Oude afstudeerrichtingen Nederlands recht
Bedrijfsjuridisch Financieelrechtelijk Internationaalrechtelijk Privaatrechtelijk Staats- en bestuursrechtelijk Strafrechtelijk Thematisch
Bedrijfsjuridische afstudeerrichting Algemeen Bedrijven en andere organisaties spelen in het maatschappelijk leven een grote rol. Vanuit juridisch oogpunt zijn hierbij twee vragen van groot belang, namelijk de vraag hoe aan deze bedrijven en organisaties vorm gegeven kan worden en de vraag op welke wijze zij aan het rechtsverkeer deelnemen door middel van handels- en dienstenverrichtingen. Juristen die werkzaam zijn in dienstverlening en bedrijfsleven worden voortdurend betrokken bij beleid- en besluitvorming van organisaties. De organisatie is het juridisch middel bij uitstek waardoor het maatschappelijk leven gestalte krijgt. Het begrip organisatie kent een interne en externe component. Intern organisatierecht heeft betrekking op het begrip 'onderneming' in al haar facetten, waaronder juridische, sociale en bedrijfseconomische. Als externe component valt te denken aan de deelname van organisaties aan het rechtsverkeer via commerciële contracten. Het handelsverkeersrecht wordt sterker dan het algemeen vermogensrecht gekarakteriseerd door het vertrouwen dat derden in het doen en laten van die onderneming en haar functionarissen mag stellen. De Bedrijfsjuridische afstudeerrichting beoogt juridische studenten voor te bereiden op functies in het bedrijfsleven. De Bedrijfsjuridische afstudeerrichting bouwt in het bijzonder voort op de peilers van de privaat- en handelsrechtelijke stof en beoogt naast een verdere verdieping tevens een integratieve en praktijkgerichte benadering van de materie. Hiertoe is een verdieping van de privaatrechtelijke kennis van belang (eis 6). Kernonderdelen van de Bedrijfsjuridische afstudeerrichting zijn verder een verdieping van de kennis van het ondernemingsrecht (met inbegrip van het medezeggenschapsrecht) en van het handelsverkeersrecht, alsmede een voor bedrijfsjuristen integratieve benadering van een aantal bedrijfseconomische en fiscale leerstukken. Naast de kernonderdelen staat de studenten in deze afstudeerrichting een variatie aan keuzevakken ter beschikking. Hieruit kan een keuze worden gemaakt die past bij de persoonlijke belangstelling en die betrekking heeft op de thema's 'onderneming' en 'handelsverkeer'. Deze vakken betreffen onderwerpen die bij het functioneren van organisaties en bij hun transacties aan de orde zouden kunnen komen. Meestal heeft dit betrekking op de organisatiestructuur, de activiteiten, de bezetting, de financiering en de verslaggeving van de onderneming. Daarbij moeten drie vakken worden gekozen: twee vakken uit de ene eis en één vak uit de andere eis (bijvoorbeeld Arbeidsovereenkomstenrecht uit eis 4 en Transportverzekering en Zeerecht uit eis 5 óf Capita bedrijfseconomie/jaarrekeningenrecht en Capita vennootschapsrecht uit eis 4 en Internationaal handelsrecht uit eis 5). Leerdoel Het doel van de Bedrijfsjuridische afstudeerrichting is een goede basis te leggen voor latere werkzaamheden in het bedrijfsleven, de advocatuur en andere maatschappelijke sectoren waarin vraagstukken met betrekking tot de onderneming en het handelsverkeer een belangrijke rol spelen. Kernonderdelen: 1. RP21 Verdieping ondernemings- en arbeidsrecht 2. RP22 Verdieping handelsverkeersrecht 3. RP23 Financieel recht Keuzeonderdelen: Uit de onderdelen onder punt 4 en 5 dienen drie onderdelen te worden gekozen, waarvan ten minste één uit 4 en één uit 5: 4. Keuzeonderdelen m.b.t. de onderneming RK05 Arbeidsovereenkomstenrecht RP25 Capita bedrijfseconomie en jaarrekeningenrecht
RP24 Capita vennootschapsrecht RP26 Effecten- en bankrecht RP30 Verdiepend Europees recht RQ16 Fusies en overnames RM80 Informaticarecht RQ11 Internationaal ondernemingsrecht RP95 Liability and Environment RL56 Sociaal verzekeringsrecht 5. Keuzeonderdelen m.b.t. het handelsverkeer RN06 Arbitragerecht RL48 Capita verzekeringsrecht RN53 Intellectuele rechten RP28 Internationaal handelsrecht RN41 International Sales RO05 Vervoerrecht RN45 Zeerecht 6. Voor het onderdeel privaatrecht moet gekozen worden uit: RN37 Civiele aansprakelijkheid RP20 Capita goederen- en faillissementsrecht RN43 Capita verbintenissenrecht
