt plaats aan maximaal 15 studenten.

Rechtsgeschiedenis Vakcode

R_Rechtsgs (200132)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. J.H. Dondorp

Docent(en)

mr. J.H. Dondorp, dr. mr. H. de Jong, prof. mr. J. Hallebeek

Lesmethode(n)


Doel vak Het doel van de cursus is de student inzicht te geven in het Justiniaanse vermogensrecht dat de grondslag vormt van alle continentaal Europese privaatrechtsstelsels en in de historische wording van ons geldende privaatrecht op basis van dat Justiniaanse recht. De student leert een aantal elementaire begrippen uit het privaatrecht


8-6-2012 - Pagina 87 van 98

zowel actief als passief op een juiste wijze te hanteren. Aan het eind van de cursus is de student in staat vermogensrechtelijke teksten uit het Corpus iuris zelfstandig te analyseren, te interpreteren alsmede de daarin gegeven oplossing logisch te beredeneren. Daarnaast kan hij van één leerstuk, de onrechtmatige daad, de ontwikkeling vanaf het Romeinse (privaat)recht tot ons huidige privaatrecht schetsen. Inhoud vak Na een korte historische inleiding wordt een schets gegeven van het het vermogensrecht in het Corpus iuris civilis (6e eeuw). Aan de hand van een voorbeeld, de geschiedenis van de onrechtmatige daad, wordt ook de latere rechts¬ontwikkeling behandeld. Onderwijsvorm Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges (gedeeltelijk op video) en werkgroepen/werkcolleges. Toetsvorm Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen, deels aan de hand van meerkeuze vragen, deels aan de hand van open vragen en historische teksten uit het Corpus iuris civilis. Literatuur J. Hallebeek, Fons et origo iuris, een historische inleiding tot het vermogensrecht, 2009 Syllabus Rechtsgeschiedenis 2010-2011 inclusief de (via blackboard gepubliceerde) uitwerkingen.

Rechtspsychologie en bewijs Vakcode

R_R.psy.bew (212317)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. P.J. van Koppen

Docent(en)

prof. dr. P.J. van Koppen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak In het vak 'Rechtspsychologie en bewijs' staan de rechtspsychologische aspecten van het strafproces centraal. Aan de hand van een empirische analyse van enkele geruchtmakende strafzaken (Puttense moordzaak, Schiedamse parkmoord, Deventer moordzaak, Eper incestzaak), zullen veel voorkomende problemen bij opsporing, vervolging en berechting vanuit een rechtspsychologische en een strafvorderlijke invalshoek aan de orde worden gesteld, zoals: recherche en groot onderzoek, bewijs en de beslissing van de rechter, seksueel misbruik en hervonden herinneringen, valse bekentenissen, geursorteerproef. Toetsvorm Schriftelijke toetsing. Literatuur


8-6-2012 - Pagina 88 van 98

P.J. van Koppen, H.L.G.J. Merckelbach, M Jelicic en J.W. De Keijzer (red) (2010), Reizen met mijn rechter: psycholoog van het Recht, Deventer, Kluwer en een aanvullende reader met literatuur. Vereiste voorkennis Ingangseis: een afgerond eerste bachelorjaar Aanbevolen voorkennis Studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht Het vak: - Formeel strafrecht Overige informatie Spreekuur: na college.

Rechtsvergelijking Vakcode

R_RechtsVeg (201513)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. J.W. Rutgers

Docent(en)

mr. J.W. Rutgers

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De rechtsvergelijking heeft tot doel verschillen en overeenkomsten tussen twee of meer rechtsstelsels te bestuderen. Doel van dit vak is om het eigen rechtsstelsel in een breder perspectief te plaatsen door - met name - de belangrijkste Europese rechtsstelsels te bestuderen. Inhoud vak In de eerste weken zullen de theorie en de methode van rechtsvergelijking behandeld als mede de verschillende rechtsfamilies. Vervolgens zullen enige onderwerpen uit het strafrecht, bestuursrecht, personen- en familierecht, contractenrecht en goederenrecht rechtsvergelijkend aan de orde komen. Onderwijsvorm Hoorcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Nader bekend te maken. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht


