Masteropleiding Notarieel recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht

Masteropleiding Notarieel recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

I

De masteropleiding omvat 60 studiepunten, 1 studiejaar. Meer informatie over het eisenpakket voor afstuderen, de overgangsregelingen, doelstelling en eindtermen van de opleiding vind je in de Onderwijs- en Examenregeling.


II

Inhoudsopgave

Master's programme Law - Research Track Law

1

RM Notarieel recht (vakken oude stijl)

1

Master Notarieel recht - Verplichte vakken

1

Master Rechtsgeleerdheid en Notarieelrecht - Keuzevakken

1

Vak: Aanbestedingsrecht

4

Vak: Actualiteiten burgerlijk recht

5

Vak: Actualiteiten internetrecht

6

Vak: Ambtenarenrecht

7

Vak: Arbeidsrecht

8

Vak: Auteursrecht

10

Vak: Belastingen van rechtsverkeer

11

Vak: Belastingrecht I

12

Vak: Belastingrecht II

12

Vak: Belastingrecht III

13

Vak: Bestuurlijk organisatierecht

14

Vak: Bestuursprocesrecht

16

Vak: Bijbel, christelijk geloof en recht

17

Vak: Bijzonder strafrecht

18

Vak: Burgerlijk procesrecht

19

Vak: Capita selecta contractenrecht

20

Vak: Capita selecta pensioenrecht

20

Vak: Capita selecta strafrecht

21

Vak: Children's Rights from an International Perspective

22

Vak: Common Law and Language

22

Vak: Comparative Law: Legal Culture and Language

24

Vak: Conflictoplossing, mediation en onderhandelen

25

Vak: E-Commerce Law

26

Vak: Engels/Amerikaans privaatrecht

27

Vak: Estate planning

28

Vak: EU Internal Market Law

29

Vak: European Constitutional Law

30

Vak: European Law Seminars

30

Vak: European Private Law

31

Vak: Europees en Nederlands mededingingsrecht

32

Vak: Europees recht

33

Vak: Europees staatsen bestuursrecht

34

Vak: Fiscaal pensioenrecht

35

Vak: Forensische psychiatrie

36

Vak: Geloofsgemeenschappen en recht

37

Vak: Geweld in het Gezin Extensieve Variant

38

Vak: Gezondheidsrecht

39

Vak: Goederenrecht en insolventierecht

40

Vak: Government Regulation of Business

40


III

Vak: Historical Introduction to European Legal Science

41

Vak: Human Rights Protection in Europe

42

Vak: Industriële eigendom

43

Vak: Intellectuele eigendom in de digitale samenleving

44

Vak: Internationaal en Europees strafrecht

46

Vak: Internationaal privaatrecht

46

Vak: Internationaal privaatrecht (not)

47

Vak: Internationaal sociaal recht

48

Vak: International Company Law

49

Vak: International Criminal Courts and Tribunals

51

Vak: International European Law from Below

52

Vak: International Intellectual Property Law

53

Vak: International Law Seminars

54

Vak: International Trade and Investment Law

55

Vak: Jeugdrecht I

56

Vak: Jeugdstrafrecht

57

Vak: Legal Argumentation

58

Vak: Legal Research Methods

59

Vak: Masterclass internationaal privaatrecht

60

Vak: Media en communicatierecht

60

Vak: Mensenrechten en strafrecht

61

Vak: Migratierecht

62

Vak: Misdaadanalyse

63

Vak: Omgevingsrecht I

65

Vak: Omgevingsrecht II

66

Vak: Onderwijsrecht

67

Vak: Organizational Criminology

69

Vak: Penitentiair recht

70

Vak: Pensioenrecht

71

Vak: Perpetrators and Bystanders

72

Vak: Philosophy of International Law

74

Vak: Politieke en parlementaire geschiedenis

75

Vak: Privacy en Security

76

Vak: Public International Law

77

Vak: Public International Law, Selected Topics

78

Vak: Publiekrechtelijke rechtshandhaving

79

Vak: Recht en de elektronische overheid

80

Vak: Rechtsfilosofie

81

Vak: Rechtspsychologie en bewijs

82

Vak: Rechtssociologie en rechtspleging

83

Vak: Research Methodology for International Crimes

84

Vak: Research Project Development

86

Vak: Scientific Journal Article

86

Vak: Sociale zekerheidsrecht

87

Vak: Sport en recht

88


IV

Vak: Successiewet

89

Vak: Vaardighedenoefening internationaal recht

90

Vak: Verdieping aansprakelijkheid en verzekering

91

Vak: Verdieping burgerlijk procesrecht

92

Vak: Verdieping contractenrecht

93

Vak: Verdieping familierecht: scheiding en gevolgen

95

Vak: Verdieping ondernemingsrecht

96

Vak: Verdieping sociaal recht

97

Vak: Verdieping staatsen bestuursrecht

99

Vak: Verdieping strafrecht

101

Vak: Verdieping volkenrecht

102

Vak: Vergelijkend staatsen bestuursrecht

103

Vak: Victimology of International Crimes

104


V

Master's programme Law - Research Track Law Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Comparative Law: Legal Culture and Language

Period 4

6.0

R_ComLawR

Legal Argumentation

Period 5+6

6.0

R_LegArg

Legal Research Methods

Period 5

6.0

R_LegReM

Research Project Development

Period 3

6.0

R_ResProD

Scientific Journal Article

Period 2

6.0

R_ScJouArt

RM Notarieel recht (vakken oude stijl) Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Belastingrecht I

Periode 1

6.0

R_BelastI

Belastingrecht II

Periode 2

6.0

R_BelastII

Belastingrecht III

Periode 3

3.0

R_BelastIII

Master Notarieel recht - Verplichte vakken Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Belastingen van rechtsverkeer

Periode 4

6.0

R_BelRevk

Estate planning

Periode 3+4

9.0

R_Estatepl

Internationaal privaatrecht (not)

Periode 1

6.0

R_Int.privN

Successiewet

Periode 2+3

9.0

R_SuccWet

Master Rechtsgeleerdheid en Notarieelrecht - Keuzevakken Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Aanbestedingsrecht

Periode 4

6.0

R_Aanb.r

6.0

R_Act.burg.r

Actualiteiten burgerlijk recht Periode 1+2 Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 1 van 105

Actualiteiten internetrecht

Periode 1+2

12.0

R_Act.intern

Ambtenarenrecht

Periode 4

6.0

R_Ambt.recht

Arbeidsrecht

Periode 4

6.0

R_Arbeidsr

Auteursrecht

Periode 1

6.0

R_Auteursr

Bestuurlijk organisatierecht

Periode 5

6.0

R_Best.org.r

Bestuursprocesrecht

Periode 5

6.0

R_Best.proc.

Bijbel, christelijk geloof en recht

Periode 5+6

6.0

R_Bijb.chr.r

Bijzonder strafrecht

Periode 4

6.0

R_BijzStr

Burgerlijk procesrecht

Periode 2

6.0

R_Burg.proc

6.0

R_CS.cont.r

Capita selecta contractenrecht Capita selecta pensioenrecht

Periode 5+6

6.0

R_CS.pensio

Capita selecta strafrecht

Periode 3

6.0

R_CSStrR

Children's Rights from an International Perspective

Period 2

6.0

R_Child.righ

Common Law and Language

Period 4, Period 5

6.0

R_Com.law.l

Conflictoplossing, mediation Periode 4 en onderhandelen

6.0

R_ConMO

E-Commerce Law

Period 5

6.0

R_E.commerc

Engels/Amerikaans privaatrecht

Periode 4

6.0

R_EngelsAm

EU Internal Market Law

Period 1+2

6.0

R_EUIML

European Constitutional Law

Period 1

6.0

R_Eur.consti

European Law Seminars

Period 1+2

12.0

R_EurLS

European Private Law

Period 2

6.0

R_Eur.priv.l

Europees en Nederlands mededingingsrecht

Periode 2

6.0

R_Eur.Nl.me

Europees recht

Periode 1

6.0

R_Eur.recht

Europees staatsen bestuursrecht

Periode 1

6.0

R_EurStBe

Fiscaal pensioenrecht

Periode 5

6.0

R_Fisc.pens

Forensische psychiatrie

Periode 1

6.0

R_For.psyC

Geloofsgemeenschappen en recht

Periode 5+6

6.0

R_Gel.gem.r

Geweld in het Gezin Extensieve Variant

Periode 1+2+3

6.0

P_MGGEXTV

Gezondheidsrecht

Periode 2

6.0

R_Gez.r

Goederenrecht en insolventierecht

Periode 5

6.0

R_GoedIns

Government Regulation of Business

Period 4

6.0

R_Gov.reg.bu

Historical Introduction to European Legal Science

Period 2

6.0

R_Hist.intro

Human Rights Protection in Period 4 Europe

6.0

R_Hum.ri.pro


6-3-2013 - Pagina 2 van 105

Industriële eigendom

Periode 2

6.0

R_Indu.eig.

Intellectuele eigendom in de Periode 4 digitale samenleving

6.0

R_Intell.eig

Internationaal en Europees strafrecht

Periode 4

6.0

R_IEStraf

Internationaal privaatrecht

Periode 1

6.0

R_Int.privI

Internationaal sociaal recht

Periode 2

6.0

R_Int.soc.r

International Company Law Period 1

6.0

R_Int.comp.l

International Criminal Courts Period 2 and Tribunals

6.0

R_Int.cr.c.t

International European Law Period 2 from Below

6.0

R_IELFB

International Intellectual Property Law

6.0

R_Int.prop.l

International Law Seminars Period 1+2

12.0

R_IntLawS

International Trade and Investment Law

Period 1+2

9.0

R_ITIL

Jeugdrecht I

Periode 2

6.0

R_Jeugdr.I

Jeugdstrafrecht

Periode 5

6.0

R_Jeugdstr.r

Masterclass internationaal privaatrecht

Periode 4

6.0

R_MIntPr

Media en communicatierecht

Periode 2

6.0

R_Med.com.r

Mensenrechten en strafrecht

Periode 5

6.0

R_Mens.r.str

Migratierecht

Periode 5

6.0

R_MigR

Misdaadanalyse

Periode 5

6.0

R_Misd.anaC

Omgevingsrecht I

Periode 4

6.0

R_OmgRI

Omgevingsrecht II

Periode 5

6.0

R_OmgRII

Onderwijsrecht

Periode 4

6.0

R_Onderwijsr

Organizational Criminology

Period 2

6.0

R_Org.crimi

Penitentiair recht

Periode 4

6.0

R_Peniten.r

Pensioenrecht

Periode 4

6.0

R_Pensioenr

Perpetrators and Bystanders

Period 4

6.0

R_Perp.bysta

Philosophy of International Law

Period 5

6.0

R_Phil.int.l

Politieke en parlementaire geschiedenis

Periode 4

6.0

R_Pol.parl.g

Privacy en Security

Periode 3

6.0

R_PrivSec

Public International Law

Period 1

6.0

R_Pub.int.l

Public International Law, Selected Topics

Ac. Year (September), Period 4

6.0

R_Pub.i.l.st

Publiekrechtelijke rechtshandhaving

Periode 2

6.0

R_Pub.r.hand

Recht en de elektronische overheid

Periode 4

6.0

R_ReElOv

Rechtsfilosofie

Periode 4

6.0

R_Rechtsfilo

Period 4


6-3-2013 - Pagina 3 van 105

Rechtspsychologie en bewijs

Periode 2

6.0

R_R.psy.bew

Rechtssociologie en rechtspleging

Periode 5+6

6.0

R_R.soc.rpl

Research Methodology for International Crimes

Period 1+2

6.0

R_Res.meth.c

Sociale zekerheidsrecht

Periode 5

6.0

R_Soc.zekerh

Sport en recht

Periode 4, Periode 5

6.0

R_Sportenr

Vaardighedenoefening internationaal recht

Periode 2+3

3.0

R_Vaar.int.r

Verdieping aansprakelijkheid en verzekering

Periode 1+2+3

12.0

R_Verd.av

Verdieping burgerlijk procesrecht

Periode 2+3

12.0

R_Verd.bur.p

Verdieping contractenrecht

Periode 3+4+5

12.0

R_VerdCont

Verdieping familierecht: scheiding en gevolgen

Periode 1+2

12.0

R_VerdFam

Verdieping ondernemingsrecht

Periode 2+3

12.0

R_Verd.ond

Verdieping sociaal recht

Periode 1+2

12.0

R_Verd.soc.r

Verdieping staatsen bestuursrecht

Periode 1+2+3

12.0

R_Verd.st.b

Verdieping strafrecht

Periode 1+2

12.0

R_Verd.str

6.0

R_VerdVolk

Verdieping volkenrecht Vergelijkend staatsen bestuursrecht

Periode 5

6.0

R_Verg.st.b.

Victimology of International Crimes

Period 4

6.0

R_VictimIC

Aanbestedingsrecht Vakcode

R_Aanb.r ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Coördinator

prof. mr. C.E.C. Jansen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Door het (succesvol) volgen van dit vak worden studenten in staat gesteld om kennis te vergaren enerzijds over de geldende aanbestedingsregels, anderzijds over de mechanismen die achter de invoering van regels die de inkoopvrijheid van overheden beperken, verscholen liggen. Het doel is om de deelnemers vertrouwd te maken met de denkwijze en kennis die noodzakelijk is om het aanbestedingsrecht correct in de praktijk te kunnen toepassen. Inhoud vak


6-3-2013 - Pagina 4 van 105

In het vak Aanbestedingsrecht krijgen studenten een overzicht in de grondslagen van het (internationaal, Europees en nationale) Aanbestedingsrecht. In het eerste college staan de Bronnen en het Doel van het aanbestedingsrecht centraal (HC 1); in het tweede college staat de Europese dimensie van het aanbestedingsrecht centraal; in het bijzonder zal er aandacht aan de vraag worden besteed welke invloed het Europees recht op het Nederlandse aanbestedingsrecht heeft (HC 2). In het daarop volgende hoorcollege wordt aandacht besteed staat de vraag ‘wie behoort aan te besteden’? De vraag wie aanbestedingsplichtig is, is niet altijd eenvoudig te beantwoorden. Voornaamste oorzaak hiervan is het feit dat het begrip overheid in het Europees recht en dus ook in het aanbestedingsrecht anders moet worden ingevuld dan in het nationale recht (HC 3). Hierna komt de vraag aan bod ‘Welke opdrachten dienen te worden aanbesteed?’. Door de invloed van de jurisprudentie van de Europese en de nationale rechter dienen ook allerlei opdrachten te worden aanbesteed die niet onder de werkingssfeer van het ‘klassieke’ aanbestedingsrecht (lees de Europese richtlijnen overheidsopdrachten) vallen. Hoe dienen aanbesteders er mee om te gaan? (HC 4). De twee laatste colleges zijn gericht op de uitgangspunten van het aanbestedingsrecht die een concretisering zijn van de beginselen van non-discriminatie, objectiviteit, transparantie en gelijkheid. Hier komt specifieker de vraag aan bod op welke wijze inschrijvers en inschrijvingen dienen te worden getoetst (HC 5 en 6). Onderwijsvorm De bijeenkomsten worden in hoorcollege-vorm verzorgd; tijdens de eerste bijeenkomst krijgen studenten een onderwerp toegewezen of kiezen studenten zelf een onderwerp waarover ze een paper van 2000 woorden (ca.) dienen te schrijven. Afhankelijk van het aantal studenten die het vak volgen, zal besloten worden of alle studenten dan wel slechts een geselecteerd aantal de papers in mondelinge vorm en met behulp van een powerpoint presentatie zal presenteren. Toetsvorm Paper en mondelinge presentatie. Literatuur Op blackboard zal per college de verplichtte dan wel de aanbevolen literatuur en jurisprudentie worden opgegeven.

Actualiteiten burgerlijk recht Vakcode

R_Act.burg.r (201751)

Periode

Periode 1+2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. J.L. Smeehuijzen

Docent(en)

mr. F.B. Bakels, mr. J.L. Smeehuijzen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET op: In het studiejaar 2011-2012 wordt dit vak niet gegeven.


6-3-2013 - Pagina 5 van 105

Met het vak wordt beoogd (i) de student inzicht te verschaffen in de wijze waarop rechtsontwikkeling door de Hoge raad plaatsvindt en (ii) het vergroten van de kennis van de onderwerpen die aan de orde zullen komen. Inhoud vak Aan de orde komen deelonderwerpen van het burgerlijk recht waarover door de Hoge Raad recentelijk vanuit een oogpunt van rechtsontwikkeling interessante arresten zijn gewezen. Onderwijsvorm Er zijn 10 colleges. In 7 van de 10 colleges zal Prof. F.B. Bakels, raadsheer in de Hoge Raad, met de studenten van gedachten wisselen over recente rechtspraak van de Hoge Raad. Daarbij is uiteraard van belang welke beslissing de Hoge Raad heeft genomen, maar het kennen van die beslissing is eigenlijk nog maar het begin; tijdens het college vindt nadere gedachteontwikkeling plaats door te bezien welke alternatieven de Hoge Raad had tegen de achtergrond van het geldende recht, welke argumenten voor zijn beslissing pleiten en welke bedenkingen men eventueel bij zijn beslissing zou kunnen hebben. De colleges hebben daardoor feitelijk de vorm van een dialoog. De overige drie colleges worden verzorgd door vooraanstaande gastdocenten uit de wetenschap en de praktijk. Toetsvorm De toetsing is tweeledig. Ten eerst is er een drie uur durend tentamen bestaand uit essayvragen. Er worden vijf vragen gesteld waarvan men er vier moet beantwoorden. Voorts is er gedurende de cursus een schrijfopdracht. Het cijfer van die opdracht telt voor 20% mee in het eindcijfer, mits het cijfer voor het essay hoger is dan het gemiddelde van de tentamenvragen. Als het cijfer voor het essay lager is dan het gemiddelde van de tentamenvragen, telt het niet mee in het eindcijfer. Literatuur De te bestuderen literatuur wordt steeds een week voor het college ter beschikking gesteld. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen.

Actualiteiten internetrecht Vakcode

R_Act.intern (201547)

Periode

Periode 1+2

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. A.R. Lodder

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-3-2013 - Pagina 6 van 105

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN 2011-2012. Onderdelen uit de onderstaande tekst kunnen dus zijn verouderd. Het behandelen van belangrijke vraagstukken van internetrecht en de oplossingen die daarvoor op basis van huidig en komend nationaal en internationaal recht worden geboden. Tijdens het vak wordt inzicht verschaft in de problemen die zich bij rechtsvorming op internet voordoen en wordt verwacht dat een bijdrage wordt geleverd aan oplossing daarvan. Hierbij dienen de juridische problemen vanuit verschillende deelgebieden op een integratieve manier te worden benaderd. Complexe casus worden diepgaand geanalyseerd en juridische oplossingen moeten zelfstandig worden aangedragen. De literatuur en juridische bronnen worden diepgaand geanalyseerd en geïnterpreteerd en kritisch beschouwd, ook in de Engelse taal en op nieuwe rechtsgebieden. Inhoud vak Het internetrecht is als geen andere juridisch domein dynamisch en de keuze voor de onderwerpen van deze cursus wordt dan ook ingegeven door de actualiteit. De literatuur wordt aangevuld met online materiaal en (zeer) recente jurisprudentie. Mogelijke onderwerpen zijn: privacy, aansprakelijkheid van tussenpersonen, online geschillenoplossing, softwareoctrooien. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkgroepen. Toetsvorm De deelnemers maken gedurende de collegeperiode een aantal schriftelijke opdrachten (65%). Aan het eind van de collegeperiode maken zij een eindwerkstuk (25%) dat zij aan hun medecursisten presenteren en verdedigen (10%). Literatuur Wordt via Blackboard ter beschikking gesteld. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Overige informatie Van de deelnemers wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan de discussie in de werkgroepen. Er is geen afsluitend tentamen. Voor alle bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsplicht.

Ambtenarenrecht Vakcode

R_Ambt.recht (201863)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. F.H.J.G. Brekelmans


6-3-2013 - Pagina 7 van 105

Docent(en)

mr. F.H.J.G. Brekelmans

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Het doel van dit vak is dat de student kennis verwerft van de positie van de ambtenaar binnen ons staatsbestel en van de rechtspositie van de ambtenaar. Inhoud vak De onderwerpen zijn onder te brengen in de volgende drie thema's: - De specifieke positie van de ambtenaar in het Nederlands staatsbestel: onderdelen van dit thema zijn o.m. grondrechten, integriteit, klokkenluidersregeling, de medezeggenschap en het primaat van de politiek en de wijze van totstandkomen van de rechtspositie van de ambtenaar (het overleg). - De (individuele) rechtspositie: aanstelling en ontslag, verlofregelingen en bezoldiging, reorganisaties en de sociale zekerheid. Bij de genoemde onderwerpen wordt een vergelijking gemaakt met het arbeidsovereenkomstenrecht. - Rechtsbescherming van de ambtenaar. Onderwijsvorm Acht werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Het tentamen omvat naast enkele kennisvragen een of meer casus die de student moet kunnen analyseren en die hij juridische moet oplossen. Literatuur E. Verhulp, Inleiding in het Nederlands ambtenarenrecht (laatste druk) en een reader. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Sociaal recht - Bestuursrecht

Arbeidsrecht Vakcode

R_Arbeidsr ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. L. van den Berg


6-3-2013 - Pagina 8 van 105

Docent(en)

mr. L. van den Berg, mr. W.L. Roozendaal, mr. S.H. Kuiper

Lesmethode(n)

Werkgroep, Hoorcollege

Doel vak Het doel van de cursus is het verwerven van een grondige kennis van en inzicht in de systematiek en inhoud van het Nederlandse arbeidsovereenkomstenrecht. De cursus draagt voorts bij aan de vaardigheid wetgeving, rechtspraak, literatuur en andere bronnen van arbeidsrecht te analyseren en becommentariëren en bevordert een kritische reflectie op het arbeidsrecht. Door de bespreking van casus en het houden van een pleidooi wordt geoefend in het selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen feitencomplex, het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen en het mondeling presenteren van een juridisch betoog. Voorts wordt door de verplichting een paper te schrijven oefening geboden in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het schriftelijk rapporteren over de resultaten daarvan. Studenten beoordelen elkaars werk voorafgaand aan het inleveren van de paper, waarmee zij oefenen in het reflecteren op het eigen leerproces en het leveren en ontvangen van opbouwende kritiek ten aanzien van wetenschappelijke bijdragen. Inhoud vak De stof omvat het gehele individuele arbeidsovereenkomstenrecht. Een belangrijk deel daarvan komt aan de orde in werkgroepen. Daarin wordt onder meer aandacht besteed aan de loondoorbetaling bij ziekte, zorgverlof, de aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten, overgang van onderneming, bijzondere bedingen, zoals het concurrentiebeding, en aan het ontslagrecht. Tijdens de werkgroepen worden casus besproken. Verder wordt van iedere deelnemer verwacht dat hij een pleidooi houdt in een fictief arbeidsrechtelijk geschil. Tijdens de colleges worden enkele onderdelen van de stof uitgelicht en op een hoger abstractieniveau benaderd, zodat een kritische reflectie op het arbeidsrecht verder wordt bevorderd. Ten slotte dienen de deelnemers in groepjes van twee een paper te schrijven. Onderwijsvorm Werkgroepen en hoorcolleges Toetsvorm De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk (open boek) tentamen. De paper wordt voor 25% in de eindbeoordeling betrokken. Voor beide onderdelen moet een voldoende worden gehaald. Literatuur - W.C.L. van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer 2011, (23e druk), bewerkt door W.H.A.C.M. Bouwens en R.A.A. Duk; W.L. Roozendaal, - Arbeidswetgeving 2011-2012, Deventer 2011; (28e druk); - Syllabus Arbeidsrecht (BlackBoard). Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht:


6-3-2013 - Pagina 9 van 105

- 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen. Overige informatie Verdeling van onderwerpen voor paper en pleidooi vindt plaats na een introductiebijeenkomst begin 2011. Wie niet bij deze bijeenkomst aanwezig kan zijn, wordt verzocht dit vooraf te melden aan de docent.