Financieel recht Algemeen In het bedrijfsleven en in het bank- en verzekeringwezen spelen juristen van oudsher een belangrijke rol. Op deze gebieden zijn juristen vaak nauw betrokken bij fusies en overnames, beursintroducties, financieel toezicht en de oprichting en liquidatie van ondernemingen. Van juristen wordt daarbij een steeds grotere kennis van de economische en fiscale achtergronden van deze financiële constructies en financiële transacties verwacht. Hierop inhakend is binnen Erasmus School of Law de afstudeerrichting Financieel recht ontwikkeld. Leerdoel De afstudeerrichting Financieel recht beoogt juridische studenten voor te bereiden op het beoefenen van de rechtspraktijk op het snijvlak van recht en financiën. Daarbij kan gedacht worden aan functies in internationale ondernemingen, het bank- en verzekeringwezen, financiële toezichthouders of de advocatuur. In de afstudeerrichting worden de economische, fiscale en juridische achtergronden van beursintroducties, fusies en overnames, financieel toezicht en verschillende (andere) vormen van financiële dienstverlening bestudeerd. Deze afstudeerrichting resulteert in een breed opgeleide jurist met kennis van economische, juridische en fiscale beginselen. De financieel jurist heeft daarnaast het vermogen dwarsverbanden te leggen tussen deze disciplines. De financieel juridische afstudeerrichting is gebaseerd op twee peilers. Enerzijds het verschaffen van een brede en grondige economisch-juridische basis. Anderzijds het verkrijgen van fiscaal inzicht, door middel van verdieping in fiscaal-juridische vakken. In het bijzonder wordt in deze afstudeerrichting aandacht geschonken aan de internationale dimensie van de financiële praktijk, zodat afgestudeerden ook in het buitenland werkzaam kunnen zijn. De afstudeerrichting Financieel recht geeft juristen een goede basis om in de financiële wereld te werken en speelt in op de explosieve groei van de financiële dienstverlening. Kernonderdelen: 1. RP23 Financieel recht (Financiële verslaggeving) 2. RQ13 Financiële ethiek (Bedrijfsethiek) 3. RQ14 Financiële instellingen en markten (Financiële planning) 4. RQ16 Fusies en overnames 5. RQ17 Internationaal jaarrekeningenrecht (Internationale financiële verslaggeving) 6. RF25 Vennootschapsbelasting 7. Keuzeonderdelen Uit de volgende vakken dient u één keuzeonderdeel (4 studiepunten =6 ects) te kiezen. Tevens wordt geadviseerd om ook de twee vrije keuzeonderdelen (8 studiepunten = 12 ects) uit de volgende vakken te kiezen: RK05 Arbeidsovereenkomstenrecht RP25 Capita bedrijfseconomie en jaarrekeningenrecht RP26 Effecten- en bankrecht RQ11 Internationaal ondernemingsrecht RP20 Capita goederen- en faillissementsrecht RF04 Openbare financiën RP21 Verdieping ondernemings- en arbeidsrecht
Internationaalrechtelijke afstudeerrichting Algemeen Het aantal juristen dat werkzaam is in een specifiek internationaalrechtelijke functie, is relatief beperkt. Men kan hierbij denken aan bepaalde afdelingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, juridische afdelingen van vakdepartementen, internationale organisaties als de Europese Unie en (gespecialiseerde organisaties van) de Verenigde Naties, grote advocatenkantoren die soms vestigingen in het buitenland hebben en juridische afdelingen van grote bedrijven. Voor vrijwel alle juridische functies echter geldt tegenwoordig een meer dan gemiddeld inzicht in de internationale aspecten van het recht als een pre. Veel internationaalrechtelijke regels werken niet alleen rechtstreeks en met voorrang in de nationale rechtssfeer; in toenemende mate is er sprake van een Europeanisering en internationalisering van ons nationale rechtsstelsel. Als voorbeeld kunnen o.a. het mededingingsrecht, milieurecht, arbeidsrecht, vluchtelingen en mensenrechten genoemd worden. Daarbij komt dat enig inzicht in andere rechtstelsels dan het Nederlandse