8-6-2012 - Pagina 89 van 98

Aanbevolen voorkennis De vakken: - het vak Materieel strafrecht - het vak Contractenrecht en Goederenrecht of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht - het vak Personen- en familierecht

Rechtzoeken Vakcode

R_Rechtz ()

Periode


Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. A.J. Wolthuis

Docent(en)

dr. A.J. Wolthuis, dr. mr. L.D.A. Corrias

Lesmethode(n)


Doel vak Het doel van Rechtzoeken is het oefenen, verfijnen en grotendeels zelfstandig kunnen aanwenden van de juridische vaardigheden die u hebt ontwikkeld in Juridische vaardigheden. Het betreft met name de volgende vaardigheden: - het verzamelen, begrijpen en beoordelen van jurisprudentie, parlementaire stukken en rechtsgeleerde literatuur; - het schriftelijk en mondeling bespreken van jurisprudentie, parlementaire stukken en rechtsgeleerde literatuur; - het schriftelijk en mondeling beredeneren van een standpunt in een juridische discussie. Onderwijsvorm U schrijft in een groepje van twee n.a.v. een opdracht een werkstuk en houdt (bij een voldoende voor het werkstuk) een toespraak. Ter ondersteuning geeft de docent in hoorcollege en spreekuur uitleg en feedback. Toetsvorm Werkstuk en toespraak. Literatuur Syllabus Rechtzoeken (t.z.t. verkrijgbaar via Blackboard). Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Juridische vaardigheden Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Juridische vaardigheden Na het verstrijken van de inschrijftermijn kan er niet meer voor het vak


8-6-2012 - Pagina 90 van 98

worden aangemeld, ook niet via de Student Service Desk.

Sociaal recht Vakcode

R_Soc.Re (200228)

Periode


Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. mr. W.H.A.C.M. Bouwens

Docent(en)

prof. dr. K. Boonstra, prof. dr. E. Lutjens, mr. L. van den Berg, mr. W.L. Roozendaal

Lesmethode(n)


Doel vak Na succesvolle afronding van de cursus hebben de deelnemers een fundamentele kennis van en inzicht in de hoofdlijnen, geschiedenis en systematiek van (verschillende onderdelen van) het sociaal recht. Voorts zijn zij vertrouwd geraakt met de theoretische en de sociaal-politieke kaders waarin de wetgeving en de uitvoering van en de rechtspraak inzake het sociaal recht tot ontwikkeling zijn gekomen. Ten slotte hebben zij zich verder kunnen bekwamen in het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen (casusbehandeling). Inhoud vak Het sociaal recht omvat zowel het arbeidsrecht als het sociale zekerheidsrecht. In de cursus wordt aandacht besteed aan: het arbeidsovereenkomstenrecht - waaronder het ontslagrecht is begrepen -, de arbeidstijden- en arbeidsomstandighedenwetgeving, het CAO-recht, het stakingsrecht en het medezeggenschapsrecht. Verder wordt stilgestaan bij de algemene aspecten van de sociale verzekeringen en voorzieningen en meer in het bijzonder bij de regelingen betreffende arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Ten slotte wordt aandacht besteed aan het pensioenrecht. Onderwijsvorm Bachelor 3 Contacturen: in de regel vier uren per week. Het onderwijs wordt aangeboden in hoorcolleges. Het collegeschema is in de syllabus opgenomen. Bachelor 2 Contacturen: in de regel 8 tot 10 contacturen per week zijn en wordt het onderwijs aangeboden in hoor- en werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur I.P. Asscher-Vonk & W.H.A.C.M. Bouwens, H.L. Bakels Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, 20e druk, Deventer: Kluwer 2009;W.L. Roozendaal, Arbeidswetgeving 2010-2011, 28e druk, Deventer: Kluwer 2009; Syllabus Sociaal recht 1 2010-2011 (deel 1 en deel 2) (te koop in de VU boekhandel).