Auteursrecht Vakcode

R_Auteursr (201756)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. M.R.F. Senftleben

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Inzicht verwerven in het recht van de intellectuele eigendom in het algemeen en in het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht in het bijzonder. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. Het ontwikkelen van het vermogen de op dit rechtsgebied geldende normen in het licht van sociale, culturele en economische belangen kritisch te heroverwegen. Inhoud vak Auteursrecht is het recht van schrijvers, schilders, componisten, filmmakers en andere makers van werken van letterkunde, wetenschap of kunst. Dit begrip omvat ook meer functionele voortbrengselen, zoals computerprogramma's en producten van industriële vormgeving. Naburige rechten bieden onder meer bescherming aan uitvoerende kunstenaars. Het auteursrecht vormt het draagvlak voor de exploitatie, en daarmee niet zelden ook voor het maken van werken. Zonder auteursrecht zouden geen films gemaakt kunnen worden en zouden uitgeverijen niet kunnen bestaan. Technische ontwikkelingen en het internet stellen het auteursrecht voor nieuwe uitdagingen. Naar hun aard zijn werken van letterkunde, wetenschap of kunst niet aan landsgrenzen gebonden. Het vak heeft dan ook een duidelijk internationale dimensie via overeenkomsten als de Berner Conventie en het TRIPS-verdrag. Het Europese recht en het beleid van de Europese Commissie spelen een grote rol, o.a. in de vorm van Europese richtlijnen. Onderwijsvorm


6-3-2013 - Pagina 10 van 105

Eén keer per week wordt hoorcollege gegeven. Tijdens de colleges worden naast de algemene stof ook oefencasussen besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op blackboard in de loop van augustus. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Overige informatie Studenten kunnen tegen gereduceerde contributie lid worden van de Vereniging voor Auteursrecht.

Belastingen van rechtsverkeer Vakcode

R_BelRevk (211418)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

W.J.J.G. Speetjens

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkcollege

Doel vak Grondige kennis van en inzicht in de toepassing van de overdrachtsbelasting, de kapitaalsbelasting en de formaliteit van registratie, zodanig dat men in de notariële praktijk op deze terreinen in korte tijd goed kan functioneren. Inhoud vak Wetgeving, uitvoeringsregelingen en jurisprudentie inzake de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de omzetbelasting 1968 voor wat betreft de levering van onroerend goed en de Registratiewet 1970. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. Toetsvorm Schriftelijk tentamen open vragen. Literatuur J.C. van Straaten, Wegwijs in de overdrachtsbelasting, nieuwste druk. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening


6-3-2013 - Pagina 11 van 105

en de vakken: - Economie I - Economie II - Verbreding goederenrecht I - Verbreding goederenrecht II of Verbreding goederenrecht.

Belastingrecht I Vakcode

R_BelastI (211419)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. R.T.B.M. Gerritsen

Docent(en)

mr. A.G.M. Bout-van Dijk, mr. R.T.B.M. Gerritsen, mr. H.A. Brasz

Lesmethode(n)


Doel vak Het verwerven van elementaire kennis van het Nederlands belastingrecht op het gebied van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting. Na het succesvol afronden van dit vak moet de student de fiscale gevolgen van juridische handelingen begrijpen en globaal kunnen duiden. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Inhoud vak In dit vak worden de hoofdlijnen van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting behandeld. Tevens wordt globaal aandacht besteed aan formeelrechtelijke aspecten van de belastingheffing. Onderwijsvorm Er worden hoor- en werkcolleges gegeven gedurende twee keer twee uur per week. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. In de werkcolleges wordt de theorie aan de hand van casus toegepast. Toetsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen). Literatuur *L.G.M. Stevens, Eelementair belastingrecht voor Economen en Bedrijfsjuristen (theorieboek), Kluwer 2012/2013 *Pocket Belastingwetten 2012 Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht

Belastingrecht II Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 12 van 105

Vakcode

R_BelastII (211420)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)

mr. R.T.B.M. Gerritsen, mr. A.G.M. Bout-van Dijk, mr. H.A. Brasz

Lesmethode(n)

Werkcollege, Hoorcollege

Doel vak Voortbordurend op het vak Belastingrecht I, vindt in het vak Belastingrecht II verdieping plaats op het gebied van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Na het succesvol afronden van dit vak moet de student de fiscale gevolgen van juridische handelingen begrijpen en globaal kunnen duiden. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Inhoud vak Er worden hoor- en werkcolleges gegeven gedurende twee keer twee uur per week. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. In de werkcolleges wordt de theorie aan de hand van casus toegepast. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijk Tentamen (open vragen). Literatuur *L.G.M. Stevens, Eelementair belastingrecht voor Economen en Bedrijfsjuristen (theorieboek), Kluwer 2011/2012 *Pocket Belastingwetten 2011. Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht.

Belastingrecht III Vakcode

R_BelastIII (211421)

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)

mr. R.T.B.M. Gerritsen, mr. A.G.M. Bout-van Dijk, mr. H.A. Brasz


6-3-2013 - Pagina 13 van 105

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verdiepen van de basiskennis uit de vakken belastingrecht I en II door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van cases, zodat men later in de praktijk fiscale aspecten kan onderkennen. Het belastingrecht is aan permanente verandering onderhevig. In verband hiermee is de studie van dit vak gericht op het leren onderkennen van de fiscale problematiek, die voortvloeit uit bepaalde juridische en economisch-maatschappelijke vraagstukken. Inhoud vak Er worden casusposities behandeld over de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting. Onderwijsvorm Responsiecolleges. Toetsvorm De ingeleverde werkstukken worden wekelijks beoordeeld. Het eindcijfer is het gemiddelde van de ingeleverde werkstukken. Indien de werkcolleges onvoldoende resultaat opleveren, dient men deze (deels) over te doen. Literatuur *L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk 2011/2012; *Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2011. *Alle beschikbare fiscale bronnen in de bibliotheek Vereiste voorkennis Ingangseis: - een afgerond eerste bachelorjaar Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht

Bestuurlijk organisatierecht Vakcode

R_Best.org.r (201872)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M.C. Voogd

Docent(en)

mr. M.C. Voogd

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. De leerdoelen van dit vak zijn: - het kennen van de juridische structuur van de bestuurlijke organisatie en van de juridische invalshoeken voor bestudering van de bestuurlijke organisatie; - het verwerven van inzicht in enkele belangrijke vraagstukken van bestuurlijk organisatierecht, mede aan de hand van wetgeving en Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 14 van 105

jurisprudentie; - het zelfstandig kunnen analyseren, oplossen en bekritiseren van enkele casusposities van bestuurlijk organisatierecht, alsmede het schriftelijk kunnen presenteren van de bevindingen. Inhoud vak De organisatie van het openbaar bestuur is niet statisch, maar voortdurend in beweging. Gemeenten worden samengevoegd en departementen heringedeeld, er wordt geprivatiseerd, verzelfstandigd, gecentraliseerd en gedecentraliseerd; op kleinere schaal worden bestuurscommissies, adviescommissies en afdelingen ingesteld en opgeheven, delegaties of mandaten verleend dan wel ingetrokken en worden politieke ambtsdragers en ambtenaren benoemd en ontslagen. Hoe zorgen we dat de grote steden hun economische positie kunnen versterken zonder de samen te voegen met hun randgemeenten? Is het aanvaardbaar dat voorzieningen voor gehandicapten in de ene gemeente anders zijn geregeld dan in de andere? Moeten de ministeries van Justitie en van BZK worden omgevormd tot een ministerie voor Veiligheid? Kunnen de gevangenissen worden verzelfstandigd of zelfs geprivatiseerd? Moet het Amsterdamse Gemeente Vervoer Bedrijf een NV worden? Wat zijn de gevolgen als de Staat haar aandelen in Schiphol NV verkoopt? Uiteenlopende vragen, maar allemaal een kwestie van organisatie(recht). Vragen waar het 'klassieke' staatsen bestuursrecht traditioneel weinig aandacht voor heeft, maar die voor burgers en de samenleving als geheel van enorm belang zijn. Niet zelden is de onrechtmatigheid van besluiten en andere handelingen van de overheid terug te voeren op manco's in de bestuurlijke organisatie. Het vak Bestuurlijk organisatierecht houdt zich bezig met de juridische aspecten van de organisatie van het openbaar bestuur. De bestuurlijke organisatie van Nederland is vandaag de dag gecompliceerder dan ooit. Ontwikkelingen zoals regiovorming, privatisering en de instelling van zelfstandige bestuursorganen hebben verstrekkende gevolgen voor de bestuurlijke organisatie. Kennis van gemeente- en provincierecht is daarvoor noodzakelijk maar tegelijkertijd ontoereikend. Het is de bedoeling te komen tot een geïntegreerde behandeling van de EGrechtelijke en nationaalrechtelijke aspecten, alsmede van de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke (en soms zelfs strafrechtelijke) kanten van de bestuursorganisatie. Onderwijsvorm Hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van werkstukken, wellicht een excursie. Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (Blackboard). Een groot deel van de colleges wordt verzorgd door mr. M.C. de Voogd, senior consultant bij Berenschot. Daarnaast wordt onderwijs verzorgd door o.a. mr. H. Battjes, mr. S.A.J. Munneke, en prof.mr. S.E. Zijlstra. Toetsvorm Voor het vak dienen twee opdrachten te worden gemaakt die elk voor 25% meetellen in het eindcijfer. Aan het eind van de cursus wordt een tentamen afgelegd dat voor 50 % meetelt voor het eindcijfer. Literatuur Zie Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 15 van 105

en het vak: - Bestuursrecht

Bestuursprocesrecht Vakcode

R_Best.proc. (201766)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. J. Struiksma

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Doel van het vak Bestuursprocesrecht is het verwerven van kennis van en inzicht in de systematiek van de bestuursrechtelijke rechtsbescherming. De verworven kennis en vaardigheden kan de student na afronding van de collegecyclus zelfstandig, kritisch en op academisch niveau toepassen in complexe en specialistische casus. Inhoud vak Het theoretische gedeelte bestaat uit zes hoorcolleges, waarin een aantal kernaspecten uit het bestuursprocesrecht nader worden uitgediept. De rode draad is de spanning die bestaat tussen de twee fundamentele tegenpolen in het bestuursprocesrecht, het recours objectif en het recours subjectief, en de wens om in toenemende mate te komen tot efficiënte en effectieve geschilbeslechting. De praktische component bestaat uit het schrijven van processtukken en het pleiten in een concrete zaak. U dient daarbij als procesvertegenwoordiger voor uw cliënt (belanghebbende of bestuursorgaan) processtukken op te stellen en de zaak op een zitting te bepleiten. Een advocaat met veel proceservaring op het gebied van het bestuursrecht zal een gastcollege verzorgen. Hij besteedt aandacht aan de wijze waarop u in het bestuursrecht dient te procederen. Denk hierbij aan het verschil tussen pleiten vanuit de positie van eiser en het pleiten voor verweerder. Na het volgen van het vak is de student op de hoogte van recente ontwikkelingen in het bestuursprocesrecht en beschikt hij over basisvaardigheden voor het voeren van een bestuursrechtelijke procedure. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, schrijf- en pleitvaardigheden. Toetsvorm Het eindcijfer voor het vak wordt opgebouwd uit de volgende componenten: tentamen (open boek) (4/10), opstellen van het processtuk (2/10), het schrijven van een annotatie (2/10) en het pleiten (2/10). Literatuur Nader bekend te maken. Vereiste voorkennis


6-3-2013 - Pagina 16 van 105

Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Aanbevolen voorkennis Het vak: - Bestuursrecht Overige informatie De opzet van het vak impliceert een actieve inbreng van de studenten en doet derhalve niet alleen beroep op enige basiskennis (verkregen uit het vak Bestuursrecht) maar ook op de interesse van de student voor het procesrecht. Het stelt de studenten tevens in staat uitdrukkingsvaardigheden (schriftelijk en mondeling) te oefenen.

Bijbel, christelijk geloof en recht Vakcode

R_Bijb.chr.r (201830)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J.W. Sap

Doel vak Doel van dit vak is studenten die in de relatie tussen bijbel, christelijk geloof en recht geïnteresseerd zijn mogelijkheden te geven bepaalde thema's nader uit te diepen, problemen te onderkennen en standpunten te verdedigen. Daarbij is de kennis van en inzicht in de standpunten van anderen een eerste stap om te komen tot een eigen mening en onderlinge discussie. Studenten worden gestimuleerd te reflecteren op de relatie tussen bijbel en christelijk geloof enerzijds en het recht anderzijds. Is de bril waarmee we naar problemen kijken wel adequaat? Wat zijn onze impliciete uitgangspunten met het oog op onze toekomstige positie in het werkveld? Inhoud vak De centrale vragen die in dit vak aan de orde komen zijn de volgende: 1. Welke rol speelt het recht in de bijbel? 2. Welke rol spelen de bijbel en het christelijk geloof in het recht? De nadruk zal op de tweede vraag liggen. Deze vragen zijn op talloze manieren uit te werken. Om een aantal onderwerpen te noemen: - het sociale recht in de bijbel (de zorg voor weduwen en wezen); - het strafrecht in de bijbel; - het proces van Jezus; - recht in het nieuwe testament; - christelijke staatsvisies; - de visie van Paul Scholten op het recht; - medezeggenschap (o.a. in ondernemingen); - de verhouding tussen (positief) recht en gerechtigheid; - eerbied voor het leven. - vreemdelingenrecht.


6-3-2013 - Pagina 17 van 105

Onderwijsvorm Een paper en een literatuurpakket. Toetsvorm Mondeling tentamen en/of paper. Literatuur Bij voldoende belangstelling (meer dan tien studenten) zal eventueel een syllabus worden uitgegeven. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Overige informatie Schriftelijk aanmelden vóór 1 maart 2011 bij de coördinator van het vak.

Bijzonder strafrecht Vakcode

R_BijzStr (201421)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. M.J.A. Duker

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het vak beoogt de deelnemers vertrouwd te maken met het strafrecht dat betrekking heeft op de financieel-economische criminaliteit en dat veelal is neergelegd in bijzondere strafwetten zoals bijvoorbeeld de Wet op de economische delicten of de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de vaak complexe juridische normering, maar ook naar het functioneren van de regelgeving in de praktijk. Naast het vergaren van juridische kennis hierover wordt beoogd studenten te leren ingewikkelde vaak technisch-juridische vraagstukken te analyseren en te begrijpen. Inhoud vak Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer de Wet op de economische delicten en de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, witwassen, marktmisbruik, de wijze van strafbaarstelling van gedrag in bijzondere wetten, opzet en schuld in het bijzondere strafrecht, opsporing en vervolging in bijzondere wetten en de verhouding tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving. Onderwijsvorm Gedurende zeven weken wordt een keer per week een college verzorgd. Daarnaast worden enkele gastcolleges verzorgd. Van de deelnemers wordt verwacht dat zij de colleges voorbereiden door bestudering van de voorgeschreven stof en op basis daarvan actief deelnemen aan discussie. Toetsvorm


6-3-2013 - Pagina 18 van 105

Schriftelijk tentamen. Literatuur F.G.H. Kristen, R.M.I. Lamp, J.M.W. Lindeman en M.J.J.P. Luchtman (red.), Bijzonder strafrecht, Strafrechtelijke handhaving van sociaaleconomisch en fiscaal recht in Nederland, Den Haag: Boom Lemma uitgevers 2011. Rechtspraak wordt ter beschikking gesteld op Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening

Burgerlijk procesrecht Vakcode

R_Burg.proc (201846)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. H.L.G. Wieten

Docent(en)

prof. mr. C.J.J.C. van Nispen, mr. H.L.G. Wieten

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Studenten leren redeneren met het procesrechtelijke begrippenapparaat, toegespitst op het onderwerp bewijsrecht. Men leert algemene kennis toe te passen op bijzondere gevallen, maar ook om regels te formuleren door algemene kennis af te leiden uit verschillende bijzondere gevallen. Studenten maken zich analytische, probleemoplossende en schriftelijke vaardigheden eigen. Inhoud vak Bewijsgaring, getuigenbewijs, deskundigenbericht, bescherming van bewijs Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroep Toetsvorm Paper en tentamen Literatuur -Rapport Adviescommissie burgerlijk procesrecht over discovery -Rapport commissie Storme -Burgerlijke Rechtsvordering Tekst & Commentaar, A.I.M. van Mierlo, C.J.J.C. van Nispen en M.V. Polak, Deventer 2010, art. 163 t/m 207 en art. 1019b t/m 1019d -Dissertatie Fernhout, hoofdstuk 2 -Dissertatie De Groot, hoofdstuk 3 -Artikelen over art. 1019b Rv. in BIE 2010 van Van Nispen en Verschuur, met naschrift Van Nispen Vereiste voorkennis


6-3-2013 - Pagina 19 van 105

Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Burgelijk proces- en insolventierecht Overige informatie Het aantal deelnemers is onbeperkt.

Capita selecta contractenrecht Vakcode

R_CS.cont.r ()

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Inhoud vak DIT VAK VERVALT MET INGANG VAN COLLEGEJAAR 2011-2012.

Capita selecta pensioenrecht Vakcode

R_CS.pensio (201775)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. E. Lutjens

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Juridische verdieping van het vak Pensioenrecht. In dit vak wordt geen volledig overzicht gegeven van de diverse juridische aspecten betreffende pensioenvoorzieningen. In dit verdiepingsvak zal één bijzonder onderwerp nader uitgediept worden. Inhoud vak De inhoud kan jaarlijks veranderen, rekening houdend met hetgeen op dat moment actueel is. Onderwijsvorm Schrijven en verdedigen van een werkstuk over een afgebakend pensioenjuridisch onderwerp. Toetsvorm Werkstuk en mondeling tentamen.


6-3-2013 - Pagina 20 van 105

Literatuur Nader op te geven. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Pensioenrecht

Capita selecta strafrecht Vakcode

R_CSStrR ()

Periode

Periode 3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. B. de Wilde

Docent(en)

mr. B. de Wilde

Lesmethode(n)

Hoorcollege, Werkgroep

Doel vak Dit vak heeft als doelen het verdiepen van de kennis van het materiële en het formele strafrecht, het leren interpreteren van arresten van de Hoge Raad en het EHRM en het inzicht krijgen in de manier waarop wetenschappelijke discussies worden gevoerd. Inhoud vak In dit vak worden twee thema’s aan de orde gesteld. Dit jaar zijn dat: 1. Noodweer 2. Het recht op een eerlijk proces, in het bijzonder het recht getuigen te ondervragen Beide thema’s zullen worden uitgediept. Daarbij wordt ruimschoots aandacht besteed aan het interpreteren van jurisprudentie, zowel van de Hoge Raad als het EHRM, en aan ontwikkelingen die in deze jurisprudentie kunnen worden waargenomen. Ook zal de soms zeer actuele wetenschappelijke discussie over de thema´s een belangrijke rol spelen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het wetsvoorstel-Teeven met betrekking tot het recht je in je eigen huis te verdedigen en aan de Wet afgeschermde getuigen, die in het kader van de bestrijding van terroristische misdrijven in het leven is geroepen. De argumenten die ten grondslag liggen aan deze (voorgestelde) wetten, zullen kritisch onder de loep worden genomen. Onderwijsvorm Aan ieder thema worden twee hoorcolleges en twee werkgroepen gewijd. Om toegelaten te worden tot de werkgroepen, moeten de voorgeschreven literatuur en jurisprudentie integraal zijn bestudeerd en moeten de werkgroepopdrachten zijn gemaakt. Toetsvorm


6-3-2013 - Pagina 21 van 105

Tentamen Literatuur Syllabus Capita selecta strafrecht.

Children's Rights from an International Perspective Course code

R_Child.righ (200928)

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. C. Forder

Teaching staff

prof. dr. C. Forder

Teaching method(s)

Lecture

Course objective Introduction to children's rights in a number of international conventions, including the European Convention on Human Rights and the Convention on the Rights of the Child. The course includes study of the conventions at international level (content, interpretation, implementation and monitoring) but also trains in the implementation of those rights in national systems. Course content Topics to be dealt with include: sources of children's rights, children's right to participate in decision-making, children in the criminal law, in detention and in immigration law. In the second part of the course, students will write a paper on a topic chosen in consultation with the tutor and written under her supervision. Each student will also give a presentation in class. Students may also be required to write a web-log and to react to those of other students. The course may include an outing to a court hearing or other activity relevant to children's rights. Form of tuition Lectures Type of assessment Paper outline, oral presentation, and paper. Course reading Information will be made available on Black Board. Remarks This course will be given in English. Students must have a good spoken and written command of the English language. This course is meant for exchange and IBL students, as well as for regular students of the faculty of law of the Free University Amsterdam. Exchange students must have completed basic courses on Family and Health Law and/or International (Human Rights) Law. Dutch students must have completed the course 'Familie- en gezondheidsrecht'.

Common Law and Language


6-3-2013 - Pagina 22 van 105

Course code

R_Com.law.l (200993)

Period

Period 4, Period 5

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. F.M. Gilligan

Teaching staff

mr. F.M. Gilligan

Teaching method(s)

Study Group

Course objective To provide students with a solid grounding in the theory, language and practice of English Law. The course has a high Added Value. Participation in this course makes future foreign legal study and employment more likely. Course content Education: - Apprecitation of the problems of civil to common law translation - The historical development of the common Law System - The British Constitution - The court structure - The English judiciary - The English Legal Profession - Criminal procedure and substantive criminal law - The English law of contract and the concept of Consideration - British Company law Skills: - Learning English law from English legal texts - Listening to lectures on English law given by a native speaker - Reading, understanding, summarizing and critically comparing English case law. - Legal correspondence and e-mails - Writing an English C.V. - Writing a letter of job application in English - Drafting Legal memoranda in English - Researching documents and jurisprudence from legal internet sites - Preparing and presenting a Moot Court. Form of tuition Student self study from English Legal Textbooks followed by Socratic and exercise based weekly tutorials (werkgroepen) of 2 academic hours. High standard of preparation and self study. Full attendance and participation compulsory. Type of assessment Continuous assessment based on attendance and input plus two exams:1000 word essay plus Moot Court. Course reading Course Syllabus, “Law” (made simple) D.L.Barker, “Criminal Law” Smith and Hogan, “The English Legal System”, Walker and Walker. Entry requirements Only Masters students. Good level of English.Pleading experience necessary.


6-3-2013 - Pagina 23 van 105

Entry requirements students Masters degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements. Entry requirements students Bachelors degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including "Pleitoefening" Remarks Students who do not attend the first lesson automatically loose course place. Minimally 90% course attendance required - gives access to examination. No re-sit examinations. Do not contact the teacher directly regarding placement.

Comparative Law: Legal Culture and Language Course code

R_ComLawR ()

Period

Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. F.M. Gilligan

Teaching method(s)

Lecture

Course objective The aim of the course is in-depth understanding of Comparative law and legal-cultural differences. Special attention for writing in English and using English legal terminology that often refers to Common Law terminology. Course content Seminars. Type of assessment Assignments and Paper. Course reading Literature: - Legrand, P & Munday, R (eds), Comparative Legal Studies: Traditions and Transitions (Cambridge UP, 2003) (Legrand & Munday) - Nelken, D & Feest, J (eds), Adapting Legal Cultures (Hart, 2001) (Nelken & Feest) - Örücü, E & Nelken, D (eds), Comparative Law: A Handbook (Hart, 2007) (Örücü & Nelken) - Reimann, M & Zimmermann, R (eds), The Oxford Handbook of Comparative Law (Oxford University Press, 2006) (Reimann & Zimmermann) - Riles, A (ed), Rethinking the Masters of Comparative Law (Hart, 2001) (Riles) - Smits, JM (ed), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (Edward Elgar, 2006) (Smits) - Van Hoecke, M (ed), Epistemology and Methodology of Comparative Law (Hart, 2004) (Van Hoecke) In addition frequent reference will be made to - Frances Gilligan, Common law and language – Reader, VU Boekhandel - Zweigert, K & Kötz, H, An Introduction to Comparative Law (Oxford Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 24 van 105

University Press, 3rd ed, 1998; trans T Weir) (Zweigert & Kötz) Assignments Legal cultures and mentalities - Zweigert & Kötz, pp 63-73. - Glenn, P, Comparative Legal Families and Comparative Legal Traditions, in - Reimann & Zimmermann, 421. - Legrand, P, European Legal Systems are not Converging (1996) 45 International and Comparative Law Quarterly 52. - Cotterrell, R, Comparative Law and Legal Culture, in Reimann & Zimmermann,709. Methodology (1): Functionalism - Zweigert & Kötz, pp 32-47. - Michaels, R, The Functional Method of Comparative Law, in Reimann & Zimmermann, 339. - Graziadei, M, The Functionalist Heritage, in Legrand & Munday, 100. Methodology (2): Alternatives to functionalism - Samuel, G, Taking Methods Seriously (Part One) (2007) 2 Journal of Comparative Law 94. - Samuel, G, Taking Methods Seriously: (Part Two) (2007) 2 Journal of Comparative Law 210-237. Extra - D.L. Barker. Law (made simple) 11th edition, ISBN 0750654058. - The Concise Oxford Dictionary, 10th edition, ISBN 0-19-860259-6. - Osborn’s Concise Law Dictionary, ISBN 0-42138900-1.