nodig is om met vrucht te kunnen opereren in een samenleving die in toenemende mate grensoverschrijdend is. Het aantal juristen dat werkzaam is in een internationaal georiënteerde functie, is in de laatste jaren in hoge mate toegenomen. Men dient hierbij niet alleen te denken aan bepaalde afdelingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, juridische afdelingen van vakdepartementen, internationale organisaties als de Europese Unie en (gespecialiseerde organisaties van) de Verenigde Naties, maar ook aan internationaal georiënteerde advocatenkantoren, multinationals, banken en internationale nongouvernementele organisaties. De Internationaalrechtelijke afstudeerrichting biedt de mogelijkheid om na de verplichte onderdelen van het doctoraal de studie te vervolgen rondom een aantal onderdelen op het gebied van volkenrecht, het recht van de Europese Unie, rechtsvergelijking, internationaal privaatrecht en buitenlands recht. Daarbij is bewust gekozen voor een brede basis en is niet gestreefd naar de vorming van juristen die in hoge mate gespecialiseerd zijn op een beperkt gebied, noch naar specifiek publiekrechtelijke of privaatrechtelijke specialisatie. Leerdoel Het leren onderkennen van de internationaalrechtelijke dimensie in maatschappelijke vraagstukken en het zelfstandig leren oplossen van internationaalrechtelijke vragen. Kernonderdelen: 1. RL82 Advanced Public International Law 2. RP30 Verdiepend Europees recht 3. RP31 Law of International Organisations Keuzeonderdelen: Een keuze uit elk van de volgende onderdelen: 4. Cluster internationale handel RP40 Capita Europees recht: "Recente ontwikkelingen" RP28 Internationaal handelsrecht RQ11 Internationaal ondernemingsrecht RP41 International Economic Law RN41 International Sales RM20 Mededingingsrecht 5. Cluster natuurlijke hulpbronnen RP32 European Environmental Law RN46 International Environmental Law RQ18 Capita selecta Public International Law
RP95 Liability and Environment 6. Cluster rechtsbescherming RO38 Judicial Protection in the European Union RK67 Internationaal strafrecht RN10 Legal Integration in Europe RN85 Rechten van de mens en grondrechten 7. Cluster rechtsvergelijking RO16 American Contract Law RK66 Anthropology of Law RK17 Engels contractenrecht RK37 Introduction to the American Legal System and the Law of Obligations RP77 Computer Law in an International Perspective RP87 Comparative Constitutional Law RN82 Algemene staatsleer RN99 Law and Legal Practice in East Asia
Privaatrechtelijke afstudeerrichting Algemeen De privaatrechtelijke afstudeerrichting streeft na de basiskennis van het civiele recht te consolideren, te verdiepen en te verbreden. Dit wordt bereikt doordat naast verplichte kernonderdelen een scala aan keuzeonderdelen aangeboden wordt die de diverse aspecten van het civiele recht nader belichten. Veelzijdigheid en dynamiek zijn in dit verband sleutelbegrippen. Geldt zulks voor het recht in het algemeen, voor het civiele recht geldt dit in het bijzonder. Op tal van privaatrechtelijke terreinen zijn - dikwijls ingrijpende - ontwikkelingen te bespeuren. Zo is het aansprakelijkheidsrecht in het milieurecht een gebied dat zeer in beweging is, bestaan er plannen om de Faillissementswet ingrijpend te herzien en is de wetgever op het gebied van het formeel privaatrecht (na een hercodificatie van het materieel privaatrecht die meer dan veertig jaar in beslag heeft genomen) alweer enige jaren doende een van onze oudste codificaties, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, integraal te herzien. Zie hier slechts enkele voorbeelden uit het totaal van privaatrechtelijke actualia. Onvermijdelijk behoort daar ook toe de internationalisering van het privaatrecht: thans wordt serieus nagedacht over uniformering van het Europese civiele (proces)recht. De noodzaak tot bestudering van buitenlandse rechtsstelsels doet zich derhalve ook voor de civilist steeds meer gevoelen. De privaatrechtelijke afstudeerrichting beoogt op te leiden tot datgene waar in de praktijk grote vraag naar is: een goede basiscivilist. Diens