Rechtsgeleerheid Studiegids 2004/2005 Nederlands recht Notarieel recht Criminologie
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.3 1.3.1 1.3.2 1.4 1.5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5
Organisatie van de faculteit Beschrijving Organisatie van de faculteit Doelstelling van de faculteit Bestuur van de faculteit Bureau Bestuur en Beheer Bureau Onderwijs Bureau Post Academisch Onderwijs Afdelingen Commissies Examencommissie en opleidingscommissies Overige facultaire commissies Bibliotheken Faculteitsverenigingen, disputen en periodieken
9 9 9 9 9 10 11 11 12 13 13 14 15 16
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie Beschrijving Combineren bachelor Nederlands recht en bachelor Notarieel recht Combineren master Nederlands recht en master Notarieel recht Internationalisering Postdoctorale opleidingen Universitaire Lerarenopleiding Opleidingen in deeltijd Bachelor en master Nederlands recht Bachelor en master Notarieel recht Bachelor en master Criminologie Voorzieningen Studie-informatie Studiebegeleiding Onderwijskwaliteitszorg Voorzieningen ‘s avonds Studieboeken en syllabi Studiekosten Computervoorzieningen Blackboard Inloggen op facultaire computers Facultaire e-mail TIS Helpdesk Internet RSI-preventie Regelingen Toelatingsvoorwaarden Onderwijs- en examenreglementen Regels en richtlijnen voor tentamens Recht van bezwaar en beroep Richtlijnen voor stages en scripties
19 19 19 20 20 23 23 24 24 24 25 25 25 25 25 26 26 26 26 26 26 27 27 27 27 27 28 28 29 29 33 33
Inhoudsopgave
5
2.5.6 Afgifte van getuigschriften 2.5.7 Dossierverklaring
33 34
3
Bacheloropleiding Nederlands recht Beschrijving Doel van de bacheloropleiding Nederlands recht Eindtermen Opbouw van de bacheloropleiding Nederlands recht Eerst bachelorjaar Nederlands recht Tweede bachelorjaar Nederlands recht Derde bachelorjaar Deeltijd Eerste bachelorjaar Nederlands recht Tweede bachelorjaar Nederlands recht Derde bachelorjaar Nederlands recht Studiebegeleiding Studieadvies in het eerste jaar
35 35 35 35 36 36 37 38 40 41 41 41 41 41
Masteropleiding Nederlands recht Beschrijving Doel van de masteropleiding Nederlands recht Omvang van de masteropleiding Nederlands recht Titulatuur Toelating tot de masteropleidng Specialisatie/afstudeerrichting Volgorde van de examenonderdelen Combineren van afstudeerrichtingen Coördinatoren afstudeerrichtingen Onderwijsperiodes Afstudeerrichtingen Afstudeerrichting Bedrijfsrecht Criminologisch-juridische afstudeerrichting Afstudeerrichting Fiscaal recht Afstudeerrichting Internationaal en Europees recht Afstudeerrichting IT en recht Afstudeerrichting Privaatrecht Afstudeerrichting Staats- en Bestuursrecht Afstudeerrichting Strafrecht Integratievakken Afstuderen zonder afstudeerrichting Keuzevakken Keuzevakken gevolgd in het buitenland
45 45 45 46 46 46 46 46 47 47 47 47 47 48 50 50 51 52 53 54 55 55 55 58
Bacheloropleiding Notarieel recht 5.1 Beschrijving 5.1.1 Doel van de bacheloropleiding Notarieel recht 5.2 Opbouw van de bacheloropleiding Notarieel recht 5.2.1 Eerste bachelorjaar Notarieel recht 5.2.2 Tweede bachelorjaar Notarieel recht
61 61 61 62 62 62
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.1.8 3.1.9 3.1.10 3.2 3.2.1
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.1.6 4.1.7 4.1.8 4.1.9 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.2.8 4.2.9 4.2.10 4.2.11 4.2.12
5
5.2.3 5.2.4 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.4
Derde bachelorjaar Notarieel recht Keuzevakken Deeltijd Eerste bachelor jaar Notarieel recht Tweede bachelorjaar Notarieel recht Derde bachelorjaar Notarieel recht Studiebegeleiding
63 63 63 64 64 64 64
6
Masteropleiding Notarieel recht Beschrijving Doel van de masteroropleiding Notarieel recht Omvang van de masteropleiding Notarieel recht Titulatuur Civiel effect Toelating tot de masteropleiding Notarieel recht Beroepsperspectief Opbouw van de masteropleiding Notarieel recht keuzevakken Masterexamen Notarieel recht Deeltijd
67 67 67 68 68 68 68 68 69 70 70 70
Bacheloropleiding Criminologie Beschrijving Doelstelling Eindtermen Opbouw van de bacheloropleiding Criminologie Eerste bachelorjaar Tweede bachelorjaar Derde bachelorjaar Studie- en loopbaanbegeleiding
71 71 71 71 71 71 72 73 73
8.1 8.1.1 8.1.2 8.2 8.2.1 8.2.2
Masteropleiding Criminologie Beschrijving Doel van de masteropleiding Criminologie Eindtermen Opbouw van de masteropleiding Criminologie Masterexamen Criminologie Studie en loopbaanbegeleiding
75 75 75 75 76 77 77
9
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
79
10
Vakinformatie opleiding Criminologie
185
11
Adressen docenten faculteit
203
12
Emeriti
219
6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3
7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4
8
Inhoudsopgave
7
8
Rechtsgeleerheid
1
1.1
Organisatie van de faculteit
Beschrijving In de studiegids is beschreven hoe een aantal zaken binnen de faculteit geregeld is. Er is naar gestreefd de oorspronkelijke regelingen in begrijpelijk Nederlands weer te geven. De formulering in de studiegids schept geen rechten of plichten, zij geeft enkel de bestaande regels weer. De Onderwijs- en Examenregeling bachelor- en masteropleiding Nederlands recht Rechtsgeleerdheid (OER Nederlands recht), Onderwijs- en Examenregeling bachelor- en masteropleiding Notarieel recht (OER Notarieel recht) en de Onderwijs- en Examenregeling Bachelor- en masterstopleiding Criminologie (OER criminologie) zijn in zoverre bindend dat wijzigingen alleen via formele weg kunnen worden gerealiseerd. Raadpleeg niettemin altijd Ad Valvas en de website www.rechten.vu.nl voor mededelingen van de faculteit. Op- en aanmerkingen over deze studiegids kunt u richten aan: mr. H.C.R. van Bogget, onderwijscoördinator, kamer 5A-16, tel. (020) 44 46203, email:
[email protected]
1.2
Organisatie van de faculteit
1.2.1
Doelstelling van de faculteit De Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit beschouwt onderwijs en onderzoek in onderlinge samenhang als haar hoofdtaak. De faculteit biedt kwalitatief hoogwaardige en studeerbare juridische opleidingen aan, die gericht zijn op de academische vorming tot zelfstandige en breed opgeleide juristen. Ook verzorgt zij sinds 2002 - de opleiding Criminologie, waar het accent ligt op het bestuderen van zowel de oorzaken van misdaad als de maatschappelijke reacties daarop.
1.2.2
Bestuur van de faculteit Het faculteitsbestuur is het belangrijkste bestuursorgaan van de faculteit. Het bestuur is onder meer verantwoordelijk voor de organisatie en coördinatie van het onderwijs en de wetenschapsbeoefening in de tot de faculteit behorende vakgebieden. Het stelt de Onderwijs- en Examen Regelingen (OER) vast en houdt toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en onderzoekprogrammering. Het bestuur wordt benoemd door en is verantwoording schuldig aan het College van Bestuur van de Universiteit. Het faculteitsbestuur bestaat uit drie leden van de wetenschappelijke staf, waaronder de decaan; de decaan is voorzitter van het faculteitsbestuur. Als adviserend lid is een student toegevoegd aan het faculteitsbestuur. Het bestuur wordt bijgestaan door de directeur bedrijfsvoering van de faculteit, bij wie het beheer van de financiële, personele en materiële voorzieningen berust. Samenstelling faculteitsbestuur: prof. mr. P. Vlas, decaan; prof. mr. J. Struiksma, portefeuillehouder onderwijs; mw. prof. mr. A. Oskamp, portefeuillehouder onderzoek; drs. J.P. Gaemers, directeur bedrijfsvoering, adviserend lid; vacture , student, adviserend lid. Organisatie van de faculteit
9
Bestuurssecretariaat: mw. J.F.M. Blein-Strankinga, kamer 5A-15, tel. (020) 44 46250 1.2.3
Bureau Bestuur en Beheer Directeur bedrijfsvoering: drs. J.P. Gaemers kamer 5A-17, tel. (020) 44 46251 e-mail:
[email protected] Bestuurssecretariaat: mw. J.F.M. Blein-Strankinga kamer 5A-15, tel. (020) 44 46250 e-mail:
[email protected] Financiële zaken: B. Ponne kamer 5A-14, tel. (020) 44 46253 e-mail:
[email protected] mw. J.E.M. Stroecken kamer 5A-14, tel. (020) 44 46253 e-mail:
[email protected] mw. A. Janse kamer 5A-14, tel. (020) 44 46253 e-mail:
[email protected] Netwerkbeheer: drs. G.F. Groot Nibbelink e-mail:
[email protected] H.J. Hof e-mail:
[email protected] T. Bijvoets e-mail:
[email protected] kamer 7A-26, tel. (020) 44 46311 Onderzoekscoördinator en Opleidingscoördinator Criminologie: drs. P.J. Koenen kamer 5A-22, tel. (020) 444 6256 e-mail:
[email protected] Personeel zaken: mw. drs. N.G. Tilon kamer 5A-39, tel. (020) 44 46239 e-mail:
[email protected] PR en voorlichting: mw. M.A. Wessels kamer 5A-23, tel. (020) 44 46254 e-mail:
[email protected]
10
Rechtsgeleerheid
Webredacteur: mw. drs. M.C.J. Verbeek kamer 5A-23, tel. (020) 44 46259 e-mail:
[email protected] 1.2.4
Bureau Onderwijs Hoofd en Onderwijscoördinator: mr. H.C.R. van Bogget, kamer 5A-16, tel. (020) 44 46203 e-mail:
[email protected] Studie-informatie(punt) mw. T.M. van Gilst kamer 5A-22, tel. (020) 44 46208 e-mail:
[email protected] mw. M. N. Buldeo Rai mw. A. Tulleners kamer 5A-13, tel (020) 44 46200 e-mail:
[email protected] Studieadviseur: mw. J.Z. Schutte kamer 5A-20, tel. (020) 44 46204 e-mail:
[email protected] Beleidsmedewerker: mw. drs. I.J. van den Oord kamer 5A-16, tel. (020) 44 46203 e-mail:
[email protected]
1.2.5
Bureau Post Academisch Onderwijs Hoofd: mw. mr. J.C. van den Bosch MBA kamer 5A-19, tel. (020) 44 46206 e-mail:
[email protected] Coördinator: mw. drs. J.J. Endenburg kamer 5A-19, tel. (020) 44 46206 e-mail:
[email protected] Secretariaat: mw. M. Bouws en mw. M.M.C. Becker kamer 5A-21, tel. (020) 44 46255 e-mail:
[email protected] fax (020) 44 46210 Website: www.rechten.vu.nl/postacademisch
Organisatie van de faculteit
11
1.2.6
Afdelingen Met inachtneming van de verantwoordelijkheden van het faculteitsbestuur organiseren en coördineren de afdelingen het onderwijs en het onderzoek in een bepaald vakgebied. De faculteit kent de volgende afdelingen: Rechtstheorie en Rechtsgeschiedenis Afdelingshoofd: prof. mr. A. Soeteman Secretariaat: mw. C.H. Moonen e-mail:
[email protected] mw. E.M.C. de Wit-van Hees e-mail:
[email protected] kamer 7A-42, tel. (020) 44 46301 fax (020) 44 46300 IT en Recht Afdelingshoofd: prof. mr. H.W.K. Kaspersen Secretariaat: mw. M.A.C. Dekkers e-mail:
[email protected] mw. C.G.L. Hoeksel e-mail:
[email protected] kamer 5A-42, tel. (020) 44 46231 fax (020) 44 46230 Strafrecht en Criminologie Afdelingshoofd: prof. mr. T.M. Schalken Secretariaat: mw. M.A.C. Dekkers e-mail:
[email protected] mw. C.G.L. Hoeksel e-mail:
[email protected] kamer 5A-42, tel. (020) 44 46231 fax (020) 44 46230 Internationaal Recht en Rechtsvergelijking Afdelingshoofd: prof. mr. P. Vlas Secretariaat: mw. C.H. Moonen e-mail:
[email protected] mw. E.M.C. de Wit-van Hees e-mail:
[email protected] kamer 7A-42, tel. (020) 44 46301 fax (020) 44 46300 Notarieel en Fiscaal recht Afdelingshoofd: prof. dr. M.P. van Overbeeke RA Secretariaat: mw. C.H. Moonen
12
Rechtsgeleerheid
e-mail:
[email protected] mw. E.M.C. de Wit-van Hees e-mail:
[email protected] kamer 7A-42, tel. (020) 44 46301 fax (020) 44 46300 Privaatrecht Afdelingshoofd: prof. mr. T.J. van der Ploeg Secretariaat: mw. M. de Haan kamer 6A-42, tel. (020) 44 46281 fax (020) 44 46280 e-mail:m.dehaan @rechten.vu.nl Staats- en Bestuursrecht Afdelingshoofd: prof. mr. S.E. Zijlstra Secretariaat: mw. E.J. Heppner-Wentinck kamer 6A-42, tel. (020) 44 46261 fax (020) 44 46280 e-mail:
[email protected]
1.3
Commissies De faculteit kent een aantal commissies die voor een deel het faculteitsbestuur adviseren en voor een deel eigen werkzaamheden en bevoegdheden hebben. In veel commissies zitten studentleden; in beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in een commissie van die opleiding.
1.3.1
Examencommissie en opleidingscommissies De faculteit kent een aantal commissies die deels het faculteitsbestuur adviseren en deels eigen werkzaamheden en bevoegdheden hebben. In een aantal commissies zitten ook studentleden. Examencommissie De bachelor- en masteropleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie kennen samen één examencommissie. Deze commissie is belast met de organisatie, coördinatie en vaststelling van de tentamens en examens, het goedkeuren van afwijkende tentamenregelingen, het verlenen van vrijstellingen en het goedkeuren van keuzevakken buiten de faculteit. Verzoeken aan de examencommissie dient u te verzenden aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie. Deze verzamelt zo nodig aanvullende informatie, legt uw verzoek voor aan de examencommissie, draagt zorg voor de administratieve verwerking van het besluit van de examencommissie en meldt u de beslissing. Voorzitter: prof. dr. M.P. van Overbeeke RA Ambtelijk secretaris: mw. J.Z. Schutte kamer 5A-20, tel. (020) 44 46204 e-mail:
[email protected] Organisatie van de faculteit
13
Vaste Commissie voor het Onderwijs (VCO) Volgens de wet kent elke opleiding een opleidingscommissie. Deze opleidingscommissies vergaderen gezamenlijk onder de naam Vaste Commissie voor het Onderwijs. De commissie adviseert het faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, zoals onder andere wijzigingen in de Onderwijsen Examenregeling. De VCO bestaat voor de helft uit leden van het wetenschappelijk personeel en voor de helft uit studenten. Voorzitter: prof. dr. J. Naeyé Ambtelijk secretaris: mr. H.C.R. van Bogget kamer 5A-16, tel. (020) 44 46203 e-mail:
[email protected] 1.3.2
Overige facultaire commissies Vaste Commissie voor de Wetenschapsbeoefening (VCW) De wetenschapscommissie adviseert het faculteitsbestuur over zaken die verband houden met het wetenschappelijk onderzoek. Voorzitter: prof.mr. A. Soeteman Secretaris: drs. P.J. Koenen kamer 5A-22, tel. (020) 44 46256 e-mail:
[email protected] Vaste Commissie voor de Internationalisering (VCI) De commissie voor de Internationalisering heeft tot taak het stimuleren van internationale samenwerkingsmogelijkheden voor en uitwisseling van zowel studenten als docenten, alsmede het bewaken van de uitvoering van de bestaande uitwisselingsprogramma's. Voorzitter: prof. mr. N.J. Schrijver Secretaris: mw. drs. L.L.T. van Essen kamer 5A-18, tel. (020) 44 46205 e-mail:
[email protected] Facultaire Bibliotheekcommissie (FBC) Deze commissie overlegt met medewerkers van de bibliotheek over nieuwe ontwikkelingen in de juridische informatieverzorging, jaarverslagen, de budgetverdeling en over problemen op bibliotheekgebied die vanuit de faculteit naar voren komen. Voorzitter: prof. mr. L.H. van den Heuvel Secretaris: mw. mr. J.P. Haentjens kamer 6B-04, tel. (020) 44 45176
14
Rechtsgeleerheid
Toelatingscommissie (TC) De toelatingscommissie behandelt verzoeken van personen van 21 jaar of ouder die rechten of criminologie willen gaan studeren, maar geen diploma hebben dat toelating verleent tot een opleiding van de faculteit en neemt het toelatingsexamen af. Voorzitter: mr. J. Zwart Secretaris: mw. J.Z. Schutte kamer 5A-20, tel. (020) 444 6204 e-mail: j.z.schutte@ rechten.vu.nl Commissie mentoraat (CM) Deze commissie begeleidt de werkzaamheden van de mentoren. Voorzitter: dr. J.W. Sap Secretaris: mr. H.C.R. van Bogget kamer 5A-16, tel. (020) 444 6203 e-mail:
[email protected]
1.4
Bibliotheken De Bibliotheek Rechten maakt onderdeel uit van de Universiteitsbibliotheek van de Vrije Universiteit (UBVU) en bevindt zich op de vijfde en zesde verdieping van de Bvleugel van het Hoofdgebouw. Vakreferent: mw. mr. J.P. Haentjens kamer 6B-04, tel. (020) 44 45176 Coördinator: mw. G.J.M. Ettema kamer 5B-02, tel. (020) 44 45171 e-mail:
[email protected] Uitleenbalie De uitleenbalie en de toegang tot de studiezalen bevindt zich op de vijfde verdieping. De uitleenbalie is geopend van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.45 uur. In de maanden juli en augustus gelden afwijkende openingstijden. Het telefoonnummer van de balie is (020) 44 45170. Ttelefonisch verlengen is mogelijk op werkdagen tussen 9.00 en 12.00 uur via tel. 0900 109 1037 (€ 0,45 per minuut (lenerspas gereedhouden); tevens kan verlengd worden via de webcatalogus op www.ubvu.vu.nl. Het reserveren van boeken kan persoonlijk bij de balie.) Studiezalen In de studiezaal op de vijfde verdieping staan de juridische tijdschriften van de meest recente jaren; ook zijn er voor VUstudenten van de faculteit der Rechtsgeleerdheid computerfaciliteiten.
Organisatie van de faculteit
15
In de studiezaal op de zesde verdieping staan handboeken en naslagwerken op het terrein van de rechtstheorie, Nederlands en buitenlands recht. Hier bevindt zich ook het juridische gedeelte van het Europees documentatiecentrum, dat officiële documenten van de Europese Unie bevat. De studiezalen zijn geopend van maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 21.00 uur en vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Faciliteiten Online Catalogus (OPC), ook toegankelijk via internet: www.ubvu.vu.nl; Pc's met toegang tot internet en juridische databanken; Europees Documentatiecentrum (EDC); Bibliotheekinstructie (op afspraak); Kopieer-, print- en scanmogelijkheden; Studieplaatsen en twee werkkamers met ICT-faciliteiten voor VU-rechtenstudenten; Lenen van documenten.
1.5
Faculteitsverenigingen, disputen en periodieken QBDBD QBDBD is de juridische faculteitsvereniging aan de Vrije Universiteit. De vereniging is opgericht in 1892 en heeft 800 leden. De afkorting staat voor ‘Qui Bene Distinguit, Bene Docet’, wat zoveel betekent als ‘Wie goed onderscheidt, onderwijst goed’. Inlichtingen: kamer 7A-14, tel. (020) 44 46244 website: www.qbdbd.nl. e-mail:
[email protected] VIVA VIVA is de naam van de notariële studentenvereniging. De vereniging is in l967 opgericht en telt momenteel ongeveer100 leden, alsmede een groot aantal donateurs en reünisten. De zinspreuk van de vereniging luidt: ‘Vivere Incipimus Viso Abrahamo, wat betekent ‘Wij beginnen pas te leven wanneer wij Abraham hebben gezien’. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 44 46246. website: www.vivavu.cjb.net e-mail:
[email protected] CDP ‘Crime Does Pay’ is de naam van het criminologisch gezelschap aan de faculteit. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 44 46243. website: www.rechten.vu.nl/verenigingen e-mail:
[email protected] VIOR VIOR is de vereniging voor internationaal ondernemingsrecht. Zij is in l993 opgericht. Beschermheer van VIOR is prof. mr. P. Vlas. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 44 46243. website: www.rechten.vu.nl/verenigingen e-mail:
[email protected]
16
Rechtsgeleerheid
De Vierschaar Dit rechtshistorisch dispuut is voortgekomen uit een landelijk samenwerkingsverband tussen verschillende rechtshistorische disputen in Nederland. Inlichtingen: prof.mr. S. Faber, kamer 7A-29, (020) 444 6322. webstie: www.rechten.vu.nl/verenigingen Althusius Althusius is een in l974 aan de VU opgericht (gemengd VU/UVA) dispuut voor in wijsbegeerte en recht geïnteresseerde studenten en afgestudeerden. Inlichtingen: mr. drs. W.J. Veraart, kamer 7A-35, tel. (020) 44 46325. website: www.rechten.vu.nl/verenigingen Forum Romanum Forum Romanum is een gezamenlijk dispuut van de UvA en de VU voor Romeins recht en Europese rechtsgeschiedenis. Inlichtingen: mr. G.P. van Nifterik, kamer 7A-31, tel. (020) 44 46323. website: www.rechten.vu.nl/verenigingen STAR*VU De faculteit heeft in het voorjaar van l993 de Stichting Alumni Rechten*VU opgericht. STAR*VU stelt zich tot doel de contacten tussen faculteit en afgestudeerden te bevorderen. Inlichtingen: mw. M.A. Wessels, kamer 5A-23, tel. (020) 44 46254. Griffin's View Griffin’s View on International and Comparative Law is het internationale juridisch tijdschrift van de rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit Inlichtingen: mw. mr. L.J. van den Herik, kamer 7A-20, tel. (020) 44 46308, dr. J.W. Sap, kamer 7A-22, tel. (020) 44 46303. website: www.rechten.vu.nl/griffinsview Status Quo Status Quo is het onafhankelijke blad voor studenten en medewerkers van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid dat zesmaal per jaar verschijnt. Inlichtingen: kamer 7A-16, tel. (020) 44 46243. Ars Aequi Onmisbare juridische informatie Ars Aequi is Nederlands grootste juridisch vakblad dat zich met name richt op juridische studenten. Ars Aequi verschijnt 11 keer per jaar. Inlichtingen: website: www. arsaequi.nl e-mail:
[email protected].
Organisatie van de faculteit
17
18
Rechtsgeleerheid
2
2.1
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
Beschrijving De faculteit biedt drie verschillende bacheloropleidingen aan: de bachelor Nederlands recht, de bachelor Notarieel recht en de bachelor Criminologie. De bacheloropleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie kennen een gezamenlijk eerste jaar; de cursusduur van deze opleidingen is drie jaar. Voor informatie over de bacheloropleidingen wordt u verwezen naar hoofdstuk 3 en verder. Na het behalen van een bachelordiploma kunt u de gelijknamige masteropleidingen volgen. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid bied drie masteropleidingen aan: master Nederlands recht, master Notarieel recht en een master Criminologie. De cursusduur van deze masteropleidingen is een jaar. Bevoegdheden Door het behalen van het afsluitend examen van de masteropleiding Nederlands recht of de masteropleiding Notarieel recht verkrijgt u de titel meester in de rechten (mr.) of master of laws (LL.M). Voor de masteropleiding Criminologie geldt de titel master of science (MSc). Het afsluitend examen van de masteropleiding Nederlands recht geeft toegang tot de advocatuur en de rechterlijke macht. Deze toegang is onafhankelijk van de door u gekozen afstudeerrichting. Door het behalen van het masterexamen van de opleiding notarieel recht verkrijgt u het radicaal van kandidaat-notaris. Om met uw notariële masterdiploma ook toegelaten te kunnen worden tot de advocatuur, moet u de vakken Formeel en Materieel strafrecht van de bachelor Nederlands recht hebben afgelegd. Voor toelating tot de zittende magistratuur is het noodzakelijk dat Bestuursrecht II van de bachelor Nederlands recht is afgelegd en voor toelating tot de staande magistratuur is Materieel, Formeel strafrecht en Staatsrecht I en II of Bestuursrecht II nodig. Met het behalen van een afsluitend examen van de masteropleiding Criminologie verkrijgt u geen toegang tot de advocatuur of rechterlijke macht.
2.1.1
Combineren bachelor Nederlands recht en bachelor Notarieel recht Bachelor Nederlands recht na of gelijktijdig met bachelor Notarieel recht (1) Indien u de bachelor Notarieel recht in haar geheel volgt, dient u nog af te leggen voor de bachelor Nederlands recht: Staatsrecht I en II, Bestuursrecht II, Beginselen volkenrecht, Sociaal recht, Materieel strafrecht, Formeel strafrecht en het voorsorteertraject. Bachelor Notarieel recht na of gelijktijdig met bachelor Nederlands recht (2) Indien u de bachelor Nederlands recht in haar geheel volgt, dient u nog af te leggen voor de bachelor notarieel recht:
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
19
Erfrecht I en II, Aansprakelijkheidsrecht, Verbreding goederenrecht, Bedrijfseconomie A en B, Grondgebruikrecht, Notariswet, Huwelijksvermogensrecht, Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II en Verenigingen- en stichtingenrecht . 2.1.2
Combineren master Nederlands recht en master Notarieel recht Master Nederlands recht na een master Notarieel recht Indien u de master notarieel recht in haar geheel volgt, dient u nog af te leggen: de vakken genoemd onder (1) bachelor Nederlands recht en van de master de verplichte vakken van de gekozen afstudeerrichting, het integratievak en als het scriptieonderwerp van de notariële opleiding niet overeenstemt met de afstudeerrichting bij Nederlands recht dan moet een nieuwe scriptie van 12 studiepunten worden geschreven. Master Notarieel recht na een master Nederlands recht Indien u de master Nederlands recht in haar geheel volgt, dient u nog af te leggen: de vakken genoemd onder (2) bachelor Notarieel recht en van de master de vakken Successierecht, Estate planning, Belastingrecht incl. werkgroep, Belastingen van rechtsverkeer en Internationaal privaatrecht (notariële variant), als er geen internationaal privaatrecht is gedaan bij Nederlands recht. Voor informatie over het combineren van opleidingen dient u contact op te nemen met de studieadviseur, mw J.Z. Schutte, kamer 5A-20, tel. (020) 44 46204.
2.1.3
Internationalisering Steeds meer studenten maken gebruik van de mogelijkheid om een studieperiode in het buitenland op te nemen in hun opleiding. Studeren in het buitenland is om verschillende redenen een waardevolle ervaring. Een buitenlands verblijf kan een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale en wetenschappelijke vorming. Je maakt kennis met de cultuur van een ander land, met een andere manier van leven, je verdiept je in een ander rechtsstelsel, -cultuur en -taal. Deze confrontatie met het andere is een verrijking op zichzelf, maar scherpt tevens het inzicht in (de relatieve waarde van) de eigen samenleving en het eigen rechtsstelsel. Het kan ook een positieve uitwerking hebben op je loopbaanperspectief. Studeren in het buitenland biedt verder de gelegenheid om al tijdens je studie internationale contacten te leggen, goed voor het 'netwerken' later. Het is relatief gemakkelijk te organiseren, omdat de faculteit met zusterfaculteiten zowel in Europa als in de Verenigde Staten, Canada, Azië en Zuid-Afrika samenwerkingsafspraken heeft gemaakt over studentenuitwisseling. Bovendien krijg je dan een beurs die de extra kosten dekt. Voor degenen die om wat voor reden dan ook niet naar het buitenland gaan, biedt de faculteit de mogelijkheid tot deelname aan Engelstalige (keuze-)vakken. Deze worden in het derde of vierde jaar van de studie verzorgd door zowel eigen als buitenlandse (gast-)docenten. De thuisblijvers wordt aangeraden van deze mogelijkheid gebruik te maken omdat het de gelegenheid biedt contacten met buitenlandse studenten te leggen. Zo bestaat de mogelijkheid dicht bij huis de 'international classroom' binnen te stappen. Engelstalig onderwijsprogramma Het programma omvat (onder voorbehoud) de volgende vakken:
20
Rechtsgeleerheid
Children’s Rights from an International Perspective; Capita Selecta European Private Law; European Virtual Seminar; Government Regulation of Business; Historical Introduction to European Legal Science; Human Rights Protection in Europe; Introduction to Common Law; International Company Law; International Economic Law; International Environmental Law; Juridisch Engels (alleen voor VU-studenten). Studeren in het buitenland De master is het meest geschikt om enige tijd in het buitenland te studeren. De faculteit heeft daartoe samenwerkingsovereenkomsten gesloten met universiteiten in Europa, de Verenigde Staten, Canada, China, Taiwan en Zuid-Afrika. Het aantal uitwisselingsplaatsen per universiteit is beperkt en niet iedereen komt automatisch in aanmerking. Studenten die zich aanmelden voor een verblijf van een van de uitwisselingsprogramma’s worden geselecteerd. Bij de selectie hanteert de faculteit vier criteria: student moet in masterfase zijn op het moment van vertrek, studieresultaten, taalvaardigheid, sociale vaardigheid en zelfstandigheid. In beginsel duurt de studie aan een buitenlandse universiteit een semester. De vakken die in het buitenland zijn afgelegd gelden als keuzevak. De vrije keuzeruimte bij (de meeste afstudeerrichtingen van) de master Nederlands recht biedt daarvoor voldoende ruimte, namelijk 26 studiepunten. In de master Notarieel recht is de vrije keuzeruimte veel kleiner (6 studiepunten). De meeste studenten die vakken in het buitenland gehaald hebben, studeren ook af met meer dan het verplichte aantal studiepunten aan keuzevakken. De procedure die u moet volgen om de studieresultaten binnen de faculteit te laten erkennen is beschreven in hoofdstuk 10.4.1 en (uitvoeriger) in de brochure ‘Studeren in het buitenland’. De omrekening van de in het buitenland behaalde cijfers wordt verzorgd door Bureau Internationalisering van de faculteit. Bureau Internationalisering Rechten organiseert jaarlijks omstreeks januari/februari een voorlichtingsbijeenkomst over de studiemogelijkheden in het buitenland, waarbij informatie wordt verstrekt over planning, selectie, financiering, huisvesting en dergelijke. Voor verdere informatie kunnen studenten terecht op www.rechten.vu.nl/studereninhetbuitenland of kan er een afspraak gemaakt worden met Bureau Internationalisering Rechten, kamer 5A-18, tel. (020) 44 46205. Voor studenten die een ‘summer course’ in het buitenland willen doen, is informatie beschikbaar bij het documentatiecentrum van het Centrum voor Studie en Loopbaan (begane grond hoofdgebouw) en in beperkte mate bij Bureau Internationalisering Rechten. Mogelijkheden voor een buitenlands studieverblijf Om de uitwisseling van studenten mogelijk te maken heeft de faculteit bilaterale samenwerkingsovereenkomsten gesloten. De faculteit heeft bij deze keuze gestreefd
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
21
naar hooggekwalificeerde partners in Europa, Noord-Amerika, Canada, Azië en ZuidAfrika. Afspraken met buitenlandse partners zijn gemaakt op basis van het zogehete “gesloten beurzensysteem”, dat wil zeggen dat er geen collegegeld hoeft te worden betaald bij de buitenlandse instelling (wel gewoon aan de VU). Institut des Hautes Etudes Européennes (IHEE), Université Robert Schuman, Strasbourg, France Voor gemotiveerde studenten bestaat de mogelijkheid om een éénjarige studie (Maîtrise, niveau master) “Diplôme Interdisciplinaire d'Etudes Européennes” te volgen aan het Institut des Hautes Etudes Européennes. Het IHEE biedt een multidisciplinair programma, waar een juridische of een historisch/politieke variant gekozen kan worden. Voorwaarde voor selectie is een redelijk/goede beheersing van het Frans. De selectie voor deze kandidaat zal plaatsvinden door mw. drs. Tessel van Essen van het Bureau Internationalisering van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Verenigde Naties New York 2005 In samenwerking met Marquette University (Milwaukee) zal van medio mei tot en met begin juni 2004 voor 24 Amerikaanse en 6 Nederlandse studenten een intensieve cursus bij de Verenigde Naties in New York plaatshebben. Doel van de cursus is om meer inzicht te krijgen in de rol en het functioneren van de Verenigde Naties. Daarnaast zullen diverse vestigingen van Nederlandse en Amerikaanse advocatenkantoren, banken en bedrijven bezocht worden. Deze cursus die - bij actieve deelname en het behalen van een examen - als keuzevak met zes ECTS zal worden gehonoreerd, is met name bedoeld voor wie een carrière bij een internationale organisatie, buitenlandse dienst, advocatuur of internationaal opererend bedrijf ambiëren. Inlichtingen: mr. J.L. Smeehuijzen, kamer 6A-34, tel: (020) 44 4 6287. Uitgebreide informatie ‘Studeren in het Buitenland’ Voor meer informatie over studeren in het buitenland kan het informatieboekje ‘Studeren in het Buitenland’ evenals een ervaringenboekje met verslagen van ouduitwisselingsstudenten worden afgehaald bij Bureau Internationalisering Rechten, kamer 5A-18, tel. (020) 44 4 6205. Deze brochure staat ook op de website www.rechten.vu.nl/studereninhetbuitenland Spreekuur: maandag t/m donderdag van 9.30 tot 11.30 uur en van 15.30 tot 16.30 uur of volgens afspraak. European Law Student Association (ELSA) De Europese Vereniging van Rechtenstudenten brengt rechtenstudenten en jonge juristen uit bijna alle Europese landen samen. ELSA bevordert contacten tussen haar leden door middel van een groot aantal activiteiten, waaronder een uitwisselingsprogramma voor juridische stages bij (advocaten)kantoren, instellingen en bedrijven in het buitenland. ELSA-leden die al wat verder in hun studie gevorderd zijn, kunnen hiernaar meedingen. De stageperiode bedraagt een tot drie maanden. Gedurende de stage verschaft de ontvangende lokale ELSA-afdeling huisvesting en de nodige hulp aan de stagiair(e).
22
Rechtsgeleerheid
Verder organiseert ELSA excursies, seminars en summerschools in heel Europa en biedt haar leden hulp bij het bemachtigen van literatuur die in Nederland niet verkrijgbaar is. website: www.elsa.org Inlichtingen: ELSA Amsterdam UvA / Faculteit der Rechtsgeleerdheid Oudemanhuispoort 4, Kamer A-231 1012 CN Amsterdam tel: (020) 52 52958 2.1.4
Postdoctorale opleidingen Bureau Post Aademisch Onderwijs Rechtsgeleerdheid VU Het bureau PAO is een onderdeel van de faculteit der Rechtsgeleerdheid. Het bureau organiseert jaarlijks ongeveer 55 juridische cursussen over uiteenlopende onderwerpen. Juridisch afgestudeerden of een ieder die professioneel met het recht te maken heeft, wordt in de gelegenheid gesteld op een bepaald gebied aanvullend onderwijs te volgen. Enerzijds worden cursussen aangeboden waarbij u op de hoogte wordt gesteld van ontwikkelingen in wetgeving en/of jurisprudentie, anderzijds zijn er cursussen waarbij u zich op een bepaald gebied (verder) kunt specialiseren. Inlichtingen: Bureau PAO, kamer 5A-21, tel.(020) 44 46255. European Postgraduate Course in Environmental Management (EPCM) EPCEM is een internationale topopleiding, die als aanvulling op een vakspecialistische opleiding een gedegen voorbereiding op de milieuberoepspraktijk vormt. EPCEM start in september 2004 en omvat een training in kennis en vaardigheden voor het oplossen van milieuproblemen. Een interdisciplinair onderzoeksproject en een praktijkstage in binnen- of buitenland maken deel uit van de opleiding. Meer dan 350 deelnemers uit ruim dertig landen, die sinds 1992 de EPCEM master in Environmental Management hebben behaald, zijn inmiddels werkzaam bij diverse overheden, adviesbureaus, milieuorganisaties en onderzoeksinstituten. EPCEM wordt georganiseerd door de VU, de UvA, de universiteiten van Leiden en Wageningen in samenwerking met de Ecole des Mines de Paris en Debrecen University (Hongarije). Inlichtingen: EPCEM secretariaat, Instituut voor Milieuvraagstukken, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1087, tel. (020) 44 49580, fax (020) 44 49553. e-mail:
[email protected] website: www.epcem.org
2.1.5
Universitaire Lerarenopleiding Een doctoraal- of mastergetuigschrift behaald aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid geeft de mogelijkheid een eerstegraads onderwijsbevoegdheid voor het vak maatschappijleer te halen. Daarmee kunt u lesgeven in (de hoogste klassen van) het voortgezet onderwijs. Om deze bevoegdheid te halen is het nodig de universitaire lerenopleiding te volgen. Voor wie houdt van werken met jonge mensen en houdt van zijn vak is een baan in het onderwijs ideaal. Vraag naar leraren is er genoeg. Het onderwijs zit te springen om enthousiaste, geïnteresseerde en professionele mensen. Het beroep van leraar is volop in beweging. Door veranderingen in wetenschap en samenleving verandert de inhoud en vormgeving van het onderwijs.
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
23
Met de komst van het studiehuis in het voortgezet onderwijs is de vakdocent naast overdrager van kennis ook begeleider en coach van het leren van leerlingen geworden. Het Onderwijscentrum VU verzorgt de opleiding voor eerste en tweedegraads docenten in het voortgezet onderwijs. Er zijn twee verschillende opleidingsroutes: • Oriëntatiecursus en postdoctorale lerarenopleiding en • Assessment en postdoctorale lerarenopleiding. Inlichtingen: het Onderwijscentrum VU is te bereiken via
[email protected] of tel. (020) 44 49222, kamer 1G-09. website: www.onderwijscentrum.vu.nl.
2.2
Opleidingen in deeltijd De opleidingen Nederlands recht en Notarieel recht kennen sinds 1983 ook een deeltijdse variant. Deze (avond)opleiding is primair bedoeld voor degenen die door een andere hoofdtaak niet in staat zijn gemiddeld veertig uur per week aan de studie te besteden. De opleiding in deeltijd is gebaseerd op een gemiddelde studiebelasting van twintig uur per week (colleges en zelfstudie). Beide opleidingen kennen een zesjarige bacheloropleiding en een tweejarige masteropleiding.
2.2.1
Bachelor en master Nederlands recht Het deeltijdprogramma van de bachelor en de master Nederlands en is inhoudelijk nagenoeg hetzelfde als dat van de voltijdse opleiding. Dezelfde tentamen- en exameneisen gelden, dezelfde vrijstellingsmogelijkheden en (voorzover mogelijk) hetzelfde onderwijs. In de keuzevakken en in het zogenaamde voorsorteertraject in het derde jaar van de bacheloropleiding Nederlands recht en in de keuzevakken van het masterjaar wordt geen avondonderwijs aangeboden. Tijdstip colleges De hoor- en werkcolleges in het verplichte gedeelte van het curriculum worden in de avonduren verzorgd tussen 19.00 en 22.00 uur. De faculteit streeft ernaar het onderwijs te beperken tot twee avonden per week (op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag). Het aantal contacturen is ongeveer zes uur per week, de overige veertien uur zijn bedoeld voor zelfstudie, ter voorbereiding op het tentamen. Tentamens worden in het algemeen overdag afgenomen, samen met de dagstudenten.
2.2.2
24
Bachelor en master Notarieel recht Alle vakken die ook deel uitmaken van de bacheloropleiding Nederlands recht, kennen ten behoeve van de deeltijdopleiding ook 's avonds onderwijs; specifiek notariële vakken slechts bij uitzondering. Het onderwijs in deze vakken kan 's-avonds in een andere vorm dan overdag worden aangeboden. Hierover worden op een eerste bijeenkomst met de docent afspraken gemaakt. Deze afspraken betreffen niet alleen de manier waarop het onderwijs wordt gegeven, maar ook de tijdstippen waarop u bijvoorbeeld werkstukken moet inleveren. Het rooster vermeldt wanneer en waar deze bijeenkomst plaatsvindt. Als u die niet kunt bijwonen, neem dan contact op met de docent van het desbetreffende vak.
Rechtsgeleerheid
2.2.3
2.3
Bachelor en master Criminologie De deeltijdopleiding criminologie kent geen speciale avondcolleges. Het aantal contacturen (circa zes uur) wordt zoveel mogelijk geconcentreerd op twee dagen (deze dagen kunnen per semester wisselen!). Ongeveer veertien uur per week is bedoeld voor zelfstudie. Deeltijdstudenten criminologie worden geadviseerd in overleg met de studieadviseur een individueel studieprogramma samen te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met de verplichte volgorde van vakken en de studieplanning.
Voorzieningen
2.3.1
Studie-informatie Studie-informatie is het centrale adres voor het inschrijven voor werkgroepen, studieonderdelen en tentamens, het opvragen van college- en tentamenroosters, onderwijsmateriaal en het aanvragen van getuigschriften. Ook verzorgt het, naast andere administratieve taken, de registratie van de studieresultaten Studie-informatie. kamer 5A-13, tel. (020) 44 46200, email:
[email protected] Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00 - 12.00 uur en 13.00 - 15.00 uur.
2.3.2
Studiebegeleiding Studieadviseur mw. J.Z. Schutte, kamer 5A-20, tel. (020) 44 4204, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur: dinsdag en donderdag van 10.00 tot 12.00 uur en verder op afspraak. De studieadviseur verstrekt nadere inlichtingen over de studieprogramma’s, individuele vrijstellingsregelingen, deeltijdstudie, speciale tentamenregelingen. Zij helpt studenten bij het indelen van hun studieprogramma, voert studievoortgangsgesprekken en biedt hulp bij studieproblemen en studievertraging. Ook is zij het aanspreekpunt voor loopbaanbegeleiding en arbeidsmarktoriëntatie.
2.3.3
Onderwijskwaliteitszorg De onderwijscoördinator, mr. H.C.R. van Bogget, kamer 5A-16, tel. (020) 44 46203, (
[email protected]), houdt zich bezig met onderwijskundige zaken van algemeen belang, het facultaire onderwijsbeleid, evaluatie van het onderwijs en de kwaliteitsbewaking. Klachten Klachten met betrekking tot het onderwijs en de organisatie van tentamens kunt u richten aan de onderwijscoördinator. Onderwijsevaluatie Elk jaar wordt een deel van de opleiding geëvalueerd. De evaluatie bestaat uit schriftelijke enquêtes na afloop van de tentamens en gesprekken met docenten en studenten. Door middel van de evaluatie worden knelpunten in het onderwijs gesignaleerd, waarvoor adequate oplossingen gezocht worden. Informatie: mw. drs. I.J. van den Oord, beleidsmedewerker onderwijs, kamer 5A-16, tel. (020) 44 46203, e-mail:
[email protected].
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
25
2.3.4
Voorzieningen ‘s avonds Studieboeken en syllabi zijn verkrijgbaar bij de VU Boekhandel in het hoofdgebouw van de Vrije Universiteit. De boekhandel is geopend maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 19.00 uur en op zaterdag van 10.00 -15.30 uur. De studiezalen van de rechtenbibliotheek (ingang vijfde verdieping hoofdgebouw VU) zijn open van maandag tot en met donderdag 9.00 tot 21.00 uur en op vrijdag 9.00 tot 17.00 uur. In juli en augustus gelden afwijkende openingstijden. In de bibliotheek zijn de catalogus en juridische databanken (met wetgeving, rechtspraak en bibliografieën) te raadplegen. De uitleenbalie is ‘s avonds niet bemand: voor het aanvragen van boeken of tijdschriften uit het magazijn kan dan wel een formulier worden ingevuld. Vaak staan handboeken, wetgeving, tijdschriften (meestal de laatste vijf jaargangen), kamerstukken en jurisprudentie in de studiezaal. Deze zijn niet uitleenbaar, maar ze kunnen wel worden ingezien. Het maken van kopieën is ook mogelijk.
2.3.5
Studieboeken en syllabi Bij de vakinformatie staat aangegeven welke literatuur verplicht is. Syllabi en studieboeken zijn bij de VU Boekhandel te koop. Bij het onderwijs wordt naar keuze één van de volgende wettenverzamelingen gebruikt: - Kluwer Collegebundel 2004-2005, Wetteksten, Kluwer-Deventer; - Verzameling Nederlandse wetgeving, Vermande-Lelystad, editie 2004-2005; de meest recente uitgave moet worden gebruikt.
2.3.6
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld. De kosten van studiebenodigdheden zoals boeken, syllabi en wetboeken, ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn ook voor rekening van de student. De kosten hiervan zijn ongeveer € 350,- in het eerste jaar en ca. € 750,- in de volgende drie jaren.
2.4
Computervoorzieningen Op de facultaire website is uitgebreide informatie te vinden over computervoorzieningen (www.rechten.vu.nl/computervoorzieningen).
26
2.4.1
Blackboard Bij een deel van de cursussen wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Dat is een digitale leeromgeving (DLO) op internet, waarmee vakken kunnen worden ondersteund. Voor ieder vak kan een eigen pagina worden gemaakt, waarop een docent mededelingen, sheets, opdrachten, artikelen, foto's en ander onderwijsmateriaal kan plaatsen. Daarnaast biedt Blackboard de mogelijkheid om een discussieforum op te zetten, opdrachten in te leveren, e-mail te sturen en digitaal toetsen te maken. Blackboard is te vinden via http://bb.vu.nl.
2.4.2
Inloggen op facultaire computers Studenten kunnen gebruik maken van computerfaciliteiten op de practicumzaal 7A-39 en in de juridische bibliotheek op de vijfde verdieping. De pc’s zijn aangesloten op het internet en zijn voorzien van Microsoft Office en Internet Explorer.
Rechtsgeleerheid
2.4.3
Facultaire e-mail Regelmatig wordt belangrijke informatie via de facultaire e-mailaccountants verstuurd. Zo krijgt u bijvoorbeeld via de e-mail te horen als er colleges uitvallen. Ook zullen veel docenten mededelingen vauit blackboard naar de studenten e-mailen. Facultaire e-mail is zowel binnen als buiten de faculteit te raadplegen.
2.4.4
TIS Tentamen Informatie Systeem TIS is een programma dat via het Internet bereikbaar is en waarvan u gebruik moet maken als u zich wilt inschrijven (of afmelden) voor tentamens en werkgroepen. U kunt het programma ook gebruiken om uw tentamencijfers te bekijken. Aanmelden voor tentamens en herkansingen De inschrijving voor tentamens en herkansingen is open vanaf ongeveer zes weken voorafgaand aan het tentamen tot uiterlijk vier werkdagen voorafgaand aan het tentamen (artikel II, lid 1, 2, en 3 van het Examenreglement). Meld je in alle gevallen tijdig aan! (Niet inschrijven betekent € 17,50 administratiekosten) Aanmelden voor werkgroepen en keuze- en verdiepingsvakken De inschrijving voor werkgroepen en keuze- en verdiepingsvakken is open vanaf ongeveer zes weken tot uiterlijk vier werkdagen (geldt niet voor alle vakken) voordat het vak start. Schrijf je tijdig in om teleurstelling te voorkomen. Bij de meeste werkgroepen en vakken wordt gewerkt met een maximaal aantal studenten. Eerstejaars studenten melden zich niet aan voor werkgroepen.
2.4.5
Helpdesk Voor alle vragen en problemen over het computergebruik, kunt u terecht bij Netwerkbeheer, kamer 7A-26, tel.: (020) 44 46311, e-mail:
[email protected]. Voor alle vragen en problemen speficiek over blakboard kunt u terecht bij de blackboard helpdesk:
[email protected]. Voor vragen en problemen specfiek over TIS kunt u terecht bij studieinformatie(punt) kamer 5A-13), e-mail:
[email protected].
2.4.6
Internet Het is mogelijk bij de VU een gratis internetabonnement te krijgen, Access VU. Wie thuis een pc met modem heeft, kan tegen lokaal telefoontarief inbellen op het internet en krijgt ook een eigen e-mailadres. Voor meer informatie: IT-servicedesk, De Boelelaan 1101, kamer 0E-38, tel.: (020) 44 45516. De servicedesk is elke werkdag geopend van 9.00 tot 17.00 uur (neem voor inschrijving een geldig legitimatiebewijs mee).
2.4.7
RSI-preventie Als u RSI-klachten ontwikkelt, wordt u verzocht zo snel mogelijk contact op te nemen met de studie-adviseur. Op www.rechten.vu.nl/rsi is meer informatie te vinden over hoe RSI te voorkomen is.
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
27
2.5 2.5.1
Regelingen Toelatingsvoorwaarden rechtstreekse toelating bachelor Nederlands recht of Notarieel recht Tot de opleiding bachelor Nederlands recht of Notarieel recht worden rechtstreeks toegelaten degenen die één van de volgende getuigschriften in het bezit hebben: • • • • • • • •
vwo-diploma; vwo-diploma met doorstroomprofielen Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij of Cultuur en Maatschappij; wo-getuigschrift propedeutisch examen; wo-getuigschrift doctoraal examen; hbo-getuigschrift propedeutisch examen (na assessement); hbo-getuigschrift afsluitend examen; ou-getuigschrift propedeutisch examen; ou-getuigschrift doctoraal examen.
Assessment voor studenten met een hbo-propedeuse Studenten die de bachelor opleding Nederlans recht of Notarieel recht willen starten met een hbo-propedeuse als vooropleiding dienen voorafgaand aan het collegejaar een assessment af te leggen. Dit assessment maakt ook deel uit van het eerstejaarsvak Project. Studenten met een bovengenoemd getuigschrift worden vrijgesteld voor dit onderdeel van Project. Naar aanleiding van de resultaten van het assessment ontvangt men een advies om wel of niet met de opleiding te starten. Studenten die ondanks een negatief advies toch starten met de opleiding of het om wat voor reden dan ook niet hebben deelgenomen aan het assessment, dienen ter vervanging van het betreffende onderdeel van Project een cursus Wetenschappelijk formuleren van het Centrum voor Studie- en loopbaan te volgen. Alleen met een certificaat van deze cursus kan het Project worden behaald. Toelatingsonderzoek of colloqium doctum Voor degenen die niet voldoen aan één van de hierboven gestelde eisen, bestaat de mogelijkheid, bij een leeftijd van 21 jaar of ouder, een universitair toelatingsonderzoek te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij het Centrum voor Studie en Loopbaan, tel.(020) 44 45018. Toelating bachelor Criminologie Een met succes afgerond eerste bachelorjaar rechten óf een van de sociale wetenschappen biedt toegang tot de bacheloropleiding Criminologie. Wie dit eerste bachelorjaar AAN DE VU volgt, mag onder voorwaarden alvast aan Criminologie beginnen als nog niet alle 60 verplichte punten van het eerste jaar behaald zijn. Het minimum aantal punten is 42 ects, waarbij enkele vakken in ieder geval met succes moeten zijn afgerond. Voor rechtenstudenten zijn dat twee van de drie volgende vakken: Beginselen strafrecht, Beginselen bestuursrecht en Encyclopedie I. Voor studenten sociale wetenschappen zijn dat drie van de vier volgende vakken: Sociologie, Methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek en Beschrijvende OF Inferentiële statistiek. Voor studenten psychologie en pedagogiek zijn dat twee van de drie volgende vakken: Inleiding psychologie/Inleiding pedagogiek, Algemene Methodologie en statistiek.
28
Rechtsgeleerheid
Eerstejaars rechten/sociale wetenschappen van BUITEN DE VU, moeten in het bezit zijn van een propedeusediploma of een afgerond eerste bachelorjaar, om in te stromen in het tweede bachelorjaar Criminologie. De faculteit rekent erop dat in de rechten-propedeuse inleidingen in het staats- en bestuursrecht (publiekrecht), rechtsfilosofie/-theorie en strafrecht zijn gevolgd. Bij het ontbreken hiervan kunnen aanvullende vakken worden voorgeschreven. Wie een sociaal-wetenschappelijk eerste bachelorjaar heeft gedaan, moet in dit jaar methoden en technieken en statistiek hebben gevolgd. Is dit niet het geval, dan moet aan de VU een extra vak worden gedaan. Ook wie in het bezit is van een HBO-DIPLOMA, heeft een met succes afgerond eerste bachelorjaar rechten óf een van de sociale wetenschappen nodig om toegang te krijgen tot de opleiding Criminologie. Een hbo- of wo-diploma geeft in ieder geval recht op 12 studiepunten vrijstelling in de vrije keuzevakruimte van het derde bachelorjaar van de opleiding Criminologie. 2.5.2
Onderwijs- en examenreglementen De complete tekst van de Onderwijs- en Examenregeling bachelor- en masteropleiding Nederlands recht(OER bama Nederlands recht), de Onderwijs- en Examenregeling bachelor- en masteropleiding Notarieel recht (OER bama Notarieel recht) en de Onderwijs- en Examenregeling bachelor- en masteropleiding Criminologie (OER bama Criminologie) is verkrijgbaar bij het studieinformatie(punt) (kamer 5A-13) en te raadplegen via de website www.rechten.vu.nl/reglementen .
2.5.3
Regels en richtlijnen voor tentamens Binnen de faculteit geldt een aantal regels voor het afleggen van tentamens. Dit is een uitvloeisel van wat bepaald is in de Onderwijs- en Examenregelingen in het Examenreglement. Deze regelingen zijn verkrijgbaar bij het studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) en te raadplegen op onze website: www.rechten.vu.nl/documenten. Hieronder staan de belangrijkste punten: •
• •
• • •
•
tentamens mogen alleen worden afgelegd als u bij de Studentenadministratie van de Vrije Universiteit als student of extraneus staat ingeschreven en het collegegeld is betaald deelname aan schriftelijke tentamens staat slechts open voor diegene die zich heeft aangemeld via TIS indien u deelneemt aan een tentamen waarvoor u zich niet heeft ingeschreven wordt het resultaat pas administratief verwerkt als een financiële bijdrage is betaald van € 17,50 tentamens worden in schriftelijke vorm, mondeling of door middel van een werkstuk of in een combinatie van deze vormen afgelegd de schriftelijke tentamens worden direct na afloop van de onderwijsperiode afgenomen. Alle tentamens kennen een herkansing in augustus in verband met de volgtijdelijkheidseisen hebben de B1-vakken Beginselen bestuursrecht, Encyclopedie I en Beginselen privaatrecht I en II een derde tentamengelegenheid in de periode oktober - december vrijwel alle vakken uit het tweede en derde bachelorjaar kennen drie tentamengelegenheden per jaar
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
29
•
een aantal bachelor- en mastertentamens moet in een verplichte volgorde worden afgelegd. Raadpleeg de bijlage “Verplichte vakkenvolgorde”; achter in deze gids.
Tentamens buiten het rooster Bij hoge uitzondering kan de examencommissie u op uw verzoek toestaan tentamens buiten het rooster af te leggen, namelijk: • indien u om te kunnen afstuderen nog één tentamen moet afleggen en u zich om dat tentamen te kunnen afleggen, opnieuw zou moeten inschrijven dan krijgt u de gelegenheid dit tentamen eerder af te leggen; • als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. Het verzoek moet uiterlijk drie weken vóór het desbetreffende tentamen is gepland, worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie: mw. J.Z. Schutte, kamer 5A-20, tel. (020) 44 46204. Verplichte aanmelding voor tentamens Kennen tentamens een vaste datum (die vermeld staat in het tentamenrooster), dan staat deelname aan het tentamen slechts open voor degenen die zich via TIS hebben aangemeld. Voor deelname aan andere tentamens maakt u met de docent een afspraak omtrent datum en tijdstip waarop u het mondelinge tentamen aflegt of een werkstuk inlevert. Aanmelding via het studie-informatie(punt). Studenten van buiten de Vrije Universiteit die aan de juridische faculteit een keuzevak volgen, kunnen zich aanmelden via het studie-informatiepunt, kamer 5A13, tel. (020) 44 46200. Huishoudelijk reglement tentamens Op grond van art. VI van het examenreglement heeft de examencommissie onderstaand huishoudelijk reglement vastgesteld. • •
• • • • •
•
• •
30
Deelname aan schriftelijke tentamens staat slechts open voor diegene die zich heeft aangemeld via TIS. Indien een student deelneemt aan een tentamen waarvoor hij zich niet heeft ingeschreven dan wordt het resultaat van dat tentamen pas bekendgemaakt als betrokkene een administratieve bijdrage heeft betaald van € 17,50. De student dient ruimschoots op tijd aanwezig te zijn. Na het aanvangstijdstip van tentamens worden geen studenten toegelaten behoudens na toestemming van de examinator. Ieder die tentamen doet, dient plaats te nemen in de tentamenzaal waar hij/zij is ingedeeld en moet een geldige collegekaart bij zich hebben. Deze collegekaart behoort zichtbaar op tafel te liggen ter controle. Boeken, dictaten, uittreksels enz. mogen niet aanwezig zijn anders dan in een gesloten tas, tenzij het gebruik uitdrukkelijk door de docent wordt toegestaan of wordt voorgeschreven. Alleen van niet-geannoteerde wetteksten mag op het tentamen gebruik worden gemaakt; in de wetboeken zijn slechts onderstrepingen en artikelverwijzingen toegestaan; na aanvang van het tentamen kan hierop gecontroleerd worden. Het is verboden tijdens het tentamen gebruik te maken van alle moderne communicatiemiddelen alsmede portable computers. Er geldt een rookverbod.
Rechtsgeleerheid
• • • • • • •
•
Toiletbezoek is niet toegestaan, tenzij de surveillant anders beslist. Er kan niet meer dan één persoon tegelijkertijd naar de wc. Schrijf- en kladpapier wordt verstrekt. Gebruik van eigen blocnote of schrijfpapier is niet toegestaan. Het tentamen dient met een bal- of vulpen in een goed leesbaar handschrift te worden gemaakt. Nadat de eerste tentamenopgave is uitgereikt mag niet meer gesproken worden. Het is verboden de tentamenzaal in de laatste 20 minuten voor de afloop van het tentamen te verlaten. Na afloop dienen zowel het tentamen als alle andere verstrekte papieren (kladpapier) te worden ingeleverd. Indien geen werk wordt ingeleverd wordt het cijfer 1 (een) toegekend. Men dient te vermijden een zodanige houding aan te nemen dat de surveillant kan aannemen dat informatie van anderen wordt overgeschreven of dat aan anderen de gelegenheid wordt geboden informatie over te schrijven.
In geval van fraude brengt de examinator/surveillant hierover schriftelijk verslag uit aan de examencommissie. Indien de examencommissie fraude vaststelt, wordt het cijfer 0 (nul) in de studieadministratie opgenomen en kan de examencommissie de student uitsluiten van deelname aan alle tentamens voor een periode van ten hoogste één jaar. Beoordeling van tentamens Als waarderingscijfers voor studieprestaties kunnen de volgende cijfers worden toegekend: de volle cijfers van 1 tot en met 10, de halve cijfers daartussen, zoals 6½, met uitzondering van 5½, de volle cijfers met een plus en de volle cijfers met een min met uitzondering van de 5+ en 6-. Het behaalde cijfer wordt op de volgende wijze bekendgemaakt: 7 = 7,0; 4- = 3,8; 8+ = 8,3; 3½ = 3,5, enz. Men is voor een examenonderdeel (tentamen) geslaagd, als het met ten minste een 6 is gewaardeerd. Bekendmaking van de uitslag Het studie-informatie(punt) maakt uiterlijk vijftien werkdagen na het tentamen de uitslagen bekend, die de examinator heeft doorgegeven. De tentamenuitslag wordt op studentnummer (niet op naam) gepubliceerd in de vitrine die hangt op de vijfde verdieping bij de achteruitgang van zaal 4A-00. Eén dag na publicatie van de tentamenuitslagen in de vitrine kunnen de tentamenuitslagen geraadpleegd worden op het tentameninformatiesysteem TIS (http://TIS.vu.nl) (Let op: géén www!). Het studie-informatie(punt) verschaft géén inlichtingen over tentamenuitslagen, noch kan het informatie verschaffen over het moment waarop de tentamenuitslag bekend zal worden. Indien de uitslag niet tijdig is gepubliceerd, wordt u verzocht de examinator zelf te benaderen. Nabespreking en inzagerecht Op het tentamen zelf staat vermeld wanneer het zal worden nabesproken. De exacte tijd en plaats worden op de tentamenuitslagenlijst aangegeven . Informatie over tentamens
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
31
Het tentamendata, precieze aanvangstijden en zalen van de tentamens worden bekendgemaakt via TIS, op de website (www.rechten.vu.nl/tentamenrooster)en op een lijst die ter inzage hangt in de vitrine nabij het studie-informatie(punt), kamer 5A-13. Herkansen van reeds behaalde tentamens Slechts wanneer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de examencommissie toestemming verlenen voor het opnieuw afleggen van een tentamen dat eerder voldoende is afgelegd (zie artikel IV van het Examenreglement). De examencommissie denkt bij bijzondere omstandigheden vooral aan de situatie waarin door een lage voldoende een vrij zekere mogelijkheid tot het verwerven van een judicium verloren gaat. Verzoeken om een voldoend gemaakt tentamen te mogen overdoen, moeten schriftelijk worden ingediend bij de examencommissie, p/a mw. J.Z. Schutte, ambtelijk secretaris, kamer 5A-20, tel. (020) 44 46204. Geldigheidsduur tentamens De geldigheidsduur van de bachelortentamens voor Nederlands recht en Notarieel recht is in de voltijdsopleiding ongeclausuleerd maximaal vier jaar en in de deeltijdopleiding zes jaar (zie art 3.2 OER bachelor Nederlands recht). Een tentamen dat met goed gevolg is afgelegd en een vervolg is op een inleidend tentamen dan is de geldigheidsduur van het inleidend tentamen onbeperkt. De geldigheidsduur van mastertentamens is in de voltijdsopleiding ongeclausuleerd vier jaar en in de deeltijdopleiding zes jaar (artikel 3.1 OER master Nederlands recht). De geldigheidsduur van de bachelortentamens voor Criminologie is de voltijds opleiding ongeclausuleerd maximaal vier jaar en in de deeltijdopleiding zes jaar (artikel 17 van de OER bachelor criminologie). Bestaat een tentamen uit verschillende onderdelen die alle voldoende moeten worden behaald, dan kennen de afzonderlijke delen dezelfde geldigheidsduur. Bij sommige vakken bestaat de mogelijkheid een vrijstelling te verkrijgen voor een of meer tentamenvragen, als u tijdens de onderwijsperiode een toets maakt, een werkstuk schrijft of referaat houdt. Een voldoende voor dit ‘deeltentamen’ heeft een korte geldigheidsduur, die is beperkt tot het reguliere tentamen na afloop van het onderwijs en de daarbij behorende herkansing(en). In het jaar daarop wordt het vak opnieuw onderwezen en is de voldoende vervallen. Vrijstellingen Voor studenten met een getuigschrift HEAO-MER of HSAO-SJD geldt een standaard vrijstellingsregeling (zie artikel 2.4 OER bachelor Nederlands recht). Voorts kan elke student met een hbo- of wo-getuigschrift in aanmerking komen voor vrijstelling van (niet-juridische) keuzevakken voor ten hoogste twaalf studiepunten. Verder zijn er individuele vrijstellingen mogelijk. Een verzoek om vrijstelling moet schriftelijk worden voorgelegd aan de examencommissie, p/a mw. J.Z. Schutte, ambtelijk secretaris, kamer 5A-20, met vermelding van gegevens over de aard van het vak, een kopie van het diploma en cijferlijst en een opgave van de bestudeerde literatuur.