Conflictoplossing, mediation en onderhandelen Vakcode

R_ConMO ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. drs. G. de Groot

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Het vak Conflictoplossing, mediation en onderhandelen beoogt de horizon van studenten te verbreden door de betekenis van recht en juridische procedures te plaatsen in het bredere kader van de manier waarop in de samenleving conflicten worden voorkomen, ingeperkt en opgelost. Daarbij gaat het niet alleen om verwerving van kennis, maar ook om ontwikkeling van een professionele attitude. Voor succesvolle toepassing van juridische kennis en vaardigheden is immers een attitude vereist die past bij de betreffende beroepsrol, of het nu gaat om het voeren van contractsonderhandelingen, het adviseren en bijstaan van een cliënt of het geven van een beslissing in een conflictsituatie. In dit kader wordt inzicht verkregen in en kennis van de verhouding tussen traditionele geschilbeslechting en andere conflictoplossingsmethoden zoals mediation, van theoretische aspecten van conflictoplossing, mediation en onderhandelen in een gejuridiseerde conflictsituatie en van de praktijk van conflictoplossing, mediation en onderhandelen in Nederland. Een nevendoel van het vak is meer vertrouwd te raken met de gangbare mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid in de rechtspraktijk door te oefenen met de toepassing van communicatie-, mediation- en onderhandelingstechnieken en met de advisering van een cliënt of Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 25 van 105

rechtzoekende bij de keuze van een conflictoplossingsmethode. Inhoud vak Het vak bestaat uit drie onderdelen die nauw met elkaar samenhangen. Ten eerste wordt ingegaan op de verschillende methoden van conflictoplossing, zoals mediation, bindend advies, arbitrage en geschilbeslechting door de rechter en het gebruik daarvan in Nederland. Ten tweede komen communicatieve aspecten van conflictoplossing aan de orde en theoretische aspecten van onderhandelen in een conflict dat mede juridisch van aard is. Hierbij wordt onder meer ingegaan op ‘Harvardonderhandelen’. Ten derde gaat het om de praktische toepassing van communicatie-, mediation- en onderhandelingstechnieken. Naast oefeningen tijdens werkcolleges dient een onderbouwd advies aan een cliënt of rechtzoekende te worden geschreven waarin de cliënt of rechtzoekende wordt geadviseerd wat in de gegeven situatie naar verwachting de meest passende vorm van conflictoplossing zal zijn. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkcolleges. Toetsvorm Schriftelijke opdrachten en schriftelijk tentamen. Literatuur Wordt via Blackboard bekend gemaakt.

E-Commerce Law Course code

R_E.commerc (200942)

Period

Period 5

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Reading

Course objective PLEASE TAKE NOTE: THIS IS DE STUDY GUIDE INFORMATION OF THE 201-2011 ACACEMIC YEAR. CERTAIN PARTS OF THE FOLLOWING TEXTS MAY HAVE SINCE CHANGED OF BE OUTDATED. The prime goal of the course is to obtain a general understanding of legal issues that occur when doing business online. The European Union directives related to electronic commerce are taken as a starting point in this course. Course content E-commerce conducted between businesses is already quite successful, and so is consumer e-commerce. Current legislation has been drafted for a paper-based society. For the information society services adaptations to existing legislation or drafting of new legislation is necessary. For that purpose the European Commission has enacted several directives over the years. The course gives insight into the main issues on e-commerce such as liability of service providers, electronic contracting, defamation, and online dispute resolution.


6-3-2013 - Pagina 26 van 105

Form of tuition Lectures and discussion classes. Type of assessment A written examination (60%) and two papers (40%. Course reading Online materials are provided. Entry requirements Entry requirements students Bachelors degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening Entry requirements IBL-students: - there are no requirements.

Engels/Amerikaans privaatrecht Vakcode

R_EngelsAm (201891)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. R.I.V.F. Bertrams

Docent(en)

mr. R.I.V.F. Bertrams

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Inhoud vak De cursus bestaat uit twee delen: Inleiding Continentaal recht (Nederland, Duitsland, Frankrijk): vier vijf uur. Bij de korte karakterisering van dit - ons eigen - systeem wordt speciale aandacht gegeven aan de benadering van het recht en de rechtsvinding, de daarbij gebruikte rechtsbronnen en technieken. Deze karakterisering dient vooral als basis voor de vergelijking met het volgende deel. Engels privaatrecht, ongeveer 25 uur. Het zwaartepunt van de cursus ligt sterk bij dit onderdeel. De reden hiervoor is dat dit rechtssysteem in vele opzichten beduidend afwijkt van de diverse systemen op het Europese continent en met name in het internationale handels- en rechtsverkeer een belangrijke rol speelt. Het kenmerkende van het Engels (privaat)recht, alsmede de technieken en concepten/rechtsbegrippen worden hierbij blootgelegd. De cursus geeft een basiskennis van common law, equity, de relatieve positie van de rechtsbronnen, i.h.b. de rechtspraak met haar precedentwerking, en het rechterlijk proces. De onderwerpen trust, fiduciary verhoudingen, negligence en een caput contractenrecht worden intensief bestudeerd. Eén en ander geschiedt aan de hand van vonnissen en excerpten uit Engelse literatuur, die gebundeld zijn in de syllabus Engels?Amerikaans Privaatrecht. Deze bundel bevat uitsluitend Engelstalig materiaal. Onderwijsvorm


6-3-2013 - Pagina 27 van 105

Colleges. In verband met de aard van het vak, de wijze van behandelen (geen handboeken, veel praktijkgevallen en rechtspraak) en de aard van het tentamen (nadruk op casusoplossing) is een zeer regelmatige en actieve deelname aan de colleges noodzakelijk. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Syllabus Engels/Amerikaans Privaatrecht. De inhoud hiervan wordt beheersbaar door middel van de colleges. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening

Estate planning Vakcode

R_Estatepl (211424)

Periode

Periode 3+4

Credits

9.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

W.J.J.G. Speetjens

Docent(en)

prof. mr. A.H.N. Stollenwerck, W.J.J.G. Speetjens

Lesmethode(n)


Doel vak Het leren adviseren inzake en het daadwerkelijk kunnen begeleiden van de overheveling van (familie)vermogens naar de volgende generatie(s), bezien zowel vanuit nationaal en als internationaal perspectief. Dit betreft zowel de menselijke, familiale kant, een fiscaal gunstige oplossing en een redelijk beheer door de volgende generatie. Inhoud vak De reeds bestudeerde vakken Erfrecht, Huwelijksvermogensrecht, Successierecht, Inkomstenbelasting en de daarmee verwante problemen van burgerlijk en fiscaal recht worden zodanig met elkaar in combinatie gebracht en toegepast dat deze een antwoord geven op de vragen die bij cliënten van notariskantoren en aanverwante financiële dienstverleners leven. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. Toetsvorm Mondeling tentamen. Literatuur Wordt bekendgemaakt via Blackboard. Vereiste voorkennis


6-3-2013 - Pagina 28 van 105

Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Erfrecht I - Erfrecht II - Huwelijksvermogensrecht - Verbreding goederenrecht I - Verbreding goederenrecht II of Verbreding goederenrecht - het vak Contractenrecht en goederenrecht of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht - Personen- en familierecht. Aanbevolen voorkennis De vakken: - Belastingen van rechtsverkeer - Succesiewet.

EU Internal Market Law Course code

R_EUIML ()

Period

Period 1+2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. G.T. Davies

Teaching method(s)

Lecture

Course objective This course gives students and advanced knowledge of EU internal market law, and requires students to consider EU law in its economic, social, and national legal context, and to consider how economic and social factors influence the interpretation of the law and its use. They will study concrete problems of inter-state movement and trade, and will learn to analyse factual situations, and identify and resolve conflicts between policies and laws. The exam will require them to analyse and present conclusions in a clear and concise way. Course content Free movement of goods, services, persons and capital; EU citizenship; the internal situation; horizontal application of free movement law; social impact of the internal market; economic policy behind the internal market; proportionality and its application; derogations from free movement law and their scope. Form of tuition Lectures Type of assessment Exam. Course reading


6-3-2013 - Pagina 29 van 105

Chalmers, Davies and Monti, EU Law (CUP, 2nd edn, 2010).

European Constitutional Law Course code

R_Eur.consti (201519)

Period

Period 1

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. S.E.M. Herlin Karnell LLM

Teaching staff

dr. G.N. Cornelisse

Teaching method(s)

Reading

Course objective This course develops an advanced understanding of EU constitutional law. Students will be required to read and analyse academic literature independently, and present their conclusions orally in the seminars. For the paper they will be required to formulate a subject, research independently, and write clearly. The exam requires them to analyse a problem and communicate that analysis in writing. Course content The core elements of European public law, at an advanced level, and selected recent developments in European public law, at an advanced level: EU competences and their control Human rights within the EU legal order Subsidiarity and general principles of EU law Enforcement of EU law The Court of Justice and its function The EU and international law European citizenship Type of assessment Exam and paper Course reading Chalmers, Davies and Monti, EU Law (CUP, 2nd edn, 2010) Registration procedure Students who wish to follow this course, should register for the course European Law Seminars. Remarks The course will be given in English. Students must have completed the course 'Europees recht' or 'EU Law' or an equivalent course.

European Law Seminars Course code

R_EurLS ()

Period

Period 1+2

Credits

12.0

Language of tuition

English

Faculty



6-3-2013 - Pagina 30 van 105

Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Study Group

Course objective This course develops an advanced understanding of the development of the EU, the state of EU public law and the scope and functions of the EU. Students will be required to read and analyse academic literature independently, and present their conclusions orally in the seminars. For the paper they will be required to formulate a subject, research independently, and write clearly. The course is a preparation for independent advanced research and academic writing. Course content The core elements of European public law, at an advanced level, and selected recent developments in European public law, at an advanced level: - EU competences and their control - Human rights within the EU legal order - Subsidiarity and general principles of EU law - Enforcement of EU law - The Court of Justice and its function - The EU and international law - European citizenship - The EU and national identity - Reception of EU law in the member states and constitutional conflicts - External relations of the EU - The Area of Freedom, Security and Justice - Flexibility and enhanced co-operation Form of tuition Seminars (interactive discussion). Type of assessment Paper(s) and written exam. Course reading Chalmers, Davies and Monti, EU Law (CUP, 2nd edn, 2010).

European Private Law Course code

R_Eur.priv.l ()

Period

Period 2

Credits

6.0

Faculty


Coordinator

mr. J.W. Rutgers

Teaching staff

prof. dr. mr. M.V. Antokolskaia, prof. mr. L.M. Coenraad, mr. J.W. Rutgers

Teaching method(s)

Reading

Course objective European law has permeated the national legal orders to such an extent that European Private Law has become an integral part of the domestic systems of private law in Europe. The course European Private Law offers


6-3-2013 - Pagina 31 van 105

a unique opportunity to get the whole picture of already existing European Private Law in areas as different as: family law, contract law, property law, procedural law. The present incoherency of European Private Law has inspired various groups and commissions all over Europe to start projects that aim to draft proposals for a harmonised private law in Europe. The increasing involvement on the part of the European Institutions makes those proposals increasingly influential. Maybe in ten years, when you will be working as a legal professional, there will be one and the same European Civil Code in the whole of Europe. Or will at least contract law be harmonised? Or family law? And what about procedural law? Answers to those and many other questions will be given during the course European Private Law. Course content This course focuses on the following subjects: - General issues of European Private Law - Methods of developing European Private Law, - European family law, - European contract law, - European property law, - European procedural law. Form of tuition The program consists of 7 seminars, two hours per week. All students enrolled in the course are expected to attend every seminare and to participate actively. Type of assessment Students are required to write three assignments on subjects of the course. Final grades will be based on the grades acquired for the assignments and on the participation in the course. Course reading Reader Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Remarks The course will be taught in English. An active command of the English language is required. This course is meant for regular students of our faculty as well as for foreign exchange - and ÍBL students.

Europees en Nederlands mededingingsrecht Vakcode

R_Eur.Nl.me (201516)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. R.A. Abdullah Khan

Docent(en)

dr. mr. R.A. Abdullah Khan

Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-3-2013 - Pagina 32 van 105

Doel vak Het doel van dit vak is het redeneren aan de hand van mededingingsrechtelijke en economische concepten die centraal staan in de drie poten van de mededingingsbepalingen in het EU-Werkingsverdrag en de Mededingingswet: een kartelverbod, een verbod van misbruik van economische machtsposities en een concentratietoezicht. Bovenal dient de student zich te bekwamen in kritische analyse, zodat zelfstandig wordt geleerd lastige casusposities en vragen te behandelen. Het vak beoogt naast verdiept inzicht, vooral probleemoplossend vermogen te ontwikkelen. Inhoud vak Het Europese, Amerikaanse en Nederlandse mededingingsrecht. Onderwijsvorm Werkcolleges. Voorbereiding en actieve participatie zijn verplicht. Toetsvorm Take home tentamen. Literatuur *Damian Chalmers e.a., European Union Law, Text and materials, Cambridge University Press, 2010. *Mededingingsrecht, Beginselen van Europees recht en Nederlands Mededingingsrecht, Appeldoorn & Vedder, Europa Law Publishing, 2010 Einer Elhauge, Damien Geradin, Global Competition Law and Economics, Hart Publishing, 2011. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II - Volkenrecht (nieuw B2 vak) of Beginselen volkenrecht - Bestuursrecht Aanbevolen voorkennis Het vak: - Europees recht

Europees recht Vakcode

R_Eur.recht (201515)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J.W. Sap

Docent(en)

dr. mr. R.A. Abdullah Khan, prof. dr. J.W. Sap, prof. dr. G.T. Davies


6-3-2013 - Pagina 33 van 105

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van het Europeesrechtelijk begrippenapparaat. Om dit doel te bereiken is een voortdurende reflectie van de student noodzakelijk op zijn leerproces, de relevante vakinhoud, de methoden van rechtsvinding, de dilemma’s van de Europese integratie en de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen die geanalyseerd worden. Er wordt mede beoogd de student te bekwamen in het plaatsen van nationale rechtsproblemen in het perspectief van de Europese integratie. Het streven is om bij de studenten een kritische en genuanceerde houding te bevorderen ten aanzien van het recht van de Europese Unie. Doel is tevens het bevorderen van mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Inhoud vak De student krijgt een uitgebreide en verdiepte kennis van het recht van de Europese Unie na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Het gaat om het toepassen van kennis op onderwerpen als de organisatie, de bevoegdheden en de besluitvorming van de Europese Unie, de interne markt, het burgerschap van de Unie, de doorwerking, de mededinging, de EMU, buitenlandse betrekkingen, RVVR en rechtsbescherming. Onderwijsvorm Hoorcolleges die verplicht zijn, waarin wordt behandeld vooraf opgegeven en door de studenten te bestuderen literatuur en jurisprudentie. Van de student wordt verwacht actief deel te nemen aan de discussies en een beargumenteerd standpunt te kunnen innemen over opgegeven onderwerpen. Toetsvorm Mondelinge presentatie (25%), essay (25%) & schriftelijk tentamen (50%). Literatuur - Damian Chalmers e.a., European Union Law Text and materials, Cambridge University Press, 2010. - Syllabus Europees recht, 2011-2012 - Europocket Kluwer, laatste druk. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II - Volkenrecht (nieuw B2 vak) of Beginselen volkenrecht - Bestuursrecht

Europees staatsen bestuursrecht Vakcode

R_EurStBe ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands


6-3-2013 - Pagina 34 van 105

Faculteit


Coördinator

prof. mr. E. Steyger

Docent(en)

prof. mr. E. Steyger

Lesmethode(n)


Doel vak Levert diepgaande kennis op van de wisselwerking tussen Nederlands staatsen bestuursrecht en Europees Unierecht Inhoud vak Het recht van de Europese Unie beïnvloedt alle componenten van het Nederlandse recht. Met name van de wetgever en het bestuur (zowel op Europees als op nationaal niveau) dienen met deze beïnvloeding voortdurend rekening te houden. In het vak Europees bestuursrecht wordt de verdeling van de bevoegdheden tussen Unie en de lidstaten en de effecten van de communautaire wetgeving op het zowel het handelen van de Nederlandse wetgever als op het bestuur behandeld. Tevens wordt bezien in hoeverre het bestuurlijk handelen van de Europese instellingen de vrijheid van het bestuur in de lidstaten beperkt en welke gevolgen dit heeft voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht. Tenslotte wordt de invloed van het materiële Europese recht (het mededingingsrecht en de bepalingen betreffende de interne markt) op de bestuurlijke organisatie in de lidstaten. Onderwijsvorm Colleges met eventueel een opdracht Toetsvorm Tentamen Literatuur Literatuur wordt nader bekend gemaakt.

Fiscaal pensioenrecht Vakcode

R_Fisc.pens (201558)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. H.M. Kappelle

Docent(en)

prof. dr. H.M. Kappelle

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Studenten kennen de systematiek en de juridische regel omtrent de fiscale behandeling van pensioenen en overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten, weten waar een pensioenregeling aan moet voldoen teneinde te kwalificeren als een pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en weten wat de consequenties zijn als dit niet (meer) het geval is. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 35 van 105

Inhoud vak Vanuit het in Nederland gebruikelijke drie pijler systeem (AOW, aanvullende pensioenen en lijfrenten) wordt eerst gekeken naar de fiscale behandeling van aanspraken in het algemeen en pensioenaanspraken in het bijzonder alsmede naar de werking en functie van de omkeerregel. Vervolgens komen de fiscaal toegestane pensioenopbouwsystemen (eindloon, middelloon en beschikbare premie) en pensioensoorten (ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen) aan de orde. Welke pensioenuitvoerders komen in aanmerking en wat gebeurt er indien oneigenlijke handelingen, zoals afkoop, belening of emigratie plaatsvinden. Speciale aandacht gaat uit naar de directeurgrootaandeelhouder en zijn pensioen, de internationale aspecten en de overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten en levensloop. Uiteraard is er veel aandacht voor de recent gewijzigde wetgeving op het gebied van VUT, prepensioen en levensloop. Onderwijsvorm Hoorcolleges met in de loop van de cyclus een accentverschuiving naar zelfwerkzaamheid in de vorm van case. Excursies naar een pensioenuitvoerder is mogelijk. Toetsvorm Werkstukken en beperkt schriftelijk tentamen. Literatuur Hek/Lavrijssen/Brouwer/Polman, Fiscale aspecten van pensioen, SDU, Amersfoort (5 druk) Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Aanbevolen voorkennis Het vak: - Belastingrecht I (nieuw curriculum) - of Inleiding Belastingrecht (oud curriculum) Overige informatie Het verdient aanbeveling om het vak Pensioenrecht tevens te volgen om zodoende het gehele pensioenterrein te bestrijken. Stagemogelijkheden bij pensioenuitvoerders of advieskantoren zijn aanwezig.

Forensische psychiatrie Vakcode

R_For.psyC (212215)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J. Hendriks

Docent(en)

prof. dr. J. Hendriks

Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-3-2013 - Pagina 36 van 105

Doel vak Forensische psychiatrie is de uitoefening van de psychiatrie in het kader van het rechtssysteem. Het doel van de colleges is inzicht te geven in de relatie tussen deze twee systemen. In de colleges wordt veel aandacht besteed aan de praktijk van de forensische psychiatrie. Wat zijn de recente ontwikkelingen op het gebied en welke problemen ervaart de forensisch psychiater in de uitoefening van zijn werkzaamheden? Inhoud vak Het eerste deel van de colleges wordt het werkveld beschreven van de forensisch psychiater en aangegeven wat de verschillen zijn met de reguliere GGZ. De geschiedenis van de forensische psychiatrie en de praktijk van de forensische diagnostiek en behandeling komen voorts uitgebreid aan bod. Het tweede deel omvat capita selecta uit de forensische psychiatrie, zoals de toerekeningsvatbaarheid, de TBS, de invloed van de gewetensontwikkeling op delinquent gedrag, de relatie tussen psychose en delinquentie, risico-taxatie en achtergronden van jeugdige zedendelinquenten. Onderwijsvorm Hoorcolleges Toetsvorm Schriftelijk tentamen met mc vragen. Literatuur Wordt tijdig bekend gemaakt via Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: een afgerond eerste bachelorjaar

Geloofsgemeenschappen en recht Vakcode

R_Gel.gem.r (201753)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Kennismaken met en enig inzicht verkrijgen van de positie van geloofsgemeenschappen -in verschillende rechtsvormen- in het staatsrecht en het privaatrecht; het verkrijgen van inzicht in de positie van het recht vanuit theologisch (m.n. christelijk en islamitisch) perspectief. Leerdoelen Aan het eind van de cursus zal de student - meer kennis van en inzicht in hebben betreffende de verhoudingen tussen publiek-, privaatrecht en het eigen recht van geloofsgemeenschappen; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 37 van 105

- enig inzicht in de samenhang tussen theologische opvattingen inzake de organisatie van geloofsgemeenschappen en de juridische vormgeving ervan; -vakliteratuur en jurisprudentie en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van geloofsgemeenschappen en recht begrijpen en interpreteren. - juridische aspecten van de verhouding tussen geloofsgemeenschappen en de samenleving in hun samenhang kunnen beoordelen en daarover kritisch kunnen nadenken. Inhoud vak inleiding; scheiding van kerk en staat, verhouding wereldlijk -kerkelijk recht vanuit historisch perspectief; inleiding islam en recht; rechtspersoonsvorm, vertegenwoordiging en registratie van geloofsgemeenschappen; organisatietypen en bevoegdheden van kerkelijke organen; burgerlijk recht en conflicten in geloofsgemeenschappen; rechtspositie van voorganger en van geestelijk verzorger; mensenrechten in geloofsgemeenschappen vanuit theologisch perspectief; voor en tegen van multicultureel (multireligieus) recht. Onderwijsvorm Wekelijks wordt een hoorcollege verzorgd. Het laatste college is een discussiecollege. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Het is mogelijk te kiezen voor individuele toetsing van (een) deelonderwerp(en) met aanvullende literatuur. Literatuur Kerk en recht, L.C. van Drimmelen en T.J. van der Ploeg (red.), Lemma Utrecht 2004. Syllabus Geloofsgemeenschappen en recht die in de VU-boekhandel is te verkrijgen. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Overige informatie Dit vak is de opvolger van het vak Kerk en recht dat tot 2007 werd verzorgd. Het is niet meer specifiek gericht op de problematiek van de verhouding tussen de christelijke kerken en het recht.

Geweld in het Gezin Extensieve Variant Vakcode

P_MGGEXTV (825509)

Periode

Periode 1+2+3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit der Psychologie en Pedagogiek

Coördinator

dr. C. Finkenauer

Docent(en)

prof. dr. F. Lamers, dr. M. Oosterman, drs. M.M. Visser

Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-3-2013 - Pagina 38 van 105

Doel vak Kennis en inzicht verwerven in wetenschappelijk onderzoek rondom het verschijnsel geweld in het gezin, in het bijzonder kindermishandeling. Inhoud vak Vanuit een interdisciplinair (pedagogisch, psychiatrisch, juridisch, ontwikkelingspsychologisch en medisch) perspectief wordt literatuur bestudeerd over diverse vormen (fysiek, psychisch, seksueel) van gezinsgeweld, in het bijzonder van geweld tegen kinderen. Het accent ligt daarbij op een kritische reflectie op a) maatschappelijke normen inzake de betrekkingen tussen gezinsleden; b) de normatieve en empirische onderbouwing van interventies en c) de uitkomsten van empirisch onderzoek naar oorzaken. Onderwijsvorm hoorcolleges Toetsvorm tentamen Literatuur Baartman, H.E.M. (2009), Het begrip kindermishandeling; pleidooi voor een herbezinning en voor een bezonnen beleid. Zeist: Angeo Foundation / Tijdschrift kindermishandeling. Overige informatie Ook studenten orthopedagogiek kunnen voor deze extensieve variant kiezen, maar daarmee wordt niet voldaan aan de eis van het volgen van minstens één masterclass. Dit vak kan ook als keuzevak gevolgd worden door medische studenten, rechten (criminologie), bewegingswetenschappen, psychologie en andere geïnteresseerden.