werkterrein is in beginsel onbeperkt. Niet alleen functies in de 'klassieke' beroepen behoren tot de mogelijkheden, zoals advocatuur en rechterlijke macht, maar evenzeer functies in het bedrijfsleven, bij de overheid of bij non-profitorganisaties. Leerdoel De student die de privaatrechtelijke afstudeerrichting met goed gevolg doorloopt, wordt geacht na afloop: in staat te zijn regels van privaatrecht in voldoende mate te kunnen hanteren te beschikken over voldoende kennis van en inzicht in het geldende privaatrecht om nieuwe ontwikkelingen op dit gebied te kunnen plaatsen en op hun relevantie te kunnen beoordelen over schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid te beschikken om zich efficiënt en op adequate wijze te kunnen inwerken en te handhaven in het aan hem toebedeelde werkterrein zich een zelfstandige, kritische en creatieve houding te hebben eigen gemaakt Kernonderdelen: 1. RN43 Capita verbintenissenrecht 2. RN37 Civiele aansprakelijkheid 3. RP20 Capita goederen- en faillissementsrecht Keuzeonderdelen: 4. Keuze RN06 Arbitragerecht RM97 Capita burgerlijk procesrecht 5. Eén kernonderdeel uit de hieronder vermelde kernonderdelen van Bedrijfsjuridische afstudeerrichting: RP22 Verdieping handelsverkeersrecht RP21 Verdieping ondernemings- en arbeidsrecht 6. Keuze: RO16 American Contract Law RK05 Arbeidsovereenkomstenrecht
RN57 Bouwrecht en onroerend goed RL48 Capita verzekeringsrecht RK17 Engels contractenrecht RM80 Informaticarecht RK33 Inleiding gezondheidsrecht RN41 International Sales RK37 Introduction to the American Legal System and the Law of Obligations RP95 Liability and Environment RV40 Onderhandelen RK13 Rechtsvinding 7. Keuze: RL73 Familie- en jeugdrecht RK12 Huurrecht RN53 Intellectuele rechten RN25 Practicum vermogensrecht RK50 Rechtspraktijk in civiele zaken
Staats- en bestuursrechtelijke afstudeerrichting Algemeen De Staats- en bestuursrechtelijke afstudeerrichting verschaft een brede en grondige kennis van het staats- en bestuursrecht. Zij vormt een goede voorbereiding op adviserende, beleids- en bestuursfuncties bij de vele overheden en semi-overheden, als ook voor juridisch-bestuurlijke functies bij adviserende instanties. Voorts is de opleiding geschikt voor hen die een loopbaan in de politiek en het bestuur ambiëren. De laatste jaren doen ook advocatuur en bedrijfsleven in toenemende mate een beroep op juristen die gespecialiseerd zijn in (bijzondere delen van) het bestuursrecht. Het staats- en bestuursrecht is aan belangrijke en snelle ontwikkelingen onderhevig. Het vraagstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid, de consequenties van de doorwerking van het Europese recht voor het staatsbestel, de betekenis van de grondwet, de positie van het staatshoofd en het bestuursrechtelijk gedogen van de overtreding van wettelijke voorschriften zijn in dat verband actuele thema's. Naarmate de samenleving complexer wordt, worden aan de overheid hogere eisen gesteld. Staats- en bestuursrecht zoekt dan ook voortdurend naar middelen om aan de gestelde eisen tegemoet te komen, te meer omdat sedert een aantal jaren een overheid die niet voldoet aan de eisen, aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade die het gevolg is van gemaakte fouten of verkeerde inschattingen. Niet alleen wordt de klassieke strafrechtelijke en bestuursrechtelijke regelgeving in toenemende mate aangevuld met nieuwe mogelijkheden tot beïnvloeding van de samenleving (convenanten, overeenkomsten, bestuurlijke boete), ook de organisatie van de overheid verandert door privatisering en de instelling van zelfstandige bestuursorganen. Dat brengt met zich mee dat men niet alleen binnen de overheid, maar ook in de advocatuur en het bedrijfsleven steeds indringender geconfronteerd wordt met vragen van staatsen bestuursrechtelijke aard. Leerdoel Als u in uw studie heeft voldaan aan de eisen van de staats- en bestuursrechtelijke afstudeerrichting, beschikt u over voldoende kennis en inzicht in het positieve staats- en bestuursrecht en in (complexe) bevoegdheidsstructuren om