32
Rechtsgeleerheid
2.5.4
Recht van bezwaar en beroep Als u tegen een toegekend cijfer bezwaar wilt maken, wordt u aanbevolen dit eerst bij de betrokken examinator te doen. Als er geen oplossing wordt gevonden dan kunt u terecht bij de voorzitter van de examencommissie. Daarnaast is er een College van Beroep voor de Examens. Bij deze instantie kunt u in beroep gaan als er geen bevredigende oplossing is gevonden en u door de concrete tentamen- of examenuitslag, de beoordeling van uw werkstuk of scriptie rechtstreeks in uw belang bent geschaad. Eveneens kunt u in beroep gaan over de wijze waarop u bent behandeld. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen, centrale balie, hoofdgebouw.
2.5.5
Richtlijnen voor stages en scripties Behalve het bezoeken van de Juridische Bedrijvendag is het volgen van een stage een goede manier om u te oriënteren op de arbeidsmarkt. In een stage kun u relevante werkervaring opdoen en daarmee uw kans op een baan vergroten. De opleidingen Nederlands recht , Notarieel recht en Criminologie kennen geen verplichte stage. Wel worden studenten gestimuleerd om stage te lopen. Bij het Studieinformatie(punt) is een Stagehandleiding verkrijgbaar (of via de website www.rechten.vu.nl/stage) met meer informatie over stages. De scriptie is een verplicht onderdeel van alle opleidingen. Vanaf het huidige collegejaar dient de scriptie ook digitaal ingeleverd te worden via www.rechten.vu.nl/scripties voor Nederlands recht en www.rechten.vu.nl/scriptie voor Criminologie. De scripties zullen voortaan standaard worden gecontroleerd op fraude. Daarnaast dient de student bij het digitaal inleveren van de scriptie een korte samenvatting van de scriptie op de website te plaatsen. Scripties dienen digitaal te ingeleverd te worden op www.rechten.vu.nl/scriptie-formulier. Bij het Studie-informatie(punt) is een Scriptiehandleiding verkrijgbaar (of via de website www.rechten.vu.nl/scripties) met meer informatie over scripties.
2.5.6
Afgifte van getuigschriften De examencommissie reikt alleen dan een getuigschrift uit, als u op de datum van het examen ingeschreven staat als student of extraneüs aan de Vrije Universiteit en het collegegeld is betaald. Als u wilt afstuderen per 31 augustus (de buluitreiking zelf vindt plaats in september) en u niet wilt herinschrijven voor het nieuwe studiejaar, dan dient u uiterlijk 31 augustus de bul te hebben aangevraagd. Op deze datum moet voor alle onderdelen van het afsluitend examen een voldoende cijfer bekend zijn, ook voor de scriptie. Aanvragen bachelor-, master- of doctoraalbul De examencommissie heeft voor alle maanden van het jaar – met uitzondering van de maand juli – een datum vastgesteld, die geldt als datum waarop de examencommissie de uitslag van een afsluitend examen vaststelt. Dat is de datum van afstuderen en die datum wordt vermeld op de bul en in het examenboek van de Vrije Universiteit. Meestal reikt de examencommissie ook op die datum de bullen uit tijdens een officiële zitting van de examencommissie. U kunt uw bul aanvragen als alle uitslagen van de onderdelen van uw bachelor-, master- of doctoraalexamen voldoende zijn én het definitieve cijfer van de scriptie is
Opleidingen Nederlands recht, Notarieel recht en Criminologie
33
vastgesteld. Het getuigschrift wordt aangevraagd door middel van het invullen van twee formulieren, verkrijgbaar op het studie-informatie(punt) (kamer 5A-13). Houd er rekening mee dat de aanvraag uiterlijk drie weken (in juni en augustus vier weken) vóór de datum van de buluitreiking moet zijn ingediend. Dit geldt niet voor het aanvragen van de bachelorbul. Op het mededelingenbord en de monitor op de vijfde verdieping en op de website www.rechten.vu.nl/buluitreikingen wordt een overzicht met het tijdschema van de buluitreikingen gepubliceerd. 2.5.7
34
Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het behalen van het bachelorexamen is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie. In de dossierverklaring worden de studie-onderdelen die met een voldoende zijn afgerond, vermeld. Een dossierverklaring vraagt u schriftelijk aan bij het Studieinformatie(punt).
Rechtsgeleerheid
3
3.1
Bacheloropleiding Nederlands recht
Beschrijving
3.1.1
Doel van de bacheloropleiding Nederlands recht • De afgestudeerde bachelor beschikt over een academisch werk- en denkniveau. • heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede de systematiek daarvan; heeft kennis van en inzicht in de hoofdlijnen van het privaatrecht, staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht, inclusief het procesrecht en internationaal- of Europeesrechtelijke aspecten • heeft kennis van en inzicht in het internationale en/of het Europese recht in hun verhouding tot het nationale recht • is in staat om te reflecteren op de grenzen van het vakgebied en heeft inzicht in de maatschappelijke context waarin het recht zich ontwikkelt en manifesteert • is vertrouwd met de grondslagen van het (Nederlandse) recht, de rechtshistorische en rechtsfilosofische aspecten en heeft besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening
3.1.2
Eindtermen De afgestudeerde bachelor beschikt over de volgende (juridische) vaardigheden: Analytische vaardigheden • lezen, begrijpen en analyseren van juridische teksten waaronder jurisprudentie en wetgeving (waar dit noodzakelijk is vanwege het karakter van de opleiding ook in de Engelse taal) • kritisch reflecteren op regelgeving, rechtspraak en literatuur, onder meer vanuit een rechtshistorisch en rechtsfilosofisch perspectief Probleemoplossende vaardigheden • selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen empirisch feitencomplex (het juridiseren van een probleem) • oplossen van een juridische casus, hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen (deductie) • onderkennen, analyseren en oplossen van eenvoudige juridische problemen Schriftelijke en mondelinge vaardigheden • schriftelijk presenteren van een juridisch betoog (juridisch kunnen argumenteren, opbouw, constructie, leesbaarheid) • mondeling presenteren van een juridisch betoog • een gefundeerde en beargumenteerde positie innemen in een maatschappelijk, juridisch debat, een standpunt verwoorden met kracht van argumenten Informatie vaardigheden • op een efficiënte manier juridische bronnen raadplegen en informatie verzamelen uit juridische (digitale) bibliotheken en databestanden Algemene vaardigheden, waaronder studievaardigheden • reflecteren op het eigen leerproces en het eigen leerproces sturen en plannen
Bacheloropleiding Nederlands recht
35
•
3.1.3
inzicht hebben in de eigen voorkeur voor de verschillende deelgebieden van het recht
Opbouw van de bacheloropleiding Nederlands recht De bacheloropleiding Nederlands recht omvat maximaal 180 studiepunten, verdeeld over de drie bachelorjaren.
3.1.4
Eerst bachelorjaar Nederlands recht Het programma van het eerste bachelorjaar bestaat uit tien onderdelen, die in een aantal blokken van ongelijke lengte zijn verdeeld over twee semesters. In de meeste blokken zitten drie vakken, waarvan twee vakken aan het eind van de onderwijsperiode in dezelfde week tentamen hebben en het derde vak in een latere periode wordt getentamineerd. Het programma begint met het vak Inleiding (in de maand september, dat afgesloten wordt met een tentamen), waarin een globaal beeld geschetst wordt van de vakken die in de juridische opleiding aan de orde komen. Daarna zult u onderwezen worden in de beginselen van het privaatrecht, het strafrecht, het staats- en bestuursrecht, het Europees recht, alsmede rechtsfilosofie en Europese rechtsgeschiedenis. Ook een vaardighedenoefening, te weten het Project, maakt deel uit van het eerste jaar. Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoor- en werkcolleges. Voor het kunnen bijwonen van de werkcolleges wordt een grondige voorbereiding van u verlangd. Plan ten minste twee uur voorbereidingstijd per werkcollege in. De studiebelasting per week bedraagt veertig uur, te besteden aan het voorbereiden en volgen van hoor- en werkgroepen en het voorbereiden van tentamens (ca. 26 uur zelfstudie per week). Met uitzondering van het Project kennen alle tentamens een schriftelijke vorm. In de maand augustus kan opnieuw tentamen worden afgelegd in alle onderdelen van het eerste jaar, behalve Inleiding, dat een herhaling heeft in week 2. In het tweede blok van het tweede jaar van inschrijving is - in verband met volgtijdelijkheidseisen gesteld aan het doen van tentamens van het tweede bachelorjaar- een extra tentamengelegenheid gepland voor de eerste bachelorjaarsvakken Encyclopedie I en Beginselen privaatrecht I en II. De overige nog niet behaalde tentamens van het eerste jaar legt u opnieuw af bij de reguliere tentamengelegenheid. Bij de vakinformatie wordt bij de vakken van het tweede bachelorjaar vermeld wat de instapeis is. Juridische vaardigheden Aan het eind van het eerste bachelorjaar behoort u in staat te zijn een eenvoudige juridische vraag te beantwoorden. Deze vraag kan algemeen geformuleerd zijn, maar evenzeer aan de hand van een casus. Het aanleren, oefenen en toetsen van de juridische vaardigheden die daarvoor nodig zijn, is voorzover mogelijk geïntegreerd in het reguliere onderwijs. Het lezen van juridische teksten (onder meer wetgeving en rechtspraak) en het oplossen van een casus wordt bij alle vakken aangeleerd en getoetst.
36
Rechtsgeleerheid
Sommige vaardigheden kunnen niet worden getoetst in de gewone tentamens, bijvoorbeeld het zoeken van de relevante rechtspraak en literatuur in de bibliotheek en het oplossen van een grote, ingewikkelde casus. Deze vaardigheden worden dan ook afzonderlijk onderwezen en getoetst in het vak Project. Verder bestaat bij het vak beginselen staatsrecht de mogelijkheid deze vaardigheden opnieuw te oefenen, voordat ze aan het begin van het tweede bachelorjaar zullen worden getoetst in of tijdens het vak Rechtzoeken Vakcode 200110 200108 200103 200105 200104 200102 200107 200106 200101 200109
3.1.5
Vaknaam Beginselen Europees recht (B1) Beginselen bestuursrecht (B1) Beginselen privaatrecht I (B1) Beginselen privaatrecht II (B1) Beginselen staatsrecht (B1) Beginselen strafrecht (B1) Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) Europese rechtsgeschiedenis (B1) Inleiding (B1) Project (B1)
Stp. 5.7 5.7 5.7 5.7 5.7 5.7 8.6 5.7 5.8 5.7
Periode 14 / 16 14 / 26 41 / 52 02 / 13 41 / 05 41 / 52 06 / 22 02 / 18 36 / 40 37 / 52
Tweede bachelorjaar Nederlands recht Het tweede bachelorjaar is op dezelfde manier opgebouwd als het eerste bachelorjaar en bestaat uit elf onderdelen. De studiebelasting per week is veertig uur, te besteden aan het voorbereiden en het volgen van de hoor- en werkcolleges en het voorbereiden van de tentamens. Elk onderdeel heeft drie tentamengelegenheden per jaar, behalve Casus vermogensrecht. Vakcode 200211 200210 200214 200205 200206 200209 200202 200203 200201 200204 200208
Vaknaam Bestuursrecht I (BN2) Burgerlijk proces- en faillissementsrecht B2/BN2) Casus recht (B2/BN2) Contractenrecht (B2/BN2) Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) Goederenrecht (B2/BN2) Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) Personen- en familierecht (B2/BN2) Rechtzoeken (B2/BN2) Staatsrecht I (B2) Staatsrecht II (B2)
Stp. 5.7 5.7
Periode 16 / 26 14 / 22
0 5.7 8.6 5.7 5.7 2.9 2.9 5.7 5.7
14 / 26 42 / 52 38 / 52 02 / 13 45 / 05 37 / 44 02 / 13 15 / 26
Keuze economie In het tweede bachelorjaar kunt u voor het onderdeel economie kiezen tussen bedrijfseconomie A of Rechtseconomie. Wanneer u in de masteropleiding wilt afstuderen in de afstudeerrichting Bedrijfsrecht of Fiscaal recht dan is Bedrijfseconomie A verplicht. Op 23 november 2004 wordt er een voorlichtingscollege gegeven om uw keuze te bepalen. Gezien de keuzemogelijkheid is het noodzakelijk dat u zich in december 2004 voor de economievakken inschrijft. De verplichte keuzevakken Economie Vakcode Vaknaam 211203 Bedrijfseconomie A (BN2/B2) 200207 Rechtseconomie (B2)
Bacheloropleiding Nederlands recht
Stp. 5.7 5.7
Periode 06 / 15 06 / 15
37
3.1.6
Derde bachelorjaar Het derde bachelorjaar bestaat uit twee semesters. Het eerste semester is gevuld met verplichte vakken. Het tweede semester is ingedeeld in twee blokken van tien weken: blok 1 loopt van week 6 tot en met week 15, blok 2 loopt van week 16 tot en met week 26. In deze blokken is de studiebelasting verdeeld over twee keuzevakken en twee zogeheten voorsorteervakken van elk zes studiepunten en het onderdeel pleitoefening. De studiebelasting per week is veertig uur, te besteden aan het voorbereiden en het volgen van de hoor- en werkcolleges en het voorbereiden van de tentamens. Elk onderdeel heeft drie tentamengelegenheden per jaar, behalve pleitoefening. Vakcode 200375 200353 200369 200368 200376 200360 200357
Vaknaam Beginselen volkenrecht (B3) Bestuursrecht II (B3) Formeel strafrecht (B3) Materieel strafrecht (B3) Pleitoefening (B3/BN3) Sociaal recht I (B3) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) Voorsorteertraject Keuzeruimte
Stp. 2.9 2.9 7.2 7.2 6 5.7 5.7 12 12
Periode 45 / 49 45 / 52 44 / 05 44 / 05 37 / 26 37 / 44 37 / 45
Voorsorteertraject Het voorsorteertraject is een onderdeel, ter zwaarte van twee vakken van elk zes studiepunten, dat verplicht gedaan moet worden voor het kunnen volgen van een afstudeerrichting in de masteropleiding (zie hoofdstuk masteropleiding Nederlands recht/afstudeerrichtingen). Overzicht van de voorsorteervakken per afstudeerrichting Voorsorteervakken Bedrijfsrecht Vakcode Vaknaam 211355 Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200362 Inleiding belastingrecht (B3)
Stp. 5.7 5.7
Periode 06 / 15 16 / 26
Voorsorteervakken Criminologisch-juridische afst.richting Vakcode Vaknaam 200373 Actueel strafrecht I (B3) 200363 Inleiding criminologie (B3)
Stp. 6 5.7
Periode 06 / 15 16 / 26
Voorsorteervakken Fiscaal recht Vakcode Vaknaam 211355 Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200362 Inleiding belastingrecht (B3)
Stp. 5.7 5.7
Periode 06 / 15 16 / 26
Voorsorteervakken Internationaal en Europees recht Vakcode Vaknaam 201521 Rechtsvergelijking (B3/M) 201522 Volkenrecht (B3)
Stp. 6 6
Periode 06 / 15 16 / 26
Stp. 6
Periode 16 / 26
Voorsorteervakken IT en recht Vakcode Vaknaam 200367 IT en recht (B3/M) En een ander voorsorteervak naar keuze van 6 studiepunten
38
Rechtsgeleerheid
Voorsorteervakken Privaatrecht
twee uit drie onderdelen Vakcode 211202 200370 200371
Vaknaam Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) Contracteren in de praktijk (B3/M) Familie- en gezondheidsrecht (B3/M)
Stp. 5.7 6 6
Periode 16 / 26 06 / 15 06 / 15
Stp. 6 6 6 6 6 6 6
Periode 06 / 15 16 / 26 06 / 15 16 / 26 06 / 15 16 / 26 06 / 15
Stp. 6 6
Periode 06 / 15 16 / 26
Voorsorteervakken Staats en bestuursrecht
twee uit zeven onderdelen Vakcode 201766 201763 201796 201750 201813 201823 201826
Vaknaam Bestuursprocesrecht (B3/M) Europees bestuursrecht (B3/M) Milieurecht (B3/M) Overheid en privaatrecht (B3/M) Ruimtelijke ordeningsrecht (B3/M) Vergelijkend staats- en bestuursrecht (B3/M) Vreemdelingenrecht (B3/M)
Voorsorteervakken Strafrecht Vakcode Vaknaam 200373 Actueel strafrecht I (B3) 200374 Actueel strafrecht II (B3)
Keuzevakken In het kiezen van de twee keuzevakken van elk zes studiepunten bent u vrij. U kunt een keuze maken uit de voorsorteervakken of vakken opgenomen in de keuzevakkenlijst (zie hieronder). Een van de twee vrije keuzeonderdelen kan worden gevuld door middel van een stage. Nadere regels omtrent stages zijn te vinden in de stagehandleiding, verkrijgbaar op het studie-informatie(punt) of te downloaden via de website: www.rechten.vu.nl/stage. Voor het volgen van keuzeonderdelen die aan een andere instelling van wetenschappelijk onderwijs worden aangeboden, is voorafgaand toestemming van de examencommissie noodzakelijk. Een schriftelijk verzoek hiertoe kunt u indienen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie: mw. J.Z. Schutte, kamer 5A-20. Wilt u twee afstudeerrichtingen opnemen in de masteropleiding, dan kunt u de twaalf punten vrije keuzevakruimte vullen met de voorsorteervakken van de tweede afstudeerrichting. Bent u in het bezit van een hbo- of een wo-getuigschrift dan kunt u onder overlegging van een kopie van dit getuigschrift voor de vrije keuzevakruimte van twaalf punten in dit bachelorjaar schriftelijk vrijstelling vragen bij de examencommissie Keuzevakken bachelor Nederlands recht en Notarieel recht Vakcode Vaknaam 201754 Algemene staatsleer (B3/M) 201755 Arbeidsrecht (B3/M) 201756 Auteursrecht (B3/M) 211203 Bedrijfseconomie A (BN2/B2) 211355 Bedrijfseconomie B (B3/BN3)
Bacheloropleiding Nederlands recht
Stp. 6 6 6 5.7 5.7
Periode 37 / 26 06 / 15 37 / 46 06 / 15 06 / 15
39
201562 201830 201783 201784 201564 201789 201793 201794 201798 201801 201803 201804 201805 201806 201807 200207 201811 201813 201816 201817 201819 211402 200821 201828
Betaling, zekerheden en verhaal (B3/M) Bijbel, christelijk geloof en recht (B3/M) Forensische kinder- en jeugdpsychologie Forensische psychiatrie (B3/M) Industriële eigendom (B3/M) Internationaal sociaal recht (B3/M) Kerk en recht (B3/M) Mensenrechten en strafrecht (B3/M) Nederlandse rechtsgeschiedenis (B3/M) Onderwijsrecht (B3/M) Penitentiair recht (B3/M) Pensioenrecht (B3/M) Politieke en parlementaire geschiedenis (B3/M) Politieke filosofie I (B3/M) Politieke filosofie II (B3/M) Rechtseconomie (B2) Rechtsfilosofie (B3/M) Ruimtelijke ordeningsrecht (B3/M) Sociale zekerheidsrecht (B3/M) Sport en recht (B3/M) Strafrecht, bijzondere onderwerpen (B3/M) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II (BN3/M) Verenigingen- en stichtingenrecht (BN3) Zorgverzekeringsrecht (B3/M)
Engelstalige vakken bachelor Vakcode Vaknaam 200930 Capita Selecta European Private Law (B3/M) 200928 Children's Rights from an International Perspective (B3/M) 200931 European Virtual Seminar (B3/M) 200932 Government Regulation of Business (B3/M) 200926 Historical introduction to European legal science (B3/M) 200934 International Economic Law (B3/M) 200935 International Environmental Law (B3/M)
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 5.7 12 6 6 6 6 5.7 5.7 6
39 / 47 16 / 26 16 / 26 06 / 15 47 / 05 16 / 26 16 / 26 16 / 26 16 / 26 06 / 15 06 / 15 06 / 15 06 / 15 16 / 26 06 / 15 06 / 15 06 / 15 06 / 15 02 / 13 06 / 15 16 / 26 16 / 26
Stp. 6 6
Periode 2 semester 2 semester
3 6 6
-1 semester 1 semester
6 6
2 semester 2 semester
Bachelorexamen Nadat u met goed gevolg alle tot de bacheloropleiding behorende onderdelen heeft afgelegd, vraagt u op het studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) uw bachelorexamen aan. Het bachelorexamen omvat alle vakken van de drie bachelorjaren met een studiebelasting van 3 x 60 = 180 studiepunten. De bachelorbullen worden ten minste drie keer per jaar uitgereikt. 3.1.7
40
Deeltijd De volgende vakken worden dit studiejaar in deeltijd ('s avonds) onderwezen.
Rechtsgeleerheid
3.1.8
Eerste bachelorjaar Nederlands recht Vakcode Vaknaam Stp. Periode Het vak Inleiding wordt elk jaar in deeltijd gegeven. Het vak project wordt aangeboden aan deeltijdstudenten, die in het studiejaar 2003-2004 zijn begonnen 200108 Beginselen bestuursrecht (B1) 5.7 14 / 26 200104 Beginselen staatsrecht (B1) 5.7 41 / 05 200102 Beginselen strafrecht (B1) 5.7 41 / 52 200107 Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) 8.6 06 / 22 200101 Inleiding (B1) 5.8 36 / 40 200109 Project (B1) (voor studenten gestart in 2003-2004) 5.7 37 / 52
3.1.9
Tweede bachelorjaar Nederlands recht Vakcode 200211 200205 200209 200202 200201 200204 200208
3.1.10
Vaknaam Bestuursrecht I (BN2) Contractenrecht (B2/BN2) Goederenrecht (B2/BN2) Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) Rechtzoeken (B2/BN2) Staatsrecht I (B2) Staatsrecht II (B2)
Stp. 5.7 5.7 5.7 5.7 2.9 5.7 5.7
Periode 16 / 26 42 / 52 02 / 13 45 / 05 2x per jaar 02 / 13 15 / 26
Stp. 2.9 7.2 5.7
Periode 45 / 52 44 / 05 37 / 45
Derde bachelorjaar Nederlands recht Vakcode 200353 200368 200357
Vaknaam Bestuursrecht II (B3) Materieel strafrecht (B3) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3)
In het tweede semester volgt u een keuzevak, een voorsorteervak. Deze onderdelen worden alleen overdag aangeboden.
3.2 3.2.1
Studiebegeleiding Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor de eerste keer staat ingeschreven voor het eerste bachelorjaar van de voltijdse opleiding Nederlands recht vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van de studie binnen of buiten de opleiding. De studievoortgang tot en met de tentamens encyclopedie I en Europese rechtsgeschiedenis (dus na 8 van de 10 tentamens) vormt hiervoor de basis. Er zijn drie adviesbrieven: brief A > 40 studiepunten - 'doorgaan' brief B 15 - 40 studiepunten - 'waarschuwing' brief C 0 - 15 studiepunten - 'herbezinning' Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend, maar moet niet zomaar terzijde worden gesteld. Studenten kunnen zich naar aanleiding van het uitgebrachte
Bacheloropleiding Nederlands recht
41
advies wenden tot de studieadviseur, mw. J.Z. Schutte, kamer 5A-20, tel. (020) 44 46204. Het verdient aanbeveling eerder contact op te nemen wanneer er problemen met de studie zijn. Studiebelasting/Studiepunten En studiepunt staat voor 28 uur studie; een collegejaar bestaat uit 60 punten. De bacheloropleiding heeft een omvang van 180 studiepunten. De studiebelasting van een vak is als volgt vertaald in de hoeveelheid stof die u moet bestuderen. Na aftrek van de contacturen (colleges en tentamen) blijft een aantal uren over voor zelfstudie, ter voorbereiding op het tentamen. De omvang van de literatuur en rechtspraak die u moet bestuderen is als volgt berekend: 5 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur; 3 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Het gaat hierbij om een richtlijn die uitgaat van pagina's van gemiddelde moeilijkheidsgraad en dichtheid. Van deze norm kan gemotiveerd worden afgeweken, zowel naar boven als naar beneden. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om extra moeilijke of juist eenvoudige stof, pagina's met een extra klein of extra groot lettertype, stof die zeer gedetailleerd of globaal moet worden bestudeerd en herhaling van reeds bekende stof. Voor Engelstalige literatuur en jurisprudentie geldt: 4 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur; 2 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Ook hier gaat het om een richtlijn waarvan door de docent om goede redenen naar boven of beneden kan worden afgeweken. Studievoortgangsregistratie Het Studie-informatie(punt) van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid registreert de studievoortgang van iedere rechtenstudent; op TIS kunt u uw studieresultaten raadplegen.Constateert u onjuistheden in de registratie van uw studieresultaten, neem dan zo snel mogelijk contact op met het Studie-informatie(punt) (kamer 5A-13). De faculteit stuurt u twee keer per jaar een overzicht van uw studieresultaten; bewaar deze goed. Mentoraat De eerste helft van eerste bachelorjaar kent een bijzondere vorm van studiebegeleiding, waarbij ouderejaarsstudenten (mentoren) en docenten zich inzetten voor de introductie en begeleiding van de eerstejaarsstudenten. Elke mentor heeft twee groepen van elk ongeveer twaalf studenten onder zijnof haar hoede. De groepen komen onder leiding van de mentor wekelijks bijeen om de bij de colleges of bij de studie gerezen problemen te bespreken en/of om te discussiëren aan de hand van de behandelde of voor te bereiden stof. De mentoren zijn bereikbaar op kamer 7A-15, tel. (020) 44 46242, e-mail:
[email protected]. Elke mentorgroep werkt een aantal maanden onder leiding van de Projectdocent en de mentor aan het onderdeel Project, een vaardighedenopdracht. Vanuit de ver-
42
Rechtsgeleerheid
onderstelling dat de Projectdocent en mentor u daardoor beter hebben leren kennen, houden zij in de maand januari een gesprek met u over uw studieresultaten tot dan toe en het perspectief ten aanzien van het verdere studieverloop. Begeleiding in het tweede en derde bachelorjaar Aan het eind van het tweede jaar van inschrijving ontvangt u van de examencommissie opnieuw een brief met informatie over uw studievoortgang. Schort het aan een goede studievoortgang, dan dient u zelf tijdig contact op te nemen met de studieadviseur. De faculteit organiseert aan het begin van het derde bachelorjaar voorlichting over de voorsorteervakken en de daarbij behorende afstudeerrichtingen in de masteropleiding Nederlands recht.
Bacheloropleiding Nederlands recht
43
44
Rechtsgeleerheid
4
4.1
Masteropleiding Nederlands recht
Beschrijving De masteropleiding Nederlands recht vorm samen met de bacheloropleiding Nederlands recht de klassieke juridische opleiding, die recht geeft op de meestertitel met civiel effect.
4.1.1
Doel van de masteropleiding Nederlands recht De afgestudeerde master beschikt over een academische werk- en denkniveau: • heeft diepgaande en specialistische kennis van en inzicht in minimaal één deelgebied van het recht (bedrijfsrecht, criminologisch-juridisch, fiscaal recht, IT & recht, internationaal recht, privaatrecht, staats- & bestuursrecht of strafrecht); • heeft inzicht in de samenhang tussen verschillende onderdelen van het recht, met inbegrip van het nationale en internationale recht en is in staat een probleem vanuit verschillende deelgebieden op een integratieve manier te benaderen; • kan de juridische, maatschappelijke en rechtshistorische aspecten van een vraagstuk in hun onderlinge samenhang beoordelen en daarover kritisch nadenken/oordelen; • is in staat een bijdrage te leveren aan de rechtsvorming op het gekozen deelgebied en heeft inzicht in de problemen die zich bij rechtsvorming voordoen; • beschikt over voldoende kennis en vaardigheden om: a. toegelaten te worden tot de promotie; b. op academisch niveau werkzaam te zijn in een juridische functie bij de (internationale) overheid, de dienstverlening of het bedrijfsleven; c. toegelaten te worden tot de rechterlijke macht of de advocatuur. De afgestudeerde master beschikt over de volgende (juridische) vaardigheden: Analytische vaardigheden literatuur en juridische bronnen diepgaand analyseren en interpreteren en daarover kritische vragen stellen (waar dit noodzakelijk is ook in de Engelse taal); • vakliteratuur en nieuwe ontwikkelingen op het deelgebied begrijpen, interpreteren, toepassen en kritisch beschouwen; • rechtsregels afleiden uit concrete gevallen (inductie); •
Probleemoplossende vaardigheden • complexe casus diepgaand analyseren en interpreteren en vernieuwende juridische oplossingen aandragen; • complexe juridische problemen onderkennen, analyseren en oplossen; Onderzoeksvaardigheden • zelfstandig een rechtswetenschappelijk onderzoek van enige omvang op academisch niveau voorbereiden en uitvoeren (probleemstelling formuleren en afbakenen, verzamelen van informatie, interpreteren van gegevens, conclusies trekken, evalueren en aanbevelingen en suggesties doen voor verder onderzoek);
Masteropleiding Nederlands recht
45
Schriftelijke en mondelinge vaardigheden • schriftelijk presenteren van een wetenschappelijk juridisch betoog; • schriftelijk verslag doen van een rechtswetenschappelijk onderzoek van enige omvang; • een eigen mening formuleren over een juridisch probleem of ontwikkeling; • actief deelnemen aan een wetenschappelijk debat op het deelgebied dat het masterprogramma beslaat; Algemene vaardigheden, waaronder studievaardigheden reflecteren op het eigen leerproces en het eigen leerproces sturen en plannen.
•
4.1.2
Omvang van de masteropleiding Nederlands recht De omvang van de masteropleiding is zestig studiepunten (één jaar).
4.1.3
Titulatuur Aan de student die aan alle vereisten van de masteropleiding heeft voldaan, wordt de graad Master of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art. 7.20 en 7.21 WHW is hij tevens gerechtigd de titel van meester in de rechten (mr.) te voeren.
4.1.4
Toelating tot de masteropleidng Rechtstreeks tot de masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit zijn van het bijbehorende, aan de VU behaalde bachelordiploma Nederlands recht; studenten met een bachelordiploma Nederlands recht, behaald aan een andere universiteit, vragen toelating tot de masteropleiding Nederlands recht via de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
4.1.5
Specialisatie/afstudeerrichting Binnen de masteropleiding Nederlands recht kunt u kiezen uit acht afstudeerrichtingen: • Bedrijfsrecht • Criminologisch juridisch • Fiscaal recht • Internationaal en Europees recht • IT en recht • Privaatrecht • Staats- en Bestuursrecht • Strafrecht De onderwijsprogramma's van deze afstudeerrichtingen staan beschreven in verderop in dit hoofdstuk.
4.1.6
46
Volgorde van de examenonderdelen Aan deelname aan de onderdelen van de afstudeerrichtingen zijn voorvereisten gesteld. Deze eisen hebben betrekking op de onderdelen die voorafgaand aan de deelname met succes moeten zijn afgelegd in de bacheloropleiding Nederlands recht en staan vermeld bij de vakinformatie.
Rechtsgeleerheid
4.1.7
Combineren van afstudeerrichtingen Het is mogelijk binnen het afsluitend examen van de masteropleiding Nederlands recht, af te studeren in meer dan één afstudeerrichting. Daarbij gelden de volgende eisen: • alle verplichte examenonderdelen van de desbetreffende afstudeerrichtingen moeten met goed gevolg afgelegd worden (één integratievak is voldoende); • het aantal studiepunten in de masteropleiding bedraagt achtenzeventig in plaats van zestig; Voor de scriptie geldt: óf twee scripties van elk twaalf studiepunten, óf één scriptie van achttien studiepunten, waarvan het onderwerp verwant is met beide afstudeerrichtingen.
4.1.8
Coördinatoren afstudeerrichtingen Elke afstudeerrichting kent een coördinator tot wie u zich kunt wenden met vragen over de vakken van de afstudeerrichting, een scriptie-onderwerp, mogelijkheden voor het lopen van een stage en interessante keuzevakken. Bedrijfsrecht Criminologisch-juridisch Fiscaal recht IT en recht Iinternationaal en Europees recht Privaatrecht Staats- en Bestuursrecht Strafrecht
4.1.9
4.2 4.2.1
: prof. mr. P. Vlas : mr. dr. J.M. Nelen : mr. H.A. Brasz : mr. K.J. Koelman : dr. H.M.G. Denters : mw. mr. dr. M.H. Elferink : prof. mr. J. Struiksma : mw. mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg
Onderwijsperiodes Het masterjaar is opgebouwd uit vier blokken met elk een lengte van tien weken: blok 1: week 37 tot en met week 46 blok 2: week 47 tot en met week 5 blok 3: week 6 tot en met week 15 blok 4: week 16 tot en met week 26
Afstudeerrichtingen Afstudeerrichting Bedrijfsrecht De bedrijfsrechtelijke afstudeerrichting is bedoeld voor studenten die zich willen bekwamen in het recht dat betrekking heeft op het bedrijfsleven. Het betreft dan de rechtsregels die bedrijven en hun activiteiten reguleren en normeren. Deze specialisatie is daarom vooral bedoeld voor studenten die een functie ambiëren in het bedrijfsleven, de ondernemingspraktijk van de advocatuur of bij (semi) overheids- of andere instanties (zoals ondernemingsorganisaties) die zich richten op (aspecten van) het private ondernemen. Inlichtingen: prof. mr. P. Vlas, kamer 7A-19, tel. (020) 44 46304. Als instapeis geldt dat de tentamens Bedrijfseconomie A en B en Inleiding belastingrecht met goed gevolg zijn afgelegd.
Masteropleiding Nederlands recht
47
Opbouw afstudeerrichting De afstudeerrichting bestaat uit vier verplichte vakken (24 studiepunten), drie (optioneel) verplichte vakken (18 studiepunten), een scriptie (12 studiepunten) en een vrije keuzeruimte (6 studiepunten). Juridische vaardigheden De afstudeerrichting kent een zeer intensieve cursus van vier weken met als doel studenten te trainen in mondelinge en schriftelijke vaardigheden: het Privatissimum bedrijfsrecht. Van u wordt een actieve voorbereiding verlangd in die zin dat u een aantal papers schrijft, een referaat houdt, de discussie leidt en notulen van de vergadering maakt. Regels voor deelname Privatissimum Inschrijving voor het Privatissimum is verplicht. Inschrijving is slechts mogelijk als u alle vakken van de bacheloropleiding hebt behaald. Van alle deelnemers aan het Privatissimum wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm; aanwezigheid voor de gehele duur van het Privatissimum is een absolute voorwaarde. Vakcode 201563 201564 201565 201566 211402
Vaknaam Europees recht II (M) Industriële eigendom (B3/M) Internationaal privaatrecht B (M) Privatissimum (M) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II (BN3/M) Verplichte keuzeruimte (zie lijst hieronder) Keuzeruimte scriptie
Veplichte keuzevakken afstudeerrichting Bedrijfsrecht drie uit acht onderdelen Vakcode Vaknaam 201755 Arbeidsrecht (B3/M) 201562 Betaling, zekerheden en verhaal (B3/M) 201564 Industriële eigendom (B3/M) 201788 Internationaal privaatrecht II (masterclass) (M) 201790 Internationale contracten (M) 201521 Rechtsvergelijking (B3/M) 211811 Verenigingen- en stichtingenrecht (M) Stage (minimaal voor 6 studiepunten)
4.2.2
Stp. 6 6 6 6 6 18 6 12
Periode 46 / 05 47 / 05 37 / 46 16 / 26 06 / 15
Stp. 6 6 6 6 6 6 6
Periode 06 / 15 39 / 47 47 / 05 06 / 15 42 / 51 06 / 15 16 / 26
Criminologisch-juridische afstudeerrichting Afstuderen in deze afstudeerrichting biedt u een 'plus', omdat u de taal en techniek van beleidsmakers en sociale wetenschappers begrijpt. Inhoudelijk wijkt deze afstudeerrichting daarom af van de overige afstudeerrichtingen van de masteropleiding Nederlands recht. Sociale wetenschap binnen de rechtswetenschap De Criminologie is een sociaal-wetenschappelijke discipline binnen de rechtswetenschappen. De Criminologie houdt zich bezig met de bestudering van zowel de
48
Rechtsgeleerheid
oorzaken van misdaad als de sociale reacties erop. Hierbij wordt gebruikgemaakt van sociaal-wetenschappelijke methoden van onderzoek. Om twee voorbeelden te noemen: • de omvang van de criminaliteit wordt gemeten via enquêtes onder een representatief deel van de bevolking; • tegenwoordig worden plegers van misdrijven geïnterviewd om onder andere na te gaan of pakkans en strafdreiging in de afwegingen worden betrokken bij het beramen en plegen van delicten. Integratie onderwijs en onderzoek De criminologisch-juridische afstudeerrichting trekt van oudsher gemotiveerde studenten. Dankzij de kleinschaligheid kan in de opleiding integratie plaatsvinden tussen onderwijs en onderzoek. In kleine groepen wordt de te bespreken problematiek door de docenten, veelal op grond van eigen onderzoeksbevindingen, belicht. Waar mogelijk worden studenten ingeschakeld bij de uitvoering van onderzoek. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van deze afstudeerrichting om juridische studenten tot sociale wetenschappers om te vormen. Inlichtingen: mr. dr. J.M. Nelen, kamer 5A-30, tel. (020) 44 4625 De afstudeerrichting bestaat uit de Verdieping criminologie van 12 studiepunten, Internationaal strafrecht van 6 studiepunten, een integratievak naar keuze van 6 studiepunten en een scriptie. De vrije keuzeruimte van vierentwintig studiepunten biedt de mogelijkheid tot verdieping in de criminologische dan wel in ruimere zin de sociaal-wetenschappelijke benadering van het recht. Denk daarbij niet alleen aan het volgen van keuzevakken, maar bijvoorbeeld ook aan een onderzoekstage, een werkstuk of een literatuurtentamen over een door u gekozen criminologisch onderwerp. Juridische vaardigheden De training in vaardigheden vormt een onderdeel van de verdieping criminologie. Het gaat hierbij niet zozeer om juridische vaardigheden (zoals het kunnen opstellen van juridische stukken), maar om algemene academische vaardigheden. Binnen de verdieping komen zowel mondelinge als schriftelijke vaardigheden aan de orde. Zo kan verlangd worden dat u een referaat houdt, deelneemt aan discussies, werkstukken becommentarieert en werkstukken maakt. Regels voor deelname verdiepingseenheid Inschrijving voor de verdiepingseenheid is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Criminologisch-juridisch met goed gevolg heeft afgelegd. Van alle deelnemers aan de verdieping wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in de verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. Vakcode 201531 201536
Vaknaam Verdieping criminologie (M) Internationaal strafrecht (M) Integratievak Keuzeruimte scriptie
Masteropleiding Nederlands recht
Stp. 12 6 6 24 12
Periode 02 / 13 16 / 26
49
4.2.3
Afstudeerrichting Fiscaal recht De fiscaalrechtelijke afstudeerrichting is bedoeld voor studenten die na een gedegen civielrechtelijke basis zich verder willen bekwamen in het belastingrecht. Deze afstudeerrichting richt zich vooral op de behandeling en bestudering van fiscale weten regelgeving die voor ondernemingen van belang is, zoals de vennootschapsbelasting, de omzetbelasting en binnen de inkomstenbelasting, het winstbegrip. Dit alles wordt geplaatst binnen de steeds belangrijker wordende Europese context. De klassieke fiscaaljuridische opleidingen richten zich uitsluitend op de fiscale beroepen. Deze afstudeerrichting komt echter tegemoet aan de klacht bij bedrijfsleven en adviespraktijk dat afgestudeerde fiscalisten dikwijls een te smalle privaatrechtelijke en bestuursrechtelijke basis hebben. De juridische basis is bij deze afstudeerrichting veel breder, waardoor naast de fiscale adviespraktijk ook de togaberoepen open staan, zoals de (fiscale) advocatuur en de rechterlijke macht. Tevens bereidt deze opleiding voor op functies als belastinginspecteur en fiscaal adviseur bij nationale en multinationale ondernemingen. Als instapeis geldt dat de tentamens Bedrijfseconomie A en B, alsmede Inleiding belastingrecht met goed gevolg zijn afgelegd. Het uiteraard ruimschoots voldoende indien het keuzevak Belastingrecht (18 studiepunten) is afgelegd in plaats van het vak Inleiding belastingrecht. Inlichtingen: mr. H.A. Brasz, kamer 7A-28, tel. (020) 44 46312. Er is geen vrije keuzeruimte; de scriptie heeft een omvang van 12 studiepunten Juridische vaardigheden De colleges worden veelal gegeven in een combinatie van een hoorcollege en een daarop aansluitend werkcollege, waarbij opdrachten worden uitgewerkt en jurisprudentie nader wordt geanalyseerd. Tijdens de werkcolleges geven de studenten korte presentaties, waarbij anderen optreden als voorzitter, referent en notulist. Tevens schrijft men voor enkele onderdelen een paper over een specifiek onderwerp. Het aanleren van parate kennis heeft betrekkelijke waarde; het gaat vooral om academische vaardigheden, opdat u zich het zelfstandig analyseren en oplossen van fiscale problemen eigen maakt. Van alle deelnemers wordt een actieve participatie verwacht, mede mogelijk gemaakt door de kleine groepen waarin gewerkt wordt; er geldt dus een aanwezigheidsverplichting. Vakcode 201551 201552 201553 201554 201555 201556 201557 201580
4.2.4
50
Vaknaam Capita selecta belastingrecht (M) Formeel belastingrecht (M) Inkomstenbelasting niet-winst (M) Inkomstenbelasting winst (M) Internationaal en EG-belastingrecht (M) Omzetbelasting (M) Vennootschapsbelasting (M) scriptie
Stp. 4 4 6 6 10 6 12 12
Periode 37 / 52 02 / 04 05 / 09 36 / 40 11 / 17 18 / 22 42 / 50
Afstudeerrichting Internationaal en Europees recht De afstudeerrichting Internationaal en Europees recht beschouwt de internationale aspecten van het recht. Kennis van Volkenrecht, Europees recht, Internationaal Rechtsgeleerheid
privaatrecht en/of buitenlandse rechtstelsels biedt goede beroepsmogelijkheden. Behalve aan betrekkingen in het internationale bedrijfsleven en de advocatuur, kan worden gedacht aan functies bij de overheid en internationale organisaties. Inlichtingen: dr. H.M.G. Denters, kamer 7A-21, (020) 44 46305. Opbouw afstudeerrichting De afstudeerrichting bestaat twee verplichte vakken (12 studiepunten), een Vaardighedenoefening (3 studiepunten), een twee (optioneel) verplichte vak (12 studiepunten), een Scriptie (12 studiepunten) en een vrije keuzeruimte (21 studiepunten). De vakken Europees recht I en Internationaal privaatrecht I zijn verplicht. Daarnaast dient de student twee vakken te kiezen uit een reeks van zes optioneel verplichte vakken. Doormiddel van deze optioneel verplichte vakken kan de student zich verder verdiepen in één van de drie stromen die de hoofdrichting omvat: volkenrecht, internationaal privaatrecht of Europees recht. Vakcode 201512 201506 201523 201580
Vaknaam Europees recht I (M) Internationaal privaatrecht I (M) Vaardighedenoefening internationaal recht (M) scriptie
Stp. 6 6 3 12
Periode 37 / 45 37 / 46 45 / 52
Veplichte keuzevakken v Internationaal en Europees recht
twee uit zes onderdelen Vakcode 201563 200933 201788 200935 201790 201861
4.2.5
Vaknaam Europees recht II (M) Human Rights Protection in Europe (M) Internationaal privaatrecht II (masterclass) (M) International Environmental Law (B3/M) Internationale contracten (M) Recht der internationale organisaties (M)
Stp. 6 6 6 6 6 6
Periode 46 / 05 02 / 13 06 / 15 2 semester 42 / 51 45 / 52
Afstudeerrichting IT en recht De afstudeerrichting IT en recht biedt studenten de mogelijkheid zich grondig te verdiepen in de wisselwerking tussen informatie- en communicatietechnologie (ICT) en recht die de moderne maatschappij kenmerkt. Iedere jurist krijgt in zijn loopbaan te maken met onderwerpen op het gebied van IT en recht. Voor de IT- en rechtspecialist bieden onder andere advocatuur, bedrijfsleven en (internationale) overheid voldoende carrièremogelijkheden. Het onderwijs in de afstudeerrichting is er mede op gericht studenten een aantal concrete vaardigheden aan te leren. Bovendien bestaat de mogelijkheid tot participatie in het onderzoek van het Instituut voor Informatica en Recht. Inlichtingen: mr. K.J. Koelman, kamer 5A-31, tel. (020) 44 46215. De afstudeerrichting IT en recht bestaat uit twee verdiepingsvakken van elk 9 studiepunten, één integratievak naar keuze van 6 studiepunten en een scriptie van 12 punten. De vrije keuzeruimte bedraagt 24 studiepunten
Masteropleiding Nederlands recht
51
Juridische vaardigheden In de verdiepingsvakken 'IT en recht' en 'Informatietechnologie voor juristen' is een ruime plaats ingeruimd voor juridische vaardigheden, zoals het schrijven van papers en het presenteren daarvan. Beide vakken bestaan uit een combinatie van hoor- en werkcolleges. Tijdens de verdieping 'IT en recht' schrijft u een aantal juridische papers over in de colleges behandelde thema's. Als afsluiting wordt een korte scriptie geschreven over een van de thema's van het IT-recht. Deze kleine scriptie wordt in een werkgroepbijeenkomst gepresenteerd en verdedigd. Het vak 'Informatietechnologie voor Juristen' kent een op de prakrijk gerichte eindopdracht, die eveneens wordt gepresenteerd en verdedigd. Regels met betrekking tot deelname verdiepingseenheden Inschrijving voor de verdiepingseenheden is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject IT en recht met goed gevolg heeft afgelegd.Van alle deelnemers wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. Voor de gehele duur van het onderwijs in de verdiepingseenheden geldt een aanwezigheidsplicht. Vakcode 201541 201542
4.2.6
Vaknaam Verdieping IT-recht (M) Verdieping Informatietechnologie voor juristen (M) Integratievak Keuzeruimte scriptie
Stp. 9 9 6 24 12
Periode 37 / 45 06 / 15
Afstudeerrichting Privaatrecht Privaatrecht is een voor de hand liggende afstudeerrichting voor degene die van plan is een klassiek juridisch beroep uit te oefenen. De civilist is geschikt voor de advocatuur en de rechterlijke macht, maar ook voor het bedrijfsleven, een werkkring binnen de overheid of de journalistiek. Op tal van gebieden in deze sectoren komt men het civiele recht tegen, zoals bijvoorbeeld het aansprakelijkheidsrecht, verzekeringsrecht, vennootschapsrecht, auteursrecht en het huurrecht. Bij het secretariaat van de afdeling (6A-42) is een informatiefolder over de afstudeerrichting privaatrecht verkrijgbaar of op de www.rechten.vu.n;/privaatrecht. Inlichtingen: mw. mr. dr. M.H. Elferink, kamer 6A-35, tel. (020) 44 46288. De opbouw van deze afstudeerrichting is als volgt In de afstudeerrichting privaatrecht moeten 12 studiepunten worden besteed aan één van de hieronder vermelde verdiepingsvakken, 6 studiepunten aan Internationaal privaatrecht I, 6 studiepunten aan een integratievak naar keuze en een scriptie van 12 studiepunten.De vrije keuzeruimte bedraagt 24 studiepunten. Juridische vaardigheden De training in juridische vaardigheden vormt een onderdeel van de Verdieping privaatrecht. Binnen de verdiepingseenheid nemen zowel mondelinge vaardigheden (het houden van referaten, rapportage, het leiden van en deelnemen aan discussies, opponeren, becommentariëren) als schriftelijke (opdrachten in de vorm van papers, werkstukken, casus, opstellen van juridische stukken) een belangrijke plaats in.
52
Rechtsgeleerheid
Regels voor deelname verdiepingseenheid • Inschrijving voor de verdiepingseenheid is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg heeft afgelegd. • Van alle deelnemers aan de verdiepingseenheid wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. • Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in een verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. Vakcode 201506
Vaknaam Verdiepingsvak (zie keuzemogelijkheden) Internationaal privaatrecht I (M) Integratievak Keuzeruimte scriptie
Stp. 12 6 6 24 12
Periode
Stp. 12 12 12 12 12 12
Periode 37 / 05 03 / 12 06 / 26 16 / 26 37 / 05 16 / 26
37 / 46
Verdiepingsvakken afstudeerrichting privaatrecht
Één uit zes onderdelen Vakcode 201501 201845 201505 201502 201752 201503
4.2.7
Vaknaam Verdieping aansprakelijkheid en verzekering (M) Verdieping burgerlijk procesrecht (M) Verdieping insolventierecht (M) Verdieping personen- en familierecht (M) Verdieping sociaal recht (M) Verdieping vennoot.- en rechtspersonenrecht (M)
Afstudeerrichting Staats- en Bestuursrecht Deze afstudeerrichting is onder meer bedoeld voor studenten die kiezen voor een loopbaan binnen de overheid, bijvoorbeeld als (wetgevings)jurist op een departement, als stafjurist bij de Raad van State, als jurist in dienst van een gemeente of provincie of als beleidsmedewerker in het algemeen. De afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht is echter ook interessant voor aankomende juristen die op een andere manier met het publiekrecht in aanraking zullen komen, bijvoorbeeld als rechter, advocaat, adviseur, bedrijfsjurist of als medewerker van een non-profitorganisatie. Inlichtingen: prof. mr. J. Struiksma, kamer 6A-23, tel. (020) 44 46267. De afstudeerrichting staats- en bestuursrecht biedt een afgewogen programma waarin theorie en praktijktraining elkaar afwisselen. In de afstudeerrichting staats- en bestuursrecht worden 12 studiepunten besteed aan het verdiepingsvak, 6 studiepunten aan Europees recht I, 6 studiepunten aan een integratievak naar keuze en 12 punten aan de scriptie. De vrije keuzeruimte bedraagt 24 studiepunten. Het zeer diverse aanbod aan keuzevakken op het gebied van het staatsrecht en het bestuursrecht biedt zeker de mogelijkheid de studie op uw eigen belangstelling toe te spitsen. Eveneens is het mogelijk als keuzevak (genaamd capita selecta) een literatuurtentamen af te leggen of een werkstuk te schrijven over vrijwel elk mogelijk deelgebied van het staats- en bestuursrecht.
Masteropleiding Nederlands recht
53
Juridische vaardigheden Het onderwijs in juridische vaardigheden is geïntegreerd in de verdieping staats- en bestuursrecht. Daarom wordt bij de verdieping een actieve inbreng verwacht. Die inbreng kan mondeling zijn (door te discussiëren over stellingen of door het verdedigen van een schriftelijk stuk) en schriftelijk (het schrijven van een notitie of een processtuk etc.). Regels voor deelname verdiepingseenheid • Inschrijving voor de verdieping is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Staats- en Bestuursrecht met goed gevolg heeft afgelegd.Van alle deelnemers aan de verdiepingseenheid wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. • Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in een verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. Vakcode 201512 201511
4.2.8
Vaknaam Europees recht I (M) Verdieping staats- en bestuursrecht (M) Integratievak Keuzeruimte scriptie
Stp. 6 12 6 24 12
Periode 37 / 45 37 / 05
Afstudeerrichting Strafrecht Deze afstudeerrichting is in de eerste plaats bedoeld voor studenten die kiezen voor een functie op het gebied van de strafrechtspleging: onder meer in de advocatuur, de magistratuur, bij de politie, de reclassering of het gevangeniswezen. Verdieping van inzicht in de complexe structuur van de huidige strafrechtspleging is voor de latere beroepsuitoefening van groot belang. Gezien de brede opzet van de juridische opleiding behoort een loopbaan buiten het strafrechtelijk domein zeker tot de mogelijkheden. Inlichtingen: mw. mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg, kamer 5A-34, tel. (020) 44 46234. In het onderwijs in de afstudeerrichting Strafrecht wisselen theorie en praktijktraining elkaar af. Bij de afstudeerrichting strafrecht worden 12 studiepunten besteed aan de Verdieping strafrecht, 6 studiepunten aan Internationaal strafrecht, 6 studiepunten aan een integratievak naar keuze en 12 punten aan de scriptie. De vrije keuzeruimte (24 studiepunten) biedt de mogelijkheid de studie op uw eigen belangstelling toe te spitsen. Ook is het mogelijk als keuzevak een literatuurtentamen af te leggen of een werkstuk te schrijven over een deelgebied van het strafrecht. Juridische vaardigheden De training in juridische vaardigheden vormt een onderdeel van de verdieping strafrecht. Binnen de verdiepingseenheid nemen zowel mondelinge vaardigheden (het houden van referaten, rapportage, het leiden van en deelnemen aan discussies, opponeren, becommentariëren) als schriftelijke opdrachten (in de vorm van papers, werkstukken, casus, notuleren, opstellen van wet- en regelgeving, vonnissen en dagvaardingen) een belangrijke plaats in.
54
Rechtsgeleerheid
Regels voor deelname verdiepingseenheid • Inschrijving voor de verdiepingseenheid is verplicht. Inschrijving is mogelijk als u een afgeronde bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Criminologisch-juridisch met goed gevolg heeft afgelegd.Van alle deelnemers aan de verdiepingseenheid wordt actieve participatie verwacht. Dit betekent onder meer de bereidheid om voor elk college werkzaamheden te verrichten in de door de docent gevraagde vorm. • Aanwezigheid voor de gehele duur van het onderwijs in de verdiepingseenheid is een absolute voorwaarde. Vakcode 201536 201535
4.2.9
Stp. 6 12 6 24 12
Periode 16 / 26 37 / 12
Stp. 6 6 6 6 6
Periode 46 / 05 37 / 46 06 / 15 47 / 05 16 / 26
Integratievakken Vakcode 201571 201572 201573 201574 201575
4.2.10
Vaknaam Internationaal strafrecht (M) Verdieping strafrecht (M) Integratievak Keuzeruimte scriptie
Vaknaam Integratievak Gezondheidsrecht I (M) Integratievak Jeugdrecht I (M) Integratievak Media- en communicatierecht (M) Integratievak Publiekrechtelijke rechtshandhaving M Integratievak Rechtspleging (M)
Afstuderen zonder afstudeerrichting Naast de vaste onderwijsprogramma's in de hierboven genoemde afstudeerrichtingen kent de faculteit ook de mogelijkheid om op grond van artikel 7.3 lid 4 WHW een individueel onderwijsprogramma samen te stellen; in dat geval heeft het examen een inhoud die afwijkt van de vastgestelde afstudeerrichtingen. Een dergelijk individueel programma moet worden doorgesproken met de studieadviseur en dient door de examencommissie te worden goedgekeurd. Integratievakken In de integratievakken komen onderwerpen aan de orde die zich er goed toe lenen vanuit verschillende rechtsgebieden te worden benaderd. Diverse rechtsgebieden worden geïntegreerd. U kunt een keuze maken uit vijf integratievakken.
4.2.11
Keuzevakken In het masterjaar worden naast de onderdelen van de afstudeerrichtingen ook keuzevakken gedoceerd. In principe kunnen alle vakken die in het masterjaar worden aangeboden, alsmede alle keuze- en voorsorteervakken van het derde bachelorjaar en de onderdelen van de opleiding Notarieel recht als keuzevak gelden, voor zover het uiteraard onderdelen betreft die niet al deel uitmaakten van het door u gevolgde programma,
Masteropleiding Nederlands recht
55
Keuzevakken master Nederlands recht en Notarieel Vakcode Vaknaam 211202 Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 201836 Aansprakelijkheidsrecht (M) 201751 Actualiteiten burgerlijk recht (M) 200373 Actueel strafrecht I (B3) 200374 Actueel strafrecht II (B3) 201754 Algemene staatsleer (B3/M) 201755 Arbeidsrecht (B3/M) 201756 Auteursrecht (B3/M) 211355 Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 201766 Bestuursprocesrecht (B3/M) 200353 Bestuursrecht II (B3) 201562 Betaling, zekerheden en verhaal (B3/M) 201830 Bijbel, christelijk geloof en recht (B3/M) 201846 Burgerlijk procesrecht (B3/M) 201543 Capita selecta IT en recht (B3/M) 201551 Capita selecta belastingrecht (M) 201775 Capita selecta pensioenrecht (B3/M) 200370 Contracteren in de praktijk (B3/M) 201763 Europees bestuursrecht (B3/M) 201512 Europees recht I (M) 201563 Europees recht II (M) 200371 Familie- en gezondheidsrecht (B3/M) 201783 Forensische kinder- en jeugdpsychologie 201784 Forensische psychiatrie (B3/M) 201552 Formeel belastingrecht (M) 825009 Geweld in het gezin 201786 Gezondheidsrecht II (M) 200367 IT en recht (B3/M) 201564 Industriële eigendom (B3/M) 201553 Inkomstenbelasting niet-winst (M) 201554 Inkomstenbelasting winst (M) 201787 Inl. in het islam. personen-, familie- en erfrecht (M) 200362 Inleiding belastingrecht (B3) 200363 Inleiding criminologie (B3) 201571 Integratievak Gezondheidsrecht I (M) 201572 Integratievak Jeugdrecht I (M) 201573 Integratievak Media- en communicatierecht (M) 201574 Integr. Publiekrechtelijke rechtshandhaving (M) 201575 Integratievak Rechtspleging (M) 201555 Internationaal en EG-belastingrecht (M) 201565 Internationaal privaatrecht B (M) 201506 Internationaal privaatrecht I (M) 201788 Internationaal privaatrecht II (masterclass) (M) 201789 Internationaal sociaal recht (B3/M) 201536 Internationaal strafrecht (M) 201790 Internationale contracten (M) 201791 Jeugdrecht II (M) 201792 Kennis van goed en kwaad (M) 201793 Kerk en recht (B3/M) 201794 Mensenrechten en strafrecht (B3/M) 201532 Methoden en technieken (M) 201796 Milieurecht (B3/M) 201797 Misdaadanalyse (M) 201798 Nederlandse rechtsgeschiedenis (B3/M) 201556 Omzetbelasting (M) 201801 Onderwijsrecht (B3/M)
56
Rechtsgeleerheid
Stp. 5.7 6 6 6 6 6 6 6 5.7 6 2.9 6 6 6 3 4 6 6 6 6 6 6 6 6 4 6 6 6 6 6 6 6 5.7 5.7 6 6 6 6 6 10 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
Periode 16 / 26 37 / 05 06 / 26 06 / 15 16 / 26 37 / 26 06 / 15 37 / 46 06 / 15 06 / 15 45 / 52 39 / 47 16 / 26 03 / 07 37 / 26 37 / 52 16 / 26 06 / 15 16 / 26 37 / 45 46 / 05 06 / 15 16 / 26 06 / 15 02 / 04 16 / 26 16 / 26 47 / 05 05 / 09 36 / 40 16 / 26 16 / 26 16 / 26 46 / 05 37 / 46 06 / 15 47 / 05 16 / 26 11 / 17 37 / 46 37 / 46 06 / 15 16 / 26 16 / 26 42 / 51 37 / 26 16 / 26 16 / 26 16 / 26 02 / 13 06 / 15 06 / 15 16 / 26 18 / 22 06 / 15
201750 201803 201804 201805 201806 201807 201808 201809 201566 201861 200207 201811 201521 201813 200360 201816 201817 200208 201819 201832 201523 211402 201557 200822 201541 201542 201501 201845 201531 201505 201502 201752 201511 201535 201503 211811 201823 201835 201825 201522 201826 201828
Overheid en privaatrecht (B3/M) Penitentiair recht (B3/M) Pensioenrecht (B3/M) Politieke en parlementaire geschiedenis (B3/M) Politieke filosofie I (B3/M) Politieke filosofie II (B3/M) Politierecht (M) Praktijk van de rechtspleging (M) Privatissimum (M) Recht der internationale organisaties (M) Rechtseconomie (B2) Rechtsfilosofie (B3/M) Rechtsvergelijking (B3/M) Ruimtelijke ordeningsrecht (B3/M) Sociaal recht I (B3) Sociale zekerheidsrecht (B3/M) Sport en recht (B3/M) Staatsrecht II (B2) Strafrecht, bijzondere onderwerpen (B3/M) Strafrechtstheorie (B3/M) Vaardighedenoefening internationaal recht (M) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II (BN3/M) Vennootschapsbelasting (M) Verbreding goederenrecht (BN3) Verdieping IT-recht (M) Verdieping Informatietechnologie voor juristen (M) Verdieping aansprakelijkheid en verzekering (M) Verdieping burgerlijk procesrecht (M) Verdieping criminologie (M) Verdieping insolventierecht (M) Verdieping personen- en familierecht (M) Verdieping sociaal recht (M) Verdieping staats- en bestuursrecht (M) Verdieping strafrecht (M) Verdieping vennoot.- en rechtspersonenrecht (M) Verenigingen- en stichtingenrecht (M) Vergelijkend staats- en bestuursrecht (B3/M) Verzekeringsrecht (M) Vluchtelingenrecht (B3/M) Volkenrecht (B3) Vreemdelingenrecht (B3/M) Zorgverzekeringsrecht (B3/M)
Engelstalige keuzevakken Vakcode Vaknaam 200930 Capita Selecta European Private Law (B3/M) 200928 Children's Rights from an Intern. Perspective (B3/M) 200931 European Virtual Seminar (B3/M) 200932 Government Regulation of Business (B3/M) 200926 Hist. introduction to European legal science (B3/M) 200933 Human Rights Protection in Europe (M) 200936 International Company Law (M) 200934 International Economic Law (B3/M) 200935 International Environmental Law (B3/M) 200961 Introduction to Common Law 200960 Juridisch English
Masteropleiding Nederlands recht
6 6 6 6 6 6 6 3 6 6 5.7 12 6 6 5.7 6 6 5.7 6 6 3 5.7 12 2.9 9 9 12 12 12 12 12 12 12 12 12 6 6 6 6 6 6 6
Stp. 6 6 3 6 6 6 6 6 6 6 4
16 / 26 06 / 15 06 / 15 06 / 15 16 / 26 16 / 26 16 / 26 16 / 26 45 / 52 06 / 15 06 / 15 06 / 15 06 / 15 37 / 44 06 / 15 02 / 13 15 / 26 45 / 52 06 / 15 42 / 50 37 / 44 37 / 45 06 / 15 37 / 05 03 / 12 02 / 13 06 / 26 16 / 26 37 / 05 37 / 05 37 / 12 16 / 26 16 / 26 16 / 26 16 / 26 16 / 26 06 / 15 16 / 26
Periode 2 semester 2 semester -1 semester 1 semester 2 semester 2 semester 2 semester 2 semester 2 semester --
57
4.2.12
Keuzevakken gevolgd in het buitenland Keuzevakken gevolgd in het buitenland Na terugkomst uit het buitenland dient u contact op te nemen met de contactdocent voor de buitenlandse universiteit waar u hebt gestudeerd. Aan de hand van de door u verstrekte informatie en overgelegde bewijzen bepaalt deze docent het aantal studiepunten en het cijfer voor de door u behaalde vakken. Inlichtingen: Bureau Internationalisering (kamer 5A-18). Stage Een stage kan als keuzevak of als 'capita selecta' gelden binnen de masteropleiding Nederlands recht. Stage kan worden gelopen bij een advocatenkantoor, het parket, de griffie van de rechtbank, een notariskantoor, de politie, een bedrijf of overheidsinstelling. Stages of een vak buiten de juridische faculteit kunnen gelden als een keuzevak met een omvang van in beginsel minimaal 3 en maximaal 12 studiepunten. In het algemeen dient de student het initiatief te nemen en zelf naar een stageplaats te solliciteren. Studenten die een stage willen lopen dienen altijd contact op te nemen met de (stage)coördinator van de afstudeerrichting. Deze beoordeelt of en hoeveel studiepunten worden toegekend voor de stage. Stages komen alleen in aanmerking voor studiepunten wanneer het gaat om juridisch relevante werkzaamheden op een passend niveau. Of dit in voldoende mate het geval is staat ter beoordeling van de stagecoördinator. De stage vindt plaats onder verantwoordelijkheid van een begeleider vanuit de faculteit. De dagelijkse begeleiding wordt verzorgd door een begeleider vanuit de stagebiedende organisatie. Aan het begin van de stage wordt een aantal afspraken vastgelegd op een speciaal daarvoor bestemd formulier "schriftelijke afspraken over de stage". Stagecoördinator Elke afstudeerrichting kent een stagecoördinator; Bedrijfsrecht : prof. mr. P. Vlas Criminologie : mr. dr. J.M. Nelen Fiscaal recht : mr. H.A. Brasz IT en recht : mr. K.J. Koelman Internationaal en Europees recht : dr. H.M.G. Denters Privaatrecht : mr. S.A.P. Moerman Staats- en bestuursrecht : prof. mr. J. Struiksma Strafrecht : mw. mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg Stagehandleiding Bij het studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) is een Stagehandleiding en 'schriftelijke afspraken over de stage' verkrijgbaar. De stagehandleiding is ook te downloaden: www.rechten.vu.nl/stage. Scriptie De scriptie omvat het verslag van een in het kader van de opleiding passend, zelfstandig uitgevoerd, onderzoek. De scriptie is inhoudelijk verwant met de opleiding en met het rechtsgebied van de gekozen afstudeerrichting(en). De student is vrij om te bepalen op welk moment in het masterjaar hij de scriptie schrijft. Tijdens het schrijven van de scriptie heeft de student recht op begeleiding vanuit de faculteit. Over de keuze van het onderwerp en een begeleid(st)er kan contact worden
58
Rechtsgeleerheid
opgenomen met de coördinator van de desbetreffende afstudeerrichting (zie onder 'Coördinatoren afstudeerrichtingen'). Scriptiehandleiding Bij het Studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) is de scriptiehandleiding verkrijgbaar. De scriptiehandleiding is ook te downloaden: www.rechten.vu.nl/scriptie. In deze scriptiehandleiding staan de regels omschreven omtrent begeleiding en beoordeling. Ook bevat de handleiding een aantal praktische tips en aanwijzingen voor studenten. Voordat u aan de scriptie begint wordt ten zeerste aanbevolen de scriptiehandleiding door te nemen. Omvang In beginsel wordt de scriptie gewaardeerd met 12 studiepunten. Voor studenten die twee afstudeerrichtingen kiezen, zijn er twee mogelijkheden. U kunt twee scripties schrijven elk van 12 studiepunten of één scriptie van 18 studiepunten schrijven waarvan het onderwerp inhoudelijk verwant is met beide afstudeerrichtingen. Inleveren scriptie Vanaf het huidige collegejaar dient de scriptie ook digitaal ingeleverd te worden via www.rechten.vu.nl/scripties voor Nederlands recht. De scripties zullen voortaan standaard worden gecontroleerd op fraude. Daarnaast dient de student bij het digitaal inleveren van de scriptie een korte samenvatting van de scriptie op de website te plaatsen. Scripties dienen digitaal te ingeleverd te worden op www.rechten.vu.nl/scriptie-formulier. Studiepunten voor keuzevakken buiten de faculteit Zowel juridische vakken als ook niet-juridische vakken gevolgd aan een andere faculteit kunnen gelden als keuzevak. Voor niet-juridische vakken geldt een maximum van 12 studiepunten. Voor beide is goedkeuring van de examencommissie nodig. Het verzoek richt u tot de examencommissie: mw. J.Z. Schutte (ambtelijk secretaris), kamer 5A-20, tel. (020) 44 46204. Collegeroosters Het collegerooster van het eerste semester (blok 1 en 2) staat vermeld op de website www.rechten.vu.nl/collegerooster. Masterexamen Nederlands recht Zodra u alle onderdelen van de masteropleiding Nederlands recht met voldoende resultaat heeft afgelegd, vraagt u uw masterbul aan op het Studie-informatie(punt) (kamer 5A-13).