Gezondheidsrecht Vakcode

R_Gez.r (201423)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. C. Blankman

Docent(en)

dr. mr. C. Blankman

Lesmethode(n)


Doel vak Het verkrijgen van inzicht in de plaats die het gezondheidsrecht inneemt in het Nederlandse recht vanuit civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke invalshoek; het verwerven van kennis over de belangrijkste weten regelgeving en hun onderlinge samenhang op het gebied van het gezondheidsrecht. Inhoud vak Geneeskundige behandelingsovereenkomst, de rechtspositie van de psychiatrische patiënt, aansprakelijkheid van beroepsbeoefenaren in de Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 39 van 105

gezondheidszorg, het Nederlandse stelsel van zorgverzekering, juridische aspecten van het begin van het leven, euthanasie, medische experimenten met mensen en orgaandonatie. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges. Toetsvorm Tentamen Literatuur - Leenen/Gevers/Legemaate handboek Gezondheidsrecht deel 1 en 2 meest recente druk. - SDU Wettenverzameling Gezondheidsrecht, meest recente druk. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening

Goederenrecht en insolventierecht Vakcode

R_GoedIns ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. F.R. Salomons

Government Regulation of Business Course code

R_Gov.reg.bu (200932)

Period

Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. H.J. de Ru

Teaching staff

prof. dr. H.J. de Ru

Teaching method(s)

Lecture

Course objective The course seeks to provide to students insight into the legal mechanisms of regulating markets. The course focuses on methods of regulation and the use of competition law. The course trains students in writing concise memos in complicated matters. Course content The legal framework for government regulation of business, also called 'regulated industries', within a market economy. - The meaning of privatisation, liberalisation and regulatory reform. - A general outline of competition law as an alternative of regulation


6-3-2013 - Pagina 40 van 105

of specific markets. - A general introduction into methods of government regulation of business on the basis of EC law. - A short introduction into separate legal methods for government regulation of business (regulation of access to markets, price regulation, licensing, quality regulation etc.) in several markets (such as telecoms, airlines, airports, water, postal services, energy). - How to cope with government regulation of business as an attorney or a legal consultant. Type of assessment Each student will have to write four 2-page papers with an analysis of a specific case. Thse assignments are discussed in class. The course is concluded by a written examination. Assignments and exam each account for 50% of the final grade. Course reading Course reader, internet sources. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Remarks The course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for foreign exchange and IBL students as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Constitutional Law. Administrative Law is recommended.

Historical Introduction to European Legal Science Course code

R_Hist.intro (200926)

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. J.H. Dondorp

Teaching staff

prof. mr. J. Hallebeek, mr. J.H. Dondorp

Teaching method(s)

Reading

Course objective The course offers the opportunity to pursue the historical development of law and legal doctrine in Europe. In order to show such a development for the 2010-2011 course one topic is chosen, viz. contracts for a third party beneficiary. Course content This subject will be treated discussing Roman law, the medieval interpretation of the Roman texts, Canon law, legal Humanism and late scholastic doctrine, Hugo Grotius, Roman Dutch law and the codifications in continental Europe compared with Anglo-American common law. Form of tuition


6-3-2013 - Pagina 41 van 105

The course consists of a series of lectures and seminars. The lectures have an introductory character and provide for each period an overview of the topic. In the seminars texts from each period on third-party rights will be read and discussed. Type of assessment The exam consists of an oral exam about the content of the course and the literature studied. Instead of such an exam students are alowed to write a paper on a subject related to the course. Course reading Jan Hallebeek & Harry Dondorp (ed), Contracts for a third party beneficiary. A historical and comparative account, Leiden 2008. (The book is available at a reduced price for participants of this course via our secretary. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelor's degree programme, including Pleitoefening.

Human Rights Protection in Europe Course code

R_Hum.ri.pro (200933)

Period

Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. M. Kuijer

Teaching staff

mr. M. Kuijer

Teaching method(s)

Lecture

Course objective PLEASE TAKE NOTE: THIS IS DE STUDY GUIDE INFORMATION OF THE 201-2011 ACACEMIC YEAR. CERTAIN PARTS OF THE FOLLOWING TEXTS MAY HAVE SINCE CHANGED OF BE OUTDATED. This course deals with human rights law in Europe, both institutionally as well as substantially. The main focus is on the ECHR and its significance in European society for various areas of law (criminal law, administrative law and family/private law). The course also highlights the development of human rights law within the European Union. Course content The course will deal with the historic development of the ECHR and its implementation into domestic legal orders, with procedural aspects before the European Court of Human Rights, with general doctrine and interpretation methods developed in the Strasbourg case-law, with the most important case-law of the Court in respect of Articles 2 (right to life), 3 (prohibition of torture), 5 (right to liberty), 6 (right to a fair trial), 8 (privacy and family life), 9 (freedom of religion), 10 (freedom of expression), 11 (freedom of assembly) ECHR. Form of tuition


6-3-2013 - Pagina 42 van 105

This course includes a series of approximately 8 lectures of 4 hours on Fridays. Guest lecturers may be invited. Type of assessment The course will be evaluated by a final written exam (closed book). Course reading To be announced. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including "Pleitoefening" Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements LPIS-students: - there are no requirements. Please note: Students who have already successfully attended the course 'Mensenrechten en strafrecht' may not participate in this course.

Industriële eigendom Vakcode

R_Indu.eig. (201564)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)

prof. dr. M.R.F. Senftleben, H.N. Scholtens

Lesmethode(n)


Doel vak Het verwerven van kennis van de rechtsobjecten, de manier waarop het recht wordt verkregen en tenietgaat, alsmede de inhoud en omvang van de voornaamste industriële eigendomsrechten; en van inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de afzonderlijke rechten. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. Het ontwikkelen van het vermogen dit rechtsgebied in de grotere context van het bevorderen van innovatie en eerlijke mededinging te plaatsen, en de op dit rechtsgebied geldende normen in het licht van de vrijheid van mededinging en de vrijheid van meningsuiting kritisch te heroverwegen. Inhoud vak Industriële eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op immateriële goederen. Deze rechten zijn bij uitstek van belang voor het bedrijfsleven. Het vak omvat met name de volgende onderdelen: • octrooirecht, regelt rechten op uitvindingen; • modellenrecht, regelt rechten met betrekking tot de vormgeving van producten;


6-3-2013 - Pagina 43 van 105

• merkenrecht, beschermt de merken die ondernemingen gebruiken om hun goederen en diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen; • handelsnaamrecht, beschermt de naam die een onderneming voert; • ongeoorloofde mededinging, goeddeels ongeschreven recht dat normen stelt voor het gedrag van marktdeelnemers. In het kader van de bespreking van deze onderdelen komen actuele businessstrategieën betreffende research en development, marketing, branding en portfolio management aan de orde. Naar hun aard zijn rechten op het terrein van de industriële eigendom niet aan landsgrenzen gebonden. Het vak heeft dan ook een duidelijk internationale dimensie via overeenkomsten als het Unieverdrag van Parijs en het TRIPS-verdrag. Het Europese recht en het beleid van de Europese Commissie spelen een grote rol, o.a. in de vorm van Europese richtlijnen. Onderwijsvorm Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. Tijdens de colleges worden naast de algemene stof ook oefencasussen besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op Blackboard in de loop van oktober. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen. Aanbevolen voorkennis Aanbevolen wordt om in periode 1 het vak Auteursrecht te volgen; verplicht is dit echter niet. Problemen op het gebied van het recht van de industriële eigendom gaan vaak samen met kwesties op het gebied van auteursrecht. Overige informatie Wie iets wil bespreken of een afspraak wil maken kan een e-mail sturen naar [email protected].

Intellectuele eigendom in de digitale samenleving Vakcode

R_Intell.eig (201570)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)



6-3-2013 - Pagina 44 van 105

Doel vak Het verwerven van inzicht in de bijzondere problemen die de digitale samenleving op het gebied van de intellectuele eigendom – met name in het auteurs- en het merkenrecht – oproept. Het ontwikkelen van het vermogen regels uit het analoge verleden van de intellectuele eigendom met het oog op de digitale omgeving kritisch te heroverwegen. Het ontwikkelen van het vermogen aan de hand van grondbeginselen en de ratio van het recht van de intellectuele eigendom oplossingen voor problemen in de digitale omgeving te ontwikkelen. Inhoud vak Intellectuele eigendomsrechten spelen een belangrijke rol in de digitale samenleving. Ze bepalen de mogelijkheden van het individu om kennis te nemen van digitale informatiebronnen en bij te dragen aan de creatie van nieuwe informatie, en beïnvloeden mededinging op de digitale markt voor informatieproducten. Het oogmerk van de cursus is niet alleen op rechtsregels maar ook op achterliggende sociale, economische en culturele belangen gericht. De volgende vraagstellingen komen aan de orde: • de 'kunstmatige' uitbreiding van auteursrechten via technische voorzieningen en digital rights management; • de toekomst van beperkingen van het auteursrecht, zoals het privilege voor privé-kopiëren; • de bestrijding van digitale piraterij; • het juridische kader voor user-generated content en bijbehorende platforms, zoals Facebook, Wikipedia en YouTube; • de digitalisering van cultureel erfgoed; • het gebruik van merken in online reclamediensten van zoekmachines. Onderwijsvorm Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. Tijdens de colleges worden naast de algemene stof ook oefencasussen besproken. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op blackboard in de loop van januari. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening Aanbevolen voorkennis De vakken: - Industriële eigendom - Actualiteiten internetrecht - Auteursrecht Overige informatie Wie iets wil bespreken kan een e-mail sturen naar [email protected].


6-3-2013 - Pagina 45 van 105

Internationaal en Europees strafrecht Vakcode

R_IEStraf ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. N. Rozemond

Docent(en)

prof. mr. M.J. Borgers

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het vak beoogt studenten vertrouwd te maken met de relevante internationaalrechtelijke Europeesrechtelijke ontwikkelingen op strafrechtelijk terrein en de effecten daarvan op het Nederlandse strafrecht. Inhoud vak In dit vak staat de opkomst en ontwikkeling van het Europese strafrecht centraal in vergelijking met het klassieke internationale strafrecht op het gebied van strafrechtelijke samenwerking. In het eerste college wordt aandacht besteed aan de rol van het beginsel van wederzijdse erkenning in het strafrecht van de Europese Unie. In de daarop volgende colleges staat de strafrechtelijke samenwerking tussen lidstaten in de Europese Unie centraal. Aan de hand van internationaalrechtelijke en Europese regelgeving worden enkele samenwerkingsvormen, zoals de uitlevering en overlevering van personen en de overdracht van gevonniste personen, besproken. Onderwijsvorm Hoor/werkcollege Toetsvorm Tentamen Literatuur Wordt bekendgemaakt via Blackboard

Internationaal privaatrecht Vakcode

R_Int.privI (201506)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. P. Vlas

Docent(en)

prof. mr. P. Vlas, mr. M. Zilinsky

Lesmethode(n)


Doel vak


6-3-2013 - Pagina 46 van 105

Het oplossen van internationale problemen van privaatrechtelijke aard, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Inhoud vak Het vak Internationaal privaatrecht (IPR) houdt zich bezig met de vraag welk recht van toepassing is op privaatrechtelijke verhoudingen met internationale elementen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Voorts rijst de vraag of aan de Nederlandse rechter de bevoegdheid toekomt om kennis te nemen van geschillen omtrent dergelijke verhoudingen, dan wel of een buitenlands vonnis in Nederland voor erkenning en tenuitvoerlegging in aanmerking komt. Verdragen en EG-Verordeningen vormen een belangrijke bron van IPR, terwijl in het kader van de voortgaande codificatie van het Nederlandse IPR tal van afzonderlijke wetten gelden. Daarnaast blijft de bron van het ongeschreven recht, tot uitdrukking komend in de rechtspraak, van belang. Onderwijsvorm Op de colleges wordt uitvoerig aandacht besteed aan de bovengenoemde driedeling (toepasselijk recht, rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van vreemde vonnissen). Voorts worden in werkcolleges verschillende casusposities (oude tentamenvragen) behandeld, waarbij van de studenten een actieve inbreng wordt verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen (casusvragen). Literatuur • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, uitgave T.M.C. Asser Instituut; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, 9e druk, 2008; • Reader beschikbaar via Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Contracten- en goederenrecht (of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht)

Internationaal privaatrecht (not) Vakcode

R_Int.privN (211413)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. P. Vlas

Docent(en)

prof. mr. P. Vlas

Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-3-2013 - Pagina 47 van 105

Doel vak Het oplossen van internationale notarieel-juridische problemen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Inhoud vak Internationaal privaatrecht (IPR) kan worden omschreven als het geheel van regels betreffende privaatrechtelijke rechtsverhoudingen die internationale aspecten vertonen, doordat zij met meerdere rechtsstelsels verbonden zijn. Ook in de notariële praktijk zal men met deze rechtsverhoudingen te maken krijgen. Zo kan een in Nederland opengevallen nalatenschap toebehoord hebben aan een erflater met een buitenlandse nationaliteit of vermogensbestanddelen omvatten die in het buitenland gelegen zijn (bijvoorbeeld een huis of een effectendepot). Ook kan de geldigheid van een door een Nederlander in het buitenland gemaakt testament discutabel zijn. Voorts doen huwelijken tussen echtgenoten van verschillende nationaliteit vragen van internationaal huwelijksgoederenrecht rijzen. Onderwijsvorm Gedurende de eerste twee weken van het semester zullen hoorcolleges worden gegeven, waarin de aard en methode van het IPR, de bronnen en enkele algemene onderwerpen van personen- en familierecht aan de orde komen. Deze colleges vallen samen met de colleges IPR-I. Aansluitend wordt gedurende vijf weken hoorcollege gegeven, waarin aandacht zal worden besteed aan de specifiek notariële onderwerpen van IPR: erfrecht, huwelijksgoederenrecht en vennootschapsrecht. Tevens zullen notariële praktijkgevallen worden behandeld. Toetsvorm Schriftelijk tentamen (casusvragen). Literatuur Naast de op de colleges behandelde stof moeten worden bestudeerd nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, uitgave T.M.C. Asser Instituut; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, 9e druk, 2008; • I.S. Joppe, Huwelijksvermogensrecht, Praktijkreeks IPR, deel 7, derde druk, Apeldoorn-Antwerpen: Maklu 2010; • Reader beschikbaar via Blackboard Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en: - het vak Contractenrecht en goederenrecht of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht - het vak Aansprakelijkheidsrecht - het vak Personen- en familierecht.

Internationaal sociaal recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 48 van 105

Vakcode

R_Int.soc.r (201789)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. K. Boonstra

Docent(en)

prof. dr. K. Boonstra

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De studenten leren de internationale organisaties die zich met de ontwikkeling van internationale arbeidsnormen bezighouden kennen; de ILO, Raad van Europa en de EU. Zij leren de belangrijkste normen en hun verschillende wijzen van doorwerken in het nationale rechtsstelsel, alsook de verschillen tussen de organisaties en normen kennen. Inhoud vak Het Nederlandse arbeids-, socialeverzekerings- en pensioenrecht wordt sterk beïnvloed door het internationale recht. De Nederlandse Staat heeft zich door lidmaatschap van de internationale organisaties en de ratificatie van verdragen verplicht om de wet en praktijk aan te passen aan normen over uiteenlopende zaken als: vrijheid van vakvereniging en stakings- recht, minimumnormen voor socialezekerheidsregelingen, discriminatie in verband met de arbeid en arbeidsvoorwaarden, minimumloon, arbeidsomstandigheden, arbeidsbemiddeling enzovoort. Vaak betreft het normen die kunnen worden gerekend tot de grond- of zelfs mensenrechten, maar het kan ook gaan om eenvoudig regelend recht of harmonisering van verschillende rechtsstelsels. In dit vak zullen we elk van de genoemde organisaties onderzoeken op de grondbeginselen, samenstelling, actoren, instrumenten en de toezichtmechanismen. De verschillende organisaties zullen onderling worden vergeleken. Onderwijsvorm Werkcollege Toetsvorm Zal nader worden bepaald. Literatuur Zal op blackboard worden geplaatst. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht

International Company Law Course code

R_Int.comp.l (200936)

Period

Period 1

Credits

6.0


6-3-2013 - Pagina 49 van 105

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. A.J.M. Klein Wassink

Teaching staff

prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg, mr. A.J.M. Klein Wassink

Teaching method(s)

Reading

Course objective This course is intended for students from abroad as well as for regular students of the faculty. Through international trade and transnational activities of companies as well as non-commercial organisations, contracts with companies and organisations of different national laws are becoming more intense. National laws in these areas differ in many , often unexpected ways. The objective of this course is to broaden the perspective and understanding of the participants of differences in legal approaches to commercial and non-commercial organisations and deepen their knowledge and insight of international influences, especially the law of the European Union on company and corporation law. Course content Introduction: the approach of common law and civil law concerning company law; - Basics of European Company law; - Law of trusts, foundations and associations; - Internal governance of companies; - The position of directors and supervisors; - Rights and obligations of shareholders - Supervision on financial markets. Form of tuition Lectures Type of assessment The course will be evaluated by a written exam. Course reading An overwiew of the materials to be used during the course will be published on blackboard. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements. Entry requirements students Masters degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements. Entry requirements students Bachelors degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening and the course: - 'Vennootschaps en rechtspersonenrecht' Remarks 1. IBL students and Exchange students must have successfully finalised courses on the basics of Company Law (exam required). Dutch students must have successfully finalised the following course: Vennootschaps- en Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 50 van 105

rechtspersonenrecht. 2. Course will be given in English. An active command of the English is required.

International Criminal Courts and Tribunals Course code

R_Int.cr.c.t (200904)

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. mr. E. van Sliedregt

Teaching staff

prof. mr. E. van Sliedregt

Teaching method(s)

Lecture

Course objective The objective of this course is to provide students with knowledge and understanding of both the substantive and procedural aspects of international criminal law. At the end of the course students will have learnt about legal issues that lie at the heart of the international criminal justice system. By adopting a comparative criminal law method, this course also provides students with a better understanding of their own national criminal law system. Course content The topics covered in the course are: 1. Jurisdiction and prosecution of international crimes in national law. 2. The history of international criminal justice. 3. The institutional structure of the de ad hoc Tribunals of Yugoslavia (ICTY), and Rwanda (ICTR), the International Criminal Court (ICC) and the ‘mixed Tribunals’. 4. The co-operation between national states and the ICTY and ICTR on the one hand, and the ICC on the other hand (‘primacy’ versus ‘complementarity’) and the relationship of the Tribunals and the Court with the UN. 5. The Rules of Procedure and Evidence of the ICTY, ICTR and ICC. Do they constitute a sui generis process model or a mixed/hybrid model? 6. Substantive law issues such as responsibility of the (military and civil) superior (‘superior responsibility’), grounds for excluding liability and participation to a ‘Joint Criminal Enterprise’. 7. Procedural law issues such as ‘abuse of process’, ‘subpoena’ and ‘surrender’. Form of tuition Interactive classes. Type of assessment Exam. Course reading Robert Cryer e.a., An Introduction to International Criminal Law and Procedure (2nd Edition), Cambridge University Press 2010. Entry requirements


6-3-2013 - Pagina 51 van 105

Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements LPIS-students: - there are no requirements. Remarks Attendance obligatory and required preparation by students.

International European Law from Below Course code

R_IELFB ()

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. U. Belavusau LLM

Teaching method(s)

Lecture

Course objective This course aims to introduce students to the ways in which international and European law is mobilized by civil society to pursue social and political change. The course will teach the student to reflect critically on the ways in which individuals and social actors may use international and European law as a strategy in order to claim their rights vis-à-vis the state. By addressing the legal, institutional, social and political factors that influence opportunities to appeal to and mobilize these legal orders, the students will be required to reflect upon law in a broader social context. As such, the course contributes to a fuller understanding of the strategic potential of legal norms that originate from the European and/or international level. This course will be particularly useful for anyone who aspires a career in (public interest) litigation, or as a policy maker, judge, civil servant, or with an NGO at the national, European, and international level. Course content The course commences with an introductory session where we will address the concept of legal mobilization in relation to international and European law. After that, each seminar is dedicated to a case study. Through these case studies we will investigate the ways in which these legal orders are being mobilized by civil society (such as NGO’s and social movements), in a number of areas such as anti-discrimination and immigrant rights, environmental protection, and gender equality. Form of tuition Seminars. The seminars will combine discussions and lectures. Type of assessment Paper and presentation


6-3-2013 - Pagina 52 van 105

Course reading To be announced.

International Intellectual Property Law Course code

R_Int.prop.l (200991)

Period

Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching staff


Teaching method(s)

Lecture

Course objective The course provides an overview of the international legal framework for the protection of intellectual property (IP). Participants will obtain a general understanding of the role of IP protection in international trade, underlying policy considerations and the current debate on imbalances in the international protection system. Participants will acquire the ability to identify and solve problems arising from the international nature of intellectual property, and the ability to assess the current IP system critically in the light of social, cultural and economic needs in developing and developed countries. Course content The course focuses on the principles and minimum standards of protection established in the Berne Convention for the Protection of Literary and Artistic Works, the Paris Convention for the Protection of Industrial Property and, in particular, the Agreement on Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIPS). The following issues will be dealt with in particular: - the adaptation of the copyright system to the digital environment; - patent protection and public health; - the relationship between individual and collective rights in signs: trademarks and geographical indications; - the discussion on the protection of traditional knowledge and traditional cultural expressions. International IP registration systems constitute an additional topic of the course. The Madrid System for the International Registration of Marks and the Patent Cooperation Treaty will be discussed. Type of assessment Student presentations of case law (50%), written exam (50%). Course reading The WIPO Intellectual Property Handbook and additional material that will be made available on BlackBoard. Entry requirements Entry requirements IBL-students: - there are no requirements.


6-3-2013 - Pagina 53 van 105

Entry requirements students Master's degree programme Ondernemingsrecht: - there are no requirements. Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening. Remarks For Dutch students, this course complements the courses Auteursrecht, Industriële eigendom en Intellectuele eigendom in de digitale samenleving.

International Law Seminars Course code

R_IntLawS ()

Period

Period 1+2

Credits

12.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. W.G. Werner

Teaching staff

dr. H.M.G. Denters, prof. dr. W.G. Werner, dr. mr. K.M. Manusama

Teaching method(s)

Lecture

Course objective In terms of knowledge and understanding: After completion of the course the student should have insight in the structure and basic principles of: • International human rights law • Conflict and security law • International economic law • International environmental law In terms of critical reflection After completion of the course the student should be able to critically reflect on developments in the four areas identified above. Students should in particular be able to identify: • Recurrent argumentative patterns in legal reasoning • Basic dilemmas that international law is confronted with • Societal developments that have spurred the development of international law in the area • Societal and political consequences of recent developments in international law.

In terms of skills and application After completion of the course the student should be able: • To find the relevant sources to substantiate an international legal argument • To apply international legal principles, norms and doctrines to practical problems in the four fields identified above • To construct a structured, well-based and coherent legal argument in writing • To construct a structured, well-based and coherent legal argument in


6-3-2013 - Pagina 54 van 105

oral form Course content The course studies recent developments in international law from five Interrelated lenses: - International human rights law - Conflict and security law - International economic law - International environmental law - Theories of constitutionalization and fragmentation of international law Type of assessment Papers, presentations Course reading Reader, electronically available

International Trade and Investment Law Course code

R_ITIL ()

Period

Period 1+2

Credits

9.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. H.M.G. Denters

Teaching staff

dr. T. Gazzini

Teaching method(s)

Lecture

Course objective The course prepares the student to practice professionally in the field of international trade and investment law and teaches the student specialized knowledge, skills and understanding in the field of international trade and investment law. Course content World Trading System (including WTO institutional and material law); Investment law (including legal framework of Bilateral Investment Treaties). Form of tuition Traditional teaching, seminar and student presentation . Type of assessment Short comments and assignments. Course reading - Simon Lester and Bryan Mercurio, World Trade Law, Text Materials and Commentary, Hart Publishing, 2008 - Peter van den Bossche, The Law and Policy of the World Trade Organisation, Cambridge, 2008 - Mitsuo Matsushita, Thomas J. Schoenbaum and Petros C. Mavroidis, The World Trade Organization, Law, Practice, and Policy, Oxford University Press, 2006 - Materials


6-3-2013 - Pagina 55 van 105

Jeugdrecht I Vakcode

R_Jeugdr.I (201572)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. G.C.A.M. Ruitenberg

Docent(en)

dr. mr. C. Blankman, prof. dr. mr. M.V. Antokolskaia, mr. G.C.A.M. Ruitenberg

Lesmethode(n)


Doel vak Het verkrijgen van inzicht in diverse onderdelen van het Jeugdrecht en recente ontwikkelingen die zich in dit rechtsgebied voordoen. Het vergroten van uw onderzoeksvaardigheden en presentatievaardigheden. Inhoud vak Aan zowel de privaatrechtelijke, strafrechtelijke als internationale aspecten van het Jeugdrecht wordt aandacht besteed. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer: het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), afstamming, gezag, jeugdbescherming, internationale kinderontvoering en jeugdstrafrecht. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. Tijdens de werkgroepen worden er twee stellingen gepresenteerd, waarna een groepsdiscussie plaatsvindt. Iedere student houdt een keer een mondelinge presentatie waarin een stelling wordt verdedigd dan wel aangevallen. Tevens dient een annotatie bij een recente rechterlijke uitspraak te worden vervaardigd. Voor de werkgroepen geldt, in verband met de gekozen werkvorm, een aanwezigheidsplicht. Stellingen die tijdens de werkgroepen worden behandeld, moeten zijn voorbereid. Toetsvorm Toetsing vindt plaats aan de hand van drie onderdelen: -mondelinge presentatie en verdediging van de stelling (0,2) -annotatie (0,3) -schriftelijk tentamen (0,5) Literatuur -Digitale reader Jeugdrecht I die via blackboard beschikbaar wordt gesteld. -Daarnaast zal gebruik worden gemaakt van een of meerdere (hoofdstukken van) boeken.Daarover wordt u via blackboard nader geïnformeerd. Vereiste voorkennis Ingangseis: Studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. Studenten Criminologie:


6-3-2013 - Pagina 56 van 105

- 150 ec uit de bacheloropleiding Criminologie.