8-6-2012 - Pagina 91 van 98

Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar. Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar. Overige informatie Vanaf het collegejaar 2010-2011 heeft het vak een andere plaats in de opleiding/het curriculum Rechtsgeleerdheid gekregen. Vanaf het collegejaar 2010-2011 is het vak geplaatst in het tweede in plaats van het derde bachelorjaar. De hoorcolleges voor Bachelor 3 studenten wordt aangeboden in periode 2. De hoor- en werkcolleges voor Bachelor 2 studenten wordt aangeboden in periode 5.

Sociale zekerheidsrecht Vakcode

R_Soc.zekerh (201816)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. G.J. Vonk

Docent(en)

prof. mr. G.J. Vonk

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De studenten beschikken over inzicht in het sociale zekerheidsrecht. Voorts zijn zij in staat zelfstandig een deelonderwerp te bewerken en daarover schriftelijk en mondeling te rapporteren. Inhoud vak Het keuzevak sociale zekerheidsrecht heeft in de afgelopen jaren een vast format gekregen. De cursus vangt aan met het leggen van een kennisfundament van het Nederlandse sociale zekerheidstelsel. In dit kader moeten studenten ieder een regeling mondeling toelichten. Vervolgens wordt een aantal colleges verzorgd waarin aandacht wordt besteed aan één centraal thema. Thema's die de afgelopen jaren aan de orde kwamen, zijn: de rechtspositie van buitenlandse werknemers, de positie van het kind in de sociale zekerheid, armoede en recht, de plicht tot werken. Studenten dienen over het centrale thema een werkstuk te schrijven. Ten slotte dienen de werkstukken te worden geopponeerd en verdedigd. De focus ligt steeds op het Nederlandse sociale zekerheidsrecht maar uitstapjes naar het internationale recht en de stelsels van andere landen zijn niet ongebruikelijk. In het keuzevak wordt telkens één bijzondere activiteit ondernomen (bezoek SZW, CRvB of sociale zekerheidsinstelling; bijzonder gastcollege, openbaar debat, etc.; studenten zijn betrokken bij de organisatie)


8-6-2012 - Pagina 92 van 98

Onderwijsvorm Werkcolleges, mondelinge presentaties en paper. Toetsvorm Paper en mondeling tentamen. Literatuur Wisselend, wordt per jaar opnieuw bekeken. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht.

Sport en recht Vakcode

R_Sport en r (201817)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M. Olfers

Docent(en)

mr. M. Olfers

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Het verkrijgen van vaardigheid in het denken en discussiëren over sportvormen en relaties in de sport met behulp van de rechtsgebieden, die daarop van toepassing zijn. In het centrum hiervan staat de afbakening van de immuniteit van specifieke sporteigen regels ten opzichte van het 'dwingend' recht. De vaardigheid moet worden toegepast bij het onderbouwen van de opvatting waarom in het ene geval de rechtsregel moet wijken voor de sportregel en in het andere geval niet. Inhoud vak Om het doel te bereiken is kennis nodig van de organisatievormen in de sport en de daarin voorkomende rechtsbetrekkingen die gebaseerd zijn op het amateurisme, de topsport en de beroepssport. Daartoe is gekozen voor de volgende onderwerpen. - De ontwikkeling in het algemeen van spelen sportregel in verhouding tot rechtsregels. - De rechtspersonenrechtelijke structuur van sportorganisaties. - Lidmaatschaps- en arbeidsverhoudingen van topsporters en beroepssporters. - Het tuchtrecht in de sport. - Het recht dat van toepassing is op transfers en overschrijvingen in de sport. - De rechten op exploitatie van sportprestaties. Onderwijsvorm


8-6-2012 - Pagina 93 van 98

Het wordt gegeven in werkcolleges, waarin informatie wordt overgedragen en waarin met de deelnemers wordt gediscussieerd over door hen ingediende werkstukken, die meetellen voor de eindbeoordeling. Afhankelijk van de grootte van de groep zal ook van de deelnemers gevraagd worden een kort mondeling referaat te houden over een van te voren vastgesteld onderwerp. Toetsvorm Afhankelijk van het aantal deelnemers zal het keuzevak afgesloten worden met een mondelinge of schriftelijke toets. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. Aanbevolen voorkennis Het vak: - Arbeidsrecht. Overige informatie Het is voor dit keuzevak gewenst dat de student kennis heeft van het rechtspersonenrecht in het algemeen en het arbeidsovereenkomstenrecht.