Masteropleiding Nederlands recht
59
60
Rechtsgeleerheid
5
5.1 5.1.1
Bacheloropleiding Notarieel recht
Beschrijving Doel van de bacheloropleiding Notarieel recht De afgestudeerde bachelor beschikt over een academisch werk- en denkniveau: • • • • • • • •
• • • • •
heeft kennis van en inzicht in het geldende Nederlandse recht alsmede de systematiek daarvan, in hun verhouding tot het Europese recht; heeft grondige kennis van en inzicht in de volgende onderdelen van het burgerlijk recht, mede in hun onderlinge samenhang; het personen- en familierecht, in het bijzonder het huwelijksvermogensrecht; het ondernemingsrecht, in het bijzonder het rechtspersonen- en vennootschapsrecht; het vermogensrecht; het recht met betrekking tot registergoederen; het erfrecht; heeft kennis van en inzicht in het executierecht alsmede kennis van en inzicht in het burgerlijk procesrecht, beslag- en faillissementsrecht, voor zover van belang voor de notariële praktijkuitoefening; heeft kennis van en inzicht in het bestuursrecht, voor zover van belang voor de notariële praktijkuitoefening; heeft kennis van en inzicht in het recht met betrekking tot het notariaat, in het bjzonder de Wet op het notarisambt; heeft kennis van en inzicht in bedrijfseconomie, voor zover van belang voor de notariële praktijkuitoefening; is in staat om te reflecteren op de grenzen van vakgebieden en heeft inzicht in de maatschappelijke context waarin het recht zich ontwikkelt en manifesteert; is vertrouwd met de grondslagen van het (Nederlandse) recht, de metajuridische aspecten en heeft besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening.
De afgestudeerde bachelor beschikt over de volgende (juridische) vaardigheden: Analytische vaardigheden • lezen, begrijpen en analyseren van juridische teksten waaronder jurisprudentie en wetgeving (waar dit noodzakelijk is vanwege het karakter van de opleiding ook in de Engelse taal) • kritisch reflecteren op regelgeving, rechtspraak en literatuur, onder meer vanuit een rechtshistorisch en rechtsfilosofisch perspectief. Probleemoplossende vaardigheden • selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen empirisch feitencomplex (het juridiseren van een probleem) • oplossen van een juridische casus, hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen (deductie) • onderkennen, analyseren en oplossen van eenvoudige juridische problemen.
Bacheloropleiding Notarieel recht
61
Schriftelijke en mondelinge vaardigheden • schriftelijk presenteren van een juridisch betoog (juridisch kunnen argumenteren, opbouw, constructie, leesbaarheid) • mondeling presenteren van een juridisch betoog, • een gefundeerde en beargumenteerde positie innemen in een maatschappelijk, juridisch debat, een standpunt verwoorden met kracht van argumenten. Informatievaardigheden • op een efficiënte manier juridische bronnen raadplegen en informatie verzamelen uit juridische (digitale) bibliotheken en databestanden. Algemene vaardigheden, waaronder studievaardigheden • reflecteren op het eigen leerproces en het eigen leerproces sturen en plannen • inzicht hebben in de eigen voorkeur voor de verschillende deelgebieden van het recht.
5.2 5.2.1
Opbouw van de bacheloropleiding Notarieel recht Eerste bachelorjaar Notarieel recht De bacheloropleiding Nederlands recht en de bacheloropleiding Notarieel recht kennen een gezamenlijk eerste jaar. De opzet ervan is beschreven in het hoofdstuk Bacheloropleiding Nederlands recht. Vakcode 200110 200108 200103 200105 200104 200102 200107 200106 200101 200109
5.2.2
62
Vaknaam Beginselen Europees recht (B1) Beginselen bestuursrecht (B1) Beginselen privaatrecht I (B1) Beginselen privaatrecht II (B1) Beginselen staatsrecht (B1) Beginselen strafrecht (B1) Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) Europese rechtsgeschiedenis (B1) Inleiding (B1) Project (B1)
Stp. 5.7 5.7 5.7 5.7 5.7 5.7 8.6 5.7 5.8 5.7
Periode 14 / 16 14 / 26 41 / 52 02 / 13 41 / 05 41 / 52 06 / 22 02 / 18 36 / 40 37 / 52
Tweede bachelorjaar Notarieel recht Het onderwijsprogramma in dit jaar is grotendeels hetzelfde als het onderwijsprogramma van het tweede bachelorjaar Nederlands recht (zie ook hoofdstuk Bachelor Nederlands recht). Maar waar Nederlands recht Staatsrecht I en II in het programma heeft staan, volgt de notariële student Erfrecht I, resp. Aansprakelijkheidsrecht.
Rechtsgeleerheid
Vakcode 211202 211203 200211 200210 200214 200205 200206 211201 200209 200202 200203 200201
5.2.3
Vaknaam Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) Bedrijfseconomie A (BN2/B2) Bestuursrecht I (BN2) Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2) Casus recht (B2/BN2) Contractenrecht (B2/BN2) Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) Erfrecht I (BN2) Goederenrecht (B2/BN2) Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) Personen- en familierecht (B2/BN2) Rechtzoeken (B2/BN2)
Stp. 5.7 5.7 5.7 5.7 0 5.7 8.6 5.7 5.7 5.7 2.9 2.9
Periode 16 / 26 06 / 15 16 / 26 14 / 22 14 / 26 42 / 52 38 / 52 02 / 13 02 / 13 45 / 05 37 / 44
Derde bachelorjaar Notarieel recht Het derde bachelorjaar bestaat voor het grootste deel uit verplichte, specifiek notariële vakken. De vakken zijn verdeeld over vier blokken in twee semesters. De studiebelasting bedraagt veertig uur per week; elk onderdeel heeft drie tentamengelegenheden per jaar. Er bestaat een verplichte vakkenvolgorde; deze volgtijdelijkheidseisen staan vermeld bij de vakinformatie. Vakcode 211355 211252 211354 211352 211353 200376 200357 211402 200822 200821
Vaknaam Bedrijfseconomie B (B3/BN3) Erfrecht II (BN3) Grondgebruikrecht (BN3) Huwelijksvermogensrecht (BN3) Notariswet (BN 3) Pleitoefening (B3/BN3) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II (BN3/M) Verbreding goederenrecht (BN3) Verenigingen- en stichtingenrecht (BN3)
Stp. 5.7 2.9 5.7 8.6 2.9 6 5.7 5.7 2.9 5.7
Periode 06 / 15 02 / 05 44 / 52 45 / 05 37 / 44 37 / 26 37 / 45 06 / 15 37 / 44 16 / 26
De vrije keuzevakruimte is gering van omvang in de bacheloropleiding Notarieel recht en omvat 6 studiepunten. U kunt deze ruimte gebruiken voor een stage, een vak in het buitenland of een keuzevak te kiezen uit de keuzevakkenlijst (zie ook het hoofdstuk bacheloropleiding Nederlands recht). 5.2.4
5.3
Keuzevakken Zie voor de keuzevakken voor de bachelor Notarieel recht de keuzevakkenlijst van het hoofdstuk Bachelor Nederlands recht.
Deeltijd De volgende vakken worden in dit studiejaar in deeltijd gegeven.
Bacheloropleiding Notarieel recht
63
5.3.1
Eerste bachelor jaar Notarieel recht Vakcode Vaknaam Stp. Periode Het vak Inleiding wordt elk jaar in deeltijd gegeven. Het vak project wordt aangeboden aan deeltijdstudenten, die in het studierjaar 2003-2004 zijn begonnen 200108 Beginselen bestuursrecht (B1) 5.7 14 / 26 200104 Beginselen staatsrecht (B1) 5.7 41 / 05 200102 Beginselen strafrecht (B1) 5.7 41 / 52 200107 Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) 8.6 06 / 22 200101 Inleiding (B1) 5.8 36 / 40 200109 Project (B1) 5.7 37 / 52 (voor studenten gestart in 2003-2004)
5.3.2
Tweede bachelorjaar Notarieel recht Vakcode 211202 200211 200205 211201 200209 200202 200201
5.3.3
Stp. 5.7 5.7 5.7 5.7 5.7 5.7 2.9
Periode 16 / 26 16 / 26 42 / 52 02 / 13 02 / 13 45 / 05
Derde bachelorjaar Notarieel recht Vakcode 211252 211354 211353 200822
5.4
Vaknaam Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) Bestuursrecht I (BN2) Contractenrecht (B2/BN2) Erfrecht I (BN2) Goederenrecht (B2/BN2) Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) Rechtzoeken (B2/BN2)
Vaknaam Erfrecht II (BN3) Grondgebruikrecht (BN3) Notariswet (BN 3) Verbreding goederenrecht (BN3)
Stp. 2.9 5.7 2.9 2.9
Periode 02 / 05 44 / 52 37 / 44 37 / 44
Studiebegeleiding Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor de eerste keer staat ingeschreven voor het eerste bachelorjaar van de voltijdse opleiding notarieel recht, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van de studie binnen of buiten de opleiding. De studievoortgang tot en met de tentamens Encyclopedie I en Europese Rechtsgeschiedenis (dus na acht van de tien tentamens) vormt hiervoor de basis. Er zijn drie adviesbrieven: brief A > 40 studiepunten - 'doorgaan brief B 15 - 40 studiepunten - 'waarschuwing' brief C 0 - 15 studiepunten - 'herbezinning' Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend, maar moet niet zomaar terzijde worden gesteld. Studenten kunnen zich naar aanleiding van het uitgebrachte advies wenden tot de studieadviseur, mw. J.Z. Schutte, kamer 5A-20, tel. (020) 44
64
Rechtsgeleerheid
46204. Het verdient aanbeveling altijd contact op te nemen wanneer er problemen met de studie zijn. Studiebelasting/Studiepunten Eén studiepunt staat voor 28 uur studie; een collegejaar bestaat uit 60 punten. De bacheloropleiding heeft een omvang van 180 studiepunten. De studiebelasting van een vak is als volgt vertaald in de hoeveelheid stof die u moet bestuderen. Na aftrek van de contacturen (colleges en tentamen) blijft een aantal uren over voor zelfstudie, ter voorbereiding op het tentamen. De omvang van de literatuur en rechtspraak die u moet bestuderen is als volgt berekend: 5 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur; 3 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Het gaat hierbij om een richtlijn die uitgaat van pagina's van gemiddelde moeilijkheidsgraad en dichtheid. Van deze norm kan gemotiveerd worden afgeweken, zowel naar boven als naar beneden. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om extra moeilijke of juist eenvoudige stof, pagina's met een extra klein of extra groot lettertype, stof die zeer gedetailleerd of globaal moet worden bestudeerd en herhaling van reeds bekende stof. Voor Engelstalige literatuur en jurisprudentie geldt: 4 blz. per uur voor het bestuderen van literatuur; 2 blz. per uur voor het bestuderen van jurisprudentie. Ook hier gaat het om een richtlijn waar door de docent om goede redenen naar boven of beneden kan worden afgeweken. Studievoorgangsregistratie Het studie-informatie(punt) van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid registreert de studievoortgang van iedere rechtenstudent; op TISVU kunt u uw studieresultaten raadplegen; constateert u onjuistheden in de registratie van uw studieresultaten, neem dan zo snel mogelijk contact op met het studie-informatiepunt (kamer 5A13). De faculteit stuurt u twee keer per jaar een overzicht van uw studieresultaten; bewaar deze goed. Studievertraging en afstudeerfonds Heeft u studievertraging opgelopen door omstandigheden buiten uw schuld (bijvoorbeeld ziekte of een sterfgeval in de familie), dan dient u dit zo snel mogelijk te melden bij de afdeling studentendecanen van het Centrum voor Studie en Loopbaan (studentenbalie, hal Hoofdgebouw) om eventueel in aanmerking te kunnen komen voor een uitkering uit het afstudeerfonds. Ook dient u bij studievertraging contact op te nemen met de studieadviseur om over uw studie-omstandigheden en voortgang advies in te winnen. Mentoraat De eerste helft van het eerste bachelorjaar kent een bijzondere vorm van studiebegeleiding, waarbij ouderejaarsstudenten (mentoren) en docenten zich inzetten voor de introductie en begeleiding van de eerstejaars studenten. Elke mentor heeft twee groepen van elk ongeveer 12 studenten onder zijn hoede. De groepen komen onder leiding van de mentor wekelijks bijeen om de bij de colleges of
Bacheloropleiding Notarieel recht
65
bij de studie gerezen problemen te bespreken en/of om te discussiëren aan de hand van de behandelde of voor te bereiden stof. De mentoren zijn bereikbaar op kamer 7A-15, tel. (020) 44 46242, e-mail:
[email protected]. Elke mentorgroep werkt een aantal maanden onder leiding van de projectdocent en de mentor aan het onderdeel project, een vaardighedenopdracht. Vanuit de veronderstelling dat de projectdocent u daardoor beter heeft leren kennen, houdt hij in de maand januari een gesprek met u over uw studieresultaten tot dan toe en het perspectief ten aanzien van het verdere studieverloop. Begeleiding in het tweede en derde bachelorjaar Aan het eind van het tweede jaar van inschrijving ontvangt u van de examencommissie opnieuw een brief met informatie over uw studievoortgang. Schort het aan een goede studievoortgang , dan dient u zelf tijdig contact op te nemen met de studieadviseur.
66
Rechtsgeleerheid
6
6.1
Masteropleiding Notarieel recht
Beschrijving De masteropleiding Notarieel recht vormt samen met de bacheloropleiding Notarieel recht de klassieke opleiding tot notaris en verschaft de meestertitel.
6.1.1
Doel van de masteroropleiding Notarieel recht De afgestudeerde master beschikt over een academisch werk- en denkniveau; • • • • •
heeft grondige kennis van en inzicht in het internationaal privaatrecht, voor zover van belang voor de notariële praktijkuitoefening; heeft grondige kennis van en inzicht in het belastingrecht, voor zover van belang voor de notariële praktijkuitoefening; beschikt over voldoende kennis en vaardigheden om toegelaten te worden tot de promotie; het beroep van kandidaat-notaris te kunnen uitoefenen; op academisch niveau werkzaam te zijn in een juridische functie bij de (internationale) overheid of het bedrijfsleven, met name de zakelijke dienstverlening.
De afgestudeerde master beschikt over de volgende (juridische) vaardigheden Analytische vaardigheden • literatuur en juridische bronnen die betrekking hebben op het rechtsgebied dat wordt bestreken door het notarieel recht diepgaand analyseren en interpreteren en daarover kritische vragen stellen (waar dit noodzakelijk is ook in de Engelse taal) • vakliteratuur en nieuwe ontwikkelingen in het notarieel recht begrijpen, interpreteren, toepassen en kritisch beschouwen • rechtsregels afleiden uit concrete gevallen (inductie) Probleemoplossende vaardigheden complexe casus uit de notariële praktijk diepgaand analyseren en interpreteren en vernieuwende juridische oplossingen aandragen • complexe juridische problemen in de notariële praktijk onderkennen, analyseren en oplossen •
Onderzoeksvaardigheden zelfstandig een rechtswetenschappelijk onderzoek van enige omvang op academisch niveau voorbereiden en uitvoeren (probleemstelling formuleren en afbakenen, verzamelen van informatie, interpreteren van gegevens, conclusies trekken, evalueren en aanbevelingen en suggesties doen voor verder onderzoek)
•
Schriftelijke en mondelinge vaardigheden • schriftelijk presenteren van een wetenschappelijk juridisch betoog • schriftelijk verslag doen van een rechtswetenschappelijk onderzoek van enige omvang • een eigen mening vormen over een juridisch probleem of ontwikkeling
Masteropleiding Notarieel recht
67
•
actief deelnemen aan een wetenschappelijk debat op het gebied van het notarieel recht
Algemene vaardigheden, waaronder studievaardigheden • reflecteren op het eigen leerproces en het eigen leerproces sturen en plannen Beroepsspecifieke vaardigheden • het hebben van algemene en specifieke vaardigheden, juridische kennis en een beroepsattitude welke nodig zijn voor een notarieel jurist in het algemeen en in het bijzonder voor de (kandidaat) notaris
68
6.1.2
Omvang van de masteropleiding Notarieel recht De masteropleiding notarieel recht bestaat uit een aantal onderdelen met een studiebelasting van 60 studiepunten (een jaar).
6.1.3
Titulatuur Aan de student die aan alle vereisten van de masteropleiding heeft voldaan, wordt de graad van Master of Laws (LL.M) verleend. Op grond van art.7.20 en 7.21 WHW is hij tevens gerechtigd de titel meester in de rechten (mr.) te voeren.
6.1.4
Civiel effect Afgestudeerden in de bachelor- en masteropleiding Notarieel recht die de tentamens Materieel en Formeel strafrecht, alsmede Bestuursrecht II van de bacheloropleiding Nederlands recht aanvullend hebben afgelegd, zijn tevens bevoegd verklaard aan de voorzitter van de rechtbank schriftelijk inschrijving als advocaat te verzoeken.
6.1.5
Toelating tot de masteropleiding Notarieel recht Rechtstreeks tot de masteropleiding worden toegelaten studenten die in het bezit van het bijbehorende aan de VU behaalde bachelorgetuigschrift notarieel recht. Studenten die de bacheloropleiding Notarieel recht aan een andere universiteit hebben gevolgd vragen toelating tot de masteropleiding aan via de examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
6.1.6
Beroepsperspectief De toekomstmogelijkheden van diegenen die met goed gevolg zowel de bacheloropleiding Notarieel recht als de aansluitende masteropleiding Notarieel recht hebben afgelegd, zijn de volgende: • Een loopbaan, waartoe deze opleidingen kwalificeren en die logisch uit de studie voortvloeit, namelijk het Notariaat. Wie daadwerkelijk in de notariële praktijk gaat werken wordt 'kandidaat-notaris', wat hemof haar benoembaar maakt tot notaris. Een voorwaarde om van kandidaat-notaris notaris te worden is o.a. een stageperiode van zes jaar op een Nederlands notariskantoor en het verplicht volgen van de Beroepsopleiding Notariaat. • Een loopbaan die kennis vereist van die gedeelten van het recht, waarop speciaal bij de opleiding notarieel recht nader wordt ingegaan, zoals het familievermogensrecht, het ondernemingsrecht alsmede het belastingrecht, in het bijzonder waar dit laatste samenhangt met privaatrechtelijke rechtshandelingen; Rechtsgeleerheid
een dergelijke loopbaan treft u aan in het bedrijfsleven, meer speciaal in het onroerend goed, het verzekerings-, bank- en hypotheekbankbedrijf, maar ook in andere typisch juridische beroepen zoals advocatuur en rechterlijke macht.
6.2
Opbouw van de masteropleiding Notarieel recht Het masterprogramma notarieel recht omvat de volgende verplichte vakken met de daarbij vermelde studiebelasting en onderwijsperiode: Vakcode 211416 211414 211417 211413 211411 201580
Vaknaam Belastingen van rechtsverkeer (M notariaat) Belastingrecht (M notariaat) Estate planning (M notariaat) Internationaal privaatrecht (notariaat) (M) Successierecht (M notariaat) Keuzeruimte scriptie
Stp. 6 18 8 6 5 6 12
Periode 06 / 15 37 / 15 16 / 26 37 / 46 41 / 50
Vrije keuzevak ruimte Er is een (beperkte) keuzevakruimte in de masteropleiding notarieel recht van 6 studiepunten. U kunt een keuze maken uit de vakken vermeld in de keuzevakkenlijst, zie hiervoor het hoofdstuk 'Masteropleiding Nederlands recht', of deze ruimte invullen met een stage. Scriptie De scriptie omvat het verslag van een in het kader van de opleiding passend zelfstandig uitgevoerd onderzoek. De scriptie heeft een studiebelasting van 12 punten en het onderwerp moet inhoudelijk verwant met één van de notariële rechtsgebieden. De student is vrij om te bepalen op welk moment in het laatste jaar hij de scriptie schrijft. Tijdens het schrijven van de scriptie heeft de student recht op begeleiding van de faculteit. Over de keuze van het onderwerp en een begeleid(st)er kan contact worden opgenomen met de coördinator van de opleiding mw. mr. F.A. Groote Wassink , kamer 7A-32, tel. (020) 44 46314. Scriptiehandleiding Bij het Studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) is de scriptiehandleiding verkrijgbaar. De scriptiehandleiding is ook te downloaden: www.rechten.vu.nl/scriptie. In deze scriptiehandleiding staan de regels omschreven omtrent begeleiding en beoordeling. Ook bevat de handleiding een aantal praktische tips en aanwijzingen voor studenten. Voordat u aan de scriptie begint wordt ten zeerste aanbevolen de scriptiehandleiding door te nemen Inleveren scriptie Vanaf het huidige collegejaar dient de scriptie ook digitaal ingeleverd te worden via www.rechten.vu.nl/scripties voor Notarieel recht. De scripties zullen voortaan standaard worden gecontroleerd op fraude. Daarnaast dient de student bij het digitaal inleveren van de scriptie een korte samenvatting van de scriptie op de website te plaatsen. Scripties dienen digitaal te ingeleverd te worden op www.rechten.vu.nl/scriptie-formulier.
Masteropleiding Notarieel recht
69
70
6.2.1
keuzevakken De keuzeruimte bevat minimaal 6 studiepunten. Zie voor de keuzevakken het hoofdstuk Master Nederlands recht.
6.2.2
Masterexamen Notarieel recht Heeft u alle onderdelen behorend tot het masterexamen Notarieel recht met voldoende resultaat afgelegd, dan vraagt u uw masterexamen aan op het Studieinformatie(punt) (kamer 5A-13).
6.2.3
Deeltijd Het onderwijs in de specifiek notariële vakken kan voor deeltijdstudenten 's avonds in een andere vorm worden aangeboden. Hierover worden op de eerste bijeenkomst van een vak met de docent afspraken gemaakt. Deze afspraken betreffen niet alleen de manier waarop het onderwijs wordt gegeven, maar ook de tijdstippen waarop u werkstukken moet inleveren. Als u de eerste bijeenkomst niet kunt bijwonen, neem dan contact op met de docent van het desbetreffende vak
Rechtsgeleerheid
7
7.1
Bacheloropleiding Criminologie
Beschrijving
7.1.1
Doelstelling De doelstelling van de opleiding is het bieden van een academische vorming die de afgestudeerde in staat stelt om op een zodanig abstractieniveau over criminologische problemen na te kunnen denken dat hij of zij een goed overzicht heeft over de belangrijkste thema's die spelen op het werkveld van de criminologie, interdisciplinair kan werken en een zelfstandige, kritische en creatieve houding heeft bij het oplossen van wetenschappelijke en praktische problemen.
7.1.2
Eindtermen De criminoloog is een kritisch wetenschappelijk gevormd persoon die zich in het midden van de actualiteit en het maatschappelijk debat over criminaliteit kan bewegen. Hierin is de criminoloog een allround specialist. Vanuit verschillende wetenschapstheoretische en maatschappelijke perspectieven beweegt de criminoloog zich op het terrein van interdisciplinair onderzoek, advies en meningsvorming. De afgestudeerde criminoloog draagt kennis van theorieën, geschiedenis, structuur en complexiteit van de oorzaken, gevolgen, verschijningsvormen en bestrijdingswijzen van criminaliteit en zijn samenhang met de samenleving. De competenties van een afgestudeerd criminoloog (vaardigheden) liggen op het terrein van zelfstandig kunnen rapporteren, presenteren, toepassen van kennis en theorieën op actuele ontwikkelingen, het opzetten en uitvoeren van onderzoek, inzetten van beleidsvaardigheden, beheersing van sociaal-wetenschappelijke onderzoekstechnieken, kennis en begrip van de juridische context en het selecteren van informatie en het verwerken daarvan.
7.2
Opbouw van de bacheloropleiding Criminologie Het eerste bachelorjaar bestaat uit één van de navolgende bacheloropleidingen: Rechtsgeleerheid; Pyschologie; Pedagogische wetenschappen; of één van de andere sociale, gedrags- of maatschappijwetenschappen
7.2.1
Eerste bachelorjaar Voor een criminoloog is niet alleen juridische kennis belangrijk, ook kennis van de sociale wetenschappen is onmisbaar. Vandaar dat studenten het eerste bachelorjaar (propedeuse) volgen van een opleiding van de volgende faculteiten: Rechtsgeleerdheid, Sociale Wetenschappen (FSW) en Psychologie en Pedagogiek (FPP). Studenten kiezen dus zelf, afhankelijk van hun interesse, het eerste bachelorjaar waarmee ze de opleiding Criminologie van start willen laten gaan. Bij de Vrije Universiteit kunnen studenten kiezen uit het eerste bachelorjaar van de volgende opleidingen: • Rechten • Beleid, Communicatie en Organisatie (BCO) • Bestuurskunde • Communicatiewetenschappen • Cultuur, Organisatie en Management (COM) • Pedagogische wetenschappen Bacheloropleiding Criminologie
71
Politicologie Psychologie • Sociaal-Culturele Wetenschappen (SCW) • Sociale en Culturele Antropologie In elk van de genoemde opleidingen zal binnen de bestaande vakken van het eerste bachelor jaar aandacht worden besteed aan voor de Criminologie relevante onderwerpen. • •
7.2.2
Tweede bachelorjaar Na het eerste jaar begint de fase waarin de criminologische verdieping zal plaatsvinden. Het tweede jaar van de opleiding Criminologie kan deels worden gekarakteriseerd als een synchronisatiejaar. Dit betekent dat studenten die een eerste bachelorjaar van een opleiding sociale wetenschappen hebben gevolgd de juridische vakken Encyclopedie der rechtswetenschap, Beginselen strafrecht en Beginselen bestuursrecht moeten volgen. Studenten die een eerste jaar Rechtsgeleerdheid hebben gedaan, zullen op hun beurt de vakken Inleiding sociologie, Inleiding psychologie en Methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek volgen. In het tweede jaar wordt ook gestart met de typisch criminologische vakken. Allereerst is dat Inleiding criminologie, waarin in vogelvlucht alle onderdelen van het vakgebied worden geïntroduceerd. Daarop voortbouwend volgt het vak Practicum beschrijvende criminologie waarin studenten in de vorm van activerend onderwijs een aantal concrete criminologische problemen moeten oplossen. Hierbij komt onder andere aan bod het zelfstandig behandelen van een concrete casus (bijvoorbeeld een voorlichtingsrapport voor de rechtbank over een jeugdige delinquent) of het bestuderen van een actueel criminaliteitsprobleem (bijvoorbeeld uitgaansgeweld). Vervolgens zullen in het vak Theoretische criminologie verschillende verklaringen voor criminaliteit worden behandeld. Daaraan is het Practicum verklarende criminologie gekoppeld, waarin studenten op meer activerende wijze de theorieën moeten toepassen op praktijkgevallen. Verder zullen de studenten zich bekwamen in criminologische onderzoeksmethoden in het vak Methoden en technieken van criminologisch onderzoek. Vakcode 212207 212213 212203 212210 212201 212212 212202 212211 212205 212206 212209 212208 212204
72
Vaknaam Actoren in de rechtshandhaving (BC 2) Beginselen bestuursrecht (BC 2) Beginselen strafrecht (BC 2) Historische criminologie (BC 2) Inleiding criminologie (BC 2) Inleiding psychologie (BC 2) Inleiding sociologie (BC 2) Methoden en techniek van criminologisch onderzoek (BC2) Practicum beschrijvende criminologie (BC 2) Practicum verklarende criminologie (BC 2) Synchronisatievak Encyclopedie (BC 2) Synchronisatievak methoden en technieken (BC 2) Theoretische criminologie (BC 2)
Rechtsgeleerheid
Stp. 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
Periode 14 / 26 14 / 26 41 / 52 44 / 52 37 / 40 14 / 26 40 / 51 14 / 26 41 / 52 02 / 13 02 / 13 02 / 13 02 / 13
7.2.3
Derde bachelorjaar Het derde jaar kan worden getypeerd als het criminologische kernjaar. Dit jaar vormt de afronding van de bacheloropleiding. Allereerst worden drie verdiepende hoofdvakken gegeven waarin verschillende belangrijke aspecten van criminaliteit centraal staan: 'Ontstaan en ontwikkeling', 'Aard, omvang en schade' en 'Preventie en bestraffing'. Drie probleemgebieden met een verschillend karakter - bijvoorbeeld geweld, drugs en fraude - zullen volgens hetzelfde stramien worden behandeld. De student dient hierbij zelf de verschillende verklarende theorieën en onderzoeksmethoden, die hij of zij reeds verondersteld wordt te beheersen, toe te passen. De academische vaardigheden worden met input uit de drie hoofdvakken uitgediept in het vak Werkgroep verdieping en synthese. Daarnaast is er het vak Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, dat vooral in zal gaan op de internationale aspecten van misdaad en misdaadbestrijding. Verder bevat dit studiejaar twee belangrijke juridische vakken (Materieel en Formeel strafrecht). Ook is er ruimte voor twee keuzevakken. De keuzevakken bieden de mogelijkheid van een eerste oriëntatie op de in het laatste jaar te volgen specialisatie en geven gelegenheid tot een zekere differentiatie in het derde jaar. Studenten met een reeds afgeronde hbo of universitaire opleiding krijgen standaard vrijstelling voor de gehele keuzevak-ruimte (12 studiepunten). Toch wordt geadviseerd één of meer verdiepende vakken te volgen. Vrijstellingen van (delen) van de vrije keuzeruimte moeten altijd worden aangevraagd bij de Examencommissie. Het jaar wordt afgesloten met het vak Onderzoeksvaardigheden, waarin de kennis van methoden en technieken van criminologisch Onderzoek worden toegepast door middel van een eigen praktijkstudie, uitmondend in een onderzoeksrapport. Vakcode 212308 212305 212303 212311 212304 212307 212309 212313 212314
Vaknaam Aard, omvang en schade van criminaliteit (BC 3) Formeel strafrecht (BC 3) Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (BC 3) Keuzeruimte (BC 3) Materieel strafrecht (BC 3) Onderzoeksvaardigheden in de criminologie (BC 3) Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit (BC3) Preventie en bestraffing van criminaliteit (BC 3) Werkgroep verdieping en synthese (BC 3)
Stp. 4 6 6 12 6 12 4 4 6
Periode 36 / 43 45 / 05 44 / 51 45 / 05 14 / 26 36 / 43 45 / 52 37 / 52
Bachelorexamen Nadat u met goed gevolg alle tot de bacheloropleiding behorende onderdelen heeft afgelegd, vraagt u op het Studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) uw bachelorexamen aan. 7.2.4
Studie- en loopbaanbegeleiding Studieadviseur De studie(loopbaan)adviseur is de mevrouw J.Z. Schutte, kamer 5A-20, tel. (020) 444 6204, e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur: dinsdag en donderdag van 10.00 tot 12.00 uur en verder op afspraak.
Bacheloropleiding Criminologie
73
Studiebegeleiding De studie(loopbaan)adviseur verstrekt nadere inlichtingen over het studieprogramma, individuele vrijstellingsregelingen, deeltijdstudie, speciale tentamenregelingen. Hij helpt studenten bij het indelen van hun studieprogramma voeren studievoortgangsgesprekken en biedt hulp bij studieproblemen en studievertraging. Ook is hij het aanspreekpunt voor loopbaanbegeleiding en arbeidsmarktoriëntatie. Loopbaanbegeleiding Door de verplichte stage in het laatste jaar krijgen studenten onder andere de kans om kennis te maken met potentiële werkgevers. Daarnaast participeren twee grote onderzoeksbureaus - het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving- in de opleiding Criminologie. Tijdens de bachelorfase krijgen studenten ook uitgebreide voorlichting over de specialisatie in de masterfase en de mogelijke beroepsperspectieven. Op de www.rechten.vu.nl/criminologie is er uitgebreide informatie over specialisatie mogelijkheden en beroepsperspectieven te vinden.
74
Rechtsgeleerheid
8
8.1
Masteropleiding Criminologie
Beschrijving De masteropleiding Criminologie is de opleiding die na de bacherlor Criminologie de theoretische en methodische verdieping geeft tot een criminoloog op academisch niveau.
8.1.1
Doel van de masteropleiding Criminologie De opleiding heeft als doel: • een verdieping te bieden van zowel de theoretische als de methodische vakken uit de bacheloropleiding Criminologie. De in de bacheloropleiding opgedane kennis en vaardigheden worden op geïntegreerde wijze toegepast op specifieke problemen op het terrein van jeugdcriminaliteit, criminaliteit gepleegd in georganiseerde verbanden en de strafrechtelijke rechtshandhaving; • een wetenschappelijke oriëntatie te bieden op één nader te kiezen beroepsveld van de criminoloog; de student door middel van het afstudeerproject op zelfstandige en interdisciplinaire wijze te leren de criminologie te beoefenen.
8.1.2
Eindtermen De afgestudeerde master beschikt over een academisch werk- en denkniveau: • heeft inzicht in de samenhang tussen verschillende onderdelen van de criminologie en is in staat een probleem vanuit verschillende deelgebieden en disciplines op een integratieve manier te benaderen; • kan de juridische, maatschappelijke en historische aspecten van een vraagstuk in hun onderlinge samenhang beoordelen en daarover kritisch nadenken/oordelen; • heeft diepgaande en specialistische kennis van en inzicht in één criminologisch deelthema (bijv. jeugdcriminaliteit, criminaliteit gepleegd in georganiseerde verbanden en de strafrechtelijke rechtshandhaving); • is in staat een bijdrage te leveren aan de theorievorming op het gekozen deelgebied en heeft inzicht in de problemen die zich bij criominologische theorievorming en -analyse voordoen; • beschikt over voldoende kennis en vaardigheden om: - toegelaten te worden tot de promotie; -op academisch niveau werkzaam te zijn in een criminologische of hieraan verwante functie bij de (internationale) overheid, de dienstverlening of het bedrijfsleven. De afgestudeerde master beschikt over de volgende vaardigheden: Analytische vaardigheden literatuur en juridische bronnen diepgaand analyseren en interpreteren en daarover kritische vragen stellen (waar dit noodzakelijk is ook in de Engelse taal); • vakliteratuur en nieuwe ontwikkelingen op het deelgebied begrijpen, interpreteren, toepassen en kritisch beschouwen. •
Masteropleiding Criminologie
75
Probleemoplossende vaardigheden • complexe criminologische vraagstukken diepgaand analyseren en interpreteren en vernieuwende oplossingen aandragen, complexe problemen onderkennen, analyseren en oplossen Onderzoeksvaardigheden • zelfstandig een criminologisch interdisciplinair onderzoek van enige omvang op academisch niveau voorbereiden en uitvoeren (probleemstelling formuleren en afbakenen, methoden van onderzoek, verzamelen van informatie, interpreteren van gegevens, conclusies trekken, evalueren en aanbevelingen en suggesties doen voor verder onderzoek). Schriftelijke en mondelinge vaardigheden • schriftelijk presenteren van een wetenschappelijk criminologisch betoog; schriftelijk verslag doen van criminologisch onderzoek van enige omvang; een eigen mening formuleren over een criminologisch probleem of ontwikkeling; actief deelnemen aan een wetenschappelijk debat op het deelgebied dat het masterprogramma beslaat. Algemene vaardigheden, waaronder studievaardigheden reflecteren op het eigen leerproces en het eigen leerproces sturen en plannen.
•
8.2
Opbouw van de masteropleiding Criminologie De masteropleiding Criminologie, bestaat uit drie delen: een aantal verdiepingsvakken, profielvakken en een afstudeerproject. De delen zijn: • drie verplichte verdiepingsvakken: Levensloopcriminologie, Risicosamenleving en Sociale organisaties en criminaliteit (studielast in totaal 18 studiepunten); • een cluster van vakken dat samen een bepaald profiel vormt. Er zijn drie profielen: levensloop, strafrechtshandhaving in de praktijk, en sociale organisaties en criminaliteit. Iedere student volgt een van deze profielen en dient zelf een voorstel voor een combinatie van vakken dat een profiel vormt in bij de mastercöordinator, drs. W.M.E.H. Beijers, kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225. Binnen deze profielen zal niet alleen gebruik worden gemaakt van de expertise binnen de eigen sectie, maar ook van de expertise binnen andere secties en faculteiten van de VU (FPP, FSW, etc.) en eventueel van andere universiteiten, ook in het buitenland (studielast in totaal 18 studiepunten). Zie voor meer inhoudelijke informatie de facultaire website: www.rechten.vu.nl; • afstudeerproject, met onder meer een scriptie (studielast in totaal 18 studiepunten). Vakcode 212403 212402 212401
76
Vaknaam Levensloopcriminologie (M crim.) Risicosamenleving (M crim) Sociale organisatie en criminaliteit (M crim) Keuze uit 3 profielen: 1) Levensloop 2) Strafrechtshandhaving in de praktijk 3) Sociale organisaties en criminaliteit keuzeruimte Afstudeerproject
Rechtsgeleerheid
Stp. 6 6 6 18
6 18
Periode 45 / 52 45 / 52 37 / 44
Naast deze drie hoofdblokken is er voor 6 ects vrije keuzevakruimte. Enkele voorbeelden hieronder. Vakcode 201574 212404 212407 212315
Vaknaam Integratievak Publiekrechtelijke rechtshandhaving (M) Misdaadanalyse (M crim) Strafrechtelijke keten doorgelicht (M crim) Summer Course Youth Groups in Amsterdam (BC 3/M crim)
Stp. 6 6 6 6
Periode 47 / 05 06 / 15 23 / 25
8.2.1
Masterexamen Criminologie Heeft u alle onderdelen behorend tot het masterexamen Criminologie met voldoende resultaat afgelegd, dan vraagt u uw masterexamen aan op het Studie-informatie(punt) (kamer 5A-13).
8.2.2
Studie en loopbaanbegeleiding Studieadviseur De studie(loopbaan)adviseur is mevrouw J.Z. Schutte, kamer 5A-20 tel. (020) 444 6204 e-mail:
[email protected]. Inloopspreekuur: dinsdag en donderdag van 10.00 tot 12.00 uur en verder op afspraak. Studiebegeleiding De studie(loopbaan)adviseur verstrekt nadere inlichtingen over het studieprogramma, individuele vrijstellingsregelingen, deeltijdstudie, speciale tentamenregelingen. Hij helpt studenten bij het indelen van hun studieprogramma voeren studievoortgangsgesprekken en biedt hulp bij studieproblemen en studievertraging. Ook is hij het aanspreekpunt voor loopbaan begeleiding en arbeidsmarktoriëntatie. Loopbaanbegeleiding Door de verplichte stage in het laatste jaar krijgen studenten onder andere de kans om kennis te maken met potentiële werkgevers. Daarnaast participeren twee grote onderzoeksbureaus - het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving- in de opleiding Criminologie. Tijdens de bachelorfase krijgen studenten ook uitgebreide voorlichting over de specialisatie in de masterfase en de mogelijke beroepsperspectieven. Beroepsperspectieven Criminologen worden geen specialisten maar generalisten. De opleiding Criminologie speelt in op een 'gat in de markt'. In de vorming en evaluatie van het criminaliteitsbeleid wordt namelijk in toenemende mate gebruik gemaakt van criminologisch onderzoek en expertise. Criminologie is een multidisciplinaire opleiding: er zijn dus banen te vinden in diverse sectoren. Het werkterrein van de aanpak van criminaliteit en daarmee samenhangende problemen is zeer breed. Veel organisaties houden zich ermee bezig, zoals de politie, justitie, gevangeniswezen, reclassering en slachtofferhulp, maar ook bestuurlijke overheden als ministeries, provincies en gemeenten. Verder wordt binnen het bedrijfsleven steeds meer aan bestrijding van fraude en andere vormen van onwenselijk gedrag gedaan. Bij al deze
Masteropleiding Criminologie
77
instanties is mogelijk een baan te vinden. Daarnaast zijn er banen binnen het onderzoek naar criminaliteit en de aanpak ervan, bijvoorbeeld bij een universiteit of een commercieel onderzoeksbureau. Enkele voorbeelden Coördinator Integraal Veiligheidsbeleid bij een gemeente. Vooral de grotere steden zijn druk bezig de veiligheid en leefbaarheid in bepaalde buurten te verbeteren. De aanpak van criminaliteit - zoals vandalisme, straatroof en drugsoverlast - maakt daar deel van uit. Als criminoloog kun je hiervoor plannen ontwikkelen en vanuit de gemeente samenwerken met politie en Openbaar Ministerie. Strategisch misdaadanalist bij de politie. Om de criminaliteit goed te kunnen bestrijden, moet de politie de criminaliteit in een regio eerst in kaart brengen. Welke delicten worden hoe vaak en waar gepleegd? Wat zijn de belangrijkste problemen? Wat voor soort daders plegen deze delicten? Een misdaadanalist beantwoordt deze vragen zodat de korpsleiding goede beslissingen kan nemen over de inzet van mensen en middelen. Beleidsmedewerker bij het ministerie van justitie. Bij het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties wordt op nationaal niveau beleid gemaakt voor bijvoorbeeld de aanpak van jeugdcriminaliteit of de invoering van nieuwe sancties, zoals de strafrechtelijke opvang van verslaafden. Dit algemene beleid leidt vaak tot concrete projecten, bijvoorbeeld het vestigen van filialen van justitie in buurten ('Justitie in de buurt'). Als beleidsmedewerker hou je je bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van dit beleid en deze projecten. Onderzoeker/adviseur bij een commercieel bureau. Er zijn steeds meer particuliere bureaus die voor de overheid onderzoek doen naar bijvoorbeeld de effectiviteit van bepaalde criminaliteitsproblemen, preventiemaatregelen of sancties. Als onderzoeker/adviseur breng je op basis van deze onderzoeken adviezen uit aan je opdrachtgever bij de overheid.
78
Rechtsgeleerheid
9 naam code
coördinator docenten studiepunten periode doel
werkwijze
literatuur
toetsing blackboard voorkennisvakken naam code
studiepunten
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 211202 Voor de afstudeerrichting privaatrecht is het ook één van de drie keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak. mr. J.M. Verhagen (kamer 6A-37, tel. (020) 44 46292) mr. J.M. Verhagen; prof.mr. A.J. Akkermans 5.7 week 16 - 26 Het vak Aansprakelijkheidsrecht bouwt voort op de basiskennis die is verworven in het vak Beginselen Privaatrecht II. Doel is de verbreding en verdieping van de kennis op het terrein van het algemene aansprakelijkheidsrecht, waaronder de regels over de persoonlijke en kwalitatieve aansprakelijkheid, over causaliteit en schadevergoeding. Niet alleen moeten de wetsartikelen waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kunnen worden toegepast, maar ook moet men raad weten met de onvolkomenheden en open einden van het wettelijke systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de werkcolleges staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. • J. Spier, T. Hartlief, G.E. van Maanen en R.D. Vriesendorp, Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, Studiereeks Burgerlijk Recht, Deventer: Kluwer 2003, derde druk; • Aanvullende literatuur, opgenomen in de syllabus: Aansprakelijkheidsrecht. Aanvulende arrestenbundel(verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • T.A.W. Sterk, Arresten Burgerlijk Recht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink, 2003 (Deze bundel wordt ook voorgeschreven bij Contractenrecht en Goederenrecht); • Syllabus: Aansprakelijkheidsrecht. Programma, casus en literatuuropgave (verkrijgbaar in de VU boekhandel). Het tentamen is schriftelijk en bestaat geheel of gedeeltelijk uit het ter plaatse schrijven van een essay over (een deel van) de studiestof. Hierbij mag U alle voorgeschreven literatuur gebruiken (een zogenaamd "open boek" tentamen). Bij deze cursus wordt Blackboard gebruikt. Zodra de Blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200103: Beginselen privaatrecht I (B1) 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) Aansprakelijkheidsrecht (M) 201836 Dit vak is een onderdeel van de Verdieping aansprakelijkheid en verzekering dat ook als keuzevak gevolgd kan worden. 6
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
79
coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvakken naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud werkwijze
80
dr.mr. M.H. Elferink (kamer 6A-35, tel. (020) 44 46288) prof.mr. A.J. Akkermans; dr.mr. A.J. Van; mr. J.L. Smeehuijzen; dr.mr. M.H. Elferink; mr. M.S.A. Vegter (e.a.) week 37 - 5 In het keuzevak Verdieping aansprakelijkheidsrecht staat het uitdiepen van een aantal praktisch en theoretisch belangrijke onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht centraal. Een bijkomend leerdoel is het verbeteren van de mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van studenten en het vermogen tot analyseren en oplossen van praktische problemen die zich op het terrein van het aansprakelijkheidsrecht voordoen. In dit vak worden een aantal actuele en problematische onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht onder de loep genomen, waarbij een bepaald accent ligt op het terrein van de personenschade. Belangrijke onderwerpen zijn de werkgeversaansprakelijkheid, waarbij onder andere aan de orde komen de aansprakelijkheid voor asbest en voor psychische schade, problemen van causaliteit en schadevergoeding, zoals bewijslastverdeling, proportionele aansprakelijkheid, en meervoudige causaliteit en verjaring. Er zullen hoorcolleges en casuscolleges worden gegeven. Van de studenten wordt een actieve voorbereiding en deelname verwacht. • Syllabus. • Eventueel nader bekend te maken literatuur. Schriftelijk tentamen en een of meer opdrachten Het keuzevak Aansprakelijkheidsrecht kan tezamen met het keuzevak Verzekeringsrecht worden gevolgd als het Verdiepingsvak Aansprakelijkheid en Verzekering. Inschrijven via TISVU. 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 200370: Contracteren in de praktijk (B3/M) Actualiteiten burgerlijk recht (M) 201751 6 mr. J.L. Smeehuijzen (kamer 6A-34, tel. (020) 44 46287); prof.mr. C.E. de Perron (UvA) week 6 - 26 Verdieping van de kennis van een aantal deelonderwerpen van het burgerlijk recht die in de rechtspraak of literatuur in de actuele belangstelling staan. Hierbij heeft de student veel vrijheid om zich op één van deze deelonderwerpen te concentreren, bijvoorbeeld omdat zijn belangstelling daar naar uitgaat of omdat dit binnen zijn afstudeerpakket past. De verschillende onderwerpen zullen worden gedoceerd door vooraanstaande (gast)docenten uit de advocatuur, de rechterlijke macht, het bedrijfsleven en de universiteit. Het volgen van dit vak geeft dus niet alleen de mogelijkheid om verdiepend kennis te nemen van onderwerpen die momenteel in de wereld van het burgerlijk recht in de belangstelling staan, maar ook om kennis te maken met een aantal bekende namen uit wetenschap en praktijk. Verschillende deelonderwerpen van het burgerlijk recht Er worden hoor- en casuscolleges gegeven. Aanwezigheid bij deze colleges is verplicht.
Rechtsgeleerheid
literatuur toetsing
opmerkingen
naam code
studiepunten docent periode doel
literatuur
toetsing opmerkingen
blackboard voorkennisvak naam code studiepunten
Wordt nog bekend gemaakt. Mogelijk één of meer opdrachten (wordt nog bekend gemaakt) met als afsluiting het schrijven van een werkstuk over één van de deelonderwerpen naar keuze van de student. De aanwezigheid bij alle colleges (hardheidsclausule zal nog worden bekendgemaakt) is voorwaarde voor de beoordeling van het werkstuk. Dit keuzevak wordt georganiseerd in samenwerking met de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De colleges worden gevolgd door studenten van VU en UvA en (mede) gegeven door docenten van beide universiteiten. De locatie van de colleges wordt afgewisseld: de eerste helft van de colleges zal worden gegeven in een collegezaal in het VU gebouw, de tweede helft van de colleges zal worden gegeven in een collegezaal van de UvA. Actueel strafrecht I (B3) 200373 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht en criminologisch juridisch. 6 prof.mr. P.J. van Koppen (kamer 5A-40, e-mail:
[email protected]) week 6 - 15 In Actueel strafrecht 1 -- verplicht keuzevak in het voorsorteertraject naar de strafrechtelijke masters -- staan de rechtspsychologische aspecten van het strafproces centraal. Aan de hand van een empirische analyse van enkele geruchtmakende strafzaken (Puttense moordzaak, Schiedamse parkmoord, Deventer moordzaak, Eper incestzaak), zullen veel voorkomende problemen bij opsporing, vervolging en berechting vanuit een rechtspsychologische c.q. strafvorderlijke invalshoek aan de orde worden gesteld, zoals: recherche en groot onderzoek, bewijs en de beslissing van de rechter, seksueel misbruik en hervonden herinneringen, valse bekentenissen, geursorteerproef, herkenning door getuigen. Tijdens college op te geven hoofdstukken uit P.J. van Koppen, D.J. Hessing, H.L.G.J. Merckelbach en H.F.M. Crombag (red), Het Recht van Binnen, Psychologie van het Recht, Kluwer: Deventer 2002 en een aanvullende reader met jurisprudentie c.q. literatuur. Schriftelijk tentamen. Voor deelname aan dit vak verdient het aanbeveling om de vakken Materieel en Formeel strafrecht te hebben gevolgd. In dit vak wordt geen avondonderwijs aangeboden. Spreekuur: na college. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze hier te bereiken voor studenten van de VU. 200102: Beginselen strafrecht (B1) Actueel strafrecht II (B3) 200374 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht. 6
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
81
coördinator docenten periode doel
inhoud werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen blackboard voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
82
mr. B. de Wilde (kamer 5A-32, tel. (020) 44 46233) dr. N. Rozemond (kamer 5A-36, tel. (020) 44 46235); mr. M.J. Kronenberg week 16 - 26 Actueel strafrecht II beoogt juridische vaardigheden aan te leren en actieve interesse voor en kennis van het actuele strafrecht te bevorderen. Schriftelijke en mondelinge vaardigheden worden ontwikkeld, evenals onderzoeksvaardigheden. Zie onder werkwijze • De eerste twee bijeenkomsten zijn hoorcolleges. Daarbij zal worden uitgelegd wat de bedoeling van het vak is en zal een introductie worden gegeven tot het zoeken naar en raadplegen van rechtsbronnen en het schriftelijk en mondeling rapporteren. Ook zal aandacht worden besteed aan actuele onderwerpen in het strafrecht. • Vanaf de derde week vinden de bijeenkomsten plaats in werkgroepverband. Alle studenten schrijven gedurende de cursus aan de hand van opdrachten drie papers, die verband houden met recente jurisprudentie, wetgeving en literatuur. Het precieze onderwerp wordt in principe door de student zelf bepaald. De onderwerpen moeten echter worden goedgekeurd door de werkgroepdocent. Iedere student houdt gedurende de cursus een referaat over één van de door hem geschreven papers. Tevens treedt hij eenmaal op als referent bij het referaat van een medestudent. De werkgroep bestaat uit presentaties van studenten en discussies daarover. Alle deelnemers aan de werkgroep worden geacht de gepresenteerde papers bestudeerd te hebben en actief deel te nemen aan de discussie. Voor dit vak geldt een verplichte aanwezigheid. Geen. Voor dit vak zullen vrij veel documenten moeten worden geprint of gekopieerd. Het cijfer wordt bepaald aan de hand van drie papers, een referaat en een referentschap. Voor deelname aan dit vak verdient het aanbeveling om de vakken Materieel en Formeel strafrecht te hebben gevolgd. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200102: Beginselen strafrecht (B1) Algemene staatsleer (B3/M) 201754 6 dr. J.W. Sap (kamer 7A-22, tel. (020) 44 46303) week 37 - 26 (naar keuze) Kennen of begrip hebben van het wezen en de doelstellingen van de staat in het algemeen. Inzicht hebben in de verhouding tussen staatstheorie en regels van staatsrecht. In het staatsrecht wordt de staat in zijn concrete verschijningsvorm bestudeerd. In het vak Algemene staatsleer wordt de theoretische onderbouwing van de staat behandeld. Hierbij komen vragen aan de orde als: wat is het bijzondere van een statelijke samenleving, hoe kan het bestaan van
Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen voorkennisvakken naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten docenten
de staat worden gerechtvaardigd, welke staatsvormen zijn er, wat is de grondslag van de staatsmacht en hoe wordt deze staatsmacht begrensd? Tutoriaal systeem (zelfstudie en schrijven van werkstuk, begeleid door enkele individuele gesprekken). Wordt in overleg met de docent vastgesteld. Na de bestudering van de literatuur vindt een tutoriaal gesprek plaats. Ongeveer een week voorafgaand aan dit gesprek moet een tutorialpaper van één à twee pagina's A4 worden ingeleverd, waarin vragen en opmerkingen over de bestudeerde stof aan de orde komen. De cursus wordt afgerond door middel van een werkstuk over een deelonderwerp. Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht of Internationaal recht volgen. Spreekuur: volgens afspraak. 200204: Staatsrecht I (B2) 200208: Staatsrecht II (B2) Arbeidsrecht (B3/M) 201755 6 prof.mr. L.H. van den Heuvel (kamer 6A-22, tel. (020) 44 46266) week 6 - 15 De studenten zijn in staat zelfstandig een deelonderwerp te bewerken en daarover schriftelijk en mondeling te rapporteren. Voorts zijn zij in staat elkaars werk kritisch te beoordelen. Ter inleiding en training worden enkele inleidende werkgroepen georganiseerd. Deze hebben tot doel de studenten op het niveau te brengen, dat voor een succesvol functioneren vereist is. Ieder jaar wordt een (actueel) onderwerp als centraal thema gekozen. Rond dit centrale thema wordt een aantal onderwerpen gegroepeerd, het aantal is afhankelijk van het aantal deelnemers. Thema's uit de afgelopen jaren zijn: arbeidsvoorziening, flexibele arbeidsrelaties, ontslagrecht, cao-recht, arbeidsongeschiktheid. Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven. Actieve deelneming aan deze werkgroepen is verplicht. Wordt bij aanvang van de werkgroepen opgegeven. De eindbeoordeling geschiedt op basis van een mondeling tentamen. De door de student geleverde producten en diens functioneren tijdens de werkgroepen worden in de beoordeling betrokken. Deelname aan dit keuzevak staat slechts open voor studenten die het tentamen Sociaal recht in het derde bachelorjaar Nederlands recht met goed gevolg hebben afgelegd. spreekuur: Prof. mr. L.H. van den Heuvel heeft spreekuur op dinsdag om 15.00 uur in kamer 6A-22 (verhinderingen voorbehouden). 200301: Sociaal recht I Auteursrecht (B3/M) 201756 6 mr. T.M. Kolle; prof.mr. J.H. Spoor (kamer 6A-36, tel. (020) 44 46289) Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
83
periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten coördinator 84
week 37 - 46 Inzicht verwerven in het recht van de intellectuele eigendom in het algemeen en in het auteursrecht en de naburige rechten in het bijzonder. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. Auteursrecht is het recht van schrijvers, schilders, componisten, filmmakers en andere makers van 'werken van letterkunde, wetenschap of kunst'; dit begrip omvat ook meer functionele voortbrengselen, zoals computerprogramma's en producten van industriële vormgeving. Naburige rechten bieden onder meer bescherming aan uitvoerende kunstenaars. Het auteursrecht vormt het draagvlak voor de exploitatie, en daarmee niet zelden ook voor het maken van werken. Zonder auteursrecht zouden geen films gemaakt kunnen worden en zouden uitgeverijen niet kunnen bestaan. De laatste jaren staat het auteursrecht sterk in de belangstelling. Dit is vooral het gevolg van technische ontwikkelingen die zich manifesteren op uiteenlopende terreinen zoals reprografie, kabeltelevisie, audio- en videopiraterij, bescherming van computersoftware en databanken, en niet in de laatste plaats internet. Naar hun aard zijn werken van letterkunde, wetenschap of kunst niet aan landsgrenzen gebonden. Het vak heeft dan ook een duidelijk internationale dimensie via overeenkomsten als de Berner Conventie en het TRIPS-verdrag. Het Europese recht en het beleid van de Europese Commissie speelt een steeds grotere rol, o.a. in de vorm van Europese richtlijnen. Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. De literatuur- en arrestenlijst is omstreeks 15 juli beschikbaar. Het tentamen wordt in beginsel schriftelijk afgenomen. Bij het tentamen is uitsluitend het gebruik van de wettekst toegestaan. Contact: u bent welkom op kamer 6A-36, maar beide docenten werken in deeltijd en zijn vaak afwezig. Wie iets wil bespreken kan vaak beter een mailtje sturen naar
[email protected] met een kopie naar
[email protected] respectievelijk
[email protected] met een kopie naar
[email protected] . Studenten kunnen tegen gereduceerde contributie lid worden van de Vereniging voor Auteursrecht, die zich bezighoudt met de studie van het auteursrecht en die de Nederlandse afdeling vormt van de internationale auteursrechtvereniging ALAI. De leden van de vereniging zijn afkomstig uit kringen van cultuurproducenten, advocatuur,wetenschap, auteursrechtorganisaties en media. De leden ontvangen het zes maal per jaar verschijnende blad Informatierecht/AMI, tijdschrift voor auteurs-, media- en informatierecht. Er zijn momenteel zo'n veertig studentleden. Door deelname aan de vergaderingen en aan studiecommissies, waarvoor ook studentleden zich kunnen aanmelden en waarin zowel de dogmatiek als de praktijk goed zichtbaar worden, kan men zijn kennis en inzicht verder vergroten en de ontwikkelingen op de voet volgen. 200209: Goederenrecht (B2/BN2) Bedrijfseconomie A (BN2/B2) 211203 5.7 mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 40 43875 b.g.g. (06) 546 82911) Rechtsgeleerheid
docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen
mr.drs. P.R. de Geus; mr. J. Scholten week 6 - 15 Het verkrijgen van voldoende kennis op het voor juristen relevante terrein van de financiering van organisaties: ondernemingen en nonprofitorganisaties. De student dient deze kennis in de praktijk te kunnen toepassen op het terrein van de opzet en analyse van het financieel beleid van organisaties, i.h.b. de financiële verslaggeving. Het einddoel is dat de student op elementair niveau een jaarverslag van een onderneming kan lezen en kan interpreteren. De colleges omvatten een inleiding in het financieel beleid en de toepassing daarvan in de financiële verslaggeving. Daarbij wordt de relatie met relevante rechtsgebieden behandeld. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: • balans en winst- en verliesrekening; • behandeling van balansposten; • waardebepaling zowel van individuele bezittingen en schulden als van de onderneming als geheel; • financiering; • analyse van het jaarverslag van een onderneming. Hoor- en toepassingscolleges De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. In dit verband wordt ieder jaar een jaarverslag van een onderneming behandeld. • P.R. de Geus e.a. Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom Juridische uitgevers, 2003, ISBN 90 5454 288 • A.H. Groot, De jaarrekening voor het midden- en kleinbedrijf, SRA 2004. • Syllabus Bedrijfseconomie A. Schriftelijk tentamen. 1. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft momenteel het beleid dat er vrijstelling wordt verleend voor het vak Jaarrekeninglezen uit de Beroepsopleiding voor de advocatuur, indien in de vooropleiding het vak Bedrijfseconomie A in combinatie met Bedrijfseconomie B met voldoende resultaat is afgelegd. 2. Voor dit vak worden dit jaar drie groepen overdag gegeven. Per groep zijn 50 plaatsen beschikbaar. Vanaf medio november 2004 is via blackboard en de website rechten te vernemen op welke wijze u zich voor een groep (digitaal) kunt inschrijven. Studenten die zich niet inschrijven hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 3. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en Bedrijfsrecht. Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. Op 23 november 2004 wordt een voorlichtingscollege gegeven om uw keuze te bepalen. 4. De syllabus Bedrijfseconomie A is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 5. Dit vak wordt in het studiejaar 2004/2005 niet in de avond aangeboden.