Jeugdstrafrecht Vakcode

R_Jeugdstr.r (201540)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. C.J. Petiet

Docent(en)

mr. C.J. Petiet

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Kennis nemen van het materiële- en het formele jeugdstrafrecht en inzicht krijgen in specifieke vraagstukken op het terrein van het jeugdstrafrecht. Ervaring opdoen met de praktijksituatie (rechterlijke macht, OM, de jeugdadvocatuur en de keten) en daarbij betrekken de bijzondere sancties voor jeugdigen zoals de Maatregel Hulp en Steun, ITB harde kern, CRIEM en jeugddetentie. Kennis nemen van de relevante internationale verdragen op het terrein van jeugdstrafrecht en jeugddetentie. Inhoud vak Met behulp van literatuur en praktijk wordt aandacht besteed aan het gehele terrein van het jeugdstrafrecht. De taak van rechter, advocaat, jeugdreclassering, officier en de ketenpartners worden belicht. De relatie tussen het civiele jeugdrecht en het jeugdstrafrecht komt ter sprake. Er worden gastcolleges gegeven door vertegenwoordigers van genoemde ketenpartners en er worden jeugdstrafrechtzittingen bijgewoond. Tevens wordt er een jeugdinrichting bezocht. Ook kunnen studenten aanwezig zijn bij een ketenoverleg en doen zij een 'ministage' van drie dagen bij een advocaat die jeugdstrafrechtzaken behandelt, het Openbaar Ministerie of de kinderrechter. Onderwijsvorm De stof wordt doorgenomen in 7 colleges, waarbij een bijzonder actieve werkhouding van de deelnemers wordt verwacht, deelnemers houden allemaal een referaat. Toetsvorm - Paper, waarin opgenomen verslaglegging (waarin één uitgewerkt onderbouwd aspect) van meelopen advocatuur, OM of kinderrechter; - Schriftelijke toetsing n.a.v. een casus; - Eindgesprek gebaseerd op het boek. Literatuur *Literatuur wordt voorafgaande aan de colleges op blackboard bekend gemaakt. *Reader: in overleg met 'gastdocenten en advocaten'. Vereiste voorkennis


6-3-2013 - Pagina 57 van 105

Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Verdieping strafrecht Aanbevolen voorkennis Het vak: - Jeugdrecht I

Legal Argumentation Course code

R_LegArg ()

Period

Period 5+6

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator


Teaching method(s)

Lecture

Course objective Introduction to the process of writing a Ph.D in law and on how to write a PhD proposal. The course also offers an introduction to legal research method more broadly. Course content The basic structure of this course looks as follows. The introductory meeting is on why and how to write a Ph.D thesis as well as how to structure a Ph.D proposal and identifying research questions. The second meeting tries to unfold what it means to speak about ‘good’ scholarship and if there are any objective criteria in such a divergent area as legal research. Students will be asked to discuss their favorite piece of scholarship. In addition, there will be guest lectures by current Ph.D students in different areas of law, e.g. on how to tackle interdisciplinary research questions. The students will also be asked to study specific pieces of research in any area and will be asked to discuss it. They will also learn about writing articles and will be introduced to the art of applying for funding. The course entails a compulsory course essay. Form of tuition Seminars and guest lectures Type of assessment Paper Course reading Provisional reading: - D. Feldman, 'The Nature of Legal Scholarship' (1989) 52 Modern Law Review 498 (available as e-journal); - Useful source on how to write a PhD proposal http://www.law.qmul.ac.uk/docs/ResearchPropGuide.pdf - A Somek, ‘The Spirit of Legal Positivism’ Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 58 van 105

http://www.germanlawjournal.com/index.php?pageID=11&artID=1340 - C Morris and C Murphy Getting a PhD in Law (Hart publishing Oxford 2011) - H. Becker, Writing for Social Scientists: How to Start and Finish Your Thesis, Book or Article (2nd ed, University of Chicago Press, 2007); - R. Murray, How to Write a Thesis (2nd ed, Open University Press, 2006); - P. Dunleavy, Authoring a PhD (Palgrave, 2003); - Fowler, How to Write (OUP, 2006);

Legal Research Methods Course code

R_LegReM ()

Period

Period 5

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. B.M.J. van Klink

Teaching method(s)

Seminar

Course objective Aim of the course is to reflect on the approach of research, and to learn to describe and justify methods in a dialogue with other students. Course content In the introductory meeting(s) students present their research proposals and the approach, reflecting on the research in the light of: Sanne Taekema, ‘Relative Autonomy. A Characterization of the Discipline of Law’, in: Bart van Klink & Sanne Taekema (eds.), Law and Method, Tübingen: Mohr Siebeck 2011, p. 33-52. The following meetings will be dedicated to the discussion of methodological issues through the process of intervision, und supervision of a teacher. In a plenary meeting the main issues from the intervision process will be discussed. The course ends with a battle: students will be divided into two groups and will have to defend given theses. Form of tuition Seminars. Type of assessment Paper Course reading - Ronald Dworkin, Law’s Empire, London: Belknap Press of Harvard University Press 1986. - Hans-Georg Gadamer, Truth and Method, London: Continuum 2004 (translation from the German). - Mark Van Hoecke (ed.), Methodologies of Legal Research. What Kind of Method for What Kind of Discipline?, Oxforfd: Hart Publishing 2011. - Pierre Legrand, Fragments on Law-as-Culture, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999. - Bart van Klink & Sanne Taekema (eds.), Law and Method. Interdisciplinary Research into Law. Tübingen: Mohr Siebeck 2011. - K. Zweigert & H. Kötz, An Introduction to Comparative Law, Oxford: Oxford University Press 1998 (translation from the German). Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 59 van 105

Masterclass internationaal privaatrecht Vakcode

R_MIntPr ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. P. Vlas

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Verdieping in bepaalde actuele onderwerpen van internationaal privaatrecht (capita selecta), waarbij naast inhoudelijke behandeling van het gekozen onderwerp de student in de vorm van een masterclass getraind wordt in juridische vaardigheden. Inhoud vak Gedurende tien weken worden o.l.v. prof. Vlas in de vorm van een masterclass recente ontwikkelingen op het terrein van het IPR besproken. Tijdens de masterclass worden nieuwe rechtspraak en regelgeving besproken. De onderwerpen kunnen variëren van personen- en familierecht tot vermogens- en procesrecht. Onderwijsvorm In verband met de aard van de masterclass is een regelmatige en actieve deelname aan de masterclass vereist. De masterclass wordt, afhankelijk van het aantal deelnemers, gedurende maximaal tien weken gegeven, gedurende twee uur per week. Van iedere student wordt verwacht dat hij de tijdens de masterclass te behandelen onderwerpen goed voorbereid en intensief aan de bespreking van deze onderwerpen deelneemt. Toetsvorm Na afloop van de masterclass ontvangt iedere deelnemende student een take-home-tentamen en volgt een mondeling evaluatiegesprek over het door de student gepresenteerde werk. De datum van dit eindgesprek wordt bepaald in overleg met prof. mr dr P.Vlas. Literatuur Voor iedere wekelijkse masterclass wordt literatuur en rechtspraak via Blackboard ter beschikking gesteld.

Media en communicatierecht Vakcode

R_Med.com.r (201573)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

drs. R. van den Hoven van Genderen

Docent(en)

drs. R. van den Hoven van Genderen, mr. B.P. Aalberts

Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-3-2013 - Pagina 60 van 105

Doel vak Het geven van een inzicht in de rechtsregels betreffende de organisatie en het functioneren van communicatiemedia en massamedia als maatschappelijk onmisbaar onderdeel van de uitoefening van het recht op communicatie, vrijheid van meningsuiting en informatiegaring. Deze regels zijn onderdeel van verschillende rechtsgebieden zoals het constitutionele recht, het bestuursrecht, het privaatrecht, het strafrecht en het ITrecht. Het vak is gericht op de meest actuele ontwikkelingen en wordt verzorgd door docenten die werkzaam zijn in de sector. Inhoud vak De massamedia pers, omroepen en andere media als internet en gebruik van de infrastructuur komen in de cursus aan de orde, gegroepeerd rond de volgende thema's: - Grondrechten: vrijheid van meningsuiting en vrijheid van informatiegaring. Communicatievrijheid. Telecommunicatierecht Toegang tot omroepinfrastructuur. De telecommunicatie, infrastructuur en diensten, (omroep-) zenders, kabeltelevisienetten, internet etc.; - Verschoningsrecht voor journalisten, gedragscode, aansprakelijkheid, mededinging. - Regeling van omroep (Mediawet): duaal bestel. - Reclamerecht Massamedia en auteursrecht Onrechtmatige publicaties, aansprakelijkheid - Convergentie tussen telecommunicatie, omroep en andere audiovisuele toepassingen. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. De studenten maken in kleine groepen een tweetal gezamenlijke schriftelijke opdrachten. Het gemiddelde cijfer dat hiermee behaald wordt telt voor 1/3 mee in het eindcijfer. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Het eindcijfer bestaat voor 2/3 deel uit het resultaat van het schriftelijk tentamen en voor 1/3 deel uit het resultaat van de schriftelijke opdrachten. Literatuur - Actualiteiten op Blackboard; - Reader met literatuur en wetgeving. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening.

Mensenrechten en strafrecht Vakcode

R_Mens.r.str (201794)

Periode

Periode 5

Credits

6.0


6-3-2013 - Pagina 61 van 105

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M. Kuijer

Docent(en)

mr. M. Kuijer

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Het keuzevak heeft tot doel de student vertrouwd te maken met procedurele en inhoudelijke aspecten van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) die van belang zijn voor de strafrechtspleging in Nederland. Ook wordt aandacht besteed aan andere Raad van Europa instrumenten (zoals het CPT) en het EU grondrechtenhandvest. Inhoud vak De historische ontwikkeling van het EVRM en het belang van het EVRM voor de Nederlandse rechtsorde worden besproken. Vervolgens zal aandacht worden besteed aan de procedure voor het Straatsburgse Hof (EHRM). Daarna volgt een behandeling van de belangrijkste jurisprudentie van het EHRM inzake de artikelen 2 (recht op leven), 3 (verbod van onmenselijke behandeling), 5 (recht op vrijheid), 6 (fair trial) en 8 (privacy) EVRM. Onderwijsvorm Gedurende 7 of 8 weken wordt een werkcollege van vier uur verzorgd op de vrijdag. Toetsvorm Schriftelijke eindtoets (gesloten boek tentamen). Literatuur Nog nader te bepalen. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Materieel strafrecht - Formeel strafrecht. Overige informatie Spreekuur: Na afloop van het college. Human rights protection in Europe Studenten die reeds het vak Human rights protection in Europe met goed gevolg hebben afgelegd kunnen niet deelnemen aan dit vak, gezien de inhoudelijke overlap.

Migratierecht Vakcode Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

R_MigR () 6-3-2013 - Pagina 62 van 105

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. S.K. van Walsum

Docent(en)

prof. mr. H. Battjes

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Migratierecht heeft als oogmerk dat de student zich kennis van en inzicht in het Nederlandse migratierecht eigen maakt, mede in verhouding tot relevant internationaal en Europees recht, en oog krijgt voor de maatschappelijke context waarin dit recht zich ontwikkelt. Daartoe worden individueel en/of in groepsverband (Nederlandse en Engelse) rechtsbronnen en literatuur op het gebied van migratierecht geanalyseerd en besproken. Verder ontwikkelt de student de vaardigheid complexe migratierechtelijke casusposities te analyseren, en vanuit verschillende gezichtspunten oplossingen aan te dragen. Ten slotte beoogt het vak de onderzoeks- en schrijfvaardigheid van de student te ontwikkelen. Inhoud vak Bij Migratierecht staat het Nederlandse vreemdelingenrecht centraal: welke typen verblijfsvergunning zijn er, wanneer komt een vreemdeling ervoor in aanmerking en hoe verlopen de procedures? Omdat delen van het migratierecht zeer sterk gestuurd worden door internationale en Europese normstelling (bijvoorbeeld het recht op gezinsleven, het Vluchtelingenverdrag), verdiepen we ons ook in relevante verdragen, richtlinnen en verordeningen. Daarbij hebben we bijzondere aandacht bij de wijze waarop het bestuur en de rechter tot hun beslissingen komen. In hoeverre wordt een beschikking of uitspraak gedicteerd door het toepasselijke recht? In hoeverre spreken feiten voor zich, of is de selectie van relevante feiten bepalend voor de uitkomst? Migratierecht is een zeer dynamisch rechtsgebied, dat steeds weer tot publieke discussies leidt en aan ingrijpende veranderingen onderhevig is. Bij het vak besteden we dan ook aandacht aan actuele ontwikkelingen, dilemma’s en discussies die een rol spelen in de ontwikkeling van dit rechtsgebied Onderwijsvorm Bij migratierecht wordt wekelijks een werkcollege gegeven. Voorafgaand aan het college moet via blackboard een opdracht zijn ingeleverd, die de student voorbereidt op het college. Toetsvorm Het vak wordt getentamineerd met een paper en een open-boek-tentamen. Literatuur Verplichte literatuur wordt op blackboard bekend gemaakt.

Misdaadanalyse Vakcode

R_Misd.anaC (212404)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands


6-3-2013 - Pagina 63 van 105

Faculteit


Coördinator

drs. J.J. van der Kemp

Docent(en)

drs. W.M.E.H. Beijers, drs. J.J. van der Kemp

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Studenten kennis en inzicht geven over de wetenschappelijke stand van zaken van theorie en praktijk van verschillende typen van misdaadanalyse. Inhoud vak Misdaadanalyse is het gebruiken van (wetenschappelijke) methoden voor het analyseren van criminaliteit op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Zo worden jaarlijkse trends van typen misdrijven onderzocht, maar ook analyses gedaan van lopende, operationele zaken. Het vakgebied van de misdaadanalist ontwikkelt zich in hoog tempo, waarbij de interactie tussen de praktijk en de wetenschap van groot belang is. In de colleges wordt aandacht besteed aan de actuele ontwikkeling binnen de opsporing en handhaving naar informatie- en probleemgestuurd werken om het kader te schetsen van de rol die misdaadanalyse daarin speelt. Daarna komt een selectie van methoden van misdaadanalyse aan bod en worden deze voorzien van wetenschappelijke reflectie. Achtereenvolgens zullen strategische analyses vanuit probleemgestuurd (POP-policing) perspectief en geografische analyses als HotSpots besproken worden. Meer specialistische vormen van criminaliteitsanalyse, bekend als gedragskundige analyse, als geografische en psychologische daderprofilering sluiten de reeks af. Dergelijke vormen van misdaadanalyse zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen in de preventie en de opsporing van criminaliteit, alsmede bij het ontwikkelen van beleid door politie, justitie, het openbaar bestuur en de beveiligingsindustrie. Studenten krijgen opdrachten waarmee zij zichzelf oefenen in het toepassen van deze vormen van onderzoek en de waardering van de methoden naar de wetenschappelijke stand van zaken. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges Toetsvorm Opdrachten en tentamen. Voor iedere opdracht wordt een cijfer gegeven. Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van de cijfers. Literatuur Wordt bekend gemaakt via Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Criminologie: - 150 ec uit de bacheloropleiding Criminologie

Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid: - alleen toegankelijk voor studenten Rechstgeleerdheid, afstudeerrichting Strafrecht of Criminologie en recht


6-3-2013 - Pagina 64 van 105

- 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid, waaronder het vak Pleitoefening.

Omgevingsrecht I Vakcode

R_OmgRI ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Doel van het vak Omgevingsrecht I is het verwerven van kennis van en inzicht in de hoofdzaken en systematiek van dat deel van het omgevingsrecht waarin de inrichting van de omgeving centraal staat. De nadruk ligt daarbij op het bestuursrechtelijke omgevingsrecht, en op de samenhang met delen van het omgevingsrecht waarin verwante belangen, waaronder natuurbescherming en milieubeleid, centraal staan. De verworven kennis en vaardigheden kan de student na afronding van de collegecyclus zelfstandig, kritisch en op academisch niveau toepassen in complexe en specialistische casus. Inhoud vak Het omgevingsrecht is het recht waarmee de 'fysieke omgeving' wordt beschermd en beheerd. Die bescherming en dat beheer richten zich op verschillende belangen, zoals milieuhygiëne, ruimtelijke ordening, natuurbescherming, etc. Regulering geschiedt deels door middel van geïntegreerde omgevingsrechtelijke wetgeving, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, deels ook door wetgeving die zich uitsluitend op één van de bedoelde belangen richt, of zelfs maar op een deel daarvan, zoals de Wet milieubeheer, Woningwet of Wet geluidhinder. Het omgevingsrecht is daarbij in zoverre bijzonder, dat het als een rode draad door allerlei min of meer traditionele rechtsgebieden loopt. Zo worden terreinen van het bestuursrecht, privaatrecht en strafrecht tot het omgevingsrecht gerekend. Sommige delen van het omgevingsrecht worden sterk beïnvloed door het Europese en internationale omgevingsrecht denk aan Europese milieurichtlijnen of internationale natuurbeschermingsverdragen - andere delen van het omgevingsrecht zijn bij uitstek nationaal georiënteerd. Aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam wordt het omgevingsrecht gedoceerd in de vorm van twee afzonderlijke vakken - Omgevingsrecht I en Omgevingsrecht II - die op elkaar aansluiten, maar ook zelfstandig zijn te volgen. In het vak Omgevingsrecht I staat dat deel van het omgevingsrecht centraal, dat in de praktijk veelal wordt aangeduid als het ruimtelijke bestuursrecht. Binnen de collegecyclus wordt aandacht besteed aan de regulering van grondgebruik en aan de regel voor interventies die de overheid pleegt in de grondmarkt. Daarbij staat aandacht voor het bestemmingsplan (en andere planningsinstrumenten) centraal. Aan de orde komen de voorbereiding van ruimtelijk beleid, de inhoud en vorm van


6-3-2013 - Pagina 65 van 105

ruimtelijke plannen, de effectuering en de afwijking ervan (door de omgevingsvergunning) en de uitvoering (door grondbeleid). Onderwijsvorm Wekelijkse gecombineerde hoor- en werkcolleges waarbij een actieve deelname wordt verwacht, onder meer door het schrijven van een paper. Toetsvorm Het vak Omgevingsrecht I wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen (geen open-boek). Voorwaarde voor deelname aan het tentamen is dat tijdens de collegecyclus een aantal schriftelijke opdrachten is uitgevoerd. Literatuur Een nader door de coördinator bekend te maken handboek en een actuele omgevingrechtelijke wetbundel.

Omgevingsrecht II Vakcode

R_OmgRII ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. L.A.J. Spaans

Docent(en)

dr. mr. L.A.J. Spaans

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Doel van het vak Omgevingsrecht II is het verwerven van kennis van en inzicht in de hoofdzaken en systematiek van dat deel van het nationale omgevingsrecht waarin het belang van de bescherming van het milieu centraal staat. De nadruk ligt daarbij op het bestuursrechtelijke omgevingsrecht, en op de samenhang met delen van het nationale omgevingsrecht waarin verwante belangen, waaronder natuurbescherming en ruimtelijke-ordening, centraal staan. De verworven kennis en vaardigheden kan de student na afronding van de collegecyclus zelfstandig, kritisch en op academisch niveau toepassen in complexe en specialistische casus. Inhoud vak Het omgevingsrecht is het recht waarmee de 'fysieke omgeving' wordt beschermd en beheerd. Die bescherming en dat beheer richten zich op verschillende belangen, zoals milieuhygiëne, ruimtelijke ordening, natuurbescherming, etc. Regulering geschiedt deels door middel van geïntegreerde omgevingsrechtelijke wetgeving, zoals de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, deels ook door wetgeving die zich uitsluitend op één van de bedoelde belangen richt, of zelfs maar op een deel daarvan, zoals de Wet milieubeheer, Woningwet of Wet geluidhinder. Het omgevingsrecht is daarbij in zoverre bijzonder, dat het als een rode draad door allerlei min of meer traditionele rechtsgebieden loopt. Zo worden terreinen van het bestuursrecht, privaatrecht en strafrecht tot het omgevingsrecht gerekend. Sommige delen van het nationale omgevingsrecht worden sterk beïnvloed door het Europese en internationale omgevingsrecht - denk aan Europese milieurichtlijnen of


6-3-2013 - Pagina 66 van 105

internationale natuurbeschermingsverdragen - andere delen van het omgevingsrecht zijn bij uitstek nationaal georiënteerd. Aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam wordt het omgevingsrecht gedoceerd in de vorm van twee afzonderlijke vakken - Omgevingsrecht I en Omgevingsrecht II - die op elkaar aansluiten, maar ook zelfstandig zijn te volgen. In het vak Omgevingsrecht II staat dat deel van het omgevingsrecht centraal, dat in de praktijk veelal wordt aangeduid als het milieurecht. Binnen de collegecyclus wordt niet alleen aandacht besteed aan de nationale milieurechtelijke regelgeving - met de nadruk op het milieubestuursrecht - maar ook aan die omgevingsrechtelijke rechtsgebieden die een raakvlak met die regelgeving vertonen, en aan de internationale regelgeving ter zake. Onder meer wordt ingegaan op omgevingsvergunningverlening, milieuplanvorming, sectorale milieuwetgeving en natuurbescherming. Onderwijsvorm Wekelijkse gecombineerde hoor- en werkcolleges waarbij een actieve deelname wordt verwacht. Ten behoeve van die studenten die niet tevens het vak Omgevingsrecht I hebben gevolgd, zal een aantal aanvullende videocolleges beschikbaar worden gesteld via Blackboard. Toetsvorm Het vak Omgevingsrecht II wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen (geen open-boek). Voorwaarde voor deelname aan het tentamen is dat een schriftelijke opdracht met betrekking tot een (nader door de coördinator te bepalen) complexe casus is uitgevoerd. De beoordeling van deze opdracht vormt een vijfde (1/5) deel van het eindcijfer, met dien verstande dat voor zowel de opdracht als het tentamen tenminste het cijfer 5 (5,0) moet worden behaald. De opdracht wordt via Blackboard beschikbaar gesteld en moet via Blackboard (Safe Assignment) worden ingeleverd. Literatuur Een nader door de coördinator bekend te maken handboek, en een actuele omgevingrechtelijke wetbundel. Daarnaast literatuur die op Blackboard wordt genoemd.

Onderwijsrecht Vakcode

R_Onderwijsr (201801)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

M.T.A.B. Laemers

Docent(en)

M.T.A.B. Laemers

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Inzicht verkrijgen in de hoofdlijnen van het Nederlandse onderwijsrecht en de structuur van het Nederlandse onderwijssysteem. Kennis verwerven van (klassieke en actuele) onderwijsrechtelijke vraagstukken aan de hand van


6-3-2013 - Pagina 67 van 105

literatuur, wetgeving en jurisprudentie. Inhoud vak In dit vak komt allereerst de juridische grondstructuur van het Nederlandse onderwijsbestel aan bod (Grondwet, onderwijswetten). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de betekenis van mensenrechtenverdragen en het EG-recht. Belangrijke onderwijsrechtelijke jurisprudentie o.a. met betrekking tot multiculturaliteit, rechtsbescherming en toelating en verwijdering van leerlingen wordt behandeld. Ingegaan wordt op een aantal actuele thema's, zoals vrijheid van onderwijs, de rol van de gemeente in het onderwijs(achterstanden)beleid, handhaving van de leerplichtwet, gelijke behandeling, het fenomeen witte en zwarte scholen, het islamitisch onderwijs, de rol van de inspectie, de rechtspositie van de leraar en de positie van de leerling/ouders, governance en medezeggenschap, student en (bestuursrechtelijke) rechtsbescherming. In het vak komen naast internationaalrechtelijke en staatsen bestuursrechtelijke aspecten privaatrechtelijke aspecten aan bod. De cursus staat ook open voor degenen die geen juridische voorkennis hebben maar bijvoorbeeld een onderwijsgerelateerde studie volgen dan wel in het onderwijs of op het terrein van onderwijs(beleid) werkzaam zijn en belangstelling hebben voor de juridische grondslagen van het onderwijs en de praktijk van het onderwijsrecht. Er is ruimte voor actieve inbreng en discussie bijvoorbeeld naar aanleiding van actualiteiten. Toetsvorm Afhankelijk van het aantal cursisten wordt het vak mondeling of schriftelijk getentamineerd. Het schrijven van een klein onderwijsrechtelijk werkstuk (tevoren goedgekeurd door de docent en met een omvang van min. 5 en max. 10 pagina’s) kan een deel van het tentamen vervangen: twee tentamenvragen gaan over het werkstuk en het eindpunt wordt bepaald door het punt van het werkstuk te middelen met het punt voor het tentamen. Literatuur - Artikel 23 Grondwet; toelichting op het grondwetsartikel over onderwijs, mede aan de hand van ontwikkelingen in wetgeving, internationaal recht en jurisprudentie; wordt als ‘kleine reader’ op BB geplaatst. - Reader Onderwijsrecht 2012 (met daarin opgenomen actuele wetgeving, literatuur en jurisprudentie. Vereiste voorkennis Ingangseis: - Voorwaardelijke mastertoelating en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II Aanbevolen voorkennis Het vak: - Bestuursrecht


6-3-2013 - Pagina 68 van 105

Overige informatie Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staatsen bestuursrecht volgen. Het vak is ook te volgen door niet-rechtenstudenten, in het bijzonder studenten pedagogiek of onderwijskunde, met een zekere kennis van onderwijsbeleid of de onderwijspraktijk. Aanvullend op het vak kan een stage worden gevolgd. Studenten die bij een Tweede-Kamerfractie stage willen lopen worden verzocht zo spoedig mogelijk met de docent contact op te nemen. Spreekuur: Volgens afspraak.