Staatsrecht Vakcode

R_Staatsr (200224)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. E. Geurink

Docent(en)

dr. A.J. Overbeeke, mr. E. Geurink, prof. mr. H. Battjes

Lesmethode(n)


Doel vak De doelstelling van Staatsrecht is een drieledige. Allereerst wordt beoogd om de onderwerpen van het eerstejaarsvak Beginselen Staatsrecht op te frissen, te verbreden en te verdiepen. Het verdient daarom aanbeveling om als introductie op het onderhavige vak het desbetreffende materiaal nog eens door te nemen. Verder beoogt dit vak een dieper inzicht te bieden in de historische en filosofische achtergronden van het staatsrecht en de wisselwerking tussen recht en politiek daarin aan de orde te stellen. Ten derde worden complexere vraagstukken op het terrein van het politieke staatsrecht behandeld en geanalyseerd, waar mogelijk met aandacht voor de actualiteit.


8-6-2012 - Pagina 94 van 98

Inhoud vak Thema's die aan de orde komen, zijn onder andere: filosofische concepten van het staatsgezag, democratiebegrip, kiesrecht, parlementair stelsel in Nederland, parlementaire controle, ministeriële verantwoordelijkheid, verhouding kabinet versus Eerste en Tweede Kamer, ambten en bevoegdheden, delegatie, legaliteitsbeginsel, wetgevingsprocedure, decentralisatie en Koninkrijksrecht. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Van der Pot, Handboek van het Nederlandse Staatsrecht, bewerkt door: D.J. Elzinga, R. de Lange, m.m.v. H.G. Hoogers, Deventer: Kluwer 2006, 15e druk, ISBN: 90-13-03351-2 H. Battjes & B.P. Vermeulen, Constitutionele klassiekers, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2007, ISBN: 978-90-6916-661-2 Jurisprudentie en aanvullende tentamenliteratuur (Blackboard of reader) Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen staatsrecht. Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Beginselen staatsrecht.

Vennootschaps- en rechtspersonenrecht Vakcode

R_VenReP (200223)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. C.H.C. Overes

Docent(en)

mr. C.H.C. Overes, prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg, mr. A.J.M. Klein Wassink

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Kennis en begrip van de grote lijnen van het Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. Dit houdt in kennis van het systeem van de wet (met name Boek 2 BW), begrip van de belangrijkste algemene leerstukken van het rechtspersonenrecht en van de verschillende rechtsvormen, alsmede inzicht in de verscheidenheid aan aspecten die juridische problemen in dit rechtsgebied hebben. Kennis, begrip en inzicht dienen te kunnen worden toegepast bij de oplossing van casusposities.


8-6-2012 - Pagina 95 van 98

Inhoud vak De vennootschappen- niet rechtspersoon; kenmerken van rechtspersoonsvormen; kapitaal en vermogen; de BV i.o.; het begriporgaan en bevoegdheden van de organen; bestuurderschap, aandeelhouderschap en lidmaatschap; besluiten en vernietiging van besluiten; vertegenwoordiging en onrechtmatige daad van de rechtspersoon. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges Toetsvorm Schriftelijk tentamen met multiple choice vragen en mogelijk een korte casus Literatuur P. van Schilfgaarde; Van de BV en de NV, Kluwer, Deventer, 15e druk 2009; Dijk-Van der Ploeg; Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Deventer, Kluwer, 5e druk 2007; Studiebundel Vennootschaps- en rechtspersonenrecht 2010-2011 Arrestenbundel Vennootschaps- en rechtspersonenrecht Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Inleiding goederenrecht of Beginselen privaatrecht I - het vak Inleiding verbintenissenrecht of Beginselen privaatrecht II Voor studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar, inclusief: - het vak Inleiding goederenrecht - het vak Inleiding verbintenissenrecht Overige informatie Vanaf het collegejaar 2010-2011 heeft het vak een andere plaats in de opleiding/het curriculum gekregen. Vanaf het collegejaar 2010-2011 is het vak geplaatst in het tweede i.p.v. het derde bachelorjaar.