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
85
blackboard naam code
studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen
86
Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboard cursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 211355 Een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichtingen Bedrijfsrecht en Fiscaalrecht. 5.7 mr.drs. P.R. de Geus (kamer 7A-38, (020) 404 3875, b.g.g. 06 546 82 911) mr.drs. P.R. de Geus; mr. J. Scholten week 6 - 15 Het financieel inzicht dat dit vak de student wil bijbrengen is met name gericht op situaties waar de fiscaal adviseur, de bedrijfsjurist en de notaris in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen, waarbij de elementaire kennis die de studenten hebben opgebouwd bij het vak Bedrijfseconomie A wordt toegepast en verdiept. Daarnaast zal de student een eenvoudige boekhouding moeten kunnen begrijpen en kunnen opmaken. Het verstrekken van boekhoudkundige basiskennis. Verdieping van de relatie bedrijfseconomie en jaarrekening. Daarnaast worden raakvlakken met het belastingrecht en het vennootschapsrecht belicht. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: - financiële administratie; - dubbel boekhouden; - holdingstructuren, kapitaalbelangen en consolidatie; - aandelenfusie, bedrijfsfusie en juridische fusie; - splitsing; - discontinuïteit en reorganisatie; - inbreng in een onderneming (V.O.F. en B.V.); - fiscale comptabiliteit. De docent zal tijdens de hoorcolleges de te bestuderen stof toelichten en zal verbanden leggen met praktijksituaties waarin de oplossing van een rechtsvraag afhankelijk is van bedrijfseconomische kennis. Tijdens de werkcolleges worden cases behandeld. • P.R. de Geus e.a. Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom Juridische uitgevers, 2003, ISBN 90 5454 288 • A. H. Groot, De jaarrekening voor het midden- en kleinbedrijf, SRA, 2004. • Syllabus Bedrijfseconomie B. Schriftelijk tentamen. 1. Voor deelname aan dit vak wordt voorkennis van Bedrijfseconomie A bekend verondersteld. In Bedrijfseconomie A is de elementaire kennis van de bedrijfseconomie aan de orde gesteld voorzover relevant voor juristen. Zonder deze kennis heeft het volgen van dit vak geen zin. 2. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft momenteel het beleid dat er vrijstelling wordt verleend voor het vak Jaarrekeninglezen uit de Beroepsopleiding voor de advocatuur, indien in de vooropleiding het vak Bedrijfseconomie A in combinatie met Bedrijfseconomie B met voldoende resultaat is afgelegd. 3. Voor dit vak wordt dit jaar één groep overdag en één groep in de avond Rechtsgeleerheid
blackboard voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
gegeven.Vanaf medio november 2004 is via blackboard en de website rechten te vernemen op welke wijze u zich voor een groep (digitaal) kunt inschrijven. Studenten die zich niet inschrijven hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 4. Bedrijfseconomie B is in bachelor 3 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en Bedrijfsrecht. 5. De syllabus Bedrijfseconomie B is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 6. Dit vak wordt in het studiejaar 2004/2005 in de avond aangeboden. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 211203: Bedrijfseconomie A (BN2/B2) Beginselen Europees recht (B1) 200110 5.7 dr. J.W. Sap (kamer 7A-22, tel. (020) 44 46303) dr. J.W. Sap; prof.mr. J.A. Winter; mr. M.L. Smit; dr.mr. R.A. Abdullah Khan week 14 - 16 Het thuis zijn in de elementaire begrippen van het Europese recht, het beschikken over denk- en redeneervaardigheden die nodig zijn voor het het systematisch en creatief kunnen toepassen van deze begrippen op een casus, het kunnen analyseren van arresten van het Hof van Justitie van de EG en het inzicht hebben in het ingewikkelde bouwwerk van de Europese integratie, dat sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Maastricht in 1993 de Europese Unie wordt genoemd. Aan de orde komen de algemene kenmerken van het Europese recht, de institutionele structuur, de besluitvorming, de bronnen en doorwerking van het Europese recht, rechtsbescherming, marktintegratie, gemeenschappelijke regels en externe betrekkingen. Tevens wordt aandacht besteed aan het werk van de Europese Conventie bij het maken van een Europese constitutie. Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding met veel aandacht voor het vergroten van inzicht in de beginselen van Europees recht. Daarnaast worden werkcolleges gegeven, waarin dieper op specifieke onderdelen van de stof wordt ingegaan en de stof wordt toegepast op concrete casusposities. Voor de hoor- en werkcolleges is een actieve voorbereiding vereist en dient de student te beschikken over een actuele wetgevingsbundel. Bij de werkgroepen dient een aantal schriftelijke opdrachten te worden ingeleverd. • Hoor- en werkcollegestof; • R.H. Lauwaars en C.W.A. Timmermans, Europees recht in kort bestek, Deventer, laatste druk; • Collegemateriaal Europees recht, Arresten Institutioneel Europees recht 2003, Den Haag, T.M.C. Asser Press, 2003; • J.W. Sap en M.L. Smit (red). Het hof Wijst, Arresten Beginselen Europees recht, Amsterdam, Vuropa, 2003; • Syllabus Beginselen Europees recht, 2004-2005. (Syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.) Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
87
toetsing opmerkingen blackboard naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator periode doel
88
Schriftelijk tentamen met open vragen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet-geannoteerde wetgevingseditie en de arrestenbundels. Spreekuur dr. J.W. Sap, na afspraak Bij deze cursus wordt bBlackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen bestuursrecht (B1) 200108 5.7 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23 tel. (020) 44 46267) week 14 - 26 Met het vak Beginselen bestuursrecht wordt beoogd de student inzicht te geven in de basisbegrippen en hoofdlijnen van het bestuursrecht. De bedoeling b Bachelorfase zal moeten worden teruggegrepen. Daarnaast wordt van de student verwacht dat deze in staat zal zijn de te verwerven kennis toe te passen op een casus. Na een algemene kennismaking met het huidige bestuursrecht, zullen worden besproken de organisatie van het openbaar bestuur, de toedeling van de bevoegdheden aan bestuursorganen en de verschillende wijzen waarop het bestuur in het dagelijks leven kan ingrijpen. Voorts wordt ingegaan op de bestuursrechtelijke normen die door het bestuur bij de uitoefening van zijn bevoegdheden in acht genomen moeten worden. Daarnaast zal enige aandacht worden besteed aan de handhaving van bestuursrechtelijke regels. Tot slot zullen de beginselen van het systeem van rechtsbescherming tegen de overheid aan de orde worden gesteld. Het vak is opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. • F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht, Kluwer, laatste druk. • syllabus Beginselen bestuursrecht. (De syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.) Het tentamen zal schriftelijk worden afgenomen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen privaatrecht I (B1) 200103 5.7 mr. J.L. Smeehuijzen (kamer 6A-34, tel. (020) 4 446287) week 41 - 52 Het verwerven van inzicht in de verhouding van het privaatrecht tot andere rechtsgebieden en in de opbouw van de boeken 3, 5 en 6 BW. Het verwerven van kennis van de basisbegrippen van het vermogensrecht in de boeken 3, 5, 6 en 7 BW. Het verwerven van kennis van de belangrijkste regels op het gebied van het goederenrecht. Het verwerven van vaardigheid in het oplossen van casus en het daarbij kunnen toepassen van bovengenoemde kennis.
Rechtsgeleerheid
werkwijze
literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
werkwijze
literatuur
toetsing blackboard naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de werkcolleges staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de student een actieve voorbereiding en deelname verwacht. • C.C. van Dam en A.J. Verheij (red.), Privaatrecht als opdracht, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 6e druk 2001; • Syllabus Beginselen Privaatrecht I (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Het tentamen is schriftelijk en bestaat uit enkele casus. De arrestenbundels mogen niet worden meegenomen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen privaatrecht II (B1) 200105 5.7 mr. J.M. Verhagen (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46293) prof.mr. A.J. Akkermans; mr. J.M. Verhagen; prof.mr. C.E.C. Jansen (e.a.) week 2 - 13 Het leerdoel van het vak Beginselen privaatrecht II is dat de student de belangrijkste regels op het gebied van het verbintenissenrecht, waaronder het algemene overeenkomstenrecht en het onrechtmatige daadsrecht alsmede de wetsartikelen uit de Boeken 3, 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kan toepassen op eenvoudige feitelijke situaties (casus). Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de werkcolleges staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. • C.C. van Dam en A.J. Verheij (red.), Privaatrecht als opdracht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2001, zesde druk; • A.V.T. de Bie en J. de Jong van Lier, Zeug geel 113, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2004, vierde druk; • Syllabus Beginselen Privaatrecht II (verkrijgbaar in de VU boekhandel). Het tentamen is schriftelijk en bestaat uit enkele casus. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen staatsrecht (B1) 200104 5.7 prof.mr.drs. B.P. Vermeulen (kamer 6A-19, tel. (020) 44 46264) week 41 - 5 Het kennen van de elementaire begrippen van het nationale en het internationale publiekrecht, het kunnen toepassen van deze begrippen op eenvoudige casus en het inzicht hebben in het functioneren van een democratische rechtsstaat, mede binnen de internationale rechtsruimte. Aan de orde komen onderwerpen als de betekenis van constitutie, grondwet Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
89
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
90
en internationale verdragen, de inrichting en de werking van de staatkundige samenleving, grondrechten, begrippen als rechtsstaat en democratie alsmede verschillende soorten regelgeving. Bovendien worden de ontwikkeling van de bevoegdheden van de Nederlandse overheid in het licht van het internationale en Europese recht alsmede de rechtsbescherming tegen de overheid binnen het geheel van de Nederlandse staatsinrichting behandeld. Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding. Daarnaast worden werkcolleges verzorgd, waarin dieper op de verschillende onderdelen van de stof wordt ingegaan. Op de werkcolleges wordt een actieve deelname verwacht in die zin, dat men de bijbehorende vragen en opdrachten uit het Werkboek heeft voorbereid. Zowel op de hoor- als op de werkcolleges dient men een wetgevingsbundel paraat te hebben. • Hoor- en werkcollegestof; • M.C. Burkens, H.R.B.M. Kummeling, B.P. Vermeulen, R.J.G.M. Widdershoven, Beginselen van de democratische rechtsstaat, Deventer (meest recente druk); • M.L.W.M. Viering e.a., Staatsrecht. Jurisprudentie 1849-1999, Ars Aequi, Nijmegen 2003. • Syllabus Beginselen staatsrecht (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet-geannoteerde wetgevingseditie. Spreekuur: volgens afspraak. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen strafrecht (B1) 200102 5.7 mr. B. de Wilde (kamer 5A-32, tel. (020) 44 46233) mr. C.J. Petiet; mr. B. de Wilde; mr. M.J. Kronenberg; mr. E. Pans week 41 - 52 Het aanleren van elementair inzicht in het geldende strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staan. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casus op het gebied van materieel en formeel strafrecht op te lossen. Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. De belangrijkste materieelrechtelijke leerstukken 'zoals opzet en culpa, strafuitsluitingsgronden en poging' en de hoofdlijnen van het strafproces, inclusief mensenrechten, komen aan de orde. • Hoorcolleges. Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Het eerste hoorcollege is een inleiding tot rechtsbronnen die voor de bestudering van het strafrecht van belang zijn. • Werkcolleges. Tijdens de werkcolleges wordt dieper op de stof ingegaan. De opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Iedere week maken casusvragen deel Rechtsgeleerheid
•
•
literatuur
• • •
uit van de werkgroepopdrachten. In de laatste week wordt een recent tentamen besproken aan de hand van de modelantwoorden en modelnormering. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van casusvragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. Werkgroepen. Studenten die actiever en dieper op de stof willen ingaan kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. Tijdens de werkgroepen komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkcolleges. Blackboard. Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Hierop worden onder andere mededelingen gedaan en collegedictaten en andere documenten gepubliceerd. M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2003, ISBN 9013004776, prijs ¿ 31,00 Syllabus Werkboek Beginselen strafrecht Syllabus Jurisprudentie Beginselen strafrecht
Het boek en de syllabi zijn verkrijgbaar in de VU Boekhandel. toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing blackboard
Schriftelijk tentamen met open vragen, waarbij de nadruk ligt op casusoplossen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen volkenrecht (B3) 200375 2.9 mr. L.J. van den Herik (kamer 7A-20, tel. (020) 44 46308) dr. H.M.G. Denters; prof.dr. N.J. Schrijver; mr. L.J. van den Herik week 45 - 49 Het verwerven van inzicht in de structuur en beginselen van het volkenrecht. De student dient in staat te zijn om elementaire rechtsproblemen van internationale aard ter herkennen en op te lossen door toepassing van de rechtsbronnen. Dit vak behandelt de elementaire leerstukken van het volkenrecht. Hierbij komen onder meer aan de orde: bronnen, rechtssubjecten, jurisdictie en immuniteiten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan specifieke deelgebieden van het volkenrecht, zoals vrede en veiligheid. Hoor- en werkcolleges. • Rebecca M.M. Wallace, International Law, London: Sweet & Maxwell, 4th ed., 2002. • Elementair Internationaal Recht. T.M.C. Asser Press, laatste druk. • Syllabus Beginselen volkenrecht, verkrijgbaar in de VU-boekhandel. Schriftelijk tentamen. Tijdens het tentamen mogen de syllabus en Elementair Internationaal Recht geraadpleegd worden. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU.
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
91
naam code docenten studiepunten periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing naam code
studiepunten docenten
periode doel
92
Belastingen van rechtsverkeer (M notarieel recht) 211416 mr. W.J.J.G. Speetjens (kamer 7A-34, tel. (020) 44 46315); mr. M.R. Kremer (kamer 7A-32, tel. (020) 44 46314) 5 week 6 - 15 Grondige kennis van en inzicht in de toepassing van de overdrachtsbelasting, de kapitaalsbelasting en de formaliteit van registratie, zodanig dat u in de notariële praktijk op deze terreinen in korte tijd goed kan functioneren. Wetgeving, uitvoeringsregelingen en jurisprudentie inzake de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de omzetbelasting 1968 voor wat betreft de levering van onroerend goed en de Registratiewet 1970. Hoorcollege: tien weken van drie uur. Werkcollege: vier weken van twee uur.. C.J.M. Martens en J. van Straaten, Wegwijs in de Successiewet en de wet op belastingen van rechtsverkeer, Vermande, (8e druk). Schriftelijk tentamen, korte open vragen. Belastingrecht (M notariaat) 211414 2114141 werkgroepen (10 studiepunten) 2114142 tentamen (8 studiepunten) 18 prof.dr. M.P. van Overbeeke (kamer 7A-28, tel. (020) 444 6312); mr. H.A. Brasz (kamer 7A-28, tel. (020) 444 6312); mr. R.T.B.M. Gerritsen (kamer 7A-30, tel. (020) 444 6313); mr. A.G.M. Bout-van Dijk (kamer 7A30, tel. (020) 444 6313) week 37 - 15 In toenemende mate worden juristen werkzaam in bestuurlijke functies, advocatuur en bedrijfsleven geconfronteerd met gecompliceerde problematiek, waarbij fiscale aspecten een belangrijke en veelal doorslaggevende rol spelen. De jurist dient als intermediair te kunnen fungeren tussen opdrachtgevers (bijvoorbeeld ondernemingen en/of particulieren) en fiscale specialisten, m.a.w. fiscale problematiek te onderkennen. Dit wordt van steeds meer belang nu het belastingrecht jaarlijks gecompliceerder wordt en de fiscale gevolgen van allerlei beslissingen materieel een voortdurend grotere rol spelen. Het internationaal belastingrecht wint daarbij sterk aan betekenis als aspect van internationale juridische en economische betrekkingen. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Voorts dient men de basiskennis te verdiepen door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van cases, zodat men later in de praktijk fiscale aspecten kan onderkennen. Het is daartoe wenselijk de studie in het vak belastingrecht vanaf de aanvang van het studiejaar ter hand te nemen, aangezien het programma is gericht op het verwerven van (kritisch) inzicht
Rechtsgeleerheid
inhoud
werkwijze
literatuur
en het leggen van verbanden met andere maatschappelijke en economische vraagstukken. Het belastingrecht is aan permanente verandering onderhevig. In verband hiermee is de studie van dit vak gericht op het leren onderkennen van de fiscale problematiek, die voortvloeit uit bepaalde juridische en economischmaatschappelijke vraagstukken. Deze methodiek prevaleert daarom boven het verwerven van parate-feitenkennis, zonder nochtans dit laatste te onderschatten. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Daarnaast worden capita selecta uit de belastingwetenschap behandeld, zoals de economische betekenis van de belastingen; het verband tussen belastingen, maatschappij en recht; grondslagen van een rechtvaardig belastingstelsel in het licht van inkomensverdeling en collectieve uitgaven, e.d. Aan het begin van het collegejaar wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. De hoorcolleges worden gegeven in het eerste semester gedurende vier uur per week en in het tweede semester, gedurende twee uur per week. In totaal minimaal 52 college-uren, waarvan 20 uren belastingwetenschap (capita). Tevens wordt - in het tweede semester - een werkcollege Techniek van de belastingheffing gegeven (20 college-uren). Op het werkcollege wordt een aantal vraagstukken behandeld, welke tevoren door de studenten worden voorbereid. Hierbij komen met name aan de orde problemen met betrekking tot fiscale winstberekening, de fiscale balans, het aanmerkelijk belang, de inkomsten uit sparen en beleggen, alsmede enkele problemen op het gebied van de vennootschapsbelasting, internationaal en europees belastingrecht alsmede de omzetbelasting. Indien de werkcolleges onvoldoende resultaat opleveren, dient men deze (deels) over te doen. In bijzondere situaties kan in overleg met de docent een aanvullend werkstuk gemaakt worden Verplichte literatuur • H.J. Hofstra e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht, Deventer; • L.G.M. Stevens, Elementair Belastingrecht voor Economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk (bedoeld als inleiding en orientering op de stof). • A.J. van Soest en anderen, Belastingen, Gouda Quint, Arnhem, laatste druk. (standaardwerk) • Belastingwetten, SDU of, Kluwer of Vermande, uitgave 2004. • M.P. van Overbeeke, Compendium Belastingrecht, 2004. De laatste uitgave is - als syllabus - verkrijgbaar bij de VU Boekhandel. In verband met de dynamiek in het belastingrecht dient men van alle literatuur steeds de laatste druk te raadplegen c.q. bijgewerkte losbladige uitgaven. Ter oriëntatie aanbevolen literatuur • Weekblad voor Fiscaal Recht (weekblad). • Belastingbeschouwingen (maandblad). • Vakstudie Nieuws, Beslissingen Nederlandse Belasting Rechtspraak. (B.N.B.), • FED-losbladig Fiscaal Weekblad. • De Wegwijsserie, uitgaven van Kon.Vermande Lelystad Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
93
H. Mobach, e.a., Cursus Belastingrecht (losbladig naslagwerk), uitgegeven in zeven banden, Gouda Quint/Noorduyn. Naslagwerken • Fiscale Encyclopedie de Vakstudie, Kluwer (zeer uitgebreid, losbladig). • Elsevier Belastinggids Inkomstenbelasting (wordt jaarlijks uitgegeven). • Fiscale Monografieën, Kluwer. • FED Fiscale Brochures (praktische toelichtingen op diverse onderwerpen). Bibliotheken Juridische en Economische Bibliotheek VU, alsmede de grootste (internationaal) georiënteerde bibliotheek, Het Internationaal Belastingdocumentatiebureau, Wenckebachweg 210, Amsterdam (AmstelBedrijvenpark). Het tentamen Belastingrecht wordt uitsluitend schriftelijk (open vragen) afgenomen en bestaat uit een theoretisch deel, gebaseerd op de hoorcolleges en een praktisch deel, waarbij de werkcollegestof centraal staat. Op het tentamen mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van de pocketeditie Belastingwetten, uitgeverij SDU of Vermande, zonder toevoegingen. Zowel de hoor- als werkcolleges vormen verplichte tentamenstof. Het tentamen heeft, inclusief de voor de werkcolleges voldoende gemaakte werkstukken een studiebelasting van 18 punten. Deze studiebelasting is in principe ondeelbaar, maar tentamen en werkcolleges dienen elk afzonderlijk een voldoende resultaat op te leveren. Het werkcollege heeft zonder het tentamen geen zelfstandige betekenis. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. •
toetsing
blackboard naam code
studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur 94
Bestuursprocesrecht (B3/M) 201766 Bestuursprocesrecht is ook één van de zeven keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht. 6 mr. P.A. Willemsen (kamer 6A-28, tel. (020) 44 46272); mr. Y.E. Schuurmans (kamer 6A-10, tel. (020) 44 46262) week 6 - 15 Verdieping van de kennis en het inzicht in een aantal leerstukken van het bestuursprocesrecht in de praktijk van de bestuursrechtelijke procedure en het aanleren van een aantal praktische vaardigheden: het opstellen van processtukken en het pleiten. De praktische component bestaat ui het behandelen van een concrete zaak. Het theoretische gedeelte bestaat uit drie hoorcolleges waarin de rol van de rechter in de bodemprocedure, bewijzen in de bestuursrechtelijke procedure en snelheid van de bestuursrechtspraak aan de orde komen. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt een casus uitgedeeld. Afhankelijk van zijn rol schrijft elke student gedurende het trimester een bezwaar- en een beroepschrift of een beslissing op het bezwaar en een verweerschrift. Daarnaast zal college worden gegeven over een aantal onderdelen van het bestuursprocesrecht Syllabus Bestuursprocesrecht (verkrijbaar in de VU-boekhandel). Rechtsgeleerheid
toetsing opmerkingen
blackboard voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
Het cijfer wordt voor een groot deel bepaald door de opdracht. Voor het overige deel door een in omvang beperkt tentamen De opzet van het vak impliceert een actieve inbreng van de studenten en doet derhalve niet alleen beroep op enige basiskennis (verkregen uit het vak Bestuursrecht II) maar ook op de interesse van de student voor het procesrecht. Het stelt de studenten tevens in staat uitdrukkingsvaardigheden (schriftelijk en mondeling) te oefenen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200211: Bestuursrecht I (BN2) 200353: Bestuursrecht II (B3) (wordt sterk aanbevolen.) Bestuursrecht I (BN2) 200211 5.7 (studiejaar 2004-2005 alleen voor Notariaat- en deeltijdstudenten Voor Nederlands recht studenten wordt het vak dit studiejaar niet gegeven. prof.mr. S.E. Zijlstra (kamer 6A-21, tel. (020) 44 6265) week 16 - 26 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzonder gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete bestuursrechtelijke rechtsvraag (het oplossen van een casus); de tweede manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen van) het bestuursrecht. Om dit doel te bereiken is het nodig dat u feitelijke kennis omtrent bestuursrechtelijke onderwerpen verwerft: wat is de organisatie van het bestuur, welke bevoegdheden zijn er etc. Bovendien moet u de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen doorzien: op welke wijze hangt de toekenning van bestuursbevoegdheden samen met de organisatie van het bestuur. Het bestuursrecht heeft betrekking op het openbaar bestuur: de uitvoerende macht van de overheid. Het bestuursrecht houdt regels in voor het functioneren van het openbaar bestuur (hierna: het bestuur) en de relatie van het bestuur tot de burgers. Tot het bestuur behoren bijvoorbeeld de gemeenten, provincies, waterschappen en ministeries. Wat het bestuursrecht regelt, is samen te vatten in vijf onderwerpen: • de organisatie van het bestuur; • de bevoegdheden van het bestuur; • de normen waaraan het bestuur zich moet houden; • de handhaving door het bestuur van de voor burgers geldende rechtsnormen; • de rechtsbescherming die burgers kunnen inroepen tegen beslissingen en handelingen van het bestuur. Bij het vak Bestuursrecht I worden de eerste vier onderwerpen bestudeerd en bij het vak Bestuursrecht II gaat het om het laatste onderwerp, zij het dat er bij Bestuursrecht I in globale zin al op vooruit wordt gelopen. Hoorcolleges en werkcolleges. Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
95
literatuur toetsing blackboard voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing 96
H.D. van Wijk, Hoofdstukken van bestuursrecht, herzien door W. Konijnenbelt en R.M. van Male, laatste druk. Schriftelijk tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200108: Beginselen bestuursrecht (B1) Bestuursrecht II (B3) 200353 2.9 mr. P.A. Willemsen (kamer 6A-28, tel. (020) 44 46272) mr. P.A. Willemsen; prof.mr. S.E. Zijlstra; mr. A. van Dijk week 45 - 52 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete bestuursrechtelijke rechtsvraag (het oplossen van een casus); de tweede manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen van) het bestuursrecht. Om dit doel te bereiken is het nodig dat u feitelijke kennis omtrent bestuursrechtelijke onderwerpen verwerft: wat is de organisatie van het bestuur, welke bevoegdheden zijn er etc. Daarnaast moet u op de hoogte raken van de achtergronden van die onderwerpen: waarom is voor een bepaalde organisatie gekozen, waarom zijn bepaalde bevoegdheden toegekend etc. Bovendien moet u de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen doorzien: op welke wijze hangt de toekenning van bestuursbevoegdheden samen met de organisatie van het bestuur. Het bestuursrecht heeft betrekking op het openbaar bestuur: de uitvoerende macht van de overheid. Het bestuursrecht houdt regels in voor het functioneren van het openbaar bestuur (hierna: het bestuur) en de relatie van het bestuur tot de burgers. Tot het bestuur behoren bijvoorbeeld de gemeenten, provincies, waterschappen en ministeries. Wat het bestuursrecht regelt, is samen te vatten in vijf onderwerpen: • de organisatie van het bestuur; • de bevoegdheden van het bestuur; • de normen waaraan het bestuur zich moet houden; • de handhaving door het bestuur van de voor burgers geldende rechtsnormen; • de rechtsbescherming die burgers kunnen inroepen tegen beslissingen en handelingen van het bestuur. Binnen het vak Bestuursrecht II (B3) wordt het laatste onderwerp bestudeerd; bij het vak Bestuursrecht I (B2/BN2) gaat het om de eerste vier. Hoorcolleges en werkcolleges. • Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male, Hoofdstukken bestuursrecht, Den Haag: Elsevier juridisch 2002, 12e druk. • Een syllabus. Schriftelijk tentamen. Rechtsgeleerheid
blackboard voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvakken naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200108: Beginselen bestuursrecht (B1) Betaling, zekerheden en verhaal (B3/M) 201562 6 mr. B. Breederveld (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46293) prof.mr. B. Wessels; mr. B. Breederveld (e.a.) week 39 - 47 Het vak richt zich op het verkrijgen van inzicht in een aantal aspecten van de gevolgen van betalingsonmacht van de schuldenaar bezien vanuit de positie van de schuldeiser. In dit vak wordt aandacht besteed aan de positie van schuldeisers, zoals financiers en leveranciers, bij wanbetaling en betalingsonmacht van de schuldenaar. Aandacht wordt besteed aan het betalingsverkeer in het algemeen, de zekerheden voor financiers en leveranciers, algemene voorwaarden, bankgarantie en borgtocht, verrekening, aansprakelijkheid van derden en regres, beslag en executie. acht hoorcolleges van twee uur. Wordt nader vastgesteld en bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. Dit vak is mede bedoeld voor studenten die de Bedrijfsrechtelijke afstudeerrichting volgen. 200209: Goederenrecht (B2/BN2) 200205: Contractenrecht (B2/BN2) Bijbel, christelijk geloof en recht (B3/M) 201830 201829: 3 studiepunten prof.mr. A. Soeteman; dr. J.W. Sap (kamer 7A-22, tef. (020) 444 6303) 6 week 16 - 26 Doel van dit vak is studenten die in de relatie tussen bijbel, christelijk geloof en recht geïnteresseerd zijn mogelijkheden te geven bepaalde thema¿s nader uit te diepen. Daarbij is de kennis van en inzicht in de standpunten van anderen een eerste stap om te komen tot een eigen mening en onderlinge discussie. De centrale vragen die in dit vak aan de orde komen zijn de volgende: 1. Welke rol speelt het recht in de bijbel? 2. Welke rol spelen de bijbel en het christelijk geloof in het recht? De nadruk zal op de tweede vraag liggen. Deze vragen zijn op talloze manieren uit te werken. Om een aantal onderwerpen te noemen: - het sociale recht iin de bijbel (de zorg voor weduwen en wezen); - het strafrecht in de bijbel; - het proces van Jezus; - recht in het nieuwe testament; - christelijke staatsvisies; Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
97
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code
studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud
98
- de visie van Paul Scholten op het recht; - medezeggenschap (o.a. in ondernemingen); - de verhouding tussen (positief) recht en gerechtigheid; - eerbied voor het leven. - vreemdelingenrecht. Een paper en een literatuurpakket. Bij voldoende belangstelling (meer dan tien studenten) zal eventueel een syllabus worden uitgegeven Mondeling tentamen en/of paper. Schriftelijk aanmelden vòòr 1 maart 2005. Burgerlijk procesrecht (B3/M) 201846 Dit keuzevak maakt ook onderdeel uit van het vak Verdieping burgerlijk procesrecht (201845) 6 prof.mr. C.J.J.C. van Nispen; mr. E.F. Tjittes-Groot; mr. H.L.G. Wieten (kamer 6A-30, tel. (020-44 46283)) week 3 - 7 (N.B.: een andere periode dan gebruikelijk in de masterfase) Kennis en begrip van enkele deelonderwerpen van het burgerlijk procesrecht en verdieping van inzicht in de wijze van procederen. Het deelonderwerp dat wordt behandeld is het bewijsrecht. Dit is een belangrijk onderdeel van het burgerlijk procesrecht, omdat de winst of het verlies van de procedure vaak afhangt van de bewijsbaarheid van de stellingen van een partij. Het is voor de student die in de praktijk gaat werken dan ook onmisbaar om kennis te hebben van het bewijsrecht. Aan de orde komen: de stelplichten en bewijslast; schriftelijk bewijs; (voorlopig) bewijs door getuigen en deskundigen en (voorlopige) descente. Hoorcolleges in week 3 tot en met week 6 en tentamen in week 7. Syllabus (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Tentamen Het aantal deelnemers is onbeperkt. 200210: Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2) Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2) 200210 5.7 prof.mr. C.J.J.C. van Nispen; mr. E.F. Tjittes-Groot (kamer 6A-30, tel. (020) 44 46283); mr. H.L.G. Wieten week 14 - 22 Kennis van en inzicht in de hoofdlijnen van het burgerlijk procesrecht en het faillissementsrecht. Inzicht in nieuwe ontwikkelingen binnen de beide rechtsterreinen. Een nevendoel is dat men zich (verder) bekwaamt in de bestudering van jurisprudentie en de oplossing van casus. De volgende hoofdonderdelen komen aan de orde: de rechterlijke organisatie en de rol en bevoegdheid van de rechter; de dagvaardings- en verzoekschriftenprocedure in eerste aanleg; bewijs; rechtsmiddelen; het kort geding; executie- en beslagrecht en faillissementsrecht. Rechtsgeleerheid
werkwijze
literatuur
toetsing blackboard voorkennisvakken subject code credits co-ordinator lecturer period aim
content
form of tuition
Studenten kunnen zelf een werkwijze kiezen. Wekelijks worden twee soorten colleges verzorgd: extensieve hoorcolleges en intensieve werkgroepen. Tijdens de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen van de stof; van de studenten wordt geen actieve inbreng verwacht. Tijdens de werkgroepen wordt dieper op de stof ingegaan aan de hand van casus. Van studenten wordt verwacht dat zij de leerstof bestuderen en de casus voorbereiden en vooraf schriftelijk inleveren. Studenten die de colleges niet voorbereiden, worden door de docent geweigerd bij de werkgroepen; zij kunnen de hoorcolleges bijwonen. De oplossing van de casus wordt summier op blackboard gezet. • Studiereeks Burgerlijk Procesrecht, deel I tot en met VI, Kluwer, Deventer, laatste drukken; • C.J.J.C. van Nispen, A.W. Jongbloed en G.J. Meijer, Rechtspraak Burgerlijk procesrecht, 3e druk, Vermande, 2002; (wordt aanbevolen) • De op blackboard voor de werkgroepen opgegeven arresten. Deze staan alle in de aanbevolen arrestenbundel. Schriftelijk tentamen met multiple choicevragen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200103: Beginselen privaatrecht I (B1) 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) Capita Selecta European Private Law (B3/M) 200930 6 dr.mr. M.H. Elferink (room 6A-35, telephone +31 (0)20 44 46288) dr.mr. M.H. Elferink (and others lectures) (2) The main goal of this course is that students gain active knowledge of the sources of EU Law, particularly on private law. By the end of this course, students will be able to: understand the influence this sources have on the internal systems of Member States; • understand the influence of EC-directives as sources of EC Law in particular; • gain more in depth knowledge on the contents of some particular ECdirectives and their influence on Dutch national law; • are able to present their knowledge on a few selected fields orally and in writing; • are able to give a critical analysis of this specific knowledge. This course is intended to help you gain insight in the law originating from the European Union and the Council of Europe and the influence it has on the internal systems of Member States, particularly on private law. Special attention will be paid to product liability, environmental liability, contract law, e-commerce and family law. The selected fields of study (may) vary each year. Although very different in character, these subject areas have the strong influence of European law in common. The program will consist of a number of lectures and workshops over a period of nine weeks, four hours per week. All students enrolled in the course are expected to attend every session and to participate actively. Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
99
literature mode of assessment remarks
reqd. subjects
naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennisvak naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud werkwijze literatuur
100
Reader (VU Bookstore). Grades will be based on an oral presentation, papers and/or written assignments and participation. This course is meant for our guest-students from abroad as well as for the regular students of our faculty. It may be of particular interest for those who aim a career as a lawyer or attorney engaged in international practice. An active command of the English language is prerequisite. 200205: Contractenrecht (B2/BN2) (for dutch students only) 200209: Goederenrecht (B2/BN2) (for dutch students only) 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) (for dutch students only) Capita selecta IT en recht (B3/M) 201543 3 prof.mr. H.W.K. Kaspersen (kamer 5A-35, tel. (020) 44 46231) week 37 - 26 (naar keuze) Verdere verdieping van de kennis in een der (actuele) onderwerpen van ITrecht of van IT voor Juristen. Het onderwerp en de vorm van de studie worden bepaald in overleg met de docent die verantwoordelijk is voor de begeleiding en de beoordeling. Mits voldaan wordt aan de studiebelasting zijn vele vormen mogelijk, zoals een kleine scriptie, een wetenschappelijke boekbespreking, een noot bij een gerechtelijke uitspraak of het ontwerp van een computerprogramma. Individuele begeleiding en een werkstuk. Afhankelijk van het gekozen onderwerp. Beoordeling werkstuk. 200367: IT en recht (B3/M) Capita selecta belastingrecht (M) 201551 4 prof.dr. M.P. van Overbeeke (kamer 7-28, tel. (020) 44 46312); mr. H.A. Brasz (kamer 7A-28, tel. (020) 44 46312) week 37 - 52 Het verwerven van kennis en inzicht in de betekenis van het belastingrecht voor de maatschappelijke structuur en ontwikkeling; het verwerven van enige kennis en inzicht met betrekking tot de overheidsfinanciën en de verhouding met de belastingheffing. In de hoorcolleges worden enkele capita selecta op het gebied van de belastingwetenschap behandeld. Tevens wordt aandacht geschonken aan de plaats van het belastingrecht in de samenleving. Gedurende tien weken wordt twee uur per week hoorcollege gegeven. Verplichte literatuur. • H.J. Hofstra e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht, Kluwer, 8e druk 2002. • L. Koopmans e.a., Overheidsfinanciën, Stenfert Kroese, Groningen. • Syllabus Capita selecta belastingrecht, (verkrijgbaar bij de VUboekhandel). Rechtsgeleerheid
toetsing voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docent periode doel
werkwijze literatuur toetsing blackboard voorkennisvakken
Schriftelijk of mondeling tentamen, twee maal per jaar. 200362: Inleiding belastingrecht (B3) Capita selecta pensioenrecht (B3/M) 201775 6 prof.mr. E. Lutjens (kamer 6A-24, tel. (020) 44 46268) week 16 - 26 Juridische verdieping van het vak Pensioenrecht. In dit vak wordt een volledig overzicht gegeven van de diverse juridische aspecten betreffende pensioenvoorzieningen. In dit verdiepingsvak zal één bijzonder onderwerp nader uitgediept worden. De inhoud kan jaarlijks veranderen, rekening houdend met hetgeen op dat moment actueel is. Na twee inleidende colleges schrijven studenten een werkstuk over een deelonderwerp binnen het gekozen onderwerp. De voortgang van het werkstuk wordt op colleges gerapporteerd en besproken. Nader op te geven. Werkstuk en mondeling tentamen. Spreekuur: in beginsel elke donderdag van 10.00 - 11.00 uur, kamer 6A-24. 201804: Pensioenrecht (B3/M) Casus recht (B2/BN2) 200214 0 mr. S.A.P. Moerman (kamer 6A-35, tel. (020) 44 46288) mr. S.A.P. Moerman (e.a.) week 14 - 26 De casus recht is deel van het vaardighedenonderwijs. In tweetallen moeten studenten een casus op het terrein van het vermogensrecht, personen en familierecht of burgerlijk procesrecht zelfstandig uitwerken en oplossen. Studenten dienen zelf de hiervoor benodigde literatuur, rechtspraak en andere bronnen te zoeken, zoals geleerd in het vak rechtzoeken. Het resultaat moet een paper zijn waarin de casus is uitgewerkt/opgelost. De paper dient geschreven te zijn volgens de standaarden zoals bij het projectonderwijs in het eerste jaar is geleerd. Voor enkele studenten is er ook een mogelijkheid een casus staatsrecht te maken. Voor dit vak wordt geen onderwijs gegeven. In tweetallen moeten studenten een casus op het terrein van het vermogensrecht, personen en familierecht of burgerlijk procesrecht zelfstandig uitwerken en oplossen. De gehele bibliotheek en alle databanken. Een paper met de casusuitwerking/oplossing. Iedere paper wordt met de studenten doorgesproken. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) 200103: Beginselen privaatrecht I (B1)
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
101
200109: Project (B1) naam code studiepunten lecturer periode aim content
literature mode of assessment naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud werkwijze
literatuur toetsing
102
Children's Rights from an International Perspective (B3/M) 200928 6 prof.dr. J.C.M. Willems (room 6A-29, telephone +31 (0)20 44 46282) week 6 - 14 (8 sessions) The course will provide the student with in depth understanding of the content and implementation at the national level of the UN Convention on the Rights of the Child. The course will deal with the content, interpretation, implementation and monitoring of the UN Convention on the Rights of the Child (CRC) as one of the international Human Rights instruments. Attention will be paid to the possible impact of the CRC on national legislation, policy and practice. Various specific topics like child abuse, neglect and exploitation, harmful traditional practices, transgenerational discrimination, participation and rehabilitation (reparation and re-integration), aims of education, and others selected by students, will be presented and discussed more in depth. Jan C.M. Willems (ed.), Developmental and Autonomy Rights of Children; Empowering Children, Caregivers and Communities, Intersentia: Antwerp, Groningen, Oxford 2002, and selected texts/websites. Based on the student's notes or drafts, presentation and a written exam or final paper. Contractenrecht (B2/BN2) 200205 mr. S.A.P. Moerman (kamer 6A-35, tel. (020) 44 46288) prof.mr. C.E.C. Jansen; mr. S.A.P. Moerman 5.7 week 42 - 52 Het verwerven van een gedegen basiskennis van het vermogensrecht en een goed inzicht in de structuur van contractenrecht. Het zelfstandig kunnen bestuderen en hanteren van de wet, rechtspraak, handboeken en andere relevante bronnen. Het kunnen toepassen van de verworven kennis, het verworven inzicht en de verworven vaardigheden bij het oplossen van theoretische vragen en casus. Centraal staat het contractenrecht. De vakken Contractenrecht en Goederenrecht hebben organisatorisch in grote lijnen dezelfde opzet. De vakken worden gedoceerd aan het begin van het eerste, tweede respectievelijk derde trimester. Er worden hoorcolleges en werkcolleges gegeven. De hoorcolleges zijn grotendeels overzichtscolleges en voor een klein deel thematische colleges. Voor de werkcolleges dient men zich aan het begin van het trimester in te schrijven. Van de aanwezigen wordt verwacht dat zij de opdrachten hebben voorbereid; daarop kunnen zij door de docent worden aangesproken. Wordt bekendgemaakt in de syllabus. Het schriftelijk tentamen is geen openboektentamen. Er mag slechts gebruikgemaakt worden van ongeannoteerde wetboeken en arrestenbundels. Rechtsgeleerheid
blackboard voorkennisvakken naam code
studiepunten coördinator docent periode doel
werkwijze
literatuur toetsing blackboard voorkennisvakken
Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankeljik is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200103: Beginselen privaatrecht I (B1) 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) Contracteren in de praktijk (B3/M) 200370 Voor de afstudeerrichting privaatrecht is het ook één van de drie keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak. 6 mr. R. le Roy (kamer 6A-37, tel. (020) 44 46292) prof.mr. C.E.C. Jansen (e.a.) week 6 - 15 Dit vak vormt een verdieping van de basiskennis die is verworven in het vak Contractenrecht. Doel is om in het kader van de koopovereenkomst meer kennis te krijgen van en inzicht te bieden in bij uitstek veel voorkomende praktijkvragen bij het aangaan van een koopovereenkomst (o.a. aansprakelijkheid bij afbreken van onderhandelingen, letters of intent, `subject to'-clausules), conformiteit, onderzoeks- en mededelingsplichten, uitleg van contractsclausules en -garanties, materiële en processuele aspecten van remedies, ontbinding en opzegging, internationale koop (EG-richtlijnen, Weens Koopverdrag), koop van vermogensrechten (effecten, goodwill, know how) en de financiële afwikkeling van koopcontracten (o.a. letters of credit, bankgaranties). Omdat de docenten zich baseren op hun praktijkervaring in advocatuur, international adviespraktijk en rechterlijk macht laten zij zich leiden door de vraag wat in de praktijk relevant is. Om dezelfde reden is ervoor gekozen om genoemde thema's primair in verband te brengen met de overeenkomst die in de praktijk het meest veelvuldig voorkomt, namelijk de koopovereenkomst, in het bijzonder B-B (tussen bedrijven als contractspartners). Door middel van vier verplicht in te leveren casus wordt de student gestimuleerd actief met de stof om te gaan en doet hij onder meer ervaring op met het opstellen, analyseren en interpreteren van contractsclausules. Het vak is een must voor een ieder die werkzaam wil zijn in de (internationale) commerciële praktijk. Deelname aan het vak vooronderstelt een sterke mate van zelfwerkzaamheid. Tijdens de acht werkcolleges wordt voortgebouwd op voorbereidingsactiviteiten die de studenten voorafgaande aan het college dienen te verrichten, zoals het vinden en bestuderen van literatuur en jurisprudentie. Het doel daarvan is om in samenwerking met medestudenten tijdens de colleges een aantal relevante vragen te kunnen beantwoorden. • Syllabus Contracteren in de praktijk (verkrijgbaar in de VU boekhandel). Let op: deze syllabus bevat slechts basisliteratuur op basis waarvan studenten zelf aanvullende materiaal moeten vinden en bestuderen. Het vak wordt afgesloten met een tentamen dat bestaat uit het schrijven van een paper (tijdens de cursus) en het beantwoorden van een schriftelijke tentamenvraag (aan het einde van de cursus). Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200205: Contractenrecht (B2/BN2) Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
103
200209: Goederenrecht (B2/BN2) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
104
Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) 200107 8.6 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel. (020) 44 46326) prof.mr. A. Soeteman; drs. A.J. Wolthuis; mr. J. Zwart week 6 - 22 Het vak Encyclopedie der rechtswetenschap I bestaat uit twee onderdelen: Geschiedenis van de rechtsfilosofie (de omvangrijkste component) en Argumentatieleer. Bij Geschiedenis van de rechtsfilosofie gaat het om kennis van een aantal belangrijke stromingen in het westerse denken over recht en staat. Bij Argumentatieleer gaat het om kennis van de verschillende wijzen van argumentatie, die bij het juridische redeneren relevant zijn, en het kunnen toepassen daarvan op eenvoudige juridische teksten. In het onderdeel Geschiedenis worden een aantal teksten van belangrijke (rechts)filosofen vanaf Plato behandeld. In die teksten komen centrale vraagstukken rond recht, staat en macht, rond waarden als vrijheid en gelijkheid, betreffende de verhouding tussen recht en moraal en dergelijke aan de orde. In het kader van argumentatieleer komen de volgende onderwerpen aan de orde: (juridisch) redeneren, logica en recht, tekstanalyse, analyse van (juridische) argumentatie, drogredenen. Het onderwijs in beide onderdelen van Encyclopedie I wordt verzorgd in de vorm van hoorcolleges en werkcolleges. Bij de werkcolleges, waarin intensief de voorgeschreven stof wordt behandeld, wordt een actieve voorbereiding en deelname van de student verwacht in die zin, dat hij de in de literatuur geformuleerde vragen en opdrachten vooraf schriftelijk moet beantwoorden, respectievelijk uitvoeren. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. • Reader Geschiedenis van de rechtsfilosofie 2005; • Syllabus Juridische argumentatie 2005; • Collegestof. Het tentamen Encyclopedie I wordt schriftelijk afgenomen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) 200206 8.6 mr.drs. W.J. Veraart (kamer 7A-35, tel. (020) 444 6325) prof.mr. A. Soeteman; prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld; mr.drs. W.J. Veraart week 38 - 52 De bedoeling van het vak Encyclopedie der rechtswetenschap II is handvatten aan te reiken, die de studenten helpen (beter) te gaan nadenken over een aantal fundamentele vragen met betrekking tot het recht, inzicht te krijgen in sociaal-maatschappelijke aspecten van het recht en (beter) inzicht
Rechtsgeleerheid
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen blackboard voorkennisvak naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
te krijgen in normatief-ethische aspecten van het recht. De volgende thema's komen aan de orde: • De verhouding tussen recht en moraal. • De grondslagen van de democratische rechtsstaat. • De grenzen van wetgeving. • Rechtsvinding. • Sociaal-wetenschappelijke bestudering van het recht. Het onderwijs zal in de vorm van twee uur hoorcolleges per week gedurende het eerste trimester worden verzorgd. De hoorcolleges dragen een ondersteunend karakter en dienen om de stof waar nodig uit te leggen, aan te vullen en te illustreren. Tevens worden tweemaal twee uur per week werkcolleges verzorgd waarin artikelen, arresten en stellingen nader worden uitgediept. Tijdens die werkcolleges is er ruimte voor debat. • G.J. Wiarda, Drie typen van rechtsvinding, Deventer, Tjeenk Willink, 1999 (vierde druk); • A. Soeteman, De droom van recht, Utrecht, Lemme 2000/2002; • Reader Encyclopedie II 2004-2005 (verkrijbaar in de VU-boekhandel); • Syllabus Encyclopedie II 2004-2005 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • Collegestof. Schriftelijk tentamen met open vragen. Zie ook de informatie bij het vak "Rechtzoeken". Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200107: Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) Erfrecht I (BN2) 211201 5.7 mr. E.W.J. Ebben (kamer 7A-34, tel. (020) 44 46315); mr. F.A. Groote Wassink (kamer 7A-32, tel. (020) 44 46314) week 2 - 13 Verwerven van een grondige kennis van het systeem en de inhoud van het erfrecht, op zodanige wijze dat de student actief kan omgaan met de leerstof (oplossen van situaties en vraagstukken). In het vak Erfrecht I zal het nieuwe erfrecht (boek 4 NBW) worden behandeld. In het bijzonder komen aan de orde de algemene bepalingen (titel 1), het versterferfrecht (titel 2), de wettelijke verdeling en andere wettelijke rechten (titel 2A), uiterste willen (titel 3), waaronder begrepen de legitieme portie, en enkele soorten uiterste wilsbeschikkingen (titel 4, afd. 1 t/m 5). De bij deze stof behorende berekeningen zijn een onderdeel van de stof. In de hoorcolleges zullen de te behandelen onderwerpen uitgebreid behandeld worden en zal de plaats van de arresten in de stof aangegeven worden. In de werkcolleges zullen de onderwerpen gedetailleerd behandeld worden in voor te bereiden opgaven. De berekeningen en de arresten zullen hiervan vaste onderdelen uitmaken. Van den Burght en Ebben, Pitlo, Deventer 2003. Schriftelijk openvragen tentamen. Dit tentamen vormt tevens het tentamen keuzevak Erfrecht I voor de
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
105
blackboard voorkennisvakken naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
106
studenten Nederlands recht. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200103: Beginselen privaatrecht I (B1) 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) Erfrecht II (BN3) 211252 2.9 mr. E.W.J. Ebben (kamer 7A-34, tel. (020) 44 46315); mr. F.A. Groote Wassink (kamer 7A-32, tel. (020) 44 46314) week 2 - 5 Verwerven van een grondige kennis van het systeem en de inhoud van het erfrecht, op zodanige wijze dat de student actief kan omgaan met de leerstof (oplossen van situaties en vraagstukken). In het vak Erfrecht II zal het nieuwe erfrecht (boek 4 NBW) worden behandeld, in het bijzonder komen aan de orde executele en bewind (titel 4, afd. 6 en 7), de gevolgen van erfopvolging (titel 5, afd. 1), aanvaarding en verwerping (titel 5, afd. 2) de vereffing (titel 5, afd. 3) en de verdeling (titel 5, afd. 4). Bovendien wordt in dit kader aandacht besteed aan de titel 7 van boek 3 BW over de gemeenschap. Hoor- en werkcolleges. Van der Burght en Ebben, Pitlo, Deventer 2003. Schriftelijk openvragen tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 211201: Erfrecht I (BN2) Estate planning (M notarieel recht) 211417 8 Prof.mr. A.H.N. Stollenwerck (kamer 7A-34, tel. (020) 44 46315) week 16 - 26 Het leren oplossen van problemen die zich voordoen bij het overhevelen van vermogens naar de volgende generatie(s). Dit betreft zowel de menselijke, familiale kant, een fiscaal gunstige oplossing en een redelijk beheer door de volgende generatie. De reeds bestudeerde vakken Erfrecht, Huwelijksvermogensrecht, Successierecht, Inkomstenbelasting en de daarmee verwante problemen van burgerlijk en fiscaal recht worden zodanig met elkaar in combinatie gebracht en toegepast dat deze een antwoord geven op de vragen die bij cliënten van notariskantoren en aanverwante financiële dienstverleners leven. Tien weken drie uur hoorcollege. Vijf weken twee uur werkcollege. • Sonneveld e.a, Estate Planning, Vermande, 2002, (4e druk); • Collegestof en aangereikte of behandelde literatuur. Mondeling tentamen.
Rechtsgeleerheid
opmerkingen voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur opmerkingen
voorkennis naam code
docent studiepunten periode doel
Voor deelname aan dit vak is het noodzakelijk om de vakken Successierecht en Belastingrecht te hebben gevolgd. 211201: Erfrecht I (BN2) 211252: Erfrecht II (BN3) 211352: Huwelijksvermogensrecht (BN3) European Virtual Seminar (B3/M) 200931 3 drs. G. Appel (Programme Sustainable development VU
[email protected], tel. (020) 44 45351) (oktober tot februari) Een overzicht krijgen van de relatie tussen EU-enlargement issues en duurzame ontwikkeling. In aanraking komen met de verschillende disciplinaire en culturele benaderingen van EU-enlargement en duurzame ontwikkeling. In staat zijn computer conferentie methoden te gebruiken voor collaboratieve leerprocessen. Kenmerkend voor het EVS is dat studenten van verschillende universiteiten samenwerken in multidisciplinaire en internationale teams bij de analyse van duurzame ontwikkelingsvraagstukken die in de context van het proces van Enlargement worden beschouwd. Hiervoor zijn verschillende casestudies ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld International watermanagement, Energy production and consumption systems, Sustainabel agriculture in Poland en European spatial policy and sustainable development. Instituten die deelnemen aan het project zijn: de Universiteit van Extramadura (Spanje), Universiteit Antwerpen, Karkonoshe College & Wroclaw Universiteit (Polen), Universiteit van Amsterdam, Open Universiteit Nederland en de Vrije Universiteit. Gedurende de looptijd van het seminar werken de multidisciplinaire, internationale studententeams aan een casus. De studenten hebben toegang tot elkaar en tot het elektronisch studiemateriaal via blackboard. Wordt in het collegerooster bij de opdrachten bekend gemaakt en is deels beschikbaar via blackboard, deels zelf zoeken naar digitale informatie. Deze cursus is toegankelijk voor studenten derde bachelorjaar en master fase, alle disciplines. Voertaal is Engels, groepsdocument eveneens. Vanaf medio juni is aanvullende informatie over de cursus beschikbaar op de website: http://blackboard.ou.nl/evs. Er is geen speciale voorkennis vereist Europees bestuursrecht (B3/M) 201763 Europees bestuursrecht is ook één van de zeven keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht. prof.mr. E. Steyger (kamer 6A-19, tel. (020) 44 46264, e.a.) 6 week 16 - 26 Inzicht verkrijgen in de invloed van het Europese recht op de werking van
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
107
inhoud
werkwijze literatuur voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
108
het Nederlandse bestuursrecht. Het recht van de Europese Unie beïnvloedt alle componenten van het nederlandse recht. Met name van het bestuur (zowel op europees als op nationaal niveau) dient met deze beïnvloeding voortdurend rekening te houden. In het vak europees bestuursrecht behandelen wij de verdeling van de bevoegdheden tussen Unie en de lidstaten en de effecten van de communautaire wetgeving op het bestuurlijk handelen van de europese instellingen de vrijheid van het bestuur in de lidstaten beperkt en welke gevolgen dit heeft voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht. Tenslotte behandelen we de invloed van het materiële europese recht (het mededingingsrecht en de bepalingen betreffende de interne markt) op de bestuurlijke organisatie in de lidstaten. Wordt nader bekend gemaakt. • J.H. Jans, c.s. Inleiding tot het Europees bestuursrecht, Ars Aequi, 2002, tweede druk; • Overige literatuur wordt nader bekendgemaakt. 200110: Beginselen Europees recht (B1) (Dit geldt niet voor studenten die voor 2002/2003 begonnen zijn met de studie.) 200211: Bestuursrecht I (BN2) Europees recht I (M) 201512 6 dr.mr. R.A. Abdullah Khan (kamer 7a-27, tel. (020) 44 46302) prof.mr. J.A. Winter; dr. J.W. Sap; mr. M.L. Smit; dr.mr. R.A. Abdullah Khan week 37 - 45 De ontwikkeling van de moderne internationale organisatie. De rechtsorde van de Europese Unie; De organisatorische structuur en de besluitvorming; De doorwerking van het gemeenschapsrecht in de internationale rechtsorde; Rechtsbescherming; Sociaal-economische beginselen en interne markt. Daarbij zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan de EG. Het verwerven van kennis en inzicht in het institutionele recht van de Europese Unie waardoor de student actief met de leerstof kan omgaan. Met name wordt beoogd de student te bekwamen in het plaatsen van nationale rechtsproblemen in het perspectief van de Europese ontwikkeling. Hoorcolleges, waarin wordt behandeld vooraf opgegeven en door studenten te bestuderen literatuur (handboeken, jurisprudentie en additioneel materiaal). • Paul Graig & Gráinne de Búrca, EU law, Text, cases and materials, Oxford, 2003 (Third Edition); • Syllabus, Europees recht I, (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • Europocket van Kluwer, laatste druk. Schriftelijk tentamen.
Rechtsgeleerheid
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
werkwijze literatuur
toetsing blackboard
Europees recht II (M) 201563 Europees recht II is een verplicht vak voor de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. 6 dr.mr. R.A. Abdullah Khan (kamer 7A-27, tel. (020) 44 46302) week 46 - 5 Het verwerven van de kennis en het inzicht die nodig zijn om creatief om te gaan met de leerstof. Dit betekent onder meer dat de student een zodanig niveau van kennis en inzicht verwerft dat hij een gefundeerd oordeel kan geven over Europese en Nederlandse mededingsrechtelijn problemen. Het Europese en Nederlandse mededingingsrecht. Werkcolleges, waarin vooraf bestudeerde literatuur (handboeken, syllabyus en additioneel materiaal) wordt behandeld. Een actieve participatie van de deelnemers is vereist. De basisliteratuur bestaat uit: • Paul Craig & Gráinne de Bùrca, EU Law, Text, cases and materials, Oxford, 2003, (Third Edition); • Slot c.s, Inleiding mededingingsrecht, 2003, (derde druk) • Syllabus, Europees recht II, Capita Mededingingsrecht,(verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen en referaat. Europese rechtsgeschiedenis (B1) 200106 5.7 mr. G.P. van Nifterik (kamer 7A-31, tel. (020) 44 46323) prof.mr. J. Hallebeek; mr. J.H. Dondorp; mr. G.P. van Nifterik week 2 - 18 Het doel van de cursus is de student inzicht te geven in het Justiniaanse vermogensrecht dat de grondslag vormt van alle continentaal Europese privaatrechtsstelsels en in de historische wording van ons geldende privaatrecht op basis van dat Justiniaanse recht. De student leert een aantal elementaire begrippen uit het privaatrecht zowel actief als passief op een juiste wijze te hanteren. Aan het eind van de cursus is de student in staat vermogensrechtelijke teksten uit het Corpus iuris zelfstandig te analyseren, te interpreteren alsmede de daarin gegeven oplossing logisch te beredeneren. Daarnaast kan hij de ontwikkeling schetsen van een drietal onderwerpen van het Romeinse (privaat)recht tot ons privaatrecht: de onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking en overdracht. Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoor- en werkgroepen/werkcolleges. • Syllabus Europese rechtsgeschiedenis 2004-2005 inclusief de wekelijks uitgedeelde uitwerkingen; • J.E. Spruit, Cunabula Iuris, Elementen van het Romeinse Privaatrecht, tweede druk Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen, deels aan de hand van open vragen, deels aan de hand van historische teksten uit het Corpus iuris civilis. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
109
toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Blackboard bevat nadere informatie over de opzet van het vak, sheets van de hoorcolleges en uitwerkingen van de vragen behandeld op de werkcolleges. naam code
studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
110
Familie- en gezondheidsrecht (B3/M) 200371 Voor de afstudeerrichting Privaatrecht is het ook één van de drie keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak 6 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 44 462393) week 6 - 15 Kennismaken met en inzicht verkrijgen in aspecten van het familie- en gezondheidsrecht en hun onderlinge samenhang. Daarnaast beoogt dit vak een beeld te schetsen van de door de sectie aangeboden keuze- en verdiepingsvakken in de Masterfase. Vanuit de diverse invalshoeken van het familie- en gezondheidsrecht zal aan de hand van een jaarlijks wisselend thema de regelgeving en rechtspraak worden behandeld. Afhankelijk van het thema zullen verschillende docenten deelonderwerpen behandelen aan de hand van actuele casuïstiek. In het studiejaar 2004-2005 staat de rechtspositie van de minderjarige centraal. Hoe wordt de minderjarige in het recht beschermd en hoe komt dat in praktijk tot uitdrukking. Aandacht zal worden besteed aan aspecten van Europees en internationaal recht in dit verband, maar ook aan bijzondere wetten op nationaal gebied Hoor- en werkcolleges. Van de studenten wordt mondelinge en/of schriftelijke inbreng verwacht. Wordt nog nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen en opdrachten. 200203: Personen- en familierecht (B2/BN2) Forensische kinder- en jeugdpsychologie (B3/M) 201783 6 prof.dr. R.A.R. Bullens (kamer 6A-20, tel. (020) 444 6282) week 16 – 26 Forensische kinder- en jeugdpsychologie omvat alle diagnostische en /of behandelings-activiteiten die de gedragswetenschapper verricht ten behoeve van casuïstiek in zowel het civiele als het strafrecht. De gedragswetenschapPer beantwoordt in het kader van voorlichting vragen van justitiële instanties, welke antwoorden behulpzaam kunnen zijn bij de beleids- c.q. besluitvorming door een instantie in een specifieke casus. In dit keuzevak wordt een inleiding in forensische kinder- en jeugdpsychologie gegeven, waarbij aandacht zal worden geschonken aan: - rol van de deskundige; - de attitude van de deskundige; - vormvoorschriften/richtlijnen; - diagnostiek/behandeling in een civielrechtelijk kader; - diagnostiek/behandeling in een strafrechtelijk kader;
Rechtsgeleerheid
werkwijze doelgroep
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen naam code studiepunten docenten periode doel
- rapportage; - formele en inhoudelijke aspecten met betrekking tot diagnostiek; - rol van getuige-deskundige. Hoor- en werkcolleges Allen die in hun latere beroepsuitoefening met de forensische praktijk met betrekking tot jeugdigen te maken krijgen: rechtenstudenten (als rechter; Officier van Justitie; advocaat, criminoloog); studenten kinder- en jeugdpsychiatrie, psychologie/pedagogiek (als forensisch geschoold gedragsdeskundige). Forensische psychiatrie (B3/M) 201784 6 prof.dr. B.C.M. Raes (tel. (020) 444 6231, secretariaat afdeling Strafrecht en Criminologie) week 6 – 15 Forensische psychiatrie is de uitoefening van de psychiatrie in het kader van het rechtssysteem. Het doel van het college is inzicht te geven in de relatie tussen deze twee systemen. Veelal wordt de forensische psychiatrie slechts betekenis toegekend in haar relatie tot het strafrecht. Ook binnen andere rechtsgebieden zoals het jeugdrecht, het burgerlijk en het bestuursrecht heeft de forensische psychiatrie een belangrijke functie. Het eerste deel van de colleges wordt besteed aan de grondslagen van de psychiatrie, psychiatrische ziekteleer, onderzoek en behandeling in de psychiatrie en de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg. Het tweede deel omvat capita selecta uit de forensische psychiatrie, zoals het toerekenen en de toerekeningsvatbaarheid in relatie tot het psychiatrisch ziektebegrip, de wet BOPZ, de rechtspositie van onvrijwillig opgenomen patiënten, de terbeschikkingstelling en de organisatie van de forensisch psychiatrische zorg. Tien hoorcolleges van twee uur. • Collegestof. • Syllabus Forensische Psychiatrie (verkrijgbaar in de VU-boekhandel. • De psychiatrie in het Nederlands recht, red. B.C.M. Raes en F.A.M. Bakker, Gouda Quint, Deventer 3e druk 1999 eventueel 4e druk 2004 (indien tijdig beschikbaar). • Reedijk, J.S., Psychiatrie, Elsevier-Tijdstroom, 8e druk, 1996. Schriftelijk tentamen. Er kunnen maximaal 50 studenten deelnemen. Het schrijven van een scriptie behoort tot de mogelijkheden. Formeel belastingrecht (M) 201552 4 mr.drs. A.M.J.G. van Amsterdam (kamer 7A-38, tel. (020) 44 46317); mr. H.A. Brasz (kamer 7A-28, tel. (020) 44 46313) week 2 - 4 Het verwerven van inzicht in het formele belastingrecht, dat de spelregels
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
111
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
voorkennisvak naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
112
voor toepassing van het materiële belastingrecht bepaalt. Deze spelregels dicteren aan welke regels belastingplichtige en/of gemachtigde aan de ene zijde en de belastingdienst aan de andere zijde zich moeten houden. De spelregels waaraan belastingplichtige zich moet houden, zijn opgenomen in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR). Hierbij kan allereerst worden gedacht aan de aangifteplicht, maar ook aan de administratie- en informatieverplichtingen, zelfs in internationaal verband. De spelregels voor de belastingdienst zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in beleidsregels en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Deze spelregels zijn onder meer van belang voor de beslistermijnen van de belastingdienst bij bezwaarschriften en voor de rechtsgelijkheid tussen belastingplichtigen onderling. In de gecombineerde hoor/werkcolleges wordt in het hoorcollege gedeelte (1 uur) de stof op hoofdlijnen verduidelijkt. Vervolgens komen de in het werkcollege gedeelte (2 uur) de praktische toepassingen van de stof aan bod. Tot slot van de collegecyclus zal in een spelproces de kennis van het fiscale procesrecht praktisch getoetst worden. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende drie weken, twee maal per week. Tijdens één van deze hoor/werkcolleges zal de casus voor het afsluitende fiscaal proces worden verstrekt. De Blieck, Van Amersfoort, Koopman, Wattel, Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, Deventer, Kluwer (laatste druk). Schriftelijk, open vragen. De helft van het tentamencijfer wordt verkregen middels deelname aan het fiscaal proces. Voor een voldoende beoordeling van dit fiscaal proces wordt een actieve participatie van de studenten verwacht. 200362: Inleiding belastingrecht (B3) Formeel strafrecht (B3) 200369 prof.dr. J. Naeye (kamer 5A-40, tel. (020) 444 6237); mr. H.K. ter Brake (kamer 5A-38, tel. (0229) 26 2761 of 21 4444) 7.2 week 44 - 5 Het vak Formeel strafrecht beoogt de student kennis en inzicht te verschaffen in de systematiek van het nederlandse strafprocesrecht. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich kennis en inzicht zodanig toeëigenen dat zij deze kunnen toepassen op een casuspositie. Systeem en indeling van het strafproces; verdenking, verdachte, en raadsman; opsporingsonderzoek; dwangmiddelen en (bijzondere) opsporingsmethoden, gerechtelijk vooronderzoek; dagvaarding; onderzoek ter terechtzitting; bewijsrecht; beraadslaging en uitspraak; rechtsmiddelen, met name cassatie. In het eerste semester, blok 2 wordt twaalf maal twee uur per week hoorcollege gegeven en vier maal twee uur werkgroepen (afgewisseld met materieel strafrecht). Tijdens de hoorcolleges zullen de belangrijkste onderdelen van de leerstof worden behandeld, zowel in theoretisch-dogmatische zin als door middel van positiefrechtelijke behandeling. Tijdens de werkgroepen wordt geoefend in Rechtsgeleerheid
literatuur toetsing
opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code docent studiepunten periode doel inhoud
het toepassen van de leerstof op een concrete casus. Van de student wordt verwacht dat hij de verplichte leerstof die niet op college wordt behandeld, zich eigen maakt door middel van zelfstudie. Informatie over onderwijs wordt gepubliceerd op blackboard. • Collegestof. • G.J.M. Corstens, Het Nederlandse strafprocesrecht, Gouda Quint, Arnhem, laatste druk. Tentamen (week 5) Tijdens het tentamen is het gebruik van niet geannoteerde wettenedities en de arrestenbundel Rüter/Verpalen of losse kopieën van de desbetreffende jurisprudentie toegestaan. Bij aanvang van het college is op het secretariaat van Strafrecht (kamer 5A42) het onderwijsprogramma beschikbaar met het collegerooster en aanwijzingen voor het bestuderen van het boek van Corstens. In het collegejaar 2004/2005 wordt geen avondonderwijs aangeboden. spreekuur: na afloop van het college of op afspraak. 200102: Beginselen strafrecht (B1) Geweld in het gezin 825009 6 prof.dr. H.E.M. Baartman Kennis en inzicht verwerven in wetenschappelijk onderzoek rondom het verschijnsel geweld in het gezin, in het bijzonder kindermishandeling. Vanuit een interdisciplinair (pedagogisch, psychiatrisch, juridisch, ontwikkelingspsychologisch en medisch) perspectief wordt literatuur bestudeerd over diverse vormen (fysiek, psychisch, seksueel) van gezinsgeweld, in het bijzonder van geweld tegen kinderen. Het accent ligt daarbij op een kritische reflectie op a) maatschappelijke normen inzake de betrekkingen tussen gezinsleden; b) de normatieve en empirische onderbouwing van interventies en c) de uitkomsten van empirisch onderzoek naar oorzaken. Studenten verwerken de bestudeerde literatuur in een eigen onderzoeksvoorstel. Werkcolleges H.E.M. Baartman (1996), Opvoeden kan zeer doen; over oorzaken van kindermishandeling, hulpverlening en preventie, Amsterdam, SWP (230 blz), en andere literatuur. Tentamen en onderzoeksvoorstel Gezondheidsrecht II (M) 201786 prof.mr. J.H. Hubben (kamer 6A-40, tel. (020) 44 46294) 6 week 16 - 26 Het vergroten van de kennis van een of meer onderwerpen, die behandeld zijn tijdens de colleges Gezondheidsrecht I. Een bepaald gezondheidsrechtelijk aspect wordt nader bestudeerd en becommentarieerd (bijvoorbeeld de minderjarige in het gezondheidsrecht of Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
113
werkwijze literatuur toetsing voorkennisvak naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
werkwijze
literatuur
toetsing blackboard
114
medische aansprakelijkheid). In de vorm van een werkcollege, waarbij de studenten beurtelings een werkstuk schrijven en toelichten en een werkstuk door anderen gemaakt, van commentaar voorzien en overigens actief deelnemen aan de discussie. Wordt al naargelang het onderwerp opgegeven, waarbij vooral recente publicaties van belang zijn. Gebeurt op grond van de ingeleverde werkstukken en de deelname in de werkcolleges. 201571: Integratievak gezondheidsrecht I (M) Goederenrecht (B2/BN2) 200209 mr. S.A.P. Moerman (kamer 6A-35, tel. (020) 444 6288) mr. E.C.M. Wolfert; mr. B. Breederveld; mr. S.A.P. Moerman 5.7 week 2 - 13 Het vak Goederenrecht bouwt voort op de basiskennis die is verworven in het vak Beginselen privaatrecht I. Doel is de verbreding en verdieping van de kennis op het terrein van het goederenrecht, waaronder de regels over de eigendom en de bescherming van de eigendom, bezit, de beperkte zekerheidsrechten, overdracht en derdenbescherming, verkrijging en verlies van goederen, retentierecht en voorrechten. Voorzover nodig zullen de bepalingen in de Faillissementswet gebruikt worden. Niet alleen moeten de wetsartikelen waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kunnen worden toegepast, maar ook moet men raad weten met de onvolkomenheden en open einden van het wettelijke systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. De vakken Contractenrecht en Goederenrecht hebben organisatorisch in grote lijnen dezelfde opzet. De vakken worden gedoceerd aan het begin van de tweede, derde respectievelijk vierde periode. Er worden hoorcolleges en werkcolleges gegeven. De hoorcolleges zijn grotendeels overzichtscolleges en voor een klein deel thematische colleges. Voor de werkcolleges dient men zich aan het begin van het trimester in te schrijven. Van de aanwezigen wordt verwacht dat zij de opdrachten hebben voorbereid; daarop kunnen zij door de docent worden aangesproken. • W.H.M. Reehuis, A.H.T. Heisterkamp, G.E. van Maanen, Pitlo, Het Nederlands burgerlijk recht deel 3 Goederenrecht, Deventer, Gouda 2001, elfde herziene en aangevulde druk. • Aanvullende literatuur, opgenomen in de syllabus: Goederenrecht Programma, casus en literatuur (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). • T.A.W. Sterk, Arresten Burgerlijk Recht, Deventer, W.E.J. Tjeenk Willink, 2003 (Deze bundel wordt voorgeschreven bij Contractenrecht en Goederenrecht). • Syllabus Goederenrecht, Aanvullende arrestenbundel (verkijgbaar in de VU-boekhandel). Het tentamen is schriftelijk en bestaat uit enkele casus. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboard cursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU.