Organizational Criminology Course code

R_Org.crimi (200903)

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. mr. W. Huisman

Teaching staff

prof. dr. mr. W. Huisman, dr. mr. A.J.G. Tijhuis

Teaching method(s)

Reading, Tutorial

Course objective This course has the goal of expanding the criminological horizon to the field of white-collar crime and to familiarize students with the aetiology of corporate crime. A learning goal is to understand the synthesis of mainstream criminological theories and theories from organizational science in explaining corporate crime. Course content This course will focus on forms of crime which are committed in the context of an organization. In criminology, several concepts have been developed to grasp forms of crime committed in the context of some sort organization, such as gang-related crime, organized crime, corporate crime, state crime, and synthesis of these (state-corporate crime, state-organized crime). Studies on these forms of crime have pointed out the significance of the fact that the crimes are committed in the context of people collaborating for achieving common goals. Many criminologists argue that these crimes should be studied in the light of organizational theory. However, an integrated, fundamental theory on the role that the factor organization plays in the prevalence and causes of these crimes is missing so far. In this course, the foundations of such a theory will be investigated. Central questions are: To what extent does organizational theory provide a framework for a better understanding of the prevalence and causes of crimes that are committed in an organizational context? And to what extent will the theories on these specific forms of crime help to understand the organizational dimension of these crimes? And finally, which lessons can be drawn from this organizational analysis for the prevention and deterrence of these crimes. In criminology, answers to these questions are mainly found in studies on white-collar crime or corporate crime. In these studies, certain characteristics of corporations and the environment in which they operate have been marked as causal factors in the explanation of these crimes. Therefore, this course will mainly focus on the aetiology of


6-3-2013 - Pagina 69 van 105

corporate crime. Form of tuition Use of student peer review with Turnitin. Type of assessment Paper and Exam. Course reading Trusted criminals: white collar crime in contemporary society David O. Friedrichs Belmont, Calif., etc.: Thomson Higher Education Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Criminology: -Only open for students who have obtained 150 credits of the Bachelors degree programme Criminology. Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Remarks For students of the program of International Crimes and Criminology, the applicability of the concepts and theories discussed in this course to obtain a better understanding of international crime will be studied. The selected cases will mainly involve violations of international criminal law.

Penitentiair recht Vakcode

R_Peniten.r (201803)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. C.J. Petiet

Docent(en)

mr. C.J. Petiet, mr. H.A.J.M. Versteeg

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak Studenten worden geacht aan het eind van de cursus begrip te hebben van de rechtspositie van gedetineerden, van de geschiedenis en achtergronden van de vrijheidsstraf, van de opbouw van en het beleid in het gevangeniswezen. Zij dienen de verschillende rechtswegen voor gedetineerden (o.a. het beklagrecht) te kunnen toepassen. Inhoud vak In dit keuzevak wordt de nadruk gelegd op vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. De benadering berust op twee pijlers: theorie en praktijk. Allereerst het theoretisch kader waarbinnen het penitentiair recht - in enge zin - zich afspeelt. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar alle regels die gelden ten aanzien van degenen die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, dus zowel degenen die zich in voorlopige hechtenis bevinden als degenen die een gevangenisstraf uitzitten. Dit complex van regels is de laatste twintig jaar sterk in beweging geraakt. Ook onder


6-3-2013 - Pagina 70 van 105

invloed van de mensenrechtenverdragen is de belangstelling voor penitentiair recht gegroeid en hebben allerlei fundamentele rechtsbeginselen in het penitentiaire recht hun toepassing gevonden. De beklagregeling voor gedetineerden is een exponent van deze toegenomen belangstelling. Voorts zal ruime aandacht besteed worden aan de differentiatie van de penitentiaire inrichtingen, de selectie van gedetineerden over die inrichtingen alsmede aan actuele problemen en de veranderingen die zich ten aanzien van het penitentiair beleid voordoen. Onderwijsvorm Hoor-/werkcolleges, referaten en excursies. Toetsvorm Tot de cursus behoort de verplichting een annotatie te schrijven naar aanleiding van een beschikking van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, de hoogste penitentiaire rechter. Tevens dient men een referaat te houden. Elke student wacht een individuele opdracht ( het schrijven van een essay). Aan het eind van de cursus vindt een mondelinge toets plaats. Het eindcijfer wordt bepaald door de cijfers van de annotatie, het essay en de mondelinge toets. De hier genoemde onderdelen tellen steeds voor één derde mee bij de totaalbeoordeling. Literatuur Literatuur wordt bekend gemaakt op Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. Overige informatie Tot het onderwijs behoren excursies naar penitentiaire inrichtingen, als illustratie van en confrontatie met de praktijk van het Nederlandse gevangeniswezen. Op de eerste bijeenkomst wordt een onderwijsbulletin uitgereikt. Voor degenen die gekozen hebben voor de afstudeerrichting Strafrecht en van plan zijn bij de Rechterlijke Macht of het Openbaar Ministerie te gaan werken, is penitentiair recht een onontbeerlijk vak, omdat het inzicht geeft in de inhoud en betekenis van de straf die men eist of oplegt. Voor degenen die de advocatuur in willen, is het een nuttig vak omdat bij beklagzaken in penitentiaire inrichtingen steeds vaker advocaten worden toegevoegd. De mogelijkheid bestaat een scriptie te schrijven op het terrein van penitentiair recht en/of stage te lopen bij een penitentiaire inrichting. Er is een limiet aan het aantal deelnemers.

Pensioenrecht Vakcode

R_Pensioenr (201804)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator



6-3-2013 - Pagina 71 van 105

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Studenten kennen de regels voor het verwerven en behoud van pensioenrechten in het kader van de maatschappelijke aandachtpunten als vergrijzing, betaalbaarheid van de pensioenen en Europese ontwikkelingen. De colleges richten zich hoofdzakelijk op de aanvullende pensioenen voor werknemers, met inbegrip van overheidswerknemers. Inhoud vak De verwerving van pensioenrechten is gebaseerd op een pensioenovereenkomst of op de verplichtstelling van deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Er geldt specifieke wetgeving op het terrein van het pensioenrecht, in het bijzonder de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. De inhoud van deze wetten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor werkgevers, werknemers en pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen vormt de kern van de inhoud van het vak Pensioenrecht. Het pensioenrecht wordt toegepast op actuele onderwerpen als: de gevolgen van de kredietcrisis en de vergrijzing van de bevolking, de discussie over de AOW-leeftijd, de bestuur- en governancestructuur van pensioenfondsen, de medezeggenschap van gepensioneerden, pensioenregels bij de overgang van een onderneming, leeftijdonderscheid en andere gelijke behandelingsnormen in het pensioenrecht. Het Nederlandse pensioenrecht wordt mede gestuurd door het EG-recht, er zijn diverse op pensioenregelingen toegesneden EG-richtlijnen. Ook deze Europese invloed komt aan de orde. Onderwijsvorm Hoor-/werkcollege en het schrijven van 1 werkstuk. Toetsvorm Werkstukken en schriftelijk tentamen. Literatuur Syllabus Pensioenrecht; Bundel Pensioenwetgeving; Boek Pensioenwet, analyse en commentaar Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht.

Perpetrators and Bystanders Course code

R_Perp.bysta (200980)

Period

Period 4


6-3-2013 - Pagina 72 van 105

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. A.L. Smeulers

Teaching staff

dr. A.L. Smeulers, J.A.M. Stuifbergen, M. Weerdesteijn MSc

Teaching method(s)

Lecture, Tutorial

Course objective To understand what drives perpetrators of international crimes such as genocide, crimes against and war crimes, to commit these crimes and why bystanders stand by. Course content In this course we will focus on the perpetrators of international crimes. These crimes often stand out because of their extreme and atrocious nature and the mass scale on which they are committed yet research has shown that the perpetrators are ordinary people. In the course we will try to understand what transforms ordinary people into perpetrators. We will study the laboratory experiments on obedience by Milgram and the prison experiment by Zimbardo. We will watch a documentary on how in Greece under the colonel's regime (1967-1974) ordinary recruits were trained at a torture school and will analyze these training methods and the way how they affect the individual. We will discuss whether it is true that everyone can be trained to become a torturer and discuss the different types of perpetrators. Lastly we will focus on the role of the individual bystander and try to understand why some people act and others do not. Form of tuition There will be one lecture every week and 2 working group sessions. Students will have to discuss the role of the perpetrators and bystanders under the supervision of a tutor in the tutorial groups. Several videos amongst which Milgram's obedience experiment, Zimbardo's prison experiment and the Greek torture school (1967-1974) will be shown and analyzed. Attendance obligatory and active participation required. Type of assessment Paper and essay. Course reading Smeulers, A.L. & F. Grunfeld (2011). International crimes, Brill, Martinus-Nijhoff Entry requirements Entry requirements Criminology-students: -Only open for students who have completed the Bachelor's degree programme Criminology. Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements Law-students: -only open for students who have completed the Bachelor's degree programme


6-3-2013 - Pagina 73 van 105

Entry requirements LPIS-students: - there are no requirements. Target group The course is open to master students. Remarks Attendance obligatory NB: This course is only open to a limited number of students (max. 30 students). ICC students for whom this course is a mandatory course are given priority.

Philosophy of International Law Course code

R_Phil.int.l (200988)

Period

Period 5

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

drs. W.W.H. Cornelissen

Teaching staff

drs. W.W.H. Cornelissen

Teaching method(s)

Lecture

Course objective After completion of this course students should: • Have acquired knowledge of various classical and contemporary philosophical approaches to international law • Have gained experience in close reading and analysis of philosophical texts • Be able to critically reflect on various philosophical theories of international law • Be able to assess the consequences of these theories for current practices of international law Course content After an introductory session on the nature and history of philosophy of international law and its relation to other disciplines, we will read and discuss classical and contemporary texts within the field of philosophy of international law. Form of tuition Each session features presentations by one or more students (depending on the number of participants) in which the texts of that week are discussed. Active participation is required. Type of assessment Presentations and paper. Course reading To be announced Entry requirements


6-3-2013 - Pagina 74 van 105

Entry requirements students Bachelors degree programme Law (Rechtsgeleerdheid) and Notarial law (Notarieel recht): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening. Remarks This course is open to exchange students and regular students of the Faculty of Law, as well as to students of the Faculty of Philosophy. Participants from the Faculty of Law should have completed the Bachelors course Volkenrecht (201522) or an equivalent course on Public International Law. Regular Law students also should have accumulated at least 150 ects of the Bachelors programme Rechtsgeleerdheid.

Politieke en parlementaire geschiedenis Vakcode

R_Pol.parl.g (201805)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Docent(en)

prof. dr. J. de Bruijn

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Kennen of begrip hebben van de hoofdlijnen van de Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis. Inzicht hebben in de Nederlandse politieke cultuur en de onderlinge verhouding van regering en parlement. Inhoud vak De Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis van 1848 tot heden. Onderwijsvorm In dit keuzevak wordt geen college gegeven, maar de studenten worden na een persoonlijk introductiegesprek individueel begeleid door de docent. Van de studenten wordt verwacht dat zij een van de drie hieronder genoemde handboeken bestuderen, in voorkomende gevallen aangevuld met enige relevante literatuur. Daarnaast schrijven zij een paper van circa tien pagina's naar aanleiding van een in overleg met de docent te kiezen specifieke gebeurtenis of ontwikkeling uit de politieke/parlementaire geschiedenis. Speciale aandacht wordt besteed aan het helder en leesbaar schrijven van het werkstuk. Toetsvorm Mondeling tentamen en paper. Literatuur P.J. Oud/J. Bosmans, Staatkundige vormgeving in Nederland, . 2 delen: '1840-1940' en 'De tijd na 1940'. Elfde/twaalfde druk, Assen 1997/1999; R. Aerts, H. de Liager Bohl, P. de Rooy en H. te Velde, Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland 1870-1990. Vijfde druk, Nijmegen 2007; P.P.T. Bovend'Eert/R.H.B.M. Kummeling, Van Raalte's 'Het Nederlandse Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 75 van 105

Parlement'. Tiende druk, Deventer 2004. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II

Privacy en Security Vakcode

R_PrivSec ()

Periode

Periode 3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. H.H. de Vries

Docent(en)

dr. H.H. de Vries, mr. T.H.A. Wisman

Lesmethode(n)


Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN 2011-2012. Onderdelen uit de onderstaande tekst kunnen dus zijn verouderd. De sociale netwerksite Facebook heeft meer dan een half miljard gebruikers. De oprichter van dit platform Mark Zuckerberg verklaarde begin 2010 dat privacy niet langer een sociale norm is. Als iemand al zijn persoonlijke informatie wil delen en altijd voor iedereen bereikbaar wil zijn is dat zijn goed recht. Het moet echter ook mogelijk zijn om bepaalde informatie voor jezelf te kunnen houden en om op gezette tijden niet bereikbaar te zijn. Dit is de kern van het recht op privacy, een grondrecht dat in de Grondwet, de EU Charter en verschillende internationale verdragen is te vinden. In de afgelopen tien jaar is privacy onder andere door allerhande maatregelen bedoeld om terrorisme tegen te gaan meer en meer onder druk komen te staan. In dit vak wordt ingegaan op het rechtsgoed privacy, welke dimensies er zijn, welke rol het heeft gespeeld, hoe het nu terugkomt in wetgeving, welke moeilijkheden het oplevert in het licht van de voortschrijdende ontwikkeling van ict en welke vragen dit oproept rond juist handelen. Inzicht in verschillende waarden als vrijheid, gehoorzaamheid, veiligheid, transparantie, geheimhouding, efficiëntie en vertrouwen spelen op de achtergrond een belangrijke rol. Studenten moeten in staat zijn na dit vak kritisch reflecteren op fundamentele vragen rond de huidige (globale) maatschappelijke ontwikkelingen en de rol die privacy daarin speelt. De studenten moeten helder ideeën kunnen formuleren op papier en schrijven over deze onderwerpen. Inhoud vak In dit vak worden de dimensies van privacy behandeld en ingegaan op de spanning tussen dit grondrecht en maatregelen om veiligheid (security) te bevorderen. Een groot deel van de Nederlandse bevolking lijkt privacy


6-3-2013 - Pagina 76 van 105

weinig te interesseren, zoals de te pas en te onpas gehoorde strijdkreet ‘ik heb niets te verbergen’ duidelijk maakt. Toch zijn er ontwikkelingen waar iedereen die er van hoort schrikt, zoals camera’s van de sigarenboer met subsidie van de politie in ruil waarvoor de politie in de winkel mee kan kijken. Of dat de gezichtscans van onze paspoorten in het buitenland zijn opgeslagen waardoor de Amerikaanse overheid op grond van de Patriot Act daar enig moment in zou kunnen gaan grasduinen. Deze voorbeelden illustreren hoeveel nu al mogelijk is en de vraag is of de doorsnee burger dit beseft, laat staan zich realiseert wat er allemaal nog aankomt. De bekende, en naar het schijnt uit de context gerukte, uitspraak “Privacy is dead, get over it” lijkt niet door iedereen als zorgelijk te worden gezien. Ook schreef Ethan Katsh in de vorige eeuw dat op het internet privacy een illusie is. Met de bestaande technologien (camera’s, sensoren, etc.) en toekomstige technologie (zoals IP-adressen in objecten, ook wel internet van dingen) wordt onze prive-sfeer steeds verder teruggebracht. Het is van belang om na te denken over juridische consequenties voor privacy van technologische ontwikkelingen voordat deze technologie onlosmakelijk deel uitmaakt van onze samenleving. Onderwijsvorm Hoorcollege, werkcollege Toetsvorm Paper en opdrachten Literatuur Via Blackboard

Public International Law Course code

R_Pub.int.l (200950)

Period

Period 1

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. T. Gazzini

Teaching staff

dr. H.M.G. Denters, dr. T. Gazzini

Teaching method(s)

Lecture

Course objective At the end of the course, students will be able to identify the legal issues in international affairs and provide an initial response to them by making a coherent argument using the relevant sources of international law. The module will be delivered through seminars. Students are supposed to read the required materials beforehand and to actively participate in the discussion. Students are also invited to make an informal presentation starting with week 2. Course content The course is intended to provide a systematic and detailed treatment of the main principles of the international legal order. It focuses on the subjects and the sources of international law; the consequences of breaches of international rules and the settlement of international


6-3-2013 - Pagina 77 van 105

disputes. Form of tuition Seminars Type of assessment 5,000 word written assignment. Course reading Recommended textbook: - Malcolm Shaw, International Law, 6th ed., Cambridge University Press, 2008. - Official documents and international decisions are available through Blackboard. The VU library (www.ubvu.vu.nl) has a limited printed collection on international law. Many legal journals are accessible electronically (http://www.ubvu.vu.nl). For additional sources: library of the University of Amsterdam (http://centauri.ic.uva.nl); library of the Peace Palace, The Hague (www.ppl.nl). Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): -only open for students who have obtained 150 credits of their Bachelors degree programme, including Pleitoefening. Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements LPIS-students: - there are no requirements. Recommended background knowledge The course: - Volkenrecht Remarks Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for exchange as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Introduction to Public International Law. Dutch students must have successfully finalised the following course: Beginselen volkenrecht.

Public International Law, Selected Topics Course code

R_Pub.i.l.st (200975)

Period

Ac. Year (September), Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

mr. A.M. de Hoon

Teaching staff

dr. T. Gazzini

Teaching method(s)

Lecture


6-3-2013 - Pagina 78 van 105

Course objective The course is intended to provide students a firm understanding of public international law and its concrete application in different fields. Course content During the course students will deal with different current topics of public international law, including the settlement of international disputes, the protection of human rights, and the prevention and suppression of international crimes. Form of tuition Tutorials on an individual basis. Type of assessment Papers. Course reading To be announced. Entry requirements To enroll, contact the Course Coordinator. The course presupposes a basic understanding of Public International Law.

Publiekrechtelijke rechtshandhaving Vakcode

R_Pub.r.hand (201574)

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. mr. W. Huisman

Docent(en)

prof. dr. mr. W. Huisman, dr. A.R. Neerhof, A.J.M. Denkers

Lesmethode(n)


Doel vak Door bestudering van de toepasselijke rechtsregels en de wijze waarop zij in de praktijk worden gehanteerd, inzicht te verkrijgen in de toenemende verstrengeling van strafrecht en bestuursrecht bij de publiekrechtelijke handhaving, alsmede het verkrijgen van inzicht in de effecten van interventies op verschillende domeinen van regelgeving. Inhoud vak Dit vak richt zich op twee inhoudelijke dimensies: de handhaving en de wetgevingsdomeinen. Met betrekking tot de handhaving gaat het vak in op vier onderwerpen: de organisatie van de handhaving (samenloop en organisatie); handhavingsdoelen (punitief, preventief en gericht op herstel); handhavingscommunicatie; en handhaven versus gedogen. Deze vier onderwerpen worden gerelateerd aan de effectiviteit van de handhaving. Op het gebied van wetgeving wordt ingegaan op vier domeinen: milieu, fiscaliteit, sociale arbeid en verkeer. Het vak kent twee typen colleges: hoorcolleges, waarin telkens theorie en empirie van een van de handhavingsonderwerpen wordt behandelt; en werkcolleges waarin de Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 79 van 105

studenten het handhavingsonderwerp uit het voorgaande college uitwerken binnen een van de wetgevingsdomeinen. De nadruk ligt in het vak op de toepassing van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten in de praktijk. Hoe wordt (in de praktijk) de keuze gemaakt tussen verschillende soorten interventies? Hoe is de handhaving georganiseerd en hoe verlopen toezicht en opsporing? Welke handhavingsstrategieën worden gehanteerd en waarom? Hoe staat het met de effectiviteit van de handhaving? Hoe vindt de afstemming plaats tussen verschillende met handhaving belaste organen? Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkcolleges, beide vier. Toetsvorm Tentamen en korte papers. Literatuur Volgt later. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening.

Recht en de elektronische overheid Vakcode

R_ReElOv ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

C.M.M. Zwinkels

Docent(en)

C.M.M. Zwinkels

Lesmethode(n)


Doel vak Inzicht verkrijgen in de rechtsvragen die aan het optreden van de e overheid zijn verbonden. Inhoud vak De publieke dienstverleners registreren elektronisch gegevens éénvoudig en gebruiken ze meervoudig. Basisregistraties en sectorale registraties spelen hierbij een belangrijke rol. De overheid is ook producent van databanken Zij stelt haar gegevens voor hergebruik beschikbaar. De politie bestrijdt bestrijdt criminaliteit met data – mining. De rechterlijke macht introduceert steeds meer onderdelen van het proces via internet en introduceert bijvoorbeeld digitale dossiers. Ook voor het overheidsgedrag geldt de Wet bescherming persoonsgegevens. Burgers en bedrijven willen onder andere beveiligde persoonlijke gegevens en opgeslagen gegevens zelf kunnen verwijderen of wijzigen. Op basis van haar publieke taken heeft de e – overheid zorgplichten, en is zij dus aansprakelijk voor de kwaliteit (inclusief toegankelijkheid)


6-3-2013 - Pagina 80 van 105

van de gegevens. De regelgeving en jurisprudentie staan in Nederland niet op zich zelf. De context van de EU – richtlijnen en de Europese jurisprudentie is voortdurend aanwezig. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. Toetsvorm Drie schriftelijke uit te werken casus (1/3) en een schriftelijk tentamen met open vragen (2/3). Literatuur *Reader, geselecteerde wetgeving. *Overige literatuur verkrijgbaar via Blackboard.