maatschappelijke, politieke en organisatorische vraagstukken juridisch te kunnen analyseren, alsmede om nieuwe rechtsontwikkelingen te begrijpen en juridisch vorm te geven. U hebt zich daarbij tevens de vaardigheden eigen gemaakt om werkzaamheden te verrichten die kunnen variëren van analyse van publiekrechtelijke casus en advisering daarover tot het formuleren van wetsteksten of contracten met de overheid. Ook bent u in staat bestuursrechtelijke procedures voor of tegen de overheid te voeren. Kernonderdelen: 1. RL16 Bestuurlijk organisatierecht 2. RN80 Materieel bestuursrecht 3. RN85 Rechten van de mens en grondrechten Keuzeonderdelen: 4. Vier van de onderstaande vakken: RN82 Algemene staatsleer RL05 Ambtenarenrecht RM34 Recht en bestuurskunde RQ02 Bestuurlijke rechtshandhaving RN60 Bestuursprocesrecht RP87 Comparative Constitutional Law RP30 Verdiepend Europees recht RK33 Inleiding gezondheidsrecht RM20 Mededingingsrecht
RN92 Milieurecht RL08 Onderwijsrecht RP31 Law of International Organisations RN86 Ruimtelijk ordeningsrecht RL82 Advanced Public International Law RL01 Vreemdelingenrecht RL18 Wetgevingsleer RL56 Sociaal verzekeringsrecht
Strafrechtelijke afstudeerrichting Algemeen De Strafrechtelijke afstudeerrichting is een verdiepingsvariant van het voor iedereen verplichte strafrechtelijke onderwijs dat zowel positiefrechtelijk als strafrechtstheoretisch een adequaat academisch uitgangsniveau biedt. In het programma is gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de aandacht over verschillende aspecten die bij de bestudering en beoefening van het straf- en strafprocesrecht een rol spelen. Er wordt aandacht besteed aan het verschijnsel misdaad en de verschillende theorieën omtrent de beheersing van dit probleem en de invloed daarop van het strafrechtelijke systeem zelf. Tevens komen de theorieën aan de orde die worden gehanteerd om het bestaan van het strafrecht te rechtvaardigen. Er wordt gewerkt aan een uitbouw van de kennis van het strafrecht op bijzondere en actuele thema's, aan kennis over strafrechtelijke systemen in andere landen en met betrekking tot internationaal strafrecht, terwijl eveneens aandacht wordt besteed aan het spanningsveld dat zich voordoet wanneer de wet met haar achterliggende theoretische beginselen in de praktijk wordt toegepast. Het evenwichtig samengestelde programma geeft de student voldoende basis om op diverse terreinen aan het werk te gaan, zowel in de traditioneel juridische beroepen als advocatuur, openbaar ministerie en rechterlijke macht, maar ook op terreinen van beleid en wetenschap. De ervaring is dat strafrechtelijk afgestudeerden ook buiten het terrein van het strafrecht in het bedrijfsleven terecht komen. Door de grondige theoretische bestudering van het strafrecht maakt de student zich verder een juridische denkstijl eigen die hem of haar zo nodig in staat stelt zich snel op andere terreinen van het recht in te werken. Tevens verkrijgt de student voldoende vaardigheden zoals het zelfstandig, kritisch en creatief leren omgaan met problemen rond strafrecht en criminaliteit, om ook op een niet specifiek juridisch terrein aan de slag te kunnen gaan. Leerdoel De afstudeerrichting levert de volgende belangrijke bijdrage aan de eindtermen van de Rotterdamse juridische opleiding: het bijbrengen van vaardigheid in het hanteren van de rechtsregels die behoren tot het strafrecht. Zo leert de student o.a. een juridische beoordeling te geven van diverse casus uit de praktijk en een verdedigingsstrategie op te zetten het geven van voldoende kennis van en inzicht in het positieve strafrecht om nieuwe ontwikkelingen te kunnen plaatsen in het bestaande recht en op hun relevantie te kunnen beoordelen. Dit gebeurt onder meer door het verdiepen van de basiskennis uit het verplichte onderwijs strafrecht en het uitbouwen van die kennis op bijzondere en actuele thema's het geven van inzicht in het onderscheid tussen feitelijke en normatieve uitspraken en in de relatie tussen het positieve recht en andere normen- en waardenstelsels in de samenleving. Een van de onderwerpen waar