Rechtsgeleerheid
voorkennisvakken subject code credits lecturer period aim content
literature mode of assessment reqd. subjects
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel inhoud
200103: Beginselen privaatrecht I (B1) 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) Government Regulation of Business (B3/M) 200932 6 prof.mr. H.J. de Ru (room 6A-19, telephone +31 (0)20 44 46264) (1) The course seeks to provide to students insight into the legal mechanisms of regulating markets. The course focuses on methods of regulation and the use of competition law. The legal framework for government regulation of business, also called "regulated industries", within a market economy. • The meaning of privatisation, liberalisation and regulatory reform. • A general outline of competition law and its importance as an alternative of regulation. • An introduction into methods of government regulation of business on the basis of EC law. • A short introduction into alternative legal methods for government regulation of business (price regulation, licensing, quality regulation etc.) • How to cope with government regulation of business as an attorney or a legal consultant. Course reader Students receive individual assignments. Each student will have to write a paper with an analysis of a specific case. The papers are discussed in class. The course is concluded by a written examination. 200204: Staatsrecht I (B2) (for Dutch students only) 200208: Staatsrecht II (B2) (for Dutch students only) 200211: Bestuursrecht I (BN2) (for Dutch students only) Grondgebruikrecht (BN3) 211354 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23, afspraak via tel. (020) 444 6267) prof.mr. A.A. Velten; prof.mr. J. Struiksma 5.7 week 44 - 52 Begrip hebben van privaat- en publiekrecht dat van toepassing is op onroerend goed. Het vak bestaat uit twee onderdelen, namelijk privaatrechtelijke aspecten (prof. mr. A.A. van Velten) en publiekrechtelijke aspecten (prof. mr. J. Struiksma). Het privaatrechtelijk deel is sterk praktijkgericht en veronderstelt een goede theoretische kennis van de hoofdzaken van het Nederlandse vermogensrecht, met name het goederenrecht. Aan de orde komen vraagstukken met betrekking tot koop en levering van onroerende zaken (inclusief kadastrale boekhouding en derdenbescherming), huurkoop en leasing, hypothecaire financiering, erfpacht en opstal, appartementsrecht, mandeligheid, gebruik in deeltijd (time share), alsmede
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
115
werkwijze literatuur
toetsing blackboard voorkennisvakken subject code credits co-ordinator lecturers period aim
content
literature
mode of assessment
116
economisch eigendom en trustconstructie. Ook wordt enige aandacht besteed aan buitenlandse rechtsstelsels en Europees recht. Getracht wordt een geïntegreerd beeld van het privaatrechtelijke onroerendgoedrecht te geven en de student te leren op welke wijze kan worden omgegaan met de vele vormen die ons recht biedt. Bij het onderdeel publiekrecht gaat het om een beknopte inleiding, waarbij speciaal aandacht wordt geschonken aan zaken die voor de notariële praktijk van het onroerend goed van belang zijn: de inhoud en gevolgen van bestemmingsplannen; verschillende vrijstellingsprocedures, waaronder anticipatie; de bouwvergunning en de Wet voorkeursrecht gemeenten. Het vak is opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. Nader op te geven hoofdstukken van A.A. van Velten, Privaatrechtelijke aspecten van onroerend goed, Kluwer 2003 en een deel uit Het systeem van het ruimtelijke ordeningsrecht. Dit wordt via blackboard ter beschikking gesteld, evenals een aantal andere aanvullende documenten. Gesloten boek tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200211: Bestuursrecht I (BN2) 200209: Goederenrecht (B2/BN2) Historical introduction to European legal science (B3/M) 200926 6 prof.mr. J. Hallebeek (room 7A-33, telephone +31 (0)20 44 46324) prof.mr. J. Hallebeek; mr. G.P. van Nifterik (room 7A-31, telephone +31 (0)20 44 46323) week 37 - 47 The course offers the opportunity to pursue the historical development of law and legal doctrine in Europe. In order to show such a development for the 2003-2004 course one topic is chosen, viz. unjust enrichment as a source of obligation (law of restitution). This subject will be treated discussing Roman law, the medieval interpretation of the Roman texts, Canon law, legal Humanism and late scholastic doctrine, Hugo Grotius, Roman Dutch law and the codification's in continental Europe compared with Anglo-American common law. Participating students will be requested to present a concise paper (10 to 15 minutes) dealing with unjust enrichment in their own native system of law. Such papers will be delivered in the final seminar of the course. They can be prepared in groups. • Historical introduction to European Legal Science. A Workbook 20042005 (available at the VU-Bookshop). • J. Hallebeek, The Concept of Unjust Enrichment in Late Scholasticism, Nijmegen 1996. The exam consists of an oral exam about the content of the course and the literature studied. Instead of such an exam students are alowed to write a paper on a subject related to the course.
Rechtsgeleerheid
reqd. subjects
200106: Europese rechtsgeschiedenis (B1) (for Dutch students only) 200202: Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) (for Dutch students only)
subject code
Human Rights Protection in Europe (M) 200933 The European Convention on Human Rigths (1950) 6 mr. L.J. van den Herik (Office 7A-20, telephone +31 (0)20 44 46308) mr.drs. M.R. Bruning; mr. L.J. van den Herik; prof.mr. A. Soeteman; prof.mr.drs. B.P. Vermeulen week 2 - 13 This course introduces the system of human rights law in Europe and highlights the significance of the ECHR in European society. A successful student should be able to recognise the relevance of the ECHR in various kinds of disputes and apply the ECHR in legal cases. The course situates the ECHR in the broader context of global human rights law and its philosophy and focuses on the relevance and application of the Convention in various legal branches including public international law, criminal law, administrative law and family/private law. Particular reference will be made to the interpretation and application of case law in each of these branches as developed by the European Court of Human Rights. The EU Charter on fundamental rights is discussed as well This course includes a series of approx. twelve lectures, 90 minutes each, twice a week. All students enrolled in the course are expected to attend every session and to arrive punctually. Students are expected to have read critically the assigned literature. Guest lectures may be invited. Harris, O'Boyle and Warbrick, The law of the European Convention on Human Rights, 2nd ed. (2004) The course will be evaluated by a final written exam (60 points) and four assignment of 10 points each. Volkenrecht (201522), or an equivalent course on public international law.
credits co-ordinator lecturers period aim
content
form of tuition
literature mode of assessment entry requirements naam code coördinator docenten studiepunten periode doel inhoud werkwijze literatuur
opmerkingen
Huwelijksvermogensrecht (BN3) 211352 mr. M.R. Kremer (kamer 7A-32, tel. (020) 444 6314) prof.mr. G. van der Burght; mr. M.R. Kremer 8.6 week 45 - 5 Inzicht in de economische verhoudingen binnen het huwelijk en in relatie tot derden, zelfstandige oordeelsvorming in zake praktische casus. Zie literatuur. Hoorcolleges/werkcolleges. • Pitlo & Van der Burght, Personen- en familierecht, 12e druk 2002, Gouda Quint, Arnhem; plus de arrestenbundel Huwelijksvermogensrecht; • De op de arrestenlijst vermelde arresten; • Collegedictaat. Voor studenten die naast de opleiding Notarieel recht een aanvullende opleiding Nederlands recht, met afstudeerrichting Privaatrecht doen, geeft Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
117
voorkennisvakken
naam code
coördinator docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code
118
een aanvullende vaardighedenoefening van 2 studiepunten gekoppeld aan het onderdeel Huwelijksvermogensrecht vrijstelling van een privaatrechtelijk verdiepingsvak. Deze vaardighedenoefening bestaat uit het schrijven van een paper. 211201: Erfrecht I (BN2) 200203: Personen- en familierecht (B2/BN2) 200209: Goederenrecht (B2/BN2) IT en recht (B3/M) 200367 IT en recht is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting IT en recht. mr. K.J. Koelman (kamer 5A-31, tel. (020) 44 46217) prof.mr. H.W.K. Kaspersen; mr. A.R. Lodder; mr. K.J. Koelman; prof.mr. A. Oskamp 6 week 16 - 26 Verkenning van rechtsvragen die aan het gebruik van IT zijn verbonden en verkenning van mogelijkheden om IT te zetten ten behoeve van de rechtspraktijk. In het keuzevak IT en recht wordt een overzicht gegeven van de verschillende onderwerpen die tot het vakgebied behoren en van de (rechts)vragen die op deze gebieden actueel zijn. IT en recht gaat in brede zin over de wisselwerking tussen informatietechnologie en het recht. Deze wisselwerking werkt twee kanten op. Aan de ene kant brengt het gebruik van informatietechnologie in het maatschappelijk verkeer problemen mee waarvoor het recht een oplossing dient te vinden. Deze rechtsvragen en de antwoorden daarop behoren tot het domein van het IT-recht. Aan de andere kant kan het gebruik van informatietechnologie juridisch werk ondersteunen. De vraag op welke wijze IT kan of dient te worden ingezet ten behoeve van de rechtspraktijk of de wetenschap is onderwerp van IT voor juristen. Bij het IT recht ligt de nadruk op het recht, bij de IT voor juristen ligt de nadruk op de toepassing van informatietechnologie voor en door juristen en onder welke juridische voorwaarden IT kan worden ingezet. Een aantal onderwerpen die aan de orde komen zijn: privacy en IT-systemen, bescherming van informatie op internet door het auteursrecht, domeinnamen en de juridische bescherming tegen misbruik daarvan, het recht rond de elektronische handel, strafrechtelijke handhaving op het internet, overzicht van internet als rechtsbron en de inzet van zogeheten `intelligent agents' (slimme, zelfdenkende IT) in de rechtspraktijk. Hoorcollege. Syllabus IT en recht, verkrijgbaar in de VU-boekhandel. Schriftelijk tentamen met open vragen. Om deel te mogen nemen aan IT en recht moet men het eerste bachelorjaar hebben afgerond of een propedeuse recht gehaald hebben. Industriële eigendom (B3/M) 201564
Rechtsgeleerheid
studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
naam code studiepunten docenten periode doel
6 prof.mr. J.H. Spoor (kamer 6A-36, (020) 444 6289); mr. T.M. Kolle (kamer 6A-36, (020) 444 6289) week 47 - 5 Inzicht verwerven in het recht van de intellectuele eigendom in het algemeen en het recht van de industriële eigendom in het bijzonder. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. Industriële eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op immateriële goederen. Deze rechten zijn bij uitstek van belang voor het bedrijfsleven. Het vak omvat met name de volgende onderdelen: • octrooirecht, regelt rechten op uitvindingen; • modellenrecht, regelt rechten met betrekking tot de vormgeving van producten; • merkenrecht, beschermt de merken die ondernemingen gebruiken om hun goederen en diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen; • handelsnaamrecht, beschermt de naam die een onderneming voert; • ongeoorloofde mededinging, goeddeels ongeschreven recht dat normen stelt voor het gedrag van marktdeelnemers. Met octrooirecht hebben vooral grote ondernemingen te maken. De andere onderdelen behoren voor nogal wat juristen, zowel in het bedrijfsleven als in de advocatuur, tot de dagelijkse praktijk. Problemen op het gebied van het recht van de industriële eigendom gaan vaak samen met kwesties op het gebied van auteursrecht. Ook dogmatisch is de samenhang groot. Daarom wordt aanbevolen in het eerste blok van het eerste semester het keuzevak Auteursrecht te volgen; verplicht is dit echter niet. Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. De literatuur- en arrestenlijst is omstreeks 15 oktober beschikbaar. Het tentamen wordt in beginsel schriftelijk afgenomen. Bij het tentamen is uitsluitend het gebruik van de wetteksten toegestaan. Contact: u bent welkom op kamer 6A-36, maar beide docenten werken in deeltijd en zijn vaak afwezig. Wie iets wil bespreken kan vaak beter een mailtje sturen naar
[email protected] met kopie naar
[email protected] respectievelijk
[email protected] met kopie naar
[email protected] Inkomstenbelasting niet-winst (M) 201553 6 mr. S.C. Brasz (kamer 7A-36, tel. (020) 444 6295); mr. R.T.B.M. Gerritsen (kamer 7A-30, tel. (020) 44 46313) week 5 - 9 Dit vak beoogt meer inzicht te geven in de structuur en opzet van de Wet IB 2001. Als inleiding zal worden ingegaan op de achtergronden en de geschiedenis van de inkomstenbelasting, de belastingplicht en het fiscale inkomensbegrip. Vervolgens zal de werking en karakteristieken van de drie boxen in Wet IB 2001 uitgebreid aan bod komen. De onderwerpen die zullen Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
119
inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennisvak naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud werkwijze
literatuur
toetsing
120
worden behandeld zijn onder andere belastbaar loon, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit eigen woning, de aftrekbare uitgaven voor inkomensvoorzieningen, persoonsgebonden aftrek (box I). In dit kader zal ook de Wet op de loonbelasting 1964 worden behandeld. Daarnaast zal de positie van de zogenoemde directeur-grootaandeelhouder aan de orde komen (box II). Tevens zal inzicht worden verschaft in fiscale behandeling van sparen en beleggen in de inkomstenbelasting (box III). Tijdens de hoorcolleges wordt de stof behandeld en nader toegelicht. Gedurende de werkcolleges is er ruimte en mogelijkheid om de stof op onderdelen uit te diepen. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende vijf weken, tweemaal vier uur per week. • H. Mobach & L.W. Sillevis, Studenteneditie 2004/2005 cursus Belastingrecht, onderdeel inkomstenbelasting • Literatuur Loonbelasting nader op te geven. Afhankelijk van de grootte van de groep zal de tentamenstof mondeling dan wel schriftelijk worden getoetst. 200362: Inleiding belastingrecht (B3) Inkomstenbelasting winst (M) 201554 mr. H.A. Brasz (kamer 7A-30, tel. (020) 444 6313); mr. S.C. Brasz (kamer 7A-36, tel. (020) 444 6295) 6 week 36 - 40 Het doel van het vak is inzicht te verkrijgen in de fiscale winstbepaling van ondernemingen. Er wordt ingegaan op de verschillen en overeenkomsten tussen de fiscale en commerciële winstbepaling. Onder meer aan de orde komen: wie is ondernemer voor de inkomstenbelasting, de waardering van activa en passiva, het aangaan van samenwerkingsverbanden (maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap). Onderwerpen als de omzetting van een eenmanszaak in een B.V.,de beëindiging van de ondernemingsactiviteiten door verkoop, overlijden, echtscheiding, liquidatie vormen het sluitstuk van dit vak. Tijdens de hoorcolleges wordt de stof behandeld en nader toegelicht. Gedurende de werkcolleges is er ruimte en mogelijkheid om de stof op onderdelen uit te diepen. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende 5 weken, twee maal vier uur per week. Tijdens de hoor/werkcolleges wordt een actieve participatie verwacht, mede mogelijk in de vorm van het houden van een presentatie. • L.W. Sillevis & F.H. Lugt, Studenteneditie 2004/2005 cursus Belastingrecht, Inkomstenbelasting, onderdeel Winst uit onderneming. • D.Brüll, J.W. Zwemmer, R.P.C. Cornelisse, Goed koopmansgebruik, laatste druk Afhankelijk van de omvang van de groep zal de tentamenstof mondeling dan wel schriftelijk worden getoetst.
Rechtsgeleerheid
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
Inleiding in het Islamitisch personen-, familie- en erfrecht (M) 201787 mr. M. Zilinsky (kamer 7A-17, tel. (020) 444 6318) prof.mr. F.J.A. van der Velden; mr. M. Zilinsky 6 week 16 - 26 Nederland heeft meer dan 600.000 moslims binnen zijn grenzen van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en andere afkomst. De Nederlandse rechter zal in het bijzonder bij de beoordeling van familierechtelijke en erfrechtelijke vraagstukken vaak het recht van de nationaliteit van de betrokken personen toepassen. Voor moslims betekent dat dan doorgaans de toepassing van een op het Islamitische recht, de Sharia, gebaseerde wetgeving. In ieder geval zal in de rechtspraktijk en rechtspraak rekening gehouden moeten worden met het juridische referentiekader van de moslims, dus met de Sharia. De inhoud van de colleges zal in het bijzonder betrekking hebben op het Marokkaanse privaatrecht met vergelijkende opmerkingen ten aanzien van het Turkse en Nederlandse privaatrecht. Werkcolleges. Syllabus Inleiding in het Islamitisch personen-, familie- en erfrecht, verkrijgbaar in de VU-boekhandel. Schriftelijk tentamen. Om de werkcolleges goed te kunnen volgen is het nodig bekend te zijn met de hoofdlijnen van het Nederlands familierecht. Enige algemene kennis van de Islam is wenselijk. Inleiding (B1) 200101 5.8 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel. (020) 444 6326) week 36 - 40 De student maakt kennis met alle onderdelen van het recht waar hij of zij in het eerste jaar mee geconfronteerd wordt. Centraal in het vak Inleiding staat het juridisch proces. Mede aan de hand van een aantal concrete gevallen, die in werkgroepen besproken zullen worden, wordt geïllustreerd hoe in strafrecht, in burgerlijk recht, in bestuursrecht en in Europees recht de procesgang is. Duidelijk zal ook worden dat in het proces bepaald wordt wat recht is. Maar daarvóór moet er altijd ook al recht zijn. Aandacht wordt daarom ook geschonken aan een eerste benadering van wat recht is en hoe recht tot stand gekomen is. Ook een aantal rechtshistorische aspecten van het proces wordt behandeld. Iedere week wordt zes uur hoorcollege en vijf uur werkcollege gegeven. Daarnaast is ruimte gereserveerd voor begeleiding door het mentoraat en excursies. Bij de cursus wordt blackboard gebruikt. Het te bestuderen materiaal is samengebundeld in een Syllabus Inleiding, te verkrijgen bij de VU boekhandel. De collegestof is eveneens verplicht. Schriftelijk tentamen. Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
121
opmerkingen
blackboard naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen blackboard voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
122
De eerste vier weken van de studie wordt een allereerste oriëntatie in het recht gegeven. Het vak wordt onder verantwoordelijkheid van de sectie Encyclopedie gegeven door alle afdelingen en secties die eerste jaars onderwijs verzorgen. Ook worden onderdelen verzorgd door het mentoraat. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Inleiding belastingrecht (B3) 200362 5.7 mr. H.A. Brasz (kamer 7A-28, tel. (020) 444 6312); drs. J.M. Gerritsen (kamer 7A-30, tel. (020) 444 6313) week 16 - 26 Het verwerven van enige elementaire kennis van het Nederlands belastingrecht op het gebied van de directe belastingen alsmede inzicht met betrekking tot enige capita selecta op het gebied van de belastingwetenschap. De stof omvat mede beginselen van het internationaal belastingrecht. In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Daarnaast worden capita selecta uit de belastingwetenschap behandeld. Aan het begin van het collegejaar wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. De colleges worden gegeven gedurende acht weken, vier uur per week in de vorm van hoor- en werkcolleges, waarbij actieve participatie door de studenten vereist. L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk 2004/2005. Belastingwetten, Teksteditie, SDU of Vermande, uitgave 2004. Afhankelijk van de grootte van de groep zal de tentamenstof mondeling dan wel schriftelijk worden getoetst. Het vak is niet toegankelijk als keuzevak voor studenten Notarieel recht. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200204: Staatsrecht I (B2) 200211: Bestuursrecht I (BN2) Inleiding criminologie (B3) 200363 5.7 prof.dr. H.G. van de Bunt (kamer 5A-28, (020) 444 6226) week 16 - 26 Het vak Inleiding criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te hebben in de empirie van de criminaliteitsbeheersing en de meerwaarde van criminologisch onderzoek. De verschillende velden en thema's worden tijdens de colleges zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van concrete delictsvormen en ook de Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt bij ieder thema een aantal kernbegrippen uit de criminologie geïntroduceerd. Hoorcolleges. Syllabus Inleiding criminologie, deel 1 en deel 2 (verkrijgbaar in de VUboekhandel). Schriftelijk tentamen, open vragen. Alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten met goed gevolg zijn afgelegd. Integratievak gezondheidsrecht I (M) 201571 prof.mr. J.H. Hubben (kamer 6A-40, tel. (020) 44 46294) 6 week 46 - 5 Het verkrijgen van inzicht in de plaats die het gezondheidsrecht inneemt in het Nederlandse recht vanuit bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke invalshoek. Kennis verwerven over de belangrijkste wet- en regelgeving en hun onderlinge samenhang op het gebied van het gezondheidsrecht. Behandeld worden onder meer: de geneeskundige behandelingsovereenkomst, de rechtspositie van de psychiatrische patiënt, de civiel-, straf- en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van beroepsoefenaren in de gezondheidszorg, de wijze waarop het Nederlandse stelsel van gezondheidszorg is ingericht, alsmede verschillende bijzondere onderwerpen zoals de juridische aspecten van het begin van leven, euthanasie en aanverwante vormen van levensbeëindiging, medische experimenten met mensen, geslachtscellen en embryo's en orgaandonatie. Aandacht zal worden gegeven aan de actuele ontwikkelingen op dit gebied. De colleges hebben een interactief karakter en van de studenten zal mondelinge en schriftelijke inbreng worden verwacht. De schriftelijke bijdrage kan bestaan uit het oplossen van casus of het schrijven van een paper, waarvan het resultaat meetelt als onderdeel van het tentamen. • Prof. dr. H.J.J. Leenen, Handboek Gezondheidsrecht, deel 1 en 2, 4e druk. • Syllabus Gezondheidsrecht voor rechtenstudenten 2004(deel I en deel II), verkrijgbaar in de VU-boekhandel. Een schriftelijk tentamen met casusvragen, waarbij gebruik mag worden gemaakt van de voorgeschreven jurisprudentie en wetgeving. Afgerond bachelorexamen Nederlands recht. Integratievak jeugdrecht I (M) 201572 6 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46293) dr.mr. C. Blankman; mr. T. Liefaard; mr.drs. M.R. Bruning week 37 - 46 Het verkrijgen van inzicht in de onderlinge samenhang van de diverse aspecten van het jeugdrecht en meer in het bijzonder van de wisselwerking Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
123
inhoud
werkwijze literatuur
124
tussen de privaatrechtelijke, de strafrechtelijke en de bestuursrechtelijke aspecten. In het eerste college zal de structuur en inhoud van het jeugdrecht, dat niet alleen het jeugd(beschermings)recht (privaatrechtelijk), maar ook het jeugdstraf(proces)recht en het jeugdhulpverleningsrecht (sterk bestuursrechtelijk) omvat, in hoofdlijnen worden geschetst. Bij de daaropvolgende behandeling van het privaatrechtelijke jeugd(beschermings)recht, het jeugdstrafrecht en het jeugdhulpverleningsrecht zal bijzondere aandacht worden gegeven aan de samenhang en wisselwerking van privaat-, straf- en bestuursrecht. Bij wijze van illustratie: • het gezag van ouders of voogd is niet alleen relevant voor de privaatrechtelijke verhouding tussen minderjarigen en hun ouders of voogden. De uitoefening van dit gezag wordt strafrechtelijk beschermd tegen ongewenste bemoeienis van derden (art. 279, 280 en 281 Sr.). Tegelijkertijd is die uitoefening aan privaatrechtelijke (interventie via een maatregel van kinderbescherming) en aan strafrechtelijke grenzen gebonden; wat het laatste betreft valt o.a. te denken aan (seksuele) kindermishandeling (art. 249, 250 en 304 Sr.) en verwaarlozing en te vondeling leggen (art. 255 - 260 Sr.). • kindermishandeling kan leiden tot het treffen van een maatregel van kinderbescherming en (tegelijkertijd) tot een strafvordering van de vermoedelijke dader. In deze zaken speelt bovendien het (schenden van het) beroepsgeheim nogal eens een rol met mogelijke strafrechtelijke, tuchtrechtelijke en privaatrechtelijke gevolgen. Bij het uitlokken en uitvoeren van deze maatregelen zijn betrokken de Raad voor de Kinderbescherming respectievelijk de (gezins)voogdij-instellingen; deze organen zijn bestuursorganen en hun doen en laten wordt mede beheerst door de Algemene Wet Bestuursrecht. • de jeugdige delinquent kan met toepassing van het jeugdstraf(proces)recht worden berecht, waarbij o.a. de mogelijkheid bestaat dat de tenuitvoerlegging van de opgelegde maatregel wordt overgelaten aan een particuliere organisatie (een voogdij-instelling). Het is ook mogelijk dat het gepleegde delict niet strafrechtelijk wordt afgedaan, maar leidt tot een privaatrechtelijke maatregel van kinderbescherming. Voor beneden twaalfjarigen is alleen deze juridische interventie mogelijk. Andere verwevenheden van privaat- en strafrecht betreffen de strafrechtelijke bepalingen bij de - privaatrechtelijke - plaatsing van buitenlandse pleegkinderen ter adoptie in Nederland en de toepassing van straf- en privaatrecht bij internationale kinderontvoering. Ten slotte zal bij de behandeling van het jeugdhulpverleningsrecht ook aandacht worden gegeven aan de relatie overheid - particulier initiatief, waarbij het gaat om vergunningstelsels, subsidie(voorwaarden) en controle c.q. inspectie. Hoor- en werkcolleges. Studenten krijgen de gelegenheid een tweetal casus te beantwoorden en daarnaast zal elke student in een mondelinge presentatie een door hem gekozen stelling moeten verdedigen respectievelijk aanvallen. • J.E. Doek en P. Vlaardingenbroek, Jeugdrecht en jeugdhulpverleningsrecht (VUGA, Den Haag, laatste druk; Rechtsgeleerheid
Syllabus Jeugdrecht I (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Schriftelijk; zogenaamd openboektentamen, d.w.z. men mag gebruikmaken van het collegedictaat en studieboeken. De resultaten van de casusbehandeling en de behandeling van de stelling tellen mee in het eindoordeel. Meer informatie is te vinden in de syllabus. Afgeronde bachelorexamen Nederlands recht. •
toetsing
voorkennis naam code coördinator docent studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code coördinator studiepunten periode doel
Integratievak media- en communicatierecht (M) 201573 mr. K.J. Koelman (kamer 5A-31, tel. (020) 44 46217) prof.mr. H.W.K. Kaspersen (e.a.) 6 week 6 - 15 Behandeling van de rechtsregels betreffende massamedia en andere communicatievormen vanuit de verschillende invalshoeken van het constitutionele recht, het privaatrecht, het strafrecht en het informaticarecht. Uitgaande van het grondwettelijk beginsel van informatievrijheid worden de verschillende regelingen rond het verschijnsel massacommunicatie behandeld. De traditionele toepassingen als omroep, pers en andere massamedia komen in de cursus aan de orde, gegroepeerd rond de volgende thema's: • Grondrechten: informatiegaring en vrijheid van meningsuiting. • De Mediawet: het recht betreffende het publieke omroepbestel, lokale en commerciële omroepen, reclame-uitingen, sponsoring en toezicht. • De schrijvende pers; fonds voor de pers, verschoningsrecht voor journalisten, gedragscode, aansprakelijkheid. • Nieuwe media: CD-ROM, CD-i, videotex, Internet. • Civiele en strafrechtelijke aansprakelijkheid voor verspreiding van onrechtmatige informatie. • De telecommunicatie, infrastructuur en diensten, (omroep-) zenders, kabeltelevisienetten, internet etc. • Convergentie tussen telecommunicatie, omroep en andere audiovisuele toepassingen. • Multimediale toepassingen. • Toegankelijkheid en exploitatie van overheidsinformatie. Hoor- en casuscolleges. Reader, met daarin verplichte en aanbevolen literatuur. Schriftelijk tentamen. Integratievak publiekrechtelijke rechtshandhaving (M) 201574 dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) 6 week 47 - 5 Door bestudering van de toepasselijke rechtsregels en de wijze waarop zij in de praktijk worden gehanteerd inzicht te verkrijgen in de toenemende verstrengeling van strafrecht en bestuursrecht bij de publiekrechtelijke handhaving
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
125
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code docent studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code studiepunten docenten periode 126
Op allerlei terreinen vervagen de grenzen tussen strafrecht en bestuursrecht. Men denke bijvoorbeeld aan het milieu, de prostitutiebranche, de horeca etc. In het vak wordt onder meer ingegaan op deze ontwikkelingen en de achtergronden daarvan. Welke bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten zijn beschikbaar? Welke "spelers" zijn bij de handhaving betrokken? Moet men kiezen voor bestuurlijke of justitiële handhaving of is zelfregulering het meest effectief? Welke overwegingen en (juridische) eisen spelen daarbij een rol? Op welke wijze gebruiken toezichthouders en opsporingsambtenaren hun bevoegdheden en welke sancties staan ter beschikking? De nadruk ligt in het vak op de toepassing van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten in de praktijk. Hoe wordt (in de praktijk) de keuze gemaakt tussen verschillende soorten sancties? Hoe is de handhaving georganiseerd en hoe verlopen toezicht en opsporing? Welke handhavingsstrategieën worden gehanteerd en waarom? Hoe staat het met de effectiviteit van de handhaving? Vindt afstemming plaats tussen verschillende met handhaving belaste organen, provincies, gemeenten, OM, etc.? Werkcolleges. Er wordt een actieve inbreng van studenten verwacht. Syllabus en de daarin aangegeven overige verplichte en aanbevolen literatuur. Schriftelijk tentamen. Afgerond bachelorexamen Nederlands recht Integratievak rechtspleging (M) 201575 dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) 6 week 16 - 26 Kennismaken met de organisatie en het functioneren van de Nederlandse rechtspleging en de actuele ontwikkelingen daarin. De opbouw van het vak Rechtspleging is als volgt. De eerste zes colleges vallen samen met die voor het vak Praktijk van de rechtspleging (zie verder bij dat vak). Dit gedeelte wordt afgesloten met een tentamen. De studielast voor dit onderdeel bedraagt drie punten. Vervolgens wordt een aantal deelonderwerpen behandeld. In dit tweede gedeelte ligt het accent op de zelfwerkzaamheid van de student. Iedere deelnemer houdt een referaat en schrijft een paper. Hoor- en werkcolleges. Syllabus. Tentamen, referaat, paper. Afgerond bachelorexamen Nederlands recht Internationaal en EG-belastingrecht (M) 201555 10 prof.mr. J.W. Bellingwout (kamer 7A-38, tel. (020) 444 6317); mr. P.F.E.M. Merks (kamer 7A-36, tel. (020) 444 6295) week 11 - 17 Rechtsgeleerheid
doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennisvak naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
Het doel van dit vak is de student inzicht te verschaffen in de beginselen van belastingheffing van grensoverschrijdende inkomsten, winsten en vermogen, alsmede van de invloed van het Europees recht op de heffing van de directe belastingen en de vormgeving van belastingverdragen. De stof omvat voor wat betreft het onderdeel internationaal belastingrecht de toepassing van belastingverdragen, de doorwerking van de buitenlandse belastingplicht voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting onder de werking van belastingverdragen en de toepassing van het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting 2001. In het onderdeel Europees belastingrecht zal worden ingegaan op de invloed van de vrijheden van het EG-Verdrag (met name vestigingsvrijheid, vrijheid van dienstverlening en vrijheid van kapitaalverkeer) op de directe belastingen, alsmede op de harmonisatie van belastingrecht in de EU door middel van richtlijnen (moeder/dochter-richtlijn, fusierichtlijn, rente/royalty-richtlijn). Wekelijks vinden twee onderwijsbijeenkomsten plaats. Dit betreft gecombineerde hoor/werkcolleges. Deze worden verzorgd gedurende zeven weken, twee maal vier uur per week. Van de studenten wordt een actieve participatie tijdens de gecombineerde hoor/werkcolleges verwacht. • C. van Raad, Studenteneditie 2004-2005, cursus belastingrecht (Internationaal belastingrecht); • Teksten Internationaal & EG belastingrecht 2004-2005. Schriftelijk tentamen met open vragen. . 200362: Inleiding belastingrecht (B3) Internationaal privaatrecht (notarieel recht) (M) 211413 6 prof.mr. P. Vlas; mr. J.A. van der Weide; mr. M. Zilinsky; mr. F. Ibili week 37 - 46 Het oplossen van internationale notarieel-juridische problemen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Internationaal privaatrecht (IPR) kan worden omschreven als het geheel van regels betreffende privaatrechtelijke rechtsverhoudingen die internationale aspecten vertonen, doordat zij met meerdere rechtsstelsels verbonden zijn. Ook in de notariële praktijk zal men met deze rechtsverhoudingen te maken krijgen. Zo kan een in Nederland opengevallen nalatenschap toebehoord hebben aan een erflater met een buitenlandse nationaliteit of vermogensbestanddelen omvatten die in het buitenland gelegen zijn (bijvoorbeeld een huis of een effectendepot). Ook kan de geldigheid van een door een Nederlander in het buitenland gemaakt testament discutabel zijn. Voorts doen huwelijken tussen echtgenoten van verschillende nationaliteit vragen van internationaal huwelijksgoederenrecht rijzen. Gedurende de eerste twee weken van het semester zullen hoorcolleges worden gegeven, waarin de aard en methode van het IPR, de bronnen en enkele algemene onderwerpen van personen- en familierecht aan de orde komen. Deze colleges vallen samen met de colleges IPR-I. Aansluitend wordt gedurende zeven weken college gegeven, waarin aandacht zal worden Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
127
literatuur
toetsing voorkennisvakken
naam code
studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
128
besteed aan de specifiek notariële onderwerpen van IPR: erfrecht, huwelijksgoederenrecht en vennootschapsrecht. Tevens zullen notariële praktijkgevallen worden behandeld. Naast de op de colleges behandelde stof moeten worden bestudeerd nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, 20042005, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi (circa 17 euro, verkrijgbaar in de VU-boekhandel).; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, 2004 uitgave T.M.C. Asser Instituut (prijs 14 euro, verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, zevende druk, 2002 (prijs 35 euro); • I.S. Joppe, Huwelijksvermogensrecht, Praktijkreeks IPR, deel 7, tweede druk 2003 (prijs 40 euro); • Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar in de VU-boekhandel de syllabus Internationaal privaatrecht-Notariaat met daarin opgenomen de te bestuderen nummers uit bovengenoemd studiemateriaal, alsmede de te behandelen praktijkgevallen. Voor studenten die de deeltijdopleiding volgen en niet in staat zijn de colleges bij te wonen, is in de syllabus een lijst met vervangende literatuur opgenomen. Mondeling tentamen, zulks in overleg met prof. mr. P. Vlas. 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) (of Vermogensrecht I) 200205: Contractenrecht (B2/BN2) (of Vermogensrecht III) 200209: Goederenrecht (B2/BN2) (of Vermogenrecht II) Internationaal privaatrecht B (M) 201565 Internationaal privaatrecht B is een verplicht vak voor de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. 6 prof.mr. P. Vlas; mr. J.A. van der Weide; mr. M. Zilinsky; mr. F. Ibili week 37 - 46 Het leren oplossen van internationale problemen van privaatrechtelijke aard, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Internationaal privaatrecht (IPR) kan worden omschreven als het geheel van regels betreffende privaatrechtelijke rechtsverhoudingen die internationale aspecten vertonen, doordat zij met meerdere rechtsstelsels zijn verbonden. Ook in de bedrijfsjuridische praktijk zal men met deze internationale rechtsverhoudingen te maken krijgen. Denk aan internationale koopcontracten, internationale samenwerkingen (joint ventures) tussen ondernemingen, gevallen van internationale productenaansprakelijkheid, erkenning van buitenlandse rechtspersonen, geldigheid van rechtskeuze- en forumkeuzeclausules in internationale contracten, etc. Daarbij rijzen vragen naar het op de rechtsverhouding toepasselijke recht en de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Op de colleges, die samenvallen met de colleges IPR-I, zal aan deze onderwerpen aandacht worden besteed. Een nadere differentiatie is wat de te bestuderen tentamenstof betreft, opgenomen in de Syllabus IPRRechtsgeleerheid
literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
naam code
studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
Bedrijfsrecht. Naast de stof van de colleges dienen bestudeerd te worden nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, 2004/2005, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi, (circa 17,-- euro verkrijbaar in de VU-Boekhandel); • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, 2004, uitgave T.M.C. Asser Instituut (prijs 14 euro verkrijgbaar in de VU-Boekhandel); • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, zevende druk, 2002 (prijs 35 euro). ; • P. Vlas, Rechtspersonen, Praktijkreeks IPR, deel 9, derde druk, 2002, Kluwer (prijs 40 euro); • Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar de Syllabus Internationaal privaatrecht-Bedrijfsrecht (verkrijgbaar in de VUboekhandel) met daarin opgenomen de te bestuderen nummers uit bovengenoemde werken. Schriftelijk tentamen (essayvragen). Deelname aan Internationaal privaatrecht B is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject bedrijfsrecht met goed gevolg is afgelegd. 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) (of Vermogensrecht I) 200205: Contractenrecht (B2/BN2) (of Vermogensrecht III) 200209: Goederenrecht (B2/BN2) (of Vermogensrecht II) 200357: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) Internationaal privaatrecht I (M) 201506 Internationaal privaatrecht I is verplcht voor de afstudeerrichtingen Privaatrecht en Internationaal en Europees recht. 6 prof.mr. P. Vlas (kamer 7A-19, tel. (020) 444 6304); mr. J.A. van der Weide (kamer 7A-27, tel. (020) 444 6302); mr. M. Zilinsky (kamer 7A-17, tel. (020) 444 6318); mr. F. Ibili (kamer 7A-17, (020) 444 6318) week 37 - 46 Het oplossen van internationale problemen van privaatrechtelijke aard, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Het vak Internationaal privaatrecht (IPR) houdt zich bezig met de vraag welk recht van toepassing is op privaatrechtelijke verhoudingen met internationale elementen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Voorts rijst de vraag of aan de Nederlandse rechter de bevoegdheid toekomt om kennis te nemen van geschillen omtrent dergelijke verhoudingen, dan wel of een buitenlands vonnis in Nederland voor erkenning en tenuitvoerlegging in aanmerking komt. Verdragen en EGVerordeningen vormen een belangrijke bron van IPR, terwijl in het kader van de voortgaande codificatie van het Nederlandse IPR tal van afzonderlijke wetten gelden. Daarnaast blijft de bron van het ongeschreven recht, tot uitdrukking komend in de rechtspraak, van belang. Op de colleges wordt uitvoerig aandacht besteed aan de bovengenoemde driedeling (toepasselijk recht, rechterlijke bevoegdheid, erkenning en Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
129
literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
naam code
docent studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
130
tenuitvoerlegging van vreemde vonnissen). Voorts zullen in werkcolleges, oude tentamenopgaven worden behandeld, waarbij van de studenten een actieve inbreng wordt verwacht. Naast de stof van de colleges dienen bestudeerd te worden nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, 20042005, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi (prijs circa 17 euro, verkrijgbaar in de VU-Boekhandel); • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, 2004, uitgave T.M.C. Asser Instituut (prijs 14 euro, verkrijgbaar in de VU-Boekhandel); • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, zevende druk, 2002 (prijs circa 35 euro). • Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar in de VU-boekhandel Syllabus Internationaal privaatrecht I met daarin opgenomen de te bestuderen nummers uit bovengenoemde werken, alsmede de op de werkcolleges te behandelen casusposities. Schriftelijk tentamen (essayvragen) Deelname aan Internationaal privaatrecht I is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg is afgelegd. 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) (of Vermogensrecht I) 200205: Contractenrecht (B2/BN2) (of Vermogensrecht III) 200209: Goederenrecht (B2/BN2) (of Vermogensrecht II) 200203: Personen- en familierecht (B2/BN2) Internationaal privaatrecht II (masterclass) (M) 201788 Internationaal privaatrecht II is een optioneel verplicht vak voor de afstudeerrichtingen Bedrijfsrecht Internationaal en Europees recht. prof.mr. P. Vlas (kamer 7A-19, tel. (020) 44 446304) 6 week 6 - 15 Verdieping in bepaalde actuele onderwerpen van internationaal privaatrecht (capita selecta), waarbij naast inhoudelijke behandeling van het gekozen onderwerp de student in de vorm van een masterclass getraind wordt in juridische vaardigheden. Gedurende tien weken worden o.l.v. prof. Vlas in de vorm van een masterclass recente ontwikkelingen op het terrein van het IPR besproken. Het gaat daarbij om rechtspraak en toekomstige regelgeving over tal van onderwerpen van IPR (familierecht, vermogensrecht of procesrecht). Nu voor de vorm van een masterclass is gekozen, wordt het aantal deelnemers beperkt tot tien. Bij een grotere belangstelling zal een tweede masterclass worden aangeboden. In verband met de aard van de masterclass is een regelmatige en actieve deelname aan de masterclass vereist. De masterclass wordt, afhankelijk van het aantal deelnemers, gedurende maximaal tien weken gegeven, gedurende twee uur per week. Van iedere student wordt verwacht dat hij de tijdens de masterclass te behandelen onderwerpen goed voorbereid en intensief aan de bespreking van deze onderwerpen deelneemt. Rechtsgeleerheid
literatuur toetsing
voorkennisvakken
naam code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
Voor iedere wekelijkse masterclass wordt literatuur en rechtspraak via e-mail ter beschikking gesteld. Na afloop van de masterclass ontvangt iedere deelnemende student een takehome-tentamen en volgt een mondeling evaluatiegesprek over het door de student gepresenteerde werk. De datum van dit eindgesprek wordt bepaald in overleg met prof. mr. P.Vlas. 201506: Internationaal privaatrecht I (M) of 201565: Internationaal privaatrecht B (M) of 211403: Internationaal privaatrecht Notarieel recht (M) Internationaal sociaal recht (B3/M) 201789 prof.dr. K. Boonstra (kamer 6A-22, tel. (020) 44 46266) prof.dr. E. Lutjens; prof.mr G.J. Vonk; prof.dr. K. Boonstra 6 week 16 - 26 De studenten kennen de internationale organisaties die zich met de ontwikkeling van internationale arbeidsnormen bezighouden; de ILO, Raad van Europa en de EU. Zij kennen de belangrijkste normen en hun verschillende wijzen van doorwerken in het nationale rechtsstelsel, alsook de verschillen tussen de organisaties en normen. Het Nederlandse arbeids-, socialeverzekerings- en pensioenrecht wordt sterk beïnvloed door het internationale recht. De Nederlandse Staat heeft zich door lidmaatschap van de internationale organisaties en de ratificatie van verdragen verplicht om de wet en praktijk aan te passen aan normen over uiteenlopende zaken als: vrijheid van vakvereniging en stakings- recht, minimumnormen voor socialezekerheidsregelingen, discriminatie in verband met de arbeid en arbeidsvoorwaarden, minimumloon, arbeids omstandigheden, arbeidsbemiddeling enzovoort. Vaak betreft het normen die kunnen worden gerekend tot de grond- of zelfs mensenrechten, maar het kan ook gaan om eenvoudig regelend recht of harmonisering van ver- schillende rechtsstelsels. In dit vak zullen we elk van de genoemde organi- saties onderzoeken op de grondbeginselen, samenstelling, actoren, instrumenten en de toezichtmechanismen. De verschillende organisaties zullen onderling worden vergeleken. Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven, deelname aan deze werkgroepen is verplicht. Wordt nog nader bekendgemaakt. Mondeling. 200301: Sociaal recht I Internationaal strafrecht (M) 201536 6 prof.mr. J.W. Fokkens (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46237) week 16 - 26 Dit vak beoogt een kennismaking met de internationale aspecten van het Nederlandse strafrecht en de strafrechtelijke aspecten van het internationale Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
131
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvakken
132
recht. Het behoeft nauwelijks betoog dat dit terrein zich de laatste jaren aanzienlijk heeft uitgebreid en zich nog altijd zienderogen uitbreidt. Het sterk toegenomen internationale communicatie-, reizigers- en handelsverkeer brengt met zich mee dat steeds meer delicten internationale aspecten (zijn) gaan vertonen. De conflicten in de rechtsmacht der betrokken staten die zich bij zulke delicten voordoen, en de nationale en internationale regelingen om die op te lossen, behoren tot het internationale strafrecht, evenals de diverse regelingen betreffende de rechtshulp tussen staten. Ook het buitenlandse recht kan daarbij een rol spelen. Van groot belang bij dit alles zijn onder meer ook de internationale verdragen met betrekking tot de rechten van de mens. Verder neemt de strafrechtelijke samenwerking binnen de Europese Unie een steeds grotere plaats in, zoals blijkt uit het Schengenakkoord en het Europees arrestatiebevel. Daarnaast zijn de internationale gerechten het Joegoslavië-tribunaal, het Rwanda-tribunaal en het Internationaal strafhof, van groot belang. In het bijzonder voor Nederland, dat het gastland is van twee van deze gerechten.De student wordt na de cursus geachte kennis te hebben van de leerstof en deze te kunnen toepassen op, vaak aan de praktijk ontleende, casus. Voorts is inzicht in de materie van groot belang. Want ook als onderdeel van het tentamen wordt met betrekking tot een casus van de student de ene keer gevraagd een aantal grieven of middelen te formuleren, een andere keer op gegeven grieven of middelen te beslissen. Aan de orde zullen o.a. komen: strafrechtsmacht, strafrechtelijke immuniteiten (diplomaten, gebouwen etc.), vormen van rechtshulp waaronder overdracht en overname van strafvervolging, kleine rechtshulp, uitlevering, het internationaal arrestatiebevel en enkele aspecten van de rechtspraak van het Joegoslavië- en/of Rwanda-tribunaal en het statuut van het Internationaal Strafhof. In het tweede semester wordt gedurende zeven weken twee uur per week college gegeven. Hoewel het vak zich in toenemende belangstelling mag verheugen, wordt ernaar gestreefd het karakter van een werkcollege zoveel mogelijk te behouden. In verband daarmee is een regelmatige en zeer actieve deelname aan de colleges vereist. Voor elke college dient men de stof volgens de studieleidraad (die tijdig voor aanvang van het vak zal verschijnen) te bestuderen. Verder zullen zo mogelijk enkele gastcolleges worden verzorgd door sprekers uit het strafrechtelijk veld, ter uitdieping van speciale onderwerpen. • J.M. Sjöcrona en A.M.M. Orie, Internationaal strafrecht vanuit Nederlands perspectief, Deventer 2002 • Syllabus met verdragsteksten en enige rechtspraak Schriftelijk tentamen. Afhankelijk van het aantal kandidaten vindt de herkansing op een nader te bepalen tijdstip, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling plaats. Tijdig voor aanvang van het trimester zal de studieleidraad verschijnen met vermelding van de te bestuderen literatuur, het collegerooster en de voor elk college te bestuderen leerstof. De studieleidraad is verkrijgbaar op kamer 5A-42 (secretariaat Strafrecht & Criminologie). 200373: Actueel strafrecht I (B3) 200374: Actueel strafrecht II (B3)
Rechtsgeleerheid
subject code credits co-ordinator lecturers period aim
content
literature mode of assessment reqd. subject subject code credits co-ordinator lecturers period aim content
International Company Law (M) 200936 6 F. Eikelboom (room 6A-32, telephone +31 (0)20 444 6285) prof.mr. T.J. van der Ploeg; mr. J.L. Burggraaf; mr A.J.M. Klein Wassink (2) This course is intended for students from abroad as well as for regular students of the faculty. Through international trade and transnational activities of companies as well as non-commercial organisations, contacts with companies and organisations of different national laws are becoming more intense. National laws in these areas differ in many, often unexpected, ways. The objective of this course is to broaden the perspective and understanding of the participants of differences in legal approaches to commercial and noncommercial organisations and deepen their knowledge and insight of international influences, especially the law of the European Union, on company and corporation law. • Introduction: the approach of common law and civil law concerning company law. • Basics of European company law. • Law of trusts, foundations and associations. • Internal governance of companies. • Liability of directors and supervisory directors. • Securities and regulation of stock exchanges • Rights and obligations of shareholders. • Anti-take-over devices and transnational merger. Reader International Company Law; EC Directives & EC Documents on company law. Paper, oral presentation and oral exam. 200357: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) (for Dutch students only.) International Economic Law (M) 200934 6 dr. H.M.G. Denters (room 7A-21, telephone +31 (0)20 44 46305) mr. E. Kentin (room 7A-18, telephone +31 (0)20 44 46307); prof.dr. N.J. Schrijver (room 7A-23, telephone +31 (0)20 44 46306); dr. H.M.G. Denters (2) Students are expected to gain insight into the substantive principles and rules, the decision making process and modalities of dispute settlement in international finance, trade relations and investments. The course focuses on the evolution and progressive development of public international economic law after 1945, especially the functioning of the Bretton Woods order and its adaptation to accommodate the needs and interests of developing countries. Special attention will also be paid to the progressive development of international trade law, including the role of the
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
133
literature mode of assessment reqd. subject subject code credits co-ordinator lecturers
period aim
content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements naam code studiepunten docent periode 134
World Trade Organisation, and foreign investment regulation. • John H. Jackson, The World Trading System - Law and Policy of International Economic Relations, Cambrige etc.: The MIT Press, 1997 • Reader International Economic and Investment Law 4 assignments (60%) and paper / oral presentation (40%). 201522: Volkenrecht (B3) (for Dutch students only) International Environmental Law (B3/M) 200935 6 mr. N.M.J. van der Burgt (room 7A-18, telephone +31 (0) 20 44 46307) prof.dr. N.J. Schrijver (room 7A-23, telephone +31 (0)20 44 46306); mr. N.M.J. van der Burgt (room 7A-18, telephone +31 (0) 20 44 46307); dr. J. Gupta (Institute for Environmental Studies, telephone +31 (0)20 44 49548) (semester 2, blok 1) To get a thorough overview of the content of the rapidly expanding body of international law relating to environmental conservation and sustainable development and to gain insight in its evolution. The student is expected to be able to (i) identify relationships between areas of environmental international law, (ii) recognize the legal importance of various international environmental and developmental problems, (iii) identify relevant sources of international environmental law for the solution of problems and (iv) understand the interrelationship between environment, development and human rights as the basics of the concept of sustainable development. The principle of sustainable development is considered to be the overarching principle of the course. The course focuses on the legal concepts and principles of international environmental law, the relevant legal instruments, the actors and institutions involved. Furthermore, the course presents a range of international environmental law topics, such as law relating to ozone depletion, climate change, loss of biological diversity and depletion of freshwater resources. Within these topics the interrelationship between environment, development and human rights is taken into account. The student is expected to read in advance the assigned literature for each class and to attend all classes. The materials consist of the reading materials and lecture notes. The student will need to study for 160 hours in total. P. Sands, Principles of International Environmental Law, Second edition, Cambridge University Press 2003. Each student can acquire up to 100 points. The course will be evaluated by two assignments (each 25 points), and a written exam (50 points). At the written exam students may consult your textbook. Volkenrecht (201522), or an equivalent course on public international law. Internationale contracten (M) 201790 6 mr. R.I.V.F. Bertrams (kamer 7A-21, tel. (020) 44 46305) week 42 - 51 Rechtsgeleerheid
doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing subject code credits lecturer period aim
content
literature
mode of assessment naam
Het doel van dit vak is de studenten vertrouwd te maken met diverse aspecten, structuren en problemen die kenmerkend zijn voor internationale, veelal omvangrijke en langlopende commerciële contracten en begrip bij te brengen van de internationale handelspraktijk in het algemeen. De inhoud bestaat uit acht verschillende onderwerpen. Met opzet zijn onderwerpen gekozen waarmee men tijdens de studie niet of nauwelijks in aanraking komt, maar waar men later in de praktijk juist wel mee te maken kan krijgen. De onderwerpen bevatten veelal elementen die het strikt juridische overschrijden en ook de financiële en commerciële kanten van internationale transacties raken. De materie is niet eenvoudig. De aanpak is praktijkgericht. Ter oriëntatie worden hier de onderwerpen uit 2003 vermeld: force majeure/hardship clausules; internationale bouwcontracten; internationale fusies en overnames; exportkredietverzekering; betaling en zekerheden bij internationale contracten; franchising; internationale handelsarbitrage; ruilhandel. Een gedeelte van het onderwijs wordt gedoceerd door praktijkjuristen uit bedrijfsleven en advocatuur. Voor nadere gegevens raadplege men de berichten in Ad Valvas in augustus/september. Acht colleges van twee uur. Het bijwonen van deze colleges is verplicht. Het studiemateriaal, gedeeltelijk Engelstalig, is gebundeld in een syllabus. Het schrijven van een paper volgens de aanwijzingen vermeld in de syllabus Introduction to Common Law 200961 6 vacature (various lecturers/professors) (semester 2) The narrow aim of this course is to introduce students with backgrounds in civil law and other legal systems to some of the basic concepts of the Common Law. This gives the student some appreciation of "common law method", the way in which the common law has developed, and continues to develop, as a body of judge-made law. The broader aims of comparative legal study are to broaden the students' legal perspectives and enrichs their knowledge of national and transnational private law. This course helps equip them to appreciate the professional thought ways of American, English and British Commonwealth lawyers. This course focuses specifically on the law of contract and the law of torts, which together are the equivalent of the law of obligations in civil law, and on the law of "equity", a body of law peculiar to the common law. Students are introduced to these bodies of law largely through "the case method", which is the predominate method of teaching law in the first year of a North American law degree. "Introduction to the Common Law; Contract, Tort, Equity", a case book prepared for students at the Vrije Universiteit, Amsterdam by Innis Christie, W.H. Charles and Peter E. Darby. Other readings may be announced at the beginning of and throughout the course. Grades will be based on class participation and a written test. Jeugdrecht II (M)
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
135
code coördinator docenten studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennisvak subject code credits lecturer period aim content
literature mode of assessment entry requirements remarks
136
201791 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46293) dr.mr. C. Blankman (e.a.) 6 week 37 - 26 (naar keuze) Het verdiepen van het inzicht dat door het volgen van het onderwijs in Jeugdrecht I (integratievak) is verkregen door kennismaking met de praktijk in de vorm van een - observerende - stage of een meer theoretische verdieping in een onderdeel van de stof door middel van een werkstuk of een literatuurstudie. De stageperiode bestaat uit vier weken bij voorbeeld bij de kinderrechter en wordt gevolgd door een aantal dagen voor het schrijven van een stageverslag. Bij een werkstuk of mondeling tentamen wordt met de betrokken student een bepaalde hoeveelheid literatuur (mondeling tentamen; circa 750 pagina's) of een studieprestatie van een bepaalde omvang (werkstuk; circa 15 pagina's) afgesproken. Van de student wordt veel zelfwerkzaamheid verwacht. Bij een stage inclusief het opstellen van het verslag en bij een werkstuk vindt begeleiding plaats door mr. C. Blankman. Een aanvraag voor een stageplaats dient tijdig (d.w.z. circa drie à zes maanden voor het geplande aanvangstijdstip) en gemotiveerd bij mr. C. Blankman te worden ingediend. In overleg samen te stellen. Werkstuk of mondeling tentamen. Bij een stage vindt de beoordeling plaats aan de hand van het stageverslag. 200572: Jeugdrecht I Juridisch English 200960 Juridisch English is only for VU-students. 4 F.M. Gilligan (information: mrs. J. Meijer, tel. (020) 444 6420) (1st semester en 2nd semester) The aim of the course is to provide students with a solid grounding in the language of English Law. The student is introduced to the central features of the English legal system. Vocabulary is extended by briefly examining areas of law most likely to produce international communication: criminal, contract and company law. Each law subject is backed up by practical exercises conducted in class. All exercises will contain legal vocabulary and content derived from earlier classes. Finally, the students will be asked to present a "moot court", putting into practice all their theoretical and practical skills. Course reader Attendance and participation, written paper, moot court. The first bacheloryear must be completed. Students will be required to use the university library's online facilities to access English case law. Maximum 13 students.