Rechtsfilosofie Vakcode

R_Rechtsfilo (201811)

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. L.D.A. Corrias

Docent(en)

mr. drs. I. Rosenthal

Lesmethode(n)


Doel vak De student verkrijgt inzicht in enkele centrale posities en debatten in de hedendaagse rechtsfilosofie en is in staat deze vruchtbaar te maken voor een kritische reflectie op het recht en actuele politieke vraagstukken. Gezien de wijsgerige aard van de cursus zal de Mastercursus Rechtsfilosofie in het bijzonder een bijdrage leveren aan de academische vorming van studenten, waarbij de nadruk zal liggen op ‘het zelfstandig wetenschappelijk denken en handelen; het wetenschappelijk communiceren en het hanteren van vakwetenschappelijke kennis in een bredere c.q. wijsgerige en maatschappelijke context.’ (art. 3 lid 2 OER) Hierbij worden in groepsverband en op individueel niveau diverse vaardigheden getraind, met name analytische, probleemoplossende en onderzoeks- en presentatievaardigheden (zie Bijlage I OER). Inhoud vak Absolute waarheden in de democratie 2: het partijverbod vanuit filosofisch perspectief Hoe om te gaan met politieke partijen die vanuit een religieuze grondslag de grenzen van de rechtsstaat opzoeken? Onlangs bepaalde de Hoge Raad dat de staat geen subsidie meer mag geven aan de SGP vanwege hun theologisch gefundeerde vrouwenstandpunt. Deze zaak gaf aanleiding tot veel beroering. Sommige critici vonden dat deze uitspraak burgers de kans ontneemt om te leven volgens een orthodox-religieuze moraal. Voorstanders van de uitspraak wezen echter op de onverenigbaarheid van de standpunten van de SGP met de grondslagen van de liberale rechtsstaat. In 2003 diende een soortgelijke zaak voor het EHRM over de


6-3-2013 - Pagina 81 van 105

Turkse Refah-partij. Deze partij streeft naar de invoering van de sharia in het Turkse rechtssysteem. Het Europese Hof stond de Turkse Staat toe om de partij te verbieden op grond van de scheiding van kerk en staat. Deze zaken roepen een aantal belangwekkende rechtsfilosofische vragen op over de grenzen die de democratische rechtsstaat stelt aan pluraliteit. Wat is de reikwijdte van het tolerantiebeginsel? Hoe gaat het democratische politieke debat om met orthodox-religieuze opvattingen die haaks staan op de liberale uitgangspunten, zoals de gelijkheid tussen man en vrouw? En in hoeverre vooronderstellen de grenzen die het liberalisme trekt ook een waarheidsclaim? Dit keuzevak zal deze vragen onderzoeken met behulp van de SGP-zaak en de Refah-zaak en kernteksten uit de hedendaagse rechtsfilosofie. Het vak zal worden afgesloten met een paper en een openbare discussie waar prominenten uit de rechtspraktijk in discussie zullen gaan met studenten. De student verkrijgt inzicht in enkele centrale posities en debatten in de hedendaagse rechtsfilosofie en is in staat deze vruchtbaar te maken voor een kritische reflectie op het recht en actuele politieke vraagstukken. Indien gewenst krijgt de student intensieve begeleiding om haar paper te schrijven in de vorm van een wetenschappelijk artikel, juridische opinie, of een voordracht voor een congres. Onderwijsvorm Gecombineerde hoorcolleges en werkgroepen. Docenten zullen de studenten begeleiden bij het schrijven van het paper. Toetsvorm Paper Literatuur SGP-uitspraak van de Hoge Raad en verder diverse teksten van hedendaagse rechtsfilosofen, zoals Rawls, Ricoeur en Schmitt. Een exacte literatuurlijst volgt later. Vereiste voorkennis Ingangseis studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Encyclopedie II. Ingangseis studenten masteropleiding Ondernemingsrecht: - geen. Doelgroep Het vak is bestemd voor Master-studenten Rechtsgeleerdheid en Filosofie en zal worden aangeboden vanaf week 6 van 2012 (de week van 7 februari). Overige informatie Docenten: Irena Rosenthal en Luigi Corrias Meer informatie: [email protected] Het vak biedt plaats aan maximaal 15 studenten.

Rechtspsychologie en bewijs Vakcode

R_R.psy.bew (212317)

Periode

Periode 2


6-3-2013 - Pagina 82 van 105

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. P.J. van Koppen

Docent(en)

prof. dr. P.J. van Koppen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak -Heeft kennis van en inzicht in de voor de rechtspsychologie relevante domeinen, -Heeft kennis van rechtspsychologische theorieën en theorieen over strafrechtelijke bewijs, -Heeft kennis van en inzicht in de methoden en technieken die in rechtspsychologisch onderzoek en in strafzaken kunnen worden gehanteerd, -Heeft inzicht in de juridische en maatschappelijke context waarin het strafrecht zich ontwikkelt en manifesteert. Inhoud vak Strafrechtelijk bewijs Vormen van strafprocesrecht Getuigenverklaringen Verdachtenverklaringen Herkenningsprocedures Technisch forensisch bewijs Opsporing door de politie Beslissen door politie, advocaat, officier van Justitie en rechter Toetsvorm Tentamen (10 vragen, open beantwoording) Literatuur -P.J. van Koppen, H.L.G.J. Merckelbach, M. Jelicic & J.W. de Keijser (Eds.). (2010). Reizen met mijn rechter: psychologie van het recht. Deventer: Kluwer [Let op: niet alle hoofdstukken]. -P.J. van Koppen (2011). Overtuigend bewijs: Indammen van rechterlijke dwalingen. Amsterdam: Nieuw Amsterdam. Vereiste voorkennis Ingangseis: een afgerond eerste bachelorjaar Aanbevolen voorkennis Studenten Rechtsgeleerdheid/Notarieel recht Het vak: - Formeel strafrecht Overige informatie Spreekuur: na college.

Rechtssociologie en rechtspleging Vakcode

R_R.soc.rpl (201864)

Periode

Periode 5+6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands


6-3-2013 - Pagina 83 van 105

Faculteit


Coördinator

dr. mr. E. Niemeijer

Docent(en)

dr. mr. E. Niemeijer

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Het doel van dit vak is kennis te krijgen over het sociaal wetenschappelijk perspectief op recht en rechtspleging. Het gaat enerzijds om de invloed van uiteenlopende "sociale" factoren op het recht en anderzijds om de betekenis van het recht in de samenleving. Met andere woorden, niet "law in the books", maar "law in action" staat centraal. Het vak beoogt duidelijk te maken wat de inhoud en de betekenis is van sociaal wetenschappelijke theorie en onderzoek van het recht (wetgeving, rechtspleging, handhaving) en waarin deze benadering verschilt van het juridisch perspectief. Voorts komt de vraag aan de orde naar de opbrengst ervan, wetenschappelijk en praktisch. Het nut ervan (voor juristen) is o.m. dat juristen leren problemen vanuit meerdere perspectieven te benaderen en juridische en maatschappelijke aspecten van een vraagstuk in hun onderlinge samenhang (kritisch) te beoordelen. Inhoud vak In het eerste deel van het college wordt de sociaal wetenschappelijke benadering verkend: wat is het, hoe werkt het en wat heb je er aan. In het tweede deel van het vak staat de rechtspleging centraal. Is de rechtspraak nog wel bij de tijd? Verdient mediation stimulering? Welke ontwikkelingen spelen zich af in de juridische beroepen en de rechtspraak? Wat vinden betrokkenen (zoals partijen en advocaten) ervan? Moet er lekenrechtspraak komen? Moet mediation worden gestimuleerd? Waarom dan? Het programma is te zijner tijd te vinden op Blackboard. Onderwijsvorm Hoorcolleges met interactieve elementen. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Boek ( Actie en Reactie. Een inleiding in de rechtssociologie, Nick Huls, BJU, 2e dr.) aangevuld met artikelen. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening.

Research Methodology for International Crimes Course code

R_Res.meth.c (200902)

Period

Period 1+2

Credits

6.0


6-3-2013 - Pagina 84 van 105

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

prof. dr. C.C.J.H. Bijleveld

Teaching staff

prof. dr. C.C.J.H. Bijleveld

Teaching method(s)

Reading

Course objective The aim is to focus on the specific research methods needed to study international crimes and to be able to present the research result to others. Course content Students need to acquire methodological skills to conduct criminological research in this field: both quantitative research as well as qualitative research. Students should be able to have sufficient knowledge of the following research topics: measuring the number of victims; comparing mortality rates; victim surveys; interviewing victims, perpetrators; assess the effectiveness of judicial interventions and specific measures. Evaluate supranational criminal law functioning. Students should know which research methods can and should be used when studying this type of crime. They should know which ordinary research methods can be used and what the specific difficulties in relation to this type of crime are and how to deal with them. Specific attention will be given to questions on how criminologists and analysts can support fact finding missions, can help gather evidence which can be used in trials, can assess the reliability of estimates etc. Special attention will be given on how to translate research finding to make them useful for others like policymakers or make their findings acceptable as evidence in court. Form of tuition Lectures and take home assignment. Type of assessment Exam. Course reading Bijleveld, C.C.J.H. (2008), Research methodology for international criminology; proofs will be supplied Asher, J., Banks, D. & Scheuren, F.J. (2008), Statistics for human rights. Springer. Entry requirements Entry requirements Criminology-students: -only open for students who have completed the Bachelor's degree programme Criminology. Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements Law and Notarial Law-students: -only open for students who have completed their Bachelor's degree programme. Target group The course is open to master students Criminology.


6-3-2013 - Pagina 85 van 105

Research Project Development Course code

R_ResProD ()

Period

Period 3

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

drs. R.M. Lips

Teaching method(s)

Seminar

Course objective The aim is to learn how to develop a research proposal that could form the basis of a NWO-research proposal or any other research project. Course content The course commences with two introductory sessions on the development and writing of research proposals. The students will be introduced to different proposal formats, guides for applicants of several funding schemes, learn about CV presentation, and how to write an abstract. With their individual supervisors they will develop a research proposal according to the NWO format: abstract, topic, approach, scientific and societal impact, CV and references. The draft of proposals will be discussed in class. Form of tuition Seminars, individual coaching and peer review. Type of assessment Paper Course reading To be determined individually.

Scientific Journal Article Course code

R_ScJouArt ()

Period

Period 2

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

drs. R.M. Lips

Teaching method(s)

Lecture

Course objective The first aim is to learn how to write a scientific journal article. The second aim is to learn to connect and/or explain the research topic to other disciplines. Students of various disciplines will be coaching each other in this process. Course content Under supervision of an individual supervisor students develop a scientific article. Each student will be matched with a student of Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 86 van 105

another (sub-)discipline; they will coach eachother in the process of developing the article. The course starts with a first assignment to hand in a title and problem definition; second assignment is to define a hypothesis and make an outline of the article. After this a first draft of the article is written. All assignments will be discussed with the individual supervisor and the fellow-student. The final assignment is the Journal article that will be handed in as a paper. Form of tuition Individual coaching and peer review. Type of assessment Paper. Course reading To be determined individually.

Sociale zekerheidsrecht Vakcode

R_Soc.zekerh (201816)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. mr. G.J. Vonk

Docent(en)

prof. mr. G.J. Vonk

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. De studenten beschikken over inzicht in het sociale zekerheidsrecht. Voorts zijn zij in staat zelfstandig een deelonderwerp te bewerken en daarover schriftelijk en mondeling te rapporteren. Inhoud vak Het keuzevak sociale zekerheidsrecht heeft in de afgelopen jaren een vast format gekregen. De cursus vangt aan met het leggen van een kennisfundament van het Nederlandse sociale zekerheidstelsel. In dit kader moeten studenten ieder een regeling mondeling toelichten. Vervolgens wordt een aantal colleges verzorgd waarin aandacht wordt besteed aan één centraal thema. Thema's die de afgelopen jaren aan de orde kwamen, zijn: de rechtspositie van buitenlandse werknemers, de positie van het kind in de sociale zekerheid, armoede en recht, de plicht tot werken. Studenten dienen over het centrale thema een werkstuk te schrijven. Ten slotte dienen de werkstukken te worden geopponeerd en verdedigd. De focus ligt steeds op het Nederlandse sociale zekerheidsrecht maar uitstapjes naar het internationale recht en de stelsels van andere landen zijn niet ongebruikelijk. In het keuzevak wordt telkens één bijzondere activiteit ondernomen (bezoek SZW, CRvB of sociale zekerheidsinstelling; bijzonder gastcollege, openbaar debat, etc.; studenten zijn betrokken bij de organisatie)


6-3-2013 - Pagina 87 van 105

Onderwijsvorm Werkcolleges, mondelinge presentaties en paper. Toetsvorm Paper en mondeling tentamen. Literatuur Wisselend, wordt per jaar opnieuw bekeken. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Sociaal recht.

Sport en recht Vakcode

R_Sportenr (201817)

Periode

Periode 4, Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M. Olfers

Docent(en)

mr. M. Olfers

Lesmethode(n)

Werkcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN 2011-2012! DELEN VAN DEZE TEKST ZIJN MOGELIJK VEROUDERD. De student heeft inzicht in de gebruikelijke organisatievormen met betrekking tot het maatschappelijke fenomeen "sport" en de daarin voorkomende relaties. De deelnemer heeft kennis van het (Europese en nationale) recht dat op de organisatievormen en relaties van toepassing is. Inhoud vak Rechten en plichten binnen de sportorganisatie (Verenigingsrecht), Aansprakelijkheid tussen deelnemers onderling en ten opzichte van de organisator, Arbeidsverhoudingen sporter, trainer coach, tuchtrecht, doping, transfers en overschrijvingen, exploitatie van afbeelding persoon en sportprestaties. Onderwijsvorm Hoor-, werkcolleges. Toetsvorm 1. Paper 2. Indien mogelijk: Een onderwijsgebonden onderzoeksopdracht bijvoorbeeld een onderzoeksopdracht van de KNVB waarbij de studenten zowel individuele opdracht(en) in de vorm van een paper als een gezamenlijke paper maken.


6-3-2013 - Pagina 88 van 105

Literatuur - Sport en Recht van Van Staveren (Arko sportsmedia) - Jurisprudentiebundel Sport en Recht (VU) Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. Aanbevolen voorkennis Het vak: - Arbeidsrecht. Overige informatie Het is voor dit keuzevak gewenst dat de student kennis heeft van het rechtspersonenrecht in het algemeen en het arbeidsovereenkomstenrecht.

Successiewet Vakcode

R_SuccWet (211423)

Periode

Periode 2+3

Credits

9.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

W.J.J.G. Speetjens

Docent(en)

mr. F.A. Groote Wassink, W.J.J.G. Speetjens

Lesmethode(n)


Doel vak Verwerven van grondige kennis van het systeem en de inhoud van de belastingen betreffende successie, schenkingen en overgang. Vaardigheid tot het oplossen van casus. Inhoud vak De fiscale gevolgen van (rechtshandelingen m.b.t.) overlijden en schenkingen. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. Toetsvorm Schriftelijk tentamen met open vragen. Literatuur Prof.dr. F. Sonneveldt en mr. C.J.M. Martens Wegwijs in de Successiewet – nieuwste druk Vereiste voorkennis


6-3-2013 - Pagina 89 van 105

Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Erfrecht I - Erfrecht II - Huwelijksvermogensrecht - Verbreding goederenrecht I - Verbreding goederenrecht II of Verbreding goederenrecht - het vak Contractenrecht en goederenrecht of de vakken Contractenrecht en Goederenrecht.

Vaardighedenoefening internationaal recht Vakcode

R_Vaar.int.r (201523)

Periode

Periode 2+3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. M. Zilinsky

Docent(en)

mr. M. Zilinsky, dr. H.M.G. Denters, prof. dr. J.W. Sap

Lesmethode(n)


Doel vak Verbeteren van schriftelijke en mondelinge vaardigheden. Inhoud vak Tijdens het vak zullen internationale thema's vanuit verschillende rechtsgebieden nader worden onderzocht. Onderwijsvorm De student dient een wetenschappelijk onderbouwde paper te schrijven op het gebied van volkenrecht, Europees recht en/of internationaal privaatrecht. De (multidisciplinaire) thema's en individuele onderwerpen zijn vooraf in grote lijnen vastgesteld. Ter afsluiting worden de resultaten van het onderzoek tijdens bijeenkomsten gepresenteerd en verdedigd. De contacturen bestaan uit een eerste inleidende bijeenkomst in week 42 en bijeenkomsten werkgroepen in week 1. Tijdens de bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsplicht. In de weken 43-51 verricht de student zelfstandig onderzoek. Toetsvorm De paper, de mondelinge presentatie en de participatie tijdens de bijeenkomsten worden gezamenlijk beoordeeld. De wegingsfactor en specifieke toetscriteria zijn opgenomen op blackboard. Literatuur Bronnenmateriaal noodzakelijk voor een wetenschappelijk onderbouwde paper. De syllabus is vanaf week beschikbaar via blackboard. Vereiste voorkennis


6-3-2013 - Pagina 90 van 105

Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Volkenrecht (nieuw B2 vak) of Beginselen volkenrecht. Aanbevolen voorkennis De vakken: - Internationaal privaatrecht I - Europees recht Overige informatie Bij deze cursus wordt zeer intensief gebruikgemaakt van blackboard. U dient zich voorafgaand aan de eerste bijeenkomst op blackboard aan te melden. Let daarbij op het invoeren van uw courante e-mailadres!

Verdieping aansprakelijkheid en verzekering Vakcode

R_Verd.av (201501)

Periode

Periode 1+2+3

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. A.J. Van

Docent(en)

prof. mr. A.J. Akkermans, dr. mr. A.J. Van

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het Verdiepingsvak aansprakelijkheid en verzekering bestaat uit twee zelfstandige delen die nauw met elkaar samenhangen: Aansprakelijkheidsrecht en Verzekeringsrecht. Iemand die aansprakelijk is voor schade die hij aan een ander heeft toegebracht, zal deze aansprakelijkheid in veel gevallen gedekt hebben door middel van een aansprakelijkheidsverzekering. Zonder dit gegeven zou een groot deel van de ontwikkelingen op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht moeilijk denkbaar zijn geweest. Aan de andere kant zal iemand die schade lijdt, niet altijd nog de behoefte hebben een ander daarvoor aansprakelijk te stellen als zijn schade door een eigen verzekering is gedekt (bijvoorbeeld een ziektekostenverzekering). In een aantal gevallen zal dan de verzekeraar de door hem gedane uitkeringen willen verhalen op de aansprakelijke persoon. Aansprakelijkheid en verzekering kunnen dus niet los van elkaar worden gezien. Niet voor niets kennen veel grote en middelgrote advocatenkantoren een sectie 'Aansprakelijkheid en verzekering'. Inhoud vak Onderdeel Aansprakelijkheidsrecht In het onderdeel Aansprakelijkheidsrecht wordt een aantal actuele en problematische onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht onder de loep genomen, waarbij het accent ligt op het terrein van de personenschade. De rode draad wordt gevormd door het leerstuk van de


6-3-2013 - Pagina 91 van 105

werkgeversaansprakelijkheid. Tegen deze achtergrond komen specifieke problemen aan de orde zoals de aansprakelijkheid voor RSI en psychische schade, maar ook meer algemene problemen van causaliteit en schadevergoeding, zoals bewijslastverdeling, proportionele aansprakelijkheid en vaststelling van de schadevergoeding (waaronder het smartengeld). Ook wordt aandacht besteed aan recente en toekomstige ontwikkelingen in de wetgeving. Onderdeel Verzekeringsrecht Bij het onderdeel Verzekeringsrecht komt de belangrijke functie aan de orde die verzekering speelt in het maatschappelijk leven. Veel activiteiten zouden niet kunnen plaatsvinden zonder de mogelijkheid van verzekeringsdekking. Denk bijvoorbeeld aan het verkeer, het werken met gevaarlijke stoffen en het uitvoeren van medische experimenten. Daarnaast zijn er talloze risico's in de samenleving waarvan de gevolgen zonder verzekeringsdekking niet of nauwelijks te dragen zijn. Voorbeelden zijn: ziekten, brand, ongevallen en dergelijke. In het verzekeringsrecht zijn een aantal belangrijke leerstukken ontwikkeld die in dit onderdeel zullen worden behandeld. Te denken valt aan misbruik van verzekering (fraude), verzwijging, meervoudige verzekering (welke verzekering moet dan dekking bieden?), subrogatie (verhaal door de verzekeraar op de veroorzaker), eigen schuld van de verzekerde en de directe actie bij aansprakelijkheidsverzekeringen. Het vak vormt een goede voorbereiding op een loopbaan in de advocatuur en het bank- en verzekeringswezen. Eén onderdeel kan ook De beide onderdelen Aansprakelijkheidsrecht en Verzekeringsrecht kunnen ook elk afzonderlijk als keuzevak worden gevolgd. Die mogelijkheid bestaat echter uitsluitend als de student dat bij aanvang van het vak heeft gemeld aan de coordinator. Onderwijsvorm Hoorcolleges. Toetsvorm Paper en tentamen. Literatuur - S.D. Lindenbergh, Arbeidsongevallen en beroepsziekten - Asser-clausing-Wansink, Verzekeringsrecht Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening. Overige informatie De beide onderdelen Verzekeringsrecht en Aansprakelijkheidsrecht kunnen ook elk afzonderlijk als keuzevak worden gevolgd. Die mogelijkheid bestaat uitsluitend als van aanvang af daarvoor is gekozen. Wie zich voor beide onderdelen heeft ingeschreven, dient in beide onderdelen tentamen af te leggen!

Verdieping burgerlijk procesrecht


6-3-2013 - Pagina 92 van 105

Vakcode

R_Verd.bur.p (201845)

Periode

Periode 2+3

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. H.L.G. Wieten

Docent(en)

prof. mr. C.J.J.C. van Nispen, mr. H.L.G. Wieten

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Studenten leren redeneren met het procesrechtelijke begrippenapparaat, toegespitst op het onderwerp bewijsrecht. Men leert algemene kennis toe te passen op bijzondere gevallen, maar ook om regels te formuleren door algemene kennis af te leiden uit verschillende bijzondere gevallen. Studenten maken zich analytische, probleemoplossende en mondelinge en schriftelijke vaardigheden eigen. Inhoud vak Bewijsgaring, getuigenbewijs, deskundigenbericht, bescherming van bewijs, bewijslast Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen Toetsvorm Paper en tentamen, diverse opdrachten zoals het verdedigen of aanvallen van een stelling, het bepleiten van een stelling, het schrijven van een noot en het oplossen van casus. Literatuur -Rapport Adviescommissie burgerlijk procesrecht over discovery -Rapport commissie Storme -Burgerlijke Rechtsvordering Tekst & Commentaar, A.I.M. van Mierlo, C.J.J.C. van Nispen en M.V. Polak, Deventer 2010, art. 163 t/m 207 en art. 1019b t/m 1019d -Dissertatie Fernhout, hoofdstuk 2 -Dissertatie De Groot, hoofdstuk 3 -Artikelen over art. 1019b Rv. in BIE 2010 van Van Nispen en Verschuur, met naschrift Van Nispen Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Burgelijk proces- en insloventierecht. Overige informatie Het aantal deelnemers is beperkt tot een maximum van 24.

Verdieping contractenrecht Vakcode


R_VerdCont () 6-3-2013 - Pagina 93 van 105

Periode

Periode 3+4+5

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)

prof. mr. C.E.C. Jansen, O.O. Cherednychenko, mr. J.W. Rutgers, dr. mr. C.B.P. Mahe

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Verdieping Contractenrecht is vooral bedoeld voor studenten die binnen de privaatrechtelijke afstudeerrichting hun kennis op het gebied van het verbintenissenrecht, in het bijzonder het contractenrecht, verder willen uitbouwen en verdiepen. De cursus bouwt inhoudelijk voort op de cursus Contractenrecht (met ingang van het studiejaar 2010/2011: Contracten- en goederenrecht) die in het tweede bachelorjaar wordt gedoceerd. Tijdens de cursus zullen een aantal nog nader te selecteren contractenrechtelijke thema’s met bijbehorende juridische vragen centraal staan. Het gaat om thema’s die enerzijds grote praktische relevantie hebben en die anderzijds centraal staan in het onderzoek van de docenten die het vak verzorgen. Naast kennisverdieping en -verbreding wordt ook het realiseren van een aantal vaardighedenleerdoelen beoogd. Hier kan met name worden gedacht aan de vaardigheden die nodig zijn om, op basis van een juridisch relevante vraagstelling, zelfstandig en onder tijdsdruk informatie te verzamelen en die kritisch te analyseren ten behoeve van een juridisch en maatschappelijk verdedigbare beantwoording van die vraagstelling. Voorts kan worden gedacht aan de vaardigheid om de resultaten van het verrichte onderzoek alsmede de op basis daarvan getrokken conclusies schriftelijk te rapporteren of mondeling te presenteren en te verdedigen. Het doel is uiteindelijk om de (veelvuldig voorkomende) werkelijkheid te benaderen waarmee een zelfstandig werkend advocaat of bedrijfsjurist regelmatig wordt geconfronteerd: binnen een kort tijdsbestek aan een cliënt of patroon op niveau rapporteren over een juridische kwestie waar de betrokkene zich nog niet eerder in heeft verdiept. Capita Selecta Contractenrecht is vooral bedoeld voor studenten die binnen de privaatrechtelijke afstudeerrichting hun kennis op het gebied van het verbintenissenrecht, in het bijzonder het contractenrecht, verder willen uitbouwen en verdiepen. De cursus bouwt inhoudelijk voort op de cursus Contractenrecht (met ingang van het studiejaar 2010/2011: Contracten- en goederenrecht) die in het tweede bachelorjaar wordt gedoceerd. Het vak vormt een voortzetting van het oude voorsorteervak Capita Selecta Contractenrecht dat over het algemeen weliswaar als zwaar werd ervaren maar tegelijkertijd ook als bijzonder leerzaam en waardevol werd beoordeeld. Inhoud vak De contractenrechtelijke thema's in het studiejaar 2011-2012 centraal zullen staan in het vak Verdieping Contractenrecht, waren bij het ter perse gaan van de studiegids nog niet bekend. Onderwijsvorm De werkwijze die bij dit vak wordt gevolgd, sluit aan bij de hierna nog te noemen vaardighedenleerdoelen die met het vak worden nagestreefd. Er wordt per inhoudelijk thema in de regel één interactief hoorcollege gegeven. Het werkboek bevat een aantal vragen die met dat thema verband houden en die beantwoord zullen moeten worden. Het werkboek bevat tevens Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 94 van 105

een of meer inleidende publicaties op basis waarvan aanvullend materiaal kan worden gevonden om tot die beantwoording te komen. Mogelijk is dat de daarvoor noodzakelijke voorbereiding verder wordt gefaciliteerd door het opdragen van een voorlopige opdracht. De docent zal het college benutten als introductie op het thema en dat thema in een groter verband plaatsen. Vervolgens schrijven studenten een (groeps)paper of annotatie aan de hand van onderlinge informatie-uitwisseling tussen de studenten die aan het college deelnemen. De docent fungeert in de regel ‘slechts’ als coach die dat proces faciliteert en die op basis van de uitkomsten daarvan zonodig recapituleert. Toetsvorm Tijdens de cursusperiode moet de student diverse opdrachten uitvoeren die zijn gerelateerd aan de inhoudelijke thema’s die tijdens het vak centraal staan. Daarbij kan worden gedacht aan het in groepsverband uitvoeren van een onderzoek, waarover vervolgens gerapporteerd dient te worden door middel van het schrijven van een groepspaper en het verzorgen van een groepspresentatie. Verder kan worden gedacht aan enkele individueel uit te voeren onderzoeken waarover schriftelijk dient te worden gerapporteerd door middel van papers en een annotatie. In alle gevallen gaat het dan om onderzoek dat moet worden uitgevoerd op basis van een casus, een rechterlijke uitspraak of een (vraag)stelling die anderszins wordt ingeleid. Tot slot zal een (mondelinge) toetsing plaatsvinden van kennis van actuele contractenrechtelijke jurisprudentie van de Hoge Raad. Literatuur Electronisch werkboek Verdieping Contractenrecht 2011-2012, toegankelijk via Blackboard.