dit duidelijk aan de orde komt, is de problematiek rond het definiëren van misdaad door het strafrechtssysteem, de publieke opinie en de media het in voldoende mate bijbrengen van elementaire begrippen uit de sociale wetenschappen om deze te kunnen toepassen op juridische onderwerpen. Deze elementaire begrippen komen ter sprake waar het gaat om de belangrijkste verklaringen voor misdadig gedrag, de problemen betreffende de beheersing van misdaad en de strafrecht legitimerende theorieën het bijbrengen van schriftelijke en mondelinge taalvaardigheid om zich snel en op adequate wijze in het beroepsveld te kunnen inwerken. Dit gebeurt door het schrijven van noten bij arresten, het opstellen van een pleitnota of requisitoir, het schrijven van werkstukken en scripties
het bijbrengen van een zelfstandige, kritische en creatieve houding. Hieraan wordt gestalte gegeven in individuele en groepsopdrachten en in de mogelijkheden om in het kader van de scriptie onderzoek te doen in de strafrechtspraktijk Kernonderdelen: 1. RP35 Verdiepend materieel strafrecht 2. RP36 Verdiepend formeel strafrecht 3. RP37 Strafrechtspleging Keuzeonderdelen: 4. Vier van de onderstaande vakken: RK86 Bedrijfsjuridisch strafrecht RN29 Detentierecht en penologie RK78 Geweld (wordt niet meer gegeven) RK67 Internationaal strafrecht RL80 Jeugdstraf(proces)recht en jeugdcriminologie (wordt niet meer gegeven) RK88 Opiumwetgeving en drugsbeleid RK59 Politie en veiligheid (wordt niet meer gegeven) RO06 Rechtsvergelijkend strafrecht RQ09 Strafrecht in Europees perspectief RN78 Strafrechtstheorieën RL65 Theoretische criminologie RK93 Verkeersrecht (wordt niet meer gegeven)
Thematische afstudeerrichting Algemeen De Thematische afstudeerrichting omvat net als de andere afstudeerrichtingen zeven onderdelen van elk 4 studiepunten, maar zij is verder zo opgezet dat zij een - binnen de grenzen van een verantwoorde opleiding in het Nederlands recht - maximale keuzevrijheid aan studenten biedt. Vereist is dat het gekozen vakkenpakket een duidelijke thematische eenheid vormt, meer dan een rechtsgebied omvat, goed te onderscheiden is van de vakkenpakketten van de overige afstudeerrichtingen en voldoende juridische diepgang heeft. Het gekozen vakkenpakket moet ter toetsing worden voorgelegd aan een commissie, waarin zitting hebben de hoogleraar Inleiding tot de rechtswetenschap, de coördinator van de Thematische afstudeerrichting en de voorzitter van de Examencommissie Nederlands recht. Naast deze mogelijkheid van een individueel thematisch vakkenpakket wordt tevens een aantal adviespakketten aangeboden, ieder opgebouwd rond de thematiek van een functioneel of interdisciplinair rechtsgebied. In het studiejaar 2001/2002 zijn dat het adviespakket Milieurecht, het adviespakket Theorie en methode van geïntegreerde rechtswetenschap, het adviespakket Publiekrechtelijke rechtshandhaving en het adviespakket Procesrecht. Bij de adviespakketten staan zowel de integratieve aanpak als de verwevenheid van de theoretisch-methodologische verdieping met praktijkgerichtheid centraal. Ook bestaat in het studiejaar 2000/2001 bij de adviespakketten de mogelijkheid om onder begeleiding van een van de betrokken docenten op individuele basis bij wijze van 4 punts-keuzevak een (literatuur)onderzoek uitmondend in een werkstuk te doen. Als een van de adviespakketten wordt gekozen, dan vindt er uiteraard geen toetsing door de commissie plaats. Indien men voldaan heeft aan de eisen van de Thematische afstudeerrichting geeft dat recht op de volgende aantekening op de doctoraalbul: (...) heeft voldaan aan de eisen van de Thematische afstudeerrichting, met bijzondere aandacht voor de thematiek van -volgt de naam van het gekozen thema -. Leerdoel De Thematische afstudeerrichting heeft tot doel: studenten voldoende positiefrechtelijke en rechtstheoretische ondergrond te bieden om hen in staat te stellen in het latere beroepsleven de vaak sterk gedifferentieerde rechtsontwikkeling te begrijpen en er op verantwoorde wijze in te participeren studenten op grondige wijze in te voeren in