Rechtsgeleerheid
naam code docent studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Kennis van goed en kwaad (M) 201792 prof.dr. P.C. Westerman (kamer 7A-35, tel. (020) 44 46325 of (050) 30 15902) 6 week 16 - 26 Problematiseren van de grenzen van recht en rechtstoepassing. In hoeverre vindt de rechter recht; in hoeverre schept hij het? Wat is de verhouding tussen regeltoepassing en belangenafweging? Welke status hebben de beginselen die hem/haar leiden bij deze afweging en wat is het verschil tussen morele en juridische beginselen? De vraag naar de rechterlijke oordeelsvorming wordt vervolgens in verband gebracht met bredere kwesties als de verhouding tussen rechter en wetgever en het verband tussen recht en rechtstoepassing. Hoorcolleges in kleinere groepen; toetsing onder meer door schriftelijke referaten Literatuurpakket. Paper of take-home tentamen. Collegeprogramma is bij aanvang in week 16 van het tweede semester te verkrijgen bij het secretariaat, kamer 7A-42. Kerk en recht (B3/M) 201793 6 prof.mr. T.J. van der Ploeg (kamer 6A-31, tel. (020) 44 46285) drs L.C. van Drimmelen; prof.mr. J. Hallebeek; prof.mr. T.J. van der Ploeg; dr. J.W. Sap; prof.mr.drs. B.P. Vermeulen week 16 - 26 Kennismaking met en enig inzicht in de positie van de kerk in het privaatrecht en het staatsrecht, mede vanuit historisch perspectief alsmede kennismaking met en inzicht in (het functioneren van) de interne regels binnen kerken (kerkelijk recht). "De bijzondere status van het kerkgenootschap". Dit thema wordt door de verschillende docenten vanuit verschillende invalshoeken bezien, zoals de theologische, historische, staats- en bestuursrechtelijke en rechtspersonenrechtelijke invalshoek. Kerk en recht is in deze opzet het bestuderen van de werkwijze waarop in het recht de vrijheid van godsdienst uitwerkt, zowel in het staats- en bestuursrecht als in het rechtpersonenrecht en oog krijgen voor de doorwerking van theologische opvattingen in het (kerk)recht. Zie onder opmerkingen. L.C. van Drimmelen en T.J. van der Ploeg, Kerk en recht, Lemma Utrecht 2004 en eventueel aanvullend materiaal. De wijze van toetsing is afhankelijk van het aantal studenten. Het is mogelijk te kiezen voor toetsing van (een) deelonderwerp(en) met aanvullende literatuur. Het vak wordt in samenwerking met de theologische faculteit verzorgd. Het wordt een keer in de twee jaar verzorgd. In het cursusjaar 2004-2005 wordt Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
137
het vak aangeboden. Het vak is praktisch van belang voor degenen die in het latere beroepsuitoefening met kerkgenootschappen in aanraking komen, zoals notarissen, advocaten, rechters en bestuursrechtelijke juristen: de motivering om deel te nemen zal echter vooral moeten liggen in de behoefte om de blik te verruimen. Aan de voorkennis van de studenten worden geen bijzondere eisen gesteld. Het behaald hebben van het eerste bachelorjaar is voldoende: voor studenten van andere faculteiten, met name de theologisch, staat het keuzevak open. naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
blackboard voorkennisvak naam code studiepunten docenten periode
138
Materieel strafrecht (B3) 200368 7.2 dr. N. Rozemond (kamer 5A-36, tel. (020) 44 46235 of (020) 47 05788) mr. M.J. Kronenberg; dr. N. Rozemond week 44 – 5 week 16-26 (voor studenten in het tweede bachelorjaar) Het vak Materieel strafrecht beoogt de student inzicht te geven in de algemene leerstukken van het materiële strafrecht, zoals daderschap, causaliteit, legaliteit, opzet en schuld, strafuitsluitingsgronden, poging en deelneming Het vak heeft daarnaast tot doel de student te leren om casus op te lossen aan de hand van de algemene leerstukken en de jurisprudentie. Achtereenvolgens komen in het onderwijs de volgende onderwerpen aan de orde: daderschap, causaliteit, legaliteit, interpretatie, opzet, schuld, strafuitsluitingsgronden, deelneming, poging, voorbereiding. Van de student wordt verwacht dat hij zelf de onderwerpen samenloop, ne bis in idem bestudeert in het leerboek Materieel Strafrecht van De Hullu. Informatie over onderwijs wordt gepubliceerd op blackboard. • J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Gouda Quint 2003. • Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de Arresten Straf(proces)recht (Stolwijk/Bosch), Kluwer, laatste druk. Tijdens het tentamen is het gebruik van niet geannoteerde wettenedities en de arrestenbundel Rüter/Verpalen of losse kopieën van de voorgeschreven arresten toegestaan, mits een en ander niet van eigen aantekeningen is voorzien. Tegen onderstrepingen is geen bezwaar. Het tentamen bestaat uit drie casusopdrachten, onderverdeeld in vier tot zes subvragen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200102: Beginselen strafrecht (B1) Mensenrechten en strafrecht (B3/M) 201794 6 prof.mr. T.M.C.J. Schalken (kamer 5A-40, tel. (020) 44 46237); dr. N. Rozemond (kamer 5A-36, tel. (020) 44 46235) week 16 - 26
Rechtsgeleerheid
doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen voorkennisvakken naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard
Het keuzevak heeft tot doel de student vertrouwd te maken met procedurele en inhoudelijke aspecten van een aantal internationale verdragen inzake de rechten van de mens (Universele Verklaring, IVBPR, antidiscriminatieverdragen, anti-martelingverdragen, EVRM, CPT) die van belang zijn voor de strafrechtspleging. De nadruk ligt daarbij op behandeling van de jurisprudentie van het EHRM en de (mogelijke) betekenis daarvan voor de Nederlandse strafrechtpleging. Ook wordt aandacht besteed aan het EU grondrechtenhandvest. Het vak is met name geschikt voor studenten die zich willen verdiepen in het strafrecht Na een inventarisatie van de belangrijkste verdragen, de geschiedenis daarvan en de daarbij gehanteerde procedures, wordt bijzondere aan-dacht besteed aan de interpretatiemethoden die plegen te worden gehanteerd door het EHRM. Daarna volgt een behandeling van de belangrijkste jurisprudentie van het EHRM inzake de artikelen 3 (martelingverbod, inclusief de relatie tot het CPT), 4, 5, 6 en 8. In dat kader komt ook aan de orde welke invloed die Straatsburgse jurisprudentie heeft (gehad) op de Nederlandse strafrechtspleging. Gedurende twee uren per week worden werkcolleges gegeven. Literatuur wordt nader bekend gemaakt. Tijdens de cursus dienen twee werkstukken te worden gemaakt. Afhankelijk van het aantal studenten wordt het tentamen mondeling of schriftelijk afgenomen. De eindbeoordeling geschiedt op basis van de resultaten van de werkstukken en het tentamen. Spreekuur Na afloop van het college. 200368: Materieel strafrecht (B3) 200369: Formeel strafrecht (B3) Methoden en technieken (M) 201532 6 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) week 2 - 13 Inzicht geven in de methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek zoals ten dienste van de criminologie gebruikt worden. De nadruk ligt hierbij niet op het zelfstandig kunnen uitvoeren van onderzoek, maar op het begrijpen en kritisch kunnen evalueren van door anderen uitgevoerd criminologisch onderzoek. In deze cursus wordt op elementair niveau de cyclus van empirisch onderzoek behandeld. Aan de orde komen de structuur van het onderzoek, het conceptuele model en het ondezoeksontwerp, de verschillende modellen, designs en bevragingsmethoden. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de statische analyse van gegevens. Hoorcollege, werkgroep en practicum SPSS. Earl Babbie, The Practice of social Reserch, 9th edition, Wadsworth/Thomson Learning, USA 2001. Opdrachten en schriftelijk tentamen, open vragen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
139
toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen voorkennisvakken naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
140
Milieurecht (B3/M) 201796 6 dr. L.A.J. Spaans (kamer 6A-10, tel. (020) 44 46262) week 6 - 15 Beoogd wordt de student vertrouwd te maken met de hoofdlijnen van het nationale milieurecht. De student wordt geacht na afronding van de collegecyclus de studiestof te kunnen toepassen in concrete gevallen. Milieurecht is dat deel van het recht waarmee de 'fysieke omgeving' wordt beschermd en beheerd. Het milieurecht is in die zin bijzonder, omdat het als een rode draad door allerlei min of meer traditionele rechtsgebieden loopt. Daar komt bij dat de inhoud van het nationale milieurecht in hoge mate wordt bepaald door internationaal recht. Binnen de collegecyclus wordt niet alleen aandacht besteed aan de nationale milieurechtelijke regelgeving, maar ook aan die rechtsgebieden die een raakvlak met die regelgeving vertonen en, in beperkte mate, aan de internationale regelgeving ter zake. Gecombineerde hoor- en discussiecolleges waarbij een actieve deelname van de studenten wordt verwacht. Om het inzicht in de grote hoeveelheid regelingen te vergroten is gekozen voor een opdeling van de collegecyclus in een blok "hoofdlijnen nationale milieuwetgeving en een blok" `capita selecta'. In het eerste blok wordt de student vertrouwd gemaakt met het systeem van het nationale milieurecht, waarbij de Wet milieubeheer en de daarop betrekking hebbende jurisprudentie centraal staan. Het tweede blok van de collegecyclus betreft een verdieping, waarbij onder meer wordt ingegaan op het raakvlak tussen het milieu- en ruimtelijke ordeningsrecht en tussen het milieu- en natuurbeschermingsrecht. • F.C.M.A. Michiels, De Wet Milieubeheer, Deventer, Kluwer meest recente druk (wetbundel) ; • Specifieke Milieurechtwetbundel; • Syllabus Milieurecht verkrijgbaar in de VU-boekhandel. Schriftelijk tentamen en schriftelijke opdracht. De colleges worden ondersteund via een site op de digitale leeromgeving blackboard. 200211: Bestuursrecht I (BN2) 200353: Bestuursrecht II (B3) (dit vak wordt sterk aanbevolen.) Misdaadanalyse (M) 201797 6 drs. H.C.D.M. Oomens (kamer 5A-41, tel. (020) 44 46241); drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) week 6 - 15 Studenten kennis laten maken met de theorie en praktijk van de verschillende typen van misdaadanalyse. Misdaadanalyse omvat grofweg drie typen onderzoek: operationele analyse (b.v. het analyseren van een concrete casus of een
Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten docenten
dadergroep ten behoeve van het opsporingsonderzoek), fenomeenonderzoek (b.v. het doorlichten van een branche of een gebied op de kwetsbaarheid voor (bepaalde vormen van) criminaliteit) en criminaliteitsbeeldanalyse (b.v. het maken van een criminele kaart). Dergelijke vormen van misdaadanalyse zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen in de preventie en de opsporing van criminaliteit, alsmede bij het ontwikkelen van beleid door politie, justitie, het openbaar bestuur en de beveiligingsindustrie. In de colleges wordt van ieder van deze typen onderzoek de methodologie behandeld, wordt door gastdocenten de dagelijkse praktijk toegelicht en krijgen de studenten opdrachten waarmee zij zichzelf oefenen in het toepassen van deze vormen van onderzoek. In totaal krijgen de studenten drie opdrachten. De typen onderzoek kunnen beschouwd worden als bbijzondere varianten van sociaal wetenschappelijk onderzoek en de empirische cyclus. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het juridisch kader waaraan deze vormen van onderzoek gebonden zijn. Hoor- en werkcolleges. Reader Voor iedere opdracht wordt een cijfer gegeven. Daarnaast is er een schriftelijke toets. Het eindcijfer is het gemiddelde van deze vier cijfers. Tot de cursus worden toegelaten masterstudenten Nederlands recht. Nederlandse rechtsgeschiedenis (B3/M) 201798 6 prof.mr. S. Faber (kamer 7A-29, tel. (020) 44 46322) week 16 - 26 Kennismaken en ervaring opdoen met het zelfstandig verrichten van onderzoek. In beginsel vrijwel onbeperkt. Wel wordt elk jaar gelegenheid gegeven mee te doen aan een werkcollege dat in de regel betrekking heeft op een terrein waarop de sectie Nederlandse rechtsgeschiedenis zelf actief is. Het is echter ook mogelijk het accent te leggen op belangstelling, voorkeur of bekwaamheden. Gezamenlijk onderzoek in archieven en/of literatuuronderzoek en rapportage, mondeling en schriftelijk, tijdens en na afloop van de werkcolleges. Indien noodzakelijk of gewenst kan ook individueel worden gewerkt, zij het ook dan niet zonder begeleiding en profijt van moderne hulpmiddelen. Afhankelijk van onderwerp en werkwijze. In de regel afsluiting met een werkstuk. Nadere toelichting en voorbeelden zijn te verkrijgen bij de docent. 200202: Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) 200202 5.7 prof.mr. S. Faber (kamer 7A-29, tel. (020) 44 46322); mr.drs. C. de Boer (kamer 7A-29, tel. (020) 44 46322) Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
141
periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen blackboard naam code docent studiepunten periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing opmerkingen naam code studiepunten docent periode doel
142
week 45 - 5 Kennis en inzicht omtrent hoofdzaken: het wie, wat, waar, wanneer, waartoe en hoe van de Nederlandse rechtsgeschiedenis, tegen de achtergrond van de (rechts)geschiedenis van Europa. Algemene begrippen, periodes, soorten van rechtsgeschiedenis en dergelijke. Uitwendige rechtsgeschiedenis (geschiedenis van de rechtsvorming:gewoonterecht, codificatie etc.). Iwendige rechtsgeschiedenis (enkele onderdelen, zoals geschiedenis van de strafrechtspleging, onrechtmatige daad). Staatsvorming en rechterlijke organisatie (in ruime zin). Hoorcolleges: samenvatting en illustratie van grote lijnen en verbanden in de te bestuderen literatuur. Werkcolleges: thema¿s uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis aan de hand van te bestuderen literatuur en authentieke bronnen. Wordt nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen met open vragen. Spreekuur: na de colleges of op een ander af te spreken tijdstip. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Notariswet (BN 3) 211353 mr. M.R. Kremer (kamer 7A-32, tel. (020) 44 46314) 2.9 week 37 - 44 Het kennen van en inzicht hebben in functie en taak van de (aankomende) (kandidaat-)notaris, in het bijzonder bezien vanuit praktische en theoretische toepassingen van de Notariswet. De Notariswet en daarin voorkomende en daarmee samenhangende onderwerpen en regelingen. Hoorcollege, zeven maal twee uur. • J.C.H. Melis, De Notariswet, 7e druk, 2003, Kluwer, Deventer; • Collegedictaat. Schriftelijk tentamen. Een eventuele extra opgave van literatuur en/of jurisprudentie wordt op het college gegeven. Omzetbelasting (M) 201556 6 drs. F.L. Idsinga (kamer 7A-36, tel. (020) 44 46295) week 18 - 22 Het verwerven van inzicht in de opzet en het systeem van de Zesde BTWrichtlijn en de Wet op de Omzetbelasting 1968 als uitwerking hiervan. Er wordt aandacht besteed aan het van de inkomstenbelasting afwijkende ondernemerschap. Daarnaast wordt het onderscheid tussen leveringen en diensten voor de omzetbelasting behandeld. Daarbij mag een toelichting op het bedrag waarover omzetbelasting verschuldigd is (de maatstaf van Rechtsgeleerheid
inhoud werkwijze literatuur toetsing naam code studiepunten docent periode doel inhoud
literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvakken
heffing) en op het moment van verschuldigdheid van omzetbelasting (het tijdstip van de levering of dienst) niet ontbreken. De uitzondering(en) op de verschuldigdheid van omzetbelasting (de vrijstellingen) en het recht op aftrek van omzetbelasting passeren eveneens de revue. De internationale aspecten (de intracommunautaire leveringen, diensten en de uitvoer) vormen tot slot het sluitstuk van dit vak. In de gecombineerde hoor/werkcolleges wordt in het hoorcollege gedeelte de stof op hoofdlijnen verduidelijkt. Vervolgens komen de in het werkcollege gedeelte de praktische toepassingen van de stof aan bod. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende vier weken, tweemaal drie uur per week. • mr. J.L.M.J. Vervloed, e.a. Wegwijs in de BTW, 8e gewijzigde druk, Koninklijke Vermande, 2003, SDU Uitgervers. • Aanbevolen: Cursus Belastingrecht omzetbelasting, studenteneditie. Schriftelijk, open vragen. Van de studenten wordt een actieve pariticipatie tijdens de gecombineerde hoor/werkcollges verwacht. Onderwijsrecht (B3/M) 201801 6 prof.mr.drs. B.P. Vermeulen (kamer 6A-19, tel. (020) 44 46264) week 6 - 15 Inzicht hebben in de hoofdlijnen van het Nederlandse onderwijsrecht en de structuur van het Nederlandse onderwijssysteem. In dit vak komt allereerst de juridische grondstructuur van het Nederlandse onderwijsbestel aan bod (Grondwet, onderwijswetten). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de betekenis van mensenrechtenverdragen en het EG-recht. Ten slotte wordt ingegaan op een aantal actuele thema's, zoals de vrijheid van onderwijs, de financiering van het onderwijs, de rol van de gemeente in het onderwijsbeleid, het fenomeen witte en zwarte scholen, het islamitisch onderwijs, de rol van de inspectie, de rechtspositie van de leraar en de bestuursrechtelijke rechtsbescherming. • B.P. Vermeulen, Constitutioneel onderwijsrecht, Den Haag, Reed Elsevier, meest recente druk. • Overige literatuur wordt nader opgegeven.. Mondeling tentamen Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht volgen. Het vak is ook te volgen door niet-rechtenstudenten, i.h.b. studenten pedagogiek of onderwijskunde, met een zekere kennis van onderwijsbeleid of de onderwijspraktijk. Aanvullend op het vak kan een stage worden gevolgd. Studenten die bij een Tweede-Kamerfractie stage willen lopen worden verzocht zo spoedig mogelijk met de docent contact op te nemen. Spreekuur: volgens afspraak 200204: Staatsrecht I (B2) 200208: Staatsrecht II (B2)
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
143
naam code
studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard voorkennisvakken
144
Overheid en privaatrecht (B3/M) 201750 Overheid en privaatrecht is ook één van de zeven keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht. 6 prof.mr. F.J. van Ommeren (kamer 6A-21, tel. (020) 44 4265) week 16 - 26 Doel van dit vak is het verwerven van inzicht in het optreden van de overheid in privaatrechtelijke verhoudingen. Veel juristen krijgen met de verhouding tussen publiek- en privaatrecht te maken, ongeacht of ze nu werkzaam zijn bij de overheid, bij particuliere organisaties, in het bedrijfsleven, in de wetenschap of in een rechtsprekend of adviserend beroep (advocatuur, notariaat..). De praktijk houdt zich nu eenmaal niet goed aan de kunstmatige onderverdeling van het recht in aparte deelgebieden. Voor juristen die met de overheid hebben te maken, is daarom kennis van het overheidsprivaatrecht eigenlijk onmisbaar. De overheid maakt in veel situaties gebruik van het privaatrecht. Tegelijk staat ook een privaatrechtelijk optredende overheid allesbehalve los van staats- en bestuursrechtlijke kaders. Dit levert een spanningsveld op, dat zowel theoretisch als praktisch van zeer grote betekenis is. In dit vak komen ondermeer de volgende vragen en onderwerpen aan de orde: • welk overheidshandelen dient als privaatrechtelijk te worden aangemerkt? • hoeveel ruimte heeft de overheid de privaatrechtelijke weg te bewandelen en waarom is daar behoefte aan? • wat betekent dit voor privatisering en verzelfstandiging? • wat is de betekenis van het doorwerking van publiekrechtelijke normen in publiekrechtelijke verhoudingen? • welke rechter is bevoegd kennis te nemen van dit soort geschillen? Deze algemene vraagstukken worden toegepast op een aantal rechtsfiguren dat in het het overheidsprivaatrecht van bijzonder belang is, zoals: • overheidsstichting en overheidsdeelneming (en andere organisatievormen); • overheidscontracten; • overheidsaansprakelijkheid (onrechtmatige overheidsdaad en zelfstandig schadebesluit: • overheidseigendom. Er worden hoorcolleges gegeven. Van de studenten wordt een actieve inbreng verwacht. • Van Wijk/Konijnenbelt &Van Male, Hoofdstukken bestuursrecht, Den Haag: Elsevier juridisch 2002, 12e druk; • Syllabus Overheid en privaatrecht. Schriftelijk tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200211: Bestuursrecht I (BN2) 200205: Contractenrecht (B2/BN2)
Rechtsgeleerheid
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen
Penitentiair recht (B3/M) 201803 6 mr. C.J. Petiet (kamer 5A-34, tel. (020) 44 46234) week 6 - 15 Studenten worden geacht aan het eind van de cursus begrip te hebben van de rechtspositie van gedetineerden, van de geschiedenis en achtergronden van de vrijheidsstraf, van de opbouw van en het beleid in het gevangeniswezen. Zij dienen de verschillende rechtswegen voor gedetineerden (o.a. het beklagrecht) te kunnen toepassen. In dit keuzevak wordt de nadruk gelegd op vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. De benadering is berust op twee pijlers: theorie en praktijk. Allereerst theoretisch kader waarbinnen het penitentiair recht - in enge zin zich afspeelt. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar alle regels die gelden ten aanzien van degenen die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, dus zowel degenen die zich in voorlopige hechtenis bevinden als degenen die een gevangenisstraf uitzitten. Dit complex van regels is de laatste twintig jaar sterk in beweging geraakt. Ook onder invloed van de mensenrechtenverdragen is de belangstelling voor penitentiair recht gegroeid en hebben allerlei fundamentele rechtsbeginselen in het penitentiaire recht hun toepassing gevonden. De beklagregeling voor gedetineerden is een exponent van deze toegenomen belangstelling. Voorts zal ruime aandacht besteed worden aan de differentiatie van de penitentiaire inrichtingen, de selectie van gedetineerden over die inrichtingen alsmede aan actuele problemen en de veranderingen die zich ten aanzien van het penitentiair beleid voordoen. Hoor/werkcolleges, referaten en excursies. - Wordt in Ad Valvas bekend gemaakt - Syllabi Penitentiair recht (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Tot de cursus behoort de verplichting een annotatie te schrijven naar aanleiding van een beschikking van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, de hoogste penitentiaire rechter. Tevens dient men een referaat te houden. Elke student wacht een individuele opdracht (= opstel). Aan het eind van de cursus vindt een mondelinge toets plaats. Het eindcijfer wordt bepaald door de cijfers van de annotatie, het opstel en de mondelinge toets. Tot het onderwijs behoren excursies naar penitentiaire inrichtingen, als illustratie van en confrontatie met de praktijk van het Nederlandse gevangeniswezen. Op de eerste bijeenkomst wordt een onderwijsbulletin uitgereikt. Voor degenen die gekozen hebben voor de afstudeerrichting Strafrecht en van plan zijn bij de Rechterlijke Macht of het Openbaar Ministerie te gaan werken, is Penitentiair recht een onontbeerlijk vak omdat het inzicht geeft in de inhoud en betekenis van de straf die men eist of oplegt. Voor degenen die de advocatuur in willen is het een nuttig vak omdat bij beklagzaken in penitentiaire inrichtingen steeds vaker advocaten worden toegevoegd. De mogelijkheid bestaat een scriptie te schrijven op het terrein van penitentiair recht en/of stage te lopen bij een penitentiaire inrichting. Verplichte inschrijving via TISVU voor deelname aan dit vak. Er is een
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
145
blackboard voorkennis naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvak
146
limiet aan het aantal deelnemers. Bij deze curus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegangkelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten met goed gevolg zijn afgelegd. Pensioenrecht (B3/M) 201804 6 prof.mr. E. Lutjens (kamer 6A-24, tel. (020) 44 46268) week 6 - 15 Studenten kennen de systematiek en de juridische regels omtrent de verwerving en het behoud van pensioenrechten en de maatschappelijke betekenings van pensioenrecht in het licht van een thema als vergrijzing. De colleges zijn gericht op de aanvullende pensioenen verband houdende met de arbeid. De toekenning van pensioenaanspraken is gebaseerd op de arbeidsverhouding. In zo verre heeft het pensioenrecht een duidelijke inbedding in het arbeidsrecht. Waar in het arbeidsrecht voor CAO's echter instrument van AVV bestaat, geldt voor pensioenregelingen de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Ter uitvoering van een pensioenregeling dient een werkgever het pensioen extern onder te brengen bij een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds. Daardoor ontstaat een bijzondere driehoeksverhouding tussen werknemer, werkgever en pensioenfonds/verzekeringsmaatschappij van verzekeringsrechtelijke en rechtspersonenrechtelijke aard. Op alle rechten en verplichtingen ten aanzien van pensioenen werkt verder in het bijzondere pensioenrecht, zoals onder meer vastgelegd in de Pensioen- en spaarfondsenwet. Maar ook het EG-recht heeft een belangrijke impact op pensioenregelingen. Het pensioenrecht brengt dit alles in kaart rondom een aantal harde onderwerpen, zoals pensioenrechten bij ontslag, de pensioenproblematiek bij de overgang van een onderneming, de zeggenschap in pensioenfondsbesturen, pensioen en EG-recht, gelijke behandeling van mannen en vrouwen, verbod tot leeftijdonderscheid, de financiering van pensioenregeling. Mengvorm hoorcolleges/werkcolleges met behandeling aan de hand van perspublikaties, stukken uit procedures op pensioenterrein en dergelijke. Een excursie naar een pensioenfonds is mogelijk. Studenten schrijven tegen het eind van de collegecyclus een beknopt werkstuk, hetwelk ook de vorm kan hebben van het schrijven van een dagvaarding, conclusie van antwoord of vonnis in relatie tot processtukken, dan wel het schrijven van een annotatie bij een uitspraak. Nader bekend te maken. Werkstukken en beperkt schriftelijk tentamen. Voor verdere verdieping kan het vak Capita selecta pensioenrecht worden gevolgd of een scriptie worden geschreven. Ook zijn er regelmatig stagemogelijkheden bij Verzekeraars, Pensioenfondsen of Adviesorganisaties. 200301: Sociaal recht I
Rechtsgeleerheid
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing blackboard voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Personen- en familierecht (B2/BN2) 200203 2.9 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46293) dr.mr. C. Blankman; prof.mr. G. van der Burght week 37 - 44 Het verkrijgen van inzicht in de belangrijkste onderdelen van het personenen familierecht inclusief het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht, zodat de student op het tentamen binnen de toegemeten tijd een aantal casus op dit rechtsgebied zelfstandig kan oplossen. De zes hoofdonderwerpen zijn: • naamrecht en onderhoudsverplichtingen; • afstamming en adoptie; • huwelijk en echtscheiding; • huwelijksvermogensrecht; • minderjarigheid, ouderlijk gezag, gezamenlijk gezag en (gezamenlijke) voogdij; • beschermingsmaatregelen ten behoeve van minder- en meerderjarigen. Hoorcolleges van twee uren per week en twee werkcolleges. • De syllabus Personen- en familierecht (verkrijgbaatr in de VUboekhandel) • de op de colleges behandelde stof; • de op de colleges behandelde en in de syllabus opgenomen arresten; • de in de syllabus aangegeven verplichte literatuur. Deze wordt tijdig voor aanvang van het onderwijs in Ad Valvas en op blackboard bekendgemaakt. Schriftelijk openboek tentamen, waarbij de verplichte literatuur en collegeaantekeningen mogen worden gebruikt. Bij deze curus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200103: Beginselen privaatrecht I (B1) 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) Pleitoefening (B3/BN3) 200376 6 mr. M.A.V. Verdaasdonk (kamer 6A-16, tel. (020) 44 46332, e-mail:) prof.mr. J. Struiksma; mr. J.H. Dondorp; prof.mr. J. Hallebeek; mr. H.A.J.M. Versteeg; mr. H.M.L. Frons; mr. S.A.P. Moerman; mr. C.J. Petiet; mr. J.L. Smeehuijzen; mr. M.A.V. Verdaasdonk. week 37 - 26 (eerste en tweede semester) Een nieuw vak, dat Rechtsoefening vervangt, opvolgt en uitbreidt. Het ging voor het eerst vanaf februari 2004 van start. Aan de definitieve opzet ervan werd tijdens het uitkomen van deze studiegids nog gewerkt; houd u er dus rekening mee dat onderstaande informatie intussen kan zijn gewijzigd en aangevuld. Het vak wordt twee keer per studiejaar gegeven: van september -december en van februari - juni. Vor deeltijdstudenten wordt het vak uitsluitend aangeboden in de periode
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
147
inhoud
werkwijze
148
februari - juni. Nadere berichtgeving over dit vak volgt in Ad Valvas en op Blackboard. Inlichtingen kunt u inwinnen bij de coördinator. Het vak geldt als de belangrijkste en zwaarste vaardighedentraining in de juridische opleiding en heeft ten doel: • het praktisch leren toepassen van verworven theoretische kennis door confrontatie ervan met aan de rechtspraktijk ontleende vraagstukken. • het ontleden van deze vraagstukken op hun juridische en overige merites. • het leren formuleren en presenteren van uw standpunt aan de hand van argumenten, waarmee u de rechter zowel schriftelijk als door een pleidooi tracht te overtuigen. Aan de hand van een verstrekte casus schrijft u (in teamverband) een processtuk en maakt u (individueel) een pleitnotitie. Het vak wordt afgesloten met uw pleidooi voor een meervoudige kamer van de rechtbank. Dit onderdeel heeft de omvang van 3 ects. Een ander onderdeel van rechtsoefening is het onderdeel Opinie: gedurende 10 weken besteedt u wekelijks 3 uur aan het schriftelijk formuleren van een standpunt over een actuele maatschappelijke, juridische situatie. Aldus leert u opvattingen formuleren en toetsen over bijvoorbeeld: orgaandonatie, strafmaatverhoging, normen en waarden e.d. Dit onderdeel omvat 1 ects. Daarnaast volgt u de digitale stage op een advocatenkantoor via het cdromprogramma Pleit Voorbereid. Dit programma bevat een instructieboek, een theorieboek en drie cd-roms. Het onderdeel omvat 2 ects. Er zijn twee vaardighedentrainingen van een dagdeel (ochtend of middag) geprogrammeerd: het eerste dagdeel ontvangt u een algemene vaardighedentraining, het tweede dagdeel een specifiek op uw pleidooi gerichte training. De dagdelen worden met een tussenpoos van enige weken gegeven. U kunt alleen deelnemen aan dit vak als u de tentamens van het eerste jaar alsmede Casus Vermogensrecht en het vak Rechtzoeken heeft behaald. Verder is het aan te bevelen dat u de tentamens in de hoofdvakken privaatrecht, bestuursrecht en strafrecht hebt behaald. Er wordt op een nog aan te geven tijdstip een introductiebijeenkomst gehouden waarbij de werkwijze van het vak wordt uiteengezet. Uw aanwezigheid is daarbij verplicht. U wordt ingedeeld in groepen van 12 studenten per casus. De groep wordt begeleid door een docent. Aan de hand van een casus op het gebied van privaatrecht, strafrecht of bestuursrecht ontwerpt u in samenwerking met twee medestudenten, dus in groepjes van drie, allereerst het processtuk. Er wordt in overleg met de groepsdocent vastgesteld wie voor welke partij gaat optreden (eiser/gedaagde, verzoeker/verweerder, officier van justitie/verdediging e.d.). Inschrijving: U kunt zich tussen 1 en 24 januari (voor de periode februari - juni) inschrijven, hetzij als groep van 3, hetzij individueel, bij het Studieinformatie(punt) (kamer 5A-13). Let op: als u zich niet inschrijft, kunt u niet verder deelnemen aan Pleitoefening. U ontvangt dan geen casus, geen presentatietraining en u wordt niet ingedeeld op een pleitzitting. Evenzeer kan het niet bijwonen van verplichte bijeenkomsten leiden tot Rechtsgeleerheid
literatuur toetsing
opmerkingen
blackboard
voorkennis naam code studiepunten docent periode doel inhoud werkwijze
literatuur
toetsing
uitsluiting van verdere deelname aan het vak. Het hiervoor omschreven cd-romprogramma Pleit Voorbereid geldt als verplichte literatuur. Kosten 40 euro. Verkrijgbaar bij QBD op nader aan te geven tijdstippen. U wordt beoordeeld op het processtuk dat u in groepsverband heeft geschreven, op uw pleitnotitie en op uw pleiten ter zitting. Ook worden de door u geschreven opinies getoetst en wordt bewijs opgevraagd dat u het cdromprogramma Pleit Voorbereid hebt doorlopen. Het vak leent zich bij uitstek voor het ontwikkelen van uw eigen stijl en presentatie - zowel schriftelijk als mondeling - en is daarom enig in zijn soort. Het bevat geen wedstrijdelement (zo wordt er geen prijs uitgereikt voor het beste pleidooi) omdat ervan wordt uitgegaan dat ieders persoonlijkheid uniek is. Ook diegenen die niet opteren voor de togaberoepen zullen veel baat hebben bij dit vak. Het reikt vaardigheden aan die in elke juridische omgeving onontbeerlijk zijn. De oefening van de verschillende vaardigheden zal leiden tot toename van het zelfvertrouwen. Aldus wordt het voor ieder eenvoudiger om zich een duidelijk beeld te vormen van wat men met deze studie beoogt en kan bereiken. Bij deze curus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Een belangrijk deel van de communicatie tijdens het vak verloopt via blackboard. U vindt daar het rooster en verdere uitwerking van het vak. Een afgerond en behaald eerste bachelor jaar en het vak Rechtzoeken en Casus (vermogens)recht. Politieke en parlementaire geschiedenis (B3/M) 201805 6 prof.dr. J. de Bruijn (kamer 1B-36, tel. (020) 44 45271) week 6 - 15 Kennen of begrip hebben van de hoofdlijnen van de Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis. Inzicht hebben in de Nederlandse politieke cultuur en de onderlinge verhouding van regering en parlement. De Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis van 1848 tot heden. Gedurende 8 a 10 weken wordt gedurende twee uur per week college gegeven over het thema "Aspecten van de Nederlandse politieke cultuur". Deels heeft deze cyclus de vorm van een overzichtscollege, waarbij verleden en heden van de Nederlandse politieke cultuur de revue zullen passeren.Voorts wordt van de studenten verwacht dat zij een paper van maximaal 10 pagina's vervaardigen naar aanleiding van een in overleg met de docent te kiezen verschijnsel of gebeurtenis uit de politieke en parlementaire geschiedenis. P.J. Oud/J. Bosmans, Honderd jaren. Een eeuw van staatkundige vormge ving in Nederland, negende of latere druk. N.B.: de tiende druk is in twee delen uitgegeven en draagt de naam "Staatkundige vormgeving in Nederland" (Assen 1990). Mondeling tentamen en paper.
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
149
voorkennisvakken
naam code studiepunten docent doel inhoud werkwijze toetsing voorkennisvakken naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen voorkennisvakken
150
200202: Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) 200204: Staatsrecht I (B2) 200208: Staatsrecht II (B2) Politieke filosofie I (B3/M) 201806 6 prof.dr. H.E.S. Woldring (kamer 13A-31, tel. (020 )44 46678) Kennis van en kritisch inzicht in de sociaal- en politieke filosofisch vragen omtrent het samenleven van mensen. Studenten die dit vak kiezen mogen naar hun eigen belangstelling en in overleg met de docent een literatuurlijst samenstellen. Geen hoor- of werkcollege, maar een individuele begeleiding van de zelfgekozen literatuur. Het schrijven van een paper van ongeveer 15 pagina's. 200107: Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) 200206: Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) Politieke filosofie II (B3/M) 201807 6 prof.dr. H.E.S. Woldring (kamer 13A-31, tel. (020) 44 46678) week 16 - 26 Kennis van en kritisch inzicht in hedendaagse politieke stromingen. Capita selecta uit de geschiedenis van de politieke filosofie, de met name betrekking hebben op liberalisme, christen-democratie, sociaal-democratie, communitarisme en conservatisme (en onderlinge dwarsverbindingen). In dat verband komen systematische onderwerpen aan de orde: de verhouding van het ethische tot het sociale en politieke; macht en afhankelijkheid; onderscheid staat en samenleving en de differentiatie van de samenleving en de differentiatie van de samenleving; status van sociale regels, normen en wetten; rechten, plichten en verantwoordelijkheden van burgers; vrijheid en rechtvaardigheid. Ook wordt de idee van de civiele samenleving ('civil society') geanalyseerd. Hoor- en werkcollege, waarin naast secundaire literatuur ook klassieke werken worden besproken (bijvoorbeeld van Hobbes, Locke, Rousseau en Arendt). • F. van Peperstraten, Samenleving ter discussie. Een leiding in de sociale filosofie. Bussum: Couthio, 1999 (4), 380 pp.; • H.E.S. Woldring, Kernbegrippen in de politieke filosofie. Een herwaardering. Bussum: Coutinho, 2001; • H.E.S. Woldering, Politieke filosofie van de christen-democratie. Bundel: Damon, 2003. Het schrijven van een paper van ongeveer 15 pagina's. Spreekuur: maandag en woensdag vanaf 12.30 uur, kamer 13A-31 200107: Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) 200206: Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2)
Rechtsgeleerheid
naam code studiepunten docent periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvakken naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
Politierecht (M) 201808 6 prof.dr. J. Naeyé (kamer 5A-40, tel. 0294-410811) week 16 - 26 Het vak Politierecht beoogt de student kennis en inzicht te verschaffen in het Nederlandse politiebestel en de wijze waarop dat bestel in de praktijk functioneert. De inhoud en indeling van de studiestof zal bij aanvang van het collegeblok worden vastgesteld. Het keuzevak bestaat uit: 1. Hoor- en werkcolleges gedurende 9 weken 2. Excursie - Syllabus Politierecht 2005 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel) In de laatste week van het collegeblok. Studenten die het keuzevak Politierecht willen volgen, moeten zich inschrijven via TISVU. Inschrijving staat open voor studenten met die met goed gevolg het vak Formeel strafrecht hebben afgesloten. Inschrijving van studenten met een andere achtergrond dient te geschieden in overleg met de docent. Het maximaal aantal deelnemers bedraagt 40. In het studiejaar 2004-2005 wordt avondonderwijs aangeboden voor deeltijdstudenten. Spreekuur: na afloop van de colleges of na telefonische afspraak. 200368: Materieel strafrecht (B3) 200369: Formeel strafrecht (B3) Praktijk van de rechtspleging (M) 201809 3 dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) week 16 - 26 Kennismaken met de praktijk en de achtergronden van de Nederlandse rechtspleging en de actuele ontwikkelingen daarin. Het vak is met name geschikt voor studenten die zich op een stage of werkkring in de rechtspleging voorbereiden. In dit vak wordt ingegaan op de aard en positie (samenstelling, organisatie van verschillende categorieën betrokkenen bij de rechtspleging: de Rechterlijke Macht, advocatuur, het notariaat, het Openbaar Ministerie en partijen). Actuele thema's die momenteel aan de orde zijn: de positie van het OM, de herziening van de Rechterlijke Organisatie, de betrokkenheid van advocaten bij criminaliteit etc. Zes colleges. Syllabus Praktijk van de rechtspleging. Schriftelijk tentamen. Voor de studenten die het Integratievak rechtspleging willen volgen, vormt het vak Praktijk van de Rechtspleging het eerste onderdeel. Voor het resterende gedeelte van het integratievak zij verwezen naar de beschrijving Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
151
blackboard naam code studiepunten docent periode inhoud werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
voorkennis naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze
literatuur
152
van dat vak. Bij deze curus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Privatissimum (M) 201566 Dit vak is verplicht bij de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. 6 prof.mr. A.F. Verdam (kamer 6A-31, tel. (020) 44 46284) week 16 - 26 In een relatief korte onderwijsperiode worden schriftelijk en mondelinge vaardigheden aan de hand van een bedrijfsrechtelijk gerelateerd onderwerp getraind. In een periode van zes weken bereiden studenten twee keer per week werkstukken en referaten voor, die in werkgroepverband worden besproken. Wordt bij aanvang van het onderwijs vastgesteld. De eindbeoordeling geschiedt op basis van werkstukken, referaten en inbreng in de werkgroepbesprekingen. Per onderwerp kunnen maximaal achttien studenten deelnemen, waarbij voorrang wordt verleend aan studenten die zich hebben opgegeven voor de afstudeerrichting Bedrijfsrecht. Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat één van de bedrijfsrechtvakken uit het eerste semester moet zijn gevolgd omdat het Privatissimum daar dieper op ingaat. In februari zal in Ad Valvas een oproep verschijnen voor inschrijving voor het Privatissium. Het bedrijfsrechtelijk voorsorteertraject moet met goed gevolg zijn afgelegd. Project (B1) 200109 5.7 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel. (020) 444 6326) week 37 - 52 De student leert een (eenvoudige) juridische vraag te beantwoorden. De volgende vaardigheden worden geleerd: het vinden van relevante wetgeving, literatuur en rechtspraak, het lezen van arresten en het mondeling en schriftelijk rapporteren. Aan de hand van een concrete vraagstelling omtrent een juridisch relevant onderwerp worden bovenstaande vaardigheden geleerd en getoetst. Het Project begint gelijktijdig met het vak Inleiding met een aantal (bibliotheek)instructies in het zoeken naar literatuur en jurisprudentie, en het gebruik van databanken. Vervolgens vinden wekelijks projectbijeenkomsten plaats waarin de projectdocent in samenwerking met de mentor de studenten begeleidt en toetst bij het maken van de individuele opdrachten (literatuuroverzicht, arrest-lezen, mondelinge presentatie, paper, eindopdracht). Bij de cursus wordt blackboard gebruikt. Projectsyllabus, met weekprogramma. Let op: de projectsyllabus kan per mentorgroep verschillen. Nadere informatie wordt door de mentor en de projectdocent bekend gemaakt. Rechtsgeleerheid
toetsing
opmerkingen
naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen blackboard
Van elke individuele student wordt zowel schriftelijke als mondelinge inbreng verwacht gedurende de projectbijeenkomsten (september-februari). Bovendien levert elke student een bijdrage aan de werkzaamheden ten behoeve van de eindopdracht. Voor de projectbijeenkomsten en de eindopdracht geldt verplichte aanwezigheid. Slechts uitzonderlijke omstandigheden kunnen ertoe leiden, dat het een student wordt toegestaan projectbijeenkomsten of de eindopdracht te verzuimen. Het Project kan in augustus worden herkanst. Indien u aan de herkansing wenst deel te nemen dient u zich uiterlijk 1 juni 2005 aan te melden. Deeltijdstudenten die in 2003-2004 met de opleiding zijn begonnen, nemen deel aan het deeltijdproject. Recht der internationale organisaties (M) 201861 6 dr. H.M.G. Denters (kamer 7A-21, tel. (020) 44 46305); mr. L.J. van den Herik (kamer 7A-20, tel. (020) 44 46308); prof.dr. N.J. Schrijver (kamer 7A-23, tel. (020) 44 46306) week 45 - 52 Het verwerven van inzicht in de doelstellingen en institutionele structuur van internationale gouvernementele organisaties (IGOs) Naarmate de statengemeenschap groeit en problemen van internationale aard complexer worden, neemt de behoefte toe aan georganiseerde samenwerking binnen IGOs. Organisaties vervullen thans een belangrijke rol in het internationale rechtsverkeer; er zijn weinig grensoverschrijdende activiteiten denkbaar zonder een inbreng van IGOs. Organisaties zijn er in alle soorten en maten. Deze kunnen internationaal of regionaal opereren; daarnaast kunnen de reikwijdte van doelstellingen en bevoegdheden aanzienlijk variëren. Het vak Recht der Internationale Organisaties gaat primair in op de institutionele aspecten van IGOs. Secundair worden materieelrechtelijke aspecten behandeld. Aan de orde komen de rechtsontwikkeling, structuur, rechtspersoonlijkheid, lidmaatschap, besluitvorming, financiering, geschillenbeslechting en andere kenmerken. De colleges bestaan uit 12 hoor-/responsiecolleges. Het bijwonen van de colleges is verplicht. Studenten worden geacht de stof van tevoren te hebben bestudeerd. Bij het eerste college van de week zal de docent een thema onderwerp inleiden en de student aanwijzingen geven over de systematiek en relevantie van de te bestuderen literatuur. In het tweede college zal een reeks vragen over de bestudeerde stof worden behandeld • Jan Klabbers, An Introduction to International Institutional Law, Cambridge University Press, 2002 • Internationaal Institutioneel Recht, T.M.C. Asser Press Studenten kunnen maximaal 100 punten vergaren. Deze worden behaald door inlevering van twee opdrachten (max. 40 punten) en een schriftelijk tentamen (max. 60 punten). Actieve deelname aan de colleges beïnvloedt het eindcijfer gunstig. De verplichte literatuur (Klabbers) mag bij het tentamen worden gebruikt. Deeltijdstudenten dienen contact op te nemen met de docent Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
153
voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
blackboard
154
toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten aan de VU. 201522: Volkenrecht (B3) Rechtseconomie (B2) 200207 5.7 mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 40 43875 b.g.g. (06) 54682911) mr.drs. P.R. de Geus; mr.drs. M.W. Legters; C. Klumper MBA week 6 - 15 De aard van de rechtseconomie laat zich in vier punten samenvatten: De rechtseconomie analyseert rechtsregelingen met behulp van de economisch wetenschap. De rechtseconomie stelt zich tot taak de economische effecten van rechtsregelingen te voorspellen. De rechtseconomie gaat ervan uit dat de rechtssubjecten calculerend gedrag vertonen. De rechtseconomie doet normatieve uitspraken met behulp van normen die aan de welvaartseconomie zijn ontleend over de vraag hoe een goede rechtsregeling eruit moet zien. Aan de orde komen onder andere de volgende onderwerpen: eigendom, contracten en contractuele aansprakelijkheid, ongevalssituaties tussen derden, risicohouding en verzekeringen, misdaad en straf en productenaansprakelijkheid. Hoor- en toepassingscollege. De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. • B.C.J. van Velthoven en P.W. van Wijk (red.), Recht en Efficiëntie, Kluwer, Groningen, laatste druk. • Syllabus Rechtseconomie (verkrijgbaar bij de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen 1. Vanaf het studiejaar 2001-2002 is het vak Rechtseconomie in de plaats gekomen van het vak Algemene economie. 2. Het is niet mogelijk om zowel het vak Rechtseconomie als het vak Algemene economie B af te leggen vanwege het feit dat de vakken elkaar deels overlappen. 3. Voor dit vak worden dit jaar vier groepen overdag gegeven. Per groep zijn 30 plaatsen beschikbaar. Vanaf medio november 2004 is via blackboard en de website rechten te vernemen op welke wijze u zich voor een groep (digitaal) kunt inschrijven. Studenten die zich niet inschrijven hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 4. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en Bedrijfsrecht. Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. Op 23 november 2004 wordt een voorlichtingscollege gegeven om uw keuze te bepalen. 5. De syllabus Rechtseconomie is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 6. Dit vak wordt niet in de avond aangeboden. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Rechtsgeleerheid
naam code docenten studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennisvakken naam code
studiepunten docent periode doel
inhoud
Rechtsfilosofie (B3/M) 201811 201810: 6 studiepunten prof.mr. A. Soeteman (kamer 7A-40, tel. (020) 44 46327); prof.dr. P.C. Westerman (kamer 7A-35, tel. (020) 44 4 325) 12 prof.mr. A. Soeteman (kamer 7A-40, tel. (020) 44 46327); prof.dr. P.C. Westerman (kamer 7A-40, tel. (020) 44 46327) week 6 - 15 In het kader van het vak Rechtsfilosofie wordt de student de gelegenheid geboden één of meer rechtswijsgerige vraagstukken systematisch te verkennen dan wel zich (nader) te verdiepen in een rechtswijsgerige stroming of in (het) werk van een afzonderlijke auteur. • In het onderwijs zal het accent liggen op moderne ontwikkelingen in de rechtsfilosofie. Aan de orde kunnen komen bijvoorbeeld: de verhouding tussen recht en moraal, juridisch redeneren, moderne varianten van utilisme, recent verschenen literatuur. • Daarnaast kan in overleg met één van de docenten een individueel literatuurpakket worden samengesteld, waarbij in beginsel alle mogelijke rechtsfilosofische onderwerpen en/of stromingen aan de orde kunnen komen. Werkcolleges, waarin vooraf bestudeerde literatuur intensief wordt besproken en geanalyseerd. De literatuur die bij het onderwerp wordt gebruikt zal tijdig worden bekend gemaakt. In plaats daarvan of daarenboven kan in overleg met één van de docenten een individueel literatuurpakket worden samengesteld. Mondeling tentamen. 200107: Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1) 200206: Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) Rechtsvergelijking (B3/M) 201521 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht. 6 mr. R.I.V.F. Bertrams (kamer 7A-21, tel. (020) 444 6305) week 6 - 15 Inzicht in de structuur van het - ons eigen - continentaals recht als basis voor vergelijking met het Engels/Amerikaans recht. Kennis en inzicht in het Engels en Amerikaans privaatrecht waarmee men, onder meer, in staat is een casus op basis van die rechtssystemen op te lossen. De cursus bestaat uit twee delen: • Inleiding Continentaal recht (Nederland, Duitsland, Frankrijk), vier - vijf uur. Bij de korte karakterisering van dit - ons eigen - systeem wordt speciale aandacht gegeven aan de benadering van het recht en de rechtsvinding, de daarbij gebruikte rechtsbronnen en technieken. Deze Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
155
werkwijze
literatuur toetsing voorkennisvakken naam code studiepunten docent periode doel
werkwijze literatuur toetsing
156
karakterisering dient vooral als basis voor de vergelijking met het volgende deel. • Engels en Amerikaans recht, 35 - 36 uur. Het zwaartepunt van de cursus Rechtsvergelijking ligt sterk bij dit onderdeel. De reden hiervoor is dat deze twee rechtssystemen in vele opzichten beduidend afwijken van de diverse systemen op het Europese continent en met name in het internationale handels- en rechtsverkeer een belangrijke rol spelen. Het kenmerkende van het Engels en Amerikaans recht, alsmede de technieken en concepten/rechtsbegrippen worden hierbij blootgelegd. De cursus geeft een basiskennis van Common Law, Equity, de relatieve positie van de rechtsbronnen, i.h.b. de rechtspraak met haar precedentwerking en het rechterlijk proces. De onderwerpen Trust, Fiduciary verhoudingen, Negligence en een caput Contractenrecht worden intensief bestudeerd. Eén en ander geschiedt aan de hand van vonnissen en excerpten uit Engelse en Amerikaanse literatuur, die gebundeld zijn in de syllabus Rechtsvergelijking. • Deze bundel bevat uitsluitend Engelstalig materiaal. Bij het Engels recht ligt de nadruk op het privaatrecht, bij het Amerikaans recht (vijf uur) op de state-federal structuur. Colleges gedurende tien weken, tweemaal twee uur per week. In verband met de aard van het vak, de wijze van behandelen (geen handboeken, veel praktijkgevallen en rechtspraak) en de aard van het tentamen (nadruk op casusoplossing) is een zeer regelmatige en actieve deelname aan de colleges noodzakelijk. Syllabus rechtsvergelijking. De inhoud hiervan wordt beheersbaar door middel van de colleges. Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. De eerste mogelijkheid vindt plaats kort na de collegeperiode, de tweede mogelijkheid drie à zes weken daarna. 200205: Contractenrecht (B2/BN2) 200209: Goederenrecht (B2/BN2) Rechtzoeken (B2/BN2) 200201 2.9 drs. A.J. Wolthuis (kamer 7A-37, tel. (020) 444 6326) Rechtzoeken wordt doorgaans tweemaal per jaar gegeven: direct na de zomervakantie en direct na de kerstvakantie. Let goed op de collegeroosters voor de precieze datum. Rechtzoeken is een vaardighedenvak. U oefent in dit vak de vaardigheden vinden, samenvatten, argumenteren, schrijven, spreken en¿niet te vergeten¿samenwerken, door met een collega-student een werkstuk te schrijven en een presentatie te houden. Recht zoeken kent per gelegenheid één hoorcollege waar uitgelegd wordt wat van de studenten wordt verwacht. Op dat hoorcollege worden bovendien de opdrachten uitgedeeld. Syllabus Rechtzoeken 2004-2005 (verkrijgbaar bij de VU-boekhandel). Hoorcollege Rechtzoeken kent per gelegenheid één hoorcollege. Op dit college legt de Rechtsgeleerheid
opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard voorkennisvakken
docent de opdrachten uit voordat hij ze uitdeelt. Werkstuk en presentatie Het werkstuk moet twee weken na het uitdelen worden ingeleverd bij het studie-informatiepunt. Wanneer u een onvoldoende voor het werkstuk hebt behaald, komt u niet in aanmerking voor het houden van een presentatie. De docent neemt contact met u op wanneer u een onvoldoende voor het werkstuk hebt behaald. (Geen bericht is goed bericht.) Inschrijving U dient zich samen met een collega-student voor het vak in te schrijven op een lijst die op de balie van het studie-informatie(punt) (kamer 5A-13) ligt. Het is verstandig u al vóór de vakantie in te schrijven voor de cursus, die direct na de vakantie van start gaat. U schrijft zich automatisch in voor een presentatiedatum. Schrijf uw naam onder een presentatiedatum die u schikt. Noteer uw inschrijfnummer en de presentatiedatum. 200109: Project (B1) Ruimtelijke ordeningsrecht (B3/M) 201813 6 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-32, afspraak via tel. (020) 44 46267) week 6 - 15 Ruimtelijke ordeningsrecht behoort tot de belangrijkste onderdelen van het bijzondere bestuursrecht. Veel juristen krijgen ermee te maken, of ze nu in het bedrijfsleven, bij de overheid of in een adviserend beroep werkzaam zijn. Met het vak wordt beoogd studenten te leren redeneren met de belangrijkste onderdelen van het begrippenapparaat uit het ruimtelijke ordeningsrecht. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene wettelijke en jurisprudentiële regels op bijzondere gevallen (casus), maar ook om het afleiden van algemene regels uit de bijzondere gevallen. Bij dat laatste ligt de nadruk op het opsporen van inconsistenties in het bestaande systeem. Om het doel te kunnen bereiken is het nodig dat u kennis verwerft omtrent verschillende ruimtelijke ordeningsonderwerpen. Begonnen wordt met een uiteenzetting over de totstandkoming van het ruimtelijke ordeningsrecht. Vervolgens wordt het ruimtelijke ordeningsbeleid van de verschillende overheidslagen aan een onderzoek onderworpen. Daarna staat het gemeentelijk niveau centraal, waarin de belangrijkste aandacht uitgaat naar het bestemmingsplan en de zogenaamde artikel 19-procedure. Ook wordt aandacht geschonken aan de relatie tussen ruimtelijke ordenings- en milieurecht. In het keuzevak ligt het accent op het gemeentelijk instrumentarium: het bestemmingsplan neemt een centrale plaats in. Het vak is op opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. J. Struiksma, Het systeem van het ruimtelijke ordeningsrecht, Ars Aequi Libri (meest recente uitgave). Gesloten boek tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200211: Bestuursrecht I (BN2) Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
157
200353: Bestuursrecht II (B3) (sterk aanbevolen.) naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
naam code studiepunten docent periode doel inhoud
158
Sociaal recht I (B3) 200360 5.7 prof.mr. L.H. van den Heuvel (kamer 6A-22, tel. (020) 444 6266); mr. M. Olfers (kamer 6A-24, tel. (020) 444 6268) week 37 - 44 De studenten verkrijgen basiskennis van en inzicht in de ontwikkeling en de concrete praktijk van de verschillende onderdelen van het sociaal recht. Voorts raken zij vertrouwd met de theoretische en de sociaal-politieke kaders waarin de wetgeving en de uitvoering van en de rechtspraak inzake het sociaal recht tot ontwikkeling komen. Het gaat in het sociaal recht om het waarborgen van bestaans- en ontwikkelingsmogelijkheden van mens en samenleving door arbeid en socialezekerheid. Het sociaal recht bestaat uit de onderdelen arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht (aan de orde komen de individuele en de collectieve arbeidsverhouding tussen werknemers en werkgevers) de arbeidsrechtelijke relevantie van loon- en inkomenspolitiek, collectieve actie en medezeggenschap. Verder komen aan de orde algemene aspecten van de sociale verzekeringen en voorzieningen en meer in het bijzonder de regelingen betreffende arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Ook aan zorgverzekeringen en pensioenrecht wordt aandacht besteed. Ten slotte wordt de aandacht gevestigd op de belangrijkste internationale ontwikkelingen op het terrein van het sociaal recht. Het sociaal recht sluit aan bij vakken als bestuursrecht, bestuurskunde, handelsrecht, burgerlijk recht, economie en economisch bestuursrecht. Contacturen: in de regel vier uren per week; er zullen hoorcolleges en enkele casuscolleges worden verzorgd. Het collegeschema is in de syllabus opgenomen. Syllabus Sociaal recht 2004 (deel 1 en deel 2). In deze syllabus wordt opgegeven welke literatuur verder verplicht is (te koop in de VUboekhandel). Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Spreekuren: prof. mr. L.H. van den Heuvel, dinsdag 15.00 uur Mw mr. M. Olfers, woensdag, 10.30 uur Sociale zekerheidsrecht (B3/M) 201816 6 prof.mr G.J. Vonk (kamer 6A-22, tel. (020) 44 46226) week 6 - 15 De studenten beschikken over inzicht in het sociale zekerheidsrecht. Voorts zijn zij in staat zelfstandig een deelonderwerp te bewerken en daarover schriftelijk en mondeling te rapporteren. Naast een algemene oriëntatie op het Nederlandse stelsel, zal bijzondere aandacht worden besteed aan aspecten van het internationaal en Europees
Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze
sociale zekerheidsrecht. In dit kader komen aan de orde: de gelijke behandelingsproblematiek van mannen en vrouwen, de invloed van het EGrecht en van bilaterale verdragen op de rechtspositie van migranten, en de betekenis van internationaal erkende fundamentele rechten voor de Nederlandse rechtspraktijk van de sociale zekerheid. Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven, deelname aan deze werkgroepen is verplicht. Wordt nog nader bekend gemaakt. Afhankelijk van het aantal studenten wordt het tentamen schriftelijk of mondeling afgenomen. De eindbeoordeling geschiedt op basis van het tentamen en de gepresenteerde resultaten in de werkgroep. Het verdient aanbeveling dit vak pas te volgen nadat Sociaal Recht I met goed gevolg is afgelegd. Is dat niet het geval, dan zal inleidende literatuur moeten worden bestudeerd. Deze literatuur wordt nog nader bekendgemaakt. 200360: Sociaal recht I (B3) Sport en recht (B3/M) 201817 6 prof.dr.mr. H.T. van Staveren week 2 - 13 Studenten kennis en inzicht te verschaffen in de relatie tussen enerzijds spelen sportregels en anderzijds rechtsregels, alsmede inzicht te geven in de bijzondere organisatievormen in de sport en de daarvan afgeleide rechtsbetrekkingen. Als ontwikkelingsvorm van het oorspronkelijke wedstrijdspel kent de sport een aantal normen, welke van die van het recht afwijken. Daarnaast kent het recht zijn normen, die soms dwingend op de sport van toepassing moeten zijn, hetgeen de ene keer wel en de andere keer niet gemakkelijk te verwezenlijken is. In dit keuzevak wordt aandacht besteed aan de ontwikkelingen van spel- en sportregels en hun verhoudingen tot relevante rechtsregels en rechtsgebieden. Voorts wordt aandacht besteed aan de daaromheen gegroeide arbeidsverhoudingen. Daartoe zijn de volgende twee hoofdthema's gekozen: • de verhouding tussen sportregel en rechtsregel in verband met: - de schade-aansprakelijkheid bij het veroorzaken van letsel; - nationaliteitsclausules en transferregelingen; - competitiebeslissingen en tuchtrecht. • de met de ontwikkeling van spel naar top- en beroepssport gepaard gaande ontwikkeling in de arbeids- en concurrentieverhoudingen van sporters, het begeleidend kader en sportorganisaties. Onderwerpen daarbij zullen zijn: - de sportprestatie als arbeid en object van commerciële exploitatie; - de arbeidsverhoudingen van trainers, coaches en andere begeleiders in de (top)sport en beroepssport; - sportieve en commerciële concurrentieverhoudingen tussen de sportorganisaties. Het vak zal bestaan uit werkcolleges, waarin informatie wordt overgedragen en waarin met de deelnemers wordt gediscussieerd over door hen ingediende Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
159
literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvakken naam code coördinator docenten studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen blackboard voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
160
werkstukken; tellen voor de eindbeoordeling. Afhankelijk van de grootte van de groep zal ook van de deelnemers gevraagd worden een kort mondeling referaat te houden over een van te voren vastgesteld onderwerp. Syllabus Hoofdstukken Sport en recht. Jurisprudentiebundel Sport en recht (verkrijgbaar in de VU-Boekhandel). Afhankelijk van het aantal deelnemers zal het keuzevak afgesloten worden met een mondelinge of schriftelijke toets. Het is voor dit keuzevak gewenst dat u kennis heeft van het Rechtspersonenrecht in het algemeen en het Verenigingen- en stichtingenrecht in het bijzonder, alsmede van het arbeidsovereenkomst. 200360: Sociaal recht I (B3) (en/of) 200357: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) Staatsrecht I (B2) 200204 prof.mr. S.E. Zijlstra (contactpersoon mr. R. Nehmelman, kamer 6A-27, tel. (020) 44 46269) prof.mr.drs. B.P. Vermeulen; mr. H. Battjes; mr. A. van Dijk 5.7 week 2 - 13 Kennis hebben van en inzicht hebben in het Nederlandse constitutionele recht. Vertrouwd zijn met een groot aantal staatsrechtelijke begrippen en verschijnselen. Aan de orde komen verschijnselen als (rechts)staat, constitutie en grondwet, de vorming van de Nederlandse staat, de vestiging van de parlementaire democratie, het parlementaire stelsel, regelgeving en bestuur, rechtsvergelijking en decentralisatie. Hoor- en werkcolleges. Zowel op het hoor- als op het werkcollege dient men een Wetgevingseditie paraat te hebben. De verplichte literatuur wordt in het werkboek Staatsrecht I vermeld. Schriftelijk tentamen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet-geannoteerde wetgevingseditie en de opgegeven jurisprudentie. Voor dit vak kan facultatief een werkstuk worden gemaakt. Wie dat doet krijgt vrijstelling voor de (verplichte) Casus recht (B2/BN2). Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200104: Beginselen staatsrecht (B1) Staatsrecht II (B2) 200208 5.7 mr. H. Battjes (kamer 6A-28, tel. (020) 444 6272) mr. H. Battjes; prof.mr.drs. B.P. Vermeulen week 15 - 26 Kennis hebben van en inzicht hebben in de verhouding van het nationale Nederlandse recht tot hoger recht, alsmede van de rechterlijke toetsing. Behandeld worden de verhouding tussen hoger recht 'zoals het internationaal
Rechtsgeleerheid
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen blackboard voorkennisvak naam code
studiepunten coördinator periode inhoud
toetsing opmerkingen voorkennisvakken naam code
studiepunten docent periode
recht en de Grondwet' en lagere rechtsregels. Daarbij wordt met name aandacht geschonken aan de mogelijkheden voor de rechter om dit hogere recht toe te passen. In het bijzonder wordt ingegaan op de betekenis van mensenrechtenverdragen en nationale grondrechten en op de begrenzingen van de gemeentelijke verordeningsbevoegdheid. Hoor- en werkcolleges. Het accent bij dit vak ligt op het zelfstandig leren werken met de stof; daarom staat het werkcollege-onderwijs centraal en wordt verlangd dat u terdege voorbereid op deze colleges verschijnt. Het hoorcollege heeft de functie van het aangeven van de grote lijnen in de stof. Zowel tijdens de hoor- als werkcolleges dient u voorzien te zijn van een Wetgevingseditie. De verplichte literatuur wordt in het werkboek Staatsrecht II vermeld. Schriftelijk tentamen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet geannoteeerde Wetgevingseditie en de opgegeven jurisprudentie. Voor dit vak kan facultatief een werkstuk worden gemaakt. Wie dat doet krijgt vrijstelling voor de (verplichte) Casus srecht. Zie voor nadere bijzonderheden de syllabus. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200104: Beginselen staatsrecht (B1) Strafrecht, bijzondere onderwerpen (B3/M) 201819 201818: 3 studiepunten 201820: 9 studiepunten 6 mr. S.M. Sjöberg (kamer 5A-34, tel. (020) 44 46234) namens alle docenten strafrechtswetenschappen (naar keuze) Op basis van eigen belangstelling kan men een bijzonder onderwerp binnen de strafrechtswetenschap kiezen, waartoe een literatuurpakket wordt bestudeerd dat in overleg met de betrokken docent wordt vastgesteld. De student stelt een werkstuk op waar in hij zijn visie op het onderwerp ontvouwt. Een gesprek, waarin de kwaliteit van het werkstuk wordt beoordeeld met vaststelling van een cijfer en gediscussieerd wordt over de stellingname van de auteur. Er wordt geen college gegeven 200368: Materieel strafrecht (B3) 200369: Formeel strafrecht (B3) Strafrechtstheorie (B3/M) 201832 201831: 3 studiepunten 201833: 9 studiepunten 6 dr. N. Rozemond (kamer 5A-36, tel. (020) 44 46235) (naar keuze) Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
161
doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen naam code studiepunten docent periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing naam code
162
Het keuzevak heeft tot doel de student te laten nadenken over de grondslagen en beginselen van het Straf(proces)recht. Het is de bedoeling dat de student zich verdiept in de achterliggende ideeën van het Materiële en Formele strafrecht. Van de student wordt verwacht dat hij zich een eigen mening vormt over het doel of de zin van het straf(proces)recht of van onderdelen daaruit. In het vak kunnen strafrechtstheoretische onderwerpen worden bestudeerd. Ook kan strafrechtelijke en theoretische kennis worden gecombineerd. Voorbeelden van onderwerpen zijn: Waarom mag de Staat burgers straffen? Welke gedragingen mogen strafbaar worden gesteld en met welk doel wordt gestraft? Wat houdt het schadebeginsel of het schuldbeginsel in? Wat is de zin van de strafbaarstelling van drugshandel of van euthanasie of van racistische meningsuiting of van met voorkennis handelen in aandelen? Wat is de zin of het doel van sancties als TBS of alternatieve straffen? Wat is de achterliggende gedachte achter de uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs of van het beginsel dat de verdachte niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken? De student dient een werkstuk te schrijven waarin strafrechtelijke en strafrechtstheoretische literatuur wordt verwerkt. Uitgaande van vier studiepunten dient circa 500 bladzijden literatuur te worden bestudeerd en een werkstuk te worden geschreven van circa 15 bladzijden. De omvang van de te bestuderen literatuur en het te schrijven werkstuk neemt evenredig toe of af bij een hoger of lager puntenaantal. Studenten kunnen in overleg met de docent een literatuurlijst samenstellen. Ook kunnen zij bij de docent tips krijgen over recent verschenen interessante boeken over strafrechtstheorie. Het tentamen bestaat uit een gesprek over de literatuur en het werkstuk. Er wordt geen college gegeven. Successierecht (M notarieel recht) 211411 5 prof.mr. G. van der Burght (kamer 7A-34, tel. (020) 44 46315) week 41 - 50 Verwerven van grondige kennis van het systeem en de inhoud van de belastingen betreffende successie, schenkingen en overgang. Vaardigheid tot het oplossen van casus. De fiscale gevolgen van (rechtshandelingen m.b.t.) overlijden en schenkingen. Hoorcollege met respons. C.J.M. Martens en J.C. van Straaten, Wegwijs in de Successiewet en de Wet op belastingen van rechtsverkeer 9e druk, Kon. Vermande 2004. Mondeling tentamen. Vaardighedenoefening internationaal recht (M) 201523 Verplicht onderdeel van de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht.