Victimology of International Crimes Course code

R_VictimIC (200911)

Period

Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. J. van Wijk

Teaching staff

dr. J. van Wijk

Teaching method(s)

Lecture

Course objective Present students an introduction into the newly developing field of Victimology of International Crimes. The course will discuss various


8-6-2012 - Pagina 96 van 98

elements of mainstream victimology, but has a strong focus on victims of the international crimes genocide, crimes against humanity and war crimes. Course content In the course general theories on victimization and typologies of victims will be discussed. Similarities and differences between victims of conventional crimes and victims of international crimes will be addressed, giving special attention to the latter. Students are required to actively participate in group discussions where they critically assess the role of politics, media and academia on victimization. We will discuss concepts such as blaming the victim, secondary victimization, the ideal victim, posttraumatic stress disorder (PTSD) and restorative justice. Furthermore, the needs of victims and the special position of victims of international crimes in supranational criminal law are dealt with. Form of tuition Lectures/discussion groups Type of assessment Students are required to hand in assignments during the course. The course will be evaluated with a research paper. Especially exchange students should take into account that they are expected to be familiar with the basic knowledge on how to write such a paper. Course reading Reader. Entry requirements Entry requirements Criminology-students: -only open for students who have completed the Bachelor's degree programme Criminology. Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements Law and Notarial Law-students: -only open for students who completed their Bachelor's degree programme Remarks The course is open to master students in Law and Criminology. The maximum number of students is 40. Preference will be given to students following the ICC-programme.

Volkenrecht Vakcode

R_Volk.re (201528)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. H.M.G. Denters

Docent(en)

dr. H.M.G. Denters, prof. dr. W.G. Werner

Lesmethode(n)



8-6-2012 - Pagina 97 van 98

Doel vak De cursus beoogt inzicht te verschaffen in de structuur en de beginselen van het volkenrecht. Met het verworven inzicht dient de student in staat te zijn om elementaire rechtsproblemen van internationale aard te herkennen en op te lossen met toepassing van de rechtsbronnen. Inhoud vak In deze cursus maakt de student kennis met het volkenrecht. Dit rechtsgebied onderscheidt zich van het Nederlandse recht door het internationale karakter van de rechtsbronnen. Het volkenrecht reguleert primair de betrekkingen tussen staten en behartigt internationaal overeengekomen doelstellingen. Hierbij valt te denken aan afbakening van jurisdictie, het bewaren van de vrede en veiligheid, respect voor mensenrechten, bescherming van het milieu en het bevorderen van de internationale handel. Door globalisering werkt het volkenrecht op steeds indringender wijze door in de Europese en nationale rechtsorde. Daarom is basiskennis van het volkenrecht een vereiste voor elke jurist. Onderwijsvorm Hoorcolleges, werkcolleges en werkgroepen. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur Andre Nollkaemper, Kern van het Internationaal Publiekrecht, Boom Juridische Studieboeken,Vierde Druk, 2009. Vereiste voorkennis Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2009/2010 of eerder geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken in 2010/2011: 39 ec uit het eerste bachelorjaar. Voor studenten Rechtsgeleerdheid gestart in het studiejaar 2010/2011 geldt voor deelname aan tweedejaarsvakken: 42 ec uit het eerste bachelorjaar.


8-6-2012 - Pagina 98 van 98

Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - B Rechtsgeleerdheid

Recommend Documents