de integratieve aspecten van de rechtsontwikkeling door ruime aandacht te besteden aan functionele of interdisciplinaire rechtsgebieden waarin de vervlechting van de traditionele juridische disciplines aan de orde is studenten vertrouwd te maken met rechtsmethodologische vragen en verder te scholen in praktische methoden die ook in het latere beroepsleven kunnen worden toegepast I Individueel Thematisch vakkenpakket Degenen die op een bepaald welomschreven thema willen afstuderen, moeten in ieder geval aan de volgende minimumeisen voldoen: 'Rechtstheorie en rechtsmethodologie' Het vak Rechtstheorie en rechtsmethodologie is verplicht voor alle studenten die in de Thematische afstudeerrichting willen afstuderen. Het vak beoogt studenten vertrouwd te maken met rechtstheoretische en rechtsmethodologische vragen en verder te scholen in praktische methoden die ook in het latere beroepsleven kunnen worden toegepast. Twee kernvakken uit andere afstudeerrichtingen In principe moet men twee kernvakken kiezen uit twee verschillende andere afstudeerrichtingen die relevant zijn voor het gekozen thema. Indien daar zeer goede argumenten voor zijn, kunnen in plaats hiervan ook twee vakken worden gekozen die niet tot de kernvakken behoren. Vier overige keuzevakken
De vier overige vakken mogen worden gekozen uit het gehele aanbod van keuzevakken van de faculteit, mits zij betrekking hebben op het gekozen thema, meer dan een rechtsgebied omvatten, intern en in relatie tot de twee kernvakken voldoende samenhang vertonen, en voldoende juridische diepgang hebben. II Adviespakketten Adviespakket Milieurecht Een goede bestudering van de snelle ontwikkelingen in het milieurecht behoeft een integratieve en interdisciplinaire aanpak. In dit adviespakket ligt de nadruk op de onderlinge samenhang tussen de privaatrechtelijke, de bestuursrechtelijke en de internationaalrechtelijke aspecten van het milieurecht. Studenten die willen afstuderen op het thema milieurecht, dienen aan de volgende eisen te voldoen: Kernonderdelen: 1. RN22 Rechtstheorie en rechtsmethodologie 2. RN37 Civiele aansprakelijkheid 3. RN80 Materieel bestuursrecht Overige onderdelen: keuze van 4 van de 5 onderdelen 4 t/m 8: 4. RP32 European Environmental Law 5. RN46 International Environmental Law 6. RP95 Liability and Environment 7. RN92 Milieurecht 8. Individueel werkstuk in overleg met docent Adviespakket Theorie en methode van geïntegreerde rechtswetenschap Dit adviespakket richt zich op de bestudering van de grondslagen van rechtsstatelijkheid. Centraal uitgangspunt van dit standaardpakket is de stelling dat het rechtsstatelijke rechtsbegrip een eigen interne moraliteit vertoont, die het best als anti-despotisch en anti-totalitair kan worden gekenmerkt. Kenmerkend voor de rechtsstaat is immers dat de macht van de overheid er begrensd is en dat de uitoefening van overheidsmacht er gebonden is aan regels. Verder is het kenmerkend voor een rechtsstaat dat de burgers er de status van rechtssubjecten hebben en niet louter onderhorigen zijn. In de rechtsstaat zijn de verhoudingen tussen overheden, tussen overheid en burger en tussen burgers onderling gejuridiseerd en geen louter feitelijke machtsverhoudingen. Door scheiding van machten, door de erkenning van grondrechten en door het uitwerken van een procedureel geheel van regels die de rechtsbescherming van de burgers garanderen, wordt in de rechtsstaat een ideaal van legitimiteit nagestreefd. De rechtsstaat probeert het aloude ideaal van rechtvaardigheid van een politieke ordening te combineren met een streven naar rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en vrijheid. In de democratische rechtsstaat kan de overheid niet om het even hoe en om het even wat over haar burgers beslissen. Zij weet zich immers niet alleen gebonden door het legaliteitsbeginsel en door beginselen van behoorlijk bestuur maar in laatste instantie ook door de constitutie en door internationale verdragen. De inperking van de soevereiniteit van de overheid garandeert zo niet alleen een staatsvrije ruimte van autonomie en zelfbeschikking, maar doet bovendien ook een zorgplicht van de staat jegens zijn burgers ontstaan. Zo gezien wordt in de rechtsstaat een kader geschapen waarbinnen een pluraliteit van belangen en opvattingen over het goede leven naast elkaar bestaan, wat soms tot conflicten leidt (bijvoorbeeld botsing van grondrechten). Studenten die willen afstuderen op het thema Theorie en methode van geïntegreerde rechtswetenschap, dienen aan de volgende eisen te voldoen: Kernonderdelen: 1. RN22 Rechtstheorie en rechtsmethodologie 2. RN85 Rechten van de mens en grondrechten of RP87 Comparative Constitutional Law