Verdieping familierecht: scheiding en gevolgen Vakcode

R_VerdFam ()

Periode

Periode 1+2

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. C. Blankman

Docent(en)

mr. B. Breederveld, prof. dr. mr. M.V. Antokolskaia, prof. mr. L.M. Coenraad, mr. N.D. Spalter, mr. M. van der Lans

Lesmethode(n)


Doel vak Doel van het vak is het verkrijgen van een dieper en breder inzicht in de juridische regulering van de echtscheiding en haar gevolgen in Nederland met aandacht voor enkele regelingen inzake echtscheiding in landen waar de belangrijkste migrantengroepen in Nederland affiniteit mee hebben. Daarnaast is het doel dat de student leert om literatuur en juridische bronnen diepgaand te analyseren en te interpreteren en daarover kritische vragen te stellen (waar dit noodzakelijk is ook in de Engelse taal). Ook leert de student om complexe casus diepgaand te analyseren en te interpreteren, op te lossen en vernieuwende juridische oplossingen aan te dragen.


6-3-2013 - Pagina 95 van 105

Inhoud vak Echtscheiding en echtscheidingsprocesrecht, administratieve echtscheiding, de gevolgen van echtscheiding op het gebied van gezag en omgang, relatievermogensrecht en (kinder)alimentatie, en Marokkaans, Turks, Joods en Russisch echtscheidngsrecht . Toetsvorm Een afsluitend tentamen alsmede het met enkele andere studenten gezamenlijk maken en presenteren van een opdracht en het individueel opstellen en presenteren van een paper. Literatuur In de digitale reader worden naast gedeeltes uit Asser – de Boer Personen- en Familierecht relevante jurisprudentie en rechtswetenschappelijke teksten opgenomen.

Verdieping ondernemingsrecht Vakcode

R_Verd.ond (201507)

Periode

Periode 2+3

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator


Docent(en)

mr. C.H.C. Overes, prof. dr. mr. T.J. van der Ploeg

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak LET OP: DIT IS DE STUDIEGIDSTEKST VAN HET COLLEGEJAAR 2010-2011. ONDERDELEN VAN DE ONDERSTAANDE TEKSTEN KUNNEN GEWIJZIGD OF VEROUDERD ZIJN. Inzicht verwerven in de beginselen en het systeem van het ondernemingsrecht en in de keuzemogelijkheden ter verbetering van het bestaande recht, alsmede het kunnen toepassen van dit inzicht op specifieke onderwerpen en casus. Inhoud vak In de verdieping ondernemingsrecht staat de modernisering van het ondernemingsrecht centraal. Het ondernemingsrecht is sterk in ontwikkeling, gezien o.a. de wetsvoorstellen inzake personenvennootschappen, flexibilisering en vereenvoudiging van het BV recht en bestuur en toezicht van NVs en BVs. Deze wetsvoorstellen hebben ingrijpende gevolgen voor de regeling van de personenvennootschapppen, de oprichting en inrichting van BVs , het kapitaal en aandelen van de BV, het bestuur en toezicht van NVs en BVs, de aansprakelijkheid van bestuurders en de regeling omtrent het tegenstrijdig belang. Onderwijsvorm De docenten verzorgen enkele korte inleidingen over de achtergrond en strekking van de wetsontwerpen. De studenten maken drie opdrachten (in de vorm van het schrijven van een commentaar, het geven van een advies en het uitwerken van een casus), houden over een onderwerp verband houdend met de modernisering van het ondernemingsrecht een presentatie


6-3-2013 - Pagina 96 van 105

en schrijven over hetzelfde onderwerp een paper. Tevens wordt van alle studenten actieve deelname aan de discussie over de presentatie verwacht. Toetsvorm Er wordt geen eindtoets afgenomen. Het cijfer wordt bepaald door presentatie en paper (50%) en door de opdrachten (50%). Literatuur Het studiemateriaal wordt op blackboard gezet. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en het vak: - Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. Overige informatie Er kunnen maximaal 30 studenten deelnemen.

Verdieping sociaal recht Vakcode

R_Verd.soc.r (201752)

Periode

Periode 1+2

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. W.L. Roozendaal

Docent(en)

mr. L. van den Berg, prof. dr. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, mr. W.L. Roozendaal

Lesmethode(n)


Doel vak Na afronding van de cursus heeft de deelnemer diepgaande en specialistische kennis van en inzicht in een aantal belangrijke onderdelen van het sociaal recht verworven. Hij of zij heeft inzicht in de onderlinge samenhang tussen de verschillende deelgebieden van het sociaal recht en is in staat een probleem vanuit verschillende deelgebieden van het sociaal recht (m.n. het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht) op een integratieve manier te benaderen en op te lossen en kritisch te beschouwen. Verder is de deelnemer in staat tot het selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen feitencomplex en het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen. De deelnemer heeft oefening in het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek en schriftelijk rapporteren over de resultaten daarvan. Ten slotte wordt de vaardigheid bevorderd om mondeling een juridisch betoog te houden. Inhoud vak In de cursus komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: - Externe en interne flexibiliteit (flexibele arbeidsrelaties en flexibiliteit in de arbeidsrelatie)


6-3-2013 - Pagina 97 van 105

- Disfunctioneren en wangedrag (wangedrag op de werkvloer en daarbuiten, verzuim wegens ziekte en re-integratie, ZW en WIA, disfunctioneren en gelijke behandeling, persoonsgebonden ontslag) - Reorganisatie en ontslag (overgang van onderneming, medezeggenschap, betrokkenheid vakbonden, collectief ontslag, faillissement, WW). Onderwijsvorm Het onderwijs wordt verzorgd in de vorm van werkgroepen. Voorts zijn er drie gastcolleges, verzorgd door specialisten (rechters, advocaten) uit de arbeidsrechtpraktijk. De cursus bestaat uit twee delen (A en B). Tijdens onderdeel A komen de verschillende thema's min of meer als afzonderlijke onderdelen aan bod. In dat deel staat het verwerven van kennis centraal. Tijdens onderdeel B worden de onderwerpen geïntegreerd behandeld. In dat deel ligt de nadruk op het toepassen van de opgebouwde kennis, onder andere in discussie. In onderdeel A worden aan ieder thema twee of drie werkgroepbijeenkomsten gewijd. Ieder thema begint met een 'traditionele' werkgroep, waarin de docent als inleider optreedt en de behandeling van een casus centraal staat. De antwoorden op de casusvragen moeten door de deelnemers voorafgaand aan de werkgroep per e-mail worden ingeleverd bij de docenten. Na deze inleidende werkgroep volgen voor ieder thema nog een of twee werkgroepen. Tijdens die bijeenkomst(en) nemen studenten het voortouw. Zo houdt iedere student een keer een referaat en leidt een discussie over het onderwerp daarvan. Tijdens onderdeel B staan de paperpresentaties centraal. Iedere paper moet worden afgesloten met een (goed onderbouwde) stelling. De stelling vormt de basis voor het door de student te houden pleidooi. Het pleidooi moet worden ondersteund door een powerpointpresentatie. Een of twee andere deelnemers treden op als opponent. De andere studenten leveren tevoren schriftelijke argumenten in die pleiten voor of tegen de stelling van de pleiter. Tevens is in onderdeel B plaats ingeruimd voor gastsprekers, die vraagstukken uit de praktijk voorleggen aan de studenten. Contacturen: voor beide onderdelen in de regel 2x2 uren per week. Voor elk van beide onderdelen geldt, dat actieve en volledige deelname aan de werkgroepen verplicht is. Toetsvorm De cursus wordt niet afgesloten met een schriftelijk tentamen. Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van het functioneren in de werkgroepen, de kwaliteit van de schriftelijke casusbeantwoording, de paper en het optreden en de kwaliteit van de mondelinge opdrachten. Bij de vaststelling van het cijfer geldt de volgende wegingsfactor: - casusvragen: 1/4 - referaat: 1/6 - paper: 1/4 - pleidooi en oppositie: 1/6 - manifestatie in werkgroepen: 1/12 - schriftelijke argumenten: 1/12 Literatuur Nader bekend te maken. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening


6-3-2013 - Pagina 98 van 105

en het vak: - Sociaal recht. Intekenprocedure Indien men slechts het onderdeel/vak Arbeidsrecht individueel wil volgen dan is een inschrijving voor het vak Verdieping arbeidsrecht een vereiste. Overige informatie De cursus bestaat uit twee delen (A en B). Tijdens onderdeel A komen de verschillende thema's min of meer als afzonderlijke onderdelen aan bod. In dat deel staat het verwerven van kennis centraal. Tijdens onderdeel B worden de onderwerpen geïntegreerd behandeld. In dat deel ligt de nadruk op het toepassen van de opgebouwde kennis, onder andere in discussie. In onderdeel A worden aan ieder thema twee of drie werkgroepbijeenkomsten gewijd. Ieder thema begint met een 'traditionele' werkgroep, waarin de docent als inleider optreedt en de behandeling van een casus centraal staat. De antwoorden op de casusvragen moeten door de deelnemers voorafgaand aan de werkgroep per e-mail worden ingeleverd bij de docenten. Na deze inleidende werkgroep volgen voor ieder thema nog een of twee werkgroepen. Tijdens die bijeenkomst(en) nemen studenten het voortouw. Zo houdt iedere student een keer een referaat en leidt een discussie over het onderwerp daarvan. Tijdens onderdeel B staan de paperpresentaties centraal. Iedere paper moet worden afgesloten met een (goed onderbouwde) stelling. De stelling vormt de basis voor het door de student te houden pleidooi. Het pleidooi moet worden ondersteund door een powerpointpresentatie. Een of twee andere deelnemers treden op als opponent. Tevens is in onderdeel B plaats ingeruimd voor gastsprekers, die vraagstukken uit de praktijk voorleggen aan de studenten. Contacturen:voor beide onderdelen in de regel 2x2 uren per week. Voor elk van beide onderdelen geldt, dat actieve en volledige deelname aan de werkgroepen verplicht is. Tijdens een introductiebijeenkomst in week 36 worden de thema's kort geïntroduceerd. Aansluitend vindt een verdeling plaats van de verschillende opdrachten. Indien u niet aanwezig kunt zijn bij de introductiebijeenkomst, dient u vooraf contact met de coördinator op te nemen. Wie ook het keuzevak Arbeidsrecht (B3/M) gaat doen, doet er verstandig aan dat laatste vak te volgen voordat aan Verdieping Sociaal Recht wordt deelgenomen.

Verdieping staatsen bestuursrecht Vakcode

R_Verd.st.b (201511)

Periode

Periode 1+2+3

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. S.A.J. Munneke

Docent(en)

prof. mr. S.E. Zijlstra, mr. S.A.J. Munneke

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het doel van dit vak is allereerst een verdieping van de in de bachelor verkregen inzichten in de juridische aspecten van wetgeving. Tevens is


6-3-2013 - Pagina 99 van 105

een doel van het vak het verwerven van vaardigheid in het analyseren, toetsen en opstellen van wettelijke regelingen. Inhoud vak Voor een jurist is de wet het gereedschap waarmee gewerkt wordt. In zoverre is de wet een gegeven. Wetten zijn er nu eenmaal. Tijdens de rechtenstudie leert de student dan ook hoofdzakelijk hoe wetten moeten worden gelezen. Dat wetten ooit geschreven zijn teneinde bepaalde doelen te realiseren komt niet, althans niet structureel, aan de orde. En dat wetten niet alleen via een grondwettelijke procedure tot stand komen, maar daarnaast heel praktisch door mensen in elkaar worden gezet, leeft bij de studenten wel ergens in het onderbewuste, maar speelt overigens geen rol in de juridische opleiding. Dat is een gemis. Ten eerste levert een vak wetgevingsleer een belangrijke bijdrage aan de vorming tot jurist. In ieder beroep is de jurist bezig met het lezen, uitleggen en toepassen van wetten. Door scholing in wetsanalyse, maar meer nog door het zelf opzetten van wettelijke regelingen, krijgt men een ruime ervaring in het snel doordringen tot de kern van wetgeving en juiste wetsuitleg. Maar ook bestaat voor de wetgevingsjurist een fraai carrièreperspectief. Bij met name ministeries bestaat een toenemende behoefte aan juristen die zich specifiek met wetgeving bezig houden. Het vak biedt dan ook een goede voorbereiding op de Academie voor Wetgeving (www.academievoorwetgeving.nl), die door het ministerie van Veiligheid en Justitie is opgezet om wetgevingsjuristen bij de overheid op te leiden. Onder de titel ‘Wetgevingsleer’ worden in de Verdieping Staats- en bestuursrecht de verschillende juridische aspecten van wetgeving en wettelijke voorschriften behandeld. Na een inleidend college komt de constitutioneelrechtelijke kant van wetgeving aan de orde: de betekenis van de wetsfiguur in het licht van de beginselen van de democratische rechtsstaat. Hierbij wordt kritisch bezien in hoeverre wetten daadwerkelijk (kunnen) voldoen aan hetgeen er traditioneel van wordt verwacht (democratische legitimatie, rechtszekerheid,rechtsgelijkheid, machtenscheiding). Na een onderdeel over de procedure van wetgeving, wordt meer precies gekeken naar aard en structuur van rechtsnormen (gebod, verbod, ontheffing, vergunning, aanspraak, definitie, bevoegdheid, fictie, etc.). Hierna wordt aandacht besteed aan de instrumentele functie van wetgeving. Wetten beogen doeleinden te realiseren: bestendiging of juist verandering van gedrag. Hoe los je files op? Door rekeningrijden, tolpoorten, een vrije baan voor auto’s met meerdere personen, subsidie op carpoolen, of door een maximumsnelheid van 80 km/u? En hoe zorg je dat mensen zich aan die maximumsnelheid houden? Bezien wordt welke effecten wetten kunnen hebben en hoe moet worden voorzien in handhaving. Ook wordt studenten geleerd te denken in alternatieven binnen wetgeving (verbod/gebod, vergunningstelsel, subsidie, strafrechtelijke, bestuursrechtelijke of privaatrechtelijke handhaving) en zelfs in alternatieven voor wetgeving (zelfregulering, convenanten, voorlichting). Het laatste college van dit eerste deel behandelt de implementatie van Europese regelgeving. In het tweede deel wordt het vak meer praktisch van aard: in enkele stappen wordt toegewerkt naar het zelf ontwerpen van een wettelijke regeling. Het onderwerp daarvan wordt nog ingevuld, waarbij zoveel mogelijk op de actualiteit wordt ingespeeld. Om een indruk te geven: in het jaar 2006-2007 is op verzoek van de KNVB gewerkt aan het opstellen van een zogeheten ‘voetbalwet’, in 2007-2008 is gewerkt aan een regeling om beginnende (minderjarige) bestuurders alvast rijervaring op te laten doen, en in 2010-2011 is gewerkt aan een regeling om fondsenwerving in betere banen te leiden. In het kader van Wetgevingsleer II is ook een excursie voorzien naar Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht - 2011-2012

6-3-2013 - Pagina 100 van 105

een of meer instanties waar met vakspecialisten over het onderwerp van de wettelijke regeling wordt gesproken. De precieze bestemming hang af van het nog te kiezen onderwerp; te denken valt aan het bureau Wetgeving van de Tweede Kamer, de directie Wetgeving van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, of de Afdeling wetgeving van de Raad van State. Onderwijsvorm Het eerste deel van het vak (wetgevingsleer I) bestaat met name uit hoorcolleges en de bespreking van individuele huiswerkopdrachten. In het tweede deel van het vak (wetgevingsleer II) wordt in groepjes intensief gewerkt aan het zelf opstellen van een wettelijke regeling. Tevens is er een verplichte excursie. Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (blackboard). Toetsvorm Het eerste deel wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Het hiervoor behaalde cijfer vormt samen met de voor de individuele huiswerkopdrachten behaalde bonuspunten het eindcijfer van wetgevingsleer I. Slechts indien het op het tentamen behaalde cijfer voldoende is, kan worden deelgenomen aan het tweede deel van het vak. Het cijfer voor wetgevingsleer II is het cijfer dat is behaald met de wettelijke regeling die in groepsverband is gemaakt. Het eindcijfer van de Verdieping staatsen bestuursrecht is het gemiddelde van de cijfers van wetgevingsleer I en II. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt op blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II - Volkenrecht (nieuw B2 vak) of Beginselen volkenrecht - Bestuursrecht

Verdieping strafrecht Vakcode

R_Verd.str (201537)

Periode

Periode 1+2

Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. mr. M.J.A. Duker

Docent(en)

dr. mr. M.J.A. Duker, prof. mr. M.J. Borgers, prof. dr. H. Elffers

Lesmethode(n)


Doel vak


6-3-2013 - Pagina 101 van 105

Met dit vak wordt beoogd het nationale strafrecht diepgaand en kritisch te analyseren en in een internationale en interdisciplinaire context te plaatsen. Er wordt inzicht verschaft in empirisch onderzoek naar de strafrechtspleging en daarnaast in methoden van rechtsvinding, waarbij de aandacht uitgaat naar de grondige analyse van rechtsbronnen en de vaardigheid voor moeilijke vraagstukken oplossingen te bedenken en daarover een zelfstandig en onderbouwd standpunt te formuleren. Die vaardigheid wordt geoefend en getoetst in discussies tijdens werkgroepen en in een schrijfopdracht. Tot slot leert de student zelfstandig de verbinding te maken tussen het nationale strafrecht en het Europese recht dat daar steeds meer op inwerkt. Inhoud vak Nationaal strafrecht (4 weken): waarheidsvinding door de rechter; rechterlijke motivering, rechtsmiddelen en interpretatie van rechtspraak Europees strafrecht (3 weken): hoofdlijnen Europees strafrecht; betekenis Europees recht voor de nationale strafrechter; kaderbesluit slachtoffer in het strafproces Criminologisch perspectief (4 weken): methoden van empirisch onderzoek; strafdoelen; publieke opinie; waarheidsvinding door de rechter. Onderwijsvorm Hoorcolleges en werkgroepen. Toetsvorm Tentamen over nationaal en Europees strafrecht; paperopdracht over het criminologische perspectief. Literatuur Reader Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Materieel strafrecht - Formeel strafrecht Overige informatie Voor het met goed gevolg afleggen van het schriftelijk tentamen is het volgen van alle hoorcolleges noodzakelijk. Tijdens de interactieve hoorcolleges wordt de voorgeschreven stof, waaronder wetsgeschiedenis en rechtspraak, grondig en toegespitst behandeld en wordt van studenten verwacht daarover standpunten in te nemen. Het is voor een succesvolle afronding van dit vak van wezenlijk belang dat de student voorbereid op de hoorcolleges verschijnt en ook daar actief aan deelneemt.

Verdieping volkenrecht Vakcode

R_VerdVolk (200388)

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands


6-3-2013 - Pagina 102 van 105

Faculteit


Coördinator

dr. mr. K.M. Manusama

Docent(en)

dr. H.M.G. Denters

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Het verwerven van inzicht in de functie en werking van het volkenrecht. Van bijzonder belang is het vermogen om relaties tussen volkenrechtelijke leerstukken te herkennen en problemen van volkenrechtelijke aard op te lossen met behulp van de rechtsbronnen. Inhoud vak De cursus bevat een verdieping op onderdelen die eerder zijn behandeld bij Volkenrecht. De colleges richten zich daarnaast op verdere bestudering van enkele hoofdstukken van volkenrecht, zoals statelijke en niet-statelijke actoren, recht op zelfbeschikking, collectieve veiligheid, internationaal strafrecht, wereldhandelssysteem, internationaal investeringsrecht en internationaal milieurecht. Onderwijsvorm De colleges bestaan uit hoor-/responsiecolleges. Het bijwonen van de colleges is verplicht. Studenten worden geacht de stof van te voren te hebben bestudeerd en actief deel te nemen aan de discussies. Toetsvorm Studenten kunnen maximaal 100 punten vergaren. Deze worden behaald door inlevering van commentaren en essays die in de loop van de cursus worden geschreven. Actieve deelname aan de discussies beïnvloedt het eindcijfer gunstig. Literatuur Andre Nollkaemper, Kern van het Internationaal Publiekrecht, Boom Juridische Studieboeken,Vierde Druk, 2009. Bronnenmateriaal beschikbaar op Blackboard. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening.

Vergelijkend staatsen bestuursrecht Vakcode

R_Verg.st.b. (201823)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

mr. S.A.J. Munneke

Docent(en)

mr. S.A.J. Munneke

Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-3-2013 - Pagina 103 van 105

Doel vak Het publiekrecht kan niet langer worden bestudeerd zonder kennis van de internationale context, mede met het oog op het toenemende belang van de Europese Unie. In dit vak wordt het accent gelegd op een vergelijking van een aantal verschillende nationale rechtssystemen. Aan de hand van bestudering van een aantal thema’s of leerstukken wordt kennis verworven van en inzicht verkregen in de belangrijkste beginselen en uitgangspunten van het staatsrecht van een aantal EU-landen (met name de Bondsrepubliek Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) en van de Verenigde Staten. Zulks moet kunnen leiden tot een kritische reflectie op het Nederlandse (of het buitenlandse!) staatsrecht. Inhoud vak De exacte inhoud wordt nader bekend gemaakt. Onderwijsvorm De exacte inhoud wordt nader bekend gemaakt. Toetsvorm Een substantiële paper of een mondeling tentamen; dit wordt nader bekend gemaakt. Literatuur De literatuur wordt nader bekend gemaakt. Vereiste voorkennis Ingangseis: - 150 ec uit de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid of de bacheloropleiding Notarieel recht, waaronder het vak Pleitoefening en de vakken: - Staatsrecht of Staatsrecht I - Europese rechtsbescherming of Staatsrecht II Aanbevolen voorkennis Het vak: - Bestuursrecht. Overige informatie Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staatsen bestuursrecht of Internationaal recht volgen of ter voorbereiding op een studieverblijf in het buitenland.

Victimology of International Crimes Course code

R_VictimIC (200911)

Period

Period 4

Credits

6.0

Language of tuition

English

Faculty


Coordinator

dr. J. van Wijk

Teaching staff

dr. J. van Wijk

Teaching method(s)

Lecture


6-3-2013 - Pagina 104 van 105

Course objective Present students an introduction in field of Victimology. The course will discuss and combine ‘mainstream’ victimology and the victimology of the international crimes genocide, crimes against humanity and war crimes. Course content In the course general theories on victimization and typologies of victims will be discussed. Similarities and differences between victims of conventional crimes and victims of international crimes will be addressed. Students are required to actively participate in group discussions where they critically assess the role of politics, media and academia on victimization. Concepts such as blaming the victim, secondary victimization, the ideal victim, coping, support, posttraumatic stress disorder (PTSD) and restorative justice will be discussed. Form of tuition Lectures. Type of assessment Continuous assessment (weekly multiple choice tests) and final presentation. Course reading Reader + additional literature. Entry requirements Entry requirements Criminology-students: -only open for students who have completed the Bachelor's degree programme Criminology. Entry requirements ICC-students: - there are no requirements. Entry requirements Law and Notarial Law-students: -only open for students who completed their Bachelor's degree programme Remarks The course is open to master students in Law and Criminology. The maximum number of students is 40. Preference will be given to students following the ICC-programme.


6-3-2013 - Pagina 105 van 105

Masteropleiding Notarieel recht Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Rechtsgeleerdheid - M Notarieel recht

Recommend Documents