Rechtsgeleerheid
studiepunten coördinator periode doel inhoud werkwijze
literatuur toetsing
blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
3 dr. H.M.G. Denters (kamer 7A-21, tel. (020) 44 46305) week 45 - 52 Oefenen en leren van schriftelijke en mondelinge vaardigheden. De student dient een paper te schrijven en deze te presenteren voor docenten en medestudenten. De student zal zijn paper in een van de volgende subgroepen presenteren: • Volkenrecht • Europees recht • IPR De coördinator stelt de samenstelling van de subgroepen vast. Iedere subgroep houdt enkele bijeenkomsten. De student moet alle presentaties in zijn subgroep bijwonen. Onderwerpen worden vastgesteld in overleg met de supervisor binnen enkele algemene onderwerpen betreffende de drie rechtsgebieden van de afstudeerrichting (IPR, volkenrecht en Europees recht). Supervisors geven individuele feedback op de paper en de presentatie. Een presentatie duurt maximaal 15 minuten, gevolgd door een discussie. Bronnenmateriaal noodzakelijk voor een wetenschappelijk onderbouwde paper. De paper en de presentatie worden gezamenlijk beoordeeld. Criteria zijn: • vraagstelling en conclusie • argumentatie, waar relevant door gebruik van rechtsbronnen • opbouw van betoog (gebruik van alinea's/paragrafen etc.) • bondigheid en helderheid van taalgebruik Bij de mondelinge presentatie leest u niet van papier. Bij voorkeur wordt de presentatie ondersteund met overheadsheets. Criteria voor de mondelinge presentatie zijn: • spreekvaardigheid (articulatie/tempo) • het overbrengen van 'de boodschap' • algemene houding contact en interactie met publiek Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) 200357 5.7 mr. C.H.C. Overes (kamer 6A-32, tel. (020) 444 6285) prof.mr. T.J. van der Ploeg; mr. C.H.C. Overes; mr A.J.M. Klein Wassink week 37 - 45 Kennis en begrip van de grote lijnen van het Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. Dit houdt in kennis van het systeem van de wet (met name boek 2 BW), begrip van de belangrijkste algemene leerstukken van het rechtspersonenrecht en van de verschillende rechtsvormen, alsmede inzicht in de verscheidenheid aan aspecten die juridische problemen in dit rechtsgebied hebben. Kennis, begrip en inzicht dienen te kunnen worden toegepast bij de oplossing van casusposities.
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
163
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
voorkennisvakken naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
voorkennisvak
164
Het vak betreft de vennootschappen-niet rechtspersoon, geregeld in het BW en het WvK en het algemene rechtspersonenrecht, zoals geregeld in boek 2 BW titel 1, algemeen en het recht betreffende de verschillende rechtspersoonsvormen: vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, NV, BV en stichting in de volgende titels. Naast de hoorcolleges worden er werkgroepen en een werkcollege gegeven. Voor de werkgroepen is voorbereiding verplicht. • P. van Schilfgaarde; Van de BV en de NV, 13e druk, Gouda Quint, Arnhem, 2003. • Dijk-Van der Ploeg; Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Gouda Quint, Deventer, laatste 4e druk, 2002. • Syllabus Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I 2004/2005 (verkrijgbaar bij de VU Boekhandel). • Arrestenbundel Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I. Schriftelijk tentamen met casus. Via de computerzaal op de zevende verdieping is het documentatiesysteem betreffende Algemeen rechtspersonenrecht en Verenigingen- en stichtingenrecht -dat door de sectie is opgezet- te raadplegen voor scripties, werkstukken en dergelijke. 200103: Beginselen privaatrecht I (B1) 200105: Beginselen privaatrecht II (B1) Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II (BN3/M) 211402 5.7 prof.mr. T.J. van der Ploeg (kamer 6A-32, tel. (020) 444 6285); mr A.J.M. Klein Wassink (kamer 6A-31, tel. (020) 444 6284) week 6 - 15 Kennis en begrip van enkele deelonderwerpen van het Vennootschaps- en rechtspersonenrecht en aan de hand daarvan verdieping van het inzicht van de werking van het rechtspersonenrecht en van het verband tussen het vennootschaps- en rechtspersonenrecht en het vermogensrecht. Een aantal onderwerpen die in het basisvak niet of nauwelijks aan de orde komen en verdieping van een aantal onderwerpen uit het basisvak. Voornamelijk hoorcolleges en een enkel casuscollege. • Syllabus Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II 2004/2005, te verkrijgen bij de VU Boekhandel. • Nader aan te geven stof uit de literatuur van vennootschaps- en rechtspersonenrecht I. Tentamen met casus; eventueel een tentamen vervangend werkstuk. Kennis van de stof van Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I wordt bekend verondersteld. Via de computerzaal op de 7e verdieping is het Documentatiesysteem betreffende Algemeen rechtspersonenrecht en verenigingen- en stichtingenrecht -dat door de sectie is opgezet- te raadplegen voor scripties, werkstukken en dergelijke. 200357: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3)
Rechtsgeleerheid
naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code studiepunten docent periode doel
werkwijze literatuur toetsing voorkennisvak
Vennootschapsbelasting (M) 201557 Een verplicht vak bij de afstudeerrichting Fiscaal recht. 12 prof.mr. J.W. Bellingwout (kamer 7A-38, tel. (020) 444 6317); mr. P.F.E.M. Merks (kamer 7A-36, tel. (020) 444 6295) week 42 - 50 Kennis en begrip van de vennootschapsbelasting, in mindere mate ook de dividendbelasting en kapitaalsbelasting, met de nadruk op de belastingheffing van ondernemingen. Behandeling van de vennootschapsbelasting waarbij gedurende de eerste weken aandacht wordt besteed aan de functie van de vennootschapsbelasting en de verhouding van deze heffing ten opzichte van met name de inkomstenbelasting en aan meer algemene begrippen zoals (subjectieve) belastingplicht, vestigingsplaats, winstbepaling (stortingen en onttrekkingen). In de daarop volgende colleges wordt diepgaand aandacht besteed aan aspecten als concernfinanciering (renteaftrek), de deelnemingsvrijstelling, faciliteiten voor fusie en splitsing en de fiscale eenheid. Tevens wordt kort ingegaan op de heffing van dividendbelasting en kapitaalsbelasting. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende acht weken, twee maal vier uur per week. N.H. de Vries/L.W. Sillevis, Studenteneditie 2004/2005 Cursus Belastingrecht, onderdeel Vennootschapsbelasting. In beginsel zal de tentamenstof schriftelijk worden getoetst Verbreding goederenrecht (BN3) 200822 2.9 mr. B. Breederveld (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46293) week 37 - 44 Het verwerven van een gedegen basiskennis van die delen van het goederenrecht die voor de notariële praktijk van bijzonder belang zijn. Dit betreft ondermeer de behandeling van enige beperkte rechten (vruchtgebruik, erfdienstbaarheden) en het burenrecht. Het zelfstandig kunnen bestuderen en hanteren van de wet, rechtspraak, handboeken en andere relevante bronnen. Het kunnen toepassen van de verworven kennis, het verworven inzicht en de verworven vaardigheden bij het oplossen van theoretische vragen en casus. Er worden hoor- en casuscolleges gegeven. De hoorcolleges zijn grotendeels overzichtscolleges en voor een klein deel thematische colleges. Wordt nog bekend gemaakt in de syllabus. Het schriftelijke tentamen is geen openboek tentamen. Er mag slechts gebruik worden gemaakt van ongeannoteerde wetboeken en arrestenbundels. 200209: Goederenrecht (B2/BN2)
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
165
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen
voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten docenten periode doel
166
Verdieping IT en recht (M) 201541 9 mr. K.J. Koelman (kamer: 5A-31, tel. (020) 44 46217) prof.mr. H.W.K. Kaspersen (kamer 5A-35, tel. (020) 444 6231); mr. A.R. Lodder; mr. R.J.J. Westerdijk week 37 - 45 Het behandelen van een aantal belangrijke IT-rechtelijke thema's en de oplossingen die daarvoor op basis van huidig en komend nationaal en internationaal recht worden geboden. Het IT-recht beperkt zich niet alleen tot een van de klassieke rechtsgebieden maar strekt zich uit tot vrijwel alle onderdelen van het recht. Het vak IT en recht beoogt geen totaaloverzicht te geven maar concentreert zich op een aantal onderwerpen die qua omvang en interne samenhang een afzonderlijke behandeling verdienen. De keuze voor deze onderwerpen wordt deels ingegeven door het belang van het onderwerp deels door de actualiteit. Het thema E-commerce maakt ook dit jaar een groot deel van de leerstof uit. Alle (vijf) door de Europese Unie ter regeling van dit thema in het leven geroepen richtlijnen, alsmede de Nederlandse omzettingswetgeving worden uitvoerig behandeld. Het tweede deelthema wordt gevormd door de theoriëen de praktijk van automatiseringscontracten. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is het derde grote deelthema van het programma. Hoorcollege en werkgroep. Syllabus. De deelnemers maken gedurende de collegeperiode een aantal schriftelijke opdrachten. Aan het eind van de collegeperiode maken zij een eindwerkstuk dat zij aan hun medecursisten presenteren en verdedigen. Het eindcijfer wordt bepaald op basis van de schriftelijke werkstukken. Het eindcijfer wordt bepaald als gemiddelde van de casusoplossingen en de bijdrage aan de discussie in de werkgroepen. Er is geen tentamen. Aanwezigheid bij alle bijeenkomsten is verplicht. Overige inlichtingen bij het secretariaat Instituut voor Informatica en Recht, kamer 5A-42, tel. 020-444 6231. Deelname aan het Verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject IT en recht met goed gevolg is afgelegd. 200367: IT en recht (B3/M) Verdieping Informatietechnologie voor juristen (M) 201542 9 prof.mr. A. Oskamp (kamer 5A-27, tel. (020) 444 6215); mr. A.R. Lodder (kamer 5A-27, tel. (020) 444 6215) week 6 - 15 Het behandelen van de mogelijkheden van informatietechnologie voor juristen (internet, databanken, kennissystemen), zowel vanuit een praktische als theoretische invalshoek. De centrale vraag is hoe informatietechnologie
Rechtsgeleerheid
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
voorkennis voorkennisvak naam code
studiepunten coördinator docenten periode doel
gebruikt kan worden door en voor juristen en welke voorwaarden aan dat gebruik vanuit juridische perspectief moeten worden gesteld. In de rechtspraktijk zijn vele toepassingen van informatietechnologie (IT) te vinden. Het OM wordt geadviseerd door een computerprogramma bij het bepalen van de straf (www.om.nl/bos), belastingaangifte kan via internet en stemmen nog (net) niet. Veel informatie is elektronisch te raadplegen, zoals jurisprudentie via www.rechtspraak.nl en kamerstukken via www.overheid.nl. Door deze verdergaande invoering van informatietechnologie in de rechtspraktijk is het voor juristen niet mogelijk optimaal te functioneren zonder althans enige kennis van informatietechnologie en vooral van de mogelijkheden en beperkingen daarvan voor de rechtspraktijk. Daarom is het volgen van de Verdieping informatietechnologie voor juristen een voorwaarde om goed beslagen ten ijs de huidige informatiemaatschappij te betreden. Alleen dan kan de jurist op efficiënte, en niet minder belangrijk, kritische wijze gebruik maken van informatietechnologie. Aan de hand van het boek Informatietechnologie voor Juristen en een reader zullen de mogelijkheden en beperkingen van informatietechnologie binnen het recht worden behandeld. Ook zal worden ingegaan op nieuwe ontwikkelingen zoals elektronische dossiers bij de rechtbank en de inzet van intelligent agents daarbij en het oplossen van geschillen, zowel gerechtelijke als buiten de rechter om, via internet. Naast een tentamen, dient er ook een zelf gekozen rechtsterrein te worden geanalyseerd met het oog op een mogelijke IT-toepassing. Werkgroepen met practicum. A. Oskamp & A.R. Lodder (red.), Informatietechnologie voor Juristen, Kluwer, Deventer 2002, 2de druk. De deelnemers maken gedurende de collegeperiode een aantal schriftelijke opdrachten. Aan het eind van de collegeperiode maken zij een eindwerkstuk dat zij aan hun medecursisten presenteren en verdedigen. Het eindcijfer wordt bepaald op basis van de schriftelijke werkstukken. Er is ook een afsluitend tentamen. Deelname aan het verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject IT en recht met goed gevolg is afgelegd. 200367: IT en recht (B3/M) en een voorsorteervak naar keuze. Verdieping aansprakelijkheid en verzekering (M) 201501 201836: Aansprakelijkheidsrecht (keuzevak) 6 studiepunten 201835: Verzekeringsrecht (keuzevak) 6 studiepunten 12 dr.mr. M.H. Elferink (kamer 6A-35, tel. (020) 44 46288) prof.mr. A.J. Akkermans; mr. J.L. Smeehuijzen; mr. M.S.A. Vegter; dr.mr. A.J. Van; mr. S.Y.T. Meijer week 37 - 5 In het onderdeel Verdieping aansprakelijkheidsrecht staat het uitdiepen van een aantal praktisch en theoretisch belangrijke onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht centraal. Het leerdoel van het onderdeel Verzekeringsrecht is dat de student de belangrijkste regels op het gebied van Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
167
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen voorkennis voorkennisvakken naam code studiepunten docenten periode 168
het verzekeringsrecht alsmede de wetsartikelen uit ontwerptitel 7.17 (verzekering) NBW waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kan toepassen op feitelijke situaties (casus). Bij beide onderdelen is een bijkomend leerdoel het verbeteren van de mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van studenten en het vermogen tot analyseren en oplossen van praktische problemen die zich op beide gebieden voordoen. Het Verdiepingsvak aansprakelijkheid en verzekering bestaat uit twee zelfstandige onderdelen die nauw met elkaar samenhangen. Zo is de invloed van verzekeringen bij de ontwikkeling van het aansprakelijkheidsrecht aanzienlijk. In het kader van de beantwoording van bepaalde vragen van aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht wordt door de wetgever uitdrukkelijk betekenis toegekend aan de verzekering. Zo wordt in art. 6:109 lid 2 BW bepaald dat de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding niet mag matigen tot een lager bedrag dan waarvoor de schuldenaar zijn aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt of verplicht was te dekken. In het onderdeel Verdieping aansprakelijkheidsrecht worden een aantal actuele en problematische onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht onder de loep genomen, waarbij een bepaald accent ligt op het terrein van de personenschade. Belangrijke onderwerpen zijn de werkgeversaansprakelijkheid, waarbij onder andere aan de orde komen de aansprakelijkheid voor asbest en voor psychische schade, problemen van causaliteit en schadevergoeding, zoals bewijslastverdeling, proportionele aansprakelijkheid, en meervoudige causaliteit en verjaring. Bij het onderdeel Verzekeringsrecht komen met name de volgende onderwerpen aan de orde: het begrip verzekering, het indemniteitsbeginsel, de mededelingsplicht en verzwijging, opzet en grove schuld, erkenning van aansprakelijkheid door de verzekeraar, tussenpersonen, meervoudige verzekeringen en co-assurantie. Er zullen hoor- en casuscolleges worden gegeven. Van de studenten wordt een actieve voorbereiding en deelname verwacht. • Clausing, J.H. Wansink, Mr. C. Asser's Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht 5. Bijzondere overeenkomsten. Deel VI. De Verzekeringsovereenkomst, Deventer 1998, W.E.J. Tjeenk Willink 1998; • Syllabus (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • Eventueel nader bekend te maken literatuur. Schriftelijk tentamen en een of meer opdrachten. De beide onderdelen Verzekeringsrecht en Aansprakelijkheidsrecht kunnen ook elk afzonderlijk als keuzevak worden gevolgd. Inschrijven via TISVU. Deelname aan het verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg is afgelegd. 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 200370: Contracteren in de praktijk (B3/M) Verdieping burgerlijk procesrecht (M) 201845 12 mr. E.F. Tjittes-Groot; mr. H.L.G. Wieten; prof.mr. C.J.J.C. van Nispen week 3 - 12 (Let op: Een andere periode dan gebruikelijk in de masterfase.) Rechtsgeleerheid
doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen voorkennis voorkennisvak naam code
coördinator studiepunten
docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
Kennis en begrip van enkele deelonderwerpen van het burgerlijk procesrecht en verdieping van het inzicht in de wijze van procederen. Het deelonderwerp dat wordt behandeld is het bewijsrecht. Dit is een belangrijk onderdeel van het burgerlijk procesrecht, omdat de winst of het verlies van een procedure vaak afhangt van de bewijsbaarheid van de stellingen van een partij. Het is voor de student die in de praktijk gaat werken dan ook onmisbaar om kennis te hebben van het bewijsrecht. Aan de orde komen: de stelplicht en bewijslast; schriftelijk bewijs; (voorlopig) bewijs door getuigen en deskundigen en (voorlopige) descente. Het vak Burgerlijk procesrecht bestaat uit een verdiepingsvak en een keuzevak. Studenten die alleen het keuzevak kiezen, volgen hoorcolleges in week 3 tot en met week 6 en leggen in week 7 een tentamen af. Studenten die het verdiepingsvak kiezen, dienen naast deze hoorcolleges en het tentamen in week 8 tot en met week 12 opdrachten te vervullen, waarvoor een voldoende resultaat dient te worden behaald. Syllabus (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Keuzevak: tentamen. Verdiepingsvak: tentamen en opdrachten. Het aantal deelnemers voor het keuzevak is onbeperkt; het aantal deelnemers voor het verdiepingsvak is beperkt tot maximaal 24. Deelname aan het verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg is afgelegd. 200210: Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2) Verdieping criminologie (M) 201531 De Verdieping criminologie is opgebouwd uit twee vakken, te weten: 2015311: Theoretische criminologie 2015312: Practicum verklarende criminologie dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) 12 A: Theoretische criminologie prof.dr. H.G. van de Bunt week 2 - 13 Het vak Theoretische criminologie beoogt inzicht te bieden in 1) de wijze waarop wetenschappelijke kennis van criminaliteit wordt vergaard, 2) de verschillende verklaringen van criminaliteit en crimineel gedrag, en 3) de mogelijkheden om verschillende theorieën toe te passen en te integreren. Door zowel recente als vroegere theoretische inzichten aan bod te laten komen wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling van de criminologie als wetenschap, en hoe deze door maatschappelijke ontwikkelingen wordt beïnvloed. Hoorcollege. • Mark Lanier & Stuart Henry, Essential Criminology, Westview, 1998. • Syllabus Theoretische Criminologie (verkrijgbaar in de VU-boekhandel. Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
169
toetsing voorkennisvak
coördinator docenten periode doel
inhoud werkwijze
literatuur toetsing
toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud 170
Schriftelijk tentamen, open vragen. 200363: Inleiding criminologie (B3) B: Practicum verklarende criminologie drs. J.S. Timmer (kamer 5A-38, tel. (020) 44 46236) drs. J.S. Timmer; dr. D. Siegel week 2 - 13 Zelfstandig kunnen toepassen van criminologische theorieën zoals opgedaan in het vak Theoretische Criminologie op actuele vraagstukken. Op kritische wijze kunnen formuleren, zowel mondeling als schriftelijk, van opgedane kennis en inzichten. Criminologische theorieën over het ontstaan van criminaliteit worden toegepast op actuele casus, praktijkproblemen en beleidsvragen. Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 10 personen plaatsvinden. Het vak heeft een activerend karakter. Dit betekent dat niet zozeer de kennisoverdracht door de docent, maar het zelf vergaren en toepassen van kennis door de student centraal staat. Het vak heeft een zeer intensief karakter waarbij participatie een belangrijk onderdeel (ook in de beoordeling) vormt. Het wordt gegeven binnen een tijdsbestek van 4 weken waarbinnen verschillende casus, praktijkproblemen en beleidsvragen op de hierna besproken wijze worden aangepakt. In de werkgroepen monden groepswijze discussies over een casus uit in een probleemstelling op basis waarvan studenten zelfstandig naar relevante bronnen op zoek gaan. De gevonden informatie wordt in een volgende bijeenkomst kritisch besproken waarna studenten zelfstandig of in groepjes een werkstuk schrijven. De werkstukken worden beoordeeld en besproken. Studiehandleiding en literatuur van het vak Theoretische criminologie. Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de behaalde cijfers voor de werkstukken en participatie. Het eindcijfer is het gemiddelde van de cijfers voor het tentamen Theoretische criminologie en de bijdragen aan het practicum verklarende criminologie. Voor beide onderdelen moet een voldoende worden behaald. Deelname aan het Verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacherloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Criminologie goed gevolg zijn afgelegd. 200363: Inleiding criminologie (B3) Verdieping insolventierecht (M) 201505 12 mr. B. Breederveld (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46293) week 6 - 26 (In het studiejaar 2004/2005 wordt dit vak niet gedoceeerd.) De verdieping richt zich op het inzicht verkrijgen in en het vertrouwd raken met een aantal aspecten van faillissement. Het zelfstandig bestuderen en toepassen van wetgeving, rechtspraak en literatuur. Het faillissement: de positie van de schuldenaar en de schuldeisers, Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
waaronder de positie van de banken, de faillissementspauliana en de bestuurdersaansprakelijkheid en de verhaals- en uitwinningsmogelijk- heden. Aandacht wordt besteed aan de rol van de rechter-commissaris en van de curator. Aan de orde komt mede de surseance van betaling en de schuldsanering natuurlijke personen. Responsiecolleges, bestudering en bespreking van relevante arresten door de studenten en casusbehandeling. Wordt nader vastgesteld en bekendgemaakt in een syllabus. Tentamen/verplicht bijwonen colleges/casusbehandeling. Deelname aan het verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertrajact Privaatrecht met goed gevolg is afgelegd. 200205: Contractenrecht (B2/BN2) 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) Verdieping personen- en familierecht (M) 201502 12 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 44 46294) dr.mr. C. Blankman; mr.drs. M.R. Bruning week 16 - 26 Het verkrijgen van inzicht in en het verwerven van kennis van de theorie en de praktijk van het echtscheidings(proces)recht en andere onderdelen van het familierecht (jeugdbeschermingsrecht, bescherming van meerderjarigen, afstamming en adoptie). Het kunnen toepassen van die kennis in de vorm van het beoordelen en analyseren van processtukken, het zelf maken van processtukken en commentaren en het mondeling presenteren en verdedigen daarvan. De verschillende onderwerpen van het scheidings(proces)recht worden behandeld, zowel inhoudelijk als in de vorm van processtukken, zoals de voorlopige voorzieningen en de nevenvoorzieningen, het gezag na scheiding, de omgangsregeling en het recht op informatie, de alimentatie zowel voor kinderen als ex-echtgenoot en de boedelscheiding. Verder worden behandeld: de bescherming van minderjarigen (OTS, ontheffing, ontzetting) en meerderjarigen (mentorschap, bewind, curatele) en de nieuwe afstammings- en adoptieregeling, dit alles in internationaalrechtelijk perspectief (vooral in het kader van het EVRM en de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens). Gedurende tien weken vier uur hoor-/werkcollege per week. De student maakt eenmaal een paper over een bepaald onderwerp op dit rechtsgebied en maakt voor elke bijeenkomst een casus of een processtuk of schrijft een commentaar, betrekking hebbend op het onderwerp dat die week aan de orde komt. De papers worden in tweetallen gepresenteerd aan de hand van een stelling. • Syllabus Verdieping personen- en familierecht (verkrijgbaar in de VUboekhandel). • Wordt nader opgegeven. Aan de hand van de ingeleverde papers en processtukken en deelname aan de
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
171
voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
172
bijeenkomsten. Deelname aan het verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg is afgelegd. 200371: Familie- en gezondheidsrecht (B3/M) Verdieping sociaal recht (M) 201752 12 prof.mr. L.H. van den Heuvel (kamer 6A-22, (020) 444 6266) prof.mr. L.H. van den Heuvel; mr. M. Olfers; prof.mr G.J. Vonk; prof.dr. K. Boonstra; prof.mr. E. Lutjens; prof.mr G.R.J. de Groot week 37 - 5 De Verdieping sociaal recht bestaat uit twee onderdelen. Het sociaal recht wordt zowel in de breedte als in de diepte verder verkend. Onderwijsdoel van het eerste onderdeel (A) is dat de studenten in staat zijn zelfstandige indringende vragen op het gebied van het sociale recht te beantwoorden. Deze vragen hebben een hogere moeilijkheidsgraad dan in het bachelorvak Sociaal recht. Studenten kunnen onderdeel A als keuzevak volgen of als verplicht onderdeel van het verdiepingsvak. Onderwijsdoel van het tweede onderdeel (B) is, dat studenten zelfstandig in staat zijn de relevante vragen te stellen en te beantwoorden met betrekking tot belangrijke sociaalrechtelijke onderwerpen. In de onderdelen A en B komen een aantal kernonderwerpen aan de orde waardoor studenten inzicht verwerven in: • de arbeidsovereenkomst als centraal begrip in het arbeidsrecht, het socialezekerheidsrecht, het pensioenrecht; • de rol en de betekenis van de CAO als bron van sociaalrechtelijke rechten en plichten tussen wetgeving en arbeidscontract; • de betekenis van gelijke behandeling als basiswaarde in het sociaal recht en in de wijze waarop deze waarde in het positieve recht is neergelegd. Het onderwijs in de Verdieping sociaal recht wordt verzorgd door de docenten Sociaal recht, die in onderdeel A van de Verdieping de bovenstaande kernonderwerpen aan de orde stellen, waarover zij per onderwerp een of twee inleidende colleges geven. Deze inleidende colleges worden gevolgd door werkcolleges waarin de studenten door middel van opdrachten en werkstukken gestimuleerd worden zelfstandig te studeren en hun redactionele en presentatievaardigheden te ontwikkelen. De vorm van deze werkstukken kan verschillend zijn: bij voorbeeld een casus, open vragen of een annotatie van rechtspraak. In het tweede onderdeel van de Verdieping sociaal recht (B) ligt het accent op het bewerken van uiteenlopende onderwerpen die rond de drie hoofdthema's uit het eerste deel (A) gegroepeerd zijn. De studenten dienen vragen te formuleren welke beantwoord worden in een werkstuk. Dit werkstuk presenteren zij in een kort referaat voor de werkgroep, waarna zij zich verweren tegen opposities van medestudenten. Iedere deelnemer neemt twee opposities (zowel schriftelijk als mondeling) voor zijn rekening tegen wat anderen in hun werkstuk en referaat te berde hebben gebracht. Contacturen: voor beide onderdelen (A en B) in de regel 2 uren per week. Rechtsgeleerheid
literatuur toetsing
opmerkingen
voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
Voor elk van beide onderdelen geldt, dat actieve en volledige deelname aan de werkgroepen verplicht is. Syllabus Verdieping Sociaal Recht 2004 of handouts. Voor studenten die ervoor hebben gekozen de Verdieping sociaal recht als een 6-puntskeuzevak te volgen (alleen onderdeel A) wordt onderdeel A afgesloten met een eindgesprek, waarin de drie gemaakte werkstukken mede aan de orde zullen komen. De eindbeoordeling van het Verdiepingsvak (onderdeel A en B) geschiedt op basis van een eindgesprek, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de drie werkstukken uit onderdeel A. De door de student geleverde producties en diens functioneren tijdens de werkgroepen worden in de beoordeling betrokken. Deelname aan onderdeel A en aan het gehele verdiepingsvak staat slechts open voor studenten die het tentamen Sociaal recht van het derde bachelorjaar, met goed gevolg hebben afgelegd. Er geldt een integraal numerus clausus: maximaal 24 studenten kunnen aan de Verdieping sociaal recht deelnemen. Daarbij zal voorrang worden verleend aan de studenten die zich voor de gehele cursus (onderdeel A en onderdeel B) hebben aangemeld. Spreekuur: Prof. mr. L.H. van den Heuvel, dinsdag 15.00 uur Mw. mr. M. Olfers, woensdag, 10.30 uur. Deelname aan het Verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg is afgelegd. 200360: Sociaal recht I (B3) Verdieping staats- en bestuursrecht (M) 201511 12 prof.mr. S.E. Zijlstra mr. H. Battjes; prof.mr. T.P. Spijkerboer; prof.mr. J. Struiksma; prof.mr.drs. B.P. Vermeulen (e.a.) week 37 - 5 Verdieping van de in de bachelor verworven kennis over de plaats van rechtspraak in het staatsbestel, over het functioneren van de rechterlijke macht en over rechterlijke oordeelsvorming. Eén van de belangrijkste elementen van de rechtsstaat is de scheiding van de drie overheidsmachten. Rechtspraak is daarbij opgedragen aan de onafhankelijke rechter. Hoewel de rechter in de staatsrechtelijke theorie lange tijd werd aangeduid als de macht waarvan het minst te duchten valt (‘the least dangerous branch’), is dit beeld langzamerhand niet meer in overeenstemming met de prominente plaats van de rechter in ons staatsbestel. De rechter vormt immers vaak het recht en geeft daarmee in belangrijke mate richting aan de rechtsontwikkeling. In de Verdieping staats- en bestuursrecht wordt de plaats van de Rechterlijke Macht in het staatsbestel belicht en de positie en het functioneren van de rechterlijke macht aan nadere analyse onderworpen. Daarbij komen zowel typisch staatsrechtelijke als meer bestuursrechtelijke aspecten van Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
173
werkwijze literatuur toetsing blackboard voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten docent periode doel 174
rechtspraak aan de orde. Het vak is opgebouwd uit verschillende blokken, die steeds door docenten van verschillende deelterreinen van het staats- en bestuursrecht worden verzorgd. Daarbij komen onder andere de volgende vragen aan de orde: • Waarin verschilt rechtspraak van de andere overheidstaken? Wat is de aard van rechtspraak? • Hoe is de rechtspraak op dit moment in Nederland georganiseerd en op welke wijze zou deze organisatie kunnen worden verbeterd? • Welke consequenties zal invoering van constitutionele toetsing met zich brengen voor de grondwettelijke grondrechten? Moet een keuze worden gemaakt voor een diffuus of een geconcentreerd stelsel van constitutionele toetsing? • Wat is de invloed van de jurisprudentie van internationale rechters op het Nederlandse bestel? • Is de door het Europese Hof van de Rechten van de Mens gehanteerde ‘margin of appreciation’ (de ruimte die dit Hof aan nationale autoriteiten overlaat), een terechte vorm van rechterlijke terughoudendheid? Of zou het Hof naar meer uniformiteit in de toepassing van het EVRM moeten streven? Er wordt interactief hoorcollege gegeven; gediscussieerd over de stof en de door de deelnemers te schrijven werkstukken. De onderverdeling en werkmethode worden in de syllabus nader toegelicht. In elk geval wordt van studenten steeds een kritische, constructieve houding verwacht; tegenover datgene wat docenten stellen, tegenover de literatuur, rechtspraak en bestaande wettelijke regelingen. De tentamenstof wordt nader bekendgemaakt, maar omvat in ieder geval een syllabus. Hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van werkstukken (waaronder wettelijke bepalingen en regelingen), een excursie. De te bestuderen literatuur wordt in de syllabus bekendgemaakt Beoordeling individuele werkstukken, schriftelijk tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Deelname aan het Verdiepingsvak is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Staats- en bestuursrecht met goed gevolg is afgelegd. 200204: Staatsrecht I (B2) 200208: Staatsrecht II (B2) 200211: Bestuursrecht I (BN2) 200353: Bestuursrecht II (B3) Twee Staats- en bestuursrechtelijke voorsorteervakken Verdieping strafrecht (M) 201535 12 mr. S.M. Sjöberg (kamer 5A-34, tel. (020) 44 46234 en gastdocenten van binnen of buiten de faculteit) week 37 - 12 Het onderwijs Verdieping strafrecht vormt een pakket gevarieerde Rechtsgeleerheid
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
studiebestanddelen die elk uitdrukking zijn van uiteenlopende - onderling gelijkwaardige - doelstellingen. Uitgangspunt is dat specialisatie in het strafrecht aan een universiteit meer behoort te zijn dan bestudering van en oefening in het positieve recht. Het strafrecht als stelsel van normhandhaving in de hedendaagse maatschappij is voortdurend onderwerp van discussie over wetgeving, rechtspraak, taakvervulling door de organen van de strafrechtspleging enz. Nadere oriëntatie op het veld van strafrechtspolitieke vraagstukken is onmisbaar voor het vormen van afgewogen oordelen en het maken van keuzes in de dilemma's die zich binnen het strafrecht voordoen. Daarnaast blijft echter oefening in de techniek van het straf(proces)recht geboden. De toepassing van het strafrecht vergt nauwgezette en creatieve arbeid, geënt op een deugdelijke kennis van de mogelijkheden binnen en grenzen aan het strafrechtelijk systeem. Door de praktijk in de studie te betrekken door middel van bezoeken aan strafzittingen en voordrachten door gastsprekers wordt de techniek verlevendigd en de theorie van al te schimmige abstracties ontdaan. In de hier geschetste studieopzet ligt het accent op zelfwerkzaamheid van de student. Door zoveel mogelijk zelf relevant materiaal te vergaren en te bewerken leert men het meest indringend. Veel aandacht wordt besteed aan de oefening in mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid, belangrijke nevendoelstellingen van het verdiepingsprogramma strafrecht. Intensieve ondersteuning en begeleiding door de docent is inherent aan deze onderwijsvorm. • Oefening in casuïstiek. Opdrachten aan de hand van - veelal op reële zaken berustende - casus worden schriftelijk uitgewerkt en in werkgroepverband besproken. • Samenstelling van een individueel werkstuk betreffende een onderwerp van eigen keuze op het terrein van de strafrechtspleging jegens strafrechtelijk meerderjarigen. Als basis voor dit werkstuk dient een door de schrijver samengesteld literatuurpakket van 300 à 400 pagina¿s. Het paper wordt in een werkgroep ingeleid en besproken. Per onderwerp wordt bovendien uit de deelnemende groep een commentator aangewezen, die met het leveren van (mondeling) commentaar ¿ óók op de kwaliteit van het werkstuk ¿ wordt belast. • Bezoeken aan strafzittingen (politierechter en meervoudige kamer) van de Rechtbank Amsterdam en een serie voordrachten door sprekers uit de praktijk van de strafrechtspleging. Met betrekking tot beide onderdelen worden door teams studenten verslagen gemaakt, op basis waarvan een nabespreking plaatsvindt. • Oefenrechtbank. Tijdens een pleitoefening - die zal plaatsvinden in een zittingszaal van het paleis van justitie aan de Prinsengracht - fungeert elke student in een fictieve strafzaak, hetzij als Officier van justitie hetzij als advocaat. De rechtbank bestaat uit docenten van de sectie strafrecht. Het requisitoir/de pleitnota, voorbereid aan de hand van een echt strafdossier, wordt door de student op schrift gesteld en na afloop van de zitting door de rechtbank beoordeeld. Behandeling van de in schriftelijke producties verwerkte stof in de bovengenoemde onderdelen vindt hoofdzakelijk in werkgroepverband plaats Geen voorgeschreven literatuur. Aan het onderwijs Verdieping strafrecht is geen afsluitend tentamen Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
175
opmerkingen
verbonden. In het cijfer dat men na voltooiing van het programma krijgt toegekend, is vervat de beoordeling van de kwaliteit van de schriftelijke producties en mondelinge voordrachten, alsmede de wijze van participeren in discussiebijeenkomsten en casusgroepen. De kwaliteit van het individuele werkstuk legt in het bijzonder gewicht in de schaal. Een onvoldoende cijfer en/of overschrijding van het maximaal toelaatbare verzuim (zie hieronder) leidt tot een vervangende toets in nader vast te stellen vorm. Aanwezigheid is verplicht bij alle onderdelen van het verdiepingsprogramma, met dien verstande dat een nader vast te stellen (beperkt) aantal keren mag worden verzuimd. Van de deelnemers aan het onderwijsprogramma wordt een bijdrage van 20 euro gevraagd ter tegemoetkoming in de aanzienlijke kopieerkosten, die het programma met zich meebrengt. Aangezien het onderwijs Verdieping strafrecht een regelmatige actieve participatie (in groepsverband) vergt (hetgeen onder meer inhoudt dat niet altijd de in het collegerooster vermelde tijden aangehouden kunnen worden), kan de combinatie ervan met andere arbeidsintensieve studieonderdelen op bezwaren stuiten. Ook een baan naast de studie kan moeilijkheden opleveren. Het is daarom zeer aan te raden dat men bij de planning van studie en andere werkzaamheden tijdig inlichtingen inwint bij en overleg pleegt met de docent omtrent de details van het programma. Enige tijd vóór de aanvang van het onderwijs is meer gedetailleerde informatie omtrent programma en daaraan verbonden eisen beschikbaar. Men lette op de desbetreffende aankondiging in Ad Valvas en op het mededelingenbord vijfde verdieping, aangezien het voor een vlotte start van groot belang is dat ieder reeds vooraf kennis heeft genomen van de gang van zaken. Het onderwijsprogramma begint op maandag 6 september 2004 met een inleidende bijeenkomst, waaraan deelname noodzakelijk is i.v.m. diverse te maken afspraken. In het curriculum 2004/2005 wordt geen avondonderwijs aangeboden aan deeltijdstudenten. Voor deelname aan de Verdieping strafrecht is vereist dat de tentamens Materieel en Formeel strafrecht en Actueel strafrecht I en II met goed gevolg zijn afgelegd. N.B.: Men dient zich voor de Verdieping strafrecht in te schrijven in de periode van 14 juni tot en met 27 augustus 2004. De inschrijflijst ligt bij het secretariaat Strafrechtswetenschappen, kamer 5A-42. Aangezien het voor een goede organisatie van het onderwijsprogramma noodzakelijk is dat tevoren het aantal deelnemers bekend is, is inschrijving binnen de gestelde termijn verplicht, ook indien men nog niet over alle resultaten van de hiervoor genoemde tentamens beschikt. Wie zich te laat meldt kan niet meer aan het onderwijs deelnemen. De (herkansings)tentamens Materieel en Formeel strafrecht en Actueel strafrecht I in augustus 2004 van aspirant-deelnemers Verdieping strafrecht worden bij voorrang nagekeken. Het is in dat geval dus zaak ingeschreven te staan voor de Verdieping strafrecht vóór de betreffende tentamendatum/data!
voorkennis
Deelname aan de verdieping is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Strafrecht met goed gevolg zijn afgelegd.
176
Rechtsgeleerheid
voorkennisvakken
naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten
200373: Actueel strafrecht I (B3) 200374: Actueel strafrecht II (B3) 200369: Formeel strafrecht (B3) 200368: Materieel strafrecht (B3) Verdieping vennootschaps- en rechtspersonenrecht (M) 201503 12 prof.mr. J.B. Huizink; mr. C.H.C. Overes (kamer 6A-31, tel. (020) 444 6286) week 16 - 26 Het aan de hand van het feitelijke en juridische functioneren van concerns verwerven van inzicht in en kennis van het (internationale) vennootschapsen ondernemingsrecht. Het Nederlandse vennootschaps- en ondernemingsrecht is in de kern opgebouwd rond de enkelvoudige, niet in groepsverband opererende vennootschap. Toch weet elke ondernemer (daarbij ingefluisterd door adviseurs): een BV is geen BV! En zo is de praktijk dan ook. Aan de orde komen onderwerpen als: - centrale leiding, bestuursautonomie; - structuurregeling; - aansprakelijkheid in concernverband; - enquêterecht; - corporate governance; - concernfinanciering. Van studenten wordt actieve deelneming gevraagd. Iedere week moeten de deelnemers in kleine groepen een schriftelijke opdracht maken (bijv. het maken oplossen van een casus, het schrijven van een advies). Daarnaast geeft elke deelnemer een presentatie over een zelf aangedragen onderwerp. Over de presentatie en de gemaakte werkstukken wordt tijdens de colleges gediscussieerd. Het eindcijfer wordt bepaald aan de hand van de werkstukken, de presentatie en de participatie in de discussies. Bij voldoende actieve deelname wordt geen afsluitend (schriftelijk) tentamen afgenomen. Bartman/Dorresteijn, Van het Concern, vijfde druk, Gouda Quint, 2003 en nader bekend te maken studiemateriaal (jurisprudentie, actualiteit). Nader bekend te maken. Er kunnen maximaal 30 studenten deelnemen. Deelname aan de verdieping is alleen mogelijk als de bacheloropleiding Nederlands recht en het voorsorteertraject Privaatrecht met goed gevolg zijn afgelegd. 200357: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 211402: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht II (BN3/M) 200370: Contracteren in de praktijk (B3/M) Verenigingen- en stichtingenrecht (BN3) 200821 5.7
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
177
docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel inhoud
178
mr. W.J.M. van Veen (e.a., kamer 6A-32, tel. (020) 44 46284) week 16 - 26 Verdieping van de kennis van en het inzicht in het juridisch functioneren van vrijwillige organisaties, intern en ten opzichte van derden, waaronder de subsidiërende- overheid. Het programma is in een aantal clusters verdeeld: • de verhouding tussen de nonprofitorganisaties en hun deelnemers (rechten en plichten van leden/deelnemers); • de organisatorische verhoudingen en de vorm waarin deze gegoten kunnen worden (verhouding contract-statuten-reglementen-besluiten; delegatie); • de verhouding tussen de organisatie van de rechtspersoon en de subsidiegevende overheid en de medezeggenschapsorganen van werknemers respectievelijk cliënten (overheid-bestuur van rechtspersonen; ondernemingsraad-bestuur-algemene vergadering; jaarrekening). Twee uur hoorcollege per week; Tijdens de colleges wordt een aantal van te voren uitgereikte opdrachten besproken. • Dijk/Van der Ploeg, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Gouda Quint, Deventer, laatste druk. • Syllabus Verenigingen- en stichtingenrecht. Een schriftelijk tentamen of - naar keuze van de student - een werkstuk met een omvang van vijftien à twintig pagina's. • Kennis van de stof van vennootschaps- en rechtspersonenrecht I wordt verondersteld. • Dit vak is verplicht voor studenten en studenten notarieel recht die de aantekening Zorg en Welzijn willen behalen. • Via de computerzaal op de zevende verdieping is het documentatiesysteem betreffende algemeen rechtspersonenrecht en verenigingen- en stichtingenrecht, dat door de sectie is opgezet, te raadplegen voor scripties, werkstukken en dergelijke. 200357: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) Verenigingen- en stichtingenrecht (M) 211811 (verplicht keuzevak voor de afstudeerrichting Bedrijfsrecht) 6 mr. W.J.M. van Veen (e.a.), (kamer 6A-32, tel. (020) 44 46284) week 16 - 26 Verdieping van de kennis van en het inzicht in het juridisch functioneren van vrijwillige organisaties, intern en ten opzichte van derden, waaronder de subsidiërende- overheid. Het programma is in een aantal clusters verdeeld: • de verhouding tussen de nonprofitorganisaties en hun deelnemers (rechten en plichten van leden/deelnemers); • de organisatorische verhoudingen en de vorm waarin deze gegoten kunnen worden (verhouding contract-statuten-reglementen-besluiten; delegatie); • de verhouding tussen de organisatie van de rechtspersoon en de
Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing opmerkingen voorkennisvakken
subsidiegevende overheid en de medezeggenschapsorganen van werknemers respectievelijk cliënten (overheid-bestuur van rechtspersonen; ondernemingsraad-bestuur-algemene vergadering; jaarrekening). Twee uur hoorcollege per week. Tijdens de colleges wordt een aantal van te voren uitgereikte opdrachten besproken. • Dijk/Van der Ploeg, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Gouda Quint, Deventer, laatste druk. • Syllabus Verenigingen- en stichtingenrecht. Een schriftelijk tentamen of - naar keuze van de student - een werkstuk met een omvang van vijftien à twintig pagina's. • Kennis van de stof van vennootschaps- en rechtspersonenrecht I wordt verondersteld. • Via de computerzaal op de zevende verdieping is het Documentatiesysteem betreffende Algemeen rechtspersonenrecht en verenigingen- en stichtingenrecht -dat door de sectie is opgezet- te raadplegen voor scripties, werkstukken en dergelijke. 200357: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I (B3/BN3) Vergelijkend staats- en bestuursrecht (B3/M) 201823 6 mr. P.A. Willemsen (kamer 6A-28, tel. (020) 444 6272) week 16 - 26 Het publiekrecht kan niet langer worden bestudeerd zonder kennis van de internationale context, mede met het oog op het toenemende belang van de Europese Unie. In dit vak wordt het accent gelegd op een vergelijking van een aantal verschillende nationale rechtssystemen. Aan de hand van bestudering van een aantal themata/leerstukken wordt kennis verworven van en inzicht verkregen in de belangrijkste beginselen en uitgangspunten van het staats- en bestuursrecht van een aantal EU-landen (met name de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). Zulks moet kunnen leiden tot een kritische reflectie op het Nederlandse (of het buitenlandse!) staats- en bestuursrecht. De exacte inhoud wordt nader bekend gemaakt. Een combinatie van hoor-/discussiecolleges en werkcolleges. • L. Prakke en C.A.J.M. Kortmann, Het staatsrecht van de landen van de Europese Unie, Deventer, Kluwer, 1998, 5e druk; • Syllabus Vergelijkend publiekrecht (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Tentamen (schriftelijk dan wel mondeling, afhankelijk van het aantal deelnemers). Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht of Internationaal recht volgen of ter voorbereiding op een studieverblijf in het buitenland. 200204: Staatsrecht I (B2) 200208: Staatsrecht II (B2) 200211: Bestuursrecht I (BN2) 200353: Bestuursrecht II (B3)
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
179
naam code
studiepunten coördinator docenten doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
180
Verzekeringsrecht (M) 201835 Dit keuzevak is een onderdeel van de Verdieping Aansprakelijkheid en verzekering. 6 dr.mr. M.H. Elferink (kamer 6A-35, tel. (020) 44 46288) prof.dr. J.M. Akkermans; mr. S.Y.T. Meijer; mr. J.L. Smeehuijzen; dr.mr. M.H. Elferink Het leerdoel van het keuzevak Verzekeringsrecht is dat de student de belangrijkste regels op het gebied van het verzekeringsrecht alsmede de wetsartikelen uit titel 7.17 (verzekering) NBW waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kan toepassen op feitelijke situaties (casus). Een bijkomend leerdoel is het verbeteren van de mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van studenten en van het vermogen tot analyseren en oplossen van praktische problemen die zich op het terrein van het verzekeringsrecht voordoen. De volgende onderwerpen komen aan de orde: het begrip verzekering, het indemniteitsbeginsel, de mededelingsplicht en verzwijging, opzet en grove schuld, erkenning van aansprakelijkheid door de verzekeraar, tussenpersonen, meervoudige verzekeringen en co-assurantie. Er zullen hoorcolleges en casuscolleges worden gegeven. Van de studenten wordt een actieve voorbereiding en deelname verwacht. • P. Clausing, J.H. Wansink, Mr. C. Asser¿s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht 5. Bijzondere overeenkomsten. Deel VI. De Verzekeringsovereenkomst, Deventer 1998, W.E.J. Tjeenk Willink 1998. • Syllabus. • Eventueel nader bekend te maken literatuur. Schriftelijk tentamen en een of meer opdrachten Het keuzevak Verzekeringsrecht kan tezamen met het keuzevak Aansprakelijkheidsrecht worden gevolgd als het Verdiepingsvak Aansprakelijkheid en Verzekering. Inschrijven via TISVU. 211202: Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 200370: Contracteren in de praktijk (B3/M) Vluchtelingenrecht (B3/M) 201825 6 prof.mr. T.P. Spijkerboer (kamer 6A-18, tel. (020) 44 46274) prof.mr. T.P. Spijkerboer; prof.mr.drs. B.P. Vermeulen; mr. K.J. Bem week 16 - 26 Verwerven van kennis van en inzicht in bronnen en hoofdlijnen van het vluchtelingenrecht op internationaal, Europees en nationaal niveau. Aan de orde komen de vluchtenlingendefinitie, het verbod om vluchtelingen terug te zenden naar het land van herkomst (zgn. verbod van refoulement), veilige derde landen-regelingen, de gronden voor verlening, weigering en intrekking van de Nederlandse verblijfstitels voor vluchtelingen, de Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
blackboard voorkennisvak naam code
studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
asielprocedure en de Europeesrechtelijke context van het asielrecht. Hoorcolleges. Wordt nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. Het vak Vluchtelingenrecht is ook toegangelijk voor studenten van buiten de juridische faculteit. In het tweede semester wordt het vak Vreemdelingenrecht gegeven, waarin primair aandacht wordt besteed aan de structuur van de Vreemdelingenwet, andere toelatingsgronden dan asiel (gezinshereniging, arbeid, e.d.) en aan het vreemdelingenprocesrecht. Naast het vak kan een vreemdelingenrechtelijke stage bij de Rechtbank gevolgd worden. Nadere informatie wordt tijdens de cursus verstrekt. Het gaat om een stage van 10 weken - 3 dagen per week - bij Rechtbank of (lands)advocatuur. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 200211: Bestuursrecht I (BN2) Volkenrecht (B3) 201522 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Internationaal en Eeuropees recht. 6 dr. H.M.G. Denters (kamer 7A-21, tel. (020) 44 46305); prof.dr. N.J. Schrijver (kamer 7A-23, tel. (020) 44 46306); mr. L.J. van den Herik (kamer 7A-20, tel. (020) 44 46308) week 16 - 26 Het verwerven van inzicht in de functie en werking van volkenrecht. Van bijzonder belang is het vermogen om (I) relaties tussen volkenrechtelijke leerstukken te herkennen; en (II) problemen van volkenrechtelijke aard op te lossen met behulp van de rechtsbronnen. Bij de aanvang van de colleges wordt een schema uitgereikt met de onderwerpen van de colleges en de verplichte tentamenstof. Volkenrecht bevat een algemene verdieping op onderdelen die eerder zijn behandeld bij Beginselen volkenrecht. De colleges richten zich daarnaast op verdere bestudering van enkele hoofdstukken van volkenrecht, zoals jurisdictie van staten, immuniteiten, internationale geschillenbeslechting, internationaal strafrecht, duurzame ontwikkeling, het VN-systeem en mensenrechten. De colleges bestaan uit hoor-/responsiecolleges. Het bijwonen van de colleges is verplicht. Studenten worden geacht de stof van te voren te hebben bestudeeerd. In het eerste uur zal de docent een volkenrechtelijk onderwerp inleiden en de student aanwijzingen geven over de systematiek en relevantie van de te bestuderen literatuur. In het tweede uur zal een reeks vragen over de bestudeerde stof worden behandeld. • Martin Dixon & Robert McCorquodale, Cases and Materials on International Law, Blackstone Press Limited, 4e druk, 2003; • Elementair Internationaal Recht, T.M.C. Asser Press, 2003. Aanbevolen: • Rechtspraak Volkenrecht, T.M.C. Asser Press, 2000
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
181
toetsing
opmerkingen voorkennisvak
naam code
studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel inhoud
182
(Deeltijd)studenten die niet in de gelegenheid zijn om de colleges bij te wonen kunnen als alternatief voor de colleges bestuderen (naast het boek van Dixon & McCorquodale): A. Cassese, International Law, Oxford: Oxfods University Press. 2001. Studenten kunnen maximaal 100 punten vergaren. Deze worden behaald door inlevering van twee opdrachten (max. 40 punten) en een schriftelijk tentamen (60 punten). Actieve deelname aan de colleges beïnvloedt het eindcijfer gunstig.) Deeltijdstudenten dienen contact op te nemen met de docent. 200375: Beginselen volkenrecht (B3) en alle onderdelen van het eerste bachelorjaar moeten met goed gevolg afgerond zijn. Vreemdelingenrecht (B3/M) 201826 Vreemdelingenrecht is ook één van de zeven keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht. 6 prof.mr. T.P. Spijkerboer (kamer 6A-18, tel. (020) 444 6274) dr.mr. S.K. van Walsum; prof.mr. T.P. Spijkerboer; drs. G.R. Jones week 6 - 15 • Verwerven van kennis en inzicht in bronnen en hoofdlijnen van het vreemdelingenrecht. • Zelfstandig kunnen oplossen van veel voorkomende problemen in de vreemdelingenrechtspraktijk. Aan de orde komen de Nederlandse Vreemdelingenwet, inclusief de procedures, het vluchtelingenrecht, gezinshereniging, het EG-migratierecht, de vrijheidsbeneming van vreemdelingen en de nieuwe Vreemdelingenwet 2000. Hoorcollege. • Syllabus Vreemdelingenrecht 2004/2005; • Overige literatuur wordt nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. Naast het vak kan een vreemdelingenrechtelijke stage gevolgd worden. Nadere informatie wordt tijdens de cursus verstrekt. Het gaat om een stage van 10 weken - 3 dagen per week - bij de Rechtbank of (lands)advocatuur. Het vluchtelingenrecht wordt in het gelijknamige vak in het tweede semester, tweede blok nader uitgediept. 200211: Bestuursrecht I (BN2) Zorgverzekeringsrecht (B3/M) 201828 6 prof.mr G.R.J. de Groot week 16 - 26 Kennis van en inzicht in structuur en werking van het zorgverzekeringsrecht. Zorgverzekeringsrecht is het recht met betrekking tot de sociale en de particuliere ziektekostenverzekeringen. Het onderwijs in het Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennisvak
zorgverzekeringsrecht betreft tevens de daarmee nauw samenhangende wetgeving over budgetten en tarieven, planning en bouw, en kwaliteit in de gezondheidszorg. Ook aan relevante Europeesrechtelijke en mededingingsrechtelijke aspecten wordt aandacht besteed. Bij de gezondheidszorg is een groot aantal spelers betrokken: instellingen en beroepsbeoefenaren, zorgverzekeraars, diverse zelfstandige bestuursorganen en de minister van VWS als eindverantwoordelijke. De onderlinge verhouding tussen deze partijen én hun verantwoordelijkheden jegens de patiënt/verzekerde vormen specifiek onderwerp van aandacht. Daarbij komen vragen aan de orde zoals: op welke vormen van zorg heeft de patiënt/verzekerde recht? Door wie en hoe wordt daarover beslist? Wat zijn de rechten van de patiënt als niet tijdig zorg wordt verleend (wachtlijsten)? In hoeverre is de patiënt/verzekerde vrij om zelf zijn arts of ziekenhuis te kiezen (al dan niet in Nederland)? De gezondheidszorg is in beweging. Er wordt gestreefd naar hervorming in de richting van een stelsel met méér marktwerking en minder overheidsregulering. Uiteraard komen de actuele ontwikkelingen op dit gebied aan de orde. Colleges in werkgroepvorm Reader. Mondeling tentamen 200360: Sociaal recht I (B3)
Vakinformatie opleiding Nederlands recht en Notarieel recht
183
184
Rechtsgeleerheid
10 naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard voorkennisvak naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
Vakinformatie opleiding Criminologie Aard, omvang en schade van criminaliteit (BC 3) 212308 4 dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, (020) 444 6225) week 36 - 43 Inzicht verschaffen in de temporele, geografische en sociale spreiding van criminaliteit en van de diverse vormen van schade die criminaliteit teweeg kan brengen. In dit vak staan de spreidingsproblematiek en de schade die drie zeer verschillende delictsvormen - geweld, druggebruik en fraude - veroorzaken centraal. Wat spreiding betreft wordt gekeken naar achtereenvolgens temporele, geografische en de sociale spreiding van deze vormen van criminaliteit. Vervolgens wordt ingegaan op het begrip `schade'. Behalve materiële of fysieke schade kan criminaliteit ook andere nadelige gevolgen hebben, zoals emotionele, psychische schade of, in het geval van bepaalde fraudevormen, aantasting van de marktverhoudingen, de leefomgeving, eerlijke besluitvorming etc. Stilgestaan wordt bij het onderscheid tussen slachtofferloze delicten en delicten waarbij wel (directe, individuele ) slachtoffers zijn aan te wijzen. Wie zijn de slachtoffers van resp. geweld, fraude en druggebruik? Lopen bepaalde mensen op grond van bepaalde kenmerken, zoals geslacht, leeftijd, sociale positie, levenswijze en mobiliteit een verhoogde kans om slachtoffer te worden van criminaliteit? Daarnaast komt het thema aan bod dat de grens tussen daders en slachtoffers niet altijd scherp te trekken is. Hoorcollege. • M. Maguire, R. Morgan & R. Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology (third edition). Oxford University Press, 2002; • Syllabus Aard, Omvang en Schade van Criminaliteit 2004/2005. Schriftelijk tentamen en twee werkopdrachten. Bij deze cursus wordt Blackboard gebruikt. Zodra de Blackboardcursus toegankelijk is, is deze hier te bereiken voor studenten van de VU. 212204: Theoretische criminologie (BC 2) Actoren in de rechtshandhaving (BC 2) 212207 6 drs. J.S. Timmer (kamer 5A-38, tel. (020) 44 46236); dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) week 14 - 26 Kennismaken met de belangrijkste spelers in het veld van de publiekrechtelijke rechtshandhaving, zowel nationaal als internationaal. In dit vak wordt ingegaan op de positie, samenstelling en organisatie van de belangrijkste instanties die een functie vervullen in de rechtspleging. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, het openbare ministerie, de rechtelijke macht, de
Vakinformatie van de opleiding Criminologie
185
werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
186
reclassering, enkele supranationale instanties (zoasl Europol, Eurojust, Olaf etc.) en de markt van de private opsporing. Hoorcolleges. Syllabus Actoren in de rechthaving (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen, open vragen. Bij deze cursus wordt Blackboard gebruikt. Zodra de Blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen bestuursrecht (BC 2) 212213 6 prof.mr. J. Struiksma (e.a.) week 14 - 26 Met het vak Beginselen bestuursrecht wordt beoogd de student inzicht te geven in de basisbegrippen en hoofdlijnen van het bestuursrecht. De bedoeling is de student een kern aan kennis en inzicht mee te geven waarop later in de Bachelorfase zal moeten worden teruggegrepen. Daarnaast wordt van de student verwacht dat deze in staat zal zijn de te verwerven kennis toe te passen op een casus. Na een algemene kennismaking met het huidige bestuursrecht, zullen worden besproken de organisatie van het openbaar bestuur, de toedeling van de bevoegdheden aan bestuursorganen en de verschillende wijzen waarop het bestuur in het dagelijks leven kan ingrijpen. Voorts wordt ingegaan op de bestuursrechtelijke normen die door het bestuur bij de uitoefening van zijn bevoegdheden in acht genomen moeten worden. Daarnaast zal enige aandacht worden besteed aan de handhaving van bestuursrechtelijke regels. Tot slot zullen de beginselen van het systeem van rechtsbescherming tegen de overheid aan de orde worden gesteld. Het vak is opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. • F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht, Kluwer, laatste druk. • syllabus Beginselen Bestuursrecht. (De syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.) Het tentamen zal schriftelijk worden afgenomen. Bij deze cursus wordt Blackboard gebruikt. Zodra de Blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Beginselen strafrecht (BC 2) 212203 6 mr. B. de Wilde (kamer 5A-32, tel. (020) 44 46233) mr. C.J. Petiet; mr. B. de Wilde; mr. M.J. Kronenberg; mr. E. Pans week 41 - 52 Het aanleren van elementair inzicht in het geldende strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staan. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casus op het gebied van materieel en formeel strafrecht op te lossen. Rechtsgeleerheid
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing blackboard naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud
Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. De belangrijkste materieelrechtelijke leerstukken - zoals opzet en culpa, strafuitsluitingsgronden en poging - en de hoofdlijnen van het strafproces, inclusief mensenrechten, komen aan de orde. • Hoorcolleges. Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Het eerste hoorcollege is een inleiding tot rechtsbronnen die voor de bestudering van het strafrecht van belang zijn. • Werkcolleges. Tijdens de werkcolleges wordt dieper op de stof ingegaan. De opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Iedere week maken casusvragen deel uit van de werkgroepopdrachten. In de laatste week wordt een recent tentamen besproken aan de hand van de modelantwoorden en modelnormering. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van casusvragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. • Werkgroepen. Studenten die actiever en dieper op de stof willen ingaan kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. Tijdens de werkgroepen komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkcolleges. • Blackboard. Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard. Hierop worden onder andere mededelingen gedaan en collegedictaten en andere documenten gepubliceerd. • M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2003, ISBN 9013004776, prijs ¿ 31,00 • Syllabus Werkboek Beginselen strafrecht • Syllabus Jurisprudentie Beginselen strafrecht • Het boek en de syllabi zijn verkrijgbaar in de VU Boekhandel Schriftelijk tentamen met open vragen, waarbij de nadruk ligt op casusoplossen. Bij deze cursus wordt Blackboard gebruikt. Zodra de Blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Formeel strafrecht (BC 3) 212305 6 prof.dr. J. Naeye (kamer 5A-40, (020) 444 6237); mr. H.K. ter Brake (kamer 5A-38, (0229) 262 761 of 214 444) week 45 - 5 Het vak Formeel strafrecht beoogt de student kennis en inzicht te verschaffen in de systematiek van het nederlandse strafprocesrecht. Van de studenten wordt verwacht dat zij zich kennis en inzicht zodanig toeëigenen dat zij deze kunnen toepassen op een casuspositie. Systeem en indeling van het strafproces; verdenking, verdachte, en
Vakinformatie van de opleiding Criminologie
187
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
blackboard naam code studiepunten coördinator docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur
raadsman; opsporingsonderzoek; dwangmiddelen en (bijzondere) opsporingsmethoden, gerechtelijk vooronderzoek; dagvaarding; onderzoek ter terechtzitting; bewijsrecht; beraadslaging en uitspraak; rechtsmiddelen, met name cassatie. In het eerste semester, blok 2 wordt twaalf maal twee uur per week hoorcollege gegeven en vier maal twee uur werkgroepen (afgewisseld met materieel strafrecht). Tijdens de hoorcolleges zullen de belangrijkste onderdelen van de leerstof worden behandeld, zowel in theoretisch-dogmatische zin als door middel van positiefrechtelijke behandeling. Tijdens de werkgroepen wordt geoefend in het toepassen van de leerstof op een concrete casus. Van de student wordt verwacht dat hij de verplichte leerstof die niet op college wordt behandeld, zich eigen maakt door middel van zelfstudie. Informatie over onderwijs wordt gepubliceerd op Blackboard. • Collegestof. • G.J.M. Corstens, Het Nederlandse strafprocesrecht, Gouda Quint, Arnhem, laatste druk. Tijdens het tentamen is het gebruik van niet geannoteerde wettenedities en de arrestenbundel Rüter/Verpalen of losse kopieën van de desbetreffende jurisprudentie toegestaan. Bij aanvang van het college is op het secretariaat van strafrecht (kamer 5A42) een collegeprogramma beschikbaar met het collegerooster en aanwijzingen voor het bestuderen van het boek van Corstens. In het collegejaar 2004/2005 wordt geen avondonderwijs aangeboden. spreekuur Na afloop van het college of na afspraak. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (BC 3) 212303 6 dr. D. Siegel (kamer 5A-24, tel. (020) 44 46224) dr. D. Siegel week 44 - 51 Inzicht verschaffen in de huidige ontwikkelingen op een aantal misdaadmarkten en in de sociale, economische en politieke relaties tussen deze markten en de maatschappelijke omgeving. In dit vak wordt zowel aandacht besteed aan de theoretische noties over het fenomeen georganiseerde criminaliteit als zodanig, als aan de empirische kennis die bestaat over bepaalde criminele activiteiten en criminele netwerken. Daarnaast worden twee regio¿s uitgelicht, te weten Latijns Amerika en de voormalige Sovjet-Unie. Twaalf hoorcolleges. • Siegel, D, van de Bunt, H. and D. Zaitch (eds), 2003, Global Organized Crime. Trends and Developments, Dordrecht: Kluwer Academic Publishers; Syllabus Transnational Organized Crime 2004/2005.