3. RP36 RN60 RM97 RN80 Verdiepend formeel strafrecht of Bestuursprocesrecht of Capita burgerlijk procesrecht of Materieel bestuursrecht Keuzeonderdelen: 4. RN16 Verdieping rechtsfilosofie: ideeëngeschiedenis van het recht 5. t/m 7. Drie van de onderdelen te kiezen uit het aanbod onder 2 en 3 (voorzover dat onderdeel niet gekozen was bij 2, 3 ) of twee van de onderdelen te kiezen uit het aanbod onder 2 en 3 ( voorzover dat onderdeel niet gekozen was bij 2,3) aangevuld met en een individueel werkstuk in overleg met docent Adviespakket Publiekrechtelijke rechtshandhaving Rechtshandhaving vormt de kern van het recht en heeft een autonome functie en status. Het is niet alleen gericht op de naleving der wetten, maar tevens op het normatief bewustzijn bij burgers en samenleving en dus op de legitimiteit van het maatschappelijk bestel. Het adviespakket Publiekrechtelijke rechtshandhaving beoogt de student een interdisciplinaire kijk op de inrichting van het publieke handhavingsrecht te geven. Zowel de bestuurs- als strafrechtelijke rechtshandhaving worden bestudeerd, waarbij de verhouding tussen deze twee rechtsgebieden centraal staat. De laatste tijd is er meer en meer sprake van een toenadering tussen deze rechtsgebieden, niet in de laatste plaats doordat bestuursorganen in toenemende mate in staat gesteld worden hun eigen beleid te handhaven door middel van bestuurlijke sancties met een leedtoevoegend karakter. Hoe verhoudt deze ontwikkeling zich tot de 'trias politica'? Wat is het verschil tussen toezicht en opsporing? Welke rechtswaarborgen dienen in acht te worden genomen? Bij de bestudering van deze ontwikkeling dient ook aandacht besteed te worden aan internationale invloeden, met name op het niveau van de EG. Dit vakkenpakket heeft ten doel op te leiden ten behoeve van beroepen waarin de overheid als rechtshandhaver centraal staat. Hierbij kan men denken aan functies bij een ministerie, de provincie of de gemeente, aan de rechterlijke macht en de advocatuur en aan instellingen die veel contacten hebben met de overheid en/of door de overheid worden bekostigd. Tevens biedt het programma voldoende ondergrond voor verdere wetenschappelijke verdieping, bijvoorbeeld in de vorm van een promotie-onderzoek. Kernonderdelen: 1. RN22 Rechtstheorie en rechtsmethodologie 2. RN80 Materieel bestuursrecht 3. RP36 Verdiepend formeel strafrecht Keuzeonderdelen: 4. RN60 RL18 RN85 Bestuursprocesrecht of Wetgevingsleer of Rechten van de mens en grondrechten 5. RK86 Bedrijfsjuridisch strafrecht 6. en 7. Twee onderdelen te kiezen uit: RN92 Milieurecht RM20 Mededingingsrecht RN86 Ruimtelijk ordeningsrecht Individueel werkstuk in overleg met docent Adviespakket Procesrecht Een goede bestudering van het procesrecht is van groot belang voor studenten die een carrière ambiëren in de advocatuur of de rechterlijke macht. Studenten die willen afstuderen op het thema procesrecht, dienen aan de volgende eisen te voldoen: Kernonderdelen:
1. RN22 Rechtstheorie en rechtsmethodologie 2. RM97 Capita burgerlijk procesrecht 3. RP36 Verdiepend formeel strafrecht of RN60 Bestuursprocesrecht Overige onderdelen: 4. Eén van de twee onderdelen te kiezen uit het aanbod bij 3. 5. - 7. Drie onderdelen te kiezen uit: RK13 Rechtsvinding RK50 Rechtspraktijk in civiele zaken RP30 Verdiepend Europees recht RN85 Rechten van de mens en grondrechten RM82 Juridische argumentatie en communicatie RM84 Mondelinge taalvaardigheid voor juristen (wordt niet meer gegeven)