188
Rechtsgeleerheid
toetsing blackboard naam code studiepunten docent periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten docent periode doel
Schriftelijk tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcrusus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten aan de VU. Historische criminologie (BC 2) 212210 6 dr. S. van Ruller (kamer 5A-28, tel. (020) 44 46226) week 44 - 52 Inzicht krijgen in de historische ontwikkeling van strafrechtspleging en criminaliteitsbestrijding. Geschiedenis van opvattingen, instellingen en praktijken op het terrein van strafrecht en criminaliteitsbestrijding. Hoorcolleges. • Syllabus Historische criminologie (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • collegestof; • eventueel nader bekend te maken literatuur. Schriftelijk tentamen, open vragen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Inleiding criminologie (BC 2) 212201 6 prof.dr. H.G. van de Bunt (kamer 5A-28, (020) 444 6226) week 37 - 40 Het vak Inleiding criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te hebben in de empirie van de criminaliteitsbeheersing en de meerwaarde van criminologisch onderzoek. De verschillende velden en thema's worden tijdens de colleges zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van concrete delictsvormen en ook de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt bij ieder thema een aantal kernbegrippen uit de criminologie geïntroduceerd. Hoorcolleges. Syllabus Inleiding criminologie (verkrijgbaar in de VU Boekhandel). Schriftelijk tentamen, open vragen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Inleiding psychologie (BC 2) 212212 6 drs. S.N. Day (kamer 5A-41, tel. (020) 44 46241) week 14 - 26 Oriëntatie bieden op de belangrijkste begrippen en theoretische stromingen Vakinformatie van de opleiding Criminologie
189
inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code coördinator studiepunten periode doel
inhoud
190
uit de psychologie. Allereerst komt de geschiedenis aan de orde. Vervolgens wordt waarnemen, leven, geheugen en taal, motivatie en emotie behandeld. Hierna wordt een introductie gegeven van verschillende disciplines binnen de Psychologie o.a. Ontwikkelingsleer, Persoonlijkheidsleer, Sociale Psychologie. Hoorcollege. Metaal & Jansz. Psychologie: de stand van zaken, 10e druk (2002). Schriftelijk tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Inleiding sociologie (BC 2) 212202 6 dr. R.J.T. van Rijsselt week 40 - 51 Oriëntatie bieden op de belangrijkste begrippen en theoretische stromingen uit de sociologie. Daarnaast wordt kennis bijgebracht over de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken. Ingegaan wordt op de belangrijkste begrippen en theorerische stromingen. Deze worden vervolgens uitgewerkt en toegepast op sociologische onderwerpen, zoals de modernisering, sociale cohesie, sociale ongelijkheid en marginalisering van groepen. Hoorcollege J. van Hoof & J. van Ruysseveldt (red.) Sociologie en de moderne samenleving, Amsterdam/Meppel, Boom, Open Universiteit, 1999 Schriftelijk tentamen, open vragen. Integratievak Publiekrechtelijke rechtshandhaving (M) 201574 dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) 6 week 47 - 5 Door bestudering van de toepasselijke rechtsregels en de wijze waarop zij in de praktijk worden gehanteerd inzicht te verkrijgen in de toenemende verstrengeling van strafrecht en bestuursrecht bij de publiekrechtelijke handhaving Op allerlei terreinen vervagen de grenzen tussen strafrecht en bestuursrecht. Men denke bijvoorbeeld aan het milieu, de prostitutiebranche, de horeca etc. In het vak wordt onder meer ingegaan op deze ontwikkelingen en de achtergronden daarvan. Welke bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten zijn beschikbaar? Welke "spelers" zijn bij de handhaving betrokken? Moet men kiezen voor bestuurlijke of justitiële handhaving of is zelfregulering het meest effectief? Welke overwegingen en (juridische) eisen spelen daarbij een rol? Op welke wijze gebruiken toezichthouders en opsporingsambtenaren hun bevoegdheden en welke sancties staan ter beschikking? De nadruk ligt in het vak op de toepassing van bestuursrechtelijke en Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur
strafrechtelijke instrumenten in de praktijk. Hoe wordt (in de praktijk) de keuze gemaakt tussen verschillende soorten sancties? Hoe is de handhaving georganiseerd en hoe verlopen toezicht en opsporing? Welke handhavingsstrategieën worden gehanteerd en waarom? Hoe staat het met de effectiviteit van de handhaving? Vindt afstemming plaats tussen verschillende met handhaving belaste organen, provincies, gemeenten, OM, etc.? Werkcolleges. Er wordt een actieve inbreng van studenten verwacht. Syllabus en de daarin aangegeven overige verplichte en aanbevolen literatuur. Schriftelijk tentamen. Afgerond bachelorexamen Nederlands recht Levensloopcriminologie (M crim.) 212403 6 dr. A. Slotboom (kamer 5A-41, tel. (020) 44 46241) week 45 - 52 Het verdiepen van de kennis van theorieën over ontstaan en ontwikkeling van delinquent gedrag. In het vak Levensloopcriminologie wordt ingegaan op theorieën over delinquent gedrag over de hele levensloop. In die zin bouwt dit vak voort op het vak 'Ontstaan en ontwikkeling' uit de Bachelor Criminologie. Het startpunt van het vak is de bekende 'age-crime curve', die we eerst zullen beschrijven en meer algemeen theoretisch behandelen. Vervolgens gaan we in op theorieën die heterogeniteit veronderstellen binnen daders, bijvoorbeeld de theorieën van Moffitt en Loeber, die elk op een andere manier veronderstellen dat verschillende daders verschillende age-crime curves hebben en dat de algemene curve een aggregaat van deze gecombineerde curves is. We zullen behandelen in hoeverre deze verschillende theorieën empirisch ondersteund worden (met name kijkend naar recent werk van Nagin, en van Sampson & Laub). Wij behandelen daarbij ook de geldigheid van deze theorieën voor het gebruik van verschillende soorten data over delinquent gedrag (m.n. officiële data vs. self-report gegevens). Naast theorieën over het ontstaan van antisociaal en delinquent gedrag komen dus ook nadrukkelijk theorieën over 'desistance' aan de orde. Meer in het bijzonder kijken we daarbij naar wat bekend is over het effect van interventies in criminele carrières, waarbij ook het kosten aspect van delinquent gedrag en daartegenover geplaatste interventies aan de orde komt. Daarbij richten we ons op een aantal speciale groepen daders, zoals geweldsplegers, veelplegers, tbs-gestelden en vrouwen, speciaal voor de Nederlandse situatie. Het vak is nadrukkelijker dan 'Ontstaan en ontwikkeling', dat een sterke psychologische oriëntatie had, interdisciplinair van karakter. Aan longitudinale methoden van onderzoek, alsmede aan meer in het algemeen kwantitatieve en kwalitatieve methoden om verandering te meten wordt in een nader te bepalen aantal colleges speciaal aandacht besteed. Hoorcolleges en een opdracht. Syllabus en de daarin aangegeven overige verplichte en aanbevolen Vakinformatie van de opleiding Criminologie
191
toetsing blackboard voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
192
literatuur. Schriftelijk tentamen en de opdracht. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcurus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 212301: Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit (BC3) Materieel strafrecht (BC 3) 212304 6 dr. N. Rozemond (kamer 5A-36, tel. (020) 44 46235 of (020) 47 05788) mr. M.J. Kronenberg; dr. N. Rozemond week 45 - 5 Het vak Materieel strafrecht beoogt de student inzicht te geven in de algemene leerstukken van het materiële strafrecht, zoals daderschap, causaliteit, legaliteit, opzet en schuld, strafuitsluitingsgronden, poging en deelneming Het vak heeft daarnaast tot doel de student te leren om casus op te lossen aan de hand van de algemene leerstukken en de jurisprudentie. Achtereenvolgens komen in het onderwijs de volgende onderwerpen aan de orde: daderschap, causaliteit, legaliteit, interpretatie, opzet, schuld, strafuitsluitingsgronden, deelneming, poging, voorbereiding. Van de student wordt verwacht dat hij zelf de onderwerpen samenloop, ne bis in idem bestudeert in het leerboek Materieel Strafrecht van De Hullu. Informatie over onderwijs wordt gepubliceerd op Blackboard. • J. de Hullu, Materieel Strafrecht, Deventer: Gouda Quint 2003. • Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de Arresten Straf(proces)recht (Stolwijk/Bosch), Kluwer, laatste druk. Tijdens het tentamen is het gebruik van niet geannoteerde wettenedities en de arrestenbundel Rüter/Verpalen of losse kopieën van de voorgeschreven arresten toegestaan, mits een en ander niet van eigen aantekeningen is voorzien. Tegen onderstrepingen is geen bezwaar. Het tentamen bestaat uit drie casusopdrachten, onderverdeeld in vier tot zes subvragen. Bij deze curus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten aan de VU. Methoden en techniek van criminologisch onderzoek (BC 2) 212211 6 prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld (kamer 5A-28, tel. (020) 44 46226) prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld; drs. W.M.E.H. Beijers week 14 - 26 Het verkrijgen van een overzicht van gangbare methoden en technieken voor empirisch criminologisch onderzoek. In staat zijn om, gegeven een onderzoeksvraag, mogelijke opties voor een onderzoeksopzet te beoordelen op hun voor- en nadelen. Algemeen overzicht van methodologische aspecten van kwalitatief en kwantitatief criminologisch onderzoek, waaronder bronnen van informatie, Rechtsgeleerheid
werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen blackboard naam code studiepunten coördinator
bevragingsmethoden, onderzoeksopzetten, dataverwerking en toetsing van de bevindingen aan de theorie. Hoorcollege, werkgroep. • Syllabus Methoden en Technieken van Criminologisch onderzoek, deel 1 en 2; • Aanvullende literatuur (wordt vermeld op Blackboard). Schriftelijk tentamen, open vragen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Misdaadanalyse (M crim) 212404 6 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225); drs. H.C.D.M. Oomens (kamer 5A-41, tel. (020) 44 46241) week 6 - 15 Studenten kennis laten maken met de theorie en praktijk van de verschillende typen van misdaadanalyse. Misdaadanalyse omvat grofweg drie typen onderzoek: operationele analyse (b.v. het analyseren van een concrete casus of een dadergroep ten behoeve van het opsporingsonderzoek), fenomeenonderzoek (b.v. het doorlichten van een branche of een gebied op de kwetsbaarheid voor (bepaalde vormen van) criminaliteit) en criminaliteitsbeeldanalyse (b.v. het maken van een criminele kaart). Dergelijke vormen van misdaadanalyse zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen in de preventie en de opsporing van criminaliteit, alsmede bij het ontwikkelen van beleid door politie, justitie, het openbaar bestuur en de beveiligingsindustrie. In de colleges wordt van ieder van deze typen onderzoek de methodologie behandeld, wordt door gastdocenten de dagelijkse praktijk toegelicht en krijgen de studenten opdrachten waarmee zij zichzelf oefenen in het toepassen van deze vormen van onderzoek. In totaal krijgen de studenten drie opdrachten. De typen onderzoek kunnen beschouwd worden als bbijzondere varianten van sociaal wetenschappelijk onderzoek en de empirische cyclus. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het juridisch kader waaraan deze vormen van onderzoek gebonden zijn. Hoor- en werkcolleges. reader Voor iedere opdracht wordt een cijfer gegeven. Daarnaast is er een schriftelijke toets. Het eindcijfer is het gemiddelde van deze vier cijfers. Tot de cursus worden toegelaten master studenten Criminologie. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Onderzoeksvaardigheden in de criminologie (BC 3) 212307 12 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 5-30, tel. (020) 44 6225) Vakinformatie van de opleiding Criminologie
193
docenten periode doel
inhoud
literatuur toetsing blackboard voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
drs. W.M.E.H. Beijers; drs. H.C.D.M. Oomens; drs. S.N. Day week 14 - 26 Het onderzoekspracticum criminologisch onderzoek heeft een drieledig doel: • praktische oefening van onderzoekstechnieken die eerder in het (BC 2) vak Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek zijn behandeld aangevuld met enkele colleges elementaire statistie; • opzetten, uitvoeren en rapporteren van een empirisch criminologisch onderzoek. Het onderzoekspracticum is een samenstel van techniekpractica in onderzoekstechnieken enerzijds, en anderzijds een leeronderzoek, in groepen van vijf studenten. Het practicum is intensief: het beslaat twaalf weken waarin telkens minimaal twintig uur inzet van de studenten wordt gevergd. De laatste vier weken is de onderwijslast voltijds. Tijdens de vijf centraal gegeven techniekpractica wordt instructie en oefeningen aangeboden ten aanzien van vijf onderwerpen: • onderzoeksontwerp en opstellen vragenlijst • observeren • interviewen • statistische verwerking van surveydata met een computerprogramma (SPSS) • werken met grootschalige databases met behulp van datzelfde computerprogramma Tijdens het leeronderzoek werken groepen van 5 studenten gezamenlijk aan de opzet, uitvoering en rapportage van een empirisch onderzoek. reader De eindbeoordeling van het vak wordt vastgesteld op basis van een gewogen gemiddelde van de resultaten van de onderzoekspractica en de individuele bijdrage daaraan. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 212211: Methoden en techniek van criminologisch onderzoek (BC 2)
werkwijze
Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit (BC3) 212309 4 dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) week 36 - 43 Laten zien hoe etiologie, gelegenheid, sociale constructie en sociale reactie in elkaar grijpen en hoe bepaalde gedragingen, criminaliseringsprocessen en een delinquente carrières met betrekking tot de besproken delicten tot stand komen. In dit vak wordt het ontstaan van verschillende vormen van criminaliteit belicht vanuit een culturele, sociale, en (ontwikkelings)psychologische hoek. Het accent zal hierbij liggen op de dader. Met betrekking tot de ontwikkeling van criminele carrières op deze terreinen wordt vooral ingegaan op de specifieke ontwikkelingspsychologische en groepsculturele elementen en de gelegenheidsstructuren. Hoorcollege.
194
Rechtsgeleerheid
inhoud
literatuur toetsing blackboard voorkennisvak naam code coördinator studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze
literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
M. Maguire, R. Morgan & R. Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology (third edition). Oxford University Press, 2002; • Syllabus Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit 2004/2005. Schriftelijk tentamen en twee werkopdrachten. Bij deze curus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze bereikbaar voor studenten van de VU. 212204: Theoretische criminologie (BC 2) •
Practicum beschrijvende criminologie (BC 2) 212205 mr. F. Lankhorst (kamer 5A-26, tel. (020) 44 46222) 6 mr. F. Lankhorst (kamer 5A-26, tel. (020) 44 46222) week 41 - 52 Zelfstandig kunnen toepassen van criminologische bronnen en inzichten zoals opgedaan in het vak Inleiding Criminologie op actuele vraagstukken. Op kritische wijze kunnen formuleren, zowel mondeling als chriftelijk, van opgedane kennis en inzichten. Criminologische inzichten over de aard, omvang en aanpak van criminaliteit en de bepaling hiervan worden toegepast op actuele casus, praktijkproblemen en beleidsvragen. Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 12 personen plaatsvinden. Het vak heeft een activerend karakter. Dit betekent dat niet zozeer de kennisoverdracht door de docent, maar het zelf vergaren en toepassen van kennis door de student centraal staat. Het vak heeft een zeer intensief karakter waarbij participatie een belangrijk onderdeel vormt. In de werkgroepen monden groepsgewijze discussies over een casus uit in een probleemstelling op basis waarvan de studenten zelfstandig naar relevante bronnen op zoek gaan. De gevonden informatie wordt in een volgende bijeenkomst kritisch besproken waarna studenten zelfstandig een werkstuk schrijven. De werkstukken worden beoordeeld en besproken. Werkboek Practicum beschrijvende criminologie, Stappenplan werkstuk schrijven en literatuur van het vak Inleiding Criminologie. Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de behaalde cijfers voor de werkstukken en participatie. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcurus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Practicum verklarende criminologie (BC 2) 212206 6 drs. H.C.D.M. Oomens (kamer 5A-41, tel. (020) 44 46241) week 2 - 13 Zelfstandig kunnen toepassen van criminologische theoriën zoals opgedaan in het vak Theoretische criminologie op actuele vraagstukken. Op kritische wijze kunnen formuleren, zowel mondeling als schriftelijk, van opgedane kennis en inzichten. Criminologische theorieën over het ontstaan van criminaliteit worden Vakinformatie van de opleiding Criminologie
195
werkwijze
literatuur toetsing blackboard voorkennis naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard voorkennisvak
196
toegepast op actuele casus, praktijkproblemen en beleidsvragen. Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 12 personen plaatsvinden. Het vak heeft een activerend karakter. Dit betekent dat niet zozeer de kennisoverdracht door de docent, maar het zelf vergaren en toepassen van kennis door de student centraal staat. Het vak heeft een zeer intensief karakter waarbij participatie een belangrijk onderdeel vormt. In de werkgroepen monden groepsgewijze discussies over een casus ineen probleemstelling op basis waarvan de studenten zelfstandig naar relevante bronnen op zoek gaan. De gevonden informatie wordt in een volgende bijeenkomst kritisch besproken, waarna studenten zelfstandig een werkstuk schrijven. werkboek Practicum beschrijvende criminologie, Stappenplan werkstuk schrijven en literatuur van het vak Theoretische criminologie. Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de behaalde cijfers voor de werkstukken en participatie. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Dringend advies om het practicum verklarende criminologie alleen te volgen na het practicum beschrijvende criminologie. Preventie en bestraffing van criminaliteit (BC 3) 212313 4 mr. M. Schuitenburg week 45 - 52 Student inzicht verschaffen in de verschillende preventieve en repressieve middelen ter beheersing van criminaliteit en de werking ervan. Allereerst zal worden ingegaan op de maatschappelijke context waarin het veiligheidsbeleid is ingebed. Vervolgens komt een aantal theoretische aspecten rond de beoogde doelen en de effecten van criminaliteitspreventie en gevangenisstraf aan de orde. Voorts wordt ingegaan op empirische studies op deze terreinen. Hierbij komt zowel de kwantitieve (aantallen) en kwalitatieve (regimes) ontwikkeling van verschillende sancties op daders, de werkzaamheid van sancties t.a.v. het terugdringen van criminaliteit (what works?) en de ongewenste effecten ervan. Het Nederlandse preventie- en sanctiestelsel wordt hierbij vergeleken met een aantal andere landen. Twee uur hoorcollege per week gedurende zes weken; twee uur werkcollege per week gedurende zes weken. M. Maguire, R. Morgan & R. Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology (third edition). Oxford University Press, 2002. Schriftelijk tentamen en twee werkopdrachten. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. 212204: Theoretische criminologie (BC 2)
Rechtsgeleerheid
naam code studiepunten coördinator docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
Risicosamenleving (M crim) 212402 6 prof.dr. H.G. van de Bunt (kamer 5A-28, tel. (020) 44 46226) dr. N. Rozemond week 45 - 52 Inzicht verwerven in allerhande aspecten van veiligheidsbeleid. Het vak Risicosamenleving gaat in op de vraag hoe de dominante opvattingen in de samenleving over misdaad en misdaadbestrijding totstandkomen. Wat is de rol van de politiek en van de wetenschap? Welke ontwikkelingen en trends kunnen worden onderscheiden in de criminele politiek? Rode draad in het vak is het beroemde boek van de Britse criminoloog Garland (The culture of control). In de eerste weken van de cursus zal dit boek worden besproken. Daarna zullen enkele thema's verder worden uitgediept. In de eerste plaats zal worden ingegaan op het feit dat criminaliteitsbestrijding steeds meer de trekken krijgt van risicojustitie. Dit zal aan de hand van onder meer het recente kabinetsplan 'Naar een veiliger samenleving' worden toegelicht. In de tweede plaats komt aan de orde hoe ver de ambities van de overheid in het garanderen van veiligheid kunnen en moeten reiken. Voorts wordt bekeken hoe een aantal beleidsvoorstellen uit het plan in wetgeving is uitgewerkt en/of in de praktijk is geïmplementeerd. Hierbij wordt aandacht besteed aan de methodologische mogelijkheden en beperkingen om het effect van de voorgestelde maatregelen te meten. Hoorcolleges en een opdracht. David Garland, The culture of control and social order in contemporary society. Oxford University Press 2002 (paperback)Syllabus Risicosamenleving (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Tussentijdse opdracht en schriftelijk tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Sociale organisatie en criminaliteit (M crim) 212401 6 dr.mr. J.M. Nelen (kamer 5A-30, tel. (020) 44 46225) week 37 - 44 Inzicht verwerven in de wijze waarop vormen van criminaliteit, gepleegd door sociale organisaties, kunnen worden verklaard en bestreden. In het vak Sociale organisaties en criminaliteit wordt aandacht besteed aan het feit dat aan veel vormen van criminaliteit een bepaalde 'sociale organisatie' ten grondslag ligt. Het betreffen naast informele organisaties (zoals jeugdbendes; voetbalvandalisme; georganiseerde misdaad) ook organisaties in formele zin (organisatiecriminaliteit). Voor het beschrijven, verklaren en bestrijden van deze vormen van criminaliteit is het onderscheid tussen informele en formele organisaties essentieel. In de Bachelor Criminologie is al veel aandacht aan informele sociale organisaties besteed. Daarom gaat in dit vak veel aandacht uit naar organisatiecriminaliteit (een
Vakinformatie van de opleiding Criminologie
197
werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard
198
actueel voorbeeld hiervan is de bouwfraude). Juist door de formele inkadering van dergelijke misdrijven kunnen deze betrekkelijk lange tijd onzichtbaar blijven en regelmatig worden herhaald. Tegelijkertijd biedt de formele omgeving tal van mogelijkheden voor toezicht, controle, opsporing en sanctionering. In het vak zal de aandacht worden gevestigd op de financieel-economische sector. Niet alleen is er aandacht voor de aard, vorm en omvang van organisatiecriminaliteit in deze sector, maar ook voor de sociale reactie erop. Gekeken wordt achtereenvolgens naar de actoren die als toezichthouders fungeren om de integriteit van de financieel-economische sector te waarborgen (bijv. de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank), de zelfregulering van de financiële sector (bijv. compliance) en tenslotte de opsporing en vervolging van financieeleconomische criminaliteit. In methodische zin ligt het accent in dit vak op de evaluatie van beleid en wetgeving. De `integrale¿ aanpak van organisatiecriminaliteit kan vele suggesties en ideeën opleveren voor de preventie en bestrijding van andere vormen van criminaliteit. Hoorcolleges en een opdracht. Syllabus en de daarin aangegeven overige verplichte en aanbevolen literatuur. Schriftelijk tentamen en de opdracht. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Strafrechtelijke keten doorgelicht (M crim) 212407 6 drs. J.S. Timmer (kamer 5A-38, tel. (020) 44 46236) prof.dr. H.G. van de Bunt (kamer 5A-28, tel. (020) 44 46226) (2 semester, 2de blok) Het voorbereiden van de student op de beroepspraktijk, door de mogelijkheden en beperkingen van het meten van de effectiviteit van de strafrechtelijke keten aan te geven. In dit vak worden de belangrijkste mechanismen uit de strafrechtelijke keten (politie, Openbaar Ministerie, rechter, executie) behandeld: hoe werkt 'de' keten en hoe kunnen de prestaties gemeten en beoordeeld worden? Mede aan de hand van concrete wetenschappelijke onderzoeken wordt geleerd hoe dergelijke vragen door onderzoekers beantwoord kunnen worden. In het kader van de huidige trend van prestatiecontracten ¿ is het van steeds groter belang om de prestaties van strafrechtelijke organisaties te meten. Is het ophelderingspercentage de beste maat voor het meten van de kwaliteit van de recherche; kan het gevangeniswezen worden afgerekend op de recidivepercentages van ex-gedetineerden? Hoe meet je op een verantwoorde wijze prestaties, en hoe kun je verschillende parketten/gevangenissen/korpsen op kwaliteit met elkaar vergelijken Hoorcolleges en een opdracht. Nader te bepalen. Tussentijdse opdracht en een schriftelijk tentamen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboard cursus
Rechtsgeleerheid
toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
opmerkingen
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Summer Course Youth Groups in Amsterdam (BC 3/M crim) 212315 6 dr. F.H.M. van Gemert week 23 - 25 Het doel van dit vak is om studenten zelf een onderzoek uit te laten voeren. De verzamelde gegevens maken het mogelijk om, op basis van een vergelijking van verschillende case studies, te achterhalen wat mogelijke oorzaken zijn van problemen rond jeugdgroepen op straat. In koppels verzamelen studenten data over buurten waar problemen bestaan met jeugdgroepen op straat. Elk koppel richt zich op een specifieke buurt met een bepaalde groep. nemen kennis van etnografische bijdragen aan de criminologie. Enkele klassieke studies dienen als voorbeelden, die nader worden bezien. Studenten leggen de daarin gevolgde werkwijze nauwgezet uiteen en komen tot een kritische beschouwing, waarin deze studies vergeleken worden met ander criminologisch onderzoek. Het gaat om een gecomprimeerd vak dat in drie weken wordt gegeven. Na enkele bijeenkomsten over de achtergrond van jeugdgroepen en over de opzet van het onderzoek, beginnen de studenten met dataverzameling. De koppels brengen de problematiek in hun 'eigen' buurt in kaart. Zij maken daarbij in hoofdzaak gebruik van observaties, interviews en analyse van statistische gegevens. Op twee momenten gaan zij 'op bezoek' in een buurt van een ander koppel. Naast wat zij horen in de gezamenlijke bijeenkomsten, kunnen zij ook op basis van deze bezoeken een vergelijking maken tussen verschillende buurten en groepen. Overeenkomsten en verschillen die aan het licht komen worden accuraat beschreven in tevoren vastgestelde formats. Een beperkt aantal relevante teksten wordt uitgedeeld tijdens bijeenkomsten. Nadruk ligt op het verzamelen van data en het opstellen van een case studie. De studenten moeten over hun eigen buurt diverse gegevens verzamelen waarvan het minimum wordt vastgesteld. Dit leidt tenminste tot A interviews met type X respondenten; B interviews met type Y; minimaal C verslagen van observaties op verschillende tijdstippen; een beschrijving van buurtkenmerken. Als deze gegevens moeten accuraat worden Daarnaast nemen zij verplicht deel aan plenaire bijeenkomsten. Het vak wordt in het engels gegeven, want aan dit vak nemen zowel studenten van de VU deel als Amerikaanse studenten van Case Western Reserve University uit Cleveland. Het vak wordt alleen gegeven bij voldoende aanmeldingen. Synchronisatievak Encyclopedie (BC 2) 212209 6 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel. (020) 44 46326) prof.mr. A. Soeteman; mr.drs. W.J. Veraart; drs. A.J. Wolthuis; mr. J. Zwart week 2 - 13 Het vak Encyclopedie bestaat uit twee onderdelen: Inleiding tot het recht en
Vakinformatie van de opleiding Criminologie
199
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code docent 200
Argumentatieleer. Bij Inleiding tot het recht gaat het om een eerste kennismaking met het recht. Bij Argumentatieleer gaat het om kennis van verschillende wijzen van argumenteren die voor het juridisch redeneren relevant zijn en het analyseren van juridische teksten (met name vonnissen en arresten). In de Inleiding komen de volgende onderwerpen aan de orde: wat is recht voor iets, waartoe is er recht, waar vinden we het recht (rechtsbronnen), hoe kunnen we tot oplossingen van juridische problemen komen (rechtsvinding)? Bij Argumentatieleer komen de volgende onderwerpen aan de orde: (juridisch) redeneren, logica en recht, tekstanalyse, argumentatie en drogredenen. Het onderwijs in beide onderdelen wordt verzorgd in hoorcolleges en werkcolleges. Bij de werkcolleges, waarin intensief de voorgeschreven stof wordt behandeld, wordt een actieve voorbereiding en deelname van de student verwacht in die zin, dat hij de in de literatuur geformuleerde vragen en opdrachten vooraf schriftelijk moet beantwoorden, resp. uitvoeren. De hoorcolleges Argumentatieleer vallen samen met de hoorcolleges Arugementatieleer voor eerste jaars juridische studenten. • Syllabus Encyclopedie voor criminologen; • Syllabus Juridische argumentatie 2005; • Collegestof. Het tentamen Encyclopedie wordt schriftelijk afgenomen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Synchronisatievak methoden en technieken (BC 2) 212208 6 prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld (kamer 5A-28, tel. (020) 44 46226) week 2 - 13 De studenten die het eerste jaar rechten hebben gestudeerd een inleiding in de methoden en technieken van sociaal wetenschappelijke onderzoek te geven, zodat zij in staat zijn de cursus Methoden en technieken van criminologisch onderzoek te volgen. In deze cursus wordt op elementair niveau de cyclus van empirisch onderzoek behandeld. Aan de orde komen de structuur van het onderzoek, het conceptuele model en het ondezoeksontwerp, de verschillende modellen, designs en bevragingsmethoden. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de statische analyse van gegevens. Hoorcollege, werkgroep en practicum SPSS. Wordt nader bekend gemaakt. Opdrachten en schriftelijk tentamen, open vragen. Bij deze cursus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Theoretische criminologie (BC 2) 212204 prof.dr. H.G. van de Bunt (kamer 5A-28, tel. (020) 44 46226)
Rechtsgeleerheid
studiepunten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing blackboard naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
werkwijze
6 week 2 - 13 Het vak Theoretische Criminologie beoogt inzicht te bieden in 1) de wijze waarop wetenschappelijke kennis van criminaliteit wordt vergaard, 2) de verschillende verklaringen van criminaliteit en crimineel gedrag, en 3) de mogelijkheden om verschillende theorieën toe te passen en te integreren. Door zowel recente als vroegere theoretische inzichten aan bod te laten komen wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling van de criminologie als wetenschap, en hoe deze door maatschappelijke ontwikkelingen wordt beïnvloed. Hoorcollege. • Mark Lanier & Stuart Henry, Essential Criminology, Westview, 1998; • Syllabus Theoretische Criminologie. Schriftelijk tentamen, open vragen. Bij deze curus wordt blackboard gebruikt. Zodra de blackboardcursus toegankelijk is, is deze te bereiken voor studenten van de VU. Werkgroep verdieping en synthese (BC 3) 212314 6 drs. S.N. Day (kamer 5A-41, tel. (020)44 4624) dr. F.H.M. van Gemert; drs. S.N. Day; drs. J.S. Timmer week 37 - 52 Verdieping en toepassing van de kennis, zoals opgedaan in het BC2-jaar en de BC3-hoofdvakken Ontstaan en ontwikkeling van delinquent gedrag, Aard, omvang en schade en Preventie en bestraffing. De werkgroep Verdieping en Synthese bouwt voort op de kennis en vaardigheden die gedurende het tweede bachelorjaar is opgedaan (in het bijzonder in het vak Theoretische Criminologie en de twee practica) en biedt de gelegenheid om de stof die in de drie hoofdvakken van het derde bachelorjaar wordt aangeboden op een geïntegreerde wijze op praktijksituaties toe te passen. In de werkgroep worden diverse theoretische noties die in de hoorcolleges van de vakken O&O, AO&S en P&B zijn/worden behandeld, toegepast op een aantal praktijksituaties. Dit gebeurt aan de hand van een zestal thema's. Op elk thema richten zich vijftien à twintig studenten. De indeling in zes themagroepen vindt voorafgaande aan de collegecyclus plaats. Per groep moet een aantal vragen over het hoofdthema worden beantwoord. De groep zal zelf moeten zorgdragen voor een onderverdeling in subgroepjes van elk twee-drie studenten. Elk subgroepje beantwoordt één vraag. Daartoe zal eerst een aantal begrippen in de vraagstelling moeten worden afgebakend c.q. geoperationaliseerd. Vervolgens zal gericht literatuur moeten worden gezocht op basis waarvan een antwoord op de vraagstelling kan worden geformuleerd. De vragen hebben het karakter van essayvragen. De beantwoording er van veronderstelt dat aan de hand van de bestudeerde literatuur een kort betoog wordt opgezet. De omvang daarvan bedraagt 8 à 10 pagina's. Behalve dat in subgroepverband een paper wordt geconcipieerd, dient de
Vakinformatie van de opleiding Criminologie
201
toetsing
voorkennis
202
opdracht uit te monden in een presentatie van de themagroep als geheel. Deze presentatie moet worden beschouwd als een collectieve verantwoordelijkheid. Paper en presentatie; voor beide onderdelen geldt dat een voldoende moet zijn behaald, willen de beoordelingen meetellen voor het eindresultaat. In geval van een onvoldoende voor (één van) beide onderdelen, moet een extra opdracht worden gemaakt. Het practicum verklarende criminologie (BC2) moet met goed gevolg zijn afgelegd.
Rechtsgeleerheid
11
Adressen docenten faculteit Indien afwezig op de faculteit zijn docenten soms op hun privé- of kantooradres bereikbaar. U kunt tijdens kantooruren (!) ook daar contact met ze opnemen. Prive-bereikbaarheid
VU-bereikbaarheid
Abdullah Khan, mr. R.A. Vondelstraat 188 1054 GW Amsterdam tel: 020-6851835
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-27 tel: 46302
[email protected]
Adriaanse, mr. P.C. Willem de Zwijgerlaan 75 1hg 1056 JG Amsterdam tel: 020-7730988
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 6A-14 tel: 46341
[email protected]
Akkermans, prof. mr. A.J. Klifrakplantsoen 11 3544 RE Utrecht tel: 030-2433785
Privaatrecht kamer: 6A-33 tel: 46286
[email protected]
Apistola, ing. M. Vissendreef 11 2724 EE Zoetermeer tel: 079-3425621
Informatica en recht kamer: 5A-29 tel: 46216
[email protected]
Battjes, mr. H. Zacharias Jansestraat 18hs 1097 CL Amsterdam tel: 020-6939308
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-28 tel: 46272
[email protected]
Beers, mw. mr. B. van De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-17 tel: 46342
[email protected]
Beijers, drs. W.M.E.H. Hertog Janstraat 8 5081 BR Hilvarenbeek tel: 013-5053659
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-30 tel: 46225
[email protected]
Bellingwout, prof. mr. J.W. De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-36 tel: 46317
[email protected]
Adressen docenten faculteit
203
204
Bem, mr. K.J. Overtoom 47-1 1054 HB Amsterdam tel: 020-6851347
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-17 tel: 46342
[email protected]
Bertrams, mr. R.I.V.F Wouwermanstraat 29 hs 1071 LV Amsterdam tel: 020-4703673
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-21 tel: 46305
[email protected]
Bijleveld, mw. prof. dr. C.C.J.H. L. de Colignylaan 30 2341 CK Oegstgeest
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-28 tel: 46226
[email protected]
Blankman, mr. K. Weegbreehof 3 3991 GL Houten tel: 030-6352061
Privaatrecht kamer: 6A-38 tel: 46293
[email protected]
Boer, mr. drs. C. de Garderenseweg 142 3881 NC Putten tel: 0341-357991
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-35 tel: 46322
[email protected]
Bol, mw. mr. S.H. Garderenseweg 130 3881 NC Putten tel: 0341-355293
Informatica en recht kamer: 5A-31 tel: 46217
[email protected]
Boonstra, mw. prof. dr. K. Hunzestraat 59 hs 1079 VT Amsterdam tel: 020-4044294
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-22 tel: 46266
[email protected]
Bout-Van Dijk, mw. mr. A.G.M. Witte Kruislaan 25 1217 AM Hilversum tel: 035-6287230
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-30 tel: 46313
[email protected]
Brake, mr. H.K. ter Koewyzend 22a 1695 CG Blokker tel: 0229-262761
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-38 tel: 46236
[email protected]
Brasz, mr. H.A. De Vang 43 1622 GB Hoorn tel: 0229-236363
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-28 tel: 46312
[email protected]
Rechtsgeleerheid
Brasz, mw. mr. S.C. Rooseveltlaan 43-2 1079 AC Amsterdam tel: 020-6464896
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-36 tel: 46295
[email protected]
Breederveld, mr. B. Anne Frankstraat 97 1018 BZ Amsterdam tel: 020-6790128
Privaatrecht kamer: 6A-38 tel: 46293
[email protected]
Brekelmans, mr. F.H.J.G. Landmanweg 14 3331 KK Zwijndrecht tel: 078-6192035 fax: 078-6190183
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-19 tel: 46264
[email protected]
Bruijn, prof. dr. J. de De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Staats- en bestuursrecht kamer: 1B-36 tel: 45271
[email protected]
Bruning, mw. mr. drs. M.R. Meerhuyzen 41 1181 PC Amstelveen tel: 020-6757256
Privaatrecht kamer: 6A-40 tel: 46294
[email protected]
Bullens, prof. dr. R.A.R. tel: 071-5227355 (kantoor) fax: 071-5214768
Privaatrecht kamer: 6A-29 tel: 46282
Bunt, prof. dr. H.G. van de Culemborgseweg 19 4115 RM Asch tel: 0345-502746
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-28 tel: 46226
[email protected]
Burght, prof. mr. Gr. van der Ignatius Bispincklaan 13 2061 EM Bloemendaal tel: 023-5260836 fax:023-5251550 mobiel: 0651607322
Notarieel kamer: 7A-34 tel: 46315
[email protected] [email protected]
Burgt, mw. mr. N.M.J. van der Graafseweg 138 6531ZV Nijmegen tel: 024-3787290
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-18 tel: 46307
[email protected]
Cornelissen-Sjöberg, mw. mr. S.M. Eisingastraat 12-1 1097 GT Amsterdam tel: 020-6940932
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-34 tel: 46234
[email protected]
Adressen docenten faculteit
205
206
Dam, prof. mr. C.C. van Herengracht 615 1017 CE Amsterdam tel: 020-6249904
Privaatrecht kamer: 6A-37 tel: 46292
[email protected]
Day, mw. drs. S.N. Van Assendelftshof 3 2312 PJ Leiden
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-41 tel: 46241
[email protected]
Denters, dr. H.M.G. Treilerstraat 21 B 1503 JA Zaandam tel: 075-6702098
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-21 tel: 46305
[email protected]
Dijk, mw. mr. A. Bordeslaan 167 5223 MK 's-Hertogenbosch tel: 073-6219569
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-10 tel: 46262
[email protected]
Dondorp, mr. J.H. Noorderkade 20 8356 DD Blokzijl tel: 0527-291839
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-31 tel: 46323
[email protected]
Ebben, mr. E.W.J. Heereweg 7A 1901 MA Castricum tel: 0251-313453
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-34 tel: 46315
[email protected]
Elferink, mw. mr. dr. M.H. Sarphatipark 47-2 1073 CR Amsterdam tel: 020-6646424
Privaatrecht kamer: 6A-35 tel: 46288
[email protected]
Faber, prof. mr. S. Parklaan 10 2011 KV Haarlem tel: 023-5314150
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-29 tel: 46322
[email protected]
Fokkens, prof. mr. J.W. Boslaan 389 2594 NJ 's-Gravenhage tel: 070-3611223
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-40 tel: 46237
[email protected]
Gemert, dr. F.H.M. Anfieldroad 105 1098 WB Amsterdam
Strafrecht en criminologie kamer 5A-24 tel. 46224
[email protected]
Rechtsgeleerheid
Gerritsen, mr. R.T.B.M. Lumeystraat 45hs 1056 VV Amsterdam tel: 020-6895476
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-30 tel: 46313
[email protected]
Geus, mr. drs. P.R. de Amstelveenseweg 655 1081 JD Amsterdam tel: 020-4043875 mobiel: 06-54682911 fax: 020-4414117
[email protected]
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-38 tel: 020-4043875
[email protected]
Groot, prof. mr. G.R.J. de Teijlingerlaan 53 2171 CD Sassenheim
Sociaal recht kamer: 6A-22 tel: 46266
[email protected]
Groot, mw. mr. E.F. Twelloseweg 23 7396 BJ Terwolde tel: 0571-292610
Privaatrecht kamer: 6A-30 tel: 46283
[email protected]
Groote Wassink, mw. mr. F.A. Denijs van Hullelaan 34 2015 GN Haarlem tel: 023-5243097
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-32 tel: 46314
[email protected]
Haas, mr. D. Roerstraat 68-2 1078 LS Amsterdam tel: 020-6730891
Privaatrecht kamer: 6A-36 tel: 46290
[email protected]
Hallebeek, prof. mr. J. Winklerlaan 18 3571 KJ Utrecht tel: 030-2623691
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-33 tel: 46324
[email protected]
Heemskerk, mr. drs. M. Stationsweg 12 2515 BN Den Haag
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-12 tel: 46296
[email protected]
Herik, mw. mr. L.J. van den Joos Banckersplantsoen 23 1056 LC Amsterdam tel: 020-6185554
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-20 tel: 46308
[email protected]
Adressen docenten faculteit
207
208
Heuvel, prof. mr. L.H. van den Bredelaan 10 1406 LR Bussum tel: 035-6930049
Sociaal recht kamer: 6A-22 tel: 46266
[email protected]
Hubben, prof. mr. J.H. Mariënbergweg 7 6862 ZL Oosterbeek tel: 026-3337671
Privaatrecht kamer: 6A-40 tel: 46294
[email protected]
Huikeshoven, mw. mr. M. Marnixkade 86-3 1015 ZH Amsterdam
Strafrecht en Criminologie kamer: 5A-26 tel: 46222
[email protected]
Huizink, prof. mr. J.B. Canadalaan 46 7316 BZ Apeldoorn
Privaatrecht kamer: 6A-37 tel: 46292
[email protected]
Huygen, dr. P.E.M. Achter de Kerken 35 1391 LC Abcoude tel: 0294-287115
Informatica en recht kamer: 5A-29 tel: 46216
[email protected]
Ibili, mr. F. Jongkindlaan 43 1816 LH Alkmaar
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-17 tel: 46318
[email protected]
Idsinga, drs. F.L. Frans van Mierisstraat 27-3 1071 RJ Amsterdam
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-36 tel. 46295
[email protected]
Jansen, prof. mr. C.E.C. De Meenthe 10 5012 TH Tilburg
Privaatrecht kamer 6A-26 tel. 46263
[email protected]
Jones, drs. G.R. Jones Adriaan Beyerkade 214 3515 XV Utrecht
Staats- en bestuursrecht kamer 6A-15 tel: 46343
[email protected]
Kanne, mw. mr. M.J. Borneolaan 7 7314 BT Apeldoorn tel: 055-5775670 fax: 055-5766777
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-27 tel: 46269
[email protected]
Rechtsgeleerheid
Kaspersen, prof. mr. H.W.K. E. Casimirlaan 70 3708 CK Zeist tel: 030-6933357
Informatica en recht kamer: 5A-35 tel: 46214
[email protected]
Klein-Wassink, mw. mr. A.J.M. Iordenstraat 22 2021 HC Haarlem tel: 023-5312006
Privaatrecht kamer: 6A-31 tel: 46284
[email protected]
Klumper RA, MBA, CPA, CIA, C. p/a Amstelveenseweg 655 1081 JD Amsterdam mobiel: 06-54682911
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-38 tel: 020-4043875
[email protected]
Koelman, mr. K.J. Nassaukade 341 E 1053 LW Amsterdam tel: 020-6161320
Informatica en recht kamer: 5A-31 tel: 46217
[email protected]
Kolle, mr. T.M. Prinses Margrietstraat 10 1077 LA Amsterdam tel: 020-6764314
Privaatrecht kamer: 6A-36 tel: 46289
[email protected]
Kooten, mr. drs. T. van Mijdrechtstraat 58 3522 HX Utrecht tel.: 030-2883751
Privaatrecht kamer 6A-31 tel. 46284
[email protected]
Koppen, prof. mr. P.J. van Iordensstraat 60 2012 HE Haarlem tel: 023-5314081
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-40 tel: 46237
[email protected]
Kor, mr. G. Aletta Jacobsstraat 276 2037 PJ Haarlem tel: 023-5339700
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-35 tel: 46325
[email protected]
Kremer, mr. M.R. Admiraal de Ruijterweg 478hs 1055 NH Amsterdam tel: 020-4868194
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-32 tel: 46314
[email protected]
Kronenberg, mr. M.J. Narcissenlaan 18 2106 BL Heemstede tel: 023-5282300
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-36 tel: 46235
[email protected]
Adressen docenten faculteit
209
210
Lankhorst, mr. F. Roompotstraat 4-1 1078 KV Amsterdam tel: 020-7717868
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-26 tel: 46222
[email protected]
Legters, mr.drs. M.L. p/a Amstelveenseweg 655 1081 JD Amsterdam mobiel: 06-54682911
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-38 tel: 020-4043875
[email protected]
Liefaard, mr. T. Soerlaan 55 1185 JH Amstelveen tel: 020-4537696
Privaatrecht kamer: 6A-20 tel: 46335
[email protected]
Lodder, mr. A.R. Borneokade 285 1019 XG Amsterdam tel: 020-4044137
Informatica en recht kamer: 5A-27 tel: 46215
[email protected]
Lutjens, prof. mr. E. Postbus 116 1000 BC Amsterdam tel: 020-4863801
Pensioenrecht kamer: 6A-24 tel: 46268
[email protected]
Mariani-Roetman, mw. mr. E. Joh. Verhulststraat 194 1075 HD Amsterdam tel: 020-6736395
Notarieel en fiscaal recht kamer: C-140 tel: 46906
Meijer, mr. S.Y. Th. Damastbloem 32 3621 RN Breukelen tel: 0346-252962
Privaatrecht kamer: 6A-30 tel: 46283
[email protected]
Merks, mr. P. Herengracht 615 1017 CE Amsterdam tel. 020-6702467
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-36 tel: 46295
[email protected]
Moerman, mr. S.A.P. Burmanstraat 23 hs 1091 SG Amsterdam tel: 020-6687079
Privaatrecht kamer: 6A-35 tel: 46288
[email protected]
Naeyé, prof. dr. J. Sluispad 5 1109 CJ Driemond tel: 020-6250793
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-40 tel: 46237
[email protected]
Rechtsgeleerheid
Nelen, mr. dr. J.M. Cycladelaan 16 1060 LW Amsterdam tel: 020-6153940
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-30 tel: 46225
[email protected]
Nehmelman, mr. R. Regentesselaan 103 3571 CD Utrecht
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-27 tel: 46269 @rechten.vu.nl
Niemeijer, dr. E. Eindenhoutstraat 71 2012 MK Haarlem tel: 023-5420084
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-41 tel: 46241
[email protected]
Nifterik, mr. G.P. van Jacob Catskade 38 bel 1052 CA Amsterdam tel: 020-6827356
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-31 tel: 46323
[email protected]
Nispen, prof. mr. C.J.J.C. van Koekoeklaan 4 2261 EX Leidschendam
Privaatrecht kamer: 6A-30 tel: 46283
[email protected]
Olfers, mw. mr. M. Berend Boeijingastraat 22 1025 MR Amsterdam tel: 020-6360311
Sociaal recht kamer: 6A-27 tel: 46335
[email protected]
Ommeren, prof. mr. F.J. van Van Lidth de Jeudestraat 9 3581 GG Utrecht tel: 030-2731372
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-31 tel: 46284
[email protected]
Oomens, mw. drs. H.C.D.M. Geldersedam 43 5212 RB 's- Hertogenbosch
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-30 tel: 46225
[email protected]
Oosterhuis, mr. J. Hoofdweg 191-3 1057 CS Amsterdam tel. 020-6129574
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-18 tel: 46307
[email protected]
Oskamp, mw. prof. mr. A. Lagemorgenlaan 27 5223 HV ’s-Hertogenbosch tel: 073-6214678
Informatica en recht kamer: 5A-27 tel: 46215
[email protected]
Adressen docenten faculteit
211
212
Overbeeke RA, prof. dr. M.P. van Postbus 7 8084 ZG ’t Harde tel: 0525-653330
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-28 tel: 46312
Overes, mw. mr. C.H.C. Pinksterbloem 6 1902 SP Castricum tel: 0251-652499
Privaatrecht kamer: 6A-32 tel: 46285
[email protected]
Pans, mw. mr. E. Bredeweg 21G 1098 BM Amsterdam tel: 020-4681839
Strafrecht en criminologie kamer: 6A-14 tel: 46340
[email protected]
Pessers, mw. prof. dr. mr. D.W.J.M. Jagersweg 1a 1251 ZP Laren
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-18 tel: 46274
[email protected]
Petiet, mr. C.J. Roerdomp 76 3641 TK Mijdrecht tel: 0297-255951
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-34 tel: 46234
[email protected]
Ploeg, prof. mr. T.J. van der Sneeuwgans 7 1423 RH Uithoorn tel: 0297-561517
Privaatrecht kamer: 6A-32 tel: 46285
[email protected]
Raes, prof. dr. B.C.M. Hugo de Grootstraat 4 bis 3581 XS Utrecht tel: 030-2341812
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-40 tel: 46237
[email protected]
Rooijen, mw. mr. C. van Brink 4 1399 GW Muiderberg tel: 0294-264849
Privaatrecht kamer: 7A-36 tel: 46295
[email protected]
Rosenthal, mw. mr. I. Bilderdijkstraat 68-3 1053 KV Amsterdam
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-18 tel: 46322
Roy, mw. mr. R.G.N. le Stuijvesantstraat 102 2023 KS Haarlem tel. 023-5259623
Privaatrecht kamer 6A-35 tel: 46288
[email protected]
Rechtsgeleerheid
Rozemond, dr. N. Derde Schinkelstraat 42 1075 TM Amsterdam tel: 020-4705788
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-36 tel: 46235
[email protected]
Ru, prof. mr. H.J. de Bredestraat 39 6674 AX Herveld tel: 048-8452597 fax: 048-8453625
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-19 tel: 46264
[email protected]
Ruitenberg, mw. mr. G.C.A.M. Lobeliastraat 14 1616 XN Hoogkarspel tel: 022-8568099
Privaatrecht kamer: 6A-12 tel: 46296
[email protected]
Ruller, dr. S. van Hasebroeklaan 17 3723 DJ Bilthoven tel: 030-2286967
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-28 tel: 46226
[email protected]
Sage, mw. drs. L.F. Le De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Privaatrecht kamer: 3-22 tel: 48874
Sap, dr. J.W. Bosboom Toussaintlaan 7 1401 CB Bussum tel: 035-6945650
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-22 tel: 46303
[email protected]
Schalken, prof. mr. T.M. De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-40 tel: 46237
[email protected]
Scholten, mr. J. p/a Amstelveenseweg 655 1081 JD Amsterdam mobiel: 06-54682911
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-38 tel: 020-4043875
[email protected]
Schrijver, prof. dr. N.J. Lobeliuslaan 13 2341 PB Oegstgeest tel: 071-5651825
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-23 tel: 46306
[email protected]
Schuurmans, mw. mr. Y.E. F. Simonszstraat 68 1017 TJ Amsterdam tel: 020-4273899
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-10 tel: 46262
[email protected]
Adressen docenten faculteit
213
Siegel, dr. D. Turfschip 155 1186 XG Amstelveen
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-24 tel: 46223
[email protected]
Slotboom, mw. dr. A.M. Kerklaan 8 2351 NS Leiderdorp tel. 071-5238373
Strafrecht en criminologie kamer 5A-41 tel. 46241
[email protected]
Smeehuijzen, mr. J.L. Nieuwe Prinsengracht 21 1081 HV Amsterdam tel: 020-6209830
Privaatrecht kamer: 6A-34 tel: 46287
[email protected]
Smit, mw. mr. M.L. Hugo de Grootplein 5-3 1052 KV Amsterdam tel: 020-6822626
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-20 tel: 46308
[email protected]
Soeteman, prof. mr. A. Dahlialaan 36 2111 ZP Aerdenhout tel: 023-5245125
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-40 tel: 46327
[email protected]
Spaans, mr. dr. L.A.J. Willem de Zwijgerlaan 110-1 1056 JV Amsterdam tel: 020-6188557
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-10 tel: 46262
[email protected]
Speetjens, mr. W.J.J.G. Vossenlaan 158 6531 ST Nijmegen
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-34 tel: 46315
[email protected]
Spijkerboer, prof. mr. T.P. Scheepsbrug 41 1186 VB Amstelveen tel: 020-6613630
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-18 tel: 46274
[email protected]
Spoor, prof. mr. J.H. J.J. Viottastraat 40 1071 JT Amsterdam tel: 020-6622168
Privaatrecht kamer: 6A-36 tel: 46289
[email protected]
Staveren, prof. mr. H.T. van Dantelaan 56 3533 VE Utrecht tel: 030-2943350
214
Rechtsgeleerheid
Sport en recht kamer: 5A-37 tel: 46278
[email protected]
Steyger, mw. prof. mr. E. Rederserf 21 2586 KL Den Haag tel: 070-3500667
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-19 tel: 46264
[email protected]
Stollenwerck, prof. mr. A.H.N. Hoflaan 3 3062 JA Rotterdam tel. 010-2249297
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-34 tel: 46315
Struiksma, prof. mr. J. Fanfarehof 31 1507 TV Zaandam tel: 075-6314367
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-23 tel: 46267
[email protected]
Timmer, drs. J.S. Sumatralaan 53 C 7314 JN Apeldoorn tel. 055-5343396
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-38 tel: 46236
[email protected]
Tjittes, prof. mr. R.P.J.L. Twelloseweg 23 7396 BJ Terwolde tel: 0571-292610
Privaatrecht kamer: 6A-33 tel: 46286
[email protected]
Veen, mr. W.J.M. van Verlengde Oude Utrechtseweg 4 3766 MG Soest tel: 035-6037949
Privaatrecht kamer: 6A-32 tel: 46285
[email protected]
Vegter, mw. mr. M.S.A. Doorntjes 8 1816 VJ Bergen tel: 072-5899096
Privaatrecht kamer: 6A-33 tel: 46286
[email protected]
Velden, prof. mr. F.J.A. van der Leidseweg 124 3533 HC Utrecht tel: 030-2941731
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-17 tel: 46318
[email protected]
Velten, prof. mr. A.A. van p/a Boekel de Nerée Postbus 2508 1000 CM Amsterdam tel: 020-4313131
Notarieel en fiscaal recht kamer: 7A-34 tel: 46315
Veraart, mr. drs. W.J. Amstelkade 1-2 1078 AA Amsterdam tel: 020-6383627
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-35 tel: 46325
[email protected]
Adressen docenten faculteit
215
216
Verdaasdonk, mw. mr. M.A. De Boelelaan 1105, kmr 6A-16 1081 HV Amsterdam tel: 020-4446332
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 6A-16 tel: 46332
[email protected]
Verdam, prof. mr. A.F. Graaf Wichmanlaan 26 1405 HB Bussum tel: 035-6921575
Privaatrecht kamer: 6A-31 tel: 46284
[email protected]
Verhaar, mw. dr. O.M.L. Ruys de Beerenbroaklaan 50 1181 XT Amstelveen tel: 020-6194088
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-29 tel: 46322
[email protected]
Verhagen, mw. mr. J.M. Buitenzorg 16 1181 PB Amstelveen tel: 020-6765378
Privaatrecht kamer: 6A-37 tel: 46292
[email protected]
Vermeulen, prof. mr. drs. B.P. Nieuwe Steeg 53 3956 RA Leersum tel: 0343-453810
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-19 tel: 46264
[email protected]
Versteeg, mw. mr. H.A.J.M. Weegbree 24 1422 MV Uithoorn tel: 0297-568180
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-34 tel: 46234
[email protected]
Vlas, prof. mr. P. Adm. de Ruytersingel 50 2253 TX Voorschoten tel: 071-5317835
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-19 tel: 46304
[email protected]
Volf, mw. mr. L.M.Z. Nickeriestraat 13 huis 1058 VT Amsterdam tel: 020-6169543
Strafrecht en criminologie kamer: 6A-20 tel: 46335
[email protected]
Vonk, prof. dr. G.J. p/a Sociale Verzekeringsbank Van Heuven Goedhartlaan 1 1181 KJ Amstelveen tel: 020-6565664 fax: 020-6565127
Sociaal recht kamer: 6A-22 tel: 46266
[email protected]
Rechtsgeleerheid
Voulon, mr. M.B. Elisabeth Wolffstraat 49-1hg 1053 TS Amsterdam
Informatica en recht kamer: 5A-33 tel: 46213
[email protected]
Walsum, mw. mr. S.K. van Nwe. Westerdokstraat 106 1013 AG Amsterdam tel: 020-6261418
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-15 tel: 46343
[email protected]
Weide, mr. J.A. van der Dintelstraat 83 2hg 1079 BA Amsterdam tel: 020-4045478
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-27 tel: 46302
[email protected]
Wessels, prof. mr. B. Postbus 1199 3300 BD Dordrecht tel: 078-6390028
Privaatrecht kamer: 6A-37 tel: 46292
Westerman, mw. prof. dr. P.C. Karel Doormanlaan 1 9801 ED Zuidhorn
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-35 tel: 46325
[email protected]
Wieten, mw. mr. H.L.G. Hoge Rijndijk 28 2313 KJ Leiden tel: 071-5137874
Privaatrecht kamer: 6A-30 tel: 46283
[email protected]
Wijk, mr. J. van Pijnackerstraat 6-3 1072 JT Amsterdam
Strafrecht en criminologie kamer: 6A-14 tel: 46341
[email protected]
Wilde, mr. B. de De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Strafrecht en criminologie kamer: 5A-32 tel: 46233
[email protected]
Wilkehuis, mw. mr. K Palaceplein 178 2587 WK 's-Gravenhage
Staats- en bestuursrecht kamer 6A-23 tel: 46279 k.
[email protected]
Willems, prof. mr. J.C.M. Hoogzwanenstraat 119 6211 BZ Maastricht tel: 043-3251940
Privaatrecht kamer: 6A-29 tel: 46282
Adressen docenten faculteit
217
218
Willemsen, mw. mr. P.A. Stephensonstraat 54 3817 JD Amersfoort tel: 033-4616284
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-28 tel: 46272
[email protected]
Winter, prof. mr. J.A. Vijverweg 21 2061 GT Bloemendaal tel: 023-5275343
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-22 tel: 46303
[email protected]
Woldring, prof. dr. H.E.S. Burg. Haspelslaan 382 1181 NG Amstelveen tel: 020-6416767
Staats- en bestuursrecht kamer: 13A-31 tel: 46678
[email protected]
Wolfert, mw. mr. E.C.M. Van Kleistraat 9-I 3533 BA Utrecht tel: 030-292696
Privaatrecht kamer: 6A-12 tel: 46297
[email protected]
Wolthuis, drs. A.J. Jarenweg 17 1335 CD Almere tel: 036-5405258
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-37 tel: 46326
[email protected]
Zijlstra, prof. mr. S.E. Oudezijds Voorburgwal 109 b 1012 EM Amsterdam tel: 020-6238470
Staats- en bestuursrecht kamer: 6A-21 tel: 46265
[email protected]
Zilinsky, mr. M. De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Internationaal recht en rechtsvergelijking kamer: 7A-17 tel: 46318
[email protected]
Zwart, mr. J. Rooseveltlaan 37 2hg 1079 AC Amsterdam tel: 020-6446867
Rechtstheorie en rechtsgeschiedenis kamer: 7A-37 tel: 46326
[email protected]
Rechtsgeleerheid
12
Emeriti
prof. dr. H. Bianchi (1987) Albrecht Dürestraat 48 1077 MB Amsterdam tel: 020-7730988
prof. dr. E.R. Blankenburg (2002) Keizersgracht 732 hs 1017 EW Amsterdam tel. 020-6246922 (tevens fax)
prof. mr. I.A. Diepenhorst (1984) Wilhelminalaan 4c 3701 BJ Zeist tel. 030-691 3312
prof. mr. J.E. Doek (2004) Piustuin 20 2161 HA Lisse tel. 0252-414010
prof. dr. A. van Doorn (1986) Nieuwe ’s-Gravenlandseweg 75 1406 NC Bussum tel: 030-2433785
prof. mr. P. de Haan (1988) Fabricuslaan 74 9203 LH Drachten (Fr.) tel. 0512-510376
prof. mr. H. v.d. Linden (1987) De Genestetlaan 25 6891 CR Rozendaal (Gld.) tel. 085-3611094
prof. mr. J.K. Moltmaker (1998) Abr. Mensstraat 6 2015 JR Haarlem (post Overveen) tel. 023-5244304
prof. mr. J.H. Prins (1989) Richard Wagnerstraat 30 1077 VW Amsterdam tel. 020-6624767
prof. dr. N.W. de Smit (1993) 663 Chelsea Cloisters Sloane Avenue London SW3 DW3
prof. dr. P.J.I.M. de Waart (1997) Graaf Janlaan 4 2263 TM Leidschendam tel. 070-3276014
Emeriti
219
220
Rechtsgeleerdheid
Index Aanmelden voor tentamens en herkansingen, 27 Althusius, 17 Ars aequi, 17; 89; 90; 108; 127; 128; 129 Beoordeling, 31; 33; 58; 59; 69 Beroep, 5; 23; 33; 52; 67 Bibliotheek, 15 Cdp, 16 Colloqium doctum, 28 Commissie mentoraat (cm), 15 Deeltijd, 5; 6; 7; 24; 41; 63; 64; 70 Elsa, 22 Examencommissie, 5; 13; 30; 31; 32; 33; 34; 39; 40; 41; 43; 46; 55; 59; 64; 66; 68; 73 Facultaire bibliotheekcommissie (fbc), 14 Facultaire e-mail, 5; 27 Faculteitsbestuur, 9 Forum romanum, 17 Geldigheidsduur, 32 Getuigschrift, 28; 32; 33; 34; 40 Griffin’s view, 17 Griffin's view, 17 Herkansen, 32 Informatie over tentamens, 31 Internet, 5; 16; 26; 27; 125 Klachten, 25; 27 Lerenopleiding, 23 Masterexamen criminologie, 7; 77 Nabespreking, 31; 175 Onderwijs- en examenregeling, 9; 14; 29 Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding criminologie (oer criminologie), 9 Onderwijs- en examenregeling rechtsgeleerdheid (oer rechten), 9 Onderwijscoördinator, 9; 11; 25 Onderwijsevaluatie, 25 Pao, 23 Qbdbd, 16 Rsi, 5; 27 Star*vu, 17 Studeren in het buitenland, 20; 21; 22 Studieadviseur, 11; 20; 25; 42; 43; 55; 65; 66; 73; 77 Studie-informatie(punt), 11; 27; 29; 30; 31; 32; 33; 34; 39; 40; 42; 58; 59; 65; 69; 70; 73; 77 Tentamens, 5; 13; 24; 25; 26; 27; 29; 30; 31; 32; 36; 37; 38; 41; 47; 50; 64; 68; 175 Toelating, 28 Toelatingscommissie (tc, 14 Toelatingscommissie (tc), 14 Toelatingsonderzoek, 28 Uitslag, 31; 33 Vaste commissie voor de internationalisering (vci), 14 Index
221
Vaste commissie voor de wetenschapsbeoefening (vcw), 14 Vaste commissie voor het onderwijs (vco), 14 Verplichte aanmelding voor tentamens, 30 Vior, 16 Viva, 16 Vrijstellingen, 13; 32; 73
222
Rechtsgeleerdheid